Hakken en Zagen. Instructiegids Ten behoeve van instructeurs van Roeivereniging de Compagnie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hakken en Zagen. Instructiegids Ten behoeve van instructeurs van Roeivereniging de Compagnie"

Transcriptie

1 Hakken en Zagen Instructiegids Ten behoeve van instructeurs van Roeivereniging de Compagnie Roeibeweging, observatie, analyse en instructie met overzicht van veel voorkomende fouten en oefeningen te verbetering Maart 2013 versie 5.1 A.O. ~ 1 ~

2 Bronvermelding: Jeroen Brinkman: Modulaire roeimethoden R.V. Naarden KNRB: opleidingsdocumentatie Hans van der Hoog: Afbeeldingen R.V. de Geeuw (Sneek) Diverse websites: oefeningen voor roeiers Jeanne Stockmans: Basis roei-instructie 2006 Marjolein Rekers: Roeien, jong aan de slag Diverse roeiverenigingen: sites en roei-instructiegidsen ~ 2 ~

3 Deel 1 De roeibeweging ~ 3 ~

4 Roeitechniek. De techniek die behoort bij het roeien leidt tot een natuurlijke beweging. Er is geen plaats voor abrubte bewegingen, die de boot doen schokken of afremmen. In het begin van de haal wordt het blad vastgezet in het water. Kort daarop (vrijwel tegelijkertijd) duwen de voeten tegen het voetenbord. Het bovenlichaam en de armen geven weerstand: je hangt aan de riem terwijl de benen uitgetrapt worden. Tegen het einde van de beentrap zwaait de romp naar achteren, gevolgd door het snel buigen van de armen. Het hangen aan de riem dicteert de natuurlijke beweging. De roeibeweging is een doorlopende cyclische beweging, die in dienst staat om de bootsnelheid zo efficiënt mogelijk en constant mogelijk te laten verlopen. Een goede roeibeweging reduceert remmende krachten en benut de versnellende krachten optimaal. Om een goede roeibeweging te kunnen maken dient men aan een aantal algemeen geldende voorwaarden te voldoen. Dit noemt men de roeitechniek. Voorwaarden zijn: Het materiaal, dat goed afgestemd dient te zijn op de roeier, zodat deze de juiste feedback van de boot kan krijgen. Dit betekent voor de instructeur de juiste keuze van de boot voor zijn roeier. Het voetenbord moet goed afgesteld zijn. De externe omstandigheden, zoals het weer. De lichaamsconditie, lenigheid, postuur en leeftijd van de roeier. De kleding en schoeisel van de roeier En de wisselwerking tussen instructeur en leerling. Daarnaast is het aanleren van de roeibeweging voor iedereen anders. Zo hoef je de jeugd bijna niets te vertellen. Echter voor ouderen is het zowel fysiek als mentaal vaak moeilijker om een nieuwe beweging aan te leren. Dit betekent voor de instructeur geduld hebben, rustig aan doen, veel herhalen en pas verder gaan als het doel van de voorgaande les behaald is. Algemeen is de roeibeweging een horizontale beweging, waarbij de handen, tijdens de roeibeweging, een ellips-vormige beweging maken, die lijkt op een fietsketting. ~ 4 ~

5 Een horizontale beweging ontstaat wanneer men tijdens de recover eerst de armen, dan de rug en tenslotte de benen naar de voorstops beweegt. Tijdens de haal is dat in omgekeerde volgorde nl. eerst benen, dan de rug en tenslotte de armen. Voorts is het goed te bedenken dat wat je boven water ziet gebeuren, zich onder water versterkt. De roeibeweging bestaat uit 4 fasen: 1. Uitzet/uitpik 2. Recover 3. Inzet/inpik 4. Haal Tijdens deze 4 fasen wordt de boot alleen tijdens de haal aangedreven. Het is dus geen continue aandrijving, zoals bij het kanovaren. Daarnaast heb je te maken met krachten, die tegen de vaarrichting in werken zoals de riemen, de recover en het oprijden zelf. Tijdens het oprijden beweegt er een grote massa naar de achterzijde van de boot. Voor de inpik wordt deze massa afgeremd door tegendruk op het voetenbord. Na de inpik wordt er, wanneer er voldoende druk op het blad staat, versneld. Dus de boot wordt voor de inpik afgeremd en na de inpik versneld. De snelheid van de boot is het hoogst na de uitpik en het begin van de recover. Daarom dat het belangrijk is dat dit gedeelte zo min mogelijk verstoord wordt. Hier ontstaan dan ook de meeste fouten, of beter gezegd, als op dit moment een fout ontstaat, heeft dit het meest nadelige effect op de balans, snelheid en ritme. Daarom is het zo belangrijk om de instructie van beginnende roeiers te richten op de Uitzet. Pas wanneer men meer ervaren is, kan men zich, om haallengte en snelheid toe te laten nemen, meer op de inzet gaan richten. Zoals hierboven al werd gezegd, begint de instructie van de beginnende roeier bij de Uitzet, omdat dit een zeer belangrijke fase in de roeibeweging is. Daarnaast laten wij de roeihaal bij de uitzet beginnen omdat: 1. Hierop afgesteld wordt. Stel dat de slidings kort zijn dan kan je wel roeien met ¾ bank maar niet wanneer je niet uit kunt trappen en tegen de achterstops aan komt. 2. In de uitzet er meer balans is. Hoe stel je af: Bij het afstellen van het voetenbord beginnen we met een goede uitpikhouding: Volledig gestrekte benen, zonder de achterstops daarbij te raken. De handen moeten ongeveer ter hoogte van de bekkenranden nog net voor het lichaam kunnen worden uitgezet. Daarbij is er een ruimte van één vuistbreedte tussen beide handen. Een vuistregel is dat de riemen haaks op de boot staan als de roeier de benen gestrekt heeft en het lichaam rechtop in de boot zit (dus in een hoek van 90 graden) Handen ontspannen om de hendels, polsen recht op de hendel en de ellebogen iets van het lichaam af. Vervolgens wordt er naar de inpikhouding gekeken, waarbij de roeier gemakkelijk moet kunnen zitten, zonder overreiken, en met de onderbenen bijna verticaal. Komt de voorkant van het bankje niet in de buurt van de voorstops (en is de afstand groter dan enkele centimeters), dan zit de roeier ongunstig ten opzichte van de verdeling van zijn haal vóór en achter de dol. De haal is dan te kort bij de inpik en te lang bij de uitpik, met alle gevolgen van dien. Er zal dan een compromis gemaakt moeten worden. De afstelling van de boten is namelijk, omdat iedereen er in moet kunnen roeien, een gemiddelde. Echter bedenk altijd dat volledig uittrappen essentieel is bij een roeihaal. Naast de keuze van de boot is het voetenbord voor de instructeur het enige waar hij/zij wat aan kan veranderen. ~ 5 ~

6 Uitpik Inpik Haal ~ 6 ~

7 1. De Uitzet: Het Lichaam De Beweging Het Blad De benen zijn beide gestrekt en blijven gespannen, het bankje is in de achterste positie. De benen en rug zijn bijna gelijk klaar. Snelle beweging, alleen vanuit de ellebogen. De heuphoek is open, het lichaam is in de lay-back positie; loodlijn uit de schouders ligt achter het bankje De bladen moeten verticaal uit het water komen. Dus handen verticaal naar beneden bewegen. Je maakt bij de uitzet als het De armen zijn gebogen in het elleboog gewricht, de ellebooghoek wordt scherper als de handen de haal afmaken. Onderarm horizontaal (bij boordroeien buitenonderarm) ware een rondje met de handen de stuurboord hand is vlak boven de bakboordhand, totdat de handen naast elkaar zijn. De handen zijn vlak voor het lichaam De rug niet verder dan ongeveer 15 graden naar achteren laten hellen. Schouders laag en ontspannen. Kin omhoog, hoog blijven zitten, niet inzakken met de armen mee. Houd het bekken naar voren gekanteld en de buikspieren aangespannen. Opmerkingen: Voorkom bekkenkanteling naar achteren toe. Dit veroorzaakt o.a. dompen van de boot. Opmerkingen: Voor het ritme is een goede omkeer-wegzet beweging een vereiste. Immers door een vuile uitzet ontstaat er een balansverstoring, die de verdere roeibeweging zal beïnvloeden. Boordroeiers: het uitzetten voornamelijk met de buitenhand doen. De beweging moet voldoende snel gebeuren omdat er op het moment van de uitpik eigenlijk geen voorwaartse stuwing meer is. Bij een te langzame beweging wordt de boot geremd en ontstaat er vuil water. Het blad moet verticaal uit het water worden getild. Het goed uitdrukken en wegzetten zijn dus zeer belangrijk voor de balans. Beide voeten houden druk op het voetenbord en ondersteunen het afmaken/de uitpik. De bladen moeten tot het laatste moment onder water blijven. Dus hoog aanhalen Blad verticaal, helemaal los van het water. Opmerkingen: Er moet genoeg ruimte zijn (afstelling belangrijk!). ~ 7 ~

8 2. De Recover. Het gedeelte van de roeibeweging waar het blad zich boven het water bevindt, wordt ook wel de recover genoemd. De verhouding tussen haal en recover ligt tussen de 1:2 en 1:3. De recover duurt dus twee tot drie keer langer dan de haal. De recover is het rustpunt in de beweging. Het Lichaam De Beweging Het Blad 1e helft van de recover De onderarmen maken een verticale beweging Het blad beweegt vrij over het Kniehoek is vlak, het bankje is in achterste positie De armen strekken, de riem dient snelheid te water en wordt in een vloeiende Heuphoek is open: het bovenlichaam is in lay-back positie behouden horizontale beweging teruggeklipt Elleboog hoek is vlak; de armen zijn gestrekt en 'trekken' het bovenlichaam uit de lay-back naar een lichte voorover geleunde positie De romp buigt in in het heupgewricht Daarna begint het oprijden / benen buigen als de handen de enkels passeren (bij beginners voorbij de knieën) 2e helft van de recover: De kniehoek is licht gebogen, het bankje bevindt zich in het midden van de sliding De heuphoek is redelijk scherp; het lichaam leunt naar voren naar maximum reach. De armen zijn geheel gestrekt, maar niet overstrekt. Boordroeien: buitenschouder wat verder gestrekt en iets hoger dan binnenschouder Opmerkingen: De hoek van de rug met de boot verandert niet. Alle ruggen zijn even ver ingebogen (ploeg) Langzaam en gelijkmatig (dat wil zeggen met één snelheid) wordt naar de inpik opgereden. Opmerkingen: Als de handen niet voorbij de knieën zijn voordat het rijden begint, is er bij golven niet voldoende ruimte. De handen raken de knieën en er ontstaat balansverstoring. Direct na de knieën wordt het blad rustig in één beweging door verticaal gedraaid. Het wegzetten en inbuigen verloopt net zo snel als de haal. Het rijden is eenparig: rustig en vertraagd achter de armen aan rijden. Dit is de rustfase in de roeibeweging. Het glijden is geen actief gebeuren. De roeier laat de boot onder zich door bewegen. De handen bewegen allemaal op dezelfde hoogte naar voren (ploeg). ~ 8 ~

9 3. Inpik Na de uitzet van de J-haal wordt het water langzaam genaderd. Op het moment dat het onderste uiteinde van het blad het water raakt, wordt het blad ingezet en begint de beentrap. De inpik wordt dus niet gemaakt, wanneer de roeier voor op de sliding zit, maar wanneer het blad het water aanraakt. De truc is nu om het blad dusdanig gecontroleerd het water te laten naderen, dat het blad bij het water is aangekomen wanneer de roeier voor op zijn sliding zit. Het punt waar het blad het water in gaat wordt ook wel inpik of catch genoemd. Op het verste punt worden de armen vanuit de schouder (en niet vanuit de ellebogen of polsen) rustig naar boven bewogen. Het blad verdwijnt grotendeels onder water. Hierbij is geen kracht nodig. Het loslaten van de riem(en) geeft voldoende snelheid om een inpik te maken. Het Lichaam De Beweging Het Blad De kniehoek is scherp; de onderbenen staan bijna verticaal. Enkel het subtiel actief omhoog bewegen van Er is ingebogen in het heupgewricht (niet of nauwelijks in de wervelkolom). de handen, vanuit de schouders, zorgt voor een goede inpik. Een goede inpik heeft niets met De zitpositie is hoog en ontspannen kracht te maken en dus ook niet met hakken. De romp komt tegen de bovenbenen. De beentrap moet, zodra het blad in het water De loodlijn uit de schouders ligt voor het bankje. staat, meteen beginnen, echter wel met De armen zijn volledig gestrekt (scullen); aangespannen rug/buikspieren. De kracht is Boordroeien: buitenarm gestrekt en binnenarm ontspannen gestrekt. niet direct 100% maar wordt opgebouwd en is Binnenschouder iets hoger. ongeveer 20 graden voor de orthogonaal maximaal. Te fanatiek trappen geeft o.a. aanleiding tot door het bankje trappen. Opmerkingen: De rug is nog steeds in dezelfde stand als na de uitpik, dus ingebogen, armen gestrekt, polsen recht. Men noemt dit ook wel de trap-hangfase. Opmerkingen: Op het blad moet druk te voelen zijn Het blad wordt op het verste punt vertikaal en snel (afgestemd op snelheid boot) in het water gezet. Tijdens de inpik is het blad volledig teruggedraaid Beginners: inpik met een kleine backsplash Opmerkingen: Timing en snelheid zijn belangrijk, de zwaartekracht van de riem zorgt er voor dat het blad het water nadert. ~ 9 ~

10 4. De Haal. Het Lichaam De Beweging Het Blad 1 e fase van de doorhaal: 1 e fase van de doorhaal 1e fase van de doorhaal. Alleen de hoek in de knieën verandert: de kniehoek wordt vlakker De beweging trap-rug-armen moet een goede Is goed vastgezet in het water. De houding van de romp (heuphoek) verandert niet volgorde hebben. De armen mogen aan het Bankje en schouders gaan even snel richting boeg begin van de haal nooit gebogen worden. Ze De loodlijn uit de schouders blijft voor het bankje hangen als het ware aan de riemen. Het bovenlichaam komt niet omhoog Buitenschouder heeft de meeste spanning Armen blijven gestrekt (hangen aan de riem) 2e fase van de doorhaal. De kniehoek is bijna geheel vlak, bankje zit op laatste kwart van de sliding De romp opent zich met het heupgewricht als draaipunt: rug levert kracht Het lichaam is hoog/bijna verticaal; schouders eerst boven en in de uitpik achter het bankje het lichaam hangt nog steeds tussen de riemen en het voetenbord Als men bijna is uitgetrapt, buigt de rug zich ongeveer 15 graden naar achteren en daarna buigen de armen pas en leveren kracht. Opmerkingen: De benen leveren nog steeds kracht in het tweede gedeelte van de haal. De houding is erg belangrijk voor het bladwerk. Echter ook het vasthouden van de riem. 2e fase van de doorhaal. Aanhaalhoogte middenrif Opmerkingen: Spieren in rug, schouders en armen geven tegendruk, waardoor een goede koppeling tussen benen en bladen ontstaat. Na het plaatsen van het blad wordt het lichaamsgewicht overgebracht op het voetenbord door gebruik van de beenkracht. 2e fase van de doorhaal. het blad bevindt zich 2-3 cm onder het water en beweegt horizontaal omdat de boot versnelt gedurende de doorhaal, is het van belang om ook de riemhandle te versnellen, waardoor de horizontale druk op het water gehandhaafd blijft. Als de uittrap relatief langzaam wordt uitgevoerd, gaat het blad zagen. Het blad wordt niet door het water gehaald maar tegen het water afgezet. ~ 10 ~

