Toezicht- en toetsingskader. Vereniging voor Gereformeerd Primair Onderwijs Noordoost-Nederland

Transcriptie

1 Toezicht- en toetsingskader t.b.v. Intern Toezichthouder en algemeen directeur Vereniging voor Gereformeerd Primair Onderwijs Noordoost-Nederland 1

2 INLEIDING Voor het bestuur van VGPONN staat verantwoord besturen voorop. Daarom neemt het bestuur de wet goed onderwijs, goed bestuur als uitgangspunt over, vanuit de overtuiging dat de inhoud ervan direct dan wel indirect ten dienste staat van het primaire proces, en ondersteunend werkt bij het implementeren van de visie van de organisatie: VGPONN: gereformeerd, geïnspireerd en uitdagend In 2011 heeft het Bestuur gekozen voor het zg. delegatiemodel. Hierbij zijn de taken en bevoegdheden die voorheen bij het Centraal Bestuur ondergebracht waren, gedelegeerd naar de Algemeen Directeur (AD), die hierdoor de rol, taken en bevoegdheden van bestuurder heeft. De eindverantwoordelijkheid berust nog steeds bij het bestuur. Onder die eindverantwoordelijkheid vallen: het functioneren van de AD, de instandhouding van de scholen, de kwaliteit van het onderwijs, de bewaking van de identiteit en de bedrijfsvoering. Een en ander is nader uitgewerkt en vastgelegd in het managementstatuut (MS). Het Intern Toezicht wordt uitgevoerd door het Bestuur (= Intern Toezichthouder - IT). Dit toezicht is gericht op beoordeling van de kwaliteit van enerzijds het besturen (door de AD) en anderzijds van de organisatie. Vooraf wordt toezicht gehouden op voornemens en besluiten van de AD, achteraf toezicht bestaat uit: monitoren, advies- en klankbordfunctie (gevraagd en ongevraagd), optreden als werkgever AD, benoemen/ontslaan AD, inrichting/omvang betrekking AD, vaststellen MS, bepalen arbeidsvoorwaarden AD, uitoefenen wettelijke bevoegdheden (o.m. goedkeuren SBP, jaarverslag, begroting, toezicht op naleving, doelmatige/rechtmatige verwerving bestemming en aanwending middelen, aanwijzen accountant, afleggen verantwoording). Dit document bevat een toetsings- en toezichtkader waarin richtinggevende uitspraken zijn vastgesteld door het bestuur (IT)en de algemeen directeur voor het beleid van de organisatie voor de komende jaren. Voor de algemeen directeur bevat het kader de onderwerpen waarop hij nader beleid stelt en waarover hij de interne toezichthouder rapporteert. De interne toezichthouder gebruikt het toetsingskader als uitgangspunt om het toezicht op het uit te voeren beleid in de organisatie systematisch en gestructureerd te volgen en te beoordelen. De kern van het toezichthouden bestaat uit de volgende punten: - Is het beleid van de organisatie conform de grondslag en doelstelling zoals verwoord in de statuten? - Bestaat er een heldere, uitgewerkte en voldoende gecommuniceerde visie? - Is het beleid en het functioneren van de AD effectief en doelgericht? - Voldoet het beleid en het functioneren van de AD aan de wet- en regelgeving, aan de reglementen/statuten en aan de Code Goed Bestuur? - Is het handelen van AD en bestuur gebaseerd op deze visie? Waar blijkt dat uit? Is er beleid hiervoor? - Bestaat er een strategisch kader? Wordt hiernaar gehandeld? KR= Ken- en stuurgetallen bestuursrapportage VR= Verantwoordingsbestuursrapportage over de gestelde algemene doelen BR= Beschrijvende bestuursrapportage 2

