Optimistische en pessimistische verhalen over het gezinsleven in Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Optimistische en pessimistische verhalen over het gezinsleven in Nederland"

Transcriptie

1 In: Migrantenstudies, 1999, 15 (1), pp Optimistische en pessimistische verhalen over het gezinsleven in Nederland Joke van der Zwaard* Bespreking van: Gabriel van den Brink, Hoge eisen, ware liefde. De opkomst van een nieuw gezinsideaal in Nederland. Utrecht: NIZW, Marjolijn Distelbrink, Opvoeding in Surinaams-Creoolse gezinnen in Nederland. Assen: Van Gorcum, Trees Pels, Opvoeding in Marokkaanse gezinnen in Nederland. Assen: Van Gorcum, J. Rispens, J.M.A. Hermanns & W.H.J. Meeus, Opvoeden in Nederland. Assen: Van Gorcum, In 1995 stelde Heerma, de toenmalige CDA-fractieleider, in de Tweede Kamer voor om een minister voor familie en gezinszaken aan te stellen, als tegenwicht tegen de individualisering. Die minister is er niet gekomen, de discussie over de crisis van het gezin wel. Of eigenlijk moet je zeggen: twee discussies, een algemene en een specifieke. De algemene discussie gaat over de instabiliteit van het moderne huwelijk en de opvoedingsonzekerheid van ouders als gevolg van individualisering, secularisering, ontideologisering en consumentisme. De specifieke discussie vertrekt vanuit problemen als schooluitval en criminaliteit onder bepaalde groepen jongeren en zoekt de verklaring daarvoor bij de tekortschietende 'draagkracht' van ouders die te maken hebben met een 'cumulatie van risicofactoren'. In de algemene discussie wordt meestal gerefereerd aan kenmerken van het gezinsleven van de (autochtone) middenklasse. Bij risicogezinnen wordt voornamelijk aan (allochtone) ouders met een zwakke sociaal-economische positie gedacht. Het ministerie van Volksgezondheid, welzijn en sport is in de praktijk het meest gezinsministerie. Het subsidieert gezinsinterventieprogramma's en financiert gezinsonderzoeken. Die onderzoeken moeten antwoord geven op twee vragen. Ten eerste: is er sprake van een algemene opvoedingsonzekerheid onder ouders in Nederland en is er dientengevolge behoefte aan uitbreiding of verbetering van professionele voorzieningen? Ten tweede: is het mogelijk om bepaalde groepen ouders te onderscheiden waarvoor specifieke maatregelen getroffen moeten worden? De afgelopen twee jaar verschenen vier studies die op beide vragen betrekking hebben. In 1996 kwam Opvoeden in Nederland van Rispens, Hermanns en Meeus uit, een grootschalig onderzoek onder autochtone Nederlandse ouders. In 1998 verschenen de resultaten van twee kwalitatieve parallelonderzoeken van Pels en Distelbrink over de opvoeding in respectievelijk Marokkaanse en Surinaams-creoolse gezinnen. In 1998 verscheen eveneens Hoge eisen, ware liefde. De opkomst van een nieuw gezinsideaal in Nederland van Van den Brink. Dit is geen onderzoeksrapport, maar een rijk geïllustreerde visie op hoe het gezin in Nederland zich de afgelopen jaren ontwikkeld heeft en wat er voor de toekomst te verwachten is. De doelstelling van de drie onderzoeken was drieledig. Ten eerste moesten ze een beschrijving opleveren van de hedendaagse 1

2 opvoedingspraktijk, de opvoedingservaringen en de context daarvan. Het tweede doel was een analyse van de samenhang tussen deze gegevens en veronderstelde determinanten van opvoedingshandelen. Ten derde moesten de vragen, twijfels en problemen van opvoeders genventariseerd worden, evenals de gebruikte oplossingsmethodes en de eventuele behoeften aan opvoedingsondersteuning. Van den Brink stelt in zijn boek de kwestie van de individualisering en de algemene crisis van het gezin aan de orde en doet een poging om de 'probleemgezinnen' te karakteriseren. Mijn bespreking van deze studies concentreert zich op de beantwoording van de vragen naar de algemene en specifieke opvoedingsproblemen. Individualisering en algemene opvoedingsonzekerheid Zowel Van den Brink als Rispens e.a. concluderen dat het met de modernisering en individualisering van de woonvormen in Nederland niet zo'n vaart loopt. Van den Brink stelt op basis van cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek en een aantal onderzoeksrapporten vast dat de meeste mensen het grootste deel van hun leven in een gezin wonen. Ze vinden niet dat iedereen dat per se moet doen, maar voor zichzelf willen ze dat wel, zeker als men kinderen wil - en dat willen nog steeds een heleboel mensen. Het gezin van de jaren negentig is wel een ander gezin dan dat van de jaren vijftig. Er zijn meer onzekerheden, ook omdat mensen op het gebied van gezinsrelaties hogere eisen stellen, aan elkaar en aan zichzelf. Toch betekent dat geenszins dat het gezin als samenlevingssysteem in crisis is. Integendeel, vindt Van den Brink, de betekenis van het gezin is in vergelijking met twintig, dertig jaar geleden duidelijk toegenomen. Rispens e.a. deden een tweedelig survey-onderzoek onder 1196 vaders, 1254 moeders en 217 kinderen van twaalf jaar en ouder. Het onderzoek bestond uit een schriftelijke enquête, de observatie van ouder-kind-interacties tijdens het uitvoeren van bepaalde taken en een kort diepte-interview met beide ouders. Deze auteurs stellen ook vast dat de meeste kinderen in Nederland opgroeien in twee-oudergezinnen. De verantwoordelijkheid van de opvoeding wordt voornamelijk gedragen door de ouders, op de bekende manier ongelijk verdeeld tussen vaders en moeders. Grote opvoedingsonzekerheid hebben zij niet gevonden. Nederlandse ouders zijn 'opvoedingsoptimisten', ze zijn ervan overtuigd dat hun handelen invloed heeft op de ontwikkeling van hun kinderen. Ze streven met name de ontwikkeling van autonomie en sociaal gevoel na, vaders zijn iets meer gericht op prestaties. Het gemiddelde opvoedingsklimaat wordt 'warm' genoemd. Disciplinering gebeurt vooral door praten. Het geslacht van het kind speelt nauwelijks een rol, al worden jongens wel iets strenger aangepakt. Een deel van de ouders maakt zich wel zorgen over hun kinderen, maar het overgrote deel is tevreden over zijn/haar gezinsleven en voelt zich als opvoeder zeer competent. Nederlandse ouders wensen geen uitbreiding van de bestaande voorzieningen van professionele opvoedingsondersteuning. De ingewikkeldheid van gezinsonderzoek De conclusies van Rispens e.a. zijn in onderzoekskringen niet onomstreden. Er zijn bijvoorbeeld twijfels geuit over de validiteit van het mooie beeld dat de overgrote meerderheid van de ouders in Opvoeden in Nederland van hun huwelijk en gezinsleven geven en van het relatief geringe belang dat Nederlandse ouders aan de prestaties van hun kinderen zeggen te hechten. Deze kritiek legt de vinger op de ingewikkeldheid van gezinsonderzoek. Want hoe kan een onderzoeker iets te weten 2

