ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ9551

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ9551"

Transcriptie

1 ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ9551 Instantie: Rechtbank Oost-Brabant Datum uitspraak: Datum publicatie: Zaaknummer: 01/ Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig Uitspraak vonnis Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen [verdachte] geboren te [geboorteplaats] [geboorteland] op [geboortedatum] 1985, zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, thans gedetineerd in p.i. Grave, locatie "Oosterhoek" [HvB (Unit A+B)], te Grave. Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 17 augustus 2012, 13 november 2012, 29 januari 2013, 16 april 2013, 17 april 2013 en 24 april De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht. De tenlastelegging. De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 17 juli Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 13 november 2012 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat: 1. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 december 2010 tot en met 13 januari 2011 te Helmond en/of elders in Nederland, [persoon 1] door dwang, geweld of één of meer andere feitelijkheden, door dreiging met geweld of één of meer andere feitelijkheden, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, te weten het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en/of [persoon 1] door dwang, geweld of één of meer andere feitelijkheden, door dreiging met geweld of één of meer andere feitelijkheden, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van [persoon 1] met of voor een derde, Immers heeft hij, verdachte in voornoemde periode: - voornoemde [persoon 1] onderdak verschaft en/of - voornoemde [persoon 1] verzocht/bewogen in de prostitutie te gaan werken en/of

2 - (een) (seks)advertentie(s) van die [persoon 1] opgemaakt en/of op internet ([internetsite]) geplaatst en/of - tegen voornoemde [persoon 1] gezegd dat het door haar met de prostitutiewerkzaamheden verdiende geld voor haar gespaard/bewaard zou worden en/of - de simkaart (met daarop de contacten) van voornoemde [persoon 1] vernield/onbruikbaar gemaakt en/of - voornoemde [persoon 1] verboden de woning [adres 1] te Helmond te verlaten en/of - in aanwezigheid van die [persoon 1] een of meerdere andere meisjes/vrouwen die op de [adres 1] te Helmond prostitutiewerkzaamheden verrichtten geslagen en/of geschopt en/of - voornoemde [persoon 1] hasjiesj, in elk geval verdovende middelen, verstrekt en/of - (de werkzaamheden van) die [persoon 1] gecontroleerd, althans haar verdiensten uit haar prostitutiewerkzaamheden gecontroleerd en/of - die [persoon 1] gedwongen/bewogen (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem af te staan/af te dragen; (artikel 273f lid 1 sub 4 en sub 9 Wetboek van Strafrecht) 2. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 november 2010 tot en met 28 april 2011 te Eindhoven en/of Helmond en/of Etten-Leur en/of Tilburg en/of elders in Nederland, [persoon 2] door dwang, geweld of één of meer andere feitelijkheden, door dreiging met geweld of één of meer andere feitelijkheden, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, te weten het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en/of [persoon 2] door dwang, geweld of één of meer andere feitelijkheden, door dreiging met geweld of één of meer andere feitelijkheden, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van [persoon 2] met of voor een derde, Immers heeft hij, verdachte in voornoemde periode: - een liefdesrelatie aangegaan/onderhouden met voornoemde [persoon 2] en/of - voornoemde [persoon 2] verzocht/bewogen in de prostitutie te gaan werken en/of - tegen voornoemde [persoon 2] gezegd dat het door haar met de prostitutiewerkzaamheden verdiende geld voor haar gespaard/bewaard zou worden en/of zou worden besteed aan een gezamenlijke woning en/of een gezamenlijke toekomst en/of - voornoemde [persoon 2] verdovende middelen verschaft en/of - voornoemde [persoon 2] verboden om de woning aan de [adres 1] te Helmond te verlaten en/of - voornoemde [persoon 2] (meermalen) naar een prostitutieplek vervoerd en/of - voornoemde [persoon 2] (meermalen) geslagen/gestompt en/of getrapt/geschopt en/of - voornoemde [persoon 2] (meermalen) gedreigd te slaan en/of stompen en/of - voornoemde [persoon 2] met een mes bedreigd en/of

3 - voornoemde [persoon 2] bewogen om zijn, verdachtes, (voor)naam in haar nek te laten tatoeëren en/of - voornoemde [persoon 2] bewogen om seks te hebben met klanten zonder condoom en/of - (de werkzaamheden van) die [persoon 2] gecontroleerd, althans haar verdiensten uit haar prostitutiewerkzaamheden gecontroleerd en/of - die [persoon 2] gedwongen/bewogen (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem, verdachte, af te staan/af te dragen; (artikel 273f lid 1 sub 4 en sub 9 Wetboek van Strafrecht) 3. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 augustus 2010 tot en met 31 oktober 2010 te Eindhoven en/of Amsterdam en/of Groningen en/of elders in Nederland en/of een meerdere plaatsen in Duitsland, [persoon 3] door dwang, geweld of één of meer andere feitelijkheden, door dreiging met geweld of één of meer andere feitelijkheden, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, te weten het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en/of [persoon 3] door dwang, geweld of één of meer andere feitelijkheden, door dreiging met geweld of één of meer andere feitelijkheden, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van [persoon 3] met of voor een derde, Immers heeft hij, verdachte, in voornoemde periode: - een liefdesrelatie aangegaan/onderhouden met voornoemde [persoon 3] en/of - voornoemde [persoon 3] verzocht/bewogen in de prostitutie te gaan werken en/of - tegen voornoemde [persoon 3] gezegd dat het door haar met de prostitutiewerkzaamheden verdiende geld voor haar gespaard/bewaard zou worden en/of dat het geld besteed zou worden aan een gezamenlijke woning en/of gezamenlijke toekomst en/of - voornoemde [persoon 3] (meermalen) naar een prostitutieplek vervoerd en/of - voornoemde [persoon 3] (meermalen) geslagen/gestompt en/of getrapt/geschopt en/of - voornoemde [persoon 3] (meermalen) gedreigd te slaan en/of stompen en/of - (de werkzaamheden van) die [persoon 3] gecontroleerd, althans haar verdiensten uit haar prostitutiewerkzaamheden gecontroleerd en/of - die [persoon 3] gedwongen/bewogen (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem af te staan/af te dragen; (artikel 273f lid 1 sub 4 en sub 9 Wetboek van Strafrecht) 4. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 oktober 2010 tot en met 01 maart 2011 te Eindhoven en/of Helmond en/of elders in Nederland, [persoon 4] door dwang, geweld of één of meer andere feitelijkheden, door dreiging met geweld of één of meer andere feitelijkheden, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel bewogen zich beschikbaar te stellen tot

4 het verrichten van arbeid of diensten, te weten het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en/of [persoon 4] door dwang, geweld of één of meer andere feitelijkheden, door dreiging met geweld of één of meer andere feitelijkheden, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van [persoon 4] met of voor een derde, Immers heeft hij, verdachte in voornoemde periode: - een liefdesrelatie aangegaan/onderhouden met voornoemde [persoon 4] en/of - voornoemde [persoon 4] in een slechte(re) financiële positie gebracht en/of - voornoemde [persoon 4] verzocht/bewogen in de prostitutie te gaan werken en/of - voornoemde [persoon 4] beloofd dat het door haar verdiende geld zou worden besteed aan een gezamelijke toekomst en/of dat het geld door hem, verdachte, zou worden terug betaald en/of - voornoemde [persoon 4] (meermalen) geslagen/gestompt en/of getrapt/geschopt en/of - (meermalen) een brandende sigaret op de arm van die [persoon 4] (uit)gedrukt - voornoemde [persoon 4] (meermalen) gedreigd te slaan en/of stompen en/of - (de werkzaamheden van) die [persoon 4] gecontroleerd, althans haar verdiensten uit haar prostitutiewerkzaamheden gecontroleerd en/of - die [persoon 4] gedwongen/bewogen (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem af te staan/af te dragen; (artikel 273f lid 1 sub 4 en sub 9 Wetboek van Strafrecht) en/of hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 oktober 2010 tot en met 01 maart 2011 te Eindhoven en/of Helmond en/of in een of meerdere plaatsen in Nederland (telkens) opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [persoon 4]), heeft geslagen/gestompt en/of een of meerdere brandende sigaret(ten) op de arm van die [persoon 4] heeft (uit)gedrukt, waardoor deze (telkens) letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; (artikel 300 Wetboek van Strafrecht) 5. hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 02 januari 2011 tot en met 9 juli 2011 te Eindhoven en/of Gilze Rijen en/of Tilburg en/of Nijmegen en/of Amsterdam en/of Rotterdam en/of elders in Nederland en/of een of meerdere plaatsen in Duitsland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, [persoon 5] door dwang, geweld of één of meer andere feitelijkheden, door dreiging met geweld of één of meer andere feitelijkheden, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen dan wel bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, te weten het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling en/of [persoon 5] door dwang, geweld of één of meer andere feitelijkheden, door dreiging met geweld of één of meer andere feitelijkheden, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft

5 gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte en/of zijn mededader(s), te bevoordelen uit de opbrengst van de seksuele handeling(en) van [persoon 5] met of voor een derde, Immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) in voornoemde periode: - een liefdesrelatie aangegaan/onderhouden met voornoemde [persoon 5] en/of - voornoemde [persoon 5] onderdak verschaft en/of - voornoemde [persoon 5] verzocht/bewogen in de prostitutie te gaan werken en/of - tegen voornoemde [persoon 5] gezegd dat het door haar met de prostitutiewerkzaamheden verdiende geld voor haar gespaard/bewaard zou worden en/of - voornoemde [persoon 5] cocaïne, althans verdovende middelen, verstrekt en/of - voornoemde [persoon 5] (meermalen) naar een prostitutieplek vervoerd en/of - voornoemde [persoon 5] (meermalen) geslagen/gestompt en/of getrapt/geschopt en/of - voornoemde [persoon 5] (meermalen) gedreigd te slaan en/of stompen en/of - (de werkzaamheden van) die [persoon 5] gecontroleerd, althans haar verdiensten uit haar prostitutiewerkzaamheden gecontroleerd en/of - die [persoon 5] gedwongen/bewogen (een groot deel van) haar verdiensten uit de prostitutie aan hem/hen af te staan/af te dragen; (artikel 273f lid 1 sub 4 en sub 9 Wetboek van Strafrecht) 6. hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 augustus 2010 tot en met 8 mei 2012, te Eindhoven en/of Helmond en/of Etten-Leur en/of Tilburg en/of Amsterdam en/of Groningen en/of Gilze Rijen en/of Nijmegen en/of Rotterdam en/of een of meerdere plaatsen in Nederland en/of een of meerdere plaatsen in Duitsland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen (telkens) (een) voorwerp(en), te weten een of meer hoeveelheid/hoeveelheden (contant) geld zijnde de inkomsten uit de prostitutiewerkzaamheden van [persoon 1] en/of [persoon 2] en/of [persoon 3] en/of [persoon 4] en/of [persoon 5], heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van dat/die voorwerp(en), gebruik heeft gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf; (artikel 420bis/quater van het Wetboek van Strafrecht) De formele voorvragen. Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging. Voor zover de onder 3 en 6 ten laste gelegde feiten in Duitsland zouden zijn gepleegd, is de Nederlandse strafwet toepasselijk. Deze feiten zijn gepleegd ten aanzien van een persoon die toen de leeftijd van achttien jaar had bereikt. Ook bezat verdachte ten tijde van het plegen van deze feiten de Nederlandse nationaliteit. Die nationaliteit bezit verdachte nu nog. De onder 3 en 6 gepleegde feiten worden door de Nederlandse strafwet als misdrijven beschouwd en op die feiten is ook door de Duitse strafwet straf gesteld. De bewijsmiddelen1 en de beoordeling daarvan. Inleiding.

