Bijlagenboek Praktijkkosten, Opbrengsten en Werkinzet Eerstelijns Verloskundigen In 2007

Transcriptie

1 C Bijlagenboek Praktijkkosten, Opbrengsten en Werkinzet Eerstelijns Verloskundigen In 2007 Barneveld, september 2009

2 Inhoudsopgave Leeswijzer 2 Bijlage A Begeleidende correspondentie 3 Bijlage B Vragenlijsten en toelichting 7 Bijlage C Klankbordgroep 17 Bijlage D Werkgroep ijkfunctie norminkomen 34 Bijlage E Projectgroep 35 1 van 36

3 Leeswijzer In dit bijlagenboek is de onderzoeksdocumentatie opgenomen van het onderzoek Praktijkkosten, Opbrengsten en Werkinzet Eerstelijns Verloskundigen Dit Bijlagenboek bevat alleen documentatie van het onderzoek voor zover die niet is opgenomen of beschreven in het rapport. In dit bijlagenboek is als eerste bijlage de begeleidende correspondentie opgenomen die aan de in het onderzoek betrokken eerstelijns verloskundige praktijken is verstuurd. Vervolgens is als tweede bijlage de vragenlijst en de daarbij gebruikte toelichting opgenomen. De derde bijlage betreft de samenstelling van de klankbordgroep en de vierde bijlage de deelnemers in de werkgroep ijkfunctie norminkomen. Tot slot is als bijlage opgenomen een lijst met de deelnemers van het team van de NZa die het onderzoek hebben begeleid, en de projectleiding van het onderzoeksteam van ConQuaestor en Significant. 2 van 36

4 Bijlage A Begeleidende correspondentie Op de volgende drie pagina s is de brief opgenomen die verstuurd is aan de verloskundigenpraktijken. 3 van 36

5 4 van 36

6 5 van 36

7 6 van 36

8 Bijlage B Vragenlijsten en toelichting Vragenlijst onderzoek praktijkgegevens en werklast eerstelijns verloskundigen 2007 Voor het invullen van deze vragenlijst is een separate toelichting opgesteld ter verduidelijking van gebruikte begrippen en relevante definities. In de toelichting zijn tevens instructies opgenomen voor het kunnen opleveren van de gevraagde gegevens. Utrecht, 27 mei 2009 Nederlandse Zorg autoriteit 7 van 36

9 V1.2 DEEL A: ALGEMENE GEGEVENS A1 A2 A3 Naam diepteonderzoeker Wat is het steekproefnummer van de praktijk? Wat is de postcode van de praktijk? A4 Hoe werd de praktijk gedreven in 2007? A5 Participeerde uw praktijk in 2007 in een coöperatie met zorginstellingen, kraamcentrum of echopraktijk? A6 A7 A8 Deelname verloskundige(n) aan de verloskundigenpraktijk Werkzame periode gedurende 2007 Verloskundige: Van Tot FTE factor FTE aantal Deelnamevorm Totaal aantal FTE 2007 Waarneming Reden Vakantie Ziekte Zwangerschap Overige Extern betrokken waarneming Via collegiale Via betaalde waarneming waarneming Extern geleverde waarneming Via collegiale Via betaalde waarneming waarneming Arbeidsongeschiktheid Totaal Heeft u opmerkingen over of naar aanleiding van de bovengenoemde vragen dan kunnen deze hier worden vermeld. 8 van 36

10 DEEL B: ADMINISTRATIEVE BRONNEN V1.2 Adm 1a Adm 1b Adm 2 Adm 3 B1 Opbrengsten opbrengsten: vrij invullen 1 opbrengsten: vrij invullen 2 opbrengsten: vrij invullen 3 opbrengsten: vrij invullen 4 opbrengsten: vrij invullen 5 Kosten kosten: vrij invullen 1 kosten: vrij invullen 2 kosten: vrij invullen 3 kosten: vrij invullen 4 kosten: vrij invullen 5 kosten: vrij invullen 6 kosten: vrij invullen 7 kosten: vrij invullen 8 kosten: vrij invullen 9 kosten: vrij invullen 10 kosten: vrij invullen 11 kosten: vrij invullen 12 kosten: vrij invullen 13 kosten: vrij invullen 14 kosten: vrij invullen 15 Vrij invulveld 1 maat Vrij invulveld 2 maat Vrij invulveld 3 maat Vrij invulveld 4 maat Vrij invulveld 5 maat Resultaat maatschap/solist Jaarrekening maatschap Jaarrekening solist Beroepskosten maten Overige, niet uit de administratie blijkende praktijkkosten B2 B3 Posten die zien op afdrachten vanuit de inkomenssfeer Zorg/ziektekostenverzekering Pensioenverzekering Arbeidsongeschiktheidsverzekering Kinderopvang PCprive regeling Spaarloonregeling Goodwill Bepaling netto balanswaarde goodwill Goodwill per Goodwill per Betaalde rente op financiering goodwill Heeft u opmerkingen over of naar aanleiding van de bovengenoemde vragen dan kunnen deze hier worden vermeld. 9 van 36

