Bezuidenhoutseweg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bezuidenhoutseweg 123-125"

Transcriptie

1 / ONDERWIJSRAAD O.R. I/5OI-IO9I Bericht op het schrijven van 's-gravenhage, Bezuidenhoutseweg november AAN betreffende: aanbieding adviezen herstructurering. de minister van onderwijs en wetenschappen, Uieuwe Uitleg 1, 's-gravenhage. ü/ak 3ij schrijven d.d. 17 mei 1977, HW/BT/0O4/77 deed u de Onderwijsraad een aantal voorstellen tot herprogramrrerxng ex artikel IV, derde lid, van de Wet op de herstructurering w.o. (Stb. 1975, 656) toekomen met het verzoek deze overeenkomstig het zesde lid van genoemd artikel op het punt van ce cursusduur te toetsen aan de Richtlijnen herprogrammering w.o. (beschikking d.d. 22 maart 1976, DGHW/OWWO/OS ) en ter zake van advies te dienen. in antwoord daarop gaf de Eerste Afdeling van de Onderwijsraad u bij haar brief van 27 mei, OR I/5OI-IO3O, een theoretische en juridische verantwoording van de wijze, waarop zij meent haar opdracht tot marginale toetsing te moeten verstaan. Zij concludeerde (blz. 4) dat haar taak zich binnen het kader van de onderwerpelijke wetgeving "beperkt tot een beoordeling van de vraag, of bij de voorbereiding en motivering van de voorstellen de door de Richtlijnen uitgewerkte procedures naar behoren zijn in acht genomen en of de voorstellen, zoal/3 zij daar liggen, met inachtneming van de verantwoordelijkheid van de door de wet aangewezen organen en toegekende bevoegdheden - overeenkomstig de in de jurisprudentie klassieke formule - in redelijkheid en zorgvuldigheid aldus tot stand hebben kunnen komen". De Afdeling 3telde vervolgens vast (blz. 6), dat het wettelijke voorschrift van een cursusduur van vier jaar juridisch niet kan worden aangemerkt als een "hard" gegeven, doch ruimte laat voor tal van uitzonderingen. Le Afdeling kondigde u aan (blz. 8} de haar voorgelegde programnavoorstellen tegen de geschetste achtergrond stuk voor stuk in behandeling te zullen nemen en u in het late najaar van de toetsingsresultaten in kennis te stellen. Ten vervolge cp dit voornemen en ter voldoening aan eerdervermeld verzoek, heeft de Afdeling thans de eer u bijgaand 282 adviezen aan te bieden, welke betrekking hebben op de haar bij uw brief van 17 mei en latere brieven - waaronder met name die van 9 juni HW/BT/015/77 en van 17 augustus, mi/bt/olß/v - overgelegde stukken inzake de programmavoorstellen. De Afdeling veroorlooft zich hier ter begeleiding de volgende opmerkingen: Man gsli.v» b) hof antwoord dagtekening n nurnmor van dit ichri».n i.»«rm.ld.n

2 1. De Afdeling is bevestigd in haar voorlopige indruk, dat de voorstellen haar in de regel niet hebben genoopt deze aan u ter afwijzing voor te dragen. De Afdeling komt tot het volgende totaalbeeld: Aan de Raad zijn 264 voorstellen voorgelegd, opgenomen in het aan uw brief van 17 augustus toegevoegde overzicht (1 + 3)» vermeerderd met die van de Landbouwhogeschool ad Van dit totale aantal werd op verzoek van uw departement alsnog 1 voorstel afgevoerd (te weten de Friese taal- en letterkunde (nr. 041 RUL)). Het onttrekt zich aan de waarneming van de Afdeling hoeveel voorsteller, er totaal bij u zijn ingediend en of alle daarvoor in aanmerking komende programma* s wel aan haar zijn aangeboden. In feite heeft de Afdeling 284 voorstellen in behandeling genomen. Daarvan bleken haar bij bewerking acht te moeten worden gesplitst en als zelfstandige voorstellen te moeten worden aangemerkt, te weten archeologie (nr. 054) van de UVA in klassieke archeologie en archeologie in West-Azi'é en alle zeven voorstellen betreffende wijsbegeerte (nr. 071) in een reguliere opleiding en een bovenbouwstudierichting. Dc^ir staat tegenover dat in 4 voorstellen een eenjarige propedeuse en een totale cursusduur van 4 jaar worden voorgesteld, zodat ingevolge het bepaalde in artikel IV toetsing van deze voorstellen niet vereist is. De Afdeling verwijst u hier naar haar brieven ter zake van: Tandheelkunde (012) UVA, VUA en KUN; Afrikanistie:; en Bantoeïstiek (051) RUL. Door samenvoeging van voorstellen werd dit aantal met 10 verminderd, te weten: combinatie Internationaal Recht, Bestuurswetenschappen en Politieke wetenschap (OO5, OO6, OO7) RUL, RUU en UVA: -4; combinatie Scheikunde en Technische scheikunde (019, 020) RUG: -1; combinatie Economie en Fiscaal-economische studierichting (056, O58) RUG, EUR, UVA en KHT: -4; combinatie Cultuurtechniek B en A (104, 114) LHW: -1. Aldus komt de Afdeling tot een totaal aantal getoetste voorstellen van 278, voor welk aantal zij u verwijst naar bijgaande adviezen. (Om administratieve redenen zijn deze nog/reeds gericht tot de staatssecretaris.) Van dit aantal adviseert de Afdeling: a. om 13 voorstellen af te wijzen; te weten: Godgeleerdheid (OOI) UVA Tandheelkunde (012) RUU Nederlandse taal en letteren (031) RUU Geschiedenis (052) RUL Farmacie (024) RUL, RUG, RUU en UVA Klassieke Archeologie (O54) RUU en UVA (2 x)