6 Verdachte staat terecht op de verdenking van mensenhandel omdat hij vijf vrouwen zou hebben bewogen zich beschikbaar te stellen voor prostitutie en de opbrengst van die werkzaamheden aan hem beschikbaar te stellen. Verdachte zou de aldus verkregen gelden voor zichzelf hebben gebruikt. Het standpunt van de officier van justitie. Op de in het schriftelijk requisitoir genoemde gronden acht de officier van justitie alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. Het standpunt van de verdediging. Op de in de pleitnota genoemde gronden heeft de raadsman geconcludeerd tot vrijspraak van alle aan verdachte ten laste gelegde feiten. Het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit ======================================= In februari 2011 doet [persoon 1] aangifte dat zij in de periode van 28 december 2010 tot en met 13 januari 2011, door toedoen van verdachte in de prostitutie is gaan werken. Nadat zij met die werkzaamheden was begonnen, dwingt verdachte haar daarmee door te gaan en eigent hij zich al het geld dat [persoon 1] daarmee verdient, toe en besteedt dat voor zichzelf [ 3.1 pag. 17 t/m 25]. Meer in het bijzonder houdt de verklaring van [persoon 1] zakelijk weergegeven onder meer het navolgende in. Op 28 december 2010 ontmoet [persoon 1] via vrienden, verdachte in een café in Helmond. Verdachte leent [persoon 1] geld, de afspraak wordt gemaakt dat zij dat later terug zal betalen. Nadat die vrienden afscheid hebben genomen, blijft [persoon 1] alleen achter. Verdachte biedt haar aan in de bij hem in gebruik zijnde flat, gelegen aan de [adres 1] te Helmond, te blijven overnachten. Dat aanbod aanvaardt [persoon 1]. In de flat is ook [persoon 2] aanwezig. Zij werkt als prostituee [ 3.1, pag. 18]. De volgende dag eist verdachte het door hem geleende geld terug. [persoon 1] komt daardoor zonder geld te zitten. Gedreven door geldgebrek besluit zij in de prostitutie te gaan werken. Verdachte maakt voor haar een advertentie om op de internetsite [internetsite] te zetten. Daar biedt [persoon 1] zich, onder de door verdachte verzonnen naam Sarah, als prostituee aan. Verdachte biedt aan het geld wat [persoon 1] daarmee zal verdienen te bewaren en voor haar te sparen. [persoon 1] mag van verdachte zonder zijn toestemming de flat aan de [adres 1] niet uit, zij moet wachten op mogelijke klanten [ 3.1, pag. 19]. Als verdachte niet in de flat is, belt hij vaak naar [persoon 1] en de eerste vraag die hij dan stelt, is of zij al klanten heeft gehad. Als [persoon 1] wordt toegestaan boodschappen te doen, moet zij van verdachte binnen een half uur terug zijn en moet zij haar werktelefoon meenemen. Op de eerste dag dat [persoon 1] in de flat aan de [adres 1] verblijft, haalt verdachte twee nieuwe simkaarten en die geeft hij aan [persoon 1]. Een simkaart is bestemd voor privégebruik, de andere voor werkcontacten. De simkaart die in de telefoon van [persoon 1] zit, knipt verdachte kapot en gooit hij weg. [persoon 1] vindt dat erg vervelend omdat zij daardoor al haar contacten kwijt is. [persoon 1] laat dit toe omdat zij bang is dat verdachte anders met geweld haar simkaart pakt. [persoon 1] heeft het idee door prostitutiewerk wat geld bij elkaar te sparen en daarna met dat werk op te houden. Die eerste dag ontvangt [persoon 1] vier of vijf klanten. Elke dag ziet er hetzelfde uit. Het is prioriteit van verdachte dat [persoon 1] klanten heeft. De meeste klanten komen via de site [internetsite] [ 3.1, pag. 20].

7 [persoon 1] mag geen klanten weigeren van verdachte. Het komt voor dat er van verdachte dubbele afspraken moeten worden gemaakt en dat [persoon 1] en [persoon 2] klanten van elkaar moeten overnemen. Ook bepaalt verdachte dat de klanten vooraf moeten betalen. [persoon 1] geeft dat geld vervolgens aan verdachte. De eerste dag denkt [persoon 1] nog echt dat zij het door haar verdiende geld mag houden. Nadat een klant is vertrokken, wordt het door de klant betaalde geld in een bakje gelegd. Als verdachte in de flat komt, maakt hij het bakje leeg. Die eerste dag vraagt [persoon 1] aan verdachte wat hij met het door haar verdiende geld doet. Verdachte zegt dan dat hij dit naar zijn moeder brengt zodat het geld gespaard kan worden. [persoon 1] gelooft verdachte dan nog steeds en zij gaat er verder niet op door omdat zij bang is klappen te krijgen [ 3.1, pag. 21]. Verdachte werkt zelf niet en heeft geen uitkering. Verdachte betaalt met geld dat door [persoon 1] en [persoon 2] met prostitutiewerkzaamheden is verdiend. [persoon 1] denkt dat zij in totaal twee weken bij verdachte heeft gewoond. In de laatste week sluit zij op verzoek van verdachte een telefoonabonnement op haar naam af. [persoon 1] wil dat eigenlijk niet, maar zij doet dat toch omdat zij bang is dat zij anders klappen van verdachte krijgt [ 3.1, pag. 22]. Uiteindelijk sluit [persoon 1] een abonnement van 100,-- per maand voor verdachte af. De dagen dat [persoon 1] bij verdachte verblijft, zien er hetzelfde uit. Zij ontvangt klanten, zij mag af en toe boodschappen doen, maar moet van verdachte altijd haar werktelefoon meenemen. [persoon 1] heeft elke dag gewerkt, met uitzondering van 1 januari 2011 [ 3.1, pag. 23]. [persoon 1] kan het prostitutiewerk niet doen als zij niet blowt. Zij rookt 5 tot 6 joints per dag. De drugs worden altijd door verdachte gehaald [ 3.1, pag. 25]. [persoon 1] heeft niets van haar verdiende geld achter gehouden uit angst voor verdachte. Verdachte heeft haar gewaarschuwd dat hij daar achter zal komen. Omdat [persoon 1] bang is voor klappen legt zij al het door haar verdiende geld in het bakje. Er is veel ruzie tussen [persoon 2] en verdachte. [persoon 1] ziet vaak dat verdachte [persoon 2] slaat en schopt, waarbij verdachte tegen haar roept "gewoon doorgaan he" [ 3.1, pag. 23]. Op 12 januari 2011 is [persoon 1] door het Prostitutie Controle Team in de flat aan de [adres 1] aangetroffen [ 3.1 pag. 144]. Verdachte was toen niet aanwezig. Op dat moment besluit [persoon 1] bij verdachte weg te gaan omdat zij er genoeg van heeft dat zij door verdachte voor de gek wordt gehouden. [ 3.1, pag. 24]. De aangifte van [persoon 1] wordt ondersteund door de verklaringen van diverse getuigen. [persoon 2] bevestigt de aangifte van [persoon 1] tot in detail over hetgeen tijdens hun gezamenlijk verblijf in de flat aan de [adres 1] in Helmond is voorgevallen. [persoon 1] zegt tegen [persoon 2] dat het geld dat zij met de prostitutie zal verdienen, door verdachte voor haar zal worden bewaard. [persoon 2] ziet dat [persoon 1] het geld dat zij met prostitutie verdient aan verdachte moet geven en dat verdachte de telefoonkaarten van [persoon 1], tegen haar wil door midden knipt. Ook ziet zij dat verdachte in het bezit is van de bankpas van [persoon 1] en dat verdachte haar slaat. Volgens [persoon 2] heeft [persoon 1] ongeveer een maand in de flat aan de [adres 1] in Helmond verbleven [ 3.1, pag. 161, 162]. Ook [persoon 4] bevestigt onderdelen van de verklaring van [persoon 1]. [persoon 4] verklaart dat [persoon 1] na de Kerstdagen van 2010 in de flat aan de [adres 1] in Helmond is komen wonen, dat [persoon 4] daar al woont met [persoon 2], dat [persoon 1] daar seks met mannen voor geld heeft en dat verdachte altijd wel een reden vindt hen te slaan. [persoon 4] bevestigt dat verdachte de softdrugs voor [persoon 1] regelt [ 3.4, pag. 37, 38 en 48]. [persoon 3] is erbij aanwezig als [persoon 1] op 28 december 2010 aan verdachte wordt voorgesteld. Twee dagen later ziet [persoon 3] [persoon 1] en [persoon 2] in de flat, gelegen aan de [adres 1] te Helmond. De inrichting van de flat herkent zij als een werkplek voor prostituees en zij ziet dat [persoon 1] die dag drugs gebruikt [ 3.1, pag. 107 en 108].

8 [persoon 5] verklaart dat zij in december 2010 in de woning van verdachte in Helmond, de flat aan de [adres 1], is geweest en dat daar ook [persoon 1] en [persoon 2] aanwezig zijn. [persoon 5] weet dat deze meisjes dan voor verdachte in de prostitutie werkzaam zijn [ 3.1, pag. 126 en 141]. De getuigen [getuige 1] [ 3.1, pag. 182 en 183], [getuige 2] [ 3.1, pag. 192, 193] en [getuige 3] [verklaring aan rechter-commissaris afgelegd op 29 januari 2013] verklaren dat zij van [persoon 1] of van anderen hebben gehoord dat [persoon 1] voor verdachte in de prostitutie werkzaam is geweest. Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit ======================================= Op verschillende dagen in de maanden maart 2012 en april 2012 doet [persoon 2] aangifte dat zij in de periode van 14 november 2010 tot en met 28 april 2011, door toedoen van verdachte in de prostitutie is gaan werken en daarin werkzaam is gebleven. Nadat zij met die werkzaamheden is begonnen, dwingt verdachte haar daarmee door te gaan en eigent hij zich al het geld dat [persoon 2] daarmee verdient, toe en besteedt dat voor zichzelf [ 3.2 pag. 28 t/m 53]. Meer in het bijzonder houdt de verklaring van [persoon 2] zakelijk weergegeven onder meer het navolgende in. In de periode van midden november 2010 tot begin januari 2011 werkt [persoon 2] als prostituee [privé-ontvangst], meestal 7 dagen per week. Vanaf januari 2011 tot april 2011 werkt zij via escortbureau's. Verdachte weet hoeveel geld zij daarmee verdient en dat moet hij hebben. [persoon 2] durft niet tegen verdachte te liegen en zij durft geen geld voor hem achter te houden [ 3.2 pag. 51]. In oktober 2010 leert [persoon 2], via de chatbox van een internetsite, verdachte kennen. Op de chat vertelt [persoon 2] verdachte over haar problematische verleden. Eind oktober 2010 nodigt verdachte [persoon 2] uit naar zijn woning in Eindhoven aan de [adres 2], te komen. Op die uitnodiging is [persoon 2] ingegaan [ 3.2 pag. 31]. In de periode daarna krijgt [persoon 2] de indruk dat verdachte verliefd op haar is. Verdachte zegt dan tegen [persoon 2] dat zij bij hem kan komen wonen, dat ze samen een thuis zullen maken en dat verdachte haar daarbij zal helpen. [persoon 2] vindt dat fijn om te horen omdat dit is wat zij zoekt, liefde en een thuis. Zij wil voor verdachte gaan omdat [persoon 2] daarin een uitweg uit haar situatie ziet. Op 14 november 2010 wordt [persoon 2] 18 jaar. Enkele dagen daarna gaat zij bij verdachte in Eindhoven wonen. [ 3.2 pag. 32]. In de dagen daarna heeft [persoon 2] seks met verdachte. Diezelfde avond vraagt verdachte aan [persoon 2] of zij in de prostitutie wil gaan werken, zodat [persoon 2] haar schulden kan aflossen. Verdachte zegt dat [persoon 2] meteen kan stoppen als zij dat werk niet meer wil doen. Verdachte zegt dat zij dan iets anders zullen zoeken. [persoon 2] zegt dat zij bang is dat zij verdachte daardoor zal verliezen. Verdachte zegt dat hij niet bij [persoon 2] weg zal gaan en dat,als zij een jointje rookt, de seks met een ander dan verdachte zonder gevoel zal zijn. [persoon 2] heeft niet het gevoel dat zij voor verdachte geld moet verdienen, maar dat ze op die manier sneller bij elkaar in een huisje kunnen gaan wonen. [persoon 2] is dan verliefd op verdachte en zij denkt dat het deze keer wel zal lukken. [persoon 2] en verdachte spreken af dat [persoon 2] het door haar verdiende geld aan verdachte zal geven, dat het geld zal worden gespaard voor hen en dat [persoon 2] als zij iets nodig heeft, geld krijgt. Verdachte zal het geld bij zijn moeder leggen en die zal het naar Marokko sturen. Na dit verhaal stemt [persoon 2] in met het werken als prostituee zodat verdachte en zij een gemakkelijker leven zullen krijgen. Daarna vertelt verdachte aan [persoon 2] hoe alles in het werk gaat. Daarna zijn op voorstel van verdachte foto's van het naakte lichaam van [persoon 2], soms met een string aan, gemaakt en op de internetsite [internetsite] gezet. [ 3.2 pag. 33]. [persoon 4] verblijft in die periode ook regelmatig in de woning van verdachte. Het weekend daarna krijgt [persoon 2] een telefoon van verdachte. Op die telefoon zullen dan de klanten bellen. Als er

