ZIEKTEVERZUIM EN WAO-INSTROOM IN DE LINNENVERHUUR-, WASSERIJ- EN TEXTIELREINIGINGSBEDRIJVEN Eindmeting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ZIEKTEVERZUIM EN WAO-INSTROOM IN DE LINNENVERHUUR-, WASSERIJ- EN TEXTIELREINIGINGSBEDRIJVEN Eindmeting"

Transcriptie

1 ZIEKTEVERZUIM EN WAO-INSTROOM IN DE LINNENVERHUUR-, WASSERIJ- EN TEXTIELREINIGINGSBEDRIJVEN Eindmeting P06/403 november 2006 mw. drs. Petra G.M. Molenaar-Cox mw. ir. Carla G.L. van Deursen met medewerking van Jannet W. Kralt Bureau AStri Stationsweg AV Leiden Tel.: Fax: Website

2

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Aanleiding voor het onderzoek Vraagstelling 2 2 METHODE VAN ONDERZOEK Opzet in het kort Omvang van de steekproef Inhoud van de vragenlijst Wijze van benadering bedrijven Respons Analyse 13 3 KENMERKEN VAN BEDRIJVEN EN VERZUIMREGISTRATIE Kenmerken van de deelnemende bedrijven Beschikbaarheid van verzuimregistraties en verzuimoverzichten Gehanteerde definities van ziekteverzuim Aanleveringvorm, informatiebron en volledigheid verzuimgegevens 25 4 EINDMETING: ZIEKTEVERZUIM EN WAO IN DE EERSTE HELFT VAN Ziekteverzuimpercentage in de eerste helft van Meldingsfrequentie in de eerste helft van Ziekteverzuim van mannen en vrouwen Afwezigheid wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof Percentage verzuimers langer dan 365 dagen als indicatie voor WAO-instroom 35 5 VERGELIJKING Kenmerken van de steekproeven Ziekteverzuim Percentage langdurig zieken 42 6 SAMENVATTING 43 BIJLAGE 1: TEKST VAN DE VOORAANKONDIGINGSBRIEF 51 BIJLAGE 2: TEKST VAN DE BEGELEIDENDE BRIEF BIJ DE VRAGENLIJST 55 BIJLAGE 3: DE VRAGENLIJST 57

4

5 1 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het onderzoek Op 21 november 2002 hebben de overheid en de sociale partners in de branche Linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbedrijven een arboconvenant gesloten. Hierin zijn afspraken gemaakt over onder meer vermindering van geluid, fysieke belasting, werkdruk, ziekteverzuim en WAO-instroom en verbetering van het klimaat. In de branche worden twee sectoren onderscheiden, namelijk de linnenverhuur- en wasserijbedrijven en de textielreinigingsbedrijven (stomerijen). De sector linnenverhuur- en wasserijbedrijven bestaat uit circa 100 ondernemingen met 150 vestigingen, met een totaal van tot werknemers. De sector textielreinigingsbedrijven telt zo n 600 ondernemingen, 850 vestigingen en circa werknemers. In het arboconvenant zijn over het ziekteverzuim en de WAO-instroom de volgende afspraken gemaakt. 1. Aan het einde van de convenantperiode (dit is 1 juli 2006) is het ziekteverzuimpercentage (exclusief vangnet) gereduceerd met 15 procent ten opzichte van de beginperiode. 2. Aan het einde van de convenantperiode is de WAO-instroom gereduceerd met 15 procent ten opzichte van de beginperiode. AStri heeft van de BBC de opdracht gekregen te evalueren of deze afspraken gerealiseerd worden. Dit is gebeurd door het verzuim en de WAO-instroom over twee tijdstippen te meten: het gehele jaar 2003 (nulmeting) en het eerste halfjaar van 2006 (eindmeting). Omdat per 1 januari 2004 de verplichte loondoorbetalingsperiode voor werkgevers is verlengd van één naar twee jaar, en daarbij de WAO is vervangen door de WIA, is het niet mogelijk om de WAO-instroomcijfres van 2003 en 2006 te vergelijken. In plaats daarvan wordt het percentage werknemers dat langer dan 1 jaar ziek is gebruikt, als indicatie voor de WAOinstroom.

6 2 Dit rapport doet verslag van de eindmeting, waarbij de uitkomsten vergeleken worden met de nulmeting 1. Ook worden conclusies getrokken over het effect van het arboconvenant op het ziekteverzuim en de WAO-instroom. 1.2 Vraagstelling Algemeen De nulmeting van het ziekteverzuim en de WAO-instroom had betrekking op het eerste loopjaar van het arboconvenant (2003). Het was immers niet te verwachten dat de convenantmaatregelen al in het eerste jaar effect zouden hebben op het ziekteverzuim en de WAO-instroom. Er gaat enige tijd overheen voordat op brancheniveau afgesproken maatregelen resulteren in beleid en maatregelen in de afzonderlijke bedrijven. Vervolgens gaat er enige tijd overheen voordat de verbeterde arbeidsomstandigheden merkbare gezondheidseffecten bij de werknemers te zien geven. Introductie van nieuw verzuimbeleid in een bedrijf kan in principe wel meteen tot een lager ziekteverzuim leiden, maar in de regel vinden introducties van nieuw verzuimbeleid dus niet al in het eerste convenantjaar plaats. Daarom is als periode voor de nulmeting het eerste convenantjaar gekozen. Het idee van een keten van beleidsreacties, waarbij het ziekteverzuim en de WAO-instroom, is uitgewerkt in navolgend model. 1 Molenaar-Cox P.G.M. en C.G.L. van Deursen (2004). Ziekteverzuim en WAO-instroom in de linnenverhuur-, wasserij- en textielreinigingsbedrijven, nulmeting Den Haag: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

7 3 Schema: beleidsketen arboconvenant ARBOCONVENANT IMPLEMENTATIE BEDRIJFSBELEID arbo & verzuim MINDER BLOOTSTELLING WERKNEMERS AAN ARBEIDSRISICO S MINDER ZIEKMELDINGEN SNELLERE HERVATTING MINDER BLOOTSTELLINGS- GEVOLGEN = betere gezondheid van werknemers LAGER ZIEKTEVERZUIM MINDER WIA/WAO-INSTROOM Eindmeting over eerste half jaar 2006 De eindmeting van het ziekteverzuim en de WAO-instroom heeft in de laatste jaar van het arboconvenant plaats gevonden (de convenantsperiode eindigt op 31 december 2006). De eindmeting had betrekking op het eerste half jaar van De reden daarvoor is dat de eindevaluatie voor 1 januari 2007 afgerond moet zijn. Het is geen probleem om een ziekteverzuimcijfer dat is berekend over een heel kalenderjaar te vergelijken met een halfjaarcijfer, zolang in het halfjaarcijfer zowel een winter- als een zomerkwartaal zijn opgenomen (zoals in de eindmeting voor deze sector het geval is). In dat geval zijn er immers geen storende seizoensinvloeden.

8 4 De onderzoeksvragen van deze nulmeting zijn als volgt geformuleerd: Wat is voor de branche als geheel en voor de sector linnenverhuur- en wasserijbedrijven en de sector textielreinigingsbedrijven afzonderlijk, over het eerste half jaar van 2006: 1. het ziekteverzuimpercentage in- en exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof, voor mannen en vrouwen? 2. het WAO-instroompercentage? In de praktijk is de WAO-instroom in 2006 niet meer rechtstreeks te vergelijken met die in In de eerste plaats is de wachttijd voor de WAO is tussen 2003 en 2006 verlengd van één naar twee jaar. In de tweede plaats is de WAO verander in de WIA. Het verschil met de WAO is dat de toetredingscriteria zijn met het aangepast Schattingsbesluit strenger geworden en dat het drempelpercentage waarboven men recht op een uitkering heeft verhoogd is van 15 naar 35 procent arbeidsongeschiktheid. Door beide wetswijzigingen is de WAO-instroom landelijk sterk gedaald na Om deze reden wordt voor deze evaluatie het WAOinstroompercentage het percentage werknemers dat 12 maanden of langer ziek is vergeleken. Verdere specificaties en randvoorwaarden van de BBC De BBC heeft daarnaast gevraagd het verzuimpercentage en de WAO-instroom uit te splitsen naar bedrijfsomvang. Vooraf is aangegeven dat zowel de nulmeting als de eindmeting gebaseerd moeten worden op geaggregeerde verzuimgegevens, op te vragen via een enquête onder een representatieve groep bedrijven van voldoende omvang. Als algemene randvoorwaarde voor de opzet is gesteld dat op een zo simpel als mogelijke wijze, een representatieve en betrouwbare nulmeting wordt verricht. Het onderzoek is zodanig opgezet dat het herhaalbaar is. Daardoor kan nu, eind 2006, vastgesteld kunnen worden of de reductiedoelstellingen van 15 procent gehaald zijn. Indeling van het rapport In hoofdstuk 2 wordt de methode van het onderzoek beschreven met een specificatie van de respons en de non-respons. Hoofdstuk 3 beschrijft de kenmerken van de deelnemende bedrijven en hun verzuimregistratie. In hoofdstuk 4 wordt de hoogte van het ziekteverzuim en de WAO-instroom gegeven. In hoofdstuk 5 worden vergelijkingen gemaakt tussen 2003 en 2006 en worden conclusies ge-

9 trokken over het halen van de doelstelling van 15 procent reductie. Hoofdstuk 6 vormt een samenvatting van het onderzoek, waarbij de belangrijkste cijfers in grafieken worden weergeven. 5

10 6

11 7 2 METHODE VAN ONDERZOEK 2.1 Opzet in het kort Voor de bepaling van de ziekteverzuimkengetallen is begin september 2006 een schriftelijke enquête uitgezet onder alle linnenverhuur- en wasserijbedrijven in Nederland en een steekproef van textielreinigingsbedrijven. In het vervolg duiden wij de linnenverhuur- en wasserijbedrijven aan met wasserijen en de textielreinigingsbedrijven met stomerijen. Twee weken na verzending is gestart met telefonische rappellering. Wanneer dat nodig was, is een bedrijf meerdere malen gerappelleerd. 2.2 Omvang van de steekproef Aan te schrijven aantal bedrijven en steekproefkader Voor de steekproeftrekking heeft de projectorganisatie haar adressenbestand beschikbaar gesteld. Dit adressenbestand bevat 563 (in 2003 nog 641) ondernemingen en vestigingen. Het bestand omvat niet de hele sector, maar wel een grote meerderheid. Het betreft de bedrijven die bij een werkgeversorganisatie zijn aangesloten en zelfmelders voor het arboconvenant. Van de 392 stomerijen hebben er 93 aan de nulmeting deelgenomen en van 30 is tijdens de nulmeting gebleken dat het zelfstandigen zonder personeel betreft. Deze zzp ers niet meegenomen in de steekproeftrekking. Degenen die aan de nulmeting hebben deelgenomen, zijn juist allemaal meegenomen in de steekproef. Uit de resterende 269 adressen is een aselecte steekproef van 157 getrokken, om samen met de 93 bedrijven die aan de nulmeting deelnamen, op 250 uit te komen. In tabel 2.1 is het aantal beschikbare ondernemingen en het aantal aangeschreven ondernemingen (en vestigingen) per sector weergegeven. De aangeschreven wasserijen betreffen alle bedrijven die in het adressenbestand opgenomen waren. De zes grote wasserijen zijn op centraal niveau aangeschreven. In de sector textielreinigingsbedrijven bestaan geen grote concerns 2. 2 Wel bestaan er in deze sector franchiseketens, die soms verzuimcijfers voor alle bij de keten aangesloten bedrijven kunnen leveren.

