afsprakenkader om uitvoering te geven aan samenloop ex artikel 6.15 Waterwet

Transcriptie

1 3 1 Deelnemers Samenloop, te weten waterschappen binnen beheersgebied DLB en provincies, Noord Brabant en Gelderland Avenue Ceramique 125 Maastricht Postbus MA Maastricht T (043) Contactpersoon T afsprakenkader om uitvoering te geven aan samenloop ex artikel 6.15 Waterwet Geachte deelnemers, Inleiding Uw kenmerk Bijlage(n) RWSDLB, de waterschappen binnen het beheersgebied van DLB en de provincies, NoordBrabant en Gelderland zijn aan de slag gegaan om invulling te geven aan samenloop zoals vermeld in artikel 6.15 van de Waterwet. Dit op verzoek van AGVH, een werkgroep van RWS die adviseert op het gebied van vergunningverlening en handhaving. In dat kader kunnen onze bevindingen als pilot dienen voor onze collega s. Samenloop in de Waterwet betekent samenloop van bevoegdheden en komt er kort gezegd op neer dat indien ten aanzien van een handeling of een samenstel van handelingen meerdere bestuursorganen bevoegd zijn om te beslissen, op de aanvraag wordt beslist door het hoogst bevoegd gezag. De bestuursorganen kunnen ook een ander bestuursorgaan aanwijzen dat op de aanvraag beslist. Werkwijze Wij als deelnemers hebben herhaaldelijk overleg gehad en hebben daarbij de Handreiking voor de integrale waterwetvergunningverlening als basis genomen. Getracht is om praktisch te werk te gaan en vanuit die invalshoek tot afspraken te komen. Het meest intensieve contact is met de waterschappen geweest, omdat naar onze mening daar het meest sprake is van samenloop. De provincies zijn natuurlijk ook in dit proces betrokken. Opgemerkt dient te worden dat de provincies NoordBrabant en Gelderland behalve met RWSDLB nog met andere RWS diensten te maken hebben in het kader samenloop. Pagina 1 van 15

2 Werkafspraken Slagvaardigheid Mandaat Om de processen zo spoedig mogelijk te laten verlopen willen we het mandaat om te beslissen en besluiten te ondertekenen zo laag mogelijk in de organisatie. We hebben geconstateerd dat de wijze waarop het thans in onze organisaties geregeld is (nu al laag), niet tot problemen zal leiden. Bij waterschap Roer en Overmaas wordt de mandaatregeling aangepast. Bij de provincie is onlangs een nieuwe mandaatregeling vastgesteld en komt de beslis en tekenbevoegdheid ook lager in de organisatie te liggen. Bij de overige partners is dit al geregeld. Medewerkers Er zijn lijsten opgesteld van medewerkers (zie bijlage 1) die zich met vergunningverlening bezighouden. Beleid/Kaartmateriaal In de bijlage zijn per bevoegd gezag links opgenomen (bijlage 2) waar veel relevante informatie te verkrijgen is. We hebben geconstateerd dat het praktisch is om kennis te nemen van beleid en regels, maar dat bijvoorbeeld het lezen en interpreteren van een keur en provinciale verordeningen toch specifieke kennis vereist. Daarom hechten we veel belang aan goede onderlinge contacten om op die manier snel zaken te kunnen uitwisselen en informatie te verkrijgen. Kaartmateriaal dient digitaal uitwisselbaar of toegankelijk te zijn. We moeten nog bekijken hoe we dat gaan doen (nieuwe keuren en kaarten beheergrenzen RWS bij Waterregeling). De beheergrenzen geven duidelijk aan wie waar bevoegd is. Dit is ook van belang bij de territoriummaatstaf (meerdere bevoegde gezagen zonder dat sprake is van hoogst bevoegd gezag). De beheergrenzen worden vastgesteld middels kaarten die deel uitmaken van de Waterregeling. RWS heeft de grenzen afgestemd met de diverse waterschappen. De werkgroep beheergrenzen bespreekt in september hoe de kaarten van de beheergrenzen (digitaal) toegankelijk worden gemaakt. Meldingen Besluiten Volgens de Waterwet is er sprake van samenloop bij aanvragen om vergunningen. Bij meldingen is formeel geen sprake van samenloop. We hebben echter geconstateerd dat er steeds meer zaken onder algemene regels komen te vallen (Activiteitenbesluit en later besluit buiten inrichtingen etc.). Om een goed beeld te krijgen van hetgeen er gebeurt binnen ieders beheergrenzen, hebben we afgesproken dat we elkaar in kennis stellen van deze meldingen. Indien uit de melding een maatwerkvoorschrift voortvloeit, stellen we elkaar ook daarvan op de hoogte middels afschriften van het besluit dat een maatwerkvoorschrift bevat. Pagina 2 van 2

