Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Woningcorporaties Nr. 42 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 19 mei 2006 De commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de mogelijke deelname van woningcorporaties aan de aanleg van glasvezelaansluitingen (29 453, nr. 34). De minister heeft deze vragen, voorzien van een inleiding, beantwoord bij brief van 16 mei Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Buijs De griffier van de commissie, Van der Leeden 1 Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Hofstra (VVD), Buijs (CDA), Voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GL), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van As (LPF), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GL), Huizinga-Heringa (CU), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Fierens (PvdA), Ondervoorzitter, Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Samsom (PvdA), Hermans (LPF), Veenendaal (VVD) en Lenards (VVD). Plv. leden: Crone (PvdA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GL), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Van den Brink (LPF), Knops (CDA), Vacature (algemeen), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Vergeer (SP), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Koşer Kaya (D66), Vacature (SP), Boelhouwer (PvdA), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), van Heteren (PvdA), Roefs (PvdA), Varela (LPF), Oplaat (VVD) en Van der Sande (VVD). KST tkkst ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2006 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 42 1

2 Inleiding Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen van de leden van de commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de mogelijke deelname van woningcorporaties aan de aanleg van glasvezelaansluitingen (29 453, nr. 34). Deze vragen zijn gesteld naar aanleiding van mijn brief van 17 februari 2006 aan Woningstichting Ymere, in afschrift gezonden aan de woningcorporaties Woonstichting De Key, De Algemene Woningbouwvereniging, Woningstichting Rochdale en Woningcorporatie Het Oosten, waarmee ik hen in het kader van een experiment met een vrije dochter 1 onder voorwaarden toestemming voor deelneming in de Glasvezelnet Amsterdam B.V. 2 verleen. Vragen en antwoorden 1 Waarom loopt u met uw toestemming aan de Stichting Ymere vooruit op een discussie die nog in de Kamer gevoerd moet worden? In mijn brief van 12 december 2005 heb ik voorgesteld ruimte te bieden aan corporaties om, buiten de activiteiten in het belang van de volkshuisvesting, andere activiteiten te ontwikkelen die daar niet binnen vallen. Juist omdat ik onderken dat dit een nieuwe stap is in het corporatiedossier, heb ik het actuele verzoek van de betrokken Amsterdamse woningcorporaties, dat binnen die gedachtegang past, benut om te verkennen welke ervaringen, positieve en negatieve, hiermee kunnen worden opgedaan. Op die wijze kunnen ook de criteria waaronder zo n vrije dochter zou mogen worden opgericht, scherper worden geformuleerd. Omdat ik hiermee wel vooruit loop op de discussie met uw Kamer over het toestaan van de vrije dochter, heb ik aan mijn toestemming aan de Stichting Ymere en de andere vier betrokken corporaties het voorbehoud gehecht dat, indien uw Kamer niet instemt met dit onderdeel van mijn beleidsvoornemens, de betrokkenheid van de corporaties aan het Citynet project op andere wijze moet worden vorm gegeven. Dit voorbehoud geldt overigens ook voor de beoordeling van de Europese Commissie van het corporatiestelsel op de verenigbaarheid met de regels inzake staatssteun en van de notificatie van de gemeente Amsterdam van het Citynet project. 2 Neemt u de Kamer nog wel serieus met een genomen beslissing op een punt waarop de Kamer nog geen besluit heeft genomen? 1 De mogelijkheid tot oprichting van vrije dochterondernemingen is onderdeel van de beleidsvoornemens m.b.t. woningcorporaties, zoals neergelegd in de beleidsbrief van 12 december 2005, TK 2005/06, , nr Uit fiscale overwegingen hebben betrokken partijen inmiddels gekozen voor de C.V. als rechtspersoon om de activiteiten onder te brengen. Dat het antwoord op deze vraag niet anders dan bevestigend kan luiden, blijkt uit het uitdrukkelijk voorbehoud dat ik aan mijn toestemming heb gehecht ten aanzien van een positieve besluitvorming uwerzijds. Indien de vrije dochter bij afwezigheid daarvan geen uitwerking krijgt in regelgeving, zal de betreffende deelneming van de betrokken corporaties in het project zonder enige aansprakelijkheid voor het Rijk moeten worden teruggedraaid en zal zoals ik hiervoor reeds aangaf de betrokkenheid zich moeten beperken tot de thans toegestane activiteiten op grond van de Woningwet en het Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh). 3 Mocht de Kamer met de zogenoemde vrije dochters niet akkoord gaan, hoe denkt u het genomen besluit nog terug te draaien? Instemming van het Parlement aan een wettelijke regeling voor de vrije dochterondernemingen is, zoals gezegd, een uitdrukkelijk voorbehoud dat Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 42 2