12 8 Tabel 2.1 Steekproefaantallen eindmeting ziekteverzuim sector beschikbare adressen aangeschreven bedrijven aantal vestigingen wasserijen stomerijen totaal Inhoud van de vragenlijst In de vragenlijst is de informatie opgevraagd die nodig is om de gewenste verzuimgegevens te berekenen. Het betreft de volgende gegevens: - naam-, adres- en woonplaatsgegevens en adres van de invuller; - verzuimpercentage of aantal verzuimdagen in- en exclusief zwangerschap over de eerste helft van 2006 (totaal en mannen en vrouwen afzonderlijk); - meldingsfrequentie of aantal ziekmeldingen over de eerste helft van 2006 (totaal en voor mannen en vrouwen afzonderlijk); - aantal personen dat in de eerste helft van 2006 de grens van 1 jaar aaneengesloten dagen verzuim bereikte; - aantal personen dat in de eerste helft van 2006 de grens van 2 jaar verzuim bereikte, onderverdeeld naar: geen WIA-uitkering, gedeeltelijke WIA-uitkering (WGA), tijdelijk volledige WIA-uitkering (WGA), blijvend volledige WIAuitkering (IVA), uitslag WIA-keuring onbekend; - gehanteerde definities van de opgegeven ziekteverzuimkengetallen (op 7 verschillende punten: tijdseenheid van registratie, wijze waarop gedeeltelijk verzuim geteld wordt, wijze waarop therapeutisch werken geteld wordt, toepassing parttimercorrectie, al dan niet afkappen bij 365 dagen, al dan niet meerekenen zwangerschapsgerelateerd verzuim); - aantal personeelsleden/personeelssterkte en aantal formatieplaatsen/- fulltimerequivalenten op 1 januari 2006 en 30 juni december 2006 (totaal en mannen en vrouwen afzonderlijk). Opgave verzuim zover mogelijk conform landelijke standaard In 1996 zijn in Nederland nieuwe standaard rekenregels voor het meten van ziekteverzuim afgesproken. Deze zijn vastgelegd in de zogenoemde PUV-standaard

13 9 (Projectgroep Uniformering Verzuimgrootheden) 3. Enkele kenmerken van de berekening van het verzuimpercentage volgens de PUV-standaard zijn: - gedeeltelijk verzuim wordt naar rato van de verzuimde werktijd meegeteld; - verzuim van parttimers wordt naar rato van de aanstellingsomvang meegewogen in de gemiddelden; - therapeutisch werken wordt als volledig verzuim meegerekend; - zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt ofwel niet meegerekend, ofwel er worden twee percentages berekend, namelijk in- en exclusief zwangerschap; - verzuim dat de duur van 365 dagen overschrijdt, wordt niet meegerekend. Onze ervaring is dat lang niet alle bedrijven en arbodiensten het verzuimpercentage geheel volgens deze standaard berekenen. In de vragenlijst is er daarom voor gekozen om de bedrijven het verzuim zoveel als mogelijk volgens de PUVstandaard op te laten geven, maar afwijkingen hiervan ook te accepteren. In de vragenlijst wordt gevraagd welke definities men hanteert bij de opgave, met daarbij aangegeven welke, indien men hierin een keuze heeft, onze voorkeur heeft. Hierdoor kan in de analysefase nagegaan worden in hoeverre er afwijkingen zijn en wat dit globaal betekent voor de hoogte van het ziekteverzuim. Voor monitoringdoeleinden maakt het niet uit of de verzuimcijfers al dan niet op uniforme definities gebaseerd zijn. Dit op voorwaarde dat zich in de nulmeting en in de eindmeting vergelijkbare definitieverschillen voordoen. Tenzij bedrijven of hun arbodiensten op grote schaal op andere verzuimregistratiesystemen of andere definities overgaan, zal aan deze voorwaarde voldaan kunnen worden. 2.4 Wijze van benadering bedrijven Verzending vooraankondiging De geselecteerde bedrijven zijn een week voorafgaand aan de verzending van de vragenlijsten op de hoogte gesteld van het onderzoek via een vooraankondigingbrief (zie bijlage 1). Deze mailing is medio augustus 2006 verzorgd door AStri. De tekst van deze vooraankondiging is opgesteld in overleg met de projectorganisatie. De brief is gestuurd uit naam van en op briefpapier van de projectorganisatie. 3 Projectgroep Uniformering Verzuimgrootheden (1996). Berekening van ziekteverzuim: standaard voor verzuimregistratie (PUV). Amsterdam: Nederlands Instituut voor Arbeidsomstandigheden.

14 10 Verzending vragenlijst De vragenlijst (zie bijlage 3) is eind augustus 2006 door AStri verstuurd, met een begeleidende brief van AStri zelf (zie bijlage 2) en een portvrije antwoordenvelop waarmee de vragenlijst geretourneerd kon worden. Voor de kaft van de vragenlijst is papier met het logo van de projectorganisatie gebruikt. De schriftelijke vragenlijsten zijn per post verzonden. Daarnaast is de mogelijkheid geboden om per een digitale versie van de vragenlijst op te vragen (in Word), deze digitaal in te vullen en per aan te retourneren. Van deze mogelijkheid heeft één bedrijf gebruik gemaakt. Telefonische rappellering Om een zo hoog mogelijke respons te realiseren is twee weken na het verzenden van de vragenlijsten begonnen met het telefonisch rappelleren van bedrijven waarvan nog geen ingevulde vragenlijst was ontvangen. Daartoe moesten eerst de telefoonnummers opgezocht worden, omdat deze ontbraken in het adressenbestand. De telefonische rappellering liep door tot eind september. Voor alle bedrijven die nog niet gereageerd hadden is ten minste één belpoging gedaan. Tijdens het telefonisch contact is nagegaan of de vragenlijst bij de juiste persoon terecht is gekomen, is er zonodig voor gezorgd dat dit alsnog gebeurde, zijn eventuele technische inhoudelijke vragen beantwoord en is zonodig het belang van het onderzoek benadrukt. In enkele gevallen is de vragenlijst telefonisch afgenomen. 2.5 Respons Overzicht respons en non-respons In tabel 2.2 wordt een volledig overzicht gegeven van de respons, non-respons en oneigenlijke respons. Daarbij is, net als in het adressenbestand het geval is, uitgegaan van vestigingsniveau. De zes ondernemingen die op concernniveau zijn aangeschreven tellen dus mee voor het aantal vestigingen dat met de vragenlijst vertegenwoordigd wordt 4. Deel steekproef betreft zelfstandigen zonder personeel Van 30 ondernemingen is uit de geretourneerde vragenlijst of tijdens het telefonische rappel duidelijk geworden dat het eenmansbedrijven (ofwel zelfstandigen zonder personeel) betreft. Omdat ziekteverzuim per definitie betrekking heeft op personeel in loondienst, vallen zij buiten de doelgroep van dit onderzoek. 4 Elk van deze zes ondernemingen heeft de vragenlijst ingevuld geretourneerd.

15 11 Deel steekproef was niet bereikbaar Zoals in tabel 2.2 te zien is onder de kop non-respons, waren 64 bedrijven niet bereikbaar. Naast bedrijven waarvan de vragenlijst onbestelbaar retour kwam, geen telefoonnummer gevonden kon worden of het telefoonnummer afgesloten bleek te zijn, rekenen wij hiertoe ook bedrijven waar de telefoon na meerdere malen proberen niet werd opgenomen. Bij het berekenen van het responspercentage gaan wij ervan uit dat al deze bedrijven niet meer actief zijn. Zij worden daarom niet tot de doelgroep van dit onderzoek gerekend. Redenen van non respons In totaal zijn er 184 bedrijven waarvan we aannemen dat die wel tot de doelgroep behoren, maar waarvan we geen vragenlijst hebben ontvangen. De redenen zijn uiteenlopend. We slaagden er bijvoorbeeld niet altijd in om binnen de looptijd van het veldwerk de juiste persoon te spreken te krijgen, er waren bedrijven die beloofden de vragenlijst terug te sturen, maar dat uiteindelijk niet deden, en de gebruikelijke argumenten zoals te druk of ziet nut van onderzoek niet in. Tabel 2.2 Overzicht respons, gebaseerd op vestigingen wasserijen stomerijen totaal aantal aangeschreven vestigingen bedrijven respons (=bruikbare vragenlijsten) schriftelijk (vragenlijst) telefonisch (n.a.v. rappel) non-respons niet bereikbaar (=oneigenlijke non-respons) wel bereikt (= echte non-respons) éénmansbedrijven (=oneigenlijke (non)respons) responspercentage - bruto 44% 30% 36% - netto 50% 43% 46%

16 12 Bruto respons: 36 procent In totaal is van 151 van de 423 aangeschreven ondernemingen (waarbij concerns zijn geteld naar het aantal vestigingen) een bruikbare vragenlijst verkregen. Het bruto responspercentage komt hiermee op 36. Netto responspercentage: 46 procent Voor de representativiteit van de respondenten is niet het bruto, maar het netto responspercentage van belang. Hiermee bedoelen we het percentage bruikbare enquêtes ten opzichte van de feitelijke doelgroep. Hiertoe rekenen we alleen de actieve bedrijven met één of meer werknemers in loondienst. Wanneer de eenmansbedrijven en de niet bereikbare bedrijven buiten beschouwing worden gelaten, resteert een netto steekproef van 329 bedrijven (151 wasserijen en 178 stomerijen). In totaal retourneerden 151 bedrijven/vestigingen een ingevulde, bruikbare vragenlijst, wat neerkomt op een responspercentage van 46. Uitgesplitst naar sectoren is het responspercentage voor de wasserijen 50 en voor de stomerijen 43. De representativiteit van de steekproef is hiermee niet optimaal. Ondanks intensieve telefonische rappellering is het dus niet helemaal gelukt om een respons van meer dan 50 procent te halen. Vergelijking respons met 2003 In 2003 hebben we een respons van 67 procent gerealiseerd, tegenover 46 procent nu. De oorzaken daarvan zijn niet helemaal duidelijk. De benaderingswijze, de inhoud van de vragenlijst en de intensiteit van de rappellering zijn in beide jaren gelijk geweest. Wel kunnen we aangeven dat bij het telefonisch rappelleren opvallend vaak werd aangegeven dat het bedrijf niet langer bestaat of is samengevoegd met een ander bedrijf. Ook bemerkten we bij sommigen een vermoeidheid met betrekking tot arboconvenantactiviteiten. Schriftelijke versus telefonische invulling van de vragenlijst Bij 21 bedrijven (20 stomerijen en 1 wasserij) is de vragenlijst telefonisch afgenomen. Dit is gebeurd bij bedrijven die niet voornemens waren om de vragenlijst in te vullen en op te sturen, maar wel bereid waren enige informatie door te geven mits het niet teveel tijd zou vergen. Om de contactpersoon niet onnodig lang op te houden is daarom niet de hele vragenlijst vraag voor vraag doorgelopen. Er is alleen geïnformeerd naar de belangrijkste cijfers, te weten ziekteverzuimcijfers en omvang van het personeelsbestand. Een meerderheid van deze bedrijven had geen ziekteverzuim in de eerste helft van 2006.

