Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit Ammoniakemissie huisvesting Veehouderij. Speerpunt veehouderij en luchtkwaliteit

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit Ammoniakemissie huisvesting Veehouderij. Speerpunt veehouderij en luchtkwaliteit"

Transcriptie

1 Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit Ammoniakemissie huisvesting Veehouderij Speerpunt veehouderij en luchtkwaliteit Opdrachtgever: Bestuurlijke contactgroep Brabant Noord Projectleiding: Yvonne van der Kop, Servicepunt Handhaving, regio Brabant Noord Werkgroep: Katja Graus (gemeente Bernheze), Hessel Magielse (gemeente Veghel), John Vlemminx (gemeente Sint-Oedenrode), Sander Leenders (gemeente Deurne), Bert v.d. Nieuwenhuyzen (RMB), Joyce v. Geenen (ODZOB), Harry Kars (provincie Noord-Brabant), Rob Segers (provincie Noord-Brabant) Projectondersteuning: Servicepunt Handhaving Brabant Noord Datum: 19 augustus 2013 Status: Versie 1.5

2 Overzicht versies en wijzigingen Versie Versie 1.3: eerste openbare versie Versie 1.4 Versie Versie 1.5 Meest relevante wijzigingen t.o.v. voorgaande versie Wijziging titel document Wijziging naam hoofdstuk 6 en paragraaf 6.1 Paragraaf 6.1 ingevuld. Paragraaf 6.2 aangevuld. Bijlage 3 ingevuld Opmaak stappenplan Leden werkgroepen toegevoegd Paragraaf 3.4 (toelichting stappenplan) onderdeel 4. Kennisgeving beoordeeld? o bepalen referentieniveau; o standpunt vergunningplicht door veranderen van diercategorie; o indienen melding Activiteitenbesluit. Paragraaf 5.3 (Niet meer voldoen aan voorwaarden gedoogbesluit) categorieindeling overtredingen (tabel 1). Bijlage 4: conclusie en advies verwijderd. Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

3 INHOUD 1 INLEIDING JURIDISCH KADER BESLUIT HUISVESTING, ACTIEPLAN AMMONIAK VEEHOUDERIJ EN GEDOOGBELEID JURIDISCHE VORMGEVING VAN DE STOPPERSREGELING VOORWAARDEN OM TE WORDEN AANGEMERKT ALS STOPPEND BEDRIJF KENNISGEVINGSFORMULIER STOPPENDE BEDRIJVEN/MELDING ACTIVITEITENBESLUIT CATEGORIE B2 UIT ACTIEPLAN AMMONIAK VEEHOUDERIJ STOPPERSMAATREGELEN TOEZICHTSAANPAK INLEIDING CATEGORIE C1-BEDRIJVEN STAPPENPLAN TOELICHTING STAPPENPLAN HET TOEZICHTSBEZOEK INLEIDING TOEZICHT BIJ ONTBREKEN KENNISGEVING STOPPERSMAATREGELEN TOEZICHT OP STOPPERSMAATREGELEN Voermaatregelen Emissiebeperkende maatregelen Houden van minder dieren HANDHAVING INLEIDING HANDHAVING BESLUIT HUISVESTING NIET MEER VOLDOEN AAN VOORWAARDEN GEDOOGBESLUIT SAMENWERKING STRAFRECHT HERCONTROLES WAARSCHUWINGSBRIEF LAST ONDER DWANGSOM AFSTEMMING MET ANDERE WET- EN REGELGEVING AFSTEMMING MET DE NATUURBESCHERMINGSWET (VERORDENING STIKSTOF EN NATURA 2000) AFSTEMMING MET WATERSCHAPPEN SAMENWERKING STRAFRECHT EVALUATIE BIJLAGE 1: KAMERBRIEF VAN 6 DECEMBER BIJLAGE 2. LIJST ALTERNATIEVE MAATREGELEN VOOR STOPPENDE BEDRIJVEN, ACTIEPLAN AMMONIAK VEEHOUDERIJ BIJLAGE 3 VOORBEELDBRIEF CATEGORIE B2 DIE NOG GEEN OMGEVINGSVERGUNNING VOOR DE ACTIVITEIT BOUWEN HEBBEN BIJLAGE 4 WISSELEN DIERCATEGORIE Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

4 1 INLEIDING In het Actieplan Ammoniak Veehouderij is aangegeven dat veehouders die willen stoppen de mogelijkheid wordt geboden om hun bedrijf nog tot 1 januari 2020 voort te zetten. Voorwaarde is dat zij vanaf 1 april 2013 met andere maatregelen een even grote emissiereductie realiseren als wanneer emissiearme stalsystemen zouden worden toegepast om aan de emissie-eisen van het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (hierna genoemd Besluit huisvesting) te voldoen. Het betreft snel inzetbare, mogelijk tijdelijke maatregelen. Bedrijven moesten de maatregelen bij de gemeente melden en deze uiterlijk op 1 april 2013 gerealiseerd hebben. De Bestuurlijke contactgroep van de regio Brabant Noord heeft op 10 april 2013 ingestemd met het opstellen van een toezichtsaanpak voor deze groep bedrijven omdat: Veel gemeenten deze groep bedrijven de komende tijd gaat controleren. Het uitvoeren van toezicht in projectvorm efficiencywinst oplevert en bijdraagt aan uniformiteit in het toezicht. Het niet voldoen van deze stoppers aan het Besluit huisvesting oneerlijke concurrentie tot gevolg heeft. In het Actieplan Ammoniak Veehouderij zijn naast de categorie stoppers nog andere categorieën benoemd. In deze toezichtsaanpak worden deze categorieën niet behandeld. Op een later tijdstip zal deze toezichtsaanpak hiermee uitgebreid worden. Dit onderwerp is ook in de regio s Zuidoost en Midden- en West Brabant actueel. Daarom is deze toezichtaanpak met de werkgroep van het Speerpunt Veehouderij besproken en heeft daarmee de status van een provinciebrede toezichtstrategie gekregen. Deze toezichtsaanpak geeft een stappenplan voor een projectmatige aanpak van de stoppers Besluit huisvesting. In de toezichtsaanpak wordt verder voor de meest voorkomende situaties de meest effectieve toezichtsaanpak beschreven en de wijze van handhaven bij geconstateerde overtredingen. Het uitvoeren van de controles is gepland vanaf juni 2013 tot 1 januari De uitvoering valt niet binnen de scope van dit project. In hoofdstuk 2 wordt het juridisch kader rondom de stoppende bedrijven geschetst. In hoofdstuk 3 is een stappenplan met toelichting opgenomen voor een projectmatige aanpak van de stoppende bedrijven. In hoofdstuk 4 wordt het toezichtsbezoek beschreven waarbij een leidraad gegeven wordt voor o.a. de toezichtsfrequentie en de controleaspecten. Hoofdstuk 5 gaat in op de handhaving van een geconstateerde overtreding en in hoofdstuk 6 zijn afspraken opgenomen over de samenwerking tussen handhavingspartners. Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

5 2 JURIDISCH KADER 2.1 Besluit huisvesting, Actieplan Ammoniak Veehouderij en gedoogbeleid Op 1 april 2008 is het Besluit huisvesting in werking getreden. In dit besluit zijn maximale emissiewaarden opgenomen waaraan bestaande huisvestingsystemen ( voor 1 januari 2007 aanwezig) per 1 januari 2010 moesten voldoen 1. Huisvestingsystemen die na 1 januari 2007 zijn gerealiseerd moeten afzonderlijk aan de maximale emissiewaarde voldoen 2. Gebleken is dat veel veehouders voor 1 januari 2010 de noodzakelijke stalaanpassingen niet hebben gerealiseerd. In overleg met de Tweede Kamer heeft de minister - onder voorwaarden - uitstel van de verplichting verleend tot uiterlijk 1 januari De ministeries van VROM en LNV, de provincies en de VNG hebben een "Actieplan Ammoniak Veehouderij " opgesteld. Dit Actieplan moet er toe leiden dat de middelgrote veehouderijbedrijven emissiearm worden en gaan voldoen aan het Besluit huisvesting. Het Actieplan Ammoniak Veehouderij is in het algemeen overleg met de tweede kamer op 25 maart 2010 geaccordeerd. Onderdeel van het Actieplan Ammoniak Veehouderij zijn de speciale maatregelen voor stoppers. Deze zijn speciaal bedoeld voor bedrijven die tussen nu en het jaar 2020 willen stoppen met hun intensieve veehouderij activiteiten. De te nemen stoppersmaatregelen moeten door de bedrijven gemeld zijn bij het bevoegd gezag (dit kon vanaf 1 januari 2013) en uiterlijk 1 april 2013 gerealiseerd zijn. Aan het Actieplan Ammoniak Veehouderij ligt een gedoogbeleid ten grondslag. Dit betekent dat gedoogd wordt dat veehouderijen in overtreding zijn van het Besluit huisvesting. Er is sprake van categoraal gedogen. Dat betekent dat het bevoegd gezag voor handhaving geen separaat gedoogbesluit hoeft te nemen. In het Actieplan Ammoniak Veehouderij krijgt iedere gedoogcategorie een eigen termijn voor het aanvragen van een milieu- en of bouwvergunning en het realiseren van de (stal)aanpassingen. Het gedoogbeleid biedt de gemeenten ruimte om in bijzondere situaties gemotiveerd af te wijken. Meer informatie over het Actieplan Ammoniak Veehouderij is te vinden op (dossier: Ammoniak en agrarische bedrijven) Er zijn veehouderijen waarvoor het gedoogbeleid niet relevant is, omdat het Besluit huisvesting daarop niet van toepassing is. Dit betreft veehouderijen: waar dieren worden gehouden volgens de biologische productiemethode of; waarvan de stalsystemen reeds voldoen aan het Besluit huisvesting of; die andere (landbouwhuis)dieren houden dan genoemd in het Besluit huisvesting. 1 Tenzij van een diercategorie niet meer dieren worden gehouden dan het aantal dat in bijlage 2 van Besluit huisvesting is aangegeven dan geldt de datum 1 januari Ook in artikel 3 Besluit huisvesting zijn een aantal uitzonderingen opgenomen. 2 met uitzondering van stalsystemen die vergund zijn voor pluimvee na dan geldt de datum (Zie bijlage 2 noot 1 van Besluit huisvesting). Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

