1. ALGEMENE INFORMATIE BESTUURSSTRUCTUUR ONDERWIJSORGANISATIE... 6

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1. ALGEMENE INFORMATIE... 4 2.BESTUURSSTRUCTUUR... 5 3. ONDERWIJSORGANISATIE... 6"

Transcriptie

1

2 INHOUD 1. ALGEMENE INFORMATIE DOELSTELLINGEN VAN DE UNIVERSITEIT BESTUURSSTRUCTUUR RECTOR DAGELIJKS BESTUUR ADVIESRAAD FACULTEITSRAAD ONDERWIJSORGANISATIE (HER)INSCHRIJVING... 6 Inschrijving voor bijna afgestudeerden... 6 Inschrijvingsduur MUTATIES IN PERSOONLIJKE GEGEVENS UA AANMELDEN VOOR HET VOLGEN VAN VAKKEN (HER)TENTAMENS... 7 Inschrijving voor (her)tentamens... 7 Toelatingsvoorwaarden voor (her)tentamens... 7 Inzage (her)tentamens... 7 Cijferbekendmaking (her)tentamens... 7 Beroep VRIJSTELLINGEN UITSCHRIJVING EXAMENGELD (GEDEELTELIJKE) RESTITUTIE COLLEGEGELD VOORZIENINGEN OFFICE OF STUDENT AFFAIRS OFFICE OF EDUCATIONAL AFFAIRS BIBLIOTHEEK COMPUTERFACILITEITEN RECEPTIE STUDIE- EN STUDENTENBEGELEIDING STUDEREN IN HET BUITENLAND KWALITEITSZORG BELANGRIJKE MEDEDELINGEN STUDENTENORGANISATIES Student Award Ceremony OVERZICHT EN INRICHTING VAN DE OPLEIDING BEROEPSPROFIEL Beroep... 12

3 Startkwalificatie afgestudeerde OPLEIDINGSPROFIEL Doelstellingen Uitwerking van beroepsprofiel in het opleidingsprofiel. Het leerlijnenmodel INRICHTING EN ORGANISATIE OPLEIDING ALGEMENE INFORMATIE OPLEIDING WISKUNDE Contactgegevens ELOUA Grafische rekenmachine Taalbeleid Opleidingsvarianten Opleidingsstructuur algemeen Overzicht curriculum (per studiejaar) INRICHTING EERSTE JAAR Studieadvies INRICHTING TWEEDE EN DERDE LEERJAAR Algemeen Studieprogramma tweede en derde leerjaar Profileringsruimte Afstudeerprogramma vierde leerjaar Studieloopbaanbegeleiding (SLB) Cursusdeelname VRIJSTELLINGEN CURSUSBESCHRIJVINGEN REGLEMENTEN

4 1. Algemene informatie De Universiteit van Aruba ( UA ) heeft haar poorten geopend in september De oprichting en inrichting van de UA zijn geregeld in de Landsverordening Universiteit van Aruba ( LUA ), AB 1988, 100, ten tijde van de totstandkoming van deze studiegids laatstelijk gewijzigd bij AB 1996, 72. De Faculteit der Rechtsgeleerdheid ( FdR ) is conform de genoemde regelgeving tegelijkertijd met de UA opgericht. De FdR verzorgt de academische opleiding Arubaans recht. In het studiejaar werd een begin gemaakt met de omzetting van het studieprogramma naar een bachelor master structuur. Begin september 2006 is de driejarige bacheloropleiding Arubaans recht ingevoerd; in het studiejaar volgde de implementatie van de masteropleiding Arubaans recht die ondertussen voltooid is. Sinds het studiejaar kent de UA een tweede faculteit, namelijk de Financieel Economische Faculteit ( FEF ). De FEF biedt de studierichtingen Bedrijfseconomie en Commerciële Economie aan, beide als hoger beroepsonderwijs in de vorm van vierjarige Bacheloropleidingen. In het studiejaar is een derde faculteit ingesteld: Faculty of Hospitality and Tourism Management Studies ( FHTMS ). Deze faculteit verzorgt een bachelor- en een masteropleiding op de gebieden van Hospitality and Tourism Management, International Tourism Management en International Business. In het studiejaar is ook de Faculty of Arts and Science (FAS) van start gegaan met bachelorprogramma s Social Work and Development en Organization, Governance and Management. In studiejaar is het Bachelorprogramma Lerarenopleiding Wiskunde gestart. Het streven van de UA is om verschillende vormen van academisch onderwijs en hoger beroepsonderwijs aan te bieden via haar faculteiten. Daarnaast verrichten de faculteiten onderzoek naar Arubaanse maatschappelijke processen. De resultaten worden via het onderwijs, publicaties, symposia, lezingen en andere activiteiten gedeeld met de Arubaanse en internationale gemeenschap. 1.1 DOELSTELLINGEN VAN DE UNIVERSITEIT Door het geven van hoger onderwijs heeft de universiteit in ieder geval tot taak: a. voor te bereiden op het bekleden van maatschappelijke functies, waarvoor een hogere opleiding vereist is of dienstbaar kan zijn; b. het inzicht te bevorderen in de samenhang der wetenschappen evenals maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. Verder staat de universiteit ten dienste van de beoefening van de wetenschap en het wetenschappelijk onderwijs, dat mede ten behoeve van hen, die zich door middel van hoger onderwijs verder wensen te bekwamen. Tevens kan de universiteit regelmatig, al dan niet in samenwerking met derden, cursussen en lezingen verzorgen. Ten slotte bevordert de universiteit zoveel mogelijk beroepsonderwijs in en buiten Aruba. 4

5 2.Bestuursstructuur Het bestuur van de universiteit wordt uitgeoefend door het College van Curatoren. Het College van Curatoren bevordert het onderwijs en de wetenschapsbeoefening en houdt toezicht op al wat de universiteit aangaat. Het College bestaat uit de president curator, de vice-president curator en twee leden. Adres van het College van Curatoren: J.E. Irausquinplein 4 Postbus 5 Oranjestad, Aruba 2.1 RECTOR De rector is belast met de leiding van en het toezicht op de dagelijkse gang van zaken binnen de UA. Voor zover het onderwijs en onderzoek betreft, treedt de rector in het verkeer met andere centra van wetenschapsbeoefening op namens de universiteit. Mr. Dr. Glenn A.E. Thodé is de rector. Het secretariaat van de rector is te bereiken via telefoonnummer en DAGELIJKS BESTUUR De universiteit kent een Dagelijks bestuur, dat zich bezighoudt met lopende zaken. Het Dagelijks bestuur wordt gevormd door de rector, de president curator en de vice-president curator. 2.3 ADVIESRAAD De adviesraad behartigt de belangen van het onderwijs en de wetenschapsbeoefening. De adviesraad wordt gevormd door de rector en de decanen van de faculteiten. De rector is de voorzitter van de Adviesraad. 2.4 FACULTEITSRAAD Iedere faculteit heeft een faculteitsraad. De faculteitsraad is belast met de zorg voor het onderwijs en onderzoek. De voorzitter van de faculteitsraad wordt telkens voor de duur van één studiejaar uit het midden van de raad gekozen en draagt de titel van Decaan van de faculteit. De faculteitsraden worden gevormd uit alle geledingen binnen een faculteit, te weten het wetenschappelijk personeel en/of de docenten, het niet-wetenschappelijk personeel en de studenten. Voor nadere informatie over de Faculteitsraad van de Faculty for Arts and Science wordt verwezen naar het reglement Faculteitsraad achter in deze gids. 5

6 3. Onderwijsorganisatie 3.1 (HER)INSCHRIJVING Het recht tot het bijwonen van het onderwijs en deelname aan tentamens en examens aan de universiteit wordt verkregen door zich ieder academisch jaar tijdig als student te laten inschrijven en tijdig collegegeld te betalen. Inschrijven gaat via de website van de Universiteit van Aruba, en kan alleen tussen 15 mei en 15 juli Acceptatie van het inschrijvingsformulier houdt noch een erkenning van toelating, noch een inschrijving als zodanig in. Iedere inschrijving als student behoeft het fiat van de decaan van de faculteit. De inschrijving wordt voltooid door het aanmaken van de studentenkaart na betaling van het collegegeld. INSCHRIJVING VOOR BIJNA AFGESTUDEERDEN Studenten die afstuderen na 30 juni, maar vóór de officiële opening van het nieuwe academisch jaar (de tweede vrijdag in september), behoren tot het lopende academisch jaar, en zijn niet verplicht zich in te schrijven voor het nieuwe academisch jaar. Studenten, die vóór de opening van het nieuwe academisch jaar de definitieve scriptie hebben ingediend en niet later dan 30 september afstuderen, zijn eveneens niet verplicht zich in te schrijven voor het nieuwe academisch jaar. Studenten die na de officiële opening van het nieuwe academisch jaar (na de tweede vrijdag in de maand september) hun afstudeerscriptie indienen worden geacht zich in te schrijven voor het nieuwe studiejaar. Zie voor restitutie van collegegeld bij afstuderen onder Meer gedetailleerde informatie over de (her)inschrijvingsprocedure is verkrijgbaar bij de Office of Student Affairs (zie 4.1). INSCHRIJVINGSDUUR Behoudens in door het College van Curatoren te beoordelen bijzondere gevallen kan dezelfde persoon in totaal maximaal acht jaar als student ingeschreven staan bij de bacheloropleiding. De bacheloropleiding omvat een programma dat in minimaal vier jaren kan worden doorlopen. De termijnen beginnen op de dag volgend op die waarop de inschrijving van kracht wordt. De lerarenopleiding wiskunde is een bacheloropleiding met een duur van 4 jaar. De gehele opleiding moet in maximaal 6 jaar worden afgerond. In uitzonderlijke gevallen kan afgeweken worden van de vastgestelde termijnen. Om hiervoor in aanmerking te komen dient een student een verzoek in voor studieduurverlenging bij het College van Curatoren van de UA. 3.2 MUTATIES IN PERSOONLIJKE GEGEVENS Indien er wijzigingen optreden in de persoonlijke gegevens van de student dienen deze doorgegeven te worden aan de Office of Student Affairs (zie 4.1). Hier zullen de gegevens bijgewerkt worden en doorgegeven aan de relevante interne afdelingen en de Faculteit. 6

7 3.3 Studentenkaart Men heeft slechts toegang tot colleges, recht op afleggen van (her)tentamens en deelnemen aan stages of afstudeerprojecten als men in het bezit is van een studentenkaart, die na inschrijving wordt verstrekt. Deze studentenkaart dient men steeds bij zich te hebben. Als de studentenkaart vervangen moet worden wegens diefstal, verlies, beschadiging of omdat de student een nieuwe foto op de kaart wenst, kost dit Afl. 25, UA Iedere ingeschreven student krijgt een UA adres. De UA zal in de communicatie met de student zoveel mogelijk van dit UA adres gebruik maken. Daarnaast wordt door de meeste docenten de elektronische leeromgeving gebruikt, genaamd ELOUA. Alleen met een gebruikersnaam en wachtwoord is toegang tot deze site mogelijk. Deze gegevens worden beschikbaar gesteld na je definitieve inschrijving. Voor problemen kun je contact opnemen met het opleidingshoofd. 3.5 AANMELDEN VOOR HET VOLGEN VAN VAKKEN Studenten melden zich via OSIRIS aan voor vakken die zij willen volgen. Na inschrijving voor het desbetreffende vak staan zij ook automatisch ingeschreven voor het tentamen van het desbetreffende vak. 3.6 (HER)TENTAMENS Studenten melden zich via OSIRIS aan voor (her)tentamens. Indien een student zich heeft ingeschreven voor de colleges van een vak staat hij of zij ook automatisch ingeschreven voor het tentamen. Voor het hertentamen moet de student zich wel apart inschrijven. INSCHRIJVING VOOR (HER)TENTAMENS Zonder inschrijving is deelname aan een (her)tentamen in principe niet mogelijk. Van deze regel kan door de decaan worden afgeweken. De periode van inschrijving wordt tijdig bekend gemaakt. Informatie over hoe in te schrijven wordt aan het begin van de opleiding bekend gemaakt. TOELATINGSVOORWAARDEN VOOR (HER)TENTAMENS Aan bepaalde (her)tentamens kan niet worden deelgenomen voordat aan de in het examenreglement vastgestelde voorwaarden is voldaan (zie Examenreglement). INZAGE (HER)TENTAMENS In beginsel houdt de verantwoordelijke docent binnen 15 werkdagen na het afleggen van het (her)tentamen) op een door hem/ haar vast te stellen datum en tijdstip een bespreking van het (her)tentamen en geeft de studenten de gelegenheid hun werk in te zien. De gang van zaken wordt door de docent bepaald. Bevindt de verantwoordelijke docent zich niet meer op Aruba, dan kan een verzoek om inzage worden gericht aan het opleidingshoofd. CIJFERBEKENDMAKING (HER)TENTAMENS Na elke (her)tentamenperiode worden de resultaten in OSIRIS ingevoerd. Studenten kunnen de resultaten opvragen door in te loggen in OSIRIS. 7

8 BEROEP Artikel 3 van het Reglement van de Commissie van Beroep bepaalt: 1. De student, die rechtstreeks in zijn belang is geschaad door een besluit als bedoeld in het eerste lid van artikel 33 van de Landsverordening Universiteit van Aruba, dan wel door het onredelijk lang uitblijven daarvan, kan beroep instellen bij de Commissie van Beroep. 2. Onder besluit in de zin van het vorige lid wordt mede verstaan de beoordeling van een werkstuk, een scriptie of stageverslag. Voor verdere details wordt verwezen naar het Reglement van de Commissie van Beroep. 3.7 VRIJSTELLINGEN Verzoeken om vrijstelling van tentamens dan wel tentamenonderdelen kunnen gedurende het academisch jaar worden ingediend bij de examencommissie. De examencommissie kan een student vrijstellen van (deel)tentamens op grond van: een eerder behaald tentamen of examen; elders opgedane kennis of vaardigheden waaruit blijkt dat de student reeds aan de vereisten van het (deel)tentamen heeft voldaan. Vrijstelling van een tentamen of examen betekent dat de student niet hoeft deel te nemen aan de desbetreffende cursus(sen). Een overzicht van vrijstellingen is te vinden in paragraaf 7.4 verderop in deze studiegids. 3.8 UITSCHRIJVING Als een student zich terugtrekt uit een van de vier faculteiten dienen OEA en OSA geïnformeerd te worden. De student moet hiervoor een formulier van uitschrijving invullen. Dit formulier is verkrijgbaar bij OSA en OEA en moet worden ingediend bij OSA. Tevens wordt de student aangeraden om een exitinterview aan te gaan met het opleidingshoofd. De informatie die wordt verkregen kan worden gebruikt om studenten in de toekomst beter van dienst te kunnen zijn. De student wordt tijdens dit gesprek tevens geïnformeerd over de mogelijkheden die er zijn nu de studie voortijdig is beëindigd. 3.9 EXAMENGELD Voor elk examen is examengeld verschuldigd, te voldoen door storting op de rekening van de UA: RBC Bank, rekeningnummer , onder vermelding van de naam van het examen dat men wenst te behalen en het studentennummer. Voor het afleggen van tentamens is geen vergoeding verschuldigd. Uiterlijk één maand voor de examendatum waarop het getuigschrift wordt uitgereikt dient het verschuldigde bedrag te zijn voldaan, bij gebreke daarvan vindt geen uitreiking van het getuigschrift plaats (GEDEELTELIJKE) RESTITUTIE COLLEGEGELD Afhankelijk van de maand waarin de student afstudeert, kan de student in aanmerking komen voor (gedeeltelijke) restitutie van het collegegeld. Meer informatie hierover is verkrijgbaar bij OSA. 8

9 4. Voorzieningen 4.1 OFFICE OF STUDENT AFFAIRS De Office of Student Affairs (OSA) houdt zich bezig met studentenzorg, -werving, -vertegenwoordiging, en -begeleiding en met inschrijving en uitschrijving (studentenadministratie). Daarnaast heeft OSA tot taak om studenten op weg te helpen die hun studie een internationaal karakter willen geven middels een stage of afstudeerproject in het buitenland. OSA is ook verantwoordelijk voor de organisatie van de introductieweek voor de verschillende faculteiten. De introductieweek voor studenten vindt plaats in de derde week van augustus, voorafgaand aan de eerste collegeweek. Het doel van de introductieweek is kennismaking van de studenten met elkaar, de UA, de faculteit, studeren in het hoger onderwijs en hen bewust te maken van hun persoonlijke doelen. Participatie aan de introductieweek is niet verplicht. Meer informatie is verkrijgbaar via of via telefoonnummers , of OFFICE OF EDUCATIONAL AFFAIRS De Office of Educational Affairs (OEA) is belast met de onderwijsadministratie van de faculteiten. OEA is belast met het bijhouden van de cijferadministratie en secretariële ondersteuning van de faculteiten. Mevrouw Charlene Leslie is het aanspreekpunt voor de onderwijsadministratie van de Faculty of Arts & Science. Meer informatie is verkrijgbaar via of via telefoonnummer BIBLIOTHEEK De bibliotheek is geopend op werkdagen van 8 uur s ochtends tot 8 uur s avonds. De bibliotheek is vrij toegankelijk. Boeken, tijdschriften en ander bibliotheekmateriaal kunnen door een ieder in de bibliotheek worden geraadpleegd. Het lenen van publicaties is alleen mogelijk indien men in het bezit is van een geldige collegekaart (lenerspas) en met inachtneming van de uitleenvoorwaarden. Deze uitleenvoorwaarden zijn op te vragen in de bibliotheek. Via de bibliotheek heeft men tevens toegang tot diverse online databanken zoals Kluwer Navigator, SAGE online journals, Emerald Premium, BJU online tijdschriften en EBSCO. Meer informatie is verkrijgbaar via en via library@ua.aw of via telefoonnummer COMPUTERFACILITEITEN De computerzaal is op de eerste verdieping van de La Salle Building. In deze ruimte staan ten behoeve van studenten computers opgesteld. Deze ruimte is zowel voor algemeen gebruik als voor onderwijs met computers bedoeld waarbij onderwijsactiviteiten voorrang hebben. In de bibliotheek zijn ook enige computers voor algemeen gebruik opgesteld. In de computerlokalen mag niet gegeten, gedronken of gerookt worden. Alleen studenten die een gebruikersverklaring hebben ondertekend mogen gebruik maken van de computerfaciliteiten. De overige voorwaarden voor het computergebruik zijn in de computerruimte opgehangen. Het is mogelijk om te printen. Meer informatie hierover is verkrijgbaar bij de bibliotheek. Studenten kunnen gebruik maken van draadloos internet. Dit is beschikbaar op de gehele campus en wordt kosteloos aangeboden. Meer informatie is verkrijgbaar via adres cc@ua.aw of via telefoonnummer

10 4.5 RECEPTIE De receptie van de universiteit is dagelijks geopend van 8:00-13:00 uur en van 14:00-17:00 uur. Meer informatie is verkrijgbaar via of via telefoonnummer STUDIE- EN STUDENTENBEGELEIDING Begeleiding van studenten met betrekking tot het programma en de behaalde cijfers wordt door de faculteit zelf georganiseerd. Voor meer persoonlijke vragen en bij problemen die het bovenstaande overstijgen, kan de student in eerste instantie terecht bij de studieloopbaanbegeleider. Wie dit is wordt tijdens de startbijeenkomst bekendgemaakt. 4.7 STUDEREN IN HET BUITENLAND Studenten kunnen (een deel van) hun minor in het buitenland volgen. De faculteit en OSA kunnen de student helpen de plannen voor het studeren in het buitenland te realiseren. Studenten die van plan zijn voor hun studie naar het buitenland te gaan dienen contact op te nemen met OSA. 4.8 KWALITEITSZORG De faculteit werkt samen met het Center for Quality Assurance (CQA) aan het garanderen en permanent verbeteren van de kwaliteit van de opleiding. Dit gebeurt onder meer door het evalueren van de verschillende cursusses in het curriculum. Deze evaluaties worden gebruikt voor verbeteringen. Daarnaast vindt er ook eenmaal per jaar een zogenaamde focusgroep plaats waarin twee leden van CQA in gesprek gaan met de studenten om te horen wat er goed gaat en wat er verbeterd kan worden. Verder zorgt CQA voor coaching van docenten en voor bijdrages aan de constante kwaliteitsverbetering van de UA. CQA is bereikbaar via (dr. Juliet Chieuw) en (drs. Lilian Felter). 4.9 BELANGRIJKE MEDEDELINGEN Belangrijke mededelingen worden via het UA adres aan de studenten doorgegeven en/of geplaatst op de elektronische leeromgeving van de opleiding. 10

11 5. Studentenorganisaties De UA geeft de studenten de mogelijkheid om hun creativiteit te benutten. Studeren aan de UA is ook een gelegenheid om nieuwe vrienden te maken en nieuwe ervaringen op te doen. De huidige studentenorganisaties die binnen de UA actief zijn, zijn de Studentenraad (SUA), Kiwanis International Circle K, Parlamento Hubenil en Sports Club. SUA is sinds november 2011 geïnstalleerd als het officiële, onafhankelijke studentenorgaan van de universiteit. Dit orgaan heeft momenteel een adviserende functie en komt iedere eerste en derde donderdag van de maand om 19:00 uur bijeen in zaal 3 van de La Salle Building. Informatie is verkrijgbaar via SUA@ua.aw. Voor informatie over de studentenorganisaties wordt verwezen naar OSA via osa@ua.aw of via telefoonnummer STUDENT AWARD CEREMONY De UA organiseert jaarlijks de Student Award Ceremony. Deze ceremonie is bedoeld voor studenten die uitblinken in extracurriculaire activiteiten op het gebied van cultuur en service aan de gemeenschap. De studenten die in aanmerking komen voor de award, hebben aangetoond dat ze over persoonlijke leiderschapskwaliteiten beschikken. Er worden in drie categorieën prijzen uitgereikt: - outstanding leadership voor studenten die blijk hebben gegeven van een significante impact op de UA-gemeenschap en een excellente rol als mentor hebben gespeeld - outstanding community service voor studenten die blijk hebben gegeven tijd, energie en hun intellectuele gaven ter beschikking te stellen van de samenleving - outstanding mentor (peer to peer) voor studenten die zich een excellente mentor hebben getoond en zich bovengemiddeld hebben ingespannen voor het welzijn van medestudenten. Iedere faculteit, SUA en Kiwanis Circle mogen drie nominaties doen, één voor iedere categorie. Deze awards worden, naast de scriptieprijzen uitgereikt in de aula van de UA. Er wordt aangekondigd wanneer dit is. Meer informatie is verkrijgbaar via osa@ua.aw of op Facebook. 11

12 6. Overzicht en inrichting van de opleiding 6.1 BEROEPSPROFIEL BEROEP De lerarenopleiding wiskunde is een bacheloropleiding tot startbekwaam leraar in de EPB, EPI, mavo en onderbouw havo en vwo. In Nederland is voor het beroep van leraar in de Wet BIO (beroepen in het onderwijs) vastgelegd aan welke bekwaamheidseisen een leraar moet voldoen. Dit is uitgewerkt in zeven competenties. Deze liggen ten grondslag aan deze bacheloropleiding van de Faculty of Arts and Science. De competenties zijn overgenomen uit de eerdergenoemde Wet BIO uit Nederland en zijn gecontextualiseerd op Aruba. De startkwalificaties van het vak zijn vastgelegd in de kennisbasis van het vak wiskunde welke in Nederland is ontwikkeld en vastgelegd. De opleiding voldoet aan het niveau dat internationaal is vastgelegd in de Dublindescriptoren. In paragraaf 6.2 staat een toelichting op de startkwalificatie van de afgestudeerde en wordt nader ingegaan op de bekwaamheidseisen vastgesteld door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren en ander onderwijspersoneel, SBL, de kennisbasis en de Dublindescriptoren. STARTKWALIFICATIE AFGESTUDEERDE De startkwalificatie van de afgestudeerde bestaat uit: Domeinspecifieke eisen: SBL-bekwaamheidseisen; Kennisvereisten: Kennisbasis; Niveaueisen: Dublin descriptoren. DOMEINSPECIFIEKE EISEN: SBL-BEKWAAMHEIDSEISEN De SBL-bekwaamheidseisen zijn uitgewerkt in zeven competenties die zijn afgeleid van vier beroepsrollen: de interpersoonlijke, de pedagogische, de vakinhoudelijke en didactische en de organisatorische beroepsrol. Deze rollen zijn in vier beroepssituaties verder geconcretiseerd. Zie schema. Beroepssituatie Met leerlingen Met collega s Met omgeving Met zichzelf Beroepsrollen Interpersoonlijk 1. Interpersoonlijk competent 5. Competent in samenwerken met collega s 6. Competent in samenwerken met de omgeving 7. Competent in reflectie en ontwikkeling Pedagogisch 2. Pedagogisch competent Vakinhoudelijk en didactisch 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent Organisatorisch 4. Organisatorisch competent 12

13 Interpersoonlijk competent: leiding geven en zorgen voor een goede sfeer van omgaan met en samenwerking tussen leerlingen. Pedagogisch competent: zorgen voor een veilige leeromgeving en bevorderen van persoonlijke sociale en morele ontwikkeling. Bevorderen van de ontwikkeling tot een zelfstandig en verantwoordelijk persoon. Vakinhoudelijk en didactisch competent: zorgen voor een krachtige leeromgeving en bevorderen van het leren. Organisatorisch competent: zorgen voor een overzichtelijke, ordelijke en taakgerichte sfeer en structuur in de leeromgeving. Competent in samenwerken in een team: zorgen dat het werk afgestemd is op dat van de collega s; bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie. Competent in samenwerken met de omgeving: in het belang van de leerlingen een relatie onderhouden met ouders, buurt, bedrijven en instellingen. Competent in reflectie en ontwikkeling: zorgen voor de eigen professionele ontwikkeling en de professionele kwaliteit van de beroepsuitoefening. Meer informatie is te vinden op Vakinhoudelijke en didactische competenties leraar wiskunde: Uitgangspunt van de wiskundeopleiding is dat het een lerarenopleiding is. Om leraar wiskunde te worden is het van belang dat je je horizon ten aanzien van wiskunde verbreedt. Het leren van wiskunde combineren we met het leren lesgeven. Zo wordt er in een wiskundeles bijvoorbeeld aandacht besteed aan de werkvormen die er gebruikt worden en hoe jij die op je stageschool in kunt zetten. Er wordt ook stilgestaan bij de verschillende manieren waarop je op een vraag van een student in kunt gaan en hoe jij dat met je leerlingen kunt doen. Veel conceptuele cursussen bestaan uit een vakdeel en een vakdidactiekdeel, die samenhangen. Bij meetkunde 1 krijg je bijvoorbeeld in het vakdeel concrete materialen om zicht te krijgen op perspectief tekenen en in het vakdidactiekdeel leer je hoe je concrete materialen op je stageschool in kunt zetten bij het leren van meetkunde met de leerlingen. Ook ga je dit op je stageschool uitproberen. Naast het halen van je wiskundetoetsen en het uitwerken van vakdidactische opdrachten is het belangrijk dat je op je stageschool gebruik maakt van de kennis van vak en vakdidactiek en dat je tijdens de opleiding een duidelijke visie ontwikkelt op je rol als docent wiskunde. Voorbeelden daarvan verzamel je in je (digitale) portfolio. Verder werken we ook voor wat betreft ict-gebruik voorbeeldmatig. Bij verschillende cursussen zul je ook digitaal aan individuele of groepsopdrachten werken, zodat je medestudenten en je docent tussentijds kunnen reageren en zodat je weer nieuwe ideeën krijgt om de opdracht te verbeteren. Een aantal leerdoelen die in de opleiding belangrijk zijn, zijn hieronder opgesomd. Studenten wiskunde: hebben kennis van wiskundige denk- en werkwijzen zoals realistisch wiskundeonderwijs, gebruik maken van concreet materiaal, redeneren en bewijzen, inductie en deductie; kunnen wiskundige kennis vertalen naar een voor een schooltype en onderwijsaanpak passende programmering en didactiek; hebben kennis van de structuur van het onderwijs op Aruba en de plaats van wiskunde daarin; hebben kennis van vakleerplan, kerndoelen en examenprogramma s voor het vak wiskunde in het tweedegraads gebied; kunnen de vakinhouden van wiskunde verbinden met de maatschappelijke rol die deze spelen in leefwereld, beroep en wetenschap. Meer specifieke informatie over de vakinhoudelijke en didactische leerdoelen zijn weergegeven in de kennisbasis. 13

14 KENNISVEREISTEN: KENNISBASIS Met het begrip kennisbasis wordt verwezen naar het geheel van kennisvereisten waarover een startbekwame leraar moet beschikken. Binnen de kennisbasis wordt onderscheid gemaakt tussen drie kennisdomeinen: Kennis van de leerling; Kennis van het leren en van ontwikkeling; Kennis van onderwijsinhouden (het vak). Daarnaast wordt in de kennisbasis onderscheid gemaakt tussen drie niveaus van kennen: Theoretische kennis (kennis van grondslagen van een vak of kennisgebied, concepten en begrippen die een wetenschappelijke onderbouwing kennen); Methodische kennis (kennis van processen, methoden en stapsgewijze, procesmatige keuzes); Praktische kennis (kennis van begrippen en situaties binnen het beroepsveld in een contextgebonden situatie). Dit leidt tot een structuur van negen velden waaruit de kennisbasis bestaat. Deze velden zijn deels generiek (voor alle vakken hetzelfde; kolom 1 en 2) en deels vakspecifiek ingevuld (kolom 2 en 3). Theoretische kennis Methodische kennis Praktische kennis Kennis van de leerling Identiteits- en persoonsontwikkeling Leer- en ontwikkelingsbehoeften van leerlingen Leefwereld en beleving van school en leerstof Kennis van het leren en van ontwikkeling Leer- en ontwikkelingstheorieën Vakdidactiek / Pedagogiek Leermiddelen Kennis van onderwijsinhouden Inhoudelijke grondslagen / Wetenschappelijk fundament Opbouw, samenhang, toepassing Leerinhouden De kennisbasis van de opleiding is te zien op NIVEAUEISEN: DUBLINDESCRIPTOREN De Dublin descriptoren zijn in Europees verband vastgelegde generieke descriptoren waarmee aangegeven wordt op welk niveau een bachelor de competenties moet beheersen. De Dublindescriptoren vind je op de volgende bladzijde. Meer informatie over de Dublindescriptoren is te vinden op: 14