3 Onderwerp Doelen periode Indicatoren Informatiestroom I. Visie Vanuit het gezamenlijke kader van de visie uit het SBP werkt iedere school aan de schoolspecifieke uitwerking van deze visie. Dit gebeurt o.b.v. een vastgelegde cyclus voor acties en/of gesprekken Elke school heeft een duidelijke visie en missie op onderwijs, geformuleerd in het schoolplan en vastgelegd in de schoolgids. Verenigingsprofiel Schoolprofielen In het verenigingsprofiel is vastgelegd vanuit welke identiteit gewerkt wordt, op welke manier dit het onderwijs bepaalt en wat we met ons onderwijs nastreven. 1. Herkenbaar gereformeerd Het uitgangspunt is dat werknemers hun werk vanuit de overtuiging dat een christen mag leven van genade, omdat Jezus Christus de wereld heeft verzoend met God. Dit uitgangspunt van de vereniging dient bij alle medewerkers bekend te zijn en er wordt gezamenlijk gewerkt aan een breed draagvlak en commitment. Het uitgangspunt wordt ieder jaar besproken op identiteitsdag, functioneringsgesprek en teamvergadering. In functioneringsgesprekken wordt getoetst of medewerkers dit uitgangspunt hanteren. 2. Uitdagend en van goede kwaliteit In de scholen wordt het beste uit iedere leerling boven gehaald de scores liggen op of boven het landelijk gemiddelde De tussenopbrengsten voor technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen en wiskunde liggen binnen vier jaar voor alle scholen op de door hen zelf gestelde doelen. Deze liggen minimaal gelijk aan de normen van de inspectie. De cito-eindscore ligt elk jaar voor alle scholen op of boven de normen zoals die door de inspectie worden gesteld. 3. Welkom Zowel de organisatie als de scholen stralen openheid uit en bieden een warm welkom aan ouders en leerlingen uit de doelgroep Welkom, openheid en transparantie zijn systematisch onderwerp van gesprek in de school en de organisatie 4. Eigentijds Er is aandacht voor de wereld waarin de kinderen opgroeien. Daarom worden vernieuwingen op het gebied van onderwijsconcepten en -middelen zorgvuldig bijgehouden Vakliteratuur bijgehouden en besproken. Er is op het gebied van cursussen aandacht voor onderwijskundige vernieuwingen. Er wordt voldoende geïnvesteerd in middelen. 5. Dicht bij huis Er is beleid ontwikkeld waarin enerzijds actieve leerlingenwerving is opgenomen, en anderzijds bestuurlijke strategie t.a.v. krimp In de organisatie is beleid ontwikkeld waarin visie en actieplannen zijn ontwikkeld ter vergroting van schoolbekendheid, PR, leerlingenwerving. Daarnaast is er visie en beleid ontwikkeld ten aanzien van hoe om te gaan met krimp. 3

4 6. Lerende organisatie Reflectie op eigen handelen, individueel leren, teamleren, leren van elkaar staan volop in de aandacht en dragen meetbaar bij aan de verbetering van het onderwijs Er is een inventarisatie van eigen aanbod binnen VGPONN opgemaakt. Op basis hiervan worden systematisch plannen gemaakt, ervaringen gedeeld 7. Aanspreken Er heerst een cultuur van spreken mét elkaar, niet óver elkaar. Er is gereguleerd en spontaan ruimte om feedback te geven en te vragen (waardering en kritiek), ondersteuning wordt gevraagd en gegeven VGPONN meet regelmatig het vertrouwen van ouders/medewerkers/leerlingen in de school en haar medewerkers, door het uitzetten van vragenlijsten waarbij op de verschillende categorieën de streefpercentages worden behaald. 4

5 Onderwerp Doelen periode Indicatoren Informatiestroom II. Identiteit 1. Innerlijke overtuiging Er wordt onderwijs gegeven met als uitgangspunt het kindbeeld zoals dat in de visie verwoord is. In aansluiting bij de opvoeding thuis worden leerlingen toegerust in hun ontwikkeling als kinderen van God. Het is voor binnen- en buitenstaanders duidelijk dat de VGPONN een gereformeerde organisatie is en dat er op de scholen vanuit de gereformeerde leer onderwijs wordt gegeven door leerkrachten die dit vanuit innerlijke overtuiging doen. Dit blijkt niet alleen uit de naamgeving van de school, maar ook uit de sfeer op school en in de klas. Elke school heeft de gereformeerde identiteit en de missie en visie duidelijk uitgewerkt in het schoolplan en de schoolgids De gereformeerde identiteit komt op alle scholen jaarlijks aan de orde in opendag/identiteitsdag 2. Identiteitsdragers Medewerkers zijn identiteitsdrager en laten dat geïnspireerd, enthousiast en herkenbaar zien en horen. Zij leveren op dit punt met overtuiging een bijdrage aan de opvoeding van de leerling, en zijn zich bewust van hun voorbeeldrol voor collega s, voor leerlingen en ouders In de gesprekkencyclus wordt nagegaan of de medewerkers vanuit innerlijke motivatie een bijdrage wil leveren aan de gereformeerde identiteit van de school. Alle medewerkers dienen te voldoen aan de benoemingseisen en de grondslag en doel van de vereniging en de praktische uitwerking het basisdocument gereformeerd onderwijs van harte te onderschrijven. 3. Identiteitsbeleid Ingebed in het bovenstaande is er voor de school ruimte voor verdere uitwerking van de identiteit, zodat zoveel mogelijk christelijke ouders de keuze maken voor een VGPONN-school. Dit komt helder en wervend naar voren in de eigen visie van de school. Ouders worden door medewerkers vanuit een gedeeld christen-zijn bejegend en gerespecteerd als partners in de opvoeding. Ze zijn welkom in de school. Het toelatings-, leden- en benoemingsbeleid: - voldoet aan de eisen van de statuten en wet- en regelgeving; - is objectief beleid; - heeft een welkome uitstraling heeft voor christelijke ouders en hun kinderen; - wordt consequent gehandhaafd VGPONN stelt voor 2014 een notitie op waarin de kaders voor specifieke inkleuring/uitwerking van de identiteit binnen de plaatselijke situatie wordt weergegeven. VR november