17 Analyse Controle tijdens data-entry De data-entry is verricht door een onderzoeker van AStri. Tijdens het invoeren van de vragenlijsten in de SPSS-datamatrix is kritisch gekeken naar de gegeven antwoorden, met name naar de verzuimcijfers en personeelsaantallen. Daarbij is nagegaan of de antwoorden intern consistent zijn. Wanneer bijvoorbeeld is aangegeven dat het verzuim in uren wordt opgegeven, is bekeken of het aantal opgegeven uren in lijn is met het aantal personeelsleden. Analyses worden verricht op 121 vragenlijsten/cases De analyses zijn verricht met het statistisch verwerkingspakket SPSS. Bedrijven konden naar keuze het verzuimpercentage of het aantal verzuimdagen of -uren opgeven. In de laatste twee gevallen berekenden wij het verzuimpercentage zelf binnen SPSS. Hetzelfde geldt voor de meldingsfrequentie. Alle bewerkingen en berekeningen zijn vastgelegd in programmeersyntaxen en daarmee controleerbaar en herhaalbaar. Doordat een aantal bedrijven cijfers op concernniveau heeft geleverd is het aantal cases dat zal worden meegenomen in de analyses lager dan het aantal cases in het responsoverzicht. In tabellen zal zoveel mogelijk worden aangegeven op hoeveel werknemers en op hoeveel vestigingen/bedrijven de cijfers betrekking hebben. De analyses hebben betrekking op 121 cases die in totaal 151 vestigingen vertegenwoordigen.

18 14

19 15 3 KENMERKEN VAN BEDRIJVEN EN VERZUIMREGISTRATIE In de vragenlijst is niet alleen gevraagd naar informatie die nodig is voor de bepaling van het verzuimpercentage en de meldingsfrequentie, maar ook naar hieraan gerelateerde relevante achtergrondinformatie. Hiervan wordt in dit hoofdstuk verslag gedaan, verwijzend naar het vraagnummer in de vragenlijst (zie bijlage 3). De gegevens waarover gerapporteerd wordt hebben betrekking op 121 vragenlijsten die 151 vestigingen vertegenwoordigen (zie ook hoofdstuk 2). 3.1 Kenmerken van de deelnemende bedrijven Gegevens van de invuller van de vragenlijst en bedrijfsnaam (vragen 1 en 2) De eerste vragen uit de vragenlijst betreffen de naam, het telefoonnummer, de functie en het adres van de invuller van de vragenlijst en de naam van het bedrijf. Hiermee zouden wij navraag kunnen doen in geval de antwoorden onduidelijk of inconsequent waren. Dit bleek in twee gevallen nodig te zijn. Van de verzamelde gegevens is een lijst aangelegd met het oog op het mailen van dit rapport. Van 77 bedrijven is het adres verkregen, zodat we hen dit rapport kunnen mailen. Sector binnen de branche (vraag 3) Van niet alle bedrijven was vooraf met zekerheid bekend of ze binnen het adressenbestand waaruit de steekproef getrokken is, in de juiste sector zijn ondergebracht: linnenverhuur en wasserijen of textielreiniging (stomerijen). Daarom is daarnaar in de vragenlijst nogmaals geïnformeerd. Onderstaande tabel laat zien dat de vooraf veronderstelde indeling niet helemaal overeen kwam met de opgave van de bedrijven zelf.

20 16 Tabel 3.1 Verdeling naar sector volgens adressenbestand en volgens bedrijven zelf sector volgens adressenbestand sector volgens eigen opgave bedrijven wasserijen stomerijen totaal wasserijen (37%) stomerijen (46%) combinatie (17%) totaal 47 (39%) 74 (61%) 121 (100%) Bij het bepalen van de respons per branche is uitgegaan van de branche-indeling zoals die vooraf werd verondersteld te zijn (dus zoals in het gebruikte adressenbestand was aangegeven: 39 procent wasserijen en 61 procent stomerijen). Tijdens het analyseren is uitgegaan van de opgave van de bedrijven zelf (37 procent wasserijen, 56 procent stomerijen en 17 procent combinaties van beiden). Deze verdeling wijkt komt ongeveer overeen met die in Toen bestond de steekproef voor 35 procent uit wasserijen, voor 50 procent uit stomerijen en voor 15 procent uit combinaties. Organisatievorm van het bedrijf (vraag 4) De bedrijven is gevraagd of ze zelfstandig zijn, een onderdeel van een concern zijn of deel uitmaken van een franchiseketen. Het resultaat is als volgt: - 86 procent van de gevallen betreft een zelfstandig bedrijf, - 13 procent is (onderdeel van) een concern, - 1 procent is een franchisebedrijf. In de sector stomerijen en in de sector combinatie wasserij/stomerij is ongeveer 95 procent van de deelnemende bedrijven zelfstandig. Ook in de sector wasserijen betreft het voor het merendeel (71 procent) zelfstandige bedrijven, maar er is hier ook een groot aantal bedrijven dat bij een concern hoort (29 procent). Onderdeel van een franchiseketen is geen enkele wasserij of combinatiebedrijf en 2 procent van de stomerijen. Omvang van het bedrijf (op basis van vraag 23) In tabel 3.2 zijn de aantallen en de bijbehorende percentages bedrijven weergegeven, uitgesplitst naar omvang van het bedrijf en sector. De tabel toont dat bijna driekwart (73 procent) meer dan 10 werknemers heeft. Bij de stomerijen

21 17 daarentegen heeft 89 procent juist mínder dan 10 werknemers. Ook de gemiddelde bedrijfsomvang per sector laat goed zien dat de wasserijen (met gemiddeld 95 werknemers) gemiddeld veel grotere bedrijven zijn dan de stomerijen (met gemiddeld 4 werknemers). Tabel 3.2 Deelnemende bedrijven per sector, naar bedrijfsomvang (aantallen en procentuele verdeling) wasserijen stomerijen combinatie totaal bedrijfsomvang (aantal bedrijven) 1-5 werknemers werknemers werknemers >50 werknemers totaal aantal bedrijven gemiddeld aantal werknemers bedrijfsomvang (%) 1-5 werknemers 18% 86% 40% 53% 6-10 werknemers 9% 3% 10% 6% werknemers 38% 11% 40% 26% >50 werknemers 35% 0% 10% 15% totaal 100% 100% 100% 100% In tabel 3.3 zijn de aantallen en bijbehorende percentages werknemers bij de deelnemende bedrijven weergeven, uitgesplitst naar branche en bedrijfsomvang. Met een voorbeeld wordt duidelijk gemaakt hoe deze tabel gelezen dient te worden: bij de 8 wasserijbedrijven uit tabel 3.2 die in de grootteklasse 1-5 werknemers vallen, werken in totaal 28 personen (tabel 3.3). Deze 28 personen vormen slechts een klein deel van het totale aantal werknemers (4.297) in de wasserijsector: circa 0,6 procent. Uit de tabel wordt duidelijk dat de meeste werknemers in de wasserijen (circa 89 procent) bij een groot bedrijf werken (met meer dan 50 werknemers op concernniveau). Dit betekent ook dat het gemiddelde ziekteverzuimpercentage voor deze sector grotendeels een weerspiegeling zal

22 18 zijn van het verzuim bij de grote bedrijven 5. Hetzelfde zal gelden voor het totaalcijfer, omdat de sector wasserijen veel meer werknemers heeft dan de sector stomerijen. Tabel 3.3 Werknemers in de deelnemende bedrijven per sector, naar bedrijfsomvang (aantallen en procentuele verdeling) wasserijen stomerijen combinatie totaal aantal werknemers 1-5 werknemers werknemers werknemers >50 werknemers totaal percentage werknemers 1-5 werknemers 0,6% 44,1% 3,8% 2,9% 6-10 werknemers 0,9% 6,1% 4,9% 1,4% werknemers 9,7% 49,8% 52,6% 14,8% >50 werknemers 88,8% 0,0% 38,6% 80,9% totaal 100% 100% 100% 100% Ziekteverzuimverzekering (vraag 14) Ongeveer 50 procent van de bedrijven in dit onderzoek geeft aan verzekerd te zijn tegen loondoorbetaling bij ziekteverzuim (in 2003 was dat 47 procent), terwijl 26 procent verklaart niet een dergelijke verzekering te hebben. Van de overige 24 procent is niet bekend of er een ziekteverzuimverzekering is afgesloten, omdat zij deze vraag in de enquête niet beantwoord hebben Het branchecijfer is niet het gemiddelde van bedrijfspercentages, maar het gemiddelde van alle werknemers in de branche. Deze vraag is niet gesteld aan bedrijven die tijdens de rappelleringsronde telefonisch verzuimcijfers hebben doorgegeven.

23 Beschikbaarheid van verzuimregistraties en verzuimoverzichten Ziekteverzuimregistratie binnen het bedrijf (vraag 5) In tabel 3.4 wordt aangegeven of en hoe het ziekteverzuim wordt vastgelegd binnen het bedrijf 7. Meer dan een derde deel van de bedrijven in deze eindmeting (36 procent) geeft aan dat zij het ziekteverzuim zelf niet systematisch vastleggen. Het gaat hierbij voornamelijk om kleine bedrijven (bijna 90 procent heeft maximaal 5 werknemers) die niet of zeer weinig te maken hebben gehad met ziekteverzuim (het gemiddelde verzuimpercentage van deze bedrijven is 0,58). Tabel 3.4 Wijze van vastleggen ziekteverzuim binnen het bedrijf registratiewijze aantal % soort verzuimregistratie geen ziekteverzuimregistratie 44 36% verzuimregistratie in Excel 27 22% verzuimregistratie binnen personeelsinformatie- of salarissysteem 25 21% verzuimregistratie met papieren systeem 21 17% verzuimregistratie met speciaal softwarepakket 16 13% verzuimregistratie via accountant/boekhouder 4 3% verzuimregistratie via arbodienst 3 2% aantal vormen van verzuimregistratie geen ziekteverzuimregistratie 44 36% één registratiewijze 58 48% twee registratiewijzen 19 16% totaal % Verzuimoverzichten van de arbodienst (vraag 6) Gevraagd is of het bedrijf van de arbodienst informatie ontvangt over de hoogte van het ziekteverzuim in het bedrijf. Hierbij is het zelf opvragen van deze informatie via internet ook als ja gerekend. Ongeveer 69 procent ontvangt dit soort informatie. Bedrijven die dit soort informatie niet van de arbodienst ontvangen zijn in meerderheid (bijna 80 procent) kleine bedrijven, met maximaal 10 werknemers. Er zijn acht bedrijven die geen eigen verzuimregistratie hebben, maar wel informatie van de arbodienst ontvangen.