3 Samenloop Hoofdregel Artikel 6.15 lid 1 Waterwet: het hoogst bevoegd gezag beslist op de aanvraag. Daar waar RWS en provincie met elkaar te maken krijgen of RWS met het waterschap, zal volgens de hoofdregel RWS dan als hoogst bevoegd gezag dienen te beslissen op de aanvraag. Wie bepaalt We hebben hier onderscheid gemaakt in aanvraag met vooroverleg en aanvraag zonder vooroverleg Met vooroverleg Bij grotere projecten is het gebruikelijk dat er vooroverleg plaatsvindt. Indien er sprake is van samenloop hebben we afgesproken dat het bevoegd gezag dat het verzoek om overleg over een aanvraag om vergunning heeft ontvangen, de andere bevoegde gezagen informeert en bij dit vooroverleg betrekt. Tijdens deze fase wordt tevens afgesproken welk bevoegd gezag de vergunning verleent. In het verslag van het vooroverleg wordt vastgelegd wie als bevoegd gezag de vergunning verleent. De aanvrager weet dan op voorhand naar welk bestuursorgaan hij de aanvraag dient te sturen. We dienen rekening te houden met eventuele coördinatie met Wm/Wabo en dit bestuursorgaan ook te informeren. Dit levert tijdswinst op bij de afhandeling van de aanvraag. Zonder vooroverleg Bestuursorgaan dat aanvraag ontvangt bepaalt of er mogelijk sprake is van samenloop. Om te bepalen of er sprake is van samenloop hebben we een checklist opgesteld. (bijlage 3). Binnen 2 weken wordt beslist welk bestuursorgaan de vergunning verleent. Deze afspraak wordt vastgelegd middels een brief en verzonden naar aanvrager en betrokken bestuursorganen. Dit kan gecombineerd worden met de ontvangstbevestiging van de aanvraag. We dienen rekening te houden met eventuele coördinatie met Wm/Wabo en dit bestuursorgaan ook te informeren. Mocht er discussie ontstaan over de vraag wie de vergunning gaat verlenen, dan gaat de hoofdregel in. Dit om tijdverlies in de afhandeling te voorkomen. Advies Wat betreft termijnen houden we ons het stroomschema van de Handreiking (4 weken of 2 maanden). Het advies wordt zodanig opgesteld dat het makkelijk op te nemen is in de vergunning. We kiezen voor de volgende vorm: opnemen van vergunningvoorschriften, overwegingen (relevante afwegingskaders) en motivering, per post maar bovenal digitaal aangeleverd aan de behandelend ambtenaar. Op deze adviezen is een handhavingstoets uitgevoerd. Pagina 3 van 3