15 De Dublindescriptoren zijn: Kennis en inzicht Toepassen van kennis en inzicht Oordeelsvorming Communicatie Leervaardigheden Bezitten van theoretische (wetenschappelijke, actuele) en methodische kennis. - Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; - Functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarbij kennis van de laatste ontwikkelingen van het vakgebied vereist is. In een specifieke onderwijscontext kunnen ontwerpen en passend maken mede op basis van praktische kennis. - Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt over de competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. Mede op basis van praktijkonderzoek (met inbegrip van diagnostiek), gericht op het verbeteren van de eigen (school)praktijk. - Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten en culturele en levensbeschouwelijke aspecten. Uitleggen en verantwoorden van keuzes, rekening houdend met de doelgroep. - Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten. Systematisch oriënteren, plannen, uitvoeren van ontwikkel- en verbeteracties en reflecteren op eigen handelen in de (school)praktijk. - Reflectie is een belangrijk aspect van de leervaardigheid en richt zich op elke competentie en doet een beroep op de diepere lagen van persoonlijke identiteit en beroepsidentiteit. - Bezit leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie, die een hoog niveau van autonomie veronderstelt, aan te gaan. Een afgestudeerde beschikt over de hiervoor beschreven startkwalificatie. De opleiding leidt op tot deze startkwalificatie. In de cursusbeschrijvingen in deze studiegids wordt benoemd welke competenties (uit SBL-bekwaamheidseisen) aan bod zullen komen in de betreffende cursus. Tevens is een overzicht beschikbaar waarin is aangegeven welke competentie en welk deel van de kennisbasis in een cursus aan bod komen. Het onderwijs van de Faculty of Arts and Science leidt de student op tot het niveau dat in de Dublindescriptoren voor de bacheloropleidingen is vastgelegd. Het niveau wordt geborgd door middel van de beoordeling van de student tijdens de opleiding. In de toetsing wordt vastgesteld of de student aan deze niveaueisen voldoet. 15

16 6.2 OPLEIDINGSPROFIEL DOELSTELLINGEN Het doel van de opleiding is om startbekwame tweedegraads wiskundeleraren op te leiden. De inhoud van de verschillende cursusonderdelen en daarmee van de opleiding sluit aan bij de vereiste startkwalificatie (zie 6.1). De startkwalificatie is voor elk cursusonderdeel uitgewerkt in doelstellingen. Zie voor een specifieke uitwerking de cursusbeschrijvingen in deze studiegids en de cursushandleidingen die bij de verschillende cursussen worden gebruikt. De opleiding richt zich in het bijzonder op het in samenwerking met medestudenten ontwikkelen van bekwaamheden. Je leert om in het onderwijs te zorgen voor een krachtige leeromgeving voor leerlingen door uitdagende opdrachten en materialen te ontwikkelen en deze toe te passen tijdens de stage. Het verkrijgen van vakinhoudelijke bagage blijft een belangrijke doelstelling. Vakinhoudelijke kennis en inzicht maken het de student mogelijk snel en adequaat lesmateriaal te kiezen of te ontwikkelen en toe te passen in voorkomende situaties. ONDERWIJSVISIE De opleiding is competentiegericht. Kennis is noodzakelijk om een goede leraar te kunnen worden, maar kennis alleen is niet genoeg. In een competentiegerichte opleiding laat je in de praktijk ook zien dat je er wat mee kunt, dat je competent bent. De praktijk is daarom een belangrijk onderdeel van de opleiding vanaf het eerste jaar. De scholen spelen een belangrijke rol in de opleiding. We zien de opleiding als een samenwerkingsverband tussen drie partners: de student, de scholen en FAS. INDELING VAN DE OPLEIDING De bachelor lerarenopleiding wiskunde van de Faculty for Arts and Science kent verschillende leerjaren. Het standaardprogramma is ingedeeld in vier leerjaren. In het eerste jaar ligt de nadruk vooral op oriëntatie van het beroep. In het tweede en derde jaar ligt er meer nadruk op de vakinhoudelijke kant van de opleiding en tijdens het laatste leerjaar ligt de nadruk op het afstuderen. In het begin van de studie bepaalt de opleiding en deels de stageschool de opzet en invulling van het programma, de inhoud van de opdrachten en de beoordelingscriteria. Naar mate de studie vordert krijgen de student en de stageschool meer invloed en meer verantwoordelijkheid bij het bepalen van de competenties die je wilt ontwikkelen, de opdrachten die daarbij passen en de wijze waarop die beoordeeld worden. Anders gezegd, de opleiding is in het begin aanbodgestuurd en later meer vraaggestuurd. Tijdens de opleiding neem je als student steeds meer zelf het stuur in handen bij het inrichten van het eigen leerproces. De Universiteit van Aruba blijft gedurende het hele opleidingstraject verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van het leerproces van de student, het realiseren van het gewenste eindniveau en het faciliteren ervan. BEROEPSPERSPECTIEF Na het behalen van het diploma heb je de startbekwaamheid bereikt om les te kunnen geven in het tweedegraads onderwijsgebied. Het tweedegraads getuigschrift geeft toegang tot verschillende onderwijstypen: hiermee kun je lesgeven in de onderbouw HAVO/VWO, de EPB, EPI en MAVO. UITWERKING VAN BEROEPSPROFIEL IN HET OPLEIDINGSPROFIEL. HET LEERLIJNENMODEL Bij competentiegericht leren en opleiden ligt de nadruk op de beroepspraktijk en het adequaat leren handelen als professional. De professional, de competente leraar kan in uiteenlopende situaties en in verschillende rollen gewenste resultaten boeken. Je hebt daarvoor een flinke dosis kennis (concepten) nodig, veel vaardigheden en een passende houding. 16

17 OPLEIDINGSMODEL: HET LEERLIJNENMODEL De opleiding is vormgegeven in het leerlijnenmodel, een opleidingsmodel met vier leerlijnen: De werk-ervaringsreflectie leerlijn, het praktijk leren; De algemene leerlijn, gericht op het uitvoeren van beroepstaken; De conceptuele en vaardigheden leerlijn, gericht op kennisverwerving en het hanteren ervan; De studieloopbaanlijn. De werk-ervaringsreflectie leerlijn, het praktijk leren Een substantieel gedeelte van je opleiding werk je in een school. Daar word je begeleid door een stagebegeleider (SB er). Aan het begin van de opleiding is een inwerkperiode opgenomen om de school te leren kennen en vast te stellen aan welke opdrachten gewerkt gaat worden. In het eerste jaar zal je vooral assisterende werkzaamheden verrichten in de school. Na verloop van tijd zul je steeds zelfstandiger taken uitvoeren en meer verantwoordelijkheid krijgen. Aan het einde van de opleiding functioneer je als startbekwame leraar en kun je aantonen dat je over de benodigde competenties beschikt. Tijdens het werk krijg je de mogelijkheid om ervaringen op te doen in echte onderwijssituaties en om daarop te reflecteren. De werkomgeving biedt praktijksituaties waarin jij kunt oefenen en experimenteren. Welke manier van handelen leidt tot het gewenste resultaat, wat heb je nodig om adequaat te handelen (competent gedrag te vertonen)? Reflecteren op je werkervaringen is dus van groot belang. Dit reflecteren doe je individueel door middel van reflectieverslagen, met je stagebegeleider (begeleidingsgesprekken) of met andere studenten. De begeleider vanuit de opleiding, de WERdocent, ondersteunt het leren reflecteren en het leren van de ervaringen op de stage. Het ligt voor de hand dat de ervaringen die je opdoet op de stage tot vragen en leerbehoeften leiden. Naarmate je meer werkervaring opdoet, zal je meer specifieke eigen vragen hebben. Het onderwijsprogramma biedt je daarom steeds meer ruimte om zelf invulling te geven aan je opleiding. Bij de beoordeling spelen de werkgever en de stagebegeleider ook een rol. De begeleider vanuit de opleiding is verantwoordelijk voor de totaalbeoordeling. De algemene leerlijn, gericht op het uitvoeren van beroepstaken Binnen deze leerlijn leer je over leerlingen in het algemeen, de verschillende rollen die je hebt als docent en werk je aan algemene opdrachten; complexe opdrachten die betrekking hebben op een probleem/vraag uit de beroepspraktijk. Het uitvoeren van die opdracht stelt je in staat om allerlei relevante competenties te ontwikkelen (en om reeds aanwezige competenties, kennis en vaardigheden te benutten). Je ontwikkelt producten voor de beroepspraktijk (bijvoorbeeld een studiedag met workshops, lesmateriaal voor taalgericht vakonderwijs, een plan voor schoolactiviteiten). De conceptuele en vaardigheden leerlijn, gericht op kennisverwerving en het hanteren ervan De derde leerlijn, de conceptuele en vaardighedenlijn, biedt je de mogelijkheid om kennis te vergaren met betrekking tot vakinhoud en leren. Je ontwikkelt de vaardigheden om die kennis in de praktijk te benutten en op het effect daarvan te reflecteren. Het onderwijs in deze leerlijn kan verschillende vormen hebben, zoals: hoorcolleges, werkcolleges, workshops, presentaties door experts, literatuurstudie, onderzoek, etc.. De functie van de conceptuele leerlijn is de student te stimuleren om als beroepsbeoefenaar te denken. Daartoe worden concepten en theorieën aangereikt. Het leren van vaardigheden komt globaal gesproken neer op: Verwerven van een werkmodel (wat ga ik zo meteen op welke wijze oefenen); Gericht oefenen (experimenteren) op basis van een werkmodel; Reflecteren (feedback) op de resultaten van het oefenen op grond van het werkmodel; Verwerken van de conclusies van de reflectie in het werkmodel en zo nodig opnieuw oefenen. Het onderwijs bij het aanleren van vaardigheden heeft een doe karakter; doen met verstand. Voorbeelden zijn: het gebruiken van relevante software, het presenteren voor een groep, het uitvoeren van een praktijkproef, het oefenen van gesprekstechnieken, etc.. Door het te doen wordt het geleerd. De studieloopbaanlijn 17

18 Tijdens het gehele opleidingstraject word je begeleid bij het plannen van je studie. In de studieloopbaanlijn (SLB) reflecteer je met de studieloopbaanbegeleider (mentor) en medestudenten op de studievoortgang, op de relatie tussen leeractiviteiten, leerdoelen en competenties en op de keuzes die je maakt voor de invulling van je opleidingstraject. Zoals hierboven beschreven is, kent elke leerlijn in de eerste fase van de opleiding een eigen afsluiting. In de SLB-lijn bekijk je ook hoe je ontwikkelingsplan op de andere leerlijnen werkt. Je formuleert concrete leervragen of leerdoelen waar je de andere leerlijnen voor wilt benutten. Daarnaast besteed je veel aandacht aan het plannen, volgen, bijsturen en controleren van de eigen denk- en leerprocessen en de competentieontwikkeling. Op de SLB-lijn vindt als het ware de verknoping plaats tussen alle activiteiten en leerervaringen, je reflecteert daar op en verbindt er conclusies aan. De instrumenten voor een systematische studieloopbaanbegeleiding zijn het persoonlijke ontwikkelingsplan (POP), het studieplan en het portfolio. Je houdt in een portfolio relevante documenten bij die als bewijsstukken voor je ontwikkeling kunnen dienen. Gekoppeld aan het portfolio schrijf je een POP, reflecteer je daarop en stel je halfjaarlijks een studieplan op en bereid je in het laatste jaar je assessment voor. De beoordeling op deze lijn is in hoge mate gericht op het vermogen tot zelfsturing: je moet laten zien in hoeverre je richting kan geven aan je eigen persoonlijke en professionele ontwikkeling en aan de competenties die je daarvoor nodig hebt. De studieloopbaanbegeleider is verantwoordelijk voor de beoordeling. Portfolio Tijdens het opleidingstraject werk je, leer je en reflecteer je. Je ontwikkelt je eigen manier van werken en je formuleert daarbij passende leervragen. Het portfolio is een instrument dat past bij deze visie op leren en opleiden. In het portfolio kun je materialen verzamelen om je eigen ontwikkeling mee aan te tonen. Het kan daarbij gaan om concrete producten (lessenseries, video s), om reflectieverslagen, feedback van medestudenten en begeleiders en beoordelingen van werkgevers en opleiders. Het portfolio is dus een persoonsafhankelijk instrument dat veel ruimte biedt voor reflectie en eigen overwegingen. We spreken in dit geval van een ontwikkelingsportfolio. Onderdelen van het portfolio kun je inzetten als bewijsmateriaal waarmee je kunt aantonen dat je in staat bent tot competent handelen. In dit geval spreken we van een beoordelingsportfolio. Het beoordelingsportfolio wordt ingezet bij het assessment. Assessment Ter afsluiting van elke cursus wordt de student beoordeeld. Hierbij worden verschillende toetsvormen gebruikt. Daarnaast wordt de competentieontwikkeling van de student beoordeeld. Dit gebeurt in het assessment. De toetsomgeving waarin de aankomende docent laat zien dat hij competent is en waarin zijn competenties beoordeeld worden, wordt een assessment genoemd. Tijdens het assessment gaat het om het beoordelen van het vermogen om in complexe situaties creatief, flexibel en effectief om te gaan met de praktijkkennis. Ben je in staat de gewenste resultaten te boeken, je keuzes te verantwoorden en te reflecteren op het resultaat en je leerproces? Bij het assessment word je dus integraal beoordeeld en niet alleen op deelaspecten. Het assessment bestaat uit 3 onderdelen: een portfolio een criteriumgericht interview een proeve van bekwaamheid / meesterproef (presentatie) Voor alle studenten is er aan het einde van de opleiding een assessment. Bij het assessment zijn twee beoordelaars betrokken. Voorwaarde om het assessment te doen is dat alle EC s, behalve die van het assessment, behaald zijn. 18

19 7. Inrichting en organisatie opleiding 7.1 ALGEMENE INFORMATIE OPLEIDING WISKUNDE Het opleidingsteam van de studie bestaat uit drie docenten. De docenten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de taken die rechtstreeks te maken hebben met de opleiding die je volgt. Voorbeelden van deze taken zijn: de organisatie van de studie, de organisatie van studieloopbaanbegeleiding, etc. Een van de docenten is het opleidingshoofd, die zich bezighoudt met de organisatie rondom de opleiding. CONTACTGEGEVENS dhr. T.R. Croes M Ed, opleidingshoofd: dhr. Drs. D.H.E. Angela, docent wiskunde: mw. I. Yanez M Sc, docent onderwijskundige zaken: T: / E: tim.croes@ua.aw T: / E: donald.angela@ua.aw T: / E: irayka.yanez@ua.aw ELOUA Dit is de elektronische leeromgeving van de opleiding. Hierop worden alle relevante documenten geplaatst. Elke cursus heeft een eigen pagina. Hierop staan de relevante stukken voor de desbetreffende cursussen. Op dit deel van de site moet je ook je opdrachten digitaal inleveren. Ook belangrijke mededelingen worden via deze site doorgegeven. Elke student krijgt een account om in te loggen en met ELOUA te werken. Daarbij heeft iedere student een persoonlijk gedeelte op de pagina. Hier worden onder andere de stukken voor het portfolio in opgeslagen en gedeeld met docenten en medestudenten. GRAFISCHE REKENMACHINE Bij veel wiskundevakken is het toegestaan om bij een deel van de opgaven gebruik te maken van een Grafische rekenmachine. De grafische rekenmachines die tijdens lessen en tentamens worden gebruikt zijn TI-83 (plus) of TI-84 (plus) (Silver edition). Daarnaast zijn ook andere grafische rekenmachines toegestaan tijdens tentamens. Voor deze machines wordt geen aparte instructie gegeven tijdens de lessen! Andere toegestane grafische rekenmachines zijn: TI-nSpire zonder CAS Casio CFX-9850Gplus, CFX-9850GBplus, fx-9860g of fx-9860g SD Hewlett Packard 38G en 39G+ Sharp EL 9600, EL 9650 en EL 9900 Verder geldt het volgende: Een grafische rekenmachine mag tijdens tentamens niet op het lichtnet worden aangesloten of met andere apparatuur worden verbonden. Het is een student niet toegestaan tijdens tentamens gebruik te maken van de grafische rekenmachine van een andere kandidaat. Het is niet nodig dat het geheugen van een grafische rekenmachine wordt gewist voor de aanvang van een zitting van een tentamen, echter Echter: Er zijn machines waar later ook andere programma s in geladen kunnen worden, bij voorbeeld programma s voor computeralgebra. Een apparaat dat met deze programmatuur is uitgerust, mag tijdens tentamens niet worden gebruikt. Dat wil zeggen dat het gebruik van dergelijke programma s op tentamens niet is toegestaan. De kandidaat moet deze programma s dus tijdelijk opslaan op een geheugenkaartje en in elk geval 19

20 verwijderen uit het vaste geheugen van de GR. Uitzondering vormen programma s die door een docent worden toegestaan. TAALBELEID Binnen de reguliere lessen besteden docenten expliciet aandacht aan het leren van (nieuwe) vaktaal. Hierin zie je de dubbele bodem van de opleiding mooi terug: jouw docenten op de opleiding laten in hun lessen zien hoe jij als docent aandacht kunt besteden aan taal in je eigen lessen. Daarnaast bieden we extra taalondersteuning aan. Als je merkt dat de werkwijze in de cursussen, de formulering van opdrachten en/of de (vak)taal in de wiskunde een knelpunt voor je is, dan kun je meedoen aan de voorbereiding om het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal, CNaVT te halen. Het kan ook voorkomen dat je studieloopbaanbegeleider je adviseert deze toets te doen, bijvoorbeeld omdat je je vooropleiding niet in het Nederlands hebt gedaan. Studenten die van het EPI komen zijn verplicht om deze cursus te volgen. Studenten die een havodiploma hebben, maar voor het schoolexamen of eindexamen Nederlands lager hebben gescoord dan een 5,5 zijn ook verplicht om deze toets af te leggen. Voor deze twee groepen hoort een positief resultaat bij de toelatingseisen voor het tweede cursusjaar. Meer informatie over de CNaVT-toets is te vinden via Naast de CNaVT zijn er twee verplichte modules Nederlands opgenomen in het programma. Voor deze cursussen worden in principe geen vrijstellingen verleend. OPLEIDINGSVARIANTEN VIERJARIG TRAJECT Studenten die beginnen aan de opleiding schrijven zich in voor een vierjarig traject. Afhankelijk van je persoonlijke programma volg je wel of niet alle vakken. Indien je alle vakken moet volgen, dan moet je rekening houden met een studiebelasting van ongeveer 40 uur per week. Als je vrijstellingen hebt, dan wordt de studiebelasting per week minder waardoor je de opleiding als het ware in deeltijd volgt. Wel kun je er in dat geval voor kiezen, indien je persoonlijke situatie het toelaat, om te versnellen door extra vakken te volgen van een hoger jaar. Let wel op dat je studiebelasting niet te hoog wordt! De lessen vinden plaats op maandag, dinsdag en donderdag tussen en uur. Houd er wel rekening mee als je vakken van een hoger jaar wilt volgen dat deze lestijden af kunnen wijken! Ook moet er rekening mee gehouden worden dat tentamens soms ook na uur kunnen stoppen. REGULIER EN VERKORT (COHORT 2013) Studenten die reeds het eerste en tweede jaar hebben voltooid kunnen zich inschrijven voor het derde jaar van de reguliere of verkorte opleiding. De lessen van de reguliere opleiding vinden plaats op maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en uur. Wel moet er rekening mee worden gehouden dat tentamens eventueel ook na uur kunnen plaatsvinden. Voor de verkorte opleiding zijn de lestijden maandag tot en met donderdag tussen en uur. Beide opleidingen zijn in principe voltijdopleidingen. Je moet rekening houden met een studiebelasting van 40 uur per week, ongeacht de opleidingsvariant. 20

21 TOELATINGSEISEN Om toegelaten te kunnen worden tot de vierjarige opleiding moet je minimaal een havodiploma hebben met wiskunde B of een vwo-diploma met wiskunde A of B of een EPI-diploma niveau 4 of een propedeuse van een (technische) HBO-opleiding met voldoende wiskunde hebben. Indien men een havodiploma heeft zonder wiskunde B is het mogelijk om een toelatingstoets af te leggen om alsnog toegelaten te worden tot de opleiding. Voor deze toets zal materiaal bestudeerd moeten worden van niveau havo wiskunde B. TOELATINGSEISEN OP GROND VAN BUITENLANDSE EN BIJZONDERE DIPLOMA S Buitenlandse en bijzondere diploma s worden door Directie Onderwijs (D.O.) gewaardeerd. D.O. bepaalt aan welk niveau het diploma gelijkstaat. Op basis van deze waardering wordt een student toegelaten of afgewezen. OPLEIDINGSSTRUCTUUR ALGEMEEN OPBOUW ONDERWIJSPROGRAMMA Het examenprogramma dat de bacheloropleiding aanbiedt bestaat uit een aantal afzonderlijke onderdelen (onderwijseenheden). De term onderwijseenheden wordt gebruikt in de Nederlandse Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). Een dergelijke onderwijseenheid is een duidelijk omschreven leeractiviteit die wordt afgesloten met een of andere vorm van toetsing, bijvoorbeeld een presentatie, een persoonlijk verslag of een schriftelijk tentamen. Woorden als module, cursus, project verwijzen naar dergelijke onderwijseenheden. Als je alle onderdelen hebt afgesloten, heb je voldaan aan de exameneisen (startkwalificaties) die voor de opleiding gelden en kan het getuigschrift (diploma) aan jou worden overhandigd. Voor sommige onderdelen van het examenprogramma geldt dat ze met een voldoende moeten zijn afgesloten voordat je een volgend onderdeel kan starten (zie hiervoor de cursusbeschrijvingen in hoofdstuk 7.4 en de regeling drempelmodules in hoofdstuk 8 in deze studiegids). Na het behalen van het diploma ben je startbekwaam om onderwijs te verzorgen in het tweedegraads gebied. OVERZICHT CURRICULUM (PER STUDIEJAAR) JAARROOSTER Het academisch jaar wordt conform artikel 24 LUA officieel geopend op de tweede vrijdag van september. Dit gebeurt s avonds en wel door het uitspreken van de openingsrede door de rector. Het onderwijs van de lerarenopleiding vangt dit jaar aan op maandag 24 augustus Voor de nieuwe bachelorstudenten wordt in de week voorafgaand aan de eerste onderwijsdag een aantal introductieactiviteiten georganiseerd. Tijdens deze activiteiten kunnen studenten vertrouwd raken met hun nieuwe omgeving en kennismaken met de docenten. Niet alle activiteiten zijn verplicht, maar het is natuurlijk wel goed als je er bij bent. Aan het begin van de eerste periode wordt er een activiteit georganiseerd voor alle studenten van de Faculty of Arts & Science. Bij alle Bachelorstudenten wordt er uitgegaan van een jaarlijkse studiebelasting van 1680 uur oftewel 60 studiepunten (EC s) van elk 25 to 30 uur. Deze studielast wordt gevormd door de te volgen colleges (de contact-uren), de zelfstudie die van de student verwacht wordt, de uitvoering van (stage)opdrachten, de voorbereiding op de tentamens en de tijd benodigd voor het afleggen van de tentamens. Daarnaast zal het geregeld noodzakelijk zijn om buiten het reguliere rooster om op de universiteit aanwezig te zijn om te werken aan de opdrachten die in de projecten en tijdens colleges 21

22 worden verstrekt. Voor het werken aan de opdrachten zijn computerfaciliteiten aanwezig. Enerzijds zijn er computers met internet aanwezig, anderzijds is het gebruik van laptops met behulp van een wirelessvoorziening mogelijk. Hoewel de aanschaf van een eigen laptop niet verplicht is, wordt het bezit ervan wel aanbevolen. Wat studietijd betreft is de belasting verdeeld over 4 perioden van ongeveer 10 weken. Hoe die perioden geplaatst zijn in het cursusjaar en hoe ze zijn ingericht kun je zien op in het jaarrooster hieronder en de kalender die achter in deze studiegids staat. Dit rooster geldt alleen voor de lerarenopleiding wiskunde. In iedere periode zijn zeven onderwijsweken ingeroosterd, een hertentamenweek (behalve in periode A) en een tentamenweek. Verder zijn er studieweken in het jaarrooster opgenomen waarin onbegeleide onderwijsactiviteiten gepland kunnen worden voor bepaalde cursussen. Ook is het mogelijk dat uitgevallen colleges in studieweken ingehaald worden. Houd er rekening mee - vooral in de weken aan het einde van het cursusjaar en aan het begin van het volgende cursusjaar - dat deze tentamen-, hertentamen- en studieweken geen vakantieweken zijn. Als je in die periode je vakantie plant, loop je de kans (her)tentamens te missen die mogelijk niet meer gedurende het cursusjaar kunnen worden afgelegd! Voor het werken op de stageschool volg je voor de te werken dagen altijd het werkrooster van de betreffende stageschool. Tijdens de stages gaat het schoolrooster dus boven het rooster van de opleiding. Tijdens studieweken, hertentamenweken en toetsweken moet je dus op de met de stageschool afgesproken dag(en) wel op de stageschool zijn voor je werkzaamheden. Periode A data week coll.wk Activiteiten 17/08 34 Introductieprogramma 24/08 35 A1 aanvang colleges 31/08 36 A2 collegeweek 07/09 37 A3 collegeweek, opening academisch jaar: 12/09 14/09 38 A4 collegeweek 21/09 39 A5 collegeweek 28/09 40 A6 collegeweek 05/10 41 SW studieweek 12/10 42 A7 collegeweek 19/10 43 TA tentamens periode A 22

23 Periode B data week coll.wk Activiteiten 26/10 44 B1 collegeweek 02/11 45 B2 collegeweek 09/11 46 B3 collegeweek 16/11 47 B4 collegeweek 23/11 48 HA hertentamens periode A 30/11 49 B5 collegeweek 07/12 50 B6 collegeweek 14/12 51 SW studieweek 21/12 52 xxx UA beperkt open, 25/12 en 26/12 kerstdagen 28/12 53 xxx 01/01 Nieuwjaarsdag 04/01/15 01 B7 collegeweek 11/01 02 TB tentamens periode B Periode C data week coll.wk Activiteiten 18/01 03 C1 collegeweek 25/01 04 C2 collegeweek, 25/01 Dia di Betico 01/02 05 C3 collegeweek 08/02 06 HB hertentamens periode B, 08/02 Carnavalsmaandag 15/02 07 C4 collegeweek 22/02 08 C5 collegeweek 29/02 09 C6 collegeweek 07/03 10 C7 collegeweek 14/03 11 SW 14/03 inhaalles van 08/02, 18/03 Hymno y Bandera 21/03 12 TC tentamens periode C, 25/03 Goede Vrijdag Periode D data week coll.wk Activiteiten 28/03 13 SW studieweek, 28/03 Tweede Paasdag 04/04 14 D1 collegeweek 11/04 15 D2 collegeweek 18/04 16 D3 collegeweek 25/04 17 HC herkansingen periode C, 27/04 Koningsdag 02/05 18 SW Studieweek 09/05 19 D4 collegeweek 16/05 20 D5 collegeweek 23/05 21 D6 collegeweek 30/05 22 D7 collegeweek 06/06 23 TD tentamens periode D 13/06 24 SW studieweek 20/06 25 SW studieweek 27/06 26 HD hertentamens periode D 04/07 27 xxx UA beperkt open 23

24 Jaarprogramma In het jaarprogramma van de opleiding wordt aangegeven hoe de cursussen over de verschillende perioden van het studiejaar zijn verdeeld. Je kunt daarin zien welke cursussen in welke perioden worden gegeven en hoeveel studiebelasting dat per cursus van jou vraagt. We zijn hierbij uitgegaan van een zo gelijk mogelijke verdeling van de studiebelasting over de verschillende perioden. Sommige cursussen lopen over meer dan één periode. 7.2 INRICHTING EERSTE JAAR PROGRAMMA VIERJARIGE OPLEIDING JAAR 1 Blok A Blok B Blok C Blok D EC s Conceptuele cursussen Analyse 1 6 EC s Onderzoek 6 EC s Algebra 4 EC s Wiskunde & ICT 4 EC s Algemene cursussen Onderwijskunde 5 4 EC s WER WER 1A 1 EC SLB SLB 1A 1 EC Wiskunde instap 5 EC s Rekenen (concept.) 2 EC s Rekenen (didactiek) 4 EC s WER 1B 2 EC s Statistiek 1 3 EC s Statistiek didactiek 3 EC s Onderwijskunde 1 4 EC s Nederlands 1 1 EC WER 1C 3 EC s SLB 1B 2 EC s Meetkunde 1 3 EC s Meetkunde didactiek 3 EC s 43 EC s 9 EC s 6 EC s 3 EC s STUDIEADVIES Het eerste jaar is representatief voor de hele opleiding. Ze heeft een oriënterende en selecterende functie. Daarom krijgt iedere student tijdens het eerste jaar van inschrijving twee maal een schriftelijk studieadvies over de voortzetting van de studie. Aan het einde van het eerste jaar ontvangt de student een bindend studieadvies. Het studieprogramma is in de tabel hierboven te zien. TUSSENTIJDS STUDIEADVIES Halverwege het eerste studiejaar (in februari) ontvangt elke student van de examencommissie een schriftelijk tussentijds studieadvies over de voortzetting van de studie. Dit tussentijds advies bestaat uit een toelichting op de behaalde studieresultaten en de studievoortgang. Het betreft een: positief tussentijdsadvies: 22 of meer EC s; waarschuwend tussentijds advies: 21 of minder EC s. 24

25 Aan het tussentijdse advies wordt een waarschuwing verbonden wanneer op grond van de geregistreerde studieresultaten moet worden geconstateerd dat niet is voldaan aan de studievoortgangsnorm voor het desbetreffende deel van het eerste studiejaar. De waarschuwing bevat tevens het advies om in overleg met de studieloopbaanbegeleider een studieplan op te stellen voor de tweede helft van het studiejaar, dat erop is gericht om binnen een redelijke termijn aan de norm voor studievoortgang te kunnen voldoen. POSITIEF OF NEGATIEF STUDIEADVIES Aan het einde van het eerste jaar (uiterlijk in augustus) krijgt elke student van de examencommissie van de Faculty of Arts & Science een (bindend) studieadvies (BSA) over de voortzetting van de opleiding. Dit studieadvies kan positief of negatief zijn. In onderstaand schema is weergegeven wat de eisen zijn voor een positief bindend studieadvies. maximaal te behalen EC s nodig voor positief BSA SLB 3 3 WER 6 6 Algemene leerlijn 9 5 Conceptuele leerlijn Totaal Voor studenten die als vooropleiding EPI hebben gedaan of studenten die een havodiploma hebben behaald waarbij het cijfer voor het schoolexamen of eindexamen Nederlands lager is dan een 5,5, moeten ook een voldoende hebben voor de CNaVT-toets om een positief bindend studieadvies te krijgen. Eerstejaars cursussen waar een student door de examencommissie vrijstellingen voor heeft gekregen, tellen mee voor de te behalen EC s in het kader van het studieadvies. De examencommissie kan bij het afgeven van een studieadvies rekening houden met bijzondere omstandigheden, zie onder Opgeschort advies wegens bijzondere omstandigheden. Een negatief studieadvies bevat tenminste de gronden waarop de afwijzing is gebaseerd. Het studieadvies wordt ondertekend door of namens de examencommissie, en wordt binnen een week na ondertekening digitaal aan de student verzonden. Een negatief advies is bindend. Een student aan wie een dergelijk advies is gegeven kan gedurende een periode van acht jaar niet meer bij deze opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. De examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord voordat wordt besloten om een negatief studieadvies af te geven. Tegen een negatief advies kan de student bezwaar aantekenen bij de examencommissie en/of beroep aantekenen bij de beroepscommissie, zie hoofdstuk 8. Alle studenten die op of na 1 februari 2016 staan ingeschreven bij de Universiteit van Aruba ontvangen een bindend studieadvies, ongeacht of de student zich al dan niet voortijdig heeft uitgeschreven. 25