11 DEEL C: BEROEPSKOSTEN MATEN V1.2 Totale kosten van alle maten Vrij invulveld 1 maat Vrij invulveld 2 maat Vrij invulveld 3 maat Vrij invulveld 4 maat Vrij invulveld 5 maat Maat 1 Maat 2 Maat 3 Maat 4 Maat 5 Vrij invulveld 1 maat Vrij invulveld 2 maat Vrij invulveld 3 maat Vrij invulveld 4 maat Vrij invulveld 5 maat Maat 6 Maat 7 Maat 8 Maat 9 Maat 10 Vrij invulveld 1 maat Vrij invulveld 2 maat Vrij invulveld 3 maat Vrij invulveld 4 maat Vrij invulveld 5 maat Heeft u opmerkingen over of naar aanleiding van de bovengenoemde vragen dan kunnen deze hier worden vermeld. 10 van 36

12 DEEL D: PRAKTIJKKOSTEN NAAR KOSTENSOORTEN Opgave van alle (toerekenbare) praktijkkosten exclusief arbeidsbeloning verloskundigen en inclusief waarneming V1.2 D1 Praktijk assistentie (geen verloskundige) D2 Waarnemingskosten D3 Huisvestingskosten D4 Inrichting praktijk (afschrijving) D5 Instrumentarium (afschrijving) D6 Medicamenten, hulp en verbandmiddelen D7 Vervoerskosten D8 Contributies en afdrachten D9 Algemene kosten D10 Betaalde rente vreemd vermogen Totaal Heeft u opmerkingen over of naar aanleiding van de bovengenoemde vragen dan kunnen deze hier worden vermeld. 11 van 36

13 DEEL E: SPECIFICATIE VAN ONDER DEEL D OPGENOMEN PRAKTIJKKOSTEN V1.2 E1 Praktijk assistentie (geen verloskundige) Praktijkassistentie (geen verloskundigen) Praktijkassistentie in loondienst Kosten ingehuurd personeel Werkgeverspremies Brutoloon Sociale lasten Pensioen E2 Waarnemingskosten Totale waarnemingskosten volgens administratie Aantal dagen Gemiddeld in 2007 dagtarief Waarnemingsdagen Beschikbaarheidsdagen Totaal berekend Totale waarnemingskosten volgens administratie Verschil E3 Huisvestingskosten Huur afschrijvingskosten eigendomspand overige huisvestingskosten (schoonmaak, beveliging, energie, heffingsrechten etc) nuttig oppervlak praktijkruimte (in vierkante meter) E4 Vervoerskosten Totaal toerekenbare vervoerskosten verloskundigenpraktijk Verloskundige 1 Verloskundige 2 Verloskundige 3 Verloskundige 4 Verloskundige 5 Verloskundige 6 Verloskundige 7 Verloskundige 8 Verloskundige 9 Verloskundige 10 Situatie autogebruik Heeft u opmerkingen over of naar aanleiding van de bovengenoemde vragen dan kunnen deze hier worden vermeld. 12 van 36

14 DEEL F: STANDAARDISATIEMATRIX V1.2 Geef in onderstaande matrix in Euro's weer hoe de kostensoorten zijn verdeeld over de standaardisatieposten Standaardisatieposten Praktijk assistentie (geen verloskundigen) Medicamenten, hulp en verbandmiddelen Betaalde rente vreemd vermogen Inrichtingspraktijk (afschrijving) Kosten volgens administratie Instrumentarium (afschrijving) Waarnemingskosten Huisvestingskosten Vervoerskosten Algemene kosten Contributies Verschillen Kosten per standardisatieposten Kosten volgens administratie kosten: vrij invullen 1 kosten: vrij invullen 2 kosten: vrij invullen 3 kosten: vrij invullen 4 kosten: vrij invullen 5 kosten: vrij invullen 6 kosten: vrij invullen 7 kosten: vrij invullen 8 kosten: vrij invullen 9 kosten: vrij invullen 10 kosten: vrij invullen 11 kosten: vrij invullen 12 kosten: vrij invullen 13 kosten: vrij invullen 14 kosten: vrij invullen 15 Vrij invulveld 1 maat Vrij invulveld 2 maat Vrij invulveld 3 maat Vrij invulveld 4 maat Vrij invulveld 5 maat Totale kosten volgens administratie Verschillen Opmerkingen naar aanleiding van de matrix graag hieronder opnemen Streefwaarde van dit getal is 0 13 van 36

15 DEEL G1: PRODUCTIE EN OPBRENGSTEN 2007 V1.2 G11 Waarde van geleverde zorgdiensten volgens jaarrekening 2007 Abonnementsopbrengsten Echoscopisch onderzoek Overige niet zorgeenheid gerelateerde declaraties Subtotaal Maximum tarief ,50 Totaal aantal zorgeenheden Aantal FTE 2007 Zorgeenheden per FTE G12 Controle Totaal aantal zorgeenheden volgens LVRregistratie Verschil G13 Locatie van bevalllingen (volgens LVRregistraties): Thuisbevalling Eerstelijns poliklinisch, met eigen verloskundige Medisch geworden / tweede lijns G14 Aantal bevallingen in achterstandswijken (volgens cliëntenadministratie) Heeft u opmerkingen over of naar aanleiding van de bovengenoemde vragen dan kunnen deze hier worden vermeld. 14 van 36

