Algemene kamer - Milieu - Natuurbescherming

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Algemene kamer - Milieu - Natuurbescherming"

Transcriptie

1 Uitspraak /1 Datum van uitspraak woensdag 18 mei 2005 Tegen de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied Algemene kamer - Milieu - Natuurbescherming /1. Datum uitspraak: 18 mei 2005 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: [appellanten], wonend te [woonplaats], en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 14 januari 2004 (Stcrt. 14 januari 2004, nr. 8) heeft verweerder een wijziging van de op grond van artikel 17 van de Natuurbeschermingswet gesloten gebieden in het staatsnatuurmonument "Waddenzee" bekendgemaakt. Bij besluit van 3 september 2004, kenmerk DRR&R/2004/2220, heeft verweerder de hiertegen gemaakte bezwaren, voorzover hier van belang, ongegrond verklaard. Tegen dit besluit hebben appellanten bij faxbericht van 14 oktober 2004, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde dag, beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 12 november Bij brief van 20 december 2004 heeft verweerder een verweerschrift ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 14 april 2005, waar appellanten, in persoon en bijgestaan door dr. E. Verhoef, gemachtigde en verweerder, vertegenwoordigd door mr. A.E. de Groot, ambtenaar van het ministerie, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Ingevolge artikel 17 van de Natuurbeschermingswet (hierna: Nbw) is het verboden, zonder daartoe gerechtigd te zijn, zich te bevinden in of op een water dat deel uitmaakt van een beschermd natuurmonument, indien op duidelijk zichtbare wijze is kenbaar gemaakt, dat de toegang tot dit water verboden is.

2 Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken De Afdeling stelt vast dat het besluit van 14 januari 2004 met zich brengt dat het, behalve daartoe gerechtigden, een ieder verboden is zich te bevinden op de hierbij aangegeven plaatsen. Niet is gebleken dat appellanten gerechtigd zijn zich te bevinden in of op een water dat deel uitmaakt van de op grond van artikel 17 van de Nbw gesloten gebieden in de Waddenzee. Appellanten hebben geen bijzonder individueel belang bij het besluit van 14 januari De omstandigheid dat appellanten ter plaatse van de met dit besluit gesloten gebieden (reeds jarenlang) wadlooptochten ondernemen en dat zij behoren tot een beperkt aantal personen dat deze gebieden in het kader van wadlopen betreedt, is ontoereikend voor het oordeel dat zij zich in voldoende mate onderscheiden van anderen die zich in deze gebieden willen begeven. Gelet hierop kunnen appellanten niet worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht Uit het voorgaande volgt dat verweerder de bezwaren van appellanten ten onrechte heeft ontvangen. Gelet hierop is het beroep van appellanten gegrond en dient het bestreden besluit te worden vernietigd. Doende wat verweerder had behoren te doen, zal de Afdeling door zelf in de zaak te voorzien de bezwaren van appellanten niet-ontvankelijk verklaren Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. verklaart het beroep gegrond; II. vernietigt het besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 3 september 2004, kenmerk DRR&R/2004/2220; III. verklaart de bezwaren van appellanten niet-ontvankelijk; IV. bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 3 september 2004, kenmerk DRR&R/2004/2220; V. gelast dat de Staat der Nederlanden (ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) aan appellanten het door hen voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van 136,00 (zegge: honderdzesendertig euro) vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. P.J.J. van Buuren, Voorzitter, en mr. J.R. Schaafsma en mr. M.G.J. Parkins-de Vin, Leden, in tegenwoordigheid van mr. P.J.A.M. Broekman, ambtenaar van Staat.

3 w.g. Van Buuren w.g. Broekman Voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 18 mei

4 Uitspraak /1/H2 Datum van uitspraak woensdag 24 maart 2010 Tegen het college van burgemeester en wethouders van Arnhem Proceduresoort Hoger beroep Rechtsgebied Algemene kamer - Hoger Beroep - Kapvergunningen /1/H2. Datum uitspraak: 24 maart 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellant], wonend te [woonplaats], tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 23 juli 2009 in zaak nr. 09/138 in het geding tussen: [appellant] en het college van burgemeester en wethouders van Arnhem. 1. Procesverloop Bij besluit van 28 juli 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Arnhem aan de gemeente Arnhem een vergunning verleend voor het kappen van een boom op de Veldbloemenlaan te Arnhem. Bij besluit van 26 november 2008 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 23 juli 2009, verzonden op dezelfde datum, heeft de rechtbank Arnhem, voor zover thans van belang, het door [appellant] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 26 november 2008 vernietigd en het bezwaar tegen het besluit van 28 juli 2008 niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft [appellant] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 3 september 2009, hoger beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