3 OR I/5OI-IO9I -3- Economie (O56) VUA Bedrijfskunde (119) EUR/TRI»; b. om 265 voorstellen te accepteren. 2. De Afdeling is onder de indruk gekomen van de kwaliteit van vele der overgelegde stukken. Het is haars inziens duidelijk, dat in het algemeen met ernst en op weloverwogen wijze aan de opzet van de nieuwe programma's is gewerkt. Er mag dan het nadeel zijn van een gigantische papierlawine met alle bureaucratische gevaren van dien, dit neemt niet weg, dat zich een proces van bewustwording en meningsvorming heeft afgespeeld, dat in vele gevallen een verantwoorde aanzet geeft voor verdere ontwikkelingen. De Afdeling meent, dat hier een woord van respect op zijn plaats is. 3. Het vorenstaande betekent niet, dat de marginale toetsing voor de Afdeling steeds een eenvoudige zaak was. Er stonden haar immers slechts summiere toetsingscriteria ten dienste. Van de in de Richtlijnen aangegeven criteria waren er vier imperatief voorgeschreven (die, vermeld in artikel 3» eerste lid, artikel 4, eerste lid, onder a, artikel 6 en artikel 11), terwijl de overige alleen maar facultatief waren aangegeven. Herhaaldelijk kwam de Afdeling hierdoor voor het dilemma te staan uit beleidsoverwegingen nader op de inhoud van de programma's in te gaan, terwijl toch duidelijk de Richtlijnen slechts een zeer beperkte toetsing op het oog hadden. Als hoofdprobleem heeft de Afdeling in dit verband ervaren: a. vier of vijf jaar. Tal van programma's zijn naar het oordeel van de Afdeling beslist verantwoord opgezet en met het oog op de geformuleerde eindtermen volledig aanvaardbaar; mede gezien de vergelijking met het buitenland en de berekende studielast rechtvaardigen zij zonder enige twijfel een cursusduur van vijf jaar. De desbetreffende voorstellen voeren evenwel geen argumenten aan, waaruit kan blijken, dat eer* vierjarige cursusduur ontoereikend is. Andere voorstellen evenwel motiveren op uitvoerige wijze, dat bij een verkorting van de cursusduur tot vier jaar de gestelde eindtermen niet kunnen worden verwezenlijkt. Overigens verlangen de Richtlijnen niet, dat wordt aangetoond, dat een vierjarige cursusduur ontoereikend zou zijn en dat mitsdien de langere periode noodzakelijk is. De indieners van het wetsontwerp hebben oorspronkelijk wel een andere intentie gehad, doch - zoals de Afdeling in haar brief van 27 mei meent te hebben aangetoond - in de loop van de parlementaire behandeling hebben zij deze laten varen. Voor meer

4 dan één lid van de Afdeling was het ontbreken van argumenten voor een langere cursusduur dan 4 jaar echter onbevredigend, b. uniforme cursusduur. Een tweede veel voorkomende moeilijkheid betreft het feit dat de cursusduur in overeenkomstige studierichtingen aan de onderscheidene universiteiten of hogescholen niet altijd uniform is, doch variaties vertoont van 1 maand tot zelfs een vol japr. De Afdeling betreurt het in hoge mate dat onderling overleg - hetwelk met name met betrekking tot de technische studierichtingen tot zulke opvallende resultaten heeft geleid - nog lang niet in alle gevallen de zozeer gewenste eenheid heeft gebracht. Zij vraagt zich af, of de desbetreffende faculteiten ten deze wel zorgvuldig genoeg te werk zijn gegaan en de consequenties van het uitblijven van een uniforme cursusduur hebben overwogen. Zo zal toch in voorkomende gevallen in overstapregelingen dienen te worden voorzien. Het hier gesignaleerde probleem spitst zich met name toe op die studierichtingen, waarin met gebruikmaking van de wettelijke vrijheid op dit punt (artikel 24bis Wet w.o.), het Academisch statuut ten aanzien van de propedeuse in een bepaalde studierichting de mogelijkheid biedt van een keuze tussen een één- en een tweejarige cursusduur. De verwisselbaarheid van de propedeuse valt aldus in het water en zelfs moet de vraag worden gesteld of de bezitter van een éénjarig diploma bij overstappen naar een universiteit met een tweejarige propedeuse van de gehele daar verplichte Dropedeutische stof dient te worden vrijgesteld. De Afdeling vraagt zich af, of in dit opzicht van de secties van de Academische Raad wel voldoende aandrang is uitgegaan om tot een vergelijk te komen. Het moet worden toegegeven dat de beslissingsbevoegdheid bij de faculteiten zelf ligt, maar het zal aan de andere kant duidelijk zijn, dat bij uitblijven van uniformiteit op basis van overleg, de aandrang om van bovenaf een regeling te treffen groter wordt. De Afdeling heeft na aanvankelijke aarzeling gemeend, dat het niet binnen haar marginaal toetsende taak behoort om in gevallen van onderling verschillende cursusduur een keuze te doen. Zij wenst namelijk in die gevallen niet in te grijpen in de inhoud van de programma's. Niet alleen ten aanzien van de propedeuse (zie bijvoorbeeld het sectieadvies Economie d.d. 13 maart 1977), maar ook ten aanzien van de totale opleiding kan zowel voor de ene kortere als voor de andere langduriger cursusduur met kracht van argumenten worden gepleit. Hierbij dient te worden opgemerkt, dat een verschillende cursusduur van de propedeuse bij een

