Resultaten enquête toekomstig BOA uniform

Transcriptie

1 Resultaten enquête toekomstig BOA uniform Response Tijdens het Beboa congres op 24 mei 2012 is aan de deelnemers via een korte schriftelijke enquête gevraagd naar hun wensen en voorkeuren m.b.t. het toekomstige boa uniform. In totaal hebben 67 deelnemers de enquête ingevuld. Ruim 80% daarvan zijn mannen, 20% vrouw. Het merendeel (61%) is als boa werkzaam in de regio s Zuid-Holland, Noord-Holland of Utrecht. Bijna 30% werkt als boa in Noord-Brabant, Limburg, Gelderland of Overijssel. En 9% van de respondenten is niet als boa werkzaam (b.v. politie, ministerie, landelijke functie). Hieronder wordt de verdeling van de deelnemers over de regio s grafisch weergegeven. Gewenste uitstraling en attributen In de enquête zijn drie vragen gesteld over de gewenste uitstraling van het (toekomstige) boa-tenue. Elke vraag had 5 antwoordmogelijkheden Zakelijk Sportief Autoriteit Toegankelijkheid Modieus Authentiek/Klassiek Uit de resultaten (zie onderstaande grafieken) blijkt een lichte voorkeur voor een sportieve uitstraling (35% kiest antwoord 4 of 5), een sterke voorkeur voor een autoritaire uitstraling (55% kiest 1 of 2) en een eveneens duidelijke voorkeur voor een modieuze uitstraling (43% kiest voor 1 of 2). Ook als we naar de gemiddelde score per vraag kijken, komt hetzelfde beeld naar voren. Landelijke Expertisegroep Veiligheidspercepties 1

2 Gewenste uitstraling toekomstige uniform Gem. score: 3,1 (sd=1,2) Gem. score: 2,5 (sd=1,3) Gem. score: 2,6 (sd=1,0) Tussen de mannelijke en vrouwelijke boa s bestaan geen verschillen in de voorkeur voor een autoritaire en modieuze uitstraling. Maar de mannelijke respondenten hebben gemiddeld wél een grotere voorkeur voor een sportieve uitstraling dan de vrouwelijke respondenten (gem. mannen=3,2; gem. vrouwen=2,5) 1. Ook regionaal zijn er verschillen op de dimensie zakelijk vs. sportief: boa s uit de provincies Limburg en Noord-Brabant hebben t.o.v. van de andere regio s een significant grotere voorkeur voor een zakelijke uitstraling 2. Zie onderstaande tabel voor een overzicht van alle gemiddelden. Gemiddelde voorkeur voor uitstraling uniform uitgesplitst naar sekse en regio Totaal Sekse Zakelijk vs. sportief Autoriteit vs. toegankelijkheid Modieus vs. authentiek/klassiek Gem. Gem. Gem. 3,1 2,5 2,6 Man (n=47) 3,2 2,5 2,6 Vrouw (n=11) 2,5 2,5 2,6 Regio Noord-Holland (n=9) 3,7 1,6 2,6 Zuid-Holland (n=21) 3,0 2,6 2,6 Utrecht (n=6) 2,7 2,7 2,7 Noord-Brabant (n=5) 1,0 2,3 1,7 Limburg (n=5) 2,0 2,4 3,2 Gelderland (n=5) 4,0 2,6 2,8 Overijssel (n=3) 3,5 3,5 2,5 Overige (n=5) 3,4 2,6 3,0 Gewenste attributen Met 3 tweekeuze vragen is de voorkeur voor enkele attributen vastgesteld: Felle opvallende kleur Stropdas Hoofddeksel Ja/Nee Ja/Nee Ja/Nee 1 Dit verschil is significant bij een grenswaarde van 10%. 2 Deze verschillen zijn significant bij een grenswaarde van 5%. Landelijke Expertisegroep Veiligheidspercepties 2