3 komen over de dagelijkse opvoedingspraktijk in het gezin? Gewone mensen en een paar antropologen en etnografen zouden antwoorden: door gedurende een langere periode veel verschillende momenten bij de mensen thuis mee te maken, goed te kijken en te luisteren en daarover na te denken. Op die manier zijn prachtige studies ontstaan over bijvoorbeeld de dagelijkse praktijk in een schoolklas, in een psychiatrische inrichting, een jongerencentrum, een verzekeringskantoor, een Egyptische nomadenfamilie en het Nederlandse terrasleven. Die aanpak kent echter geen traditie in het Nederlandse gezinsonderzoek. Dat is ook niet zo verwonderlijk: binnen de context van het kleine, tamelijk besloten kerngezin is een onderzoeker een veel te opvallende en storende pottenkijker. Een onderzoek met voldoende variatie aan gezinnen zou bovendien erg duur worden. Daarom gaan de gezinsonderzoekers meestal met vragenlijsten bij de mensen langs, of ze sturen die vragenlijsten op. Ze inventariseren dus zelfrapportages van ouders, maar doen ouders ook wat ze tegen een onderzoeker zeggen te doen? Om dit probleem enigszins te ondervangen hebben Rispens e.a. ook een kleiner aantal jongeren, kinderen van die ouders, ondervraagd; daarnaast hebben ze op beperkte schaal gebruik gemaakt van observaties. De onderzoekers moeten echter concluderen dat de samenhang tussen zelfrapportage en observatiegegevens niet groot is. Dat komt overeen met resultaten van buitenlandse onderzoeken, vertellen ze erbij. Rispens e.a. concluderen tevens dat ook de correlatie tussen ouder- en kindgegevens laag is. Onduidelijk is of dat betekent dat ouders anders handelen dan ze zeggen of dat hun kinderen hun gedrag anders ervaren, interpreteren en rapporteren. Ik ben het met de critici eens dat Rispens e.a. hun gegevens te veel als praktijk en te weinig als uitspraken c.q. ervaringen en (goede) bedoelingen van de ouders hebben gepresenteerd. Dat is jammer, want niet nodig. In de betekenis van zelfpresentatie en opvattingen kunnen de onderzoeksresultaten namelijk net zo goed interessant zijn, bijvoorbeeld in verband met de vraag over het gewenste ondersteuningsaanbod. Specifieke problemen in specifieke gezinnen In alle vier de boeken wordt een poging gedaan om opvoedingsverschillen te koppelen aan maatschappelijke positie. Rispens e.a. verzamelden daarvoor gegevens over werk, inkomen, opleiding en over de personen en instanties die hen al of niet in de opvoeding ondersteunen. De onderzoekers concluderen dat het niet mogelijk is om die contextgegevens in verband te brengen met de opvoedingsuitkomsten. Vergelijking van verschillende categorieën ouders leverde enkel kleine graduele verschillen op. Ouders uit de hogere klasse zijn wat minder responsief en warm en tonen wat minder affectie en genegenheid. In de lagere klasse wordt wat meer gebruik gemaakt van straf, negeren en belonen en de ouders genieten meer van de omgang met de kinderen. Ook bij alleenstaande moeders worden behalve in de scheidingsperiode geen bijzondere problemen geconstateerd. Er was in de totale steekproef een klein percentage gezinnen met problemen. In welke sociale lagen en bij welk type ouders die het meeste (kunnen gaan) voorkomen blijft echter gissen. Statistische analyses leveren daar in ieder geval geen informatie over op. Van den Brink hanteert een geheel andere strategie om opvoedingsverschillen en probleemgroepen vast te stellen. Zijn uitgangspunt is dat de marktwerking en concurrentieverhoudingen de kwaliteit en het opvoedingsproduct van het gezinsleven steeds meer gaan bepalen. Een voorbeeld: omdat het algemene onderwijsniveau stijgt en de mogelijkheid voor diplomastapeling van overheidswege beperkt wordt, gaan 3

