Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen"

Transcriptie

1 Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen Wet van 24 april 1986, op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2009, 108 HOOFDSTUK I INLEIDENDE BEPALINGEN Artikel De bepalingen van deze wet strekken ten behoeve van de nakoming van verplichtingen die voortvloeien uit richtlijnen van de Raad van de Europese Unie en uit andere regelingen van internationaal en interregionaal recht tot het verlenen van wederzijdse bijstand bij de heffing van belastingen, alsmede renten daarover en bestuursrechtelijke sancties en boeten die daarmee verband houden. 2. Deze wet is niet van toepassing bij het verlenen van wederzijdse bijstand op het gebied van: a. de omzetbelasting in het kader van verordening (EG) nr. 1798/2003 van de Raad van de Europese Unie van 7 oktober 2003 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 218/92 (PbEU L 264); b. de accijnzen in het kader van verordening (EG) nr. 2073/2004 van de Raad van de Europese Unie van 16 november 2004 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de accijnzen (PbEU L 359). Bij toepassing van die verordeningen zijn de artikelen 8, tweede lid, en 11 van deze wet van overeenkomstige toepassing. 3. Deze wet is niet van toepassing bij het verlenen van wederzijdse bijstand op het gebied van rechten bij invoer en rechten bij uitvoer met inbegrip van de belasting bij invoer, genoemd in artikel 22 van de Wet op de omzetbelasting 1968, en van accijns bij invoer, genoemd in artikel 62 van de Wet op de accijns. Artikel Deze wet en de daarop berustende bepalingen verstaan onder: a. Onze Minister: Onze Minister van Financiën; b. lidstaat: lidstaat van de Europese Unie; c. staat: een lidstaat, een Mogendheid of een bestuurlijke eenheid waarmee in de relatie met Nederland een wederkerige regeling bestaat die voorziet in wederzijdse bijstand bij de heffing van belastingen, alsmede de Nederlandse Antillen en Aruba; d. bevoegde functionaris: de functionaris van de rijksbelastingdienst die als zodanig bij ministeriële regeling is aangewezen; e. bevoegde autoriteit: de door een staat tot het uitwisselen van inlichtingen aangewezen persoon of instantie; f. richtlijn 2003/48/EG: richtlijn nr. 2003/48/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (Pb EU L 157). 2. Een wijziging van richtlijn 2003/48/EG gaat voor de toepassing van deze wet gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven. Regeling ingevolge internationaal recht Niet van toepassing Definities Richtlijn 2003/48/EG Artikel 3. Vervallen 1717

2 Artikel 4. Vervallen HOOFDSTUK IA REIKWIJDTE VAN INLICHTINGENUITWISSELING Paragraaf 1 Begripsbepalingen Gelijkstelling met lidstaat Artikel 4a. Definities 1. Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder: Rentebetaling a. rentebetaling: rente, uitbetaald of bijgeschreven op een rekening, die is terug te voeren op enigerlei schuldvordering, al dan niet gedekt door hypotheek of voorzien van een winstdelingsclausule, en met name de opbrengsten van overheidspapier en obligatieleningen, inclusief daaraan gehechte premies en prijzen; boete voor te late betaling wordt niet als rentebetaling aangemerkt; Uiteindelijk gerechtigdvangt, of ten gunste van wie een rentebetaling wordt bewerkstelligd; b. uiteindelijk gerechtigde: elke natuurlijke persoon die een rentebetaling ont- Marktdeelnemer c. marktdeelnemer: ieder lichaam als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dat rentebetalingen verricht of iedere natuurlijke persoon die in het kader van de uitoefening van zijn onderneming of beroep rentebetalingen verricht; Uitbetalende instantiling bewerkstelligt ten onmiddellijke gunste van de uiteindelijk gerechtigde, onge- d. uitbetalende instantie: de marktdeelnemer die rente uitbetaalt of een rentebetaacht of deze marktdeelnemer de debiteur is van de rentedragende schuldvordering dan wel de marktdeelnemer die door de debiteur of de uiteindelijk gerechtigde is belast met het uitbetalen van de rente of het bewerkstelligen van de rentebetaling; Icbe e. icbe: een instelling voor collectieve belegging in effecten waaraan een vergunning is verleend overeenkomstig de algemene vereisten van richtlijn nr. 85/611/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 december 1985 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (Pb EG L 375). Woonplaats 2. Waar een uiteindelijke gerechtigde woont, of waar een marktdeelnemer of een uitbetalende instantie woont of is gevestigd, wordt naar de omstandigheden beoordeeld. 3. Voor de toepassing van deze afdeling of bepalingen daarvan kunnen bij ministeriële regeling Mogendheden, bedoeld in artikel 17, tweede lid, onderdeel i, van de richtlijn 2003/48/EG, en afhankelijke en geassocieerde gebieden, bedoeld in artikel 17, tweede lid, onderdeel ii, van die richtlijn, worden gelijkgesteld met een lidstaat. Uitbreiding rentebetaling Collectieve beleggingsinstelling Artikel 4b. Uitbreiding definitie rentebetaling 1. Voor de toepassing van deze afdeling wordt onder rentebetaling mede verstaan: a. de rente die is aangegroeid of gekapitaliseerd op het moment van de verkoop, de terugbetaling of de aflossing van de schuldvordering; b. inkomsten uit rentebetalingen indien deze rechtstreeks of via een uitbetalende instantie als bedoeld in artikel 4d, worden uitgekeerd door een collectieve beleggingsinstelling; c. inkomsten die zijn gerealiseerd bij de verkoop, terugbetaling of aflossing van aandelen of bewijzen van deelneming in een collectieve beleggingsinstelling, indien een dergelijke instelling rechtstreeks of via een andere dergelijke instelling meer dan 40% van zijn vermogen belegt in schuldvorderingen. 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder collectieve beleggingsinstelling verstaan: a. een icbe, of een daarmee vergelijkbare instelling voor collectieve belegging gevestigd in een van de Mogendheden of afhankelijke of geassocieerde gebieden, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de richtlijn 2003/48/EG, waarbij voor de Zwitserse Bondsstaat als vergelijkbare instelling voor collectieve belegging uitsluitend 1718