24 20 83 procent beschikt over (gegevens uit) verzuimregistratie In totaal heeft 83 procent van alle bedrijven een interne (binnen het bedrijf zelf) verzuimregistratie en/of ontvangt verzuimoverzichten van de arbodienst. In tegenstelling tot 2003 bestaat er op dit punt geen groot verschil tussen de twee sectoren: bij de stomerijen beschikt 74 procent over gegevens uit een ziekteverzuimregistratie, bij de wasserijen is dit 91 procent Gehanteerde definities van ziekteverzuim In deze paragraaf worden beschreven in hoeverre de deelnemende bedrijven het verzuim hebben opgegeven volgens de landelijke rekenregels voor verzuimregistratie. Deze vragen zijn uitsluitend voorgelegd aan bedrijven die aangaven verzuiminformatie te hebben (via een eigen verzuimregistratie of via de arbodienst). Een deel van deze bedrijven heeft geen ziekteverzuim in de eerste helft van Van deze bedrijven is relatief vaak onbekend welke definities ze hanteren: ofwel ze vullen weet niet in bij de betreffende vragen, ofwel de vragenlijst is telefonisch afgenomen waarbij deze vragen zijn overgeslagen. Omdat deze bedrijven geen ziekteverzuim hebben, zijn de definities ook niet van belang voor de onderlinge vergelijkbaarheid: nulverzuim is per definitie PUV-conform. In deze paragraaf worden daarom alleen de antwoorden verwerkt van de bedrijven die beschikken over een verzuimoverzicht van de arbodienst en/of een eigen registratie, die ook daadwerkelijk informatie over de hoogte van het ziekteverzuim hebben gegeven in de vragenlijst èn waar het ziekteverzuim hoger is dan 0 procent. Dit is voor 43 bedrijven het geval. Eenheid waarin men het ziekteverzuim registreert (vraag 7) In de vragenlijst moest worden aangegeven of men het verzuim registreert in werkuren, vaste werkdagen (5 dagen per week), variabele werkdagen (afhankelijk van de werkdagen van de individuele werknemer) of in kalenderdagen. De registratiewijzen zijn als volgt: - werkuren 24x - vaste werkdagen 10x - variabele werkdagen 3x - kalenderdagen 5x - onbekend 1x De meeste bedrijven registreren het verzuim in werkuren, dus alle wegens ziekteverzuim gemiste werkuren. Als men aangeeft het verzuim in vaste werkdagen 7 Hoewel dit verschil aanzienlijk lijkt, is het statistisch niet significant.

25 21 te registreren wordt hiermee bedoeld dat voor elke medewerker (ongeacht hoeveel dagen deze werkt) hetzelfde aantal werkdagen wordt geteld tussen ziek- en herstelmelding. Voor de hoogte van het ziekteverzuimpercentage maakt het niet uit in welke eenheid het verzuim wordt geregistreerd, mits daar waar relevant de parttimercorrectie wordt toegepast (zie hieronder). Toepassing van parttimercorrectie (vraag 8) Gevraagd is of op het ziekteverzuimpercentage een parttimercorrectie wordt toegepast. Dit is van belang wanneer het ziekteverzuim wordt geregistreerd in vaste werkdagen of in kalenderdagen. De parttimerfractie wordt berekend als het aantal werkuren volgens het contract, gedeeld door het aantal werkuren bij een fulltime aanstelling. In onze berekening gaan wij ervan uit dat een fulltime aanstelling in deze branche 36 uur betreft. Toepassing van de parttimercorrectie wil zeggen dat het ziekteverzuim van werknemers naar rato van hun parttimerfractie is meegenomen bij het opgegeven bedrijfsverzuimpercentage (of het aantal verzuimdagen). Het verzuim van parttimers telt hierdoor minder zwaar mee in het gemiddelde dan dat van fulltimers. Bij de 15 bedrijven waarbij de parttimercorrectie zou moeten worden toegepast (omdat het verzuim in vaste werkdagen of kalenderdagen wordt geregistreerd), is de situatie als volgt: - wordt toegepast 7x - wordt niet toegepast 6x - onbekend 2x Toepassing van de parttimerfractie gebeurt dus niet op grote schaal. Het effect van het niet toepassen van de parttimercorrectie hangt af van de richting van het verschil in verzuimpercentage tussen fulltimers en parttimers. Als parttimers een hoger verzuimpercentage hebben dan fulltimers, is het berekende verzuimpercentage te hoog en vice versa. Als er geen of weinig verschil in verzuimpercentage is tussen fulltimers en parttimers of als er weinig parttimers werken in het bedrijf, heeft het al dan niet toepassen van de parttimercorrectie weinig effect. In dit onderzoek wordt het verzuim van parttimers en fulltimers niet afzonderlijk bepaald. Of, en zo ja in welke mate het verschilt, is dus niet duidelijk. Wel blijkt dat de vrouwen in deze branche vaker parttime werken dan mannen en ook een hoger ziekteverzuim hebben dan mannen. In de branche werken meer vrouwen dan mannen (zie paragraaf 4.3) 8. Niet toepassen van de parttimercorrectie heeft daarmee als gevolg dat het relatief hoge verzuim van vrouwen, te zwaar mee- 8 In de vragenlijst is zowel gevraagd naar het aantal mannen en vrouwen, als naar het aantal formatieplaatsen van mannen en vrouwen. Uit de onderlinge verhouding van het aantal personeelsleden en formatieplaatsen, blijkt dat de parttimerfractie van de vrouwen lager is dan die van de mannen.

26 22 weegt in het gemiddelde. Het zal daarom waarschijnlijk enige overschatting van het verzuim tot gevolg hebben. Verzuim na de 365 e ziektedag (vraag 9) Gevraagd is of bij het op te geven verzuim ook het ziekteverzuim dat na de 365 e ziektedag plaatsvindt meegeteld wordt. Hierbij is in de vragenlijst aangegeven dat het de voorkeur heeft om dat niet mee te tellen, mocht men hierin keuze hebben. De antwoorden zijn als volgt: - wordt niet meegeteld 17x - wordt wel meegeteld 20x - onbekend 6x Een groot deel van de bedrijven, namelijk 17 van de 43 bedrijven, geeft aan dat het verzuim na de 365 e ziektedag niet wordt meegeteld. Volgens 20 bedrijven echter wordt het bij hen wèl meegeteld, wat een overschatting van het ziekteverzuimpercentage tot gevolg heeft. Dit is ook relatief vaker het geval als in Reden is waarschijnlijk de verlengde loondoorbetalingverplichting, waardoor nu ook het verzuim in het tweede kalenderjaar voor rekening van de werkgever (of zijn verzekeraar) komt. Zwangerschapsgerelateerd verzuim (vraag 10) Gevraagd is of bij het op te geven verzuim ook het zwangerschapsgerelateerde verzuim voorafgaand aan of volgend op het officiële zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt meegeteld. Hierbij is in de vragenlijst de voorkeur aangegeven, om het wel mee te tellen, mocht men hierin keuze hebben. De uitkomsten zijn als volgt: - wel meegeteld 18x - niet meegeteld 23x - weet niet/onbekend 2x Een groot deel van de bedrijven geeft dus aan dat zwangerschapsgerelateerd verzuim voorafgaand aan of volgend op het officiële zwangerschaps- en bevallingsverlof niet wordt meegeteld. Dit zal te maken hebben het feit dat dit verzuim onder de Vangnetregeling valt en het bedrijf het doorbetaalde loon bij het UWV kan verhalen. Volgens de standaard voor verzuimregistratie, hoort dit verzuim wel meegeteld te worden. Gedeeltelijk verzuim (vraag 11) De bedrijven is gevraagd hoe bij het op te geven verzuim, het gedeeltelijke verzuim wordt meegeteld (bijvoorbeeld 50% hervatten na een periode van 100%

27 23 verzuim). Hierbij hebben wij aangegeven, dat het de voorkeur heeft het naar rato van de verzuimde werktijd mee te tellen. De registratiewijzen zijn als volgt: - naar rato van verzuimde werktijd 36x - als 100 procent verzuim 5x - weet niet/onbekend 2x De meeste bedrijven registreren het verzuim naar rato van de verzuimde werktijd, wat ook de voorkeurswijze is. Er zijn enkele bedrijven die het als volledig verzuim meetellen, wat een overschatting geeft van het werkelijke verzuimpercentage. Therapeutisch werken (vraag 12) Gevraagd is hoe bij het op te geven verzuim het therapeutisch werken (dit is werken zonder dat hier loonwaarde tegenover staat) wordt meegeteld. Hierbij is als voorkeur aangegeven, om dit als volledig verzuim te beschouwen. De uitkomsten zijn als volgt: - als 100 procent verzuim 39x - geheel niet 3x - weet niet/onbekend 1x Enkele bedrijven tellen therapeutisch werken niet mee als verzuim. Als therapeutisch werken in die bedrijven wel is voorgekomen, geeft dit een onderschatting van het verzuim. Registratie van kortdurende verzuimgevallen (vraag 13) Om te achterhalen of ook alle kortdurende verzuimgevallen binnen het bedrijf gerapporteerd worden, is gevraagd om aan te geven of àlle verzuimgevallen worden meegeteld. Daarbij is aangegeven dat het de voorkeur heeft om inderdaad àlle gevallen mee te tellen. Bij 39 bedrijven worden alle gevallen, ook de kortdurende, meegeteld, bij 4 bedrijven worden korte verzuimgevallen niet of niet altijd geregistreerd. Dit laatste geeft een onderschatting van het verzuimpercentage. Conclusie over onderlinge vergelijkbaarheid verzuimpercentages In tabel 3.5 wordt een overzicht gegeven van het aantal bedrijven dat een afwijkende definitie hanteert op de verschillende punten en van het effect hiervan op het verzuimpercentage

28 24 Tabel 3.5 Afwijkingen van voorkeursdefinities bij die bedrijven, waar in de eerste helft van 2006 sprake was van ziekteverzuim en waarvan het ziekteverzuim ook opgegeven is in de vragenlijst (n=43) aantal aantal waarbij onbekend richting van effect op verzuim%* geen parttimercorrectie verzuim na 365 e ziektedag telt mee zwangerschapsgerelateerd verzuim telt niet mee gedeeltelijk verzuim als volledig verzuim therapeutisch werken niet als verzuim geteld niet alle korte verzuim wordt meegeteld *+=verhogend; -=verlagend Een drietal afwijkingen heeft een verhogend effect op het verzuimpercentage en een drietal heeft een verlagend effect. Over het netto effect kunnen geen uitspraken gedaan worden, omdat daarvoor ook informatie over de omvang van het bedrijf en de mate waarin zwangerschapsgerelateerd verzuim, verzuim langer dan 1 jaar en aangepast werk voorkomen nodig is. In het algemeen kan gesteld worden dat definitieverschillen die vooral bij langdurige verzuimgevallen van belang zijn (gedeeltelijk verzuim, therapeutisch werken en verzuim na 365 e ziektedag), een groot effect kunnen hebben op de hoogte van het verzuimpercentage. Effecten van de parttimercorrectie en het niet meetellen van kort verzuim zijn over het algemeen relatief klein. Conclusie over vergelijkbaarheid met 2003 Systematisch vaker dan in 2003 tellen bedrijven in 2006 ook het ziekteverzuim in het tweede ziektejaar mee in het verzuimpercentage. Dit is niet conform de standaard, maar was kennelijk voor deze bedrijven niet anders mogelijk. Reden is waarschijnlijk de verlengde loondoorbetalingverplichting, waardoor nu ook het verzuim in het tweede kalenderjaar voor rekening van de werkgever (of zijn verzekeraar) komt. De daling van het verzuimpercentage in 2006 kan hierdoor gemaskeerd worden. Het gemiddelde verzuimpercentage over de eerste helft van 2006 kan hierdoor enkele tiende van procenten te hoog zijn uitvallen.

