Afgebroken onderhandelingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Afgebroken onderhandelingen"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar Afgebroken onderhandelingen Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Josephine Vannerom (studentennr ) Promotor: Prof. Dr. I. Claeys Commissaris: Lic. L. Van Valckenborg

2

3 Voorwoord Reeds in het begin van mijn vijfjarige rechtenstudie ging mijn interesse uit naar het contractenrecht. De dynamiek tussen de contractspartijen is erg interessant om te bestuderen. Het vormt een echte wisselwerking tussen de nood van de partijen om via het contract het eigenbelang maximaal na te streven en het belang van een goede samenwerking zodat het contract op zichzelf succesvol kan uitgevoerd worden. Dit dynamisch proces vindt al zijn oorsprong in de precontractuele fase, waarin de partijen elkaar opzoeken om te onderhandelen over een mogelijke overeenkomst. De relatie tussen de partijen bestaat als het ware uit een spel van geven en nemen. Ik heb mij dan ook met het nodige enthousiasme voor mijn masterproef ingezet. Ik maak hierbij tevens van de gelegenheid gebruik om de personen te bedanken die mij hebben geholpen om dit werk te realiseren. In de eerste plaats bedank ik mijn promotor professor Claeys, voor de duidelijke begeleiding en mij op de goede weg te helpen. Het is ook zijn vak van het Algemeen Verbintenissenrecht in de tweede bachelor rechten die mijn belangstelling voor het contractenrecht in het algemeen heeft aangewakkerd. In de tweede plaats wens ik graag de mensen te bedanken die mij tijdens mijn studies door dik en dun hebben gesteund. Mijn ouders, voor hun onvoorwaardelijke ondersteuning en de bemoedigende zetjes, mijn zussen voor de nodige relativering van tijd tot tijd en mijn vriend om elke seconde van de dag klaar te staan. Daarnaast wil ik mijn vader nog eens extra bedanken om de tekst van mijn masterproef kritisch te herlezen. Josephine Vannerom Gent, mei 2012

4

5 Inhoudstafel INLEIDING... 1 HOOFDSTUK 1. DE PRECONTRACTUELE FASE: DE ONDERHANDELINGEN ALS VOORBEREIDENDE FASE VOOR HET AFSLUITEN VAN EEN CONTRACT BEGRIPSOMSCHRIJVING HET VOORSTEL ALS UITGANGSPUNT VAN DE ONDERHANDELINGEN VERSUS HET BINDENDE AANBOD Het voorstel Het aanbod VERSCHILLENDE RECHTSGEVOLGEN VAN HET BINDENDE AANBOD EN HET VRIJBLIJVENDE VOORSTEL... 5 HOOFDSTUK 2 : HET BEGINSEL VAN CONTRACTVRIJHEID ALS UITGANGSPUNT BEGRIPSOMSCHRIJVING EN RATIO DE VERSCHILLENDE RECHTSGRONDEN VAN CONTRACTVRIJHEID BEPERKINGEN OP DE CONTRACTVRIJHEID...10 HOOFDSTUK 3 : DE LEER VAN DE CULPA IN CONTRAHENDO BEGRIPSOMSCHRIJVING HISTORISCHE SCHETS Von Jhering Latere visies op het gedachtegoed van de culpa in contrahendo ONDERSCHEID CULPA IN CONTRAHENDO SENSU STRICTU EN SENSU LATU...16 HOOFDSTUK 4 : IN AANMERKING GENOMEN OMSTANDIGHEDEN BIJ DE BEOORDELING VAN AFGEBROKEN ONDERHANDELINGEN ENKELE BERUCHTE ZAKEN IN HET KADER VAN AFGEBROKEN ONDERHANDELINGEN GEMEENSCHAPPELIJKE KENMERKEN IN DE RECHTSPRAAK VAN DE IN ACHT GENOMEN OMSTANDIGHEDEN DIE LEIDEN TOT CULPA IN CONTRAHENDO Het opgeworpen argument van de gesloten overeenkomst Criteria voor het vaststellen van aansprakelijkheid wegens afgesprongen onderhandelingen...20 a. Brutale stopzetting van de onderhandelingen...20 b. Onrechtvaardige afbreuk aan een bij de wederpartij gewekt vertrouwen...21 c. Ontbreken van geldige reden voor het stopzetten van besprekingen...22 d. Criterium van de gemaakte kosten in hoofde van het slachtoffer Het tijdstip als bepalend element bij het afbreken van de onderhandelingen...24 a. eerste fase: het beginstadium...25 b. Tweede fase: vervolgstadium...26 c. Derde fase: Eindstadium Rechtsgeldige motieven als rechtvaardiging voor afgesprongen onderhandelingen Mogelijke aansprakelijkheid in hoofde van de benadeelde partij en derden...29 a. gedeelde aansprakelijkheid...29 b. derdemedeplichtigheid Plichten van de partijen voortvloeiend uit de precontractuele fase...31 II

6 a. Het beginsel van goede trouw...31 b. de zorgvuldigheidsplicht...33 c. Naleven van de gebruiken Besluit RECHTVERGELIJKENDE NOOT: NEDERLAND De wettelijke leemte en de ongeschreven regel gecreëerd door de Hoge Raad De contractvrijheid als uitgangspunt Ontwikkeling van het leerstuk via de drie fases in het onderhandelingsproces RECHTSVERGELIJKENDE NOOT: FRANKRIJK Uitgangspunt: contractvrijheid Gehanteerde criteria voor het onderzoek naar onrechtmatige afgebroken onderhandelingen plichten onderhandelaars Besluit...48 HOOFDSTUK 5: IMPACT VAN AFSPRAKEN EN OVEREENKOMSTEN IN DE PRECONTRACUELE PERIODE AL DAN NIET BELANG VAN HET ONDERSCHEID CONTRACTUELE EN EXTRACONTRACTUELE AANSPRAKELIJKHEID VOOR AFGEBROKEN ONDERHANDELINGEN GERUISLOOS CONTRACTEREN Gentlemen s agreement Letter of intent Het principeakkoord VOORCONTRACTEN EN VOORBEREIDENDE OVEREENKOMSTEN BESLUIT...57 HOOFDSTUK 6 : DE GRONDSLAGEN VAN DE CULPA IN CONTRAHENDO BELGIË: EEN VERSCHEIDENHEID AAN THEORIEËN Extracontractuele aansprakelijkheid op basis van artikelen BW De theorie van rechtsmisbruik Goede trouw Vertrouwensleer Besluit RECHTSVERGELIJKENDE NOOT: NEDERLAND De grondslag voor aansprakelijkheid wegens ongelegitimeerd afgebroken onderhandelingen...70 a. de onrechtmatige daad als bron voor onrechtmatig afgebroken onderhandelingen71 b. de onzekere grondslag van de redelijkheid en billijkheid bij onrechtmatig afgebroken onderhandelingen De betwiste grondslagen voor vorderingen gebaseerd op gelegitimeerd afgebroken onderhandelingen RECHTSVERGELIJKENDE NOOT: FRANKRIJK...74 III

7 HOOFDSTUK 7: HET HERSTEL VAN DE GELEDEN SCHADE INGEVOLGE AFGEBROKEN ONDERHANDELINGEN DE BESCHIKBARE VORMEN VAN SCHADEHERSTEL DE OMVANG VAN HET SCHADEHERSTEL IN GEVAL VAN ONRECHTMATIG AFGESPRONGEN ONDERHANDELINGEN Het negatief en positief contractbelang: een verduidelijking van de begrippen Een analyse van toegekende schadeposten in de rechtspraak op basis van het negatief contractbelang...84 a. Vergoeding van de gemaakte kosten naar aanleiding van de onderhandelingen 84 b. vergoeding voor de geïnvesteerde tijd in de onderhandelingen...85 c. vergoeding voor de lucrum cessans door verloren initiatieven met derden De tegenstrijdige standpunten in de rechtspraak omtrent het positief contractbelang Toegepaste principes bij de berekening van de omvang van alle geleden schade Genoegdoening voor de bijzondere verkregen voordelen voortvloeiend uit de onderhandelingen RECHTSVERGELIJKENDE NOOT: NEDERLAND het negatief contractbelang Het positief contractbelang De twijfelachtige verplichting tot dooronderhandelen RECHTSVERGELIJKENDE NOOT: FRANKRIJK...97 ALGEMEEN BESLUIT BIBLIOGRAFIE IV

