SCHOOLWERKPLAN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2014-2016 SCHOOLWERKPLAN"

Transcriptie

1

2 SCHOOLWERKPLAN 2

3 Inhoudsopgave Inleiding 1 Verantwoording en doelstellingen 1 1. De schoolcultuur Welke school willen we worden? Hoe kan de school dit ideaalbeeld bereiken? De opvoeding van de leerlingen Weerbaarheid Eerlijkheid Orde en nauwkeurigheid Luisterbereidheid Positieve kritische instelling Opinievorming Beleefdheid en deftige houding De vorming van de leerlingen De humane vorming De intellectuele vorming De relaties tussen directie, leerkrachten, leerlingen, ouders en de regio De relatie directie - leerkrachten De relatie leerkrachten - leerlingen De relatie ouders - school De relatie school - gemeente - regio De schoolorganisatie Organogram van de school Het lestijdenpakket Aantal leerlingen Prioriteiten Prioriteiten in verband met de verdeling van de lestijden in volgorde van belangrijkheid: Prioriteiten in verband met het samenzetten van leerlingen voor bepaalde vakken Richtlijnen over de samenstelling van het lessenrooster Bijkomende pedagogische taken Samenwerkingsstructuren Interne samenwerkingsstructuren Tussen directie en leerkrachten Samenwerkingsstructuren tussen directie, leerkrachten en ouders Tussenschoolse organisaties Externe samenwerkingsstructuren De scholengemeenschap en het college van directeurs De oudleerlingenbond Het LOP Het CLB Contacten met bedrijven Extra-muros activiteiten De organisatie van de begeleiding 21 1

4 3.1. De begeleiding van het personeel Prioriteiten bij aanwerving Opvang nieuwe leerkrachten Samenwerking tussen de leerkrachten Gezellige werksfeer Pedagogische - didactische samenwerking Samenwerking in crisissituaties De begeleiding van de leerlingen De opvang van nieuwe leerlingen Bij het begin van het schooljaar Tijdens het schooljaar Begeleiding van de leerlingen tijdens het schooljaar Individuele begeleiding Studiebegeleiding Begeleiding door het CLB Het algemeen leefklimaat op school GOK-plan Taalbeleid De leer- en vormgebieden Inleiding De lessentabellen De leerplannen Het concretiseren of realiseren van de leerstofdoelstellingen en de leerstofkeuze De leerstofdoelstellingen De leerstofkeuze Voorzieningen voor leerlingen die belemmeringen ondervinden in het leer- en ontwikkelingsproces Inhaallessen Het CLB De klastitularis Een begeleidingsfiche De sociale dienst van de Vriendenkring Het leren leren... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd Avondstudie... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd Organisatie van het leerproces Het leerproces van een les of het model van de didactische aanpak De voorbereidingsfase De uitvoeringsfase De evaluatiefase De lesvoorbereiding door de leraar De functies van een les De componenten van een lesvoorbereiding Een voorbeeld van lesvoorbereiding Coördinatie tussen vakleraars, klassen, leerjaren en scholen Tussen vakleraars Tussen klassen Tussen leerjaren

5 Tussen de scholen Didactische werkvormen Het leren leren Geïntegreerd werken Spreiding van toetsen en taken, evaluatie en remediëring Communicatie Inleiding Externe communicatie Tussen inrichtende macht en directie Tussen personeel en inspectie Tussen de school en de buitenwereld Interne communicatie Samenwerking school - ouders Het schoolreglement Huisbezoek Spreekuur op school Toevallige contacten Persoonlijk schrijven Schoolrapport van de leerling Informatieavonden Schoolfeesten Kijkdag - Kijkavond Circulaires Informatiebrochures De oudercontacten Samenwerking directie - personeel Samenwerking tussen leerkrachten onderling Samenwerking tussen leerkrachten en leerlingen Samenwerking tussen leerlingen en het CLB Media en onderwijsmiddelen Overzicht van media- en onderwijsleermiddelen van de school Inventaris Leerlingenbibliotheek Lerarenbibliotheek Vakgerichte tijdschriften Naslagwerken Sportmateriaal en -accommodatie Wetenschappelijke laboratoria en instrumentaria Handboeken Computerklas Internet Techniekklassen en ateliers Invoeren van nieuwe middelen Gebruik van educatieve software Overzicht van de nodige leermiddelen ICT en multimediagebruik De evaluatie 47 3

6 7.1. De vakevaluatie Doel van de evaluatie Aard van de evaluatie Het dagelijks werk De examens Het gebruik van de resultaten van de evaluatie in het onderwijsproces De klassenraden De toelatingsklassenraad De begeleidende klassenraad Frequentie Taken Notulen en dossiers der leerlingen De delibererende klassenraad Soorten attesten De eindbeoordeling Richtlijnen bij de eindbeoordeling Aanwezigheden op de klassenraad Proces-verbaal en notulen Herexamens Andere documenten: het individueel dossier van de leerling Bezwaar tegen de eindbeslissing Het zakelijk deel Korte historiek van de school Oprichting Ontwikkeling naar de structuur toe Ontwikkeling naar de infrastructuur toe Ontwikkeling van het leerlingenaantal zonder de avondschool Schoolse instellingen Feestelijkheden Viering 10-jarig bestaan Viering 25-jarig bestaan Viering 35-jarig bestaan Directies Schoolbevolking Ontwikkeling van de schoolbevolking Verdeling der leerlingen over de verschillende graden en studierichtingen Sociale herkomst der leerlingen Sfeer op school De rekrutering der leerlingen Schoolpersoneel Schoolrestaurant Leerlingenvervoer Opvang der leerlingen Verzekeringen van de leerlingen Ongeval tijdens de schoolactiviteiten Burgerlijke verantwoordelijkheid Ongeval op de normale weg van en naar de school

7 8.8. Studietoelagen Samenstelling van het bestuur van de instellingen in de school De schoolraad De vriendenkring Het pedagogisch college De GOK-raad De wervingsraad De oudleerlingenbond Het basiscomité De VZW Hippos Het oudercomité Infrastructuur en ligging van de school Feestelijkheden Kwaliteitscontrole en zelfevaluatie Het streven naar kwaliteit Het beheren of ontwikkelen van kwaliteit Kwaliteit van een school omschrijven Kwaliteit is een rekbaar begrip afhankelijk van de doelgroep Ouders kwalificeren een goede school door: Kwaliteit in onderwijs wordt uitgedrukt via het CIPO model Kwaliteit door zelfevaluatie Hoe kunnen verschillen tussen scholen verklaard worden? Waaraan zijn deze verschillen tussen scholen dan wel toe te schrijven? Hoe kunnen we dit weten en op basis van deze gegevens zelfevaluatie starten? Kwaliteit op de Martinusschool Veiligheid 74 Bijlagen 75 5

8 Inleiding Verantwoording en doelstellingen 1. Verantwoording Toen de grote politieke partijen in 1989 besloten om de inrichtende macht van het Gemeenschapsonderwijs over te dragen aan een zelfstandig orgaan, de Argo (Autonome Raad van het Gemeenschapsonderwijs), hebben ze een historische stap gezet in de ontwikkeling en organisatie van dit net van het officieel onderwijs. Vanaf 1 april 1991 beschikt het over een raad die autonoom een beleid voert en beschouwd wordt als de centrale inrichtende macht. Daarenboven beschikt elke gemeenschapsschool over veel meer autonomie dan voorheen. Via de schoolraad, de pedagogische colleges, de directies en de leerkrachten kan de school een beleid uitstippelen op korte, halflange of lange termijn. De school moet een profiel uittekenen van wat ze wil, kan en moet nastreven. Dit profiel vind je in het schoolwerkplan. Dit document geeft een visie over hetgeen de schoolraad, het pedagogisch college, de directie en de leerkrachten als doelstellingen vooropstellen. Het schoolwerkplan geeft de ouders en belangstellenden een beeld van de schoolorganisatie, de begeleiding van de leerlingen, de leer- en vormingsgebieden, de communicatie met ouders en comités, de leer- en hulpmiddelen, de evaluatie van de leerlingen, zakelijke mededelingen, personeelslijsten, adviesorganen en hun functies, het ordereglement en administratieve richtlijnen. Het is de vurige wens van alle betrokkenen dat dit schoolwerkplan een stimulans moge zijn voor de leerkrachten om zich ten volle in te zetten voor de hen toevertrouwde leerlingen. Voor de ouders weze dit document een leidraad die hen wegwijs maakt in de veelomvattende taken van de schoolopvoeding. Voor de schoolraad en de directie weze het een beleidsnota opdat onze school moge uitgroeien tot een leefgemeenschap waar kinderen in een geest van vrijheid en verdraagzaamheid opgevoed worden tot volwaardige medeburgers. Sinds het jaar 2000 wordt het beleid van de gemeenschapsscholen gevoerd door drie niveaus: centraal door de Raad van het Gemeenschapsonderwijs, regionaal door de scholengroep en lokaal door de directie en de schoolraad. 1

9 2. Doelstellingen 2.1. Het schoolwerkplan heeft drie functies: het beschrijft het schoolgebeuren in al zijn aspecten. Het geeft informatie, leidt tot bezinning en geeft verantwoording van het pedagogisch handelen; het geeft richting aan allen die betrokken zijn bij het opvoedingsproces; het is geen document waarvan de inhoud voor altijd vastligt. Het houdt rekening met de permanente vernieuwing en verbetering van het onderwijs. Aldus kan en moet het voortdurend bijgestuurd worden en het is aan permanente evaluatie onderworpen Welke doelstellingen tracht onze school te verwezenlijken? Ze tracht de haar toevertrouwde leerlingen op te voeden tot: mensen die waarden als rechtvaardigheid, eerlijkheid en menslievendheid hoog in hun vaandel dragen; burgers die bereid zijn om naar hun medeburgers te luisteren en begrip kunnen opbrengen voor andermans mening; verdraagzame personen die op school in kennis gesteld worden van de gangbare filosofische, politieke en godsdienstige stromingen. De school zal hierbij indoctrinatie bestrijden en huldigt het neutraliteitsprincipe waarbij wel godsdienstige of humanistische vorming aan bod komt; mensen die weerbaar zijn tegen de gevaren die de moderne maatschappij bedreigen; burgers die steeds beleefd zijn tegenover anderen, zowel medeburgers als hun meerderen; positief kritisch denkende mensen die hun zienswijze op een openhartige manier verdedigen; wereldburgers die beseffen dat ze leven in een wereld die niet beperkt is tot hun leefgemeenschap maar voortdurend beïnvloed wordt door allerlei vreemde factoren die ze naar waarde leren in te schatten; mensen bij wie burger- en verantwoordelijkheidszin geen ijdele woorden zijn; burgers die voldoende gewapend zijn om op een eerlijke, fatsoenlijke en menswaardige wijze door het leven te gaan De school stelt zich tevens tot doel de haar toevertrouwde leerlingen te vormen. Hierbij streeft de school ernaar: a. een zo breed mogelijk algemene vorming in al haar aspecten bij te brengen. Deze vorming moet de vereiste kennis en vaardigheden bij de leerlingen uit de A.S.O.-klassen aankweken zodat ze met succes de derde graad van het algemeen vormend onderwijs kunnen voltooien; b. bij de leerlingen uit de professionele afdelingen, naast een algemene vorming, een degelijke technische kennis en voldoende technische vaardigheden aan te kweken. Deze beroepsopleiding moet de leerlingen in staat stellen: deel te gaan uitmaken van het gespecialiseerd personeel van de multinational in eigen provincie of van de K.M.O s uit de regio; zich als zelfstandige te kunnen vestigen om met succes een eigen zaak te kunnen uitbouwen. 2

10 De school stelt zich tevens tot doel zich jaarlijks te bezinnen over het actueel gebeuren in de school door bijsturing van genomen opties en door het organiseren van tweejaarlijkse conferenties, alleen of in overleg met andere scholen uit de scholengemeenschap Tongeren. Op deze bijeenkomsten bezinnen de leerkrachten en de directie(s) zich over: a. algemene tucht op school; b. schoolorganisaties; c. algemene didactiek en pedagogiek zowel algemeen als interdisciplinair; d. de uitstraling van de school naar de stad en de regio; e. het onderwijsgebeuren met behulp van inspectieleden, leden van het begeleidingsteam of andere bevoegde personen. Zodoende blijft de school op de hoogte van algemene pedagogische of didactische tendensen. In het verleden werden reeds pedagogische studiedagen ingericht over effectieve communicatie met leerlingen, bestrijding van faalangst, leren leren, verslavingspreventie en leefsleutels De school wil ook een uitstraling bekomen door: a. zich te integreren in het sociale, economische en culturele leven van de stad Bilzen en de regio, door deel te nemen aan talrijke gemeentelijke activiteiten en contacten te leggen met de socio- culturele organisaties uit de gemeente en de regio; b. naar buiten te treden en aldus meer weerklank te vinden door middel van: groots opgezette tentoonstellingen; een actieve deelname aan culturele en sportieve manifestaties; steunacties aan lokale, provinciale en nationale projecten; acties ten voordele van derde wereldlanden; bezinningsdagen over verslavingspreventie De school wil tot slot op een democratische manier haar beleid uitstippelen. Daartoe zal er voortdurend een actieve samenwerking nodig zijn tussen: de schoolraad en de directie(s) om in onderling overleg het algemeen beleid uit te stippelen en tevens zeggenschap te hebben over het financieel en personeelsbeleid; De vakgroepen en de directie om zich te bezinnen over pedagogische problemen; het basisoverlegcomité (BC) en de directie om vooral personeelskwesties te bespreken. Voor een uitgebreide bespreking van deze instellingen verwijzen we naar het hoofdstuk 5: Communicatie. 3

11 1. De schoolcultuur 1.1. Welke school willen we worden? Onze school omvat een heterogene samenstelling van leerlingen, afkomstig zowel uit de middenstand als de arbeidersklasse. Deze samenstelling maakt het opvoedingsproces er niet gemakkelijker op. Het leefmilieu, de sociale achtergrond, de belangstellingsvelden, de familiale leefomstandigheden, de soms negatieve invloeden van buiten uit zijn items waarmee de school dient rekening te houden. Niettemin heeft elk kind recht op onderwijs en opvoeding. De school moet er dus naar streven elk toevertrouwd kind zo optimaal mogelijk te integreren in het opvoedingsproces. Zonder de persoonlijkheid van het kind aan te tasten dient de school de leerlingen voortdurend te begeleiden en bij te sturen waar dit nodig is. Aldus wil de school een leefgemeenschap vormen waarin iedereen gelukkig is en zich thuis voelt zoals op het grote bord tegen de voorgevel van de school is aangebracht: De Martinusschool, onze thuis. Om deze doelstellingen te kunnen verwezenlijken ijveren alle personeelsleden Hoe kan de school dit ideaalbeeld bereiken? Om hierin te slagen wil de school speciaal aandacht besteden aan de drie volgende aspecten van het onderwijsgebeuren: de opvoeding van de leerlingen; de vorming van de leerlingen; de relaties met leerkrachten, leerlingen, ouders en de regio De opvoeding van de leerlingen De eerste taak van de school bestaat erin de leerlingen waarden bij te brengen zoals weerbaarheid, eerlijkheid, orde, nauwkeurigheid, luistervaardigheid, opinievorming waartoe ook een positieve kritische zin, beleefdheid, dienstvaardigheid enz. behoren. We willen enkele waarden die in onze hedendaagse maatschappij niet meer zo vanzelfsprekend zijn nader toelichten Weerbaarheid Onze hedendaagse maatschappij wordt steeds meer en meer door allerlei gevaren bedreigd, waarvan de jeugdigen de eerste slachtoffers worden. Het is de taak van de school de leerlingen te wijzen op de gevaren en vooral de negatieve gevolgen van drugs, alcoholisme en roken. Het is dus nodig dat onze school de nodige aandacht besteedt aan deze en andere problemen zoals criminaliteit, vandalisme en banditisme. Wegens de jachtige wereld waarin we leven is het tevens noodzakelijk bij de leerlingen die hoe langer hoe meer onderhevig zijn aan nervositeit, stress, frustraties en agressie, de ideale leefomstandigheden te creëren om deze kwalen des tijds met alle mogelijke middelen te bestrijden. Om de leerlingen weerbaar te maken tegen deze gevaren is het noodzakelijk deze problemen op regelmatige tijdstippen in de lessen godsdienst en/of zedenleer te bespreken of er zelfs conferenties voor de leerkrachten aan te wijden. Hierbij moet vooral de nadruk gelegd worden op de nadelige gevolgen voor de slachtoffers en hun leefgemeenschap. 4

12 Eerlijkheid Eerlijk duurt het langst. Men kan zich terecht de vraag stellen of dit aloude spreekwoord het nog wel doet. Corruptie tot in de hoogste regionen van onze maatschappij schijnt het hoe langer hoe meer te halen op eerlijkheid, rechtvaardigheid en oprechtheid. Men beweert wel eens dat kinderen spontaan en eerlijk zijn. Eens volwassen geworden, blijken velen deze waarden met de voeten te treden. Juist daarom is het des te meer nodig dat we onze jeugd op het goede pad houden. Daarom is het de plicht van de school hen erop te wijzen dat oneerlijkheid en leugens niet alleen henzelf schade berokkenen maar ook hun medeleerlingen, ouders en leerkrachten, hetgeen het vertrouwen onderling erg aantast. De school mag niet lichtzinnig over zulke praktijken heenstappen en dient dit streven naar eerlijkheid hoog in haar vaandel te dragen. Daarom is het noodzakelijk dat niet alleen leerlingen maar ook leerkrachten en allen die bij het opvoedingsproces betrokken zijn, eerlijk en rechtvaardig handelen. Om in dit opzet ten volle te kunnen slagen dienen de leerkrachten het voorbeeld te geven. Vooral met betrekking tot de dagelijkse evaluatie in de klas is dit hoogst noodzakelijk, want leerlingen zijn erg gevoelig voor hun cijfers en voelen zich maar al te snel benadeeld. Daarom dient de leerkracht, hoe moeilijk dat soms ook is, het voorbeeld te geven door zo objectief mogelijk te oordelen en vooral door zijn evaluatiegegevens steeds te motiveren. Zie hierover meer in het hoofdstuk Evaluatie en het studiereglement Orde en nauwkeurigheid De school moet ernaar streven de leerlingen orde en nauwkeurigheid bij te brengen zowel op de speelplaats als in de klas, zowel in zijn of haar kledij als in schriften en taken. De school eist geen schoonschrift maar wel een duidelijk leesbaar geschrift. Hierbij dient ook de leerkracht weerom het voorbeeld te geven: bordschema s dienen ordelijk, nauwkeurig en inzichtelijk opgesteld te worden, wat de leerlingen in aanzienlijke mate helpt bij het begrijpen van de leerstof. Tevens moeten alle door de leerkracht opgestelde documenten zowel naar inhoud als vorm een voorbeeld zijn van netheid en orde zeker wanneer deze lesdocumenten voor de leerlingen bestemd zijn. Men bereikt dikwijls meer resultaat bij de leerlingen door zelf aan te geven hoe het moet, dan voortdurend en meestal zonder succes op- en aanmerkingen te maken. Het succesvol verder studeren na de humaniora wordt immers niet alleen bepaald door de inzet en de studie-ijver van de student maar ook door het ordelijk en inzichtelijk opstellen van schema s en samenvattingen Luisterbereidheid Luisterbereidheid is een belangrijke en levensnoodzakelijke waardenorm voor het latere leven die in de school dient aangekweekt en ontwikkeld te worden. Luisterbereidheid betekent zijn gedachtenwereld spontaan openstellen voor wat anderen (medeleerlingen, ouders, directie en leerkrachten) ons willen bijbrengen. Deze luisterbereidheid verrijkt niet alleen onze ideeën en opvattingen maar dwingt ons tevens tot een zekere zelfbeheersing. Deze waardenorm dient evenwel wederzijds te zijn: leerlingen moeten bereid zijn te luisteren naar wat hun leerkrachten hen willen aanleren, maar ook leerkrachten moeten openstaan voor de sociale en studieproblemen van de leerlingen en pogen in de mate van het mogelijke daaraan een oplossing te geven ten bate van de leerlingen Positieve kritische instelling Indien de school erin slaagt de luisterbereidheid bij de leerlingen aan te kweken, zal het des te gemakkelijker zijn om de leerlingen een positieve kritische instelling bij te brengen. 5

13 We leven in een maatschappij waarin ook door volwassenen al te lichtzinnig, ondoordacht en ongemotiveerd kritiek wordt gegeven op alles en nog wat. Dit is ongetwijfeld een gevolg van een massamentaliteit die geleidelijk aan gevormd wordt door de media, waarbij de televisie een belangrijk aandeel heeft. Leerlingen zijn zeer gevoelig voor wat er zich op het scherm afspeelt. Ze laten zich bovendien gemakkelijk beïnvloeden door slogans en modeverschijnselen. Leerlingen en volwassenen worden als het ware dagelijks overspoeld door zoveel uiteenlopende en soms erg tegengestelde opvattingen, tendensen en overtuigingen dat ze niet meer kunnen oordelen. Dit heeft dikwijls tot gevolg dat ze, wellicht uit gemakzucht, alle opvattingen - ook de waardevolle - verwerpen ofwel alles, omdat het in is, slaafs navolgen. Geen van beide houdingen leidt tot persoonlijkheidsvorming. Omdat het voor jongeren soms zeer moeilijk is een juist en gemotiveerd waardeoordeel te vormen, kan de school hierbij een waardevolle bijdrage leveren Opinievorming Als de school erin slaagt de leerlingen een positieve kritische instelling bij te brengen, dan doet ze aan objectieve opinievorming bij de jeugdigen. Dit is in onze maatschappij meer dan nodig, want al te veel jeugdigen krijgen door allerlei invloeden uit hun leefwereld (bijv. massamedia, reclame enz. ) een brainwashing zodat hun persoonlijkheid aangetast wordt. Zowel volwassenen als jeugdigen hebben behoefte aan informatie, gaande van alles wat de kennis vermeerdert tot allerlei vormen van amusement. Doch de keuze is zo groot dat we allen een selectie moeten doorvoeren. Het is de taak van de school de leerlingen te leiden bij het verwerven van kennis, opvattingen en tendensen. Leerlingen verwerpen of verdraaien maar al te graag ideeën en opvattingen die in strijd zijn met hun eigen nog niet gevormde waardeoordelen. De school dient evenwel begrip te tonen voor alle mogelijke opvattingen bij de leerlingen. Stapsgewijs dienen de leerkrachten in een sfeer van openheid en verdraagzaamheid de leerlingen te begeleiden door de positieve opvattingen aan te wakkeren en de negatieve af te remmen Beleefdheid en deftige houding Het is één van de doelstellingen van de school de leerlingen waarden als beleefdheid en een deftige houding bij te brengen zowel tegenover elkaar als tegenover directie, leerkrachten, opvoedend hulp- als werkliedenpersoneel. Hierbij moeten de leerkrachten het voorbeeld geven en hun leerlingen behandelen als opgroeiende volwassenen. Leerkrachten dienen leerlingen te wijzen op het nut en de belangrijkheid van deze en andere gedragsregels. Er is immers geen groepsleven mogelijk, zowel in het gezin, op school of later in de maatschappij, indien dit samenleven niet steunt op normen. Daarom dient de school, na overleg met alle betrokkenen, ook in te grijpen indien er zich bij een leerling een asociaal gedrag manifesteert. 6

14 De vorming van de leerlingen De humane vorming Het is bij uitstek de taak van de school de leerlingen maatschappelijk te vormen. Onze jongens en meisjes moeten objectief en positief kritisch voorbereid worden op de vele en complexe vormen van gemeenschapsleven waarmee zij als adolescent te maken hebben en waarin zij als volwassenen actief en zinvol moeten kunnen deelnemen. De onwetendheid van de jongeren over de angst voor en de vlucht uit de sociale relaties hebben bij herhaling geleid tot moeilijkheden en vervreemdingsverschijnselen waarbij het onderwijs zich niet kan veroorloven onverschillig te blijven. Het is een unieke kans voor het Gemeenschapsonderwijs haar vormende taak optimaal aan te wenden om bij leerlingen, naast intellectuele vorming, maatschappelijke kennis zoals burgerzin, mensenkennis, verantwoordelijkheidszin, verdraagzaamheid en mundiale vorming bij te brengen. In een tijd waarin de bestaande staats- en maatschappelijke structuren steeds meer gecontesteerd worden, is het een noodzaak de leerlingen burgerzin bij te brengen: de leerlingen bewust maken dat ze nu als leerlingen in een school maar later ook als volwassenen in de maatschappij niet alleen rechten maar ook plichten hebben tegenover hun medeburgers. Tevens moet de school pogen de leerlingen mensenkennis aan te kweken. Dit kan door de leerlingen inzicht bij te brengen en vertrouwd te maken met de algemene karaktertrekken van mensen; dit is belangrijk om medemensen te leren begrijpen, om hun problemen te leren aanvoelen en eventueel te helpen oplossen. Indien we als school daarin slagen, zal het een stuk gemakkelijker zijn om de leerlingen verantwoordelijkheidszin bij te brengen. Bij het aankweken van deze waarden dient het neutraliteitsprincipe ten volle gerespecteerd te worden. In onze school kunnen alle godsdienstige, filosofische en politieke strekkingen aan bod komen, zolang zij geen afbreuk doen aan de gevestigde waarden die in De Verklaring van de Rechten van de Mens en in De Verklaring van de Rechten van het Kind zijn opgenomen. Onze school is een open school, d.w.z. verdraagzaam tegenover alle filosofische, godsdienstige en politieke opvattingen. Eén van de gevaren die onze maatschappij steeds meer en meer bedreigt, is de toenemende vreemdelingenhaat. Ook hier is het Gemeenschapsonderwijs het best geplaatst om de multiraciale integratie te bevorderen. De jongens en meisjes uit niet -Europese cultuurgemeenschappen dienen zich evenwel aan te passen aan de leefregels van de school en de westerse maatschappij. Er moet een wederzijdse verdraagzaamheid tot stand komen tussen enerzijds leerkrachten en leerlingen en anderzijds tussen de leerlingen onderling. De leerkrachten dienen begrip te tonen voor de specifieke problemen zoals taal, gebruiken en overtuiging van deze vreemde leerlingen en zich in te zetten om hun moeilijkheden te overbruggen en aldus bij te dragen tot hun integratie in onze maatschappij. Anderzijds moeten deze leerlingen zich aanpassen aan de westerse gebruiken voorzover deze geen inbreuk zijn op hun eigen filosofische of godsdienstige overtuiging. 7

15 De intellectuele vorming Naast de humane is de intellectuele vorming de belangrijkste doelstelling van de school. De structuur van onze school omvat: a. Algemeen vormend onderwijs tot en met het zesde jaar doorstroming De doelstelling moet zijn de leerlingen een zo breed mogelijk algemene vorming bij te brengen. Deze vorming is erop gericht de leerlingen degelijk voor te bereiden op de determinatiecyclus opdat ze aldus met succes hun humaniorastudies kunnen voltooien. Hoewel de leerlingen, na vier jaar studie, de keuze hebben om het even welke school te nemen voor de derde graad, is er noc wat onze school betreft, een samenwerkingsverband met het atheneum en het technisch atheneum van Tongeren. Welke studiemogelijkheden biedt onze school in het algemeen vormend onderwijs? Eerste graad humaniora (eenheidstype) -1 Aa: eerste gemeenschappelijk leerjaar A (1A Latijn) -1 Ab: eerste gemeenschappelijk leerjaar A (1A moderne, sport of techniek) -1 B: eerste gemeenschappelijk leerjaar B (1B), aanpassingsklas bedoeld voor leerlingen met leermoeilijkheden of leerachterstand voor Nederlands en/of wiskunde. -2 AL: tweede gemeenschappelijk leerjaar Latijn (2A Latijn) -2AM: tweede gemeenschappelijk leerjaar moderne wetenschappen (2A moderne) Tweede graad humaniora (eenheidstype) - 3LA: tweede graad, eerste leerjaar Latijn (3A Latijn) - 3WE: tweede graad, eerste leerjaar wetenschappen (3A wetenschappen) - 3EC: tweede graad, eerste leerjaar economie (3A economie) - 3HW: tweede graad, eerste leerjaar humane wetenschappen (3A humane) - 4LA: tweede graad, tweede leerjaar Latijn (4A Latijn) - 4WE: tweede graad, tweede leerjaar wetenschappen (4A wetenschappen) - 4EC: tweede graad, tweede leerjaar economie (4A economie) - 4HW: tweede graad, tweede leerjaar humane wetenschappen (4A humane) Derde graad humaniora (eenheidstype) - 5 LAWI: derde graad, eerste leerjaar Latijn-wiskunde - 5 LAWE: derde graad, eerste leerjaar Latijn-wetenschappen - 5 LAMT: derde graad, eerste leerjaar Latijn-moderne talen - 5 WIWE: derde graad, eerste leerjaar wiskunde-wetenschappen - 5 HUWE: derde graad, eerste leerjaar humane wetenschappen - 5 WIMT: derde graad, eerste leerjaar wiskunde-moderne talen - 5 MTWE: derde graad, eerste leerjaar moderne talen-wetenschappen - 5 ECMT: derde graad, eerste leerjaar economie-moderne talen - 5 ECWI: derde graad, eerste leerjaar economie-wiskunde - 5 ECWE: derde graad, eerste leerjaar economie-wetenschappen - 5 WEMT: derde graad, eerste leerjaar wetenschappen-moderne talen - 6 LAWI: derde graad, tweede leerjaar Latijn-wiskunde - 6 LAWE: derde graad, tweede leerjaar Latijn-wetenschappen - 6 LAMT: derde graad, tweede leerjaar Latijn-moderne talen - 6 WIWE: derde graad, tweede leerjaar wiskunde-wetenschappen 8

16 - 6 HUWE: derde graad, tweede leerjaar humane wetenschappen - 6 WIMT: derde graad, tweede leerjaar wiskunde-moderne talen - 6 MTWE: derde graad, tweede leerjaar moderne talen-wetenschappen - 6 ECWI: derde graad, tweede leerjaar economie-wiskunde - 6 ECWE: derde graad, tweede leerjaar economie-wetenschappen - 6 ECMT: derde graad, tweede leerjaar economie-moderne talen - 6 WEMT: derde graad, tweede leerjaar wetenschappen-moderne talen b. Technisch onderwijs Tweede graad Lichamelijke opvoeding en sport met keuzesport paardrijden, voetbal, wielrennen, omnisport (eenheidstype), tennis, turnen (tumbling) - 3 LOSP: tweede graad, eerste leerjaar lichamelijke opvoeding-sport (3 LOSP) - 4 LOSP: tweede graad, tweede leerjaar lichamelijke opvoeding-sport (4LOSP) Derde graad Lichamelijke opvoeding en sport met keuzesport paardrijden, voetbal, wielrennen en omnisport (eenheidstype) i.s.m. K.T.A.2 Tongeren. - 5 LOSP: derde graad, eerste leerjaar lichamelijke opvoeding-sport (5 LOSP) - 6 LOSP: derde graad, tweede leerjaar lichamelijke opvoeding-sport (6LOSP) c. Professioneel onderwijs Deze afdelingen streven ernaar gespecialiseerd personeel te vormen voor de KMO s in eigen regio of de multinationals in de Euregio. De vorming geeft kansen op een tewerkstelling in heel België en zelfs in het buitenland omdat onze studierichtingen voorbereiden op knelpuntberoepen. Onze school biedt de leerlingen volgende studiemogelijkheden in het beroepssecundair onderwijs. Eerste graad - 2B HM : tweede beroepsvoorbereidend jaar hout-metaal - 2B MVV : tweede beroepsvoorbereidend jaar mode-verzorging-voeding - 2B LATU : tweede beroepsvoorbereidend jaar land- en tuinbouw, optie dierenverzorging Tweede graad - 3DW: tweede graad, eerste leerjaar duurzaam wonen (3DW) - 3BH: tweede graad, eerste leerjaar hout (3H) - 3BMRP: tweede graad, eerste leerjaar moderealisatie en -presentatie (3MRP) - 3BVV: tweede graad, eerste leerjaar verzorging-voeding (3VV) - 3BPaV: tweede graad, eerste leerjaar paardrijden en -verzorgen (3PaV) - 4DW: tweede graad, tweede leerjaar duurzaam wonen (4DW) - 4BH: tweede graad, tweede leerjaar hout (4H) - 4BMRP: tweede graad, tweede leerjaar moderealisatie en -presentatie (4MRP) - 4BVV: tweede graad, tweede leerjaar verzorging-voeding (4VV) - 4BPaV: tweede graad, tweede leerjaar paardrijden en verzorgen(4pav) Derde graad - 5 PaV: derde graad, eerste leerjaar paardrijden en verzorgen - 6 PaV: derde graad, tweede leerjaar paardrijden en verzorgen - 7 MR: derde graad, derde leerjaar manegehouder rijmeester (specialisatiejaar) 9

17 - 5 HB: derde graad, eerste leerjaar houtbewerking - 6 HB: derde graad, tweede leerjaar houtbewerking - 7 SD:Stijlmeubelen en design: derde graad - 5 VZ: derde graad, eerste leerjaar verzorging - 6 VZ: derde graad, tweede leerjaar verzorging - 7 KZ: derde graad, derde leerjaar kinderzorg - 5 MRV: derde graad, eerste leerjaar moderealisatie en -verkoop - 6 MRV: derde graad, tweede leerjaar moderealisatie en -verkoop - 7 MST: derde graad, derde leerjaar modespecialisatie en trendstudie - 5 DW: derde graad, eerste leerjaar bouw duurzaam wonen - 6 DW: derde graad, tweede leerjaar bouw duurzaam wonen - 7 BEBA: derde graad, derde leerjaar bio-ecologische bouwafwerking 1.3. De relaties tussen directie, leerkrachten, leerlingen, ouders en de regio De relatie directie - leerkrachten Om tot een optimale werking van het dagelijks schoolgebeuren te komen, is een goede verstandhouding tussen directie en leerkrachten noodzakelijk. Hierbij kan een aanmoediging, een ondersteunend woord, een dankwoordje of schouderklopje van de directie soms wonderen verrichten. Het wederzijds vertrouwen tussen directie en leerkrachten is een absolute noodzaak om de verdere uitbouw en bloei van de school te bevorderen. Om de samenwerking optimaal te benutten zijn er: - de informatieve leraarsvergaderingen waarop mededelingen van algemene aard door de directie verstrekt worden en problemen van organisatorische en pedagogische aard besproken worden; -de individuele gesprekken tussen directie en leerkrachten waarbij problemen van persoonlijke aard of van een leerling besproken worden De relatie leerkrachten - leerlingen Om deze verhouding optimaal te laten functioneren, verkiezen de leerlingen:een klasmonitor of klasmonitrice die de belangen van zijn of haar klas behartigt. Deze persoon is als het ware de democratisch verkozen afgevaardigde die eventuele klasproblemen aankaart bij de klastitularis, de leerlingenbegeleider of de directie; - eventueel een leerlingenraad: deze raad omvat de verkozen klasmonitoren en - monitrices die, wanneer nodig, op geregelde tijdstippen samenkomen om hun belangen te behartigen; - een ombudsman uit het lerarenkorps. De klastitularis is de ombudsman of -vrouw bij uitstek, vermits één persoon onmogelijk alle taken van een ombudsman kan opnemen en/of realiseren. Voor de specifieke tuchtproblemen is er de begeleidingsraad (GOK), samengesteld uit de directie en enkele leerkrachten. Deze raad vergadert als het noodzakelijk is en bespreekt vooral individuele problemen. Deze raad neemt de nodige maatregelen om het normaal verloop van het dagelijks schoolleven te waarborgen. De raad kan maatregelen treffen tegenover leerlingen die zich niet houden aan het school- en tuchtreglement 1, maar ze beoogt vooral preventieve doelstellingen. Welke maatregelen kan de begeleidingsraad aan deze leerlingen opleggen? 1 zie bijlage 1: Het schoolreglement 10

18 De persoonlijke begeleidingsfiche 2 Een leerling die zich niet houdt aan het schoolreglement moet voor een bepaalde duur een begeleidingsfiche meenemen naar de klas waarop elke leraar of lerares bij wie betrokken leerling les heeft, een evaluatie neerschrijft hoe de leerling zich tijdens de les gedragen heeft. De volgende lesdag overhandigt de leerling deze kaart, gehandtekend door een ouder, aan de verantwoordelijke van de raad. Bij een aanhoudend goede evaluatie kan de raad na verloop van tijd deze gedragskaart opheffen. De strafstudie Bij aanhoudend of buitensporig wangedrag kan aan een leerling een strafstudie opgelegd worden door een leerkracht of door de tuchtraad. Strafstudies worden, indien dit noodzakelijk is, om de veertien dagen, op woensdagnamiddag van 13 tot 16 u, georganiseerd en staan onder toezicht van een leerkracht. De ouders waarvan een kind een strafstudie krijgt opgelegd, worden via de post schriftelijk op de hoogte gebracht. Dit schrijven vermeldt: - de datum en het uur waarop de strafstudie plaats grijpt, - de reden(en) waarom de leerling een strafstudie wordt opgelegd; - de opdracht(en) die de betrokken leerling tijdens de strafstudie dient uit te voeren. Indien de betrokken leerling, zonder voorafgaande schriftelijke mededeling van de ouders, zijn strafstudie niet volbrengt, betekent dit automatisch verdubbeling van de straf en de strafstudie. Wanneer een leerling driemaal strafstudie gekregen heeft, volgt er een dag uitsluiting uit de lessen. Indien de leerling zich verder niet houdt aan de afgesproken reglementering kan de klassenraad beslissen om de leerling te verwijderen of om een begeleidingscontract te verplichten. De ordestudie Wanneer een leerling niet in orde is met zijn/haar cursussen, als de lessen onvoldoende geleerd worden of de opdrachten niet gemaakt worden, kan een remediërende ordestudie opgelegd worden of verplichte bijlessen. N.B. Elke problematiek wordt zorgvuldig beschreven op een meldingsfiche. De leerkracht geeft daarop tevens een relaas weer van zijn/haar begeleidingsinitiatieven. Voordat een strafstudie uitgeschreven wordt, brengt de leraar of opvoeder telefonisch verslag uit bij de ouders. 2 Zie bijlage 7: De begeleidingsfiche 11

19 De relatie ouders - school Om de ouders zoveel mogelijk bij het schoolgebeuren te betrekken, zijn er verschillende relatiemogelijkheden voorzien. A. De schoolagenda De schoolagenda is het middel bij uitstek om de ouders op de hoogte te houden van het dagelijks werk van hun kind(eren). Elke leerkracht laat dagelijks elke lesopdracht, elke huistaak of voorbereidingsoefening in de agenda inschrijven. Zodoende kunnen de ouders elke dag controleren welke lessen hun kind(eren) moet(en) leren of welke taken hun zoon of dochter moeten uitvoeren. Aan- en opmerkingen van de leerkrachten over de leervorderingen of leerresultaten (evaluatiegegevens) alsook over het gedrag en de leerijver van hun kinderen vinden de ouders terug in de agenda. De leerling dient met zorg elke les te noteren waarvan het onderwerp door de leerkracht op het bord wordt geschreven. De klastitularis controleert tweemaal in de maand de schoolagenda van de eerstegraadsleerlingen en eenmaal per maand van de tweedegraadsleerlingen. Hierbij let hij op orde, netheid en volledigheid; hij schrijft er een woordelijke evaluatie in en wijst de leerling op onvolkomenheden. Bij elke nazicht tekent hij de agenda. Hij gaat ook na of de ouders elke week de schoolagenda van hun kind tekenen. Afwezigen kunnen steeds hun schoolagenda bijvullen via de informatie op Smartschool. B. De ouder- of contactdagen Minimum driemaal per jaar organiseert de school contactdagen met de ouders. Ze worden hiervan ten minste een week vooraf schriftelijk op de hoogte gebracht. Het tijdstip waarop de ouderavond plaatsgrijpt, moet zodanig gekozen zijn dat het merendeel van de ouders in de mogelijkheid gesteld wordt eraan deel te nemen. Ouders die belet zijn, moet de mogelijkheid geboden worden, zo ze erom vragen, om een onderhoud te hebben met de directie, het CLB of /en de gewenste leerkrachten. Omwille van de specifieke problemen, eigen aan de paardenafdeling, worden voor deze afdeling eventueel afzonderlijke contactavonden georganiseerd. Hierop worden de ouders ingelicht over de werking van deze afdeling zoals onkosten, materiaal, internaat, manege, paardenstalling, taakverdeling der leerlingen enz. Tevens wordt voor het begin van het schooljaar een contactavond georganiseerd voor de ouders van de eerstejaars waarop ze kunnen kennismaken met de leerkrachten en waarop de directie hen inlichtingen van algemene aard meedeelt. Zo de eerstejaars uitsluitend uit het zesde leerjaar van onze school afkomstig zijn, wordt deze contactavond reeds gehouden op het einde van het voorgaande schooljaar bij gelegenheid van de prijsuitreiking van dit leerjaar. C. Huisbezoeken Elke leerling wordt ten minste eenmaal per schooljaar aan huis bezocht, hetzij op het einde van het schooljaar, hetzij na een zeer slecht rapport. Wegens de onvoldoende resultaten van een leerling kan zulk huisbezoek aangeraden worden door de klassenraad en wordt dit bezoek gedaan door de klastitularis. Zulk huisbezoek kan zeer verhelderend zijn wat betreft de oorzaken van mogelijke tekorten. Bovendien kunnen inlichtingen ingewonnen worden over de thuissituatie van de leerling, zijn leef- en werkomstandigheden, de samenstelling van het gezin, eventuele problemen waarmee de leerling geconfronteerd wordt, kortom met een huisbezoek kunnen dikwijls de oorzaken van de minder goede studieresultaten achterhaald worden. Aldus kan een huisbezoek soms bijdragen tot een hernieuwde en hoopvolle start van de leerling. 12

20 D. Opendeurdagen of talentenavonden Ten minste tweemaal per jaar worden opendeurdagen georganiseerd, één voor de richting paardrijden en één voor de volledige schoolbevolking. De opendeurdag van de paardenhumaniora heeft plaats in de manege. Hierop kunnen ouders en belangstellenden kennis maken met de afdeling in werking. Met de praktijkleraars kunnen de ouders mogelijke problemen van hun kinderen bespreken. Ook belangstellenden kunnen er kennis maken met het gebouw, de binnen- en buitenpiste en de paardenstallen. Voor de algemene opendeurdag tijdens de laatste donderdag vóór de paasvakantie worden alle ouders en hun kinderen uitgenodigd. De ouders kunnen er kennis maken met het dagelijks schoolgebeuren wanneer deze dag in het teken staat van een school-in-werking. Wanneer de nadruk ligt op tentoonstelling per vak of per groep vakken kunnen de ouders er kennis maken met de infrastructuur van de school, de didactische hulpmiddelen per vak, de leerboeken en schriften der leerlingen en kunnen ze eventueel een gesprek voeren met de leerkrachten. Soms kan de klassieke opendeurdag ook vervangen worden door een talentenavond. E. De schoolraad Deze raad kan de relatie tussen ouders en school bevorderen daar in deze raad ook vertegenwoordigers van de ouders zetelen en eventuele problemen i.v.m. dit aspect van het schoolgebeuren kunnen bespreken. F. Het oudercomité Deze vereniging tracht de relatie tussen ouders en school te bevorderen door maandelijks een vergadering te organiseren op de tweede maandag van de maand De relatie school - gemeente - regio De uitstraling van onze school naar de stad Bilzen en de regio wordt bewerkstelligd door de actieve en veelvuldige deelname van de instelling aan allerlei manifestaties die in de stad of in de regio worden ingericht. Bij deze manifestaties maken we onderscheid tussen activiteiten die de school zelf inricht of waaraan de school deelneemt. Als bewijs dat onze school niet alleen regionaal,maar zelfs nationaal de publieke aandacht trekt, moge blijken uit de vele jaarlijks terugkerende manifestaties en de eenmalige extra-muros-activiteiten. 13

21 2. De schoolorganisatie 2.1. Organogram van de school MVD-personeel portier: Maria Schorpion kokkin: Marie José veiligheidschef: Leon Bouveroux chauffeurs: 3 personeelsleden keuken: 4 personeelsleden onderhoud: 12 personeelsleden Economaat Huismeester-opvoeder: Krijn Geubbelmans Rekenplichtige: Regina Conings HULPOPVOEDEND personeel secretariaat: personeel: Marleen Jorissen leerlingen: Karen Vanrusselt Hannelore Wouters ICT: Kevin Loverix adm. medewerker: Stijn Billen ICT Onderwijzend personeel PEDAGOGISCH COLLEGE: -Marleen Jorissen, voorzitter -Chrétien Hansen + Liesbeth Reynders:TAC -Monique Reynders, secretaris- GOK-raad -Ann Allemand, ped. begel. taalleerkr. BESTUURSCOLLEGE adj.-directie avondschool directie secundair directie basisschool D. Lambrechts E. Vanrusselt T. Cops VERENIGINGEN SCHOOLRAAD BASISOVERLEGCOMITE VZW-Vriendenkring E. Vanrusselt, voorzitter VZW-Hippos G. Koninckx, voorzitter Afvaardiging overheid oudercomité 8 stemgerechtigde leden - S Wauters: COC oudleerlingenbond - B.Liesens: VSOA sportraad - A.Allemand: ACOD club erepersoneel Samenwerkende scholen: KA Tongeren: dir. S. Roosen KTA2 Tongeren: dir. G. Steegmans N.B.: het beleid van de school wordt ook besproken in een directieraad die bestaat uit 20 personeelsleden. 14

22 2.2. Het lestijdenpakket Aantal leerlingen Bij het begin van het schooljaar wordt door de directie het aantal lestijden berekend die mogen ingericht worden tijdens dit schooljaar. Hierbij steunt men op het aantal regelmatige leerlingen die door de verificateur op 1 februari van het voorbije schooljaar werden geteld. Het aantal in te richten lestijden varieert dus van schooljaar tot schooljaar Prioriteiten Het lestijdenpakket wordt ingedeeld op basis van volgende uitgangspunten en prioriteiten: Prioriteiten in verband met de verdeling van de lestijden in volgorde van belangrijkheid: - Vooreerst is het aantal lesuren vastgelegd door de overheid, rekening houdend met het aantal ingeschreven leerlingen in de school. - Bovendien tracht men te voorzien in het behoud van het aantal studierichtingen, dit omwille van de stabiliteit van de schoolstructuur en het daarmee samenhangend vertrouwen van het bestaand en toekomstig lerarenkorps. - Verder onderzoekt men de noodzaak van een eventuele splitsing in klassen met specifiek vakgerichte leermoeilijkheden. - Tevens wordt in de mate van het mogelijke rekening gehouden met de boventalligheden van het personeel. - Zonder de traditionele afdelingen te verwaarlozen, spelen de noden ter plaatse, de interesse en de voorkeur der leerlingen een belangrijke rol. - Tevens wordt uitgekeken naar weinig voorkomende afdelingen en onderzocht of de oprichting van een nieuwe afdeling opportuun kan zijn in de school, kwestie van een gat in de markt te ontdekken. - Tevens wordt ernaar gestreefd de ontplooiing van het kind maximaal te betrachten en het een zo breed mogelijke waaier van toekomstmogelijkheden aan te bieden Prioriteiten in verband met het samenzetten van leerlingen voor bepaalde vakken. - Eerst schenkt men aandacht aan mogelijke veiligheidsaspecten voor leerkrachten en leerlingen. - Het profiel van de leerling bepaalt mede de vorm van samenzetting. - Ten slotte heeft het profiel van de leerkracht ook een invloed op het al dan niet samenzetten van leerlingen, b.v. de wijze van tucht houden Richtlijnen over de samenstelling van het lessenrooster - De verdeling van de vakken op de meest pedagogische wijze voor de leerling. - De continuïteit van de ambtsverrichtingen speelt een voorname rol. - De ruimte om zoveel mogelijk het vaklokaal te gebruiken. - De mogelijkheid om vervangingen te laten gebeuren o. l. v. een vakleraar. 3 Zie bijlage 2: Lestijdenpakket 15

23 Bijkomende pedagogische taken Zonder afbreuk te doen aan de hierboven opgesomde prioriteiten zal in de mate van het mogelijke en afhankelijk van de behoeften een aantal lestijden voorzien worden voor: a. huiswerkklas voor de leerlingen van de eerste graad. Dit blijkt elk jaar voor de meeste leerlingen een noodzaak te zijn. Deze lessen worden verstrekt door leerkrachten die door de directie hiervoor worden aangezocht. Daar de leerlingen van het eerste jaar nooit het achtste lesuur les hebben, worden deze lesuren dan ingericht. Aldus kunnen deze leerlingen, na schriftelijke toestemming van hun ouders, beter begeleid worden hoe ze moeten studeren. Deze lesuren bieden de leerlingen de mogelijkheid om met meer succes hun middelbare studies aan te vatten. b. allerlei pedagogische taken. De directie kan occasioneel beroep doen op leerkrachten om allerlei pedagogische taken, te verrichten zoals b.v. bijwerken en actualiseren van het schoolwerkplan, inhaallessen enz Samenwerkingsstructuren Interne samenwerkingsstructuren Tussen directie en leerkrachten De leraarsvergaderingen worden driemaal per jaar gehouden o.l.v. de directie en grijpen meestal na de lesuren in de leraarskamer of in het schoolrestaurant plaats. Bij deze vergaderingen wordt door de directie een aanwezigheidslijst voorgelegd waarbij de leerkrachten deze moeten tekenen. Deze bijeenkomsten hebben tot doel: - mededelingen van algemeen organisatorische aard te verstrekken b.v. schoolfeesten, uitstappen, wervingsactie, planning schoolfeest, samenwerkingsverbanden enz.; - pedagogische problemen bespreken zoals tucht bij leerlingen, plichten der leerkrachten, eindtermen en ontwikkelingsdoelen enz. De klassenraden die o.l.v. de directie of zijn plaatsvervanger eveneens doorgaan in de leraarskamer na de lesuren. Tijdens de klassenraden worden alle mogelijke gegevens verzameld over de studie-ijver, het gedrag, de gezinssituatie, kortom alle gegevens die de studieresultaten gunstig of ongunstig kunnen beïnvloeden. Deze inlichtingen worden besproken en in het verslag (zie proces-verbaal en notulen) genoteerd door de klastitularis. Over mogelijke oorzaken van het falen of onvoldoende presteren van de leerling worden de ouders en leerlingen ingelicht via - het CLB dat afspraken maakt om een onderhoud met leerling en/of ouders; - de directie: gesprek met ouders en/of leerkrachten; - de klastitularis via rapport, telefoon, brief of huisbezoek; - de vakleraar: inhaallessen enz. Indien, na aanwending van deze middelen, blijkt dat er geen merkbare verbetering optreedt in het gedrag, de studie-ijver en de studieresultaten van de leerling, wordt de remediëring gewijzigd. De conferenties De school organiseert tijdens de eerste trimester van elk schooljaar een tweetal pedagogische studiedagen waarvan 16

24 - één studiedag ingericht wordt voor de leerkrachten van het secundair al dan niet in samenwerking met de leerkrachten van de basisschool. Dit hangt af van de agendapunten: hebben deze betrekking op de ganse school of zijn ze enkel bedoeld voor het secundair; - één studiedag voor de scholengemeenschap Bilzen-Tongeren met de bedoeling meer eenheid en samenwerking tussen beide gemeenschappen tot stand te brengen. Deze conferentie kan handelen over allerlei didactische en pedagogische problemen zoals bespreking van de jaarplannen, de didactische hulpmiddelen, de eindtermen en ontwikkelingsdoelen. Ook actuele problemen zoals drugpreventie, pesten op school enz. kunnen aan bod komen. Meer concreet hebben zulke conferenties tot doel: - de samenwerking tussen de leerkrachten te bevorderen; - de infrastructuur en de materiële voorzieningen beter te leren kennen; - het bespreken van de didactische hulpmiddelen en de pedagogische methodes; - het op elkaar afstemmen van de leerboeken, de leerprogramma s, de evaluatiesystemen. De vakwerkgroepen 4 Wanneer het nodig is, worden er occasioneel vakvergaderingen belegd om coördinatie binnen bepaalde vakken of vakgroepen te bekomen. Deze coördinatie kan betrekking hebben op: - de concretisering van het leerplan; - het opstellen van de jaar- en vorderingsplannen; - de didactische werkvormen en de uitrusting der vaklokalen; - het gebruik van een eenvormig evaluatiesysteem van de leerlingen; - het organiseren van pedagogische vakuitstappen en studiereizen Samenwerkingsstructuren tussen directie, leerkrachten en ouders De schoolagenda is het geschiktste middel om het dagelijks contact tussen vakleraar en ouders te bestendigen. De schoolagenda dient dan ook wekelijks door de ouders te worden getekend. De klastitularis dient om de veertien dagen (eerste graad) en om de maand (tweede graad) de agenda te controleren op orde, netheid en volledigheid (zijn alle lessen en huistaken correct ingevuld?). Om aan deze voorwaarden te kunnen voldoen, zijn er per klas 1 of 2 modelagenda's: de leerlingen van deze agenda s laten elk lesuur het in te schrijven lesonderwerp of huistaak door de vakleraar paraferen. De oudercontacten gebeuren driemaal per schooljaar: - de laatste vrijdag voor de herfstvakantie (eind oktober); - de laatste donderdag voor de paasvakantie (maart-april); - de laatste schooldag voor de grote vakantie, samen met de proclamatie. De informele contacten met ouders worden ook belegd tijdens - de restaurantdagen die de vriendenkring organiseert; - de opendeurdag voor de afdeling paardrijden (derde zondag van oktober); - de jaarlijkse opendeuravond (maart-april)). Tevens worden ouders telefonisch of per brief uitgenodigd om een onderhoud met directie of bepaalde leerkrachten wanneer zo een onderhoud nodig blijkt te zijn wegens gedrags- of studieproblemen van hun kind(eren). 4 Zie bijlage 4: Vakgroepwerking 17

25 De klastitularis. Deze leerkracht is de geschikte persoon tot wie de leerlingen zich kunnen wenden in verband met problemen van persoonlijke aard maar ook tussen leerlingen onderling of verhoudingen tussen leerlingen en leerkrachten. Deze vertrouwenspersoon zal steeds zoeken naar een bevredigende oplossing voor de persoon in kwestie of voor de betrokken partijen Tussenschoolse organisaties De VZW-Hippos vergadert telkens als infrastructurele of beheersproblemen rijzen in de richting paardrijden en verzorgen. In overleg met directies, leerkrachten en ouders zorgen zij voor de instandhouding en uitbreiding van de materiële voorzieningen van deze specifieke richting. De VZW-Hippos is samengesteld uit personeelsleden en ere-leerkrachten van MS Bilzen en KTA2 Tongeren. Zij beheren het stalgeld van de leerlingen paardrijden en zorgen voor stalling, voeder, inentingen enz. Elk jaar organiseren zij een opendeurdag op de laatste zondag van april en coördineren zij de selectiewedstrijden van SVS. Tevens bekostigen zij gastdocenten en komen zij financieel tussen in de jaarlijkse extra muros activiteiten. Daarenboven spreiden zij de tussenkomsten van de ouders indien familiale problemen dit noodzakelijk maken. Zij betalen zelfs vaak didactische uitrustingen als de school in financiële nood geraakt. Zonder de VZW-Hippos kan de richting Paardrijden en verzorgen onmogelijk op een behoorlijke wijze gerund worden. De statuten 5 van deze vzw vindt u achteraan terug. De Vriendenkring vergadert normaal vijfmaal per schooljaar. Begin januari houdt ze haar jaarlijkse statutaire vergadering met bestuursverkiezing, uitbreiding of schrapping van leden. Eventueel bespreekt ze haar statuten en maakt de penningmeester een eindafrekening van de inkomsten en uitgaven van het voorbije burgerlijk jaar. Vier vergaderingen worden gewijd aan de planning, de vastlegging der data en de organisatie van de feesten. Tevens evalueert ze telkens de voorbije organisatie. De Vriendenkring is samengesteld uit leerkrachten en mensen uit de sociale, culturele en economische sector die zorgen voor de nodige uitstraling van de school die ze met hart en ziel verdedigen. De functies van de vriendenkring zijn van vierderlei aard: 1. financieel komt ze tussen in het boekenfonds, bij schoolreizen, het leerlingenvervoer, materiële didactische noden en bij de nieuwjaarsreceptie; 2. sociaal brengt een afvaardiging bezoek aan zieke leerkrachten en bekostigt ze indien nodig de vooren naschoolse opvang; 3. cultureel bekostigt ze of komt tussen bij toneelvoorstellingen of andere culturele activiteiten. De vriendenkring is ook aangesloten bij de plaatselijke cultuurraad van Bilzen; 4. politiek tracht ze via vrienden bepaalde materiële of pedagogische problemen op te lossen. In het zakelijk deel vindt u de statuten 6 van onze Vriendenkring. De schoolraad volgt het algemeen model van het werkingsreglement der schoolraden zoals het verwoord is in de normatieve omzendbrief van de Argo, kaderblad. Tot de bevoegdheden van de schoolraad behoren het advies of overlegrecht over de algemene en pedagogische organisatie van de school, het materieel en financieel beheer en het personeelsbeleid. In het organogram op de eerste bladzijde van de schoolorganisatie vindt u de samenstelling van onze schoolraad. 5 Zie bijlage 16: Statuten vzw Hippos 6 Zie bijlage 17: Statuten vzw vriendenkring 18

26 Het basiscomité is een overlegorgaan waarin de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en het opvoedend hulppersoneel vertegenwoordigd zijn. Tot de bevoegdheden van dit comité behoren: 1. het vooraf overleg plegen over de regelingen die betrekking hebben op de arbeidsduur en de organisatie van het werk, o.m. het organiseren van de toezichten, het opleggen van pedagogische taken, het uitwerken van een stelsel van vervangingen, het opstellen van het lessenrooster, de verdeling van het lestijdenpakket, het gebruik van het urenkrediet en het bepalen van de keuze van de opties; 2. de maatregelen van inwendige orde en de richtlijnen die betrekking hebben op het vastleggen van de data van de klassenraden, het organiseren van ouderavonden, het inrichten van geïntegreerde werkweken, het organiseren van de werving en de inschrijving van leerlingen en het vastleggen van de data van de facultatieve vrije dagen; 3. de organisatie van het onthaal van nieuwe personeelsleden en leerlingen; 4. de maatregelen van inwendige orde en richtlijnen betreffende aangelegenheden die de personeelsleden aanbelangen zowel in het kader van hun administratief statuut als in het kader van hun bezoldigingsregeling, o.m. het bepalen van de boventalligheid en de terbeschikkingstellingen. Het basiscomité is samengesteld uit de directie en een afvaardiging van de vakbonden en van de overheid, aangevuld met technici Externe samenwerkingsstructuren De scholengemeenschap en het college van directeurs omvat de directies van de scholengemeenschap Bilzen/Tongeren. De directieraad bespreekt programmatie- en rationalisatievoorstellen, reaffectaties en wedertewerkstellingen binnen deze scholen alsook zaken die de scholen aanbelangt De oudleerlingenbond heeft tot doel: - de afgestudeerden aan de school regelmatig in een gezellige en aangename sfeer samen te brengen en aldus de vriendschapsbanden, die tijdens hun studiejaren aan onze school ontstaan zijn, blijvend in stand te houden; - het contact tussen school en oudleerlingen te onderhouden en zelfs aan te zwengelen, de uitstraling van de school te bevorderen; - door hun activiteiten een financiële bijdrage te leveren die onder de vorm van didactische hulpmiddelen de school ten goede komt Het LOP Het LOP 7 probeert alle leerlingen gelijke kansen te bieden om te leren en zich te ontwikkelen. Tegelijkertijd tracht het LOP elke vorm van uitsluiting, discriminatie en sociale scheiding tegen te gaan. Ook verzamelt het LOP alle onderwijsverstrekkers uit de regio én een breed gamma van lokale organisaties die van zeer nabij geconfronteerd worden met (on)gelijke kansen binnen het onderwijs. Het LOP heeft daarenboven een onderzoeksopdracht: de lokale situatie van de gelijke onderwijskansen wordt in beeld gebracht en ontleed in een omgevingsanalyse. 7 Zie bijlage 20: Het Lokaal Overlegplatform 19

27 Het LOP heeft een adviesopdracht: zowel op lokaal, provinciaal als gewestelijk vlak kan het LOP de stuwende kracht zijn achter veranderingen en evoluties en advies uitbrengen op alle niveaus. Maar het heeft ook een bemiddelende rol: in het kader van de doorverwijzing van een leerling treedt de bemiddelingscel in werking en zoekt mee naar de beste oplossing voor de leerling in kwestie. Ten slotte heeft het LOP een ondersteunende rol: naast het doorgeven van goede praktijkvoorbeelden kan het ook instrumenten ontwikkelen om het inschrijvingsrecht mee helpen te realiseren Het CLB (centrum leerlingenbegeleiding). De begeleiding gebeurt door het CLB van het Gemeenschapsonderwijs, Sacramentstraat 73, 3700 Tongeren. Dit CLB heeft een vestigingsplaats in onze school waar een dokter, een psycholoog, een verpleegster en een sociaal assistent op geregelde tijdstippen aanwezig zijn. De medewerkers zijn: - psycholoog Vanessa Teti; zij is op dinsdagvoormiddag en donderdag aanwezig of na afspraak; - verpleegster Katleen Swinnen: zij is op donderdag en vrijdag aanwezig. Voor de activiteiten van het CLB verwijzen we naar hoofdstuk 3: De organisatie van de begeleiding Contacten met bedrijven De school onderhoudt goede contacten met het bedrijfsleven uit de omgeving zoals uit volgende voorbeelden blijkt: - de stagebegeleiding van de leerlingen in de praktijkvakken in bedrijven zoals voor de afdelingen hout en metaal, mode en verzorging. Tijdens deze stages nemen de leerlingen actief deel aan het bedrijfsleven; - de bedrijfsbezoeken die op geregelde tijdstippen worden georganiseerd voor de leerlingen uit hoger vermelde afdelingen; - de geïntegreerde proeven in de beroepsafdelingen, waarbij de praktische eindproeven mede gejureerd worden door beleidsmensen uit de industrie en de middenstand Extra-muros activiteiten - Voor de leerlingen van het eerste leerjaar wordt jaarlijks na de paasvakantie een geïntegreerde werkweek aan zee georganiseerd in Nieuwpoort met o.a. bezoeken aan de dierentuin te Antwerpen, het historische Brugge, de haven van Zeebrugge, de vismijn in Nieuwpoort, het Koning Albertmonument in Nieuwpoort, het Koninklijk domein van prins Karel in Raversijde enz. Hierbij moeten de leerlingen allerlei opdrachten uitvoeren en in hun werkboekje invullen. - De tweedejaars gaan jaarlijks op bosklas waarbij de bestemming van jaar tot jaar kan wisselen. Meestal is de bestemming de Ardennen. Ook hier worden pedagogische uitstappen gepland waarbij de leerlingen opdrachten moeten uitvoeren. - De 3 de, 4 de, 5 de en 6 de jaars gaan jaarlijks op pedagogische uitstap naar een buitenlandse stad. Deze reis heeft tot doel de leerlingen cultuurhistorische kennis bij te brengen en aldus een concrete bijdrage te leveren bij de studie van Frans, Engels, Duits, geschiedenis,... - De klassen doen jaarlijks uitstappen naar diverse tentoonstellingen in verband met hun vak zoals het Voedingssalon in Brussel, het ideale huis, de landbouwtentoonstelling enz. - De afdeling paardrijden neemt meermaals per schooljaar deel aan jumping- en dressuurwedstrijden en doet tevens een jaarlijkse didactische uitstap naar een hippisch centrum in binnen- of buitenland. - Meermaals per jaar nemen de leerlingen deel aan toneel- of filmvoorstellingen in Bilzen of Hasselt. - Occasioneel worden er ook vakuitstappen georganiseerd door de vakleraars. 20

28 3. De organisatie van de begeleiding 3.1. De begeleiding van het personeel Prioriteiten bij aanwerving De directie huldigt het principe dat bij aanwerving van nieuwe leerkrachten de oud-leerlingen van de school voorrang hebben op leerkrachten, vreemd aan de school. Dit biedt het voordeel dat de school niet alleen aan tewerkstelling doet voor de oud-leerlingen maar bovendien leerkrachten aanwerft die reeds vertrouwd zijn met de school, wat de integratie ten goede komt. Daarnaast hebben oud-leerlingen uit Groot-Bilzen voorkeur op kandidaten buiten Groot-Bilzen. Dit biedt het voordeel dat deze leerkrachten zich op termijn kunnen integreren in de Bilzerse leefgemeenschap en zich engageren in Bilzerse verenigingen Opvang nieuwe leerkrachten - De nieuwe leerkracht heeft vooreerst een onderhoud met de directie of de voorzitter van het pedagogisch college die 1. de nodige onderrichtingen geeft om het ambt naar behoren te kunnen uitoefenen; 2. de nodige leerprogramma s verschaft om de lessen te kunnen voorbereiden; 3. de brochure De historiek van de school verschaft om het verleden van de school te kennen; 4. een exemplaar van het schoolwerkplan ter inzage krijgt om te weten welke plichten een leerkracht heeft. - De leerkracht ontvangt op het secretariaat de nodige formulieren die hij/zij moet invullen voor het ministerie van onderwijs. - De leerkracht wordt voorgesteld aan de collega s in de leraarskamer. - Hij /zij wordt rondgeleid in de school door een lid van het administratief personeel die de nieuwe leerkracht de leslokalen, de eetzaal, leraarskamer, sporthal, werkplaatsen enz. toont en aanduidt welke documenten (lijsten aanwezigheden leerlingen, omzendbrieven, kaderblad, interne mededelingen enz.) in de leraarskamer aanwezig zijn. - De nieuwe leerkracht heeft indien dit nog mogelijk is een onderhoud met zijn of haar voorganger die hem/haar de nodige onderrichtingen en inlichtingen geeft om het ambt naar behoren te kunnen verderzetten. Dit onderhoud op school of elders handelt over alle aspecten (handboeken, leermiddelen, leerstof, evaluatie, inrichting vaklokaal enz.) van de opdracht zodat de nieuwe leerkracht met kennis van zaken en in optimale omstandigheden kan starten. - De nieuwe leerkracht krijgt alleszins ondersteuning van zijn vakcollega s betreffende de leerstof, de didactische hulpmiddelen, de evaluatie enz. Zij zijn als het ware zijn of haar tutoren (tutorschap). 21

29 Samenwerking tussen de leerkrachten Gezellige werksfeer Er heerst een gezellige sfeer en goede samenwerking niet alleen tussen de leerkrachten van het secundair onderwijs, maar tevens met deze van de basisschool. Deze werksfeer wordt gecreëerd door: 1. de regelmatige aanwezigheid in de leraarskamer van de directies die met de leerkrachten een babbel komen slaan, wat de samenhorigheid ten goede komt; 2. het aanbrengen per maand van de namen van de jarige leerkrachten op het bord in de leraarskamer door de directie. De jarige leerkracht biedt de collega s een gebakje of snoepje aan wat de gezellige sfeer bevordert; 3. het gezamenlijke gebruik van de leraarskamer door de leerkrachten van middelbaar en lager onderwijs hetgeen uitwisseling van gedachten bevordert; 4. de jaarlijkse nieuwjaarsreceptie in het restaurant van de school op de eerste of tweede vrijdag van januari. Hierop worden alle leerkrachten met echtgeno(o)t(e), verloofde of vriend van zowel het lager, middelbaar en avondonderwijs op uitgenodigd. Tevens worden erop uitgenodigd het administratief en opvoedend personeel, het onderhouds- en werkliedenpersoneel, de leden van de lokale raad, van de vriendenkring, de VZW-Hippos, het oudercomité en de oudleerlingenbond alsook de gepensioneerde leerkrachten. Na de gebruikelijke toespraken van directies en de voorzitters van Schoolraad en Vriendenkring is er gezellig samenzijn met drank, toastjes en muziek tussen de grote schoolfamilie. Dit is elk jaar een hoogdag voor de vriendschap waar allen die betrokken zijn of waren met de Martinusschool, reikhalzend naar uitkijken; 5. bij langdurige ziekte van een leerkracht gaat een afvaardiging deze eventueel een bezoek brengen; bij overlijden van een leerkracht wordt de uitvaartdienst bijgewoond door een klas leerlingen met verscheidene leerkrachten; bij overlijden van een familielid van een leerkracht gaat steeds een afvaardiging naar de uitvaartdienst waarbij telkens een rouwkrans van de school wordt neergelegd Pedagogische - didactische samenwerking Op pedagogisch-didactisch vlak heeft de directie de leerkrachten volgens hun vakdiscipline ingedeeld in groepjes die elk onder de leiding staan van een decaan die ten minste driemaal per schooljaar vergaderen. Elke groep vergadert dan (meestal tijdens de conferentiedagen) over allerlei pedagogische en didactische onderwerpen zoals handboeken, didactisch materieel, veiligheid, aankoop en gebruik van machines, de wijze van evalueren, de jaarplannen, pedagogische methodes enz. Voor elk vak wordt een vakmap aangelegd die de documenten bevat, die gevraagd worden door de inspectie. Voor een pedagogische studiedag, ingericht door de begeleidingsdienst van het ministerie, wordt ten minste één vakleerkracht afgevaardigd. Deze licht zijn/haar collega s in over de onderwerpen die tijdens de studiedag aan bod kwamen. Nascholing wordt door de directie aangemoedigd zodat de vakleerkrachten op de hoogte blijven van de vooruitgang van het wetenschappelijk onderzoek en van de pedagogische en didactische richtlijnen over hun vak(ken). Hierbij verwijzen we naar het nascholingsplan in de bijlage Samenwerking in crisissituaties Een leerkracht kan overhoop liggen met de directie of een of meerdere collega s. Hij/zij kan ze links laten liggen al dan niet met een groet en daarmee basta. Collega s kunnen kliekjes vormen zoals de ouderen, de jongeren, de vrouwen, de mannen. Directie en leerkrachten trachten zulke situaties te voorkomen door: 22

30 - elkaar niet tegen te werken maar elkaar te steunen; - ervoor te zorgen dat elkeen zijn werk in een goede sfeer kan verrichten; - samen één ploeg te vormen die eenzelfde visie, groepsgeest en groepstucht heeft. Onder de leiding van de directie moeten de leerkrachten solidair verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van de leerlingen. Dus in openheid met elkaar. De directie tracht deze samenwerking te bevorderen door een collega die moeilijkheden veroorzaakt 1. niet te zoeken: geen jacht op zulke collega s, bij éénmalige tekortkomingen; 2. niet moeilijk te doen door hen onmiddellijk op hun plichten te wijzen; 3. deze moeilijkheden te zien : men kan iets door de vingers zien maar toch laten merken dat men het gezien heeft ; 4. moeilijkheden signaleren : geen struisvogelpolitiek, geen systeem paraplu, niet alles aan het klokzeel hangen maar de hogere overheid inlichten; 5. moeilijkheden signaleren : gouverner, c'est prévoir. In de school schenkt de directie vertrouwen aan de leerkrachten. Er bestaan geen Gestapo-methodes. Dit werkt de groepsgeest in de hand waardoor een enkeling, een opposant, een betweter geen kans krijgt. Daar de dialoog veel oplost, komen crisissituaties zeer weinig of niet voor De begeleiding van de leerlingen De opvang van nieuwe leerlingen Bij het begin van het schooljaar Tijdens de voormiddag van de eerste schooldag worden de leerlingen begeleid door hun klastitularis. De leerlingen van het eerste jaar worden begeleid door mevrouw Van Mulders, de heer Landeloos en enkele andere leerkrachten. 1. Deze heten de leerlingen welkom en creëren een sfeer waardoor de leerlingen zich onmiddellijk thuis voelen in hun nieuwe school. 2. De titularis verschaft hen de nodige richtlijnen in verband met het dagelijks lesverloop, de dagindeling (lessenrooster), de leervakken, hun leerkrachten en bespreekt het schoolreglement (gedragsregels) voor de leerlingen. 3. Hij/zij laat de nodige formulieren (persoonlijke gegevens van de leerlingen, keuze godsdienst/ zedenleer, CLB-formulier, vervoer, vroegere leerresultaten enz.) invullen en controleert ze op correctheid en leesbaarheid. 4. De leerlingen stellen zich aan elkaar voor zodat ze al vlug met elkaar vertrouwd zijn. 5. De leerkracht doet een rondgang in de school zodat de leerlingen vlug vertrouwd geraken met de infrastructuur van de school. 6. De titularis verschaft inlichtingen over de mogelijkheid om voor de eerstejaars de cursus leren leren te volgen tijdens het achtste lesuur. 7. Hij/zij bespreekt de functies van de klastitularis die regelmatig (om de veertien dagen voor eerstejaars en maandelijks voor de overige klassen) controleert op netheid, volledigheid en taalfouten. 8. De titularis laat in een later stadium maar tijdens de eerste schoolmaand de leerlingen een klassemonitor/-monitrice en hulpmonitor/-monitrice verkiezen die volgende taken hebben: - melden aan de titularis of ombudsman van interne problemen in de klas; - ophalen van formulieren; - zorgen voor de werkverdeling binnen de klas om cursussen van zieke leerlingen bij te werken; - opdrachten van klastitularis of leerkracht uitvoeren. 23