3 Uit de resultaten blijkt dat een meerderheid geen uniform wil met een felle opvallende kleur (66%). Ook een meerderheid wil wél een stropdas (56%) maar géén hoofddeksel (52%). Tussen mannelijke en vrouwelijke boa s bestaan enige verschillen in voorkeur 3. Zo ligt onder vrouwelijke deelnemers de voorkeur voor de stropdas iets lager en de voorkeur voor felle kleuren en een hoofddeksel licht wat hoger dan bij de mannen (zie grafiek). De relatie tussen voorkeuren voor attributen en regio van de respondenten is niet verder onderzocht wegens een te klein aantal respondenten per regio. Voorkeur respondenten voor attributen, gesplist naar sekse Tevredenheid huidige uniform Aan de deelnemers is gevraagd wat ze missen aan hun huidige uniform en wat ze er aan zouden willen veranderen. Zie de bijlage voor een overzicht van alle antwoorden. Uit de gegeven antwoorden blijkt in de eerste plaats dat 1 op de 3 deelnemers (n=23) tevreden is over zijn of haar huidige uniform en daar niets aan wil veranderen. Onder deze groep bevinden zich boa s uit o.a. Rijswijk, Dordrecht, Ede, Rotterdam, Diemen en Midden-West Brabant. Vooral medewerkers uit Ede 4 en Rotterdam zijn uitermate tevreden over hun tenue. Een deelnemer schrijft: De gemeente Ede heeft inmiddels het perfecte uniform. Deze groep handhavers geeft ook duidelijk aan welke onderdelen of eigenschappen ze prettig en belangrijk vinden van hun huidige tenue, zoals bijvoorbeeld: - goede pasvorm en draagbaarheid (o.a. Rotterdam, Brabant) - het lekkere materiaal van het bike-uniform (Amsterdam) - de uitstraling van gezag en professionaliteit (o.a. Rotterdam en Brabant) - de koppelriem (Rijswijk) - de witte overhemden (goed wasbaar) - de blauwe overhemden (niet zo snel smerig) - winter- en zomertenue (Amsterdam) 3 Deze verschillen zijn niet statistisch significant. 4 Ede heeft een filmpje over deze boa s geplaatst op YouTube: Landelijke Expertisegroep Veiligheidspercepties 3

4 Ook de aanwezige groene handhavers (o.a. boswachters) zijn dik tevreden over hun huidige uniform, met name vanwege de herkenbaarheid voor burgers (groen kleur) en de uitstekende bescherming tegen insecten, teken etc. Deze handhavers zijn zelfs zo tevreden met hun huidige uniform dat ze ervoor pleiten om ook bij de introductie van een landelijk boauniform het huidige uniform van de groene handhaver te behouden. Nog eens 4 deelnemers zijn niet helemaal tevreden met hun uniform maar willen slechts een kleine wijziging, namelijk toevoeging van het landelijke Boa logo (met tekst) op hun tenue. Ook geven 5 deelnemers aan dat er wat hun betreft weinig hoeft te veranderen: zij dragen in de regel tijdens hun werk geen uniform (o.a. Zwolle). In totaal is bijna de helft van de respondenten (23+4+5=32 deelnemers) min of meer tevreden over hun huidige uniform 5. Verbeterpunten huidige uniform 19 respondenten (28%) zijn niet tevreden over één of meerdere onderdelen en/of eigenschappen van hun huidige tenue. De door hen genoemde verbeterpunten zijn gerubriceerd in vier categorieën: 1. Uitstraling (13x genoemd) Meer gezag/autoriteit uitstralen / sportiever / representatief / minder oubollig / te netjes (voor een handhaver) etc. Voorbeeld uit deze rubriek: Geen geel bruin of groene kleuren. Wij zijn geen boswachters. Uniform dat representatief is. Dat een agent van politie ook samen mee op straat durft. Uniform is voor de Boa ook het wapen, toont gezag en respect. 2. Herkenbaarheid (10x genoemd) Beter herkenbaar (net als politie/brandweer) / eigenheid / kleurcombinatie / onderscheid met politie / minder verschillende varianten, tekst/emblemen etc. Voorbeeld 1: Te weinig uniforme uitstraling. Vaak te veel gelijkend op politie uniform. Voorbeeld 2: Eenheid, iedereen in hetzelfde uniform. Duidelijkheid voor de burger. 3. Kwaliteit (6x genoemd) Meer draagcomfort / betere pasvorm (voor dames en heren) / beter materiaal, b.v. zichtbaar in donker. Voorbeeld: Het mag wat luchtiger. 4. Ontbrekende attributen (3x genoemd) Ontbrekende onderdelen, b.v. waterdichte laarzen, handboeien, pepperspray. Overige opmerkingen Bijna tweederde van alle respondenten heeft op twee afbeeldingen van poppen ingetekend welke onderdelen en attributen ze belangrijk vinden in het nieuwe boa-uniform. Sommige deelnemers hebben complete ontwerpen getekend, anderen geven bijvoorbeeld aan waar insignes moeten worden geplaatst, welk hoofddeksel (cap of platte pet) en of de 5 Dit betekent overigens niet dat deze respondenten geen voorstander zijn van een nieuw landelijk uniform, maar daar is in deze enquête niet expliciet naar gevraagd. Landelijke Expertisegroep Veiligheidspercepties 4