5 De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 maart 2010, waar [appellant], in persoon, en het college, vertegenwoordigd door mr. M.C.J. Kasteel, werkzaam bij de gemeente Arnhem, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. [appellant] heeft ter zitting medegedeeld dat hij ernstige bezwaren heeft tegen de vertegenwoordiger van het college en hij heeft de Afdeling verzocht vertegenwoordiging door deze persoon met toepassing van artikel 8:25 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) te weigeren. [appellant] kon redelijkerwijs weten, althans diende er ernstig rekening mee te houden, dat deze vertegenwoordiger namens het college zou optreden, aangezien deze tevens optrad in bezwaar en ter zitting bij de rechtbank en op het verweerschrift stond vermeld als contactpersoon. Hij heeft evenwel niet van tevoren van zijn bezwaren doen blijken. Ook ter zitting heeft hij niet concreet kunnen aangeven waaruit de ernstige bezwaren bestaan. Reeds daarom heeft de Afdeling geen aanleiding gezien om vertegenwoordiging van het college door diens gemachtigde te weigeren [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat hij niet kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb bij het besluit tot verlening van de kapvergunning, omdat hij daarbij geen persoonlijk belang heeft dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen. Hiertoe voert hij aan dat hij vanuit de centrale ingang van zijn appartementencomplex zicht had op de boom. De rechtbank heeft volgens hem miskend dat deze ingang deel uitmaakt van zijn woning, omdat deze vanaf de straat de toegang is tot zijn woning. [appellant] wijst erop dat ook de Belastingdienst voor de berekening van de huurtoeslag de gemeenschappelijke ruimten beschouwt als onderdeel van de woning Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (bijvoorbeeld de uitspraak van 17 september 2003 in zaak nr /1) dient een appellant om belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb te zijn bij een besluit tot verlening van een kapvergunning een hem persoonlijk aangaand belang te hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen. In de regel kan slechts als belanghebbende worden aangemerkt degene die op geringe afstand van de bomen woont of vanuit zijn woning daarop zicht heeft. Slechts onder bijzondere omstandigheden kan dat anders liggen Het besluit tot verlening van de kapvergunning voorziet in de - al uitgevoerde - kap van één boom. De afstand tussen de woning van [appellant] en de locatie van de boom bedraagt, naar de rechtbank heeft vastgesteld en niet in geschil is, ongeveer 120 meter en vanuit de eigen woonruimte, die zich achter een eigen voordeur op de galerij op de eerste verdieping bevindt, was geen zicht op de boom. Op grond hiervan wordt [appellant] niet geraakt in een belang dat rechtstreeks bij de verlening van de kapvergunning is betrokken als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. De stelling van [appellant] dat hij vanaf de centrale toegangsdeur van zijn appartementencomplex zicht had op de boom, leidt niet tot een ander oordeel. Daargelaten of deze toegang tot de woning behoort, was dit zicht van dermate geringe betekenis dat hij daardoor niet rechtstreeks in zijn belang wordt geraakt. Verder leidt de stelling van [appellant] dat het aanvraagformulier niet overeenkomstig de werkelijkheid is ingevuld en dat een ieder de mogelijkheid moet hebben om de onjuiste gang van zaken rond de verlening van de kapvergunning aan te kaarten, er niet toe dat een objectief en persoonlijk belang van hem rechtstreeks door het besluit wordt geraakt, omdat hij zich daarmee in onvoldoende mate onderscheidt van anderen. De rechtbank heeft dan ook terecht overwogen

6 dat [appellant] niet kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Aan hetgeen hij voor het overige heeft aangevoerd wordt dan ook niet toegekomen Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.H. Roelfsema, ambtenaar van Staat. w.g. Slump w.g. Roelfsema lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 24 maart

7 Uitspraak /1/H2 Datum van uitspraak woensdag 11 januari 2012 Tegen het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen Proceduresoort Hoger beroep Rechtsgebied Algemene kamer - Hoger Beroep - Kapvergunningen /1/H2. Datum uitspraak: 11 januari 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellant A] en [appellant B], wonend te Haaksbergen, tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo van 23 maart 2011 in zaken nrs. 10/511 en 10/894 in het geding tussen: [appellant A] en [appellant B] en het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen. 1. Procesverloop Bij besluit van 6 mei 2009 heeft het college aan de gemeente Haaksbergen een vergunning verleend voor de kap van een beuk. Bij onderscheiden besluiten van 15 april 2010 heeft het college het door [appellant A] en [appellant B] daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Bij uitspraak van 23 maart 2011, verzonden op dezelfde datum, heeft de rechtbank het door [appellant A] en [appellant B] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak hebben [appellant A] en [appellant B] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 22 april 2011, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 19 mei Het college heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 december 2011, waar [appellant A] en [appellant B], in persoon, en het college, vertegenwoordigd door R.H. Willems en P.M. Paalman-Hendrikson, beiden werkzaam bij de gemeente Haaksbergen, zijn verschenen.