31 De monitor/monitrice en hulpmonitor/hulpmonitrice moeten een voorbeeldig gedrag vertonen en verantwoordelijkheidsbesef hebben Tijdens het schooljaar Leerlingen die zich tijdens het schooljaar op onze school aanmelden, moeten eerst bij de directie komen, die tracht te achterhalen waarom ze van school willen veranderen. Na dit onderhoud beslist de directie of de leerling aanvaard wordt. Bij positieve evaluatie krijgt de leerling op het secretariaat de nodige formulieren (zie hierboven) om in te vullen. Een lid van het secretariaat begeleidt de leerling naar de klas waar hij voorgesteld wordt aan de medeleerlingen. Elke vakleerkracht begeleidt de leerling en ziet er vooral op toe of de nieuwe leerling zich goed aanpast aan de nieuwe leersituatie. De leerkrachten kijken vooral goed toe of de leerling niet opnieuw vervalt in zijn vroegere leer- en gedragsproblemen waardoor hij misschien een slechte invloed op de medeleerlingen kan uitoefenen Begeleiding van de leerlingen tijdens het schooljaar Individuele begeleiding Daar de Martinusschool een landelijke school is en het aantal leerlingen rond 400 varieert, kent elke leerkracht de leerlingen met zijn/haar voornaam, hetgeen een vertrouwensband schept. De individuele begeleiding omvat volgende facetten: - elke klastitularis brengt ten minste eenmaal per schooljaar een huisbezoek waardoor deze de gezinssituatie van de leerling beter leert kennen en eventueel problemen ontdekt die men anders misschien niet zou te weten komen; - elke vakleraar kan, indien er zich studieproblemen voordoen, een onderhoud met de ouders aanvragen, hetzij op school, hetzij bij de ouders; - ouders kunnen steeds op alle momenten contact opnemen met de school via directie of secretariaat. Telefoonnummers van directie, leerkrachten worden steeds aan alle leerlingen meegedeeld; - bij de directie kunnen leerlingen steeds terecht zonder voorafgaande afspraak en bij hoogdringendheid zelfs tijdens de lesuren; - bij de klastitularis kan elke leerling terecht voor allerlei vragen, inlichtingen of problemen; - de GOK-raad o.l.v. mevrouw Monique Reynders, volgt elke dag de leerlingen die omwille van tuchtproblemen een gedragsfiche krijgen of waarvoor de leerkracht een meldingsfiche 8 heeft ingevuld; - bij ziekte of ongeval van een leerling wordt deze door een lid van het opvoedend hulppersoneel begeleid en geholpen: bij ongesteldheid beschikt de zieke leerling over een zetel om te kunnen herstellen; indien noodzakelijk wordt de leerling naar het ziekenhuis gebracht; het formulier voor de verzekeringsmaatschappij Ethias wordt op het secretariaat ingevuld; ouders of familieleden worden telefonisch op de hoogte gebracht; internen van de paardenafdeling kunnen eventueel bij de portier overnachten; indien mogelijk worden zieke leerlingen door een personeelslid naar huis gebracht. - De zorgleerlingen krijgen een aangepast contract 9, waarin per schooljaar compenserende maatregelen voor bepaalde vakken worden vastgelegd; 8 Zie bijlage 6: De meldingsfiche 9 Zie bijlage 8: Dyslexiecontract 24

32 - Toezicht op leerlingen Bij het begin van het schooljaar wordt een toezichtsrooster geafficheerd in de leraarskamer. Deze wordt aangepast tijdens de examenperioden. In beide gevallen wordt er rekening gehouden met de lesopdracht van elke leerkracht in die zin dat zijn lesopdracht aansluit bij zijn of haar toezichten. Op zulke toezichtsrooster, dat opgesteld wordt door de directie, is er toezicht voorzien tijdens elke speeltijd door 2 leerkrachten, s morgens, s middags en s avonds aan de fietsenrekken en aan de poort. Tevens is er toezicht voorzien bij de begeleiding van de internen naar en van de manege (meestal met de schoolbus). s Middags begeleidt elke leerkracht zijn leerlingen naar het schoolrestaurant waar ze onder toezicht staan van een opvoeder en de huismeester-rekenplichtige. - Afwezigheden en spijbelen Om spijbelen te voorkomen bellen de ouders vóór 10 uur naar de school om de afwezigheid van hun kind te melden. De afwezigheden van leerlingen worden elk lesuur door de leerkracht met lesopdracht in zijn agenda genoteerd. Bovendien worden afwezigheden tweemaal per dag (voor- en namiddag) door een lid van het ondersteunend personeel in elke klas gecontroleerd en opgetekend. Deze afwezigheden worden daarna in de computer aangevuld. Voor elke afwezigheid om welke reden ook dient een doktersattest bij ziekte of een briefje van de ouders ingediend te worden bij het terugkeren op school. Bij twijfel tracht een opvoeder telefonisch contact te nemen met de ouders. Spijbelen wordt bestraft met één of meer strafstudies Studiebegeleiding - Vooreerst is er voor de eerstejaars de mogelijkheid de cursus leren leren te volgen volgens de Lotusmethode. - Elke vakleraar begeleidt de leerlingen met studieproblemen door per leerling na te gaan waar het probleem zich situeert: gebrek aan inzet, onvoldoende studie, geen efficiënte studiemethode, hiaten in de leerstof enz. De leerkracht tracht de zwakke punten te remediëren door de juiste studiemethode aan te leren, inhaallessen te organiseren, extra taken op te leggen, enz. - Tijdens de begeleidende klassenraden worden leerlingen met tekorten uitvoerig besproken. Hierbij probeert men de oorzaken van hun zwakke resultaten te achterhalen. Door analyse van de zwakke punten kan men meestal een remediëring vooropstellen. Alle gegevens worden door de klastitularis in het individueel dossier van de leerling opgeschreven. - Leerlingen die tekorten hebben voor meerdere vakken, eigen aan de afdeling, kunnen door de klassenraad geadviseerd worden van afdeling of van studierichting te veranderen. Dit gemotiveerd advies wordt via brief of rapport aan de ouders meegedeeld. De ouders en de leerling zijn natuurlijk vrij dit advies te aanvaarden of te verwerpen. - Leerlingen die langdurig afwezig zijn, worden door de klastitularis en de medeleerlingen geholpen: titularis en monitor zorgen voor het bijhouden van schriften, cursussen en taken door het opstellen van een werkverdeling. Bij terugkeer op school kan de leerling, zo hij problemen ondervindt bij het verwerken van de leerstof, beroep doen op de vakleerkrachten. Zij kunnen, naargelang de aard van de achterstand, overgaan tot inhaallessen, extra huistaken enz. Deze wijze van werken wordt goed onthaald en geapprecieerd door goede leerlingen maar heeft weinig resultaat bij ongemotiveerde leerlingen. Alle leerkrachten zijn bereid zich in te zetten om studieachterstand weg te werken zolang zij ervaren dat hun inspanningen resultaat opleveren. - Leerlingen die einde schooljaar een attest B (uitsluiting voor bepaalde studierichtingen) of C (niet geslaagd) bekomen, krijgen een uitvoerig verslag waarom tot dit attest besloten werd. Leerlingen die herexamens hebben, krijgen een formulier mee in hun rapport waarop de vakken vermeld staan waarvoor herexamen dient afgelegd te worden, de duidelijke omschrijving welke leerstof moet gestudeerd worden en de data en uren van de herexamens. 25

33 N.B.: Herexamens worden slechts in uitzonderlijke gevallen toegestaan. - Op vraag van ouders of leerling kan de vakleraar zelfs een huisbezoek brengen en de nodige uitleg verschaffen Begeleiding door het CLB Taken Het CLB van de Vlaamse Gemeenschap, gevestigd te Tongeren, Sacramentsstraat 70, heeft ook een vestigingsplaats in de Martinusschool te Bilzen. Het personeel verblijft ook op vastgestelde tijdstippen in onze school (zie hoofdstuk 2, art ). Het centrum beweegt zich op vier begeleidingsdomeinen: 1. studie- en beroepskeuzebegeleiding: hierbij ondersteunt het CLB elke leerling in het proces dat hij doorloopt om te komen tot een actuele, persoonlijke studiekeuze en maakt hierbij gebruik van de Uniforme Informatheek, hetgeen een onafhankelijke en objectieve benadering garandeert; 2. begeleiding van leerproblemen met de leerlingen van 1B als prioritaire doelgroep. De taak van het CLB beperkt zich tot het opnemen van een verantwoordelijkheid met betrekking tot het diagnosticeren van leerproblemen en het ondersteunen van het beslissingsmoment dat hierop volgt. Het CLB kan in dat kader ook attesteringsopdrachten uitvoeren o.a. het inschrijven voor buitengewoon onderwijs; 3. begeleiding van gedrags-, opvoedings- en integratieproblemen. Hierbij richt het centrum zich prioritair en vooral preventief op de spijbelaars en op de buitengezet-op-school-leerlingen. Bovendien kan het centrum zich richten op andere risicogroepen zoals kanker, aids, druggebruik, relatievorming, migranten, beroepsonderwijs en jongeren met leerproblemen;(zie ook LOP) 4. de verplichte medische onderzoeken en het nemen van profylactische maatregelen. Dit houdt in het permanent toezicht op de vaccinatiestatus bij leerlingen, het verstrekken van adviezen aan ouders en school i.v.m. preventieve gezondheidszorg zoals hygiëne, voeding, schoolmaaltijden, veiligheid, gezondheidsvoorlichting, het verstrekken van informatie i.v.m. relatiebekwaamheid en seksualiteitsbeleving. Welke activiteiten en projecten organiseert het CLB in onze school? 1. Informeren van de ouders in september over de mogelijkheden die het CLB biedt aan de ouders en de leerlingen zoals het recht op begeleiding maar ook de mogelijkheid om dit te weigeren en de wet op het medisch schooltoezicht. 2. Overleg met de schoolverantwoordelijken over het begeleidingscontract. Dit gebeurt ook in september /oktober. 3. Systematische deelname van een lid van het CLB aan info-avonden, ouderavonden, klassenraden. 4. Uitvoeren van de wetten op het medisch schooltoezicht; selectieve onderzoeken MST, aidspreventie, profilaxie tetanus. 5. Administratieve samenstelling van klassen, actualiseren van dossiers, aanvraag gegevens van nieuwe leerlingen, overmaken van gegevens over schoolverlaters, overmaken van medische dossiers, bijzondere attesten zoals attest L.O. en B.O. 6. Begeleiding van leerlingen die het secundair onderwijs aanvangen: aanleg basisdossier, studiekeuzebegeleiding of heroriëntering. 7. Begeleiding van leerlingen wiens schoolrendement wordt geremd door het milieu, persoonlijke problemen, schoolse of medisch-fysische aangelegenheden. 8. Begeleiding van de studiekeuze op vraag door middel van persoonlijke vragen, opvang of een vragenlijst. 9. Medewerking verlenen aan projecten zoals drugspreventie in samenwerking met de sociale dienst van de gemeente Bilzen. 26

34 3.3. Het algemeen leefklimaat op school Op het einde van elk schooljaar houdt de directie een enquête bij de leerlingen. Deze vragenlijst peilt niet alleen naar hun studiekeuze voor het volgend schooljaar maar ook hoe ze het voorbije schooljaar ervaren hebben wat betreft het leefklimaat op school, de verhouding leerkrachten-leerlingen-directie, de werksfeer, de tucht op school enz. Uit deze enquête blijkt dat de overgrote meerderheid der leerlingen zich thuis voelen op school en bijgevolg graag naar school komen. Zij appreciëren de gemoedelijke sfeer, het aangenaam en gezellig leefklimaat, de vertrouwelijke omgang van leerkrachten met leerlingen, de aanhoudende bezorgdheid van de directie en het streng optreden bij zware overtredingen. Opvallend hierbij zijn de getuigenissen van de oudleerlingen die verder studeren aan een hogeschool of universiteit. Uitspraken als Ik zou nog in deze school willen zijn! of Fijn dat we hier ook de derde graad kunnen doen! of Hier was het goed vertoeven, begrijpende directie, toffe maar strenge leerkrachten, zijn legio. Dat de oud-leerlingenbond zo floreert, kan de voorgaande uitspraken alleen maar bevestigen. Viermaal per schooljaar komen ze samen in hun oude school waar ze niet aarzelen om de handen uit de mouwen te steken. Ze organiseren immers elk schooljaar een kienavond in het schoolrestaurant. Ze houden een reünie voor oud-leerlingen, houden een kerst-, paas- of boekenmarkt en organiseren tijdens de opendeurdag een Vlaamse kermis. Van de opbrengst van die activiteiten schenkt de bond jaarlijks tijdens de nieuwjaarsreceptie didactisch materiaal aan afwisselend het kleuter-, lager en middelbaar onderwijs. Zo maakt deze oudleerlingenbond zich nog erg verdienstelijk voor de Martinusschool. Tevens schenkt de oudleerlingenbond een bedrag aan het oudercomité om gastsprekers te betalen of om informele vergaderingen te organiseren GOK-plan Het decreet Gelijke Onderwijskansen (GOK) zag het levenslicht in september Dit geïntegreerd ondersteuningaanbod wil alle kinderen dezelfde optimale mogelijkheden bieden om te leren en zich te ontwikkelen. Dit decreet wil tegelijk uitsluiting, sociale scheiding en discriminatie tegengaan en heeft daarom speciale aandacht voor kinderen uit kansarme milieus. Het beleid Gelijke Onderwijskansen bestaat uit drie onderdelen: Inschrijvingsrecht (GOK I): het recht op inschrijving van een kind in een school naar keuze en de wijze waarop dit recht wordt verzekerd. Zorg (GOK II): een geïntegreerd ondersteuningsaanbod dat de scholen toelaat een zorgbrede werking te ontwikkelen gericht op kansarme kinderen. Maatwerk in samenspraak (GOK III, IV, V) Werken aan Gelijke Onderwijskansen is een belangrijke opdracht voor onze school. Kansen bieden aan elke leerling om tot maximale ontplooiing te komen, ongeacht zijn of haar herkomst of geslacht, behoort tot een van de grootste uitdagingen van ons onderwijs. Onderwijs dat aan alle leerlingen gelijke kansen tot maximale ontplooiing biedt is onderwijs: dat vertrekt van welomschreven, zinvolle, en relevante doelstellingen die voor alle leerlingen worden nagestreefd; waarin de leerervaringen en leeractiviteiten van leerlingen centraal staan: leerlingen motiveren tot het aangaan van intense leeractiviteiten, en hen opvolgen en ondersteunen om die leerervaringen uit te diepen is de cruciale taak van de leerkracht; waarin in alle lessen, doorheen het curriculum, mogelijkheden worden gecreëerd voor alle leerlingen om tot actief leren, zelfexploratie en reflectie te komen; 27

35 dat ruimte laat voor het eigen initiatief van de leerlingen, en hun eigen inbreng; dat vertrekt van diversiteit, en deze diversiteit uitbuit om rijke leerervaringen te laten ontstaan; dat een bonte waaier aan werkvormen gebruikt om de leerkracht en de leerlingen, en de leerlingen onderling tot intense en samen geconstrueerde interactie te komen; dat systematisch oog heeft voor hoe leerlingen, en met name kwetsbare leerlingen, op het onderwijsaanbod reageren, en via gerichte differentiatie, ondersteunende maatregelen, en zo nodig ook gepaste remediëring, kwetsbare leerlingen extra hulp biedt; waarin breed wordt geëvalueerd, d.w.z. waarin niet alleen technische deelvaardigheden en cognitieve ontwikkeling worden getoetst, maar waarin ook socio-emotionele en affectieve aspecten van het leerling-zijn, en naast het leerproduct ook het leerproces, worden opgevolgd; waarin die brede evaluatie dient om het onderwijs verder op punt te stellen en het nog meer op maat van de individuele leerling te schaven; waarin schoolteamleden samen met elkaar werken, overleggen, hun expertise bundelen om een krachtdadig pedagogisch project uit te bouwen; waarin de school constructief interageert met de ouders, en kan rekenen op de constructieve inbreng van ondersteunende instanties en alle rechtstreeks betrokkenen; waarin elke leerling telt, elke leerling zichzelf kan zijn en zichzelf kan worden. Om aan gelijke onderwijskansen te werken werden er 6 thema s vastgelegd: 1. preventie en remediëring van ontwikkelings- en leerachterstanden 2. taalbeleid 3. omgaan met diversiteit 4. socio-emotionele ontwikkeling voor basis en 1ste graad secundair onderwijs 5. doorstroming en oriëntering 6. leerlingen- en ouderparticipatie Deze 6 thema s worden in elke nieuwe GOK-cyclus verder uitgewerkt. De concrete uitwerking vind je in ons GOK-plan Taalbeleid Taalbeleid is de weloverwogen wijze waarop de school omgaat met het gebruiken en onderwijzen van verschillende talen op school, om het verwerven en verwerken van de leerstof te bevorderen. ( ) Daartoe wordt de op school benodigde taalvaardigheid gericht ontwikkeld ( ) en worden de talige eisen in alle lessen afgestemd op het taalvaardigheidsniveau van de leerlingen. M. Hajer en T. Meestringa: Schooltaal als struikelblok, Bussum, Een taalbeleid is een aspect van de optimalisering van het onderwijzen in een veranderende maatschappelijke context. Onze emancipatorische aanpak (cf. het Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs) wil ingaan op die maatschappelijke context. Taal is een voorwaarde om sociaal te kunnen functioneren. Daarnaast hebben sommige leerlingen bij het begin van het secundair onderwijs problemen met de schoolse taalvaardigheid. Dit kan niet alleen een probleem zijn voor meertalige allochtone 10 Zie bijlage 9: GOK-plan 28

36 leerlingen, maar evenzeer voor taalzwakke autochtone leerlingen. De schooltaal die gebruikt wordt om kennis bij te brengen en om vaardigheden en attitudes te ontwikkelen, is complexer dan de dagelijkse omgangs(thuis)taal van de leerlingen. Het voeren van een taalbeleid op school kan helpen deze spiraal te doorbreken. Een taalbeleid is dus veeleer een proces dan een welomschreven actie. De school reflecteert over de manier waarop er met taal en taaldiversiteit omgegaan wordt. In die zin worden er afspraken gemaakt tussen alle schoolbetrokkenen. Aan alle leerlingen dient de kans geboden te worden de leerplandoelstellingen te halen. Toch beoogt een goed taalbeleid meer dan het bevorderen van de vakgebonden materies (kennis en vaardigheden). Een goed taalbeleid draagt ook bij tot de vakoverschrijdende vorming van de leerlingen. Het voeren van een taalbeleid is een hefboom tot schoolverbetering. In zijn finale vorm is het een beleid dat steunt op een systematische en gezamenlijke inspanning van het volledige schoolteam. Het hele proces is erop gericht de leeromstandigheden zodanig te veranderen dat de onderwijsdoelen op een effectieve manier bereikt worden. Deze verhoogde effectiviteit wenst de school te bereiken door het welbevinden van de leerlingen te verhogen en tegelijkertijd de thuis- en schoolcultuur op elkaar af te stemmen. Elke leerling, ongeacht de taal- of sociaal-culturele achtergrond, moet zich op school goed voelen. Het taalbeleid is een facet van de schoolcultuur en weerspiegelt de zorgbreedte van de school. Ook hier is het bijhouden en doorspelen van informatie rond de evolutie van de leerling op het gebied van taalvaardigheid belangrijk. De leerlingen hebben recht op ondersteuning! Wetenschappelijk onderzoek bracht in de jaren 60 en 70 aan het licht dat er een reëel verband bestaat tussen het taalgebruik en het leerrendement van leerlingen. Dat impliceert dat ook leraren van niet-taalvakken zich bewust moeten worden van de talige processen waarmee leerlingen informatie en inzicht verwerven. Een wiskundevraagstuk begrijpen is voor veel leerlingen in de eerste plaats een taalprobleem. De in de lessen Nederlands aangeleerde strategieën en vaardigheden op de verwerkingsniveaus kopiëren, beschrijven, structureren, beoordelen hebben een hoge transferwaarde bij het omgaan met teksten en taken voor andere vakken. In het dagelijks leven praten leerlingen onder elkaar als gelijken om iets mee te delen of aan de weet te komen. In de klas praat een ongelijke gesprekspartner (de leraar) over leerstof die vaak een uitgestelde relevantie heeft en stelt daar pseudo-informatieve vragen over. Complexe schoolboekteksten, vakjargon, voor diverse interpretaties vatbare formuleringen van toetsvragen enz. verdiepen de kloof tussen wat de school van leerlingen verwacht en de (talige) voorkennis die zij van thuis meebrengen. Daarom zet de school een taalbeleid 11 op met volgende objectieven: schoolresultaten verbeteren door taal als struikelblok bij het leren weg te nemen; komen tot een gezamenlijke taalaanpak op basis van afspraken tussen Nederlands en de andere vakken. 11 Zie bijlage 10: Taalbeleid 29

37 4. De leer- en vormgebieden 4.1. Inleiding De eindtermen en ontwikkelingsdoelen, die door de overheid worden opgelegd, en de leerplanpakketten die door GO!-centraal zijn opgemaakt, bepalen de meeste leerdoelen en leerinhouden. Omzendbrieven geven richtlijnen over de tijdsverdeling. Meestal laten leerplannen en omzendbrieven de school en de leerkracht voldoende ruimte, onder meer door de keuze van werkvormen en leermiddelen, voor een eigen invulling. Dit stelt de school in de gelegenheid eigen klemtonen te leggen en in te spelen op nieuwe ontwikkelingen De lessentabellen Voor een volledig overzicht van de lessentabellen van onze richtingen kan je in de bijlage 12 kijken De leerplannen Voor de leerplannen van de hierboven vermelde leervakken verwijzen we naar de leerkrachten die over de leerplannen van de door hen te onderwijzen vakken beschikken alsook naar de website van het GO! ( Het concretiseren of realiseren van de leerplandoelstellingen en de leerstofkeuze De leerplandoelstellingen Wanneer men een activiteit vooropstelt, zal deze slechts optimaal kunnen slagen wanneer er een planning is. Zulke planning begint met het vastleggen en formuleren van de doelstellingen. In de didactiek kent men drie niveaus doelstellingen. - De algemene doelen zijn alle doelstellingen die een bepaalde graad van algemene reikwijdte hebben, die verder gaat dan het lesniveau b.v. de basiswetten van de elektriciteit beheersen. - Leerplandoelen zijn vertalingen van die algemene doelen zoals ze in de leerplannen terug te vinden zijn. Vaak overkoepelt een leerplandoel één of meer lessen, b.v. De wet van Ohm kunnen toepassen. - Leerdoelen zijn specifiek lesdoelstellingen die betrekking hebben op één les of een lessenreeks, b.v. de weerstand in een eenvoudige stroomkring kunnen bepalen. Een leerplandoel zal dus verscheidene leerdoelen omvatten. Een vorming van de persoonlijkheid van de leerling vereist enige kennis van de structuur van de persoonlijkheid. Het is logisch dat elke leraar zich hiermee vertrouwd moet maken. Bij de persoonlijkheid van elke leerling onderscheiden we drie domeinen waarmee de leerkracht dient rekening te houden bij de formulering van zijn leerdoelen. - Het cognitieve domein omvat alle activiteiten die betrekking hebben op het denken, het verstand, het intellect van de leerling. - Het affectieve domein bevat de activiteiten die verwijzen naar de dynamismen, de drijfkrachten die ons gedrag in een bepaalde richting sturen. Het affectieve is de motor van ons gedrag en bepaalt ons karakter. Enkele verschijningsvormen in ons gedrag zijn: belangstelling, instelling, houding, behoefte, verlangen, motief, wil enz. 12 Zie bijlage 12: Lessentabellen 30

38 - Het psychomotorische domein is dit aspect van de persoonlijkheid dat neerkomt op de beheersing van motorische en lichamelijke vaardigheden b.v. een correcte uitspraak, aangepaste bewegingen, het juist hanteren van materiaal, machines, instrumenten enz. Bij het formuleren van de doelstellingen dient de leerkracht volgende principes voor ogen te houden. - Een doelstelling wordt het best in leerlinggedrag geformuleerd. Dit betekent dat de leerling precies moet weten wat van hem/haar verwacht wordt. Bij de opdracht moet dus duidelijk omschreven zijn wat de leerling moet doen als hij het doel bereikt heeft. - Een doelstelling moet operationeel zijn. De doelstelling moet ondubbelzinnig en op waarneembare wijze aangeven aan welk eindgedrag een leerling moet beantwoorden wanneer hij het gestelde doel bereikt heeft. De doelstelling verwijst naar een observeerbaar gedrag of een observeerbare handeling van de leerling. - Een doelstelling moet concreet zijn. Een doelstelling is concreet als de inhoud, de leerstof waarop het eindgedrag betrekking heeft, nauwkeurig en ondubbelzinnig beschreven is. Met deze richtlijnen voor ogen streeft de school de leerstofdoelen na volgens de richtlijnen van de pedagogische adviseurs van Argo. Daarbij tracht ze de leerlingen voor te bereiden op een geslaagd maatschappelijk leven door constant aandacht te besteden aan de opvoeding van het kind. Het leefklimaat op school moet een thuis bieden aan haar jongeren De leerstofkeuze In de huidige didactiek is het noodzakelijk de leerinhouden te selecteren in functie van de doelstellingen. Een dergelijke werkwijze gaat in tegen het al te slaafs navolgen van allerlei boeken en traditionele inhouden. De waarom-vraag gaat vooraf aan de wat-vraag. De leerstofkeuze wordt tevens bepaald door het leerplan van elk vak. Daarbij stelt de leraar een jaarplan op en kiest in afspraak met de collega s de volgorde van de thema s in functie van de actualiteit, de noodzakelijke vakkenintegratie en de belangstelling van de leerlingen. Zo zal b.v. een leraar chemie overleg plegen met de leraar fysica om na te gaan op welk ogenblik de leerlingen onderwezen worden over elektrische ladingen. Verder wordt er contact genomen met collega s die les geven in een lagere en/of hogere graad om de beginsituatie te kennen en de vereisten van een hoger leerjaar Voorzieningen voor leerlingen die belemmeringen ondervinden in het leeren ontwikkelingsproces De school voorziet een aantal middelen om leerlingen met problemen van welke aard ook te begeleiden Inhaallessen kunnen steeds in samenspraak met de leerkracht ingericht worden voor leerlingen die - een bepaalde tijd wegens ziekte afwezig zijn geweest; - om welke reden ook een leerachterstand hebben opgelopen; - een onderdeel van de leerstof niet begrepen hebben; - door school- of klasverandering een bepaald onderdeel van de leerstof niet gehad hebben; - leerachterstanden kunnen ook opgevangen worden door binnenklasdifferentiatie, herhalingsopgaven, extra taken. 31

39 Het CLB Leerlingen kunnen ook terecht bij de leden van het CLB: - bij de psycholoog voor studie- of familiale problemen; - bij de verpleegster of de dokter voor lichamelijke problemen De klastitularis Bij de klastitularis kan elke leerling met vragen van welke aard dan ook terecht. Ook bij de directie kan elke leerling of ouder terecht in verband met familiale, tucht - of studieproblemen Een begeleidingsfiche wordt op vraag van de directie of een leerkracht aangelegd voor leerlingen die problemen veroorzaken. Wie een fiche krijgt, haalt deze bij het begin der lessen af op het secretariaat. Elke leerkracht dient na het lesuur een evaluatie van zijn of haar gedrag op de fiche 13 neer te schrijven. Deze evaluatie heeft betrekking op gedrag, medewerking, orde enz. van de leerling. Nadien overhandigt de leerling de fiche aan de h. Jos Dieu, voorzitter van de GOK-raad. Deze oordeelt, al dan niet in samenspraak met de directie, of een sanctie nodig is. Zo de leerling zich gedurende een week behoorlijk gedraagt en aan de eisen van het reglement voldoet, kan de fiche opgeheven worden. Dit neemt niet weg dat bij eventuele klacht de fiche opnieuw kan ingevoerd worden De sociale dienst van de Vriendenkring Voor bijzonder financieel zwakke ouders bestaat er de sociale dienst van de Vriendenkring die financieel tussenkomt bij - de aankoop van werkboeken; - het abonnement van de leerling voor het busvervoer; - de huur van leerboeken die de vriendenkring aankoopt; - de organisatie van bepaalde activiteiten of studie-uitstappen De huiswerkklas Voor de leerlingen die het lager onderwijs beëindigd hebben, vormt de overgang naar het middelbaar onderwijs een hele aanpassing. Daarom wordt voor deze leerlingen een extra lesuur ( een achtste lesuur) ingelast waarin de leerlingen wordt aangeleerd hoe ze moeten studeren. Hierbij wordt de Lotusmethode gebruikt. Deze methode wordt uitgelegd in rubriek De avondstudie is voorzien voor de leerlingen van de eerste graad. Tijdens dit studie-uur kunnen de leerlingen onder toezicht van de GOK-leerkracht huistaken maken en lessen leren De seminaries Om het welbevinden van de studenten te verhogen en de talentontwikkeling te stimuleren, biedt de Martinusschool in de vrije ruimte (of complementaire activiteiten) een uitgebreid gamma aan van keuzeprojecten. Dagelijks worden deze lessen aangeboden tijdens de 2 laatste lesuren. 13 Zie bijlage 7: De begeleidingsfiche 32

40 4.6. Organisatie van het leerproces Bij de planning van het leerproces dienen we onderscheid te maken tussen het leerproces van een les, van een dag en /of week en het leerproces van een schooljaar Het leerproces van een les of het model van de didactische aanpak Zoals in vele wetenschappen gebeurt, maakt ook het onderwijs gebruik van modellen die belangrijke hulpmiddelen zijn bij de analyse van structuren. Het doel ervan is een geleidelijk inzicht te verwerven in de inhoud en de toepasbaarheid van dit didactisch model. Hierin onderscheiden we volgende fasen: De voorbereidingsfase - Bepalen van de doelstellingen: hierbij moet de leerkracht zich laten leiden door de vraag wat moet of kan worden bereikt bij de leerlingen. - Vaststellen van de beginsituatie: hierbij moet de leerkracht rekening houden met het ontwikkelingsniveau van de leerlingen, met hun voorkennis, de aanwezige leermogelijkheden en de eventuele leerbelemmeringen. De leraar moet deze beginsituatie onderzoeken. - Kiezen en ordenen van de leerstof gebeurt in functie van de leerlingen, de beschikbare tijd en de beschikbare hulpmiddelen. - Bepalen van de methodische aanpak. Men kiest een bepaalde leerstof en men voorziet de activiteiten van de leraar en de leerlingen. In deze fase kiest de leraar de meest geëigende methoden om het doel te bereiken: groepswerk, een leer- of klassengesprek enz. - Kiezen van de hulpmiddelen: het didactisch materiaal kan bestaan uit prenten, platen, transparanten, computerprogramma s enz. - Bepalen van de evaluatiewijze waarbij men moet nagaan of de leerlingen de gestelde doelen hebben bereikt. Het gaat hier om vragen, taken en opdrachten die zowel mondeling als schriftelijk onder diverse varianten worden opgesteld De uitvoeringsfase Een goede voorbereiding garandeert niet noodzakelijk een geslaagde les. De les moet immers nog door de leraar worden aangebracht. Hierbij spelen heel wat persoonlijkheidseigenschappen een rol. Ook kunnen er onverwachte situaties te voorschijn komen, waarop de leerkracht gepast moet reageren. De uitvoeringsfase houdt dus hoofdzakelijk het optreden, het voorkomen van de leraar, zijn reacties, tussenkomsten en zijn persoonlijkheidskenmerken in De evaluatiefase Uit de gegeven les moet de leerkracht de nodige conclusies trekken. Hij moet een bezinningsmoment inlassen en zo nodig de nodige wijzigingen aanbrengen voor de volgende les. Op die manier biedt de evaluatie van een les waardevolle gegevens over de beginsituatie van de volgende les. Of anders uitgedrukt er moet een voldoende samenhang zijn tussen de verschillende fasen om een behoorlijk resultaat te bekomen na een les of lessencyclus De lesvoorbereiding door de leraar De functies van een les Het voorbereiden van lessen is een belangrijke aangelegenheid. Hierbij moet de leerkracht zich de vraag stellen welke functie een les moet vervullen. Tot die belangrijkste functies behoren: 33

41 - de leerlingen oriënteren in een vak, onderwerp, thema enz. Hierbij dient de leerkracht de leerlingen te motiveren en hen het belang van het onderwerp te doen inzien. - de leerlingen nieuwe kennis en vaardigheden laten verwerven en verwerken. De leerstof wordt inzichtelijk door de leerlingen verwerkt via taken en oefeningen. - de leerlingen controleren op hun beheersingsniveau en hen informeren over hun vorderingen. Hierbij is informatie over hun fouten zeer belangrijk en vooral hoe zij die fouten kunnen verbeteren. - Een les kan bestaan uit herhalen, remediëren en verrijken. Wanneer sommige leerlingen bijkomende hulp nodig hebben, kan de les remediëring voorzien, terwijl verder gevorderde leerlingen uitbreidingsopdrachten uitvoeren De componenten van een lesvoorbereiding 1. Doelstellingen zijn voor de leraar een middel om de leerlingen te informeren over de bedoelingen en de inhoud van het leren, om voor hen aangepaste leersituaties te ontwerpen waarbij geschikt leer- en oefenmateriaal gehanteerd wordt en om evaluatie en feedbackmogelijkheden te voorzien. Voor de leerlingen geven doelstellingen helderheid en duidelijkheid over wat moet worden bereikt. Bij een lesvoorbereiding wordt onderscheid gemaakt tussen hoofddoelstellingen en leerdoelen. De hoofddoelstelling formuleert waartoe de leerling bekwaam moet zijn na een les(senreeks), terwijl leerdoelen de opeenvolgende taken bevat die nodig zijn om de hoofddoelstelling te bereiken. 2. Leersituaties Om de gestelde leerdoelen te bereiken moet de leerkracht de aangepaste leersituaties ontwerpen. Hierbij zal hij zich de volgende vragen stellen: - Op welke wijze zal ik de leerlingen groeperen? Zal hij ze klassikaal, in groepjes of individueel laten werken? Deze groepering hangt af van de mate waarin gedifferentieerd moet worden. Zo staat het werken in groepjes in dienst van sociale doelen (b.v. uitwisseling van informatie enz. ) terwijl het individueel werken in dienst staat van de zelfstandigheidsontplooiing (b.v. memoriseren, experimenteren, observeren enz.) - Welke onderwijs- en leeractiviteiten zal ik ontwikkelen? Opdat de leerlingen de leerdoelen kunnen realiseren, moet de leerkracht de gepaste werkvormen aanbieden. Hierbij onderscheidt men: - aanbiedende werkvormen zijn gericht op kennisdoelen: via de leraar: doceren, illustratieve demonstratie, excursie enz. via materiaal: bestudeertaken, leerpakket, beeldmateriaal enz. - probleemstellende werkvormen zijn gericht op inzicht, toepassing en probleemoplossing: via de leraar: gesprek, practicum, groepsdiscussie, rollenspel enz. via materiaal: taken, praktijkproblemen. - Welke media zal ik inschakelen? Per leerdoel is het nuttig te vermelden welk didactisch materiaal wordt gebruikt. Hiertoe behoren het leerboek, het werkboek, naslagwerken, audiovisuele media, folders, bord enz. 3. Feedback Bij elke doelstelling moet de leerkracht een zelfcontrole voorzien zoals vergelijking met modelantwoorden, met informatiebronnen of door controle door een medeleerling Een voorbeeld van lesvoorbereiding Voor een voorbeeld van een lesvoorbereiding kan je in de bijlage 14 kijken. 14 Zie bijlage 13: Voorbeeld lesvoorbereiding 34

42 Coördinatie tussen vakleraars, klassen, leerjaren en scholen Tussen vakleraars In de school zijn de leerkrachten opgedeeld in groepen onder de leiding van decanen. De vakleraars van de literaire vakken (talen, geschiedenis) van de wetenschappelijke vakken (wiskunde, wetenschappen) de praktijkvakken (hout, metaal) enz. vergaderen op geregelde tijdstippen en behandelen onderwerpen in verband met de aankoop van handboeken, de manier van werken, de te behandelen leerstof enz Tussen klassen Opdat voor de leerlingen het leerproces in optimale omstandigheden zou kunnen verlopen, dient er een continuïteit te zijn in de opeenvolgende klassen. Om hierin te slagen moeten de leerkrachten onderling afspraken maken over de leerstof (een jaarplan opstellen), de gebruikte terminologie, de handboeken, de wijze van evalueren enz Tussen leerjaren Vooral de overgang van basis naar secundair onderwijs vormt voor vele leerlingen een moeilijke hindernis zodat het noodzakelijk is dat er geregeld coördinatie is tussen de leerkrachten van het basis en secundair onderwijs. Om deze toenadering te verwezenlijken heeft de school enkele waardevolle maatregelen genomen: De leraarskamer is gemeenschappelijk voor de leerkrachten basis en secundair onderwijs. Eenmaal per schooljaar wordt er een conferentiedag georganiseerd met de basisschool. Om de continuïteit tussen de klassen van SO te bevorderen nemen alle leerkrachten van het SO aan de klassenraden deel, ook al geven ze geen les in de te bespreken klas Tussen de scholen Eenmaal per schooljaar wordt er een conferentiedag georganiseerd met K.T.A. en K.A. Tongeren. Tijdens deze contactdagen, die afwisselend in Bilzen en Tongeren doorgaan, worden er allerlei onderwerpen besproken zoals de minimumeisen per vak, de pedagogische aanpak b.v. de examenvragen, de jaarplannen, de leer-en werkboeken enz. Ook algemene actuele problemen worden er besproken zoals het drugprobleem Didactische werkvormen Didactische werkvormen zijn activiteiten die door leraar of door leerlingen of door beiden worden uitgevoerd om de doelstellingen zo efficiënt mogelijk na te streven en te bereiken. De werkvormen moeten gekozen worden in functie van de doelstellingen die men vooropstelt. Het komt er eigenlijk op aan de juiste werkvormen te kiezen die het meest geschikt zijn om een lesonderwerp te behandelen. De leerkracht beschikt over een ganse gamma van didactische werkvormen. Ter informatie sommen we de meest voorkomende en bruikbare werkvormen op. - Aanbiedende werkvormen zoals doceren, demonstratie, vertellen. - Gespreksvormen: klas- of leergesprek, groepsdiscussie. - Groepswerk: didactisch groepswerk, rollenspel-simulatiespel. - Individualiserende werkvormen: leeropdracht, practicum, zelfstudiepakket, geprogrammeerde instructie, leercontract. - Strategieën: klassikaal geprogrammeerde instructie, projectmethode, excursie, huistaken. Wie de voordelen van elke werkvorm wil kennen, verwijzen we naar het werk van Standaert en Troch, Leren en onderwijzen, hfst. 5, blz , Leuven,

43 Het leren leren De overgang van basis- naar secundair onderwijs schept voor vele leerlingen heel wat problemen, niet alleen met de leerstof maar ook met een nieuw werkritme. Deze leerproblemen wijzen dikwijls op een gebrekkige studiemethode. Wie studeert zonder inzicht, overzicht of planning komt vroeg of laat in de problemen. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen richt de school voor de eerstejaars SO. een lesuur leren leren in waarin een praktisch hanteerbare studiemethode op een systematische wijze wordt bijgebracht en ingeoefend. De studiemethoden die hierbij gevolgd wordt is de Lotusmethode 15, het Leermonster en de OVUR-methode 16. De doelstellingen van deze methode zijn: - sneller en doelmatiger kunnen studeren, - zelf een planning kunnen opstellen binnen een bepaald tijdschema, - een degelijke zelfcontrole kunnen uitvoeren: inzicht in de vorderingen van kennis en vaardigheden, - een studiemethode ontwikkelen om later meer complexe studietechnieken te kunnen hanteren zoals groepswerk, fichesysteem aanleggen, bibliografie samenstellen, verslagen maken enz. De gebruikte methode omvat volgende elementen: a. Lezen Oriënterend lezen waarbij men tot doel heeft een beeld van het geheel te bekomen door nadruk te leggen op en aandacht te besteden aan de titel, illustraties die de tekst verduidelijken en de structuur van de tekst: indeling in alinea s, signaalwoorden, onderstreping, kleurgebruik enz. Doorlezen: de samenhang zoeken tussen sleutelwoorden d.m.v. schema s; deze stellen de hoofdlijnen voor in een overzichtelijke structuur. Dit is van belang om goed te kunnen onthouden. Hierbij moet de leerling verbanden leggen: b.v. relaties zoeken: oorzaak-gevolg, rangschikking, tegenstelling enz. Reproduceren door de verworven informatie op te slaan in het geheugen. b.opzoeken Om een tekst voldoende te begrijpen, moet men in staat zijn de onbegrepen begrippen op te zoeken. Daarbij dient de leerling te weten welke informatiebronnen er bestaan en hoe men deze moet raadplegen. Daarom moet de leerkracht het specifiek gebruik aanleren van een woordenboek, encyclopedie, atlas, handboeken, naslagwerken, bibliotheek enz. c. Trefwoorden vinden Nadat de tekst werd gelezen, moet de inhoud worden aangepakt. Meestal kan deze niet in zijn geheel worden verwerkt. Hierbij gaat men methodisch te werk: structuur van de tekst vinden, kerngedachte per alinea zoeken, trefwoorden onderstrepen, wat is belangrijk en wat niet?, aantekeningen maken met behulp van symbolen en afkortingen. 15 LOTUS: lezen, opzoeken, trefwoorden vinden, uitdiepen, schematiseren 16 OVUR: oriënteren, voorbereiden, uitvoeren, reflecteren 36

44 d. Uitdiepen De leerstof kan alleen maar grondig geleerd worden als men deze uitdiept door het stellen van vragen. Daardoor doet de leerkracht beroep op de voorkennis van de leerling en krijgt deze meer inzicht in de opbouw van de tekst. Leerlingen moeten tevens aangemoedigd worden om ook denkvragen te formuleren waarbij de nodige verbanden moeten gelegd worden om het antwoord te vinden. e. Schematiseren Van de leerstof moet de leerling een plan of schema opstellen, hetgeen hij dan verwerkt door het gestructureerde te studeren en nadien te controleren. Basiskennis zal altijd een vereiste blijven maar tegelijkertijd moet deze ook als oefenmateriaal worden beschouwd om studievaardigheden aan te kweken. Anderzijds mag de parate kennis niet verwaarloosd worden ten voordele van de studievaardigheidstraining. Men moet immers beroep doen op een groeiende voorkennis om nieuwe relaties te kunnen leggen Geïntegreerd werken De Martinusschool hecht zeer veel belang aan de algemene vorming van de leerlingen. Daarom wordt het lessenpatroon slechts sporadisch onderbroken voor het organiseren van geïntegreerd werken. Het projectonderwijs wordt bewust gemeden omdat de school wenst dat zelfs de leerlingen in het beroepsonderwijs voldoende algemene kennis vergaren om als zelfstandig ondernemer te kunnen slagen. Wel wordt constant gewerkt aan de nodige correlatie tussen de vakken en bieden tal van excursies een aantal pedagogische en didactische mogelijkheden. Voor elke excursie moet de betrokken leerkracht een formulier invullen waarop de datum en de tijdsduur van de excursie vermeld wordt alsook welke argumenten de excursie onderbouwen. Tevens wordt vermeld of het lessenpatroon doorbroken wordt en of de activiteit binnen of buiten de school plaatsvindt. Welke pedagogisch-didactische mogelijkheden bieden excursies? Verbreden van de belangstelling bij de leerlingen b.v. bezoek computercentrum kan interesse voor wiskunde opwekken. Concretiseren van de leerstof: bij excursies kunnen toepassingen worden aangeboden die onmogelijk in de school kunnen worden gebracht. Mogelijkheden voor sociale vorming: de organisatie van een excursie loopt via allerlei sociale contacten zodat er bij de leerlingen sociale relaties kunnen groeien. Integreren van vakken: bij een bezoek aan een tentoonstelling kunnen verschillende vakken geïntegreerd worden: talen, geschiedenis, aardrijkskunde enz. Grotere binding van de school met de maatschappij. Welke excursies organiseerde de school in het verleden? a. Buiten het gangbare lestijdenpakket Eerste graad: Zeeklassen voor 1A en 1B gedurende drie dagen; algemene ontwikkeling vooral op wetenschappelijk (biologie, aardrijkskunde), cultureel (geschiedenis)en sociaal vlak (samenleven gedurende een week). Bosklassen voor 2A en 2B gedurende drie dagen; doel: idem als voor zeeklassen. Mundiale vorming: einde eerste trimester (één dag). Tweede + derde graad: Culturele uitstappen gedurende drie à vier dagen naar een buitenlandse stad. Voordrachten over drankmisbruik, drugs, tienerzwangerschappen enz. (einde eerste trimester) Afdeling paardrijden: Kerstjumping in Mechelen uitstappen naar het buitenland 37

45 Interscholenwedstrijden stijlrijden en dressuur op woensdagnamiddag Deelname aan TV-uitzendingen Alle klassen: Sportactiviteiten op woensdagnamiddag in samenwerking met Gemeentelijke Sportdienst van Bilzen en andere scholen van Bilzen. 38

46 b. Binnen het gangbare lestijdenpakket Uitstappen in de natuur: praktische toepassingen van lessen natuurwetenschappen, biologie en aardrijkskunde. Bezoeken aan moskee en bijwonen van een protestantse dienst, hetgeen de integratie tussen de godsdiensten en de verdraagzaamheid tussen leerlingen bevordert (Godsdienst-zedenleer). Bezoeken aan de sportbeurs (lichamelijke opvoeding). Bezoek aan Batibouw te Brussel (leerlingen hout- en metaalbewerking). Bezoek aan het voedingssalon te Brussel (leerlingen personenzorg). Bezoek modemuseum Hasselt en etalages bestuderen( leerlingen mode). Film- en toneelvoorstellingen in Kimpel Bilzen of Kinepolis Hasselt (ASO, maar ook BSO). Demonstraties i.v.m. hygiëne, make-up en voorbehoedsmiddelen (meisjes BSO). Schaatsen, fitness en zwemmen tijdens de lesuren L.O. Stagedagen voor leerlingen van derde graad in een bedrijf, ziekenhuis, bejaardenhuis, kinderdagverblijf, kleuterklas, confectie- of kledingzaak Spreiding van toetsen en taken, evaluatie en remediëring Taken en toetsen worden zoveel mogelijk gespreid en vooraf aan de leerlingen meegedeeld en in de schoolagenda genoteerd. Herhalingstoetsen worden gehouden na afhandeling van een hoofdstuk of groter geheel en na samenspraak met andere collega s, dit om te voorkomen dat leerlingen meerdere grote herhalingstoetsen op één dag zouden hebben. Taken en toetsen worden eveneens in de klas besproken en klassikaal of individueel verbeterd. De ouders worden via de schoolagenda op de hoogte gebracht van deze evaluatiegegevens. Daarin is een speciaal blad voor de evaluatiegegevens per week voorzien, dat door de ouders dient getekend te worden. Voorafgaand aan de examens( 2x per jaar) wordt een herhalingsweek ingelast waarbij de leerkrachten de hoofdzaken van de behandelde leerstof overlopen, accenten leggen, hoofd-van bijzaken onderscheiden, kortom de leerlingen voorbereiden op het examen. Liefst géén herhalingsvragen! De directie stelt een examenrooster op dat twee weken op voorhand wordt geafficheerd en door de leerkrachten aan de leerlingen wordt meegedeeld. De klastitularis controleert of de leerlingen de vakken correct op de juiste dag hebben ingeschreven. Indien pedagogische of didactische motieven dit vereisen, kan het examenrooster op vraag van de leerkracht of de leerlingen gewijzigd worden. Na de examenperiode worden de examens met de leerlingen mondeling of schriftelijk besproken. Hierbij treedt de leerkracht remediërend op door de leerlingen inzicht bij te brengen waarom ze foutief geantwoord hebben. Tweemaal per schooljaar, na een rapportperiode, worden er oudercontacten georganiseerd waarop de ouders het rapport van hun kind ontvangen en eventuele studie-of gedragsproblemen met de directie, een CLB-medewerker en de leerkrachten kunnen bespreken. 39

47 5. Communicatie 5.1. Inleiding De school is een complex netwerk op het vlak van de communicatie. Denken we maar aan de doorstroming van de informatie van de inrichtende macht naar de directie, van de inspectie naar de directie en het schoolteam, van de directie naar het schoolteam, van de directie en het schoolteam naar de ouders, van het pedagogisch college naar de lokale schoolraad enz.. De manier waarop de communicatiekanalen opgebouwd en gehanteerd worden door de dragers en de ontvangers van de boodschap, is van essentieel belang voor de inschatting van de heersende sfeer en de professionele cultuur op de school. De school is een organisatie met een dienstverlenend karakter. Zij houdt zich voornamelijk bezig met de vorming van toekomstige volwassenen. Vermits het hier handelt over mensen of individuen is het duidelijk dat de school onderworpen is aan een aantal algemene kenmerken die van invloed zijn op de houding van de omgeving of externe doelgroepen ten opzichte van de school. Om de relatie van de school met haar omgeving beter te begrijpen, is het noodzakelijk na te gaan welke uitdagingen zich gedurende de laatste jaren aangeboden hebben vanuit die omgeving. Vanuit de omgeving komen we dan terecht in de school zelf. De omgeving dringt al bepaalde karakterstellingen op aan de school. Deze stellingen worden dan nog eens uit elkaar gerafeld door de interne doelgroepen. Deze kunnen we onderverdelen in: - de leerlingen, - de ouders, - het personeel, - de inrichtende macht. Allen hebben een welbepaalde relationele verhouding met elkaar om bepaalde doeleinden te bereiken. Daarom bezit de school als organisatie dan ook een welbepaalde hiërarchie die de taken ordent, verdeelt en coördineert. Het is soms moeilijk om bepaalde terreinen volledig af te bakenen. De reden hiervoor is duidelijk: het geheel handelt over veranderingen en processen in relaties tussen mensen. Het is dus geen stilstaand water, maar een kokende zee. Het is ook niet gemakkelijk om bepaalde personen onder te brengen bij een bepaalde doelgroep. Bij de communicatie tussen deze verschillende doelgroepen maken we een onderscheid tussen externe en interne communicatie Externe communicatie Tussen inrichtende macht en directie Deze gebeurt via omzendbrieven waarbij het beleid en de structuur van het gemeenschaps-onderwijs bepaald wordt. Deze omzendbrieven vind je op Tussen personeel en pedagogische begeleidingsdienst Gedurende het schooljaar worden herhaaldelijk studiedagen en post-universitaire cursussen georganiseerd waarbij de personeelsleden op de hoogte worden gehouden over de vernieuwingen in het onderwijs in het algemeen en de wijzigingen van de leerinhouden per leervak afzonderlijk met de 40

48 nadruk op de pedagogische aanpak. Deze worden geruime tijd op voorhand aangekondigd, ofwel persoonlijk overhandigd, ofwel via de map interne dienstregeling Tussen de school en de buitenwereld In de loop van het schooljaar worden studiereizen ingericht waarbij de leerlingen in contact gebracht worden met de leefwereld buiten de schoolomgeving. Dit gebeurt door het inrichten van studiereizen zoals: - culturele uitstappen naar Londen en Parijs; - bos- en zeeklassen; - bezoeken aan tentoonstellingen; - bedrijfsbezoeken. Geregeld biedt de school haar hulp aan bij de organisatie van nationale en internationale jumpings. Tijdens deze organisaties wordt dikwijls een infostand opgericht. De leerlingen van de paardenhumaniora nemen jaarlijks deel aan de interscholencompetitie jumping en dressuur met als hoogtepunt de kerstjumping te Mechelen. Herhaaldelijk wordt onze paardenhumaniora in het daglicht geplaatst door artikels in kranten en tijdschriften alsook in uitzendingen van een aantal TV-programma s op de Vlaamse zenders. Geregeld worden reclameadvertenties geplaatst in regionale reclamebladen. In de loop van de maand mei wordt ieder jaar een reclameblaadje huis aan huis besteld waarin de volledige structuur en mogelijkheden van onze school worden weergegeven Interne communicatie Samenwerking school - ouders De middelen om de vooropgezette doelen in dit verband te bereiken kunnen zich richten tot individuele ouders, andere tot ouders als groep of tot bepaalde subgroepen; sommige contacten betreffen informatie over individuele leerlingen, andere betreffen bepaalde leerlingengroepen of informatie over bepaalde aspecten van de schoolwerking; sommige zijn gericht op het geven van informatie, andere op het krijgen van informatie of beide; het kan gaan om toevallige contacten, eenmalige contacten, incidentele samenwerking of systematische participatie; sommige hebben betrekking op de onderwijsfunctie, andere op de secundaire diensten of beide Het schoolreglement Dit staat afgedrukt in de schoolagenda van de leerlingen. Het wordt tijdens de eerste schoolweek ondertekend door de ouders zodat zij op de hoogte zijn van de vigerende reglementen op school. De engagementsverklaring beschrijft bijvoorbeeld de vereiste samenwerking tussen ouders en school. Het schoolreglement bevat een orde-, studie- en tuchtreglement. U vindt dit reglement in bijlage. 41

49 Huisbezoek Traditioneel wordt hierbij gedacht aan bezoeken van leraren bij ouders van mogelijke nieuwe leerlingen. Dit gebeurt vanaf de paasvakantie tot het einde van het schooljaar. Een huisbezoek kan echter ook nuttig zijn om ouders en huidige leerlingen te benaderen in hun eigen milieu, met hen te praten over de algemene gang van zaken op school, het opvoedingsproject, de studierichtingen, de vorderingen van het kind. Zowel voor het geven als voor het krijgen van informatie zijn deze bezoeken interessant, op voorwaarde dat ze in een rustige en open sfeer kunnen verlopen. Tijdens de beginperiode van de grote vakantie bezoekt daarom ieder klastitularis alle leerlingen van zijn klas. Deze bezoeken worden degelijk voorbereid en de ouders worden met de nodige tact benaderd Spreekuur op school Ouders hebben de mogelijkheid te praten met de directie, de leraren, de CLB-medewerkers of andere personeelsleden, ook zonder aanmelding. Op sommige ouders maakt dit nogal een officiële indruk, wat hen afgeschrikt; dit willen we voorkomen door een gepaste opvang Toevallige contacten Deze spontane vorm van contact is één van de beste vormen om ouderparticipatie uit te bouwen. Het komt er dan op aan ouders te laten voelen dat ze welkom zijn, dat ze verder mogen dan de poort. Dit veronderstelt tevens dat leraren, ondersteunend personeel en directie bereikbaar zijn en de bereidheid hebben de ouders ook daadwerkelijk te woord te staan of te beluisteren. Hierbij praten alle personeelsleden met de ouders vanuit een gelijkgestemde visie Persoonlijk schrijven en/of s Schriftelijke, individuele contacten met ouders zijn de minst gelukkige weg tot relatieopbouw. Zij moeten ten hoogste gezien worden als een middel tot andere meer persoonlijke vormen van contact. Wanneer er iets misgaat met een leerling gebeurt dit meestal telefonisch door de directie. Mededelingen in de schoolagenda van de leerling, zowel vanwege de ouders als vanwege de school kunnen als een persoonlijk schrijven gezien worden. Via het adres van de school kan eveneens gecommuniceerd worden Schoolrapport van de leerling Dit is eveneens een schriftelijk contactmiddel tussen de ouders en de school. De schoolrapporten geven de ouders informatie over de vorderingen van hun kind, zowel op gebied van leerprestaties als wat de studiehouding, het gedrag en andere attitudes betreft. Op de leerlingenrapporten is er ruimte voorzien voor een woordevaluatie door de vakleraren, de klastitularis en de klassenraad. De ouders hebben de gelegenheid het rapport af te halen en het met de leraren te bespreken. Tevens vind je dagelijks de schoolresultaten terug op smartschool SKORE Informatieavonden Op het einde van het schooljaar wordt een introductieavond gehouden voor de ouders en leerlingen van het 6 de leerjaar van de basisschool die deels gericht is op het geven van zakelijke informatie, deels op discussie en samenspraak. Er wordt de kans gegeven tot het stellen en beantwoorden van vragen. Deze avond wordt geleid door de directie en heeft steeds een groot succes. 42

50 Schoolfeesten Deze worden eveneens georganiseerd onder de vorm van een mosselfeest, pasta- of kienavond. Deze activiteiten vormen een ideale gelegenheid om spontane contacten tussen ouders en school mogelijk te maken Kijkdag - Kijkavond Bij deze gelegenheid krijgt voorlichting aan de ouders - of een breder publiek - ruime kansen omdat de aandacht niet gericht is op de prestaties van het individuele kind. De infrastructuur van de school, werkstukken van kinderen, gebruikte materialen, didactische middelen, werkmethoden en de doelstellingen van de school worden gedemonstreerd aan de ouders. Telkens is er een infostand waar de ouders alle informatie kunnen bekomen omtrent de werking en studiemogelijkheden binnen onze school Circulaires Ze zijn het aangewezen middel om alle ouders informatie te verstrekken over onderwijs-ondersteunende activiteiten, binnen- en buitenschoolse activiteiten, de examenregeling, om wijzigingen mee te delen enz Informatiebrochures Deze hebben tot doel meer uitgebreide en fundamentele informatie te geven, bijvoorbeeld over het studieaanbod op de school, het pedagogisch project en het studiekeuzeproces van de leerling De oudercontacten Zij hebben als doel in twee richtingen goede informatie te verkrijgen betreffende een individuele leerling: de leraar van de ouders, de ouders van de leraar. Voor een aantal ouders is dit het enige contact dat ze met de school hebben. Ze zijn een ideale gelegenheid om ouders ten aanzien van de school een positieve ervaring te bezorgen. Tijdens het schooljaar zijn er drie ouderavonden voorzien die samenvallen met het einde van een rapportperiode. Ze worden gehouden in de eetzaal van de school waar alle leerkrachten bereikbaar zijn Samenwerking directie - personeel De term personeel omvat het geheel van mensen die elk op hun eigen niveau werken om de vooropgestelde doelstellingen van de school te bereiken. Om het schoolteam effectief te laten werken is een schoolleider (directie) nodig die over een team van leraren beschikt. Hij vormt de schakel tussen leerlingen, ouders, publieke opinie en zichzelf. Daarnaast heeft hij een team van ondersteunend personeel zoals een conciërge, onderhoudstechnici en administratieve krachten. Van het personeel spelen de leraren een niet te onderschatten rol, zij bepalen de beeldvorming van de school. De samenwerking tussen directie en leraren is bepalend voor de motivatie en de arbeidsvoldoening. De participatie van de leraren in het schoolbeleid is een belangrijk hulpmiddel om de motivatie te verhogen. Tot de communicatiemiddelen tussen directie en leerkrachten behoren: - het informatiebord in de leraarskamer, maar vooral de berichten op smartschool; - de map interne dienstregeling; - een 3-tal algemene vergaderingen per schooljaar; - individueel contact; - conferentiedagen (2 per jaar). 43

51 De participatie van het personeel in het beleid van de school gebeurt via de vakgroepen en directieraad, met een vertegenwoordiging van leerkrachten uit alle afdelingen, en het basisoverlegcomité waarin de afgevaardigden van de erkende vakbonden zetelen. De directieraad kan eveneens adviezen richten naar de lokale schoolraad Samenwerking tussen leerkrachten onderling Voor een school is een collegiale opstelling voor de goede gang van zaken van levensbelang. Een eenzijdige negatieve kijk en een onbehaaglijke werksfeer van kankeren en zagen werken nefast. Er moet vermeden worden dat taken worden doorgeschoven naar de meest kwetsbare of meest gewillige, of dat iemand te veel hooi op de vork neemt. De groep kan proberen er aandacht voor te hebben dat niemand in zijn talenten wordt onderschat, noch met te veel wordt belast. Taakomvang en taakbelasting moeten onderling bespreekbaar zijn. Men moet de moed en de assertiviteit hebben om bij collega s en directie problemen aan te kaarten, zonder valse schaamte of terughoudendheid. Zulke gesprekken kunnen genezend werken. Tijdens de klassenraad worden afspraken gemaakt zodanig dat al het werk niet voor de klastitularis is. Zo kunnen vakgerichte problemen het best opgelost worden samen met de desbetreffende leraar. De meeste contacten onderling worden gelegd in de leraarskamer tijdens de recreatie en de vrije uren van de leerkrachten. Leerkrachten van eenzelfde discipline zijn verenigd in vakwerkgroepen waarbinnen er overleg is over de didactische aanpak, te gebruiken handboeken en afspraken gemaakt worden i.v.m. praktische problemen zoals b.v. de verdeling van de lokalen. Ook tijdens de conferentiedagen is er gelegenheid om met elkaar van gedachten te wisselen over specifieke onderwijsthema s. De eerste conferentiedag wordt samen met de collega s van het KTA2 te Tongeren gehouden in het kader van de samenwerkingsverbanden tussen scholen onderling. Tijdens de algemene vergaderingen wordt er regelmatig tussen collega s van gedachten gewisseld Samenwerking tussen leerkrachten en leerlingen Vooral tijdens de lessen hebben de leerlingen een rechtstreeks contact met hun leerkrachten. Hier worden duidelijke afspraken gemaakt met het doel de leerlingen zo optimaal mogelijk te laten functioneren en zich te ontplooien. De relatie leerkracht - leerling zal hieromtrent zeer bepalend zijn. Vooral de introverte leerlingen hebben het hierbij moeilijk. Een aangenaam lesklimaat kan voor hen een ruggensteun zijn en een stimulans om zich te uiten. Voor hun grieven kunnen ze daarbuiten nog altijd terecht bij de ombudsman of de ideeënbus bij de directie. Specifieke, persoonlijke en familiale problemen zijn langs deze weg bespreekbaar. Zie ook het scenario voor de leerlingenraad Samenwerking tussen leerlingen en het CLB Het CLB-centrum staat in voor de fysische en psychische begeleiding, alsook het volgen van de studieloopbaan van de leerlingen. Meermaals in de week is een vertegenwoordiger in onze school aanwezig om een gesprek met een leerling zelf te voeren, eventueel langs de directie, klastitularis of ombudsman om. Een gesprek met de ouders kan gebeuren via een afspraak. 17 Zie bijlage 14: Scenario leerlingenraad 44

52 6. Media en onderwijsmiddelen 6.1. Overzicht van media- en onderwijsleermiddelen van de school Inventaris de media- en onderwijsmiddelen zijn geïnventariseerd door de econoom en liggen ter inzage op school Leerlingenbibliotheek en virtuele klassen Er bestaan voor de taalvakken leerlingenbibliotheken die onder toezicht van de leerkracht en met behulp van de leerlingen beheerd worden. Deze bibliotheken bevinden zich in de taalklassen en zijn aangepast aan het niveau van de leerlingen. De recente informatie vindt men in de roze mappen op smartschool: de virtuele klassen, beheerd door de pedagogische begeleidingsdienst van het GO! Lerarenbibliotheek in de leraarskamer zijn enkele werken ter beschikking. Ook in de mediatheek kan men bronnen raadplegen Vakgerichte tijdschriften kunnen besteld worden bij de econoom Naslagwerken woordenboeken, encyclopedieën, atlassen e.d. kunnen gebruikt worden tijdens het uitdiepen van de lessen. Ze liggen ter beschikking in de verschillende vaklokalen. Er wordt ook naar gestreefd om in ieder lokaal een verbinding met het internet te realiseren Sportmateriaal en -accommodatie tijdens de lessen lichamelijke opvoeding wordt gebruikt gemaakt van de beschikbare accommodatie. Naast de polyvalente zaal op school, worden de lessen l.o. gegeven in de sporthal van de school en van de Kimpel Wetenschappelijke laboratoria en instrumentaria wetenschappelijke instrumenten worden door de leerlingen gebruikt tijdens de desbetreffende vakken. Dit gebeurt onder de deskundige leiding van de betrokken vakleerkracht Handboeken handboeken worden door de school tegen een matige vergoeding ter beschikking gesteld van de leerlingen of van de klas Computerklas aangepaste computerklassen staan ter beschikking voor de lessen informatica. Het zijn ook vaklokalen voor de derde graad, waardoor zij constant kunnen gebruik maken van deze media. De lokalen 33, 34, 29 en 27 beschikken over een volledige ICT-infrastructuur Internet is aanwezig in hogervernoemde lokalen evenals in het leraarslokaal en het secretariaat. 45

53 Techniekklassen en ateliers voor de technische en praktische vakken (technologische opvoeding, kleding, hout, verzorging, voeding, mode, paardrijden ) zijn lokalen en werkplaatsen met alle nodige werktuigen en instrumenten volledig ingericht. voor de lessen technologische opvoeding wordt gebruik gemaakt van een speciaal daartoe ingericht en uitgeruste lokalen, namelijk lokaal 27, evenals de praktijkklas PJ en lokaal HR Invoeren van nieuwe middelen Binnen de budgettaire en infrastructurele mogelijkheden wordt getracht optimaal te voorzien in media en onderwijsmiddelen. De wensen en voorstellen van de leerkrachten en het personeel vormen het voornaamste uitgangspunt. Daarom wordt jaarlijks een oproep gedaan om aanvragen in te dienen. Er wordt getracht in te gaan op alle aanvragen, maar infrastructurele en voornamelijk budgettaire beperkingen nopen vaak tot het bepalen van prioriteiten. Die worden jaarlijks vastgelegd door de directie na overleg met de econoom en de betrokken partijen. Niets belet de leerkrachten ook tijdens het schooljaar bepaalde wensen te uiten, die zoveel mogelijk zullen worden ingevolgd Gebruik van educatieve software De personeelsleden van de Martinusschool gebruiken vooral educatieve ondersteuning van REN Vlaanderen, Eduweb, Lerarendirect, Klascement, smartschool, 6.4. Overzicht van de nodige leermiddelen Elk leerplan geeft een overzicht van de noodzakelijke leermiddelen. Daarbij worden ook uitgeverijen bezocht en beurzen van nieuwe handboeken ICT en multimediagebruik De school heeft een visie uitgeschreven in verband met ICT en multimediagebruik. Deze kunt u raadplegen in bijlage. Verder werkt de Martinusschool samen met het CVO Zuid-Limburg om haar ICTinfrastructuur op peil te houden. Wij baseren ons verder op teksten van de Onderwijsminister en inspectie, evenals op de richtlijnen van de PBD van het GO! 46

54 7. De evaluatie 7.1. De vakevaluatie Doel van de evaluatie De evaluatie vormt het sluitstuk van het onderwijsproces en verschaft informatie over: - de leervorderingen van de leerlingen voor elk onderwezen vak; - de differentiatie in de evaluatie: elke leerkracht draagt er zorg voor dat elke leerling zowel mondeling als schriftelijk wordt geëvalueerd; de A,B,C-methode (zie bijlage) - de efficiëntie en het resultaat van het onderwijsproces; - de vakvaardigheden van de leerlingen; - de attitudes der leerlingen zoals inzet, werklust, concentratie enz.; - de permanente observatie van de leerlingen zoals taakaanvaarding, doorzetting, sociale vaardigheden, evolutie in het leergedrag, doe-activiteiten enz.; - de remediëring Aard van de evaluatie Het dagelijks werk De elementen die elke leerkracht hanteert om het dagelijks werk van de leerlingen te evalueren, zijn natuurlijk afhankelijk van de specifieke kenmerken van elk leervak. Het is vanzelfsprekend dat de elementen die in aanmerking komen om b.v. muzikale opvoeding bij de leerlingen te evalueren, niet identiek dezelfde zijn als bij wiskunde of Nederlands. Nochtans zijn er een aantal basisprincipes die elke leerkracht moet in acht nemen bij het evalueren van de hem of haar toevertrouwde leerlingen. De frequentie van de evaluatie De vakevaluatie beoogt het beoordelen van de leervorderingen van de leerlingen. Dat vergt een aanpak die steeds in functie van het concrete leerlingenpubliek en de concrete leraarsopdracht dient te worden ingeschat. De aanpak kan dus verschillen voor een leraar die een vak met slechts één lesuur per week in een klas onderwijst en een leraar die over 3 tot 4 lesuren per week en per klas beschikt. Voor leervakken met één lesuur per week dienen ten minste 3 evaluatiecijfers per rapportbeurt toegekend te worden. Van deze evaluatiecijfers dient de leerkracht het gemiddelde te maken om een rapportcijfer toe te kennen. Het is onaanvaardbaar en onverantwoord dat een rapportcijfer wordt toegekend op basis van één overhoring. Dit is nooit te verantwoorden ten opzichte van de leerlingen want dan is het rapportcijfer de resultante van een momentopname van het kennen en kunnen der leerlingen. Het rapportcijfer moet integendeel het resultaat en de weerspiegeling zijn van zowel de studievorderingen als de vaardigheden van de leerlingen gespreid over meerdere weken, ja zelfs maanden. Voor leervakken met meer dan één lesuur per week moeten ten minste vier of meer evaluatiecijfers voor handen zijn. Het aantal is afhankelijk van het aantal lestijden per week. 47

55 De evaluatieaanpak zal ook verschillend zijn naargelang de afdeling en het leerjaar. In de eerste graad van het algemeen vormend onderwijs zal men naast kennis en kunde ook veel aandacht besteden aan het evalueren van attitudes zoals actieve medewerking, orde en netheid, stiptheid en andere doe-activiteiten. Met al deze gegevens moet de leerkracht op het einde van een rapportperiode op objectieve wijze een rapportcijfer toekennen dat beantwoordt aan de dagelijkse prestaties van de leerling. In de tweede graad van het A.S.O. zal de leerkracht meer de nadruk leggen op ken- en kunelementen en minder op attitudes zonder evenwel deze totaal buiten beschouwing te laten. In het beroepsonderwijs zal de leerkracht meer rekening houden met de dagelijkse doe-activiteiten zowel in de klas als thuis. Bij deze leerlingen dient de nadruk gelegd te worden op de vaardigheidsontwikkeling en de attitudevorming. De leerkracht moet de leerlingen in staat stellen tot het verwerven van de vakgebonden ontwikkelingsdoelen zoals die geformuleerd zijn in de betrokken vakleerplannen. De bezinning over de evaluatieaanpak Afhankelijk van het vak dient elke leerkracht zich te bezinnen over de elementen die voor evaluatie in aanmerking kunnen en /of moeten komen. Hij moet dus de evaluatiemiddelen vastleggen die voor het meten van de leervorderingen en de vaardigheden worden aangewend. Deze middelen kunnen zijn: - mondelinge en schriftelijke toetsen; - herhalingstoetsen; - permanente observatie van de doe-activiteiten van elke leerling zoals medewerking, inzet, belangstelling, behulpzaamheid, doorzetting, drang naar inzicht enz.; - het uitvoeren van opdrachten zoals klastaken, huistaken, voorbereidingen enz.; - orde en netheid in werkboeken, schriften, huistaken enz.; - stiptheid in de uitvoering van de opgelegde taken. In het belang van de leerlingen is het ook noodzakelijk dat elke leerkracht duidelijke afspraken maakt met de leerlingen betreffende: 1. de frequentie van de evaluatiebeurten; 2. de planning van de herhalingstoetsen die steeds aan de leerlingen vooraf moeten aangekondigd en ingeschreven worden in de schoolagenda van de leerling; 3. wat geëvalueerd wordt: leerstof, orde, netheid enz.; 4. hoe de leerkracht evalueert: steeds aangeven hoeveel punten aan elke vraag maximaal worden toegekend. Het evaluatiecijfer van elke mondelinge overhoring wordt in de agenda van de leerling genoteerd en door de ouders ter kennisname getekend. De schriftelijke overhoringen worden aan de leerlingen na verbetering terugbezorgd. De leerkracht bespreekt met de leerlingen de antwoorden en de tekortkomingen. Zo nodig herneemt de leerkracht de niet begrepen leerstof en tracht waar nodig te remediëren. Naargelang de onderrichtingen van de vakinspectie bewaart de leerkracht of de leerling de schriftelijke overhoringen. Steeds wordt het evaluatiecijfer in de schoolagenda ingeschreven en ter kennisname door de ouders getekend. Het is ook van belang in de mate van het mogelijke een positieve evaluatie op het rapport te formuleren. Dit is niet alleen in de ASO-klassen maar vooral in de BSO-klassen aan te raden. De positieve elementen, hoe klein ook, die een leerling in zijn gedrag manifesteert, worden aldus beloond. Al wat de leerling positief doet, is winst en moet als dusdanig geëvalueerd worden. Aldus kan de leerkracht door een positieve remediëring de leerling aansporen tot een meer positieve inzet en studie. Leerlingen zijn immers gevoelig voor positieve en concrete commentaar. In het beroepsonderwijs dient die evaluatie vooral gericht te zijn op inzet, werklust, concentratie, sociaal gedrag, zorg, stiptheid, taakaanvaarding enz. 48

56 Elke leerkracht is verantwoordelijk voor de te bewaren vakdocumenten voor dagelijks werk. Volgens de specifieke vakonderrichtingen (zie leerplannen) zal hij die documenten gedurende één trimester bewaren en ze dan gebundeld inleveren op het secretariaat. De leerkracht zal de documenten per leervak en per klas bundelen met daarop de volgende inlichtingen: - het schooljaar met aanduiding van 1ste, 2de of 3de trimester, - het leervak met leervakonderdeel b.v. Nederlands: opstellen, stijloefeningen; - de klas b.v. 2de j. ASO Latijn - moderne; - de naam van de leerkracht met datum en handtekening De examens De frequentie van de examens In de Martinusschool worden er tweemaal examens georganiseerd: 1. in de maand december, voorafgaand aan de kerstvakantie. De examenduur bedraagt maximum tien lesdagen. De week voor de examens wordt besteed als een herhalingsweek: de leerkracht bespreekt de structuren van de behandelde leerstof, de onderlinge samenhang, maakt onderscheid tussen hoofden bijzaken, legt klemtonen en beantwoordt eventuele tekortkomingen die hij of zij vaststelt tijdens de herhalingsweek. Herhalingsvragen worden vermeden om inzicht te kunnen toetsen. Na de examenperiode bespreekt de leerkracht met de leerlingen de examenvragen: hij lost samen met de leerlingen de vragen op, bespreekt de tekortkomingen en tracht inzicht te verwerven in deze tekortkomingen. Elke leerling krijgt ook inzage in zijn geëvalueerd examenkopie. 2. in de maand juni, voorafgaand aan de grote vakantie. Ook hier wordt een herhalingsweek georganiseerd zoals in december. De duur van elk examen De duur van het schriftelijk examen wordt bepaald naar rato van het aantal lestijden per week. Dit betekent: twee lestijden voor leervakken met 1 of 2 lestijden per week, vier lestijden voor leervakken met 3 of meer lestijden per week. Het inrichtingshoofd bepaalt, na advies van het pedagogisch college, het tijdstip en de duur van de examenperioden en stelt het examenrooster voor alle klassen op. Dit rooster wordt tijdig (ten minste twee weken op voorhand) geafficheerd in de leraarskamer en aan de leerlingen medegedeeld. De klastitularis controleert of elke leerling stipt en correct elk examen op het juiste tijdstip heeft ingevuld. Leerlingen moeten tijdens de examens tot 11u30 op school blijven. Ze mogen dan, na schriftelijke toestemming van de leerkracht met wie ze examen hebben, de school verlaten. Het is echter vanzelfsprekend dat leerlingen die op dat ogenblik hun examen nog niet beëindigd hebben, verder mogen werken tot ze hun examen voltooid hebben. Tijdens de examenperiode hebben de leerlingen tijdens de namiddag de nodige tijd om het examen of de examens van de volgende dag voor te bereiden. Leerlingen die dat wensen, kunnen op school onder toezicht blijven studeren, na schriftelijke toestemming van hun ouders. Het opstellen van de examenvragen Elke leerkracht stelt volgens de voorschriften zoals die in het leerplan worden vooropgesteld, de examenvragen op. Het is aan te raden variatie in de examenvragen te brengen d.w.z. niet alleen open vragen stellen die enkel de kennis der leerlingen testen maar ook de aangeleerde vaardigheden toetsen. Bij het opstellen van de examenvragen zal elke leerkracht volgende richtlijnen in acht nemen: 1. De examenvragen moeten in een duidelijk en voor de leerlingen verstaanbare taal opgesteld zijn. 2. Ze moeten tevens gedrukt worden met een typemachine of op computer opgesteld worden. 3. Bij elke vraag moet vermeld worden op hoeveel punten ze geëvalueerd wordt. 49