9 iemand op die telefoon belt, moet [persoon 2] opnemen en een gesprek beginnen. Verdachte houdt alles bij over de klanten die [persoon 2] ontvangt. In dat weekend ontvangt [persoon 2] haar eerste klant. Terwijl [persoon 2] de klant ontvangt neemt verdachte haar werktelefoon en de computer mee zodat er gewoon klanten kunnen blijven bellen en kunnen worden ingepland [ 3.2 pag. 34]. Het geld wat zij krijgt, moet zij direct aan verdachte geven. Die dag heeft [persoon 2] vijf tot zes klanten. Verdachte zou het verdiende geld sparen. [persoon 2] rookt zich de hele dag stoned [ 3.2 pag. 35]. De volgende ochtend vroeg belt er weer een klant. Verdachte draagt [persoon 2] op zich voor die klant klaar te maken. Als [persoon 2] dat weigert gooit verdachte de afstandsbediening naar haar hoofd. [persoon 2] weet die afstandsbediening net te ontwijken. Als zij weigert de kapot gevallen afstandsbediening op te rapen, springt verdachte op en slaat hij [persoon 2] met de knokkels van zijn vuist, boven op haar hoofd. Later doet verdachte dit dagelijks. [persoon 2] huilt en heeft pijn. Verdachte dreigt dan dat hij haar nogmaals zal slaan als zij de stukjes van de afstandsbediening niet opraapt. Daarna raapt [persoon 2] de stukjes op. [persoon 4] is van dit voorval getuige. [persoon 2] blijft ongeveer drie weken in het huis in Gestel [= Eindhoven]. Verdachte heeft tegen [persoon 2] gezegd dat zij moet aangeven wanneer zij niet meer wil werken, maar in de praktijk blijkt dit anders te zijn. Verdachte trekt [persoon 2] uit bed. Soms schopt verdachte haar uit bed. Als [persoon 2] zegt dat zij moe is en niet wil werken, krijgt zij een pak rammel van verdachte. Hij slaat haar dan weer met zijn vuist. Als verdachte merkt dat [persoon 2] de telefoon niet oppakt omdat zij te moe is, wordt verdachte agressief en slaat hij haar met de telefoon op haar hoofd. [persoon 2] moet zeven dagen per week van uur in de ochtend tot in de nacht uur werken. Ondanks dit alles wil [persoon 2] haar relatie met verdachte niet opgeven. Zij kan voor haar gevoel nergens anders naar toe. Verdachte wordt steeds agressiever en soms kan [persoon 2] niet slapen door de bulten op haar hoofd en van de pijn. Door de klappen die zij van verdachte krijgt, loopt zij een beschadiging aan haar linkeroor op [ 3.2 pag. 36]. In het huis in Gestel ontvangt [persoon 2] 6 of 7 klanten per dag. Op één bepaalde dag verdient [persoon 2] 1.000,--. Verdachte beloont haar daarvoor door een tatoeage met zijn voornaam in haar nek te betalen. Daaruit blijkt volgens verdachte dat [persoon 2] echt van hem is en zij voor altijd bij elkaar blijven. Nadat de tatoeage is geplaatst, zegt verdachte tegen [persoon 2] dat de mensen die de tatoeage zien, weten dat hij haar pooier is. [persoon 2] mag het huis in Gestel van verdachte niet verlaten. Als zij dat toch een keer doet, samen met [persoon 4], belt verdachte direct woedend naar [persoon 2] en hij begint door de telefoon te schreeuwen en zegt dat hij hen wel zal vinden. Ook doet hij lief aan de telefoon dat alles anders zal worden en dat zij al zoveel hebben gespaard. [persoon 2] is bang dat verdachte de door hem geuite bedreigingen waar zal maken en zij wacht op verdachte. Als zij bij verdachte in de auto stapt krijg zij een klap van hem [ 3.2 pag. 37]. Begin december 2010 gaan [persoon 4], [persoon 2] en verdachte in de flat op de [adres 1] te Helmond wonen. Verdachte wil dat er nog meer klanten komen en hij zet foto's van [persoon 2] op meer sekssites. Omdat klanten vaak de vraag stellen om het zonder condoom te doen, moet [persoon 2] dat ook van verdachte gaan doen omdat dit meer oplevert. [persoon 2] wil dat niet, maar als zij dat tegen verdachte zegt, slaat hij haar de hele kamer door. Hij slaat haar dan met de knokkels van zijn vuist op haar hoofd, dat kunnen de mensen niet zien. Als verdachte heel boos is schopt hij [persoon 2] ook tegen haar benen. [persoon 2] mag ook in Helmond niet naar buiten. [persoon 1] is hier getuige van. Volgens [persoon 2] is verdachte alleen in geld geïnteresseerd, het maakt verdachte niet uit hoe dat geld er komt [ 3.2 pag. 38]. Nadat zij twee weken op de [adres 1] wonen, wil [persoon 2] niet meer met verdachte naar bed, zij haat hem. Verdachte heeft haar gevoel dan helemaal kapot gemaakt. In het begin is het best druk met klanten op de [adres 1] te Helmond. [persoon 2] krijgt lingerie en een ochtendjas van verdachte zodat zij voor een nieuwe klant alleen maar haar ochtendjas uit hoeft te doen. Later hoeft zij onder de

10 ochtendjas ook geen lingerie meer te dragen omdat het zo druk is met klanten. De klanten kunnen komen tussen uur en uur. [persoon 2] denkt dat zij gemiddeld 600,-- per dag heeft verdiend. [persoon 2] werkt zeven dagen per week [ 3.2 pag. 39]. [persoon 2] krijgt van verdachte een lijst met huishoudelijke opdrachten die zij moet uitvoeren. Verdachte wil als een koning worden behandeld. Als [persoon 2] dat niet doet, is zij bang dat zij klappen krijgt. Het enige dat [persoon 2] van verdachte krijgt, is weed. [persoon 2] blowt zoveel dat zij de hele dag door stoned is. Dat doet zij omdat zij niks wil voelen, het blowen helpt daarbij. Op den duur mishandelt verdachte [persoon 2] dagelijks. Zij krijgt elke dag klappen om de kleinste dingen. [persoon 4] was er bijna altijd bij. [persoon 2] moet verdachte elke dag pijpen. Als zij dat niet doet, kreeg zij klappen. [persoon 2] is bang om van verdachte weg te lopen, zij wil dit wel, maar zij weet niet waar zij naar toe moet. Verdachte zegt ook tegen haar dat hij haar wel zal vinden. Verdachte belooft [persoon 2] dan nog steeds dat ze samen gelukkig zullen worden. [persoon 2] is intussen zo afhankelijk van verdachte dat zij blijft hopen dat het zal veranderen. Als [persoon 2] maar geen klappen krijgt is het goed, als verdachte een keer vriendelijk doet, is het goed. [persoon 2] hoopt dat verdachte ooit zal veranderen. Verdachte blijft maar zeggen dat hij [persoon 2] zal beschermen en dat alles goed zal komen. Op den duur weet [persoon 2] niet meer wat zij fout doet, want zij krijgt altijd klappen. Zij voelt zich zo alleen. [persoon 2] moet vaak overgeven van de stress door de wijze waarop verdachte haar behandelt. Verdachte vindt dat grappig. De werkwijze in Helmond was hetzelfde als in Gestel. Het geld van de klant gaat direct naar verdachte [ 3.2 pag. 40]. Op een dag komt [persoon 1] in de flat aan de [adres 1] wonen. Verdachte neukt haar en [persoon 2] moet daarbij toekijken terwijl zij dat niet wil. Verdachte slaat [persoon 2] waar [persoon 1] bij is. Verdachte begint [persoon 2] daarna nog meer te vernederen, ook in tegenwoordigheid van [persoon 4] en [persoon 1]. Ook schopt verdachte [persoon 2] nog steeds [ 3.2 pag. 41]. Verdachte bedreigt [persoon 2] dat hij haar met een kapot glas in haar gezicht zal bewerken als zij weg gaat en daarom durft [persoon 2] dat niet te doen. Omdat [persoon 2] de situatie zat is, loopt zij met een klant weg. Als verdachte haar dan opbelt en allemaal lieve dingen tegen [persoon 2] zegt, krijgt [persoon 2] hoop dat alles tussen verdachte en haar toch weer goed zal komen. [persoon 2] gaat dan naar verdachte terug. Direct als zij bij verdachte terug is, slaat hij haar zo hard dat [persoon 2] bijna van zichzelf gaat. Zij moet een mes uit de keuken pakken en verdachte wil de naam van de klant weten waarmee [persoon 2] is weggelopen. Verdachte pakt het mes van [persoon 2] af en zij denkt dat verdachte haar dood zal maken omdat verdachte met het mes naar haar gezicht komt. Verdachte raakt [persoon 2] echter niet met het mes aan. Verdachte zegt vervolgens tegen [persoon 2] "Stommeling, denk je nou echt dat ik verander". Op een dag lopen [persoon 1] en [persoon 2] weg en zij zijn naar een vriendin van [persoon 1] gegaan. [persoon 2] gaat enkele dagen later weer naar de [adres 1], naar verdachte terug omdat verdachte zo lief tegen haar doet en omdat zij de wereld met hem kent [ 3.2 pag. 42]. Vanaf november 2010 tot april 2011 is [persoon 2] samen met verdachte. In die tijd loopt zij vier of vijf keer weg, maar zij keert steeds om dezelfde reden naar verdachte terug. [persoon 2] woont zes tot acht weken op de [adres 1] in Helmond. Een tijdlang woont [persoon 2] daar alleen met verdachte. Dat vindt zij een fijne periode omdat zij verdachte voor zich alleen heeft en verdachte dan een beetje normaal doet. Nadat de politie op de [adres 1] is geweest [[ 3.1 pag. 144 = 13 januari 2011] huren [persoon 2] en verdachte een kamer boven een shoarmazaak in Helmond. Vanaf dat moment moet [persoon 2] van verdachte voor een escortbureau werken. Zij doet dat omdat zij bang is anders een pak slaag van verdachte te krijgen [ 3.2 pag.43]. Na een week verhuizen [persoon 2] en verdachte naar een vriendin van verdachte in Etten-Leur

11 [= [getuige 1]]. Ook vanuit Etten-Leur werkt [persoon 2] voor het escortbureau. Zij heeft ongeveer 3 1/2 week voor dat bureau gewerkt. [persoon 2] werkt zeven dagen per week en heeft drie of vier klanten per dag. Al het verdiende geld geeft zij, zoals gewoonlijk, aan verdachte. Het slaan gaat in die periode gewoon door. [persoon 2] moet verdachte ook elke keer bellen als zij bij een klant naar binnen gaat en naar buiten komt. [persoon 2] is zo bang voor de klappen van verdachte dat zij steeds eerlijk vertelt wat zij verdient. Verdachte vraagt daar ook elke keer naar. Na de periode in Etten-Leur verhuizen [persoon 2] en verdachte naar Tilburg. Ook daar werkt [persoon 2] voor diverse escortbureau's [ 3.2 pag. 44]. Ook daar werkt zij zeven dagen per week en zij heeft ongeveer vier klanten per dag [ 3.2 pag. 46]. Na het verblijf in Tilburg trekken [persoon 2] en verdachte in bij een klant van [persoon 2]. Hij woont in Molenschot. Daar wonen zij 2 1/2 week. Inmiddels is het begin april Daarna brengt verdachte [persoon 2] naar een meisje in Tilburg. Daar blijven zij twee weken. [persoon 2] begint steeds meer "nee" tegen verdachte te zeggen en zij wil haar geld niet meer afgeven. Als [persoon 2] dan slaapt, pakt verdachte het geld van haar af of zij krijgt klappen als zij het geld niet geeft. In die periode leert [persoon 2] een klant kennen, die later haar vriend wordt. Zij bezoekt die klant met goedvinden van verdachte, zolang de klant maar betaalt. Deze klant regelt een flat voor [persoon 2]. Daar is zij alleen gaan wonen [ 3.2 pag. 48]. Als deze klant merkt dat [persoon 2] vaak door verdachte wordt gebeld, vertelt [persoon 2] hem alles. Verdachte blijft haar maar bellen. Na drie dagen gaat [persoon 2] toch naar verdachte terug omdat zij erg afhankelijk van hem is en omdat verdachte zegt dat hij haar toch wel vindt. Als [persoon 2] weer bij verdachte is, is het helemaal raak. Zij krijgt een klap van verdachte en [persoon 2] moet seks met hem hebben. Zij moet verdachte elke dag pijpen, ook als [persoon 2] dat niet wil. De klant blijft [persoon 2] bellen. Verdachte zegt op een bepaald moment tegen hem dat [persoon 2] een schuld van 3.000,-- bij hem heeft en dat hij [persoon 2] met rust laat als de klant hem dat bedrag betaalt. De klant betaalt dat bedrag. Verdachte zegt dan tegen [persoon 2] dat zij geluk heeft dat iemand dit voor haar doet zodat zij opnieuw kan beginnen. [persoon 2] voelt zich op dat moment "als een pakje boter dat verkocht wordt". Dan pas beseft [persoon 2] dat verdachte niets voor haar voelt. Zij gaat niet meer naar verdachte terug. Op 28 april 2011 stopt [persoon 2] met haar werkzaamheden als prostituee. Twee weken lang valt verdachte [persoon 2], haar vriend en haar familie lastig [ 3.2 pag. 49]. Dan komt verdachte vast te zitten. [persoon 2] is nog heel lang geestelijk bezig geweest om van verdachte los te komen. Als zij aan de tijd met verdachte denkt, rilt zij nog steeds en krijgt zij een brok in haar maag. Elke dag is het geld wat [persoon 2] aan verdachte geeft op. Zij heeft niets van het door haar verdiende geld gehad, alleen weed en sigaretten. Verdachte wilde het geld voor een gezamenlijke toekomst met [persoon 2] vertelde hij haar altijd. Hij zou het sparen. Achteraf is gebleken dat verdachte alles heeft opgemaakt [ 3.2 pag. 50] De aangifte van[persoon 2] wordt ondersteund door de verklaringen van diverse getuigen. [persoon 4] bevestigt de verklaring van [persoon 2] dat [persoon 2] voor verdachte in de prostitutie werkt in de woning gelegen aan de [adres 2] in Eindhoven en de flat aan de [adres 1] in Helmond, dat [persoon 2] het door haar verdiende geld aan verdachte moet afgeven en dat [persoon 2] door verdachte wordt bedreigd en mishandeld. [persoon 4] is erbij aanwezig als verdachte de advertentie van [persoon 2] op [internetsite] plaatst. Zij ziet ook dat [persoon 2] door verdachte wordt geslagen, geschopt en aan de haren wordt getrokken. Tevens ziet zij op een dag dat de naam van verdachte in de nek van [persoon 2] is getatoeëerd [ 3.2 pag. 134 t/m 137, 141, 144, 147, 149, 154, 155, 156, 158, 160]. [persoon 1] bevestigt de verklaring van [persoon 2] voor zover die ziet op de gebeurtenissen die zich in de flat gelegen aan de [adres 1] te Helmond hebben afgespeeld. [persoon 1] verklaart dat zij op 28