3 ik aan mijn toestemming aan de betrokken Amsterdamse corporaties heb gehecht. Bij de vormgeving van hun betrokkenheid door middel van zo n vrije dochter dienen zij met dit voorbehoud rekening te houden en daarmee ook met de mogelijkheid om deze betrokkenheid zonodig op andere wijze vorm te geven. Indien duidelijk wordt dat uw Kamer niet kan instemmen met de vrije dochteronderneming, zal ik de betrokken corporaties daarvan dan ook onverwijld in kennis stellen. Indien mij uit de jaarverslaglegging dan wel uit tussentijdse monitoring mocht blijken dat zij, ondanks uw afwijzing, de deelneming in de Glasvezel B.V. continueren, dan zal ik daar uit hoofde van mijn toezichtsrol tegen optreden. In verband met de alsdan ontstane strijd met het belang van de volkshuisvesting, zal ik een aanwijzingstraject in gang zetten. 4 Wat betekent dit voor het gelijkheidsbeginsel ten aanzien van woningcorporaties waarop u eerder bij een vergelijkbare situatie negatief beschikte, bijvoorbeeld Rentré Wonen in 2003? Naar mijn mening is hier geen sprake van een vergelijkbare situatie. De vijf corporaties in Amsterdam zijn betrokken bij een experiment met de vrije dochteronderneming zoals voorzien in mijn beleidsvisie op de toekomst van woningcorporaties, die ik uw Kamer op 12 december 2005 heb toegestuurd. In de periode dat Rentré Wonen haar plannen ontwikkelde, was er nog geen voornemen te komen tot de mogelijkheid van oprichting van een vrije dochter. Rentré Wonen werd in 2003 en wordt ook thans gehouden aan het vigerende beleid ten aanzien van breedbandactiviteiten. 5 Heeft Rentré Wonen de betreffende activiteiten inmiddels beëindigd? Zo neen, waarom niet en welke stappen heeft u gezet? Met Rentré Wonen zijn gesprekken gevoerd over de wijze waarop zij haar activiteiten in overeenstemming kan brengen met geldende wet- en regelgeving. Zij heeft toegezegd de onrechtmatige activiteiten te staken, maar om zich terug te trekken uit het betreffende bedrijf heeft ze tijd nodig. De directeur van Rentré Wonen heeft mij inmiddels laten weten dat hij verwacht dat alle onrechtmatige activiteiten in juni 2006 zullen zijn beëindigd. Ik heb Rentré Wonen bij brief van 12 april jl. laten weten dat ik van haar verwacht dat dit uiterlijk drie maanden na dagtekening van deze brief ook een feit zal zijn. Daarbij heb ik aangegeven dat ik, indien ik na die tijd constateer dat de onrechtmatigheden zijn blijven bestaan, gebruik zal maken van de artikelen 41 (aanwijzing) en/of 43 (verscherpt toezicht) van het Bbsh en/of de artikelen 70 en 105 van de Woningwet juncto de artikelen 5:32 tot en met 35 Awb (last onder dwangsom). 6 Vindt u deze beslissing, mede in het licht van een onzekere afloop over de corporatiebrief, achteraf gezien verstandig? Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik u kortheidshalve naar mijn antwoorden op de vragen 1 en 3. Juist vanwege het stadium waarin de beleidsontwikkeling rondom de corporaties zich thans bevindt, is mijn besluit uitdrukkelijk omgeven door voorwaarden die zonodig tot het terugdraaien van de in het onderhavige geval gekozen deelnemingsconstructie moet (kunnen) leiden. Indien de uitkomst van de bespreking met uw Kamer en/of de besluitvorming door de Europese Commissie daartoe aanleiding geeft, zal ik waar nodig achteraf corrigerend optreden. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 42 3

4 7 Wat is de reden voor uw standpuntwijziging m.b.t. de aanleg van glasvezel in de woningen van woningcorporaties, aangezien u eerder heeft aangegeven dat de rol van woningcorporaties zich moest beperken tot de infrastructuur binnen de erfgrens van een woning? In overleg met mijn collega van Economische Zaken heb ik op basis van de specifieke (technische) kenmerken van een breedbandnetwerk bezien hoe een duidelijke en doelmatige grens kan worden bepaald tot waar de activiteiten van corporaties bij de aanleg van breedbandinfrastructuur kunnen strekken. Aanvankelijk leidde dit tot het besluit dat het corporaties is toegestaan de aansluiting van de woning tot aan de erfgrens van het perceel waarop de woning rust te financieren. In de praktijk is echter gebleken dat een doelmatige uitrol kan zijn gebaat bij een begrenzing tot aan het dichtst bij de woning gelegen aansluitpunt in de wijk. Omdat dit deel van het netwerk de individuele verbinding van een woning op het hoofdnet betreft en als zodanig nog tot het domein van de woning is te rekenen, kunnen de investeringen daarin, ook indien dit deel van de aansluiting buiten de erfgrens ligt, worden aangemerkt als toegestane activiteiten van corporaties, zoals die voortvloeien uit artikel 11, lid 2 onder b van het Bbsh. Uw Kamer is hierover geïnformeerd bij gelegenheid van de voortgangsrapportage breedband 1 die de minister van Economische Zaken u op 5 december 2005 heeft gezonden. In de handreiking «Goed op weg met breedband» 2 van september vorig jaar zijn de corporaties en andere partijen hiervan op de hoogte gesteld. 8 Deelt u de opvatting dat een woningcorporatie die deelneemt in de aanleg van de infrastructuur voor glasvezel niet mag participeren in de levering van bijbehorende diensten? Ja. Dit laat overigens onverlet dat de corporatie onder meer via deze infrastructuur wel «eigen» diensten zoals in de sfeer van communicatie over bijvoorbeeld huuraangelegenheden, servicevoorzieningen en (planning van) onderhoud kan aanbieden. De keus of al dan niet van een bepaalde dienst gebruik zal worden gemaakt is echter aan de huurder. Er mag geen sprake zijn van gedwongen winkelnering voor de consument, hetgeen tevens inhoudt dat het netwerk open toegang moet bieden voor alle dienstenaanbieders die daarvan gebruik willen maken. 9 Bent u van mening dat een woningcorporatie in een glasvezelproject mag participeren, maar dat dit in verhouding moet zijn tot het aantal woningen dat zij bezit en het aantal woningen dat betrokken wordt in een glasvezelproject? Het is corporaties niet toegestaan te participeren in glasvezelprojecten. Op grond van het Bbsh zijn hun activiteiten terzake begrensd tot het inkopen van aansluitingen van derden. De betreffende investeringen zullen daarbij beperkt moeten blijven tot het aantal aan te sluiten woningen van de corporatie. 1 TK 2005/06, , nr. 78, II. 2 Bijlage bij TK 2005/06, , nr. 78, II. Deze handreiking is een gezamenlijke uitgave van de ministeries van BZK, EZ en VROM en van het IPO en de VNG. De onderhavige (geclausuleerde) toestemming aan vijf corporaties tot participatie in de Glasvezelnet Amsterdam B.V. is echter een experiment met de vrije dochteronderneming. Daarbij hanteer ik de criteria die ik hiertoe in de decemberbrief heb geschetst. Ik beoog hierbij geen begrenzing van het werkdomein, maar zal ter behoud van het maatschappelijk bestemd vermogen en uit staatssteunoverwegingen wel een grens stellen aan het maximum aan vermogen dat corporaties in een dergelijke onder- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 42 4

