Belgacom Forum In gebruik nemen en onderhoud. Gebruiksaanwijzing

Transcriptie

1 Belgacom Forum 5050 In gebruik nemen en onderhoud Gebruiksaanwijzing

2 Welkom bij Belgacom Hartelijk dank dat uw keuze op een product van Belgacom is gevallen. Ons product staat voor de hoogste kwaliteitseisen, gepaard aan een hoogwaardig design. Deze handleiding zal u bij het gebruik van uw Forum 5050 begeleiden en daarbij alle mogelijke vragen beantwoorden. Mocht u nog meer ondersteuning of informatie wensen, dan verzoeken we u om u in eerste instantie tot degene te wenden die voor uw systeem verantwoordelijk is, of tot uw leverancier. Internet: U kan ons ook bereiken op service-nummer Nederlands: Frans: Duits: Engels: Forum 5000 en Forum 500 Deze bedieningshandleiding geldt voor de productserie Forum 5000 en Forum 500. Tot de productserie Forum 500 behoren de communicatiesystemen Forum 523/524, Forum 525/526 en Forum 550/560. Tot de productserie Forum 5000 behoort het communicatiesysteem Forum Wij wensen u veel plezier met uw Forum Nagenoeg alle namen van hard- en software die in deze gebruiksaanwijzing zijn vermeld, zijn geregistreerde merken en vallen als zodanig onder de geldende wettelijke bepalingen.

3 1 Inhoudsopgave Over deze handleiding 9 Eigenschappen 10 Basisinstellingen bij levering 14 Telefoonfuncties 14 Bevoegdheden 15 Internet-functies 21 Opmerkingen over updates 22 Update uitvoeren 23 Installatie 24 Veiligheidsinstructies 24 Systeemvereisten 25 In de handel verkrijgbare pc Belastingskenmerken Aanbevolen pc-systemen LAN en internet Instellingen voor het besturingssysteem Installatie van de Forum 5050-software 30 Oplossen van problemen 33 Licensering 34

4 2 LAN-integratie 35 Vast IP-adres creëren Concurrerende netwerkservices uitschakelen Firewall uitschakelen Tijdservice SNTP instellen Internetverbinding controleren LAN-verbinding selecteren Uitvallen spanning 46 Aansluitingen en aansluitbare toestellen 47 a/b-aansluitingen Forum 5050 en gateways 50 Systeemarchitectuur 51 Overzicht over de gatewaycomponenten 53 Signalering en MGW-kanalen 54 ISDN-/DECT-synchronisatie 56 Eerste keer in bedrijf stellen 56 Update van de systeemsoftware Omschakelen op de gatewaymodus Eerste configuratie Handmatige update van de booter 61 Gebruik van een gateway via router 62 Informatie vooraf 68 Uitvoering van een gateway Forum Gateway Inhoud van de levering Installatie 70 Veiligheidsinstructies Montageplaats, omgevingsomstandigheden Montage in een 19"-rack Modules installeren Backpanel Onderbrekingsvrije stroomvoorziening Stroomuitval Interfaces en aansluitbare toestellen 86 S 0 -aansluitingen

5 3 U pn - en U pn 2-aansluitingen a/b-aansluitingen LAN-aansluiting Gatewaymodules 99 Overzicht van de beschikbare modules Forum 550 Power Supply Forum 550 Card main processor Forum 550 Card PRA Forum 550 Card 8 S0/T Forum 550 Card 8 digital extensions Forum 550 Card 8 analogue extensions Forum 550 Media Gateway Card Gatewaykoppeling met een PCM-V-verbinding 120 Installatie stap voor stap Configuratiestappen Tips Forum 5050 Monitor 125 Overzicht Forum 5050-service 125 Windows-services controleren 127 Forum 5050 Monitor uitvoeren 128 Tabblad Algemeen 129 Tabblad Verbindingen 131 Tabblad Instellingen 132 Dialoogvenster Programma 133 Dialoogvenster Opties 134 Forum IPhone 525 / 535: Uitbreidingen en toebehoren 135 Voedingsadapter 135 Toetsenblokken 136 Headset 139

6 4 Configuratie 140 Forum 5050 configureren 141 Configuratie voorbereiden Webconsole oproepen Online-help laden Configuratie beëindigen Configuratie opslaan en laden Configuratie op afstand Forum 5050 en netwerken 147 Inleiding TCP/IP 148 LAN-instellingen bij levering Kengetallen voor IP-configuratie accounts en berichten Systeemmeldingen als ontvangen Eigen wachtmuziekbestanden aanmaken 151 Voice over IP (VoIP) 153 Beknopt overzicht 155 IP-systeemtelefonie Externe SIP-lijn Interne SIP-Telefonie Principes 158 Signaallooptijd en bandbreedte Vertragingstijd en pakketlengte Spraakkwaliteit Optimaliseren Opbouwen van gesprekken Beschikbaare diensten VoIP-profielen voor SIP Voice Activity Detection (VAD) Media-gateway (MGW) 167 SIP-telefonie 168 Externe SIP-verbindingen Interne SIP-deelnemers SIP-telefoons Forum IPhone 512 / Forum IPhone

7 5 VoIP-systeemtelefoons 180 Eigenschappen apparaat Een VoIP-systeemtelefoon installeren DHCP-servers in de LAN Startproces Lokale configuratie Forum IPhone PC 189 Installatie Configuratie DECT over IP 192 Functionele eigenschappen 192 DECT-basisstations Eigenschappen Configuratie 195 Synchronisatie WLAN-functie instellen Configuratie van een locatie buiten het bereik DECT-netwerken 204 DECT-bereiken 205 Signalisering 207 DECT instellen 210 Netwerken van communicatiesystemen 213 Verbindingen 214 Vaste-verbindingstechniek 215 Protocol: Q.SIG of DSS Master/Slave L1 klokpuls

8 6 Vaste-verbindingslijnen 217 Directe verbinding Verbinding met actief overdrachtssysteem Verbinding via openbaar net IP-netwerkverbindingen 220 Verbinding via Q.SIG-IP Verbinding via SIP-tie-line Configuratie 223 Bundel Route Nummering Technische tips 226 Telefonie 227 E.164 conversie 227 Instellen Voorbeeld Overige opmerkingen Oproepomleidingen 231 Eigenschappen Lusherkenning Virtuele oproepnummers Groepsoproepgroepen Externe oproepomleidingen Opmerkingen over updates Bezettoetsen 237 PIN-code-telefonie 239 Instellen Uitvoering Bevoegdheidswisseling 241 Instellen Uitvoering

9 7 Teamfuncties 244 Inleiding 244 Verklaring van de toetsen Teamconfiguratie Toepassingsvoorbeelden 248 Chef-secretaris-team Team van drie Serieteam Makelaarteam Oproep in wacht 255 Inleiding 255 Activering van de wachtfunctie Oproepomleidingen Pickup Groepsoproep Voorbeelden 258 Oproepplek voor een operator met twee systeemtelefoons Groep van drie oproepplekken Variant voor meerdere firma s 262 Variant voor meerdere firma s configureren 263 Variant voor meerdere firma s activeren Firma s instellen en beheren Gebruikers toewijzen Bundel/SIP-Lijnen toewijzen Routekengetallen geven Firmacentrale configureren Met de variant voor meerdere firma s werken 267 Firmatelefoonboek Tussen firma s telefoneren Kosten per firma afrekenen

10 8 PC-software instellen 269 Browser voor Forum CTI en Forum Hotel 270 Toepassingsinterfaces 271 CSTA-interface 271 TAPI-interface instellen 273 LDAP-interface 275 Adres opvragen met LDAP Externe LDAP-server raadplegen SNMP-interface 281 SNMP-agent installeren SNMP instellen Vragen en antwoorden 284 Telefoneren 284 DECT 287 Koppeling van telecommunicatie-installaties 287 LAN 288 Internet 289 Technische gegevens 290 Milieu-informatie 292 Index 293 Technische ondersteuning voor uw Forum -telefooncentrale 299

11 9 Over deze handleiding U ontvangt het communicatiesysteem Forum 5050 als reeds ingericht totaalsysteem, bestaande uit een pc-systeem met voorgeïnstalleerde telefonie-interfacekaarten en bedrijfsklaar geïnstalleerde software. Deze bedieningshandleiding is bedoeld voor de technicus die de Forum 5050 installeert en in gebruik neemt. In de regel neemt de Belgacom-vertegenwoordiger deze taken op zich, hij stelt de Forum 5050 in en draagt het geconfigureerde, operationele systeem over aan de klant. De informatie over de aansluiting en ingebruikneming van toestellen de installatie en configuratie van de software en de afzonderlijke componenten is voor deze groep bestemd. Let op! De Forum 5050 mag uitsluitend door geschoold personeel van Belgacom worden geïnstalleerd en onderhouden! Gebruikers van de Forum 5050 vinden in deze bedieningshandleiding wenken en achtergrondinformatie over administratieve taken die zich in de dagelijkse praktijk voordoen (bv. de team-configuratie). Bovendien biedt een lijst met vragen en antwoorden deze groep van gebruikers hulp bij het melden en verhelpen van eventuele storingen. Over deze handleiding

12 10 Eigenschappen Het communicatiesysteem Forum 5050 is pc-software voor spraakcommunicatie door middel van VoIP. Met VoIP ( Voice over Internet Protocol ) kunnen telefoongesprekken via intranet- en internetdatakabels worden gevoerd. VoIP maakt nieuwe toepassingen mogelijk en biedt in veel gevallen een kostenvoordeel. Het communicatiesysteem Forum 5050 wordt onder het besturingssysteem Windows geïnstalleerd en uitgevoerd. De softwarecombinatie kan op normale, in de handel verkrijgbare pc-hardware draaien. Het communicatiesysteem Forum 5050 stelt na de inbedrijfstelling omvangrijke communicatie- en toepassingsmogelijkheden ter beschikking die zowel aan gebruikelijke als aan groeiende eisen aan de moderne spraakcommunicatie tegemoetkomen. Dankzij het vermogen van moderne pc-hardware hebt u enerzijds geen kosten voor de aanschaf, de installatie en het onderhoud van speciaal voor de spraakcommunicatie ontworpen hardwaresystemen, zoals telefooninstallaties (PABX) of speciale telefoonkabels. U kan anderzijds de gebruikelijke functies van dergelijke communicatiesystemen volledig benutten. Bovendien kan u van aanvullende mogelijkheden gebruik maken, zoals VoIP-koppeling met communicatiesystemen op afstand of de integratie in programmasystemen die VoIP voor de spraakcommuncatie toepassen. De volgende communicatietoepassingen zijn mogelijk: Telefonie met VoIP-systeemtelefoons, SIP-systeemtelefoons, standaard-sip-telefoons of softwaretelefoons Telefonie met DECT-toestellen of met DECT-GAP-standaardtelefoons door middel van DECT over IP-basisstations SIP-lijnen Het communicatiesysteem Forum 5050 biedt externe SIP-verbindingen als SIP-lijnen. Behalve diverse afzonderlijke SIP-verbindingen van verschillende SIP-providers kunnen voor de externe telefonie ook SIP-DDI-verbindingen met doorkiescapaciteit worden gebruikt. Het instellen en bezetten van externe SIP-verbindingen is voor de telefoniegebruikers geheel transparant. Daardoor kan er soepel worden overgestapt op gunstige iinternettelefonie. Eigenschappen

13 11 Externe telefonieverbindingen Met de basisversie van het communicatiesysteem Forum 5050 zijn externe internettelefonie en telefonieverbindingen met het normale telefoonnet (PSTN) via SIP-serviceproviders mogelijk. Als de pc voorzien is van de desbetreffende interfacekaarten, kunnen er bovendien op interne aansluitingen analoge toestellen (a/b intern) worden gebruikt. Het gebruik van telefonie-interfacekaarten op het communicatiesysteem Forum 5050 is verbonden aan een licentie. Meer informatie over de ondersteunde kaarten vindt u in de handleiding Forum 5050: Installatie en configuratie van telefonie-interfacekaarten. Verdere eigenschappen op telefonie gebied Met het communicatiesysteem Forum 5050 kan u gebruik maken van CTI-toepassingen (Computer Telephony Integration). Voor de integratie van CTI-toepassingen worden de standaards TAPI (Telephony Application Programming Interface) en CSTA (Services for Computer Supported Telecommunications Applications) ondersteund. Bovendien heeft de Forum 5050 een geïntegreerde kieshulp, de Forum CTI. Via de Forum CTI kunnen de gebruikers telefoniefuncties op hun pc oproepen en gebruiken. Met de webtoepassing Forum CTI Touch hebt u bovendien een web-based oplossing voor het bedienen van telefoniefuncties door middel van actuele smartphones. Bovendien kunnen er aanvullende programmapakketten worden vrijgegeven en gebruikt, die uitgebreide en comfortabele telefoniefuncties ter beschikking stellen. Dit zijn bijv. de digitale spraakopslag- en spraakinformatiesystemen Forum Voic en Forum Auto Attendant. U kunt het interne telefoonboek van het communicatiesysteem Forum 5050 raadplegen via LDAP. Het is via LDAP ook mogelijk om vermeldingen uit een externe directory te integreren. Bovendien is integratie in een netwerkbeheersoplossing via SNMP mogelijk. Meer over de verschillende toepassingsinterfaces vindt u in Toepassingsinterfaces vanaf pagina 271. Eigenschappen

14 12 Met de teamfuncties en een wachtsysteem voor bellers kan u de telefonische communicatie optimaliseren. Gateways U kunt met het communicatiesysteem Forum 5050 één of meer gateways gebruiken. Als gateway worden communicatiesystemen van het type Forum 550/560 toegepast die in een speciale modus als gateway werken. Met behulp van gateways kan het communicatiesysteem Forum 5050 als totaaloplossing voor de integratie van TDM-telefonie worden gebruikt. U kunt via gateways een groot aantal TDMtoestellen aansluiten, zoals kabelsysteemtelefoons, analoge toestellen en via U pn aangesloten DECT-basisstations. U kunt via gateways ook TDM-lijnen aansluiten, zoals externe ISDN-lijnen (S 0 of S 2M ) en externe analoge lijnen. De opbouw van een hoogstaand communicatiesysteem met behulp van gateways wordt beschreven in een apart hoofdstuk (zie Forum 5050 en gateways vanaf pagina 50). Netwerkintegratie Bij hogere eisen aan het systeem kan de Forum 5050 via internetverbindingen ( Q.SIG-IP ) samen met andere communicatiesystemen in een netwerk worden geïntegreerd. Daarbij maakt u van locaties en filialen een enkel groot telefonienetwerk. Met tot vijf virtuele lijnen wordt het aantal gesprekken dat er tegelijkertijd mogelijk is tussen twee communicatiesysteemen enkel beperkt door de bandbreedte van de internetverbinding begrenzt. Via de Q.SIG-IP-netwerkintegratie kan de Forum 5050 bv. als subinstallaties of als DECT-server worden gebruikt. Koppeling via vaste ISDN-lijnen ( Q.SIG ) is ook mogelijk. Voorwaarde daarvoor is dat de nodige telefonie-interfacekaarten zijn geïnstalleerd in de pc waarop het communicatiesysteem Forum 5050 draait. De netwerkintegratie wordt beschreven in het hoofdstuk Netwerken van communicatiesystemen vanaf pagina 213. DECT over IP Het communicatiesysteem Forum 5050 ondersteunt de opbouw van een DECT-netwerk voor mobiele kantoorcommunicatie. Daar- Eigenschappen

15 13 voor maakt u gebruik van DECT-koppeling via VoIP, oftewel DECT over IP. De aansluiting van de DECT over IP-basisstationsr verloopt daarbij via netwerk-datalijnen. Bij grote locaties verhogen meerdere DECT-basisstations de signaalpenetratie, waardoor een transparante handover tussen de basisstations ook tijdens een actieve telefonieverbinding mogelijk is. Voor DECT-telefonie zijn er handsets als systeemeindtoestel beschikbaar die alle mogelijkheden van de systeemtelefonie bieden. Bovendien worden de handsets volgens de standaards GAP en CAP ondersteund. De handover tussen de RFP s (Radio Fixed Parts) werkt ook bij handsets volgens de GAP-standaard. Registratie van kosten en verbindingsgegevens Bij het communicatiesysteem Forum 5050 kan u een externe programma voor de kostenregistratie gebruiken. De verbindingsgegevens worden via CSTA (Computer Supported Telecommunications Application) naar het externe programma gestuurd, waar ze kunnen worden verwerkt. Met de afzonderlijk verkrijgbare web-toepassing Forum Count kunnen telefoonverbindingen geregistreerd, opgeslagen en via configureerbare filters geevalueerd worden. Meer informatie hierover vindt u in de Online help van de Webconsole. LAN-integratie De pc waarop het communicatiesysteem Forum 5050 is geïnstalleerd, wordt normaliter in een aanwezig netwerk (LAN) geïntegreerd. De configuratie en programmering van het communicatiesysteem Forum 5050 wordt dan uitgevoerd via een webbrowser (webconsole) die zowel bedien kan worden via dezelfde pc als via een pc die via LAN is aangesloten. Alle telefoniefuncties en de functies van de webconsole kunnen op alle workstations in het LAN worden gebruikt. VoIP-integratie en koppeling aan een aanwezig systeem zijn mogelijk. Verklarende woordenlijst Bekijk ook de toelichtingen in de verklarende woordenlijst (als PDF-bestand op de meegeleverde CD te vinden). Eigenschappen

16 14 Telefoonfuncties Basisinstellingen bij levering Als het communicatiesysteem Forum 5050 wordt geïnstalleerd, zijn de volgende basisinstellingen en eigenschappen actief. Wij adviseren om de communicatiesysteem Forum 5050 voor het eerste gebruik te configureren op basis van individuele wensen (zie Configuratie vanaf pagina 140). Telefoonfuncties Er zijn geen toestellen ingesteld. De Forum 5050 is bij aflevering voor gebruik in België ingesteld. Er is een inactieve SIP-lijn met de aanduiding SIP ingesteld. Deze SIP-lijn is verbonden met de route Externe lijn en het bezettingskenmerk 0. Bij binnenkomende externe oproepen klinkt er een belsignaal op alle nieuwe ingesteld toestellen. Het wachtwoord voor de gebruiker Administrator is leeg. De systeem-pinluidt Basisinstellingen bij levering

17 Bevoegdheden 15 Bevoegdheden Welke functies op de toestellen van de Forum 5050 mogen worden gebruikt, wordt geregeld door het toewijzen van bevoegdheden. Deze bevoegdheden worden ingesteld voor zogenaamde gebruikersgroepen waaraan de gebruikers met hun toestellen dan weer worden toegewezen. In de standaardinstelling zijn er drie gebruikersgroepen: Administrators, Standard en Guests. Administrators hebben toegang tot alle functies van de Forum 5050 en onbeperkte configuratierechten. Gebruikers van de groep Guests kunnen de Forum 5050 niet configureren, mogen geen externe verbindingen opbouwen en kunnen de toestel-functies van de Forum 5050 slechts beperkt gebruiken. De gebruikersgroep Standard is op basis van haar standaardinstellingen bijzonder geschikt als basis voor het aanmaken van gebruikersgroepen voor de normale gebruikers van het systeem (bv. de medewerkers van een firma). De volgende toestelfuncties zijn bij levering voor de gebruikersgroepen ingesteld: Instellingen voor gebruikersgroepen Functie / bevoegdheid Standard Administrators Guests Toepassingen Configurator persoonlijk expert weergave Kosten Telefoonboek Forum CTI Bezetaanduiding Forum Count Forum Hotel Onthaalboodschap uit uit uit Telefoonboek LDAP gebruiken Basisinstellingen bij levering

18 16 Bevoegdheden Instellingen voor gebruikersgroepen Functie / bevoegdheid Standard Administrators Guests Ingaven (centraal) gebruiken Eigen firma gebruiken Eigen firma wijzigen Andere firma's wijzigen Ingaven (persoonlijk) Oproepen (uitgaand) Extern Ingaven (centraal) veranderen Internationaal Internationaal Spontaan netlijn kiezen Netlijn kiezen via de centrale LCR *) LCR deactiveerbaar *) LCR bij oproepomleiding naar extern *) VIP-oproep *) PIN kiezen *) Intercom *) Intercom aanvaarden *) Bidirectionele intercom *) Kiezen voor ander toestel *) Hotline *) Terugbellen bij bezet *) Meervoudigbezet op parallel toestel *) Alleen inkomend Basisinstellingen bij levering

19 Bevoegdheden 17 Instellingen voor gebruikersgroepen Functie / bevoegdheid Standard Administrators Guests Bevoegdheid wisselen *) CLIP onderdrukken (intern) *) CLIP onderdrukken (extern) *) CLIP per oproep onderdrukken *) aan/uit Oproepen (inkomend) Pickup uit groep Pickup gericht Wegname Gesprekswegname *) Oproeponderdrukkin op parallel toestel *) Reactie: verbinding wordt verbroken *) CLIP uit *) Oproep in wacht *) Oproepomleidingen Oproepomleiding Oproepomleiding naar extern Oproepomleiding van MSN groepen Oproepomleiding deuroproep Oproepomleiding na tijd parallel signalisieren *) Oproepomleiding voor andere gebruiker *) Basisinstellingen bij levering

20 18 Bevoegdheden Instellingen voor gebruikersgroepen Functie / bevoegdheid Standard Administrators Guests Oproepomleiding door andere gebruikers verhinderen *) Display: oproepomleiding via *) Verbinding *) laatste omleiding laatste omleiding laatste omleiding Doorschakelen extern naar extern *) Conferentie met drie *) Parkeren *) Wachtmuziek bij externe verbindingen *) Wachtmuziek bij externe verbindingen *) Bescherming Oproepbescherming beltoon beltoon uit Bescherming 2de oproep Bescherming tegen intercom oproep *) Bescherming tegen bidirectionele oproep *) Pickupbescherming *) Telefoonslot *) MCI (kwaadwillige oproep) *) Lijsten Blokkeringslijst leeg leeg leeg Vrijgavelijst leeg leeg leeg Speciale lijst Basisinstellingen bij levering

21 Bevoegdheden 19 Instellingen voor gebruikersgroepen Functie / bevoegdheid Standard Administrators Guests Oproepfilter leeg leeg leeg Interne oproeplijst *) Externe oproeplijst *) Oproeplijst bij bezet *) Oproeplijst deuroproep *) Systeemtelefoons *) Toestel bezet *) Alle toetsen geblokkeerd *) Functietoetsen programmeren *) Menu- en ABC-toets *) DECT-lijntoetsen *) Verbindingsgegevens *) Inkomende verbindingen verzenden *) Uitgaande verbindingen verzenden *) inkomende verbindingen registreren *) uitgaande verbindingen registreren *) Aantal onderdrukte cijfers *) Basisbedrag voor inkomend 0,00 0,00 0,00 gesprek *) Basisbedrag voor uitgaand 0,00 0,00 0,00 gesprek *) Kostenfactor *) 100% 100% 100% Basisinstellingen bij levering

22 20 Bevoegdheden Instellingen voor gebruikersgroepen Functie / bevoegdheid Standard Administrators Guests Kosten genereren *) Netwerk *) Aanduiding *) verzenden *) CSTA *) CSTA-menu *) CSTA-toets *) CSTA-data *) Overige *) Verkort kiezen *) Deuropener *) Keypad kiezen *) Tijdsturing *) Boekingsnummer tijdens het gesprek ingeven *) Korte berichten verzenden *) *) Deze instellingen worden alleen in de expertweergave getoond. Zonder verder configuratie zijn de volgende belangrijke instellingen actief: Externe bevoegdheid: Alle geconfigureerde toestellen zijn bevoegd om internationaal te telefoneren. Externe kieslijnen moeten door ingeven van een kengetal worden bezet. Oproepafleidingen naar interne en externe telefoonnummers kunnen worden geactiveerd. Oproepafleidingen na tijd worden na 20 seconden uitgevoerd. Oproepafleidingen voor andere gebruikers en oproepafleidingen door andere gebruikers zijn gedeactiveerd. Basisinstellingen bij levering

23 Internet-functies 21 Het telefoonslot kan worden geactiveerd. De toestel-pin luidt De vrijgave- en blokkeerlijst en een oproepfilter zijn vooraf niet ingesteld en dus niet actief. Als deze lijsten worden ingesteld, kunnen ze voor de gebruikersgroepen worden geactiveerd. Elke standaard gebruiker kan de configuratie van de Forum 5050 veranderen. Elke standaard gebruiker kan een persoonlijk telefoonboek aanmaken en ingaven van het centrale telefoonboek bewerken. Elke standaard gebruiker kan de kosten aflezen. De licentieplichtige toepassingen (bv. de toepassing Forum Count) kunnen worden gebruikt zodra deze vrijgegeven zijn. Internet-functies Het communicatiesysteem Forum 5050 heeft geen eigen netwerkinstellingen. De instellingen die gebruikt worden zijn die van de pc waar het communicatiesysteem Forum 5050 is geïnstalleerd. U kan de webconsole oproepen op de pc waarop ook het communicatiesysteem Forum 5050 draait ( ). Bovendien kan u de webconsole via de LAN-verbinding oproepen op een andere pc. Voor elke gebruiker kunnen voor het beluisteren meerdere mailaccounts worden ingesteld. Elke gebruiker met een systeemtoestel kan automatisch worden geïnformeerd over ingekomen s. Het onderwerp en de afzender van de worden weergegeven. De blijft op de server en kan opgeroepen worden met een normaal programma. Let op! Een Windows-pc is normaliter voorzien van meerdere LANverbindingen. Voor een correcte werking moet u in de Configurator onder Netwerk: LAN de gewenste LAN-verbinding selecteren. Selecteer een ingave waarvoor het gewenste LAN-IP-adres en een MAC-adres worden weergegeven. Bevestig met Wijzigen. Basisinstellingen bij levering

24 22 Opmerkingen over updates Als u al een communicatiesysteem Forum 5050 met een oudere versie van de software gebruikt, zijn de volgende opmerkingen voor u van belang bij een update naar release 7. Release 7 wordt tegelijkertijd voor alle producten uit de productserie Forum 500 / Forum 5000 gepubliceerd. Als u meerdere communicatiesystemen gebruikt, bijvoorbeeld in het kader van een telecominstallatie-koppeling, is het raadzaam om voor alle communicatiesystemen tegelijkertijd een update uit te voeren, zodat optimale comptabiliteit gewaarborgd is. Opmerkingen over updates

25 Update uitvoeren 23 Update uitvoeren Voer voor een update de volgende stappen uit: 1. Start het installatieprogramma voor het communicatiesysteem Forum 5050 dat op de de product-cd is opgeslagen. 2. Volg de stappen van de installatie-assistent. Daarbij wordt de oude versie van de call-server-software vervangen door de nieuwe versie. Open vervolgens een browser en open de Configurator. 3. Optioneel: Ga naar de pagina SYS Configuratie: Uitbreidingen. Voer de vrijgavekey voor de update in. Daarna moet er bij de vermelding Forum Upgrade in de kolom Status een groen vinkje staan. Na de update kunt u desgewenst ook het online-helpbestand en de audiobestanden voor de aanvullende programma's Forum Voic en Forum Auto Attendant installeren. Als u van tevoren externe SIP-lijnen met klantspecifieke instellingen hebt gebruikt, dient u die instellingen eventueel aan te passen aan de geavanceerde SIP-operator-instellingen van release 7 (zie online-help-onderwerpen SIP-lijnen, SIP-operator en Notes on SIP Providers ). Opmerking: houd ook rekening met de opmerkingen over de update van telefoniefuncties (zie Opmerkingen over updates vanaf pagina 236). Opmerkingen over updates

26 24 Veiligheidsinstructies Installatie Veiligheidsinstructies Let op! De software Forum 5050 mag alleen door gekwalificeerd personeel geïnstalleerd en in bedrijf gesteld worden. De Forum 5050 software dient op een normale, in de handel verkrijgbare pc te worden geïnstalleerd. Gebruik voor de aansluiting van deze pc op een lokaal netwerk (LAN, Local Area Network) een afgeschermde ethernetkabel (STP-kabel, Shielded Twisted Pairkabel). Leg alle kabels voor de toestellen die met de Forum 5050 worden gebruikt zodanig dat er niemand op kan stappen of erover kan struikelen. Buiten gebouwen mogen kabels en toestellen alleen door gekwalificeerd personeel met inachtneming van de toepasselijke beveiligingsmaatregelen worden geïnstalleerd. Reparaties aan toestellen en aan alle toebehoren mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden verricht. Door onoordeelkundige reparaties kunnen deze beschadigd raken, waardoor de garantie vervalt. Het verpakkingsmateriaal van de toestellen en het toebehoren moet buiten het bereik van kinderen worden gehouden! Opmerking: De veiligheidsinstructies die in de bedieningshandleidingen van de desbetreffende toestellen staan en die horen bij de pc waarop de Forum 5050 wordt geïnstalleerd, dienen ook te worden opgevolgd. Installatie

27 Systeemvereisten 25 Systeemvereisten In de handel verkrijgbare pc Voor het communicatiesysteem Forum 5050 hebt u een in de handel verkrijgbare pc met het besturingssysteem Windows XP SP3 (32 bit), Windows 7 (32/64 bit) of Windows Server 2008 R2 (32/ 64 bit) nodig. Met andere varianten van het besturingssysteem Windows, zoals Windows Vista, Linux/Wine of toepassing van een virtualisatieproduct is de goede en betrouwbare werking van het communicatiesysteem Forum 5050 niet gegarandeerd. Voor het communicatiesysteem Forum 5050 dient u een aparte pc (een servercomputer ) te voorzien, die alleen voor dit doeleinde wordt gebruikt. Op die manier is gewaarborgd dat de antwoordtijd van het communicatiesysteem Forum 5050 niet negatief wordt beïnvloed door parallel uitgevoerde programma's of serverprocessen. Bij een servercomputer worden normaliter het aangesloten toestenbord en beeldscherm beveiligd tegen onbevoegd gebruik, zodat deze alleen voor administratieve doeleinden beschikbaar zijn. In de handel verkrijgbare pc-systemen zijn bovendien eventueel eerder geoptimaliseerd voor manifeste prestatiekenmerken, terwijl opgaven over uitvalzekerheid van het systeem en mogelijke operationele duur vaak ontbreken. Om de betrouwbaarheid van het systeem te verhogen, kunnen er speciale systeemcomponenten worden gebruikt die in de handel verkrijgbaar zijn en die voor servergebruik geoptimaliseerd zijn. Wij bevelen het gebruik van dergelijke systeemcomponenten aan. Belastingskenmerken Het communicatiesysteem Forum 5050 is gebaseerd op systeemsoftware die voor op hardware gebaseerde communicatiesystemen (PABX) al jarenlang betrouwbare prestaties levert. Deze gespecialiseerde apparatuur beschikt normaliter over minder CPU-vermogen, minder RAM-geheugen en een kleinere harde schijf dan een moderne, in de handel verkrijgbare pc. In de handel verkrijgbare pcsysteme hebben echter geen gespecialiseerde hardwarecomponenten waarover de CPU van de pc voor bepaalde communicatietoepassingen moet beschikken. De CPU moet daarop berekend zijn. Installatie

28 26 Systeemvereisten Om een voorbeeld te geven: bij normale VoIP-systeemtelefonie communiceren de systeemtoestellen direct met elkaar. Het communicatiesysteem Forum 5050 is in dat geval alleen betrokken bij het tot stand brengen van verbindingen. Daarvoor hoeft de CPU niet veel te presteren. Bij een conferentieverbinding moeten de spraakgegevens van alle deelnemers aan de conferentie door de CPU worden verwerkt. Dat vergt veel meer prestaties van de CPU. Opmerking: u kunt het communicatiesysteem Forum 5050 onder Windows 7 resp. Server 2008 R2 installeren op een pc met meerdere CPU-kernen. Bij de installatie van de software kunt u definiëren welke CPU-kern voor welke taken zal worden gebruikt. Aanbevolen pc-systemen Voor het communicatiesysteem Forum 5050 hebt u geen aparte pc-hardwareuitrusting nodig. De hieronder beschreven systemen zijn gebaseerd op de gegevens van de fabrikant van besturingssystemen Microsoft: Klein systeem Geschikt voor max. 20 parallelle gesprekken Pc met 1GHz 32bit-CPU, 1GB RAM, 4 GB harde schijf 100 Mbit-ethernetaansluiting, geschikte switch en Cat5-kabels Besturingssysteem Microsoft Windows XP met SP 3 (Professional Edition) Groot systeem Geschikt vanaf 20 parallelle gesprekken Pc met 3 GHz 32 bit CPU met dubbele kern, 2 GB RAM 20 GB SSD (Solid State Drive) 1000 Mbit-ethernetaansluiting, geschikte switch en Cat6- kabels Besturingssysteem Microsoft Windows Server 2008 R2 Ofwel een geschikte noodstroomvoorziening Installatie

29 Systeemvereisten 27 Ofwel geschikte klimaatregeling in de serverruimte Ofwel een switch met PoE, QoS en VLAN-capaciteit Een aantal hardwarecomponenten legt tijdens het bedrijf beslag op een groot deel van de prestaties van de CPU of belemmert bij storingen het reactievermogen van het pc-systeem. Vermijd het gebruik van zogenaamede WinModems, grafische 3D-kaarten voor spelen met ontoereikende drivers, tv-kaarten en storingsgevoelige verwijderbare media (cd/dvd-rom, cd/dvd-brander) en dergelijke. LAN en internet Het pc-systeem waarop het Forum 5050-communicatiesysteem draait, moet aangesloten zijn op een Local Area Network (LAN). Er zijn verschillende topologieën voor LAN-netwerken mogelijk. Een LAN met gestructureerde bekabeling en een centrale switch voor VoIP-toepassingen ( stertopologie ) werkt in dit geval het beste. Voor VoIP moet het LAN voor lage latentie bij de overdrachtstijd van pakketten geoptimaliseerd zijn. Gebruik daarom geen onbetrouwbare of langzame (< 100 Mbit/s) verbindingen, zoals draadloze verbindingen, meervoudige achter elkaar geschakelde switches of te lange netwerkkabels. Het is mogelijk om een LAN voor gebruik met VoIP te optimaliseren, door bijvoorbeeld uitsluitend ingemeten leidingen of VLAN's voor het scheiden van de gegevens van VoIP-gegevensstromen te gebruiken. Met het communicatiesysteem Forum 5050 worden externe telefonieverbindingen via VoIP in de vorm van point-to-point-lijnen gerealiseerd. De datasnelheid voor een niet-gecomprimeerde point-to-point-lijn is iets hoger dan bij een ISDN-B-kanaal (64 kbit/s). Daarom vereist een point-to-point-lijn het gebruik van een DSL-breedbandverbinding met een minimale datasnelheid van 386/128 kbit/s. Een DSL-verbinding met ingeschakelde fastpath-optie is nuttig als er tijdens het gesprek te veel echo te horen is. Als u de breedbandverbinding tegelijkertijd voor pointto-point-lijnen, Q.SIG-IP-verbindingen en internet-gegevensverkeer wilt gebruiken, hebt u eventueel een snellere breedbandverbinding met QoS-capaciteit nodig. Misschien hebt u een sterke DSL-router nodig met het kenmerk QoS (of Traffic Shaping ) om Installatie

30 28 Systeemvereisten de voorkeur te geven aan VoIP-gegevensstromen of het kenmerk VPN om Q.SIG-IP-verbindingen mogelijk te maken. Instellingen voor het besturingssysteem Stel het besturingssysteem Windows in en optimaliseer het besturingssysteem na de installatie voor gebruik met het communicatiesysteem Forum Houd daarbij rekening met het volgende: Gebruik uitsluitend het bestandssysteem NTFS. Alleen met NTFS kan de toegang tot bestanden van het communicatiesysteem Forum 5050 worden beveiligd. Het communicatiesysteem Forum 5050 maakt over het algemeen gebruik van de netwerkconfiguratie die door het besturingssysteem Windows wordt beheerd. Stel in het configuratiescherm van Windows de netwerkkaart en de TCP/ IP-protocolstack in zodat deze bij uw LAN passen. Houd er rekening mee dat het communicatiesysteem Forum 5050 netwerkservices ter beschikking stelt, bijvoorbeeld HTTP op poort 80 en DHCP op poort 67. Er mogen geen concurrerende serviceprogramma's op dezelfde computer worden uitgevoerd. Bovendien dient u een statisch IP-adres te configureren. Als u externe point-to-point-verbindingen of externe Q.SIG-IPverbindingen wilt gebruiken, heeft de server-pc een directe internetverbinding nodig. Voor het opbouwen van RTPgespreksgegevensverbindingen moeten daarbij UDPverbindingen op wisselende poorten van buitenaf mogelijk zijn. Dat is het geval als de server-pc direct met het internet is verbonden, bijvoorbeeld via een aangesloten DSL-modem of een andere directe internetverbinding. De server-pc moet dan door middel van geschikte firewall-software worden beveiligd. Als u de server-pc indirect verbindt, bijvoorbeeld via een NATrouter, moet het toegepaste routerproduct berekend zijn op gebruik met SIP/RTP. Dat is bij goedkope toestellen vaak niet het geval, aangezien deze niet beschikken over instelmogelijkheden voor de vereiste Full-Cone-NAT en niet over geschikte instellingen voor UDP/RTP Port-Forwarding. De basisinstallatie van het besturingssysteem Windows heeft geen QoS of Traffic Shaping. Voor een optimale belasting van een asymmetrische DSL-verbinding en voor het Installatie

31 Systeemvereisten 29 waarborgen van de kwaliteit van de telefonieverbindingen, bijvoorbeeld bij gelijktijdig up- en downloaden, dient u geschikte routerproducten te gebruiken. Dergelijke producten bieden QoS/Traffic-Shaping en ondersteunen uitgebreide configuratie van het internetverkeer. Al naar gelang de prestaties die de pc-hardware kan leveren, is het nuttig om de prestatie-opties van Windows aan te passen. Open het configuratiescherm van Windows en kies de categorie Prestaties en onderhoud. Klik op het symbool Systeem. Het dialoogvenster Systeemeigenschappen wordt geopend. Kies het tabblad Geavanceerd. Klik onder Prestaties op de knop Instellingen. Het dialoogvenster Instellingen voor prestaties wordt geopend. Schakel op het tabblad Geavanceerd de optie Gebruik optimaliseren voor: Achtergrondservices in. Klik op de knop Virtueel geheugen: Wijzigen en controleer de instellingen voor het wisselbestand. Houd rekening met de gegevens in het dialoogvenster Virtueel geheugen. Installatie

32 30 Installatie van de Forum 5050-software Installatie van de Forum 5050-software Als er aan de bovenstaande voorwaarden is voldaan, is het eenvoudig om de Forum 5050-software te installeren. Start het setup-programma en volg de stappen van de installatieassistent. 1. Start de Windows Explorer. Dubbelklik op het programmabestand Forum 5000_Setup.exe. Houd er rekening mee dat u als gebruiker met administratorrechten moet zijn aangemeld om de Forum software te installeren. 2. Kies een taal voor de installatieassistent en bevestig uw keuze met OK. Klik op de knop Volgende om door te gaan met de volgende stap van de assistent. Lees de licentieovereenkomst en accepteer de licentievoorwaarden door de optie daarvoor in te schakelen. 3. In de volgende stappen kunt u het plaatsen van pictogrammen op het bureaublad weigeren, de opgegeven directory voor de installatie wijzigen, en uitschakelen dat het programma Installatie

33 Installatie van de Forum 5050-software 31 automatisch wordt opgestart. Normaal gesproken laat u de instellingen zoals ze zijn. Alleen Windows 7 / Server 2008: Tijdens de installatie biedt de installatie-agent een vaste toewijzing van de aanwezige CPUkernen aan om de belasting te verdelen. Reserveer een van de CPU-kernen voor de component Call Server. Selecteer een of meer van de andere CPU-kernen voor de component RTP Service. Daardoor worden bepaalde CPU-kernen gereserveerd voor het converteren van RTP-gegevens (codecs). Bevestig de laatste stap van de assistent met Installeren om met de installatie van de Forum 5050-software te beginnen. 4. Tijdens de installatie van de software wordt uw systeemconfiguratie door het setupprogramma gecontroleerd; er wordt Installatie

34 32 Installatie van de Forum 5050-software eventueel een melding weergegeven en een installatierapport met informatie over mogelijke problemen aangeboden. 5. Vaak zijn er in uw Windows-systeem al extra LANverbindingen en netwerkadapters met DHCP geconfigureerd. Als dat het geval is, verschijnt de melding die hierboven vermeld is. Laat de optie Aanvullende informatie ingeschakeld en klik op de knop Voltooien om het installatierapport weer te geven. Als u het rapport op een later tijdstip wilt kunnen bekijken, opent u het bestand C:\Programme\Belgacom\Forum_5000\finish.html in een webbrowser. 6. Klik op de koppeling Setup logfile om eventuele problemen op te lossen die tijdens de installatie ontdekt zijn. Vooral de teksten met een rode achtergrond zijn van belang (zie Oplossen van problemen vanaf pagina 33). Installatie

35 Oplossen van problemen 33 Opmerking: als u een oudere versie van de Forum software onder Windows XP hebt gebruikt, worden de configuratiegegevens tijdens de installatie verplaatst naar een Windows 7-compatibele directory onder C:\Dokuments and Settings\All Users\Application Data. Oplossen van problemen In de volgende lijst staat beknopte uitleg over de verschillende meldingen uit het installatierapport. DHCP enabled: yes Als u de desbetreffende netwerkadapter resp. de desbetreffende LAN-verbinding met het Forum 5050-communicatiesysteem wilt gebruiken, dient u daarvoor een statisch IP-adres te creëren (zie Vast IP-adres creëren vanaf pagina 35). Daarnaast dient u de gewenste LAN-verbinding in de webconsole te kiezen (zie LANverbinding selecteren vanaf pagina 45). Als de desbetreffende netwerkadapter niet gebruikt is en deze een ander IP-adresbereik vertoont dan voor het communicatiesysteem Forum 5050 wordt gebruikt, kan u deze melding in het installatierapport negeren. Houd er rekening mee dat een en dezelfde netwerkadapter meerdere keren vermeld kan zijn. Dat komt bijvoorbeeld voor als de adapter eerst op een andere insteekplaats heeft gezeten. De voorheen geïnstalleerde en nu niet meer weergegeven adapterdriver is nog aanwezig, maar de bijbehorende LAN-verbinding toont geen MAC-adres. Deze netwerkadapters, die niet worden weergegeven, kunt u ook negeren. Virtual Environment: detected U kunt het communicatiesysteem Forum 5050 niet in virtuele computeromgevingen (zoals VmWare of VirtualPC) gebruiken. Installeer het communicatiesysteem Forum 5050 op een echte Windows-pc. Installatie

36 34 Licensering Java Runtime Environment: too old De geïnstalleerde Java Runtime Environment (JRE) is niet actueel. Om de Forum 5050-monitor uit te voeren, kunt u een actuele versie op downloaden en een actuele JRE installeren. Uitvoerige informatie over de Forum 5050-monitor vindt u in het hoofdstukforum 5050 Monitor vanaf pagina 125. Concurrent Service Als het Forum 5050-communicatiesysteem niet naar behoren werkt (bijvoorbeeld als onder de webconsole niet wordt weergegeven) is het eventueel nodig om concurerende servicesoftware die de desbetreffende TCP/IP-poorten bezet te verwijderen (zie Concurrerende netwerkservices uitschakelen vanaf pagina 37). Houd er rekening mee dat het setupprogramma een concurrerende service niet altijd kan herkennen. Licensering Als voorwaarde voor het gebruik van een communicatiesysteem Forum 5050 dient de nodige softwarelicentie te worden aangeschaft. De Forum 5050 is standaard voorzien van licenties (zie ook het hoofdstuk Technische gegevens vanaf pagina 290) waarmee het gebruik met basisfuncties is toegestaan; vaak is dat al voldoende. Als u aanvullende of uitgebreide functies wilt gebruiken, kan u de bijbehorende vrijgavekey's aanschaffen en in de configurator op de pagina SYS Configuratie: Uitbreidingen activeren. Houd er rekening mee dat het serienummer dat op de pagina SYS Configuratie: Uitbreidingen is weergegeven, specifiek voor uw pc-systeem is. Ingevoerde vrijgavekey's gelden alleen voor dit serienummer. U hebt nieuwe vrijgavekey's nodig als het serienummer wordt gewijzigd. De vrijgavekey's zijn verkrijgbaar bij uw Belgacom Agent. Installatie

37 LAN-integratie 35 LAN-integratie Om ervoor te zorgen dat VoIP-telefonie binnen een Local Area Network (LAN) werkt, moet het communicatiesysteem Forum 5050 kunnen communiceren met de binnen het LAN aangesloten VoIP-toestellen. Daarvoor gebruikt het communicatiesysteem Forum 5050 over het algemeen de netwerkfuncties van het toegepaste besturingssysteem. Normaliter gebruikt u in een bestaand LAN reeds het Internet Protocol (IP) voor het koppelen van computers. De installatie en inbedrijfstelling van het communicatiesysteem Forum 5050 op een bestaand en met IP gekoppeld Windows-besturingssysteem is daarom snel en eenvoudig. Dit hoofdstuk bevat de technische details die voor de werking van het communicatiesysteem Forum 5050 van belang zijn. Vast IP-adres creëren De servercomputer waarop het communicatiesysteem Forum 5050 wordt geïnstalleerd en uitgevoerd, heeft een LANverbinding met het IP-protocol nodig. Het IP-adres van de LANverbinding moet handmatig vast ingesteld zijn. Welk IP-adres u voor het communicatiesysteem Forum 5050 moet gebruiken, dient u met de verantwoordelijke netwerk-administrator af te spreken. Configureer voor de LAN-verbinding geen dynamisch, van DHCP afkomstig IP-adres. Bij incidentele, door DHCP veroorzaakte wisselingen van IP-adres worden bijvoorbeeld alle actieve VoIP-verbindingen zonder waarschuwing vooraf onderbroken. Het kan zelfs voorkomen dat u de aangesloten VoIP-toestellen opnieuw moet opstarten. Het installatieprogramma van het communicatiesysteem Forum 5050 controleert bij de installatie of er een vast toegekend IP-adres is geconfigureerd en geeft als dat het geval is een bijbehorende melding weer. Controleer de configuratie van de LAN-verbinding en wijzig deze indien nodig. Daarvoor moet u als gebruiker met administratorrechten zijn aangemeld. Installatie

38 36 LAN-integratie 1. Kies in het configuratiescherm van Windows de categorie Netwerk- en Internet-verbindingen. 2. Open het scherm Netwerkverbindingen. 3. Klik met de rechtermuisknop de gewenste LAN-verbinding aan. Kies in het contextmenu de opdracht Eigenschappen. 4. Kies in het dialoogvenster Eigenschappen het tabblad Algemeen. Kies uit de lijst met onderdelen van de verbinding het onderdeel Internet-protocol (TCP/IP). Klik op de knop Eigenschappen. Eigenschappen van LAN-verbinding: TCP/IP 5. Schakel de optie Het volgende IP-adres gebruiken in. Voer het IP-adres voor het communicatiesysteem Forum 5050 in. Voer het Subnetmasker in dat in uw LAN wordt gebruikt. Voer bij Standaard-gateway het IP-adres voor de internettoegangsrouter in. 6. Schakel de optie De volgende DNS-serveradressen gebruiken in. Voer het IP-adres voor ten minste een DNSserver in. 7. Bevestig de instellingen met OK. Opmerking: De instellingen voor subnetmasker, gateway en DNS-server zijn normaal gesproken hetzelfde voor alle computers in een LAN. Elke computer in een LAN moet een ander IP-adres hebben. Gebruik voor het communicatiesysteem Forum 5050 Installatie

39 LAN-integratie 37 geen IP-adres dat ook met DHCP aan andere computers zou kunnen worden toegekend. Als u binnen uw LAN een lokale DNSserver gebruikt, dient u het IP-adres van het communicatiesysteem Forum 5050 met een DNS-naam te verbinden om ervoor te zorgen dat de webinteface van het communicatiesysteem Forum 5050 makkelijk toegankelijk is. Tip: Welke IP-instellingen het besturingssysteem Windows daadwerkelijk gebruikt, kunt u te allen tijde met het programma ipconfig vaststellen. Open in het menu Start van Windows Alle programma's: Bureau-accessoires: Opdrachtprompt. Voer ipconfig /all in en druk op de enter-toets. Concurrerende netwerkservices uitschakelen Het communicatiesysteem Forum 5050 stelt een aantal netwerkservices ter beschikking. Voor elke netwerkservice opent het communicatiesysteem Forum 5050 een verbindingsmogelijkheid onder een TCP- of UDP-poortnummer waarnaar geluisterd wordt. Dit zijn vaste poortnummers die normaal gesproken niet worden gewijzigd. Zo kan bijvoorbeeld de webconsole van het communicatiesysteem Forum 5050 vanaf een andere computer altijd onder het TCP-poortnummer 80 worden bereikt. Op de servercomputer mogen niet tegelijkertijd concurrerende programma's of services worden uitgevoerd die dezelfde poortnummers gebruiken. Als u bijvoorbeeld voor de Internet Information Services het sub-onderdeel WWW-service hebt geïnstalleerd, kan u eventueel in plaats van de webconsole de hoofdpagina van de WWW-dienst openen. Welke van de concurrerende services er wordt bereikt, hangt in dat geval af van de volgorde waarin de services zijn gestart. U dient services die de volgende poortnummers hebben te verwijderen of uit te schakelen. De poortnummers die worden gebruikt Installatie

40 38 LAN-integratie vindt u in de configurator van de webconsole op de pagina Systeeminfo: Netwerk: Ports. Poortnummers Transport Poort(en) Beschrijving TCP 67 DHCP en BOOTP-service voor de IPconfiguratie van VoIP-toestellen TCP 80 HTTP-service voor de bediening van de webconsole en de toepassing Forum CTI TCP 389 LDAP-service voor opvragen aan het telefoonboek TCP 8080 Forum CTI Touch TCP Interne beheersservices TCP 7001 CSTA-service TCP 8099 IP-RFP-systeemservice (voor DECT over IP) TCP 8100 IP_L2_REGM, registratieservice voor VoIP-systeemtelefoons TCP 8101 IP_L2, service voor VoIP-systeemtelefoons TCP 8106 DECT-monitorservice TCP Vooringestelde poortnummers voor een Q.SIG-IP-bundel TCP CTI-controleservice (ook UDP) TCP CTI-gegevensservice TCP Sysmon-service (alleen localhost) TCP Autolog-service (alleen localhost) TCP Supervisor-systeemservice (alleen localhost) TCP Supervisor-adminservice (alleen localhost) TCP RM_RTP-service Installatie

41 LAN-integratie 39 Poortnummers UDP 69 TFTP-service voor Firmwarebestandsoverdracht naar VoIP-toestellen Transport Poort(en) Beschrijving UDP 5060 Signalisatie voor point-to-point-lijnen UDP Interne beheersservice UDP Dynamisch toegekende poortnummers RTP-gespreksverbindingen Bij de voor Windows meegeleverde programma's en onderdelen kunnen alleen de eventueel geïnstalleede Internet Information Services de werking van het communicatiesysteem Forum 5050 belemmeren. Wijzig de vooraf ingestelde poortnummers of verwijder het onderdeel Internet Information Services aan de hand van de volgende stappen. Daarvoor moet u als gebruiker met administratorrechten zijn aangemeld. 1. Kies in het configuratiescherm van Windows de categorie Software. 2. Klik op het menu-pictogram Windows-onderdelen toevoegen of verwijderen. Configuratiescherm: Software: IIS verwijderen Installatie

42 40 LAN-integratie 3. Schakel in de lijst Onderdelen de optie Internet Information Services (IIS) uit. 4. Bevestig de instelling met de knoppen Volgende en Voltooien. Opmerking: Houd er rekening mee dat software die naast het besturingssysteem is geïnstalleerd eventueel concurrerende services in het systeem creëert. Het installatieprogramma van het communicatiesysteem Forum 5050 controleert bij de installatie of er poorten bezet zijn en geeft als dat het geval is een bijbehorende melding weer. U dient de desbetreffende software eventueel uit te schakelen of te verwijderen. Tip: Welke poortnummers er daadwerkelijk door services zijn bezet, kunt u te allen tijde met het programma netstat vaststellen. Open in het menu Start van Windows Alle programma's: Bureau-accessoires: Opdrachtprompt. Voer netstat -a -n in en druk op de enter-toets. De opdrachtuitvoer toont alle poortnummers waarnaar geluisterd wordt alsmede reeds bestaande TCP- en UDP-verbindingen. Voer netstat -a -n - b in om het uitvoerbare bestand bij het desbetreffende poortnummer weer te geven. Firewall uitschakelen Software voor het beveiligen van de internetcommunicatie ( firewall ) bewaakt en blokkeert het binnenkomende en uitgaande gegevensverkeer. Dat belemmert eventueel ook het gegevensverkeer dat door de werking van het communicatiesysteem Forum 5050 ontstaat. Met name de dynamische toekenning van UDP-poortnummers bij nieuwe tot stand te brengen VoIPgesprekken kan daardoor worden beïnvloed. De bij het besturingssysteem Windows horende Personal Firewall kan met deze dynamische poorttoekenning niet worden gebruikt. Schakel de Personal Firewall uit voor de LAN-verbinding die met het communicatiesysteem Forum 5050 wordt gebruikt. Daarvoor moet u als gebruiker met administratorrechten zijn aangemeld. 1. Kies in het configuratiescherm van Windows de categorie Netwerk- en Internet-verbindingen. 2. Open het scherm Netwerkverbindingen. Installatie

