kadernota integrale veiligheid Zicht en grip op veiligheid in de gemeente Rijssen-Holten

Transcriptie

1 kadernota integrale veiligheid Zicht en grip op veiligheid in de gemeente Rijssen-Holten

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Beleidscyclus Begrippenkader 4 2. Herijking (update) kadernota Zicht en grip op integrale veiligheid mei Inleiding Aanleiding Strategische doelstelling Uitgangspunten Veiligheidspartners Flankerende beleidsprocessen Financiën 9 3. Uitgangssituatie Inleiding Huidige veiligheidssituatie Veiligheidssituatie per veiligheidsthema Veilige leef- en woonomgeving 10 Thema: kwaliteit leef- en woonomgeving 10 Thema: Onveiligheidsgevoelens 14 Thema: Huiselijk geweld 16 Thema: Woninginbraak 17 Thema: Voertuigcriminaliteit 18 Thema: Wijkgericht werken politie 20 Thema: Veiligheidshuis 21 Thema: nazorg detentie 22 Thema: psychiatrische patiënten Bedrijvigheid en veiligheid 24 Thema: Winkelgebieden 24 Thema: bedrijventerreinen (A1/A35 problematiek) 25 Thema: Uitgaan en horeca 27 Thema: Toerisme en veiligheid 28 Thema: Grootschalige evenementen Jeugd en veiligheid 30 Thema: Hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen 30 Thema: Alcohol en drugsgebruik 32 Thema: Veilig in en om school Fysieke veiligheid 35 Thema: Verkeersveiligheid 35 Thema: inbraak- en brandveiligheid gemeentelijke (school) gebouwen. 37 Thema: Risico gevaarlijke stoffen (Externe veiligheid) 38 Thema: Rampenbestrijding en crisisbeheersing 39 Thema: Integrale handhaving Integriteit en veiligheid 41 Thema: Polarisatie en radicalisering 41 Thema: Georganiseerde criminaliteit & organisatiecriminaliteit Beleidsbepaling Inleiding Jaarverslag en actieplan IVZ Prioriteiten en doelstellingen voor Organisatie en borging van het veiligheidsbeleid Inleiding Veiligheid in de gemeentelijke organisatie Bestuurlijke inbedding De gemeenteraad Het college van B&W Ambtelijke inbedding Medewerker integrale veiligheid Multidisciplinaire werkgroepen Overlegvormen 47

3 5.6 Communicatie 48

4 1. Inleiding Dit kaderplan vormt de basis voor het integraal veiligheidsbeleid voor onze gemeente voor en borduurt voort op de kadernota met de titel Zicht en grip op Veiligheid uit 2004 en de gemeentelijke Kadernota Dit kaderplan benoemt een vijftal veiligheidsvelden op hoofdlijnen. Deze veiligheidsvelden zijn: veilige woon- en leefomgeving, bedrijvigheid en veiligheid, jeugd en veiligheid, fysieke veiligheid en integriteit en veiligheid. In hoofdstuk 3 worden deze veiligheidsvelden verder uitgewerkt aan de hand van thema s. De uitwerking van de meest belangrijkste c.q. urgente thema s worden neergelegd en nader uitgewerkt in een jaarlijks op te stellen actieplan. Aan het einde van elk jaar wordt een jaarverslag opgesteld waarin wordt beschreven in hoeverre de voorgenomen acties en projecten uit het actieplan zijn gerealiseerd. 1.1 Beleidscyclus De gemeenten in Twente hebben afgesproken gezamenlijk en eens in de twee of vier jaar en in de oneven jaren een veiligheid- en leefbaarheidonderzoek in hun gemeente te houden en aansluitend hun eigen kadernota vast of bij te stellen. Hiermee komen de gemeenten tegemoet aan een eerdere wens van de gemeente Rijssen-Holten voor een gezamenlijke, universele opzet van een leefbaarheiden veiligheidsonderzoek (benchmarking) in Twente. Voor de gemeente Rijssen-Holten betekent deze beleidscyclus dat: het eerst volgende veiligheidsonderzoek in september 2011 wordt gehouden en deze voorliggende kadernota een looptijd heeft voor de periode Begrippenkader Veiligheid is te beschrijven als de afwezigheid van angst en gevoelens van bedreiging. Een onderscheid kan worden gemaakt tussen objectieve en subjectieve veiligheid. Bij objectieve veiligheid betreft het de statistische kans op een onveilige gebeurtenis; Bij subjectieve veiligheid gaat het om de belevingswaarde: de gevoelens van onveiligheid. Het veiligheidsbegrip kan verder worden verfijnd naar drie beleidsterreinen. Deze beleidsterreinen zijn: Sociale veiligheid (beheersing van geweld, criminaliteit en overlast); Fysieke veiligheid (het voorkomen van rampen bij brand, verkeersveiligheid en veiligheid grote evenementen); Externe veiligheid (beheersing van de risico s van transport, opslag en productie gevaarlijke stoffen). Integrale veiligheid, en daarmee voorliggende kadernota, behelst alle drie hierboven genoemde beleidsterreinen. Deze drie beleidsterreinen zijn in deze voorliggende kadernota uitgewerkt aan de hand van vijf veiligheidsvelden. Elk veiligheidsveld is vervolgens onderverdeeld in een aantal veiligheidthema s. Veiligheidsveld Veiligheidsthema s 1. Veilige woon- en leefomgeving kwaliteit leef- en woonomgeving; onveiligheidsgevoelens; huiselijk geweld; woninginbraak; voertuigcriminaliteit; wijkgericht werken politie; veiligheidshuis; nazorg detentie; psychiatrische patiënten. 2. Bedrijvigheid en veiligheid winkelgebieden; bedrijventerreinen; uitgaan en horeca; toerisme en veiligheid; grootschalige evenementen.

5 3. Jeugd en veiligheid hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen; alcohol en drugsgebruik; veiligheid in en om school. 4. Fysieke veiligheid verkeersveiligheid; inbraak- en brandveiligheid gemeentelijke (school)gebouwen; risico gevaarlijke stoffen (externe veiligheid); rampenbestrijding en crisisbeheersing; integrale handhaving. 5. Integriteit en veiligheid polarisatie en radicalisering; georganiseerde criminaliteit & organisatiecriminaliteit. Het integrale karakter van het veiligheidsbeleid wordt verder gekenmerkt door de drie S en: Systematisch: het brengt het vraagstuk in een beleidscyclus van analyse uitvoering evaluatie bijsturing. Samenhang: het streeft naar afgestemde inzet van maatregelen. Samenwerking: het vestigt het besef dat partijen elkaar nodig hebben om veiligheidsdoelen te bereiken.