29 Aanleveringvorm, informatiebron en volledigheid verzuimgegevens Aanleveringvorm gegevens hoogte ziekteverzuim (vraag 15) Gevraagd is hoe men de hoogte van het ziekteverzuim in de vragenlijst op zal geven: in werkuren, in werkdagen, in kalenderdagen of als kant en klaar verzuimpercentage. De uitkomsten zijn als volgt: - verzuimde werkuren 11% - verzuimde werkdagen 5% - verzuimde kalenderdagen 3% - verzuimpercentage 18% - geen informatie beschikbaar 7% - niet van toepassing: geen ziekteverzuim 56% Bij in totaal 74 procent van de bedrijven werd het verzuimpercentage dus kant en klaar aangeleverd (als verzuimpercentage of als 0% verzuim). Bij 19 procent van de bedrijven moest het verzuimpercentage nog door ons berekend worden. Zeven procent van de bedrijven kon geen informatie over de hoogte van het ziekteverzuim verstrekken. Aanleveringvorm gegevens aantal ziekmeldingen. Gevraagd is hoe men het aantal ziekmeldingen in de vragenlijst op zal geven: in totaal aantal meldingen, als een kant en klare ziekmeldingsfrequentie of geheel niet. De uitkomsten zijn als volgt: - totaal aantal ziekmeldingen 34% - ziekmeldingsfrequentie 4% - geen informatie beschikbaar 6% - niet van toepassing: geen ziekteverzuim 56% De bedrijven die bij de vorige vraag aangaven dat er in 2003 geen ziekteverzuim was geweest, deden dat logischerwijze ook hier (56 procent). Voor 34 procent van de bedrijven moesten wij de ziekmeldingsfrequentie berekenen op basis van de geleverde informatie over het aantal ziekmeldingen en het aantal personeelsleden. Volledigheid gegevens over hoogte ziekteverzuim, ziekmeldingen, medewerkers en fte s (vragen 17 en 23) Bij vraag 17 is gevraagd de feitelijke informatie over de hoogte van het ziekteverzuim in te vullen, uitgesplitst naar geslacht. Bij vraag 23 is gevraagd naar het aantal medewerkers en formatieplaatsen (fte s) op twee verschillende peildata

30 26 (per 1 januari 2006 en per 30 juni 2006), ook uitgesplitst naar geslacht. De meeste bedrijven kunnen de gevraagde cijfers niet volledig leveren. Wat alle bedrijven wel kunnen leveren is het aantal medewerkers op ten minste één van de twee peildata. Informatie over de hoogte van het ziekteverzuim kan 93 procent van de bedrijven leveren. Informatie over het aantal mannen en vrouwen kunnen ook alle bedrijven leveren, informatie over de hoogte van het ziekteverzuim van mannen en vrouwen 75 procent. Informatiebron voor ziekteverzuim (vraag 19) De vraag naar de informatiebron die uiteindelijk gebruikt is om de ziekteverzuimcijfers te verkrijgen is door 93 respondenten beantwoord. Hieronder wordt weergegeven van welke bron(nen) de aan dit onderzoek deelnemende bedrijven gebruikt hebben gemaakt voor de ziekteverzuimcijfers die in de vragenlijst zijn opgegeven: - 37 procent ontleende de cijfers aan het verzuimoverzicht van de arbodienst; - 29 procent gebruikte (ook) het eigen geautomatiseerde informatiesysteem; - 24 procent geeft aan dat deze vraag niet van toepassing is omdat men niet met verzuim te maken had gehad; - 14 procent haalde de ziekteverzuimcijfers uit Excel.

31 27 4 EINDMETING: ZIEKTEVERZUIM EN WAO IN DE EERSTE HELFT VAN Ziekteverzuimpercentage in de eerste helft van 2006 In tabel 4.1 worden de verzuimpercentages naar bedrijfsomvang (gebaseerd op het gemiddeld aantal werknemers in dienst in de eerste helft van 2006) en branche weergegeven. Ook wordt aangegeven op hoeveel bedrijven (vestigingen) de cijfers betrekking hebben. Het betreft het verzuim exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof. Tabel 4.1 Verzuimpercentage en percentage bedrijven zonder verzuim naar bedrijfsomvang en sector in de eerste helft van 2006 (exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof) verzuimpercentage (n=112) % nulverzuim totaal aantal werknemers aantal vestigingen bedrijfsomvang 1-5 werknemers 0,3% 94% werknemers 0,2% 83% werknemers 2,9% 16% >50 werknemers 6,1% 0% sector wasserijen 5,8% 23% stomerijen 1,1% 91% combinatie 4,0% 59% totaal 5,5% 61% Verzuimpercentage eerste helft 2006 ligt op 5,5 procent Van de ondervraagde bedrijven kan 93 procent (112 vragenlijsten over 141 vestigingen) informatie voor de berekening van het verzuimpercentage verstrekken. Het gemiddelde verzuimpercentage over de eerste helft van 2006 van alle wasserijen en stomerijen tezamen is 5,5 (tabel 4.1). Het verzuimpercentage stijgt

32 28 met de bedrijfsomvang 9. Bij de bedrijven met maximaal 10 werknemers ligt het verzuim rond de 0,2 of 0,3 procent, terwijl het bij de bedrijven met 50 of meer werknemers op 6,1 procent ligt. Ook voor de landelijke verzuimcijfers en in veel andere branches geldt dat het verzuimpercentage stijgt naarmate het bedrijf groter is. Verzuim bij stomerijen relatief laag Het verzuimpercentage van de wasserijen is aanzienlijk hoger dan dat van de stomerijen: 5,8 versus 1,1 procent. Dit hangt samen met het feit dat de sector stomerijen voor het overgrote deel uit kleine bedrijfjes bestaat, die traditioneel een laag verzuimpercentage kennen. Bij één op de tien bedrijven ligt het verzuim op of boven het gemiddelde Bij ongeveer 14 procent van alle bedrijven ligt het verzuim boven het gemiddelde van 5,5 procent. Er zijn geen bedrijven waarbij het verzuimpercentage hoger is dan 10 procent. Ongeveer 80 procent van het bovengemiddelde verzuim zit in de sector wasserijen en 73 procent van het bovengemiddelde verzuim komt voor bij bedrijven met meer dan 50 werknemers. 61 procent bedrijven heeft in de eerste helft van 2006 geen ziekteverzuim Van alle bedrijven heeft 61 procent een verzuimpercentage van 0 in de eerste helft van Logischerwijze betreft dit betreft hoofdzakelijk de kleine bedrijven: van de bedrijven met minder dan 5 werknemers heeft 94 procent geen verzuim, van de bedrijven met 6-10 werknemers is dit 83 procent en van de bedrijven met 10 of meer werknemers 16 procent (tabel 4.1). Het feit dat veel kleine bedrijven opgeven dat ze geen verzuim hebben, wil niet zeggen dat ook helemaal geen sprake is geweest van ziekteverzuim. Uit een eenmalig valideringsonderzoek bij de start van de CBS-werkgeversenquête medio 1995 is gebleken dat er bij de kleine bedrijven (2-9 werknemers) op vrij grote schaal sprake is van onderrapportage. Dit komt door gebrekkige (of afwezige) interne verzuimregistratie. Bij de helft van de bezochte kleine bedrijven die opgaven in een bepaalde periode geen verzuim te hebben, bleek toch sprake te zijn geweest van ziekteverzuim. Waarschijnlijk zal dit ook het geval zijn in de kleine stomerijen. 9 Binnen de bedrijfsgrootteklassen is niet helemaal de gebruikelijke trend zichtbaar (hoe groter het bedrijf, hoe hoger het verzuimpercentage).bij de bedrijven met 5 of minder werknemers lijkt het ziekteverzuim iets hoger dan het verzuim bij de iets grotere bedrijven (0,3 versus 0,2 procent). Het verzuimcijfer in de groep kleinste bedrijven wordt wat omhoog gestuwd door een drietal bedrijven die een verzuimpercentage tussen de 2 en 4,5 procent hebben. Bovendien maken de bedrijven met 6-10 werknemers slechts 6 procent van de steekproef uit, waardoor er rekening mee meten houden dat het werkelijke verzuim in deze subgroep waarschijnlijk iets hoger ligt.

33 29 Vergelijking met landelijke cijfers niet goed mogelijk Sinds 2004 houdt het CBS cijfers over ziekteverzuim in Nederland bij in de Nationale Verzuimstatistiek (NVS). Cijfers over particuliere bedrijven (de voorganger van de NVS) zijn echter sinds het 1 e kwartaal van 2004 niet meer beschikbaar en evenmin zijn recentere cijfers dan over 2004 beschikbaar. De in tabel 4.2 weergegeven percentages zijn dan ook de landelijke cijfers over 2004, die niet te vergelijken zijn met de ziekteverzuimcijfers voor de wasserijen en stomerijen over de eerste helft van We presenteren ze uitsluitend als algemene achtergrondinformatie. Tabel 4.2 Landelijke verzuimpercentages (exclusief zwangerschap) 2004 en verzuimpercentages van wasserijen en stomerijen eerste helft e helft 2006 landelijk verzuimcijfer* 4,6% 1-9 werknemers landelijk 3,1% werknemers landelijk 4,0% 100 of meer werknemers landelijk 5,3% detailhandel* 3,3% commerciële dienstverlening* 3,8% wasserijen en stomerijen totaal 5,5% 1-9 werknemers wasserijen en stomerijen 0,3% werknemers wasserijen en stomerijen 4,8% 100 of meer werknemers wasserijen en stomerijen 6,2% *Bron: Statline CBS, NVS Verzuimpercentages naar bedrijfsomvang, per sector In tabel 4.3 zijn opnieuw de verzuimpercentages naar bedrijfsomvang weergegeven, ditmaal uitgesplitst per sector. Bij elke sector zien we min of meer het gebruikelijke beeld (met daarbij de opmerking die aan het begin van deze paragraaf gemaakt is), namelijk dat het verzuimpercentage stijgt naarmate het bedrijf groter is.