5 neming mogen steken. In het onderhavige geval heb ik dit bepaald op 1% van het vermogen per 31 december Indien de Kamer toestemming geeft voor de oprichting van vrije dochters van woningcorporaties, op welke wijze krijgt de relatie tussen moeder en vrije dochter vorm? Wat gebeurt er met de «winst» van de vrije dochter die participeert in de aanleg van kabelaansluitingen? Kunt u garanderen dat de vrije dochter geen gebruik maakt van haar relatie met de woningcorporatie, bijvoorbeeld door het inzicht in strategische gegevens van de moeder of het adresbestand van de moeder? In reactie op de eerste twee deelvragen merk ik op, dat ik mij, mede op basis van het onderhavige experiment, nog nader beraad over de mogelijke vormgeving van de vrije corporatiedochters. In mijn beleidsbrief van 12 december jl. noemde ik de uitgangspunten die ik daarbij zal hanteren. Zo mag geen staatssteun van de moeder naar de dochteronderneming vloeien en zal ik het risico van verlies van maatschappelijk bestemd vermogen begrenzen door een maximum te stellen aan het vermogen dat een corporatie in de vrije dochter mag inzetten. Verdergaande leningen van de moeder aan de dochter, of andere relaties tussen beide die aansprakelijkheid van de moeder voor eventuele verliezen van de dochter met zich meebrengen, zal ik niet toestaan. Ik wil dit zeker stellen via het financieel toezicht op de moeder. Tot slot heb ik in de brief aangegeven te willen regelen dat het verstrekte startkapitaal uit de winsten van de dochter aan de moeder wordt teruggestort. In reactie op uw vraag over het gebruik van de relatie tussen moeder en dochter merk ik het volgende op. Hoewel het uitgangspunt zal zijn dat moeder en dochter(s) in juridische, administratieve en financiële zin gescheiden entiteiten vormen, kan ik strategisch gebruik van de onderlinge relatie zoals door u verondersteld in de praktijk niet op voorhand uitsluiten. Ik wijs er echter op dat ook voor corporaties en hun dochters in dit verband de regels rondom mededinging en concurrentie onverkort van toepassing zijn. Dit houdt onder meer in dat, indien een dergelijk gebruik van de relatie tussen moeder en dochter (mogelijk) leidt tot marktverstoring, de Nederlandse Mededingsautoriteit hiernaar onderzoek kan instellen. Wat betreft het gebruik en het verstrekken van gegevens met betrekking tot huurders zijn corporaties daarnaast uiteraard gebonden aan de regels en voorwaarden rondom privacy, zoals vastgelegd in de Wet bescherming persoonsgegevens. Eventuele klachten daaromtrent kunnen aanhangig worden gemaakt bij het College Bescherming Persoonsgegevens. 11 De fysieke aansluiting van huurwoningen op de infrastructuur kan tot de kerntaken van woningcorporaties worden gerekend. Waarom kiest u voor participatie in glasvezelaansluitingen door vrije dochters van woningcorporaties? Waarom kunnen woningcorporaties of gebonden ondernemingen van woningcorporaties de aansluiting op glasvezel niet verzorgen? In overleg met mijn ambtgenoot van Economische Zaken heb ik vorig jaar nader bepaald binnen welke strikte voorwaarden de fysieke aansluiting van corporatiewoningen is te rekenen tot de kerntaken die corporaties op grond van het Bbsh zijn toegestaan. Uitgangspunten daarbij vormden enerzijds het voorkomen van marktverstoring door de inzet van het (met staatssteun opgebouwde) vermogen van corporaties en anderzijds de maatschappelijke bestemming die op dat vermogen rust. In lijn hiermee heb ik besloten dat de rol van corporaties (en eventueel aan hen Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 42 5

6 gebonden ondernemingen) bij de aanleg van infrastructuur zich moet beperken tot het inkopen van aansluitingen van derden. Participatie in een onderneming die de aanleg van breedbandinfrastructuur tot doel heeft behoort niet tot de toegestane activiteiten. De bij het onderhavige project betrokken woningcorporaties onderstrepen echter, met de gemeente, het grote belang van de aanleg van deze breedbandinfrastructuur voor de kwaliteit van hun bezit en willen, gezien de afhoudende opstelling van marktpartijen, daarin het initiatief nemen. Ik heb daarom besloten een experiment toe te staan om te bezien op welke wijze en binnen welke voorwaarden een «vrije» dochter van corporaties kan leiden tot zinvolle ruimte voor ondernemerschap. 12 Bent u van mening dat het wenselijk is om, bij gemeentelijke participatie in dergelijke glasvezelprojecten, automatisch de maatregelen zoals beschreven in hoofdstuk 6a van de Telecommunicatiewet en die van toepassing zijn op marktpartijen met een AMM altijd toe te passen, ondermeer om te voorkomen dat de gemeente de markt verstoort door producten of diensten onder de kostprijs aan te bieden? Het kabinet is van mening dat het niet wenselijk is om dit te regelen. Daarnaast is het op grond van Europese regelgeving niet mogelijk om dit te regelen. Hoofdstuk 6a van de Telecommunicatiewet bevat maatregelen die bedoeld zijn om de duurzame concurrentie te bevorderen daar waar deze beperkt wordt. Het gaat onder meer om toegangsverplichtingen en maatregelen om de prijs van de toegang te reguleren. Deze maatregelen kunnen alleen worden opgelegd aan ondernemingen met aanmerkelijke marktmacht door het college van OPTA. Daarbij moet OPTA de in hoofdstuk 6a voorgeschreven procedure volgen (marktanalyse etc.). Dit is de procedure die het Europese regelgevende kader voor de elektronische communicatiesector voorschrijft. Daarbij speelt geen rol of een gemeente al of niet participeert in een onderneming. Het automatisch opleggen van de verplichtingen uit hoofdstuk 6a aan een onderneming die eigendom is van een gemeente, of waarin een gemeente participeert, is dus niet mogelijk. Als sprake is van eventueel oneigenlijk gebruik van overheidsmiddelen, waardoor het level playing field en daardoor de marktwerking verstoord kunnen worden, wijst het kabinet er op dat lokale overheden alle voorstellen waarin sprake is van staatssteun voor moeten leggen aan de Europese Commissie, voor toetsing of deze verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Gemeenten dragen een eigen verantwoordelijkheid bij het bepalen van hun rol op het gebied van breedbandnetwerken en -diensten. Zij moeten rekening houden met de bestaande wet- en regelgeving. Gemeenten kunnen een nuttige rol vervullen bij de ontwikkeling van breedband. Marktverstoring moet daarbij worden voorkomen. In de genoemde handreiking «Goed op weg met breedband» is aangegeven aan welke nationale en Europese wet- en regelgeving overheden en corporaties onderworpen zijn. Het project in Amsterdam is overigens om redenen van rechtszekerheid gemeld bij de Europese Commissie. U zie ook het antwoord op vraag 20. De Europese Commissie zal een oordeel vellen over de eventuele staatssteunaspecten van dit project. Het Kabinet onderkent het belang van zogenaamde «open netwerken» met non-discriminerende toegang op basis van vooraf bekende heldere voorwaarden. Ook de Europese Commissie heeft recentelijk het belang van de toegankelijkheid op basis van «open acces requirements» van de netwerken in relatie tot vrije mededinging nog eens benadrukt, juist als er sprake is van overheidsdeelname (COM (2006) 129). De Europese Commissie hecht grote waarde aan deze voorwaarden in het kader van het behalen van de Lissabon doelstellingen. Het kabinet beveelt de lokale Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 42 6