6 2. Herijking (update) kadernota Zicht en grip op integrale veiligheid mei Inleiding Dit hoofdstuk geeft een korte beschrijving van de aanleiding van de herijking, de strategische doelstelling(en) van het integraal veiligheidsbeleid, de uitgangspunten van het veiligheidsbeleid, veiligheidspartners in het veiligheidsveld en flankerende beleidsprocessen. 2.2 Aanleiding Al enige jaren heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties een wet in voorbereiding om de regierol van gemeenten in het kader van de integrale aanpak van overlast en criminaliteit te versterken en verankeren. Het middel waarvoor de minister heeft gekozen is een integraal veiligheidsplan. De kern van de wet omvat de volgende vier punten: de gemeenteraad stelt minimaal eenmaal in de vier jaar een integraal veiligheidplan op; dit veiligheidplan is gebaseerd op een lokale (on-)veiligheidsanalyse; ter uitvoering van het plan maakt de gemeente afspraken met organisaties en instellingen; het ultimum remedium voor de gemeente is doorzettingsmacht op planniveau. Een integraal veiligheidsbeleid c.q. veiligheidsplan is voor de gemeente Rijssen-Holten niet nieuw. Zoals in het vorige hoofdstuk genoemd, heeft de gemeente Rijssen-Holten eerder in 2004 een integraal veiligheidsplan, een daarbij behorend uitvoeringsprogramma en een voortgangsrapportage op- en vastgesteld. Daarmee voldeed de gemeente Rijssen-Holten in 2004 aan genoemde punten in het wetsvoorstel van de minister. Vanuit het integraal veiligheidsplan uit 2004 zijn de afgelopen jaren veel veiligheidsonderwerpen en projecten de revue gepasseerd en met succes uitgevoerd en afgerond. Mede gelet hierop en het gegeven dat door nieuwe landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen de huidige kadernota is gedateerd, is een herijking (update) van de huidige kadernota wenselijk. 2.3 Strategische doelstelling Integraal veiligheidsbeleid is onder regie van het gemeentebestuur op een systematische en samenhangende wijze continu samenwerken aan het behoud of de verbetering van de lokale veiligheid in al haar facetten. Anders gezegd is integrale veiligheidsbeleid het op korte en langere termijn bekijken welke veiligheidsproblemen of knelpunten zich op het eigen of andere strategische beleidsvelden voordoen of zich de komende jaren kunnen voordoen, zodat hierop mogelijk voortijdig actie kan worden ondernomen. Het integraal veiligheidsbeleid draagt bij aan zowel de objectieve als aan de subjectieve veiligheid in de gemeente Rijssen-Holten. Met integraal veiligheidsbeleid wordt getracht over een langere periode een sluitende integrale aanpak te realiseren waarbij een optimale inzet van interne en externe schakels in de veiligheidsketen plaatsvindt. Beleidsvelden die de komende jaren een blijvende aandacht verdienen en krijgen zijn onder andere jeugd en veiligheid, een veilig wonen en werken, veilig recreëren en verkeer. De visie luidt dan ook: Veiligheid op alle terreinen van wonen, werken en recreëren, waarbij gemeente samen met inwoners en andere relevante veiligheidspartners in een vroegtijdig stadium en continue proces werken aan veiligheid, om zo eventuele risico s te beperken, gevoelens van onveiligheid en veiligheidsproblemen weg te nemen en de veiligheid te borgen. Beleidsakkoord gemeente Rijssen-Holten Het beleidsakkoord, tot stand gekomen tijdens besprekingen tussen de SGP, CDA, CU en PvdA, besteedt ook aandacht aan integrale veiligheid. In dit akkoord spreken genoemde partijen uit dat de gemeente Rijssen-Holten een veilige gemeente is en dat dit zo moet blijven. Het bestaande veiligheidsbeleid waarin wordt samengewerkt met politie, justitie en diverse externe partijen moet daarom worden voortgezet. Inspanningen moeten worden gepleegd om voldoende bereikbaarheid en beschikbaarheid van politie te behouden.

7 2.4 Uitgangspunten De uitgangspunten van het veiligheidsbeleid geven aan op welke wijze het huidige veiligheidsbeleid vorm heeft gekregen. Burgers betrekken: de veiligheidsbeleving in een gebied veranderen zonder daarbij de burgers te betrekken is onmogelijk. Door burgers (en organisaties) te betrekken bij de aanpak van onveiligheid wordt ten eerste bevorderd en gestimuleerd dat juist de door hen ervaren problemen worden aangepakt en ten tweede dat zij zich betrokken (gaan) voelen bij de veiligheidsproblemen in de directe woonomgeving. Dit heeft ertoe geleid dat deze voorliggende kadernota meer dan voorheen de nadruk legt op burgerparticipatie. Gemeente is regisseur: de zorg voor vermindering van onveiligheid is een taak die in samenwerkingsverbanden met de strategische partners is en verder wordt ontwikkeld. De gemeente levert daarin niet alleen een inhoudelijke bijdrage, maar is ook de regisseur. Dit betekent dat de gemeente partners in het veiligheidsbeleid bij elkaar brengt en via specifieke acties en prestatie indicatoren stuurt, het beleid bewaakt en bevordert dat er heldere afspraken worden gemaakt en verantwoordelijkheden en taken worden vastgelegd om gestelde doelen en ambities te bereiken. Aansluiten bij bestaande structuren: bij de uitvoering van het beleid vindt zoveel mogelijk aansluiting bij bestaande structuren plaats (bestaande projectgroepen, overlegvormen, veiligheidsprojecten uit de kadernota uit 2004). Inspanningsverplichting en resultaatsverplichting: voor het behalen van de doelstelling cq beoogde situatie maakt deze kadernota bij de veiligheidsthema s onderscheid tussen inspannings- en resultaatsverplichtingen. Bij een inspanningsverplichting verplicht de gemeente zich in te spannen om een bepaald resultaat cq beoogde situatie te bereiken. Bij deze verplichting is er een onzekerheidsmarge waar het gaat om het te behalen resultaat. Zo kunnen externe factoren spelen (prestaties overige partijen en overige omstandigheden) waarop de gemeente niet directe invloed heeft, maar die wel het gewenste resultaat beïnvloeden. Bij een resultaatverplichting daarentegen heeft de gemeente wel directe invloed op het gewenste resultaat cq de beoogde situatie. Het resultaat van deze verplichting is niet of nauwelijks afhankelijk van of te beïnvloeden door prestaties van overige partijen cq factoren. Daar waar nodig wordt in de tekst bij elk thema kort aangetipt of sprake is van een inspannings- of resultaatsverplichting. Integraliteit: het veiligheidsbeleid is en dient gericht te zijn op een evenwichtige samenhang, systematiek, samenwerking van alle belangrijke veiligheidsthema s. Communicatie: er dient gecommuniceerd te worden over de aanpak en de behaalde resultaten, zowel intern als extern. Realiteit: de gestelde doelen en ambities moeten realistisch en haalbaar zijn. Hoogdravende ambities die niet waargemaakt kunnen worden leiden tot frustraties, teleurstellingen en niet behaalde doelen. Afstemming: alle veiligheidseisen dienen loodrecht op elkaar te kunnen staan. Zo kan de eis dat alle kruispunten in de gemeente vervangen moeten worden door rotondes in het kader van de verkeersveiligheid een zeer aannemelijke eis zijn. Echter, voor de aanrijtijden van de operationele diensten zou dit een slechte zaak zijn. Meetbaarheid: het integraal veiligheidsbeleid dient beheersbaar en meetbaar te blijven. Door een actieplan aan het beleid te koppelen kan de beheersbaarheid en de meetbaarheid gewaarborgd worden. Een voorwaarde verder is ook het periodiek (vierjaarlijks) uitvoeren van een leefbaarheids- en veiligheidsonderzoek. Deze onderzoeken zijn eerder in 2003 en 2006 uitgevoerd.