3 wordt aangemerkt een Zwitsers beleggingsfonds als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel c, onder (iv), en onderdeel d, onder (iv), van de overeenkomst van 26 oktober 2004 tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat (Pb EU 2004, L 385) waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in richtlijn 2003/48/EG; b. een entiteit die gebruik maakt van de keuzemogelijkheid van artikel 4e, of een overeenkomstige keuzemogelijkheid in de lidstaat van vestiging; c. een instelling voor collectieve belegging die niet is gevestigd in een van de lidstaten, dan wel in een van de Mogendheden of afhankelijke of geassocieerde gebieden, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de richtlijn 2003/48/EG. 3. De inkomsten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, worden slechts als rentebetaling aangemerkt voorzover deze rechtstreeks of middellijk afkomstig zijn van rentebetalingen als bedoeld in artikel 4a, eerste lid, onderdeel a, en dit artikel, eerste lid, onderdeel a. 4. Indien een uitbetalende instantie met het oog op de toepassing van het eerste lid, onderdelen b en c, geen informatie heeft over het deel van de inkomsten dat voortkomt uit rentebetalingen, bedoeld in die onderdelen, wordt het volledige bedrag aan inkomsten als rentebetaling aangemerkt. 5. De inkomsten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, worden, indien deze afkomstig zijn van een in Nederland gevestigde collectieve beleggingsinstelling niet als rentebetaling aangemerkt indien blijkt dat de beleggingen in schuldvorderingen rechtstreeks of via een andere dergelijke instelling of entiteit niet meer dan 15% van het vermogen van de desbetreffende instelling of entiteit uitmaken. 6. De percentages, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c en het vijfde lid, worden bepaald aan de hand van de beleggingspolitiek zoals die in het fondsreglement of de statuten van de betrokken collectieve beleggings-instelling is neergelegd, en bij het ontbreken daarvan op basis van de feitelijke samenstelling van de beleggingsportefeuille van de instelling. 7. Indien een uitbetalende instantie met het oog op de toepassing van het eerste lid, onderdeel c, geen informatie heeft over het percentage van het vermogen dat is belegd in schuldvorderingen, wordt dat percentage geacht meer dan 40% te bedragen. 8. Indien een uitbetalende instantie met het oog op de toepassing van het eerste lid, onderdeel c, het bedrag van de door de uiteindelijk gerechtigde gerealiseerde inkomsten niet kan bepalen, worden die inkomsten geacht de opbrengst van de verkoop, aflossing of terugbetaling van de aandelen of bewijzen van deelneming te zijn. Artikel 4c. Tijdelijk uitgezonderde schuldvorderingen 1. Binnenlandse en internationale obligaties en andere verhandelbare schuldinstrumenten die voor het eerst zijn uitgegeven vóór 1 maart 2001 of waarvan het oorspronkelijke emissieprospectus vóór die datum is goedgekeurd door de bevoegde autoriteiten in de zin van de richtlijn nr. 80/390/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 april 1980 tot coördinatie van de eisen gesteld aan de opstelling van, het toezicht op en de verspreiding van het prospectus dat gepubliceerd moet worden voor de toelating van effecten tot de officiële notering aan een effectenbeurs (Pb EG L 100) of door de verantwoordelijke autoriteiten in landen buiten de Europese Unie, worden niet aangemerkt als schuldvorderingen. 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien op of na 1 maart 2002 een aanvullende emissie plaatsvindt of heeft plaatsgevonden van de daar bedoelde verhandelbare schuldinstrumenten. 3. Indien op of na 1 maart 2002 een vervolgemissie plaatsvindt van een verhandelbaar schuldinstrument als bedoeld in het eerste lid, dat is uitgegeven door een overheid of een gelijkgestelde entiteit die als overheidsinstantie optreedt of waarvan de rol is erkend bij een internationaal verdrag als bedoeld in de bijlage bij de richtlijn Tijdelijk uitgezonderde schuldvorderingen 1719

