De beleidsartikelen (overzichtsconstructie ict)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De beleidsartikelen (overzichtsconstructie ict)"

Transcriptie

1 De beleidsartikelen (overzichtsconstructie ict) OVERZICHTSCONSTRUCTIE INFORMATIE- EN COMMUNICATIE- TECHNOLOGIE grote vrijheid Het doel van het ict-beleid is dat ict een bijdrage levert aan de verbetering en vernieuwing van het onderwijs. Hiertoe moeten scholen in staat worden gesteld ict in het onderwijs te integreren. De operationele doelstelling die hieruit volgt is het zorgen voor voldoende koopkracht voor de scholen. Onderwijsinstellingen in het primair en voortgezet onderwijs en de bve-sector en de lerarenopleidingen krijgen vanaf 1999 een bijdrage voor ict. Bij de besteding krijgen zij een grote vrijheid. Dit is niet vrijblijvend, de Inspectie controleert de kwaliteit van het onderwijs. Aan de hand van de jaarlijkse Ict-Monitor wordt verantwoording aan de Tweede Kamer en anderen afgelegd. Tabel 1: Middelen ict naar directies (x 1 miljoen) Decentrale middelen primair onderwijs voortgezet onderwijs beroepsonderwijs en volwasseneneducatie lerarenopleiding 5 5. hoger onderwijs 6. onderzoek en wetenschapsbeleid overige uitgaven agrarisch onderwijs Niet alleen in het onderwijs wordt ict steeds gewoner, ook in het onderwijsbeleid wordt steeds meer gebruik gemaakt van ict. Ict kan een belangrijke bijdrage leveren aan de realisatie van de verschillende onderwijsbeleidsdoelstellingen. Bij het vormgeven van de vernieuwingsoperaties en bij het oplossen van problemen. Onderwijs on line-sectoren Voor de sectoren primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie en de lerarenopleiding is sprake van een sterke samenhang in het beleid en daarmee in de beschikbare budgettaire ruimte. Derhalve worden deze sectoren in het onderstaande gezamenlijk beschreven. didactisch gebruik van ict De nadruk bij het vormgeven van het beleid ligt steeds meer op het didactisch gebruik van ict. Ict moet een bijdrage leveren aan de uitdaging het onderwijs te verbeteren om tot een onderwijs te komen dat de lerende uitdaagt en waarbij capaciteiten optimaal worden benut. Daarnaast moet het onderwijs de lerenden voorbereiden op de maatschappij (van morgen). Persexemplaar 249

2 De beleidsartikelen (overzichtsconstructie ict) Tabel 2: Bedrag per leerling (x 1) Primair onderwijs Voorhoedescholen 13,61 66,25 66,25 57,86 57,86 Overige scholen 18,15 73,06 73,06 57,86 57,86 Bijdrage kennisnet 5,45 5,45 5,45 Beveiliging en filtering 9, / / / / / 2004 Voortgezet onderwijs Voorhoedescholen 13,61 66,25 66,25 57,86 57,86 Overige scholen 57,72 73,06 73,06 57,86 57,86 Bijdrage kennisnet 10,44 10,44 4,54 Beveiliging en filtering Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie Bve/agrarisch onderwijs 18,15 73,06 73,06 57,86 57,86 Beveiliging en filtering 9,08 De voortgang is gevolgd door middel van de Ict-Monitor en aangevuld met streefwaarden voor de begroting. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de ontwikkeling van een aantal belangrijke kengetallen in de loop van de jaren tot en met het schooljaar 2000/2001 en streefwaarden tot en met 2002/2003. De streefwaarden 2001/2002 en 2002/2003 is een volstrekt beleidsarme extrapolatie/inschatting. Over de streefwaarden zijn geen afspraken gemaakt met het onderwijsveld. Tabel 3: Kengetallen/streefwaarden ict 1997/ / / / / /2003 Primair onderwijs % computergebruik Door leraren Door leerlingen Aanwezige beleidsplannen Ict-beleidsplan Ict-investeringsplan Ict-vaardigheden van leraren (in %) Basisvaardigheden Didactische vaardigheden Ict-vaardigheden leerlingen (in %) gevorderd Internet Opvatting leraren (in %) Ict stimuleert samenwerking tussen leerlingen Bij ict-gebruik verbeteren leerprestaties Ict-infrastructuur Leerling computer-ratio Toegang tot internet (in %) Voortgezet onderwijs % computergebruik Door leraren Persexemplaar 250

3 De beleidsartikelen (overzichtsconstructie ict) Tabel 3: Kengetallen/streefwaarden ict 1997/ / / / / /2003 Door leerlingen Aanwezige beleidsplannen Ict-beleidsplan Ict-investeringsplan Ict-vaardigheden van leraren (in %) Basisvaardigheden Didactische vaardigheden Ict-vaardigheden leerlingen (in %) gevorderd Internet Opvatting leraren (in %) Ict stimuleert samenwerking tussen leerlingen Bij ict-gebruik verbeteren leerprestaties Ict-infrastructuur Leerling computer-ratio Toegang tot internet (in %) Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie % computergebruik Door leraren Door leerlingen Aanwezige beleidsplannen Ict-beleidsplan Ict-investeringsplan Ict-vaardigheden van leraren (in %) Basisvaardigheden Didactische vaardigheden Ict-vaardigheden leerlingen (in %) gevorderd Internet Opvatting leraren (in %) Ict stimuleert samenwerking tussen leerlingen Bij ict-gebruik verbeteren leerprestaties Ict-infrastructuur Leerling computer-ratio Toegang tot internet (in %) Lerarenopleidingen % computergebruik Door leraren Door leerlingen Aanwezige beleidsplannen Ict-beleidsplan Ict-investeringsplan Ict-vaardigheden van leraren (in %) Basisvaardigheden Didactische vaardigheden Ict-vaardigheden leerlingen (in %) gevorderd Internet Opvatting leraren (in %) Ict stimuleert samenwerking tussen leerlingen Bij ict-gebruik verbeteren leerprestaties Ict-infrastructuur Leerling computer-ratio Toegang tot internet (in %) In het primair en voortgezet onderwijs is gevraagd naar basaal gebruik van internet. In het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie en de lerarenopleiding basisonderwijs is gevraagd naar gevorderd gebruik van internet. stichting Surf Hoger onderwijs Bij instellingen in het hoger onderwijs zijn er snelle ontwikkelingen op het gebied van virtueel onderwijs en ict. Universiteiten zijn er zelf verantwoordelijk voor om uit de eigen middelen te investeren in ict. Het ministerie van OCenW subsidieert de digitale universiteit en het educatiefonds van Persexemplaar 251

4 De beleidsartikelen (overzichtsconstructie ict) stichting Surf. Deze digitale universiteit is een initiatief van een consortium van hogescholen en universiteiten. Voor de periode is een bijdrage vanuit de overheid van in totaal 11,3 miljoen toegezegd. Doel van het consortium digitale universiteit is de ontwikkeling en exploitatie van hoger onderwijs in een elektronische leeromgeving en de implementatie van innovaties rondom het hoger onderwijs. Om ict-gebruik in het hoger onderwijs te stimuleren kent de stichting SURF het educatief programma. Onderdeel van dit programma is het reeds genoemde educatiefonds dat mede door OCenW wordt gesubsidieerd. Doel hiervan is het stimuleren van innovatieve projecten in het hoger onderwijs op het gebied van toepassing van ict. Evaluatie vindt periodiek plaats via de stichting Surf. In 2002 is een eindevaluatie gepland. Persexemplaar 252

5 De beleidsartikelen (artikel 11) 11. STUDIEFINANCIERING 11.1 Algemene beleidsdoelstelling toegankelijk Studiefinanciering is een zaak van drie partijen: de overheid, studenten en hun ouders. Alle drie leveren ze een onmisbare bijdrage. De overheid zet haar middelen voor studiefinanciering zo in, dat het onderwijs voor iedereen toegankelijk is, ook voor mensen met een lager inkomen. Van degene die voor studiefinanciering in aanmerking komt, wordt een tegenprestatie verwacht. De middelen die de overheid voor studiefinanciering beschikbaar stelt, zijn bedoeld voor zowel een bijdrage in de kosten die direct samenhangen met het volgen van onderwijs, als voor een bijdrage in de kosten van levensonderhoud. Het beleid richt zich daarbij op de volgende doelgroepen: + deelnemers van 18 jaar en ouder in de beroepsopleidende leerweg ; + studenten in het hoger beroepsonderwijs; + studenten in het wetenschappelijk onderwijs Nader geoperationaliseerde doelstellingen Wet studiefinanciering 2000 Het streven van de overheid is dat iedere studerende die er aanspraak op kan en wil maken, studiefinanciering ontvangt. Het beleid voor de komende jaren is vastgelegd in de Wet studiefinanciering 2000 (WSF 2000), die sinds 1 september 2000 van kracht is. In de WSF 2000 is omschreven welke bijdragen de overheid aan studerenden beschikbaar stelt, en aan welke voorwaarden studerenden moeten voldoen om voor studiefinanciering in aanmerking te komen. Ook zijn hierin de aflossingsvoorwaarden van de studiefinancieringsleningen vastgelegd. In 2002 is er een nieuw contract afgesloten voor de ov-studentenkaart dat loopt vanaf Normbedragen Box 11.1: Normbedragen De studiefinanciering bestaat uit een basisbeurs en ov-studentenkaart voor iedereen, en afhankelijk van het ouderlijk inkomen een aanvullende beurs. Daarnaast kan iedere studerende een rentedragende lening afsluiten. Tezamen is dit het normbudget: het maandelijks budget waarvan uitgegaan wordt bij de bepaling van de hoogte van de studiefinanciering. De hoogte van het normbudget voor studerenden is opgebouwd uit een aantal componenten: + een bedrag voor de kosten van levensonderhoud; dit bedrag is voor uit- en thuiswonenden verschillend; + een bedrag voor boeken en leermiddelen; + een tegemoetkoming in de kosten van de onderwijsbijdrage; + een bedrag voor de ziektekostenverzekering; + een reisvoorziening in de vorm van een ov-studentenkaart. Deze bedragen zijn door de overheid genormeerde kosten. In de praktijk kunnen ze afwijken van de werkelijke, individueel gemaakte kosten. De normbedragen samen vormen een maandbudget waarmee de studerende wordt geacht rond te kunnen komen. De ontwikkelingen in de totale uitgaven en inkomsten van studenten worden gevolgd via de «studentenmonitor». Deze jaarlijkse monitor is een middel om de studentenpopulatie en haar kenmerken in kaart te brengen en trends te traceren. De studentenmonitor 2002 wordt medio 2003 naar de Tweede Kamer gestuurd. Persexemplaar 253