8 2.5 Veiligheidspartners De gemeente is verantwoordelijk voor de veiligheid van haar bewoners. Zij vervult bij het opstellen en uitvoeren van het integraal veiligheidsbeleid de regiefunctie. Integraal veiligheidsbeleid wil onder andere zeggen dat het in samenwerking met diverse partners wordt opgezet en uitgevoerd. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste partners in het veiligheidsbeleid. Interne partners Afdeling staf Afdeling infra en wijkbeheer Afdeling wonen en ondernemen Afdeling mens en werk De brandweer De gemeenteraad Het college van burgemeester en wethouders De burgemeester Externe partners Inwoners van de gemeente Rijssen-Holten, wijkpanels Politie (Regio en cluster West: afdelingen Rijssen-Holten, Hellendoorn en Wierden) Regionaal College Stichting Criminaliteitsbeheersing Twente Geneeskundige Hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR) Ondernemers en horeca Woningbouwverenigingen Particuliere beveiliging Openbaar Ministerie Halt Noord Twente Onderwijsinstellingen Bureau Jeugdzorg Maatschappelijk werk en thuiszorg Tactus instelling voor verslavingszorg GGD Twente Provincie Overijssel Regio Twente Waterschap Ministerie van VROM Ministerie van BZK 3VO Winkeliersverenigingen Ondernemersverenigingen Bij ieder nieuw op te pakken thema zal goed nagedacht moeten worden wie de beste bijdrage kan leveren in uitvoerende zin. 2.6 Flankerende beleidsprocessen De term integraal veiligheidsbeleid houdt in, dat bestaande activiteiten op het gebied van veiligheid in kaart zijn of worden gebracht en zoveel mogelijk worden gebundeld en op elkaar afgestemd. Waar nodig wordt nieuw beleid gemaakt. Op regionaal niveau is de toekomstvisie van de politie Balans in Veiligheid, Veiligheid in Balans nog steeds relevant, alsmede de jeugdgezondheidszorg, de samenwerking met onder andere Tactus, en de afspraken TWENS vanuit het Regionaal College. Drie keer per jaar vindt ambtelijk en bestuurlijk veiligheidsoverleg plaats met de overige clustergemeenten Hellendoorn en Wierden, de politie (cluster chef west) en de officier van justitie. In dit overleg worden op strategisch niveau veiligheidsonderwerpen besproken die voor genoemde partijen relevant zijn voor een aanpak op cluster niveau.

9 Het beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) wordt een steeds groter flankerend beleidsproces. Veel veiligheidsonderwerpen die in deze kadernota staan (zoals leefbaarheid en veiligheid, hinderlijke en overlastgevende jeugd, alcohol en drugs, huiselijk geweld, nazorg van volwassen en jongere ex-gedetineerden, veelplegers, zorgmijders en psychiatrische patiënten) hebben een nauw raakvlak met de WMO. Daardoor kan het lijken alsof er projecten dubbel gedaan worden. In de praktijk zal het echter gaan om projecten waarbij zowel aan de veiligheidscomponent als aan de zorgcomponent aandacht wordt besteed om resultaat te boeken. Een goed voorbeeld van integrale aanpak binnen dit beleidsproces is de zorg(netwerk)structuur. De bestaande zorg(netwerk)structuur is eind 2008 in beeld gebracht. De zorg(netwerk)structuur dient ondermeer als signaalgroep voor diverse maatschappelijke problemen, waarvoor een multidisciplinaire aanpak noodzakelijk is. Er zijn voorstellen om gevallen van huiselijk geweld, OGGZproblematiek, maatschappelijke opvang, woonproblematiek en 23+ problematiek een betere plek te geven. Hierbij wordt aansluiting gezocht met het bestaande netwerk voor de jeugd (tot 23 jaar) en veiligheid. In het WMO-beleidsplan, die de gemeente in het kader van de Wmo heeft opgesteld, is opgenomen dat een lokale opvangstructuur zorg (doelgroep jaar) met doorgeleiding wordt opgezet. Verder wordt gekeken hoe de zorg(netwerk)structuur aan te sluiten c.q. af te stemmen met het straf(netwerk)structuur (veiligheidshuis). 2.7 Financiën Voor de implementatie van veiligheidsbeleid is jaarlijks via de stelpost integrale veiligheid (product , rekeningnummer 4996) financiële middelen voorhanden. De functie / het doel van deze stelpost is incidentele en nieuwe projecten die voortvloeien uit de kadernota en het daarbij horende actieplan te bekostigen.

10 3. Uitgangssituatie 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de feitelijke veiligheidssituatie in onze gemeente. Voor een goed ontwikkeld lokaal veiligheidsbeleid is het noodzakelijk inzicht te hebben in de lokale veiligheidsproblematiek. 3.2 Huidige veiligheidssituatie De beschrijving van de veiligheidssituatie in deze kadernota borduurt voort op meerdere voor handen zijnde bronnen. Één van de bronnen is de kadernota Zicht en grip op veiligheid uit 2004 en de veiligheids- en leefbaarheidmonitor uit De uitkomst van de monitor uit 2006 is in 2008 voorgelegd aan en besproken met de wijkpanels. Hierbij gaven alle wijkpanels aan dat de uitkomst nog steeds herkenbaar is voor de huidige situatie. Andere bronnen zijn de meest recente gebiedscans en clusterjaarplan van politie. In de gebiedscans wordt de veiligheidsproblematiek door de wijkagent in kaart gebracht. Dit gebeurt gedeeltelijk aan de hand van informatiebronnen die binnen de politie beschikbaar zijn: de harde cijfers uit de politiestatistieken en de kennis van de politiemensen (wijkagenten) die het verhaal achter de cijfers vertellen (subjectief). De laatste bron zijn de cijfers van politie (objectief) over de jaren 2006 tot en met juni Veiligheidssituatie per veiligheidsthema In deze paragraaf worden de veiligheidsvelden en per veld de veiligheidsthema s genoemd. Per thema wordt een korte algemene beschrijving gegeven van de veiligheidssituatie, aangegeven wie voor het thema bestuurlijk en ambtelijk verantwoordelijk is en met welke interne en externe partners wordt samengewerkt. Vervolgens wordt per thema het doel, een of meerdere indicatoren, de huidige en beoogde situatie in 2012, de specifieke acties en de kosten genoemd Veilige leef- en woonomgeving Thema: kwaliteit leef- en woonomgeving Bestuurlijk verantwoordelijk Ambtelijk contactpersoon Partners intern Partners extern Wethouder Wijk- en gebiedsbeheer Afdeling Infra en Wijkbeheer Afdeling Wonen en Ondernemen (team WOEV), afdeling Mens en Werk (team MWB) en afdeling Staf Politie en bewoners Beschrijving De veiligheid- en leefbaarheidbeleving is (gedeeltelijk) gebaseerd op de bevolkingsenquêtes die in 2003 en 2006 zijn gehouden. Uit beide onderzoeken kwam naar voren dat de gemeente Rijssen- Holten een leefbare gemeente is waarin men zich over het algemeen veilig voelt. Dit beeld is in 2008 opnieuw bevestigd uit gesprekken met de wijkpanels. De leefbaarheid (leef- en woonomgeving) scoorde in het laatste onderzoek met een gemiddelde van 7,7 een ruime voldoende. In de grafiek hierna staan de gemiddelde cijfer per wijk.