8 V

9 Inleiding 1. Onderhandelingen komen in alle lagen van de maatschappij dagelijks voor. Van de particulier die een tweedehands auto wenst aan te schaffen, naar de warme bakker die zijn meel voor een voordelig prijsje van zijn leverancier wil aankopen, tot de multinationals die een doeltreffende en efficiënte joint-venture trachten op te richten: voor allen zullen de onderhandelingen een enorme invloed hebben op het uiteindelijke resultaat, zijnde het contract. In de onderhandelingen is het voor de deelnemende partijen namelijk mogelijk om de grenzen van het mogelijke van hun tegenpartij af te tasten en zelf aan te geven wat hun wensen zijn. Ergo, het is de eerste bouwsteen naar een wilsovereenstemming en een doeltreffend contract. 2. Sommige onderhandelingen brengen echter grote transactiekosten met zich mee en vergen niet alleen veel tijd, maar verkrijgen ook een complex karakter, door onder andere het voorwerp van de onderhandelingen, tijdsspanne in de precontractuele fase en de verscheidene precontractuele afspraken. Wanneer een dergelijke onderhandeling wordt afgebroken wegens diverse redenen, valt het te begrijpen dat de benadeelde partij zal trachten zijn kosten te verhalen op zijn tegenspeler in de onderhandelingen. 3. Deze problematiek zal in dit werk onderzocht worden. De vraag is namelijk of het in het licht van de contractvrijheid zowaar mogelijk is een afgebroken onderhandeling zomaar te sanctioneren. Het Burgerlijk Wetboek bevat immers geen enkele aanwijzing die het gedrag van de onderhandelaar afbakent. Daarnaast moeten de omstandigheden bekeken worden waarin een afgebroken onderhandeling een onrechtmatig karakter verkrijgt. Vervolgens is het belangrijk de verschillende mogelijke rechtsgronden toe te lichten. Een laatste maar daarom geen minder relevante rechtsvraag, is op welke remedies de benadeelde partij zich kan steunen om zijn verlies te compenseren. 4. Een belangrijk deel van het onderzoek zal zich richten op de concrete externe omstandigheden waarin de afgebroken onderhandelingen plaatsvinden. In dit werk zal blijken dat de beoordeling van de onrechtmatigheid van onderhandelingen in wezen een casuïstische benadering vereist. Dit werk zal dus geen algemeen kader aanbieden om de onrechtmatigheid van afgebroken onderhandelingen te beoordelen maar zal daarentegen wel de criteria aanduiden waarop rechters zich blijken te steunen in hun beslissing. Elke casus verdient dus een individuele beoordeling, aangezien het gegeven of een partij verantwoordelijk is voor het geleden verlies van zijn mede-onderhandelaar essentieel feitelijk is Hoewel de rechtspraak in verband met afgesprongen onderhandelingen in België relatief beperkt is in omvang, werd er in de doctrine reeds uitvoerig aan deze problematiek aandacht 1 E. DE KEZEL, De afdwingbaarheid van voorverbintenissen in het aansprakelijkheidsrecht, RAGB 2012, 11. 1

10 besteed. Het betreft immers een onderwerp dat in het economisch leven een grote relevantie heeft. Er lijkt echter geen eenduidigheid te bestaan in de rechtsleer. Ook ontbreekt een alomvattend geheel dat alle rechtsvragen die zich opwerpen in het kader van afgebroken onderhandelingen, behandelt. 6. Dat deze thematiek ook in de praktijk een grote impact uitoefent, blijkt uit de ophef die het Hof van Cassatie op 7 oktober 2011 veroorzaakte. 2 In dit arrest oordeelde het Hof namelijk voor de eerste keer dat de uitoefening van contractvrijheid ook beperkt wordt door het leerstuk van het verbod op rechtsmisbruik. Deze uitspraak zal in dit werk verder worden besproken, maar het hoeft geen uitleg dat het ook voor de beoordeling van het gedrag in onderhandelingen grote consequenties met zich zou kunnen meebrengen. In de veronderstelling van het Hof van Cassatie dat de vrijheid om te contracteren in wezen vatbaar is voor rechtsmisbruik, is het van belang te onderzoeken of het in de toekomst mogelijk wordt om tot contractsdwang over te gaan bij de sanctionering. 7. Ergo, gelet op de discussies in theorie en praktijk, vond ik de vraag of afgebroken onderhandelingen onrechtmatig zijn en welke rechtsgevolgen dit met zich meebrengt, een zeer interessant onderwerp voor mijn masterproef. Ik hoop in dit werk duidelijkheid te scheppen in de verschillende visies die er bestaan in zowel de rechtspraak als rechtsleer met het doel tot een algemeen besluit te kunnen komen. 2 Cass. 7 oktober 2011, C F. 2

11 Hoofdstuk 1. De precontractuele fase: de onderhandelingen als voorbereidende fase voor het afsluiten van een contract 1. Begripsomschrijving 8. De precontractuele fase omvat de ganse periode die voorafgaat aan het sluiten van het contract of aan de afloop waarin uiteindelijk geen contract tot stand kwam. In deze periode valt niet te ontkennen dat de partijen onvermijdelijk in elkaars rechtssfeer treden. DE BOECK spreekt van een wederkerige verhouding met een contractuele finaliteit Het gebrek aan enige regelgeving omtrent dit thema wierp vroeger de vraag op of er ook sprake is van deze fase wanneer er uiteindelijk geen contract wordt gesloten. Het is nu evenwel algemeen aanvaard dat de notie precontractueel ook zijn toepassing vindt wanneer er na de onderhandelingen uiteindelijk geen contractuele band ontstond tussen de betrokken partijen. Men spreekt dan van de precontractuele fase sensu stricto, in tegenstelling tot de precontractuele fase sensu lato waarna wel een geldige overeenkomst werd gesloten. 4 Deze fase wordt immers ingeluid vanaf het moment dat een persoon door een ander wordt benaderd, met als finaliteit een contract te sluiten. 5 Juist deze laatste notie is van groot belang om de precontractuele periode te kunnen identificeren. Een van de partijen moet de gesprekken zijn aangegaan met als doel een werkelijk contract af te sluiten. Om het mogelijk te maken de grenzen af te bakenen van het begrip precontractueel, dient dus een teleologische interpretatie te worden toegepast, waarbij het belangrijk is om concreet de wil van de onderhandelaars na te gaan. 10. In de praktijk zal het bovendien een uitdaging vormen om een duidelijk beeld vast te leggen van de periode die als precontractueel wordt aanzien en een scheidingslijn te vormen tussen de daaropvolgende contractuele fase. Zoals verder nog zal blijken, vormen de onderhandelingen die in deze periode plaatsvinden een dynamisch gegeven, waarbij er vaak tussentijdse aktes worden opgesteld en met verschillende deadlines wordt gewerkt. Dit maakt het moeilijk om de grenzen vast te leggen tussen de precontractuele periode en het moment waarop er effectief een wilsovereenstemming werd bereikt. 6 Dit alles om erop te wijzen dat de precontractuele periode vandaag de dag veel complexer is dan het louter gegeven van aanbod en aanvaarding. 3 A. DE BOECK, De precontractuele aansprakelijkheid anno 2010 in S. STIJNS, I. SAMOY en A. DE BOECK (eds.), Verbintenissenrecht, Brussel, Die Keure, 2010, 1. 4 A. DE BOECK, De precontractuele aansprakelijkheid anno 2010 in S. STIJNS, I. SAMOY en A. DE BOECK (eds.), Verbintenissenrecht, Brussel, Die Keure, 2010, 2. 5 H. GEENS, De grondslagen van de culpa in contrahendo, Jura Falc , M. BERLINGIN, La formation dynamique du contrat de vente, in X., Vente. Commentaire pratique, Waterloo, Kluwer, 2007, 36. 3

12 2. Het voorstel als uitgangspunt van de onderhandelingen versus het bindende aanbod 11. Bij de analyse naar eventuele rechtsgevolgen van handelingen gesteld in de precontractuele fase moet men twee begrippen goed van elkaar onderscheiden, met name het aanbod en het voorstel. Hoewel het mogelijk is de onderhandelingen in de brede zin door beiden op te starten, zullen zij juridisch gezien verschillende gevolgen voortbrengen Het voorstel 12. Onderhandelingen zullen doorgaans een start nemen door een voorstel die op initiatief van een partij wordt gemaakt. Met deze toenadering zal de initiatiefnemer wel degelijk de bedoeling hebben om onderhandelingen te starten met het oog op het sluiten van een contract, maar de essentiële elementen die vereist zijn voor het ontstaan van een overeenkomst staan met het voorstel nog niet vast. Het voorstel is het begin van een dynamisch proces, met als doel zodoende de eerste contacten te leggen, zonder dat het voorstel reeds volledig en voldoende precies is. 7 Men zou kunnen spreken van een uitnodiging om tot de onderhandeling toe te treden Het aanbod 13. In de andere hypothese worden de onderhandelingen opgestart door een partij, die zich tot de andere partij richt met een volledig aanbod tot contracteren. Hierbij geeft de aanbieder op een nauwkeurige wijze aan onder welke modaliteiten hij een contract wenst te sluiten. De aanbieder dient alle essentiële en substantiële elementen 8 voor de totstandkoming van de overeenkomst te specificeren. 14. Er is bijgevolg pas sprake van een volledig en vast aanbod, indien er aan twee voorwaarden voldaan is. Allereerst is de aanwezigheid van een psychologisch of intentioneel element vereist. Dit betekent dat de partij die het aanbod doet, een eenzijdige wilsuiting bekend maakt waarbij hij de intentie aangeeft om zich juridisch te verbinden en een contract te sluiten. 9 Naast dit subjectief gegeven, dient ook een materieel element zijn gevolg te krijgen. Dit element houdt in dat het voorstel van de aanbieder alle bestanddelen bevat die onontbeerlijk zijn voor de totstandkoming van een contract. 10 Een bestanddeel wordt als onontbeerlijk aanzien wanneer ofwel het als essentieel voor de overeenkomst wordt geacht ofwel de partijen een gegeven zelf als essentieel aanduiden. Deze objectieve vereiste leidt 7 F. T KINT, «Négociation et conclusion du contrat» in X. DIEUX, J.F. ROMAIN, P. VAN OMMESLAGHE, Les obligations contractuelles, Brussel, Jeune barreau, 1984, 2. 8 A. VAN OEVELEN, Juridische verhoudingen en aansprakelijkheid bij de onderhandelingen over commerciële contracten, DAOR 1990, B. DE GTOOTE, Overzicht van het Burgerlijk Recht, Mechelen, Kluwer, 2005, A. VAN OEVELEN, Juridische verhoudingen en aansprakelijkheid bij de onderhandelingen over commerciële contracten, DAOR 1990, 44. 4