34 30 Tabel 4.3 Verzuimpercentage en percentage bedrijven zonder verzuim per sector naar bedrijfsomvang in de eerste helft van 2006 (exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof), per sector verzuimpercentage % nulverzuim totaal aantal werknemers aantal vestigingen wasserijen (n=40) bedrijfsomvang 1-5 werknemers 0,8% 86% werknemers 0,4% 67% werknemers 3,5% 7% >50 werknemers 6,1% 0% totaal 5,8% 23% stomerijen (n=55) bedrijfsomvang 1-5 werknemers 0,1% 96% werknemers 0,0% 100% werknemers 2,5% 25% 89 5 >50 werknemers totaal 1,1% 91% combinatie (n=17) bedrijfsomvang 1-5 werknemers 0,6% 88% werknemers 0,0% 100% werknemers 2,1% 29% >50 werknemers 9,2% 0% 84 1 totaal 4,0% 59% Alleen binnen de bedrijven met werknemers zijn de aantallen werknemers zodanig dat de drie sectoren onderling vergeleken kunnen worden. Ook binnen deze grootteklasse blijkt daarbij dat het verzuim in de wasserijen hoger ligt dan in de stomerijen. Het verzuimpercentage in de combinatiebedrijven is in deze grootteklasse het laagst.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld. Inhoudsopgave 1. Verzuim naar geslacht 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Verzuim naar grootteklasse 4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd 5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 6.

Nadere informatie

ZIEKTEVERZUIM AMBULANCEZORGINSTELLINGEN 2002 op basis van een schriftelijke enquête onder instellingen

ZIEKTEVERZUIM AMBULANCEZORGINSTELLINGEN 2002 op basis van een schriftelijke enquête onder instellingen ZIEKTEVERZUIM AMBULANCEZORGINSTELLINGEN 2002 op basis van een schriftelijke enquête onder instellingen 18 december 2003 mw.ir. Carla G.L. van Deursen AStri Stationsweg 26 2312 AV Leiden Tel.: 071 512 49

Nadere informatie

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector Verzuimanalyse MBO-sector 3 e kwartaal 2011 t/m 2 e kwartaal 2012 MBO Raad Woerden, November 2012 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 4 3. Van registratie naar

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld. Inhoudsopgave 1. Tijdreeks verzuimcijfers 2. Verzuim naar geslacht 3. Verzuim naar grootteklasse 4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd 5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 6.

Nadere informatie

Periodieke Brancherapportage 2013-2014

Periodieke Brancherapportage 2013-2014 Periodieke Brancherapportage 2013-2014 Peildatum: 1 juli 2014 Brancheorganisatie: Datum: oktober 2014 Sectormanager: Telefoonnummer: Zonder toestemming van de sectormanager mogen de in deze rapportage

Nadere informatie

Ziekteverzuimregistratie

Ziekteverzuimregistratie Datum 22 juli 2002 Ons kenmerk EA2002/81344 zie verzendlijst Onderdeel directie Politie Inlichtingen M.Hendriks/F.v.Gessel T (070) 426 6809 F (070) 426 6809 Uw kenmerk Onderwerp Ziekteverzuimregistratie

Nadere informatie

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector Verzuimanalyse MBO-sector 1 e kwartaal 2013 t/m 4 e kwartaal 2013 MBO Raad Woerden, april 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 3 3. Van registratie naar informatie...

Nadere informatie

Periodieke Brancherapportage 2014

Periodieke Brancherapportage 2014 Periodieke Brancherapportage 2014 Peildatum: 1 januari 2015 Brancheorganisatie: Datum: Februari 2015 Sectormanager: Jaap Tinga Telefoonnummer: Zonder toestemming van de sectormanager mogen de in deze rapportage

Nadere informatie

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector Verzuimanalyse MBO-sector 3 e kwartaal 2014 t/m 2 e kwartaal 2015 MBO Raad Woerden, oktober 2015 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 3 3. Van registratie naar informatie...

Nadere informatie

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector Verzuimanalyse MBO-sector 1 e kwartaal 2015 t/m 4 e kwartaal 2015 MBO Raad Woerden, April 2016 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 3 3. Van registratie naar informatie...

Nadere informatie

Brancherapportage J C:\Brancherapportages

Brancherapportage J C:\Brancherapportages 23-03-2016 2015 December VOB Brancherapportage J C:\Brancherapportages Vereniging Openbare Bibliotheken ArboNed Kenniscentrum Rapportagedatum: 23-03-2016 Peildatum: 31-12-2015 Sectormanager: Jaap Tinga

Nadere informatie

Brancherapportage J C:\Brancherapportages

Brancherapportage J C:\Brancherapportages 17-03-2017 2015 December VOB Brancherapportage J C:\Brancherapportages Ver. Openbare Bibliotheken ArboNed Kenniscentrum Rapportagedatum: 17-03-2017 Peildatum: 31-12-2016 Sectormanager: Jan Nieuwdorp jan.nieuwdorp@arboned.nl

Nadere informatie

Brancherapportage J C:\Brancherapportages

Brancherapportage J C:\Brancherapportages 07-02-2019 2018 December VOB Brancherapportage J C:\Brancherapportages Vereniging van Openbare Bibliotheken ArboNed Kenniscentrum Rapportagedatum: 07-02-2019 Peildatum: 31-12-2018 Sectormanager: Jan Nieuwdorp

Nadere informatie

Periodieke Brancherapportage 2013-2014

Periodieke Brancherapportage 2013-2014 Periodieke Brancherapportage 2013-2014 Peildatum: 1 juli 2014 Brancheorganisatie: Datum: september 2014 Sectormanager: Telefoonnummer: Zonder toestemming van de sectormanager mogen de in deze rapportage

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Bijlage: De standaard rekenregels voor verzuimmaten...11

Inhoudsopgave. Bijlage: De standaard rekenregels voor verzuimmaten...11 Verzuimanalyse MBO-sector 3 e kwartaal 2013 t/m 2 e kwartaal 2013 MBO Raad Woerden, oktober 2013 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 4 3. Van registratie naar informatie...

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld. Inhoudsopgave 1. Verzuim naar geslacht 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Verzuim naar grootteklasse 4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd 5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 6.

Nadere informatie

Bijlage. Verzuimgegevens Rijk. (excl. Defensie, Hoge Colleges van Staat en Rechtspraak) Man 61.968 Vrouw 45.039

Bijlage. Verzuimgegevens Rijk. (excl. Defensie, Hoge Colleges van Staat en Rechtspraak) Man 61.968 Vrouw 45.039 Bijlage Verzuimgegevens Rijk Aantal medewerkers Rijk 107.007 (excl. Defensie, Hoge Colleges van Staat en Rechtspraak) Man 61.968 Vrouw 45.039 5,2 5,0 1,3 1,0 0,8 1,1 2,5 0,6 Nulverzuim 42 % Aantal medew.

Nadere informatie

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector Verzuimanalyse MBO-sector 3 e kwartaal 2013 t/m 2 e kwartaal 2014 MBO Raad Woerden, oktober 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 3 3. Van registratie naar informatie...

Nadere informatie

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector Verzuimanalyse MBO-sector 1 e kwartaal 2012 t/m 4 e kwartaal 2012 MBO Raad Woerden, april 2013 1 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 4 3. Van registratie naar informatie...

Nadere informatie

Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008

Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008 Ziekteverzuimcijfers sector gemeenten 2008 Versie 23 april 2009 1 Ziekteverzuim bij gemeenten daalt verder tot 5,3 procent in 2008 Het ziekteverzuimpercentage 2 van gemeenten is in 2008 afgenomen tot 5,3

Nadere informatie

0 Brancherapportage J C:\Brancherapportages

0 Brancherapportage J C:\Brancherapportages 12-03-2018 2017 December 0 Brancherapportage J C:\Brancherapportages VOB ArboNed Kenniscentrum Rapportagedatum: 12-03-2018 Peildatum: 31-12-2017 Sectormanager: Jan Nieuwdorp Disclaimer De kwaliteit van

Nadere informatie

Wachtdagen en ziekteverzuim

Wachtdagen en ziekteverzuim Wachtdagen en ziekteverzuim 1 Inhoud presentatie Onderzoeksvraag Uitvoering onderzoek Betrouwbaarheid van de gegevens Uitkomsten Hoofdvraag Neveneffect (verlof) Controlevariabelen Stijgers/dalers Conclusie

Nadere informatie

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003 Inleiding In het arboconvenant Sociale Werkvoorziening is bepaald dat jaarlijks een vergelijkend onderzoek naar de hoogte van het ziekteverzuim

Nadere informatie

Jaarrapportage 2010. Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening

Jaarrapportage 2010. Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening Jaarrapportage 2010 Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening Inhoud Inleiding... 3 Samenvatting... 3 Kerncijfers 2008, 2009, 2010... 4 Participatie... 5 Verzuimontwikkeling...

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld. Inhoudsopgave 1. Verzuim naar geslacht 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Verzuim naar grootteklasse 4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd 5. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 6.

Nadere informatie

Ziekteverzuim naar leeftijd en geslacht, 2002 2005

Ziekteverzuim naar leeftijd en geslacht, 2002 2005 0i07 07 Ziekteverzuim naar leeftijd en geslacht, 2002 2005 Frank van der Linden en Anouk de Rijk Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Voorburg/Heerlen, 2008 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken

Nadere informatie

Voorbeelden Verzuimpercentages

Voorbeelden Verzuimpercentages Voorbeelden Verzuimpercentages I Voorbeelden Verzuimpercentages Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Verzuimpercentages 2... 2 1.1 Waarom verzuimpercentages?... 2 1.2 Verzuimpercentages scherm... 3 1.3 De rapporten...