11 8,8 8,4 8,0 7,8 7,7 8,1 8,5 7,8 7,7 Wijken Kern Rijssen Zuid-rand Rijssen Braakmanslanden Veeneslagen Kern Holten Dijkerhoek Buitengebied Rijssen & Holten Zomerhuisjesterrein de Borkeld Gemiddelde gehele gemeente 7,5 7,7 7,4 7,6 7,2 6,8 6,4 Mean Gemiddelde cijfer woonomgeving De kwaliteit van de woonomgeving wordt onder andere bepaald door de volgende componenten: het voorzieningenniveau (vuilophaal, kwaliteit en kwantiteit van straatverlichting); onderhoud van perken, plantsoenen en wegen; de aanwezigheid parkeerruimte; de waardering van de woning; de binding met de buurt en de betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid voor de leefbaarheid. Hondenpoep, rommel op straat en met name vandalisme zijn vormen van fysieke verloedering en breken de kwaliteit in de woonomgeving en daarmee de leefbaarheid af. In het bewonersonderzoek werden deze vormen van fysieke verloedering als voorkomende problemen genoemd. Vandalisme De maatschappelijke impact van vandalisme is groot. Zo kan vandalisme leiden tot verpaupering van het openbaar gebied, aantasting van het leefgenot van burgers en kosten voor het herstel van de schade. Met name vernielingen en vervuiling aan openbare- en schoolgebouwen en gemeentelijk straatmeubilair zijn voor iedereen direct waarneembaar en leiden in veel gevallen tot gevoelens van onveiligheid, normvervaging en trekken vaak meer vandalisme aan. Zonder direct slachtoffer te zijn van vandalisme, is het wonen in een omgeving met veel vandalisme niet bepaald prettig. Landelijke cijfers tonen aan dat een kwart van de vandalismedelicten bij politie wordt gemeld en dat de totale materiële schade door vandalisme enorm groot is. Veel van de schade komt voor rekening van de rijks- en gemeentelijke overheden en vastgoedeigenaren die het beheer hebben over de veel door vernieling geplaagde (openbare) gebouwen en objecten. Een terugkomend moment van (vandalisme)schade in de gemeente Rijssen-Holten is de periode rond de jaarwisseling. De afgelopen jaren is via de burgemeester met succes een breed scala aan maatregelen genomen om deze schade te reduceren. Hoewel de schade is afgenomen is deze voor de gemeente Rijssen-Holten nog steeds niet acceptabel. Dit betekent dat de gemeente Rijssen-Holten zich via de burgemeester (afdeling Wonen en ondernemen (team WOEV) blijft inspannen om de schade aan gemeentelijk meubilair en gebouwen verder te reduceren.

12 Hieronder volgt een overzicht van schade aan gemeentelijk meubilair in de afgelopen 5 jaar. Schadebeeld oud en nieuw , , , , ,00 Hieronder een overzicht naar hoeveelheid en type schade van de afgelopen 5 jaren. schade verloop oud en nieuw , , , , ,00 n Prullebakken Bebording / verkeerszuilen Speeltoestellen Verlichting Containers / hekwerken jaren In de gemeente Rijssen-Holten wordt het beleidsnetwerk jeugd (straathoekwerk), politie en het OM betrokken bij de aanpak van vandalisme. Maandelijks vindt casuïstiek overleg plaats om de gevallen van (hotspots en horshots) jeugd vandalisme te bespreken. Bij politie en het OM ligt de nadruk op een snelle en consequente afhandeling van zaken. Voor elke jongere die een strafbaar feit pleegt, wordt een passend traject opgesteld. Vandalisme is daarnaast een terugkerend gespreksonderwerp in het lokaal overleg van de burgemeester met politie en het OM. De gemeente Rijssen-Holten heeft sinds kort de mogelijkheid bij de bestrijding van overlast in de openbare ruimte eigen beleid te ontwikkelen cq prioriteiten te stellen (bestuurlijke strafbeschikking). Hierbij wordt opgemerkt dat het uitvaardigen van bestuurlijke strafbeschikkingen geen doel op zich is, maar dat hiermee wordt beoogd dat gemeenten aan geldende wet- en regelgeving uitvoering geven. In afstemming met politie en de (cluster)gemeenten Hellendoorn en Wierden wordt door de afdeling Wonen en Ondernemen (team WOH) gekeken hoe uitvoering wordt gegeven aan de implementatie van deze beschikking (handhavingarrangement).

13 Doelen Indicator Huidige situatie Beoogde situatie Specifieke acties blijvende aandacht voor een leefbare woonomgeving. kwaliteit woonomgeving *1) 7, gemiddeld een 8 of hoger bewonersenquête (2011). (zie thema onveilighei dsgevoelen s) Vernieling cq zaakbeschadigin g Rijssen *2) Vernieling cq zaakbeschadigin g Holten *2) nb nb < 250 < 100 beperken fysieke overlast/ verloedering door een prominente inzet van politie, de inzet van het jeugdwerk (straathoekwer k) continueren en de deelnamegraa d van bewoners bij de aanpak van leefbaarheid in de wijk stimuleren *1)noot: bij de indicator kwaliteit woonomgeving gaat het om het totaal van de indicatiescore van: voorzieningenniveau, onderhoud van perken, aanwezigheid parkeerruimte en waardering van de woning, binding met de buurt en de betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid voor de leefbaarheid; *2)noot: bij de indicator vernieling cq zaakbeschadiging (melding) gaat het om het totaal van de indicatiescore van: vernielingen beschadiging (code:260), vernieling auto s (code:261), vandalisme/baldadigheid (code:264), graffiti (code:266) en overige vernieling/beschadiging (code:269). Het totaal van de indicator vernieling/zaakbeschadiging is: Rijssen (2006: 305, 2007:247 en 2008:280) en Holten (2006:91, 2007:109 en 2008: 91). Doelstelling, ambitie en resultaat een blijvende aandacht voor een leefbare woonomgeving; de gemeente blijft zich inspannen om de fysieke overlast in de wijk (met name vandalisme) verder te beperken; een prominente rol van politie bij (beperken) vernieling en zaakbeschadiging; inzet straathoekwerk continueren en stimuleren/activeren van bewoners (burgerparticipatie) voor een leefbare woonomgeving (wijk).