6 2.2 Juridische vormgeving van de stoppersregeling Het was de bedoeling de stoppersregeling vorm te geven door middel van een aanpassing van het Besluit huisvesting. De staatsecretaris van IenM heeft in een brief (d.d. 6 december 2012) laten weten voorlopig af te zien van een wettelijke regeling. Dit betekent dat de verplichtingen voor stoppende bedrijven gebaseerd blijven op het gedoogbeleid van het Actieplan Ammoniak Veehouderij zoals neergelegd in de brief van 1 december 2009 (Kamerstukken II 2009/ , nr. 76). Dit gedoogbeleid geldt ook voor kleine veehouderijen (én kleine neventakken van grotere veehouderijen) die pas per 1 januari 2013 aan het Besluit huisvesting moesten voldoen en daarom tot 1 januari 2013 niet onder het actieplan vielen Voorwaarden om te worden aangemerkt als stoppend bedrijf Als voorwaarden om te worden aangemerkt als stoppend bedrijf geldt dat: Het bedrijf niet valt onder de werking van de IPPC-richtlijn. Het bedrijf via een al ingediend Bedrijfsontwikkelingsplan (BOP), dan wel via een aparte schriftelijke verklaring (b.v. kennisgevingsformulier stoppersmaatregelen) aan de gemeente heeft meegedeeld dat het vóór 1 januari 2020 zal stoppen met het houden van varkens of kippen 4. Alleen op grond van feiten of omstandigheden die zich ná 1 april hebben voorgedaan een bedrijf zich naderhand alsnog als stopper kan melden (bijvoorbeeld vanwege uitblijven van vergunningen of financiering). Het bedrijf het feitelijk aanwezige aantal varkens of kippen niet heeft uitgebreid t.o.v. het aantal dat op 1 januari 2010 was vergund of - als dat feitelijk aanwezige aantal lager is het aantal varkens of kippen per diercategorie waarvoor op het bedrijf op 1 januari 2010 stalruimte aanwezig was. Binnen de hoofdcategorie varkens en de hoofdcategorie kippen mag wel gewisseld worden van diercategorie (bijvoorbeeld de zeugen of een deel ervan vervangen door vleesvarkens), zolang de totale ammoniakemissie per hoofdcategorie niet toeneemt. Een bedrijf dat eerder aangaf te gaan stoppen, kan in de periode na 2013 alsnog besluiten om uit te breiden. In dat geval wordt het, zodra meer dieren gehouden worden of de ammoniakemissie toeneemt ten opzichte van hetgeen op grond van de stoppersregeling is toegestaan, niet meer beschouwd als stoppend bedrijf en moet per direct voldoen aan het Besluit huisvesting zonder gebruik te mogen maken van de alternatieve maatregelen voor stoppende bedrijven. 3 Brief van de Staatsecretaris van Infrastructuur en Milieu aan de Tweede kamer betreffende het Actieplan Ammoniak Veehouderij, gedoogbeleid stoppende bedrijven, d.d. 6 december 2012, kenmerk IENM/BSK-2012/ (zie bijlage 1. 4 Zie website Infomil (link pagina 'Melding als 'stopper' ook na 1 juli 2012'). 5 Deze datum staat nergens genoemd maar is het logisch gevolg van het gestelde in het Beleidsdocument stoppersmaatregelen Actieplan Ammoniak Veehouderij van 2 februari 2012 en de brief van de Staatsecretaris d.d. 6 december 2013 (zie voetnoot 3). Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

7 2.4 kennisgevingsformulier stoppende bedrijven/melding Activiteitenbesluit De stoppende bedrijven waren verplicht om voor 1 maart 2013 een kennisgeving stoppersmaatregelen in te dienen bij het bevoegd gezag. Deze verplichting is opgenomen in de kamerbrief van 6 december 2012 (zie bijlage 1). Met deze kennisgeving heeft het stoppende bedrijf aan het bevoegd gezag aangegeven op welke wijze aan het Besluit huisvesting zal worden voldaan. Deze kennisgeving omvat: Een opgave van de maatregelen die zullen worden getroffen. Een berekening van de ammoniakemissie van het bedrijf, waaruit blijkt dat aan het Besluit huisvesting zal worden voldaan. Als het stoppende bedrijf wijzigingen aanbrengt in de eerder gemelde emissiereducerende maatregelen meldt zij dat bij de gemeente minimaal één maand voor de wijziging. Ook deze melding omvat: Een beschrijving van de wijziging van de maatregelen. Een berekening van de ammoniakemissie van het bedrijf, waaruit blijkt dat aan het Besluit huisvesting zal worden voldaan. Op de site van Infomil kunnen bedrijven een speciaal formulier downloaden dat gebruikt kan worden om de stoppersmaatregelen bij het bevoegd gezag te melden (kennisgeving stoppersmaatregelen). Het is niet verplicht dit formulier te gebruiken. De bevoegde gezagen wordt geadviseerd het gebruik van dit formulier te stimuleren. Bedrijven die een eigen formulier gebruiken om de stoppersmaatregelen te melden moet minimaal dezelfde gegevens overleggen als die in het speciaal ontworpen formulier van Infomil gevraagd worden. De kennisgeving stoppersmaatregelen is géén melding in het kader van het Activiteitenbesluit. Als de wijzigingen zodanig zijn dat een melding volgens het Activiteitenbesluit nodig is, moet het bedrijf ook een melding Activiteitenbesluit indienen. Het houden van minder dieren van dezelfde diercategorie hoeft niet gemeld te worden in het kader van het Activiteitenbesluit. Meldingen in het kader van het Activiteitenbesluit (incl. OBM indien van toepassing) zijn in ieder geval wel nodig bij: Het houden van dieren van een andere categorie dan eerder in de vergunning is aangegeven (wisselen van diercategorie). Het uitvoeren van andere activiteiten dan waarvoor eerder in de vergunning of het toen geldende besluit (Besluit landbouw) voorschriften voor waren opgenomen. Bijvoorbeeld de opslag van zuur voor het aanzuren van de mest. Hierbij kan volstaan worden met een melding met alleen de wijziging zodat het aantal dieren zoals eerder vergund of gemeld niet wijzigt. Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

8 2.5 Categorie B2 uit Actieplan Ammoniak Veehouderij De bedrijven die in een BOP aangegeven hebben in de categorie B2 te vallen en nu nog geen omgevingsvergunning activiteit bouwen hebben voor de vergunde/gemelde (milieu) situatie worden mogelijk stoppers. Deze bedrijven voldoen niet meer aan het gedoogbeleid omdat de termijn waarbinnen een aanvraag om een omgevingsvergunning activiteit bouwen ingediend moest worden is verstreken. Voor een groot deel van deze groep bedrijven geldt dat ze op niet zullen voldoen aan de eisen voor ammoniakemissie van het Besluit huisvesting (nieuwbouw is vaak bedoeld om intern te salderen). Deze bedrijven moeten: Middels een melding Activiteitenbesluit of een aanvraag omgevingsvergunning aangeven op welke wijze ze op voldoen aan het Besluit huisvesting OF Een kennisgeving stoppersmaatregelen indienen. Het is van belang nu al actie te ondermenen voor deze categorie bedrijven omdat: Als nu niet aangegeven wordt hoe per aan het Besluit huisvesting voldaan wordt deze bedrijven niet voor de noodzakelijke maatregelen getroffen zullen hebben. Als het stoppers betreft per direct stoppersmaatregelen moeten worden getroffen zoals bedoeld in de stoppersregeling die gebaseerd is op het gedoogbeleid van het Actieplan Ammoniak Veehouderij (zie paragraaf 2.2). Bedrijven voldoen nu al niet meer aan het gedoogbeleid en er ontstaat oneerlijke concurrentie als deze bedrijven tot door mogen gaan zonder stoppersmaatregelen. De bedrijven, vallende in de categorie B2, die wel beschikken over een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen voor de vergunde (milieu)situatie kunnen nog tot uiterlijk besluiten om alsnog stopper te worden. Deze bedrijven voldoen op dit moment nog aan het gedoogbeleid. Als de B2 bedrijven besluiten stoppende bedrijven te worden dan wordt voor de referentiesituatie, de situatie op basis van de feitelijk aanwezige huisvesting op 31 december 2012 (deze kan normaliter uit de vergunning worden afgeleid) aangehouden. 2.6 Stoppersmaatregelen Er is een lijst opgesteld met alternatieve maatregelen waarmee stoppende bedrijven die vallen onder het Actieplan Ammoniak Veehouderij, hun ammoniakemissie uit stallen kunnen reduceren (zie bijlage 2). Deze lijst is gepubliceerd op de site van Infomil (link tabel). Per maatregel is er tevens een meer uitgebreide beschrijving van de maatregel gepubliceerd (leaflet). In het Actieplan Ammoniak Veehouderij is ook het houden van minder dieren als alternatieve maatregel genoemd. Deze maatregel is niet in de lijst opgenomen. Over deze maatregel is een apart informatieblad gepubliceerd (link pagina waar informatiedocument minder dieren houden gedownload kan worden). Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

9 De opsomming betreft maatregelen waaraan, naar het oordeel van de Technische adviescommissie Regeling ammoniak en veehouderij (TacRav), met voldoende zekerheid een ammoniakemissiereductie kan worden toegeschreven. Door het bedrijfsleven kunnen nieuwe maatregelen ter beoordeling aan de TacRav worden voorgelegd. Wanneer deze positief zijn beoordeeld door de TacRav, zullen die aan de lijst worden toegevoegd. Indien niet anders is vermeld, kunnen voermaatregelen met technische maatregelen en/of het houden van minder dieren gecombineerd worden toegepast. Twee of meer voermaatregelen kunnen niet gecombineerd worden. Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

10 3 TOEZICHTSAANPAK 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt aan de hand van een stappenplan de projectmatige aanpak van de stoppers Besluit huisvesting beschreven. Door een projectmatige aanpak van deze groep bedrijven wordt een gelijke behandeling van deze bedrijven bevorderd. Bovendien kan er efficiënter gewerkt worden doordat in één keer de materie eigen gemaakt wordt. Bij het opstellen van deze toezichtsaanpak is rekening gehouden met: Het beleidsdocument stoppersregeling Actieplan Ammoniak d.d. 2 februari 2012 De Lijst alternatieve maatregelen voor stoppende bedrijven, Actieplan ammoniak veehouderij, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 19 december 2012 en de toelichting die hierbij gegeven wordt. Het Informatiedocument minder dieren houden. In onderstaande paragraven is het stappenplan opgenomen met daarbij voor iedere stap een korte toelichting. 3.2 Categorie C1-bedrijven In het stappenplan is de groep C1-bedrijven uit het Actieplan Ammoniak Veehouderij niet meegenomen. Deze bedrijven hebben in een BOP aangegeven hun activiteiten te beëindiging voor 1 januari Vergunningplichtige bedrijven hebben vóór die datum een verzoek om intrekking van de vergunning moeten indienen (kamerbrief 1 december 2009). Deze bedrijven mogen niet meer in bedrijf zijn tenzij ze met een kennisgeving stoppersmaatregelen aangegeven hebben aangegeven toch met tijdelijke maatregelen door te willen gaan tot 2020 (zijn dan C2 geworden). Er mogen geen dieren meer aanwezig zijn en de mest moet verwijderd zijn. Het niet verwijderen van de mest is geen overtreding van het Besluit huisvesting. Deze bedrijven dienen zo snel mogelijk gecontroleerd te worden omdat bij het nog in bedrijf zijn van deze bedrijven (zonder stoppersmaatregelen) er sprake is van oneerlijke concurrentie en het niet voldoen aan het Besluit huisvesting. Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