13 ertoe dat een voorstel pas als een aanbod kan worden gekwalificeerd wanneer de eenvoudige aanvaarding ervan door de tegenpartij een contract doet ontstaan. Als laatste dient er ook nog worden gewezen op de aard van het aanbod, namelijk dat het om een eenzijdige ontvangstbehoevende rechtshandeling gaat. Dit leidt ertoe dat het aanbod pas zijn gevolgen zal teweegbrengen, wanneer het aanbod ter kennis werd gebracht van de bestemmeling. 11 Afhankelijk van wie de aanbieder als bestemmeling aangeeft, spreekt men van een individueel aanbod dan wel een openbaar aanbod. Indien het aanbod gericht is tot een of meer bepaalde bestemmelingen, spreekt men van een individueel aanbod. Bij een openbaar aanbod echter, richt de aanbieder zich tot een of meerdere onbepaalde bestemmelingen die hij niet noodzakelijk kent. 15. Hoewel een aanbod pas mogelijk is wanneer de aanbieder werkelijk de wil had om zich te verbinden tot een eventueel daarop volgende overeenkomst, is er geen specifieke voorgeschreven vorm van aanbod. Het is daarom mogelijk een aanbod tot contracteren te formuleren of veruitwendigen op om het even welke manier. De enige vereiste houdt in dat het doel om een contract te sluiten onbetwistbaar en zeker is. 12 Er kan gedacht worden aan een gebruik waaruit deze intentie blijkt, of natuurlijk het geschreven aanbod. 3. Verschillende rechtsgevolgen van het bindende aanbod en het vrijblijvende voorstel 16. De reden waarom het van groot belang is de noties aanbod tot contracteren en voorstel tot onderhandelen van elkaar te onderscheiden, bevindt zich in de verschillende consequenties die zij met zich meebrengen. Het onderscheid tussen beiden zal namelijk bepalen of diegene die de tegenpartij contacteert gebonden is door zijn gedane voorstel. De kwalificatie van een toenadering als niet-verbindend voorstel of verbindend aanbod zal afhangen van de concrete feitelijke omstandigheden. 17. Aan de ene kant is er de gebondenheid door het aanbod. Indien het materieel en intentioneel element aanwezig zijn, zal het aanbod immers een bindend karakter verkrijgen. Het Hof van Cassatie kwam tot dit besluit door de overweging dat de aanbieder via de eenzijdige wilsuiting een verbintenis aanging en zich ertoe verbonden heeft deze na te leven. 13 In vergelijking met de gedachte van de animus contrahendae obligationis, vereist bij het sluiten van een overeenkomst, zal ook de aanbieder door zijn intentie een contract te sluiten zich verbinden. De bindende kracht van het aanbod is vervat in een tweeluik. 14 Ten eerste dient de aanbieder zijn aanbod voor een bepaalde tijd aan te houden. Het zal niet meer mogelijk zijn om deze in te trekken voor de bepaalde periode of indien deze niet werd vastgesteld, een redelijke termijn. Dit moet de bestemmeling van het aanbod voldoende tijd geven om het 11 M. BERLINGIN, La formation dynamique du contrat de vente, in X., Vente. Commentaire pratique, Waterloo, Kluwer, 2007, J. SCHMIDT-SZALEWSKI, France in M. FONTAINE, Formation of contracts and precontractual liability, Parijs, ICC, 1990, Cass. 19 mei 1980, JT 1981, K. BROECKX, Privaatrecht in de reële en virtuele wereld, Mechelen, Kluwer, 2002, 25. 5

14 aanbod te overwegen en er eventueel op in te gaan. 15 Een tweede gevolg die uit de bindende werking van dit begrip voortvloeit, is de totstandkoming van een overeenkomst vanaf het moment dat de bestemmeling het aanbod heeft aanvaard binnen de bepaalde of desgevallend binnen een redelijke termijn. Op dit ogenblik zal er immers een wilsovereenstemming ontstaan tussen beide partijen bestaan. 18. Hiertegenover staat de uitwerking van een gedaan voorstel. Bij een louter voorstel tot onderhandelen is er geen sprake van het bij het aanbod vereiste intentioneel element, waardoor men een verschillend effect bekomt. Dit voorstel zal namelijk geen enkele partij kunnen binden zodat zij in de onderhandelingen een complete onderzoeks- en handelingsvrijheid behouden. 16 Dit is een gevolg van het algemeen principe van contractvrijheid, waarover meer in hoofdstuk 3. Deze vrijheid is echter niet absoluut. Door de ontstane relatie tussen de onderhandelaars zijn er immers ook juridische gevolgen gecreëerd. Zij moeten bij hun handelingen bijgevolg de nodige zorgvuldigheid en omzichtigheid aan de dag leggen. Indien zij echter toch van hun contractvrijheid misbruik maken, lopen zij het gevaar op culpa in contrahendo. 19. Ergo, bij het onderzoek naar de vraag of afgebroken onderhandelingen in bepaalde omstandigheden een onrechtmatig karakter verwerven, is enkel de situatie waarbij de ene partij contact met de ander opzocht door middel van een vrijblijvend voorstel relevant. In deze periode bestaat er immers niet hetzelfde principe als het aanbod, die bij het voldoen aan de vereisten van bindende aard is. Indien men een aanbod intrekt zal dit in elk geval onrechtmatig zijn. Bij de fase die volgt op een gemaakt voorstel echter, bestaat er meer een grijze zone waarbij de omstandigheden een grote rol zullen spelen bij het bepalen van de aansprakelijkheid voor het afbreken van onderhandelingen. 15 Voor een bespreking van de werking van het aanbod in de tijd, zie: J. GOBIET, Les sources des obligations Le contrat: Négociation et formation du contrat - Les sanctions des manquements précontractuels in X., Obligations. Traité théorique et pratique, Waterloo, Kluwer, 2006, A. VAN OEVELEN, Juridische verhoudingen en aansprakelijkheid bij de onderhandelingen over commerciële contracten, DAOR 1990, 47. 6

15 Hoofdstuk 2 : Het beginsel van contractvrijheid als uitgangspunt 1. Begripsomschrijving en ratio 20. Bij de vraag of de aansprakelijkheid van een onderhandelaar kan weerhouden worden indien hij de besprekingen afbreekt, moet een grote terughoudendheid worden vooropgesteld. Het uitgangspunt is immers dat alle rechtssubjecten een principiële contractvrijheid bezitten. 21. Deze contractvrijheid behoort tot één van de hoofdbeginselen van het verbintenissenrecht, naast het consensualisme, de verbindende kracht van de overeenkomst en de uitwerking van de goede trouw in een overeenkomst. Het wordt gezien als een algemeen rechtsbeginsel, daar het een fundamentele norm betreft die min of meer impliciet aanwezig is in ons rechtsstelsel en waarvan de maatschappelijke noden en verwachtingen de inhoud ervan bepalen. 17 Onze samenleving is namelijk in wezen een vrije markteconomie waarbij het van belang is dat er een principiële vrijheid tot contracteren bestaat zodat het systeem kan functioneren en de concurrentie gewaarborgd blijft Hoewel er veel rechtsleer te vinden is waarbij men de contractvrijheid en wilsautonomie praktisch als synoniemen behandeld 19, bestaat er toch onenigheid over de wisselwerking tussen beide begrippen. Een deel van de rechtsleer is er immers van overtuigd dat de vrijheid om te contracteren een toepassing is van de wilsautonomie. Men oordeelt dat de wilsautonomie meer een abstract begrip is, dat het voor ieder rechtssubject mogelijk maakt om volgens vrije wil zijn eigen rechtspositie en rechtsverhoudingen te creëren met een zelfgekozen inhoud. 20 Hieruit vloeit dan contractvrijheid voort. Daartegenover staat dat sommige auteurs 21 juist een tegenovergestelde rol geven aan de wilsautonomie. De autonomie zou dan eerder een gevolgtrekking zijn uit de contractvrijheid. Deze vrijheid op zich kan immers niet de contractuele gebondenheid rechtvaardigen en op dit gebied verschilt het van de autonomie. De wilsautonomie bezit namelijk wel de functie om de bindende kracht te verklaren. Immers, deze gebondenheid komt mede tot stand door de gegeven toestemming van de partijen. Het is op dit moment dat de contractvrijheid de basis vormt, 17 M. VAN HOECKE, Algemene rechtsbeginselen, Antwerpen, Kluwer, 1991, A. VAN OEVELEN, C. CAUFFMAN, Contractvrijheid, contractweigering en anitdiscriminatie in X., Bijzondere overeenkomsten, Mechelen, Kluwer, 2008, M. BOLLEN, Precontractuele aansprakelijkheid voor het afspringen van onderhandelingen, in het bijzonder m.b.t. een acquisitieovereenkomst, TBBR 2003, afl. 3, 138; W. DE BONDT, Precontractuele aansprakelijkheid, TBBR 1993, 97; K. SWERTS, J. DEENE, G. VAN MALDEREN, S. VEREECKEN, K. MARCHAND, K., Toestemming. De overeenkomst: geldigheidsvoorwaarden, in X, Bestendig Handboek Verbintenissenrecht, Mechelen, Kluwer, 2010, A. VAN OEVELEN EN C. CAUFFMAN, Contractvrijheid, contractweigering en antidiscriminatie in X., Bijzondere overeenkomsten, Mechelen, Kluwer, 2008, 442; J. STUYCK, I. BUELENS, D. COUNYE, Verkoopsweigering en eerlijke handelsgebruiken, TBH 1995, J. NIEUWENHUIS, Drie beginselen van contractenrecht (diss. Leiden), Deventer, Kluwer, 1979,