14 Percentage Thema: Onveiligheidsgevoelens Bestuurlijk verantwoordelijk Ambtelijk contactpersoon Partners intern Partners extern Burgemeester Afdeling Wonen en Ondernemen (team WOEV) Afdeling Infra en Wijkbeheer en afdeling Staf Bewoners (wijkpanels) en Politie Beschrijving Het gevoel van onveiligheid kan omschreven worden als de spanning, angst of vrees om slachtoffer te worden van een misdrijf of een andere inbreuk op de veiligheid. Het onveiligheidgevoel kan op verschillende manieren tot uiting komen, bijvoorbeeld door s avonds niet meer naar buiten te gaan of door de deur niet meer te openen. Als iemand zelf in het (recente) verleden slachtoffer is geweest van een misdrijf, voelt hij/zij zich meestal minder veilig dan wanneer hem of haar nog nooit iets is overkomen. Dat geldt, in mindere mate, ook als men hoort dat anderen (in de buurt) slachtoffer geworden zijn. De gemeente Rijssen-Holten is een veilige gemeente. Er kan een discrepantie zijn tussen de feitelijke (objectieve) veiligheid en gevoelens (subjectieve) veiligheid. De indruk bestaat dat bewoners in de gemeente Rijssen-Holten zich minder veilig voelen dan men op basis van cijfers mag verwachten. De gemeente Rijssen-Holten blijft zich de komende jaren door meer voorlichting en positieve publiciteit inspannen (meer) evenwicht te krijgen tussen de feitelijke (objectieve) veiligheid en gevoelens van (subjectieve) veiligheid. De gemeente Rijssen-Holten heeft eerder in haar kadernota als doelstelling opgenomen het onveiligheidgevoel in de eigen buurt te willen minimaliseren. Als indicator en beoogde situatie wordt genoemd dat 80% of meer van de respondenten zich (bijna) nooit onveilig voelt. Deze kadernota borduurt voort op deze doelstelling. Zoals eerder genoemd wordt het eerst volgende bewonersonderzoek gehouden in 2011 en daarna elke 4 jaar. In de grafiek hieronder staat het percentage onveiligheidgevoel in eigen buurt (gegevens uit het bewonersonderzoek in 2006). 100,0% 80,0% 60,0% 40,0% 81,6% 20,0%. 0,0% 1,0% 13,1% 4,3% Vaak Soms Nooit Weet niet/ geen mening Onveiligheidsgevoel eigen buurt burgerparticipatie De gemeente wil de komende jaren de deelnamegraad van bewoners bij de aanpak van leefbaarheids- en veiligheidsproblemen in zijn of haar directe woonomgeving stimuleren en activeren. De gedachte hierbij is dat de overheid niet alleen meer verantwoordelijk is voor het thema veiligheid

15 en dat bewoners, naast de overheid, een meer structurele en duurzame bijdrage kunnen leveren aan het verhogen en borgen van de veiligheid en leefbaarheid in de eigen woonomgeving. Sinds 2008 maakt de gemeente Rijssen-Holten gebruik van wijkpanels. De wijkpanels functioneren als ambassadeur voor de wijk. De panels zijn de ogen en oren voor de wijkopzichter of wijkagent. Vast gespreksonderwerp met de wijkpanels is de leefbaarheid- en veiligheid in de wijk. Dit gespreksonderwerp levert de gemeente en politie bruikbare informatie op over onderwerpen die spelen in de wijken. De wijkpanels zelf leveren geen cijfermateriaal maar doen suggesties die door de wijkagent vertaald wordt in zijn of haar (jaarlijkse) wijkscan. Verder hebben de wijkpanels de uitkomsten van de bewonersenquête uit 2006 voor hun wijk bekeken. Volgens de panels waren de uitkomsten van dit onderzoek nog voldoende representatief voor het huidige beeld. Nieuw en passend binnen het begrip burgerparticipatie is burgernet. Bij burgernet helpen bewoners de politie bij het opsporen van daders bij overval of vermisten. Bewoners krijgen telefonisch een bericht van politie als een overval of inbraak is gepleegd of als iemand wordt vermist. De hulp van deelnemers (bewoners) moet leiden tot een snelle oplossing. De planning is dat in april-mei 2011 burgernet voor de gemeente Rijssen-Holten actief is. Doel Indicator Huidige situatie Beoogde situatie het onveiligheidgevoel in de eigenbuurt minimaliseren % respondenten dat zich (bijna) nooit onveilig voelt Specifieke acties enquête in ,8% 81,6% > 80% (meten en analyseren onveiligheidgevoel burgers). Stimuleren van de deelnamegraad van bewoners bij de aanpak van (on) veiligheid in zijn of haar directe woonomgeving Blijven investeren in burgerparticipatie (wijkpanels, burgernet en voorlichting) ,00 (incidenteel voor bewonerse nquete in 2011) Doelstelling, ambitie en resultaat beperken van het onveiligheidgevoel in de eigen buurt; de gemeente blijft zich inspannen om de onveiligheidgevoelens in de wijk (met name vandalisme) verder terugdringen door haar burgers te betrekken bij de aanpak van veiligheidsproblemen in de wijk/directe woonomgeving (burgerparticipatie); voorlichting en publiciteit geven aan nieuwe en lopende veiligheidsprojecten waardoor er meer evenwicht komt tussen de feitelijke (objectieve) veiligheid en gevoelens van (subjectieve) veiligheid. uit de bewonersenquête in 2011 blijkt dat 80% of meer van de inwoners zich (bijna) nooit onveilig voelt;

