De bescherming van de belegger bij het verwerven van beleggingsdiensten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De bescherming van de belegger bij het verwerven van beleggingsdiensten"

Transcriptie

1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar De bescherming van de belegger bij het verwerven van beleggingsdiensten Loyaliteitsplicht en know your customer -beginsel Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Sander Bernaert (studentennr ) (major sociaal-economisch recht) Promotor: Prof. Reinhard Steennot Commissaris: Sarah De Geyter

2 Dankwoord... 3 Inleiding... 4 Hoofdstuk I. Aanloop naar Mifid Financial Services Action Plan Nood aan vernieuwing... 7 Hoofdstuk II. Nieuwe financiële regelgeving: MiFID en de Wet van 2 augustus Toepassingsgebied Personeel toepassingsgebied De verstrekker van beleggingsdiensten De ontvanger van beleggingsdiensten A. Professionele cliënten I. Per se professionele cliënt II. Bij keuze professionele cliënten III. Kenmerken professionele belegger B. In aanmerking komende tegenpartij I. Per definitie in aanmerking komende tegenpartij II. Bij keuze in aanmerking komende tegenpartij III. Entiteiten van derde landen IV. Kenmerken in aanmerking komende tegenpartij C. Niet-professionele cliënten Materieel toepassingsgebied Beleggingsdiensten en activiteiten Nevendiensten Financiële instrumenten Territoriaal toepassingsgebied De verstrekker van beleggingsdiensten A. Vrij verrichten van beleggingsdiensten en -activiteiten B. Vestiging van een bijkantoor De ontvanger van beleggingsdiensten De nieuwe gedragsregelen onder de Wet Financieel Toezicht: beleggersbescherming versus flexibele beleggingsdienstverlening Diversificatie in de gedragsregelen Personele diversificatie Materiële diversificatie De gedragsregelen Loyauteitsbeginsel A. Handelen op loyale, billijke en professionele wijze B. Toepassingsgebied C. Harmonisatie D. Bijzondere toepassingen: belangenconflicten en onrechtstreekse voordelen I. Belangenconflicten a. Situering b. Inhoud c. Verplichtingen II. Verkregen/verschafte voordelen (inducements) a. Toepassingsgebied b. Eerste uitzondering (art. 7, a MiFID-K.B.) c. Tweede uitzondering (art. 7, b MiFID-K.B.) i. Informatieverplichting ii. Kwaliteitsverbetering iii. Loyauteitsplicht d. Derde uitzondering (art. 7, eerste lid c MiFID-K.B.) III. Praktijk Know your customer -verplichting

3 A. Cliëntenprofiel I. Modaliteiten informatie-inwinning II. Kennis en ervaring III. Beleggingsdoelstellingen IV. Financiële draagkracht B. Suitability test C. Appropriateness test D. Execution only a. Eerste voorwaarde: niet-complexe instrumenten b. Tweede voorwaarde: op initiatief van de cliënt c. Derde voorwaarde: verplichte waarschuwing d. Vierde voorwaarde: naleving belangenconflictenregeling E. Het verrichten van diensten via een andere onderneming Aansprakelijkheid Evaluatie Loyauteitsplicht Belangenconflicten Inducements Know your customer - verplichting Conclusie Bibliografie Wetgeving

4 Dankwoord Eerst en vooral wil ik mijn promotor, Professor Dr. Reinhard Steennot, van harte bedanken voor het aanreiken van dit boeiende en brandend actuele onderwerp, de nuttige anekdotes tijdens de lessen en het evalueren van de tekst. U hebt mij geleerd dat een kritische houding nodig is om een objectief beeld te kunnen schetsen van een bepaalde materie. Daarnaast wil ik de Universiteit Gent bedanken voor het ter beschikking stellen van de papieren en elektronische bronnen. Een onuitputbaar gamma aan informatie kan alleen maar bijdragen tot een goed gefundeerde masterproef. Ook wil ik de medewerkers van Argenta, Fortis, KBC en Dexia vermelden voor het verlenen van de nodige praktijkinformatie, het geduld bij het antwoorden op de vele vragen en het geschonken vertrouwen bij dit alles. Zij hebben de evaluatie van de wettelijke bepalingen in de praktijk mogelijk gemaakt, wat een bijzonder interessant perspectief was om deze regelen van naderbij te bestuderen. Tot slot dank ik familie en vrienden voor het verschaffen van de morele steun, het eindeloze geduld en de nodige ontspanning tijdens het voorbije jaar. Zij hebben mij geholpen de lastigste hindernissen te trotseren en ervoor gezorgd dat deze masterproef uiteindelijk tot stand kwam. 3

5 Inleiding 1. De Markets in Financial Instruments Directive 1 (MiFID) heeft een uitgebreid amalgaam aan gedragsregels ingevoerd: het loyauteitsbeginsel, de informatieplicht, het know your customer -beginsel, de dossierplicht, de rapporteringsverplichting en het principe van optimale uitvoering ( best execution ). Deze gedragsregels strekken ertoe de beleggers te beschermen en de integriteit van de financiële markt te bewaren. Vertrouwen is immers één van de belangrijkste factoren om een financiële markt optimaal te laten functioneren en via bovengenoemde gedragsregelen werd getracht de beleggers hun vertrouwen te winnen. Beleggen houdt altijd een risico in, a fortiori in tijden waarin de financiële wereld zware klappen incasseert. Cliënten moeten dan ook op passende wijze informatie verkrijgen, ze moeten er op kunnen vertrouwen dat hun belangen behartigd worden en dat de verleende beleggingsdiensten afgestemd zijn op hun persoonlijke situatie en voorkeuren. 2. Eerst en vooral wordt een kort beeld geschetst van de totstandkoming van de MiFIDrichtlijn. Aan de hand van de ingevoerde aanpassingen ten opzichte van de vroegere wetgeving zijn de achterliggende doelstellingen immers beter te begrijpen. 3. Vervolgens wordt het toepassingsgebied besproken van de MiFID-richtlijn en de Belgische nationale wetten die haar implementeerden. Dit is noodzakelijk om de exacte draagwijdte van de betreffende financiële wetgeving in te schatten en om hierover een volledig beeld te krijgen. Op wie zijn de gedragsregelen van toepassing? Bij welke activiteiten en ten aanzien van welke personen moeten zij nageleefd worden? Deze vragen komen in hoofdstuk II.1 uitgebreid aan bod. 4. Het onderzoek van de gedragsregelen beperkt zich tot het loyauteitsbeginsel en het know your customer -beginsel. Het loyauteitsbeginsel is immers de overkoepelende gedragsregel, waaraan alle andere specifieke gedragsregels worden getoetst. Gezien de verregaande draagwijdte van deze algemene zorgplicht is zij de belangrijkste gedragsregel waaraan de financiële instelling moet voldoen. Er worden twee bijzondere toepassingen van 1 Richtl. 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad, Pb.L. 145 van 30 april 2004; hierna MIFID. 4

6 dit beginsel besproken, nl. de belangenconflictenregeling en de regeling inzake voordelen ( inducements ). Deze zorgen ervoor dat de beleggingsondernemingen geen eigenbelang mogen verkiezen boven de belangen van hun cliënten. Hoe de belangen van de belegger beschermd worden, wanneer de beleggingsondernemingen verleid worden tot deloyale handelen, wordt gedetailleerd besproken. 5. Het know your customer -principe wordt behandeld in deze masterproef, omdat het een unieke verplichting betreft in hoofde van de financiële instellingen. Deze gedragsregel moet er immers voor zorgen dat personen hun vertrouwen bewaren in de financiële markt bij het maken van beleggingen. In een dynamische financiële wereld is het onmogelijk voor een particulier om van alle rechten en plichten op de hoogte te zijn. Hij moet dan ook niet alleen passend worden ingelicht, hij moet er bovendien op kunnen vertrouwen dat zijn belegging op maat gemaakt is. Zonder deze garantie zullen weinig mensen zich geroepen voelen mee te draaien in de beleggingswereld. De informatie-asymmetrie in deze sector is niet alleen zeer groot, zij kan daarnaast ook zeer gevaarlijk zijn voor de beleggers. Er zal onderzocht worden hoe beleggingsondernemingen ervoor moeten zorgen dat de verschafte beleggingsdiensten specifiek op de individuele cliënt zijn afgestemd. 6. Tot slot worden de besproken gedragsregelen op grond van onderzoek in de praktijk geëvalueerd. Dit laat toe het louter theoretische te overstijgen en de doelstellingen van de financiële wetgeving te toetsen aan hun toepassing in de praktijk. Zoals reeds gezegd is de financiële wereld een ongelooflijk dynamisch gegeven, waarin continu gezocht wordt naar nieuwe opportuniteiten. De vraag is natuurlijk in welke mate de individuele belegger effectief beschermd wordt 5

7 Hoofdstuk I. Aanloop naar Mifid 7. Aan de totstandkoming van de MiFID-richtlijn ging een heel proces vooraf. Verscheidene factoren hebben ervoor gezorgd dat modernisering van de bestaande regelgeving en marktstructuur zich opdrong. Een versnippering binnen de EU van de nationale markten, een ongunstige concurrentiepositie van de Europese financiële markt en een ontoereikende bescherming van de belegger worden vaak als de belangrijkste redenen voor vernieuwing genoemd Financial Services Action Plan 8. In mei 1999 stelt de Europese Commissie een actieplan op, na een verzoek van de Europese Raad en naar aanleiding van de beraadslagingen van een werkgroep voor het beleid inzake financiële dienstverlening 3. Dit Financial Services Action Plan wil een geïntegreerde Europese markt voor financiële dienstverlening creëren, die de belegger veiligheid garandeert middels een passend toezicht. Via verschillende maatregelen wil de Commissie Europa omvormen tot een financieel zwaargewicht, dat een sterke concurrentiepositie inneemt op de wereldwijde markt 4. Stuwende kracht hierbij is de juist ingevoerde eenheidsmunt, de euro. 9. Het werd echter al snel duidelijk dat er meer nodig was om de voorgenomen doelstellingen te bereiken, dan een stel nieuwe regels. Om een optimaal geïntegreerde markt te bekomen, is een verregaande graad van harmonisatie vereist. Een te ruime invullingsvrijheid voor de overheden bij de omzetting in nationaal recht was bijgevolg uit den boze. Daarnaast diende men een efficiënt toezichtsmechanisme op te stellen, dat niet alleen het open karakter van de nieuwe Europese markt diende te controleren, maar tevens alle toezichthouders samenbracht. Een Committee of Wise Men werd aangesteld door de Ecofin Council, met aan het hoofd Alexandre Lamfalussy 5. 2 A. VAN CAUWENBERGE, Het reglementaire landschap voor de Europese financiële markten na MIFID, Larcier, 2008, Communication of the Commission, Financial Services: Implementing the Framework for Financial Markets: Action Plan, COM/1999/232;hierna FSAP. 4 E. WYMEERSCH, Bedenkingen bij enkele recente ontwikkelingen in het financiële toezicht in Europa. in Financiële wetgeving, de tussenstand 2004, Kalmthout, Biblo, 2005, X. FREIXAS, B. SPEYER, Handbook of European financial markets and institutions, Oxford, 2008,