11 Greep: Scullen De riemen worden niet vastgehouden met een volle grip. De handpalmen blijven dus los. Door de duim op de kopse kant van de hendel te houden, kan de riem met de kraag tegen de dol gedrukt worden (doldruk). In de haalstand liggen de vingers losjes om de riem en beide polsen zijn vlak. Het klippen gebeurt door een samenspel van vingers en polsen. Er mag hierbij echter niet krampachtig in de polsen worden geknikt. Het loskomen van de handpalmen zorgt hier voor. De handpalm is los van de riem en de pols is nagenoeg vlak, zowel tijdens de doorhaal als de recover. Het draaien van de riem gebeurt door de druk van de vingers, waardoor de handle draait in de vingers. Beginnende roeiers moeten vroeg leren hoe zij een riem moeten vasthouden. Een verkeerde grip kan veel fouten veroorzaken en is moeilijk te veranderen, als het eenmaal aan gewend is. Boordroeien De handen zijn ongeveer 2 handbreedtes uit elkaar op de riem gezet. De vingers zijn losjes om de handle gekromd, met de duimen onder de handle. Beide polsen zijn vlak, met de handpalmen los van de handle. De riem moet gedragen worden door de vingers, niet vastgehouden worden in de handen Balans: Belangrijk is dat de balans in een boot met de riemen wordt gehouden en niet met het lichaam. De reden hiervoor is de volgende. Wanneer de boot door een balansverstoring scheef ligt, en de roeier weer recht gaat zitten, is de actiekracht (het recht zitten) alleen maar mogelijk door de romp recht te draaien. Hierbij wordt een kracht via het bankje op de boot uitgeoefend. Als gevolg hiervan ontstaat er een reactiekracht, die ervoor zorgt dat de boot nog schever gaat liggen. Beter is het om in de boot te zitten op dezelfde wijze als een motorrijder op een motor zit: meeleunen. Dit is hiernaast geschetst. Balans in een scullboot werkt als volgt. Wanneer de riem(en) aan één boord naar beneden worden gedrukt, dan wordt de dol (en daarmee rigger en boot) aan die kant naar beneden gedrukt. De boot kantelt met de dalende dol mee. Gaat de handle omhoog dan wordt het gewicht van de riem even van de dol gehaald. De dol gaat omhoog, omdat het gewicht van de riemen niet meer evenredig over beide dollen verdeeld is. De boot kantelt met de stijgende dol mee. ~ 11 ~

12 Deel 2 Observatie,analyse en instructie. ~ 12 ~

13 Door zomaar naar een roeier te kijken zie je waarschijnlijk wel dat er iets niet goed gaat, maar je weet niet precies wat. Domweg aangeveven 'niet diepen' heeft geen zin en kan de roeier demotiveren als je dat steeds herhaalt. Iedere fout heeft een oorzaak. Door goed te observeren en te analyseren kunnen we de oorzaak vaststellen en de juiste aanwijzingen geven. Een roeibeweging bestaat uit 4 overlappende deelbewegingen. Het exact waarnemen van de afzonderlijke aspecten van de beweging is daardoor niet eenvoudig. Door echter systematisch naar een roeibeweging te kijken, kan een goed beeld verkregen worden. Het kijken naar een roeihaal doe je zonder waardeoordeel. Het enige wat je doet is alles noteren wat je ziet, daarbij uitgaande van de ideale roeibeweging. We maken gebruik van tien observatiepunten die weergegeven zijn in het volgende plaatje. 10 observatiepunten coördinatie algemeen 1.bladbeweging uitzet wegzet balans 2.dol wegzet inbuigen gelijkheid 3.hand/pols inbuigen oprijden ritme 4.elleboog oprijden inzet doorlopen van de boot 5.schouder inzet haal rust 6.hoofd haal uitzet tempo 7.rug 8.bekken 9.knieën 10.voeten Observatie van de roeitechniek Het systematisch observeren vindt plaats aan de hand van een aantal algemene kenmerken, een 10-tal observatiepunten en de coördinatie van de verschillende fasen van de roeibeweging. Probeer niet alles tegelijk te doen. Begin met eerst eens rustig te kijken naar het totaal plaatje. Ga dan de observatiepunten af. Doe dit eventueel ook in combinatie met een ander observatiepunt. Kijk vervolgens naar een fase van de roeibeweging en combineer dit evt. weer met de observatiepunten. Tenslotte kan je de roeibeweging van meerdere roeiers met elkaar vergelijken. Zie je niet direct wat er gebeurt, vraag de roeier dan eens een 3-de stop te maken. Of wanneer hij/zij alleen maar met veel kracht roeit, laat hem/haar dan eens zonder kracht roeien. Vaak kun je dan wel goed zien wat er gebeurt. Bedenk verder dat, als er fouten zijn, je dit als eerste aan de houding en het blad kunt zien. Ook de plaats waar men observeert is belangrijk. Zo kan je de rugbeweging vóór of achter de roeier niet goed beoordelen, echter de gelijkheid van de bladen wel. Van de zijkant is dit weer net andersom. Dus voor een goede observatie moet men de roeier vanaf verschillende posities bekijken. 1. Algemeen beeld van het roeien De bewegingsvolgorde: Klopt de gehele beweging? Balans Gelijkheid Ritme: Vloeiend? Hoe is de verhouding tussen recover en haal? Het doorlopen van de boot: Hoe is de beweging? Bv. door hakken gaat de boot, doordat er geen constante aandrijving is, dompen. Of past de boot qua grootte bij de roeier? ~ 13 ~

14 2. Observatiepunten. Op basis van de genoemde waarnemingspunten valt de roeihaal te ontleden. In een bijlage van dit boek is het waarnemingsformulier roeifouten opgenomen, dat kan worden gebruikt om de fouten vast te leggen. 1. Blad: Hier kan je, naast de houding, het meeste aan zien. Bv. slifferen, dit kan wijzen op balansproblemen. Of diepen. Dit kan wijzen op knijpen in de riemen, of rugopzwaai, of aanhaalhoogte etc. 2. Dollen: Let oa. op doldruk en dolhoek. 3. Hand/pols: Let oa. op witte knokkels, kromme polsen en of de handen bij elkaar worden gehouden. 4. Ellebogen: Let oa. op de trap-hang-fase en op de stand van de ellebogen tijdens de uitzet. 5. Schouders: Let oa. hoe de stand van de schouders net voor de inpik (nareiken?) en bij de uitpik (schouders naar voren?) is. 6. Hoofd: Staat het hoofd recht op de romp of te veel naar voren of naar achteren. 7. Rug: Bolle of holle rug? 8. Bekken/heupen: Let er oa. op of iemand goed op zijn zitknobbels zit of dat hij/zij het bekken te veel naar voren of naar achteren gekanteld heeft en hoe men inbuigt. 9. Knieën: Let hierbij vooral op de stand van de onderbenen (door of voor de 90 graden = voor of achter het werk). 10. Voeten: Hoe is de stand van de voeten (voetenbord), houdt men druk op het voetenbord of komt men er van los. 3. Coördinatie van de verschillende fasen van de roeibeweging. 1. Uitzet wegzet 2. Wegzet inbuigen 3. Inbuigen oprijden 4. Oprijden inzet 5. Inzet haal 6. Haal uitzet Observeer één van de fasen gedurende verschillende halen. Bijvoorbeeld door van een aantal halen de uitpikhouding te bekijken. Met behulp van alle observatiepunten krijg je informatie over de houding en de beweging in die fase. Vergelijk je leerling met een ervaren roeier. Kijk naar de coördinatie. Zijn alle overgangen vloeiend of zitten er stopjes in? 4. Analyse van de roeibeweging. Zijdelings kijken naar een roeier geeft veel informatie over de fouten die hij maakt. Zeker wanneer de waarnemingspunten goed worden gebruikt. Daarmee is de diagnose echter nog niet gesteld: oftewel wat zijn de belangrijkste fouten en wat moet als eerste worden aangepakt. Voor de prioriteitstelling van de roeifouten geldt het volgende. 1. Eerste prioriteit hebben die fouten die blessures veroorzaken. Denk hierbij aan polsen, schouders, rug, knieën en handen. 2. Dan moeten fouten worden aangepakt die te maken hebben met de bewegingsvolgorde van benen, rug en armen. 3. Daarna hebben fouten prioriteit die te maken hebben met de het laatste stukje aanhalen, de uitzet en wegzet. 4. Vervolgens worden fouten aangepakt rondom het rijden. 5. Tenslotte worden fouten aangepakt rondom de inpik. ~ 14 ~

15 De foutenanalyse bestaat uit drie stappen: 1. Opsporen : observeren vanuit een ideaalbeeld (de ideale haal) 2. Rangschikken: prioriteit bepalen 3. Correctie: communicatie met de roeier. Oefenen in de boot of bak of ergometer. Analyseren = proberen datgene wat je gezien hebt te herleiden tot 1 probleem, dat het meeste effect op alle andere fouten heeft. Nadat je de observatie afgesloten hebt en een lijstje van de geconstateerde fouten hebt gemaakt, ga je de roeibeweging van de roeier vergelijken met je eigen haalbeeld. Een (fouten)analyse is belangrijk om zicht te krijgen waar je moet beginnen met het corrigeren en verbeteren van de roeibeweging. 5. Instructie. Door een cyclische gedachte te maken van de fouten kunnen meerdere fouten tegelijkertijd worden aangepakt. Het maximum is afhankelijk van de opnamecapaciteit en de motorische capaciteit (je lijf laten doen, wat je hoofd bedenkt) van de roeier. Sommige roeiers hebben hun handen vol aan één fout, andere kunnen aan drie verschillende fouten tegelijkertijd werken. Werk bij voorkeur aan twee, doch nooit aan meer dan drie fouten. Het 5-staps leerproces Herstellen van bewegingsfouten wordt in de bak (handle-voering en waterwerk) of op de ergometer (been/rug/arm coördinatie) gedaan. Een algemeen principe is dat individuele techniek niet in de boot kan worden gecoacht. Wel kan de roeier erin de boot aan worden herinnerd, vooropgesteld dat de fout afdoende is gelabeld. Voor het aanleren van de goede beweging en het afleren van de fout is het essentieel dat altijd de volgende vijf stappen (label fout motiveer goed feedback) worden doorlopen. Stap 1 label (de verbetering) Geef de fout of verbetering een naam. Dus niet, Je roeit niet goed, maar Je trapt door je bankje. Of beter nog een positief geformuleerd label: Je rug meenemen. Stap 2 (ervaar de) fout Laat de roeier voelen en zien wat er fout gaat. Laat hem de fout voelen, ervaren en overdrijven. Laat de fout daarnaast eventueel zelf in overdreven vorm zien. Gebruik zo nodig bewegingsbegeleiding om de roeier de fout te laten voelen. Het gaat hierbij niet om het uitleggen van de fout aan de roeier, maar om de roeier zich van de fout bewust te maken. (H)erkenning van de fout door de roeier staat hierbij centraal. Stap 3 motiveer (de verbetering) Leg uit waarom wat de roeier doet niet juist is en wat de negatieve gevolgen van deze fout zijn, dan wel waarom de verbetering bijdraagt aan bootsnelheid, roeiplezier of blessurepreventie. Bij de veel voorkomende roeifouten in hoofdstuk vijf is de motivatie gegeven achter het kopje Gevolg. Je kunt fouten uitleggen door: Het te laten Voelen: door de roeier bv. in de goede houding te zetten (kneden) Oefeningen, waardoor de roeier kan voelen hoe het haalbeeld moet zijn. Het uit te leggen, zodat het voor de roeier duidelijk wordt wat hij fout doet Het tegenovergestelde te laten doen Een video te laten zien of het zelf voor te doen. ~ 15 ~

16 Stap 4 goed (roeien) Zorg ervoor dat de roeier in staat is om de juiste roeibeweging te maken. Bewegingsbegeleiding bijvoorbeeld het vastpakken van de handle, het neerdrukken van de schouders of het tegenhouden van de rug is een goede manier om de roeier de juiste beweging te laten voelen. Vraag altijd vooraf toestemming om de roeier aan te raken en kondig een aanraking altijd even aan. In de meeste gevallen is bewegingsbegeleiding noodzakelijk om de juiste roeibeweging aan te leren. Geef aan hoe de goede beweging zou moeten zijn en waarom dit goed is. Bevestig het altijd wanneer de roeier de juiste beweging maakt: Zo doe je het goed! Dit is een essentieel onderdeel voor het leerproces. Stap 5 (check de) feedback Leer de roeier hoe hij zelf feedback kan krijgen op zijn foute/goede roeibeweging. Dit kan visueel (door te kijken), gevoelsmatig (door te voelen) of auditief (door te luisteren). Bijvoorbeeld: dat het roeiritme goed is, kun je horen. Dat het oprijden goed is, kun je voelen. Dat de uitpik goed is, kun je zien aan het blad. Op deze wijze kan de roeier zichzelf controleren, doordat hij weet hoe feedback op de eigen roeibeweging te krijgen. Deze feedback kan zowel gericht zijn op het herkennen van de foute als op het herkennen van de goede roeibeweging, afhankelijk van wat het makkelijkste is. Stel de roeier de vraag: Hoe kun je nu zien, horen of voelen dat je het goed doet?. Wanneer de roeier een bepaalde voorkeur heeft (bijvoorbeeld de fout voelen in plaats van zien), volg dan deze voorkeur. Vooropgesteld natuurlijk dat dit een goede manier is om de feedback te krijgen. De aanpak van het 5-staps leerproces maakt het zeer moeilijk om fouten er in de boot uit te halen. Gebruik hiervoor dan bij voorkeur ergometer of bak. Wel kan de roeier in de boot op reeds in de bak of op de ergometer aangepakte fouten worden gewezen. Wanneer de instructeur een aanwijzing aan de roeier geeft, doet hij dat met de eerder gebruikte labels. Bijvoorbeeld: Denk aan het koppelen. De roeier weet nu wat hij fout doet, weet wat hij moet verbeteren en hoe hij zelf feedback op deze fout kan krijgen. Wat vaak wordt vergeten maar wat essentieel voor het leerproces is is dat elke aanwijzing moet worden opgevolgd door een bevestiging wanneer de roeier deze aanwijzing goed heeft opgevolgd. Bijvoorbeeld: Rond uitzetten Goed zo, hou vast! Volgt de roeier de aanwijzing niet op, dan wordt de aanwijzing herhaald. Volgt hij het na een aantal herhalingen nog steeds niet op, dan is het wijsheid om naar bak of ergometer terug te grijpen. Aarzel niet om een stap terug te doen als beoogde resultaten niet bereikt worden. Houd vast aan basisprincipes: Doldruk houden Goed op de billen zitten, ontspannen Handen, vingers los op de handles Voeten in contact met het voetenbord Handen dicht bij elkaar Benen-rug-armen / armen-rug-benen Faseren Accent op de uitpik Gelijkheid Rust Tot slot: Neem bij het observeren en analyseren alle factoren mee, dus ook de externe factoren. Houdt bij de oefeningen ook rekening met de windrichting. Zo heb je tegen de wind in veel meer balans. Daardoor is een oefening voor de roeier makkelijker. Wil je het moeilijker maken, dan kan je er voor kiezen om het met de wind mee te doen. ~ 16 ~