11 3.3 Stappenplan Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

12 3.4 Toelichting stappenplan 1. Opstellen bedrijvenlijst Selecteer de bedrijven die aangegeven hebben per te stoppen met hun bedrijfsactiviteiten (categorie C1). Zie paragraaf 3.2. Selecteer de bedrijven die in een Bedrijfsontwikkelplan (BOP) hebben aangegeven uiterlijk 2020 te willen stoppen met het houden van dieren (categorie C2). De kleine veehouderijen die vanaf 1 januari 2013 moeten voldoen aan het Besluit huisvesting (minder dieren dan aantallen genoemd in bijlage 2 Besluit huisvesting) kunnen geselecteerd worden. Vanaf 1 januari 2013 zijn zij gelijk aan de bedrijven die al eerder onder het Actieplan vielen. Deze bedrijven hebben vooralsnog geen hoge prioriteit. Het is ook mogelijk deze bedrijven te controleren op het moment dat ze in de reguliere planning opgenomen zijn. Selecteer de bedrijven die in een BOP aangegeven hebben in de categorie B2 te vallen en nu nog geen omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen hebben voor de vergunde/gemelde (milieu) situatie. Dit zullen mogelijk stoppers worden (zie paragraaf 2.5). Het bevoegd gezag stuurt deze bedrijven een brief waarin uitgelegd wordt dat: Ze niet meer aan het gedoogbeleid voldoen omdat de termijn voor het indienen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen verstreken is; Als ze geen kennisgeving stoppersmaatregelen indienen ze per direct moeten voldoen aan het Besluit huisvesting. Een voorbeeld van een dergelijke brief is als bijlage 3 opgenomen. 2. BOP ingediend? Ga na of dat er voor de bedrijven op de bedrijvenlijst een Bedrijfsontwikkelplan (BOP) is ingediend. Let op: niet alle bedrijven waren verplicht een BOP in te dienen. Bedrijven die geen BOP in hoefden te dienen zijn: IPPC-bedrijven. Kleinere bedrijven (in een diercategorie worden niet meer dieren gehouden dan het aantal dat in bijlage 2 van Besluit huisvesting is aangegeven). Diercategorieën waarvoor geen maximale emissiewaarden geldt. biologisch gehouden dieren. Bedrijven die al voldoen aan het Besluit huisvesting. Heb je mogelijk met een uitzondering te maken kijk dan in de artikelen 2 en 3 van het Besluit huisvesting. Bedrijven die geen BOP ingediend hebben (en dit wel moesten) vallen formeel niet meer onder het gedoogbeleid en moeten daardoor per direct voldoen aan het Besluit huisvesting. Deze bedrijven kunnen formeel geen kennisgeving stoppersmaatregelen meer indienen. Als een bedrijf in het verleden door het bevoegd gezag nooit is gevraagd een BOP in te dien kan het bevoegd gezag overwegen, in verband met de algemene beginselen van behoorlijk Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

13 bestuur, het bedrijf alsnog de gelegenheid te geven een kennisgeving stoppersmaatregelen in te dienen. 3. kennisgeving stoppersmaatregelen ingediend? Ga na of dat er voor het bedrijf een kennisgeving stoppersmaatregelen is ingediend. Hiervoor is een speciaal formulier en een toelichting voor bedrijven hierop te downloaden op de site van Infomil. Dit formulier/deze kennisgeving is géén melding in het kader van het Activiteitenbesluit. Het is niet verplicht het speciale formulier te gebruiken. De bevoegde gezagen wordt geadviseerd het gebruik van dit formulier te stimuleren. Bedrijven die een eigen formulier gebruiken om de stoppersmaatregelen te melden moet minimaal dezelfde gegevens overleggen als die in het speciaal ontworpen formulier van Infomil gevraagd worden. 4. kennisgeving beoordeeld? Ga na of de kennisgeving beoordeeld is. Er zijn gemeenten waar de kennisgeving door de afdeling vergunningen beoordeeld wordt maar er zijn ook gemeenten waar de toezichthouder de kennisgeving beoordeeld. Uit oogpunt van behoorlijk bestuur is het aan te bevelen de kennisgevingen binnen 8 weken te beoordelen en het bedrijf hiervan op de hoogte te stellen. Sommige bedrijven moeten naast de kennisgeving ook een melding Activiteitenbesluit indienen. Een melding Activiteitenbesluit kan nodig zijn als bijvoorbeeld een maatregel toegepast wordt die van invloed is op de stalinrichting (b.v. schuine wand) of als er (binnen een hoofdcategorie) dieren uit een andere diercategorie gehouden gaan worden. Het houden van minder dieren hoeft NIET met een melding Activiteitenbesluit gemeld te worden. Hiervoor is een kennisgeving stoppersmaatregelen voldoende. Let op: Aandachtspunten bij het houden van dieren uit een andere diercategorie (b.v. mestvarkens ipv zeugen) zijn: In het Informatiedocument minder dieren houden staat het volgende: Indien het omwisselen wordt gecombineerd met de stoppersmaatregel minder dieren houden, wordt bij de melding het maximaal aantal dieren opgegeven (dus het aantal dat in de referentiesituatie kan worden omgewisseld ). Daardoor ontstaat een nieuwe referentiesituatie. Vervolgens wordt op het kennisgevingsformulier het lagere aantal dieren, de stoppersmaatregel, vermeld. Als (zoals in het informatiedocument staat) eerst een melding Activiteitenbesluit wordt ingediend en daarna de stoppersmaatregelen worden toegepast, wordt het nieuwe referentieniveau anders dan het referentieniveau dat bij de beoordeling van de BOP s bepaald is (zie bijlage 4). Dit is niet de bedoeling. Het referentieniveau zoals opgenomen in de BOP s is leidend. Mocht het noodzakelijk zijn een nieuw referentieniveau te bepalen dan dient de werkwijze zoals bij het beoordelen van de BOP s voorgeschreven is gevolgd te worden. Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

14 Door de wijziging van diercategorie kan het zo zijn dat er bedrijven in het kader van het Activiteitenbesluit een type C-inrichting worden waardoor er een omgevingsvergunning aangevraagd moet worden en mogelijk een MER-beoordelingsplicht ontstaat. Het is niet mogelijk een vergunning voor een traditioneel stalsysteem te verlenen. Deze bedrijven moeten daarom direct voldoen aan het Besluit huisvesting en kunnen geen gebruik maken van de stoppersmaatregelen. Voor deze bedrijven geldt het Actieplan Ammoniak Veehouderij niet meer. Voor een aantal bedrijven is een mogelijke oplossing dat slechts een gedeelte van de dieren omgezet wordt naar een andere diercategorie zodanig dat het bedrijf een type B- inrichting blijft. De dieren die niet omgezet zijn naar de nieuwe diercategorie kunnen gebruikt worden bij de stoppersmaatregel houden van minder dieren t.b.v. de te realiseren emissiereductie. Het bevoegd gezag kan overwegen de melding Activiteitenbesluit niet te verlangen als deze melding geen meerwaarde heeft t.o.v. de kennisgeving stoppersmaatregelen. Het is dan van belang dat alle noodzakelijke gegevens goed vastgelegd worden en op basis van de kennisgeving beoordeeld wordt of de fijn stofemissie en de geuremissie toeneemt. Indien de fijn stofemissie en/of geuremissie toeneemt, moet beoordeeld worden of deze toegestaan kan worden. Bedrijven die op basis van een niet stoppende tak (b.v. melkkoeien) een type C- inrichting zijn, mogen geen wijzigingen in diercategorie in de stoppende tak doorvoeren die ervoor zorgen dat het aantal gewijzigde dieren boven de grens komt die voor de betreffende diercategorie tot de vergunningplicht (type C-inrichting) zou leiden. Wijzigingen in de diercategorie mag bijvoorbeeld maar tot maximaal 2000 vleesvarkens. Intern salderen tussen twee hoofddiercategorieën is niet toegestaan. 5. kennisgeving beoordeeld Als de kennisgeving niet beoordeeld is moet deze alsnog beoordeeld worden. 6. kennisgeving correct? Als de kennisgeving stoppersmaatregelen niet volledig is of niet correct is ingevuld moet het bedrijf de kennisgeving verbeteren en/of aanvullen. 7. Toezichtsbezoek De wijze waarop het toezicht wordt uitgevoerd is afhankelijk van: Is er een kennisgeving stoppersmaatregelen ingediend; De maatregelen die op de kennisgeving stoppersmaatregelen zijn aangegeven. In hoofdstuk 4 wordt voor verschillende situaties de wijze van uit te voeren toezicht beschreven. 8. Voldoet aan Besluit huisvesting? Het is mogelijk dat een bedrijf zonder stoppersmaatregelen voldoet aan het Besluit huisvesting. Het bedrijf valt dan niet onder het gedoogbeleid en hoeft geen BOP en/of kennisgeving stoppersmaatregelen in te dienen. Het is niet aannemelijk dat deze situatie zich voordoet maar dit moet wel gecheckt worden. Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

15 9. Stoppersmaatregelen toegepast? Tijdens het toezichtsbezoek wordt beoordeeld of er (voldoende) stoppersmaatregelen toegepast zijn/worden om de benodigde ammoniakreductie te halen en of de maatregelen juist worden toegepast (zie paragraaf 4.3). De hoeveelheid te reduceren ammoniak is het verschil tussen de referentiewaarde en de ammoniakemissie op het moment dat aan het Besluit huisvesting zou worden voldaan. Bij het berekenen van de benodigde reductie geldt als referentiewaarde de situatie (aantallen en categorieën dieren, toegepaste huisvestingssystemen) zoals: a. Vergund op 1 januari 2010 voor de bedrijven die onder het Actieplan vallen b. Vergund op 31 december 2012 voor de kleine bedrijven bedoeld in artikel 4, tweede lid, van het Besluit huisvesting (vallen pas per 1 januari 2013 onder het Actieplan). Voor de categorie onder a gelden twee uitzonderingen. Indien de vergunning na 1 januari 2010 deels is ingetrokken in het kader van het Actieplan omdat minder dieren werden gehouden dan vergund, geldt in plaats van de vergunde situatie op 1 januari 2010, de vergunde situatie op 31 december Indien op 31 december 2012 niet alle vergunde huisvesting aanwezig was (nieuwe stal of uitbreiding stal niet gerealiseerd), geldt in plaats van de vergunde situatie op 1 januari 2010, de situatie op basis van de feitelijk aanwezige huisvesting op 31 december 2012 (deze kan normaliter uit de vergunning worden afgeleid). Bron: informatiedocument minder dieren houden. 10. Maatregels conform melding? Tijdens het toezichtsbezoek wordt beoordeeld of dat de stoppersmaatregelen die toegepast zijn overeenkomen met de stoppersmaatregelen zoals gemeld bij het bevoegd gezag met het kennisgevingsformulier stoppersmaatregelen. 11. Bijlage 2 van toepassing? Op veehouderijen die in een diercategorie niet meer dieren houden dan het aantal dat in bijlage 2 van Besluit huisvesting is aangegeven is het Besluit huisvesting pas vanaf 1 januari 2013 van toepassing. Deze bedrijven hadden voor 1 maart 2013 een kennisgeving stoppersmaatregelen in moeten dienen. 12. Overtreding. Gedoogbeleid niet meer van toepassing. Bedrijven hadden voor 1 april 2010 een BOP in moeten dienen om gebruik te kunnen maken van het gedoogbeleid (zie stap 2. BOP ingediend?). Als zij dat niet gedaan hebben is nu het Besluit huisvesting direct van toepassing en moeten ze hieraan voldoen. Deze bedrijven worden niet meer in de gelegenheid gesteld om alsnog een BOP in te dienen. Er wordt gehandhaafd op het niet voldoen aan het Besluit huisvesting. Zie hoofdstuk Overtreding. Nieuwe kennisgeving indienen. Deze bedrijven hebben een kennisgeving stoppersmaatregelen ingediend, voldoende stoppersmaatregelen toegepast (zie stap 9. Stoppersmaatregelen toegepast?) maar de toegepaste maatregelen komen niet overeen met de in de kennisgeving stoppersmaatregelen aangegeven maatregelen. Deze bedrijven moeten een nieuwe kennisgeving stoppersmaatregelen indienen waarin de toegepaste maatregelen worden beschreven. Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