8 2. Nood aan vernieuwing 10. De Investment Services Directive 6 (ISD) werd in de loop der jaren als ontoereikend gezien om de evolutie van de markt bij te houden. Deze richtlijn werd immers einde jaren 80 gevormd en de marktstructuur in die tijd verschilde dan ook enorm van de sterk gemoderniseerd markt einde jaren 90. De invoering van de euro, daarmee gepaard gaand de internationalisering van de financiële markt en de technologische evolutie inzake verhandelingstechnieken zorgden voor de nood aan een volledig nieuwe marktorganisatie. In een voorstel van richtlijn betreffende beleggingsdiensten en gereglementeerde markten benadrukte de Europese Commissie dat er een veel hogere marktfinanciering vast te stellen was, als alternatief voor bankleningen 7. De euro zorgde wel voor eenheid binnen Europa, maar door een verouderd wetgevend kader kon de Europese kapitaalmarkt niet efficiënt werken. En een inefficiënte markt is een onaantrekkelijke markt, die geen bescherming kan bieden aan de belegger en die niet kan meespelen binnen het vrije concurrentiemechanisme Eén van de grootste hinderpalen in de modernisering was de concentratieregel ex. art. 14, lid 3 ISD. Hier werd de mogelijkheid gegeven aan nationale autoriteiten om bepaalde orders uitsluitend op een gereglementeerde markt te laten uitvoeren. Deze koop- en verkooporders interageren bijgevolg met elkaar, afgescheiden van enig ander orderuitvoeringsysteem. Slechts onder bepaalde voorwaarden kunnen orders buiten deze afgescheiden markt worden verhandeld. Voorstanders van de centralisatie-regel geloven dat zo tot een correcte prijs wordt gekomen, er meer cohesie wordt gecreëerd binnen de financiële markt en de belegger uiteindelijk zo de beste behandeling krijgt. Men laat het marktmechanisme voor bepaalde. orders als het ware vrij spelen, doch op een afgescheiden, gereglementeerde markt. 6 Richtl. 93/22/EEG van de Raad van 10 mei 1993 betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten, Pb. L juni 1993; hierna ISD. 7 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de beleggingsdiensten en gereglementeerde markten, en tot wijziging van de richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad, COM/2002/625, 2 (hierna Voorstel Richtlijn). 8 E. WYMEERSCH, Revision of ISD, Financial Law Institute, Working Paper, ,1. 7

9 12. Meer en meer werd deze concentratieregel als een rem op de uitbreiding en verdieping van de Europese financiële markt gezien 9. Ten eerste was het verplichte onderscheid tussen een gereglementeerde markt en andere orderuitvoeringssystemen een afscherming voor een globaal concurrentiemechanisme. Indien alles op de markt onderworpen wordt aan hetzelfde oordeel van de belegger, zal uiteindelijk het beste product blijven bestaan. Een tweede probleem betrof de versnippering binnen de EU. Doordat het slechts een optionele regeling betrof, hebben verscheidene nationale autoriteiten van deze regeling gebruik gemaakt, maar niet allemaal 10. Zo werden uiteenlopende marktstructuren binnen de EU bekomen, wat vanzelfsprekend een obstakel was voor de eenmaking van de Europese financiële markt 11. Als een lappendeken kan men nooit een stevige positie innemen binnen de wereldwijde markt, die beheerst wordt door stabiele, transparante marktstructuren. Een bijkomend, maar niet onbelangrijk probleem, was dat de bemiddelaars op de gereglementeerde markt een vermoeden van optimale uitvoering genoten 12. Men had een soort legitimatie voor elke orderuitvoering op de gereglementeerde markt, aangezien het systeem op zich tot een billijke prijsvorming zou leiden 13. De (eventuele) voordelen van de gereglementeerde markt werden mijns inziens ingeroepen om de belegger een gevoel van veiligheid te bezorgen, terwijl bemiddelaars buiten de gereglementeerde markt moesten aantonen in het belang van de cliënt te handelen. Zo bekomt men een differentiatie die een duidelijk concurrentievoordeel verschaft aan de gereglementeerde markt. En in een financieel systeem waar het belang van de cliënt optimaal moet gewaarborgd worden, is er overduidelijk nood aan transparantie en marktintegriteit. 13. De Europese instellingen beseften dan ook dat het dringend tijd was voor een nieuwe richtlijn, die een flexibel en praktisch instrument kon vormen in een sterk moderniserend en evoluerend financieel stelsel. Enerzijds moest de keuzemogelijkheid voor de beleggers uitgebreid worden door de centralisatieregel af te schaffen. Door het opengooien van de markten wou men een level playing field of gelijkwaardig speelveld bekomen voor alle 9 Sommigen spreken van beursdwang, zie L. VAN BEVER, Gedragsregels voor financiële tussenpersonen, herbekeken in het licht van ISD 2 (2004) in Financiële wetgeving, de tussenstand 2004, Kalmthout, Biblo, 2005, België heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt, zie art. 37 van de wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadviseurs (hierna wet 6 april 1995). 11 Toch moet er enigszins genuanceerd worden: vaak werden alternatieve interne orderuitvoeringsystemen opgezet door landen die de concentratieregel niet hadden aangenomen. Zie bv. voorstel Richtlijn, Voorstel Richtlijn, p. 5; A. VAN CAUWENBERGE, Het reglementaire landschap voor de Europese financiële markten na MIFID, Larcier, 2008, Zie art wet van 6 april 1995, opgeheven door K.B. 27 april

10 orderuitvoeringssystemen, wat de efficiëntie van de markt ten goede zou komen 14. Anderzijds moest een sluitend kader worden getrokken rond dit nieuwe systeem, opdat de markt optimaal kon functioneren. Markttransparantie en regels ter bescherming van de belegger waren vereist om misbruiken te voorkomen. Een volledig transparante markt zet de geïnformeerde belegger namelijk aan tot het kiezen van het aantrekkelijkste product, wat de concurrentie en prijsvorming alleen maar ten goede komt. 14. Men was zich wel bewust van de mogelijke nadelen van een dergelijk open marktsysteem. Een markt waarin geen duidelijke en bindende regels worden vastgelegd inzake transparantie en informatieverlening zal nooit het vertrouwen van de belegger winnen. Fragmentatie of decentralisatie brengt daarnaast ook verplichtingen mee voor de bemiddelaars. Zij moeten actief op zoek gaan naar de beste handelsmogelijkheden om de cliënt de beste uitvoering te verzekeren en maatregelen treffen om belangenconflicten te vermijden Zie oa. A. Schaub, Economic and regulatory background to Commision proposal for revision of the Investment Services Directive, Integration is widely expected to generate benefits for all constituencies at all stages of the trading chain. 15 Voorstel Richtlijn, p 11. 9

11 Hoofdstuk II. Nieuwe financiële regelgeving: MiFID en de Wet van 2 augustus De nood aan een nieuw wetgevend kader maakte komaf met verouderde bepalingen 16. De boom aan financiële regulering was het laatste decennium enorm. De wet van 2 augustus anticipeerde op de MiFID-richtlijn, waarvan de bepalingen op 1 november 2007 in werking traden. Daarnaast werden bij Koninklijk Besluit verscheidene regels ter aanpassing/uitvoering uitgevaardigd In deze massa aan wetgeving kunnen 3 grote pijlers onderscheiden worden, waaraan de nieuwe regels moeten voldoen: een nieuwe, flexibele structuur van de markt, doorgedreven markttransparantie en de garantie van marktintegriteit. Achterliggende gedachte is het vertrouwen van de belegger in de markt te behouden 19, ondanks het feit dat alsmaar complexer wordende instrumenten en diensten worden aangeboden 20. De enige oplossing is garanties te geven dat de uitvoering van transacties in het uitsluitend belang van de belegger gebeurt en hen bovendien over adequate middelen laten beschikken om hierop toe te zien. Een amalgaam aan gedragsregels werd uitgewerkt waaraan de financiële tussenpersonen moeten voldoen om deze doelstellingen te bereiken, zoals o.a. bepaalde informatieverplichtingen, het know your customer -beginsel, de verplichting tot optimale uitvoering Zie bv. de centralisatieverplichting (art. 11 Wet 2 augustus 2002, opgeheven in 2007), die vervangen werd door de best-execution-verplichting (cf. infra). 17 Wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op financiële sector en financiële diensten, BS 4 september 2002, hierna WFT. 18 K.B. van 27 april 2007 tot omzetting van de Europese richtlijn betreffende de markten voor financiële instrumenten, BS 3 mei 2007; K.B. van 3 juni 2007 tot bepaling van nadere regels tot omzetting van de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten, BS 18 juni 2007 (hierna MiFID-K.B. ). 19 Zie oa. A. Schaub, Economic and regulatory background to Commision proposal for revision of the Investment Services Directive, Now more than ever, we need an effective regulatory framework to protect investors, and sustain confidence and orderly trading.. 20 Overweging 2 MiFID. 21 zie art MiFID en art bis WFT. 10