16 aangezien de vrijheid om te contracteren nodig zal zijn om toestemming te verlenen. NIEUWENHUIS stelt dat de band tussen wilsautonomie en contractvrijheid is vervat in het gegeven dat het beginsel van autonomie de contractvrijheid vooronderstelt. Welke betekenis men ook geeft aan beide begrippen, duidelijk is dat ze zeer nauw met elkaar verbonden zijn en uiteindelijk hetzelfde doel behelzen: de totstandkoming van de overeenkomst door vrije wil. 23. Met betrekking tot de betekenis van de contractvrijheid is er overeenstemming dat het op zich nog eens in drie beginselen kan worden ingedeeld. Elk individu is vrij om ongedwongen en naar eigen goeddunken 22 te beslissen of (1) hij al dan niet een contract wenst te sluiten, (2) met wie hij deze contractuele relatie wenst aan te gaan en (3) onder welke modaliteiten hij deze wenst aan te gaan. 23 De draagwijdte van deze vrijheid reikt bijgevolg zover dat men niemand kan dwingen om een contract aan te gaan, noch een bepaalde inhoud kan opleggen. In ons rechtssysteem kennen wij dus een open systeem van contracten. Dit betekent dat eenieder een nieuw onbenoemd contract tot stand kan brengen, zonder in zijn mogelijkheden beperkt te worden door bepaalde types van contracten. 24. Doordat ieder rechtssubject over deze vrijheid beschikt, brengt dit eveneens met zich mee dat men bij de onderhandelingen ook hiervan gebruik kan maken. Eenieder beschikt bijgevolg over een volledige onderzoeks- en beslissingsvrijheid bij het voeren van onderhandelingen. De partijen zijn in principe vrij om de onderhandelingen stop te zetten, indien zij zich nog niet verbonden hebben door een overeenkomst of aanbod. Met andere woorden, de partijen oefenen bij het afbreken van onderhandelingen een principieel subjectief recht uit. 24 Hieruit volgt dat elke partij dient in te staan voor zijn eigen kosten gemaakt bij het voeren van besprekingen. Deze vrijheid om onderhandelingen vrij te voeren en eventueel af te breken is een logische toepassing van de contractsvrijheid. Het effect van de vrijheid om zelf regels te maken door middel van een contract zou immers tenietgaan indien men bij elke stopzetting van onderhandelingen de aansprakelijkheid van de partij zou weerhouden. Dit leert ons dat we bij de beoordeling van onrechtmatigheid van ontijdige afgebroken onderhandelingen een grote terughoudendheid moeten opbrengen. 25. De ratio van deze vrijheid om te contracteren en meer specifiek het recht om onderhandelingen af te breken, is voor de hand liggend. Zoals eerder al besproken, leven wij in een vrije markteconomie waar het van belang is om ten volle de handel en concurrentie te bevorderen. Op deze manier zal onze maatschappij efficiënter zijn en een grotere welvaart met zich meebrengen. Indien men iedere ontijdige stopzetting van onderhandelingen als foutief zou aanzien, zal dit leiden tot een verkillend effect bij onderhandelingen. 25 Partijen 22 W. DE BONDT, Precontractuele aansprakelijkheid, TBBR 1993, A. VAN OEVELEN EN C. CAUFFMAN, Contractvrijheid, contractweigering en antidiscriminatie in X., Bijzondere overeenkomsten, Mechelen, Kluwer, 2008, A. DE BOECK, De precontractuele aansprakelijkheid anno 2010 in S. STIJNS, I. SAMOY EN A. DE BOECK (eds.), Verbintenissenrecht, Brussel, Die Keure, 2010, M. R. RUYGVOORN, Afbreken van onderhandelingen, Deventer, Kluwer, 2005, 8. 8

17 zullen minder snel geneigd zijn om onderhandelingen te starten, met het oog op het risico van aansprakelijkheid, of partijen zullen zo snel mogelijk de onderhandelingen afronden terwijl onderhandelingen wezenlijk zijn voor de totstandkoming van een goede overeenkomst. 2. De verschillende rechtsgronden van contractvrijheid 26. De vrijheid om te contracteren heeft geen specifieke grondwettelijke of wettelijke grondslag waarin het recht op de vrijheid wordt verleend. Toch wordt aanvaard dat er enkele aanknopingspunten terug te vinden zijn in de regelgeving die wijzen op het bestaan van de contractvrijheid. Bovendien werd eerder reeds gewezen op het gegeven dat de contractvrijheid wel degelijk een algemeen rechtsbeginsel is, waardoor het op basis hiervan als rechtsregel op zich kan worden ingeroepen. 27. Ten eerste bestaan er enkele bepalingen in het Burgerlijk Wetboek die impliciet wijzen op de vrijheid om te contracteren. 26 Men dient daarbij vooral te denken aan artikel 1134, eerste lid BW, dat het adagium pacta sunt servanda vooropstelt. Dit artikel bepaalt dus dat alle geldig aangegane overeenkomsten de partijen tot wet strekken, doordat zij de werkelijke wil van de partijen veronderstellen. In de tweede plaats wordt het principe van vrij contracteren ook impliciet erkend in artikel 1123 BW. Deze bepaling laat immers iedereen die bekwaam is toe een contract aan te gaan. De contractvrijheid kan evenwel ook afgeleid worden uit een a contrario redenering. 27 Indien men namelijk de artikelen 6, 1131 en 1133 BW in hun geheel bekijkt, houden zij in dat overeenkomsten ongeldig zijn wanneer het voorwerp ervan of de oorzaak door de wet verboden zij of wanneer de overeenkomsten niet in overeenstemming zijn met de openbare orde of goede zeden. Ergo, contracten anders dan deze zoals in de artikelen bepaald, kunnen vrij worden gesloten. 28. Op de tweede plaats vind de contractvrijheid een wettelijk aanknopingspunt bij artikel 7 van het decreet D ALLARDE. 28 De bepaling luidt als volgt: il sera libre à toute personne de faire tel négoce ou d exercer telle profession, art ou métier qu elle trouvera bon. 26 A. VAN OEVELEN EN C. CAUFFMAN, Contractvrijheid, contractweigering en antidiscriminatie in X., Bijzondere overeenkomsten, Mechelen, Kluwer, 2008, A. VAN OEVELEN EN C. CAUFFMAN, Contractvrijheid, contractweigering en antidiscriminatie in X., Bijzondere overeenkomsten, Mechelen, Kluwer, 2008, Decreet van 2-17 maart 1791 betreffende de vrijheid van handel, nijverheid en arbeid; overgenomen in het Belgische recht door het Besluit van de Représentans du peuple en mission van 19 brumaire, jaar IV (10 november 1795). 9

18 Door deze bepaling werd de vrijheid van handel en nijverheid ingevoerd. Dit brengt met zich mee dat de nauwe band tussen dit beginsel en die van contractvrijheid niet te ontkennen valt. De vrijheid van eenieder om zijn economische activiteiten naar eigen goeddunken uit te voeren, houdt immers ook de vrijheid in om zelf zijn wederpartijen uit te kiezen tussen andere economische actoren. De relatie tussen beide principes werd bovendien bevestigd door het arrest van 13 september 1991 van het Hof van Cassatie. 29 Het Hof oordeelde dat de vrijheid van handel ook inhoudt dat men vrij is om te contracteren met wie men wil. 30 Dit arrest bracht tevens een einde aan de discussie of het decreet nog van toepassing was in onze rechtsorde. Doordat het Hof zich bij zijn beslissing baseerde op dit decreet en de erin vervatte handelsvrijheid, staat het nu vast dat het decreet D ALLARDE wel degelijk nog deel uitmaakt van onze rechtsorde Het is dus veilig te stellen dat alhoewel de contractvrijheid geen specifieke (grond-) wettelijke grondslag heeft, het op basis van de verschillende wettelijke aanknopingspunten en het statuut van algemeen rechtsbeginsel een voldoende waarborg geniet. Deze aanknopingspunten laten dan ook toe dat het Hof van Cassatie naziet of het beginsel van contractvrijheid wel voldoende wordt gerespecteerd door de feitenrechters. Deze rechters moeten per slot van rekening de bestaande wetten respecteren Beperkingen op de contractvrijheid 30. Hoewel uit de bespreking van contractvrijheid duidelijk blijkt dat dit beginsel fundamenteel belangrijk is, moet geduid worden op zijn beperkingen. De vrijheid om te contracteren wanneer men wil, met wie men wil, over wat en hoe men het wil, is namelijk niet absoluut. Zo bepaalt artikel 6 BW, in samenhang met artikelen 1131 en 1133 BW, dat er geen overeenkomsten kunnen gesloten worden die de openbare orde of goede zeden miskennen. Met deze bepalingen wenst de wetgever de hogere belangen van onze samenleving te vrijwaren, alsmede de morele waarden tussen particulieren onderling te verzekeren. Alhoewel de vrijheid om te contracteren private initiatieven en activiteit bevordert, wenste men zodoende ook de samenleving te behoeden voor misbruiken en onaanvaardbaar gedrag. 33 Bovendien werd de contractvrijheid de laatste eeuw sterk ingebonden door het bestaan van dwingende regelgeving. Er worden dwingende bepalingen opgelegd zodat de zwakkere partij behoed wordt voor misbruik van de sociaaleconomisch sterkere partij bij het vormen van een contract. 29 Cass. 13 september 1991, RW , E. DIRIX EN A. VAN OEVELEN, Kroniek van het verbintenissenrecht ( ) (eerste deel), RW , A. VAN OEVELEN EN C. CAUFFMAN, Contractvrijheid, contractweigering en antidiscriminatie in X., Bijzondere overeenkomsten, Mechelen, Kluwer, 2008, M. DAMBRE, De huurprijs: analyse van de financiële verbintenissen van de huurder en onderzoek naar de mogelijkheid tot objectivering van de woninghuurprijzen., Brugge, Die Keure, 2009, M. DAMBRE, De huurprijs: analyse van de financiële verbintenissen van de huurder en onderzoek naar de mogelijkheid tot objectivering van de woninghuurprijzen., Brugge, Die Keure, 2009,

