RUIMTELIJKE ECONOMISCHE ANALYSE VAN DE OVERSLAGMOGELIJKHEDEN LANGSHEEN BINNENVAART IN VLAANDEREN
|
|
- Geert Verbeke
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 UNIVERSITEIT GENT FACUULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR RUIMTELIJKE ECONOMISCHE ANALYSE VAN DE OVERSLAGMOGELIJKHEDEN LANGSHEEN BINNENVAART IN VLAANDEREN Scriptie voorgedragen tot het bekomen van de graad van: Licentiaat in de Economische Wetenschappen Bart Amez onder leiding van Prof. Georges Allaert
2
3 UNIVERSITEIT GENT FACUULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR RUIMTELIJKE ECONOMISCHE ANALYSE VAN DE OVERSLAGMOGELIJKHEDEN LANGSHEEN BINNENVAART IN VLAANDEREN Scriptie voorgedragen tot het bekomen van de graad van: Licentiaat in de Economische Wetenschappen Bart Amez onder leiding van Prof. Georges Allaert
4 PERMISSION Ondergetekende, Bart Amez, bevestigt hierbij dat de onderhavige scriptie mag worden geraadpleegd en vrij mag worden gefotokopieerd voor persoonlijk gebruik. Bij het citeren moet steeds de titel en de auteur van de scriptie vermeld worden.
5 WOORD VOORAF Als klein jongentje ging ik met mijn opa vaak kijken naar de binnenvaartschepen die in mijn gemeente (Ooigem) tussen het kanaal Roeselare-Leie en de Leie werden versast. Pas vele jaren later werd mij dankzij de interessante lessen van Prof. Allaert duidelijk dat deze binnenvaart een belangrijke economische waarde bezit. Daar ik vroeger dacht dat de binnenvaart iets nostalgisch was dat met uitsterven werd bedreigd, bleek dit totaal niet het geval te zijn. Ik was dan ook sterk verwonderd van de vele potenties waarover de binnenvaart beschikt en ben blij dat ik de kans gekregen heb om dit van naderbij te mogen onderzoeken. Ik wens hierbij mijn uitdrukkelijke dank te betuigen aan mijn promotor Prof. Dr. Georges Allaert, voor de het vertrouwen die hij in mij stelde en voor zijn hulp op weg naar dit eindresultaat. Verder zou ik ook de mensen van Promotie Binnenvaart Vlaanderen willen bedanken voor de vele informatie die zij gratis ter mijne beschikking stelden en voor de snelle reacties van Paul Lambrechts en Petra De Somere op mijn vragen. Andere organisaties die ik wens te bedanken voor het verschaffen van informatie en voor het beantwoorden van mijn vragen zijn Waterwegen en Zeekanaal NV (Willem Van Crombrugge: Projectleider Seine-Schelde), het VIL (Bart Vannieuwenhuyse) en RSD (Maja Verbeeck: Projectcoördinator RoBrAnt+). Ook de containerterminals die ondanks alle drukte toch tijd konden vrijmaken om mijn vragen te beantwoorden, wens ik te bedanken. In het bijzonder dank ik Hans Dasbach (BATOP), Dieter Descamps (RTW), Frank Vanoutryve (IPG), Guy Govers en Inge Wouters (WCT), Rene Beckers (GCT) en Ruben Swerts (Transport Gheys) voor hun snelle en spontane reacties. Ik dank ook de mensen die de moeite genomen hebben om stukken van mijn thesis te herlezen en verbeteringen aan te brengen. Mathieu Beirlaen, Marijn De Vos, Thomas Vandewalle en Jörge Callewaert verdienen hierbij dan ook een vermelding. Ook Wouter Hublé, die mij toegang verleende tot interessante informatie, ben ik dankbaar. Voorts wens ik ook mijn dank te betuigen aan mijn ouders, familie en vrienden voor alle steun die zij mij schonken. Tot slot wil ik nog alle mensen die ik hierboven ben vergeten te vermelden, bedanken voor de medewerking. Dank U! Bart Amez, 2007 I
6 INHOUD Voorwoord... I Inhoud... II Lijst van figuren...iv Lijst van tabellen...iv Lijst met afkortingen... V Inleiding Binnenvaart Voordelen Nadelen Binnenvaart in Vlaanderen Feiten, evoluties en ontwikkelingen De moderne vloot De overslag Wat wordt er vervoerd via de binnenvaart? Waar bevinden zich de overslagmogelijkheden? Containerterminals a) BATOP b) Cargovil container terminal (CCT) c) Haven Genk n.v d) Gosselin s Container Terminal (GCT) e) Intermodaal Platform Gent (IPG) f) Trimodal Container Terminal Willebroek (TCT) g) River Terminal Wielsbeke (RTW) h) Water Container Transport (WCT) Meerhout i) Avelgem container terminal (AVCT) j) Inland terminal langs het kanaal Dessel-Kwaadmechelen Andere overslagmogelijkheden Netwerken met de containerterminals als Hub Creatie van toegevoegde waarde Koppeling met Nederland en Frankrijk Koppeling met de Nederlandse binnenvaart: Rijn-Schelde delta Rijn-Schelde Delta Samenwerkingsorganisatie RobrAnt II
7 Relevantie RoBrAnt+ voor de binnenvaart: koppeling Schelde-Rijn Ruimtelijke kwaliteitsverhoging via parkmanagement Koppeling met de Franse Binnenvaart: Seine-Schelde Indeling van het project Verloop van het project Toepassing in de praktijk Toekomstperspectieven Initiatieven vanwege overheden Vlaamse overheid...70 a) Het kaaimurenprogramma: een publiek-private samenwerking (PPS)...71 b) De verlaging van de vaarrechten voor de binnenvaart...75 c) Liberalisering van de binnenvaart...77 d) Optimalisatie bediening van bruggen en sluizen...78 e) Telematica...78 f) Promotie via Promotie Binnenvaart Vlaanderen Federale overheid Europees beleid...81 a) Het Marco Polo II project...81 b) De TEN-T projecten...85 c) NAIADES action programme...85 d) Onderzoeksprojecten in de context van de Europese Kaderprogramma s Eigen kritische reflectie...99 Besluit Lijst van geraadpleegde werken...vi Bijlagen... XV III
8 LIJST VAN FIGUREN Figuur 0.1: De intermodale transportketen 3 Figuur 1.1: Uitstoot van binnenvaart en vrachtverkeer, Figuur 1.2: Vergelijking van milieuvriendelijkheid van een intermodaal transportproject t.o.v. het wegtransport. (Vlaanderen 2000 en 2010) 11 Figuur 1.3: Evolutie aantal tonkm afgelegd door de binnenvaart, x 1 miljard, Figuur 1.4: Modale verdeling: binnenvaart, volgens tonkm, in % (2004) 18 Figuur 1.5: Dichtheid waterwegennetwerk, in km per km², x (2002) 19 Figuur 2.1: Evolutie van de totale binnenvaart procentuele verdeling (voor België), Figuur 2.2: Containerbinnenvaart Vlaamse Containerterminals in TEU, Figuur 2.3: Antwerp Intermodal Network 39 Figuur 2.4: SKIZNEB 41 Figuur 2.5: Totaal ladingen en lossingen op de Vlaamse waterwegen in ton, Figuur 2.6: De Rijn-Schelde delta 47 Figuur 2.7: De Rijn-Schelde delta in detail 47 Figuur 2.8: Studiegebied RoBrAnt+ 49 Figuur 2.9: Vergelijking planningsstructuur van Nederland en Vlaanderen 55 Figuur 2.10: Triple-P benadering 58 Figuur 2.11: Parkmanagement 60 Figuur 3.1: PPS Aantal vermeden vrachtwagenritten, LIJST VAN TABELLEN Tabel 1.1: Evolutie van de gemiddelde verbruikscijfers van de vloot in Vlaanderen/België, in l/1000 tonkm, Tabel 1.2: Becijfering totale externe kosten: VITO, EC, Planco - /1.000 tonkm 13 Tabel 2.1: Evolutie van de totale binnenvaart in miljoen tonkm (voor België), Tabel 3.1: PPS-projecten per waterweg, IV
9 LIJST MET AFKORTINGEN AIN: AVCT: AWZ: BBI: BIVAS: CCT: CIW: CT: ECT: FOD: GCT: HTS: IBIS: INE: IPG: MMA: NVVP: PBV: PPS: RIS: RSD: RSV: RTW: SPIN-TN: TCT: TEN-T: TEU: tonkm of tkm: VIL: VITO: W&Z: WCT: Antwerp Intermodal Network Avelgem container terminal Administratie Waterwegen en Zeewezen Babcock & Brown Infrastructure Binnenvaart Intelligent Vraag en Aanbod Systeem Cargovil container terminal Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid container terminal Europe Container terminals Federale overheidsdienst Gosselin s Container Terminal Heuvelman Transport Systems Informatiesysteem Binnenscheepvaart Inland Navigation Europe Intermodaal Platform Gent Masterplan Mobiliteit Antwerpen Nationaal Verkeers- en Vervoersplan Promotie binnenvaart Vlaanderen publiek-private samenwerking River Information Services Rijn-Schelde Delta Samenwerkingsorganisatie Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen River Terminal Wielsbeke Stategy to Promote Inland Navigation in Europe - Thematic Network Trimodal Container Terminal The Trans-European Transport Networks. Twenty foot equivalent unit tonkilometer Vlaams Instituut voor de Logistiek Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek Waterwegen en Zeekanaal Water Container Transport V
10 INLEIDING De transportsector is een sector die dankzij de groeiende economie en een toenemende globalisering steeds grotere proporties aanneemt. De gevolgen hiervan kunnen dan ook niet lang uitblijven. Zo raken de wegen steeds meer verzadigd en ook het milieu komt hierbij onder een steeds zwaardere druk te staan. De schreeuw naar duurzame alternatieven voor het wegtransport weerklinkt dan ook steeds luider. Transport per spoor, over water of via pijpleiding zijn hier de meest voor de hand liggende oplossingen. Voor Vlaanderen lijkt vooral het transport per binnenvaart een interessant alternatief te vormen. Dit is een transportmodus die nog beschikt over een ruim groeipotentieel en bovendien kunnen we in Vlaanderen rekenen op een enorm fijnmazig netwerk van waterwegen, wat in deze context een belangrijke troef vormt. De vraag die we ons dan moeten stellen is waarom toch nog vele bedrijven halsstarrig blijven vasthouden aan het wegtransport en hoe we deze organisaties eventueel zouden kunnen overtuigen om toch het alternatief van de binnenvaart in overweging te nemen. Om deze probleemstelling na te gaan zullen we starten met een algemene analyse van de binnenvaart. Daaruit zal blijken dat de binnenvaart vaak efficiënter, betrouwbaarder, veiliger en milieuvriendelijker is dan andere transportmodi. Ook de hoeveelheid externe kosten ligt voor de binnenvaart beduidend lager dan bij andere modaliteiten. Echter, door de sterke inspanningen van het wegtransport op het vlak van ecologie en de te relaxte houding van de binnenvaart in deze context, krimpt dit laatste voordeel zienderogen en dringt het nemen van maatregelen zich steeds sterker op. De meeste van de veelgenoemde nadelen, waarbij de binnenvaart vaak wordt afgeschilderd als zijnde een te trage, ouderwetse transportmodaliteit, kunnen sterk gerelativeerd worden. Getuige hiervan de Vlaamse vloot die toch wel modern kan genoemd worden. Desalniettemin is de binnenvaart ook op dit vlak nog voor verbetering vatbaar en moet er worden meegeëvolueerd. De RIS-richtlijn (River Information Services) zal hier in de nabije toekomst een belangrijke rol kunnen in spelen. Het belangrijkste nadeel is waarschijnlijk nog steeds de prijs. Vooral wat het vervoer over kortere afstanden betreft, waar de schaalvoordelen van de binnenvaart slechts een klein deel uitmaken van de gehele intermodale transportketen, blijkt dit een grote hindernis te vormen. Als we dan de analyse van de binnenvaart doortrekken naar Vlaanderen, merken we dat de binnenvaart sinds midden de jaren 90 aan een knappe revival bezig is. De liberalisatie van de binnenvaartmarkt en de reductie van de binnenvaartrechten zijn hier zeker niet vreemd aan. Ook andere initiatieven zoals het promoten via Promotie Binnenvaart Vlaanderen (PBV) en 1