8 2. Overwegingen 2.1. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken [appellant A] en [appellant B] betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat zij geen belanghebbenden zijn en dat haar overweging dat [appellant B] vanuit zijn woning geen zicht heeft op de beuk en dat [appellant A] hier slechts vanuit zijn zolderraam zicht op heeft, niet juist is. Zij voeren daartoe aan dat hun woningen op een geringe afstand van de beuk staan en dat de rechtbank dit in haar beoordeling had moeten betrekken nu ook het nabijheidscriterium van belang is. [appellant A] voert voorts aan dat hij geen zolderraam heeft. Ter zitting heeft hij aangevoerd dat hij vanaf de rand van zijn perceel zicht heeft op de hele beuk, dat hij vanuit het ronde raam van zijn zit-slaapkamer het grootste gedeelte van de kroon van de beuk ziet en hij een klein deel van deze kroon ziet vanuit een ander raam van zijn woning. [appellant B] heeft ter zitting aangevoerd dat hij vanuit het raam van zijn slaapkamer zicht heeft op de stam van de beuk Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de uitspraak van 24 maart 2010 in zaak nr /1/H2 dient een appellant om belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb te zijn bij een besluit tot verlening van een kapvergunning een hem persoonlijk aangaand belang te hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen. In de regel kan slechts als belanghebbende worden aangemerkt degene die op geringe afstand van de bomen woont, of vanuit zijn woning daarop zicht heeft De afstand tussen de woning van [appellant B] en de beuk bedraagt, naar de rechtbank heeft vastgesteld en in hoger beroep niet is bestreden, ongeveer 128 meter. [appellant B] wordt bij een dergelijke afstand niet geraakt in een belang dat rechtstreeks bij de verlening van de kapvergunning is betrokken als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb, tenzij hij zicht heeft op de beuk. Nu uit de door [appellant B] ter zitting getoonde foto's blijkt dat de stam van de beuk vanuit zijn woning gezien niet te onderscheiden is van het omliggende groen, heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat [appellant B] terecht niet-ontvankelijk is verklaard in zijn bezwaar De afstand tussen de woning van [appellant A] en de beuk bedraagt, naar niet is bestreden, ongeveer 92 meter. Gelet op deze afstand, mede in aanmerking genomen dat [appellant A] aan de hand van foto's ter zitting aannemelijk heeft gemaakt dat hij vanuit de zit-slaapkamer van zijn woning zicht heeft op de kroon van de beuk, is het belang van [appellant A] rechtstreeks bij het besluit van 6 mei 2009 betrokken. De omstandigheid dat [appellant A] vanuit de leefruimte van zijn woning op de begane grond geen zicht heeft op de beuk, zoals het college ter zitting heeft aangevoerd, leidt niet tot een ander oordeel. Onder verwijzing naar de uitspraak van 17 januari 2007 in zaak nr /1 overweegt de Afdeling dat bij de beoordeling van de vraag of aan het zichtcriterium is voldaan, niet alleen het zicht vanuit de leefruimte van de woning relevant is. Het college heeft het bezwaar van [appellant A] derhalve ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft dit niet onderkend Het betoog van [appellant A] dat het besluit van 15 april 2010 in strijd met artikel 3:5, eerste lid, van de Awb is genomen, betreft de inhoud van het besluit. Daaraan komt de

9 Afdeling niet toe. Het is immers aan het college als het ter zake bevoegde bestuursorgaan om een nieuw besluit op het bezwaar van [appellant A] te nemen Het hoger beroep is, voor zover dat is ingesteld door [appellant B], ongegrond, en voor zover dat is ingesteld door [appellant A], gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd voor zover de rechtbank het beroep van [appellant A] ongegrond heeft verklaard. De uitspraak dient voor het overige te worden bevestigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep tegen het aan [appellant A] gerichte besluit van 15 april 2010 gegrond verklaren en dat besluit wegens strijd met artikel 1:2 van de Awb vernietigen. Het college zal opnieuw op het bezwaar van [appellant A] tegen het besluit van 6 mei 2009 dienen te beslissen Het college dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten van [appellant A] te worden veroordeeld. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. verklaart het hoger beroep, voor zover dat is ingesteld door [appellant A], gegrond; II. verklaart het hoger beroep, voor zover dat is ingesteld door [appellant B], ongegrond; III. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Almelo van 23 maart 2011 in zaken nrs. 10/511 en 10/894, voor zover de rechtbank het beroep van [appellant A] ongegrond heeft verklaard; IV. bevestigt die uitspraak voor het overige; V. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep van [appellant A] gegrond; VI. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen van 15 april 2010, kenmerk uit ; VII. veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen tot vergoeding van bij [appellant A] in verband met de behandeling van het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van 48,91 (zegge: achtenveertig euro en eenennegentig cent); VIII. gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Haaksbergen aan [appellant A] het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van 377,00 (zegge: driehonderdzevenenzeventig euro) voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. S.F.M. Wortmann, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Poot, ambtenaar van staat. w.g. Wortmann w.g. Poot lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat

10 Uitgesproken in het openbaar op 11 januari

11 Uitspraak /1/A2 Datum van uitspraak woensdag 3 oktober 2012 Tegen het college van burgemeester en wethouders van Tilburg Proceduresoort Hoger beroep Rechtsgebied Algemene kamer - Hoger Beroep Bestuursdwang / Dwangsom /1/A2. Datum uitspraak: 3 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellanten] (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: [appellant]), wonend te Tilburg, tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 6 juli 2011 in zaak nr. 10/4644 in het geding tussen: [wederpartij] en het college van burgemeester en wethouders van Tilburg. Procesverloop Bij besluit van 29 oktober 2009 heeft het college aan [wederpartij] een last onder bestuursdwang opgelegd tot het herplanten van vijf bomen op zijn perceel aan de [locatie] te Tilburg (hierna: de locatie). Bij besluit, verzonden op 16 september 2010 (hierna: het bestreden besluit) heeft het college het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Bij uitspraak van 6 juli 2011 heeft de rechtbank, voor zover hier van belang, het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, het besluit van 29 oktober 2009 herroepen en bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend. [wederpartij] heeft een reactie ingediend. [appellant] heeft nadere stukken ingediend.

12 De Afdeling heeft de zaak ter zitting gevoegd met zaak nr /1/A2 behandeld op 22 mei 2012, waar [appellant], in persoon, het college, vertegenwoordigd door drs. L.M.A. Pols, werkzaam bij de gemeente Tilburg, en [wederpartij], vertegenwoordigd door mr. P.L.J.M. van Dun, advocaat te Tilburg, zijn verschenen. Na de zitting zijn de zaken weer gesplitst. Overwegingen 1. Ingevolge artikel 5:21 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) wordt onder last onder bestuursdwang verstaan de herstelsanctie, inhoudende: a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en b. de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd. Ingevolge artikel 125, eerste lid, van de Gemeentewet is het gemeentebestuur bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang. Ingevolge het tweede lid, wordt die bevoegdheid uitgeoefend door het college, indien de toepassing van bestuursdwang dient tot handhaving van regels welke het gemeentebestuur uitvoert. Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Bomenverordening Tilburg 2007 (hierna: de Bomenverordening) is het verboden zonder vergunning van het college houtopstand te vellen of te doen vellen. Ingevolge artikel 10, eerste lid, kan het college, indien houtopstand waarop het vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is zonder vergunning van het college is geveld, aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door het college te geven aanwijzingen binnen een door hem te stellen termijn. 2. Bij besluit van 25 juni 2009 heeft het college aan [wederpartij] vergunning verleend voor het vellen van 23 bomen op de locatie (hierna: de kapvergunning). Hieraan is de voorwaarde verbonden dat van de kapvergunning voor de bomen, die dienen te wijken ten behoeve van het bouwplan voor de woning (hierna: het bouwplan), pas gebruik mag worden gemaakt wanneer vaststaat dat het bouwplan kan worden gerealiseerd en het college privaatrechtelijk toestemming heeft verleend van de bouwvergunning gebruik te maken (hierna: de voorwaarde). 3. Bij besluit van 29 oktober 2009 heeft het college [wederpartij] de last opgelegd vóór 1 januari 2010 vijf gekapte bomen zoals vermeld in de kapvergunning te herplanten met een stamomtrek van minimaal 25 cm. Daarbij is opgenomen dat het college de herplant zal uitvoeren en de hieraan verbonden kosten voor rekening van [wederpartij] zullen zijn, als [wederpartij] niet voldoet aan de last. Het college heeft aan dit besluit ten grondslag gelegd dat het geen privaatrechtelijke toestemming heeft verleend van de bouwvergunning gebruik te maken en [wederpartij] desondanks, in strijd met de voorwaarde, de bomen die zijn aangeduid