6 De beleidsartikelen (artikel 11) De belangrijkste normbedragen van de studiefinanciering zijn in tabel 11.1 opgenomen. Tabel 11.1: Normbedragen WSF 2000 per maand in (peildatum 1 januari) e.v.* Wo en hbo Basisbeurs thuiswonend 68,55 68,55 uitwonend 211,09 211,09 Maximale aanvullende beurs 216,53 222,05 Rentedragende lening** 234,29 234,29 Maximaal normbudget 661,91 667,43 Bol Basisbeurs thuiswonend 51,66 51,66 uitwonend 194,20 194,20 Maximale aanvullende beurs 293,92 296,65 Rentedragende lening** 128,14 128,14 Maximaal normbudget 616,26 618,99 * prijspeil 2002 ** bij maximale aanvullende beurs maximale aanvullende beurs De normbedragen worden jaarlijks geïndexeerd. De huidige begroting is op prijspeil 2002 opgesteld. Daarom zijn de normbedragen voor het jaar 2003 en volgende vooralsnog constant gehouden. Wel is zichtbaar dat de in de begroting verwerkte stijging van het les- en collegegeld wordt doorvertaald in een stijging van de maximale aanvullende beurs in de beroepsopleidende leerweg (bol) en het hoger onderwijs (ho). De maximale aanvullende beurs wordt verstrekt aan studenten wiens ouders gezamenlijk een belastbaar inkomen hebben tot circa Bij een hoger inkomen daalt de aanvullende beurs. Aantal basisbeurs gerechtigden 1 De toegankelijkheid van het onderwijs komt onder andere tot uitdrukking in een basisbeurs voor iedereen. In tabel is weergegeven hoeveel basisbeursgerechtigden er in de komende jaren worden verwacht. Deze raming is gebaseerd op de Referentieraming Dit is een raming van alle ingeschreven leerlingen en studerenden. Aanvullende beurs gerechtigden De doelstelling dat het onderwijs voor iedereen toegankelijk moet zijn, ook voor mensen met een lager inkomen, wordt gerealiseerd door de verstrekking van de aanvullende beurs. In tabel 11.2 is opgenomen welk deel van de basisbeursgerechtigden in aanmerking komt voor een aanvullende beurs. 1 Onder gerechtigden wordt verstaan studerenden die aanspraak kunnen maken op studiefinanciering Persexemplaar 254

7 De beleidsartikelen (artikel 11) Tabel 11.2: Percentage aanvullende beursgerechtigden 2003 Wo 29% Hbo 42% Bol 56% Totaal 44% Het totaal aantal aanvullende beursgerechtigden is in tabel opgenomen. Studievoortgangscontrole Box 11.2: Beurs na tegenprestatie Om studiefinanciering als gift te ontvangen moet er een tegenprestatie worden geleverd. Studenten die op of na 1 september 1996 voor het eerst in het hoger onderwijs zijn ingeschreven, vallen onder de prestatiebeurssystematiek. Deze beurs (basisbeurs en ov-studentenkaart) wordt uitgekeerd als voorwaardelijke lening. Die wordt omgezet in een gift als een student voldoet aan de gestelde normen (21 studiepunten in het eerste jaar en binnen 10 jaar een diploma). De omzettingen vinden plaats na afloop van het eerste studiejaar en na het behalen van het diploma. Indien een student niet voldoet aan de gestelde normen wordt de prestatiebeurs omgezet in een definitieve rentedragende lening. prestatiebeurs toegankelijke leenfaciliteit Omzettingen van de prestatiebeurs op basis van het diploma zijn vanaf 2001 zichtbaar in de begroting. Studenten die vóór 1996 al waren ingeschreven in het hoger onderwijs vallen onder het regime van de tempobeurs. Deze wordt in eerste instantie als gift uitgekeerd. Als de student niet voldoende studievoortgang boekt, wordt de tempobeurs omgezet in een definitief rentedragende lening. Deelnemers in de bol moeten aanwezig zijn op de opleiding om in aanmerking te komen voor studiefinanciering. Het streven is om de effecten van de studievoortgang weer te geven in een percentage van de studerenden dat aan de studievoortgangeisen voldoet. Deze gegevens zijn vooralsnog niet beschikbaar. De diplomatermijn is met de WSF 2000 voor alle prestatiebeursstudenten opgerekt tot 10 jaar. Studenten onder het prestatiebeursregime hebben minimaal tot 2006 de tijd om het diploma te behalen. Rentedragende leningen Studerenden kunnen zelf een bijdrage in de kosten van levensonderhoud leveren door te werken of te lenen. Het stelsel van studiefinanciering biedt studerenden de mogelijkheid het verschil tussen het normbudget enerzijds en de ontvangen basisbeurs en aanvullende beurs anderzijds, aan te vullen met een rentedragende lening van de overheid. Het vergroten van het leenvolume is geen zelfstandige doelstelling van het overheidsbeleid: wel is het van belang dat de leenfaciliteit voor iedere studerende goed toegankelijk is. Gebrek aan geld mag geen belemmering zijn voor het volgen van een studie. In tabel 11.3 is opgenomen in welke mate de studerenden gebruik maken van de mogelijkheid om te lenen. Persexemplaar 255

8 De beleidsartikelen (artikel 11) Tabel 11.3: Percentage opgenomen reguliere rentedragende leningen 2001* Wo 32% 35% 38% 38% 38% 38% 38% Hbo 18% 19% 19% 19% 19% 19% 19% Bol 7% 7% 7% 7% 7% 7% 7% Totaal 19% 20% 21% 21% 21% 21% 21% * 2001 is gerealiseerd percentage De verwachting is dat deze percentages voor het hoger onderwijs de komende jaren licht zullen stijgen als gevolg van de invoering van de prestatiebeurs. Met de invoering ervan in 1996 is immers het aantal jaren dat een student recht heeft op basisbeurs gelijkgesteld aan het aantal jaren dat zijn opleiding formeel duurt (onder de tempobeurs hadden studenten een jaar extra recht op basisbeurs). Nadat een student zijn basisbeursrechten heeft gebruikt, heeft hij nog drie jaar recht op een rentedragende lening. Het eerste cohort prestatiebeursstudenten heeft inmiddels zijn basisbeursrechten verbruikt, en zal naar verwachting in grotere mate dan de tempobeurscohorten een rentedragende lening opnemen. In de begroting is hier rekening mee gehouden Budgettaire gevolgen van beleid Uitgaven en ontvangsten Tabel 11.4 geeft de middelen aan die beschikbaar zijn op het beleidsartikel studiefinanciering. Binnen de studiefinanciering is onderscheid gemaakt tussen de uitgaven voor de basisbeurs, de aanvullende beurs, de reisvoorziening en de overige uitgaven. De ontvangsten betreffen met name de ontvangsten aan rente over en aflossing van leningen, en de terugontvangsten op ten onrechte uitbetaalde studiefinanciering. Box 11.3: Onderscheid relevant/niet relevant De uitgaven en ontvangsten die in het kader van de WSF 2000 worden gedaan, zijn te splitsen in relevante uitgaven en ontvangsten en niet-relevante uitgaven en ontvangsten. Niet-relevant betekent in dit verband niet-relevant voor het beleidsmatig financieringssaldo. Hieronder vallen de rentedragende leningen en de uitgaven voor de prestatiebeurs (zolang deze nog niet zijn omgezet in een definitieve gift). De niet-relevante ontvangsten betreffen de aflossingen op de rentedragende leningen. Persexemplaar 256