11 het kaaimurenprogramma van de Vlaamse overheid zorgden hier voor positieve impulsen. Desalniettemin kende de totale trafiekprestatie van de binnenvaart de laatste twee jaar een afname, waardoor nieuwe beleidsimpulsen zoals bijvoorbeeld het Europese Naiades geen moment te vroeg komen. Als we de vergelijking maken tussen Vlaanderen en andere Europese landen, kunnen we duidelijk vaststellen dat Vlaanderen tot de beteren van zijn klas behoort. De reden hiervoor is voor een groot stuk terug te vinden in de fijnmazigheid van ons waterwegennet dat, op Nederland na, uniek is in Europa. De boodschap is dus om dit fijnmazig netwerk te koesteren door het te onderhouden en uit te bouwen waar nodig. Ondanks bepaalde tekortkomingen blijft het algemeen beeld van de binnenvaart eerder positief, waardoor er dus nog andere redenen moeten zijn die bedrijven beletten om over te schakelen op de binnenvaart. Er kan hierbij gekeken worden naar zowel de vraagzijde als naar de aanbodzijde. Wat de vraagzijde betreft zou men bijvoorbeeld taksen kunnen heffen op het vervoer over de weg, waardoor de vraag naar het wegvervoer afneemt en er bijgevolg een verschuiving naar onder andere de binnenvaart zou kunnen op gang komen. Toch is het gevaarlijk om zo te redeneren want het gevaar bestaat erin dat bedrijven toch niet overschakelen waardoor je op die manier enkel welvaartsverlies creëert (Panelgesprek met WINKELMANS W., , Gent). Het is namelijk zo dat niet altijd alle bedrijven in de mogelijkheid zijn om over te schakelen op alternatieve vervoersmodaliteiten, veel hangt af van het aanbod. Daarom is het in deze context vooral belangrijk om eens te gaan kijken naar de ontwikkeling van dit aanbod en meer bepaald naar de mogelijkheden tot overslag langsheen binnenvaart. Bij de overslagmogelijkheden dienen we een onderscheid te maken tussen twee soorten. Enerzijds heb je bedrijven die langs het water gelegen zijn en over een bedrijfsgebonden overslaginfrastructuur beschikken. Anderzijds heb je ook onafhankelijke bedrijven (terminals) die de overslag verzorgen voor de bedrijven in hun omgeving en op die manier een belangrijke schakel vormen in de intermodale transportketen. Het intermodaal transport is een transportsysteem dat verschillende transportmodi combineert en integreert. Hierbij wordt de sterkte van elke modus optimaal benut, namelijk de flexibiliteit van het wegtransport en de schaalvoordelen van de binnenvaart en het spoorvervoer. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een eenheidslading (container, wissellaadbak ) zodat de overslag van de ene transportmodus op de andere efficiënt kan verlopen. (MIRA, 2005, blz. 98) 2
12 Figuur 0.1: De intermodale transportketen. Bron: MIRA, 2005, blz. 99 Het is vooral dit intermodaal transport dat moet gezien worden als een mogelijke oplossing voor het overvloedige wegtransport, want bedrijven die aan het water gelegen zijn, zullen in de meeste gevallen reeds gebruik maken van de binnenvaart. Bedrijven die echter niet langs het water gelegen zijn, kunnen dankzij het intermodaal transport ook gebruik gaan maken van deze binnenvaart. Het intermodaal transport is evenwel een complementair verhaal en je kunt dit bijgevolg niet gaan bekijken zonder rekening te houden met het voor- en natransport. Hier spelen de overslagmogelijkheden dan ook een vooraanstaande rol in, ze zijn namelijk de cruciale schakels in de transportketen. Een analyse van de overslag is hier dan ook op zijn plaats. Bij deze analyse gaan we eerst na wat er zoal over het water getransporteerd wordt. Daar merken we dat het vooral bulkgoederen zijn die door de binnenvaart worden getransporteerd. Verder is ook de toename van goederen die voornamelijk in containers worden vervoerd opmerkelijk. Dit is dan ook een logisch gevolg van het toenemend aantal containerterminals langs de Vlaamse waterwegen en de daarmee gepaard gaande stijging in het binnenvaartcontainertransport. Dit recente verschijnsel, dat zorgt voor de opgang van het intermodaal transport, zullen we dan ook wat beter onder de loep nemen door de tien Vlaamse inlandse containerterminals één voor één te bekijken. Het is in deze context ook belangrijk om de situatie eens van op een hoger schaalniveau in beschouwing te nemen en te zoeken naar netwerken tussen de verschillende terminals onderling. Samenwerking kan de efficiëntie van de binnenvaart aanzienlijk verhogen, maar de terminals zien elkaar tot op heden nog te veel als concurrenten, waardoor samenwerking zelden tot stand komt. Daarnaast is het ook van belang om eens na te gaan welke (potentiële) toegevoegde waarde overslagfaciliteiten 3
13 met zich meebrengen. Op die manier krijgen we een beter beeld van de economische waarde van de overslagterminals voor zowel Vlaanderen als voor hun omgeving. Hierbij zal blijken dat het vooral de indirecte toegevoegde waarde is die ervoor zorgt dat deze terminals economisch waardevol zijn. We moeten evenwel stellen dat binnenvaart niet stopt aan de grenzen en dat het in het kader van de achterlandverbinding van de Vlaamse zeehavens belangrijk is dat er landinwaarts een degelijke infrastructuur wordt uitgebouwd. Het is evenwel noodzakelijk om in deze context grensoverschrijdend tewerk te gaan. We vinden hierbij twee belangrijke initiatieven terug namelijk het RoBrAnt+-project (van de Rijn-Schelde Delta Samenwerkingsorganisatie) en het Seine-Scheldeproject die respectievelijk de koppeling met Nederland en Frankrijk maken. Het RoBrAnt+-project is evenwel enkel een poging om de verschillende alleenstaande projecten aan elkaar te koppelen, waardoor er volgens mij nog steeds een gebrek is aan één duidelijke globale visie over het gebied. Het Seine-Scheldeproject doet het op dat vlak dan wel weer goed, want het heeft in samenwerking met Frankrijk voor het Vlaamse grondgebied één geïntegreerd strategisch plan opgemaakt dat aansluiting vindt op het deel van het project dat aan Franse zijde wordt gerealiseerd. Hierdoor is er wel duidelijk één globale strategisch visie voor de binnenvaart weergegeven. Het is de bedoeling dat verbinding tussen Seine en Schelde uiteindelijk toegankelijk wordt voor duwvaart tot ton. De opvallendste vaststelling binnen beide projecten is dat er veel aandacht besteed wordt aan de multifunctionaliteit van de rivieren en dat er geopteerd wordt voor een geïntegreerde aanpak. Niet enkel economie maar ook ecologie wordt meegenomen in de planvorming. Naar de toekomst toe zal het belangrijk zijn dat de overheden blijven impulsen geven ter stimulatie van alternatieve transportmodaliteiten. Vandaar dat we best ook eens gaan kijken naar de initiatieven die de verschillende overheden hebben genomen. Voor de binnenvaart zal het hierbij voornamelijk moeten komen van het beleid op Vlaams en op Europees niveau. De belangrijkste initiatieven die op dit vlak werden genomen zijn: het Marco Polo project en het Naiades actieplan van de EU en het kaaimurenprogramma van de Vlaamse overheid. Vooral de toepassing van het Europese Naiades op Vlaanderen zal voor de komende jaren een grote uitdaging vormen. Promotie Binnenvaart Vlaanderen deed in dit kader alvast twaalf interessante beleidsaanbevelingen. Uiteindelijk zal deze scriptie worden besloten met een eigen kritische reflectie en een algemene besluitvorming. 4
14 1 BINNENVAART De transportsector is een sector die dankzij de groeiende economie sterk in de lift zit (zie bijlage 1). Vaak wordt er dan teruggegrepen naar het vervoer over de weg omdat dit in de meeste gevallen de gemakkelijkste oplossing is. Toch is dit niet steeds de goedkoopste of efficiëntste transportmodus. Daarenboven wordt het wegvervoer steeds vaker met zijn beperkingen geconfronteerd. Zo zijn de uitlaatgassen die de vrachtwagens produceren nefast voor het milieu. Denk maar aan de brandend actuele thema s als de opwarming van de aarde met de daaraan verbonden Kyoto-normen en de alarmerende berichten over een te sterke concentratie aan fijn stof in de lucht. In het kader van deze problematieken wordt vaak met een beschuldigende vinger richting het wegvervoer gewezen. Daarnaast krijgt men ook steeds meer te maken met capaciteitsproblemen op het Vlaamse wegennet. Dit leidt tot vele files wat jaarlijks een enorme kost voor de Belgische economie met zich meebrengt 1. Daarom moet worden uitgekeken naar alternatieven zoals het vervoer per spoor of het vervoer over water. Vooral dit laatste zou wel eens in de nabije toekomst een oplossing kunnen bieden daar deze modus nog over een ruim groeipotentieel beschikt. Vervoer via binnenscheepvaart is daarenboven ook vaak goedkoper en ecologisch gezien veel minder vervuilend. Daar tegenover staat echter wel dat binnenvaart sterk te kampen heeft met een imagoprobleem en vaak wordt afgeschilderd als een trage en ouderwetse vervoersmethode. Niets is echter minder waar. Daarnaast schiet het binnenvaarttransport ook nog vaak te kort op competitief vlak en dan vooral wat betreft het transport over korte afstanden. Ondanks de vele voordelen en het ruime groeipotentieel mag er echter niet vanuit gegaan worden dat de binnenvaart voor de oplossing zal zorgen in de toekomst. Wel moet het aanzien worden als een onderdeel van een globale oplossing. Andere duurzame transportmodi als spoor en pijpleidingen moeten mee in het verhaal worden genomen. Daarenboven zal er ook moeten worden gezocht naar nieuwe modaliteiten om de alsmaar toenemende transportstromen toch te kunnen opvangen op een efficiënte en duurzame manier (Panelgesprek met WINKELMANS W., , Gent). Naast een analyse van de voor- en nadelen van de binnenvaart gaan we ook eens kijken naar de situatie in Vlaanderen. Hoe staat de binnenvaart ervoor, hoe evolueert ze en hoe modern is de Vlaamse vloot? Dit zijn één voor één vragen waar we in dit hoofdstuk een antwoord zullen trachten op te vinden. 1 Volgens de federale minister van mobiliteit kostten de files in België 154,1 miljoen euro per jaar. De voertuigen die in de file staan verliezen samen jaarlijks 12,67 miljoen uur. Een vrachtwagen die een uur in de file staat kost aan de wegvervoerder of aan zijn klant 46 euro. (PBV, 2006a, blz. 17) 5