19 31. In het kader van dit werk zijn echter de open normen van het contractenrecht belangrijk die de vrijheid begrenzen. Men wordt namelijk in zijn vrijheid ook beperkt door de rechten en vrijheden van andere rechtssubjecten. Het subjectief recht om onderhandelingen af te breken kan dus alsnog een foutief karakter verkrijgen door de beteugeling ervan in de principes die vervat liggen in het algemeen verbintenissenrecht. Relevante beginselen die verder nog aan bod zullen komen bij de beoordeling van al dan niet onrechtmatig afgebroken onderhandelingen, zijn de zorgvuldigheidsplicht, het rechtsmisbruik, de goede trouw en het vertrouwensbeginsel. Alhoewel het Burgerlijk Wetboek derhalve geen wetsbepalingen bevat die concreet gericht zijn op de precontractuele fase, zal het wetboek toch een soort van gedragscode voor zorgvuldig onderhandelen vooropstellen, aan de hand van zijn open normen. Deze concepten verplichten de onderhandelaars met name om ten allen tijde te handelen als een bonus pater familias. Men moet de rechten en verwachtingen van de wederpartij respecteren en zich altijd loyaal gedragen. 34 Indien een onderhandelaar zich hieraan niet houdt, zal hij onderworpen zijn aan precontractuele aansprakelijkheid. Bij de verdere bespreking dient deze aansprakelijkheid echter met grote omzichtigheid te worden benaderd, vermits het principiële uitgangspunt de contractvrijheid blijft. 34 M. VANWIJCK-ALEXANDRE, «La réparation du dommage dans la négociation et la formation du contrats», Ann. Fac. Dr. Lg. 1980,

20 12

21 Hoofdstuk 3 : de leer van de culpa in contrahendo 1. Begripsomschrijving 32. Zoals besproken in hoofdstuk 2, bestaat er een contractvrijheid waardoor de onderhandelaars vrij zijn om onderhandelingen te voeren zoals zij dit willen. Toch is het hen niet toegelaten om zomaar deze besprekingen af te breken naar eigen believen wanneer het hen past, onder het loutere voorwendsel dat zij nog niet gebonden zijn door een contract. Zij zijn gehouden hun vrijheid op een voorzichtige, zorgvuldige wijze uit te oefenen. Zij kunnen aansprakelijk gesteld worden voor een fout gemaakt tijdens het contracteren. Deze leer wordt de culpa in contrahendo genoemd of de precontractuele aansprakelijkheid. DE BONDT definieert dit als: de theorie die het geheel van de fouten gepleegd ter gelegenheid van de rechtsuitoefening van de contractvrijheid sanctioneert noemt men de leer van de culpa in 35 contrahendo. VAN OEVELEN verwoordt het als volgt: De partij die op foutieve wijze onderhandelingen afbreekt of die bij het voeren van onderhandelingen onzorgvuldig tewerk gaat, begaat een zogenaamde culpa in contrahendo De precontractuele aansprakelijkheid omvat bijgevolg alle onrechtmatigheden die men tijdens het onderhandelingsproces pleegde. Hoewel de precontractuele fase in het climat contractuel 37 wordt geplaatst en men oordeelt dat het deel uitmaakt van het algemeen verbintenissenrecht 38, is er door een groot deel van de rechtsleer aanvaard dat de precontractuele aansprakelijkheid geen contractuele basis heeft, maar eerder een quasidelictuele grondslag. 39 Desondanks bestaat er tot op heden ook een minderheid in de rechtsleer die andere mogelijke grondslagen van de culpa in contrahendo naar voor brengen. Deze veel besproken problematiek wordt in hoofdstuk 6 behandeld. 35 W. DE BONDT, Precontractuele aansprakelijkheid, TBBR 1993, VAN OEVELEN, A., Juridische verhoudingen en aansprakelijkheid bij de onderhandelingen over commerciële contracten, DAOR 1990, S. MARYSSE, Due diligence-onderzoek, bedrog en culpa in contrahendo, TBBR 2009, afl. 5, A. VAN OEVELEN, Hoofdlijnen in de ontwikkeling van het algemene verbintenissen- en overeenkomstenrecht , TPR 2001, Cass. 10 december 1981, Arr.Cass ,

22 2. Historische schets 2.1. Von Jhering 34. Het begrip culpa in contrahendo werd voor het eerst gebruikt door een Duitse professor en jurist in de 19 e eeuw, met name VON JHERING. Zijn inmiddels beroemde redenering luidde dat ieder voorstel tot onderhandelen, gemaakt door de ene partij, automatisch vergezeld wordt van een Zielvertrag 40, zijnde een stilzwijgend voorcontract. Dit voorcontract zorgt ervoor dat beide spelers aan de onderhandelingstafel zich ertoe verbinden om tijdens de besprekingen de vereiste diligentia in contrahendo in acht te nemen. Dit betekent dat zij zich zorgvuldig moeten gedragen om zo een geldig contract tot stand te brengen. 41 Deze onuitgesproken verbintenis leidt ertoe dat de initiatiefnemer contractuele aansprakelijkheid kan oplopen, waardoor hij gehouden is de schade van zijn wederpartij te vergoeden, zonder dat er daadwerkelijk een geldig contract tot stand kwam De uitgedachte theorie van het stilzwijgend voorcontract is echter zeer beperkt. VON JHERING dacht bij zijn redenering immers enkel aan de situatie waarin degene die een contract aanbiedt, later de annulering van het contract vordert op basis van wilsgebreken. 43 Hij was van oordeel dat in dit geval de wederpartij moest vergoed worden voor de geleden schade, aangezien de aanbieder een ongeldig aanbod deed. 36. Op dit moment is rechtspraak en rechtsleer in overeenstemming dat deze theorie van stilzwijgend voorcontract niet kan toegepast worden bij het beoordelen van de onrechtmatigheid van afgebroken onderhandelingen, vermits het te eng is en niet bruikbaar in de praktijk. DE PAGE stelde zelfs dat de visie purement imaginaire was Toch dient deze theorie niet geheel aan de kant te worden geschoven. Het was de eerste stap naar een erkenning van precontractuele aansprakelijkheid met als gevolg dat er een beperkte mogelijkheid ontstond voor de benadeelde partij om zijn kosten gemaakt tijdens de precontractuele fase, vergoed te zien. Bovendien moet de culpa in contrahendo zoals VON JHERING die had uitgelegd, in zijn historische context worden geplaatst. In zijn rechtssysteem 40 A. DE BOECK, Precontractuele aansprakelijkheid in X., Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl., H. GEENS, De grondslagen van de culpa in contrahendo, Jura Falc , J. GOBIET, Les sources des obligations Le contrat: Négociation et formation du contrat - Les sanctions des manquements précontractuels in X., Obligations. Traité théorique et pratique, Waterloo, Kluwer, 2006, A. DE BOECK, Precontractuele aansprakelijkheid in X., Bijzondere overeenkomsten. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Mechelen, Kluwer, losbl., J. GOBIET, Les sources des obligations Le contrat: Négociation et formation du contrat - Les sanctions des manquements précontractuels in X., Obligations. Traité théorique et pratique, Waterloo, Kluwer, 2006,

23 kende men immers geen algemeen principe van extracontractuele aansprakelijkheid. 45 Nu wordt nog steeds gebruik gemaakt van de contractuele grondslag in Duitsland, vermits er niets veranderd is en er bijgevolg geen Generalklausel bestaat die een schadevergoeding toekent op basis van een extracontractuele aansprakelijkheid. Kortom, hoewel de leer van het voorcontract in België geen weerklank kreeg en niet aanvaard werd, kan het gelden als een belangrijke basis. Ondanks de oorspronkelijke nauwe visie, wordt het immers vandaag de dag ruimer opgevat en gebruikt men de term culpa in contrahendo vaak als alomvattende term voor de precontractuele aansprakelijkheid Latere visies op het gedachtegoed van de culpa in contrahendo 38. Waar VON JHERING stopte bij de gedachte dat er enkel sprake kon zijn van culpa in contrahendo wanneer er effectief een contract werd gesloten, ging FAGELLA een stapje verder in de richting naar een algehele precontractuele aansprakelijkheid zoals we die nu kennen. Deze Italiaanse rechtsgeleerde erkende reeds in 1906 het alsmaar groeiende belang van de precontractuele fase. Hij besefte namelijk dat het stadium waarin men onderhandelt, een grote impact uitoefende op de mondo commerciale moderne 46 en dat de onderhandelingen ook steeds complexer werden. 39. Rekening houdend met de complexiteit ervan, stelde Fagella dat de precontractuele periode in drie fases kon worden opgedeeld. 47 (i) In eerste instantie is er de fase waarin partijen toenadering tot elkaar zoeken en zo over het sluiten van een contract beginnen te onderhandelen. Op dit moment proberen beide partijen vooral hun eigen belangen te verzekeren. 48 (ii) Vervolgens, in de tweede fase, wordt er concreet een aanbod geformuleerd. De partijen moeten dan in tegenstelling tot de vorige fase samenwerken om alle modaliteiten in het aanbod te verwerken. (iii) De derde fase behandelt ten slotte het moment nadat er een aanbod werd gemaakt en er een contract tot stand komt. Belangrijk in deze redenering is dat FAGELLA de mogelijkheid van precontractuele aansprakelijkheid in alle drie de fases verdedigde. De vernieuwing ligt dus vervat in het feit dat culpa in contrahendo nu ook mogelijk was wanneer er uiteindelijk geen overeenkomst werd gesloten. Met andere woorden, wanneer een partij in de eerste of tweede fase zich onrechtmatig heeft gedragen of zich ontijdig uit de onderhandelingen heeft teruggetrokken, kan hij gehouden zijn om de schade van zijn wederpartij te vergoeden J. GOBIET, Les sources des obligations Le contrat: Négociation et formation du contrat - Les sanctions des manquements précontractuels in X., Obligations. Traité théorique et pratique, Waterloo, Kluwer, 2006, B. VOLDERS, Afgebroken contractonderhandelingen in het internationaal privaatrecht, Larcier, Gent, 2008, M.W. HESSELINK, De schadevergoedingsplicht bij afgebroken onderhandelingen in het licht van het Europese privaatrecht, WPNR 1996, B. VOLDERS, Afgebroken contractonderhandelingen in het internationaal privaatrecht, Larcier, Gent, 2008, M.W. HESSELINK, De schadevergoedingsplicht bij afgebroken onderhandelingen in het licht van het Europese privaatrecht, WPNR 1996,

