VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD"

Transcriptie

1 STUK 558 ( ) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING MAART 2015 INTERPELLATIES Commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media van dinsdag 17 maart 2015 INTEGRAAL VERSLAG Hebben aan de werkzaamheden deelgenomen: Vaste leden: mevrouw Carla Dejonghe, voorzitter, de heer Stefan Cornelis, mevrouw Annemie Maes, mevrouw Elke Roex, de heer Johan Van den Driessche Ander lid: de heer Paul Delva 1325

2 2 INHOUD Interpellaties (R.v.O., art.62) - Interpellatie van de heer Paul Delva tot de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken, over de brugfunctie van de VGC - Interpellatie van de heer Johan Van den Driessche tot de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken en mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, over het personeelsbeleid van de VGC

3 3 Interpellatie van de heer Paul Delva tot de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken, over de brugfunctie van de VGC De heer Paul Delva (CD&V): Onlangs werd opnieuw duidelijk dat een aantal Brusselse gemeenten althans op sommige beleidsdomeinen de mogelijkheden van bepaalde Vlaamse decreten niet ten volle benutten. Dit is geen nieuw verhaal: ik kaartte dit onderwerp enige tijd geleden ook al aan in mijn boek Een Brusselse luis in de Vlaamse pels, in een hoofdstuk dat handelt over de mogelijke brugfunctie tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VGC. (Vrolijkheid) Aan gemeentebesturen wordt vaak de mogelijkheid geboden om in te stappen in bepaalde regelgeving, op voorwaarde dat ze aan een aantal criteria voldoen. Het is logisch dat Brusselse organisaties en gemeenten voor gemeenschapsmateries aan het Vlaamse verhaal kunnen deelnemen. Dat is op zich een bijzonder interessant thema omdat de Vlaamse Gemeenschap soms aan de VGC vraagt om bepaalde beleidselementen uit te voeren en soms naar de Brusselse gemeenten stapt. Er is een tendens de laatste jaren om meer in de richting van de VGC te gaan. Een mooi voorbeeld daarvan is het lokaal sportbeleid. In den beginne was het Vlaams decreet gericht op de Brusselse gemeenten en dat was geen succes. Geen, of bijna geen, Brusselse gemeenten waren ingestapt. Dan heeft men dat decreet veranderd en is men richting VGC gaan kijken. Hetzelfde verhaal voor het lokaal jeugdbeleid. Voor het lokaal cultuurbeleid, is dit niet zo. Het heeft lang geduurd, maar die tendens is nu helemaal positief aan het draaien omdat vandaag 17 van de 19 gemeenten instapten in het decreet. Ik denk dat we richting 19 zullen gaan. Er zijn nog een aantal decreten waar wel de mogelijkheid wordt geboden aan Brusselse gemeenten om in te stappen, die dat echter niet of te weinig doen. Een voorbeeld is het decreet inzake ontwikkelingssamenwerking waar voor bepaalde projecten middelen kunnen vrijgemaakt worden vanuit Vlaanderen om gemeentebesturen te helpen een aantal projecten op het getouw te zetten, met name in Brussel voor pedagogische projecten op school en anderszins. Op vandaag zijn weinig gemeentebesturen in soortgelijke decreten ingestapt. Hoe komt dat? Liggen op sommige beleidsdomeinen de drempels (of criteria) voor de Brusselse gemeenten te hoog? Zijn ze te weinig vertrouwd met de regelgeving? Leveren (sommige) Brusselse gemeenten wel voldoende inspanningen? Belangrijke vraag: volstaat de standaardcommunicatie vanuit Vlaanderen in de Brusselse context? Standaardcommunicatie van de Vlaamse administratie naar de gemeentebesturen, zowel de Vlaamse als de Brusselse, lijkt in Brussel soms op technisch onbegrip te stuiten. In de voorbije legislatuur heb ik hierover in het Vlaams Parlement ook parlementaire vragen gesteld. Ik vind en dat is nog altijd mijn diepe overtuiging dat misschien anders moet gecommuniceerd worden vanuit Vlaanderen richting Brusselse gemeenten, dan vanuit Vlaanderen richting Vlaamse gemeenten. Maar men is daar niet op ingegaan de laatste jaren en heeft gewoon een standaardcommunicatie behouden richting Brusselse gemeenten. Ik denk niet dat het de goede piste is. Hoe kan er aan verholpen worden dat sommige Vlaamse decreten niet goed toepasbaar zijn in Brussel? Ik pleit er al een tijd voor om - wat de toepassing van Vlaamse decreten door de Brusselse gemeenten betreft - dringend werk te maken van een krachtige brugfunctie door de VGC. De VGC zou mijn inziens een geschikte brug kunnen zijn tussen de Vlaamse decreetgever en de Brusselse gemeenten. De VGC is in deze, als Brusselpoot van Vlaanderen met een excellente terrein- en dossierkennis, een cruciale partner die decreten zou kunnen vertalen/hertalen, uitleggen ten behoeve van ambtenaren en schepenen in de Brusselse gemeenten. Ik denk dat

4 4 de VGC in Brussel kan gebruikt worden om Brusselse gemeenten aan te moedigen in te stappen in Vlaamse decreten en op die manier ook geen Vlaams geld te laten verloren gaan. Want een van de gevolgen is dat, als een Brusselse gemeente niet instapt in een Vlaams decreet waar middelen aan verbonden zijn, die middelen uit Vlaanderen niet worden benut door Brusselse gemeenten. Welke concrete stappen heeft de VGC kunnen zetten om deze brugfunctie effectief op te nemen? Deelt u de mening dat de VGC hierin een rol kan spelen? Is hierover al overleg geweest met de Vlaamse Regering/de Vlaamse Gemeenschap? Welke conclusies werden er getrokken? Zal de VGC nog verdere acties hieromtrent ondernemen? Hoe ondersteunt de VGC nu al gemeentebesturen om gebruik te maken van mogelijkheden die vervat zitten in Vlaamse decreten? Zijn hieromtrent nog nieuwe initiatieven op til? In welke domeinen en hoe wordt de VGC momenteel betrokken bij het uittekenen van het Vlaams Gemeenschapsbeleid en niet louter bij de uitvoering ervan? Om af te sluiten nog deze bedenking. Ik zie dat er een tendens is momenteel vanuit Vlaanderen om meer en meer een beroep te doen op de VGC, rechtstreeks, om het Vlaams beleid uit te voeren. Dat heeft bepaalde gevolgen. De grotere zekerheid dat er effectief uitvoering aan wordt gegeven. Tegelijkertijd creëert deze beleidsoptie een bijkomende afstand tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Brusselse gemeentebesturen. We hebben een beetje hetzelfde meegemaakt met de gemeenschapscentra. Die zijn in een aantal Brusselse gemeenten bijzonder actief geworden en namen tal van dingen op zich. Dat kwam een aantal Brusselse gemeentebesturen goed uit. Dat is een keuze die we maken op korte termijn. Zeker en vast een keuze dat dankzij de VGC met zekerheid dat bepaald beleid wordt uitgevoerd. Op langere termijn weet ik niet of het goed is voor de band die zou moeten bestaan tussen de Brusselse gemeenten en de Vlaamse Gemeenschap. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Ik wil daar even op inpikken. Om te beginnen is de problematiek die collega Delva aanraakt, een zeer belangrijke problematiek. Ik vind het goed dat we het daarover kunnen hebben. Voor de Nederlandssprekenden in Brussel, voor de Vlamingen in Brussel, is het goed en belangrijk dat gemeenten hun rol op volwaardige wijze spelen en dat de Nederlandstalige bevolking, zoals in Vlaanderen, maximaal van de ondersteuning kan genieten die ook in Vlaanderen wordt gegeven aan de bevolking. Voor N-VA is het belangrijk dat de Brusselse gemeenten hun rol voluit spelen ten aanzien van de Nederlandstalige inwoners van hun gemeente en dus ook op gepaste wijze inspelen op het aanbod van de Vlaamse Gemeenschap. Hoe de Vlaamse Gemeenschap zich daarbij organiseert en de brugfunctie die de VGC daarin speelt, is uiteraard cruciaal op dat vlak. Naar mijn mening bestaat er onvoldoende cijfermateriaal, voor zover ik weet. Misschien gaat er straks extra cijfermateriaal komen of is dat in productie dat op een volledige en systematische wijze informatie verschaft per gemeente en over alle sectorale decreten heen, over de mate waarop gemeenten daarop inspelen. Ik heb de indruk dat we op dit ogenblik toch fragmentarische informatie hebben. Dat er een probleem is, dat staat, denk ik, wel vast. Maar daarom hebben we nog niet het probleem in voldoende mate in kaart gebracht, naar mijn mening.

5 5 Ik vind dat daar eveneens bij hoort wat de gemeenten eventueel doen buiten wat de Vlaamse Gemeenschap en de VGC doen, om een volledig beeld te hebben. Wat doet de VGC vandaag dat misschien de rol is van de Brusselse gemeenten? Ik denk dat het belangrijk is omdat we de gemeenten moeten blijven aansporen hetzelfde te doen voor hun Nederlandssprekende inwoners als voor hun Franssprekende. Het mag niet zijn dat dit de gemeenten een vrijbrief geeft om zo maar te zeggen dat stukje doen wij niet, want dat doet de Vlaamse Gemeenschap of de VGC. Die verleiding is natuurlijk op een zeker ogenblik groot. Daarom mijn vraag aan de collegevoorzitter of hij akkoord gaat om die informatie te verzamelen samen met de Vlaamse ministers die bevoegdheden hebben in Brussel. Er bestaat heel wat informatie bij de Vlaamse Gemeenschap, in Vlaanderen en bij gemeenten. Die informatie dient te worden samengebracht om ze te kunnen evalueren, na te gaan waar er fouten of leemtes zitten en te zien wie wat doet en op welke manier. Dat is mijn voorstel. Mevrouw Elke Roex (sp.a): Ik hoorde het betoog van de heer Delva niet, wel dat van mijnheer Van den Driessche. Ik zou twee nuances in het debat willen brengen. In het verleden werden de gemeenten niet altijd als partner van de Vlaamse Gemeenschap gezien in de decreetgeving, omdat men er van uitging dat de gemeenten het toch niet gingen doen. Daar trad de VGC als plaatsvervanger voor de gemeenten op. Niet in alle decreten waarin de gemeenten de kans krijgen een rol te spelen, krijgen de Brusselse gemeenten die kans. Ik zou ook zeggen: niet in alle bevoegdheidsdomeinen heeft het altijd zin om dat in Brussel op gemeenteniveau uit te voeren. Tweede nuance is dat de rol van de Vlaamse schepenen in de Brusselse gemeenten heel anders is dan pakweg 10 jaar geleden. Ik denk dat ook de gemeenten zelf meer volwassen werden in de omgang met hun Nederlandstalige schepenen of met hun schepenen bevoegd voor Nederlandstalige aangelegenheden, ongeacht of ze Nederlandstalig of Franstalig zijn. We staan ook voor een ander debat omdat Vlaanderen zich meer en meer uit Brussel terugtrekt. We kennen het voorbeeld van de kinderopvang, de dienstencentra. Vooral op gebied van VIPA is het huilen met de pet op en brengt het de Vlaamse schepenen zelfs in een moeilijk parket. Een N-VA-gemeenteraadslid interpelleerde mij als schepen in Anderlecht met de vraag waarom de gemeente dan niet zelf een Nederlandstalige crèche betaalt. Als de Nederlandstalige schepenen bij hun Franstalige collega s een pleidooi moeten houden voor Nederlandstalige kinderopvang, staat het College van burgemeester en schepenen voor de volgende feiten: de keuze tussen een Nederlandstalige crèche openen zonder subsidies en een Franstalige mét subsidies. Dan wordt het erg moeilijk voor een Nederlandstalige schepen om er een Nederlandstalige crèche door te krijgen. In die zin zou de VGC het pleidooi mee moeten ondersteunen om meer Vlaamse middelen over te hevelen naar de Brusselse gemeenten voor kinderopvang, onderwijs, enz. Daar zou de VGC ook een ondersteunende rol kunnen vervullen ten aanzien van de schepenen. Ik houd een pleidooi om de VGC mee te laten groeien in de nieuwe rol die de schepenen spelen in de gemeentebesturen. De vroegere rol van de VGC was meer controlerend of plaatsvervangend, maar moet meer en meer evolueren naar een ondersteunende rol omwille van de betere gemeentelijke verankering van de Vlaamse schepenen. De VGC moet eisen dat Vlaanderen zijn verantwoordelijkheid opneemt in Brussel. We moeten er vooral voor zorgen dat dit in Brussel niet achteruit gaat. Als er 1 manier is om de positie van de Vlamingen in Brussel in gevaar te brengen en de gemeentelijke inspanningen