13 met de nrs. 16, 17, 19, 21 en 28 heeft geveld. Het college heeft dit besluit in bezwaar gehandhaafd, onder verlenging van de begunstigingstermijn. 4. De rechtbank heeft ten aanzien van de bomen nrs. 16, 17, 19 en 21 geoordeeld dat het college ten onrechte de last onder bestuursdwang heeft opgelegd, nu die bomen niet behoefden te wijken voor het bouwplan en de voorwaarde dus niet van toepassing was op die bomen. [wederpartij] heeft naar het oordeel van de rechtbank door het vellen van die bomen dan ook geen overtreding begaan Het hiertegen gerichte betoog van [appellant] slaagt. Hij verwijst terecht naar de bij de kapvergunning behorende bomenlijst waarop is vermeld: "Boom nr. 16 t/m 19 en 21 en 28 moeten wijken t.b.v. bouwplan 2002/2146/01". Het college heeft voorts onweersproken gesteld dat uit de situatietekening blijkt dat het bouwplan vrij dicht op de erfgrens is beoogd waardoor die bomen geen levensruimte meer hadden. Gelet hierop en in aanmerking genomen de onweersproken stelling van [appellant] dat het 80 jaar oude bomen betrof met grote kruinen, heeft de rechtbank ten onrechte overwogen dat de bomen nrs. 16, 17, 19 en 21 niet behoefden te wijken voor het bouwplan en dat de voorwaarde niet op die bomen ziet. De rechtbank heeft derhalve ten onrechte geoordeeld dat [wederpartij] geen overtreding heeft begaan door die bomen te vellen. 5. Ten aanzien van boom 28 heeft de rechtbank overwogen dat de privaatrechtelijke toestemming die als voorwaarde in de kapvergunning is opgenomen, is gebaseerd op de notariële leveringsakte van 21 augustus 1928 (hierna: de akte). In voorwaarde 1 van de akte is bepaald dat de grond uitsluitend mag worden bestemd voor de oprichting van een herenhuis, overeenkomstig de aan de akte gehechte tekening, in welke tekening geen wijzigingen mogen worden aangebracht, terwijl daarvan ook niet, evenmin als van de genoemde bestemming van de grond, zonder schriftelijke toestemming van het college mag worden afgeweken. Nu deze voorwaarde volgens de rechtbank is uitgewerkt door de oprichting van het herenhuis, is handhavend optreden ten aanzien van boom 28 naar haar oordeel zodanig onevenredig in verhouding met de daarmee te dienen belangen, dat het college hiervan had behoren af te zien Het betoog van [appellant] dat de rechtbank hiermee voorbij gaat aan het kettingbeding als neergelegd in voorwaarde 10 van de akte, slaagt eveneens. Daarin is bepaald dat alle voorwaarden en bepalingen van de akte onverminderd van toepassing blijven bij herbouw op de grond na afbraak van een bestaande of goedgekeurde bebouwing, en dat deze, evenals deze voorwaarde, bij elke overdracht van grond aan de opvolgende eigenaar moeten worden opgelegd en in de akte van overdracht moeten worden opgenomen. Volgens deze voorwaarde kan het college onder bijzondere omstandigheden toestaan dat hiervan wordt afgeweken onder nader door hem te stellen voorwaarden. Anders dan [wederpartij] aanvoert, kan de door het college op aanvraag verleende publiekrechtelijke bouwvergunning voor het door hem beoogde bouwplan op de locatie, niet gelijk worden gesteld met een privaatrechtelijke toestemming onder bijzondere omstandigheden als bedoeld in deze voorwaarde. Nu de voorwaarde niet is uitgewerkt doordat op enig moment een herenhuis is opgericht en het college geen afwijking van het kettingbeding heeft toegestaan, heeft de rechtbank ten onrechte geconcludeerd dat het college ten aanzien van boom 28 in redelijkheid van handhaving had behoren af te zien. 6. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, overweegt de Afdeling als volgt.

14 7. Vaststaat dat [wederpartij] vijf bomen heeft geveld in strijd met de aan de kapvergunning verbonden voorwaarde. Gelet op artikel 2, eerste lid, en artikel 10, eerste lid, van de Bomenverordening, gelezen in samenhang met artikel 125, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet en artikel 5:21 van de Awb, was het college bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang, als het heeft gedaan. 8. Gelet op het algemeen belang dat is gediend met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien. 9. [wederpartij] heeft in beroep aangevoerd dat het college na afweging van de betrokken belangen van handhavend optreden had moeten afzien omdat nog een procedure liep over de kapvergunning, en het antwoord op de vraag of het college bevoegd was handhavend op te treden, afhangt van de uitkomst van die procedure. Hij heeft daarbij verwezen naar de tussen partijen gewezen uitspraak van de rechtbank van 6 oktober 2010 in zaak nr. 10/ Bij die uitspraak heeft de rechtbank het besluit van 4 december 2009, waarbij het bezwaar van [appellant] tegen de kapvergunning ongegrond is verklaard, vernietigd en het college opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen met inachtneming van haar uitspraak. Het college heeft dat bij besluit van 14 oktober 2011 gedaan en daarbij de bezwaren van [appellant] tegen de kapvergunning wederom ongegrond verklaard, de bezwaren van [wederpartij] hiertegen alsnog gegrond verklaard en de kapvergunning gehandhaafd zonder de voorwaarde. Op de kapvergunning heeft het hoger beroep in zaak nr /1/A2 betrekking. Onder verwijzing naar haar uitspraak van 6 juni 2007 in zaak nr /1 overweegt de Afdeling dat ten tijde van de besluitvorming over de last onder bestuursdwang, die in de onderhavige zaak aan de orde is, de kapvergunning rechtsgeldig in werking was, zodat [wederpartij] de daaraan verbonden voorwaarde moest naleven. Dat de kapvergunning op dat moment niet onaantastbaar was, maakt dat niet anders. Dit is geen bijzondere omstandigheid op grond waarvan het college van het opleggen van de last onder bestuursdwang had behoren af te zien, waarbij de Afdeling in aanmerking neemt, dat besluiten reeds voordat zij onaantastbaar zijn, gelding hebben en behoudens schorsing ervan moeten worden uitgevoerd. 10. In hetgeen [wederpartij] hierover overigens heeft aangevoerd, is geen grond gelegen voor het oordeel dat het college niet in redelijkheid gebruik heeft kunnen maken van zijn bevoegdheid tot het opleggen van een last onder bestuursdwang, zoals gehandhaafd bij het bestreden besluit. 11. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep van [wederpartij] tegen het bestreden besluit alsnog ongegrond verklaren. Dientengevolge herleeft de door het college bij besluit van 29 oktober 2009 opgelegde, en bij het bestreden besluit gehandhaafde, herplantplicht. Gelet op de uitspraak van de Afdeling van heden in zaak nr /1/A2 is die herplantplicht echter niet meer actueel. Herplant dient thans plaats te vinden op de wijze als uit die uitspraak volgt.