12 1. Toepassingsgebied 17. Deze gedragsregels vormen de kern van dit werkstuk, maar vanzelfsprekend moet eerst gekeken worden naar het toepassingsgebied. Wie moet voldoen aan deze (zware) verplichtingen? Op welke activiteiten hebben zij betrekking? Het is niet mijn bedoeling het toepassingsgebied tot in de kleinste uitzondering te behandelen: enkel de grote lijnen worden uiteengezet, opdat men de reikwijdte van deze normen kan inschatten Personeel toepassingsgebied De verstrekker van beleggingsdiensten 18. Art. 26 WFT bepaalt wie aan de bedrijfsuitoefeningsvoorwaarden van de artikelen 27, 28 en 28 bis onderworpen is, dit zijn de zogenaamde gereglementeerde ondernemingen: a) Belgische beleggingsondernemingen (art. 26, 1 e lid, 1 WFT) 19. Krachtens art. 2, laatste lid, 1 WFT wordt aan het begrip beleggingsonderneming dezelfde invulling gegeven als in de wet van 6 april 1995, i.e. de onderneming naar Belgisch recht waarvan het gewone bedrijf bestaat in het beroepsmatig verrichten of aanbieden van een of meer beleggingsdiensten voor derden en/of het uitoefenen van een of meer beleggingsactiviteiten 22. Bepaalde personen worden echter van dit begrip uitgesloten, zoals bijvoorbeeld de kredietinstellingen 23, verzekeringsondernemingen 24 en personen die op incidentele wijze beleggingsdienst of activiteit verrichten in het kader van een beroepswerkzaamheid Art. 44 wet 6 april Behoudens bepaalde artikelen van deze wet, die wel van toepassing zijn, zie art. 45 1, 1 wet 6 april Art. 45 1, 2 wet 6 april Art. 45 1, 4 wet 6 april 1995, onder de voorwaarde dat deze werkzaamheid aan wettelijke of bestuursrechtelijke voorschriften of aan een beroepscode is onderworpen en het verrichten van de dienst of de activiteit op grond daarvan niet is uitgesloten. 11

13 20. De ondernemingen die aan deze definitie voldoen, moeten verplicht de vorm aannemen van, hetzij een beursvennootschap, hetzij een vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies. Deze verplichting vloeit voort uit de a priori-controle door de CBFA, die slechts een vergunning verleent aan de beleggingsonderneming die één van beide statuten heeft aangenomen 26. De toezichthouder kan op die wijze nagaan of aan bepaalde voorwaarden voldaan is, zoals bijvoorbeeld passend aanvangskapitaal 27 en een betrouwbare en ervaren leiding. Het is duidelijk dat dit prudentieel toezicht 28 gericht is op de bescherming van de belegger: een beleggingsonderneming met onvoldoende kapitaal of met een bestuurder die reeds een aantal strafrechtelijke veroordelingen op zak heeft, vormt een te groot risico om op de financiële markt mee te spelen 29. Tijdens het bestaan van de beleggingsonderneming kan de CBFA de verleende vergunning intrekken, indien zij van mening is dat de instelling niet de waarborgen kan bieden van integriteit, die vereist zijn om het vertrouwen van de belegger te behouden 30. Dit zal onder meer het geval zijn bij een systematische en ernstige schending van de gedragsregelen uit de artikelen 26 tot 28 bis WFT 31. Waar het prudentieel toezicht voornamelijk gericht zal zijn op de solvabiliteit van de onderneming, zal het transactioneel of gedragstoezicht eerder als doel hebben de consument te beschermen en zijn vertrouwen te waarborgen 32. b) Belgische kredietinstellingen (art. 26, 1 e lid, 1 WFT) 21. De kredietinstellingen zijn Belgische ondernemingen waarvan de werkzaamheden bestaan in het van het publiek in ontvangst nemen van gelddeposito s of van andere terugbetaalbare gelden en het verlenen van krediet voor eigen rekening of waarvan de werkzaamheden bestaan in het uitgeven van betaalinstrumenten in de vorm van elektronisch geld 33. Art. 1, 2 e lid van MiFID verklaart sommige bepalingen van de richtlijn van toepassing op kredietinstellingen met een vergunning, in zoverre zij beleggingsdiensten en/of 26 Art wet 6 april Voor een beursvennootschap EUR, vennootschap voor vermogensbeheer en beleggingsadvies EUR (art wet 6 april 1995). 28 Globaal toezicht op de werking van de financiële instelling, te onderscheiden van het producttoezicht (zoals bij het verlenen van consumentenkrediet), waarbij de individuele relatie tussen financiële instelling en consument wordt bekeken; zie art. 93 wet 6 april Zie art. 61 wet 6 april Art wet 6 april Art , 4 e streepje wet 6 april H. COUSY, Algemeen overzicht van de wet van 2 augustus 2002 en de hervorming van het toezicht op de financiële sector. in Financiële wetgeving, de tussenstand 2004, Kalmthout, Biblo, 2005, Art. 2, 34 WFT iuncto art. 1 wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, BS 19 april

14 beleggingsactiviteiten verrichten. Het gaat bijvoorbeeld om de bepalingen inzake beroepsgeheim, administratieve sancties en - het belangrijkste - de gedragsregelen. 22. Opmerkelijk is het feit dat art. 26 WFT niet bepaalt dat de kredietinstelling beleggingsdiensten en/of beleggingsactiviteiten moet verrichten. Met het oog op een richtlijnconforme interpretatie bepaalt de rechtsleer dat deze voorwaarde eveneens geldt voor art. 26 WFT 34. Een kredietinstelling die geen beleggingsdienst verricht, zal bijgevolg niet onderworpen zijn aan de gedragsregels van de wet. Te denken is bijvoorbeeld aan een instelling voor elektronisch geld, die per definitie geen beleggingsdienst kan uitoefenen 35. De Europese Commissie is evenwel van mening dat een kredietinstelling, eenmaal zij beleggingsdiensten en/of beleggingsactiviteiten uitoefent, voor al haar activiteiten (inclusief eventuele nevendiensten) onderworpen is aan de bepalingen van art. 1, 2 e lid MiFID Ook op de kredietinstellingen oefent de CBFA prudentieel en transactioneel toezicht uit 37, waarbij zij o.a. de mogelijkheid heeft de werking op te schorten of de vergunning te herroepen 38. Art vermeldt expliciet dat deze sancties kunnen toegepast worden, bij een systematische en ernstige schending van de gedragsregelen uit de Wet financieel toezicht. Deze vereiste van systematische schending is - net als bij de beleggingsondernemingen - logisch, aangezien de toezichthouder de individuele transacties tussen belegger en financieel tussenpersoon niet zal bekijken. De globale aard van het transactioneel toezicht heeft immers tot gevolg dat de CBFA enkel bij veelvuldige of blijvende inbreuken op de gedragsregels zal kunnen optreden. c) In België gevestigde bijkantoren van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen die onder het recht van een lidstaat van de EER ressorteren, voor hun transacties op het Belgische grondgebied (art. 26, 1 e lid, 2 WFT) 34 V. COLAERT en T. VAN DYCK, MiFID en de gedragsregels: een nieuw juridisch kader voor beleggingsdiensten, Larcier, R.D.C. 2008/3, Art. 1, laatste lid wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen. 36 Vraag MiFID Q&A; Europese Commissie, Your questions on MiFID Markets in Financial Instruments Directive 2004/39/EG and implementing measures Questions and answers, hierna MiFID Q&A"; Zie ook vraag 94, betreffende de toepassing van vrijstellingen ex. art. 2 MiFID op de kredietinstellingen. 37 Art. 47 wet 22 maart Art wet 22 maart

15 24. Zoals reeds vermeld, was de uitbreiding en harmonisatie van de communautaire financiële speeltuin één van de vereisten van de nieuwe wetgeving 39. Via harmonisering van de institutionele en toezichtsregelen wil men tot één geïntegreerde Europese markt komen, waarbij een grensoverschrijdende financiële dienstverlening aan de beleggers mogelijk is. Via de invoering van het Europees paspoort wordt het mogelijk een bijkantoor in een andere lidstaat te vestigen 40 of daar vrij diensten te verlenen 41, éénmaal men een vergunning heeft bekomen in het land van herkomst. In de lidstaat van ontvangst mag men bijgevolg niet aan bijkomende verplichtingen en voorwaarden onderworpen te worden. Uitzonderingen zijn enkel mogelijk indien de bescherming van de belegger of de marktintegriteit in het gedrang komt en deze maatregelen evenredig zijn 42. Bovendien kan de lidstaat van ontvangst, op grond van art. 62 MiFID, conservatoire maatregelen nemen indien de beleggingsonderneming of haar bijkantoor niet aan de op haar rustende verplichtingen voldoet 43. d) In België gevestigde bijkantoren van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen die onder het recht van derde landen ressorteren (art. 26, 1 e lid, 3 WFT) 25. In deze categorie betreft het financiële instellingen van buiten de EER, die niet aan de vergunningsplicht van art. 5 MiFID onderworpen zijn. Bijgevolg genieten zij niet het voordeel van het Europees paspoort, doch zullen bij het oprichten van een bijkantoor in de EER onderworpen zijn aan de nationale voorwaarden en beperkingen 44. e) Kredietinstellingen en beleggingsondernemingen die ressorteren onder het recht van derde landen die rechtsgeldig diensten in België verstrekken, voor hun transacties op het Belgische grondgebied (art. 26, 1 e lid, 4 WFT) 39 Zie bv. overweging 2 MiFID; A. Schaub, Economic and regulatory background to Commision proposal for revision of the Investment Services Directive, Art. 32 MiFID. 41 Art. 31 MiFID. 42 Art. 4 Richtl. 2006/73/EG van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn, Pb.L. 2 september 2006, 26-58, hierna Uitvoeringsrichtlijn MiFID ; Verslag aan de Koning bij het K.B. van 27 april 2007, B.S. 31 mei 2007; Voor de bijkantoren: art. 32, lid 7 MiFID. 43 V. COLAERT en T. VAN DYCK, MiFID en de gedragsregels: een nieuw juridisch kader voor beleggingsdiensten, Larcier, R.D.C. 2008/3, Zie art. 20 e.v. K.B. van 20 december 1995 betreffende de buitenlandse beleggingsondernemingen, BS 6 januari 1996.; MiFID Q&A, vraag 41,2. 14