16 14. Overtreding. Maatregelen toepassen en/of kennisgeving indienen. Deze bedrijven hebben wel een BOP ingediend maar geen kennisgeving stoppersmaatregelen. Deze bedrijven passen ook nog geen stoppersmaatregelen toe. 15. Overtreding. kennisgeving laten aanvullen / verbeteren. Als de kennisgeving stoppersmaatregelen niet compleet is of verkeerd is ingevuld moet het bedrijf deze aanvullen en/of wijzigen. 16. Einde Het bedrijf voldoet. Hierover wordt het bedrijf schriftelijk geïnformeerd. Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

17 4 HET TOEZICHTSBEZOEK 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het uit te voeren toezichtsbezoek met betrekking tot de stoppersregeling/het Besluit huisvesting beschreven. De controle van de stoppersregeling/het Besluit huisvesting kan onderdeel uitmaken van een integrale (milieu)controle maar kan ook uitgevoerd worden als deelcontrole. De wijze waarop het toezicht wordt uitgevoerd is afhankelijk van een aantal zaken. Dit zijn o.a.: Is er een kennisgeving stoppersmaatregelen ingediend; De maatregelen die op de kennisgeving stoppersmaatregelen zijn aangegeven. Bij de keuze voor de invulling van het toezicht zijn de landelijke uitgangspunten voor de stoppersregeling van belang. In de toelichting onder de Lijst alternatieve maatregelen is hierover het volgende opgenomen: Bij de controle door de gemeente moet op eenduidige wijze kunnen worden vastgesteld of de maatregelen correct worden uitgevoerd. Hiertoe zijn per maatregel in de beschrijvingen eisen opgenomen. Deze gaan uit van de volgende uitgangspunten: bij voer- en managementmaatregelen vindt de controle door de gemeente op administratieve wijze plaats; het voor voermaatregelen aangepaste veevoer wordt door de veevoerfabrikant aangemaakt; technische voorzieningen moeten zodanig zijn uitgevoerd, dat bij controle door de gemeente kan worden vastgesteld of de voorziening is aangebracht en goed functioneert. 4.2 Toezicht bij ontbreken kennisgeving stoppersmaatregelen Als een bedrijf geen kennisgeving stoppersmaatregelen heeft ingediend moet tijdens een bedrijfsbezoek de feitelijke op het bedrijf aanwezige situatie geïnventariseerd worden. Na het bedrijfsbezoek kan geconcludeerd worden of er sprake is van het niet voldoen aan de gedoogvoorwaarden en/of overtreding van het Besluit huisvesting. Tijdens het toezichtsbezoek wordt het volgende gecontroleerd: Is het bedrijf in overeenstemming met de melding/vergunning in werking (stalindeling/stalsysteem/aantal dieren e.d) Zijn er stoppersmaatregelen toegepast. Zo ja, welke en voldoen ze aan het bijbehorende leaflet (zie paragraaf 4.3). Indien van toepassing: wordt met de toegepaste stoppersmaatregelen de vereiste ammoniakreductie behaald. Voldoet het bedrijf aan het Besluit huisvesting? Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

18 4.3 Toezicht op stoppersmaatregelen Bij het uitvoeren van toezicht worden de stoppersmaatregelen onderverdeeld in drie categorieën. Dit zijn: Voermaatregelen: o samenstelling voer; o verfijning fasevoeding; o bijvoeren hele tarwe (vleeskuikens). Emissiebeperkende maatregelen. Het houden van minder dieren: o stal of deel stal geen dieren; o minder rondes per jaar Voermaatregelen Voor het controleren van voermaatregelen zou het niet noodzakelijk zijn om een toezichtsbezoek bij het bedrijf uit te voeren. Het behalen van de benodigde emissiereductie is niet mogelijk met uitsluitend voermaatregelen. Voermaatregelen zullen dus altijd gecombineerd worden met andere maatregelen waarvoor een toezichtsbezoek wel noodzakelijk is. Daarom is ervoor gekozen ook de voermaatregelen tijdens een bezoek aan het bedrijf te controleren. Na het eerste toezichtsbezoek kan jaarlijks administratief gecontroleerd worden of de voermaatregel juist wordt toegepast. Aantal controles? In 2013 of 2014 eenmaal een toezichtsbezoek; Daarna jaarlijks een administratieve controle; Na 2014 een toezichtsbezoek volgens de reguliere toezichtsfrequentie. Aankondigen? Deze controle kan zowel onaangekondigd als aangekondigd uitgevoerd worden. Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

19 Waarop controleren? Toezichtsbezoek Tijdens het toezichtsbezoek wordt: Bepaald of iedere eenheid binnen de inrichting een eigen opslag voor mengvoer heeft en een eigen voerinstallatie. Een eenheid kan een dierenverblijf zijn, maar kan ook een deel van een dierenverblijf of meer dan één dierenverblijf zijn. Het betreft een onderdeel van de inrichting dat een eigen voeropslag en een eigen voerinstallatie heeft. Met deze installatie worden alle dieren gevoerd die in dit onderdeel van de inrichting worden gehouden. Gecontroleerd of bij de stoppersmaatregel verfijning fasevoeding de mestopvang plaatsvindt in beunen en beperkt in strooisellaag in de stal. Bepaald of dat er meer silo s aanwezig zijn dan voor de opslag van het speciaal voer noodzakelijk zijn (dit vereenvoudigt de mogelijkheid tot fraude). Bepaald of dat het aantal aanwezige dieren overeenkomt met het aantal dieren waaraan volgens de kennisgeving stoppersmaatregelen het speciale voer gevoerd wordt. Administratief gecontroleerd of dat het juiste voer is ingekocht. Indicatie voerverbruik per dier: In de lijst met stoppersmaatregelen zijn diverse maatregelen opgenomen waarbij sprake is van het voeren van aangepast voer (bijvoorbeeld aangepast eiwitgehalte). Aan alle dieren binnen de eenheid binnen de inrichting moet het aangepaste voer worden verstrekt. Aan deze dieren mag alleen aangepast voer worden verstrekt dat door een mengvoederleverancier wordt geleverd. In de systeembeschrijving (leaflet) zijn daarbij ook aandachtspunten voor de controle van deze maatregel opgenomen. Het gaat daarbij om het bijhouden van een registratie door de inrichtinghouder (samenstelling voer, plaats van opslag en aantal dieren) waaruit blijkt dat aan de genoemde voorwaarde wordt voldaan. Bij dit soort maatregelen is het voor de toezichthouder belangrijk om het gevoel te krijgen dat de hoeveelheid aangepast voer toereikend is om alle dieren in de betreffende eenheid en in de betreffende periode van voer te hebben voorzien. Ten behoeve hiervan is onderstaande lijst met indicatieve voerverbruiksgegevens samengesteld (tussen bedrijven / koppels bestaan aanzienlijke verschillen in voerverbruik). Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

20 Diercategorie Voerverbruik Gespeende biggen 29 kg per big (lichaamsgewicht 25 kg), wanneer de ruimte 7 weken per productieperiode wordt gebruikt is het verbruik op jaarbasis: 29 kg x 7,4 rondes = 215 kg per biggenplaats per jaar Kraamzeugen kg per zeug per jaar 1 Guste en dragende zeugen Vleesvarkens 246 kg per afgeleverd varken per productieperiode ( x aantal rondes per jaar (normgetal is 3,1) = hoeveelheid voer per varkenplaats per jaar) Legkippen / (groot-)ouderdieren van 47 kg per opgehokte hen legkippen (Groot-)ouderdieren vleeskuikens 49 kg per opgehokte hen Vleeskuikens 3,7 kg per afgeleverd kuiken per productieperiode, dit komt overeen met ongeveer 3,6 kg per opgezet kuiken per productieperiode (x aantal rondes per jaar (normgetal is 7,4) = hoeveelheid voer per kuikenplaats per jaar) Bron: KWIN Veehouderij Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt in kraamzeugen en guste en dragende zeugen, op basis van informatie uit het Handboek Varkenshouderij is dit 2001 kg voer per kraamzeugenplaats en 806 kg voer per guste en dragende zeugenplaats per jaar. Administratieve controle Tijdens de jaarlijkse administratieve controle wordt het bedrijf verzocht de navolgde gegevens toe te sturen: Aankoopbonnen van het voer; Informatie over de samenstelling van het voer; Aan- en afvoerbonnen dieren. Bereken indicatief de hoeveelheid benodigd voer op basis van de dierenaantallen. Vergelijk de berekende hoeveelheid met de ingekochte hoeveelheid. Bij grote verschillen hierin wordt nadere informatie opgevraagd of wordt het bedrijf bezocht. Als er aanleiding is om te veronderstellen dat het voer geleverd volgens de aflever- /aankoopbon niet overeenkomt met het in de silo(s) aanwezige voer kunnen er monsters van het voer genomen worden. Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

21 4.3.2 Emissiebeperkende maatregelen De emissiebeperkende maatregelen zijn: Schuine wand in mestkanaal Verdunnen mest door opvangen in water Koelen inkomende lucht + beperken ventilatie Metalen driekantroosters op mestkanaal Aanzuren mest tot ph<6 Verse snijmaïssilage als strooisel Aantal controles? In 2013 of 2014 eenmaal een toezichtsbezoek; Na 2014 een toezichtsbezoek volgens de reguliere toezichtsfrequentie. Aankondigen? Deze controle kan zowel onaangekondigd als aangekondigd uitgevoerd worden. Waarop controleren? In de leaflets behorende bij de betreffende maatregelen staat beschreven waar de maatregelen aan moeten voldoen en welke zaken tijdens het toezicht gecontroleerd moeten worden Houden van minder dieren Voor de stoppersmaatregel houden van minder dieren is een speciaal informatiedocument opgesteld dat is te downloaden op de website van Infomil (Informatiedocument minder dieren houden). Hierin staat beschreven hoe deze maatregel toegepast moet worden. Er zijn twee mogelijkheden: Minder rondes per jaar Een stal of deel van een stal leegzetten Minder rondes per jaar Als gekozen wordt voor minder rondes per jaar moeten tussen de productieperiodes een vaste leegstandperiode worden aangehouden, zodat de productieperiodes gelijkmatig over het jaar (of over meerdere jaren) worden verdeeld. Let op: het is dus niet toegestaan twee rondes achter elkaar te draaien en daarna de stallen langere tijd leeg te laten staan. Dit levert namelijk niet dezelfde emissiereductie op dan wanneer er langere leegstandsperiodes tussen twee rondes wordt toegepast. Aantal controles? In 2013 of 2014 eenmaal een toezichtsbezoek (bij minder rondes als stallen leeg horen te staan); Na 2014 een toezichtsbezoek volgens de reguliere toezichtsfrequentie. Bedrijven die gekozen hebben voor minder rondes per jaar worden telefonisch of schriftelijk gevraagd in welke fase van de produktieperiode (ronde) ze zitten. Aan de hand van deze informatie kan berekend worden wanneer de stallen leeg zijn. De controle wordt uitgevoerd na de leegstandsperiode van een reguliere produktieperiode. Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