16 Thema: Huiselijk geweld Bestuurlijk verantwoordelijk Ambtelijk contactpersoon Partners intern Partners extern Wethouder Zorg en welzijn (WMO) Afdeling Mens en Werk (team MWB) Afdeling Wonen en Ondernemen (team WOAJ en WOEV) Hulpofficier van Justitie, Politie (wijkagenten en taakaccenthouder Huiselijk Geweld), Twentse gemeenten en regionale zorginstellingen w.o. Vrouwenopvang Overijssel, Bureau Jeugdzorg Overijssel (AMK), Algemeen Maatschappelijk Werk, Geestelijke gezondheidszorg, advies en steunpunt huiselijk geweld en veiligheidshuis etc. Beschrijving Huiselijk geweld is de meest voorkomende geweldsvorm in onze samenleving. Bij geen enkele geweldsvorm vallen zoveel slachtoffers. Doordat huiselijk geweld zich per definitie achter de voordeur afspeelt, blijft het vaak verborgen. Slachtoffers zijn in de meeste gevallen vrouwen en kinderen, maar het treft ook mannen. Landelijk komen jaarlijks naar schatting kinderen als getuige in aanraking met huiselijk geweld. Als huiselijk geweld bekend wordt moet het worden aangepakt. Met de komst van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (prestatieveld 7 van de Wmo) is, voor de gemeente, een extra verplichting ontstaan om ten aanzien van de zorgstructuur de regierol in te vullen. De gemeente Rijssen-Holten heeft in 2008 een (regionaal)convenant ondertekend met daarin regionale beleidsuitgangspunten voor ketensamenwerking (sluitende hulpaanbod richting dader en slachtoffer). Verder is de aandacht voor de aanpak van huiselijk geweld in de gemeente Rijssen- Holten op scherp gezet door de Wet Tijdelijk Huisverbod. Binnen deze wet heeft de burgemeester een prominente rol. De praktijk heeft inmiddels aangetoond dat deze wet nogal wat ingrijpende gevolgen heeft voor de gemeente Rijssen-Holten. In 2009 is deze wet met ketenpartners geïmplementeerd. Aan zowel de juridische kant (afdeling Wonen en Ondernemen) als aan de zorgkant (afdeling Mens en Werk) zijn en worden nog de nodige acties uitgezet. Inmiddels zijn 11 huisverboden opgelegd (inzet afdeling WO en MW is 35 uur per huisverbod). Huiselijk geweld blijft ook de komende jaren één van de speerpunten van het veiligheidsbeleid. De gemeente Rijssen-Holten zal zich de komende jaren inspannen voor een veilige woon- en leefomgeving door het voorkomen van huiselijk geweld. Doel Indicator Huidige situatie Beoogde situatie Veilige woon- en leefomgeving door meer veiligheid achter de voordeur Aantal incidenten huiselijk geweld *1) incidentcode: aantal incidenten (alleen) huiselijk geweld. Specifieke acties adequate aanpak en nb < 110 *1) uitvoering van het convenant huiselijk geweld en de Wet Tijdelijk Huisverbod. Ketensamenwerking zorg en strafrecht. Gemiddeld 35 uur per huisverbod Doelstelling/ambitie en resultaat Inspanning voor een veilige woon- en leefomgeving door meer veiligheid achter de voordeur; de gemeente blijft zich inspannen voor een sluitende ketenaanpak van en samenwerking tussen (multidisciplinaire aanpak en afstemming voor slachtoffers, plegers en getuigen) zorg en strafrecht; het aantal incidenten (alleen) huiselijk geweld in is < 110.

17 Thema: Woninginbraak Bestuurlijk verantwoordelijk Burgemeester Ambtelijk contactpersoon Afdeling Wonen en Ondernemen (team WOEV) Partners intern Afdeling Infra en Wijkbeheer en Staf Partners extern Wijkpanels, Politie, brandweer en woningbouwverenigingen etc. Beschrijving Uit de cijfers van politie blijkt dat het aantal inbraken in woningen en auto s in de regio Twente in 2009 tussen de vijf en tien procent is gestegen. De preventie van woninginbraken ligt op dit moment voor een groot deel in beveiligingsmiddelen en het juiste gebruik daarvan. Opvallend zijn de inbraken in het landelijke buitengebied. Een mogelijke verklaring voor de gemeente Rijssen-Holten is de aanwezigheid van de A1 (hit en rundelicten: waarbij criminele groepen vanaf de A1 in één nacht meerdere inbraken plegen in gemeenten grenzend aan de A1). De toepassing van het Politie Keurmerk Veilig Wonen (hierna te noemen PKVW) is een aantal jaren geleden neergelegd bij gemeenten. De normen uit het PKVW zijn voor het merendeel opgenomen in het Bouwbesluit en hebben daarmee een wettelijke karakter gekregen. Verder zijn de laatste jaren woningen van vooral woningbouwcorporaties voorzien goed gekeurd en veilig hang- en sluitwerk en nieuw wijken veiliger ontworpen en gebouwd. De advisering over bouwkundige inbraakrisico s is overgenomen door private partijen of erkende advies- en installatiebedrijven. De gemeente Rijssen-Holten neemt de resultaatsverplichting op zich voor een bredere voorlichting bij de aanpak van woninginbraken. Het voornemen is begin 2011 en bij wijze van proef (pilot) te starten met een informatiebijeenkomst in een wijk. Bij voldoende belangstelling onder bewoners is het streven ook voor de overige wijken een dergelijke informatiebijeenkomst te houden. Dit in nauwe samenwerking met de wijkpanels, de wijkagent, de brandweer, beide woningcorporaties en overige daarvoor in aanmerking komende (niet commerciële) belangenpartijen. Het doel van de informatiebijeenkomsten is wijkbewoners via een veiligheidsschouw te attenderen op inbraakrisico s in de wijk en pro actieve en preventieve maatregelen om woninginbraak zoveel als mogelijk te voorkomen (burgerparticipatie/buurtpreventie). Daarnaast worden bewoners geïnformeerd over de werkwijze, afstemming en afhandeling van politie bij inbraak en buurtpreventie. De repressieve aanpak van woninginbraken staat bij de politie Twente hoog op de prioriteitslijst. Deze aanpak richt zich daarbij vooral op het aanpakken van de dader. Doel Indicator Huidige situatie Beoogde situatie Waarborgen van veiligheid in de woonwijk door meer veiligheid in en rond de woning aantal woninginbraken in Rijssen en Holten *1) Specifieke acties Infoavonden voor < 50 bewustwording en participatie van bewoners. incidenteel 1.200,00 per avond. Doelstelling / ambitie / resultaat veiligheid in de woonwijk waarborgen door meer veiligheid in en rond de woning; de gemeente gaat zich inspannen haar inwoners te informeren en te attenderen maatregelen die zij zelf in- en om de woning kunnen nemen om woninginbraak zoveel als mogelijk te voorkomen; het aantal woninginbraken in < 50.

18 Thema: Voertuigcriminaliteit Bestuurlijk verantwoordelijk Ambtelijk contactpersoon Partners intern Partners extern Burgemeester Afdeling Wonen en werken (team WOEV) Medewerkers afdeling Infra en Wijkbeheer Politie Beschrijving Voertuigencriminaliteit maakt samen met woninginbraak onderdeel uit van vermogensdelicten. Onder het begrip voertuigcriminaliteit verstaat dit thema de diefstal van brom-, snor- en fietsen, autodiefstal (inclusief vracht- en bestelwagens) en auto-inbraken. Diefstal van brom-, snor-, fietsen Het aantal diefstal van brom-, snor-, en fietsen is de afgelopen jaren wisselend. Algemeen bekend is dat fietsen voornamelijk gestolen worden op plaatsen waar veel fietsen staan. In de gemeente Rijssen Holten vinden fietsendiefstallen voornamelijk plaats bij de stations. De politie houdt toezicht bij de stations tijdens de reguliere surveillances. De gemeente verplicht zich in 2011 in te spannen voor een beheersconvenant voor de stationsomgeving Rijssen. In dit convenant worden afspraken gemaakt voor een goed en consistent onderhoud en beheer van en veiligheidsmaatregelen voor de stationsomgeving waardoor gebruikers van de stationsomgeving zich prettig en veilig voelen. In 2011/2012 wordt de noodzaak voor een uitrol naar de stationsomgeving in Holten bezien. Diefstal van en aan/uit motorvoertuigen ( incl vracht- en bestelwagens) De diefstal van en aan/uit motorvoertuigen is de afgelopen jaren afgenomen. Inbraken in auto s vindt vaak kortstondig en in plotselinge hozen plaats. Om de diefstal van en aan/uit motorvoertuigen op beide parkeerplaatsen aan de A1 (Bolder en Struik) tegen te gaan heeft Rijkswaterstaat de infrastructuur en het groen aangepast en is meer verlichting geplaatst voor een beter overzicht. De politie houdt toezicht tijdens de reguliere surveillances. Doel Indicator Huidige situatie Beoogde situatie Waarborgen van veiligheid in de Specifieke acties Beheersconvenant NS-station Rijssen Incidenteel 1.500,00