43 LAN-integratie Klik met de rechtermuisknop de gewenste LAN-verbinding aan. Kies in het contextmenu de opdracht Eigenschappen. 4. Kies in het dialoogvenster Eigenschappen het tabblad Geavanceerd. Klik in het gedeelte Windows Firewall op de knop Instellingen. Eigenschappen van LAN-verbinding: Windows Firewall 5. Kies in het dialoogvenster Windows Firewall het tabblad Algemeen. Schakel de optie Uitgeschakeld (niet aanbevolen) in. 6. U kunt er ook voor kiezen om de optie Ingeschakeld (aanbevolen) in te schakelen. Schakel in dat geval de optie Geen uitzonderingen toestaan uit en ga vervolgens naar het tabblad Geavanceerd. Schakel de LAN-verbinding uit die met het communicatiesysteem Forum 5050 zal worden gebruikt. 7. Bevestig de instellingen met OK. Opmerking: Verbind nooit een computer zonder beveiliging direct met het internet. Gebruik voor de internetverbinding een geschikte router met geïntegreerde firewallfunctie. Als u met het communicatiesysteem Forum 5050 ook point-to-point-lijnen gebruiken, moet het toegepaste routerproduct compatibel zijn met het protocol point-to-point en de RTP-verbindingen die daar bij horen. Installatie

44 42 LAN-integratie Tip: Als de Personal Firewall is uitgeschakeld, kan het systeem veiliger worden gemaakt door de protocolkoppelingen van de LAN-verbinding te beperken. Schakel in het dialoogvenster Eigenschappen van de LAN-verbinding alle onderdelen uit die niet worden gebruikt. Voor het communicatiesysteem Forum 5050 is alleen het onderdeel Internet-protocol (TCP/IP) nodig. Tijdservice SNTP instellen VoIP-toestellen die op het communicatiesysteem Forum 5050 zijn aangesloten, worden door middel van de tijdservice SNTP (Simple Network Time Protocol) afgesteld op de actuele tijd. Daarvoor wordt de SNTP-service van het besturingssysteem Windows gebruikt. Om ervoor te zorgen dat de VoIP-toestellen de actuele tijd kunnen opvragen, wordt de serverbedrijfsmodus van de Windows-tijdservice ingeschakeld door het installatieprogramma van het communicatiesysteem Forum Opmerking: De serverbedrijfsmodus van de tijdservice is onder Windows XP gewoonlijk uitgeschakeld. De tijdservice wordt normaal gesproken alleen gebruikt voor het opvragen van de tijd. Controleer de werking van de Windows-tijdservice en stel deze indien nodig in. Daarvoor moet u als gebruiker met administratorrechten zijn aangemeld. 1. Dubbelklik op de tijdsweergave in het informatiegedeelte van de menubalk. 2. Kies in het dialoogvenster Eigenschappen voor Datum en tijd het tabblad Tijd. 3. Schakel de optie Klok automatisch met een tijdserver op het Internet synchroniseren in. Installatie

45 LAN-integratie 43 Dialoogvenster: Eigenschappen voor Datum en tijd 4. Voer in het invoerveld Server het adres van een geldige NTPserver in. Dat kan bijvoorbeeld de server time.windows.com zijn, die door Microsoft wordt beheerd. 5. Klik op de knop Nu synchroniseren. Even later wordt in het dialoogvenster de succesvolle tijdsynchronisatie weergegeven. 6. Bevestig de instellingen met OK. Opmerking: Als de weergegeven tijd afwijkt van de daadwerkelijke plaatselijke tijd, ligt dat aan de instelling voor de tijdzone. Kies in het dialoogvenster Eigenschappen voor Datum en tijd het tabblad Tijdzone en configureer de actuele locatie. Als er een foutmelding wordt weergegeven, zou het bijvoorbeeld kunnen dat de internet-toegangsrouter de communicatie op UDPpoort 123 blokkeert. Configureer in dat geval een NTP-server binnen het LAN. Tip: Als de tijdservice niet kan worden ingeschakeld, is de desbetreffende Windows-service eventueel niet opgestart. Kies in het configuratiescherm van Windows de categorie Prestaties en onderhoud. Start in de map Systeembeheer het programma Services. Start indien nodig de service Windows Time opnieuw. Installatie

46 44 LAN-integratie Internetverbinding controleren Het communicatiesysteem Forum 5050 heeft een internetverbinding nodig als u point-to-point-lijnen via point-to-point-providers of externe Q.SIG-IP-bundels wilt gebruiken. Aangezien het communicatiesysteem Forum 5050 de netwerkfuncties van het besturingssysteem Windows gebruikt, dient u de internetverbinding voor Windows te configureren. Tip: Meer informatie over dit onderwerp vindt u in het help- en ondersteuningscenter van Windows. Kies in het menu Start van Windows de opdracht Help en ondersteuning. Klik op Netwerken en het web en kies het gewenste subthema. Normaliter gebruikt u in uw LAN een internet-toegangsrouter die zorgt voor de internettoegang voor alle computers in het LAN. Als dat het geval is, is het voldoende als het IP-adres van de internettoegangsrouter in de instellingen voor de standaard-gateway en de DNS-server is opgegeven (zie Vast IP-adres creëren vanaf pagina 35). Controleer de internetverbinding door de volgende stappen uit te voeren: 1. Open in het menu Start van Windows Alle programma's: Bureau-accessoires: Opdrachtprompt. 2. Voer route print in en druk op de enter-toets. Op de regel Standaard-gateway moet het IP-adres van de internettoegangsrouter staan. 3. Voer traceroute in en druk op de enter-toets. Dit IPadres is op het internet niet toegekend. Daarom stopt de uitvoer van de opdracht zodra de eerste border-router op het internet is bereikt. Noteer het als laatste weergegeven IPadres voor de volgende test, bijvoorbeeld Voer ping in en druk op de enter-toets. Er moeten vier ping-antwoorden worden weergegeven. Controleer anders de internetverbinding via de standaard-gateway. 5. Voer nslookup in en druk op de entertoets. Het actuele IP-adres van de Belgacom-server moet worden weergegeven. Als dit niet het geval is, dient u de DNSinstellingen voor de LAN-verbinding te corrigeren. 6. Voer start in en druk op de entertoets. De bijbehorende webpagina moet worden weergegeven. Installatie

47 LAN-integratie 45 Als dit niet het geval is, dient u de proxy-instellingen voor de geïnstalleerde webbrowser te corrigeren. In veel gevallen vertaalt de internet-toegangsrouter een extern geldig IP-adres in meerdere lokaal gebruikte IP-adressen. Door deze Network Address Translation (NAT) is het mogelijk om een internettoegang met slechts één extern geldig IP-adres voor meerdere computers in een LAN te gebruiken. Veel goedkope of oudere internet-toegangsrouters maken gebruik van de zogenaamde symmetrische NAT. Deze NAT-variant is vaak ongeschikt voor het gebruik met point-to-point-lijnen. Gebruik daarom een internet-toegangsrouter die bijvoorbeeld over de functie Full Cone NAT beschikt of die als transparante SIP/RTP-proxy werkt. Bij dergelijke producten is gewoonlijk ook de priorisering van VoIP-gespreksverbindingen (QoS) en de configuratie van VPNverbindingen mogelijk. Opmerking: Q.SIG-IP kan niet via een verbinding met NAT lopen. Voor een Q.SIG-IP-verbinding dient u daarom een VPNverbinding tot stand te brengen. LAN-verbinding selecteren Het besturingssysteem Windows kan meerdere IP-compatibele netwerkinterfaces beheren. Aanvullend geïnstalleerde ethernetadapters, Bluetooth-toestellen, modemtoestellen of virtuele ethernetadapters worden in de Windows-netwerkomgeving als overige LAN-verbindingen weergegeven. Daarnaast kan u voor LAN-verbindingen met een vast ingesteld IP-adres extra IP-adressen configureren ( IP-aliassen ). Het installatieprogramma van het communicatiesysteem Forum 5050 controleert bij de installatie of er meerdere ethernetadapters zijn geïnstalleerd en geeft als dat het geval is een bijbehorende vraag weer. Selecteer de ethernetadapter die u voor de VoIP-communicatie in het LAN wilt gebruiken. U kan te allen tijde de selectie van de LAN-verbinding controleren en indien gewenst wijzigen. Open daarvoor de webconsole van het communicatiesysteem Forum Selecteer in de configurator de pagina Systeeminfo: Netwerk: IPConfiguratie. Installatie

48 46 Uitvallen spanning Systeeminfo: Netwerk: IPConfiguratie De actueel geselecteerde LAN-verbinding wordt als eth0 (Lan) weergegeven. De overige gegevens die worden weergegeven hebben betrekking op de andere LAN-verbindingen en de bijbehorende IP-adressen. 2. Om een andere LAN-verbinding in te schakelen, moet u die op de menupagina Netwerk: LAN selecteren. Klik op de knop Wijzigen. Schakel de ingave in waarvoor een MAC-adres wordt weergegeven. Bevestig met Toepassen. Uitvallen spanning Als de stroom uitvalt, blijven alle op de harde schijf opgeslagen configuratiegegevens, berichten en kostenrecords bewaard. Configuratiewijzigingen of records die zijn ontstaan vlak voordat de stroom is uitgevallen, kunnen echter verdwijnen. Houd er rekening mee dat een BIOS-instelling kan verhinderen dat het pc-systeem opnieuw wordt opgestart zodra de stroomtoevoer weer is ingeschakeld. Houd er ook rekening mee dat de harde schijf bij het opnieuw opstarten door het besturingssysteem Windows wordt gecontroleerd. Als het controleprogramma ernstige gegevensfouten vaststelt, wordt het besturingssysteem Windows en daardoor het communicatiesysteem Forum 5050 niet zonder handmatige ingreep door de administrator opgestart. Let op! Reset het pc-systeem niet door de stekker uit het stopcontact te trekken. Gebruik altijd de functie Uitschakelen of Opnieuw opstarten van het besturingssysteem Windows. Installatie

49 Aansluitingen en aansluitbare toestellen 47 Aansluitingen en aansluitbare toestellen U kan zonder extra hardware de volgende toestellen en aansluitingen gebruiken: Point-to-point-lijnen (via externe point-to-point-providers) VoIP-systeemtelefoons Forum IPhone 525, Forum IPhone 535, Forum IPhone 512 en Forum IPhone 545 VoIP-systeem-softphones Forum IPhone PC Standaard SIP-telefoons DECT over IP-basisstations DECT-telefoons Forum Free 586 /576 /566, Forum Free 585, Forum Free 575 /565 Standaard DECT-GAP-telefoons Bovendien kan het communicatiesysteem Forum 5050 ook direct op het openbare telefoonnet (ISDN-S 2M - en ISDN-S 0 -aansluitingen) worden aangesloten. Daarvoor moeten in de pc waarop het communicatiesysteem Forum 5050 draait, telefonie-interfacekaarten worden geïnstalleerd. Als de pc voorzien is van de desbetreffende interfacekaarten, kunnen er bovendien op interne aansluitingen ISDN-toestellen (S 0 intern) alsmede analoge toestellen (a/b intern) worden gebruikt. Meer informatie over de ondersteunde kaarten vindt u in de handleiding Forum 5050: Installatie en configuratie van telefonieinterfacekaarten. Deze handleiding bevindt zich in PDF-formaat op de USB-stick van het communicatiesysteem Forum Installatie

50 48 Aansluitingen en aansluitbare toestellen a/b-aansluitingen De a/b-aansluitingen dienen voor het gebruik van analoge toestellen (b.v. fax, modem of analoge telefoons). Die kunnen toestellen voor spraak- of datacommunicatie met toonkiessysteem zijn, bv.: analoge telefoons, G3-faxtoestellen, analoge modems, externe toestellen voor Music on Hold, externe voic -systemen. Analoge telefoons Bij analoge telefoons adviseren wij het gebruik van toestellen met toonkiessysteem, daar de bijkomende functies van de communicatiesysteem met het pulskiessysteem niet gebruikt kunnen worden. Wachtmuziek (Music on Hold) Indien u geen extern toestel wenst te gebruiken, biedt de Forum 5050 een vaste interne wachtmuziek, die u in de Configurator, menu SYS Configuratie: Componenten door een eigen melodie kunt vervangen. Meer informatie vindt u in de onlinehelp. Voice Mail Als u een extern voic systeem gebruikt, moet dit het aantal cijfers van de interne telefoonnummers kunnen herkennen en evalueren, bv. vijf cijfers als u interne telefoonnummers met vijf cijfers instelt. Het externe voic systeem kan zowel aan interne a/b-aansluitingen als aan interne S 0 -aansluitingen worden gebruikt. Voor beide aansluitingstypes kan het voic systeem met behulp van de kengetallen een boodschap voor systeemtoestellen starten. *68Z[extra toestel] 0 : bericht aanwezig voor deze deelnemer *68Z[extra toestel]: geen bericht aanwezig (zonder 0 aan het einde). Installatie

51 Aansluitingen en aansluitbare toestellen 49 Parlofoon (a/b) Bedenk bij de aansluiting de volgende punten: De parlofoon kan op een willekeurige a/b-aansluiting worden aangesloten. U kunt echter slechts één parlofoon aan de Forum 5050 gebruiken. Kies in de configurator onder TEL Configuratie: Aansluitingen: a/b voor Type de instelling Deurparlefoon 2-draads. Met het kengetal *102 kunt u de parlofoon oproepen. De parlofoon mag alleen door een elektromonteur worden geïnstalleerd, daar op de parlofoon sensor/actor-contacten moeten worden aangesloten. Informatie over het installeren en configureren van de parlofoon vindt u in de handleiding van het product. Installatie

52 50 Forum 5050 en gateways Het communicatiesysteem Forum 5050 communiceert voornamelijk door middel van VoIP met interne en externe deelnemers. Alhoewel netwerkgebaseerd en met pakketjes werkend VoIP een moderne en hoogstaande techniek is, is het in veel gevallen toch nodig om normale, lijngebonden TDM-telefonie te gebruiken. U kunt op de Forum 5050-server-pc wel een serie TDM-interfacekaarten installeren, maar het aantal mogelijke TDM-verbindingen is met zulke interfacekaarten beperkt. Het is met name niet mogelijk om een groot aantal TDM-kabeltoestellen via deze interfacekaarten aan te sluiten. Daarom heeft het communicatiesysteem Forum 5050 vanaf release 10 de mogelijkheid om één of meer TDM-gateways aan te sturen. Als gateway worden communicatiesystemen van het type Forum 550/560 toegepast die in een speciale modus als gateway werken. De hardware van een gateway maakt de installatie van maximaal 12 interfacekaarten mogelijk, die op hun beurt elk een groot aantal aansluitingen voor TDM-toestellen of TDM-lijnen ter beschikking stellen. Met behulp van meerdere gateways kunnen er bijvoorbeeld meer dan 1000 TDM-toestellen op het communicatiesysteem Forum 5050 worden gebruikt. U vindt in dit hoofdstuk een overzicht en een beknopte inleiding voor het gebruik en de configuratie van gateways op het communicatiesysteem Forum Voor een gedetailleerde beschrijving kunt u de desbetreffende hoofdstukken raadplegen. Informatie vooraf vanaf pagina 68: hier wordt de gatewayhardware en de leveringsomvang beschreven. Installatie vanaf pagina 70: bevat veiligheidsinstructies en beschrijft de installatie en montage van de gateways. Interfaces en aansluitbare toestellen vanaf pagina 86: beschrijft de mogelijke aansluitingen en de toestellen en lijnen die kunnen worden aangesloten. Forum 5050 en gateways

53 Systeemarchitectuur 51 Gatewaymodules vanaf pagina 99: beschrijft de modules die in de gateways kunnen worden geïnstalleerd. DECT-netwerken vanaf pagina 204: beschrijft de opbouw van een multi-area-dect-netwerk met DECT-basisstations die door middel van U pn -lijnen op gateways zijn aangesloten. Gatewaykoppeling met een PCM-V-verbinding vanaf pagina 120: beschrijft de koppeling van twee gateways. Systeemarchitectuur De volgende illustratie toont een server-pc waarop de call-serversoftware van het communicatiesysteem Forum 5050 draait. Via een netwerkkabel resp. via LAN zijn er twee gateways op deze server-pc aangesloten. Op iedere gateway kunnen met behulp van interfacekaarten bijvoorbeeld U pn -systeemtelefoons worden aangesloten. Deze systeemarchitectuur is bijv. geschikt voor het opbouwen van een IP-gebaseerde etageverdeling: in een gebouw met meerdere etages is er op elke etage een gateway. De gateways zijn via ethernetkabels (LAN) verbonden met het centrale communicatiesysteem Forum Call Server Gateway LAN / VoIP Gateway TDM TDM Forum 5050 call-server en twee gateways De gateways en alle telefoniefuncties worden bestuurd door het communicatiesysteem Forum U beheert de aanwezige gate- Forum 5050 en gateways

54 52 Systeemarchitectuur ways, de interfacekaarten die daarin zijn geïnstalleed en de TDMtoestellen en TDM-lijnen die op de interfacekaarten zijn aangesloten door middel van de webconfigurator van het communicatiesysteem Forum Configurator: TEL Configuratie: Aansluitingen De signalering tussen het communicatiesysteem Forum 5050 en een gateway geschiedt door middel van een ongecodeerd IPgebaseerd protocol. Er worden ook nog andere IP-gebaseerde protocollen gebruikt, audiogegevens worden bijv. door middel van RTP doorgegeven. Het communicatiesysteem Forum 5050 en alle aangesloten gateways moeten in een LAN worden gebruikt. Verliesvrije gegevensoverdracht met lage latentie en 100 Mbit/s is daarbij voorwaarde voor storingsvrije telefonie. Voor het beveiligen van de gegevensoverdracht dient u geschikte netwerktechniek toe te passen, bijv. een switch met QoS, een eigen VLAN of een van het bedrijfs- LAN gescheiden kabelinstallatie. De verbinding tussen het communicatiesysteem Forum 5050 en de aangesloten gateways kan ook via routers lopen. Daarvoor dient u door middel van de webinterface van de gateway-booter een vast IP-adres en de te gebruiken standaardgateway in te stellen (zie Gebruik van een gateway via router vanaf pagina 62). Houd er rekening mee dat door de niet-gecodeerde communicatie en de snelheidseisen een verbinding via internet niet wordt ondersteund. Forum 5050 en gateways

55 Overzicht over de gatewaycomponenten 53 Overzicht over de gatewaycomponenten Als gateway worden communicatiesystemen van het type Forum 550/560 toegepast die in een speciale modus als gateway werken. Iedere gateway bestaat uit een frame dat van minstens één netadapter en één centrale sturingskaart Forum 550 Card main processor is voorzien. Ieder frame heeft bovendien 12 slots voor interfacekaarten en een vrije plaats voor een extra netadapter (zie ook Gatewaymodules vanaf pagina 99). De centrale sturingskaart Forum 550 Card main processor voert de gatewayfirmware uit die door het communicatiesysteem Forum 5050 ter beschikking wordt gesteld. De centrale sturingskaart bevat de volgende componenten voor het gebruik van een frame als gateway: Een CompactFlash-kaart van minstens 128 MB voor het opslaan van de gatewayconfiguratie en de gatewayfirmware. De CompactFlash-kaart moet voldoen aan bepaalde eisen. Gebruik daarom uitsluitend de CompactFlash-kaart die bij het communicatiesysteem Forum 5050 is geleverd. Een ethernetaansluiting om de gateway via LAN met het communicatiesysteem Forum 5050 te verbinden. Een PCM-interface en een frameconfiguratieschakelaar op de hoofdprintplaat voor het koppelen van twee gateways door midden van een PCM-V-kabel (zie ook pagina 120). Twee seriële aansluitingen die voor het bedrijf als gateway niet worden gebruikt. Voor de montage en installatie van een gateway dient u het hoofdstuk Installatie vanaf pagina 70 te lezen. Forum 5050 en gateways

56 54 Signalering en MGW-kanalen Signalering en MGWkanalen Iedere gateway heeft minstens één media-gateway-interfacekaart Forum 550 Media Gateway Card nodig (zie ook Forum 550 Media Gateway Card vanaf pagina 117). Deze interfacekaart stelt 16 VoIP-audiokanalen ter beschikking die als RTP-datastroom met codec G.711 of G.729 worden uitgevoerd. De volgende stelregel geldt: iedere audioverbinding die de gateway via een VoIP-verbinding verlaat, heeft een MGW-kanaal nodig. Gateway Gateway TDM VoIP TDM TDM- en VoIP-verbindingen op de gateway Een MGW-kanaal wordt bezet als het de bedoeling is om een audioverbinding tussen VoIP en TDM tot stand te brengen. Naast gespreksverbindingen tussen VoIP-telefoons en TDM-toestellen of TDM-lijnen omvat dit: gespreksverbindingen tussen twee TDM-toestellen die op verschillende gateways zijn aangesloten. Uitzondering: beide gateways zijn gekoppeld via een PCM-V-kabel. Music on Hold: wordt als VoIP-datastroom door het communicatiesysteem Forum 5050 gegenereerd. Forum Voice en Forum 500 Auto Attendant: opname en weergave als VoIP-datastroom via het communicatiesysteem Forum Kiestonen zoals de beltoon, bezettoon, kiestoon enz. worden als VoIP-datastroom gegenereerd door het communicatiesysteem Forum De bezetting van MGW-kanalen wordt (voor zover dat mogelijk is) geoptimaliseerd door het communicatiesysteem Forum Forum 5050 en gateways

57 Signalering en MGW-kanalen 55 Voorbeeld: een gespreksverbinding tussen een externe TDM-lijn en een TDM-toestel op dezelfde gateway bezet geen MGW-kanaal. Dit wordt verder ondersteund door een volgens het toesteltype geprioriseerde lijnkeuze bij het bezetten van een bundel. Zo bezetten TDM-toestellen bij voorkeur externe lijnen op dezelfde gateway, terwijl VoIP-toestellen bij voorkeur lijnen via interfacekaarten in de pc van het communicatiesysteem Forum 5050 bezetten. Opmerking: TDM-toestellen op dezelfde gateway bezetten in gesprekstoestand weliswaar geen MGW-kanaal, maar terwijl het gesprek tot stand wordt gebracht bezetten de toestellen kortstondig wel een MGW-kanaal voor de kiestoon. Het aantal vereiste media-gateway-interfacekaarten Forum 550 Media Gateway Card hangt af van de mogelijke gespreksbelasting tijdens piekuren en van het aantal TDM-toestellen en TDM-lijnen dat op de gateway is aangesloten. Gateway Gateway TDM PCM-V TDM TDM TDM-verbindingen met gekoppelde gateways Een mogelijkheid om het aantal vereiste media-gateway-interfacekaarten te optimaliseren is de gatewaykoppeling (zie Gatewaykoppeling met een PCM-V-verbinding vanaf pagina 120). Op die manier kunnen MGW-kanalen op de MGW-kaart van de gekoppelde gateway worden bezet. Bovendien bezetten TDM-gesprekken tussen gekoppelde gateways geen MGW-kanaal. Forum 5050 en gateways

58 56 ISDN-/DECT-synchronisatie ISDN-/DECT-synchronisatie De IP-gebaseerde verbinding tussen het communicatiesysteem Forum 5050 en een gateway laat geen overdracht van het TDMsynchronisatiesignaal toe. Het TDM-synchronisatiesignaal is echter een basisvereiste voor het gebruik van DECT-basisstations (TDM-RFP's). Het gevolg daarvan is dat alle via U pn aangesloten DECT-basisstations op dezelfde gateway moeten zijn aangesloten. Bovendien kunnen er via IP-gebaseerde netwerkprotocollen geen ISDN-dataverbindingen worden overgedragen. Als u ISDN-dataservices wilt gebruiken (bijv. data-overdracht door middel van een ISDN-kaart), moeten zowel de externe S 0 -netlijn als het ISDN-toestel op dezelfde gateway zijn aangesloten. Eerste keer in bedrijf stellen Als u één of meer gateways als onderdeel van een gepland communicatiesysteem Forum 5050 hebt ontvangen, zijn de gateways voorzien van actuele software en bevinden zich in de gatewaymodus. Update van de systeemsoftware Als u een aanwezig communicatiesysteem Forum 550/560 als gateway wilt gebruiken, dient u eerst de aanwezige systeemsoftware bij te werken tot release 7 of hoger. Samen met de systeemsoftware wordt ook de booter ( opstartlader of bootloader ) bijgewerkt. Gebruik als gateway is alleen mogelijk met een actuele versie van de booter. Opmerking: voor een update van de systeemsoftware hebt u een CompactFlash-kaart van 256 MB nodig. Voor gebruik als gateway is een CompactFlash-kaart van 128 MB voldoende. U kunt de update van de booter ook op een andere manier uitvoeren, als u slechts een CompactFlash-kaart van 128 MB hebt (zie: Handmatige update van de booter op pagina 61). Forum 5050 en gateways

59 Eerste keer in bedrijf stellen 57 Ga voor het bijwerken van de systeemsoftware als volgt te werk: 1. Open een browser en open de Configurator van het communicatiesysteem Forum 550/ Ga naar de pagina SYS Configuratie: Firmware. Klik op de knop Verder om naar de selectie van de systeemsoftware te gaan. 3. Klik op de knop Bladeren. Selecteer het nieuwe systeemsoftwarebestand ( *.ocs ) en bevestig de selectie met de knop Openen. 4. Klik op de knop Laden om de systeemsoftware te laden. Dit duurt een paar minuten. Vervolgens wordt het communicatiesysteem Forum 550/560 opnieuw opgestart. U kunt in de Configurator op de pagina Systeeminfo: Versies controleren wat de huidige softwareversie is. Omschakelen op de gatewaymodus Normaliter gebruikt u een gateway en het communicatiesysteem Forum 5050 in hetzelfde LAN. Daardoor kan de gateway via DHCP worden geconfigureerd. U dient de gatewaymodus in de configurator van het communicatiesysteem Forum 550/560 als volgt in te schakelen: 1. Open een browser en open de Configurator van het communicatiesysteem Forum 550/ Ga naar de pagina SYS Configuratie: Heropstarten. Klik op de knop Systeem naar gateway wijzigen. Bevestig de wijziging van de modus in het volgende dialoogvenster door middel van OK. De gateway wordt opnieuw opgestart en wacht op een configuratie via DHCP. De gateway accepteert uitsluitend DHCP-antwoorden die van een communicatiesysteem Forum 5050 afkomstig zijn. Stel de nieuwe gateway vervolgens in in de configurator van het communicatiesysteem Forum 5050 (zie Eerste configuratie op pagina 58). Forum 5050 en gateways

60 58 Eerste keer in bedrijf stellen Opmerking: als het de bedoeling is om de verbinding tussen de gateway en het communicatiesysteem Forum 5050 via een router te voeren, is een configuratie met DHCP niet mogelijk. U dient in dat geval een statische IP-configuratie op de webinterface van de booter in te stellen (zie Gebruik van een gateway via router op pagina 62). Eerste configuratie Nadat u de installatie van het communicatiesysteem Forum 5050 hebt voltooid, dient u de geïnstalleerde gateways en interfacekaarten alsmede de beschikbare aansluitingen te configureren. Hieronder volgt een beknopte beschrijving van de configuratiestappen. Voor details over de afzonderlijke configuratiestappen kunt u de online-help raadplegen. Forum 5050: webconsole openen 1. U dient zich aan te melden op de pc waarop u het communicatiesysteem Forum 5050 hebt geïnstalleerd. Dubbelklik op het pictogram Forum 5000 Monitor. Het programma Forum 5000 Monitor wordt opgestart. 2. Klik op de knop Forum 5000 Login om een webbrowser met de URL te openen. In de webbrowser wordt het aanmeldingsdialoogvenster voor de webconsole van het communicatiesysteem Forum 5050 weergegeven. Voor de eerste keer in bedrijf stellen voert u bij Gebruikersnaam de tekenreeks Administrator in en laat u het Paswoord leeg. Forum 5050 en gateways

61 Eerste keer in bedrijf stellen 59 Opmerking: bij de eerste keer in bedrijf stellen wordt het dialoogvenster voor de eerste toegang geopend. In dit dialoogvenster dient u om veiligheidsredenen een nieuw administratorwachtwoord in te stellen! 3. Voor het gebruik van gateways is een licentie vereist. De vrijgavekey voor de licentie bevat het aantal configureerbare gateways. Open daarvoor de Configurator. Ga naar het menu SYS Configuratie: Uitbreidingen. Voer daar de gegenereerde vrijgavekey in. 4. Ga naar het menu TEL Configuratie: Gateways. Op de statuspagina vindt u vrije configuratievermeldingen die u willekeurig met gateways kunt bezetten. Configurator: TEL Configuratie: Gateways Klik op een van de vrije vermeldingen. Voer het MAC-adres en het IP-adres van de gateway in. Deze gegevens moeten overeenkomen met de gegevens op de webinterface van de gatewaybooter (zie Eerste keer in bedrijf stellen vanaf pagina 56). Als u een gatewaykoppeling door middel van een PCM-V-kabel gebruikt, dient u de gekoppelde gateway bij PCM geconfigureerd in te stellen (zie Gatewaykoppeling met een PCM-V-verbinding vanaf pagina 120). Bevestig de instellingen met Toepassen. Opmerking: voor de opgegeven combinatie van IP-adres en MAC-adres wordt op het communicatiesysteem Forum 5050 een statische DHCP-vermelding voor de gateway ingesteld. Als u met de webinterface van de gatewaybooter geen vast IP-adres hebt ingesteld, moet voor een correcte werking van de gateway op de Forum 5050 en gateways

62 60 Eerste keer in bedrijf stellen pagina Netwerk: DHCP de instelling Status op gereserveerde adressenverstrekking of op dynamische en gereserveerde adressenverstrekking zijn gezet. 5. Nadat u de gateways hebt ingesteld, gaat u naar het menu TEL Configuratie: Aansluitingen: Slots. Op de statuspagina is voor elke ingestelde gateway een tabel met beschikbare slots weergegeven. Configurator: TEL Configuratie: Aansluitingen: Slots Configureer de twaalf beschikbare slots overeenkomstig de interfacekaarten die in de gateways zijn geïnstalleerd. Nadat u de interfacekaarten hebt ingesteld, configureert u de aansluitingen op de kaarten in de menu's TEL Configuratie: Aansluitingen: S0 / S2M / Upn / a/b. Stel de toestellen en lijnen in die op de verschillende aansluitingen zijn aangesloten. Meer informatie hierover vindt u in de online-help en in het handboek Forum 5050: In gebruik nemen en onderhoud. Forum 5050 en gateways

63 Handmatige update van de booter 61 Handmatige update van de booter De booter ( opstartlader of bootloader ) van de gateway is opgeslagen in een niet-vluchtig geheugengedeelte op de centrale sturingskaart Forum 550 Card main processor. Oudere versies van de booter bieden geen ondersteuning voor de gatewaymodus. Er wordt automatisch een nieuwe versie van de booter opgeslagen als er actuele firmware op de gateway wordt uitgevoerd. Als alternatief kunt u een update van de booter ook als volgt uitvoeren: 1. Zoek in de installatiedirectory van het communicatiesysteem Forum 5050 het firmwarebestand fo550_gw.ocs op. Standaard staat dit bestand in de directory C:\Program Files\Belgacom\Forum_5050\container. Kopieer dit bestand desgewenst naar uw pc. 2. Open de webinterface van de booter. Daarvoor dient u de IPadresconfiguratie van uw pc op /24 te zetten en de gateway opnieuw op te starten. Open de pagina /boot.asp (PCM-master) resp /boot.asp (PCM-slave). Meldt u zich aan met support/support. Een gedetailleerde toelichting vindt u bij Gebruik van een gateway via router vanaf pagina Klik op de welkompagina van de webinterface op de knop Format. Als popups niet worden geblokkeerd, wordt de status van het proces in een tweede venster weergegeven. 4. Klik op de knop Bladeren. Selecteer het firmwarebestand fo550_gw.ocs. Klik op de knop Load om het firmwarebestand te laden. Dit duurt een paar minuten. 5. Klik vervolgens op de knop Start system om de nieuwe firmware op te starten. De booter van de gateway wordt bij het opstarten van de firmware bijgewerkt. Schakel de gateway vervolgens gedurende 5 minuten niet uit. 6. Zonder configuratie kan deze firmware niet op een zinvolle manier draaien. Ga verder zoals beschreven onder Gebruik van een gateway via router, stap 4 vanaf pagina 64 om de gatewaymodus in te stellen. Forum 5050 en gateways

64 62 Gebruik van een gateway via router Opmerking: als de gateway daarvoor als communicatiesysteem Forum 550/560 is gebruikt, bevat de update naar release 7 ook de booter met gatewayfunctie. Houd er rekening mee dat voor het gebruik als gateway een CompactFlash-kaart van 128 MB voldoende is, maar dat voor een update naar Forum 550/560, release 7 een CompactFlash-kaart met 256 MB nodig is. Tip: als u de booter van meerdere gateways moet bijwerken, kunt u het update-proces makkelijker maken. Plaats de CompactFlash-kaart met de actuele firmware steeds in een andere centrale sturingskaart Forum 550 Card main processor en breng de stroomtoevoer tot stand. Wacht 5 minuten en herhaal het proces vervolgens voor een andere gateway. Gebruik van een gateway via router Als de verbinding tussen de gateway en het communicatiesysteem Forum 5050 via een router loopt, kan er geen automatische configuratie door middel van DHCP plaatsvinden (zie Omschakelen op de gatewaymodus op pagina 57). Voor de eerste keer in bedrijf stellen moet u de gateway daarom handmatig op de gatewaymodus zetten. Dit gebeurt op de webinterface van de booter. De webinterface van de booter kan vlak na het opstarten op de vaste IP-adressen (PCM-master) of (PCM-slave) worden benaderd. 1. Zorg ervoor dat in iedere gateway een centrale sturingskaart Forum 550 Card main processor is geïnstalleerd. Ook in een gateway in PCM-slave-configuratie moet een centrale sturingskaart zijn geïnstalleerd. Bovendien moet voor het gebruik iedere centrale sturingskaart zijn voorzien van een CompactFlash-kaart van minstens 128 MB. 2. Als u meerdere gateways wilt configureren, dient u IPadresconflicten te voorkomen, aangezien alle gateways vlak na het opstarten op hetzelfde vaste IP-adres kunnen worden benaderd. Er zijn verschillende manieren waarop u te werk kunt gaan: Afzonderlijke aansluiting: breng met behulp van een ethernetkabel een directe verbinding tussen de Forum 5050 en gateways

65 Gebruik van een gateway via router 63 ethernetaansluiting van de pc en de ethernetaansluiting van de gateway tot stand. Op die manier voorkomt u dat er adresconflicten ontstaan. Aansluiting via switch/bedrijfs-lan: de pc en een gateway kunnen ook indirect via een switch resp. op het bedrijfs-lan worden aangesloten. Schakel steeds enkel de gateway in die u wilt configureren. Gelijktijdige aansluiting via switch/bedrijfs-lan: de pc en de in het LAN tegelijkertijd gebruikte gateways kunnen ook bij een IP-adresconflict communiceren. U dient daarvoor op de pc het MAC-adres van de gewenste gateway handmatig toe te wijzen. 3. Om de webinterface van de booter met de browser van pc te kunnen openen, moet de pc de juiste IP-adresconfiguratie hebben. Voer in Linux het volgende in een terminal in: sudo ip add /24 dev eth0. Bij Windows moet u zich als administrator aanmelden en de volgende stappen uitvoeren. Open het Configuratiescherm en ga naar het Netwerkcentrum. Klik naast de actieve LAN-verbinding (bijv. Local Area Connection of LAN-verbinding ) op de knop Status weergeven. Forum 5050 en gateways

66 64 Gebruik van een gateway via router Klik in het dialoogvenster Status van LAN-verbinding op de knop Eigenschappen. Bevestig de vraag van het gebruikersaccountbeheer met Doorgaan. Klik in het dialoogvenster Eigenschappen van LANverbinding op het element Internet Protokoll versie 4 (TCP/IPv4). Klik op de knop Eigenschappen. Noteer de instellingen in het dialoogvenster Eigenschappen van Internet Protokoll versie 4 (TCP/IPv4), zodat u deze op een later tijdstip weer kunt herstellen. Schakel de optie Het volgende IP-adres gebruiken in. Voer in het invoerveld IPadres in: Voer in het invoerveld Subnetmasker in: Bevestig de instellingen met OK. Tip: bij het herstellen van de oorspronkelijke IP-adresconfiguratie dient u ook de optie Automatisch een DNS-serveradres laten toewijzen te herstellen. 4. Open een browser op de pc. Voer in het adresveld van de browser een adres in, bevestig het adres niet. Het adres hangt af van de framecodering van de gateway: Framecodering PCM-master: Framecodering PCM-slave: Een afzonderlijke gateway zonder PCM-V-koppeling is altijd een PCM-master. 5. Breng de stroomtoevoer naar de gateway tot stand. Wacht 30 seconden tot de LED 2 van de centrale sturingskaart Forum 550 Card main processor afwisselend groen en geel knippert. Bevestig nu de invoer in het adresveld van de browser om de webinterface van de booter te openen. Forum 5050 en gateways

67 Gebruik van een gateway via router 65 MC Forum 550 Card main processor: LED's en weergave van arp in de opdrachtprompt Als u geen directe verbinding tussen de pc en de gateway gebruikt, kan er een adresconflict ontstaan. U hebt bijv. net een gateway op het IP-adres geconfigureerd en wilt even later een tweede gateway op hetzelfde IP-adres configureren. De ARP-buffer voor de toewijzing van MACadressen aan IP-adressen op uw pc zorgt er nu voor dat u de tweede gateway niet kunt bereiken. In dat geval dient u de ARP-buffer leeg te maken. Dat kunt u doen daar een tijdje te wachten, bij sommige ethernetkaarten kunt u de kabel even losmaken of u kunt een verwijderopdracht invoeren. Als alternatief kunt u het gewenste MAC-adres ook statisch toewijzen. Klik daarvoor in het startmenu van Windows met de rechter muisknop op het item Alle programma s: Bureau-accessoires: Opdrachtprompt. Selecteer de snelmenu-opdracht Als administrator uitvoeren. Bevestig de vraag van het gebruikersaccountbeheer met Doorgaan om het venster met de opdrachtprompt te openen (zie screenshot boven de vorige paragraaf). Kijk op het typeplaatje van de gateway wat het MAC-adres is. Het MAC-adres, dat met min-tekens gescheiden is, kunt u statisch toewijzen met de volgende opdracht: arp -s xx-xx-xx-xx-xx-xx Forum 5050 en gateways

68 66 Gebruik van een gateway via router U kunt nu op altijd de gateway bereiken die bij het MAC-adres hoort. De toewijzing blijft ook van kracht als de pc opnieuw wordt opgestart. U kunt de actuele toewijzingen weergeven met arp -a. Voer arp -d * in om alle toewijzingen te verwijderen. Tip: geef in een tweede opdrachtprompt de opdracht ping -t om permanent op de hoogte te blijven van de bereikbaarheid van dit IP-adres. Gateway: webinterface van de booter 6. In de browser wordt nu de aanmeldingspagina voor de engelstalige webinterface van de booter weergegeven. Voer bij Username de tekenreeks support en bij Password eveneens de tekenreeks support in. Klik op Login. Op de welkompagina wordt nu informatie over de aanwezige CompactFlash-kaart en systeeminformatie weergegeven. Vergelijk desgewenst het weergegeven MAC-adres met het MAC-adres op het typeplaatje van de centrale sturingskaart Forum 550 Card main processor. Als er geen CompactFlashkaart is herkend, dient u dit probleem op te lossen voordat u verder kunt gaan. Neem in dat geval contact op met de support. Opmerking: op de welkompagina moet de knop Gateway zijn weergegeven. Als de knop Gateway niet wordt weergegeven, is er een verouderde versie van de booter geïnstalleerd. In dat geval moet u een update van de booter installeren (zie Handmatige update van de booter vanaf pagina 61). Forum 5050 en gateways

69 Gebruik van een gateway via router 67 Webinterface van de booter: gateway-instellingen 7. Klik op de knop Gateway om de gatewaymodus met statische adressen te configureren. Voer de gewenste adresconfiguratie in: IP Address en Subnet Mask: voer het IP-adres en het netmasker in die de gateway verder in het LAN moet gebruiken. Standard Gateway: voer het IP-adres in van de router waarmee IP-adressen buiten het LAN kunnen worden bereikt. Als er niet zo'n router in het LAN is, kunt u als alternatief ook het IP-adres van het communicatiesysteem Forum 5050 invoeren. TFTP Server: voer het IP-adres van het communicatiesysteem Forum 5050 in. Opmerking: u hebt de statische adresconfiguratie alleen nodig voor de verbinding van een gateway via een router. Als de gateway in hetzelfde netwerk als het communicatiesysteem Forum 5050 wordt gebruikt, hoeft alleen maar de CompactFlashkaart geformatteerd en de gateway opnieuw opgestart te worden. De gateway krijgt in dat geval zijn configuratie via DHCP. 8. Bevestig de instellingen met OK. Hierdoor wordt CompactFlash-kaart geformatteerd en wordt er vervolgens een configuratiebestand op de kaart opgeslagen. Dit duurt een paar seconden. Vervolgens wordt de welkompagina weer weergegeven. Klik daar op de knop Start system. De gateway wordt opgestart. De gateway gebruikt de geconfigureerde IP-adressen om nieuwe firmware en de configuratie van het communicatiesysteem Forum 5050 te laden. U kunt de oorspronkelijke IP-configuratie van de pc weer herstellen (zie stap 3 op pagina 63). De rest van de configuratie van de gateway wordt verricht op de webinterface van het communicatiesysteem Forum 5050 (zie Eerste configuratie vanaf pagina 58). Forum 5050 en gateways

70 68 Informatie vooraf Informatie vooraf Uitvoering van een gateway Forum Gateway 560 Een gateway van het type Forum Gateway 560 is voorzien voor montage in een 19"-racksysteem. Een gateway bestaat uit: een 19"-frame voor de montage van de modules. In de maximumconfiguratie zijn alle slots in het frame bezet en de volgende modules geïnstalleerd: 2 netadapters, 1 sturingskaart, 12 interfacekaarten. Op de interfacekaarten bevinden zich de aansluitingen (poorten) van het systeem. Het 19"-frame van de gateway wordt ook frame 1-12 genoemd (naar het aantal slots voor interfacekaarten); een backpanel (backplane). Op het backpanel bevinden zich de aansluitingen (stekkers) voor de sturingskaart en de interfacekaarten. Het backpanel stelt alle vereiste voedingsspanningen en systeemsignalen voor de modules ter beschikking. De gateway wordt in geïnstalleerde toestand geleverd. Een montage van frame en backpanel, zoals u dat misschien van andere systemen kent, is niet vereist. Het frame bevat: een netadapter en de centrale sturingskaart. De bestelde interfacekaarten maken deel uit van de levering; deze moeten nog geïnstalleerd worden. Let op! De montage van de interfacekaarten mag alleen door deskundig personeel worden uitgevoerd! Meer informatie over de installatie vindt u in de hoofdstukken Montage in een 19"-rack vanaf pagina 74 en Modules installeren vanaf pagina 75.

71 Informatie vooraf 69 Inhoud van de levering De levering van een gateway Forum Gateway 560 bestaat uit: 1 19"-frame (frame 1-12) met slots voor 1 sturingskaart, 2 netadapters en 12 interfacekaarten. Het 19"-frame bevat in de basisconfiguratie de volgende componenten: 1 backpanel BPV netadapter Forum 550 Power Supply 1 netsnoer voor de aansluiting op het stroomnet 1 sturingskaart Forum 550 Card main processor 1 Compact Flash Card Deze kaart bevat de firmware en de configuratie van de gateway. Alle andere componenten (bv. 2de netadapter, interfacekaarten en bijbehorende kabels) worden meegeleverd op basis van de individuele bestelling. 1 set bevestigingshoeken met schroeven voor de montage van het frame in een 19"-rack 1 set frontafdekkingen voor het afdekken van lege slots

72 70 Installatie Installatie Veiligheidsinstructies Het CE-merkteken bevestigt de overeenstemming van het product met de technische richtlijnen inzake gebruikersveiligheid en elektromagnetische compatibiliteit, die geldig waren op het tijdstip van de goedkeuring. Algemene voorschriften Let op! Opstelling en onderhoud van een gateway alleen door deskundig personeel. Door onbevoegd openen van de behuizing en ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden en herstellingen aan de modules kan het gateway worden beschadigd en vervalt de aanspraak op garantie. GEVAAR! Gevaarlijke spanningen in het toestel! De netadapters Forum 550 Power Supply mogen niet worden geopend, daar anders gevaarlijke spanningen toegankelijk worden! Defecte netadapters moeten voor herstelling aan de fabrikant worden gezonden. Gebruik steeds de originele verpakking om delen van van een gateway in te pakken voor verzending of bewaring. PAS OP! Statische opladingen kunnen de gateway beschadigen. Zorg ervoor dat u uzelf en uw gereedschap ontlaadt vóór en tijdens installatiewerkzaamheden aan elektrische en elektronische onderdelen van de gateway.

73 Installatie 71 Informatie over de voeding Een gateway mag alleen op geaarde stopcontacten worden aangesloten. Monteer een gateway alleen in de buurt van vrij toegankelijke, vast geïnstalleerde stopcontacten. Het 19"-frame (frame 1-12) moet principieel worden gevoed via een eigen stroomkring, die met10 A beveiligd is. Als een gateway met twee netadapters Forum 550 Power Supply is uitgerust, moet elke netadapter op een eigen stopcontact worden aangesloten. Meervoudige stopcontacten (stekkerstrook) die meerdere netaansluitingen van een gateway of andere toestellen met de gateway samenvatten, zijn niet toegelaten. De snoeren van de netadapters Forum 550 Power Supply moeten uitgerust zijn met een zekering (ferriet). De snoeren worden standaard geleverd met gemonteerde zekeringen. Snoer met zekering Installeer een overspanningsfilter. Informatie over EMC en aarding Let op! MOS -bouwelementen: Modules en verpakkingen die gekenmerkt zijn met een MOSwaarschuwingsteken moeten volgens de overeenkomstige voorschriften worden behandeld! Draag steeds een aardingsarmband, die u verbindt met de passende aansluitingevn op de frames (zie C op de afbeelding Forum Gateway 560: bevestigingspunten aan het frame 1-12 op pagina 74). De aardingsgeleiders van de stopcontacten en de telefoonaardingsleiding (FE) moeten omwille van de potentiaalvereffening samen op een referentiepunt worden geschakeld. In de regel is de behuizing van de gateway het referentiepunt.

74 72 Installatie Aarding en potentiaal Voor de potentiaalvereffening moeten alle geleidende delen van de gateway via een draad/een litzendraad met een aderdiameter van tenminste 2,5 mm 2 (groen/geel) met de randaarding (PA-rail van de huisinstallatie) worden verbonden. ø 2,5 mm2 ø 2,5 mm2 Forum Gateway 560: aardingsconcept De metalen afscherming van deelnemer- en lijnkabels moet in de verdeler resp. het patchveld op massa worden gelegd. De aardingsgeleider (PE) van de spanningstoevoer 230 V is direct verbonden met massa en telefoonaarding. Alle metalen delen van het gateway zijn door mechanische verbindingen elektrisch geleidend met elkaar verbonden, zodat de elektrische veiligheid via de aardingsgeleider resp. de telefoonaarding verzekerd is. Tips voor de installatie van een gateway Laat in geen geval vloeistof in de gateway dringen. Elektrische schokken of kortsluitingen kunnen het gevolg zijn. Installeer een gateway niet tijdens een onweer. Verbind of verbreek geen kabelverbindingen tijdens een onweer. Een gateway is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis. Plaats de kabels zo dat niemand erop kan lopen of erover kan struikelen. De modules van een gateway moeten vastgeschroefd zijn in het frame bij het verlaten van het systeem. Vrije slots moeten met

75 Installatie 73 frontafdekkingen worden gesloten (de frontafdekkingen worden meegeleverd). Tips voor het aansluiten van toestellen Op een gateway mogen alleen toestellen worden aangesloten die SELV-spanning (laagspanningskring) leveren. Het correcte gebruik van goedgekeurde toestellen is overeenstemming met dit voorschrift. Op de analoge interfaces mogen alleen toestellen worden aangesloten die voldoen aan de technische eisen. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk a/b-aansluitingen vanaf pagina 95. Gebruik een afgeschermde Ethernet-kabel (STP-kabel, Shielded Twisted Pair kabel) voor het aansluiten van een gateway op een lokaal netwerk (LAN, Local Area Network). Montageplaats, omgevingsomstandigheden De omgevingstemperatuur voor het gebruik van een gateway moet tussen +5 C en +40 C liggen. Om binnen de voorgeschreven temperatuurgrenzen te blijven, monteert u een gateway op een goed geventileerde plek, die beschermd is tegen directe warmte-inwerking. Monteer een gateway: niet voor of boven warmtebronnen, zoals radiators, niet op een plek met directe zonnestraling, niet achter gordijnen, niet in kleine, ongeventileerde, vochtige ruimten, niet op of in de buurt van licht ontvlambare materialen, en niet in de buurt van hoge-frequentietoestellen zoals zenders, bestralingsapparaten en dergelijke installaties. Als een gateway samen met andere elektrische toestellen in een 19"- kast wordt gemonteerd, moet u erop letten dat de temperatuur van de toegevoerde lucht naar de gateway +40 C niet overschrijdt.

76 74 Installatie Montage in een 19"-rack 1 2 C C B A Forum Gateway 560: bevestigingspunten aan het frame 1-12 Een gateway is uitsluitend voorzien voor montage in een 19"- rack-systeem. Het frame 1-12 beschikt over de afgebeelde bevestigingspunten voor de montage in een 19"-rack: Legende 1 Bevestigingshoek links 2 Bevestigingshoek rechts A B C Schroefbouten voor bevestigingshoeken bij frontmontage (ca. 132 mm) van de bevestigingsstijlen in het 19"-rack Schroefbouten voor bevestigingshoeken bij centrale montage (ca. 400 mm) van de bevestigingsstijlen in het 19"-rack Schroefpunten aan de linker- en rechterkant voor aardingsarmband resp. aardverbinding tussen frame 1-12 en 19"-rack

77 Installatie 75 Modules installeren A 0 B C (1-6) D (7-12) Forum Gateway 560: slots in het frame 1-12 Slots Het frame 1-12 van een gateway biedt plaats voor de installatie van maximaal: 2 netadapters 1 sturingskaart 12 interfacekaarten (lijn- of deelnemermodules) gesorteerd in 2groepen Voor de installatie van deze modules beschikt het frame over de volgende slots: Legende A Slot voor de netadapter van groep 1 B Slot voor de netadapter van groep 2 0 Slot voor de centrale sturingskaart C Slots voor de interfacekaarten van groep 1 (plaatsen 1-6) D Slots voor de interfacekaarten van groep 2 (plaatsen 7-12)

78 76 Installatie Elke groep (1 of 2, op de afbeelding aangegeven met C en D) vereist een eigen netadapter. De sturingskaart wordt altijd gevoed door de netadapter van groep 1. De netadapter van groep 1 moet daarom in elk geval worden geïnstalleerd. De modules kunnen zowel tijdens de eerste montage worden ingebouwd als in het kader van een latere uitbreidingsmontage. Informatie over het afkoppelen van de voeding GEVAAR! Gevaarlijke spanningen in het toestel! Bij de volgende installatiewerkzaamheden moet een gateway van het stroomnet worden gescheiden: bij het installeren van de centrale sturingskaart bij het installeren van een netadapter Indien een frame 1-12 met twee netadapters is uitgerust, moeten beide netaansluitingen worden onderbroken om het frame stroomloos te schakelen. GEVAAR! Bij het installeren van een netadapter of van de centrale sturingskaart moeten altijd de stekkers van beide netadapters uit het stopcontact worden getrokken! Als de stekker van de netadapter van groep 2 (B) wordt uitgetrokken, kan de gateway nog altijd worden gebruikt! De werking is dan beperkt tot de modules die worden gevoed door de netadapter van groep 1 (A), d.w.z. de centrale sturingskaart (0) en de interfacekaarten in de slots 1-6. Als de voeding van de netadapter van groep 1 (A) wordt onderbroken, wordt de gateway buiten werking gesteld. De slots 7-12 (D) blijven echter onder spanning. (De tussen haakjes aangegeven positie van de module vindt u op de afbeelding Forum Gateway 560: slots in het frame 1-12 op pagina 75.) De bedrijfsklare toestand van de verschillende modules wordt aangegeven d.m.v. de LED s van de componenten. De betekenis van de LED-indicaties vindt u in de beschrijving in het hoofdstuk Gatewaymodules vanaf pagina 99.