6 6 voor Vlaamse inwoners in gevaar te brengen, dan is het wel het terugtrekken van de Vlaamse subsidies aan de gemeenten. Ik vraag aan de collegevoorzitter om het pleidooi te ondersteunen voor meer Vlaamse middelen voor de Brusselse gemeenten zodat we allemaal sterker staan. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Ik sluit me aan, zeker bij die laatste opmerking over de rol van de Vlaamse Gemeenschap ten opzichte van Brussel. Tegenover de VGC en de Brusselse gemeenten merken we bij een aantal partijen en hun beleidsmakers dat ze Brussel meer en meer loslaten. Het is een beetje paradoxaal. Enerzijds is er het discours dat Brussel de hoofdstad van Vlaanderen is. Anderzijds zien we in de praktijk dat er dan toch een zekere vorm van loslaten is, zeker op het vlak van investeringen. Belangrijk in het debat is dat we eigenlijk telkens de overweging moeten maken voor wie we het beleid willen voeren. Dat is zeer verschillend. Collega Roex verwees er naar. In bepaalde materies zullen het eerder de gemeenten zijn die een rol moeten opnemen, in andere gevallen zal het efficiënter zijn dat de VGC een bepaalde rol opneemt. Het criterium moet zijn: voor wie is het beleid bedoeld? We moeten opmerken dat de Vlaamse decreten destijds niet altijd gemaakt werden met voldoende kennis over de Brusselse realiteit, waardoor ze soms helemaal niet toepasbaar waren. Men verwijt enerzijds de gemeenten dat ze financiële mogelijkheden mislopen omdat ze de decreten onvoldoende kennen, maar anderzijds is er ook de miskenning van Brussel. We hebben ook het fenomeen van de Vereniging van de Stad en Gemeenten van Brussel (VSGB), waarbij wordt gemerkt in hun nieuwsbrieven dat ze het vrij beperkt houden tot bepaalde materies waar ze ook een rol zouden in kunnen spelen ten aanzien van Brusselse gemeentelijke ambtenaren. Zij wijzen zeer weinig op de mogelijkheden van de Franse of de Vlaamse Gemeenschap. Wat betreft ontwikkelingssamenwerking, is er in de gemeente waar ik woon wel degelijk ingestapt in de decretale mogelijkheid. Instappen of niet hangt soms af van die ene persoon, ambtenaar, die al dan niet de weg kent om mogelijke fondsen van de Vlaamse Gemeenschap aan te boren. Het is niet enkel de rol van de Vlaamse Gemeenschap of de VGC, maar misschien ook de rol van VSGB om iets beter de gemeentelijke ambtenaren te informeren. Soms gaat het over materies die op de grens zitten van gemeenschap en gewest. Een collega verwees naar het sportdecreet, dat niet uitvoerbaar was in de praktijk in Brussel. Er zijn een aantal voorbeelden waarbij Vlaanderen de bal compleet mis sloeg. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Zeg eens precies over welk concrete dossiers het gaat. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Het sportdecreet. Mevrouw Elke Roex (sp.a): Denken dat sport op gemeentelijk niveau communautair georganiseerd wordt? Sorry! (Tumult) De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Geef mij gewoon concrete dossiers. Dan weet ik dat ook.

7 7 Mevrouw Annemie Maes (Groen): Ik wil zeggen sport in het algemeen. De opportuniteit. Mijn punt is dat het criterium zou moeten zijn voor wie het beleid bedoeld is. Er moet gekeken worden naar wie de beste partner daarvoor is of die een brugfunctie heeft: de VGC, al dan niet de gemeenten. Ik denk dat de inspanningen van beiden moeten komen en zeker ook van de Vlaamse Gemeenschap. De heer Stefan Cornelis (Open Vld ): Ik spreek een beetje als ervaringsdeskundige omdat ik een paar dossiers heb die decretaal in Vlaanderen worden geregeld: zorgverzekering, bibliotheek, cultuurbeleidcoördinator. Het was allemaal braakliggend terrein in Ukkel en werd nu gerealiseerd. Het is dikwijls een werk van lange adem. Praten met iedereen, overtuigen. Het gaat vaak over budgetten. Er moet een realistische aanpak per gemeente beoogd worden, voor iedere gemeente apart. De evolutie in de gemeenten kan helemaal anders verlopen, zelfs met dezelfde mensen over de jaren heen, over de partijen heen. De bibliotheek in Ukkel werd gerealiseerd onder een FDF-burgemeester. Ik volg het discours van de collega s Roex en Maes. Het is soms moeilijk om de decreten concreet toe te passen in een Ukkelse, of meer algemeen, Brusselse situatie. Ik denk dat projectmatig moet gewerkt worden en niet in algemene decretale termen. Collegevoorzitter Guy Vanhengel: Ik zou willen beginnen met de heer Paul Delva te bedanken voor het debat dat hij aantrekt en dat brandend actueel is in die zin dat in Vlaanderen het geweer enigszins van schouder wordt verlegd in deze legislatuur. De eerste tekenen komen tot uiting in de relatie die de Vlaamse Regering ontwikkelt naar de gemeenten in het algemeen, of het nu Vlaamse of Brusselse zijn. Een mooi voorbeeld daarvan is de vernieuwde wijze volgens dewelke de financiering zal verlopen van de plaatselijke bibliotheken en een aantal andere gemeenschapsgebonden bevoegdheden. Nu zullen de middelen die men zeer specifiek voor die beleidsdomeinen beschikbaar stelt, ter beschikking worden gesteld van het Gemeentefonds. Voor wat Brussel betreft, via de VGC. Dat is een andere attitude, waarbij men de keizer-koster mentaliteit die de Vlaamse Regering een hele tijd aanhield, heeft verlaten. Een journalist schreef het vandaag in De Morgen. Dit was waarschijnlijk belangrijk om zich als nieuwe overheid te affirmeren en een paar guidlines uit te tekenen voor de ondergeschikte besturen. Dat pad wordt een beetje verlaten. Er komt opnieuw erkenning en er wordt verantwoordelijkheid gegeven aan de plaatselijke besturen om zelf keuzes te maken en te zien waar middelen al dan niet worden ingezet. Het merkwaardige is dat het in Vlaanderen meteen aanleiding geeft om te denken dat meteen alle bibliotheken gaan gesloten worden. Alsof lokale besturen met goeddraaiende bibliotheken nu plotseling hun inwoners in de kou zouden laten staan en die bibliotheek niet zouden willen. Opvallend is dat wij in Brussel nog volop bezig zijn met het openen van bibliotheken (recent Sint-Pieters-Woluwe en binnenkort Ganshoren). Wij hebben enige achterstand opgelopen omwille van de complexiteit en zijn nog aan de implementatie bezig. Het debat over hoe een regering zich verhoudt tegenover lokale besturen is boeiend, alsook de middelen die zij lokaal ter beschikking stelt. Moeten die altijd via een zeer gereglementeerd systeem of via een meer flexibel systeem ter beschikking worden gesteld? Dat vind ik op zichzelf al boeiend. Het College van de VGC heeft vandaag een schrijven gericht aan de Vlaamse ministers met als aanspreekpunt collega Gatz, maar met kopie aan de minister-president en de andere betrokkenen. Daarin wordt gezegd dat vermits de VGC een regierol krijgt toebedeeld het wenselijk is het debat te voeren om aan de VGC meer armslag te geven om naar het lokaal bestuur toe, aan implementatie te doen. Dat lijkt mij feitelijk een zinvol debat omdat ik denk

8 8 dat de VGC vanuit de terreinkennis (verschillend van Vlaanderen: andere noden en bekommernissen) toch op een andere manier de Brusselse gemeenten kan benaderen dan dat de Vlaamse Gemeenschap dat nu rechtstreeks doet. Een mooi voorbeeld daarvan is overigens dat we toch gezien hebben dat er in deze dynamiek is ontstaan in een aantal gemeenten nadat we ertoe kwamen in alle 19 gemeenten Nederlandstalige schepenen te hebben. De rechtstreekse contacten tussen de VGC en de Nederlandstalige schepenen hebben op heel veel terreinen vooruitgang mogelijk gemaakt. De bibliotheken waarvan sprake kwamen er enkel omdat de Nederlandstalige schepenen in feite de belangenbehartiger werden en zich de zaak aantrokken, in bijna alle gevallen met steun van de VGC, die daarin haar brugfunctie opnam. Dit ter inleiding. Een tweede belangrijk punt is dat de heer Delva nu eens moet zeggen waar ik zijn boek kan kopen, want ik heb het niet. (Vrolijkheid) Ik wil het rechtstreeks van u kopen en betalen, met een kleine persoonlijke boodschap in, dat zou me plezier doen. Het is een van de weinige boeken die ik niet heb. Dan kan ik hem toevoegen aan mijn grote collectie boeken over Brussel. Sommige boeken, zoals die van collega Gatz, zijn op IBooks te verkrijgen en dat is wel handig. Denk er eens over na. Ik ben het eens met collega Van den Driessche die onderstreept dat het debat belangrijk is. Het debat is inderdaad essentieel en moet kunnen gevoerd worden met openheid van geest en wars van alle partijpolitieke nevenbeschouwingen. We moeten op zoek gaan naar wat het best functioneert en waar wij het meest efficiënt kunnen zijn. De VGC heeft sinds haar ontstaan een intense samenwerking met de Brusselse gemeentebesturen uitgebouwd via haar dienstverlening en werking en dit zowel op het politieke als op het ambtelijke niveau. Er is vaak samenwerking met het gemeentelijke niveau op het gebied van investeringsdossiers. Dit geldt voor alle beleidsdomeinen; De VGC begeleidt gemeenten bij het opstellen van bepaalde beleidsplannen (bijvoorbeeld lokaal cultuurbeleid, ) of bij de oprichting/organisatie van bepaalde initiatieven (bijvoorbeeld kinderopvang, scholen, ). Voor een gemeentelijke administratie is dit vrij ingewikkeld. De heer Stefan Cornelis (Open Vld): Planlasten Collegevoorzitter Guy Vanhengel: Daar zeg je iets. Waarom verandert de Vlaamse Regering het geweer van schouder? Omdat zelfs voor Vlaamse gemeenten de planlast, de bureaucratie, de papiermolen, de regelgeving, een hoop tijd en energie opeist van mensen die hun tijd en energie nuttiger kunnen besteden aan zaken die mensen echt vooruit helpen en het beleid concreter vorm geven. Ik juich het toe dat dit gebeurt. Hetzelfde doen zou misschien gemakkelijker zijn als de VGC het aanpakt en rechtstreeks met de gemeente-besturen probeert te bejegenen. De VGC geeft de facto ook advies over deze plannen en ondersteunt de belangen van de Nederlandstalige gemeenschap bij bepaalde stadsontwikkelingsprojecten (bijvoorbeeld de