22 Bijvoorbeeld: Vleesvarkens Referentiesituatie: productieperiode 17 weken (is inclusief korte leegstandperiode voor schoonmaken hokken). Aantal rondes per jaar volgens kennisgeving stoppersmaatregelen: 2 rondes per jaar (26 weken per ronde, bestaande uit een productieperiode van 17 weken en een leegstandperiode van 9 weken) Controle in week 18 t/m 26. Aankondigen? Deze controle wordt altijd onaangekondigd uitgevoerd omdat de controle zich richt op gedragsmaatregelen. Waarop controleren? Tijdens het toezichtsbezoek wordt gecontroleerd of: Er geen dieren aanwezig zijn in de stallen en/of afdelingen die volgens de kennisgeving stoppersmaatregelen leeg moeten zijn. Er maatregelen zijn genomen om te voorkomen dat de stalruimte (afdelingen) die leeg staat, toch blijft emitteren door de aanwezigheid van mest (schoonmaken hokken, mest uit kelder verwijderen of roosters afdekken of ruimte niet ventileren). Let op: de emissie mag beperkt worden door het uitschakelen van de ventilatie. Het betreden van een niet geventileerde stal kan gevaarlijk zijn doordat de ammoniakconcentratie in de stal heel hoog is geworden. Administratie: afleverbonnen, Aandachtspunt: Staloppervlak: Het oppervlak (per dier) waarop de varkens worden gehouden mag (gemiddeld genomen) niet toenemen. Voorbeeld als de vleesvarkens worden gehouden in een stalsysteem met een maximum oppervlak per dierplaats van 0,8 m 2 dan mag dat oppervlak bij minder dieren houden niet zodanig worden vergroot dat het oppervlak per dierplaats gemiddeld groter is dan 0,8 m 2, want dan zou de emissiereductie daardoor weer ongedaan worden gemaakt. Dierplaatsen: Vaak zijn er meer dierplaatsen aanwezig dan het aantal dieren waarvoor een Omgevingsvergunning is verleend/ een melding Activiteitenbesluit is gedaan. Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

23 5 HANDHAVING 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het handhavingstraject beschreven. Handhaving is aan de orde zodra een veehouderij niet of niet meer aan de voorwaarden van het gedoogbeleid voldoet én niet voldoet aan het Besluit huisvesting. In dit document wordt een specifiek op het gedoogbeleid toegesneden handhavingstrategie uitgewerkt. Uitgangspunt daarbij is de Brabantbrede handhavingstrategie Zó handhaven we in Brabant Handhaving Besluit huisvesting Als een veehouderij niet of niet meer aan de voorwaarden van het gedoogbeleid voldoet én niet voldoet aan het Besluit huisvesting gaat het bevoegd gezag over tot handhaving. Handhaving wordt ingezet omdat het bedrijf niet voldoet aan het Besluit huisvesting en daarmee artikel 8.40 Wet milieubeheer wordt overtreden. Dit artikel is ook opgenomen in de Wet economische delicten. Het niet naleven van voorschriften die geen relatie hebben met het gedoogbeleid (b.v. opslag van gevaarlijke stoffen) zijn overtredingen van het Activiteitenbesluit en/of de Omgevingsvergunning en kunnen niet op basis van het Besluit huisvesting gehandhaafd worden. Handhaven op het besluit huisvesting werkt niet anders als de reguliere handhaving. In veel leaflets van stoppersmaatregelen is opgenomen dat het aantal dieren geregistreerd moet worden. In het Activiteitenbesluit is in artikel ook een verplichting tot het registreren van dieren opgenomen. Bij het ontbreken van een dierenregistratie is het eenvoudiger om te handhaven op het niet voldoen aan het Activiteitenbesluit dan het niet voldoen aan het Besluit huisvesting. Artikel Het aantal aanwezige dieren per diersoort wordt ten minste een keer per maand geregistreerd, waarbij de perioden tussen de registraties van een vergelijkbare tijdsduur zijn. De registraties zijn binnen de inrichting aanwezig en worden gedurende tien jaren bewaard. 5.3 Niet meer voldoen aan voorwaarden gedoogbesluit Het niet meer voldoen aan de gedoogvoorwaarden van het Actieplan Ammoniak Veehouderij en daardoor in overtreding zijn met het Besluit huisvesting 6 kan verschillende oorzaken hebben. Afhankelijk van de oorzaak van het niet meer voldoen aan de gedoogvoorwaarden wordt een overtreding aangemerkt als categorie 1 of 2 overtreding. In onderstaande tabel 1 is voor de mogelijke oorzaken een categorie-indeling met daarbij een hersteltermijn opgenomen. Deze tabel kan als leidraad gebruikt worden. De Brabantbrede handhavingstrategie Zo handhaven we in Brabant is leidend voor het bepalen van de categorie van de overtreding. Bijlage 1 (Instructie: categorie-indeling overtredingen Natuurbeschermingswet 1998 en Wet Milieubeheer intensieve veehouderijen Provincie Noord-Brabant) van de Brabantbrede toezichtsaanpak luchtwassers kan, in aanvulling op de 6 In deze paragraaf wordt ervan uitgegaan dat het bedrijf niet voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in het Besluit huisvesting. Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

24 Brabantbrede handhavingstrategie en onderstaande tabel als hulpmiddel gebruikt worden bij de bepaling van de categorie van de overtreding. Tabel 1: overtredingen gedoogvoorwaarden Stappenplan Nr. Omschrijving Categorie Termijn 12 Geen BOP ingediend en bijlage 2 nvt (en Cat.1 / zie paragraaf 5.7 voldoet niet aan Besluit huisvesting) 13 Situatie 1: Geen kennisgeving stoppersmaatregelen ingediend maar wel stoppersmaatregelen toegepast 13 Situatie 2: Wel kennisgeving stoppersmaatregelen ingediend maar andere andere stoppersmaatregelen toegepast 14 Geen kennisgeving stoppersmaatregelen ingediend én geen stoppersmaatregelen toegepast (én voldoet niet aan Besluit huisvesting). 15 kennisgeving stoppersmaatregelen niet in orde. Cat. 2** Cat.2 Cat.2 Cat. 1 / Cat. 2** Cat. 2 kennisgeving: 14 dagen Nieuwe kennisgeving: 14 dagen kennisgeving: 14 dagen Stoppersmaatregelen: 1 maand kennisgeving aanvullen: 14 dagen Stoppersmaatregelen Paragraaf Omschrijving Categorie Termijn Voermaatregelen Cat 2. 3 of 4 dagen* Emissiebeperkende maatregelen Cat. 1/ Afhankelijk van Cat. 2** overtreding Houden van minder dieren per jaar Cat. 1 Ronde af laten maken *mondeling mededelen dat als na 3 of 4 dagen niet voldaan wordt, het gedoogbeleid niet meer van toepassing is en dan dus voldaan moet worden aan het Besluit huisvesting. Als bij de hercontrole blijkt dat nog steeds niet voldaan wordt dan handhaven op niet voldoen aan Besluit huisvesting (zie paragraaf 5.7). **Afhankelijk van de overtreding wordt deze aangemerkt als cat.1 of cat. 2. Bepaal de categorie van de overtreding m.b.v. de criteria opgenomen in de Handhavingstrategie Zo Handhaven we in Brabant. 5.4 Samenwerking strafrecht Bij het constateren van een categorie 1 overtreding worden de strafrechtelijke partners direct geïnformeerd. Bij het constateren van een categorie 2 overtreding wordt strafrecht geïnformeerd zodra het bestuur de definitieve beschikking heeft opgesteld. 5.5 Hercontroles Indien tijdens de hierboven genoemde controles geconstateerd wordt dat zaken niet in orde zijn wordt conform de handhavingsstrategie Zó handhaven we in Brabant 2010 gehandeld. Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

25 5.6 Waarschuwingsbrief Bij een categorie 2-overtreding krijgt het bedrijf de gelegenheid alsnog de gedoogvoorwaarden juiste uit te voeren. In een brief wordt aangegeven welke maatregelen het bedrijf moet nemen om (weer) aan de gedoogvoorwaarden te voldoen. Aangegeven wordt dat als het bedrijf de maatregelen niet binnen de gestelde termijn treft: Niet (meer) aan de gedoogvoorwaarden van het Actieplan Ammoniak Veehouderij voldaan wordt en dat hierdoor het bedrijf per direct aan het Besluit huisvesting moet voldoen. 5.7 Last onder dwangsom In het (voornemen) last onder dwangsom wordt opgenomen dat er niet (meer) voldaan wordt aan de gedoogvoorwaarden van het Actieplan Ammoniak Veehouderij waardoor voldaan moet worden aan het Besluit huisvesting. De overtreding van het Besluit huisvesting kan worden opgeheven door zorg te dragen dat: de huisvestingsystemen voldoen aan de maximale emissiewaarde of; er geen dieren gehouden worden of; er minder dieren gehouden worden dan in bijlage 1 van het Besluit huisvesting zijn opgenomen. Om te voldoen aan de maximale emissiewaarde zal normaliter de stal moeten worden aangepast waarvoor een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu/melding Activiteitenbesluit en meestal een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen moet worden verleend/ingediend. Daarnaast is het bedrijf nog in werking (productiecyclus) waardoor stalaanpassingen bemoeilijkt worden. Het stellen van de termijn blijft maatwerk, voorgesteld wordt wel de termijnen strak te houden aangezien de bedrijven al vanaf januari 2010 hadden moeten voldoen aan het Besluit huisvesting. De begunstigingstermijn wordt zodanig gekozen dat de overtreding ongedaan kan worden gemaakt. Voor de hoogte van de dwangsom wordt voorgesteld om driemaal de economische waarde van de gehouden dieren te nemen maal het aantal dieren, met onderscheid van diersoort. Tijdelijke maatregel Als de overtreding op korte termijn (binnen een maand) niet kan worden opgeheven kan worden overwogen om in het voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom de inrichtinghouder de keuze te laten om tot de tijd dat de overtreding van het Besluit huisvesting kan worden opgeheven een tijdelijke (bv een half jaar) maatregel te laten treffen. " De ammoniakemissie op het bedrijf dient te worden beperkt tot het emissieplafond welke het bedrijf op basis van het Besluit huisvesting mag veroorzaken als alle stallen zouden voldoen aan de maximale emissiewaarde (aantal vergunde dieren maal maximale emissiewaarde). Praktisch betekent dit dat er minder dieren mogen worden gehouden. Hierbij wordt nog steeds het Besluit huisvesting overtreden en geen BBT toegepast. " Deze tijdelijke maategel kan alleen uitkomst bieden als er zicht is dat de overtreding van het Besluit huisvesting ook daadwerkelijk na de nader te bepalen termijn is opgeheven (dus dat aan het Besluit huisvesting voldaan wordt). Brabantbrede toezichtsaanpak stoppers Besluit huisvesting versie 1.5 d.d. 19 augustus

Informatiedocument Minder dieren houden

Informatiedocument Minder dieren houden ACTIEPLAN AMMONIAK & VEEHOUDERIJ - Gedoogbeleid stoppende bedrijven Informatiedocument Minder dieren houden 1. Inleiding Dit document bevat de informatie over de stoppersmaatregel minder dieren houden.