7 overheden en corporaties dan ook aan om goed te regelen dat de partijen waarmee ze zaken doen werken op basis van dergelijke condities. 13 In welke mate heeft u zicht op de bedrijfsmatige risico s en de aansprakelijkheid naar woningcorporatie en overheid, zeker gezien de onduidelijkheid die er nog is rondom het oordeel van Europese Commissie over mogelijke staatssteun en het corporatiestelsel? In mijn brief aan de betrokken woningcorporaties heb ik duidelijke voorwaarden gesteld aan de wijze waarop zij aan Glasvezelnet Amsterdam B.V. mogen deelnemen. Zo mag er op geen enkele wijze, via borging door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), door het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) of anderszins, staatssteun naar de B.V. toevloeien. Daarnaast heb ik de betrokken corporaties de beperking opgelegd niet meer dan 1% van het eigen vermogen per 31 december 2004 als startkapitaal aan de dochter te lenen. De bedrijfsmatige risico s beperken zich dus tot maximaal 1% van het eigen vermogen van de betrokken corporaties. Verder heb ik de corporaties als voorwaarde gesteld dat hun verbinding met Glasvezelnet Amsterdam B.V. in bestuurlijke zin of anderszins zo is beperkt dat iedere aansprakelijkheid voor de corporaties (of een intermediaire entiteit) voor schulden van de Glasvezelnet Amsterdam B.V. is uitgesloten. Tot slot heb ik mijn toestemming gegeven onder voorbehoud van goedkeuring door uw Kamer en de Europese Commissie. Mocht één van beiden haar toestemming voor de vrije dochteronderneming niet verlenen, dan dient de betrokkenheid van de corporaties bij Glasvezelnet Amsterdam C.V. te worden teruggedraaid zonder dat dit leidt tot aansprakelijkheid voor de corporatie of de overheid. 14 Is het bericht uit Amsterdam correct dat deze toestemming is gegeven na overleg met VVD-wethouder Van der Horst van Amsterdam? Ja. Gedurende het afgelopen jaar heb ik een aantal keren overlegd met de heer Van der Horst (in zijn hoedanigheid van projectwethouder Glasvezel) van de gemeente Amsterdam en met vertegenwoordigers van de betrokken woningcorporaties, over het voorgenomen Citynet project. Mede op basis van de laatste ontwikkelingen die de heer Van der Horst mij meldde, zoals de instemming van de toenmalige gemeenteraad met de gemeentelijke inzet in het project en het verzoek van de Europese Commissie om voor haar oordeel over de notificatie op korte termijn uitsluitsel te krijgen over de voorwaarden waaronder de andere betrokken partijen willen/kunnen participeren, heb ik mijn besluit ten aanzien van de corporaties genomen. 15 Op welke gronden is deze toestemming, mede gezien de nog te voeren discussie in de Kamer, waarvan de afloop onzeker is, gegeven? Voor het antwoord op deze vraag zij verwezen naar de antwoorden op de vragen 1, 3 en 6, alsmede op het hierna volgende antwoord op vraag Acht u het genomen besluit in overeenstemming met art. 49 BBSH en kunt u aangeven of dit besluit past in het criterium «in het belang van de volkshuisvesting» zoals volgens het BBSH moet? Ja. Ik heb in mijn brief aan Ymere c.s. onder strikte voorwaarden mijn toestemming verleend aan een experiment met een vrije dochteronderneming. In mijn brief van december heb ik breedbandactiviteiten expliciet Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 42 7