4 De mandaatregeling dient in advisering te voorzien en ook hier geldt dat zo laag mogelijk in de organisatie het meest efficiënt is. De Awb biedt mogelijkheden om de termijn voor afhandeling te verlengen. Indien we dat nodig achten, gaan we hiertoe over. Het aangewezen bestuursorgaan bewaakt de termijnen en zorgt tevens voor een eventuele verlenging van de termijn voor afhandeling. We vinden het van groot belang dat alle benodigde adviezen worden aangeleverd. We zijn van mening dat doorgaan zonder de benodigde adviezen de kwaliteit van de vergunning niet ten goede komt. Daar waar voorzienbaar is dat meer tijd nodig is voor de afhandeling wordt de termijn verlengd. Als adviezen niet duidelijk zijn en/of vragen oproepen, wordt onderling contact opgenomen. Wat betreft eventuele afwijking van het advies, hebben we geen aanvullende opmerkingen op de Handreiking. Afwijken van de hoofdregel Provincies Bij grondwateronttrekkingen ex artikel 6.4 van de Waterwet is de provincie bevoegd gezag. Aangezien de provincie over deze specifieke kennis beschikt, wordt ingestemd met het afwijken van de hoofdregel De provincie is dus bevoegd gezag bij samenloop. We vinden bodemenergiesystemen dusdanig specifiek dat ook indien het zou gaan om relatief kleine onttrekkingen/infiltraties de provincies hiervoor aan de lat dienen te staan. Ook omdat er volgens ons samenhang is met het Wm/Wabo spoor. We wijken voor wat betreft bodemenergiesystemen dus af van de Handreiking. Een voorbeeld van samenloop is bijvoorbeeld de grondwateronttrekking van de ENCI. Deze is nodig om droog te kunnen graven en heeft in potentie veel gevolgen voor de omgeving. Indien bij samenloop sprake is van een omvangrijke lozing of andere activiteit die grote waterstaatkundige invloed kan hebben, treedt de hoofdregel in werking en zal RWS beslissen op de aanvraag. Indien zowel van een omvangrijke lozing als een grote industriële grondwateronttrekking sprake is, zal overleg plaatsvinden en afgesproken worden welk bevoegd gezag op de aanvraag beslist. Waterschappen We hebben geconstateerd dat voor de waterschappen van groot belang is welke ingrepen (mogelijk) effect hebben op de bij hen in beheer zijnde waterkeringen. Wij hebben erkend dat de belangen van de waterschappen daarbij meestal zwaarwegender zijn dan de belangen van RWS. We hebben getracht dit middels casus te toetsen maar geconstateerd dat ieder geval op zich staat en dat hieruit geen algemene deler is te filteren. We hebben kaartmateriaal en begrenzingen bekeken en discussies gevoerd over elkaars Pagina 4 van 4

5 belangen. Daarnaast zijn we van mening dat samenloop niet veelvuldig voorkomt en dat we dan ook maar beter maatwerk kunnen leveren. Vrijwel iedere keur kent een andere benaming voor de zoneringen. Bij enkele waterschappen is een nieuwe keur in de maak. We hebben afgesproken dat bij handelingen in, op, boven, over of onder waterkeringen (zijnde een waterstaatswerk) tot en met de daarbij behorende beschermingszone het waterschap als bevoegd gezag de vergunning verleent. Dit betreft dus de kernzone waterkering en de direct daaraan grenzende beschermingszone. Per keur kan de breedte van de beschermingszone variëren maar dat wordt beschouwd als een gegeven. Buiten deze beschermingszone, bijvoorbeeld in de buitenbeschermingszone, zal per geval worden afgestemd wie de vergunning verleent. We weten op dit moment niet wat de inhoud wordt van de Waterregeling. Zodoende is op dit moment niet goed te overzien in welke gevallen er sprake is van samenloop. Revisievergunning Geen aanvullende opmerkingen op Handreiking. Handhaving Hier dient nog de praktische uitvoering gestalte te krijgen in de zin van contactpersonen, registratie e.d. We verwachten ook op dit onderdeel goede afspraken te kunnen maken. Overleg is hier zeer belangrijk. Wij zijn van mening dat je elkaar dient te adviseren en te ondersteunen. RWS heeft geen ervaring met handhaven op een keur en grondwateraspecten. Ieders expertise is van belang en door praktische afspraken te maken kun je elkaars expertise blijven benutten. Aandachtspunten 1. hoe gaan we zaken verwerken in onze systemen. We maken ons zorgen over het Omgevngsloketonline en de koppeling van onze systemen; 2. legesheffing; hier kunnen we pas later iets over zeggen. Bij de waterschappen wordt nagedacht over het afschaffen van leges; Bij het verlenen van een waterwetvergunning wordt het lastig om uit te leggen dat bepaalde delen van de vergunning onderhevig zijn aan leges. Vervolg Hierboven is al aangegeven dat het onderdeel handhaving nog opgepakt en uitgewerkt dient te worden. Wij hebben afgesproken dat we dit overleg continueren. In september hebben we wat betreft regelgeving meer duidelijkheid en kunnen we de gevolgen voor vergunningverlening beter inschatten. We willen het netwerk graag behouden en ervaringen (dus ook na ) uitwisselen. Zo kunnen we afspraken eventueel bijstellen, vervolmaken e.d. Pagina 5 van 5