4 2003/48/EG, wordt de gehele emissie van dit schuldinstrument, bestaande uit de oorspronkelijke emissie en vervolgemissies, aangemerkt als een schuldvordering. 4. Indien op of na 1 maart 2002 een vervolgemissie plaatsvindt van een verhandelbaar schuldinstrument als bedoeld in het eerste lid, dat is uitgegeven door een emittent die niet valt onder het bepaalde in het derde lid, wordt deze nieuwe emissie aangemerkt als een schuldvordering. Uitbreiding begrip uitbetalende instantie Icbe na keuze Delegatie Artikel 4d. Uitbreiding definitie uitbetalende instantie 1. Voor de toepassing van deze afdeling wordt een in een lidstaat gevestigde entiteit waaraan rente wordt uitbetaald of ten aanzien van wie een rentebetaling wordt bewerkstelligd ten gunste van de uiteindelijk gerechtigde op het moment van het verrichten of het bewerkstelligen van die rentebetaling eveneens als uitbetalende instantie aangemerkt. 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de marktdeelnemer op basis van een door de in het eerste lid bedoelde entiteit overgelegd officieel bewijskrachtig document redenen heeft om aan te nemen dat deze entiteit: a. een rechtspersoon is, niet zijnde een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4, lid 5, van de richtlijn 2003/48/EG, of b. een entiteit is waarvan de winst wordt belast volgens de algemene belastingregels voor ondernemingen, of c. een icbe is. Artikel 4e. Icbe na keuze 1. De entiteit die op grond van artikel 4d als uitbetalende instantie wordt aangemerkt, wordt, indien deze daarvoor kiest, voor de toepassing van deze afdeling mede als icbe aangemerkt. Een in Nederland gevestigde entiteit maakt de keuze, bedoeld in de eerste volzin, kenbaar aan de bevoegde functionaris. De bevoegde functionaris bevestigt bij beschikking indien is voldaan aan de voorwaarden voor de keuze. 2. Omtrent de keuzemogelijkheid in het eerste lid kunnen bij ministeriële regeling nadere regels worden gesteld. 3. De entiteit die de in het eerste lid bedoelde keuze heeft gemaakt, overhandigt aan de marktdeelnemer een afschrift van de door de bevoegde functionaris afgegeven beschikking. Inperking uiteindelijk gerechtigde Artikel 4f. Inperking definitie uiteindelijk gerechtigde 1. Een natuurlijk persoon wordt niet aangemerkt als uiteindelijk gerechtigde indien hij aantoont dat de rentebetaling niet te zijner gunste is ontvangen of is bewerkstelligd, maar dat hij: a. handelt als een uitbetalende instantie als bedoeld in artikel 4a, eerste lid, onderdeel d, of b. handelt namens een rechtspersoon, of c. handelt namens een entiteit waarvan de winst wordt belast volgens de algemene belastingregels voor ondernemingen, of d. handelt namens een icbe, of e. handelt namens een uitbetalende instantie als bedoeld in artikel 4d en hij aan de marktdeelnemer die de rentebetaling verricht de naam en het adres van deze uitbetalende instantie bekendmaakt, of f. handelt namens een andere natuurlijke persoon die de uiteindelijk gerechtigde is, en hij aan de uitbetalende instantie met inachtneming van artikel 4g de identiteit van die uiteindelijk gerechtigde bekendmaakt. 2. Het eerste lid, onderdeel e, is slechts van toepassing indien blijkt dat de daar bedoelde marktdeelnemer de hem bekendgemaakte informatie op zijn beurt doorgeeft aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar hij woont of is gevestigd. 1720