17 Begin de roeibeweging vanuit de uitzet/wegzet aan te leren. Pak één onderdeel tegelijk aan en ga pas verder wanneer de roeier dit ook opgepakt heeft. Herhaal elke les de houding, handlevoering en het wegzetten/inbuigen. Afgezien van het feit dat deze onderdelen essentieel zijn voor een goede roeibeweging, leert de roeier ook hoe hij/zij later zelfstandig de training kan aanvangen. Hoewel het natuurlijk leuk is voor de roeier, is het niet verstandig om in het begin de kracht op te voeren. Wat je ziet is dat mensen daardoor gaan narukken en dat is weer moeilijk af te leren. Narukken is vaak een oorzaak van een slechte koppeling tussen benen-rug en armen. Er is dus te weinig benenwerk. Voor het aanleren van een goede haal is het dan ook veel verstandiger de kracht, zeker in het begin, achter wegen te laten. Wil je mensen toch kracht op de benen en het blad laten voelen, laat ze dan een stukje tubben. Bedenk echter altijd, vooral na het lezen van dit hoofdstuk, dat het maken van de perfecte haal alleen in ons hoofd bestaat. Immers: Nobody is Perfect!!!! Ploeginstructie Bij de ploeginstructie staat het samenbrengen van de ploeg centraal en verdwijnt de individuele techniek daarom naar de achtergrond. Belangrijk is om onderscheid aan te brengen tussen: 1. Ploegfouten: fouten in de samenwerking en interactie tussen ploegleden; 2. Collectieve fouten: fouten die het merendeel van de roeiers in de ploeg hebben, maar die in wezen individuele fouten zijn. En daarnaast: a. fouten die bij voorkeur in de bak of op de ergometer worden aangepakt; b. fouten die in de boot kunnen worden verholpen. Wanneer de individuele techniek van een roeier hem beperkt om goed in een ploeg te roeien, zal eerst deze techniek moeten worden aangepakt. Het is niet ondenkbaar dat dit bij alle roeiers in de ploeg het geval is. Werk dan eerst aan de individuele techniek en begin pas aan de ploeginstructie wanneer de haal door alle roeiers goed wordt beheerst. Vier zaken verdienen bij het ploegroeien de aandacht van de instructeur: 1. ritme; 2. gelijkheid; 3. balans; 4. waterwerk. 6. Coachbaarheid De wijze waarop een roeier met de feedback van zijn instructeur omgaat, verschilt sterk per roeier. Het is daarom belangrijk om als instructeur daarop in te spelen en te anticiperen. Roeiers reageren verschillend, denk hierbij aan de volgende reacties. ~ 17 ~

18 Roeiers met weinig motorische coördinatie Roeiers die alles wel willen, maar onvoldoende motorische coördinatie hebben om te doen wat ze willen doen. Hierbij past geduld. Instructies veel en vaak herhalen, geeft uiteindelijk resultaat. Onwillige roeiers Roeiers die de noodzaak van verbetering niet zien en reageren met Ja maar (waarbij hij eigenlijk bedoelt: Nee, want ). Vertrouwen van de roeier in de instructeur is een belangrijke voorwaarde om de roeier succesvol te kunnen begeleiden. Is dat vertrouwen aanwezig, dan is het belangrijk om de oorzaak van deze onwelwillendheid te achterhalen: 1. Hebben de instructeur en roeier verschillende ideeën over het haalmodel? 2. Heeft de roeier een afwijkend haalbeeld van dat van de instructeur? 3. Heeft de roeier een verkeerd beeld van de kwaliteit van zijn eigen roeibeweging? In het eerste geval is het belangrijk om dit samen expliciet te bespreken. Welke roeibeweging wordt nagestreefd? In het tweede geval is het wijsheid om samen naar goede roeiers te kijken. Bijvoorbeeld mee te fietsen met een goed roeiende clubgenoot of samen naar roeifilms kijken. In het derde geval is het zinvol om video-opnamen te maken met een videocamera, fototoestel of mobiele telefoon. Ook is het mogelijk de roeier voor een spiegel te zetten. Door samen te kijken naar de roeibeweging kan een gemeenschappelijk beeld over de feitelijke roeibeweging worden opgebouwd. En daarbij de fouten die verbeterd moeten worden. Roeiers die zaken buiten zichzelf leggen Een aparte categorie roeiers zijn de roeiers die de verantwoordelijkheid buiten zichzelf leggen. Bijvoorbeeld doordat: 1. de roeier de instructeur volledig verantwoordelijk voor zijn roeibeweging maakt; 2. de fouten altijd buiten de eigen verantwoordelijkheid liggen en onterecht aan het weer, het materiaal of de ploeggenoten te wijden zijn; 3. de roeier er van overtuigd is dat hij fantastisch roeit. Bij deze houding zal de instructeur de verandering die hij wenst moeilijk bereiken, omdat de medewerking van de roeier wordt gemist. Hierbij is het belangrijk om de verantwoordelijkheid terug te leggen bij de roeier. De roeier wil immers beter leren roeien. Daarbij is het aan te raden om de houding expliciet met de roeier te bespreken. Daarvoor is het nodig gedurende geruime tijd feiten te verzamelen: voorbeelden van situaties waarbij de roeier zich niet laat coachen. Onzekere roeiers Roeiers met de houding "het lukt me niet dus ik kan het nooit". Hierbij zal de volle inzet van de roeier ontbreken, omdat die het zelfvertrouwen mist. Belangrijk bij dergelijke roeiers is om niet alleen te kijken naar wat beter kan en moet, maar met regelmaat en uitgebreid stil te staan bij de verbeteringen die al bereikt zijn. Kortom: sta stil bij de successen. Angstige roeiers Een aparte categorie roeiers is de categorie die stelselmatig bang is in de boot. Bijna iedereen is wel eens bang in een roeiboot, dat is op zich niets vreemds. Anders ligt dat met roeiers die stelselmatig bang zijn. Belangrijk is om de oorzaak van de angst te achterhalen. Dus geen opmerkingen in de trend van Je moet niet bang zijn! maar uitvragen waarom iemand bang is. Wat precies maakt je bang in de boot? en Wat is nu het ergste dat je kan overkomen? zijn daarbij goede vragen. ~ 18 ~

19 Op deze wijze kun je samen achterhalen wat er aan de angst te doen valt, bijvoorbeeld naar een breder boottype overstappen. Coachbare roeiers Gelukkig is het merendeel van de roeiers goed coachbaar en doet zijn of haar best om de aanwijzingen zo goed mogelijk op te volgen. Wanneer het opvolgen van instructies toch niet goed lukt, dan is het belangrijk om het vijf-staps leerproces nauwgezet te volgen. Afspraken Wanneer de instructeur de roeier op regelmatige basis instructie geeft, is het verstandig over en weer goede afspraken te maken. In de roeiwereld is het gebruikelijk om afspraken te maken wanneer de roeiers omgekleed op het vlot staan of wanneer de boot in het water ligt. Bijna nooit worden er afspraken gemaakt waarbij de aankomst op de vereniging bepalend is. Dit is om te voorkomen dat iedereen met regelmaat staat te wachten. Wanneer roeiers bijvoorbeeld bij de training van een acht eens per tien trainingen te laat zijn, sta je (acht roeiers, stuurman en instructeur) elke training te wachten. Het gemakkelijkst zijn vaste afspraken. Als dat niet mogelijk is doe het dan in ieder geval direct na het roeien wanneer iedereen bij elkaar is. Zorg bij gestuurde boten dat er een stuurman is die kan sturen. Er is niets zo vervelend als een stuur die er niet is of steeds de kant in stuurt. Bespreek voorafgaand aan de instructie met de ploeg wat je in de training van plan bent. (Deel van de roeibeweging waaraan je wilt werken: soort oefeningen, omvang). Bespreek na de instructie in de roeiloods kort wat je ervan vond; wat goed was en wat beter kan. Besprekingen in het clubgebouw zijn af te raden, omdat dan niet goed duidelijk is wanneer het bespreken ophoudt en het sociale gebeuren begint. Probeer bij de voorbespreking van een volgende instructie op de te verbeteren punten terug te komen. Kortom het maken en hebben van goede afspraken helpt om plezier in het roeien te houden. ~ 19 ~

20 Deel 3. Veel voorkomende fouten ~ 20 ~

21 Veel voorkomende roeifouten Hieronder is een aantal veel voorkomende roeifouten benoemd. Daarbij zijn achtereenvolgens aangegeven: de fout, de achterliggende oorzaak, het gevolg, de remedie, de wijze waarop (door de roeier) feedback op de fout gekregen kan worden en de manier waarop de fout vanaf de stuurstoel kan worden geconstateerd. Aanname onder deze beschrijving is dat de boot correct is afgesteld. Fouten veroorzaakt door een onjuiste afstelling zijn dus buiten beschouwing gelaten. In de hieronder gegeven paragrafen worden veel voorkomende fouten benoemd. De fouten zijn onderverdeeld in: 1. Algemene roeifouten (beginnen met een A). 2. Ploegfouten (beginnen met een P). 3. Fouten in de roeibeweging (beginnen met een R). 4. Fouten specifiek voor het scullen (beginnen met een S). 5. Fouten specifiek voor het boordroeien (beginnen met een B). De fouten in de roeibeweging (R-fouten) zijn gesorteerd in de volgorde van de plek waar ze ontstaan. Hierbij wordt de J-haal als uitgangspunt gebruikt, de beschrijving van de fouten start en eindigt bij het rustpunt. Ernst van de roeifouten In de onderstaande tabel wordt een classificatie gegeven van de ernst van de roeifouten. Deze fouten zijn ingedeeld op basis van blessuregevoeligheid en verstoring van de effectiviteit van het roeien. Fouten van categorie één worden als ernstiger aangemerkt dan die van categorie twee, terwijl categorie drie fouten de minst ernstige zijn. nummer Algemene fouten Categorie A1 Slifferhaal X A2 Ruitenwisserhaal X A3 Ineengedoken zitten X A4 Rugbeweging vanuit de ruggengraat* X A5 Wijdbeens roeien* X A6 Met het lijf balans houden x nummer Ploegfouten Categorie P1 Geen cadans in de ploeg X P2 Ongelijke haallengte X P3 Ongelijke haalsegmenten X P4 Ongelijke bewegingsvolgorde X P5 Ongelijke uitpik X P6 Ongelijke inpik X P7 Ongelijke krachtverdeling X ~ 21 ~

22 nummer Ploegfouten Categorie P8 Geen balans in de scullboot X P9 Geen balans in de boordboot X P10 Geen watervrije recover X nummer Roeifouten Categorie R1 Het water aanraken op zelfde moment in de recover X R2 Niet watervrij roeien X R3 Onvoldoende doldruk houden X R4 Te laat terugklippen X R5 Te snel en/of niet eenparig oprijden X R6 Niet ver genoeg oprijden X R7 De boot induiken X R8 Naduiken X R9 Onder je bankje doorrijden X R10 Stilzitten voor / indirecte inpik X R11 Met/op de rug inpikken * X R12 Op de armen inpikken * X R13 Blad erin trappen X R14 Diepen X R15 Door het bankje trappen * X R16 Zagen (niet koppelen) X R17 Haal niet afmaken X R18 Te weinig doorvallen X R19 Te ver doorvallen X R20 Romp over de riem trekken (optrekken aan de riem) X R21 Uitlopen X R22 Blad uitdraaien X R23 Plakkende uitpik X R24 De schouder optrekken * X R25 Te weinig inbuigen X R26 Te ver inbuigen * X R27 Te vroeg rijden X ~ 22 ~

23 nummer Scullfouten Categorie S1 Handen niet goed geplaatst * X S2 Handpositie onjuist X S3 Scheef zitten X S4 Vlaggen X nummer Boordfouten Categorie B1 Handen niet goed geplaatst X B2 Binnenarm volledig gestrekt X B3 Uit het boord vallen / scheef zitten * X B4 Vlaggen X xx Draaien met de buitenhand X * Deze fouten geven een aanzienlijk risico op het veroorzaken van blessures. Ploegfouten: Ploegfouten manifesteren zich met name in minieme maar goed merkbare snelheidsverschillen tussen de roeiers onderling. Door nu in de roeibeweging accenten te leggen, kunnen deze onderlinge snelheidsverschillen worden opgeheven. Het is verstandig om bij het aanpakken van ploegfouten bovenstaande volgorde van de punten aan te houden. Ritme. Bij het ritme van de ploeg is de snelheid en directheid (één doorgaande beweging) van de wegzet belangrijk, gecombineerd met de rust van het rijden. Fouten: A2 Ruitenwisserhaal P1 Geen cadans in de ploeg R5 te snel en/of niet eenparig oprijden Gelijkheid: Om een ploeg gelijk te laten roeien is het belangrijk om eerst naar de verschillende haallengtes en haalsegmenten van de individuele roeiers te kijken. In onderstaand figuur is het verschil tussen haallengte en haalsegment geschetst. ~ 23 ~

24 Gelijk haalsegment, ongelijke haallengte Gelijke haallengte, ongelijk haalsegment Om de haallengte en haalsegmenten van de roeiers te zien, moet de ploeg stilliggend in de inpik- zowel als uitpikhouding gaan zitten. Hierna is vanaf de kant een goede beoordeling te maken. Bij de gelijkheid gaat het er om dat de in- en uitpik gelijk zijn, en dat het wegzetten, inbuigen en rijden gelijk gaat. De gelijkheid wordt altijd vanaf de uitpik opgebouwd, dus eerst de wegzet, dan het inbuigen en dan het rijden gelijk. De oefening Slag tegen ploeg kan worden gebruikt om na te gaan of de bestaande gelijkheid dynamisch of statisch is. Fouten: P2 ongelijke haallengte P3 ongelijke haalsegmenten R5 te snel en/of niet eenparig oprijden R6 niet ver genoeg oprijden R18 te weinig doorvallen R19 te ver doorvallen R25 te ver inbuigen R26 te vroeg rijden. Wanneer de haalsegmenten aan elkaar gelijk zijn, is het belangrijk om de timing van de roeiers in de individuele roeibewegingen gelijk te krijgen. Wanneer de roeiers geen fundamentele fouten meer maken in de roeibeweging, is er het juiste moment om te werken aan de volgende fouten: ~ 24 ~