16 DEEL G2: PRODUCTIE EN OPBRENGSTEN 2008 V1.2 G21 Waarde van geleverde zorgdiensten volgens jaarrekening 2008 Abonnementsopbrengsten Echoscopisch onderzoek Overige niet zorgeenheid gerelateerde declaraties Subtotaal Maximum tarief ,50 Totaal aantal zorgeenheden G22 Controle Totaal aantal zorgeenheden volgens LVRregistratie Verschil G23 Locatie van bevalllingen (volgens LVRregistraties): Thuisbevalling Eerstelijns poliklinisch, met eigen verloskundige Medisch geworden / tweede lijns G24 Aantal bevallingen in achterstandswijken (volgens cliëntenadministratie) Heeft u opmerkingen over of naar aanleiding van de bovengenoemde vragen dan kunnen deze hier worden vermeld. 15 van 36

17 DEEL H: INDICATIEVE INVENTARISATIE GESCHATTE TIJDSBESTEDING V1.2 Verloskundige Arbeidspositie FTE (Omgerekend naar heel 2007) Ingeroosterd als achterwacht Gemiddelde uren per week Verdeling gewerkte uren in % Ingeroosterd als dienst Actief werkzaam Basistaken Aanvullende taken Bijzondere taken Overige niet clientgebonden taken Totaal= Verloskundige 1 0,0 0% uren Verloskundige 2 0,0 0% uren Verloskundige 3 0,0 0% uren Verloskundige 4 0,0 0% uren Verloskundige 5 0,0 0% uren Verloskundige 6 0,0 0% uren Verloskundige 7 0,0 0% uren Verloskundige 8 0,0 0% uren Verloskundige 9 0,0 0% uren Verloskundige 10 0,0 0% Opmerkingen naar aanleiding van de matrix graag hieronder opnemen e 16 van van 36

18 17 Toelichting Vragenlijst onderzoek praktijkgegevens en werklast eerstelijns verloskundigen 2007 Mocht u na het lezen van deze toelichting vragen hebben over de vragenlijst in het algemeen, of over bepaalde vragen in het bijzonder, kunt u contact opnemen met de speciaal voor dit onderzoek ingerichte telefonische helpdesk. De helpdesk is telefonisch bereikbaar op werkdagen tussen 9.00 en uur op of via verloskundigenonderzoek@conquaestor.nl 17 van 36

19 Inleiding Benodigde brondocumenten voor invullen vragenlijst Jaarrekening 2007 maatschap of solist Jaarcijfers 2007 verbonden maten Financiële administratie verloskundigenpraktijk o.a. m.n omzet / productie 2008 factuurgegevens ingehuurde waarneming LVR gegevens 2007 en 2008 Jaaropgave werknemers in loondienst / verzamelloonstaat Tijdens het openen van de vragenlijst Zorg ervoor dat het macrobeveiligingsniveau van Excel staat ingesteld op gemiddeld dit kan worden ingesteld door in Excel het menu Extra te kiezen; kies vervolgens Macro ; kies vervolgens Beveiliging ; kies in het venster dat nu opent (beveiligingsniveau) Gemiddeld. De beveiliging van de vragenlijst De vragenlijst is op 2 manieren beveiligd tegen onjuiste invoer: De grijze cellen zijn geblokkeerd, alleen in de witte cellen kunnen gegevens worden ingevoerd. Ingevoerde waarden worden gevalideerd (bijv. bedragen alleen invullen in gehele euro s en gebruik van lettersymbolen is niet toegestaan). 18 Deze beveiliging is toegevoegd om te voorkomen dat vragenlijsten door de invuller worden aangepast (bijv. door het toevoegen van rijen of kolommen). Deze aanpassingen leiden tot problemen in de analysefase wanneer de ingevulde gegevens automatisch worden ingelezen in een verzamelbestand. Mocht last worden ondervonden van de beveiligingsinstellingen (omdat het bijvoorbeeld niet lukt een bepaalde waarde in te vullen) neem dan contact op met de helpdesk. De beveiliging is bedoeld ter ondersteuning en moet geen last worden. 18 van 36

20 Vraag A2 Deel A: ALGEMENE GEGEVENS Het steekproefnummer is het Vnummer dat in de correspondentie is gebruikt. Vraag A4 Deze vraag betreft de samenstelling van de praktijk met betrekking tot het aantal verloskundigen die als ondernemer participeren. Er zijn 3 vormen mogelijk: Solopraktijk Duopraktijk Meerpersoonspraktijk Bij de steekproeftrekking is deze vooraf bekend op grond van door de KNOV verstrekte informatie. Deze vraag dient ter verificatie en eventuele actualisering van dit gegeven. NB een duopraktijk kan ook verloskundigen in loondienst hebben die niet meetellen voor de bapaling duopraktijk of meerpersoonspraktijk. Vraag A5 Van participatie is sprake indien een mate van zeggenschap in de coöperatie bestaat en deze voor minimaal een half jaar over 2007 aanwezig was. Vraag A6 Met uitzondering van waarneming (waarnemingsgegevens wordt gevraagd bij de vragen A7 & E2 van de digitale vragenlijst) dient voor alle in 2007 binnen de praktijk werkzame verloskundigen individueel te worden aangegeven: werkzame periode (van / tot); FTE factor; Deelnamevorm. 19 FTE factor Onder FTEfactor wordt verstaan de mate waarin de verloskundige voor de praktijk wordt ingezet vergeleken met een voltijds beschikbare verloskundige. Hierbij hoeft geen rekening te worden gehouden met een eventueel niet volledige periode dat de verloskundige werkzaam is, omdat deze automatisch wordt omgerekend met de aangegeven werkzame periode. (wanneer de inzet verschilt over perioden, moet een gewogen gemiddelde inzet bij de FTEfactor worden uitgerekend en ingevuld), 19 van 36