79 Installatie 77 Centrale sturingskaart installeren Bij levering van de gateway is de centrale sturingskaart reeds geïnstalleerd. Als u de centrale sturingskaart wilt vervangen, voert u de volgende stappen uit: GEVAAR! Gevaarlijke spanningen in het toestel! 1. Trek nu alle aangesloten stekkers van de gateway uit het stopcontact om het toestel volledig van het stroomnet te scheiden. De centrale sturingskaart mag niet worden geïnstalleerd terwijl de gateway ingeschakeld is! Lees ook het deel Informatie over het afkoppelen van de voeding vanaf pagina Draai de schroeven los waarmee de centrale sturingskaart aan het frame 1-12 bevestigd is en trek de module uit het frame. 3. Neem de centrale sturingskaart uit de transportverpakking. PAS OP! Statische elektriciteit kan elektronische componenten beschadigen. Volg de instructies voor de omgang met elektrostatisch gevoelige elementen! 4. Duw de centrale sturingskaart voorzichtig in de slot 0 (zie ook de afbeelding Forum Gateway 560: slots in het frame 1-12 op pagina 75). De opdruk op de frontplaat moet van voren gezien aan de bovenste rand staan. Zorg ervoor dat de stekker van de centrale sturingskaart stevig in de aansluiting op het backpanel zit. 5. Schroef de module vast aan het frame Verbind de gewenste kabels met de overeenkomstige RJ45- aansluitingen van de centrale sturingskaart. In het hoofdstuk Gatewaymodules vanaf pagina 99 vindt u de vereiste informatie over de aansluitingstoewijzing. 7. Schakel de gateway opnieuw in. Sluit hiervoor de netadapter van groep 1 (zie A op de afbeelding Forum Gateway 560: slots in het frame 1-12 op pagina 75) opnieuw aan op het

80 78 Installatie stroomnet (indien uw gateway uitgerust is met twee netadapters, sluit u ook de tweede netadapter aan). Het gateway is nu opnieuw opgestart, alle modules (interfacekaarten) worden geïnitialiseerd. 8. Controleer de LED s van de modules terwijl de gateway wordt opgestart. In het hoofdstuk Gatewaymodules vanaf pagina 99 vindt u voor elke module de verleiste informatie over de LEDindicaties. Opmerking: Het MAC-adres van de gateway wordt bepaald door de centrale sturingskaart en kan niet worden gewijzigd. Na het vervangen van de centrale sturingskaart moet u dus eventueel IP-instellingen wijzigen. Meer informatie vindt u in de online-help onder het trefwoord MAC-adres. interfacekaarten installeren interfacekaarten kunnen worden geïnstalleerd terwijl het systeem loopt ( hot-plugging ). Voer de volgende stappen uit: 1. Als u een interfacekaart wilt vervangen, moet u eerst de slot van deze kaart blokkeren. Daarvoor roept u in de Configurator de pagina TEL Configuratie: Aansluitingen: Slots op. Klik in de tabelregel die de gewenste interfacekaart bevat op het commando Stop. Nu is deze slot geblokkeerd. Verbindingen (telefoongesprekken, datatransmissie) die via deze kaart lopen, worden gescheiden. De LED s van de geblokkeerde kaart knipperen rood. 2. Draai de schroeven los waarmee de interfacekaart aan het frame 1-12 bevestigd is en trek de kaart uit het frame. 3. Neem de interfacekaart uit de transportverpakking. Controleer of u de juiste interfacekaart heeft. Op de frontplaat vindt u een opdruk met de typebenaming.

81 Installatie 79 MX+S01-8 S0 2 S0 1 Fragment: opdruk op de frontplaat van een interfacekaart van het type Forum 550 Card 8 S0/T0 PAS OP! Statische elektriciteit kan elektronische componenten beschadigen. Volg de instructies voor de omgang met elektrostatisch gevoelige elementen! 4. Duw de interfacekaart voorzichtig in de slot. De opdruk van de frontplaat moet van voren gezien aan de bovenste rand staan (zie voorgaande afbeelding). Zorg ervoor dat de stekker van de interfacekaart vast in de aansluiting op het backpanel zit. 5. Schroef de interfacekaart vast aan het frame Verbind de gewenste kabels met de overeenkomstige RJ45- aansluitingen van de interfacekaart. In het hoofdstuk Gatewaymodules vanaf pagina 99 vindt u voor elke interfacekaart de verleiste informatie over de aansluitingstoewijzing. 7. Sluit alle lege slots met frontafdekkingen (meegeleverd). De frontafdekkingen moeten aan het frame worden vastgeschroefd! 8. Na het vervangen van de interfacekaart moet u de slot van deze kaart opnieuw vrijgeven. Roep daarom in de Configurator opnieuw de pagina TEL Configuratie: Aansluitingen: Slots op. Klik in de

82 80 Installatie tabelregel die de gewenste interfacekaart bevat op het commando Start. 9. Controleer de LED s van de interfacekaart. In het hoofdstuk Gatewaymodules vanaf pagina 99 vindt u voor elke interfacekaart de verleiste informatie over de LED-indicaties. Status van de interfacekaarten controleren via de Webconsole U kunt de status van de interfacekaarten ook controleren via de Web-console. 1. Roep in de Configurator het menu TEL Configuratie: Aansluitingen: Slots op. 2. Controleer of voor de geïnstalleerde interfacekaart een groen vinkje in de kolom Status staat. Dit haakje signaleert de bedrijfsklare toestand van de kaart. Netadapter installeren Afhankelijk van het aantal geïnstalleerde modules (interfacekaarten) zijn voor de voeding van het systeem één of twee netadapters nodig (zie A en B op de afbeelding Forum Gateway 560: slots in het frame 1-12 op pagina 75): De netadapter van groep 1 (A) moet altijd geïnstalleerd zijn. Deze adapter voedt de centrale sturingskaart (0) en de interfacekaarten in de slots 1-6. De netadapter van groep 2 (B) is nodig wanneer ook in de slots 7-12 interfacekaarten moeten worden geïnstalleerd. Om de tweede netadapter te monteren of een defecte netadapter te vervangen, voert u de volgende stappen uit: GEVAAR! Gevaarlijke spanningen in het toestel! 1. Trek nu alle aangesloten stekkers van de gateway uit het stopcontact om het toestel volledig van het stroomnet te scheiden.

83 Installatie 81 Er mogen geen netadapters gemonteerd of gedemonteerd worden terwijl de gateway ingeschakeld is! Lees ook het deel Informatie over het afkoppelen van de voeding vanaf pagina Neem de netadapter uit de transportverpakking. PAS OP! Statische elektriciteit kan elektronische componenten beschadigen. Volg de instructies voor de omgang met elektrostatisch gevoelige elementen! 3. Duw de netadapter voorzichtig in de passende slot (zie afbeelding Forum Gateway 560: slots in het frame 1-12 op pagina 75). De aansluiting voor de driepolige stekker moet zich van voren gezien onderaan rechts bevinden. Zorg ervoor dat de stekker van de netadapter vast in de aansluiting op het backpanel zit. 4. Schroef de netadapter vast aan het frame Installeer evt. nog andere interfacekaarten (zie interfacekaarten installeren vanaf pagina 78). 6. Schakel de gateway in. Sluit de netadapter (bij twee netadapters beide) aan op het stroomnet. Het gateway wordt nu opgestart, alle modules (interfacekaarten) worden geïnitialiseerd. 7. Controleer de LED s van de modules terwijl de gateway wordt opgestart. In het hoofdstuk Gatewaymodules vanaf pagina 99 vindt u voor elke module de verleiste informatie over de LEDindicaties.

84 82 Installatie Backpanel Het backpanel (ook: backplane) BPV+1-12 van een gateway stelt alle vereiste voedingsspanningen en systeemsignalen ter beschikking van de modules die in het frame 1-12 geïnstalleerd zijn. Voor de interfacekaarten wordt via het backpanel bovendien de toegang tot de PCM-highway (voor de datatransmissie), de toegang tot het LAN (voor de uitwisseling van signaalgegevens) en tot de en toegang tot de systeemklok gerealiseerd. Op het backpanel bevinden zich verticaal aangebrachte aansluitingen voor de stekkers van de modules: De contacten voor de netadapters Forum 550 Power Supply en de centrale sturingskaart Forum 550 Card main processor worden telkens via een 96-polige connector gerealiseerd. De contacten voor de interfacekaarten worden met een 48-polige connector gerealiseerd. Om het backpanel te vervangen, voert u de volgende stappen uit: GEVAAR! Gevaarlijke spanningen in het toestel! 1. Trek alle aangesloten netstekkers van de gateway uit het stopcontact om het toestel volledig van het stroomnet te scheiden. Lees ook het deel Informatie over het afkoppelen van de voeding vanaf pagina Verwijder alle modules en netadapters uit het frame 1-12 (zie Modules installeren vanaf pagina 75).

85 Installatie Draai de bevestigingsschroeven van het backpanel los (zie pijlen op afbeelding bevestigingsschroeven van het backpanel). Neem het backpanel voorzichtig langs de voorkant uit het frame bevestigingsschroeven van het backpanel 4. Plaats het nieuwe backpanel langs de voorkant in het frame Schroef het backpanel vast. 5. Monteer de modules opnieuw in de passende slots. 6. Sluit alle lege slots met frontafdekkingen (meegeleverd). De frontafdekkingen moeten aan het frame worden vastgeschroefd! 7. Schakel de gateway opnieuw in. Sluit daarvoor de netadapter (bij twee netadapters beide) opnieuw aan op het stroomnet. 8. Controleer de LED s van de modules terwijl de gateway wordt opgestart. In het hoofdstuk Gatewaymodules vanaf pagina 99 vindt u voor elke module de vereiste informatie over de LEDindicaties.

86 84 Installatie Onderbrekingsvrije stroomvoorziening Bij het gebruik van onderbrekingsvrije stroomvoorzieningen (UPS) moet voor de voeding van elk frame (bij gecascadeerde telecommunicatiesystemen zie Gatewaykoppeling met een PCM-V-verbinding vanaf pagina 120) afzonderlijk of voor beide frames samen een eigen UPS worden aangesloten. Bij de oplossing met afzonderlijke frames moeten de UPS apart worden geaard. De som van alle lekstromen per stopcontact mag niet meer dan 3,5 ma bedragen. In dit verband moet de door de fabrikant van de UPS aangegeven lekstroom in acht worden genomen. Een netadapter Forum 550 Power Supply heeft een lekstroom van < 0,5 ma. Bij een gateway volstaat in elk geval een UPS met 900 Watt (ook bij gatewaykoppeling). Stroomuitval Aan een point-to-multipoint-aansluiting biedt de gateway een noodgebruikfunctie. Bij een stroomuitval wordt de aansluiting S 0 1 op de aansluiting S 0 8 omgeschakeld, zodat u via een aangesloten toestel nog kunt telefoneren. De volgende configuratie-instellingen zijn daarvoor nodig: Er moet een interfacekaart Forum 550 Card 8 S0/T0 geenstalleerd zijn. De stroomuitvalschakeling moet op deze interfacekaart geactiveerd zijn. Daarvoor moeten de DIP-schakelaars S17 tot S20 op de positie ON worden geplaatst. In de leveringstoestand is de stroomuitvalschakeling gedeactiveerd (Default: off). De aansluiting S 0 1 moet extern op een NTBA (point-tomultipoint) aangesloten zijn. De aansluiting S 0 8 moet intern geconfigureerd zijn. Op deze aansluiting moet een ISDN-telefoon aangesloten zijn die geschikt is voor noodgebruik. Opmerking: aan een point-to-point-aansluiting is geen noodgebruik mogelijk.

87 Installatie 85 Stroomuitvalschakeling testen Test de configuratie: 1. Scheid de gateway van het stroomnet (zie beschrijving onder Centrale sturingskaart installeren vanaf pagina 77, stap 1 tot stap 3). 2. Trek daarna de stekker van de NTBA uit het stopcontact. 3. Nu moet het mogelijk zijn via de op S 0 8 aangesloten ISDNtelefoon een externe verbinding op te bouwen ON ON S17/18 S19/20 Forum 550 Card 8 S0/T0: plaats van de DIP-schakelaars voor de stroomuitvalschakeling

88 86 Interfaces en aansluitbare toestellen Interfaces en aansluitbare toestellen De interfaces van een gateway zijn uitgevoerd als RJ45-aansluitingen aan de voorkant van de interfacekaarten en de centrale sturingskaart. Speciale systeemkabels voor het aansluiten van lijnen zijn niet vereist. Voor de verbinding met patch-velden worden normale patch-kabels gebruikt. Technische details over de interfaces vindt u in het hoofdstuk Gatewaymodules vanaf pagina 99. Overzicht: interfaces en interfacekaarten Interface Kaart Eigenschappen Pagina S 0 S 2M U pn 2 8 S 0 -aansluitingen, die extern of intern kunnen worden gebruikt 1 S 2M -interface voor de aansluiting op digitale netten (ISDN-30- aansluiting) of de netwerkverbinding tussen twee telecommunicatiesystemen 8 U pn -aansluitingen, U pn zijn DECT-compatibel ( U pn 2 aansluitingen ) a/b 8 analoge aansluitingen 115 LAN 1 ethernet-aansluiting (10/100 MBit/s) (op de centrale sturingskaart) 104

89 Interfaces en aansluitbare toestellen 87 Op de aansluitingen van een gateway kunnen de volgende toestellen en systemen worden aangesloten: Overzicht: aansluitingen en aansluitbare toestellen Interface Toestellen / Systemen Pagina S 0 (intern) ISDN-toestellen (DSS1-protocol): telefoons, faxtoestellen, basisstations en handtoestellen, ISDN-kaarten voor de PC U pn digitale toestellen (systeemtelefoons) U pn 2 a/b LAN digitale toestellen (systeemtelefoons en DECT-basisstations) analoge toestellen: telefoons, G3-faxtoestellen, (extern en intern) modems, externe toestellen voor Music on Hold, externe Voic -systemen, externe parlofoons Aansluiting op een Local Area Network (netwerk) Aansluiting van VoIP-toestellen 153 S 0 -aansluitingen Alle 8 S 0 -aansluitingen op de interfacekaart Forum 550 Card 8 S0/ T0 zijn omschakelbaar, d.w.z. dat u ze extern (voor de verbinding met ISDN-basisaansluitingen of een tweede telecommunicatiesysteem) of intern (voor het aansluiten van ISDN-toestellen) kunt gebruiken. Beide instellingen kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt. De S 0 -aansluitingen zijn uitgevoerd als RJ45-connectors. Pin-toewijzing Pin-toewijzing van de S 0 -aansluiting

90 88 Interfaces en aansluitbare toestellen De volgende tabel bevat de pin-toewijzing van de S 0 -interface. Pin-nummer Toewijzing 1 niet gebruikt 2 niet gebruikt 3 zenden + 4 ontvangen + 5 ontvangen - 6 zenden - 7 niet gebruikt 8 niet gebruikt Afsluiting Op de interfacekaart bevinden zich 16 DIP-schakelaars (S1 tot S16), twee per S 0 -aansluiting. Met deze DIP-schakelaars worden de vereiste eindweerstanden voor de S 0 -bussen ingeschakeld (telkens 100 Ohm per S 0 -bus). In de basisinstelling zijn alle eindweerstanden geactiveerd (Default: on). ON 1 2 Forum 550 Card 8 S0/T0: plaats van de DIP-schakelaars S1 tot S16 Opmerking: De volgende verklaringen gelden zowel voor externe als interne S 0 -aansluitingen.

91 Interfaces en aansluitbare toestellen 89 Bus-configuratie: gateway op het einde van een S 0 -bus Als u de gateway op het einde van een S 0 -bus aansluit, moeten de eindweerstanden op de betreffende S 0 -interfacekaarten geactiveerd zijn. In een typische configuratie is de gateway met een extern geschakelde S 0 -aansluiting verbonden met de NTBA, daarom zijn in de basisinstelling van de kaarten alle eindweerstanden op de interfacekaart geactiveerd. Forum 550 ON 1 2 IAE IAE TR Forum 550 Card 8 S0/T0: eindweerstanden zijn geactiveerd De S 0 -bus wordt op het einde afgesloten door de gateway; de eindweerstanden moeten geactiveerd zijn (DIP-schakelaars op de positie on ). IAE = ISDN-Aansluit-Eenheid ( ISDN-contactdoos ) of een ISDNtoestel. TR = Terminating Resistor, de S 0 -eindweerstand. De TR moet op het leidingseinde ingeschakeld zijn. De afsluiting kan ook in een IAE worden gerealiseerd. 1a TR 1b 2a TR 2b Afsluiting in een IAE De afbeelding Afsluiting in een IAE toont de schakeling van een IAE met geïntegreerde eindweerstanden.

92 90 Interfaces en aansluitbare toestellen Bus-configuratie: gateway in het midden van een S 0 -bus Als u de gateway in het midden van een S 0 -bus aansluit, moeten de eindweerstanden op de betreffende S 0 -interfacekaarten gedeactiveerd worden. 1. Verwijder de interfacekaart zoals beschreven in het hoofdstuk interfacekaarten installeren vanaf pagina De DIP-schakelaars zijn beschermd met plasticfolie. Duw de DIP-schakelaars van de gebruikte S 0 -aansluitingen met een spits voorwerp (bv. een schroevendraaier) omlaag (zie pijlrichting op de afbeelding Forum 550 Card 8 S0/T0: eindweerstanden zijn gedeactiveerd). Forum 550 ON 1 2 TR IAE IAE TR Forum 550 Card 8 S0/T0: eindweerstanden zijn gedeactiveerd De S 0 -bus wordt door de TR aan de uiteinden afgesloten; de eindweerstanden moeten gedeactiveerd zijn (DIP-schakelaars op de positie 1 2 ). Externe ISDN-aansluitingen (S 0 extern) U kunt een gateway op de NTBA aansluiten of met een andere communicatiesysteem verbinden om een netwerk op te bouwen (zie ook Netwerken van communicatiesystemen vanaf pagina 213). Voor de aansluiting op de NTBA worden de pins 3,4,5,6 op de NTBA en de gateway rechtstreeks met elkaar verbonden.

93 Interfaces en aansluitbare toestellen 91 Om een directe verbinding tussen een gateway en een andere telecommunicatie-installatie op te bouwen via de externe S 0 - aansluitingen, gebruikt u de RJ45-connectors van de toestellen en verbindt u die met een gekruiste twisted-pair-kabel. De afstand tussen de beide toestellen mag maximaal 1000 meter bedragen. telecomsysteem 1, S 0 ext telecomsysteem 2, S 0 ext (RJ 45-bussen) Bedrading van een directe verbinding Interne S 0 -aansluiting Op de interne S 0 -aansluitingen kunnen met behulp van vieraderige kabels per bus telkens 8 ISDN-toestellen worden aangesloten. Drie van deze toestellen kunnen via de bus worden gevoed. Als u meer dan drie toestellen gebruikt, hebben deze een eigen elektrische voeding nodig. De interne S 0 -bussen maken point-tomultipoint-verbindingen volgens het DSS1-protocol (Euro-ISDN) mogelijk. Om ISDN-toestellen aan te sluiten op een interne S 0 -aansluiting, heeft u een gekruiste ISDN-kabel nodig. De toewijzing van een gekruiste ISDN-kabel vindt u op de tekening Bedrading van een directe verbinding op pagina 91. Als een toestel niet met een passende ISDN-kabel wordt geleverd, wendt u zich tot het Belgacom- Servicecenter. De kabellengte aan een interne S 0 -bus mag maximaal 150 m bedragen. Elke interne S 0 -bus heeft een voedingsvermogen van ca. 3 W. De voedingsspanning bedraagt -42 V.

94 92 Interfaces en aansluitbare toestellen U pn - en U pn 2-aansluitingen Toestellen aan de U pn -aansluiting Op een U pn -aansluiting kan telkens één van de volgende systeemtoestellen worden aangesloten: Interface Toestellen / Systemen U pn 2 DECT-basisstation Forum 500 U pn of U pn 2 U pn of U pn 2 U pn of U pn 2 systeemtelefoon Forum Phone 515, systeemtelefoon Forum Phone 525 of systeemtelefoon Forum Phone 535 systeemtelefoon Forum Phone 520 of systeemtelefoon Forum Phone 530 ISDN-systeemtoestel Forum Phone 510 De (vaste) systeemtelefoons Forum Phone 520 en Forum Phone 530 kunnen via een U pn -adapter worden gecascadeerd, zodat u aan één U pn -aansluiting ook twee Forum Phones kunt gebruiken. Meer informatie vindt u in de handleiding Forum Phone 520, 530. Aan een DECT-basisstation Forum 500 kunt u de DECT-toestellen Forum Free gebruiken. Opmerking: toestellen zoals de Forum Free 566 /576 /586 kunnen ook door andere basisstations met GAP/CAP-standaard worden aangesproken. Technische gegevens De U pn -aansluitingen zijn uitgevoerd als RJ45-connectors. De genoemde toestellen worden met behulp van een tweeaderige 1:1-kabel verbonden met de U pn -aansluiting. Bij elk systeemtoestel wordt een passende kabel geleverd, waarmee het toestel op de RJ45-connector van de interface kan worden aangesloten. De lengte van een tweeaderige kabel aan een U pn -aansluiting mag maximaal 1000 m bedragen, indien een 0,6 mm-kabel (met getordeerde aderparen) wordt gebruikt.

95 Interfaces en aansluitbare toestellen 93 Elke U pn -aansluiting heeft een voedingsvermogen van 2,1 W. De voedingsspanning bedraagt -42 V en is kortsluitbestendig. Pin-toewijzing van de U pn -aansluiting op een interfacekaart Forum 550 Card 8 digital extensions Pin-toewijzing de U pn -aansluiting De volgende tabel bevat de pin-toewijzing van de Upn-aansluiting op een interfacekaart Forum 550 Card 8 digital extensions. Pin-nummer Toewijzing 1 niet gebruikt 2 niet gebruikt 3 U pn a *) 4 U pn a 5 U pn b 6 U pn b *) 7 niet gebruikt 8 niet gebruikt *) Bij correcte positie van de DIP-schakelaar (zie ook de paragraaf DIP-schakelaars omleggen op pagina 94) liggen hier de aders van de naburige U pn -aansluiting. In dit geval kan telkens alleen de eerste U pn -aansluiting worden gebruikt. Aansluitingsvarianten voor DECTbasisstations Een DECT-basisstation kan met één U pn -aansluiting of met twee U pn -aansluitingen worden verbonden: Als het DECT-basisstation op één U pn -aansluiting van een interfacekaart aangesloten is, kunnen met de handtoestellen tegelijkertijd vier telefoongesprekken / verbindingen worden gevoerd resp. opgebouwd.

96 94 Interfaces en aansluitbare toestellen Als het basisstation met twee U pn -aansluitingen verbonden is, zijn acht telefoongesprekken / verbindingen tegelijk mogelijk. Bedenk echter dat u slechts zoveel simultane externe verbindingen kunt opbouwen als er externe B-kanalen beschikbaar en aangesloten zijn. Voor de verbinding met twee U pn -aansluitingen kunnen telkens twee U pn -aansluitingen van de interfacekaart Forum 550 Card 8 digital extensions worden samengeschakeld: de U pn -aansluitingen 1+2, 3+4, 5+6 of 7+8. (U pn -aansluiting 2 wordt op U pn - aansluiting 1 geschakeld, U pn -aansluiting 4 op U pn -aansluiting 3 enz.) Daarvoor worden de betreffende DIP-schakelaars op de kaart omgeschakeld. Het DECT-basisstation wordt bij deze configuratie telkens met een 1:1-kabel (kabel van een systeemtelefoon) aangesloten op de eerste U pn -aansluiting van het paar. DIP-schakelaars omleggen 1. Verwijder de interfacekaart zoals beschreven in het hoofdstuk interfacekaarten installeren vanaf pagina De DIP-schakelaars zijn beschermd met plasticfolie. Duw de DIP-schakelaars van de gebruikte U pn -aansluitingen met een spits voorwerp (bv. een schroevendraaier) naar rechts (zie pijlrichting op de afbeelding Plaats van de DIP-schakelaars op de Forum 550 Card 8 digital extensions op pagina 94). ON 1 2 Plaats van de DIP-schakelaars op de Forum 550 Card 8 digital extensions

97 Interfaces en aansluitbare toestellen 95 a/b-aansluitingen Toestellen aan de a/b-aansluiting De a/b-aansluitingen kunnen worden gebruikt om analoge toestellen aan te sluiten. Die kunnen toestellen voor spraak- of datacommunicatie met toonkiessysteem zijn, bv.: analoge telefoons, G3-faxtoestellen, analoge (externe en interne) modems, externe toestellen voor Music on Hold, externe voic -systemen, externe parlofoons. Let op! Neem de volgende aanwijzingen en aanbevelingen voor het aansluiten van analoge toestellen in acht. Toestellen die niet aan de technische voorwaarden voldoen, kunnen de gateway beschadigen! Analoge telefoons Er kunnen alleen analoge telefoons worden gebruikt die het toonkiessysteem (DTMF) ondersteunen. Modems De maximale transmissiesnelheid voor analoge modems bedraagt 33,6 kbit/s (V.34+). Wachtmuziek (Music on Hold) Indien u geen extern toestel wenst te gebruiken, biedt de communicatiesysteem Forum 5050 een vaste interne wachtmuziek, die u in de Configurator, menu SYS Configuratie: Componenten door een eigen melodie kunt vervangen. Meer informatie vindt u in de online-help. Let op! Gebruik voor externe wachtmuziek uitsluitend toestellen met een ingangsimpedantie van 600 Ohm, potentiaalvrije aansluiting. Door een foute ingangsimpedantie kan de gateway onherstelbaar worden beschadigd!

98 96 Interfaces en aansluitbare toestellen Voice Mail Als u een extern voic systeem gebruikt, moet dit het aantal cijfers van de interne telefoonnummers kunnen herkennen en evalueren, bv. vijf cijfers als u interne telefoonnummers met vijf cijfers instelt. Het externe voic systeem kan zowel aan interne a/b-aansluitingen als aan interne S 0 -aansluitingen worden gebruikt. Voor beide aansluitingstypes kan het voic systeem met behulp van de kengetallen *68 resp. #68 een boodschap voor systeemtoestellen starten. Parlofoon (a/b) De parlofoon Doorphone word via de Doorphone -module verbonden met een willekeurige a/b-aansluiting. De Doorphone - module stelt o.a. de actor voor het deuropener-contact ter beschikking. Bedenk bij de aansluiting de volgende punten: De Doorphone moet zich in standaardtoestand bevinden. Kies in de Configurator onder TEL Configuratie: Aansluitingen: a/b: Wijzigen voor Type de instelling Deurparlefoon 2-draads. Met het kengetal *102 kunt u de parlofoon Doorphone oproepen. De Doorphone kan op een willekeurige a/b-aansluiting worden aangesloten. U kunt echter slechts één parlofoon van het type Doorphone met de communicatiesysteem Forum 5050 gebruiken. Uitvoerige informatie over het installeren en configureren van de parlofoon Doorphone vindt u in de handleiding van het product. De parlofoon mag alleen door een elektromonteur worden geïnstalleerd, daar op de Doorphone -module sensor/actor-contacten moeten worden aangesloten.

99 Interfaces en aansluitbare toestellen 97 Technische gegevens De a/b-aansluitingen zijn uitgevoerd als RJ45-connectors. De vermelde toestellen worden telkens met behulp van een tweeaderige 1:1-kabel verbonden met de a/b-aansluiting. De lengte van de tweeaderige kabel aan een a/b-aansluiting mag maximaal 1000 m bedragen, indien een 0,4 mm-kabel (met getordeerde aderparen) wordt gebruikt. De oproepwisselspanning bedraagt 25 Hz / 40 V wordt op de interfacekaart gegenereerd voor de acht aansluiting. Pin-toewijzing Pin-toewijzing van de a/b-aansluiting De volgende tabel bevat de pin-toewijzing van de a/b-aansluiting. Pin-nummer Toewijzing 1 niet gebruikt 2 niet gebruikt 3 niet gebruikt 4 lijn a 5 lijn b 6 niet gebruikt 7 niet gebruikt 8 niet gebruikt

100 98 Interfaces en aansluitbare toestellen LAN-aansluiting Via de aansluiting LAN (ethernet-interface) op de centrale sturingskaart Forum 550 Card main processor kan de gateway met behulp van een 10/100 MBit-hub in het bestaande LAN (LAN, Local Area Network) worden geïntegreerd. De Ethernet-interface ondersteunt transmissiesnelheden van 10 MBit/s en 100 MBit/s in de half- of full-duplexmodus. De omschakeling van transmissiesnelheid en modus gebeurt automatisch ( auto-sensing-functie). Een LAN-aansluitkabel (twisted-pair volgens 10BaseT resp. 100BaseTX) mag maximaal 100 m lang zijn. Voor de transmissiesnelheid 100 MBit/s moeten kabels en contactdozen van de categorie 5 worden gebruikt. Gebruik een afgeschermde Ethernetkabel (STP-kabel, Shielded Twisted Pair kabel).

101 Gatewaymodules 99 Gatewaymodules Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde technische informatie over de modules die in de gateways van het communicatiesysteem Forum 5050 kunnen worden gebruikt. Bij elke module vindt u een verklaring van het toepassingsgebied, de technische gegevens en informatie over het gebruik en de indicatie-led s. De modules zijn verantwoordelijk voor de volgende opgaven: Netadapters zorgen voor de voeding van de gateways. Per gateway zijn er max. 2 netadapters nodig. Eine zentrale Steuerbaugruppe ist für die Steuerung eines Gateways zuständig. Unter anderem stellt diese Baugruppe die Speicherkarte (CompactFlash) bereit. Auf der Compact-Flash- Karte wird die zum Betrieb des Gateways erforderliche Firmware gespeichert. Een centrale sturingskaart is verantwoordelijk voor de besturing van de gateway. Deze module bevat o.a. de geheugenkaart (CompactFlash). Op de CompactFlash-kaart wordt de firmware opgeslagen die vereist is voor het gebruik van de gateway. D.m.v. interfacekaarten kan de Forum 5050 met het telefoonnet (of een ander communicatiesysteem) worden verbonden en kunnen toestellen worden aangesloten. Voor deze opgaven staan diverse interfacekaarten ter beschikking. Afhankelijk van de functie van een interfacekaart wordt deze ook lijn- of deelnemermodule genoemd. Voor iedere gateway zijn er één of meer mediagatewaymodules Forum 550 Media Gateway Card nodig om TDM-spraakkanalen te converteren in VoIP-gegevensstromen. De VoIP-gegevensstromen zorgen op hun beurt voor spraakverbindingen tussen de gateway en het communicatiesysteem Forum Uitvoerige informatie over het installeren van modules vindt u in hoofdstuk Installatie vanaf pagina 70. Let op! Volg bij alle installatiewerkzaamheden de Veiligheidsinstructies vanaf pagina 70!

102 100 Gatewaymodules Overzicht van de beschikbare modules De volgende tabel biedt een overzicht van de modules die beschikbaar zijn voor de Forum 5050: Naam Beschrijving Pag. Forum 550 Power Supply Forum 550 Card main processor Voeding met AC/DComvormer Centrale sturingskaart met drie interfaces Forum 550 Card PRA Lijnmodule met een S 2M - interface voor de aansluiting op digitale netten of de netwerkverbinding tussen twee communicatiesystemen Forum 550 Card 8 S0/T0 Forum 550 Card 8 digital extensions Forum 550 Card 8 analogue extensions Forum 550 Media Gateway Card Lijn- of deelnemermodule met acht S 0 -aansluitingen, die naar keuze extern (lijn) of intern (deelnemer) kunnen worden gebruikt Deelnemermodule met acht U pn 2-aansluitingen voor het aansluiten van digitale toestellen (ISDN-toestellen, systeemtelefoons en DECTbasisstations) Deelnemermodule met acht a/b-aansluitingen voor het aansluiten van analoge toestellen Media gateway module voor VoIP

103 Gatewaymodules 101 Forum 550 Power Supply Doel/toepassingsgebied van de module De netadapter Forum 550 Power Supply verzorgt de voeding van de eerste zes slots (1 tot 6) van een gateways. Het is een spanningsomvormer die uit de uitgangsspanningen (220 V / 110 V) +3,3 V en -42 V gelijkspanning genereert. Als de resterende slots (7 tot 12) ook worden gebruikt, moet een tweede netadapter Forum 550 Power Supply worden ingebouwd. MPS+1-AC Forum 550 Power Supply: vooraanzicht

104 102 Gatewaymodules Technische gegevens De hierna vermelde gegevens hebben betrekking op de voeding van de eerste zes slots. Ingangsspanning Nominale spanning Spanningsbereik Nominale stroom Rendement bij nominale belasting 230 V via driepolige stekker 95 V tot 275 V 2,0 A bij 115 V 1,0 A bij 230 V 0,9 A bij 275V meer dan 80% Uitgangsspanning +3,3 V Nominale spanning Spanningsbereik Nominale stroom Stroombeperking Kortsluiting +3,3 V +3,2 V +3,4 V 10,0 A 12 A tot 15 A permanent kortsluitbestendig Uitgangsspanning -42 V Nominale spanning Spanningsbereik Nominale stroom Stroombeperking Kortsluiting -42 V -40 V -44 V 4,0 A 4,4 A tot 5,5 A permanent kortsluitbestendig

105 Gatewaymodules 103 Indicatie-LED s In de frontplaat van de netadapter Forum 550 Power Supply bevinden zich twee LED s, die de volgende betekenis hebben: links: brandt de linker LED permanent groen, dan bedraagt de uitgangsspanning 3,3 V. rechts: brandt de rechter LED permanent groen, dan bedraagt de uitgangsspanning -42 V. De LED s signaleren enkel de aanwezigheid van de spanning. Ze geven geen uitsluitsel over de kwaliteit ervan. Gebruiksinformatie De netadapter Forum 550 Power Supply is klaar voor gebruik zodra deze in de juiste slot zit (zie hoofdstuk Slots vanaf pagina 75). De netspanning van 230 V wordt toegevoerd met behulp van de driepolige stekker. De uitgangsspanningen worden via de stekker aan de achterkant (96-polige contrastekker) in de achterwand van de module BPV+1-12 geleid (zie hoofdstuk Backpanel vanaf pagina 82). Als de netspanning uitvalt, wordt er een stroomuitvalsignaal gegenereerd.

106 104 Gatewaymodules Forum 550 Card main processor MC+1-3 V.24-2 V.24-1 Ethernet PCM Forum 550 Card main processor: vooraanzicht Doel/toepassingsgebied van de module De module Forum 550 Card main processor is de centrale sturingskaart van een gateways. Ze kan alleen in slot 0 (helemaal links) worden geplaatst (zie hoofdstuk Slots vanaf pagina 75). Naast de omvangrijke besturingsfunctie stelt de centrale sturingskaart Forum 550 Card main processor verschillende interfaces ter beschikking. Dit zijn: een slot voor de CompactFlash-kaart, een PCM-interface voor het onderling verbinden van twee gateways, een externe ethernet-interface.

107 Gatewaymodules 105 De beide V.24-interfaces op de sturingskaart hebben bij werking met het communicatiesysteem Forum 5050 geen functie. Technische gegevens De voeding van de centrale sturingskaart Forum 550 Card main processor wordt verzorgd door de netadapter van groep 1. De centrale sturingskaart is uitgerust met een slot (MSUB-MFL, PCMCIA-interface) voor een CompactFlash-kaart. Op de CompactFlash-kaart wordt de firmware opgeslagen die vereist is voor het gebruik van de gateway. In iedere gateway moeten een centrale sturingskaart en een CompactFlash-kaart zijn geïnstalleerd. Via de PCM-aansluiting (uitgevoerd als RJ45-connector) kunnen twee gateways met elkaar worden verbonden. Via de PCM-interface worden de vereiste systeemsignalen tussen de centrale sturingskaarten tot stand gebracht. De PCM-interface levert de frequentie en zorgt voor de toegang tot de 16 Mbit/s PCM-highway en een 2 Mbit/s LAN (zie daarvoor ook het hoofdstuk Gatewaykoppeling met een PCM-V-verbinding vanaf pagina 120). Via de ethernet-aansluiting (10/100 MBit/s) wordt een gateway met het LAN verbonden.

108 106 Gatewaymodules Indicatie-LED s In de frontplaat van de centrale sturingskaart Forum 550 Card main processor bevinden zich vier LED s. MC Forum 550 Card main processor: LED s De LED s hebben de volgende betekenis: LED 1: LED 2: geel knipperend permanent groen brandend groen/geel knipperend geel knipperend permanent geel brandend permanent rood brandend Een interfacekaart van de gateway wordt met nieuwe software geladen (bij deze interfacekaart brandt de LED permanent rood). De centrale sturingskaart is klaar voor gebruik (een flikkering is normaal). De systeemsoftware (firmware) wordt opgestart. De booter wordt opnieuw geladen. Het systeem staat stil in de bootprocedure. Het systeem is gestoord. LED 3: heeft geen functie LED 4: permanent groen brandend Er is een ethernet-verbinding beschikbaar.

109 Gatewaymodules 107 Gebruiksinformatie De CompactFlash-kaart mag tijdens het bedrijf niet worden verwijderd, aangezien dat tot verlies van gegevens en storingen in het systeem kan leiden! Forum 550 Card PRA MT+S2M V S2M Forum 550 Card PRA: vooraanzicht Doel/toepassingsgebied van de module De interfacekaart Forum 550 Card PRA stelt een (1) ISDN-S 2M - aansluiting ter beschikking. Via deze aansluiting kan de Forum 5050 op een ISDN-30-aansluiting of een tweede systeem (vaste ISDN-verbinding) worden aangesloten.

110 108 Gatewaymodules De interfacekaart Forum 550 Card PRA kan in elk slot (1 tot 12) van een gateway worden geplaatst (zie hoofdstuk Slots vanaf pagina 75). Technische gegevens De interfacekaart Forum 550 Card PRA kan bij gebruik van meerdere gateways in een willekeurige gateway worden gebruikt. Het volledige systeem kan met maximaal 10 interfacekaarten Forum 550 Card PRA worden uitgerust. Op de interfacekaart Forum 550 Card PRA zijn geen instellingen vereist. De interfacekaart Forum 550 Card PRA krijgt haar software van het systeem. De software wordt automatisch op de interfacekaart geladen zodra deze geïnstalleerd is. De reikwijdte bedraagt 300 m. De voedingsspanning bedraagt -42 V / 7 W en is kortsluitbestendig. Pin-toewijzing De toewijzing van de RJ45-stekker voor de lijn-interface (bedrukt met S2M, zie afbeelding Forum 550 Card PRA: vooraanzicht op pagina 107) is: Pin-nummer 1 IN a 2 IN b Toewijzing 3 niet gebruikt 4 OUT a 5 OUT b 6 niet gebruikt 7 niet gebruikt 8 niet gebruikt

111 Gatewaymodules 109 De toewijzing van de RJ45-stekker voor de voedingsleiding (bedrukt met -42V, zie afbeelding Forum 550 Card PRA: vooraanzicht op pagina 107) is: Pin-nummer Toewijzing 1 niet gebruikt 2 niet gebruikt 3-42 V 4 0 V 5 0 V 6-42 V 7 niet gebruikt 8 niet gebruikt Indicatie-LED s In de frontplaat van de interfacekaart Forum 550 Card PRA bevinden zich vier LED s. MT+S2M V S2M Forum 550 Card PRA: LED s

112 110 Gatewaymodules De LED s hebben de volgende betekenis: LED 1: LED 2: LED 3: permanent geel brandend permanent groen brandend geel knipperend permanent rood brandend permanent groen brandend Via de interfacekaart wordt tenminste één gesprek gevoerd. De interfacekaart is klaar voor gebruik; de slot is vrijgeschakeld (een flikkering is normaal). De interfacekaart is gereed maar de slot is nog niet vrijgeschakeld of de interfacekaart nog niet geconfigureerd. De interfacekaart wordt geladen met een nieuwe software. Als de LED langere tijd rood blijft, heeft de interfacekaart eventueel een storing. LED 4: heeft geen functie De interfacekaart levert de synchronisatie van de gateway of van twee verbonden gateways. Dit kan alleen in de master-gateway en dan ook slechts op één enkele interfacekaart worden weergegeven. Gebruiksinformatie De interfacekaart Forum 550 Card PRA kan tijdens het gebruik worden vervangen. De slot moet vooraf op de Webconsole in de Configurator worden geblokkeerd (zie interfacekaarten installeren vanaf pagina 78). Als de interfacekaart Forum 550 Card PRA in de master-gateway wordt gebruikt, kan deze de synchronisatie leveren. Bij de selectie van de synchronisatie worden S 2M -kaarten bij voorkeur gekozen. Forum 550 Card 8 S0/T0 Doel/toepassingsgebied van de module De interfacekaart Forum 550 Card 8 S0/T0 stelt 8 S 0 -aansluitingen ter beschikking. Deze aansluitingen kunnen naar keuze extern of intern worden gebruikt. Extern om de Forum 5050 op digitale netten (PSTN, Public Switch Telephony Network) aan te sluiten; intern

113 Gatewaymodules 111 om digitale toestellen (ISDN-telefoons, ISDN-faxapparaten e.d.) binnen het communicatiesysteem Forum 5050 te gebruiken. De interfacekaart Forum 550 Card 8 S0/T0 kan in elke slot (1 tot 12) van een gateway worden geplaatst (zie hoofdstuk Slots vanaf pagina 75). Technische gegevens De interfacekaart Forum 550 Card 8 S0/T0 kan bij gebruik van meerdere gateways in een willekeurige gateway worden gebruikt. Met de DIP-schakelaars S1 tot S16 kan voor elke aansluiting een 100 Ohm afsluitweerstand worden geactiveerd (Default: ON). Meer informatie vindt u onder Afsluiting vanaf pagina 88. De stroomuitvalschakeling kan via de DIP-schakelaars S17 tot S20 worden geactiveerd (Default: off). Bij een stroomuitval wordt dan de eerste S 0 -aansluiting met de achtste S 0 -aansluiting verbonden. Als dit werd geconfigureerd, kan dan met een noodtelefoon een externe verbinding worden opgebouwd. Meer informatie vindt u in hoofdstuk Stroomuitval vanaf pagina 84. Alle 8 aansluitingen kunnen afzonderlijk als deelnemer (S 0 intern) of als lijn (S 0 extern) worden geconfigureerd. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk S 0 -aansluitingen vanaf pagina 87. De interfacekaart Forum 550 Card 8 S0/T0 krijgt haar software van het systeem. De software wordt automatisch op de interfacekaart geladen zodra deze geïnstalleerd is. Pin-toewijzing De pin-toewijzing van de S 0 -aansluiting vindt u in het hoofdstuk S 0 -aansluitingen vanaf pagina 87.

114 112 Gatewaymodules Indicatie-LED s In de frontplaat van de interfacekaart Forum 550 Card 8 S0/T0 bevinden zich vier LED s. MX+S S0 2 S0 1 Forum 550 Card 8 S0/T0: LED s De LED s hebben de volgende betekenis: LED 1: LED 2: LED 3: LED 4: permanent geel brandend permanent groen brandend geel knipperend permanent rood brandend permanent groen brandend permanent geel brandend Via de inferface-kaart wordt tenminste één gesprek gevoerd. De interfacekaart is klaar voor gebruik; de slot is vrijgeschakeld (een flikkering is normaal). De interfacekaart is gereed maar de slot is nog niet vrijgeschakeld of de interfacekaart nog niet geconfigureerd. De interfacekaart wordt geladen met een nieuwe software. Als de LED langere tijd rood blijft, heeft de interfacekaart eventueel een storing. De interfacekaart levert de synchronisatie van de gateway of van twee verbonden gateways. Dit kan alleen in de master-gateway en dan ook slechts op één enkele interfacekaart worden weergegeven. De interfacekaart heeft een gemengde configuratie met deelnemers en lijnen; d.w.z. dat zowel interne als externe S 0 -aansluitingen geconfigureerd zijn.

115 Gatewaymodules 113 Gebruiksinformatie De interfacekaart Forum 550 Card 8 S0/T0 kan tijdens het gebruik worden vervangen. De slot moet vooraf op de Webconsole in de Configurator worden geblokkeerd (zie interfacekaarten installeren vanaf pagina 78). De drie protocollagen kunnen per S 0 -aansluiting afzonderlijk als master of als slave worden ingesteld. De S 0 -aansluitingen kunnen als DSS1-PP-, DSS1-PMP- of Q.SIGlijn worden gebruikt. Forum 550 Card 8 digital extensions Doel/toepassingsgebied van de module De interfacekaart Forum 550 Card 8 digital extensions stelt 8 U pn - aansluitingen ter beschikking. Op deze aansluitingen kunnen systeemtelefoons en DECT-basisstations worden aangesloten. De interfacekaart Forum 550 Card 8 digital extensions kan in elke slot (1 tot 12) van een gateway worden geplaatst (zie hoofdstuk Slots vanaf pagina 75). Technische gegevens De interfacekaart Forum 550 Card 8 digital extensions kan bij gebruik van meerdere gateways in een willekeurige gateway worden gebruikt. In het volledige systeem kunnen maximaal 176 U pn -RFP's (Radio Fixed Parts, DECT-basisstations) worden aangesloten. Alle U pn -RFP's die in het systeem worden gebruikt, moeten in dezelfde gateway resp. in twee met elkaar verbonden gateways worden geïnstalleerd. Met behulp van de betreffende DIP-schakelaars kunnen de U pn -aansluitingen 1+2, 3+4, 5+6 of 7+8 worden samengeschakeld om DECT-basisstations aan te sluiten. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk U pn - en U pn 2- aansluitingen vanaf pagina 92. De interfacekaart Forum 550 Card 8 digital extensions krijgt haar software van het systeem. De software wordt

116 114 Gatewaymodules automatisch op de interfacekaart geladen zodra deze geïnstalleerd is. De reikwijdte bedraagt 1000 m. Pin-toewijzing De pin-toewijzing van de U pn -aansluiting vindt u in het hoofdstuk S 0 -aansluitingen vanaf pagina 87. Indicatie-LED s In de frontplaat van de interfacekaart Forum 550 Card 8 digital extensions bevinden zich 4 LED s. MS+UPN UPN 2 UPN 1 Forum 550 Card 8 digital extensions: LED s De LED s hebben de volgende betekenis: LED 1: LED 2: permanent geel brandend permanent groen brandend geel knipperend permanent rood brandend LED 3: geen functie LED 4: geen functie Via de inferface-kaart wordt tenminste één gesprek gevoerd. De interfacekaart is klaar voor gebruik; de slot is vrijgeschakeld (een flikkering is normaal). De interfacekaart is gereed maar de slot is nog niet vrijgeschakeld of de interfacekaart nog niet geconfigureerd. De interfacekaart wordt geladen met een nieuwe software. Als de LED langere tijd rood blijft, heeft de interfacekaart eventueel een storing.

117 Gatewaymodules 115 Gebruiksinformatie De interfacekaart Forum 550 Card 8 digital extensions kan tijdens het gebruik worden vervangen. De slot moet vooraf op de Webconsole in de Configurator worden geblokkeerd (zie interfacekaarten installeren vanaf pagina 78). Forum 550 Card 8 analogue extensions Doel/toepassingsgebied van de kaart De interfacekaart Forum 550 Card 8 analogue extensions stelt 8 analoge aansluitingen ter beschikking voor het aansluiten van analoge toestellen. De interfacekaart Forum 550 Card 8 analogue extensions kan in elke slot (1 tot 12) van een gateway worden geplaatst (zie hoofdstuk Slots vanaf pagina 75). Technische gegevens De interfacekaart Forum 550 Card 8 analogue extensions kan bij gebruik van meerdere gateways in een willekeurige gateway worden gebruikt. De interfacekaart Forum 550 Card 8 analogue extensions ondersteunt het toonkiezen (DTMF). De weergave van het telefoonnummer bij aankomende oproepen (CLIP) wordt ondersteund. De interfacekaart Forum 550 Card 8 analogue extensions krijgt haar software van het systeem. De software wordt automatisch op de interfacekaart geladen zodra deze geïnstalleerd is. Op de interfacekaart Forum 550 Card 8 analogue extensions zijn geen instellingen vereist. Pin-toewijzing De pin-toewijzing van de analoge aansluiting vindt u in hoofdstuk a/b-aansluitingen vanaf pagina 95.

118 116 Gatewaymodules Indicatie-LED s In de frontplaat van de interfacekaart Forum 550 Card 8 analogue extensions bevinden zich vier LED s. MS+A a/b 2 a/b 1 Forum 550 Card 8 analogue extensions: LED s De LED s hebben de volgende betekenis: LED 1: LED 2: permanent geel brandend permanent groen brandend geel knipperend permanent rood brandend LED 3: geen functie LED 4: geen functie Via de inferface-kaart wordt tenminste één gesprek gevoerd. De interfacekaart is klaar voor gebruik; de slot is vrijgeschakeld (een flikkering is normaal). De interfacekaart is gereed maar de slot is nog niet vrijgeschakeld of de interfacekaart nog niet geconfigureerd. De interfacekaart wordt geladen met een nieuwe software. Als de LED langere tijd rood blijft, heeft de interfacekaart eventueel een storing. Gebruiksinformatie De interfacekaart Forum 550 Card 8 analogue extensions kan tijdens het gebruik worden vervangen. De slot moet vooraf op de Webconsole in de Configurator worden geblokkeerd (zie interfacekaarten installeren vanaf pagina 78).

119 Gatewaymodules 117 Forum 550 Media Gateway Card Doel/Inzetgebied van de kaart De interfacekaart Forum 550 Media Gateway Card stelt 16 mediagatewaykanalen ter beschikking voor VoIP. De interfacekaart Forum 550 Media Gateway Card kan in elke connector (1 tot 12) van een gateway worden gestopt (zie daartoe het hoofdstuk Slots vanaf pagina 75). Technische gegevens Via de ethernet-aansluiting (10/100 MBit/s) wordt de gateway met het LAN verbonden. De interfacekaart ondersteunt alle door VoIP-telefoons gebruikte codecs, Silence Detection, echo-onderdrukking en DTMF-toonherkenning. De interfacekaart kan ook in een gateway worden gebruikt die via een PCM-V-lijn is aangesloten. De interfacekaart krijgt haar software van het systeem. De software wordt automatisch in de interfacekaart geladen na het installeren van de kaart. Aan de interfacekaart moeten verder geen instellingen worden doorgevoerd. Pin-configuratie De pinconfiguratie van de ethernet-aansluiting is voorzien voor de rechtstreekse aansluiting op een ethernet-switch via een RJ45- patchkabel. Voor de verbinding met een pc heeft u een gekruiste RJ45-patchkabel nodig ( crossover-kabel ).

120 118 Gatewaymodules Weergave bedrijfstoestand Aan de voorzijde van de interfacekaart Forum 550 Media Gateway Card zijn vier LED s zichtbaar. MG+ETH ETH Forum 550 Media Gateway Card: LED s De LED s hebben de volgende betekenis: LED 1: LED 2: licht constant geel op licht constant groen op geel knipperen constant rood oplichten LED 3: geen functie LED 4: licht constant groen op Via de interfacekaart wordt minstens één gesprek gevoerd. De interfacekaart is bedrijfsklaar; de connector is vrijgegeven (knipperen is normaal). De interfacekaart is bedrijfsklaar, maar de connector is nog niet vrijgegeven, of de interfacekaart is nog niet geconfigureerd. In de interfacekaart wordt nieuwe software ingeladen. Indien de LED langere tijd rood oplicht, dan is de interfacekaart eventueel defect. Er is een ethernet-verbinding beschikbaar.

121 Gatewaymodules 119 Gebruiksinformatie De interfacekaart Forum 550 Media Gateway Card kan tijdens het gebruik worden omgeruild. De connector moet vooraf op de webconsole in de Configurator worden vergrendeld (zie daartoe interfacekaarten installeren vanaf pagina 78). Elke interfacekaart Forum 550 Media Gateway Card heeft een eigen IP-adres nodig. Dit kan een statisch toegewezen adres zijn, of worden toegewezen via DHCP. 1. Gaat u in de Configurator naar de pagina TEL Configuratie: Aansluitingen: Slots. 2. Klik op de tabelrij met de gewenste interfacekaart, op het nummer van de connector. 3. Voert u het gewenste statische IP-adres in, in het invoerveld IP-adres geconfigureerd. Voert u in, om het nemen van een IP-adres via DHCP te configureren. 4. Bevestigt u de instelling met Toepassen. Op de configuratiepagina wordt het MAC-adres van de interfacekaart Forum 550 Media Gateway Card weergegeven. Dit heeft u nodig voor het toewijzen van een statisch IP-adres door de DHCPserver.