15 1.1 Voordelen De binnenvaart kent een heel pak voordelen t.o.v. andere vervoersmodaliteiten. Zo is het vervoer per binnenschip vaak efficiënter, betrouwbaarder, veiliger en milieuvriendelijker. Het kent eveneens een hogere traceerbaarheid van de lading. Efficiëntie De binnenscheepvaart is efficiënter t.o.v. andere transportmiddelen om twee redenen. Enerzijds kan men goederen vervoeren aan een lagere kost, anderzijds is er ook sprake van schaalvoordelen. Dit eerste kan geïllustreerd worden aan de hand van een eenvoudig voorbeeldje. Als de vergelijking wordt gemaakt van het gewicht dat met eenzelfde hoeveelheid energie kan worden vervoerd, dan vindt men dat men met één liter brandstof over een afstand van één kilometer: 50 ton kan vervoeren over de weg, 97 ton per spoor en maar liefst 127 ton per schip (DE PALACIO L., 2001, blz.41). De schaalvoordelen waarover de binnenscheepvaart beschikt hebben uiteraard betrekking op de omvang van de schepen, iets wat vooral het vervoer over de weg niet kan bieden (Europese Gemeenschappen, 2003, blz.4). Betrouwbaarheid. Een tweede voordeel dat de binnenvaart biedt is de betrouwbaarheid. Vandaag de dag is niet zozeer de snelheid belangrijk, maar wel de betrouwbaarheid van de voorspelde aankomsttijd (MEUWISSEN I.M.P., 2005, blz. 22). Doordat de binnenvaart geen problemen heeft met files en opstoppingen zoals het vervoer over de weg wel kent, kan men schepen laten varen zonder rekening te moeten houden met vertragingen (Europese Gemeenschappen, 2003, blz. 4). Dit is een belangrijke troef, vooral voor bedrijven waar het op tijd leveren van prioritair belang is. Denken we hierbij bijvoorbeeld aan de medische sector waar men het zich niet kan veroorloven om te laat te leveren aan ziekenhuizen (Bijvoorbeeld Baxter en AVCT, cf. infra: blz. 32). Ook op het fenomeen van just-in-time delivery kan de binnenscheepvaart door zijn betrouwbaarheid gemakkelijk inspelen. Veiligheid Een derde troef waarover de binnenscheepvaart beschikt is de veiligheid. Schepen worden regelmatig onderworpen aan onderzoeken van classificeringsmaatschappijen en scheepvaartinspecteurs. Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen of vloeibare chemicaliën zijn schepen vaak uitgerust met een dubbele wand en/of een afzuiginstallatie, zodat 6
16 gevaarlijke, vrijkomende dampen kunnen worden afgezogen en opgevangen. Het aantal ongevallen binnen de binnenscheepvaart is dan ook bijzonder laag en als er zich dan al eens een ongeval voordoet is de schade meestal beperkt (Europese Gemeenschappen, 2003, blz. 4). Dit staat in schril contrast met de vrachtwagens die aan 90 km/u over de autosnelwegen scheuren en vaak rijdende bommen zijn (bvb bij het transport van gevaarlijke gassen). Een ongeval met een vrachtwagen heeft dan ook bijna altijd zwaardere gevolgen dan een scheepvaartongeval. Ecologie De opwarming van de aarde is de laatste tijd niet meer weg te denken uit de actualiteit. Nu men algemeen lijkt te aanvaarden dat de opwarming van het klimaat het gevolg is van menselijk handelen, zullen er oplossingen moeten worden gezocht om toch nog te redden wat te redden valt. Daarom is het belangrijk dat we eens nagaan in welke mate een shift naar de binnenvaart kan bijdragen tot deze doelstelling. In dit kader werd er in 2004 door de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) een studie uitgevoerd. Deze studie probeert op een wetenschappelijk verantwoorde wijze het groene imago van de binnenvaart aan te tonen en te documenteren (PBV, 2004, blz. 2). Een eerste zaak die wordt nagegaan is het brandstofverbruik. Rekening houdend met leegvaart, verbruikten schepen in % minder dan in 1990, in 2010 zou dit reeds 15% moeten zijn (zie tabel 1.1). Tabel 1.1: Evolutie van de gemiddelde verbruikscijfers van de vloot in Vlaanderen/België, in l/1000 tonkm, jaar Aandrijfmotor(en) Totaal schip* Zonder leegvaart Met leegvaart Zonder leegvaart Met leegvaart ,1 10,8 8,2 12, ,8 9,7 7,8 11, ,7 9,6 7, ,6 9,1 7,6 10,5 Bron: PBV, 2004, blz. 6. *cijfers van het totaal schip zijn gebaseerd op enquêtes over energieverbruik van ondermeer de generatoren voor de kajuit, de woonvertrekken, 7
17 Er is dus een gunstige evolutie te merken op dit vlak. Er moet wel worden bijgezegd dat veel afhangt van de infrastructuur. Zo zal een grotere diepgang gepaard gaan met een lager brandstof verbruik, m.a.w. onderhoud en uitbouw van de binnenvaartinfrastructuur is naast het economisch aspect ook belangrijk vanuit ecologisch oogpunt. Bij een vergelijking van het energieverbruik tussen de verschillende transportmodi, maakt de VITO een onderscheid tussen het primaire en het finale energieverbruik. Vaak wordt enkel met deze laatste rekening gehouden. Het finaal verbruik slaat op de energie die nodig is om de transportmodus in kwestie te verplaatsen, terwijl het primaire verbruik rekening houdt met de energie die nodig is om de energiedrager, diesel of elektriciteit, in de gewenste vorm aan de modi ter beschikking te stellen. Zo is de opwekking van elektriciteit bijvoorbeeld vaak milieubelastend terwijl het finaal gebruik dikwijls als milieuvriendelijk wordt voorgesteld. Het is echter om het even op welke manier men het energieverbruik benadert. In elk scenario is de binnenvaart veel milieuvriendelijker dan het wegtransport. De binnenvaart verbruikt drie tot zes keer minder energie dan het wegtransport. Als een vergelijking wordt gemaakt van het primair verbruik, dan verbruikt het wegtransport ongeveer dubbel zo veel als het spoortransport, dat op zijn beurt nog eens dubbel zoveel verbruikt als de binnenvaart (PBV, 2004, blz. 5). Een tweede en misschien wel belangrijker aspect dat wordt nagegaan is de uitstoot van uitlaatgassen per tonkm 2. Ook hier kan men voor de periode een daling vaststellen. Wat koolstofdioxide (CO 2 ) betreft (het belangrijkste broeikasgas), voorspelt men voor deze periode een daling van 15% per tonkm. Voor stikstofdioxide (NO x ) en voor zwaveldioxide (SO 2 ) is er volgens de berekeningen van de VITO een daling van respectievelijk 37% en 58%. Deze twee polluenten zijn ondermeer de boosdoeners van zure regen en van smogvorming. Tot slot is er nog het fijn stof (PM), dat verantwoordelijk is voor aandoeningen aan de luchtwegen of voor vroegtijdig sterven, het giftige koolstofmonoxide (CO) en de vluchtige organische stoffen (VOS). Voor deze stoffen voorspelt de VITO respectievelijk een daling van 52% (PM), 52% (CO) en 56% (VOS) (PBV, 2004, blz. 7). De uitstoot van CO 2 is en blijft wel nog steeds het belangrijkst. In vergelijking met de andere schadelijke stoffen kunnen we hier zelfs spreken van een schaal die duizend keer groter is. Enkel bij elektrische treinen en in termen van finaal gebruik is dit uitlaatgas verwaarloosbaar. CO 2 is trouwens het enige van bovenvermelde uitlaatgassen dat nog steeds een toename kent. Dit is vooral onder impuls van het personenvervoer over de weg. De grafiek in bijlage 2 geeft 2 Een tonkilometer is de uniforme maateenheid voor de vervoersprestatie en komt overeen met het transport van één ton goederen (of het volumetrische equivalent) over een afstand van één kilometer. (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2007) 8