5 broekspijpen wijd of smal moeten zijn (zie enquêteformulieren). Daarnaast hebben 23 respondenten één of meerdere suggesties opgeschreven voor het toekomstige boa-uniform: Suggestie Vergelijkbaar/afstemmen met politie-uniform, maar onderscheid qua kleur, emblemen etc. Vlotte, sportieve uitstraling, niet te formeel, bikers/workers-tenue Meerdere varianten ontwerpen: zomer/winter; stad/groen; officieel/sportief Aantal keer genoemd Logo/tekst op rug/voertuig 2 Keuzemogelijkheid om in burger te werken 2 Broek over schoen, zodat hoge/lage schoenen kunnen worden gekozen Soepele stof 1 Werkgroep met Boa s oprichten Samenvatting en conclusies 67 deelnemers aan de Beboa conferentie van 24 mei 2012 hebben een korte schriftelijke vragenlijst beantwoord over het toekomstige (landelijke) boa-uniform. 91% procent van de respondenten is werkzaam als boa, verspreid over 7 regio s. Bijna 50% van de respondenten is min of meer tevreden over zijn of haar huidige uniform. Aspecten die daarin een rol spelen zijn o.a. een goede pasvorm, prettig materiaal, goed wasbare shirts, een handige koppelriem, maar ook de uitstraling van gezag en professionaliteit. Bijna 30% van de respondenten is uitgesproken ontevreden over één of meerdere aspecten van zijn of haar huidige uniform. De meest genoemde verbeterpunten zijn: een betere uitstraling (meer gezag, sportief, representatief), betere herkenbaarheid (ook t.o.v. diensten) en betere kwaliteit (b.v. stof, pasvorm, zichtbaarheid in verkeer). Voor wat betreft het toekomstige landelijke uniform gaat de voorkeur van de respondenten uit naar een uniform dat autoriteit en sportiviteit uitstraalt, en dat er tevens stijlvol uitziet. Een meerderheid geeft de voorkeur aan gedekte kleuren (66%), een stropdas (56%) en een onbedekt hoofd (52%). Dit laatste is een verassende uitkomst, aangezien ook een meerderheid vindt dat het boa uniform autoriteit moet uitstralen. Een hoofddeksel draagt daar in belangrijke mate aan bij 6. De meest genoemde adviezen voor het nieuwe uniform zijn: gelijkenis met het politieuniform (maar wel mét onderscheid in kleur, insignes, tekst etc.), een vlotte, sportieve, niet formele uitstraling, en beschikbaarheid van varianten voor specifieke werksituaties (b.v. zomer, winter, stad, groen). 6 Zie bijv. Volpp, J. and Lennon, S. Perceived Police Authority as a Function of Uniform Hat and Sex. Perceptual and Motor Skills 67 (1988): Landelijke Expertisegroep Veiligheidspercepties 5

6 Kanttekeningen bij dit onderzoek De groep respondenten is relatief klein (er zijn ca boa s), bepaalde categorieën boa s en regio s zijn niet vertegenwoordigd. De groep bevat ook een aantal respondenten dat niet zelf werkzaam is als boa. De onderzochte groep vormt daarom mogelijk geen afspiegeling van de populatie boa s in het algemeen, of domein 1 boa s in het bijzonder. Daardoor zijn de resultaten mogelijk vertekend. Er bestaat nogal veel variatie in opvattingen en voorkeuren. Er is geen grote meerderheid met één bepaalde opvatting. Dit hangt mogelijk samen met de grote variatie in uniformen tussen steden, regio s en diensten. In de enquête is niet expliciet gevraagd in welke mate de respondenten voor of tegen de invoering van een landelijk uniform zijn. Er is in de enquête onvoldoende onderscheid gemaakt tussen enerzijds de vraag wat men zou willen veranderen/verbeteren aan het eigen huidige uniform en anderzijds hoe men zou willen dat het nieuw nationaal uniform er uit zou moeten zien. De opmerkingen, aanduidingen en tekeningen die door de respondenten bij de poppen in de vragenlijst zijn geschreven, kunnen niet worden verwerkt of samengevat tot een groepsresultaat. Deze tekeningen bevatten mogelijk wel bruikbare of creatieve ideeën voor het ontwerp van een nieuw uniform. Landelijke Expertisegroep Veiligheidspercepties 6