9 De beleidsartikelen (artikel 11) Tabel 11.4: Opbouw uitgaven en ontvangsten (x 1 miljoen) Verplichtingen 1 990, , , , , , ,1 Relevante uitgaven 11.1 Basis- en aanvullende beurs 854,0 846, , , , , , Reisvoorziening 250,6 56,5 238,1 283,7 352,9 387,3 402, Overige uitgaven 68,4 68,5 78,0 77,3 60,2 61,9 78,9 Subtotaal relevante uitgaven 1 172,9 971, , , , , ,0 Niet-relevante uitgaven 11.4 Prestatiebeurs 419,3 435,3 357,7 230,4 122,7 74,6 79, Reguliere rentedragende lening 398,0 442,8 460,8 468,6 479,1 497,1 511,7 Subtotaal niet-relevante uitgaven 817,3 878,1 818,5 699,0 601,8 571,6 591,2 Totale uitgaven 1 990, , , , , , ,1 waarvan oploop in prijsbijstelling 0 0 2,4 4,7 7,1 9,5 11,8 Ontvangsten 11.1 Studiefinanciering relevant 254,7 239,6 233,8 238,5 245,2 253,1 261, Studiefinanciering niet-relevant 77,4 84,6 97,5 109,9 121,8 133,2 144,1 Totale ontvangsten 332,1 324,2 331,3 348,4 367,0 386,3 405, Beleidsinstrumenten Zoals reeds eerder is aangegeven zijn de uitgaven en de ontvangsten van het beleidsartikel Studiefinanciering gebaseerd op de WSF In de WSF 2000 is bepaald welke studerenden recht hebben op studiefinanciering, en hoe die rechten zijn opgebouwd. Voor de verschillende beleidsinstrumenten binnen de studiefinanciering bestaat een aantal beleidsvoornemens. flexibele studiefinancieringsrechten kwijtschelding WSF 2000 Sinds 1 september 2000 is de WSF 2000 van kracht. De grootste wijzigingen ten opzichte van de oude wet (WSF) betreffen vooral het flexibeler kunnen opnemen van de studiefinancieringsrechten, het expliciteren van de rol van de ouders in het stelsel van studiefinanciering, het oprekken van de leeftijdsgrens voor studiefinanciering in het hoger onderwijs en de bol tot 30 jaar en de verlenging van de diplomatermijn tot 10 jaar. Ook valt de aanvullende beurs in het eerste jaar niet onder het prestatieregime. Bij de behandeling van deze volledig herziene WSF 2000 heeft de Tweede Kamer een amendement aangenomen om bij algemene maatregel van bestuur te regelen dat niet tijdig afgestudeerde studenten al naar gelang hun draagkracht na hun studie in aanmerking komen voor volledige of gedeeltelijke kwijtschelding van hun studieschuld uit hoofde van de aanvullende beurs. Effect van deze maatregel zou zijn dat studenten met een aanvullende beurs die uiteindelijk geen diploma halen ongeveer dezelfde uitgangssituatie hebben als ze de arbeidsmarkt betreden als studenten zonder aanvullende beurs die het diploma niet behalen. De extra uitgaven die met deze maatregel samenhangen bedragen circa 14,5 miljoen in de structurele situatie (vanaf 2006). De algemene maatregel van bestuur is nog niet in werking getreden. Persexemplaar 257

10 De beleidsartikelen (artikel 11) ov-studentenkaart studeren buiten Nederland De reisvoorziening Een van de componenten van het normbudget voor de studiefinanciering is de reisvoorziening in de vorm van de ov-studentenkaart. In 2002 heeft OCenW een nieuw contract afgesloten voor de ov-studentenkaart. Dit contract gaat in 2003 in en loopt voor onbepaalde tijd. Ten opzichte van de vorige ov-studentenkaart kunnen studerenden dan langer reizen op vrijdag met hun week- of weekendkaart. Internationalisering Met de WSF 2000 is de studiefinanciering flexibeler geworden. Ze sluit beter aan bij de eisen die de samenleving stelt en geeft studerenden de mogelijkheid hun opleiding in te richten op een manier die het beste bij hen past. De flexibiliteit houdt tot nu toe echter op bij de grens. De Tweede Kamer uitte bij de behandeling van de WSF 2000 de wens dat studerenden hun studiefinanciering mee kunnen nemen als zij gaan studeren buiten Nederland. Doelstelling is dat studerenden een nog breder scala aan mogelijkheden krijgen aangeboden om zich optimaal te ontwikkelen en op de arbeidsmarkt voor te bereiden. Hiertoe zijn de mogelijkheden verkend. Het grenslandenbeleid in het hoger onderwijs zal daartoe uitgebreid worden en voor de bol wordt een pilot opgestart voor meeneembare studiefinanciering. Daarnaast hebben zich in de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen ontwikkelingen voorgedaan in het vrij verkeer van werknemers en de daaraan gerelateerde studiefinanciering. Het arrest Meeusen 1 bijvoorbeeld leidt tot extra studiefinancieringsgerechtigden. De relevante uitgaven die met internationalisering gemoeid zijn, worden zichtbaar vanaf 2001 en bedragen in de begrotingsraming maximaal 9,1 miljoen; de niet-relevante uitgaven bedragen maximaal 16,5 miljoen. internationale mobiliteit misbruik voorkomen 1 Meeusen, HvJEG, 8 juni 1999, zaak C-337/97 Bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs Samenhangend met het beschreven beleidsvoornemen op het gebied van internationalisering, biedt de Bologna-verklaring (ondertekend in juni 1999) een extra impuls aan het vergroten van de internationale mobiliteit. Deze verklaring heeft tot gevolg dat Nederland een bachelor-mastermodel heeft ingevoerd. Vanuit begrotingsstandpunt bezien is voor studiefinanciering de belangrijkste vraag hierbij, op welke momenten in de studie de prestatiebeurs van lening omgezet kan worden in gift. De invoering van het bachelormastermodel betekent voor studiefinanciering twee relevante wijzigingen. Allereerst heeft de student de mogelijkheid na het behalen van zijn bachelor in het wetenschappelijk onderwijs zijn voorlopige lening te laten omzetten in een gift. Ook kunnen resterende studiefinancieringsrechten ingezet worden voor postinitiële opleidingen. De verwachting is dat de invoering van het bachelor-mastermodel voor de studiefinanciering budgettair neutraal zal zijn. Koppeling van WSF 2000-bestand aan GBA Met ingang van het studiejaar 2002/2003 worden de studentgegevens over uiten thuiswonendheid van de IB-Groep gekoppeld aan de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA). Nieuwe studenten komen alleen nog in aanmerking voor een uitwonendenbeurs, als de uitwonendheid ook uit de GBA blijkt. Het doel van deze koppeling aan de GBA is om misbruik en oneigenlijk gebruik van studiefinanciering zoveel mogelijk te voorkomen. Er zijn geen gegevens beschikbaar in welke mate het misbruik en oneigenlijk gebruik van de studiefinanciering terugge- Persexemplaar 258

11 De beleidsartikelen (artikel 11) drongen zal worden door de koppeling aan de GBA. Daarom is het budgettair effect van de maatregel op voorhand lastig in te schatten. Toelichting op de ramingen Hieronder worden alle onderdelen uit tabel 11.4 afzonderlijk toegelicht. Tabel 11.5: Relevante uitgaven basisbeurs en aanvullende beurs (x 1 miljoen) Basisbeurs bol-beurs 169,0 175,1 175,3 175,6 176,4 176,4 176,4 tempobeurs 32,5 17,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 prestatiebeurs 221,5 310,9 439,7 547,9 590,6 602,9 610,9 Totaal basisbeurs 423,0 503,1 614,9 723,5 767,0 779,3 787,3 Aanvullende beurs bol-beurs 260,9 237,6 239,5 251,8 264,8 276,5 278,3 tempobeurs 9,4 4,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 prestatiebeurs 160,8 101,3 154,7 184,4 202,3 205,0 211,1 Totaal aanvullende beurs 431,1 343,0 394,1 436,1 467,1 481,5 489,4 De belangrijkste componenten in de relevante uitgaven voor de WSF 2000 zijn de basisbeurs en aanvullende beurs. In de raming van de uitgaven op deze onderdelen is onderscheid gemaakt tussen de prestatiebeurs, de tempobeurs (beide voor studenten in het ho) en de beurs voor deelnemers in de bol (zie tabel 11.5). Het verloop van de uitgaven aan basis- en aanvullende beurs volgt in de eerste plaats de leerlingontwikkeling. Daarnaast speelt de prijscomponent een rol: als gevolg van de indexering is op 1 januari 2002 de basisbeurs voor uitwonende studenten in het ho per maand met 5,12 gestegen, en voor uitwonende deelnemers in de bol met 4,71. Deze stijging uit zich direct in de uitgaven basisbeurs voor de bol. Door het vertragende prestatiebeurseffect is deze stijging voor het ho minder duidelijk zichtbaar in de relevante uitgaven voor de basisbeurs. Daarnaast werkt ook de indexering van het college- en lesgeld in de hele periode in de raming van de aanvullende beurs door. Aan de reeks tempobeursuitgaven is duidelijk te zien dat in de ramingsperiode steeds minder studenten recht hebben op een tempobeurs. De relevante uitgaven aan prestatiebeursstudenten nemen daarentegen toe. Deze uitgaven betreffen de omzettingen van voorlopige lening in gift. Deze stijgen vanwege de jaarlijkse toename van de groep prestatiebeursstudenten die zijn beurs omgezet krijgt in gift gedurende de periode. Bij de aanvullende beurs betreft dit ook de direct als gift verstrekte aanvullende beurs aan eerstejaars prestatiebeursstudenten. Overige uitgaven Tabel 11.6: Overige relevante uitgaven studiefinanciering (x 1 miljoen) Totaal overige uitgaven 68,4 68,5 78,0 77,3 60,2 61,9 78,9 Persexemplaar 259