18 een duidelijk beeld van de evolutie die de verschillende uitlaatgassen sinds 1990 maakten. Afhankelijk van vlot verkeer of file stoten vrachtwagens (van ton) per tonkm twee tot drie keer meer uit dan een dieseltrein die op zijn beurt ook dubbel zoveel uitstoot als een binnenschip (PBV, 2004, blz. 7). Wat NO x betreft heeft de scheepvaart nog een klein voordeel t.o.v. vrachtwagens in vlot verkeer en nog een groot voordeel t.o.v. vrachtwagen in file. Toch zal men zijn voordeel verliezen als er niet wordt ingegrepen, want in tegenstelling tot de binnenvaart maakt het wegtransport op dit vlak wel sterke vorderingen. De SCR-katalysator 3 kan hier echter voor een oplossing bieden. Deze katalysator kan de NO x met 80% of meer reduceren waardoor de binnenvaart ver onder de standaarden kan blijven die Europa vanaf 2008 wil opleggen aan nieuwe motoren voor de binnenvaart (INE, datum onbekend, blz. 7). Wat de uitstoot van SO 2 betreft scoort de binnenvaart het slechtst. Dit is grotendeels het gevolg van de strenge brandstofnormen die aan het wegvervoer zijn opgelegd (dit geldt in de praktijk ook voor dieselgoederentreinen). Dit nadeel heeft weliswaar een verwaarloosbare impact op de externe kosten en zou door gebruik te maken van zwavelarme brandstof kunnen worden weggewerkt (PBV, 2004, blz. 7). Tenslotte is er nog de uitstoot van fijn stof. Ook hier dreigt de binnenvaart zijn voordeel te verliezen door sterke verbeteringen van het wegvervoer, terwijl deze bij de binnenvaart opnieuw te beperkt waren. Hier zou een CRT-filter (een roet filter) het voordeel kunnen consolideren. Hieronder vind je de uitstoot van een binnenvaartschip en van een vrachtwagen (al dan niet in file) per schadelijke stof. Het rood geeft telkens aan wat de bovenvermelde reductietechniek zou teweegbrengen voor de binnenscheepvaart (zie figuur 1.1). Ondanks het feit dat het wegtransport grote inspanningen heeft gedaan en voor bepaalde schadelijke stoffen de binnenvaart heeft bijgebeend of zelfs heeft voorbijgestoken, wegen deze factoren niet op tegen het globale plaatje van externe milieukosten ten gevolge van schadelijke uitlaatgassen, waarvoor de binnenvaart beter blijft scoren (PBV, 2004, blz. 10). De binnenvaart mag echter niet op zijn lauweren rusten (zoals ze dat in het verleden te vaak heeft gedaan), maar moet zich trachten te verbeteren waar mogelijk. PBV heeft in dit kader dan ook enkele interessante voorstellen gedaan die terug te vinden zijn onder Naiades toegepast op Vlaanderen (cf. infra: blz. 89) 3 Selective Catalytic Reduction: een katalysator met verschillende voordelen zoals minder benzine verbruik, minder uitstoot CO, maar allerbelangrijkst minder uitstoot van NO x.(ine, datum onbekend, blz. 7) 9
19 Figuur 1.1: Uitstoot van binnenvaart en vrachtverkeer, Low emission Bron: VITO 2004 uit INE, datum onbekend, blz. 7. De vraag die vervolgens kan worden gesteld is hoe het komt dat de binnenvaart veel trager evolueert dan het wegtransport. Wel, enerzijds kan er gesteld worden dat schepen een veel langere levensduur hebben, waardoor aanpassingen veel trager worden geïmplementeerd. De scheepvaart maakt echter wel gebruik van motoren die in dezelfde fabrieken geproduceerd worden als deze van het wegtransport, waardoor dus verwacht kan worden dat in de toekomst de binnenvaart zal kunnen profiteren van de technologische vooruitgang die geboekt is bij de vrachtwagens (PBV, 2004, blz. 10). Anderzijds kan men ook stellen dat het verschil in evolutie het gevolg is van het beleid. Zo werden de auto en de vrachtwagens in het verleden sterk aangepakt en hebben zich als gevolg van de normeringen sterk verbeterd. De binnenvaart en andere modi die het goed deden of dachten goed te doen, zaten op dat moment in een zetel met als gevolg dat ze werden bijgebeend of zelfs voorbijgesneld. Er is dus nood aan normering voor de binnenvaart zodoende dat er een besef groeit dat ook zij milieuvriendelijker kunnen varen en op die manier een bijdrage kunnen leveren aan de vermindering van de uitstoot (Panelgesprek met IMMERS B., , Gent). Aangezien 10
20 schepen een lange levensduur hebben is het ook belangrijk om ver genoeg vooruit te kijken en reeds toekomstgericht te anticiperen. Voorts is het ook noodzakelijk dat het probleem op een zo hoog mogelijk niveau wordt aangepakt zodoende dat een grensoverschrijdende sector als het transport niet met concurrentienadelen wordt opgezadeld. Normering op Europees niveau is hier dus de boodschap (Panelgesprek met GRIETENS E., , Gent). Zoals hierboven vermeld kunnen enkele technologische ingrepen al mooie resultaten boeken (SCR katalysator, zwavelarme brandstof, roetfilters), maar men moet durven verder gaan en trachten het olieregime achter zich te laten (Panelgesprek met MACHARIS C., , Gent). We denken hierbij dan bijvoorbeeld aan waterstoftechnologie of aan elektrische aandrijving waarbij de elektriciteit op duurzame manier werd gegenereerd. Desalniettemin scoort de binnenvaart op het vlak van ecologie nog steeds beter dan het wegtransport. Dit is vooral de verdienste van het lager gehalte aan CO 2 uitstoot. We mogen echter niet uit het oog verliezen dat er bij intermodaal transport, dat gebruik maakt van de binnenvaart, rekening moet worden gehouden met het voor- en natransport en dat er bijgevolg naar het hele plaatje moet worden gekeken. In het Milieurapport Vlaanderen (MIRA-T 2005) werden hieromtrent enkele interessante reflecties gemaakt. Er werd hierin ondermeer een figuur opgenomen die nagaat in welke omstandigheden het intermodaal vervoer milieuvriendelijker is dan het rechtstreekse vervoer over de weg. Figuur 1.2: Vergelijking van milieuvriendelijkheid van een intermodaal transportproject t.o.v. het wegtransport. (Vlaanderen 2000 en 2010) Bron: Berekening Macharis op basis van de marginale milieuschadekosten voor goederenvervoer in De Vlieger et al. (2005) met conversie 1 TEU = 10,5 ton Bron: MIRA, 2005, blz
21 De figuur dient als volgt geïnterpreteerd te worden. De verhouding van de lengte van het voor- en natransport ten opzichte van de lengte van het hoofdtransport (via spoor of binnenvaart) van het intermodale vervoer wordt vergeleken met de verhouding van de lengte van het rechtstreekse wegtransport ten opzichte van de lengte van het hoofdtransport van het intermodale vervoer, in functie van de milieuschade. De punten op de rechten geven die verhoudingen weer waarbij de milieuschade van het intermodale transport gelijk is aan de milieuschade van het rechtstreekse wegtransport. Al de punten rechts onder de rechten kunnen worden gezien als intermodale trajecten die milieuvriendelijker zijn dan het wegvervoer. (MIRA, 2005, blz. 103) Dit kan verduidelijkt worden aan de hand van één van de voorbeelden die op de figuur is aangeduid. We nemen hier voorbeeld 1, dat het wegtransport vergelijkt met het intermodale binnenvaart/wegvervoer. De figuur toont aan dat indien de lengte van het rechtstreekse wegtransport gelijk is aan de lengte van het hoofdtransport via de binnenvaart (in het jaar 2000) (= 1 op de x-as), het intermodale vervoer milieuvriendelijker is indien de afstand van het voor- en natransport kleiner is dan 72 % van het hoofdtransport (= 0,72 op de y-as) (MIRA, 2005, blz. 103). Dus indien bijvoorbeeld het rechtstreeks via de weg transporteren 100 km bedraagt, en het transport via de binnenvaart is voor het binnenschip eveneens 100 km. Dan mag het voor- en natransport maximaal 72 km bedragen. Dus in het geval van maritieme containerstroom zoals in figuur 0.1 (2 de gedeelte), moet het bedrijf zich binnen een straal van 72 km van de terminal bevinden om milieuvriendelijker te zijn dan het rechtstreeks transport over de weg. In praktijk zal deze voorwaarde zo goed als altijd voldaan zijn daar het typische marktgebied van een terminal een straal van 25 tot 30 km bedraagt. We kunnen aan de hand van deze berekeningen dus besluiten dat het intermodaal transport in de meeste realistische gevallen milieuvriendelijker is en dat dit in de toekomst ook zo zal blijven (MIRA, 2005, blz. 104). Strengere standaarden voor de alternatieve modi vanwege overheden kunnen deze voordelen in toekomst enkel maar positief gaan beïnvloeden. Naast dit ecologisch aspect is het echter ook interessant om eens naar het volledige externe kostenplaatje te gaan kijken. Minder externe kosten Uit een studie van de Europese Commissie naar de sociaal-economische kosten van de verschillende soorten transport, veroorzaakt door: ongelukken, luchtvervuiling, klimaatverandering, geluidsoverlast, verkeersopstoppingen, schadelijke gevolgen voor het platteland en de stedelijke omgeving, bleek dat het wegvervoer instond voor 91,5% van deze 12
22 kosten, het luchtvervoer 6%, het spoorwegvervoer 2% en binnenvaart amper 0,5% (Europese Gemeenschappen, 2003, blz. 5). Voor Vlaanderen bijvoorbeeld berekende de VITO dat men voor het wegtransport jaarlijks te maken krijgt met gemiddeld 150 ongevallen per miljard tonkm. Voor het treinvervoer is dit cijfer met een factor 10 en voor de binnenvaart zelfs met een factor 20 lager. Wat het aantal doden bij ongevallen betreft ligt dit cijfer bij de binnenvaart 240 keer lager dan bij het vervoer over de weg en voor het aantal zwaargewonden is dit cijfer zelfs keer lager. Ook de bevindingen over congestie en geluidsoverlast bevestigen de betere score van de binnenvaart (PBV, 2004, blz. 12). De totale externe kosten werden door de VITO becijferd en zijn in onderstaande tabel weergegeven (zie tabel 1.2). Ter vergelijking zijn ook de berekeningen van de Europese Commissie en van Planco (een Duits consulting bureau) in de tabel opgenomen. De Europese Commissie berekende ook nog dat men per 52 tonkm 1 bespaart door via de binnenvaart i.p.v. via de weg te transporteren (PBV, 2007, webpagina 2). Tabel 1.2: Becijfering totale externe kosten: VITO, EC, Planco - /1.000 tonkm Externaliteit Vrachtwagen Binnenschip Trein Vito EC Planco Vito EC Planco Vito EC Planco Ongelukken 22,8 5,4 37,8 0,1 0 0,3 1,6 1,5 2,3 Lawaai 4,4 2,1 7,4 <0, ,8 3,5 12,7 Emissies 9,1 8,7 29,1 5,4 3 4,2 0,4-9,46 4,3 3,5 Congestie 5,4 5,5 1,2 vw* vw* 0 vw* 0,2 0 Infrastructuur 1,9 2,5 0 0, ,2 2,9 0 Ruimtebeslag - 1, ,4 Bodem- en watervervuiling - 8, Totaal 43,5 24,1 85,4 6,2 5 4,5 7,1 12,3 19 Verschil met vrachtwagen ,8 36,4 11,8 66,3 Bron: PBV, 2004, blz. 14. (*vw = verwaarloosbaar) Uit het onderzoek van de VITO blijkt dat de totale externe kosten voor een binnenschip zeven keer lager liggen dan voor het wegverkeer (PBV, 2004, blz. 13). Wanneer men bovenop deze externe kosten van de exploitatie ook nog eens externe kosten van de gehele levenscyclus in rekening neemt (met inbegrip van productie en onderhoud van zowel infrastructuur als van vaar- en voertuigen), dan is het voordeel van de binnenvaart nog groter daar schepen en scheepvaartinfrastructuur een langere levensduur hebben dan bij andere modi (PBV, 2004, blz. 13). Er moet wel gesteld worden dat het voordeel dat de binnenvaart nu geniet tegen