12 december 2010 in de flat is komen wonen, dat zij daar ongeveer twee weken heeft verbleven en dat [persoon 2] daar in die periode ook is. [persoon 2] werkt in die periode als prostituee. Zij mag van verdachte de flat niet verlaten. [persoon 2] moet klanten ontvangen omdat er geld binnen moet komen. [persoon 1] ziet dat [persoon 2] telkens haar verdiende geld aan verdachte geeft. [persoon 1] ziet en hoort ook dat er veel ruzie tussen [persoon 2] en verdachte is en zij ziet dat verdachte [persoon 2] dan slaat en schopt [ 3.2 pag. 96, 97, 98, 101, 102]. [persoon 5] bevestigt de verklaring van [persoon 2] voor zover die ziet op de periode dat [persoon 2] in Tilburg voor escortbureau's werkt. In december 2010 ontmoet [persoon 5] [persoon 2] in de woning in Helmond. [persoon 2] werkt dan voor verdachte. Later ontmoet [persoon 5] [persoon 2] weer in Tilburg. [persoon 5] gaat dan voor hetzelfde escortbureau werken waarvoor [persoon 2] al werkt. [persoon 2] werkt heel veel. Het geld wat zij daarmee verdient moet zij aan verdachte geven. [persoon 5] ziet heel vaak dat verdachte [persoon 2] slaat. Verdachte slaat [persoon 2] om de raarste dingen. [persoon 5] hoort dat verdachte tegen [persoon 2] zegt "kom je bed uit, je moet werken". Als [persoon 2] dat niet doet ziet [persoon 5] dat verdachte helemaal door het lint gaat en dat hij [persoon 2] slaat en schopt en dat het lichaam van [persoon 2] bont en blauw is. [persoon 2] is echter zo verliefd op verdachte dat ze tegen [persoon 5] vertelt dat het haar keuze is bij verdachte te blijven [ 3.2 pag. 234, 235, 236]. De getuige [getuige 4], eigenaar van een escortbureau in Eindhoven, verklaart dat [persoon 2] van 17 januari 2011 tot en met 29 januari 2011 voor dit bureau heeft gewerkt. Zij wordt door chauffeurs van dit bureau op een adres aan de [adres 3] in Helmond opgehaald. Opvallend was dat [persoon 2] altijd beschikbaar was, zo'n 24 uur per dag. [ 3.2 pag. 312, 313]. De getuige [getuige 5], eigenaar van een van de escortbureau's waarvoor [persoon 2] in Tilburg heeft gewerkt, verklaart dat [persoon 2] veel heeft gewerkt en dat zij altijd oproepbaar was. [getuige 5] brengt [persoon 2] heel vaak naar afspraken. Verdachte is alles voor [persoon 2]. [getuige 5] ziet dat [persoon 2] een tatoeage met de naam van verdachte in haar nek en op een van haar vingers heeft. Hij verklaart ook dat het vaak gebeurt dat [persoon 2], nadat ze enkele klanten heeft gehad, door verdachte wordt gebeld dat ze het geld naar verdachte moet komen brengen. [getuige 5] krijgt gaandeweg steeds meer het gevoel dat [persoon 2] voor verdachte moet werken. Hij ziet een keer een blauw oog bij [persoon 2]. [persoon 2] zegt hem dan dat dit het gevolg is van een ruzie met verdachte [ 3.2 pag. 285, 286]. Ook de getuigen [getuige 1] [ 3.2 pag. 260], [getuige 2] [ 3.2 pag. 276, 277] en [getuige 3] [verklaring aan rechter-commissaris op 29 januari 2013], bevestigen op onderdelen de door [persoon 2] gedane aangifte. Zij ontlenen hun wetenschap aan hetgeen [persoon 2] aan hen heeft verteld. Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde feit ======================================= Op verschillende dagen in de periode van 27 september 2011 tot en met 22 maart 2012 doet [persoon 3] [hierna te noemen bij haar roepnaam] aangifte dat zij in de periode van 18 augustus 2010 tot en met 15 september 2010, door toedoen van verdachte in de prostitutie werkzaam is geweest. Nadat zij met die werkzaamheden is begonnen, dwingt verdachte haar daarmee door te gaan, eigent hij zich al het geld toe dat [persoon 3] daarmee verdient en besteedt dat voor zichzelf [ 3.3 pag. 32 t/m 79]. Meer in het bijzonder houdt de verklaring van [persoon 3] zakelijk weergegeven onder meer het navolgende in. Op de dag van de WK-wedstrijd Nederland Spanje [ 3.3 pag. 30 noot verbalisant: is 11 juli 2010] ontmoet [persoon 3] verdachte. Zij hebben gemeenschap met elkaar waarbij verdachte [persoon 3] slaat en uitscheldt. Verdachte kleineert [persoon 3] maar hij zegt ook dat zij alles van hem kan krijgen als [persoon 3] maar op verdachte wacht. Ook zegt hij dat [persoon 3] de vrouw van zijn kinderen kan worden. [persoon 3] is altijd al op zoek naar zoiets, dat is wat zij wil. Verdachte zegt dan alle

13 dingen die [persoon 3] altijd al heeft willen horen. Zij begint dan te denken dat zij verdachte wel leuk vindt en dat hij haar de dingen kan geven die zij zo graag wil. Ook vertelt verdachte dat hij verliefd op [persoon 3] is. Daarna keert verdachte terug naar de gevangenis [ 3.3 pag. 32, 33]. Op een dag belt verdachte [persoon 3] op. Die dag gaat [persoon 3] met verdachte mee naar de flat aan de [adres 2] in Eindhoven waar verdachte op dat moment woont. Haar grote angst is alleen te zijn. Zij doet alles om dat uit de weg te gaan [ 3.3 pag. 44]. In de flat aan de [adres 2] heeft [persoon 3] die avond een diepgaand gesprek met verdachte. [persoon 3] vertelt verdachte over haar verleden in de prostitutie. Verdachte op zijn beurt vertelt [persoon 3] dat hij om haar uit de gevangenis is weggelopen en dat hij verliefd op haar is. Verdachte vertelt [persoon 3] dat zij "ramen had moeten doen" en niet in clubs had moeten werken. Verdachte zegt dat zij achter het raam duizenden euro's per dag kunnen verdienen. Hij vertelt [persoon 3] die nacht dat hij wijven, hoeren, heeft gehad en dat hij weet hoe het raamwerk werkt [ 3.3 pag. 45]. Verdachte praat [persoon 3] ook een schuldgevoel aan. Hij vertelt dat hij kinderen met haar wil. [persoon 3] wist ergens wel dat het allemaal niet waar was, maar zij wilde zo graag aandacht. Die nacht hebben zij gemeenschap gehad. Verdachte was erg lief voor [persoon 3]. De volgende dag vraagt verdachte aan [persoon 3] of zij het "achter het raam" wil proberen. [persoon 3] stemt daarmee in. Vervolgens maakt verdachte een plan voor haar. Hij vertelt [persoon 3] "drie dagen hard werken, volop achter het raam klappen en dan naaien we er uit". Verdachte zweert aan [persoon 3] dat zij het geld dat zij verdient, mag houden. Door alle praatjes van verdachte denkt [persoon 3] dat er eindelijk iemand is die van haar houdt en dat zij binnenkort samen een dik huis zullen hebben. Verdachte zegt alles wat [persoon 3] wil horen. De eerste dag willen zij naar Amsterdam gaan. Verdachte heeft echter geen auto en daarom gaan [persoon 3] en verdachte naar [medeverdachte]. Verdachte legt de situatie aan [medeverdachte] uit en zegt tegen hem, waar [persoon 3] bij is, dat zij al haar geld zal gaan houden. Later die middag pakt [persoon 3] haar spullen en rijden zij naar Amsterdam. Kermis Hilaria in Eindhoven is dan net geweest [gehouden van 30 juli 2010 tot en met 8 augustus bron: [website]. Die eerste dag brengt [medeverdachte] [persoon 3] en verdachte naar Amsterdam [ 3.3 pag. 46]. [persoon 3] werkt die dag niet [ 3.3 pag. 47]. De volgende dag gaan [persoon 3], [medeverdachte] en verdachte terug naar Amsterdam en gaat [persoon 3] "achter het raam" werken. Terwijl zij aan het werk is, lopen verdachte en [medeverdachte] telkens voorbij, dat vindt [persoon 3] bedreigend. Als [persoon 3] klaar is met werken komt verdachte op haar kamer. Hij zegt dat [persoon 3] het verdiende geld moet houden. [persoon 3] is blij dat zij eindelijk iemand heeft gevonden die zegt dat zij het geld niet af hoeft te geven. Onderweg terug naar Eindhoven ontstaat er ruzie tussen [medeverdachte] en [persoon 3] over het verdiende geld [ 3.3 pag. 48]. De volgende dag ontstaat er slaande ruzie tussen [persoon 3] en [medeverdachte]. Verdachte springt daar tussen. Daardoor krijgt [persoon 3] weer het goede gevoel en het vertrouwen in verdachte. De volgende dag brengt [medeverdachte] verdachte en [persoon 3] weer naar Amsterdam. Daar geeft [persoon 3] de helft van haar eerder verdiende geld aan verdachte en gaat zij werken [ 3.3 pag. 50]. De dag daarna gaat [persoon 3] weer werken. Die hele dag door schooit verdachte bij [persoon 3] om geld. Als [persoon 3] verdachte op het einde van de dag weer ontmoet is verdachte al het geld kwijt. Na drie dagen in Amsterdam te hebben gewerkt gaan [persoon 3] en verdachte op zijn voorstel naar Groningen om [persoon 3] daar te laten werken [ 3.3 pag. 51]. Inmiddels is het september Op het station worden zij door een meisje genaamd [persoon 6], opgehaald [ 3.3 pag. 52]. [persoon 3] en verdachte verblijven bij haar in de tijd dat [persoon 3] in Groningen werkt. Nadat [persoon 3] in Groningen begint te werken verandert verdachte. Alle lievigheid is weg. De jongen die met [persoon 3] mee was gegaan, die haar handje had vastgehouden,