19 woonwijk door aanpak voertuigcriminaliteit - diefstal brom-, snor-, fietsen Rijssen *1) - diefstal brom-, snor-, fietsen Holten *1) < 120 < 35 en evt Holten, surveillances politie en Trigion en mogelijkheid voor bewaakte fietsenstalling(en) bezien - diefstal motorvoertuigen Rijssen *1) < 5 - diefstal motorvoertuigen Holten *1) <3 - diefstal uit/vanaf motorvoertuigen Rijssen *1) <75 -diefstal uit/vanaf motorvoertuigen Holten *1) <60 *1) cijfers diefstal uit/vanaf motorvoertuigen (incidentcode 1.2.1) Rijssen (2006:151, 2007:84 en 2008:45) en Holten (2006:69, 2007:94 en 2008:52). Cijfers diefstal van motorvoertuigen inclusief vracht en bestelwagens (incidentcode 1.2.2) Rijssen (2006:8, 2007:4 en 2008:3) en Holten (2006:4, 2007:2 en 2008:2). Cijfers diefstal van brom-, snor en fietsen (incidentcode 1.2.3) Rijssen (2006:111, 2007:139 en 2008:132) en Holten (2006:39, 2007:28 en 2008:48). Doelstelling / ambitie / resultaat waarborgen van veiligheid in de woonwijk door een blijvende aanpak van voertuigencriminaliteit; de gemeente neemt de inspanning op zich voor een beheersconvenant voor de stationsomgeving in Rijssen en mogelijk in Holten; een beoogde situatie in van < 120 en < 35 brom-, snor en fietsendiefstallen, < 5 en <3 diefstal motorvoertuigen en < 75 en < 60 diefstallen aan/uit motorvoertuigen in resp. Rijssen en Holten.

20 Thema: Wijkgericht werken politie Bestuurlijk verantwoordelijk Ambtelijk contactpersoon Partners intern Partners extern Burgemeester Afdeling Wonen en Ondernemen (team WOEV) Nvt Politie Beschrijving Wijkgericht werken politie Bij het wijkgericht werken van politie gaat het om de inspanningsverplichting van politie voor voldoende blauw op straat (bereikbaarheid en beschikbaarheid van politie). In 2003 heeft de gemeente Rijssen-Holten met de politie een overeenkomst gesloten voor de bereikbaarheid en herkenbaarheid van politie in het algemeen en de positie en functioneren van de wijkagent in het bijzonder. Voor het wijkgericht werken heeft de gemeente aan politie middelen beschikbaar gesteld voor onder andere de aanstelling van 5 wijkagenten, de bijzondere materiële uitrusting van deze agenten, de huur van spreekuurruimten in de verschillende wijken en overige jaarlijks terugkerende kosten. De looptijd van dit contract is bepaald op zeven jaar. Partijen zijn gehouden in 2010 in overleg te treden over een eventuele verlenging. Inzet hierbij is het wijkgericht werken van politie te continueren. Gebiedscans Vanaf 2007 werkt de politie met gebiedscans. Deze scans worden tweejaarlijks op uniforme wijze in de hele regio uitgevoerd. Informatie uit de scan maakt onderdeel uit van de keuzes en het stellen van prioriteiten in de clusterspeerpunten van politie en het gemeentelijk veiligheidsbeleid. Met de gebiedscans beoogt politie in goede samenwerking met de gemeente tweejaarlijks te komen tot een meer compleet (on)veiligheidsbeeld. De scan bevat een beknopt overzicht van de belangrijkste veiligheidsproblemen in de wijk. Het gaat hierbij om de onderliggende gegevens van de politie. Doel Indicator Huidige situatie Beoogde situatie Waarborgen van de veiligheid in de woonwijk door voldoende bereikbaarheid en beschikbaarheid politie Overeenkomst wijkgericht werken politie Specifieke acties Onderzoeksopdracht naar het wijkgericht werken van politie in z n algemeenheid en die van de wijkagent in het bijzonder. Inspanning van politie om voldoende blauw op straat te houden (bereikbaarheid en beschikbaarheid) Inzet om het wijkgericht werken van politie te continueren. Doelstelling / ambitie / resultaat waarborgen van veiligheid in de woonwijk door een goed functionerend en dekkend netwerk van wijkagenten; de politie spant zich in voor voldoende blauw op straat (bereikbaarheid en beschikbaarheid van politie in de wijk).

21 Thema: Veiligheidshuis Bestuurlijk verantwoordelijk Ambtelijk contactpersoon Partners intern Partners extern Burgemeester Afdeling Wonen en Ondernemen (team WOEV) Afdeling Wonen en Ondernemen (team WOAJ) en afdeling Mens en Werk (team MWB) Gemeenten Hellendoorn, Wierden, Twenterand en Almelo, Justitiële organisaties, Halt, Openbaar Ministerie, politie, Maatschappelijk werk, Geestelijke Gezondheidszorg, Bureau Jeugdzorg, Raad voor de kinderbescherming en integraal procesmanagers van deelnemende gemeenten. Beschrijving Veiligheid is integraal dus van ons allemaal. Steeds meer partijen leveren een bijdrage aan en maken afspraken voor een veiligere samenleving. Veel winst is te boeken als alle relevante partijen het eens zijn over zaken die prioriteit verdienen en als juiste informatie (sluitende ketenaanpak afstemming van de zorg- en strafketen) op het juiste moment wordt gedeeld en inspanningen op elkaar worden afgestemd. In sommige situaties loopt de zorg vast en kan toepassing van dwang en drang vanuit justitie uitkomst bieden. Toepassing hiervan kan een doorbraak forceren en zo in het belang van de cliënt het hulpverleningtraject weer op gang komen. Aan de ander kant is er vanuit de justitieketen vaak de behoefte om goede zorg in te zetten, in aansluiting op of in de plaats van het justitiële ingrijpen. Om bovenstaande te bewerkstelligen is het essentieel om de zorg- en justitiële traject in een veiligheidshuis in te brengen en op elkaar af te stemmen. De kracht is gezamenlijke verantwoordelijkheid. In het veiligheidshuis komt de gezamenlijke kracht van justitie en zorg bijeen in het Stedelijk Strafketen Overleg. In dit overleg zitten de ketenmanager van het veiligheidshuis, OM, Politie, reclassering, Raad voor de kinderbescherming, de zorg (oa. Dimence, Amw) en de procesmanagers van gemeenten om tafel. De frequentie is voorlopig op 1x per maand vastgesteld. De bedoeling is met het veiligheidshuis pragmatisch te starten met dit overleg en werkende wijs de vorm en inhoud nader uitkristalliseren. De doelen zijn het voorkomen van (eerste) delicten, het terugdringen van recidive en een adequate zorg voor het slachtoffer. Daarnaast wordt het veiligheidshuis een betrouwbaar informatiepunt voor partners binnen de veiligheid- en zorgketen. Er komen casussen rondom probleemjongeren, veelplegers, nazorg detentie en TBS, huiselijk geweld en multiproblemgezinnen aan de orde. De gemeente Rijssen-Holten heeft in 2010 de inspanningsverplichting op zich genomen om samen met de cluster gemeenten (Hellendoorn en Wierden) en de gemeenten Almelo, Twenterand en Tubbergen te kijken op welke wijze, aansluiting zou kunnen plaatsvinden bij een veiligheidshuis in Almelo. Hiervoor is het OM projectleider. De gebiedsofficier van justitie draagt de zorg dat het veiligheidshuis in Almelo in 2010 operationeel is. In 2011 wordt werkende wijs gekeken hoe er vorm en inhoud aan dit veiligheidshuis gegeven wordt.