12 De beleidsartikelen (artikel 11) In de «overige uitgaven» zijn vier belangrijke posten geraamd (zie tabel 11.6): + de uitgaven aan lesgeldvoorschotten die betaald worden aan deelnemers in de bol met recht op een aanvullende beurs (circa 61,5 miljoen); + het effect van de ten onrechte betaalde studiefinanciering. Wanneer geconstateerd wordt dat aan een studerende in het verleden een te hoge beurs is toegekend en uitbetaald, wordt deze teruggevorderd of verrekend met volgende uitbetalingen. Het «achterstallig recht» dat op deze wijze ontstaat, wordt in de post «overige uitgaven» geraamd (circa 40 miljoen); + vergoedingen aan studerenden in Nederland uit landen die deel uitmaken van de Europese Unie. Deze vergoeding is met ingang van het studiejaar 2001/2002 verlaagd (circa 7,2 miljoen); + niet-relevante uitgaven die volgens de begrotingssystematiek in eerste instantie toegerekend werden aan de relevante uitgaven. Deze reeks is in de post «overige uitgaven» negatief; bij de niet-relevante uitgaven is de tegenhanger van deze reeks verwerkt (circa 43 miljoen). vrij reizen Reisvoorziening Tabel 11.7: Relevante uitgaven reisvoorziening (x 1 miljoen) OV-contract 347,8 372,0 385,2 390,4 399,9 408,9 418,2 Intertemporele compensatie 15,5 222,8 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 OV in prestatiebeurs 119,0 109,7 149,3 107,8 48,1 24,1 22,9 Reisvoorziening overig 6,4 17,0 2,2 1,1 1,1 2,5 7,0 Totaal reisvoorziening 250,6 56,5 238,1 283,7 352,9 387,3 402,4 Tabel 11.7 geeft de verwachte relevante uitgaven weer voor de reisvoorziening in de WSF De reisvoorziening wordt verstrekt in de vorm van een ov-studentenkaart. Het nieuwe contract gaat in per De totale uitgaven aan de ov-studentenkaart betreffen vooral de kosten van het contract met de openbaarvervoerbedrijven. Deze kosten variëren met het aantal rechthebbende studenten. voorwaardelijke lening Vanaf het studiejaar 2000/2001 valt de reisvoorziening onder de werking van de prestatiebeurs voor de cohorten in het hoger onderwijs vanaf 1999/2000. Dat betekent dat de reisvoorziening voor deze studenten als een voorwaardelijke lening wordt geboekt. Bij voldoende studieprestaties worden de voorwaardelijke leningen omgezet in een gift conform de systematiek van de prestatiebeurs. De besparing die samenhangt met de voorwaardelijke leningen en omzettingen wordt gegeven bij de reeks «OV in prestatiebeurs». De post «uitgaven reisvoorziening overig» heeft betrekking op de voorziening voor specifieke doelgroepen onder de WSF-gerechtigden, zoals studerenden die een deel van hun studie in het buitenland volgen en gehandicapte studerenden. Ook deze vergoeding valt voor genoemde cohorten onder de werking van de prestatiebeurs. Persexemplaar 260

13 De beleidsartikelen (artikel 11) Niet-relevante uitgaven Tabel 11.8: Niet-relevante uitgaven WSF (x 1 miljoen) Prestatiebeurs basisbeurs 261,2 157,6 102,9 29,7 3,5 11,4 1,8 aanvullende beurs 39,1 143,9 80,1 54,0 44,7 44,2 51,7 ov-studentenkaart 119,0 103,6 143,1 101,6 39,2 5,8 3,3 prestatiebeurs overig 0,0 30,3 31,6 45,0 42,3 35,9 32,8 Totaal prestatiebeurs 419,3 435,3 357,7 230,4 122, ,5 Reguliere rentedragende lening 398,0 442,8 460,8 468,6 479,1 497,0 511,7 Totaal niet-relevant WSF 817,3 878,1 818,5 699,0 601,8 571,6 591,2 Prestatiebeurzen worden in eerste instantie als niet-relevante uitgaven geboekt. De omzettingen in gift worden hierop in mindering gebracht. De hoge uitgaven aan het begin van de begrotingsraming worden verklaard omdat er dan nog relatief weinig omzettingen tegenover de voorwaardelijke leningen staan. In de stabiele situatie (deze valt pas na 2006) valt het bedrag aan voorwaardelijke lening in ieder jaar grotendeels weg tegen de omzettingen; de opbrengst aan studievoortgangscontrole blijft over aan de niet-relevante kant. Eerstejaarsomzettingen in beurzen hebben in de gehele periode in bovenstaande tabel plaats; de omzettingen op basis van de diplomatermijn lopen vanaf Vanaf het jaar 2000 is ook de reisvoorziening onder de werking van de prestatiebeurs gebracht. De effecten die dit heeft op de niet-relevante uitgaven zijn verwerkt in de raming voor de prestatiebeursuitgaven. De post «prestatiebeurs overig» heeft voor een belangrijk deel betrekking op de reserveringen voor internationalisering. De reguliere rentedragende lening omvat ook de reeks die volgens de begrotingssystematiek in eerste instantie toegerekend worden aan de relevante uitgaven, en waarvan in de overige relevante uitgaven reeds melding is gemaakt ( 43 miljoen). investeren in eigen toekomst Ontvangsten Zoals al eerder is aangegeven hebben studerenden de mogelijkheid om een deel van het normbudget als lening op te nemen. Vanuit de gedachte dat studeren een investering is in de eigen toekomst, betalen studenten op deze manier zelf een deel van hun studiekosten. De studielening moeten zij na afloop van de studie terugbetalen. De terugbetalingsperiode voor een studieschuld bestaat uit een aanloopfase van 2 jaar en een aflosfase van 15 jaar. Gedurende de aanloopfase bestaat geen verplichting tot terugbetaling van de schuld; dit geeft studerenden de gelegenheid om eerst een plaats op de arbeidsmarkt te vinden. Ook voorkomt dit dat ze direct met (hoge) vaste lasten worden geconfronteerd. Studerenden betalen af in maandelijkse termijnen, met een minimum van 25. Studerenden kunnen gedurende de aflosfase draagkrachtmeting aanvragen in het geval dat ze niet over voldoende middelen beschikken om de maandelijkse termijnen terug te betalen. In dat geval wordt de resterende schuld na 17 jaar kwijtgescholden. Dit voorkomt dat een studerende voor wie het individuele profijt van de studie niet opweegt tegen de gemaakte investering, gedurende een (levens)lange periode met Persexemplaar 261

14 De beleidsartikelen (artikel 11) de studieschuld geconfronteerd blijft. Als een (ex-)studerende bij herhaling weigert om de lening terug te betalen, wordt er een deurwaarder ingeschakeld. In de volgende tabel zijn de relevante en de nietrelevante ontvangsten opgenomen. De relevante ontvangsten worden onderscheiden in ontvangsten op kortlopende schulden, renteloze voorschotten en het relevante deel van de ontvangsten op rentedragende leningen. Tabel 11.9: Ontvangsten studiefinanciering (x 1 miljoen) Kortlopende vorderingen: relevant 102,8 107,1 108,1 109,3 110,8 112,2 113,5 Renteloze voorschotten: relevant 24,5 12,1 4,5 4,5 4,5 4,5 4,5 Relevante rentedragende leningen 127,4 120,5 121,2 124,7 129,9 136,3 143,6 Subtotaal relevante ontvangsten 254,7 239,6 233,8 238,6 245,2 253,1 261,6 Niet-relevante ontvangsten 77,4 84,7 97,5 109,9 121,8 133,2 144,1 Totaal ontvangsten studiefinanciering 332,1 324,3 331,3 348,5 367,0 386,3 405,7 Onder kortlopende vorderingen verstaan we de ontvangsten op schulden die ontstaan als ontdekt wordt dat er ten onrechte studiefinanciering is uitbetaald. Tot de kortlopende vorderingen behoren ook de ontvangsten en verrekeningen op de lesgeldvoorschotten. Bij de ontvangsten op renteloze voorschotten (dit zijn leningen die voor 1986 werden uitgegeven) is sprake van een aflopende reeks. Dit wordt veroorzaakt doordat er geen nieuwe aflossers meer bijkomen en er steeds meer debiteuren zijn die hun hele schuld hebben afgelost en kwijtschelding plaatsvindt op basis van de maximale terugbetalingstermijn. Voor de ontvangsten (rente en aflossing) op relevante rentedragende leningen verstrekt vóór 1992, is de verwachting dat deze in de toekomst gaan dalen. Deze lening wordt sinds 1992 niet meer verstrekt. Dit betekent ook dat de groep (ex-)studerenden die op deze schuldsoort aflost, steeds kleiner wordt. Daarnaast vallen in deze categorie de renteontvangsten op relevante rentedragende leningen die vanaf 1992 verstrekt zijn. De ontvangsten op deze leningen stijgen in de komende jaren. Bij de niet-relevante ontvangsten (dit zijn leningen die na 1992 zijn verstrekt) verlopen de ramingen in een stijgende lijn, omdat er ieder jaar nieuwe cohorten bij komen die gaan aflossen. Kengetallen In deze paragraaf worden enkele onderbouwingen van de begrotingsramingen gepresenteerd. Basisbeurs Het aantal studerenden dat recht heeft op een basisbeurs is gepresenteerd in tabel Hierbij is voor studenten in het hoger onderwijs onderscheid gemaakt naar studenten die onder het prestatiebeursregime vallen en studenten onder de tempobeurs. Persexemplaar 262