4 sociale vaardigheden en cultureel kapitaal die kinderen van huis uit meekrijgen een sterkere onderscheidende rol spelen. Door de ongelijke verdeling van materiële, sociale en culturele hulpbronnen leiden deze en andere concurrentiemechanismen uiteindelijk tot versterking van selectie en vergroting van maatschappelijke ongelijkheid. Op de zelf gestelde vraag welke typen gezinnen zich wel en niet zullen kunnen handhaven in deze ratrace, geeft hij twee antwoorden die tamelijk los van elkaar staan. In het hoofdstuk over 'variatie' construeert hij vier typen op basis van de dimensies discipline en betrokkenheid. Het ouderwetse Nederlandse gezin met een hoge discipline en relatief formele onderlinge relaties noemt hij autoritair. Het moderne onderhandelingshuishouden heet egalitair. Het gezin met veel onderlinge betrokkenheid en meer nadruk op regels dan het onderhandelingshuishouden, beschreven in Ouderschap als onderneming van Doornenbal (1996), noemt hij communautaristisch. Dat gezin heeft, zo is zijn stellige mening, de toekomst. Daarop baseert hij ook zijn conclusie dat er een nieuw beschavingsoffensief op komst is. Het vierde type, weinig structuur en weinig onderlinge betrokkenheid, zijn de risicovolle laissez-faire gezinnen. Het volgende hoofdstuk over 'vooruitzichten' begint met de stelling dat de marktwerking en concurrentieverhoudingen min of meer onherroepelijk zullen leiden tot een tweedeling van de samenleving. In de woorden van Van den Brink: 'Het kan eigenlijk - overdreven gezegd - maar twee kanten opgaan. Of het gaat goed en de kinderen zijn affectief, sociaal en intellectueel uitstekend voorbereid op de strijd die hen in onderwijs en maatschappij te wachten staat. Of er gaat bij de voorbereiding iets mis en daarmee zijn de kansen op maatschappelijk succes voorgoed voorbij. Het kan zijn dat de lezer dit vooruitzicht wat al te pessimistisch vindt. Maar in feite is een dergelijk proces van 'schifting', waarbij het gezin van herkomst een centrale rol vervult, reeds nu in volle gang.' (p. 165) Om deze stelling te illustreren schetst de auteur een eigenaardige verzameling problemen en probleemcategorieën; te weten: marginale gezinnen, kindermishandeling, jeugdcriminaliteit, allochtone gezinnen en sociale erosie. Daarnaast komt het eenoudergezin regelmatig in negatieve zin ter sprake. De manier waarop hij de allochtone gezinnen als probleemcategorie construeert, vind ik op zijn zachtst gezegd verbijsterend. Zo laat hij een consultatiebureau-arts en een Riagg-medewerker uitleggen waarom het met allochtone gezinnen misgaat en gebruikt hij citaten van een politieagent en een directeur van een basisschool om het ontbreken van gemeenschapsvorming in de gekleurde wijken aan te tonen. Alle bekende stereotypen passeren onbecommentarieerd de revue. De Turkse vrouwen zitten allemaal thuis en de mannen gaan naar de hoeren en gebruiken ook nog geen condoom. De (mediterrane en Hindoestaanse) meisjes worden tegen hun zin uitgehuwelijkt aan onbekende mannen uit het land van herkomst. De balans tussen draaglast en draagkracht is in deze en andere problematische gezinnen langdurig verstoord en steun van buitenaf is minimaal, want het oude sociale netwerk is 'uit elkaar gerukt'. Met name alleenstaande Surinaamse moeders staan er daarom geheel alleen voor. Van den Brink constateert zelf ook dat deze opsomming van erge dingen in scherp contrast staat met het tamelijk optimistische beeld dat hij van het modale gezinsleven schetst. Volgens hem 'vloeit dit contrast niet alleen uit onze werkwijze voort, maar weerspiegelt dit ook een tegenstelling in de realiteit. Wie een wandeling door de Nederlandse steden maakt, wordt getroffen door het feit dat er per wijk enorme verschillen 4

5 zijn. Er zijn buurten waar de atmosfeer erg deprimerend is terwijl men twee, drie kilometers verderop tussen fijne villa's loopt. Wat voor het straatbeeld geldt, gaat waarschijnlijk nog veel sterker op voor de binnenkant van al die huizen.' (p. 167) Wat Van den Brink precies deprimeert en opvrolijkt in bepaalde buurten en wat zijn fantasieën zijn over het leven achter de verschillende voordeuren wordt niet duidelijk, maar dat is misschien ook meer iets voor een roman. Blijft staan dat de auteur wel degelijk zelf een contrast creëert door midden in het hoofdstuk ineens over te stappen van literatuuronderzoek naar schandaaljournalistiek, van kritische doorlichting van common sense ideeën naar onkritisch overschrijven van negatieve stereotypen. Twee groepen onderzocht Distelbrink en Pels kunnen wat over de binnenkant van de huizen zeggen. Ze zijn er geweest en ondervroegen twee keer 75 Surinaams-Creoolse en Marokkaanse moeders en twee keer 25 jongeren over hun opvoedingspraktijk en over hun vragen en problemen. In tegenstelling tot Van den Brink schetsen zij een heel dynamisch beeld van het gezinsleven in deze allochtone groepen. Ze vatten hun bevindingen samen als 'gezinnen in verandering' en 'creatie van een nieuw bestaan' (Pels). De moeders laten zich leiden door de Nederlandse context en de manier waarop de kinderen daarop reageren, maar volgen 'een eigen koers' (Distelbrink). Marokkaanse en Surinaams- Creoolse ouders maken zich met name zorgen over het onderwijs, zowel over de prestaties als over de sociale kant, de verhouding met leerkrachten en medeleerlingen. Surinaams-Creoolse moeders hechten veel waarde aan gehoorzaamheid en respect, maar proberen dat vooral te realiseren door praten. Pels en Distelbrink noemen hun moeders net als Rispens opvoedingsoptimisten, al maken ze ook melding van de zorgen die de moeders zich maken over de discriminatie van hun kinderen, vooral in verband met het onderwijs en hun latere kansen op werk. Veel vrouwen noemen de echtgenoot als belangrijkste praatpaal, wat niet betekent dat er wat hem betreft niets te wensen overblijft. Als alternatief of daarnaast zijn de eigen moeder en andere vrouwelijke familieleden belangrijke bronnen van praktische en emotionele ondersteuning bij de opvoeding. De opdracht van Pels en Distelbrink was om gegevens te verzamelen die vergelijking met de Nederlandse onderzoeksgroep van Rispens e.a. mogelijk maakten. Ze zijn daar verstandig mee omgegaan. Hun keuze om niet zo maar de items over te nemen, maar eerst aan de hand van transcripten van vijftien diepte-interviews na te gaan welke thema's in welk verband voor de moeders van de onderzoeksgroep van belang zijn, bewijst aantoonbaar zijn dienst. Daardoor kon duidelijk worden dat het onderscheid dat Rispens e.a. maken tussen autoritaire controle (bevelshuishouding) en autoritieve controle (onderhandelingshuishouding) bij Marokkaanse en Surinaams- Creoolse ouders niet zo scherp ligt; praten en gebieden hoeven elkaar niet uit te sluiten, streven naar autonomie van de kinderen en belang hechten aan respect en gehoorzaamheid ook niet. Van de andere kant is het jammer dat de auteurs niet opmerken dat gezinsonderzoekers en vrouwenstudiesonderzoekers iets vergelijkbaars constateren in autochtone Nederlandse gezinnen. Ik denk bijvoorbeeld aan het jongerenonderzoek van Du Bois-Reymond (1993), die constateerde dat de meerderheid van de Nederlandse huishoudens te typeren is als 'gemoderniseerde bevelshuishouding', of aan het al genoemde onderzoek van Doornenbal (1996). Aan de onderzoeken van Distelbrink en Pels kleeft uiteraard ook het probleem van de 5