26 OPGESCHORT ADVIES WEGENS BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN De examencommissie kan bij het uitbrengen van het studieadvies rekening houden met studievertraging die het gevolg is van persoonlijke omstandigheden van de student. Het betreft uitsluitend de volgende omstandigheden: ziekte; lichamelijk, zintuiglijke of andere functiestoornis; zwangerschap; bijzondere familieomstandigheden, waaronder begrepen de bijzondere omstandigheden van degene met wie de aanvrager samenwoont of een Latrelatie onderhoudt; andere situaties waarin de student door overmacht, dat ter beoordeling door de examencommissie, niet heeft kunnen deelnemen aan tentamens dan wel het onderwijs dat daaraan ten grondslag ligt. De student dient de studievertraging die is ontstaan door een van bovengenoemde persoonlijke omstandigheden zo spoedig mogelijk schriftelijk te melden bij de examencommissie met het verzoek om deze omstandigheden te betrekken bij de totstandkoming van het studieadvies. De student moet tevens zo snel mogelijk de studieloopbaanbegeleider benaderen. Deze adviseert de examencommissie over de te nemen beslissing. Indien een opgeschort advies wordt uitgebracht worden onderstaande regels en procedures in acht genomen: het advies wordt voor de termijn van een jaar opgeschort; student moet in deze termijn voldoen aan de oorspronkelijke studieadviesnorm; bij aanvang van het tweede studiejaar dient er een schriftelijke studieplanning met de studieloopbaanbegeleider gemaakt te zijn; indien halverwege het tweede studiejaar de studieadviesnorm niet is behaald, dient er een schriftelijke waarschuwing te worden uitgebracht; aan het einde van het tweede studiejaar wordt een definitief advies gegeven. Toelichtend schema studieadvies Na periode B: voorlopig advies Voortgangsnorm Voorlopig positief (22 EC s) gehaald advies Per 31 augustus: studieadvies Voldaan aan criteria Positief Advies (45 EC s (CNaVT-toets)) Niet voldaan aan criteria Negatief Bindend Geen Bijzondere Advies Omstandigheden. Ingeschreven op of na 1 februari 2016 Niet voldaan aan criteria Bijzondere Omstandigheden Ingeschreven op of na 1 februari 2016 Beargumenteerd Positief Advies of Uitgesteld Positief Advies of beargumenteerd Negatief Bindend Studieadvies Resultaat afspraken voor komend studiejaar 26

27 Na periode B: voorlopig advies Voortgangsnorm Waarschuwing + Niet gehaald; Studievoortgangsgesprek Geen Bijzondere Omstandigheden tot dit ijkmoment Voortgangsnorm Niet gehaald; wel Bijzondere Omstandigheden of late inschrijving Uitgeschreven voor 1 februari 2016, al dan niet bijzondere omstandigheden Voorwaardelijk Positief Advies: Resultaatafspraken voor 2e helft van het studiejaar Voorwaardelijk positief advies. Resultaatafspraken bij hernieuwde inschrijving. Per 31 augustus: studieadvies Voldaan aan criteria Positief Advies Niet voldaan aan criteria Negatief Bindend Geen bijzondere Studieadvies Omstandigheden Ingeschreven op of na 1 februari 2016 Niet voldaan aan criteria Bijzondere Omstandigheden. Ingeschreven op of na 1 februari 2016 Voldaan aan Resultaatafspraken Niet voldaan aan Resultaatafspraken; Geen bijzondere Omstandigheden Niet voldaan aan Resultaatafspraken; Bijzondere Omstandigheden Voorwaardelijk Positief Advies of Beargumenteerd Negatief Bindend Studieadvies Positief Advies Negatief Bindend Studieadvies (Opnieuw) Voorwaardelijk Positief Advies of Beargumenteerd Negatief Bindend Studieadvies 27

28 7.3 INRICHTING TWEEDE EN DERDE LEERJAAR ALGEMEEN Het tweede en derde jaar is gericht op beginnend lesgeven. Je krijgt de gelegenheid om onder begeleiding diverse docenttaken uit te voeren, o.a. het verzorgen van (deel)lessen. Daarnaast verleen je assistentie aan leraren bij hun diverse taken. In deze fase ga je geleidelijk zelfstandiger functioneren in de klas en daarbuiten. Je geeft onder supervisie zelfstandig vorm aan het onderwijsleerproces van klassen of groepen leerlingen. Je werkt binnen een team en binnen de schoolorganisatie. Per week zijn op de lerarenopleiding vaste, dat wil zeggen aan tijd en ruimte gebonden, reflectiemomenten ingebouwd, de zogenaamde WERbijeenkomsten. PROGRAMMA REGULIERE OPLEIDING JAAR 3 Blok A Blok B Blok C Blok D EC s Conceptuele cursussen Meetkunde 3 Analyse 3 6 EC s 6 EC s Integraalrekening 6 EC s Statistiek 3 (conc.) 4 EC s Lineaire algebra, lineair programmeren 6 EC s 30 EC s Algemene cursussen Onderwijskunde 5 4 EC s WER WER 3A 8 EC s SLB SLB 3A 3 EC s Onderwijskunde 6 4 EC s Statistiek 3 (ondz.) 2 EC s WER 3B 8 EC s SLB 3B 3 EC s 8 EC s 16 EC s 6 EC s BEZEMVAKKEN REGULIERE EN VERKORTE OPLEIDING JAAR 2 Blok A Blok B Blok C Blok D EC s Conceptuele cursussen Analyse 2 - concept. Meetkunde 2 - conc. 4 EC s 4 EC s Getaltheorie 4 EC s Statistiek 2 6 EC s Analyse 2 - didactiek 2 EC s Vakdidactiek: Werkvormen en toetsen 4 EC s 24 EC s Het bezemprogramma is voor studenten die in niet alle vakken van het tweede jaar hebben gehaald. Ook studenten van het nieuwe cohort kunnen deze vakken volgen om de opleiding versneld af te ronden. Maak hiervoor goede afspraken met je studieloopbaanbegeleider. 28

29 STUDIEPROGRAMMA TWEEDE EN DERDE LEERJAAR Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van alle cursussen tref je aan het eind van dit hoofdstuk aan. PROFILERINGSRUIMTE De opleiding die je volgt is je major. Je major bestaat uit 210 EC s. Daarnaast heb je een profileringsruimte van minstens 30 EC s wat overeenkomt met een half jaar fulltime studeren. Deze profileringsruimte is bedoeld om een eigen accent aan de studie te geven en kan ingevuld worden met: een minor (= een samenhangend pakket van keuzecursussen); een pre-master (= een schakeltraject ter voorbereiding op een masteropleiding); een pakket van keuzecursussen dat je zelf samenstelt. Je kunt kiezen om dit aan de UA te doen, maar het is ook toegestaan om de profileringsruimte op een andere hogeschool of universiteit in te vullen. Uit het profileringsplan moet blijken op welke wijze de gekozen onderdelen bijdragen aan de voorbereiding op de beoogde beroepsuitoefening of verdere studie. De invulling van de profileringsruimte is formeel gebonden aan voorafgaande goedkeuring door de examencommissie van de Faculty of Arts & Science. Op advies van de studieloopbaanbegeleider kan het profileringsplan nader gemotiveerd worden met het oog op goedkeuring door de examencommissie. De examencommissie kan goedkeuring weigeren als de keuzecursus of minor niet van Bachelorniveau is, of als er sprake is van substantiële overlap tussen de keuzecursus of minor enerzijds en het majorprogramma anderzijds. AFSTUDEERPROGRAMMA VIERDE LEERJAAR Onder afstudeerprogramma verstaan we die cursussen die een afspiegeling vormen van het niveau dat een student aan het einde van de opleiding bereikt. Het afstudeerprogramma van de bachelor opleiding bestaat uit: Assessment (waarin de student beoordeeld wordt op de competenties, waarbij hij onder andere bewijzen aanvoert vanuit de minor, WER4/LIOstage en de schoolprojecten); Schoolproject (waarin de student in opdracht van de school een vakdidactisch of vakinhoudelijk project uitvoert ); Een aantal cursussen in de conceptuele leerlijn (waarin de student beoordeeld wordt op basis van de kennisbasis en het eindniveau van het vak behaald wordt). STUDIELOOPBAANBEGELEIDING (SLB) De studieloopbaanbegeleiding vindt gedurende de gehele opleiding plaats en bestaat uit groepsbijeenkomsten en individuele gesprekken. De student volgt SLB met een vaste begeleider uit de vakgroep. De groep houdt deze begeleider in principe gedurende de gehele studie. Afhankelijk van de opleidingsfase, kan de studieloopbaanbegeleiding verschillende accenten hebben. In het eerste jaar: De student oriënteert zich op de eisen die studie en beroep stellen om in een zo vroeg mogelijk stadium verkeerde verwachtingen te corrigeren. De student geeft antwoord op de vraag: is dit de opleiding die ik kan en wil doen? (Is dit het beroepenveld waarvoor ik opgeleid wil worden, welke competenties vragen ze, wat houden deze in, wat kan ik, hoe leren we hier op deze opleiding?) Er is een duidelijke aansluiting bij cursussen gericht op beroepsoriëntatie. Een goede en tijdige selectie is 29

30 van belang voor de student en voor de opleiding. Het gaat dan vooral om de vragen: hoe bevorderen we zelfselectie van de student en waarop willen we als opleiding vooral selecteren? Er wordt een start gemaakt met competentieontwikkeling: het reflecteren op eigen competentieontwikkeling, studieresultaten en studie-ervaringen. Het maken van een POP (Persoonlijk Ontwikkelings Plan) en een portfolio horen hier ook bij. De competentieontwikkeling wordt vastgelegd in een digitaal portfolio. De rol van de studieloopbaanbegeleider is intensiever dan de jaren daarop: informatiegevend, adviserend, sturend en stimulerend; contactmomenten zijn gestructureerd. In het tweede en derde leerjaar: Studieloopbaanbegeleiding is hier gericht op het zichtbaar maken van de competentieontwikkeling van de student en dit te koppelen aan diens keuzes voor type projecten (of rollen binnen een project), WER, schoolprojecten, profilering, bepaalde minors, volgorde van modules en de snelheid waarmee het curriculum doorlopen wordt (dit alles in het licht van een te verwachten loopbaankeuze). De rol van studieloopbaanbegeleider is minder intensief dan in het eerste jaar. De student laat minimaal twee maal per jaar aan de studieloopbaanbegeleider zien hoe zijn competentieontwikkeling vordert in het POPgesprek. De student geeft binnen bepaalde grenzen zelf invulling aan hoe hij zijn portfolio inricht, hoe hij zijn competentieontwikkeling laat zien. Bij buitenschoolse studieonderdelen zoals de WER en de minor gaat de studieloopbaanbegeleiding door zodat de student in overleg met de studieloopbaanbegeleider gericht kan werken aan bepaalde competenties en de doorgaande lijn in de begeleiding behouden blijft. De student maakt een profileringsplan en bereidt zich voor op het assessment. In het vierde leerjaar: In de eindfase van de studie is, naast het bovenstaande, studieloopbaanbegeleiding gericht op het realiseren van het profileringsplan, het completeren van het vakdidactisch dossier, de voorbereiding op een eerste baan en de voorbereiding van het assessment. CURSUSDEELNAME De vorm en/of inhoud van een cursus kan met zich meebrengen dat studenten een aanwezigheidsplicht wordt opgelegd. In principe is cursusdeelname verplicht, maar bij bepaalde cursussen zijn er consequenties verbonden aan verzuim. Per cursus wordt aangegeven of de aanwezigheidsverplichting van toepassing is. Zie ook de cursusbeschrijvingen aan het eind van dit hoofdstuk. Dit is bijvoorbeeld het geval bij cursussen waarin (practicum) vaardigheden tijdens de lessen worden beoordeeld en de cursus wordt afgesloten met een dossier. In uitzonderlijke gevallen kan de examencommissie vrijstelling verlenen van de aanwezigheidsplicht, eventueel onder bepaalde voorwaarden. De student moet daartoe een verzoek indienen. 7.4 VRIJSTELLINGEN Op basis van vooropleidingen kunnen vrijstellingen verleend worden. In de tabel op de volgende bladzijde staat wanneer je in aanmerking komt voor één of meerdere vrijstellingen. Daarnaast wordt er per individueel geval bekeken of er nog meer vrijstellingen verleend kunnen worden op basis van andere vooropleidingen dan de in de tabel genoemde. Het is niet vanzelfsprekend zo dat op basis van een technische Hbo-opleiding voor (vrijwel) alle wiskundevakken een vrijstelling wordt verleend. Dit hangt af van de soort wiskunde in die opleiding. 30

31 Vrijstellingentabel wiskunde VWO wisk A wisk B wisk D A12 oud B1 oud B12 oud Vanaf de volgende bladzijde vind je de gedetailleerde cursusbeschrijvingen per cursus. 31 1e of 2e graads lesbevoegheid Algebra Analyse 1 x x x Analyse 2 x x x Analyse 3 x x Analyse didactiek Geschiedenis van de wiskunde conceptueel Geschiedenis van de wiskunde didactiek x Getaltheorie "Redeneren en bewijzen" Integraalrekening Lineaire Algebra, Lineair programmeren Meetkunde 1 Meetkunde 2 Meetkunde 3 x x Meetkunde didactiek Minor x x Nederlands 1 Nederlands 2 Onderwijskunde 1 x x Onderwijskunde 2 x Onderwijskunde 3 x x Onderwijskunde 4 x Onderwijskunde 5 x x Onderwijskunde 6 x x Onderzoek Rekenen conceptueel Rekenen didactiek x Schoolproject SLB 1A SLB 1B SLB 2A SLB 2B SLB 3A SLB 3B SLB 4 Statistiek 1 x x x x x Statistiek 2 Statistiek 3 Statistiek didactiek Statistiek onderzoek x x x Vakdidactiek: Werkvormen en toetsen WER 1A x x WER 1B x x WER 1C x x WER 2A x x WER 2B x x WER 3A x WER 3B x WER 4 Wiskunde & ICT Wiskunde Instap 7.5 CURSUSBESCHRIJVINGEN IPA of pabo

32 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Algebra Wiskunde Eerste leerjaar AWISB-AL-13 4 EC s Nederlands D Hoorcollege / Werkcollege Schriftelijk tentamen Geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed Leerstof, werkvormen en activiteiten: Colleges en werkcolleges OAAA-BERGEN-07 Toetsen en beoordelingscriteria: Schriftelijk tentamen. Criteria: voldoende beheersing van theorie en vaardigheden. Korte omschrijving: 1. Uitbreiding grafentheorie: basis, speciale grafen, Eulergraaf, Hamiltongraaf, bomen, vlakke grafen, kleuringen van grafen en kortste paden. 2. Modellen: Rijen en reeksen en dynamische modellen. Doelstellingen/competenties: Zie boven Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis Geen Materialen: 1. Reader Grafen 2. Moderne wiskunde 10 4VWO D leerboek, ISBN Moderne wiskunde 10 4VWO D helpdesk, ISBN Moderne wiskunde 10 4VWO D uitwerkingen, ISBN

33 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Analyse 1 Wiskunde Eerste leerjaar AWISB-AN EC s Nederlands A Werkcollege Schriftelijk tentamen Geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed Leerstof, werkvormen en activiteiten: Werk- en hoorcolleges OAWI-ANAL1VAK-04 Toetsing en beoordelingscriteria: Schriftelijk tentamen Criteria: voldoende beheersing van theorie en vaardigheden Korte omschrijving: De cursus is bedoeld als overbrugging van analyse (oude stijl) naar de vernieuwde inhoud van het vak. Onderwerpen zijn: functies, grafieken en vergelijkingen. Er vindt een uitbreiding van onderbouwstof plaats naar wortelformules, gebroken functies, machtsfuncties, periodieke functies, exponentiële verbanden en differentiëren. Er is extra aandacht voor vaardigheden op algebraïsch gebied. Doelstellingen/competenties: Zie boven Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis Actieve kennis onderbouwstof HAVO / VWO wiskunde Wiskunde Instap Materialen: 1.Moderne wiskunde 10 4VWO B leerboek, ISBN Moderne wiskunde 10 4VWO B helpdesk, ISBN Moderne wiskunde 10 4VWO B uitwerkingen, ISBN Facultatief: Basisboek wiskunde, Jan van de Craats, Rob Bosch, Pearson, ISBN: X 33

34 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Analyse 2 Wiskunde Tweede leerjaar AWISB-AN EC s Nederlands OAWI-H1ANAL2A-04 B (Let op: Er zijn geen colleges. Hulp beschikbaar op afspraak) Groepswerk/ Hoorcollege / Werkcollege Schriftelijk tentamen Geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed Leerstof, werkvormen en activiteiten: Werk- en hoorcolleges. Toetsing en beoordelingscriteria: Schriftelijke toets over de stof Criteria bij tentamen: Voldoende beheersing van theorie en vaardigheden. Korte omschrijving: Vak: Uitbreiding differentiaal- en integraalrekening. Het gaat om relaties tussen begrippen in contexten, zoals snelheid, versnelling, eerste en tweede afgeleide, primitieve. De verbanden uit analyse 1 worden uitgebreid: machtsfuncties, periodieke verbanden, exponentiële en logaritmische groei. Doelstellingen/competenties: Zie boven Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis Wiskunde Instap / Analyse 1 Materialen: 1. Moderne wiskunde 10 5VWO B lesboek, ISBN Moderne wiskunde 10 5VWO B helpdesk, ISBN Moderne wiskunde 10 5VWO B uitwerkingen, ISBN Facultatief: Basisboek wiskunde, Jan van de Craats, Rob Bosch, Pearson, ISBN: X 34

35 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Analyse 3 Wiskunde Derde leerjaar AWISB-AN EC s Nederlands A Hoorcollege / Werkcollege / Zelfstudie Schriftelijk tentamen Ingangseisen: Analyse 1 Contactpersoon dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed Inhoudelijke gegevens Inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: Werk- en hoorcolleges OAWI-H2ANAL3-04 Toetsing en beoordelingscriteria: Inleverwerk en tentamen. Criteria bij inleverwerk: - De volledigheid van het uitgevoerde werk. - De beheersing van TI-interactive of een ander computeralgebrapakket. - De mate van eigen creativiteit. - De mate waarin je theorie en praktijk weet te verbinden. Criteria bij tentamen: - Voldoende beheersing van theorie en vaardigheden. Korte omschrijving: Vak: Toepassingen integraalrekening, continue dynamische modellen, parametervoorstellingen, rijen, limieten, webgrafieken, recursie. Vakdidactiek en schoolwiskunde: Je maakt kennis met TI-interactive of een ander competeralgebrapakket. Doelstellingen/competenties: Zie boven Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis Analyse 1 en 2 Materialen: 1. Moderne wiskunde 10 6VWO B leerboek, ISBN Moderne wiskunde 10 6VWO B helpdesk, ISBN Moderne wiskunde 10 6VWO B uitwerkingen, ISBN Moderne wiskunde 10 6VWO D leerboek, ISBN Moderne wiskunde 10 6VWO D helpdesk, ISBN Moderne wiskunde 10 6VWO D uitwerkingen, ISBN Aanbevolen: Basisboekwiskunde, Jan van de Craats, Rob Bosch, Pearson, ISBN: X 35

36 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Analyse didactiek Wiskunde Tweede leerjaar AWISB-AND-15 2 EC s Nederlands A Groepswerk / Werkcollege Dossier (verplichte aanwezigheid) Geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed OAWI-H1ANAL2B-04 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Werk- en hoorcolleges, zelfstandig onderzoek, groepswerk. Toetsing en beoordelingscriteria: Bij elke bijeenkomst waar vaardigheden worden getraind en per individu worden beoordeeld geldt er een aanwezigheidsplicht. Om welke bijeenkomsten dit gaat, wordt nader toegelicht in de studiehandleiding. Inleverwerk 1. Dossier over algebra. Criteria bij dossier: - De volledigheid van het uitgevoerde werk. - De formulering en onderbouwing van je eigen mening en reflecties. - De mate waarin je theorie en praktijk weet te verbinden. Korte omschrijving: Vakdidactiek en schoolwiskunde: Het onderwerp Algebra in de onderbouw wordt onderzocht. Verschillende representatievormen passeren de revue: grafiek, tabel en formule. ICT: Er wordt gekeken naar de ondersteunende mogelijkheden van ICT in het analyseonderwijs. Doelstellingen/competenties: Zie boven Veronderstelde voorkennis Materialen: Legitimering: SBL 2 en 3 Geen Boek: APS: Deel Algebra Boek: Wat a is, dat kun je niet weten. P. Drijvers ISBN

37 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Assessment [verkort] Wiskunde Laatste leerjaar AWISB-AS-13 3 EC s Nederlands D Presentatie / Interview Portfolio Alle vakken afgerond dhr. T.R. Croes M Ed OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Voorbereiding: Voor dit assessment stel je een (digitaal) presentatieportfolio samen, waarin je onderwijsvisie en je competentieontwikkeling beschrijft, ondersteund met voorbeelden, verantwoording en bewijsmateriaal. Het gehele portfolio (inclusief bijlagen) moet in maximaal 60 minuten te lezen zijn. Bij het samenstellen van je presentatieportfolio maak je een selectie uit al het materiaal dat je tijdens SLB in je ontwikkelingsportfolio hebt verzameld. - Je SLB'er begeleidt je bij het samenstellen van je presentatieportfolio en zal het beoordelen op compleetheid. Pas als het portfolio compleet is en je voldoet aan de toelatingseisen kun je deelnemen aan het assessment. Toetsen en beoordelingscriteria: Bij het assessment word je door twee assessoren beoordeeld aan de hand van de SBL-bekwaamheidseisen op niveau Startbekwaam. Doelstellingen/competenties: Tijdens het assessment wordt er aandacht besteed aan de competentieontwikkeling 1 t/m 7 op niveau startbekwaam. De assessoren geven na het assessment een ontwikkelingsgericht advies met betrekking tot je professionele doorontwikkeling. Legitimering: SBL-bekwaamheidseisen, alle competenties op niveau Startbekwaam. In het niveau Startbekwaam zijn de Dublin Descriptoren verwerkt. Veronderstelde voorkennis Materialen: De student wordt bij SLB 4 begeleid in de voorbereiding op het assessment. Kennis van het begrippenkader dat hierbij gebruikt wordt is noodzakelijk om aan het assessment deel te kunnen nemen. Reader Assessment 37

38 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Geschiedenis van de Wiskunde (conceptueel) OAWI-H1GEWK2A-04 Wiskunde Tweede leerjaar AWISB-GV-13 3 EC s Nederlands C (Let op: Er zijn geen colleges. Hulp beschikbaar op afspraak) Hoorcollege / Werkcollege Schriftelijk tentamen Geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed Leerstof, werkvormen en activiteiten: Hoorcolleges en werkcolleges. Toetsing en beoordelingscriteria: Inleverwerk en tentamen. Criteria bij inleverwerk: De volledigheid en correctheid van het uitgevoerde werk. Criteria bij tentamen: Voldoende beheersing van theorie en vaardigheden (boek en reader) Korte omschrijving: Vak: De cursus geeft een globaal beeld van de geschiedenis van de wiskunde door de jaren heen, vanaf de oudheid tot nu toe. Aan de orde komen getalsystemen, meetkundige constructieproblemen, toepassingen van de wiskunde. Naast een boek is er een reader met historisch materiaal. Doelstellingen/Competenties: Zie boven Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis Materialen: Kennis van eerste- en tweedejaars vakken wiskunde Boek: William P. Berlinghoff, Fernando Q. Gouvêa, Math through the Ages, A Gentle History for Teachers and Others, Farmington, Maine: Oxton House Publishers, , Reader: Reader geschiedenis van de wiskunde 38

39 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Geschiedenis van de Wiskunde (didactiek) Wiskunde Tweede leerjaar AWISB-GD-13 3 EC s Nederlands OAWI-H1GEWK2B-04 C (Let op: Er zijn geen colleges. Hulp beschikbaar op afspraak) Groepswerk Verslag / Rapport / Portfolio (verplichte aanwezigheid) Geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed Leerstof, werkvormen en activiteiten: Hoorcolleges, werkcolleges, zelf lesmateriaal maken. Toetsing en beoordelingscriteria: Inleverwerk. Bij elke bijeenkomst waar vaardigheden worden getraind en per individu worden beoordeeld geldt er een aanwezigheidsplicht. Om welke bijeenkomsten dit gaat, wordt nader toegelicht in de studiehandleiding. Criteria bij inleverwerk: De volledigheid van het uitgevoerde werk. De formulering en onderbouwing van je eigen mening en reflecties De mate van eigen creativiteit De mate waarin je theorie en praktijk weet te verbinden. Korte omschrijving: Vakdidactiek en schoolwiskunde: In de eerste helft van dit deel ga je lesmateriaal (waarin bijvoorbeeld geschiedenis van de wiskunde is verwerkt) bekijken van andere studenten. In het tweede deel moet je zelf werkbladen maken over een wiskundig onderwerp. Doelstellingen/Competenties: Zie boven Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis Materialen: Kennis van eerste- en tweedejaars vakken wiskunde Reader: Reader werkbladen beoordelen en maken 39

40 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Getaltheorie Redeneren en bewijzen Wiskunde Tweede leerjaar AWISB-GT-13 4 EC s Nederlands OAWI-H2GETA3A-04 D (Let op: Er zijn geen colleges. Hulp beschikbaar op afspraak) Werkcollege / Zelfstudie Schriftelijk tentamen Geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed Leerstof, werkvormen en activiteiten: Colleges en werkcolleges Toetsing en beoordelingscriteria: Schriftelijk tentamen. Criteria: voldoende beheersing van theorie en vaardigheden. Korte omschrijving: De cursus gaat over niveaus van zekerheid in de wiskunde. We onderscheiden het vanzelfsprekendheidniveau, het tussenniveau en het bewijsniveau. We bestuderen wiskundige argumenten op elk van de drie niveaus. De voor- en nadelen van elk niveau komen aan bod, zowel wat betreft de wiskunde van je eigen niveau als de schoolwiskunde. Redeneren en bewijzen krijgt in de schoolwiskunde namelijk een steeds grotere rol. In deze cursus gaat extra aandacht uit naar het bewijsniveau. Je oefent in het werken met definities, stellingen en in het leveren van bewijzen met behulp van een flink stuk nieuwe getaltheorie. De volgende onderwerpen komen hierbij onder andere aan de orde: Inductie, oplosbaarheid van vergelijkingen in Z, deelbaarheid en priemgetallen. Modulorekenen, ladenprincipe. Doelstellingen / competenties: Zie boven Veronderstelde voorkennis Materialen: Legitimering: SBL 3 Kennis van wiskundevakken tot nu toe Reader: Redeneren en bewijzen en getaltheorie Aanbevolen: Moderne wiskunde 10 5VWO D leerboek, ISBN Moderne wiskunde 10 5VWO D helpdesk, ISBN Moderne wiskunde 10 5VWO D uitwerkingen, ISBN

41 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Integraalrekening Wiskunde Derde leerjaar AWISB-IR-13 6 EC s Nederlands C Hoorcollege / Werkcollege Schriftelijk tentamen Ingangseisen: Analyse 1 en Analyse 2 Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed Leerstof, werkvormen en activiteiten: Colleges en werkcolleges OAAA-BERGEN-07 Toetsen en beoordelingscriteria: Schriftelijk tentamen. Criteria: voldoende beheersing van theorie en vaardigheden. Korte omschrijving: In deze cursus komt een uitbreiding van de integraalrekening aan de orde: Riemannsom, toepassingen, middelwaardestelling, integratietechnieken (waaronder breuksplitsen, partieel integreren en de substitutiemethode), oneigenlijke integralen, volume van omwentelingslichamen. lengte van een kromme, oppervlakte en omtrek cirkel. Doelstellingen/competenties: Zie boven Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis Analyse 2 en Analyse 3 Materialen: 1. Moderne wiskunde 10 6VWO B leerboek, ISBN Moderne wiskunde 10 6VWO B helpdesk, ISBN Moderne wiskunde 10 6VWO B uitwerkingen, ISBN Reader: Integraalrekening 41

42 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contact persoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Lineaire algebra, lineair programmeren Wiskunde Derde leerjaar AWISB-LA-13 6 studiepunten Nederlands D Hoorcollege / Werkcollege Schriftelijk tentamen Analyse 1 en 2 afgerond dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed Leerstof, werkvormen en activiteiten: Werk- en hoorcolleges OAWI-ANAL1VAK-04 Toetsing en beoordelingscriteria: Schriftelijk tentamen Criteria: voldoende beheersing van theorie en vaardigheden Korte omschrijving: In deze cursus wordt bekeken hoe optimaliseringproblemen opgelost kunnen worden met behulp van lineair programmeren. Daarnaast speelt lineaire algebra een belangrijke rol in deze cursus. Matrixrekenen: overgangsmatrix, machten van matrices, inverse matrix, Lesleymatrices, lineaire stelsels vergelijkingen, lineaire afbeeldingen, determinanten en eigenwaarden Doelstellingen/competenties: Zie boven Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis Analyse 1 en 2 Materialen: Reader 42

43 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Meetkunde 1 Wiskunde Eerste leerjaar AWISB-MK EC s Nederlands D Werkcollege / Zelfstudie Schriftelijk tentamen Geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed OAWI-MEETK1A-04 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Werkcolleges: eigen vaardigheid/vakkennis op het gebied van projectiemethoden, perspectief tekenen. Toetsing en beoordelingscriteria: Schriftelijke toets over de eigen vakkennis. Criteria: Voldoende beheersing van theorie en vaardigheden. Korte omschrijving: Je werkt aan je eigen vaardigheid op het gebied van projectiemethoden en perspectief tekenen. Doelstellingen/competenties: Zie boven. Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis Materialen: Minimaal meetkunde HAVO 3 niveau Reader 1: Schaduw en perspectief Reader 2 Werkbladen en proeftentamens bij Schaduw en Perspectief 43

44 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Meetkunde 2 OAWI-H1MEET2A-04 Wiskunde Tweede leerjaar AWISB-MK EC s Nederlands B (Let op: Er zijn geen colleges. Hulp beschikbaar op afspraak) Zelfstudie Schriftelijk tentamen Geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed Leerstof, werkvormen en activiteiten: Colleges, werkcolleges en zelfstandig werk. Toetsing en beoordelingscriteria: Schriftelijk tentamen. Voldoende beheersing van theorie en vaardigheden Korte omschrijving: Ruimtemeetkunde. Aanzichten, schaduwen, centrale en parallelprojectie. Doorsnijdingen en onderlinge ligging van punten, lijnen en vlakken. Parametervoorstellingen van lijnen en vlakken. Vergelijkingen van vlakken. Hoeken, inproduct, normaalvector van een vlak. Afstanden. Vergelijking van cilinder, kegel en bol. De student leert berekeningen te maken in driedimensionale configuraties, zoals afstand tussen twee objecten, hoek tussen twee lijnen, tussen twee vlakken en tussen een lijn en een vlak. Hij leert argumenteren door gebruik te maken van incidentierelaties en hij leert constructies uit te voeren die gebaseerd zijn op incidentierelaties. Hij kent analytische voorstellingen van eenvoudige meetkundige objecten, zoals punten, lijnen, vlakken, bollen, cilinders en kegels en kan die benutten bij het uitvoeren van meetkundige berekeningen. Doelstellingen/competenties: Zie boven Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis Meetkunde 1 Materialen: Reader: Zowel reader Ruimtekunde als reader Ruimtemeetkunde. Diversen: Facultatief: Docentenmap Ruimtemeetkunde Boek: Facultatief: Basisboek wiskunde, Jan van de Craats, Rob Bosch, Pearson, ISBN: X 44