15 12. Een redelijke toepassing van artikel 54 van de Wet op de Raad van State brengt met zich dat het door [appellant] in hoger beroep betaalde griffierecht door de secretaris van de Raad van State aan hem wordt terugbetaald. 13. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. verklaart het hoger beroep van [appellanten] gegrond; II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Breda van 6 juli 2011 in zaak nr. 10/4644; III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep van [wederpartij] ongegrond; IV. verstaat dat de secretaris van de Raad van State aan [appellanten] het door hen voor de behandeling van het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van 227,00 (zegge: tweehonderdzevenentwintig euro) vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, voorzitter, en mr. C.J.M. Schuyt en mr. A. Hammerstein, leden, in tegenwoordigheid van mr. R.H.L. Dallinga, ambtenaar van staat. w.g. Polak w.g. Dallinga voorzitter ambtenaar van staat Uitgesproken in het openbaar op 3 oktober

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1...

http://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1... pagina 1 van 5 LJN: BR1463, Raad van State, 201011448/1/H1 Datum 13-07-2011 uitspraak: Datum 13-07-2011 publicatie: Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829

ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201003576/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen: ECLI:NL:RVS:2014:539 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304989/1/A1 Omgevingsrecht Hoger

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-05-2001 Datum publicatie 13-11-2001 Zaaknummer 200003521/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Omgevingsrecht

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201803876/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 17 oktober 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Cranendonck Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kapvergunningen ECLI:

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB1302

ECLI:NL:RVS:2007:BB1302 ECLI:NL:RVS:2007:BB1302 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2007 Datum publicatie 08-08-2007 Zaaknummer 200609244/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Beëindiging verkoop LPG. Het college had moeten beoordelen welke schade aan de juridische beëindiging van de activiteit was toe te schrijven. In het thans bestreden besluit heeft het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201800454/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 25 juli 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kapvergunningen ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2524

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:1268

ECLI:NL:RVS:2016:1268 ECLI:NL:RVS:2016:1268 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201505940/1/A1 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:2812

ECLI:NL:RVS:2014:2812 ECLI:NL:RVS:2014:2812 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-07-2014 Datum publicatie 23-07-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201404677/1/A1 en 201404677/2/A1 Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273

ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Uitspraak. RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector Bestuursrecht Registratienummer: Awb 10/895. uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

Uitspraak. RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector Bestuursrecht Registratienummer: Awb 10/895. uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen ECLI:NL:RBZLY:2011:BQ6190 Instantie Rechtbank Zwolle-Lelystad Datum uitspraak 22-04-2011 Datum publicatie 26-05-2011 Zaaknummer Awb 10/895 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1997

ECLI:NL:RVS:2017:1997 ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Raad. vanstate AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. 200605599/1 en 200605599/3. Datum uitspraak: 24 augustus 2006

Raad. vanstate AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. 200605599/1 en 200605599/3. Datum uitspraak: 24 augustus 2006 Raad vanstate 200605599/1 en 200605599/3. Datum uitspraak: 24 augustus 2006 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met toepassing

Nadere informatie

/1. Datum uitspraak: 19 december 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

/1. Datum uitspraak: 19 december 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 200103469/1. Datum uitspraak: 19 december 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: 1. burgemeester-en wethouders van Hengelo, 2. de Staat der Nederlanden en de

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1791

ECLI:NL:RVS:2015:1791 ECLI:NL:RVS:2015:1791 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-06-2015 Datum publicatie 10-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201408896/1/A1 Eerste

Nadere informatie

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BW8140

ECLI:NL:RVS:2012:BW8140 ECLI:NL:RVS:2012:BW8140 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-06-2012 Datum publicatie 13-06-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201111524/1/A1 en

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143

ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-08-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 199900390/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001324 200608064/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, appellant, tegen

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201205237/1/A4 en 201205237/2/A4

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492 ECLI:NL:RVS:2017:20 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-01-2017 Datum publicatie 11-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600568/1/A1 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 pagina 1 van 5 Uitspraak 201506029/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 14 september 2016 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied:

Nadere informatie

Uitspraak /1/A1

Uitspraak /1/A1 Uitspraak 201701470/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 7 maart 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Staphorst Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY2512