25 P4 ongelijke bewegingsvolgorden P5 ongelijke uitpik P6 ongelijke inpik R4 te laat opdraaien R10 stilzitten voor/indirecte inpik R23 plakkende uitpik R27 te vroeg rijden Balans. Gelijkheid is een essentieel punt voor de balans. Balans is belangrijk om lekker te kunnen roeien en om de kracht via de riem op het water te kunnen overbrengen. Ook hiervoor zijn een aantal ploegoefeningen beschikbaar. De van toepassing zijnde fouten zijn: A6 met het lijf balans houden P8 geen balans in de scullboot P9 geen balans in de boordboot S3 scheef zitten B3 uit het boord vallen/scheef zitten Waterwerk. Balans is een essentiële voorwaarde voor schoon waterwerk. Vuil waterwerk heeft òf te maken met individuele techniekfouten òf met nonchalance. Wanneer een boot goed in balans ligt, is er geen reden om niet watervrij te roeien. Vuil waterwerk (niet watervrij roeien) geeft snelheidsverlies. Iedere keer dat een roeier het water raakt, wordt de bootsnelheid een beetje afgeremd. Een goede concentratie van de roeiers en de wil om watervrij te roeien zorgt meestal voor schoon waterwerk. De fouten: P10 geen watervrije recover R1 het water aanraken op een zelfde moment in de recover R2 niet watervrij roeien R22 blad uitdraaien ~ 25 ~

26 Roeifouten per fase: Uitzet: R21 uitlopen R22 Blad uitdraaien R23 Plakkende uitpik R24 De schouder optrekken R25 Te weinig inbuigen R26 Te veel inbuigen R27 Te vroeg rijden Recover: R1 - Het water aanraken op het zelfde moment R2 - Niet watervrij roeien R3 - Onvoldoende doldruk houden R4 - Te laat terugklippen R5 - te snel en/of niet eenparig oprijden R6 - Niet ver genoeg oprijden R7 - De boot induiken R8 - Naduiken Inpik: R10 - Stilzitten bij de inpik R11 - Inpik door middel van rugopzwaai R12 - Op de armen inpikken R13 - Blad erin trappen Haal: R15 Door het bankje trappen R16 Zagen (niet koppelen) R17 Haal niet afmaken R18 Te weinig doorvallen R19 Te ver doorvallen R20 Romp over de riem trekken ~ 26 ~

27 Algemene fouten, oefening en feedback. Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback A1 Slifferhaal De bladen worden tijdens de uitpik uitgedraaid en tijdens de recover slifferend over het water naar de inpik teruggebracht. Voor de inpik wordt te laat opgedraaid, eventueel gecombineerd met naduiken in de boot. De roeier voelt zich onzeker en zoekt steun bij het water. Om deze steun niet te verliezen worden de bladen niet uitgezet, maar uitgedraaid. Voor het opdraaien moeten de bladen van het water afgehaald worden. Dit gebeurt dus op het allerlaatste moment. Om voldoende ruimte te kunnen maken om te draaien duikt de roeier de boot in, zodat de riemen omhoog komen. Opdraaien is niet goed mogelijk. Het blad is immers te dicht bij het water. Snelheidsverlies ontstaat door het constant aantikken van het water. Grote balansproblemen ontstaan in een boordboot, wanneer een deel van de bemanning door de slifferhaal niet goed uitzet. Tenslotte is het lastig om met golfslag watervrij te varen. Bij boordroeien is het houden van balans met deze haal nagenoeg onmogelijk. Balans houden gebeurt immers door de hoogte van de handle bij het aanhalen en het wegzetten te variëren. Uitleggen Draaien van het blad vlak na de knieën. Oefening: In de bak 53: Roeien met een vast blad (in breder boottype) 48: Tubben Roeien met ervaren roeier Gevoelsmatig een rond uitpik maken Kijken naar het blad bij de uitpik ~ 27 ~

28 Algemene fouten, oefening en feedback. Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback A2 A3 A4 Ruitenwisserhaal Ineengedoken Zitten Rugbeweging vanuit de ruggegraat Zonder enige accenten gelijk de ruitenwissers van een auto, heen en weer rijden. De haal duurt even lang als de recover (1:1) in plaats van een verhouding van 1:2 tot 1:3 waarbij de recover 2 tot 3 keer zo lang duurt als de haal. Ineengedoken in de boot zitten (kattenrug) en/of het hoofd laten hangen. Krommen van de rug i.p.v. bewegen vanuit het bekken Ruitenwisserhaal verstoort het ritme. Hogere tempo s zijn niet goed mogelijk en geven veel snelheidsverlies. Ploegroeien is lastig. Mogelijke verkramping. Luchtwegen in de keel worden geblokkeerd waardoor onvoldoende geademd kan worden. Rugklachten door verkeerde belasting. Rugklachten door verkeerde belasting. Oefenen op een ergometer en luisteren naar het geluid dat de ergometer maakt. Indien er twee of meer ergometers zijn, in het ritme meeroeien met de instructeur. Meetellen. Op deze wijze ritmegevoel creëren. Oefening: 27: In de boot luisteren naar het ritme, eventueel een stuk met de ogen dicht varen : Roeien met een stop en deze laten steeds korter. Oefenen in de bak en op de ergometer. Oefenen in bak en/of ergometer. Gebruik bij voorkeur een spiegel. Laat de roeier zijn rug strekken en inbuigen. Luisteren naar het geluid van de haal. Meetellen met de roeibeweging: 21 bij de haal en 22, 23 bij de recover. Gevoelsmatig op de houding. Kijken naar de kruin van de voorganger (in ploegen), waardoor het hoofd omhoog komt. Gevoelsmatig door op de rugbeweging te letten. ~ 28 ~

29 Algemene fouten, oefening en feedback. Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback A5 A6 Wijdbeens roeien Met het lijf balans houden De roeier houdt de benen uit elkaar. (NB: een lichte spreiding van de benen bij de inpik van een boordhaal is toegestaan.) Verkeerd haalbeeld. Buikje. De roeier zit niet op twee billen in de boot en beweegt niet mee met de boot. Onzekerheid, weinig ervaring. De knieën worden verkeerd belast. Balansproblemen Onzeker gevoel. In de bak of op de ergometer met een riem of touw de knieën bij elkaar binden. Meeleunen met de boot en met de riemen balans houden. In de C1/skiff laten oefenen. Ook kan het balansplankje uitkomst bieden. Gevoelsmatig doordat de knieën tegen elkaar gehouden moeten worden. Gevoelsmatig door op de rugbeweging aan de onderzijde van de rug te letten. ~ 29 ~

30 Ploegfouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback P1 P2 Geen cadans in de ploeg Ongelijke haallengte De ritmeverdeling tussen halen, wegzetten en rijden is niet goed. De ruitenwisserhaal is als deze collectief wordt gemaakt een vorm van deze fout. De haallengte van de verschillende roeiers in de ploeg is niet gelijk. Deze fout lijkt erg op de volgende, het stellen van een juiste diagnose is daarom belangrijk. Een verkeerd haalbeeld, technisch onvermogen en/of het jagen vanuit de ploeg. Traag wegzetten, of blijven plakken achter gecombineerd met te snel rijden zijn belangrijke symptomen. Wanneer de wegzet te traag is moet de roeier dit op de sliding inhalen. Dit veroorzaakt het zogeheten jagen. Postuur (lengte van de roeier) en/of fouten in de roeibeweging (te kort voor en/of te kort achter). De boot loopt niet en er is veel onrust. Roeiers hebben moeite om elkaar te vinden in de gelijkheid. Snelheidsverlies. Dompen en duiken. De snelheid waarmee de riemen door het water moeten worden gehaald om gelijk uit te zijn is ongelijk. Hierdoor is het moeilijk gelijk te roeien en is er weinig synergie in de ploeg. Snelheidsverlies. Nadruk op snelle wegzet en rustig rijden. Oefening wegwerp uitzet, waarbij extreem snel wordt weggezet. Vanuit de uitpik en wegzet de gelijkheid opbouwen. Oefening: 27: Met de ogen dicht roeien 39-40: Stopjes (1 en 2) Tellen Achter ervaren roeier zitten 29: Pimenoven 36: Spoelhalen 49: Uitlengen van achteruit De ploeg vanaf de zijkant bekijken (wal of vlot). Laat ze eerst bij de inpik en dan bij de uitpik zitten. Zorgen dat de korte roeiers lang zijn (uitlengen) en blijven en dat de lange roeiers inkorten. Zijn de individuele lengteverschillen te groot, dan zo laten. Eventueel een ploeg samenstellen waarbij het postuur van de roeiers beter bij elkaar past. Luisteren naar het geluid van de haal. Meetellen met de roeibeweging: 21 bij de haal en 22, 23 bij de recover. De roeiers kijken waar de inpik plaatsvindt ten opzichte van de trekstang (voor, even ver of verder)en waar de uitpik plaatsvindt ten opzichte van de romp (hoeveel ruimte tussen maag en riem overblijft). ~ 30 ~

31 Ploegfouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback P3 Ongelijke haalsegmenten De halen van de verschillende roeiers in de ploeg zijn niet gelijk. Deze fout lijkt erg op de vorige, het stellen van een juiste diagnose is daarom belangrijk. Meestal veroorzaakt doordat de voetenborden niet goed zijn afgesteld. De krachtverdeling tijdens de haal is anders. De roeiers die ver naar voren zitten ervaren veel weerstand bij de inpik, de roeiers die ver naar achteren zitten veel weerstand bij de uitpik. Hierdoor is er weinig synergie in de ploeg en raken de roeiers snel vermoeid. Snelheidsverlies. Roeiers bij inpik en uitpik laten zitten en kijken naar de hoek van de riemen ten opzichte van de boot. Op basis daarvan de voetenborden verstellen, zodat de hoeken gelijk(er) worden. Het voetenbord goed afstellen. ~ 31 ~

32 Ploegfouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback Zorgen dat de individuele techniek van de roeiers toereikend is P4 Ongelijke bewegingsvolgorde De halen van de verschillende roeiers in de ploeg zijn niet gelijk. de bewegingsvolgorde van de haal (inpik benen rug armen uitpik armen rug benen) verschilt. Ongelijke krachtverdeling in de haal, waardoor de roeiers sneller moe zijn. Ongelijk rijden en/of een ongelijke haal. Snelheidsverlies. Structureel (dus elke keer) slagklaar maken vanuit de uitpik. Oefening: 49: Uitlengen van vaste bank naar hele haal : Roeien met stopjes en vanuit de uitpik de gelijkheid opbouwen. 29: Pimenoven 35: Spoelhalen 27: Met de ogen dicht roeien 55: Vaste rug 56: Vaste bank 44: Strijkhaal Dit gedurende verschillende trainingen zolang als nodig herhalen. De juiste bewegingsvolgorde is essentieel, hier wordt met name gevoelsmatig feedback op gekregen. Door te kijken naar het bankje van de voorganger kan het moment van rijden worden gevolgd. ~ 32 ~

33 Ploegfouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback P5 Ongelijke uitpik De uitpik van de verschillende roeiers in de ploeg is niet gelijk. De individuele techniek is ontoereikend om een goede uitpik te maken, zie hiervoor de uitpikfouten (R17-R23). of De snelheid waarmee de riemen tijdens de haal door het water worden gehaald is ongelijk (individuele krachtverschillen), waardoor de uitpik ongelijk is. of De roeiers volgen niet actief en letten onvoldoende op de slag. Ongelijk roeien, weinig synergie in de ploeg. Snelheidsverlies. Zorgen dat de individuele techniek van de roeiers toereikend is. Structureel (dus elke keer) slagklaar maken vanuit de uitpik. Oefening: 49: Uitlengen van vaste bank naar hele haal. 32: Slag tegen ploeg. 29: Pimenoven 35: Spoelhalen 39: Stopslagen 1 e stop Op het gehoor, door het geluid van de uitpik. Visueel door te kijken naar het eigen blad ten opzichte van de andere bladen. Bij boordroeien visueel door naar de boordrand te kijken: bij ongelijke uitpik beweegt deze op en neer en geeft een soort trilling. P6 Ongelijke inpik De inpik van de verschillende roeiers in de ploeg is niet gelijk. De individuele techniek is ontoereikend om een goede inpik te maken, zie hiervoor de inpikfouten (R8-R10-R13). of Het rijden van de roeiers is ongelijk, waardoor de inpik ongelijk is. of De roeiers volgen niet actief en letten onvoldoende op de slag. Ongelijk roeien, weinig synergie in de ploeg. Snelheidsverlies Zorgen dat de individuele techniek van de roeiers toereikend is. Structureel (dus elke keer) slagklaar maken vanuit de uitpik. Oefening: 49: Uitlengen van vaste bank naar hele haal. 32: Slag tegen ploeg. 29: Pimenoven 35: Spoelhalen 27: Met de ogen dicht roeien 16-18: ¼, ½ ¾ sliding Op het gehoor, door het geluid van de inpik. Visueel door te kijken naar het eigen blad ten opzichte van de andere bladen. ~ 33 ~

34 Ploegfouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback P7 Ongelijke krachtverdeling De halen van de verschillende roeiers in de ploeg zijn niet gelijk. De krachtverdeling tijdens de haal is niet gelijk. De individuele haal van de roeiers is niet gelijk of de roeiers zijn in het volgen niet alert genoeg. Weinig synergie in de ploeg doordat de halen niet gelijk zijn. De roeiers worden eerder moe doordat ze elkaar onvoldoende steunen. Hierdoor snelheidverlies. Gedurende een lange periode (vele kilometers) drie vol, drie spoel varen om de ploeg bij elkaar te krijgen. Eerst de fouten van individuele roeiers aanpakken. Een situatie waarbij roeiers elkaars fouten compenseren moet worden vermeden. Op het gehoor, door het geluid van in- en uitpik. Gevoelsmatig doordat de boot minder goed loopt. P8 Geen balans in de scullboot De boot ligt over een boord of de boot valt op vaste momenten naar een boord of de boot valt op willekeurige momenten naar een van beide boorden. Ongelijkheid, de handen te ver uit elkaar geplaatst of niet op de zelfde hoogte Scheef zitten Een ongelijke uitzet. Geen druk bij de uitpik Onbalans. Niet optimaal kracht kunnen zetten en daardoor snelheidverlies. Ook roeit een scheefliggende boot erg vervelend. De uitpik moet gelijk zijn om balans te hebben. Zorgen dat de handen elkaar tweemaal per roeibeweging (haal en recover) aanraken. Tijdens de uitpik en de inpik handen op gelijke hoogte houden. Ter compensatie een stuk rechts boven links roeien. Oefening: 18-20: ¼, ½, ¾ sliding 29: Pimenoven Werken aan handlevoering. Roeiers bewust aanhaal- en wegzethoogte laten controleren 24: Losse halen laten maken Visueel door naar de (eigen) boordrand te kijken. Gevoelsmatig door balans via voetenbord en billen te voelen. ~ 34 ~