15 De beleidsartikelen (artikel 11) Tabel 11.10: Totaal aantal basisbeursgerechtigden Basisbeursgerechtigden wo waarvan prestatiebeurs waarvan tempobeurs Basisbeursgerechtigden hbo waarvan prestatiebeurs waarvan tempobeurs Bol Totaal De ontwikkeling van het aantal basisbeursgerechtigden volgt de ontwikkeling van het aantal studerenden. De aantallen in laatstgenoemde raming liggen hoger, omdat niet iedere student die is ingeschreven en onderwijs volgt ook daadwerkelijk recht heeft op een basisbeurs. De raming van basisbeursgerechtigden ligt ten grondslag aan de begroting en laat zien dat het totaal aantal basisbeurzen de afgelopen jaren is afgenomen. Vanaf 2003 stijgt het aantal beursgerechtigde studerenden echter weer. Aangezien er geen nieuwe studenten meer instromen die nog onder het regime van de tempobeurs vallen, wordt het aantal tempobeursstudenten ieder jaar kleiner. De verwachting is dat er vanaf 2003 geen tempobeursstudenten meer zijn. Voor de raming van de uitgaven is van belang in welke mate studerenden uitwonend zijn. De basisbeurs voor uitwonenden is immers hoger dan die voor thuiswonenden. In tabel is aangegeven in welke mate er sprake is van uitwonendheid voor de verschillende onderwijssoorten. Tabel 11.11: percentage uitwonende beursgerechtigden 2003 Wo 77% Hbo 50% Bol 25% Totaal 47% Aanvullende beurs Op basis van het aantal basisbeursgerechtigden (zie tabel 11.10) en het meest recent gerealiseerde percentage aanvullende beursgerechtigden (zie tabel 11.2) kan het aantal aanvullende beursgerechtigden bepaald worden. Verondersteld wordt dat de ontwikkeling van het aantal aanvullende beursgerechtigden de ontwikkeling van het aantal basisbeursgerechtigden volgt. Daarom zijn in de begrotingsraming genoemde percentages constant gehouden. Persexemplaar 263

16 De beleidsartikelen (artikel 11) Tabel 11.12: Totaal aantal aanvullende beursgerechtigden Wo Hbo Bol Totaal Op basis van de raming van de uitgaven voor de aanvullende beurs kan ook worden bepaald welk bedrag gemiddeld per basisbeursgerechtigde wordt uitbetaald. Het bedrag dat een student gemiddeld moet terugbetalen omdat niet aan de prestatienorm of temponorm is voldaan, is niet op onderstaande bedragen in mindering gebracht. Tabel 11.13: Gemiddelde bedragen aanvullende beurs per basisbeursgerechtigde op jaarbasis (x 1) Wo Hbo Bol Jaarlijks stijgen de gemiddelde bedragen aan aanvullende beurs door de indexering van het les- en collegegeld. Reisvoorziening Voor de raming van de uitgaven voor de reisvoorziening is uitgegaan van het totaal aantal ov-kaartgerechtigden. Dit aantal omvat zowel degenen die basisbeursgerechtigd zijn als degenen die uitsluitend recht hebben op een rentedragende lening. Tabel 11.14: Aantal gerechtigden ov-studentenkaart Wo Hbo Bol Totaal Ontvangsten Bij de ramingen van de ontvangsten wordt gebruik gemaakt van de gerealiseerde ontvangsten en de vorderingstanden aan het eind van een kalenderjaar. Hieronder is een overzicht opgenomen van de vorderingsstanden van eind 1999, eind 2000 en eind Persexemplaar 264

17 De beleidsartikelen (artikel 11) Tabel 11.15: Vorderingenstanden (x 1 miljoen) Soort lening Eindstand 1999 Eindstand 2000 Eindstand 2001 Renteloze voorschotten verstrekt t/m Rentedragende leningen verstrekt vóór Rentedragende leningen verstrekt na Prestatiebeurs De vorderingstanden van de renteloze voorschotten en de rentedragende leningen verstrekt voor 1992, nemen langzaam af. De prestatiebeursvorderingen nemen toe. Dit komt doordat de prestatiebeursstudenten hun beurs in eerste instantie als lening krijgen uitgekeerd. Wanneer ze de prestatienorm halen, wordt deze voorwaardelijke lening omgezet in een gift; begrotingstechnisch worden de niet-relevante uitgaven dan relevant. Als een student niet aan deze prestatienorm voldoet, verandert de voorwaardelijke lening in een definitieve lening en blijven de uitgaven niet-relevant Budgetflexibiliteit Alle uitgaven onder dit artikel zijn wettelijke uitgaven, namelijk gebaseerd op de WSF De mate van budgetflexibiliteit wordt bepaald door de mate waarin de wet en de daarop gebaseerde regelingen gewijzigd kunnen worden Veronderstellingen in effectbereik, doelmatigheid en raming De ontwikkelingen in de uitgaven en ontvangsten van studiefinanciering worden in belangrijke mate bepaald door de ontwikkelingen in het aantal gerechtigden. De raming van het totaal aantal gerechtigden voor de verschillende onderdelen is gebaseerd op de Referentieraming Voor de studiefinanciering is hierbij vooral van belang de raming van de ingeschrevenen in het ho en de bol. Tevens is de raming gebaseerd op de meest recente realisatiegegevens De ontvangstenraming is vooral gebaseerd op een extrapolatie naar de begrotingsjaren van de gerealiseerde ontvangsten in de afgelopen jaren, waarbij rekening wordt gehouden met de te verwachte ontwikkeling in de vorderingen. De begroting voor de jaren 2003 en verder is geraamd op het prijspeil en de normen voor 2002 (de jaarlijkse indexering op grond van inflatie wordt in deze begroting nog niet geraamd). Wel is rekening gehouden met de jaarlijkse indexering van de les- en collegegelden Groeiparagraaf De implementatie van vbtb voor dit beleidsartikel leidt in de komende jaren op twee onderdelen nog tot verbeteringen. studentenmonitor Monitoring van de inkomens en uitgaven van studenten In het licht van de doelstelling van de studiefinanciering worden de uitgaven en de inkomsten en de sociaal-economische en culturele achtergrond van studenten gevolgd. Dit gebeurt via de «studentenmonitor». Daarbij is ook aandacht voor de ontwikkeling van de inkomens- Persexemplaar 265

18 De beleidsartikelen (artikel 11) positie van studenten. Uitkomsten van de «studentenmonitor» kunnen in de komende jaren betrokken worden bij de verdere concretisering van dit beleidsartikel. Aflossing van studieleningen De beleidsinformatie over aflossing van studieleningen wordt volgend jaar en de jaren daarop uitgebreid. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de groep debiteuren waarvan aan het einde van de aflosfase de nog resterende studieschulden worden kwijtgescholden. Persexemplaar 266

19 De beleidsartikelen (artikel 12) 12. TEGEMOETKOMING ONDERWIJSBIJDRAGE EN SCHOOL- KOSTEN 12.1 Algemene beleidsdoelstelling geen financiële drempel Het volgen van onderwijs kost geld. De overheid zorgt er voor dat de kosten die door de ouders en de kosten die door de overheid worden betaald in balans zijn. Het onderwijs moet immers voor iedereen toegankelijk zijn, ook voor kinderen uit gezinnen met een lager inkomen. Daarom zet de overheid haar middelen om ouders tegemoet te komen in de schoolkosten en de onderwijsbijdrage zodanig in, dat er geen financiële drempel kan bestaan voor het volgen van secundair onderwijs. Het beleid richt zich daarbij op de volgende doelgroepen: + ouders van leerlingen tot 18 jaar in het voortgezet onderwijs (vo) en de beroepsopleidende leerweg (bol) (TS17 ); + leerlingen van 18 tot en met 30 jaar in het voortgezet onderwijs (VO18+); + leerlingen van 18 jaar en ouder die (deeltijd) voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) volgen en die geen recht meer hebben op VO18+ én voltijd studerenden in het hoger onderwijs (ho) van 18 jaar en ouder aan lerarenopleidingen, die geen recht meer hebben op WSF (TS18+). Studerenden van 18 jaar en ouder in de beroepsopleidende leerweg kunnen aanspraak maken op de Wet studiefinanciering (zie beleidsartikel 11) Nader geoperationaliseerde doelstellingen glijdende schaal basistoelage Het beleid voor de komende jaren is vastgelegd in de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS), die sinds 1 augustus 2001 van kracht is. Gezinnen met een belastbaar inkomen tot (schooljaar 2002/2003) krijgen een maximale tegemoetkoming in de schoolkosten en lesgeldvergoeding. Boven dit inkomen neemt de tegemoetkoming geleidelijk af. Daarbij wordt rekening gehouden met het aantal schoolgaande kinderen in het gezin. Naast de schoolkosten en de lesgeldvergoeding die afhankelijk is van het inkomen hebben alle leerlingen van 18 tot en met 30 jaar in het voortgezet onderwijs (VO18+) recht op een basistoelage. Deze wordt onafhankelijk van het ouderlijk inkomen verstrekt aan de scholier zelf en komt in de plaats van de kinderbijslag die ouders voor hun kind ontvingen. De basistoelage is bedoeld voor schoolkosten en levensonderhoud. De doelstelling van de WTOS, het waarborgen van toegankelijkheid, wordt geoperationaliseerd in de normbedragen, in de inkomensgrens, en in het kengetal «gerechtigdenpercentage». Streefwaarden voor de normbedragen, bij een maximale tegemoetkoming, zijn bedragen die gemiddeld kostendekkend zijn waar het de schoolkosten betreft en een volledige vergoeding van het lesgeld. Normbedragen algemeen De normbedragen bestaan uit een onderdeel schoolkosten en een onderdeel onderwijsbijdrage. In de WTOS worden de normbedragen voor de tegemoetkoming schoolkosten en de basistoelage jaarlijks aangepast Persexemplaar 267