ECLI:NL:RVS:2012:BY2512 ECLI:NL:RVS:2012:BY2512 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2012 Datum publicatie 07-11-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201203945/1/A2 Eerste

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/77981

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: Raad vanstatc 201002367/2/V6. Datum uitspraak: 1 september 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: wonend te handelend onder de naam

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2348

ECLI:NL:RVS:2016:2348 ECLI:NL:RVS:2016:2348 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-08-2016 Datum publicatie 31-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506454/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555

ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 ECLI:NL:RVS:2012:BV6555 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2012 Datum publicatie 22-02-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109131/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AZ4820

ECLI:NL:RVS:2006:AZ4820 ECLI:NL:RVS:2006:AZ4820 Instantie Raad van State Datum uitspraak 20-12-2006 Datum publicatie 20-12-2006 Zaaknummer 200604374/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2003:AL8988

ECLI:NL:RVS:2003:AL8988 ECLI:NL:RVS:2003:AL8988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-10-2003 Datum publicatie 15-10-2003 Zaaknummer 200302570/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. I.P». Feis 070-4264578

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. I.P». Feis 070-4264578 Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak IN14.0053S llltillullllllilllill College van burgemeester en wethouders van Beuningen Postbus 14 6640 AA BEUNINGEN GLD GEMEENTE BEÜNt, ocn INGEKOMEN 0 3 FEB 2011

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738

ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-12-2012 Datum publicatie 19-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102748/1/R4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:2861

ECLI:NL:RVS:2016:2861 ECLI:NL:RVS:2016:2861 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601473/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:1169

ECLI:NL:RVS:2014:1169 ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3368

ECLI:NL:RVS:2014:3368 ECLI:NL:RVS:2014:3368 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311559/1/A4 Eerste

Nadere informatie

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen. Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d

ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-10-2014 Datum publicatie 01-10-2014 Zaaknummer 201309659/1/A3 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Uitspraak 201307838/3/R3 Raad van State Lees voor Lettergrootte Home Publicaties Veelgestelde vragen Contact Zoeken in Home Over de Raad van State Onze werkwijze Adviezen Uitspraken Agenda Pers Werken

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743

ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-11-2012 Datum publicatie 21-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202162/1/V6 Bestuursrecht Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001320 200700456/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma Chinees Japans Specialiteitenrestaurant A., gevestigd

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant,

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant, LJN: BJ8902, Raad van State, 200900441/1/H3 Datum uitspraak: 30-09-2009 Datum publicatie: 30-09-2009 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van 29

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 2011001 33/1/V6. Datum uitspraak: 20 april 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606

ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 ECLI:NL:RVS:2011:BU4606 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 16-11-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102253/1/H3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen: Uitspraak 201306462/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 25 juni 2014 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Hoger beroep 201306462/1/A1.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670

ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106219/1/A4 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Assen van 31 december 2009 in zaak nr. 09/272 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Assen van 31 december 2009 in zaak nr. 09/272 in het geding tussen: Uitspraak 201001294/ 1/H2 gevonden via " pagina l van 5 Uitspraken ZAAKNUMMER 201001294/1/H2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 13 oktober 2010 TEGEN het college van burgemeester en wethouders van Emmen PROCEDURESOORT

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2

Uitspraak /1/A2 Uitspraak 201802595/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3626 201802595/1/A2. Datum

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BB4709

ECLI:NL:RVS:2007:BB4709 ECLI:NL:RVS:2007:BB4709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-10-2007 Datum publicatie 03-10-2007 Zaaknummer 200702080/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2011:BP3671

ECLI:NL:RVS:2011:BP3671 Uitspraak 201006127/1/H2 Datum van uitspraak: woensdag 9 februari 2011 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Borne Hoger beroep Algemene kamer - Hoger Beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3038

ECLI:NL:RVS:2015:3038 ECLI:NL:RVS:2015:3038 Instantie Raad van State Datum uitspraak 30-09-2015 Datum publicatie 30-09-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500566/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak 200904084/1/R2 gevonden via '' d eze uitsp raa k il de ze uitsp ra ak Page 1 of 4 Uitspraken ZAAKNUMMER 200904084/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 24 maart 2010 TEGEN het college van gedeputeerde

Nadere informatie

JOM 2017/310 AR 2017/1305 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7543

JOM 2017/310 AR 2017/1305 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7543 ECLI:NL:RVS:2017:695 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602860/1/A1 Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733

ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-04-2013 Datum publicatie 17-04-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201200753/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig

het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Bevi niet van toepassing indien verandering geen nadelig gevolg heeft voor het plaatsgebonden risico. Via milieubeheervergunning kunnen, buiten het Bevo om,

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/77973

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK E03.97.1224/1. Datum uitspraak: 10 april 2001 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en appellanten, gedeputeerde staten van Limburg, verweerders. E03.97.1224/1 2 10 april 2001 1.