35 Ploegfouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback P9 P10 Geen balans in de boordboot Geen watervrije recover De boot ligt over een boord of de boot valt op vaste momenten naar een boord of de boot valt op willekeurige momenten naar één van beide boorden. Met grote regelmaat raken de bladen van de ploeg tijdens de recover het water. Ongelijkheid of te weinig handle-en (balans bewaren door de riemen op en neer te bewegen). Gelijkheid is randvoorwaarde voor balans. Geen balans een verkeerd haalbeeld slordige recover. Snelheidsverlies doordat er aan het ene boord niet met volledige kracht kan worden geroeid en het andere boord het blad maar moeilijk uit het water krijgt. Snelheidsverlies doordat de bladen tijdens de recover tegen het water aan slaan. Eerst zorgen dat er gelijkheid is (zie ploeg roeit ongelijk). Gelijkheid is essentiële voorwaarde voor balans. Roeiers leren handle-en. Oefening: 4: boot over 1 boord leggen : ¼, ½, ¾ sliding 29: Pimenoven Werken aan handlevoering. Roeiers bewust aanhaal- en wegzethoogte laten controleren 24: Losse halen laten maken Watervrij roeien ontstaat vanuit een schone ronde uitzet. Oefening: 53: Roeien met vast blad Visueel door naar de (eigen) boordrand te kijken: deze beweegt op en neer. Gevoelsmatig door balans via voetenbord en billen te voelen. Visueel door te kijken of een van de bladen het water of de golftoppen raakt. ~ 35 ~

36 R1 R2 R3 R4 Roeifouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback Het water aanraken op het zelfde moment in de recover Het water wordt in de recover af en toe aangetikt omdat de roeier steun zoekt bij het water. Onvoldoende doldruk houden Te laat terugklippen De riem(en) wordt/worden met onvoldoende kracht in de dol gedrukt. Hierdoor komt de kraag los van de dol bij de inpik en/of de uitpik. Verkeerd haalbeeld of te weinig druk op de handles. Mogelijk veroorzaakt door een slechte uitzet (zie slifferhaal) of nonchalance. Onzekerheid, onervarenheid of nonchalance. Te weinig doldruk. Zie ook: Slifferhaal. Snelheidsverlies en moeite met woelig water. Snelheidsverlies en moeite met woelig water. Problemen met de balans (onvoldoende doldruk bij recover) en de efficiency van de haal (onvoldoende doldruk bij de haal) ontstaan. De inpik is te laat, hierdoor neemt de inpik meer tijd dan nodig. De haal wordt hierdoor korter en daardoor minder effectief. Bij ploegroeien blijft de roeier achter ten opzichte van de ploeggenoten. Dit geeft ritmeverstoringen die worden gecompenseerd met harder rijden. Check de uitpik: deze moet rond en diep zijn. Is dat niet het geval, hier op focussen. Anders oefenen in bak en druk op de handle(s) houden. Zie ook de fout blad uitdraaien. Afhankelijk van de oorzaak. Bij nonchalance de roeier zich hiervan bewust maken. Overige oorzaken is gewoon een kwestie van tijd. Oefenen in de bak en de boot. Checken of de handen goed op de riem(en) staan. Direct na de knieën opdraaien. Oefening: 53: Roeien met ongeklipt blad. Visueel door te kijken naar het blad. Dit hoort het water niet aan te raken. Visueel door te kijken naar het blad. Dit hoort het water niet aan te raken. Visueel door te kijken naar de kraag. Auditief doordat je de kragen van riemen tegen de dollen hoort tikken. Visueel door te kijken naar het blad. ~ 36 ~

37 Roeifouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback Laten ervaren door stilliggend hard naar voren de rijden. De achtersteven van de boot duikt. R5 Te snel en/of niet eenparig oprijden Over de hele sliding te snel naar de inpik toe rijden, of alleen het laatste stukje voor de inpik (het aanrijden) te snel doen. In plaats van eenparig (=gelijke snelheid) oprijden, vertraagd of versneld oprijden. Verkeerd ritme-idee. Denken dat je moet rijden in plaats van de boot onder je door laten glijden. Het ritme wordt verstoord en voor de inpik moet hard worden afgeremd. Hiervoor moet hard tegen het voetenbord worden getrapt en wordt de boot als het ware naar achteren geduwd en stilgelegd. Ook is de gewichtsverplaatsing in de boot van voor- naar achtersteven erg snel. Beide zijn nadelig voor de bootsnelheid. Slechte fasering. Onrust. Dompen en duiken Oefenen door achtereenvolgend vertraagd, versneld en eenparig te laten rijden. Daarna de snelheid variëren: zeer langzaam, langzaam, normaal, snel en zeer snel. Roeier afleren het lichaam naar voren te laten rijden maar aanleren de tenen naar de romp toe te trekken. Dit oefenen zittend op een gladde vloer, waar de voeten overheen glijden. Vervolgens oefenen in bak of op de ergometer. Oefening: 39-40: Stopjes (2 en 3) Tellen Roeien met een overdreven ritme van versnellend aanhalen en heel rustig glijden. 56: Vaste bank roeien zonder de rug te gebruiken waarbij gelet wordt op het snel wegzetten van de handen. 56: Vaste bank roeien waarbij gelet wordt op het vloeiend meenemen van de rug na het wegzetten van de handen. Auditief door te luisteren naar de haal. Gevoelsmatig door concentratie op de voeten/tenen die langzaam naar de romp getrokken moeten worden. ~ 37 ~

38 Roeifouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback R6 Niet ver genoeg oprijden De roeier rijdt niet ver genoeg op. De inpik wordt te vroeg gemaakt. Stand van het voetenbord, lengte van de achillespees of verkeerd haalbeeld. Te korte halen geeft efficiencyverlies van de haal en ritmeverstoring in de ploeg. Roeier in de bak zetten en met bewegingsbegeleiding de rug steeds een zetje geven zodat de goede inpik wordt gemaakt. Oefening: 29: Pimenoven Gevoelsmatig door op de inbuiging van de knieën te letten en het loskomen van de hielen van het voetenbord. Visueel door naar het punt te kijken waar de handen de inpik maken, ten opzichte van de trekstangen van de boot. Oefenen in de bak en op de ergometer. R7 De boot induiken Vlak voor de inzet wordt de rug ingebogen waarbij de handen diep de boot in gaan en de bladen van het water af komen. Verkeerd haalbeeld. Kan worden veroorzaakt door een slifferhaal waarbij de boot wordt ingedoken om ruimte te maken om de bladen op te draaien. Balansmoeilijkheden Gespannen schouders Verkeerde afstelling Nareiken Indirecte inpik, doordat het blad ver van het water af is. Hierdoor efficiencyverlies in de haal. Tevens veroorzaakt dit ongelijkheid binnen een ploeg. Water missen Te kortte effectieve haal Gebruik van de armen in de middenhaal Diepen van het blad Beter afstellen Oefening: 29: Pimenoven. 44: Strijkhaal Stopslagen en daarbij langzaam roeien Vaste bank, zonder kracht / laag tempo slifferen en dan terugklippen zonder loskomen van het water. Het blad goed in het water laten vallen. Daarna goed doorbewegen en geleidelijk kracht opvoeren. Voorzetten oefening met ¼, ½, ¾, hele bank 17: Afwisselend roeien met halve en hele sliding Gevoelsmatig door concentratie op de onderrug of visueel door naar het blad te kijken. ~ 38 ~

39 Roeifouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback Oefenen in de bak en op de ergometer. R8 Naduiken De hoek van de rug wordt tijdens het oprijden en/of vlak voor de inpik gewijzigd door meer in te buigen. Hierbij worden de handen, in tegenstelling tot het in de boot duiken, niet naar onder geduwd. Verkeerd haalbeeld, het gevoel dat de haal langer moet zijn. Beginnen met oprijden zonder voldoende in te buigen Plotseling afremmen van het bankje door te snel rijden Verkeerde afstelling voetenbord Ruginzet en haallengte zijn niet beheerst. Luchthaal Dansen Minder effectieve haal Vanuit de uitpikhouding inpikken, wegzetten en inbuigen in het heupgewricht voor het oprijden. Pas rijden als de handen het voetenbord hebben bereikt. Achter verder leren inbuigen. Beter afstellen Oefening: 29: Pimenoven. 44: Strijkhaal 20: Scherp inpikken vanuit ¾ bankje 17-18: ½, of ¾ sliding roeien Naar voren kijken (sterk zitten) 56: Vaste bank roeien Voelen onder in de rug. R9 Onder je bankje doorrijden Het tegengestelde van naduiken, hierbij wordt hoek van de rug minder groot. Verkeerd haalbeeld. Ruginzet en haallengte zijn niet beheerst. Oefenen in de bak en op de ergometer. Achter minder ver inbuigen. Oefening: 29: Pimenoven. Voelen onder in de rug. ~ 39 ~

40 Roeifouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback Leren de rijsnelheid synchroon met de slag te houden. R10 Stilzitten voor / indirecte inpik Het bankje staat stil bij de inpik, doordat de roeier stil zit. De techniek van een directe inpik onvoldoend beheersen of te snel rijden waardoor op de inpik van de slag moet worden gewacht. Stilzitten voor (indirecte inpik) heeft een negatief effect op de bootsnelheid. De roeier moet inpikken wanneer het blad het water raakt, niet wanneer het bankje voor is. Tijdens de recover het blad langzaam naar beneden brengen en wanneer het puntje het water raakt moet de inpik plaatsvinden. Oefenen op de ergometer door in- en wegrijden zonder stop te laten plaatsvinden. Oefenen in de bak waarbij de instructeur de handle van de roeier een tik omhoog geeft, op het moment dat het bladpuntje het water raakt. Visueel door de snelheid waarmee het blad het water pakt. Visueel door het feit dat het stil staat (indirecte inpik) of het bankje niet meer stil staat voor op de sliding (directe inpik). Visueel in de boot doordat de achterpunt diep naar beneden duikt. LET OP: wanneer de roeier als enige in de ploeg direct inpikt, dan leidt dit gemakkelijk tot rugblessures. Hij is immers de enige voor die snel druk op het blad heeft. Oefening: 44: Strijkhaal. ~ 40 ~

41 Roeifouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback R11 Met/op de rug inpikken Roeier zet het blad erin door de rug naar achter te buigen en de armen met de rug mee naar boven te laten gaan. Hij vouwt de rug te vroeg open. Verkeerd haalbeeld of een te licht ontwikkelde beentrap. Roeier plaatst door het oprichten van de romp Hoofd wordt bij het plaatsen in de nek gelegd Te vroeg inpikken Rug is al grotendeels afgewikkeld, wanneer de haal nog moet beginnen en een gedeelte van de haal voor wordt gemist. Ineffectieve krachtoverdracht door slechte rompcoördinatie Benen worden onvoldoende benut. Hard bijhalen met de armen en over de riem heen trekken Risico op rugblessures. Roeien laten focussen op onderzijde rug en het vastzetten van de rug. Uitleggen en laten zien Roeier in de bak zetten en met de eigen (instructeurs) handen de riemen steeds een zetje geven zodat de inpik wordt gemaakt (bewegingsbegeleiding). Oefening: 29: Pimenoven 44: Strijkhaal 26: Mini uittrap 39-41: Roeien met stops Extreem lange haal laten maken (voor) 18: Inpikoefening vanuit ¾ bankje Tegengestelde fout: voor z'n gevoel door bankje trappen Gevoelsmatig door te focussen op de onderzijde van de rug, hier hoort geen beweging gevoeld te worden. Focussen op de schouders waar vanuit de inpik moet plaatsvinden. ~ 41 ~

42 Roeifouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback Roeien laten focussen op gestrekte armen. Inpik moet gemaakt worden vanuit de schouders. R12 R13 Op de armen inpikken Blad erin trappen Roeier zet het blad erin door de armen bij de ellebogen te buigen. Al dan niet gevolgd door een haal met gebogen armen. Er wordt kracht gezet terwijl het blad nog niet in het water is. Met andere woorden de beentrap begint al voordat het blad in het water is. Verkeerd haalbeeld. Onzekerheid en dus knijpen. Foute timing Verkeerd haalbeeld. Niet klaar zitten bij de inpik (water onvoldoende naderen) waardoor het blad niet geplaatst kan worden voordat de inpik plaatsvindt (zie ook te laat opdraaien en vlaggen). Onvoldoende lichaamsspanning Extreem inbuigen Slechte koppeling inpik/trap Kramp in de armen omdat zij gedurende de haal gebogen moeten blijven, dan wel drukverlies doordat zij op enig moment weer gestrekt worden. Efficiencyverlies doordat de volledige haallengte niet wordt benut. Te veel ruggezwaai ineffectieve haal door slechte coördinatie van het lichaam Ontspannen. Oefening: 28: Pianospelen, pink omhoog 44: Strijkhaal (rustig!) 29: Pimenoven 58: Zwelhalen 39-41: Stopslagen 35: Spoelhalen Balansoefeningen In de bak oefenen. Hierbij gaat de instructeur voor de roeier zitten en tik steeds met de handen de handles in het water voordat de roeier kracht zet. Sterk laten zitten Oefening: 44: Strijkhaal. 56: Vaste bank en gestrekte armen / goede ruggezwaai tegengestelde fout: voor gevoel teveel rugopzwaai 34: Plaatsingsoefeningen (soppen) Visueel door naar de armen te kijken. Gevoelsmatig door op de schouderbeweging van de inpik te focussen. Gevoelsmatig door te focussen op de handen. Visueel door naar het blad of de handen te kijken. ~ 42 ~

43 Roeifouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback R14 Diepen Het blad gaat dieper het water in dan nodig is om het blad bedekt te houden. Het blad wordt onvoldoende opgedraaid, waardoor het diept. Het wordt blad tijdens de inpik met te veel kracht het water in worden gezet, waardoor het blad diep onder water gaat. (Hakken). Bij de doorhaal worden de armen te veel omhoog bewogen, waardoor het blad navenant naar beneden gaat. Onvoldoende water naderen Opzwaaien van de rug Gespannen schouders Riemen gewisseld Moeite met de uitzet, balansverstoring. Snoeken. Polsklachten doordat de belasting niet in één rechte lijn ligt. Drukverlies / minder efficiënte haal Beter opdraaien. Oefenen in de bak. Afstelling nagaan Riemen wisselen Oefening: 18: Inpikoefening vanuit ¾ bankje 1: Met binnenhand roeien 28: Piano spelen en subtiel inpikken 29: Pimenoven. Ontspannen tijdens de recover Bewust in 'klik' laten vallen 9: Roeien met riem tussen duim en wijsvinger 34: Soppen 8: Drijfhaal Visueel, het blad verdwijnt te diep onder water. Indien gewenst kan een stuk wit plakband onder een hoek op de riemhals worden geplakt. De onderzijde van dit plakband geeft de waterlijn aan: het plakband moet dus gedurende de hele roeibeweging zichtbaar zijn. ~ 43 ~