45 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Meetkunde 3 Wiskunde Derde leerjaar AWISB-MK EC s Nederlands C Hoorcollege / Zelfstudie Schriftelijk tentamen geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed Leerstof, werkvormen en activiteiten: Colleges en werkcolleges OAWI-H2MEET3A-04 Toetsing en beoordelingscriteria: Schriftelijk tentamen. Criteria bij schriftelijk tentamen: Voldoende beheersing van theorie en vaardigheden. Korte omschrijving: Vlakke meetkunde: Congruentie, meetkundige plaatsen, constructies, cirkeleigenschappen, afstanden, conflictlijnen en kegelsneden. De student maakt kennis met de vlakke meetkunde als (lokaal) deductief systeem. Naast het begrip driehoek komen uitvoerig aan bod begrippen als (koorden)vierhoek, cirkels en andere kegelsneden, raaklijnen, meetkundige plaatsen, iso-afstandslijnen, conflictlijnen en Voronoidiagrammen. Veel stellingen worden afgeleid, waarbij tevens de esthetische waarde van veel van die stellingen aandacht krijgt. Doelstellingen/competenties: Zie boven Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis Meetkunde 1 en Meetkunde 2 Materialen: 1. Moderne Wiskunde 10 4VWO B leerboek, ISBN Moderne Wiskunde 10 4VWO B helpdesk, ISBN Moderne Wiskunde 10 4VWO B uitwerkingen, ISBN Moderne Wiskunde 10 5VWO B leerboek, ISBN Moderne Wiskunde 10 5VWO B helpdesk, ISBN Moderne Wiskunde 10 5VWO B uitwerkingen, ISBN Moderne Wiskunde 10 6VWO B leerboek, ISBN Moderne Wiskunde 10 6VWO B helpdesk, ISBN Moderne Wiskunde 10 6VWO B uitwerkingen, ISBN

46 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Meetkunde didactiek Wiskunde Eerste leerjaar AWISB-MKD-15 3 EC s Nederlands D Groepswerk / Werkcollege Verslag / Rapport / Portfolio (verplichte aanwezigheid) Geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed OAWI-MEETK1B-04 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Werkcolleges: vakdidactiek. Individuele opdrachten: methodevergelijken, les voorbereiden met behulp van concreet materiaal en/of voorbeelden, uitvoeren (zo mogelijk op school) en evalueren. Toetsing en beoordelingscriteria: Bij elke bijeenkomst waar vaardigheden worden getraind en per individu worden beoordeeld geldt er een aanwezigheidsplicht. Om welke bijeenkomsten dit gaat, wordt nader toegelicht in de studiehandleiding. Dossier met vakdidactische opdrachten. Criteria bij dit dossier: 1. volledigheid, 2. formulering en onderbouwing van je eigen mening en reflecties, 3. mate waarin je theorie en praktijk weet te verbinden. Korte omschrijving: Je bestudeert het leren van meetkunde in de onderbouw. Een belangrijke rol hierbij speelt de driedimensionale werkelijkheid die tweedimensionaal wordt afgebeeld. Hierbij stellen we ons de vraag: hoe bevorder je ruimtelijk inzicht bij de leerlingen? Vakdidactische thema`s die in deze cursus aan bod komen zijn: leren m.b.v. concreet materiaal, leren Z.D.H. voorbeelden, kijkmeetkunde in de onderbouw, methoden vergelijken, opbouw van een hoofdstuk met behulp van OSAEV, ICTgebruik bij meetkunde (DOORZIEN). Het zelfstandig werk betreft: Studenten ontwikkelen een praktische opdracht of een project over ruimtemeetkunde (niveau 3 mavo). Doelstellingen/competenties: Zie boven. Veronderstelde voorkennis Materialen: Legitimering: SBL 3,4,5,6,7 Minimaal meetkunde HAVO 3 niveau Boek: APS boekje: Het leren van wiskunde Boek: Meetkunde voor de lerarenopleiding, APS (didactiek) 46

47 Titel Nederlands 1 Organisatorische gegevens Studierichting Wiskunde Studiefase/categorie Jaar 1 Cursuscode AWISB-NL1-15 Studiebelasting 1 EC Voertaal Nederlands Aanvangsblok C Werkvormen Hoor- en werkcolleges Toetsen: Opdrachten en schriftelijke toets Ingangseisen: - Contact persoon Kitty Groothuijse / Eric Mijts Inhoudelijke gegevens Inhoud Leerstof, werkvormen en activiteiten: Hoor en werkcolleges. Toetsen en beoordelingscriteria: Schrijfopdrachten en schriftelijk tentamen Korte omschrijving: Deze cursus is gericht op het verbeteren van de schriftelijke vaardigheid. We oefenen met beroepsgerichte schrijfproducten en het gebruik van correct Nederlands. Dit gebeurt onder meer door een modules van Nedercom af te ronden. Doelstellingen/competenties: Verbeteren van spelling en grammatica in het Nederlands; leren schrijven van correcte brieven en andere producten die nodig zijn bij de beoefening van het vak. Legitimetering: SBL 7 Veronderstelde voorkennis Materialen: Voor deze cursus is geen voorkennis vereist Geen Voor de studenten wordt een module Nedercom (spel 2) aangevraagd. 47

48 Titel Nederlands 2 OAAA-BERGEN-07 Organisatorische gegevens Studierichting Wiskunde Studiefase/categorie Jaar 2 Cursuscode AWISB-NL2-15 Studiebelasting 1 EC Voertaal Nederlands Aanvangsblok C Werkvormen Hoor- en werkcolleges Toetsen: Presentaties, schriftelijke opdrachten, schriftelijk tentamen Ingangseisen: - Contact persoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Kitty Groothuijse / Eric Mijts Leerstof, werkvormen en activiteiten: hoor- en werkcolleges Toetsen en beoordelingscriteria: presentatie, opdrachten en schriftelijk tentamen Korte omschrijving: Dit deel van de cursus is gericht op het verbeteren van de mondelinge taalvaardigheid. Iedere student bereidt een les voor en geeft een presentatie van ca. 30 minuten. Die presentaties worden geobserveerd door jaargenoten en de docenten en opgenomen op video. Na iedere presentatie volgt een korte, klassikale nabespreking. De student bekijkt daarna de video en schrijft hierover een evaluatieverslag met ontwikkelingspunten, waarbij naast de presentatievaardigheden vanzelfsprekend ook het gebruik van het Nederlands een belangrijk evaluatiecriterium zal zijn. Daarnaast oefent de student zijn Nederlands met een module van Nedercom. Doelstellingen/competenties: Verbeteren van de mondelinge vaardigheid in het Nederlands. Verbeteren van communicatieve vaardigheden en verbeteren van de schrijfvaardigheid door de evaluatie-opdracht. Legitimetering: SBL 7 Veronderstelde voorkennis Materialen: geen Geen. Module Form 2 (Nedercom) wordt door de UA aangeschaft. 48

49 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Onderwijskunde 1: Leren en lesgeven Onderwijskunde Eerste leerjaar AWISB-OK EC s Nederlands C Hoorcolleges / Werkcolleges Schriftelijk tentamen Geen mw. I. Yanez M Sc OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Oriëntatie op het leerproces en plannen van leeractiviteiten Toetsen en beoordelingscriteria: Schriftelijke tentamen Korte omschrijving: In deze cursus wordt eerst een oriëntatie gedaan hoe het leren op gang komt. Er komen verschillende visies op leren aanbod en hoe de leerpsychologie zich in de eeuwen heeft ontwikkeld. Er komen verschillende stromingen aan de orde, zoals het behaviorisme, constructivisme en het cognitivisme. De basis van het lesgeven en begeleiden van onderwijsactiviteiten komen ook aan de orde door middel van verschillende didactische modellen om lessen te plannen. Doelstellingen/competenties: SBL: 2, 3, 4, 7 Legitimering: Generieke kennisbasis: 1.1, 1.2, 1.3, 2.1, 2.2, 2.3, 6.2 Veronderstelde voorkennis Materialen: Geen Donk, C. van der, Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Geerts, W., Kralingen, R., van. (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Uitgeverij Coutinho 49

50 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Onderwijskunde 2: De leerling Onderwijskunde Tweede leerjaar AWISB-OK EC s Nederlands A Hoorcolleges / Werkcolleges Onderzoeksverslag Geen Mw. I. Yanez M Sc OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Begripsverkenning puberteit en adolescentie, de psychosociale ontwikkeling van 12 tot 18-jarigen, identiteitsontwikkeling en de gevolgen in het onderwijs. Een onderzoek wordt gedaan naar de leefwereld van de jongeren. Toetsen en beoordelingscriteria: Onderzoeksverslag Korte omschrijving: In deze cursus gaan we de leerling, adolescent en de puber analyseren. Wat zijn hun kenmerken, hun leefwereld. Ook komt aan de orde hoe ze hun identiteit ontwikkelen. Het is een periode waar veel veranderingen plaatsvinden, niet alleen lichamelijk, maar ook psychisch. Dit heeft ook invloed in het onderwijs waar de docent mee rekening moet houden. Doelstellingen/competenties: SBL: 1, 2, 4, 6, 7 Legitimering: Generieke kennisbasis: 1.4, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 5.2, 5.3, 5.4 Veronderstelde voorkennis Materialen: Geen Donk, C. van der, Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Geerts, W., Kralingen, R., van. (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Uitgeverij Coutinho Wal, J. van der, e.a. (2011) Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Uitgeverij Coutinho 50

51 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Onderwijskunde 3: Ontwerpen van onderwijsleerprocessen OAAA-BERGEN-07 Onderwijskunde Tweede leerjaar AWISB-OK EC s Nederlands C Hoorcolleges / Werkcolleges Schriftelijk tentamen Geen Mw. I. Yanez M Sc Leerstof, werkvormen en activiteiten: De communicatie, interactie en groepsdynamica in het leefdomein van de leerlingen op school. Selectie en ontwerp van leermiddelen en het begeleiden en evalueren van leerprocessen Toetsen en beoordelingscriteria: Schriftelijk tentamen Korte omschrijving: In deze cursus wordt de aandacht gericht op de manier waarop er gecommuniceerd wordt in de klas, welke gespreksvormen te gebruiken, hoe de groepsdynamiek kan worden beïnvloed en hoe leermiddelen te selecteren en ontwerpen in verschillende leerprocessen. Doelstellingen/competenties: SBL: 1, 2, 3, 4, 7 Legitimering: Generieke kennisbasis: 3.1, 3.2, 3.3, 2.4, 2.5, 2.6 Veronderstelde voorkennis Materialen: Geen Ebbens, S. & Ettekoven S. (2005). Effectief leren. Groningen: Noordhoff Uitgevers Ebbens, S. & Ettekoven S. (2005). Samenwerkend leren. Groningen: Noordhoff Uitgevers Geerts, W., Kralingen, R., van. (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Uitgeverij Coutinho Hoogeveen, P. & Winkels, J. (2009) Het didactisch werkvormenboek. (8 e druk). Assen: Van Gorkum 51

52 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Onderwijskunde 4: De leraar als pedagoog Onderwijskunde Derde leerjaar AWISB-OK EC s Nederlands A Hoorcolleges / Werkcolleges Schriftelijk tentamen Geen Mw. I. Yanez M Sc OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: De student maakt kennis met verschillende pedagogische benaderingen (theoretisch/methodisch). Toetsen en beoordelingscriteria: Schriftelijk tentamen Korte omschrijving: In deze cursus denkt de student na over, leert hij welke eisen er gesteld worden aan en ontwikkelt hij een visie op pedagogisch handelen in de klas. Pedagogisch handelen is tijd-, cultuur- en plaatsbepalend en dit is ook bepalend voor het handelen van de docent in de klas. Doelstellingen/competenties: SBL: 1, 2, 6, 7 Legitimering: Generieke kennisbasis: 8.1, 8.2, 8.3, 8.4, 9.2 Veronderstelde voorkennis Materialen: Geen Donk, C. van der, Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Geerts, W., Kralingen, R., van. (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Uitgeverij Coutinho Korthagen, F., e.a. (2006). Een leraar van klasse. Boom: Lemma Uitgevers Teitler, P. (2009). Lessen in orde. Bussum: Uitgeverij Coutinho 52

53 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Onderwijskunde 5: Onderwijs op Aruba Onderwijskunde Eerste leerjaar (cohort 2015) / Derde leerjaar (regulier) AWISB-OK EC s Nederlands A Hoorcolleges / Werkcolleges Schriftelijk tentamen Geen Mw. I. Yanez M Sc OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Het Arubaanse onderwijssysteem word onderzocht in vergelijking met andere onderwijssystemen elders in de wereld. Toetsen en beoordelingscriteria: Schriftelijk tentamen Korte omschrijving: In deze cursus wordt aandacht besteed aan het onderwijssysteem op Aruba en het didactische basisprincipe. Dit gaan we ook vergelijken met onderwijssystemen in Nederland en elders in de wereld. We gaan in op de structuur en cultuur van scholen in het algemeen en op de inrichting van het curriculum. Hier word nadruk gelegd op EPB. Doelstellingen/competenties: SBL: 2, 6, 7. Legitimering: Generieke kennisbasis: 5.2, 7.1, 7.2, 7.3 Veronderstelde voorkennis Materialen: Geen Donk, C. van der, Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Geerts, W., Kralingen, R., van. (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Uitgeverij Coutinho Readers en hand-outs: Onderwijs op Aruba 53

54 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Onderwijskunde 6: Diversiteit in het onderwijs Onderwijskunde Derde leerjaar AWISB-OK EC s Nederlands B Hoorcolleges / Werkcolleges Onderzoeksverslag Geen Mw. I. Yanez M Sc OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omgaan met de diversiteit in het onderwijs. Nadruk op cultuurverschillen, etniciteit, geslacht en seksuele diversiteit. Toetsen en beoordelingscriteria: Schriftelijke tentamen Korte omschrijving: Aruba is een multicultureel eiland. Er zijn verschillende culturen waarmee de docenten hedendaags mee te maken krijgen. In deze cursus verwerft de student kennis en vaardigheden in het omgaan met verschillen in het onderwijs en om zelf een visie te ontwikkelen hierop voor zijn manier in omgaan met dit fenomeen. Doelstellingen/competenties: SBL: 1, 2, 3, 4, 6, 7 Legitimering: Generieke kennisbasis: 5.1, 9.1, 9.2, 9.3, 9.4 Veronderstelde voorkennis Materialen: Geen Donk, C. van der, Lanen, B. van (2012). Praktijkonderzoek in de school. Bussum: Coutinho Geerts, W., Kralingen, R., van. (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Uitgeverij Coutinho Wal, J. van der, e.a. (2011). Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding. Bussum: Uitgeverij Coutinho Groothuis, H., e.a. (2008). Mentor in het voortgezet onderwijs. Uitgeverij Boom. 54

55 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Onderzoek Wiskunde Eerste leerjaar AWISB-OZ-13 6 EC s Nederlands B/C Groepswerk / Werkcollege / Zelfstudie Opdrachten (verplichte aanwezigheid) Geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed OAWI-ONDERZ1-03 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Werkcolleges, groepswerk en individuele uitwerking van opdrachten. Oplossen van complexe wiskundige problemen, onderzoeksstrategieën bekijken, toepassen en gebruiken om anderen te helpen wiskundige problemen op te lossen. Toetsing en beoordelingscriteria: Bij elke bijeenkomst waar vaardigheden worden getraind en per individu worden beoordeeld geldt er een aanwezigheidsplicht. Om welke bijeenkomsten dit gaat, wordt nader toegelicht in de studiehandleiding. Dossier inleveren. Dit dossier moet voldoende beoordeeld zijn. Criteria: 1 De volledigheid van het uitgevoerde werk. 2 De formulering en onderbouwing van je eigen mening en reflecties. 3 De mate van eigen creativiteit. 4 De mate waarin je theorie en praktijk weet te verbinden. Korte omschrijving: Je lost zelf een groot aantal wiskundige problemen op. Je ontdekt hierbij een aantal onderzoeksstrategieën en gebruikt die vervolgens om anderen te leren helpen met het oplossen van problemen. Je leert leerlingen met behulp van heuristieken, mathematiseren enz. wiskundige problemen aan te pakken. Doelstellingen/Competenties: Zie boven Veronderstelde voorkennis Materialen: Legitimering: SBL 3 Minimaal HAVO Wiskunde B Probleemoplossen en wiskunde, APS 55

56 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Rekenen (conceptueel) Wiskunde Eerste leerjaar AWISB-REV-13 2 EC s Nederlands B Groepswerk / Hoorcollege / Werkcollege / Zelfstudie Schriftelijk tentamen Geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed OAWI-ANALYS1A-04 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten; Werk- en hoorcolleges; Individuele opdrachten; Toetsing en beoordelingscriteria: Je wordt beoordeeld door middel van een tentamen. Criteria bij tentamen: Voldoende beheersing van theorie en vaardigheden zoals die bij het vakinhoudelijk deel zijn aangeleerd. Korte omschrijving en doelstellingen: In deze onderwijseenheid onderzoek je de rijke wereld van getallen: je leert vanuit nieuw perspectief kijken naar de ons bekende getallen en het rekenen daarmee. Je leert ook een nieuwe soort getallen kennen en daarmee rekenen: de complexe getallen. Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis Materialen: geen Reader Facultatief: Basisboek wiskunde, Jan van de Craats, Rob Bosch, Pearson, ISBN: X 56

57 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Rekenen (didactiek) Wiskunde Eerste leerjaar AWISB-RED-13 4 EC s Nederlands B Groepswerk / Hoorcollege / Werkcollege / Zelfstudie Opdracht (verplichte aanwezigheid) Geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed OAWI-ANALYS1B-04 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten; Werk- en hoorcolleges; Individuele studieopdrachten; Opdrachten voor de Stageschool; Schoolboekanalyse. Toetsing en beoordelingscriteria: Bij elke bijeenkomst waar vaardigheden worden getraind en per individu worden beoordeeld geldt er een aanwezigheidsplicht. Om welke bijeenkomsten dit gaat, wordt nader toegelicht in de studiehandleiding. Je wordt beoordeeld door middel van je dossier. Criteria bij dossier: 1) De volledigheid van het dossier. 2) De formulering en onderbouwing van je eigen mening en reflecties, 3) De kwaliteit van je eigen producties, 4) De mate waarin je theorie en praktijk weet te verbinden. Vakdidactiek en schoolwiskunde: Je onderzoekt de problemen bij het leren rekenen en de manier waarop je hier als leraar op de EPB en mavo mee om kan gaan: de didactiek van het rekenen. Je maakt kennis met de manier waarop leerlingen in de basisschool leren rekenen en je maakt kennis met het begrip gecijferdheid. Je bestudeert de schoolboeken van het VMBO (EPB/mavoniveau) op het onderwerp rekenen en hoe zich dit verder ontwikkelt richting Algebra. Daarbij leer je de didactische opbouw van CSA kennen (Concreet, Schematisch, Abstract). Je krijgt zicht op de actuele stand van zaken rondom dyscalculie. Praktijkopdracht: Je voert een opdracht uit rond het diagnosticeren en remediëren van rekenproblemen. Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis Geen 57

58 Materialen: Boek: `Rekenen (didactiek)` uit de APS serie Wiskunde voor leerlingen van 12 tot 16 (versie 2008) De opdrachten, behorend bij deze cursus zullen tijdens de les uitgereikt worden. 58

59 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Schoolproject Wiskunde Vierde leerjaar AWISB-SP EC s Nederlands A Hoorcollege / Zelfstudie Verslag Geen dhr. T.R. Croes M Ed OAWI-STATIS1A-04 Leerstof, werkvormen en activiteiten: De student verwerft zelf voor elk schoolproject een opdracht van de school. De opdracht moet met wiskunde te maken hebben. De opdracht resulteert in het maken van een product en een procesverslag. Gedurende de WERbijeenkomsten zal er op de opleiding aandacht aan worden besteed. Toetsing en beoordelingscriteria: De student wordt beoordeeld op het product dat de student heeft opgenomen in het WERdossier, de beoordeling daarvan door de school of opdrachtgever en het bijbehorende procesverslag (inclusief het startdocument). In het leerwerkplan neemt de student de planning op voor de verschillende activiteiten inherent aan de verwerving en uitvoering van schoolprojecten met de bijbehorende leervragen, die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Vervolgens maakt de student in een procesverslag duidelijk hoe aan de opdracht is gewerkt en tot welke resultaten dit heeft geleid; welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zijn, zowel terugkijkend als vooruitziend. Korte omschrijving: Het werken aan de opdracht resulteert in het maken van een product en een procesverslag. Het product moet de oplossing vormen voor een probleem of vraag / behoefte in de school, antwoord bieden op een vraag van de directie, specialisten of docenten, en dus van waarde zijn voor de school. Het werken aan de schoolprojecten is gericht op de ontwikkeling van competenties of bekwaamheden die het beroep van leraar vereist. Door het verwerven van een opdracht op de school, maakt de student zelf afspraken over de eisen die aan het product worden gesteld en de wijze van overdracht naar de school en stuurt de student op deze wijze zelfstandig het eigen leerproces. Het resulterende product en de beoordeling daarvan door de opdrachtgever neemt de student op in het persoonlijke WERdossier en in het procesverslag legt de student verantwoording af over het eigen leerproces. Doelstellingen/Competenties: Door middel van het leerwerkplan plant de student in overleg met de begeleiders het werken aan de schoolprojecten in de loop van het jaar. De 59

60 student stelt een startdocument en een contract op. Door middel van een procesverslag geeft de student inzicht in de totstandkoming van het beoogde product, de verantwoording van gemaakte keuzes, reflectie op leerdoelen, ontwikkeling en resultaten, enzovoort. Legitimering: SBL 1 t/m 7 Veronderstelde voorkennis Materialen: geen geen 60

61 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Schoolproject (conceptueel) [Regulier/Verkort] Wiskunde Vierde leerjaar AWISB-SPV EC s Nederlands A Hoorcollege / Zelfstudie Verslag Geen dhr. T.R. Croes M Ed OAWI-STATIS1A-04 Leerstof, werkvormen en activiteiten: De student verwerft zelf voor elk schoolproject een opdracht van de school. De opdracht moet met wiskunde te maken hebben. Studenten die vrijstelling hebben van didactiekmodules moeten in ieder geval een didactische verdieping aanbrengen in hun project. De opdracht resulteert in het maken van een product en een procesverslag. Gedurende de WERbijeenkomsten zal er op de opleiding aandacht aan worden besteed. Toetsing en beoordelingscriteria: De student wordt beoordeeld op het product dat de student heeft opgenomen in het WERdossier, de beoordeling daarvan door de school of opdrachtgever en het bijbehorende procesverslag (inclusief het startdocument). In het leerwerkplan neemt de student de planning op voor de verschillende activiteiten inherent aan de verwerving en uitvoering van schoolprojecten met de bijbehorende leervragen, die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Vervolgens maakt de student in een procesverslag duidelijk hoe aan de opdracht is gewerkt en tot welke resultaten dit heeft geleid; welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zijn, zowel terugkijkend als vooruitziend. Korte omschrijving: Het werken aan de opdracht resulteert in het maken van een product en een procesverslag. Het product moet de oplossing vormen voor een probleem of vraag / behoefte in de school, antwoord bieden op een vraag van de directie, specialisten of docenten, en dus van waarde zijn voor de school. Het werken aan de schoolprojecten is gericht op de ontwikkeling van competenties of bekwaamheden die het beroep van leraar vereist. Door het verwerven van een opdracht op de school, maakt de student zelf afspraken over de eisen die aan het product worden gesteld en de wijze van overdracht naar de school en stuurt de student op deze wijze zelfstandig het eigen leerproces. Het resulterende product en de beoordeling daarvan door de opdrachtgever neemt de student op in het persoonlijke WERdossier en in het procesverslag legt de student verantwoording af over het eigen leerproces. Doelstellingen/Competenties: 61

62 Door middel van het leerwerkplan plant de student in overleg met de begeleiders het werken aan de schoolprojecten in de loop van het jaar. De student stelt een startdocument en een contract op. Door middel van een procesverslag geeft de student inzicht in de totstandkoming van het beoogde product, de verantwoording van gemaakte keuzes, reflectie op leerdoelen, ontwikkeling en resultaten, enzovoort. Legitimering: SBL 1 t/m 7 Veronderstelde voorkennis Materialen: geen geen 62

63 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Schoolproject (algemeen) [verkort] Wiskunde Tweede leerjaar AWISB-SPA EC s Nederlands A Hoorcollege / Zelfstudie Verslag Geen dhr. T.R. Croes M Ed OAWI-STATIS1A-04 Leerstof, werkvormen en activiteiten: De student verwerft zelf voor elk schoolproject een opdracht van de school. De opdracht resulteert in het maken van een product en een procesverslag. Gedurende de WERbijeenkomsten zal er op de opleiding aandacht aan worden besteed. Toetsing en beoordelingscriteria: De student wordt beoordeeld op het product dat de student heeft opgenomen in het WERdossier, de beoordeling daarvan door de school of opdrachtgever en het bijbehorende procesverslag (inclusief het startdocument). In het leerwerkplan neemt de student de planning op voor de verschillende activiteiten inherent aan de verwerving en uitvoering van schoolprojecten met de bijbehorende leervragen, die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Vervolgens maakt de student in een procesverslag duidelijk hoe aan de opdracht is gewerkt en tot welke resultaten dit heeft geleid; welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zijn, zowel terugkijkend als vooruitziend. Korte omschrijving: Het werken aan de opdracht resulteert in het maken van een product en een procesverslag. Het product moet de oplossing vormen voor een probleem of vraag / behoefte in de school, antwoord bieden op een vraag van de directie, specialisten of docenten, en dus van waarde zijn voor de school. Het werken aan de schoolprojecten is gericht op de ontwikkeling van competenties of bekwaamheden die het beroep van leraar vereist. Door het verwerven van een opdracht op de school, maakt de student zelf afspraken over de eisen die aan het product worden gesteld en de wijze van overdracht naar de school en stuurt de student op deze wijze zelfstandig het eigen leerproces. Het resulterende product en de beoordeling daarvan door de opdrachtgever neemt de student op in het persoonlijke WERdossier en in het procesverslag legt de student verantwoording af over het eigen leerproces. Doelstellingen/Competenties: Door middel van het leerwerkplan plant de student in overleg met de begeleiders het werken aan de schoolprojecten in de loop van het jaar. De student stelt een startdocument en een contract op. Door middel van een procesverslag geeft de student inzicht in de totstandkoming van het beoogde product, de verantwoording van gemaakte keuzes, reflectie op leerdoelen, ontwikkeling en resultaten, enzovoort. 63

64 Legitimering: SBL 1 t/m 7 Veronderstelde voorkennis Materialen: geen geen 64

65 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Statistiek 1 Wiskunde Eerste leerjaar AWISB-ST EC s Nederlands C Hoorcollege / Zelfstudie Schriftelijk tentamen Geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed OAWI-STATIS1A-04 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Hoor-/werkcolleges om eigen vakkennis op voldoende niveau te brengen. Toetsing en beoordelingscriteria: Schriftelijke toets over de eigen vakkennis. Korte omschrijving: Wiskundige kern: je bestudeert de beschrijvende statistiek en het begin van kansrekening. Doelstellingen/Competenties: Zie boven Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis geen Materialen: 1.Moderne wiskunde 10 4VWO A/C leerboek, ISBN Moderne wiskunde 10 4VWO A/C helpdesk, ISBN Moderne wiskunde 10 4VWO A/C uitwerkingen, ISBN

66 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Statistiek 2 Wiskunde Tweede leerjaar AWISB-ST EC s Nederlands OAWI-H1STAT2-04 D (Let op: Er zijn geen colleges. Hulp beschikbaar op afspraak) Hoorcollege / Werkcollege Schriftelijk tentamen Geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed Leerstof, werkvormen en activiteiten: Colleges, werkcolleges en zelfstandig werk Toetsing en beoordelingscriteria: Tentamen Criteria: voldoende beheersing van de theorie en vaardigheden Korte omschrijving: Binomiale verdeling, hypergeometrische verdeling, kansverdelingen, verwachtingswaarde, standaardafwijking, rekenregels voor stochasten, de n -wet, normale verdeling, toetsen van hypothesen, matrices en grafen als representatievorm, elementair matrixrekenen, overgangsmatrices, Lesliematrices. Weten wat een kansverdeling is en daarvan voorbeelden kennen, met name de binomiale, hypergeometrische en normale verdeling. Weten wat toetsen van hypothesen inhoudt en dit kunnen uitvoeren, met name in situaties waar sprake is van een binomiaal of normaal verdeelde stochast. Kunnen omgaan met de grafische rekenmachine bij het verwerken van gegevens en het doen van statistisch onderzoek. Het kunnen gebruiken van grafen en matrices bij het analyseren van allerlei situaties, en elementaire bewerkingen met matrices kunnen uitvoeren en tevens kunnen interpreteren wat deze bewerkingen betekenen in een concrete situatie. Doelstellingen/competenties: Zie boven Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis Statistiek 1 Materialen: 1.Moderne wiskunde 10 5VWO A/C leerboek, ISBN Moderne wiskunde 10 5VWO A/C helpdesk, ISBN Moderne wiskunde 10 5VWO A/C uitwerkingen, ISBN Moderne wiskunde 10 6VWO A leerboek, ISBN Moderne wiskunde 10 6VWO A helpdesk, ISBN Moderne wiskunde 10 6VWO A uitwerkingen, ISBN

67 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Statistiek 3 Wiskunde Derde leerjaar AWISB-ST EC s Nederlands C Hoorcollege / Zelfstudie Schriftelijk tentamen Ingangseisen: Statistiek 1 en Statistiek 2 Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed Leerstof, werkvormen en activiteiten: Hoor- en werkcolleges OAWI-H2STAT3A-04 Toetsing en beoordelingscriteria: Schriftelijke toets en verslag (Het verslag betreft het onderzoek). Criteria: voldoende beheersing van theorie en vaardigheden. Korte omschrijving: 1 Statistiek met de TI-83 2 Vervolg Toetsen van Hypothesen: Onderscheidingsvermogen van een toets 3 Bepaling van de omvang van een steekproef 4 Betrouwbaarheidsintervallen 5 Chikwadraat-verdeling en Chikwadraat-toets 6 Poissonverdeling 7 Studentverdeling en Toetsen van Student, een- en tweesteekproeventoetsen 8 Verdelingsvrije methoden (o.a. Wilcoxon en Mann-Whitney) 9 Correlatie en Regressie en Rangcorrelatie De student dient te beschikken over een redelijk uitgebreid repertoire van statistische methoden en technieken en hij moet een geschikte methode kunnen kiezen bij het uitvoeren van een statistisch onderzoek. Hij moet met een grafische rekenmachine kunnen omgaan bij het verwerken van gegevens en het doen van statistisch onderzoek. Doelstellingen/competenties: Zie boven Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis Kennis van statistiek 1 en statistiek 2 Materialen: Reader: Statistiek 3 Facultatief: Inleiding tot de toegepaste statistiek. J.H. Blankespoor ISBN