5 -5- gelijke totale cursusduur op niet meer dan een verschil in fasering behoeft te duiden. Een langere cursusduur van de propedeuse zal in een aantal gevallen kunnen worden verdedigd door aan te voeren, dat een verantwoorde selectie eerst na een langere periode dan één jaar kan plaatsvinden. Ih andere gevallen zal zij kunnen worden bestreden met het argument, dat het in het belang van de student is dat hem zo spoedig mogelijk bekend wordt of hij de gekozen studie met vrucht kan vervolgen. Met name ten aanzien van de vakken waarin reeds in het voorafgaand onderwijs les is ontvangen, zal een langere cursusduur van de propedeuse moeilijker zijn te verdedigen. De Afdeling zou het doen van een keuze voor een langere of een kortere cursusduur kunnen vermijden door een afkeuring uit te spreken van alle voorstellen voor een bepaalde studierichting indien deze niet alle een gelijke cursusduur hebben voorgesteld. Een dergelijke uitspraak zou echter de opdracht van een marginale toetsing van de afzonderlijke voorstellen verre te buiten gaan. Naar de mening van de Afdeling ligt hier in de eerste plaats een taak voor de desoetreffende secties en voor de Academische Raad: van hen mag worden verwacht dat zij alsnog met kracht pogingen in het werk zullen stellen de uniformiteit van de cursusduur te bevorderen. In verband met de te verwachten wettelijke algemene regeling van het onderwijs en de examens moge het besef doordringen dat de tijd dringt. 4. Daarnaast dienden zich verscheidene andere problemen aan, welke de Afdeling hier wil signaleren: a. defici'éhte vooropleiding. De onderlinge vergelijking van de programma's in eenzelfde studierichting geeft soms moeilijkheden omdat formele gelijkluidendheid nog niet behoeft te duiden op inhoudelijke parallellie. Zo wordt aan sommige universiteiten of hogescholen in de onderbouw rekening gehouden met compensatie voor deficiënte vakkenpakketten, doch elders weer niet. Dit leidt tot verschillen in de berekening van de studielast. Ook kan achter een gelijkluidende programma-opzet een aanzienlijke disharmonie in jaarlijkse studielast-verdeling schuilgaan, waardoor geconcludeerd moet worden tot slechts een nominale overeenstemming. De Afdeling is in dergelijke gevallen echter niet van kennelijke onredelijkheid of onzorgvuldigheid met betrekking tot de afzonderlijke voorstellen gebleken.

6 -6- Ten aanzien van dit punt merkt de Afdeling nog op dat zij de indruk heeft, dat het aantal aankomende studenten met een deficiënte vooropleiding steeds toeneemt. Zij vraagt zich af of het geen aanbeveling zou verdienen aan een deficiënte vooropleiding een zekere aanspraak te verbinden op enige souplesse ten aanzien van de studieduur voor de propedeuse, eventueel met een beroep op artikel 77 ter, zevende lid, van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs. terminologie. Het is de Afdeling opgevallen dat de voorstellen niet steeds uniform zijn in terminologie. Zo gebruikt men de term "afstudeerrichting" in bepaalde gevallen niet in de zin van de Richtlijnen, aangezien er geen verschillende eindtermen voor deze richting worden aangegeven. disselingen in terminologie van dezelfde aard doen zich voor met betrekking tot de termen "hoofdrichting" en "studierichting", terwijl ook meermalen de aan een studierichting verbonden lerarenopleiding als "variant" wordt opgevoerd. eindtermen. De Afdeling is ervan uitgegaan, dat het in de eerste plaat6 voor de verantwoordelijkheid is van de faculteit c.q. afdeling op welk niveau, tot uitdrukking komend in de eindtermen, de relatie wordt gelegd tussen de afgeronde studie en het maatschappelijk functioneren. Slechts wanneer elders objectieve eisen worden gesteld bijvoorbeeld door het toekennen van onderwijsbevoegdheid op een bepaald niveau, dan wel internationaal aanvaarde vereisten voor de vervulling van bepaalde beroepen, zoals apotheker - is de Afdeling tot een zekere objectieve beoordeling in staat. Het resultaat daarvan kan zijn, dat zij de in de voorstellen opgenomen eindtermen - ook al gaat de sectie daarmee accoord - te overtrokken acht. Dit probleem doet zich bijvoorbeeld voor met betrekking tot het doctoraalexamen bij de apothekersopleiding. Ook al wordt hiervoor algemeen vijf jaar voorgesteld, gevolgd door een postdoctorale opleiding tot apotheker van één jaar, de Afdeling is op grond van de desbetreffende afspraak in E.E.G.-verband en van een internationale vergelijking toch niet overtuigd, dat niet, evenals elders, het vereiste eindniveau in vijf jaar zou kunnen worden bereikt. Rekening houdend met de E.E.G.-regeling meent zij voorshands dan ook op grond van de overweging, dat de afwijking van het buitenland niet voldoende is gemotiveerd, tot afwijzing van de onderhavige voorstellen te moeten adviseren.

7 >> Een andere opmerking met betrekking tot de eindtermen is, dat deze over het algemeen een perfectionistische indruk maken. Het is daarom van groot belang zich de betrekkelijkheid van de formulering te realiseren. Hier ligt ook een grote verantwoordelijkheid voor de faculteiten c.q. afdelingen: een strikte verwezenlijking van de gestelde eisen zou tot een gemiddeld hoge verlenging van de studieduur kunnen leiden. d. de lerarenopleiding. Het is de Afdeling opgevallen, dat zich wat de lerarenopleiding betreft een discrepantie voordoet binnen de verschillende studierichtingen of wel binnen een zelfde studierichting tussen de verschillende instellingen. Een motivering daarvan ontbreekt in de stukken. In de faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen is de verdeling meestal aldus, dat binnen de doctorale opleiding en als postdoctorale cursus evenveel uren worden berekend, met een totaal van 1100 tot 13OO uur. Voor de wiskunde echter is bij alle instellingen slechts voorzien in een pre-doctorale fase van een totaal van 8OO uur. De UVA acht een postdoctorale cursus van vier maanden nodig, hetgeen de sectie wiskunde evenwel te ver gaat. Bij de biologie lopen de verschillen zover uiteen (RUL met I82O uur binnen de opleiding, RUG IO5O uur met 3 maanden postdoctoraal, UVA 85O uur met postdoctoraal van 85O uur, enz.), dat er in feite sprake is van een verschil van een half jaar begeleidingsduur bij UVA en van 3 maanden bij RUG. In vergelijking hiermee is zeker de lerarenvariant aan de Landbouwhogeschool te kort te noemen: slechts 550 uur, zonder postdoctorale cursus, terwijl toch evenzeer onderwijsbevoegdheid voor scheikunde en biologie wordt verleend. Bij andere studierichtingen, zoals die voor de plantteeltkunde en voor de bosbouw is wel in postdoctorale cursussen voor de leraren voorzien. De Afdeling dringt er bij u op aan te bevorderen dat naar een grotere mate van unifomiteit wordt gestreefd. Reden tot afwijzing in de afzonderlijke gevallen acht de Afdeling evenwel niet aanwezig. e. de bovenbouw. Ten aanzien van de zogenaamde bovenbouwstudierichtingen heeft de Academische Raad in zijn aan u gericht schrijven d.d. 9 mei 1977, A.R. 1287, medegedeeld, dat hij heeft besloten zich op dat moment van het geven van een definitief oordeel ten aanzien van de desbetreffende voorstellen te onthouden, aangezien het overleg tussen en binnen de voor