6 Bijlage 1 Contactpersonen Provincie Johan van de Veer (jl.veer@prvlimburg.nl) Cluster Water, Bodem en Natuur tel Jordy Salden (j.salden@prvlimburg.nl) Cluster Water, Bodem en Natuur tel Provincie NoordBrabant Jan Leunk Jleunk@brabant.nl tel Vergunningverlening grondwateronttrekkingen tbv openbare drinkwatervoorziening Jan Eerhart JEerhart@brabant.nl tel Vergunningverlening industriële grondwateronttrekkingen Henk Meerman Hmeerman@brabant.nl tel Vergunningverlening industriële grondwateronttrekkingen Marc Maessen MMaessen@brabant.nl tel Vergunningverlening grondwateronttrekkingen tbv bodemenergiesystemen Ayfer Sahin Asahin@brabant.nl tel Vergunningverlening grondwateronttrekkingen tbv bodemenergiesystemen Pagina 6 van 6

7 Provincie Gelderland Anneke Hager tel: Juridisch medewerker vergunningverlening Grondwaterwet Suzanne Builvan den Bos tel: Technisch vergunningverlener Grondwaterwet Waterschap Peel en Maasvallei Centraal adres voor vergunningen: Ook is er een centraal telefoonnummer: (077) Medewerkers Paul Heeskens telefoon (077) coördinator team Vergunningen Fons Kurvers telefoon (077) senior technische medewerker) specialist kwantiteit (keur) Patrick Caris telefoon (077) senior technisch medewerker) specialist kwaliteit (wvo) Edwin Stevens telefoon (077) senior technisch medewerker) specialist grondwater Geert Muijres telefoon (077) senior administratief juridisch medewerker Pagina 7 van 7

8 Carina Engelen telefoon (077) administratief medewerker Waterschap Roer en Overmaas Geert van Lankveld afdeling Beheer Paul Geurts afdeling Beheer JeanPaul Severeijns afdeling Beheer Maurice Gerits afdeling Beheer Dré Schrouff afdeling Beheer Henk Bodelier afdeling Beheer Waterschap Aa en Maas Coen Emmen afdeling Vergunningverlening Pagina 8 van 8

9 Waterschap Rivierenland Ger Seising afdeling Vergunningen Ger Lieben vergunningverlening district MaastrichtMaas Tjeu van den Boorn vergunningverlening district RoermondMaas Raymond Rutten vergunningverlening district NijmegenMaas Roel Kwanten / vergunningverlening, centrale vestiging Maastricht Marjo van den Brink vergunningverlening, centrale vestiging Maastricht Rolf Klöckner / vergunningverlening, centrale vestiging Maastricht Pagina 9 van 9

10 Bijlage 2 Toegang tot informatie Waterschap Peel en Maasvallei (keur, beleidregels, algemene regels) nningen_en_0 (keurvergunningen en meldingen) nningen_en (grondwatervergunningen en meldingen) nningen_en_0/@21614/lozen/ (kwaliteit: Wvo) Waterschap Roer en Overmaas >eloket>vergunningen Waterschap Aa en Maas onder producten en diensten Waterschap Rivierenland Provincie wet/vergunninggrondwaterwet.asp nsaneringsport 1april2005.pdf ialeverordening.asp Pagina 10 van 10