122 120 Gatewaykoppeling met een PCM-V-verbinding Gatewaykoppeling met een PCM-V-verbinding Alle VoIP-audioverbindingen die van een gateway naar het communicatiesysteem Forum 5050 (call-server) lopen, maken gebruik van het RTP-protocol en hebben allemaal een eigen media-gatewaykanaal nodig. Kiestonen, het afspelen van wachtmuziek en het genereren van DTMF-tonen worden geregeld door de call-server; hiervoor wordt ook steeds kortstondig een media-gatewaykanaal bezet. Een gateway moet daarom al naar gelang het aantal aangesloten toestellen en het te verwachten audioverkeer worden voorzien van het vereiste aantal media-gatewaykaarten. Media-gatewaykanalen kunnen echter ook in een tweede, ernaast gelegen gateway worden bezet. Daarvoor moeten de beide gateways met elkaar verbonden zijn via een PCM-V-kabel. Via de PCM- V-kabel lopen zowel de spraak- als de beheersgegevens tussen de gateways. Door gateways te koppelen is het mogelijk om het aantal vereiste media-gatewaykaarten te optimaliseren. Opmerking: de centrale sturingskaarten van de beide gateways moeten allebei een eigen CompactFlash-kaart hebben waarop de besturingssoftware is opgeslagen. Installatie stap voor stap Om twee gateways aan elkaar te koppelen, dienen de volgende installatiestappen te worden verricht. GEVAAR! Gevaarlijke spanningen in het toestel! 1. Onderbreek de stroomtoevoer naar de beide gateways. Als u in een gateway twee netadapters gebruikt, moeten beide stekkers van de gateways worden losgekoppeld! 2. Een van de gateways dient als PCM-master. De andere gateway is de PCM-slave. Het communicatiesysteem Forum 5050 herkent aan de hand van het framenummer dat de gateway als PCM-master of als PCM-slave fungeert. Het framenummer van een gateway wordt via de DIP-schakelaars op de bijbehorende centrale sturingskaart ingesteld. Verwijder de centrale sturingskaart uit beide gateways. Ga te werk zoals

123 Gatewaykoppeling met een PCM-V-verbinding 121 beschreven in het hoofdstuk Centrale sturingskaart installeren vanaf pagina Plaats de DIP-schakelaars op beide sturingskaarten op de passende positie. Positie van de DIP-schakelaars Gateway is PCM-master S1: open (schakelaar op positie 1) S2: open (schakelaar op positie 2) Gateway is PCM-slave S1: gesloten (schakelaarpositie = ON) (schakelaar op positie 1) S2: open (schakelaar op positie 2) De ligging van de DIP-schakelaars (S1 en S2) vindt u op de afbeelding Forum 550 Card main processor: bovenaanzicht. ON Forum 550 Card main processor: bovenaanzicht

124 122 Gatewaykoppeling met een PCM-V-verbinding 4. Plaats de centrale sturingskaarten weer in de gateways (zie daarvoor het hoofdstuk Centrale sturingskaart installeren vanaf pagina 77). Voor de PCM-V-verbinding tussen twee gateways hebt u een afgeschermde CAT-5-ethernetkabel met RJ45-connector nodig. Bij die kabel moeten alle acht de aansluitingspinnetjes bezet en 1 op 1 verbonden zijn. De kabel mag niet langer zijn dan 50 cm. Let op! Gebruik altijd een PCM-V-kabel die aan de vermelde vereisten voldoet en die Belgacom heeft goedgekeurd voor de gatewaykoppeling! 5. Monteer de beide gateways boven elkaar. Opmerking: aangezien de kabel slechts zeer kort mag zijn, moeten de beide gateways boven elkaar worden gemonteerd. Montage naast elkaar is niet mogelijk. 6. Sluit de PCM-V-kabel aan op de PCM-aansluitingen op de beide centrale sturingskaarten Forum 550 Card main processor van de gateways. Gateway 1 PCM PCM Gatewaykoppeling Gateway 2 7. Verbind beide gateways via hun ethernet-interfaces met het LAN. 8. Sluit beide gateways in willekeurige volgorde aan op de stroomtoevoer.

125 Gatewaykoppeling met een PCM-V-verbinding 123 Een gateway is gereed voor gebruik als de LED 2 op de centrale sturingskaart van deze gateway constant in de kleur groen brandt. Of de afzonderlijke interfacekaarten die in de gateway zijn geïnstalleerd gereed voor gebruik zijn, wordt aangegeven door de LED's van de kaarten. Meer informatie over de LED-indicaties vindt u in het hoofdstuk Gatewaymodules vanaf pagina 99. Configuratiestappen Voor met elkaar verbonden gateways dient u in de Configurator op de webconsole van het communicatiesysteem Forum 5050 de volgende instellingen te verrichten: 1. Voor het gebruik van een gateway is een licentie nodig. Controleer in het menu SYS Configuratie: Uitbreidingen het aantal gatewaylicenties. Als u bij de gatewaykoppeling een of twee nieuwe gateways hebt geïnstalleerd, dient u in dit menu de vereiste vrijgavekey in te voeren. Opmerking: de vrijgavekey bevat het aantal frames dat een licentie heeft. U hebt voor beide frames in een gatewaykoppeling dus een licentie voor minstens twee frames nodig. 2. Ga naar het menu TEL Configuratie: Gateways. Voor de twee nieuwe geïnstalleerde gateways maakt u daar nieuwe configuratie-items. Als beide gateways reeds als afzonderlijke gateways waren ingesteld, wijzigt u de configuratie daarvan. Bij twee met elkaar verbonden gateways zijn de volgende instellingen van belang: Voor de gateway die de PCM-slave is, moet u instellen welke gateway de PCM-master daarvan is. Dat stelt u in via de keuzelijst PCM geconfigureerd in het configuratiedialoogvenster. Op de statuspagina van de gateway vindt u een overzicht over de actuele configuratie. Controleer hier in de tabelkolom Frame nummer of voor iedere gateway het correcte framenummer is ingesteld. Voor de PCM-master is het framennummer = 1 ; voor de PCM-slave is het framenummer = 2. Bij andere posities van de DIP-schakelaars is de gateway niet gereed voor gebruik! Opmerking: voor meer informatie over de gatewayconfiguratie kunt u de online-help raadplegen.

126 124 Gatewaykoppeling met een PCM-V-verbinding Tips Let bij het gebruik van gekoppelde gateways op de volgende tips over de interfacekaarten en aansluitingen: Alle U pn -, S 0 - en a/b-aansluitingen op interfacekaarten van een PCM-slave-gateway zijn met de passende telefoons bruikbaar. Alle eigenschappen voor systeemtelefoons aan U pn - aansluitingen zijn onbeperkt bruikbaar. De S 0 -aansluitingen van een PCM-slave-gateway kunnen ook voor de aansluiting op telefoonlijnen worden gebruikt. De ISDN-L1-synchronisatie wordt altijd van de PCM-mastergateway maar de PCM-slave-gateway gezonden. De synchronisatie moet dus door een S 0 -aansluiting of bij voorkeur door een S 2M -aansluiting naar de PCM-mastergateway worden geleverd. Als het communicatiesysteem Forum 5050 via de gekoppelde gateways met het openbare TDM-netwerk verbonden moet zijn, moet daarom minstens één ISDN-netlijn op de PCM-master-gateway zijn aangesloten. Het is mogelijk om een S 2M -interfacekaart Forum 550 Card PRA te gebruiken in de PCM-slave-gateway. Aangezien de door een S 0 -interfacekaart geleverde ISDN-L1-synchronisatie niet precies genoeg is, hebt u als leverancier van de synchronisatie ook een S 2M -interfacekaart nodig in de PCM-master-gateway.

127 Overzicht Forum 5050-service 125 Forum 5050 Monitor Met de Forum 5050 Monitor beheert u de serviceprogramma's van het communicatiesysteem Forum U gebruikt de Forum 5050 Monitor voor de volgende taken: Opstarten en afsluiten van het communicatiesysteem Forum 5050, Configuratie van de autostart-instellingen, Configuratie van het gedrag bij storingen. Een inleiding over de werking van de Forum 5050-serviceprogramma's kunt u vinden in de paragraaf Overzicht Forum service vanaf pagina 125. Informatie over het opstarten van het programma en de bediening van de Forum 5050 Monitor vindt u in de paragraaf Forum 5050 Monitor uitvoeren vanaf pagina 128 en in de toelichting daarna. Overzicht Forum service Het communicatiesysteem Forum 5050 bestaat uit meerdere programma's die op de achtergrond worden uitgevoerd. Deze worden bestuurd door de Forum 5000 Supervisor Service, die als Windows-service is ingesteld. Deze Windows-service wordt ook uitgevoerd als er geen gebruikers zijn aangemeld. Bovendien wordt de Windows-service onder een speciale gebruikersidentificatie uitgevoerd daardoor wordt bijvoorbeeld voorkomen dat een standaardgebruiker onbevoegd toegang krijgt. Even nadat het besturingssysteem Windows is opgestart, wordt het communicatiesysteem Forum 5050 als volgt uitgevoerd: Het besturingssysteem start de service Forum 5000 Supervisor Service op. Het bijbehorende serviceprogramma wordt nu permanent op de achtergrond uitgevoerd. Het serviceprogramma hoeft gewoonlijk niet te worden afgesloten. Forum 5050 Monitor

128 126 Overzicht Forum 5050-service De Forum 5000 Supervisor Service start op zijn beurt twee subprocessen op: de hoofdtoepassing Forum 5050 ( Forum5000.exe ) met normale uitvoeringsprioriteit en het RTP-serviceprogramma ( Forum5000_rtp.exe ) met hoge uitvoeringsprioriteit. Beide subprocessen starten nu de interne uitvoeringslogica met meerdere uitvoeringswegen (in het Engels Threads ) en stellen zodoende de functies van het communicatiesysteem Forum 5050 ter beschikking. Met de Forum 5050 Monitor ( ) kunt u de configuratie van de service Forum 5000 Supervisor Service ( ) wijzigen of opdrachten naar deze service sturen, bijvoorbeeld om de subprocessen ( ) op een gecoördineerde manier af te sluiten. Forum 5050 Monitor

129 Windows-services controleren Windows-services controleren 127 De Windows-serviceconfiguratie wordt bij de installatie van het communicatiesysteem Forum 5050 op een geschikte manier ingesteld. Normaal gesproken dient u die configuratie niet te wijzigen. Bij het opsporen van fouten of bij onderhoudstaken kan het nuttig zijn om de Windows-serviceconfiguratie te controleren: 1. Voer de aanmelding op Windows als gebruiker met administratorrechten uit. 2. Open het configuratiescherm van Windows. Navigeer naar de categorie Prestaties en onderhoud. Open de map Systeembeheer. Start de applet Services. 3. Kies uit de lijst Services de ingave Forum 5000 Supervisor Service. 4. Controleer of de service opgestart is. Controleer ook of op de eigenschapspagina van de service bij Starttyp de instelling Automatisch wordt weergegeven. Forum 5050 Monitor

130 128 Forum 5050 Monitor uitvoeren Forum 5050 Monitor uitvoeren U kan de Forum 5050 Monitor als Windows-gebruiker met administratorrechten uitvoeren: 1. Kies in het menu Start van Windows de opdracht Alle programma's: Forum 5000: Forum 5000 Monitor. Dubbelklik ofwel op het pictogram Forum 5000 Monitor of op het bureaublad. De Forum 5050 Monitor wordt opgestart en er wordt een socketverbinding met de Forum 5000 Supervisor Service binnen hetzelfde pc-systeem tot stand gebracht. Als de verbinding met succes tot stand is gebracht, wordt dat informatiegedeelte van de menubalk weergegeven. Als er iets gaat, dient u de status van de Forum 5000 Supervisor Service te controleren (zie Windows-services controleren vanaf pagina 127). 2. Klik met de rechtermuistoets op het pictogram in het informatiegedeelte van de menubalk. Kies in het contextmenu de opdracht Forum 5000 Monitor verbergen. De Forum 5050 Monitor wordt verborgen en is nu steeds beschikbaar in het informatiegedeelte van de menubalk. 3. Dubbelklik op het pictogram in het informatiegedeelte van de menubalk of kies in het contextmenu de opdracht Forum 5000 Monitor tonen om de Forum 5050 Monitor weer te geven. 4. Sluit de Forum 5050 Monitor af met het [X]-vakje van het venster, met de toetsencombinatie [Alt]+[F4] of door in het contextmenu van het menubalk-pictogram de opdracht Beëindigen te kiezen. Forum 5050 Monitor

131 Tabblad Algemeen 129 Tip: Als de Forum 5050 Monitor in de verborgen modus wordt afgesloten, wordt deze ook in die modus opnieuw opgestart. Om de verborgen Forum 5050 Monitor weer te geven, dubbelklikt u op het pictogram in het informatiegedeelte van de menubalk of kiest u in het contextmenu de opdracht Forum 5000 Monitor tonen. Opmerking: De Forum 5050 Monitor is een Java-toepassing. Voorwaarde voor het uitvoeren is daarom de foutloze installatie van een geschikte Java-runtime-omgeving ( Sun Java 6 versie 1.6 of hoger). Deze software wordt parallel met de installatie van het communicatiesysteem Forum 5050 geïnstalleerd. Tabblad Algemeen In het tabblad Algemeen kan u de status van het communicatiesysteem Forum 5050 weergeven en wijzigen. 1. Onder de groep SoftPBX wordt de actuele Status van het communicatiesysteem Forum 5050 weergegeven: Status: gestart: deze weergave houdt in dat het communicatiesysteem Forum 5050 momenteel wordt uitgevoerd en dat u de communicatieservices kan gebruiken. Status: beëindigd: deze weergave houdt in dat het communicatiesysteem Forum 5050 nog niet is opgestart of handmatig is afgesloten. U kan de communicatieservices niet gebruiken. Forum 5050 Monitor

132 130 Tabblad Algemeen Naam: hierdoor wordt de productnaam van het communicatiesysteem Forum 5050 weergegeven. Revisie: hierdoor wordt de geïnstalleerde softwareversie van het communicatiesysteem Forum 5050 weergegeven. 2. Klik op de knop Beëindigen om het communicatiesysteem Forum 5050 handmatig af te sluiten. Deze opdracht is alleen beschikbaar als het communicatiesysteem Forum 5050 wordt uitgevoerd. Met deze opdracht worden de hoofdtoepassing Forum 5050 en het RTP-serviceprogramma op de correcte manier afgesloten. Houd er rekening mee dat alle communicatieservices door deze opdracht worden afgebroken. 3. Klik op de knop Start om het communicatiesysteem Forum 5050 handmatig op te starten. Deze opdracht is alleen beschikbaar als het communicatiesysteem Forum 5050 niet wordt uitgevoerd. 4. Klik op de knop Forum 5000 Login om de standaard Windows-browser met de webconsole van het Forum 5050 communicatiesysteem te openen. Forum 5050 Monitor

133 Tabblad Verbindingen Tabblad Verbindingen 131 In het tabblad Verbindingen kan u een statistiek van de gespreksverbindingen weergeven in een grafisch overzicht. De weergave wordt continu bijgewerkt. De schaal van de as met het aantal gesprekken wordt daarbij automatisch aangepast. Het aantal verbindingen wordt als volgt weergegeven: De blauwe lijn staat voor het maximaal aantal tegelijkertijd actieve gespreksverbindingen sinds het opstarten van het Forum 5050 communicatiesysteem (numerieke opgave: Sinds opstarten van het systeem). De rode lijn geeft aan hoeveel gespreksverbindingen er op een bepaald moment bestaan (numerieke opgave: Momenteel). Verder wordt het maximale aantal tegelijkertijd mogelijke gespreksverbindingen bij maximaal mogelijk weergegeven. Forum 5050 Monitor

134 132 Tabblad Instellingen Tabblad Instellingen In het tabblad Instellingen kan u de programmainstellingen van de Forum 5050 Monitor en de startconfiguratie van het Forum 5050 communicatiesysteem weergeven en wijzigen. 1. Onder de groep Programma wordt de actuele instelling van de taal voor de gebruikersinterface van de Forum 5050 Monitor weergegeven. Klik op de knop Wijzigen om een andere taal te selecteren (zie Dialoogvenster Programma vanaf pagina 133). 2. Onder de groep Opties worden de startinstellingen voor het communicatiesysteem Forum 5050 weergegeven: HTTP-Port: geeft het poortnummer weer dat door de webserver van het communicatiesysteem Forum 5050 wordt bezet. Autostart: als de instelling is ingeschakeld, houdt dat in dat het communicatiesysteem Forum 5050 automatisch wordt opgestart als u het besturingssysteem Windows opstart. Als de instelling is uitgeschakeld, houdt dat in dat u het communicatiesysteem Forum 5050 handmatig wilt opstarten. Forum 5050 Monitor

135 Dialoogvenster Programma 133 Heropstarten: als de instelling is ingeschakeld, houdt dat in dat bij een storing de hoofdtoepassing Forum 5050 en het RTP-serviceprogramma automatisch opnieuw worden opgestart ( watchdog-functie ). Als de instelling is uitgeschakeld, houdt dat in dat u het communicatiesysteem Forum 5050 bij een storing handmatig opnieuw moet opstarten. 3. Klik op de knop Wijzigen om de startinstellingen te configureren (zie Dialoogvenster Opties vanaf pagina 134). Dialoogvenster Programma In het dialoogvenster Programma kan u de programmainstellingen van de Forum 5050 Monitor wijzigen. 1. Klik in het tabblad Instellingen onder de groep Programma op de knop Wijzigen. Het dialoogvenster Programma wordt geopend. 2. Kies in de selectie Taal de gewenste optie. 3. Bevestig uw keuze met Ok. De programmainstellingen en de actuele weergavepositie van de Forum 5050 Monitor worden in het XML-configuratiebestand Forum5000_monitor.xml opgeslagen. Opmerking: U moet de Forum 5050 Monitor opnieuw opstarten om de gewijzigde taalinstelling voor de gebruikersinterface in te schakelen. Forum 5050 Monitor

136 134 Dialoogvenster Opties Dialoogvenster Opties In het dialoogvenster Opties kan u de startopties van het communicatiesysteem Forum 5050 wijzigen. De instellingen wijzigen het gedrag van de Forum 5000 Supervisor Service voor de start- of looptijd van de Windows-service. 1. Klik in het tabblad Instellingen onder de groep Opties op de knop Wijzigen. Het dialoogvenster Opties wordt geopend. 2. Wijzig in het invoerveld HTTP-Port het poortnummer voor de webserver van het communicatiesysteem Forum Gebruik standaard de waarde 80. Als er al een andere webserver draait op het computersysteem, wijzigt u het poortnummer bijvoorbeeld naar de waarde Schakel de optie Autostart in om het communicatiesysteem Forum 5050 automatisch op te starten zodra Windows wordt opgestart. Deze instelling wordt aanbevolen. Schakel deze optie uit om het communicatiesysteem Forum 5050 handmatig op te laten starten. 4. Schakel de optie Heropstarten in om het communicatiesysteem Forum 5050 bij een storing automatisch opnieuw op te laten starten. Deze instelling wordt aanbevolen. Schakel deze optie uit om het communicatiesysteem Forum 5050 bij een storing handmatig op te laten starten. 5. Bevestig uw keuze met Ok. De autostart-instellingen worden in het tekstconfiguratiebestand supervisor_srv.ini opgeslagen. Forum 5050 Monitor

137 Voedingsadapter 135 Forum IPhone 525 / 535: Uitbreidingen en toebehoren Met het comminucatiesysteem Forum 5050 kan u de IP-compatibele varianten van de systeemtelefoons Forum IPhone 525 / 535 gebruiken. Voedingsadapter Voedingsadapter aansluiten op IP-telefoon De aansluiting voor de voedingsadapter bevindt zich onderaan de telefoon en is van het symbool voorzien. 1. Steek de RJ45-stekker van de voedingsadapter in daartoe bestemde aansluiting. 2. Leid de kabel van de voedingsadapter door de daarvoor bedoelde uitsparingen aan de onderkant van de IPsysteemtelefoon. 3. Sluit de voedingsadapter aan op de stroomtoevoer (zie Toetsenblok aansluiten vanaf pagina 137). Forum IPhone 525 / 535: Uitbreidingen en toebehoren

138 136 Toetsenblokken Toetsenblokken Op systeemtelefoons kunnen maximaal drie toetsenblokken worden aangesloten, ofwel drie toetsenblokken van het type Forum 500 Keypad Paper 525 / 535 of drie toetsenblokken van het type Forum 500 Keypad Display FP 535. Een combinatie van deze toetsenblokken is echter niet mogelijk. De volgende toestelcombinaties zijn mogelijk: Toetsenblok Forum 500 Keypad Paper FP 525 / 535 met de eigenschappen 36toetsen met LED-weergave Opschriften op papieren stroken aansluitbaar op systeemtelefoon Forum IPhone 525 Forum IPhone 525 Forum 500 Keypad Display FP toetsen met LED-weergave 3 toetsen met LEDweergave voor omschakeling van de niveaus; hiermee kunnen er op ieder toetsenblok 60 geheugenplaatsen worden geprogrammeerd Opschriften voor de toetsen via het display; aan iedere toets is een displayregel toegewezen Forum IPhone 535 Het aantal toetsenblokken (maximaal 3) dat op een systeemtelefoon is aangesloten, wordt in de Configurator van de webconsole van de Forum 5050 ingesteld (in het menu TEL Configuratie: Toestellen: VoIP-toestellen). Daar kunnen ook de toetsen als gesprekstoetsen geprogrammeerd of van functies of doenummers voorzien worden. Deze programmering kan naar behoefte door de gebruik worden gewijzigd. Forum IPhone 525 / 535: Uitbreidingen en toebehoren

139 Toetsenblokken 137 Voor de stroomtoever heeft u een voedingsadapter nr nodig. De voedingsadapter wordt aangesloten op het buitenste toetsenblok. Configuratie IP-systeemtelefoon IP-systeemtelefoon met 1-3 toetsenblokken IP-systeemtelefoon met PoE (Power over Ethernet) IP-systeemtelefoon met 1-3 toetsenblokken en PoE Voedingsadapter nodig Ja Ja Nee Nee Een IP-systeemtelefoon heeft geen voedingsadapter nodig als er gebruik wordt gemaakt van PoE. Toetsenblok aansluiten PAS OP! Bescherming tegen elektrostatische ontlading Elektrostatische lading kan de elektronischen onderdelen van de Forum 5050 beschadigen. Zorg ervoor dat uzelf en uw gereedschap zijn ontladen voor en tijdens installatiewerkzaamheden die u aan de Forum 5050 en de aangesloten apparatuur uitvoert. Gebruik indien mogelijk een geschikte ondergrond of antistatische matten. Let op! Monteer nooit een toetsenblokop een systeemtelefoon die al op de Forum 5050 is aangesloten. Trek de netwerkkabel uit de aansluitingsdoos voordat u het toetsenblok monteert. Forum IPhone 525 / 535: Uitbreidingen en toebehoren

140 138 Toetsenblokken Dit symbool op de systeemtelefoon staat voor de aansluiting voor het toetsenblok, het bevindt zich op de onderkant van het toestel. Op het toetsenblok geeft dit symbool de aansluiting voor nog een toetsenblok aan. Onderkant van het toestel: toetsenblok (links) en systeemtelefoon (rechts) Dit symbool op het toetsenblok staat voor de aansluiting voor de voedingsadapter, het bevindt zich op de onderkant van het toestel. Deze aansluiting kan ook worden gebruikt voor het aansluiten van nog een toetsenblok. 1. Steek de RJ45-stekkervan het toetsenblok in de RJ45- aansluiting van de systeemtelefoon (1). 2. Schroef het toetsenblok vast aan de systeemtelefoon (2). 3. Steek de RJ45-stekker van de voedingsadapter in de daartoe bestemde aansluiting aan de rechterkant van het toetsenblok. 4. Leid de kabel van de voedingsadapter door de daarvoor bedoelde uitsparingen aan de onderkant van het toetsenblok en de systeemtelefoon. 5. Sluit de voedingsadapter aan op de stroomtoevoer. 6. Verbind de systeemtelefoon met de Ethernetaansluiting. Forum IPhone 525 / 535: Uitbreidingen en toebehoren

141 Headset 139 Headset Op de de IP-telefoons Forum IPhone 525 / 535 kan een headset worden aangesloten. De headset moet voldoen aan de DHSG-standaard (aansluiting via RJ45-stekker). Geschikt zijn bijv. toestellen van de fabrikanten Plantronics en GN Netcom. Via een adapter kan er ook een normale headset (RJ11-stekker) worden aangesloten. De headset moet voldoen aan de norm DIN EN punt 6.2 ( Veiligheid van apparatuur voor informatietechniek inclusief elektrische kantoorapparatuur ). Headset aansluiten op de systeemtelefoon De headset-aansluiting bevindt zich aan de onderkant van de systeemtelefoon en is voorzien van het symbool. 1. Steek de RJ45-stekker van de headset-kabel in de daartoe bestemde aansluiting. 2. Leid de kabel door de daarvoor bedoelde uitsparingen aan de onderkant van de systeemtelefoon. 3. Activeer de headset op de systeemtelefoon in het menu Telefooninstellingen: Hoofdtelefoon (zie daarvoor ook de gebruiksaanwijzing van de systeemtelefoons). Forum IPhone 525 / 535: Uitbreidingen en toebehoren

142 140 Configuratie Het configureren en programmeren van de Forum 5050 gebeurt via een in het systeem geïntegreerde software, de Configurator. De Configurator wordt bediend via de Webconsole. Webconsole van de Forum 5050 Via de Webconsole kan u: de eerste configuratie van de Forum 5050 maken, gebruikers van de Forum 5050 instellen en voor bepaalde systeemdiensten autoriseren, het verdere systeemonderhoud uitvoeren, PC-ondersteunde telefoon-functies bedienen, informatie over kosten aflezen, gebruik maken van het telefoonboek van de Forum In de Webconsole is een online-help geïntegreerd die omvangrijke informatie over configuratie en onderhoud van de Forum 5050 aanreikt (zie Online-help laden vanaf pagina 144). Configuratie

143 Forum 5050 configureren 141 Forum 5050 configureren Configuratie voorbereiden Voor u met de configuratie begint, moet u de volgende informatie klaarleggen: overzicht van de aangesloten interfaces lijst van de aan te sluiten toestellen lijst van IPEI s, als u DECT-toestellen in een veilige procedure wilt aanmelden lijst van gebruikers die moeten worden ingesteld (medewerkers die diensten van de Forum 5050 mogen gebruiken) met naam, afdelingen en interne nummers die u aan die gebruikers wilt toewijzen voor de Internet-toegang: toegangsdata van de Internet Service Providers Gegevens waarover u bij de eerste configuratie niet beschikt, kan u ook op een later tijdstip invoeren. Configuratie

144 142 Forum 5050 configureren Webconsole oproepen 1. Roep uw Webbrowser op. Geef in het invoerveld Adres het IP-adres van de Forum 5050 in. 2. De Webconsole van de Forum 5050 wordt opgeroepen. Stel om te beginnen in, in welk land u de Forum 5050 gebruikt en in welke taal de Webconsole moet worden weergegeven. Forum 5050: Login-dialoog 3. Om met de configuratie te kunnen beginnen, moet u zich aanmelden. Voor de eerste configuratie geeft u in: Gebruikersnaam: Administrator Paswoord: bij de eerste configuratie laat u dit veld open. 4. Bevestig met OK. Forum 5050: eerste toegangsdialoog Configuratie

145 Forum 5050 configureren De software opent een eerste toegangsdialoog. Leg een administrator-paswoord vast en registreer het daar. Vul de andere invoervelden ook in. Opmerking: geef altijd een administrator-paswoord, zodat geen andere gebruiker zich ook als administrator (zonder paswoord) kan aanmelden. De administrator heeft omvangrijke configuratierechten die om veiligheidsredenen uitsluitend voor u bestemd zijn. Het administrator-paswoord kan alleen de administrator zelf bekijken en veranderen. Noteer eventueel dit paswoord en bewaar het op een veilige plek. 6. Bevestig uw ingaven met Toepassen. 7. Klik op de Homepage op de knop Configurator. Opmerking: bij de eerste keer in gebruik nemen van de Forum 5050 zijn alle aangesloten toestellen aan de gebruikersgroep Administrators toegewezen. U dient bij de eerste configuratie andere gebruikersgroepen met beperkte bevoegdheden in te stellen en deze aan de toestellen, overeenkomstig de eisen van uw gebruikers, toe te wijzen. Ter ondersteuning van de verdere configuratiestappen kan u de modus Assistent op de beginpagina van de Configurator inschakelen. U kan tevens de instructies in de online-help raadplegen. Opmerking: Als er een geconfigureerde verbinding via een proxyserver bestaat, dient u deze verbinding uit te schakelen. Ga in de Internet Explorer via het menu Extra naar het dialoogvenster Internetopties. Kies het tabblad Verbindingen en schakel bij LAN-instellingen de Proxyserver uit. Tips voor de bediening van de Configurator en over het instellen van Aansluitingen, Gebruikers en Gebruikersgroepen vindt u in de online-help. Klik daarvoor in de menubalk op help of roep via de helpindex een overzicht van de hulpthema s op. Tip: bij de eerste keer in gebruik nemen wordt onder het navigatiebereik vaak een klein geel uitroepteken-symbool weergegeven. Klik op het symbool om opmerkingen over de vereiste configuratiestappen of de toestand van het communicatiesysteem weer te geven. Configuratie

146 144 Forum 5050 configureren Online-help laden De online-help kan in de Configurator worden geladen: 1. Wissel in het menu SYS Configuratie: Componenten. Kies in de keuzelijst de ingave Online help. Klik op Bladeren. 2. Zoek met de bestandskeuze een van de taalspecifieke ZIPbestanden in het tabblad van OLH van de meegeleverde CD uit. Bevestig met Openen. 3. Klik vervolgens op Laden in de online-help om het systeem te transfereren. Let op! Na afsluiting van het laden duurt het nog een paar minuten voor het systeem het getransfereerd bestand geëvalueerd heeft. Configuratie beëindigen 1. Nadat u alle instellingen in de Configurator heeft uitgevoerd, moet u de configuratie opslaan (zie ook Configuratie opslaan en laden vanaf pagina 144). 2. Kies in de bovenste menubalk het commando afmelden. Configuratie opslaan en laden Configuraties worden in een bestandsarchief opgeslagen en kunnen door een aangesloten configuratie-pc ter plekke of per configuratie op afstand in de Forum 5050 geladen worden. De volgende configuratie- en klantengegevens kunnen worden opgeslagen en weer worden geladen: telefonie- en netwerk-parameters gebruikersgegevens telefoonboekingaven LCR-tabellen Houd er rekening mee dat wachtwoorden voor externe point-topoint-lijnen bij het herstellen door middel van een backup van een ander (vreemd) communicatiesysteem uit veiligheidsoverwegingen niet hersteld worden. Meer tips vindt u in de online-help onder het hulpthema SYS Configuratie: Gegevens-backup. Configuratie

147 Forum 5050 configureren 145 Configuratie op afstand De configuratie van de Forum 5050 kan door het Belgacom-servicecenter via een internetverbinding (reverse-ssh-tunnel) veranderd of bijgewerkt worden. Bij aflevering zijn in de Forum 5050 twee oproepnummers van het Belgacom Remote Service Center vooraf ingesteld waaronder een systeembeheerder kan inbellen. Verbinding via internet De verbinding voor de configuratie op afstand wordt indirect via internet gemaakt. Het tot stand brengen van de verbinding wordt met een spraakoproep door een van de van tevoren ingestelde oproepnummers geactiveerd. Tijdens de oproep wordt de verbindingsparameter (IP-adres, sleutel) met behulp van een DTMFreeks verzonden. Vervolgens maakt het communicatiesysteem Forum 5050 een beveiligde SSH-verbinding met een internetserver. Met de bestaande SSH-verbinding kan de omgekeerde verbinding met de Configurator van het communicatiesysteem Forum 5050 gemaakt worden. Voor dit type verbinding gebruik het communicatiesysteem Forum 5050 uw internettoegang. De opbouw van een uitgaande SSH-verbinding via deze internettoegang mag niet geblokkeerd zijn. Door handmatig vrijschakelen van de configuratie op afstand kan de DTMF-reeks voor de volgende spraakoproep worden verzonden. In de Configurator kan u op de menupagina TEL Configuratie: Systeem: Remote service oproepnummers voor de configuratie op afstand toevoegen. Schakel voor de gewenste oproepnummers de optie IP in. Opmerking: schakel bovendien het gewenste type verbinding direct in op de menupagina TEL Configuratie: Systeem: Remote service. Configuratie

148 146 Forum 5050 configureren Handmatig vrijschakelen Met de volgende kengetalprocedure kan de toegang voor de configuratie op afstand vrijgeschakeld en weer geblokkeerd worden. Deze kengetalprocedure kan op een standaardtoestel of op een systeemtelefoon worden ingegeven: Configuratie op afstand aan H * 1 9 * Z (systeem-pin) # Configuratie op afstand uit H # 1 9 # Let op! De systeem-pin is bij aflevering vooraf op 0000 ingesteld en moet beslist door de systeembeheerder worden veranderd om ongewenst onderhoud op afstand te voorkomen. Om ervoor te zorgen dat de systeembeheerder zich bij de Forum 5050 kan aanmelden, moet u hem een gebruikersnaam en een login-paswoord meedelen. Het ligt voor de hand om hiervoor een gebruiker Service in te stellen die aan de gebruikersgroep Administrators is toegewezen. Via de configuratie op afstand kunnen alle instellingen van de Forum 5050 (met uitzondering van de systeem-pin) veranderd of geactualiseerd worden. Toegang tot de gebruikersinterface van het pc-systeem is niet mogelijk. Instellingen in het Netwerk menu van de Configurator dient u om veiligheidsredenen alleen ter plekke te veranderen om verkeerde functies of storingen in het klanten-lan (bv. door IPadresconflicten) te voorkomen. Gedwongen afmelding van een andere gebruiker door de administrator Als de gebruiker Administrator zich aanmeldt terwijl er reeds een andere gebruiker aangemeld is die ook administratierechten heeft, kan de administrator deze gebruiker afmelden om daarna zelf te kunnen configureren. Deze functie kan bv. worden gebruikt bij teleconfiguratie, als een gebruiker de afmelding vergeten heeft. Configuratie

149 Forum 5050 en netwerken 147 Om een gebruiker gedwongen af te melden: 1. De gebruiker Administrator meldt zich aan met het administrator-wachtwoord. 2. Hij opent de Configurator. Een melding geeft aan welke gebruiker het systeem momenteel configureert. 3. De administrator klikt op de knop Overnemen van de configuratiebevoegdheden. De andere gebruiker kan nu geen wijzigingen meer aanbrengen aan de configuratie. Forum 5050 en netwerken Een van de uitstekende eigenschappen van de Forum 5050 is de integratie van telefoneren en PC-netwerken. Als de Forum 5050 via een PC-netwerk (LAN, Local Area Network) met een op de juiste wijze geconfigureerde terminal is verbonden kan u de netwerkeigenschappen van de Forum 5050 vanaf die PC gebruiken. Per Webbrowser heeft u dan toegang tot: de configurator van de Forum 5050, het beheer van de kosten, de Forum CTI, waarmee telefoniefuncties ook via de PC bediend kunnen worden, het centrale telefoonboek van de Forum 5050, uw persoonlijke telefoonboek en (indien de variant voor meerdere firma s geactiveerd is) op het firmatelefoonboek. Configuratie

150 148 Inleiding TCP/IP Inleiding TCP/IP In een LAN kunnen voor de gegevensoverdracht verschillende protocollen worden gebruikt. De verbinding tussen een terminal en de Forum 5050 gebeurt via het in het Internet gebruikte protocol IP respectief TCP/IP. IP kan op dezelfde netwerkkabels naast andere protocollen (bv. NetBEUI, AppleTalk of IPX/SPX) worden doorgegeven. Ieder toestel dat deelneemt aan de gegevensoverdracht met het protocol IP heeft een eenduidig IP-adres nodig. Dat IP-adres bestaat uit 4 getallen van 0 tot 255, die door een punt van elkaar zijn gescheiden. Voor de automatische toewijzing van een IPadres aan een toestel zorgen de aanvullende protocollen DHCP en PPP. In een klasse-c-netwerk worden IP-adressen gebruikt waarbij de eerste 3 getallen overeenkomen en het laatste getal specifiek voor een bepaald toestel in het LAN is. In het Internet worden wereldwijd eenduidige IP-adressen gebruikt die door een organisatie worden toegekend. In een LAN kan u IP-adressen gebruiken die niet wereldwijd eenduidig hoeven te zijn: IP-bereik Gebruikelijk netmasker Commentaar kleine netwerken middelgrote netwerken groot netwerk Met IP kunnen verbindingen via een of meerdere tussenstations worden opgebouwd. Of het verschil maakt dat het verbonden toestel direct of via een tussenstation kan worden bereikt, wordt bepaald door het netmasker. Het netmask voor een klasse-c-netwerk luidt Als het IP-adres van een verbinding niet bij het netmask past, wordt de verbinding via het standaardtussenstation (default gateway) opgebouwd. Als een toestel meerdere communicatiekanalen naar verschillende tussenstations kent, spreekt men van een router. Configuratie

151 Inleiding TCP/IP 149 Via het Domain Name systeem (DNS) kan eenduidige DNS-naam in een IP-adres worden vertaald. DNS is een hiërarchisch georganiseerde, wereldwijd verdeelde databank. Een DNS-server kan via de namen en IP-adressen informatie geven over dat waar hij verantwoordelijk voor is. Voor alle andere informatie neemt een DNS-server contact op met andere DNS-servers. Voor elke verbindingsopname vanuit een terminal kan u een IP-adres aangeven, of u geeft een naam aan die door een DNS-server in een IPadres wordt veranderd. LAN-instellingen bij levering Bij levering en in de basisinstelling is de volgende IP-adresconfiguratie actief: Beschrijving DHCP-server DHCP-adressen in het LAN Via DHCP toegewezen netmasker Via DHCP toegewezen gateway Via DHCP toegewezen DNSserver Via DHCP toegewezen timeserver Via DHCP toegewezen domeinnaam Instelling Actief in de modus gereserveerde adressenverstrekking t/m IP-adres van de pc IP-adres van de pc IP-adres van de pc Leeg Configuratie

152 150 Inleiding TCP/IP Kengetallen voor IP-configuratie Voor het geval dat de IP-configuratie van de Forum 5050 moet worden veranderd, kan u deze basisinstellingen ook d.m.v. een kengetalprocedure uitvoeren. De ingave kan op analoge telefoons, ISDN-telefoons en systeemtelefoons plaatsvinden. IP-adres instellen H *182 Z (systeem-pin) * Z (www) * Z (xxx) * Z (yyy) * Z (zzz) # NET-masker instellen H * 183 Z (systeem-pin) * Z (www) * Z (xxx) * Z (yyy) * Z (zzz) # Voorbeeld Voer het volgende in: H* *192*168*99*254# Start het systeem indien nodig opnieuw met de volgende procedure: Heropstarten H * Z (systeem-pin) # Gebruikt het PIN dat u bij in het dialoogvenster bij de eerste toegang hebt ingevoerd. Bij levering is het systeem-pin accounts en berichten Een van de belangrijkste diensten op Internet is . s worden in afzonderlijke -accounts voorlopig opgeslagen op een mail-server. Met de Forum 5050 kan u voor elk op de Forum 5050 geconfigureerd user account een of meer accounts vastleggen, die in regelmatige afstanden worden opgevraagd. Als er nieuwe berichten in een -account zijn aangekomen wordt de in het user account van de Forum 5050 aangemelde gebruiker via zijn systeemtelefoon daarover geïnformeerd, als dat in de Forum 5050 zo geconfigureerd is. Aan de systeemtoestellen Forum IPhone 525 / 535 en Forum Free 566 / 576 / 586 kan ook Configuratie

153 Eigen wachtmuziekbestanden aanmaken 151 informatie zoals afzender of onderwerp van de worden weergegeven. -accounts worden in de Configurator, menu Gebruikersmanager: conto's gecreëerd. Systeemmeldingen als ontvangen Belangrijke evenementen en fouten houdt de Forum 5050 bij in een intern logboek, het storingsgeheugen. Om de systeembeheerder te informeren of te alarmeren, kunnen ingaven in het logboek (systeemmeldingen) via worden verstuurd. Om niet elke fout te melden, kan de administrator filters instellen (in de Configurator, menu LOG Configuratie: Filter). Deze filters leggen vast welke fouten (categorie, zwaarte, aantal binnen het tijdsinterval) moeten worden gemeld. De s bevatten altijd een intern evenement- of foutnummer en een korte verklaring van de melding in het Engels. Bovendien worden bijkomende parameters vermeld (zoals bv. het poortnummer bij uitval van een netlijn). De mail-account voor deze dienst (Conto voor LOG Filter) wordt ingesteld in de Configurator, menu Netwerk: . Eigen wachtmuziekbestanden aanmaken In de Forum 5050 is voor wachtmuziek (Music on Hold) een interne wachtmuziek aanwezig. Op de product-cd van de Forum 5050 vindt u meerdere bestanden voor wachtmuziek met verschillende volumes, waarvan u er desgewenst eentje kan toevoegen. Het bestandsformaat voor wachtmuziek die kan worden toegevoegd is *.wav. U kan ook eigen wachtmuziek in een *.wavbestand opslaan en in de Forum 5050 laden. Configuratie

154 152 Eigen wachtmuziekbestanden aanmaken Als u gebruik maakt van een Windows-besturingssysteem kan u voor het aanmaken van een eigen wachtmuziekbestand het programma Sound Recorder gebruiken. U vindt dit programma normaalgesproken in de Windows-map Multimedia. Het wachtmuziekbestand moet gecodeerd zijn conform CCITT, A- Law met Hz, 8 bit mono. Deze voor de Forum 5050 noodzakelijke codering stelt u in de Sound Recorder bij het opslaan van het bestand onder Format (CCITT, A-Law) en Attributes (8.000 Hz, 8 bit mono) in. De maximaal toegelaten grootte voor MoHbestanden bedraagt 640 KB (ca. 80 sec. speelduur). Als er een groter bestand wordt geladen, wordt dit afgehakt en dus ook slechts 80 seconden lang afgespeeld. De speelduur kan worden verdeeld over max. vijf bestanden. Deze bestanden kunnen worden gebruikt voor verschillende firma s of voor interne en externe gesprekken. Opmerking: als het programma Sound Recorder of de passende codec op uw Windows-besturingssysteem niet aanwezig zijn, moet u deze componenten alsnog vanaf uw Windows-CD installeren. Uw bestand voor wachtmuziek laadt u in de Configurator van de webconsole in het menu SYS Configuratie: Componenten. Opmerking: let er bij het aanmaken van een eigen wachtmuziekbestand op dat er voor het gebruik van andermans melodieën eventueel rechten moeten worden afgedragen (bv. GEMArechten in Duitsland en Buma/Stemra-rechten in Nederland). De samen met Forum 5050 geleverde wachtmuziekbestanden zijn kosteloos. Configuratie

155 153 Voice over IP (VoIP) Met het begrip Voice over IP wordt in het algemeen het gebruik van op het IP steunende netwerken bedoeld voor telefonie. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen twee soorten VoIP: Telefonie over het internet: Biedt goedkope afrekeningsmodellen voor telefoniediensten. Voor de rechtstreekse telefonie via het internet zijn er alleen de kosten voor de data-overdracht. Verschillende gateway-serviceproviders maken een betalende toegang tot het PSTN ( Public Switched Telephone Network ) mogelijk. Naast standaard protocols zoals SIP en H.323 worden er ook eigen protocols gebruikt, bijvoorbeeld in het Skypenetwerk. De kwaliteit van het gesprek en de service zijn vaak onvoorspelbaar, omdat ze afhangen van op de transmissie van data geoptimaliseerde lijnen van verschillende serviceproviders. Telefonie over het intranet: Biedt het gemeenschappelijk gebruik van de beschikbare infrastructuur voor telefonie en datacommunicatie. Speciaal de integratie van twee netwerken tot één enkel communicatienetwerk leidt tot duidelijke besparingsmogelijkheden. Forum 5050 biedt alle eigenschappen van systeemtelefonie, met behulp een op IP steunend protocol. Bovendien kan ook op het intranet het gestandaardiseerde protocol SIP worden gebruikt. De controle over de gebruikte dataleidingen maakt een precies gedefinieerde gespreks- en dienstkwaliteit mogelijk. VoIP-Telefonie over het internet met de biedt de volgende mogelijkheden (zie ook SIP-telefonie vanaf pagina 168): Gebruik van gunstige SIP-kieslijnen via een bestaande internetverbinding Voor de toegang tot het openbare telefoonnet (PSTN) kunt u gebruik maken van de diensten van een SIP-gateway-provider Automatische toepassing (bundeloverloop) van ISDNverbindingen bij uitvallen van de SIP-verbinding of als alle verbindingen zijn bezet Voice over IP (VoIP)

156 154 VoIP-Telefonie over het intranet met Forum 5050 biedt de volgende mogelijkheden: Gebruik van IP-gebaseerde systeemtelefoons en van SIPtelefoons op cat. 5 twisted-pair ethernetleidingen Gebruik van op IP steunende systeemtelefoons en van SIPtelefoons ook via VPN- of WLAN-verbindingen Gebruik van op een pc steunende systeemtelefoons (zgn. softphones ) zonder bijkomende hardwarekosten Gebruik van SIP-compatibele telefoniesoftware (zie ook SIPtelefonie vanaf pagina 168) Het vormen van netwerken met Q.SIG-IP via VPNverbindingen wordt mogelijk (zie ook Netwerken van communicatiesystemen vanaf pagina 213) Bij het tot stand brengen van een DECT over IP-netwerk kunnen de aanwezige ethernetkabels voor het DECT-netwerk worden gebruikt. De DECT-basisstations die speciaal voor dit doeleinde geschikt zijn, kunnen worden beheerd met de webinterface van de Forum 5050 (zie DECT over IP vanaf pagina 192). De integratie van spraak- en datacommunicatie in een intranet maakt bespringen mogelijk, en opent nieuwe mogelijkheden. Toch ontstaan er door het delen van een al beschikbare netwerkinfrastructuur ook conflictmogelijkheden, bijvoorbeeld bij de IP-adresconfiguratie via DHCP (zie voor details Startproces vanaf pagina 183). Plant u dus het gebruik van VoIP over een intranet daarom steeds in samenwerking met de netwerk-verantwoordelijke. Raadpleeg om mogelijke conflicten te vermijden ook de informatie bij Principes vanaf pagina 158. Voice over IP (VoIP)

157 Beknopt overzicht 155 Beknopt overzicht IP-systeemtelefonie Met de Forum 5050 kan u VoIP-systeemtelefonie snel en eenvoudig instellen. 1. Klik op de pagina TEL Configuratie: Toestellen: VoIPtoestellen op Nieuw. Voer het MAC-adres in dat op de subpagina van de aanwezige IP-systeemtelefoon is aangegeven. Selecteer het juiste Type en voer een intern Oproepnummer in. Optional: Geef bij IP-adres een IP-adres op dat nog niet is gebruikt en dat binnen het IP-net van de Forum 5050 ligt. Klik op Toepassen. 2. Sluit de LAN-aansluiting van de IP-systeemtelefoon aan op het LAN. Zorg voor stroomtoevoer via de stekkervoeding. Schakel naar keuze de Power-over-Ethernet-voeding op uw PoEcompatibele switch in of sluit een PoE-injector aan. Opmerking: Gebruik voor het aansluiten van een IPsysteemtelefoon op een lokaal netwerk (LAN, Local Area Network) een afgeschermde CAT-5 Ethernetkabel (STP-kabel, Shielded Twisted Pair-kabel). Externe SIP-lijn Als de Forum 5050 toegang tot het internet heeft, kan u snel en eenvoudig een SIP-kieslijn instellen. 1. Vraag minimaal één SIP-conto aan bij een SIP-operator. 2. Roep in de configurator de pagina TEL Configuratie: Lijnen: SIP operator op. Als u SIP-operator hier nog niet is opgegeven, klikt u op Nieuw. Selecteer anders de reeds geconfigureerde SIP-provider. Voer Naam de Domain (DNSnaam van de SIP-ID) in. Voer het IP-adres van de SIP-server in bij Proxy/Registrar. Voer indien nodig een IP-adres bij STUN Server en de STUN Port in. Deze gegevens krijgt u van uw SIP-operator. Klik op Toepassen 3. Klik op de pagina TEL Configuratie: Lijnen: SIP-lijnen op Nieuw. Schakel Status in en voer onder Naam een naam Voice over IP (VoIP)

158 156 Beknopt overzicht voor het conto in. Selecteer de SIP operator. Voer onder Gebruikersnaam, Paswoord, Oproepnummer en SIP-ID de contogegevens in die u hebt gekregen. Klik op Toepassen. De SIP-ID wordt gebruikt bij de aanmelding bij de SIPoperator. Het Oproepnummer is het externe oproepnummer dat in het openbare telefoonnet geldig is. U kan dat hier opgeven om het beheer te vergemakkelijken. 4. Roep de pagina TEL Configuratie: Lijnen: Route: Nieuw op. Geef bij Naam bijvoorbeeld SIP op, bij Kengetal het cijfer 8 en kies voor Bundel/SIP Lijnen 1 het zojuist gecreëerde SIP-conto. Het SIP-conto kan nu via een bundel met het toewijzingsnummer 8 worden gebruikt. Om standaard via het SIP-conto te telefoneren selecteert u op de pagina TEL Configuratie: Lijnen: Route de route Externe lijn. Selecteer onder Bundel/SIP 1 het SIP-conto dat u zojuist hebt ingesteld. Klik op Toepassen. Opmerking: De menupagina TEL Configuratie: Lijnen wordt alleen weergegeven als u op de ingangspagina van de Configurator de optie Niveau: Expert inschakelt. 5. Controleer op de pagina Systeeminfo: TEL Configuratie: Lijnen of de SIP-verbinding actief is. Controleer bovendien op de pagina SYS Configuratie: Uitbreidingen het aantal SIPlicenties. Controleer de functie door middel van een uitgaande oproep. Wijs het extern geldige oproepnummer van het SIP-conto op de pagina TEL Configuratie: Oproepverdeling: Inkomend toe aan interne oproepnummers. Interne SIP-Telefonie Via LAN aangesloten SIP-telefoons of SIP-telefoniesoftware op LAN-workstations kunnen ook met de worden gebruikt. 1. Roep in de configurator de pagina TEL Configuratie: Toestellen: VoIP-toestellen op. Klik op Nieuw. Kies bij Type de optie SIP en geef een intern Oproepnummer op. Klik op Toepassen. Voice over IP (VoIP)

159 Beknopt overzicht Roep de pagina Gebruikersmanager: Gebruiker op. Ken het nieuwe interne oproepnummer aan een gebruiker toe. Tip: Interne SIP-telefoons kunnen ook door paswoordloze gebruikers worden gebruikt. Als u het oproepnummer van de SIPtelefoons niet aan een gebruiker toekent, kan u op de SIPtelefoon alleen het gebruikersconto Guest creëren. 3. Een interne SIP-telefoon kan met een dynamisch toegewezen IP-adres worden gebruikt. Als de SIP-telefoon bijvoorbeeld over een eigen webinterface beschikt, kan een statisch IPadres praktisch zijn. Klik op de pagina Netwerk: DHCP op Nieuw. Geef het MAC-adres van de SIP-telefoon en een vrij IP-Adres op en klik op Toepassen. 4. Stel de SIP-telefoon of de SIP-telefoniesoftware in. Raadpleeg daarvoor de instelhulp op de pagina TEL Configuratie: Toestellen: VoIP-toestellen. Klik voor het gewenste oproepnummer op (Help) en kies bij Type de bijbehorende hulppagina. Configuratie-dialoogscherm van SIP-telefoniesoftware 5. U kan slechts met een beperkt aantal interne SIP-telefoons tegelijk gesprekken voeren. Het aantal waarvoor er een Voice over IP (VoIP)

160 158 Principes licentie is, kan u op de pagina SYS Configuratie: Uitbreidingen raadplegen. Voor hoevel SIP-telefoons er momenteel een licentie is, kan u op de pagina Systeeminfo: TEL Configuratie: VoIP-toestellen bekijken. Als u op Licenties terugzetten klikt, worden de beschikbare licenties opnieuw verdeeld bij de volgende inkomende of uitgaande oproepen. Principes VoIP maakt de overdracht mogelijk van spraak- en telefoniesignalen via IP ( Internet Protocol ). Na het opbouwen van de verbinding worden er bij het eindapparaat digitale spraakgegevens (PCM-gegevens) verzameld, die daarop in een IP-pakket naar de ontvanger worden gezonden. De PCM-gegevens kunnen bovendien gecomprimeerd zijn, om bandbreedte te besparen. Signaallooptijd en bandbreedte Op IP steunende netwerken zijn over het algemeen niet in staat, een bepaalde minimum bandbreedte en een gedefinieerde signaallooptijd te garanderen. Een synchrone 64 kbit/s-lijn bij ISDN garandeert een vaste data-snelheid, zolang de verbinding bestaat. In een op IP steunend datanetwerk kunnen de datasnelheid en de signaallooptijd variëren. Kort optredende flessenhalzen, of het herhalen van een pakket na het optreden van een fout kunnen daarvan de oorzaak zijn. Terwijl bij het bekijken van een webpagina een korte onderbreking in de orde van enkele seconden in de datastroom niet opvalt, is dit midden in een telefoongesprek bijzonder storend. Een modern intranet biedt gewoonlijk genoeg reserve aan capaciteit en betrouwbaarheid, om VoIP-telefonie in zeer goede kwaliteit mogelijk te maken. Mogelijk kunnen enkele componenten worden geoptimaliseerd, bijvoorbeeld door het plaatsen van een moderne switch, die de TOS-byte van IP-pakketten evalueert, door het vervangen van minder betrouwbare leidingen, of door het gebruik van een gescheiden VLAN voor VoIP. Voice over IP (VoIP)