23 zou kunnen verminderen als de sector niet zou meegaan in de trend naar zuiniger en properder motoren (PBV, 2004, blz. 3). Vandaar ook dat er dit jaar een initiatief is ontstaan vanwege de Vlaamse Overheid ( ) om steun te verlenen aan schepen die een emissiearme motor plaatsen. Deze emissiearme motoren stoten minder CO, NO x en fijn stof uit (PBV, 2007, webpagina 3). Dit is reeds een eerste stap in de goede richting. Deze lage externe kosten samen met het lage brandstofverbruik (cf. supra: blz. 6) zorgen ervoor dat de binnenscheepvaart vandaag de dag één van de meest duurzame vormen van transport vormt (Europese Gemeenschappen, 2003, blz. 5). De VITO besluit dan ook dat op basis van haar bevindingen over milieu en andere externe kosten, de binnenvaart een transportmodaliteit is die zijn duurzame imago verdient (PBV, 2004, blz. 13). Traceerbaarheid Informatie- en communicatietechnologie spelen een grote rol in de binnenscheepvaart. Moderne schepen zijn dan ook vaak uitgerust met mobiele telefonie, internet, GPRS en High Speed Data en elektronische scheepskaarten. Deze technologische snufjes dragen allemaal bij tot een grotere traceerbaarheid van ladingen (MEUWISSEN I.M.P., 2005, blz. 23). In deze context werd door de Europese Unie een belangrijke stap gezet met het invoeren van de RISrichtlijn (2005/44/EG) (River Information Services) (cf. infra: blz. 20), dit zou naar de toekomst toe de traceerbaarheid van ladingen moeten vergroten. 1.2 Nadelen Naast de vele voordelen zijn er uiteraard ook enkele nadelen, waardoor er ondermeer toch nog vaak voor het vervoer over de weg wordt gekozen. Als belangrijkste nadelen worden vaak de prijs, de snelheid en de flexibiliteit aangehaald. De prijs Door de laadcapaciteit van de binnenvaartschepen t.o.v. andere vervoersmodaliteiten, kan men rekenen op schaalvoordelen (cf. supra: blz. 6). Door deze hogere efficiëntie en dus lagere kosten zou het transport via de binnenvaart in feite goedkoper moeten verlopen. Echter, het voor- en natransport en de daarmee gepaard gaande overslag, zorgt er vaak voor dat de totale kost van het transport duurder uitvalt dan het vervoer over de weg (MEUWISSEN I.M.P., 2005, blz. 22). Dit heeft tot gevolg dat de binnenvaart voor vervoer over lange afstand vaak competitiever is met het wegtransport dan het vervoer over korte afstand. Het is namelijk zo dat hoe groter het aandeel van het vervoer over binnenwateren in de gehele transportketen is, 14
24 hoe meer de efficiëntie van de binnenvaart doorweegt in het totale transport en dus de competitiviteit van de binnenvaart verhoogt. Snelheid De binnenvaart wordt vaak bestempeld als een trage vervoersmodaliteit, omdat de gemiddelde snelheid van een schip beduidend laag ligt in vergelijking met deze van een vrachtwagen of van een trein (MEUWISSEN I.M.P., 2005, blz. 22). Toch kan dit vermeend nadeel sterk gerelativeerd worden. Zoals hierboven reeds werd aangegeven is de snelheid vaak niet meer van primordiaal belang en is het vaak de stiptheid van aankomst die op de eerste plaats komt (cfr supra). Daarenboven krijg je een totaal ander beeld als je de vervoerde hoeveelheid in rekening brengt. Dit kan geïllustreerd worden aan de hand van een Nederlands voorbeeldje. De Nederlandse binnenvaart kan ton in minder dan 24 uur van Rotterdam naar Nijmegen vervoeren. Vanuit deze optiek kan geen enkel ander transportmiddel deze snelheid evenaren (MEUWISSEN I.M.P., 2005, blz. 22). Flexibiliteit Wanneer je als bedrijf een lading klaar hebt om te transporteren, dan kan een vrachtwagen deze zonder problemen komen ophalen op het bedrijventerrein zelf. Vervolgens brengt hij de vracht naar de bestemming waar hij eveneens tot aan de deur kan rijden. Bij de binnenvaart ligt dit iets complexer. Enerzijds moet je, indien je er gebruik wilt van maken, gelegen zijn aan een waterweg of moet er in de buurt een terminal gevestigd zijn die overslag verzorgt voor derden. Anderzijds zal de lading niet de kortste weg naar zijn eindbestemming afleggen, men moet immers de vaarwegen volgen en dit netwerk is niet zo fijnmazig als het wegennet. Daartegenover staat wel dat bedrijven die gebruik maken van de binnenvaart vaak een grotere flexibiliteit ondervinden wat hun voorraden betreft. Doordat binnenvaart staat voor een grote stiptheid, moet men minder voorraden aanleggen en kan men flexibeler inspelen op bestellingen. Het Just-In-Time-systeem is hier een perfect voorbeeld van. 1.3 Binnenvaart in Vlaanderen We kennen nu de voor- en nadelen van de binnenvaart en kunnen dus eens gaan kijken of dit zijn invloed heeft op de keuze tussen de verschillende transportmodaliteiten in de praktijk. We bekijken hierbij de evoluties in de Vlaamse binnenvaart en maken de vergelijking met andere Europese landen. We zullen ook eens nagaan hoe modern de Vlaamse vloot in praktijk wel is. 15
25 1.3.1 Feiten, evoluties en ontwikkelingen De binnenvaart was in de geschiedenis vaak een populair transportmiddel, daar men via het water grotere hoeveelheden kon transporteren dan bijvoorbeeld met paard en kar. Paarden konden hierbij worden ingezet om langs het kanaal of de rivier te lopen en het schip op sleeptouw te nemen. Getuige daarvan de jaagpaden die nu nog steeds langs de Vlaamse waterwegen terug te vinden zijn. Dit waren vroeger de loopstroken voor de trekpaarden. Door de opkomst van de vrachtwagen echter, die vooral in de tweede helft van de 20 ste eeuw een sterke opmars kende, raakte het transport via de binnenvaart steeds meer in onbruik en verkozen bedrijven er steeds vaker voor om vrachtwagens in te zetten voor het transport. Het transport via de binnenvaart werd dan ook steeds meer bestempeld als ouderwets en voorbijgestreefd. Onderstaande cijfers lijken deze trend te bevestigen, de beschikbare statistieken tonen de neerwaartse trend vanaf de jaren 70. In 1965 lag het aantal tonkm dat door de binnenvaart werd afgelegd op 6,09 miljard (FOD Economie, 2006, blz. 4). Dit wil zeggen dat er tussen 1965 en 1970 nog een stijging was, maar dat het vervolgens in de jaren 70 bergaf ging. Figuur 1.3: Evolutie aantal tonkm afgelegd door de binnenvaart, x 1 miljard, ,00 8,00 7,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2, België Vlaams Gewest België 6,09 6,73 5,85 5,45 5,23 5,08 5,01 5,58 5,81 5,79 Vlaams Gewest 2,90 3, België 5,93 6,10 6,46 7,31 7,73 8,15 8,30 8,46 Vlaams Gewest 3,13 3,26 3,50 4,06 4,22 4,40 4,50 4,69 4,57 4,55 Bron: EC DG TREN, Algemene Directie Statistiek (België), PBV (Vlaams Gewest), MET (Waals Gewest) Terug te vinden op: APS, 2006; aangevuld met cijfers van de PBV-website en FOD Economie, 2006, blz
26 Er was dus nood aan een nieuwe impulsen en die kwamen er ook in de tweede helft van de jaren 90. Op deze initiatieven wordt er verder in deze tekst dieper op ingegaan (cf. infra: blz. 70). We merken wel duidelijk aan de cijfers dat de oprichting van PBV in 1992, het Vlaams binnenvaartplan in 1996 en de liberalisering van de binnenvaart in 1998 voor positieve impulsen hebben gezorgd. De laatste 10 jaar is de voorruitgang die geboekt werd qua imago en perceptie ronduit spectaculair te noemen. Er is in een tijdspanne van één decennium een evolutie tot stand gekomen waarbij een aftandse en volgens sommigen achterhaalde transportmodaliteit evolueerde naar een moderne, kapitaalintensieve, milieuvriendelijke transportvorm met reguliere lijndiensten die stipt zorgen voor de aan- en afvoer van goederen op de maritieme terminals. Weinig sectoren kenden op zo n korte tijd zo n ommezwaai, geen enkele industrie legde zo snel het traject af van verguisd naar aanbeden. (PBV, 2006a, blz. 5) Er zijn hierbij twee belangrijke trends te bemerken: enerzijds is er een sterke toename van het containertransport en anderzijds is er een stijgende trend van ladingen en lossingen langs rivieren en kanalen. Dit laatste wijst erop dat de stijgende binnenvaart niet enkel het gevolg is van transitverkeer, maar dus effectief toegevoegde waarde creëert voor Vlaanderen (PBV, 2006a, blz. 5-6). De binnenvaart speelt ook een belangrijke rol in de Vlaamse haveneconomie en dit niet alleen in de afvoer van maritieme vrachten naar het hinterland. De binnenvaart speelt namelijk ook een steeds grotere rol in het transport van goederen die gegenereerd zijn door de havengebonden bedrijven en logistieke ondernemingen in het havengebied (PBV, 2006a, blz. 12). In 2005 overschreed het binnenvaartverkeer in de vier Vlaamse zeehavens de kaap van 101 miljoen ton en werden maar liefst 2,65 miljoen TEU op de binnenschepen overgeslagen (PBV, 2006a, blz. 6). Het streefdoel voor de achterlandverbinding van de havens is een modal split van 40/40/20 (weg/water/spoor). De binnenvaart is hierin op goede weg en realiseerde vorig jaar reeds een marktaandeel van 37,5%, voor het spoorvervoer daarentegen lijkt de doelstelling in de nabije toekomst onhaalbaar (Cargo traffic, 2006, blz. 3). In 2005 was voor het eerst in 10 jaar een daling in de globale trafiekprestatie van de binnenvaart vast te stellen. Als belangrijkste redenen werden de vertraagde economische groei (een daling van 2,7% naar 1,5% van het BBP) en de afbouw van de staalnijverheid in Wallonië, waardoor er transittrafieken van vaste brandstoffen en ertsen tussen Antwerpen en Luik wegvielen, aangehaald. De heropleving van de economie met terug een groei van 3,0% in 2006 heeft echter niet voor een relance kunnen zorgen, er is dus waarschijnlijk meer aan de hand. Daarom komt het Naiades-programma van de EU geen moment te vroeg om de 17