8 genoemd als activiteiten die volgens huidige regelgeving een toegelaten instelling niet zijn toegestaan, maar die een vrije dochter zoals ik die voorsta wel zouden zijn toegestaan. Een experiment met een vrije dochter acht ik in het belang van de volkshuisvesting, omdat op deze wijze ervaring kan worden opgedaan met de door mij voorgestane gewijzigde structuur van het stelsel van woningcorporaties. Ook kunnen de criteria waaronder de vrije dochteronderneming zou mogen worden opgericht op basis van de resultaten van het experiment zonodig scherper worden geformuleerd. 17 Op welke juridische basis heeft u het experiment toegestaan? Het betreffende experiment heb ik toegestaan op basis van artikel 49 Bbsh. Conform het gestelde in de toelichting bij dit artikel, heb ik de Stichting Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) over dit experiment geconsulteerd. De SEV heeft mij hierover positief geadviseerd. 18 Is het experiment in Amsterdam, waar het gaat om circa woningen, wel een experiment te noemen? Zoals in het antwoord op vraag 9 is aangegeven, betreft het onderhavige geval een experiment met een vrije dochteronderneming, zoals ik die heb voorgesteld ter vergroting van de ondernemingsruimte voor corporaties. Aard en omvang van de activiteiten van deze vrije dochter als zodanig vormen in dit verband geen bepalende criteria. Wél heb ik aangekondigd voorwaarden te zullen stellen om het maatschappelijk gebonden vermogen te behouden en te voorkomen dat staatssteun naar de dochter vloeit. Daarom heb ik in het onderhavige experiment de financiële deelname van de betrokken corporaties ingeperkt tot een maximum van 1% van hun eigen vermogen per 31 december Hoe sluit de opvatting van u, dat het een experiment is, aan bij die van de verantwoordelijk wethouder dat hier geen sprake is van een experiment? De thans in het Citynet project beoogde aansluiting van woningen in het stadsdeel Zeeburg is in de ambitie van de gemeente slechts de eerste stap in de «totale verglazing van de stad». De deelname van de vijf corporaties bij dit project via een «vrije» dochter heeft echter vanuit het belang van de volkshuisvesting bezien de status van experiment. 20 Hoe denkt Europa over deelname van woningcorporaties (staatssteun) aan deze glasvezelnetten? Het is aan de Europese Commissie om een oordeel te geven over staatssteunaspecten, hetgeen vaak afhankelijk is van de betreffende steunmaatregel die wordt beoordeeld. De gemeente Amsterdam heeft haar deelname aan dit glasvezelproject via het «markt-investeerders-principe» om redenen van rechtszekerheid bij de Europese Commissie gemeld. Bij een deelname conform dit principe is geen sprake van staatssteun als de inbreng van nieuw kapitaal in een onderneming wordt gedaan onder voorwaarden die aanvaardbaar zouden zijn voor een particuliere investeerder die handelt volgens de in een markteconomie normale gebruiken. De Commissie wordt in dat kader ook geïnformeerd over de andere deelnemers aan het project, waaronder de betrokken woningcorporaties. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 42 8

9 Zodra het antwoord van de Commissie op deze melding komt, zal haar oordeel over de deelneming van deze corporaties in het project duidelijk zijn. 21 Waarom werd woningcorporatie Het Oosten op 30 november 2004 nog verzocht af te zien van participeren in Citynet en krijgt het nu wel toestemming? In het jaarverslag 2003 maakte Het Oosten melding van haar voornemen tot het ontplooien van activiteiten die verder gingen dan de toentertijd geldende erfgrensbenadering. Mijn brief van 30 november 2004 is een reactie op het jaarverslag. Daarin heb ik Het Oosten gevraagd af te zien van dat voornemen en zich te houden aan het geldende beleid. Inmiddels zijn we ruim twee jaar verder en heb ik met mijn brief van 12 december 2005 mijn beleidsvisie op de toekomst van woningcorporaties openbaar gemaakt. Eén van de voorstellen behelst, zoals gezegd, de mogelijkheid tot het oprichten van een vrije dochteronderneming. De huidige participatie van Het Oosten (en de andere betrokken corporaties) in Citynet zie ik als een experiment met deze vrije dochteronderneming. 22 Hoe ziet het level playing field eruit nu woningcorporaties hun eigen woningen gaan aansluiten? Om het onderhavige experiment onder de condities van een gelijk speelveld met andere marktpartijen te laten verlopen, heb ik in mijn brief van 17 februari jl. aan de betrokken corporaties een aantal voorwaarden opgelegd. Naast de voorwaarde dat de omvang van de financiële deelname niet meer mag bedragen dan 1% van het vermogen (per 31 december 2004), betreft dit de voorwaarden dat de deelneming in Glasvezelnet Amsterdam B.V. uitsluitend een participatie via aandelenkapitaal mag omvatten en dus geen leningen of andere financiële constructies, dat de verbinding in die B.V. in bestuurlijke zin of anderszins zo is beperkt dat iedere aansprakelijkheid voor de corporatie (of een intermediaire entiteit) voor schulden van die B.V. is uitgesloten en dat ook op andere wijze geen enkele vorm van staatssteun (in het bijzonder de borgingsfunctie van het WSW en steun van het CFV) naar de B.V. kan toevloeien. De gemeente Amsterdam heeft mij doen weten dat alle betrokken partijen waaronder zijzelf onder gelijke voorwaarden in de Glasvezelnet Amsterdam B.V. zullen deelnemen. Deze B.V. zal alleen de glasvezelaansluitingen (de fysieke infrastructuur) realiseren. De exploitatie van het netwerk is aan andere marktpartijen uitbesteed. Het netwerk is vrij toegankelijk voor alle aanbieders van diensten. 23 Is het u bekend dat met de huidige aansluitingen van kabel tot in de woning dezelfde technische resultaten gehaald kunnen worden als met de beoogde aansluitingen? De meningen over de mogelijkheden van de huidige infrastructuur, alsmede over toekomstige netwerken lopen uiteen. In algemene zin ondersteunt het Kabinet de ontwikkeling van toekomstbestendige netwerken, die ook op termijn kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar diensten en die open en tegen non-discriminatoire voorwaarden toegankelijk zijn voor dienstverleners. Dit mede in het streven om Nederland op het gebied van breedbandontwikkeling blijvend tot de koplopers te laten behoren. Daarbij staat het Kabinet neutraal ten aanzien van de te hanteren technologie. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 42 9