22 Doel Indicator Huidige situatie Beoogde situatie Verminderen van de onveiligheid en overlast door coördinatie cq sluitende aanpak zorg- en strafketen Het voorkomen van (eerste) delicten, het terugdringen van recidive en een adequate zorg voor het slachtoffer sluitende aanpak zorg- en strafketen. Specifieke acties Inspanning voor de implementatie van een veiligheidshuis in Almelo Pm 5.000,00 structureel Doelstelling / ambitie / resultaat verminderen van de onveiligheid en overlast door coördinatie cq sluitende aanpak zorg- en strafketen; het voorkomen van (eerste) delicten, het terugdringen van recidive en een adequate zorg voor het slachtoffer inspanning voor de realisatie en implementatie van een veiligheidshuis in Almelo; in geval de zorg vastloopt kan toepassing van dwang en drang vanuit justitie uitkomst bieden en een doorbraak forceren, aan de ander kant is er vanuit de justitieketen vaak de behoefte om lokaal goede zorg in te zetten. Thema: nazorg detentie Bestuurlijk verantwoordelijk Ambtelijk contactpersoon Partners intern Partners extern Wethouder Zorg en welzijn (WMO) Wonen en Ondernemen (team WOEV) Afdeling Mens en Werk ( team MWWB en MWBU) penitentiaire inrichting (PI) en Politie. Beschrijving Burgers die uit de penitentiaire inrichting terugkeren naar de samenleving hebben in de praktijk te maken met diverse problemen. Rijk en VNG hebben eerder afspraken gemaakt zich met name te concentreren op het verzorgen van een ID-bewijs, werk en inkomen, schuldsanering, huisvesting en zorg. Deze afspraken hebben geresulteerd in het ondertekenen van het Samenwerkingsmodel nazorg aan volwassen ex-gedetineerde in juli Eind 2010 moeten gemeenten, penitentiaire inrichtingen en maatschappelijke instellingen beschikken over (regionale) afspraken over de aanpak van nazorg op basis van de vijf leefgebieden. De afspraken over de aanpak worden bij voorkeur regionaal bekrachtigd. Het Regionaal College is voorstander om: regionaal beleid te formuleren voor genoemde leefgebieden, per gemeente een contactfunctionaris nazorg detentie aan te wijzen en alle gemeenten aan te sluiten op het Digitaal Platform Aansluiting Nazorg (DPAN). De centrumgemeenten Almelo en Enschede ontvangen van het Ministerie van Justitie voor 2010 en 2011 financiering voor de nazorg aan ex-gedetineerden voor de hele regio. Dit komt neer op 212 per ex-gedetineerde. De centrumgemeenten zijn gevraagd deze gelden op constructieve wijze regionaal in te zetten. Om de nazorg detentie en de samenwerking met de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) handen en voeten te geven heeft de gemeente Rijssen-Holten eerder een contactfunctionaris aangewezen (combifunctie vanuit veiligheid en zorg) en haar medewerking verleent aan het Digitaal Platform Aansluiting Nazorg (DPAN).

23 Voor de gemeente Rijssen-Holten rest de resultaatsverplichting op basis van een regionale handreiking en/of samenwerkingsmodel beleid uit te werken (vormgeving/herijking) voor de nazorg aan volwassen en jeugdige ex-gedetineerde (dit voor de leefgebieden: identiteitspapieren, huisvesting, inkomen en werk, schulden en zorg). Bij de uitwerking wordt de mogelijkheden onderzocht de nazorg van jeugdigen en volwassenen een plaats te geven binnen het Veiligheidshuis in Almelo Doel Indicator Huidige situatie Beoogde situatie Waarborgen van veiligheid in de woonwijk 80% van alle (ex)gedetineerde n beschikt in bij verlaten van detentie over een noodzakelijk basisvoorziening en. Specifieke acties sluitende overdracht en nazorg (ex)gedetineerden > 80% nader uitgewerkt beleid voor de nazorg van volwassen en jeugdige exgedetineerden. Financiering via centrumgemeenten maatschap pelijke zorg Doelstelling / ambitie / resultaat waarborgen van veiligheid in de woonwijk; nader beleid uitwerken voor een naadloze overdracht en informatie uitwisseling noodzakelijke basisvoorzieningen (ex)gedetineerden; 80% van de ex-gedetineerden in de gemeente Rijssen-Holten beschikken bij het verlaten van detentie over de noodzakelijke basisvoorzieningen; Thema: psychiatrische patiënten Bestuurlijk verantwoordelijk Ambtelijk contactpersoon Partners intern Partners extern Wethouder Zorg en welzijn (WMO) Afdeling Mens en Werk (team MWB) Afdeling Wonen en Ondernemen (team WOEV) Politie, GGZ-instellingen, GGD en ambulancedienst Beschrijving In 2009 hebben diverse partijen in Twente op gebied van zorg en veiligheid (politie, GGZ-instellingen, GGD en ambulancedienst) een regionaal convenant ondertekend voor de reguliere crisisopvang in de geestelijke gezondheidszorg. In dit convenant staan afspraken die de samenwerking op het terrein van de crisisopvang van psychiatrische patiënten (personen die ten gevolge van psychische problemen / stoornis of andere moeiten een gevaar voor zichzelf of hun omgeving zijn) te verbeteren. Concreet gaat het om afspraken rondom patiënten die naar een instelling moeten of in een instelling verblijven. De gemeente Rijssen-Holten heeft de zorg om gemaakte afspraken in het (regionaal) samenwerkingsconvenant te borgen. Doel Indicator Huidige situatie Beoogde situatie Waarborgen van veiligheid in de woonwijk adequate zorg psychiatrische patiënten Specifieke acties borgen van gemaakte afspraken voor crisisopvang psychiatrische patiënten nb