6 verhouding tussen zelfrapportage en feitelijk gedrag. Ze hebben door de kwalitatieve aanpak van het onderzoek wel iets meer vrijheid om observaties en uitspraken met elkaar in verband te brengen. Ze geven een aantal illustratieve voorbeelden, maar merken ook op dat ze veel interacties tussen ouders en kinderen niet gezien hebben. Bovendien gaat het bij hen voornamelijk om observaties rondom de interviews. Distelbrink en Pels signaleren ook verschillen tussen de uitspraken van ouders en kinderen, maar presenteren een en ander als aanvullende informatie. Dat lijkt mij de beste benadering, maar er zijn betere studies over jongeren en het lost het probleem van de kennisvergaring over het feitelijk gedrag van de ouders niet op. Een extra probleem is dat de vaders niet ondervraagd zijn. Distelbrink en Pels proberen ook om de verschillende opvattingen en praktijken van de moeders te relateren aan de opvoedingscontext. In de Surinaams-Creoolse onderzoeksgroep kwamen relatief veel alleenstaande moeders voor. Sommigen konden wel een beroep doen op de vader van de kinderen, anderen niet. Het alleenstaand moederschap levert volgens Distelbrink voor de vrouwen geen grote problemen op, omdat ze gewend zijn dat vrouwen de spil van het huishouden zijn. Het sociale netwerk in Nederland is kleiner dan in Suriname, maar daar staat tegenover dat door de sociale voorzieningen de financiële onafhankelijkheid groter is. 'Tienermoederschap' blijkt slechts op enkele punten verband te houden met opvoedingsgedrag of problemen. Deze moeders geven wat vaker straf en ervaren meer problemen met gehoorzaamheid. Een belangrijker onderscheidende factor is het opleidingsniveau van deze moeders. Dat werkt hetzelfde als bij Nederlandse en Marokkaanse ouders: hoe lager de opleiding hoe meer gebruik van autoritaire opvoedingsmethodes, hoewel de score op dit punt over het geheel genomen laag was. Een ingewikkeld punt is dat in Distelbrinks onderzoeksgroep de hoog opgeleide moeders gemiddeld genomen ook ouder zijn dan de laag opgeleide moeders. Pels constateert dat Marokkaanse ouders die beter opgeleid zijn, redelijk tot goed Nederlands spreken en in de opvoeding van hun kinderen meer op autonomie gericht zijn, het meeste klagen over opvoedingsbelasting, meer onderwijsproblemen signaleren, meer onzekerheid uiten over de disciplinering van hun kinderen en meer behoefte tonen aan professionele ondersteuning. De oudere en minder goed opgeleide moeders die minder goed Nederlands spreken, meer op conformisme gericht zijn en een beperkter sociaal netwerk hebben, doen dat gemiddeld genomen minder. Tegelijkertijd is het aantal (oudere) kinderen met wie het volgens de moeders mis gaat in deze groep groter. Pels probeert de ervaringsgegevens van de eerste groep inzichtelijk te maken door ze in verband te brengen met de onzekerheden van de creatie van een nieuw bestaan en hun uitgebreidere (positieve en negatieve) ervaringen met de Nederlandse samenleving. In verband met de andere groep zoekt ze onder andere verklaringen in het functioneren van Nederlandse instellingen zoals het onderwijs en de (jeugd)hulpverlening. Op basis daarvan doet ze voor beide groepen suggesties voor verbetering van de bestaande voorzieningen. Wat ik in deze onderzoeken, evenals in dat van Rispens e.a., mis, is de operationalisering van de opvoedingsomgeving in ruimtelijke zin, of althans de beoordeling daarvan, zoals de grootte en gehorigheid van het huis, de kwaliteit van de buitenruimte, de kindvriendelijkheid van de straat, de voorzieningen in de buurt, de verkeersveiligheid en sociale veiligheid. Pels en Distelbrink hebben wel gevraagd of de moeders voorkeur hebben voor wijken met een bepaalde bevolkingssamenstelling. In hun rapportages wordt melding gemaakt van ontevredenheid en bezorgdheid van sommige ouders over hun woonomgeving, met name in sociale zin. Maar het is eigenaardig dat dat niet uitdrukkelijker in alle onderzoeken is meegenomen; te meer daar in discussies over 6

7 opvoeding zo makkelijk over achterstandswijken als risicofactor gesproken wordt. De som der delen Als ik de vier studies met elkaar in verband probeer te brengen, dan valt mij eerder de twee-, drie- of meerdeling in de academisch wereld op dan die in de grote steden. Migrantenstudiesonderzoekers, vrouwenstudiesonderzoekers, 'gewone' gezinsonderzoekers, het zijn blijkbaar aparte werelden. Men vist in dezelfde ervaringsvijver, maar is slecht op de hoogte of maakt in ieder geval weinig gebruik van elkaars empirische en theoretische kennis. Het tweede dat opvalt is het probleem van de operationalisering van het ecologische en transactionele ontwikkelingsmodel. De onderzoekers gaan er terecht van uit dat opvoeding geen eenrichtingsverkeer is, ouders reageren ook op de eigenschappen en het gedrag van hun kinderen. De gezinsopvoeding vindt wel voor een groot deel plaats tussen vier muren, maar wordt beïnvloed door tal van externe factoren. In de onderzoeksrapporten wordt uiteindelijk weinig ingegaan op hoe dat dan zou werken. Men beperkt zich voornamelijk tot het constateren van verschillen (of het ontbreken daarvan) tussen groepen ouders met verschillende achtergrondkenmerken. Het interessante van het boek van Van den Brink is dat daarin wel gepoogd wordt om te beredeneren hoe bepaalde macro-maatschappelijke ontwikkelingen het microniveau van het gezin kunnen beïnvloeden. Mijn derde punt is dat in alle drie de onderzoeken de laag opgeleide ouders relatief ondervertegenwoordigd zijn. Bij kwantitatieve onderzoeken zoals dat van Rispens e.a. is dat min of meer voorspelbaar. Bij kwalitatieve onderzoeken, zoals dat van Pels en Distelbrink, vervalt de drempel van schriftelijke vragenlijsten, maar blijkt de werving voor dit soort eenmalige intieme contacten moeizaam te verlopen. Dat is een extra argument voor meer variatie in onderzoeksmethoden (en meer tijd en geld) in het gezinsonderzoek. Mijn inhoudelijke conclusie is dat het onmogelijk (Rispens e.a.) en gevaarlijk (Van den Brink) is om op basis van algemene theorieën over reproductie van sociale ongelijkheid en familiale ellende sociaal-economisch en/of etnisch gedefinieerde bevolkingsgroepen aan te wijzen als risicogezinnen. Dat is voor de overheid misschien een lastige constatering, maar het hoeft dat niet te zijn. Er valt nog genoeg te doen aan verbetering van bestaande voorzieningen, zoals blijkt uit de aanbevelingen van Pels en Distelbrink. Zij constateren bij Surinaams-Creoolse ouders en Marokkaanse ouders behoefte aan 'objectieve' informatie en praktische ondersteuning, maar niet aan ongevraagde bemoeienissen met hun opvoedingspraktijk. Een opmerkelijk voorstel van Distelbrink (zeker tegen de achtergrond van de beweringen van Van den Brink over deze vrouwen) is om Creoolse alleenstaande vrouwen in te schakelen in informatieve bijeenkomsten voor Nederlandse moeders. Volgens de onderzoekster bezitten deze vrouwen op het vlak van opvoeden zonder partner cultureel kapitaal dat van praktische waarde kan zijn voor andere moeders in Nederland. Noot * Dr. Joke van der Zwaard is ontwikkelingspsycholoog en werkt zelfstandig als onderzoeker op het terrein van opvoeding, onderwijs en sociale ongelijkheid. Literatuur 7