8 , fide verzorging van deze studierichtingen en van de toeleverende studierichtingen verantwoordelijke faculteiten in de meeste gevallen nog niet is afgerond. Op grond van dezelfde overweging concludeert u in uw schrijven d.d. 17 mei d.a.v., HW/BT/004/77, dat ten aanzien van de bovenbouwstudierichtingen wellicht enige souplesse met betrekking tot de toetsing zal moeten worden betracht, aangezien een stringente toetsing in dit stadium mogelijk tot een categorische terugverwijzing van de onderhavige programmavoorstellen zou leiden. U dealde daarbij mede, dat een nadere bestudering uwerzijds ertoe zou kunnen leiden, dat voor deze studierichtingen de mogelijkheid wordt geopend, in een latere fase de huidige voorstellen aan te vullen. Gezien de moeilijkheid, in elk afzonderlijk geval exact te bepalen, welke de totale cursusduur zal zijn van de toeleverende en de bovenbouwstudierichting, waarbij eventuele aanvullende voorwaarden als bedoeld in artikel 9, eerste lid onder a, van de Richtlijnen herprogrammering w.o. nog tot verlenging van deze cursusduur zullen kunnen leiden, heeft de Afdeling gemeend, niet uitsluitend op grond van een eventuele overschrijding van een cursusduur van vijf jaar tot afwijzing van deze voorstellen te moeten adviseren, daarbij mede overwegende, dat artikel 24 bis, eerste lid, van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs voor deze bovenbouwstudierichtingen de mogelijkheid opent, een andere dan een vijfjarige cursusduur vast te stellen. f. buitenlandverpelijking. In iets meer dan de helft van de gevallen moest worden geconstateerd, dat een zinvolle vergelijking met het buitenland niet mogelijk was, gezien de belangryke verschillen in kennis van de aankomende studenten (het ingangsniveau) en de inhoud, opzet, duur en civiele effecten van de opleidingen in de onderscheidene landen. 5. Notities bij enkele afzonderlijke voorstellen. a. mijnbouwkunde TKD (089). In het voorstel blz wordt gesproken over de lerarenvariant wiskunde en scheikunde. Volgens artikel 263 onder 1 van het Academisch Statuut geeft het doctoraalexamen mijnbouwkunde echter onderwijsbevoegdheid voor wiskunde, natuurkunde en mechanica, doch niet voor scheikunde (zie ook Overgangswet WVO, bijlage, no. 31 ) Voor een lerarenopleiding scheikunde zal eerst wijziging van het Academisch Statuut nodig zijn.

9 V b. natuurkunde UVA (017). In het voorstel van de UVA wordt wel eer vrije studierichting genoemd, maar de invulling daarvan heeft nog niet plaatsgevonden. De in dit voorstel genoemde varianten gericht op de milieukunde, de toegepaste wiskunde en de economie verkeren nog in een aanloopstadium. c. sterrekunde UVA (016). Hoewel door de faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen een algemene variant wenselijk wordt geacht (zie het "Raamwerk Vrije studierichtingen" ) is het standpunt van de subfaculteit Natuur- en sterrekunde niet duidelijk. d. psychologie (O65). De vraag is gesteld, of gelet op de samenstelling van het programma er wel voldoende rekening mee is gehouden dat aan het doctoraal getuigschrift een meervoudige onderwijsbevoegdheid is verbonden. Namens de Afdeling voornoemd, (prof. dr. I.A. Diepenhorst, voorzitter) (mr. H. Drop, secretaris).

Ontwerp-Experimentenwet onderwijs. Zijne Excellentie de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen, Nieuwe Uitleg 1, 's-gravenhage.

Ontwerp-Experimentenwet onderwijs. Zijne Excellentie de staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen, Nieuwe Uitleg 1, 's-gravenhage. ONDE RWIJS RAAD SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 125 S-GRAVENHAGE TEL. 070-83 61 94 f* jo^s/u^-*,. O^f 4 oktober 1968 Bericht op schrijven dd. 3 juli 1968, D.G.O. 940. Betreft: D/AB Ontwerp-Experimentenwet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Zitting 1982-1983 Nr. 51 16106 Wijziging van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs, de Wet universitaire bestuurshervorming 1970 en de Wet van 12 november 1975, Stb.

Nadere informatie

ONDERWIJSRAAD. AcMés nïet-ambtelijke adviescommissie WOB. 3 GMAÂRT m. 's-gravenhage, Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage Tel.