44 Roeifouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback R15 Door het bankje trappen De roeier houdt de rugpositie niet vast tijdens de haal. Hierdoor wordt tijdens de beentrap (het uittrappen van de benen) de rug ingebogen. Tijdens de beentrap wordt de hoek van de rug met de boot kleiner (inbuigen). Verkeerd haalbeeld. Bij jeugdroeiers kunnen de rugspieren onvoldoende ontwikkeld zijn om de kracht van de beentrap door te geven. Te snel uittrappen. Spieren zijn niet gespannen. Te laat inpikken. Niet sterk zitten. Afstelling. Rugklachten doordat te veel met de rug wordt geroeid. Efficiencyverlies bij de haal doordat de beenkracht onvoldoende wordt gebruikt. Balansproblemen. De roeier in de bak of ergometer laten oefenen. Daarbij de handle in inpikpositie vast pakken. De instructeur zet zich schrap door een voet tegen het voetenbord te zetten en gaat aan de riem hangen. Vervolgens vraagt de instructeur de roeier om kracht te zetten. De riem blijft nu gefixeerd en het bankje zal naar achteren rijden. Hierdoor manifesteert het door het bankje trappen zich. Wanneer de riem(en) stil staat/staan mag het bankje niet bewegen. Vervolgens de roeier laten roeien waarbij steeds bij de inpik even de handle wordt vastgehouden. Naar voren kijken en bekken kantelen Voetenbord boegwaarts verplaatsen. Oefening: 58: Zwelhalen 44: Strijkhaal 18: Inpik oefening vanuit ¾ bankje 56: Vaste bank roeien met rugzwaai. Gevoelsmatig: focussen op de onderrug. ~ 44 ~

45 Roeifouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback R16 Zagen (niet koppelen) De beentrap wordt niet goed overgenomen door de rugzwaai en/of de rugzwaai wordt niet goed overgenomen door de armen. Dan wel de bewegingsvolgorde is niet in de juiste volgorde (benen-rugarmen). Verkeerde bewegingsvolgorde dan wel onregelmatig trappen. Ongelijke krachtinzet op het voetenbord. Te vroeg inzetten van de romp. Te vroeg op de armen roeien. De riem zaagt (beweegt op en neer) door het water. De druk tijdens de haal is niet constant (drukverlies). Minder haal effectiviteit en balansverstoring. De roeier in de bak of ergometer laten oefenen. Oefening: 58: Zwelhalen laten maken. Ontspannen 28: Piano spelen 1-3: Met 1 hand roeien (binnenhand / buitenhand) 49: Uitlengen 37: Steigerungs. Visueel door naar het blad te kijken (niet zagen). ~ 45 ~

46 Roeifouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback R17 Haal niet afmaken Riem wordt niet doorgehaald naar de borst. Te weinig kracht in de armen of verkeerd haalbeeld. Handels worden naar bovenbenen aangehaald Te weinig actieve doorhaal Geen druk in de eindhaal Blad wordt onder water gedraaid Te langzaam keren achter Verkeerde voetenbordafstelling Ongelijkheid in de ploeg. Uitlopen in de eindhaal Blad blijft hangen tijdens de uitpik Minder effectieve haal De roeier in de bak of ergometer laten oefenen. Naast of achter de roeier gaan staan en met bewegingsbegeleiding de uitpik verbeteren. Beter afstellen Oefening: 58: Zwelhalen 34: Vaste bank, vaste rug, bladen vol bedekt. Dan soppen en armhaaltjes maken zonder inbuigen 49: Vaste bank en uitlengen van de haal 53: Roeien met vast blad (ongeklipt) 24: Losse haal maken Vaste bank met vast blad en hoog tempo 41: Schoon uitpikken, snel klippen en dan stop 3 37: Tempoverhogingen van 5 halen Benadrukken van de doorgaande armbeweging Starthalen oefenen. Visueel door te kijken naar de handels. Gevoelsmatig door bij de uitpik met de handen steeds de borst aan te raken. ~ 46 ~

47 Roeifouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback R18 Te weinig doorvallen De roeier blijft veel te rechtop zitten en gebruikt de rugzwaai niet. (De rug moet zover naar achter worden gebracht dat de buikspieren net zijn aangespannen.) De schouders dienen zich net achter de heupen te bevinden. Verkeerd haalbeeld, nonchalance (gemakzucht). Snelheidverlies doordat de haal te kort is. Ongelijkheid in de ploeg. Verminderde riemsnelheid en ongunstige druk op het blad. Snel keren van de romp wordt bemoeilijkt Versterkt dompen van de boot. De roeier in de bak of op de ergometer laten oefenen. De instructeur gaat achter de roeier staan en trekt de schouders zachtjes naar achteren (bewegingsbegeleiding). Beter afstellen Oefening: Accent op begin en middenhaal / met weinig kracht afmaken 44: Leren druk zoeken met de benen door het maken van een strijkhaal gevolgd door wegtrappen Wegtrappen vanuit inpikhouding in stilstand Laat roeien met vaste bank. Begin vanuit de uitpikhouding met een enkele haal. Daarna doorgaande halen. Daarna met glijden Gevoelsmatig op de buik. De rug moet achteroverleunen De buikspieren moeten bij de uitpik net zijn aangespannen. De schouders moeten achter de heupen zitten. ~ 47 ~

48 Roeifouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback R19 Te ver doorvallen De rug wordt te ver naar achter gebracht, waardoor de roeier in de boot ligt. Verkeerd haalbeeld. De wil om de haal langer te maken dan nodig en efficiënt. De romp wordt onvoldoende meegenomen. Kijken in de richting van het voetenbord. De handen worden te langzaam bijgehaald. Te ronde rug. Verlies aan efficiency doordat de haal te lang is en het daardoor te lang duurt om uit een liggende positie weer overeind te komen. Bovendien is het rendement van de laatste centimeters erg laag is. De romp wordt tegen de vaarrichting in bewogen wat snelheidsverlies geeft. De boot de neiging te dompen, waarbij de punt verder in het water gaat dan nodig. Ongelijkheid in de ploeg. De roeier in de bak of op de ergometer laten oefenen. De instructeur gaat achter de roeier staan en houdt de schouders met twee handen tegen (bewegingsbegeleiding). Oefening: 56: Vaste bank roeien zonder de rug te gebruiken en zonder kracht. Laat kijken over de achterpunt heen. Kracht langzaam laten toenemen. 49: Langzaam uitlengen naar volledige haal. Gevoelsmatig: focus op de buikspieren, deze moeten licht aangespannen zijn. ~ 48 ~

49 Roeifouten, oefening en feedback Nr. Fout Omschrijving Oorzaak Gevolg Correctie / oefening Feedback R20 Romp over de riem trekken De roeier trekt in het laatste gedeelte van de haal de romp over de riem in plaats van de handle naar zich toe. Te weinig kracht in de armen of onvoldoende fixatie van de rug. Te weinig gebruik van de romp. Druk wordt mogelijk niet opgebouwd vanuit de beentrap. Naar beneden kijken. Te sterk gebogen bovenste deel van de rug. Zwak ontwikkelde rompspieren Druk en snelheidsverlies in het laatste gedeelte van de haal. Er wordt niet goed doorgehaald Te langzaam keren achter Minder effectieve haal De roeier in de bak of op de ergometer laten oefenen. Aandacht vestigen op onderzijde rug. De instructeur gaat achter de roeier staan en houdt de schouders met twee handen vast, zodat ze niet naar voren kunnen (bewegingsbegeleiding). Oefening: 56: Roeien met vaste bank en vast rug (hoog zitten). Zonder kracht en naar vast punt kijken. Kracht opvoeren en uitlengen. Drukopbouw in haal: benen, benen-rug, benen-rug-armen. 58: Zwelhalen Vast punt om naar te kijken. Extra krachttraining / ergometer en roeiaccenten tijdens de training Gevoelsmatig de focus op de onderzijde rug. Deze mag pas inbuigen wanneer de armen helemaal gestrekt zijn. De riem naar je toe halen in plaats van zelf naar de riem toe bewegen. ~ 49 ~

Referentiepunten gebruiken voor analyse. Lichaams Houding. Bewegingsvolgorde

Referentiepunten gebruiken voor analyse. Lichaams Houding. Bewegingsvolgorde Referentiepunten gebruiken voor analyse Lichaams Houding Bewegingsvolgorde Referentie Punten Inpik Details: De rug is ontspannen gestrekt Het hoofd staat recht op de romp Schouders zijn ontspannen Handen

Nadere informatie

Hemus Instructeurs Cursus Roeitechniek en analyse van de roeibeweging

Hemus Instructeurs Cursus Roeitechniek en analyse van de roeibeweging Hemus Instructeurs Cursus Roeitechniek en analyse van de roeibeweging Pagina 1 De roeibeweging De roeibeweging is een doorlopende cyclische beweging, die in dienst staat om de bootsnelheid zo efficiënt

Nadere informatie

Hoe moeten de roeiers instappen?

Hoe moeten de roeiers instappen? Hoe moeten de roeiers instappen? Schuif de boot iets van het vlot af. Houdt met de vlothand het vlot en de rigger vast. Zet het rolbankje halverwege de slidings. Het instapcommando is: instappen gelijk;

Nadere informatie

ROEITECHNIEK INLEIDING

ROEITECHNIEK INLEIDING ROEITECHNIEK INLEIDING Een atleets technische vermogen, conditie en motivatie bepaalt het niveau van zijn of haar prestatie. Hoewel techniek bij alle sporten een rol speelt, vergt roeien een aanzienlijke

Nadere informatie

Instructie comporoeien eerste deel

Instructie comporoeien eerste deel Instructie comporoeien eerste deel Duur: 3 weken (15 oktober 5 november) Aandachtspunt techniek: positie handen en voeten, functie handen; gelijkheid van bewegen: recovery In dit eerste deel van het comporoeien

Nadere informatie

Lesprogramma Scullen/sturen 2

Lesprogramma Scullen/sturen 2 Lesprogramma Scullen/sturen 2 Programmadoelen (exameneisen): Scullen: Eisen scullen 1 Technisch goede roeihaal Slippend strijken Commando s juist en direct opvolgen Melden van schade Sturen: Eisen sturen

Nadere informatie

Roeien Roeitechniek voor nieuwe leden Versie: 12 april 2005

Roeien Roeitechniek voor nieuwe leden Versie: 12 april 2005 Roeien Roeitechniek voor nieuwe leden Versie: 12 april 2005 Handleiding instructie nieuwe leden 1 Beste roeier, Leuk dat je bij Viking gaat roeien (of al roeit)! Deze handleiding geeft je een beeld van

Nadere informatie

Bijlage H: Foutencorrectie en blessures Pagina 74. Bijlage H: Foutencorrectie en blessures

Bijlage H: Foutencorrectie en blessures Pagina 74. Bijlage H: Foutencorrectie en blessures Bijlage H: Foutencorrectie en blessures Pagina 74 Bijlage H: Foutencorrectie en blessures Voor de roeiers zelf is het soms lastig te beoordelen of zij de roeibeweging goed uitvoeren en, zo nee, hoe zij

Nadere informatie

De roeier die het dichtst bij de stuurman zit. Tevens de roeier die het tempo aangeeft

De roeier die het dichtst bij de stuurman zit. Tevens de roeier die het tempo aangeeft Dit is een kort overzicht van de belangrijkste begrippen en commando s die tijdens de introductiecursus van ISALA aan de orde komen. Dus geen compleet overzicht... er zijn er nog veel meer! Als je besluit

Nadere informatie

Instructeur cursus. 1. Beginnende roeiers

Instructeur cursus. 1. Beginnende roeiers Instructeur cursus 1. Beginnende roeiers Agenda Avond 1 Roeitechniek haalbeeld Opbouw eerste roeilessen Exameneisen Avond 2 Oefeningen voor de verschillende delen van de haal en recover Kijken naar en

Nadere informatie

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond Instructie Laat de leerling een extra set droge roei- dan wel burgerkleding en schoenen bij zich hebben. Laat de bril afzetten of vastmaken met een touwtje. Het traject van de opleiding tot het Sc 2 niveau

Nadere informatie

Jeugdcoaches op de fiets

Jeugdcoaches op de fiets Jeugdcoaches op de fiets De roeihaal: waarnemen en begrijpen 1. Welkom, voorstellen, doel 2. Waarnemen 3. DVD s bekijken 4. Discussie Roeihaal 5. Afsluiting (uiterlijk 22 uur) De 5 zintuigen HOREN ZIEN

Nadere informatie

Roeien op de Vereeniging (versie 6 mei 2015)

Roeien op de Vereeniging (versie 6 mei 2015) Roeien op de Vereeniging (versie 6 mei 2015) Hieronder wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste elementen van de roeitechniek. Dit is de zogenaamde Loosdrecht-haal, d.w.z. de haal zoals

Nadere informatie

Instructie comporoeien tweede deel

Instructie comporoeien tweede deel Instructie comporoeien tweede deel Duur: 3 weken Aandachtspunten techniek: inpik en eerste deel van de haal. In dit tweede deel van het comporoeien na het introroeien wordt de nadruk gelegd op het beginnen

Nadere informatie

ROEI-INSTRUCTIE 2005 VAN FRED VLOTMAN

ROEI-INSTRUCTIE 2005 VAN FRED VLOTMAN ROEI-INSTRUCTIE 2005 VAN FRED VLOTMAN Fred Vlotman is zaterdag's roeiend-instructeur op de mooie rivier de VECHT. Met behulp van het onderstaande probeert hij de roeivaardigheid van nieuwe (en oude) leden

Nadere informatie

Instructie comporoeien 4 e deel 8 jan 28 jan

Instructie comporoeien 4 e deel 8 jan 28 jan Instructie comporoeien 4 e deel 8 jan 28 jan Duur: 3 weken Aandachtspunten techniek: hangen en finish In het vierde deel van het comporoeien wordt de nadruk gelegd op hangen en het afmaken van de haal.

Nadere informatie

Oefeningen voor versnelling in de haal

Oefeningen voor versnelling in de haal Techniek Bij dit stuk techniek komt versnellen van de boot aan de orde. Daarbij hoort hangen, maar ook het bewust blijven duwen tegen het water en voor je gevoel steeds harder. Daarom deze keer wederom

Nadere informatie

KENNISMAKINGSLESSEN. Sportactie

KENNISMAKINGSLESSEN. Sportactie KENNISMAKINGSLESSEN Sportactie 2018 Deze handleiding dient als leidraad voor kennismakingslessen dit keer in het kader van de AH Sportactie en is tot stand gekomen dankzij de medewerking van Wouter Weerheijm.