14 die zei dat hij van haar hield, die zei dat ze samen kinderen zouden maken, dat zij zijn ware vrouw was en die zei dat [persoon 3] alles voor hem betekende, was weg [ 3.3 pag. 53]. Verdachte maakt problemen als [persoon 3] het door haar verdiende geld niet aan hem wil geven. Hij eist alle verdiensten van [persoon 3] op, bepaalt haar werktijden en mishandelt haar als zij niet aan zijn wensen voldoet. Dan slaat hij haar in elkaar, of hij pakt haar bij de keel of hij geeft haar stompen in haar buik. [persoon 3] is elke dag aan het werk en verdachte verandert steeds meer, elke dag erger. De ene keer vraagt verdachte naar het geld, de andere keer geeft [persoon 3] het gewoon omdat zij geen zin in klappen heeft. Alleen als verdachte grote bedragen geld bij [persoon 3] kan ophalen, is hij nog blij. Verdachte gedraagt zich heel misselijk. Hij zegt dingen waardoor [persoon 3] zich heel klein voelt. In Groningen overweegt [persoon 3] serieus om zelfmoord te plegen. Maar altijd krijg verdachte bij [persoon 3] alles voor elkaar. Hij blijft haar uitschelden en vernederen waardoor [persoon 3] zich steeds minder voelt [ 3.3 pag. 54]. [persoon 3] durft dan haar geld niet meer voor verdachte te verstoppen. Op een of andere manier heeft verdachte [persoon 3] psychisch ziek gemaakt. Ook is zij bang dat verdachte haar iets zal aan doen. Als [persoon 3] in Groningen weg had willen gaan, ermee ophouden, dan zou er een hoop heibel van zijn gekomen. Verdachte weet [persoon 3] op een bepaalde manier psychisch zo naar zich toe te trekken dat zij denkt dat zij toch niets is. Als verdachte vindt dat [persoon 3] iets fout doet, dan krijgt zij de volle laag van hem en soms gaat dat erg ver. Hij slaat haar dan van haar stoel af. [persoon 3] werkt in Groningen ongeveer twee weken aan een stuk door [ 3.3 pag. 55]. In Groningen probeert verdachte [persoon 3] helemaal gek te maken. [persoon 3] krijgt klappen van hem. Seksueel doet hij tegen haar zin in dingen met haar. Dat doet hij heel vaak. Als het niet gaat zoals verdachte wil, zijn de poppen aan het dansen. Dan krijgen zij ruzie, of verdachte slaat [persoon 3] of hij laat niets meer weten, of hij gaat weg met haar geld. Als [persoon 3] op een dag van verdachte moet werken terwijl zij een keelontsteking en koorts heeft, heeft zij het met verdachte gehad en gaat zij met de trein naar Eindhoven. Onderweg belt verdachte haar op en hij begint op haar gevoel in te spelen. Verdachte zegt tegen [persoon 3] dat hij haar nooit zo had moeten behandelen en hij vraagt haar meerdere keren terug te komen [ 3.3 pag. 56]. Inmiddels woont [persoon 3] weer in Eindhoven. Op een avond belt verdachte bij die woning aan. Verdachte praat op haar in en zij gelooft alle lieve woorden die hij tegen haar zegt. Verdachte blijft ook doorzeuren dat [persoon 3] weer moet gaan werken. Er wordt dan besloten dat [persoon 3] weer aan het werk gaat. De enige gedachte van verdachte is "zij moet weer aan het werk, zij moet weer geld verdienen". Elke ruzie die zij hebben gaat over het werk. Elke keer dat verdachte haar met een riem slaat, in een hoekje zet en in de buik schopt, draait om het werk [ 3.3 pag. 57]. Op een gegeven moment brengt verdachte [persoon 3] naar [bedrijf 5] in Duitsland. Daar werkt [persoon 3] drie dagen. Als [persoon 3] na het werk in de auto stapt, vraagt verdachte meteen naar het geld. [persoon 3] geeft dat dan aan hem [ 3.3 pag. 58]. Daarna gaat [persoon 3] weer bij haar vader wonen. Zij maakt dan een afspraak bij de Rutgerstichting in Eindhoven omdat zij denkt dat ze zwanger is [ 3.3 pag. 64]. Die afspraak vindt op 13 september 2010 plaats [ 3.3 proces-verbaal bevindingen, pag. 94]. Daarna ziet [persoon 3] verdachte tot het einde van het jaar niet meer [ 3.3 pag. 79]. De getuige [getuige 6] verklaart dat zij weet dat verdachte meisjes voor zich laat werken als prostituee. Een van de meisjes was [persoon 3]. [persoon 3] heeft [getuige 6] verteld dat zij voor verdachte moest werken. [persoon 3] heeft haar wel eens verteld dat zij door [verdachte] met een riem werd geslagen en dat zij door hem aan een verwarmingsbuis was geketend [ 3.3 pag. 235, 236]. [persoon 5] verklaart dat zij met [persoon 3], [medeverdachte] en verdachte naar Amsterdam is gereden. [persoon 3] en verdachte blijven in Amsterdam. [persoon 3] gaat daar op de Wallen werken.

15 [persoon 5] heeft ook een keer een blauwe plek gezien op het been van [persoon 3]. [persoon 3] huilde toen en vertelde dat [verdachte] haar had geslagen. [ 3.3 pag. 111 en 112]. De getuige [getuige 10] verklaart dat zij [persoon 3] en verdachte op het station in Groningen heeft opgehaald. Zij merkt dat er voortdurend een strijd tussen hen aan de gang is. [persoon 3] vertelt haar dat verdachte altijd het geld opmaakt waarvoor zij hard heeft gewerkt. Bij gesprekken via MSN vertelt verdachte aan [getuige 10] dat [persoon 3] voor hem in de prostitutie werkzaam is [ 3.3 pag. 155, 156, 157]. De getuige [getuige 7] verhuurt kamers aan prostituees in Groningen. Hij kent [persoon 3] als [persoon 3]. Hij verhuurt op 20 augustus 2010 gedurende drie dagen een kamer aan haar. Van andere meisjes hoort hij dat er vaak een Marokkaan op de kamer slaapt. Bij haar vertrek laat [persoon 3] een tas met spullen achter [ 3.3 pag. 134, 135, 139]. Die tas brengt [getuige 7] naar de politie gebracht. De politie stelt vast dat er in deze tas mannenkleding en een agenda en een verlofpas op naam van verdachte zit [pag. 143 proces-verbaal bevindingen]. Bij zijn verhoor door de politie bevestigt verdachte dat hij met [persoon 3] naar Groningen is gegaan, dat [persoon 3] in Groningen in de raamprostitutie heeft gewerkt, dat verdachte daar langs is gelopen terwijl zij aan het werk is, dat [persoon 3] naar verdachte belt als zij onderweg naar Eindhoven is en dat zij op verzoek van verdachte naar Groningen terug komt. Verdachte blijft na terugkeer in Eindhoven contact met [persoon 3] houden. Nadat [persoon 3] in Amsterdam gaat werken zoekt verdachte haar daar op [ 02.1, pag. 512]. Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde feit ======================================= Op 18 april 2012 doet [persoon 4] aangifte dat zij in de periode van 1 oktober 2010 tot en met 1 maart 2011, door toedoen van verdachte in de prostitutie werkzaam is geweest. Nadat zij met die werkzaamheden is begonnen, dwingt verdachte haar daarmee door te gaan, eigent hij zich al het geld toe wat [persoon 4] daarmee verdient en besteedt dat voor zichzelf [ 3.4 pag. 16 t/m 46]. Meer in het bijzonder houdt de verklaring van [persoon 4] zakelijk weergegeven onder meer het navolgende in. Eind september 2010 gaat [persoon 4] met een vriendin na een feestje naar de woning gelegen aan de [adres 2] in Eindhoven. In die woning leert [persoon 4] verdachte kennen. Het contact blijft in stand en enkele weken daarna ontstaat een relatie tussen [persoon 4] en verdachte [ 3.4 pag. 18]. [persoon 4] is dan verliefd op verdachte. Na anderhalve maand verandert hun relatie. Tussen [persoon 4] en verdachte ontstaat ruzie over geld. Verdachte heeft geen geld, maar wel lasten. [persoon 4] werkt dan nog als planner bij een bedrijf [ 3.4 pag. 19]. Al vrij snel na aanvang van de relatie ontstaan er geldproblemen. Deze worden vooral veroorzaakt omdat verdachte met de telefoon van [persoon 4] heel veel naar gok- en sekslijnen belt. Als [persoon 4] dat merkt, zet zij een code op haar telefoon. Als verdachte dit merkt, wordt hij boos, pakt hij [persoon 4] hard vast en hij knijpt haar. Daarvan schrikt [persoon 4] en zij is bang voor verdachte. Uit angst voor verdachte verwijdert [persoon 4] die blokkering weer [ 3.4 pag. 20]. In die tijd wordt [persoon 4] een telefonische aanbieding voor een telefoonabonnement gedaan. Verdachte is dan ook aanwezig. [persoon 4] sluit dat abonnement af omdat zij voelt dat zij daar niet onderuit kan door het gedrag van verdachte. Op aandringen van verdachte sluit [persoon 4] ook voor zichzelf een nieuw abonnement af zonder dat [persoon 4] zicht heeft op de financiële gevolgen daarvan. Enkele weken nadat [persoon 4] die abonnementen heeft afgesloten krijgt zij de rekening van haar oude telefoon binnen, die is tussen 1.200,-- en 1.400,--. Uit het rekeningoverzicht blijkt dat verdachte die kosten heeft veroorzaakt. Als [persoon 4] verdachte hierop aanspreekt, wordt hij boos op haar. [persoon 4] is nog steeds verliefd op verdachte. Ze is gek op hem [ 3.4 pag. 21].

16 In diezelfde periode gaat [persoon 4] met een vriendin, zonder verdachte, uit. Na het uitgaan is zij door jongens in de buurt van de woning van de [adres 2] in Eindhoven afgezet. Als [persoon 4] dat tegen verdachte vertelt, wordt hij boos en slaat hij [persoon 4] hard met de vlakke hand in het gezicht. Dat is de eerste keer dat verdachte [persoon 4] slaat. Eind oktober 2010 raakt [persoon 4] haar baan en dus ook haar inkomsten kwijt. Verdachte weet dat. Er gaat alleen maar geld uit. Deze levenswijze houden [persoon 4] en verdachte niet lang vol. Op enig moment maakt verdachte de opmerking dat [persoon 4] door seks met mannen te hebben, veel geld kan verdienen. Dat is een algemene opmerking, met het doel hen te helpen. Na deze opmerking van verdachte zegt [persoon 4] dat zij dat niet wil gaan doen. Op een gegeven moment is al het geld op. Ze kunnen geen boodschappen doen en niet meer bellen. De telefoonkosten worden nog wel van de rekening van [persoon 4] afgeschreven [ 3.4 pag.22]. [persoon 4] haalt geld van haar spaarrekening om hun levensonderhoud en telefoonkosten te kunnen betalen. Op enig moment heeft verdachte de bankpas van [persoon 4] in zijn bezit gekregen. Daarmee neemt hij geld op van de rekening van [persoon 4] zonder haar toestemming. Ook maakt verdachte geld van de rekening van [persoon 4] over om te kunnen gokken. Als [persoon 4] hem daarop aanspreekt en zegt dat zij het geld voor andere dingen, zoals de huishouding, nodig hebben, vindt verdachte dat hij haar geld wel nodig heeft en interesseert het hem niet wat [persoon 4] daarvan vindt, ook al is het haar geld. Na enige tijd zijn de rekeningen van [persoon 4] leeg, voornamelijk omdat verdachte daar over kon beschikken. Na de opmerking van verdachte dat [persoon 4] wel veel geld kon verdienen door seks te hebben met mannen, haalt zij geld van haar spaarrekening omdat zij geen seks met mannen tegen betaling wil hebben. Dat zegt [persoon 4] ook tegen verdachte. Geld van de spaarrekening halen is voor [persoon 4] een noodsprong om niet te gaan werken zoals verdachte voorstelt [ 3.4 pag. 23]. Verdachte heeft vanaf het begin een zekere mate van controle over [persoon 4]. Op een bepaald moment, medio november 2010, beseft [persoon 4] dat zij geld nodig hebben. Verdachte vraagt haar dan of zij wil gaan werken door seks te hebben met mannen. Ze moeten gewoon geld hebben. Verdachte overtuigt [persoon 4] daarin toe te stemmen. [persoon 4] wil dat eigenlijk niet maar zij voelt dat dit de enige manier is om snel geld te hebben. Bovendien spreekt [persoon 4] met verdachte af dat het maar voor een korte periode is. Verdachte zegt ook dat [persoon 4] kan stoppen met die werkzaamheden zodra zij dat wil. [persoon 4] heeft geen idee hoe zij zoiets aan moet pakken, verdachte wel. Hij schaft een prepaidtelefoon aan en plaatst seksadvertenties van [persoon 4] op internet buiten haar om. De eerste keer dat de prepaidtelefoon overgaat, is verdachte aanwezig. [persoon 4] neemt de telefoon op, verdachte geeft haar tijdens het gesprek aanwijzingen. Het is [persoon 4] dan duidelijk dat zij met haar eerste klant spreekt. Zij is daar helemaal niet op voorbereid. Nadat [persoon 4] de telefoon neerlegt, krijgt zij van verdachte aanwijzingen hoe zij verder moet handelen. Verdachte zegt dat als de man binnen komt, [persoon 4] direct het geld aan de klant moet vragen en dat zij vervolgens het geld direct aan hem moet geven. Met het geld wat [persoon 4] zo verdient, kunnen [persoon 4] en verdachte hun huishouding en andere kosten betalen. Verdachte vertelt aan [persoon 4] welke bedragen zij voor welke handelingen moet vragen [ 3.4 pag. 24]. De eerste klanten ontvangt [persoon 4] in het pand aan de [adres 2] in Eindhoven. Nadat de eerste klant weg is, zegt [persoon 4] tegen verdachte dat zij dit niet wil en dat zij zich daar niet prettig bij voelt. De eerste keer dat de telefoon overgaat nadat de eerste klant weg is, neemt [persoon 4] niet op. Verdachte is het daarmee niet eens, want elke telefoontje is geld. Verdachte blijft daarna dwang op [persoon 4] uitoefenen om de telefoon op te nemen. De tweede dag is het makkelijker. [persoon 4] heeft vier of vijf klanten. Na de eerste klant heeft [persoon 4] ongeveer een week gewerkt [ 3.4 pag. 25].