9 9 Duurzame Wijkcontracten), uitgevoerd door de gemeenten en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Voorts worden er impulsen gegeven om samen te werken in het kader van enkele sectorale Vlaamse decreten (met gemeentelijke cultuurbeleidscoördinatoren en -plannen, een toenemend aantal Nederlandstalige gemeentelijke bibliotheken, enz. tot gevolg). De VGC ondersteunt een rijk Nederlandstalig werkveld. Ook dit Nederlandstalige werkveld heeft talrijke contacten met de Brusselse gemeenten. Heel veel verenigingen uit de VGCinvloedssfeer hebben goede contacten met de lokale bestuurders. Het zijn dikwijls lokale verenigingen en via dat kanaal wordt een wisselwerking tot stand gebracht. Daarnaast zijn er nog de feitelijke banden tussen de VGC en de gemeenten op politiek niveau: leden van de Raad van de VGC vervullen meer dan eens ook een politieke rol op het gemeentelijke niveau (bijvoorbeeld als gemeenteraadslid, schepen, OCMW-voorzitter,...). De VGC is ideaal geplaatst om de brugfunctie invulling te geven en de regie op te nemen. Mevrouw Elke Roex verwees naar het feit dat de VGC momenteel een veel positievere rol invult dan in het verleden. De rol van de VGC was in het verleden vlakaf plaatsvervangend. De VGC was bijna gedwongen om plaatsvervangend te zijn omdat we eenvoudigweg geen aanspreekpunten hadden en omdat wat de Vlaamse Gemeenschap te bieden heeft nu, toen niet bestond. Ik had het er recent over met mevrouw Adelheid Byttebier. Ik was al politiek actief toen het gemeentebestuur van Schaarbeek fier aankondigde dat de laatste Nederlandstalige school in Schaarbeek gesloten werd. We hebben nu een nieuwe school in de maak in de Van Ooststraat, er draait al eentje in de Bosstraat en we gaan na hoe we die kunnen verankeren met een kinderdagverblijf erbij en heel de tutti quanti. En dit met medewerking van het gemeentebestuur, dat ook zijn aandeel in de investering opneemt. We komen van heel ver en mogen dat niet vergeten. En de partij aan de macht is dezelfde gebleven, maar de attitude is veranderd. Ik denk dat we daar als Nederlandstalige gemeenschap, als Vlamingen, veel aan gewonnen hebben door continu onze positieve ingesteldheid bekend te maken. We hebben veel gewonnen wat de positie van het Nederlands in Brussel betreft, door de grote openheid en de voluntaristische politiek met de huizen van het Nederlands, de gemeenschapscentra, het onderwijs, Het College en haar administratie nam reeds eerder het initiatief om twee gezamenlijk infoen ontmoetingsmomenten te organiseren met de Nederlandstalige schepenen, hun medewerkers en de Nederlandstalige diensten van de gemeenten. Doelstelling was de ondersteuning vanuit de VGC kenbaar te maken en uitwisseling te organiseren, o.a. over de mogelijkheden die er voor Brusselse gemeenten zijn op basis van Vlaamse regelgeving en hoe de VGC daar bijkomend kan ondersteunen. Een nieuw initiatief is het kennismaken van de gemeentelijke ambtenaren met de VGC. Men mag niet vergeten dat politiek een zaak van mensen is. Door praten en overleggen gaan zaken vooruit. We werken er aan de mensen met mekaar in contact te brengen. Bovendien zijn er op regelmatige basis, individuele overlegmomenten tussen het collegelid, de schepenen en gemeentelijke diensten over zeer uiteenlopende aangelegenheden. De rol die de VGC hierin opneemt, gaat van bemiddelend, aanvullend, begeleidend tot gelukkig steeds minder plaatsvervangend.

10 10 Ook tussen de verschillende beleidsdomeinen van de Vlaamse overheid en de VGC is er veelvuldig overleg, waarin diverse knelpunten aan bod komen, ook in relatie tot de gemeenten. Het overleg tussen de Vlaamse overheid en de VGC heeft immers te maken met de programmering van voorzieningen en concrete dossiers waarrond afstemming vereist is en waarbij de gemeenten een rol te spelen hebben: zoals capaciteitsdossiers onderwijs en kinderopvang, het kunstenbeleid van beide overheden, enz. In het bestuursakkoord van de VGC staat dat de VGC stappen zal zetten om met de Vlaamse Gemeenschap te komen tot een strategisch meerjarenplan. De brief die het College vandaag verstuurde aan de Vlaamse Regering geeft daartoe een aanzet. Het Vlaamse regeerakkoord bevat ook het voornemen om een aantal bevoegdheden te decentraliseren van het Vlaamse naar het lokale niveau. Naar aanleiding van de ambtelijke taskforce Brussel van de VGC en de Vlaamse Regering, werd al de beleidsaanbeveling gedaan om de VGC als de belangrijkste partner van de Vlaamse Gemeenschap te verankeren. Een belangrijke nieuwe wending sinds de aanbevelingen van de ambtelijke taskforce Brussel begin 2012, betreft de aangekondigde afschaffing van een reeks Vlaamse decreten en uitvoeringsbesluiten die gericht zijn naar de lokale besturen. De middelen van de sectordecreten bestemd voor de lokale besturen zullen geïntegreerd worden in één fonds, nl. het gemeentefonds; De sectorale plannen vervallen en in de plaats wordt gewerkt met één strategisch meerjarenplan met een opvolgingsinstrumentarium, voor de duur van de gemeentelijke legislatuur; De middelen zullen niet meer geoormerkt of gekleurd zijn. De lokale besturen kunnen autonoom keuzes maken over de aanwending van de middelen. Het zou niet slecht zijn mocht de VGC mee kunnen sturen waar de middelen het best worden ingezet. Ook voor de VGC zullen de sectorale planverplichtingen en geoormerkte middelenstromen vervangen worden door 1 middelenstroom en 1 strategische meerjarenplanning. De ambitie om hier toe te komen, staat verwoord in het bestuursakkoord van de VGC en in beleidsnota s van de Vlaamse overheid, zoals de beleidsnota van de minister bevoegd voor Brussel. Los van de sectorale decreten, moet er blijvende aandacht zijn van de 6 Vlaams-Brusselse leden van het Vlaams Parlement voor de systematische aandacht van de Brusseltoets. Dat is eigenlijk hun voornaamste opdracht. Mijnheer Delva was daar in de voorbije legislatuur heel gevoelig voor. We moeten de collega s in het Vlaams Parlement mobiliseren om telkens te zeggen: ne minuut, wat gaat dat geven voor Brussel? Wat wel kan gezegd worden is dat de relatie tussen de beleidsverantwoordelijken van VGC en Vlaamse Regering optimaal verloopt. Er wordt spontaan over en weer overlegd. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Beter dan vroeger? Dankzij de Vlaamse minister voor Brussel? (Animositeit) Collegevoorzitter Guy Vanhengel: (Geamuseerd) Euh, ja, het speelt een beetje een rol dat we sommigen goed kennen. Maar het is toch een empirische vaststelling. De mayonaise pakt beter dan in het verleden. Er wordt minder in termen van oppositie en meerderheid geredeneerd. Ik verheug me daarover. Is dat omdat er meer vrouwen zijn, ik weet het niet, (Vrolijkheid).

11 11 Heeft de onderhandeling over de regeerakkoorden daartoe bijgedragen? Het gaat over een veelheid aan factoren die niet mogen teruggebracht worden tot persoonlijke relaties. Wat ook een rol speelt, is dat door de 6 de staatshervorming men feitelijk wordt gedwongen rond beleidsdomeinen die overgaan, meer na te denken over de Brusselse realiteit (kinderbijslag, ouderenzorg, ). Toen ik gedurende 1 jaar in de 2 regeringen zetelde, merkte ik bizarre situaties. Het gebrek aan kennis van de andere was onmetelijk groot. Er heerste aan beide kanten een groot wantrouwen. Wellicht heeft de verbeterde situatie ook te maken met het feit dat we meer volwassen en autonoom worden, waardoor we een meer evenwichtige onderlinge verhouding krijgen. Als dat het geval is, kunnen we ons daar enkel over verheugen. De heer Paul Delva (CD&V): Ik heb een paar bedenkingen en opmerkingen. Er wordt gezegd: we moeten meer gegevens hebben. Maar er bestaat al genoeg. De inhoud van mijn interpellatie was: de toepassing van Vlaamse decreten in Brussel. Daarover bestaan cijfergegevens die zijn opgenomen in het rapport van de taskforce Brussel. Dat bevat een schat aan informatie en kwam ter sprake tijdens het bezoek aan de VGC-administratie. Men kan altijd meer cijfers verzamelen natuurlijk. Ik denk dat het huiswerk gemaakt is. Het moet misschien geactualiseerd worden. We beschikken echt over cijfers om verder op te bouwen. Een aantal collega s zei heel terecht dat het voor elke gemeente anders is. Dat is absoluut zo. Het hangt af van lokale mensen. Soms hangt het af van 1 ambtenaar die een bepaald dossier al dan niet kan trekken. Collega Maes had het over de rol van de BVSG. Ik denk dat de VGC zelf de communicatie met de gemeenten moet voeren, zelf naar de gemeentebesturen moet toegaan. We moeten ons niet verlaten op een andere instelling, die nuttig werk doet. Ik denk dat we vanuit de Vlaamse Gemeenschap via de VGC maar daar kom ik straks op terug zelf die stappen moeten zetten. Vanuit de Vlaamse Gemeenschap mag men zich niet beperken tot een standaardcommunicatie naar de Brusselse gemeenten die dezelfde is als naar de Vlaamse gemeenten. De afstand tussen een lokale, Brusselse schepen (F of N) en zijn ambtenaren ten aanzien van de Vlaamse Gemeenschap is veel groter dan in Vlaamse gemeentebesturen. Dat is gewoon zo. Dan is de vraag: hoe gaan we die gap vullen? De collegevoorzitter zei en ik denk dat hij gelijk heeft dat de VGC daar een rol in te spelen heeft want we kennen de 2. We kennen goed het Vlaamse beleidsniveau en ook het Brussels gemeentelijk beleidsniveau. Het zou er aan mankeren dat we het Vlaamse beleidsniveau niet zouden kennen. We maken er deel van uit en we zijn geprefereerde partner. De VGC gaat prat op het feit dat ze ook het Brussels gemeentelijk niveau goed kent. Men zegt het altijd: het is een kleine administratie die dicht bij de mensen staat en de 19 gemeenten goed kent. De brugfunctie is evident voor de VGC. Maar ik vind wel dat dit er de Vlaamse Gemeenschap niet mag toe brengen om het hele gegeven in handen van de VGC te leggen. De laatste legislatuur in het Vlaams Parlement ergerde ik me een beetje aan het feit dat men eigenlijk geen enkele bijkomende stap wilde zetten richting Brusselse gemeentebesturen. Ik denk dat dit niet efficiënt is. Als we echt willen dat die Vlaamse decreten in Brussel toepasbaar zijn, dan denk ik dat we bijkomende stappen moeten zetten. En de VGC kan daarbij helpen, maar dat is ook een beetje de verantwoordelijkheid van de Vlaamse Gemeenschap zelf. Dat is echt mijn diepe overtuiging. Maar de collegevoorzitter zei dat we