5 3. De uitbetalende instantie is gehouden redelijke maatregelen te nemen om met inachtneming van artikel 4g de identiteit van de uiteindelijk gerechtigde vast te stellen indien zij beschikt over gegevens die doen vermoeden dat de natuurlijke persoon die een rentebetaling ontvangt of ten gunste van wie een rentebetaling wordt bewerkstelligd, niet de uiteindelijk gerechtigde is, en die persoon niet valt onder het eerste lid, onderdelen a, b, c, d of e. Artikel 4g. Identificatie door Nederlandse uitbetalende instantie 1. Voor contractuele betrekkingen die zijn aangegaan vóór 1 januari 2004, stelt de in Nederland wonende of gevestigde uitbetalende instantie de identiteit vast van de in een andere lidstaat wonende uiteindelijk gerechtigde, bestaande uit diens naam en adres, aan de hand van de informatie waarover zij beschikt, met name ter uitvoering van de in Nederland geldende wettelijke voorschriften waaronder de Wet identificatie bij dienstverlening. 2. Voor contractuele betrekkingen die zijn of worden aangegaan op of na 1 januari 2004 of voor transacties die bij het ontbreken van contractuele betrekkingen zijn of worden verricht op of na die datum, bepaalt de in Nederland wonende of gevestigde uitbetalende instantie met inachtneming van het bepaalde in het volgende lid de identiteit van de in een andere lidstaat wonende uiteindelijk gerechtigde, bestaande uit diens naam, adres, en, indien dat bestaat, diens door de fiscale woonstaat toegekend fiscaal identificatienummer. 3. De identiteit, bedoeld in het tweede lid, wordt bepaald op basis van het paspoort of de officiële identiteitskaart van de uiteindelijk gerechtigde. Indien het adres niet is vermeld in het paspoort of in de officiële identiteitskaart, wordt het adres bepaald op basis van enig ander bewijskrachtig document dat door de uiteindelijk gerechtigde wordt overgelegd. Indien het fiscaal identificatienummer niet is vermeld in het paspoort, in de officiële identiteitskaart of in enig ander bewijskrachtig document dat door de uiteindelijk gerechtigde wordt overgelegd, wordt diens naam en adres aangevuld met de vermelding van diens geboorteplaats en geboortedatum zoals vermeld in het paspoort of de officiële identiteitskaart. Identificatie Wijze van identificatie Artikel 4h. Vaststelling woonplaats door Nederlandse uitbetalende instantie 1. Voor contractuele betrekkingen die zijn aangegaan vóór 1 januari 2004, stelt de in Nederland wonende of gevestigde uitbetalende instantie de woonplaats van de in een andere lidstaat wonende uiteindelijk gerechtigde vast aan de hand van de informatie waarover zij beschikt, met name ter uitvoering van de in Nederland geldende wettelijke voorschriften waaronder de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. 2. Voor contractuele betrekkingen die zijn of worden aangegaan op of na 1 januari 2004 of voor transacties die bij het ontbreken van contractuele betrekkingen zijn of worden verricht op of na die datum, stelt de in Nederland wonende of gevestigde uitbetalende instantie de woonplaats van de in een andere lidstaat wonende uiteindelijk gerechtigde vast op basis van het adres dat vermeld staat in het paspoort of op de officiële identiteitskaart of, zo nodig, op basis van enig ander door de uiteindelijk gerechtigde overgelegd bewijskrachtig document, volgens de procedure, bedoeld in het volgende lid. 3. Van de natuurlijke persoon die een door een lidstaat uitgereikt paspoort of officiële identiteitskaart overlegt en die verklaart ingezetene te zijn van een niet-lidstaat, wordt de woonplaats vastgesteld op basis van een fiscale woonplaatsverklaring die is afgegeven door de bevoegde autoriteit van de niet-lidstaat waarvan de natuurlijke persoon verklaart ingezetene te zijn. Wordt een verklaring niet overgelegd, dan wordt de natuurlijke persoon geacht zijn woonplaats te hebben in de lidstaat die het paspoort of enig ander officieel identiteitskaart heeft uitgereikt. Woonplaats Wijze van vaststelling woonplaats 1721