68 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Statistiek didactiek Wiskunde Eerste leerjaar AWISB-STD-15 3 EC s Nederlands C Groepswerk / Hoorcollege / Zelfstudie Opdracht (verplichte aanwezigheid) Geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed OAWI-STATIS1B-04 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Individuele en groepsopdrachten over de kerndoelen en eindtermen VMBO van statistiek en informatieverwerking over lesopeningen, ICTgebruik in de klas en over GWA`s. Werkblad voor leerlingen ontwerpen aan de hand van de actualiteit. Toetsing en beoordelingscriteria: Bij elke bijeenkomst waar vaardigheden worden getraind en per individu worden beoordeeld geldt er een aanwezigheidsplicht. Om welke bijeenkomsten dit gaat, wordt nader toegelicht in de studiehandleiding. Dossier met vakdidactische opdrachten. Criteria bij dit dossier: 1. volledigheid 2. formulering en onderbouwing van je eigen mening en reflecties 3. mate waarin je theorie en praktijk weet te verbinden. Korte omschrijving: Je gaat aan de slag met de vakdidactiek van statistiek in de onderbouw VO basisvorming waarbij aandacht geschonken wordt aan lesopeningen en ICT-gebruik. Ook komt aan bod wat het doel is van Geïntegreerde Wiskundige Activiteiten (GWA) en praktische opdrachten in de onderbouw en hoe je deze kunt begeleiden en beoordelen. Doelstellingen/Competenties: Zie boven Veronderstelde voorkennis Materialen: Legitimering: SBL 3 geen Boek: Praktische opdrachten & Good practice in het vmbo, APS 68

69 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Statistiek onderzoek Wiskunde Derde leerjaar AWISB-ST3O-13 2 EC s Nederlands C Zelfstudie Ingangseisen: Statistiek 1 en Statistiek 2 Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Verslag / Rapport / Portfolio (verplichte aanwezigheid) dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed OAWI-H2STAT3B-04 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Zelfstandig groepswerk (in drie- of viertallen) onder begeleiding van de docent. Toetsing en beoordelingscriteria: Het onderzoeksverslag wordt beoordeeld op de kwaliteit van de onderzoeksvraag (met deelvragen), de zichtbaarheid van het onderzoeksproces, het juiste gebruik van bronnen, de wiskundige/didactische inhoud, de (eigen) conclusies en de vormgeving van het verslag. Korte omschrijving: Onderzoek met een onderwerp uit de wiskunde of de wiskundedidactiek. Doelstellingen/competenties: Zie boven Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis Statistiek 1 vak en Statistiek 2 Materialen: Materiaal wordt tijdens de les verstrekt 69

70 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Studieloopbaanbegeleiding 1A Wiskunde Eerste leerjaar AWISB-SLB1A-13 1 EC Nederlands A Werkcolleges / Presentaties Dossier geen mw. I. Yanez M Sc OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten, individuele opdrachten, gesprekken met medestudenten en studieloopbaanbegeleiders. De leeractiviteiten binnen de SLB-lijn zijn individueel en groepsgewijs: - Er zijn opdrachten en er is een uitwisseling in groepsverband. - Studenten werken in tweetallen (studiemaatjes) - Er zijn individuele gesprekken tussen student en SLB, al dan niet in aanwezigheid van het studiemaatje. Toetsen en beoordelingscriteria: De student begint met het in kaart brengen van zijn zelfbeeld, zijn beroepsbeeld en zijn beeld van de SBL-competenties en legt deze vast in een nulmeting. De SLB er beoordeelt de nulmeting op het gebruik van de in de SLB aangereikte instrumenten. Korte omschrijving: In het eerste leerjaar ga je je voornamelijk bezighouden met de vraag: Hoe ben ik als persoon en als student, wat voor keuzes maak ik en op grond waarvan? De belangrijkste vraag is: wil ik leraar worden, wil ik met deze studie doorgaan? Aan de hand van diverse werkvormen en opdrachten krijg je antwoord op deze vragen. Je maakt kennis met diverse reflectie modellen, bijvoorbeeld intervisie en het reflectie model van Korthagen. Doelstellingen/competenties: Je leert in jaar 1 aan de hand van voorbeelden die je elkaar geeft je in te zetten en te verantwoorden over de ontwikkeling van eigen competenties. De aandacht wordt gericht op competentie 1 t/m 4. Legitimering: SBL 1 t/m 7 Veronderstelde voorkennis Materialen: geen Gids Studieloopbaanbegeleiding 70

71 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Studieloopbaanbegeleiding 1B Wiskunde Eerste leerjaar AWISB-SLB1B-13 2 EC s Nederlands C Werkcolleges / Presentaties Dossier Studieloopbaanbegeleiding 1A afgerond mw. I. Yanez M Sc OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten, individuele opdrachten, gesprekken met medestudenten en studieloopbaanbegeleiders. De leeractiviteiten binnen de SLB-lijn zijn individueel en groepsgewijs: - Er zijn opdrachten en er is een uitwisseling in groepsverband. - Studenten werken in tweetallen (studiemaatjes) - Er zijn individuele gesprekken tussen student en SLB, al dan niet in aanwezigheid van het studiemaatje. Toetsen en beoordelingscriteria: De student stuurt de ontwikkeling van zijn beroepscompetenties en legt deze vast in een ontwikkelingsportfolio. Hij legt daarbij telkens een relatie tussen: - opgedane kennis, vaardigheden, meningen en ervaringen - zijn (zo nodig bij te stellen) zelfbeeld en zijn beroepsbeeld - zijn eigen beheersingsniveau en ontwikkeling van de SBL-competenties - zijn ontwikkelwensen en plannen voor de nabije toekomst Bij de SLB-onderdelen beoordeelt de SLB er het ontwikkelingsportfolio op het gebruik van instrumenten om eigen ontwikkeling te sturen en in kaart te brengen. Korte omschrijving: De opdrachten in deze fase zijn gericht op betekenis geven aan studie en persoonlijke ontwikkeling. Je doet dit door verder te werken aan je ontwikkelingsportfolio. Doelstellingen/competenties: Je leert in jaar 1 aan de hand van voorbeelden die je elkaar geeft je in te zetten en te verantwoorden over de ontwikkeling van eigen competenties. De aandacht wordt gericht op competentie 1 t/m 7. Legitimering: SBL 1 t/m 7 Veronderstelde voorkennis Materialen: geen Gids Studieloopbaanbegeleiding 71

72 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Studieloopbaanbegeleiding 2A [regulier] Wiskunde Tweede leerjaar AWISB-SLB2A-13 3 EC s Nederlands A Werkcolleges / Presentaties Dossier SLB 1A en SLB 1B zijn afgerond dhr. T.R. Croes M Ed OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten, individuele opdrachten, gesprekken met medestudenten en studieloopbaanbegeleiders. De leeractiviteiten binnen de SLB-lijn zijn individueel en groepsgewijs: - Er zijn opdrachten en er is een uitwisseling in groepsverband. - Studenten werken in tweetallen (studiemaatjes) - Er zijn individuele gesprekken tussen student en SLB, al dan niet in aanwezigheid van het studiemaatje. Toetsen en beoordelingscriteria: De student stuurt de ontwikkeling van zijn beroepscompetenties en legt deze vast in een ontwikkelingsportfolio. Hij legt daarbij telkens een relatie tussen: - opgedane kennis, vaardigheden, meningen en ervaringen - zijn (zo nodig bij te stellen) zelfbeeld en zijn beroepsbeeld - zijn eigen beheersingsniveau en ontwikkeling van de SBL-competenties - zijn ontwikkelwensen en plannen voor de nabije toekomst Bij de SLB-onderdelen beoordeelt de SLB er het ontwikkelingsportfolio op het gebruik van instrumenten om eigen ontwikkeling te sturen en in kaart te brengen. Korte omschrijving: De opdrachten in deze fase zijn gericht op betekenis geven aan studie en persoonlijke ontwikkeling. Je doet dit door verder te werken aan je ontwikkelingsportfolio. Doelstellingen/competenties: Je leert in jaar 2 aan de hand van voorbeelden die je elkaar geeft je in te zetten en te verantwoorden over de ontwikkeling van eigen competenties. Legitimering: SBL 1 t/m 7 Veronderstelde voorkennis Materialen: geen Gids Studieloopbaanbegeleiding 72

73 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Studieloopbaanbegeleiding 2B [regulier] Wiskunde Tweede leerjaar AWISB-SLB2B-13 3 EC s Nederlands C Werkcolleges / Presentaties Dossier SLB 1A en SLB 1B zijn afgerond dhr. T.R. Croes M Ed OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten, individuele opdrachten, gesprekken met medestudenten en studieloopbaanbegeleiders. De leeractiviteiten binnen de SLB-lijn zijn individueel en groepsgewijs: - Er zijn opdrachten en er is een uitwisseling in groepsverband. - Studenten werken in tweetallen (studiemaatjes) - Er zijn individuele gesprekken tussen student en SLB, al dan niet in aanwezigheid van het studiemaatje. Toetsen en beoordelingscriteria: De student stuurt de ontwikkeling van zijn beroepscompetenties en legt deze vast in een ontwikkelingsportfolio. Hij legt daarbij telkens een relatie tussen: - opgedane kennis, vaardigheden, meningen en ervaringen - zijn (zo nodig bij te stellen) zelfbeeld en zijn beroepsbeeld - zijn eigen beheersingsniveau en ontwikkeling van de SBL-competenties - zijn ontwikkelwensen en plannen voor de nabije toekomst Bij de SLB-onderdelen beoordeelt de SLB er het ontwikkelingsportfolio op het gebruik van instrumenten om eigen ontwikkeling te sturen en in kaart te brengen. Korte omschrijving: De opdrachten in deze fase zijn gericht op betekenis geven aan studie en persoonlijke ontwikkeling. Je doet dit door verder te werken aan je ontwikkelingsportfolio. Doelstellingen/competenties: Je leert in jaar 2 aan de hand van voorbeelden die je elkaar geeft je in te zetten en te verantwoorden over de ontwikkeling van eigen competenties. Legitimering: SBL 1 t/m 7 Veronderstelde voorkennis Materialen: geen Gids Studieloopbaanbegeleiding 73

74 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Studieloopbaanbegeleiding 3A Wiskunde Derde leerjaar AWISB-SLB3A-13 3 EC s Nederlands A Werkcolleges / Presentaties Dossier SLB 2A en SLB 2B zijn afgerond dhr. T.R. Croes M Ed OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten, individuele opdrachten, gesprekken met medestudenten en studieloopbaanbegeleiders. De leeractiviteiten binnen de SLB-lijn zijn individueel en groepsgewijs: - Er zijn opdrachten en er is een uitwisseling in groepsverband. - Studenten werken in tweetallen (studiemaatjes) - Er zijn individuele gesprekken tussen student en SLB, al dan niet in aanwezigheid van het studiemaatje. Toetsen en beoordelingscriteria: De student stuurt de ontwikkeling van zijn beroepscompetenties en legt deze vast in een ontwikkelingsportfolio. Hij legt daarbij telkens een relatie tussen: - opgedane kennis, vaardigheden, meningen en ervaringen - zijn (zo nodig bij te stellen) zelfbeeld en zijn beroepsbeeld - zijn eigen beheersingsniveau en ontwikkeling van de SBL-competenties - zijn ontwikkelwensen en plannen voor de nabije toekomst Bij de SLB-onderdelen beoordeelt de SLB er het ontwikkelingsportfolio op het gebruik van instrumenten om eigen ontwikkeling te sturen en in kaart te brengen. Korte omschrijving: De opdrachten in deze fase zijn gericht op betekenis geven aan studie en persoonlijke ontwikkeling. Je doet dit door verder te werken aan je ontwikkelingsportfolio. Doelstellingen/competenties: Je leert in jaar 3 aan de hand van voorbeelden die je elkaar geeft je in te zetten en te verantwoorden over de ontwikkeling van eigen competenties. Legitimering: SBL 1 t/m 7 Veronderstelde voorkennis Materialen: geen Gids Studieloopbaanbegeleiding 74

75 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Studieloopbaanbegeleiding 3B Wiskunde Derde leerjaar AWISB-SLB3B-13 3 EC s Nederlands C Werkcolleges / Presentaties Dossier SLB 2A en SLB 2B zijn afgerond dhr. T.R. Croes M Ed OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten, individuele opdrachten, gesprekken met medestudenten en studieloopbaanbegeleiders. De leeractiviteiten binnen de SLB-lijn zijn individueel en groepsgewijs: - Er zijn opdrachten en er is een uitwisseling in groepsverband. - Studenten werken in tweetallen (studiemaatjes) - Er zijn individuele gesprekken tussen student en SLB, al dan niet in aanwezigheid van het studiemaatje. Toetsen en beoordelingscriteria: De student stuurt de ontwikkeling van zijn beroepscompetenties en legt deze vast in een ontwikkelingsportfolio. Hij legt daarbij telkens een relatie tussen: - opgedane kennis, vaardigheden, meningen en ervaringen - zijn (zo nodig bij te stellen) zelfbeeld en zijn beroepsbeeld - zijn eigen beheersingsniveau en ontwikkeling van de SBL-competenties - zijn ontwikkelwensen en plannen voor de nabije toekomst Bij de SLB-onderdelen beoordeelt de SLB er het ontwikkelingsportfolio op het gebruik van instrumenten om eigen ontwikkeling te sturen en in kaart te brengen. Korte omschrijving: De opdrachten in deze fase zijn gericht op betekenis geven aan studie en persoonlijke ontwikkeling. Je doet dit door verder te werken aan je ontwikkelingsportfolio. Doelstellingen/competenties: Je leert in jaar 3 aan de hand van voorbeelden die je elkaar geeft je in te zetten en te verantwoorden over de ontwikkeling van eigen competenties. Legitimering: SBL 1 t/m 7 Veronderstelde voorkennis Materialen: geen Gids Studieloopbaanbegeleiding 75

76 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Studieloopbaanbegeleiding 3 [verkort] Wiskunde Tweede leerjaar AWISB-SLB EC s Nederlands A Werkcolleges / Presentaties Dossier SLB 2 is afgerond mw. I. Yanez M Sc OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten, individuele opdrachten, gesprekken met medestudenten en studieloopbaanbegeleiders. De leeractiviteiten binnen de SLB-lijn zijn individueel en groepsgewijs: - Er zijn opdrachten en er is een uitwisseling in groepsverband. - Studenten werken in tweetallen (studiemaatjes) - Er zijn individuele gesprekken tussen student en SLB, al dan niet in aanwezigheid van het studiemaatje. Toetsen en beoordelingscriteria: De student stuurt de ontwikkeling van zijn beroepscompetenties en legt deze vast in een ontwikkelingsportfolio. Hij legt daarbij telkens een relatie tussen: - opgedane kennis, vaardigheden, meningen en ervaringen - zijn (zo nodig bij te stellen) zelfbeeld en zijn beroepsbeeld - zijn eigen beheersingsniveau en ontwikkeling van de SBL-competenties - zijn ontwikkelwensen en plannen voor de nabije toekomst Bij de SLB-onderdelen beoordeelt de SLB er het ontwikkelingsportfolio op het gebruik van instrumenten om eigen ontwikkeling te sturen en in kaart te brengen. Korte omschrijving: De opdrachten in deze fase zijn gericht op betekenis geven aan studie en persoonlijke ontwikkeling. Je doet dit door verder te werken aan je ontwikkelingsportfolio. Doelstellingen/competenties: Je leert in SLB 3 aan de hand van voorbeelden die je elkaar geeft je in te zetten en te verantwoorden over de ontwikkeling van eigen competenties. Legitimering: SBL 1 t/m 7 Veronderstelde voorkennis Materialen: geen Gids Studieloopbaanbegeleiding 76

77 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Studieloopbaanbegeleiding 4 Wiskunde Vierde leerjaar AWISB-SLB EC s Nederlands A Werkcolleges / Presentaties Dossier SLB 3A en SLB 3B zijn afgerond dhr. T.R. Croes M Ed OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten, individuele opdrachten, gesprekken met medestudenten en studieloopbaanbegeleiders. De leeractiviteiten binnen de SLB-lijn zijn individueel en groepsgewijs: - Er zijn opdrachten en er is een uitwisseling in groepsverband. - Studenten werken in tweetallen (studiemaatjes) - Er zijn individuele gesprekken tussen student en SLB, al dan niet in aanwezigheid van het studiemaatje. Toetsen en beoordelingscriteria: SLB 4 wordt afgerond middels een assessment. Hier wordt de student beoordeeld op de SBL-competenties, niveau startbekwaam. Korte omschrijving: De opdrachten, werkvormen en begeleiding in deze fase zijn gericht op het samenstellen van het beoordelingsportfolio en het assessment. Doelstellingen/competenties: Je leert in jaar 4 aan de hand van bewijsstukken die je in een presentatieportfolio verzamelt, je te verantwoorden over de ontwikkeling van je eigen competenties. Legitimering: SBL 1 t/m 7 Veronderstelde voorkennis Materialen: geen Gids Studieloopbaanbegeleiding 77

78 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Studieloopbaanbegeleiding 4 [verkort] Wiskunde Eerste leerjaar AWISB-SLB EC s Nederlands A Werkcolleges / Presentaties Dossier SLB 3 is afgerond mw. I. Yanez M Sc OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten, individuele opdrachten, gesprekken met medestudenten en studieloopbaanbegeleiders. De leeractiviteiten binnen de SLB-lijn zijn individueel en groepsgewijs: - Er zijn opdrachten en er is een uitwisseling in groepsverband. - Studenten werken in tweetallen (studiemaatjes) - Er zijn individuele gesprekken tussen student en SLB, al dan niet in aanwezigheid van het studiemaatje. Toetsen en beoordelingscriteria: De student stuurt de ontwikkeling van zijn beroepscompetenties en legt deze vast in het beoordelingsportfolio. Hij legt daarbij telkens een relatie tussen: - opgedane kennis, vaardigheden, meningen en ervaringen - zijn (zo nodig bij te stellen) zelfbeeld en zijn beroepsbeeld - zijn eigen beheersingsniveau en ontwikkeling van de SBL-competenties - zijn ontwikkelwensen en plannen voor de nabije toekomst Bij de SLB-onderdelen beoordeelt de SLB er het beoordelingsportfolio op het gebruik van instrumenten om eigen ontwikkeling te sturen en in kaart te brengen. Korte omschrijving: De opdrachten, werkvormen en begeleiding in deze fase zijn gericht op het samenstellen van het beoordelingsportfolio en het assessment. Doelstellingen/competenties: Je leert in de tweede helft van jaar 2 aan de hand van bewijsstukken die je in een presentatieportfolio verzamelt, je te verantwoorden over de ontwikkeling van je eigen competenties. Legitimering: SBL 1 t/m 7 Veronderstelde voorkennis Materialen: geen Gids Studieloopbaanbegeleiding 78

79 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Vakdidactiek: Toetsen en werkvormen Wiskunde Tweede leerjaar AWISB-VD-13 3 EC s Nederlands OAWI-H1VAKDB-04 B (Let op: Er zijn geen colleges. Hulp beschikbaar op afspraak) Groepswerk / Werkcollege Verslag / Rapport / Portfolio (verplichte aanwezigheid) Geen dhr. T.R. Croes M Ed Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten; Werk- en hoorcolleges; Individuele studieopdrachten; Opdrachten voor de Stageschool; Schoolboekanalyse. Toetsing en beoordelingscriteria: Je wordt beoordeeld door middel van je dossier. Bij elke bijeenkomst geldt er een aanwezigheidsplicht. - DA-model; - Aspecten van de beginsituatie van leerlingen. - Instructiemethoden; Algoritmisch en heuristisch wiskundeonderwijs; - Sleutelbegrippen Ebbens; De didactische fasering: Concreet- Schematisch-Abstract Criteria bij dossier: - De volledigheid van het dossier - De formulering en onderbouwing van je eigen mening en reflecties - De kwaliteit van je eigen producties - De mate waarin je theorie en praktijk weet te verbinden Korte omschrijving: In deze cursus gaan we een aantal algemeen didactische en onderwijskundige aspecten van lesgeven vertalen naar het wiskundeonderwijs. Aan de orde komen: - Didactische Analyse, lesvoorbereiding en lesorganisatie - Instructiemethoden - Samenwerken in de wiskundeles - Proefwerken en toetsen - Wiskunde en taal Doelstellingen/competenties: 79

80 Zie boven Legitimering: SBL 3 en 4 Veronderstelde voorkennis geen Materialen: Boek: T. Geerligs, T. vd Veen: Lesgeven en zelfstandig leren; ISBN: Boek: S. Ebbens e.a. : Effectief leren in de les ISBN Boek: Bram Lagerwerf, Wiskunde in de basisvorming (APS) Boek: B. Pel, B. Slotboom, A. Vink, P. Jansen Praktische opdrachten & good practice in het vmbo (APS) Boek: Het samenstellen, afnemen en nakijken, Frans Ballering, Ton Konings, Arie Timmermans (1996) (APS) 80

81 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Werk, Ervaring en Reflectie 1A Wiskunde Eerste leerjaar AWISB-WER1A-13 1 EC Nederlands A Werkcollege / Presentatie Dossier geen mw. I. Yanez M Sc OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Voorbereiding op leren en werken op school, bij het uitvoeren van onderwijsondersteunende taken Werkvormen: Groepswerk, individuele opdrachten, onderzoek, literatuurstudie, presentaties Omschrijving activiteiten: De student bereidt zich, op de opleiding, voor op het werken en leren op de school onder begeleiding van de WERdocent. De student wordt aan een school gekoppeld. - Onderwerpen die aan de orde komen zijn het Arubaans onderwijssysteem, leervragen en leerwerkplan, methodisch reflecteren, solliciteren en themabijeenkomsten over door de studenten aangedragen onderwerpen. Toetsen en beoordelingscriteria: WER 1A is afgerond als de producten, genoemd in de WERgids, volgens de specificaties zijn gerealiseerd, je een actieve bijdrage hebt geleverd in de bijeenkomsten en als je een stageschool geregeld hebt. Korte omschrijving: De stage is een manier van `leren van werken in de beroepspraktijk, die je kunt toepassen om je competenties voor het beroep van leraar te ontwikkelen. Een van de basisvaardigheden hiervoor is het leren door middel van leervragen. Bij het zoeken naar antwoorden op deze leervragen doe je kennis op over omgaan met leerlingen, het houden van orde etc. Nieuwe leervragen komen naar voren uit de reflectie op uitgevoerde activiteiten. Deze activiteiten worden vastgelegd in een leerwerkplan dat de basis vormt van het werk op de school. Vanuit de leervragen worden de WERbegeleidingsbijeenkomsten ingevuld. De begeleider zal bij aanvang van de stage hierin een sturende rol vervullen, later gaat de student dit zelfstandig doen. WER 1A is een voorbereiding op deze manier van leren. Doelstellingen/competenties: WER 1A is een introductie op de stage. De student oriënteert zich op het Arubaans onderwijssysteem; leert te werken met en vanuit leervragen, leert methodisch reflecteren. Veronderstelde voorkennis Materialen: Legitimering: SBL 1 t/m 7 geen WERgids 81

82 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Werk, Ervaring en Reflectie 1B Wiskunde Eerste leerjaar AWISB-WER1B-13 2 EC s Nederlands B Werkcollege / Presentatie Dossier OAAA-BERGEN-07 WER 1A is gevolgd en afgerond of ingeschreven voor de herkansing mw. I. Yanez M Sc Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken op school, door het uitvoeren van onderwijs ondersteunende taken. Werkvormen: leerwerkplangestuurd leren en groepswerk, individuele opdrachten, onderzoek, literatuurstudie, presentaties. Omschrijving activiteiten: - In WER 1A heeft de student zich voorbereid op de stage. In WER 1B, vanaf periode B werkt en leert de student op een school in het tweedegraads gebied en voert onderwijsassistentachtige taken uit. De door de student uitgevoerde werkzaamheden zijn nuttig voor de school en leerzaam voor zichzelf. Op de school wordt de student begeleidt door een stagebegeleider (SB), hiermee bespreekt hij de werkzaamheden regelmatig na. De student leert aan de hand van leervragen, die voortkomen uit het werk op de school. De leervragen worden besproken gethematiseerd met de WERdocent. In de WERbijeenkomsten reflecteert de student op de praktijkervaring en brengt verdieping aan onder begeleiding van de WERdocent. De student leert ook door zelfstandig met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken. Toetsen en beoordelingscriteria: WER 1B is afgerond als: - je 10 werkdagen op de school bent geweest. - de producten, genoemd in de WERgids, volgens de specificaties zijn gerealiseerd en als - je een actieve bijdrage hebt geleverd in de bijeenkomsten. Korte omschrijving: De stage is een manier van `leren van werken in de beroepspraktijk, die je kunt toepassen om je competenties voor het beroep van leraar te ontwikkelen. Een van de basisvaardigheden hiervoor is het leren door middel van leervragen. Bij het zoeken naar antwoorden op deze leervragen doe je kennis op over omgaan met leerlingen, het houden van orde etc. Nieuwe leervragen komen naar voren uit de reflectie op uitgevoerde activiteiten. Deze activiteiten worden vastgelegd in een leerwerkplan dat de basis vormt van het werk op de school. Vanuit de leervragen worden de WERbegeleidingsbijeenkomsten ingevuld. De WERdocent zal bij aanvang van de stage hierin een sturende rol vervullen, later gaat de student dit 82

83 zelfstandig doen. Aan het einde van elke periode schrijft de student een periodeverslag, waaruit blijkt wat de resultaten zijn van eigen werk met betrekking tot de voorbereiding en uitvoering van de stage. Doelstellingen/competenties: De student leert zich in jaar 1 aan de hand van voorbeelden die studenten elkaar geven, in te zetten en te verantwoorden over de ontwikkeling van eigen competenties. De aandacht wordt gericht op competenties 1 t/m 7, waarbij het accent ligt op competentie 1 en 7. Vaardigheden die je hierbij al doende leert zijn: Plannen, verslaglegging, reflecteren, verantwoordelijkheid dragen, initiatief nemen, verantwoording afleggen over je ontwikkeling, helder communiceren, feedback vragen en ontvangen, presenteren, tijdig hulp vragen etc. Veronderstelde voorkennis Materialen: Legitimering: SBL 1 t/m 7 WER 1A WERgids 83

84 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Werk, Ervaring en Reflectie 1C Wiskunde Eerste leerjaar AWISB-WER1C-13 3 EC s Nederlands C Werkcollege / Presentatie Dossier OAAA-BERGEN-07 WER 1B moet gevolgd zijn en afgerond of ingeschreven voor de herkansing mw. I. Yanez M Sc Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken op school, door het uitvoeren van onderwijsondersteunende taken. Werkvorm: Leerwerkplangestuurd leren en groepswerk, individuele opdrachten, onderzoek, literatuurstudie, presentaties. Omschrijving activiteiten: - In WER 1B, vanaf periode B, werkt en leert de student op een stageschool en voert onderwijsassistentachtige taken uit. In periode C en D gaat de student hiermee verder. De door de student uitgevoerde werkzaamheden zijn nuttig voor de school en leerzaam voor zichzelf. Op de school wordt de student begeleidt door een stagebegeleider (SB), hiermee bespreekt hij de werkzaamheden regelmatig na. De student verzorgt minimaal 5 lesmomenten onder directe begeleiding van de SB, waarbij vooral een beroep wordt gedaan op de interpersoonlijke, de pedagogische en de organisatorische competentie. De student leert in toenemende mate verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen leerproces d.m.v. het leerwerkplan. Daarin komen per periode afspraken te staan over: uit te voeren activiteiten voor de stageschool, bijbehorende leervragen, aanpak van de leervragen en relatie met eigen competentieontwikkeling. Het leerwerkplan wordt besproken met de WERdocent en de SB. In de WERbijeenkomsten reflecteert de student op de praktijkervaringen, de leervragen worden gethematiseerd en de student brengt verdieping aan onder begeleiding van de WERdocent. De student leert onder begeleiding en zelfstandig met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken. Toetsen en beoordelingscriteria: WER 1C is afgerond als: - de producten, genoemd in de WER gids, volgens de specificaties zijn gerealiseerd, - je een actieve bijdrage hebt geleverd in de bijeenkomsten - je 5 lesmomenten hebt gerealiseerd - je 20 werkdagen op de school bent geweest - je voortgang is beschreven in je WERdossier met feedback van derden waaronder je SB. Korte omschrijving: 84

85 De stage is een manier van leren van werken in de beroepspraktijk, die je kunt toepassen om je competenties voor het beroep van leraar te ontwikkelen. Eén van de basisvaardigheden hiervoor is het leren door middel van leervragen. Bij het zoeken naar antwoorden op deze leervragen doe je kennis op over omgaan met leerlingen, het houden van orde etc. Nieuwe leervragen komen naar voren uit de reflectie op uitgevoerde activiteiten. Deze activiteiten worden vastgelegd in een leerwerkplan dat de basis vormt van het werk op de school. Vanuit de leervragen worden de WERbegeleidingsbijeenkomsten ingevuld. De WERdocent zal bij aanvang van de stage hierin een sturende rol vervullen, later gaat de student dit zelfstandig doen. Doelstellingen/competenties: De student leert te werken met en vanuit leervragen, leert methodisch reflecteren volgens een ABCD'tje en volgens het model van Korthagen. De student leert zijn werkervaringen te verbinden met de theorie. Vaardigheden die je hierbij al doende leert zijn: Plannen, verslaglegging, reflecteren, verantwoordelijkheid dragen, initiatief nemen, verantwoording afleggen over je ontwikkeling, helder communiceren, feedback vragen en ontvangen, presenteren, tijdig hulp vragen etc. De student leert op basis van zijn ervaringen en opgedane kennis leervragen te formuleren voor WER 2. Veronderstelde voorkennis Materialen: Legitimering: SBL 1 t/m 7 WER 1B WERgids 85

86 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Werk, Ervaring en Reflectie 2A Wiskunde Tweede leerjaar AWISB-WER2A-13 7 EC s Nederlands A Werkcollege / Presentatie Dossier WER 1C afgerond mw. I. Yanez M Sc OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Leerstof: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: Door middel van een leerwerkplan stuurt de student in overleg met de WERdocent en de stagebegeleider (SB) in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van de competenties die het beroep van leraar vereist. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek d.m.v. het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WERdossier. Toetsen en beoordelingscriteria: De student wordt beoordeeld op: - een actieve werk- en leerhouding op de stageschool waarbij sprake is van vooruitgang in het functioneren op de stageschool, waarbij het SBontwikkelingsadvies een grote rol speelt; - een actieve inbreng tijdens de WERbijeenkomsten; - het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WERdossier opgenomen resultaten van eigen werk. In alle gevallen moeten de beoordelingen minimaal voldoende zijn. Beoordelingscriteria: De student heeft: - De student is 20 dagen naar de stageschool geweest en heeft minimaal 10 lessen of begeleidingsuren gegeven. - De student laat zien dat hij op de stageschool vooruitgang boekt in het functioneren op de stageschool. De student toont dit aan door middel van het ontwikkelingsgerichte advies van de SB. De student voegt de bijlage Ontwikkelingsgericht advies van de SB toe in zijn WERdossier. - Het leerwerkplan bevat activiteiten met daaraan gekoppelde leervragen die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkverslag maakt duidelijk hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan gewerkt heeft, tot welke resultaten dit heeft geleid, welke beoordeling en feedback hierop verkregen is, welke literatuur de student heeft geraadpleegd en wat de eigen conclusies zijn waarbij de student 86