10 24 Wat is de inhoud van het door de ministeries van Economische Zaken en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer gezamenlijk geformuleerde, binnen het BBSH passende, aansluitbijdragemodel? Is hier sprake van een nieuwe regel? Is er een regel aangepast? Is de Kamer hierover geïnformeerd? Zo neen, waarom niet? Het aansluitbijdragemodel houdt in dat een woningcorporatie aan derden opdracht geeft tot het aansluiten van hun bezit op een breedbandinfrastructuur, waarbij zij maximaal dat deel van het netwerk mag bekostigen dat strekt van de woning tot het dichtstbijzijnde aansluitpunt in de wijk. De bekostiging van dit deel van het netwerk, dat dient ter aansluiting van de individuele woningen op het hoofdnet, behoort tot de toegestane activiteiten van de corporaties op grond van het Bbsh. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 7 aangaf, betreft het een herziening van het beleid inzake de begrenzing die ik aanvankelijk met mijn collega van Economische Zaken was overeengekomen, zijnde de erfgrens van het perceel waarop de woning rust. In de praktijk blijkt een doelmatige uitrol echter meer gebaat bij de genoemde ruimere begrenzing. Uw Kamer is over deze herziening van het beleid geïnformeerd bij gelegenheid van de eerder door mij aangehaalde voortgangsrapportage breedband die de minister van Economische Zaken u, mede namens mij, op 5 december 2005 zond. 25 Hoe controleert u de condities die u hebt opgelegd? Gedurende de looptijd van het experiment moeten de betrokken corporaties in hun jaarverslag een verklaring opnemen dat aan de door mij gestelde voorwaarden wordt voldaan, voorzien van een accountantsverklaring. Daarnaast kan ik op grond van artikel 40 Bbsh op ieder moment inzage vragen in alle gegevens die ik denk nodig te hebben voor het toezicht op het naleven van de voorwaarden die ik aan het experiment heb gesteld. 26 Is dit besluit wel verstandig in de nog lopende discussie met Europa? Voor deze deelname van de betrokken woningcorporaties als experiment met de vrije dochter, vooruitlopend op de discussie met uw Kamer en de Europese Commissie over het algemene woningcorporatiedossier, is gezien deze nog te voeren discussie slechts voorwaardelijk toestemming gegeven. 27 Moet over de afloop van deze discussie niet eerst overeenstemming zijn voordat dergelijke stappen worden gezet? Het antwoord op deze vraag luidt ontkennend, gegeven het feit dat ik de uitkomst van deze discussie uitdrukkelijk als ontbindende voorwaarde aan mijn toestemming voor het experiment heb gehecht. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 490 Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (planschadevergoedingsovereenkomsten) Nr. 6 VERSLAG Vastgesteld 25 mei 2004 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 392 Wijziging van de Woningwet en enkele andere wetten (verbetering naleving, handhaafbaarheid en handhaving bouwregelgeving) Nr. 12 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 134 Wijzigingen en reparaties in diverse wetten op het terrein van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer Nr. 8 NADER VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 27 111 Vreemdelingrechtelijke rechtspositie van vrouwen in het vreemdelingenbeleid Nr. 13 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 23 december

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 595 Wijziging van artikel 247 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en enkele andere wetten als gevolg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan Nr. 79 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 6 april 2006 De commissie voor Verkeer en Waterstaat 1 heeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 078 Wijziging van het Varkensbesluit en het Ingrepenbesluit (implementatie richtlijnen nr. 2001/88/EG en nr. 2001/93/EG) Nr. 2 VERSLAG VAN EEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 021 Wijziging van de Wet geluidhinder, de Wet luchtvaart en de Spoorwegnet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2002/49/EG van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 748 Wijziging Kadasterwet en de Organisatiewet Kadaster (aanpassing van doeleinden en taken van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 22 589 Betuweroute Nr. 271 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 28 juni 2006 De commissie voor Verkeer en Waterstaat 1 heeft een aantal vragen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 996 Voorstel van wet van het lid Kant houdende regels met betrekking tot de bevordering van de aanleg en het behoud van buitenspeelruimte voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 383 Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving Nr. 16 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 4 augustus 2004 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 22 343 Handhaving milieuwetgeving Nr. 79 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 26 juni 2003 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 766 Wijziging van de Wet Milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de invoering van een systeem van handel in NO x -

Nadere informatie

vrom030224 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 april 2003

vrom030224 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 april 2003 vrom030224 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 april 2003 Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de vragen d.d. 12 maart jl. gesteld door de commissie voor Volkshuisvesting,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 631 Tweede wijziging van het Voorstel van wet van het lid M. Vos tot wijziging van de Wet milieubeheer (duurzaam geproduceerd hout) Nr. 6 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 967 Wijziging van de landinrichtingswet en enige andere inrichtingswetten (positie van de Centrale Landinrichtingscommissie) Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 325 Bouwregelgeving 2002 2006 Nr. 5 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 12 mei 2004 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 624 Evaluatie Huisvestingswet Nr. 2 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 19 oktober 2004 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 286 Dierenwelzijn Nr. 37 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 25 oktober 2006 De commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 22 343 Handhaving milieuwetgeving Nr. 172 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 13 juni 2007 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 606 Evaluatie van de Wet stedelijke vernieuwing Nr. 2 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 20 oktober 2006 De commissie voor Volkshuisvesting,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 I Vaststelling van de begrotingsstaat van het Huis der Koningin (I) voor het jaar 2009 Nr. 6 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 453 Woningcorporaties Nr. 58 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 20 november 2006 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 800 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 447 Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet kinderopvang)

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG www.rijksoverheid.nl www.facebook.com/minbzk www.twitter.com/minbzk Uw kenmerk 2018Z01769 Datum Betreft Beantwoording

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 24 095 Frequentiebeleid Nr. 153 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 966 Waterketen Nr. 5 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 23 november 2005 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 44 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 7 december 2005 Ter voorbereiding van een algemeen overleg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 854 De moord op de heer Th. van Gogh Nr. 4 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 10 november 2004 De vaste commissies voor Justitie 1 en