21 Voor verloskundigen in loondienst is de aanstelling bepalend. Wanneer de aanstelling is uitgedrukt in een aantal dagen per maand, wordt de FTE factor bepaald door dit aantal te delen door 21,5 dagen. Wanneer de aanstelling in uren per week wordt uitgedrukt, moet worden nagegaan of dit feitelijke uren of normatieve uren zijn. Dan moet met de geïnterviewde verloskundige worden vastgesteld in welke verhouding de inzet is ten opzichte van een voltijds beschikbare verloskundige. Wanneer sprake is van aan aanstelling op basis van normatieve uren per week (dus niet gewerkte uren) kan dit aantal uren door 40 gedeeld worden om de FTEfactor vast te stellen. Voor verloskundigen die lid zijn van de maatschap is het maatschapscontract of eventuele afspraken over de inzetverhoudiing tussen de leden van de maatschap bepalend. Wanneer dit niet formeel geregeld is, moet met de geïnterviewde verloskundige worden geïnventariseerd hoe de inzet is. In de maatschapsvorm zal het voorkomen dat de verdeling van de aanspraken op het resultaat contractueel zijn vastgelegd in een bepaalde verhouding die ook een afspiegeling is van de inzet. Deze verhoudingen kunnen als toets bij de vaststelling van de FTE s per in de maatschap deelnemende verloskundige worden gebruikt. Uitgangspunt voor het administratief vaststellen van het aantal FTE per verloskundige die deelneemt in de maatschap is: het aantal 24 uurs diensten gemiddeld per maand voor die verloskundige: d1 het aantal dagen per maand spreekuur en visites voor die verloskundige: d2 het aantal dagen per maand overige activiteiten (opleiding, afstemming administratie etc.) voor die verloskundige:d3 Bij het bepalen van de dagen d2 en d3 moet, als dit niet in reguliere werkdagen maar in uren is verdeeld, worden uitgegaan van een 8urige werkdag. Het aantal FTE voor die verloskundige bedraagt dan (d1+d2+d3)/21,5 Hierbij wordt impliciet het uitgangspunt toegepast dat een 24 uurs dienst vergelijkbaar is met één werkdag met verloskundige activiteiten. 20 De verhoudingen van op deze wijze bepaalde FTE s zullen over het algemeen een afspiegeling zijn van de aanspraken op het resultaat. In incidentele gevallen kan dit vertekend zijn door afspraken over vergoeding van goodwill door later toegetreden verloskundigen die dan een relatief lagere aanspraak hebben. Per ingezette verloskundige kan de FTEfactor nooit hoger zijn dan 1. Een bepaling van de FTE factor door de gewerkte uren per week te delen door 40 is hier niet bedoeld. De inzet in werkuren per FTE wordt in onderdeel H bepaald met de indicatieve inschatting van de tijdsbesteding. Verloskundigen in loondienst of lid van de maatschap die langdurig ziek zijn, dienen in deze lijst gewoon te worden meegenomen. Arbeidsongeschikte verloskundigen die niet meer in loondienst zijn of geen lid meer van de maatschap, blijven buiten beschouwing. 20 van 36

22 Als basis voor de contractueel overeengekomen uren kunnen gelden. Maatschapovereenkomsten. Arbeidsovereenkomsten. Overige contracten (bijv. met ZZPers). Deelnamevorm De benoeming van de arbeidspositie is bedoeld om te kunnen vaststellen of arbeidskosten van verloskundigen wel of geen onderdeel zijn van de personele kosten in de administratie van de verloskundigenpraktijk. Binnen arbeidspositie dient daarom onderscheid te worden gemaakt tussen: zelfstandige ondernemer/eigenaar van de verloskundigenpraktijk (solist of via maatschap); in loondienstverband van de verloskundigenpraktijk (geen eigenaar van de verloskundigenpraktijk). Vraag A7 Gevraagd wordt het totaal aantal waarnemingsdagen (24 uur) voor de gehele praktijk over Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen waarneming van externe verloskundigen voor de eigen praktijk: extern betrokken waarneming en waarneming door verloskundigen uit de eigen praktijk voor andere praktijken: extern geleverde waarneming Binnen extern betrokken waarneming en extern geleverde waarneming dient onderscheid te worden gemaakt tussen: collegiale waarneming (met gesloten beurs) en betaalde waarneming (betaling aan waarnemer met VAR verklaring, zie ook vraag E2) Wanneer in principe met gesloten beurzen wordt waargenomen, maar aan het einde van het jaar een relatief geringe verrekening van het verschil tussen betrokken en geleverde waarneming plaatsvindt, kan dit als waarneming met gesloten beurzen worden geregistreerd. Als collegiale waarneming wordt hier aangemerkt vervanging tussen verschillende praktijken. De vervanging binnen de eigen praktijk wordt niet als collegiale waarneming aangemerkt. Indien geen exacte opgave van het aantal waarneemdagen kan worden gegeven kan een raming worden gemaakt. 21 De inzet van waarnemers verloskundige voor de eigen praktijk die in loondienst van de praktijk zijn, worden niet gerekend tot waarnemingsdagen voor deze vraag. Vraag A8 Het kan voorkomen dat waarneming plaatsvindt in verband met arbeidsongeschiktheid. Voor het onderzoek is dit aangemerkt als een speciale vorm van waarneming. Daarom is een aparte vraag gewijd aan waarneming vanwege arbeidsongeschiktheid. 21 van 36