ONDERWIJSRAAD. AcMés nïet-ambtelijke adviescommissie WOB. 3 GMAÂRT m. 's-gravenhage, Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage Tel. ONDERWIJSRAAD O.R. I/I62 T Bericht op het schrijven van 30 december 1983, HW/IS-i+30.193 II Betreffende : goedkeuring ex artikel 20 W.W.O. van opleidingen in de tweede fase als bedoeld in artikel 32, derde

Nadere informatie

Öt.% ONDERWIJSRAAD. 30 september Eerste Afdeling O.E. 229 H.O. Bericht op schrijven van 17 augustus 1966, D.G.W. I46776/I

Öt.% ONDERWIJSRAAD. 30 september Eerste Afdeling O.E. 229 H.O. Bericht op schrijven van 17 augustus 1966, D.G.W. I46776/I ONDERWIJSRAAD SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 125 S-GRAVENHAGE TEL. 070-83 61 M Öt.% % O.E. 229 H.O. 30 september 1966 Bericht op schrijven van 17 augustus 1966, D.G.W. I46776/I Onderwerp: ontwerp-besluit

Nadere informatie

ONDERWIJSRAAD. Eerste Afdeling O.R. 162 H.O. s-gravenhage,zfjuli I960.

ONDERWIJSRAAD. Eerste Afdeling O.R. 162 H.O. s-gravenhage,zfjuli I960. ONDERWIJSRAAD SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 125 'S-GRAVENHAGE Eerste Afdeling OR 162 HO Voorstel tot wijziging van hot Koninklijk besluit van 29 februari 1932, Staatsblad 66, ter uitvoering van artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1979-1980 16199 Voornemen inzake beperking van de inschrijving van eerstejaarsstudenten van de Landbouwhogeschool Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1977-1978 14924 Herprogrammering Wetenschappelijk Onderwijs Nr. 3 BIJLAGE BIJ BRIEVEN MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN INHOUDSOPGAVE blz. 0. Inleiding 6

Nadere informatie

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx); Besluit van houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5a.11, vierde lid, artikel 5a.12a, eerste lid, en artikel 5a.13d, zesde lid, van de Wet

Nadere informatie

f ONDERWIJSRAAD. N. 1642 A. 'S-GRAVENHAGE, 2jT-Apr.il 1923.

f ONDERWIJSRAAD. N. 1642 A. 'S-GRAVENHAGE, 2jT-Apr.il 1923. f ONDERWIJSRAAD. N. 1642 A. 'S-GRAVENHAGE, 2jT-Apr.il 1923. Bericht op schrijven van.24februari»23 No.699 Frankenstraat 39. Afd.H.O., 11 ir.,a» 4inn laj» ~ ^en g e l ieve bij het antwoord dagteekening

Nadere informatie

ONDERWIJSRAAD 17 DEC. 19W '$-GRAVENHAGE, o.rj/630 WO AAN. de minister van onderwijs en wetenschappen, Nieuwe Uitleg 1, 's-gravenhage.

ONDERWIJSRAAD 17 DEC. 19W '$-GRAVENHAGE, o.rj/630 WO AAN. de minister van onderwijs en wetenschappen, Nieuwe Uitleg 1, 's-gravenhage. ONDERWIJSRAAD o.rj/630 WO '$-GRAVENHAGE, Nauaulaan 6 2514 JS 's-gravenhase 17 DEC. 19W Bericht op het schrijven van 17 juni 1981, DG.HW 38338U/I. Betreffende: doctoraalprogramma bedrijfskunde Stichting

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 0 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1980-1981 16815 Toelatingscriteria numerus fixus-studierichtingen voor het studiejaar 1981-1982 Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de

Nadere informatie

Rapport. inzake. de stichting FUNDASHON E HENDE. tegen. de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning

Rapport. inzake. de stichting FUNDASHON E HENDE. tegen. de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning Rapport inzake de stichting FUNDASHON E HENDE tegen de Minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning Scharlooweg 41, Tel: (+5999) 461-0303 Fax: (+5999) 461-9483 Info@ombudsman-curacao.cw 1. Inleiding

Nadere informatie

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,

Nadere informatie

CBE-1142 (030)

CBE-1142 (030) CBE-1142 (030) 253 1745 6 april 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: A.,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 2 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Wiskunde

Nadere informatie

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 11 maart 2008 ontvangen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 11 maart 2008 ontvangen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Dossiernummer 16-2008 OORDEEL Verzoek s-s i I ' ' Mevrouw\ a en de heer van; 3 Zwolle. Datum varzoek Het ondertekende verzoek tot onderzoek is op 11 maart 2008 ontvangen bij het secretariaat van de Overijsselse

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 936 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met aanpassing van het recht op bijstand bij verblijf buiten Nederland Nr. 4 ADVIES RAAD

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 4 3 van (de voorzitter van) het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep en het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening van

Nadere informatie

1 s-gravenhage, 18 januari 1972.

1 s-gravenhage, 18 januari 1972. ONDERWIJSRAAD (^>-L^»v^ yu *r^c SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 125 'S-GRAVENHAGE TEL. 070-836194 OR 363 W.O. Bericht op schrijven: dd. 11 november 1971, DGW/215083. Betreffende: Voorlopige disciplineindeling,

Nadere informatie

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN Het College van Bestuur van de Universiteit Leiden, gelet op artikel 7.30b, vierde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

D/W ONDERWIJSRAAD ZEVENDE AFDELING O.R. 53 W.V.O. 8 januari I970.