Nadere informatie

Informatiedocument Minder dieren houden

Informatiedocument Minder dieren houden ACTIEPLAN AMMONIAK & VEEHOUDERIJ - Gedoogbeleid stoppende bedrijven Informatiedocument Minder dieren houden 1. Inleiding Dit document bevat de informatie over de stoppersmaatregel minder dieren houden.

Nadere informatie

VAN DER MEER. Inwerkingtreding Besluit Huisvesting. Oosterwolde, 11 augustus 2008

VAN DER MEER. Inwerkingtreding Besluit Huisvesting. Oosterwolde, 11 augustus 2008 Inwerkingtreding Besluit Huisvesting Oosterwolde, 11 augustus 2008 Op 1 april jongstleden is het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Besluit huisvesting) inwerking getreden. Het Besluit huisvesting

Nadere informatie

Voorlopige lijst maatregelen stoppersregeling Actieplan Ammoniak Veehouderij. Toelichting:

Voorlopige lijst maatregelen stoppersregeling Actieplan Ammoniak Veehouderij. Toelichting: Voorlopige lijst maatregelen stoppersregeling Actieplan Ammoniak Veehouderij Rijk-IPO-VNG-werkgroep Actieplan Ammoniak Veehouderij, 6 juli 12 Toelichting: De lijst is een voorlopige lijst, in die zin dat

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Directoraat-Generaal Milieu en Internationaal; Directie Duurzaamheid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Directoraat-Generaal Milieu en Internationaal; Directie Duurzaamheid STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35929 31 december 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 13 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/297853,

Nadere informatie

BIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING

BIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING BIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING Hoofdlijnen Wet ammoniak en veehouderij 1. Werkingssfeer De Wet ammoniak en veehouderij (Wav) is een lex specialis ten opzichte van de Wet milieubeheer (Wm).

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16865 1 juli 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 24 juni 2015, nr. IENM/BSK-2015/115905,

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Milieuneutrale wijziging

BIJLAGE 2. Milieuneutrale wijziging BIJLAGE Milieuneutrale wijziging Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting De heer W.B.M. Aarts heeft aan de Polderdreef 5 te Liessel de beschikking over een varkenshouderij. De inrichting

Nadere informatie

Een veehouderij breidt uit

Een veehouderij breidt uit Een veehouderij breidt uit CASUS 4 april 2013 Annelies Uijtdewilligen Wat gaan we doen U krijgt een situatie beschreven, zoals deze op uw bureau kan komen. U denkt na: wat ga ik doen. Dan max. 3 minuten

Nadere informatie

Plan van aanpak afronding Actieplan Ammoniak Stoppersregeling 1 januari 2020 september 2017

Plan van aanpak afronding Actieplan Ammoniak Stoppersregeling 1 januari 2020 september 2017 Plan van aanpak afronding Actieplan Ammoniak Stoppersregeling 1 januari 2020 september 2017 Afronding Actieplan Ammoniak (stoppersregeling 1 januari 2020). Versie: 8 september 2017 Inleiding. Momenteel

Nadere informatie

CONTROLEFORMULIER. Boswet. Flora en faunawet. Luchtvaartwet. Natuurbeschermingswet Agrarisch (tevens Cross Compliance)

CONTROLEFORMULIER. Boswet. Flora en faunawet. Luchtvaartwet. Natuurbeschermingswet Agrarisch (tevens Cross Compliance) CONTROLEFORMULIER Boswet Flora en faunawet Luchtvaartwet Natuurbeschermingswet Agrarisch (tevens Cross Compliance) Natuurbeschermingswet Ecologisch Omgevingsverordening Gelderland onderdeel Grondwaterbescherming

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 20228 28 december 2009 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 10 december

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69967 12 december 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 11 december 2017, nr. IENM/BSK-2017/281210,

Nadere informatie

Eventuele voettekst. Tekening wordt aangeleverd. De melding bevat geen tekening. Hoe lost u dit op? Is er een OBM nodig?

Eventuele voettekst. Tekening wordt aangeleverd. De melding bevat geen tekening. Hoe lost u dit op? Is er een OBM nodig? Wat gaan we doen U krijgt een situatie beschreven, zoals deze op uw bureau kan komen. Een veehouderij breidt uit RWS Leefomgeving Kenniscentrum InfoMil Edwin Cornelissen U denkt na: wat ga ik doen. Dan

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 49498 21 september 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 19 september 2016, nr. IENM/BSK-2016/186450,

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 6 januari 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18729 18 oktober 2011 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 3 oktober 2011, nr. DP2011054569,

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 28 januari 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het

Nadere informatie

Provinciale Statenfractie Noord-Brabant Statenvragen. Sint-Michielsgestel, 2 augustus Betreft: Brabantse toezichtsaanpak luchtwassers

Provinciale Statenfractie Noord-Brabant Statenvragen. Sint-Michielsgestel, 2 augustus Betreft: Brabantse toezichtsaanpak luchtwassers Provinciale Statenfractie Noord-Brabant Statenvragen Sint-Michielsgestel, 2 augustus 2013 Betreft: Brabantse toezichtsaanpak luchtwassers Geacht college, In april 2013 is het Rapport: resultaten Brabantbrede

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9998 29 juni 2010 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 17 juni 2010,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 49500 21 september 2016 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 19 september 2016, nr. IENM/BSK-2016/186449,

Nadere informatie

Kiplekker Topklimaat

Kiplekker Topklimaat Kiplekker Topklimaat Symposium 3 februari 2015 Arvalis Jan Rutten Adviseur Intensieve veehouderij, Milieu en Vergunningen 06-20995446 jrutten@arvalis.nl Kiplekker Topklimaat Wet- en regelgeving: Wat moeten

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Eerste wijzigingsverordening Verordening stikstof en Natura 2000 Noord- Brabant 2013 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Bijlage(n) - Gelet

Nadere informatie

Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd

Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd Varkenshouderij Van Deijne Zeeland BV, gemeente Landerd Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 19 juni 2013 / rapportnummer 2787 31 Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Van Deijne Zeeland

Nadere informatie

Toezicht- en naleeftekorten bij de IPPC branche intensieve veehouderij. Onderzoek naar luchtwassystemen en het effect op de ammoniakemissie

Toezicht- en naleeftekorten bij de IPPC branche intensieve veehouderij. Onderzoek naar luchtwassystemen en het effect op de ammoniakemissie Toezicht- en naleeftekorten bij de IPPC branche intensieve veehouderij Onderzoek naar luchtwassystemen en het effect op de ammoniakemissie T o e z - en i naleeftekorten c h bij de IPPC branche intensieve

Nadere informatie

Statenvoorstel 52/15. Voorgestelde behandeling. PS-vergadering : 10 juli Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers

Statenvoorstel 52/15. Voorgestelde behandeling. PS-vergadering : 10 juli Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers Statenvoorstel 52/15 A Voorgestelde behandeling PS-vergadering : 10 juli 2015 Onderwerp Initiatiefvoorstel Elektronisch monitoren van luchtwassers Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant Onderwerp Brabantbrede

Nadere informatie

PAS en Besluit huisvesting. LTO bijeenkomst Oost Achterhoek 23 november 2015

PAS en Besluit huisvesting. LTO bijeenkomst Oost Achterhoek 23 november 2015 PAS en Besluit huisvesting LTO bijeenkomst Oost Achterhoek 23 november 2015 Wat doet Rombou? Onderwerpen o PAS o Besluit huisvesting/nieuwe RAV o Gedoogbeleid actieplan ammoniak o Voorbeeld o Vragen Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Bijlage 1: Dieraantallen en -categorieën en invoergegevens referentiesituatie, beoogd en alternatief

Bijlage 1: Dieraantallen en -categorieën en invoergegevens referentiesituatie, beoogd en alternatief Bijlage 1: Dieraantallen en -categorieën en invoergegevens referentiesituatie, beoogd en alternatief In deze bijlage zijn voor de referentiesituatie, de beoogde situatie en het alternatief de dieraantallen

Nadere informatie

Huisvesting van varkens en pluimvee 2010

Huisvesting van varkens en pluimvee 2010 Huisvesting van varkens en pluimvee 2010 06 07 08 09 10 11 12 13 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil

Nadere informatie

10 april Nota van zienswijzen. ontwerp bestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte

10 april Nota van zienswijzen. ontwerp bestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte 10 april 2017 Nota van zienswijzen ontwerp bestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte Nota van zienswijzen ontwerpbestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte 1 Aanleiding Het ontwerpbestemmingsplan

Nadere informatie

FAQ Verordening stikstof en Natura2000

FAQ Verordening stikstof en Natura2000 FAQ Verordening stikstof en Natura2000 v 28mei2013 De gewijzigde Verordening stikstof is op 22 maart 2013 vastgesteld door PS en op 29 maart 2013 inwerking getreden. De nadruk ligt op het toepassen van

Nadere informatie

Advies lucht. Intern Advies

Advies lucht. Intern Advies Intern Advies Bevoegd gezag : Datum : 21-06-2016 Kenmerk VTH/DMS : Liza-nummer : 51526 Aan : Ceije Limbeek Van : Herman Brinkman Collegiale toetser : Onderwerp / Locatie : advies gevraagd Alteveersterweg

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV

Omgevingsvergunning OV Omgevingsvergunning OV 20130168 Aanvraag Op 06 december 2013 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een varkenshouderij (OBM) op het adres Hennesweg 41 te Ospel.

Nadere informatie

Bijlage 1, onderdeel A 1, diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar, wordt als volgt gewijzigd:

Bijlage 1, onderdeel A 1, diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar, wordt als volgt gewijzigd: Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van..., nr. IENW/BSK-2019/140823, tot wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij in verband met de actualisering van bijlage 1

Nadere informatie

Agrarische inrichtingen en het Activiteitenbesluit. Paul Bodden Hekkelman Advocaten

Agrarische inrichtingen en het Activiteitenbesluit. Paul Bodden Hekkelman Advocaten Agrarische inrichtingen en het Activiteitenbesluit Paul Bodden Hekkelman Advocaten VMR Praktijkdag 27 november 2013 Afbakening Agrarische inrichtingen: Glastuinbouwbedrijven Open teelt (bijv. akkerbouw

Nadere informatie

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Q,dbn Omgevingsdienst Brabant Noord Op het op 1 maart 2016 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief. Inleiding:

Raadsinformatiebrief. Inleiding: Raadsinformatiebrief Aan : Commissies AZ en RZ Van : het college Behandeld in de collegevergadering d.d. : 18 maart 2016 Onderwerp : Informatie over ontwikkelingen en maatregelen tegen geuroverlast Oisterwijksebaan

Nadere informatie

Besluit weigering melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant

Besluit weigering melding Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant V.O.F. Pepers Habraken De heer B. Pepers Spierkesweg 20 5491 RJ SINT-OEDENRODE Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC s-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 info@brabant.nl www.brabant.nl

Nadere informatie

Agrarische inrichtingen en het Activiteitenbesluit. Paul Bodden Hekkelman Advocaten N.V.