27 binnenvaart een nieuwe impuls te geven (cf. infra: blz. 85). Met de hoge olieprijzen komen de exploitatiemarges steeds meer onder druk te staan. Er zal dus in het bijzonder aandacht moeten worden besteed aan een rendabiliteitverbetering (PBV, 2006a, blz. 6, 9-10). Er moet echter wel bij vermeld worden dat ondanks de daling van 2005 en 2006 de ladingen en lossingen langs Vlaamse binnenwateren bleven toenemen, wat betekent dat het voornamelijk het transitverkeer is dat is afgenomen (PBV, 2007, webpagina 1). Als we de Vlaamse (of Belgische) binnenvaart even vergelijken met het buitenland op het vlak van modale verdeling, dan merken we dat we het in vergelijking met andere Europese landen niet zo slecht doen. Cijfers uit 2004 tonen aan dat in Europa Nederland er met kop en schouders bovenuitsteekt (31,2%) (zie figuur 1.4). Dit is meer dan het dubbele van de tweede, Duitsland die kort gevolgd wordt door België (en Vlaanderen). De binnenvaart in deze landen heeft op zijn beurt een aandeel dat meer is dan het dubbele van de volgende landen in de rangschikking. In de onderstaande grafiek vind je de percentages die het aandeel van de binnenvaart in de respectievelijke landen van de Europese Unie (en het Vlaamse gewest) weergeven. De landen zoals Spanje, Italië, waar het percentage onbeduidend klein of onbestaand is, zijn niet weergegeven. Figuur 1.4: Modale verdeling: binnenvaart, volgens tonkm, in % (2004) 35,0 30,0 25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0,0 13,2 14,0 5,9 0,3 3,2 6,2 3,5 31,2 3,0 0,7 2,6 0,7 0,1 12,5 België Duitsland EU25 Finland Frankrijk Hongarije Luxemburg Nederland Oostenrijk Polen Slovakije Tsjechië Verenigd Koninkrijk Vlaams Gewest Opmerkingen: - tonkm's gepresteerd in het betreffende land, ongeacht het land van registratie van het vaartuig - % van Italië, Griekenland en Litouwen is < 0,05% - % van Cyprus, Denemarken, Estland, Ierland, Letland, Malta, Portugal, Slovenië, Spanje en Zweden = 0% Bron: EC DG TREN, PBV, NMBS, raming Studiedienst van de Vlaamse Regering (wegvervoer Vlaams Gewest); terug te vinden op: APS,
MILIEUPRESTATIES VAN DE BINNENVAART IN VLAANDEREN STUDIE UITGEVOERD DOOR DE VLAAMSE INSTELLING VOOR TECHNOLOGISCH ONDERZOEK
MILIEUPRESTATIES VAN DE BINNENVAART IN VLAANDEREN STUDIE UITGEVOERD DOOR DE VLAAMSE INSTELLING VOOR TECHNOLOGISCH ONDERZOEK PROMOTIE BINNENVAART VLAANDEREN VZW Milieuprestaties van de binnenvaart in Vlaanderen
Nadere informatie1. Vervoersprestaties
1. Vervoersprestaties Goederenvervoer blijft sterker toenemen dan de economische groei en gebeurt nog steeds voor het grootste deel via de weg. Vlaanderen met een bevolking van iets meer dan zes miljoen
Nadere informatieEmissies van het wegverkeer in België 1990-2030
TRANSPORT & MOBILITY LEUVEN VITAL DECOSTERSTRAAT 67A BUS 1 3 LEUVEN BELGIË http://www.tmleuven.be TEL +32 (16) 31.77.3 FAX +32 (16) 31.77.39 Transport & Mobility Leuven is een gezamenlijke onderneming
Nadere informatieKunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht
Cel Externe Communicatie Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T. 02-2773408 GSM 0473-916424 Persbericht Datum: 26 november 2007 Betreft: Bijna 200 indicatoren geven
Nadere informatieUITDAGINGEN BINNENVAART
UITDAGINGEN BINNENVAART PROMOTIE BINNENVAART VLAANDEREN 2012 09 18 WATERWEGEN West Europa heeft het dichtste waterwegennetwerk van de EU 90 miljoen inwoners EUR 910 miljard BBP 320 miljoen ton via Rijn
Nadere informatieDEEL 1: Mobiliteit en Verkeersveiligheid in Vlaanderen. Universiteit Hasselt Bachelor- en master Verkeerskunde
DEEL 1: Mobiliteit en Verkeersveiligheid in Vlaanderen Universiteit Hasselt Bachelor- en master Verkeerskunde www.uhasselt.be/verkeerskunde Algemene situatie Wereldwijd: ± 1 milj. verkeersdoden/jaar 11
Nadere informatiehet Nederlandse dse spoor?
08 e08 Hoe druk is 0h het nu werkelijk op het Nederlandse dse spoor? Het Nederlandse spoorgebruik in vergelijking met de rest van de EU-27 Pascal Ramaekers, Tessa de Wit en Maarten Pouwels Publicatiedatum
Nadere informatieEvolutie. 65,4 miljard +44,5 % goederenvervoer 63,4 % miljard. tonkm. meer binnenvaart DE VLAAMSE BINNENVAART IN BEELD JUNI 2016
DE VLAAMSE BINNENVAART IN BEELD metvaart JUNI 216 Evolutie goederenvervoer +44,5 % 212 23 63,4 % meer binnenvaart trimestrieel P911147 Afgiftekantoor: Gent x PB nummer BC31383 * Bron: Federaal Planbureau,
Nadere informatieVerkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer
EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 19 maart 2013 Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer Het aantal
Nadere informatie69.257.965 TON CIJFERS MET VAART DE VLAAMSE BINNENVAART IN BEELD DECEMBER 2013 WWW.BINNENVAART.BE
CIJFERS DE VLAAMSE BINNENVAART IN BEELD DECEMBER 213 WWW.BINNENVAART.BE MET VAART 69.257.965 trimestrieel P911147 Afgiftekantoor: Gent x PB nummer BC31383 TON VERVOERD IN 212 Beste lezer, Het fileprobleem
Nadere informatieEigen trafiek Brussel % % Transit % % Totaal % %
PERSBERICHT 24 februari 2012 TRAFIEKEN IN DE BRUSSELSE HAVEN GEVEN IN 2011 EEN DUIDELIJKE GROEI AAN EN HALEN WEER HET PEIL VAN VÓÓR DE CRISIS. De watergebonden overslag in de Brusselse haven heeft voor
Nadere informatie2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17
2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5
Nadere informatieDe (kleine) waterweg. Prof. Dr. Cathy Macharis
De (kleine) waterweg Prof. Dr. Cathy Macharis Inhoud Context De kleine waterweg Uitdagingen 2 MOBI team MOBIlity, Logistics and Automotive Technology Research Centre 3 4 Context : de hele keten Origin
Nadere informatieDe kortste weg naar duurzaam transport. Maak kennis met de binnenvaart en haar koplopers
De kortste weg naar duurzaam transport Maak kennis met de binnenvaart en haar koplopers De kortste weg naar duurzaam transport The Blue Road is de kortste weg naar een duurzame toekomst. Waarom? Omdat
Nadere informatieBestemming 2030: chaos op de autowegen of alternatieve trajecten?
Bestemming 2030: chaos op de autowegen of alternatieve trajecten? Bij ongewijzigd beleid tonen de transportvooruitzichten voor België tegen 2030 een aanzienlijke groei van het personen- en goederenvervoer.
Nadere informatieVooruitzichten van de transportvraag in Belgë tegen 2030
Voorstelling van de nieuwe transportvooruitzichten voor België tegen 23 18 September 212 Vooruitzichten van de transportvraag in Belgë tegen 23 Marie Vandresse, Energie-Transport Team, Federaal Planbureau
Nadere informatiede kracht van de waterweg Grondverzet Schakel de binnenvaart in
de kracht van de waterweg Grondverzet Schakel de binnenvaart in Troeven van de binnenvaart De binnenvaart herbergt vele troeven. Op verschillende vlakken scoort de binnenvaart aanzienlijk beter dan de
Nadere informatieKerncijfers. 1. Personenmobiliteit. Personenmobiliteit
6 Kerncijfers 1. Personenmobiliteit Personenmobiliteit 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Auto De MORA publiceert de Vlaamse cijfers van voertuigkilometer en reizigerskilometer van de FOD Mobiliteit en
Nadere informatieENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA
ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 4 februari 2011 Inhoud 1 I. Waarom energiebeleid ertoe doet II. Waarom
Nadere informatieVoorstelling Waterwegen en Zeekanaal NV. door Kevin Polfliet, communicatieverantwoordelijke afdeling Zeekanaal
Voorstelling Waterwegen en Zeekanaal NV door Kevin Polfliet, communicatieverantwoordelijke afdeling Zeekanaal Bron: PBV Vlaamse waterwegen binnen Europa Vlaanderen: logistiek knooppunt Belangrijke rol
Nadere informatieDuurzaamheids- en milieueffecten van spoorvervoer. Huib van Essen
Duurzaamheids- en milieueffecten van spoorvervoer Huib van Essen CE Delft Onafhankelijk onderzoek en advies sinds 1978 Energie, transport en grondstoffen Economische, technische en beleidsmatige expertise
Nadere informatieFijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen
Fijn stof in Vlaanderen; gezondheidseffecten, oorsprong en reductiemaatregelen Fijn stof kost de Vlaming tot 3 gezonde levensjaren. Vlaanderen zal ook in de toekomst moeite hebben om aan de Europese fijn
Nadere informatieArbeidsmarkt allochtonen
Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Arbeidsmarkt allochtonen Samenvatting 1.176 werkzoekende allochtone Kempenaren (2012) vaak man meestal
Nadere informatieINSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia
INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE Studie in opdracht van Fevia Inhoudstafel Algemene context transport voeding Enquête voedingsindustrie Directe
Nadere informatie12. Capaciteitsopbouw en -benutting
12. Capaciteitsopbouw en -benutting Het Vlaamse vrachtwagenpark groeit nog steeds, maar presteert minder tonkilometer. Bij hinterlandvervoer vn vooral de piekmomenten op. Voor elke analyse van de goederenvervoerssector
Nadere informatieDocentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)
Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz) Lees ter voorbereiding de volgende teksten en bekijk de vragen en antwoorden van de quiz. De juiste antwoorden zijn vetgedrukt. Wat wil en doet
Nadere informatiePubliek-Private Samenwerking voor de bouw van laad- en losinstallaties. Evaluatierapport Opgemaakt door de Commissie kaaimuren
Publiek-Private Samenwerking voor de bouw van laad- en losinstallaties Evaluatierapport 1998 2010 Opgemaakt door de Commissie kaaimuren april 2011 1 Inhoud Situering... 3 De projecten... 4 Evaluatie van
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-031 23 april 2007 10.00 uur Sterke stijging verkeersdoden onder fietsers In 2006 kwamen 811 mensen in het Nederlandse verkeer om. Dit zijn er 6 minder
Nadere informatie3. Kenmerken van personenwagens
3. Kenmerken van personenwagens Tabel 29: Verdeling van personenwagens volgens bouwjaarcategorie Bouwjaar categorie bjcat 1990 en eerder 403.46 3.89 403.46 3.89 1991 tot 1995 997.17 9.62 1400.63 13.52
Nadere informatieDe meest recente call voor TEN-T-aanvragen is in de maand februari 2015 afgelopen.