24 40. Een derde rechtsgeleerde die mee de basis van de culpa in contrahendo heeft helpen vormen is SALEILLES. Hij onderschreef over het algemeen de theorie van FAGELLA. 50 Zo was ook hij van oordeel dat onderhandelaars bij de besprekingen zich te goeder trouw moeten gedragen. Zij moeten dus handelen conformément à l equité et à la bonne foi. 51 In tegenstelling tot FAGELLA echter, veronderstelde SALEILLES wel dat de precontractuele aansprakelijkheid een quasi-delictuele fout inhoudt. Deze rechtsgeleerde wordt nog steeds genoemd als de grondlegger van de principes van goede trouw toegepast op de precontractuele relaties Onderscheid culpa in contrahendo sensu strictu en sensu latu 41. Uit voorafgaande beschouwingen volgt dat men de precontractuele aansprakelijkheid in twee luiken kan opdelen. Het is immers mogelijk om gesanctioneerd te worden op basis van de leer van de culpa in contrahendo voor onrechtmatig gedrag, ongeacht of de onderhandelingen al dan niet in een geldig contract resulteerden. Daarom worden de termen culpa in contrahendo sensu stricto en culpa in contrahendo sensu lato gebruikt om de verschillende mogelijke situaties te onderscheiden. Laatstgenoemde heeft betrekking op de situatie waarin de onderhandelende partijen een contract hebben gesloten die voorafging door een precontractuele fout. Ondanks het feit dat er een overeenkomst tot stand kwam, kan men bijgevolg aansprakelijk gesteld worden voor een onregelmatigheid begaan in de precontractuele fase. Klassiek wordt er nog eens een onderscheid gemaakt tussen enerzijds de precontractuele fout die tot nietigverklaring van een ongeldig contract leidt en anderzijds de fout die geen invloed heeft op de geldigheid van een contract. 53 Meer bepaald de inbreuken op de informatieverstrekking en de leer van wilsgebreken, vallen onder deze categorie van precontractuele aansprakelijkheid sensu lato. 42. Het is evenwel de culpa in contrahendo sensu stricto die in dit werk relevant is. Het omvat namelijk de precontractuele fout die als gevolg heeft dat het contract uiteindelijk niet tot stand komt. Naast het aanbod die onrechtmatig door de aanbieder is ingetrokken, vallen ook de onderhandelingen die onrechtmatig zijn afgebroken onder deze categorie. In wat verder volgt zullen de termen precontractuele aansprakelijkheid of culpa in contrahendo, bijgevolg in hun enge betekenis worden behandeld, vermits het de aansprakelijkheid voor het afspringen van onderhandelingen bepaalt. 50 M.W. HESSELINK, De schadevergoedingsplicht bij afgebroken onderhandelingen in het licht van het Europese privaatrecht, WPNR 1996, M.J. VAN DUNNÉ, Verbintenissenrecht Contractenrecht, Rotterdam, Kluwer, 2004, M.J. VAN DUNNÉ, Precontractual Liability. Report for Netherlands in X., Precontractual liability. Reports to the XIIIth congress, International academy of comparative law, Deventer, Kluwer, 1990, A. VAN OEVELEN, Juridische verhoudingen en aansprakelijkheid bij de onderhandelingen over commerciële contracten, DAOR 1990,

25 Hoofdstuk 4 : In aanmerking genomen omstandigheden bij de beoordeling van afgebroken onderhandelingen 1. Enkele beruchte zaken in het kader van afgebroken onderhandelingen 43. Ieder land kent tenminste een paar ophefmakende zaken die verband houden met onderhandelingen die faalden. Zo kan men denken aan de zaak Texaco v. Pennzoil 54 in de Verenigde Staten, waarbij het bedrijf Texaco Inc. de aandelen had afgesnoept van Pennzoil Company, die reeds lange tijd in onderhandeling was met het derde bedrijf die de aandelen verkocht. Texaco Inc. werd door een jury veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van rond de 11miljard dollar. Uiteindelijk betaalden ze 3 miljard dollar in het kader van een minnelijke schikking. 44. Hoewel het in deze zaak uit de Verenigde Staten wel om zeer spectaculaire bedragen gaat, heeft België de laatste decennia ook enkele bekende zaken gehad omtrent de problematiek van afgesprongen onderhandelingen die veel aandacht kregen. Een sprekend voorbeeld 55 is de zaak waarin zelfs de Minister van Economie zich moeide. In casu voerden enkele Belgische glasfabrikanten, met name NV Glaceries Saint-Roch, NV Verlipack en NV Glaverbel, onderhandelingen met een Amerikaans bedrijf om tegen een voordelige prijs hun grondstoffen te laten leveren. Dit feit werd echter ontdekt door NV Solvay, de vorige leverancier van de grondstoffen aan deze glasfabrikanten en veroorzaakte sociale onrust bij haar werknemers en de vakbonden. Hierop vroeg de Minister van Economie de glasfabrikanten om hun negociaties met de Amerikanen af te breken en daarentegen met hun vorige leverancier, NV Solvay, aan de onderhandelingstafel plaats te nemen. De Amerikanen besloten dit niet zomaar te aanvaarden en vorderden een schadevergoeding. Met betrekking tot deze zaak zijn er drie arresten voorhanden: het eerste arrest van het Hof van Beroep te Brussel 56 werd namelijk vernietigd door het Hof van Cassatie wegens procedureredenen 57, waarna tenslotte het Hof van Beroep te Luik 58 zich finaal uitsprak over het probleem van de aansprakelijkheid van de Belgische glasproducenten. Het hof van beroep te Luik oordeelde dat er geen sprake was van enige culpa in contrahendo, vermits zij door het kiezen van een economisch voordeligere onderhandelaar een geldige reden hadden om de besprekingen met de Amerikaanse leverancier stop te zetten. De 54 J. BEATTY, S. SAMUELSON, Business Law and the Legal Environment, Standard Edition, South Western, 2007, W. DE BONDT, Precontractuele aansprakelijkheid, TBBR 1993, Brussel 14 juni 1984, TBH 1985, Cass. 17 april 1987, RW , Luik 20 oktober 1989, TBH 1990, 521, noot X. DIEUX. 17

Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht. Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat

Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht. Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat 1 Enkele vaststellingen 1. Je schrijft niet elk jaar een nieuw BW 2. Streven naar balans

Nadere informatie

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar Contractweigering. Masterproef van de opleiding Master in de rechten

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar Contractweigering. Masterproef van de opleiding Master in de rechten Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Contractweigering Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Fien D Haenens (studentennr. 20050675) (major: Burgerlijk

Nadere informatie

Rechtsmisbruik bij contractvrijheid. Caroline Coppens

Rechtsmisbruik bij contractvrijheid. Caroline Coppens Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-13 Rechtsmisbruik bij contractvrijheid Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Caroline Coppens (Studentennr. 00705029)

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Hoofdstuk I.- Algemene inleiding 13 Afdeling 1.- Het privaatrecht, wat is dat? 13 1.- Objectief recht vs. subjectief recht 13 I.- Algemeen 13 II.- Objectieve benadering het

Nadere informatie

Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet?

Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet? Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet? FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Consensualisme

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Voorwoord 13 Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Afdeling 1. Het privaatrecht, wat is dat? 15 1. Objectief recht vs. subjectief recht 15 I. Algemeen 15 II. Objectieve benadering het objectief recht 15 III.

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet

Arbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet Advies nr. 2011/08 van 4 oktober 2011 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten. Advies over de sancties bepaald

Nadere informatie

Onrechtmatige contractuele bedingen

Onrechtmatige contractuele bedingen Nieuwe regels in b2b-relaties: verboden bedingen, misbruik van de economische afhankelijkheid van een onderneming en oneerlijke marktpraktijken Op 21 maart 2019 keurde het Parlement een wet goed die in

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Advies over de verbintenissen aangegaan tijdens de bedenktijd van een maand

Arbitragecommissie. Advies over de verbintenissen aangegaan tijdens de bedenktijd van een maand Advies nr. 2012/11 van 18 oktober 2012 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten. Advies over de verbintenissen aangegaan

Nadere informatie

Advies nr. 2017/16 van 22 februari Arbitragecommissie

Advies nr. 2017/16 van 22 februari Arbitragecommissie Advies nr. 2017/16 van 22 februari 2017 Arbitragecommissie Titel 2 van boek X van het Wetboek van economisch recht betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Nadere informatie

Zaak T-205/99. Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-205/99. Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-205/99 Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Douanerechten Invoer van televisietoestellen uit India Ongeldige certificaten van oorsprong Verzoek tot kwijtschelding van invoerrechten

Nadere informatie

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen

J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen Grondwettelijk Hof 15 oktober 2015 Voorzitters: Rechters: Advocaten: A. Alen en J. Spreutels J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen N. Maes Grondwet gelijkheid en niet-discriminatie

Nadere informatie

Zich vergissen in het contractenrecht

Zich vergissen in het contractenrecht Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Zich vergissen in het contractenrecht Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door De Lat Arne (studentennr 20054556)

Nadere informatie

Rechtsmisbruik (muurarrest)

Rechtsmisbruik (muurarrest) Rechtsmisbruik (muurarrest) 1. INSTRUCTIES... 2 2. HET CASSATIEARREST... 2 A. DE FEITEN... 2 B. BESLUIT VAN DE FEITENRECHTER... 2 C. MIDDELEN IN CASSATIE... 2 D. HET BESLUIT VAN CASSATIE... 2 3. DE NOOT

Nadere informatie

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht I Inleiding 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht Burgerlijk recht Het burgerlijk recht, ook wel aangeduid als privaatrecht of civiel recht, regelt de juridische betrekkingen tussen burgers onderling.