Nadere informatie

Instructie comporoeien 5 e deel 28 jan 25 feb

Instructie comporoeien 5 e deel 28 jan 25 feb Instructie comporoeien 5 e deel 28 jan 25 feb Duur: 4 weken, met Gyas Hunze race na 2 e week Aandachtspunten techniek: versnellende halen, recovery In het vijfde deel van het comporoeien wordt de nadruk

Nadere informatie

Wintercursus Verdieping lesgeven

Wintercursus Verdieping lesgeven Wintercursus Verdieping lesgeven Onderwerpen Oorzaak gevolg Vanuit de stuurstoel Display ergometer Oorzaak gevolg Vervolg op lesavonden m.b.t. lesopbouw en verbeterpunten - naar filmpjes - Onderwerpen

Nadere informatie

Gids voor de beginnende Roei-instructeur

Gids voor de beginnende Roei-instructeur 1 Gids voor de beginnende Roei-instructeur mei 2015 versie 2.3 RC Inleiding. 2 Voor je ligt de nieuwe gids voor de beginnende instructeur. De gids is een samenstelling van de Instructeurs Cursus Roeitechniek

Nadere informatie

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond Instructie Laat de leerling een extra set droge roei- dan wel burgerkleding en schoenen bij zich hebben. Laat de bril afzetten of vastmaken met een touwtje. Het traject van de opleiding tot het Sc 2 niveau

Nadere informatie

ROEIEN DOE JE MET GEVOEL BLIJF OP DE HOOGTE VAN DE ROEITECHNIEK VERTAAL MET JE GEVOEL DE ROEITECHNIEK IN EEN VLOEIENDE RENDABELE BEWEGING IN DE BOOT

ROEIEN DOE JE MET GEVOEL BLIJF OP DE HOOGTE VAN DE ROEITECHNIEK VERTAAL MET JE GEVOEL DE ROEITECHNIEK IN EEN VLOEIENDE RENDABELE BEWEGING IN DE BOOT Een club met visie die leeft naar zijn doelstelling ( zie hieronder ) is het aan zijn leden verplicht om de nodige aandacht te besteden aan het roei technisch aspect. Zie hieronder enkele nuttige technische

Nadere informatie

De modulaire methode Instructeurscursus

De modulaire methode Instructeurscursus De modulaire methode Instructeurscursus Roeivereniging Naarden Jeroen Brinkman De modulaire methode Instructeurscursus 20 De modulaire methode Instructeurscursus 1 Inhoud Ten geleide... 3 De modulaire

Nadere informatie

De modulaire methode Instructeurscursus

De modulaire methode Instructeurscursus De modulaire methode Instructeurscursus Roeivereniging Naarden Jeroen Brinkman De modulaire methode Instructeurscursus 1 Inhoud Ten geleide... 3 De modulaire methode... 4 De instructeurscursus... 5 Leerdoelen...

Nadere informatie

Instructie comporoeien 3 e deel 26 nov 8 jan

Instructie comporoeien 3 e deel 26 nov 8 jan Instructie comporoeien 3 e deel 26 nov 8 jan Duur: 6 weken/4 weken (kerstvakantie) Aandachtspunten techniek: 2 e deel van de haal en hangen In het derde deel van het comporoeien wordt de nadruk gelegd

Nadere informatie

Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging

Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging Borstcrawl keerpunt: - De benadering - De rol - Voeten plaatsen / afzet - Handbeweging De benadering Bij de benadering is het belangrijk dat er met zoveel mogelijk snelheid het keerpunt ingegaan wordt.

Nadere informatie

Algemene criteria examens / exameneisen

Algemene criteria examens / exameneisen RV JASON Algemene criteria examens / exameneisen Enkele algemene criteria, geldend voor ieder examen. Goed en beheerst met het roeimateriaal omgaan. Goede en beheerste roeitechniek, passend bij het boottype

Nadere informatie

De modulaire methode Instructeurscursus

De modulaire methode Instructeurscursus De modulaire methode Instructeurscursus Roeivereniging Naarden Jeroen Brinkman De modulaire methode Instructeurscursus 1 Inhoud Inhoud... 1 Ten geleide... 3 De modulaire methode... 4 De instructeurscursus...

Nadere informatie

Doel: vergemakkelijken van bepaalde bewegingen en andere oefeningen.

Doel: vergemakkelijken van bepaalde bewegingen en andere oefeningen. Roeioefeningen Hier wordt een ruim overzicht gegeven van alle mogelijke soorten oefeningen voor bij het roeien. Het aantal oefeningen dat je met je ploeg kunt doen is echter oneindig. Creatieve coaches

Nadere informatie

ROEITECHNIEK. A. Biomechanische principes

ROEITECHNIEK. A. Biomechanische principes A. Biomechanische principes Drukopbouw De druk wordt opgebouwd met de benen, maar wordt via de rug op het blad overgebracht. Wanneer de benen in een sterke positie zijn in de eerste helft van de trap moet

Nadere informatie

De modulaire methode Theorievragen

De modulaire methode Theorievragen De modulaire methode Theorievragen Roeivereniging Naarden Jeroen Brinkman De modulaire methode Theorievragen 1 Inhoud Ten geleide... 3 De modulaire methode... 4 1. Theorievragen voor de roeier... 5 2.

Nadere informatie

Oefeningen ter Verbetering van je Lichaamshouding

Oefeningen ter Verbetering van je Lichaamshouding Oefeningen ter Verbetering van je Lichaamshouding Verkeerde lichaamshoudingen veroorzaken klachten. Eén van de meest voorkomende verkeerde houdingen, wordt veroorzaakt door een naar vorend hangend hoofd,

Nadere informatie

Roeicommando s. Bij de commando s worden de volgende termen gebruikt:

Roeicommando s. Bij de commando s worden de volgende termen gebruikt: Roeicommando s In de roeisport is het gebruik van commando s nodig om de boot bestuurbaar en hanteerbaar te houden. Op het water zijn de roeiers de motor van de boot. Zij moeten samenwerken om vooruit

Nadere informatie

Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint:

Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint: Belangrijke aanwijzingen voordat u met de oefeningen begint: Rek/Strek oefeningen mogen nooit pijn veroorzaken. Mocht u pijn krijgen stop dan onmiddellijk met de oefening. Het is belangrijk om de rek niet

Nadere informatie

2 Roeicommando s 3-9-2007 1

2 Roeicommando s 3-9-2007 1 2 Roeicommando s 2.1 commando s bij het naar buiten brengen van de boot. De stuurman geeft altijd de commando s. Bij ongestuurde boten is dit de roeier op boeg. = aan de boorden =: de roeiers stellen zich

Nadere informatie

Oefeningen nekklachten. Paramedischcentrum Landauer

Oefeningen nekklachten. Paramedischcentrum Landauer Oefeningen bij nekklachten Paramedischcentrum Landauer Rekken: Buig je hoofd naar een zijde, hand andere zijde hoofd en lichte druk tegen hoofd naar de zijde waar naar toe gebogen wordt. Breng geheel zover

Nadere informatie

Roeiblessures, over oorzaken en remedies. Inleiding

Roeiblessures, over oorzaken en remedies. Inleiding Roeiblessures, over oorzaken en remedies Inleiding Roeien is een gezonde sport die je tot op hoge leeftijd kunt doen en waarbij weinig blessures voorkomen. Het is namelijk een cyclische sport zonder onderling

Nadere informatie

Les 1 Voor de meeste leerlingen de eerste kennismaking met de sport roeien en met roeiboten. Het programma voor zo'n eerste les kan zijn;

Les 1 Voor de meeste leerlingen de eerste kennismaking met de sport roeien en met roeiboten. Het programma voor zo'n eerste les kan zijn; Roeien in 5 lessen Inleiding Deze handleiding voor het leren roeien in slechts 5 lessen is speciaal geschreven voor een apart evenement, het Nationaal School Roei Kampioenschap. Ervaren jeugdroeiers kunnen

Nadere informatie

De modulaire methode Cursus boordroeien

De modulaire methode Cursus boordroeien De modulaire methode Cursus boordroeien Roeivereniging Weesp Jeroen Brinkman De modulaire methode Cursus boordroeien 1 Inhoud Ten geleide... 3 De modulaire methode... 4 De cursus boordroeien... 5 Leerdoelen...

Nadere informatie

kijkwijzers. De voortgezet onderwijs leefstijl cursus voor in de gymles!

kijkwijzers. De voortgezet onderwijs leefstijl cursus voor in de gymles! Schouders Ga met je linkervoet goed stevig op de dynaband staan en houd met je rechterhand de dynaband vast. Strek je arm naar de rechterzijkant uit tot boven je schouder en kijk je rechterhand na. Breng

Nadere informatie

De modulaire methode Cursus boordroeien

De modulaire methode Cursus boordroeien De modulaire methode Cursus boordroeien Roeivereniging Naarden Jeroen Brinkman De modulaire methode Cursus boordroeien 28 De modulaire methode Cursus boordroeien 1 Inhoud Ten geleide... 3 De modulaire

Nadere informatie

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest

2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof. Oefeningen voor een gezond lichaam en geest 2012 Editie v1.0 EquestrianMassage.nl F.S.A. Tuinhof Oefeningen voor een gezond lichaam en geest De Soldaat Dit is de eerste van de vier warming up oefeningen waarbij het doel is de hartslag te verhogen

Nadere informatie

Coach boekje BLIK 2016

Coach boekje BLIK 2016 Coach boekje BLIK 2016 Esmee Nobel Commissaris Coaching BLIK 2016 Beste Coach, Dit bestand kun je gebruiken als leidraad gedurende de BLIK periode. Bedenk je, met name bij de eerste trainingen, dat voor

Nadere informatie

Cambridge Health Plan Benelux BV

Cambridge Health Plan Benelux BV Wanneer doet u deze oefeningen? Doe deze minstens 3 keer per week en al vrij snel voelt u verandering in uw lichaam. Ook krijgt u meer zelfvertrouwen. Naast deze oefeningen zorgt een dagelijkse wandeling

Nadere informatie

COMPETITIE COACHBUNDEL

COMPETITIE COACHBUNDEL U.S.R. Triton Competitie Coachbundel COMPETITIE COACHBUNDEL Sep Tolboom Competitie Hoofdcoach der U.S.R. "Triton" 2014-2015 Jaargang 2014-2015 Versie 1.1 U.S.R. Triton 2 Competitie Coachbundel Waarde lezer,

Nadere informatie

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren

PECTUS REVALIDATIE. De pectoralisspieren. De rugspieren PECTUS REVALIDATIE Het doel van de pectus revalidatie (training borst- en rugspieren) is het versterken van de spieren van de borst en de rug en hiermee het verbeteren van je lichaamshouding. De volgende

Nadere informatie

Handleiding voor de instructeur

Handleiding voor de instructeur Handleiding voor de instructeur Uitgave november 2014 Voor u ligt de Handleiding voor de instructeur van LRV Wetterwille. Deze handleiding is tot stand gekomen in onderling overleg met de instructeurs

Nadere informatie

De modulaire methode Theorieboek instructie

De modulaire methode Theorieboek instructie De modulaire methode Theorieboek instructie Jeroen Brinkman De modulaire methode Theorieboek instructie 1 Inhoud Ten geleide... 3 De modulaire methode... 4 1. Verantwoording... 5 Waarom een modulaire

Nadere informatie

Algemeen: Roeicommando s, pg. 1/7

Algemeen: Roeicommando s, pg. 1/7 Beste leerlingen, bijgaand de belangrijkste bevelen bij het sturen: Probeer je bij het lezen van onderstaande in te denken dat je daadwerkelijk is de boot zit, zodat je de bevelen kan visualiseren. Algemeen:

Nadere informatie

Handen aan de boot. Onderwerpen

Handen aan de boot. Onderwerpen Handen aan de boot Onderwerpen Instructiemethoden Basisinstructie Veiligheid Roeitechniek Verbeterpunten Oefeningen Didactiek Het geven van feedback Het afstellen en tillen van het materiaal De eerste

Nadere informatie

A.S.R. NEREUS. Basis Coach Boek. Arie Mijnlieff

A.S.R. NEREUS. Basis Coach Boek. Arie Mijnlieff A.S.R. NEREUS Basis Coach Boek versie 1.0 1995 0. Voorwoord 3 1. Inleiding 4 2. De techniek van het roeien 5 2.1. Doelstelling, de principes 5 2.2 De haalbeschrijving 6 2.2.1. De inpik (catch) 6 2.2.2.

Nadere informatie

Techniek Pieter v/d Hoogenband Stap voor Stap.

Techniek Pieter v/d Hoogenband Stap voor Stap. Borstcrawl techniek Pieter van den Hoogenband Bon: zwemtrainer.nl, bewerkt door Mark Eligh op 15-3-2013 Techniek Pieter v/d Hoogenband Stap voor Stap. Algemeen geldt voor een goede zwemtechniek dat die

Nadere informatie

Succes en veel plezier toegewenst!

Succes en veel plezier toegewenst! Voorwoord HOE VOER JE EEN OEFENING GOED UIT? Ten eerste door de beweging correct uit te voeren. Dat wil zeggen gecontroleerd en beheerst. Dat wil zeggen eerst de spieren opwarmen ('warming up'). Nooit

Nadere informatie

Roeiboek Bijlage D. de C4* beoordeling door 2 examinatoren (instructeur of coach op stuur-niveau) Aandachtspunten:

Roeiboek Bijlage D. de C4* beoordeling door 2 examinatoren (instructeur of coach op stuur-niveau) Aandachtspunten: Examenspecificaties De leden van afroeicommissie beoordelen de vaardigheid waarmee iemand roeit en/of stuurt. Het afroeien voor een brevet wordt door twee leden van de afroeicommissie afgenomen. Bij MWC

Nadere informatie

De modulaire methode Theorieboek instructie

De modulaire methode Theorieboek instructie De modulaire methode Theorieboek instructie Roeivereniging Naarden Jeroen Brinkman De modulaire methode Theorieboek instructie 1 Inhoud Ten geleide... 3 De modulaire methode... 4 1. Verantwoording...

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Inleiding 2 Hoe dit logboekje te gebruiken 3 Vaardigheden per klasse: afgetekend door instructeur 4 Behaalde klassen 25

INHOUDSOPGAVE. Inleiding 2 Hoe dit logboekje te gebruiken 3 Vaardigheden per klasse: afgetekend door instructeur 4 Behaalde klassen 25 INHOUDSOPGAVE R Inleiding 2 Hoe dit logboekje te gebruiken 3 Vaardigheden per klasse: afgetekend door instructeur 4 Behaalde klassen 25 1 logboek Willem III INLEIDING HOE DIT LOGBOEKJE TE GEBRUIKEN In

Nadere informatie

Oefenprogramma revalidatie rechterzijde

Oefenprogramma revalidatie rechterzijde Oefenprogramma revalidatie rechterzijde Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! In de oefengids

Nadere informatie

Commando s. Boot naar buiten brengen

Commando s. Boot naar buiten brengen Commando s Stuurboord Bakboord Boeg Slag Boegen Slagen Eén, twee, enz. : vanuit stuurplaats gezien rechts : vanuit stuurplaats gezien links : roeier die het dichtst bij de punt zit : roeier die het verst

Nadere informatie

De modulaire methode Theorieboek instructie

De modulaire methode Theorieboek instructie De modulaire methode Theorieboek instructie Roeivereniging Naarden Jeroen Brinkman De modulaire methode Theorieboek instructie 1 Inhoud Ten geleide...3 De modulaire methode...4 1. Verantwoording...5 Waarom

Nadere informatie

O m t e b e g i n n e n : V e i l i g h e i d s r e g e l s : G e n i e t e n f o r c e e r n i e t s!