6 4. Behoudens het bepaalde in de vorige leden wordt als woonplaats aangemerkt de plaats waar de uiteindelijk gerechtigde zijn vaste adres heeft. 5. Voor de toepassing van het derde lid wordt onder bevoegde autoriteit verstaan: de bevoegde autoriteit voor de toepassing van bilaterale of multilaterale belastingverdragen of, bij ontstentenis daarvan, een autoriteit die bevoegd is om een fiscale woonplaatsverklaring af te geven. Paragraaf 2 Renseignering Werkingssfeer renseignering Renseignering door uitbetalende instantie Te verstrekken gegevens Artikel 4i. Werkingssfeer Deze afdeling is van toepassing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetalingen die zijn verricht door: a. een in Nederland wonende of gevestigde uitbetalende instantie aan een uiteindelijk gerechtigde die woont in een andere lidstaat; b. een in Nederland wonende of gevestigde marktdeelnemer aan een uitbetalende instantie als bedoeld in artikel 4d die in een andere lidstaat woont of is gevestigd; c. een marktdeelnemer aan een in Nederland gevestigde entiteit die op grond van artikel 4d als uitbetalende instantie wordt aangemerkt. Artikel 4j. Renseignering door uitbetalende instantie 1. De uitbetalende instantie, bedoeld in artikel 4i, onderdeel a, verstrekt de bevoegde functionaris uiterlijk binnen twee maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de rentebetaling heeft plaatsgevonden de volgende gegevens: a. de identiteit en woonplaats van de uiteindelijk gerechtigde zoals die overeenkomstig de artikelen 4f en 4g zijn vastgesteld; b. de naam en het adres van de uitbetalende instantie; c. het rekeningnummer van de uiteindelijk gerechtigde of, bij het ontbreken daarvan, een eenduidige omschrijving van de rentedragende schuldvordering; d. gegevens over de rentebetaling overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid. 2. De gegevens die de uitbetalende instantie in ieder geval gehouden is te verstrekken, betreffen, gespecificeerd naar de volgende categorieën rentebetalingen: a. in het geval van een rentebetaling in de zin van artikel 4a, eerste lid, onderdeel a: het bedrag van de uitbetaalde of bijgeschreven rente; b. in het geval van een rentebetaling in de zin van artikel 4b, eerste lid, onderdelen a of c: het bedrag van de rente of de inkomsten als bedoeld in die onderdelen of het totaalbedrag van de opbrengst van de verkoop, terugbetaling of aflossing; c. in het geval van een rentebetaling in de zin van artikel 4b, eerste lid, onderdeel b: het bedrag van de inkomsten als bedoeld in dat onderdeel of het totaalbedrag van de uitkering. 3. Voor de toepassing van het tweede lid worden per uiteindelijk gerechtigde alle daar bedoelde rentebetalingen per categorie binnen één kalenderjaar als één rentebetaling beschouwd. 4. Indien de uitbetalende instantie een entiteit is als bedoeld in artikel 4d, moet deze voorts gegevens verstrekken betreffende: a. de in één kalenderjaar aan deze entiteit uitbetaalde rente of bewerkstelligde rentebetaling, bedoeld in artikel 4d, en b. de gedeelten van de uitbetaalde rente of bewerkstelligde rentebetaling die toevallen aan elke participant in deze entiteit, voorzover de participant met inachtneming van artikel 4i, onderdeel a, als uiteindelijk gerechtigde wordt aangemerkt. 5. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter zake van de wijze van verstrekking van de in het eerste of vierde lid bedoelde gegevens. 1722

7 Artikel 4k. Renseignering door marktdeelnemer De marktdeelnemer, bedoeld in artikel 4i, onderdeel b, verstrekt de bevoegde functionaris uiterlijk binnen twee maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de rentebetaling heeft plaatsgevonden de volgende gegevens: a. de naam en het adres van de uitbetalende instantie, bedoeld in artikel 4i, onderdeel b, en b. het totale bedrag van de rente dat aan de uitbetalende instantie is uitbetaald of ten gunste van haar is bewerkstelligd. Paragraaf 3 Formele bepalingen Renseignering door marktdeelnemer Artikel 4l. Woonplaatsverklaring ter voorkoming van inhouding van bronbelasting De bevoegde functionaris verstrekt op verzoek van de uiteindelijke gerechtigde aan deze binnen twee maanden bij beschikking een verklaring met daarin de volgende gegevens: a. naam, adres en burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, sociaal-fiscaalnummer van de uiteindelijke gerechtigde; b. naam en adres van de uitbetalende instantie; c. rekeningnummer van de uiteindelijke gerechtigde of, bij ontstentenis daarvan, een eenduidige omschrijving van het schuldinstrument. Artikel 4m. Verplichtingen ten dienste van de renseignering 1. Ten behoeve van de in paragraaf 2 bedoelde renseignering zijn de bepalingen van hoofdstuk VIII, afdeling 2, met uitzondering van artikel 53, tweede en derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van overeenkomstige toepassing. 2. Degene die ingevolge paragraaf 2 verplicht is tot het verstrekken van gegevens wordt, voor zoveel nodig, aangemerkt als administratieplichtige als bedoeld in artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Artikel 4n. Bezwaar en beroep Op het bezwaar, beroep en beroep in cassatie inzake de op de voet van deze afdeling genomen beschikkingen is hoofdstuk V van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van overeenkomstige toepassing. Artikel 4o. Bestuurlijke boete 1. Indien degene die ingevolge paragraaf 2 verplicht is tot het verstrekken van gegevens, deze niet, niet tijdig, onjuist of onvolledig verstrekt, vormt dit een verzuim ter zake waarvan de bevoegde functionaris hem een boete van ten hoogste kan opleggen. 2. De bevoegdheid tot het opleggen van een boete vervalt door het verloop van vijf jaren na het einde van het kalenderjaar, bedoeld in de artikelen 4j en 4k. 3. Bij het opleggen van een boete is hoofdstuk VIIIA, afdeling 2, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van overeenkomstige toepassing. 4. De bevoegde functionaris is belast met het invorderen van een boete, waarbij de Invorderingswet 1990 en de Kostenwet invordering rijksbelastingen van overeenkomstige toepassing zijn. Woonplaatsverklaring Verplichtingen bij renseignering Bezwaar en beroep Bestuurlijke boete Artikel 4p. Strafrechtelijke bepaling HOOFDSTUK IX van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van degene die niet voldoet aan een verplichting ingevolge deze afdeling, met uitzondering van artikel 4o, vierde lid. Strafrechtelijke bepaling 1723