Nadere informatie

De grondslagen van de culpa in contrahendo

De grondslagen van de culpa in contrahendo De grondslagen van de culpa in contrahendo Hilde Geens 1 Inleiding en probleemstelling Contracteren de dag van vandaag? Het zal je maar overkomen! Een sinecure is het in ieder geval niet meer. Belangrijke

Nadere informatie

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed

Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Bewijswaarde van een sms-bericht bij de verkoop van een onroerend goed Analyse arrest HvB Gent 26 september 2013 FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be

Nadere informatie

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort

Concubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort Concubinaat De buitenhuwelijkse tweerelatie Patrick Senaeve (ed.) Met bijdragen van: Eric Dirix Jacques Herbots Walter Pintens Jan Roodhooft Patrick Senaeve Acco Leuven / Amersfoort INHOUD Patrick Senaeve

Nadere informatie

DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement. Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem,

DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement. Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem, 8 FEBRUARI 2001 C.98.0470.N/1 C.98.0470.N DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem, Diksmuidelaan 276, ingeschreven in het handelsregister

Nadere informatie

Handboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord... De auteurs... Verkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract...

Handboek Estate Planning Bijzonder Deel... Voorwoord... De auteurs... Verkrijgingen door de langstlevende echtgenoot via huwelijkcontract... Inhoudsopgave Handboek Estate Planning Bijzonder Deel..................... Voorwoord.............................................. De auteurs............................................... i iii v DEEL

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Arbitragecommissie. Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Advies nr. 2009/03 van 29 juni 2009 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Advies over de eventuele verplichting

Nadere informatie

Nieuwe wet B2B-Bescherming

Nieuwe wet B2B-Bescherming Nieuwe wet B2B-Bescherming Onrechtmatige bedingen Oneerlijke marktpraktijken Paul Cambie Attaché Dienst Handelsreglementering AD Economische Reglementering Onrechtmatige bedingen B2B Uitgangspunt: balans

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

Arbitragecommissie. Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten

Arbitragecommissie. Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Advies nr 2008/01 van 8 september 2008 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten Advies over de verplichting om een

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JUNI 2005 S.04.0109.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.04.0109.N.- B. J., eiser, vertegenwoordigd door Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1000 Brussel,

Nadere informatie

1. Een geldige wil = om een rechtshandeling te stellen, moeten de partijen hun volwaardige wil uiten

1. Een geldige wil = om een rechtshandeling te stellen, moeten de partijen hun volwaardige wil uiten Inleiding tot het economische recht Contactpersoon: joeri.vananroye@law.kuleuven.be woensdag 10/10/2012 Overeenkomst mogelijk bij aanwezigheid: (Art. 1108 BW) - toestemming - handelingsbekwaamheid - bepaald

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

1. Termijn voor het instellen van de vordering

1. Termijn voor het instellen van de vordering Afdeling 2 MODALITEITEN VAN DE VRIJWARINGSVORDERING 1. Termijn voor het instellen van de vordering De koper die de verkoper wenst aan te spreken in vrijwaring voor een verborgen gebrek kan dit pas doen

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Probleemanalyse Winstafdracht conform art. 6:104 BW geeft de benadeelde, die schade lijdt als gevolg van een onrechtmatige daad of tekortkoming in de nakoming van een verbintenis,

Nadere informatie

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be I. Intrede Artikel 4 Burgerlijk

Nadere informatie

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN Aanbeveling betreffende strafbedingen Brussel, 21 oktober 1997 1 Gelet op de artikelen 35, par. 3, lid 2, en 36 van de wet van 14 juli 1991 betreffende

Nadere informatie

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 96/3/10 ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/3 ------------------------- Inzake : COTRABEL BVBA tegen LAUTE DIRK Procestaal : Nederlands En cause : ARRET

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 september 2005 C.04.0513.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0513.F.- GB RETAIL ASSOCIATES, naamloze vennootschap, Mr. Ludovic De Gryse, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen G. J.-M.,

Nadere informatie

Contracten: basisbeginselen. Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten

Contracten: basisbeginselen. Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten Contracten: basisbeginselen Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten Introductie Van der Gucht Advocaten Pure Advocaten Voskenslaan 34 9000 Gent Doel: basisbeginselen Contracten (principes

Nadere informatie

INHOUD. Inleiding Een veelbelovende start: de voorbereidende werken van het Burgerlijk Wetboek... 17

INHOUD. Inleiding Een veelbelovende start: de voorbereidende werken van het Burgerlijk Wetboek... 17 INHOUD Inleiding....................................................... 1 1. Een veelbelovende start: de voorbereidende werken van het Burgerlijk Wetboek........................................ 17 2. De

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Zaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-155/04 SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Mededinging Misbruik van machtspositie Begrip.onderneming' Klacht Afwijzing" Arrest van het Gerecht (Tweede kamer)

Nadere informatie

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld

Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld www.vdelegal.be Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld Brussel, 24 november 2003 Johan VANDEN EYNDE Advocaat Vanden Eynde Legal Avenue de la

Nadere informatie

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN

NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN NIEUWSFLASH SUCCESSIERECHTEN OP AFKOOPWAARDE LEVENSVERZEKERINGEN Dit nieuwsbericht is enkel voor informatie doeleinden bestemd. Ondanks het feit dat aan dit nieuwsbericht de gebruikelijke zorg is besteed,

Nadere informatie

O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof 27 OKTOBER 2000 C.98.0554.N/1 C.98.0554.N O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen door het Hof van Beroep te Gent, vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2016-2017 IMPACT VAN HET CONSUMENTENRECHT OP DE PRINCIPES VAN WILSAUTONOMIE, CONTRACTVRIJHEID, CONSENSUALISME EN DE VERBINDENDE KRACHT VAN DE

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Anatocisme Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 SEPTEMBER 2012 C.11.0662.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0662.N PARFIP BENELUX nv, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen ARAMEX CARS nv, I. RECHTSPLEGING VOOR HET

Nadere informatie

I VERBINTENISSENRECHT 17

I VERBINTENISSENRECHT 17 I VERBINTENISSENRECHT 17 1 Inleiding in het recht 19 1.1 Inleiding 19 1.2 Recht en rechtsbronnen 20 1.2.1 Wetten 20 1.2.2 Verdragen 21 1.2.3 Jurisprudentie 22 1.2.4 Het gewoonterecht 23 1.3 Privaatrecht

Nadere informatie

Inleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht

Inleiding tot Recht. Uit Praktisch Burgerlijk Recht Inleiding tot Recht Uit Praktisch Burgerlijk Recht 1. Wat is recht? Een exacte definitie is niet te geven. Elke klassieke definitie bevat vier elementen: Gedragsregels, normen Doel = maatschappelijk leven

Nadere informatie

Misbruik van exoneratiebedingen in het Belgische recht. Een rechtsvergelijkend perspectief met de Draft Common Frame of Reference

Misbruik van exoneratiebedingen in het Belgische recht. Een rechtsvergelijkend perspectief met de Draft Common Frame of Reference Misbruik van exoneratiebedingen in het Belgische recht. Een rechtsvergelijkend perspectief met de Draft Common Frame of Reference Neil Simons Onder wetenschappelijke begeleiding van Prof. Dr. Ilse Samoy

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2006 C.04.0184.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0184.N FIAT AUTO BELGIO, naamloze vennootschap, met zetel te 1140 Brussel, Genèvestraat 175, eiseres, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

Doorwerking van Europees recht

Doorwerking van Europees recht Doorwerking van Europees recht De verhouding tussen directe werking, conforme interpretatie en overheidsaansprakelijkheid Jolande M. Prinssen KLUWER Deventer - 2004 INHOUD Lijst van gebruikte afkortingen

Nadere informatie

Versoepeling van het formalisme op het gebied van precontractuele informatie in het kader van een commerciële samenwerkingsovereenkomst?

Versoepeling van het formalisme op het gebied van precontractuele informatie in het kader van een commerciële samenwerkingsovereenkomst? Versoepeling van het formalisme op het gebied van precontractuele informatie in het kader van een commerciële samenwerkingsovereenkomst? Mrs. Annick Mottet Haugaard Partner annick.mottet@lydian.be Mr.

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Stefan Nerinckx Onderwerp Het toepasselijk recht op verbintenissen voortvloeiend uit (internationale) arbeidsovereenkomsten: een nieuwe Europese verordening in de maak? Datum april 2005 Copyright

Nadere informatie

AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING

AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING AANWIJZING VOOR DE PRAKTIJK 1 HET VORDEREN VAN BILLIJKE GENOEGDOENING I. Introductie 1. De toekenning van billijke genoegdoening is geen automatisch gevolg van de vaststelling door het Europees Hof voor

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen

Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Samenvatting : Deze circulaire beschrijft het mechanisme dat de woonstaat hanteert

Nadere informatie

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek,

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek, Recht is alomtegenwoordig. Of het nu gaat om een verbod iets te doen (door het rood licht rijden), een verplichting iets te doen (deelnemen aan verkiezingen), een werkwijze die men dient na te leven (procesrecht)

Nadere informatie

Date de réception : 07/02/2012

Date de réception : 07/02/2012 Date de réception : 07/02/2012 Vertaling C-9/12-1 Zaak C-9/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 januari 2012 Verwijzende rechter: Rechtbank van koophandel te Verviers (België)

Nadere informatie

Verbintenissenrecht. Inleiding in het recht

Verbintenissenrecht. Inleiding in het recht Inhoud I Verbintenissenrecht 17 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 in het recht 19 19 Recht en rechtsbronnen 19 1.2.1 Wetten 20 1.2.2 Verdragen 21 1.2.3 Jurisprudentie 23 1.2.4 Het gewoonterecht