6 Onderwerp Doelen periode Indicatoren Informatiestroom III. Leiderschap en Management 1. Algemeen directeur De algemeen directeur geeft op een positieve manier uitvoering aan de richtinggevende uitspraken en de te behalen normen en indicatoren in het bestuurlijk toetsingskader De competenties van de algemeen directeur zijn vastgelegd in een competentieprofiel De directeur/ bestuurder beschikt over de nodige competenties 2. Leiderschap Leiderschap binnen VGPONN is erop gericht medewerkers te stimuleren zich optimaal te ontplooien in een veilige organisatie 3. Dienend en doelgericht Visie en beleid t.a.v. meerschoolse directie is ontwikkeld en ligt vast. Punten als: leren van elkaar en mogelijke specialisatie zijn hierin opgenomen Met minimale structuur wordt maximaal gepresteerd: de ondersteuning vanuit OOP en staf is helder, effectief en efficiënt. Er vindt regelmatig afstemming hierover plaats. 4. Onderwijskundig Onderwijskundig leiderschap van directeuren wordt versterkt o.b.v. opgesteld plan en concrete doelen. Er is een plan opgesteld om het leiderschap organisatiebreed te versterken 5. Gedeeld en situationeel Scholen beschikken over goed opgeleide en goed gepositioneerde teamleiders 6. Verantwoordelijke organisatie Leidinggevenden zijn zich bewust van grenzen in hun leiderschap. Ze werken samen en zijn in staat te delegeren, verantwoordelijkheid te delen en anderen op hun verantwoordelijkheid te wijzen. De reikwijdte van delegeren vindt plaats binnen de grenzen zoals gesteld in de statuten en het managementstatuut. 7. Risicomanagement AD verstrekt gevraagd en ongevraagd alle relevante informatie aan toezichthouder (TH) en rapporteert en verantwoordt zich volgens gemaakte afspraken gesteld in (onder meer) dit kader VR, KR minimaal jaarlijks TH houdt functionerings- en beoordelingsgesprekken met AD en zorgt voor verslaglegging Functionerings- en beoordelingsgesprekken maken deel uit van de gesprekkencyclus Dossiervorming vindt plaats 6

7 AD heeft zicht op en is in control w.b. inschatting, signalering en analyse van risico s, en is in staat passende beheersinstrumenten te ontwikkelen en in te voeren. Daarbij vindt afweging plaats tussen risico en behalen doelstelling. Waar nodig/mogelijk zoekt AD samenwerking met externe organisaties (bv. politiek, gemeente, andere school, specifieke deskundigheid) AD heeft een adequaat en dekkend systeem van monitoring ingericht, inclusief mogelijke audit Organisatiebrede risicoanalyses, metingen en prognoses zijn opgenomen in P&C-cyclus evenals analyses en actieplannen. AD voert risicomanagement/opstellen risicoanalyse uit i.s.m. directeuren en/of stafleden. Gewenste en werkelijke risicoprofiel van gehele organisatie wordt besproken met IT, evenals beheersingsmaatregelen. Indien noodzakelijk vindt overleg plaats met onafhankelijke partij. Het onderwerp risicoanalyse (incl. procesanalyse en beheersingsinstrumenten en -maatregelen) maakt deel uit van jaarverslag en van langetermijnbeleid. 8. Communicatie AD is in staat in te schatten wie binnen organisatie op de hoogte moet zijn van/betrokken moet worden bij (onderdelen van) risicomanagement. Er zijn afspraken gemaakt en vastgelegd over de verschillende vormen van efficiënte rapportage en informatievoorziening. Doelen en resultaten worden zorgvuldig en tijdig gecommuniceerd. Medewerkers zijn op de hoogte en worden o.b.v. functie en competenties betrokken bij het risicomanagement 9. Strategie Het strategisch beleid wordt ontwikkeld vanuit de missie en visie van de vereniging. Er is een actueel en vitaal strategisch beleidsplan, uitgewerkt in een jaarplan schoolniveau en organisatieniveau Het strategisch beleid wordt ontwikkeld op basis van een SWOT analyse. Er wordt o.b.v. een planning een SWOT-analyse opgesteld 7