17 Na die week gaat [persoon 4] een week naar haar ouderlijke woning gegaan om in het gezin te helpen. [persoon 4] blijft daar een dag of vijf. Als zij verdachte aan de telefoon heeft, stelt die zich erg controlerend op. In die week probeert [persoon 4] werk te krijgen omdat zij wil voorkomen dat zij daarna weer seks voor geld moet hebben. Dat is in december Na ongeveer een week bij haar ouders te zijn geweest, gaat [persoon 4] terug naar de [adres 2] in Eindhoven, naar verdachte. Dan ontmoet zij ook [persoon 2] [ 3.4 pag. 26]. In de dagen daarna merkt [persoon 4] dat [persoon 2] de prepaidtelefoon opneemt en dat ook [persoon 2] seks met mannen voor geld heeft [ 3.4 pag. 27]. Iedere keer als het tussen [persoon 4], [persoon 2] en verdachte over geld gaat, ontstaat er een grote discussie die vaak overgaat in ruzie. [persoon 4] en [persoon 2] hebben dan enkele dagen gewerkt en meerdere klanten ontvangen voor geld. Als zij dan naar de stad willen, zegt verdachte dat er geen geld is, terwijl [persoon 4] en [persoon 2] weten dat zij veel hebben verdiend. Verdachte wil niet zeggen waar hij het geld aan uitgeeft. Als verdachte niet thuis is werken [persoon 4] en [persoon 2] soms door. Verdachte belt namelijk heel vaak om te vragen hoeveel klanten zij hebben gehad en wat er nog aan klanten komt, zodat hij weet hoeveel geld hij bij [persoon 4] en [persoon 2] nog in ontvangst kan nemen. Het interesseert verdachte niet hoe het met [persoon 4] en [persoon 2] gaat, het gaat hem alleen maar om het geld. In het begin dat [persoon 4] met verdachte is, is het geld voor hen samen. Als [persoon 2] er bij komt, verandert de relatie tussen [persoon 4] en verdachte. Het is dan zo dat [persoon 4] alleen voor verdachte werkt. Verdachte belooft aanvankelijk dat [persoon 4] elke week geld krijgt, maar die afspraak komt hij niet na. [persoon 4] blijft afhankelijk van verdachte. [persoon 4] werkt en verdachte doet niets, alleen het geld opmaken. Dit vindt allemaal plaats in de woning aan de [adres 2] in Eindhoven [ 3.4 pag. 28]. Na een tijdje zijn [persoon 4] en [persoon 2] het beu dagelijks aan verdachte te moeten vragen waar hun geld is. Drie weken nadat zij begonnen zijn met werken, lopen zij weg uit het pand aan de [adres 2] naar de woning van de ouders van [persoon 4]. Onderweg ontvangt [persoon 4] diverse sms-en en telefoontjes van verdachte. Daarop reageert zij niet, tot er een sms van verdachte komt "1-0 voor jullie, jullie komen er nog wel achter, [persoon 4] ik weet jou moeder te wonen". [persoon 4] is bang dat verdachte haar moeder iets zal aandoen. Ook dreigt verdachte dat hij de moeder van [persoon 4] zal vertellen van haar werkzaamheden in de prostitutie. Daarom neemt [persoon 4] het volgende telefoontje van verdachte aan. Omdat verdachte belooft beter voor [persoon 4] en [persoon 2] te zorgen gaan zij naar hem terug [ 3.4 pag. 29]. In december 2010, net voor Kerst, gaan [persoon 4], [persoon 2] en verdachte in de [adres 1] in Helmond wonen. [persoon 4] werkt inmiddels bij [werkgever]. Zij beschouwt zich nog steeds als de vriendin van verdachte [ 3.4 pag. 31]. In de eerste week dat [persoon 4] bij [werkgever] werkt, confronteert verdachte [persoon 4] met het contact dat [persoon 4], tegen de wens van verdachte in, met een andere jongen, genaamd [persoon 7] heeft. Verdachte geeft [persoon 4] dan een harde vuistslag tegen de zijkant van haar gezicht. [persoon 4] verlaat de flat. Onderweg belt verdachte haar op. Onder druk van het dreigement van verdachte dat hij alles aan de ouders van [persoon 4] zal vertellen gaat zij naar hem terug. Diezelfde nacht sleurt verdachte [persoon 4] en [persoon 2] onverwacht uit bed. Verdachte confronteert [persoon 4] met de msn-gesprekken die zij met [persoon 7] heeft gevoerd. [persoon 2] moet die gesprekken voorlezen [ 3.4 pag. 32]. Verdachte zit dan naast [persoon 4] op de bank een sigaret te roken. Telkens als [persoon 2] iets voorleest wat verdachte niet zint, drukt hij de brandende sigaret op de rechterbovenarm van [persoon 4]. Verdachte doet dat meerdere malen op meerdere plaatsen op haar bovenarm. Verdachte drukt op die wijze 7 of 8 keer met die sigaret op de arm van [persoon 4]. [persoon 4] is op dat moment emotieloos en voelt niet veel van de sigaret. Verdachte

18 merkt dat en hij slaat met gebalde vuist vol op het linkeroor van [persoon 4]. Hij slaat erg hard. Later is dat oor en de schedel achter het oor, blauw verkleurd [ 3.4 pag. 33]. De volgende ochtend ziet [persoon 4] op meerdere plaatsen op haar rechterarm blaasjes op de huid van de sigaret. Daar zit vocht in als bij een blaar. Deze wondjes genezen later. Dit voorval vindt op de donderdag voor de Kerst van 2010 plaats. [persoon 4] blijft de dagen daarna in de [adres 1]. Door het letsel kan [persoon 4] niet naar huis of naar haar werk omdat [persoon 4] de buitenwereld niet wil laten weten dat zij door verdachte is mishandeld. In de tijd kort na de mishandeling heeft [persoon 4] nog sporadisch voor verdachte gewerkt. Het betreft klanten die speciaal naar haar vragen [ 3.4 pag. 35]. In de tijd dat zij bij [werkgever] werkte, had zij met verdachte afgesproken dat zij met het prostitutiewerk zou stoppen. Verdachte had daarmee ingestemd. Verdachte belt de hele dag door om te vragen of er klanten zijn geweest en wat er al is verdiend. Als verdachte in de woning aan de [adres 1] komt en hij vindt dat er te weinig is verdiend, dan vallen er klappen naar [persoon 4] en [persoon 2]. Verdachte slaat dan met zijn vuisten vooral achter op het hoofd. Verdachte slaat [persoon 4] zowel op de [adres 2] als op de [adres 1] [ 3.4 pag. 36]. In de [adres 1] in Helmond is het toekomstbeeld van [persoon 4] over een relatie met verdachte grotendeels weg. [persoon 4] is echter nog steeds verliefd op verdachte en zij wil hem niet zo maar opgeven. [persoon 4] hoeft dan niet meer van verdachte in de prostitutie te werken. Net na de Kerst komt [persoon 1] ook in de flat aan de [adres 1] in Helmond wonen [ 3.4 pag. 37]. Ook zij heeft daar seks met mannen voor geld [ 3.4 pag. 38]. Als verdachte geld nodig heeft gaat de telefoon aan en moeten [persoon 4], [persoon 2] en [persoon 1] werken. Vanaf half februari 2011 verblijft [persoon 4] steeds minder op de [adres 1] in Helmond [ 3.4 pag. 39]. Als [persoon 4] aan verdachte denkt, denkt zij aan het bedreigen, aan het slaan en aan de gedwongen seks met mannen die [persoon 4] voor hem moest hebben, aan het geld dat verdachte van [persoon 4] heeft afgepakt en aan de problemen met geld die zij nog steeds ondervindt omdat verdachte zoveel schulden op haar naam heeft gemaakt [ 3.4 pag. 43]. De getuige [persoon 2] bevestigt de verklaring van [persoon 4]. [persoon 2] verklaart dat [persoon 4] als prostituee werkt en dat verdachte de werktijden en de tarieven bepaalt. Zij ziet dat [persoon 4] het daarmee verdiende geld aan verdachte moet geven. [persoon 2] heeft gezien dat [persoon 4] door verdachte, zowel in de woning aan de [adres 2] in Eindhoven en in de flat aan de [adres 1] in Helmond, diverse keren is geslagen en dat verdachte in de flat aan de [adres 1] in Helmond diverse keren een brandende sigaret op de arm van [persoon 4] heeft gedrukt [ 3.4 pag. 159 t/m 164]. De getuige [persoon 1] verklaart dat zij met [persoon 4] en verdachte in de woning aan de [adres 1] in Helmond heeft gewoond, dat zij van [persoon 4] en verdachte heeft gehoord dat [persoon 4] in de prostitutie heeft gewerkt, dat [persoon 4] van verdachte haar spaarrekening leeg heeft moeten maken en dat verdachte [persoon 4] slaat. [persoon 1] heeft dat ook een keer gezien [ 3.4 pag. 197, 214]. Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde feit ======================================== Op 3 januari 2012 doet [persoon 5] aangifte dat zij in de periode van 2 januari 2011 tot en met 9 juli 2011, (mede) door toedoen van verdachte in de prostitutie werkzaam is geweest. Nadat zij met die werkzaamheden is begonnen, dwingt verdachte haar daarmee door te gaan, eigent hij zich al het geld toe dat [persoon 5] daarmee verdient en besteedt dat voor zichzelf [ 3.5 pag. 27 t/m 39]. Meer in het bijzonder houdt de verklaring van [persoon 5] zakelijk weergegeven onder meer het navolgende in. In juli 2010 leert [persoon 5] [medeverdachte] kennen. In december 2010 krijgt [persoon 5] weer contact met [medeverdachte]. Hij begint tegen haar te praten over werken in de prostitutie. Hij spreekt er over dat je daarmee veel geld kunt verdienen en een mooi leventje kunt hebben.

19 [medeverdachte] heeft het daar bijna dagelijks over. [medeverdachte] vertelt [persoon 5] dat hij bezig is een kamer voor hen te zoeken om samen te wonen, maar dat er dan wel geld moet komen. [persoon 5] kan in de prostitutie gaan werken zodra zij 18 jaar oud is. De gesprekken voelen voor [persoon 5] aan alsof zij geen keuze heeft. Zij probeert het moment om naar [medeverdachte] te gaan uit te stellen. Omdat zij geen onderdak heeft, is zij daarvoor afhankelijk van [medeverdachte] [ 3.3 pag. 28]. Nadat [persoon 5] 18 jaar oud wordt gaat zij terug naar [medeverdachte]. Omdat deze geen woonruimte heeft, brengen zij de nacht in zijn auto door. De volgende dag haalt verdachte [persoon 5] en [medeverdachte] op en zij gaan naar een hotel. Verdachte betaalt dat hotel maar zegt wel meteen dat [persoon 5] dat terug moet betalen. [medeverdachte] heeft geen geld en zegt dat verdachte er bij is om alles te regelen. [persoon 5] heeft dan een relatie met [medeverdachte] en het is haar duidelijk dat zij in de prostitutie moet gaan werken. Van verdachte moet [persoon 5] naar club [bedrijf 1] in Gilze Rijen bellen en vragen of zij daar kan komen werken. [persoon 5] doet dat omdat zij nergens anders naar toe kan. Het enige wat zij kan, is bij [medeverdachte] zijn. [persoon 5] heeft geen slaapplek, zij heeft niets. Verdachte regelt alles en [medeverdachte] laat dat gebeuren, hij weet ervan. De helft van het door [persoon 5] verdiende geld moet zij aan verdachte geven, [medeverdachte] zal de andere helft bewaren. In [bedrijf 1] wordt [persoon 5] om het uur door [medeverdachte] gebeld. Zij heeft daar van uur tot uur gewerkt. [medeverdachte] vraagt altijd hoeveel klanten [persoon 5] al heeft gehad als hij belt [ 3.5 pag. 35]. Op 2 januari 2011 wordt [persoon 5] 18 jaar. Een week daarna gaat zij op het Baekelandplein in Eindhoven werken. [medeverdachte] komt met dat idee en [persoon 5] heeft geen geld. [medeverdachte] houdt [persoon 5] altijd in de gaten. Hij houdt het geld bij zich. Als [persoon 5] haar geld niet af wil geven doet [medeverdachte] moeilijk [ 3.5 pag. 24]. [medeverdachte] geeft ook cocaïne aan [persoon 5]. Als [persoon 5] dat niet gebruikt, kan zij niet werken. [persoon 5] belt en smst [medeverdachte] en de anderen heel vaak met de vraag of ze haar willen komen halen en dat zij niet meer kan en wil werken. Dat wordt altijd weggewuifd door hen. [persoon 5] moet ook steeds eerder beginnen met werken. [medeverdachte] en verdachte brengen [persoon 5] altijd met de auto naar [bedrijf 1]. Zij hebben elke week een andere huurauto. Verdachte rijdt altijd. Het geld dat [persoon 5] bij [bedrijf 1] verdient, geeft zij allemaal aan [medeverdachte]. [persoon 5] heeft twee weken bij [bedrijf 1] gewerkt. Een keer blijkt verdachte geen vervoer te hebben. Van [medeverdachte] moet [persoon 5] dan naar [bedrijf 2] in Tongelre [= Eindhoven]. [persoon 5] wil dat niet en zij gaan terug naar hotel Corso in Eindhoven. [medeverdachte] klaagt dan dat zij geen inkomsten hebben en hij geeft [persoon 5] een tik op haar arm. Daarna slaat hij haar steeds harder en dat deed pijn. Later was de hele arm van [persoon 5] blauw en haar wang ook [ 3.5 pag. 32]. Op de dag dat [medeverdachte] wordt aangehouden, wordt [persoon 5] door verdachte bij [bedrijf 1] opgehaald en naar Tilburg gebracht. Daar ontmoet zij ook [persoon 2]. Verdachte regelt dat [persoon 5] bij een escortbureau in Tilburg gaat werken. Het geld dat zij daarmee verdient moet zij aan verdachte geven. [persoon 5] weet zeker dat als zij het geld niet uit eigen beweging geeft, verdachte boos wordt en het gewoon van haar afpakt. Dat is namelijk als eens eerder gebeurd. [persoon 5] werkt twee avonden in de escort in Tilburg [ 3.5 pag. 33]. In Tilburg slaat verdachte [persoon 5] ook [ 3.5 pag. 36]. Nadat [medeverdachte] is opgepakt, neemt verdachte [persoon 5] als het ware over. Omdat [persoon 5] niet in de escort kan en wil werken, moet zij van verdachte in de raamprostitutie in Nijmegen gaan werken. Daarbij is ook [persoon 4] aanwezig. Die avond werkt [persoon 5]. Van haar verdiende geld houdt zij wat achter. De volgende ochtend brengt verdachte haar naar Tilburg terug. De volgende