57 Het bewaren van de examenkopijen Na verbetering en bespreking van de examens met de leerlingen worden de examenkopijen gebundeld per klas en per vak en op het secretariaat in bewaring gegeven. Deze bundels worden afgegeven na het examen in december, na het examen in juni. Op het bandje van deze examenbundels dient de leerkracht de volgende gegevens te vermelden: 1. het schooljaar met vermelding examen 1 of 2 (uitzonderlijk herexamens); 2. het vak en de klas; 3. naam en handtekening van de leerkracht en datum van afgifte. Elke leerkracht voegt tevens bij de examenkopijen van de leerlingen een formulier met de modelantwoorden op de gestelde vragen Het gebruik van de resultaten van de evaluatie in het onderwijsproces Het evalueren van leerlingen krijgt zijn volle waarde wanneer de resultaten ervan in het onderwijsproces van de leraar worden verwerkt. Dit kan onder meer gebeuren op volgende wijze: Ten aanzien van de leerlingen: - het bijwerken van leertekorten voor leerlingen die ervoor in aanmerking komen zoals leerlingen die een minimum aan studie-inzet en aanleg tonen; - het verbeteren en begeleiden van de studiemethode; - het begeleiden van leerlingen in de begeleidingsklassenraden. Ten aanzien van de ouders: - informeren van de ouders over de studievorderingen via agenda, brief, ouderavond enz.; - basisinformatie verschaffen voor het voorbereiden van de oudercontacten. Ten aanzien van de leraar: - de leraar kan door studie van de evaluatieresultaten zijn onderwijsproces analyseren en er de verdiensten en tekortkomingen van detecteren. Dit kan gebeuren door het maken van klasgemiddelden, het maken van vraaggemiddelden en het toetsen van de waarde van de evaluatie-instrumenten De klassenraden De klassenraad kan met drie functies worden belast en wordt naargelang het geval aangeduid als toelatingsklassenraad, ook kortweg toelatingsraad genoemd, begeleidende en delibererende klassenraad De toelatingsklassenraad Binnen het raam van de reglementaire toelatings- en overgangsvoorwaarden dient in bepaalde gevallen een beroep gedaan op de toelatings(klassen)raad. Onder toelatingsvoorwaarden wordt de inschrijving van een leerling in een bepaald leerjaar en een bepaalde onderwijsvorm verstaan terwijl overgangsvoorwaarden meestal betrekking hebben op studieveranderingen in het loop van het schooljaar. In beide gevallen zijn er criteria vastgelegd waarmee de toelatingsraad dient rekening te houden zoals vooropleiding, leeftijd, advies van het C.L.B., de ouders of ministeriële beslissingen. De toelatingsraad is samengesteld uit de directie en de leerkrachten van het leerjaar waarvoor de leerling opteert. 50

58 De begeleidende klassenraad Frequentie De leerlingen van de Martinusschool krijgen vijfmaal een rapport uitgereikt waarvan viermaal een rapport voor dagelijks werk en tweemaal voor de examens. Deze rapporten worden op volgende tijdstippen uitgereikt: - eerste rapport voor dagelijks werk: week voor de herfstvakantie (oudercontact); - eerste rapport voor de examens ASO en TSO, en tweede rapport DW voor BSO: week voor kerstvakantie; - tweede rapport voor dagelijks werk ASO en TSO, en derde rapport voor BSO: week voor krokusvakantie; - derde rapport voor dagelijks werk ASO en TSO, en vierde rapport voor BSO: week voor paasvakantie (oudercontact); - vierde rapport voor dagelijks werk en tweede rapport examen voor ASO en TSO; en vijfde rapport DW voor BSO: einde schooljaar met proclamatie en oudercontact. Voorafgaand aan de eerste en tweede rapportbeurt dagelijks werk en de eerste rapportbeurt examens worden er telkens begeleidende klassenraden georganiseerd Taken Deze klassenraden worden voorgezeten door het inrichtingshoofd of haar plaatsvervanger en gaan steeds door op maandag- en dinsdagavond na het beëindigen van de lessen in de leraarskamer. De begeleidende klassenraad: - analyseert de leerresultaten van elke leerling die één of meer tekorten heeft voor de onderwezen leervakken. De klassenraad tracht door bespreking en onderling overleg de oorzaken van de tekorten te achterhalen. Hierbij kunnen allerlei tekorten een rol spelen zoals te weinig studie, gebrek aan basiskennis, gebrekkig inzicht, een verkeerde studiemethode enz. Ook kunnen familiale problemen aan de grondslag liggen van het minder goed presteren. - bespreekt de attitudes van elke leerling die vaktekorten heeft. Heeft de leerling voldoende aandacht, studie-inzet, belangstelling, orde, netheid en motivatie? Werkt de leerling actief mee in de klas of is hij of zij eerder passief? - stelt eventuele leermoeilijkheden vast bij bepaalde leerlingen en formuleert de meest adequate begeleiding en remediëring. Dit kan b.v. door het organiseren van inhaallessen of bijkomende begeleidende huistaken. - kent tevens, wanneer het een klassenraad is die gewijd aan de bespreking van de evaluatiegegevens voor dagelijks werk, een cijfer voor gedrag en studie-ijver toe. Een leerling die voldoende studie-ijver betoont, krijgt een 8 op 10 evenals de leerling die zich voorbeeldig gedraagt. Leerlingen die een uitzonderlijk voorbeeldig gedrag en studie-ijver vertonen, kunnen, op voorstel van de klassenraad, een 9 op 10 bekomen. In overleg met de leden van de klassenraad kunnen leerlingen die geen voorbeeldig gedrag vertonen en gebrek aan studie-ijver hebben, een evaluatiecijfer tussen 1 en 7 bekomen naargelang de aard van hun gedrag en studieijver. - kan tuchtmaatregelen voorstellen aan de directie. Deze tuchtmaatregelen kunnen zijn: o de tijdelijke verwijdering uit de klas, b.v. één dag; de leerling moet dan strafwerk maken onder toezicht van een leerkracht of studiemeester; o de tijdelijke uitsluiting uit de school, b.v. één week; tijdens die periode krijgt de leerling huistaken opgelegd die hij of zij moet voorleggen aan de directie bij de terugkeer op school; 51

59 o de definitieve verwijdering uit de school. In dat geval zal de directie in samenspraak met de leerkrachten een omstandig verslag opstellen waarin de redenen worden aangegeven waarom de leerling van school wordt verwijderd. Voor de tuchtproblemen wordt elk schooljaar een zuivere lei gebruikt om de leerlingen niet blijvend te confronteren met hun fouten, zodat ze niet in een negatieve vicieuze cirkel verzeilen Notulen en dossiers der leerlingen Van elke klassenraad maakt de klastitularis: - een proces-verbaal, vermeldend: o de datum en het begin- en einduur van de klassenraad; o de voorzitter van de klassenraad of zijn plaatsvervanger; o de namen van de aanwezige leerkrachten die in het besproken leerjaar lesgeven; o de namen van de afwezige en verontschuldigde leerkrachten en eventueel de reden van hun afwezigheid; o de naam van de afgevaardigde van het P.M.S.; o de lijst van de besproken leerlingen; o de handtekeningen van de voorzitter, de klastitularis en twee leerkrachten. - een verslag van elke besproken leerling, bevattend: o de vakken waarvoor de leerling een onvoldoende heeft; o de onvolkomenheden in gedrag en studie-ijver; o de eventuele leermoeilijkheden; o een eventuele remediëring om deze tekortkomingen te verhelpen. - een omstandig verslag op het rapport van de leerling, onder de rubriek commentaar van de klassenraad, in te vullen door de klastitularis. Dit verslag wordt door de klassenraad gezamenlijk geformuleerd. Het is de taak van de klastitularis de rapporten van zijn of haar klas tijdig klaar te maken en te tekenen. Alle evaluatiegegevens op het rapport worden met de computer geprogrammeerd. De klastitularis kijkt er ook nauwlettend op toe dat er geen spelfouten in het commentaar voorkomen. Elke commentaar moet bovendien in een duidelijk verstaanbare taal en in een correcte zinsbouw opgesteld zijn. De klastitularis is ook de aangewezen persoon om te controleren of elke collega, die een onvoldoende cijfer heeft ingevuld, de nodige commentaar bij dit onvoldoende cijfer heeft neergeschreven en indien nodig een remediëring vooropstelt. Daarbij controleert de klastitularis de schoolagenda van de leerling en is zij/hij de eerste hulpverlener bij studieproblemen of gedragsstoornissen De delibererende klassenraad Deze heeft plaats gedurende één dag van de laatste week van het schooljaar en wordt bepaald door het inrichtingshoofd Soorten attesten De taak van de delibererende klassenraad is tot een eindbeoordeling voor elke regelmatige leerling te komen. Deze eindbeoordeling houdt in dat aan elke regelmatige leerling een van de volgende attesten wordt toegekend: 52

60 het attest A: dit wordt toegekend aan elke leerling die met vrucht het leerjaar beëindigd heeft en bijgevolg mag overgaan naar een hoger leerjaar; het attest B: dit wordt toegekend aan elke leerling die naar een volgend leerjaar mag overgaan, behalve voor de studierichtingen of onderwijsvormen die op het rapport vermeld worden b.v. wie in het tweede leerjaar ASO Latijn heeft gevolgd en een attest B bekomt met clausulering voor Latijn, mag overgaan naar een derde leerjaar ASO, maar met uitsluiting van Latijn; het attest C: dit wordt toegekend aan de leerlingen die hun leerjaar niet met vrucht gevolgd hebben De eindbeoordeling Om tot een eindbeoordeling te komen, moet de klassenraad rekening houden met volgende elementen: De resultaten van 4 rapportbeurten dagelijks werk en 2 rapportbeurten examens. Elke vakleraar maakt een optelling van de hierboven vermelde elementen. Hierbij zal hij rekening houden met de volgende verhouding: 50% dagelijks werk en 50% examens. Voorbeeld: Een leerling bekomt 21/40 voor D.W. en 117/200 voor de 2 examens. Na herleiding van 21/40 tot 26,25/50 voor D.W. en 117: 4 of 29,25/50 voor examen komt deze leerling tot een eindtotaal van 26,25+29,25 = 55,5/100 of afgerond naar boven 56/100. Voor de klassen zonder examens, wordt een optelsom van de 5 rapporten DW herleid tot 100. De eventuele vrijstellingen. Een leerkracht kan, steunend op de positieve vorderingen van de leerling in de loop van het schooljaar en steunend op een miniem tekort, een leerling van dit tekort vrijstellen. Deze leerling wordt dan als geslaagd beschouwd voor dit vak waarvoor hij of zij vrijstelling bekomen heeft. Men dient er echter rekening mee te houden dat zulke vrijstelling slechts eenmaal kan toegekend worden aan dezelfde leerling. Indien diezelfde leerling in een volgend leerjaar weerom niet slaagt voor het vak waarvoor hij of zij tijdens het vorig schooljaar vrijstelling bekomen heeft, dan moet deze leerling remediëringsopdrachten krijgen. De resultaten van de geïntegreerde proef in de 2de en 3de jaars van de 2de en 3de graad beroepsonderwijs (=6 MRP, 6OH, 6 Hout, 6 Pa, 6DuWo en 7MaR). De beslissingen, vaststellingen en adviezen van de begeleidende klassenraden in de loop van het schooljaar Richtlijnen bij de eindbeoordeling In onze school worden de volgende richtlijnen gehanteerd bij de formulering van de eindbeoordeling: Uitzonderlijk als een leerling héél veel afwezig geweest is of zijn/haar studiekeuze laat gewijzigd heeft kunnen herexamens opgelegd worden. Deze regel moet evenwel soepel gehanteerd worden zowel in het ASO maar vooral in het BSO. Elke leerkracht zal voor de klassenraadsleden verantwoorden waarom hij of zij een herexamen vraagt. Steunend op de resultaten van zowel dagelijks werk als examens zal de betrokken leerkracht oordelen of dit herexamen betrekking heeft op de ganse leerstof of op bepaalde zwakke onderdelen ervan. In geval van herexamens wordt de eindbeslissing uitgesteld tot eind augustus (zie verder). Vakantietaken. Een leerkracht kan, na motivering, een vakantietaak aan de leerling opleggen. Deze vakantietaak moet dan wel zinvol zijn en betrekking hebben op die onderdelen van de leerstof waarin betrokken leerling tekorten vertoont. Meer dan vier zware vaktekorten betekent niet automatisch overzitten. In de ASO-klassen wordt als algemene regel vooropgesteld dat een leerling die meer dan vier zware vaktekorten heeft, het gevolgd leerjaar moet overzitten een C-attest krijgt of verplicht wordt om remediëringsopdrachten te volgen in het komende schooljaar. Indien door een of meerdere leerkrachten gemotiveerde redenen worden aangebracht om van deze regel af te wijken, dan kan de klassenraad beslissen tot deliberatie. 53

61 Het is vanzelfsprekend dat deze richtlijnen soepel dienen geïnterpreteerd te worden. Vooral in de BSOklassen mag men niet te strak deze richtlijnen toepassen. Men dient naast de zuiver cognitieve kennis ook rekening te houden met niet-cognitieve elementen zoals de doe-activiteiten die bij de praktijkvakken erg belangrijk zijn. Bij de eindbeoordeling moet de klassenraad steeds pogen om tot een algemene consensus te komen. Is dit niet het geval dan kan de voorzitter van de delibererende klassenraad een stemming vragen. In geval tot een stemming wordt overgegaan, waarbij de voorzitter telkens meestemt, en het resultaat is een staking (= een gelijk aantal pro en contra), dan is de stem van de voorzitter doorslaggevend. De beslissing van de klassenraad is bindend. De beraadslagingen over de leerlingen zijn vertrouwelijk en alle leden zijn tot geheimhouding verplicht Aanwezigheden op de klassenraad Een delibererende klassenraad kan slechts geldig vergaderen onder het voorzitterschap van de directeur of zijn afgevaardigde indien alle leraars die in een bepaald leerjaar of onderwijsvorm aan de leerling onderwijs verstrekken, aanwezig zijn, behoudens in geval van: - gewettigde afwezigheid; - bewezen overmacht: b.v. een leraar die in diverse scholen fungeert, kan onmogelijk alle delibererende klassenraadsvergaderingen bijwonen. Wel kan de directeur aan het gewettigd afwezig lid vragen een geschreven verslag uit te brengen over de te bespreken leerlingen. De voorzitter kan ook tot de delibererende klassenraad volgende personen uitnodigen: - een lid van het technisch personeel van het begeleidend C.L.B.-centrum; - raadgevende personen die deel uitmaken van de jury bij de geïntegreerde proef in de 2de en 3de jaars van de 3de graad van de BSO-klassen en die niet tot de onderwijsinstelling behoren. In beide gevallen hebben deze personen enkel een raadgevende stem. Geen enkel lid van de klassenraad mag deelnemen aan enige beslissing betreffende een bloed- of aanverwant tot en met de vierde graad of betreffende een leerling aan wie hij privé-lessen of een schriftelijke cursus heeft gegeven Proces-verbaal en notulen Van de beslissingen van de delibererende klassenraad wordt een proces-verbaal opgemaakt en worden er notulen gehouden. Het proces-verbaal per klas bevat de lijst van de geslaagde en niet geslaagde leerlingen. De notulen bevatten een synthese van de elementen die tot de beslissing hebben geleid, waaronder eventueel het resultaat van de stemming, met opgave van datum van deliberatie, instelling, leerjaar, schooljaar, beslissing... Ook wordt de samenstelling van de klassenraad, met vermelding van de respectieve vakopdrachten en van de aanwezige en afwezige leden, aangegeven. De aanwezige leden plaatsen hun handtekening na hun naam. Bij de afwezigen wordt de aard van de gewettigdheid opgegeven. Zowel het proces-verbaal als de notulen worden door de voorzitter als drie leden van de raad getekend. Het is belangrijk dat deze documenten volledig en nauwkeurig worden opgesteld, vermits ze een essentieel element zijn om te voldoen aan de verplichting tot motivering van de genomen beslissing. Wanneer een van beide niet bestaat of onjuist of onvolledig is opgesteld, is de beslissing van de klassenraad bij een eventuele klachtenprocedure aanvechtbaar. De processen-verbaal en de notulen dienen gedurende dertig jaar bewaard te blijven. 54

62 Herexamens in uitzonderlijke omstandigheden De delibererende klassenraad kan oordelen dat er gegronde redenen bestaan om het besluitvormingsproces langer te laten duren dan tot het einde van het schooljaar. Zoals reeds werd aangegeven kan de klassenraad beslissen dat er bijkomende proeven moeten worden afgelegd; de vakleraar legt de inhoud van deze proeven vast. Dit kan o.m. het geval zijn: a.voor leerlingen die te weinig konden geëvalueerd worden wegens veelvuldige afwezigheden; b.voor leerlingen die om een ernstige reden niet of niet volledig hebben kunnen deelnemen aan één of meer examens; de afwezigheid moet door een attest gewettigd worden; c.voor leerlingen van wie de resultaten van één of meer examens in de laatste reeks ongunstig werden beïnvloed door een duidelijk omschreven persoonlijk voorval. De directie bepaalt het tijdstip en de duur van de herexamens. Deze gaan meestal door tijdens de eerste drie dagen van de laatste week van juni of augustus. Voor leerlingen die verscheidene herexamens hebben, is een verantwoorde spreiding over de drie dagen aangewezen. Het examenrooster zal in functie van zulke spreiding opgesteld worden. Na de herexamens zal de delibererende klassenraad een definitieve eindbeslissing nemen over de leerlingen die herexamens hadden. Ook van deze klassenraad worden een proces-verbaal en notulen opgesteld Andere documenten: het individueel dossier van de leerling Het individueel dossier van de leerling is een hulpmiddel om de leerlingen gaandeweg in hun opvoeding en ontwikkeling beter te kunnen begeleiden. Het individueel dossier moet bevatten: a.de administratieve identificatie van de leerling; b.keuzeformulieren godsdienst/niet -confessionele zedenleer; c.oriënteringsattesten; d.de gevolgde lessentabellen; e.het studieverloop; f.vaststellingen, adviezen en beslissingen van de klassenraden, waarvoor de klastitularis verantwoordelijk is. Het individueel dossier kan bevatten: a.gegevens verstrekt door het CLB-centrum; b.gegevens verstrekt door de laatst bezochte instellingen; c.psycho-pedagogische informatie over de leerling; d.het begeleidingsdossier op de GOK-locatie Bezwaar tegen de eindbeslissing Als de ouders de beslissing van de delibererende klassenraad niet aanvaarden, kunnen zij ten laatste op de derde werkdag na de uitreiking van het rapport hun bezwaren bekend maken. Dit kan via een persoonlijk onderhoud met een afgevaardigde van de lokale schoolraad of de voorzitter van de delibererende klassenraad of zijn afgevaardigde. a.tijdens bovenvermeld onderhoud krijgen de ouders inzage van het leerlingdossier en worden de elementen aangegeven die geleid hebben tot de genomen beslissing. Er zijn drie mogelijkheden: de ouders zijn ervan overtuigd dat de klassenraad de juiste beslissing genomen heeft en dan is de betwisting van de baan. de schooloverheid meent dat de ouders redenen aanbrengen die het overwegen waard zijn. In dit geval roept zij de delibererende klassenraad zo spoedig mogelijk opnieuw bijeen en wordt de 55

63 aangevochten beslissing opnieuw overwogen. Die klassenraad kan dan ofwel zijn beslissing herzien en dan is het probleem opgelost ofwel zijn beslissing handhaven en dan blijft het probleem bestaan. De klassenraad zal, ongeacht het resultaat van de deliberatie, dit resultaat schriftelijk en gemotiveerd aan de ouders meedelen. de schooloverheid meent dat de aangebrachte elementen geen nieuwe bijeenkomst van de delibererende klassenraad noodzakelijk maken, hetgeen gemotiveerd aan de ouders wordt meegedeeld. Wanneer de ouders het daarmee oneens zijn en de genomen beslissing onjuist blijven vinden, blijft de betwisting bestaan. b.de ouders kunnen binnen een termijn van drie werkdagen nadat dit gebleken is, via de directie schriftelijk beroep instellen bij de beroepscommissie. De beroepscommissie bestaat uit: - de directeur, - drie personeelsleden aangewezen door de lokale schoolraad en die geen deel uitmaken van de delibererende klassenraad die de betwiste beslissing nam, - een personeelslid aangewezen door de Centrale Raad.De beroepscommissie beraadslaagt geldig wanneer ten minste 3 leden aanwezig zijn en kan, in het belang van het onderzoek, om het even wie horen. De beroepscommissie motiveert haar adviezen en maakt ze over aan de lokale schoolraad. Deze beslist of de delibererende klassenraad al dan niet opnieuw moet samenkomen. Moet hij niet opnieuw samenkomen, dan deelt de lokale schoolraad dit onmiddellijk schriftelijk en gemotiveerd aan de ouders mee. Moet hij wel opnieuw samenkomen, dan moet hij een definitieve beslissing nemen uiterlijk op 15 september. Deze beslissing wordt schriftelijk en gemotiveerd aan de ouders meegedeeld. 56

64 8. Het zakelijk deel 8.1. Korte historiek van de school Oprichting Zoals beschreven wordt in de brochure C. Wijnen, Historiek van 50 jaar GO! in Bilzen, sloegen in 1955 enkele idealisten de handen in elkaar om na te gaan of er in Bilzen en omgeving voldoende ouders waren die belangstelling toonden en bereid waren hun kinderen aan dit onderwijs toe te vertrouwen. Na een positieve rondvraag gaf de toenmalige minister Leo Collard gunstig advies. In mei 1955 werd het ministerieel besluit tot oprichting van een officiële school in Bilzen door de koning bekrachtigd. Ondanks hevig verzet van de plaatselijke bevolking en de gemeentelijke overheid werden de opslag- en stelplaatsen van de N.M.B.S. door het Ministerie van Onderwijs aangekocht. In enkele maanden werd de oude tramstatie omgetoverd tot een schoolgebouw Ontwikkeling naar de structuur toe Op 1 september 1955 startte de school met 147 leerlingen. Datzelfde schooljaar eindigde met 152 leerlingen: 40 in de kleuterklas, 56 in het lager en evenveel in het middelbaar onderwijs. Het basisonderwijs omvatte drie graadklassen en het middelbaar telde vijf klassen: eerste jaar Latijnmoderne, tweede moderne, eerste familiale voor meisjes en eerste en tweede technische voor jongens(a3). In 1956 werd de Avondschool voor sociale promotie opgericht en ze startte met 35 leerlingen. In 1980 bereikte ze de kaap van 300 leerlingen. In 1957 werd onder het beheer van R.M.S. Bilzen de lagere school van Lanaken opgericht. Deze werd in 1959 uitgebreid tot een autonome middelbare school. In 1962 werd in Bilzen de beroepsafdeling voor jongens met een metaal- en houtafdeling opgericht. In 1973 werd het Vernieuwd Secundair Onderwijs(VSO) ingevoerd. Dit bleef in gebruik tot de geleidelijke invoering van het eenheidstype vanaf het schooljaar In 1975 werd de lagere school autonoom. In 1988 werd het Gemeenschapsonderwijs opgericht met eigen inrichtende machten. Op 1 september 1990 startte de paardenafdeling, op dat ogenblik en ook nu nog uniek in Vlaanderen in het Gemeenschapsonderwijs. Tevens werd vanuit Bilzen het internaat Tungri opgestart. Intussen verkregen de avondleergangen voor technisch onderwijs ook vestigingen in Lanaken en Tongeren Ontwikkeling naar de infrastructuur toe In 1955 startte de school in de stelplaatsen van de oude tramstatie. In 1962 voldeden deze gebouwen niet meer om het toenemend aantal leerlingen te huisvesten. Men huurde niet alleen een burgerhuis maar tevens werden vier paviljoenen als klaslokalen en twee mobiele wagons als werkplaatsen ingericht. In 1963 werd de start gegeven voor de werken aan de nieuwbouw voor het middelbaar onderwijs. Vanaf 1965 beschikt het PMS over een eigen consultatiekabinet in de school. In dat jaar werd tevens het tienjarig bestaan gevierd met de inhuldiging van de nieuwbouw. In 1966 werd de volledige schoolrestaurantdienst ingericht met de mogelijkheid voor leerlingen en leerkrachten om een warm middagmaal te gebruiken. In 1973 werd voor de allerkleinsten de fröbelblok opgericht met vier klaslokalen en een verwarmde en overdekte speelplaats. 57

65 In 1986 werden de sporthal en de pre-industriële blok voor de beroepsafdelingen metaal- en houtbewerking in gebruik genomen. In 1988 startte men met de nieuwbouw voor het lager onderwijs, waarvan tevens de leraarskamers, de mediatheek, de bibliotheek en de eetzaal door het middelbaar onderwijs worden gebruikt. Op 1 september 1990 startte de paardenafdeling, op dat ogenblik en ook nu nog uniek in Vlaanderen in het Gemeenschapsonderwijs. Tevens werd vanuit Bilzen het internaat Tungri opnieuw in gebruik genomen dat 2 jaar voordien gesloten werd. Intussen verkregen de avondleergangen voor technisch onderwijs ook vestigingen in Lanaken en Tongeren. In 1992 organiseerde MSGO Bilzen de derde graad BSO paardrijden ism KTA2 Tongeren In 2002 ontstond een zesjarige structuur in samenwerking met het Atheneum Tongeren Ontwikkeling van het leerlingenaantal zonder de avondschool : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : Schoolse instellingen 1955: Oprichting van de VZW-Vriendenkring die tot doel heeft, door het organiseren van allerlei feestelijkheden, de nodige financiële middelen bijeen te brengen voor de aankoop van de nodige leerboeken, voor de gedeeltelijke bekostiging van het schoolvervoer der leerlingen en voor het ondersteunen van allerlei pedagogische en culturele manifestaties. De voorzitters van de vriendenkring: - de Heer Victor Voets, notaris te Bilzen ( ); - de Heer Jozef Rochus, inspecteur der openbare bibliotheken ( ); - de Heer Manu Mercken, horlogemaker (vanaf 1990). 1957: Door het ministerieel besluit van 18 juni 1957 werd in de RMS een schoolraad opgericht waarvan de provinciegouverneur de voorzitter was. De raad bestond uit een waarnemend voorzitter (Jozef Rochus), een secretaris (de directie) en negen leden, waarvan drie leden afkomstig waren uit de gemeenteraad, drie ouders van leerlingen en drie inwoners uit de regio. 1968: Oud-leerling en leraar Laurent Stulens richtte de Oudleerlingenbond op. De huidige erg actieve bond staat onder de leiding van oud-leerling en huidig Vlaams volksvertegenwoordiger Guy Swennen en organiseert elk jaar een drietal activiteiten (kienavond, reünie van oud-leerlingen en Vlaamse kermis tijdens het schoolfeest) waarvan de opbrengst bestemd is voor een pedagogisch project voor afwisselend het kleuter-, lager- en middelbaar onderwijs. 58

66 1971: De Oudervereniging, opgericht op 28 mei 1971, heeft meermaals een actieve inbreng gehad bij de organisatie van feestelijkheden. Omwille van de specifieke problemen van de paardenafdeling werd in 1990 een oudercomité voor deze afdeling opgericht. Na de start van deze richting werd de ondersteuning overgenomen door VZW Hippos. 1973: Het Comité voor Associatief Beheer, waarin alle geledingen van de school (Vriendenkring, personeel, ouders en leerlingen) vertegenwoordigd waren, werd in dat jaar door directeur Leijssen opgericht. 1989: De oprichting van het Gemeenschapsonderwijs vereiste de installatie van een lokale schoolraad. Deze plaatselijke inrichtende macht werd geleid door mevr. Nicole Swennen Van de Wiele, advocaat, in samenwerking met mevr. Elisabeth Vanrusselt. 1991: Door de oprichting van de Argo werden in elke Gemeenschapsschool een drietal raden opgericht: De Lokale Raad, Het Pedagogisch College en het Basisoverlegcomité (zie verder). 1992: De oprichting van de VZW-Hippos was noodzakelijk om een specifieke infrastructuur te kunnen voorzien voor de richting paardrijden. Via persoonlijke leningen bracht een aantal leerkrachten en vrienden van de school een startkapitaal bijeen om een hippisch centrum te bouwen. Vandaag de dag beschikt de school daardoor over 102 paardenstallen, twee overdekte rijpistes van 20 bij 40m en 20 bij 80, één buitenpiste van 62 bij 62, een uitgestrekte graspiste, een strohal en 4 uitgeruste zadelkamers. 2000: Vanaf het millennium werd het GO! hervormd. De regionale inrichtende macht SZL13 wordt momenteel geleid door dhr. Christian Lemache, met als algemeen directeur dhr. Tony Schurmans Feestelijkheden In haar meer dan 40-jarig bestaan heeft de school viermaal feest gevierd Viering 10-jarig bestaan Drie comités bereidden deze viering voor. Op 26 juni 1965 werd om 10 u een grootse optocht gehouden door de straten van Bilzen, waarna op de ruime speelplaats een academische zitting plaats greep. Deze viering viel ook samen met de inhuldiging van de nieuwbouw voor de middelbare afdeling. Na de receptie zaten personaliteiten, genodigden en personeel aan het banket dat doorging in de ruime gang van het nu afgebroken oude tramstation. s Avonds vond in de feesttent het lustrumbal plaats, opgeluisterd door de betreurde zanger Louis Neefs Viering 25-jarig bestaan Een uitgebreid feestcomité bereidde de viering voor die doorging op 30 mei Weerom trok een feeststoet met meer dan 1000 leerlingen door de straten van Bilzen, gevolgd door een academische zitting op de speelplaats, een receptie en banket in het restaurant Bevershof, uitgebaat door een oudleerling van de school. s Anderendaags had het jubileumbal plaats in de feestzaal van de school Viering 35-jarig bestaan Daar de tweede fase van de nieuwbouw, bestemd voor het lager onderwijs, in 1989 klaar was, besloot men deze viering te koppelen aan de inhuldiging van deze gebouwen. Het feest werd al ingezet op vrijdagnamiddag 19 mei toen alle leerlingen op de Bilzerse Grote Markt gelijktijdig een ballonnetje lieten opstijgen. Op zaterdagnamiddag 20 mei werden directies en leraren ontvangen op het stadhuis. Om u had in de sporthal een academische zitting plaats die muzikaal omlijst werd door de 59

67 Harmonie van het Rijksonderwijs en het kinderkoor van de school. Tevens brachten de leerlingen een massasspektakel met als thema: Een vredige Europese gemeenschap. De viering eindigde met een grootse receptie, vuurwerk en een banket met een ludieke redevoering van C. Wijnen over de verschillende directeurs van de school Viering 50-jarig bestaan Het gouden jubileum werd op 4 februari 2005 ingezet met een academische zetting en een wervelende show, die de creatieve talenten van onze leerkrachten toonde. Decors, kostuums, maskers, script en regie werden door onze leerkrachten verzorgd. Na deze voorstelling werden de genodigden begeleid naar een receptie, waar de Martinusband zorgde voor de muzikale omlijsting. Er werd ook een jubileumboek uitgegeven met de hoogtepunten en de historiek van de school Viering 60-jarig bestaan Op 3 oktober 2014 werd het diamanten jubileum gevierd met een academische zitting in het schoolrestaurant. Hierop werden alle personaliteiten uitgenodigd die ooit aan de opbouw van ons kersvers Atheneum meegewerkt hebben. Het betreft zowel gemeentelijke instanties als ruiterfederaties, vertegenwoordigers van vakbonden en Vlaamse onderwijsadministratie, afgevaardigden van het GO opmerkelijk was dat alle bestuursleden van de inrichtende macht van Scholengroep 13 Zuid-Limburg aanwezig waren, evenals een grote groep ere-personeel en pioniers van onze campus.. Het ontstaan van een volwaardig Atheneum in Bilzen bleek voor deze laatste groep de kers op de taart van jarenlange inzet voor het officiëel onderwijs in deze regio Directies : de Heer Roger Creytens : de Heren J. Ickmans en M. Van Espen (a.i.) : de Heer Adriaan Vandenboer : de Heer Jan Leijssen : de Heer Marcel Van Espen (a.i.) : de Heer Roger Liesenborghs : de Heer Roger Coenen : Mevrouw Elisa Golsteyn (eind 1987 vervangen door E. Vanrusselt) Vanaf 1988: Mevrouw Elisabeth Vanrusselt 8.2. Schoolbevolking Ontwikkeling van de schoolbevolking Na een daling van de schoolbevolking in de jaren tachtig is met de komst van de directrice Mevr. Vanrusselt en met de oprichting van de afdeling paardrijden, vanaf de beginjaren negentig het aantal leerlingen weerom gestegen. We mogen zelfs spreken van een spectaculaire stijging daar in vijf jaar het leerlingenaantal bijna verdubbeld is Verdeling der leerlingen over de verschillende graden en studierichtingen Voor het schooljaar bedraagt het leerlingenaantal 410 leerlingen. Deze leerlingen zijn als volgt verdeeld over de verschillende graden en leerjaren. - eerste graad: 1 e en 2 de leerjaar A: 60

68 1B en 2 de j beroepsvoorbereidend: - 2 de en 3 de graad ASO, 3 de, 4 de, 5 de en 6 de leerjaar: - 2 de en 3 de graad TSO, 3 de, 4 de, 5 de en 6 de leerjaar: - 2 de en 3 de graad BSO, 3 de, 4 de, 5 de, 6 de en 7 de jaar, 61

69 Sociale herkomst der leerlingen De herkomst der leerlingen is vooral te situeren in de arbeidersklasse, de zelfstandigen, de bedienden en uit de kaderfuncties. De leerlingen zijn vooral afkomstig uit de regio Bilzen met uitzondering van de afdeling paardrijden waarvan de leerlingen afkomstig zijn zowel uit de Vlaamse en Waalse provincies als uit Nederland. Opvallend hierbij is tevens dat in deze afdeling de leerlingen hoofdzakelijk afkomstig zijn uit de groep der zelfstandigen Sfeer op school Wegens de enorme betrokkenheid van de directie en de meerderheid der personeelsleden bij het dagelijks schoolgebeuren voelen de leerlingen zich thuis op school en heerst er een aangename sfeer. Deze sfeer wordt voorzeker bevorderd door de individuele opvang der leerlingen die met de voornaam genoemd worden en ten minste eenmaal per jaar thuis bezocht worden. Ze kunnen steeds terecht bij de directie zonder voorafgaande afspraak. Bij ongesteldheid kunnen ze uitrusten en bij ziekte kunnen ze terecht bij de portier wanneer hun ouders niet thuis zijn. Tijdens de speeltijden verzacht mooie muziek de zeden. Over het algemeen zijn de leerlingen zeer gedisciplineerd en weten zich gewaardeerd en gerespecteerd door zowel de directie als het onderwijzend - en opvoedend personeel De rekrutering der leerlingen Als gevolg van de zeer goede samenwerking tussen de directies en leerkrachten van het lager- en middelbaar onderwijs, is de instroom van de leerlingen van het zesde leerjaar uit de eigen basisschool meer dan 90%. De ouders vertrouwen hun kinderen toe aan het middelbaar onderwijs omdat ze geloven in de kwaliteit van het verstrekte onderwijs en de positieve sfeer tussen leerlingen en leerkrachten uit beide scholen. Daardoor worden ook leerlingen aangetrokken die afkomstig zijn uit andere gemeentelijke of vrije scholen uit de regio van Bilzen. Als voorbeeld nemen we de instroom van de eerstejaars tijdens het schooljaar : 66,5 % afkomstig uit het Gemeenschapsonderwijs en 33,5% uit andere scholen. Als we het totaal aantal leerlingen in aanmerking nemen, komen we zelfs tot een fifty-fifty verhouding tussen leerlingen afkomstig uit het Gemeenschapsonderwijs en de andere netten Schoolpersoneel Het schoolteam is tamelijk stabiel omdat het merendeel der leerkrachten vast benoemd is. Enkele gepensioneerden worden door tijdelijke leerkrachten vervangen. U vindt een lijst van de personeelsleden in het schoolreglement (p ) in de bijlage Schoolrestaurant In een ultramodern en ruim schoolrestaurant kunnen de leerlingen gedurende vier dagen (maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag) terecht voor het nemen van: - een volledig middagmaal met soep, hoofdgerecht en dessert (prijs: 4), - soep voor leerlingen die dit wensen en hun lunchpakket meebrengen (prijs: 0,50), - drank: water wordt gratis ter beschikking gesteld; frisdranken kan men bekomen aan 1. De verkoop van drank- en eetbonnetjes gebeurt elke maandagmorgen tijdens het eerste lesuur. De rekenplichtige-econoom bezoekt elke klas. Is de maandag een vrije dag dan gebeurt de verkoop op de eerstvolgende schooldag op dezelfde wijze als op maandag. Leerlingen die s maandags te laat komen, kunnen tijdens de voormiddagspeeltijd of om 12 u aan de ingang van de eetzaal steeds terecht voor de aankoop van bonnetjes. De leerlingen worden wel aangeraden enkele bonnetjes in reserve te kopen voor het geval ze wegens ziekte of een andere gegronde reden s maandags afwezig zijn. Het toezicht in het 62

70 restaurant gebeurt door de econoom-rekenplichtige en een studiemeester. Voor wat de tucht en de orde in het restaurant betreft, verwijzen we naar het schoolreglement Leerlingenvervoer De school beschikt over twee autobussen van de Vlaamse Gemeenschap en één voertuig van een autobusuitbater. Ritten, opstapplaatsen en uurregeling van de bussen, zie bijlage. Tijdens deze ritten die s morgens om 7.20 u en s avonds om 15.45u aan de school vertrekken, is er steeds toezicht door leden van het schoolpersoneel. De leerlingen die van één van deze ritten wensen gebruik te maken, delen dit mee bij hun inschrijving of tijdens de eerste dag van het schooljaar. Voor elk abonnement dient men de prijs van het lijnbusvervoer te betalen. Nochtans betaalt de leerling slechts de prijs van een BuzzyPazz, ongeacht het aantal kilometer verplaatsing, omdat de Vriendenkring van de school het verschil bijlegt. Het verschuldigd bedrag dient voor de 20ste van de maanden september, januari en april betaald te worden aan het personeelslid dat zich bezig houdt met de schoolabonnementen. Wie een schoolabonnement voor lijnbus of trein wenst, dient tijdig een ingevuld schoolattest op het secretariaat te vragen. Men moet er wel rekening mee houden dat een aanvraag voor het begin van het schooljaar tenminste twee weken op voorhand ingediend moet worden. Voor de juiste uurregeling van opstapplaatsen bij deze ritten verwijzen we naar de bijlagen Opvang der leerlingen s Morgens worden de leerlingen tot de school toegelaten vanaf 8.30 u en in de manege vanaf 7.20u en staan zij onder toezicht van een leerkracht. De leerlingen die geen les meer hebben na u kunnen naar huis of hebben de mogelijkheid om tot u te studeren. Tijdens de examenperioden kunnen de leerlingen die dat wensen, na aanvraag door de ouders, tijdens de namiddag op school studeren Verzekeringen van de leerlingen Alle leerlingen van het Gemeenschapsonderwijs zijn op kosten van het GO! verzekerd bij de verzekeringsmaatschappij Ethias tegen eventuele ongevallen die zich in schoolverband kunnen voordoen. De waarborg dekt het hele schoolleven: dit betekent niet alleen de lessen, maaltijden, speeltijden, sportactiviteiten, schoolfeesten enz. die zich in de school zelf situeren, maar ook alle activiteiten die buiten de school worden ingericht zoals schoolreizen, feestelijkheden, sportwedstrijden, jumpings enz. Adres van Ethias: Prins-Bisschopssingel 73, 3500 Hasselt, tel. 011/ Ongeval tijdens de schoolactiviteiten Bij lichamelijk letsel worden medische en farmaceutische onkosten, die uit een ongeval kunnen voortvloeien, vergoed: dokter, apotheker, hospitalisatie enz., eventuele nabehandeling inbegrepen. De slachtoffers zijn vrij in de keuze van een dokter, apotheker of ziekenhuis. Nadat de ouders de onkosten betaald hebben, leveren ze daarvan een bewijs af op het ziekenfonds. Daarna kunnen zij het remgeld terugvorderen van de verzekering via een bewijs van het ziekenfonds, dat samen met hun bankrekeningnummer wordt afgegeven op school. 18 Zie bijlage 19: Opstapplaatsen en uurregeling der schoolbussen 63

71 Burgerlijke verantwoordelijkheid In de verzekering is ook de burgerlijke aansprakelijkheid begrepen die aan de verzekerde kan worden opgelegd uit hoofde van materiële schade die bij een ongeval veroorzaakt wordt, m.a.w. schade aangebracht aan derden door de schuld van leerlingen of personeelsleden. Als derden worden beschouwd de leerlingen onder elkaar en de personeelsleden t. o. v. de leerlingen Ongeval op de normale weg van en naar de school De verzekering dekt eveneens ongevallen overkomen op de normale weg van de school naar huis en omgekeerd. Voor deze ongevallen genieten de leerlingen enkel terugbetaling van de behandelingskosten en eventuele brilschade. Er dient op gewezen dat het slachtoffer het bewijs moet leveren (aan de hand van getuigenissen en vaststellingen door politie of rijkswacht) dat het ongeval gebeurd is op de normale weg van en naar school en op een normaal uur voor of na schooltijd. De burgerlijke verantwoordelijkheid tegenover derden is echter niet verzekerd. Indien een leerling een ongeval aan derden zou veroorzaken op de weg naar school, berust de aansprakelijkheid bij de leerling zelf. In dat geval zullen de ouders de aangerichte schade dienen te vergoeden. Het wordt de ouders dan ook ten stelligste aangeraden hun verantwoordelijkheid tegenover derden te laten dekken door een polis burgerlijke aansprakelijkheid (de zgn. familiale verzekering). Deze polis vult dus de schoolverzekering aan. Ouders die niet over zo n verzekeringspolis beschikken, kunnen, indien zij dat wensen, deze aansprakelijkheid laten dekken in het kader van een gezamenlijke polis door de school afgesloten bij Ethias, mits betaling van een jaarpremie Studietoelagen Aanvragen tot het bekomen van een studietoelage dienen elk schooljaar te gebeuren voor 1 oktober van dat schooljaar. Een leerling kan slechts recht hebben op een studietoelage als hij of zij het vorige schooljaar met succes doorlopen heeft. Bovendien mogen de ouders niet meer dan een bepaald maximum inkomen hebben. Wie denkt recht te hebben op een studietoelage, kan de aanvraagformulieren op het secretariaat afhalen of ze desnoods ook daar laten invullen, daar de gevraagde inlichtingen vrij uitgebreid zijn 64

72 8.9. Samenstelling van het bestuur van de instellingen in de school De schoolraad De schoolraad, waarvan het inrichtingshoofd automatisch deel uitmaakt. Om de vijf jaar worden er drie leden rechtstreeks door de ouders verkozen alsook drie leerkrachten die op hun beurt leden coöpteren. U vindt deze samenstelling eveneens in het schoolreglement (p. 47) in de bijlage De huidige samenstelling van de schoolraad: - Voorzitter: Geert Koninckx; - Mevr. Elisabeth Vanrusselt, directrice middelbaar onderwijs a. Afgevaardigden van het onderwijzend personeel: Mevr. Caroline Roosen, lerares geschiedenis-project algemene vakken Mevr. Marleen Thijs, lerares natuurwetenschappen, biologie en chemie Mevr. Marie-Jeanne Martens, lerares T.O. en kleding De taken van de schoolraad omvatten advies geven over de algemene en pedagogische organisatie, het materieel en financieel beheer en het personeelsbeleid De vriendenkring De Vriendenkring werd als VZW opgericht op 22 december De statuten verschenen in het Belgisch Staatsblad op 31 december 1959 onder het nummer De huidige samenstelling: De voorzitter: De h. Manu Mercken, uurwerkmaker Penningmeester: De h. Geert Koninkx, gepensioneerd onderwijzer, secretaris Ondervoorzitter: De h.hendrik Nijssen, gepensioneerd leraar Ere-secretaris: De h. Joseph Motten, gepensioneerd leraar Secretaris: De h. Jaak Raison Commissaris: dhr. Mathieu Motten, ingenieur Leden : Mevr. Elisabeth Vanrusselt, directrice SO., Mevr. Tilly Cops, directrice BaO, Mevr. Agnes Castermans, gepensioneerde, Mevr. Christiane Jorissen, lerares, Mevr. Frieda Thijs, lerares, Mevr. Maria Schorpion, portier, De h. Emile Daniëls, gepensioneerde, Mevr. Maria Daniels, Mevr. Sandra Laruelle, De h. René Stulens, gepensioneerde, De h. Jos Jorissen, leraar. De h. François Boonen, De h. Krijn Geubbelmans, De h. Bert Liesens, De h. Marc Mercelis 19 Zie bijlage 1: Het schoolreglement 65

73 Het pedagogisch college Het pedagogisch college werd in 1990 opgericht en heeft als taken: - advies verstrekken over de gedragsregels, - prioriteiten leggen in verband met didactische middelen, - begeleiden van de vakverantwoordelijke personeelsleden, - bespreken van de ambtsverrichtingen en toezichtroosters onderzoeken, - motiveren van personeelsleden en coördineren van vakvergaderingen, - contact verzorgen tussen directie en lerarenkorps, - opstellen en actualiseren van het schoolwerkplan. Samenstelling van het bestuur: - mevr. Marleen Jorissen, mentor, directiesecretaris; - dhr. Chretien Hansen en mevr. Liesbeth Reynders, TAC; - mevr Monique Reynders, GOK; - mevr. Ann Allemand, taalbeleid De GOK-raad De taken van de GOK-raad: - opvolgen van de problemen bij leerkrachten, - begeleiden van de leerlingen met problemen, - bespreken van eventuele begeleidingsmaatregelen met de betrokken leerlingen, leerkrachten en/of directie, - contacten met ouders over het opvolgen van het schoolreglement, - samenstelling van het dossier en de organisatie van de strafstudies op woensdagnamiddag, - ombudsman tussen de leerling en directie, - voorstellen van eventuele uitsluiting, - controleren van afwezigheden tijdens strafstudies en van opgegeven strafwerk. Samenstelling van de GOK-raad: - mevr. Kristel Stinkens - mevr. Monique Reynders - dhr. Ruben Vanrusselt De wervingsraad Deze raad houdt zich bezig met - het opvragen van adressen van 12-jarigen uit de regio en triëren van deze adressen per gemeente en straat; - het opzoeken van specifieke gegevens over de toekomstige leerlingen; - het klaarmaken van de wervingsmappen en het organiseren van een leraarsvergadering ter voorbereiding van de wervingsactiviteiten; - het verdelen van de wervingstaken en het controleren van deze taken; - het organiseren van een infodag voor het zesde leerjaar op einde van het schooljaar; - het organiseren van de huisbezoeken door de klastitularis; - het tijdig ter beschikking stellen van de infoboekjes voor de huisbezoeken; - het evalueren van de werving samen met de directie. Samenstelling van het bestuur: - voorzitter: mevr. Marleen Jorissen; - mevr. Karen Vanrusselt; - mevr. Maria Schorpion. 66

74 De oudleerlingenbond Deze bond organiseert elk schooljaar een drietal activiteiten om gelden bijeen te brengen die elk jaar besteed worden aan een pedagogisch project zoals didactische hulpmiddelen die om de drie jaar geschonken worden aan het kleuter-, lager en middelbaar onderwijs. De drie activiteiten zijn een kienavond, een reünie met de oud-leerlingen en een Vlaamse kermis tijdens de open schooldag. De samenstelling van het huidige bestuur: - voorzitter: de h. Guy Swennen, advocaat en Vlaams volksvertegenwoordiger - ondervoorzitter: mevr. Alexia Schils - secretaris: mevr. Carine Crals - penningmeesters: mevr. Alexia Schils, Carine Crals en Ann Theunissen - coördinatoren: mevr. Hilde Philips en Miet Daniëls - leden: Mevr. Marie-Josee Janssen, David Stulens, Rita Steegmans, Gigi Vandebroeck en de h. Gino Baldoni Het basiscomité De directie moet vooraf overleg plegen met dit comité over o.m. het organiseren van het toezicht, het opleggen van pedagogische taken en het stelsel der vervangingen, het opstellen van het lessenrooster, de verdeling van het lestijdenpakket, het gebruik van het urenkrediet en het bepalen van de keuze van de opties. Ook zaken van inwendige orde moeten aan dit comité voorgelegd worden alvorens ze van kracht gaan zoals het vastleggen van de data der klassenraden, het organiseren van ouderavonden, het vastleggen van de data der facultatieve vrije dagen enz. Samenstelling van het comité: - Afgevaardigden van de overheid: Directeur Elisabeth Vanrusselt Vakverantwoordelijker Ingrid Hayen TAC Liesbeth Reynders en Chretien Hansen Personeelssecretaris Marleen Jorissen Leerlingensecretaris Karen Vanrusselt Econoom Krijn Geubbelmans - Afgevaardigden van de vakbonden: ACOD: Ann Allemand (MS) en Paul Luc Jansen (KTA) C.O.C.: Sigrid Wauters (MS) en Rita Nulens (KTA) VSOA: Bert Liesen (MS), en Els Dexters (KA) - Leerkrachten: Ria Beunckens, Kristof Nijs, Katleen Vissers De VZW Hippos Zoals uit de statuten blijkt 20 werd op 7 juli 1992 een VZW opgericht om een infrastructuur voor de afdeling paardrijden te realiseren en te beheren. De beheerraad is als volgt samengesteld: - voorzitter, de h. Chrétien Hansen - adjunct-voorzitter: de h. Gerrit Leën - penningmeester: de h. Willy Thijs 20 Zie bijlage 16: Statuten vzw Hippos 67

75 - secretaris: de h. Jos Dieu en Kevin Loverix - commissarissen: de h. Guy Wauters, mevr. Liesbeth Reynders, dhr. Jos Jorissen - afgevaardigde MS Bilzen: Elisabeth Vanrusselt Het oudercomité werd opnieuw opgericht in september U vindt de leden van het oudercomité in het schoolreglement (p. 46) in de bijlage Infrastructuur en ligging van de school De school heeft twee vestigingsplaatsen: de campus Martinus, gelegen in het centrum van de stad Bilzen en de campus Hippos aan de rand van Bilzen in het recreatiecentrum. De campus Martinus, waarvan in bijlage de plattegrond, omvat de klaslokalen voor kleuter- en basisonderwijs, voor middelbaar- en avondonderwijs, een eetzaal, een sporthal en de werkplaatsen voor metaal- en houtbewerking. In 1992 werd er door enkele leraars een ruitersportcentrum gefinancierd en gebouwd met een waarde van minimum 20 miljoen. De piste is 80 m lang en 20 m breed. het gebouw omvat verder nog 5 zadelkamers, sanitair, een leraarskamer, een klaslokaal, een opslagplaats en 82 paardenstallen. Buiten werd een gedraineerde piste van 65 op 65 m aangelegd ter waarde van 5 miljoen BEF. Het hele terrein is groter dan 2 ha, bevindt zich in de Vrankrijkstraat in Bilzen en werd door de planificatiecommissie goedgekeurd als een officiële vestiging van de Martinusschool Feestelijkheden Jaarlijks organiseert de vriendenkring i.s.m. de school twee restaurantdagen (oktober en december) een kienavond (februari) en een schoolfeest (mei of juni) waarvan de opbrengsten ten goede komen aan de leerlingen via het boekenfonds, een tegemoetkoming in de busabonnementen der leerlingen, pedagogische uitstappen, geïntegreerde werkweken zoals bos- en zeeklassen voor resp. de tweede- en eerstejaars enz. Om een optimale verstandhouding te bewerken tussen alle personeelsleden van zowel lager, middelbaar en avondonderwijs alsook de gepensioneerden, wordt elk jaar op de eerste vrijdag van januari een nieuwjaarsreceptie georganiseerd waarop de voorzitters van de vriendenkring en de lokale raad en de directies hun nieuwjaarswensen uitspreken. Bij die gelegenheid worden de gepensioneerden van het voorbije jaar in de bloemetjes gezet en krijgen uit dankbaarheid voor bewezen diensten een geschenk aangeboden. Sinds 1990 bestaat er ook een gepensioneerdenbond die maandelijks een activiteit organiseert onder de leiding van de h. Jozef Motten en mevr. Alice Loenders. 21 Zie bijlage 1: Het schoolreglement 68

76 9. Kwaliteitscontrole en zelfevaluatie 9.1. Het streven naar kwaliteit Het internationaal debat binnen de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en het International School Improvement Project (ISIP) over kwaliteit van scholen, heeft ertoe geleid dat in Vlaanderen een bijna uniek systeem is ontstaan. De meeste van de ons omringende landen stemmen de controle van het onderwijs af op vergelijkbare eindexamens, al of niet ondersteund door een externe inspectie en met een mogelijke ranking van scholen als gevolg. In Vlaanderen worden eindtermen en ontwikkelingsdoelen als te controleren bakens uitgezet. De netten of scholen kunnen deze eindtermen vertalen in leerplannen. Sinds het decreet van 17 juli 1991 bestaat de rol van de inspectie er dan ook in om de realisatie van de eindtermen via de leerplannen te controleren en na te gaan of alle decretale verplichtingen in de school worden nageleefd. Hierdoor werd de begeleiding netgebonden materie. Daarbij wordt uitgegaan van het feit dat de school in staat moet zijn haar lot in eigen handen te nemen. De relatief autonome school beschikt over voldoende beleidsvoerend vermogen om proactief de interne en externe uitdagingen aan te pakken. In deze visie wordt de schoolorganisatie als een systeem gezien. Het uitgangspunt in Vlaanderen is de relatief autonome school die in staat is zelf haar organisatieontwikkeling" (O.O) te sturen en daarvoor kan steunen op een centraal georganiseerde professionele maar netgebonden begeleiding. Deze ondersteuning omvat een breed spectrum aan activiteiten gaande van o.a. het verstrekken van raadgevingen, het begeleiden van (schoolgebonden) nascholingsactiviteiten (klasvrije dagen), het opstellen van een begeleidingsplan. Het is binnen dit kader dat deze tekst dan ook dient te worden gesitueerd, in het bijzonder als ondersteuning van scholen die willen starten met zelfevaluatie of die het proces van organisatieontwikkeling willen onderhouden, al of niet met ondersteuning van de pedagogische begeleidingsdienst Het beheren of ontwikkelen van kwaliteit Wanneer men als doel de kwaliteitsverbetering van de schoolorganisatie beoogt, en een organisatie als een systeem gaat beschouwen, dan is het evident dat dit systeem zich in hoofdzaak richt op het primaire proces in casu het onderwijs maar dat de context van dit gebeuren verder reikt dan enkel pedagogische aspecten. Leiderschapstijl, omgevings- en contextvariabelen, structuur, persoonlijke en teamaspiraties, visie, zijn elementen die op het systeem inwerken en dus invloed uitoefenen op de kwaliteit van het verstrekte onderwijs. Wanneer we kwaliteit omschrijven als het geheel van kenmerken en eigenschappen van een product of dienst die van belang zijn voor het voldoen aan gestelde eisen of vanzelfsprekende behoeften, houdt dit ook in dat de veelheid aan taken een veelheid aan contacten betekent met mensen of organisaties die telkens andere behoeften, verwachtingen of eisen hebben. Kwalitatief goed onderwijs wordt immers sterk afhankelijk gesteld van de doelgroep waarop het zich richt. De leraar die vooral zijn doelgroepen de leerlingen van zijn klas en hun ouders voor ogen heeft, zal andere kwaliteitskenmerken nastreven dan zijn directeur die de school als organisatorische eenheid centraal stelt. Organisatieontwikkeling wordt soms voorgesteld als een vector met: -een aangrijpingspunt (wat is onze huidige situatie?), -een richting (waar willen we naartoe), -een zin (welke visie hebben we op onderwijs?). Deze drie elementen verschillen van organisatie tot organisatie omdat ze afhankelijk zijn van een aantal interne of externe factoren die het proces kwalitatief zullen(kunnen) beïnvloeden. De methodologische aanpak van organisatieontwikkeling steunt op drie interne capaciteiten 69

77 -diagnose, vormen van (zelf)beeld en (zelf)evaluatie, -weerbaarheid van de school (beleidsvoerend en innoverend vermogen), -professionaliteit van de participanten (uitgebreid = gericht op het doel van de school en het team >< beperkt = gericht op de eigen klas en het eigen vak) Kwaliteit van een school omschrijven Kwaliteit is een rekbaar begrip afhankelijk van de doelgroep Ouders kwalificeren een goede school door: de sfeer die er heerst (in termen van onderwijsproduct) de begeleiding van leerlingen (in termen van service) het soort leerlingen dat er gaat (sociaal-economische achtergrond, etnische samenstelling,...) Wetenschappelijk onderzoek (OESO) toont aan dat effectieve en/of performerende scholen zich kenmerken door: -een energieke directie die de klemtoon legt op pedagogische aspecten eenduidigheid van doelstellingen -leerkrachten die hun vertrouwen in het vermogen van hun leerlingen beklemtonen -positieve schoolse waarden (en gewoonten) een optimaal tijdsgebruik orde en tucht en een gunstig en veilig werkklimaat -klare en duidelijke reglementen, een administratieve efficiëntie -een regelmatige evaluatie van de leerlingenvorderingen, die gebruikt wordt om het onderwijs te reguleren Kwaliteit in onderwijs wordt uitgedrukt via het CIPO model Contextvariabelen -stimulans tot presteren uitgaande van het beleid -impact van de onderwijsconsumenten (ouders, bedrijfsleven, afnemende scholen) -demografische kenmerken van de school (samenstelling schoolpopulatie) -onderwijsvormen niveau en soort Inputvariabelen -steun ouders -ervaring van de leerkracht -uitgaven per leerling Procesvariabelen -op microniveau (klas)effectieve leertijd (time on task)gestructureerd onderwijs,gelegenheid om te leren (opportunity) hoge verwachtingen van leerkrachten t.a.v.vooruitgang lln,permanent evalueren van vooruitgang, gebruik van bekrachtigingstechnieken -op mesoniveau (school)prestatiegericht beleid, onderwijskundig leiderschap,gezamenlijke planning leerkrachten, kwaliteit van curriculum ordelijke atmosfeer. De inspectie maakt tevens van gebruik van het CIPO-model voor het beoordelen van de kwaliteit van een school. Het verslag van onze school vind je in de bijlagen Zie bijlage 21: Schooldoorlichting 70

78 9.3. Kwaliteit door zelfevaluatie Hoe kunnen verschillen tussen scholen verklaard worden? In termen van leerlingenprestaties? In termen van beeldvorming? Het beeld dat mensen van de kwaliteit van een school hebben, is niet altijd eenduidig en objectief. Dikwijls zijn de kwaliteitskenmerken vervat in de discussie over de school in termen van: soort leerlingen, prestaties bij verdere studies, samenhorigheidsgevoel (er sociaal bij horen),... Beeldvorming is zeer subjectief en moeilijk objectiveerbaar Waaraan zijn deze verschillen tussen scholen dan wel toe te schrijven? Het antwoord is even duidelijk als eenvoudig: Een effectieve school creëert optimale condities zodat elke leerling de kans krijgt zich maximaal te realiseren. Dit betekent dat een effectieve school niet wordt gemeten in functie van prestatie, maar in functie van meerwaarde. De meerwaarde wordt gezien als het verschil tussen input en output, in relatie met omgevingsvariabelen. Deze meerwaarde slaat dus noch op beeldvorming, noch op leerlingenprestaties in enge zin Hoe kunnen we dit weten en op basis van deze gegevens zelfevaluatie starten? Belangrijk binnen elk ontwikkelingsproces is te weten wat de beginsituatie is, wat men wil bereiken en hoe men dit kan bereiken, rekening houdend met de context waarin de school fungeert. Even belangrijk is te weten waar men op een bepaald ogenblik staat en eventueel hoe men zich dient aan te passen. Dit is het model van zelfevaluatie. Steunend op een aantal ervaringen is het mogelijk de sterke en de zwakke punten op te sommen en te bekijken zowel vanuit een extern als vanuit een intern oogpunt. Op deze manier kunnen we een sterkte/zwakte-analyse maken van de kwaliteitskenmerken van de school in het licht van bijvoorbeeld de onderdelen van het SWP en deze eventueel relateren aan het CIPO-model zoals dit door de inspectie wordt gehanteerd. We doen dit vanuit verschillende gezichtspunten en vragen (eventueel) de mening van het personeel, van de ouders, van de leerlingen en oud-leerlingen, van externen,... Dit kan tevens vanuit verschillende perspectieven: imago, communicatie, leiderschapstijl, interne doelgerichtheid, evaluatiebeleid, leerlingengerichtheid, Onderstaand model geeft ter verduidelijking de relatie aan tussen het schoolwerkplan en de CIPO-indicatoren. Schoolcultuur lokale invulling van het pedagogisch project van het Gemeenschapsonderwijs samenhang tussen alle onderdelen - enz. (eindtermen - leerplannen) Schoolorganisatie aanbod - verdeling van lestijdenpakket opleiding en profiel van het personeel organogram - situering in de omgeving instroom en uitstroom - enz. Input - context proces - structuuraanbod - inwoners - bereikbaarheid - lessentabellen - bestuurlijke en juridische gegevens - menselijk potentieel - enz. Organisatie begeleiding Proces leerlingenbegeleiding en zorgbreedte nascholingsbeleid -volgsysteem en begeleidingsdossier - differentiatie en remediëring - preventie relatie externe en interne begeleiding enz. Leer- en vormingsgebieden Proces (klas) onderwijsleerproces - welke leerinhouden basisvorming - - leren leren in de les - 71

79 vakoverschrijdend kennis/vaardigheden didactische werkvormen - kansen - vakoverschrijdend werken enz. Communicatie Proces (school) overlegkanalen (PC, leerlingenraad, onderwijskundig beleid en werkgroepen) - doorstroming van organogram - communicatiebeleid schoolraad - leerkrachten - schoolreglement - communicatie met ouders - CLB Media en leermiddelen leermiddelen - computerapparatuur Proces (school) uitgaven per leerling - stimulans tot presteren vanwege externen Evaluatie Proces (klas-school) evaluatiebeleid: product- en functie en inhoud van evaluatie procesevaluatie - afspraken rond taken en vooraf vastgelegde eisen en normen toetsen - detecteren van - rapportage probleemsituaties - rapportage zelfevaluatie Zakelijk deel Input - proces wisseling personeel - infrastructuur inventaris leermiddelen - veiligheid - leerlingenvervoer - schoolrestaurant en onderhoud - prioriteiten 9.4. Kwaliteit op de Martinusschool Een school dient voldoende eenheid van visie (eensgezindheid) te bezitten ten aanzien van opvoeding en waarden die men wenst na te streven. Samenhorigheid en wij-gevoel zijn daarbij belangrijk. Een school moet een beleidsvormend vermogen hebben. Dit houdt in dat de school een gezamenlijk schoolconcept moet kunnen omzetten in een voldoende eenduidig beleid dat van tijd tot tijd kan worden geëvalueerd en worden bijgesteld. De school dient zich extern te profileren ten opzichte van andere onderwijsinstellingen en naar de samenleving toe. De school moet het vermogen uitbouwen contacten te leggen met ouders, leerlingen, omgeving en toekomstige werkgevers. De school moet kunnen functioneren als een onderneming. Dit omvat het voeren van een gericht beleid en het verkrijgen van de nodige voorzieningen, middelen en het werven van leerlingen. De school moet sociaal-cultureel voldoende sterk staan om neigingen te vermijden tot oneerlijke concurrentie met andere scholen, tot machtsblokvorming of tot onderwerping aan arbeidsgevers of geldgevers. De school zal in samenwerking met anderen zorg moeten dragen voor de opleiding en professionalisering van leerkrachten conform haar eigen visie. 23 Om de kwaliteit van onze school te kunnen meten gebruiken we zelfevaluatieve instrumenten: Enquêtes bij leerlingen 24, ouders en personeel Functiebeschrijvingen met een zelfevaluerend karakter 23 Zie bijlage 3: Nascholingsplan 24 Zie bijlage 15: Conclusie enquête leerlingenraad 72

80 GOK-analyses en evaluatie op basis van zelfevaluatie PISA-onderzoeken Parallelle toetsen voor scholen PBD-instrumenten (map zelfevaluatie GO!) De doorlichtingsverslagen worden als een externe kwaliteitsmeting beschouwd. Zij vormen de basis van ons onderwijsbeleid. 73

81 10. Veiligheid Velen zullen zich nog herinneren dat einde van de zeventiger jaren de discussie gevoerd werd of het ARAB wel van toepassing was in scholen. Deze discussie werd toen afgesloten toen een jurist artikel 28 van het ARAB eens goed las en vaststelde dat heel deze discussie geen grond had omdat het duidelijk was dat het ARAB van toepassing was zonder enige twijfel. In het nieuwe artikel 28 ter omzetting van de kaderrichtlijn is dan duidelijk gesteld dat onderwijsinstellingen vallen onder de wetgeving op de arbeidsbescherming en de Wet Welzijn Werknemers van 1996 bevestigt dit. Inmiddels werd echter ook vastgesteld dat een onderwijsinstelling niet enkel kan weten wat zij moet doen of nalaten alleen op basis van een nauwgezet uitpluizen van de Welzijnswet, de Codex en het ARAB. Deze regelgeving is natuurlijk belangrijk, maar de algemene voorzichtigheidsplicht op basis van de artikels 1382 e.v. van het Burgerlijk Wetboek en de artikels 418 e.v. van het Strafwetboek is al even belangrijk voor de scholen. Immers, vele zaken die specifiek zijn voor scholen worden niet behandeld door de reglementering van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en eigenlijk ook niet door de onderwijsregelgeving. Dit neemt niet weg dat de regelgeving van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg ook voor de scholen vandaag zeer leerzaam is, en wat meer is vaak kan omgezet worden in pedagogische en didactische principes. Het eerste deel van deze brochure handelt dan ook over aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid met inbegrip van elementen betreffende de taken van de hiërarchische lijn. Naast de toezichtverplichting van werkgever en hiërarchische lijn is er echter in het onderwijs nog de specifieke toezichtverantwoordelijkheid (artikel 1384 Burgerlijk Wetboek). In het eerste deel wordt daarom ook ingegaan op wat een behoorlijk toezicht is en op wat een behoorlijke organisatie is van scolaire, extrascolaire en parascolaire activiteiten. De Onderwijsinspectie doet nu doorlichtingen van scholen en gebruikt daarbij voor het aspect veiligheid vragenlijsten ter beoordeling van het veiligheidszorgsysteem van de school. Voor kenners van het veiligheidsmilieu zal het overigens wel duidelijk zijn dat deze vragenlijst afkomstig is uit het bedrijfsveiligheidsmilieu en op een zinnige wijze voor het onderwijs aangepast werd. Dit laatste is gebeurd met medewerking van vele preventieadviseurs van scholen. In deze vragenlijst wordt ook gevraagd naar een beleidsverklaring veiligheid, gezondheid, hygiëne en milieu. Een beleidsverklaring is meer dan een affiche, het is de bekroning van een veiligheidsbeleid of het sluitstuk van een dynamische risicobeheersingssysteem. Zeer belangrijk hierbij zijn de taken van de hiërarchische lijn, het intern noodplan, het globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan. Uit dit deel, waarin veel gewoon overgenomen is uit de regelgeving, blijkt dat deze zonder veel problemen door de onderwijsinstellingen kan uitgevoerd worden. Een globaal preventieplan moet gemaakt worden per school. In bijlage wordt een opsomming gegeven van de zaken die speciaal voor scholen belangrijk zijn en dit deel kan dus gebruikt worden naast de documenten die nu her en der opduiken betreffende het globaal preventieplan. Een onderwijsinstelling heeft heel wat opdrachten inzake veiligheidszorg en veiligheidsopvoeding en of zij deze goed behartigt, komt onder meer tot uiting wanneer zij leerlingen of studenten op stage stuurt naar een instelling of onderneming. De werkgever die stagiairs onthaalt, heeft heel wat verplichtingen, maar deze verplichtingen kunnen niet los gezien worden van de taak van de school. Tenslotte gebeuren de meeste ongevallen in de sportlessen, daarom bevat de bijlage 25 een groot deel veiligheidsvoorschriften voor de lessen lichamelijke opvoeding. 25 Zie bijlage 22: Veiligheid en welzijn 74

82 Bijlagen 1. Het schoolreglement Lestijdenpakket Nascholingsplan Vakgroepwerking Directieraad De meldingsfiche De begeleidingsfiche Dyslexiecontract GOK-plan Taalbeleid CLB-beleidsplan Lessentabellen Voorbeeld lesvoorbereiding Scenario leerlingenraad Conclusie enquête leerlingenraad Statuten vzw Hippos Statuten vzw vriendenkring Plattegrond van de schoolgebouwen De opstapplaatsen en uurregeling der schoolbussen Het Lokaal Overlegplatform Schooldoorlichting VEILIGHEID & WELZIJN

83 1. Het schoolreglement

84 Schoolreglement voor het secundair onderwijs ATHENEUM BILZEN Schooljaar

85 Inhoud Deel 1 Algemene informatie schoolbestuur 7 2 Pedagogisch project 8 3 Actief pluralisme 8 4 Samenstelling van de scholengemeenschap 8 5 Het begeleidend centrum voor leerlingenbegeleiding 9 6 Algemene klachtenprocedure 9 7 Inschrijving en leerplicht Inschrijving Voorrangsregeling voor broers en zussen (of kinderen van eenzelfde leefentiteit) Weigering tot inschrijven Screening onderwijstaal Gegevensdoorstroming Voortzetting van de studies Veranderen van studierichting...13 Deel 2 Decretaal verplichte informatie en regelgeving Participatie 15 2 Studiereglement Organisatie van de lesspreiding, vakantie- en verlofregeling en openstelling van de school Ons studieaanbod Lesbijwoning in een andere school Begeleiding en evaluatie Waarover en hoe oordelen je leraren? Wat evalueren wij? Hoe evalueren wij? Hoe rapporteren wij? De bevindingen van de begeleidende klassenraad Hoe komt de delibererende klassenraad tot een eindbeslissing: Beroepsprocedure tegen de beslissing van de delibererende klassenraad Bezwaar Beroep Beslissing van de beroepscommissie Annulatieberoep Leefregels Ordemaatregelen Bewarende maatregel Tuchtmaatregelen Soorten...27

86 3.3.2 Regels Beroepsprocedure bij definitieve uitsluiting Opstarten van het beroep Beroepscommissie Annulatieberoep Afwezigheden Gewettigde afwezigheid Afwezigheid om medische redenen Afwezigheid wegens het volgen van de lessen in het deeltijds beroepsonderwijs Afwezigheden om levensbeschouwelijke redenen Afwezigheden als gevolg van een topsportconvenant Afwezigheden als gevolg van uitsluiting als tuchtmaatregel Van rechtswege gewettigde afwezigheden op basis van diverse redenen Afwezigheden om diverse redenen mits akkoord van de school Afwezigheden tijdens extra murosactiviteiten Anti-spijbelbeleid Onderwijs voor zieke kinderen tijdelijk onderwijs aan huis 36 7 Engagementsverklaring 37 8 Bijdrageregeling 38 9 Rookbeleid Reclame en sponsoring 39 Deel 3 Afspraken en informatie Kledij, orde, veiligheid, hygiëne 41 2 Privacywetgeving en gebruik van beeldmateriaal 41 3 Ziekte, ongeval en medicatie 41 4 Gebruik van gsm en andere technologische apparatuur 42 5 Aandachtspunten 43 Deel 4 Bijlagen...44 Bijlage 1: CLB en rechten en plichten van ouders en leerlingen 45 Bijlage 2: Onderwijzend personeel 52 Bijlage 3: AMVD-personeel 54 Bijlage 4: Het oudercomité 55 Bijlage 5: De schoolraad 56 Bijlage 6: A, B, C-niveaus 57 Bijlage 7: Vakantie- en verlofregeling Bijlage 8: Bijdrageregeling 60 Bijlage 9: Stageregeling 61 Bijlage 10: Rookverbod 65 Bijlage 11: Gedragsregels voor leerlingen 66 Bijlage 11.1: Gedragsfiche paardenhumaniora 82 Bijlage 11.2: Contract pensionpaarden 84

87 Bijlage 11.4: Specifieke informatie over evaluatie 87 Bijlage 11.5: Akkoord Specifiek reglement Paardenhumaniora 88 Bijlage 12: Begeleiding bij je studies 90 Bijlage 13: Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs (PPGO) 92 Bijlage 14: Ziekte, ongeval en medicatie 95 Bijlage 15: Organogram van onze school 96 Bijlage 16: Pedagogisch project en schoolreglement vanaf september

88 Aandacht Het schoolreglement regelt de relaties tussen de school en de ouders en de leerlingen. Waar sprake is van de ouders, bedoelen we ook de meerderjarige leerling (die autonoom kan optreden) of de personen die de minderjarige leerling in rechte of in feite onder hun bewaring hebben. Door het schoolreglement te ondertekenen, verbinden de ouders zich ertoe de bepalingen van het schoolreglement te respecteren. De school moet ouders informeren over wijzigingen aan het schoolreglement. De ouders moeten zich schriftelijk met de wijzigingen akkoord verklaren. Gaan ze er niet mee akkoord, dan eindigt de inschrijving op 31 augustus van het lopende schooljaar. Een wijziging aan het schoolreglement treedt normaal gezien slechts effectief in werking op 1 september van het daaropvolgende schooljaar. Wijzigingen die het gevolg zijn van nieuwe regelgeving kunnen echter wel in de loop van het schooljaar in werking treden. Bij het verzamelen van gegevens over de leerling respecteert de school de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Bij de aanvang van het schooljaar, en dit uiterlijk binnen de 8 kalenderdagen te rekenen vanaf de eerste schooldag van september, mag de keuze van levensbeschouwelijk vak gewijzigd worden. Wie van deze mogelijkheid gebruik wil maken dient, via een speciaal aanvraagformulier, een nieuw keuzeformulier aan te vragen bij de directeur of zijn afgevaardigde, en dit keuzeformulier uiterlijk binnen de 8 kalenderdagen te rekenen vanaf de eerste schooldag van september terug bij de directeur in te leveren. Dit schoolreglement bevindt zich ook op onze website

89 Algemene informatie

90 o schoolbestuur Uittreksel uit het Bijzonder decreet betreffende het gemeenschapsonderwijs: Het Gemeenschapsonderwijs is een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid. Met uitsluiting van ieder ander orgaan zijn de scholengroepen en de Raad van het Gemeenschapsonderwijs de inrichtende macht van het Gemeenschapsonderwijs. (cf. artikel 3 en 4 van het Bijzonder decreet betreffende het gemeenschapsonderwijs van 14 juli 1998; BS 30 september 1998). Het Gemeenschapsonderwijs is de rechtspersoon. De scholengroep is een bestuursniveau en zijn raad van bestuur een orgaan van het Gemeenschapsonderwijs, hierna genoemd GO! onderwijs van de Vlaamse gemeenschap (GO!). Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap wordt geleid en beheerd op drie niveaus die elkaar aanvullen, maar elk hun eigen bevoegdheden hebben. Op het lokale niveau worden de scholen bestuurd door een directeur, bijgestaan door een adviserende schoolraad die verplicht wordt samengesteld (zie verder Samenstelling van de schoolraad ). Op het tussenniveau zijn er 28 scholengroepen met heel wat bevoegdheden. Zij worden bestuurd door een algemene vergadering, een raad van bestuur, een algemeen directeur en een college van directeurs. Onze school behoort tot Scholengroep 13 Zuid-Limburg Ambiorixstraat Tongeren Op het centrale niveau zijn de Raad en de afgevaardigd bestuurder van het GO! bevoegd. Adres: GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Huis van het GO Willebroekkaai BRUSSEL Telefoon: (02) Fax: (02) info@g-o.be Website: Ons schoolteam bestaat uit: - de directeur - de beheerder - het onderwijzend personeel - het meesters-, vak- en dienstpersoneel

91 - het ondersteunend personeel - opvoeders - administratief medewerkers o Pedagogisch project Ons doel is leerlingen optimale ontwikkelingskansen bieden en ze begeleiden zodat zij kunnen opgroeien tot gelukkige, zelfstandige, verdraagzame, creatieve en positief kritische jongeren. Hoe wij dat doen, wordt bepaald door het pedagogisch project van het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap (PPGO!). Daarin zijn de grote principes van onze onderwijsvisie en -strategie vastgelegd. Binnen dit kader ontwikkelt onze school haar eigen schoolwerkplan. Het PPGO! heeft een pluralistische grondslag. Het beantwoordt aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en vooral aan het Verdrag over de Rechten van het Kind (dat op 20 november 1989 in New York werd aangenomen). Het PPGO! streeft de totale ontwikkeling van de persoon na en heeft daarbij oog voor de optimale ontwikkeling van elke individuele leerling. Ons pedagogisch project opteert voor een dynamisch mens- en maatschappijbeeld en beoogt de vorming van vrije mensen. Bij het begeleiden van jongeren in hun ontwikkeling leggen wij de klemtoon én op de mens als individu én op de mens als gemeenschapswezen. Om onze doelstellingen te bereiken, stemmen wij onze beleidsvisie af op ons pedagogisch project. De scholen van het GO! zijn democratisch. Alle belanghebbenden moeten zich uitgenodigd voelen om betrokken te zijn bij het beleid en bij de uitvoering van de beleidsbeslissingen. Informatie, coördinatie en inspraak zijn drie fundamentele begrippen in de beleidsvisie van het GO! in het algemeen en van onze school in het bijzonder. De integrale tekst van het PPGO! vind je op o Actief pluralisme Om ons pedagogisch project te kunnen realiseren is het in onze school niet toegelaten levensbeschouwelijke kentekens te dragen. Het verbod geldt voor alle zichtbare levensbeschouwelijke kentekens. Het verbod is van toepassing tijdens alle onderwijsactiviteiten, zowel binnen als buiten de schoolmuren. Enkel tijdens het levensbeschouwelijk vak mogen de aanwezige leerlingen zichtbaar levensbeschouwelijke kentekens dragen. De school controleert de naleving van dit verbod en kan bij vaststelling van overtreding een sanctie opleggen overeenkomstig het orde- en tuchtreglement. o Samenstelling van de scholengemeenschap Onze school behoort tot scholengemeenschap

92 Volgende scholen behoren toe aan deze scholengemeenschap Campus Tichelrij Sint-Truiden Middenschool 1 Koninklijk Atheneum Campus Speelhof Sint-Truiden Middenschool 2 Borgloon Koninklijk Technisch Atheneum Sint-Truiden Campus Plinius Tongeren met vestigingsplaats Bilzen Campus Ambiorix KA Tongeren met vestigingsplaatsen Bilzen en Borgloon Martinusschool Bilzen met vestigingsplaats Tongeren KTA ALicebourg Lanaken BUSO Zonnegroen Zoutleeuw BUSO SIBBO Tongeren o Het begeleidend centrum voor leerlingenbegeleiding Onze school werkt samen met onderstaand centrum voor leerlingenbegeleiding of CLB (voor meer info zie bijlage 1): ADRES CLB: het personeel van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding: CLB Sint-Martinusstraat Bilzen Centrale zetel: CLB Tongeren Sint-Truiden: Sacramentstraat Tongeren De leden van de Pedagogische Begeleidingsdienst van RAGO Brussel o Algemene klachtenprocedure Welke klachten kan je indienen?

93 Je klachten kunnen gaan over de werking van de school of over een concrete handeling of beslissing van een personeelslid van de school. Waar kan je met je klacht terecht? Heb je een klacht over de werking van de school of over een concrete handeling of beslissing van een personeelslid, dan kan je die melden aan de directeur. Je moet altijd eerst proberen om er rechtstreeks met de directeur over te praten en een oplossing te zoeken. Kom je na dit overleg niet tot een akkoord of gaat de klacht over het optreden van de directeur zelf, dan kan je een klacht indienen bij de algemeen directeur van de scholengroep Dhr. Schurmans Antoine Ambiorixstraat 51 te 3700 TONGEREN. Als je uiteindelijk niet tevreden bent over de wijze waarop je behandeld werd of over het resultaat van de klachtenbehandeling, kan je een klacht indienen bij de Vlaamse Ombudsdienst, Leuvenseweg 86, 1000 Brussel ( ). Wie klachten heeft in verband met discriminatie en racisme kan terecht bij het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding op het telefoonnummer 0800/ Meer informatie vind je op Klachten die betrekking hebben op de principes van zorgvuldig bestuur kan je indienen bij de Commissie Zorgvuldig Bestuur. Zorgvuldig bestuur betekent dat scholen in hun dagelijkse werking een aantal principes moeten respecteren: - beheersing onderwijskosten; - eerlijke concurrentie; - verbod op politieke activiteiten; - beperkingen op handelsactiviteiten; - beginselen betreffende reclame en sponsoring. Voor meer informatie kan je terecht bij het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming (AGODI), Secretariaat-generaal, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel ( ). Via zorgvuldigbestuur.onderwijs@vlaanderen.be. Als een school weigert je kind in te schrijven, kan je klacht indienen bij de Commissie betreffende leerlingenrechten. Meer informatie vind je bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel ( voor het secundair onderwijs). Hoe dien je een klacht in? - Je kan je klacht melden via telefoon, brief, of fax. - Opdat je klacht kan behandeld worden, mogen de volgende gegevens niet ontbreken: o je naam, adres en telefoonnummer; o wat er gebeurd is en wanneer het gebeurd is; o in welke school het gebeurd is als je een klacht indient bij de scholengroep.

94 De klachtenprocedure is niet van toepassing op: - een algemene klacht over regelgeving - een klacht over feiten waarover eerder een klacht is ingediend en die al werd behandeld - een algemene klacht over het (al dan niet) gevoerde beleid - een klacht over feiten die langer dan één jaar voor het indienen van de klacht hebben plaatsgevonden - een kennelijk ongegronde klacht - een klacht waarvoor je geen belang kan aantonen - een klacht over feiten of handelingen waarvoor je de georganiseerde administratieve beroepsmogelijkheid nog niet hebt benut, bijvoorbeeld bij een definitieve uitsluiting (cfr. infra). Klachten over het verloop van de georganiseerde administratieve beroepsmogelijkheid zijn wel mogelijk, bijvoorbeeld te lange behandeltermijnen, geen antwoord op briefwisseling, onvoldoende informatieverstrekking. - een klacht over een feit dat het voorwerp uitmaakt van een gerechtelijke procedure - een anonieme klacht Hoe verloopt de behandeling van je klacht door de scholengroep? Binnen een termijn van 10 kalenderdagen bevestigt de directeur of algemeen directeur jou de ontvangst van je klacht. Als je klacht niet wordt behandeld, word je daarvan met vermelding van de reden, schriftelijk op de hoogte gebracht. Als je klacht wel wordt behandeld, dan volgt er een onderzoek naar de gegrondheid van de klacht. Je wordt op de hoogte gebracht van het resultaat van dit onderzoek. Je klacht wordt afgehandeld binnen een termijn van 45 kalenderdagen vanaf het ogenblik waarop ze de school of scholengroep bereikt. Als je een klacht indient tegen een bepaalde beslissing, betekent dit niet dat deze beslissing wordt uitgesteld.

95 o Inschrijving en leerplicht Inschrijving Om in onze school ingeschreven te worden, dien je te voldoen aan de toelatingsvoorwaarden. Voldoe je aan de toelatings- of overgangsvoorwaarden, dan heb je het statuut van regelmatige leerling en heb je recht op het behalen van een officieel studiebewijs. Als je niet voldoet aan de toelatings- of overgangsvoorwaarden, dan kan je ingeschreven worden als vrije leerling. Dit statuut geeft je geen recht op een officieel studiebewijs. Eens je in onze school GO! Martinusschool bent ingeschreven, blijf je ingeschreven voor de hele duur van je schoolloopbaan, tenzij: - je in de loop van een schooljaar definitief uit de school wordt uitgesloten; - je (als niet-leerplichtige leerling) omwille van veelvuldige problematische afwezigheden wordt uitgeschreven; - of je zelf een andere school kiest. Indien je in de loop van het schooljaar definitief uitgesloten werd uit een andere school, kan ook onze school jou weigeren volgens de criteria en de procedure die binnen ons lokaal overlegplatform (LOP) zijn vastgelegd. Voorrangsregeling voor broers en zussen (of kinderen van eenzelfde leefentiteit) Broers en zussen (of kinderen van eenzelfde leefentiteit) van al ingeschreven leerlingen in onze school, hebben inschrijvingsvoorrang op alle andere nieuwe leerlingen bij de inschrijving voor het daaropvolgende schooljaar. De ouders worden voorafgaand aan de inschrijvingsperiode in kennis gesteld van de periode waarin zij aanspraak kunnen maken op de voorrangsregeling voor broers en zussen (of kinderen van eenzelfde leefentiteit) en op welke wijze dit moet gebeuren. Weigering tot inschrijven De school kan weigeren om een leerling die definitief uitgesloten werd, het lopende, het volgende en het daaropvolgende schooljaar in te schrijven in de school. Screening onderwijstaal Elke leerling die voor het eerst instapt in het voltijds gewoon secundair onderwijs, ongeacht de school of het structuuronderdeel, moet door de school nadat de inschrijving heeft plaats gevonden, worden

96 gescreend op zijn niveau van de onderwijstaal teneinde de nodige maatregelen te nemen indien zich specifieke noden zouden voordoen. Gegevensdoorstroming Gegevens met betrekking tot de onderwijsloopbaan van de leerling stromen automatisch door tussen scholen in het belang van de leerling. Ouders of meerderjarige leerlingen kunnen inzage krijgen in de over te dragen gegevens, indien ze er expliciet om verzoeken en hebben het recht om toelichting te krijgen. Een kopie van de gegevens kan verkregen worden tegen vergoeding. Ouders of meerderjarige leerlingen kunnen zich na inzage verzetten tegen deze gegevensoverdracht, behalve indien de regelgeving de overdracht verplicht stelt. Voortzetting van de studies Jaarlijks vragen wij je om schriftelijk te bevestigen in welk structuuronderdeel [1] je school zal lopen. Daardoor kunnen wij de verdeling van de leerlingen over de verschillende klasgroepen beter organiseren en het schooljaar optimaal voorbereiden en plannen. Veranderen van studierichting In de loop van het schooljaar kan je enkel veranderen van studierichting vóór een bepaalde wettelijk vastgelegde datum. Uitzonderlijk kan de klassenraad hierop een afwijking toestaan. Indien de school voor het structuuronderdeel van jouw keuze een maximumcapaciteit heeft vastgelegd en deze is bereikt, dan kan je niet veranderen naar die studierichting. [1] Een structuuronderdeel kan zijn: een 1 ste leerjaar A, een eerste leerjaar B, een onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers, een basisoptie van het 2 de leerjaar van de 1 ste graad, een beroepenveld in het beroepsvoorbereidend leerjaar van de 1 ste graad, een studierichting van de 2 de, 3 de of 4 de graad.

97 Decretaal verplichte informatie en regelgeving

98 o Participatie Wij hechten veel belang aan de participatie van alle personen die bij de school betrokken zijn. Daarom is er voor iedere geleding een participatieorgaan. - Het basisoverlegcomité: een adviesorgaan dat bevoegd is voor syndicale aangelegenheden en is samengesteld uit het personeel van onze school. - De leerlingenraad (of leerlingenforum/leerlingenparlement): Onze leerlingenraad is samengesteld uit vertegenwoordigers van elke klas. Begin schooljaar worden de vertegenwoordigers verkozen, voorzitter en secretaris aangeduid. - De vriendenkring: Vriendenkring Martinusschool Bilzen - Op het lokale niveau worden de scholen bestuurd door een directeur, bijgestaan door de schoolraad die verplicht wordt samengesteld. In bijlage 5 vindt u de schoolraad die samengesteld is uit: 3 leden verkozen door en uit het personeel; 2 leden gecoöpteerd uit de lokale sociale, economische en culturele milieus; 3 leden verkozen door en uit de ouders; de directeur van de school. Het mandaat van de schoolraad duurt vier jaar. o Studiereglement Organisatie van de lesspreiding, vakantie- en verlofregeling en openstelling van de school Dagindeling/aanwezigheid op school: Eerste lesuur: 8u40-9u30 Tweede lesuur: 9u30-10u20 Speeltijd VM: 10u20-10u30 Derde lesuur: 10u30-11u20 Vierde lesuur: 11u20-12u10 Middagpauze: 12u10-12u50 Vijfde lesuur: 12u50-13u40 Zesde lesuur: 13u40-14u30 Speeltijd NM: 14u30-14u40 Zevende lesuur: 14u40-15u30 Achtste lesuur: 15u30-16u20

99 Vakantieregeling: zie bijlage 7. Te laat komen: Als een leerling in het secundair onderwijs te laat komt, kunnen de ouders om verantwoording gevraagd worden. Telaatkomers melden zich steeds op het secretariaat. Het moedwillig te laat komen zal dan ook bestraft worden. De ouders engageren zich om ervoor te zorgen dat hun kind op tijd op school aankomt. Opendeuravonden: 1 à 2 maal per jaar dienen de leerlingen s avonds naar school te komen tijdens de opendeuravonden. Ons studieaanbod Ons studieaanbod kan u vinden in onze informatiebrochure of op onze website Bij de inschrijving krijgt u tevens een brochure. Organogram van de school vindt u in bijlage 14. Lesbijwoning in een andere school Lesbijwoning in een andere school. Tussen onze school, KA en KTA Tongeren bestaat er een samenwerking aangaande de lesverstrekking op een andere locatie. De mogelijkheid wordt voorzien dat enkele leerlingen of zelfs alle leerlingen van een klasgroep gedurende een deel of het geheel van het schooljaar bepaalde lessen volgen in een andere school voor voltijds gewoon secundair onderwijs. Het betreft met name: - beschikbaarheid van specifieke of meer moderne didactische apparatuur; - aanwezigheid van bijzondere expertise of knowhow in een bepaald vakgebied; - verzekerde lesverstrekking bij afwezigheid van eigen leraar (door ziekte, bedrijfsstage...); - keuzeverruiming voor leerlingen binnen het complementair vakkenpakket; - "proeven" van andere opleiding met het oog op eventuele heroriëntering; - faciliteren van geheel of gedeeltelijk schoolbegeleide vormen van werkplekleren. Enkel het schoolreglement waar je bent ingeschreven, is op jou van toepassing en uitsluitend de school waar je bent ingeschreven, is bevoegd en verantwoordelijk voor je evaluatie en studiebekrachtiging. Krijg je les in een vestigingsplaats, dan maken je leraars deel uit van de bevoegde klassenraad met stemrecht. Krijg je les in een andere school, dan kunnen je leraars hun advies meegeven aan de bevoegde klassenraad. Je lesbijwoning in een andere school wordt gelijk gesteld met een extra-murosactviteit. Uiteraard wordt van jou verwacht dat je tijdens jouw lesbijwoning in een andere school de leefregels en afspraken respecteert die daar gelden. De derde graad ASO, TSO en BSO van Campus Martinus Bilzen werd ingericht als een officiële vestigingsplaats van KA en KTA Tongeren. De pedagogische bevoegdheden gebeuren o.l.v. Elisabeth Vanrusselt. De administratieve bevoegdheden behoorden tot de directeurs van KA en KTA Tongeren.

100 Vanaf 1 september 2013 kunnen alle bevoegdheden ressorteren onder de directie van Campus Martinus Bilzen, na goedkeuring van de herstructureringsaanvraag van de SGEM Begeleiding en evaluatie Waarover en hoe oordelen je leraren? De leraren van je studierichting begeleiden en helpen je om de doelen van de verschillende vakken te bereiken - en ook de schooleigen doelen (bv. leerattitudes) die eventueel gesteld worden. Zij zullen aangeven wat ze van jou verwachten, hoe je die doelen kan bereiken, waar en hoe je bijkomende hulp kan krijgen. Wij zullen jou geregeld informeren over je vorderingen op basis van toetsgegevens, taken, observaties van je leergedrag. De leerlingen engageren zich om deel te nemen aan elke vorm van individuele leerlingenbegeleiding die de school aanbiedt. Van de ouders wordt hiertegenover een positief engagement verwacht. In het belang van de leerling engageren de ouders zich er toe om aanwezig te zijn op het oudercontact. Wat evalueren wij? 1. De leerling vindt de doelen die nagestreefd worden voor de verschillende vakken in de eindtermen en leerplannen van het Gemeenschapsonderwijs. 2. In het schoolwerkplan vindt de leerling informatie over de schooleigen doelen (o.m. de leerattitudes). Dit schoolwerkplan vindt u op de website bij leerlingenbegeleiding. 3. Het product (de resultaten op toetsen, taken, ) en het proces (het reflecteren van de leerling over zijn leren, het oordelen door de leraar over het leerproces) worden gebruikt als informatiebron waarover geoordeeld wordt en beslissingen genomen. Product en Proces worden geëvalueerd volgens de A, B en C-niveaus. (zie bijlage 6) 4. Vakattitudes krijgen een vaste plaats binnen de evaluatie: ASO: 20%, TSO: 30%, BSO: 40%. 5. Evaluatie van het dagelijks werk: a) Om na te gaan of de leerstof geregeld ingestudeerd en begrepen wordt, hebben leerkrachten een aantal mogelijkheden zoals: luisteren naar antwoorden op vragen die tijdens de les gesteld worden (dus tijdens een klasgesprek) en de antwoorden beoordelen. korte overhoringen of toetsen houden bij het begin of op het einde van de les. Deze overhoringen kunnen aangekondigd of niet aangekondigd zijn. herhalingstoetsen houden. oefeningen en (huis)taken opleggen.

101 Leerkrachten kunnen voor hun vak of deelvak een afsprakennota door jou en je ouders laten ondertekenen om zo de evaluatie nog doorzichtiger te maken. Attentie: wie om welke reden ook aan een overhoring niet deelnemen kan, een oefening tijdens de les of een persoonlijke taak niet maken kan, mag verplicht worden de oefening, de taak of de overhoring achteraf in te halen. b) Leerkrachten kunnen ook de algemene studiehouding en de leerattitude evalueren tijdens de klassenraden. Voorbeelden hiervan zijn de aandacht, de taakaanvaarding, de wijze waarop de agenda ingevuld wordt, waarop schriften verzorgd worden Dit alles wordt viermaal per jaar door iedere leerkracht omgezet in een cijfer van 1 tot 10. Daarbij wordt het cijfer 5 als nipt voldoende beschouwd. Het cijfer wordt op het rapport vermeld onder dagelijks werk: studiehouding en gedrag. Vier tekorten leiden tot een ordestudie! Om geen misverstanden te laten ontstaan, leggen wij nog heel even de nadruk op enkele punten, want het al dan niet naleven van deze verplichtingen heeft zijn weerslag op je cijfers! Agenda Vermeld hierin ordelijk al je schoolse opdrachten: lessen, huistaken enzovoort. Schrijf de taken, de vaardigheden die je je eigen moet maken en de leerstof die je moet beheersen op de datum waarop je taken moet inleveren, de leerstof moet hebben verwerkt en de vaardigheden moet hebben verworven. Als je afwezig was, kan je de agenda op smartschool raadplegen. Ook je leerkrachten kunnen resultaten en nota's in je agenda optekenen. Iedere week moet één van je ouders je agenda ondertekenen, want zij moeten weten wat je voor je studies en wat je op school gedaan hebt. Geef je agenda af aan de directeur, de leerkracht of een lid van het ondersteunend personeel wanneer hij dit vraagt. Schriften en andere nota s. Vul ze steeds netjes, nauwgezet en volledig in. Taken en oefeningen. Maak taken en oefeningen zorgvuldig en geef ze af op de afgesproken dag. Was je afwezig, lever dan de taak of oefening in op de dag dat je terugkomt. (Dit geldt natuurlijk niet voor een langere periode van gewettigde afwezigheid.) In bepaalde leerjaren van het technisch, het beroeps- en het kunstsecundair onderwijs wordt een beoordeling gegeven van stages en van de geïntegreerde proef. Wanneer de delibererende klassenraad over de studieresultaten van een leerling beslist, zal de beoordeling van de geïntegreerde proef (door een jury die een advies hierover formuleert) een wezenlijk onderdeel van de beslissing uitmaken. In de derde graad van het ASO wordt ook de onderzoekscompetentie beoordeeld.

102 Hoe evalueren wij? 1. De leraren winnen informatie in over de leervorderingen (gekoppeld aan de doelen) van de leerlingen via taken, toetsen, uitgevoerde huisopdrachten, 2. Er is een regelmaat of frequentie in het inwinnen van informatie. 3. Via klasafspraken wordt verwezen naar het bereiken van de vooraf opgegeven doelstellingen wat kennis en vaardigheden betreft. 4. Via evaluatiegegevens op het rapport wordt verwezen naar het bereiken van de vooraf opgegeven attitudinale doelstellingen. 5. Subvakken worden opgenomen als afzonderlijke onderdelen van dit vak. 6. Mogelijkheid tot herexamens bestaat in uitzonderlijke omstandigheden: in geval van ziekte, langdurige afwezigheid, spieken; voor leerlingen die in de loop van het schooljaar van studierichting veranderd zijn; in uitzonderlijke omstandigheden na beraadslaging door de klassenraad; als de klassenraad oordeelt over te weinig gegevens te beschikken 7. Remediëringstaken: zie bijlage Rapporten en deliberatie: Het rapport is de neerslag van al de bevindingen, het resultaat van een voortdurende evaluatie van zowel de individuele leerkracht als van het leerkrachtenteam. De vakken of deelvakken die worden geëvalueerd, worden op het rapport vermeld. Vooral op basis hiervan wordt op het einde van het schooljaar een eindbeslissing genomen. Ook deze eindbeslissing wordt in het rapport vermeld. Deliberatie: Advies. Ter voorbereiding van de delibererende klassenraad wordt door de betrokken leraars voor elk vak of deelvak een advies geformuleerd. Zij kunnen: adviseren dat een leerling voor hun (deel)vak ofwel voldoet, ofwel niet voldoet. vragen dat de delibererende klassenraad over de resultaten zou beraadslagen. Bij het formuleren van hun advies houden zij rekening met: de behaalde resultaten zoals ze op het rapport staan; de evolutie van de resultaten zoals ze terug te vinden is in de verslagen van de begeleidende klassenraad; andere belangrijke elementen zoals eventueel, in bijzondere gevallen, medische, sociale en familiale redenen. Het advies is niet het resultaat van een mathematische optelling. Beraadslaging. De delibererende klassenraad is als enig orgaan bevoegd. De klassenraad zal overgaan tot beraadslaging als: er één advies "voldoet niet" geformuleerd wordt, er één vraag is om beraadslaging. Tijdens deze beraadslaging houdt de delibererende klassenraad rekening met de gegevens vermeld in bovenvernoemd advies. De eindbeslissing is niet het resultaat van een mathematische optelling van de cijfers van alle vakken of deelvakken op het rapport. De beslissing van de delibererende klassenraad wordt aan de ouders meegedeeld via het rapport. Eindbeslissing. De eindbeslissing wordt genomen door al de betrokken leerkrachten onder leiding van de directeur of zijn afgevaardigde. Deze vergadering heet de delibererende klassenraad, omdat zij officieel bevoegd is om: adviezen te geven voor verdere studies of andere mogelijkheden.

103 te beslissen over het toekennen van een attest (A, B of C), getuigschriften of diploma s. De toekenning wordt gemotiveerd. Voor een A-attest vormen de punten de motivering. Voor een B- of C-attest wordt u de motivering schriftelijk meegedeeld. Uitstel. De delibererende klassenraad kan op de vergadering in juni in uitzonderlijke gevallen zijn beslissing uitstellen tot uiterlijk 1 september. Hij kan in uitzonderlijke gevallen één of meer bijkomende proeven laten afleggen. Als dit gebeurt, overhandigt de school zo vlug mogelijk na de examenperiode van juni volgende documenten: een overzicht van de leerstof waarvoor een bijkomende proef afgelegd moet worden; een formulier met dag, datum en uur waarop de vakleraar voor de bijkomende proef in de school aanwezig zal zijn om aanvullende informatie te geven over de leerstof voor deze proef; een formulier waarop dag, datum, uur en plaats van de bijkomende proef vermeld staan. Na de bijkomende proef komt de delibererende klassenraad opnieuw bijeen om dan een attest A, B of C en een studiegetuigschrift of een diploma toe te kennen. Hoe rapporteren wij? Het rapport is de neerslag van al de bevindingen en het resultaat van een voortdurende evaluatie van zowel de individuele leerkracht als van het lerarenteam. De vakken die worden geëvalueerd, worden op het rapport vermeld. Vooral op basis hiervan wordt op het einde van het schooljaar een eindbeslissing genomen. Ook deze eindbeslissing wordt in het rapport vermeld. De evaluatie dagelijks werk gebeurt viermaal per schooljaar (op 10 punten). Dit cijfer per vak is het eindresultaat na evaluatie van kennis, vaardigheden en vakattitudes gedurende de betrokken rapportperiode. De verhouding evaluatie kennis-vaardigheden-attitudes wordt vooraf vastgelegd: ASO 80% kennis en vaardigheden en 20% vakattituden, TSO 70% kennis en vaardigheden en 30% vakattituden, BSO 60% kennis en vaardigheden en 40% vakattituden. Tweemaal per jaar worden er examens georganiseerd met de bedoeling na te gaan of grote delen van de leerstof verwerkt kunnen worden. Examens worden op het rapport op 100 gequoteerd. Tijdens deze examens wordt het halve dagsysteem toegepast. Leerlingen mogen, mits schriftelijke toestemming van de ouders, de school verlaten na het examen. (vanaf 11u30) De ouders en de leerlingen kunnen de evaluatiecijfers, inclusief de vakcommentaren en de voorgestelde remediëringen en adviezen per vak raadplegen in de agenda of via Smartschool/Skore. Bij elk evaluatiecijfer wordt er, indien de leerkracht het nodig acht, commentaar genoteerd alsook een specifieke remediëring. Wanneer het evaluatiecijfer onvoldoende is, wordt er steeds commentaar en/of remediëring genoteerd. Dit vergemakkelijkt de opvolging van de leerresultaten voor de ouders en de leerling en versnelt op deze wijze het bijsturingsproces. De bevindingen van de begeleidende klassenraad

104 Klassenraad Om jou deskundig te begeleiden, komen je leraren op geregelde tijdstippen in het schooljaar samen onder de leiding van onze directeur of zijn afgevaardigde. Zij vormen dan samen de begeleidende klassenraad. Zij bespreken dan jouw kennis en vaardigheden, leerattitudes, gedrag en evolutie. Remediëren Als de begeleidende klassenraad vaststelt dat je een bepaalde achterstand hebt opgelopen, dan kan hij meedelen hoe je die kunt wegwerken. Hetzelfde kan gebeuren in verband met je leerattitudes en je gedrag. Remediëring kan worden aangeboden in de vorm van inhaallessen, extra oefeningen en taken, Dit wordt meegedeeld aan leerlingen en ouders via Skore, de papieren versie van het rapport of via brief. De school verwacht dat de leerlingen op dit aanbod ingaan en dat de ouders hun kinderen hierin aanmoedigen. Communicatie met de ouders Naast het rapporteren over de vakresultaten, worden belangrijke vaststellingen van de begeleidende klassenraad aan je ouders gemeld ofwel via een mededeling op je rapport, ofwel via je agenda of via een brief. Hoe komt de delibererende klassenraad tot een eindbeslissing: Heel het schooljaar door word je door je leraren en de begeleidende klassenraad gevolgd en geëvalueerd. Daarna neemt de delibererende klassenraad een eindbeslissing over jouw resultaten van het afgelopen schooljaar waarvoor je bent ingeschreven. Deze beslissing wordt in beginsel genomen uiterlijk op 30 juni van het betrokken schooljaar. Niettemin kan die termijn voor uitzonderlijke én individuele gevallen worden verlengd tot "uiterlijk de eerste schooldag van het daaropvolgend schooljaar". Het behoort tot de autonome bevoegdheid van de delibererende klassenraad om te oordelen of je aan een bijkomende proef moeten onderworpen worden vooraleer een definitieve beslissing kan genomen worden. Deze bijkomende evaluatie kan gebeuren op basis van herexamens, vakantiewerk of -lectuur, enz. Indien daarentegen de eindbeslissing wel uiterlijk 30 juni is genomen, dan kan je vanuit het oogpunt van evaluatie nadien niet met extra opdrachten worden belast, tenzij het vaardigheden betreft die moeten ingeoefend worden. Deze beslissing mondt uit in de studiebekrachtiging. Je kan een studiebekrachtiging enkel krijgen wanneer je als regelmatige leerling in onze school bent ingeschreven. Ben je een vrije leerling, dan krijg je slechts een attest van lesbijwoning. Oriënteringsattest A: je hebt het leerjaar met vrucht beëindigd, dus met succes afgerond, en je wordt tot het volgende leerjaar toegelaten. Oriënteringsattest B: je hebt het leerjaar met vrucht beëindigd en je wordt tot het volgende leerjaar toegelaten, behalve in bepaalde leerjaren/onderwijsvormen/studierichtingen. Wij

105 zullen je ouders schriftelijk op de hoogte brengen van de elementen die geleid hebben tot deze beslissing; we zullen hen daarbij ook herinneren aan de mogelijkheden om tegen deze beslissing in beroep te gaan de bepalingen hierover vind je ook in dit schoolreglement. Oriënteringsattest C: je hebt het leerjaar niet met vrucht beëindigd. Wij zullen je ouders schriftelijk uitleggen waarom die beslissing genomen werd; we zullen hen daarbij ook herinneren aan de mogelijkheden om tegen deze beslissing in beroep te gaan de bepalingen hierover vind je ook in dit schoolreglement. De school reikt ook een oriënteringsattest C uit wanneer je het leerjaar/onderwijsvorm/studierichting slechts gedurende een deel van het schooljaar in onze school hebt gevolgd. Tijdens deze beraadslaging houdt de delibererende klassenraad rekening met de gegevens vermeld in bovenvernoemd advies. De eindbeslissing is niet het resultaat van een mathematische optelling van de cijfers van alle vakken op het rapport. Om te bepalen of een leerling voor een vak geslaagd is of niet, worden bij de deliberatie einde schooljaar de volgende verhoudingen gehanteerd tussen dagelijks werk en de examens: 1 ste graad: 50% examen 50% dagelijks werk 2 de graad: 50% examen 50% dagelijks werk 3 de graad ASO en TSO: 60% examen (ex. 1:40% - ex.2: 60%) 40% dagelijks werk Evaluatie via examens of proeven: - TWEEMAAL PER JAAR WORDEN EXAMENS GEORGANISEERD MET DE BEDOELING NA TE GAAN OF GROTE DELEN VAN DE LEERSTOF VERWERKT KUNNEN WORDEN. - EXAMENS WORDEN BEOORDEELD OP 100. Beroepsprocedure tegen de beslissing van de delibererende klassenraad Onze school hanteert, na gemotiveerde beslissing van de raad van bestuur, als afwijkingsmogelijkheid het systeem van evaluatie hanteert waarbij de delibererende klassenraad in de eerste, de tweede respectievelijk de derde graad wordt uitgesteld tot het einde van het tweede leerjaar van het structuuronderdeel en de graad in kwestie (zie 1.4.5). Onderstaande beroepsprocedure blijft gelden.

106 Indien de leerling echter vóór het einde van de graad overstapt naar een structuuronderdeel van dezelfde of een andere school waar niet wordt gebruikgemaakt van deze afwijkingsmogelijkheid en indien de leerling al in het tweede leerjaar van de graad in kwestie zit, dan kan de raad van bestuur, rekening houdend met het principe van de redelijkheid, evenwel zelf de termijnen bepalen die inherent zijn aan die procedure. De effectief gehanteerde termijnen moeten hieronder worden aangegeven. Als leerling heb je altijd het recht om je verbeterde schriftelijke kopijen en de opgaven van toetsen, proeven en examens in te kijken. Bezwaar De beslissing van de delibererende klassenraad om een oriënteringsattest B of C toe te kennen, kan door je ouders worden betwist. Binnen een termijn van drie dagen, zaterdag, zondag, wettelijke en reglementaire feestdagen niet meegerekend, volgend op de dag waarop je rapport wordt uitgereikt, kunnen je ouders die deze beslissing betwisten, een persoonlijk onderhoud aanvragen met de directeur of zijn afgevaardigde om hun bezwaren kenbaar te maken. Het overleg vindt plaats binnen een termijn van 3 dagen (zaterdag, zondag, wettelijke en reglementaire feestdagen niet meegerekend) volgend op de dag waarop het is aangevraagd. De datum van het gesprek wordt je ouders schriftelijk meegedeeld. Tijdens het gesprek kunnen je ouders het dossier inkijken en worden de elementen aangegeven die hebben geleid tot de genomen beslissing. Van dit overleg wordt een schriftelijke neerslag gemaakt. Na het gesprek zijn de volgende scenario s mogelijk: - De directeur of zijn afgevaardigde beslist om de klassenraad opnieuw te laten samenkomen. De klassenraad kan, nadat al dan niet aan de leerling bijkomende proeven of opdrachten werden opgelegd, beslissen om het oorspronkelijk evaluatieresultaat te bevestigen of door een ander evaluatieresultaat te vervangen. - De directeur of zijn afgevaardigde beslist om de klassenraad niet opnieuw te laten samenkomen. Je ouders nemen de beslissing om de klassenraad niet opnieuw te laten samenkomen, dan wel de beslissing van de klassenraad die opnieuw is samengekomen in ontvangst te nemen. Bij het niet in ontvangst nemen op de voorziene datum door je ouders, wordt de beslissing geacht te zijn ontvangen. Beroep Tegen eindbeslissingen inzake leerlingenevaluatie die worden betwist, kunnen je ouders beroep instellen. Je ouders kunnen schriftelijk (gedateerd en ondertekend; met omschrijving van de feiten en het voorwerp van beroep en motivering van de ingeroepen bezwaren) beroep instellen bij de algemeen directeur binnen een termijn van drie dagen, zaterdag, zondag, wettelijke en reglementaire feestdagen niet meegerekend, na de in ontvangst name van de beslissing om de klassenraad niet

107 opnieuw te laten samenkomen, dan wel de beslissing van de klassenraad die opnieuw is samengekomen. Het is wel belangrijk te weten dat de beroepsprocedure pas kan worden opgestart als je ouders gebruik hebben gemaakt van hun recht op overleg met de directeur of zijn afgevaardigde, zoals hierboven onder punt beschreven. De algemeen directeur stelt de beroepscommissie samen. Deze bestaat uit: interne leden De leden van de klassenraad, waaronder alleszins de voorzitter van de klassenraad die de betwiste evaluatiebeslissing heeft genomen, maken in ieder geval deel uit van de beroepscommissie. Hieraan kan een lid van de raad van bestuur of de algemeen directeur worden toegevoegd. externe leden: Dit zijn personen die extern zijn aan het schoolbestuur en aan de school waar de betwiste evaluatiebeslissing is genomen. Dit kan een directeur of een leerkracht van een andere school van de scholengroep zijn, een lid van de ouderraad, de leerlingenraad, een lid van de schoolraad met uitzondering van de geleding personeel van de school waar de betwiste evaluatiebeslissing is genomen, Een lid dat vanuit zijn hoedanigheden intern is, wordt geacht een intern lid te zijn. De voorzitter van de beroepscommissie wordt door de algemeen directeur aangeduid onder de externe leden. Beslissing van de beroepscommissie Elk lid van de beroepscommissie is stemgerechtigd. Bij de stemming is het aantal stemgerechtigde interne leden gelijk aan het aantal stemgerechtigde externe leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de beroepscommissie doorslaggevend. De beroepscommissie hoort jou en je ouders. Ook de leden van de klassenraad kunnen worden gehoord. De behandeling van het beroep door de beroepscommissie leidt tot: - de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van onontvankelijkheid wegens laattijdige indiening of het niet voldoen aan de vormvereisten; - de bevestiging van het oorspronkelijk evaluatieresultaat, na al dan niet bijkomende proeven of opdrachten te hebben opgelegd; - de vervanging door een ander evaluatieresultaat. De algemeen directeur aanvaardt de verantwoordelijkheid voor de beslissing van de beroepscommissie. Elk lid van de beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen. Het resultaat van het beroep wordt aan de betrokken personen schriftelijk en gemotiveerd ter kennis gebracht hetzij uiterlijk op 15 september, hetzij doch uitsluitend voor een opleiding die op 31 januari eindigt uiterlijk op 15 maart daaropvolgend met vermelding van de verdere beroepsmogelijkheid.

108 Binnen het GO! zelf is er na deze procedure geen verder beroep meer mogelijk. Zolang de beroepsprocedure loopt, heeft de leerling het recht om in de school verder onderwijs te volgen alsof er geen nadelige beslissing was genomen. Annulatieberoep Als de beroepsprocedure binnen het GO! is uitgeput, kunnen je ouders bij de Raad van State een annulatieberoep of een verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging indienen. Zij hebben hiervoor zestig kalenderdagen de tijd vanaf het moment dat zij kennis namen van de beslissing van de beroepscommissie. Deze procedure heeft geen opschortende werking. De betwiste beslissing kan dus onmiddellijk uitgevoerd worden.

109 o Leefregels Ordemaatregelen Als een leerling het ordentelijk verstrekken van het onderwijs of de goede werking van de school hindert, zullen wij hem/haar aanzetten tot beter en aangepast gedrag. Principe. Als principe geldt dat de leerling de gevolgen van zijn daden draagt: - Wie een taak zonder reden niet afgeeft, krijgt een gepaste sanctie; - Wie iets opzettelijk of door verregaande onachtzaamheid beschadigt, moet het vergoeden of herstellen; - Wie iets besmeurt, moet het reinigen; wie afval achterlaat, moet het opruimen Telaatkomers. Te laat in de les zijn stoort de les. Voorkom dit door tijdig thuis te vertrekken. Als je toch te laat komt, meld je dan op het secretariaat voor je naar de klas gaat. De volgende ordemaatregelen zijn mogelijk: Ordemaatregelen die zowel de directeur als alle onderwijzende en opvoedende personeelsleden kunnen nemen. een waarschuwing mondeling (met vermelding in de schoolagenda). een vermaning een straftaak nota in de agenda. Elke aanmerking of straftaak wordt door je ouders getekend. extra schriftelijke taak; wordt via de agenda aan je ouders gemeld Tijdelijke verwijdering uit de les/studie tot het einde van de les/studie (voor maximum één lesdag, eventueel herhaald maar niet aansluitend). Ondertussen krijg je een straf of een taak. We brengen jouw ouders op de hoogte van je tijdelijke verwijdering uit de les/studie. Ordemaatregelen die enkel de directeur kan nemen, eventueel op advies van de begeleidende klassenraad

110 een begeleidingsovereenkomst als je herhaaldelijk in de fout gaat, krijg je een contract waarin omschreven wordt wat uitdrukkelijk van jou wordt verwacht en wat de gevolgen zijn als je de afspraken niet nakomt. Het contract heeft een beperkte duur, wordt geregeld geëvalueerd en kan leiden tot een tuchtprocedure. schriftelijk meegedeeld aan je ouders een strafstudie je moet de strafstudie buiten de lesuren uitzitten schriftelijk meegedeeld aan je ouders Tegen een ordemaatregel kan geen beroep worden aangetekend. Bewarende maatregel Preventieve schorsing Als de feiten zo n omvang aannemen dat we er zelfs aan denken om je definitief uit de school te verwijderen, kan de directeur je preventief schorsen, d.w.z. je voorlopig uit de school sluiten. Deze bewarende maatregel geldt maximaal 10 opeenvolgende lesdagen. Het schoolbestuur kan beslissen om de desbetreffende periode éénmalig met 10 opeenvolgende lesdagen te verlengen indien door externe factoren het tuchtonderzoek niet kan worden afgerond binnen deze periodede schorsing kan onmiddellijk uitwerking hebben en wordt aan de betrokken persoon ter kennis gebracht. De school bepaalt of de aanwezigheid van de leerling verplicht is of niet. Indien de ouders vragen om opvang en de school acht dit niet haalbaar, motiveert zij dit en deelt zij dit schriftelijk mee aan de ouders. Tuchtmaatregelen De directeur of zijn afgevaardigde kan een tuchtmaatregel nemen als het gedrag werkelijk een gevaar vormt voor het ordentelijk verstrekken van het onderwijs en/of de verwezenlijking van het eigen opvoedingsproject van onze school in het gedrang brengt. De directeur of zijn afgevaardigde zal slechts tuchtmaatregelen nemen als de ordemaatregelen geen effect hebben of bij zeer ernstige overtredingen. Hieronder vallen onder meer overtredingen zoals opzettelijk slagen en verwondingen toebrengen, opzettelijk essentiële veiligheidsregels overtreden, opzettelijk en blijvend de lessen en activiteiten storen, zware schade toebrengen, drugs dealen of diefstal plegen. Soorten De tuchtmaatregelen zijn:

111 Een tijdelijke uitsluiting uit alle lessen voor een minimale duur van één lesdag en voor een maximale duur van 15 opeenvolgende lesdagen. De directeur of zijn afgevaardigde spreekt deze maatregel uit na voorafgaand advies van de klassenraad. Tijdens deze tijdelijke uitsluiting word je naar huis gestuurd, tenzij je ouders erom verzoeken je toch op school te houden en wij op dat verzoek ingaan. Als wij je toch op school houden, word je verplicht tot een vervangende opdracht, een schrijfstraf of studie. Wij mogen voorwaarden aan de opvang koppelen en zullen met jou of met je ouders hierover afspraken maken. Afwezigheden wegens tijdelijke uitsluiting als tuchtmaatregel worden van rechtswege als gewettigd beschouwd. Een definitieve uitsluiting uit de school. De directeur of zijn afgevaardigde spreekt deze maatregel uit na voorafgaand advies van de klassenraad, waarin ook het CLB is vertegenwoordigd. Een definitieve uitsluiting gaat in hetzij onmiddellijk na de schriftelijke kennisgeving, hetzij op 31 augustus van het lopend schooljaar (hetzij op 31 januari van dat schooljaar indien je opleiding Sen-Se of hoger beroepsonderwijs dan eindigt). Als je vóór 30 juni definitief wordt uitgesloten, blijf je in onze school ingeschreven tot aan je inschrijving in een andere school. Je uitsluiting op zich doet geen afbreuk aan je statuut als regelmatige leerling. Samen met het begeleidende CLB zullen wij jou actief helpen zoeken naar een andere school waarbij maximaal wordt rekening gehouden met de keuze van hetzelfde onderwijsnet, dezelfde opleiding en de bereikbaarheid. Ben je niet meer leerplichtig en word je voor 30 juni definitief uitgesloten, dan kan de school je uitschrijven vanaf de 10 de lesdag volgend op de dag dat de definitieve uitsluiting ingaat. Bij manifeste onwil om op het aanbod van verandering van school in te gaan, kan de school jou uitschrijven. Hou er ook rekening mee dat indien je uit de school uitgesloten werd, je het lopende, het volgende schooljaar én het daaropvolgende schooljaar geweigerd kan worden als je je opnieuw wenst in te schrijven in de school. Dit geldt ook voor de school of scholen waar onze school mee samenwerkt, voor zover de controversiële handelingen zich in die andere school hebben voorgedaan. Regels Wanneer de directeur een tuchtmaatregel neemt, respecteert hij/zij in ieder geval de volgende regels: De intentie tot een tuchtmaatregel wordt aan je ouders schriftelijk ter kennis gebracht. Samen met je ouders word je, eventueel bijgestaan door een vertrouwenspersoon, vooraf uitgenodigd voor een gesprek over de problemen. Je ouders en hun vertrouwenspersoon hebben recht tot inzage van het tuchtdossier. In dit tuchtdossier wordt het advies van de klassenraad opgenomen. De tuchtstraf moet pedagogisch verantwoord zijn en in overeenstemming zijn met de ernst van de feiten.

112 Je ouders worden vóór het ingaan van de tuchtmaatregel schriftelijk op de hoogte gebracht van de genomen beslissing en van de datum waarop de maatregel ingaat. De beslissing wordt schriftelijk gemotiveerd. Er wordt aangegeven waarom je gedrag werkelijk een gevaar vormt voor de opdracht van de school om ordentelijk onderwijs te verstrekken en/of om haar opvoedingsproject te verwezenlijken. Bij definitieve uitsluiting wordt schriftelijk verwezen naar de mogelijkheid tot beroep met overeenkomstige procedure. Het tuchtdossier en de tuchtmaatregelen zijn niet overdraagbaar van de ene school naar de andere school. Er wordt nooit overgegaan tot collectieve uitsluitingen. o Beroepsprocedure bij definitieve uitsluiting Alleen tegen definitieve uitsluiting als tuchtmaatregel kan in beroep worden gegaan. Opstarten van het beroep De ouders moeten het beroep schriftelijk (gedateerd en ondertekend; met omschrijving van de feiten en van het voorwerp van beroep en motivering van de ingeroepen bezwaren) indienen bij de algemeen directeur uiterlijk binnen drie dagen (zaterdag, zondag, wettelijke en reglementaire feestdagen niet meegerekend) na de schriftelijke kennisgeving van de definitieve uitsluiting. De ouders doen dit het best via een aangetekende zending; op die manier kunnen zij bewijzen dat zij het beroep tijdig hebben ingediend. Het beroep schort de uitvoering van de beslissing tot definitieve uitsluiting niet op. Beroepscommissie De algemeen directeur duidt de beroepscommissie aan en roept deze zo vlug mogelijk samen. De beroepscommissie bestaat uit: interne leden De leden van de school waar de betwiste beslissing tot definitieve uitsluiting is genomen, met uitzonderling van de directeur of zijn afgevaardigde die de beslissing heeft genomen. Hieraan kan een lid van de raad van bestuur of de algemeen directeur worden toegevoegd. externe leden: Dit zijn personen die extern zijn aan het schoolbestuur en aan de school waar de beslissing is genomen. Dit kan een directeur of een leerkracht van een andere school van de scholengroep zijn, een lid van de ouderraad, een lid van de schoolraad met uitzondering van de geleding personeel Een lid dat intern is, kan nooit behoren tot de geleding van de externen. De voorzitter van de beroepscommissie wordt door de algemeen directeur aangeduid onder de externe leden.

113 Elk lid is stemgerechtigd. Elk lid van de beroepscommissie is aan discretieplicht onderworpen. Bij stemming moet er tussen de interne en de externe leden pariteit zijn. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter van de beroepscommissie doorslaggevend. De beroepscommissie hoort de betrokken personen en de leerling in kwestie De behandeling van het beroep door de beroepscommissie leidt tot: - de gemotiveerde afwijzing van het beroep op grond van onontvankelijkheid wegens laattijdige indiening of het niet voldoen aan de vormvereisten - de bevestiging van de definitieve uitsluiting; - de vernietiging van de definitieve uitsluiting. De algemeen directeur aanvaardt de verantwoordelijkheid voor deze beslissing van de beroepscommissie. Het resultaat van het beroep wordt aan de ouders schriftelijk en gemotiveerd ter kennis gebracht uiterlijk 21 kalenderdagen -vakantieperiodes niet meegerekend- nadat het beroep werd ingediend. De directeur ontvangt hiervan een afschrift. Bij overschrijding van deze vervaltermijn wordt de omstreden definitieve uitsluiting van rechtswege vernietigd. Binnen het GO! is er geen verder beroep meer mogelijk tegen de in beroep genomen beslissing. Annulatieberoep Als de hierboven beschreven beroepsprocedure uitgeput is, kunnen je ouders een annulatieberoep of een verzoek tot schorsing van de tenuitvoerlegging bij de Raad van State indienen. Zij hebben hiervoor zestig kalenderdagen de tijd vanaf het moment dat zij kennis namen van de beslissing van de beroepscommissie, overeenkomstig Titel 1, Hoofdstuk 1 van het besluit van Regent van 23 augustus De procedure heeft geen opschortende werking. De betwiste beslissing kan dus onmiddellijk uitgevoerd worden. o Afwezigheden Gewettigde afwezigheid Als leerplichtige leerling kan je om verschillende redenen gewettigd afwezig zijn. Afwezigheid om medische redenen a) Verklaring door de ouders Als de afwezigheid wegens ziekte niet langer duurt dan drie opeenvolgende kalenderdagen, volstaat een verklaring ondertekend en gedateerd door je ouders. Een dergelijke verklaring kan je echter hoogstens viermaal per schooljaar afgeven.

114 b) Medisch attest Een medisch attest is vereist: Alle afwezigheden om medische redenen moeten gewettigd worden: Het medisch attest is pas rechtsgeldig als het: Eenzelfde medische behandeling met verschillende afwezigheden tot gevolg: als de afwezigheid wegens ziekte langer duurt dan drie opeenvolgende kalenderdagen (ook bij verlenging); als je al viermaal in hetzelfde schooljaar een verklaring hebt ingediend voor een ziekteperiode van drie of minder kalenderdagen; voor afwezigheid wegens ziekte tijdens examenperiodes; als je ziek ben tijdens andere evaluatiemomenten dan examenperiodes Als je ziek bent in de week onmiddellijk vóór of onmiddellijk na de herfst-, de kerst-, de krokus-, de paas- of de zomervakantie (ook indien die vakantieperiodes, via afwijking, op een ander tijdstip worden georganiseerd). als je terug op school komt; door het attest onmiddellijk aan de school te bezorgen als het gaat om een periode van meer dan tien opeenvolgende lesdagen. uitgereikt wordt door een in België of een in het buitenland gevestigde (voor artsen in Nederland, zie hieronder) geneesheer, geneesheer-specialist, psychiater, orthodontist, tandarts of door de administratieve diensten van een in België of een in het buitenland gevestigd ziekenhuis of van een erkend labo; duidelijk ingevuld, ondertekend en gedateerd is; de relevante identificatiegegevens vermeldt zoals de naam, het adres, telefoonnummer en RIZIV-nummer (voor België) of het vergelijkbaar erkenningsnummer (voor het buitenland) van de verstrekker; aangeeft welke gevolgen de ziekte kan hebben voor bepaalde lessen; de begin- en de einddatum van de ziekteperiode aangeeft, met eventueel vermelding van voor- of namiddag. Een arts in Nederland kan deontologisch geen medisch attest uitreiken. Als je toch daar in behandeling bent, dan zal deze arts een verklaring moeten invullen die samen met de CLB-arts is opgesteld. hiervoor volstaat één medisch attest dat de verschillende afwezigheden zo gedetailleerd mogelijk vermeldt. Voor bepaalde chronische ziektebeelden die tot verschillende afwezigheden leiden zonder dat een doktersconsultatie noodzakelijk is, kan één medisch attest volstaan na samenspraak met de CLB-arts. Als je dan effectief om die reden afwezig bent, volstaat een attest van je ouders.

115 c) Het medisch attest voor de lessen Lichamelijke Opvoeding en sportactiviteiten op school [2] Uniform medisch attest Als je niet kan deelnemen aan deze lessen, moet de huisarts jou voor wie niet deelneemt aan de dit attest meegeven, zodat wij kunnen uitmaken wat je in deze lessen wel en niet kan. lessen Lichamelijke Opvoeding. Ben je langdurig afwezig in deze lessen, dan moet je behandelende arts een specifiek formulier invullen: daarin vraagt het CLB aan de arts om je toestand te herevalueren. Afwezigheid wegens het volgen van de lessen in het deeltijds beroepsonderwijs Er wordt een attest van regelmatige lesbijwoning opgemaakt wanneer: je de lessen volgde in het deeltijds beroepssecundair onderwijs of een in het kader van de deeltijdse leerplicht erkende vorming en tussen 1 september en uiterlijk 15 november overgaat naar het voltijds secundair onderwijs. Afwezigheden om levensbeschouwelijke redenen Als je vrijgesteld bent van de verplichting om les te volgen in een van de erkende godsdiensten of de niet-confessionele zedenleer: moet je de vrijgekomen lestijden besteden aan de studie van je eigen levensbeschouwing; mag je tijdens deze lestijden niet van school wegblijven. Afwezigheden als gevolg van een topsportconvenant Als de selectiecommissie in het kader van een topsportconvenant jou voor het betrokken schooljaar een topsportstatuut A of B heeft toegekend, dan mag je een maximum aantal halve lesdagen per schooljaar afwezig zijn om te kunnen deelnemen aan tornooien, intensieve trainingsperiodes of stages onder verantwoordelijkheid van de betrokken sportfederatie. Wekelijkse trainingen komen niet in aanmerking. De afwezigheid wordt vastgelegd en door de betrokken sportfederatie ten aanzien van de school geattesteerd. leerlingen met A-statuut ingeschreven in een studierichting ASO of TSO met component topsport: 130; leerlingen met A-statuut ingeschreven in de eerste graad van een school met topsport (eerste leerjaar of basisoptie topsport): 90; leerlingen met B-statuut al dan niet ingeschreven in een studierichting ASO of TSO met [2] Als je om medische redenen bepaalde oefeningen of het geheel van het vak Lichamelijke Opvoeding niet kan volgen, staat het de school vrij om bijvoorbeeld - als zij dat wenst - op zijn minst te zorgen voor een theoretische benadering van de cursus. Lichamelijke Opvoeding behoort nu eenmaal tot de basisvorming.

116 component topsport en leerlingen met A-statuut ingeschreven in een andere studierichting dan een studierichting met component topsport (al dan niet topsportschool): 40; leerlingen met B-statuut ingeschreven in de eerste graad van een school al dan niet met topsport en leerlingen met een A-statuut ingeschreven in de eerste graad van een school zonder topsport: 40. Afwezigheden als gevolg van uitsluiting als tuchtmaatregel De afwezigheid wordt gewettigd wanneer: je het recht op lesbijwoning verliest hetzij door een tijdelijke uitsluiting, hetzij door een definitieve uitsluiting als tuchtmaatregel (voorafgaand aan de inschrijving in een andere school). De school is niet verplicht om je op te vangen. Van rechtswege gewettigde afwezigheden op basis van diverse redenen Mits je op school (naargelang het geval) een verklaring van de betrokken personen afgeeft of een officieel document dat de reden van je afwezigheid opgeeft, ben je van rechtswege gewettigd afwezig om de volgende redenen: om een begrafenis- of huwelijksplechtigheid bij te wonen van een bloed- of aanverwant of van een persoon die onder hetzelfde dak woont; om een familieraad bij te wonen; om gevolg te geven aan een oproeping of dagvaarding voor een rechtbank; omdat de instelling door overmacht onbereikbaar of ontoegankelijk is; omdat je onderworpen bent aan maatregelen in het kader van de bijzondere jeugdzorg of de jeugdbescherming; om feestdagen te beleven inherent aan je door de Grondwet erkende levensbeschouwing. Je ouders moeten de school vooraf verwittigen en verklaren dat je de feestdag effectief mee zal beleven; om proeven af te leggen voor de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het voltijds secundair onderwijs; om deel te nemen aan activiteiten voor de leerlingen die zetelen in de raad van bestuur en de algemene vergadering van de Vlaamse Scholierenkoepel v.z.w. Afwezigheden om diverse redenen mits akkoord van de school Alleen na akkoord van de school en mits je (naargelang het geval) een verklaring van de betrokken personen of een officieel document afgeeft, kan je om de volgende redenen afwezig zijn. bij laattijdige inschrijving in de school; bij afwezigheden die verband houden met het gedurende een bepaalde periode van het schooljaar niet volgen van het lesprogramma, bv.: - bij het overlijden van een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad; - na je individuele selectie voor een culturele of sportieve manifestatie;

117 Alvorens te beslissen, zal de school rekening houden met jouw belang als leerling, maar ook met het belang van de schoolgemeenschap. - om deel te nemen aan een time-out programma; - om je ouders te vergezellen op een buitenlandse reis die ze om professionele redenen moeten maken; - als je in een leerjaar zit waarin je normaal een diploma secundair onderwijs zal behalen: om tijdelijk opleidingsonderdelen hoger onderwijs te volgen; - om deel te nemen aan een (buitenlandse) gestructureerde individuele leerlingenmobiliteit (Comeniusprogramma). bij afwezigheden die verband houden met het niet volgen van bepaalde onderdelen van het lesprogramma: de school kan onder strikt bepaalde voorwaarden vrijstellingen verlenen; bij afwezigheden die verband houden met het vrijstellen van het volgen van bepaalde onderdelen van het lesprogramma en de verplichte vervanging door een alternatief programma: de school kan je vrij stellen van het volgen van bepaalde programmaonderdelen van om het even welk structuuronderdeel mits je al eerder geslaagd bent in het secundair onderwijs voor diezelfde programmaonderdelen en mits de toelatingsklassenraad een gunstige beslissing neemt na kennisname van het advies van de delibererende klassenraad van het voorafgaand schooljaar; bij afwezigheden die verband houden met het vrijstellen van het volgen van bepaalde onderdelen van het lesprogramma gedurende een deel of heel het schooljaar omwille van specifieke onderwijsbehoeften en de verplichte vervanging door een alternatief programma; bij afwezigheden die verband houden met het vrijstellen van het volgen van bepaalde onderdelen van het lesprogramma en de verplichte vervanging door een alternatief programma als specifieke maatregel voor zieke leerlingen; Bij afwezigheden die verband houden met het vrijstellen van het volgen van bepaalde onderdelen van het lesprogramma gedurende een deel of heel het schooljaar omwille van uitzonderlijke artistieke of sportieve talenten van de leerling; bij afwezigheden die verband houden met revalidatie binnen of buiten de school tijdens de lesuren uitgevoerd door schoolexterne hulpverleners die hiertoe bij de wet gemachtigd zijn, bij behandeling na ziekte of ongeval of bij behandeling van een stoornis.

118 Afwezigheden tijdens extra murosactiviteiten Afwezigheid tijdens extramurosactiviteiten. Het uitgangspunt is dat alle leerlingen van de doelgroep aan de extra-murosactiviteiten deelnemen (Uitzondering: deelname aan een (buitenlandse) gestructureerde individuele leerlingenmobiliteit (Comenius-programma)). Alle onderwijsactiviteiten die plaatsvinden buiten een vestigingsplaats van de school waar de leerling is ingeschreven, zijn extra-murosactiviteiten: o lessen die gevolgd worden in een andere school of vormingsinstelling, observatieactiviteiten en bedrijfsbezoeken; o alle binnen- of buitenlandse schooluitstappen of daaraan verwante activiteiten. Je hebt het recht om niet deel te nemen aan meerdaagse extramurosactiviteiten, op voorwaarde dat jouw ouders - of jijzelf als je meerderjarig bent - deze weigering vóór de betrokken activiteit schriftelijk en op gemotiveerde wijze kenbaar maken aan de directeur. Ook als je niet over de nodige reisdocumenten kan beschikken, heb je het recht niet deel te nemen aan een buitenlandse extra-murosactiviteit. Als je niet deelneemt, zal de school jou aangepaste pedagogische opdrachten geven aansluitend bij de extramurosactiviteit; je bent verplicht die uit te voeren. Aanwezigheid op school is vereist. Studie-uitstappen, gezamenlijke bezoeken aan theater- of filmvoorstellingen en musea enz. worden tot de normale schoolactiviteiten gerekend. De extra-murosactiviteit wordt gedekt door de schoolpolis. Anti-spijbelbeleid Ongewettigd afwezig blijven van school helpt niet om problemen op te lossen. Als je ergens mee zit, zal de school je samen met het CLB helpen om een oplossing te vinden. Wanneer de school vaststelt dat je spijbelt, neemt zij contact op met je ouders. Blijf je verder spijbelen, dan contacteert de school, in ieder geval na tien halve lesdagen ongewettigde afwezigheid, het CLB en wordt er een begeleidingsdossier opgemaakt. Regelmatig te laat komen of medische attesten inleveren waarmee zichtbaar werd geknoeid, valt ook onder ongewettigde afwezigheid. Problematische afwezigheden kunnen er ook toe leiden dat je schooltoelage wordt ingetrokken. Het aantal problematische afwezigheden die je in de loop van het schooljaar hebt opgebouwd wordt overgedragen bij schoolverandering. Verzet is niet mogelijk.

119 o Onderwijs voor zieke kinderen tijdelijk onderwijs aan huis Als leerling heb je recht op onderwijs aan huis wanneer je een relatief lange periode of herhaaldelijk tijdens het schooljaar afwezig bent wegens ziekte of ongeval, zodat je tijdelijk onmogelijk of minder dan halftijds de lessen op school kan volgen. Uiterlijk vanaf de schoolweek die volgt op de week waarin wij je aanvraag ontvangen, organiseert de school onderwijs aan huis (indien bij ontvangst van de aanvraag alle voorwaarden zijn vervuld). Je moet aan onderstaande voorwaarden voldoen om voor tijdelijk onderwijs aan huis in aanmerking te komen: Je bent een regelmatige leerling in het secundair onderwijs, maar je zit niet in de voorbereidende leerjaren op het hoger onderwijs van de derde graad ASO en KSO, de Se-n-Se TSO en KSO, de vierde graad BSO en verpleegkunde HBO; je zit niet in het deeltijds beroepssecundair onderwijs; als je niet chronisch ziek bent: - Je bent meer dan 21 kalenderdagen ononderbroken afwezig wegens ziekte of ongeval (als je eventueel van school verandert, loopt deze wachttijd gewoon door). Als je de lessen opnieuw op school bijwoont, maar binnen een termijn van 3 maanden weer afwezig bent wegens ziekte of ongeval, geldt er geen wachttijd, maar gaat het tijdelijk onderwijs aan huis onmiddellijk in. Bij het vaststellen van de 21 kalenderdagen worden vakantieperiodes meegeteld. De 21 kalenderdagen kunnen ook geheel of gedeeltelijk in het vorige schooljaar doorlopen zijn. Bij het vaststellen van de termijn van 3 maanden bij herval in ziekte, worden vakantieperiodes niet meegeteld. - Je ouders moeten een schriftelijke aanvraag indienen bij de directeur van onze school. Bij die aanvraag hoort een medisch attest te zitten waaruit blijkt dat je onmogelijk halftijds of meer naar school kan maar wel onderwijs mag krijgen. Tijdelijk onderwijs aan huis kan dus ook als je wél gedeeltelijk de lessen op school kan bijwonen, zij het minder dan halftijds (= minder dan 5 halve lesdagen). - Als je afwezigheid wegens ziekte langer duurt dan voorzien, moeten je ouders een nieuwe aanvraag + medisch attest indienen. Als je chronisch ziek bent, d.w.z. voor je ziekte is een continue of repetitieve behandeling van minstens 6 maanden noodzakelijk (bv. nierpatiënt, astmapatiënt): - Als je afwezig bent door een chronische ziekte, ben je vaak afwezig zonder dat dit verlet 21 ononderbroken kalenderdagen duurt. Ook dan heb je recht op tijdelijk onderwijs aan huis, a rato van 4 wekelijkse lesuren per opgebouwde schijf van 9 halve schooldagen afwezigheid. Deze 9 halve schooldagen afwezigheid hoeven niet aaneensluitend te zijn. - Je ouders moeten een schriftelijke aanvraag indienen bij de directeur van onze school. Als het om een eerste aanvraag in het schooljaar gaat, moet er een attest van een geneesheer-specialist bij zijn. Het attest moet het chronisch ziektebeeld bevestigen en vermelden dat je onderwijs mag krijgen. Als je in hetzelfde schooljaar weer afwezig bent door dezelfde chronische ziekte, is er wel een nieuwe aanvraag nodig, maar geen nieuw medisch attest. Hetzelfde geldt als je afwezigheid verlengd wordt.

120 De afstand tussen de school en de plaats waar je verblijft bedraagt maximaal 10 km. Als de afstand tussen de school en de plaats waar je verblijft meer dan 10 km bedraagt, kunnen wij op vrijwillige basis tijdelijk onderwijs aan huis organiseren. Wij zullen dan zelf een afstandsregeling treffen die ervoor zorgt dat elke leerling gelijk behandeld wordt. Als uw kind opgenomen is in een ziekenhuis of preventorium waaraan een ziekenhuisschool verbonden is of opgenomen is in een K-dienst ( "dienst met onderwijsbehoefte" in de kinderpsychiatrie): wordt de thuisschool tijdelijk ontslagen van de verplichting om onderwijs aan huis te organiseren; als uw kind tussen twee behandelingen of tijdens een herstelperiode na de opname niet naar school kan, zal de thuisschool aansluitend onderwijs aan huis organiseren, indien aan alle voorwaarden voldaan is (zie hierboven). Als zwangere leerling heb je recht op moederschapsverlof van maximaal één week vóór de vermoedelijke bevallingsdatum en maximaal negen weken na de effectieve bevalling. Je blijft het statuut van regelmatige leerling behouden en hebt recht op tijdelijk onderwijs aan huis, voor zover je aan de voorwaarden voldoet. o Engagementsverklaring Dit is een geheel van wederzijdse engagementen die de school en je ouders aangaan. Het gaat over engagementen in verband met hun aanwezigheid op het oudercontact, jouw voldoende aanwezigheid op school, jouw individuele begeleiding als leerling en de houding tegenover de Nederlandse taal, onze onderwijstaal. Wanneer je ouders het schoolreglement ondertekenen, gaan ze ermee akkoord om hier constructief aan mee te werken. Ook onze school engageert zich ten aanzien van deze thema s. 1e engagement: oudercontact We organiseren geregeld oudercontacten op school die we al van bij het begin van het schooljaar aankondigen. We verwachten van je ouders dat ze zich engageren om op het oudercontact aanwezig te zijn. Voor ons is dit immers een belangrijk moment om hen te informeren. Kunnen je ouders niet op het oudercontact aanwezig zijn, dan engageert onze school zich om naar een andere mogelijkheid te zoeken en een oplossing te bedenken. 2e engagement: voldoende aanwezigheid Je ouders engageren zich om ervoor te zorgen dat je (tijdig) op school bent of dat je ons tijdig contacteert als je om één of andere reden niet aanwezig kan zijn. De school engageert zich om samen met je ouders te zoeken naar oplossingen bij problematische afwezigheden (zie onderdeel anti-spijbelbeleid ). 3e engagement: individuele leerlingbegeleiding We engageren ons om in overleg met je ouders jouw individuele begeleiding uit te tekenen. We zullen je ouders duidelijk informeren over wat de school aanbiedt en wat de school van je verwacht. Wij verwachten dat je ouders ingaan op onze vraag tot overleg om actief mee te werken aan de vormen van individuele leerlingbegeleiding die de school aanbiedt en om de gemaakte afspraken na te leven. We verwachten ook dat je ouders met ons contact opnemen als ze vragen hebben of zich zorgen maken over jou en engageren ons ertoe om daarover samen in gesprek te gaan.

121 4e engagement: engagement ten opzichte van de onderwijstaal Onze school erkent en respecteert de anderstaligheid van sommige ouders en leerlingen. We stellen alles in het werk voor een goede communicatie met de ouders. Voor ons is de boodschap belangrijker dan de vorm. Je hebt gekozen voor Nederlandstalig onderwijs. Onze school verwacht dan ook een positief engagement tegenover deze onderwijstaal. Onze school van haar kant kan bijvoorbeeld anderstalige ouders en leerlingen begeleiden naar naschoolse en buitenschoolse Nederlandstalige activiteiten en/of initiatieven. o Bijdrageregeling Onze school kan niet voor alle kosten instaan. Voor bepaalde activiteiten waaraan je deelneemt, zijn wij genoodzaakt een minimale bijdrage aan je ouders te vragen. Als bijlage volgt een lijst van de ouderbijdragen die onze school tijdens het schooljaar kan aanrekenen. Nieuwe spreiding van het schoolgeld September: werkboeken, veiligheidskledij, Te betalen aan de verschillende leerkrachten. Indien dit niet betaald wordt, krijgen de leerlingen de werkboeken of kledij niet mee ASO: ong. 200,00 à 250,00 EURO TSO: ong. 200,00 EURO BSO: ong. 100,00 EURO 2. Oktober: technisch materiaal, verbruiksgoederen, huur sportaccommodaties, Te betalen aan de school IBAN BE (BIC: GKCCBEBB) TSO: 100,00 EURO BSO: 100,00 EURO (uitgezonderd studierichtingen mode en paardrijden) 3. November: huur handboeken, agenda, kopieën, zwemgeld (inclusief 1 LO-T-Shirt per jaar) Te betalen aan de school IBAN BE (BIC: GKCCBEBB) ASO, TSO, BSO: 100,00 EURO Stappenplan bij wanbetaling 1. In oktober krijgt u de eerste factuur van de school samen met eventuele openstaande rekeningen van vorig schooljaar 2. In november krijgt u de tweede factuur van de school samen met een eventuele rappel van de eerste factuur 3. Begin februari krijgt u een tweede rappel van de openstaande rekeningen met vermelding van de aanmaningskosten van 50,00 EURO voor toekomstige aangetekende zendingen 4. Begin april krijgt u een derde rappel, er wordt dossier voor wanbetaling geopend 5. Begin juni krijgt u een aangetekende zending met de openstaande kosten en een nieuwe factuur met 50,00 EURO aanmaningskosten, het dossier wordt aangevuld 6. Begin juli krijgt u een aangetekende herinnering voor een totaal van alle facturen, het dossier wordt aangevuld 7. In augustus wordt het dossier doorgegeven aan de Financiële Overheidsdienst Financiën (FOD). Het FOD zal zelf een aantal brieven sturen alvorens zij een deurwaarder inschakelen. In geval van vragen en opmerkingen kan je terecht bij Dhr. Geubbelmans. 27 Exclusief: stalgeld en verzorging van de paarden; uniform; extra cursussen zoals EHBO, VTS, ; studie- en schoolreizen; aankoop stoffen; werkstukken specialisatiejaren.

122 o Rookbeleid Er geldt een algemeen rookverbod: In gesloten ruimten: altijd; In de buitenlucht op het schoolterrein: tussen 6.30u en 18.30u; Tijdens extra-murosactiviteiten: tussen 6.30u en 18.30u. Ook elektronische sigaretten vallen onder het rookverbod. De school controleert de naleving van dit verbod en kan bij vaststelling van overtreding een sanctie opleggen overeenkomstig het orde- en tuchtreglement. o Reclame en sponsoring Reclame zijn mededelingen die tot doel hebben de verkoop te bevorderen. Sponsoring houdt een bijdrage in die tot doel heeft de bekendheid te verhogen. Reclame en sponsoring door derden zijn toegestaan binnen onze school, voor zover ze niet onverenigbaar zijn met de onderwijskundige en pedagogische taken van de school en voor zover ze de geloofwaardigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit en onafhankelijkheid van onze school niet schaden. Elke aanvraag tot reclame en sponsoring zal worden voorgelegd aan de schoolraad die hierover zal adviseren.

123 Afspraken en informatie

124 o Kledij, orde, veiligheid, hygiëne Onze school waardeert persoonlijke smaak en overtuiging, maar het mag geenszins de bedoeling zijn om te provoceren, de goede zeden te schenden of de vrijheid van anderen te belemmeren. Noch de eigen veiligheid of gezondheid, noch die van anderen mag in het gedrang komen. In sommige lessen is, ter wille van de hygiëne en/of de veiligheid, aangepaste kledij noodzakelijk. Soms zullen haarnetjes, badmutsen of beschermkledij aangewezen of zelfs verplicht zijn. Anderzijds zal de directeur of de betrokken leerkracht, naargelang de situatie, het dragen van hoofddeksels, sieraden, losse kledij, sjaaltjes e.d. verbieden als de hygiëne en/of de veiligheid dit vereisen. Bijvoorbeeld in de lessen Lichamelijke Opvoeding en praktijkvakken, bij sport en zwemmen. Om de neutraliteit te bewaren worden in onze school geen tekens van een filosofische, levensbeschouwelijke of ideologische strekking gedragen, zoals bvb: kruisjes, hoofddoeken, tekens van politieke strekking,. o Privacywetgeving en gebruik van beeldmateriaal De school of een televisieploeg maakt foto s, video- en televisieopnames van leerlingen tijdens verschillende evenementen in de loop van het schooljaar. Die gebruiken we voor onze schoolwebsite en we illustreren er onze publicaties mee. De school heeft daarvoor jouw toestemming nodig. De ondertekening van het schoolreglement geeft ons uw akkoord daarvoor. Je kan je altijd verzetten tegen het gebruik van beeldmateriaal en een gegeven toestemming kan je altijd herroepen met een gewoon schrijven, gericht aan de directie. o Ziekte, ongeval en medicatie Op onze school wordt geen medicatie aan de leerlingen toegediend. De school of de leerkracht kan niet op eigen initiatief medicatie verstrekken. Als een leerling tijdens de schooluren medicatie moet nemen, kan dit enkel op doktersvoorschrift. Bovendien moet de school dit eerst duidelijk afspreken met de ouders en de leerling. Het schoolpersoneel kan op geen enkel ogenblik verantwoordelijk gesteld worden als een leerling na het correct nemen van voorgeschreven medicatie bijwerkingen ondervindt. Aan de ouder/behandelende arts wordt gevraagd om de verklaring als bijlage in te vullen en te ondertekenen. Wanneer een leerling op school pijn krijgt of onwel wordt, contacteren wij de ouders conform de procedure. Bij dringende gevallen worden de hulpdiensten rechtstreeks gecontacteerd. Besmettelijke ziekten moeten zo vlug mogelijk gemeld worden aan het CLB of de directeur, dit geldt voor volgende infecties: Bof (dikoor)

125 Buikgriep/voedselinfecties (vanaf 2 of meer gevallen (binnen een week) in een (klas)groep) Buiktyfus Hepatitis A Hepatitis B Hersenvliesontsteking (meningitis) Infectie met EHEC (enterohemorragische Escherichia coli, verwekker van een zeer ernstige vorm van buikgriep) Infectie met Shigella (verwekker van een zeer ernstige vorm van buikgriep) Kinderverlamming (polio) Kinkhoest (pertussis) Krentenbaard (impetigo) Kroep (difterie) Mazelen Roodvonk (scarlatina) Schimmelinfecties Schurft (scabiës) Tuberculose Windpokken (varicella, waterpokken) o Gebruik van gsm en andere technologische apparatuur In de klas mogen de leerlingen geen gebruik maken van gsm en andere technologische apparatuur. Het verhindert immers het ordentelijk lesgeven. Gebruikt de leerling toch een gsm of andere technologische apparatuur in de klas dan moet hij die aan de leerkracht afgeven, die het toestel tot op het einde van de schooltijd (van de voormiddag/namiddag) in bewaring houdt. Weigert de leerling het toestel af te geven, kan er een ordemaatregel worden genomen (bv. de leerling wordt tijdelijk uit de klas verwijderd) of kan er zelfs een tuchtprocedure worden opgestart. In de klas of op het schooldomein mogen de leerlingen geen foto s maken en niet filmen, tenzij de betrokken personen (bv. de leerkracht, de medeleerling, ) hun uitdrukkelijke toestemming hiervoor hebben gegeven. Is er geen toestemming gevraagd, dan moet de betrokken persoon gebruik maken van zijn recht tot verzet tegen de verwerking van persoonlijke gegevens. Het gaat immers om een geautomatiseerde verwerking van gegevens waarvoor er aangifte moet worden gedaan bij de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer. Weigert de leerling de beelden van het internet te verwijderen, dan kan de betrokken persoon een gerechtelijke procedure instellen bij de voorzitter van de Rechtbank van eerste aanleg ofwel klacht neerleggen bij de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer.

126 o Aandachtspunten 1. Persoonlijke bezittingen die niet nodig zijn voor de studies worden thuis bewaard. De school draagt geen verantwoordelijkheid bij diefstal. 2. Gebruik van drugs en alcohol is verboden op school. Preventieve testen en/of urinecontroles kunnen opgelegd worden bij verdachte handelingen. Roken is verboden! 3. Gebruik van GSM, ipod, mp3 of walkman is op school verboden! 4. Inspraak van ouders en leerlingen: zie regelingen in dit schoolreglement. 5. Spieken wordt bestraft met een nul voor de vraag of vragen die konden afgeschreven worden. 6. Schoolgerief dient netjes en ordelijk te zijn. Beschadigingen van didactisch materiaal en infrastructuur worden vergoed, evenals beschadigde handboeken of bibliotheekboeken. 7. Leerboeken worden gehuurd. Het gebruik van de klasbibliotheek is gratis. 8. Leerlingen volgen de richtlijnen i.v.m. brandveiligheid. 9. Diefstal en andere vergrijpen kunnen bestraft worden met definitieve uitsluiting en alleszins met het vergoeden van de benadeelde, gecombineerd met een sanctie. 10. Bijschoolse activiteiten en opendeurdagen worden verplicht bijgewoond. 11. Te laat komen wordt bestraft met een opstel na 3 verwittigingen in de schoolagenda. Bij blijvende overtredingen kunnen strafstudies of verplichte studie-uren opgelegd worden. 12. Pesten wordt beschouwd als een zware overtreding. Een pestcontract wordt opgesteld gecombineerd met een aangepaste tuchtstraf. 13. In de sporthal en de werkhuizen volgen de leerlingen het specifiek reglement opgesteld door de vakwerkgroep. (bijlage 11) 14. In bijlage vindt u het ICT-gebruikerscontract. 15. De school mag foto s of video-opnames van de leerlingen gebruiken voor het schoolkrantje, een TV- of radio-uitzending of de website van de school, indien de ouders dit niet verbieden vóór het begin van het schooljaar. 16. Piercings en tatoeages mogen niet zichtbaar gedragen worden, evenals tekens van een godsdienstige, filosofische, ideologische of politieke overtuiging. Afbeeldingen van verboden middelen of asociaal gedrag draagt men evenmin op school. 17. Elke maandagmorgen gedurende het eerste lesuur gaat Dhr. Geubbelmans de klassen rond voor de verkoop van maaltijd- en drankbonnetjes. Ook tijdens elke voormiddagspeeltijd kunnen de leerlingen bonnetjes verkrijgen bij Dhr. Geubbelmans. 18. Gezondheidsbeleid: de school wil actief kennis, vaardigheden en attitudes bijbrengen die gericht zijn op een gezonde levensstijl. (aandacht voor gezonde voeding, samenstelling lunchpakket, snoep op school, frisdank) 19. Vanzelfsprekend dient iedereen respectvol en begripvol te handelen t.o.v. elkaar. 20. Eerbied voor de natuur, voor de school en schoolomgeving, voor het schoolmateriaal en voor het eigen materiaal is ook noodzakelijk. 21. Gedrag en houding in de klas, in het toilet, op de speelplaats, worden voorgeschreven in de reglementen. De school dient leerlingen op te leiden tot succesvolle burgers. Daarom sanctioneert onze school naar het voorbeeld van maatschappelijke organisaties (bvb. Politie). 22. Je mag je eigen mening vertolken op een niet-kwetsende en aanvaardbare wijze. Je gedraagt je behoorlijk t.o.v. leeftijdsgenoten, leerkrachten, bezoekers, Daarbij besteed je aandacht aan een beleefd en correct taalgebruik. 23. In groep verplaatst men zich ordentelijk. 24. In de schoolbrochure vind je info over verzekeringen. 25. Informatie over schooltoelagen kan je op het secretariaat vinden.

127 Deel 4 Bijlagen Bijlage 1: CLB en rechten en plichten van ouders en leerlingen Bijlage 2: onderwijzend personeel Bijlage 3: AMVD personeel Bijlage 4: oudercomité Bijlage 5: schoolraad Bijlage 6: A, B, C-niveaus Bijlage 7: vakantie- en verlofregeling Bijlage 8: bijdrageregeling Bijlage 9: stageregeling Bijlage 10: rookverbod Bijlage 11: gedragsregels voor leerlingen, tuchtreglement, huishoudelijk manegereglement, veiligheidsregels en gedragsregels in de werkplaatsen, richtlijnen voor de les lichamelijke opvoeding Bijlage 12: begeleiding bij je studies Bijlage 13: pedagogisch project Bijlage 14: organogram van Campus Martinus Bijlage 15: bewijs kennisname pedagogisch project en schoolreglement Volgende bijlagen dienen terug afgegeven te worden en/of vindt u in een andere bundel: Inlichtingsformulieren, huur schoolboeken, info ziekenhuis, ICT-reglement, toelating school verlaten (blauwe kaarten), toestemming gebruik beeldmateriaal, ziekte en toedienen medicatie, medische fiche, bewijs kennisname PPGO en schoolreglement.

128 Bijlage 1: CLB en rechten en plichten van ouders en leerlingen (BERICHTGEVING aan de ouders en aan de leerlingen van 12 jaar en ouder) Wat doet een centrum voor leerlingenbegeleiding? De centra voor leerlingenbegeleiding (CLB s) begeleiden de leerlingen en de deelnemers aan de erkende vormingen. De begeleiding kan ook indirect via en in samenwerking met de ouders en de school verlopen. Zij zijn immers de eerste verantwoordelijken. Waar nodig wordt eveneens samengewerkt met andere diensten, instellingen of voorzieningen. Bij het vervullen van zijn opdracht stelt het CLB het belang van de leerling centraal. Het CLB werkt raadgevend en begeleidend, waarbij de begeleiding van het CLB waar mogelijk preventief is en waar nodig remediërend. Het CLB werkt multidisciplinair. De begeleiding van de leerlingen door het CLB situeert zich op de volgende domeinen: het leren en studeren; de onderwijsloopbaan; de preventieve gezondheidszorg; het psychisch en sociaal functioneren. Het CLB werkt gratis, discreet en onafhankelijk. Alle personeelsleden moeten het beroepsgeheim respecteren. Bijzondere doelgroepen Het CLB begeleidt prioritair en intensief die leerlingen die in hun ontwikkeling en leerproces bedreigd worden. Het CLB besteedt daarbij bijzondere aandacht aan die leerlingen die door hun sociale achtergrond en leefsituatie leerbedreigd zijn, d.w.z. bedreigd worden in hun ontwikkeling en in hun leerproces. Een gerichte samenwerking met de school, ouders en leerlingen moet leiden tot het versterken van de draagkracht van leerkrachten in het opvangen van leerlingen en leerlingensignalen en de uitbouw van een adequate vorm van leerlingenbegeleidingsstructuur. Het CLB sensibiliseert en ondersteunt de school bij haar acties op het vlak van onderwijsvoorrangsbeleid, zorgverbreding en andere projecten die als doel hebben groepen van leerlingen die leerbedreigd zijn door hun sociale achtergrond en/of hun leefsituatie maximale kansen te bieden binnen het onderwijs. Hiertoe werkt het CLB uitdrukkelijk samen met de ouders, de leerlingen en hun maatschappelijke omgeving. Samenwerking school-clb

129 Het CLB en de school stellen gezamenlijk een beleidsplan of beleidscontract op dat de samenwerking regelt voor de duur van drie jaar. Deze wordt geconcretiseerd in een afsprakennota. Het beleidsplan of beleidscontract vermeldt onder meer: de wijze waarop het CLB en de school de rechten en de plichten invullen; de concrete samenwerking tussen school en CLB; de elementen van het verzekerd aanbod waarop de school niet zal ingaan; de wijze waarop het CLB de informatie die het verzameld heeft bij de uitvoering van zijn opdracht en die relevant is voor de algemene werking van de school, aan de school bezorgt; de wijze waarop de school en het CLB elkaar informatie bezorgen die relevant is voor de leerlingenbegeleiding. Het CLB heeft recht op de relevante informatie die over de leerlingen in de school aanwezig is en de school heeft recht op de relevante informatie over de leerlingen in begeleiding. Bij dit alles wordt rekening gehouden met het beroepsgeheim, de deontologie en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Als een leerling van school verandert, behoudt het CLB zijn bevoegdheid en verantwoordelijkheid ten aanzien van die leerling tot de leerling is ingeschreven in een school die door een ander CLB wordt bediend. Als een leerling voor een bepaalde periode niet ingeschreven is in de school, behoudt het CLB zijn bevoegdheid en verantwoordelijkheid ten aanzien van die leerling tot het einde van de periode van niet- inschrijving. Begeleiding op vraag en verplichte begeleiding mogelijkheden tot verzet Leerlinggebonden aanbod als vraagsturing Het CLB werkt vraaggestuurd (op verzoek van de leerling, de ouders of de school), behalve voor de begeleiding die verplicht is. Het CLB kan zelf voorstellen tot begeleiding formuleren. Het CLB gaat in op elk verzoek van de ouder of de leerling dat betrekking heeft op het begeleidingsaanbod met het oog op het verhogen van de slaagkansen en het beperken en het voorkomen van risicogedrag van leerlingen. Het CLB stelt zijn deskundigheid ter beschikking om minstens signalen bij leerlingen, ouders en hun omgeving te herkennen en te duiden en de eerste opvang te verzorgen van leerlingen en ouders, hen preventief of remediërend te begeleiden en zo nodig adequaat door te verwijzen. Als een school aan het CLB vraagt om een leerling te begeleiden, beperkt het CLB zich tot een aanbod tot begeleiding. Het CLB zet in dat geval de begeleiding alleen voort als de leerling hiermee instemt, op voorwaarde dat hij in staat is tot een redelijke beoordeling van zijn belangen. Leerlingen van 12 jaar of ouder worden geacht hiertoe in staat te zijn. Zoniet wordt de begeleiding alleen voortgezet mits de ouders ermee instemmen. Schoolondersteuning als verzekerd aanbod De regering verplicht het CLB tot het voorstellen van vormen van begeleiding voor deelgroepen van leerlingen, ouders en scholen. Het staat hen vrij om al dan niet op dit verzekerd aanbod in te gaan. Informatieverstrekking

130 Preventieve gezondheidszorg Het CLB neemt initiatieven om de gezondheid, groei en ontwikkeling van de leerlingen te bevorderen, te bewaken en te behouden. Het CLB organiseert algemene, bijzondere en gerichte consulten om systematisch en vroegtijdig stoornissen op te sporen op het vlak van gezondheid, groei en ontwikkeling zodat de leerling of de ouders tijdig deze stoornissen kunnen laten behandelen. Wij bevelen de aanwezigheid van de ouders bij het algemene consult bij leerlingen uit het tweede jaar kleuteronderwijs of, voor het buitengewoon onderwijs, het kalenderjaar waarin de kleuter vijf jaar wordt, ten zeerste aan. Het CLB kan bij individuele leerlingen een medisch onderzoek uitvoeren: 1 als vorm van nazorg na een algemeen, een gericht of een bijzonder consult; 2 op verzoek van de leerling, de school of de ouders; 3 op eigen initiatief. Het CLB neemt ten aanzien van de leerlingen maatregelen om het ontstaan van sommige besmettelijke ziekten te beletten, onder meer door vaccinaties. Het CLB neemt ten aanzien van de leerlingen en het schoolpersoneel profylactische maatregelen om het verspreiden van besmettelijke ziekten tegen te gaan. Vaccinaties Het CLB gaat minstens naar aanleiding van de algemene en gerichte consulten de vaccinatiestaat na van alle begeleide leerlingen. De meerderjarige leerling of de ouders, de voogd of de persoon die de minderjarige leerling onder zijn hoede heeft, wordt schriftelijk geïnformeerd door het CLB over de aard en de bedoeling van de aangeboden vaccinatie. Het CLB dient de vaccinatie toe nadat het hiervoor van de meerderjarige leerling of de ouders, de voogd of de persoon die de minderjarige leerling onder zijn hoede heeft de schriftelijke toestemming gekregen heeft. Deze toestemming kan worden gegeven voor meerdere vaccinaties tegelijk, maar is niet langer dan twee jaar geldig. Het CLB houdt van iedere begeleide leerling de vaccinatietoestand bij. De beschikbare vaccinatiegegevens worden op verzoek en minstens in het schooljaar van toediening schriftelijk meegedeeld aan de meerderjarige leerling of de ouders, de voogd of de persoon die de minderjarige leerling onder zijn hoede heeft. Op verzoek worden de beschikbare gegevens tevens meegedeeld aan de behandelend arts. Bijzondere consulten De bijzondere consulten (medische onderzoeken, individueel of collectief georganiseerd voor leerlingen uit het buitengewoon onderwijs en het deeltijds beroepssecundair onderwijs evenals, onder de voorwaarden door de regering bepaald, voor andere leerlingen) behoren tot het verzekerd aanbod.

131 Verplichte begeleiding Preventieve gezondheidszorg Algemene en gerichte consulten, profylactische maatregelen De leerlingen, de ouders en de scholen zijn verplicht om mee te werken aan de algemene consulten (periodieke algemene leeftijdsspecifieke medische onderzoeken, collectief georganiseerd voor alle leerlingen), de gerichte consulten (collectief georganiseerde medische onderzoeken, gericht op bepaalde gezondheidsaspecten van een welomschreven doelgroep van leerlingen) en de profylactische maatregelen. Wanneer bij leerlingen een besmettelijke ziekte wordt vastgesteld, zijn de ouders verplicht de arts van het CLB hierover in te lichten. Het CLB zal via de school de nodige stappen zetten om verspreiding hiervan te voorkomen of te beperken. Het zal de bevoegde instanties hiervan op de hoogte brengen. Verzet tegen het uitvoeren van een algemeen of gericht consult door een bepaalde arts van het CLB De ouders of de leerling vanaf 12 jaar kunnen zich verzetten tegen het uitvoeren van een algemeen of gericht consult door een bepaalde arts van het CLB. Het verzet wordt schriftelijk meegedeeld aan de directeur van het CLB via een aangetekende brief of tegen afgifte van een ontvangstbewijs. Het verzet is getekend en gedateerd. In dit geval wordt het consult uitgevoerd door ofwel een andere arts van hetzelfde CLB ofwel door een arts van een CLB naar keuze, ofwel door een arts die niet tot een CLB behoort, maar wel in het bezit is van het hiertoe door de regering bepaalde bekwaamheidsbewijs. De persoon die verzet heeft aangetekend is verplicht de consulten te laten uitvoeren binnen een termijn van negentig dagen, met ingang van de datum waarop de aangetekende brief werd verzonden of met ingang van de datum die op het ontvangstbewijs werd vermeld. Indien het algemeen of het gericht consult niet wordt uitgevoerd door een arts van het CLB dat de school begeleidt, bezorgt de arts van het ander CLB of de arts die niet tot een CLB behoort, de bevindingen aan een arts van het CLB waarbij de school is aangesloten. De arts die de consulten heeft uitgevoerd, bezorgt binnen vijftien dagen na datum van elk consult het verslag van dat consult aan de arts van het CLB die de school van de betrokken leerling begeleidt. De kosten voor een consult dat niet wordt uitgevoerd door een arts van het CLB, zijn ten laste van de betrokken leerlingen en hun ouders. Begeleiding in het kader van de controle op de leerplicht Het CLB begeleidt leerplichtige jongeren die, behoudens ingeval van huisonderwijs, niet zijn ingeschreven in een school of voor de leerplicht erkende vorming, of die zijn ingeschreven maar die deze school niet regelmatig bezoeken. Deze begeleiding heeft tot doel de minderjarige met leerplichtproblemen opnieuw in te schakelen in het onderwijsproces zodat hij opnieuw voldoet aan de bepalingen inzake leerplicht. Een instemming van de betrokken

132 leerling of zijn ouders is dan niet vereist. Als de betrokken leerling of zijn ouders niet ingaan op de initiatieven van het CLB, meldt het CLB dit aan de bevoegde instantie. Multidisciplinair dossier Het CLB legt voor elke leerling voor wie een begeleiding wordt gestart, één multidisciplinair dossier aan. Het dossier bevat o.a. volgende gegevens: administratieve gegevens, registratie van de medische consulten, vaccinatiegegevens, gegevens over de leerplichtbegeleiding en andere gegevens van de begeleiding van leerlingen. De directeur van het centrum is verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens van het multidisciplinair dossier, met uitzondering van de persoonsgegevens die de gezondheid betreffen. De verantwoordelijkheid voor het verwerken van persoonsgegevens die de gezondheid betreffen valt onder de bevoegdheid van een beroepsbeoefenaar die in het centrum werkt. Toegankelijkheid van de gegevens van het multidisciplinair dossier voor de CLBpersoneelsleden Elke CLB-medewerker heeft, als hij betrokken is bij de begeleiding van de leerling in kwestie, toegang tot alle gegevens. In het belang van de leerling, de ouders of ter vrijwaring van de rechten van derden kunnen in volgende gevallen de gegevens ontoegankelijk gemaakt worden voor de CLB-personeelsleden die betrokken zijn bij de begeleiding van een bepaalde leerling: Op vraag van de bekwame minderjarige leerling Op vraag van de bekwame meerderjarige leerling Op verzoek van de ouders, in eigen naam of namens de niet-bekwame minder- of meerderjarige leerling Ambtshalve, in uitzonderlijke gevallen die moeten worden gemotiveerd. Raadpleging van de gegevens uit het multidisciplinair dossier Leerlingen en hun ouders hebben recht op toegang tot de gegevens van het multidisciplinair dossier die henzelf betreffen. Deze toegang kan in principe door rechtstreekse inzage van het dossier onder begeleiding van een CLB medewerker. Er zijn wettelijk een aantal uitzonderingen op het recht op toegang tot bepaalde gegevens in het dossier. Vb: gegevens die door derden worden aangeleverd en als vertrouwelijk worden bestempeld zijn niet toegankelijk. Voor meer informatie kan u terecht bij het CLB dat de school van de leerling begeleidt. Overdracht van gegevens uit het multidisciplinair dossier Bij schoolverandering draagt de directeur van het centrum het dossier over aan het centrum dat de leerling begeleidt. De bekwame minder- of meerderjarige leerling en/of zijn ouders in eigen naam of namens de niet-bekwame minder- of meerderjarige leerling, kunnen verzet

133 aantekenen tegen de overdracht van het dossier. Een leerling vanaf 12 jaar wordt vermoed bekwaam te zijn. Dit verzet moet schriftelijk ingediend worden binnen een termijn van 10 dagen na de mededeling waarin de ouders of de leerling op de hoogte worden gebracht van de geplande overdracht. Het verzet kan geen betrekking hebben op de overdracht van identificatiegegevens, de vaccinatiegegevens, de gegevens in het kader van de verplichte begeleiding van leerlingen met leerplichtproblemen, de vaccinatiegegevens, de gegevens in het kader van de algemene, de gerichte en de bijzondere consulten en de medische onderzoeken. Het CLB en de CLB-medewerkers mogen enkel in het belang van de leerling gegevens uit het multidisciplinair dossier bezorgen aan de volgende derden: 1 het betrokken schoolpersoneel voor wat betreft de gegevens die nodig zijn om hun taak naar behoren te kunnen vervullen 2 aan anderen om een verplichting na te komen die opgelegd wordt krachtens een wettelijke verplichting, of op gemotiveerd verzoek of na schriftelijke toestemming van de bekwame minder- of meerderjarige leerling of de ouders in eigen naam of in naam van de niet bekwame minder- of meerderjarige leerling. Vernietiging van de gegevens uit het multidisciplinair dossier De multidisciplinaire dossiers worden door het centrum bewaard tot ten minste tien jaar na de datum van het laatst uitgevoerde consult of vaccinatie. Daarna start de directeur de geëigende procedure tot vernietiging (behalve voor de dossiers die volgens procedure worden opgevraagd door en overgedragen aan het Rijksarchief), maar niet voor de betrokkene de leeftijd van 25 jaar heeft bereikt. In afwijking van het eerste lid, worden gegevens van leerlingen die hun studieloopbaan beëindigd hebben in het buitengewoon onderwijs, bewaard tot op het ogenblik dat betrokkene de leeftijd van 30 jaar bereikt. Informatieplicht van het CLB inzake het multidisciplinair dossier De directeur draagt er zorg voor dat betrokken leerling en de ouders op gepaste wijze worden geïnformeerd over de dossiergegevens. Als er betwisting mocht zijn over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer kan men zich wenden tot: Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer Hoogstraat Brussel Tel.: 02/ Klachtenprocedure Voor klachten over het CLB waar het beroepsgeheim van de CLB-personeelsleden niet in het geding is, gelden dezelfde bepalingen als deze die gelden voor de school. Deze zijn opgenomen in de zogenaamde algemene klachtenprocedure van het schoolreglement.

134 Indien u een klacht heeft over het CLB en het beroepsgeheim van de CLB-personeelsleden is wél in het geding, dan geldt de volgende procedure. Klachten over de werking van het CLB of over een concrete handeling of beslissing van een personeelslid, dienen kort na de feiten gemeld te worden aan de directeur van het CLB en met hem te worden besproken. Wordt na overleg met de directeur niet tot een akkoord gekomen, dan kan men schriftelijk klacht indienen bij de directeur van het CLB. Binnen een termijn van 10 kalenderdagen zendt de directeur de klager een ontvangstbevestiging waarbij hij informatie verstrekt inzake de behandeling van de klacht. Indien de klacht afgewezen wordt brengt hij de klager hiervan op de hoogte en wordt dit gemotiveerd. De directeur start een onderzoek naar de gegrondheid van de klacht. Na het onderzoek stuurt hij de klager een brief met een samenvatting van het onderzoek en zijn gemotiveerde bevindingen inzake de klacht. De directeur behandelt de klacht binnen een termijn van 45 kalenderdagen na ontvangst van de klacht. Deze klachtenprocedure schorst de beslissingen waartegen klacht ingediend wordt niet op. Contactgegevens Het CLB is gesloten van 15 juli tot en met 15 augustus, op zaterdagen en zondagen en op de wettelijke en decretale feestdagen. De CLB s zijn gesloten tijdens de kerstvakantie en de paasvakantie, uitgezonderd de eerste maandag en de tweede vrijdag van de kerstvakantie. Indien deze openingsdagen respectievelijk gelijk vallen met 25 of 26 december of met 1 of 2 januari, dan worden ze verplaatst naar de datum binnen de kerstvakantie die hierbij het dichtste aansluit. Directeur: Paul Van Genechten 0478/ clb16@g-o.be Het CLB kan na 17 uur worden geconsulteerd op de centrale zetel. ADRES CLB: Sint-Martinusstraat Bilzen Tel.: 089/ Centrale zetel CLB: Tongeren - Sint-Truiden: Sacramentstraat Tongeren Website: Het CLB-team staat steeds open voor uw vragen, wensen om een toelichting en/of bemerkingen.

135 Bijlage 2: Onderwijzend personeel de heer Aerts Ben 0479/ mevrouw Allemand Ann 0474/ de heer Appermans Mario 012/ mevrouw Bachiri Nadia 0479/ mevrouw Baeten Carmen 0499/ mevrouw Baeten Helga 0499/ mevrouw Beunckens Ria 089/ de heer Billen Stijn 0473/ mevrouw Bollen Vicky 0485/ mevrouw Brepoels Gabriëlle 089/ de heer Caberg Philippe 011/ de heer Caliskan Murat 0477/ mevrouw Coppin Muriel 0479/ mevrouw Dello Ilse 0472/ de heer Dewaelheyns Dirk 011/ mevrouw Dexters Els 0479/ mevrouw Dreessen Liesbeth 0486/ mevrouw Fabry Lindsy 0495/ mevrouw Gathy Dominique 011/ de heer Gerets Johan 0476/ de heer Geubbelmans Krijn 0485/ mevrouw Gielen Hilde 0478/ de heer Hansen Chrétien 0485/ De heer Hansen Philippe 0488/ mevrouw Hauben Nicole 012/ mevrouw Hayen Ingrid 0496/ de heer Henno Roel 012/ de heer Hermans Aaron 0479/ de heer Hollanders Stefan 0475/ de heer Jans Patrick 012/ de heer Jansen Paul 012/ mevrouw Jorissen Katja 012/ mevrouw Jorissen Kirsten 012/ mevrouw Jorissen Marleen 089/ mevrouw Jorissen Sofie 0477/ de heer Lambrichts Geert 0495/ de heer Leën Gerrit 012/ de heer Liesens Bert 0479/ de heer Loverix Kevin 0475/ mevrouw Lowet Karolien 012/ mevrouw Martens Margriet 0477/173523

136 mevrouw Martens Maria 089/ de heer Michiels Chrétien 012/ mevrouw Mulleners Sonja 0497/ de heer Nijs Kristof 012/ mevrouw Nulens Rita 011/ de heer Oosterbosch Ronnie 0471/ de heer Otte Willem 011/ de heer Peters Bart 0477/ mevrouw Put Inge 011/ mevrouw Reynders Liesbeth 011/ mevrouw Reynders Monique 012/ de heer Roemers Guy 012/ De heer Roemers Yannick 0468/ mevrouw Roosen Caroline 089/ de heer Rost Ludwig mevrouw Schreiber Miriam 0474/ mevrouw Sdao Maria 0495/ de heer Sillen Frank 089/ mevrouw Smeets Stefanie 0473/ mevrouw Stinkens Kristel 013/ mevrouw Thevissen Katrien 012/ mevrouw Thijs Marleen 0495/ de heer Vandersmissen Guy 012/ mevrouw Van Mulders Christine 012/ mevrouw Vanrusselt Elisabeth 089/ mevrouw Vanrusselt Karen 089/ de heer Vanrusselt Ruben 0479/ mevrouw Verlinden Debby 0475/ mevrouw Vissers Katleen 0477/ mevrouw Vliegen Lize 0495/ De heer Vreven Sander 0477/ mevrouw Wauters Sigrid 012/ mevrouw Wilmots Sabine 011/ de heer Wouters Guy 089/ mevrouw Wouters Hannelore 089/ mevrouw Zarioh Nahima 0487/549925

137 Bijlage 3: AMVD-personeel 1. Bernard Paul 2. Boi Palmerio 3. Boudou Hanan 4. Bosch Arlette 5. Bouveroux Leon 6. Cloesen Egide 7. Colson Heidi 8. De Schepper Jessika 9. Hermans Linda 10. Janssen Marie Josee 11. Loisen Renilde 12. Princen Maggy 13. Princen Marijke 14. Schorpion Maria 15. Swinnen Agnes 16. Theunissen Carine 17. Vuurstaek Veronique

138 Bijlage 4: Het oudercomité 1. Beckx Corine Dell 18, 3740 Bilzen 2. Broux Sabrina Brugstraat 44/3, 3740 Bilzen 3. Cops Tilly Koorstraat 24, 3510 Kermt 4. Houbrechts Sandra Paardskerkhofstraat 37, 3740 Bilzen 5. Juvyns Annick Leeuwerikstraat 1, 3740 Bilzen 6. Laporte Marleen Sint-Antoniusstraat 4A, 3740 Bilzen 7. Maesen Daniella Zuurbeemdlaan 9, 3740 Bilzen 8. Noelmans Cindy Nieuwstraat 3, 3740 Bilzen 9. Roosen Caroline Rooi 14, 3740 Bilzen 10. Stulens David Tweevoetjesweg 12/6, 3740 Bilzen 11. Vandebosch Nadia Stationslaan 35/12, 3740 Bilzen 12. Van der Wijst Kristel Pasweg 35, 3740 Bilzen 13. Vanrusselt Elisabeth Martenslindestraat 59, 3740 Bilzen 14. Wauters Sigrid Heukelom-Dorp 44, 3770 Riemst

139 Bijlage 5: De schoolraad De schoolraad, waarvan het inrichtingshoofd automatisch deel uitmaakt, wordt om de vijf jaar samengesteld. Er worden drie leden rechtstreeks door de ouders verkozen alsook drie personeelsleden die op hun beurt twee leden coöpteren. - Directeur middelbaar onderwijs, mevr. Elisabeth Vanrusselt - Afgevaardigden van het onderwijzend personeel: Mevr. Caroline Roosen, lerares geschiedenis Mevr. Marleen Thijs, lerares wetenschappen Mevr. Marie-Jeanne Martens, lerares T.O. en Mode - Afgevaardigden van de ouders: Mevr. Kristien Vanalme Dhr. Philippe Croux Dhr. David Stulens - Gecoöpteerde leden: Mevr. Carine De Bock Dhr. Geert Koninckx, voorzitter

140 Bijlage 6: A, B, C-niveaus Tijdens de controle vanwege de inspectie van het departement onderwijs, hebben wij als school de hoogste quotering gekregen voor leerwinst en welbevinden van het kind. Nochtans stellen wij vast dat de meeste ouders wel op de hoogte zijn van de inspanningen die onze school levert ten bate van de leerling met leerachterstand, maar niet bekend zijn met de specifieke methodieken voor méér- of hoogbegaafden. Om deze binnenklasdifferentiatie te verduidelijken zullen we in de toekomst werken met A, B en C-niveaus. In de rapporten vindt U vanaf de eerste examenperiode en de tweede evaluatie dagelijks werk, een cijfer, gevolgd door het A, B of C-niveau en de betrokken commentaar. Wat betekenen deze niveaus? A Hoogste niveau dat vooral kan behaald worden via extra taken en/of inzichtelijk werk. Dit niveau is nodig voor leerlingen die in het ASO een zware studierichting willen volgen in de 2de en 3de graad, zoals Latijn-wiskunde, Latijn-wetenschappen, Wiskundewetenschappen, Wiskunde-moderne talen Onze doelstelling is genoeg inzicht en werklust verwerven om universitaire studies te kunnen aanvatten. B Gemiddeld ASO-niveau, om eender welke richting te kunnen aanvatten in ASO en TSO. De voornaamste doelstelling is voldoende basiskennis en inzicht verwerven om hoger onderwijs aan te kunnen C Minimumniveau om te kunnen slagen in de eerste graad A met een A- of B-attest. Hoe bereik je deze niveaus? A De leerling lost alle gestelde vragen op en maakt alle extra taken (A,B,C). De toetsen bevatten minstens 30% inzichtsvragen. B De leerling lost 80% van de gestelde vragen op. Naargelang het vak wordt eveneens het extra B-gedeelte verwerkt. Bijvoorbeeld : Als je een toets krijgt met 10 vragen, kan je 10/10 behalen als je 8 antwoorden juist hebt opgelost. C De leerling kiest 60% van de gestelde vragen en/of verwerkt enkel het C-gedeelte (= basiskennis minimum). Als je een toets krijgt met 10 vragen, kan je 10/10 behalen als je 6 vragen juist hebt opgelost.

141 Opmerking : Voor bepaalde vakken zoals geschiedenis, werd reeds de hele leerstof herwerkt volgens A, B of C-niveau. In de werkstructuur wordt dus al duidelijk op welke wijze geëvalueerd wordt. Bijvoorbeeld : Alle leerlingen krijgen dezelfde minimumbasistoets, maar de A en B-leerlingen moeten een uitbreidingsmodule verwerken. De klasgemiddelden verschijnen niet meer op het rapport omdat de leerlingen verdeeld worden over de 3 niveaus. Tijdens de eerste rapportperiode worden de leerlingen geobserveerd en wordt het niveau per vak toegekend op basis van intelligentie of bekwaamheid. Leerlingen die voldoende bekwaam zijn maar te weinig studeren, kunnen door de leerkracht, in samenspraak met de ouders, verplicht worden om A of B-niveaus te verwerken. Wij hopen dat U hierbij voldoende geïnformeerd werd over ons intern kangoeroesysteem (= term die gebruikt wordt in de klasjes voor hoog-begaafden). Onze voornaamste doelstelling is immers een goede school te zijn voor ieder kind en ook tegemoet te komen aan de noden van kinderen meteen hogere intelligentie.

142 Bijlage 7: Vakantie- en verlofregeling Hervatting der lessen: maandag 1 september 2014 om 9u 2. Herfstvakantie: van maandag 27 oktober tot en met zondag 2 november 2014 dinsdag 11 november (Wapenstilstand) 3. Wintervakantie: van maandag 22 december tot en met zondag 4 januari Krokusvakantie: van maandag 16 februari tot en met zondag 22 februari Lentevakantie: van maandag 6 april tot 2015 tot en met zondag 19 april Vrije dagen van het derde trimester: vrijdag 1 mei 2015 (Feest van de arbeid) donderdag 14 mei 2015 en vrijdag 15 mei 2015 (Hemelvaart) maandag 25 mei 2015 (Pinkstermaandag) 7. Facultatieve dag: maandag 10 november Kindvrije dagen: woensdag 8 oktober 2014, vrijdag 19 december 2014, vrijdag 3 april Proclamatie: vrijdag 26 juni Examenperiodes: dinsdag 2 december 2014 t/m dinsdag 16 december 2014, dinsdag 9 juni 2015 t/m dinsdag 23 juni Ouderavonden: vrijdag 24 oktober 2014, donderdag 18 december 2014, donderdag 2 april 2015, maandag 29 juni Schoolreis: maandag 29 juni 2015 Einde schooljaar: dinsdag 30 juni 2015

143 Bijlage 8: Bijdrageregeling Geachte ouder Aangezien we gemerkt hebben dat er in het verleden problemen waren met het betalen van de schoolkosten, hebben we de werkwijze voor de betalingen vanaf schooljaar gewijzigd zodanig dat er een betere spreiding van de kosten is. Nieuwe spreiding van het schoolgeld September: werkboeken, veiligheidskledij, Te betalen aan de verschillende leerkrachten. Indien dit niet betaald wordt, krijgen de leerlingen de werkboeken of kledij niet mee ASO: ong. 200,00 à 250,00 EURO TSO: ong. 200,00 EURO BSO: ong. 100,00 EURO 2. Oktober: technisch materiaal, verbruiksgoederen, huur sportaccommodaties, Te betalen aan de school IBAN BE (BIC: GKCCBEBB) TSO: 100,00 EURO BSO: 100,00 EURO (uitgezonderd studierichtingen mode en paardrijden) 3. November: huur handboeken, agenda, kopieën, zwemgeld (inclusief 1 LO-T-Shirt per jaar) Te betalen aan de school IBAN BE (BIC: GKCCBEBB) ASO, TSO, BSO: 100,00 EURO Stappenplan bij wanbetaling 1. In oktober krijgt u de eerste factuur van de school samen met eventuele openstaande rekeningen van vorig schooljaar 2. In november krijgt u de tweede factuur van de school samen met een eventuele rappel van de eerste factuur 3. Begin februari krijgt u een tweede rappel van de openstaande rekeningen met vermelding van de aanmaningskosten van 50,00 EURO voor toekomstige aangetekende zendingen 4. Begin april krijgt u een derde rappel, er wordt dossier voor wanbetaling geopend 5. Begin juni krijgt u een aangetekende zending met de openstaande kosten en een nieuwe factuur met 50,00 EURO aanmaningskosten, het dossier wordt aangevuld 6. Begin juli krijgt u een aangetekende herinnering voor een totaal van alle facturen, het dossier wordt aangevuld 7. In augustus wordt het dossier doorgegeven aan de Financiële Overheidsdienst Financiën (FOD). Het FOD zal zelf een aantal brieven sturen alvorens zij een deurwaarder inschakelen. 28 Exclusief: stalgeld en verzorging van de paarden; uniform; extra cursussen zoals EHBO, VTS, ; studie- en schoolreizen; aankoop stoffen; werkstukken specialisatiejaren.

144 Bijlage 9: Stageregeling STAGEREGLEMENT Artikel 1. Tenzij anders vermeld, is dit reglement van toepassing : - op alle leerlingen van het voltijds secundair onderwijs, met inbegrip van de leerlingen van het Se-n-Se, en op alle cursisten van de opleiding verpleegkunde van het hoger beroepsonderwijs (*) die een stageperiode volbrengen in het kader van hun schoolopleiding ; - op alle leerlingen van het Se-n-Se, en op alle cursisten van de opleiding verpleegkunde van het hoger beroepsonderwijs die, al dan niet volledig tijdens de bezoldigde arbeidstijd, een stageperiode volbrengen in het kader van hun schoolopleiding ; - op de directeurs van deze scholen ; - op de stagegevers. Art. 2. De leerling-stagiair blijft onderworpen aan het gezag van de directeur van de school of zijn afgevaardigde. Art. 3. De leerling-stagiair voert stipt doch enkel de in de stageactiviteitenlijst voorgeschreven opdrachten uit onder leiding en toezicht van de stagementor (**). Hij heeft het recht de uitvoering te weigeren van taken die niet in de stageactiviteitenlijst voorzien zijn of die zijn fysische of psychische mogelijkheden te boven gaan of die strijdig zijn met onderhavig reglement. Hij maakt hiervan omstandig melding in zijn stageschrift. Bij betwistingen terzake is het oordeel van de stagebegeleider doorslaggevend. De leerlingstagiair mag steeds contact opnemen met de stagebegeleider. Art. 4. De stageprestaties van de leerling-stagiair worden niet bezoldigd. Eventueel mogen de aan de leerlingenstage verbonden kosten terugbetaald worden. Art De leerling-stagiair volgt de werktijden van de stageverlenende organisatie. 2. Hij begeeft zich naar de stageplaats op de gestelde dagen en binnen de gestelde uren, overeenkomstig de leerlingenstageovereenkomst. 3. Hij verwittigt de directeur van de onderwijsinstelling onmiddellijk van de feiten die de afwezigheid op de stageplaats kunnen rechtvaardigen. De directeur van de onderwijsinstelling brengt de stagegever hiervan onmiddellijk op de hoogte. Andere dan de door de directeur van de onderwijsinstelling gemelde afwezigheden worden zo vlug mogelijk door de stagegever aan de directeur van de onderwijsinstelling meegedeeld.

145 Art. 6. De leerling-stagiair dient zich welvoeglijk en voorkomend te gedragen tegenover de stagegever en zijn werknemers. Art De stagegever zal de leerling-stagiair het nodige materiaal en materieel ter beschikking stellen en laten gebruiken overeenkomstig de modaliteiten van onderhavig reglement. 2. Indien het gebruik van bepaalde agentia of uitvoeren van bepaalde werkzaamheden of handelingen op bepaalde plaatsen niet kan worden toegelaten, zal dit blijken uit de risicoanalyse. De stageactiviteitenlijst moet derhalve opgesteld worden aan de hand van de inhoud van de risicoanalyse. 3. De leerling-stagiair is verplicht het hem overeenkomstig dit artikel toevertrouwde materieel en ongebruikte materiaal in goede staat terug te geven. Hij is niet verantwoordelijk voor de beschadigingen of de sleet toe te schrijven aan het regelmatig gebruik van het materieel. Hij is evenmin verantwoordelijk voor het gebrekkig werk te wijten aan zijn onhandigheid of onervarenheid. De in deze paragraaf bedoelde schadegevallen zijn ten laste van de stagegever. 4. De wettige vertegenwoordigers van de minderjarige leerling-stagiair of de meerderjarige leerling-stagiair zelf, zijn aansprakelijk voor de schade ontstaan uit zijn daartoe opzettelijk gestelde daden. De overtreding van het stagereglement wordt met opzet gelijkgesteld. De directeur van de onderwijsinstelling dient onmiddellijk in kennis te worden gesteld van deze schade. 5. Voor andere dan de in de paragrafen 3 en 4 vermelde beschadigingen door toedoen van de leerling-stagiair veroorzaakt, dient een verzekering gesloten te worden vóór de aanvang van de stageperiode en waarvan de kosten gedragen worden door de onderwijsinstelling. De directeur van de onderwijsinstelling dient onmiddellijk in kennis te worden gesteld van deze schade. Art. 8. De leerling-stagiair houdt een stageschrift bij dat hij op regelmatige tijdstippen laat viseren door de stagementor en de stagebegeleider. Art. 9. De leerling-stagiair en de stagebegeleider zijn gehouden het beroepsgeheim eigen aan de sector waarin de leerlingenstage wordt volbracht, te eerbiedigen en zich te onthouden van enigerlei handeling die de goede naam of de bedrijvigheid van de stagegever zou kunnen schaden ; deze verplichting duurt voort na de stageperiode. Art De stagegever of de stagementor staat in voor het onthaal van de leerling-stagiair op de stageplaats. 2. De leerling-stagiair is verplicht het arbeidsreglement en de voorschriften eigen aan de onderneming en/of sector na te leven. De stagegever of de stagementor ziet hierop nauwgezet toe.

146 Art De stagegever is aansprakelijk ingevolge overtredingen van zijnentwege van het stagereglement. 2. De stagegever dient de in de sector vigerende bepalingen inzake arbeidsduur te respecteren in hoofde van de leerling-stagiair. Art. 12. De stagegever dient aan de stagebegeleider vrije toegang te verlenen tot de stageplaats, teneinde de activiteiten van de leerling-stagiairs te plannen, te organiseren, te begeleiden en te bespreken. Hij zal de stagebegeleider op de overeengekomen wijze de inlichtingen verstrekken die noodzakelijk zijn voor de evaluatie van de leerling-stagiairs en de stageorganisatie in het algemeen. Art. 13. De stagegever heeft het recht om : 1 te informeren naar de reden van afwezigheid van de leerling-stagiair op de stageplaats ; 2 een stagementor naar zijn keuze aan te stellen ; 3 de leerlingenstageovereenkomst te verbreken : - indien de leerling-stagiair opzettelijk zware schade veroorzaakt of herhaald onwettig afwezig is of zware inbreuken pleegt tegen het stagereglement of wangedrag vertoont ; - bij overmacht ; - bij onvoldoende begeleiding door de school. Een verbreking is slechts geldig indien zij gemotiveerd en schriftelijk gebeurt. Art. 14. De directeur van de onderwijsinstelling dient één of meer stagebegeleiders aan te duiden, belast met een grondige voorbereiding van en een adequate begeleiding en toezicht op de leerlingenstages. Art. 15. De directeur van de onderwijsinstelling dient onmiddellijk in kennis te worden gesteld van arbeidsongevallen overkomen aan de leerling-stagiair. Wat de toepassing van de arbeidsongevallenwet betreft treedt de inrichtende macht van de onderwijsinstelling immers op als werkgever, onder meer wat het afsluiten van een arbeidsongevallenverzekering betreft tot dekking van de risico s van de leerlingenstages. Wat de toepassing van de wet welzijn op het werk, de Codex en het ARAB (onder meer het aangeven van ernstige en zeer ernstige arbeidsongevallen) betreft, treedt daarentegen de stagegever als werkgever op. Art De directeur van de onderwijsinstelling kan, op eigen initiatief of op vraag van de stagebegeleider, de leerlingenstageovereenkomst opschorten : - bij zware inbreuken van de stagegever tegen het stagereglement ;

147 - wanneer de fysische of geestelijke gezondheid van de leerling-stagiair gevaar loopt ; - wanneer de leerlingenstage inefficiënt of onnuttig is ; - bij onvoldoende begeleiding door de stageverlenende organisatie. 2. De directeur van de onderwijsinstelling beslist, na de opschorting, over het al dan niet verbreken van de leerlingenstageovereenkomst. Een verbreking is slechts geldig indien zij gemotiveerd en schriftelijk gebeurt. Art. 17. De leerling-stagiair kan de leerlingenstageovereenkomst niet eigenmachtig verbreken. Art. 18. De stagegever mag alle nuttige inlichtingen betreffende de leerling-stagiair inwinnen bij de stagebegeleider. Art. 19. In geval van staking, technische of economische werkloosheid, of overmacht, dient de stagegever de leerling-stagiair terug te sturen naar de school. Hij meldt dit onmiddellijk aan de directeur van de onderwijsinstelling (*) voor het vervolg van het stagereglement worden deze cursisten gevat door het begrip "leerling-stagiair" ; (**) voor de studierichtingen verzorging, kinderzorg, thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige en verpleegkunde vermelden : "de stagementor of de stagebegeleider" ;

148 Bijlage 10: Rookverbod De afspraken in verband met het rookverbod, de controle op het naleven ervan en de mogelijke sancties bij overtreding zijn een verplicht onderdeel van het schoolreglement (Decreet van 6 juni 2008 houdende het instellen van een rookverbod in onderwijsinstellingen en CLB s). Er geldt een algemeen rookverbod: binnen het leerplichtonderwijs (kleuter/lager/secundair) én de centra voor leerlingenbegeleiding binnen de gebouwen geldt altijd, overal en voor iedereen een rookverbod. Ook ouders, derden of bv. een aannemer die werken komt uitvoeren, vallen onder dit rookverbod. Rooklokalen zijn verboden. binnen de campus: het rookverbod geldt overal en voor iedereen tussen 6.30 u. en u. (campus = het volledige schooldomein zoals bekend bij het kadaster) Dus ook cursisten die in de schoolgebouwen avondles volgen: in het gebouw verboden, op de speelplaats ook tot u. extra muros: het rookverbod geldt overal en voor iedereen tussen 6.30 u. en u. Bijvoorbeeld op schoolreis wordt er door niemand gerookt, maar dit kan men uiteraard niet afdwingen van derden (binnen het schooldomein wel). Uitzondering: leerlingen op een stageplaats vallen onder het reglement van de locatie waar ze zich bevinden. Een leerling die stage loopt waar tijdens pauzes op de parking gerookt mag worden, mag dat dus volgens het decreet. Informatie hierover wordt gegeven via affiches, borden in de school. Het naleven van dit rookverbod wordt streng gecontroleerd. Controle op het naleven en mogelijke sancties: 1 ste maal: de leerling krijgt een waarschuwing. 2 de maal: de leerling schrijft een opstel van 4 bladzijden over de gevaren van het roken. 3 de maal: de leerling krijgt een strafstudie Blijvende overtredingen kunnen leiden tot uitsluiting en melding bij de politie.

149 Bijlage 11: Gedragsregels voor leerlingen A. Algemeen 1. Elke leerling is tussen 8.30 uur en uur aan het gezag van de directie, het opvoedkundig personeel en elke leerkracht (zowel van kleuter-, basis- als middelbaar onderwijs) onderworpen. 2. Elke leerling die tijdens de lesuren buiten de school een leerkracht ontmoet, mag ter verantwoording aangesproken worden. 3. De leerlingen dragen een behoorlijke kledij en haartooi, aangepast aan de schoolomstandigheden. Hierbij dient tevens de neutraliteit gerespecteerd te worden. 4. Voorwerpen, vreemd aan les of school (bv. walkman), mogen niet meegebracht worden. 5. Roken op school is niet toegestaan. 6. Tijdens de lesuren mogen de leerlingen de klas niet verlaten, tenzij met schriftelijke toestemming van de betrokken leerkracht of in een noodgeval. 7. Tijdens de pauzes bevinden de leerlingen zich niet in de gangen of een leslokaal, tenzij met toestemming van een toezichthoudende leerkracht. 8. Leerlingen dienen de leerkrachten en al het andere personeel alsook hun medeleerlingen in beleefde en verzorgde taal aan te spreken. 9. Elke klas kiest een monitor en een hulpmonitor onder begeleiding van de klastitularis: een leerling die als afgevaardigde van de klas in bepaalde omstandigheden het woord voert of de leiding op zich neemt, de tucht bewaart waar dat nodig blijkt en de modelagenda aanbiedt aan elke leraar. 10. Tijdens het studie-uur is de leerling verplicht opdrachten van het toezichthoudend personeelslid uit te voeren. 11. Bezit of gebruik van verboden genotsmiddelen leidt tot definitieve uitsluiting. 12. GSM s moeten steeds uitgeschakeld zijn en dienen enkel om ouders te bereiken op weg naar en van de school. B. Op weg naar en van de school 1. De leerlingen volgen de veiligste en kortste weg. 2. Ze gedragen zich onderweg volgens de regels der beleefdheid. 3. Ze troepen niet samen op straathoeken, bij het station of in het ziekenhuis. 4. Ze begeven zich onmiddellijk naar het sportplein via de ingang aan de fietsenstalling. 5. Tijdens de lesuren evenals om uur wordt steeds de hoofdingang van de school gebruikt aan het secretariaat. C. Aankomst op school 1. De leerlingen worden vanaf 8.30 uur op het sportplein toegelaten. 2. Fietsen worden dadelijk in de fietsenstalling geplaatst. 3. De leerlingen dienen de ingangen vrij te laten en blijven dus niet voor de poort

150 wachten. 4. Wie te laat komt, moet zich bij het secretariaat melden. Er wordt een nota ingeschreven in de schoolagenda, die thuis ter ondertekening voorgelegd wordt en ter controle aangeboden wordt nadat de ouders een geschreven verklaring voor het te laat komen gegeven hebben. Herhaaldelijk te laat komen leidt tot een sanctie. De telaatkomer begeeft zich zo snel mogelijk naar de klas. D. Speelplaats 1. Ruw spel of het lastig vallen van andere leerlingen is ten stelligste verboden. 2. De leerlingen mogen niet op de grond of de boekenrekken zitten. 3. Zij mogen ook geen schade aanrichten aan de infrastructuur. Eventuele schade moet vergoed worden. 4. Zich ophouden in de omgeving van de fietsenrekken is verboden. 5. De leerlingen houden het sportplein netjes en werpen papier en etensresten in de voorziene vuilnisbakken. 6. Gebruik van de toiletten: de toezichter opent en sluit de toiletten. - De leerlingen komen zo vlug mogelijk weer naar buiten. - Het toilet is geen speelplaats of verwarmingslokaal. - Bij het wassen van de handen wordt er niet met water gemorst; achteraf wordt de kraan weer dichtgedraaid. Het lokaal ook netjes houden. - Wacht buiten het lokaal als het te druk is. 7. De leerlingen moeten in rij aanschuiven aan het winkeltje. Na het belsignaal wordt er niets meer gekocht of verbruikt. 8. Tijdens alle speeltijden wordt enkel het geasfalteerde gedeelte van het sportplein gebruikt als speelplaats. E. Belsignaal 1. Bij het belsignaal stoppen de leerlingen onmiddellijk alle spel. Ze nemen hun boekentas en dragen ze in de hand. 2. De leerlingen stellen zich op in een ordelijke rij. 3. Ze roepen of wenken niet meer naar leerlingen in een andere rij. 4. De rij beweegt zich ordelijk en rustig. Alle leerlingen volgen elkaar op normale afstand, zonder elkaar te hinderen. 5. Alleen in uitzonderlijke omstandigheden en slechts na toestemming van de begeleidende leerkracht mag een leerling de rij verlaten. Indien dat nodig zou zijn, mag hij/zij de orde in andere rijen niet verstoren door er tussenin of in tegengestelde richting te lopen. 6. Bij afwezigheid van een leerkracht begeven de leerlingen zich onmiddellijk in rij naar de studiezaal. Indien de opvoeder of toezichthoudende leerkracht niet ter plaatse zou zijn, verwittigt één leerling onmiddellijk het secretariaat van de school. De andere leerlingen nemen rustig plaats en beginnen dadelijk te studeren. Lawaai maken is verboden! F. Voor het klaslokaal

151 1. De leerlingen wachten ordelijk. 2. Overjassen worden buiten het lokaal aan de kapstokken opgehangen. De leerlingen letten erop dat geen geld in de jassen achterblijft. Om diefstal te vermijden wordt aangeraden dure merkkledij thuis te laten. 3. Na een teken van de leerkracht stappen de leerlingen rustig het lokaal binnen. G. In de klas 1. De leerlingen zitten op de plaats door de leerkracht aangewezen. 2. De leerlingen zitten gewoonlijk per twee, van vooraan te beginnen. Tafels en stoelen mogen niet verplaatst worden, tenzij ze achteraf teruggezet worden. 3. De leerlingen gaan niet zitten vóór de leerkracht daartoe de toestemming geeft. 4. Alle leerlingen nemen onmiddellijk hun agenda en andere benodigdheden. 5. Alle leerlingen werken mee in de les. Ze moeten steeds bereid zijn te antwoorden en de nodige boeken en schriften bij zich te hebben. Een vergeten taak wordt in de volgende les door de leerling zelf aangeboden. 6. Tijdens de lessen wordt er niet gesnoept of gegeten of gedronken, behalve een slok water mits toelating van de leerkracht. 7. Opzettelijk beschadigen van banken, stoelen en tafels door er op te tekenen of te krassen zal zeer streng bestraft worden. 8. Resten en afval worden na de les in de papiermand gedeponeerd en dus niet achtergelaten in de bank of op de vloer geworpen. H. Leerlingen op het secretariaat 1. Leerlingen mogen alleen tijdens de pauzes naar het secretariaat komen. 2. Alleen de persoon die iets te vragen heeft, komt naar het secretariaat. 3. Na aankloppen wacht de leerling op de toestemming om binnen te gaan. 4. Bij te grote drukte of ander bezoek wacht de leerling zijn beurt af op de speelplaats. In de gang wacht max. één persoon. I. Eetzaal 1. Alle leerlingen dienen tijdens de middagpauze in de eetzaal aanwezig te zijn, behalve de leerlingen van de derde graad en degenen die woonachtig zijn in het centrum van Bilzen mits schriftelijke toestemming. 2. In het begin van het schooljaar kiest de leerling voor boterhammen of voor warm middagmaal. Deze keuze blijft het hele schooljaar van toepassing. 3. Aan tafel wordt steeds dezelfde plaats ingenomen. - Neem van het voorziene voedsel een normale portie en geef dan de schotel door. - Eet met manieren. - Het keukenpersoneel wordt beleefd aangesproken.

152 - Een tweede portie wordt gevraagd door de hand op te steken. - Houd de tafels netjes; bij een ongelukje wordt de toestemming gevraagd om schoon te maken. 4. De eetzaal wordt slechts verlaten na een teken van de toezichthouder. J. Wisselen van lokalen 1. Bij het einde van de les wachten de leerlingen op het teken van de leerkracht om de les te beëindigen en het lokaal te verlaten. 2. De leerlingen nemen hun kleding voor het lokaal en vormen een rij. 3. Ze vertrekken na een teken door de leerkracht, die eventueel ook de leerlingen begeleidt. 4. De leerlingen stappen weer per twee in een gesloten ordelijke rij. 5. Die rij neemt slechts de rechterhelft van de gang of trap in beslag. 6. De volledige klas begeeft zich snel en rechtstreeks (d.w.z. zonder oponthoud aan de toiletten) naar het volgend leslokaal. K. Het verlaten van de school 1. Leerlingen mogen slechts na uitdrukkelijke toestemming van de directie de school voor het einduur verlaten. 2. Die toestemming kan gegeven worden om thuis middag gaan te eten, om de bus te halen, om een bepaalde afspraak na te komen, e.d. 3. De leerling legt daartoe een door de ouders geschreven aanvraag voor, liefst in de schoolagenda. 4. Als de student de school verlaat om uur gebruikt hij/zij steeds de uitgang aan de fietsenstalling. SPECIFIEKE RICHTLIJNEN VOOR DE LESSEN LICHAMELIJKE OPVOEDING EN PRAKTIJKVAKKEN WORDEN GEGEVEN DOOR DE VAKLEERKRACHTEN!

153 LEEFREGELS 1. Je komt op tijd. 2. Je gedraagt je rustig en je bent beleefd tegenover personeelsleden en medeleerlingen. Hierbij spreek je steeds behoorlijk Nederlands. 3. Bij het belsignaal wacht je op de afgesproken plaats. Je gaat rustig samen met je klasgroep en je leraar naar je lokaal. 4. Je brengt je agenda altijd mee naar school. Je geeft die onmiddellijk af als er om gevraagd wordt. 5. Je hebt het nodige materiaal bij je. Je draagt zorg voor je eigen materiaal, dat van anderen en dat van de school. 6. Je verlaat het lokaal pas als je daarvoor de toestemming hebt. 7. Je eet enkel tijdens de pauzes, een slokje water mag als je het vraagt aan je leerkracht. Afval gooi je in de vuilnisbakken. 8. Je rookt niet op school of in de buurt van het schooldomein. 9. Je gsm, i-pod, mp3, mp4 worden op school uitgeschakeld. 10. Je wettigt elke afwezigheid. Het spreekt voor zich dat wat verboden is door de wet ook op school niet toegelaten is! Vanzelfsprekend gelden alle regels van het schoolreglement! Hierbij verklaar ik mij akkoord met de gegeven richtlijnen. Handtekening ouders of voogden,

154 Het tuchtreglement 1. Algemeen 1. Onbeleefd gedrag t.o.v. een personeelslid wordt steeds bestraft met een opstel van 1 tot 4 bladzijden naargelang de feiten. 2. Spijbelen wordt steeds bestraft met een strafstudie. 3. Leerlingen met een onbehoorlijke kledij of haartooi worden naar de directie verwezen, die eventueel kan beslissen de leerling naar huis te sturen. Omwille van de neutraliteit worden geen symbolen of kledingstukken gedragen die naar bepaalde godsdiensten of politieke overtuigingen verwijzen. 4. Voorwerpen, vreemd aan de school, worden afgenomen en tot het einde van het schooljaar in bewaring gegeven. Gevaarlijke voorwerpen worden nooit teruggegeven. Eventueel gebruik ervan wordt bestraft met een strafstudie of een uitsluiting. 5. Sigaretten of andere genotsmiddelen worden steeds afgenomen. Wanneer leerlingen betrapt worden met roken, maken zij een opstel van 4 bladzijden over de gevaren van het roken. Bij hardnekkige overtredingen volgt er een strafstudie of een uitsluiting. 6. Leerlingen die de klas zonder toestemming verlaten, moeten straf schrijven tot het einde van het lesuur. 2. Weg van en naar school 1. Leerlingen die niet de kortste weg volgen, zijn niet verzekerd. 2. Ongepaste houdingen op weg naar school of naar huis worden bestraft met een opstel van 1 tot 4 bladzijden naargelang de ernst van de feiten. 3. Leerlingen kunnen door elk personeelslid doorgestuurd worden naar school of naar huis. Bij weigering van een verzoek wordt de leerling gestraft met een opstel van 1 tot 4 bladzijden naargelang de feiten. 3. Aankomst op school 1. Opzettelijk beschadigen van fietsen leidt tot betaling van de opgelopen schade en een strafstudie. 2. Te laat komen zonder geldige reden wordt bij 3 overtredingen gestraft met een opstel en bij 9 overtredingen met een strafstudie. Wanneer een leerling zich in de klas aanbiedt zonder nota, zal de leerkracht een bijkomend strafwerk opleggen. Opmerking: straffen vanaf 3 bladzijden schrijfwerk worden in de schoolagenda genoteerd. 4. Speelplaats = sportplein 1. Ruw spel en elkaar verwijten wordt een eerste maal bestraft met een opstel van 2 bladzijden. 2. Vechten leidt onvermijdelijk tot een strafstudie voor beide betrokkenen. Steeds moeten beiden elkaar verontschuldigingen aanbieden in het bijzijn van een lid van de leerlingenbegeleiding. Dit kan ook door een schriftelijke opdracht. 3. Leerlingen die op de grond zitten of op de banken liggen worden bestraft met een opstel van 1 tot 4 bladzijden naargelang de ernst van de feiten.

155 4. Aanwezigheid aan de fietsenstalling tijdens de speeltijd of de lesuren wordt bestraft met een opstel, zelfs indien er niets gebeurd is. 5. Leerlingen die de speelplaats bevuilen, kunnen verplicht worden om de hele week de koer op te ruimen tijdens de speeltijden. 6. Ongeoorloofd verblijf in de toiletten wordt bestraft met het poetsen van de W. C. s op woensdagnamiddag. 7. Leerlingen die niet in de rij aanschuiven aan de winkel, worden door de toezichter weggestuurd. 8. Snoep en drank die verbruikt worden na het belsignaal, worden afgenomen zonder teruggave. 5. Belsignaal 1. Alle overtredingen tegen de regels vermeld in het schoolreglement onder belsignaal, worden bestraft met een extra opdracht van de vakleerkracht. Deze opdracht wordt genoteerd in de schoolagenda en de resultaten tellen mee voor het dagelijks werk op het rapport. Indien de leerling de agenda niet bij heeft, vermeldt de leerkracht de opdracht op een apart blad, dat door de ouders of de voogd moet getekend worden en bij de volgende les aangeboden wordt aan de vakleraar. Herhaaldelijk opzettelijk vergeten van de schoolagenda leidt tot een opstel van 4 bladzijden over het nut van de agenda. 2. Het bevuilen van banken heeft voor gevolg dat de leerling verplicht wordt een halve dag te komen poetsen. 6. Refter 1. Afwezigheid in de refter zonder voorafgaandelijke toestemming, zoals spijbelen, wordt bestraft met een strafstudie. 2. Opzettelijk bevuilen van de eetzaal leidt tot het onmiddellijk poetsen van eventueel de hele eetzaal. Indien de leerling daardoor de volgende les niet kan bijwonen, riskeert hij of zij een nul te krijgen op medewerking of op een eventuele schriftelijke toets. 7. Wisselen van lokalen 1. Tijdens het wisselen van lokalen kunnen leerlingen ter verantwoording geroepen en gestraft worden door elk personeelslid van de school, zowel leraars als opvoeders en zelfs onderhoudspersoneel. 2. Lawaai maken in de gangen, negeren van op- of aanmerkingen van leerkrachten, snoepen in de gangen, bevuilen van de vloer en de muren, verpakkingen op de grond smijten enz. worden bestraft met een opstel van 2 bladzijden. 3. Herhalingen van hogervermelde overtredingen kunnen leiden tot een strafstudie. DE SCHOOL IS EEN SPIEGEL VAN DE MAATSCHAPPIJ.

156 Richtlijnen voor de les lichamelijke opvoeding Kledij Tijdens de lessen lichamelijke opvoeding is het om hygiënische redenen verplicht om aangepaste kledij mee te brengen: T-shirt met het logo van de school (7 ), te verkrijgen bij Maria tijdens de kleine speeltijd aan het winkeltje. Donkerblauwe of zwarte sportbroek/short. Sport- of turnpantoffels die geen strepen achter laten op de sportvloer (Sport- of turnpantoffels hebben geen dikke zolen of hakken!!!). Alle kledij, zowel het T-shirt als de short, moet getekend zijn! Opmerking Leerkrachten en directie merken dat veel kinderen deze regels niet volgen en weigeren om sportkledij mee te brengen. Daarom gelden volgende afspraken: - Je bent STEEDS verplicht om deel te nemen aan de les L.O., ongeacht je kledij in orde is of niet. - Wanneer je niet in orde bent met kledij of dergelijke, worden er punten van je attitudecijfer afgetrokken. De kledij en sportschoenen kunnen op school gelaten worden in aparte kastjes, op eigen risico. Het is mogelijk dat je dit kastje moet delen met iemand anders. De leerkracht is niet verantwoordelijk voor diefstal. Laat waardevolle dingen thuis. Tijdens de les L.O.: worden lange haren samengebonden; moeten alle juwelen uit; mag er niet gegeten of gedronken worden; waardevolle spullen moet je in 1 van de 4 voorziene kastjes deponeren. Dit kastje wordt door jou leerkracht afgesloten alvorens de les LO start. Na de les L.O.: iedereen krijgt 5 minuten om zich om te kleden. indien je wenst te douchen, geef je dit door aan je leerkracht alvorens de les start. na de les wordt er GEEN gebruik gemaakt stijltangen, make-up, enz. blijft iedereen in de kleedkamer tot de bel gaat

157 Vrijstellingen Indien je niet kan deelnemen aan de les: moet je als het maar voor 1 les is, een nota in je agenda hebben staan, geschreven door 1 van je ouders of voogd met een handtekening van hen. Deze nota moet geschreven staan onderaan de blz. van de dag dat je LO hebt. Zo n nota kan je maximaal 3x gebruiken en dit voor 3 verschillende letsels! vanaf de 2 de dat je niet kan deelnemen door hetzelfde letsel, geldt een doktersattest! als je een letsel hebt dat meerdere weken zal duren moet je aan de dokter een aangepast LO-attest laten invullen met de vermelding: de oefeningen die je wel en die je niet mag doen. Alle dokters kennen dit attest!!! De doktersattesten worden aan de leerkracht LO afgegeven. Taken Indien je niet kan meedoen, om welke reden dan ook, voorziet de leerkracht een alternatieve opdracht. Dit kan ofwel een praktische of theoretische zijn. Een praktische opdracht kan een hulpopdracht tijdens de les zijn, een puntentelling,. De theoretische opdracht kan een verslag/opdracht zijn die je schrijft. De leerling voorziet zelf pen en papier. Er zal een takenmap voorzien zijn voor de leerlingen die niet kunnen deelnemen aan de les LO. In deze takenmap zitten verschillende verslagen/opdrachten voor de leerlingen. Hieruit wordt er door de leerkracht één taak of verslag uitgekozen. Zwemmen Als je minder dan de helft deelneemt aan de zwemlessen zonder een wettig attest, volgt er automatisch een herexamen omdat de leerkracht niet over voldoende evaluaties beschikt. Kledij: - meisjes: verplicht zwempak ( dus géén bikini) - jongens: korte short tot boven de knie ( dus géén onderbroek en géén boxershort) leerlingen TSO: meisjes dragen verplichte een zwempak, de jongens verplicht een strakke short.

158 Veiligheidsregels, gedragsregels in de werkplaatsen 1. Gebruik enkel elektrisch gereedschap voorzien van een degelijke aarding, (uitgezonderd de toestellen met dubbele isolering). 2. Pruts nooit aan elektrisch gereedschap,noch verwissel de hulpstukken terwijl het op het net is aangesloten. De motor kan onverwachts starten. 3. Gebruik steeds goed geslepen boren en zaagbladen, aangepast aan het materiaal van het werkstuk. De kans op breken of afschampen is kleiner. 4. Klem het werkstuk in een bankschroef of spanschroef, zodat het niet kan meedraaien of weggeslingerd worden. 5. Draag geen vingerringen, armbanden, kettingen of oorringen tijdens het werk aan gevaarlijke draaiende machines. 6. Draag steeds een veiligheidsbril bij het boren, slijpen, kappen, draaien en afbikken. Wegflitsende hete koelolie,splinters en metaalkrullen kunnen de ogen kwetsen. 7. Verhinder de afkoeling van de motor der draagbare elektrische toestellen niet met de handen. Laat de motor bij eventuele verhitting onbelast draaien, zodat de meedraaiende ventilator hem sneller afkoelt. 8. Slijp niet op met olie of vet besmeurde werkstukken. Je kan gemakkelijk het evenwicht verliezen. 9. Duw steeds het gereedschap van je lichaam weg zodat je niet kan getroffen worden bij het afschampen. 10. Werk steeds aan de slijpstenen met de kleinst mogelijke afstand tussen het support en de slijpsteen om het klemmen van het werkstuk te voorkomen. 11. Houd bij het in gebruik nemen van nieuwe slijpstenen steeds rekening met de maximum toegelaten snelheid van de slijpsteen.gebruik nooit onjuist geëquilibreerde slijpstenen of stenen met zichtbare of hoorbare fouten. 12. Bij het schuren van vreemde houtsoorten (kambala, teak) kan een masker en/of een goede ventilatie noodzakelijk zijn. 13. Vermijd loshangende kleren en lange haren. Ze kunnen meegesleurd worden door onbeschermde draaiende machineonderdelen. Haarnetten zijn wettelijk verplicht. 14. Werp nooit met elektrische gereedschappen en behandel ze niet ruw. Een onzichtbaar defect aan de aarding of isolatie kan levensgevaarlijk zijn. 15. Orde en netheid is een absolute vereiste. Berg het gereedschap steeds ordelijk weg zodat het niet kan vallen. Orde + netheid = veiligheid + rendement. 16. Trek of ruk nooit een elektrisch snoer over een scherp voorwerp en leg het nooit waar het kan getroffen worden door vallende scherpe voorwerpen, olie of scheikundige stoffen. 17. Zorg er bij gebruik van elektrische verlengsnoeren steeds voor dat deze uit de doorgangen blijven en niet op de vloer rondslingeren. Het gebruik van haspels of het ophangen aan glijbanen is een goede oplossing. 18. Controleer geregeld de toestand van de elektrische machines om eventuele defecten te ontdekken. Alle defecten moeten onmiddellijk vakkundig hersteld worden. 19. Onderhoud het gereedschap door het geregeld te reinigen met niet-ontvlambare en niet- toxische producten. 20. Volg steeds de gebruiksaanwijzingen van de constructeur. 21. Vluchtige brandbare stoffen en oliën steeds buiten de werklokalen bewaren in daartoe speciaa1 opgerichte vuurvaste bergplaatsen met kuipbodem. 22. Scherm gevaarlijke machineonderdelen af. Verf deze afschermingen langs binnen geel, zodat het onmiddellijk opvalt wanneer een afscherming openstaat of weggenomen werd. 23. Steek handwerktuigen als schroevendraaiers en scherpe voorwerpen nooit in de zakken van je werkkledij, daar ze ernstige kwetsuren kunnen veroorzaken. 24. Laat zelfs de kleinste kwetsuur onmiddellijk verzorgen.

159 25. Werp nooit vreemde voorwerpen op de vloer en in de doorgangen. 26. Gebruik steeds gepast gereedschap. 27. Verwijder nooit spanen en metaalkrullen met de hand. Gebruik hiervoor een spaanhaak met gesloten handvat en handschermkap in zacht materiaal. 28. Zet bij het aanzetten van een machine zonder gevolg de schakelaar onmiddellijk weer af: de motor kan op twee fasen staan en daardoor verbranden. 29. Laat nooit een sleutel op de klauwplaat steken, daar die kan weggeslingerd worden. 30. Houd de machines en werktuigen steeds in orde, gebruik ze op een vakkundige manier en meld onmiddellijk alle schade en storingen. 31. Wanneer er iemand geëlektrocuteerd wordt, moet de hoofdschakelaar zo vlug mogelijk afgezet worden. De minste aarzeling kan de dood tot gevolg hebben. Tracht de geëlektrocuteerde niet weg te trekken vóór de stroom is uitgeschakeld. Pas zo nodig kunstmatige ademhaling toe. 32. Werk nooit aan leidingen of toestellen die onder stroom staan. Levensgevaar! 33. Laat nooit gereedschappen boven op een ladder liggen. Ze kunnen er afvallen en iemand kwetsen. 34. Werk nooit boven op een ladder zonder waarschuwing voor gevaar van vallende voorwerpen of vuil op de begane grond. 35. Gebruik nooit beschadigde elektriciteitskabels of stekkers. Levensgevaar! 36. Wanneer je geen opdracht krijgt van een daartoe bevoegd persoon, mag je geen zekeringen vervangen: er kan kortsluiting zijn. Deze moet eerst opgespoord worden voor je er weer een veroorzaakt. 37. Gebruik steeds een passende schroevendraaier. Uitglijden veroorzaakt meestal snijwonden. 38. Laat nooit planken met spijkers onbeheerd liggen. Gevaar voor verwondingen. 39. Speel of stoei nooit in de werkplaats.een ongeluk is vlug gebeurd. 40. Wanneer men aan elektrische leidingen werkt, dient men een bordje aan de schakelaar te hangen. 41. Na gebruik dien je de machines schoon te maken. Laat dit niet voor je opvolger. 42. In geval van brand: zie reglement van de brandveiligheid.

160 Huishoudelijk manegereglement 1. Houding en gedrag in de manege 1. Uit respect voor de leerkrachten, medeleerlingen en het paard is STILTE in de gangen, stallen en zadelkamers een absolute vereiste. 2. In de gangen wordt er niet gelopen. 3. Roken is verboden! 4. Tijdens de lesuren wordt er niet getelefoneerd. 5. Niemand verlaat de manege zonder schriftelijke toestemming van een leerkracht. 6. Leerlingen komen slechts in de leraarskamer op uitdrukkelijke vraag van een leerkracht. 7. Leerlingen die niet aan het werk zijn, wonen de lessen bij en voeren de opdrachten van de betrokken leerkracht uit. 8. Tijdens de lesuren draagt iedereen het schooluniform: Driepunthelm Blauwe T-shirt, polo, sweater, polar of jas met het logo van de school. Donkergrijze rijbroek Zwarte lederen of rubberen rijlaarsen of zwarte rijlaarsjes met bijhorende zwarte chaps zonder fantasieën 9. De leerlingen kleden zich om voor ze naar school gaan. 10. De leerlingen staan steeds in voor de orde en de netheid in de zadelkamers, kasten, gangen en opslagruimten. 11. Normaal gebruikt elke leerling zijn of haar paard, maar als de leraar opdracht geeft een ander paard te rijden of te longeren, volgt de leerling de gegeven instructies. 12. De leraars bepalen welke leerlingen zorgen voor de paarden van de afwezige medeleerlingen indien mogelijk in samenspraak met de afwezige leerling. 13. Leerlingen die tijdens de lesuren deelnemen aan wedstrijden, dienen een inschrijvingsbewijs en een schriftelijke toestemming van de directie voor te leggen vooraleer ze de school of de manege verlaten. 14. Leerlingen die s namiddags les hebben in de manege, mogen die verlaten om 16.40; de internen wachten binnen op de bus. Op vrijdag kunnen de leerlingen afgehaald worden vanaf 16u De weg tussen de school en de Paardenhumaniora wordt afgelegd per fiets of te voet. De leerlingen gebruiken hun eigen fiets. Deze fietsen worden in de fietsenberging geplaatst en zijn steeds gesloten. De fietsen moeten in orde zijn volgens het verkeersreglement. 16. In bijlage 1 vindt u de gedragsfiche met omschrijving van de meest voorkomende overtredingen. Hardnekkige en blijvende overtredingen kunnen uiteindelijk leiden tot definitieve uitsluiting. Tijdens de lesuren zijn geen ouders of buitenstaanders aanwezig in de manege of de stallen! 2. Stallen en gangen 1. Elke eigenaar die een paard plaatst in de Paardenhumaniora, moet een contract in drievoud ondertekenen, dat de belangen tussen de eigenaar, de gebruiker en de VZW Hippos regelt. Deze documenten moeten ingeleverd worden bij TAC en/of beheerder van de VZW. (bijlage 2) 2. Een kopie van het vaccinatiebewijs en een bewijs dat het paard gechipt is, moet afgegeven worden aan de TAC en/of beheerder van de VZW. 3. Stallen worden enkel toegewezen door de beheerder; het stallen van paarden zonder toestemming, wordt beschouwd als inbraak. De dieren kunnen op kosten van de inbreker weggehaald worden.

161 4. Een ziek paard wordt steeds behandeld vooraleer het mee naar de manege gebracht wordt. Bij besmettingsgevaar kan het paard naar huis gestuurd worden. 5. Alleen de TAC oordeelt over het gebruik van het soort strooimiddel: stro of houtkrullen. Ook duidt hij aan welke paarden zo nodig over een stal met een raam moeten beschikken omwille van gezondheidsredenen. 6. Wanneer een stal voor een korte periode (tijdens een weekend) komt leeg te staan, wordt het strooimiddel tegen de kanten opgehoopt. 7. Wanneer een stal voor een langere periode niet meer gebruikt wordt (b.v. de kerstvakantie) wordt hij door de gebruiker volledig en grondig proper gemaakt (vloer, muren, eet- en drinkbak, traliewerk). 8. De leraars beslissen in overleg met elkaar en met de eigenaar van het paard welk en hoeveel voeder mag gegeven worden. 9. Voedingssupplementen moeten door de eigenaar zelfbewaard worden. De leerling draagt zelf de verantwoordelijkheid voor de tijdsduur en de hoeveelheid ervan. Dit alles gebeurt uiteraard in overleg met de TAC/leerkrachten van de Paardenhumaniora. 10. Voordat een paard de stal verlaat, worden de hoeven uitgekrabd. Na het verlaten van de stal wordt de staldeur onmiddellijk dichtgeschoven. Er worden geen paarden in de stal gebonden. 11. In de gangen geleidt men het paard steeds te voet en aan de hand. 12. Wie een paard met een halster leidt, gebruikt steeds touw. 13. Gangen en poetsruimten worden steeds proper gehouden. 14. Wanneer een paard gang of poetsruimte bevuilt, worden vuil of uitwerpselen onmiddellijk door de gebruiker van het paard verwijderd. 15. Om veiligheidsoverwegingen is het verboden de gangen met flesjes te betreden. Ook andere glazen of scherpe voorwerpen dienen uit de gangen en stallen gemeden te worden. 3. De piste/rijbaanreglement 1. Voor het betreden van de piste vraagt men steeds Poort vrij? Men wacht op een positief antwoord vanwege de gebruikers van de piste alvorens binnen te gaan. Ditzelfde geldt bij het verlaten van de piste. 2. Bij het op- en afstijgen stelt men zich op de middenlijn op, het hoofd van het paard richting uitgang. Hier worden ook de stijgbeugels opgetrokken of afgelaten en de teugels over het hoofd van het paard gedaan. 3. Het paard dient stil te staan alvorens op of af te stijgen. Lukt dit niet, dan vraagt men om hulp. 4. Tussen twee paarden wordt een paardlengte afstand gerespecteerd, d.w.z. ongeveer 2,5 m. 5. In de piste wordt het rechtsverkeer gehanteerd. Uitzondering: Bij het uit de cirkel van hand veranderen kiest men de kortste weg naar de hoefslag. Dus van linker- naar rechterhand: links kruisen! Het van hand veranderen door de cirkel dient te beginnen aan de open zijde van de grote volte. 6. Een hogere gangaard heeft altijd voorrang op een lagere. 7. Indien een ruiter problemen heeft met zijn harnachement of dit moet aanpassen, stelt hij zich op in het midden van een grote cirkel. 8. Na het rijden of longeren worden steeds de hoeven van de paarden uitgekrabd in de gang aan de ingang van de rijbaan. Het zand uit de hoeven wordt onmiddellijk terug in de piste geborsteld. 9. Er wordt nooit gereden zonder correcte uitrusting van ruiter en paard, ook niet tijdens de diensten. Dit betekent voor de ruiter: correct schooluniform, laarzen en

162 hoofdbescherming en voor t paard: correct aangebracht harnachement en steeds beenbeschermers. 10. Paarden worden nooit gelongeerd zonder hoofdstel, zadel of longeersingel, opbindteugels en beenbeschermers, tenzij redenen van medische aard dit verhinderen. 11. Omwille van de veiligheid is het strikt verboden een paard vrij te laten in de piste. 4. De diensten 1. Uren: - s morgens: u (voederdienst: ) - s avonds: woensdagnamiddag: u (enkel strafdiensten en vooraf ingeschreven op lijst: bijlessen en vrij rijden) - zaterdag: u - zondag: u - vakantieperioden: 8.00 u u Deze uurregeling geldt voor iedereen en dient dan ook strikt opgevolgd te worden. Uitzonderingen worden slechts toegestaan in geval van ziekte. 2. Een leerling die door ziekte niet kan aanwezig zijn op zijn dienst, zorgt voor een vervanger en brengt de eerstvolgende schooldag een medisch attest binnen op school en in de manege. 3. Wie nalaat zijn dienst uit te voeren en geen geldig doktersattest ter beschikking stelt, krijgt onmiddellijk 2 inhaaldiensten die volgen op de niet uitgevoerde dienst. Deze inhaaldiensten worden aangeduid door de Mevr. Reynders of Mijnh. Hansen. Indien de leerling nalaat één van deze inhaaldiensten uit te voeren, volgt een uitsluiting van ruiter en paard. 4. Gemiddeld zullen de leerlingen eenmaal per maand weekenddienst hebben. De interne leerlingen kunnen op vrijdagavond overnachten op het internaat, mits vergoeding. Er is afgesproken dat de eerste vrijdagavond van elke maand gereserveerd wordt voor de jongens. Dit betekent dat de 2 de,3 de & 4 de (5 de ) vrijdag voorbehouden wordt voor de meisjes. Tijdens de diensten vervullen de leerlingen strikt de hen opgelegde taken. 5. Indien de leerling zijn/haar paard tijdens de verlofperioden mee naar huis neemt, hoeft hij/zij geen dienst te doen. 6. Tijdens de diensturen is er mogelijkheid tot bijles: zaterdag de ganse dag. De bijles wordt steeds besproken met de betrokken leerkracht. 7. De leerlingen met dienst zorgen voor stevig schoeisel (geen sportschoenen!). 8. Scheren van paarden gebeurt tijdens de lessen grooming. 9. Je mag niet zonder toezicht paardrijden, en zeker geen oefeningen uitvoeren, die nog niet voldoende aangeleerd werd tijdens de rijlessen. 10. Woensdagnamiddag zijn alle toegelaten leerlingen verplicht aanwezig van tot 16.30u. Er worden taken opgelegd door de leerkrachten. Leerlingen die zich niet gedragen of taken niet uitvoeren, zullen 3 woensdagnamiddagen uitgesloten worden door de verantwoordelijke leerkracht. 5. Vrij rijden en wandelen 1. Vrij rijden kan tijdens de diensturen, mits toestemming van de aanwezige leerkracht. 2. Wandelen kan tijdens de diensturen, vanaf 16 jaar met eigen paard, mits schriftelijke toestemming van de ouders en gunstig advies van de leerkrachten. Er wordt nooit alleen gewandeld.

163 6. Respect voor het materiaal en de infrastructuur 1. Elke leerling krijgt een kast toegewezen die kan gesloten worden. De leerling die zijn kast beschadigt, dient de herstellingen zelf te betalen. Iedereen is verantwoordelijk voor de eigen kast en sleutel. 2. Elke leerling beschikt over een volledige uitrusting voor het verzorgen en berijden van zijn/haar paard: Eigen zadel Wit/grijs zadeldeken Eigen hoofdstel met eenvoudige trens Vier witte/grijze bandages Halster en touw Longeertouw Poetsgerief (roskam, zachte en harde borstel, manenkam, staartborstel, elastiekjes, schaar, hoevenkrabber, spons, handdoek, emmer) 3. Spullen die op de vloer in de gangen en de poetsruimten blijven liggen, worden onteigend en bewaard in het lokaaltje voor gevonden voorwerpen. Er wordt door de leerkracht een opmerking gemaakt op de gedragsfiche van de betrokken leerling. (Gedragsfiche: bijlage 1) 4. Om eventuele discussies i.v.m. eigendom van materiaal te vermijden, dienen de leerlingen al hun materiaal te merken. 7. Brengen en ophalen van paarden 1. Vrijdagavond: tussen Zaterdag: binnen vakantieperiode: tussen Zaterdag: buiten vakantieperiode: tussen Zondag: tussen Zondag: voor een schooldag van Wedstrijden 1. Vanaf de derde graad (5PaV, 6PaV, 7MR) zijn de leerlingen verplicht 5 wedstrijden naar keuze te rijden. 2. In overleg met de praktijkleerkrachten worden leerlingen geselecteerd om aan de wedstrijden van de Jeugdcup (dressuur en springen). 9. VZW Hippos 1. De betaling van het stalgeld gebeurt op rekening van VZW Hippos IBAN: BE BIC: GKCCBEBB 2. Het stalgeld bedraagt 275,00 euro per maand ( incl. BTW). Er worden 10 maanden per schooljaar aangerekend. 3. Indien ouders en leerlingen vragen om het paard mee naar huis te nemen tijdens de vakantieperioden, hebben zij recht op één zak voeder per week vakantie. De verblijfkosten worden echter niet verminderd.

164 Bijlage 11.1: Gedragsfiche paardenhumaiora Bijlage 11.2: Contract pensionpaarden Bijlage 11.3: Wettelijke verplichting i.v.m. identificatie en gezondheid van het paard, die moeten ingeleverd worden bij elke wijziging van het paard Bijlage 11.4: Specifieke informatie over evaluatie Bijlage 11.5: Akkoord specifiek reglement Paardenhumaniora

165 Bijlage 11.1: Gedragsfiche paardenhumaniora Attitude Springen zonder toezicht van lkr Datum/lkr/opm Longeren zonder hoofdstel/beenbeschermers (uitgezonderd medische redenen) Staldeur open Hoeven niet uitkrabben Te paard in de gang Paard leiden zonder touw Paard in de wei zetten zonder halster Halster aan de muur laten hangen Lawaai in de gangen, piste, zadelkamer Poetsplaats, parking of gangen vuil achterlaten (mest, haren, ) Dekens niet opgevouwen aan staldeur of op poetsplaats Stal niet proper bij begin vakantie Niet in uniform Lange haren los tijdens de lesuren Pet op tijdens de lesuren

166 Algemeen Gedrag (met sanctie uit schoolreglement) Gedrag Datum/Lkr/Opm Sanctie Bevuilen zadelkasten/zadelkamer GSM-gebruik zonder toestemming Gebruik MP3-speler, ipod, Lawaai in gangen, piste, zadelkamer Onbeleefd gedrag tov personeelslid Spijbelen Onbehoorlijke kledij of haartooi Voorwerpen vreemd aan school meebrengen Sigaretten of andere genotsmiddelen meebrengen Roken De klas verlaten zonder toestemming Weg van en naar school Ongepaste houdingen op de weg naar school of naar huis Weigering van een verzoek door een personeelslid dat Halve dag poetsen (extra dienst) 1 ste keer: GSM bij TAC tot einde dag 2 de keer: GSM bij TAC tot einde week 3 de keer: GSM bij TAC tot einde maand Opstel van 1 tot 4 blz naargelang de feiten Strafstudie Verwijzing naar directie/tac Deze voorwerpen worden tot het einde van het schooljaar in bewaring genomen. Gevaarlijke voorwerpen worden nooit terug gegeven. Eventueel gebruik ervan wordt bestraft met strafstudie of een uitsluiting. Deze worden steeds afgenomen Opstel van 4 blz over de gevaren van roken. Bij hardnekkige overtredingen volgt een strafstudie of een uitsluiting Straf schrijven tot het einde van het lesuur Opstel van 1 tot 4 blz naargelang de feiten Opstel van 1 tot 4 blz naargelang de feiten

167 de leerling doorstuurt naar school of naar huis Aankomst op school Opzettelijke beschadigingen van fietsen Te laat komen zonder geldige reden Betaling van de opgelopen schade en een strafstudie Nota in de agenda plaatsen Na 3 overtredingen: opstel Na 6 overtredingen: strafstudie Bijlage 11.2: Contract pensionpaarden CONTRACT PENSIONPAARDEN Tussen VZW Hippos vertegenwoordigd door C. Hansen, bestuurder, vrankrijk 2 e, 3740 Bilzen en de heer /mevrouw..eigenaar van het paard dat gestald is in de Paardenhumiora en gebruikt door om de lessen te volgen van de afdeling Paardrijden en verzorgen, Manegehouder-Rijmeester van de Martinusschool Bilzen is overeengekomen wat volgt: Art 1. Het stamboekpapier of Equipas met alle vaccinaties en bewijs dat het paard gechipt is, moet door de leerling bewaard worden als het paard er gestald wordt. Art 2. Het paard wordt gestald in een box die door Mijnh. Hansen wordt toegewezen. Art 3. Het paard krijgt tweemaal per dag krachtvoeder. De hoeveelheid wordt aangepast aan zijn behoefte. Daarnaast krijgen ze nog kuilgras. De leerling is verantwoordelijk voor de voederbak. De hoeveelheid krachtvoeder is in samenspraak met de TAC. Art 4. De paarden staan op stro. Het opstrooien van de stal gebeurt door de leerling van de school, dagelijks van maandag tot en met vrijdag. Tijdens vrije dagen en vakanties, behalve juli en augustus, kunnen de leerlingen hun paard in de Paardenhumaniora. laten. Voor de verzorging van de paarden worden deze studenten belast met 2 diensten per vakantieweek. ze staan dan zelf in voor de verzorging van het paard in afspraak met de teeltoverste of bevoegde leerkracht. Paarden die niet op stro mogen staan, wat met een verklaring van de dierenarts moet bevestigd worden, kunnen een schavelingen krijgen, mits betaling van een meerprijs van 25,00 per maand. Art. 5. Het paard wordt enkel gebruikt door de leerling van de school. Mits toestemming van de eigenaar mag iemand anders het paard gebruiken.

168 Art. 6 Er mogen nooit paarden vrij lopen in de pistes of er gelongeerd worden. Art. 7 De VZW Hippos verbindt zich ertoe erover te waken dat het paard in goede gezondheid verkeert. Daarom is men verplicht een vaccinatie- en ontwormingsschema te volgen, zie bijlage 5. Bij twijfel aan de gezondheid van het paard verwittigen de leerkrachten de eigenaar of gebruiker zo vlug mogelijk. Zijn deze niet bereikbaar dan roept de verantwoordelijke, indien hij dat nodig acht, de dierenarts op kosten van de eigenaar of gebruiker van het paard. Art. 8 Alle kosten ( dierenarts, inentingen en ontwormingen, vitamines of hoefverzorging) aan het paard, met uitzondering van voeder en een proper gestrooide stal zijn ten laste van de eigenaar of gebruiker bovenop de vaste stalkosten. Art. 9 De verantwoordelijke van de school behandelt de paarden met zorg maar is niet verantwoordelijk voor ziekten, gebreken, verwondingen of eventueel de dood die kan voorkomen tijdens de stalling. Wil men hiervoor verzekerd zijn, dan moet men zelf een verzekering afsluiten. Daarnaast is het verplicht een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid te nemen voor schade veroorzaakt aan derden, dit door de eigenaar of gebruiker bij eigenaarspaarden. Art.10 De kostprijs voor het stallen van een eigenaarspaard bedraagt 275,00 euro/maand (incl. BTW) te betalen aan de VZW Hippos. Er worden 10 maanden per schooljaar aangerekend (niet juli en augustus). Het stalgeld dient per maand betaald te worden.. Wie de 3 voorafgaande maanden niet betaald heeft, kan zijn paard niet meer in de Paardenhumaniora stallen tot de betaling gebeurd is. Art.11 Het contract vervalt automatisch op het einde van het schooljaar. Art.13 Bijzondere bepalingen: Een waarborg van 275,00 euro, betaald bij de inschrijving op de rekening van VZW Hippos, wordt op het einde van de studies terug betaald, na aftrek van kosten, aan de betaler op basis van een eenvoudige schriftelijke aanvraag (per brief of via ). Handtekening De eigenaar-gebruiker Handtekening Bestuurder VZW Hippos, C. Hansen

169 Bijlage 11.3: Wettelijke verplichting i.v.m. de gezondheid van het paard die moeten ingeleverd worden bij elke wijziging van paard Beste leerling/ouder, Er zijn een aantal wettelijke verplichtingen aangaande de identificatie en de gezondheid van het paard. Zo zal elk paard een chipcontrole op school moeten ondergaan. Bovendien moet elk paard ook vergezeld worden van het stamboekdocument. Een aantal heel belangrijke en veel voorkomende ziektes, zoals tetanus (klem), influenza (griep), rhinopneumonie en worminfecties, kunnen evenwel voorkomen worden door preventieve maatregelen. Een goede preventie gaat gepaard met een strikt vaccinatie- en ontwormingsprogramma. In samenspraak met de directie en leerkrachten van de richting Paardrijden en -verzorgen, is er een vaccinatie- en ontwormingsschema opgemaakt, met aanduiding van de geraamde kostprijs om het volgende jaar een voldoende en medisch verantwoorde preventie te voorzien. Er wordt verwacht dat de paarden die in de paardenhumaniora opgestald worden degelijk ingeënt zijn tegen griep, klem en rhinopneumonie. Het is daarom belangrijk dat het vaccinatieboekje de paarden vergezelt. Wanneer de vaccinaties onvoldoende zijn, worden deze in de paardenhumaniora toegediend, volgens onderstaand schema. Ontwormingen worden voor iedereen op school gedaan volgens onderstaand schema, zodat alle paarden op hetzelfde ogenblik behandeld worden, wat de infectiedruk op de paardenhumaniora sterk vermindert. Datum Behandeling Eventuele kostprijs in euro Btw incl. Begin september Ontwormen: equimax: werkzaam tegen o.a. 23,79 bloedwormen en ook tegen lintwormen Half september Vaccinatie tegen tetanus influenza en rhinopneumonie 18,15 (niet verplicht voor paarden die al werden ingeënt) 20,57 (internationaal vaccinatiebewijs vereist) Half oktober Herhalingsvaccinatie tegen tetanus- influenza en rhinopneumonie (voor paarden die voorheen nog nooit werden ingeënt) 18,15 20,57 Na de kerstvak. Ontwormen: eraquell (bloedwormen) 13,83 Begin april Ontwormen: eraquell (bloedwormen) 13,83

170 Bijlage 11.4: Specifieke informatie over evaluatie Algemene informatie: zie schoolreglement. OVUR: Oriënteren Verkennen Uitvoeren Reflecteren De praktijk paardrijden zal beoordeeld worden aan de hand van procesevaluatie en productevaluatie. Voor de productevaluatie volgen we volgende evaluatiecriteria per periode en per niveaugroep. Tijdens de eindexamens van de derde graad wordt rekening gehouden met de gekozen discipline voor de rijvaardigheidsproef voor Instructeur B. 1. Evaluatiecriteria dressuur Kerst Juni 3C A-brevet B-brevet 3B B-brevet E5 3A en 4C E5 Initiator 4B Initiator A6 4A en 5C A6 Instructeur B 5B Instructeur B L7 5A en 6C L7 Trainer B 6B Trainer B M3 6A M3 Trainer A 2. Evaluatiecriteria springen Kerst Juni

171 Kerst Juni 3C B A en 4C B (Initiator) 4A en 5C 100 (Initiator) 110 (Instructeur B) 5B 110 (Instructeur B) 115 5A en 6C (Trainer B) 6B 120 (Trainer B) 125 6A (Trainer A) Bijlage 11.5: Akkoord Specifiek reglement Paardenhumaniora Reglement richting Paardrijden en verzorgen Manegehouder rijmeester De ouders/voogd van... Leerling(e) van klas:. Bevestigen hierbij het schoolreglement van de afdeling Paardrijden en verzorgen en Manegehouder Rijmeester te hebben gelezen en verklaren zich akkoord met de inhoud ervan en zullen zich eraan houden en ernaar handelen. Hij/zij rijdt tijdens de praktijklessen en praktijkexamens met een Sponsorpaard (1) Een eigen paard (1): naam van het paard:. Wijzigingen in verband met bovenvermelde inlichtingen dienen schriftelijk aangevraagd te worden aan de TAC. Na goedkeuring zal een nieuw exemplaar ter ondertekening aan de ouders worden voorgelegd.

172 Handtekening leerling(e) Handtekening ouders/voogd (1) Schrappen wat niet past.

173 Bijlage 12: Begeleiding bij je studies Algemeen De klastitularis: Eén van je leraars is je klastitularis. Bij je klastitularis kan je in de loop van het schooljaar altijd terecht met je vragen en je problemen in verband met je studies of je persoonlijke situatie. Hij kan bemiddelen in probleemsituaties met de directie, opvoeders of vakleraars. Hij kan, in samenspraak met de adjunct-directeur, specifieke remediale hulp (zie verder) inschakelen voor individuele leerlingen van je klas of voor je gehele klas. De vakleraar: Ook bij je vakleraars kun je steeds terecht voor bijkomende hulp in verband met hun leervak. Indien nodig zullen ze op eigen initiatief of na afspraak met de begeleidende klassenraad voor de nodige vakremediëring zorgen. Het is duidelijk dat je zelf aan de geboden hulp met de nodige inzet moet meewerken en dat je de gemaakte afspraken moet nakomen. De ondersteunende taak: Een ondersteunende taak kan bestaan uit een aantal extra oefeningen die bij de actuele leerstof horen. De taak heeft dan ook de bedoeling het verwerken van de leerstof van dat ogenblik te ondersteunen. Als de leerkracht oordeelt dat de leerling de leerstof niet voldoende onder de knie heeft en het gevaar bestaat dat de leerling achterop geraakt, dan kàn de leerkracht extra oefeningen opgeven of aanduiden (in het handboek, op extra bladen, ). De remediëringstaak: Een remediëringstaak is bedoeld als studiehulp voor een leerling die sommige vaardigheden of leerstofonderdelen onvoldoende beheerst. De taak kan bestaan uit het maken van extra oefeningen of werkopdrachten en/of het opnieuw instuderen van de leerstof. De leerling voert deze opdracht zelfstandig uit. Iedere vakleerkracht kan op eender welk ogenblik in het schooljaar een remediëringstaak opleggen. Daarnaast kan de klassenraad een remediëringstaak verplichten: als de klassenraad bij de bespreking van de rapportcijfers (Kerstexamen en eindexamen) een tekort vaststelt op een hoofd- of richtingvak, dan volgt er automatisch een remediëringstaak voor dat vak. De klastitularis verwittigt voor welk vak de leerling een remediëringstaak moet maken. Inleveren van de taak / afleggen van de test / bijkomende remediëringsopdrachten De leraar van het vak waarvoor de leerling een remediëringstaak moet maken, zorgt voor een nauwkeurige omschrijving van de opdracht en bespreekt met de leerling: de datum waarop de extra oefeningen of werkopdrachten ingeleverd worden en / of de dag waarop de leerling eventueel een test aflegt over de geremediëerde leerstof. de data waarop de leerling verwacht wordt om eventueel bijkomende remediëringsopdrachten of ordestudies te maken. Beoordeling

174 De remediëringstaak wordt niet alleen beoordeeld op correctheid, maar evenzeer op nauwgezetheid, inzet, respecteren van de timing, Het resultaat wordt door de vakleerkracht meegedeeld. Deliberatie Het resultaat op remediëringstaken en ondersteunende taken is een belangrijk element bij de einddeliberatie: bij een positieve evolutie kan de klassenraad overwegen een jaartekort te delibereren. Het remediëringsaanbod houdt een bindende afspraak tussen de leerkracht(en) en jezelf in: je moet bereid zijn de nodige inspanningen te doen en met inzet aan de remediëring mee te werken.

175 Bijlage 13: Pedagogisch Project van het Gemeenschapsonderwijs (PPGO) De algemene grondslag Het PPGO is het basisdocument waarin de grondbeginselen, de waarden en de algemene doelstellingen van het Gemeenschapsonderwijs zijn opgenomen. Het PPGO is een referentiekader waarbinnen leerlingen begeleid worden in hun persoonlijke ontplooiing enerzijds en in hun ontwikkeling naar samenleven in diversiteit en harmonie anderzijds. Daarbij is het wezenlijk dat de leerlingen bewust en kritisch nadenken over hun handelen en op grond daarvan verantwoorde keuzes maken. Daaruit blijkt dat het Gemeenschapsonderwijs naast onderwijs ook de opvoeding van de gehele persoonlijkheid van de leerlingen beoogt. Basisbeginselen Met het PPGO wil het Gemeenschapsonderwijs elk individu kansen bieden op een optimale ontwikkeling; een ontwikkeling die niet leidt tot nivellering en standaardisering, maar gedifferentieerd is naar ieders talent en competenties. Hierbij krijgen de leerlingen aangepaste pedagogisch-didactische begeleiding. Het PPGO streeft de totale ontwikkeling van de persoon na de verwerving van kennis en inzicht, de ontwikkeling van vaardigheden en attitudes, met bijzondere aandacht voor een kritische en creatieve ingesteldheid ten aanzien van mens, natuur en samenleving. Iedere mens is uniek. In elk onderwijs- en opvoedingssituatie moet dus de individuele eigenheid van iedere leerling tot haar recht komen. Dit betekent onder meer gelijke ontwikkelingskansen voor gelijkbegaafde. Het houdt enerzijds in dat milieuachterstanden of handicaps worden gemilderd of weggewerkt door aangepaste hulpverlening, en anderzijds dat wordt ingespeeld op de specifieke behoeften van meerbegaafde en talentvolle jongeren. In dit kader het streven naar kansengelijkheid en het waarborgen van een maximale ontplooiing van capaciteiten stelt het Gemeenschapsonderwijs alles in het werk opdat elke leerling een zo hoog mogelijk niveau bereikt volgens zijn talenten en interesses. M.a.w. het Gemeenschapsonderwijs tracht een maximale vooruitgang (d.i. leerwinst) te realiseren bij zijn leerlingen. De leerling is niet alleen een individu, maar ook een gemeenschapswezen. Ook aan dat aspect hecht het Gemeenschapsonderwijs grote waarde. Een harmonische wisselwerking tussen individu en gemeenschap is onontbeerlijk; de individuele persoon moet in de samenleving ontplooiingskansen krijgen. Dit is slechts haalbaar, als de vorming van het individu totaal is, d.w.z. als ze zowel wetenschappelijke en technologische, sociaal-culturele en ethische componenten omvat; een gezond evenwicht tussen die verschillende componenten is een must. Steunende op die totale vorming zullen de jongeren het doel en de zin van hun handelen leren inzien en zich ten opzichte van zichzelf en van het maatschappelijk gebeuren met kritisch inzicht kunnen opstellen; ze zullen van jongs af leren in vrijheid verantwoordelijkheid te dragen. Het Gemeenschapsonderwijs voedt op tot sociaal engagement, verantwoord gebruik van de ruimte, wereldsolidariteit, verdraagzaamheid en brede belangstelling voor het culturele gebeuren hier en elders. Het PPGO staat voor een dynamisch mens- en maatschappijbeeld en het beoogt de vorming van vrije mensen, die:

176 een fundamenteel zelfvertrouwen hebben, dat steunt op authenticiteit en integriteit; een open geest hebben, zonder vooroordelen, met belangstelling en respect voor ieders mening; mondig zijn, zodat ze hun ideeën helder en juist kunnen vertolken; bereid zijn tot levenslang en levensbreed leren; getuigen van intellectuele, emotionele, esthetische en ethische bewogenheid; zich betrokken weten bij de sociale werkelijkheid en de maatschappelijke ongelijkheden: opkomen voor de eerbiediging van de Rechten van de Mens en zijn fundamentele vrijheden, voor sociale rechtvaardigheid en voor democratische instellingen; de gelijkwaardigheid van mensen en de emancipatie van elk individu niet enkel als principe huldigen, maar zich ook inspannen om ze te verwezenlijken. Neutraliteit naar actief pluralisme Het gemeenschapsonderwijs is gehouden tot neutraliteit. Dat houdt in: de eerbiediging van de filosofische, ideologische en godsdienstige opvattingen van de leerlingen en hun ouders. Neutraal wordt door de grondwetgever niet opgevat als waardevrij of vrijblijvend. Het Gemeenschapsonderwijs in niet gebonden aan een levensbeschouwelijke richting. Het is evenmin verbonden met een ideologische groep. Mensen van alle overtuigingen zijn welkom in het Gemeenschapsonderwijs en hun eigenheid wordt er gerespecteerd. Het Gemeenschapsonderwijs beschouwt het actief omgaan met deze diversiteit als een meerwaarde en als een pijler van zijn onderwijs. Via dit actief pluralisme beklemtoont het Gemeenschapsonderwijs dat de mensheid, ondanks alle verschillen, verbonden is door gemeenschappelijke waarden en doelen. Concrete toepassingen Het PPGO komt op democratische wijze tot stand. Alle actoren uit het Gemeenschapsonderwijs worden uitgenodigd een bijdrage te leveren tot zijn realisatie. Dat veronderstelt: inkijk (informatie van alle betrokkenen); inzicht (door coördinatie) via overlegstructuren; inspraak (door communicatie) door echte participatiemogelijkheden in alle geledingen van het Gemeenschapsonderwijs. Dit is de ondergrond van de beleidsvisie in het Gemeenschapsonderwijs: door directe democratische deelneming aan het beleid een proces op gang brengen waardoor het engagement in de uitvoering van de beleidsbeslissingen wordt opgewekt; wil alle betrokkenen bij het Gemeenschapsonderwijs aanzetten tot reflectie op de maatschappelijke realiteit enerzijds en de dagelijkse onderwijspraktijk anderzijds; vindt zijn concrete vertaling in het schoolwerkplan, het schoolreglement en de schoolcultuur in het algemeen; heeft een dynamisch karakter: het kan worden aangepast als gevolg van een wijzigende context (maatschappelijke ontwikkelingen, nieuwe wetenschappelijke inzichten, veranderende pedagogische behoeften enz.).

177

178 Bijlage 14: Ziekte, ongeval en medicatie Bilzen, 1 september 2014 Beste ouder(s) Het schoolreglement bepaalt dat er geen medicatie kan toegediend worden aan leerlingen. Het personeel kan wel de inname van medicatie begeleiden als een leerling omwille van een chronische ziekte of een door een arts vastgestelde ziekte medicatie moet innemen. We maken graag de volgende afspraken met u: Vermijd zoveel mogelijk dat er medicatie op school moet worden toegediend; Is dit toch absoluut nodig, dan vragen wij u om onderstaand attest door de behandelende arts te laten invullen en ons te bezorgen; Het schoolpersoneel kan op geen enkel ogenblik verantwoordelijk gesteld worden voor bijwerkingen die de leerling kan ondervinden nadat de medicatie correct op school is toegediend. Met vriendelijke groet, E. Vanrusselt directeur Attest van de behandelende arts, te overhandigen aan de leerkracht/school Naam van de leerling: Naam van de medicatie: Dosis: Toedieningswijze: Tijdstip van toediening: Periode van toediening: van... tot Bewaringswijze van het geneesmiddel:. Tijdstip van toediening op school: Stempel en handtekening arts Handtekening ouder(s)

179 Bijlage 15: Organogram van onze school STUDIE-AANBOD CAMPUS MARTINUS BILZEN Derde graad ASO (16-18j) Latijn-wiskunde Latijn-wetenschappen Latijn-moderne talen Moderne talen-wiskunde Moderne talen-wetenschappen Wiskunde-wetenschappen Economie-wiskunde Economie-moderne talen Economie-wetenschappen Humane wetenschappen Derde graad TSO (16-18j) Lichamelijke Opvoeding en Sport met keuzesport voetbal, paardrijden, turnen, tennis, dans, wielrennen Derde graad BSO (16-19j) 7 e specialisatiejaar Manegehouder en rijmeester BSO Paardrijden en verzorgen 7 e specialisatiejaar Bio-ecologische bouwafwerking BSO Duurzaam Wonen 7 e specialisatiejaar Stijl- en designmeubelen BSO Hout 7 e specialisatiejaar Modespecialisatie en trendstudie BSO Moderealisatie en verkoop 7 e specialisatiejaar Kinderzorg BSO Organisatiehulp Tweede graad ASO (14-16j) Latijnwetenschappen Economie Humane wetenschappen Seminaries Tweede graad TSO (14-16j) Lichamelijke opvoeding en sport met keuzesport voetbal, dans, paardrijden, turnen, tennis, wielrennen Tweede graad BSO (14-16j) Hout Duurzaam wonen Moderealisatie en presentatie Verzorging - voeding Paardrijden en -verzorgen Seminaries sport: voetbal, wielrennen, omnisport, tennis, turnen Eerste graad ASO (12-14j) Latijn Moderne wetenschappen sport techniek Seminaries naar keuze in de vrije ruimte Eerste graad BSO (12-14j) Hout-metaal Land- en tuinbouw Mode - verzorging - voeding SECUNDAIR ONDERWIJS MARTINUS Lager onderwijs (6-12j) Kleuterschool (2,5-6j) BASISSCHOOL MARTINUS

180 Bijlage 16: Pedagogisch project en schoolreglement vanaf september 2014 Ondergetekenden (naam ouder(s)) en (naam van de leerling(e)), uit klas van school Bevestigen hierbij het schoolreglement voor het schooljaar en het pedagogisch project in papieren versie ontvangen te hebben en te ondertekenen voor akkoord. te op (datum) Handtekening(en) De leerling(e) De ouder(s)

181 2. Lestijdenpakket 98

182 Vestiging MS Bilzen Leerlingenaantallen per vestiging Lln. van KA Bilzen Lln. van KA Tongeren Lln. van KTA Tongeren Aantal Coëff. Lln. Uren Lln. Uren Lln. Uren 1A + 2A , , , , , , , B + BVJ , , , , , , de gr.aso 3 de gr.aso , , , , , , , ,2 7 13, , , , de gr. TSO Admin. & distributie 2, Sport 2, ,7 0 0 Chemie 2, Industriële technieken 2, Land- & tuinbouw 2, Paramed. opleidingen 2, Personenzorg 2, Voeding 2, Hotel 2, Kleding & confectie 2, Elektriciteit 2, Decoratieve technieken 2, Grafische technieken 2, Optiek 2, Orthopedische technieken 2, Tandtechnieken 2, Verzorgingstechnieken 2, Hout & bouw 2, Metaal 2, Textiel 2, Glastechnieken 2, Verhoging 2 de gr. TSO , , ,3 9 2, ,

183 de gr. TSO Admin. & distributie 2, Sport 2, ,75 Chemie 2, Industriële technieken 2, Land- & tuinbouw 2, Paramed. opleidingen 2, Perzonenzorg 2, Voeding 2, Hotel 2, Kleding & confectie 2, Elektriciteit 2, Decoratieve technieken 2, Grafische technieken 2, Optiek 2, Orthopedische technieken 2, Tandtechnieken 2, Verzorgingstechnieken 2, Hout & bouw 2, Metaal 2, Textiel 2, Glastechnieken 2, Verhogingen 3 de gr. TSO , , , , de gr. BSO Administratie & distributie 2, Land- & tuinbouw 2, , Personenzorg 2, Decoratieve technieken 2, Elektriciteit 2, Hotel 2, Kleding en confectie 2, Verzorgingstechnieken 2, Grafische technieken 2, Glasverwerking 3, Goud-juwelen 3, Hout & bouw 3,05 3 9, Marmerbewerking 3, Metaal + duurzaam wonen 3, ,5 0 0 Textiel 3, Verhogingen 2 de gr.bso , , , , de gr. BSO Administratie & distributie 2, Land- & tuinbouw 2, ,6 0 0 Personenzorg 2, , ,95 100

184 Decoratieve technieken 2, Elektriciteit 2, Hotel 2, Kleding en confectie 2, ,5 0 0 Verzorgingstechnieken 2, Grafische technieken 2, Glasverwerking 3, Goud-juwelen 3, Hout & bouw 3, ,5 0 0 Marmerbewerking 3, Metaal+duurzaam wonen 3, , Textiel 3, Verhogingen 3 de gr.bso , , , , , LEERLINGENAANTALLEN TOTAAL lesup 1073,6 993,7 13,3 66,6 96,57% 959,62 12,84 64,32 Lesuren G/Z Controle leerlingenaantallen MS Martinus Bilzen 380 KA Ambiorix Tongeren 7 KTA Plinius Tongeren

185 3. Nascholingsplan 102

186 Het nascholingsplan van de Martinusschool te Bilzen Meerjarenplan Meerjarenplan

187 Het nascholingsplan van de Martinusschool te Bilzen Doel en nut van ons NSP Het NSP past in het schoolwerkplan en getuigt van een schoolvisie op kwaliteit Wie de kwaliteit van zijn onderwijs voortdurend wil verbeteren, onderzoekt en evalueert permanent de situatie van waaruit hij vertrekt. Voor de school als organisatie en voor de individuele leerkrachten is dit dan ook de grondslag van o.a. het schoolwerkplan (SWP). In ons SWP gaan wij na welke de heersende schoolcultuur is om op basis daarvan een nieuwe, idealere situatie uit te tekenen. Om van de huidige naar een toekomstige situatie te evolueren worden actieplannen opgesteld. Een voorbeeld van zo een actieplan is het NSP. Het NSP kan dus als een onderdeel van het SWP worden beschouwd. Het wordt jaarlijks aangepast en bevat idealiter zelf ook een algemene situering, met acties op lange en korte termijn. Het geeft aan welke de behoeften aan nascholing er zijn en welke accenten er dienen gelegd worden om daadwerkelijk nascholing te laten volgen of te organiseren. Daar koppelt het voor concrete personen of doelgroepen initiatieven aan vast voor het lopende schooljaar. Voor elk van deze initiatieven zal het NSP ook vermelden hoe de nascholing (die door één of meer personeelsleden uit de instelling zal worden gevolgd) geëvalueerd en in de school geïmplementeerd zal worden. Het volgen of organiseren van nascholingsactiviteiten kan dus niet vrijblijvend gebeuren. De ideeën en nieuwe inzichten moeten wel degelijk in het schoolgebeuren toegepast worden. Het volgen van een nascholing kan dan ook niet beschouwd worden als een losstaande gebeurtenis, maar kadert binnen ons globaal beleid. Het NSP heeft als doel de professionaliteit van de leraar te verhogen en het pedagogisch beleid van de school te verbeteren Het NSP is complementair aan begeleiding. Begeleiding door directie en PBD is gericht op specifieke, meestal individuele noden (opvolging nieuw leerplan, begeleiding jonge leraar ). Ze is afhankelijk van de individuele, interindividuele en schoolcapaciteit. Nascholing kadert in een bredere beleidsoptie om de kwaliteit van de school en het onderwijs te verhogen en kan volgende aspecten omvatten (de voorbeelden zijn ter illustratie en niet limitatief): Op niveau van de leerkracht:: uitbouw van professionaliteit (vergadertechniek), veranderingen in vakinhouden en vakdidactiek (nieuwe visie op het vak), nieuwe en aangepaste methodieken (alternatieve werkvormen), leerlinggerichte aspecten (evaluatie, begeleiding, ICT-gebruik, zelfgestuurd leren),. Op niveau van de school: aanvangsbegeleiding: opvang van beginnende leerkrachten uitbouw van een efficiënte schoolteamwerking via gezamenlijke aanpak en doelgerichtheid, personeelsbeleid, samenhang, zelfevaluatie, gelijke kansenbeleid, evaluatiebeleid, welzijn en welbevinden, ICT-beleid, uitwerking projecten (GWP, GIP, stage.), vakoverschrijdende eindtermen, klasmanagement, leerplanrealisatie. N.B. Afhankelijk van de doelgerichtheid hanteert de inspectie de onderverdeling: vakspecifieke nascholing en pedagogisch didactische nascholing. Het NSP is een administratieve verplichting Onze school is sinds 1 september 1996 wettelijk verplicht om een nascholingsbeleid te voeren en ontvangt hiervoor jaarlijks een apart budget. Deze gekleurde gelden mogen 104

188 uitsluitend voor nascholing van personeel gebruikt worden. De school moet dit kunnen aantonen en verantwoorden. De besteding kan gaan naar inschrijvingsgelden, verplaatsingsonkosten of andere onkosten. De school dient dan ook jaarlijks, op voorstel van de directeur, een NSP op te stellen. Dit plan wordt goedgekeurd door het lokaal overlegcomité (LOC). In het NSP worden de behoeften aan nascholing vastgesteld. De vaststelling van de noden kan resulteren in een prioriteitenplan op korte en lange termijn. Om het nascholingsbeleid op te stellen is het belangrijk dat de leraren, maar vooral de vakwerkgroepen, hun nascholingsbehoeften tijdig doorgeven. Deze manier van werken aan het NSP kan gezien worden als een vorm van zelfevaluatie. Door het nascholingsbeleid in vraag te stellen, door na te gaan welke de behoeften zijn van zowel leraren, leerlingen als ouders en door het beleid op regelmatige tijd te evalueren en bij te sturen, doet de school aan kwaliteitsbewaking. De school past zich op deze manier aan aan de wensen en verwachtingen van haar omgeving, echter zonder daarvoor afstand te doen van eigenheid en opdracht. Tijdens de schooldoorlichtingen treft de inspectie reeds een aantal scholen aan met een nascholingsbeleid dat, zoals het hoort, gedragen wordt door een globale visie. De school beschikt in deze gevallen over een NSP. Ze kiest een aantal aandachtspunten en legt vast waaraan het nascholingsbudget zal worden besteed. Sommige scholen slagen erin de organisatorische problemen die voortvloeien uit het volgen van nascholing tijdens de lesuren op te lossen. Daartegenover staat dat sommige directies een maximale aanwezigheid op school prioritair stellen. Dit alles heeft tot gevolg dat nascholing buiten de lesuren procentueel toeneemt en de school bij het opstellen van de lessenroosters meer en meer gebruik maakt van de voorkennis betreffende de nascholingdata. Voor de meeste scholen is het budget ontoereikend. De meeste scholen betalen de door leraren gemaakte kosten integraal terug op basis van een treinticket 2 de klas. Individuele leerkrachten die aan zelfstudie doen rond bepaalde (pedagogische) onderwerpen is in zekere zin ook een bepaalde manier van nascholing, maar deze vorm van nascholing wordt niet erkend door de inspectie. 105

189 Realisatie van ons NSP Beginsituatie behoefteonderzoek bij leerkrachten behoefteonderzoek bij vakgroepen of teams evaluatieformulier nascholing Tenslotte geeft de bibliografie een lijst van websites waar meer informatie over dit onderwerp kan teruggevonden worden. Het stappenplan In totaal kunnen 4 stappen onderscheiden worden: Het NSP motiveren en concretiseren aan de hand van inventarisatie Het vastleggen van keuze(s) en via planning komen tot acties Verspreiding van informatie en evaluatie Bijsturing Stap 1: Het NSP motiveren en concretiseren aan de hand van een inventarisatie Tijdens de eerste stap wordt vastgesteld welke noden de school ervaart. We toetsen daarvoor enerzijds de opleidingsbehoeften van de school aan de aanwezige kennis en vaardigheden van de personeelsleden. Anderzijds kan uit de dagdagelijkse werking worden afgeleid waar noden zich afspelen. Deze inventarisatiefase kan uit volgende onderdelen bestaan: Facultatief: analyse van de beginsituatie (wat doen we goed?): een inventarisatie van de reeds aanwezige kennis en vaardigheden. Noodzakelijk: een inventarisatie van de opleidingsbehoeften (wat kunnen of zullen we beter moeten doen of moeten we aan werken?). Deze inventarisering gebeurt zowel vanuit het perspectief van de organisatie als vanuit het perspectief van doelgroepen en individuele medewerkers. Facultatief kunnen deze noden worden getoetst aan een aantal voorafgaande criteria rekening houdend met vooraf bepaalde prioriteiten zoals het beleidsplan van de scholengroep, lokale omstandigheden, schoolcultuur,. Een aantal vuistregels! Organisatie De analyse van de beginsituatie kan volgende elementen omvatten Evaluatie van de uitwerking en vooral de realisatie van prioriteiten en/of klemtonen van vorig jaar (de school kan eventueel een lijst toevoegen van de reeds gerealiseerde nascholing, inclusief evaluatieresultaten en elementen van bijsturing); De meerwaarde op niveau van de klas en de leraar: (wat vinden leraren/ vakgroepen belangrijk en waarom? wat vinden leerlingen ervan?) (zie bijlage 1 en 2: behoefteonderzoek bij leerkrachten en vakgroepen); De meerwaarde op niveau van de school (leerwinst, hoger professioneel handelen, uitgebreide professionaliteit, verhogen beleidsvoerend vermogen van de school, welbevinden leerlingen, ouders en leerkrachten). Opsporen van de algemene en vakspecifieke nascholingsbehoeften kan steunen op: doorlichtingsverslag 106

190 SWP zelfevaluatie functioneringsgesprekken resultaten en/of overleg van vakwerkgroepen bevraging van leerkrachten (leerlingen, ouders?) (zie bijlage) overleg tijdens lerarenvergadering overleg met andere overlegorganenen externe tendensen leerplannen recente ontwikkelingen in het vakgebied klemtonen die vanuit algemene vaststellingen komen (vb ICT)... Het vastleggen van voorafgaande prioriteiten kan rekening houden met: door de overheid opgelegde of voorgestelde initiatieven of maatschappelijke ontwikkelingen (GOK, taalbeleid); het inkaderen van het NSP in: - het SWP en het PPGO - het beleidsplan van de scholengroep... Belangrijke opmerkingen Bij de analyse en de inventarisering is het uitermate belangrijk rekening te houden met een aantal schoolspecifieke criteria, bijvoorbeeld: de mate waarin de keuze wordt gedragen door het team of door een grote meerderheid van het team; de analyse van de doelgroepen: wie heeft praktisch belang bij deze nascholing; voor wie is deze nascholing bestemd; heeft deze doelgroep wel nood aan deze nascholing; organisatorische en praktische bedenkingen: budgettering, realisatie binnen de uren of de opdracht, overdraagbaar naar andere leden of groepen; aard en kwaliteit van de aangeboden nascholing : zijn er referenties over de kwaliteit van de opleiding (referenties lesgevers of nascholingsorganisatie, gebruik van werkvormen); minimaal lesverlies en de eventuele vervanging door een collega; doorstromen van informatie en transfer; vroegere ervaringen;... Concrete uitwerking (eventuele uitgangspunten) Rekening houdend met maatschappelijke en pedagogische ontwikkelingen wordt aan de leerkrachten gevraagd dat ze in de toekomst aandacht zouden hebben voor volgende ontwikkelingen binnen hun taak of opdracht: Op klas of vakniveau Didactiek binnen het vakgebied Agogische vaardigheden Leerlingenbegeleiding 107

191 Evaluatie en remediering Zelfgestuurd en zelfstandig leren Vakgroepwerking Binnen de schoolorganisatie Teamwerking ( vakgroepoverschrijdende teamwerking) Horizontale en verticale samenhang Communicatie Vergadertechniek Didactische werkvormen en multimedia (GWP, ) Beginnende leerkrachten Binnen het schoolbeleid Verschillende beleidsvormen (leerlingenbegeleiding, leerlingenevaluatie,...) Kwaliteitszorg Profilering/imago... Op basis van deze informatie kan hen gevraagd worden de lijst in bijlage in te vullen. Deze lijst kan worden ingevuld ofwel individueel ofwel in vakgroep. Een combinatie is eveneens mogelijk: eerst individueel als huiswerk en nadien bespreking binnen de vakgroep. Stap 2 : Vastleggen van keuze en via planning komen tot acties Op basis van deze analyse of inventaris maakt onze school (directie, stuurgroep, pedagogisch college ) een keuze welke ontwikkelingsdoelen we op korte termijn en welke op lange termijn willen verwezenlijken? Na de keuze voor korte- en lange termijndoelen wordt de fase van planontwikkeling ingezet. Het meerjaren-nsp én het jaarlijkse NSP worden gemaakt: Het meerjaren-nsp legt de scholingsthema's en prioriteiten vast voor de komende drie tot vijf schooljaren en stelt de criteria en faciliteiten vast. Nadat in het meerjaren-nsp is vastgelegd wat de school op langere termijn wil bereiken, wordt in het jaarlijks NSP een overzicht gegeven van de accenten die de school het komende schooljaar wil leggen. De volgende stap is het uitvoeren van deze planning, meer bepaald het volgen van de nascholingen, het opdoen van kennis en ervaring, het verwerven en verwerken van informatie zowel individueel in de klas als binnen de diverse geledingen van de school (vakgroepen, stuurgroepen, projecten ). Dit geldt voor kleine noden die op korte termijn kunnen opgelost worden. Voor andere noden zijn oplossingen nodig op langere termijn. Het gaat dan over het uitwerken van een planning (stappenplan), het opzetten van een beleid en het implementeren van dit beleid binnen de schoolorganisatie. Dit impliceert een aanpak in fasen met een timing, het inhuren of aantrekken van schoolgerichte nascholing en of begeleiding, het uitstippelen van een implementatie en het evalueren en bijsturen van de doelstellingen op basis van de bekomen resultaten. Concrete uitwerking: Prioriteiten vastgelegd op basis van schooldoorlichting en bevraging leerkrachten. Leerlingenbegeleiding de organisatie van een leerlingengericht beleid en implementatie ervan de integratie van de principes van leren leren in de klaspraktijk 108

192 vakoverschrijdende eindtermen implementatie van het G.O.K. decreet omgaan met socio-emotionele problemen op school Onderwijskundig beleid de implementatie van de eindtermen 1ste en 2de graad taalbeleid op school zorgverbreding vakdidactische en inhoudelijke nascholing teambuilding Management opvolging schooldoorlichting zelfevaluatie op school preventiebeleid verdere opleiding (nieuwe) leden van ondersteunend personeel ( SOLAr toepassingen, onderwijswetgeving, reglementering asielzoekers) Vakinhoudelijk actualisering vakinhouden toepassing ICT in het vak Alle informatie i.v.m. nascholing die de school bereikt, wordt geordend en voor iedereen beschikbaar gesteld in de lerarenkamer. STAP1 : Inventarisering van nascholingsnoden Op basis van de inventarisering van de noden en rekening houdend met een aantal randvoorwaarden werd onderstaande prioriteitslijst vastgelegd: Prioriteit Doelstelling (en) beoogd (meetbaar?) resultaat concretisering nascholing 1 VOET/VOOD en gebruik van multimedia coördineren Gekozen actiepunt endoorlichting voorbereiden en coördinatie verwezenlijken Directie en personeel volgen nascholing ivm VOET/VOOD, en ICT- gebruik Van Mulders Christine, Rost Ludwig 2 Leerstoornissen herkennen Leerkrachten kennen de GOK-coördinator Monique Reynders volgt 109

193 en begeleiden meeste leerstoornissen en gebruiken de ondersteunende maatregelen 3 Veiligheid waarborgen Bedrijfshulp en veiligheid infrastructuur verbeteren 4 Vakgerichte nascholingen volgen ivm nieuwe leerplannen, studierichtingen 5 Begeleiding jonge leerkrachten 6 Actuele leermiddelen gebruiken 7 GOK-analyse en plannen opstellen 8 Continuïteit van het personeel- en leerlingensecretariaat waarborgen Opmaken van een interventieplan Leerkrachten worden voorbereid op vernieuwingen en kunnen actuele strategieën en didactisch materiaal gebruiken Nieuwe leerkrachten worden begeleid door de PBD Zoveel mogelijk nieuwe handboeken, handleidingen en software verzamelen GOK-coördinatoren zijn op de hoogte van de doorlichtingsinstrumenten Nieuwe opvoeders en administratieve medewerkers opleiden 9 Opvolging van de directie Nascholing van het GO! Opleiding directeur 10 Actualisering Nieuwe onderwijsbeleid onderwijsontwikkelingen opvolgen 11 Taalbeleid opvolgen Ons taalbeleid mag zich niet beperken tot het vak Nederlands, maar moet daarnaast ook de knelpunten van de andere taalvakken opvolgen, zelfs de taalproblematiek in alle vakken bijsturen 12 Teambuilding MS Bilzen, KA en KTA Tongeren 13 Communicatie Verzekeren De schooloverstijgende vakgroepwerking bevorderen door gezamenlijke studiedagen Via smartschool LVS, Jaarplannen gekoppeld aan VOET + Skore invoeren. Actiepunten van de doorlichting bespreken. Leren evalueren. Herexamens beperken B en C attesten motiveren leerplanmotivatie een hele reeks nascholingen rond dyslexie, dyscalculie, NLD, ASS Billen Stijn, Hayen Ingrid (ASS) 1Leerkrachten volgen de EHBOcursus van het Rode Kruis en Krijn Geubbelmans volgt een preventiecursus. Nascholingen volgen ifv humane wetenschappen, lichamelijke opvoeding en sport, paardrijden, organisatiehulp, hout-bouw, duurzaam-wonen Vakgerichte PBD-nascholingen volgen Kennismakingsdagen van de verschillende uitgeverijen volgen en presentexemplaren bestellen Monique Reynders volgt alle aangeboden GOK-nascholingen Stijn Billen, Kevin Loverix en Hannelore Wouters volgen de nascholingen voor het ondersteunend personeel van de werkstations op de departement onderwijs Ingrid Hayen volgt de opleiding Directie secundair onderwijs Elisabeth Vanrusselt, directeur, en Ludwig Rost volgen de nascholingen Reeks van GO4 talent Allemand Ann, Wilmots Sabine, Dreessen Liesbeth Elk jaar wordt één schooloverstijgende activiteit georganiseerd tussen ale personeelsleden van de drie scholen. Telkens wordt ook de locatie gewijzigd en aangepast in functie van de vooropgestelde doelen. Schooloverstijgende vakgroepen bespreken de actiepunten uit de doorlichtingsverslagen Alle opleidingen in verband met smartschool volgen Kevin Loverix en Stijn Billen 14 Internetgebruik waarborgen Draadloos netwerk voor alle klassen Wireless seminar en ICTpraktijkdagen volgen: Stijn Billen STAP 2 : Middelen 110

194 Om dit te realiseren beschikt de school over volgende middelen opgebouwd tijdens de vorige jaren en rekening houdend met het budget dat dit jaar wordt vooropgesteld op basis van het aantal ambten: Schooljaar Budget voorzien Uitgaven Rest beschikbaar

195 STAP 3 : Actieplan binnen NSP Op basis van de beleidsprioriteiten en rekening houdend met de inventarisering en de beginsituatie wil de school volgende concrete acties ondernemen en voorziet daarvoor volgende bedragen: prior Doelgroep Thema + motivatie Organisatie+ tijdsbesteding voorziene kostprijs 1 Selectie en bevorderingsambten 2 Ondersteunend personeel Opleiding en opvolging doorlichtingsverslagen en onderwijsontwikkelingen, management, zelfevaluatie, veiligheid en welbevinden Implementatie Edison en gebruik van sola-r, evenals leerlingenbegeleiding Één of meerdaagse cursussen Cyclus opleidng schoolsecretariaten NAS-GO! Nascholingscheques aanvragen Door de werkstations gratis ingericht, alleen verplaatsing 3 Leerkrachten + GOK-team 4 MVD-personeel 5 Schooloverstijgende studiedagen Actualisering leerplannen, vakken, leermiddelen, ICTtoepassingen, onderwijsstrategieën, werkvormen, taalbeleid, EHBO, welbevinden, leerlingenbegeleiding, GOK-plan Preventie en opleiding in gebruik voedingsmiddelen en onderhoudsmateriaal Teambuilding campusscholen en vestigingen Meestal avonden, namiddagen en dagcursussen Opleidingen van een halve dag georganiseerd dor de preventie-adviseur van SGR 13 Elke tweede week van februari Meestal gratis door PBD-GO! Wel verplaatsingsonkosten Gratis door het GO! En SGR13 ingericht Ongeveer 500 Per dag Stap 3: Verspreiding van informatie en evaluatie Als de nascholingsactiviteiten hebben plaatsgevonden, begint de transfer- en evaluatiefase. Scholing alleen zal weinig bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs indien ze enkel ten goede komt van diegenen die de nascholing hebben gevolgd. De school (directie, vakwerkgroep) gaat na in hoeverre hetgeen tijdens de scholing is geleerd ook daadwerkelijk in de praktijk wordt toegepast (transfer en multiplicatie). Ook wordt nagegaan of die toepassing voldoet aan de verwachtingen (evaluatie) en of er eventueel geen bijsturing nodig is. Dit gebeurt steeds tijdens de vergaderingen van de vakwerkgroep. Daarenboven vult elke deelnemer aan een nascholing vanaf het scholjaar een evaluatieformulier in (zie bijlage 3). Concrete uitwerking Ieder nageschoold teamlid heeft als opdracht de collega s op de hoogte te brengen van de gevolgde nascholing. Hoe deze verspreiding gebeurt, is deels afhankelijk van de gevolgde nascholing. Het kan zijn dat de nascholing gericht is op de individuele leraar, op de vakgroep, op een specifieke deelgroep, op de school/team of op bepaalde projecten. Mogelijke acties voor de verspreiding van nascholing zijn: de bespreking van de nascholing tijdens een vakwerkgroepvergadering ; het vermenigvuldigen en verspreiden van de syllabus, teksten, notities, ; 112

196 mondeling verslag bij collega s tijdens leraarsvergadering; verslaggeving bij directie; opzetten van een interne nascholing. Op basis van de evaluatieformulieren (zie bijlage 3) van de personeelsleden die deelgenomen hebben aan een nascholing kan een inventaris worden opgemaakt. Alle behaalde attesten van gevolgde nascholingen worden in de vakmap gerangschikt. Hiervan wordt ook een kopie gegeven aan de personeelsverantwoordelijke Marleen Jorissen, die deze attesten ook in een map bewaart. Krijn Geubbelmans geeft aan haar eveneens financiële plannen en overzichten Deze inventaris kan als volgt opgedeeld worden: Nascholingsattesten Datum persoon onderwerp 2/10/2006 Put Inge Begeleiding Gon-leerling(ASS) in het gewoon onderwijs 2/10/2006 Thijs Marleen Begeleiding Gon-leerling(ASS) in het gewoon onderwijs 2/10/2006 Dreessen Liesbeth Begeleiding Gon-leerling(ASS) in het gewoon onderwijs 2/10/2006 Allemand Ann Begeleiding Gon-leerling(ASS) in het gewoon onderwijs 4/10/2006 Jorissen Kirsten Easy Tapping Therapeut 6/10/2006 Stinkens Kristel Werken aan de onderzoekscompetentie Latijn/Grieks 14/10/2006 Rost Ludwig Infodag exclusief voor leraren 25/10/2006 Thijs Marleen Industriële hulpverlener 25/10/2006 Dreessen Liesbeth Vorming industriële hulpverlener 25/10/2006 Vliegen Lize Vorming industriële hulpverlener 25/10/2006 Billen Stijn Vorming industriële hulpverlener 25/10/2006 Geubelmans Krijn Vorming industriële hulpverlener 25/10/2006 Put Inge Vorming industriële hulpverlener 25/10/2006 Vanrusselt Karen Vorming industriële hulpverlener Van Mulders 25/10/2006 Christine Vorming industriële hulpverlener 25/10/2006 Allemand Ann Vorming industriële hulpverlener 3/12/2006 Billen Stijn Impress: OpenOffice.org Draw: OpenOffice 3/12/2006 Wouters Guy Impress: OpenOffice.org Draw: OpenOffice 5/12/2006 Wouters Guy Netwerk bedrijfsleven/onderwijs hout: bedrijfsbezoek Norbord-Genk 4/01/2007 Rost Ludwig Tentoonstelling: 'Dit is onze geschiedenis. 50 jaar Europees avontuur!' 20/01/2007 Rost Ludwig Goden, een handleiding. De religieuze beleving.' 23/01/2007 Vanrusselt Karen Elektronisch communiceren via Edison 23/01/2007 Billen Stijn Elektronisch communiceren via Edison 31/01/2007 Jorissen Kirsten Opleiding: Didactische competentie algemeen verkort 31/01/2007 Jorissen Kirsten Psycho-pedagogische competentie verkort 15/03/2007 Jorissen Kirsten Hot stone massage: Workshop 20/03/2007 Hansen Chretien Goederenstromen in het technisch onderwijs 20/04/2007 Wouters Guy Woodwop: Toepassen programmebesturing XYZ bewerking en aspecten C-as 27/04/2007 Rost Ludwig De doelgroep van het nieuwe leerplan PEGO - SO I 14/05/2007 Jorissen Kirsten Bijscholing danskriebels 12/06/2007 Peters Bart SVS Apotheose 21/09/2007 Lowet Karolien Inleidende studiedag jonge leraren economie en handel 3/10/2007 Stinkens Kristel onderzoekscompetentie in de 2de graad Latijne en Grieks 11/10/2007 Lowet Karolien Didactische aanpak en evaluatie Extreem rechtse bewegingen tijdens de jaren 1930 en vandaag: continuïteit en 17/10/2007 Rost Ludwig discontinuïteit 14/11/2007 Lowet Karolien Studiedag voor leerkrachten Rooms-Katholieke Godsdienst 113

197 22/11/2007 Hansen Chretien Functioneringsgesprekken en evaluatie personeelsleden 8/12/2007 Jorissen Kirsten Voetbal: Sportmedisch bekeken 10/01/2008? VCA, hoe breng ik het aan mijn leerlingen Tentoonstelling Van Gilgamesj tot Zenobia. Oudheden uit het Nabije Oosten en 19/01/2008 Rost Ludwig Iran 21/01/2008 Lowet Karolien Studiedag: "Wij christenen, van verhaal tot belijdenis" 22/01/2008 Wouters Hannelore Kennismakingssessie WATHOE-leren leren 1e graad ASO 22/01/2008 Henno Roel Kennismakingssessie WATHOE-leren leren 1e graad ASO 24/01/2008 Dello Ilse BSO dagen: Uitkijk van plantyn 28/01/2008 Reynders Liesbeth Basisvorming veiligheid niveau III 29/01/2008 Beunkens Ria Studiedag: Implementering van het nieuwe leerplan PEGO - SO I. 1A 13/02/2008 Wouters Hannelore Leraar Nederlands voor anderstaligen(nt2) 21/02/2008 Lowet Karolien Bedrijvendag voor leraars 23/02/2008 Rost Ludwig Met Klasse naar Breendonk' 25/02/2008 Wouters Guy Autocad /03/2008 Reynders Liesbeth Veiligheid, milieu en gezondheid 11/03/2008 Dello Ilse Studiedag: "SOS puber" 12/03/2008 Lowet Karolien Studiedag: Het hermeneutisch communicatief model 17/03/2008 Stinkens Kristel De nieuwe leerplannen Latijn 14/04/2008 Dello Ilse Debat: Omgaan met eenzaamheid 14/04/2008 Jorissen Katja Debat: Omgaan met eenzaamheid 14/04/2008 Wouters Hannelore Debat: Omgaan met eenzaamheid 14/04/2008 Vissers Katleen Debat: Omgaan met eenzaamheid 14/04/2008 Billen Stijn Debat: Omgaan met eenzaamheid 14/04/2008 Wilmots Sabine Debat: Omgaan met eenzaamheid 14/04/2008 Put Inge Debat: Omgaan met eenzaamheid 14/04/2008 Nulens Rita Debat: Omgaan met eenzaamheid 14/04/2008 Wouters Guy Debat: Omgaan met eenzaamheid 14/04/2008 Henno Roel Debat: Omgaan met eenzaamheid 14/04/2008 Lowet Karolien Debat: Omgaan met eenzaamheid 24/04/2008 Lowet Karolien Begeleiding nieuwe leraren economie en handel - studiedag 3 24/04/2008 Rost Ludwig Een leerlijn van de onderzoekscompetentie Humane Wetenschappen 30/04/2008 Nulens Rita Studiedag: Verzorging 2e graad BSO huishoudkunde 30/04/2008 Wouters Hannelore Close combat-mix fight-free fight 7/05/2008 Vissers Katleen Depressie bij kinderen. Kan dat? Leerplanvoorsteling 3e graad+nieuwe omzendbrief bedrijfsbeheer en 29/05/2008 Lowet Karolien aanpassingen aan de leerplannen 30/05/2008 Reynders Liesbeth Trainer B Jumping (VTS-BLOSO) Bijscholing voor leerkrachten Lichamelijke Opvoeding uit het secundair en 4/06/2008 Wouters Hannelore buitengewoon onderwijs 27/08/2008 Lowet Karolien Studienamiddag Bedrijfsbeheer /10/2008 Wouters Hannelore Aandacht voor gender in het basis- en secundair onderwijs 25/10/2008 Wouters Hannelore Bijscholing Hoger Redder 4/11/2008 Nijs Kristof ICT & regionale beeldvorming Seminarie: Hoe houden we de koopkracht van de euro in stand? De uitdaging 19/11/2008 Lowet Karolien van het Europees monetair beleid 19/11/2008 Martens Griet Stemhygiëne en spreektechniek voor leraars 24/11/2008 Wilmots Sabine Google Earth: Toepassingen in de lessen aarderijkskunde 27/11/2008 Gerits Evi Moderne vreemde talen: De nieuwe visietekst 3/12/2008 Billen Stijn Flitsende presentaties met Open Office.org 3/12/2008 Wouters Guy Flitsende presentaties met Open Office.org 28/01/2009 Nulens Rita Berina Infodag 10/02/2009 Geubelmans Krijn Met vereende (leer)krachten. Een taalbeleid voor de hele school 114

198 10/02/2009 Allemand Ann Met vereende (leer)krachten. Een taalbeleid voor de hele school 17/02/2009 Lowet Karolien Jongeren op het internet 17/02/2009 Liesens Bert Jongeren op het internet 17/02/2009 Henno Roel Jongeren op het internet 17/02/2009 Wouters Hannelore Jongeren op het internet 5/03/2009 Dello Ilse Voorstelling PAV 11/03/2009 Wouters Guy Isoleren 11/03/2009 Dexters Els Smartboard Infosessie 11/03/2009 Lowet Karolien Smartboard Infosessie 17/03/2009 Allemand Ann Schooltaalvaardigheid bevorderen via teksten in de 1e graad 17/03/2009 Geubelmans Krijn Schooltaalvaardigheid bevorderen via teksten in de 1e graad 19/03/2009 Vissers Katleen Oosterse vechtsport 19/03/2009 Wouters Hannelore Oosterse vechtsport 24/03/2009 Hansen Chretien Nationale eventing - Officiëlen 25/03/2009 Broux Pascal BSO-dag 25/03/2009 Nijs Kristof Weg met Europa of met Europa op weg? 3/04/2009 Wouters Hannelore Shaiatsu bij paarden 22/04/2009 Nijs Kristof Van In-Taalvakdagen 22/04/2009 Broux Pascal Van In-Taalvakdagen 29/04/2009 Wouters Hannelore Hooggevoeligheid bij kinderen 29/04/2009 Henno Roel Hooggevoeligheid bij kinderen 29/04/2009 Lowet Karolien Hooggevoeligheid bij kinderen 29/04/2009 Wouters Guy Hooggevoeligheid bij kinderen Studienamiddag "Een wandeling door het duurzaamheidsdoolhof - Casestudie 29/04/2009 Lowet Karolien Colruyt" 30/04/2009 Sebahittin Yilmaz Islamonderwijs in het secundair-didactische aanpak voor het leerplan 6/05/2009 Broux Pascal ICT in projectwerking 6/05/2009 Wouters Hannelore ICT in projectwerking 6/05/2009 Lowet Karolien ICT in projectwerking 7/05/2009 Lowet Karolien Wegcode voor wegkapiteins-begeleding van groepen fietsers in het verkeer 7/05/2009 Vissers Katleen Wegcode voor wegkapiteins-begeleding van groepen fietsers in het verkeer 12/05/2009 Fastré Ann Studiedag: Bijbels geïnspireerd en gestoffeerd godsdienst onderricht + voorstelling vakdossier 13/05/2009 Lowet Karolien Omgaan met diversiteit in het onderwijs - Alle talenten aanspreken 14/05/2009 Lowet Karolien Hoe maak ik mijn leerlingen wegwijs in windows vista 25/05/2009 Wouters Hannelore Indiensttreding, Bekwaamheidsbewijzen en Nuttige ervaring 28/05/2009 Wouters Hannelore TBSOB en Verloven-deel 1 3/06/2009 Dexters Els Cofep: Startersdag voor oefenfirma's 8/06/2009 Wouters Hannelore Elektronische communicatie 9/06/2009 Wouters Hannelore Verloven deel 2 9/06/2009 Vissers Katleen 15/06/2009 Reynders Liesbeth 23/03/2009 Rost Ludwig Nascholing voor leerkrachten Lichamelijke Opvoeding uit het secundair onderwijs Secundair onderwjs - leerplancommisie PV Praktische oefeningen en TV Agrarische technieken Studiedag: 'Ons hedendaags geloven in historisch perspectief/weten waar je vandaan komt' 19/10/2009 Hayen Ingrid Infonamiddag ASS 19/10/2009 Henno Roel Aanpak van leerlingen met ASS 115

199 24/10/2009 Henno Roel Sportletsels van knie, heup en schouder 26/11/2009 Geubbelmans Krijn Het opmaken van een interventieplan 4/12/2009 Nijs Kristof Conflicthantering en begeleidershouding 12/12/2009 Henno Roel Van amateursport tot topsport 25/01/2010 Feyen An Een vrijzinnige les 25/01/2010 Nijs Kristof aardrijkskunde, eindwerken, active werkvormen, leerlijnen 27/01/2010 Nijs Kristof Geschiedenis: taalbeleid in de lessen geschiedenis 9/02/2010 Reynders Liesbeth preventie 24/02/2010 Dreessen Liesbeth Competenties Duits en Engels 24/02/2010 Jorissen Katja actuele thema's binnen de leerplannen 3/03/2010 Jorissen Katja Antigon 3/03/2010 Rasir Marlène studiedag Frans 4/03/2010 Feyen An lezing: het geheim van optimisme 8/03/2010 Feyen An Veilig surfen op het internet 8/03/2010 Hayen Ingrid Veilig surfen op internet 8/03/2010 Henno Roel Veilig surfen op het internet 8/03/2010 Liesens Bert Veilig surfen op het internet 8/03/2010 Nijs Kristof Veulig surfen op het internet 8/03/2010 Vissers Katleen Veilig surfen op het internet 16/03/2010 Feyen An De toekomst van levensbeschouwelijke vakken 17/03/2010 Loverix Kevin nieuwe uitgaven en leermiddelen 17/03/2010 Peeters Dirk leerlingenproeven toegepaste wetenschappen 17/03/2010 Wouters Guy Machineveiligheid in het onderwijs Van Mulders 18/03/2010 Christine Voet, stapsgewijs 18/03/2010 Vissers Katleen nieuwe leerplannen AV sport Van Mulders 19/03/2010 Christine vorming van attitudes, Evaluatie en rapportering 22/03/2010 Beunckens Ria ICT en AN 22/03/2010 Rost Ludwig ICT en AN 24/03/2010 Loverix Kevin voeding en -suppelementen 24/03/2010 Vissers Katleen voeding - en supplementen 24/03/2010 Wouters Hannelore voeding en -supplementen Vanrusselt 26/03/2010 Elisabeth cursus welzijn op het werk 26/03/2010 Vleugels Hanna conferentie rondom het kind 2/04/2010 Billen Stijn Gernis zorgdossier 2/04/2010 Loverix Kevin Gernis Zorgdossier 3/04/2010 Rost Ludwig studiereis Auschwitz-Birkenau 22/04/2010 Wilmots Sabine Infosessie terranova 26/04/2010 Jorissen Kirsten Eerstehulpverlening onderwijs 26/04/2010 Jorissen Kirsten AED Onderwijs 26/04/2010 Jorissen Kirsten Reanimeren en defibrilleren - Bevolking 26/04/2010 Jorissen Kirsten Eerste Hulp (Basiscursus) 26/04/2010 Jorissen Kirsten Helper (vervolgcursus) 27/04/2010 Wilmots Sabine Leerplannen aardrijkskunde 29/04/2010 Caliskan Murat omgaan met probleemgedrag in de school 29/04/2010 Yilmaz Sebahittin Islam : omgaan met probleemgedrag in de school 3/05/2010 Billen Stijn Smartschool 3/05/2010 Geubbelmans Krijn Smartschool 3/05/2010 Loverix Kevin Smartschool 5/05/2010 Loverix Kevin Frans 1ste graad 5/05/2010 Rasir Marlène Frans 1ste graad 5/05/2010 Wilmots Sabine Frans 1ste graad 116

200 5/05/2010 Wilmots Sabine Taalvakdag 6/05/2010 Nulens Rita Vak techniek 14/05/2010 Nijs Kristof Opleidingsweekend monitoren 18/05/2010 Dreessen Liesbeth Communiceren en opvoeden in het facebook tijdperk 19/05/2010 Henno Roel Nieuwe werkstructuren NW voor 1B 19/05/2010 Liesens Bert Natuurwetenschappen 1B 19/05/2010 Wilmots Sabine Aardrijkskunde 1B 2/06/2010 Vissers Katleen Conditietraining, Acrogym en Piramides 4/06/2010 Vanrusselt Elisabeth Eindbeslissingen en de motivering ervan : een heet hangijzer. 8/06/2010 Billen Stijn Schoolpakketten informatica 21/06/2010 Vissers Katleen Verdedigingssporten intso LOSP 23/06/2010 Geubbelmans Krijn Smartschool 23/06/2010 Loverix Kevin Smartschool 31/08/2010 Wouters Hannelore Bijscholingsgetuigschrift Redder 8/09/2010 Loverix Kevin Schoolpakketten informatica 15/09/2010 Liesens Bert Leerplanimplementatie NW 1ste graad 30/09/2010 Henno Roel Wat is duurzaam bouwen. 30/09/2010 Liesens Bert Leerplanimplementatie en evaluatie in NW 9/10/2010 Nijs Kristof Onderzoekscompetentie wetenschappen 13/10/2010 Loverix Kevin Unizo-Ondernemingszin voor iedereen 13/10/2010 Lowet Karolien UNIZO - Ondernemingszin voor iedereen 14/10/2010 Henno Roel Biomassaproject : Biopower Tongeren bvba 15/10/2010 Rost Ludwig Maak mij wat wijs 16/10/2010 Henno Roel Bouwteam 16/10/2010 Vissers Katleen Spelen en sporten met ADHD 21/10/2010 Hansen Chrétien Tago studiedag 25/10/2010 Nulens Rita Implementatie nieuwe leerplannen Techniek 27/10/2010 Rost Ludwig Psychische stoornissen anno /10/2010 Vissers Katleen Van algemene naar concrete leerlijnen LO 23/11/2010 Rost Ludwig ICCS: praktische informatie 18/12/2010 Hansen Chrétien Dag van de trainer 12/01/2011 Wouters Guy Welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk 25/01/2011 Hayen Ingrid Visie op de praktische realisatie van de GIP 25/01/2011 Martens Maria Visie op de praktische realisatie van de geïntegreerde proef 31/01/2011 Nijs Kristof aardrijkskunde : weerkaarten 1/02/2011 Billen Stijn Infosessie SKORE voorjaar /02/2011 Loverix Kevin Infosessie SKORE voorjaar /02/2011 Billen Stijn ICT praktijkdag 7/02/2011 Loverix Kevin ICT praktijkdag 16/02/2011 Rost Ludwig De toekomst van wetenschappelijke vrijheid 24/02/2011 Loverix Kevin Het Belang van Bilzen 24/02/2011 Wouters Hannelore Het Belang van Bilzen 2/03/2011 Stinkens Kristel Actie! Activerende werkvormen in de klas 14/03/2011 Liesens Bert Gezonde voeding voor paarden 24/03/2011 Wouters Guy Duurzaam bouwen en wonen 25/03/2011 Vissers Katleen Praktische realisatie van de GIP in studiegebied sport 6/04/2011 Jorissen Katja Lecture de Nicolas Ancion 22/04/2011 Nijs Kristof Opleidingswekend voor monitoren en logistiekers 27/04/2011 Roosen Caroline Het nieuwe leerplan geschiedenis B-stroom 28/04/2011 Caliskan Murat Moslimjongeren en opvoeding in een multiculturele context 11/05/2011 Lowet Karolien Digitale borden 18/05/2011 Lowet Karolien Startersdag Unizo 25/05/2011 Hayen Ingrid BSO Personenzorg rond GIP 117

201 25/05/2011 Hayen Ingrid BSO Personenzorg rond GIP 25/05/2011 Mulleners Sonja BSO Personenzorg rond GIP 7/06/2011 Rost Ludwig Appreciative Inquiry 15/06/2011 Vissers Katleen GIP in TSO LOSP 29/08/2011 Peters Bart Bijscholing redder 29/08/2011 Wouters Hannelore Bijscholing redder 7/09/2011 Vanrusselt Karen Lokaal Overleg Opvoedingsondersteuning 7/09/2011 Wouters Hannelore Lokaal Overleg Opvoedingsondersteuning 23/09/2011 Wilmots Sabine Leerplanimplementatie aardr.-wet. 1ste graad 1/10/2011 Nijs Kristof Wegwijzers voor Aardr. - Kosmografie 6/10/2011 Rost Ludwig Competenties vs talenten 19/10/2011 Coppin Muriel Examineren van examens paardrijden 16/11/2011 Hermans Aaron Theologische interpretaties bij CD 17/11/2011 Vissers Katleen Diploma Judge Tumbling World Championships Birmingham 18/11/2011 Rost Ludwig Schouwtoneel van kwantumfysica 18/11/2011 Wilmots Sabine Je, tu, il... passé composé 24/11/2011 Rost Ludwig Talentgericht werken met jongeren 10/01/2012 Billen Stijn ICT-praktijkdag 10/01/2012 Billen Stijn ICT-praktijkdag 10/01/2012 Loverix Kevin ICT-praktijkdag 17/01/2012 Rost Ludwig Talentgericht werken sessie 1 26/01/2012 Billen Stijn Seminarie wireless netwerk 26/01/2012 Billen Stijn Wireless seminar 26/01/2012 Loverix Kevin Seminarie wireless netwerk 26/01/2012 Loverix Kevin Wireless Seminar 3/02/2012 Rost Ludwig Klaar voor hoger onderwijs? 17/02/2012 Rost Ludwig Talentgericht werken sessie 2 7/03/2012 Gerets Johan Juridische problemen in het secundair onderwijs 7/03/2012 Loverix Kevin Juridische problemen in het secundair onderwijs 8/03/2012 Loverix Kevin Verlofstelsels in het onderwijs 15/03/2012 Loverix Kevin Elektronische communicatie met het werkstation 15/03/2012 Loverix Kevin Administratieve verwerking van een arbeidsongeval 21/03/2012 Gerets Johan Dans, voetbal en rugby 21/03/2012 Stinkens Kristel Oude teksten, moderne lit. theorieen : een ontmoeting 22/03/2012 Loverix Kevin Ziekteverlof en bevallingsrust 26/03/2012 Hansen Chrétien Noodzakelijke vaardigheden TAC 29/03/2012 Geubbelmans Krijn Infodag contactpersonen Genk /03/2012 Loverix Kevin Infodag contactpersonen preventie 19/04/2012 Loverix Kevin Bekwaamheidsbewijzen en nuttige ervaring in het gewoon SO 23/04/2012 Loverix Kevin Boerenverstand/ kleur bekennen 25/04/2012 Nijs Kristof Van In-dag 3/05/2012 Henno Roel Energie besparen=kosten BESPAREN 3/05/2012 Loverix Kevin Indiensttredingen in het onderwijs SO en DKO 3/05/2012 Rost Ludwig Activerende werkvormen in cult.wet. 8/05/2012 Caliskan Murat Nieuwe leerplan Islam 11/05/2012 Hermans Aaron Woord van God in mensentaal 11/05/2012 Rost Ludwig Masterclass De kracht van je stem 15/05/2012 Gerets Johan Het nieuwe leerplan Engels van A tot Z 22/05/2012 Beunckens Ria Introductie nieuwe leerplan + competenties 23/05/2012 Wilmots Sabine Nieuwe leerplan Frans van A tot Z 24/05/2012 Rost Ludwig Talentgerichte aanpak op school 27/08/2012 Peters Bart Bijscholingsgetuigschrift redder 24/09/2012 Hollanders Stefan Oplossingsgericht coachen 118

202 9/10/2012 Rost Ludwig Vormgeven talentenworkshops 18/10/2012 Rost Ludwig Chocolade: van lelijk boontje tot lekker stuk 18/10/2012 Stinkens Kristel Het verder leven van de oudheid in kunst en cultuur 22/10/2012 Smeets Stefanie Leerplanimplementatie Nederlands 2de graad 24/10/2012 Bollen Vicky Uni-form 1/11/2012 Gerets Johan Blessurepreventie en krachttrainig 8/11/2012 Van Mulders Christine Abraham/Ibrahim 13/11/2012 Billen Stijn Diploma van hulpverlener 13/11/2012 Loverix Kevin Diploma van hulpverlener 16/11/2012 Rost Ludwig Talent gezien in de klas?! Van Mulders 22/11/2012 Christine Hersenen en geest 13/12/2012 Vanrusselt Elisabeth De hervorming van het secundair onderwijs. 22/12/2012 Nijs Kristof Echografie van sterren dankzij asteroseismologie 23/12/2012 Mulleners Sonja Info kinderopvang 24/01/2013 Geubbelmans Krijn 4/02/2013 Billen Stijn ICT-praktijkdag 4/02/2013 Loverix Kevin ICT praktijkdag 27/02/2013 Nijs Kristof Taaldag Nederlands /03/2013 Nijs Kristof ICT in lessen aardrijkskunde 6/03/2013 Rost Ludwig Binnenklasdifferentiatie 13/03/2013 Nijs Kristof Nieuwe uitgaven en leermiddelen 13/03/2013 Stinkens Kristel Museumdidactiek voor leraren klassieke talen 20/03/2013 Jorissen Sofie Dans en gedurfde balsporten 20/03/2013 Rost Ludwig De toekomst van persoonlijke vrijheid 19/04/2013 Reynders Liesbeth Spelen en sporten met ADHD 23/04/2013 Nijs Kristof Veilig slapen 24/04/2013 Stinkens Kristel Schemerjongeren: schaduw en licht. 25/04/2013 Stinkens Kristel ADHD-ASS: werkelijkheid of mythe? 26/04/2013 Nijs Kristof Opleidingsweekend vrijwilligers vakantiekampen 6/05/2013 Vissers Katleen Moeilijk hanteerbaar gedrag bij kinderen met ASS 7/05/2013 Beunckens Ria Studiedag Leerplan SO2-ASO/TSO 7/05/2013 Rost Ludwig Leerplan SO2-ASO/TSO 15/05/2013 Hayen Ingrid Netwerkdag OH 22/05/2013 Jorissen Sofie Ik voel me super bij ons op school! 22/05/2013 Wouters Wouter Ik voel me SUPER bij ons op school! 23/05/2013 Nijs Kristof Kinderen... De baas? 25/05/2013 Rost Ludwig Lezing 'World Book of Happiness' van Leo Bormans 29/05/2013 Nulens Rita Leren Leren 21/09/2013 Rost Ludwig Schrijvers van contouren 9/10/2013 Martens Maria Technisch textiel 9/10/2013 Nulens Rita Technisch textiel 10/10/2013 Beunckens Ria Trein der Duizend 16/10/2013 Martens Maria Technisch textiel : doeken voor techn. textiel 16/10/2013 Nulens Rita Technisch textiel : doeken voor techn. textiel 17/10/2013 Wilmots Sabine Vreemde-talendidactiek 119

203 23/10/2013 Martens Maria Technisch textiel: finishen, coaten, lamineren 23/10/2013 Nulens Rita Technisch textiel: finishen, coaten, lamineren 6/11/2013 Stinkens Kristel Latijn leren(d) lezen 12/11/2013 Caliskan Murat Interculturaliteit 27/11/2013 Jorissen Marlène Have wedding in Europe 27/11/2013 Nijs Kristof Have wedding in Europe 27/11/2013 Vreven Sander Have wedding in Europe 15/01/2014 Bachiri Nadia Netwerk GOK - SO 16/01/2014 Rost Ludwig Activerende werkvormen in gedr. en Cultuurwetenschappen 22/01/2014 Jorissen Sofie Didactiek Interactief 3/02/2014 Bachiri Nadia Gebruik van de KIK-OV-koffer 4/02/2014 Jorissen Sofie Veilig Online 6/02/2014 Bachiri Nadia Oplossingsgericht werken met jongeren 6/02/2014 Baeten Carmen Oplossingsgericht werken met jongeren 6/02/2014 Smeets Stefanie Oplossingsgericht werken met jongeren 8/02/2014 Allemand Ann Taaldag /02/2014 Smeets Stefanie Taaldag /02/2014 Bachiri Nadia Waarom we 2 oren hebben en slechts één mond 25/02/2014 Baeten Carmen Waarom we 2 oren hebben en slechts één mond 25/02/2014 Beunckens Ria Waarom we twee oren hebben en slechts één mond. 25/02/2014 Jorissen Sofie Atletiek : springen 13/03/2014 Bachiri Nadia Kleine blusmiddelen 15/03/2014 Vissers Katleen Gezond sporten 20/03/2014 Jorissen Sofie Zelfverdediging 27/03/2014 Nijs Kristof Het nieuwe leerplan geschiedenis derde graad 1/04/2014 Jorissen Sofie Schaatsen 2/04/2014 Bachiri Nadia PAV: ontwerpen van uitdagende leeromgevingen 22/04/2014 Gielen Hilde Van OVUR tot onderzoekscompetenties 23/04/2014 Bachiri Nadia Verwen je stem en gebruik ze goed 23/04/2014 Baeten Carmen Verwen je stem en gebruik ze goed 23/04/2014 Smeets Stefanie Verwen je stem en gebruik ze goed 23/04/2014 Stinkens Kristel Zijn er nog vragen? Efficiënte en motiverende evaluatie. 25/04/2014 Bachiri Nadia Techniek in de vingers 28/04/2014 Loverix Kevin De VOET op school: waar staan we nu? 28/04/2014 Vanrusselt Elisabeth De VOET op school: waar staan we nu? 29/04/2014 Vissers Katleen Een goed leven met autisme 30/04/2014 Martens Maria Kleur en stijl 30/04/2014 Nulens Rita Kleur en stijl 8/05/2014 Jorissen Sofie Ski/Snowboard 8/05/2014 Vissers Katleen Ski/Snowboard 13/05/2014 Vliegen Lize Nieuwe leerplannen PAV 3de graad 15/05/2014 Nijs Kristof Leerplanimplementatie Nederlands 3de graad 21/05/2014 Wouters Hannelore Rijvaardigheidstraining 1/10/2014 Martens Maria Drapage en Moulage 16/10/2014 Nijs Kristof Vlot op de pot 4/11/2014 Van Mulders Christine Godly Play 120

204 12/11/2014 Vreven Sander Oog op film 9 22/11/2014 Nijs Kristof Misconcepties binnen het thema kosmografie 26/11/2014 Vreven Sander Comenius ontmoetingsavond 8/12/2014 Beunckens Ria Veerkracht 10/12/2014 Wouters Guy Train-the-trainer VCA... Hoe begin ik eraan? 121

205 Stap 4. Bijsturing Nadat alle fasen zijn doorlopen, is het zinvol om eens terug te kijken. We gaan na hoe het nascholingsbeleid en -plan tot stand zijn gekomen en of voor het volgend schooljaar bijstellingen nodig zijn. Deze bijsturing is tweevoudig. Ze heeft betrekking op het NSP voor het volgende jaar, maar kan eventueel ook terugslaan op het lopende jaar indien de nascholing niet het verwachte resultaat heeft opgeleverd. Wanneer dit laatste reeds in het lopende jaar wordt opgemerkt, kunnen dan reeds aanpassingen of bijsturingen plaatsvinden. Het systematisch uitvoeren van de verschillende stappen biedt ook de mogelijkheid om het meerjarenplan bij te stellen of aan te passen. Is er nog meer scholing nodig omdat de vaardigheden onvoldoende zijn? Dienen andere personen betrokken te worden? Zijn de vooropgestelde doelen onvoldoende bereikt? Zijn er andere behoeften naar voor gekomen? Deze vragen sluiten aan op de eerste stap. Het proces kan weer herstart worden. Schematische voorstelling van stappenplan 122

206 Bijlagen Bijlage 1. Behoefteonderzoek bij leerkrachten Naam leerkracht:... Datum invulling. Vraag 1: Heeft u persoonlijk behoefte aan nascholing in het komende schooljaar? ja/nee (Indien nee geantwoord, gaat U verder met vraag 8) Vraag 2: Indien ja bij vraag 1, over welk thema? vakinhouden nieuwe leermiddelen ICT didactische onderwerpen of werkvormen leerlingenzorg of leerlingenbegeleiding pedagogische onderwerpen (specifieer) onderwijsvernieuwing onderwijs aan bepaalde doelgroepen (welke) omgaan met (leer)problemen kwaliteitszorg functiegerichte nascholing anders, nl.... Vraag 3: Welke soort nascholing wilt u? informatie/voorlichting scholing/training uitwisseling advies of begeleiding PBD anders, nl.... Vraag 4: Op grond van welke overweging(en) wilt u deelnemen aan nascholing (motivatie)? promotiecriteria loopbaanplanning vergroten vakbekwaamheid nieuwe ontwikkelingen in de school nieuwe taken in de school anders, nl.... Toelichting:... Vraag 5: Aan welke eisen moet de nascholing voldoen? Vraag 6: Heeft u een voorkeur voor een organisatie of project, die de nascholing moet gaan verzorgen? (zie documentatiemappen) ja/nee (Indien ja, graag aangeven welke instelling en waarom.) Toelichting:... Vraag 7: Heeft u bezwaar tegen een bepaald tijdstip waarop de cursus georganiseerd wordt? nee ja onder schooltijd na schooltijd in de avonduren Toelichting/nadere omschrijving:

207 Bijlage 2: Behoefteonderzoek bij vakgroepen of teams Naam vakgroep... Vraag 1: Is er behoefte aan nascholing in vakgroepverband in het komende schooljaar? ja/nee Vraag 2: Indien ja bij vraag 1, hieronder kort en helder inhoud en doel omschrijven: Vraag 3: Welke soort nascholing wil de vakgroep? (Geef omvang en de nodige tijdsinvestering aan.) Vraag 4: Hoeveel leerkrachten zullen deelnemen? Aantal:... Vraag 5: Op grond van welke overwegingen wil het team deelnemen aan deze nascholing (motivatie)? n.a.v. het SWP n.a.v. prioriteiten nascholing n.a.v. een inspectieverslag n.a.v. zelfevaluatie n.a.v. studiedagen n.a.v. initiatieven PBD of pedagogisch adviseur n.a.v. externe ontwikkelingen in het vakgebied n.a.v. externe ontwikkelingen in de schoolomgeving n.a.v. initiatieven vanuit vakverenigingen anders, nl.... Toelichting:... Vraag 6: Aan welke eisen moet de nascholing voldoen? Vraag 7: Heeft de vakgroep een voorkeur voor een nascholingsproject (zie documentenmap) of organisatie? ja/nee (Indien ja, graag aangeven welke instelling en waarom.) Vraag 8: Op welke manier zullen de leden van de vakgroep (het lid van de vakgroep) de opgedane ervaring overdragen naar de volledige vakgroep of naar het schoolteam? 124

208 Bijlage 3: Evaluatieformulier nascholing Naam : Datum : Plaats : Aard van de nascholing : Inrichter : O vakgericht ( vak :. ) O Pedagogische begeleidingsdienst O themagericht O NAS O Andere : Titel of onderwerp : Opmerkingen : I. Inhoudelijk 1. Was de inhoud zinvol? O ja O neen Waarom? 2. Werden uw verwachtingen ingelost? O ja O neen Waarom? 3. Relevantie: kunt u de verworven kennis of ervaring aanwenden In uw onderwijspraktijk, uw lessen of als lid van het schoolteam? O ja O neen Waarom en hoe ga je de verworven nascholing concreet toepassen? 4. Effectiviteit: omschrijf kort één concreet punt dat u als resultaat van deze nascholing kunt toepassen in uw onderwijspraktijk of binnen het schoolteam (m.a.w. duid de belangrijkste meerwaarde aan voor u) 5. Beantwoordde deze nascholing aan de vooropgestelde prioriteiten? 6. Welke suggesties of verbeteringen heeft u m.b.t. de door u gevolgde nascholing (methodiek, cursusmateriaal,...)? 125

209 II. Hoe en wanneer gebeurt de informatieoverdracht? Breng dit evaluatieformulier ingevuld binnen op het directiesecretariaat (binnen de 3 werkdagen na de nascholing.) Onderrichtingen voor de leraar Elke inschrijving waarvoor een (gedeeltelijke) tussenkomst gevraagd wordt, moet vooraf goedgekeurd worden door de directie. Voor elke collega worden de kosten voor nascholing rechtstreeks gedragen door het budget nascholing. Indien de collega eerst zelf betaalt, dan wordt dit bedrag na voorlegging van het betalings- en het aanwezigheidsbewijs teruggestort op de rekening van betrokkene. Men dient de aanwezigheid te staven o.a. door het inleveren van het evaluatieformulier, zoniet kan het eventueel door de school betaalde bedrag worden teruggevorderd. De kosten, die voor terugbetaling in aanmerking komen, omvatten : o de inschrijvingskosten en vervoerskosten o de syllabus of ander mogelijk didactisch materiaal dat inherent deel uitmaakt van de gevolgde nascholing. Materiaal dat de deelnemer wenst aan te kopen voor louter zelfstudie wordt niet terugbetaald. Kosten voor de lunch worden niet terugbetaald, tenzij ze deel uitmaken van de globale inschrijvingskosten en het aandeel van de lunch hierin niet te bepalen is. Reiskosten worden terugbetaald. Als basis wordt een treinticket heen en weer genomen, te rekenen vanaf de woonplaats of vanaf de school, naargelang wat het goedkoopste is voor de school. Personeelsleden die de verplaatsing per wagen wensen te maken, worden geadviseerd zoveel mogelijk in groep te reizen teneinde de kosten te drukken. 126

210 Bibliografie Maken van een NSP Vragen over nascholing: Situatie in Nederland Onderzoek NSP 127

211 Bijlagen Bijlage 1. Behoefteonderzoek bij leerkrachten Naam leerkracht:... Datum invulling. Vraag 1: Heeft u persoonlijk behoefte aan nascholing in het komende schooljaar? (Indien nee geantwoord, gaat U verder met vraag 8) ja/nee Vraag 2: Indien ja bij vraag 1, over welk thema? vakinhouden nieuwe leermiddelen ICT didactische onderwerpen of werkvormen leerlingenzorg of leerlingenbegeleiding pedagogische onderwerpen (specifieer) onderwijsvernieuwing onderwijs aan bepaalde doelgroepen (welke) omgaan met (leer)problemen kwaliteitszorg functiegerichte nascholing anders, nl.... Vraag 3: Welke soort nascholing wilt u? informatie/voorlichting scholing/training uitwisseling advies of begeleiding PBD anders, nl.... Vraag 4: Op grond van welke overweging(en) wilt u deelnemen aan nascholing (motivatie)? promotiecriteria loopbaanplanning vergroten vakbekwaamheid nieuwe ontwikkelingen in de school nieuwe taken in de school anders, nl.... Toelichting:... Vraag 5: Aan welke eisen moet de nascholing voldoen? Vraag 6: Heeft u een voorkeur voor een organisatie of project, die de nascholing moet gaan verzorgen? (zie documentatiemappen) ja/nee (Indien ja, graag aangeven welke instelling en waarom.) Toelichting:... Vraag 7: Heeft u bezwaar tegen een bepaald tijdstip waarop de cursus georganiseerd wordt? nee ja onder schooltijd na schooltijd in de avonduren Toelichting/nadere omschrijving:

212 Bijlage 2: Behoefteonderzoek bij vakgroepen of teams Naam vakgroep... Vraag 1: Is er behoefte aan nascholing in vakgroepverband in het komende schooljaar? ja/nee Vraag 2: Indien ja bij vraag 1, hieronder kort en helder inhoud en doel omschrijven: Vraag 3: Welke soort nascholing wil de vakgroep? (Geef omvang en de nodige tijdsinvestering aan.) Vraag 4: Hoeveel leerkrachten zullen deelnemen? Aantal:... Vraag 5: Op grond van welke overwegingen wil het team deelnemen aan deze nascholing (motivatie)? n.a.v. het SWP n.a.v. prioriteiten nascholing n.a.v. een inspectieverslag n.a.v. zelfevaluatie n.a.v. studiedagen n.a.v. initiatieven PBD of pedagogisch adviseur n.a.v. externe ontwikkelingen in het vakgebied n.a.v. externe ontwikkelingen in de schoolomgeving n.a.v. initiatieven vanuit vakverenigingen anders, nl.... Toelichting:... Vraag 6: Aan welke eisen moet de nascholing voldoen? Vraag 7: Heeft de vakgroep een voorkeur voor een nascholingsproject (zie documentenmap) of organisatie? ja/nee (Indien ja, graag aangeven welke instelling en waarom.) Vraag 8: Op welke manier zullen de leden van de vakgroep (het lid van de vakgroep) de opgedane ervaring overdragen naar de volledige vakgroep of naar het schoolteam? 129

213 Bijlage 3: Evaluatieformulier nascholing Naam : Datum : Plaats : Aard van de nascholing : Inrichter : O vakgericht ( vak :. ) O Pedagogische begeleidingsdienst O themagericht O NAS O Andere : Titel of onderwerp : Opmerkingen : I. Inhoudelijk 7. Was de inhoud zinvol? O ja O neen Waarom? 8. Werden uw verwachtingen ingelost? O ja O neen Waarom? 9. Relevantie: kunt u de verworven kennis of ervaring aanwenden In uw onderwijspraktijk, uw lessen of als lid van het schoolteam? O ja O neen Waarom en hoe ga je de verworven nascholing concreet toepassen? 10. Effectiviteit: omschrijf kort één concreet punt dat u als resultaat van deze nascholing kunt toepassen in uw onderwijspraktijk of binnen het schoolteam (m.a.w. duid de belangrijkste meerwaarde aan voor u) 11. Beantwoordde deze nascholing aan de vooropgestelde prioriteiten? 12. Welke suggesties of verbeteringen heeft u m.b.t. de door u gevolgde nascholing (methodiek, cursusmateriaal,...)? 130

214 II. Hoe en wanneer gebeurt de informatieoverdracht? Breng dit evaluatieformulier ingevuld binnen op het directiesecretariaat (binnen de 3 werkdagen na de nascholing.) Onderrichtingen voor de leraar Elke inschrijving waarvoor een (gedeeltelijke) tussenkomst gevraagd wordt, moet vooraf goedgekeurd worden door de directie. Voor elke collega worden de kosten voor nascholing rechtstreeks gedragen door het budget nascholing. Indien de collega eerst zelf betaalt, dan wordt dit bedrag na voorlegging van het betalings- en het aanwezigheidsbewijs teruggestort op de rekening van betrokkene. Men dient de aanwezigheid te staven o.a. door het inleveren van het evaluatieformulier, zoniet kan het eventueel door de school betaalde bedrag worden teruggevorderd. De kosten, die voor terugbetaling in aanmerking komen, omvatten : o de inschrijvingskosten en vervoerskosten o de syllabus of ander mogelijk didactisch materiaal dat inherent deel uitmaakt van de gevolgde nascholing. Materiaal dat de deelnemer wenst aan te kopen voor louter zelfstudie wordt niet terugbetaald. Kosten voor de lunch worden niet terugbetaald, tenzij ze deel uitmaken van de globale inschrijvingskosten en het aandeel van de lunch hierin niet te bepalen is. Reiskosten worden terugbetaald. Als basis wordt een treinticket heen en weer genomen, te rekenen vanaf de woonplaats of vanaf de school, naargelang wat het goedkoopste is voor de school. Personeelsleden die de verplaatsing per wagen wensen te maken, worden geadviseerd zoveel mogelijk in groep te reizen teneinde de kosten te drukken. 131

215 Bibliografie Maken van een NSP Vragen over nascholing: Situatie in Nederland Onderzoek NSP 132

216 4. Vakgroepwerking 133

217 ATHENEUM MARTINUS BILZEN Secundair onderwijs ASO-TSO-BSO St.-Martinusstraat 3 Gelieve elke leerkracht van de groep een specifieke taak te geven tijdens de vergadering, zodat alle agendapunten behandeld worden. VAKMAP VAKGROEP: Voorzitter:.. Secretaris: Leden: Tijdsbepaling vakgroepwerking: bvb wiskunde 7 de lesuur 3 de dinsdag van de maand Fysica 7 de lesuur 2 de dinsdag van de maand Chemie 7 de lesuur 1 ste dinsdag van de maand Economie 7 de lesuur 4 de dinsdag van de maand Agendapunten: 1. Lesroosters met vermelding van gebruikte lokalen 2. Klasafspraken voor elk vak en leerjaar + algemene afspr. 3. Leerlijnen en gebruikte leerplannen per vak en graad 4. Vakoverschrijdende initiatieven en studiereizen 5. Eventueel stage-afspraken en stage-activiteiten 6. Lijst van gevolgde nascholingen per vak en leerkracht 7. Meldingsfiches leerlingenbegeleiding + leertips per vak Beschrijving toepassing Lotus-methode per vak 8. Evaluatie-afspraken in functie van de eindtermen: schoolreglement, leerplan, schoolwerkplan, GO-info 9. GOK-doelstellingen en initiatieven, bijlessen 10. Functiebeschrijvingen personeelsleden 11. Verslagen vakgroepwerking per schooljaar 134

218 5. Directieraad 135

219 DIRECTIERAAD Beste collega s, Naar aanleiding van de vaststelling dat ik nood heb aan bijkomend overleg, heb ik een directieteam samengesteld waarmee ik op geregelde tijdstippen kan overleg plegen. Tijdens de laatste algemene vergadering heb ik vastgesteld dat niet iedereen constant betrokkenheid toonde. Gelet op de groot aantal aanwezige leerkrachten is het geen sinecure om steeds iedereen te doen opletten. Daarom heb ik een aantal trekpaarden uitgezocht, die samen met mij het beleid kunnen bepalen. Dit betekent echter niet dat de overige personeelsleden minder gewaardeerd zijn of ontheven worden van verantwoordelijke taken binnen de vakwerkgroepen. Een doorgedreven inzet en krachtenbundeling zal immers noodzakelijk ziin.. Daarom reken ik op teamgeest en samenwerking vanwege alle collega s! DIRECTIERAAD : 1.PAV-PO-MO: Put Inge 2.GESCH-AARDR-CULT-GEDR: Rost Ludwig 3.CHEM-FYS-TNW: Thijs Marleen 4.WISK: Wauters Sigrid 5.ECON-INFO: Lowet Karolien 4.HOUT-METAAL-DUWO: Henno Roel 5.VOED-VZ-OH-MODE: Hayen Ingrid 6.TAALBELEID: Allemand Ann 7.GOKBELEID: Reynders Monique 8.PAARDRIJDEN: Reynders Liesbeth 9.RKG-PG-NCZ-ISLAM en VOET: Van Mulders Christine 10.SPORT: Vissers Katleen 11.INFRASTRUCTUUR-ICT: Billen Stijn 12.FINANCIEN: Geubbelmans Krijn 13.PERSONEEL: Jorissen Marleen en Loverix Kevin 14.LEERLINGEN: Vanrusselt Karen 15.TAC/TA: Hansen Chretien en Reynders Liesbeth 16.DIRECTEUR: E.Vanrusselt Intensief vergaderen met 20 personen zal beter verlopen dan met 80 personeelsleden, hé. Bij de opstelling van deze directieraad werd rekening gehouden met uw gezondheid, eventuele mentale of fysieke overbelasting binnen en/of buiten de school, bestaande verantwoordelijkheid in vakwerkgroepen en engagement van bepaalde collega s. Elisabeth Vanrusselt, directeur 136

220 6. De meldingsfiche 137

221 MELDINGSFICHE Naam leerkracht: Naam leerling: Klas: Datum: / / Beschrijving probleemsituatie: Begeleiding door de leerkracht: Resultaat van de begeleiding door de leerkracht: Resultaat van telefonisch onderhoud met de ouders: Eventuele verdere begeleiding: duid aan o preventie remediëring: mevr. M. Reynders, mevr. I. Hayen o taalvaardigheid: mevr. Allemand o socio-emotionele onwikkeling: mevr. M. Reynders, mevr. I. Hayen o directie: mevr. E. Vanrusselt o secretariaat: mej. K. Vanrusselt, mej. H. Wouters o TAC: dhr. C. Hansen o CLB: mevr. K. Swinnen, mevr. V. Teti o andere: Verslag verdere begeleiding: Datum: Eventuele doorverwijzing naar externe instantie: datum: naam: adres: 138

222 7. De begeleidingsfiche 139

223 Martinusschool Bilzen Begeleidingsfiche Geachte ouder / opvoeder, Uw zoon/dochter heeft naar aanleiding van ongewenst gedrag of slechte studieresultaten een begeleidingsfiche gekregen, waarop de vakleerkracht ieder lesuur een beoordeling geeft. Gelieve dagelijks deze fiche te tekenen en eventueel van commentaar te voorzien. De begeleidingsfiche dient de volgende schooldag aan de leerlingenbegeleider afgegeven te worden tijdens de namiddagspeeltijd. Bij één onvoldoende wordt er een schrijftaak van 10 regels gegeven die de volgende schooldag moet worden afgegeven. Bij twee onvoldoendes op eenzelfde dag volgt een strafstudie. Indien er 10 opeenvolgende lesdagen geen onvoldoende behaald wordt kan de begeleidingsfiche wegvallen. Wij hopen op uw bereidwillige medewerking. NAAM: KLAS: DATUM: VAK LEERKRACHT BEOORDELING COMMENTAAR verplicht bij onvoldoende gedrag en inzet 1 UITSTEKEND ZEER GOED GOED BIJNA GOED 2 UITSTEKEND ZEER GOED GOED BIJNA GOED 3 UITSTEKEND ZEER GOED GOED BIJNA GOED 4 UITSTEKEND ZEER GOED GOED BIJNA GOED REFTER MIDDAG- ONVOLDOENDE: ONVOLDOENDE: ONVOLDOENDE: ONVOLDOENDE: PAUZE 5 UITSTEKEND ONVOLDOENDE: ZEER GOED GOED BIJNA GOED 6 UITSTEKEND ONVOLDOENDE: ZEER GOED GOED BIJNA GOED SPEELTIJD : GEHANDTEKENDE FICHE AFGEVEN! UUR: 7 UITSTEKEND ONVOLDOENDE: ZEER GOED GOED BIJNA GOED 8 UITSTEKEND ONVOLDOENDE: ZEER GOED GOED BIJNA GOED PARAAF Commentaar van de ouder / opvoeder: Handtekening ouder / opvoeder: 140

224 Begeleidingsopdracht voor de leerling die zich niet houdt aan de afspraken. 1. Schrijftaken 1.1. Tijdens de les Storen (praten, hardop opmerkingen maken, storend geluid maken, gooien, GSM, ) Hoe stoor ik de les? Waarom mag ik de les niet storen? Wat ga ik er aan doen? Niet opletten in de les, spelen, niet stilzitten 1.2. Ten opzichte van de andere leerlingen Storen (duwen in de rij, plagen, uitdagen, bemoeien met andere leerlingen, ) Wat heb ik fout gedaan? Hoe ga ik dat vermijden in de toekomst? Pesten, ruzie maken, racistische opmerkingen Wie heb ik gepest en waarom? Hoe ga ik ervoor zorgen dat dit niet meer gebeurt? Respect voor medeleerlingen en leerkrachten (vb bij eigen mening, opvattingen, opmerkingen aanvaarden, ) Wat is er fout aan mijn gedrag? Waarom hoort dat niet? 1.3. In het algemeen Onbeleefd gedrag/houding (op tijd komen, eten in de klas, kauwgom, slapen, arrogant, tegenspreken, vinger niet opsteken, niet luisteren, ongepaste zithouding, ) Wat is er verkeerd aan mijn gedrag? Waarom hoort dat niet? Niet in orde met materiaal (taken niet op tijd, agenda niet in orde, ), les niet geleerd, weigeren om opdrachten uit te voeren,lui, niet meewerken, niet zelfstandig werken Wat is niet in orde? Waarom is het belangrijk dat ik in orde ben met mijn materiaal? Ongehoord gedrag (bedreigen van anderen, wapenbezit, diefstal, ) Wat is er verkeerd aan mijn gedrag? Waarom hoort dat niet? Wat ga ik er aan doen? 2. Werktaken De leerlingbegeleider kan een werktaak opleggen die de schrijftaak vervangt. Voorbeelden van werktaken zijn: speelplaats opruimen (na schooltijd), schoolrestaurant helpen kuisen (tijdens de middagpauze), 141

225 8. Dyslexiecontract 142

226 Martinusschool BLANCO Gemeenschapsonderwijs St.-Martinusstraat Bilzen DYSLEXIE DYSORTHOGRAFIE Afspraken en begeleidende maatregelen Overeenkomst geldig van. tot en met.. De klassenraad heeft na een intensief onderzoek of in samenwerking met het CLB aan de hand van een gemotiveerd verslag dyslexie en/of disorthografie en een onderhoud met de leerling, de volgende afspraken en ondersteunende maatregelen genomen.. NAAM LEERLING Ondersteunende maatregelen: Beheersingsclausule Er wordt overeengekomen dat (naam) de tegemoetkomingen van de school weet te appreciëren door er zorg voor te dragen dat de schoolse resultaten op een behoorlijk niveau liggen. Dit houdt in dat. (naam) zich dagelijks inzet om zijn/haar opdrachten tijdig tot een goed einde te brengen en de toetsen en de lessen voor de volgende dagen voor te bereiden. Na 3 schriftelijke en gedateerde mededelingen waarin de klassenraad zijn ontevredenheid uitdrukt, kan de school terugkomen op de ondersteunende maatregelen. Additionele begeleiding (schoolextern/schoolintern): De leraren worden er van op de hoogte gebracht dat voor (naam) op dit ogenblik aan het probleem gewerkt wordt door: (begeleiding) Het opleggen van taken met het oog op het verbeteren van de lees- en schrijfprestaties gebeurt best niet op initiatief van een individuele leerkracht. Zo wordt het veelvuldig overschrijven afgeraden omdat dit weinig effect heeft. Deze maatregelen worden voor akkoord ondertekend door de directeur, de betrokken klastitularis, de ouders en de leerling. Directeur: Klastitularis: Ouders: Leerling: 143

227 Martinusschool VOORBEELDEXEMPLAAR Gemeenschapsonderwijs St.-Martinusstraat Bilzen DYSLEXIE DYSCALCULIE Afspraken en begeleidende maatregelen Overeenkomst geldig van 01/09/2008 tot en met 30/06/2009. De klassenraad heeft, na een intensief onderzoek of in samenwerking met het CLB aan de hand van een gemotiveerd verslag dyslexie en/of dyscalculie en een onderhoud met de leerling, de volgende afspraken en ondersteunende maatregelen genomen: NAAM LEERLING : XXXXXXXXXXXXXXX Ondersteunende maatregelen: - XXXXXXXXX moet enkel luidop voorlezen in de les na voorbereiding. - Een dictee mag voorbereid worden. - Er wordt voldoende tijd gegeven voor examens en toetsen bij alle vakken, vooral bij meerkeuzevragen (soms kan voorlezen noodzakelijk zijn). - Vragen bij toetsen en examens worden voorgelezen al dan niet op verzoek van de leerling en mondeling toegelicht door de leerkracht, die zal controleren of de vragen en instructies begrepen zijn. - Spelfouten worden niet aangerekend bij andere vakken dan Nederlands. - Spelfouten worden niet betrokken in de beoordeling van stelopdrachten, woordenschat en inhoudsvragen voor Nederlands, Engels en Frans. - XXXXXXXXX mag steeds vooraan in de klas plaatsnemen. Beheersingsclausule Er wordt overeengekomen dat XXXXXXXXX de tegemoetkomingen van de school weet te appreciëren door er zorg voor te dragen dat de schoolse resultaten op een behoorlijk niveau liggen. Dit houdt in dat zich XXXXXXXXX dagelijks inzet om haar opdrachten tijdig tot een goed einde te brengen en de toetsen en de lessen voor de volgende dagen voor te bereiden. Na 3 schriftelijke en gedateerde mededelingen waarin de klassenraad zijn ontevredenheid uitdrukt, kan de school terugkomen op de ondersteunende maatregelen. Additionele begeleiding (schoolextern/schoolintern): De leraren worden er van op de hoogte gebracht dat met XXXXXXXXX op dit ogenblik aan het probleem gewerkt wordt door Mevr. Allemand. Het opleggen van taken met het oog op het verbeteren van de lees- en schrijfprestaties gebeurt best niet op initiatief van een individuele leerkracht. Zo wordt het veelvuldig overschrijven afgeraden omdat dit weinig effect heeft. Deze maatregelen worden voor akkoord ondertekend door de directeur, de betrokken klastitularis, de ouders en de leerling. Directeur: Klastitularis: Ouders: Leerling: 144

228 9. GOK-plan 145

229 Wat Wanneer Hoe Voor wie Door wie Wie volgt op LEERKRACHTENNIVEAU Doelstelling :Instrumenten hanteren om op een systematische wijze de ontwikkeling en/of leerwinst van de leerlingen op te volgen(1ste graad) Van alle leerlingen wordt op regelmatige basis bijgehouden hoe ze zich ontwikkelen in de groep en in de klas, op alle domeinen van de ontwikkeling. De leerkracht krijgt een precies beeld van wat er leeft en welke (leer)noden er zijn. Evalua tie Actie 1 Lezen in alle vakken Gebaseerd op Lezen in alle vakken van CED: een stappenplan lezen ontwikkelen en leren gebruiken om leesteksten in alle vakken op een juiste manier te verwerken aanvang aanpassen aan de leerplannen 1ste en 2de gr. Mevr. Allemand Mevr. Allemand ontwikkelen op A3 ASO BSO Mevr. Brepoels Mevr. Brepoels formaat TSO verdelen in de klassen Wilmots Wilmots aardrijkskunde, geschiedenis, Roosen Roosen biologie, Nederlands, PAV Liessens Liessens werkblaadjes ontwikkelen Thijs, Dello Thijs, Dello Put, Dreesen Put, Dreesen Actie 2 Vragen in alle vakken Gebaseerd op Vragen in alle vakken van CED: een stappenplan vragen beantwoorden gebruiken bij het maken van toetsen, taken, opdrachten, examens Stappenplan ontwikkelen; 1ste en 2de gr. Mevr. Allemand Mevr. Allemand aanpassen aan de ASO BSO Mevr. Brepoels Mevr. Brepoels leerplannen TSO ontwikkelen op A3 formaat 3de graad Wilmots Wilmots verdelen in de klassen ASO TSO Roosen Roosen aardrijkskunde, geschiedenis, Liessens Liessens biologie, Nederlands, PAV Thijs Thijs 146

230 werkblaadjes ontwikkelen Put Put opmerking: stappenplan wordt in de vakantie gemaakt en uitgedeeld op AV aanvang en de werkblaadjes worden in de loop van het schooljaar ontwikkeld.(mevr. Allemand, dhr. Nijs) Actie 3 Kleine goktest voor leerkrachten bevraging in te vullen op internet 02/2009 map interne dienstregeling alle leerkrachte n leerkrachten LEERLINGENNIVEAU Doelstelling : de ontwikkeling en /of de leerwinst bij elke leerling verhogen(1ste graad) Actie 4 Handig zelfstandig Handig zelfstandig: 75 fiches aanvang De fiches worden overhandigd 2de gr. Rost Rost voor het zelfstandig oefenen uitwerking gans aan de vakleerkrachten en ASO TSO Allemand Allemand van vaardigheden. schooljaar zij beslissen wanneer ze 3de graad Dreesen Dreesen Voor de vakken Nederlands, de fiches integreren in hun les ASO TSO Nijs Nijs humane, seminarie en wiskunde afhankelijk van de leerplannen Gathy Gathy geschiedenis, aardrijkskunde, Roosen Roosen Dexters/Gielen Dexters/Gielen opmerking: op de AV begin worden de fiches aan de vakleerkrachten overhandigd. De vakleerkrachten verwerken deze fiches tot bruikbare instrumenten voor hun vak. Actie 5: kranten in de klas 147

231 Gratis kranten worden telkens gedurende 2 weken geleverd in verspreid verschillende klassen over schooljaar De leerkrachten vullen 1ste en 2de gr. Allemand Allemand werkboekjes in, ASO BSO maken online TSO Nijs Nijs kranten en doen interactieve 3de graad Put, Dello Put, Dello opdrachten rond ASO TSO actualiteit BSO opmerking: werkboekjes en oplossingen in bijlage LEERLINGENNIVEAU Doelstelling :de motivatie voor ontwikkeling en leren bij de leerlingen verhogen(2de en 3de graad) Actie 6: taalbevorderende activiteiten Poëziewedstrijd De Kimpel De betrokken lkrn motiveren 1ste en 2de gr. Allemand Allemand Groot Nederlands Dictee Davidsfonds delln om deel te nemen ASO BSO TSO Nijs Nijs Spellingwedstrijd Bieb Bilzen verspreid over aan buitenschoolse 3de graad Put, Dello Put, Dello Schrijfwedstrijd Junior Journalist schooljaar taalbevorderende activiteiten ASO TSO Brepoels Brepoels Toneelvoorstellingen Extra begeleiding en Dreesen Dreesen Vertelfestival Alden Biesen voorbereiding + bespreking Meters en peters 2de jaar achteraf opmerking: zie vakdossier Nederlands Actie 7 Remediëring Studiebegeleiding Huiswerkklas en controle 1ste jaar Reynders Reynders van de agenda's en 148

232 schriften opmerking:op maandag, dinsdag en donderdag van 15u20 tot 16u10. Leren leren met Leerbeest sep/09 1ste graad ASO Klastitularis Klastitularis inhoud van Leerbeest verwerken ouders tot tips bij het leren leren Leren leren met Breintrein memoriseringstips 2de graad Klastitularis Klastitularis mindmapping strategie ASO TSO ouders Actie 8 Bijles wiskunde en wetenschappen voor de leerlingen 2de en 3de graad. Bijles gegeven door D. Peeters iedere donderdag leerlingen 2de en D. Peeters directie 3de graad op initiatief van leerkracht 7de lesuur studiezaal ASO in een of leerling 8ste lesuur lokaal 33 weten- Kenbaar gemaakt dmv brief in de leraarskamer. iedere vrijdag schappelijk e 5de lesuur lokaal 29 richting LEERLINGENNIVEAU Doelstelling : de studieloopbaan van de leerlingen optimaliseren (2de en 3de graad) Actie 9 Project arbeidsoriëntatie voor leerlingen 3de graad van ASO en TSO - studiekeuzebegeleiding Klassikale infosessie 03/2009 zie bijgevoegde bundel 1+2 leerlingen 3de gr. H. Gielen 149

233 L. Dreesen E. Dexters K. Jorissen L. Vliegen C. Louwet Stageplaats melden dag na paasvakant ie (20/04/200 gebruik formulier leerlingen 3de gr. bovenvermeld e indien ll geen stagepl. 9) melding stageplaats leerkrachten heeft bundel 3 helpt lk Gedetailleerde info 04/05/2009 bundel 4 leerlingen 3de gr. leerkrachten Stage 3-daagse 18/05-19/05 op de door de leerling geleerlingen 3de gr. leerlingen 3de leerlingen 3de kozen plaats graad graad Stagebezoek tijdens 3- daagse leerkracht gaat op stagebezoek bundel 5 leerlingen 3de gr. leerkrachten Bundel 4 invullen en afgeven na de stage 3- daagse aan de betrokken leerlingen leerkrachten leerkracht 3de gr. leerlingen 3de 3de afgeven graad graad Bespreking van de stagebundels in de loop van de in overleg met andere leerkrachte n 3de leerkrachten 3de volgende weken leerkrachten graad graad Bespreking stage met leerling na de collegiale be- spreking leerling geeft mondeling leerlingen 3de gr. leerkrachten 3de toelichting over stageverloop graad 150

234 Actie 10 Studie-informatiedagen voor ASO en TSO SID-IN uitdelen boekje door CLB leerlingen maken voortaak na de kerstvakant ie na de kerstvakant ie scholen + richtingen opzoeken 6A + 6T leerkrachten Busreservering H. Gielen informatiedag 29/01/2009 Limburghal te Genk 6A + 6T inleveren verslag begin februari bevindingen over opgezochte richtingen bespreking leerkrachten 3de gr. 2de trimester Is de keuze realistisch? Is de keuze haalbaar? leerlingen 3de gr. LEERLINGENNIVEAU Actie 11 Rotary-meeloopdag leerling schrijft in voor paasvakant ie leerling maakt kennis met beroep tijdens paasvakant ie Actie 12 XIOS-bezoek 19/05/2009 kennismaking met studierichtingen na ASO/TSO leerlingen 3de gr. leerlingen 3de gr. 151

235 LEERKRACHTENNIVEAU Actie 13 oudleerlingendag Master/bachelor opleiding 20/05/2009 oudleerlingen komen ervaringen 20/05/2009 i.v.m. verder studeren door geven uiteenzetting door H. Gielen en L. Dreesen Doelstelling : vormen van flexibele klasorganisatie hanteren(1ste, 2de en 3de graad) De leerkracht past de klasorganisatie op een soepele wijze aan om beter te kunnen inspelen op de verschillen tussen leerlingen op het vlak van verschillen tussen de leerlingen op het vlak van ontwikkelingsniveau, tempo, interesses en bijzondere noden. Met een open klasgeest creëert ze volop kansen tot initiatief van leerlingen. bevraging aan leerkrachte n af te geven voor 2/06/2009 aan GOKleerkracht SCHOOLNIVEAU doelstelling: voeren van een professionaliseringsbeleid(2de en 3de graad) We hebben duidelijk zicht op de deskundigheid die aanwezig is in het team en de mogelijke lacunes daarin. Bij het stimuleren van alle teamleden om zich voortdurend verder te bekwamen, houdt de schoolleiding ook rekening met de (school)noden. Actie 14 nascholingen Evalueren en doorstromen: brede 21/01/2010 en Nascholing door mevr. Gerits evaluatie die het leren van jongeren 23/02/2010 mevr. Jorissen 152

236 stimuleert. Projectwerk: hoe en waarom?! Kirsten, mevr. Roosen, mevr. Put, mevr. Fastré en mevr. Allemand 18/03/2010 Nascholing door en dhr. Nijs K., 27/04/2010 mevr. Jurez 2+3de graad 26/01/2010 Nascholing voor Heterogeniteit als bron van leren. en mevr. Gathy Hoe diversiteit in de klas benutten? 2/03/2010 en mevr. Vaes Babbels met effect? 29/09/2009 en Nascholing voor mevr. Hauben Voortgangsgesprekken voeren met 20/10/2009 en dhr. Janssen leerlingen 2+3de graad 2+3de graad Jongeren leren reflecteren 11/O1/201 0 Nascholing voor 3de graad dhr. Nijs K. en ASO mevr. Jorissen Katja TSO Signaaldag toekomst van 'Leren 18/06/2009 provinciehu thuis leren' is Hasselt nascholing door mevr. Reynders 153

237 Taalvaardigheid Wat Wanneer Hoe Voor wie Door wie Wie volgt op Evaluatie LEERKRACHTENNIVEAU Doelstelling : Instrumenten hanteren om het taalvaardigheidniveau van de leerlingen te bepalen. We zijn in staat de vorderingen van de leerlingen op het vlak van luisteren, spreken,lezen en schrijven in kaart te brengen aan de hand van diverse evaluatievormen en op basis hiervan het onderwijs steeds aan te passen aan de noden van de leerlingen. Actie 1 Analyse met TAS-toets en TIST-toets Afname TAS-toets lezen en luisteren Uit de luistertoets is gebleken dat de lln zich geen volledig lesuur kunnen concentreren, dat de kennis van aardrijkskunde te beperkt is en dat het onderwerp achterhaald is; en niet aansluit bij hun leefwereld. 1ste + 2de week sep/08 Leestekst waarin de overbodige woorden geschrapt moeten worden Luistertoets met blinde kaarten 1ste jaar ASO Mevr. Allemand Mevr. Allemand Zelfde toets maar zonder luistertekst! Afname TIST-toets lezen en 1ste + 2de week luisteroefeningen, leestekluisteren en schrijven sep/08 sten en schrijfoefening De luisteroefeningen zijn te gemakkelijk en de schrijfoefening is moeilijk voor bepaalde lln omdat ze het vak fysica nog niet hebben gehad. Daarom zal dit onder- deel pas op het einde van het schooljaar worden afgenomen. 2de jaar ASO Mevr. Allemand Mevr. Allemand zelfde toets maar 154

238 schrijfoefen ing op het einde van het schooljaar. Actie 2 Het Posterproject van CED-groep (dit is een door de Nederlandse overheid erkende instelling die zich bezighoudt met taalbeleid en taalvaardigheid. Instaptoets 1ste + 2de week meerkeuzevragen en invulteksten 1ste graad ASO Mevr. Allemand Mevr. Allemand september ivm schooltaalwoorden BSO Mevr. Brepoels Mevr. Brepoels 2009 Doelstelling Een interactieve aanpak hanteren om leerlingen hun taalvaardigheid te laten opbouwen We scheppen mogelijkheden om de leerlingen hun taalvaardigheid op een actieve wijze te laten ontwikkelen vanuit betekenisvolle opdrachten en activiteiten waarbij ze taal op commutatieve wijze moeten gebruiken. De leerkracht laat de leerlingen daarvoor systematisch samenwerken. Actie 3 Bronnenboek TSO BSO Steunpunt GOK publiceert raadplegen en bestuderen van online lessen, didactische bruikbare lessen BSO TSO tips, interactieve werkvormen om de motivatie te verhogen, functionele geletterdheid lessen verhogen en aanbrengen van probleemoplossende vaardigheden Bronnenboek integreren in de 2de en 3de gr. betrokken lkn Actie 4 Sesam Reeks ontwikkeld door Taken klassikaal uitvoeren 1ste graad Brepoels Brepoels 155

239 Steunpunt om de BSO taalvaardigheid te vermeerderen in klas met taalachterstand Actie 5 Bundels nascholing Handen, voeten en co + Leugenaar SCHOOLNIVEAU Doelstelling : voeren van een professionaliseringsbeleid We hebben duidelijk zicht op de deskundigheid die aanwezig is in het team en de mogelijke lacunes daarin. Bij het stimuleren van alle teamleden om zich voortdurend verder te bekwamen, houdt de schoolleiding ook rekening met de (school)noden. Actie 6: Nascholingen Taalbeleid op maat van 22/01/2009 school (Steunpunt GOK) 10/02/2009 Nascholing volgen, GOK-team ASO TSO BSO Allemand Allemand inlichten, directie en bespreken Wilmots Reynders met betrokken leerkrachten Geubbelmans Schooltaalvaardigheid 18/02/2009 bevorderen door lezen 17/03/2009 Nascholing volgen, GOK-team inlichten, directie en bespreken met betrokken leerkrachten 1ste, 2de graad Allemand Allemand ASO TSO BSO Geubbelmans Reynders Taalvakdagen bij Van In: 22/04/2009 Nascholing volgen, GOK-team 1ste, 2de graad Allemand Allemand Taalbeschouwing op een inlichten, directie en bespreken ASO TSO BSO Dreesen Dreesen andere boeiende manier en met betrokken leerkrachten 3de graad Nijs Nijs NT2-methode Broux Broux 156

240 Gelaarsd, gespoord en geletterd 10/02/2010 en Nascholing te volgen door mevr. Van lln in de B-stroom en het 9/03/2010 Dello + dhr. Jans P. Via vakwerkgroepen BSO succesrijke lezers en leer- bespreken ders maken met alle lkn Talige lessen en toch geen 01/02/2010 en Nascholing te volgen door mevr. taallessen. Schooltaalvaardig- 5/03/2010 Lowet en dhr. Henno heid en schooltaalcompetenties ontwikkelen in de niettaalvakken. Van lezen word je sterk. School- 08/03/2010 en Nascholing te volgen door mevr. taalvaardigheid bevorderen via 31/03/2010 Vliegen teksten en de 1ste graad (A enb) en in de 2de graad ASO.TSO 1ste graad B 2+3de gr. BSO 2+3de gr. BSO,TSO 2 gr. BSO,TSO LEERLNGENNIVEAU Doelstelling : Het aantal leerlingen met een voldoende taalvaardigheid (luisteren en spreken, schrijven en begrijpend lezen in functionele contexten) vermeerderen We streven ernaar dat alle leerlingen de vaardigheidsdoelstellingen behalen zoals die vermeld zijn in de eindtermen/ontwikkelingsdoelen Nederlands. Actie 7 Het Posterproject van CED-groep (dit is een door de Nederlandse overheid erkende instelling die zich bezighoudt met taalbeleid en taalvaardigheid. Instaptoets 1ste + 2de week september 2009 meerkeuzevragen en invulteksten 1ste graad ASO Mevr. Allemand Mevr. Allemand ivm schooltaalwoorden BSO Mevr. Brepoels Mevr. Brepoels 157

241 Posterproject 35 weken worden telkens 10 nieuwe woorden op een poster aangeboden in de klas Nederlands gedurende gans het schooljaar Verwerking: woorden klassikaal bespreken en op het einde van de week 1ste graad ASO Mevr. Allemand Mevr. Allemand evalueren met invultoets 35 weken worden telkens 10 klas nieuwe woorden aangeboden in de Nederlands op A3 formaat gedurende gans het schooljaar woorden klassikaal bespreken en op het einde van de week met eenvoudige voor- evalueren met invultoets beeldzinnen Actie 8 Lezen in alle vakken 1ste graad BSO Mevr. Brepoels Mevr. Brepoels Gebaseerd op lezen in alle vakken van CED: een stappenplan lezen aanvang aanpassen aan de leerplannen ontwikkelen op A3 formaat 1ste en 2de gr. ASO BSO TSO Mevr. Mevr. Allemand Allemand Mevr. Brepoels Mevr. Brepoels verdelen in de klassen Wilmots Wilmots aardrijkskunde, geschiedenis, Roosen Roosen biologie, Nederlands, PAV Liessens Liessens werkblaadjes ontwikkelen Thijs Thijs Put, Dello Put,Dello 158

242 PREVENTIE EN REMEDIËRING VAN STUDIE- EN GEDRAGSPROBLEMEN 2de EN 3de GRAAD SCHOOLNIVEAU Wat Wanneer Hoe Voor wie Door wie Doelstelling 1: de motivatie voor leren bij de leerlingen verhogen Actie 1 Bijles wiskunde en wetenschappen voor de leerlingen 2de en 3de graad. Wie volgt op Evaluatie Bijles gegeven door D. Peeters iedere donderdag leerlingen 2de en D. Peeters directie op initiatief van leerkracht 7de lesuur studiezaal 3de graad ASO of leerling 8ste lesuur lokaal 33 in een weteniedere vrijdag schappelijke 5de lesuur lokaal 29 richting LEERKRACHTENNIVEAU Actie 2 Kleine goktest voor leerkrachten bevraging in te vullen op 02/2009 map interne dienstregeling internet alle leerkrachten leerkrachten LEERLINGENNIVEAU Doelstelling 2: de studieloopbaan van de leerlingen optimaliseren Actie 3 Project arbeidsorientatie voor leerlingen 3de graad van ASO en TSO - studiekeuzebegeleiding Klassikale infosessie 03/2009 zie bijgevoegde bundel 1+2 leerlingen 3de gr. H. Gielen L. Dreesen E. Dexters K. Jorissen L. Vliegen 159

243 C. Louwet Stageplaats melden indien bovenver dag na leerling melde paasvakantie gebruik formulier leerligen 3de gr. geen (20/04/2009) melding stageplaats leerkracht en stagepl. heeft helpt bundel 3 leerkracht Gedetailleerde info 04/05/2009 bundel 4 leerlingen 3de gr. leerkrachten Stage 3-daagse 18/05-19/05 op de door de leerlingen leerling ge- leerlingen 3de gr. leerlingen 3de 3de kozen plaats graad graad Stagebezoek Bundel 4 invullen en afgeven tijdens 3-daagse na de stage 3- daagse leerkracht gaat op stage- leerlingen 3de gr. leerkrachten bezoek bundel 5 aan de betrokken leerkracht leerkracht leerlingen 3de gr. leerlingen 3de en 3de afgeven graad graad Bespreking van de stagebundels in overleg met in de loop van de andere leerkrachten 3de leerkrachten 3de volgende weken leerkrachten graad graad Bespreking stage met leerling na de collegiale bespreking leerling geeft mondeling leerlingen 3de gr. leerkrachten 3de toelichting over stageverloop graad Actie 4 Studie-informatiedagen voor ASO en TSO leerlingen maken voortaak?? leerlingen 3de gr. leerkracht en Busreservering H. Gielen 160

244 informatiedag 29/01/2009 Grenslandhallen Hasselt leerlingen 3de gr. uitdelen boekje?? inleveren verslag?? bespreking leerkrachten 3de gr.? LEERLINGENNIVEAU Actie 5 Rotary-meeloopdag leerling schrijft in voor paasvakantie leerling maakt kennis met beroep tijdens paasvakantie Actie 6 XIOS-bezoek 19/05/2009 LEERKRACHTENNIVEAU Actie 7 oudleerlingendag Master/bachelor opleiding 20/05/2009 oudleerlingen komen ervaringen 20/05/2009 i.v.m verder studeren door geven Doelstelling 3: vormen van flexibele klasorganisatie hanteren Is de keuze realistisch? leerlingen 3de gr. Is de keuze haalbaar? kennismaking met studierich- leerlingen 3de gr. leerlingen 3de gr. tingen na ASO/TSO uiteenzetting door H. Gielen en L. Dreesen bevraging van de leerkrachten aan de hand van bijgevoegde brief Doelstelling 4: voeren van een professionaliseringsbeleid 161

245 10. Taalbeleid 162

246 VISIE TAALBELEID (TALENBELEID) WAT IS TAALBELEID OF TALENBELEID? Taalbeleid is een beleid inzake het taalgebruik bij de communicatie en de instructie op school. ( Taalbeleid is de weloverwogen wijze waarop de school omgaat met het gebruiken en onderwijzen van verschillende talen op school, om het verwerven en verwerken van de leerstof te bevorderen. ( ) Daartoe wordt de op school benodigde taalvaardigheid gericht ontwikkeld.( ) en worden de talige eisen in alle lessen afgestemd op het taalvaardigheidsniveau van de leerlingen. (M. HAJER en T. MEESTRINGA, Schooltaal als struikelblok, 1995) Een taalbeleid voeren impliceert een structurele en strategische poging van een heel schoolteam om de onderwijspraktijk aan te passen aan de (taal)leerbehoeften van de leerlingen met het oog op het verbeteren van de onderwijsresultaten van deze leerlingen. (naar TEUNISSEN, 1997) WAAROM EEN TAALBELEID OPSTARTEN? Onze leerlingen verschillen enorm in taalvaardigheid. We zien ook dat er een duidelijk verschil is tussen de verschillende onderwijsvormen binnen onze school (ASO, TSO, BSO). Leraren in alle vakken en in alle onderwijsvormen en -richtingen hebben te maken met deze verscheidenheid in taalvaardigheid. Door een taalbeleid uit te bouwen, hopen we ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk leerlingen hun schoolcurriculum behalen. Ook de omgeving en de maatschappij waarin ze elke dag functioneren, vragen om taalvaardige en sociaalvaardige jongeren. We zullen trachten om de taalvaardigheid te verhogen. We starten natuurlijk in eerste instantie op niveau van de klas, binnen de eigen lespraktijk. Maar gaandeweg is het de bedoeling dat alle collega s, vakgroepen en directie dit taalbeleid mee uitbouwen en vormgeven. 163

247 WIE ZIJN DE PARTNERS VAN HET TAALBELEID? Belangrijke partners zijn in de eerste plaats de directie en het directieteam. Zij moeten achter de visie van het taalbeleid staan en een klimaat creëren (o.a. via het schoolwerkplan) waarin de leerlingen optimaal beïnvloed worden op vlak van taalvaardigheid, en hiervoor de nodige begeleiding krijgen. Voorts is het belangrijk dat alle leraren beseffen dat zij ook een leraar taal zijn. Wanneer leraars zich bewust zijn van hun eigen taal, kunnen zij de leerlingen helpen hun talige mogelijkheden te exploreren. Het ondersteunend personeel (o.a. het secretariaatspersoneel) tracht eveneens een verzorgde taal te hanteren wanneer zij in contact treden met leerlingen, ouders en externen. Natuurlijk mogen we de leerlingen niet uit het oog verliezen. Zij krijgen de kans om actief deel te nemen aan het taalbeleid van onze school. Zij mogen ook hun steentje bijdragen in de realisatie en planning van het taalbeleid. EEN TAALBELEIDSPLAN Om de leerlingen vlotter de leerplandoelen van het schoolcurriculum te helpen bereiken wordt een taalbeleid binnen onze school gehanteerd. Hoe gaan we dit trachten te realiseren? Hieronder volgt een opsomming van een aantal actiepunten waaraan wij willen werken binnen het taalbeleid. Gaandeweg zullen deze acties aangepast en uitgebreid worden. *Alle leraren hanteren het Standaardnederlands. *Alle leraren gaan na of de leerlingen de instructietaal begrijpen en grijpen in wanneer dit niet het geval is. Indien gewenst wordt extra oefenmateriaal aangeboden. *Vakoverschrijdende afspraken maken over formuleringen, organisatie, timing van leerstofonderdelen (rekening houdend met projectweek, de geïntegreerde proef, seminarie,stage, ) *Voldoende aandacht geven aan de beheersing van het vakjargon door het aanleren van leesstrategieën in alle vakken en het toepassen van leesstrategieën; overzichtelijk bordgebruik;een verklarende lijst met vaktaal opstellen;helder taalgebruik in de klas en bij het opstellen van cursussen; het visueel ondersteunen van lessen; actief en coöperatief leren in te voeren; dezelfde grammaticale terminologie te gebruiken binnen de taalvakken *Leerlingen bewuster maken van het belang van een correct mondeling en schriftelijk taalgebruik onder andere door meer spreekkansen te geven via actieve werkvormen; een correcte schriftelijke taal te honoreren; *Remediëring van individuele leerlingen (o.a. via bijlessen,gok, dyslexiecontracten ). 164

248 *Vakoverschrijdende eindtermen zoals leren leren in huiswerkklas, in de eerste graad ASO via Leermonster (een boekje rond leren leren, planning, studiemethode). De OVUR-strategie toepassen in alle graden, voornamelijk in taalvakken. De Lotusstudiemethode in alle vakken gebruiken. Mindmapping in de 2 de graad integreren. *Vakoverschrijdende eindtermen zoals muzisch-creatieve vorming en burgerzin, culturele vorming implementeren in het taalbeleid door: vrij podium, toneel en vertelfestival, (jeugd)boekenprojecten, poëziewedstrijden, deelname aan taal- en schrijfwedstrijden, schoolkrantje met leerlingenparticipatie, leerlingenparlement *Tot slot een taalbeleid voeren dat waakt over de school die een voorbeeldfunctie vervult. Aandacht hebben voor de gesproken taal (Het Standaardnederlands) en de geschreven taal in documenten die voor interne en/of externe communicatie bedoeld zijn (lay-out, gebruik van BIN-normen). 165

249 11. CLB-beleidsplan 166

250 LEERLINGENBEGELEIDING, ZORGSYSTEEM EN SAMENWERKING MET HET CLB & HET BELEIDSPLAN CLB SGR Bij de aanvang van het vierde CLB beleidsplan ( ) lijkt het zinvol om bestaande, vigerende manieren van samenwerking onder de loep te nemen en te toetsen aan recente inzichten en ontwikkelingen op vlak van zorg en leerlingenbegeleiding. Aan de hand van uiteenlopende ervaringen zoals in de CPB/sgr13 is het m.i. aangewezen om na al die jaren een integraal systeem van - brede basis - zorg of van interne leerlingenbegeleiding ( = nomenclatuur van het secundair onderwijs) te presenteren (of tenminste een aanzet ertoe) waarin ook het Bu(S)O en/of de leerzorgniveaus hun rol in opnemen. We streven er eveneens naar om een dergelijk systeem te koppelen aan de bevoegdheid van het CvD/CPB op vlak van het pedagogisch beleid: de studieoriëntatie en CLB afspraken (cf.bdgo) De overgangen bij de scharniermomenten blijven immers om aandacht vragen zoals LO-SO, De CLB werking verwerft op die manier eveneens een positie zoals gewild door de regelgever: die van gezamenlijke verantwoordelijkheid en waar nodig van onafhankelijkheid. Gewoonlijk worden zorg en zorgmodellen gekoppeld aan het basisonderwijs en komt het secundair onderwijs (SO) moeilijker in het verhaal ervan voor ( om uiteenlopende redenen en ook uit met alle begrip). Omdat dit document beweert integraal te zijn en bedoeld voor alle onderwijsvormen, is een min of meer gemeenschappelijk bezit van begrippen en concepten echter aangewezen. We hopen dat de lezing van het document er toe bijdraagt. We durven het SO aanbevelen om ten minste de p. 4-12, 19-20, 27, 51-52,53-59 door te nemen. Afgezien hiervan zijn onderdelen of tekstgedeelten (overheen het gehele doc.), als ze betrekking hebben op het secundair onderwijs op vlak van zorg/leerlingen- begeleiding, in het cursief blauw weergegeven Indien u de tekst afdrukt in wit zwart vallen de gedeelten in blauw cursief op door hun cursieve vorm. Vandaar. Het verdient natuurlijk aanbeveling om het geheel niet uit het oog te verliezen. 167

251 Dit beleidsdocument vervangt het gene dat de scholen ontvingen in juni in aanloop naar het clb beleidsplan en door een aantal scholen ook in het kader van doorlichting gebruikt kon worden. Reacties worden met veel graagte ontvangen en besproken via elke communicatie -en/of overlegvorm zoals de sgm, het cvd, de cpb Paul Vangenechten CLB.go. zl 168

252 Inhoud 1.DE MAATSCHAPPELIJKE EN ONDERWIJSKUNDIGE HERKOMST VAN HET DECREET CLB (1998) p.4 2.ZORGBELEID, - SYSTEEM OOK IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS p.12 3.UITSPRAKEN OVER HET LEERLINGENGERICHT BELEID SO p.32 4.HET BVR DAT DE CLB OPERATIONELE DOELSTELLINGEN VASTLEGT (JULI 2009) p.41 5.HET CLB BELEIDSPLAN p HET BEROEPSGEHEIM VAN HET CLB & HET AMBTSGEHEIM VAN DE LERAAR ( pro memento) (bron: de Permanente Ondersteuningscel van de CLB / POC) p

253 1. DE HERKOMST VAN HET DECREET CLB HET DECREET CLB IS GOEDGEKEURD IN 98 (BS) EN UITGEVOERD VANAF MET EEN BIJSTURING dmv EEN BVR DAT DE OPERATIONELE DOELSTELLINGEN VAN HET CLB VASTLEGT (JULI 2009) -DE BELEIDSMATIGE VERANTWOORDING ( DOOR DE VLAAMSE REGERING ) ERVAN IS TE HERLEIDEN TOT TWEE BELANGRIJKE MAATSCHAPPELIJKE EN ONDERWIJSKUNDIGE BEWEGINGEN DIE VANAF DE JAREN 90 DOMINANT ( HARDNEKKIG ) BLEKEN TE ZIJN EN WAARAAN OA HET DCLB GEKOPPELD WERD. 1.DE CLIËNT MET EEN HULPVRAAG DIENT AANGEPAST, RESPECTVOL ANTWOORD TE KRIJGEN OP ZIJN VRAAG ZO OOK DE JONGERE(N) IN DE LEERTIJD (=BELEID VAN ZORGZAAMHEID, cf. HET ZORGZAME VL (1996) Vanaf 97 tot nu decreet op kwaliteitsbeleid in welzijn (97, rev. O3) (= cliëntgerichtheid) integrale jeugdhulp ( IJH )(O2) met modulering van aanbod ( = waar en hoe vind ik wat? ) & regioplan (08) decreet rechtspositie minderjarigen(drm)(grens =12 jaar in welzijn,ook voor CLB) - gaandeweg vergroting van het Vlaams aanbod : opvoedingswinkels, Vaph, wachtlijsten voor gehandicapten (=ROG (07), uitbreiding Bijzondere Jeugdzorg BJZ(06 ) crisisnetwerk (07) thuisbegeleiding, netwerken. - maar : aanbodstekort voor problematische jongeren ( psychiatrische diagnose, multiproblemgezinnen ) (cf. vaak compenserende rol van CLB ) en ongelijkmatige spreiding van welzijnsaanbod in VL ( landelijke gebieden versus centrumsteden ) - Er wordt veel en succesvol geïnvesteerd in contextuele hulp (outreachment) -youth at risk ( jongeren uit gesloten instellingen) -eigen kracht conferentie ( gezinsondersteuning ) -time out ( bij dreigende tuchtmaatregel ) -hergo (herstel gericht groepsoverleg) decreet CLB (98) = cliëntgerichtheid: vraaggestuurde werking, subsidiariteit,emancipatorisch handelen, multidisciplinariteit, welbevinden van leerlingen, onafhankelijkheid van manier van werken, prioritair belang van leerlingen, IVRK, deontologie ( zie website : ond.vlaanderen/clb) = 4 domeinen: onderwijsloopbaan, leren & studeren psycho-sociaal functioneren preventieve gezondheidszorg( medische consulten,vaccinaties, profylaxe) 170

254 = werkingbeginselen sturen de methodische manier van begeleiding zoals bij vraagsturing: - Onthaal ( een luisterend oor ervaren als cliënt ) - Vraagverheldering ( beter inzien wat er aan de hand is ) - Aanbodverheldering ( weten wat te doen staat (na instemming ) - Uitvoering ( aan de slag kunnen gaan ) - Evaluatie ( tevredenheid). - Het BVR 2009 schrijft voor als kernactiviteiten : onthaal, vraagverheldering, informatie en advies, diagnose, handelingsgericht advies. =Begeleidingsmethodieken als vraaggestuurde begeleiding, handelingsgerichte diagnostiek,- werken, consultatieve leerlingenbegeleiding ondersteunen deze cliëntgerichte stappen. De lakmoesproef is dat de cliënt (leraar, ouder, leerling) er versterkt uit komt of in termen van kerntaak, dat de leerling beter van wordt van begeleiding (=verhoogd welbevinden, cf.decreet CLB, art 5). = kwaliteitszorg : tevredenheidmeting bij de cliënt klachtenprocedure beraad (centrumraad) = zelf evaluatie in het kader van kwaliteitsbeleid. Het decreet CLB benadrukt de eerste verantwoordelijkheid van de school (wel eens de eerste lijn genoemd) en de afstemming van het clb eraan = gezamenlijke verantwoordelijkheid : WAT BINDT IS STERKER DAN WAT DEELT en daarom het belang van een zorgmodel dat deze afstemming concreet voorstelt en activeert. opmerkingen -BuO blijft geregeld bij decreet uitgesproken toename van buo leerlingen en gon BuO = vooral kansarme leerlingen (type 1 & 8) in afwachting(?) = leerzorg ( diagnostiek en indicatiestelling = CLB) -fenomeen van overbevraging van CLB wb het aantal & de aard van de vragen -vele andere CLB opdrachten( bv. bijkomende kinderbijslag, Vlaph ). 171

255 2.ALLE JONGEREN IN DE LEERTIJD DIENEN GELIJKE KANSEN TE HEBBEN IN ONDERWIJS EN RECHT OP EEN GEZONDE ONTWIKKELING ( = BELEID VAN MAATSCHAPPELIJKE NOODZAAK & ENGAGEMENT (cf. HET LERENDE VL, 96) jaren 90 : onderwijsvoorrangsbeleid, zorgverbreding, schoolopbouwwerk, PMS, OKAN. vanaf decreet GOK ( indicatoren,inschrijving ) -LOP ( lokaal beleid, zie websites van LOP gemeentes ) -brede school( integraal jeugdbeleid =meer dan jeugdhulp ) -kleuterparticipatie -leerlingenparticipatie -POT ( persoonlijk ontwikkelingstraject ), talentontwikkeling -diversiteit -FLOB ( flankerend onderwijsbeleid) -opvoedingsondersteuning ( info, advies, interventie ) -sinds enkele jaren meer en meer geïntegreerde lokale acties van onderwijs en andere sectoren in het kader van GOK (FLOB, brede school,brede evaluatie,port folio ) Decreet CLB = beleid van de VL regering is onder de vorm van strategische doelstellingen in het decreet CLB weergegeven via het verzekerd aanbod van het CLB aan de school (=engagement) waarop de school in gaat of niet (en verantwoordt waarom niet) =/= weergegeven in operationele doelen kansarmoede netwerken info over onderwijs in VL en welzijn risicoleerlingen prioritaire werking en doelgroepen (bv. BuO =Handeling planning) buitengewoon onderwijs: zinvolle verwijzing vaccinaties schoolondersteuning de verplichte begeleiding door het CLB (= maatschappelijke noodzaak) = weergegeven in operationele doelen bv. problematische afwezigheid, vaccinatiegraad) leerplicht consulten ( preventieve gezondheidszorg ) 172

256 10 JAAR LATER : CLB ANNO 09 aanwijsbare tevredenheid van de cliënten over CLB (onderzoek van de KUL, O7) =de zachte O : luisterbereidheid, zoeken naar oplossingen (cf. cliëntgerichtheid)... = jongeren kennen CLB (meer dan andere sectoren voor Jeugdwelzijn) = scholierenkoepel : belang van bereikbaarheid en toegankelijkheid van en vertrouwen in CLB (juni 06) =de minister wilde een nieuw clb profiel met daarin voor de cliënt heldere verwachtingen tav CLB vermoedelijk gekoppeld aan leerzorg maar de minister wilde ook vernieuwde aandacht van CLB voor studiekeuzebegeleiding (task force) = de harde O* in relatie met kansarmoede talentontwikkeling minder ongekwalificeerde uitstromers. *O = output ( bereikte resultaten van doelstellingen, bv. alle lln minstens in leesniveau 3 na LO2, minder C attesten. = outcome ( - maatschappelijke - effecten zoals minder uitstroom van leerlingen zonder kwalificatie ) Wat is de Output? Op gebied van leerprestaties (eindtermen). Op gebied van studievoortgang (leervertraging, BOS-leerlingen, spijbelaars). Op gebied van doorstroming in het vervolgonderwijs of aansluiting op de arbeidsmarkt Op gebied van tevredenheid van de leerlingen, het schoolteam, de externe partners Welke effecten beoogt men? Hoe meet men de resultaten? Het nieuwe BVR beschrijft de operationele doelen van de CLB met registratie verplichting (cf. infra) nl -leerlingengebonden aanbod -schoolondersteuning -preventieve gezondheidszorg -registratie 173

257 HET CLB BELEIDSPLAN & DE ACTIEVE ROL VAN DE SCHOOLDIRECTEUR bovenbestuurlijk : sgr Het CvD geeft advies aan de RvB over de organisatie van en taakafspraken met het CLB. In het GO! word het beschouwd als geldend voor alle scholen van de sgr en opgenomen in het beleidsplan bv. het stappenplan luizen, het organogram van het clb, de clb teams, de organisatie van de consulten, het pestbeleid,.. de ( uw) school: afsprakennota Een goede samenwerking van de school met het CLB is afhankelijk van een aantal voorwaarden die als concrete afspraken in het beleidsplan worden opgenomen - van de kant van de school bv. coördinatie, lokaal voor clb - van de kant van het CLB bv. bereikbaarheid, team, contactpersoon, volume, tijd 174

258 DE SAMENWERKING TUSSEN ONDERWIJS EN CLB WORDT AANGESTUURD door: (BU)BAO decreet BaO BVR tijdelijk project zorg CLB-BaO (tot ) (hertekening landschap BaO (zorg) GOK-decreet (+ kleuterparticipatie (zorg +), flankerend onderwijs) resolutie leerstoornissen (1998) GON revalidatie tijdens de uren KB. BuO /decreet BuO leerplicht decreet rechtspositie minderjarigen IVRK decreet BaO - art 8: kerntaak gew. BaO: gew. Bao is zodanig georganiseerd dat een omgeving gecreëerd wordt waarin lln een ononderbroken leerproces kunnen doormaken; de ped-did.omgeving wordt aangepast aan de voortgang in de ontw. van de lln. (bao = adaptief onderwijs) BaO. is verantw. voor ond. aan alle lln, moet door blijvende aandacht en verbreding van zorg zoveel mogelijk lln. blijvend begeleiden. (bao = retentief onderwijs) - art 9: kerntaak BuO: voor lln aangepast ond., opv., verzorging en therapie (tijdelijk of permanent), waarvan tot. persoonlijkheidsontw. niet of onvoldoende kan verzekerd worden door gew.ond. (bubao = garanderend onderwijs) - art 28: bij eerste inschrijving ll.: schriftelijke info aan ouders over het begeleidende CLB - art 46: BuO/ HP in samenspraak met CLB - art 47 : SWP (schoolwerkplan) 4 : voorzieningen in ond. voor lln met handicap of die leerbedreigd zijn (HP) 5 : zorgbeleid - art 62 : erkenning van school 10 : beleidsplan (met CLB) 11 : univ.verkl rechten van het kind (zie ook DCLB!) 175

259 - art 134: GOK (cf. CLB) - art 153 quinquies: zorg + puntenenveloppe septies: zorgbeleid = relatie met CLB (zie toelichting dep.ond.: meerwaarde CLB = diagnostiek, methodieken, netwerken) - art 179: sancties (oa. niet naleven HP) - beslissingsrecht van ouders tav CLB adviezen: attest BuO, verlengde KO, vervroegde LO.. BVR tijdelijk project zorg CLB-BaO (tot ) referentie: hertekening landschap BaO ( 03), art 46 GOK-decreet rol van CLB: - weigering en doorverwijzing (LOP) - CLB-GOK werking: thema s/cluster (recent: kleuterparticipatie, flankerend onderwijs,brede schoolbeweging,ouderparticipatie...) resolutie leerstoornissen ( 98) gemotiveerd verslag bij dyslexie door CLB GON integratieplan (overleg met CLB) revalidatie tijdens de uren advies van het CLB KB/BuO (1970/1980) CLB = rechtspersoon voor attestering BuO(attest + inschrijv.protocol) 176

260 SECUNDAIR ONDERWIJS - Structuur en organisatie van het voltijds secundair onderwijs - klassenraden, overgangsbepalingen, keuzemomenten - adviesbevoegdheid van CLB - binnen lestijdenpakket: interne begeleiding o cel LLB o projectmatige werking en beleid, bijv: zelfstandig leren (cf. het studiehuis) SID-in beroepenoriëntatie leren leren HERGO ( herstelgericht groepsoverleg ) leerlingenparticipatie (participatiedecreet) dyslexiebeleid peer-werking autisme methodenklas (vb. freinet) - decreet GOK : SO - doelgroepleerlingen 1 graad (weigering en verwijzing leerlingen) + betrokkenheid aan GOK thema s/cluster) - doelgroepleerlingen 2 graad - - KB/BuO: CLB attestering/heroriëntering - GON : regelgeving: integratieplan en evaluatie - resolutie leerstoornissen (1998) : gemotiveerd verslag: CLB - decreet inspectie en begeleiding: handelingsplan BuO en betrokkenheid CLB - decreet clb en bvr/clb/od (2009) 177

261 2. ZORGBELEID, LEERLINGENBEGELEIDING EN DE SAMENWERKING SCHOOL CLB -het zorgsysteem vraagt om de handvatten van een zorgmodel p.10 -het zorgmodel als een zorgcontinuum -zorg is een systeem van niveaus van preventie ( belang van preventieve basiszorg ) -de schoolfoto: een zorg-school een probleemschool! -concrete werkingsprincipes (zorgmodel van clb.go.zl) -niveaus van preventie en hun relatie met de leerzorgniveaus(lzn) -zorg en het secundair onderwijs p.12 -zorg en jeugdhulp p.15 -aandachtspunten (incluis BVR operationele clb doelen) p.16 Bijlagen -handelingsgericht werken p.17 -de VLOR conferentie over leerlingenbegeleiding p.18 -de leerzorgniveaus (lzn) p.22 -het GO! beleidvoerend vermogen & lzn p.23 -het clb zorg-model van hardnekkigheid p.24 -aanbevelingen en conclusies: onderzoek op clb decreet(vlor) p

262 HET ZORGSYSTEEM, LEERLINGENBEGELEIDING EN DE SAMENWERKING SCHOOL - CLB VEREISEN OP BELEIDSMATIG VLAK EEN ZORGMODEL. Aan het zorgsysteem ( of voor een school SO: de interne leerlingenbegeleiding) zijn nogal wat actoren betrokken: bestuur, pedagogische begeleiding (PBD), directeur, leraars, gokcoördinator(en) (GOK-co), interne leerlingenbegeleider(s),vertrouwensleraar(s), & het CLB ( en ouders en leerlingen!) in een bepaalde omvang en verhouding tot elkaar (en daarom een systeem). Deze blijkt uit processen als verwachtingen en betekenisgeving, coördinatie, overleg, besluitvorming, toezicht op voortgang Het pedagogisch project van de school en het onderwijsnet, de visie op onderwijs en zorg, het zorgbeleid zijn hierbij de richtsnoeren en het bindcement. Wij vinden daarom - en we staan hier in niet alleen - dat een zorgmodel de bijdragen van de verschillende actoren in hun onderlinge afstemming op een meer zichtbare manier weer geeft, zodanig dat het geheel beheersbaar is voor allen. Goede afspraken - principieel vanuit een onderwijskundig perspectief - maken daarom het verschil. De directeur van de school en het bestuur spelen op beleidsmatig vlak hierbij een doorslaggevende rol (denk aan: de neuzen in dezelfde richting ). ZORGMODELLEN WORDEN GEWOONLIJK BESCHREVEN ONDER DE VORM VAN ZORGCONTINUA. Zorg heeft in de hoogste mate te maken met het nemen van beslissingen over de toewijzing aan of de taakverdeling volgens een bepaald zorgniveau, geordend volgens het principe als van het lager naar het hoger of van het dichter bij naar het verder af niveau op een continuüm. De vraag is ( en blijft) hierbij hoe de zorgcontinua samenhangen en/of in elkaar overgaan. De leerling(en) dienen immers beter van te worden van het systeem(= effectiviteit). Wanneer wordt een leerling bijvoorbeeld overgenomen door een hoger niveau van het continuüm? De naadloosheid van zorg is een belangrijke perceptie voor de leerling (en) en zijn ouder(s) Zorg mag immers niet leiden tot de uitzonderingspositie van de leerling of sommige leerlingen omdat de segregatie van leerlingen of groepen van leerlingen (GOK) met al de bijhorende processen (zoals lage verwachtingen) vaak om de hoek loert. De veronderstelling dat zorg/leerlingenbegeleiding enkel of in hoofdzaak van toepassing is op de zgn. probleemleerlingen wordt onder uit gehaald door dergelijke modellen van graduele zorg, precies omdat ze starten vanuit de preventieve (proactieve) basiszorg voor alle leerlingen. HET ZORGMODEL VAN HET CLB ZUID-LIMBURG GO, MET ZIJN NIVEAUS VAN ZORGPREVENTIE, is in principe een bruikbare werkwijze gebleken om zorginspanningen te ordenen en te actualiseren waar nodig en in de nabije toekomst te koppelen aan de leerzorgniveaus en de taken van het clb zoals geregeld door het besluit van de Vlaamse regering, april 2009! (leerzorgniveaus: p.22) Hardnekkigheid, in de zin van (uitblijvende) effecten verschaft hierbij een houvast, een leidraad voor het nemen van beslissingen over - vervolg- maatregelen. Het betreffende zorgmodel is benoemd als het zorgmodel van de hardnekkigheid (zie voor een uitvoerige beschrijving op website clbgozl). EEN SCHOOLFOTO BRENGT VOOR ELK ZORGNIVEAU DE ZORGINSPANNINGEN IN KAART. Kenschetsend voor het CLB.ZL model is dat het zich leent om voor elk zorgniveau methoden en middelen te groeperen. Instructie modellen, werk -en groeperingvormen, toetsen, leerlingvolgsystemen, observaties, remediëring, handelingplanning, zelf evaluaties zijn inzetbare methoden om problemen te voorkomen, te definiëren en aan te pakken. Ze leveren bij wijze van spreken informatie aan over de hardnekkigheid en verantwoorden de toeleiding naar en/of de inschakeling van de gokco, de interne begeleiding (SO), het leerzorg niveau 179

263 In de memorie van toelichting over leerzorg zijn voorbeelden opgenomen om de beslissing van toewijzing aan een leerzorgniveau te laten afhangen van de looptijd van een handelingsplan en zijn effectmeting.in elk zorgniveau blijft het onderwijskundige perspectief op de voorgrond: de zorgleerlingen zijn leerlingen van de klas en hun behoeften blijven dominant. Zorg is immers geen uitbesteding van zorg (tenzij in bepaalde omstandigheden zoals psychiatrie, verontrusting.). Goed onderwijs is leerlingengericht onderwijs (= de onderwijsbehoeften van de leerlingen staan centraal), altijd. Goed onderwijs kleurt zorg, altijd. Een zorgzame school is daarom geen zgn. problemen - school. We voeren hier geen vergelijkende bespreking te gronde, maar wijzen er( met genoegen) op dat de CONCRETE WERKINGSPRINCIPES van het clb zorgmodel ook terug te vinden zijn in HET VLOR-MODEL zoals gepresenteerd op de VLOR conferentie over leerlingenbegeleiding en zorg (zie website VLOR: conferentie leerlingenbegeleiding 23 maart 2009) (zie.18) De link tussen leerlingenbegeleiding en zorgcontinua zien wij hierin eerst en vooral graag bevestigd. Het VLOR-model brengt immers de relatie in kaart tussen de brede, primaire groepsgerichte preventieve acties in de klas/school en de leerlingengebonden (smalle) zorgaanpak (= diagnostiek, remediëring en ook de buitenschoolse ondersteuning van leerlingen en waar nodig van de ouders) als de basisvoorwaarde van een totaal (ecologisch) onderwijskundig zorgsysteem. In het handelingsgericht werken/diagnostiek voeren onderwijskundige principes, naast de syste- matiek van uitvoering, daarom altijd de bovenhand (zie p.18 ). Wij vinden eveneens terug dat zorgmodellen gradueel zijn opgebouwd van breed naar smal, in termen van niveaus of zorgcontinua, en dat hogere niveaus niet zonder de lagere kunnen (sic). Het CLB kan op elk niveau schoolgebonden ondersteuning bieden onder de vorm van het verzekerd aanbod zoals bij GOK acties als studiekeuze visieontwikkeling op zorg en van de handelingsgerichte leerlingengebonden begeleiding Het beleidsplan legt de afspraken vast. - NIVEAU KLASSENKLIMAAT ( HET ONDERWIJSKUNDIGE PERSPECTIEF VOOROP: LEERWINST + ZIN IN LEREN = WELBEVINDEN ( HET EN.EN.VERHAAL ) - PRIMAIRE PREVENTIE = GEMEENSCHAPPELIJK CURRICULUM OF DE PREVENTIEVE BASISZORG ( ZORGCO, GOKCO = KLASSIKALE ONDERSTEUNING) LZN I - SECUNDAIRE PREVENTIE = LEERLINGENGEBONDEN HULP ZOALS REMEDIËRING = GOKCO, CLB (HANDELINGSPLAN HGW ) + NETWERK ( BVB. OCMW ) LZN I -TERTIAIRE PREVENTIE 3 = INDIVIDUELE MAATREGELEN = CLB: GEMOTIVEERD VERSLAG ( HANDELINGS GERICHTE DIAGNOSTIEK ) + ATTESTERINGEN VOOR NIET RECHTSTREEKS TOEGANKELIJK HULP (NRTH) ALS BUO, VAPH +NETWERK LZN II (GEWOON OND,GEMOT.VERSLAG ) LZN III ( BUO,INSCHRIJV.) LZN IV ( WELZIJN ) - QUARTAIRE PREVENTIE = VERPLICHTE HULP ( NRTH ) = BV. COMITÉ BIJZONDER JEUGDZORG + NETWERK De Pedagogische Begeleiding (PBD) zien wij in de rol van systeembegeleiding en de ondersteuning van nascholing. 180

264 ZORGMODELLEN GEVEN DE INDRUK OP HET LIJF GESCHREVEN TE ZIJN VAN HET BASISONDERWIJS EN NIET OF MINDER VAN TOEPASSING TE ZIJN OP HET SECUNDAIR ONDERWIJS. De decretaal verankerde zorgcoördinatie in het basisonderwijs ( decreet basisonderwijs,de herte kening van het landschap basisonderwijs,2003) en de gangbare zorgvoorbeelden - zo ook in de conferentie over leerlingenbegeleiding van de VLOR -waar naar verwezen in dit document, dragen hier ogenschijnlijk toe bij. De VLOR conferentie zet nochtans de deur open naar het secundair onderwijs om mee te gaan in de geformuleerde aanbevelingen van het zorgmodel = de preventieve basiszorg (groepsgericht) en de gradueel aangepaste leerlingengebonden begeleiding. De groepering -en werkvormen en de leerlingengebonden overlegvormen (de klassenraden) van het secundair onderwijs zijn in hoge mate specifiek gebonden aan de onderwijsorganisatie zodat vergelijk met het basisonderwijs er vaak tegen aan loopt en vandaar wel eens misverstanden creëert tussen het basis -en secundair onderwijs. De klassenraad van het secundair onderwijs is bijvoorbeeld geen multidisciplinair overleg (MDO) en ook geen cel leerlingenbegeleiding. Veel zo niet alles hangt af van de betekenis en de investering die scholen willen besteden aan de organisatie van een zorgsysteem. Het schooltype of schoolcultuur speelt hierin ongetwijfeld een rol. We verwijzen hier enkel naar de gangbare indeling in het (eerder) leerling-gerichte, het regelgerichte, het leerstofgerichte type en we gaan er vanuit dat in het GO! het leerling gerichte concept van onderwijs eerder dominant is. PREVENTIEVE BASISZORG verwerft ( al dan niet via GOK ) zijn plaats onder de vorm van bijvoor- beeld vakoverschrijdende eindtermen (VOET) als leren leren,studiekeuzebegeleiding zoals in het kader van SID IN, van taalstimulering, van groepsgewijze inhaallessen maar ook van een pestbeleid, leerlingenparticipatie, ouderbetrokkenheid Een uitdagende, interactieve leeromgeving, de afspraken en engagementen ( of inspanningverplichting en resultaatverbintenis ) op spoor gezet tijdens de belangrijke onthaalperiode in het SO zijn altijd motiverende (zgn. proactieve ) voorwaarden voor alle leerlingen maar vallen in de feiten onder de gespreide toepassing van de verschillende leraars van een klas of richting. Het basisonderwijs kent klassen met één leraar en haar eigen klassenmanagement, haar werk - en groeperingvormen waarvan geweten is dat ze van belang zijn in het ervaren van en het omgaan met verschillen, cf. coöperatieve werkvormen. INTERNE SYSTEMEN die de leerlingen gebonden begeleiding op zich nemen zoals al dan niet op vrijwillige basis of op de omkadering geformeerd, vinden eveneens meer en meer ingang in het secundair onderwijs (zoals de pedagogisch begeleider, vertrouwensleraar, interne begeleider ) Naar vorm nemen zij in een zorgcontinuum hun plaats in. Opleidingen voor de interne begeleiding en vormingen zoals omgaan met dyslexie en autisme, met socio- emotionele problemen, moeilijke klassen.. wijzen immers op de noodzaak om aan sommige leerlingen of groepen specifieke begeleiding te kunnen bieden in de school. In de feiten is het vergelijk met het basisonderwijs echter vaak uit evenwicht niet alleen omwille van de organisatorische implicaties zoals geschetst maar ook omdat de interne leerlingenbegeleiding vaak als een sanctionerende instantie gepercipieerd en/of ervaren wordt vanuit het perspectief van de leerlingen ( dit is echter geen regel!!). 181

265 Leerlingenbegeleiding wil echter altijd de oorspronkelijke relatie die een leerling met zijn omgeving heeft, herstellen en/of versterken. De uitkomst ervan is daarom altijd motiverend, zelfs als een tussenkomst sanctionerend wil zijn of aangewezen is. De dubbele stoel waarop de interne leerlingenbegeleider vaak zit (les geven en remediëren,sanctioneren) is daarom een gekende valkuil. Veel niet zo alles hangt af van de communicatie hierover en de manier van toe-leiden van leerlingen naar de interne begeleiding. Het CLB dient in dit systeem zijn positie te bewaken in de eigenlijke zin van onafhankelijkheid èn van het primaat van de belangen van de leerlingen (cf.de advocaat van de leerlingen). Leerlingenbegeleiding is in het decreet CLB immers uitdrukkelijk geconcipieerd als vrijwillige hulpverlening: de garantie van een rechtstreeks toegankelijke instantie van jeugdhulp. Interne begeleiding valt vaak onder de toeleiding, min of meer de verplichting. Veel niet zo alles hangt daarom af van de functie van de begeleiding in het systeem en zoals gezegd van de communicatie. De evenwichtsoefening tussen CLB (vrijwillig behalve bij leerplicht, toepassing van het decreet Rechtspositie van minderjarigen, beroepsgeheim) en de interne begeleiding (toeleiding, ambtsgeheim,..) is daarom soms wankel. Het inschakelen van vrij te kiezen vertrouwensleraars biedt enig soelaas maar botst vaak tegen de realiteit van de school zoals het soort van schoolgebouw, het leerlingendossier, de ligging van het lokaal, hoe triviaal ook maar van belang. Een school als systeem dient te tonen dat zij signalen kan herkennen en/of opvangen van haar leerlingen met de garantie dat de signalen op een gepaste manier afgehandeld worden via de vrijwilligheid, via de discretie, via de mogelijke toeleiding naar CLB. =garantie van discretie. Wij weten natuurlijk dat niks simpel is. Het is geen toeval dat de Nederlandse vereniging van leerlingenbegeleiders(nvl) in 2008 een congres had onder de boekdelen sprekende titel Waar bemoeit u zich mee?(een gekend fenomeen bij verontrusting, meldingsplicht, schuldig verzuim). Om uit complexe impasses te geraken is de CEL LEERLINGENBEGELEIDING daarom in het secundair onderwijs het geschikte platform om de interne begeleiding te organiseren en te matchen aan het CLB tot een onderlinge afstemming. De kern van ons pleidooi en in vele van onze scholen al ingeburgerd. We suggereren om in de nabije toekomst hierover ervaringen maar ook nascholingbehoeften uit te wisselen en uit te werken samen met het CLB. Wij pleiten daarom voor regelmatige & vaste overlegmomenten: leerlingengebonden en/of beleidsmatig zoals in het kader van GOK, van initiatieven zoals pestbeleid, leren leren maar ook voor een regelmatige procesevaluatie (de manier van toeleiding naar clb, de evaluatie door de leerlingen van de interne begeleiding en CLB, het gebruik van voortraject ). Het is geen toeval dat wij het clb (lokaal) in de scholen positioneren als de silent room het huis van vertrouwen de plaats waar je terecht kan met je vragen Het organiseren van een onthaalperiode -de overgang van LO naar SO blijft immers een breuklijn voor vele leerlingen (zeker voor kansarmen)-,het tijdig herkennen van en reageren op verontrustende signalen van leerlingen,het consequent invullen en aanhouden van aangepas- te maatregelen zoals bij dyslexie (=een recht), de organisatie van het leerlingengebonden overleg, het gebruik van een leerlingvolgsysteem ( al jaren op de wacht), het inschakelen van vertrouwensleerlingen (peer tutoring), buddy-systeem, de projectmatige vak- overschrijdende werking zoals in het kader van gezondheidszorg, de leerlingenparticipatie, het open leercentrum, de evaluatievormen en competentie ontwikkeling, studiekeuzebegeleiding, de procedure van leerplichtcontrole, GON. 182

266 wijzen allen op de groeiende en aanwijsbare beleidsmatige engagementen van het secun- dair onderwijs. Zowel de preventieve basiszorg als de specifieke ( leerlinggebonden) zgn. curatieve begeleiding naast de klassiekers als bijwerklessen, inhaalklassen voor taal, leren leren en de vele acties die onze scholen ondernemen om de leerlingen te betrekken aan het ( hun! ) verplicht onderwijs (cf. GWP, projectwerk, groepscohesie ) zijn hiervoor met andere woorden indicatief. We steunen maw begeleidingsystemen in het secundair onderwijs bij voorkeur opgebouwd volgens de kenmerken van het zorgmodel zoals hier voorgesteld. Breed altijd, smal waar nodig maar wel mogelijk en dit alles in een goede afstemming met het CLB op een continuüm van zorg. Publicaties als het Handboek leerlingenbegeleiding, tijdschriften als bij de Les (nvl), de gok ondersteuning van het departement onderwijs. geven handvatten aan de school die (preventieve ) inspanningen wil leveren op vlak van zorg.. Maar de organisatie van het secundair onderwijs levert op haar beurt echter ook hardnekkige artefacten aan zoals de cascade, de kwalificatie en de uitstroom. GOK is precies in leven geroepen om maatschappelijke - of herkomstkenmerken te compenseren via onderwijskundige maatregelen en via het regionaal overleg van het LOP. Maar de onderwijsorganisatie, de studiekeuze en het studieaanbod, de evaluatievormen blijven het onderwijseffect (O) (en de segregatie) van vele jongeren in de leertijd bepalen (en de ongelijkheid in stand houden (cf. recente pisa onderzoeken en het outcome onderzoek op aanwijsbare verschillen tussen uitstromers in Vlaanderen). Het decreet op kwaliteitszorg in het onderwijs, het CIPO model van inspectie (ook voor CLB van toepassing), de monitoring van onderwijsgegevens op in -en outcome, het beleidvoerend vermogen, GOK liggen in elkaars verlengde om de hardnekkigheid van herkomstkenmerken voor een succesvolle onderwijsloopbaan op een uitdagende manier te compenseren. Het LOP speelt hierin een rol zoals geweten met volle aandacht voor ouderparticipatie, brede school beweging al dan niet in relatie met opbouwwerk, kansenbeleid - of kansenbanken. Het CLB tracht de beleidsmatige initiatieven als van GOK te ondersteunen en is altijd de aangewezen partner bij de begeleiding van leerlingen met indicaties op vlak van leerstoornissen, ingrijpende ervaringen, dominant contextuele kenmerken of meer algemeen van vragen op vlak van leren en studeren, psychosociale functioneren, onderwijsloopbaan en preventieve gezondheid. Het BVR op operationele doelen van CLB legt de nadruk op onderwijsloopbaanbegeleiding door het CLB. We nemen daarom deze rol dan ook op. Het CLB als het huis van vertrouwen en waar nodig de advocaat van de leerlingen, het mission statement van de CLB ten volle (zie op ond.vlaanderen/clb/mission statement) maar altijd met de garantie van vakmanschap. CLB werking heeft daarom altijd een link met het schoolbeleid (zie voorbeelden van beleidvoerend vermogen en de relatie met clb werking, p.25). Deze relatie is vaak ingewikkeld omwille van de dubbele stoel waarop het clb zit ( leerlingengebonden en schoolgerelateerde acties). In het zorgmodel clb.zl wordt daarom ook uitdrukkelijk de mogelijke rol van de PBD opgenomen. Wordt vervolgd. 183

267 MAAR ER IS MEER DAT ONZE AANDACHT EN INZET VEREIST. De aanwijsbare toename van kansarmoede (GOK), niet enkel in de zin van beperkte financiële draagkracht -hoe belangrijk ook- of van anderstalige, etnische herkomst- hoe aanwijsbaar ooken het (in bijvoorbeeld semi stedelijke gebieden) beperkte welzijnsaanbod dwingen in de feiten het CLB vaak tot intensieve methodieken van compensatie (zoals GON, BuO) en/of van aanklamping. Bij verontrusting laat het CLB de leerling(en) en de ouder(s) immers niet los als er bijvoorbeeld een lange wachttijd is in welzijn. In het kader van integrale jeugdhulp (IJH) zijn daarom initiatieven genomen of aangescherpt: o het lokaal cliëntoverleg (LCO) onder supervisie van het OCMW = de familiale, materiële (maar niet betuttelende) ondersteuning (cf. de financiële draagkracht van een gezin mag de talenten van kinderen immers niet beperken in hun ontwikkeling) o de opkomst van opvoedingsondersteuning via het lokale overleg, via opvoedingswinkel o de zgn. outreaching als de eigen kracht conferentie (EKC = werken met de familie zelf), o het regionale netwerkteam (intersectorale afstemming) op vlak van dossierbehandeling waarin de kinderpsychiatrie, de geestelijke gezondheidszorg, het comité bijzondere jeugdzorg, K&G, CAW (JAC), VAPH o de samenwerking met thuisbegeleidingsdiensten als CKG(centra voor kind en gezinsondersteuning Het CLB is betrokken aan dergelijke initiatieven met alle aandacht voor de rechtspositie van de minderjarigen. Een jongere van 12 jaar wordt immers verondersteld handelingsbekwaam zijn zoals vastgelegd in het decreet rechtspositie minderjarigen (drm) van juli 2006 op vlak van -de aanleg en inhoud van het leerling-dossier -de registratie:verwerking van de leerling-gegevens -toegang tot het leerling-dossier: inzagerecht -beroepsgeheim ook na het afsluiten van begeleiding -bewaartermijn van het dossier -klachtenprocedure -instemming over het verwerven van info bij derden Het LOP is opgericht om de segregerende impact van herkomst bespreekbaar te maken (cf. omgevingsanalyse) en in acties om te zetten op schoolniveau (participatie, flankerend onderwijs, instapbeleid, leerplicht-afspraken, ). Het CLB participeert aan het overleg en de uitvoering. We hechten bijvoorbeeld en zeker in het kader van GOK veel belang aan studiekeuzebegeleiding van LO 6, SO 5,6 aan TOS (techniek op school), aan studiekeuze bij scharniermomenten. Onze hoofdbekommernis blijft doorheen dit alles het welbevinden van de leerlingen:de kerntaak van onderwijs en CLB. Wat onderwijs en CLB bindt, is daarom sterker dan wat deelt (= het principe van gezamenlijke verantwoordelijkheid weliswaar met respect voor de onafhankelijk - heid van het CLB en voor het belang van de leerlingen bij beslissingen). We streven er bovendien naar om onze nascholingen zo goed mogelijk af te stemmen op de behoeften die we ervaren in onze samenwerking. We mogen bij dit alles dus niet vergeten dat een recent besluit van de Vlaamse regering de operationele doelstellingen van de CLB regelt (het zogenaamde nieuwe CLB-profiel). In dit besluit wordt de rol bevestigd van CLB op vlak van de preventieve gezondheidszorg en onderwijsloopbaanbegeleiding en wordt het accent gelegd op de diagnostiek van en de 184

268 kortlopende begeleiding voor elk begeleidingsdomein (uitgedrukt in looptijd onder de vorm van het aantal werkdagen). Het departement onderwijs heeft op zich opgenomen om hierover voldoende te communiceren met de scholen. AANDACHTSPUNTEN IN HET CLB BELEIDSPLAN ( SPECIFIEK VOOR DE SCHOOL = DE AFSPRAKENNOTA ) De thema s van de afsprakennota die de kwaliteitsvolle samenwerking met het CLB vorm geven zijn ( niet limitatief ): visiebepaling, regelmatige ( liefst selectieve) KR, meldingsfiches, actuele leerlingendossiers van de school, gegevens van volgsystemen, procedure van leerlingengebonden overleg -en toeleiding naar CLB, prioritaire groepen zoals KO en LO 1 & LO 2, BuO, ( =aanbeveling van de VLOR!), procedure van leerplichtcontrole, de procedure terugverwijzing BuO, de verplichtingen van het clb dossierbeheer wegens toenemend toezicht, privacy beleid, decreet rechtspositie van minderjarigen, ambtsgeheim en beroepsgeheim, in -en uitstroom beleid (GOK..), bekendmaking van clb werking, samen met o de organisatie van consulten, vaccinaties, o de GOK acties en LOP o het expliciete overleg en de taakafspraken met de gokco en interne begeleider o de clb projecten als onderwijsloopbaanbegeleiding, gezondheidsbeleid, sociale competentie, dyslexiebeleid, infoverstrekking over zorg, welzijn, onderwijs o de afspraken rond de operationele CLB doelstellingen uit het BVR o de koppeling aan LOP acties ( flob, participatie van ouders en leerlingen ) o het netwerkbeheer en de coördinatie ervan o. tegen de achtergrond van CIPO en inspectie (!!!), CLB werking wordt eveneens afgetoetst aan output gegevens van de school(en). Hardnekkigheid geeft de -onderwijskundige- handvatten om vorm en voortgang (!) te geven aan het zorgbeleid en het te verwachten leerzorgkader (!). Tot daar onze stelling (en die van de VLOR). In de nabije toekomst zullen we het zorgmodel koppelen aan de leerzorgniveaus en zijn clusters. 185

269 BIJLAGEN DE KENMERKEN VAN HANDELINGSGERICHT WERKEN onderwijsbehoeften staan centraal constructief samenwerken transactioneel referentiekader doelgericht werken positieve kenmerken zijn belangrijk systematisch en transparant 186

270 Nieuwe perspectieven voor leerlingenbegeleiding Prof. Karine Verschueren K.U.Leuven Conferentie Leerlingenbegeleiding, Vlaamse Onderwijs Raad, 23 maart 2009 Modellen van leerlingenbegeleiding Zorgcontinua CLB (en externe hulpverlening) overgang school/curriculum op maat individuele hulp buitenschools individuele hulp buiten de klas extra hulp in de klas of verhoogde zorg goed onderwijs of preventieve basiszorg Cf. De Laet; Rauws; School (en ped.begeleiding) 187

271 Bemerkingen elk niveau: grote investering van alle partners om kwaliteitsvol uit te bouwen hogere niveaus kunnen ook niet zonder lagere op meerdere niveaus tegelijk werken zorgniveau ~ ernst van problematiek en doorlopen traject, maar ook draagkracht en expertise leerkrachten, wensen en mogelijkheden ouders, individuele diagnostiek en begeleiding ook op lagere zorgniveaus toepassing op secundair onderwijs let op! bemerking = toepassing op secundair onderwijs!!! Goede preventieve basiszorg enkele aandachtspunten «Preventie omvat alle gewone maatregelen die een zorgbrede school voor haar leerlingen neemt. Er is een zorgplan en de school volgt haar leerlingen systematisch op.» (Conceptnota leerzorg, 30 maart 2007) Leerkrachten en interne begeleiders: goede, systematische, snelle signalering overleg CLB Preventie is nog veel meer: gericht en systematisch verminderen van risicofactoren en versterken van beschermende factoren door groepsgerichte aanpak met oog op voorkomen van problemen en stimuleren van een positieve ontwikkeling op school ( pro-actieve basiszorg ) 188

272 Goede preventieve basiszorg enkele aandachtspunten universeel selectief geïndiceerd databank effectieve jeugdinterventies Nederlandse taalgebied op kostelijk, maar hoge kosteneffectiviteit aangetoond voor diverse programma s Washington State Institute for Public Policy (2004). Benefits and costs of prevention and early intervention programs for youth. (onderzoeksrapport) Individuele maatregelen vanuit oogpunt leerling Differentiatie: meer of aangepaste instructie, meer inoefentijd, Remediëring: in de klas maar ook in de taakklas (ook op leerzorgniveau I!) Compensatie, dispensatie, ingebed in vorige maatregelen (niet in plaats van) Individueel curriculum/handelingsplan 189

273 Individuele maatregelen vanuit oogpunt leerling Versterken vaardigheden (sociale, emotionele, loopbaan, ) of probleemoplossingsproces ondersteunen Aanpassen of ondersteunen van omgeving (leerkrachten, peers, gezin, ) en/of interactie met omgeving Individuele maatregelen taken leerlingenbegeleiders Diagnostisch handelen: In kaart brengen van relevante kenmerken van kind + omgeving Niet alleen in functie van classificatie van stoornissen! Met oog op handelen of ondersteunen van beslissingen over maatregelen Model van handelingsgerichte diagnostiek! Implementatie = prioritair 190

274 191

SCHOOLWERKPLAN 2011-2013

SCHOOLWERKPLAN 2011-2013 SCHOOLWERKPLAN 2011-2013 Inhoudsopgave Inleiding 1 Verantwoording en doelstellingen 1 1. De schoolcultuur 4 1.1. Welke school willen we worden? 4 1.2. Hoe kan de school dit ideaalbeeld bereiken? 4 1.2.1.

Nadere informatie

Opvoedingsproject. Nieuwen Bosch Humaniora Gent

Opvoedingsproject. Nieuwen Bosch Humaniora Gent Opvoedingsproject Nieuwen Bosch Humaniora Gent Onze school wil aan jongeren kwalitatief hoogstaand onderwijs bieden in een hartelijk klimaat van samenwerken en samenleven stimuleren we de leerlingen vanuit

Nadere informatie

2.1. Gegevens m.b.t. de situering van onze onderwijsinstelling Gegevens met betrekking tot lokale situatie

2.1. Gegevens m.b.t. de situering van onze onderwijsinstelling Gegevens met betrekking tot lokale situatie 1 PEDAGOGISCH PROJECT 1. Algemeen 2. Elementen van ons pedagogisch project 2.1. Gegevens m.b.t. de situering van onze onderwijsinstelling 2.1.1. Profilering van de school als onderwijsinstelling behorend

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek.

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek. Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek. In kolom 1 vind je 61 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep Techniek. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan welke items

Nadere informatie

-Onze school behoort tot het officieel gesubsidieerd onderwijsnet. Het schoolbestuur is de gemeente Olen.

-Onze school behoort tot het officieel gesubsidieerd onderwijsnet. Het schoolbestuur is de gemeente Olen. Pedagogisch project 1. situering onderwijsinstelling 2. levensbeschouwelijke uitgangspunten 3. visie op ontwikkeling en opvoeding 4. het schoolconcept 1. Situering onderwijsinstelling 1.1 Een gemeenteschool:

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands In kolom 1 vind je 66 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep Nederlands. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan met

Nadere informatie

GIBO HEIDE. pedagogisch project

GIBO HEIDE. pedagogisch project GIBO HEIDE pedagogisch project gemeenteraadsbesluit van 26 mei 2015 Het pedagogisch project is de vertaling van de visie van directie en leerkrachten die betrekking heeft op alle aspecten van het onderwijs

Nadere informatie

Opvoedingsproject. A. ONS OPVOEDINGSPROJECT p. 2. A.1 De christelijke identiteit p. 2. A.2 Gevarieerd en goed begeleiden p. 3

Opvoedingsproject. A. ONS OPVOEDINGSPROJECT p. 2. A.1 De christelijke identiteit p. 2. A.2 Gevarieerd en goed begeleiden p. 3 Opvoedingsproject A. ONS OPVOEDINGSPROJECT p. 2 A.1 De christelijke identiteit p. 2 A.2 Gevarieerd en goed begeleiden p. 3 A.3 Zorg voor elk kind = accent op talent p. 4 A.4 Een sterke teamspirit, een

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica In kolom 1 vind je 69 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep geschiedenis/esthetica. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën.

Nadere informatie

VISIE PEDAGOGISCH PROJECT

VISIE PEDAGOGISCH PROJECT VISIE PEDAGOGISCH PROJECT van daltonschool De Kleine Icarus Algemene visie De opdracht van daltonschool De Kleine Icarus bevat naast het onderwijskundig eveneens een maatschappelijk aspect Wij brengen

Nadere informatie

Voorwoord. Groeien in talent! Mosselerlaan 62 Mosselerlaan 94 Halmstraat 12 3600 GENK

Voorwoord. Groeien in talent! Mosselerlaan 62 Mosselerlaan 94 Halmstraat 12 3600 GENK Voorwoord Geachte ouders Wellicht is het grote moment weldra aangebroken: het moment, dat je zoon of dochter de knusse basisschool moet verlaten en op zoek gaat naar een grote school. Het secundair onderwijs

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica In kolom 1 vind je 66 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep informatica. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan welke

Nadere informatie

INFO VAN 1 NAAR 2. Middenschool Don Bosco

INFO VAN 1 NAAR 2. Middenschool Don Bosco INFO VAN 1 NAAR 2 Middenschool Don Bosco Welkom in Don Bosco Haacht Middenschool Don Bosco Haacht S G K S O HAACHT Don Bosco Haacht Montfortcollege Rotselaar Sint-Angela-Instituut Tildonk Sint-Michielsinstituut

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding.

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding. Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding. In kolom 1 vind je 61 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep TO. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep mode

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep mode Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep mode In kolom 1 vind je 68 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep mode. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan welke items je reeds

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep muzikale opvoeding

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep muzikale opvoeding Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep muzikale opvoeding In kolom 1 vind je 69 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep muzikale opvoeding. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica In kolom 1 vind je 69 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep geschiedenis/esthetica. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën.

Nadere informatie

Alle ruimte. voor jou w groei COGNOSCO

Alle ruimte. voor jou w groei COGNOSCO Alle ruimte voor jou w groei COGNOSCO Cognosco Campus Het Spoor Mol 02 Inleidend woordje Campus Het Spoor biedt naast het traditionele onderwijs ook het succesvolle Cognosco-onderwijs. De leerlingen kiezen

Nadere informatie

VAKGROEP. Schooljaar 2014-2015, 2015-2016, 2016-2017

VAKGROEP. Schooljaar 2014-2015, 2015-2016, 2016-2017 VAKGROEP. Schooljaar 2014-2015, 2015-2016, 2016-2017 SAMENSTELLING VAN DE VAKGROEP KEUZE WERKPUNTEN BESLISSINGEN VAN DE VAKGROEP PLANNING VERGADERINGEN 2014-2015 PLANNING VERGADERINGEN 2015-2016 PLANNING

Nadere informatie

Studieaanbod Schooljaar 2015-2016

Studieaanbod Schooljaar 2015-2016 Studieaanbod Schooljaar 2015-2016 SINT-LODEWIJKSCOLLEGE Beste leerling Met deze brochure in de hand kun je zien welke studierichtingen in het Sint- Lodewijkscollege aangeboden worden. Het is een waaier

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Moderne Vreemde Talen

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Moderne Vreemde Talen Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Moderne Vreemde Talen In kolom 1 vind je 49 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep MVT (Frans, Engels, Duits). Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën.

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Gemeentelijke basisschool De Knipoog Cardijnlaan 10 2290 Vorselaar 014/51 27 00 0478/28 82 63 014/ 51 88 97 directie@deknipoog.be

Gemeentelijke basisschool De Knipoog Cardijnlaan 10 2290 Vorselaar 014/51 27 00 0478/28 82 63 014/ 51 88 97 directie@deknipoog.be Gemeentelijke basisschool De Knipoog Cardijnlaan 10 2290 Vorselaar 014/51 27 00 0478/28 82 63 014/ 51 88 97 directie@deknipoog.be Elementen van een pedagogisch project 1 GEGEVENS M.B.T. DE SITUERING VAN

Nadere informatie

Degelijk en samenhangend onderwijsinhoudelijk aanbod

Degelijk en samenhangend onderwijsinhoudelijk aanbod Pedagogisch project Ziekenhuisschool INKENDAAL type 5 1 Schooleigen pluralistisch opvoedingsproject onderwijs is een onvervreemdbaar mensenrecht. de ziekenhuisschool is er voor iedereen ( geen lid van

Nadere informatie

Ouderavond 3de jaar en nieuwe leerlingen TSO. 9 september 2014

Ouderavond 3de jaar en nieuwe leerlingen TSO. 9 september 2014 Ouderavond 3de jaar en nieuwe leerlingen TSO 9 september 2014 Agenda Welkom Doel van deze avond Kennismaking Toelichting structuur school, studierichtingen en rapportensysteem Verloop van de avond Algemene

Nadere informatie

Ouderavond 3de jaar en nieuwe leerlingen BSO. 9 september 2014

Ouderavond 3de jaar en nieuwe leerlingen BSO. 9 september 2014 Ouderavond 3de jaar en nieuwe leerlingen BSO 9 september 2014 Agenda Welkom Doel van deze avond Kennismaking Toelichting structuur school, studierichtingen en rapportensysteem Verloop van de avond Algemene

Nadere informatie

Van één naar twee. Welkom in Don Bosco. spel groei hoop geloof vreugde vertrouwen verbondenheid

Van één naar twee. Welkom in Don Bosco. spel groei hoop geloof vreugde vertrouwen verbondenheid Van één naar twee Welkom in Don Bosco spel groei hoop geloof vreugde vertrouwen verbondenheid Middenschool Don Bosco Haacht IK STA ACHTER JOU 2016-2017 Hoe wordt uw kind in de middenschool begeleid? Eerste

Nadere informatie

Ouderavond 1ste Graad. 9 september 2014

Ouderavond 1ste Graad. 9 september 2014 Ouderavond 1ste Graad 9 september 2014 Agenda Welkom Doel van deze avond Kennismaking Toelichting structuur school, studierichtingen en rapportensysteem Verloop van de avond Algemene uitleg Rondleiding

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

De manier waarop de informatie doorstroomt binnen onze school en naar de verschillende externe medewerkers is van essentieel belang voor de sfeer en

De manier waarop de informatie doorstroomt binnen onze school en naar de verschillende externe medewerkers is van essentieel belang voor de sfeer en De manier waarop de informatie doorstroomt binnen onze school en naar de verschillende externe medewerkers is van essentieel belang voor de sfeer en de professionele cultuur. We geven in dit onderdeel

Nadere informatie

Van één naar twee. dinsdag 24 april Welkom in Don Bosco. spel groei hoop geloof vreugde vertrouwen verbondenheid

Van één naar twee. dinsdag 24 april Welkom in Don Bosco. spel groei hoop geloof vreugde vertrouwen verbondenheid Van één naar twee dinsdag 24 april 2018 Welkom in Don Bosco spel groei hoop geloof vreugde vertrouwen verbondenheid Middenschool Don Bosco Haacht Hoe wordt uw kind in de middenschool begeleid? Eerste

Nadere informatie

ZOEK BIJ ONS TE VER! START JE HET NIET STEM SPORT. Latijn MODERNE MIDDELBAAR STEM. Maatschappij en welzijn TECHNIEKEN WETENSCHAPPEN

ZOEK BIJ ONS TE VER! START JE HET NIET STEM SPORT. Latijn MODERNE MIDDELBAAR STEM. Maatschappij en welzijn TECHNIEKEN WETENSCHAPPEN Latijn Maatschappij en welzijn MODERNE STEM TECHNIEKEN SPORT ZOEK HET NIET TE VER! START JE MIDDELBAAR BIJ ONS STEM WETENSCHAPPEN Beste ouder, beste zesdeklasser Straks wordt de stap gezet naar de middelbare

Nadere informatie

Het pedagogisch project van de stedelijke scholen hebben we als volgt verwoord:

Het pedagogisch project van de stedelijke scholen hebben we als volgt verwoord: pedagogisch project voorwoord Beste ouders, In deze brochure krijg je meer uitleg over het pedagogisch project van het Geelse stedelijk onderwijs. Dit project verwijst naar de doelstellingen waar het

Nadere informatie

ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT

ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT - SCHOOLBROCHURE - Basisonderwijs DE LINDE, Overpelt ONS EIGEN OPVOEDINGSPROJECT In ons Eigen opvoedingsproject (EOP) kan u lezen hoe wij als school onze opvoedingstaak zien.

Nadere informatie

Middenschool Sint-Gertrudis

Middenschool Sint-Gertrudis KATHOLIEK ONDERWIJS LANDEN Middenschool Sint-Gertrudis Groenendael 2A www.kolanden.be Informatienamiddag Zondag 15 maart 2015 om 14 uur In de feestzaal van de school Eerste leerjaar A Godsdienst + KEUZE

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

De leermeester/leraar levensbeschouwelijke vakken neemt hierdoor een brede humane taak op zich.

De leermeester/leraar levensbeschouwelijke vakken neemt hierdoor een brede humane taak op zich. Functiebeschrijving leermeester/leraar (m./v.) levensbeschouwelijke vakken (Godsdienst - N.C. Zedenleer) goedgekeurd door alle Erkende Instanties/Vereniging Deze functiebeschrijving bevat een bijlage met

Nadere informatie

Tweede jaar van de eerste graad kaz-klas

Tweede jaar van de eerste graad kaz-klas Tweede jaar van de eerste graad kaz-klas Na één jaar in de kaz-klas heb je al iets meer de kans gehad om je een beeld te vormen van de aanpak en de vakken in het secundair onderwijs. De overstap naar het

Nadere informatie

Inhoud info-avond. 3.1 een richting kiezen 3.2 een school kiezen

Inhoud info-avond. 3.1 een richting kiezen 3.2 een school kiezen 1 2 Inhoud info-avond 1. Hervorming secundair onderwijs 2. Huidige structuur secundair onderwijs 3. Hoe kiezen? 3.1 een richting kiezen 3.2 een school kiezen 4. Inschrijven 5. Waar vind ik verdere informatie?

Nadere informatie

Strijlandstraat 40 1755 Gooik-Strijland Tel. 054/56 78 05 Fax. 054/56 86 10

Strijlandstraat 40 1755 Gooik-Strijland Tel. 054/56 78 05 Fax. 054/56 86 10 Strijlandstraat 40 1755 Gooik-Strijland Tel. 054/56 78 05 Fax. 054/56 86 10 Pedagogisch project Gemeentelijke lagere school De Oester met extra sportaanbod blz. 2 Pedagogisch project : Element 1: Gegevens

Nadere informatie

OLFA EDEGEM. WELKOM op deze: info-avond voor ouders overgang secundair onderwijs

OLFA EDEGEM. WELKOM op deze: info-avond voor ouders overgang secundair onderwijs OLFA EDEGEM WELKOM op deze: info-avond voor ouders overgang secundair onderwijs Wat na het zesde leerjaar??? KIEZEN = PROCES gebeurt STAP VOOR STAP (boekje klas): ) ik denk na over kiezen ) ik leer mezelf

Nadere informatie

Inhoud. 3.1 Een richting kiezen 3.2 Een school kiezen. 1. Huidige structuur secundair onderwijs 2. Herstructurering secundair onderwijs 3. Hoe kiezen?

Inhoud. 3.1 Een richting kiezen 3.2 Een school kiezen. 1. Huidige structuur secundair onderwijs 2. Herstructurering secundair onderwijs 3. Hoe kiezen? Overgang LO - SO 2 Inhoud 1. Huidige structuur secundair onderwijs 2. Herstructurering secundair onderwijs 3. Hoe kiezen? 3.1 Een richting kiezen 3.2 Een school kiezen 4. Inschrijven 5. Waar vind ik verdere

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van K.T.A. Alicebourg te Lanaken

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van K.T.A. Alicebourg te Lanaken Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be Verslag

Nadere informatie

IMK Dilsen-Stokkem. Imk Lanklaar Rotem. Eerste graad 1 TW 1 STV 1 B 2 TW 2 STV - BVL

IMK Dilsen-Stokkem.  Imk Lanklaar Rotem. Eerste graad 1 TW 1 STV 1 B 2 TW 2 STV - BVL www.instituutmariakoningin.be IMK Dilsen-Stokkem Eerste graad 1 TW 1 STV 1 B 2 TW 2 STV - BVL Imk Lanklaar Rotem vzw KSO Zusters van de Voorzienigheid Rijksweg 168 3650 Dilsen-Stokkem Eerste graad Techniek-wetenschappen,

Nadere informatie

Voorwoord. Groeien in talent! Mosselerlaan 62 Halmstraat GENK. Telefoon: 089/ /

Voorwoord. Groeien in talent! Mosselerlaan 62 Halmstraat GENK. Telefoon: 089/ / Voorwoord Geachte ouders Wellicht is het grote moment weldra aangebroken: het moment, dat je zoon of dochter de knusse basisschool moet verlaten om op zoek te gaat naar een grote school. Het secundair

Nadere informatie

We willen kansen scheppen om uw kind evenwichtig te laten ontplooien. We houden rekening en hebben respect voor de eigen mogelijkheden van elk kind.

We willen kansen scheppen om uw kind evenwichtig te laten ontplooien. We houden rekening en hebben respect voor de eigen mogelijkheden van elk kind. 1. VERWELKOMING. NAAR DE OUDERS TOE Van harte welkom in onze school. Wij danken u voor het vertrouwen dat u in onze school stelt. Het verheugt ons dat u voor het onderwijs en de opvoeding van uw kind een

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep economie en handelsvakken

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep economie en handelsvakken Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep economie en handelsvakken In kolom 1 vind je 70 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep economie en handelsvakken. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën.

Nadere informatie

www.middenschoolbeernem.be Beste ouder, beste zesdeklasser Straks wordt de stap gezet naar de middelbare school. Een belangrijke stap. Je staat niet alleen voor de keuze van een studierichting, maar ook

Nadere informatie

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen Tweede graad aso In de tweede graad aso kies je voor een bepaalde richting. Ongeacht je keuze, blijft er een groot gemeenschappelijk basispakket van 26 lesuren algemene vakken. Het niveau van deze vakken,

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

Basisschool De Reinpad Gelieren: Waar kinderen op handen gedragen worden!

Basisschool De Reinpad Gelieren: Waar kinderen op handen gedragen worden! Basisschool De Reinpad Gelieren: Waar kinderen op handen gedragen worden! 1. Wie zijn wij? Onze school telt twee vestigingsplaatsen, elk met hun eigen karakter. Zowel in De Reinpad als in Gelieren zijn

Nadere informatie

DON BOSCO GENK AANBOD EERSTE GRAAD. Meer dan je denkt!

DON BOSCO GENK AANBOD EERSTE GRAAD. Meer dan je denkt! DON BOSCO GENK Meer dan je denkt! AANBOD EERSTE GRAAD Dag nieuwe leerling, Dag ouder, In onze Don Boscoschool willen wij een kwaliteitsvolle vorming aanbieden. Vanuit ons opvoedingsproject leggen wij

Nadere informatie

Pedagogisch project 1

Pedagogisch project 1 Pedagogisch project 1 Situering van de school : - Als officieel gesubsidieerd onderwijs eerbiedigen we de overtuiging van alle ouders en staan wij als school open voor alle strekkingen. De ouders kunnen

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

2. Ons opvoedingsproject

2. Ons opvoedingsproject 2. Ons opvoedingsproject Hieronder vindt u een beschrijving van de uitgangspunten van ons pedagogisch project Ons opvoedingsproject tracht te verwoorden welke doelstellingen we nastreven om onze kinderen

Nadere informatie

Inhoudsopgave Pedagogisch project

Inhoudsopgave Pedagogisch project Inhoudsopgave ogisch project 1.1.1. Visie... 2 A. Pijlers... 2 B. Algemene doelen en waarden die de school wil realiseren... 2 C. Ligging... 3 1.1.2. Levensbeschouwing... 3 A. Karakter van de school...

Nadere informatie

Deel 1: Pedagogisch project Vrije Basisschool Lenteland

Deel 1: Pedagogisch project Vrije Basisschool Lenteland 1 ONZE SCHOOL en de SCHOLENGROEP ARKORUM Het katholiek basisonderwijs brengt al vele jaren een aanbod van kwalitatief onderwijs en opvoeding aan kleuters en leerlingen in de regio Roeselare- Ardooie. In

Nadere informatie

Studieaanbod. tweede graad. Studiekeuze voor het schooljaar KLEIN SEMINARIE Klassieke & moderne humaniora

Studieaanbod. tweede graad. Studiekeuze voor het schooljaar KLEIN SEMINARIE Klassieke & moderne humaniora Studieaanbod tweede graad Studiekeuze voor het schooljaar 2012-2013 KLEIN SEMINARIE Klassieke & moderne humaniora adres Zuidstraat 27 8800 Roeselare telefoon 051 26 47 26 fax 051 26 47 27 webadres www.kleinseminarie.be

Nadere informatie

GBS 't Villegastje Inlichtingen voor de ouders

GBS 't Villegastje Inlichtingen voor de ouders GBS 't Villegastje Inlichtingen voor de ouders de Villegas de Clercampstraat 85 1853 Strombeek-Bever Tel. & fax: 02/267 19 91 E-mail: gbs.strombeek@telenet.be Inlichtingen voor de ouders Hoofdstuk 1 Situering

Nadere informatie

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 5 90 NEERPELT Tel. + 6 07 0 Fax + 6 6 info@shn.wico.be www.shn.wico.be www.wico.be STUDEREN IN DE DERDE GRAAD VAN HET ASO Het doel

Nadere informatie

Het ontwerp en elke wijziging van het schoolreglement moet door het schoolbestuur eerst overlegd worden op de schoolraad.

Het ontwerp en elke wijziging van het schoolreglement moet door het schoolbestuur eerst overlegd worden op de schoolraad. OVERLEG Heett sscchool lrreegl leemeentt 1. PARTICIPATIEDECREET Het ontwerp en elke wijziging van het schoolreglement moet door het schoolbestuur eerst overlegd worden op de schoolraad. 2. WETTELIJK KADER

Nadere informatie

Standpunt rapport in het basisonderwijs PBD Basisonderwijs (september 2015)

Standpunt rapport in het basisonderwijs PBD Basisonderwijs (september 2015) Standpunt rapport in het basisonderwijs PBD Basisonderwijs (september 2015) Pedagogische begeleidingsdienst Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel Situering, probleemstelling en uitgangspunten

Nadere informatie

inschrijving gratis onderwijs Onderwijs problemen kleuterschool schoolplicht schoolagenda buitenschoolse activiteiten ouderverenigingen

inschrijving gratis onderwijs Onderwijs problemen kleuterschool schoolplicht schoolagenda buitenschoolse activiteiten ouderverenigingen problemen schoolagenda gratis onderwijs schoolplicht inschrijving kleuterschool buitenschoolse activiteiten ouderverenigingen Onderwijs In België zijn kinderen verplicht naar school te gaan van 6 tot 18

Nadere informatie

OPVOEDINGSPROJECT DE LINDE

OPVOEDINGSPROJECT DE LINDE OPVOEDINGSPROJECT DE LINDE DOELSTELLING De Linde is een school voor buitengewoon lager onderwijs. Onze doelstelling kadert volledig binnen de algemene doelstelling van de Vlaamse Overheid met betrekking

Nadere informatie

Wat biedt het GO! atheneum en leefschool De Tandem?

Wat biedt het GO! atheneum en leefschool De Tandem? ASO? TSO? BSO? Wat biedt het GO! atheneum en leefschool De Tandem? GO! atheneum en leefschool De Tandem is een secundaire school met ASO -, TSO -, BSO - afdelingen. Dit wil zeggen dat de leerlingen in

Nadere informatie

Studieaanbod. tweede graad. Studiekeuze voor het schooljaar KLEIN SEMINARIE Klassieke & moderne humaniora

Studieaanbod. tweede graad. Studiekeuze voor het schooljaar KLEIN SEMINARIE Klassieke & moderne humaniora Studieaanbod tweede graad Studiekeuze voor het schooljaar 2014-2015 KLEIN SEMINARIE Klassieke & moderne humaniora adres Zuidstraat 27 8800 Roeselare telefoon 051 26 47 26 fax 051 26 47 27 webadres www.kleinseminarie.be

Nadere informatie

STEDELIJKE HUMANIORA DILSEN

STEDELIJKE HUMANIORA DILSEN STEDELIJKE HUMANIORA DILSEN SHD Onderwijsnet: OVSG; leerplannen KOV Type school: ASO school met TSO component vanaf de tweede graad; B-stroom Andere nuttige info: 1205 leerlingen; 10 klassen in 1A (7 moderne,

Nadere informatie

Je nieuwe school. WICO Campus Sint-Hubertus

Je nieuwe school. WICO Campus Sint-Hubertus info brochure Je nieuwe school WICO Campus Sint-Hubertus 1 2 WELKOM Beste ouders - - 3 4 Het eerste jaar I Latijn Het tweede jaar Latijn De tweede graad Latijn De derde graad STUDIEMOGELIJKHEDEN in campus

Nadere informatie

Huistaken in Vrije Basisschool DE KIEVIT Een zorg van de school, de ouders en de kinderen Versie 04.02.2012

Huistaken in Vrije Basisschool DE KIEVIT Een zorg van de school, de ouders en de kinderen Versie 04.02.2012 Huistaken in Vrije Basisschool DE KIEVIT Een zorg van de school, de ouders en de kinderen Versie 04.02.2012 Waarom vinden wij huistaken zinvol? Wanneer krijgen ouders toelichting bij het huistaakbeleid?

Nadere informatie

Gemeentelijke Lagere School Jongslag

Gemeentelijke Lagere School Jongslag Gemeentelijke Lagere School Jongslag Betreft: Ons pedagogisch project Een pedagogisch project is een opvoedingsproject. Bij het opstellen ervan moet je niet over één nacht ijs gaan. Er wordt over nagedacht.

Nadere informatie

1 PEDAGOGISCH PROJECT

1 PEDAGOGISCH PROJECT DEEL II: Pedagogisch project 1 PEDAGOGISCH PROJECT Een school is een levenloos gebouw. Onze school, De Kameleon, is een dynamische gemeenschap van personeel, kinderen, ouders, bestuur en andere participanten.

Nadere informatie

Dilbeek, 1 maart 2013. Schikkingen einde tweede trimester 2012-2013 Eerste graad

Dilbeek, 1 maart 2013. Schikkingen einde tweede trimester 2012-2013 Eerste graad Dilbeek, 1 maart 2013 Schikkingen einde tweede trimester 2012-2013 Eerste graad Geachte heer/mevrouw Beste leerling Graag willen we u informeren over de organisatie van de laatste weken van dit trimester.

Nadere informatie

2016-2017. Onthaalbrochure. slim in wetenschap. sterk in technologie. bedrijvig in economie. www.damiaaninstituut.be

2016-2017. Onthaalbrochure. slim in wetenschap. sterk in technologie. bedrijvig in economie. www.damiaaninstituut.be 2016-2017 Onthaalbrochure slim in wetenschap sterk in technologie bedrijvig in economie www.damiaaninstituut.be welkom Dag 12-jarige Nu het Lager Onderwijs (bijna) achter de rug is, ben je volop op zoek

Nadere informatie

STUDIEAANBOD SINT-JOZEF HUMANIORA 2015-2016

STUDIEAANBOD SINT-JOZEF HUMANIORA 2015-2016 STUDIEAANBOD SINT-JOZEF HUMANIORA 2015-2016 EERSTE GRAAD Eerste leerjaar Algemene vorming (moderne) Klassieke studiën ( of CLIL-) Tweede leerjaar Grieks- Moderne wetenschappen (SEI of CLIL-SEI) ASO TWEEDE

Nadere informatie

ONS EIGEN OPVOEDINGS- PROJECT

ONS EIGEN OPVOEDINGS- PROJECT VRIJE KLEUTERSCHOOL PAGADDER SINT-MAARTENLAAN 6 3550 HEUSDEN-ZOLDER ' +! 011 / 57 26 30 0476 36 26 30 : info@vkspagadder.be website : www.pagadder.info ONS EIGEN OPVOEDINGS- PROJECT Als katholieke school

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

naar de derde graad woensdag 27 april 2016

naar de derde graad woensdag 27 april 2016 naar de derde graad woensdag 27 april 2016 Studieaanbod in het Onze-Lieve- Vrouwcollege 1ste graad campus Bevegem campus Centrum campus Grotenberge 1ste leerjaar A- 1ste leerjaar A-moderne 2de - 2de 2de

Nadere informatie

Ouderenquête campus Kerkplein

Ouderenquête campus Kerkplein 1 Ouderenquête campus Kerkplein Overzicht Enquête Omschrijving Ouderenquête campus Kerkplein Deze enquête peilt naar de mening van onze ouders over een aantal thema's en vragen. De verwerking ervan gebeurt

Nadere informatie

stevige stam is de boom waardeloos.

stevige stam is de boom waardeloos. Visuele voorstelling Boom: Onze school ligt in een groen, bosrijke omgeving. Het logo van de school staat centraal in de tekening. Jongen en meisje: De kinderen staan centraal in onze school. Ben je jongen

Nadere informatie

Wat biedt het GO! atheneum en leefschool De Tandem?

Wat biedt het GO! atheneum en leefschool De Tandem? ASO? TSO? BSO? Wat biedt het GO! atheneum en leefschool De Tandem? GO! atheneum en leefschool De Tandem is een secundaire school ASO -, TSO -, BSO - afdelingen. Dit wil zeggen dat de leerlingen in de eerste

Nadere informatie

onthaalbrochure

onthaalbrochure morgen begint vandaag onthaalbrochure 2017-2018 Hoe werkt onze school? iedereen telt mee EERSTE GRAAD In de eerste graad neem je een gemeenschappelijke start. Hier ontdek je waarvoor je aanleg en interesse

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep personenzorg (component huishoudkunde)

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep personenzorg (component huishoudkunde) Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep personenzorg (component huishoudkunde) In kolom 1 vind je 71 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep wiskunde. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën.

Nadere informatie

Sint-Jozefscollege. Sint-Pieters-Woluwe. Informatiebrochure

Sint-Jozefscollege. Sint-Pieters-Woluwe. Informatiebrochure Sint-Jozefscollege Sint-Pieters-Woluwe Informatiebrochure Eerste jaar 2016-2017 Welkom beste (toekomstige) leerling op het SJC We zijn blij dat je een stap gezet hebt naar het Sint- Jozefscollege en wij

Nadere informatie

De naam van onze school is Rozenberg S.O. Officieel zijn het vier scholen, elk met zijn eigen schoolnummer:

De naam van onze school is Rozenberg S.O. Officieel zijn het vier scholen, elk met zijn eigen schoolnummer: Deel III Informatie Dit derde deel is van meer informatieve aard. Het maakt strikt genomen geen deel uit van het schoolreglement. Wanneer dat nodig is, kunnen we informatie in dit deel in de loop van het

Nadere informatie

5 Nederlands Frans Wiskunde ICT-vaardigheden

5 Nederlands Frans Wiskunde ICT-vaardigheden Lessentabellen eerste graad EERSTE LEERJAAR A In het eerste jaar zijn er 7 lestijden gemeenschappelijk, d.w.z. dat die 7 lestijden voor iedereen gelijk zijn. De overige 5 lestijden moeten gekozen worden.

Nadere informatie

MEDEDELING. Moderne vreemde talen in de B-stroom en in het bso. 1 Algemeen

MEDEDELING. Moderne vreemde talen in de B-stroom en in het bso. 1 Algemeen Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel MEDEDELING referentienr. : M-VVKSO-2010-021 datum : 2010-03-26 gewijzigd : 2014-02-06 contact : Dienst Leren en onderwijzen,

Nadere informatie

Infobrochure MS Blankenberge

Infobrochure MS Blankenberge Infobrochure MS Blankenberge Maerlant Middenschool Van Maerlantstraat 8370 Blankenberge Tel. 050 43 5 5 Fax 050 43 5 7 ms.blankenberge@g-o.be www.msblankenberge.be Woord vooraf Woord vooraf Geachte ouder

Nadere informatie

1. Openstellen van de school en studiegelegenheid voor niet-interne leerlingen

1. Openstellen van de school en studiegelegenheid voor niet-interne leerlingen Addendum bij schoolreglement 1 september 2013 1. Openstellen van de school en studiegelegenheid voor niet-interne leerlingen Op schooldagen is de school van 8.00 tot 17.00 uur of tot het einde van de avondstudie

Nadere informatie

een SCHOOL met een HART

een SCHOOL met een HART een SCHOOL met een HART KWALITEIT WARM NEST begeleiding van leerlingen een luisterend oor LEREN LEREN LEREN LEVEN sociale vaardigheden groei naar volwassenheid bouwen aan de toekomst zorg dragen voor iedereen

Nadere informatie

De schoolbrochure. Jenaplanschool Lieven Gevaert. van het GESUBSIDIEERD OFFICIEEL LAGER ONDERWIJS

De schoolbrochure. Jenaplanschool Lieven Gevaert. van het GESUBSIDIEERD OFFICIEEL LAGER ONDERWIJS De schoolbrochure van het GESUBSIDIEERD OFFICIEEL LAGER ONDERWIJS Jenaplanschool Lieven Gevaert 2017-2018 1 Inhoudsopgave 1. Het pedagogisch project van Jenaplanschool Lieven Gevaert... 3 1.1. Inleiding

Nadere informatie

Instrument om de beginsituatie in kaart te brengen op niveau van de leraar eerste graad 3de GOK-cyclus

Instrument om de beginsituatie in kaart te brengen op niveau van de leraar eerste graad 3de GOK-cyclus Vraag: Hoe goed doe ik het in mijn les? op het vlak van: Instrument om de beginsituatie in kaart te brengen op niveau van de leraar eerste graad 3de GOK-cyclus 2008-2011 1 Preventie en remediëring van

Nadere informatie

Infobrochure. GO! campus Genk Middenschool

Infobrochure. GO! campus Genk Middenschool Infobrochure GO! campus Genk Middenschool 0 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Voorwoord... 1 Studieaanbod 1ste graad... 3 A-stroom... 4 B-stroom... 5 Anderstalige nieuwkomers... 6 Praktische informatie...

Nadere informatie

Infobrochure. GO! campus Genk Middenschool

Infobrochure. GO! campus Genk Middenschool Infobrochure GO! campus Genk Middenschool 0 Inhoudsopgave Voorwoord... 1 Studieaanbod 1 ste graad... 3 - A-stroom... 4 - B-stroom... 5 Anderstalige nieuwkomers... 6 Praktische informatie... 7 Verder studeren

Nadere informatie

ONDERWIJS MAKEN WE SAMEN

ONDERWIJS MAKEN WE SAMEN ONDERWIJS MAKEN WE SAMEN Met dit opvoedingsproject geven we onze school een duidelijk en herkenbaar profiel, gebaseerd op vier pijlers: een christelijke school met een sterke leerlinggerichtheid, met aandacht

Nadere informatie

OPVOEDINGSPROJECT VAN ONZE SCHOOL

OPVOEDINGSPROJECT VAN ONZE SCHOOL OPVOEDINGSPROJECT VAN ONZE SCHOOL 1. Welke doelen heeft onze school voor ogen? Ons schoolteam werkt vanuit een christelijke inspiratie aan de ontplooiing van jonge mensen in al hun mogelijkheden. Onze

Nadere informatie

Naar welke school stuur ik mijn kind?

Naar welke school stuur ik mijn kind? Naar welke school stuur ik mijn kind? Elk jaar weer staan tientallen ouders voor een moeilijke keuze: naar welke school stuur ik mijn kind? Een keuze waaraan heel wat discussie voorafgaat. Want... wat

Nadere informatie

Het pedagogisch project van de stedelijke scholen hebben we als volgt verwoord:

Het pedagogisch project van de stedelijke scholen hebben we als volgt verwoord: pedagogisch project voorwoord Beste ouders, In deze brochure krijg je meer uitleg over het pedagogisch project van het Geelse stedelijk onderwijs. Dit project verwijst naar de doelstellingen waar het

Nadere informatie