12 12 met de VGC meer inspanningen moeten doen ten aanzien van de gemeenten om de mogelijkheden van de Vlaamse decreten duidelijk te maken. Ik ga er een concreet voorbeeld aan koppelen. Het decreet ontwikkelingssamenwerking: slechts 2 van de 19 Brusselse gemeenten maken er gebruik van. De schepenen doen natuurlijk hun uiterste best, maar er is een leemte die we moeten invullen. Als de Brusselse gemeenten het Vlaams geld laten liggen, is het verdwenen of gaat het naar andere gemeenten. Dat is jammer. We kennen allemaal de noden in Brussel. Als er mogelijkheden worden gegeven, tja Collegevoorzitter Guy Vanhengel: Ik ken de werking van het subsidiereglement niet goed. Misschien kunnen onze Brusselse verantwoordelijken voor ontwikkelingssamenwerking dit eens ter harte nemen. De vraag die ik me daar stel is wat de planlast is en de papierwinkel waar men door moet om een bepaalde subsidie te bekomen. De heer Stefan Cornelis (Open Vld): Voor euro soms. Collegevoorzitter Guy Vanhengel: Dan zeggen veel gemeenten: ja, maar allez. Dat zouden we eens moeten bekijken. Maar het is een punt. Het is jammer van geld te laten liggen dat voorhanden is en waar we aanspraak zouden kunnen op maken. Maar ik kan me wel inbeelden dat men in sommige gevallen terughoudend is. Dat gebeurt soms ook voor nog belangrijkere dossiers. Ik geef het voorbeeld van de uitbreiding van een gemeenteschool in Evere. Evere zou aanspraak kunnen maken op middelen. Als Evere er aanspraak op maakt, zijn ze er niet voor anderen, zo simpel is het. Maar we kunnen het zelf dragen. Het dossier is een bestaand gebouw en de uitbreidingskosten zijn niet te hoog. We kiezen er voor om het zelf te doen met eigen middelen, om het snel te laten gaan. Dat kan ook een heel redelijke keuze zijn. Erger zou het zijn indien geen enkele Brusselse gemeente aan ontwikkelingssamenwerking zou doen. Maar dat doen ze allemaal. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Hoe hebben ze die informatie? De heer Paul Delva (CD&V): Dat is de reden van mijn vragen! Ik denk dat ze de standaardcommunicatie krijgen van de Vlaamse overheid. Daarom denk ik dat er meer actie moet gebeuren. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Dat is de reden van mijn vraag naar meer informatie. Waarom gebeurt dit? Het kan misschien zijn omdat het om maximum 500 euro per gemeente gaat. De heer Paul Delva (CD&V): Voor alle duidelijkheid: het gaat over een paar tienduizenden euro s per gemeente. Dat een gemeente kiest om daar niet op in te gaan omwille van de papierlast, het zij zo. Minstens moeten ze de keuze kunnen maken. Indien ze geen belangstelling hebben: jammer, maar het zij zo. Nu is het uit onwetendheid dat ze geen belangstelling hebben. Daar ligt een taak voor de VGC. Nog een laatste element. De huidige Vlaamse minister voor Brussel ligt mee aan de basis van de Brusseltoets. Hij is er in het verleden in geslaagd de Brusseltoets in het Vlaams Regeerakkoord te krijgen, op zich een huzarenstukje. Op dat vlak zitten we goed. De Brusseltoets zou niet enkel voor decreten moeten gelden, maar ook moeten worden toegepast op het niveau er onder: op convenanten, etc. Daar heeft een parlementslid veel

13 13 moeilijker zicht op. Daar is evenzeer een Brusseltoets nodig en blijft er ruimte om zich in te verdiepen. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Het antwoord van de collegevoorzitter geeft mij geen 100% voldoening omdat ik denk dat we echt wel behoefte hebben aan meer cijfergegevens. Ik herinner me niet in het taskforce Brussel rapport informatie te hebben gevonden of waar de VGC de rol invult die de gemeente zou moeten opnemen. Hoe evolueert dat? Ik vind het een belangrijke problematiek als we het willen hebben over de vraag naar de taak van de VGC. Wat moet er evolueren? Wat moet er evolueren bij Vlaanderen? Het is nuttig te weten waarom bepaalde gemeenten niet ingaan op het aanbod van de Vlaamse Gemeenschap. Anders zijn we toch blind. Daarvoor hoeven we toch geen grote studies te doen. Dat kan met een aantal enquêtes, zodat we niet alleen kwantitatieve maar ook kwalitatieve informatie hebben. Ik zou er op aandringen als we het gesprek op een volwassen en ernstige manier willen aanpakken, dat we een duidelijk dossier hebben. Anders moet ik de informatie die ik mis via schriftelijke vragen of andere vragen proberen te verzamelen. Maar ik hoop dat dit op een vlotte manier kan en niet via te zware procedures. Er is ongetwijfeld ook veel informatie in Vlaanderen. Collegevoorzitter Guy Vanhengel: De informatie over hoe Brussel inspeelt op sectorale en andere decreten zal hoofdzakelijk door Vlaanderen moeten aangeleverd worden. Als u de informatie aan mij vraagt, zal ik ze aan Vlaanderen moeten vragen. Het is informatie die Vlaanderen mij moet aanleveren. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Bij de voorbereiding hiervan dacht ik: tot wie moet ik mij richten? Ik moet me tot u richten en de Brusselse collega s in het Vlaams Parlement tot de Vlaamse Regering. Vandaar mijn voorstel om de ministers samen te brengen en ze de informatie zelf te laten verzamelen. Collegevoorzitter Guy Vanhengel: Om informatie te verzamelen zijn er ambtenaren. Ik moet u zeggen dat ik een schriftelijke vraag die informatie van Vlaanderen opvraagt, doorstuur naar de bevoegde collega van de Vlaamse Regering. (Samenspraken) Collega Delva heeft gelijk. Er staat heel wat cijfermateriaal in het rapport van de taskforce Brussel, ook over de instap van Brusselse gemeenten in de sectorale decreten. Dat rapport is een onvolprezen werkstuk, waar hard is aan gewerkt. (Samenspraken) De heer Johan Van den Driessche (N-VA): U moet me niet overtuigen dat werken met gemeenten geen complexe problematiek is. Dat snap ik maar al te goed. Ik denk niet dat daar een misverstand kan over zijn. Als ik de vraag stel over welke concrete dossiers het gaat inzake sport, stel ik die vraag omdat ik dat verhaal een paar jaar hoor. Vlaanderen investeert niet in sportinfrastructuur in Brussel, dat wordt steeds herhaald en gaat een eigen leven leiden. Ik vraag steeds om te zeggen welk dossier werd ingediend en werd afgewezen. Ik krijg daar geen antwoord op, ook vandaag niet. Ik denk dat het niet juist is, tenzij men vroeg of laat met voorbeelden komt.

14 14 Collegevoorzitter Guy Vanhengel: Dat is een problematiek waarbij de beleidsorganisatie van het sportgebeuren, zeker naar de sportfederaties en de georganiseerde sporten toe, niet klopt met de Brusselse sociologie. De taal van de sport is universeel. Clubs hebben N en F spelers en hebben vaak een N en F werking. Als decreten worden gemaakt die stellen dat men volledig N moet worden om toegang te krijgen tot Vlaamse subsidies en steunverlening, worden direct de Brusselse clubs uitgesloten. Die kunnen dat niet. Die zijn N en F, en veelal meer F dan N en ook nog meertalig. De Brusseltoets heeft men daarop niet toegepast, want dan moet er een andere formule bedacht worden. Men heeft in tegenstelling geprobeerd de federaties te verplichten zich op te splitsen in N en F. Gelukkig waren de federaties verstandig genoeg om koepels te houden om de competities niet in het gedrang te brengen. Anders was er een Vlaamse en een Waalse voetbalcompetitie. En een Brusselse, waarbij Anderlecht tegen Union Saint-Gilloise moest spelen, tegen Crossing Schaarbeek, etc. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): U bent een beetje het probleem aan het verdrinken. De instellingen staan open voor iedereen. Het gaat over de inrichtende macht hier. Er wordt steeds gezegd dat Vlaanderen niet wil investeren in Brussel. Mevrouw Elke Roex (sp.a) : U vraagt een concreet voorbeeld mijnheer Van den Driessche? Dat Vlaanderen een Bloso-zwembad bouwt in Brussel. We hebben zwembaden nodig. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Het staat in het Vlaams Regeerakkoord. Ik ga nog even in op de opmerkingen van de collega s ter linkerzijde. Vlaanderen laat Brussel niet los. Er is 1 objectief criterium en dat zijn de besparingen. Uit het budget blijkt dat de besparingen in Brussel lager liggen dan het gemiddelde in Vlaanderen. Wat jullie zeggen steunt niet op objectieve gronden. Ik weet dat jullie dat willen en dat het de finale doelstelling is dat Vlaanderen Brussel loslaat. Door dit te poneren hopen jullie het te realiseren. Jullie hebben geen objectieve cijfers en lichten er hier en daar een cijfer uit. Daarmee bewijzen jullie niks. Het globale cijfer moet bekeken worden. Het gaat hier niet over de brugfunctie, maar om de waarheid. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Neen, neen. Integendeel! De heer Stefan Cornelis (Open Vld): Ik begrijp de frustratie. De Brusseltoets is zeer belangrijk en iedereen is het ermee eens dat Brussel Vlaanderen niet mag loslaten. Ik wil even zeggen dat wat betreft de Vlaamse decreten en hun toepasbaarheid in Brussel, de problematiek vaak zo complex is dat men er geen Brusselluik aangebreid krijgt. Ik pleit ervoor bij de Brusselse collega s in het Vlaams Parlement dat er in zo n geval projectmatig budgetten worden vrijgemaakt om het beleid in Brussel te kunnen voeren. Ik herinner me het sociaal vervoer. Dat ging niet via de gemeenten, dat was rechtstreeks met de Vlaamse Gemeenschap en dat veranderde van de ene dag op de andere plotseling van het beleidsdomein Welzijn naar het beleidsdomein Mobiliteit. Plotseling was Brussel verweesd en kwamen er geen subsidies meer van de Vlaamse Gemeenschap. Dat is uiteindelijk na tal van vergaderingen aangepast. Het heeft soms niets te maken met de Franstaligen. In dit geval was het gewoon van Vlaanderen naar Brussel. Ik pleit ervoor dat alle aanwezigen er in hun partijen voor zouden zorgen dat de Brusseltoets in ieders hoofd zit, niet enkel in dat van de 6 Brusselse collega s in het Vlaams Parlement. ***