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AV7550

ECLI:NL:RVS:2006:AV7550 ECLI:NL:RVS:2006:AV7550 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-03-2006 Datum publicatie 29-03-2006 Zaaknummer 200506819/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet ECLI:NL:RVS:2016:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600302/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is

Noot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 Instantie Datum uitspraak 16-04-2004 Datum publicatie 26-04-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Awb 03 / 930 GEMWT

Nadere informatie

zaaknummer 200703432/1 datum van uitspraak woensdag 13 februari 2008 Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

zaaknummer 200703432/1 datum van uitspraak woensdag 13 februari 2008 Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Artikel 15.20, schade komt in aanmerking voor vergoeding vanwege het niet langer op grond van een milieubeheer mogen uitoefenen van een activiteit. Casus en uitspraak Een exploitant

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, Raad vanstate 200700246/1. Datum uitspraak: 6 juni 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, tegen de uitspraak in zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3390

ECLI:NL:RVS:2016:3390 ECLI:NL:RVS:2016:3390 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601294/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Uitspraak 201306462/1/A1

Uitspraak 201306462/1/A1 Uitspraak 201306462/1/A1 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 25 juni 2014 TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Hoger beroep Algemene kamer - Hoger

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK MigratieWeb ve07001323 200607474/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: A., wonend te Breda, appellant, tegen de uitspraak in zaak no. 05/5140

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1059

ECLI:NL:RVS:2017:1059 ECLI:NL:RVS:2017:1059 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 19-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602298/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/129

Zaaknummer : 2013/129 Zaaknummer : 2013/129 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 13 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies, finale geschillenbeslechting,

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2008:BG4692

ECLI:NL:RVS:2008:BG4692 ECLI:NL:RVS:2008:BG4692 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-11-2008 Datum publicatie 19-11-2008 Zaaknummer 200801458/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

Natuurbeschermingswet [appellant A] en [appellant B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant]), wonend te [woonplaats],

Natuurbeschermingswet [appellant A] en [appellant B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant]), wonend te [woonplaats], ECLI:NL:RVS:2017:417 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2017 Datum publicatie 15-02-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601490/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar J.P. van het Hul

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar J.P. van het Hul Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Woerden Postbus 45 3440 AA WOERDEN vfv) U u.^ 1 7 JUNI 2010 Datum 16 juni 2010 Ons nummer 200906837/1/R2 Uw kenmerk Onderwerp Woerden Bp

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK * Raad vanstatc 201104826/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2008:BG1849

ECLI:NL:RVS:2008:BG1849 ECLI:NL:RVS:2008:BG1849 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-10-2008 Datum publicatie 29-10-2008 Zaaknummer 200802872/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: Behandelend amhten.iar P. Slappendel 070-4264288

Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: Behandelend amhten.iar P. Slappendel 070-4264288 Raad vanstate Afd eli n g bes tuursrechtspraak TEAM: INGEK. - 8 MEI ZOU DOC NR.: Raad van de gemeente Sint-Oedenrode Postbus 44 5490 AA SINT OEDENRODE Datum Ons nummer Uw kenmerk 7 mei 2014 201 301 984/3/R3

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2013:1522

ECLI:NL:RVS:2013:1522 ECLI:NL:RVS:2013:1522 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 16-10-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206838/1/A3 Bestuursrecht Tussenuitspraak

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder.

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; Dienst Werk, Zorg en Inkomen (Dienst WZI), te Eindhoven, verweerder. LJN: BA9368, Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 06/4958 Datum uitspraak: 12-06-2007 Datum publicatie: 11-07-2007 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

http://zoeken.rechtspraak.nl/default.aspx

http://zoeken.rechtspraak.nl/default.aspx pagina 1 van 5 LJN: BO4229, Raad van State, 200910277/1/R2 Datum 17-11-2010 uitspraak: Datum 17-11-2010 publicatie: Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie:Bij

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen:

tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 14 mei 2004 in het geding tussen: LJN: AT7485, Raad van State, 200405147/1 (Printbare versie) Datum uitspraak: 15-06-2005 Datum publicatie: 15-06-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder. Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3050

ECLI:NL:RVS:2016:3050 ECLI:NL:RVS:2016:3050 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2016 Datum publicatie 16-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601834/1/R2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2007:BA2642

ECLI:NL:RVS:2007:BA2642 ECLI:NL:RVS:2007:BA2642 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-04-2007 Datum publicatie 11-04-2007 Zaaknummer 200607536/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2009:BJ2630

ECLI:NL:RVS:2009:BJ2630 ECLI:NL:RVS:2009:BJ2630 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-07-2009 Datum publicatie 15-07-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200808561/1/H2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige Essentie uitspraak: Een bedrijfswoning moet een functionele binding hebben met het bedrijf. Dat moet in de milieuvergunning zijn geregeld. Het bestemmingsplan moet de functie bedrijfswoning vervolgens

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen]

** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen] ** [201005426/1/M1.], [10 november 2010]: [afstandseis tussen een lpg tankstation en een scholengemeenschap ], [Harlingen] Essentie uitspraak: De Afdeling stelt vast dat ten tijde van het bestreden besluit

Nadere informatie