20 ochtend wordt [persoon 5], buiten medeweten van verdachte om, op verzoek van [medeverdachte] door [medeverdachte] opgehaald [ 3.5 pag. 33]. In juli 2011 komt [persoon 5] weer in contact met verdachte. [persoon 5] vraagt verdachte of hij iets voor haar kan regelen omdat zij geen geld heeft. [persoon 5] maakt met verdachte de afspraak dat zij naar Amsterdam gaan en dat [persoon 5] daar voor zichzelf gaat werken. Diezelfde avond werkt [persoon 5] in [bedrijf 3]. De volgende dag zegt verdachte dat [persoon 5] het verdiende geld aan hem moet geven. [persoon 5] weigert dit. Verdachte vraagt of hij het geld mag tellen. [persoon 5] geeft het geld aan verdachte en ziet dat hij het geld in zijn zak stopt. [persoon 5] vraagt het geld terug, maar verdachte weigert dit. Als [persoon 5] wegloopt, komt verdachte haar achterna. Hij houdt [persoon 5] tegen en zegt dat zij nu van hem is. Verdachte zegt tegen haar dat zij de grootste fout van haar leven heeft gemaakt om met hem mee te gaan. Die dag werkt [persoon 5] in Amsterdam achter het raam. Vanuit Amsterdam vertrekken [persoon 5] en verdachte naar Rotterdam. Verdachte wil dat [persoon 5] seks met een andere man heeft. Als zij dat niet wil, krijgt zij behoorlijk wat klappen die pijn doen. [persoon 5] wil dan ook weg, maar mag dat niet [ 3.5 pag. 35]. De volgende dag hoeft [persoon 5] niet te werken omdat zij zoveel blauwe plekken heeft. De dag daarna moet [persoon 5] naar [bedrijf 4] in Rotterdam om te gaan werken [ 3.5 pag. 36]. Het daar verdiende geld heeft [persoon 5] afgegeven [ 3.5 pag. 38]. Daarna gaat [persoon 5] terug naar haar ouders in Eindhoven. Zij vertelt hen gedeeltelijk wat er is gebeurd. In de dagen daarna valt verdachte [persoon 5] lastig. Als verdachte door de politie wordt aangehouden, stoppen alle bedreigingen en zo [ 3.5 pag. 37]. Op 9 juli 2011 stopt [persoon 5] met het werken in de prostitutie [ 3.5 pag. 25]. De getuige [persoon 2] bevestigt de verklaring van [persoon 5] over hetgeen in Tilburg is voorgevallen in de periode dat [persoon 2] en [persoon 5] voor escortbureau's werkzaam waren. [persoon 5] komt in februari 2011 bij haar in Tilburg wonen omdat haar vriend [medeverdachte] vast zit. [persoon 5] woont ongeveer een week bij [persoon 2] en verdachte in Tilburg. [persoon 2] ziet dan dat verdachte [persoon 5] slaat [ 3.5 pag. 99, 100]. [persoon 4] en verdachte hebben [persoon 5] wel eens bij een seksclub in Gilze Rijen afgezet. In de periode dat [medeverdachte] vast zit, werkt [persoon 5] door. [persoon 4] en verdachte gaan met [persoon 5] naar Nijmegen, waar [persoon 5] achter het raam werkt. Daarna ziet [persoon 4] [persoon 5] niet meer [ 3.5 pag. 213, 214]. De getuige [getuige 8], vader van [persoon 5], verklaart dat hij van [persoon 5] hoort dat zij van verdachte in de prostitutie moet werken, dat zij veel klappen van hem heeft gehad en dat hij, getuige [getuige 8] ziet dat een arm en een been van [persoon 5] onder de blauwe plekken zit. Hij verklaart ook dat [persoon 5] verslaafd zou zijn [ 3.5 pag. 62 t/m 64]. De getuige [getuige 9], moeder van [persoon 5], verklaart dat zij van [persoon 5] hoort dat zij als prostituee voor [medeverdachte], [medeverdachte] en verdachte moet werken, dat [persoon 5] al haar verdiende geld aan deze personen moet geven, dat [persoon 5] in Rotterdam, Amsterdam en Eindhoven als prostituee heeft gewerkt en dat [persoon 5] van [medeverdachte] en verdachte cocaïne krijgt om haar werk te kunnen doen. Tevens verklaart de getuige dat zij van [persoon 5] heeft gehoord dat zij door [medeverdachte] en [medeverdachte] is mishandeld. De getuige ziet verschillende keren blauwe plekken op het lichaam van [persoon 5] [ 3.5 pag. 65 t/m 69]. Ten aanzien van het onder 6 ten laste gelegde feit ======================================= Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen acht de rechtbank het onder 1 aan verdachte ten laste gelegde feit, dat verdachte [persoon 1] heeft bewogen tot het verrichten van prostitutiewerkzaamheden en het afgeven van het geld dat zij daarmee heeft verdiend aan verdachte.

ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884

ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884 ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 21-10-2011 Datum publicatie 21-10-2011 Zaaknummer 06/940112-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039

ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Team strafrecht Zittingsplaats Zutphen Meervoudige kamer Parketnummer: [jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]05/860948-13 Uitspraak d.d. 22 oktober 2013

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:3064

ECLI:NL:GHARL:2014:3064 ECLI:NL:GHARL:2014:3064 Instantie Datum uitspraak 15-04-2014 Datum publicatie 15-04-2014 Zaaknummer 21-000541-12 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125

ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125 ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 24-01-2012 Datum publicatie 27-01-2012 Zaaknummer 06/850686-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2014:1214

ECLI:NL:RBOBR:2014:1214 ECLI:NL:RBOBR:2014:1214 Instantie Datum uitspraak 20-03-2014 Datum publicatie 20-03-2014 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/865006-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788

ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788 ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788 Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak: 07-10-2010 Datum publicatie: 08-10-2010 Zaaknummer: 14.810141-07 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:4611

ECLI:NL:GHARL:2013:4611 ECLI:NL:GHARL:2013:4611 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Uitspraak Afdeling strafrecht Parketnummer: 24-002670-09 Uitspraak d.d.: 1 juli 2013 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:2577

ECLI:NL:GHARL:2015:2577 ECLI:NL:GHARL:2015:2577 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Strafrecht Parketnummer: 21-008157-13 Datum uitspraak: 9 april 2015 Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen

Nadere informatie

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. ECLI:NL:GHARL:2015:7181 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 25-09-2015 Datum publicatie: 25-09-2015 Zaaknummer: 21-004143-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957

ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 23-05-2006 Datum publicatie 23-05-2006 Zaaknummer 21-000822-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3990

ECLI:NL:GHDHA:2016:3990 ECLI:NL:GHDHA:2016:3990 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 23-06-2016 Datum publicatie 04-01-2017 Zaaknummer 22-004558-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Vindplaatsen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:4611

ECLI:NL:GHARL:2013:4611 ECLI:NL:GHARL:2013:4611 Instantie Datum uitspraak 01-07-2013 Datum publicatie 01-07-2013 Zaaknummer 24-002670-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2008:BG5264

ECLI:NL:RBSHE:2008:BG5264 ECLI:NL:RBSHE:2008:BG5264 Instantie Datum uitspraak 26-11-2008 Datum publicatie 26-11-2008 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer 01/825102-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569

ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 Instantie Datum uitspraak 16-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 16/652521-15 (P) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656

ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656 ECLI:NL:RBZLY:2010:BO9656 Instantie Datum uitspraak 10-12-2010 Datum publicatie 04-01-2011 Rechtbank Zwolle-Lelystad Zaaknummer 07.620273-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:5690

ECLI:NL:RBMNE:2015:5690 ECLI:NL:RBMNE:2015:5690 Instantie: Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak: 14-07-2015 Datum publicatie: 17-08-2015 Zaaknummer: 16-994267-14 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Uitspraak RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Nadere informatie

GOED VRIENDJE? FOUT VRIENDJE?

GOED VRIENDJE? FOUT VRIENDJE? Hulp Heb je vragen? Bel dan naar Veilig Thuis, tel.: 0800 2000 Internet Wil je meer lezen? Kijk op www.jipdenhaag.nl En test jezelf op www.loverboytest.nl Dit is een uitgave van JIP Den Haag en Middin.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ4976

ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ4976 ECLI:NL:RBLEE:2011:BQ4976 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer 17/880032-11 VON Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:1126

ECLI:NL:GHSHE:2015:1126 ECLI:NL:GHSHE:2015:1126 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF S-HERTOGENBOSCH Strafrecht Datum uitspraak: 31 maart 2015 Parketnummer: 20-001606-13 Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2015:3340

ECLI:NL:RBOVE:2015:3340 ECLI:NL:RBOVE:2015:3340 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 09-07-2015 Datum publicatie: 13-07-2015 Zaaknummer: 08.963556-14 (LP) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2016:5552

ECLI:NL:RBNNE:2016:5552 ECLI:NL:RBNNE:2016:5552 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 15-12-2016 Datum publicatie 19-12-2016 Zaaknummer 18-730123-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3838

ECLI:NL:GHDHA:2014:3838 ECLI:NL:GHDHA:2014:3838 Instantie: Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: 13-11-2014 Datum publicatie: 28-11-2014 Zaaknummer: 22-000767-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Uitspraak

Nadere informatie

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.: 0900 044 33 22.

FOUT VRIENDJE? PAS OP! Hulp. Internet. Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.: 0900 044 33 22. PAS OP! Hulp Heb je vragen? Bel dan naar Meldpunt Jeugdprostitutie, tel.: 0900 044 33 22. Internet Wil je meer lezen? Kijk op www.jipdenhaag.nl/loverboys En test jezelf op www.loverboytest.nl Dit is een

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:469

ECLI:NL:RBMNE:2017:469 ECLI:NL:RBMNE:2017:469 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 03-02-2017 Datum publicatie 03-02-2017 Zaaknummer 16.706608-16 (P) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant

Zoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:1486

ECLI:NL:RBGEL:2013:1486 ECLI:NL:RBGEL:2013:1486 Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Team strafrecht Zittingsplaats Arnhem Promis II Parketnummer : 05/900959-12 Datum zitting : 24 juni 2013 Datum uitspraak : 08 juli 2013 TEGENSPRAAK

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575 ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575 Instantie Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak 09-08-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 22-000623-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 Uitspraak Vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND, LOCATIE HAARLEM Strafrecht Datum uitspraak : 10 maart 2015 Parketnummer: 15/840083-08 (ontneming) Vonnis ex artikel 36e van het Wetboek

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2010:BN3621

ECLI:NL:GHSGR:2010:BN3621 ECLI:NL:GHSGR:2010:BN3621 Instantie: Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak: 26-04-2010 Datum publicatie: 10-08-2010 Zaaknummer: 22-003619-08 em 22-003108-07 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733

ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733 ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 07-06-2012 Datum publicatie 11-03-2013 Zaaknummer 13/666528-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:9415

ECLI:NL:GHARL:2014:9415 ECLI:NL:GHARL:2014:9415 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 04-12-2014 Datum publicatie: 17-12-2014 Zaaknummer: 21-005927-13 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2013:CA2936

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2014:7911

ECLI:NL:RBAMS:2014:7911 ECLI:NL:RBAMS:2014:7911 Instantie: Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak: 21-11-2014 Datum publicatie: 06-01-2015 Zaaknummer: 13-730021-13 Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg- meervoudig Uitspraak Vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696

ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696 ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 29-04-2008 Datum publicatie 29-04-2008 Zaaknummer 06/460549-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 20 februari 2014 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 20 februari 2014 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte ECLI:NL:RBNNE:2014:830 RECHTBANK NOORD-NEDERLAND Afdeling strafrecht Locatie Groningen parketnummer 18/850452-13 vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 20 februari 2014

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:6331

ECLI:NL:RBROT:2017:6331 ECLI:NL:RBROT:2017:6331 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/049808-15 en 10/231146-15

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1659

ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1659 ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ1659 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 18-04-2011 Zaaknummer 23-000014-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Gevaarlijke liefde. Weet jij wie die jongen is? Zit hij ook bij ons op school? Mooi hè, Kim? Maar wel duur! Ik geloof dat hij Ramon heet!