15 15 Voorzitter: mevrouw Elke Roex Interpellatie van de heer Johan Van den Driessche tot de heer Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Begroting, Onderwijs, Vorming en Studentenzaken en mevrouw Bianca Debaets, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin en Gelijke Kansen, over het personeelsbeleid van de VGC De heer Johan Van den Driessche (N-VA): In het bestuursakkoord van het VGC-College en de beleidsverklaring voor 2015 kondigde u een aantal werven aan op het vlak van personeelsbeleid. Zo vermeldde u dat het College wilt werk maken van: - het creëren van een stimulerende werkomgeving - het uitwerken van motiverende loopbaanmogelijkheden - het uitwerken van individuele vorming en van ontwikkelingsplannen - het vertalen van het personeelsplan in een organogram met functieomschrijvingen en taakopdrachten - de ontwikkeling van een gestructureerd en transparant personeelsstatuut en bijhorend arbeidsreglement. - het opstellen van een deontologische code. - het invullen van de personeelsformatie(s) - het houden van een (tweede) interne tevredenheidsenquête - de oprichting van een volwaardige sociale dienst - het uitwerken van een gelijkekansenbeleid Graag verneem ik van u welke initiatieven in dit kader reeds genomen zijn en wat in de volgende maanden op stapel staat. Collegelid Bianca Debaets: Ik overloop graag de belangrijkste initiatieven die de voorbije maanden genomen werden in opvolging van het bestuursakkoord en geef u een beeld van de context. Er zijn 9 aandachtspunten. 1. Creëren van een stimulerende werkomgeving De VGC heeft de jongste jaren hard ingezet op het ontwikkelen en het implementeren van het competentiemanagement. Een eerste aanzet werd gegeven door de organisatie van een inspiratiesessie talentmanagement (17 februari 2015) voor de stafleden van de directie Personeel en HRM en enkele leidinggevenden, in samenwerking met de externe partner die het competentiemanagement mee implementeerde. De VGC heeft ook oog voor een evenwichtige werk leven balans. Daartoe werd het telewerken ingevoerd, de mogelijkheid van flexibele uren én de verkorte werkweek. Er werd een nieuwe onthaalbrochure uitgegeven (juli 2014) voor de VGC-personeelsleden waarin op overzichtelijke wijze de rechten en plichten, en alle praktische formaliteiten bij de tewerkstelling (woon-werkverkeer, hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques, ) werden opgenomen. Hieraan gelinkt werd een nieuw onthaalbeleid uitgetekend, waarbij vanaf 1 februari 2015 de peter-/meterschappen voor nieuwe personeelsleden van start gingen. 2. Uitwerken van motiverende loopbaanmogelijkheden Het College besliste op 5 maart 2015 over de toekenning van de motiverende loopbaanmogelijkheden. Enerzijds betreft het coördinatoren: zij verzekeren het optimale verloop van de beleidsvoorbereiding, -uitvoering en -evaluatie en/of ondersteunende werkprocessen, via permanente

16 16 monitoring, evaluatie en bijsturing en worden aangesteld voor een verlengbare duur van 6 jaar. Verspreid over de administratie, werden er 14 coördinatoren aangesteld Anderzijds betreft het de vaste aanstelling in een graad 2 of 3 binnen het huidig tewerkstellingsniveau. 3. Uitwerken van individuele vorming en van ontwikkelingsplannen De VGC kent een uitgebreid open vormingsaanbod. Dit aanbod is zeer divers en focust op attitudes en vaardigheden: ICT-opleidingen, opleidingen specifiek voor bepaalde doelgroepen (bv. gemeenschapscentra), opleidingen rond communicatie, taalopleidingen (geschreven en gesproken Nederlandse taal), (coachend) leidinggeven, evalueren en geëvalueerd worden, welzijn (veiligheid, etc. ), VGC-personeelsleden krijgen ook de mogelijkheid vorming te volgen die specifiek focust op de Brusselse (werk)context. Eenmaal per jaar wordt er een vorming georganiseerd voor alle personeelsleden: dit jaar zal op 21 april een vormingsnamiddag doorgaan in de gebouwen van KBC rond verbindende communicatie. Daarnaast kan elk personeelslid een aanvraag doen tot individuele vorming; dit zijn extern te volgen opleidingen die kaderen binnen het eigen functioneren en gericht zijn of op het verwerven van expertise, of op toepasbare attituden voor de functie. Zoals bij de toelichting van de stimulerende werkomgeving vermeldt: de VGC wil komen tot persoonlijke ontwikkelingsplannen voor elk personeelslid. Een POP is een dynamisch gebruiksinstrument waarmee het personeelslid en de leidinggevende in gesprek kunnen gaan over het functioneren en de professionele groei van het betrokken personeelslid. 4. Vertalen van het personeelsplan in een organogram met functieomschrijvingen en taakopdrachten Op 5 december 2013 werden het personeelsplan van de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie goedgekeurd. Dit plan wordt jaarlijks, gelijklopend met de begrotingscyclus herbekeken. Met het oog op de opmaak van de begrotingswijziging 1&A, zullen een aantal beleidsopties (speelplein, integratiedienst, ) vertaald dienen te worden naar het personeelsplan. Daartoe wordt in eerste instantie voor elke (algemene) directie, entiteit of dienst een organogram opgemaakt met bijhorende taakopdrachten en functiebeschrijvingen. Deadline voor dat organogram is april/mei De ontwikkeling van een gestructureerd en transparant personeelsstatuut en bijhorend arbeidsreglement. Het opstellen van een deontologische code Het huidige VGC-personeelsstatuut dateert van 1994 en werd reeds 67 x gewijzigd. Het VGC-personeelsstatuut dient derhalve te worden aangepast tot een geïntegreerd en gebruiksvriendelijk instrument dat naast rechtszekerheid ook voldoende ruimte biedt voor diversifiëren. Het College besliste op 18 december 2014 hiervoor beroep te doen op een externe partner (aanstelling eind januari 2015) van Adviesbureau Bestuur, Bouw en Ruimte, een kantoor met een sterke juridische dienstverlening inzake administratief recht. Streefdoel om te komen tot een gestructureerd en transparant personeelsstatuut, met arbeidsreglement en deontologische code, is het najaar 2015.

17 17 6. Het invullen van de personeelsformatie(s) Met de goedkeuring van het personeelsplan op 5 december 2013, besliste het College tot de vacantverklaring van alle functies in dat personeelsplan die niet of tijdelijk ingevuld waren. In de periode mei juni 2014 werden deze 94 vacante functies opengesteld. Ongeveer de helft daar van werd ingevuld in deze eerste ronde. In september november 2014 werd een tweede ronde gehouden, waarna nog een 25-tal functies vacant bleven, voornamelijk op het niveau B. In november december 2014 werd dan ook een nieuw niveaugebonden aanwervings- en bevorderingsexamen niveau B georganiseerd, en functiespecifieke examens. Met de goedkeuring deze maand door het College van de aanstellingen op niveau B voor de gemeenschapscentra, zullen praktisch alle 94 functies ingevuld zijn. 7. Het houden van een (tweede) interne tevredenheidsenquête De eerste interne tevredenheidsenquête dateert van 2012 en dient principieel tweejaarlijks hernomen te worden. Gegeven het feit dat er veel nieuwe personeelsleden startten bij de VGC en gegeven het feit dat er in 2014 geen interne preventieadviseur was, is de opstart van de tweede enquête naar 2015 verschoven, mogelijks in samenwerking met een externe consultant. Het is niet dat we niets gaan doen, er zal werk van gemaakt worden. 8. De oprichting van een volwaardige sociale dienst De vzw Sociaal Fonds werd in oorsprong opgericht, met een paritaire samenstelling werkgever vakorganisaties, om een aantal (financiële) tegemoetkomingen voor de medewerkers te verzorgen. Binnen de organisatie is er een stijgend aantal dossiers die de noodzaak tot individuele opvolging en dienstverlening aantoont. Het ontwikkelen van een preventief en curatief stress- en burn-outmanagement, dit in samenwerking met de preventiedienst, is tevens een absolute noodzaak gebleken. Meer en meer mensen kloppen aan, ook onder meer met alcoholproblemen. Met de vzw Sociaal Fonds werden dan ook gesprekken opgestart, met als agenda: - Uitbouw van een volwaardige sociale dienst waarbij het accent ligt op de sociale interventies en minder op de geldelijke tegemoetkomingen; - Verdeling van de middelen: streven naar een evenwicht tussen alle categorieën begunstigden, en meer inzetten op zij die financieel minder verloond worden. In 2015 zal duidelijkheid moeten verkregen worden over de positionering van de sociale dienst (deadline september 2015). De nieuwe werking kan dan starten vanaf 1 januari Het uitwerken van een gelijkekansenbeleid In het verleden heeft de VGC via verschillende diversiteitsplannen reeds acties ontwikkeld in functie van een verhoogde aandacht voor diversiteit. In de administratie is ook een transversale werkgroep actief die dit opvolgt. De uitdaging ligt in het structureel verankeren van deze acties en het voeren van een gecoördineerd diversiteitsbeleid. Daartoe dienen: - de al opgestelde diversiteitsplannen te worden geëvalueerd; - vernieuwende meetinstrumenten ontwikkeld te worden. In januari 2015 was er overleg met de Vlaamse Diversiteitsambtenaar die op een lange ervaring steunt, en de directeur Personeel VGC. De komende maanden wordt er in de schoot van de werkgroep verder gewerkt aan het identificeren van prioritaire acties.