Nadere informatie

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal Branche Viewer Algemene Ziekenhuizen Kwartaal 2016-1 Inhoudsopgave Voorwoord/Analyse 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie

Nadere informatie

Notitie. Verzuimrapportage 2e kwartaal 2014 1. AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Notitie. Verzuimrapportage 2e kwartaal 2014 1. AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca Notitie AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca VAN : Secretariaat Veneca DATUM : 22 september 2014 ONDERWERP : Verzuimrapportage 2e kwartaal 2014 NUMMER : 20344209 Algemeen Vanaf het

Nadere informatie

Branche Viewer Algemene Ziekenhuizen Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020)

Branche Viewer Algemene Ziekenhuizen Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) Branche Viewer Kwartaal Oude Braak 16 1012 PS Amsterdam (020) 422 97 71 info@vernet.nl www.vernet.nl VERNET Inhoudsopgave Voorwoord/analyse 3 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 4 2. Tijdreeks verzuimcijfers

Nadere informatie

Branche Viewer. Geestelijke Gezondheidszorg. Kwartaal

Branche Viewer. Geestelijke Gezondheidszorg. Kwartaal Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal 2016-3 Inhoudsopgave Voorwoord/Analyse 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie

Nadere informatie

Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020)

Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak 16 1012 PS Amsterdam (020) 422 97 71 info@vernet.nl www.vernet.nl VERNET Inhoudsopgave Voorwoord/analyse 3 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar

Nadere informatie

Branche Viewer VVT. Kwartaal

Branche Viewer VVT. Kwartaal Branche Viewer VVT Kwartaal 2016-4 Inhoudsopgave Voorwoord/Analyse 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 4. Verzuim naar

Nadere informatie

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal Branche Viewer Algemene Ziekenhuizen Kwartaal 2016-2 Inhoudsopgave Voorwoord/Analyse 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie

Nadere informatie

Notitie. Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Notitie. Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca Notitie AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca VAN : Secretariaat Veneca DATUM : 2 april 2014 ONDERWERP : Verzuimrapportage 3e en 4e kwartaal 2013 NUMMER : 20299224 Algemeen Vanaf

Nadere informatie

Vernet Health Ranking

Vernet Health Ranking Naam Voorbeeldorganisatie Vernet-ID 000000 Voorbeeldbranche Vernet Health Ranking De Vernet Health Ranking(*) over 2014 is bekend! De score van uw organisatie is 5,2. Op verschillende verzuimonderdelen

Nadere informatie

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal

Branche Viewer. Algemene Ziekenhuizen. Kwartaal Branche Viewer Algemene Ziekenhuizen Kwartaal 2015-3 Inhoudsopgave 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 4. Verzuim naar

Nadere informatie

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET Branche Viewer Kwartaal Oude Braak 16 1012 PS Amsterdam (020) 422 97 71 info@vernet.nl www.vernet.nl VERNET Inhoudsopgave Voorwoord/analyse 3 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 4 2. Tijdreeks verzuimcijfers

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld.

Inhoudsopgave. Alle verzuimgrootheden worden berekend exclusief zwangerschap, tenzij anders vermeld. Inhoudsopgave 1. Verzuim naar ziektejaar 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Combinatie verzuim en meldingsfrequentie 4. Verzuim en meldingsfrequentie naar leeftijd 5. Verzuim naar duurklasse 6. Verzuim naar

Nadere informatie

Toelichting Berekening Verlof

Toelichting Berekening Verlof Toelichting Berekening Verlof Datum 08-12-2016 Auteur DUO Status Definitief Versie 1.0 Versiebeheer Versie Reden van versie Auteur Datum nummer 1 Initiële versie Tris Serail Aug 2016 pagina 2 van 10 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020)

Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak 16 1012 PS Amsterdam (020) 422 97 71 info@vernet.nl www.vernet.nl VERNET Inhoudsopgave Voorwoord/analyse 3 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar

Nadere informatie

Branche Viewer VVT. Kwartaal

Branche Viewer VVT. Kwartaal Branche Viewer VVT Kwartaal 2015-4 Inhoudsopgave Voorwoord/Analyse 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 2. Tijdreeks verzuimcijfers 3. Combinatie verzuimpercentage en meldingsfrequentie 4. Verzuim naar

Nadere informatie

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET Branche Viewer Kwartaal Oude Braak 16 1012 PS Amsterdam (020) 422 97 71 info@vernet.nl www.vernet.nl VERNET Inhoudsopgave Voorwoord/analyse 3 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 4 2. Tijdreeks verzuimcijfers

Nadere informatie

VerzuimMonitor Sector Zorg Jaar 2005

VerzuimMonitor Sector Zorg Jaar 2005 VerzuimMonitor Sector Zorg Verzuimpercentage Sector Zorg Meldingsfrequentie Sector Zorg Gemiddelde duur Sector Zorg Aantal werknemers Sector Zorg De indeling voor de vijf regio s in de zorgsector NN :

Nadere informatie

Het belang van begeleiding

Het belang van begeleiding Het belang van begeleiding Langdurig zieke werknemers 9 en 18 maanden na ziekmelding vergeleken Lone von Meyenfeldt Philip de Jong Carlien Schrijvershof Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

dé verzuimspecialist VERZUIMRAPPORT

dé verzuimspecialist VERZUIMRAPPORT dé verzuimspecialist VERZUIMRAPPORT INLEIDING Voor u ligt de analyse ziekteverzuim over het kalenderjaar 2014. In deze analyse vindt u de kengetallen ziekteverzuim van de agrarische en groene sectoren.

Nadere informatie

Personeelsmonitor Gemeenten 2013

Personeelsmonitor Gemeenten 2013 Personeelsmonitor Gemeenten 1 Verzuimcijfers In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij het ziekteverzuim binnen de gemeentelijke bezetting. Naast het totale verzuimpercentage wordt onderscheid gemaakt naar

Nadere informatie

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten Verzuimcijfers 00 sector Gemeenten A+O fonds Gemeenten, april 0 Ziekteverzuim bij gemeenten daalt licht tot, procent in 00 Het ziekte van gemeenten is in 00 licht gedaald tot, procent. Ten opzichte van

Nadere informatie

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Aansluiting mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt gev16-0731mr/bes_alg 1 1. Inleiding Aanleiding en achtergrond onderzoek Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid

Nadere informatie

GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018

GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018 arbeidsmarkt- en opleidingsfonds hbo PAPER ZIEKTEVERZUIM HBO 2019 GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018 ZIEKTEVERZUIM HBO 2019 GEBASEERD OP DE VERZUIMGEGEVENS OVER 2018 Jaarlijks brengt Zestor, op

Nadere informatie

Analyse Ziekteverzuim

Analyse Ziekteverzuim Analyse Ziekteverzuim Jaaroverzicht 2013 In het Agrarisch en Groen Bedrijf pagina 1 SAZAS HELPT U VERDER! SAZAS HELPT U VERDER! pagina 2 1. INLEIDING Voor u ligt de analyse ziekteverzuim over het kalenderjaar

Nadere informatie

Notitie NOTITIE. Verzuimrapportage 4 e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca

Notitie NOTITIE. Verzuimrapportage 4 e kwartaal AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca. VAN : Secretariaat Veneca Notitie AAN : Commissie Sociale Aangelegenheden en Leden van Veneca VAN : Secretariaat Veneca DATUM : juli 2013 ONDERWERP : Verzuimrapportage 1e 2013 NUMMER : 20216018 Algemeen Vanaf het 2004 verzorgt

Nadere informatie

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET Branche Viewer Kwartaal Oude Braak 16 1012 PS Amsterdam (020) 422 97 71 info@vernet.nl www.vernet.nl VERNET Inhoudsopgave Voorwoord/analyse 3 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 4 2. Tijdreeks verzuimcijfers

Nadere informatie

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET

Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) VERNET Branche Viewer VVT Kwartaal Oude Braak 16 1012 PS Amsterdam (020) 422 97 71 info@vernet.nl www.vernet.nl VERNET Inhoudsopgave Voorwoord/analyse 3 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar 4 2. Tijdreeks verzuimcijfers

Nadere informatie

Toelichting. PS = gemiddeld aantal werknemers BF = beëindigingsfrequentie

Toelichting. PS = gemiddeld aantal werknemers BF = beëindigingsfrequentie Toelichting In dit KwartaalRapport zijn de volgende tabellen opgenomen: Tabel Eerste ziektejaar Pagina 1 Tijdreeks verzuimcijfers 2 2 Verzuim naar geslacht 3 3 Verzuim naar leeftijdklasse 4 4 Verzuim naar

Nadere informatie

ONDERZOEK LANGDURIG ZIEKTEVERZUIM Onder werkgevers klein MKB (2 tot 20 werknemers)

ONDERZOEK LANGDURIG ZIEKTEVERZUIM Onder werkgevers klein MKB (2 tot 20 werknemers) ONDERZOEK LANGDURIG ZIEKTEVERZUIM Onder werkgevers klein MKB (2 tot 20 werknemers) September 2014 GfK 2014 Kennis langdurig ziekteverzuim september 2014 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek 2009 Versie 2 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020)

Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak PS Amsterdam (020) Branche Viewer Geestelijke Gezondheidszorg Kwartaal Oude Braak 16 1012 PS Amsterdam (020) 422 97 71 info@vernet.nl www.vernet.nl VERNET Inhoudsopgave Voorwoord/analyse 3 1. Verzuimpercentage naar ziektejaar

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2018-9 Peter Rijnsburger DE NO-RISKPOLIS IN KAART GEBRACHT Het gebruik van de no-riskpolis door werkgevers voor werknemers met een arbeidsongeschiktheidsuitkering en minder dan 35% arbeidsongeschikten

Nadere informatie

Definities verzuimcijfers vs 2.0 def

Definities verzuimcijfers vs 2.0 def Definities verzuimcijfers vs 2.0 def Versie Status Datum Auteur Opmerking 0.1 Concept 08-03-2012 Maarten Hendriks Initiële versie. 1.0 Concept 19-02-2013 WvdS Bijgewerkt 1.1 Concept 02-04-2013 WvdS Commentaar

Nadere informatie

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007

Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007 Rapportage benchmark ziekteverzuim SW-sector, 2007 24-06-2008, Bussum Etienne Lemmens, Orbis Inleiding Vergelijking Respons Regionale spreiding In de CAO voor de sector SW is opgenomen dat de verzuimbenchmark,

Nadere informatie

SticVerzuimrapportage J C:\Verzuimrapportages

SticVerzuimrapportage J C:\Verzuimrapportages 16-01-2018 # December SticVerzuimrapportage J C:\Verzuimrapportages Stichting voor Bijzonder Voortgezet Onderwijs Bilthoven ArboNed Kenniscentrum Rapportagedatum: 16-01-2018 Peiljaar: 2017 Peilmaand: December

Nadere informatie

Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau

Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording. Sociaal en Cultureel Planbureau Opvoeden in Nederland 2010 Onderzoeksverantwoording In opdracht van: Sociaal en Cultureel Planbureau Date : 19 april 2010 Reference : 14280.PW.ND.mr GfK Panel Services Benelux is gecertificeerd voor het

Nadere informatie

verzuimnetwerk Vernet Viewer Zorg aan Zet Voortschrijdend jaar 2013-1 t/m 2013-4 T (020) 422 9771 F (020) 427 2839 E info@vernet.nl W www.vernet.

verzuimnetwerk Vernet Viewer Zorg aan Zet Voortschrijdend jaar 2013-1 t/m 2013-4 T (020) 422 9771 F (020) 427 2839 E info@vernet.nl W www.vernet. verzuimnetwerk Vernet Viewer Zorg aan Zet Voortschrijdend jaar -1 t/m -4 Oude Braak 16 1012 PS Amsterdam T (020) 422 9771 F (020) 427 2839 E info@vernet.nl W www.vernet.nl Inhoudsopgave 1. Leeftijdsopbouw

Nadere informatie

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân

Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Onderzoeksverantwoording Panel Fryslân Steekproef en werving van een representatief internetpanel Fries Sociaal Planbureau 2017 Versie 1.0 Datum: Juni 2017 Auteur: Miranda Visser en Henk Fernee Voor aanvullende