8 Onderwerp Doelen periode Indicatoren informatiestroom IV. Medewerkers 1. Professionaliteit LD is verantwoordelijk voor onderwijsproces op school - resultaten worden in beeld gebracht, geëvalueerd en gerapporteerd aan AD. Voor alle medewerkers is een cyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken opgesteld en uitgevoerd. Er is visie en een plan geformuleerd om vakkennis en bekwaamheid op peil te houden middels vakliteratuur, scholing en cursussen Alle medewerkers hebben een bekwaamheidsdossier (Wet BIO) en POP dat blijk geeft van zelfkennis en reflectie en een actief lerende houding. Medewerkers zijn zelf verantwoordelijk voor het op niveau houden van hun vakbekwaamheid en vakkundigheid LD en/of AD bespreken met medewerkers de invulling van de eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van vakbekwaamheid en vakkundigheid. De LD en AD stimuleren de medewerker om zich te registeren bij diverse beroepsregisters De werkgever gebruikt de functiemix als een kwaliteitsimpuls De werkgever voldoet per 2014 aan de gestelde eisen van regels omtrent functiemix VR/ De organisatie beschikt over een nascholingsbeleid In het nascholingsbeleid is eventuele verplichte nascholing voor medewerkers opgenomen. VR/ 2. Vaardigheidsmeter Er is visie en beleid geformuleerd voor het gebruik Vaardigheidsmeter Instructiegedrag Voor 2014 is beleid geformuleerd voorzien van afgesproken frequentie van gebruik van VHM. LD brengt elk kwartaal verslag uit aan AD 3. Welbevinden VGPONN investeert in het welbevinden van werknemers en bevordert goede ondersteuning en begeleiding, om hun vertrouwen in het werk in elkaar, in ouders en ander belanghebbenden te vergroten. Dit wordt onder meer gerealiseerd door ruimte te geven voor personeelsuitjes, informeel contact, het tijdig inschakelen van (externe) hulp via AD bij problemen op de werkvloer, trainingen gericht op welbevinden en communicatie e.d. VGPONN meet ieder jaar het welbevinden van de medewerker op evt. knelpunten wordt spoedig actie ondernomen. Tevens stelt werkgever ieder jaar het sociaal jaarverslag op. VGPONN meet ieder jaar het vertrouwen van ouders in de school en haar medewerkers, door het uitzetten van vragenlijsten waarbij in de verschillende categorieën de streefpercentages worden behaald De LD en AD maken zichtbaar welke acties zij ondernomen hebben om onderling vertrouwen en vertrouwen van externen in de school te bevorderen. KR minimaal jaarlijks Er is verzuimbeleid ontwikkeld t.a.v. medewerkers Het ziekteverzuimpercentage ligt onder het streefpercentage van 6% 8

9 Onderwerp Doelen periode Indicatoren Informatiestroom V. Cultuur en Klimaat. 1. Professionele cultuur Vanuit respect zijn mensen binnen VGPONN aanspreekbaar en worden ze aangesproken op hun handelen en gedrag dit geldt zowel de positieve als negatieve aspecten daarvan. Dit wordt besproken op de geëigende plaats: 1 op 1, vergadering. Dit uitgangspunt wordt ook gehanteerd richting ouders. VGPONN meet regelmatig het vertrouwen van ouders/medewerkers/leerlingen door het uitzetten van vragenlijsten waarbij in de verschillende categorieën de streefpercentages worden behaald. BR/ AD en LD zijn alert op gesprekken op plein en wandelgangen De LD en AD maken zichtbaar welke acties zij ondernomen hebben om onderling vertrouwen en vertrouwen van externen in de school te bevorderen. 2. Veilige omgeving VGPONN hanteert onder meer een pestprotocol en veiligheidsplan. Medewerkers leren kinderen de basis van ethisch leren reflecteren t.a.v. (pest)gedrag. Het veiligheidsplan wordt op elke school met de medewerkers en leerlingen besproken Jaarlijks wordt door medewerkers en leerlingen aandacht besteed (pest)gedrag. Jaarlijks wordt RI&E uitgevoerd. VGPONN hanteert de klachtenprocedure. Klachten worden serieus en correct afgehandeld. Zo nodig worden officiële klachten voorgelegd aan de klachtencommissie voor Gereformeerd onderwijs Er is een interne en externe klachtenprocedure beschikbaar en toegankelijk voor alle betrokkenen. Deze wordt zorgvuldig gehanteerd. LD stellen AD zo spoedig mogelijk in kennis van klachten omtrent medewerkers. Klachten ingediend jegens AD worden door het bestuur afgehandeld. 9