8 Bois-Reymond, M. du (1993). Pluraliseringstendensen en onderhandelingsculturen in het gezin. Amsterdams Sociologisch Tijdschrift, 19(3), Doornenbal, J. (1996). Ouderschap als onderneming. Moeders en vaders over opvoeden in de jaren negentig. Utrecht: Jan van Arkel. 8

Verschuivende machtsrelaties in allochtone gezinnen Trees Pels

Verschuivende machtsrelaties in allochtone gezinnen Trees Pels Huiselijk geweld: achtergronden Verschuivende machtsrelaties in allochtone gezinnen Trees Pels 29 mei 2008 Congres Huiselijk Geweld: Families onder Druk Amsterdam, De Meervaart Meeste plegers zijn mannen,

Nadere informatie

Opvoeden in andere culturen

Opvoeden in andere culturen Opvoeden in andere culturen Bevorderen en versterken: competenties vergroten Een betere leven DVD 1 Bevolkingsgroepen aantal Allochtoon3.287.706 Autochtoon13.198.081 Europese Unie (exclusief autochtoon)877.552

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Armoede, opvoeden en gevolgen voor ontwikkeling kinderen. Hilde Kalthoff

Armoede, opvoeden en gevolgen voor ontwikkeling kinderen. Hilde Kalthoff Armoede, opvoeden en gevolgen voor ontwikkeling kinderen Hilde Kalthoff Inhoud presentatie Cijfers en risicogroepen Invloed op welbevinden Eerste jaren hersenontwikkeling, armoede en hechting Armoede,

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen)

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen) In opdracht van de Gemeente Amsterdam (Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling) Als ik mijn vader had gehad vanaf mijn jeugd, dan zou ik misschien anders zijn in het leven. (...) Wat ik allemaal wel niet

Nadere informatie

Betere samenleving vraagt om andere opvoeding

Betere samenleving vraagt om andere opvoeding bezoekadres Marnixkade 109 1015 ZL Amsterdam postadres Postbus 15262 1001 MG Amsterdam E moti@motivaction.nl T +31 (0)20 589 83 83 F +31 (0)20 589 83 00 W www.motivaction.nl Betere samenleving vraagt om

Nadere informatie

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten)

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten) Tabel B2.1 Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten) autochtoon moslim 0,2 niet-gelovig 64,0 rooms-katholiek 16,9 protestants 18,0 ander geloof 0,9 Tabel B2.2 Aandeel dat zichzelf

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

Werkt de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld?

Werkt de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld? Werkt de aanpak van kindermishandeling en? Eerste resultaten van een grootschalig onderzoek: hoe vaak komen kindermishandeling en voor? En hoe ernstig is het geweld? INLEIDING EERSTE FACTSHEET Werkt de

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Factsheet Risicofactoren voor kindermishandeling

Factsheet Risicofactoren voor kindermishandeling Factsheet Risicofactoren voor kindermishandeling Risicofactoren voor kindermishandeling Een meta-analytisch onderzoek naar risicofactoren voor seksuele mishandeling, fysieke mishandeling en verwaarlozing

Nadere informatie

Vraag 4 Wat vind jij de meest geschikte houding? Vergelijk je antwoord met dat van je medestudenten. Typ het antwoord in in het antwoordformulier.

Vraag 4 Wat vind jij de meest geschikte houding? Vergelijk je antwoord met dat van je medestudenten. Typ het antwoord in in het antwoordformulier. Open vragen bij Casus Marco Vraag 1 Bekijk scène 1 nogmaals. Wat was jouw eerste reactie op het gedrag van Marco in het gesprek met de medewerker van Bureau HALT? Wat roept zijn gedrag op aan gedachten,

Nadere informatie

Armoede en gevolgen voor kinderen

Armoede en gevolgen voor kinderen Armoede en gevolgen voor kinderen Hilde Kalthoff Zie ook Opgroeien en opvoeden in armoede, Kalthoff 2018 Inhoud presentatie Cijfers en risicogroepen Invloed op welbevinden Armoede en opvoeden Gevolgen

Nadere informatie

Meedoen en erbij horen

Meedoen en erbij horen Meedoen en erbij horen Resultaten van een mixed method onderzoek naar sociale uitsluiting Addi van Bergen, Annelies van Loon, Carina Ballering, Erik van Ameijden en Bert van Hemert NCVGZ Rotterdam, 11

Nadere informatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners? Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse

Nadere informatie

Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten

Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten Jolien Geerlings PhD Onderzoeker J.Geerlings@uu.nl Overzicht 1) Inleiding 2) Wat hebben we precies onderzocht? 3) Hoe gaan we om met verschillen

Nadere informatie

Sociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting. Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten

Sociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting. Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten Sociaal kapitaal: slagboom of hefboom? Samenvatting Wil van Esch, Régina Petit, Jan Neuvel en Sjoerd Karsten Colofon Titel Auteurs Tekstbewerking Uitgave Ontwerp Vormgeving Bestellen Sociaal kapitaal in

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Disclosure. (Potentiële) belangenverstrengeling. Geen. Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven. n.v.t.