Nadere informatie

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg

Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga juni 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliëntervaringsonderzoek

Nadere informatie

Ziekteverzuimgrootheden

Ziekteverzuimgrootheden Ziekteverzuimgrootheden Inleiding Onderstaand de definities en de wijze van berekenen van ziekteverzuimgrootheden. De standaard kent vier grootheden: Ziekteverzuimgrootheden het ziekteverzuimpercentage,

Nadere informatie

Ziekteverzuimanalyse van O2A5

Ziekteverzuimanalyse van O2A5 Ziekteverzuimanalyse van O2A5 1 Ziekteverzuimanalyse van O2A5 Kalenderjaar 2007: het gehele jaar Kalenderjaar 2008: van januari 2008 tot half augustus 2008 Om een volledig beeld te kunnen vormen van de

Nadere informatie

Zelf-gerapporteerd ziekteverzuim in de NEA vs. geregistreerd ziekteverzuim in de NVS

Zelf-gerapporteerd ziekteverzuim in de NEA vs. geregistreerd ziekteverzuim in de NVS Zelf-gerapporteerd ziekteverzuim in de NEA vs. geregistreerd ziekteverzuim in de NVS Ernest de Vroome Lando Koppes Seth van den Bossche Peter Smulders 8 november 2007 Gebaseerd op: Boerdam, A., Bloemendal,

Nadere informatie

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. InterLuceo

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. InterLuceo Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van InterLuceo Juni 2008 1 Bedrijfsnaam: InterLuceo Inleiding Voor u ligt de definitieve rapportage van het tevredenheidsonderzoek van

Nadere informatie

Monitor Arbeid en Gezondheid update eerste halfjaar 2013 Cijfers & trends over Inzetbaarheid van werknemers

Monitor Arbeid en Gezondheid update eerste halfjaar 2013 Cijfers & trends over Inzetbaarheid van werknemers Monitor Arbeid en Gezondheid update eerste halfjaar 2013 Cijfers & trends over Inzetbaarheid van werknemers Oktober 2013 1 Inhoud Inleiding... 3 Belangrijkste resultaten/bevindingen... 5 Verzuimpercentage...

Nadere informatie

Modernisering Ziektewet

Modernisering Ziektewet Modernisering Ziektewet 1. Inleiding Per 1 januari 2013 is de Wet Beperking Ziekteverzuim en Arbeidsongeschiktheid Vangnetters (BeZaVa) in werking getreden. Deze wet heeft tot doel het aantal vangnetters

Nadere informatie

Re-integratie door Keerpunt. Effectiviteit bij het voorkomen van WGA-instroom en ervaringen van werkgevers

Re-integratie door Keerpunt. Effectiviteit bij het voorkomen van WGA-instroom en ervaringen van werkgevers Re-integratie door Keerpunt Effectiviteit bij het voorkomen van WGA-instroom en ervaringen van werkgevers 9 mei 2017 Levert private WIA verzekering meerwaarde op voor de klant ten opzichte van publieke

Nadere informatie

Verzuim Plus Functionele omschrijving Overzichten

Verzuim Plus Functionele omschrijving Overzichten Verzuim Plus Functionele omschrijving Overzichten Functionele beschrijving Pagina 1 van 52 Inhoud 1. Overzichten... 3 1.1 Kengetallen per afdeling... 3 1.2 Kengetallen per categorie... 6 1.3 Kengetallen

Nadere informatie

Bedrijfsnummer: 159. Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Matchcare re-integratie

Bedrijfsnummer: 159. Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Matchcare re-integratie Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van Matchcare re-integratie April 2009 1 Bedrijfsnaam: Matchcare re-integratie Inleiding Voor u ligt het rapport van het tevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

Procesbeschrijving Ziekteverzuim

Procesbeschrijving Ziekteverzuim Procesbeschrijving Ziekteverzuim Algemene gegevens Belangrijke kaders Wet Verbetering Poortwachter Wet bescherming persoonsgegevens Archiefwet Wet op de Ondernemingsraden Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen

Nadere informatie

Meldingsfrequentie Sector Zorg 2009. Verzuimpercentage Sector Zorg 2009. Aantal werknemers Sector Zorg 2009. Gemiddelde duur Sector Zorg 2009

Meldingsfrequentie Sector Zorg 2009. Verzuimpercentage Sector Zorg 2009. Aantal werknemers Sector Zorg 2009. Gemiddelde duur Sector Zorg 2009 Verzuimpercentage Sector Zorg Meldingsfrequentie Sector Zorg Gemiddelde duur Sector Zorg Aantal werknemers Sector Zorg De indeling voor de vijf regio s in de zorgsector NN : Noord Nederland MN : Midden

Nadere informatie

Jaarrapportage 2011. Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening

Jaarrapportage 2011. Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening Jaarrapportage 2011 Branche informatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening Inhoud Inleiding... 3 Samenvatting... 3 Kerncijfers 2009, 2010, 2011... 4 Participatie... 5 Verzuimontwikkeling...

Nadere informatie

Offerte-aanvraagformulier WGA & Verzuimverzekering 2011

Offerte-aanvraagformulier WGA & Verzuimverzekering 2011 Offerte-aanvraagformulier WGA & Verzuimverzekering 2011 1 Naam en adres werkgever (de verzekeringnemer) Naam* Contactpersoon Adres Postcode en Vestigingsplaats Telefoonnummer Faxnummer Rechtsvorm * De

Nadere informatie

MONITORING ARBOCONVENANT KAPPERS De resultaten na twee jaar

MONITORING ARBOCONVENANT KAPPERS De resultaten na twee jaar MONITORING ARBOCONVENANT KAPPERS De resultaten na twee jaar 4 juni 2004 P03/317.c Ir. Carla G.L. van Deursen Drs. Cathelijne L. van der Burg Bureau AStri Stationsweg 26 2312 AV Leiden Tel.: 071 512 49

Nadere informatie

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Artemis Coaching

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Artemis Coaching Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van Artemis Coaching Juni 2008 1 Bedrijfsnaam: Artemis Coaching Inleiding Voor u ligt het rapport van het tevredenheidsonderzoek van Blik

Nadere informatie

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Renga B.V.

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Renga B.V. Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van Renga B.V. Juni 2008 1 Bedrijfsnaam: Renga B.V. Inleiding Voor u ligt het rapport van het tevredenheidsonderzoek van Blik op Werk

Nadere informatie

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek

Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie sociale en regionale statistieken (SRS) Sector statistische analyse voorburg (SAV) Postbus 24500 2490 HA Den Haag Kenmerk ontheffing in de Bijstands Uitkeringen

Nadere informatie

VerzuimMonitor Sector Zorg Jaar 2004

VerzuimMonitor Sector Zorg Jaar 2004 VerzuimMonitor Sector Zorg Verzuimpercentage Sector Zorg Meldingsfrequentie Sector Zorg Gemiddelde duur Sector Zorg Aantal werknemers Sector Zorg De indeling voor de vijf regio s in de zorgsector NN :

Nadere informatie

WZV 9. Inhoud. 1 Inleiding. 2 Verzuim door ziekte / nog meer plichten. 3 Vergoedingen. 4 Betaling kosten en overige dienstverlening

WZV 9. Inhoud. 1 Inleiding. 2 Verzuim door ziekte / nog meer plichten. 3 Vergoedingen. 4 Betaling kosten en overige dienstverlening WZV 9 Inhoud 1 Inleiding 1.1 Wanneer gelden deze voorwaarden? 1.2 Welke werknemers verzekert u bij ons? 1.3 Wie zijn uw werknemers? 2 Verzuim door ziekte / nog meer plichten 2.1 Wanneer is sprake van verzuim

Nadere informatie

Opzet van het onderzoek. A.1 Achtergrond van het AVP. A.2 Beoogde onderzoekspopulatie

Opzet van het onderzoek. A.1 Achtergrond van het AVP. A.2 Beoogde onderzoekspopulatie Bijlage A Opzet van het onderzoek Arbeidsmarkt in kaart: werkgevers 2017 beschrijft de ontwikkelingen in de opvattingen en het personeelsbeleid van werkgevers ten aanzien van een aantal actuele beleidsthema

Nadere informatie

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken

1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1 Opzet tabellenboek, onderzoeksopzet en respondentkenmerken 1.1 Opzet tabellenboek Dit tabellenboek geeft een uitgebreid overzicht van de uitkomsten van de Leefbaarheidsmonitor 2004. Het algemene rapport,

Nadere informatie

Rapportage Onderzoek Lerarentekort

Rapportage Onderzoek Lerarentekort Rapportage Onderzoek Lerarentekort In opdracht van: Contactpersoon: PO-Raad Onika Pinkus Utrecht, juli 2018 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 0302631080 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website:

Nadere informatie

PeopleOnline rapportraamwerk

PeopleOnline rapportraamwerk PeopleOnline rapportraamwerk begrippen, verzuimgrootheden en berekeningswijze Versie: 24-07-2012 Auteur: Erik Baaijens Heeft u vragen en maakt u nog geen gebruik van PeopleOnline? Bram Evers +31(0)478-759425

Nadere informatie

Werkgevers en arbeidsongeschiktheid

Werkgevers en arbeidsongeschiktheid Werkgevers en arbeidsongeschiktheid In opdracht van Delta Lloyd Juli 2014 GfK 2014 GfK 2014 Delta Lloyd Arbeidsongeschiktheid en Werkgevers Juli 2014 1 Leeswijzer In dit onderzoek zijn personen uit het

Nadere informatie

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3 Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden

Nadere informatie

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector Marktonderzoek kunt u prima inzetten om informatie te verzamelen over (mogelijke) markten, klanten of producten, maar bijvoorbeeld ook om de effectiviteit van

Nadere informatie

Ouders op de arbeidsmarkt

Ouders op de arbeidsmarkt Ouders op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Johan van der Valk De bruto arbeidsparticipatie van alleenstaande s is sinds 1996 sterk toegenomen. Wel is de arbeidsparticipatie van paren nog steeds een stuk

Nadere informatie

Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ]

Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ] Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [12-3-2018 ] 1. Inleiding Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid Straus een motie ingediend om een indicator voor de tevredenheid van werkgevers

Nadere informatie

Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang

Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang Ieder jaar maakt FCB de zogenoemde factsheets. Deze bestaat uit cijfers over de branche in een bepaald jaar. De cijfers over 2010 worden met de ontwikkelingen

Nadere informatie

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW - eindrapport - drs. L.F. Heuts drs. R.C. van Waveren Amsterdam, december 2009

Nadere informatie

Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld

Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doelstelling... 3 1.3 Respons... 3 1.4 Representativiteit...

Nadere informatie

M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers drs. F.M.J. Westhof Zoetermeer, december 2005 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

Nadere informatie

Sociaal Jaarverslag 2013

Sociaal Jaarverslag 2013 Sociaal Jaarverslag 2013 Inleiding De hier gepubliceerde personeelsgegevens en verzuimcijfers zijn een aanvulling op de verslaglegging over personeel in het Geïntegreerd Jaardocument. De totale informatie

Nadere informatie