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 883 van MARINO KEULEN datum: 13 maart 2015 aan BEN WEYTS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN Projecten TEN-T - Stand van zaken
Nadere informatieKLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese.
Directoraat-generaal Communicatie EENHEID PUBLIEKE OPINIE Brussel, 15/10/2008 KLIMAATVERANDERING Speciale Eurobarometer 300 Voorjaar 2008 Eerste ruwe resultaten: Europees gemiddelde en belangrijke nationale
Nadere informatieStudie Transport Bis. Arne Allosserie stafmedewerker Ruimte en Infrastructuur Transport en Logistiek, POM West-Vlaanderen
Studie Transport Bis Arne Allosserie stafmedewerker Ruimte en Infrastructuur Transport en Logistiek, POM West-Vlaanderen DOELSTELLING Centrale onderzoeksvraag -> Geografisch afgebakend op West-Vlaanderen:
Nadere informatieDoelstellingen (2002/2007) van de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid
Doelstellingen (2002/) van de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid -50% 50% doden op de Belgische wegen/max. 750 doden 30 dagen Referentiecijfer 1500 = afgerond gemiddeld aantal doden 30 dagen 1998-2000
Nadere informatieBinnenvaart Duurzaam, betaalbaar en op tijd! Philippe Govers COO BCTN Groep
Binnenvaart Duurzaam, betaalbaar en op tijd! Philippe Govers COO BCTN Groep Binnenvaart anno 2014 - Schepen / Varen - Inland terminals - Toegevoegde waarden Toekomstbeeld van transporten - Schaalvergroting
Nadere informatieINSTITUUT VOOR HET TRANSPORT LANGS DE BINNENWATEREN vzw. In samenwerking met. FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER Binnenvaart
INSTITUUT VOOR HET TRANSPORT LANGS DE BINNENWATEREN vzw In samenwerking met FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER Binnenvaart RAAD VAN BESTUUR 22/02/2013 MARKTOBSERVATIE: BINNENVAARTVLOOT TOEBEHOREND
Nadere informatieLogistieke Dag Limburg 2012:
Logistieke Dag Limburg 2012: Langetermijnvooruitzichten (2030) voor transport in België Bruno Hoornaert, Federaal Planbureau Logistieke dag Limburg 2012 21 september 2012 Vooruitzichten van de transportvraag
Nadere informatieJaarmonitor goederenvervoer
Jaarmonitor goederenvervoer Goederenvervoer blijft groeien in 2018 In 2018 werd 1,71 miljard ton goederen vanuit, naar en in Nederland vervoerd. Dit was een stijging van 1,2 procent in vergelijking met
Nadere informatieHERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK
HERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK VAN DE TERTIAIRE SECTOR IN BRUSSEL UITGEVOERD OP VERZOEK VAN HET BIM, DE ADMINISTRATIE VAN ENERGIE EN LEEFMILIEU VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST,
Nadere informatieSamenvatting ... ... Tabel 1 Kwalitatieve typering van de varianten
Samenvatting................. In juli 2008 heeft de Europese Commissie een strategie uitgebracht om de externe kosten in de vervoersmodaliteiten te internaliseren. 1 Op korte termijn wil de Europese Commissie
Nadere informatieDuurzame logistiek en efficiëntie gaan meestal hand in hand
Duurzame logistiek en efficiëntie gaan meestal hand in hand Pieter van der Bas Easy Fairs 7 & 8 april 2010 Logistiek bedrijvenpark wil CO2 neutrale status Rotterdam verscherpt controles in milieuzone CO2-discussie
Nadere informatieMegatrucks op de Antwerpse Ring? Geen goed idee!
Megatrucks op de Antwerpse Ring? Geen goed idee! De trucks die momenteel over onze snelwegen denderen zijn maximaal 18,25 meter lang en kunnen tot 40 ton vervoeren. De megatrucks die minister Crevits op
Nadere informatieVervoer. Het goederenvervoer over de weg door Belgische voertuigen met minstens een ton laadvermogen
Vervoer Het goederenvervoer over de weg door Belgische voertuigen met minstens een ton laadvermogen De Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie biedt onpartijdige statistische informatie.
Nadere informatiei F jnm azi z g ne n tw erk k vo v o o r o bou o w log o ist s i t ek, k k e n lpun u t n e t n n en n ni n euw e ui u td t aging n en
Fijnmazig netwerk voor bouwlogistiek, knelpunten en nieuwe uitdagingen, NVB congres, Kampen 1 Inhoud Inleiding Marktbeschrijving bouwmaterialen, trends en ontwikkelingen Positie van binnenvaart en binnenhavens
Nadere informatieBronnenlijst Monitor Logistiek & Goederenvervoer
Bronnenlijst Monitor Logistiek & Goederenvervoer Bron Naam figuur / tabel publicatie Indicator Publicatiejaar (jaar van toegang) Link (indien mogelijk) A.1 CBS Vervoerd gewicht door beroeps- en eigen vervoer
Nadere informatieLangetermijn vooruitzichten voor transport in België: Referentiescenario
Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Bureau fédéral du Plan Analyses et prévisions économiques Langetermijn vooruitzichten voor transport in België: Referentiescenario 22 september
Nadere informatieOp zoek naar de optimale locaties van intermodale terminals Een GIS-analyse voor België
FACULTEIT WETENSCHAPPEN SAMENVATTING PROEFSCHRIFT Op zoek naar de optimale locaties van intermodale terminals Een GIS-analyse voor België door Yannick NEUTELEERS Promotor: Prof. dr. C. Macharis Co-promotor:
Nadere informatieVerhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen.
Verhoging tabaksaccijnzen : meer inkomsten en minder rokers PERSBERICHT Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen. In België werden er in 2009 11.617 miljoen sigaretten
Nadere informatieInspiratie- en referentieprojecten ontwerpopdracht transporttechniek-ecostad
Inspiratie- en referentieprojecten ontwerpopdracht transporttechniek-ecostad Verplaatsingen in Vlaanderen vandaag (2007) Dagelijks gebruik transportmiddel of enkele keren per week 89% de auto 48% de fiets
Nadere informatieMIRA 2012 Transport. www.milieurapport.be. Eco-efficiëntie van het personenvervoer
Eco-efficiëntie van het personenvervoer DP index (2000=) 110 70 personenkilometers bevolkingsaantal emissie broeikasgassen verzurende emissie emissie ozonprecursoren emissie fijn stof PM 2,5 (uitlaat)
Nadere informatieLesbrief DUURZAAM WERKEN OPDRACHT 1 - WERKEN IN DE HAVEN
Lesbrief Primair onderwijs - BOVENBOUW DUURZAAM WERKEN De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Veel mensen werken in de haven. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip
Nadere informatieOp 31 december 2012 telde het arrondissement Turnhout inwoners. Hiermee vertegenwoordigen we 7% van de Vlaamse inwoners.
Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Demografie Samenvatting Inwonersaantal: 442.508 (2012) 90% van de inwoners heeft de Belgische nationaliteit.