18 18 De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Dank u wel voor uw uitgebreid antwoord. Ik heb een paar vraagjes nog extra daaromtrent ter verduidelijking of om een beetje dieper te graven. Voor wat betreft het eerste punt creëren van een stimulerende werkomgeving, heeft u een aantal voorbeelden gegeven die daaronder moeten gebracht worden. Maar hoe zit dat in de praktijk? Is daar een specifiek plan gemaakt die dat moet begeleiden? Als men zegt dat men een stimulerende werkomgeving wil creëren, dan veronderstel ik dat diegene die verantwoordelijk is voor personeel, of de directie, een plan uitwerkt. Is er zo een plan, buiten een aantal zaken die daar onder kunnen geplaatst worden, een eigen leven geleid hebben en daar in kaderen? Hoe moet ik mij dat voorstellen? Omtrent het uitwerken van de individuele vorming en van ontwikkelingsplannen wil ik twee zaken opmerken. U somt een hele reeks aspecten op. Ik ga ervan uit dat het dingen zijn die al in het bestaande aanbod zitten, dat er ook vroeger al was. Wat moet ik me voorstellen bij de zinsnede in de beleidsbrief het uitwerken van individuele vorming? In feite bestond die al als ik het goed begrijp. Dus wat is daar nieuw aan? Hoe ver staat men met de invoering van de POP s? Wanneer gaat dat gelanceerd worden? Voor de personeelsformatie mag ik veronderstellen dat ze, op een paar namen na, volledig ingevuld is. Er wordt flink wat gedaan rond het uitwerken van een gelijkekansenbeleid. Het beleidsplan suggereert dat er meer gaat gebeuren. Wat is de timing om dat plan te lanceren? Collegelid Bianca Debaets: Wat uw eerste vraag betreft: dat plan zit vervat in het MOP (Management Operationeel Plan) van de directeur. De POP s tweede vraag zijn verschillend van de talrijke opleidingen die al bestaan en ik overlopen heb: taalopleidingen, enz. Dit laatste is wat vraaggestuurd. Er is als het ware een portefeuille aan vormingen en aanbod waaruit mensen kunnen kiezen. Concreet betekent dit dat het personeelslid zijn/haar vraag voorlegt aan zijn/haar leidinggevende, die de vraag samen met de directie personeel onderzoekt. Een POP is een plan dat voor elk personeelslid op maat, persoonlijk wordt uitgetekend. Vooraleer we hier kunnen mee starten, moet er een kader worden uitgewerkt, alsook de nodige ICT-infrastructuur worden uitgezet. Dat betekent dat voor een 700-tal mensen een gepersonaliseerd plan wordt ontwikkeld. Dat vereist de nodige omkadering en infrastructuur. De ICT-aankopen die noodzakelijk zijn om dit plan uit te werken starten al in Vanaf dan moeten we rekenen op een doorlooptijd voor het opstellen van al die persoonlijke plannen van 3 jaar, te rekenen vanaf Wat de timing van het gelijke kansenbeleid betreft, zal als timing 2016 aangehouden worden. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Even terug naar het MOP. Is het mogelijk daar een kopie van te krijgen? Collegelid Bianca Debaets: Dat is een intern document. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Ik ben daarstraks een andere vraag vergeten te stellen over het uitwerken van motiverende loopbaanmogelijkheden. Ik heb begrepen dat er 14 coördinatoren zijn aangesteld. Is het dàt dan? En wat doen die juist?

19 19 Collegelid Bianca Debaets: Neen. Er zijn 2 elementen. Er zijn enerzijds de coördinatoren en anderzijds de vaste aanstellingen in graad 2 of 3. Ik wil graag met u nog eens overlopen wat de opdracht van de coördinatoren is. Zij verzekeren een optimaal verloop van de beleidsvoorbereiding, de uitvoering en de evaluatie en/of ondersteunende werkprocessen via permanente monitoring, evaluatie en bijsturing en worden aangeduid voor een verlengbare tijd van 6 jaar. Gespreid over de administratie gaat het over 14 mensen. Anderzijds zijn er de vaste aanstellingen in de graden 2 en 3 binnen het huidige tewerkstellingsniveau (B, C, D). Voor een graad 2 wordt vereist dat het personeelslid over volgende extra opdracht of competentie beschikt: een extra inhoudelijke verantwoordelijkheid (expertise), of leidinggeven. Verspreid over de administratie werden aangesteld: graad B2: 15 - graad B3: 1 - graad C2: 10 - graad C3: 1 - graad D2: 5 - graad D3: 1. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): En wat. Mevrouw Elke Roex, voorzitter: Mijnheer Van den Driessche, dit is een interpellatie. De procedure ligt vast in het Reglement van Orde. U krijgt 2 keer een repliek na het antwoord van de minister. Nu krijgt u het woord voor een besluitende repliek. We moeten een onderscheid maken in commissie tussen de gegevens die ook via schriftelijke vragen kunnen worden verkregen en de discussie die het College in vraag stelt en waarvoor een interpellatie gemaakt is. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Ja, maar daarvoor moet men natuurlijk goed kunnen begrijpen Mevrouw Elke Roex, voorzitter: U kunt voorafgaand aan een interpellatie ook schriftelijke vragen indienen om de nodige stoffering te hebben zodanig dat we in commissie echt het politieke debat kunnen houden. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Ik ben er bijna. Mevrouw Elke Roex, voorzitter: Volgens het Reglement van Orde mag ik u nu nog het woord geven voor een conclusie en dan is het gedaan. Eigenlijk mag ik u volgens het Reglement geen kans meer geven om nog vragen te stellen. Ik heb dat in het begin van mijn parlementaire carrière eens heel goed gelezen en eigenlijk is dat heel nuttig. De heer Johan Van den Driessche (N-VA): Dank u. Alleen houdt u zich daar zelf niet altijd aan. Concluderend kan ik stellen dat het beweegt, maar niet snel genoeg. (Hilariteit)

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 671 (2016-2017) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2016-2017 2 MEI 2017 INTERPELLATIE Commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media van dinsdag 2 mei 2017 INTEGRAAL

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 651 (2016-2017) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2016-2017 30 NOVEMBER 2016 VRAAG Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin van woensdag 30 november 2016 INTEGRAAL VERSLAG Hebben

Nadere informatie

Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media vergadering C150 CUL20 zittingsjaar 2012-2013 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media van 14 maart 2013 2 Commissievergadering nr. C150 CUL20 (2012-2013) 14 maart

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 607 (2015-2016) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2015-2016 12 JANUARI 2016 VRAAG Commissie voor Cultuur, Jeugd en Sport van dinsdag 12 januari 2016 INTEGRAAL VERSLAG Hebben aan de

Nadere informatie

Opnemen van een coördinerende functie voor het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Opnemen van een coördinerende functie voor het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest BIJLAGE Bijlage nr. 1 Fiches Titel initiatief: Initiatiefnemer: Opnemen van een coördinerende functie voor het Nederlandstalig onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw KOCB Projectomschrijving

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 459 (2011-2012) Nr. 1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZIT TING 2011-2012 17 NOVEMBER 2011 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van mevrouw Elke ROEX betreffende het waarborgen van het recht op kinderopvang

Nadere informatie

b) Welke projecten werden in het verleden door de VGC ingediend? Welke werden goedgekeurd? Voor welk bedrag?

b) Welke projecten werden in het verleden door de VGC ingediend? Welke werden goedgekeurd? Voor welk bedrag? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 109 van KARL VANLOUWE datum: 6 februari 2015 aan SVEN GATZ VLAAMS MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL Toepassing sectorale decreten - Brussel Om tegemoet te komen aan

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 580 (2014-2015) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2014-2015 16 JUNI 2015 VRAAG OM UITLEG Commissie voor Algemene Zaken, Financiën, Begroting en Media van dinsdag 16 juni 2015 INTEGRAAL

Nadere informatie

TOESPRAAK VAN HILDE CREVITS VLAAMS MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR 24 januari 2008

TOESPRAAK VAN HILDE CREVITS VLAAMS MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR 24 januari 2008 TOESPRAAK VAN HILDE CREVITS VLAAMS MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR 24 januari 2008 Studievoormiddag Doelgroepen en milieubeleid: focus op prioritaire sectoren van industrie

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING,

Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING, Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke

Nadere informatie

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen Opschrift Datum Gewijzigd bij Decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid 6 juli 2012 Decreet van 19 december 2014 houdende

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2016; Besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 590 (2015-2016) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2015-2016 7 OKTOBER 2015 VRAAG Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin van woensdag 7 oktober 2015 INTEGRAAL VERSLAG Hebben aan

Nadere informatie

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 1589 (2011-2012) Nr. 7 27 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 3B (2014-2015) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2014-2015 2 JULI 2015 REGLEMENT VAN ORDE Voorstel tot wijziging van art. 13, 27, 42, 51, 56, 59, 60, 61 en 62 van het Reglement van

Nadere informatie

Beste kandidaten, Beste vrienden,

Beste kandidaten, Beste vrienden, TOESPRAAK DOOR KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER-PRESIDENT EN VLAAMS MINISTER VAN ECONOMIE, BUITENLANDS BELEID, LANDBOUW EN PLATTELANDSBELEID CD&V Kandidatendag 28 mei 2012 Beste kandidaten, Beste vrienden,

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 537 (2014-2015) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2014-2015 14 OKTOBER 2014 INTERPELLATIE Commissie voor Cultuur, Jeugd en Sport van dinsdag 14 oktober 2014 Hebben aan de werkzaamheden

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid VR 2017 2402 DOC.0170/2BIS Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

Algemeen verslag denkdag 15 juni 2015 de Kriekelaar Schaarbeek

Algemeen verslag denkdag 15 juni 2015 de Kriekelaar Schaarbeek Algemeen verslag denkdag 15 juni 2015 de Kriekelaar Schaarbeek 1 Inleiding 2 Op 15 juni 2015 verzamelden de leden van de advieswerkgroep Sociaal-Cultureel Werk en vertegenwoordigers van regionale koepelverenigingen

Nadere informatie

DIVERSITEITSPLANNEN IN HET ONDERWIJS

DIVERSITEITSPLANNEN IN HET ONDERWIJS DIVERSITEITSPLANNEN IN HET ONDERWIJS Een school die een efficiënt diversiteitsbeleid voert heeft oog voor de capaciteiten en de verscheidenheid van elk personeelslid/leerling. Nu zijn er heel wat scholen

Nadere informatie

De werking van de Beleids-en beheerscyclus

De werking van de Beleids-en beheerscyclus Achter de schermen De werking van de Beleids-en beheerscyclus Nu de gemeenteraadsverkiezingen achter de rug zijn en het stof weer is gaan liggen, ontwaken de nieuwe gemeenteburen. In sommige steden en

Nadere informatie

Advies. Ervaringsfonds - aanvraagprocedures. Brussel, 6 juli 2015

Advies. Ervaringsfonds - aanvraagprocedures. Brussel, 6 juli 2015 Advies Brussel, 6 juli 2015 SERV_Raad_20150706_aanvraagprocedures_ervaringsfonds_adv Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be www.serv.be Adviesvraag:

Nadere informatie

Bij de voorstelling van het Jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat

Bij de voorstelling van het Jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat Toespraak van Sven Gatz Minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel Bij de voorstelling van het Jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat Brussel, Vlaams Parlement, 19 november 2014 Geachte voorzitter,

Nadere informatie

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR Een lokale engagementsverklaring als basis voor een vitale samenwerking tussen kinderopvang en lokaal bestuur Zowel in het decreet van

Nadere informatie

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout.