8 HOOFDSTUK II VORMEN VAN DOOR NEDERLAND TE VERLENEN BIJSTAND Inlichtingenverstrekking (op verzoek) Kennisgeving vooraf Begrip belanghebbende Tiendagentermijn Kennisgeving achteraf Artikel Op verzoek van een bevoegde autoriteit kan Onze Minister haar de inlichtingen verstrekken waarom zij vraagt en die voor haar van belang kunnen zijn bij de heffing van een in artikel 1 bedoelde belasting, alsmede renten of bestuursrechtelijke sancties of boeten die daarmee verband houden. 2. Onze Minister stelt degene van wie de inlichtingen afkomstig zijn en die in Nederland woont of is gevestigd, in kennis van zijn besluit tot inwilliging van het verzoek om inlichtingen. Bij de kennisgeving geeft Onze Minister een omschrijving van de te verstrekken inlichtingen en vermeldt hij de bevoegde autoriteit van wie het verzoek afkomstig is. 3. Bij een besluit als bedoeld in het tweede lid geldt, in afwijking van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht, uitsluitend als belanghebbende degene tot wie de kennisgeving van het besluit is gericht. 4. Tenzij dringende redenen daartoe aanleiding geven, wordt aan de inwilliging van het verzoek om inlichtingen geen uitvoering gegeven dan na tien dagen na de dagtekening van de kennisgeving, bedoeld in het tweede lid. 5. Indien dringende redenen daartoe aanleiding geven, kan Onze Minister, in afwijking van artikel 3:40 van de Algemene wet bestuursrecht, aan de inwilliging van het verzoek om inlichtingen uitvoering geven voordat degene van wie de inlichtingen afkomstig zijn, daarvan in kennis is gesteld. Alsdan vindt de kennisgeving zo spoedig mogelijk plaats, doch niet later dan vier maanden na het begin van de uitvoering. Inlichtingenverstrekking (automatisch) Inlichtingenverstrekking Artikel Onze Minister kan in overleg met een bevoegde autoriteit gevallen of groepen van gevallen aanwijzen in welke hij zonder voorafgaand verzoek inlichtingen zal verstrekken, alsmede de voorwaarden bepalen waaronder de verstrekking zal geschieden. 2. De in het eerste lid bedoelde aanwijzingen en voorwaarden worden door plaatsing in de Staatscourant bekend gemaakt. Artikel 6a. 1. De bevoegde functionaris verstrekt de in artikel 4j, eerste lid, bedoelde inlichtingen zonder voorafgaand verzoek aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de uiteindelijk gerechtigde woont. 2. De bevoegde functionaris verstrekt de in artikel 4k bedoelde inlichtingen zonder voorafgaand verzoek aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de uitbetalende instantie woont of is gevestigd. Inlichtingenverstrekking (spontaan) Artikel Onze Minister kan een bevoegde autoriteit uit eigen beweging inlichtingen verstrekken die voor haar van belang kunnen zijn bij de bepaling van een belastingschuld in de gevallen waarin: a. vermoed wordt dat in de staat van de bevoegde autoriteit ten onrechte een vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belasting zou worden verleend dan wel heffing van belasting ten onrechte achterwege zou blijven ingeval de inlichtingen niet zouden zijn verstrekt; b. in Nederland een vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belasting is verleend die van invloed kan zijn op de belastingheffing in de staat van die bevoegde autoriteit; c. in Nederland rechtshandelingen of andere handelingen zijn verricht met het doel de heffing van belasting in de staat van de bevoegde autoriteit geheel of ten dele onmogelijk te maken; d. zulks overigens naar het oordeel van Onze Minister is geboden. 1724