D/W ONDERWIJSRAAD ZEVENDE AFDELING O.R. 53 W.V.O. 8 januari I970. ONDERWIJSRAAD SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 125 'S-GRAVENHAGE TEL. 070-83 61 94 O.R. 53 W.V.O. Bericht op schrijven vanj I4 november 1969, kenmerk BVO/j-164549. Betreffende: ontwerp algemene maatregel

Nadere informatie

Aan dtkv. 10 juni 2015 17 juni 2015

Aan dtkv. 10 juni 2015 17 juni 2015 Aan dtkv De Raad van Ministers De Minister van Economische Ontwikkeling De heer Stanley M. Palm AmiDos Building, Pletterijweg 43 Alhier Uw nummer (letter): 2015/027730 2015/027741 2015/029746 Uw brieven

Nadere informatie

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN Het College van Bestuur van de Universiteit Leiden, gelet op artikel 7.31 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek juncto

Nadere informatie

ONDERWIJSRAAD.. IVjo 148 00. 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl... 193 & 2 i j ne Sxc.e Henti de n Minis t er van Onderwijs». Kunsten en Wetenschappen

ONDERWIJSRAAD.. IVjo 148 00. 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl... 193 & 2 i j ne Sxc.e Henti de n Minis t er van Onderwijs». Kunsten en Wetenschappen ONDERWIJSRAAD.. IVjo 148 00. 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl... 193 & Statenlaan 125. Bericht op schrijven van Meiv^gsèïieve bij het antwoord dagteekening 17. JU\XJ

Nadere informatie

Tegen eerstvermeld besluit heeft appellant bij een beroepschrift, ingekomen bij het College op 19 februari 1996, beroep ingesteld.

Tegen eerstvermeld besluit heeft appellant bij een beroepschrift, ingekomen bij het College op 19 februari 1996, beroep ingesteld. Zaaknummer: 1996/162 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, Olivier Datum uitspraak: 1 juli 1996 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Utrecht Trefwoorden: Bevoegdheid, inschrijvingsduur,

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 3 4 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

College voor geschillen medezeggenschap defensie

College voor geschillen medezeggenschap defensie ADVIES Dossiernr: Advies van het College voor geschillen medezeggenschap defensie aan de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten naar aanleiding van een verzoek om advies inzake een tussen: de Commandant Maritieme

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 306 Wet van 18 mei 1995 houdende wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet op de studiefinanciering

Nadere informatie

CBE-1166 (030)

CBE-1166 (030) CBE-1166 (030) 253 1745 16 januari 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van:

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-01 Utrecht, 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het

Nadere informatie

ONDE RWIJS RAAD. 7 december 1967 O.R. 12 W.V.O. Bericht op het schrijven dd. 25 oktober 1967, A.V.O

ONDE RWIJS RAAD. 7 december 1967 O.R. 12 W.V.O. Bericht op het schrijven dd. 25 oktober 1967, A.V.O ONDE RWIJS RAAD SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 115 'S-GRAVENHAGE TEL. 070-83 6194 O.R. 12 W.V.O.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 536 Besluit van 24 oktober 2011, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5a.11,

Nadere informatie

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). KlRz 041/2013 RAPPORT inzake de klacht van [Verzoeker ] tegen een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). - 2-1. Inleiding

Nadere informatie

Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad

Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad ÜT? R>2 3 Advies niet-ambtelijke adviescommissie WOB. Onderwijsraad Aan de minister van onderwijs en wetenschappen, de heer drs. W.J. Deetman, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Nassaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage

Nadere informatie

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit LOWI Advies 2015, nr. 10 Advies van het LOWI van 17 september 2015 ten aanzien van een verzoek van, bij het LOWI ingediend op 17 augustus 2015 betreffende het voorlopig besluit van het Bestuur van, inzake

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie

ONDERWIJSRAAD WOB. VGRAVENHA G E, 23 APR. 1987

ONDERWIJSRAAD WOB. VGRAVENHA G E, 23 APR. 1987 Advies niet-ambtelijke adviescommissie ONDERWIJSRAAD WOB. VGRAVENHA G E, 23 APR. 1987 O.R. 4/152 K Natsaulaan 6 2514 JS 's-gravenhage Tel. 070-63 79 55 Bericht op het schrijven van 26 januari 1987, WJZ

Nadere informatie

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: appellant

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: appellant UITSPRAAK Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van:. appellant tegen de beslissing van Commissie Studieadvies Eerste Jaar

Nadere informatie

1. Onderwerp van d e klacht Onjuiste interpretatie van ondeugdelijke meetgegevens. 2. Advies van de voorzitter van de commissie.

1. Onderwerp van d e klacht Onjuiste interpretatie van ondeugdelijke meetgegevens. 2. Advies van de voorzitter van de commissie. 2011 1. Onderwerp van d e klacht Onjuiste interpretatie van ondeugdelijke meetgegevens 2. Advies van de voorzitter van de commissie Geacht college, Op 2011 schreef een brief aan u en aan, van de KNAW.

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 3 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,

Nadere informatie

»vi^.^4*/ OyCtM^+c **.. 21 oktober 1968

»vi^.^4*/ OyCtM^+c **.. 21 oktober 1968 ONDERWIJSRAAD SECRETARIAAT: BEZU1DENHOUTSEWEG 125 'S-GRAVENHAGE TEL. 070-83 6194»vi^.^4*/ OyCtM^+c **.. 21 oktober 1968 Bericht op het schrijven van 31 juli 1968, D.G.W- 167279 Betreft; ontwerp-besluit

Nadere informatie

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant,

Uitspraak in de zaak tussen: [naam appellant], wonende te [naam woonplaats], appellant, Zaaknummer: 2009/025 Rechter(s): mrs. Nijenhof, Lubberdink, Borman Datum uitspraak: 19 oktober 2009 Partijen: Appellant tegen Technische Universiteit Delft Trefwoorden: Erkenning bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder. Zaaknummer: 2008/008 Rechter(s): mrs. Loeb, Lubberdink, Mollee Datum uitspraak: 20 juni 2008 Partijen: appellant tegen college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

No.W06.15.0073/III 's-gravenhage, 1 mei 2015

No.W06.15.0073/III 's-gravenhage, 1 mei 2015 ... No.W06.15.0073/III 's-gravenhage, 1 mei 2015 Bij Kabinetsmissive van 18 maart 2015, no.2015000453, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 oktober 2002 Rapportnummer: 2002/307