Disclosure. (Potentiële) belangenverstrengeling. Geen. Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven. n.v.t. Disclosure (Potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven n.v.t. Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder

Nadere informatie

Jonge Turken en Marokkanen over gezin en taakverdeling

Jonge Turken en Marokkanen over gezin en taakverdeling Marjolijn Distelbrink 1) en Suzanne Loozen 2) Jonge Turkse en Marokkaanse vrouwen blijken moderne opvattingen te hebben over de combinatie van werk en de zorg voor jonge, niet schoolgaande, kinderen. Zij

Nadere informatie

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling Families onder druk Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen Drs. Ibrahim Yerden Probleemstelling Hoe gaan Marokkaanse en Turkse gezinsleden, zowel slachtoffers als plegers om met huiselijk

Nadere informatie

Sociale samenhang in Groningen

Sociale samenhang in Groningen Sociale samenhang in Groningen Goede contacten zijn belangrijk voor mensen. Het blijkt dat hoe meer sociale contacten mensen hebben, hoe beter ze hun leefsituatie ervaren (Boelhouwer 2013). Ook voelen

Nadere informatie

Jong spreekt Jong. Lectoraat grootstedelijke ontwikkeling Dick Lammers, Wouter Reith, Vincent Smit

Jong spreekt Jong. Lectoraat grootstedelijke ontwikkeling Dick Lammers, Wouter Reith, Vincent Smit Jong spreekt Jong Lectoraat grootstedelijke ontwikkeling Dick Lammers, Wouter Reith, Vincent Smit Programma 13.00 uur Inleiding; Vincent Smit 13.10 uur Jong spreekt jong; Dick Lammers en Wouter Reith Korte

Nadere informatie

WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER?

WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER? WIE IS DE NIET-WESTERSE ALLOCHTONE GEVER? Amsterdam, november 2011 Auteur: Dr. Christine L. Carabain NCDO Telefoon (020) 5688 8764 Fax (020) 568 8787 E-mail: c.carabain@ncdo.nl 1 2 INHOUDSOPGAVE Samenvatting

Nadere informatie

Partnerkeuze bij allochtone jongeren

Partnerkeuze bij allochtone jongeren Partnerkeuze bij allochtone jongeren Inleiding In april 2005 lanceerde de Koning Boudewijnstichting een projectoproep tot voorstellen om de thematiek huwelijk en migratie te onderzoeken. Het projectvoorstel

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Rapport Kor-relatie- monitor

Rapport Kor-relatie- monitor Rapport Kor-relatie- monitor Voor: Door: Publicatie: mei 2009 Project: 81595 Korrelatie, Leida van den Berg, Directeur Marianne Bank, Mirjam Hooghuis Klantlogo Synovate 2009 Voorwoord Gedurende een lange

Nadere informatie

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen Zorg op Tijd EIF Conferentie Nijmegen 19-11-2015 Projectpartners Project in Gouda Scholen in Gouda Onderdelen Training van professionals Overleg over de screening Bijeenkomsten met ouders Individuele

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Rekenen en meisjes ELLEKE KETELAARS 28 MEI 2015

Rekenen en meisjes ELLEKE KETELAARS 28 MEI 2015 Rekenen en meisjes ELLEKE KETELAARS 28 MEI 2015 Programma Overtuigingen ten aanzien van de verschillen tussen jongens en meisjes op het gebied van rekenen Wat zegt het onderzoek? Wat is de rol van de docent?

Nadere informatie

Stichting Agrarische Zorgonderneming Vlist

Stichting Agrarische Zorgonderneming Vlist Stichting Agrarische Zorgonderneming Vlist Bewonerstevredenheidsonderzoek Stichting Agrarische Zorgonderneming Vlist is de overkoepelende stichting waaronder Zorgboerderij Vlist valt. Op Zorgboerderij

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen

Rijksuniversiteit Groningen De adolescentiefase: over puberen, hersenontwikkeling, studiekeuze, risicogedrag en de relatie met ouders. Dr. Saskia Kunnen i.s.m. Dr. Anna Lichtwarck-Aschoff Afdeling Ontwikkelingspsychologie Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad Het Groninger Stadspanel over LGBT Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Workshop 3 e nationaal congres Opvoedingsondersteuning. Opvoedingsondersteuning. Kenniswerkplaats Tienplus

Workshop 3 e nationaal congres Opvoedingsondersteuning. Opvoedingsondersteuning. Kenniswerkplaats Tienplus Kenniswerkplaats Tienplus Laagdrempelige ondersteuning aan ouders met tieners in Amsterdam Pauline Naber, Hogeschool INHolland Marjan de Gruijter, Verwey-Jonker Instituut http://www.kenniswerkplaats-tienplus.nl/

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Stadjers over het CJG Groningen

Stadjers over het CJG Groningen Stadjers over het CJG Groningen Een Stadspanelonderzoek 2013 Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering van beleidsgericht onderzoek, het toegankelijk

Nadere informatie

Pedagogisch klimaat. Na.v. leerling-ouder en personeel enquête Beoordeling uitslagen

Pedagogisch klimaat. Na.v. leerling-ouder en personeel enquête Beoordeling uitslagen Pedagogisch klimaat Na.v. leerling-ouder en personeel enquête Beoordeling uitslagen De vragenlijsten zijn opgebouwd uit verschillende rubrieken. De vragen binnen de rubrieken worden items genoemd. Per

Nadere informatie

Autisme in het gezin. Geerte Slappendel, psycholoog en promovenda Jorieke Duvekot, psycholoog en promovenda

Autisme in het gezin. Geerte Slappendel, psycholoog en promovenda Jorieke Duvekot, psycholoog en promovenda Autisme in het gezin Geerte Slappendel, psycholoog en promovenda Jorieke Duvekot, psycholoog en promovenda Disclosure belangen spreker Achtergrond Problemen in de sociale ontwikkeling: belangrijk kenmerk

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht [Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden De integratie van Antillianen in Nederland Willem Huijnk - Wetenschappelijk onderzoeker