20 De beleidsartikelen (artikel 12) aan de hand van de ontwikkeling van de consumentenprijsindex. De vergoeding voor het lesgeld bedraagt maximaal honderd procent. beheersing schoolkosten Het ministerie van OCenW monitort periodiek de hoogte van de schoolkosten. In 2001 bleek dat voor de bol, vmbo en onderbouw van havo en vwo de tegemoetkoming gemiddeld kostendekkend is. Voor de bovenbouw van vwo en havo is de tegemoetkoming gemiddeld niet helemaal kostendekkend. De oplossing hiervoor wordt gezocht in de beheersing van de schoolkosten in plaats van het leggen van een automatische koppeling tussen de kostenontwikkeling en de normvergoeding in de WTOS. Scholen en ouders zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor beheersing van de schoolkosten. Het ministerie van OCenW heeft laten onderzoeken hoe de schoolkosten beheerst kunnen worden en in welke mate dit al gebeurt 1. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat beheersing van schoolkosten niet optimaal is doordat degene die de kosten betaalt (de ouder) niet degene is die de kosten bepaalt (school/docent). Ook speelt onvoldoende transparantie een rol en benutten ouders en leerlingen inspraakmogelijkheden onvoldoende. Om meer transparantie en inspraak te bevorderen zijn inmiddels diverse maatregelen genomen. In 2003 moet in een volgend onderzoek naar de hoogte van de schoolkosten blijken of deze maatregelen succes hebben gehad. Normbedragen TS17 Voor TS17- is er een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten. Deze tegemoetkoming is afhankelijk van het inkomen van de ouders. Tabel 12.1: Normbedragen WTOS hoofdstuk III (TS17-) in euro s (in schooljaar 2002/2003) vo-onderbouw vo-bovenbouw bol (v)so Schoolkosten 517,16 586,93 866,44 0 Onderwijsbijdrage * het betreft de normbedragen tot een belastbaar inkomen van over het peiljaar 2000 NB: lesgeldvergoeding wordt uitsluitend toegekend aan lesgeldplichtige studerenden. Normbedragen VO18+ De toelage voor VO18+ bestaat uit een basistoelage (tabel 12.2), eventueel aangevuld met de beide ouderinkomensafhankelijke tegemoetkomingen zoals opgenomen in tabel Tabel 12.2: Basistoelage WTOS hoofdstuk IV (VO18+) in euro s (peildatum 1 januari 2002) Basistoelage per maand vo (v)so Thuiswonenden 86,70 86,70 Uitwonenden 202,12 202,12 1 Zie voor uitgebreide informatie de brief «Beheersing schoolkosten» van de Minister van OCenW aan de Tweede Kamer van 26 april 2002, SFB/2002/15550). Persexemplaar 268

De beleidsartikelen OVERZICHTSCONSTRUCTIE ICT. Financieel overzicht

De beleidsartikelen OVERZICHTSCONSTRUCTIE ICT. Financieel overzicht OVERZICHTSCONSTRUCTIE ICT Het doel van het ict beleid is dat ict een bijdrage levert aan de verbetering en vernieuwing van het onderwijs. Hiertoe moeten scholen in staat worden gesteld ict in het onderwijs

Nadere informatie

De beleidsartikelen (artikel 12)

De beleidsartikelen (artikel 12) 12. TEGEMOETKOMING ONDERWIJSBIJDRAGE EN SCHOOLKOSTEN 12.0 Hoofdlijnenakkoord Balkenende II 12.0.1 Topprioriteiten (intensiveringen) Van de enveloppemiddelen die ingezet worden voor de «begeleiding nieuwe

Nadere informatie

De beleidsartikelen (artikel 11)

De beleidsartikelen (artikel 11) 11. STUDIEFINANCIERING 11.0 Hoofdlijnenakkoord Balkenende II 11.0.1 Topprioriteiten (intensiveringen) Enkele maatregelen die worden gefinancierd met de enveloppemiddelen gaan gepaard met een uitbreiding

Nadere informatie

Geld voor school en studie

Geld voor school en studie Geld voor school en studie Aangenaam, wij zijn duo DUO staat voor Dienst Uitvoering Onderwijs. We voeren verschillende onderwijswetten en -regelingen uit, namens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20959 24 december 2010 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 december 2010, nr.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 214 4 januari 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 december 2011, nr. WJZ/355188

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. REGELING NORMEN WSF 2000, WTOS EN WSF BES

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. REGELING NORMEN WSF 2000, WTOS EN WSF BES STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68259 22 december 2016 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 december 2016, nr. 016909 tot

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 263 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met onder meer niet-indexering

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27182 31 december 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 december 2012, nr. HO&S/467106,

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Behandelend ambtenaar Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Behandelend ambtenaar Zoetermeer OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35874 23 december 2013 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 december 2013, nr. HO&S/547235,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 330 Wijziging van de Wet op de studiefinanciering in verband met de overgang van studerenden van de ziekenfondsverzekering naar de particuliere

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 73898 27 december 2017 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 11 december 2017, nr. 1273463

Nadere informatie

Regeling normen studiefinanciering 2007

Regeling normen studiefinanciering 2007 Algemeen Verbindend Voorschrift 11 december 2006 Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger onderwijs bvh 079-3232.666

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 376 Wijziging van de Wet op de studiefinanciering in verband met het onder de prestatiebeurs brengen van de reisvoorziening Nr. 3 MEMORIE VAN

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36161 17 december 2014 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 9 december 2014, nr. HO&S/695142,

Nadere informatie

De kosten van het studeren

De kosten van het studeren Technische Universiteit Delft & Dienst Uitvoering Onderwijs De kosten van het studeren John Stals (studentendecaan TU Delft) en Guus Rikhof (DUO) 17-1-2011 Delft University of Technology Challenge the

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 46833 22 december 2015 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 december 2015, nr. HO&S/860745

Nadere informatie

Welkom bij DUO. Johannes Bos Servicekantoor Enschede

Welkom bij DUO. Johannes Bos Servicekantoor Enschede Welkom bij DUO Johannes Bos Servicekantoor Enschede Onderwerpen 1. Hervorming studiefinanciering 2. Vereenvoudigingen 3 OV kaart/studentenreisproduct Hervorming studiefinanciering Basisbeurs wordt lening

Nadere informatie

Regeling normen studiefinanciering 2006

Regeling normen studiefinanciering 2006 Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger onderwijs bvh 079-3232.666 Bestemd

Nadere informatie

Geld voor school en studie

Geld voor school en studie Geld voor school en studie Dienst Uitvoering Onderwijs www.duo.nl Wet en regelgeving Tegemoetkoming scholieren Studiefinanciering beroepsonderwijs en hoger onderwijs Tegemoetkoming scholieren (kwartaal

Nadere informatie

Geld voor school en studie

Geld voor school en studie Geld voor school en studie Dienst Uitvoering Onderwijs www.duo.nl Wet en regelgeving Tegemoetkoming scholieren Studiefinanciering beroepsonderwijs en hoger onderwijs Tegemoetkoming scholieren (kwartaal

Nadere informatie

Regeling normen studiefinanciering 2008

Regeling normen studiefinanciering 2008 Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en Hoger onderwijs bvh 079-3232.666 Bestemd

Nadere informatie

Geld voor school en studie

Geld voor school en studie Geld voor school en studie Dienst Uitvoering Onderwijs Telefoon: 050-5997755 9.00 17.00 uur Internet: www.duo.nl Servicekantoor Eindhoven Clausplein 6 5611 XP Eindhoven Wet en regelgeving Tegemoetkoming

Nadere informatie

Geld voor school en studie

Geld voor school en studie Geld voor school en studie Dienst Uitvoering Onderwijs Varsha Mahabier www.duo.nl Wet en regelgeving Tegemoetkoming scholieren Studiefinanciering hoger onderwijs Tegemoetkoming scholieren (kwartaal ná

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 199 Wijziging van de Les- en cursusgeldwet, de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Wet studiefinanciering 2000 in verband

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 511 Beleidsdoorlichting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Nr. 25 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Onderwerpen. 1. Tegemoetkoming scholieren. 2. Studiefinanciering. 3. Aanvragen en aanmelden

Onderwerpen. 1. Tegemoetkoming scholieren. 2. Studiefinanciering. 3. Aanvragen en aanmelden Onderwerpen 1. Tegemoetkoming scholieren 2. Studiefinanciering 3. Aanvragen en aanmelden of eerst tegemoetkoming scholieren? - Kwartaalinstroom: 1 januari, 1 april, 1 juli, 1 oktober Voorbeeld: 2015 2016

Nadere informatie

Bijlage studiefinanciering en terugbetalen

Bijlage studiefinanciering en terugbetalen Bijlage studiefinanciering en terugbetalen In deze bijlage worden de huidige en de voorgestelde nieuwe wijze van terugbetalen naast elkaar gezet. Aangegeven wordt op welke wijze studenten in beide systemen

Nadere informatie

Onderwerpen. 1. Tegemoetkoming scholieren. 2. Studievoorschot, de nieuwe studiefinanciering. 3. Aanvragen en aanmelden

Onderwerpen. 1. Tegemoetkoming scholieren. 2. Studievoorschot, de nieuwe studiefinanciering. 3. Aanvragen en aanmelden Welkom bij DUO Onderwerpen 1. Tegemoetkoming scholieren 2. Studievoorschot, de nieuwe studiefinanciering 3. Aanvragen en aanmelden ' of eerst tegemoetkoming scholieren? Afhankelijk van leeftijd en studie!