87 terugkijkt en vooruitkijkt. De student licht de eigen conclusie toe met diverse in het WERdossier opgenomen resultaten, zoals die beschreven staan in de WERgids. - De student heeft door actieve deelname aan de WERbegeleidingsbijeenkomsten optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en aan dat van de medestudenten. Korte omschrijving: In het tweede leerjaar gaat de student voor WER2A en WER2B 40 dagen naar de stageschool. Daar werkt de student als docentassistent. De student verzorgt daarbij gespreid minimaal 20 lessen of begeleidingsuren onder directe begeleiding van de werkbegeleider, waarbij vooral een beroep wordt gedaan op de interpersoonlijke, de pedagogische, de vakinhoudelijke en vakdidactische en de organisatorische competentie. De student leert verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen leerproces door middel van het leerwerkplan. Daarin komen per periode afspraken te staan over: uit te voeren activiteiten voor de stageschool, bijbehorende leervragen, aanpak van de leervraag en relatie met de eigen competentieontwikkeling. Aan het eind van elke module schrijft de student een leerwerkverslag over wat en hoe hij geleerd heeft en tot welk resultaat (bewijs) dat heeft geleid. Door te reflecteren op de vraag `wat heb ik voor elkaar gekregen en hoe heb ik dat gedaan` leert de student om een volgende keer sneller en doelgerichter aan een leervraag te werken. Daarnaast werkt de student aan producten die in de WERgids beschreven staan. Doelstellingen/competenties: De student werkt aan de ontwikkeling van de competenties, met speciale aandacht voor: - de interpersoonlijke competentie - de pedagogische competentie - de didactische competentie - de organisatorische competentie - de competentie in reflectie en ontwikkeling De student leert vaardigheden in te zetten, zoals: plannen, verslaglegging, reflecteren, verantwoordelijkheid dragen, initiatief nemen, verantwoording afleggen over zijn ontwikkeling, helder communiceren, feedback vragen en ontvangen, presenteren, tijdig hulp vragen. Door steeds meer zelf verantwoordelijkheid te dragen voor zijn leerwerkplanning en een periodiek leerwerkverslag over resultaten van eigen werk stuurt en evalueert de student in toenemende mate het eigen leerproces. Veronderstelde voorkennis Materialen: Legitimering: SBL 1 t/m 7 WER 1C WERgids 87

88 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Werk, Ervaring en Reflectie 2B Wiskunde Tweede leerjaar AWISB-WER2B-13 7 EC s Nederlands C Werkcollege / Presentatie Dossier OAAA-BERGEN-07 WER 2A gevolgd en afgerond of ingeschreven voor de herkansing mw. I. Yanez M Sc Leerstof, werkvormen en activiteiten: Leerstof: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: Door middel van een leerwerkplan stuurt de student in overleg met de WERdocent en de stagebegeleider (SB) in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van de competenties die het beroep van leraar vereist. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek d.m.v. het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WERdossier. Toetsen en beoordelingscriteria: De student wordt beoordeeld op: - een actieve werk- en leerhouding op de stageschool waarbij sprake is van vooruitgang in het functioneren op de stageschool, waarbij het SBontwikkelingsadvies een grote rol speelt; - een actieve inbreng tijdens de WERbijeenkomsten; - het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WERdossier opgenomen resultaten van eigen werk. In alle gevallen moeten de beoordelingen minimaal voldoende zijn. Beoordelingscriteria: De student heeft: - De student is 20 dagen naar de stageschool geweest en heeft minimaal 10 lessen of begeleidingsuren gegeven. - De student laat zien dat hij op de stageschool vooruitgang boekt in het functioneren op de stageschool. De student toont dit aan door middel van het ontwikkelingsgerichte advies van de SB. De student voegt de bijlage Ontwikkelingsgericht advies van de SB toe in zijn WERdossier. - Het leerwerkplan bevat activiteiten met daaraan gekoppelde leervragen die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkverslag maakt duidelijk hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan gewerkt heeft, tot welke resultaten dit heeft geleid, welke beoordeling en feedback hierop verkregen is, welke literatuur de student heeft geraadpleegd en wat de eigen conclusies zijn waarbij de student 88

89 terugkijkt en vooruitkijkt. De student licht de eigen conclusie toe met diverse in het WERdossier opgenomen resultaten, zoals die beschreven staan in de WERgids. - De student heeft door actieve deelname aan de WERbegeleidingsbijeenkomsten optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en aan dat van de medestudenten. Korte omschrijving: In het tweede leerjaar gaat de student voor WER2A en WER2B 40 dagen naar de stageschool. Daar werkt de student als docentassistent. De student verzorgt daarbij gespreid minimaal 20 lessen of begeleidingsuren onder directe begeleiding van de werkbegeleider, waarbij vooral een beroep wordt gedaan op de interpersoonlijke, de pedagogische, de vakinhoudelijke en vakdidactische en de organisatorische competentie. De student leert verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen leerproces door middel van het leerwerkplan. Daarin komen per periode afspraken te staan over: uit te voeren activiteiten voor de stageschool, bijbehorende leervragen, aanpak van de leervraag en relatie met de eigen competentieontwikkeling. Aan het eind van elke module schrijft de student een leerwerkverslag over wat en hoe hij geleerd heeft en tot welk resultaat (bewijs) dat heeft geleid. Door te reflecteren op de vraag `wat heb ik voor elkaar gekregen en hoe heb ik dat gedaan` leert de student om een volgende keer sneller en doelgerichter aan een leervraag te werken. Daarnaast werkt de student aan producten die in de WERgids beschreven staan. Doelstellingen/competenties: De student werkt aan de ontwikkeling van de competenties, met speciale aandacht voor: - de interpersoonlijke competentie - de pedagogische competentie - de didactische competentie - de organisatorische competentie - de competentie in reflectie en ontwikkeling De student leert vaardigheden in te zetten, zoals: plannen, verslaglegging, reflecteren, verantwoordelijkheid dragen, initiatief nemen, verantwoording afleggen over zijn ontwikkeling, helder communiceren, feedback vragen en ontvangen, presenteren, tijdig hulp vragen. Door steeds meer zelf verantwoordelijkheid te dragen voor zijn leerwerkplanning en een periodiek leerwerkverslag over resultaten van eigen werk stuurt en evalueert de student in toenemende mate het eigen leerproces. Veronderstelde voorkennis Materialen: Legitimering: SBL 1 t/m 7 WER 2A WERgids 89

90 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Werk, Ervaring en Reflectie 3A Wiskunde Derde leerjaar AWISB-WER3A-13 8 EC s Nederlands A Werkcollege / Presentatie Dossier WER 2B is afgerond of afrondingsplan opgesteld mw. I. Yanez M Sc OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Leerstof: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: Door middel van een leerwerkplan stuurt de student in overleg met de WERdocent en de stagebegeleider (SB) in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van de competenties die het beroep van leraar vereist. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek d.m.v. het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WERdossier. Toetsen en beoordelingscriteria: De student wordt beoordeeld op: - een actieve werk- en leerhouding op de stageschool waarbij sprake is van vooruitgang in het functioneren op de stageschool en anderzijds, waarbij het SB-ontwikkelingsadvies een grote rol speelt. - een actieve inbreng tijdens de WERbijeenkomsten - het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WERdossier opgenomen resultaten van eigen werk.. In alle gevallen moeten de beoordelingen minimaal voldoende zijn. Beoordelingscriteria: De student heeft: - De student is 40 dagen naar de stageschool geweest en heeft minimaal 40 vaklessen of begeleidingsuren gegeven. - De student laat zien dat hij op de stageschool vooruitgang boekt in het functioneren op de stageschool. De student toont dit aan door middel van het ontwikkelingsgerichte advies van de SB. De student voegt de bijlage `Ontwikkelingsgericht advies van de SB toe in zijn WERdossier. - Het leerwerkplan bevat activiteiten met daaraan gekoppelde leervragen die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkverslag maakt duidelijk hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan gewerkt heeft, tot welke resultaten dit heeft geleid, welke beoordeling en feedback hierop verkregen is, welke literatuur de student heeft geraadpleegd en wat de eigen conclusies zijn waarbij de student 90

91 terugkijkt en vooruitkijkt. De student licht de eigen conclusie toe met diverse in het WERdossier opgenomen resultaten, zoals die beschreven staan in de WERgids. Conclusies van een lesbezoek verwerkt de student in een vernieuwde versie van zijn leerwerkplan. - De student heeft door actieve deelname aan de WERbegeleidingsbijeenkomsten optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en aan dat van de medestudenten. Korte omschrijving: In het derde leerjaar gaat de student voor WER3A en WER3B 80 dagen naar de stageschool. Daar werkt de student als docentassistent. De student verzorgt daarbij gespreid minimaal 80 lessen of begeleidingsuren. De student draagt daarbij in toenemende mate medeverantwoordelijkheid voor alle taken van de leraar. Ook stuurt de student in overleg met begeleiders door middel van het leerwerkplan in toenemende mate zelfstandig zijn eigen leerproces aan. Op deze manier bereidt de student zich voor op het laatste deel van de opleiding: het afstudeerjaar. Doelstellingen/competenties: De student ontwikkelt zich ten aanzien van de SBL-bekwaamheden 1 t/m 7 tot het niveau LIO-bekwaam. Dit houdt in dat de student in beroepssituaties onderzoekend, analyserend, professioneel plannend, uitvoerend en (zelf)evaluerend kan handelen. Veronderstelde voorkennis Materialen: Legitimering: SBL 1 t/m 7 WER 1 en WER 2 volledig afgerond of WER 2-afrondingsplan opgesteld. WERgids 91

92 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon - Inhoudelijke gegevens Inhoud Werk, Ervaring en Reflectie 3B Wiskunde Derde leerjaar AWISB-WER3B-13 8 EC s Nederlands Werkcollege / Presentatie Dossier 92 OAAA-BERGEN-07 WER 3A is gevolgd en afgerond of ingeschreven voor de herkansing Leerstof, werkvormen en activiteiten: Leerstof: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: Door middel van een leerwerkplan stuurt de student in overleg met de WERdocent en de stagebegeleider (SB) in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van de competenties die het beroep van leraar vereist. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek d.m.v. het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WERdossier. Toetsen en beoordelingscriteria: De student wordt beoordeeld op: - een actieve werk- en leerhouding op de stageschool waarbij sprake is van vooruitgang in het functioneren op de stageschool en anderzijds, waarbij het SB-ontwikkelingsadvies een grote rol speelt. - een actieve inbreng tijdens de WERbijeenkomsten - het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WERdossier opgenomen resultaten van eigen werk.. In alle gevallen moeten de beoordelingen minimaal voldoende zijn. Beoordelingscriteria: De student heeft: - De student is 40 dagen naar de stageschool geweest en heeft minimaal 40 vaklessen of begeleidingsuren gegeven. - De student laat zien dat hij op de stageschool vooruitgang boekt in het functioneren op de stageschool. De student toont dit aan door middel van het ontwikkelingsgerichte advies van de SB. De student voegt de bijlage `Ontwikkelingsgericht advies van de SB toe in zijn WERdossier. - Het leerwerkplan bevat activiteiten met daaraan gekoppelde leervragen die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkverslag maakt duidelijk hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan gewerkt heeft, tot welke resultaten dit heeft geleid, welke beoordeling en feedback hierop verkregen is, welke literatuur de student heeft geraadpleegd en wat de eigen conclusies zijn waarbij de student

93 terugkijkt en vooruitkijkt. De student licht de eigen conclusie toe met diverse in het WERdossier opgenomen resultaten, zoals die beschreven staan in de WERgids. Conclusies van een lesbezoek verwerkt de student in een vernieuwde versie van zijn leerwerkplan. - De student heeft door actieve deelname aan de WERbegeleidingsbijeenkomsten optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en aan dat van de medestudenten. Korte omschrijving: In het derde leerjaar gaat de student voor WER3A en WER3B 80 dagen naar de stageschool. Daar werkt de student als docentassistent. De student verzorgt daarbij gespreid minimaal 80 lessen of begeleidingsuren. De student draagt daarbij in toenemende mate medeverantwoordelijkheid voor alle taken van de leraar. Ook stuurt de student in overleg met begeleiders door middel van het leerwerkplan in toenemende mate zelfstandig zijn eigen leerproces aan. Op deze manier bereidt de student zich voor op het laatste deel van de opleiding: het afstudeerjaar. Doelstellingen/competenties: De student ontwikkelt zich ten aanzien van de SBL-bekwaamheden 1 t/m 7 tot het niveau LIO-bekwaam. Dit houdt in dat de student in beroepssituaties onderzoekend, analyserend, professioneel plannend, uitvoerend en (zelf)evaluerend kan handelen. Veronderstelde voorkennis Materialen: Legitimering: SBL 1 t/m 7 WER 3A WERgids 93

94 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon - Inhoudelijke gegevens Inhoud Werk, Ervaring en Reflectie 3 [verkort] Wiskunde Derde leerjaar AWISB-WER EC s Nederlands A Werkcollege / Presentatie Dossier 94 OAAA-BERGEN-07 WER 1 en WER 2 is gevolgd en afgerond of afrondingsplan opgesteld Leerstof, werkvormen en activiteiten: Leerstof: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: De student werkt gedurende 12 dagen op de stageschool aan uitvoering van het leerwerkplan en neemt gedurende 2 blokken deel aan de WERbijeenkomsten. Door middel van een leerwerkplan stuurt de student in overleg met de WERdocent en de stagebegeleider (SB) in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van de competenties die het beroep van leraar vereist. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek d.m.v. het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WERdossier. Toetsen en beoordelingscriteria: De student wordt beoordeeld op: - een actieve werk- en leerhouding op de stageschool waarbij sprake is van vooruitgang in het functioneren op de stageschool en anderzijds, waarbij het SB-ontwikkelingsadvies een grote rol speelt. - een actieve inbreng tijdens de WERbijeenkomsten - het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WERdossier opgenomen resultaten van eigen werk.. In alle gevallen moeten de beoordelingen minimaal voldoende zijn. Beoordelingscriteria: De student heeft: - De student is 12 dagen naar de stageschool geweest en heeft minimaal 20 vaklessen of begeleidingsuren gegeven. - De student laat zien dat hij op de stageschool vooruitgang boekt in het functioneren op de stageschool. De student toont dit aan door middel van het ontwikkelingsgerichte advies van de SB. De student voegt de bijlage `Ontwikkelingsgericht advies van de SB toe in zijn WERdossier. - Het leerwerkplan bevat activiteiten met daaraan gekoppelde leervragen die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkverslag maakt duidelijk hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan gewerkt heeft, tot welke resultaten dit heeft geleid, welke

95 beoordeling en feedback hierop verkregen is, welke literatuur de student heeft geraadpleegd en wat de eigen conclusies zijn waarbij de student terugkijkt en vooruitkijkt. De student licht de eigen conclusie toe met diverse in het WERdossier opgenomen resultaten, zoals die beschreven staan in de WERgids. - De student heeft door actieve deelname aan de WERbegeleidingsbijeenkomsten optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en aan dat van de medestudenten. Korte omschrijving: In de eerste helft van het twee leerjaar gaat de student voor WER3 12 dagen naar de stageschool. Daar werkt de student als docentassistent. De student verzorgt daarbij minimaal 20 lessen of begeleidingsuren. De student draagt daarbij in toenemende mate medeverantwoordelijkheid voor alle taken van de leraar. Ook stuurt de student in overleg met begeleiders door middel van het leerwerkplan in toenemende mate zelfstandig zijn eigen leerproces aan. In het leerwerkplan komen per periode afspraken te staan over: uit te voeren activiteiten voor de stageschool, bijbehorende leervragen, aanpak van de leervraag en relatie met de eigen competentieontwikkeling. Aan het eind van elke module schrijft de student een leerwerkverslag over wat en hoe hij geleerd heeft en tot welk resultaat (bewijs) dat heeft geleid. Daarnaast werkt de student aan producten die in de WERgids beschreven staan. Doelstellingen/competenties: De student werkt verder aan de ontwikkeling van de competenties. Dit houdt in dat de student in beroepssituaties analyserend, professioneel plannend, uitvoerend en (zelf)evaluerend kan handelen. Veronderstelde voorkennis Materialen: Legitimering: SBL 1 t/m 7 WER 3A WERgids 95

96 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Werk, Ervaring en Reflectie 4 Wiskunde Vierde leerjaar AWISB-WER EC s Nederlands A Werkcollege / Presentatie Dossier WER 3 is gevolgd en afgerond of afrondingsplan opgesteld mw. I. Yanez M Sc OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Leerstof: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: De student werkt gedurende een half jaar vier dagen per week (blokstage) of gedurende een jaar 2,5 dag per week (lintstage) op de stageschool aan uitvoering van het leerwerkplan en neemt gedurende het gehele jaar deel aan de WERbijeenkomsten. Door middel van een leerwerkplan stuurt de student in overleg met de WERdocent en de stagebegeleider (SB) in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van de competenties die het beroep van leraar vereist. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek d.m.v. het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WERdossier. Toetsen en beoordelingscriteria: De student wordt beoordeeld op: - een actieve werk- en leerhouding op de stageschool waarbij sprake is van vooruitgang in het functioneren op de stageschool en anderzijds, waarbij het SB-ontwikkelingsadvies een grote rol speelt. - een actieve inbreng tijdens de WERbijeenkomsten - het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WERdossier opgenomen resultaten van eigen werk.. In alle gevallen moeten de beoordelingen minimaal voldoende zijn. Beoordelingscriteria: De student heeft: - De student heeft minimaal 250 vaklessen of begeleidingsuren gegeven. - De student laat zien dat hij op de stageschool vooruitgang boekt in het functioneren op de stageschool. De student toont dit aan door middel van het ontwikkelingsgerichte advies van de SB. De student voegt de bijlage `Ontwikkelingsgericht advies van de SB toe in zijn WERdossier. - Het leerwerkplan bevat activiteiten met daaraan gekoppelde leervragen die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkplan is gebaseerd op een realistische inschatting van de eigen bekwaamheid. De activiteiten omvatten ook complexe onderwijsactiviteiten. Het 96

97 leerwerkverslag maakt duidelijk hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan gewerkt heeft, tot welke resultaten dit heeft geleid, welke beoordeling en feedback hierop verkregen is, welke literatuur de student heeft geraadpleegd en wat de eigen conclusies zijn waarbij de student terugkijkt en vooruitkijkt. De student licht de eigen conclusie toe met diverse in het WERdossier opgenomen resultaten, zoals die beschreven staan in de WERgids. - De student heeft door actieve deelname aan de WERbegeleidingsbijeenkomsten optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en aan dat van de medestudenten. Korte omschrijving: In het vierder leerjaar functioneert de student als zelfstandig docent. Hij verzorgt zelfstandig lessen en draagt medeverantwoordelijkheid voor alle taken van de leraar. De student gaat 120 dagen naar de stageschool. De student verzorgt daarbij gespreid minimaal 120 lessen of begeleidingsuren. De student stuurt in overleg met begeleiders door middel van het leerwerkplan zelfstandig het eigen leerproces aan. In het leerwerkplan komen per periode afspraken te staan over: uit te voeren activiteiten voor de stageschool, bijbehorende leervragen, aanpak van de leervraag en relatie met de eigen competentieontwikkeling. Aan het eind van elke module schrijft de student een leerwerkverslag over wat en hoe hij geleerd heeft en tot welk resultaat (bewijs) dat heeft geleid. Daarnaast werkt de student aan producten die in de WERgids beschreven staan. Doelstellingen/competenties: De student functioneert als een startbekwame docent ten aanzien van alle SBL-bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs Veronderstelde voorkennis Materialen: Legitimering: SBL 1 t/m 7 WER 3A en WER 3B WERgids 97

98 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Werk, Ervaring en Reflectie 4 [verkort] Wiskunde Vierde leerjaar AWISB-WER EC s Nederlands A Werkcollege / Presentatie Dossier WER 3 is gevolgd en afgerond of afrondingsplan opgesteld mw. I. Yanez M Sc OAAA-BERGEN-07 Leerstof, werkvormen en activiteiten: Leerstof: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: De student werkt gedurende 30 dagen op de stageschool aan uitvoering van het leerwerkplan en neemt gedurende het gehele jaar deel aan de WERbijeenkomsten. Door middel van een leerwerkplan stuurt de student in overleg met de WERdocent en de stagebegeleider (SB) in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van de competenties die het beroep van leraar vereist. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek d.m.v. het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WERdossier. Toetsen en beoordelingscriteria: De student wordt beoordeeld op: - een actieve werk- en leerhouding op de stageschool waarbij sprake is van vooruitgang in het functioneren op de stageschool en anderzijds, waarbij het SB-ontwikkelingsadvies een grote rol speelt. - een actieve inbreng tijdens de WERbijeenkomsten - het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WERdossier opgenomen resultaten van eigen werk.. In alle gevallen moeten de beoordelingen minimaal voldoende zijn. Beoordelingscriteria: De student heeft: - De student is 30 dagen naar de stageschool geweest en heeft minimaal 100 vaklessen of begeleidingsuren gegeven. - De student laat zien dat hij op de stageschool vooruitgang boekt in het functioneren op de stageschool. De student toont dit aan door middel van het ontwikkelingsgerichte advies van de SB. De student voegt de bijlage `Ontwikkelingsgericht advies van de SB toe in zijn WERdossier. - Het leerwerkplan bevat activiteiten met daaraan gekoppelde leervragen die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkplan is gebaseerd op een realistische inschatting van de eigen bekwaamheid. De activiteiten omvatten ook complexe onderwijsactiviteiten. Het 98

99 leerwerkverslag maakt duidelijk hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan gewerkt heeft, tot welke resultaten dit heeft geleid, welke beoordeling en feedback hierop verkregen is, welke literatuur de student heeft geraadpleegd en wat de eigen conclusies zijn waarbij de student terugkijkt en vooruitkijkt. De student licht de eigen conclusie toe met diverse in het WERdossier opgenomen resultaten, zoals die beschreven staan in de WERgids. - De student heeft door actieve deelname aan de WERbegeleidingsbijeenkomsten optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en aan dat van de medestudenten. Korte omschrijving: In het vierder leerjaar functioneert de student als zelfstandig docent. Hij verzorgt zelfstandig lessen en draagt medeverantwoordelijkheid voor alle taken van de leraar. De student gaat 30 dagen naar de stageschool. De student verzorgt daarbij gespreid minimaal 100 lessen of begeleidingsuren. De student stuurt in overleg met begeleiders door middel van het leerwerkplan zelfstandig het eigen leerproces aan. In het leerwerkplan komen per periode afspraken te staan over: uit te voeren activiteiten voor de stageschool, bijbehorende leervragen, aanpak van de leervraag en relatie met de eigen competentieontwikkeling. Aan het eind van elke module schrijft de student een leerwerkverslag over wat en hoe hij geleerd heeft en tot welk resultaat (bewijs) dat heeft geleid. Daarnaast werkt de student aan producten die in de WERgids beschreven staan. Doelstellingen/competenties: De student functioneert als een startbekwame docent ten aanzien van alle SBL-bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs Veronderstelde voorkennis Materialen: Legitimering: SBL 1 t/m 7 WER 3A en WER 3B Voor studenten die niet aan voorafgaande WERmodules deelnamen geldt als ingangseis dat zij een aantal voorbereidende opdrachten uitvoeren (zie WERgids). WERgids 99

100 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Wiskunde instap Wiskunde Eerste leerjaar AWISB-WIB-13 5 EC s Nederlands B Hoorcollege / Werkcollege Schriftelijk tentamen Geen dhr. drs. D.H.E. Angela / dhr. T.R Croes M Ed Leerstof, werkvormen en activiteiten: Werk- en hoorcolleges OAWI-WISK1CLU-04 Toetsing en beoordelingscriteria: Tentamen Criteria: voldoende beheersing van theorie en vaardigheden Korte omschrijving en doelstellingen/competenties: Ophalen van basiskennis onderbouw HAVO/VWO, plus uitbreiding noodzakelijke voorkennis voor vervolg conceptuele cursussen jaar 1: Machtsverheffen, worteltrekken, ontbinden, haakjes wegwerken, vergelijkingen oplossen, goniometrie, begrippen uit de vlakke meetkunde, Pythagoras in de ruimte, aanzichten en kijkmeetkunde. Legitimering: SBL 3 Veronderstelde voorkennis Materialen: geen Boek: Basisboek wiskunde Jan van de Craats, Rob Bosch, Pearson. ISBN X 100

101 Titel Organisatorische gegevens Studierichting Studiefase/categorie Cursuscode Studiebelasting Voertaal Aanvangsblok Werkvormen Toetsen: Ingangseisen: Contactpersoon Inhoudelijke gegevens Inhoud Wiskunde en ICT Wiskunde Eerste leerjaar AWISB-WICT-13 4 EC s Nederlands A Werkcollege Verslag / Rapport / Portfolio (verplichte aanwezigheid) Geen dhr. T.R. Croes M Ed Leerstof, werkvormen en activiteiten: Werkcolleges en zelfstandig werk OAWI-DBASICT-08 Toetsen en beoordelingscriteria: Je wordt beoordeeld op wekelijks in te leveren opdrachten. Criteria voor het inleverwerk: - Op tijd en volledig inleveren. - Kwaliteit van de opdrachten. Korte omschrijving: De cursus bestaat uit twee componenten, die in zeven bijeenkomsten behandeld: worden - ICT in je onderwijs algemeen - ICT in je onderwijs wiskunde Onder andere: grafische rekenmachine, wiskundige tekst opmaken (formules en plaatjes), digibord, Excel, applets, wiskunde op het web Doelstellingen/competenties: Zie hierboven Legitimering: SBL: 3, 4 Veronderstelde voorkennis Materialen: Geen Diversen: Worden tijdens de bijeenkomsten uitgereikt. 101

102 FACULTY OF ARTS & SCIENCE BACHELOR LERARENOPLEIDING WISKUNDE EXAMENREGLEMENT VAN DE FACULTY OF ARTS AND SCIENCE VAN DE UNIVERSITEIT VAN ARUBA VOOR DE VIERJARIGE BACHELOR LERARENOPLEIDING WISKUNDE (vastgesteld door de Faculteitsraad op 14 augustus 2013, gewijzigd bij besluiten van en 29 april 2015 en in werking getreden op 1 augustus 2015). 102

103 Inhoudsopgave 1 Begripsbepalingen Algemeen Inwerkingtreding en voorrang De Examencommissie Inhoud en inrichting van de opleiding Onderwijs Drempelregelingen Aanwezigheids- en inspanningsverplichting Toetsing Procedures Moment van afname Inzagerecht Herkansing Vrijstelling Cijfers Geldigheidsduur Bewaartermijn toetsen Judicium Gemiddelde eindcijfer Regels en richtlijnen met betrekking tot tentamens Ordemaatregelen Onregelmatigheden en Fraude Procedure bij ontdekking van onregelmatigheden of fraude Beroepsprocedure Studieadvies Bijlagen

104 1 BEGRIPSBEPALINGEN In dit reglement wordt verstaan onder: Credit: Deeltentamen: Docenten: Examen: Examenbevoegd Herkansing: Opleiding: Schriftelijk tentamen: Niet schriftelijk tentamen Surveillant: Tentamen: Tentaminator: Een studiepunt volgens het European Credit Transfer System (ECTS). 1 ECT komt overeen met 25 tot 30 studie-uren. Zoals genoemd in de nota van toelichting van de LBFAS (2009, 82). Een onderdeel van een tentamen. Dit onderdeel kan een schriftelijk tentamen zijn of bestaan uit een andere vorm, zoals een presentatie, debat, of werkstuk. De medewerkers genoemd in artikel 12 van de landverordening Universiteit van Aruba ( LUA ) (AB 1988, 100, nadien gewijzigd): alle gewone en buitengewone hoogleraren, wetenschappelijke hoofdmedewerkers, wetenschappelijke medewerkers, wetenschappelijke assistenten en het overige docerend personeel derhalve uitgezonderd het niet-docerend personeel; Het bachelorexamen van de opleiding, bestaande uit verschillende tentamens, inbegrepen deeltentamens. Docenten. Een tweede gelegenheid om een tentamen af te leggen in hetzelfde academisch jaar welke gepland wordt in de hertentamenweek. De vierjarige Bachelor Lerarenopleiding Wiskunde van de Faculty of Arts and Science van de Universiteit van Aruba. Een schriftelijke toets bestaande uit open vragen en/of meerkeuze vragen, welke gepland wordt in de tentamenweek. Een onderzoek dat geen schriftelijk tentamen is. Het wordt gepland uiterlijk in de tentamenweek. Voorbeelden van zo n onderzoek zijn een presentatie, debat, werkstuk of paper. Een persoon die toeziet op het ordelijk verloop van de tentaminering in de zin van artikel 6.1 van dit reglement. Onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student, alsmede de beoordeling van de resultaten van het onderzoek, als onderdeel van het examen. De voor het tentamen verantwoordelijke docent. 104

105 2 ALGEMEEN 2.1 INWERKINGTREDING EN VOORRANG 1. Dit Examenreglement treedt in werking op 1 augustus 2015 en is vanaf dat moment van toepassing op alle studenten. 2. In geval van informatie strijdig met dit reglement prevaleert het Examenreglement. 3. In uitzonderlijke gevallen kan de Examencommissie of de Faculteitsraad, zo nodig ambtshalve, afwijken van dit reglement. Indien de Examencommissie of de Faculteitsraad een besluit neemt dat afwijkt van dit reglement wordt zulks met redenen voor de afwijking in de motivering vermeld. 4. Over aangelegenheden waarin niet is voorzien beslist de Faculteitsraad. 2.2 DE EXAMENCOMMISSIE 1. De Faculteitsraad stelt uit de examenbevoegde docenten van de Universiteit van Aruba een Examencommissie in die uit tenminste drie leden bestaat, waaronder een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. - De Faculteitsraad kan jaarlijks één of meerdere plaatsvervangende leden benoemen. - De leden van de Examencommissie worden voor een periode van één jaar benoemd, met uitzondering van de voorzitter die voor een periode van twee jaar wordt benoemd. - De leden kunnen worden herbenoemd. - De Examencommissie rapporteert aan de faculteitsraad. 2. Het voorzitterschap van de Examencommissie wordt bekleed door een fulltime medewerker van de faculteit. 3. De Examencommissie stelt de cijferlijsten voor het examen vast en beslist over het al of niet geslaagd zijn van de kandidaten. 4. De door de Examencommissie vastgestelde cijferlijst wordt aan de student bekend gemaakt. 5. Tegen besluiten, houdende een beoordeling van het kennen of kunnen van iemand die te dier zake is geëxamineerd of op enigerlei andere wijze is getoetst zoals bedoeld in artikel 2 lid 2 sub f Landsverordening Administratieve Rechtspraak, oftewel tegen de vaststelling van de uitslag van een examen of een onderdeel daarvan, dan wel tegen de wijze waarop een examen of onderdeel daarvan is afgenomen, staat conform artikel 33 van de LUA en het Reglement van de Commissie van Beroep administratief beroep open bij de Commissie van Beroep. 6. De getuigschriften voor het examen worden ondertekend door de Rector en de voorzitter van de Examencommissie. Bij afwezigheid van de Rector tekent de Waarnemend rector. Bij afwezigheid van de voorzitter van de Examencommissie tekent de plaatsvervangend voorzitter. 7. De in de opleiding behaalde cijfers voor de tentamens worden door de docenten vastgesteld zonder tussenkomst van de Examencommissie. 105