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout. ERKENNING EN ZETEL Artikel 1. De gemeentelijke Sportraad wordt erkend als gemeentelijk adviesorgaan in uitvoering van het decreet van 6 juli 2012, zijnde het decreet houdende het stimuleren en subsidiëren

Nadere informatie

GEMEENTE EDEGEM ontwikkelingssamenwerking III. r e g l e m e n t

GEMEENTE EDEGEM ontwikkelingssamenwerking III. r e g l e m e n t GEMEENTE EDEGEM ontwikkelingssamenwerking III r e g l e m e n t Besluit van de gemeenteraad van Edegem van betreffende de financiële en logistieke ondersteuning van ontwikkelingssamenwerking. De gemeenteraad

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

ADVIES I.V.M. HET POSITIEF ACTIEPLAN ALLOCHTONEN EN ARBEIDSGEHANDICAPTEN 2002

ADVIES I.V.M. HET POSITIEF ACTIEPLAN ALLOCHTONEN EN ARBEIDSGEHANDICAPTEN 2002 ADVIES I.V.M. HET POSITIEF ACTIEPLAN ALLOCHTONEN EN ARBEIDSGEHANDICAPTEN 2002 Brussel, 13 februari 2002 2. Op 4 januari 2002 vroeg de heer Van Grembergen, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden,

Nadere informatie

Toespraak Freya Saeys, actualiteitsdebat VP 13.05.2015

Toespraak Freya Saeys, actualiteitsdebat VP 13.05.2015 Toespraak Freya Saeys, actualiteitsdebat VP 13.05.2015 Collega s, Voorzitter, Armoede is moeilijk te bestrijden. Ook de collega s van de oppositie zullen dat moeten toegeven. Zo is mevrouw Lieten 5 jaar

Nadere informatie

Agenda. 1. Verwelkoming 2. Kennismaking 3. Huis van het kind - Toelichting 4. Ronde tafel met kernvragen 5. Cirkels 6. Slot

Agenda. 1. Verwelkoming 2. Kennismaking 3. Huis van het kind - Toelichting 4. Ronde tafel met kernvragen 5. Cirkels 6. Slot Agenda 1. Verwelkoming 2. Kennismaking 3. Huis van het kind - Toelichting 4. Ronde tafel met kernvragen 5. Cirkels 6. Slot 1. Verwelkoming door Schepen Kaat Olivier 2. Kennismaking 3. Huis van het kind

Nadere informatie

vergadering C58 zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

vergadering C58 zittingsjaar Handelingen Commissievergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media vergadering C58 zittingsjaar 2014-2015 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media van 4 december 2014 2 Commissievergadering nr. C58 (2014-2015) 4 december 2014 INHOUD

Nadere informatie

BIJLAGE. Motivering van het voorliggende convenant

BIJLAGE. Motivering van het voorliggende convenant BIJLAGE CONVENANT VRIJWILLIGERSWERK IN UITVOERING VAN HET PROTOCOL BETREFFENDE DE SAMENWERKING TUSSEN DE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN EN DE PROVINCIES TIJDENS DEZE LEGISLATUUR Motivering

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v)

Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v) Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v) Graad Deskundige (m/v) Functietitel Deskundige Milieu (m/v) Doelstelling van de functie Als Deskundige Milieu adviseert u de milieuvergunningen die op het grondgebied

Nadere informatie

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Vlaamse Regering rssjj^f ^^ Vlaamse Regering rssjj^f ^^ Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van ISjuli 2007 houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de decreten

Nadere informatie

Deel 1: Het nieuwe decreet lokaal Sport voor Allenbeleid

Deel 1: Het nieuwe decreet lokaal Sport voor Allenbeleid Deel 1: Het nieuwe decreet lokaal Sport voor Allenbeleid van 2007 1 IINLEIIDIING Het vorige Decreet houdende erkenning en subsidiëring van de gemeentelijke sportdiensten, de provinciale sportdiensten en

Nadere informatie

OCMW Lede - Beleidsnota 2010. Sociale dienstverlening. Financiële steun

OCMW Lede - Beleidsnota 2010. Sociale dienstverlening. Financiële steun OCMW Lede - Beleidsnota 2010 Deze beleidsnota hoort bij het budget 2010. Dit budget maakt deel uit van het financieel meerjarenplan 2008-2012. Het opgemaakte budget 2010 past binnen de opgemaakte meerjarenplanning

Nadere informatie

Verslag aan de Provincieraad

Verslag aan de Provincieraad directie Welzijn, Gezondheid, Wonen, Jeugd en Ontwikkelingssamenwerking dienst Preventie, Hulpverlening en Zorg Verslag aan de Provincieraad registratienr. 1001206 betreft verslaggever ALGEMEEN WELZIJNSWERK

Nadere informatie

Advies. Conceptnota tripartite overlegstructuur voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid. Brussel, 26 mei 2015

Advies. Conceptnota tripartite overlegstructuur voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid. Brussel, 26 mei 2015 Advies Conceptnota tripartite overlegstructuur voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Brussel, 26 mei 2015 SERV_20150526_conceptnota_overlegmodel_WVG_ADV Sociaal-Economische Raad van

Nadere informatie

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1] Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1] Ten gevolge van de goedkeuring van de bisconceptnota betreffende de organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen,

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 581 (2014-2015) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2014-2015 17 JUNI 2015 VOORSTEL VAN RESOLUTIE - van mevrouw Annemie MAES - betreffende het Brussels medialandschap 1355 2 TOELICHTING

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Directeur audit

Functiebeschrijving: Directeur audit Functiebeschrijving: Directeur audit Functiefamilie Controle en audit functies Voor akkoord Naam leidinggevende Datum + handtekening Naam functiehouder Datum + Handtekening 1. Context van de functie 1.1.

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE EN EUROPESE AANGELEGENHEDEN

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE EN EUROPESE AANGELEGENHEDEN C107 BUI7 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2002-2003 21 januari 2003 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE EN EUROPESE AANGELEGENHEDEN Vraag om uitleg van de heer Jan Loones tot mevrouw

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING GEMEENTE SCHOTEN

FUNCTIEBESCHRIJVING GEMEENTE SCHOTEN FUNCTIEBESCHRIJVING GEMEENTE SCHOTEN 1. ALGEMEEN 1.1. Departement: Samenleven Dienst: Cultuur 1.2. Naam van de functie: Stafmedewerker cultuur 1.3. Datum: augustus 2018 2. DOEL VAN DE FUNCTIE Je staat

Nadere informatie

Gemeenteraadsverkiezingen Krien Hansen dienst beleid Verenigingsraad Natuurpunt Oost Brabant 27 oktober 2017

Gemeenteraadsverkiezingen Krien Hansen dienst beleid Verenigingsraad Natuurpunt Oost Brabant 27 oktober 2017 Gemeenteraadsverkiezingen 2018 Krien Hansen dienst beleid Verenigingsraad Natuurpunt Oost Brabant 27 oktober 2017 Wanneer? Basismemorandum Natuurpunt Biedt inspiratie / kader - voor afdelingen/werkgroepen

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 598 (2015-2016) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2015-2016 16 NOVEMBER 2015 BELEIDSOVEREENKOMST Beleidsovereenkomst Stedenfonds tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie

Nadere informatie

Advies. Provinciedecreet. meer. en het. worden. 24 april Pagina 1

Advies. Provinciedecreet. meer. en het. worden. 24 april Pagina 1 Advies Algemene Raad i.s.m. Sectorraad Kunsten enn Erfgoed Sectorraad Sociaal-Cultureel Werk 24 april 2013 Voorontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen van het decreett v.z.w.. de Rand

Nadere informatie

Toespraak Sven Gatz Minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel CultuurContentement Brussel, dinsdag 13 maart 2018.

Toespraak Sven Gatz Minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel CultuurContentement Brussel, dinsdag 13 maart 2018. Toespraak Sven Gatz Minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel CultuurContentement Brussel, dinsdag 13 maart 2018 Dames en heren, - Het wordt een interessant jaar! Het proces van de overdracht van de

Nadere informatie

DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,

DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING, Ministerieel besluit van 29 mei 2002 houdende vastlegging van de structuur van een gemeentelijk cultuurbeleidsplan, een beleidsplan van een bibliotheek en een beleidsplan van een cultuurcentrum DE VLAAMSE

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en armoedebestrijding

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 660 (2016-2017) Nr.1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2016-2017 14 FEBRUARI 2017 VRAAG OM UITLEG EN VRAAG Commissie voor Cultuur, Jeugd en Sport van dinsdag 14 februari 2017 INTEGRAAL

Nadere informatie

Toespraak van Sven Gatz. Minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel. Viering 80 jaar Doktersgild Van Helmont. Brussel, zaterdag 1 oktober 2016

Toespraak van Sven Gatz. Minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel. Viering 80 jaar Doktersgild Van Helmont. Brussel, zaterdag 1 oktober 2016 Toespraak van Sven Gatz Minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel Viering 80 jaar Doktersgild Van Helmont Brussel, zaterdag 1 oktober 2016 Geachte voorzitter, dames en heren, - Het is me een grote

Nadere informatie

Memorandum 2019 voor een Digitaal en Mediawijs Vlaanderen

Memorandum 2019 voor een Digitaal en Mediawijs Vlaanderen Memorandum 2019 voor een Digitaal en Mediawijs Vlaanderen Op 9 juli 2008 nam het Vlaams Parlement een Resolutie aan, ingediend door 6 partijen, betreffende de Ondersteuning van de Gamesector in Vlaanderen.

Nadere informatie

3. Inspraak - Participatie aan het beleid

3. Inspraak - Participatie aan het beleid kwaad berokkenen. Vaak is de zorgverlener zich dus niet bewust van de gevolgen van zijn handelingen (vandaar de be tussen haakjes). Voor Vlaanderen bestaat er een Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling.

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende de uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

zittingsjaar 2013-2014 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid

zittingsjaar 2013-2014 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid vergadering C54 LAN3 zittingsjaar 2013-2014 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid van 6 november 2013 2 Commissievergadering nr. C54 LAN3 (2013-2014) 6

Nadere informatie

A3 - Directeur Directie Controle - functiebeschrijving

A3 - Directeur Directie Controle - functiebeschrijving A3 - Directeur Directie Controle - functiebeschrijving 1. Identificatie functie Functiebenaming: Directeur Directie Controle Functiecode: A3 Organisatie: Diensten van het Verenigd College Directie: Directie

Nadere informatie

De Adviesraad kan binnen de beperkingen van haar bevoegdheden, zoals bepaald in artikel 2, zelf initiatief nemen om een advies te formuleren.

De Adviesraad kan binnen de beperkingen van haar bevoegdheden, zoals bepaald in artikel 2, zelf initiatief nemen om een advies te formuleren. Gemeentelijk reglement Cultuurraad Stad Brussel Preambule Definities van de gebruikte termen: De Gemeenteraad: de Gemeenteraad van de Stad Brussel; Het College: College van Burgemeester en Schepenen van

Nadere informatie

Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus

Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus VJR-20100511 Inputnota Vlaamse Jeugdraad: lokaal jeugdbeleid in de nieuwe gemeentelijke beleids- en beheerscyclus Inleiding De Vlaamse regering wil de lokale sectorale en thematische beleidsplannen, waaronder

Nadere informatie

Deze overeenkomst treedt in werking na ondertekening en eindigt op 31 augustus 2020.