Nadere informatie

Regeling normen tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten 2006

Regeling normen tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten 2006 Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie bvh 079-3232.666 Regeling normen tegemoetkoming

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 68071 4 december 2018 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 21 november 2018, nr. 1430747

Nadere informatie

Studiefinanciering hoger onderwijs. Dienst Uitvoering Onderwijs

Studiefinanciering hoger onderwijs. Dienst Uitvoering Onderwijs Studiefinanciering hoger onderwijs Dienst Uitvoering Onderwijs DUO: DIENST UITVOERING ONDERWIJS Servicekantoor Breda Stationsweg 1C 4811 AX Breda Internet: www.duo.nl Infolijn: 050 599 77 55 Inleiding

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 20608 31 december 2009 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 december 2009, nr. HO&S/2009/171226,

Nadere informatie

Onderwerpen. 1. Tegemoetkoming scholieren. 2. Studiefinanciering. 3. Aanvragen en aanmelden

Onderwerpen. 1. Tegemoetkoming scholieren. 2. Studiefinanciering. 3. Aanvragen en aanmelden Welkom bij DUO Onderwerpen 1. Tegemoetkoming scholieren 2. Studiefinanciering 3. Aanvragen en aanmelden of eerst tegemoetkoming scholieren? - Kwartaalinstroom: 1 januari, 1 april, 1 juli, 1 oktober Voorbeeld:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22887 Wijziging van de Wet op de studiefinanciering in verband met verlaging van de basisbeurs voor studerenden in het middelbaar beroepsonderwijs

Nadere informatie

Datum 3 juli 2018 Ramingssystematiek en nauwkeurigheid van de Referentieraming en de raming van de studiefinanciering

Datum 3 juli 2018 Ramingssystematiek en nauwkeurigheid van de Referentieraming en de raming van de studiefinanciering >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Financieel-Economische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 475 VIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2015 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Nadere informatie

Studiefinanciering hoger onderwijs Pontes Het Goese Lyceum september 2018

Studiefinanciering hoger onderwijs Pontes Het Goese Lyceum september 2018 Studiefinanciering hoger onderwijs 2018 2019 www.duo.nl Pontes Het Goese Lyceum september 2018 Dienst Uitvoering Onderwijs Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap Aanvraag studiefinanciering Twee

Nadere informatie

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS Tegemoetkoming Scholier Voortgezet Onderwijs - Recht ontstaat na beëindiging kinderbijslag - Kwartaalinstroom: 1 januari, 1 april, 1 juli, 1 oktober Voorbeeld:

Nadere informatie

ARTIKEL I. Wet studiefinanciering 2000 In de Wet studiefinanciering 2000 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

ARTIKEL I. Wet studiefinanciering 2000 In de Wet studiefinanciering 2000 worden de volgende wijzigingen aangebracht: Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met uitbreiding van de mogelijkheid met studiefinanciering in het buitenland te studeren, invoering van het collegegeldkrediet en invoering

Nadere informatie

Toetsingskader Sociale leningen studiefinanciering

Toetsingskader Sociale leningen studiefinanciering Toetsingskader Sociale leningen studiefinanciering Noot vooraf: Bij het beantwoorden van de toetsvragen is vooral gebruik gemaakt van het Rapport brede heroverwegingen nr. 7: Studeren is investeren uit

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

tegemoetkoming scholieren een gift voor je toekomst

tegemoetkoming scholieren een gift voor je toekomst tegemoetkoming scholieren een gift voor je toekomst Je wordt 18 jaar en je doet een opleiding in het voortgezet onderwijs of in het volwassenenonderwijs. Voor school moet je dan van alles aanschaffen.

Nadere informatie

Studiefinanciering Lenen en terugbetalen

Studiefinanciering Lenen en terugbetalen Studiefinanciering Lenen en terugbetalen Aangenaam, wij zijn duo DUO staat voor Dienst Uitvoering Onderwijs. We voeren verschillende onderwijswetten en -regelingen uit, namens het ministerie van Onderwijs,

Nadere informatie

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS Tegemoetkoming Scholier Voortgezet Onderwijs - Recht ontstaat nadat kinderbijslag van rechtswege eindigt - Kwartaalinstroom: 1 januari, 1 april, 1 juli,

Nadere informatie

1. Welke routes tot leraar zijn er in het hoger onderwijs?

1. Welke routes tot leraar zijn er in het hoger onderwijs? 1 1. Welke routes tot leraar zijn er in het hoger onderwijs? Het hoger onderwijs kent routes tot leraar in het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs: HBO Het hoger beroepsonderwijs kent

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 933 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 in verband met uitbreiding van de mogelijkheid met studiefinanciering in het buitenland te

Nadere informatie

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS Tegemoetkoming Scholier Voortgezet Onderwijs -Recht ontstaat nadat kinderbijslag van rechtswege eindigt -Kwartaalinstroom: 1 januari, 1 april, 1 juli, 1

Nadere informatie

INHOUD [ 7 ] G E L D W I J Z E R S T U D E N T E N

INHOUD [ 7 ] G E L D W I J Z E R S T U D E N T E N INHOUD Inleiding 9 Studiefinanciering Recht op studiefinanciering 11 Een DigiD aanvragen 12 Inkomsten van DUO 12 Geen recht meer op prestatiebeurs 17 Hoeveel betalen je ouders? 18 Gevolgen van je studieschuld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 263 Wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met onder meer niet-indexering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 163 Wijziging van de Wet op de studiefinanciering onder meer in verband met correctie op de berekening van de aanvullende beurs, alsmede van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 414 Intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wet tegemoetkoming

Nadere informatie

2 Aflossing studieschuld bij leenstelsel

2 Aflossing studieschuld bij leenstelsel CPB Notitie Aan: Ministerie OCW Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Marcel Lever Datum: 7 juni 2013 Betreft: Aflossing studieschuld

Nadere informatie

3 Prestatiebeurs. 3.1 Kenmerken prestatiebeurs. 3.2 Giften en leningen

3 Prestatiebeurs. 3.1 Kenmerken prestatiebeurs. 3.2 Giften en leningen 29 3 Prestatiebeurs Als je op of na 1 september 1996 voor het eerst studiefinanciering ontvangt voor het volgen van een opleiding in het Hoger Onderwijs (HBO of WO), word je afgerekend op je studieprestaties

Nadere informatie

Tegemoetkoming. Financieel steuntje in de rug

Tegemoetkoming. Financieel steuntje in de rug Tegemoetkoming Ouders Financieel steuntje in de rug Als uw kind voortgezet onderwijs of beroepsonderwijs volgt, hebt u te maken met kosten voor schoolboeken, leermiddelen en soms ook lesgeld. Vraag daarom

Nadere informatie

Aflossing studieschuld bij sociaal leenstelsel Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Aflossing studieschuld bij sociaal leenstelsel Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap CPB Notitie 7 juni 2013 Aflossing studieschuld bij sociaal leenstelsel Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. CPB Notitie Aan: Ministerie OCW Centraal Planbureau

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 439 6 12 12januari 2009 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 16 december 2008,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 200 VIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2018 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Nadere informatie

Welkom bij de presentatie van DUO. Hanno Snelders Servicekantoor Nijmegen

Welkom bij de presentatie van DUO. Hanno Snelders Servicekantoor Nijmegen Welkom bij de presentatie van DUO Hanno Snelders Servicekantoor Nijmegen programma 1. Tegemoetkoming scholieren (vanaf 18 jaar) 2. Studiefinanciering Hoger Onderwijs 3. Geld aanvragen + Aanmelden Hoger

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 360 VIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2009 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Nadere informatie

Voor definities: zie artikel 9 1

Voor definities: zie artikel 9 1 Studiefonds, regeling 2017-2018 -2019. Artikel 1 - Voorwaarde en duur. 1.1. Deputaten studiefonds kunnen financiële steun verlenen aan studenten die via het admissie-examen zijn toegelaten tot de studie