16 26. Dit zijn dezelfde instellingen als deze onder d), die louter beleggingsdiensten verrichten op het Belgische grondgebied, zonder een bijkantoor te hebben opgericht. Zij moeten in elke lidstaat van de EER aan de nationale bepalingen 45 voldoen en een nationale vergunningsaanvraag indienen. f) In België gevestigde beheersvennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, voor hun beleggingsdiensten als bedoeld in artikel 3, 10, van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles (art. 26, 1 e lid, 5 WFT) 27. Indien de beheersvennootschap van een ICB beleggingsdiensten verstrekt, nl. individueel portefeuillebeheer of beleggingsadvies met betrekking tot een financieel instrument in de zin van art. 2, 1 WFT, zal zij onderworpen zijn aan de gedragsregelen ex. art. 27 en 28bis WFT 46. g) Uitgesloten van de gedragsregelen (art. 26, lid 2-4 WFT) 28. Ter volledigheid wordt melding gemaakt van bepaalde transacties, die uitgesloten zijn van de toepassing van de gedragsregelen ex art. 27, 28 WFT. Dit zijn transacties met of tussen in aanmerking komende tegenpartijen 47 en bepaalde transacties met betrekking tot multilaterale handelsfaciliteiten (MTF s) of gereglementeerde markten 48. De leden van het Europees Stelsel van Centrale Banken en andere nationale instellingen met een soortgelijke functie, alsmede andere overheidsinstellingen die belast zijn met het beheer van de overheidsschuld of bij dat beheer betrokken zijn, zijn eveneens uitgesloten van de toepassing van de artikelen 27, 28 en 28 bis. 45 Art. 25 e.v. K.B. van 20 december 1995 betreffende de buitenlandse beleggingsondernemingen, BS 6 januari Art wet 20 juli Zie Dit is een omzetting van art MiFID. De behandeling van MTF s en gereglementeerde markten valt buiten het bestek van deze masterproef. Voor meer informatie hieromtrent, zie A. VAN CAUWENBERGE, Het reglementair landschap voor de Europese financiële markten na MiFID, Financieel Forum/ Bank- en Financiewezen 2008/11,

17 De ontvanger van beleggingsdiensten 29. Tegenover de verlener van de beleggingsdienst staat de persoon die zich beroept op deze dienst, nl. de cliënt 49. Reeds in de wet van 6 april werd voor de toepassing van één gedragsregel een onderscheid gemaakt tussen verschillende ontvangers van beleggingsdiensten, naargelang men al dan niet met een professionele cliënt te maken had 51. Aangezien deze gedragsregel de inzet voor de belangen van de cliënt voor ogen had en niet de informatieverstrekking, kwam er veel kritiek vanuit de rechtsleer In overweging 31 van de MiFID-richtlijn wordt één van de belangrijkste doelstellingen van de nieuwe regelgeving verwoord, nl. de bescherming van de belegger. Dit doel kan echter enkel worden bereikt, indien de beschermingsmaatregelen zo goed mogelijk worden afgestemd op de specifieke kenmerken en behoeften van de belegger 53. De gereglementeerde ondernemingen moeten passende, op schrift gestelde interne beleidslijnen en procedures toepassen om cliënten in categorieën onder te brengen 54. Er worden met name 3 beleggerscategorieën onderscheiden, in functie van de individuele eigenschappen van de cliënt, nl. niet-professionele beleggers, professionele beleggers en in aanmerking komende tegenpartijen (AKT) 55. Daarnaast zal ook het soort verleende beleggingsdienst van belang zijn 56. De gedragsregels van toepassing op de tussenpersoon zullen verschillen, naargelang de categorie waarin de belegger zich bevindt. Het spreekt voor zich dat de professionele cliënt een minder verregaande bescherming behoeft dan de cliënt die voor de eerste maal een beroep doet op een beleggingsdienst. Daartegenover staat dat de professionele cliënt toegang zal hebben tot meer risicovolle beleggingsproducten, die voor een niet-professioneel ontoegankelijk zijn. Dit hoeft echter genuanceerd te worden: er bestaat de mogelijkheid om te 49 Krachtens art. 2, eerste lid, 27 WFT is de cliënt iedere natuurlijke of rechtspersoon voor wie een beleggingsonderneming of kredietinstelling beleggingsdiensten en/of nevendiensten verricht. Voor de invulling van deze begrippen, cf Art. 36 1, 2 wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs, B.S. 3 juni De wet spreekt van de professionele kennis van de cliënt. Er wordt echter niet verduidelijkt hoe men deze kennis moet beoordelen; L. VAN BEVER, Gedragsregels voor financiële tussenpersonen, herbekeken in het licht van ISD 2 (2004) in Financiële wetgeving, de tussenstand 2004, Kalmthout, Biblo, 2005, F. TANGHE & W. VAN DE WIELE, MIFID en categorisatie van cliënten, Financieel Forum/ Bank- en Financiewezen 2007/7, Zie ook overweging 41 MiFID. 54 Bijlage II, II.2 MiFID en bijlage A MiFID-K.B.. 55 Art. 3 koninklijk besluit van 27 april 2007 tot omzetting van de Europese richtlijn betreffende de markten voor financiële instrumenten. 56 Cf

18 veranderen van categorie 57 (de zgn. opt up/opt out of opt down/opt in ), uiteraard onder bepaalde voorwaarden. A. Professionele cliënten Bijlage II bij de MIFID-richtlijn bepaalt wat het toepassingsgebied is van het begrip professionele cliënt 59. Enerzijds zijn er de professionele beleggers die per definitie onder deze noemer vallen, anderzijds kan men er zelf voor kiezen overeenkomstig deze categorie behandeld te worden. I. Per se professionele cliënt 32. Onder professionele cliënt wordt verstaan een cliënt die de nodige ervaring, kennis en deskundigheid bezit om zelf beleggingsbeslissingen te nemen en de door hem gelopen risico's adequaat in te schatten. Enkel indien een persoon aan de onderstaande voorwaarden voldoet, kan hij als een per se professionele cliënt worden beschouwd. (1) Entiteiten die een vergunning moeten hebben of gereglementeerd moeten zijn om op financiële markten actief te mogen zijn. Onderstaande lijst moet worden gezien als een lijst van alle vergunninghoudende entiteiten die de karakteristieke werkzaamheden van de genoemde entiteiten uitoefenen : entiteiten waaraan een lidstaat op grond van een richtlijn vergunning heeft verleend, entiteiten waaraan een lidstaat vergunning heeft verleend of die door een lidstaat gereglementeerd zijn, zonder dat zulks op grond van een richtlijn geschiedt, en entiteiten waaraan een derde land vergunning heeft verleend of die door een derde land gereglementeerd zijn : (a) kredietinstellingen; (b) beleggingsondernemingen; (c) andere vergunninghoudende of gereglementeerde financiële instellingen; (d) verzekeringsondernemingen; 57 Bv. art. 3 1, 2 e MiFID-K.B. 58 Zie Bijlage II MiFID en bijlage A, MiFID-K.B. 59 Zie ook art. 2 iuncto bijlage A MiFID-K.B. 17

19 (e) instellingen voor collectieve belegging en de beheermaatschappijen daarvan; (f) pensioenfondsen en de beheermaatschappijen daarvan; (g) handelaren in grondstoffen en van grondstoffen afgeleide instrumenten; (h) " locals "; (i) andere institutionele beleggers; 33. Deze eerste categorie is vanzelfsprekend in staat met kennis van zaken te handelen en de risico s in te schatten, aangezien deze instellingen beroepsmatig financiële diensten verschaffen. Via de vergunningsvoorwaarde of reglementering kan de toezichthouder (of andere vergunningverlenende instelling) ex ante vereisten opleggen voor de uitoefening van beleggingsdiensten en -activiteiten, bv. voldoende aanvangskapitaal, professionele betrouwbaarheid en ervaring van de bedrijfsleiding 60. Op die manier kunnen er voldoende waarborgen worden voorzien voor de uitoefening van de activiteiten en de bescherming van de tegenpartij. (2) Grote ondernemingen andere dan sub (1) die op individueel niveau aan twee van de onderstaande omvangvereisten voldoen : - balanstotaal : EUR, - netto-omzet : EUR, - eigen vermogen : EUR; 34. Deze ondernemingen worden als professionele cliënt beschouwd op grond van hun omvang of omzet. Belangrijk is het feit dat de voorwaarden op individueel niveau gesteld worden, in plaats van op groepsniveau 61. (3) de Belgische Staat, de Gemeenschappen en Gewesten en buitenlandse nationale en regionale overheden, overheidsorganen die de overheidsschuld beheren, centrale banken, internationale en supranationale instellingen zoals de Wereldbank, het IMF, de ECB, de EIB en andere vergelijkbare internationale organisaties; 60 Zie bv. titel II, hoofdstuk I wet van 6 april 1995 en Titel II, hoofdstuk I wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, BS 19 april Financial Services Authority, Implementing MiFID s Client Categorisation requirements, Annex 1, vraag 4. 18

20 35. Deze entiteiten worden, gezien hun publiek karakter, eveneens als per se professionele cliënten beschouwd. (4) andere institutionele beleggers wier belangrijkste activiteit bestaat uit het beleggen in financiële instrumenten, inclusief instanties die zich bezig houden met de effectisering van activa of andere financieringstransacties. 36. Deze categorie behelst de entiteiten die geen vergunning moeten hebben en die niet gereguleerd zijn 62. Hieronder vallen bijvoorbeeld private equity- fondsen en special purpose vehicles (SPV s), die gebruikt worden in het kader van een effectisering 63. Later zullen we zien dat dergelijke beleggers niet als in aanmerking komende tegenpartij worden aanzien. II. Bij keuze professionele cliënten Opt up/ Opt out 37. In onderdeel II van bijlagen van de MiFID-richtlijn en het MiFID-K.B. wordt de mogelijkheid geboden aan niet-professionele cliënten om als professioneel behandeld te worden. Via dit opt up-mechanisme doet de cliënt afstand van een deel van de geboden bescherming om bijvoorbeeld een ruimer aanbod aan beleggingsproducten te genieten of goedkopere dienstverlening te bekomen. Aangezien de bescherming van de belegger één van de voornaamste doelstellingen was van de nieuwe regelgeving, heeft men deze mogelijkheid aan verschillende criteria en een specifieke procedure onderworpen. Een lichtzinnige of ondoordachte overschakeling naar het professionele regime zou immers drastische gevolgen kunnen hebben voor de particulier, die de risico s niet adequaat kan inschatten. Kwalitatieve criteria 38. Ten eerste moet de beleggingsonderneming een adequaat onderzoek voeren naar de kennis, deskundigheid en ervaring van de niet-professioneel. Uiteindelijk moet men tot de vaststelling komen dat de cliënt met redelijke zekerheid in staat is zelf zijn 62 Hierdoor verschillen zij van de instellingen in de restcategorie van (1), (i). 63 Financial Services Authority, Implementing MiFID s Client Categorisation requirements, Annex 1, question 6. 19