Deze overeenkomst treedt in werking na ondertekening en eindigt op 31 augustus 2020. Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr. 20152016-0050 26-11-2015 BIJLAGE Bijlage nr. 1 Samenwerkingsovereenkomst Tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), Emile Jacqmainlaan 135 te 1000 Brussel,

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN DIRECTEUR

FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN DIRECTEUR FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN DIRECTEUR Onderwijsinstelling :... Instellingsnummer :... Schoolbestuur :... Scholengemeenschap/consortium : SG BLOM Nummer scholengemeenschap : 121921 Het arbeidsreglement,

Nadere informatie

A2. INTEGRITEITSCODE (> preventie - > sanctionering)

A2. INTEGRITEITSCODE (> preventie - > sanctionering) ACTIEPLAN GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG _ versie najaar 2018 De meldingen in de media en op publieke fora inzake grensoverschrijdend gedrag sinds oktober 2018, waarbij ook de podiumkunstensector expliciet

Nadere informatie

Jouw gemeente in de wereld De wereld in jouw gemeente

Jouw gemeente in de wereld De wereld in jouw gemeente VVSG internationaal Jouw gemeente in de wereld De wereld in jouw gemeente Jouw gemeente in de wereld De wereld in jouw gemeente Arctic Circle Line Date International Tropic of Cancer Equator International

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, HUISVESTING EN STEDELIJK BELEID

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, HUISVESTING EN STEDELIJK BELEID C284 BIN30 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2002-2003 10 juli 2003 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE AANGELEGENHEDEN, HUISVESTING EN STEDELIJK BELEID Vraag om uitleg van de heer Bart

Nadere informatie

Functiebeschrijving TEAMVERANTWOORDELIJKE CULTUURCENTRUM A1a2a3a

Functiebeschrijving TEAMVERANTWOORDELIJKE CULTUURCENTRUM A1a2a3a Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

BUDGET 2015 GEMEENTE MERKSPLAS

BUDGET 2015 GEMEENTE MERKSPLAS BUDGET 2015 GEMEENTE MERKSPLAS INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING... 3 2. MISSIE... 5 3. BELEIDSNOTA... 6 3.1. DOELSTELLINGENNOTA... 6 3.2. DOELSTELLINGENBUDGET... 16 3.3. FINANCIËLE TOESTAND... 17 3.4. LIJST OVERHEIDSOPDRACHTEN...

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.7 - April 2009-275-

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.7 - April 2009-275- Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.7 - April 2009-275- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS

Nadere informatie

We stellen voor deze vragenlijst één maal per jaar te gebruiken.

We stellen voor deze vragenlijst één maal per jaar te gebruiken. Vragenlijst Lokaal Drugoverleg Inleiding Binnen de alcohol- en drugpreventiesector weten we dat een dynamisch lokaal drugoverleg een belangrijke basis en voorwaarde vormt om binnen de gemeente een werkbaar

Nadere informatie

Afsprakennota tussen het bestuur en de administratie. Overeenkomstig artikel 86 2 van het OCMW-decreet van 19 december 2008.

Afsprakennota tussen het bestuur en de administratie. Overeenkomstig artikel 86 2 van het OCMW-decreet van 19 december 2008. Afsprakennota tussen het bestuur en de administratie Overeenkomstig artikel 86 2 van het OCMW-decreet van 19 december 2008. A - Afspraken over de samenwerking van de raadsleden met de leden van het managementteam.

Nadere informatie

STATUTEN CULTUURRAAD

STATUTEN CULTUURRAAD STATUTEN CULTUURRAAD 1. DOELSTELLING Art.1 Het Decreet op het lokaal en geïntegreerd Cultuurbeleid van 12 juli 2001 bepaalt dat de organisatie van advies en inspraak voor het cultuurbeleid een bevoegdheid

Nadere informatie

360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels

360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels 360 feedback 3.1 Student: M. camp Studentnummer: 11099003 Klas: WDH31 Datum: 2-02-2014 Personen welke de formulieren hebben ingevuld: - M. Camp - Menno Lageweg - Ir. S.W.L. van Herk - D.J. Jager M. Camp

Nadere informatie

Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel

Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel 1. Identificatiegegevens Functietitel Juridische werkgever

Nadere informatie

Advies. Voorontwerp van Brusseldecreet. Brussel, 17 september 2018

Advies. Voorontwerp van Brusseldecreet. Brussel, 17 september 2018 Advies Voorontwerp van Brusseldecreet Brussel, 17 september 2018 SERV_20180917_Brusseldecreet_ADV_.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be

Nadere informatie

IE nr. : 620 FORFAIT 2016 REGULARISATIE 3 de LUIK 2016

IE nr. : 620 FORFAIT 2016 REGULARISATIE 3 de LUIK 2016 26 februari 2016 IE nr. : 620 FORFAIT 2016 REGULARISATIE 3 de LUIK 2016 Het RIZIV stuurde vorige week de facturatietoestemmingen 2016 aan alle voorzieningen. Merk op dat de forfaits van Brusselse, Waalse

Nadere informatie

Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken

Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken vergadering C234 OPE18 zittingsjaar 2010-2011 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken van 12 mei 2011 2 Commissievergadering nr. C234 OPE18 (2010-2011) 12 mei 2011

Nadere informatie

Lutgart De Buel 02/553.50.13 30.07.2002 Lutgart.debuel@azf.vlaanderen.be

Lutgart De Buel 02/553.50.13 30.07.2002 Lutgart.debuel@azf.vlaanderen.be Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Statutaire Aangelegenheden Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap en Vlaams Gewest Boudewijnlaan 30,1000 BRUSSEL Tel. (02)553 50 25 - Fax (02)553 51 06 E-mail:

Nadere informatie

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid

Advies. Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid Brussel, 9 november 2005 091105_ Advies Voorontwerp van decreet houdende wijziging van decretale bepalingen inzake wonen als gevolg van het bestuurlijk beleid Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding... 3 2. Advies...

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Begrotingsadviseur

Functiebeschrijving: Begrotingsadviseur Functiebeschrijving: Begrotingsadviseur Functiefamilie organisatie ondersteunende functies 1 1. Context van de functie 1.1. Waarden van de Vlaamse overheid De Vlaamse overheid is een open en wendbare organisatie

Nadere informatie

De beleidsnota Omgeving

De beleidsnota Omgeving Briefadvies De beleidsnota Omgeving 2014-2019 Briefadvies over de beleidsnota Omgeving 2014-2019 Datum van goedkeuring 9 december 2014 Volgnummer 2014 039 Coördinator + e-mailadres Sandra Sliwa, sandra.sliwa@minaraad.be

Nadere informatie

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang; Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr. 20152016-0438 28-04-2016 BIJLAGE Bijlage nr. 1 Overeenkomst Overeenkomst tussen Kind en Gezin en de Vlaamse Gemeenschapscommissie betreffende de procedure

Nadere informatie

Handelingen. Commissievergadering. Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme

Handelingen. Commissievergadering. Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme vergadering C13 BIN1 zittingsjaar 2013-2014 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Decreetsevaluatie, Inburgering en Toerisme van 8 oktober 2013 Vraag om uitleg

Nadere informatie

TOESPRAAK Brussel, Donderdag 25 maart 2015

TOESPRAAK Brussel, Donderdag 25 maart 2015 TOESPRAAK Brussel, Donderdag 25 maart 2015 Sven Gatz Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd, en Brussel Algemente Vergadering van Vlaamse Cultuur- en Gemeenschapscentra Beste cultuurprofessionals, Beste

Nadere informatie

Vacature: Sportpromotor (B1-B3) Met aanleggen aanwervingsreserve

Vacature: Sportpromotor (B1-B3) Met aanleggen aanwervingsreserve Vacatures Vacature Sportpromotor (B1-B3) Omschrijving Vacature: Sportpromotor (B1-B3) Met aanleggen aanwervingsreserve 1. Wat zijn de toelatingsvoorwaarden? Om toegelaten te worden tot de vacante functie

Nadere informatie

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? Thuis en op school heb je allerlei waarden meegekregen. Sommigen passen bij je, anderen misschien helemaal niet. Iedereen heeft waarden. Ken

Nadere informatie

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :

Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en. Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt : DECREET betreffende het lokaal sociaal beleid HOOFDSTUK I Algemene bepalingen en definities Artikel 1 Dit decreet regelt

Nadere informatie

Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid (met uitvoeringsbesluit) HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen en definities

Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid (met uitvoeringsbesluit) HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen en definities BIJLAGE 3 Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid (met uitvoeringsbesluit) Het Lokaal Sociaal Beleid heeft als doel de sociale grondrechten voor iedereen te realiseren. Via de opmaak

Nadere informatie

Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager

Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager 1/5 Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager I. FUNCTIEBENAMING Formatie Directe Leidinggevende contractueel administratief personeel algemeen directeur II. HOOFDDOEL VAN DE FUNCTIE

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement Doel van de functiefamilie Leiden van projecten en/of deelprojecten de realisatie van de afgesproken projectdoelstellingen te garanderen. Context: In lijn met de overgekomen normen in termen van tijd,

Nadere informatie

Onze vraag: CD&V antwoordde ons:

Onze vraag: CD&V antwoordde ons: Onze vraag: Een resultaat gebonden interculturalisering moet de regel zijn in zowel overheidsorganisaties als organisaties die subsidies krijgen. Dat betekent meetbare doelstellingen op het vlak van etnisch-culturele

Nadere informatie

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013 > NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013 Leerlingen uit het secundair onderwijs mogen vertegenwoordigd zijn als partner op de schoolraad.

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

Commissievergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid

Commissievergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid vergadering C45 zittingsjaar 2015-2016 Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid van 29 oktober 2015 2 Commissievergadering

Nadere informatie

> KEN JE GEMEENTE EN GA ERMEE AAN DE SLAG!

> KEN JE GEMEENTE EN GA ERMEE AAN DE SLAG! > KEN JE GEMEENTE EN GA ERMEE AAN DE SLAG! > > DE GEMEENTE: WAT, WAAR, HOE EN WAAROM? Simpel gezegd is een gemeente een stuk grondgebied met een eigen bestuur, dat verkozen is door en verantwoording aflegt

Nadere informatie

DE WERKING VAN ONZE RAAD VAN BESTUUR: EEN GEDEELDE DIAGNOSE

DE WERKING VAN ONZE RAAD VAN BESTUUR: EEN GEDEELDE DIAGNOSE 57140513.JV-C1 DE WERKING VAN ONZE RAAD VAN BESTUUR: EEN GEDEELDE DIAGNOSE VRAGENLIJST VOOR BESTUURSLEDEN Wij verzoeken u de vragenlijst individueel in te vullen. Het is niet de bedoeling uw kennis te

Nadere informatie

FAQ. Sleutelwoorden Vragen Antwoord A. ALGEMEEN

FAQ. Sleutelwoorden Vragen Antwoord A. ALGEMEEN FAQ Algemene uitvoeringsbepalingen van de maatregelen ten gunste van de tewerkstelling van jongeren in sociaal profitsector voortspruitend uit de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact

Nadere informatie

1. Hoeveel zaken zijn op dit moment hangende bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen?

1. Hoeveel zaken zijn op dit moment hangende bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 206 van RENAAT LANDUYT datum: 3 maart 2015 aan GEERT BOURGEOIS MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED Raad voor

Nadere informatie

Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang.

Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang. Gecoördineerde versie van het reglement voor de subsidiëring van buitenschoolse kinderopvang. De aangeduide wijzigingen zijn in werking sinds 14 juli 2016. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Dit

Nadere informatie