Nadere informatie

Geacht bestuur, raad. A. Inleiding

Geacht bestuur, raad. A. Inleiding Directoraat-Generaal Wonen Directie Beleidsontwikkeling Cluster WIJ Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag De besturen van toegelaten instellingen Interne postcode 220 De raden van toezicht/commissarissen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 003 Voorstel van wet van het Van Gent tot wijziging van de Huursubsidiewet (huursubsidie voor jongeren en studenten) Nr. 7 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 879 Wijziging van de Wet Geluidhinder (modernisering instrumentarium geluidbeleid, eerste fase) Nr. 6 VERSLAG Vastgesteld 25 januari 2005 De

Nadere informatie

29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004

29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 Nr. 176 Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 2 februari 2004

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 595 Wijziging van artikel 247 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en enkele andere wetten als gevolg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directoraat-generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning Nr. 9 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 8 december 2004 In de vaste commissie voor

Nadere informatie

Lange Voorhout 8 Postbus Minister voor Wonen en Rijksdienst 2500 EA Den Haag Postbus EA DEN HAAG

Lange Voorhout 8 Postbus Minister voor Wonen en Rijksdienst 2500 EA Den Haag Postbus EA DEN HAAG Algemene Rekenkamer / Lange Voorhout 8 Postbus 20015 Minister voor Wonen en Rijksdienst 2500 EA Den Haag Postbus 20011 2500 EA DEN HAAG w www.rekenkamer,& DATUM 11 april 2014 BETREFT Uw brief van 11 februari

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 453 Woningcorporaties Nr. 27 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 31 oktober 2005 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 27 926 Huurbeleid Nr. 24 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 13 mei 2004 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 195 Integraal Beheerplan Noordzee 2015 Nr. 3 1 Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), ondervoorzitter, Atsma

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 400 Voedselveiligheid en diervoerders Nr. 4 1 Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Crone (PvdA), Bakker (D66), Ondervoorzitter, Rouvoet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 30 523 Bepalingen met betrekking tot de veilige vaart op de binnenwateren (Binnenvaartwet) Nr. 17 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 038 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn 2004/8/EG inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling (Wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 661 Wijziging van de Telecommunicatiewet verband houdende met de instelling van een antenneregister, de uitbreiding van het verbod op het verzenden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2009 Nr. 65 LIJST VAN VRAGEN EN

Nadere informatie

Convenant inzake de samenwerking bij het tegengaan van ontoelaatbaar gedrag van (i) externe

Convenant inzake de samenwerking bij het tegengaan van ontoelaatbaar gedrag van (i) externe Convenant inzake de samenwerking bij het tegengaan van ontoelaatbaar gedrag van (i) externe accountants, accountantsorganisaties en (mede)beleidsbepalers daarvan en (ii) financiële ondernemingen en (mede)beleidsbepalers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 874 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang Nr. 47 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 328 Wijziging van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en de Wet milieugevaarlijke stoffen in verband met de nieuwe voorschriften inzake taken

Nadere informatie

1 9 DEC. 2012. Wat houdt het verscherpt toezicht precies in? Verkeert Ymere in financiële problemen? Postbus 250

1 9 DEC. 2012. Wat houdt het verscherpt toezicht precies in? Verkeert Ymere in financiële problemen? Postbus 250 gemeente De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Cluster Maatschappelijke en Economische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 800 XII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2007 Nr. 8 LIJST VAN VRAGEN EN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2006 Nr. 116 VERSLAG

Nadere informatie

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn:

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn: Ministerie van VROM t.a.v. dr. P. Winsemius Postbus 20951 2500 EZ DEN HAAG Datum 22 januari 2007 Uw kenmerk DB02006310723 Betreft Advies inzake (financieel) toezicht op activiteiten met en zonder staatssteun

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 28 753 Publiek-private samenwerking Nr. 39 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 9 mei 2016 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 26 452 Belastingen als beleidsinstrument Nr. 7 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Vendrik (GL), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 659 Evaluatie Staatsbosbeheer Nr. 7 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 6 januari 2006 De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief. Onderwerp Situatie Laurentius

Raadsinformatiebrief. Onderwerp Situatie Laurentius Raadsinformatiebrief Onderwerp Situatie Laurentius Inleiding/aanleiding Op 1 februari jl. hebt u een raadsinformatiebrief ontvangen over de situatie bij Laurentius naar aanleiding van een publicatie in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 439 Nadere voorschriften in verband met samenwerking tussen scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen voor educatie en beroepsonderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 453 Woningcorporaties Nr. 217 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 851 Wijziging van de Telecommunicatiewet en enkele andere wetten in verband met de implementatie van een nieuw Europees geharmoniseerd regelgevingskader

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 544 Arbeidsmarkbeleid Nr. 339 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 968 Regels omtrent de basisregistraties adressen en gebouwen (Wet basisregistraties adressen en gebouwen) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld op 24 april

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 950 Dementerenden en de Wet BOPZ Nr. 4 1 Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Giskes (D66), ondervoorzitter, Crone (PvdA), Rouvoet (CU),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 708 Regels met betrekking tot de financiële markten en het toezicht daarop (Wet op het financieel toezicht) 29 507 Regels voor de financiële

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 063 Wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte en van de wet van 19 juni 1996 tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 777 Wijziging van de Huursubsidiewet en enkele andere wetten (introductie van een nieuwe procedure voor huurders die een aanvraag om toekenning

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 484 Interculturalisatie van de gezondheidszorg Nr. 12 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 maart 2005 In de vaste commissie voor

Nadere informatie

2014 VERBINDINGENSTATUUT

2014 VERBINDINGENSTATUUT 2014 VERBINDINGENSTATUUT 1. Inleiding 1.1 Algemeen 1.1.1. In het verbindingenstatuut is het toetsingskader vastgelegd dat door Woningstichting St. Joseph (hierna: de woningstichting) wordt gehanteerd bij