23 Deel B en C: ADMINISTRATIEVE BRONNEN Uitgangspunt voor de bepaling van de praktijkkosten van de verloskundigenpraktijk is de jaarrekening over 2007 van de maatschap van de betreffende verloskundigenpraktijk (of jaarcijfers van solistisch werkende verloskundige). Toelichting situaties: praktijk met maatschap en/ of solist. 1a = maatschap 1b = solist In de kolom adm 1a en 1 b. kan de jaarrekening worden overgenomen conform de rubricering van de jaarrekening zelf. Er hoeft geen rekening te worden gehouden met een vaste / voorgeschreven rubricering. Het is zeer goed mogelijk dat niet alle relevante praktijkkosten blijken uit alleen de jaarrekening van de maatschap van de verloskundigenpraktijk. Tot de praktijkkosten van de verloskundigenpraktijk horen alle kosten die verband houden met: praktijkassistentie; waarneming; huisvesting van de praktijk; inrichting van de praktijk; instrumentarium; medicamenten, hulp en verbandmiddelen; vervoer; contributies; rente over vreemd vermogen; algemene kosten: o administratie; o scholing / oriëntering; o telefonie; o aansprakelijkheidsverzekeringen; o etcetera; pensioenaansprakelijkheid.; beroepsaansprakelijkheid. 22 Indien kosten van deze aard verantwoord zijn in de jaarcijfers van de individuele maten van de verloskundige praktijk kan de aard en omvang daarvan worden aangegeven deel C (beroepskosten maten) van de vragenlijst (dit recapituleert naar kolom adm2 in deel B). 22 van 36

24 23 Binnen de definitie van dit onderzoek worden de persoonlijke kosten van verloskundigen die samenhangen met de arbeidsinzet niet gerekend tot de praktijkkosten. Deze kosten worden gerekend tot het inkomen van de verloskundigen. Dit betekent dat bedragen die betaald worden vanuit het inkomen van de verloskundigen ook niet tot de praktijkkosten worden gerekend. Meest voorkomende uitgaven hiervoor zijn: betaalde premies voor zorg/ziektekostenverzekering; betaalde premies voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen; betaalde premies voor pensioenverzekeringen; PCprivé regeling; spaarloonregeling; kinderopvang. Verder worden voor dit onderzoek ook niet tot de praktijkkosten gerekend: afschrijvingskosten en financieringskosten van goodwill. Overigens wordt wel gevraagd naar de financieringskosten van de goodwill, met als achtergrond het verkrijgen van inzicht op dit punt. fiscale bijtellingen in privé; normatief rendement over eigen vermogen. In kolom adm 3 kunnen kosten worden opgegeven die behoren tot de praktijkkosten van de verloskundigenpraktijk, maar niet blijken uit de jaarrekening van de maatschap en de jaarcijfers van de maten (bijvoorbeeld gebruik eigen woning, meewerkend partner). In kolom adm 4 kunnen normalisaties worden aangebracht die belangrijk geacht worden voor een normaal beeld van de praktijkkosten. Bijvoorbeeld correcties voor eenmalige baten en lasten (schade uitkeringen, vrijval uit reserveringen etc). Het moet hierbij wel gaan om bedragen die ten minste 10 % van de totale kosten of opbrengsten bedragen, omdat relatief kleine correcties geen materieel effect zullen hebben op de uitkomsten van het onderzoek. 23 van 36

25 Deel D: PRAKTIJKKOSTEN NAAR KOSTENSOORTEN In dit deel vindt categorisering plaats van de opgegeven indeling onder tabblad Administratie naar een standaardindeling in kostensoorten. Vraag D1 t/m D3 en E7 Praktijkassistentie, waarnemings en huisvestingskosten worden ingevuld via deel E van de vragenlijst. Vraag D4 Alleen afschrijvingskosten van inventaris en inrichting (inclusief ICT) dienen hier te worden meegenomen. Kleinere (niet geactiveerde) aanschaffingen kunnen worden meegenomen onder algemene kosten. Zie ook vraag D5. Wanneer het gaat om afschrijvingen op vervoersmiddelen, bijvoorbeeld auto s, dienen deze onder de vervoerskosten (deel E, vraag E4) te worden opgenomen. Vraag D5 Alleen afschrijvingskosten van instrumentarium dienen hier te worden meegenomen. Kleinere (niet geactiveerde) aanschaffingen kunnen worden meegenomen onder algemene kosten. Indien instrumentarium als activum niet afzonderlijk in de administratie wordt gerubriceerd, maar onderdeel is van het inventaris & inrichting, dient een schatting te worden opgenomen die dan wordt afgetrokken het onder vraag D4 gerapporteerde bedrag. Afschrijving op eventuele goodwill worden NIET in de afschrijvingskosten meegenomen. Deze waarde blijft namelijk voor de verloskundige bestaan. Om inzicht te krijgen in de omvang van de goodwill wordt wel gevraagd hoeveel de balanswaarde bedroeg per en van de goodwill minus de afschrijving daarop. 24 Vraag D6 Indien medicamenten, hulp en verbandmiddelen niet apart worden gerubriceerd in de administratie, maar onderdeel zijn van bijvoorbeeld overige / algemene kosten, dient een schatting te worden opgenomen die dan wordt afgetrokken het onder vraag D9 gerapporteerde bedrag. 24 van 36