11 Provincie NoordBrabant onder beleid > water (of via: onder producten en diensten > vergunningen) Provincie Gelderland onder loket> produkten en diensten> alfabetische inhoud RWS (regelgeving, beleidskaders) (algemeen en onder RWSloket op dit moment voor bepaalde aanvragen digitaal aanvraagloket) Pagina 11 van 11

12 Bijlage 3. Wanneer is sprake van samenloop? Indien de voorgenomen handeling VERGUNNINGPLICHTIG bij meer dan één bevoegd gezag, is er sprake van samenloop als bedoeld in artikel 5.15 Wtw Vergunningplichtig bij RWS Handeling binnen beheergrenzen RWS zie kaarten behorend bij Waterbesluit en waterregeling Artikel 6.2, lid 1 Wtw: Het is verboden om stoffen te brengen in een oppervlaktewaterlichaam zonder daartoe strekkende vergunning van Onze Minister of, ten aanzien van regionale wateren, het bestuur van het betrokken waterschap. Artikel 6.3 Wtw: 1. Het is zonder daartoe strekkende vergunning van Onze Minister verboden: a. zich van stoffen te ontdoen door deze vanaf of vanuit een vaartuig, luchtvaartuig of een op de zeebodem opgericht werk in zee te brengen of op zee te verbranden; b. zich in zee te ontdoen van vaartuigen, luchtvaartuigen of op de zeebodem opgerichte werken; c. stoffen aan boord van een vaartuig of luchtvaartuig te nemen met het oogmerk zich daarvan op een wijze als bedoeld in onderdeel a te ontdoen, dan wel met dat oogmerk stoffen af te geven of op te slaan. 2.Het eerste lid is mede van toepassing op handelingen die plaatsvinden op in Nederland geregistreerde vaartuigen en luchtvaartuigen die zich bevinden buiten Nederland en de Nederlandse exclusieve economische zone. Artikel 6.5 Wtw: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan voor rijkswateren en, met het oog op internationale verplichtingen of bovenregionale belangen, voor regionale wateren worden bepaald dat het verboden is zonder vergunning van Onze Minister, onderscheidenlijk het bestuur van het waterschap: a. water te brengen in of te onttrekken aan een oppervlaktewaterlichaam; Artikel 6.12 (watervergunning gebruik van oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het Rijk) 1. Het is verboden zonder vergunning van Onze Minister als bedoeld in artikel 6.5 van de wet gebruik te maken van een Pagina 12 van 12

13 oppervlaktewaterlichaam of een bijbehorend kunstwerk in beheer bij het Rijk, niet zijnde de Noordzee, door, anders dan in overeenstemming met de functie, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder: a. werken te maken of te behouden; b. vaste substanties of voorwerpen te storten, te plaatsen of neer te leggen, of deze te laten staan of liggen. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op: a. het bouwen van bouwwerken als bedoeld in het Besluit bouwvergunningsvrije en lichtbouwvergunningplichtige bouwwerken, met dien verstande dat in artikel 4, tweede lid, onderdeel b, onder 1º, en in artikel 5, tweede lid, onderdeel c, onder 2º, van dat besluit in plaats van minder is dan 50 m 2 gelezen wordt: minder is dan 25 m 2 ; b. activiteiten als bedoeld in artikel van het Besluit ruimtelijke ordening, met dien verstande dat in het eerste lid van dat artikel: 1. in onderdeel a, onder 4e, in plaats van ten hoogste 150 m 2 gelezen wordt: ten hoogste 25 m 2 ; 2. de uitbreiding van of een bijgebouw bij een ander gebouw, bedoeld in onderdeel b, betrekking heeft op een gebouw buiten de bebouwde kom met een agrarische bestemming; 3. in onderdeel d, onder 1e, in plaats van 50 m 2 gelezen wordt: 25 m 2 ; c. het uitvoeren van onderhoud, aanleg of wijziging van waterstaatswerken, voor zover deze activiteiten door of vanwege de beheerder worden verricht; d. het maken van werken om oeverafslag tegen te gaan, mits deze niet boven het oeverland uitsteken, en het ten behoeve van de uitvoering van die werken storten, plaatsen of neerleggen van vaste substanties of voorwerpen; e. het permanent afmeren van woonschepen of andere drijvende objecten in rijkswateren, met uitzondering van de rijkswateren of delen van rijkswateren die zijn aangewezen bij ministeriële regeling; en f. bij ministeriële regeling aan te wijzen activiteiten van ondergeschikt belang voor de veilige en doelmatige functievervulling van het oppervlaktewaterlichaam of een bijbehorend kunstwerk. 3. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat voor daarbij aan te wijzen categorieën van oppervlaktewaterlichamen het tweede lid niet van toepassing is op daarbij aan te wijzen bouwwerken als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, of daarbij aan te wijzen activiteiten als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b. Artikel 6.13 (watervergunning gebruik Noordzee in beheer bij het Rijk) 1. Het is verboden zonder vergunning van Onze Minister als bedoeld in artikel 6.5 van de wet gebruik te maken van de Noordzee door, anders dan in overeenstemming met de functie, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder: a. de bodem op te hogen of te verharden of land aan te winnen; Pagina 13 van 13