Nadere informatieImog persberichten april / mei 2014
Imog persberichten april / mei 2014 www.imog.be imo Bron: Het Nieuwsblad - 10 mei 2014 Bron: Het Wekelijks Nieuws - 9 mei 2014 Bron: Het Laatste Nieuws - 7 mei 2014 Bron: Het Nieuwsblad - 8 mei 2014 Bron:
Nadere informatieJaarlijks 40 miljoen ton goederen via Albertkanaal
01-04-2014, p.21 Limburg Jaarlijks 40 miljoen ton goederen via Albertkanaal Bij de brug over het Albertkanaal in Vroenhoven werd een samenwerkingsovereenkomst ondertekend tussen nv De Scheepvaart en de
Nadere informatieUitdagingen aangaan Verwachtingen inlossen
Uitdagingen aangaan Verwachtingen inlossen ir. Chris Danckaerts gedelegeerd bestuurder Multimodaal.Vlaanderen 28/3/18 Nergens zo lang in de file als in België Voorspelde groei 2030 (Federaal Planbureau
Nadere informatieLange termijn strategiën om meer vervoer over water te stimuleren. C.J. De Vries Koninklijke Schuttevaer/Bureau Voorlichting Binnenvaart
Lange termijn strategiën om meer vervoer over water te stimuleren C.J. De Vries Koninklijke Schuttevaer/Bureau Voorlichting Binnenvaart Vijf manieren om binnenvaart te bevorderen 1. Het havenalliantiemodel
Nadere informatieScorebord van de interne markt
Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat België (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 1,1% (laatste verslag: 0,8%) voor het eerst sinds mei 2014 weer in de
Nadere informatieVerkeersveiligheidsbeleid in Vlaanderen
Verkeersveiligheidsbeleid in Vlaanderen Gilbert Bossuyt 26-11-2003 HUIDIGE VLAAMSE SITUATIE (2001) 848 verkeersdoden (binnen 30 dagen) 6.573 doden en zwaar gewonden 44.643 slachtoffers 32.073 letselongevallen
Nadere informatieVervoer gevaarlijke stoffen blijft groeien / Een overzicht in cijfers van
Vervoer gevaarlijke stoffen blijft groeien / Een overzicht in cijfers van 2013-2017 Hoe is het gesteld met de vervoerscijfers van gevaarlijke stoffen in Nederland? Het is altijd interessant om van tijd
Nadere informatieDiepzeehaven als Ontwerpopgave
Diepzeehaven als Ontwerpopgave Graafwerken gestart aan nieuw kanaal Nauwelijks nog vrachtwagens op onze wegen Verschillende ministers gaven gisteren met een symbolische spadesteek het startschot voor de
Nadere informatieVolume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg
Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen
Nadere informatieALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010
ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010 Meer personen op de arbeidsmarkt in de eerste helft van 2010. - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, 2 de
Nadere informatieEigen verkeer Brussel % Transito % Totaal %
PERSBERICHT 28 januari 2011 TOENAME VAN DE TRAFIEKEN IN DE BRUSSELSE HAVEN TIJDENS HET JAAR 2010 RECORDJAAR VOOR DE CONTAINERTERMINAL Het jaar 2010 noteert een duidelijke heropleving van de overslag te
Nadere informatieBezoek vzw Kanaalgidsen aan de sluis van Zemst op dinsdag 16 april 2013
Bezoek vzw Kanaalgidsen aan de sluis van Zemst op dinsdag 16 april 2013 Voorstelling van Waterwegen en Zeekanaal NV door Kevin Polfliet, communicatieverantwoordelijke afdeling Zeekanaal Vlaamse waterwegen
Nadere informatieEindexamen aardrijkskunde havo 2008-II
Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Migratie en vervoer Opgave 1 Segregatie en integratie 1 maximumscore 2 Uit de beschrijving moet blijken dat: op nationale schaal er een concentratie in het westen
Nadere informatieWatertransport Wegtransport Op- en Overslag VACL
Full Service Container Logistics Watertransport Wegtransport Op- en Overslag VACL 4-10-2013 Corporate presentatie 2 4-10-2013 Corporate presentatie 3 Watertransport Wegtransport Op- en Overslag VACL MCS.
Nadere informatieWerkloosheid in de Europese Unie
in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23
Nadere informatieThema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.
Meander Samenvatting groep 7 Thema 2 Om ons heen Samenvatting Landschappen Landschappen in Europa zijn heel verschillend. Nederland is een heel vlak land. Frankrijk is een land met heuvels en bergen. Zweden
Nadere informatieLesbrief. aardrijkskunde DUURZAAM PRODUCEREN OPDRACHT 1 - DUURZAAMHEID
Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VMBO DUURZAAM PRODUCEREN De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam binnen.
Nadere informatiePresenta/e door Jan de Kraker - 5 mei 2014. Energie in Beweging
Presenta/e door Jan de Kraker - 5 mei 2014 Energie in Beweging Wat is Well to Wheel Met Well to Wheel wordt het totale rendement van brandstoffen voor wegtransport uitgedrukt Well to Wheel maakt duidelijk
Nadere informatieStatistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Februari 2017
Algemeen omschrijving Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Februari februari februari tonkilometer (tonkm) 332.379.614 327..14 +1,65% 757.171.937 658.7.244 +15,7% tonnage (ton) 5.59.538 5.285.87
Nadere informatieScorebord van de interne markt
Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat Nederland (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 0,6 % (laatste verslag: 0,6%) stabiel, nog steeds beter dan het EU-gemiddelde
Nadere informatieMevrouw de voorzitter, Geachte leden van het Bureau, Dames en heren,
Vrijdag 10 september 2010 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Comité van de Regio s Resource Efficient Europa Mevrouw de voorzitter, Geachte leden van het Bureau,
Nadere informatieMultimodaal vervoer en Agrosector
Multimodaal vervoer en Agrosector Ledenbijeenkomst Agro Businessclub Westland Peter Sierat, algemeen directeur TLN Monster, 24 juni 2010 Agenda Toekomstontwikkelingen wegvervoer (on)mogelijkheden multimodaal
Nadere informatieCO 2 -uitstootrapportage 2011
Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding
Nadere informatieBinnenvaart, de vlotste verbinding tussen havens en hun hinterland
Binnenvaart, de vlotste verbinding tussen havens en hun hinterland ir. Chris Danckaerts algemeen directeur nv De Scheepvaart International Congress 20 jaar PBV Inhoud Binnenvaart in Vlaanderen Uitdagingen
Nadere informatieStatistisch Product. Binnenscheepvaart
Statistisch Product Binnenscheepvaart Metadata Binnenscheepvaart volgens periode, bestemming, aard van de goederen en aard van het schip. Evolutie van de Belgische binnenvloot (aantal schepen, hun capaciteit
Nadere informatieLightrail verbinding Hasselt Maastricht : een kosten-baten analyse
Samenvatting van de masterthesis van Toon Bormans met als promotor Prof.Dr.S.Proost- KUL. Lightrail verbinding Hasselt Maastricht : een kosten-baten analyse NB: lightrail = sneltram Inleiding : 1. Kosten/
Nadere informatiePromotie Shortsea Shipping Vlaanderen
Juni 2005 Onderwerp: De EU uitbreiding en shortsea shipping Shortsea Shipping omvat het transport van goederen en passagiers waarbij gebruik wordt gemaakt van de Europese kustwateren en oceanen, zonder
Nadere informatieStatistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Oktober 2017
Algemeen omschrijving Statistisch verslag De Vlaamse Waterweg + W&Z Oktober oktober oktober tonkilometer (tonkm) 386.237.18 369.987.917 +4,39% 3.664.45.572 3.414.36.196 +7,32% tonnage (ton) 6.612.6 6.15.395
Nadere informatieOnderzoek gunstige prijsligging.
Onderzoek gunstige prijsligging. BMW 3 Serie Model 320D. 22 Eu-Lidstaten. Jordy Reijers Marketing/Onderzoek P van. Prijs 1 Inhoud Opgave Onderzoek informatie over Eu landen Welke landen hanteren de euro?
Nadere informatieExamen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt
Examen economie thema 2 deel 1 Theorie thema 2: Produceren voor de wereldmarkt Door: F. De Smyter en P. Holvoet 1. Geef een correcte omschrijving van de volgende economische begrippen: a) Globalisering:.
Nadere informatieTarieven Europa: staffel 1
Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan
Nadere informatieScorebord van de interne markt
Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat Nederland (Verslagperiode: 2016) Omzetting van wetgeving Verleden jaar moesten de lidstaten 66 nieuwe richtlijnen omzetten, een sterke toename dus
Nadere informatieSamenvatting van de studie uitgevoerd door CO 2 logic in opdracht van de MIVB
Vergelijking van de CO 2 -uitstoot per vervoermiddel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Samenvatting van de studie uitgevoerd door CO 2 logic in opdracht van de MIVB 100% Gerecycleerd papier Januari
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) 9438/17 ADD 1 MAP 12 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van
Nadere informatieVooruitzichten van de transportvraag in België tegen 2040
Voorstelling van de nieuwe langetermijnvooruitzichten van de transportvraag in België Brussel, 31 januari 219 Vooruitzichten van de transportvraag in België tegen 24 Benoît Laine Federaal Planbureau 1
Nadere informatieMODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!
MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! De Europese Unie bestaat uit 27 lidstaten. Deze lidstaten hebben allemaal op dezelfde gebieden een aantal taken en macht overgedragen aan de Europese
Nadere informatieAankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli
Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juli 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,
Nadere informatieVLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE. betreffende de verzoening van de behoeften aan energie en aan zuivere lucht in onze maatschappij
VLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE betreffde de verzoing van de behoeft aan ergie aan zuivere lucht in onze maatschappij Het Vlaams Parlemt, gelet op de Verkningsnota voor het ergiedebat in het Vlaams Parlemt,
Nadere informatieBetalingsachterstand bij handelstransacties
Betalingsachterstand bij handelstransacties 13/05/2008-20/06/2008 408 antwoorden 0. Uw gegevens Land DE - Duitsland 48 (11,8%) PL - Polen 44 (10,8%) NL - Nederland 33 (8,1%) UK - Verenigd Koninkrijk 29
Nadere informatieLEZ.. is less het moet met minder
LEZ.. is less het moet met minder OLD.. is more hoe moet het verder? Eén land = drie gewesten LEZ kaderwetten zijn gewestelijk LEZ: Wat en waarom? Een lage-emissiezone (LEZ) is: een afgebakend gebied waarin
Nadere informatiePublicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.
Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 2 juli 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen BESLUITEN Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van
Nadere informatieBinnenvaart, de vlotste verbinding tussen havens en hun hinterland!?
Binnenvaart, de vlotste verbinding tussen havens en hun hinterland!? Eddy Bruyninckx CEO Gemeentelijk Havenbedrijf 20 jaar Promotie Binnenvaart Vlaanderen 11 oktober 2012 De binnenvaartverbindingen van
Nadere informatieAankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juni
Aankomsten en overnachtingen Oost-Vlaanderen Januari-juni 2016-2017 Bron: Cijfers FOD Economie-Algemene Directie Statistiek 2016: definitieve cijfers 2017: voorlopige cijfers Studiecel Toerisme Oost-Vlaanderen,
Nadere informatieMAASVLAKTE 2 IN GEBRUIK
MAASVLAKTE 2 IN GEBRUIK LESBRIEF VOORTGEZET ONDERWIJS BOVENBOUW HAVO/VWO OPDRACHTEN DE HAVEN VAN ROTTERDAM Heel veel goederen die we gebruiken komen uit het buitenland. Het grootste deel komt via de haven
Nadere informatieDe arbeidsmarkt in april 2015
De arbeidsmarkt in april 2015 Datum: 12 mei 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen
Nadere informatieDUURZAAM WERKEN LESBRIEF PRIMAIR ONDERWIJS BOVENBOUW OPDRACHTEN
DUURZAAM WERKEN LESBRIEF PRIMAIR ONDERWIJS BOVENBOUW De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Veel mensen werken in de haven. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip
Nadere informatieTarieven Europa: staffel 1
Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan
Nadere informatie3. Hoeveel tankstations in Vlaanderen beschikken thans over een vergunning voor CNG-levering? Graag een overzicht per provincie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 282 van MARTINE TAELMAN datum: 20 april 2015 aan ANNEMIE TURTELBOOM VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Alternatieve
Nadere informatieBijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten
bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 311 E van 31/10/2000 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare
Nadere informatie