26 Vraag D8 Hieronder vallen o.a contributies vakliteratuur en lidmaatschap KNOV. Indien contributies niet apart worden gerubriceerd in de administratie, maar onderdeel zijn van bijvoorbeeld overige / algemene kosten, dient een schatting te worden opgenomen die dan wordt afgetrokken het onder vraag D9 gerapporteerde bedrag. Vraag D9 Hieronder vallen in principe alle praktijkkosten die niet tot de specifiek benoemde kostensoorten (vraag D1 t/m 8 en D10) gerekend kunnen worden. Onder deel C opgevoerde praktijkkosten uit de jaarcijfers van de maten worden geacht altijd gerubriceerd te zijn onder de specifiek benoemde kostensoorten of anders geen praktijkkosten voor dit onderzoek te zijn. Vraag D10 Alleen aan financiële instellingen (banken e.d) en leveranciers betaalde rente wordt tot de praktijkkosten gerekend. Rente over interne (holding) financiering of toegerekende rente over eigen vermogen behoort niet tot de definitie van praktijkkosten van dit onderzoek. Ontvangen rente dient gesaldeerd te worden met rentekosten of eventueel als negatieve kosten te worden opgegeven. De rente die toerekenbaar is aan financiering van goodwill, dient het een rentebedrag te worden meegenomen, maar ook apart te worden gespecificeerd. Dit rentebedrag wordt als volgt normatief berekend: Uitgangspunt is de gemiddelde goodwill voor 2007 af te leiden uit de antwoorden op vraag D5 Vervolgens wordt het gemiddeld rentepercentage vastgesteld over de externe financiering (Nota Bene: het betreft hier dus geen toegerekend rendement op eigen vermogen) Vervolgens wordt de verhouding vreemd vermogen / (eigen + vreemd vermogen) vastgesteld op basis van de balans per 3112 De rentelast op goodwill wordt vervolgens bepaald door de voorgaande 3 getallen met elkaar te vermenigvuldigen van 36

27 DEEL E: SPECIFICATIE VAN ONDER D OPGENOMEN PRAKTIJKKOSTEN Vraag E1 Het betreft hier de specificatie deel D, vraag D1. Tot kosten praktijkassistentie worden voor dit onderzoek gerekend betaald loon, sociale lasten (werkgeversdeel) en pensioenlasten (werkgeversdeel) van personeel in loondienst niet zijnde verloskundigen of kosten voor inhuur van praktijk assistentie (bijvoorbeeld via uitzendbureaus). Tot kosten praktijkassistentie worden bovendien niet gerekend de (loon)kosten voor schoonmaakpersoneel. Deze dienen te worden verantwoord onder huisvestingskosten (vraag E3). Eventuele overige personeelskosten (zoals werving, scholing) dienen te worden meegenomen onder de algemene kosten (vraag D9). Reis en verblijfskosten dienen te worden meegenomen onder vervoerskosten en/of waarnemingskosten (afhankelijk van betaling aan betrokkenen). Indien in de jaarrekening van de maatschap verloskundige in loondienst en praktijkassistentie in loondienst gezamenlijk zijn opgenomen onder de personeelskosten dan dient de praktijkassistentie afgezonderd te worden aan de hand van jaaropgave(n) en/of verzamelloonstaat. De verhouding in bruto loon tussen verloskundigen in loondienst en praktijkassistentie in loondienst kan ook worden aangehouden voor sociale lasten en pensioenlasten. Vraag E2 26 Het betreft hier de specificatie deel D, vraag D2. Tot waarnemingskosten worden voor dit onderzoek gerekend de betaalde financiële vergoeding aan een waarnemer met VAR verklaring. Waarneming die plaats vindt via collegiale vervanging (met gesloten beurs) is bevraagd in vraag A7 en valt in principe niet binnen de betaalde waarneming van deze vraag (E2). Uitzonderingen zijn mogelijk indien bijvoorbeeld een afrekening van collegiale waarneming plaatsvindt bij ongelijke collegiale waarneming. Het totaal bedrag aan waarnemingskosten dient zoveel mogelijk gespecificeerd te worden in aantal waarnemingsdagen & beschikbaarheidsdiensten in 2007 en het gemiddeld tarief. Deze specificatie zal ontleend moeten worden uit de specificaties van alle ontvangen declaraties van waarnemers met een VAR verklaring. 26 van 36

28 Tot de waarnemingskosten worden ook eventueel specifiek voor waarneming gemaakte reis en verblijfkosten gerekend. Vraag E3 Het betreft hier de specificatie deel D, vraag D3. Tot huisvestingskosten worden voor dit onderzoek gerekend: betaalde huur en service kosten; afschrijvingskosten van eigendomspanden en verbouwingen; belastingen en verzekeringen (voor zover huisvesting gerelateerd); water / energie; schoonmaakkosten; beveiligingskosten; dagelijks onderhoud; dotatie voorziening groot onderhoud. Rentelasten van leningen in verband met financiering van een praktijkpand wordt onder de financieringslasten (Deel D: Betaalde rente vreemd vermogen) opgenomen. Vraag E4 Het betreft hier de specificatie deel D, vraag D7. Tot de vervoerskosten worden gerekend: afschrijvingskosten van auto in eigendom van de verloskundigenpraktijk of de maat / maten; brandstof, autoverzekering, wegenbelasting, onderhoud; leasekosten; gedeclareerde zakelijke kilometers verloskundigen (niet zijnde waarnemers). 27 Niet tot de praktijkkosten worden gerekend fiscale bijtellingen voor privé gebruik auto (specifiek voor situatie van ondernemer voor de inkomstenbelasting). Omdat situatie van aan de praktijkkosten toerekenbare vervoerskosten specifiek per verloskundige kan verschillen wordt als hulpmiddel per verloskundige de feitelijke situatie rondom vervoerskosten gevraagd ten einde volledige en juiste verantwoording van autokosten te waarborgen. 27 van 36