Rapport. Datum: 10 oktober 2002 Rapportnummer: 2002/307 Rapport Datum: 10 oktober 2002 Rapportnummer: 2002/307 2 Klacht Verzoeker klaagt over de lange duur van de behandeling door de Visadienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ondergebracht bij de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 257 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde de vergoeding van affectieschade

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252 Rapport Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/252 2 Klacht Op 8 maart 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw M. te Rotterdam, met een klacht over een gedraging van de Belastingdienst/Douane,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00024

ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/00024 ECLI:NL:GHAMS:2017:928 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 29-03-2017 Zaaknummer 16/00024 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Hoger

Nadere informatie

2013/ Uw brief van: 8 mei 2013 Ons nummer: Willemstad, 14 mei Afd:

2013/ Uw brief van: 8 mei 2013 Ons nummer: Willemstad, 14 mei Afd: Aan d.t.k.v. de Raad van Ministers de Minister van Economische Ontwikkeling Dr. I.S. Martina Molenplein z/n Alhier Uw nummer (letter): Onderwerp: Bijlagen: 2013/023567 Uw brief van: 8 mei 2013 Ons nummer:

Nadere informatie

Besluit macrodoelmatigheid verlenging wo bacheloropleiding International Bioscience

Besluit macrodoelmatigheid verlenging wo bacheloropleiding International Bioscience 2oi8/c>2 ONTVANGEN 0 3 ME! 2018 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Universiteit Leiden t.a.v. College van Bestuur Postbus 9500 2300 RA LEIDEN en

Nadere informatie

«JNIDERWIJSRAAD. S-GRAVENHAGE,.0. Juli N A..

«JNIDERWIJSRAAD. S-GRAVENHAGE,.0. Juli N A.. «JNIDERWIJSRAAD. ' N....7.354... A.. L. Bericht op schrijven van...1 Juni 192.7...No.l702,Afd.H.O. ^ ~ Betreffende : Techni sehe herz i en ing..aca.d.e.mis.cji...s.t.a.t.uu.t.» S-GRAVENHAGE,.0. Juli 192

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 33, lid 1b, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 33, lid 1b, van de Wet op het voortgezet onderwijs; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13500 1 september 2010 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 augustus 2010, nr.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 Rapport Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 2 Klacht Op 1 februari 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer Y. te Zwolle, ingediend door de Stichting Rechtsbijstand Asiel

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 Rapport Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen Venlo tot het moment van indienen van de klacht bij de Nationale

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak inzake het beroep van dhr. x, hierna te noemen appellant, van 20 februari 2011, ontvangen 28 februari 2011, tegen het besluit d.d. 9 februari 2011 van de examencommissie

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 0 9-1 2 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van mevrouw XXX te Den Haag, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

U I T S P R A A K 07 73

U I T S P R A A K 07 73 U I T S P R A A K 07 73 van het College van Beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het College van Bestuur, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987 GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN BELASTINGKAMER UITSPRAAK Nr. 208/86 10 april 1987 Uitspraak (na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 29 januari 1986, nr. 23.254) van bet Gerechtshof te

Nadere informatie

^3> MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN NR. 128168 4FD. H.O.W. Betreffende Studie in de sociale Wetenschappen. 25 November Î949 '

^3> MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN NR. 128168 4FD. H.O.W. Betreffende Studie in de sociale Wetenschappen. 25 November Î949 ' MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN % Bericht op schrijven van NR. 128168 4FD. H.O.W. Betreffende Studie in de sociale Wetenschappen. 's-gravenhage, M.n gelieve bij het antwoord nauwkeurig

Nadere informatie

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst

Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Advies- en Arbitragecommissie Rijksdienst Aan: De samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel vertegenwoordigd in de Sectorcommissie Onderwijs en Wetenschappen De voorzitter van de Sectorcommissie Onderwijs

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 8 8 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het

Nadere informatie

1 7 JAM Besluit macrodoelmatigheid wo masteropleiding Energy Science

1 7 JAM Besluit macrodoelmatigheid wo masteropleiding Energy Science QNTVANGtN 2 1 JAN. 2019 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Universiteit Utrecht t.a.v. College van Bestuur Postbus 80125 3508 TC UTRECHT Hoger Onderwijs

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 0 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-1 5 9 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

i/m^^ 1 CW *» **<! *#~^::ïa ' 3 9-#0. N. ^Z-JJLZ MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. 's-gravenhage, /»T^/k^L-*erz^C

i/m^^ 1 CW *» **<! *#~^::ïa ' 3 9-#0. N. ^Z-JJLZ MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. 's-gravenhage, /»T^/k^L-*erz^C MINISTERIE VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. N. ^Z-JJLZ 's-gravenhage, /»T^/k^L-*erz^C ï^x/ti AFDEELING /&U/ 1 CW *» **

Nadere informatie

Citeertitel: Landsbesluit dagscholen v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o. ==================================================================== HOOFDSTUK I

Citeertitel: Landsbesluit dagscholen v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o. ==================================================================== HOOFDSTUK I Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van de artikelen 11, eerste lid, 21, eerste en tweede lid, en 29 van de Landsverordening voortgezet onderwijs (AB 1989 no. GT 103)

Nadere informatie

151/2015 KlRz RAPPORT. inzake de klacht van. Verzoeker. tegen. de Minister van Justitie

151/2015 KlRz RAPPORT. inzake de klacht van. Verzoeker. tegen. de Minister van Justitie RAPPORT inzake de klacht van Verzoeker tegen de Minister van Justitie 1. Inleiding Verzoeker heeft op 16 juli 2015 een verzoekschrift ingediend bij de Ombudsman van Curaçao waarin verzocht is om een onderzoek

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 7-3 3 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het bestuur van de Faculteit der Wiskunde

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 Rapport Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 2 Klacht Verzoeker, een Afghaanse asielzoeker, klaagt over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie

Nadere informatie

gezien de aanvraag tot aanwijzing van Stichting MEDIA036 als lokale publieke mediainstelling

gezien de aanvraag tot aanwijzing van Stichting MEDIA036 als lokale publieke mediainstelling Besluit Kenmerk: Betreft: Aanwijzing van Stichting MEDIA036 als lokale publieke media-instelling voor de gemeente Almere en afwijzing aanwijzingsaanvraag van Almeerse Omroep Stichting. Het Commissariaat

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0 0 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1976-1977 14 501 Wijziging van de Overgangswet WVO. (herziening regeling t.a.v. de bewijzen van bekwaamheid tot het geven van voortgezet onderwijs) Nr. 1 KONINKLIJKE

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 Instantie Datum uitspraak 05-04-2001 Datum publicatie 02-08-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 99/3213 AW Bestuursrecht

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2014/060 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juni 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden

Zaaknummer : CBHO 2014/060 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juni 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden Zaaknummer : CBHO 2014/060 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juni 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : NBSA, causaal verband, persoonlijke omstandigheden,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224

Rapport. Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224 Rapport Datum: 21 juni 2000 Rapportnummer: 2000/224 2 Klacht Op 12 januari 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer H. te Altforst, met een klacht over een gedraging van de Immigratie-

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 oktober 2000 Rapportnummer: 2000/336

Rapport. Datum: 2 oktober 2000 Rapportnummer: 2000/336 Rapport Datum: 2 oktober 2000 Rapportnummer: 2000/336 2 Klacht Op 6 maart 2000 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw mr. S. te Leiden, met een klacht over een gedraging van ANOVA

Nadere informatie

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van:

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: UITSPRAAK Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: tegen de beslissing van (hierna: appellant) de examencommissie Tandheelkunde

Nadere informatie

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden

Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden Verordening Bezwarenprocedure Personele Aangelegenheden Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 34 010 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet medezeggenschap op scholen en de Wet voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 Rapport Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 2 Klacht Op 8 oktober 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw K. te Sri Lanka, ingediend door mevrouw mr. I. Gerrand, advocaat

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen mevrouw X, appellante en de examencommissie van de Tilburg Law School, verweerster

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 0 0 4 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

Vertrouwensbeginsel, terugwerkende kracht Artikelen: WHW art lid 1,3 en 4, Uitvoeringsbesluit WHW art. 2.1 en 2.2 lid 1, Awb art.

Vertrouwensbeginsel, terugwerkende kracht Artikelen: WHW art lid 1,3 en 4, Uitvoeringsbesluit WHW art. 2.1 en 2.2 lid 1, Awb art. Zaaknummer: 1997/209 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, Nijenhof Datum uitspraak: 14 januari 1998 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Trefwoorden: Vertrouwensbeginsel, terugwerkende

Nadere informatie

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Artikel 1 - Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 1 3 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Sociale Wetenschappen, verweerder

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 1 1 4 9 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen de Examencommissie propedeuse Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011 ... No.W06.11.0108/III 's-gravenhage, 21 april 2011 Bij Kabinetsmissive van 8 april 2011, no.11.000859, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)

Nadere informatie

gericht tegen het besluit tot afwijzing van een verzoek om vergoeding van geleden planschade.

gericht tegen het besluit tot afwijzing van een verzoek om vergoeding van geleden planschade. Besluitvormende raadsvergadering: 16 september 2008 Portefeuillehouder: G.J.J. Burger AAN DE GEMEENTERAAD Nummer : 2008/54 Datum : 26 augustus 2008 Onderwerp : Nemen van een beslissing op een bezwaarschrift

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 1 8 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en

Nadere informatie

Zaaknummer : 2012/220 en 220.1

Zaaknummer : 2012/220 en 220.1 Zaaknummer : 2012/220 en 220.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 3 december 2012 Partijen : Appellant tegen NHTV internationale hogeschool Breda Trefwoorden : Begeleiding student, bindend negatief

Nadere informatie

Zaaknummer : 2014/145

Zaaknummer : 2014/145 Zaaknummer : 2014/145 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 10 december 2014 Partijen : Appellant en CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : (schriftelijk) advies studentendecaan, bindend negatief

Nadere informatie

Onderwijsraad. Aan de minister van onderwijs. 2700 LZ Zoetermeer. Tel. 070-6379 55. vy/eb d.d. 2k november 1988

Onderwijsraad. Aan de minister van onderwijs. 2700 LZ Zoetermeer. Tel. 070-6379 55. vy/eb d.d. 2k november 1988 Onderwijsraad Aan de minister van onderwijs en vetenschappen, Nassaulaanß Postbus 25000, 2514 JS 's-gravenhage 2700 LZ Zoetermeer. Tel. 070-6379 55 Ons kenmerk Uw kenmerk, _ 's-gravenhage,2 H JAN, laöa

Nadere informatie

DERWIJSRAAD. N. Jl33 60« Juni 1 93*

DERWIJSRAAD. N. Jl33 60« Juni 1 93* DERWIJSRAAD. N. Jl33 60«Bericht op schrijven van.^u... Betreffende :...Egypt Ische letterkunde* taalden 'S-GRAVENHAGE, Staten laan 125. f: Juni 1 93* Ü**" Mejaveelieve bij het antwoord dagteekening ^en

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2006.0691 (013.06) ingediend door: hierna te noemen klaagster, tegen: hierna te noemen verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit Nummer 4468-52 Betreft zaak: 4468/ Joost Visser Aannemingsbedrijf B.V. en Visser en Kuyper Beheer B.V. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

# e-&ravenhage»2 Maart 1933*

# e-&ravenhage»2 Maart 1933* f AFSCHRIFT. MINISTEEIE VAN ONDEKWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN. 19 & 30 Maart 7*1 1004, Afdeeling g, $, DE MINISTER VAN ONDERWIJS, KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN, f : Gelezen een voorstel van de faculteit der

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 380 Besluit van 18 juli 1995, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW in verband met aanvullende eisen met het oog op de inschrijving

Nadere informatie