106 8. De Examencommissie beschikt niet alleen over de in dit Examenreglement genoemde bevoegdheden, maar ook over de bevoegdheden die in andere reglementen en regelingen worden genoemd. 9. De Examencommissie neemt binnen zes weken na indiening van een verzoek of klacht een beslissing op dat verzoek of klacht. De Examencommissie kan de beslissing voor ten hoogste veertien dagen aanhouden. Van de aanhouding wordt voor de afloop van de hiervoor genoemde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de verzoeker. 10. Tegen beslissingen van de Examencommissie, met uitzondering van de beslissingen bedoeld in artikel van het Examenreglement, staat voor de belanghebbende(n) bezwaar open. Het bezwaarschrift dient binnen zes weken na bekendmaking van de beslissing met redenen omkleed te worden ingediend bij de Faculteitsraad van de Faculty of Arts and Science. 11. De Faculteitsraad stelt ad hoc en voor de duur van de behandeling van de voorliggende bezwaarschriften een bezwaarschriftencommissie in, bestaande uit drie fulltime docenten van de Universiteit van Aruba. Lidmaatschap van de Examencommissie is onverenigbaar met lidmaatschap van de bezwaarschriftencommissie. De bezwaarschriftencommissie beslist binnen zes weken na indiening op het bezwaarschrift. De bezwaarschriftencommissie kan de beslissing voor ten hoogste veertien dagen aanhouden. Van de aanhouding wordt voor de afloop van de hierboven genoemde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de belanghebbende. 12. De Examencommissie besluit bij meerderheid van stemmen. 13. De Examencommissie vervult haar taak zonder vooringenomenheid. Elk lid van de Examencommissie dient zich te verschonen indien er feiten of omstandigheden zijn die een onpartijdige beoordeling in de weg kunnen staan. 14. Iedere student van de Faculty of Arts and Science kan ter behartiging van zijn belangen bij de Examencommissie een verzoek indienen ter zake waarvan de Examencommissie bevoegd is. De Examencommissie zendt geschriften tot behandeling waarvan kennelijk een ander bestuursorgaan bevoegd is onverwijld door naar dat orgaan, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de afzender. 15. De student die rechtstreeks in zijn belang is geschaad door de wijze waarop een tentamen of onderdeel daarvan is afgenomen, kan een met redenen omkleed klaagschrift indienen bij de Examencommissie. In een dergelijk geval staat conform artikel 33 lid 3 LUA tevens administratief beroep open bij de Commissie van Beroep. In het klaagschrift kan de indiener de Examencommissie verzoeken in te stemmen met een rechtstreeks beroep bij de Commissie van Beroep. 16. De student die rechtstreeks in zijn belang is geschaad door een besluit, waarbij de uitslag van een tentamen of een onderdeel daarvan is vastgesteld, kan, nadat hij eerst heeft geprobeerd met de tentaminator in kwestie tot een minnelijke schikking te komen, bij een met redenen omkleed beroepschrift, beroep instellen bij de Commissie van Beroep op grond van strijd met bij of krachtens de LUA vastgestelde regelingen, dan wel de redelijkheid of billijkheid. 106

107 3 INHOUD EN INRICHTING VAN DE OPLEIDING 1. De studie Lerarenopleiding Wiskunde omvat één examen: het bachelorexamen. 2. Het examen kent een totale studielast van 240 credits. 3. Het examen omvat de in Bijlage I omschreven onderdelen. Deze bijlage vermeldt naast een opsomming van de onderdelen van de opleiding, de in credits uitgedrukte studielast per onderdeel. 4. Een met goed gevolg afgelegd examen geeft de graad Bachelor of Education (B.Ed.). 5. De maximale inschrijvingsduur voor de opleiding is zes jaren te rekenen vanaf de datum van de inschrijving. 6. De student dient 30 credits aan keuzevakken te behalen voor het examen, de zogenaamde minor. Verzoeken om een vak als keuzevak te laten meetellen voor het examen dienen te worden ingediend bij de Examencommissie. 7. Indien ten opzichte van het voorafgaande academisch jaar in een academisch jaar een wijziging plaatsvindt in de modules die in dat academisch jaar worden gedoceerd dan wel een wijziging in het bachelorjaar waarin de modules worden gedoceerd, stelt de Faculteitsraad een overgangsregeling vast. Hetzelfde geldt indien een wijziging plaatsvindt in de studielast die aan één of meer modules is toegekend. 4 ONDERWIJS 4.1 DREMPELREGELINGEN 1. Om deel te mogen nemen aan de tentamens uit het programma van het tweede jaar dient een student in ieder geval 45 credits behaald te hebben in het eerste jaar. 2. Om deel te mogen nemen aan de tentamens uit het programma van het vierde jaar dient een student in totaal minstens 158 credits behaald te hebben en in ieder geval alle vakken van het eerste jaar. 3. Naast het bepaalde in de voorgaande artikelen kan de Faculteitsraad aanvullende voorwaarden stellen waaraan moet zijn voldaan om deel te mogen nemen aan het tentamen voor de verschillende modules uit het programma van het tweede en vierde jaar. De Faculteitsraad stelt voor de aanvang van het academisch jaar vast of aanvullende eisen worden gesteld en welke eisen dit zijn. Deze zijn beschreven in bijlage II. 4. Indien naar haar oordeel hiertoe voldoende zwaarwegende redenen aanwezig zijn, kan de Examencommissie op verzoek van de student afwijken van hetgeen is bepaald in de artikelen tot en met

108 4.2 AANWEZIGHEIDS- EN INSPANNINGSVERPLICHTING 1. Van elke student wordt actieve deelname verwacht aan de module waarvoor hij staat ingeschreven. 2. In elke modulebeschrijving wordt melding gemaakt van de periodes waarin het verplicht is bij het onderwijs aanwezig te zijn. De modulebeschrijving vermeldt eveneens welke regeling van kracht is in geval van afwezigheid in deze periodes. 3. Voor vaardigheidsonderdelen geldt een aanwezigheidsplicht van 100%. 4. Indien een student onverhoopt afwezig is, dan kan deze eenmalig een beroep doen op een vervangende opdracht voor het betreffende vak. 5 TOETSING 5.1 PROCEDURES 1. In ieder academisch jaar worden twee mogelijkheden geboden om tentamens dan wel deeltentamens af te leggen over de stof die in dat jaar wordt gedoceerd, tenzij de docent na positief advies van de Faculteitsraad binnen vier weken na de aanvang van het onderwijs aan de studenten aangeeft dat de aard van het tentamen of het tentamenonderdeel zich daartegen verzet. 2. De data voor de schriftelijke tentamens worden door de Faculteitsraad vóór 1 september van het lopende studiejaar vastgesteld en schriftelijk bekendgemaakt. 3. Zonder inschrijving voor een module is deelneming aan een tentamen niet mogelijk. Inschrijving geschiedt via OSIRIS. De inschrijvingstermijn sluit drie werkdagen voor de start van het tentamen. 4. Indien een student geen gebruik heeft gemaakt van de eerste tentamenmogelijkheid, wordt dit gezien als een kans en heeft de student nog maar één kans om het bijbehorende vak in het lopende cursusjaar af te ronden. 5. Indien een student de herkansing van een vak mist, heeft deze geen recht op een extra herkansing en zal de student het vak pas in het volgende cursusjaar kunnen afronden. 6. Uiterlijk een week na de aanvang van de colleges verstrekt de docent een modulebeschrijving aan de studenten waarin het volgende is vermeld: - de verplichte en eventuele aanbevolen literatuur voor het tentamen; - welke literatuur en andere hulpmiddelen op het tentamen mogen worden gebruikt; - de wijze waarop het tentamen zal geschieden; - de datum waarop het tentamen en de herkansing zal geschieden; - indien een tentamen uit meerdere deeltentamens bestaat wordt tevens vermeld uit hoeveel deeltentamens het tentamen bestaat, voor welk percentage van het eindcijfer deze deeltentamens meetellen en of deze deeltentamens met een voldoende moeten worden afgesloten. 108

109 7. Op ondergeschikte punten kan ook na de termijn genoemd in artikel een aanvulling op de verplichte literatuur worden gegeven. Tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, behoort hetgeen in de colleges is behandeld tot de tentamenstof. Indien de voor het tentamen verplichte literatuur niet drie weken voor het tijdstip van het tentamen voor de studenten beschikbaar is en de oorzaak hiervan toe te rekenen is aan de Universiteit van Aruba, mogen daaruit geen tentamenvragen worden gesteld, voor zover deze stof niet in de colleges is behandeld. De docent kan studiemateriaal dat in een andere taal dan de Nederlandse taal is opgesteld, voorschrijven en gebruiken. 8. Indien een tentamen schriftelijk wordt afgenomen, geeft de docent, in beginsel niet later dan drie weken voor het tijdstip van het schriftelijke tentamen, één of meer voorbeelden van vragen, zoals die op het schriftelijke tentamen zullen worden gesteld. 9. Indien de schriftelijke tentamenvragen niet alle een gelijk gewicht hebben, wordt bij elke vraag vermeld welke waardering aan een goed antwoord zal zijn verbonden. 10. Een docent kan besluiten dat een bonus kan worden toegekend voor een bepaald vak. Bonussen kunnen worden toegekend voor het maken van opdrachten of het deelnemen aan een tussentijdse toets. Indien de docent besluit dat een bonus kan worden behaald, dan geeft deze bij de aanvang van het vak te kennen hoeveel bonus kan worden behaald en op welke wijze deze bonus kan worden behaald. Er bestaat geen recht op herkansing voor het verkrijgen van de bonus. Indien de student het tentamen van het vak waarvoor de bonus is behaald, niet met een voldoende resultaat afrondt in het academisch jaar waarin de bonus is toegekend, vervalt de bonus aan het einde van het academisch jaar waarin deze is behaald. 5.2 MOMENT VAN AFNAME 1. Als moment voor het afleggen van het tentamen geldt bij schriftelijke opdrachten de bij aanvang van de opdracht vastgestelde inleverdatum. 2. Wanneer een tentamen uit deeltentamens bestaat, geldt als moment van het afleggen van het tentamen de dag waarop het laatste deeltentamen is afgelegd. 3. Als moment van het afleggen van het tentamen geldt bij de stage de bij aanvang van de opdracht vastgestelde inleverdatum. 4. Als moment van het afleggen van het tentamen geldt bij de onderzoeksopdracht de dag van het inleveren van de definitieve versie van het verslag van de onderzoeksopdracht bij de begeleider. 5. Indien het tentamen bestaat uit een of meer werkstukken of papers, een of meer opdrachten, of een combinatie van twee of meer van deze tentamenvormen, dan is de tentamendatum de uiterste inleverdatum van deze opdrachten. Indien een student de opdrachten niet voor deze 109

110 datum inlevert, krijgt de student een onvoldoende voor de eerste mogelijkheid. Indien een student ook de deadline van de herkansing niet haalt, kan de student de opdrachten niet meer inleveren en zal die het vak in het daaropvolgende cursusjaar opnieuw moeten volgen. 5.3 INZAGERECHT 1. Na de bekendmaking van de uitslag van het tentamen geeft de verantwoordelijke docent de studenten binnen vijf werkdagen de gelegenheid tot tentameninzage, waarbij er rekening wordt gehouden met de datum van een eventuele herkansing. Indien een docent op dat moment niet op Aruba verblijft, kan deze volstaan met het verstrekken van modelantwoorden. De inzage kan alsdan geschieden door een andere daartoe aangewezen docent. Mochten kandidaten vragen hebben, kunnen zij rechtstreeks contact opnemen met de andere daartoe aangewezen docent. De docent kan naast het beschikbaar stellen van de modelantwoorden een bespreking houden. 5.4 HERKANSING 1. In ieder academisch jaar worden twee mogelijkheden geboden om tentamens dan wel deeltentamens af te leggen over de stof die in dat jaar wordt gedoceerd. 2. Herkansing van een tentamen of deeltentamen waarvoor reeds een voldoende is behaald, is behoudens zeer uitzonderlijke, door de Examencommissie te beoordelen omstandigheden, uitgesloten. 3. Indien door de Examencommissie krachtens artikel een herkansing wordt toegestaan, dan geldt het reeds afgelegde tentamen of deeltentamen waarvoor een herkansing wordt toegestaan niet als benutte tentamengelegenheid. Het cijfer dat voor dit reeds afgelegde tentamen was behaald, vervalt op het moment dat toestemming voor de herkansing wordt verleend door de Examencommissie. 4. Een student kan bij de Examencommissie een verzoek indienen voor een alternatieve datum van een schriftelijk tentamen wanneer er sprake is van overmacht waardoor niet kan worden deelgenomen aan de reguliere toetsing zoals omschreven in Is er binnen het studiejaar nog sprake van een reguliere toetskans, dan wordt de student geacht hier gebruik van te maken alvorens een beroep te doen op deze regeling. Een verzoek wordt schriftelijk ingediend bij de Examencommissie, uiterlijk tien werkdagen na de reguliere toetsdatum. 5. Een student kan bij de betreffende docent een verzoek indienen voor een alternatieve datum van een niet schriftelijk tentamen wanneer er sprake is van overmacht waardoor niet kan worden deelgenomen aan de reguliere toetsing zoals omschreven in Is er binnen het studiejaar nog sprake van een reguliere toetskans, dan wordt de student geacht hier gebruik van te maken alvorens een beroep te doen op deze regeling. De uiterlijke alternatieve datum van dit niet schriftelijke tentamen is de laatste dag van de herkansingsweek in het betreffende blok. Als de student het oneens is met het oordeel van de docent kan de student zijn of haar verzoek indienen bij de Examencommissie. 6. Onder overmacht in de zin van de artikelen en wordt verstaan: - langdurige of chronische ziekte; - handicap of functiebeperking; - bijzondere (familie)omstandigheden. Een overmachtssituatie dient altijd met bewijsstukken te worden aangetoond. 110

111 7. Een student kan bij de Examencommissie een verzoek indienen voor een extra herkansing als het aangevraagde tentamen het laatste tentamen is waardoor een student het examen behaalt of als het een tentamen is van een vak wat in het betreffende schooljaar niet wordt aangeboden. 8. Het is aan de docent van de module in het nieuwe studiejaar om te bepalen of deeltentamen(s) die met een voldoende zijn beoordeeld in het voorgaande studiejaar opnieuw moet worden afgelegd. Dit kan bepaald worden op basis van een wijziging van de leerdoelen, literatuur en/of toetsmethodiek van de module. 5.5 VRIJSTELLING 1. De student kan de Examencommissie verzoeken om vrijstelling te verlenen voor een tentamen dan wel een tentamenonderdeel op basis van een door de student in het verleden behaald diploma of certificaat. 2. Verzoeken om vrijstelling worden met redenen omkleed ingediend en voorzien van (voor eensluidend verklaarde) kopieën van de behaalde diploma s en/of certificaten bij de Examencommissie. Alvorens op het verzoek te beslissen, wint de Examencommissie het advies in van de docent(en) van de module waarvoor vrijstelling wordt verzocht. 5.6 CIJFERS 1. De beoordeling van de tentamens geschiedt in de schaal van 1 tot 10 en kan tot op één decimaal nauwkeurig geschieden, dan wel door het toekennen van de beoordeling voldoende dan wel onvoldoende. 2. Indien een tentamen niet wordt beoordeeld met een cijfer, maar met de beoordeling voldoende dan wel onvoldoende, dan wordt wanneer een voldoende is toegekend dit aangegeven door een v en wanneer een onvoldoende is toegekend door een letter o. 3. Indien een tentamen niet afgelegd is, wordt een incompleet ( ic ) toegekend. 4. Om een tentamen van een module dat uit meerdere onderdelen bestaat, met goed gevolg af te leggen, dient voor alle deeltentamens minimaal 5,5 of een voldoende te zijn behaald, tenzij de betreffend modulebeschrijving uitdrukkelijk anders vermeld. 5. Indien het tentamen van een module uit meerdere onderdelen bestaat, wordt het eindcijfer verkregen door het gemiddelde van de aan de deeltentamens toegekende cijfers naar boven op hele punten af te ronden. Cijfers die eindigen op 0,5 of meer worden naar boven afgerond. Cijfers die eindigen op minder dan 0,5 worden naar beneden afgerond. 6. Voor het examen worden door de Examencommissie cijferlijsten vastgesteld. 7. Om het examen met goed gevolg af te leggen, dienen alle cijfers die op de door de Examencommissie vastgestelde cijferlijst voorkomen, zes of hoger, dan wel een voldoende te zijn. 8. De tentaminator stelt het oordeel over een tentamen binnen 10 werkdagen vast en verschaft de 111

112 administratie van de opleiding het eindcijfer van de module na de tentameninzage. 9. De docent kan ter motivering van de beoordeling van de antwoorden die door een student zijn gegeven op een schriftelijk tentamen volstaan met een verwijzing naar de modelantwoorden. 5.7 GELDIGHEIDSDUUR 1. De geldigheidsduur van de met goed gevolg afgelegde tentamens is acht jaren, gerekend vanaf het moment waarop het tentamen is afgelegd. Het examen is onbeperkt geldig. 2. In uitzonderlijke gevallen kan de Faculteitsraad op verzoek van de student de geldigheidsduur van een tentamen verlengen. 3. Het verzoek inzake verlenging van de geldigheidsduur van tentamens wordt in de Faculteitsraad geanonimiseerd behandeld. De vergadering naar aanleiding van dit verzoek vindt conform artikel V.10 van het Faculteitsraadreglement achter gesloten deuren plaats. De Faculteitsraad zal in dit geval conform artikel V. 8. van het Faculteitsraadreglement omtrent de inhoud van de stukken en de uitkomst van de beslissing, geheimhouding opleggen aan de leden van de Faculteitsraad. 5.8 BEWAARTERMIJN TOETSEN 1. De door een student bij een schriftelijk tentamen gegeven antwoorden worden door de administratie bewaard gedurende de in dit reglement bepaalde geldigheidsduur. Na het verstrijken van deze termijn kunnen ze worden vernietigd. Het voorgaande geldt tevens voor werkstukken en afstudeeropdrachten. 5.9 JUDICIUM 1. Indien voor een examen een gemiddeld eindcijfer is toegekend van 7,5 of hoger en geen eindcijfer lager dan 7 op de cijferlijst voorkomt, wordt door de Examencommissie de kwalificatie met genoegen verleend. 2. Indien voor een examen geen eindcijfer lager dan 8 op de cijferlijst voorkomt, wordt door de Examencommissie de kwalificatie cum laude verleend. 3. Voor de kwalificaties met genoegen en cum laude dienen de eindcijfers bij de eerste benutte tentamengelegenheid te zijn behaald. 4. Indien voor bepaalde tentamens van het examen vrijstellingen zijn verleend, beslist de Examencommissie, de Faculteitsraad gehoord, over het al dan niet verlenen van één van de kwalificaties GEMIDDELDE EINDCIJFER 1. Het gemiddeld eindcijfer is het gemiddelde cijfer van de toetsresultaten die zijn behaald binnen het examenprogramma van de opleiding, gewogen naar studiepunten. 2. Het gemiddelde eindcijfer kan op tot op één decimaal nauwkeurig geschieden. 3. De berekening van het gemiddeld eindcijfer gaat als volgt: a) Indien een module niet is beoordeeld met een cijfer maar met een voldoende of onvoldoende dan wordt voor deze module het product niet berekend. 112

113 b) Indien voor een module een vrijstelling verkregen is dan wordt voor deze module het product niet berekend. c) Voor elke andere module wordt het product berekend van het aantal credits dat voor de module staat en het onafgeronde eindcijfer van die module. d) De som van de credits van de modules die aan de volgende voorwaarden voldoen wordt berekend: i) De module is geen vrijstelling. ii) De module is beoordeeld met een cijfer. e) Alle producten onder c worden gesommeerd. f) Het getal onder e wordt gedeeld door het getal onder d. 6 REGELS EN RICHTLIJNEN MET BETREKKING TOT TENTAMENS 6.1 ORDEMAATREGELEN 1. De Examencommissie zorgt ervoor dat ten behoeve van de schriftelijke examinering surveillanten worden aangewezen, die erop toezien dat de examinering in goede orde verloopt. 2. Tijdens het tentamen is de student verplicht zich op verzoek van of vanwege de Examencommissie te legitimeren door middel van zijn collegekaart of het bewijs van inschrijving. 3. Aanwijzingen van de Examencommissie, tentaminator of surveillant voorafgaand aan, tijdens en onmiddellijk na afloop van het tentamen, tentamenonderdeel of gedeelte daarvan door of namens de Examencommissie worden gegeven, moeten door de student worden opgevolgd. 4. De student die niet voldoet aan het bepaalde bij het tweede en derde lid kan door de tentaminator of een lid van de Examencommissie worden uitgesloten van verdere deelname aan het desbetreffende tentamen of tentamenonderdeel. 5. Tijdens de tentaminering is het gebruik maken van elektronische apparatuur niet toegestaan, behoudens aan het tentamen voorafgaande schriftelijke toestemming van de docent. 6. Het gebruik van een (grafische) rekenmachine is wel toegestaan. Toegestaan zijn: i. TI-83 (plus) of TI-84 (plus) (Silver edition). ii. TI-nSpire zonder CAS iii. Casio CFX-9850Gplus, CFX-9850GBplus, fx-9860g of fx-9860g SD iv. Hewlett Packard 38G en 39G+ v. Sharp EL 9600, EL 9650 en EL 9900 Verder geldt het volgende: Een grafische rekenmachine mag tijdens tentamens niet op het lichtnet worden aangesloten of met andere apparatuur worden verbonden. Het is een student niet toegestaan tijdens tentamens gebruik te maken van de grafische rekenmachine van een andere kandidaat. Het is niet nodig dat het geheugen van een grafische rekenmachine wordt gewist voor de aanvang van een zitting van een tentamen. Er zijn machines waar later ook andere programma s in geladen kunnen worden, bij voorbeeld programma s voor computeralgebra. Een apparaat dat met deze programmatuur is uitgerust, mag tijdens tentamens niet worden gebruikt. Dat wil zeggen dat het gebruik van dergelijke 113

114 programma s op tentamens niet is toegestaan. De kandidaat moet deze programma s dus tijdelijk opslaan op een geheugenkaartje en in elk geval verwijderen uit het vaste geheugen van de grafische rekenmachine. Uitzondering vormen programma s die door een docent worden toegestaan. 7. De student dient vóór de aanvang van het (deel)tentamen aanwezig te zijn in het lokaal waar het (deel)tentamen wordt afgenomen. Wanneer een half uur na de aanvang van het (deel)tentamen is verstreken, wordt de student niet meer toegelaten tot het (deel)tentamen. 8. De student mag het lokaal waar het schriftelijke tentamen wordt afgenomen niet verlaten gedurende het eerste uur na de aanvang van het schriftelijke tentamen. 9. Indien de student gedurende het (deel)tentamen het lokaal waar het (deel)tentamen wordt afgenomen wil verlaten, vraagt hij hiervoor toestemming van de aanwezige tentaminator of surveillant. 6.2 ONREGELMATIGHEDEN EN FRAUDE 1. Er is sprake van onregelmatigheden indien een student bij enig tentamen of deeltentamen in strijd met de in artikel 6.1 van dit reglement bedoelde ordevoorschriften handelt. 2. Er is sprake van fraude indien een student bij enig tentamen of deeltentamen: a) ongeoorloofde hulpmiddelen, teksten of aantekeningen voorhanden heeft gehad; b) verbaal of door middel van gebaren zonder toestemming van de tentaminator of surveillant heeft gecommuniceerd of getracht te communiceren met een medestudent; c) heeft afgekeken of getracht af te kijken, dan wel de gelegenheid tot afkijken heeft gegeven; d) de Examencommissie, een corrector, tentaminator, of surveillant ten aanzien van de toetsing opzettelijk heeft misleid, althans heeft getracht te misleiden of de gelegenheid daartoe heeft gegeven; e) plagiaat heeft gepleegd of f) zich anderszins aan fraude heeft schuldig gemaakt. 3. Onder plagiaat in de zin van lid 2 onder e. van dit artikel wordt verstaan het (bijna letterlijk) overnemen van zinnen of substantiële zinsdelen of (gedeelten van) afbeeldingen (schema s, figuren, grafieken, tabellen, tekeningen, foto s, etc) uit het werk van anderen zonder adequate bronvermelding. 6.3 PROCEDURE BIJ ONTDEKKING VAN ONREGELMATIGHEDEN OF FRAUDE 1. Indien naar het oordeel van een tentaminator of surveillant sprake is van onregelmatigheden of fraude in het kader van de toetsing, treedt deze in beginsel als volgt op: a) ingeval daarvan sprake is tijdens het afleggen van een tentamen of deeltentamen geldt het navolgende: - de surveillant of tentaminator stelt de student op de hoogte van de geconstateerde mogelijke onregelmatigheid of fraude; - eventuele tekst(en) of andere hulpmiddelen die de student ten onrechte voor gebruik beschikbaar heeft of heeft gehad worden ingenomen; - de student wordt, voor zover van toepassing, in de gelegenheid gesteld om het tentamen of deeltentamen verder af te leggen, tenzij de tentaminator anders beslist; 114

115 - de surveillant of tentaminator gaat over tot uitsluiting van verdere deelname, indien de student zich verzet tegen de inname van eventueel ten onrechte voor gebruik beschikbaar gehouden tekst(en) of andere niet toegelaten hulpmiddelen; - ingenomen tekst(en) of andere hulpmiddelen worden na de beëindiging van het tentamen of deeltentamen niet geretourneerd aan de student, tenzij de tentaminator anders beslist; - de surveillant of tentaminator legt de relevante gegevens in verband met de geconstateerde mogelijke onregelmatigheden of fraude vast in een daartoe bestemd proces-verbaal; - de surveillant of tentaminator zendt het proces-verbaal onverwijld door aan de Examencommissie onder bijvoeging van de eventueel ingenomen tekst(en) en ingenomen hulpmiddelen; b) ingeval fraude wordt ontdekt tijdens of na de correctie van een tentamen of deeltentamen geldt het navolgende: - de tentaminator stelt de Examencommissie onverwijld schriftelijk door middel van een proces-verbaal op de hoogte van de mogelijke onregelmatigheden of fraude, onder bijvoeging van de relevante stukken; - de Examencommissie stelt de student op de hoogte van de geconstateerde mogelijke onregelmatigheden of fraude. 2. Inzake mogelijke gevallen van onregelmatigheden of fraude in het kader van de toetsing handelt de Examencommissie in beginsel als volgt: a) naar aanleiding van het ontvangen proces-verbaal wordt de desbetreffende student opgeroepen voor een gesprek; aan de zijde van de Examencommissie nemen aan dat gesprek deel de voorzitter (dan wel zijn plaatsvervanger) en ten minste één ander lid van de Examencommissie; b) mede op basis van de resultaten van het hierboven onder (a) bedoelde gesprek beslist de Examencommissie of al dan niet sprake is van onregelmatigheden en/of fraude; c) de student wordt zo spoedig mogelijk van de beslissing van de Examencommissie op de hoogte gesteld. 3. Indien de Examencommissie vaststelt dat een student bij enig tentamen of deeltentamen zich schuldig heeft gemaakt aan onregelmatigheden of fraude in de zin van artikel 6.2 van dit reglement, kan de Examencommissie besluiten het resultaat van het desbetreffende tentamen of deeltentamen voor de betreffende student ongeldig te verklaren. Een ongeldig verklaarde tentamenuitslag geldt in het kader van de artikelen en van het Examenreglement van de Faculty of Arts and Science voor de Bacheloropleiding Lerarenopleiding Wiskunde als een benutte tentamengelegenheid. 4. In de onder lid 3 bedoelde gevallen kan de Examencommissie voorts de volgende sancties opleggen: a) een niet-openbare schriftelijke berisping; b) een openbare schriftelijke berisping; 115

116 c) uitsluiting van (verdere) deelname aan een of meer examenonderdelen voor een periode van ten hoogste één jaar. 5. Van een ongeldigverklaring van een tentamen of deeltentamen alsmede van een opgelegde sanctie wordt een aantekening gemaakt in het dossier van de student. 6. De ingenomen teksten en hulpmiddelen worden na een desbetreffend verzoek daartoe door de Examencommissie aan de student geretourneerd, indien de Examencommissie beslist dat deze teksten of hulpmiddelen niet langer beschikbaar dienen te blijven in verband met de (verdere) behandeling van de zaak. 6.4 BEROEPSPROCEDURE 1. Conform artikel 33 LUA en artikel Examenreglement van de Faculty of Arts and Science voor de vierjarige Bachelor Lerarenopleiding Wiskunde kan de student die rechtstreeks in zijn belang is geschaad door een besluit, waarbij de uitslag van een examen of een onderdeel daarvan is vastgesteld, dan wel door de wijze waarop een examen of onderdeel daarvan is afgenomen, bij een met redenen omkleed beroepschrift, beroep instellen bij de Commissie van Beroep. 7 STUDIEADVIES 1. Halverwege het eerste jaar brengt de Examencommissie een tussentijds studieadvies uit. Indien een student 22 credits of meer heeft behaald is dit advies positief. In alle andere gevallen krijgt de student een waarschuwing. Het tussentijds studieadvies is niet bindend. 2. Indien een student niet mag deelnemen aan vakken en tentamens van het tweede leerjaar omdat niet is voldaan aan hetgeen in is beschreven, brengt de Examencommissie een negatief bindend studieadvies uit aan deze student. 3. Indien een student na twee jaren te zijn ingeschreven niet alle tentamens van het eerste jaar met een voldoende resultaat heeft afgelegd, deelt de Examencommissie dit de betreffende student schriftelijk mede, waarbij tevens wordt aangegeven dat de Examencommissie een negatief studieadvies zal uitbrengen indien de student aan het einde van het derde jaar van inschrijving niet alle tentamens van het eerste jaar met voldoende resultaat heeft afgelegd. 4. Indien een student na drie jaren te zijn ingeschreven niet alle tentamens van het eerste jaar met een voldoende resultaat heeft afgelegd, brengt de Examencommissie een negatief studieadvies uit aan deze student. 5. De student die een negatief studieadvies heeft gekregen, kan zich niet meer inschrijven als student aan de Bachelor Lerarenopleiding Wiskunde binnen de Faculty of Arts and Science. 6. De Faculteitsraad kan nadere regels stellen met betrekking tot aangelegenheden, het negatief studieadvies betreffende. 116