29 28 Standaardisatiematrix De "standaardisatiematrix" heeft tot doel de kostenopgave volgens de financiële bronnen van de verloskundigenpraktijk te vertalen naar de standaard categorisering structuur (zie: deel D, kostensoorten) die in het onderzoek wordt toegepast. Deze matrix is daarmee een tool voor verschillenanalyse. Rechtsonder de matrix zijn controlevelden opgenomen om gemakkelijk vast te stellen of er verschillen zijn. 28 van 36

30 Deel G1: PRODUCTIE en OPBRENGSTEN 2007 en Deel G2: PRODUCTIE en OPBRENGSTEN 2008 Vraag G11, G21 Het doel is om vanuit de facturering vast te stellen wat het aantal geleverde zorgeenheden is op praktijkniveau en per FTE. Aansluiting naar omzet in de financiële administratie is een hulpmiddel om een juiste en volledige opgave van het aantal zorgeenheden te kunnen waarborgen. Voor de bepaling van het aantal geleverde zorgeenheden dienen opbrengsten uit hoofde van structureel echoscopisch onderzoek, counseling en NT meting buiten beschouwing te worden gelaten. Indien het niet mogelijk is om de opbrengsten hiervan specifiek uit de administratie (declaratiesysteem) af te leiden, kan in samenspraak met de verloskundige hiervoor een schatting worden opgenomen. Vraag G12, G21 en G12, G22 Opgaven opnemen conform bedragen blijkende uit de administratie van de praktijk. Vraag G13, G23 29 De LVR gegevens (Landelijke Verloskundige Registratie) over 2007 en 2008 kan worden gebruikt als basis voor de beantwoording van de vragen de basis voor de beantwoording van de vragen. De locatie van bevallingen staat vermeld in tabel D4 van de LVR rapportage. Vraag G14, G24 Voor het bepalen van het aantal bevallingen in achterstandswijken kan tabel B3 in de LVR rapportage worden geraadpleegd. 29 van 36

31 Deel H: INDICATIEVE INVENTARISATIE GESCHATTE TIJDSBESTEDING Algemeen De opzet van het onderzoek biedt geen mogelijkheden voor een accurate tijdsbestedingsmeting door bijvoorbeeld tijdschrijven. Toch is het belangrijk inzicht te verwerven in de beschikbaarheid en actieve werktijd van verloskundigen. Daarom is in de vragenlijst deze indicatieve inventarisatie van de geschatte tijdsbesteding opgenomen. De woorden schatting en indicatief betekenen in dit verband niet dat er heel globaal een slag naar geslagen moet worden De bedoeling is om op grond van inschattingen met gecalculeerde benaderingen door de verloskundigen en aanvullende plausibiliteittoetsing en toetsing met andere gegevens (bijvoorbeeld hoeveel uren per week ben ik daadwerkelijk beschikbaar voor de praktijk of hoeveel uren heb ik in het kwaliteitsregister verantwoord). Opbouw formulier en invulling De informatie over verloskundigen werkzaam in de praktijk (exclusief de waarnemers) wordt automatisch overgenomen van het voorblad. Vervolgens wordt eerst gevraagd naar een schatting voor het gemiddeld aantal uren per week voor 3 vormen van inzet. Daarna wordt gevraagd naar een verdeling van de actief werkzame uren naar hoofdactiviteit. Om het invullen van die verdeling wordt bij het invullen van een percentage automatisch het daarmee corresponderende aantal uren getoond. Alleen de uren per week actief werkzaam moeten in deze verdeling worden beschouwd. De verdeling in hoofdactiviteit is in overeenstemming met het onderscheid in in opdracht van de KNOV door C3 uitgevoerde onderzoek: Takenpakket Eerstelijns Verloskunde 2007 en wordt hierna toegelicht. 30 De tabel wordt voor zoveel mogelijk van de in de praktijk werkzame verloskundigen ingevuld. Wanneer de betrokken verloskundigen niet beschikbaar zijn, vraag dan om de gegevens alsnog na te zenden vóór een bepaalde datum, nadat de betreffende verloskundigen die voor zichzelf alsnog hebben ingevuld. Ga niet uit van schattingen van de geïnterviewde verloskundige voor anderen dan deze verloskundige zelf. Het doel is voor zoveel mogelijk verloskundigen werkzaam in de praktijk, deze gegevens te verzamelen. De gegevens worden verwerkt op het niveau van verloskundige en niet op het niveau van praktijk. Dat betekent dat de resultaten ook bruikbaar zijn als niet voor alle verloskundigen de gegevens beschikbaar zijn. Laat de invulkolommen dan open en probeer geen onverantwoorde schattingen te maken. 30 van 36