9 2. Onze Minister stelt degene van wie de inlichtingen afkomstig zijn en die in Nederland woont of is gevestigd, in kennis van zijn besluit de inlichtingen te verstrekken. Bij de kennisgeving geeft Onze Minister een omschrijving van de te verstrekken inlichtingen en vermeldt hij de bevoegde autoriteit aan wie de inlichtingen zullen worden verstrekt. Artikel 5, derde tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing. Kennisgeving Artikel 7a. 1. Op verzoek van een bevoegde autoriteit van een lidstaat kan Onze Minister overgaan tot de notificatie van stukken. 2. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder de notificatie van stukken verstaan de uitreiking aan de geadresseerde in Nederland van een door een administratieve autoriteit van een lidstaat uitgevaardigd document, houdende een akte of beslissing, inzake de heffing van een belasting als bedoeld in artikel 1 alsmede renten of bestuursrechtelijke sancties of boeten die daarmee verband houden 3. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld betreffende de notificatie van stukken en de behandeling van het verzoek daartoe. Artikel Onze Minister laat door een ambtenaar van de rijksbelastingdienst zo nodig een onderzoek instellen ten behoeve van het verstrekken van inlichtingen, bedoeld in de artikelen 5, 6 of Bij het in het eerste lid bedoelde onderzoek zijn de bepalingen van Hoofdstuk VIII, afdeling 2, met uitzondering van artikel 53, tweede en derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van overeenkomstige toepassing. 3. Geen beroep kan worden ingesteld tegen de aankondiging van een onderzoek als bedoeld in het eerste lid, alsmede tegen het onderzoek zelve. Artikel 8a. 1. Onze Minister kan na overleg met een of meer bevoegde autoriteiten overgaan tot een gelijktijdig onderzoek. 2. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder een gelijktijdig onderzoek verstaan een onderzoek als bedoeld in artikel 8, dat gelijktijdig wordt uitgevoerd met een onderzoek in een of meer andere staten. 3. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld betreffende het gelijktijdige onderzoek en de behandeling van een voorstel daartoe. Artikel Onze Minister kan na overleg met een bevoegde autoriteit van een staat toestaan dat een ambtenaar van de belastingadministratie van die staat aanwezig is bij een onderzoek als bedoeld in artikel Bij het overleg worden de voorwaarden vastgesteld waaronder Onze Minister de in het eerste lid bedoelde toestemming kan verlenen. 3. Indien een ambtenaar van de rijksbelastingdienst een onderzoek instelt in aanwezigheid van ambtenaren van een andere staat aan wie Onze Minister toestemming heeft verleend als bedoeld in het eerste lid, geeft Onze Minister, in afwijking van artikel 3:40 van de Algemene wet bestuursrecht, aan de inwilliging van het verzoek om inlichtingen uitvoering voordat degene van wie de inlichtingen afkomstig zijn, daarvan in kennis is gesteld. Alsdan vindt de kennisgeving zo spoedig mogelijk plaats, doch niet later dan vier maanden na het begin van de uitvoering. Artikel 10. Degene bij wie een onderzoek als bedoeld in artikel 8 wordt ingesteld, is verplicht de ambtenaar van de rijksbelastingdienst alsmede de ambtenaar die ingevolge artikel 9 bij dit onderzoek aanwezig is, ten behoeve van dit onderzoek toegang te verlenen. Notificatie Onderzoek in kader van bijstandsverlening Gelijktijdig onderzoek Buitenlandse ambtenaar in Nederland Toegangsverlening 1725