Nadere informatie

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf Artikelen Een terugblik op het ouderlijk gezin Arie de Graaf Driekwart van de kinderen die in de jaren zeventig zijn geboren, is opgegroeid bij twee ouders. Een op de zeven heeft een scheiding van de ouders

Nadere informatie

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009 EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP - eindrapport - dr. Marga de Weerd Amsterdam, november 2009 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20-5315315

Nadere informatie

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid

Nadere informatie

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D. M200802 Vrouwen aan de start Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2008 2 Vrouwen aan de start Vrouwen vinden het starten

Nadere informatie

SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH)

SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) Sinds de jaren zestig is het aandeel migranten in de Nederlandse bevolking aanzienlijk gegroeid. Van de totaal 16,3 miljoen inwoners in

Nadere informatie

Voortgangsmonitor. Driehuis en gezinshuizen. JiO 9 maart 2015. Caroline van den Bel en Carolien Konijn

Voortgangsmonitor. Driehuis en gezinshuizen. JiO 9 maart 2015. Caroline van den Bel en Carolien Konijn Voortgangsmonitor Driehuis en gezinshuizen JiO 9 maart 2015 Caroline van den Bel en Carolien Konijn Voortgangsmonitor Driehuis en gezinshuizen Driehuis en gezinshuizen bij Spirit: doelgroep driehuis: kinderen

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. In het onderhavige onderzoek staan de volgende vragen centraal:

Samenvatting. Vraagstelling. In het onderhavige onderzoek staan de volgende vragen centraal: Samenvatting Naar schatting hebben jaarlijks ongeveer 50 à 60 duizend minderjarige kinderen te maken met een scheiding. Deze kinderen hebben gemiddeld vaker problemen dan kinderen van gehuwde of samenwonende

Nadere informatie

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? Thuis en op school heb je allerlei waarden meegekregen. Sommigen passen bij je, anderen misschien helemaal niet. Iedereen heeft waarden. Ken

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Vragenlijst om je Mind-set in kaart te brengen

Vragenlijst om je Mind-set in kaart te brengen Vragenlijst om je Mind-set in kaart te brengen Om je bewust te worden van directe loyaliteiten is het noodzakelijk om alle ideeën, oordelen en de geleefde relationele realiteit van je voorouders in kaart

Nadere informatie

Welkom. Pedagogische verwaarlozing anno 2013. Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl

Welkom. Pedagogische verwaarlozing anno 2013. Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl Welkom Pedagogische verwaarlozing anno 2013 Bron: Haren de Krant d.d. 22 april 2010 1 2 Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl Vraagstelling n.a.v. twitterbericht d.d. 12-06-2013 van Chris Klomp

Nadere informatie

Samen eenzaam. Frida den Hollander

Samen eenzaam. Frida den Hollander Samen eenzaam Samen eenzaam Frida den Hollander Tweede editie Schrijver: Frida den Hollander Coverontwerp: Koos den Hollander Correctie: Koos den Hollander ISBN:9789402122442 Inhoud Inleiding 1 Ik ben

Nadere informatie

Triple P Divers: nog beter aansluiten bij migrantenouders

Triple P Divers: nog beter aansluiten bij migrantenouders Triple P Divers: nog beter aansluiten bij migrantenouders Voor wie? Deze brochure is bedoeld voor alle beroepskrachten die met Triple P werken of daar in de toekomst mee aan de slag willen gaan. Triple

Nadere informatie

Onderzoeksfiche nr. e00687.pdf. 1. Referentie

Onderzoeksfiche nr. e00687.pdf. 1. Referentie 1. Referentie Referentie de Hoog, S. & Bakhuys Roozeboom, M. (2006). Zo vader, zo zoon... Het effect van de daadwerkelijke en ideale taakverdeling van Turkse, Marokkaanse en autochtone vaders op de opvattingen

Nadere informatie

Alleenstaande opvoeders steunen elkaar

Alleenstaande opvoeders steunen elkaar Alleenstaande opvoeders steunen elkaar Riny Koersen, orthopedagoge, Community Support Het aantal alleenstaande ouders in Nederland blijft toenemen. Opvoeden en grootbrengen in één hand. In de Gemeente

Nadere informatie

Zorggebruik. 5.1 Inleiding. 5.2 Contact eerste lijn

Zorggebruik. 5.1 Inleiding. 5.2 Contact eerste lijn Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (H van Lindert, M Droomers, GP Westert.. Een kwestie van verschil: verschillen in zelfgerapporteerde leefstijl, gezondheid

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Swoaistee/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee

Samenvatting. BS De Swoaistee/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Swoaistee Enige tijd geleden heeft onze school BS De Swoaistee deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

Geluksgevoel hangt meer af van je mentale vermogen dan van wat je overkomt

Geluksgevoel hangt meer af van je mentale vermogen dan van wat je overkomt "Geluk is vooral een kwestie van de juiste levenshouding" Geluksgevoel hangt meer af van je mentale vermogen dan van wat je overkomt Ons geluk wordt voor een groot stuk, maar zeker niet alleen, bepaald

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent

Nadere informatie

5 juni 2012 ONDERZOEK BEPERKT WEERBAAR

5 juni 2012 ONDERZOEK BEPERKT WEERBAAR 5 juni 2012 ONDERZOEK BEPERKT WEERBAAR HET ONDERZOEK In opdracht van het ministerie van volksgezondheid, welzijn en sport Uitgevoerd door onderzoekers van Rutgers WPF en Movisie Hoofdvragen Hoe vaak komt

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet?

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Stijging criminaliteit meisjes Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Anne-Marie Slotboom Vrije Universiteit Amsterdam 1 BRISBANE 2010 - Steeds meer jonge meisjes tussen tien en veertien

Nadere informatie

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

We merken dat migrantencliënten anders aankijken tegen een beperking. Hoe kunnen we daarmee omgaan?

We merken dat migrantencliënten anders aankijken tegen een beperking. Hoe kunnen we daarmee omgaan? We merken dat migrantencliënten anders aankijken tegen een beperking. Hoe kunnen we daarmee omgaan? Migranten kunnen anders tegen een beperking aankijken. Zij zien de beperking vaak als ziekte en houden

Nadere informatie

Kinderen in West gezond en wel?