117 8 BIJLAGEN BIJLAGE I, behorende bij het Examenreglement van de Faculty of Arts and Science voor de studierichting Bachelor Lerarenopleiding Wiskunde (zoals vastgesteld door de Faculteitsraad op 29 april 2015). Overzicht van de onderdelen van de vierjarige Bachelor Lerarenopleiding Wiskunde, zoals bedoeld in Artikel 3.3 van het Examenreglement. 1. In het eerste bachelorjaar worden de volgende vakken gedoceerd: a. Algebra (4 credits); b. Analyse 1 (6 credits); c. Meetkunde 1 (3 credits); d. Meetkunde didactiek (3 credits); e. Nederlands 1 (1 credit); f. Onderwijskunde 1 (4 credits); g. Onderwijskunde 5 (4 credits); h. Onderzoek (6 credits); i. Rekenen conceptueel (2 credits); j. Rekenen didactiek (4 credits); k. Studieloopbaanbegeleiding 1A (1 credit); l. Studieloopbaanbegeleiding 1B (2 credits); m. Statistiek 1 (3 credits); n. Statistiek didactiek (3 credits); o. Werk, Ervaring en Reflectie 1A (1 credit); p. Werk, Ervaring en Reflectie 1B (2 credits); q. Werk, Ervaring en Reflectie 1C (3 credits); r. Wiskunde & ICT (4 credits); s. Wiskunde Instap Basis (5 credits). 2. In het tweede bachelorjaar worden de volgende vakken gedoceerd: a. Analyse 2 (4 credits); b. Analyse didactiek (2 credits); c. Geschiedenis van de wiskunde conceptueel (3 credits); d. Geschiedenis van de wiskunde didactiek (3 credits) e. Getaltheorie Redeneren en bewijzen (4 credits) f. Meetkunde 2 (4 credits); g. Nederlands 2 (1 credit); h. Onderwijskunde 2 (4 credits); i. Onderwijskunde 3 (4 credits); j. Studieloopbaanbegeleiding 2A (3 credits); k. Studieloopbaanbegeleiding 2B (3 credits); l. Statistiek 2 (6 credits); m. Vakdidactiek: Werkvormen en toetsen (4 credits); n. Werk, Ervaring en Reflectie 2A (7 credits); o. Werk, Ervaring en Reflectie 2B (7 credits). 117

118 3. In het derde bachelorjaar worden de volgende vakken gedoceerd: a. Analyse 3 (6 credits); b. Integraalrekening (6 credits); c. Lineaire algebra, lineair programmeren (6 credits); d. Meetkunde 3 (6 credits); e. Onderwijskunde 4 (4 credits); f. Onderwijskunde 6 (4 credits); g. Studieloopbaanbegeleiding 3A (3 credits); h. Studieloopbaanbegeleiding 3B (3 credits); i. Statistiek 3 (4 credits); j. Statistiek onderzoek (2 credits); k. Werk, Ervaring en Reflectie 3A (8 credits); l. Werk, Ervaring en Reflectie 3B (8 credits). 4. In het vierde bachelorjaar worden de volgende vakken gedoceerd: a. Schoolproject (10 credits); b. Studieloopbaanbegeleiding 4 met assessment (4 credits); c. Werk, Ervaring en Reflectie 4 (16 credits); d. Vrije ruimte voor minor (30 credits) 5. Studenten die de verkorte opleiding volgen hebben een ander programma dan in de onderdelen 1, 2, 3 en 4 beschreven is. De onderdelen Studieloopbaanbegeleiding en Werk, Ervaring en Reflectie zijn anders ingedeeld dan in de reguliere opleiding en omvatten een ander aantal credits. Ter compensatie moeten studenten die het verkorte traject volgen een Schoolproject (algemeen) doen. De overige vakken zijn gelijk aan die van de reguliere opleiding. 118

119 BIJLAGE II, behorende bij het Examenreglement van de Faculty of Arts and Science voor de studierichting Bachelor Lerarenopleiding Wiskunde (zoals vastgesteld door de Faculteitsraad op 29 april 2015). Regeling ter uitvoering van Artikel van het Examenreglement (Regeling Drempelmodules). ARTIKEL 1 Een drempelvak is conform de onderhavige Regeling behaald indien op het moment van afleggen van het tentamen waarvoor de drempel geldt, de uitslag van het tentamen van dat drempelvak bekend is en het drempelvak met een voldoende is afgesloten. ARTIKEL 2 Aanvullende eis voor deelname aan het tentamen voor de verschillende vakken uit het programma van het tweede bachelorjaar a. Om deel te mogen nemen aan het onderwijs en de tentamens uit het programma van het tweede bachelorjaar dient een student in ieder geval de vakken genoemd in bijlage I lid 1 onder k, l, o, p en q te hebben behaald en in ieder geval twee van de vakken genoemd in bijlage I lid 1 onder e, f en g en van de overige vakken in bijlage I lid 1 onder minstens 31 credits hebben behaald. b. Om deel te mogen nemen aan de cursus voor de vakken Werk, Ervaring en Reflectie 2A en 2B dient de student naast het bepaalde in artikel van het Examenreglement de vakken Werk, Ervaring en Reflectie 1A, 1B en 1C uit het eerste bachelorjaar te hebben behaald. ARTIKEL 3 Aanvullende eisen voor deelname aan het tentamen voor de verschillende vakken uit het programma van het derde bachelorjaar a. Om deel te mogen nemen aan de cursus voor het vak Analyse 3 dient de student naast het bepaalde in artikel van het Examenreglement het vakken Analyse 1 uit het eerste bachelorjaar te hebben behaald. b. Om deel te mogen nemen aan de cursus voor het vak Integraalrekening dient de student naast het bepaalde in artikel van het Examenreglement de vakken Analyse 1 uit het eerste bachelorjaar en Analyse 2 uit het tweede bachelorjaar te hebben behaald. c. Om deel te mogen nemen aan de cursus voor het vak Lineaire algebra, lineair programmeren dient de student naast het bepaalde in artikel van het Examenreglement de vakken Analyse 1 uit het eerste bachelorjaar en Analyse 2 uit het tweede bachelorjaar te hebben behaald. d. Om deel te mogen nemen aan de cursussen voor het vak Statistiek 3 en Statistiek onderzoek dient de student naast het bepaalde in artikel van het Examenreglement de vakken Statistiek 1 uit het eerste bachelorjaar en Statistiek 2 uit het tweede bachelorjaar te hebben behaald. e. Om deel te mogen nemen aan de cursus voor de vakken Werk, Ervaring en Reflectie 3A en 3B dient de student naast het bepaalde in artikel van het Examenreglement de vakken Werk, Ervaring en Reflectie 2A en 2B uit het tweede bachelorjaar te hebben behaald. f. Om deel te mogen nemen aan de cursus voor de vakken Studieloopbaanbegeleiding 3A en 3B dient de student naast het bepaalde in artikel van het Examenreglement de vakken Studieloopbaanbegeleiding 2A en 2B uit het tweede bachelorjaar te hebben behaald. 119

120 ARTIKEL 4 Aanvullende eisen voor deelname aan het tentamen voor de verschillende vakken uit het programma van het vierde bachelorjaar a. Om deel te mogen nemen aan het onderwijs en de tentamens uit het programma van het vierde bachelorjaar dient een student in ieder geval de vakken genoemd in Bijlage I lid 1 onder a t/m s en in lid 3 onder g, h, k en l en van de vakken genoemd in Bijlage I lid 2 onder a t/m g, l en m en in lid 3 onder a, b, c, d, i en j minstens 45 credits hebben behaald. b. Om deel te mogen nemen aan de cursussen voor de vakken Werk, Ervaring en Reflectie 4 en Schoolproject dient de student naast het bepaalde in artikel van het Examenreglement de vakken Werk, Ervaring en Reflectie 3A en 3B uit het derde bachelorjaar te hebben behaald. c. Om deel te mogen nemen aan de cursus voor het vak Studieloopbaanbegeleiding 4 dient de student naast het bepaalde in artikel van het Examenreglement de vakken Studieloopbaanbegeleiding 3A en 3B uit het derde bachelorjaar te hebben behaald. ARTIKEL 5 Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling drempelvakken. 120

121 U ni v e r si t y of A r u b a L e r a r e n o p l ei di n g Wi s k u n d e JULI AUGUSTUS SEPTEMBER z m d w d v z z m d w d v z z m d w d v z A A A A A A A OKTOBER NOVEMBER DECEMBER z m d w d v z z m d w d v z z m d w d v z A B B SW B B A B SW TA HA xxx B B xxx JANUARI FEBRUARI MAART z m d w d v z z m d w d v z z m d w d v z xxx 1 2 C C B HB C TB C SW C C TC C C SW C3 31 APRIL MEI JUNI z m d w d v z z m d w d v z z m d w d v z SW 1 2 SW D D D TD D D SW D D SW HC D HD JULI z m d w d v z HD Lesdag Tentamendag Hertentamendag Studiedag (Studiedagen kunnen ook gebruikt worden om niet gegeven lessen in te halen) Vakantiedag

122

1. ALGEMENE INFORMATIE BESTUURSSTRUCTUUR ONDERWIJSORGANISATIE... 7

1. ALGEMENE INFORMATIE BESTUURSSTRUCTUUR ONDERWIJSORGANISATIE... 7 INHOUD 1. ALGEMENE INFORMATIE... 5 1.1 DOELSTELLINGEN VAN DE UNIVERSITEIT... 5 2.BESTUURSSTRUCTUUR... 6 2.1 RECTOR... 6 2.2 DAGELIJKS BESTUUR... 6 2.3 ADVIESRAAD... 6 2.4 FACULTEITSRAAD... 6 3. ONDERWIJSORGANISATIE...

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2018-2019 Opleidingsdeel voor de bachelor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2016-2017 Opleidingsdeel voor de bachelor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.

INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1. 1 INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie en communicatie... 4 1.3 Inwerkingtreding en duur... 4 1.4 Onderwijs- en examenregeling... 4 2. TOELATING TOT DE OPLEIDING...

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2015-2016

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2015-2016 Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO 2015-2016 Opleidingsdeel voor de bachelor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 05-06 Master Pedagogiek CROHO-nummer 443 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: Zorg en Welzijn Versie: Concept besproken met AO-M.Peda 8-4-5 / definitief

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we ons programma van toetsing ontworpen. Het programma van toetsing is gevarieerd en bevat naast kennistoetsen en beoordelingen

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Master leraar Algemene Economie Croho: 45275 deeltijd 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 2 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1.2 Informatie

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Master Leraar Algemene Economie CROHO: 45275 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: IEC Versie: Concept besproken met kernteam 29-4-15 / definitief

Nadere informatie

Stand van zaken ontwikkeling afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL

Stand van zaken ontwikkeling afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL 160624 Stand van zaken afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL Inleiding: Vanaf november 2015 is een projectgroep van NHL- en werkveldcollega s bezig geweest met de kaders voor de afstudeerrichtingen

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek Studiejaar 2013-2014 Algemeen 1. Deze bijlage bij het algemene gedeelte van de Onderwijs- en examenregeling van Codarts is van toepassing

Nadere informatie

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en Organisatie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Management en

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en Organisatie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Management en Leraar voorbereidend hoger onderwijs Management en Organisatie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Management en Organisatie - 2010-2011 Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Inhoud 1. De Universiteit van Aruba en haar faculteiten... 6 1.1 Doelstellingen van de universiteit... 6 2. Bestuursstructuur... 7 2.1 Rector...

Inhoud 1. De Universiteit van Aruba en haar faculteiten... 6 1.1 Doelstellingen van de universiteit... 6 2. Bestuursstructuur... 7 2.1 Rector... Inhoud 1. De Universiteit van Aruba en haar faculteiten... 6 1.1 Doelstellingen van de universiteit... 6 2. Bestuursstructuur... 7 2.1 Rector... 7 2.2 Adviesraad... 7 2.3 Faculteitsraad... 7 2.4 Examencommissie...

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2014-2015 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 014-015 Master Pedagogiek CROHO-nummer 44113 deeltijd 1 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1. ALGEMEEN... 4 1.1 Aard van dit document... 4 1. Informatie en communicatie...

Nadere informatie

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Bachelor of Business Administration (MER opleiding) Bachelor of Business Administration (MER opleiding) voor decentrale overheden Het Onderwijs De Bachelor of Business Administration voor decentrale overheden (Management, Economie & Recht, MER) wordt aangeboden

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit

Nadere informatie

Programma van toetsing

Programma van toetsing Programma van toetsing Programma van toetsing Versie 1.1 Con Amore B.V. Inleiding In samenwerking met onderwijskundige experts hebben we een nieuw programma van toetsing ontworpen. We zijn afgestapt van

Nadere informatie

HANDLEIDING MINOR LEREN LESGEVEN

HANDLEIDING MINOR LEREN LESGEVEN FACULTY OF BEHAVIOURAL, MANAGEMENT AND SOCIAL SCIENCES HANDLEIDING MINOR LEREN LESGEVEN UT LERARENOPLEIDING ELAN 2015/2016 Inhoud 1. De Minor Leren Lesgeven... 3 2. Studieprogramma van de 15 en 30 EC

Nadere informatie

Examenreglement 2014-2015

Examenreglement 2014-2015 Examenreglement 2014-2015 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Algemeen 3 Hoofdstuk 2 Toelating tot opleidingen en cursussen 4 Hoofdstuk 3 Onderwijsprogramma 5 Hoofdstuk 4 Getuigschrift 7 Hoofdstuk 5 Doel en vorm

Nadere informatie

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [60738] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Islam in de moderne wereld Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 - Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing

Nadere informatie

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Engels Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Engels - 2010-2011

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Engels Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Engels - 2010-2011 Leraar voorbereidend hoger onderwijs Engels Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Engels - 2010-2011 Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Engels

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2014-2015

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2014-2015 10 FACULTAIRE OER: FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirecteur op 27 januari 2014 Instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op..2014 A. Nadere facultaire invulling

Nadere informatie

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW FHTL, UTRECHT 2017-2018 Inhoudsopgave INLEIDING 3 PROPEDEUSE- ASSESSMENT 4 TOELATINGSEISEN VOOR HET ASSESSMENT: 4 INHOUD VAN HET PORTFOLIO 4 OPMERKINGEN 5 HOOFDFASE-

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

INSTITUUT THEO THIJSSEN. Afstudeerfase ITT Totaaloverzicht. DAG/DAV 4/VO 2 Studiejaar

INSTITUUT THEO THIJSSEN. Afstudeerfase ITT Totaaloverzicht. DAG/DAV 4/VO 2 Studiejaar INSTITUUT THEO THIJSSEN Afstudeerfase ITT Totaaloverzicht DAG/DAV 4/VO 2 Studiejaar 2013-2014 1 Inhoud Inleiding... 3 Verantwoording... 4 Verantwoording Afstudeerfase in schema: Matrix competenties/dublin

Nadere informatie

Hbo tweedegraadslerarenopleiding

Hbo tweedegraadslerarenopleiding Hbo tweedegraadslerarenopleiding Verkort traject www.saxionnext.nl Inhoudsopgave Inleiding 3 Een bijzondere opleiding 4 Opbouw 5 Toelating en inschrijving 7 Beste student, Je hebt een afgeronde hbo- of

Nadere informatie

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven 10 SPECIFIEKE FACULTAIRE BEPALINGEN Faculteit Educatie A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven Artikel 32 Inschrijving voor cursussen 3A De student is

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel

Nadere informatie

Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor

Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor De opleiding interior design & Styling - hbo bachelor Mensen zien hun omgeving steeds meer als een verlengstuk van hun persoonlijkheid.

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [66810] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Spaanse taal en cultuur Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011 Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

Studeren aan het hbo. W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

Studeren aan het hbo. W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g Studeren aan het hbo Inhoud van de presentatie Kenmerken van het hbo Verschil tussen havo en hbo Verschil hbo en universiteit Opbouw van een hbo-opleiding Studieresultaten en begeleiding Toelating en aanmelding

Nadere informatie

Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud:

Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud: FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud: 1 Algemene bepalingen 2 Vooropleiding 3 Inhoud en inrichting

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma PARAGRAAF 1 - ALGEMENE

Nadere informatie

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Biologie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Biologie - 2010-2011

Leraar voorbereidend hoger onderwijs Biologie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Biologie - 2010-2011 Leraar voorbereidend hoger onderwijs Biologie Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Biologie - 2010-2011 Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - M Leraar VHO Biologie

Nadere informatie

Praktijkopleider agrotechniek

Praktijkopleider agrotechniek Associate degree Deeltijd 2018-2019 Praktijkopleider agrotechniek Ontwikkel uw vaardigheden als praktijkopleider in de agrotechnische sector met deze tweejarige opleiding 2 De agrarische sector is continu

Nadere informatie

FEF STUDIEGIDS 2015-2016 BEDRIJFSECONOMIE COMMERCIELE ECONOMIE (MARKETING)

FEF STUDIEGIDS 2015-2016 BEDRIJFSECONOMIE COMMERCIELE ECONOMIE (MARKETING) FEF STUDIEGIDS 2015-2016 BEDRIJFSECONOMIE COMMERCIELE ECONOMIE (MARKETING) FEF STUDIEGIDS 2015-2016 INHOUD 1. ALGEMENE INFORMATIE... 6 1.1 DOELSTELLINGEN VAN DE UNIVERSITEIT... 6 2.BESTUURSSTRUCTUUR...

Nadere informatie

D i e n s t e x a m e n s. I n f o r m a t i e B r o c h u r e. L a n d s e x a m e n 2 0 1 5-2 0 1 6

D i e n s t e x a m e n s. I n f o r m a t i e B r o c h u r e. L a n d s e x a m e n 2 0 1 5-2 0 1 6 M i n i s t e r i e v a n O n d e r w i j s, C u l t u u r, J e u g d e n S p o r t D i e n s t e x a m e n s I n f o r m a t i e B r o c h u r e L a n d s e x a m e n H A V O, V W O E N V S B O - T K

Nadere informatie

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO-examen 5. Het Pre-masterprogramma 6. Studeren in deeltijd 8

Inleiding 2. Het toelatingsexamen 3. NVO-examen 5. Het Pre-masterprogramma 6. Studeren in deeltijd 8 INHOUD Inleiding 2 Het toelatingsexamen 3 NVO-examen 5 Het Pre-masterprogramma 6 Studeren in deeltijd 8 1 INLEIDING Het Instituut Pedagogische Wetenschappen van de Universiteit Leiden biedt de eenjarige

Nadere informatie

Naam opleiding: Molecular Science & Technology. Toelating

Naam opleiding: Molecular Science & Technology. Toelating Naam opleiding: Molecular Science & Technology Toelating Is de studie moeilijk? Een studie aan de TU Delft is pittig, zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie gelijk vol voor gaat. Gas

Nadere informatie

Lerarenopleiding. Toke Egberts 10 nov. 2017

Lerarenopleiding. Toke Egberts 10 nov. 2017 Lerarenopleiding Toke Egberts 10 nov. 2017 1 Even voorstellen Toke Egberts 2 Inhoud Leraar worden? Opleidingsvarianten Curriculum Vakken Praktijk Toelatingseisen en informatie Individuele vragen 3 Waarom

Nadere informatie

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

master leraar voortgezet onderwijs

master leraar voortgezet onderwijs DEEL JE KENNIS! master leraar voortgezet onderwijs JOUW PROGRAMMA IN EEN NOTENDOP De master Leraar voortgezet onderwijs van de VU is een eenjarige master (voltijd*) waarin je een eerstegraads onderwijsbevoegdheid

Nadere informatie

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER) Fractie VUUR, Universiteitsraad www.verenigingvuur.nl info@verenigingvuur.nl - 2 - Voorwoord

Nadere informatie

Gelet op artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel;

Gelet op artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel; Het bestuur van het bureau architectenregister; Gelet op artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel; Besluit: Hoofdstuk I Definities Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder a. wet:

Nadere informatie

Leraar Basisonderwijs - flexibele deeltijd. Bachelor of Education in Primary Schools - Deeltijd

Leraar Basisonderwijs - flexibele deeltijd. Bachelor of Education in Primary Schools - Deeltijd 2018 2019 Leraar Basisonderwijs - flexibele deeltijd Bachelor of Education in Primary Schools - Deeltijd In het kort Leraar in het basisonderwijs: een mooi en gevarieerd beroep. Als leraar heb je een belangrijke

Nadere informatie

Leraar Basisonderwijs - flexibele deeltijd. Bachelor of Education in Primary Schools - Deeltijd

Leraar Basisonderwijs - flexibele deeltijd. Bachelor of Education in Primary Schools - Deeltijd 2018 2019 Leraar Basisonderwijs - flexibele deeltijd Bachelor of Education in Primary Schools - Deeltijd In het kort Leraar in het basisonderwijs: een mooi en gevarieerd beroep. Als leraar heb je een belangrijke

Nadere informatie

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2015-2016

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER 2015-2016 10 FACULTAIRE OER: FACULTEIT COMMUNICATIE EN JOURNALISTIEK Vastgesteld door de faculteitsdirecteur op 2 maart 2015 Met nstemming van de facultaire medezeggenschapsraad A. Nadere facultaire invulling van

Nadere informatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies. III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 26-02-2013 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op. 2013. Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en

Nadere informatie

Competentiemeter docent beroepsonderwijs

Competentiemeter docent beroepsonderwijs Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de

Nadere informatie

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Deel 2 Opleidingsspecifiek deel: Master Theologie Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II

Protocol Werkplekleren Student ESoE. Minor Educatie & Communicatie Variant II Protocol Werkplekleren Student ESoE Minor Educatie & Communicatie Variant II Versie juli 2011 1 Protocol Werkplekleren Minor Educatie & Communicatie Variant I Inleiding Om het werkplekleren zo soepel mogelijk

Nadere informatie

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift

Pedagogisch Didactisch Getuigschrift HOGESCHOOL ROTTERDAM Pedagogisch didactisch getuigschrift Pedagogisch Didactisch Getuigschrift Handleiding voor de coach Instituut voor Lerarenopleidingen Versie 24.11.16 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3

Nadere informatie

Informatie werkplekleren

Informatie werkplekleren Informatie werkplekleren Pabo Venlo 2014-2015 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Stagedagen Blz. 4 Stageweken Blz. 4 Jaaroverzicht 2014-2015 Blz. 5 Opleidingsprogramma Blz. 6 Propedeusefase Hoofdfase Afstudeerfase

Nadere informatie

HANDLEIDING HANDLEIDING MINOR LEREN LESGEVEN LESGEVEN

HANDLEIDING HANDLEIDING MINOR LEREN LESGEVEN LESGEVEN FACULTY OF BEHAVIOURAL, MANAGEMENT AND SOCIAL SCIENCES FACULTY OF BEHAVIOURAL, MANAGEMENT AND SOCIAL SCIENCES HANDLEIDING MINOR LEREN HANDLEIDING LESGEVEN MINOR LEREN UT LERARENOPLEIDING, VAKGROEP ELAN

Nadere informatie

BACHELOROPLEIDING DEELTIJD

BACHELOROPLEIDING DEELTIJD HBO-ICT INFORMATICA BACHELOROPLEIDING DEELTIJD 2015-2016 2014-2015 LEERROUTES: BUSINESS IT & MANAGEMENT, SOFTWARE ENGINEERING, SYSTEM AND NETWORK ENGINEERING CREATING TOMORROW HBO-ICT DE VIERJARIGE DEELTIJDOPLEIDING

Nadere informatie

STARTDOCUMENT TBV TOELATING PRAKTISCHE INFORMATIE PRAKTISCH

STARTDOCUMENT TBV TOELATING PRAKTISCHE INFORMATIE PRAKTISCH PRAKTISCH STARTDOCUMENT TBV TOELATING PRAKTISCHE INFORMATIE deadline toelating 10 november 2016. toelatingsgesprekken vanaf half november, begin december. start 19 januari 2017. tweejarige parttime opleiding.

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool. EXAMENREGLEMENT Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool. Art 5.1 Toetsing binnen de opleiding 1. Een tentamen ter afsluiting van een onderwijseenheid bestaat

Nadere informatie

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op vwo-niveau:

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen [66809] Onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde

Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde Internationalisering Minor in het buitenland 2016-2017 Mogelijkheden bij de opleiding Geneeskunde Minor algemeen Alle studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) volgen in het derde Bachelorjaar

Nadere informatie

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en BIJLAGE 1 Toetsplan Bacheloropleiding Taal en Cultuur 2014-2015 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 week 1-7 colleges week 8/9/10, 20 week 11-16, 19 colleges week 21/22, 30 Griekse grammatica en LQG010P05

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

Overzicht curriculum VU

Overzicht curriculum VU Overzicht curriculum VU Opbouw van de opleiding Ter realisatie van de gedefinieerde eindkwalificaties biedt de VU een daarbij passend samenhangend onderwijsprogramma aan. Het onderwijsprogramma bestaat

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding e taal en cultuur, 2014-2015 1 - Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel A en

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Master-opleiding Leraar Fries CROHO-nummer: 45276 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: IEC Versie: Concept besproken met kernteam 29-4-15 / definitief

Nadere informatie

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6 Studiewijzer BACHELOR OPLEIDING KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE Vak : Afstudeerproject BSc KI Opleiding : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : 2015-2016 semester 2, periode 5 en

Nadere informatie

HBO-ICT BACHELOROPLEIDING DEELTIJD 2016-2017 CREATING TOMORROW

HBO-ICT BACHELOROPLEIDING DEELTIJD 2016-2017 CREATING TOMORROW HBO-ICT BACHELOROPLEIDING DEELTIJD 2016-2017 LEERROUTES: BUSINESS IT & MANAGEMENT, SOFTWARE ENGINEERING, SYSTEM AND NETWORK ENGINEERING CREATING TOMORROW HBO-ICT Naast je werk leg je met een deeltijdstudie

Nadere informatie

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen: OER Onderwijs- en examenregeling zoals bedoeld in art. 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor de bacheloropleiding Toegepaste Wiskunde 1 Het bestuur van de faculteit

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences Opleidingsspecifiek deel bij de OER 2016-2017 Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences art. 2.1 Toelating 1. Naast de in de wet genoemde diploma s die

Nadere informatie

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT DE SBL competenties COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Verantwoording gebruik leerlijnen

Verantwoording gebruik leerlijnen Verantwoording gebruik leerlijnen In de praktijk blijkt dat er onder de deelnemers van Samenscholing.nu die direct met elkaar te maken hebben behoefte bestaat om de ontwikkeling van de beroepsvaardigheden

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 2 Opleidingsdeel Pabo

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 2 Opleidingsdeel Pabo Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 2 Opleidingsdeel Pabo 2018-2019 H2:Opleidings deel pabo Opleidingsdeel voor de lerarenopleiding basis onderwijs van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief)

Nadere informatie

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT

Faculteit Geesteswetenschappen BASISGEGEVENS STAGE. onvoldoende voldoende. goed. goed. Eindoordeel (cijfer): Toelichting: ONDERTEKENING STAGEDOCENT Faculteit Geesteswetenschappen FEEDBACK & BEOORDELINGSFORMULIER ONDERWIJSSTAGES (BA & MA) De beoordeling van de onderwijsstages op Bachelor 3 en masterniveau bestaat uit twee onderdelen: het functioneren

Nadere informatie

Naam opleiding: Technische Natuurkunde. Toelating

Naam opleiding: Technische Natuurkunde. Toelating Naam opleiding: Technische Natuurkunde Toelating Is de studie moeilijk? Een studie aan de TU Delft is pittig, zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie gelijk vol voor gaat. Gas terugnemen

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen. Life Science & Technology. NanoScience

Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen. Life Science & Technology. NanoScience 1 Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden & Faculteit Technische Natuurwetenschappen van de Technische Universiteit Delft Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen

Nadere informatie

Lerarenopleidingen Amsterdam. Volg een versneld programma

Lerarenopleidingen Amsterdam. Volg een versneld programma Lerarenopleidingen Amsterdam Volg een versneld programma Pabo-afgestudeerden Je bent in het bezit van een pabogetuigschrift*versneld studieprogramma van 2 tot 3 jaar afhankelijk van vooropleiding, vrijstellingen

Nadere informatie

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Taalwetenschap. voor het studiejaar

FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Taalwetenschap. voor het studiejaar FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Taalwetenschap voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1 Algemene bepalingen 2 Vooropleiding 3 Inhoud en inrichting van

Nadere informatie

Zij-instroom pabo = leraar in 2 jaar

Zij-instroom pabo = leraar in 2 jaar Zij-instroom pabo = leraar in 2 jaar Leren = durven Informatie voor scholen en schoolbesturen over zij-instroom pabo Inholland Bent u het bevoegd gezag van een instelling in het primair onderwijs en wilt

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Bacheloropleiding

Hoofdstuk 2 Bacheloropleiding Hoofdstuk 2 Bacheloropleiding In dit hoofdstuk geven we een overzicht van het curriculum van de bacheloropleiding, en beschrijven we hoe het studieschema er in het studiejaar 2018-2019 uitziet. Daarna

Nadere informatie

Toelating Master Design!

Toelating Master Design! Toelating Master Design Minimale toelatingseisen voor professionals met een beroepspraktijk (minimaal drie jaar werkzaam in de praktijk) minimaal een HBO diploma (BSc, BDes, BFA, BEng) in een ontwerp of

Nadere informatie

Management & Organisatie

Management & Organisatie Management & Organisatie Algemeen De Associate degree Human Resource Management (deeltijd) wordt verzorgd door het Instituut voor Bedrijfskunde, Hanzehogeschool Groningen. Mensen zijn het belangrijkste

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling [60717] Onderwijs- en examenregeling 2004-2005 Masteropleiding Dramaturgie Paragraaf 1 Algemene bepalingen art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en

Nadere informatie

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE Algemene bepaling De specifieke vooropleidingseisen van elke opleiding zijn vermeld op de website van Zuyd Hogeschool bij de informatie van de desbetreffende

Nadere informatie

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel) 2015-2016 Master Leraar Wiskunde CROHO: 45263 variant: deeltijd NHL Hogeschool Afdeling: IEC Versie: Concept besproken met kernteam 29-4-15 / definitief INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

BANABA INTENSIEVE ZORGEN EN SPOEDGEVALLENZORG 2014-2015

BANABA INTENSIEVE ZORGEN EN SPOEDGEVALLENZORG 2014-2015 BANABA INTENSIEVE ZORGEN EN SPOEDGEVALLENZORG 2014-2015 INHOUD 04 Doel van de opleiding 05 Banaba Intensieve zorgen en spoedgevallenzorg 06 Situering van de opleiding 08 Curricula 09 Individueel traject

Nadere informatie

Lerarenopleiding Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Lerarenopleiding Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd 2019 2020 Lerarenopleiding Omgangskunde Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd In het kort Wil je werken in het vmbo of mbo? Heb jij oog voor wat jongeren wél kunnen en wil jij ze hierin

Nadere informatie

_vavo egiocollegeopleidingen

_vavo egiocollegeopleidingen _vavo egiocollegeopleidingen In één jaar je havo- of vwo-diploma Studeren in je eigen tempo Open huis 16 maart en 8 juni 2016 vanaf 18 uur zie www.regiocollege.nl Zaandam Purmerend» Havo 5_p4» Vwo 6_p7

Nadere informatie

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd 2019 2020 Kopopleiding Leraar Omgangskunde Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd In het kort Weinig beroepen zijn zo gevarieerd als het beroep van leraar. Je bent studieloopbaanbegeleider,

Nadere informatie

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd

Kopopleiding Leraar Omgangskunde. Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd 2019 2020 Kopopleiding Leraar Omgangskunde Bachelor of Teacher Education in Social Skills - Voltijd In het kort Weinig beroepen zijn zo gevarieerd als het beroep van leraar. Je bent studieloopbaanbegeleider,

Nadere informatie