161 Principes 159 Vertragingstijd en pakketlengte Tussen het registreren van de spraak door de microfoon, en de weergave aan de luidspreker is er altijd een zekere technische vertraging (in het Engels latency ). Spraakgegevens worden altijd gedurende een heel korte tijd vastgelegd, om ze vervolgens in een IP-pakket te kunnen verzenden. Bovendien heeft het IPpakket een zekere looptijd nodig, voor de ontvanger kan beginnen met de weergave ervan. De bijkomend benodigde tijd voor het coderen en het decoderen van de spraakgegevens kan in dit verband worden verwaarloosd. Een IP-pakket bestaat uit protocolgegevens en nuttige informatie. Bij het verzenden van kortere pakketten met spraakgegevens, wordt de verhouding tussen nuttige informatie en protocolgegevens ongunstig, zodat de werkelijk nodige bandbreedte toeneemt. Verstuurt men langere pakketten met spraakgegevens, dan neemt de vertraging toe. De lengte van de pakketten met spraakgegevens moet dus worden aangepast aan de eigenheid van het overdrachtmedium. Indien er een directe ethernet-verbinding bestaat, dan kunnen kortere spraakgegevenspakketten worden gebruikt. Indien voor de overdracht een 64 kbit/s ISDN-leiding wordt gebruikt, dan moeten langere spraakgegevenspakketten worden gebruikt. Bij SIP-telefonie in het internet worden er normaal gesproken langere spraakgegevenspakketten gebruikt. De volgende tabel geeft een overzicht van de bandbreedte, nodig voor een telefonieverbinding, in functie van verschillende parameters. De informatie heeft betrekking op een half duplex-ethernet; voor full duplex-ethernet kunnen de waarden worden gehalveerd. Benodigde bandbreedte (kbit/s) in functie van pakketlengte en codec Pakketlengte (ms) G.711 (niet gecom-primeerd) ,8 68, , , ,12 G.729A ong. 8 kbit/s Voice over IP (VoIP)

162 160 Principes Benodigde bandbreedte (kbit/s) in functie van pakketlengte en codec Pakketlengte (ms) G.711 (niet gecom-primeerd) 60 33, , ,2 G.729A ong. 8 kbit/s Voor het codec G.729 hebt u een licentie nodig waarmee het codec wordt vrijgegeven voor het gebruik (in het menu SYS Configuratie: Uitbreidingen). Spraakkwaliteit De bereikbare spraakkwaliteit hangt af van meerdere factoren. Met de beschikbare configuratie-instellingen kan de overdracht van spraakgegevens worden geoptimaliseerd voor het beschikbare netwerk. Mogelijk is een meting van de kwaliteit van het netwerk daarbij nuttig. De volgende uitvoeringen geven regels voor de spraakkwaliteit met de volgende kwaliteitsstappen: Kwaliteitsstappen voor spraakoverdracht met VoIP Stap Verstaanbaarheid Vergelijkbaar met 1 Zeer goed ISDN 2 Goed DECT 3 Bevredigend GSM 4 Beperkt ontregeld GSM > 4 Niet aannemelijk Geen verbinding Tijdens de opbouw van het gesprek bespreken de betrokken eindapparaten, welke compressie van de spraakgegevens zal worden ingezet ( codec ). Hiermee wordt de te behalen kwaliteit vastgelegd: G.711 A-Law of µ-law (stap 1, niet gecomprimeerd): De audiogegevens van een PCM-kanaal (64 kbit/s) worden 1 op 1 Voice over IP (VoIP)

163 Principes 161 overgenomen. Elk VoIP-eindapparaat moet deze codec ondersteunen. Deze codec kan niet worden gebruikt bij ISDNdataverbindingen. G.729A (Stap 2): Beperking tot ongeveer 8 kbit/s. G (Stap 3): Beperking tot 6,3 kbit/s. G ,3 (Stap 3): Beperking tot 5,3 kbit/s. Door een ongunstige keuze van de lengte van de pakketten neemt de spraakkwaliteit mogelijk af. Voor de toekennen van de stap is niet de duur van de registratie bepalend, maar het aantal bytes van het datapakket: Duur <= 30 ms: optimale overdracht Duur ms: een kwaliteitsstap dalen Duur > 60 ms: twee kwaliteitsstappen dalen Bovendien hangt de bereikbare spraakkwaliteit af van de looptijd van de pakketten en het aantal pakketten dat tussen de betrokken eindapparaten verloren gaat. Deze parameters kunnen worden bepaald met het programma ping. Opmerking: Bij een meting met ping worden de heen- en de terugrichting in de looptijd mee gemeten. Deelt u dus de aangegeven maximale waarde door twee. Pakketlooptijd en verloren pakketten Waarde Waarde Kwaliteitstappen Kwaliteitstappen Looptijd < 50 ms Optimaal Verlies < 1 % Optimaal Looptijd ms Looptijd ms Looptijd ms Looptijd ms Looptijd > 300 ms 0,5 stap dalen Verlies 1-2 % 0,5 stap dalen 1 stap dalen Verlies 2-3 % 1 stap dalen 2 stappen dalen 3 stappen dalen 4 stappen dalen Verlies 3-4 % Verlies 4-6 % Verlies > 6 % 2 stappen dalen 3 stappen dalen 4 stappen dalen Voice over IP (VoIP)

164 162 Principes Optimaliseren Stelt u bij een meting een grote variatie vast in de looptijd, dan kan ook dit leiden tot een afname van de spraakkwaliteit. Dit wijst mogelijk ook op een defecte of overbelaste leiding, omdat er door zendherhalingen mogelijke bitfouten en botsingen ( collisions ) moeten worden gecorrigeerd door de overdragingstechniek. Het is mogelijk, dat in een bestaand stervormig ethernet- netwerk een HUB als centrale verdeler voor ethernet-pakketten werd ingezet. Een HUB herhaalt op alle aangesloten leidingen alle ontvangen ethernet-pakketten. Dit kan leiden tot talloze botsingen, en daardoor tot een grote variatie in de looptijd. Installeert u in dit geval een moderne switch. Het selectief verder zenden van ethernet-pakketten ( Layer 2 Switching ) voorkomt botsingen. Moderne switch-componenten interpreteren bovendien de TOS-byte van IP-pakketten en scheppen daarmee optimale voorwaarden voor VoIP-telefonie. Opmerking: De Forum 5050 maakt gebruik van de TOS-Byte ( Type of Service ) met de waarde 0xB8 voor IP-pakketten met VoIP- informatie. Deze waarde leidt tot Minimize Delay en Maximize Throughput voor de zo onderscheiden IP-pakketten. Opbouwen van gesprekken Voor systeemtelefonie via internet-protocol ( IP ) worden verschillende op IPsteunende protocollen gebruikt (zie ook Startproces vanaf pagina 183). Voor het opstarten van telefoons, het aanmelden en de signalering bestaan er tussen de IP-telefoon en de Forum 5050 meerdere TCP-verbindingen. Gespreksinformatie wordt echter direct tussen de IP-telefoons overgedragen via het protocol RTP ( Realtime Transport Protokoll ). Bij een telefoonverbinding met een normaal toestel of bijvoorbeeld voor signaaltonen worden kanalen op een Media-gateway (MGW) bezet. De MGW zet IP-spraakinformatie om in PCM-datastromen voor conventionele telefonie en vice versa. Daarbij wordt er gespreksinformatie uitgewisseld tussen de IP-telefoon en de gateway. Voice over IP (VoIP)

165 Principes 163 Tip: het omschakelen van de route van de gespreksinformatie kan in beperkte mate tot vertragingen leiden. Voorbeeld: bij de oproepaanname op een IP-telefoon moeten gebruikers van headsets ongeveer een seconde wachten voordat ze beginnen te spreken. Beschikbaare diensten Door de manier waarop bij VoIP gegevens worden gecomprimeerd, zijn bepaalde diensten niet mogelijk via deze verbindingen. Houd hiermee vooral rekening bij verbindingen die u via Q.SIG-IP of SIP wilt opbouwen: ISDN-gegevensdiensten kunnen niet worden gebruikt Faxberichten zijn uitsluitend bij gebruik van de nietgecomprimeerde G.711-codec beperkt mogelijk DTMF-tonen worden alleen met de niet-gecomprimeerde G.711-codec door het corresponderende station geëvalueerd. Als alternatief kunnen DTMF-tonen ook met de internetstandaard RFC 2833/4733 worden verzonden. Voorwaarde daarvoor is dat in de codec-configuratie onder TEL Configuratie: Systeem: VoIP-profiel de codec DTMF (RFC4733) is ingeschakeld. Analoge modems kunnen niet worden gebruikt Tip: configureer voor a/b-aansluitingen de daadwerkelijke toepassing, bijvoorbeeld door de instelling Fax of Data (analoog). Verbindingen van en naar dergelijke a/baansluitingen worden (indien mogelijk) bij voorkeur via nietgecomprimeerde of ISDN-lijnen opgebouwd. VoIP-profielen voor SIP Terwijl het gesprek tot stand wordt gebracht en bij een actieve verbinding kunnen SIP-toestellen met elkaar onderhandelen over de te gebruiken codecs. Daarbij wordt de SIP-signalisatie altijd via het communicatiesysteem Forum 5050 geleid. Nadat er overeenstemming is bereikt over een codec kan de daarop volgende RTPdataverbinding direct tussen de toestellen tot stand worden gebracht. Als er geen directe RTP-dataverbinding tussen de toe- Voice over IP (VoIP)

166 164 Principes stellen mogelijk is, kan het communicatiesysteem Forum 5050 ook als tussenstation voor de media-datastroom dienen ( RTPproxy-functie ). Het onderhandelen over de te gebruiken codecs verloopt volgens het volgende schema: 1. Een van de SIP-toestellen stuurt een lijst met ondersteunde codecs. 2. Het tweede SIP-toestel verwijdert de codecs die niet worden ondersteund uit de lijst en stuurt de opgeschoonde lijst terug naar het eerste SIP-toestel. De vervangen codec-lijsten kunnen door het communicatiesysteem Forum 5050 worden gefilterd, bijvoorbeeld voor de beperking van de bandbreedte aan de hand van het VoIP-profiel dat voor de verbinding of het toestel is ingeschakeld. Houd er rekening mee dat het onderhandelen over ondersteunde codecs ook plaatsvindt bij verbindingen tussen SIP-toestellen en andere toestellen / deelnemers. Zo gebruikt het coproepnummer Forum 5050 bijvoorbeeld een vooringstelde codec-lijst bij een verbinding tussen een SIP-toestel en een TDM-aansluiting: G.711a G.729 (indien mogelijk) RFC4733 DTMF IP-systeemtelefoons of DECT over IP-basisstations doen mee met de codec-onderhandeling met de desbetreffende ingestelde VoIPprofielen. Als er bij het onderhandelen geen gemeenschappelijke audio-codec wordt gevonden en automatische conversie (bijv. G.711 in G.729) niet mogelijk is, kan er geen gespreksverbinding worden gemaakt. Transparante codec-doorschakeling Met de transparante codec-doorschakeling kunnen SIP-toestellen aanvullende codecs gebruiken, ook als de gewenste codec niet of niet direct door het communicatiesysteem Forum 5050 wordt ondersteund. Voorbeelden zijn: G.722 audio-codec voor HQ-audio H.264 video-codec voor beeldoverdracht Voice over IP (VoIP)

167 Principes 165 De transparante codec-doorschakeling wordt zowel voor interne SIP-deelnemers als voor externe SIP-lijnen en in het kader van de telecominstallatie-koppeling met verbindingen via SIP-tie-line ondersteund. Voor een volledig ongefilterde (transparante) codec-onderhandeling dient u een speciaal VoIP-profiel te creëren: 1. Open in de configurator van het communicatiesysteem Forum 5050 de pagina TEL Configuratie: Geavanceerd: VoIP-profiel. 2. Klik op de knop Nieuw om een nieuwe VoIP-profiel te creëren. 3. Schakel de optie Alle Codecs in. Voer een naam in het invoerveld Profielnaam in. Bevestig de instelling met Toepassen. Wijs dit VoIP-profiel toe aan het gewenste SIP-toestel of de gewenste SIP-lijn / SIP-tie-line. Houd er rekening mee dat beperking van de bandbreedte voor toestellen of lijnen met dit VoIPprofiel niet mogelijk is. Dit is bijvoorbeeld geschikt voor SIP-toestellen die in een LAN worden gebruikt. Codec-doorschakeling met beperking van de bandbreedte U kunt een beperking van de bandbreedte met aanvullende VoIPprofielen verrichten door een uitgebreide codec-lijst te gebruiken. De uitgebreide codec-lijst bevat definities voor codecs die worden gebruikt door gangbare SIP-toestellen. De codes in deze lijst zijn bestemd voor gebruik in in VoIP-profielen en worden niet direct door het communicatiesysteem Forum 5050 ondersteund. U kunt een update van de uitgebreide codec-lijst in de vorm van een beschrijvingsbestand in de configurator van het communicatiesysteem Forum 5050 op de pagina SYS Configuratie: Componenten laden. De uitgebreide codec-lijst maakt bovendien deel uit van de backup. Opmerking: de uitgebreide codec-lijst is verkrijgbaar als beschrijvingsbestand van uw Belgacom-agent. Het is niet de bedoeling dat dit bestand wordt bewerkt en dat is daarom ook niet mogelijk. Voice over IP (VoIP)

168 166 Principes Met behulp van de volgende stappen kunt u een VoIP-profiel met uitgebreide codec-vermeldingen creëren: 1. Open in de configurator van het communicatiesysteem Forum 5050 de pagina TEL Configuratie: Geavanceerd: VoIP-profiel. 2. Klik op de knop Codecs. Selecteer op de weergegeven pagina de codecs die bij het definiëren van een VoIP-profiel aangeboden dienen te worden. Bevestig de instelling met Toepassen. De lijst bevat vermeldingen met verschillende klassen ( audio, image, text of video ) en voor een groot aantal vermeldingen een bepaalde bandbreedte-definitie. Vermeldingen die bijzonder geschikt zijn, zijn aangegeven met aanbevolen. 3. Klik op de pagina VoIP-profiel op de knop Nieuw. Voer een naam in het invoerveld Profielnaam in. Definieer in de tien selectievelden de toegestane codecs in aflopende volgorde. Configureer in de voorste selectievelden de gewenste codecs uit de uitgebreide codec-lijst. Sluit de lijst af met een uitwijkselectie, bijvoorbeeld met G.711 A-Law (audio) en DTM (RFC4733) (event). Bevestig de instelling met Toepassen. Wijs dit VoIP-profiel toe aan het gewenste SIP-toestel of de gewenste SIP-lijn / SIP-tie-line. Houd er rekening mee dat bij de codec-onderhandeling codecs die niet in het VoIP-profiel staan er door het communicatiesysteem Forum 5050 worden uitgefilterd. Voice Activity Detection (VAD) U kan de codec-configuratie onder TEL Configuratie: Systeem: VoIP-profiel wijzigen. Daarbij is het mogelijk om voor één of meerdere codecs de optie Voice Activity Detection in te schakelen. Als deze optie geactiveerd is, worden spreekpauzes vervangen door lege pakketten. Deze kunnen bij comprimerende codecs beter worden gecomprimeerd, waardoor de vereiste bandbreedte daalt. Deze optie moet zijn uitgeschakeld als u het profiel aan een SIP-lijn wilt toekennen en u de G.711-codec hebt ingesteld. Voice over IP (VoIP)

169 Media-gateway (MGW) 167 Opmerking: Als u het VoIP-profiel aan een IP-systeemtelefoon Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 wilt toewijzen, moet de optie Voice Activity Detection voor alle gebruikte codecs gedeactiveerd zijn. Media-gateway (MGW) De media-gateway zet VoIP-spraakgegevens om in PCM-audiogegevens. Met deze functie worden spraakgegevens tussen VoIPtelefoons en alle andere soorten eindapparaten geconverteerd. Zonder media-gateway kunnen VoIP-telefoons alleen met andere VoIP-telefoons gespreksinformatie uitwisselen. Ook voor het produceren van signaaltonen en een uitgaand gesprek met een VoIPtelefoon is de media-gatewayfunctie vereist. Het aantal media-gatewaykanalen van het communicatiesysteem Forum 5050 wordt beperkt door de prestaties die de server-pc kan leveren. Daarom kunt u bij het installeren van het communicatiesysteem Forum 5050 definiëren welke van de aanwezige CPU-kernen er voor deze zware taak door het RTP-serviceprogramma worden gebruikt. Als u een of meer gateways gebruikt, wordt de media-gateway hier uitgevoerd met minstens één interfacekaart Forum 550 Media Gateway Card. Een media-gatewaykaart stelt 16 kanalen ter beschikking. Per maximaal 3 eindapparaten moet er een media-gatewaykanaal ter beschikking staan. Voice over IP (VoIP)

170 168 SIP-telefonie SIP-telefonie Met het internetprotocol SIP (Session Initiation Protocol) kan u gunstig en gestandaardiseerd via op IP gebaseerde netwerken telefoneren. Met de kan u externe SIP-telefoonverbindingen ( SIP-kieslijnen ) gebruiken. Het communicatiesysteem Forum 5050 ondersteunt het creëren van zowel standaard-sip-lijnen met ieder één oproepnummer als van DDI-compatibele SIP- DDI-lijnen met stamoproepnummer en doorkiesnummer. Bovendien worden interne SIP-deelnemers, zoals SIP-telefoons en SIP-telefoniesoftware, ondersteund (zie ook Beknopt overzicht: Externe SIP-lijn vanaf pagina 155 en Interne SIP-Telefonie vanaf pagina 156). Externe SIP-verbindingen Met de bundelconfiguratie in het menu TEL Configuratie: Lijnen: Bundel is het mogelijk om een bundeloverloop in te stellen, zodat bij uitval of volledige benutting van de SIP-verbindingsmogelijkheid automatisch een andere lijn wordt bezet. Bovendien kan u met een ingestelde LCR-voorziening bepaalde oproepnummerbereiken, zoals internationale gesprekken, naar een SIP-verbinding omleiden. Voor SIP-telefonie heeft u bovendien een snelle internetverbinding nodig, bijvoorbeeld via DSL. Normaal gesproken dient u ook gebruik te maken van de diensten van een SIP-operator. Een SIP-operator heeft een speciale server (de SIP-registrar) voor het beheer van verbindingen. De SIP-operator beschikt ook over een gateway naar het normale telefoonnet waarvan u tegen vergoeding gebruik kunt maken. Daarmee maakt de SIP-operator uitgaande oproepen naar het telefoonnet mogelijk. Ook inkomende oproepen uit het telefoonnet kunnen via een SIP-verbinding worden aangenomen. Bij SIP-telefonie wordt ook gebruikgemaakt van de spraaktransmissietechnieken die onder Principes vanaf pagina 158 worden verklaard. Voor SIP-telefonie gelden wel enkele bijzonderheden: Voice over IP (VoIP)

171 SIP-telefonie 169 Voor de identificatie van deelnemers wordt een SIP-ID gebruikt die kenmerken van heeft, bijvoorbeeld of Bij SIP worden oproepnummers altijd in een enkel gegevenspakket overgedragen ( blokkeuze ). Op het toestel kan daarom de cijferkeuze met de hoekjetoets # worden afgesloten. Anders wordt het volledige oproepnummer met behulp van een timer herkend. De waarde voor deze timer kan voor iedere SIP-operator afzonderlijk worden ingesteld. Tip: het communicatiesysteem Forum 5050 kan voor het optimaliseren van blokkiezen een buffergeheugen met de als laatste gekozen oproepnummers aanbieden. Schakel daarvoor de optie Checken voor nummering voor een SIP-lijn of een SIPtie-line-bundel in. Voordat u een SIP-telefoongesprek kan voeren, moet er een aanmelding ( login ) bij de SIP-registrar worden uitgevoerd. Informatie die voor de aanmelding van belang is (gebruikersnaam en paswoord) kan u met de Forum 5050 met één of meerdere SIP-conto s beheren. Met één SIP-conto kunnen er tegelijkertijd meerdere gesprekken worden gevoerd. Via een SIP-lijn vindt voortdurend internet-gegevensverkeer plaats. Gebruik SIP daarom niet bij internetverbindingen die aan de hand van de tijdsduur worden afgerekend. RTP-gespreksinformatie wordt ook bij SIP-telefonie direct uitgewisseld tussen de toestellen. Daarbij kunnen er veschillende codecs voor de zend- en de ontvangstrichting worden gebruikt. Ook dynamisch wisselen van de codec tijdens het gesprek is mogelijk. Om zo mogelijk met alle SIPdeelnemers een directe verbinding te kunnen opbouwen, dient u in het toegepaste VoIP-profiel indien mogelijk iedere beschikbare codec minimaal één keer op te geven. In het internet zijn relatief grote pakkettlengten gebruikelijk om de langere pakketlooptijden te compenseren. Bij de gespreksopbouw wordt er tussen de deelnemers een bidirectionele RTP-datastroom met een dynamisch toegekend UDP-poortnummer gebruikt. Dat heeft tot gevolg dat inkomende RTP-verbindingen vaak belemmerd worden door Voice over IP (VoIP)

172 170 SIP-telefonie een aanwezige firewall- of NAT-configuratie bij het toegepaste internet-gatewayproduct. Das eingesetzte Produkt sollte mit der SIP-Telefonie kompatibel sein. Dergelijke producten hebben bijvoorbeeld een instelling Full Cone NAT voor deze toepassing. Om een afzonderlijke internetverbinding te kunnen gebruiker met meerdere toestellen, worden de in een LAN gebruikte IPadressen (vaak: x.x) met een adresvertaling omgezet naar een IP-adres dat in het internet geldig is ( NAT, Network Address Translation). Voor een inkomende RTPverbindingsopbouw is voor NAT echter nog geen statusinformatie beschikbaar. Om dit probleem te omzeilen, wordt het op internet zichtbare IP-adres van een workstation of telefoon bepaald met behulp van een STUN-server (STUN: Simple Traversal of UDP over NAT). Het IP-adres en poortnummer van de STUN-server kunt u opvragen bij de SIPoperator. Als u geen STUN-server nodig heeft, laat u het invoerveld onder SIP operator leeg. Voor directe SIP-gesprekken kan de Forum 5050 alleen contact opnemen met SIP-ID s die cijferreeksen in de deelnemeridentificatie hebben, die bij de ingestelde SIPoperator zijn geregistreerd. Een externe SIP-verbinding kan u in het menu TEL Configuratie: Lijnen: Route in de routeconfiguratie integreren. Met een providerregel kan bj voorkeur een bepaald oproepnummerbereik via SIP-telefonie worden gevoerd (zie ook Netwerken van communicatiesystemen, onder Configuratie vanaf pagina 223). SIP-verbindingen kunt u in de Configurator op de pagina s TEL Configuratie: Lijnen: SIP-operator en TEL Configuratie: Lijnen: SIP-lijnen instellen. Onder SIP-operator kunt u de technische eigenschappen voor een bepaalde SIP-operator instellen, bijvoorbeeld de IP-adressen voor de registrar en de STUNserver. Onder SIP-lijnen stelt u de aanmeldinformatie voor een bestaand SIP-conto in, bijvoorbeeld gebruikersnaam, paswoord, toegewezen oproepnummer en het maximale aantal gespreksverbindingen dat tegelijkertijd mogelijk is. Voor DDI-compatibele SIP-DDI-lijnen kunt u desgewenst aanvullende instellingen verrichten op de pagina TEL Configuratie: Lij- Voice over IP (VoIP)

173 SIP-telefonie 171 nen: SIP-operator. De toewijzing van doorkiesnummers en interne deelnemers kunt u instellen onder TEL Configuratie: Oproepverdeling (Inkomend DDI of Uitgaand DDI). Raadpleeg de toelichting op deze pagina's in de online-help. Bovendien is de toewijzing van doorkiesnummers met behulp van tijdelijke aanduidingen ( wildcards ) mogelijk. Nadere verklaringen hiervoor vindt u in de online-help onder het trefwoord Mapping van oproepnummers. Interne SIP-deelnemers De stelt als SIP-server telefonie-centralediensten aan interne SIP-deelnemers ter beschikking. Via LAN aangesloten SIP-telefoons of op workstations geïnstalleerde SIP-programma s kunnen daarmee verbindingen met alle andere op de Forum 5050 aangesloten toestellen of lijnen tot stand brengen. Licentietoekenning Het aantal mogelijke SIP-deelnemers hangt af van de licentie die is aangeschaft. Om ervoor te zorgen dat u de beschikbare licentieplaatsen zo flexibel mogelijk kan gebruiken, wordt de licentietoekenning dynamisch als floating licence verricht. U kan onder een gebruiker/paswoord-combinatie ( SIP-aanmelding ) meerdere SIP-deelnemers op hetzelfde oproepnummer voeren. Slechts iedere nieuwe SIP-aanmelding bezet een licentieplaats. De technische aanmeldingsprocedure van een SIP-deelnemer met geldige gebruikersnaam en correct paswoord slaagt altijd. Pas als er een gesprek tot stand komt, wordt er geprobeerd om bij de SIP-aanmelding een licentieplaats te krijgen. Als alle licenties op dat moment zijn bezet, kan de SIP-deelnemer uitsluitend alarmnummers bellen. Opmerking: Als de technische aanmelding door een verkeerde gebruikersnaam of een verkeerd paswoord mislukt, kan de SIPdeelnemer geen verbindingen (ook niet naar een alarmnummer) tot stand brengen. Als een SIP-deelnemer zich afmeldt, bijvoorbeeld bij het afsluiten van het programma, wordt de bijbehorende licentieplaats onmiddellijk vrij. Een licentieplaats wordt ook vrij als de regelmatige statusopvraag van IP-deelnemer niet meer plaatsvindt. De timer voor de automatische afmelding wordt bepaald door het bij Voice over IP (VoIP)

174 172 SIP-telefonie TEL Configuratie: Toestellen: VoIP-toestellen toegekende Profiel. De timer-instelling (Keepalive) vindt u op de pagina TEL Configuratie: Systeem: VoIP-profiel. Gedetailleerde informatie over de actuele licentietoekenning en over aangemelde SIP-deelnemers vindt u op de pagina Systeeminfo: TEL Configuratie: VoIP-toestellen. Op deze pagina kan u de licentietoekenning op elk moment opnieuw opstarten door op Licenties terugzetten te klikken. Technische opmerkingen De benaming van instellingen is bij verschillende SIP-telefoons en SIP-programma s helaas niet uniform. Raadpleeg daarom de (Help) op de pagina TEL Configuratie: Toestellen: VoIP-toestellen en de volgende instructies bij het instellen van SIP-deelnemers: Het SIP-bericht REGISTER moet naar het IP-adres van de Forum 5050 met gebruikmaking van de doelpoort 5060 worden verzonden. Deze instelling vindt u bij SIP-deelnemers vaak bij SIP Server of SIP Settings met de aanduiding Domain, Server IP en Server Port. Het SIP-bericht REGISTER moet een geldige gebruikersnaam en het bijpassende paswoord bevatten (in de Configurator bij Gebruikersmanager: Gebruiker de velden Gebruikersnaam en Paswoord). Deze instelling vindt u bij SIP-deelnemers vaak bij SIP User Settings of SIP Account met de aanduidingen Authorization User en Password. Het SIP-bericht REGISTER bevat bovendien een SIP-URI in de schrijfwijze voor adressen, bijvoorbeeld "display name" <sip:123@ >. Het tekstgedeelte van de SIP-URI ( display name ) wordt niet bij de aanmelding van de Forum 5050 betrokken. De tekenreeks voor is de User Name of SIP Username. Hier dient altijd het interne oproepnummer van de gebruiker te worden opgegeven (in de Configurator bij Gebruikersmanager: Gebruiker het veld Oprn). De tekenreeks na is de Domain Name of het SIP Domain. Hier moet altijd het IP-adres van de Forum 5050 worden opgegeven. Voice over IP (VoIP)

175 SIP-telefonie 173 Een STUN-server (Simple Traversal of UDP over NAT) of een SIP-proxy zijn niet nodig, aangezien interne SIP-deelnemers in het LAN normaal gesproken direct met de Forum 5050 zijn verbonden. U dient deze functies indien mogelijk uit te schakelen. Met een SIP-toestel kan u een internationaal oproepnummer met plus-teken ervoor invoeren. Bij het invoeren van een oproepnummer in het E.123-formaat wordt het plus-teken vervangen door de nummerreeks 00 en wordt voor die oproep de spontane lijnbezetting via de actuele standaardroute ingeschakeld. Als u dit oproepnummerformaat bij voorkeur gebruikt, dient u de internationale oproepnummerconversie in te schakelen (zie E.164 conversie vanaf pagina 227). Eigenschappen SIP-deelnemers kunnen gespreksverbindingen tot stand brengen met alle andere eindtoestellen en lijnen. Het protocol SIP werkt normaal gesproken met blokkeuze. Daarom wordt bij het kiezen het oproepnummer pas na afloop van een timer of direct met de hekjetoets ( # ) geactiveerd. Om die reden kunnen er alleen kengetalprocedures zonder hekjetoets en kengetalprocedures met aan het einde een hekje worden gebruikt. Een overzicht van de bruikbare kengetalprocedures vindt u in de configurator op de pagina Systeeminfo: Kengetallen. Schakel in de selectie SIPtoestellen in. Raadpleeg tevens de bijbehorende instructies in de handleiding Forum 500 / Forum 5000 Standaardtoestellen. Behalve kengetalprocedures kunnen SIP-deelnemers ook een serie functionele eigenschappen gebruiken die met behulp van het SIP-protocol worden verwezenlijkt. Afwijkend van de gebruikelijke procedure op internet is de Forum 5050 altijd het eindpunt voor alle SIP-verbindingen. Zodoende kunnen SIP-deelnemers eigenschappen van de Forum 5050 gebruiken. Directe uitwisseling van Voice over IP (VoIP)

176 174 SIP-telefonie gegevens tussen twee SIP-deelnemers is derhalve niet mogelijk. De volgende tabel bevat de mogelijke eigenschappen. Eigenschappen Inkomende en uitgaande oproepen met weergave oproepnummer (CLIP) Parallele oproep van meerdere SIPdeelnemers Ruggespraak, makelen, aankloppen, conferentie met drie bellers, afwijzen Doorschakelen van gesprekken Blind Transfer Keypad als INFO - bericht Opmerkingen Een SIP-telefoon heeft voor CLIP een display voor oproepnummers nodig. De SIP-deelnemers moeten met dezelfde gebruikersidentificatie zijn aangemeld. De bedieningsmogelijkheid c.q. eigenschap moet op de SIP-telefoon of in de SIP-software aanwezig zijn. Voor en tijdens het gesprek; de bedieningsmogelijkheid moet aanwezig zijn. Alleen SIP: doorschakelen van een inkomende oproep zonder opnemen; de eigenschap moet door de SIPtelefoon of de SIP-software worden ondersteund. DTMF-tonen kunnen via comprimerende codecs niet veilig inband worden overgedragen. De digitale out-band -overdracht als SIP-bericht INFO of RFC 2833/4733 wordt ondersteund. Deze eigenschap moet bij een SIP-telefoon of in de SIP-software aanwezig en ingeschakeld zijn. Voice over IP (VoIP)

177 SIP-telefonie 175 SIP-telefoons Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 U kan met het communicatiesysteem Forum 5050 gebruik maken van de SIP-systeemtelefoons Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545. De firmware van het communicatiesysteem beschikt al over de bijpassende firmwarebestanden voor de volgende SIP-telefoons: Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 SIP-telefoons Model Forum IPhone 512 Forum IPhone 545 Beknopte beschrijving Basisuitvoering, display met 3 regels, 8 programmeerbare toetsen, 2 lijntoetsen, voeding met 802.3af (PoE), twee ethernetpoorten voor pc en LAN, aparte 48 volt-stekkeradapter verkrijgbaar Premium-uitvoering met grafisch touchscreen-display, voeding met 802.3af (PoE), twee Gigabitethernetpoorten voor pc en LAN, 11 softkeys van 5 niveaus, 3 lijntoetsen, maximaal 3 toetsmodules met functietoetsen of 3 toetsmodules met softkeys De SIP-telefoons Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 bieden behalve VoIP-telefonie extra functies van de systeemtelefonie, die u met behulp van de webconfigurator op een makkelijke en veilige manier kan instellen. Alle Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 SIP-telefoons ondersteunen de codec G.711 (a-law en µ-law), de codec G.729 en de DTMF-overdracht volgens RFC De algemene inbedrijfstelling wordt in de Configurator van het communicatiesysteem Forum 5050 met de volgende stappen verricht: 1. Schakel onder SYS Configuratie: Uitbreidingen de systeemtoestellen in. 2. Voeg bij TEL Configuratie: Toestellen: VoIP-toestellen een nieuwe ingave toe. Voer een oproepnummer in en zet het type telefoon op Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545. Voer naar keuze het MAC-adres en het IP-adres van de Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 in (zie Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 DHCP vanaf pagina 178) Voice over IP (VoIP)

178 176 SIP-telefonie Opmerking: Als u het VoIP-profiel aan een SIP-systemtelefoon Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 wilt toewijzen, moet de optie Voice Activity Detection voor alle gebruikte codecs gedeactiveerd zijn. 3. Configureer onder TEL Configuratie: Toestellen: Systeemtoestellen de algemene instellingen, programmeerbare toetsen en softkeys voor de Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 (zie Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 instellen vanaf pagina 177). 4. Sluit de Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 aan op uw netwerk en breng de stroomtoevoer tot stand. Voor details daarover dient u de installatiehandleiding te raadplegen die wordt meegeleverd met de Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545. Als de Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 nog in de leveringstoestand verkeert, wordt er bij het opstarten een IP-adresconfiguratie opgevraagd door de DHCP-server van het communicatiesysteem Forum Als onderdeel van het DHCP-antwoord worden het IP-adres en de laaddirectory van de Forum TFTP-Servers overgezonden. De Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 kan nu configuratiebestanden van de TFTP-server inlezen. Dat zijn onder andere een algemeen configuratiebestand en een toestelspecifiek configuratiebestand voor het opgegeven MAC-adres. Zodoende worden alle instellingen door het communicatiesysteem Forum 5050 overgedragen en worden de systeemtelefonie-uitbreidingen voor de Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 overgedragen. Indien nodig worden tijdens deze procedure ook de in de Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 opgeslagen firmware en de tekstmodules voor diverse talen bijgewerkt. Opmerking: De configuratiebestanden worden in een gecodeerd formaat doorgegeven (bestandsextensie: *.tuz). Voice over IP (VoIP)

179 SIP-telefonie 177 Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 instellen U kan voor elke Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 instellingen verrichten en functietoetsen indelen: 1. Open in de Configurator de menupagina TEL Configuratie: Toestellen: Systeemtoestellen. 2. Kies in de lijst Toestel de toestelingave voor de gewenste Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545. Op de menupagina zijn de actuele configuratie, de indeling van de functietoetsen en een toesteldiagram weergegeven. 3. Klik op de knop Wijzigen om algemene instellingen, zoals de displaytaal, te wijzigen. Bevestig de instelling op de volgende pagina met Toepassen. 4. Al naar gelang het type toestel wordt er een lijst met functietoetsen weergegeven: Programkeys: deze functietoetsen kan u op het toestel voorzien van een papieren strookje met opschrift. Klik op een functietoetstitel om het configuratiedialoogscherm voor die functietoets te openen. Kies onder Type een functie en voer onder Etiket indien gewenst een tekst in. Bevestig de instelling met Toepassen. 5. Om de instellingen naar de Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 te sturen, klikt u op de pagina TEL Configuratie: Toestellen: Systeemtoestellen op de knop Toepassen. De Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 wordt opgestart en neemt daarbij de nieuwe configuratie over. Details van de bediening van de Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 SIP-telefoons alsmede een overzicht van de mogelijke indelingen van de functietoetsen vindt u in de handleiding Forum IPhone 512 en Forum IPhone 545. Voice over IP (VoIP)

180 178 SIP-telefonie Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 DHCP De adres- en toestelconfiguratie wordt met het protocol DHCP van het communicatiesysteem Forum 5050 naar de Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 SIP-telefoon overgedragen. U kan de vereiste adresinstellingen bij het toevoegen van een toestelingave onder TEL Configuratie: Toestellen: VoIPtoestellen op verschillende manieren verrichten: U kan het MAC-adres van de Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 handmatig invoeren. Afhankelijk van de bedrijfsmodus van de DHCP-server kan u ook het IP-adres handmatig invoeren. Zet daartoe onder Netwerk: DHCP de instelling Status op gereserveerde adressenverstrekking. U kan er ook voor kiezen om gebruik te maken van de dynamische toewijzing van het IP-adres door de DHCP-server. Zet daartoe onder Netwerk: DHCP de instelling Status op dynamische adressenverstrekking en zet de selectie voor Toestellen op de instelling Alle of op Enkel met geconfigureerde MAC. U kan met de functie Vereenvoudigde configuratie / Hot- Desking een toestelingave creëren zonder een MAC-adres en IP-adres in te voeren. Als een Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 die nog niet geconfigureerd is, wordt opgestart, verschijnt er een aanmeldingspagina. Een gebruiker kan zijn oproepnummer en gebruikers-pin invoeren en zodoende de toewijzing aan de toestelingave tot stand brengen. Zet daartoe onder Netwerk: DHCP de instelling Status op dynamische adressenverstrekking en zet de selectie voor Toestellen op de instelling Alle of op Enkel met geconfigureerde MAC en alle SIP-systeemtoestellen. Als u beide mogelijkheden tegelijkertijd wilt toepassen, zet u onder Netwerk: DHCP de instelling Status op Dynamische en gereserveerde adressenverstrekking. Als er binnen uw netwerk nog een DHCP-server is, maakt de Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 onderscheid tussen de verschillende DHCP-antwoorden en worden de configuratiebestanden toch bij het communicatiesysteem Forum 5050 opgehaald. Als er conflicten optreden, dient u te voorkomen dat de Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 SIP-telefoons door de vreemde DHCP-server worden geconfigureerd. Configureer bij- Voice over IP (VoIP)

181 SIP-telefonie 179 voorbeeld een uitzonderingsregel voor alle MAC-adressen die met 00:08:5D beginnen. De TFTP-server van het communicatiesysteem Forum 5050 kan tegelijkertijd max. 100 gegevenstransfers verrichten. Om te voorkomen dat de TFTP-server overbelast raakt, bijvoorbeeld nadat de stroom is uitgevallen, wordt er aan overtallige toestellen in eerste instantie geen IP-adres via de DHCP-server toegekend. De toekenning van IP-adressen wordt voortgezet als de TFTP-server geen overbelasting meer weergeeft. Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 Hot- Desking De SIP-telefoons Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 ondersteunen de functie Vereenvoudigde configuratie / Hot-Desking. Met deze functie kan een gebruiker zijn configuratie op een willekeurige Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 van hetzelfde type in werking stellen. Om een Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 voor Hot-Desking voor te bereiden, kan u een functietoets met de functie Afmelden instellen. Als deze functietoets wordt ingedrukt, wordt de op dat moment toegewezen toestelingave als Afgemeld gemarkeerd en wordt de Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 opnieuw opgestart. U herkent afgemelde toestelingaven in de configurator op de pagina TEL Configuratie: Toestellen: VoIPtoestellen aan een ingekorte weergave van het MAC-adres. Na het opnieuw opstarten geeft de afgemelde Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 een aanmeldingspagina weer. Een gebruiker kan nu zijn oproepnummer en gebruikers-pin invoeren. Als er een toestelingave met dit oproepnummer en hetzelfde toesteltype bestaat, wordt de aanmeldingsprocedure voortgezet. Als deze toestelingave momenteel in gebruik is, wordt de desbetreffende verwijderde Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 automatisch afgemeld en wordt daarop op zijn beurt de aanmeldingspagina weergegeven. De nieuwe aangemelde Forum IPhone 512 / Forum IPhone 545 wordt opgestart en krijgt zijn configuratie van de opnieuw toegewezen toestelingave. Opmerking: bij het toevoegen van een toestelingave kan u de optie Afgemeld al inschakelen. Voice over IP (VoIP)

182 180 VoIP-systeemtelefoons VoIP-systeemtelefoons Voor de VoIP-systeemtelefonie staan de volgende telefoons en softwarepakketten ter beschikking: Forum IPhone 525: Deze systeemtelefoon kan met tot drie toetsenblokken (Forum 500 Keypad Paper FP 525 / 535) worden uitgebreid. Forum IPhone 535: Deze systeemtelefoon kan met tot drie toetsenblokken (Forum 500 Keypad Paper FP 525 / 535 of Forum 500 Keypad Display FP 535) worden uitgebreid. Forum IPhone PC: Deze VoIP-softphone biedt de functie van een IP-systeemtelefoon met software die kan lopen onder Windows (zie Forum IPhone PC vanaf pagina 189). De software biedt bovendien een lokale antwoordapparaat-functie en de integratie in CTI-toepassingen. Ook de oudere VoIP-systeemtelefoons Forum IPhone 520 en Forum IPhone 530 kunnen nog worden gebruikt. Bij de Forum IPhone 520- en Forum IPhone 530-toestellen wordt nakiezen per DTMF naar ISDN- of SIP-lijnen niet ondersteund. Eigenschappen apparaat De VoIP-systeemtelefoons hebben de volgende bijzondere eigenschappen: Voor het aansluiten op het ethernet zijn twee als RJ45- stopcontacten uitgevoerde aansluitingen beschikbaar. Beide aansluitingen zijn via een interne switch van de telefoon met elkaar verbonden. De switch ondersteunt 10 Mbit/s of 100 Mbit/s full duplex met prioriteit voor de VoIP-dataoverdracht. LAN-aansluiting: Dient voor het verbinden van de telefoon met de LAN. Gebruikt u een niet-gekruiste RJ45-patchkabel voor de verbinding met een hub of switch. PC-aansluiting: Dient voor het verbinden van de telefoon met de pc op de werkplaats. Gebruikt u een niet-gekruiste RJ45-patchkabel voor de verbinding met de netwerkaansluiting van de pc. Voice over IP (VoIP)

183 VoIP-systeemtelefoons 181 De voeding van de VoIP-systeemtelefoons gebeurt via een bijkomende netadapter. Eventueel is ook voeding mogelijk via de ethernet-leiding ( PoE/Power over Ethernet ). PoE vereist speciale apparaten voor de toevoer van de voedingsspanning en een volledige bedrade RJ45- aansluitkabel. VoIP-systeemtelefoons bieden bovendien de mogelijkheid tot het aansluiten van een standaard-headset met een RJ45- stekker conform de DHSG-standaard. De verschillende tonen worden bij VoIP-systeemtelefoons door de telefoon zelf opgewekt. DTMF-kiestonen en Music on Hold worden aangeleverd door de mediagateway-functie. Een VoIP-systeemtelefoon kan ook zonder continu verbinding met het communicatiesysteem worden gebruikt, bijvoorbeeld via een On Demand RAS-verbinding. Signalisatiegegevens voor de sturing van het gesprek, gespreksgegevens bij conferentiegesprekken met drie, verbindingen met gewone eindapparaten en externe verbindingen worden tussen de VoIP-systeemtelefoon en het communicatiesysteem uitgewisseld. Bij een gesprek tussen twee VoIP-systeemtelefoons worden de gespreksgegevens rechtstreeks tussen de beide VoIP-systeemtelefoons uitgewisseld. Tijdens het opstartproces van het apparaat worden de IPadresconfiguratie en de software voor het apparaat opgevraagd via netwerkprotocollen DHCP en TFTP. Een VoIP-systeemtelefoon installeren De VoIP-systeemtelefoons Forum IPhone 525 en Forum IPhone 535 krijgen de benodigde IP-adresconfiguratie en de bedrijfssoftware via de IP-protocollen DHCP, BOOTP en TFTP. Nadat de voeding er is, wordt de in het apparaat voorhanden lader opgestart, die het verdere opstartproces zal gaan beheren. In het standaardgeval spreekt dit proces de geïntegreerde DHCPserver van de Forum 5050 aan, zodat het opstarten zonder problemen verloopt. Gaat u te werk als volgt om een nieuwe VoIPsysteemtelefoon aan te melden: Voice over IP (VoIP)

184 182 VoIP-systeemtelefoons 1. Verwijderd u voorlopig de ethernet-aansluiting van de VoIPsysteemtelefoon. Zorgt u dat de VoIP-systeemtelefoon voedingsspanning ontvangt. Noteert u het op het display zichtbare MAC-adres, bijvoorbeeld MAC: 00:30:42:00:00:00. Neem de voedingsspanning weg. 2. Gaat u in de Configurator naar de pagina TEL Configuratie: Toestellen: VoIP-toestellen. Klik op de knop Nieuw. 3. Kiest u het Type van de VoIP-systeemtelefoon, en voert u het genoteerde MAC-adres in. Kent u een Naam en een Oproepnummer toe. Bevestig met Toepassen. 4. Verbindt u de ethernet-aansluiting met de RJ45-aansluiting van de VoIP-systeemtelefoon. Sluit de voeding terug aan. Controleert u het correct opstarten aan de hand van de informatie op het display. DHCP-servers in de LAN Indien er binnen een LAN al een DHCP-server wordt gebruikt voor de configuratie van de werkstations, dan bestaan er verschillende mogelijkheden om de DHCP-, BOOTP- en TFTP-aanvragen van de VoIP-systeemtelefoons correct te beantwoorden. Hier wordt een naar verhouding gemakkelijke werkwijze beschreven. 1. Configureert u de DHCP-server van de LAN zodanig dat de DHCP-vraag van de VoIP-systeemtelefoons wordt genegeerd. Met een Linux DHCP-serverprogramma bijvoorbeeld moet u deze regels opnemen in het systeembestand /etc/ dhcpd.conf : group { deny booting; host { hardware ethernet 00:30:42:00:11:22; } } Vergelijkbare opties bestaan er voor elk DHCPserviceprogramma. Mogelijk moet u voor elke VoIPsysteemtelefoon een vrij IP-adres reserveren. Nadere informatie vindt u in de online-hulp, of in het handboek van Voice over IP (VoIP)

185 VoIP-systeemtelefoons 183 het gebruikte DHCP-serviceprogramma. Het MAC-adres van alle VoIP-systeemtelefoons begint met 00:30: Configureert u de DHCP-server van de Forum 5050 voor het toekennen van statische IP-adressen. Gaat u in de Configurator naar de pagina Netwerk: DHCP. Klik op de knop Wijzigen. 3. Kiest u onder Status voor de optie gereserveerde adressenverstrekking. Bevestig met Toepassen. U ziet terug de pagina DHCP. 4. Neemt u nu alle geconfigureerde VoIP-systeemtelefoons op in de lijst met statische IP-adressen. Klik op de knop Nieuw. 5. Voert u het IP-Adres en het MAC-adres van de VoIPsysteemtelefoon in. Vult u het met het DHCPserviceprogramma gereserveerde IP-adres in. Bevestig met Toepassen. Start aansluitend de Forum 5050 en alle aangesloten VoIPsysteemtelefoons opnieuw op. Tip: De configuratie van meerdere VoIP-toestellen kan door de dynamische IP-adrestoewijzing vereenvoudigd worden. Startproces In speciale gevallen kan het nuttig blijken het startproces van een VoIP-systeemtelefoon volledig te kunnen natrekken. Voorbeelden: Een complexe DHCP-adrestoekenning verhindert het gebruik van de DHCP-server van de Forum 5050 in een LAN. Een VoIP-systeemtelefoon moet worden gebruikt via een niet voor broadcast geschikte IP-verbinding. Dit kan een RASverbinding, een VPN-verbinding, of een andere gerouteerde verbinding zijn. Algemeen bestaat de mogelijkheid, dat een externe DHCP-server het startproces van een VoIP-systeemtelefoon stuurt. Hiertoe moet de systeemsoftware, passend bij het type van de VoIPsysteemtelefoon met TFTP, worden overgedragen. Voice over IP (VoIP)

186 184 VoIP-systeemtelefoons De bestandsnaam wordt bepaald door het type telefoon. Type telefoon Forum IPhone 520 Forum IPhone 530 Forum IPhone 525 Forum IPhone 535 Forum Base DECT IP Forum Base DECT IP v2 Bestandsnaam /ram/ip_tel/opi63.cnt /ram/ip_tel/opi65.cnt /ram/ip_tel/opi7x.cnt /ram/ip_tel/ip_rfp.cnt of /ram/ip_tel/ng_ip_rfp32.cnt /ram/ip_tel/ng_ip_rfp.cnt Nadat de voeding van een VoIP-systeemtelefoon is aangesloten, gebeurt het opstarten in de volgende stappen: 1. De lader start, en geeft het MAC-adres van de VoIPsysteemtelefoon weer op het display. Tegelijk wordt via broadcast een DHCP-aanvraag verzonden naar het rondzendadres De DHCP-server gaat een IP-adres, het netmasker, en de default-gateway voor het opstarten doorgeven. Bovendien geeft de DHCP-server via de optie Next-Server het IP-adres van de TFTP-server en een bestandsnaam voor de bedrijfssoftware aan. Aan de hand van het MAC-adres kiest de DHCP-server daarbij de bij het apparaattype passende bedrijfssoftware uit. 3. De lader laadt het zowat 2 Mb grote bestand met de bedrijfssoftware vanuit de aangegeven TFTP-server. De IPadressen van de TFTP-server en de bestandsnaam worden op het display zichtbaar. De ingeladen bedrijfssoftware wordt opgestart. 4. De bedrijfssoftware verzendt een DHCP-aanvraag naar het rondstuur-adres De VoIP-systeemtelefoon krijgt nu van de DHCP-server een IP-adres, een netwerkmasker en een default-gateway om te gaan werken. Met de voor dit doel gereserveerde Option 43 deelt de DHCPserver bovendien het IP-adres van het communicatiesysteem en het poortnummer 8100 voor de registratie mee. Voice over IP (VoIP)

187 VoIP-systeemtelefoons De VoIP-systeemtelefoon bouwt nu een TCP-verbinding op met de aangegeven IP-adres/poortcombinatie, en verstuurt een registratie-aanvraag. De Forum 5050 probeert het bij de registratie mee verzonden MAC-adres, en bevestigt de registratie-aanvraag, indien de VoIP-systeemtelefoon is geënstalleerd in het menu TEL Configuratie: Toestellen: VoIP-toestellen. In het registratie-antwoord worden ook de Keep alive-tijdsduur, het poortnummer voor de telefoniesignalisatie (8101) en de waarde van de te gebruiken TOSbyte doorgegeven. 6. De VoIP-systeemtelefoon bouwt een tweede TCP-verbinding op met het signalisatie-poortnummer 8101, en verstuurt daarover een aanmelding. 7. Wordt nu een gesprek opgebouwd, dan worden er bijkomende verbindingen met het IP-protocol RTP ( Realtime Transport Protocol ) voor gespreksgegevens opgebouwd. Voor gesprekken tussen twee VoIP-systeemtelefoons wordt daarbij een poortnummer, groter dan 8200 gebruikt. Indien u een VoIP-systeemtelefoon wilt gebruiken via een gerouteerde IP-verbinding (bijvoorbeeld VPN of RAS), dan kan het nodig blijken, een externe DHCP-server passend te configureren. De via TFTP aangeboden bedrijfssoftware moet passen bij het apparaattype en het type van het communicatiesysteem. Mogelijk moet u voor een extern opgestelde VoIP-systeemtelefoon een BOOTP-, DHCP- en TFTP-server installeren. Lokale configuratie Behalve de automatische configuratie via BOOTP/DHCP is het ook mogelijk om de configuratie van een Forum IPhone 525 of een Forum IPhone 535 handmatig te beheren. Dat kan bijvoorbeeld nuttig zijn als u een VoIP-systeemtelefoon op een decentrale lokatie via een router wilt aansluiten. De lokale configuratie wordt in een niet-vluchtig deel van het geheugen van de VoIP-systeemtelefoon permanent opgeslagen. U kan de lokale configuratie wijzigen met behulp van een aanvullend programma, de op Java gebaseerde IP Phone Configurator. Opmerking: Java-programma s zijn compatibel met alle gebruikelijke besturingssystemen. Voor het uitvoeren van op Java Voice over IP (VoIP)

188 186 VoIP-systeemtelefoons gebaseerde programma s dient u een Java-runtime-omgeving ( JRE ) te installeren die bij uw besturingssysteem past. Deze omgeving kan u via het internetadres downloaden. 1. De IP Phone Configurator kan direct vanaf de product-cd worden gestart. Start de Windows Explorer. Navigeer naar de product-cd. Dubbelklik op het bestand Forum\IpPhoneConfigurator.jar. Het dialoogscherm IP Phone Configurator wordt geopend. Selecteer in het dropdown-menu de gewenste taalinstelling English of Deutsch. 2. Geef het netwerkadres van de VoIP-systeemtelefoon op. Bij Connection to IP Phone kan u kiezen uit twee typen verbinding: Schakel de optie IP Phone address uit om een broadcastverbinding via UDP-Broadcast tot stand te brengen. U dient dit type verbinding te kiezen als de VoIP- Voice over IP (VoIP)