Nadere informatie

MEMO HERZIENING WONINGWET

MEMO HERZIENING WONINGWET MEMO HERZIENING WONINGWET Nieuwe corporatiebestel van kracht op 1 juli 2015 Op 17 maart 2015 heeft de Eerste Kamer unaniem ingestemd met de gewijzigde Woningwet 1 die tot doel heeft het functioneren van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 285 Wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten (vereenvoudiging bekendmaking en aanbiedingsprocedure) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld op 1 februari

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid I VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 26 oktober 2017 De leden van de vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 556 Wijziging van de Huisvestingswet (mogelijkheid van bestuurlijke boete voor enkele overtredingen) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld 14 oktober 2008

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 21 501-32 Landbouw- en Visserijraad Nr. 93 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 30 september 2004 Binnen de vaste commissie voor Landbouw,

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 8 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 2012Z15612

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 27 295 Positionering algemene ziekenhuizen Nr. 68 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 5 april 2004 In de vaste commissie voor Volksgezondheid,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 679 Regels ter bespoediging en vereenvoudiging van procedures met het oog op het zo spoedig mogelijk vergroten van de capaciteit van een aantal

Nadere informatie

Intentieovereenkomst tussen het Ministerie van. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en. Rabobank met betrekking tot het Revolverend

Intentieovereenkomst tussen het Ministerie van. Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en. Rabobank met betrekking tot het Revolverend Intentieovereenkomst tussen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Rabobank met betrekking tot het Revolverend Fonds Energiebesparing 11 Juli 2013 Betrokken partijen Initiatiefnemer:

Nadere informatie

BETREFT OvBrlBQ op QTond van art. 34 Comptabiliteitswet 2001 inzake oprichting Holland Casino NV

BETREFT OvBrlBQ op QTond van art. 34 Comptabiliteitswet 2001 inzake oprichting Holland Casino NV Algemene Rekenkamer staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070-3424344 E w voorlicliting@rekenkanner.nl www.rekenkamer.nl DATUM

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 311 Zelfstandig ondernemerschap Nr. 20 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 800 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2005 Nr. 161 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en Blok houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten inzake fiscale

Nadere informatie

Algemene Rekenkamer..,

Algemene Rekenkamer.., 342 Algemene Rekenkamer.., Lange Voorhout 8 Postbus 20015 Voorzitter van de Tweede Kamer 2500EA Den Haag der Staten-Generaal T 070-4344 Binnenhof 4 E Voorlichting rekenkamer.ni DEN HAAG w www.rekenkamer.ni

Nadere informatie

De Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen worden als volgt gewijzigd:

De Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen worden als volgt gewijzigd: Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van, nr. 2013-0000416424, tot wijziging van de Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting. De Minister voor

Nadere informatie

Samenvatting herziene Woningwet

Samenvatting herziene Woningwet Samenvatting herziene Woningwet 1. Algemeen De Tweede Kamer stemde op 5 juli unaniem in met de herziening van de Woningwet. In het najaar van 2012 wordt het wetsvoorstel door de Eerste Kamer besproken.

Nadere informatie

Oprichting Stichting Nederlandse Veteranendag. Staten-Generaal. Vastgesteld 18 november De voorzitter van de commissie, Van Baalen

Oprichting Stichting Nederlandse Veteranendag. Staten-Generaal. Vastgesteld 18 november De voorzitter van de commissie, Van Baalen Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2008 2009 F 31 744 Oprichting Stichting Nederlandse Veteranendag Nr. 2 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld november De voorzitter van de commissie, Duisenberg

INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld november De voorzitter van de commissie, Duisenberg Tweede Kamer der Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2016-2017 34 576 Holland Casino Nr. INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld november 2016 De vaste commissie voor Financiën heeft op 3

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 30941 2500 GX Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Betreft Beantwoording

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 453 Woningcorporaties Nr. 16 1 Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 27 813 EU Structuurfondsen Nr. 15 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 24 mei 2006 De vaste commissie voor Economische Zaken 1 heeft op

Nadere informatie

Verbindingenstatuut Stichting Wonen Zuid

Verbindingenstatuut Stichting Wonen Zuid Verbindingenstatuut Stichting Wonen Zuid Vastgesteld door bestuurder op d.d. 10-3-2015 Goedgekeurd door Raad van Commissarissen op d.d. 26-03-2015 INHOUD VERBINDINGENSTATUUT 1. INLEIDING... 2 1.1 INTERNE

Nadere informatie

Checklist Bbsh volkshuisvestingsverslag 2011

Checklist Bbsh volkshuisvestingsverslag 2011 Algemeen Lees eerst het onderdeel 'algemeen' uit de toelichting. (! ) 1. Controle volledigheid Volkshuisvestingsverslag 1.1. 1.1.1. Bevat het volkshuisvestingsverslag een uiteenzetting over c.q. overzicht

Nadere informatie

Zaaknummer: 2014/54782 Referentie: 2014/55085. Raadsvergadering d.d. 1 juli 2014 agendapunt 15. Aan: De Gemeenteraad. Vries, 16 juni 2014

Zaaknummer: 2014/54782 Referentie: 2014/55085. Raadsvergadering d.d. 1 juli 2014 agendapunt 15. Aan: De Gemeenteraad. Vries, 16 juni 2014 Raadsvergadering d.d. 1 juli 2014 agendapunt 15 Zaaknummer: 2014/54782 Referentie: 2014/55085 Aan: De Gemeenteraad Vries, 16 juni 2014 Portefeuillehouder: mevr. N. Hofstra Behandelend ambtenaar: mevr.

Nadere informatie

Artikel 3 - Benoeming 1. De (her)benoeming van een Bestuurder geschiedt onverlet diens arbeidsrechtelijke positie voor een periode van vier jaar.

Artikel 3 - Benoeming 1. De (her)benoeming van een Bestuurder geschiedt onverlet diens arbeidsrechtelijke positie voor een periode van vier jaar. Reglement Bestuur Artikel 1 - Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a. Aedes: de vereniging Aedes vereniging van woningcorporaties; b. Bestuur: het bestuur van de Stichting; c. Bestuurder:

Nadere informatie