Agrarische inrichtingen en het Activiteitenbesluit. Paul Bodden Hekkelman Advocaten N.V. Agrarische inrichtingen en het Activiteitenbesluit Paul Bodden Hekkelman Advocaten N.V. VMR Praktijkdag 26 november 2015 Afbakening Agrarische inrichtingen: Glastuinbouwbedrijven Open teelt (bijv. akkerbouw

Nadere informatie

Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen

Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen voor de inrichting gelegen aan Molenhuisweg 10 Vlierden Vlierden INHOUDSOPGAVE 1 GEGEVENS INRICHTING 1 2 GEGEVENS VERANDERING (NIET TECHNISCH) 1 3 MER-(BEOORDELINGS)PLICHT

Nadere informatie

Pagina 1 van 11 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 11 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op de op 19 december 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Varkensbedrijf Rijnen Oirschot

Nadere informatie

BIJLAGEN BIJ HET RAPPORT VERWACHTE EFFECTEN AANPASSEN VERORDENING NATUURBESCHERMING EN INVOEREN STALDERING OP OMVANG EN STRUCTUUR

BIJLAGEN BIJ HET RAPPORT VERWACHTE EFFECTEN AANPASSEN VERORDENING NATUURBESCHERMING EN INVOEREN STALDERING OP OMVANG EN STRUCTUUR BIJLAGEN BIJ HET RAPPORT VERWACHTE EFFECTEN AANPASSEN VERORDENING NATUURBESCHERMING EN INVOEREN STALDERING OP OMVANG EN STRUCTUUR VEEHOUDERIJ NOORD-BRABANT Uden, 2 juni 217 Inhoudsopgave 1. Provinciale

Nadere informatie

De aanvraag geldt voor de realisering van het gehele project, inclusief de tussenliggende fases.

De aanvraag geldt voor de realisering van het gehele project, inclusief de tussenliggende fases. Aanvulling aanvraag aan Burgemeester en wethouders van de gemeente Vlagtwedde van Jan Teunissen, Rombou betreft Aanvulling aanvraag omgevingsvergunning Hendriks, Moersloot 147 en 149 Ter Apel datum 10

Nadere informatie

Aanpak fijn stof bij veehouderijen

Aanpak fijn stof bij veehouderijen Aanpak fijn stof bij veehouderijen Ministerie van Infrastructuur en Milieu 13 december 2011 1. Inleiding In het kader van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is in 2009 en 2010 onderzoek

Nadere informatie

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 januari 2010 / rapportnummer 2147-57 1. OORDEEL OVER HET MER Banken B.V. (dhr. N. van Roessel)

Nadere informatie

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet-vergunning

Onderwerp: Natuurbeschermingswet 1998; aanvraag gedeeltelijke intrekking Nbwet-vergunning Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl Landbouwbedrijf Rotman de heer J.A.H. Rotman Deventerdijk 14 7478 RR DIEPENHEIM

Nadere informatie

Bijlagen bij de aanvraag

Bijlagen bij de aanvraag Bijlagen bij de aanvraag Omgevingsvergunning AANVRAGER: Cremerhoeve VOF Minister Cremerstraat 5 9491 TJ Zeijen Onderstaande bijlagen dienen ter ondersteuning aan de aanvraag. BIJLAGE 1: OVERZICHT VERGUNDE

Nadere informatie

Varkenshouderij Welvaarts te Tholen Toetsingsadvies over de aanvulling op het milieueffectrapport

Varkenshouderij Welvaarts te Tholen Toetsingsadvies over de aanvulling op het milieueffectrapport Varkenshouderij Welvaarts te Tholen Toetsingsadvies over de aanvulling op het milieueffectrapport 7 april 2010 / rapportnummer 1297-103 OORDEEL OVER DE AANVULLING OP HET MER 1. INLEIDING M.A.J.M. Welvaarts

Nadere informatie

BESLUIT. Omgevingsvergunning (intrekking op verzoek) datum: Gemeente Bronckhorst nr

BESLUIT. Omgevingsvergunning (intrekking op verzoek) datum: Gemeente Bronckhorst nr BESLUIT Omgevingsvergunning (intrekking op verzoek) datum: 31-03-2016 Gemeente Bronckhorst nr. 2015-3024 Onderwerp Op 31 november 2015 is een vergunning op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Nadere informatie

veranderen van milieu-inrichting Steenbergen, 28 maart 2013

veranderen van milieu-inrichting Steenbergen, 28 maart 2013 z.n.a. UM1302432 *UM1302432* ons kenmerk : UM1302432 zaaknummer : ZK13000036 uw kenmerk : 703215 uw brief van : 31 januari 2013 afdeling : Publiekszaken contactpersoon : Chris Franken telefoonnr. : 0167-543

Nadere informatie

Varkenshouderij Pluk te Boekel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Varkenshouderij Pluk te Boekel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop Varkenshouderij Pluk te Boekel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 14 februari 2007 / rapportnummer 1848-64 1. OORDEEL OVER HET MER 1.1 Oordeel De heer Pluk wil zijn varkenshouderij

Nadere informatie

Berekening emissiefactoren systeem met vervolghuisvesting vleeskuikens

Berekening emissiefactoren systeem met vervolghuisvesting vleeskuikens Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu met vervolghuisvesting vleeskuikens Vraag Hoe moet ik de emissiefactoren berekenen bij een uitbroed-/ opfoksysteem voor vleeskuikens met meerdere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 29 383 Regelgeving Ruimtelijke Ordening en Milieu 28 973 Toekomst veehouderij Nr. 295 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Nadere informatie

Stalderingsplicht Wanneer is stalderen verplicht? Speelt de veebezetting een rol bij de beoordeling op staldering?

Stalderingsplicht Wanneer is stalderen verplicht? Speelt de veebezetting een rol bij de beoordeling op staldering? Stalderingsplicht Wanneer is stalderen verplicht? Stalderen is verplicht wanneer de oppervlakte van een hokdierenverblijf toeneemt. De oppervlakte van een hokdierenverblijf kan toenemen door nieuwbouw

Nadere informatie

Omgevingsvergunning OV 20140031

Omgevingsvergunning OV 20140031 Omgevingsvergunning OV 20140031 Aanvraag Op 28 februari 2014 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een paardenhouderij (inclusief camping) op het adres Grasdijk

Nadere informatie

Emissiefactoren fijnstof voor veehouderij Versie maart 2013 De categorie-indeling is overeenkomstig de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav)

Emissiefactoren fijnstof voor veehouderij Versie maart 2013 De categorie-indeling is overeenkomstig de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) Emissiefactoren fijnstof voor veehouderij Versie maart 2013 De categorie-indeling is overeenkomstig de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) Rav-nummer Omschrijving huisvestingssysteem Fijnstofemissie

Nadere informatie

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Ontwerpbeschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 juli 2016 bij hen ingekomen aanvraag van J.P. Hendriks te

Nadere informatie

Betreft: bezwaar op besluit handhavingsverzoek Hoekstraat 14, Rijkevoort d.d

Betreft: bezwaar op besluit handhavingsverzoek Hoekstraat 14, Rijkevoort d.d Fam. Peeters Hoekstraat 7 5447 PA Rijkevoort. 0485-371921 c.peeters@kpnplanet.nl Rijkevoort, 27 dec. 2017 Gemeente Boxmeer, Postbus 450 5830 AL Boxmeer. Betreft: bezwaar op besluit handhavingsverzoek Hoekstraat

Nadere informatie

in in ii mi ii mm ii ii

in in ii mi ii mm ii ii Hartveroverende Heerlyckheit in in ii mi ii mm ii ii 16int00435 Zaaknummer: gemeente Hilvarenbeek mm. VERZONDEN 2 2FEB 2Bl B OMGEVINGSVERGUNNING 20140122 Besluit Burgemeester en wethouders van Hilvarenbeek,

Nadere informatie

Rijnstraat XP Den Haag Interne Postcode 625 Tel : Fax :

Rijnstraat XP Den Haag Interne Postcode 625 Tel : Fax : Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Interne Postcode 625 Tel : 070.339.4259 Fax : 070.339.1289 Directoraat Generaal Milieubeheer Directie Bodem, Water, Landelijk gebied Afdeling Landbouw Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D Postbus 8035 5601 KA Eindhoven T: 088-369 03 69 I: www.odzob.nl Ontwerpbeschikking van Burgemeester en wethouders van Heeze-Leende op de op 11 augustus 2016 bij hen ingekomen aanvraag van Melkveebedrijf

Nadere informatie

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d Norm Aspect Criterium Interpretatie Meetmethode Sanctie Definitie ketenregisseur: een ketenregisseur is de partij die de veehouderij bedrijven aanmeldt bij de Stichting Beter Leven keurmerk en toezicht

Nadere informatie

Programma. Activiteitenbesluit. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw) Inhoud. Landbouwbedrijven in het Activiteitenbesluit

Programma. Activiteitenbesluit. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw) Inhoud. Landbouwbedrijven in het Activiteitenbesluit 14 maart 2013 Programma Activiteitenbesluit Agrarische activiteiten 10.00 Activiteitenbesluit agrarische activiteiten 11.30 Pauze 11.45 Agrarische lozingen 12.45 Lunch 13.15 Glastuinbouw 14.15 Pauze 14.30

Nadere informatie

Ontwerp besluit UV

Ontwerp besluit UV Ontwerp besluit UV 20160070 Aanvraag en verzoek Op 3 mei 2016 is voor het adres Aan 't Ven 6 te Nederweert ingekomen: 1. Een omgevingsvergunning aanvraag voor het veranderen van een pluimveehouderij (OBM)

Nadere informatie

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen Datum : 17 september 2013 Onderwerp : Vormvrije Mer beoordeling Opsteller : Arie Johannes Vormvrije Mer beoordeling Inleiding Op 2 september 2013 is een aanvraag

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Ontwerp omgevingsvergunning UV Ontwerp omgevingsvergunning UV 20150044 Aanvraag Op 13 april 2015 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het veranderen van een rundveehouderij op het adres Stokershorst 5 te Nederweert-Eind.