189 VoIP-systeemtelefoons 187 systeemtelefoon nog geen IP-adres heeft gekregen. IPbroadcasts kunnen niet onafhankelijk van de router worden overgedragen. De VoIP-systeemtelefoon moet derhalve direct, via een hub of een switch, op uw pc zijn aangesloten. Schakel de optie IP Phone address in om een point-topoint-verbinding via UDP-Unicast tot stand te brengen. Geef in het invoerveld ernaast het IP-adres van de VoIPsysteemtelefoon op. U kan dit type verbinding kiezen als de VoIP-systeemtelefoon al een IP-adres heeft gekregen. 3. Geef het MAC address van de VoIP-systeemtelefoon op. Het MAC-adres vindt u op de onderkant van het toestel. Klik op List configuration. Op de statusregel onderaan het programmavenster staat list OK. 4. Wijzig de gewenste instellingen bij Configuration of the IP Phone. Klik op Reset configuration om voor alle invoervelden de standaardinstellingen in te schakelen. 5. Klik op de opdracht Send configuration om de actuele weergegeven aktuell configuratie naar de VoIPsysteemtelefoon te sturen. Op de statusregel onderaan het programmavenster staat send OK. Opmerking: De VoIP-systeemtelefoon ontvangt de configuratie en stuurt een antwoord. Vervolgens wordt de nieuwe configuratie opgeslagen en ingeschakeld. Dat kan ertoe leiden dat de IP Phone Configurator het antwoord van de VoIP-systeemtelefoon niet ontvangt. Let op! Als uw pc beschikt over meerdere netwerkkaarten met actieve IP-configuratie, kan het laden van de configuratiegegevens mislukken. Schakel aanvullende netwerkkaarten uit of gebruik een point-to-point-verbindinge. Configuratiegegevens kunnen ook zonder terugmelding van de VoIP-systeemtelefoon via een broadcastverbinding wordt verzonden. U kan de volgende instellingen verrichten: IP parameter locally configured: Selecteer de optie yes om de handmatige IP-adresconfiguratie in te schakelen. Selecteer de optie no om de automatische IP-adresconfiguratie via BOOTP/ DHCP in te schakelen. Voice over IP (VoIP)

190 188 VoIP-systeemtelefoons IP address en Netmask: Geef een vrij IP-adres en het netmasker op, waarvan de VoIP-systeemtelefoon gebruik moet maken. TFTP server IP address en TFTP server filename: Geef het IP-adres en de volledige bestandsnaam voor de besturingssoftware van de VoIP-systeemtelefoon op (zie tabel op pagina 184). Bij de Forum 5050 is dat altijd het IP-adres van het communicatiesysteem. Registration IP address en Registration port: Hier voert u over het algemeen het IP-adres van de Forum 5050 en het poortnummer 8100 in. Default gateway: Klik op de opdracht Add parameter om dit optionele invoerveld weer te geven. Geef vervolgens het IP-adres van de router ( Default Gateway ) op. Klik op de verwijder-knop om de optionele parameter te verwijderen. SYSLOGD: Voor het maken van een protocol kunnen er berichten van de VoIP-systeemtelefoonnaar een syslog-server worden verzonden. Schakel de optie yes in en configureer de instellingen SYSLOGD IP address en SYSLOGD port om deze functie in te schakelen. VLAN (expert-optie - instelling normaliter op nee laten staan): Om de overdrachtsveiligheid te verbeteren of veiligheidsrichtlijnen te implementeren kunnen pc-dataoverdracht en VoIP-dataoverdracht met deze techniek van elkaar worden gescheiden. Schakel de optie yes in en geef de gewenste IP Phone VLAN ID voor de VoIP-dataoverdracht op. Geef een waarde van op. Via de pc-aansluiting van de VoIP-systeemtelefoon worden gegevens altijd zonder VLAN-tags verzonden. Als u bij PC traffic tagged on LAN interface de optie yes inschakelt, worden de pc-gegevens pc-gegevens bij de LAN-aansluiting voorzien van een PC VLAN ID. De VoIP-systeemtelefoon moet opnieuw worden gestart om de wijziging van de VLAN-instellingen van kracht te laten worden. Voice over IP (VoIP)

191 Forum IPhone PC 189 Forum IPhone PC Naast de hardware VoIP-systeemtelefoons kan ook een programma worden gebruikt voor VoIP-telefonie. Dit programma kan worden gebruikt in combinatie met de operating systeem Windows. Software VoIP-systeemtelefoon Forum IPhone 535 PC met een toetsenblok Naast VoIP-systeemtelefonie vanaf het werkstation, biedt Forum IPhone PC de volgende mogelijkheden: Bediening via muis/pc-toetsenbord Drag & drop -kiezen van nummers Geïntegreerd antwoordapparaat/meeluisterfunctie Aansturen van blindenterminals Gebruikersoppervlak instelbaar ( skins ) Overschakelen van de weergave tussen verschillende talen Voor de geluidsopname en -weergave moet het werkstation zijn voorzien van een full duplex geluidskaart, en een geschikte headset. De installatie van de Forum IPhone PC is niet aan een licentie verbonden. Maar u heeft wel een licentie nodig voor het gebruik ervan in combinatie met een Forum Er staan aantallicenties Voice over IP (VoIP)

192 190 Forum IPhone PC ter beschikking, die het gelijktijdige gebruik van een bepaald aantal Forum IPhone PC mogelijk maken. De licenties worden vrijgegeven in de Configurator van de Forum 5050 in het menu SYS Configuratie: Uitbreidingen. De systeemsoftware omvat voor een licentie een demo-versie voor een in de tijd beperkt gebruik (60 dagen). Neemt u voor een blijvende licentie contact met uw Belgacom-vertegenwoordiger. De licenties kunnen bij elkaar worden opgeteld; elke licentie kan maar één keer worden geactiveerd. Installatie De installatie gebeurt via een Setup-programma ( IPCsetup.exe ). Forum IPhone PC kan ook zonder bedieningsoppervlak worden geïnstalleerd. Het programma kan dan via een CTItoepassing (NET-TAPI of Forum CTI worden bediend. Roept u het installatieprogramma Forum IPhone PC op vanaf de product-cd, en volgt u de aanwijzingen van de installatie-assistent. Configuratie Analoog met de VoIP-systeemtelefoons bouwt Forum IPhone PC meerdere IP-verbindingen op met Forum Zodra u het programma voor de eerste keer start, wordt de dialoog Opties automatisch geopend. Hier moet u de volgende informatie configureren: 1. Voert u in het invoerveld VoIP - IP-Adres het IP-adres in van de Forum Voert u in het invoervelden Toestel-ID de zes hexadecimale cijfers in. Deze toestel-id is geen MAC-adres, een overlapping met aanwezige MAC-adressen is daarom mogelijk. De Toestel- ID stelt u in de Configurator op de pagina TEL Configuratie: Toestellen: VoIP-toestellen. 3. Bevestigt u de informatie met OK. Voice over IP (VoIP)

193 Forum IPhone PC 191 Tips VoIP-systeemtelefonie vereist de actieve opbouw van een IP-verbinding met het werkstation. Indien er op het werkstation een firewall-programma loopt, dan moet u mogelijk toestemming geven voor het opbouwen van de verbinding. Indien u het werkstation onder een andere gebruikersnaam aanmeldt, dan moet u deze gegevens terug configureren. Voor de apparaat-id kunt u een willekeurige nummerreeks gebruik die tot nu toe niet is gebruikt. Kiest u een toevallig apparaat -ID voor het beveiligen van het telefoongebruik. De apparaat-id kan alleen via de web-console worden uitgelezen. De weergegeven menuteksten en onderdelen van de bedrijfssoftware maken deel uit van de Forum IPhone PC-installatie, maar worden zo nodig via TFTP vanuit de Forum 5050 gedownload. Voice over IP (VoIP)

194 192 Functionele eigenschappen DECT over IP Voor een optimale dekking moet een DECT-netwerk uit meerdere DECT-basisstations bestaan. In een DECT-netwerk worden DECTtoestellen met het volgende basisstation ( radiocel ) verbonden. Voor de gebruiker van een DECT-toestel is de verbindingsoverdracht ( handover ) tussen de DECT-basisstations volledig transparant. Wisselen van radiocel is zonder onderbrekingen mogelijk, ook tijdens een gesprek. De DECT-toestellen worden centraal beheerd via de configurator van de Forum 5050 in het menu TEL Configuratie: Toestellen: DECT-toestellen. Opmerking: DECT over IP is een geregistreerd merk van Aastra Telecom Schweiz AG. Functionele eigenschappen DECT-basisstations DECT-basisstations kunnen via U pn -aansluitingen of via het netwerk (TCP/IP) op de Forum 5050 worden aangesloten. De volgende DECT-basisstations zijn beschikbaar: IP-DECT Forum Base DECT IP indoor: aansluiting via afgeschermde CAT5-ethernetkabel (STP-kabel, Shielded Twisted Pair-kabel) met maximaal 100 meter kabellengte vanaf de laatste Ethernet-switch; geïntegreerde antennen; 8 gesprekskanalen Forum Base DECT IP outdoor: zoals bij Forum Base DECT IP indoor; montage buiten gesloten ruimten (IP55); externe antennen Forum Base DECT IP-WLAN indoor: aansluiting via afgeschermde CAT5-ethernetkabel (STP-kabel, Shielded Twisted Pair-kabel); werkt tevens als WLAN-Access-Point volgens IEEE b/g; externe antennen; 8 gesprekskanalen De besturingssoftware voor DECT over IP-basisstations wordt bij het starten met het protocol TFTP door de Forum 5050 overgedra- DECT over IP

195 Functionele eigenschappen 193 gen. De configuratie voor het starten wordt door de DHCP-server van de Forum 5050 overgedragen naar een startend DECT over IP-basisstation. IP-DECT (NG / Nieuw) Forum Base DECT IP indoor v2: aansluiting via afgeschermde CAT5-ethernetkabel (STP-kabel, Shielded Twisted Pair-kabel) met maximaal 100 meter kabellengte vanaf de laatste Ethernet-switch; geïntegreerde antennen; 8 gesprekskanalen Forum Base DECT IP outdoor v2: zoals bij Forum Base DECT IP indoor v2; montage buiten gesloten ruimten (IP55); externe antennen Forum Base DECT IP-WLAN indoor v2: aansluiting via afgeschermde CAT5-ethernetkabel (STP-kabel, Shielded Twisted Pair-kabel); werkt tevens als WLAN-Access-Point volgens IEEE a/b/g/n; externe antennen; 8 gesprekskanalen De besturingssoftware voor deze DECT over IP-basisstations wordt tijdens de eerste keer opstarten met het protocol TFTP door de Forum 5050 overgedragen. Bij de volgende keren opstarten wordt de besturingssoftware uit het geheugen van het apparaat gebruikt. De configuratie voor het starten wordt door de DHCPserver van de Forum 5050 overgedragen naar een startend DECT over IP-basisstation. Opmerking: u kunt oudere en nieuwere DECT over IP-basisstations tegelijkertijd gebruiken. In dat geval dient u als DECT over IPmanager een nieuwer DECT over IP-basisstation Forum Base DECT IP v2 te kiezen. Bij de overdracht van telefoniesignalering en spraakgegevens via TCP/IP is gebruik van de bestaande netwerk-infrastructuur en vergroting van de reikwijdte door middel van geschikte procedures mogelijk. Voor dataverbindingen kunnen bijvoorbeeld ook VPN-verbindingen met niet-bereikbare locaties worden gebruikt. Opmerking: de DECT-basisstations Forum Base DECT IP indoor (v1 & v2), Forum Base DECT IP outdoor (v1 & v2) en Forum Base DECT IP-WLAN indoor (v1 & v2) ondersteunen DECT-codering. Deze eigenschap kan alleen worden gebruikt als alle DECT-basisstations dit ondersteunen. DECT over IP

196 194 Functionele eigenschappen Eigenschappen Alle DECT over IP-basisstations kunnen op een CAT5-ethernetkabel met 10/100 Base T worden aangesloten. De stroomtoevoer loopt via Powerover-LAN (IEEE 802.3af) of met een extra stekkervoeding (niet mogelijk bij een Forum Base DECT IP outdoor). Let op! De WLAN-functie van de Forum Base DECT IP-WLAN indoor wordt alleen geactiveerd als er een aansluiting met 100 Base T wordt uitgevoerd. DECT-systeemtoestellen beschikken over alle mogelijkheden die systeemtelefonie te bieden heeft. DECT-telefoons met GAP-standaard kunnen ook worden gebruikt. Transparante handover voor GAP-toestellen wordt ondersteund. De codering van DECTgesprekken bij Forum Base DECT IP (v1 & v2) kan indien gewenst worden uitgeschakeld. De VoIP-spraakcommunicatie tussen het DECT over IP-basisstation en de Forum 5050 loopt via het RTP/RTCP-protocol. De RTPspraakgegevens worden direct door het basisstation omgezet in DECT-spraakgegevens. De basisstations ondersteunen de volgende VoIP-codecs: G.711 niet-gecomprimeerd G.729 gecomprimeerd DECT over IP

197 Configuratie 195 Configuratie Een van de geïnstalleerde DECT over IP-basisstations zorgt voor de coördinatie en configuratie van de DECT over IP-functies ( DECT over IP-manager, OMM). Selecteer hiervoor een basisstation dat over een goede dataverbinding met de Forum 5050 beschikt. Opmerking: U kan daarnaast een tweede basisstation als extra DECT over IP-manager definiëren ( Reserve Toestel ). Als de eerste DECT over IP-manager uitvalt, wordt deze kritieke functie na een paar minuten en resetten van het DECT-netwerk door het tweede basisstation overgenomen. Roep in de configurator de pagina TEL Configuratie: Toestellen: DECT over IP op. Klik op Nieuw om een DECT over IPbasisstation toe te voegen. Voer het MAC-adres in van het basisstation dat u als DECT over IP-manager hebt geselecteerd. Het MAC-adres staat op het typeplaatje van het basisstation. Voer een IP-adres voor dit basisstation in. Bevestig met Toepassen. Klik vervolgens op Wijzigen om de DECT over IP-manager te definiëren. Normaal gesproken dient u de instelling Type op IP-adres van de DHCP-server van het systeem te laten staan. Selecteer bij MAC-adres (IP-adres) het gewenste DECT over IP-basisstation. Bevestig met Toepassen. Als u de DHCP-server van de Forum 5050 niet voor gereserveerde adressenverstrekking hebt geconfigureerd, moet u het IP-adres van de DECT over IP-manager met behulp van een extra programma van tevoren instellen (zie Lokale IP-adresconfiguratie vanaf pagina 201). Wijzig bovendien op de pagina TEL Configuratie: Toestellen: DECT over IP de instelling Type in IP-adres lokaal configureren en geef het geconfigureerde IPadres voor de DECT over IP-manager daar ook op. Voor alle andere basisstations kan een vast toegekend IP-adres of een dynamisch IP-adres, dat via DHCP is toegekend, worden gebruikt. De configuratie van de DECT over IP-manager via een statische DHCP-invoer moet werken. Raadpleeg hiervoor de informatie in het hoofdstuk DHCP-servers in de LAN vanaf pagina 182. Opmerking: een DECT over IP-basisstation kan niet tegelijkertijd als DECT over IP-manager en WLAN-Access Point worden DECT over IP

198 196 Configuratie gebruikt. U dient daarom als DECT over IP-Manager een DECT over IP-basisstation zonder WLAN-functie te gebruiken. Maak op de pagina TEL Configuratie: Toestellen: DECT over IP voor ieder DECT over IP-basisstation een invoer, ook voor de DECT over IP-manager. Met deze invoeren bepaalt u de VoIP-datacompressie ( profiel ). Configurator: TEL Configuratie: toestellen: DECT over IP Gebruikersbeheer en instelling van DECT-toestellen worden ook in de configurator van de Forum 5050 uitgevoerd. Via de aparte webinterface van de DECT over IP-manager kunnen de WLAN-instellingen van toestellen met WLAN-functie worden beheerd. Daarvoor moet minstens één WLAN-RFP zijn gecreëerd. Als alles correct is geconfigureerd, ziet u daar de link WLAN Config. Meldt u zich aan als gebruiker Administrator met het actuele administrator-paswoord van de Forum Synchronisatie Om ervoor te zorgen dat DECT-toestellen meerdere DECT-basisstations tegelijkertijd kunnen ontvangen, moeten alle DECT-basisstations op een locatie synchroon zenden. DECT over IP-basisstations worden onderling gesynchroniseerd via de draadloze verbinding. DECT over IP

199 Configuratie 197 Bij het ontwerpen van een uitgebreid DECT-netwerk dient u rekening te houden met de volgende punten: Alle DECT over IP-basisstations op een locatie moeten minimaal één, maar het liefst twee, naburige basisstations kunnen ontvangen. Voor de synchronisatie is minder signaalsterkte nodig dan voor een gespreksverbinding. De synchronisatie verspreidt zich naar de andere basisstations. Ter verhoging van de storingsvrijheid dient u niet alle basisstations in een keten te plaatsen, maar de verspreiding te ondersteunen door een zo goed mogelijk netwerk waarin ieder basisstation meerdere synchronisatiepartners heeft. Voor hersynchronisatie wordt eerst afgewacht tot alle actieve gesprekken zijn afgesloten. U kunt een DECT-netwerk met meerdere niet-bereikbare locaties ( clusters ) installeren. Een cluster omvat een aantal DECT-basisstations die onderling synchroon zijn. Tussen DECT-basistations van verschillende clusters is een handover niet mogelijk. Voor de DECT-basisstations van een tweede locatie dient u een tweede cluster te configureren. WLAN-functie instellen De DECT over IP-basisstation Forum Base DECT IP-WLAN indoor (v1 & v2) beschikt bovendien over de functie Wireless-LAN Access Points (WLAN-AP). WLAN staat voor de dataoverdracht door middel van radiogolven volgens de standaard IEEE b/g. Met deze standaard kunnen daarvoor uitgeruste eindtoestellen draadloos op een Ethernet-netwerk (LAN) worden aangesloten. De dataoverdracht via radiogolven geschiedt met hoge snelheden, waarbij al naargelang de omgevingsvoorwaaarden een snelheid van 54mbit/s (bruto) kan worden bereikt. De configuratie van de WLAN-instellingen geschiedt centraal voor alle Access-Points met een afzonderlijke web-configurator, die via het IP-adres van de DECT over IP-manager bereikbaar is. U komt hier door het IP-adres van de DECT over IP-managers direct in de adresregel van de webbrowser in te voeren. U kan ook in de Configurator op de pagina TEL Configuratie: Toestellen: DECT over IP op de knop WLAN Config klikken. Meldt u zich DECT over IP

200 198 Configuratie met de Gebruikersnaam Administrator aan. Voer het paswoord in dat ook voor de Forum 5050 geldt. Aanmeldingspagina van de DECT over IP/OpenMobility manager De WLAN-functie en de functie van de DECT over IP manager kunnen niet tegelijkertijd op hetzelfde DECT over IP-basisstation worden gebruikt. Daarvoor hebt u altijd minstens twee DECT over IP-basisstations nodig. Voer voor het beheer van de WLAN-instellingen de volgende stappen uit: 1. Stel ten eerste de aanwezige DECT over IP-basisstations in de Configurator van de Forum 5050 in. Ga vervolgens naar de webconfigurator van de DECT over IP-manager. 2. Configureer op de pagina WLAN-Profiles minstens één set instellingen (zie hieronder: WLAN-profiel instellen). Noteer daarbij het gekozen paswoord ( Pre-Shared-Key ), zodat u dat op een later tijdstip bij het instellen van draadloze eindtoestellen of notebooks kan invoeren. 3. Wijs het gewenste WLAN-profiel toe op de pagina Radio Fixed Parts. Klik links naast het gewenste DECT over IP-basisstation op het steeksleutel-symbool ( ). Kies onder WLAN Settings het nummer van het geconfigureerde WLAN Profile. Bevestig uw invoer met OK. U kan een profiel voor meerdere DECT over IP-basisstations gebruiken. De WLAN-functie van de WLAN-compatibele DECT over IP-basisstations is nu gereed voor gebruik. Stel vervolgens de gewenste eindtoestellen in. DECT over IP

201 Configuratie 199 WLAN-profiel instellen De WLAN-functie van de DECT over IP-basisstation Forum Base DECT IP-WLAN indoor (v1 & v2) beschikt ook over eigenschappen die zelden nodig zijn, bijvoorbeeld voor netwerken in grote bedrijfslocaties of luchthavens. Voor de overzichtelijkheid worden in deze handleiding alleen de eigenschappen beschreven die nodig zijn voor veilig standaardgebruik. DECT over IP/OpenMobility manager: WLAN-profielen De volgende instellingen dient u alleen voor standaardgebruik uit te voeren. Algemene instellingen Kies het gewenste WLAN Profiles en schakel de optie Profile Active in. Geef als identificatie van het draadloze netwerk een SSID (Service Set Identifier, radiocode) op. Deze radiocode wordt met regelmatige tussenpozen uitgezonden. Daardoor wordt het gemakkelijker om het gewenste draadloze netwerk te vinden, bijvoorbeeld met de functie Beschikbare draadloze netwerken weergeven in Windows XP. De volgende instellingen dient u bij standaardgebruik ongewijzigd te laten: VLAN Tag op 0 (uitgeschakeld), Beacon Period op100 ms, DTIM Period op 5, RTS Threshold op 2347 (uitgeschakeld), Fragmentation Threshold op 2346 DECT over IP

202 200 Configuratie (uitgeschakeld), Maximum Bitrate op 54 MBit/s, b/ g-mode op Mixed en Interference Avoidance op Uit. Tip: Als u uitsluitend moderne WLAN-kaarten met g gebruikt, kunt u de snelheid van de dataoverdracht verhogen door de instelling b/g-Mode op g only te zetten. U kunt met de instelling Hidden SSID-Mode voorkomen dat de radiocode (SSID) wordt uitgezonden. Hierdoor wordt de identificatie van het netwerk moeilijker en wordt de dataveiligheid normaal gesproken niet verbeterd; het verdient daarom aanbeveling om deze instelling op uit te laten staan. Veiligheidsinstellingen Gebruik in geen geval uit gemakzucht of om configuratieproblemen te voorkomen de instelling Open System of Wired-Equivalent Privacy (WEP). Uitzondering: u gebruikt het netwerk voor een internetcafé. Schakel de optie Wifi-Protected-Access (WPA) in. Kies bij Type de instelling WPA v.1. Als u bijvoorbeeld pc s met als besturingssysteem Microsoft Windows XP vanaf servicepack 2 gebruikt, kan u de instelling WPA v.2 gebruiken. Kies voor standaardgebruik de optie Pre-Shared-Key. Geef in het invoerveld Value een paswoord op en laat de instelling Text ongewijzigd. Gebruik een paswoord dat aan de volgende voorwaarden voldoet: Geen woorden of namen uit woordenboeken Minimale lengte van acht tekens Gebruik ook cijfers, hoofdletters en speciale tekens U kunt ook een paswoord genereren met de knop Generate. Er bestaat WLAN-configuratiesoftware die de omzetting van tekst in hexadecimale waarden niet op de standaardmanier uitvoert. Gebruik in dergelijke gevallen de instelling Hex Value en klik op de knop Generate. Laat de instelling Cipher Length op 256 Bit en de instelling Distribution Interval op 120 seconden staan. De instellingen DECT over IP

203 Configuratie 201 voor WME en voor de configuratie van Multiple SSID zijn niet nodig voor standaardgebruik. Tip: Als u het netwerk voor een internetcafé gebruikt en u geen sterke codering toepast, dient u voor de veiligheid van de klanten te voorkomen dat de pc s toegang tot elkaar hebben. Schakel de instelling BSS Isolation in. U kunt door middel van een MAC Address Filter vermijden dat ongewenste gebruikers het systeem gebruiken alhoewel deze functie experts niet lang zal tegenhouden. Configuratie van een locatie buiten het bereik Als u een DECT over IP-basisstation in hetzelfde LAN als de Forum 5050 gebruikt, worden de IP-adresconfiguratie en het downloaden van de software bij het opstarten van een DECT over IP-basisstation door de Forum 5050 gestuurd via de protocols DHCP en TFTP. Voor de DHCP-functie moet een DECT over IP-basisstation de Forum 5050 met een oproep ( broadcast ) kunnen bereiken. Dat is bij een locatie buiten het bereik (bijvoorbeeld via een VPN-verbinding) niet mogelijk. Net als bij een IP-systeemtelefoon dient u de vereiste systeemsoftware voor het DECT over IP-basisstation met behulp van een TFTP-server ter beschikking te stellen. Lokale IP-adresconfiguratie De IP-adresconfiguratie kan met behulp van een extra programma als lokale configuratie worden ingesteld: 1. Start de Windows Explorer. Ga naar de product-cd van het communicatiesysteem. Dubbelklik in de directory Forum op het bestaande OM_Configurator.jar. Opmerking: Voor het uitvoeren van Java-programma s hebt u een Java-runtimebibliotheek (JRE) nodig. Als deze niet geïnstalleerd is, kan u deze downloaden van de website DECT over IP

204 202 Configuratie OpenMobility Configurator 2. Meldt u zich in het dialoogvenster aan door in te geven: User: admin Password: Admin 3. Geef het MAC address van het DECT over IP-basisstation op. Het MAC-adres staat op het etiket dat op het DECT over IPbasisstation is geplakt. Klik op List configuration. De actuele configuratie van het DECT over IP-basisstation wordt weergegeven. 4. Wijzig de IP-adresconfiguratie van het DECT over IPbasisstation. Schakel de optie Use local configuration in ( yes ) en voer de volgende gegevens in: IP address: Statisch IP-adres van het DECT over IPbasisstation Net mask: Netmasker van het DECT over IP-basisstation OMM IP address: IP-adres van de DECT over IP-manager. Voor de DECT over IP-manager herhaalt u de invoer uit het veld IP address. OMM port number: Laat de instelling ongewijzigd. PBX IP address: IP-adres van de Forum 5050 PBX port: Laat de instelling 8099 ongewijzigd. DECT over IP

205 Configuratie Voer bij TFTP server address het IP-adres in dat gebruikt gaat worden om de besturingssoftware te downloaden. Dat is normaal gesproken het IP-adres van het communicatiesysteem. Laat de instelling TFTP file name / ram/ip_tel/ip_rfp.cnt ongewijzigd. 6. Bij een locatie buiten het bereik wordt het LAN van de Forum 5050 normaal gesproken via een (VPN-)router bereikt. Klik op Router addresses: [+]. Voer het IP-adres van de router in bij Router Addresses. Bevestig met Add. 7. Klik op Send config om de gewenste IP-adresconfiguratie in te schakelen. DECT over IP

206 204 DECT-netwerken Het communicatiesysteem Forum 5050 ondersteunt het maken van een DECT-netwerk voor het gebruik van draadloze DECT-toestellen. Daarvoor zijn er twee in technisch opzicht verschillende soorten DECT-systemen beschikbaar. U-DECT Met deze techniek worden DECT-basisstations ( RFP's, Radion Fixed Parts) via DECT-compatibele U pn 2-aansluitigen van een gateway aangesloten. U hebt daarvoor minstens één gateway nodig die voorzien is van een module Forum 550 Card 8 digital extensions (zie Forum 550 Card 8 digital extensions). Op de U pn 2- interfaces van die gatewaymodule kunt u op zijn beurt een aantal U pn -DECT-basisstations aansluiten. Het maken van een DECT-netwerk met deze techniek wordt in dit hoofdstuk beschreven. DECT over IP Met deze techniek worden DECT-basisstations via een netwerk (TCP/IP) direct aangesloten op het communicatiesysteem Forum U hebt daarvoor een aantal IP-compatibele DECTbasisstations nodig. Het maken van een DECT-netwerk met deze techniek wordt in hoofdstuk DECT over IP vanaf pagina 192 beschreven. Opmerking: u kunt beide methoden met een communicatiesysteem Forum 5050 gebruiken. Daarbij vormen de IP-compatibele DECT-basisstations een eigen DECT-bereik. Raadpleeg daarvoor de toelichting in de volgende paragraaf DECT-bereiken. DECT-netwerken

207 DECT-bereiken 205 DECT-bereiken Met het communicatiesysteem Forum 5050 kunt u een DECT-netwerk met meerdere DECT-bereiken gebruiken. Een DECT-bereik ( DECT Area ) heeft de volgende eigenschappen: De DECT-basisstations van een DECT-bereik zijn onderling synchroon. Daardoor is de onderbrekingsvrije overdracht van een actief gesprek van een DECT-basisstation naar een ander DECT-basisstation mogelijk ( handover ). De handover van een DECT-gesprek naar een DECT-basisstation uit een ander DECT-bereik is niet mogelijk. Een DECT-toestek hoeft slechts één keer te worden ingeboekt om automatisch met DECT-basisstations in verschillende DECT-bereiken te kunnen worden verbonden ( roaming ). Een DECT-toestel wordt daarvoor in een van de ingestelde DECTbereiken ingeboekt. Als de draadloze verbinding tussen het DECT-toestel en de DECT-basisstations van een DECT-bereik wordt verbroken, kan het toestel automatisch met een DECTbasisstation uit een ander DECT-bereik worden verbonden. Tijdens dit proces worden actieve gesprekken verbroken. In ieder DECT-bereik kunnen in principe maximaal 256 DECTbasisstations worden gebruikt. Het maximale aantal wordt wel beperkt door het aantal beschikbare U pn -interfaces. Met twee via een PCM-V-lijn gekoppelde gateways kunnen met behulp van 22 modules Forum 550 Card 8 digital extensions maximaal 176 DECT-basisstations worden aangesloten. Er kunnen meerdere DECT-bereiken worden ingesteld. Ieder DECT-bereik maakt daarbij gebruik van een eigen PARK-code. Met die code kunnen DECT-toestellen de DECT-basisstations van een DECT-bereik identificeren. DECT-netwerken

208 206 DECT-bereiken In de volgende grafiek is de opbouw van een DECT-netwerk met meerdere DECT-bereiken afgebeeld. Gateway 01 RFP 22 & RFP 21 Gateway 02 Upn (TDM) RFP 22 DECT Area 1 Call Server Upn (TDM) IP-RFP DECT Area 2 LAN / VoIP DECT Area 3 DECT-netwerk met drie DECT-bereiken ( Area 1 - Area 3 ) DECT-bereiken worden alleen ondersteund door actuele DECTbasisstations van het type Forum Base DECT v2. U kunt ook oudere DECT-basisstations van het type Forum Base 500 gebruiken, maar die kunnen dan alleen op de eerste geconfigureerde gateway 01 worden gebruikt (in het voorbeeld: DECT Area 1 ). Voor alle andere DECT-bereiken moeten actuele DECT-basisstations van het type Forum Base DECT v2 worden gebruikt (in het voorbeeld: DECT Area 2 ). U kunt met elke verdere gateway een afzonderlijk DECT-bereik gebruiken. De DECT-basisstations van een DECT-bereik worden via U pn -lijnen onderling gesynchroniseerd. De signalisatie die voor de synchronisatie nodig is, kan echter niet via de netwerkverbinding tussen de gateways worden geleid. Vanwege de ontbrekende synchronisatie kan er daarom geen gespreksdoorschakeling ( handover ) naar een DECT-basisstation uit een ander DECT-bereik worden uitgevoerd. Als u in een DECT-bereik resp. op een locatie een groot aantal DECT-basisstations wilt gebruiken, kunt u twee met een PCM-V-lijn gekoppelde gateways gebruiken. Het synchronisatie- DECT-netwerken

209 Signalisering 207 signaal wordt bij de gatewaykoppeling overgedragen via de PCM- V-lijn. Als u ook DECT-over-IP-basisstations binnen het communicatiesysteem Forum 5050 wilt gebruiken, moeten alle DECT-over-IPbasisstations in één afzonderlijk DECT-bereik worden gebruikt (in het voorbeeld: DECT Area 3 ). Houd er rekening mee dat DECTover-IP-basisstations via de draadloze verbindingen worden gesynchroniseerd. Ook in een DECT-netwerk met meerdere DECTbereiken moet u daarom twee of meer groepen DECT-over-IPbasisstations ook nog aan afzonderlijke clusters toewijzen (zie DECT over IP onder Synchronisatie vanaf pagina 196). Binnen een cluster moet de synchronisatie via de draadloze verbinding mogelijk zijn. Opmerking: het ontvangst- resp. zendbereik van DECTbasisstations uit een DECT-bereik dient zo mogelijk geen overlapping met het ontvangst- resp. zendbereik van DECTbasisstations uit een ander DECT-bereik te hebben. Hierdoor wordt spontane roaming van DECT-toestellen naar een ander DECT-bereik gestoord en vinden er ongewenste onderbrekingen in actieve gesprekken plaats. Signalisering De DECT-basisstations in een DECT-netwerk zenden met regelmatige tussenpozen een netwerkcode uit. Deze netwerkcode (PARK, Portable Access Rights Keys) wordt in de Configurator van het communicatiesysteem Forum 5050 op de statuspagina Systeeminfo: Versies weergegeven. De PARK is kenmerkend voor het DECT-netwerk en kan bijv. bij het inboeken van een DECT-toestel op het toestel worden ingevoerd. Opmerking: voor een DECT-netwerk met meerdere DECTbereiken moet de weergegeven systeem-park een lengte van 30 bits hebben. De eerste beide cijfers van een PARK zijn bepalend voor het aantal geldige bits (PLI, Park Length Indicator). In een DECT-netwerk met meerdere DECT-bereiken wordt voor ieder DECT-bereik een afzonderlijke PARK-code gebruikt. De afzonderlijke PARK die wordt gebruikt bij het configureren van een DECT-netwerken

210 208 Signalisering nieuw DECT-bereik wordt willekeurig geselecteerd uit een voorraad. Met het gebuik van verschillende PARK-codes zou een DECT-toestel voor ieder DECT-bereik opnieuw worden ingeboekt. De DECT-GAP-standaard definieert voor deze situatie een protocol voor DECT-netwerken met meerdere DECT-bereiken. Met dit protocol kunnen in een DECT-bereik ingeboekte DECT-toestellen zonder verdere inboekingsprocedure met een DECT-basisstation uit een ander DECT-bereik worden verbonden. SARI + PARI 1 SARI + PARI 2 DECT Area 1 DECT Area 2 SARI + PARI 3 DECT-bereiken: dezelfde SARI, verschillende PARI DECT Area 3 De DECT-basisstations zenden in een DECT-netwerk met meerdere DECT-bereiken om beurten twee verschillende PARK-codes uit: PARI ( Primary Access Right Identity ): met deze code wordt het DECT-bereik geïdentificeerd. Alle DECT-basisstations uit een DECT-bereik zenden dezelfde PARI uit. Deze code wordt in de configurator van het communicatiesysteem Forum 5050 op de statuspagina TEL Configuratie: DECT: DECT-bereik in de kolom PARK weergegeven. SARI ( Secondary Access Right Identity ): met deze code wordt het hele DECT-netwerk geïdentificeerd. Alle op het communicatiesysteem Forum 5050 aangesloten DECTbasisstations zenden dezelfde SARI uit. Deze code wordt in de configurator van het communicatiesysteem Forum 5050 op de statuspagina Systeeminfo: Versies onder het kopje SYS Configuratie: PARK weergegeven. Een DECT-toestel kan met behulp van de SARI herkennen dat de PARI van een ander DECT-bereik bij hetzelfde DECT-netwerk hoort. Als het DECT-toestel het draadloze bereik van een DECTbereik verlaat, kan het met behulp van de SARI-code worden ver- DECT-netwerken

211 Signalisering 209 bonden met een DECT-basisstation uit een ander DECT-bereik binnen hetzelfde DECT-netwerk. De firmware van oudere DECT-basisstations van het type Forum Base 500 ondersteunt geen wederzijds uitzenden van SARI en PARI. Het gebuik van die DECT-basisstations is daarom alleen mogelijk op gateway 01. De gateway 01 de eerste gateway op de statuspagina TEL Configuratie: Gateways gebruikt altijd de SARI als PARI. De DECT-basisstations van dat DECT-bereik zenden dus slechts één code uit. Een aantal oudere DECT-toestellen, zoals eenvoudige GAP-compatible mobiele telefoons, ondersteunen het gebruik met SARI- en PARI-codes dat voor DECT-bereiken vereist is niet of slechts onvoldoende. Om met deze DECT-toestellen roaming tussen DECT-basisstations op gateway 01 en DECT-over-IP-basisstations mogelijk te maken, wordt in het IP-DECT-bereik eveneens dezelfde code voor SARI en PARI gebruikt. Oudere DECT-toestellen kunt u in een willekeurig DECT-bereik gebruiken, maar met deze toestellen is roaming naar een ander DECT-bereik niet mogelijk. In dat geval wordt het DECT-toestel ingeboekt met de PARK van het DECT-bereik waarin het DECT-toestel zich tijdens het inboeken bevindt. De volgende tabel geeft een overzicht van de ondersteunde DECT-toestellen. Toestelcompatibiliteit met DECT-bereiken Kenmerk FF 5x6 FF 560 FF 570 FF 565 FF 575 FF 585 GAP Inboeken op PARI = SARI, roaming GW 01 / IP-DECT Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Inboeken op PARI # GW 01 Ja Ja Ja Ja Ja Ja Inboeken op SARI Ja Ja Ja Roaming tussen DECTbereiken Ja Ja Ja Ja* *) Roaming alleen mogelijk als inboeken op gateway 01 is uitgevoerd DECT-netwerken

212 210 DECT instellen DECT instellen U kunt een DECT-netwerk met meerdere DECT-bereiken in de Configurator van het communicatiesysteem Forum 5050 instellen. Voorwaarde voor het instellen van zo'n DECT-netwerk zijn een of meer reeds geconfigureerde en verbonden gateways. Iedere gateway waarop u DECT-basisstations wilt aansluiten, heeft bovendien naast de verplichte media-gateway-interfacekaaarten Forum 550 Media Gateway Card tenminste één module Forum 550 Card 8 digital extensions nodig. 1. Open in de configurator de configuratiepagina TEL Configuratie: DECT: DECT-bereik. Configurator, TEL Configuratie: DECT: DECT-bereik Op de configuratiepagina zijn alle reeds ingestelde DECTbereiken weergegeven. Let op de code die in de kolom PARK is weergegeven. Het nummer dat hier is weergegeven, komt overeen met de PARK op de pagina Systeeminfo: Versies als het DECT-bereik gekoppeld is aan de eerste geconfigureerde gateway, evenals bij het DECT-bereik IP-DECT. Alle overige DECT-bereiken maken gebruik van een andere code. Opmerking: u kunt de naam van het DECT-bereik IP-DECT wijzigen, maar het niet verwijderen. Alle DECT-over-IPbasisstations maken gebruik van dit DECT-bereik. DECT-netwerken

213 DECT instellen Stel voor een gateway een nieuw DECT-bereik in. Klik daarvoor op de knop Nieuw. Configurator, TEL Configuratie: DECT: DECT-bereik: Nieuw Geef in het invoerveld Naam een naam op voor het nieuwe DECT-bereik. Laat de selectie Type op de instelling U-DECT staan. Kies in de selectie Gateway een gateway die nog niet aan een DECT-bereik is gekoppeld. Bepaal met de optie Encryptering of de communicatie tussen DECT-basisstations en DECT-toestellen moet worden gecodeerd. Bevestig de invoer met Toepassen. 3. Het nieuwe DECT-bereik is nu ingesteld. Ga naar de configuratiepagina TEL Configuratie: Aansluitingen: Upn. Klik op het tabel-item van de interfacekaart waarop u een DECT-basisstation hebt aangesloten. Configurator, TEL Configuratie: Aansluitingen: Upn Bepaal met de selectie Type het type van het aangesloten DECT-basisstation. Voer in het invoerveld Beschrijving een tekst in, bijvoorbeeld een standaardaanduiding. Schakel met de optie Reflecterende omgeving desgewenst de ondersteuning van de DECT-XQ-communicatiemodus in. Bevestig de invoer met Toepassen. DECT-netwerken

214 212 DECT instellen 4. Herhaal de hierboven vermelde stappen tot alle vereiste gateways aan een DECT-bereik zijn toegewezen en alle daarop aangesloten DECT-basisstations zijn geconfigureerd. Begin vervolgens de vereiste DECT-toestelllen in te boeken. Ga daarvoor naar de configuratiepagina TEL Configuratie: DECT: DECT-toestellen. Configurator, TEL Configuratie: DECT: DECT-toestellen Bepaal met de selectie Registreren voor welke DECTbereiken u het inboeken wilt in- en uitschakelen. Selecteer het gewenste DECT-bereik of selecteer het item alle. Klik vervolgens op de knop Aan om het inboeken voor de desbetreffende DECT-bereiken in te schakelen. Klik op de knop Uit om te voorkomen dat er nog meer inboekingen worden verricht. Begin nu met het inboeken van een willekeurig DECT-toestel. De handelwijze bij ingeschakelde inboekfunctie wordt bepaald door het type DECT-toestel. Raadpleeg daarvoor de beschrijving in de handleidingen van de DECT-toestellen. Opmerking: voor het inboeken moeten de DECT-basisstations van het geselecteerde DECT-bereik gereed voor gebruik zijn. Houd er rekening mee dat het na het koppelen van een DECTbereik met een gateway even duurt voordat het DECT-bereik gereed voor gebruik is. DECT-netwerken

215 213 Netwerken van communicatiesystemen De Forum 5050 stelt u alle eigenschappen voor een netwerk van communicatiesystemen ter beschikking. U heeft een netwerk van communicatiesystemen in de volgende gevallen nodig: U wilt de Forum 5050 als subsysteem van een ander communicatiesysteem gebruiken. Daarmee kan u de Forum 5050 bijvoorbeeld ook als DECT-server gebruiken. U wilt meerdere Forum 5050 in een communicatiesysteem als netwerk gebruiken. U wilt voor een Forum 5050 gebruik maken van de flexibele configuratiemogelijkheden van externe lijnen. Alle instellingen die te maken hebben met de configuratie van een netwerk van communicatiesystemen vindt u in het Configuratormenu TEL Configuratie: Lijnen en in de dialoog TEL Configuratie: Instellingen onder het hoofdstuk: QSIGnetwerk. Let a.u.b. ook op de desbetreffende helponderwerpen in de Online help bij Forum U kan voor telecommunicatienetwerken vaste ISDN-verbindingen (protocol Q.SIG of DSS1) of IP-verbindingen gebruiken (protocol Q.SIG-IP of SIP-tie-line). Opmerking: als u de eigenschappen van het netwerk van communicatiesystemen niet nodig heeft, is in de meeste gevallen de vereenvoudigde configuratie voldoende. Daarvoor wijst u de aansluitingen toe aan de vooraf geconfigureerde bundel Point-tomulti-point-aansluiting of Point-to-point-aansluiting. De vooraf geconfigureerde route Externe lijn maakt nu de spontane externe toewijzing of de externe toewijzing met het inkiesnummer 0 mogelijk. U kan indien nodig de vooraf geconfigureerde bundels en de vooraf geconfigureerde route hernoemen, wissen kan u deze echter niet. Netwerken van communicatiesystemen

216 214 Verbindingen Verbindingen Om twee of meer communicatiesystemen met elkaar tot een netwerk te verbinden moeten ze onderling verbonden worden. Met de Forum 5050 kan u de volgende verbindingen gebruiken: ISDN-kieslijnen Vaste ISDN-verbindingen (Q.SIG) op externe S 0 -aansluitingen of op de S 2M -aansluiting IP-netwerkverbindingen (Q.SIG-IP of SIP-tie-line) Opmerking: voor koppeling via ISDN hebt u een gateway nodig met een interfacekaart van het type Forum 550 card PRA of Forum 550 card 8 S0/T0. U kunt ook een op de server-pc geïnstalleerde interfacekaart van het type Sangoma A500 (ISDN-BRI) of Sangoma A100 (ISDN-PRI) gebruiken. telecomsysteem telecomsysteem telecomsysteem telecomsysteem telecomsysteem externe lijn vaste verbinding Voorbeeld van een netwerk van een communicatiesysteem Voor vaste verbindingen kunnen daarbij verschillende types kabels en transmissieprotocollen worden gebruikt. De gewenste communicatienetwerktopologie (afstand, verbindingscapaciteit) bepaalt welke vorm van vaste verbinding in aanmerking komt. Een IP-netwerkverbinding met Q.SIG-IP of SIP-tie-line kan tot stand worden gebracht met een directe LAN-verbinding of via een snelle VPNverbinding (zie ook Filiaal-koppeling vanaf pagina 17). Het verdient aanbeveling om verbindingen via internet te beveiligen door middel van codering. Netwerken van communicatiesystemen

217 Vaste-verbindingstechniek 215 Vaste-verbindingstechniek Protocol: Q.SIG of DSS1 Als transmissieprotocol kunnen bij voorkeur het voor vaste ISDNverbindingen bestemde protocol Q.SIG of alternatief het voor ISDN-kiesverbindingen in het Euro-ISDN bestemde protocol DSS1 worden gebruikt. Een aantal eigenschappen van het netwerk van communicatiesystemen kunnen daarbij alleen met het protocol Q.SIG worden gebruikt. Het is met name niet mogelijk om het aanmerken van een verbinding als interne of externe oproep met het protocol DSS1 door te geven en datzelfde geldt voor de naam van de beller. Beide protocollen realiseren de communicatie in meerdere protocolniveaus: L1: niveau 1 definieert de fysische eigenschappen van de leiding en de elektrische codering van de signalen. L2: niveau 2 maakt de communicatie via afzonderlijke, van elkaar onafhankelijke kanalen mogelijk die afgeschermd zijn tegen fouten. L3: niveau 3 definieert het beheer van de afzonderlijke kanalen en realiseert de in ISDN voorziene eigenschappen. Master/Slave Voor een ISDN-verbinding kan worden vastgelegd welk communicatiesysteem de protocol-master en welk communicatiesysteem de protocol-slave is. Die relatie is voor alle drie protocolniveaus onafhankelijk van elkaar te bepalen. Voor elk protocolniveau moet het verbonden toestel altijd passend geconfigureerd zijn. Als een kant de protocol-master voor een niveau is, moet de andere kant de protocol-slave voor dit niveau zijn. Normaal gesproken worden alle drie protocolniveaus tegelijk geconfigureerd. Bij een externe lijn is de provider voor alle drie niveaus de protocol-master. Netwerken van communicatiesystemen

218 216 Vaste-verbindingstechniek Opmerking: bij een S 2M -kabel kan bovendien voor elk beschikbaar kanaal afzonderlijk worden vastgelegd, welke kant een kanaal kan beheren (master = intern toegewezen of slave = extern toegewezen). Voor S 0 -kabels wordt deze instelling voor beide B-kanalen door de instelling L3-master vastgelegd. L1 klokpuls Om communicatiesystemen in ISDN met elkaar te kunnen laten communiceren moet ze de juiste klokpuls hebben. De L1-protocol-master geeft de klokpuls voor het niveau 1 aan, de L1-protocol-slave neemt die klokpuls over (synchroniseert daarop). Bij de planning van een netwerk van communicatiesystemen moet u de uitbreiding van de L1-klokpuls vanuit een master via verschillende communicatiesystemen veilig stellen. provider M S S telecomsysteem externe lijn 2 M vaste verbinding telecomsysteem 1 M M telecomsysteem S 3 S Voorbeeld: uitbreiding van de L1-klokpuls Als aan een Forum 5050 meerdere aansluitingen met de instelling L1 type= slave en de geactiveerde instelling L1 Sync mogelijk zijn geconfigureerd, wordt willekeurig een van de aansluitingen tot bron van de L1-klokpuls vastgelegd. De Forum 5050 wisselt de klokpulsbron (bijvoorbeeld bij het uitvallen van een kabel) automatisch naar een andere aansluiting, die als L1-klokpulsbron geconfigureerd is. Let op! Een wederzijdse of ringvormige overname van de L1- klokpuls is niet toegestaan. Netwerken van communicatiesystemen

219 Vaste-verbindingslijnen 217 Voorbeeld: u zou in het bovengenoemde voorbeeld voor de verbinding tussen communicatiesysteem 1 en communicatiesysteem 3 de L1-slave/master-instelling kunnen omdraaien. Activeer nu echter voor de aansluiting van het communicatiesysteem 1 de instelling L1 Sync mogelijk. Dat kan er al naar gelang de omstandigheden toe leiden dat tijdelijk onderdelen van het netwerk van het communicatiesysteem niet functioneren. Voor het overnemen van de L1-klokpuls van externe lijnen kan u ervan uitgaan dat het openbare net als zodanig in klokpuls is. U kan dus in het bovengenoemde voorbeeld extra externe lijnen aan een van de communicatiesystemen aansluiten. Vaste-verbindingslijnen Voor een vaste verbinding tussen twee telecommunicatie-installaties kan er afhankelijk van de afstand tussen twee verschillende lijntypen worden gekozen. Directe verbinding Bij deze vaste verbinding zijn beide systemen via een kruiselings gevlochten twisted-pairleiding direct met elkaar verbonden. Bij een S 0 -verbinding kan de afstand tot 1000 meter bedragen. Normaal gesproken is een communicatiesysteem voor alle drie niveaus van de protocol-master het verbonden toestel voor alle drie niveaus van de protocol-slave. telecomsysteem 1 L1-Master L2-Master L3-Master Directe verbinding telecomsysteem 2 L1-Slave L2-Slave L3-Slave Voor een S 0 -verbinding tussen twee Forum 5050 gebruikt u telkens de RJ-45-bussen van een van de externe S 0 -aansluitingen. Voorwaarde Voor een S 0 -verbinding is dat de nodige Sangoma Netwerken van communicatiesystemen

220 218 Vaste-verbindingslijnen telefonie-interfacekaarten zijn geïnstalleerd in de pc waarop het communicatiesysteem Forum 5050 draait. systeem 1, S 0 int systeem 1, S 2m systeem 2, S 0 ext (RJ 45-bussen) systeem 2, S 2m (RJ 45-bussen) Bedrading van een directe verbinding (Sangoma-interfacekaart) Opmerking: voor een directe verbinding via de S 0 -aansluitingen van een Sangoma-kaart moet een kant in de NT-modus (LED is groen) en de andere kant in de TE-modus (LED is rood) geconfigureerd zijn. telecomsysteem 1, S 0 ext telecomsysteem 2, S 0 ext (RJ 45-bussen) Bedrading van een directe verbinding (Gateway + Forum 550 card 8 S0/T0) Desgewenst kunnen voor een directe verbinding ook de externe S 0 -aansluitingen van een gateway worden gebruikt. Netwerken van communicatiesystemen

221 Vaste-verbindingslijnen 219 Verbinding met actief overdrachtssysteem Voor afstanden die met een directe verbinding niet meer overbrugd kunnen worden kan een actief overdrachtssysteem het bereik tot 50 km vergroten. Normaal gesproken is het overdrachtssysteem voor de twee met elkaar verbonden communicatiesystemen de L1-master. Voor de protocolniveaus L2 en L3 is over het algemeen het ene communicatiesysteem van de protocol-master en het andere communicatiesysteem de protocolslave. telecomsysteem 1 L1-Slave L2-Master L3-Master telecomsysteem 2 L1-Slave L2-Slave L3-Slave Verbinding met actief overdrachtssysteem Opmerking: het actieve overdrachtssysteem zelf krijgt zijn L1- klokpuls ofwel van de provider ofwel van een per draad aangesloten klokpuls-generator. Verbinding via openbaar net Voor afstanden vanaf 50 km kunnen vaste verbindingen via het openbare net van een provider gebruikt worden. Door de grote afstand is de synchronisatie van het L2-protocol om technische redenen niet meer mogelijk. Om die reden is over het algemeen het openbare net voor de protocolniveaus L1 en L2 de protocolmaster. Het ene communicatiesysteem is daarmee de L3-master en het andere communicatiesysteem de L3-slave. overdrachtssysteem L1-Master telecomsysteem 1 L1-Slave L2-Slave L3-Master openbare net L1-Master L2-Master telecomsysteem 2 L1-Slave L2-Slave L3-Slave Vaste verbinding via openbaar net Netwerken van communicatiesystemen