10 Onderwerp Doelen periode Indicatoren informatiestroom VI. Middelen en Voorzieningen 1. Gebouwen We streven naar kwalitatief goede, eigentijdse en veilige huisvesting die aansluit op de onderwijskundige ambities van de school De huisvesting voldoet aan de wettelijke vereisten Scores op de schoonmaakcontroles dienen voor alle ruimtes voldoende te zijn. VR per 2 jaar Scores bij de controle op de speeltoestellen dienen te voldoen aan de landelijke richtlijn voor Speeltoestellen. 2. Financiën VGPONN hanteert een reële meerjarenbegroting waarbij rekening is gehouden met de gewijzigde GPL voor en gelden materiële instandhouding Liquiditeit > 1,2 / Solvabiliteit > 0,45 / Het weerstandsvermogen is conform financieel beleidsplan De exploitatieoverzichten blijven binnen kaders begroting VR minimaal jaarlijks 3. Technische voorzieningen VGPONN ontwikkeld beleid voor versterking technische voorzieningen voor scholen VGPONN investeert in digitale middelen (computers, digiborden), volgens de in de begroting daarvoor gereserveerde gelden. Er is een plan, incl. tijdpad en begroting, voor versterking en uitbreiding technische voorzieningen/digitale middelen VGPPONN moderniseert de websites van de scholen en de organisatie Er is een plan, incl. tijdpad en begroting, voor modernisering of vernieuwing van de website. Hier staan verplichte en relevante gegevens over de organisatie en de scholen 10

11 Onderwerp Doelen periode Indicatoren informatiestroom VII. Primaire processen 1. Visie pedagogisch, didactisch handelen Vanuit het uitgangspunt onderwijsbehoefte leerling is leidend is er visie en beleid ontwikkeld op pedagogisch en didactisch handelen. Het scholingsplan van het team is geënt op deze visie. Via de pdca-cyclus wordt voortdurend gewerkt aan verhogen van de kwaliteit. Jaarlijks verantwoorden de directeuren hoe zij de PDCA cyclus toegepast hebben in de school 2. Pedagogisch klimaat Op alle scholen wordt uitdagend en inspirerend onderwijs aangeboden. Alle medewerkers zijn in staat gedifferentieerd onderwijs aan te bieden. 3. Leren van elkaar Er is visie en beleid geformuleerd met betrekking tot collegiale consultatie. Medewerkers doen aan collegiale consultatie conform ontwikkeld beleid 4. Leerlingenzorg Er is visie en beleid geformuleerd w.b. leerlingenzorg, begeleiding en doorstroming. Hierin zijn eigen doelen en wettelijk verplichte doelen opgenomen. Er is beleid ontwikkeld op het gebied van verzuim door leerlingen, gericht op terugdringen verzuim De uitstroom van leerlingen naar het Voortgezet Onderwijs ligt op de landelijke percentages De lesuitval in een schooljaar bedraagt voor elke leerling minder dan 1% (= ong. 2 dagen) Medewerkers zijn in staat om problemen (gebied gedrag en prestaties) tijdig te signaleren en er adequaat op in te spelen. Dit geldt ook op het gebied van hoogbegaafdheid. KR minimaal jaarlijks 5. Opbrengstgericht werken Jaarlijks wordt de Cito-toets afgenomen. Er zijn afspraken gemaakt over de communicatie van de resultaten naar leerlingen en ouders. De resultaten worden op schoolniveau en bovenschools geanalyseerd en besproken acties worden concreet geformuleerd en weggezet. De tussenopbrengsten voor technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen en wiskunde liggen binnen vier jaar voor alle scholen op de door hen zelf gestelde doelen. Deze liggen in ieder geval boven de normen van de inspectie. De Cito-eindscore ligt elk jaar voor alle scholen op of boven de normen zoals die door de inspectie worden gesteld. 6. Onderwijskundig Leiderschap LD ontwikkelt op eigen school beleid dat gericht is op goede opbrengsten en rapporteert resultaten van dit beleid aan AD De indicatoren van het toezichtkader van de inspectie scoren voldoende. Na elk inspectiebezoek 7. Passend Onderwijs Alle scholen hebben een ondersteuningsprofiel waarin profiel, doel en ambitie van de school helder staan beschreven. Dit wordt gecommuniceerd, o.m. via schoolgids en website van de school. 11