O m t e b e g i n n e n : V e i l i g h e i d s r e g e l s : G e n i e t e n f o r c e e r n i e t s! Wanneer doet u deze oefeningen? Doe deze minstens 3 keer per week en al vrij snel voelt u verandering in uw lichaam. Ook krijgt u meer zelfvertrouwen. Naast deze oefeningen zorgt een dagelijkse wandeling

Nadere informatie

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen!

Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Geen tijd om elke dag te sporten? Kom thuis in actie met 1-minuut oefeningen! Astrid Witte zomer 2014 Even vooraf: - Deze oefeningen zijn bedoeld voor gezonde volwassenen - Heb je klachten, overleg dan

Nadere informatie

Row Analysis. Roeifouten verhelpen. Even voorstellen. Een systhematische aanpak

Row Analysis. Roeifouten verhelpen. Even voorstellen. Een systhematische aanpak Roeifouten verhelpen Een systhematische aanpak Analyze stroke, benchmark, row faster! Row Analysis Even voorstellen Jeroen Brinkman Roeier sinds m n 13 e Roeifamilie Oud wedstrijdroeier Wedstrijdcoach

Nadere informatie

De modulaire methode Vervolgcursus roeien

De modulaire methode Vervolgcursus roeien De modulaire methode Vervolgcursus roeien Roeivereniging Naarden Jeroen Brinkman De modulaire methode Vervolgcursus roeien 1 Inhoud Ten geleide... 3 De modulaire methode... 4 De vervolgcursus roeien...

Nadere informatie

Oefenprogramma revalidatie linkerzijde

Oefenprogramma revalidatie linkerzijde Oefenprogramma revalidatie linkerzijde Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! In de oefengids

Nadere informatie

Doel. Techniek van het afstellen

Doel. Techniek van het afstellen Techniek van het afstellen Afstellen Theorie en praktijk Gilles, oktober 2011 Agenda Deel 1: onderwerpen theorie (1 e avond) doel van deze cursus wat levert afstellen op de riem de rigger hoe maak je daarmee

Nadere informatie

Trainingsprogramma Spierkrachtversterking

Trainingsprogramma Spierkrachtversterking Trainingsprogramma Spierkrachtversterking Ook zonder blessures kun je bepaalde spieren of spiergroepen te versterken. Als spierversterkende oefeningen deel uitmaken van een trainingsprogramma met als einddoel

Nadere informatie

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER 020-512 45 42

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER 020-512 45 42 Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie Het Slotervaartziekenhuis, een opmerkelijk en ambitieus ziekenhuis in Amsterdam. In een informele en vertrouwde omgeving werken wij aan innovatieve medische

Nadere informatie

Om en om uitstappen. Achterste knie naar de grond duwen. Borst open en trots. Buikspieren aanspannen. Kracht zetten vanuit je voorste hak.

Om en om uitstappen. Achterste knie naar de grond duwen. Borst open en trots. Buikspieren aanspannen. Kracht zetten vanuit je voorste hak. 1. plank Let op de houding van de rug. Buikspieren en bilspieren aanspannen. Handen onder de schouders en de ellebogen uit het slot. Makkelijker maken: vanaf de knieën Moeilijker maken: voeten op een verhoging

Nadere informatie

Inhoud INLEIDING GEBRUIK VAN DE HANDLEIDING

Inhoud INLEIDING GEBRUIK VAN DE HANDLEIDING Inhoud INLEIDING...2 GEBRUIK VAN DE HANDLEIDING...2 OPBOUW VAN DE CURSUS...3 Doelen van de introductiecursus...3 Cursusduur...3 Informatie voor de coach...3 Veiligheid...3 SKIF...3 Keuze voor de skif...3

Nadere informatie

Bij alle oefeningen denk aan de juiste houding, fixatie in het bekken met goede rompspanning.

Bij alle oefeningen denk aan de juiste houding, fixatie in het bekken met goede rompspanning. Warming up Losdraaien schouders, handen op de schouders Losdraaien heupen, alleen draaien niet slingeren. Romprotaties Bij alle oefeningen denk aan de juiste houding, fixatie in het bekken met goede rompspanning.

Nadere informatie

De modulaire methode Theorievragen

De modulaire methode Theorievragen De modulaire methode Theorievragen Roeivereniging Naarden Jeroen Brinkman De modulaire methode Theorievragen 1 Ten geleide De modulaire methode is een methodische aanpak waarmee roeiers roeien en sturen

Nadere informatie

Oefeningen bij schouderklachten

Oefeningen bij schouderklachten Oefeningen bij schouderklachten Uw behandelend arts heeft u geadviseerd oefeningen te doen om uw schouderklachten te helpen verminderen. Het is, in eerste instantie, niet nodig om de oefeningen onder begeleiding

Nadere informatie

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant.

Ga op de rug liggen. Buig de knieën en zet de voeten plat op de grond. Klap beide knieën naar één kant. BUIKSPIEREN Klap beide knieën naar één kant. Beweeg de kin naar de borst en kom met de romp een klein stukje recht omhoog. Houd 4 tellen vast en ga langzaam weer terug. Bij nekklachten, nek ondersteunen

Nadere informatie

www.proralph.nl Speedfoot ladder vorm van een elastiek of een dweil om de boot. Op deze manieren kan zeer specifiek de roeibeweging worden verzwaard.

www.proralph.nl Speedfoot ladder vorm van een elastiek of een dweil om de boot. Op deze manieren kan zeer specifiek de roeibeweging worden verzwaard. vorm van een elastiek of een dweil om de boot. Op deze manieren kan zeer specifiek de roeibeweging worden verzwaard. Planning van krachttraining De traditionele periodisering van de krachttraining houdt

Nadere informatie

Buikspieroefeningen (basis)

Buikspieroefeningen (basis) Buikspieroefeningen (basis) Crunch Stap 1: Ga plat op de grond liggen met de knieën gebogen. Vouw je handen achter het hoofd, achter de oren (sla de handen dus NIET achter je hoofd in elkaar). Stap 2:

Nadere informatie

Basis afstellingen boten

Basis afstellingen boten Basis afstellingen boten Roeivereniging Barendrecht Tony Bostelaar Versie 2.1 Vastgesteld: december 2015 Inhoudsopgave Algemeen... 2 Volgorde van afstellen... 2 1. Lengte van de riemen en lengte binnenhendel...

Nadere informatie

i1-coachcursus Roeitechniek Keuze uit: Eerste les Bakles (maximaal 20 ) Introductie

i1-coachcursus Roeitechniek Keuze uit: Eerste les Bakles (maximaal 20 ) Introductie i1-coachcursus HIC (1 ) huishoudelijk (1 ) roeitechniek t.b.v. eerste les (20 ) roeitechniek t.b.v. rest vd intro (30 ) pauze (15 ) interactief coachen (50 ) Roeitechniek Haalbeeld Wat kan een Hiccer minimaal

Nadere informatie

Algemene instructies oefeningen

Algemene instructies oefeningen Algemene instructies oefeningen o Lees eerst de disclaimer voordat u deze oefeningen begint. o Indien u pijnklachten vraag dan eerst uw arts of therapeut om advies o Zorg er voor dat de spieren niet koud

Nadere informatie

Roeitechniek. Door Ruud Hoeben

Roeitechniek. Door Ruud Hoeben Roeitechniek Door Ruud Hoeben Inhoud Doelen stellen De roeihaal Coach5ps Opbouw training Overige technische problemen+oplossingen Blesssurepreven5e Hard roeien+jaarschema Voorbeeldtrainingen Doelen stellen

Nadere informatie

Fouten Analyse. Hoe fouten te herkennen, te interpreteren en daar op te reageren.

Fouten Analyse. Hoe fouten te herkennen, te interpreteren en daar op te reageren. Fouten Analyse Hoe fouten te herkennen, te interpreteren en daar op te reageren. Roeivereniging De Hertog Versie 1, 2009 Door: Oda Schelhaas en Ronald Zaneveld Bron: o.a. The complete Book of Rowing Sir

Nadere informatie

TRAININGSPLAN STABILITEIT

TRAININGSPLAN STABILITEIT TRAININGSPLAN STABILITEIT Stabiliteitstraining Om goed te kunnen bewegen en/of te kunnen sporten is een sterke romp noodzakelijk. In een rechtop staande houding moet de romp het lichaam te allen tijde

Nadere informatie

buikspieroefeningen voor een ideale sixpack

buikspieroefeningen voor een ideale sixpack buikspieroefeningen voor een ideale sixpack 5 GRATIS SIXPACK OEFENINGEN Introductie Zo snel mogelijk een sixpack krijgen, wie wil dat nou niet? Wij van buikspierprogramma hebben de afgelopen jaren studie

Nadere informatie

Over de arm en hand wrijven

Over de arm en hand wrijven Over de arm en hand wrijven Doel: stimuleren van aangedane hand en arm, aandacht op de arm. 1 Leg de niet-aangedane hand op de aangedane arm. Kijk naar uw arm. 2 Wrijf met hand over de arm tot aan de schouder

Nadere informatie

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis

Oefeningen voor patiënten met reumatoïde artritis Het is belangrijk om de oefeningen die u in het ziekenhuis hebt gedaan thuis dagelijks voort te zetten. Dit om de gewrichten en spieren in een goede conditie te houden. Probeer op een vast tijdstip te

Nadere informatie

Oefeningen voor thuis en op het werk.

Oefeningen voor thuis en op het werk. Oefeningen voor thuis en op het werk. Adviezen over wat je wel en beter niet kan doen. In Nederland is in de laatste twintig jaar veel onderzoek gedaan naar de invloed van oefeningen op het bewegingsapparaat.

Nadere informatie

Mobiliserende oefeningen voor thuis

Mobiliserende oefeningen voor thuis Mobiliserende oefeningen voor thuis Oefeningen om het lichaam zo soepel mogelijk te houden Oefeningen Cervicale wervelkolom HCWK 1) Extensie: Ga rechtop zitten op een stoel en plaats de middelvingers van

Nadere informatie

Calcimatics start steeds met een opwarming. Zo is de overgang dan niet-bewegen naar actief worden niet te bruusk en voorkom je letsels.

Calcimatics start steeds met een opwarming. Zo is de overgang dan niet-bewegen naar actief worden niet te bruusk en voorkom je letsels. CALCIMATICS 1. De opwarming Calcimatics start steeds met een opwarming. Zo is de overgang dan niet-bewegen naar actief worden niet te bruusk en voorkom je letsels. Als een vogel in de lucht - Houding:

Nadere informatie

Oefenprogramma revalidatie

Oefenprogramma revalidatie Oefenprogramma revalidatie Dit oefenprogramma ontvangt u van uw revalidatiearts. Oefen dit programma bij voorkeur 2x per dag. Oefeningen moet u pijnvrij kunnen doen, en adem door! Schouder en arm oefeningen:

Nadere informatie

De 11+ Een compleet warming-up programma

De 11+ Een compleet warming-up programma De 11+ Een compleet warming-up programma Deel 1 & 3 A A }6m Deel 2 B A: Hardlopen B: Jog terug B! ORGANISATIE A: Running OP HET exercise VELD B: Jog back Het parcours bestaat uit 6 paren evenwijdig geplaatste

Nadere informatie

Lenig worden. Inhoud: Inleiding Warming up Stretchen Cooling-down Poses. M.koning

Lenig worden. Inhoud: Inleiding Warming up Stretchen Cooling-down Poses. M.koning Lenig worden Inhoud: Inleiding Warming up Stretchen Cooling-down Poses M.koning Inleiding: Leniger worden, dat willen we allemaal wel. Maar hoe word je nou eigenlijk lening? En wat is de beste manier om

Nadere informatie

De foamroll oefeningen

De foamroll oefeningen www.bodyrelease.nl De foamroll oefeningen Wat je vooraf moet weten De foamroll oefeningen die je uitvoert moeten voelen als een diepe massage en kunnen zowel direct op de huid als met kleding aan worden

Nadere informatie

Posities van de voeten

Posities van de voeten Posities van de voeten 1 e positie: De hielen aan elkaar, de voeten naar buiten gedraaid, gelijk aan de schouderlijn. De voeten staan met de hele voetzolen op de grond. 2 e positie: De voeten naar buiten

Nadere informatie

OEFENSCHEMA HARTREVALIDATIE

OEFENSCHEMA HARTREVALIDATIE OEFENSCHEMA HARTREVALIDATIE 17601 Inleiding In deze folder vindt u een algemeen oefenschema en beweegadvies. Deze kunt u gebruiken ter voorbereiding op de revalidatie, maar ook tijdens en na de revalidatieperiode.

Nadere informatie

Bekkenkanteling: maak afwisselend een bolle- en holle rug, waarbij romp en hoofd stil blijven liggen op de onderlaag.

Bekkenkanteling: maak afwisselend een bolle- en holle rug, waarbij romp en hoofd stil blijven liggen op de onderlaag. www.gezondbewegen.nl Rugoefeningen Algemene adviezen: Creëer een vaste plaats en een vast tijdstip en voer de oefeningen twee keer per dag uit Realiseer u, indien de klachten verminderd of verdwenen zijn,

Nadere informatie

De Top 5: Beste Oefeningen Tegen Rugpijn

De Top 5: Beste Oefeningen Tegen Rugpijn De Top 5: Beste Oefeningen Tegen Rugpijn 5 DOELTREFFENDE OEFENINGEN TEGEN LAGE RUGPIJN, THUIS UIT TE VOEREN Door Peter Arentsen Voorwoord Gefeliciteerd met het aanvragen van dit e-book waarmee je de basis

Nadere informatie

In balans door. centreren

In balans door. centreren In balans door centreren Centreren Om je lichaam en geest op een lijn te brengen is centreren een belangrijke vaardigheid. In eerste instantie is centreren je aandacht naar je een punt 3 tot 5 centimeter

Nadere informatie

Maak je klaar voor de lange ontspanning. Pak wat je nodig hebt om comfortabel te liggen.

Maak je klaar voor de lange ontspanning. Pak wat je nodig hebt om comfortabel te liggen. Yoga januari 2018 Aarde in beweging brengen Ga stevig op de aarde staan met je voeten iets wijder dan heupbreedte. Sluit je ogen. Adem uit aandacht is in de voeten. Verplaats je gewicht van je ene naar

Nadere informatie

De examinator houdt een voorgesprek met de kandidaten. De examinator maakt duidelijk wat wordt verwacht van de kandidaten en waarop wordt gelet.

De examinator houdt een voorgesprek met de kandidaten. De examinator maakt duidelijk wat wordt verwacht van de kandidaten en waarop wordt gelet. Roei- en stuur examens U.R.V. Viking Eisen en uitvoering van de examens URV Viking kent de volgende examens waarvoor exameneisen zijn opgesteld: Sturen 1 (St1)...2 Sturen 2 (St2)...2 Sturen 3 (St3)...3

Nadere informatie

ARC Roei-instructeur/Coach Workshop. Afstellen Roeiboten

ARC Roei-instructeur/Coach Workshop. Afstellen Roeiboten ARC Roei-instructeur/Coach Workshop Afstellen Roeiboten ARC Roeiinstructeur/Coach workshop 2008 Een goede afstelling is een basisvoorwaarde om goed te kunnen en te leren roeien. Met de afstelling streven

Nadere informatie