222 220 IP-netwerkverbindingen IP-netwerkverbindingen Als u op twee of meer locaties een snelle en continue netwerkresp. internetverbinding gebruikt, kunt u telecommunicatienetwerken ook via een netwerkverbinding tot stand brengen. Voor de telecominstallatie-koppeling via netwerkverbindingen zijn er twee verschillende protocollen beschikbaar: Q.SIG-IP en SIPtie-line. De verschillende eigenschappen van die protocollen zijn samengevat in de volgende tabel: Telecominstallatie-koppeling via netwerkverbindingen Eigenschap Q.SIG-IP SIP-tieline Opbouwen van gespreksverbinding ( Basic Call ) met zenden van oproepnummers Ja Ja Zenden van naaminformatie Ja Ja Kiezen met losse cijfers mogelijk Ja Nee Transparante codec-doorschakeling Nee Ja Automatische herkenning van eigenschappen Nee Ja Verbinding via Q.SIG-IP Het communicatiesysteem Forum 5050 ondersteunt de overdracht van het voor vaste ISDN-verbindingen voorziene protocol Q.SIG via een netwerkverbinding (Q.SIG-IP). Met Q.SIG-IP worden de protocol- en gespreksgegevens met behulp van IP-verbindingen uitgewisseld. Het aantal gesprekken dat tegelijkertijd mogelijk is, is daarbij afhankelijk van de capaciteit van de netwerk- of internetverbinding en de gebruikte compressiemethoden. Voor iedere Q.SIG-IPbundel wordt er een meervoudig vaste S 2M -verbinding gesimuleerd. Daardoor staan er vijf virtuele gegevenskanalen en tot 120 gesprekskanalen ter beschikking. Voor Q.SIG-IP wordt de functie van de software-media-gateway gebruikt (zie Media-gateway (MGW) vanaf pagina 167). Netwerken van communicatiesystemen

223 IP-netwerkverbindingen 221 De gegevens van een Q.SIG-IP-verbinding worden door middel van codecs gecomprimeerd (zie hoofdstuk Voice over IP (VoIP) onder Principes vanaf pagina 158). Ook bij Q.SIG-IP worden de gespreksgegevens direct van toestel naar toestel overgedragen met het protocol RTP. In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld als binnenkomende gesprekken via meerdere telecommunicatie-installaties wordt geschakeld, kunnen er een of meer RTP-proxies zijn geïntegreerd. Voor de vereiste uitbreidingen van het Q.SIG-protocol bestaat er momenteel geen standaard. U kan Q.SIG-IP daarom alleen tussen Forum-systemen gebruiken. Voor de netwerkschakeling van twee Forum 5050 met Q.SIG-IP zijn er twee licenties vereist, d.w.z. voor ieder eindpunt een licentie. Het aantal mogelijke gespreksverbindingen wordt door de licentie niet beperkt. Voor het opbouwen van een Q.SIG-IP-verbinding roept u in de Configurator de pagina TEL Configuratie: Lijnen: Bundel op. Creëer een nieuwe bundel en selecteer de Aansluitingstype Point-to-point. Selecteer bij Protocol QSIG-IP. Configureer het IP-adres van de andere locatie, de te gebruikte poortnummers, het aantal mogelijke gespreksverbindingen. Selecteer een VoIP-profiel voor de codec-selectie. Raadpleeg ook de bijbehorende hulpthema s in de online-help van de Forum Opmerking: Q.SIG-IP kan niet via een verbinding met NAT verlopen. Voor een Q.SIG-IP-verbinding is een filiaalverbinding of een andere VPN-verbinding vereist. Verbinding via SIP-tie-line Het communicatiesysteem Forum 5050 ondersteunt met het oog op de telecominstallatie-koppeling verbindingen met behulp van een SIP-tie-line. Een SIP-tie-line is een aanmeldingsvrije SIP-lijn waarmee tegelijkertijd meerdere gespreksverbindingen tot stand kunnen worden gebracht. Om een verbinding via een SIP-tie-line te maken, hebt u geen SIP-operator nodig. Het aantal gesprekken dat tegelijkertijd mogelijk is, hangt af van capaciteit van de netwerk- of internetverbinding en de toegepaste compressieprocedures. Voor een SIP-tie-line wordt de functie van Netwerken van communicatiesystemen

224 222 IP-netwerkverbindingen de software-media-gateway gebruikt (zie Media-gateway (MGW) vanaf pagina 167). De gegevens van een SIP-tie-line-verbinding worden door codecs gecomprimeerd (zie in het hoofdstuk Voice over IP (VoIP) onder Principes vanaf pagina 158). Ook bij een SIP-tie-line worden de gespreksgegevens direct van toestel naar toestel met het protocol RTP overgedragen. In bepaalde situaties, bijvoorbeeld als een binnenkomend extern gesprek via meerdere telecommunicatieinstallatie wordt doorgegeven, kunnen er een of meer RTP-proxy's worden tussengekoppeld. Een van de bijzondere eigenschappen van een verbinding via SIPtie-line is de mogelijkheid tot transparante codec-doorschakeling, bijvoorbeeld voor het gebruik van HQ-audio of videotelefonie met geschikte toestellen (zie Transparante codec-doorschakeling vanaf pagina 164). Bovendien kunnen de eigenschappen die door het corresponderende station worden ondersteund met behulp van het SIP-tie-lineprotocol worden bepaald. Zodoende is automatische aanpassing aan het desbetreffende corresponderende station mogelijk. Voor het protocol dat met een SIP-tie-line wordt gebruikt, bestaat er momenteel geen algemeen geaccepteerde standaard. U kunt daarom verbindingen via SIP-tie-line alleen maar gebruiken tussen Forum systemen. Voor de koppeling van twee Forum 5050 met een SIP-tie-line zijn er twee licenties nodig, dus voor ieder eindpunt een licentie. Het aantal mogelijk gespreksverbindingen wordt niet beperkt door de licentie. Voor het configureren van een verbinding via SIP-tie-line opent u in de configurator de pagina TEL Configuratie: Lijnen: Bundel. Creëer een nieuwe bundel en selecteer het Aansluitingstype Point-to-point. Selecteer bij Protocol SIP Tie-Line. Configureer het IP-adres van de ontvanger, het te gebruiken poortnummer (voor beide eindpunten hetzelfde poortnummer) en het aantal mogelijke gesprekverbindingen. Kies een VoIP-profiel voor de codecselectie. Raadpleeg ook de bijbehorende helponderwerpen in de online-help voor de Forum Net als bij andere SIP-verbindingen wordt bij een SIP-tie-line uitsluitend blokkiezen ondersteund. Voor het maken van een gespreksverbinding dient u het kiezen met de hekje-toets af te Netwerken van communicatiesystemen

225 Configuratie 223 sluiten of te wachten tot er een bepaalde tijdspanne is verstreken. Die tijdspanne kunt u bij het configureren van de SIP-tie-line instellen in het invoerveld tijd tot het kiezen (3-5 seconden is gebruikelijk). Bovendien kunt u met de optie Checken voor nummering een buffergeheugen inschakelen waarmee recent gekozen oproepnummers sneller kunnen worden gekozen. Opmerking: een SIP-tie-line kan niet via een verbinding met NAT lopen. Voor een verbinding via SIP-tie-line is een filiaalverbinding of een andere VPN-verbinding vereist. Configuratie De hieronder beschreven configuratiemogelijkheden kan u in de Webconsole in het menu TEL Configuratie: Lijnen instellen. Bundel Een bundel is een samenvatting van aansluitingen van dezelfde soort en richting. Een aansluiting kan maar aan een bundel worden toegewezen. provider A telecomsysteem 1 E telecomsysteem 3 B C D telecomsysteem2 bundel externe lijn vaste verbinding Voorbeeld van een netwerk van communicatiesystemen met bundels In het bovengenoemde voorbeeld zijn voor het communicatiesysteem 1 de volgende bundels geconfigureerd: Twee S 0 -kabels in point-to-multipointconfiguratie naar de provider, die zijn toegewezen aan een bundel A. Twee S 0 -vaste verbindingen naar communicatiesysteem 2, die toegewezen zijn aan een bundel C. Een S 0 -vaste verbinding naar communicatiesysteem 3, die toegewezen is aan een bundel E. Netwerken van communicatiesystemen

226 224 Configuratie Opmerking: een kabel of een bundel kan niet direct worden toegewezen. De toewijzing geschiedt altijd indirect via een route. Route Een route (bv. Aanvraag van een externe lijn ) is de samenvatting van bundels die een verbinding in een richting mogelijk maakt. Als de eerste bundel van een route vol belast is, wordt de volgende bundel toegewezen ( bundeloverloop ). Een bundel kan ook gebruikt worden voor verschillende routes. In het hierboven genoemde voorbeeld is voor communicatiesysteem 1 een route ingesteld, die een verbinding met communicatiesysteem 2 mogelijk maakt. Die route is toegewezen aan de bundel C, de bundel E en de bundel A. Als een deelnemer die aan communicatiesysteem 1 is aangesloten een deelnemer van het communicatiesysteem 2 bereiken wil, is de volgorde van de toewijzing als volgt vastgelegd: Om te beginnen wordt er een vrij kanaal in bundel C gezocht. Als alle kabels van bundel C bezet zijn wordt geprobeerd om een verbinding via bundel E te maken. Het communicatiesysteem 3 leidt de verbinding door, als dat passend geconfigureerd is (zie Nummering vanaf pagina 225). Als de indirecte verbinding niet via het communicatiesysteem 3 opgebouwd wordt, wordt er een verbinding via bundel A geprobeerd. Het daarvoor vereiste netnummer kan met de route geconfigureerd worden. Pas als ook de indirecte verbinding via de provider niet kan worden opgebouwd, krijgt de deelnemer de bezettoon te horen. Opmerking: als een interne verbinding via een provider wordt geschakeld, wordt de oproep met het externe telefoonnummer van het oproepende communicatiesysteem gemeld. Voor een route kan u een vrij te kiezen netnummer vastleggen waarmee de route wordt toegewezen. Bovendien kan geconfigureerd worden dat een deelnemer geautoriseerd is om een route te gebruiken of dat het LCR voor een van de bundels wordt gebruikt en onder welk gezichtspunt de evaluatie van kostendata moet gebeuren (dienst-/privégesprekken, boekingsnummers). Netwerken van communicatiesystemen

227 Configuratie 225 Nummering Een deelnemer kan een bepaalde route toewijzen door het expliciet kiezen van een netnummer. Bij deze open nummering moet een deelnemer telkens via dit netnummer en deze aansluiting een telefoonnummer kiezen om een deelnemer op een ander communicatiesysteem te bereiken. Als in uw netwerk van communicatiesystemen geen telefoonnummer dubbel voorkomt, kan u ook de verborgen nummering instellen. Daarbij kan elke deelnemer in het netwerk van communicatiesystemen met hetzelfde telefoonnummer worden bereikt. De Forum 5050 bepaalt bij de verborgen nummering aan de hand van het telefoonnummer welke route moet worden toegewezen. De voor deze routing benodigde informatie kan u in een nummeringstabel configureren. In die tabel wijst u aan oproepnummers of het bereik van oproepnummers elk een route toe. Een Standaard ingave in de nummeringstabel maakt de toewijzing defaultroute voor alle overige niet toegewezen nummers mogelijk. Dit vereenvoudigt met name de configuratie van de Forum 5050 als subsysteem: u wijst als afzonderlijk item het standaardingave de route naar het hoofdsysteem toe. telecomsysteem b a telecomsysteem c 4: b S: c S: a d telecomsysteem h g telecomsysteem e 3: e 5: h S: d i 3: i S: g f telecomsysteem k 5: k S: f S:standaard S:route Voorbeeld voor nummeringstabellen bij verborgen nummering Het automatisch doorverbinden van verbindingswensen ( routing ) d.m.v. bundeloverloop of standaardnummering kan leiden tot een cirkelverbinding. Om dit te verhinderen wordt bij elke doorverbinden via Q.SIGkabels door een teller ( transit-counter ) meegeteld; bij het bereiken van een maximale waarde wordt het doorverbinden gestopt. Netwerken van communicatiesystemen

228 226 Technische tips Technische tips Voor elke Forum 5050 in een netwerk van communicatiesystemen moet een verschillend communicatiesysteemnummer worden ingesteld. De instelling vindt u in de Webconsole in het menu TEL Configuratie: Instellingen onder het hoofdstuk: QSIGnetwerk. Daar kan u ook de maximale waarde voor de transitteller vaststellen. Die waarde is afhankelijk van de topologie van het netwerk van communicatiesystemen en moet het maximale aantal mogelijke doorverbindingen realiseren. U kan te allen tijde de verbindingsstatus van de aansluitingen via het Configurator-menu Systeeminfo: TEL Configuratie: Lijnen inzien. Controleer met name na configuratieveranderingen of alle voor het netwerk van de installatie gebruikte aansluitingen bedrijfsklaar zijn. Een aantal van de in Q.SIG mogelijke eigenschappen worden door de Forum 5050 niet met alle opties ondersteund, bijvoorbeeld het terugbellen indien bezet binnen het Q.SIG-net. De in het Q.SIG gedefinieerde oproepcategorieën (call category; bv. alarmnummer, operator, normaal) en het doorgeven van namen in Q.SIG ( deelnemersnamen ) worden volledig ondersteund. De bij de open nummering te gebruiken kengetallen voor toekenning van een route worden niet aan het doelcommunicatiesysteem doorgegeven en kunnen dus door het doelcommunicatiesysteem niet worden geëvalueerd. Voor de terugbeltoewijzing (bijvoorbeeld voor het terugbellen) moet u dus in de bundelconfiguratie een overeenkomstige getallenprefixen instellen voor de route die bij het terugbellen moet worden toegewezen. Tip: U stelt bijvoorbeeld een route in die bezet kan worden met het prefix 5. U kiest één of meerdere bundels voor deze route. Wijzig voor deze bundel de instelling Prefix voor bronoproepnummers bij inkomend intern op 5 om de bezetting in omgekeerde richting toe te laten. Netwerken van communicatiesystemen

229 E.164 conversie 227 Telefonie E.164 conversie Het communicatiesysteem Forum 5050 ondersteunt twee verschillende soorten oproepnummers bij het kiezen van externe telefoonnummers. Gewoonlijk voert u eerst het kengetal voor een route in, bijv. een 0 voor de route externe lijn. Daarna voert u een extern oproepnummer in. Dat externe oproepnummer kan ofwel een zonenummer of een landnummer bevatten. Door middel van de extra configureerbare functie E.164 conversie kan u ook het complete internationale oproepnummer invoeren. Het gebruik van het internationale oproepnummer is nuttig bij de volgende toepassingen: Bij gebruik van de functie Fixed Mobile Conversion (FMC), aangezien de keuze van het oproepnummer meestal vanuit het lokale telefoonboek van de gebruikte mobiele telefoon wordt verricht. Bij het kiezen met behulp van een computerprogramma dat via TAPI is aangesloten, waarbij oproepnummers vanwege de synchronisatie met een mobiele telefoon vaak in internationaal formaat aanwezig zijn. Bij het importeren of synchroniseren van telefoonboekgegevens als de telefoonboekingaven in internationaal formaat aanwezig zijn. Bij het koppelen van communicatiesystemen met locaties in verschillende plaatsen of landen. De E.164 conversie analyseert een internationaal oproepnummer. Bij de analyse wordt het oproepnummer in een aantal delen gesplitst: het internationale kengetal, het zonenummer, het abonneenummer en indien van toepassing het doorkiesnummer. Delen van het oproepnummer die niet nodig zijn, worden indien mogelijk verwijderd. Het ingekorte oproepnummer wordt vervolgens gebruikt, bijv. om een oproep te plaatsen. Telefonie

230 228 E.164 conversie Instellen U kan de functie E.164 conversie voor elke bundel afzonderlijk instellen. Dit is mogelijk in de configuratie point-to-point, in de configuratie point-to-multipoint en voor SIP-lijnen: 1. Open de Configurator van het communicatiesysteem Forum Zet op de startpagina de optie Niveau op Expert. 2. Deze stap is optioneel, aangezien het landnummer door de instelling Land onder SYS Configuratie: Instellingen al is bepaald. Open de pagina TEL Configuratie: Instellingen. Klik op de knop Wijzigen. Voer in het invoerveld internationaal kengetal de landcode in zonder nullen ervoor, bijv. 49 voor Duitsland. De instelling in het invoerveld eigen kengetal is voor de functie E.164 conversie niet van belang. Bevestig de instelling met de knop Toepassen. 3. Open de pagina TEL Configuratie: Lijnen: Bundel of TEL Configuratie: Lijnen: SIP lijnen. Klik op de gewenste bundel of SIP-lijn. Schakel de optie E.164 conversie in. De volgende instelling is alleen relevant als in uw nationale ISDN het zonenummer geen deel van het ISDN-MSN uitmaakt (Duitsland en Oostenrijk). Als u onder SYS Configuratie: Instellingen als instelling voor Land Duitsland of Oostenrijk hebt gekozen, moet u voor de bundel ook het zonenummer in het invoerveld Kengetal invoeren. De invoer van een nul ervoor wordt daarbij genegeerd. Bevestig de instelling met de knop Toepassen. 4. Open de pagina TEL Configuratie: Lijnen: Route. Controleer of voor de gebruikte routes de instelling Type op Privaat of Bedrijf geconfigureerd is. Voor routes van het type Intern wordt de functie E.164 conversie niet ingeschakeld. De bij de koppeling van communicatiesystemen gebruikte Q.SIGbundels kunnen niet samen met de functie E.164 conversie worden gebruikt. Houd er rekening mee dat het onderscheiden in abonneenummer en doorkiesnummer alleen bij point-to-point of SIP-lijnen met DDI-capaciteit en ook alleen bij gebruik van directe doorkiesnummers wordt uitgevoerd. Bij een oproepnummer dat Telefonie

231 E.164 conversie 229 via de oproepverdeling is toegewezen, wordt er niet automatisch onderscheid gemaakt tussen externe en interne oproepnummers. Opmerking: Bij inkomende oproepen via een bundel met de functie E.164 conversie wordt ieder extern oproepnummer ( CLIP ) in het internationale formaat omgezet en ook in dat formaat bijv. in de oproeplijst opgeslagen. Houd daar ook rekening mee bij oproepnummeringaven die ter authentificatie (CLIP-Auth) worden gehaald. Voorbeeld Het volgende voorbeeld verklaart de functie E.164 conversie met een toestel dat op een point-to-point met de volgende configuratie wordt gebruikt: Eigenschap Internationaal kengetal (Country Code, CC) Zonenummer (National Destination Code, NDC) Abonneenummer (Subscriber Number, SN) Doorkiesnummer resp. intern oproepnummer (Direct Dialling, DDI) Kengetal voor de route externe lijn 0 Nummer 32 (België) 2 (Brussel) 4444 (Firma in Brussel) 999 (Doorkiesnummer firma) Telefonie

232 230 E.164 conversie Vanaf dit toestel worden nu verschillende oproepnummers gekozen: Gekozen nummer (buitenland, Parijs) (Binnenland, Brügge) (Binnenland, Brügge) (Intern) Daadwerkelijk gebruikt nummer Het kengetal voor de route wordt in de ISDN niet overgedragen Het internationale kengetal wordt vervangen door een Het internationale kengetal wordt vervangen door een 0. Het eigen zonenummer wordt niet verwijderd. 888 Het internationale kengetal, het eigen zonenummer en het abonneenummer worden verwijderd. De bestemming wordt intern zonder gebruikmaking van de ISDN-aansluiting opgeroepen Het plus-teken (volgens E.123) kan u alleen met een SIP-telefoon invoeren (zie Interne SIP-deelnemers vanaf pagina 171). Ook daarbij vindt een E.164 conversie plaats Zonder internationaal kengetal vindt er geen E.164 conversie plaats. Overige opmerkingen Houd bij het gebruik van de functie E.164 conversie rekening met de volgende opmerkingen: Als alle externe lijnen bezet zijn, wordt de toestand Alle hoofdlijnen bezet pas later tijdens het kiezen weergegeven. Noodoproepen worden altijd zonder E.164 conversie uitgevoerd. Telefonie

233 Oproepomleidingen 231 De oproepnummertoewijzingen in de oproepverdeling worden voor de functie E.164 conversie niet geëvalueerd. Voor een toegewezen MSN wordt er bijv. geen automatische interne keuze uitgevoerd, ook als de bestemming op die manier bereikbaar zou zijn. Al naar gelang de telefonieprovider kan u eventueel het landnummer van het eigen land ook zonder E.164 conversie gebruiken. Een verdeling in externe en interne oproepnummers kan echter alleen met de E.164 conversie plaatsvinden. Behandeling van oproepnummers met E.164 en lijsten Als u de behandeling van oproepnummers volgens E.164 inschakelt, dient u voor blokkeringslijsten, vrijgavelijsten en speciale lijsten alle kiesbare oproepnummercombinaties in de lijsten te zetten. Voorbeeld: , en Deze oproepnummer-varianten kunnen vanaf een toestel worden gekozen en er daardoor eventueel toe leiden dat bijv. de blokkeringslijst wordt omzeild. Houd bij het configureren van lijsten rekening met deze eigenschap. Oproepomleidingen Met de actuele versie van het communicatiesysteem Forum 5050 kunnen ook meerlagige oproepomleidingen worden ingesteld. Als u een omgeleid oproepnummer opnieuw wilt omleiden, ontstaat er een oproepomleidingsketen. CFU CFB Oproepomleidingsketen 264 Meervoudige oproepomleidingen worden onafhankelijk van het type oproepomleiding uitgevoerd. Voor de volgende uitleg is een Telefonie

234 232 Oproepomleidingen overzicht van de verschillende mogelijke oproepomleidingen desondanks nuttig. Oproepomleidingen Naam Oproepomleiding onmiddellijk (CFU) Oproepomleiding bij bezet (CFB) Oproepomleiding na tijd (CFNR) Oproepafleiding (CD) Virtueel oproepnummer Oproepomleiding van een groepsoproepgroep Oproepomleiding naar extern Oproepomleiding door een systeemdeelnemer Beschrijving Onmiddellijke en onvoorwaardelijke oproepomleiding Oproepomleiding alleen als de deelnemer bezet is De oproepomleiding wordt pas na afloop van instelbare tijd uitgevoerd Wordt bij een inkomende oproep door de deelnemer zelf uitgevoerd Een virtueel oproepnummer wordt altijd naar een bestemmingsnummer omgeleid Ook elke deelnemer van een groepsoproepgroep kan oproepomleidingen instellen Oproepomleiding naar een extern oproepnummer of kiezen van afstand (Call Through) Oproepomleiding door Forum Auto Attendant (met de functie Doorverbinden naar nummer en Doorverbinden met spraakbox) of door Forum Voic (met de vertegenwoordigersfunctie) Eigenschappen Een oproepomleidingsketen kan willekeurige oproepomleidingstypen en oproepomleidingsdeelnemers bevatten. Het aantal op elkaar volgende oproepomleidingen is niet beperkt. Als de oproepomleidingsbestemming een systeemtelefoon is, wordt een inkomende oproep gekenmerkt met de extra indicatie via... Ook via de oproeplijst van een systeemtelefoon kan zowel het oproepnummer van de beller als het oproepnummer van de omleidende deelnemer worden bepaald. Telefonie

235 Oproepomleidingen 233 Bij een meervoudige oproepomleiding bepaalt een instelling in de gebruikersgroep van de oproepomleidingsbestemming welke van de Via -oproepnummers er wordt weergegeven. U kan ofwel de laatste oproepomleidingsdeelnemer (standaard ingesteld) of de eerste oproepomleidingsdeelnemer van een keten laten weergeven. Het Via -oproepnummer wordt echter alleen weergegeven als de oproepnummerweergave voor de omleidende deelnemer is ingeschakeld. Opmerking: Bij een oproepomleiding naar het spraakboxprogramma Forum Voic wordt het Via -oproepnummer geëvalueerd en daardoor de eigenaar van een spraakbox vastgesteld. Daarvoor wordt onafhankelijk van de instelling in de gebruikersgroep altijd de laatste oproepomleidingsdeelnemer gebruikt. Bij een oproepomleiding door de vertegenwoordigersfunctie van het spraakboxprogramma wordt als Via -oproepnummer eveneens het oproepnummer van de spraakboxeigenaar weergegeven. Lusherkenning Bij een oproepomleidingsketen is het mogelijk dat er een lus ontstaat, bijv. als de oproepomleidingsbestemming weer naar de oproepomleidingsbron verwijst. Om die reden beschikt een omgeleide oproep over een oproepomleidingshistorie. Als de volgende oproepomleidingsbestemming al in de oproepomleidingshistorie aanwezig is, wordt er een lus herkend en wordt de uitvoering van verdere oproepomleidingen geblokkeerd. Als er geen parallelle oproepsignalisering plaatsvindt, bijv. door de instelling Oproepomleiding na tijd parallel signaliseren in de gebruikersgroep, wordt bij een lus de oproep geactiveerd. Lusherkenning 242 X Een lus wordt ook bij de oproepafleiding herkend. Als u een inkomende oproep naar een bestemmingsnummer wilt afleiden dat al deel uitmaakt van de oproepomleidingsketen, wordt dat met de indicatie NEG. bevestigd en wordt de oproepsignalisering voortgezet. 264 Telefonie

236 234 Oproepomleidingen Opmerking: De oproepomleidingshistorie kan niet via Q.SIGverbindingen worden overgedragen. Ook bij doorgeven door het spraakportaalprogramma Forum Auto Attendant is de lusherkenning uitgeschakeld. Virtuele oproepnummers Een virtueel oproepnummer is aan geen enkel toestel toegewezen. Bij het instellen van een virtueel oproepnummer voert u altijd ook al een intern of extern bestemmingsnummer in. Een oproep naar het virtuele oproepnummer wordt bij dat bestemmingsnummer gesignaliseerd. Dit gedrag wordt als onmiddellijke oproepomleiding behandeld en is daardoor de eerste oproepomleiding in een mogelijke oproepomleidingsketen. U kan een virtueel oproepnummer bijv. in de oproepverdeling opnemen. Aangezien meervoudige oproepomleiding mogelijk is, kan u een virtueel oproepnummer ook als centrale ( Operator ) gebruiken. Bovendien kan een gebruiker met de bevoegdheid Oproepomleiding voor andere gebruiker ook voor een virtueel oproepnummer een extra oproepomleiding instellen. Groepsoproepgroepen Een groepsoproepgroep is een intern oproepnummer waarop meerdere deelnemers kunnen worden bereikt. Een inkomende oproep wordt bij alle deelnemers van de groepsoproepgroep gesignaliseerd. Een groepsoproepgroep wordt in de Configurator in het menu TEL Configuratie: Groepen: Groepsoproep ingesteld. De oproepsignalisering is afhankelijk van de instelling Type in de groepsoproepgroep: instelling Parallel: Alle deelnemers van de groepsoproepgroep worden tegelijkertijd opgeroepen. Instelling Lineair, Cyclisch of Statistisch: De deelnemers van een tijdsafhankelijke groepsoproepgroep worden na elkaar opgeroepen. De eerste opgeroepen deelnemer wordt afhankelijk van de desbetreffende instelling bepaald. Elke deelnemer van een groepsoproepgroep kan ook een eigen oproepomleiding instellen. U dient daarvoor op de pagina TEL Configuratie: Groepen: Groepsoproep voor de gewenste Telefonie

237 Oproepomleidingen 235 groepsoproepgroep de optie Oproepomleiding door leden mogelijk door leden mogelijk in te schakelen. De oproepomleidingshistorie wordt daarbij doorgegeven aan meerdere deelnemers en steeds gescheiden voortgezet. Als er een oproepomleidingslus voor een deelnemer wordt herkend, vindt er geen oproepsignalisering voor die deelnemer meer plaats. Bij een parallelle groepsoproepgroep wordt deze deelnemer niet opgeroepen. Bij een tijdsafhankelijke groepsoproepgroep wordt deze deelnemer overgeslagen Gruppe Gruppe (1) 326 (2) 360 (3) Groepsoproepgroepen omleiden 276 Met een oproepomleidingsketen kan u een andere groepsoproepgroep als deelnemer opnemen in een parallelle groepsoproepgroep. Opmerking: Voor tijdsafhankelijke groepsoproepgroepen kan u geen andere groepsoproepgroepen als deelnemer opnemen. Daarnaast kan u ook voor groepsoproepgroepen een oproepomleiding bij bezet (CFB) instellen. Deze oproepomleiding kan ook naar een intern of extern bestemmingsnummer worden uitgevoerd. Voor tijdsafhankelijke groepsoproepgroepen kan u bovendien een vervangende bestemming opgeven, voor het geval dat het andere nummer niet wordt bereikt. In het menu TEL Configuratie: Groepen: Groepsoproep kan u met de instelling Omleiden na tijd daarvoor een oproepnummer en een tijdsinstelling configureren X Telefonie

238 236 Oproepomleidingen Externe oproepomleidingen Ook naar externe bestemmingen kan u zonder beperkingen omleiden. Bij externe bestemmingen kan de oproepomleidingshistorie echter niet worden voortgezet. Als meerdere deelnemers aan een parallelle groepsoproepgroep een oproepomleiding naar externe bestemmingen instellen, kan een enkele oproep naar de groepsoproepgroep ook meerdere externe lijnen bezetten. Voor de oproepnummers die bij de externe omleidingsbestemming worden weergegeven, gelden bijzondere regels: Als de oproep oorspronkelijk door een interne deelnemer is begonnen, wordt het externe oproepnummer van de interne deelnemer overgedragen. Als de oproep oorspronkelijk door een externe deelnemer is begonnen, kan diens externe oproepnummer met behulp van de functie CLIP no screening worden overgedragen. Als CLIP no screening niet beschikbaar is, wordt het externe oproepnummer van de laatste omleider overgedragen. Opmerkingen over updates Het is mogelijk om de configuratie van een eerdere versie van de firmware bij een update naar de actuele versie te converteren. Dat gebeurt automatisch als u na een update een opgeslagen configuratie laadt. Houd rekening met de volgende punten: Het voorafgaande gedrag blijft bij een conversie behouden. Bij het herstellen van een voorafgaande configuratie wordt daarvoor op de pagina TEL Configuratie: Instellingen de optie Oproepomleiding enkel op 1 niveau mogelijk automatisch uitgeschakeld. Verder wordt voor alle herstelde groepsoproepgroepen de optie Oproepomleiding door leden mogelijk uitgeschakeld. Herstelde oproepomleidingen vertonen eventueel ander gedrag, aangezien oproepomleidingsketens door eerdere firmwareversies (voor release 6.0) niet ondersteund werden. Gebruik indien nodig de registratiefunctie voor oproepomleidingen (in de Configurator het menu LOG Configuratie: Trace, optie CF tracking). Telefonie

239 Bezettoetsen 237 De tevoren alleen centraal instelbare oproepomleidingstijd wordt voor alle gebruikers als standaardwaarde overgenomen. De optie Toon Groepsnummer als Via voor groepsoproepgroepen is komen te vervallen. Gebruik in plaats daarvan in het menu Gebruikersmanager: Gebruikersgroepen de optie Display - oproepomleiding via. Voor de functie Onthaalboodschap kon voorheen direct worden bepaald of een deelnemer op dat moment bezet of vrij is en de desbetreffende melding worden afgespeeld. Met de firmwareversie (release 7.0) wordt de Melding bij Oproep in ieder geval afgespeeld als deze geconfigureerd is. Vervolgens wordt indien van toepassing ook de Melding bij bezet afgespeeld, indien deze melding is geconfigureerd. Opmerking: houd ook rekening met de toelichting in het hoofdstuk Opmerkingen over updates vanaf pagina 22. Bezettoetsen U kunt op een systeemtelefoon of een SIP-systeemtelefoon bezettoetsen configureren. Bezettoetsen geven de bezettoestand van een andere deelnemer aan en kunnen bovendien worden gebruikt voor de functies verkort kiezen en pickup. U kunt bezettoetsen configureren in de configurator op de pagina TEL Configuratie: Toestellen: Systeemtoestellen. Kies bij het configureren van een toets op de systeemtelefoon in de keuzelijst Type de vermelding Functie. Kies bij een SIP-systeemtelefoon in de keuzelijst Type de vermelding BLF. In vergelijking met oudere versies van de systeemsoftware is bij release 7 het type bezettoets gewijzigd van lijntoets in functietoets. Dat houdt in dat bij release 7 bezettoetsen op een willekeurig aantal toestellen kunnen worden geprogrammeerd. Als er al bezettoetsen zijn geconfigureerd, wordt die configuratie bij een update van de systeemsoftware automatisch geconverteerd. Tip: een bezettoets voor virtuele oproepnummers met bestemmingsnummer wordt niet ondersteund (zie Virtuele oproepnummers vanaf pagina 234). Het is wel mogelijk om een Telefonie

240 238 Bezettoetsen bezettoets voor een virtueel oproepnummer zonder bestemmingsnummer in te stellen. Als het virtuele oproepnummer wordt gebeld, wordt de oproep gesignaliseerd op de bezettoets. Het gesprek kan met de bezettoets worden aangenomen. Bezettoetsen in een installatiekoppeling Bezettoetsen zijn in het communicatiesysteem Forum 5050 uitgevoerd volgens een abonneemodel. Daarvoor vraagt een bezettoets bezetinformatie op. Het doel van een bezettoets beschikt over een dynamische lijst met toestellen die bij een statuswijziging moeten worden ingericht. Deze werkwijze is geoptimaliseerd voor het gebruik van bezettoetsen in een installatiekoppeling (zie Netwerken van communicatiesystemen vanaf pagina 213). Houd daarbij rekening met de volgende punten: Bezettoetsen-informatie kan via alle soorten verbinding van een telecominstallatie-koppeling worden overgedragen: Q.SIG-ISDN, Q.SIG-IP en SIP-tie-line. Voor Q.SIG-ISDN moet in de bundelconfiguratie de optie Protocoluitbreiding zijn ingeschakeld. Bezettoetsen werken alleen tussen communicatiesystemen Forum 500 / 5000 met systeemsoftware relase 7. Als er in een bundel voor de telecominstallatie-koppeling meerdere lijnen beschikbaar zijn, wordt een van de lijnen voor de bezettoetsen-signalisatie gekozen. Als deze lijn uitvalt, kan het een paar minuten duren voor de dynamische abonneelijsten zijn bijgewerkt. Opmerking: in het kader van de telecominstallatie-koppeling wordt alleen de bezettoetsfunctie Oproepnummer bezet ondersteund. Voor de bezettoetsfunctie Toesel bezet moet er een toestel-id worden doorgegeven. Dat wordt bij de telecominstallatie-koppeling niet ondersteund. Telefonie

241 PIN-code-telefonie 239 PIN-code-telefonie De deelnemers in een firma gebruiken de aanwezige toestellen gewoonlijk voor het grootste deel voor zakelijke communicatie. Nu willen de deelnemers ook wel eens privégesprekken voeren. Voor privégesprekken moeten: speciale externe lijnen bezet worden, gewijzigde bevoegdheden gelden, kosten apart berekend worden en bestemmingsnummers niet in de nummerherhaling opgeslagen worden. Deze functie kan met het kenmerk PIN-code-telefonie worden ingesteld. Voor het beginnen van een apart gesprek gebruikt de deelnemer op een willekeurig toestel een speciale menufunctie of kengetalprocedure. Nadat het eigen interne oproepnummer en de bijbehorende gebruikers-pin zijn ingevoerd, worden de gewenste eigenschappen voor het volgende gesprek vrijgegeven. Als het gesprek beëindigd is, wordt de voorheen actieve telefoonconfiguratie hersteld. Het gekozen externe oproepnummer wordt niet in een nummerherhalingslijst opgeslagen. Instellen U kan de functie PIN-code-telefonie voor iedere firma afzonderlijk instellen. Voor het instellen de volgende stappen uitvoeren: 1. Open de Configurator van het communicatiesysteem Forum Zet op de startpagina de optie Niveau op Expert. 2. Open de menupagina Gebruikersmanager: Gebruikersgroepen. Klik op de knop Nieuw. Voer in het invoerveld Groepsnaam een naam in en kies een aanwezige gebruikersgroep als sjabloon. Bevestig de instelling met Toepassen. 3. Klik vervolgens op de knop Wijzigen. Kies de gewenste Firma. Schakel de optie PIN kiezen in voor de voorziene tijdsgroepen. Configureer ofwel de externe bevoegdheid of de Telefonie

242 240 PIN-code-telefonie registratie van Verbindingsgegevens. Bevestig de instelling met Toepassen. 4. Open de menupagina TEL Configuratie: Systeem: Firma's. Klik op de titel van de gewenste firma (standaard ingesteld: Firma 1 ). 5. Kies onder de titel PIN kiezen de gewenste Route. Kies voor de instelling Gebruikersgroep de gebruikersgroep die in de vorige stappen is ingesteld. Bevestig de instelling met Toepassen. Voor de functie PIN-code-telefonie kan u ook de gebruikersgroep Standard of de standaardroute Externe lijn gebruiken. Als u een speciale route instelt, moet u voor die route ook een bezettingskengetal invoeren (menu TEL Configuratie: Lijnen: Route, instelling: Kengetal). Schakel de gebruikersgroepoptie PIN kiezen ook in voor alle toestellen, waarop de functie PIN-code-telefonie mogelijk moet zijn. Dat kan ook de gebruikersgroep Guests zijn. Daarnaast kan u de functie PIN-code-telefonie ook toepassen voor gebruikers aan wie geen toestel is toegewezen ( virtuele gebruikers ). Uitvoering U wil vanaf een willekeurige telefoon de functie PIN-code-telefonie gebruiken. Daarvoor wordt de vreemde telefoon voor een oproep omgeschakeld op uw persoonlijk gebruikersaccount ( Identiteitswisseling ). Voer daarvoor de volgende stappen uit: 1. Open op een systeemtelefoon het totale menu. Kies het menupunt 6 Verbindingen: 7 PIN kiezen. Voer uw oproepnummer en uw gebruikers-pin in. Als de ingevoerde gegevens correct zijn, Wordt nu <PIN kiezen> weergegeven. Kies nu het gewenste externe oproepnummer inclusief het bezettingskengetal voor de standaardroute externe lijn. U kan het PIN-kiezen ook met een kengetalprocedure activeren: H#46 Z (uw nr.) * Z (gebruikers-pin) # Z (extern nr.) Telefonie

243 Bevoegdheidswisseling 241 Bij het opbouwen van de gespreksverbinding wordt de voor de functie PIN-code-telefonie geconfigureerde route bezet, doordat het bezettingskengetal voor de standaardroute eventueel wordt vervangen door een ander bezettingskengetal. Bovendien worden de bevoegdheden van de voor de functie PIN-code-telefonie voorziene gebruikersgroep geactiveerd. 2. Voer het gesprek. Houd er rekening mee dat het als identiteit gebruikte oproepnummer bij de externe gesprekspartner wordt weergegeven, ook als u vanaf een ander toestel belt. Tijdens het gesprek wordt bovendien het als identiteit gebruikte oproepnummer als bezet gemarkeerd. Om die reden brandt tijdens het gesprek ook de desbetreffende lijntoets op de gebruikte systeemtelefoon. Het gekozen externe oproepnummer wordt in geen enkele nummerherhalingslijst opgeslagen, noch op de gebruikte telefoon, noch op de eigen telefoon. Bevoegdheidswisseling Met de functie Bevoegdheidswisseling kan de gebruiker voor een ander toestel de gebruikersgroep voor een afzonderlijke oproep wisselen. De gebruiker die omschakelt, kan aan het einde van het gesprek een kostenmelding krijgen. Een typische toepassing is de gastentelefoon in een hotel: de dienstdoende receptionist schakelt op aanvraag het externe kiezen voor een gast vrij. Als het gesprek afgelopen is, wordt de receptionist met een korte mededeling ingelicht over de gespreksduur en de te betalen kosten. Telefonie

244 242 Bevoegdheidswisseling Instellen U kan de functie Bevoegdheidswisseling voor iedere firma afzonderlijk instellen. Voor het instellen de volgende stappen uitvoeren: 1. Open de Configurator van het communicatiesysteem Forum Zet op de startpagina de optie Niveau op Expert. 2. Open de menupagina Gebruikersmanager: Gebruikersgroepen. Klik op de knop Nieuw. Voer in het invoerveld Groepsnaam een naam in (bijv. Externe bezetting gasten ) en kies een aanwezige gebruikersgroep als sjabloon. Bevestig de instelling met Toepassen. 3. Klik vervolgens op de knop Wijzigen. Kies de gewenste Firma. Configureer naar behoefte de externe bevoegdheid en de registratie van Verbindingsgegevens. Schakel de optie Spontaan netlijn kiezen in. Schakel de optie Bevoegdheid wisselen uit om te voorkomen dat de bevoegdheidswisseling onbevoegd voor nog een gesprek kan worden ingeschakeld. Bevestig de instelling met Toepassen. 4. Klik op de gebruikersgroep voor de gebruiker die de functie Bevoegdheidswisseling moet uitvoeren. Schakel de optie Bevoegdheid wisselen in. Bevestig de instelling met Toepassen. 5. Open de menupagina TEL Configuratie: Systeem: Firma's. Klik op de titel van de gewenste firma (standaard ingesteld: Firma 1 ). 6. Kies onder de titel Bevoegdheid wisselen de door de omschakeling actieve Gebruikersgroep (bijv. Externe bezetting gasten ). Schakel naar behoefte de optie Melding bij gesprekseinde in. Bevestig de instelling met Toepassen. Normaliter worden de om te schakelen toestellen ( gastentelefoons ) in een gebruikersgroep zonder externe bevoegdheid geconfigureerd. U kan er ook voor kiezen om deze toestellen aan geen enkele gebruiker toe te wijzen. In dat geval wordt er automatisch aan de gebruikersgroep Guests toegewezen. Telefonie

245 Bevoegdheidswisseling 243 Uitvoering Een hotelgast wil een externe oproep uitvoeren. U komt aan deze wens tegemoet door de volgende stappen uit te voeren: 1. Open op uw systeemtoestel het totale menu. Kies de optie 6 Verbindingen: 6 Switch auth. Voer het interne oproepnummer in van het toestel waarvoor een voorlopige bevoegdheidswisseling moet worden verricht. Bevestig de instellingen met de toets OK. Kies de optie Aan en bevestig uw keuze met de toets OK. Als het om te schakelen toestel op dat moment in gesprekstoestand is, wordt de bevoegdheidswisseling pas na afloop van het gesprek verricht. 2. Op het omgeschakeld toestel wordt de volgende uitgaande gespreksverbinding met de gewijzigde bevoegdheden verricht. Als daarvoor bijv. de optie Spontaan netlijn kiezen is ingeschakeld, is de externe kiestoon hoorbaar en kan er zonder invoeren van een kengetal een extern gesprek tot stand komen. Als er niet binnen 60 seconden met het volgende uitgaande gesprek wordt begonnen, vervalt de bevoegdheidswisseling automatisch. Na afloop van het gesprek als zo geconfigureerd krijgt u een korte mededeling die u inlicht over de gespreksduur en de te betalen kosten. Telefonie

246 244 Inleiding Teamfuncties Inleiding Met teamfuncties kan u de telefooncommunicatie in uw bedrijf taakgericht organiseren. Daartoe worden lijnen met aparte telefoonnummers op de toetsen van verschillende toestellen geprogrammeerd. De gebruikers van de toestellen, de teamleden, kunnen dan elkaars oproepen aannemen en via de ingestelde toetsen met elkaar telefoneren. Teamfuncties kunnen alleen op de systeemtelefoons Forum IPhone 525 en Forum IPhone 535 worden ingesteld, omdat alleen die toestellen zijn voorzien van toetsen. Teamfuncties

247 Inleiding 245 Verklaring van de toetsen De teamfuncties worden op de gesprekstoetsen van de telefoon Forum IPhone 525 en Forum IPhone 535 geprogrammeerd. Al naar gelang het toestel staat er een verschillend aantal gesprekstoetsen ter beschikking: aantal beschikbare gesprekstoetsen telefoon Forum IPhone 525 Forum IPhone 535 Forum IPhone 525 of Forum IPhone 535 met extra toetsenblok Forum 500 Keypad Paper FP 525 / 535 Forum IPhone 535 met extra toetsenblok Forum 500 Keypad Display FP 535 aantal toetsen drie toetsen met display, vijf toetsen zonder display negen toetsen met display 36 extra toetsen zonder display. Op een Forum IPhone 525/ Forum IPhone 535 kunnen max. drie van deze toetsenblokken worden aangesloten. 20 extra toetsen met display. Op een Forum IPhone 535 kunnen max. drie van deze toetsenblokken worden aangesloten. Opmerking: aan een geprogrammeerde gesprekstoets kunnen geen andere functies of oproepnummers worden toegewezen. De volgende toetsen worden onderscheiden: Lijntoets: met deze toets worden oproepen (voor de geprogrammeerde oproepnummers, bv. 11) gemeld en kan u interne en externe verbindingen via dit oproepnummer opbouwen. Via een lijntoets kunt u een vervanging door een ander teamgenoot programmeren. Voor u bestemde oproepen worden dan naar het toestel van de vervanger afgeleid. Aan een lijntoets staan bovendien functies voor de bewerking van oproepen ter beschikking. U kan bv. oproepbescherming instellen als u niet gestoord wilt worden, of een omroepafleiding naar een ander telefoon instellen. Teamfuncties

248 246 Inleiding Teamtoets: via een teamtoets kunnen net als bij een lijntoets inkomende en uitgaande gesprekken worden gevoerd. Instellingen voor de bewerking van oproepen zijn aan deze toets echter niet mogelijk, zo kan er dus geen omroepafleiding naar een andere telefoon worden ingesteld. Bij uitgaande gesprekken via een teamtoets worden alle toestellen gebeld die hetzelfde oproepnummer op een lijntoets hebben geprogrammeerd. Voorbeeld: de teamtoets met het oproepnummer 11 belt alle lijntoetsen met het oproepnummer 11. Directtoets: via een directtoets zijn alleen uitgaande oproepen mogelijk. Alle toestellen worden gebeld die hetzelfde oproepnummer op een lijntoets hebben geprogrammeerd. Oproepen via de directtoets worden aan het opgebelde toestel ook dan gemeld als daar een vervanging of een oproepbescherming is geprogrammeerd. Als er bij het opgebelde toestel een omroepafleiding is geprogrammeerd, wordt die bij het oproepen via de directtoets niet uitgevoerd. Welke toets is geschikt voor welk doel? Aan lijntoetsen kan u oproepnummers toewijzen waarmee u centrale communicatietaken organiseert, bv. de klantensupport. Als de oproepnummers van de support aan alle toestellen van die afdeling op lijntoetsen worden toegewezen, kunnen alle support-medewerkers aanvragen aannemen en bewerken en elkaar vervangen. Via teamtoetsen kan u bv. een projectgroep binnen een afdeling onderling verbinden. Oproepen van klanten die door deze groep worden afgehandeld, kunnen dan door de teamgenoot worden aangenomen die op dat moment vrij is. De teamdeelnemers kunnen elkaar onderling via de teamtoetsen bellen. Een directtoets kan u bv. op een telefoon in de conferentieruimte instellen om van daaraf o.a. het secretariaat op te bellen. Tip: Een bezettoets kan worden gebruikt om een centrale in te stellen waar de momentele situatie van de afzonderlijke deelnemers zichtbaar wordt gemaakt. De centrale ziet de situatie Teamfuncties

249 Inleiding 247 van de deelnemer en kan doorverbinden door simpel de toets in te drukken (zie Bezettoetsen vanaf pagina 237). Teamconfiguratie De samenstelling van teams en het programmeren van gesprekstoetsen met oproepnummers en teamfunctie gebeuren in de Configurator van de Forum 5050 (menu TEL Configuratie: Groepen en TEL Configuratie: Aansluitingen: Upn). De gesprekstoets 1 is standaard aan elke systeemtelefoon als lijntoets ingesteld. Deze instelling kan door de systeembeheerder worden veranderd. Teamfuncties

250 248 Toepassingsvoorbeelden Toepassingsvoorbeelden De volgende voorbeelden illustreren de veelvuldige inzetmogelijkheden van teams en teamfuncties. De bediening van de afzonderlijke functies en de betekenis van de weergaven in het display kan u vinden in het hoofdstuk In het team telefoneren in de handleiding Forum Phone 515, 525, 535. Chef-secretaris-team Het chef-secretaris-team in dit voorbeeld bestaat uit twee leden: chef en secretaris. De secretaris beschikt over een systeemtelefoon Forum IPhone 525, de chef over twee telefoons, een als toestel in de zithoek (chef-zithoek) secretaris 14:22 LT 11: secretariaat LT 10: kantoor chef DT 10: kantoor chef zithoek chef 14:22 LT 10: kantoor chef LT 11: Sekretariat LT 12: privé 12 zithoek chef 14:22 LT 10: kantoor chef LT 12: privé Voorbeeld: chef-secretaris-team Lijntoewijzing De secretaris is te bereiken onder het oproepnummer 11 (lijntoets LT 11: secretariaat). De chef is te bereiken onder oproepnummer 10 (lijntoets LT 10: kantoor van de chef). Hij kan zijn gesprekken ook aannemen aan de zithoek-telefoon. Bovendien is voor de chef aan beide telefoons een privé lijn ingesteld (lijntoets LT 12: privé). Teamfuncties

251 Toepassingsvoorbeelden 249 De oproepnummers 11 en 10 zijn elk ook als lijntoets ingesteld op het toestel van de andere teamgenoot. Chef en secretaris kunnen daarmee via beide oproepnummers telefoneren (oproepen aannemen en verbindingen opbouwen). Beide kunnen elkaar vervangen. Voor de secretaris is het oproepnummer van de chef ook als directtoets ingesteld (DT 10: kantoor van de chef). Daarmee kan de secretaris de chef ook dan bereiken als die een vervanging heeft ingesteld en hij kan oproepen doorverbinden. Weergave van de toewijzing Is een lijn toegewezen, bv. aan LT 11 secretariaat, dan wordt dit weergegeven op het andere toestel. Privégesprekken van de chef via de LT 12 ziet de secretaris niet omdat op zijn telefoon daarvoor geen lijntoets is ingesteld. Oproepmelding In dit configuratievoorbeeld worden oproepen voor het eigen oproepnummer aan de volgenden telefoons akoestisch gemeld: oproepnummer 11 bij de telefoon secretaris oproepnummers 10 en 12 bij de telefoon chef. Oproepen voor de oproepnummers van de andere teamgenoot worden op de eigen telefoon optisch gemeld (LED, de lijntoets knippert). Op de telefoon chef-zithoek worden oproepen alleen optisch gemeld. Het is mogelijk om op de telefoon secretaris voor de LT 10 een vertraagde akoestische melding in te stellen. Als de chef bv. een oproep niet binnen 10 seconden aanneemt, gaat de telefoon bij de secretaris over. Als de chef de vervangingsschakeling naar de secretaris activeert, worden oproepen voor het oproepnummer 10 bij de chef alleen nog optisch, maar bij de secretaris akoestisch gemeld. Ook de secretaris kan een vervangingsschakeling activeren. Oproepen voor het oproepnummer 11 worden dan akoestisch gemeld op de telefoon van de chef en optisch op de telefoon chef-zithoek en op de telefoon van de secretaris. Teamfuncties

252 250 Toepassingsvoorbeelden Team van drie Het hier beschreven team van drie is een voorbeeld van een teamconfiguratie in een projectgroep, bv. verkoop - export. Elke teamgenoot beschikt over een systeemtelefoon Forum IPhone 525 waarop alle gesprekstoetsen als lijn- en teamtoetsen zijn geprogrammeerd. 10 Mulder 14:22 LT 10: Mulder TT 11: Meijer TT 12: Schouten 11 Meijer 14:22 LT 11: Meijer TT 10: Mulder TT 12: Schouten 12 Voorbeeld: team van drie Schouten 14:22 LT 12: Schouten TT 10: Mulder TT 11: Meijer Lijntoewijzing Het oproepnummer van elke teamgenoot, bv. oproepnummer 10 voor Mulder, is op de eigen telefoon als lijntoets geprogrammeerd. Op de andere telefoons van de groep is dit oproepnummer overal op een teamtoets geprogrammeerd, (bv. TT 10 op de telefoons van Meijer en Schouten). Elke teamgenoot ziet dan voor welk oproepnummer een oproep binnenkomt en kan die aannemen door op de betreffende teamtoets te drukken. De teamleden kunnen elkaar via de teamtoetsen bellen. Voorbeeld: Mulder kan door op TT 12 te drukken het oproepnummer 12 kiezen; de oproep wordt via de telefoon van Schouten op LT 12 gemeld. Teamfuncties

253 Toepassingsvoorbeelden 251 Weergave van de toewijzing Als een lijn is toegewezen, bv. LT 11 Meijer, wordt dit weergegeven op de teamtoetsen 11 van de telefoons Mulder en Schouten. Oproepmelding In dit voorbeeld worden oproepen aan de lijntoetsen akoestisch gemeld. Op de teamtoetsen worden oproepen optisch gemeld (LED van de teamtoets knippert). Serieteam Het hier beschreven serieteam is een voorbeeld van een teamconfiguratie op een afdeling waar oproepen snel moeten worden bewerkt (hier: support). Elke teamgenoot beschikt over en systeemtelefoon Forum IPhone 525 waarbij alle gesprekstoetsen als lijntoetsen zijn geprogrammeerd. Mulder 14:22 LT 10: Support 1 LT 11: Support 2 LT 12: Support Meijer 14:22 LT 10: Support 1 LT 11: Support 2 LT 12: Support 3 12 Schouten 14:22 LT 10: Support 1 LT 11: Support 2 LT 12: Support 3 Voorbeeld: serieteam Teamfuncties