Nadere informatie

Studiefinanciering middelbaar beroepsonderwijs 2013-2014

Studiefinanciering middelbaar beroepsonderwijs 2013-2014 Regelingen en voorzieningen CODE 8.3.2.322 Studiefinanciering middelbaar beroepsonderwijs 2013-2014 brochure bronnen www.duo.nl, februari 2013 Deze brochure bevat informatie over de voorwaarden voor het

Nadere informatie

Lenen en terugbetalen (2013)

Lenen en terugbetalen (2013) Regelingen en voorzieningen CODE 8.3.2.330 Lenen en terugbetalen (2013) brochure bronnen www.duo.nl, december 2012 In deze brochure staan de mogelijkheden van lenen naast studiefinanciering. Zoeken in

Nadere informatie

Tegemoetkoming. Financieel steuntje in de rug

Tegemoetkoming. Financieel steuntje in de rug Tegemoetkoming Ouders Financieel steuntje in de rug Als uw kind jonger is dan 18 jaar en voortgezet onderwijs of beroepsonderwijs volgt, kunt u een tegemoetkoming ouders aanvragen. U komt er eerder voor

Nadere informatie

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS Tegemoetkoming Scholier Voortgezet Onderwijs - Recht ontstaat nadat kinderbijslag van rechtswege eindigt - Kwartaalinstroom: 1 januari, 1 april, 1 juli,

Nadere informatie

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS Tegemoetkoming Voortgezet Onderwijs - Recht ontstaat nadat kinderbijslag van rechtswege eindigt - Kwartaalinstroom: 1 januari, 1 april, 1 juli, 1 oktober

Nadere informatie

Wijzigingen Student hoger onderwijs buitenland

Wijzigingen Student hoger onderwijs buitenland Wijzigingen Student hoger onderwijs buitenland Dit formulier Dit formulier is voor studenten hoger onderwijs in het buitenland die studiefinanciering ontvangen, of weer willen ontvangen, en een wijziging

Nadere informatie

Informatieavond examenklassen over vervolgstudie en financiering. Martha van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo

Informatieavond examenklassen over vervolgstudie en financiering. Martha van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo Informatieavond examenklassen over vervolgstudie en financiering Martha van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo Tegemoetkoming Scholier Voortgezet Onderwijs - Recht ontstaat nadat kinderbijslag van rechtswege

Nadere informatie

Uw brief van. 29 januari 2007

Uw brief van. 29 januari 2007 logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 21 februari 2007 SFB/2007/5410 Uw brief van 29 januari 2007 Onderwerp Uitkering alleenstaande

Nadere informatie

Overzicht inkomensondersteunende voorzieningen van Optimisd en van andere overheidsinstanties

Overzicht inkomensondersteunende voorzieningen van Optimisd en van andere overheidsinstanties Overzicht inkomensondersteunende voorzieningen van Optimisd en van andere overheidsinstanties In dit overzicht (matrix) van inkomensondersteunende voorzieningen van Optimisd en van andere overheidsinstanties

Nadere informatie

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregel

Nadere informatie

Tegemoetkoming scholieren

Tegemoetkoming scholieren Tegemoetkoming scholieren Je wordt 18 jaar en je volgt een opleiding in het voortgezet onderwijs of in het volwassenenonderwijs. Voor school moet je dan meerdere zaken aanschaffen. Nu je ouders geen kinderbijslag

Nadere informatie

Voorlichting studiefinanciering

Voorlichting studiefinanciering Voorlichting studiefinanciering Studievereniging Arago 17 september 2014 Contact www.duo.nl 050-5997755 9.00 17.00 uur Servicekantoor Enschede Ripperdastraat 13 7511 JP Enschede Alleen op afspraak 10.00

Nadere informatie

Informatieavond examenklassen over vervolgstudie en financiering. M. van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo

Informatieavond examenklassen over vervolgstudie en financiering. M. van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo Informatieavond examenklassen over vervolgstudie en financiering M. van den Bremer, decaan bovenbouw havo/vwo VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS Tegemoetkoming Scholier Voortgezet Onderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 321 Wijziging van de Les- en cursusgeldwet en van de Wet tegemoetkoming studiekosten in verband met het eerder laten ingaan van de lesgeldplicht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 341 Besluit van 5 juli 2001, houdende regels over de tegemoetkoming in onderwijsbijdrage en schoolkosten (Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 725 VIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2016 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Nadere informatie

Vul deze vraag altijd in. Gebruik een blauwe of zwarte pen. Adreswijziging doorgeven. Ja, ik woon (weer) bij mijn ouders

Vul deze vraag altijd in. Gebruik een blauwe of zwarte pen. Adreswijziging doorgeven. Ja, ik woon (weer) bij mijn ouders Wijzigingen Student Dit formulier Dit formulier is voor studenten die studiefinanciering ontvangen of weer willen ontvangen en een wijziging willen doorgeven. Je hoeft alleen de vragen op het formulier

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 790 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 321 Wijziging van de Les- en cursusgeldwet en van de Wet tegemoetkoming studiekosten in verband met het eerder laten ingaan van de lesplicht

Nadere informatie

Studiefinanciering Middelbaar beroepsonderwijs

Studiefinanciering Middelbaar beroepsonderwijs Studiefinanciering Middelbaar beroepsonderwijs Aangenaam, wij zijn duo DUO staat voor Dienst Uitvoering Onderwijs. We voeren verschillende onderwijswetten en -regelingen uit, namens het ministerie van

Nadere informatie

9.1 Algemene beleidsdoelstelling. 9.2 Operationele doelstellingen

9.1 Algemene beleidsdoelstelling. 9.2 Operationele doelstellingen BELEIDSARTIKEL 9 KINDEREN TEGEMOETKOMING IN DE KOSTEN VAN 9.1 Algemene beleidsdoelstelling Het bieden van een financiële tegemoetkoming in de kosten van kinderen aan ouders of verzorgers. De Algemene Kinderbijslagwet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 035 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 200 VIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2014 Nr. 4 MEMORIE VAN TOELICHTING A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 790 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27251 30 september 2014 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 september 2014, nr. HO&S

Nadere informatie

Welkom bij de presentatie van DUO. Hanno Snelders Servicekantoor Nijmegen

Welkom bij de presentatie van DUO. Hanno Snelders Servicekantoor Nijmegen Welkom bij de presentatie van DUO Hanno Snelders Servicekantoor Nijmegen programma 1. Tegemoetkoming scholieren (vanaf 18 jaar) 2. Studiefinanciering Hoger Onderwijs 3. Geld aanvragen + Aanmelden Hoger

Nadere informatie

1 van 28 27-08-14 09:11

1 van 28 27-08-14 09:11 Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Tekst geldend op: 27-08-2014) Wet van 26 april 2001, houdende intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDOR:2009:BI7963

ECLI:NL:RBDOR:2009:BI7963 ECLI:NL:RBDOR:2009:BI7963 Instantie Rechtbank Dordrecht Datum uitspraak 10-04-2009 Datum publicatie 15-06-2009 Zaaknummer AWB 07/1049 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

Den Haag, Dit advies, gedateerd 13 juni 2013, nr. W05.13.0145, bied ik U hierbij aan.

Den Haag, Dit advies, gedateerd 13 juni 2013, nr. W05.13.0145, bied ik U hierbij aan. Nr. WJZ/521469 (10291) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met het onderbrengen

Nadere informatie

Datum 26 april 2018 Reactie op lijst van vragen inzake beleidsdoorlichting tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Datum 26 april 2018 Reactie op lijst van vragen inzake beleidsdoorlichting tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26285 25 augustus 2015 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 16 augustus 2015, nr. HO&S/765202

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 397 Vernieuwing studiefinanciering Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 24 724 Studiefinanciering Nr. 133 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 11 september 2014 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

vast te stellen de Verordening individuele studietoeslag gemeente Nederweert 2015

vast te stellen de Verordening individuele studietoeslag gemeente Nederweert 2015 Verordening individuele studietoeslag gemeente Nederweert 2015 De raad van de gemeente Nederweert; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 april 2015; gelet op artikel 8, eerste lid,

Nadere informatie

Geld voor school en studie

Geld voor school en studie Geld voor school en studie Dienst Uitvoering Onderwijs Ina van Overveld schooljaar 2017-2018 december 2017 Intermediairslijn 050-599 8587 Bloktijden: 10.00 en 12.00 uur 14.00 en 16.00 uur Via keuzemenu

Nadere informatie

Beleidsregels aanvullende bijzondere bijstand levensonderhoud jongeren 18 t/m 20 jaar

Beleidsregels aanvullende bijzondere bijstand levensonderhoud jongeren 18 t/m 20 jaar Beleidsregels aanvullende bijzondere bijstand levensonderhoud jongeren 18 t/m 20 jaar Voor deze nota relevante wet- en regelgeving: -de Wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2005-2006

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2005-2006 TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2005-2006 30 199 Wijziging van de Les- en cursusgeldwet, de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en de Wet studiefinanciering 2000 in verband

Nadere informatie

Studiefinanciering. Bereken de ouderbijdrage 2009

Studiefinanciering. Bereken de ouderbijdrage 2009 DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 8.3.2.311 vervallen: het (vrijwel) gelijknamige bericht, datumnr 0712-1148 Studiefinanciering. Bereken de ouderbijdrage 2009 algemene informatie bronnen www.ib-groep.nl,

Nadere informatie