32 Toelichting begrippen Gemiddelde uren per week Voor 3 vormen van inzet wordt een schatting van het gemiddeld aantal uren per week gevraagd. Onder gemiddeld moet in dit verband worden verstaan gemiddeld voor de betreffende verloskundige in een normale week waarbij bijvoorbeeld dus niet sprake is van vakantie of een toevallig groot of klein aantal bevallingen. Ingeroosterd als achterwacht Bij deze vraag moet het gemiddeld aantal uren per week worden ingevuld dat de betreffende verloskundige is ingeroosterd als achterwacht. Bij achterwacht heeft de verloskundige formeel geen dienst, maar moet wel bereikbaar zijn in het geval een collega die dienst heeft niet in staat is direct noodzakelijke zorg te leveren door onvermijdelijke werkzaamheden (bijvoorbeeld wanneer twee cliënten gelijktijdig bevallingsbegeleiding vragen). In principe werkt een verloskundige niet tijdens de achterwacht, maar dient wel bereikbaar en beschikbaar te zijn. Voor de hele praktijk praktijk moet tenminste één verloskundige 7 dagen per week en 24 uur per dag als achterwacht beschikbaar zijn. Als voor alle verloskundigen de geschatte tijdsbesteding is ingevuld kan dus worden gecontroleerd of het totaal van alle achterwacht uren groter is dan 168 uur (7 maal 24). Voor grotere praktijken kan dit hoger zijn omdat een verloskundige maar voor een beperkt aantal verloskundigen die dienst hebben de achterwacht kan vervullen. Deze plausibiliteittoets kan samen met de geïnterviewde verloskundige worden doorgesproken. Ingeroosterd als dienst Bij deze vraag moet het gemiddeld aantal uren per week worden ingevuld dat de betreffende verloskundige is ingeroosterd als dienst. In deze tijd worden alle werkzaamheden als verloskundige uitgevoerd, maar er hoeft in deze dienstperiode niet altijd actief gewerkt te worden. Onder deze tijd valt dus bijvoorbeeld ook het direct beschikbaar zijn voor zorg bij een bevalling tijdens de nachtrust. 31 Actief werkzaam Bij deze vraag moet het gemiddeld aantal uren per week worden ingevuld dat de betreffende verloskundige daadwerkelijk met verloskundige activiteiten bezig is. Dit omvat alle activiteiten van de verloskundige, dus ook de niet cliëntgebonden activiteiten als bijvoorbeeld het opleiden van stagiaires of het deelnemen aan vakoverleg. Verdeling basistaken, aanvullende taken, bijzondere taken en overige niet cliëntgebonden taken Bij deze 4 kolommen wordt gevraagd naar de geschatte verdeling van de actief werkzame uren naar 4 hoofdactiviteiten. Daarbij is aangesloten op het in opdracht van het KNOV uitgevoerde onderzoek Takenpakket eerstelijns Verloskunde 2007 ( C3rapport ) dat de geïnterviewde verloskundigen mogelijk niet kennen. Daarom een korte beschrijving van wat onder deze taken wordt verstaan: 31 van 36

33 Algemene Basistaken Hieronder worden de cliëntgebonden werkzaamheden verstaan: Prenatale zorg Natale zorg Postnatale zorg. Aanvullende taken Hieronder worden de cliëntgebonden werkzaamheden verstaan: Begeleiding miskraam Begeleiding zwangerschapsafbreking Zorg aan zwangeren met een lage Sociaal Economische Status (lage SES) Zorg bij vrouwenbesnijdenis Vroegsignalering huiselijk geweld Bijzondere taken Hieronder worden de cliëntgebonden werkzaamheden verstaan: Preconceptiezorg Combinatietest SEO (Structureel Echoscopisch Onderzoek) Uitwendige versie Uitvoering hielprik Cervix controle Echografische spiraalcontrole Termijnecho Overige NietCliëntgebonden taken Hieronder worden alle overige werkzaamheden rond praktijkvoering en kennisdeling en ontwikkeling verstaan, waaronder: Administratie Werkgevers/Maatschapszaken Kwaliteit en innovatie Stakeholdermanagement Begeleiden studenten van 36

34 33 Bijlage C Klankbordgroep Aan de klankbordgroep hebben de volgende leden deelgenomen: KNOV J.J.M. Becker Hoff P.E. Buisman Zorgverzekeraars Nederland H.I.PaansWubbolts LHV A. Vermaas C. Sonneveld (als vervanger) NZa B.E. Simmelink W. Houwerzijl K. Lops ConQuaestorSignificant H. H. Huizendveld B.M.W.J. Huitink M. Tigelaar 33 van 36

35 34 Bijlage D Werkgroep ijkfunctie norminkomen In de werkgroep ijkfunctie norminkomen hebben leden vanuit 4 geledingen deelgenomen: KNOV J.J.M. Becker Hoff P.E. Buisman Zorgverzekeraars Nederland H.I.PaansWubbolts NZa B.E. Simmelink E. de Laat Significant B.M.W.J. Huitink 34 van 36

36 35 Bijlage E Projectgroep De projectgroep bestond uit de volgende leden: Namens de opdrachtgever de NZa: Bart Simmelink, projectleider Wim Houwerzijl Katinka Lops Namens het onderzoeksteam ConQuaestorSignificant Henk Huizendveld, projectverantwoordelijke Barend Huitink, projectleider Significant Mark Tigelaar, projectleider ConQuaestor 35 van 36