Nadere informatie

Vervangt Systeembeschrijving BWL van juni 2010

Vervangt Systeembeschrijving BWL van juni 2010 Nummer systeem Naam systeem Diercategorie BWL 2010.02.V1 Systeembeschrijving van oktober 2012 Gecombineerd luchtwassysteem 85 % ammoniakemissiereductie met watergordijn en biologische wasser Kraamzeugen,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 september 2015 Rapportnummer: 2015/141

Rapport. Datum: 28 september 2015 Rapportnummer: 2015/141 Rapport Rapport over een onderzoek naar de wijze waarop het college van burgemeester en wethouders van Leek heeft gereageerd op klachten over stankoverlast. Datum: 28 september 2015 Rapportnummer: 2015/141

Nadere informatie

Aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente: Naam drijver van de inrichting Adres en telefoonnummer Postcode en plaats

Aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente: Naam drijver van de inrichting Adres en telefoonnummer Postcode en plaats RM16 - Meldingsformulier InfoMil Besluit mestbassins milieubeheer Vooraf Dit formulier is bedoeld voor degene die van plan is een bedrijf op te richten, uit te breiden of te wijzigen, dan wel de werking

Nadere informatie

Systeembeschrijving van Juli Vervangt BWL V5 van november Werkingsprincipe

Systeembeschrijving van Juli Vervangt BWL V5 van november Werkingsprincipe Nummer systeem Naam systeem Diercategorie BWL 2009.13.V6 Systeembeschrijving van Juli 2018 Biologisch luchtwassysteem 70% ammoniakemissiereductie Vleeskalveren tot circa 8 maanden (A 4.2), geiten ouder

Nadere informatie

Wij wijzigen uw vergunning van 20 februari 2014, zoals u heeft aangevraagd.

Wij wijzigen uw vergunning van 20 februari 2014, zoals u heeft aangevraagd. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl Melkveebedrijf Kattenberg de heer S. Kattenberg Bisschopswetering 63 A 8044

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

veriissel provincie Besluit Fok en Vleesvarkensbedrijf Veldkamp t.a.v. de heer J. Veldkamp Krieghuisweg 2a 8102 SV RAALTE

veriissel provincie Besluit Fok en Vleesvarkensbedrijf Veldkamp t.a.v. de heer J. Veldkamp Krieghuisweg 2a 8102 SV RAALTE Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl KvK 51048329 IBAN NL45RABO0397341121 Fok en Vleesvarkensbedrijf Veldkamp t.a.v.

Nadere informatie

NB-CHECK TOETSING GEVOLGEN NATUURBESCHERMINGSWET EN PROGRAMMATISCHE AANPAK STIKSTOF (PAS) DOOR:

NB-CHECK TOETSING GEVOLGEN NATUURBESCHERMINGSWET EN PROGRAMMATISCHE AANPAK STIKSTOF (PAS) DOOR: NB-CHECK TOETSING GEVOLGEN NATUURBESCHERMINGSWET EN PROGRAMMATISCHE AANPAK STIKSTOF (PAS) VOOR HET BEDRIJF VAN: P. Veehouder Landweg 1 Woonplaats DOOR: V.H. van t Erve Postbus 48, 8100 AA Raalte Tel. 0572-363218

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Eerste wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD. Eerste wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Brabant Nr. 2613 13 juni 2017 Eerste wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet

Nadere informatie

ACTIEPLAN AMMONIAK VEEHOUDERIJ

ACTIEPLAN AMMONIAK VEEHOUDERIJ ACTIEPLAN AMMONIAK VEEHOUDERIJ 2 INHOUDSOPGAVE 1 SAMENVATTING... 5 2 ACHTERGRONDEN VAN HET ACTIEPLAN AMMONIAK VEEHOUDERIJ... 8 Bedrijven voldoen niet aan het Besluit huisvesting per 1 januari 2010... 8

Nadere informatie

Overzicht PAS-maatregelen

Overzicht PAS-maatregelen Overzicht PAS-maatregelen Toelichting formulieren 1. Inleiding In dit document staat een toelichting bij de formulieren die ingevuld moeten worden bij het indienen van een aanvraag binnen het overzicht

Nadere informatie

Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl

Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 december 2016 / projectnummer: 3159 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De familie

Nadere informatie

Vermeerderaar in de. En wat komt er nog aan: Wat staat er komend jaar te gebeuren: veranderende wereld van de wet- en regelgeving.

Vermeerderaar in de. En wat komt er nog aan: Wat staat er komend jaar te gebeuren: veranderende wereld van de wet- en regelgeving. Vermeerderaar in de veranderende wereld van de wet- en regelgeving Wim Hoeve Hoeve Advies BV 0522-291635 06-53610995 20-11-2013 Wat staat er komend jaar te gebeuren: Introductie PAS programmatische aanpak

Nadere informatie

Varkenshouderij J.F.M. van Gisbergen, De Gagel 16, Hooge Mierde

Varkenshouderij J.F.M. van Gisbergen, De Gagel 16, Hooge Mierde Varkenshouderij J.F.M. van Gisbergen, De Gagel 16, Hooge Mierde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 juli 2012 / rapportnummer 2635 37 1. Oordeel over het MER J.F.M. Van Gisbergen is voornemens

Nadere informatie

BBT-conclusies veehouderij. Schakeldag 2018

BBT-conclusies veehouderij. Schakeldag 2018 BBT-conclusies veehouderij Schakeldag 2018 Quiz Open de browser op je telefoon Ga naar kahoot.it (let op:.it) Wacht tot op het grote scherm het game nummer verschijnt en vul dit in Kies een naam waarmee

Nadere informatie

Beton 15-20. 20 Detricon. 25 Detricon. 43 Anders Beton PAS R-1-7 1. 45 Agro Air Concepts, Ten Hoeve Projecten BV 45 CBgroep BVBA

Beton 15-20. 20 Detricon. 25 Detricon. 43 Anders Beton PAS R-1-7 1. 45 Agro Air Concepts, Ten Hoeve Projecten BV 45 CBgroep BVBA Diersoort Diercategorie Code Naam maatregel Reductie (%) Indiener RUNDVEE R-1 Melk- en kalfkoeien PAS R-1.1 Beweiden in groep 5-27 ouder dan 2 jaar PAS R-1.2 Loopvloer reinigen met mestschuif of mestrobot

Nadere informatie

Emissie in kg NH3 per dierplaats per jaar volgens traditioneel systeem

Emissie in kg NH3 per dierplaats per jaar volgens traditioneel systeem Bijlage 1 bij de stikstof en Natura2000 Noord-Brabant Emissiefactoren voor de vanuit het dierenverblijf, inclusief de van de mest die in het dierenverblijf is opgeslagen (versie 10 januari 2012) 1 2 Code

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Derde wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD. Derde wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Brabant Nr. 2977 7 juli 2017 Derde wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet

Nadere informatie

Controlerapport. Opgesteld: 14 oktober Milieuzaken

Controlerapport. Opgesteld: 14 oktober Milieuzaken Controlerapport Milieuzaken Opgesteld: 14 oktober 2010 Bedrijfsgegevens Nr. Inrichting: 390 Naam inrichting: Heijvar B.V. Adres inrichting: Laar 31 Postcode / plaats: 5258 TJ Berlicum Postadres: Idem Contactpersoon:

Nadere informatie

A. Maatregelen voor verdergaande verbetering omgevingskwaliteit

A. Maatregelen voor verdergaande verbetering omgevingskwaliteit A. Maatregelen voor verdergaande verbetering omgevingskwaliteit Deltabig b.v. Herenweg 4 Aagtekerke 1. Huidige plan Het plan wat beoordeeld is door de AAZ, had betrekking op onderstaande dieraantallen,

Nadere informatie

Huisvesting van landbouwhuisdieren 2012

Huisvesting van landbouwhuisdieren 2012 Huisvesting van landbouwhuisdieren 07 08 09 10 11 12 13 14 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien

Nadere informatie

Systeembeschrijving van Juli Vervangt BWL V3 van november Werkingsprincipe

Systeembeschrijving van Juli Vervangt BWL V3 van november Werkingsprincipe Nummer systeem Naam systeem Diercategorie BWL 2014.01.V4 Systeembeschrijving van Juli 2018 Chemisch luchtwassysteem 70% ammoniakemissiereductie Vleeskalveren tot circa 8 maanden (A 4.3), geiten ouder dan

Nadere informatie

Onderstaand treft u, met opneming van uw inleiding, onzë antwoorden op uw vragen aan.

Onderstaand treft u, met opneming van uw inleiding, onzë antwoorden op uw vragen aan. Gemeenfê Ec lt. Susteren Aan dhr. MJM Wetemans Susterderpoort 5 6118 BD Nieuwstadt Nieuwe Markt 55, Echt Postbus 450, 6100 AL Echt Tel. 0475-478 478 infotaecht-susteren.nl www.echt-susteren.nl KvK 51651866

Nadere informatie

BIJLAGE 5 Toezichtsvarianten ODZOB bij agrarische bedrijven

BIJLAGE 5 Toezichtsvarianten ODZOB bij agrarische bedrijven BIJLAGE 5 Toezichtsvarianten ODZOB bij agrarische bedrijven (versie 21 maart 2016) TOEZICHTSVARIANTEN ODZOB BIJ AGRARISCHE BEDRIJVEN GEMEENTE REUSEL- DE MIERDEN -2- TOEZICHTSVARIANTEN ODZOB BIJ AGRARISCHE

Nadere informatie

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Op het op 11 juni 2015 door ons ontvangen verzoek om een verklaring van geen bedenkingen in het kader van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

«JM» Milieueffectrapportage

«JM» Milieueffectrapportage (Kamerstukken II 2009/10, 30 654, nr. 76 en de bijlage bij deze gedoogbrief). Op grond van dit beleid kan tijdelijk gedoogd worden dat veehouderijen niet voldoen aan het Besluit huisvesting. Veehouderijen

Nadere informatie

Zienswijzennota. Bestemmingsplan Croddendijk 5a

Zienswijzennota. Bestemmingsplan Croddendijk 5a Zienswijzennota Bestemmingsplan Croddendijk 5a April 2015 Zienswijzennota april 2015 1 1. Inleiding Het college van burgemeester en wethouders heeft op 16 september 2014 ingestemd met het ontwerpbestemmingsplan

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; Het Toezicht - en handhavingsbeleid kinderopvang vast te stellen.

Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; Het Toezicht - en handhavingsbeleid kinderopvang vast te stellen. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zaanstad Nr. 9555 16 januari 2019 Toezicht- en handhavingsbeleid kinderopvang Burgemeester en wethouders van Gemeente Zaanstad Gelet op artikel 4:81 Algemene

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) 1 Assen, 5 november 2018 Ons kenmerk 201802306-00785497 ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN ARTIKEL 2.7, LID 2, VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB) Vergunninghouder

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b 2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b Datum : 13 november 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-000192 -

Nadere informatie

Varkenshouderij Straathof Koningsbosch BV, gemeente Echt-Susteren Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Varkenshouderij Straathof Koningsbosch BV, gemeente Echt-Susteren Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop Varkenshouderij Straathof Koningsbosch BV, gemeente Echt-Susteren Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 23 december 2008 / rapportnummer 1851-62 1. OORDEEL OVER HET Initiatiefnemer

Nadere informatie

RAADSINFORMATIEBRIEF

RAADSINFORMATIEBRIEF RAADSINFORMATIEBRIEF Onderwerp: Registratienummer: 00538382 Datum: 20 maart 2015 Portefeuillehder: Steller: Nummer: RIB BeterBuitenGebied no. 3 Feiten en cijfers ontwikkeling veehderij Deurne N. Lemlijn

Nadere informatie

Bijlage 2 bij de Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013

Bijlage 2 bij de Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013 Bijlage 2 bij de stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013 Lijst met technische staleisen als bedoeld in artikel artikel 3 Emissiefactoren voor de vanuit het dierenverblijf, inclusief de van de mest die

Nadere informatie