12 De vereniging beschikt over een verenigingsprofiel waarin profiel, doel en ambitie van de vereniging helder staan beschreven. Dit wordt goed gecommuniceerd, o.m. via de website van de vereniging 8. Schoolplan, schoolgids De identiteit en het profiel van de school, passend binnen het kader van de gemeenschappelijke visie en uitgangspunten, staan goed verwoord in schoolplan en gids. Deze documenten worden tijdig opgesteld en ter beschikking gesteld van betrokkenen en/of inspectie Elke school heeft een duidelijke visie en missie op onderwijs geformuleerd in het schoolplan en in de schoolgids. Jaarlijks wordt de schoolgids voor augustus aan betrokkenen beschikbaar gesteld en op de website van de school openbaar gemaakt. 9. Scholen in de lokale context Waar mogelijk wordt kinderopvangmogelijkheid geboden in het gebouw van de school. Tevens wordt indien mogelijk uitvoering gegeven aan concept van Brede School 12

13 Onderwerp Doelen periode Indicatoren Informatiestroom VIII. Secundaire processen 1. Kwaliteitszorg De directeuren streven naar optimaal functioneren van de school, hierbij wordt gebruikt gemaakt van de PDCA Cyclus Jaarlijks verantwoorden de directeuren hoe zij de PDCA cyclus toegepast hebben in de school en de daarbij behaalde resultaten 2. Ondersteuningsstructuur Optimale passende ondersteuning bieden voor ieder kind. Elke school heeft een ondersteuningsprofiel. De uitwerking van de zorgstructuur wordt helder beschreven in de zorggids, welke jaarlijks wordt geactualiseerd 3. Stafbureau Door goede samenwerking met Noorderbasis wordt met een minimale structuur maximaal gepresteerd. Het Stafbureau omvat: secretariaat, managementondersteuning, P&O, financiën, leerling- en onderwijskundige ondersteuning, ICT en huisvestiging De dienstverlening is complementair ingericht en is gericht op de vragen en behoeften van klanten en medewerkers 13

14 Onderwerp Doelen periode Indicatoren Informatiestroom IX. Waardering voor de school 1. Waardering personeel Medewerkers zijn gemotiveerd en werken met plezier en enthousiasme in een door hen ervaren veilige omgeving. VGPONN meet jaarlijks het welbevinden van alle medewerkers; bij evt. knelpunten wordt spoedig actie ondernomen 2. Waardering ouders en leerlingen Ouders en leerlingen zijn tevreden en ervaren de school als goed en veilig en voelen zich betrokken bij de school. VGPONN meet jaarlijks het vertrouwen van leerlingen en ouders in de school door het voeren van vragenlijsten waar de op desbetreffende categorieën de streefpercentages wordt behaald 3. Waardering Inspectie Scholen voldoen aan de wettelijke gestelde minimumeisen De indicatoren van het toezichtkader van de inspectie scoren voldoende. Na elk inspectiebezoek 4. Waardering samenleving Buitenstaanders kennen en waarderen de school en de organisatie om de manier waarop het onderwijs wordt vormgegeven en om de wijze waarop de school/organisatie metterdaad betrokken is op haar omgeving. 14

15 Onderwerp Doelen periode Indicatoren Informatiestroom X. Resultaten en opbrengsten 1. Monitoring 2. Opbrengstgericht werken VGPONN streeft naar opbrengsten die op of boven het landelijk gemiddelde liggen Alle leerkrachten voelen zich verantwoordelijk voor het totale resultaat Planmatig wordt er gewerkt met INK en Demingcyclus. Periodiek worden resultaten geanalyseerd en gepaste acties ondernomen 15