Gevaarlijke liefde. Weet jij wie die jongen is? Zit hij ook bij ons op school? Mooi hè, Kim? Maar wel duur! Ik geloof dat hij Ramon heet! Gevaarlijke liefde Gevaarlijke liefde In de pauze Mooi hè, Kim? Maar wel duur! Weet jij wie die jongen is? Zit hij ook bij ons op school? Als je verliefd wordt ben je in de wolken. Tegelijk voel je je

Nadere informatie

Uitspraak ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9608

Uitspraak ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9608 ECLI:NL:GHAMS:2012:BV9608 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 19-03-2012 Datum publicatie 21-03-2012 Zaaknummer 23-004614-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:2863

ECLI:NL:RBNHO:2017:2863 ECLI:NL:RBNHO:2017:2863 Instantie Datum uitspraak 30-01-2017 Datum publicatie 07-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland 15/871465-15 (P) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:709

ECLI:NL:GHAMS:2016:709 ECLI:NL:GHAMS:2016:709 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2016 Datum publicatie 23-03-2016 Zaaknummer 23-001797-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:5910

ECLI:NL:GHARL:2014:5910 ECLI:NL:GHARL:2014:5910 Uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Afdeling strafrecht Parketnummer: 21-008836-13 Uitspraak d.d.: 24 juli 2014 TEGENSPRAAK Promis Verkort arrest van de meervoudige kamer voor

Nadere informatie

Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,

Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken, ECLI:NL:RBLIM:2013:5859 Uitspraak RECHTBANK Limburg Zittingsplaats Maastricht Strafrecht Parketnummer : 03/993017-11 Datum uitspraak : 17 september 2013 Tegenspraak Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ECLI:NL:GHDHA:2015:80 Uitspraak Rolnummer: 22-002584-14 Parketnummers: 10-750263-13, 22-003524-12 (TUL) en 22-004272-11 (TUL) Datum uitspraak: 27 januari 2015 TEGENSPRAAK Gerechtshof Den Haag meervoudige

Nadere informatie

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Het hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. ECLI:NL:GHARL:2016:1008 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 12-02-2016 Datum publicatie: 12-02-2016 Zaaknummer: 21-009043-13 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Verkort vonnis van de rechtbank 's-hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

Verkort vonnis van de rechtbank 's-hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen: ECLI:NL:RBSHE:2003:AN9844 Instantie Rechtbank 's-hertogenbosch Datum uitspraak 02-12-2003 Datum publicatie 11-12-2003 Zaaknummer 01/025326.03 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:1008

ECLI:NL:GHARL:2016:1008 ECLI:NL:GHARL:2016:1008 Instantie Datum uitspraak 12-02-2016 Datum publicatie 12-02-2016 Zaaknummer 21-009043-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2017:93

ECLI:NL:OGEAA:2017:93 ECLI:NL:OGEAA:2017:93 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 03-02-2017 Datum publicatie 20-02-2017 Zaaknummer 3257 van 2010 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416

ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 ECLI:NL:RBOBR:2017:4416 Instantie Datum uitspraak 17-08-2017 Datum publicatie 17-08-2017 Rechtbank Oost-Brabant Zaaknummer 01/860063-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2013:CA0294

ECLI:NL:RBLIM:2013:CA0294 ECLI:NL:RBLIM:2013:CA0294 Instantie: Rechtbank Limburg Datum uitspraak: 07-05-2013 Datum publicatie: 16-05-2013 Zaaknummer: 03-700208-11 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg -

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3959

ECLI:NL:GHDHA:2014:3959 ECLI:NL:GHDHA:2014:3959 Instantie: Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: 09-12-2014 Datum publicatie: 09-12-2014 Zaaknummer: 2200224312 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:5140

ECLI:NL:RBOVE:2016:5140 ECLI:NL:RBOVE:2016:5140 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-12-2016 Datum publicatie 27-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 08/963658-14 (LP) (P) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769

ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769 ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769 Instantie Datum uitspraak 28-01-2013 Datum publicatie 29-01-2013 Rechtbank Oost-Nederland Zaaknummer 05/901294-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak Datum uitspraak: 29 maart 2016 Strafkamer

Uitspraak Datum uitspraak: 29 maart 2016 Strafkamer ECLI:NL:HR:2016:529 Instantie: Hoge Raad Datum uitspraak: 29-03-2016 Datum publicatie: 30-03-2016 Zaaknummer: 14/06384 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Cassatie Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:9800

ECLI:NL:GHARL:2013:9800 ECLI:NL:GHARL:2013:9800 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 20-12-2013 Datum publicatie: 24-12-2013 Zaaknummer: 21-001567-12 Formele relaties: Eerste aanleg: ECLI:NL:RBARN:2012:BW3216,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511

ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 ECLI:NL:RBZUT:2010:BL3511 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 10-02-2010 Datum publicatie 10-02-2010 Zaaknummer 06/800866-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193

ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356

ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356 ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 22-04-2011 Datum publicatie 27-04-2011 Zaaknummer 24-000037-11 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBLEE:2010:BO9043, Meerdere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810

ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810 ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 05-10-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 06-0604540-04 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2012:BX3976

ECLI:NL:GHSGR:2012:BX3976 ECLI:NL:GHSGR:2012:BX3976 Instantie Datum uitspraak 26-07-2012 Datum publicatie 08-08-2012 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-000638-11 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2014:2799

ECLI:NL:RBNNE:2014:2799 ECLI:NL:RBNNE:2014:2799 Uitspraak Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak: 05-06-2014 Datum publicatie: 05-06-2014 Zaaknummer: 18/670632-11 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782

ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 27-04-2011 Datum publicatie 27-04-2011 Zaaknummer 14.701108-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:3276

ECLI:NL:RBGEL:2013:3276 ECLI:NL:RBGEL:2013:3276 Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Team strafrecht Zittingsplaats Arnhem Promis II Parketnummer : 05/860748-13, 05/780065-13 Data zittingen : 1 juli 2013, 9 september 2013 Datum uitspraak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1622

ECLI:NL:RBOVE:2016:1622 ECLI:NL:RBOVE:2016:1622 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 10-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer 08/760127-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-05-2011 Datum publicatie 29-06-2011 Zaaknummer 16-504228-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2008:BD7407

ECLI:NL:RBUTR:2008:BD7407 ECLI:NL:RBUTR:2008:BD7407 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 15-07-2008 Datum publicatie 16-07-2008 Zaaknummer 16/600554-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2003:AF9638

ECLI:NL:RBALK:2003:AF9638 ECLI:NL:RBALK:2003:AF9638 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 05-06-2003 Datum publicatie 05-06-2003 Zaaknummer 14/010407-02 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245

ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-11-2015 Datum publicatie 23-06-2017 Zaaknummer 13/845106-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2012:BX0466

ECLI:NL:RBSGR:2012:BX0466 ECLI:NL:RBSGR:2012:BX0466 Instantie Rechtbank 's-gravenhage Datum uitspraak 29-06-2012 Datum publicatie 12-07-2012 Zaaknummer 09/754259-10 en 09/650023-12 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744

ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 Instantie Datum uitspraak 22-11-2016 Datum publicatie 07-08-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 16.705352.15 en 16.702009.13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2012:BW5491

ECLI:NL:RBARN:2012:BW5491 ECLI:NL:RBARN:2012:BW5491 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 11-05-2012 Datum publicatie 11-05-2012 Zaaknummer 05/900088-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:4450

ECLI:NL:GHAMS:2016:4450 ECLI:NL:GHAMS:2016:4450 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 13-07-2016 Datum publicatie 15-11-2016 Zaaknummer 23-004114-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Vindplaatsen

Nadere informatie

KLEM. Katja en Udo in de schulden. Anne-Rose Hermer

KLEM. Katja en Udo in de schulden. Anne-Rose Hermer KLEM Katja en Udo in de schulden Anne-Rose Hermer Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen 1 Katja ontmoet Udo Katja is bijna negentien jaar. Ze woont nog bij haar ouders. Katja werkt in een warenhuis.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2011:BP2304

ECLI:NL:RBSHE:2011:BP2304 ECLI:NL:RBSHE:2011:BP2304 Instantie Rechtbank 's-hertogenbosch Datum uitspraak 28-01-2011 Datum publicatie 28-01-2011 Zaaknummer 01/889106-10 en 01/885040-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2014:2715

ECLI:NL:RBROT:2014:2715 ECLI:NL:RBROT:2014:2715 Uitspraak Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 09-04-2014 Datum publicatie: 09-04-2014 Zaaknummer: 10/750175-11 Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2013:7844

ECLI:NL:RBMNE:2013:7844 ECLI:NL:RBMNE:2013:7844 Instantie: Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak: 12-09-2013 Datum publicatie: 01-05-2014 Zaaknummer: 16/800236-12 (P) vonnis van de meervoudige strafkamer van 12 september

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2015:604

ECLI:NL:RBOBR:2015:604 ECLI:NL:RBOBR:2015:604 Uitspraak vonnis RECHTBANK OOST-BRABANT Strafrecht Parketnummer: 01/825496-12 Datum uitspraak: 05 februari 2015 Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling

Nadere informatie

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234

ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 ECLI:NL:RBALK:2010:BO9234 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 07-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer 14.701344-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2010:BN3936

ECLI:NL:RBAMS:2010:BN3936 ECLI:NL:RBAMS:2010:BN3936 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 13-08-2010 Datum publicatie 13-08-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 13/650144-10 (PROMIS) Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:1193

ECLI:NL:GHDHA:2015:1193 ECLI:NL:GHDHA:2015:1193 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 13-05-2015 Datum publicatie 18-05-2015 Zaaknummer 22-005458-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3998. Onderzoek van de zaak. Tenlastelegging. Gerechtshof Amsterdam. Uitspraak

ECLI:NL:GHAMS:2013:3998. Onderzoek van de zaak. Tenlastelegging. Gerechtshof Amsterdam. Uitspraak ECLI:NL:GHAMS:2013:3998 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak: 13-11-2013 Datum publicatie: 02-06-2014 Zaaknummer: 23-003257-11 Eerste aanleg: ECLI:NL:RBHAA:2011:BR2862, (Gedeeltelijke) vernietiging en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552

ECLI:NL:RBGEL:2014:6552 ECLI:NL:RBGEL:2014:6552 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 16-10-2014 Datum publicatie 16-10-2014 Zaaknummer 05/840573-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2012:BX4177

ECLI:NL:RBZUT:2012:BX4177 ECLI:NL:RBZUT:2012:BX4177 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 26-06-2012 Datum publicatie 10-08-2012 Zaaknummer 06-950414-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken ECLI:NL:GHARL:2014:6274 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 08-08-2014 Datum publicatie: 08-08-2014 Zaaknummer: 21-008722-13 Formele relaties: Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2013:5594,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:2835

ECLI:NL:RBGEL:2014:2835 ECLI:NL:RBGEL:2014:2835 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 29-04-2014 Zaaknummer 05/900024-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:738

ECLI:NL:GHSHE:2015:738 ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2013:14050. 1 Tenlastelegging. Uitspraak. Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2013:14050. 1 Tenlastelegging. Uitspraak. Rechtbank Noord-Holland ECLI:NL:RBNHO:2013:14050 Rechtbank Noord-Holland Datum uitspraak: 24-12-2013 Datum publicatie: 25-06-2014 Zaaknummer: 15/740698-13 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2013:CA3399

ECLI:NL:RBAMS:2013:CA3399 ECLI:NL:RBAMS:2013:CA3399 Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM VONNIS Parketnummer: 13/666293-10 Datum uitspraak: 17 juni 2013 Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak

Parketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:1128

ECLI:NL:GHSHE:2015:1128 ECLI:NL:GHSHE:2015:1128 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF S-HERTOGENBOSCH Strafrecht Parketnummer: 20-001660-13 Datum uitspraak: 31 maart 2015 Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:6970

ECLI:NL:RBOVE:2014:6970 ECLI:NL:RBOVE:2014:6970 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 30-12-2014 Datum publicatie 30-12-2014 Zaaknummer 08.770060.14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BP7250

ECLI:NL:RBUTR:2011:BP7250 ECLI:NL:RBUTR:2011:BP7250 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 18-02-2011 Datum publicatie 09-03-2011 Zaaknummer 08/963019-07 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2013:8810, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie