IV. TEKSTEN BETREFFENDE HET IAB

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "IV. TEKSTEN BETREFFENDE HET IAB"

Transcriptie

1 IV. TEKSTEN BETREFFENDE HET IAB IV. Teksten betreffende het IAB Wet 22 april Beroepstucht (Art. 3) Wet 22 april 1999 Accountants en belastingconsulenten, beroepstucht K.B. 1 maart 1998 Accountants, reglement van plichtenleer K.B. 4 mei 1999 Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten Norm Accountant, belastingconsulent, permanente vorming Norm Accountant, belastingconsulent, kwaliteitstoetsing Wet 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (B.S., 11 mei 1999) Art. 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. TITEL I ALGEMENE BEPALING TITEL II BEROEPSTUCHT VOOR ACCOUNTANTS EN BELASTINGCONSULENTEN Art. 2. Voor de toepassing van deze wet dient te worden verstaan onder «Instituut»: het Instituut van de accountants en de belastingconsulenten, opgericht bij artikel 2 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen. Art. 3. De beroepstucht over accountants en belastingconsulenten wordt in eerste aanleg gehandhaafd door een tuchtcommissie. Die commissie bestaat uit twee kamers, een Nederlandstalige en een Franstalige. Elke kamer is samengesteld uit een voorzitter die rechter is in de rechtbank van koophandel en twee door de Raad van het Instituut aangewezen leden met dezelfde hoedanigheid(-heden) als het betrokken lid. De voorzitter wordt benoemd door de Koning op de voordracht van de Minister van Justitie. Voor elk effectief lid wordt een plaatsvervangend lid aangeduid. Leden en plaatsvervangende leden worden voor een vernieuwbare periode van zes jaar benoemd. De bevoegdheid van de kamers in taalaangelegenheden wordt bepaald door de taal waarin de accountant of de belastingconsulent zijn verzoek tot het bekomen van de hoedanigheid van accountant of belastingconsulent heeft ingediend. Jan Van Droogbroeck 1. Bevoegdheid van de Tuchtcommissie De tuchtcommissie doet in eerste aanleg uitspraak over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van de tuchtvordering die is ingesteld tegen accountants en belastingconsulenten die lid zijn van het IAB. De tuchtcommissie is ook bevoegd voor de berechting van tuchtvergrijpen gepleegd door onderdanen van andere lidstaten van de EU of EER-staten die gemachtigd zijn om tijdelijk en occasioneel de activiteit van accountant in België uit te oefenen, gedurende hun aanwezigheid op het grondgebied van België, en voor alles dat betrekking heeft op de uitvoering van de diensten die in België worden geleverd (art. 4juncto art. 37bis van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen). De Tuchtcommissie is niet bevoegd om in eerste aanleg uitspraak te doen in tuchtzaken tegen stagiairs. De Stagecommissie is hiervoor bevoegd (art. 40, 1 KB van 8 april 2003 betreffende het toelatingsexamen, de stage en het bekwaamheidsexamen van accountant en/of belastingconsulent). 2. Samenstelling van de Tuchtcommissie De tuchtcommissie is op gemengde wijze samengesteld: een beroepsmagistraat (rechter in de rechtbank van koophandel), die fungeert als (plaatsvervangend) voorzitter en twee bijzitters die de hoedanigheid van accountant en/of belastingconsulent bezitten. De rechtsprekende bevoegdheid die binnen de beroepsorden wordt uitgeoefend, gaat niet uit van de Natie zodat de personen die ze uitoefenen, de eed waarin artikel 2 van het decreet van Larcier Duiding Deontologie Economische beroepen (1 september 2014) Larcier---TREE_5898--Export: _12:54--

2 Wet 22 april Beroepstucht (Art. 3) 20 juli 1831 voorziet, niet dienen af te leggen alvorens hun betrekking te aanvaarden (Cass. 29 november 2013, D F, De leden van het IAB die in de Tuchtcommissie zetelen moeten dezelfde hoedanigheid(-heden) hebben als de tuchtrechtelijk vervolgde beroepsbeoefenaar (Memorie van toelichting bij het wetsontwerp betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten, Parl.St. Kamer , nr. 1924/1, 24). Bij de vervolging van een beroepsbeoefenaar die zowel de hoedanigheid van accountant als die van belastingconsulent bezit is het niet wettelijk vereist dat elk van de twee leden van het IAB die in de Tuchtcommissie zetelen eveneens beide hoedanigheden bezitten (Cass. 26 juni 2014, D N, Om de (objectieve) onpartijdigheid van de Tuchtcommissie te waarborgen bestaat er een onverenigbaarheid tussen het mandaat van lid van de Raad en het mandaat van effectief of plaatsvervangend lid van de Tuchtcommissie (artikel 25, eerste lid KB van 2 maart 1989 tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van het Instituut der Accountants). Er bestaat ook een onverenigbaarheid tussen de het mandaat van effectief of plaatsvervangend lid van de Tuchtcommissie en het lidmaatschap van de Commissie van Beroep (art. 25, tweede lid KB van 2 maart 1989 tot vaststelling van het huishoudelijk reglement van het Instituut der Accountants). Uit de enkele omstandigheid dat een tuchtcommissie naast een magistraat ook is samengesteld uit beroepsbeoefenaars valt op zich niet af te leiden dat dit tuchtcollege niet onafhankelijk en onpartijdig is in de zin van artikel 6.1 van het EVRM of dat deze samenstelling het algemeen rechtsbeginsel van de onpartijdigheid van de rechter schendt (zie Cass. 26 februari 2010, D F, conclusie advocaat-generaal Ph. de Koster, Cass. 13 maart 2008, D N en D N, De tuchtcommissie wordt in de praktijk ook bijgestaan door een personeelslid van het IAB, dat fungeert als secretaris, hoewel de wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten niet in een dergelijke functie voorziet. Het Hof van Cassatie oordeelde in het arrest van 12 maart 1998 dat de aanwezigheid van een personeelslid van het Instituut op de openbare terechtzitting, de bijstand die het Instituut wettelijk moet geven voor het inwinnen van gegevens en het eenzijdig aanbod van het Instituut juridische bijstand te geven aan de Tuchtcommissie niet van die aard zijn om gerechtvaardigde twijfels te doen ontstaan bij de veroordeelde accountant omtrent de geschiktheid van de Tuchtcommissie om onafhankelijk en onpartijdig te oordelen. Artikel 6, lid 1 van het E.V.R.M. en het algemeen rechtsbeginsel van de onafhankelijke en onpartijdige rechter zijn bijgevolg niet geschonden. 3. Verdeling van de zaken onder de Nederlandstalige en Franstalige kamer Elke tuchtcollege is samengesteld uit een Nederlandstalige en een Franstalige kamer. De vervolgde beroepsbeoefenaar wordt berecht in het Frans of het Nederlands, naargelang van de taal waarin hij zijn aanvraag tot erkenning als accountant of belastingconsulent heeft ingediend. Er is bijgevolg geen berechting in het Duits mogelijk voor de Duitstalige leden van het IAB. Hoewel deze leden weliswaar op grond van artikel 6 van het huishoudelijk reglement (KB van 2 maart 1989) een erkenningsaanvraag in het Duits kunnen indienen dienen daarbij te opteren voor de Franstalige of de Nederlandstalige taalgroep. De Raad van het IAB zijn bevoegd om binnen de Tuchtcommissie (en de Commissie van Beroep) een kamer te installeren waarvan de leden Duitstalig zouden zijn of een kennis zouden hebben van de Duitse taal. (Commissie van Beroep IAB 23 maart 2009, dossier 885/E/2006/447, onuitg.). De Commissie van Beroep wees in die zaak een verzoek om een prejudiciële vraag te stellen aan het Grondwettelijk Hof af. De vervolgde accountant had aangevoerd dat de tuchtwetgever de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt omdat hij heeft nagelaten om het Duits als een proceduretaal te voorzien. De betrokken accountant genoot volgens de Commissie van Beroep voor de Tuchtcommissie, nadien opnieuw in hoger beroep, dezelfde garanties als wanneer de tuchtprocedure in de Duitse taal zou zijn gevoerd en als wanneer betrokkene heeft kunnen concluderen, pleiten en kennis kunnen nemen van de procedurestukken in zijn moedertaal, behoudens hetgeen hierna zal worden gezegd over de verwijzingsbeslissing. Alle wettelijke en reglementaire bepalingen in verband de uitoefening van de tuchtmacht door de bevoegde tuchtinstanties, die van toepassing zijn op externe accountants, leden van het IAB, zijn van toepassing op de onderdanen van een toegetreden staat die gemachtigd zijn om 55 Larcier Duiding Deontologie Economische beroepen (1 september 2014) Larcier---TREE_5898--Export:07-10-

3 Wet 22 april Beroepstucht (Art. 4) tijdelijk en occasioneel de activiteit van accountant in België uit te oefenen, gedurende hun aanwezigheid op het grondgebied van België, en voor alles dat betrekking heeft op de uitvoering van de diensten die in België worden geleverd (art. 4juncto art. 37bis van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen). Het is echter niet duidelijk welke criteria het IAB moet toepassen om de zaak toe te bedelen aan de Nederlandstalige of de Franstalige kamer van de Tuchtcommissie. De bevoegdheidsverdelende regel van de taal waarin de erkenningsaanvraag is ingediend kan in deze zaken niet worden toegepast. Deze beroepsbeoefenaars vallen immers onder de disciplinaire bevoegdheid van het IAB maar zijn er geen lid van. Art. 4. Tuchtstraffen kunnen worden opgelegd aan accountants en belastingconsulenten: 1 die in de uitoefening van hun opdrachten als accountant en belastingconsulent, tekort gekomen zijn aan hun beroepsverplichtingen; 2 die de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan het beroep ten grondslag liggen, hebben geschonden; 3 die de rechten van de Schatkist manifest schenden of misbruik maken van de fiscale procedures bij de uitoefening van de activiteiten bedoeld in artikel 38 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen. Jan Van Droogbroeck 1. Inbreuken op de deontologie: welke feiten tuchtrechtelijk strafbaar gesteld? Artikel 4 onderscheidt drie categorieën van inbreuken: a) Tekortkoming aan een beroepsverplichting Bronnen die een beroepsverplichting kunnen creëren: wettelijke of reglementaire bepalingen, bij voorbeeld de meldingsplicht inzake witwassen (wet van 11 januari 1993), de exploitatie van een commercieel bedrijf zonder toelating van het IAB, permanente beroepsvorming, het afsluiten van een beroepsaansprakelijkheidsverzekering, onafhankelijke uitoefening van het beroep, het betalen van een ledenbijdrage, enz, technische en deontologische normen en aanbevelingen uitgevaardigd door de Raad van het IAB op grond van artikel 27 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, bij voorbeeld de controlenormen, de norm inzake permanente vorming, enz gewoonterechtelijke regels, d.w.z. ongeschreven regels die een bepaalde gedraging tijdens de uitoefening van het beroep verbieden of gebieden, en die binnen de beroepsgroep algemeen worden aanvaard als juridisch verbindend. De door de Raad bepaalde normen moeten door de leden worden nageleefd, de aanbevelingen moeten beschouwd worden als een praktijk waarvan het gebruik wenselijk is (Memorie van toelichting bij het wetsontwerp betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, Parl.St. Kamer , nr. 1923/1, 13). b) Schending van de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid Ook feiten die gepleegd zijn buiten de uitoefening van het beroep kunnen het beginsel van de waardigheid schenden (zie Cass. 30 januari 2009, D&T 2011, nr. 1, 50). c) Een manifeste schending van de rechten van de Schatkist of misbruik van fiscale procedures De wetgever beoogde onder meer de situatie waarbij een accountant of belastingconsulent bij herhaling zijn verplichtingen tegenover de fiscus verwaarloost, de fiscale administratie overbelast met ongegronde bezwaarschriften, zijn toevlucht neemt tot kunstgrepen en methodes die een normale toepassing van de belastingwetten verijdelen, en meer in het bijzonder met bedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden, actief meewerkt aan inbreuken op de belastingwetten, of aan de organisatie van dergelijke inbreuken (MvT bij het wetsontwerp betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten, Parl.St. Kamer , nr. 1924/1, 25). Dit blijkt ook uit de rechtspraak van de tuchtrechter (Commissie van Beroep IAB 13 juni 2007, dossier 1194/N/2005, onuitg.). De feiten die aanleiding geven tot een tuchtrechtelijke beteugeling vereisen niet noodzakelijk dat betrokkene deze feiten opzettelijk heeft gepleegd of Larcier Duiding Deontologie Economische beroepen (1 september 2014) Larcier---TREE_5898--Export: _12:54--

4 Wet 22 april Beroepstucht (Art. 4) met de enige bedoeling om misbruik te maken en/of te willen maken van de wettelijk voorgeschreven fiscale procedures om op die welbewuste wijze de rechten van de Schatkist te schenden. Het loutere feit van herhaalde en veelvuldige laattijdige aangiften, waarvoor geen gegronde verantwoording of verschoning voorhanden is, volstaat om aanleiding te geven tot tuchtrechtelijke beteugeling. In strafzaken geldt dat de strafbaar gestelde verboden of geboden gedraging bij wet of krachtens de wet moet vastgesteld worden. Dit legaliteitsbeginsel wordt kernachtig uitgedrukt in het adagium nullum crimen sine lege (geen misdrijf zonder wet). Het legaliteitsbeginsel eist bovendien dat de wetgever in voldoende nauwkeurige, duidelijke en rechtszekerheid biedende bewoordingen bepaalt welke feiten strafbaar worden gesteld (lex certa-beginsel). Het tuchtrecht onderscheidt zich echter van het strafrecht doordat de regels van de deontologie niet altijd schriftelijk vastgesteld, zoals de ongeschreven gewoonterechtelijke regels die een bepaald professioneel gedrag voorschrijven. Het materiële tuchtrecht kent bovendien ook eerder vage en algemene begrippen, zoals waardigheid en onafhankelijkheid. Het Grondwettelijk Hof oordeelde dat het in artikel 12 van de Grondwet bedoelde wettigheidsbeginsel niet van toepassing is in tuchtzaken (Grondwettelijk Hof 4 februari 2010, nr. 8/2010, D&T 2011, nr. 1, 49). Daaruit volgt volgens het Hof dat de tuchtvordering die tot doel heeft te onderzoeken of de titularis van een openbaar ambt of van een beroep de deontologische of disciplinaire regels heeft overschreden of afbreuk heeft gedaan aan de eer of de waardigheid van zijn ambt of beroep, betrekking kan hebben op tekortkomingen die niet noodzakelijk het voorwerp uitmaken van een precieze definitie. Deze rechtspraak is nadien nog bevestigd (Grondwettelijk Hof 10 november 2011, nr. 175/2011, D&T 2012, nr. 1, 95). Het Hof van Cassatie oordeelde dat het door de artikelen 7.1 van het EVRM en 15.1 van het IVBPR gewaarborgde wettigheidsbeginsel niet geldt voor tuchtprocedures tenzij ze de gegrondheid van een strafvervolging impliceren (zie Cass. 26 februari 2010, D&T 2011, nr. 1, 54 en met conclusie advocaat-generaal Ph. DE KOSTER). Gezaghebbende rechtsleer aanvaardt eveneens dat het legaliteitsbeginsel niet van toepassing is in tuchtzaken (zie J. DU JARDIN, Rechtspraak in tuchtzaken door de beroepsorden: toetsing van de wettigheid door het Hof van Cassatie, RW , 788 en B. TILLEMAN, Het tuchtrecht van het Idac: een overzicht van rechtspraak, De Belg. Acc. 1998, nr. 3, 31). De Raad van het IAB beschikt over een grote beleidsvrijheid bij het bepalen van de inbreuken op de regels van plichtenleer. De beleidsvrijheid van de tuchtoverheid is echter niet onbeperkt. De Raad moet zijn reglementerende functie steeds uitoefenen binnen de perken van de wet en mag daarbij niet afwijken van hogere rechtsnormen (legaliteitsbeginsel en normenhiërarchie). De beslissingen van de Raad van het IAB moeten steeds bijdragen tot de verwezenlijking van de algemene opdracht omschreven in artikel 3 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen (finaliteitsbeginsel). Een accountant kan evenwel niet tuchtrechtelijk worden vervolgd voor een inbreuk op de deontologische bepalingen, in casu de artikelen 9, 11, 12, 15 en 16 KB 1 maart 1998 tot vaststelling van het reglement van plichtenleer der accountants en artikel 28 2 van de Wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, wanneer deze reglementaire en wettelijke bepalingen niet van kracht waren op het moment hij het controleverslag heeft opgesteld dat strijdig zou zijn met het door deze bepalingen gewaarborgde onafhankelijkheidsbeginsel. De wet kan immers niet met terugwerkende kracht worden toegepast (art. 2 BW) (Tuchtcommissie IAB 27 juni 2003, dossier 990/N/2002, onuitg.). 2. Daderschap: welke beroepsbeoefenaar zijn tuchtrechtelijk vervolgbaar? Artikel 4 stelt dat accountants en belastingconsulenten een tuchtsanctie kunnen oplopen. Deze bepaling is enkel toepasselijk op actieve leden van het IAB, die zijn ingeschreven op het tableau van de leden en dus niet op de ereaccountants en -belastingconsulenten. Ze zijn immers als gewezen leden van het IAB die gemachtigd zijn om hun titel van accountant of belastingconsulent als eretitel te voeren, niet meer onderworpen aan de deontologie van het beroep. Artikel 4 is ook toepasselijk verklaard op de beroepsbeoefenaars uit andere lidstaten van de EU en EER-staten die op basis van de omgezette EU-richtlijn 2005/36/EG van 7 september 57 Larcier Duiding Deontologie Economische beroepen (1 september 2014) Larcier---TREE_5898--Export:07-10-

5 Wet 22 april Beroepstucht (Art. 5) 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties gemachtigd zijn om tijdelijk en occasioneel de activiteit van accountant in België uit te oefenen, gedurende hun aanwezigheid op het grondgebied van België, en voor alles dat betrekking heeft op de uitvoering van de diensten die in België worden geleverd (art. 4, derde lid, Wet 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen). Artikel 32 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen regelt de tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van de vaste vertegenwoordiger die is aangeduid door de vennootschap. Telkens als een professionele vennootschap van accountants een opdracht bedoeld in artikel 34, 2 of 6 van voormelde wet van 22 april 1999 aanvaardt, moet die onder haar vennoten, zaakvoerders of bestuurders een vertegenwoordiger-natuurlijke persoon die de hoedanigheid van accountant bezit aanduiden die instaat voor de uitvoering van de opdracht in naam en voor rekening van de vennootschap. De vennootschap zal een vaste vertegenwoordiger aanstellen als ze overgaat tot de uitvoering van een boekhoudkundige expertise of een controleopdracht, bij voorbeeld het opstellen van een controleverslag bij de vereffening, fusie of splitsing van handelsvennootschappen. Voor die vertegenwoordiger gelden dezelfde voorwaarden en dezelfde tuchtrechtelijke aansprakelijkheid als wanneer hij die opdracht in eigen naam en voor eigen rekening zou vervullen. De betrokken vennootschap kan haar vertegenwoordiger enkel ontslaan als zij tegelijkertijd zijn opvolger aanstelt. De fysiek persoon-accountant kan worden vervolgd en gesanctioneerd voor inbreuken op de deontologie die zijn gepleegd door een accountantsvennootschap waarvan hij de zaakvoerder is (zie Tuchtcommissie IAB 26 september 2003, dossier 1026/N/2002, en Tuchtcommissie IAB 23 mei 2003, dossier 1028/N/2002, onuitg.). In de geciteerde rechtspraak oordeelde de Tuchtcommissie dat de nalatigheid van de fysiek persoon om, in zijn hoedanigheid van zaakvoerder van de accountantsvennootschap, te antwoorden op brieven van het Instituut gericht aan deze vennootschap en tijdig de door deze vennootschap verschuldigde bijdragen te betalen, niet enkel een schending door de vennootschap van haar beroepsverplichtingen tot gevolg had, maar ook een persoonlijke tekortkoming in hoofde van de fysiek persoon uitmaakt. De vraag kan echter gesteld worden of de vennootschap voor alle tuchtrechtelijke inbreuken die in haar naam en voor haar rekening werden gepleegd moet veroordeeld worden (zie L. DHAENE, Tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van accountants en/of belastingconsulentenvennootschappen en doorbraak van de tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van deze vennootschappen, Deontologie & Tuchtrecht 2012, nr. 2, ). Dit uitgangspunt is moeilijk verzoenbaar met de geest van het tuchtrecht, waar de nadruk ligt op de persoonlijke aansprakelijkheid van de beroepsbeoefenaar die de opdracht uitvoerde. Een tuchtrechtelijke veroordeling van de vennootschap heeft bovendien ook impact op de andere organen van de vennootschap, die persoonlijk met het uitvoeren van de opdracht niets te maken hadden. Misschien zijn de beginselen van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen in deze context meer aangewezen: volgens deze beginselen kan een rechtspersoon niet strafrechtelijk veroordeeld voor dezelfde feiten indien de zwaarste fout door de natuurlijke persoon gepleegd werd (decumulregel van art. 5 Strafwetboek). Bij gebreke aan een tussenkomst van de wetgever, zal toekomstige tuchtrechtspraak uitmaken welke weg de Tuchtcommissies zullen uitgaan. Art De volgende tuchtstraffen kunnen worden opgelegd: a) een waarschuwing; b) een berisping; c) verbod om bepaalde opdrachten nog te aanvaarden of voort te zetten; d) een schorsing voor ten hoogste een jaar; e) een schrapping. Een schorsing houdt het verbod in het beroep van accountant of belastingconsulent in België voor de in de tuchtstraf bepaalde tijd nog uit te oefenen. Een schorsing houdt ook het verbod in om deel te nemen aan beraadslagingen en verkiezingen in de algemene vergaderingen, de Raad en de commissies van het Instituut evenals in de commissie van beroep, zolang de tuchtstraf uitwerking heeft. Een schrapping houdt het verbod in om het beroep van accountant of belastingconsulent in België nog uit te oefenen. }1 [Iedere eindbeslissing van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep verwijst, zelfs ambtshalve, het lid van het Instituut aan wie een tuchtstraf werd opgelegd, in de procedurekosten. Het bedrag van de procedurekosten wordt jaarlijks forfaitair bepaald door de algemene vergadering.] 1 2. Een klacht tegen een accountant of een belastingconsulent kan bij de Raad van het Instituut ingediend worden door de procureur-generaal bij het Hof van Beroep, door de Minister van Financiën, met betrekking tot de activiteiten bedoeld in artikel 38 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, of door een belanghebbende. De Raad van het Instituut onderzoekt de klacht. Indien hij van oordeel is dat er tegen de aangeklaagde accountant of belastingcon- Larcier Duiding Deontologie Economische beroepen (1 september 2014) Larcier---TREE_5898--Export: _12:54--

6 Wet 22 april Beroepstucht (Art. 5) sulent onvoldoende bezwaren bestaan, verklaart hij dat er geen reden is tot vervolging. Indien hij van oordeel is dat er voldoende bezwaren bestaan, verwijst hij die persoon naar de tuchtcommissie. De Raad van het Instituut kan ook ambtshalve beslissen een accountant of een belastingconsulent naar de tuchtcommissie te verwijzen. Iedere beslissing tot verwijzing bevat een omschrijving van de feiten die aan de accountant of de belastingconsulent ten laste gelegd worden. Ze vermeldt ook de wetsbepalingen, de verordeningsbepalingen of de deontologische regels waarop de tenlastelegging steunt. Ingeval van verwijzing doet de Raad zijn dossier aan de commissie toekomen. 3. De tuchtcommissie kan enkel een tuchtstraf uitspreken indien de betrokken accountant of belastingconsulent ten minste dertig dagen op voorhand met een ter post aangetekende brief verzocht is voor de commissie te verschijnen. Op straffe van nietigheid worden in deze brief de ten laste gelegde feiten uiteengezet, wordt gewezen op de mogelijkheid tot inzage van het dossier en wordt de accountant of belastingconsulent verzocht de tuchtcommissie een verweerschrift te bezorgen, waarbij alle voor zijn verweer nuttige stukken zijn gevoegd. De betrokken accountant of belastingconsulent heeft een recht van wraking in de gevallen bepaald bij artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek. Over de wraking beslist de tuchtcommissie in een andere samenstelling. De accountant of belastingconsulent mag zijn verweer mondeling of schriftelijk doen gelden. Hij mag zich laten bijstaan door een advocaat of een lid van het Instituut. 4. De procedure is openbaar, tenzij de betrokken accountant of belastingconsulent een behandeling achter gesloten deuren vraagt of een openbare procedure gevaar oplevert voor de goede zeden, de openbare orde, de nationale veiligheid, het belang van minderjarigen, de bescherming van het privé-leven, het belang van de rechtspraak of de geheimhoudingsplicht als bedoeld in artikel 58 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen. 5. De beslissingen van de tuchtcommissie worden met redenen omkleed. Zij worden onverwijld met een ter post aangetekende brief ter kennis gebracht aan de betrokken accountant of belastingconsulent, de Raad van het Instituut en de procureur-generaal bij het Hof van Beroep. Zij worden tevens meegedeeld aan de Minister van Financiën en aan elke andere belanghebbende wanneer zij de indiener zijn van de klacht. Bij deze kennisgeving worden ook alle nuttige inlichtingen gevoegd over de termijnen van verzet en hoger beroep en de wijze waarop verzet of hoger beroep kunnen worden ingesteld. Indien deze vermeldingen ontbreken, is de kennisgeving nietig. De procureur-generaal kan mededeling vragen van het dossier Alle minder zware tuchtstraffen dan de schorsing worden na het verstrijken van een termijn van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van de definitieve beslissing waarbij een tuchtstraf werd uitgesproken, uitgewist, op voorwaarde dat het lid in die tussentijd geen schorsing noch enige nieuwe sanctie opgelopen heeft. 2 Ieder lid van het Instituut dat een of meer tuchtstraffen heeft opgelopen, welke niet zijn uitgewist bij toepassing van 1, mag bij de commissie van beroep, bedoeld in artikel 7, een aanvraag tot eerherstel indienen. Deze aanvraag is slechts ontvankelijk op voorwaarde dat: a) een termijn van vijf jaar is verlopen sedert de datum van de definitieve beslissing waarbij de laatste tuchtstraf werd uitgesproken; b) betrokkene strafrechtelijk eerherstel heeft verkregen indien hij een tuchtstraf heeft opgelopen voor een feit dat tot een strafrechtelijke veroordeling aanleiding heeft gegeven; c) een termijn van twee jaar is verstreken sedert de beslissing van de commissie van beroep is uitgesproken, ingeval deze een vorige aanvraag heeft afgewezen. 3 De toepassing van het bepaalde in 1 alsook de beslissing tot verlening van eerherstel, stelt voor de toekomst alle gevolgen buiten werking van de sancties waarop deze bepaling of deze beslissing toepassing vindt. }1. 1, lid 4, ingevoegd bij art. 15 wet 15 januari 2014, B.S., 3 februari 2014 Jan Van Droogbroeck Paragraaf 1 tuchtstraffen en kosten van de procedure 1. Legaliteitsbeginsel inzake tuchtstraffen De tuchtrechter kan enkel sancties opleggen die bij wet zijn vastgesteld (legaliteitsbeginsel). Dit beginsel wordt kernachtig uitgedrukt in het adagium nulla poena sine lege. Het legaliteitsbeginsel is erkend door de rechtspraak (zie Grondwettelijk Hof 10 november 2011, nr. 175/2011, D&T 2012, nr. 1, 99) en gezaghebbende rechtsleer (J. DU JARDIN, Rechtspraak in tuchtzaken door de beroepsorden: toetsing van de wettigheid door het Hof van Cassatie, RW , 791 en B. TILLEMAN, Het tuchtrecht van het Idac: een overzicht van rechtspraak, De Belg. Acc. 1998, nr. 3, 31). De in artikel 5, 1 opgesomde tuchtsancties gelden enkel voor de leden van het IAB en de buitenlandse beroepsbeoefenaars afkomstig van andere EU-lidstaten en EER-staten die tijdelijk en occasioneel de activiteit van accountant in België uit te oefenen (art. 4, derde lid, Wet 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen). Hoewel de regels van plichtenleer ook van toepassing zijn op stagiair-accountants en belastingconsulenten is de catalogus van tuchtstraffen van artikel 5, 1 niet op hen van toepassing. De Stagecommissie of de Commissie van Beroep van het IAB kan de stagiair die de regels inzake plichtenleer niet naleeft de volgende één van de volgende een tuchtstraffen opleggen: de waarschuwing, de berisping, de schorsing voor ten hoogste één jaar en de schrapping van de lijst van 59 Larcier Duiding Deontologie Economische beroepen (1 september 2014) Larcier---TREE_5898--Export:07-10-

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

0377/08/N Tuchtcommissie van 3 februari 2009 (definitieve beslissing)

0377/08/N Tuchtcommissie van 3 februari 2009 (definitieve beslissing) 0377/08/N Tuchtcommissie van 3 februari 2009 (definitieve beslissing) A.I. Inbreuken op de wetgeving en reglementering bij de aanvaarding van de opdracht. (art. 64 ter, 1 der gecoördineerde wetten op de

Nadere informatie

* * * Gezien de stukken van het door de Raad samengestelde en aan de Tuchtcommissie toegezonden dossiers; * * *

* * * Gezien de stukken van het door de Raad samengestelde en aan de Tuchtcommissie toegezonden dossiers; * * * 0288/05/N Tuchtcommissie definitieve beslissing Laattijdige neerlegging van de jaarrekening van de revisorenvennootschap; feitelijk bestuursmandaat; verstrekken van foutieve informatie aan de Stagecommissie

Nadere informatie

Bestuur en aandeelhouderschap van erkende professionele vennootschappen

Bestuur en aandeelhouderschap van erkende professionele vennootschappen Bestuur en aandeelhouderschap van erkende professionele vennootschappen L. DHAENE I. Inleiding Een accountant en/of een belastingconsulent kan zich, met het oog op een gezamenlijke uitoefening van professionele

Nadere informatie

Gehoord de uiteenzetting van appellante en haar raadsman ter zitting; Gelet op de neergelegde stukken en het grievenschrift van appellante.

Gehoord de uiteenzetting van appellante en haar raadsman ter zitting; Gelet op de neergelegde stukken en het grievenschrift van appellante. Jurisdictie: Nederlandstalige Kamer van Beroep Datum: 05/04/2011 beslissing: op tegenspraak beslissingsnr.: KvB 662 Gezien de tuchtrechtelijke beslissing van de Uitvoerende Kamer van het Beroepsinstituut

Nadere informatie

Het TUCHTREGLEMENT (De TUCHTCOMMISSIE)

Het TUCHTREGLEMENT (De TUCHTCOMMISSIE) Koninklijke Atletiekclub A.S. RIEME vzw Het TUCHTREGLEMENT (De TUCHTCOMMISSIE) RL: 06 Datum uitgave : 10 juli 2011 Versie: 0 Het TUCHTREGLEMENT (De TUCHTCOMMISSIE)... 1 1 Hoofdstuk I. Toepassingsgebied...

Nadere informatie

0296/05/N en 0302/05/N Tuchtcommissie van 13 juni 2006 (tussenbeslissing; beroep aangetekend)

0296/05/N en 0302/05/N Tuchtcommissie van 13 juni 2006 (tussenbeslissing; beroep aangetekend) 0296/05/N en 0302/05/N Tuchtcommissie van 13 juni 2006 (tussenbeslissing; beroep aangetekend) Tekortkomingen aan de beroepsverplichtingen die ten grondslag liggen aan de uitoefening van het beroep onafhankelijkheid

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 JUNI2015 D.13.0025.N/l Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.13.0025.N e1ser, vertegenwoordigd door mr., advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1., met kantoor te ~ 2. 3. rmet zetel te rechtspersoon,

Nadere informatie

Reglement Klacht en Tuchtzaken

Reglement Klacht en Tuchtzaken Reglement Klacht en Tuchtzaken Begripsomschrijving Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: De vereniging: NEVOA, Beroepsorganisatie Bedrijfsjuridisch adviseurs. De algemene vergadering:

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Nadere informatie

1 MAART 2000. - Wet tot oprichting van een Instituut voor bedrijfsjuristen.

1 MAART 2000. - Wet tot oprichting van een Instituut voor bedrijfsjuristen. 1 MAART 2000. - Wet tot oprichting van een Instituut voor bedrijfsjuristen. ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen

Nadere informatie

Wijziging in de wet van 22 april 1999 belangrijk voor leden Tom Kloeck (Juridische Dienst)

Wijziging in de wet van 22 april 1999 belangrijk voor leden Tom Kloeck (Juridische Dienst) Wijziging in de wet van 22 april 1999 belangrijk voor leden Tom Kloeck (Juridische Dienst) Audio = kanaal 10 Overzicht - 1. Beroepskwalificaties - - 2. Hervorming stage - - 3. Kwaliteitstoetsing - - 4.

Nadere informatie

een bij een Aangesloten Instelling geregistreerde mediator; de door een Aangesloten Instelling vastgestelde gedragsregels;

een bij een Aangesloten Instelling geregistreerde mediator; de door een Aangesloten Instelling vastgestelde gedragsregels; 10 november 2009 REGLEMENT STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS Artikel 1 Definities In dit reglement wordt verstaan onder: Stichting: Aangesloten Instelling: Mediator: Gedragsregels: Klachtenregeling:

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 15 februari 2005 betreffende de uitoefening van het beroep van erkend boekhouder en erkend boekhouder-fiscalist in het kader van een rechtspersoon Bron : Koninklijk besluit van 15

Nadere informatie

You created this PDF from an application that is not licensed to print to novapdf printer (

You created this PDF from an application that is not licensed to print to novapdf printer ( REGLEMENT STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS Artikel 1 Definities In dit reglement wordt verstaan onder: Stichting: Aangesloten Instelling: Mediator: Gedragsregels: Klachtenregeling: Tuchtcommissie:

Nadere informatie

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21

Nadere informatie

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging REGLEMENT op de tuchtrechtspraak voor de leden van IIA-Nederland ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging De raad van tucht Artikel 1 1 De raad van tucht is belast met de behandeling van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 JUNI 2015 D.13.0025.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.13.0025.N B.V.U, eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 15 februari 2005 betreffende de uitoefening van het beroep van erkend boekhouder en erkend boekhouder-fiscalist in het kader van een rechtspersoon Bron : Koninklijk besluit van 15

Nadere informatie

De sancties die door de Federale Bemiddelingscommissie kunnen opgelegd worden, zijn:

De sancties die door de Federale Bemiddelingscommissie kunnen opgelegd worden, zijn: Beslissing van 25 september 2008 betreffende de procedure tot intrekking van de erkenning, de bepaling van de sancties die voortvloeien uit de gedragscode en de procedure tot toepassing van deze sancties

Nadere informatie

Hofvan Cassatie van België

Hofvan Cassatie van België 24 SEPTE:rviBER2015 D.l4.0014.N/l Hofvan Cassatie van België Arrest Nr. D.14.0014.N 1. zetel te met 2. ) met zetel te eisers, vertegenwoordigd door mr. kantoor te advocaat bij het Hof van Cassatie, met

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JANUARI 2015 P.14.0564.N/l Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0564.N inverdenkinggestelde, eiseres, met als raadsman mr. toor te kiest,. _ advocaat bij de balie te Gent, met kan - waar de eiseres

Nadere informatie

Beslissing van de Tuchtcommissie Nederlandstalige Kamer (art. 58 van de wet van 22 juli 1953 houdende de oprichting van het IBR)

Beslissing van de Tuchtcommissie Nederlandstalige Kamer (art. 58 van de wet van 22 juli 1953 houdende de oprichting van het IBR) Beslissing van de Tuchtcommissie Nederlandstalige Kamer (art. 58 van de wet van 22 juli 1953 houdende de oprichting van het IBR) Openbare terechtzitting van 14 maart 2013 In de zaak 424/11/( )/N De Raad

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/194 BERAADSLAGING NR 08/073 VAN 3 FEBRUARI 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Reglement voor de Rechtspraak Vereniging Actuarieel Genootschap

Reglement voor de Rechtspraak Vereniging Actuarieel Genootschap Reglement voor de Rechtspraak Vereniging Actuarieel Genootschap Hoofdindeling: Beroepsreglementering Categorie: Gedragsregels Opgesteld door: Bureau AG Vastgesteld door: Algemene Ledenvergadering Datum

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

* * * Gezien de stukken van het door de Raad samengestelde en aan de Tuchtcommissie toegezonden dossiers;

* * * Gezien de stukken van het door de Raad samengestelde en aan de Tuchtcommissie toegezonden dossiers; 0379/08/N Tuchtcommissie van 3 maart 2009 (beroep aangetekend) Inbreuk op paragrafen 1.1, 1.4, 2.1, 2.2, 2.4, 2.5, 3.10 en 3.10.1 van de algemene controlenormen; Inbreuken op de artikelen 2, 15 en 17 van

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p. N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 16 december 2016 In de zaak 0467/2013/(

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 8/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 8/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T Rolnummer 4723 Arrest nr. 8/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 532 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 SEPTEMBER 2015 D.14.0014.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.14.0014.N 1. RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN, met zetel te 1000 Brussel, Emile Jacqmainlaan 135, bus 1, 2. INSTITUUT

Nadere informatie

Inhoud hoofdstuk 1. het wettelijke kader van de uitoefening van het beroep van architect

Inhoud hoofdstuk 1. het wettelijke kader van de uitoefening van het beroep van architect Hoofdstuk 1. Het wettelijke kader van de uitoefening van het beroep van architect...1 Afdeling 1. Inleiding...1 Afdeling 2. Het monopolie van de architect...2 1. Opmaken van plannen en controle op de uitvoering...2

Nadere informatie

Art Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de leden van het gemeentepersoneel in contractueel dienstverband.

Art Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de leden van het gemeentepersoneel in contractueel dienstverband. 15 JULI 2005. Gemeentedecreet HOOFDSTUK VI. - Tucht. Afdeling I. - Toepassingsgebied. Art. 118. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de leden van het gemeentepersoneel in contractueel dienstverband.

Nadere informatie

Reglement tuchtrechtspraak

Reglement tuchtrechtspraak Reglement tuchtrechtspraak DEFINITIES Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder klager: 1) degene met wie de seksuoloog in professioneel contact staat, zoals nader is uitgewerkt in de Beroepscode

Nadere informatie

Organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar

Organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar Organisatie van het beroep van vastgoedmakelaar FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Afzonderlijke

Nadere informatie

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS verstek TUCHTRECHTELIJKE BESLISSING IN EERSTE AANLEG nr. 2865 Van 22 januari 2016 Dossier : T7325-T7627-T7890-T7917-T7918-T7926-T8031 Inzake

Nadere informatie

19 DECEMBER 2008. - Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW-decreet)

19 DECEMBER 2008. - Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW-decreet) 19 DECEMBER 2008. - Decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (OCMW-decreet) HOOFDSTUK VI. - Tucht. Afdeling I. - Toepassingsgebied. Art. 117. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 FEBRUARI 2019 P.18.0793.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0793.N B A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sven De Baere, advocaat bij de balie Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS TUCHTRECHTELIJKE BESLISSING IN EERSTE AANLEG nr. 3304 Van 18 mei 2018 Dossier : T9264 Inzake (B.I.V. nr. ) Samenvatting: De vastgoedmakelaar-syndicus

Nadere informatie

IAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie

IAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie Nummer 4 16 29 februari 2004 IAB-Info Inhoud 16e jaargang Beroep c Bestuur en aandeelhouderschap van erkende professionele vennootschappen Deze bijdrage strekt ertoe een overzicht te bieden van zowel de

Nadere informatie

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. G. V. O / 2007 / 5 / 5 september 2007

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. G. V. O / 2007 / 5 / 5 september 2007 KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING G. V. O / 2007 / 5 / 5 september 2007 Inzake tegen verzoekende partij, bijgestaan door de inrichtende macht vertegenwoordigd door voorzitter van

Nadere informatie

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS TUCHTRECHTELIJKE BESLISSING IN EERSTE AANLEG nr. 3418 Van 1 februari 2019 Dossier : T10024 Inzake ( ) (B.I.V. nr. ) Samenvatting De aangeklaagde

Nadere informatie

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS verstek TUCHTRECHTELIJKE BESLISSING IN EERSTE AANLEG nr. 3266 Van 2 maart 2018 Dossier : T9165 Inzake ( ) (B.I.V. nr. ) Samenvatting: De

Nadere informatie

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS TUCHTRECHTELIJKE BESLISSING IN EERSTE AANLEG nr. 3407 Van 18 december 2018 Dossier : T9619 Inzake ( ) (B.I.V. nr. ) Samenvatting: Aangeklaagde

Nadere informatie

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002

Reglement Commissie van Toezicht en College van Beroep van de Stichting GFB versie 2002 REGLEMENT van de Commissie van Toezicht en het College van Beroep van de Stichting Gedragscode Farmaceutische Bedrijfstak (Stichting GFB) I ALGEMEEN 1. De behandeling van klachten wegens niet naleving

Nadere informatie

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09)

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09) Artikel 1. PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw 03.12.09) Titel I. De instellingen. Er bestaat een Disciplinaire Commissie

Nadere informatie

Beknopte samenvatting Tuchtrechtspraak Badminton Nederland

Beknopte samenvatting Tuchtrechtspraak Badminton Nederland Beknopte samenvatting Tuchtrechtspraak Badminton Nederland De Tuchtrechtspraak binnen Badminton Nederland is onafhankelijk. Er bestaan twee commissies die zich hiermee bezig houden, te weten de Tuchtcommissie

Nadere informatie

Reglement van Tuchtrechtspraak NOAB

Reglement van Tuchtrechtspraak NOAB Reglement van Tuchtrechtspraak NOAB IN EERSTE AANLEG Artikel 1 De aspirant- en de gewone leden van NOAB zijn aan tuchtrechtspraak onderworpen. a) ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met de

Nadere informatie

lid van de vereniging : een aspirant-lid, gewoon lid dan wel buitengewoon lid van de vereniging;

lid van de vereniging : een aspirant-lid, gewoon lid dan wel buitengewoon lid van de vereniging; Reglement Tuchtzaken Het Reglement Tuchtzaken is laatstelijk gewijzigd en vastgesteld op 15 juni 2011 door het besluit van de algemene ledenvergadering Algemeen Preliminair Begripsomschrijving Voor de

Nadere informatie

Wijziging tuchtrecht stichting TBNG Tuchtrechtspraak. Hoofdstuk 1 Algemeen. Artikel 1 Definitiebepaling

Wijziging tuchtrecht stichting TBNG Tuchtrechtspraak. Hoofdstuk 1 Algemeen. Artikel 1 Definitiebepaling Wijziging tuchtrecht stichting TBNG 2013 Tuchtrechtspraak Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Definitiebepaling Tuchtrechtspraak van de Stichting Tuchtrecht Beroepsbeoefenaren Natuurlijke Gezondheidszorg, hierna

Nadere informatie

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990 betreffende de diploma's van de kandidaat-accountants en de kandidaat-belastingconsulenten Ontwerp

Nadere informatie

Reglement Tuchtrechtspraak

Reglement Tuchtrechtspraak Reglement Tuchtrechtspraak DEFINITIES Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder klager: 1) degene met wie de seksuoloog in professioneel contact staat, zoals nader is uitgewerkt in de Beroepscode

Nadere informatie

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2012/157/, Inzake : de heer, wonende te, bijgestaan door Mter, advocaat te,

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2012/157/, Inzake : de heer, wonende te, bijgestaan door Mter, advocaat te, 1 KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING Nr. GOO/2012/157/, Inzake : de heer, wonende te, bijgestaan door Mter, advocaat te, Verzoekende partij Tegen : het,,, vertegenwoordigd door

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 JANUARI 2007 D.05.0027.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.05.0027.N S.H., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1060 Brussel,

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

Rolnummer 4151. Arrest nr. 80/2007 van 16 mei 2007 A R R E S T

Rolnummer 4151. Arrest nr. 80/2007 van 16 mei 2007 A R R E S T Rolnummer 4151 Arrest nr. 80/2007 van 16 mei 2007 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de wet van 31 januari 2007 inzake de gerechtelijke opleiding en tot oprichting van het Instituut

Nadere informatie

KAMER VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. GVO / 2015 / 11 / / 19 augustus 2015., wonende te, bijgestaan door, advocaat te,

KAMER VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. GVO / 2015 / 11 / / 19 augustus 2015., wonende te, bijgestaan door, advocaat te, 1 KAMER VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING GVO / 2015 / 11 / / 19 augustus 2015 Inzake, wonende te, bijgestaan door, advocaat te, Verzoekende partij Tegen met maatschappelijke

Nadere informatie

HET REGLEMENT VAN TUCHTRECHTSPRAAK

HET REGLEMENT VAN TUCHTRECHTSPRAAK HET REGLEMENT VAN TUCHTRECHTSPRAAK INHOUD: 1. De klacht 1.1 Klager, indiening en eerste behandeling van de klacht 1.2 Vereisten 2. De Tuchtcommissie 3. De klachtprocedure in eerste instantie 3.1 De procedure

Nadere informatie

KNSB Tuchtreglement. Hoofdstuk 1. Algemeen

KNSB Tuchtreglement. Hoofdstuk 1. Algemeen KNSB Tuchtreglement Hoofdstuk 1. Algemeen Artikel 1. Reikwijdte Tuchtreglement 1.1 Het KNSB Tuchtreglement is een reglement in de zin van artikel 15.2 en 15.5 van de Statuten en wordt hierna aangeduid

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 NOVEMBER 2015 P.15.0880.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0880.N H J, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Herman Baron, advocaat bij de balie te Ieper, tegen H W, burgerlijke

Nadere informatie

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS TUCHTRECHTELIJKE BESLISSING IN EERSTE AANLEG nr. ( ) Van 16 januari 2015 Dossier : T6687 Inzake ( ) (B.I.V. nr. ) Samenvatting: In het kader

Nadere informatie

TUCHTREGLEMENT. Art. 1. Algemeen kader

TUCHTREGLEMENT. Art. 1. Algemeen kader TUCHTREGLEMENT Art. 1. Algemeen kader Teneinde het clubleven voor eenieder mogelijk en aangenaam te maken dienen de leden, alsook hun genodigden en greenfee spelers in het algemeen, een aantal regels zoals

Nadere informatie

REGLEMENT TUCHTCOMMISSIE MAKELAARDIJ

REGLEMENT TUCHTCOMMISSIE MAKELAARDIJ REGLEMENT TUCHTCOMMISSIE MAKELAARDIJ Vastgesteld door de algemene ledenvergadering van VastgoedPRO op 12-11-2013, op grond van het bepaalde in de statuten van VastgoedPRO. Ingaande per 1-1-2014. Begripsomschrijving

Nadere informatie

Gezien het beroep ingesteld door appellant ingevolge het aangetekend schrijven van appellant d.d. 2 september 2010;

Gezien het beroep ingesteld door appellant ingevolge het aangetekend schrijven van appellant d.d. 2 september 2010; Jurisdictie: Nederlandstalige Kamer van Beroep Datum: 05/04/2011 beslissing: op tegenspraak beslissingsnr.: KvB 650 Gezien de tuchtrechtelijke beslissing van de Uitvoerende Kamer van het Beroepsinstituut

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 DECEMBER 2015 D.15.0003.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.15.0003.N BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS, publiekrechtelijke rechtspersoon, vertegenwoordigd door zijn Nationale Raad, met

Nadere informatie

Bijlage E2: Reglement Commissie van Bezwaar en Beroep

Bijlage E2: Reglement Commissie van Bezwaar en Beroep Bijlage E2: Reglement Commissie van Bezwaar en Beroep Datum: juni 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen... 3 2. Reikwijdte/bevoegdheid commissie... 3 3. Samenstelling... 3 4. Secretariaat... 4 5. Instellen van

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Bewijs. Strafzaken. Bewijsvoering. Onrechtmatig verkregen bewijs. Toelaatbaarheid. Beoordeling door de rechter Datum 23 maart 2004 Copyright and disclaimer Gelieve

Nadere informatie

Stra frech c t B rgerli rl j i k j k re c t Deontologie

Stra frech c t B rgerli rl j i k j k re c t Deontologie DE ECONOMISCHE BEROEPEN EN HUN VERANTWOORDELIJKHEID Strafrecht Burgerlijk recht Deontologie BURGERLIJK RECHT Of De verhouding tussen 2 personen TWEE SOORTEN CONTRACTUEEL = IN UITVOERING VAN OVEREENKOMST

Nadere informatie

Persoonlijke kopie van ()

Persoonlijke kopie van () De architect De architect Beroepsuitoefening en deontologie Kristof Uytterhoeven Sarah Schoenmaekers Antwerpen Cambridge De architect. Beroepsuitoefening en deontologie Kristof Uytterhoeven en Sarah Schoenmaekers

Nadere informatie

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS TUCHTRECHTELIJKE BESLISSING IN EERSTE AANLEG nr. 2964 Van 24 juni 2016 Dossier : T( ) Inzake ( ) (B.I.V. nr. ) ( ) Samenvatting: Een vastgoedmakelaar

Nadere informatie

Wettelijk kader integriteit

Wettelijk kader integriteit Wettelijk kader integriteit Afleggen eed of belofte Provinciewet Artikel 14 lid 1: Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van Provinciale Staten in de vergadering, in handen van de

Nadere informatie

Model van een tuchtreglement

Model van een tuchtreglement Model van een tuchtreglement VOORAFGAANDE BEPALINGEN 1.1 Artikel 1: Toepassingsgebied: De Tuchtcommissie van de [ ]Federatie is bevoegd om in eerste aanleg te oordelen over iedere overtreding van een algemeen

Nadere informatie

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS TUCHTRECHTELIJKE BESLISSING IN EERSTE AANLEG nr. 3262 Van 2 maart 2018 Dossier : T8957 Inzake ( ) (B.I.V. nr. ) Samenvatting: De vastgoedmakelaar

Nadere informatie

GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES

GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES Zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van Hamme van 18 juni 2014. HOOFDSTUK 1: TOEPASSINGSGEBIED... 2 HOOFDSTUK 2: SANCTIES... 2 AFDELING 1:

Nadere informatie

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS TUCHTRECHTELIJKE BESLISSING IN EERSTE AANLEG nr. 286 Van 16 april 2004 Dossier : T1653 Inzake ( ) (B.I.V. nr. ) ( ) (B.I.V. nr. ) 1 Samenvatting

Nadere informatie

Reglement van het Tuchtcollege van St!R. Definities

Reglement van het Tuchtcollege van St!R. Definities Reglement van het Tuchtcollege van St!R Definities Artikel 1: In dit Reglement wordt verstaan onder: 1.1 College: het Tuchtcollege van St!R; 1.2 St!R: Stichting Registratie; 1.3 Gedragscode: Gedragscode

Nadere informatie

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n.

I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. I n s t i t u u t van de B e d r i j f s r e v i s o r e n. C o m m i s s i e v a n B e r o e p N e d e r l a n d s t a l i g e K a m e r Openbare terechtzitting van 23 september 2014. In de zaak met het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 MAART 2010 C.08.0603.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0603.F B. P., Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCH INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTING-

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. In dit besluit

Nadere informatie

Klachtenregeling VeWeVe

Klachtenregeling VeWeVe Klachtenregeling VeWeVe Artikel 1. Definities Aangeklaagde: Auditbureau: Beroep: Bestuur: Cliënt: Klacht: Klachtencommissie: Klager: Kwaliteitsprotocol: Lid: Secretaris: de natuurlijke of rechtspersoon

Nadere informatie

22 JULI 1953. _ Wet houdende oprichting van een Instituut der bedrijfsrevisoren.

22 JULI 1953. _ Wet houdende oprichting van een Instituut der bedrijfsrevisoren. 22 JULI 1953. _ Wet houdende oprichting van een Instituut der bedrijfsrevisoren. HOOFDSTUK I. _ Benaming. _ Doel. Artikel 1. Er wordt een Instituut der Bedrijfsrevisoren opgericht, bekleed met rechtspersoonlijkheid.(de

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JANUARI 2016 P.15.0768.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0768.N 1. H J V D K, beklaagde, 2. T P V Z, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Misdrijf. Toerekenbaarheid. Rechtspersonen. Strafrechtelijke verantwoordelijkheid Datum 20 december 2005 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen

Nadere informatie

Reglement voor Klachtenbehandeling

Reglement voor Klachtenbehandeling Reglement voor Klachtenbehandeling Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 25 t/m 28 de Gedragscode van NOLOC, zoals vastgesteld door de algemene ledenvergadering. Algemeen Artikel 1 Dit Reglement voor

Nadere informatie

Zwijgrecht versus medewerkingsplicht in tuchtzaken Jan Van Droogbroeck Juridische Dienst IAB

Zwijgrecht versus medewerkingsplicht in tuchtzaken Jan Van Droogbroeck Juridische Dienst IAB Zwijgrecht versus medewerkingsplicht in tuchtzaken Jan Van Droogbroeck Juridische Dienst IAB De accountants en belastingconsulenten die tuchtrechtelijk worden vervolgd, zijn verplicht om mee te werken

Nadere informatie

SEMINARIE 05/05/2018 DE ECONOMISCHE BEROEPEN EN HUN VERANTWOORDELIJKHEID

SEMINARIE 05/05/2018 DE ECONOMISCHE BEROEPEN EN HUN VERANTWOORDELIJKHEID SEMINARIE 05/05/2018 DE ECONOMISCHE BEROEPEN EN HUN VERANTWOORDELIJKHEID Strafrecht Burgerlijk recht Deontologie BURGERLIJK RECHT Of De verhouding tussen 2 personen TWEE SOORTEN CONTRACTUEEL= IN UITVOERING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2015 C.14.0195.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0195.F 1. S. D., 2. R. D., 3. J. D., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BROUWERIJ HAACHT nv, Mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 MEI 2014 P.12.2065.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.2065.N HORECA TECHNOLOGIES SOLUTIONS bvba, met zetel te 2900 Schoten, Gazellendreef 22, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Jozef

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

Reglement Tuchtcommissie

Reglement Tuchtcommissie Reglement Tuchtcommissie 1 mei 2016 Artikel 1 De in dit Reglement Tuchtcommissie voorkomende begrippen hebben de betekenis als daaraan toegekend in de Statuten en het Algemeen Reglement en voorts de navolgende:

Nadere informatie

Taak Artikel 2 De behandeling van klachten die tegen de gewone leden of ereleden zijn ingediend, is opgedragen aan de Raad.

Taak Artikel 2 De behandeling van klachten die tegen de gewone leden of ereleden zijn ingediend, is opgedragen aan de Raad. Reglement van Tucht Begripsbepalingen Artikel 1 Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: de Orde: de Nederlandse Orde van Register EDP-Auditors; het Bestuur: het bestuur van de Nederlandse

Nadere informatie

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS

UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS UITVOERENDE KAMER VAN HET BEROEPSINSTITUUT VAN VASTGOEDMAKELAARS TUCHTRECHTELIJKE BESLISSING IN EERSTE AANLEG nr. 3281 Van 20 april 2018 Dossier : T9447 Inzake ( ) (B.I.V. nr. ) Samenvatting: De vastgoedmakelaar

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 FEBRUARI 2015 C.15.0017.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.15.0017.F P. S. E., Mr. François Sabakunzi, advocaat bij de balie te Brussel, verzoeker tot wraking in de zaak die onder nummer 3/13

Nadere informatie

Deontologie-V VERANTWOORDELIJKHEID 28/09/2016

Deontologie-V VERANTWOORDELIJKHEID 28/09/2016 DE ECONOMISCHE BEROEPEN EN HUN VERANTWOORDELIJKHEID Strafrecht Burgerlijk recht Deontologie BURGERLIJK RECHT Of De verhouding tussen 2 personen TWEE SOORTEN CONTRACTUEEL = IN UITVOERING VAN OVEREENKOMST

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE FEDERATIE TMV

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE FEDERATIE TMV 1 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE FEDERATIE TMV Definities Artikel 1 Onder geschillencommissie wordt verstaan: de geschillencommissie als bedoeld in artikel 33 van de statuten van de Federatie; Onder Federatie

Nadere informatie

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING

KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING 1 KAMER VAN BEROEP GEMEENSCHAPSONDERWIJS BESLISSING GO / 2011 / 2 / / 17 januari 2011 Inzake :, wonende te, bijgestaan door, juriste COC, Trierstraat 31-33, Brussel Verzoekende partij Tegen : SCHOLENGROEP

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 MAART 2015 P.14.1796.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1796.F PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE LUIK, tegen A. S., Mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie. I.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JUNI 2006 P.06.0527.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0527.N 1. M. L. J. M., verdachte, met als raadsman mr. Johan Speecke, advocaat bij de balie te Kortrijk, 2. V. N. C. C., verdachte,

Nadere informatie