21 beleggingsbeslissingen te nemen en de risico s in te schatten. Indien de beleggingsonderneming vaststelt dat dit niet het geval is, kan zij niet tot opt up overgaan. De wettekst reikt een toetsingsmaatstaf aan, nl. de geschiktheid van managers en bestuurders in entiteiten die een vergunning verkregen hebben op grond van richtlijnen op financieel gebied 64. Bij kleine entiteiten 65 moet de persoon die gemachtigd is om transacties te sluiten voor de onderneming, aan bovenstaande vereiste voldoen. In de rechtsleer wordt deze voorwaarde echter bekritiseerd, omdat een persoon zich altijd kan laten bijstaan door adviseurs, om de risico s van een beleggingsbeslissing juist in te schatten 66. Kwantitatieve criteria 39. Bij de subjectieve beoordeling van de geschiktheid van de niet-professionele cliënt moet aan minstens twee van de drie kwantitatieve criteria zijn voldaan tijdens de voorafgaande vier kwartalen heeft de cliënt op de desbetreffende markt per kwartaal gemiddeld 10 transacties van significante omvang verricht; - de omvang van de portefeuille financiële instrumenten van de cliënt, welke zowel deposito's in contanten als financiële instrumenten omvat, is groter dan EUR; - de cliënt is gedurende ten minste een jaar werkzaam of werkzaam geweest in de financiële sector, waar hij een beroepsbezigheid uitoefent of heeft uitgeoefend waarbij kennis van de beoogde transacties of diensten vereist is of was. De kwantitatieve criteria vormen een leidraad bij de beoordeling van de deskundigheid en ervaring van de cliënt, maar zelfs al voldoet een cliënt aan twee van de drie voorwaarden, hij zal als professioneel cliënt geweigerd worden als hij duidelijk niet in staat is een correct beeld 64 Een onderneming is vrij een andere geschiktheidstest te gebruiken, op voorwaarde dat aan de hoofdvoorwaarde voldaan is: Financial Services Authority, o.c., Annex 1, vraag 12. In de praktijk gaan beleggingsondernemingen het criterium redelijke zekerheid vervangen door een quasi-absolute zekerheid, uit schrik voor eventuele aansprakelijkheid. 65 Entiteiten die onder de drempels liggen van bijlage II, I (2) MiFID; Financial Services Authority, o.c., Annex 1, vraag L. VAN BEVER, Gedragsregels voor financiële tussenpersonen, herbekeken in het licht van ISD 2 (2004) in Financiële wetgeving, de tussenstand 2004, Kalmthout, Biblo, 2005, Bij kleine ondernemingen moet de entiteit voldoen aan deze criteria, niet de persoon die gemachtigd is op te treden; Financial Services Authority, o.c., Annex 1, vraag

22 te vormen van de omvang en de risico s van eventuele beleggingen. Een transactie waarbij de cliënt niet actief betrokken is of van beperkte omvang, zal niet voldoende zijn om als professioneel cliënt behandeld te worden 68. Procedure 40. Tot slot moet er nog een voorgeschreven procedure worden gevolgd, die vooral gericht is op het schriftelijk vastleggen van de opt up-beslissing en de waarschuwing dat de cliënt afstand doet van de geboden bescherming 69. Dit zal voornamelijk in het belang van de gereglementeerde onderneming zijn, die op die manier geëxonereerd wordt voor eventuele aanspraken wegens een foutieve classificatie van de cliënt. Deze classificatie kadert immers binnen de know your customer -verplichting, waarbij de gereglementeerde onderneming bepaalde informatie al dan niet moet inwinnen. De zwaarte van deze onderzoeksverplichting zal immers niet alleen afhangen van de verstrekte dienst 70, maar ook van de klasse van de cliënt Een voorbeeld ter verduidelijking: Indien Bart, een niet-professionele cliënt, beleggingsadvies wil inwinnen, zal de beleggingsonderneming de kennis en ervaring, financiële toestand en beleggingsdoelstellingen van Bart moeten onderzoeken 72. In de hypothese dat Bart echter al 3 jaar werkzaam is als beleggingsadviseur en zijn portefeuille financiële instrumenten EUR bedraagt, kan hij een verzoek tot behandeling als professioneel cliënt indienen 73. Bijgevolg zal de gereglementeerde onderneming enkel naar de beleggingsdoelstellingen van Bart moeten informeren, aangezien de professionele cliënt intrinsiek wordt geacht de nodige kennis en ervaring te hebben 74. De onderzoeksverplichting op de gereglementeerde onderneming wordt bijgevolg verminderd indien Bart om opt up verzoekt. Doch er zal een bewijs vereist zijn om aan te tonen dat Bart deze verandering van classificatie (en vermindering van bescherming) heeft gewild 68 Financial Services Authority, o.c., Annex 1, vragen 15 & Bijlage II, II.2 MiFID en bijlage A, II.2 MiFID-K.B. 70 Beleggingsadvies of vermogensbeheer, andere beleggingsdiensten en execution only (art WFT); cf Zie artt. 15 en 16 MiFID-K.B.; cf. infra. 72 Art WFT. 74 Art. 15 2, lid 1 MiFID-K.B.; cf. infra. 21

23 en eventueel verhaal op de gereglementeerde onderneming uit te sluiten wegens foutieve cliëntenclassificatie. De hierboven omschreven cliënten kunnen slechts van de bescherming door de toepassing van de gedragsregels afstand doen mits de volgende procedure wordt gevolgd: - zij moeten de gereglementeerde onderneming schriftelijk laten weten dat zij als professionele cliënt wensen te worden behandeld, hetzij in het algemeen, hetzij met betrekking tot een specifieke beleggingsdienst of transactie, dan wel een categorie transacties of producten; - de gereglementeerde onderneming moet hen aan de hand van een duidelijke schriftelijke waarschuwing in kennis stellen van de bescherming en beleggerscompensatierechten die zij kunnen verliezen; - zij moeten in een document dat los staat van de overeenkomst schriftelijk bevestigen dat zij zich bewust zijn van de gevolgen die aan het verlies van deze bescherming verbonden zijn. Opt down/ Opt in 42. Bepaalde entiteiten staan niet in een klassieke cliëntenrelatie tot de dienstverlener, maar zullen als in aanmerking komende tegenpartij worden gekwalificeerd 75. Aangezien zij zelf een marktspeler zijn hebben zij geen behoefte aan verregaande beschermingsmaatregelen, doch hebben alle baat bij een snelle en flexibele afwikkeling van de beleggingsprocedure. Toch kunnen deze AKT s om een hogere bescherming verzoeken (zgn. opt down of opt in), namelijk de behandeling als cliënten waarvan de zakelijke betrekkingen met de gereglementeerde onderneming onderworpen zijn aan de voorschriften bepaald door en krachtens de artikelen 27 en 28 van de wet van 2 augustus Indien de AKT hierbij niet uitdrukkelijk verzoekt als niet-professionele cliënt te worden behandeld, wordt hij als professioneel cliënt aanzien. Dit weerlegbaar vermoeden is logisch, aangezien een AKT actief op de markt meespeelt. Doch de verantwoordelijkheid ligt nog altijd bij de cliënt: indien hij zichzelf niet in staat acht de risico s adequaat in te schatten, zal hij om een hoger 75 Zie B. 76 Art. 3 1, tweede lid MiFID-K.B. 22

24 beschermingsniveau moeten verzoeken 77. Bij een opt down tot het niveau van een nietprofessionele cliënt zal het verzoek uitdrukkelijk moeten zijn en volgens een bepaalde procedure moeten verlopen 78, doch de gereglementeerde onderneming zal niet verplicht zijn dit verzoek in te willigen 79. III. Kenmerken professionele belegger 43. Het is duidelijk dat de wetgever deze categorie als een uitzonderingsklasse ziet 80. Om als professioneel cliënt beschouwd te worden, moet men in staat zijn met kennis van zaken een bepaalde beleggingsdienst te genieten en de bijhorende risico s in te schatten. Voor per se professionele cliënten en AKT s geldt hieromtrent een vermoeden, doch zij kunnen om een hoger beschermingsniveau verzoeken indien zij dit wensen ( opt down/opt in ). Indien de professionele cliënt twijfelt aan zijn eigen kunnen, zal hij hiertoe zelfs verplicht zijn. Zoals hierboven reeds uiteengezet, is een verandering van niet-professioneel naar professioneel cliënt ( opt up/opt out ) onderworpen aan zeer strenge voorwaarden 81. Om deze redenen zullen slechts weinig personen onder dit afgeslankt beschermingsregime vallen. B. In aanmerking komende tegenpartij Zoals hierboven reeds vermeld 83, zijn bepaalde diensten uitgesloten van de gedragsregelen uit de artikelen 27 en 28 WFT. Het gaat om een beperkt aantal diensten, waarbij de tegenpartij in verregaande mate op de hoogte is van de marktwerking en waaraan bijgevolg geen bescherming middels gedragsregelen moet worden geboden 84. Kenmerkend is het ontbreken van een cliëntenrelatie. De belangen van de belegger worden niet behartigd door de gereglementeerde onderneming, doch zij staan op gelijke voet als tegenpartijen tegenover elkaar 85. Enkel indien een gereglementeerde onderneming orders uitvoert, handelt 77 Bijlage A.I, derde lid MiFID-K.B. 78 Art. 3 1, vierde lid MiFID-K.B. 79 Financial Services Authority, o.c., Annex 1, vraag 7.; F. TANGHE & W. VAN DE WIELE, MIFID en categorisatie van cliënten, Financieel Forum/ Bank- en Financiewezen 2007/7, Zie ook CESR, A European Regime of Investor Protection The Professional and the Counterparty Regimes, CESR/02-098b. 81 Zie 1.1.2, A. 82 Eng. eligible counterparty, wat eerder geschikt of passend betekent; art. 3 MiFID-K.B. 83 Zie randnummer Zie o.a COM(2002) 625 def., en overweging bij MiFID. 85 L. VAN BEVER, Gedragsregels voor financiële tussenpersonen, herbekeken in het licht van ISD 2 (2004) in Financiële wetgeving, de tussenstand 2004, Kalmthout, Biblo, 2005,

MiFID voor kredietinstellingen Een introductie

MiFID voor kredietinstellingen Een introductie MiFID voor kredietinstellingen Een introductie NVB MiFID conferentie 24 november 2006 Els Deerenberg Agenda Doel MiFID Regels voor kredietinstellingen - organisatie - cliëntenclassificatie - gedragsregels

Nadere informatie

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn

CIRCULAIRE PPB CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn Prudentieel beleid Brussel, 20 juni 2007 CIRCULAIRE PPB-2007-8-CPB van de CBFA over de voorbereiding op de inwerkingtreding van de MiFID- richtlijn (circulaire aan de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen,