254 252 Toepassingsvoorbeelden Lijntoewijzing De oproepnummers 10, 11 en 12 zijn op alle telefoons van het team op lijntoetsen ingesteld (LT 10 tot LT 12). Alle teamleden kunnen via deze oproepnummers telefoneren (oproepen aannemen en verbindingen opbouwen). Tip: in deze teamconfiguratie is het handig om de functie wachten bij elke telefoon op een functietoets te programmeren. Een gesprek, bv. op LT 11, kan dan door het drukken van de functietoets in wacht worden gezet. Als vervolgens een andere teamgenoot bij zijn telefoon op de lijntoets LT 11 drukt, neemt hij het wachtende gesprek over. Meer informatie over de functietoetsen vindt u in de handleiding forum Phone 515, 525, 535. Weergave van de toewijzing Is een lijn toegewezen, bv. LT 11 aan Meijer, dan wordt dat op de lijntoetsen van de andere teamtelefoons weergegeven. Oproepmelding In dit voorbeeld worden oproepen aan alle lijntoetsen akoestisch gemeld. Teamfuncties

255 Toepassingsvoorbeelden 253 Makelaarteam Het hier beschreven makelaarteam illustreert hoe met behulp van teamfuncties een groot aantal oproepnummers zinvol kan worden beheerd. Elke teamgenoot beschikt over een systeemtelefoon Forum IPhone 535, waarbij alle gesprekstoetsen als lijn- en teamtoetsen zijn geprogrammeerd. Mulder 14: Wo.14.feb.07 LT 10: Support 1 LT 11: Support 2 LT 12: Support 3 LT 13: Support 4 LT 14: Support 5 LT 15: Hotline 1 LT 16: Hotline 2 TT 20: Support6 TT 25: Hotline 3 Meijer 14: Wo.14.feb.07 LT 20: Support 6 LT 21: Support 7 LT 22: Support 8 LT 23: Support 9 LT 24: Support 10 LT 25: Hotline 3 LT 26: Hotline 4 Voorbeeld: makelaarteam TT 10: Support1 TT 15: Hotline 1 Lijntoewijzing Aan elke teamgenoot zijn zeven oproepnummers toegewezen die elk als lijntoets zijn geprogrammeerd (LT 10 t/m LT 16 en LT 20 t/ m 26). Op deze lijntoetsen zijn voor elk lid zowel support-nummers als ook hotline-nummers geprogrammeerd. Teamfuncties

256 254 Toepassingsvoorbeelden Het telkens eerste support-nummer en het eerste hotline-nummer is bij het andere teamlid als teamtoets geprogrammeerd, b.v. LT 10 en LT 15 aan telefoon Mulder als TT 10 en TT 15 op telefoon Meijer. Er wordt van uitgegaan dat bij ieders eerste oproepnummer de meeste oproepen binnenkomen en dat de afzonderlijke medewerkers minder worden belast als die oproepen ook door een andere teamgenoot kunnen worden aangenomen. Op elke telefoon kan worden omgeschakeld tussen de oproepen op de afzonderlijke lijnen, b.v. LT 10 en LT 11, door op de betreffende toets te drukken (makelen). Elke verbinding op een lijntoets kan via de R-toets aan een willekeurige deelnemer worden doorverbonden. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Ruggespraak, makelen, doorschakelen en conferenties in de handleiding Forum Phone 515, 525, 535. Weergave van de toewijzing Als er een lijn is toegewezen, b.v. LT 10 aan de telefoon Mulder, wordt dit op de betreffende teamtoets eveneens weergegeven, hier TT 10 aan de telefoon Meijer. Oproepmelding In dit voorbeeld worden oproepen aan de lijntoetsen akoestisch gemeld. Op de teamtoetsen worden oproepen optisch gemeld (LED van de teamtoets knippert). Teamfuncties

257 Inleiding 255 Oproep in wacht Inleiding Een wacht kan voor oproepnummers van willekeurige telefoons, dus voor systeemtelefoons, analoge, ISDN- en DECT-telefoons worden geactiveerd. Als een telefoonnummer met wachtfunctie bezet is, worden oproepen in wacht gezet. De bellers horen eerst een meldtekst (functie Melding bij bezet, indien geconfigureerd) en dan de beltoon of wachtmuziek als de optie Wachtmuziek tijdens doorschakeling geactiveerd is. Oproepen die te lang in wacht staan worden verwijderd. De beller krijgt dan een bezettoon te horen. Als de optie Onthaalboodschap geactiveerd is, worden oproepen in wacht niet verwijderd! De tijdsduur tot het verwijderen van externe oproepen is vastgelegd door de provider. In de meeste Europese landen over het algemeen drie minuten. Als er verschillende oproepnummers (bv. lijn- of teamtoetsen) voor een telefoon zijn ingesteld, wordt een aparte wacht voor elk afzonderlijk oproepnummer gebruikt. Op de systeemtelefoon Forum IPhone 535 worden inkomende oproepen gemeld door een korte toon in de luidspreker en in het display. Als er oproepen in wacht staan wordt het aantal wachtenden aan het begin van de 2de displayregel van de Forum IPhone 535 weergegeven. Als er verschillende oproepnummers met wacht op de telefoon geconfigureerd zijn, wordt het totale aantal wachtenden weergegeven. Oproepen in wacht worden door de Forum 5050 met de volgende prioriteit behandeld: directe verbinding, sensoroproepen, deuroproepen, herhaalde oproepen, VIP-oproepen, andere interne en externe oproepen. Sensoroproepen krijgen dus bv. tegenover andere oproepen een voorkeursbehandeling. Oproepen met gelijke rang worden in volgorde van binnenkomst doorverbonden. Het aantal oproepen dat in wacht kan worden opgenomen, legt de systeembeheerder voor elke gebruikersgroep individueel vast, bv. Oproep in wacht

258 256 Inleiding 20 oproepen. Mogelijke waarden zijn 0 t / m 99. De waarde 0 deactiveert de functie Oproep in wacht voor een gebruikersgroep. Is het maximale aantal oproepen in wacht bereikt, dan krijgen de overige bellers de bezettoon te horen. Opmerking: omdat faxtoestellen vaak met de dienstcode taal worden gebruikt (bv. op analoge aansluitingen), is aan te bevelen om aansluitingen voor faxapparatuur aan de Forum 5050 toe te wijzen aan een gebruikersgroep zonder wacht. De wacht kan met de functies Oproepomleiding, Pickup en Groepsoproep worden gecombineerd om bv. een oproepplek voor een operator in te stellen. Activering van de wachtfunctie Wachtrijen kunnen per gebruikersgroep worden geactiveerd. De basisinstelling bij levering voor alle ingestelde gebruikersgroepen is uit. Bij gebruik van de wachtfunctie is het vaak zinvol om de aanklopbescherming te activeren. Daarvoor moet aan de gebruikersgroep de bevoegdheid Bescherming 2de oproep worden toegekend en de bescherming 2de oproep op het toestel worden geactiveerd. Het is bovendien zinvol wachtrijen te combineren met de functie Melding bij bezet. Als de deelnemer bezet is, hoort de beller een centrale begroetingstekst, bv. Dit is de centrale van het bedrijf xyz. Wij verbinden u meteen door. De functie Melding bij bezet wordt ingesteld in het menu TEL Configuratie: Oproepverdeling: Inkomend of TEL Configuratie: Oproepverdeling: Inkomend DDI. Centrale begroetingsteksten kunnen worden opgenomen met het programmapakket Forum Voic . Het verdient aanbeveling om een nieuwe gebruikersgroep (bv. Operatoren ) in te stellen en voor deze groep de bevoegdheden Oproep in wacht, Bescherming 2de oproep en evt. de bevoegdheid Oproepomleiding te activeren. Als een gebruiker lid is van deze groep wordt bij alle aan hem toegewezen oproepnummers automatisch een wachtfunctie geactiveerd. Oproep in wacht

259 Inleiding 257 Oproepomleidingen Oproepomleidingen direct en bij bezet hebben voorrang boven de wacht, bij een dergelijke afleiding wordt de wacht van de afleidende telefoons niet gebruikt. Tijdens het instellen van een dergelijke Oproepomleiding worden de wachtende bellers niet overgedragen aan het bestemmingsnummer. Als er bij activering van de afleiding nog oproepen in wacht staan, dan kunnen die alleen op het oorspronkelijke toestel worden aangenomen. Bij Oproepomleidingen na bepaalde tijd wordt het gesprek in wacht gezet. Als het gesprek na afloop van de afleidafleidingstijd niet is aangenomen, wordt het afgeleid en kan het op het bestemmingsnummer van de afleiding worden aangenomen. Pickup De functies Pickup uit groep en Pickup gericht kunnen samen met de wacht worden gebruikt. Een gebruiker die een oproep met Pickup uit groep of Pickup gericht aanneemt, krijgt daarbij telkens het volgende gesprek uit de wachtrij. Groepsoproep Normaal gesproken worden groepsoproepgroepen van het type parallel samen met de wacht gebruikt. Daarbij wordt de wachtrij van de telefoons gesynchroniseerd. Bij binnenkomst van een groepsoproep wordt de oproep in elke parallelle wachtrij opgenomen. Als er een oproep uit de wachtrij wordt aangenomen, wordt die uit elke parallelle wachtrij verwijderd. Oproep in wacht

260 258 Voorbeelden Voorbeelden Oproepplek voor een operator met twee systeemtelefoons De operator verbindt alle inkomende gesprekken door en kan naar keuze op de Forum IPhone 535 of op het mobiele toestel Forum Free 566 / 576 / 586 werken. Het instellen: stel onder TEL Configuratie: Aansluitingen: S 0 de aansluiting point-to-multipoint of de point-to-point in. stel onder TEL Configuratie: Toestellen de Forum IPhone 535 en bijv. een DECT-basisstation (RFP) in. stel onder TEL Configuratie: Toestellen: Systeemtelefoons een lijntoets voor de Forum IPhone 535 in. stel onder TEL Configuratie: Toestellen: DECT-toestellen de Forum Free 566 / 576 / 586 in en wijst de Forum Free een eigen oproepnummer toe. Registreer de Forum Free. leid onder TEL Configuratie: Oproepverdeling: Inkomend of TEL Configuratie: Oproepverdeling: Inkomend DDI alle inkomende oproepen op het oproepnummer van de lijntoets van de Forum IPhone 535. stel in de Configurator onder Gebruikersmanager: Gebruikersgroepen een nieuwe groep Operatoren in. Activeert de bevoegdheden Oproep in wacht, Bescherming 2de oproep en Omroepomleiding voor deze groep en stelt de optie Oproepen (uitgaand): Extern geschikt in. stel onder Gebruikersmanager: Gebruiker de gebruiker Operator 1 in. Wijst hem aan de gebruikergroep Operatoren toe en wijst aan hem de oproepnummers van de lijntoets van de Forum IPhone 535 en de oproepnummer van de mobiele Forum Free 566 / 576 / 586 toe. activeert op beide toestellen het Besch. 2de opr. in het menu Blokkeerfuncties. Oproep in wacht

261 Voorbeelden 259 stel op de Forum IPhone 535 een functiestoets in, die een Oproepomleiding direct op het oproepnummer van de mobiele Forum Free 566 / 576 / 586 activeert / deactiveert (menu Oproepafleiding.: Toestel afleiden: Direct). Gebruik: Inkomende oproepen worden naar de Forum IPhone 535 van de operator geleid, die de gesprekken doorverbindt. Er wordt gebruik gemaakt van een wacht, zodat de beller geen bezettoon te horen krijgt. In het display van de Forum IPhone 535 wordt weergegeven hoeveel oproepen er in wacht staan. Als de operator zijn werkplek verlaat en de oproepplek mee wil nemen, activeert hij de afleiding naar zijn mobiele Forum Free 566 / 576 / 586 per functietoets. Oproepen die in wachtrij van de Forum IPhone 535 staan moeten nog op deze telefoon worden aangenomen. Nieuwe oproepen worden op de mobiele Forum Free gemeld of in wachtrij daarvan opgenomen, zodat dan de Forum Free als mobiele oproepplek wordt gebruikt. Bij terugkeer naar zijn werkplek deactiveert de operator de omroepafleiding per functietoets. Oproepen die al in wachtrij staan worden nog doorverbonden naar de mobiele Forum Free 566 / 576 / 586. Nieuwe oproepen worden aan de Forum IPhone 535 gemeld of in wachtrij daarvan opgenomen. Oproep in wacht

262 260 Voorbeelden Groep van drie oproepplekken De oproepplekken verbinden alle inkomende gesprekken door. Inkomende gesprekken worden in wachtrij beheerd. Al naar gelang het aantal bellers zijn een tot drie oproepplekken van deze groep bezet. De oproepplekken zijn elk voorzien van een Forum IPhone 535. Het instellen: stel onder TEL Configuratie: Aansluitingen: S 0 de aansluiting point-to-multipoint of de point-to-point in stel onder TEL Configuratie: Toestellen de drie Forum IPhone 535 in. stel onder TEL Configuratie: Toestellen: Systeemtelefoons elk een lijntoets met eigen oproepnummer voor de Forum IPhone 535 in. stel onder TEL Configuratie: Groepen: Groepsoproep een groepsoproep van het type parallel in en neem de drie oproepnummers van de lijntoetsen in deze groepsoproep op. leid onder TEL Configuratie: Oproepverdeling: Inkomend of TEL Configuratie: Oproepverdeling: Inkomend DDI alle inkomende oproepen op het oproepnummer van de groepsoproep. stel in de Configurator onder Gebruikersmanager: Gebruikersgroepen een nieuwe groep Operatoren in. Activeert de bevoegdheden Oproep in wacht en Bescherming 2de oproep voor deze groep. stel in de Gebruikersmanager voor ieder van de drie operatoren een gebruiker in en wijst die toe aan de gebruikersgroep Operatoren. Wijst aan iedere gebruiker het oproepnummer van de lijntoets van zijn systeemtelefoon toe. activeert op alle drie toestellen in het menu Blokkeerfuncties de Bescherm. 2de opr. programmeer op alle drie systeemtelefoons een functietoets met de functie aan / afmelden groepsoproep (menu Oproepen: Groepsaansluit.). Oproep in wacht

263 Voorbeelden 261 Gebruik: Inkomende oproepen worden parallel gemeld op alle aangemelde oproepplekken. Bij oproepplekken die in gesprek zijn wordt de oproep in wachtrij van alle toestellen van de groepsoproep opgenomen. Als een van de oproepplekken een oproep uit de wachtrij aanneemt, wordt die oproep ook uit de wachtrij van de andere oproepplekken verwijderd. Op elke oproepplek (Forum IPhone 535) wordt het aantal bellers in wachtrij weergegeven. Als een medewerker zijn oproepplek verlaat, meldt hij zich per functietoets af bij de groepsoproep. In tegenstelling tot voorbeeld 1 hoeven er na afmelding verder geen oproepen meer te worden afgewerkt omdat die oproepen ook in wachtrij van de andere aangemelde oproepplekken zijn geregistreerd. Opmerking: de als laatste nog aangemelde oproepplek kan zich niet afmelden van de groepsoproep, zodat inkomende oproepen altijd op tenminste een werkplek kunnen worden gemeld. Oproep in wacht

264 262 Variant voor meerdere firma s Een regelmatig voorkomende configuratie van telecommunicatiesystemen bestaat daarin, dat meerdere firma s een telecommunicatiesysteem willen delen. Deze firma s willen de aanwezige infrastructuur (bv. de aanwezige lijnen, het telecommunicatiesysteem) gemeenschappelijk gebruiken, maar toch volledig onafhankelijk van elkaar hun communicatie organiseren en afrekenen. Deze zogenaamde variant voor meerdere firma s kan met de Forum 5050 worden gerealiseerd, bv. in het kader van een gemeenschappelijk kantoor. In de variant voor meerdere firma s zijn de firma s principieel geheel onafhankelijk van elkaar. Zo kunnen bv. de firma s eigen kieslijnen hebben (hetgeen voor de gescheiden kostenafrekening zinvol is). Hard- en software van de Forum 5050 kunnen echter door alle betrokken firma s in dezelfde mate worden gebruikt, terwijl door de configuratie van de Forum 5050 voor elke firma individueel wordt geregeld, in welke omvang de eigenschappen van het systeem mogen worden gebruikt. Kort overzicht van de te programmeren items: Maximaal 20 firma s kunnen parallel worden ingesteld. Elke gebruiker van de Forum 5050 wordt aan een firma toegewezen. Elke aanwezige bundel of SIP-lijn wordt eenduidig aan een firma toegewezen, zodat inkomende externe oproepen naar de juiste interne deelnemers worden doorgeschakeld. Elke route kan per firma een eigen kengetal hebben. Daarbij kan bv. de 0 voor verschillende firma's ook verschillende routes activeren. Dit maakt bv. bij uitgaande (externe) oproepen een gescheiden kostenafrekening mogelijk. Voor elke firma kan een eigen centrale ( operator ) worden ingesteld. Variant voor meerdere firma s

265 Variant voor meerdere firma s configureren 263 Elke firma kan de communicatiegegevens van haar handelspartners in een eigen firmatelefoonboek bijhouden. De kosten kunnen per firma individueel worden afgerekend. Variant voor meerdere firma s configureren De variant voor meerdere firma s kan door de systeembeheerder van de Forum 5050 zonder veel moeite in gebruik worden genomen en worden geconfigureerd. In de variant voor meerdere firma s functioneert het communicatiesysteem net zoals in de variant voor één firma dit is met name voor gebruikers van belang, die hun systeem willen uitbreiden en gelijktijdig gemeenschappelijk willen gebruiken. Afloop in trefwoorden : 1. De eigenschap moet worden geactiveerd(zie Variant voor meerdere firma s activeren vanaf pagina 264). 2. De gewenste firma s moeten worden ingesteld (zie Firma s instellen en beheren vanaf pagina 264). 3. De gebruikers van de Forum 5050 worden aan de firma s toegewezen (zie Gebruikers toewijzen vanaf pagina 265). 4. Om ervoor te zorgen, dat de Forum 5050 inkomende oproepen juist naar de overeenkomstige firma s (of hun leden) kan doorschakelen, moeten de aanwezige bundels eenduidig aan de firma s worden toegewezen (zie Bundel/SIP-Lijnen toewijzen vanaf pagina 265). 5. Voor uitgaande (externe) verbindingen moet worden geregeld, via welke lijnen de leden van een firma kunnen telefoneren (zie Routekengetallen geven vanaf pagina 266). 6. Om ervoor te zorgen, dat de Forum 5050 statussen waarbij een oproep naar de centrale moet worden geleid, juist kan bewerken, moet per firma een centrale worden ingesteld (zie Firmacentrale configureren vanaf pagina 267). Variant voor meerdere firma s

266 264 Variant voor meerdere firma s configureren Variant voor meerdere firma s activeren Om ervoor te zorgen, dat meerdere firma s in de Forum 5050 kunnen worden ingesteld, moet de eigenschap variant voor meerdere firma s eerst worden geactiveerd. Dit gebeurt in de Configurator op de Webconsole in het menu SYS Configuratie: Instellingen. Daar moet de optie Meerdere firma s worden geactiveerd. Pas als deze optie werd geactiveerd, staan in de andere menu s van de Webconsole (bv. in het menu Gebruikersmanager: Gebruikersgroepen of in het menu TEL Configuratie: Lijnen) de velden ter beschikking, die voor de configuratie van de variant voor meerdere firma s nodig zijn. Firma s instellen en beheren In de Forum 5050 kunnen maximaal 20 firma s worden ingesteld. Bij aflevering van de Forum 5050 is een firma met de naam Firma 1 vooraf ingesteld. Alle configuratie-instellingen (bv. in de gebruikersgroepen of in de bundelconfiguratie) gelden voor deze vooraf ingestelde standaardfirma, als er geen andere firma wordt gekozen. Firma s worden in het menu TEL Configuratie: Systeem: Firma s ingesteld en beheerd: Een nieuwe firma wordt in dit menu met de opdracht Nieuw aangemaakt. Aan elke firma kan een naam met maximaal 20 tekens worden gegeven. Deze naam wordt daarna in alle configuratiedialogen weergegeven waarin voor de firma individuele instellingen kunnen worden verricht. In dit menu kan een firma ook weer worden gewist (met de opdracht Wissen). Als een firma gewist wordt, die op andere plaatsen nog wordt gebruikt (bv. in de gebruikersgroepen), dan wordt de desbetreffende configuratie in de standaardfirma gewijzigd. De naam van de standaardfirma kan worden gewijzigd, de standaardfirma kan echter niet worden gewist. Variant voor meerdere firma s

267 Variant voor meerdere firma s configureren 265 Gebruikers toewijzen Voor elke gebruiker moet zijn vastgelegd bij welke firma hij hoort. Deze toewijzing bepaalt bv. tot welk firmatelefoonboek hij toegang heeft en welke voor de firma specifieke configuratiegegevens voor hem gelden. De Forum 5050 beheert gebruikers in groepen, daarom wordt ook de toewijzing Gebruiker Firma via de gebruikersgroepen verricht. Voor elke gebruikersgroep moet worden ingesteld bij welke firma deze hoort. Daarbij kan een gebruikersgroep maar bij één firma (dus niet tot meerdere) horen. Omgekeerd kan een firma echter meerdere gebruikersgroepen hebben. Daardoor is het mogelijk om voor elke firma analoog met het gehele systeem bevoegdheden voor het gebruik en de configuratie van eigenschappen getrapt te geven. Tijdens het instellen van een nieuwe Gebruikersgroep (in het menu Gebruikersmanager) is de standaardfirma vooraf ingesteld; een andere firma kan worden toegewezen, mits er al andere firma s werden ingesteld. Bundel/SIP-Lijnen toewijzen In een bundel worden aansluitingen van dezelfde soort en richting (bv. S 0 -point-to-multipoints) samengevat. Om ervoor te zorgen, dat inkomende oproepen via de lijnen van een bepaalde bundel van de Forum 5050 juist naar de leden van de ingestelde firma s (de gebruikers) kunnen worden doorgeschakeld, moet elke aanwezige bundel aan een van de firma s worden toegewezen. Dit is bv. nodig om inkomende externe oproepen waarbij de opgeroepen interne deelnemer niet kan worden bereikt, naar de juiste firmacentrale door te schakelen. Bovendien kunnen ook SIP-lijnen aan een firma worden toegewezen. De toewijzing tussen bundels en firma s vindt in het menu TEL Configuratie: Lijnen: Bundel plaats. De toewijzing tussen SIP-conto s en firma s vindt in het menu TEL Configuratie: Lijnen: SIP-lijnen plaats. Opmerking: Een als Point-to-point geconfigureerde bundel kan echter ook door meerdere firma's samen worden gebruikt. Via de menu TEL_Configuratie: Oproepverdeling: Inkomend DDI is het mogelijk om de beschikbare inkiesnummers van de point-to- Variant voor meerdere firma s

268 266 Variant voor meerdere firma s configureren point-aansluiting aan de interne firma-oproepnummers toe te wijzen. Voor uitgaande externe verbindingen, die de gebruikers via de lijnen van de bundel/sip-lijn van hun firma opbouwen, is de toewijzing van de bundel naar de firma niet relevant: de kostentoewijzing vindt plaats volgens het principe dat de veroorzaker betaalt. De kosten worden op de rekening van die firma geboekt waartoe de gebruiker behoort, die de verbinding heeft opgebouwd. Dit herkent de Forum 5050 aan de hand van de toewijzing tussen gebruikersgroepen en firma s en aan de hand van het routekengetal waarmee die ene lijn van de bundel/sip-lijn werd bezet (zie volgende paragraaf). Routekengetallen geven Routes dienen voor het automatisch of gericht bezetten van bundels of aansluitingen tijdens de opbouw van (externe) verbindingen. Het is mogelijk, een route door het vooraf kiezen van een kengetal te bezetten. In het menu TEL Configuratie: Lijnen: Route kan voor elke route worden ingesteld, door welke firma deze kan worden bezet. Daarvoor wordt per route voor elke firma een (individueel) Kengetal voor het bezetten gegeven. De Forum 5050 zorgt er tijdens de configuratie voor, dat per firma geen bezettingskengetal dubbel (voor twee verschillende routes) wordt gegeven. Wordt er tijdens de configuratie van een route voor een van de ingestelde firma s geen kengetal gegeven, dan kan deze route door de leden (gebruikersgroepen) van deze firma niet worden bezet. Variant voor meerdere firma s

269 Met de variant voor meerdere firma s werken 267 Firmacentrale configureren Voor elke firma moet een intern oproepnummer worden ingesteld, dat de centrale ( de operator ) vertegenwoordigt. Naar dit oproepnummer worden bv. de inkiezingsoproepen naar de centrale geleid en ook alle externe oproepen waarbij de opgeroepen deelnemer (een gebruiker, die bij deze firma hoort) niet kon worden bereikt (bv. bij een timeout). Een firmacentrale wordt in het menu TEL Configuratie: Centrale ingesteld. In dit menu kan voor elke firma en voor elke tijdsvariant een intern oproepnummer worden opgegeven, dat dan de centrale voor deze firma vertegenwoordigt. Met de variant voor meerdere firma s werken In de variant voor meerdere firma s staan alle eigenschappen van de Forum 5050 ter beschikking, die de gebruikers eventueel al van de variant voor één firma bekend zijn. Deze eigenschappen kunnen in dezelfde mate worden gebruikt en ongewijzigd worden gehandhaafd. Hieronder staan de eigenschappen beschreven, die in de variant voor meerdere firma s aanvullend voor de gebruikers ter beschikking staan. Firmatelefoonboek Voor elke firma kan een eigen firmatelefoonboek worden aangemaakt. Bovendien zijn er nog de telefoonboektypen Persoonlijk en Centraal : Een persoonlijk telefoonboek staat uitsluitend ter beschikking van de gebruiker ervan. Het centrale telefoonboek kan ongeacht de firma door alle gebruikers van de Forum 5050 worden gebruikt. Het firmatelefoonboek is een centraal telefoonboek voor de firma; het staat alleen de gebruikers/gebruikersgroepen ter beschikking, Variant voor meerdere firma s

270 268 Met de variant voor meerdere firma s werken die aan deze firma zijn toegewezen. Voor elke gebruikersgroep kan worden vastgelegd, of de leden ervan het firmatelefoonboek mogen bewerken of niet. Het firmatelefoonboek wordt op de systeemtoestellen net zoals de beide andere telefoonboektypen behandeld. Dat betekent, dat op de systeemtoestellen de ingaven van het persoonlijke, het centrale en het firmatelefoonboek gelijktijdig zichtbaar zijn. Een gebruiker kan het telefoonboek van zijn firma ook met de Webtoepassingen Forum CTI en Telefoonboek gebruiken, mits hij de bevoegdheid heeft, deze toepassingen te gebruiken. Bovendien is het mogelijk, een gebruikersgroep de bevoegdheid te geven, ook externe firmatelefoonboeken te bewerken. Deze bevoegdheid is zinvol, als leden van deze groep servicewerkzaamheden aan het gehele systeem verrichten (bv. de gebruikersgroep Administrators ). Externe firmatelefoonboeken kunnen alleen in de Configurator in het menu Telefoonboek worden bewerkt. Het aantal ingaven in een firmatelefoonboek is niet beperkt. De Forum 5050 kan in totaal maximaal ingaven in alle telefoonboeken (in het centrale, in het persoonlijke en in de firmatelefoonboeken) beheren. Tussen firma s telefoneren Alle gebruikers van de Forum 5050 kunnen intern met elkaar telefoneren, onafhankelijk van bij welke firma ze horen. Verbindingen tussen gebruikers van verschillende firma s zijn dus onbeperkt mogelijk. Kosten per firma afrekenen In de Webtoepassing Kosten kunnen de totalen van de kosten naar firma s gesorteerd, worden uitgevoerd. Alle gebruikers, die de bevoegdheid hebben, deze toepassing te gebruiken, kunnen de totalen van de kosten van alle firma s bekijken. Variant voor meerdere firma s

271 269 PC-software instellen Op een terminal met het OS Windows kunnen door de installatie van drivers en programma s nog meer toepassingen worden gerealiseerd.de daarvoor nodige installatieprogramma s vindt u op de product-cd, die met de Forum 5050 wordt meegeleverd. Om extra software te installeren gaat u als volgt te werk: 1. Onder Windows moet u zich aanmelden als administrator. 2. Plaats de product-cd. Als uw PC passend geconfigureerd is start de CD automatisch. Kies anders uit het startmenu het item Uitvoeren. Zoek met de knop Zoeken naar het programma cd_start.exe van de CD. Bevestig met Openen en OK. 3. Kies uit het startmasker het gewenste keuzepunt. Volg de aanwijzingen van het programma. Voor de verschillende toepassingen vindt u onder de volgende kopjes de handleidingen in kwestie. PC-software instellen

272 270 Browser voor Forum CTI en Forum Hotel Browser voor Forum CTI en Forum Hotel Met een speciaal voor de Forum 5050 aangepaste Web-browser kan u het dagelijkse gebruik van de Forum CTI en Forum Hotel vereenvoudigen. Na elk opstarten van de terminal kan dit browserprogramma automatisch starten en de aanmeldingsprocedure uitvoeren. Daardoor staan deze toepassingen altijd ter beschikking als symbool in het info-gedeelte van de taakbalk. Browser installeren 1. Roep het startscherm van de product-cd op (zie PC-software instellen op pagina 269). 2. Kies uit het startscherm het punt Software: Browser voor Forum CTI installeren of Software: Browser voor Forum Hotel installeren. 3. Volg de instructies van het programma. Na de installatie vindt u een nieuwe menu-ingave in het Windowsstartmenu onder Programma s: Forum CTI Browser of Programma s: HotelStarter. Meer informatie vindt u in de Online-help van het browser-programma. Klik daarvoor in het programmavenster van de browser Forum CTI bovenaan links op het systeemmenu-symbool of op het symbool in het info-gedeelte van de taakbalk. Kies dan het commando Readme. Het Readme-bestand bij de Forum Hotel vindt u in de installatie-directory van dit browser-programma. Opmerking: er kunnen beide browser-programma s parallel worden gebruikt. PC-software instellen

273 CSTA-interface 271 Toepassingsinterfaces Het communicatiesysteem Forum 5050 ondersteunt een serie toepassingsinterfaces waarmee externe systemen toegang kunnen krijgen tot functies van het communicatiesysteem. Normaliter loopt de communicatie tussen het externe systeem en het communicatiesysteem Forum 5050 via de LAN-verbinding resp. door middel van het IP-netwerkprotocol. De desbetreffende functies variëren al naar gelang de toepassingsinterface. De eigenschappen, de werking en de voorwaarden van de verschillende toepassingsinterfaces worden toegelicht in de volgende paragrafen. CSTA-interface Met behulp van de interface voor Computer Supported Telecommunications Applications (CSTA, fase 3 conform ECMA-269 en ECMA-285 (BER) /ECMA-323 (XML), fase 2 conform ECMA-217 und ECMA-218) hebben externe programma's en toepassingen via de netwerkverbinding toegang tot diensten van het communicatiesysteem Forum De CSTA-interface biedt een uitgebreide en universele koppelingsmogelijkheid met toepassingen uit de Computer Telephony Integration (CTI), bijvoorbeeld: CTI-functies met kabelsysteemtoestellen en draadloze systeemtoestellen alsmede met SIP-toestellen Paging en alarmmeldingen weergeven op toestellen Afstandbediening met behulp van toestellen, bijv. functie- en statustoetsen voor het besturen van apparaten en in gebouwen Interactieve menubesturing met behulp van telefoontoestellen Beheersinformatie zoals gebruikersgroepen, gebruikersnamen en displaytalen wijzigen Doorgeven van kosten, wekoproepen, transparante keypadgegevens met kengetallen, opvragen van tijdsvarianten, berichtoproepen en CTI voor virtuele deelnemers, message-calls enz. Toepassingsinterfaces

274 272 CSTA-interface De CSTA-interface conform fase 2 is met beperkte functies zonder licentie beschikbaar, de aanwezige functies zijn dan vergelijkbaar met de TAPI-basisfuncties. U kunt de volgende CTI-toepassingen zonder CSTA-licentie gebruiken: Forum Count 500(0): deze kostenregistratiesoftware kan via de CSTA-interface kosteninformatie opvragen en gebruiken. Hiervoor is er een CSTA naar V.24-converter ( Count4CSTA ) beschikbaar die met de kostenregistratiesoftware wordt meegeleverd. SNMP-agent: met dit Windows-serviceprogramma kan het communicatiesysteem Forum 5050 worden geïntegreerd in een SNMP-gebaseerd netwerkbeheer. Om dit serviceprogramma te kunnen gebruiken, is er geen CSTAgebruikersaanmelding nodig. Om alle mogelijkheden van de CSTA-interface te kunnen gebruiken, dient u de uitgebreide functies (CSTA fase 3 BER / XML) vrij te schakelen met een licentiecode. U kunt de licentiecode inschakelen in de Configurator op de pagina SYS Configuratie: Uitbreidingen. De toegang tot de CSTA-interface is bovendien beveiligd met het wachtwoord van een gebruikersaccount. Hiervoor kunt u een nieuw item toevoegen in de Configurator op de pagina Gebruikersmanager: Gebruiker. Voor het creëren van dit gebruikersitem dient u de gebruikersgroep Administrators te selecteren. Voor het gebruik van CSTA-functies op toestellen kunnen er met behulp van gebruikersgroepen bevoegdheden worden verleend. Configureer daarvoor op de pagina Gebruikersmanager: Gebruikersgroepen de opties onder het kopje CSTA. Raadpleeg ook de opmerkingen over die pagina van de Configurator in de online-help. Voor de CSTA-interface kunt u bovendien eigen CTI-toepassingen ontwikkelen of bestaande CTI-toepassingen aanpassen. Daarvoor hebt u de apart verkrijgbare cd-rom nodig met daarop de ontwikkelaarsdocumentatie, bibliotheekbestanden en voorbeeldtoepassingen. Neem contact op met de Belgacom-agent als u deze cdrom nodig hebt. Toepassingsinterfaces

275 TAPI-interface instellen TAPI-interface instellen 273 Met een TAPI (Telephony Application Programming Interface) kan u een CTI-toepassing (Computer Telephony Integration) gebruiken. De CTI-toepassing maakt daarbij gebruik van de diensten van de Forum 5050 met behulp van de op een Windows-PC geïnstalleerde TAPI-drivers. Met een geschikte TAPI-compatibele software kunnen vele telefoonfuncties worden gestuurd, bv.: ruggespraak, makelen, conferentie, oproepovername, oproepblokkering, Oproepomleidingen. Voorwaarden U heeft een actieve IP-netwerk-verbinding tussen de PC en de communicatiesysteem nodig. CTI-functies kunnen alleen met systeemtoestellen worden gebruikt. U moet daarom minstens een gebruiker voor een systeemtoestel hebben ingesteld. Bovendien hebt u een TAPI-2.1-compatibele CTI-toepassing nodig; dat kan ook het bij Windows horende programma Kieshulp zijn. Opmerking: u kunt de TAPI-driver ook onder Windows 7 en Windows Server 2008 R2 (x64) installeren. Voor Windows Server 2008 R2 (x64) is er een aanvullende runtimebibliotheek vereist. U kunt de software Microsoft Visual C SP1 Redistributable Package (x64) downloaden van de onderstaande Microsoft-website en deze installeren: details.aspx?familyid=ba9257ca-337f-4b40-8c14-157cfdffee4e TAPI-driver installeren 1. Roep het startscherm van de product-cd op (zie PC-software instellen op pagina 269). 2. Kies uit het startscherm het punt Software: TAPI Service provider. 3. Volg de instructies van het programma. TAPI-verbinding instellen Opmerking: onder Windows moet u zich aanmelden als de gebruiker voor wie de TAPI-verbinding ingesteld gaat worden. Toepassingsinterfaces

276 274 TAPI-interface instellen 1. Kies in het startmenu het Instellingen: Configuratiescherm. Kies de categorie Printers en andere hardware (bij Vista/Windows 7: Hardware en geluiden). Dubbelklik op het symbool Telefoon- en modemopties. 2. Ga naar het tabblad Geavanceerd. 3. Kies uit de lijst van de geïnstalleerde drivers het item Forum 500 Service provider. Klik op Configureren. 4. In de volgende dialoog vindt u een lijst met de geconfigureerde verbindingen voor de op dat moment aangemelde gebruikers. Klik op Nieuw. 5. In de volgende dialoog voert u informatie voor een nieuwe verbinding in. In het invoerveld Verbindingsnaam kan u een beschrijvende naam voor de verbinding invoeren. In het invoerveld CTI-server moet u de DNS-naam of het IP-adres van de Forum 5050 invoeren. Met de knop [ ] kan u dit adres in het LAN zoeken. Voer in de invoervelden Gebruikersnaam en Paswoord de gebruikersinformatie van een op de Forum 5050 ingestelde gebruiker in. Aan de gebruiker moet een systeemtoestel zijn toegewezen. Bevestig met OK. 6. De nieuwe verbinding wordt nu ingesteld. Sluit de al geopende dialogen met OK en Sluiten. TAPI-Functie testen 1. Kies uit het startmenu de map Programma s: Accessoires: Communicatie. Start het programma Kieshulp. Onder Windows XP of Vista wordt de Kieshulp slechts indirect opgeroepen via de kiesfunctie in het Adressenboek (in het startmenu Programma s: Accessoires). Het programmabestand Dialer.exe in C:\Programma s\windows NT (XP) of C:\Windows\System32 (Vista) is ook mogelijk. 2. Kies in het menu Extra s het commando Verbinden via, om het systeemtoestel te kiezen dat gebruik moet gaan maken van de CTI-applicatie. Onder Windows XP kiest in het menu Bewerken het commando Opties. In het tabblad Lijnen kan u nu het systeemtoestel in de lijst Telefoonoproepen kiezen. Toepassingsinterfaces

277 LDAP-interface Voer in het invoerveld Nummer een telefoonnummer in. Bevestig met Kiezen. Onder Windows XP klikt u eerst op het symbool Kiezen. Activeer in de volgende dialoog de optie Telefoonoproep. 4. In het display van het gekozen systeemtoestel wordt het ingegeven nummer weergegeven. Neem de hoorn van de haak om te gaan kiezen. Opmerking: de volgende opmerking is niet relevant voor Windows XP of Vista. Als het programma Kieshulp niet geïnstalleerd is, moet u dat alsnog doen. Open daarvoor het symbool Software in het configuratiescherm. Activeer in het tabblad Windows Setup de component Verbindingen. LDAP-interface Met het protocol LDAP kan er directoryinformatie worden overgedragen. Een centrale service (LDAP-server) beheert daarvoor een uitgebreide, hiërarchisch georganiseerde directory die via LDAP door een LDAP-client kan worden geraadpleegd. Het communicatiesysteem Forum 5050 ondersteunt twee verschillende LDAP-toepassingen: Communicatiesysteem Forum 5050 als LDAP-client: via LDAP kan er een externe directory worden geraadpleegd, bijvoorbeeld om de informatie die hierbij wordt ingewonnen weer te geven bij een oproep. Communicatiesysteem Forum 5050 als LDAP-server: via LDAP is toegang mogelijk tot het telefoonboek dat door het communicatiesysteem Forum 5050 wordt beheerd. Toepassingsinterfaces

278 276 LDAP-interface Adres opvragen met LDAP De gegevens van het centrale telefoonboek van de Forum 5050 kunnen met het Internet-directory-dienstprotocol LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) vanaf een terminal in het LAN opgevraagd worden. Geef tijdens het instellen van een LDAP-compatibel programma het IP-adres van de Forum 5050 als adres van de LDAP-server op. LDAP met Outlook Express / Windows Mail De LDAP-directory-dienst kan u met het -programma Outlook Express of Windows Mail als volgt instellen en bedienen: 1. Roep in het menu Extra s hetcommando Conto s op. De dialoog Internet-conto s wordt geopend. 2. Klik op Toevoegen. Kies uit het contextmenu het commando Directory-dienst. 3. Geef onder Directory-dienstserver (LDAP) het adres van de Forum 5050 in. Er hoeven geen aannmeldingsgegevens te worden ingevoerd om het centrale telefoonboek te raadplegen. Als u ook items uit het centrale telefoonboek of uit het bedrijfstelefoonboek wilt opvragen, dient u hier de aanmeldingsgegevens voor de account op het communicatiesysteem Forum 5050 in te voeren. Klik twee keer op Verder. Klik op Voltooien. 4. Controleer de werking. Roep in het menu Bewerken het commando Zoeken: Personen op. De dialoog Personen zoeken wordt geopend. 5. Kies in de lijst Zoeken in de ingave met het adres van de Forum 5050 uit. Geef een gebruiker in het invoerveld Naam in, bv. Administrator. Klik op Start zoeken. In de lijst met de gevonden ingaven moet nu het adres uit het centrale telefoonboek worden weergegeven. Toepassingsinterfaces

279 LDAP-interface 277 Externe LDAP-server raadplegen Het communicatiesysteem Forum 5050 kan ook toegang krijgen tot externe adressenlijsten. Daardoor is er naast de items in het interne telefoonboek ook adresinformatie uit externe bronnen beschikbaar. Deze informatie wordt bijvoorbeeld aan het opzoeken van namen of aan de weergave van een naam voor een binnenkomend gesprek gekoppeld. De externe adressendirectory wordt door het communicatiesysteem Forum 5050 geraadpleegd door middel van het internetdirectoryserviceprotocol LDAP (Lightweight Directory Access Protocol). Daarvoor hebt u een server in het bedrijfsnetwerk nodig die adressinformatie via LDAP versie 2 of LDAP versie 3 ter beschikking stelt. Voor de LDAP-query is er ofwel een anonieme LDAP-directorytoegang zonder wachtwoord ofwel een LDAP-directorytoegang met gebruikersnaam en wachtwoord vereist. Opmerking: SSL-codering van de LDAP-communicatie wordt niet ondersteund. U kunt voor iedere ingestelde firma (zie Variant voor meerdere firma s vanaf pagina 262) een afzonderlijke LDAP-directorytoegang instellen: 1. Open in de webconfigurator de pagina TEL Configuratie: Systeem: Firma s. De lijst met ingestelde firma's wordt weergegeven. Als u de variant voor meerdere bedrijven niet gebruikt, is het enige item Firma Open de configuratiepagina voor de gewenste firma. Schakel onder het kopje LDAP Server de optie Status in. Voer in het invoerveld Server het IP-adres of de DNS-naam van de LDAPserver in. Een gedetailleerde beschrijving van de overige invoervelden vindt u in de online-help van het communicatiesysteem Forum Bevestig de instellingen met Toepassen. Een LDAP-server kan voor het opslaan van verschillende soorten informatie zijn ingesteld die in een boomachtige gegevensstructuur beschikbaar zijn. Naast het opvragen van adresboekitems, die gewoonlijk in het schema InetOrgPerson zijn opgeslagen, gebruiken veel bedrijven de LDAP-server bijvoorbeeld ook voor Toepassingsinterfaces

280 278 LDAP-interface het centrale beheer van gebruikersaccounts. Het volgende screenshot geeft daarvan een voorbeeld: Voor het instellen van de LDAP-query dient de beheerder van de LDAP-server in dergelijke gevallen aan te geven in welk gedeelte van de boomstructuur de gewenste adresinformatie is opgeslagen. Het gedeelte van de boomstructuur heeft een technisch adres (DN, Distinguished Name ). Dit technische adres (in het bovenstaande voorbeeld ou=people,dc=mycompany,dc=com kan in de webconfigurator op de pagina TEL Configuratie: Systeem: Firma s met de instelling BaseDN worden bepaald. Als de LDAP-server een anonieme query niet toestaat, configureert u ook de instellingen Gebruikersnaam en Paswoord voor een LDAP-gebruikersaccount met leesbevoegdheid. Het gebruik van via LDAP opgevraagde adresinformatie is standaard voor alle gebruikersgroepen ingeschakeld. U kunt deze functie voor afzonderlijke gebruikersgroepen uitschakelen. Schakel daarvoor in de webconfigurator op de pagina Gebruikersmanager: Gebruikersgroepen onder het kopje Telefoonboek de optie LDAP gebruiken uit. Na het instellen is de via LDAP opgevraagde informatie beschikbaar op bevoegde systemtelefoons, DECT-systeemtoestellen en SIP-systeemtelefooons alsmede in de toepassingen Forum 500 CTI en Forum CTI Touch. Via LDAP opgevraagde informatie wordt gebruikt bij het zoeken in het telefooboek en voor de weergave van namen bij binnenkomende oproepen, als aanvulling op de informatie uit het interne telefoonboek. Houd daarbij rekening met de volgende opmerkingen: Toepassingsinterfaces

281 LDAP-interface 279 Als u de LDAP-query voor een firma hebt ingesteld, wordt het zoeken in het telefoonboek voor de gebruikte DECTsysteemtoestellen en kabelsysteemtelefoons gewijzigd. In plaats van de permanente weergave van zoekresultaten tijdens het invoeren, moet er nu eerst een tekenreeks worden ingevoerd. Er worden pas zoekresultaten weergegeven als de zoekfunctie is gestart. Ieder afzonderlijk via LDAP opgevraagd record wordt gedurende een instelbare tijd in een buffergeheugen in het communicatiesysteem Forum 5050 opgeslagen (instelling: Cache wissen in minuten, 50 buffergeheugenitems per firma met een afzonderlijke klok voor elk item). U dient die tijd te beperken (tot bijv. 10 minuten) als bijvoorbeeld de toewijzing van gasten en telefoons op de kamers van een hotel met behulp van de LDAP-server wordt beheerd. Als u de instelling Cache wissen op 0 minuten zet, wordt het buffergeheugen niet automatisch leeggemaakt. Maak het buffergeheugen leeg als dat nodig is. Selecteer daarvoor op de pagina TEL Configuratie: Systeem: Firma s de firma-items die u wilt verwijderen en klik op de knop LDAP Cache wissen. In het ideale geval zijn oproepnummers op de LDAP-server in het formaat E.123 met een plus en het internationale landnummer ervoor opgeslagen. Bovendien dienen de in de standaardroute van een firma geconfigureerde bundels voorzien te zijn van de instelling E.164 conversie (zie E.164 conversie vanaf pagina 227). Speciale oproepnummers, zoals het alarmnummer 100, dienen niet via LDAP maar in het telefoonboek van het communicatiesysteem te worden beheerd. Een oproepnummer dat via LDAP wordt opgevraagd, wordt voorafgaand aan het gebruik gezuiverd. Daarbij worden eerst de vooraan geplaatste 0 -tekens tussen haakjes verwijderd, bijv. bij +49(030)1234. Vervolgens worden alle tekens verwijderd die geen cijfers of plus-tekens zijn. Als het daaruit resulterende oproepnummer in E.123-formaat voorhanden is, wordt de vooraan geplaatste plus vervangen door 00. Bovendien wordt het bezettingskengetal van de standaardroute van de firma ervoor geplaatst en worden (indien ingesteld, zie E.164 conversie vanaf pagina 227) eventueel het eigen kengetal en het eigen stamoproepnummer verwijderd. Toepassingsinterfaces

282 280 LDAP-interface Als het daaruit resulterende oproepnummer niet in E.123- formaat voorhanden is, bepaalt de optie Oproepnummer voor het actuele firma-item op de pagina TEL Configuratie: Systeem: Firma s de verdere gang van zaken: Optie Oproepnummer staat op transparant: het door de LDAP-server opgevraagde oproepnummer wordt zonder verdere wijzigingen gebruikt. Optie Oproepnummer staat op converteren: selecteer deze optie als de LDAP-server oproepnummers zonder bezettingskengetal levert. Bij oproepnummers met vooraan geplaatste 0 wordt het bezettingskengetal van de standaardroute van de firma ervoor geplaatst en worden (indien ingesteld, zie E.164 conversie vanaf pagina 227) eventueel het eigen kengetal en het eigen stamoproepnummer verwijderd. Optie Oproepnummer staat op converteren met lijnkengetal: selecteer deze optie als de LDAP-server oproepnummers met bezettingskengetal voor de standaardroute van de firma levert. Bij oproepnummers met vooraan geplaatst bezettingskengetal van de standaardroute van de firma worden (indien ingesteld, zie E.164 conversie vanaf pagina 227) eventueel het eigen kengetal en het eigen stamoproepnummer verwijderd. U kunt als LDAP-server ook een ander communicatiesysteem uit de serie /Forum 500/Forum 5050 raadplegen. Als u bijvoorbeeld meerdere communicatiesystemen koppelt (zie Netwerken van communicatiesystemen vanaf pagina 213), kunt u daarmee oproepnummerinformatie op een centraal communicatiesysteem beheren. Houd er rekening mee dat via LDAP opgevraagde informatie niet via de LDAP-server van hetzelfde communicatiesysteem wordt doorgegeven. Voor overige LDAP-configuraties, voor de koppeling van verdere gegevensbronnen en voor andere oproepnummerconversies kunt u het programma Forum Name gebruiken. Het programma Forum Name biedt nadat het met een licentiecode is vrijgegeven een LDAP-service die door het communicatiesysteem Forum 5050 kan worden geraadpleegd. Met het programma Forum Name zijn de volgende eigenschappen beschikbaar: Toepassingsinterfaces

283 SNMP-interface 281 Bundelen van meerdere gegevensbronnen: opvragen bij een of meer LDAP-servers en bestandsbronnen in de formaten CSV of LDIF. Rule-based conversie van oproepnummers, afzonderlijke configureerbare regels voor het zoeken van oproepnummers bij namen en voor de conversie van oproepnummers voor uitgaand kiezen. Opmerking: het programma Forum Name kan op dezelfde pc als het communicatiesysteem Forum 5050 worden gebruikt. Het LDAPpoortnummer 389 is echter al bezet door het communicatiesysteem Forum U dient daarom voor de LDAP-service in het programma Forum Name een ander poortnummer te configureren. SNMP-interface In veel bedrijven worden de op het netwerk aangesloten componenten met behulp van netwerkbeheerssoftware bewaakt. De beheerssoftware ( SNMP-manager ) communiceert met de netwerkcomponenten met behulp van SNMP (Simple Network Management Protocol). U kunt het communicatiesysteem Forum 5050 integreren in het SNMP-gebaseerde netwerkbeheer. Daarvoor bestaat er een Windows-serviceprogramma ( SNMP Agent ). De SNMP-agent communiceert met het communicatiesysteem Forum 5050 via de CSTA-interface. De via de CSTA-interface opgevraagde statusinformatie wordt door de SNMP-agent doorgestuurd naar de netwerkbeheerssoftware. Opmerking: de SNMP-agent gebruikt de CSTA-interface van het communicatiesysteem Forum 5050 in een daarvoor bestemde bedrijfsmodus. Voor het gebruik hebt u daarom geen extra CSTAlicentiecode nodig. De SNMP-agent ondersteunt SNMP-traps conform SNMP versie 2. Als de SNMP-agent niet kan worden bereikt, kan het communicatiesysteem Forum 5050 maximaal 1000 fout- of statusmeldingen voorlopig opslaan. Houd er tevens rekening mee dat er voor het communicatiesysteem Forum 5050 een SNMP-beschrijvings- Toepassingsinterfaces

284 282 SNMP-interface bestand (MIB, Management Information Base) bestaat dat u op de product-cd vindt. SNMP-agent installeren De SNMP-agent wordt standaard geïnstalleerd tijdens de installatie van het communicatiesysteem Forum Als u tijdens de installatie de component SNMP Agent ingeschakeld laat, is de SNMP-agent al geïnstalleerd en automatisch voor de communicatie met het lokale IP-adres geconfigureerd. Als alternatief kan de SNMP-agent ook op een andere server-pc worden geïnstaleerd. Hieronder worden de uit te voeren stappen beschreven. 1. Voer de aanmelding op de pc als gebruiker met administratorrechten uit. 2. Start het installatieprogramma voor het communicatiesysteem Forum 5050 van de product-cd. 3. Voer de stappen van de installatie-assistent uit. Schakel daarbij tijdens de stap Onderdelen kiezen alle componenten uit behalve de component SNMP Agent. Installatie van de SNMP-agent 4. In de installatie-assistent wordt nu de stap IP-adres weergegeven. Voer het IP-adres van het communicatiesysteem Forum 5050 in. Toepassingsinterfaces

285 SNMP-interface Sluit de installatie-assistent af met de knoppen Volgende, Installeren en Voltooien. Bij de installatie wordt er een Windows-service Forum 5000 Supervisor Service ingesteld. Deze service start de SNMP-agent. Daardoor wordt de SNMP-agent automatisch met Windows gestart en op de achtergrond uitgevoerd, ook als er geen Windowsgebruiker is aangemeld. SNMP instellen Om te kunnen werken, heeft de SNMP-agent het IP-adres van de SNMP-manager nodig. Naar dat IP-adres worden de systeemmeldingen in de vorm van SNMP-traps verzonden. U kunt het IPadres van de SNMP-manager in de configurator van het communicatiesysteem Forum 5050 beheren: 1. Open de webconsole van het communicatiesysteem Forum Navigeer in de Configurator naar de pagina TEL Configuratie: Instellingen. Klik op de knop Wijzigen. TEL Configuratie: Instellingen: SNMP 3. Voer in het invoerveld SNMP Manager het IP-adres van de SNMP-manager in. 4. Bevestig de invoer met Toepassen. Het IP-adres van de SNMP-manager wordt via de TFTP-server van het communicatiesysteem Forum 5050 in een configuratiebestand ter beschikking gesteld aan de SNMP-agent. Toepassingsinterfaces