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 OKTOBER 2009 C.08.0118.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0118.F J. J., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen J. J.-R., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat

Nadere informatie

Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over een

Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, MH/FD/LC A D V I E S. over een Doc. nr. Th gez. en veiligheid zelfst A07 Brussel, 03.12.2002 MH/FD/LC A D V I E S over een VOORSTEL VOOR EEN AANBEVELING VAN DE RAAD BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE WETGEVING INZAKE GEZONDHEID EN VEILIGHEID

Nadere informatie

A D V I E S Nr. 1.438 ------------------------------- Zitting van woensdag 19 maart 2003

A D V I E S Nr. 1.438 ------------------------------- Zitting van woensdag 19 maart 2003 A D V I E S Nr. 1.438 ------------------------------- Zitting van woensdag 19 maart 2003 Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Arbeidsovereenkomst - Algemeen - Overeenkomst - Overeengekomen voorwaarden - Eenzijdige wijziging Datum 20 december 1993 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van

Nadere informatie

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015

VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015 VOORBEELD MODELOVEREENKOMST ALGEMEEN GEEN VERPLICHTING TOT PERSOONLIJKE ARBEID Opgesteld door de Belastingdienst nr. 9015550000-05 19 10 2015 Beoordeling overeenkomst Algemeen / geen verplichting tot persoonlijke

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

INHOUD VII. Intersentia

INHOUD VII. Intersentia INHOUD De gespannen verhouding tussen artikel 1134 BW en de sociaalrechtelijke finaliteit inleidende beschouwingen Marc Rigaux gewoon hoogleraar, Onderzoeksgroep Sociaal Recht, Universiteit Antwerpen,

Nadere informatie

INHOUD. Afdeling I. Juridische theorievorming...9 Afdeling II. Rechtseconomie... 11 DEEL I. BEGRIPPENKADER... 21

INHOUD. Afdeling I. Juridische theorievorming...9 Afdeling II. Rechtseconomie... 11 DEEL I. BEGRIPPENKADER... 21 INHOUD Voorwoord... vii Ten geleide... xi Dankwoord...xiii Lijst van afkortingen... xxvii Inleiding...1 Hoofdstuk I. Onderzoeksvragen...5 Hoofdstuk II. Onderzoeksmethoden...9 Afdeling I. Juridische theorievorming...9

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 OKTOBER 2011 C.10.0227.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0227.F B. C., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen CENTRE HOSPITALIER JOLIMONT-LOBBES vzw, Mr. Michèle Grégoire,

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING. - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de rijopleiding categorie B - Definitieve goedkeuring DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende het terugkommoment in het kader van de

Nadere informatie

Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan!

Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan! EXTERNE PUBLICATIES // 18.07.2015 Lexalert : Gespreide belasting meerwaarden - herbelegging via belastingvrije fusie of splitsing kan! Auteurs: Stijn Lamote, Anouck Sandra Meerwaarden verwezenlijkt door

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 10 I. INLEIDING... 11 II. HET OBJECTIEVE RECHT...15 A. HET OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE RECHT... 15 1. Het objectieve

Nadere informatie

Inhoud Definitie Eigensoortige en gemengde overeenkomsten 19

Inhoud Definitie Eigensoortige en gemengde overeenkomsten 19 Woord vooraf 13 Inleiding 15 1. Belang van het algemeen verbintenissenrecht 15 2. Benoemde en onbenoemde overeenkomsten 15 2.1 Omschrijving 15 2.2 Benoemde overeenkomsten in het Burgerlijk Wetboek 16 2.3

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 5 september 2016 ADVIES 2016-78 met betrekking tot de weigering om toegang te verlenen tot het volledige

Nadere informatie

Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13

Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13 Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 5 LIJST VAN TABELLEN... 9 LIJST VAN PRAKTISCHE VOORBEELDEN... 11 I. INLEIDING... 13 II. HET OBJECTIEVE RECHT... 17 A. HET OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE RECHT... 17 1. Het objectieve

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 SEPTEMBER 2007 S.07.0003.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.07.0003.F A. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN LUIK.

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31 De rol van de rechter bij de waarheidsvinding in de correctionele procedure. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar Belgisch, Frans en Nederlands recht. Daniel DE WOLF WAV TO KNOWLfDGE \UGrfV r die keure

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Prof. dr. M.L. Hendrikse Inleiding: de aard van de aansprakelijkheidsverzekering (1) Art. 7:952 BW (eigen

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 7 mei 2018 ADVIES 2018-41 met betrekking tot de toegang tot informatie die in een databank aanwezig

Nadere informatie

Beroepsgeheim, deontologie en antiwitwas

Beroepsgeheim, deontologie en antiwitwas 1. Magistraten, Revisoren en Advocaten: drie beroepen met zware vereisten van morele orde die hun oorsprong vinden In de deontologische regels sensu stricto In de beroepsregels In de disciplinaire bepalingen

Nadere informatie

Nationale staking van 13 februari 2019

Nationale staking van 13 februari 2019 Nationale staking van 13 februari 2019 We work for people, not clients Duurzaam samenwerken Excellent juridisch denken Maximaal oplossingsgericht handelen Uw zaak, onze expertise - 1 van 6 - 1 Inleiding

Nadere informatie

1 Huurrecht is burgerlijk recht

1 Huurrecht is burgerlijk recht 1 Huurrecht is burgerlijk recht 1.1 Personen Om het huurrecht goed te kunnen positioneren, is het van belang vast te stellen dat huurrecht onderdeel uitmaakt van het burgerlijk recht. Grof gezegd bestaat

Nadere informatie

Inleiding tot het recht

Inleiding tot het recht 1ste bach PSW Inleiding tot het recht Prof. Janvier Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R B08 3,50 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Inleiding tot het

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST TUSSEN GEMEENTE MERKSPLAS EN HET AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF SPORTCENTRUM T HOFEIND

DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST TUSSEN GEMEENTE MERKSPLAS EN HET AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF SPORTCENTRUM T HOFEIND DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST TUSSEN GEMEENTE MERKSPLAS EN HET AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF SPORTCENTRUM T HOFEIND TUSSEN: GEMEENTE MERKSPLAS, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2009 C.08.0499.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0499.F HANCIAUX, nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. R., I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten

Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Rechtsvordering : ook nadien niet-aangegeven inkomsten Auteur(s): Filip Smet Editie: 1202 p. 9 Publicatiedatum: 21 april 2010 Rechtbank/Hof: Cassatie Datum van uitspraak: 11 februari 2010 Wetboek: W.I.B.

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Bedrijfsvoorheffing. Niet-doorstorting. Aansprakelijke bestuurders of zaakvoerders. Onrechtmatige daad. Datum 5 september 2013 Copyright and disclaimer De inhoud van

Nadere informatie

Actualia Distributierecht. Mr. Koen De Bock. 05/02/2015 De Bock & Baluwé 1

Actualia Distributierecht. Mr. Koen De Bock. 05/02/2015 De Bock & Baluwé 1 Actualia Distributierecht Mr. Koen De Bock 05/02/2015 De Bock & Baluwé 1 Boek X Wetboek Economisch Recht Titel 1 Handelsagentuurovereenkomsten Titel 2 Precontractuele informatie in het kader van commerciële

Nadere informatie

KNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG "ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT", GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006

KNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT, GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006 KNELPUNTEN HANDELSRECHT BUNDELING VAN DE BIJDRAGEN AAN DE STUDIEDAG "ACTUELE KNELPUNTEN IN HET HANDELSRECHT", GEHOUDEN TE OOSTKAMP OP 8 DECEMBER 2006 ASPEELE, E. DE LOOSE, H. MOEYKENS, F. PlETERS, S. TlJSEBAERT,

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

Samenvatting. 1. Procesverloop. De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-548 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen, mr. J.S.W. Holtrop, leden en mr. C.J.M. Veltmaat, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Casus 3 Het zal je werk maar zijn

Casus 3 Het zal je werk maar zijn Casus 3 Het zal je werk maar zijn Het CAO-recht is lastig. Veel partijen zijn namelijk bij een CAO betrokken: vakbonden, werkgevers(organisaties), werknemers die lid zijn van een vakbond die aan de CAO

Nadere informatie

Knipperlichten 2013 Business Contracts

Knipperlichten 2013 Business Contracts Knipperlichten 2013 Business Contracts Contrast law seminars studiedag 20 februari 2013 1 ALGEMEEN Opzegging van overeenkomsten van bepaalde duur (1) Opzegging van overeenkomst van onbepaalde duur steeds

Nadere informatie

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen

BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen INHOUD I. De begrippen burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke II. Twee concrete

Nadere informatie

INHOUD DEEL I VERZEKERINGSFRAUDE IN MAATSCHAPPELIJK PERSPECTIEF. Hoofdstuk I. Verzekeringsfraude in historisch perspectief... 17

INHOUD DEEL I VERZEKERINGSFRAUDE IN MAATSCHAPPELIJK PERSPECTIEF. Hoofdstuk I. Verzekeringsfraude in historisch perspectief... 17 INHOUD Woord vooraf.......................................................... v Dankwoord.......................................................... vii Inleiding.............................................................

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 MEI 2012 C.11.0340.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0340.N H D M, als curator van het faillissement van Ryckaert-Neyt bvba, eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JUNI 2014 C.13.0549.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0549.N HORECA LOGISTIC SERVICES WEST nv, met zetel te 8540 Deerlijk, Diesveldstraat 24, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Paul Lefèbvre,

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO

HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO HET SPEELVELD VAN DE FAIR TRADE AUTHORITY CURAÇAO BEVORDEREN VAN DE CONCURRENTIE EN TEGENGAAN VAN AFSPRAKEN DIE DEZE BEPERKEN Curaçao, oktober 2016 1. INTRODUCTIE Op 29 maart 2016 zag de Fair Trade Authority

Nadere informatie

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen

Nadere informatie