Nadere informatie

Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA

Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA ESMA-richtsnoeren FSMA_2013_19 dd. 4/12/2013 Beloningsbeleid en beloningspraktijken (MiFIDrichtlijn): tenuitvoerlegging door de FSMA Toepassingsveld: De richtsnoeren die in dit document aan bod komen,

Nadere informatie

EUROPESE RICHTLIJN BETREFFENDE MARKTEN VOOR FINANCIËLE INSTRUMENTEN (MIFID)

EUROPESE RICHTLIJN BETREFFENDE MARKTEN VOOR FINANCIËLE INSTRUMENTEN (MIFID) EUROPESE RICHTLIJN BETREFFENDE MARKTEN VOOR FINANCIËLE INSTRUMENTEN (MIFID) EEN BETERE BESCHERMING VAN DE BELEGGER INHOUD MEER TRANSPARANTIE VOOR BELEGGINGSDIENSTEN 3 DE VOORNAAMSTE THEMA S 4 VOORDELEN

Nadere informatie

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016

FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016 FSMA_2016_12 dd. 4/08/2016 De richtsnoeren die in dit document aan bod komen, zijn van toepassing op de volgende ondernemingen (hierna "de gereglementeerde ondernemingen" genoemd): - de kredietinstellingen

Nadere informatie

MiFID. MiFID, de harmonisering van de financiële en kapitaalmarkten. tijd nemen om te bouwen

MiFID. MiFID, de harmonisering van de financiële en kapitaalmarkten. tijd nemen om te bouwen MiFID ifid MiFID, de harmonisering van de financiële en kapitaalmarkten tijd nemen om te bouwen MiFID of Markets in Financial Instruments Directive is een geheel van Europese rechtsregels die onder andere

Nadere informatie

FSMA_2017_11-1 dd. 18/07/2017

FSMA_2017_11-1 dd. 18/07/2017 FSMA_2017_11-1 dd. 18/07/2017 Deze mededeling is van toepassing op de volgende ondernemingen (hierna gereglementeerde ondernemingen ): - de kredietinstellingen naar Belgisch recht indien zij beleggingsdiensten

Nadere informatie

De MiFID en haar implementatie in de Nederlandse wetgeving

De MiFID en haar implementatie in de Nederlandse wetgeving Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom Juridische uitgevers en is bestemd schap eming De MiFID en haar implementatie in de Nederlandse wetgeving Inleiding De richtlijn markten voor financiële instrumenten

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

ESMA Vakbekwaamheidseisen

ESMA Vakbekwaamheidseisen Dit memo geeft praktische tekst en uitleg over de vakbekwaamheidseisen die door ESMA in gevolge MiFID II aan medewerkers van beleggingsondernemingen worden gesteld. Dit memo is bedoeld om op hoofdlijnen

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 17.6.2017 L 155/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1018 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

FSMA_2018_04 dd. 24/04/2018

FSMA_2018_04 dd. 24/04/2018 1/5 / FSMA_2018_04 dd.date. FSMA_2018_04 dd. 24/04/2018 Voor zover zij betrekking hebben op de in de MiFID II-richtlijn vermelde organisatorische vereisten [*], gelden de in dit document geviseerde richtsnoeren

Nadere informatie

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT:

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT: Ministeriële regeling Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl Inlichtingen Staatscourant nr. 51 Datum 5 maart 2009 Betreft Wijziging Vrijstellingsregeling Wft Uw

Nadere informatie

Een empirisch onderzoek naar de toepassing van de gedragsregelen bij de aanbieding van beleggingsdiensten

Een empirisch onderzoek naar de toepassing van de gedragsregelen bij de aanbieding van beleggingsdiensten Faculteit rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-2013 Een empirisch onderzoek naar de toepassing van de gedragsregelen bij de aanbieding van beleggingsdiensten Mystery shopping in de bank

Nadere informatie

MiFID in de praktijk Of wat verandert voor de wholesale

MiFID in de praktijk Of wat verandert voor de wholesale MiFID in de praktijk Of wat verandert voor de wholesale Inleiding De door de Europese Commissie in 1999 uitgewerkte Lissabon Agenda formuleert de ambitieuze doelstelling om tegen 2010 de Europese Unie

Nadere informatie

MiFID-brochure MiFID-brochure - laatste keer bijgewerkt op: 3 december 2018

MiFID-brochure MiFID-brochure - laatste keer bijgewerkt op: 3 december 2018 MiFID-brochure Inhoud A. INLEIDING... 3 B. RELEVANTE ONDERWERPEN... 3 1. De Bank en zijn diensten... 3 2. Waakzaamheidsverplichtingen tegenover cliënten ( Know your customer )... 3 2.1 Classificatie van

Nadere informatie

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw,

Amsterdam, 3 juli 2015. Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw, Amsterdam, 3 juli 2015 Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II Geachte heer, mevrouw, Namens de Vereniging van Vermogensbeheerders & Adviseurs (hierna: VV&A ) willen wij graag van de gelegenheid

Nadere informatie

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of

COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of EUROPEAN COMMISSION Brussels, 4.6.2014 C(2014) 3656 final COMMISSION DELEGATED REGULATION (EU) No /.. of 4.6.2014 tot aanvulling van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad met technische

Nadere informatie

Internetconsultatie Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten. 6 juli 2015

Internetconsultatie Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten. 6 juli 2015 Ministerie van Financiën Korte Voorhout 7 Postbus 20201 2500 EE Den Haag Internetconsultatie Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 6 juli 2015 Reactie van: VERENIGING VAN EFFECTENBEZITTERS

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

JC 2014 43 27 May 2014. Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

JC 2014 43 27 May 2014. Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA) JC 2014 43 27 May 2014 Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA) 1 Inhoudsopgave Richtsnoeren voor de behandeling van klachten

Nadere informatie

Vermogensbeheerder institutioneel Ken uw cliënt

Vermogensbeheerder institutioneel Ken uw cliënt Vermogensbeheerder institutioneel Ken uw cliënt Beschrijving Met de invoering van de MiFID veranderen ook de eisen die aan financiële instellingen worden gesteld. Instellingen moeten aan deze eisen voldoen

Nadere informatie

Inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders

Inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders Mededeling FSMA_2014_03 dd. 23/06/2014 Inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 betreffende de alternatieve instellingen voor collectieve belegging en hun beheerders Toepassingsgebied: Deze mededeling

Nadere informatie

INFORMATIEVERPLICHTINGEN ALS TECHNIEK OM DE BELEGGER TE BESCHERMEN

INFORMATIEVERPLICHTINGEN ALS TECHNIEK OM DE BELEGGER TE BESCHERMEN Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2013-2014 INFORMATIEVERPLICHTINGEN ALS TECHNIEK OM DE BELEGGER TE BESCHERMEN Technisch- juridische analyse en onderzoek naar effectiviteit Masterproef

Nadere informatie

MiFID. De harmonisering van de financiële en kapitaalmarkten

MiFID. De harmonisering van de financiële en kapitaalmarkten MiFID De harmonisering van de financiële en kapitaalmarkten Sinds 1 november 2007 zijn nieuwe regels inzake beleggingen in werking getreden. Deze regels vloeien voort uit een Europese MiFID-richtlijn.

Nadere informatie

Uitrol van MiFID naar de verzekeringssector VMVM-ACAM

Uitrol van MiFID naar de verzekeringssector VMVM-ACAM Uitrol van MiFID naar de verzekeringssector VMVM-ACAM 20 maart 2014 Uitbreiding van de MiFID gedragsregels naar de verzekeringssector A. Reglementaire teksten B. Toepassingsgebied C. MiFID thema's die

Nadere informatie

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:

Nadere informatie

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014. Advies van 7 september 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

De nieuwe toezichtsarchitectuur voor de financiële sector

De nieuwe toezichtsarchitectuur voor de financiële sector Mededeling _2011_15 dd. 23 maart 2011 De nieuwe toezichtsarchitectuur voor de financiële sector Toepassingsgebied: Alle instellingen onder toezicht van de of van het CSRSFI. Samenvatting/Doelstelling:

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 6, en artikel 132,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 6, en artikel 132, L 314/66 1.12.2015 BESLUIT (EU) 2015/2218 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 20 november 2015 betreffende de procedure tot vaststelling van de niet-toepasselijkheid op personeelsleden van het vermoeden

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.8.2017 C(2017) 5812 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 28.8.2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/565 wat betreft de specificatie

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.6.2016 C(2016) 3917 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 29.6.2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

Wat is MiFID? Doelstellingen?

Wat is MiFID? Doelstellingen? 2 Voor een betere bescherming van de belegger Wat is MiFID? Doelstellingen? De Lissabon Agenda, in het leven geroepen door de Europese Commissie in 2000, bevat de ambitieuze doelstelling om tegen 2010

Nadere informatie

Europese Richtlijn betreffende Markten voor Financiële Instrumenten: MiFID

Europese Richtlijn betreffende Markten voor Financiële Instrumenten: MiFID Europese Richtlijn betreffende Markten voor Financiële Instrumenten: MiFID 1. Wat is MiFID? De Lissabon Agenda, in het leven geroepen door de Europese Commissie in 2000, bevat de ambitieuze doelstelling

Nadere informatie

hierna elk afzonderlijk "de Autoriteit" en gezamenlijk "de Autoriteiten" genoemd,

hierna elk afzonderlijk de Autoriteit en gezamenlijk de Autoriteiten genoemd, 1 Samenwerkingsprotocol tussen de Nationale Bank van België en de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten over de buitenlandse beleggingsondernemingen De Nationale Bank van België (hierna "de Bank"),

Nadere informatie

Rentederivaten ter dekking van aan kmo s verleende kredieten met variabele rentevoet

Rentederivaten ter dekking van aan kmo s verleende kredieten met variabele rentevoet Rentederivaten ter dekking van aan kmo s verleende kredieten met variabele rentevoet FINANCIALSERVICESANDMARKETSAUTHORITY AUTORITEITVOORFINANCIËLEDIENSTENENMARKTEN 1 AUTORITÉDESSERVICESETMARCHÉSFINANCIERS

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 340/6 20.12.2017 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/2382 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2017 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot standaardformulieren, templates

Nadere informatie

Nieuw regelgevend kader inzake crowdfunding

Nieuw regelgevend kader inzake crowdfunding Nieuw regelgevend kader inzake crowdfunding 03/2017 1. Op 1 februari 2017 trad nieuwe regelgeving inzake "crowdfunding" in werking. De wet van 18 december 2016 1 voert een erkend statuut in voor "alternatieve-financieringsplatformen"