Kinderen in West gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in West gezond en wel? 1 Wat valt op in West? Voor West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Persbericht. 31 juli 2013. Werkloosheid en bezuinigingen grootste problemen in Twentse gemeenten

Persbericht. 31 juli 2013. Werkloosheid en bezuinigingen grootste problemen in Twentse gemeenten Persbericht 31 juli 2013 Werkloosheid en bezuinigingen grootste problemen in Twentse gemeenten Werkloosheid en bezuinigingen zijn volgens inwoners van Twente verreweg de grootste problemen in hun gemeenten.

Nadere informatie

Etnische en generatieverschillen in lekenopvattingen over internaliserende problemen

Etnische en generatieverschillen in lekenopvattingen over internaliserende problemen Etnische en generatieverschillen in lekenopvattingen over internaliserende problemen Esmée E. Verhulp Ontwikkelingspsychologie - Universiteit Utrecht Met dank aan: Gonneke Stevens, Wilma Vollebergh, Trees

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg

Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Anne Brabers, Margreet Reitsma en Roland Friele. Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

Nadere informatie

Vara - Kassa 3 Resultaten Aflevering 6 winkelpersoneel 1 12 juni 2007

Vara - Kassa 3 Resultaten Aflevering 6 winkelpersoneel 1 12 juni 2007 Vara - Kassa 3 Resultaten Aflevering 6 winkelpersoneel 1 12 juni 2007 1 onderzoeksgegevens mogen alleen gebruikt worden onder vermelding van YoungVotes en de VARA Factsheet Jongeren en de Kwaliteit van

Nadere informatie

Scholen in de Randstad sterk gekleurd

Scholen in de Randstad sterk gekleurd Scholen in de Randstad sterk gekleurd Marijke Hartgers Autochtone en niet-westers allochtone leerlingen zijn niet gelijk over de Nederlandse schoolvestigingen verdeeld. Dat komt vooral doordat niet-westerse

Nadere informatie

BS It Pertoer/ Weidum Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS It Pertoer Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst

BS It Pertoer/ Weidum Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS It Pertoer Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst BS It Pertoer/ Weidum Samenvatting Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS It Pertoer Enige tijd geleden heeft onze school BS It Pertoer deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland

Nadere informatie

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM RAPPORT OKTOBER 2017 Discriminatiemonitor TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM Midden-Drenthe Colofon Titel Discriminatiemonitor Midden-Drenthe Datum Oktober 2017 Trendbureau Drenthe, onderdeel

Nadere informatie

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet Enige tijd geleden heeft onze school BS De Petteflet deelgenomen aan de oudertevredenheidspeiling. In heel Nederland hebben in totaal 218522 ouders

Nadere informatie

BIJLAGE CULTUURDIMENSIES

BIJLAGE CULTUURDIMENSIES 0 BIJLAGE CULTUURDIMENSIES Aan de hand van de data uit het werk van Hofstede, Hofstede, & Minkov (2016 (1991)) / Hofstede Insights zijn landenscores te bepalen op zes cultuurdimensies. Gezien de diversiteit

Nadere informatie

Integratieonderzoek. Rapport. Ronald Baden. E9787/88 november 2007

Integratieonderzoek. Rapport. Ronald Baden. E9787/88 november 2007 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport Integratieonderzoek Ronald Baden E9787/88 november 2007

Nadere informatie

Kinderen in Centrum gezond en wel?

Kinderen in Centrum gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Centrum gezond en wel? 1 Wat valt op in Centrum? Voor Centrum zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van

Nadere informatie

Introductie cultuursensitief werken: een kwestie van kennis én houding

Introductie cultuursensitief werken: een kwestie van kennis én houding Introductie cultuursensitief werken: een kwestie van kennis én houding Cor Hoffer cultureel antropoloog en socioloog Info: www.corhoffer.nl 1 Onderwerpen: migratie cultuursensitief werken korte oefening

Nadere informatie

Algemene gegevens: Enquete is ingevuld door: Mannen: 21% Vrouwen: 79%

Algemene gegevens: Enquete is ingevuld door: Mannen: 21% Vrouwen: 79% Uit een enquete met als onderwerp Klagende ouders van Ortho Consult in Oirschot hebben 250 enthousiaste respondenten uit het Nederlands onderwijs deelgenomen. Het onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding

Nadere informatie

Opvoedingsondersteuning De behoefte van christelijke ouders

Opvoedingsondersteuning De behoefte van christelijke ouders Opvoedingsondersteuning De behoefte van christelijke ouders Juli 2009 Dr. N.A. (Nico) Broer P.M. (Elly) van der Gouwe-Dingemanse Msc Voor verwijzing Broer, N.A. & Gouwe-Dingemanse, P.M. van der, (2009).

Nadere informatie

Duurzame ontwikkeling

Duurzame ontwikkeling Duurzame ontwikkeling Rapportage duurzaamheid en groene energie 2010 Onderzoek & Statistiek Groningen is ondergebracht bij de dienst SOZAWE van de Gemeente Groningen Duurzame ontwikkeling Rapportage duurzaamheid

Nadere informatie

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers. Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt

Nadere informatie

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders

Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Veranderingen in arbeidsparticipatie van gescheiden moeders Suzanne Peek Gescheiden moeders stoppen twee keer zo vaak met werken dan niet gescheiden moeders. Ook beginnen ze vaker met werken. Wanneer er

Nadere informatie

Betekenis van vaderschap

Betekenis van vaderschap Betekenis van vaderschap Conferentie vader-empowerment G.O.Helberg Kinder-en Jeugdpsychiater Materiaal ontleed aan onderzoek: Prof. dr. Louis Tavecchio Afdeling POWL, Universiteit van Amsterdam Een paar

Nadere informatie

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 Datum: 31 Mei 2013 Opdrachtgever: FNV Jong Onderzoeksbureau: YoungVotes TM (DVJ Insights) Contactpersoon FNV Jong: Esther de Jong, Kim Cornelissen Contactpersoon YoungVotes:

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Opvoeden na partner geweld Trees Pels Katinka Lunneman Jodi Mak Susanne Tan Meta Flikweert Marjolijn Distelbrin Majone Steketee

Opvoeden na partner geweld Trees Pels Katinka Lunneman Jodi Mak Susanne Tan Meta Flikweert Marjolijn Distelbrin Majone Steketee Opvoeden na partner geweld Trees Pels Katinka Lunneman Jodi Mak Susanne Tan Meta Flikweert Marjolijn Distelbrin Majone Steketee Financiers: Gemeente Rotterdam Gemeente Amsterdam Gemeente Utrecht Gemeente

Nadere informatie