14 b. suppleties of andere handelingen die een landwaartse verplaatsing van de kustlijn tot gevolg kunnen hebben uit te voeren, anders dan op grond van artikel 2.7 van de wet; c. installaties of kabels en leidingen te plaatsen of neer te leggen, of deze te laten staan of liggen; d. te bouwen. 2. Artikel 6.12, tweede lid, aanhef en onderdelen a, b, c, en f, zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 6.14 (watervergunning gebruik van waterkeringen in beheer bij het Rijk) 1. Het is verboden zonder vergunning van Onze Minister als bedoeld in artikel 6.5 van de wet gebruik te maken van waterkeringen in beheer bij het Rijk of van een daartoe behorende beschermingszone door, anders dan in overeenstemming met de functie, daarin, daarop, daarboven, daarover of daaronder werken te maken of te behouden, dan wel vaste substanties of voorwerpen te storten, te plaatsen of neer te leggen, of deze te laten staan of liggen. 2. Artikel 6.12, tweede lid, aanhef en onderdeel c, is van overeenkomstige toepassing. Artikel 6.17 (vergunning brengen of onttrekken van water in kwetsbare wateren) Het is in bij ministeriële regeling te bepalen gevallen verboden zonder vergunning van Onze Minister als bedoeld in artikel 6.5 van de wet water te brengen in of te onttrekken aan oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het Rijk. Pagina 14 van 14

15 Vergunningplichtig bij Provincie Artikel 6.4 Wtw: Het is verboden zonder daartoe strekkende vergunning van gedeputeerde staten water te onttrekken aan een grondwaterlichaam of water te infiltreren: a. ten behoeve van industriële toepassingen: indien de onttrokken hoeveelheid water meer dan m3 per jaar bedraagt; b. ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening of koude en warmteopslag. Vergunningplichtig bij Waterschap Artikel 6.2 Wtw: 1. Het is verboden om stoffen te brengen in een oppervlaktewaterlichaam zonder daartoe strekkende vergunning van Onze Minister of, ten aanzien van regionale wateren, het bestuur van het betrokken waterschap. 2. Het is verboden met behulp van een werk, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, water of stoffen te brengen op een zuiveringtechnisch werk zonder daartoe strekkende vergunning van het bestuur van het in artikel 3.4 bedoelde waterschap. Artikel 6.11 Wtw: Deze paragraaf is mede van toepassing op de krachtens verordening van een waterschap vereiste vergunningen, voor zover deze betrekking hebben op handelingen in een watersysteem of beschermingszone. Met een vergunning wordt gelijkgesteld een krachtens zodanige verordening vereiste ontheffing. Pagina 15 van 15