Nadere informatie

A. Gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld

A. Gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld PPB-2007-4-CPB-2 BIJLAGE II : OVERZICHT VAN DE REGLEMENTERING INZAKE HET BIJHOUDEN VAN GEDEMATERIALISEERDE EFFECTEN A. Gedematerialiseerde effecten van de overheidsschuld 1 Erkenning voor het bijhouden

Nadere informatie

Wet financieel toezicht

Wet financieel toezicht Wet financieel toezicht Bijlage 3 Lijst van verkorte citeertitels Verwerkte publicaties Staatsblad Kamerstuk Naam nrs. 2006, nr. 475 29.708 Wet op het finaniceel toezicht 2006, nr. 605 30.658 Invoerings-

Nadere informatie

GEDRAGSREGELS EN BELANGENCONFLICTENBELEID VAN PROGENTIS NV

GEDRAGSREGELS EN BELANGENCONFLICTENBELEID VAN PROGENTIS NV GEDRAGSREGELS EN BELANGENCONFLICTENBELEID VAN PROGENTIS NV 1. Voorwoord De relatie tussen Progentis en haar cliënt is gebaseerd op loyaliteit, integriteit, billijkheid en professionaliteit. Deze principes

Nadere informatie

PASSENDE INFORMATIE OVER HET BELEID INZAKE HET BEHEER VAN BELANGENCONFLICTEN VOOR KLANTEN VAN BNP PARIBAS FORTIS

PASSENDE INFORMATIE OVER HET BELEID INZAKE HET BEHEER VAN BELANGENCONFLICTEN VOOR KLANTEN VAN BNP PARIBAS FORTIS PASSENDE INFORMATIE OVER HET BELEID INZAKE HET BEHEER VAN BELANGENCONFLICTEN VOOR KLANTEN VAN BNP PARIBAS FORTIS BNP Paribas Fortis, een financiële instelling met meerdere werkzaamheden, kan tijdens de

Nadere informatie

Orderuitvoeringsbeleid IBS Asset Management

Orderuitvoeringsbeleid IBS Asset Management Orderuitvoeringsbeleid IBS Asset Management Inleiding In dit document informeren wij u over de wijze waarop wij effectenorders voor u uitvoeren en de procedures die hierbij worden gehanteerd. Wij maken

Nadere informatie

Beslissing tot het verlenen van een voorafgaand akkoord Statuut van openbare instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen

Beslissing tot het verlenen van een voorafgaand akkoord Statuut van openbare instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen Beslissing tot het verlenen van een voorafgaand akkoord Statuut van openbare instelling voor collectieve belegging in schuldvorderingen Mei en september 2006 Conform artikel 11 van het koninklijk besluit

Nadere informatie

DE MINISTER VAN FINANCIËN, Gelet op de artikelen 2:104, eerste en tweede lid, en 4:7 van de wet; BESLUIT: ARTIKEL I

DE MINISTER VAN FINANCIËN, Gelet op de artikelen 2:104, eerste en tweede lid, en 4:7 van de wet; BESLUIT: ARTIKEL I Regeling van de Minister van Financiën van PM 2018, 2018- PM, directie Financiële Markten, tot wijziging van de Vrijstellingsregeling Wft in verband met de aanpassing van het Nationaal regime naar aanleiding

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 137/10 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/824 VAN DE COMMISSIE van 25 mei 2016 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen met betrekking tot de inhoud en vorm van de beschrijving van de werking

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 203/2 VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/1108 VAN DE COMMISSIE van 7 mei 2018 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen

Nadere informatie

Brussel, 6 november Geachte heer, Geachte mevrouw, Inleiding

Brussel, 6 november Geachte heer, Geachte mevrouw, Inleiding Prudentieel beleid bank- en verzekeringswezen Brussel, 6 november 2007 Mededeling van de CBFA over haar beleid inzake de uitbesteding van diensten van vermogensbeheer van vermogen van niet-professionele

Nadere informatie

Bijlage Mededeling CBFA_2009_30-2 dd. 18 november 2009

Bijlage Mededeling CBFA_2009_30-2 dd. 18 november 2009 Bijlage Mededeling _2009_30-2 dd. 8 november 2009 Standaardformulier voor de informatievertrekking over de oprichting van een bijkantoor door een beleggingsonderneming Artikel 32 van de MiFID-richtlijn

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

VOOR KLANTEN VAN BNP PARIBAS FORTIS

VOOR KLANTEN VAN BNP PARIBAS FORTIS PASSENDE INFORMATIE OVER HET BELEID INZAKE HET BEHEER VAN BELANGENCONFLICTEN VOOR KLANTEN VAN BNP PARIBAS FORTIS GELDIG VANAF 03.01.2018 Inhoudstafel Inleiding 3 Definities 3 Algemene regels 3 Belangenconflicten

Nadere informatie

Bijlage 2 bij de mededeling NBB_2015_08

Bijlage 2 bij de mededeling NBB_2015_08 de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 38 12 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Brussel, 10 februari 201 Bijlage 2 bij de mededeling NBB_201_08 Standaardformulier

Nadere informatie

Beleggingsadviseur Informatievoorziening

Beleggingsadviseur Informatievoorziening Beleggingsadviseur Informatievoorziening Beschrijving De Global Office Bank probeert zijn cliënten zo goed mogelijk van informatie te voorzien. De bank hanteert daarbij de regels zoals opgenomen in de

Nadere informatie

2. Om haar cliënten beleggingsdiensten te verlenen, is Delta Lloyd Bank verplicht ze onder te

2. Om haar cliënten beleggingsdiensten te verlenen, is Delta Lloyd Bank verplicht ze onder te 1. Wat is MiFID (Markets in Financial Instruments Directive)? 2. Om haar cliënten beleggingsdiensten te verlenen, is Delta Lloyd Bank verplicht om haar cliënten onder te brengen in categorieën 3. Een van

Nadere informatie

Tabel met de geldende regels, onderscheiden naargelang het soort verzekering en de betrokken dienstverleners

Tabel met de geldende regels, onderscheiden naargelang het soort verzekering en de betrokken dienstverleners Bijlage Circulaire FSMA_2015_14-2 dd. 1/09/2015 Tabel met de geldende regels, onderscheiden naargelang het soort verzekering en de betrokken dienstverleners Toepassingsveld: Deze circulaire is van toepassing

Nadere informatie

Passende informatie over het beleid inzake het beheer van belangenconflicten

Passende informatie over het beleid inzake het beheer van belangenconflicten > Passende informatie over het beleid inzake het beheer van belangenconflicten Voor klanten van BNP Paribas Fortis NV FINTRO. GAAT VER, BLIJFT DICHTBIJ. BNP Paribas Fortis NV, een financiële instelling

Nadere informatie

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent. Academiejaar Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2008-2009 Aansprakelijkheid van de bank voor kredietverlening en dienstverlening (MiFID- Markets in Financial Instruments Directive en de gedragsregels)

Nadere informatie

FORTIS INVESTMENTS ALGEMENE VOORWAARDEN INZAKE BELEGGINGSDIENSTEN

FORTIS INVESTMENTS ALGEMENE VOORWAARDEN INZAKE BELEGGINGSDIENSTEN Versie oktober 2007 FORTIS INVESTMENTS ALGEMENE VOORWAARDEN INZAKE BELEGGINGSDIENSTEN Fortis Investment Management Netherlands N.V. is statutair gevestigd te Utrecht en kantoorhoudend te 1101 BH Amsterdam

Nadere informatie

Passende informatie over het beleid inzake het beheer van belangenconflicten

Passende informatie over het beleid inzake het beheer van belangenconflicten Voor klanten van BNP Paribas Fortis NV Passende informatie over het beleid inzake het beheer van belangenconflicten Geldig vanaf 03.01.2018 FINTRO. GAAT VER, BLIJFT DICHTBIJ. Inhoudstafel Inleiding 3 Definities

Nadere informatie

De voorbereiding op de terugtrekking is niet alleen een zaak van de EU en de nationale overheden, maar ook van bedrijven en burgers.

De voorbereiding op de terugtrekking is niet alleen een zaak van de EU en de nationale overheden, maar ook van bedrijven en burgers. EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL FINANCIËLE STABILITEIT, FINANCIËLE DIENSTEN EN KAPITAALMARKTENUNIE Brussel, 8 februari 2018 Rev1 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD

Nadere informatie

Leuven, 7 oktober 2009. Marcia DE WACHTER

Leuven, 7 oktober 2009. Marcia DE WACHTER De bescherming van de consument van financiële diensten Leuven, 7 oktober 2009 Marcia DE WACHTER Een enquête van Ivox midden februari 2009 88,6 % heeft geen vertrouwen meer in de aandelenbeurzen 41,5 %

Nadere informatie

TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN

TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN 1. Inleiding Op 9 april 2014 maakte de Europese Commissie aan het Europees Parlement een voorstel van richtlijn over

Nadere informatie

I B S P O L I C Y. Orderuitvoeringsbeleid IBS Asset Management B.V. (IBS)

I B S P O L I C Y. Orderuitvoeringsbeleid IBS Asset Management B.V. (IBS) Orderuitvoeringsbeleid IBS Asset Management B.V. (IBS) In dit document informeren wij u over de wijze waarop wij effectenorders voor u uitvoeren en de procedures die hierbij worden gehanteerd. Wij maken

Nadere informatie

MiFID Een betere bescherming van uw vermogen

MiFID Een betere bescherming van uw vermogen MiFID Een betere bescherming van uw vermogen Inhoud MiFID, een betere bescherming van beleggers op Europees niveau............... 4 De verplichtingen van BIL tegenover haar cliënten-beleggers... 6 Classificatie

Nadere informatie

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA) 04/10/2018 JC 2018 35 Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA) Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en

Nadere informatie

INFORMATIEFORMULIER PRUDENTIЁLE EISEN DERDELANDEN BELEGGINGSONDERNEMINGEN IN NEDERLAND

INFORMATIEFORMULIER PRUDENTIЁLE EISEN DERDELANDEN BELEGGINGSONDERNEMINGEN IN NEDERLAND CONFIDENTIEEL Onderwerp: Informatieformulier Derdelanden Beleggingsondernemingen Toezicht nationale instellingen Beleggingsondernemingen en beleggingsinstellingen INFORMATIEFORMULIER PRUDENTIЁLE EISEN

Nadere informatie

Bijlage 3 bij de mededeling NBB_2015_08

Bijlage 3 bij de mededeling NBB_2015_08 de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 38 12 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Brussel, 10 februari 2015 Bijlage 3 bij de mededeling NBB_2015_08

Nadere informatie

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES over EEN ONTWERP VAN WET INZAKE HET STATUUT VAN EN HET TOEZICHT OP DE ONAFHANKELIJK FINANCIËLE PLANNERS EN INZAKE HET VERSTREKKEN

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies Advies van 16 december 2009 I. INLEIDING De Belgische wetgever heeft de grensoverschrijdende fusie, voorzien

Nadere informatie

De Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd:

De Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft wordt als volgt gewijzigd: CONSULTATIEVERSIE Besluit van ( datum), houdende wijziging van de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft van 15 november 2006 in verband met regels met betrekking tot de bescherming

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Nadere informatie

Stichting Autoriteit Financiële Markten tav dhr. C. Rutting Vijzelgracht HS Amsterdam. Verzonden per mail:

Stichting Autoriteit Financiële Markten tav dhr. C. Rutting Vijzelgracht HS Amsterdam. Verzonden per mail: Stichting Autoriteit Financiële Markten tav dhr. C. Rutting Vijzelgracht 50 1017 HS Amsterdam Verzonden per mail: nrgfo@afm.nl Amsterdam, 29 februari 2016 Betreft: Voorgenomen wijzigingen NRgfo Wft Geachte

Nadere informatie

Referentiekader voor de beoordeling van het internecontrolesysteem bij de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging

Referentiekader voor de beoordeling van het internecontrolesysteem bij de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging Bijlage 1 Circulaire FSMA_2014_17-1 d.d. 19/12/2014 Referentiekader voor de beoordeling van het internecontrolesysteem bij de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging Toepassingsgebied:

Nadere informatie

Datum 21 december 2015 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Ronnes en Oskam (beiden CDA) over binaire opties

Datum 21 december 2015 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Ronnes en Oskam (beiden CDA) over binaire opties > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Wijzigingen aan de Prospectuswet (Wet 16 juni 2006) door de Wet van 11 juli 2018 (B.S. 20 juli 2018).

Wijzigingen aan de Prospectuswet (Wet 16 juni 2006) door de Wet van 11 juli 2018 (B.S. 20 juli 2018). Wijzigingen aan de Prospectuswet (Wet 16 juni 2006) door de Wet van 11 juli 2018 (B.S. 20 juli 2018). Op 20 juli 2018 verscheen in het Belgisch Staatsblad een nieuwe wet die tot doel heeft de wet van 16

Nadere informatie

MiFID II- een overzicht

MiFID II- een overzicht Agenda 1. Inleiding MiFID II 2. MiFID II en de AFM 3. Onderwerpen toegelicht 4. Vragen 1. Inleiding MiFID II - achtergrond De MiFID staat voor de Markets in Financial Instruments Directive. Doel: bevorderen

Nadere informatie

Leningen, kredieten en borgstellingen aan leiders, aandeelhouders en verbonden personen

Leningen, kredieten en borgstellingen aan leiders, aandeelhouders en verbonden personen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 22 20 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Circulaire Brussel, 7 juli 2017 Kenmerk: NBB_2017_21 uw correspondent:

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 2:6, tweede lid, 2:8, tweede lid, en 2:104, eerste en tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht;

Gelet op de artikelen 2:6, tweede lid, 2:8, tweede lid, en 2:104, eerste en tweede lid, van de Wet op het financieel toezicht; Regeling van de Minister van Financiën van 4 februari 2019, 2019-16957, directie Financiële Markten, tot wijziging van het Besluit aangewezen staten Wft en de Vrijstellingsregeling Wft in verband met de

Nadere informatie

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I P7_TA(200)0052 Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 0 maart 200 over het voorstel voor een richtlijn van het

Nadere informatie

M1 RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

M1 RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 2004O0013 NL 22.12.2004 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B M1 RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van

Nadere informatie

Bijlage Mededeling CBFA_2009_30-3 dd. 18 november 2009

Bijlage Mededeling CBFA_2009_30-3 dd. 18 november 2009 Bijlage Mededeling _2009_30-3 dd. 8 november 2009 Standaardformulier voor de informatievertrekking inzake de oprichting van een bijkantoor in een staat die geen lid is van de EER Artikel 83, 4 van de wet

Nadere informatie

(Tekst geldend op: 07-09-2011Voorstel wetswijziging September 2011) Wet op het financieel toezicht

(Tekst geldend op: 07-09-2011Voorstel wetswijziging September 2011) Wet op het financieel toezicht (Tekst geldend op: 07-09-2011Voorstel wetswijziging September 2011) Wet op het financieel toezicht Hoofdstuk 4.2. Regels voor het werkzaam zijn op de financiële markten betreffende alle financiële diensten

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET. Artikel I De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:

VOORSTEL VAN WET. Artikel I De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd: WET VAN NR Wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn markten voor financiële instrumenten (Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten)

Nadere informatie

Samenvattende opgave van de dekkingswaarden van de technische voorzieningen

Samenvattende opgave van de dekkingswaarden van de technische voorzieningen Samenvattende opgave van de dekkingswaarden van de technische voorzieningen Aard van de waarden A. REGLEMENTAIRE ACTIVA 3 Code Boekwaarde 1 Affectatiewaarde 2 EURO EURO 1. Obligaties en andere schuldinstrumenten

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.3.2019 C(2019) 2082 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 14.3.2019 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/1799 wat betreft de vrijstelling

Nadere informatie

Voor de delegaties gaat in bijlage een nieuw herzien compromisvoorstel van het voorzitterschap betreffende de in hoofde genoemde richtlijn.

Voor de delegaties gaat in bijlage een nieuw herzien compromisvoorstel van het voorzitterschap betreffende de in hoofde genoemde richtlijn. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 april 2005 (27.04) (OR.en) 8134/05 Interinstitutioneel dossier: 2004/0250 (COD) DRS 9 CODEC 284 WERKDOCUMENT van: het voorzitterschap aan: de Groep vennootschapsrecht

Nadere informatie

Afsluiten rentederivaat met klant is altijd een beleggingsdienst

Afsluiten rentederivaat met klant is altijd een beleggingsdienst Rentederivaten beleggingsadvies zorgplicht Afsluiten rentederivaat met klant is altijd een beleggingsdienst Inleiding In navolging van de Engelse banken 1 is inmiddels wel met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid

Nadere informatie

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 1.6.2017 L 141/21 BESLUIT (EU) 2017/935 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 16 november 2016 betreffende de delegatie van de bevoegdheid tot vaststelling van deskundigheids- en betrouwbaarheidsbesluiten

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 5.7.2014 L 198/7 BESLUIT VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 31 januari 2014 betreffende de nauwe samenwerking met de nationale bevoegde autoriteiten van deelnemende lidstaten die niet de euro als munt hebben

Nadere informatie

MiFID 2 Nieuwe regels voor beleggen

MiFID 2 Nieuwe regels voor beleggen MiFID 2 Nieuwe regels voor beleggen De nieuwe Europese regels voor de financiële markten en beleggen verbeteren de bescherming van beleggers en maken de financiële markten transparanter. Dat is het doel

Nadere informatie

EIOPA-17/651 4 oktober 2017

EIOPA-17/651 4 oktober 2017 EIOPA-17/651 4 oktober 2017 Richtsnoeren uit hoofde van de verzekeringsdistributierichtlijn betreffende verzekeringen met een beleggingscomponent die een zodanige structuur hebben dat cliënten de daaraan

Nadere informatie

Samenvatting beleid BNP Paribas Fortis NV inzake belangenconflicten FINTRO, GAAT VER, BLIJFT DICHTBIJ.

Samenvatting beleid BNP Paribas Fortis NV inzake belangenconflicten FINTRO, GAAT VER, BLIJFT DICHTBIJ. Samenvatting beleid BNP Paribas Fortis NV inzake belangenconflicten FINTRO, GAAT VER, BLIJFT DICHTBIJ. Inhoud Inleiding 3 Ons beleid inzake belangenconflicten 4 Belangenconflicten 5 Doorgevoerde maatregelen

Nadere informatie

Circulaire FSMA_2012_12 dd. 20/06/2012

Circulaire FSMA_2012_12 dd. 20/06/2012 %4:.=5,4:0 Circulaire FSMA_2012_12 dd. 20/06/2012 *($ )4.3

Nadere informatie

MiFID Nieuws. MiFID II: Wat nu te doen met de kennis- en bekwaamheidseisen?

MiFID Nieuws. MiFID II: Wat nu te doen met de kennis- en bekwaamheidseisen? Juni 2017 Met deze nieuwsbrief willen we je inzicht geven in de ontwikkelingen op het gebied van MiFID II. Per 3 januari 2018 treden de nieuwe vakbekwaamheidseisen uit de MiFID II richtlijn in werking.

Nadere informatie

BESLUIT (EU) 2018/546 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

BESLUIT (EU) 2018/546 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK 6.4.2018 L 90/105 BESLUITEN BESLUIT (EU) 2018/546 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK van 15 maart 2018 betreffende de delegatie van de bevoegdheid tot vaststelling van eigenvermogenbesluiten (ECB/2018/10) DE

Nadere informatie

MiFID / Twin Peaks II

MiFID / Twin Peaks II MiFID / Twin Peaks II De uitbreiding van MiFID naar de verzekeringssector wordt voorzien door de Twin Peaks II wet van 30/07/2013 (in werking getreden per 30/04/2014) en omschrijft de gedragsregels die

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 023 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet toezicht financiële verslaggeving in verband met de herziene richtlijn prospectus

Nadere informatie

BELEID INZAKE BESTE UITVOERING

BELEID INZAKE BESTE UITVOERING BELEID INZAKE BESTE UITVOERING BELEID INZAKE BESTE UITVOERING Voor een beter begrip van het onderhavige document worden de termen «wij» of «Indosuez Europe gebruikt om te verwijzen naar CA Indosuez Wealth

Nadere informatie

Wat was de aanleiding voor de AFM om onderzoek te doen naar vermogensscheiding?

Wat was de aanleiding voor de AFM om onderzoek te doen naar vermogensscheiding? & wijzigingen Nrgfo Wft op het vlak van vermogensscheiding Wat was de aanleiding voor de FM om onderzoek te doen naar vermogensscheiding? Nationale ontwikkelingen in combinatie met nieuwe regelgeving als

Nadere informatie