10 Strafbepaling Artikel 11. Hoofdstuk IX van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van degene die niet voldoet aan de in artikel 8 en artikel 10 bedoelde verplichtingen. Nederlandse ambtenaar in buitenland Artikel 12. Ten dienste van de heffing van de in artikel 1 bedoelde belastingen, alsmede renten daarover of bestuursrechtelijke boeten die daarmee verband houden, kan Onze Minister een ambtenaar van de rijksbelastingdienst aanwijzen om aanwezig te zijn bij een onderzoek in een andere staat, dat door of vanwege de bevoegde autoriteit van die staat wordt ingesteld, in het kader van het verstrekken van inlichtingen aan Nederland. HOOFDSTUK III BEGRENZING VAN DOOR NEDERLAND TE VERLENEN BIJSTAND; WEDERKERIGHEID Begrenzing van bijstandsverlening Geheimhoudingsverplichting Artikel Onze Minister verstrekt geen inlichtingen indien: a. de verstrekking daarvan niet voortvloeit uit verplichtingen van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 december 1977, nr. 77/799/EEG, PbEG 1977, L336, of uit andere verplichtingen van internationaal en interregionaal recht; b. de openbare orde van de Nederlandse staat zich daartegen verzet; c. die inlichtingen in Nederland krachtens wettelijke bepalingen of op grond van de administratieve praktijk niet zouden kunnen worden verkregen voor de heffing van een in artikel 1 bedoelde belasting, alsmede voor de renten daarover of bestuursrechtelijke sancties of boeten die daarmee verband houden; d. aannemelijk is dat de bevoegde autoriteit in de eigen staat niet eerst de gebruikelijke mogelijkheden voor het verkrijgen van de door haar gevraagde inlichtingen heeft aangewend; e. de bevoegde autoriteit voor wie de inlichtingen zouden zijn bestemd, niet bevoegd of in staat is Onze Minister soortgelijke inlichtingen te verstrekken. 2. Onze Minister verstrekt ter uitvoering van de verplichtingen ingevolge het op 25 januari 1988 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake wederzijdse administratieve bijstand in belastingzaken (Trb. 1991, 4) voorts geen inlichtingen indien de verstrekking ten dienste zou staan van belastingheffing in de staat die om inlichtingen verzoekt, welke hij strijdig acht met algemeen aanvaarde beginselen van belastingheffing, met de bepalingen van een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting of met de bepalingen van enig ander verdrag dat Nederland met die staat mocht hebben gesloten. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing indien met een bestuurlijke eenheid regelen ter voorkoming van dubbele belasting zijn vastgesteld. 3. Onze Minister behoeft geen inlichtingen te verstrekken indien daarmede een commercieel, een industrieel of een beroepsgeheim zou worden onthuld. 4. Dit artikel vindt geen toepassing ten aanzien van de inlichtingen, bedoeld in artikel 6a. HOOFDSTUK IV GEHEIMHOUDING; GEBRUIK VAN INLICHTINGEN Geheimhouding Artikel Het bepaalde betreffende de verplichting tot geheimhouding in artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing op de inlichtingen die door een bevoegde autoriteit zijn verstrekt, alsmede op inlichtingen die bij een onderzoek, als is bedoeld in artikel 8, zijn verkregen. 2. Onze Minister verstrekt geen inlichtingen aan een bevoegde autoriteit indien de wetgeving van de staat van die autoriteit geen verplichting tot geheimhouding oplegt 1726

11 aan ambtenaren van de belastingadministratie van die staat met betrekking tot hetgeen hun wordt medegedeeld of blijkt bij de uitvoering van de belastingwetten van die staat. Artikel Tenzij een bevoegde autoriteit anders bepaalt, kunnen de door haar aan Onze Minister verstrekte inlichtingen uitsluitend worden gebruikt voor de heffing van de in artikel 1 bedoelde belastingen, alsmede renten daarover of bestuursrechtelijke sancties of boeten die daarmee verband houden. 2. Uitsluitend met toestemming van de bevoegde autoriteit van een staat kan Onze Minister de door hem van haar ontvangen inlichtingen aan de bevoegde autoriteit van een andere staat verstrekken. 3. De in artikel 7, eerste lid, eerste alinea, van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 december 1977, nr. 77/799/EEG (PbEG L 336) bedoelde inlichtingen mogen door de bevoegde autoriteit van de andere lidstaat worden gebruikt voor de vaststelling van heffingen, rechten en belastingen die vallen onder artikel 2 van de richtlijn van de Raad van de Europese Unie van 26 mei 2008, nr. 2008/55/EG (PbEU L 150) betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit bepaalde bijdragen, rechten en belastingen, alsmede uit andere maatregelen. 4. Onze Minister kan aan een bevoegde autoriteit toestemming verlenen de inlichtingen voor een ander doel te gebruiken dan voor de heffing van de in artikel 1 bedoelde belastingen. 5. Onze Minister kan op een daartoe strekkend verzoek een bevoegde autoriteit toestemming verlenen de van hem ontvangen inlichtingen aan een bevoegde autoriteit van een andere staat te verstrekken. Gebruik van inlichtingen Doorverstrekking HOOFDSTUK V SLOTBEPALING Artikel Deze wet treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. 2. Deze wet kan worden aangehaald als: Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen. Inwerkingtreding Citeertitel 1727

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 531 Wet van 18 december 2003 tot wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Wet inkomstenbelasting

Nadere informatie

A 2015 N 53 PUBLICATIEBLAD

A 2015 N 53 PUBLICATIEBLAD A 2015 N 53 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 17 de september 2015 houdende regels inzake internationale bijstandsverlening bij heffing van belastingen (Landsverordening internationale bijstandsverlening

Nadere informatie

Verslag van de Raad (ECOFIN) aan de Europese Raad over de belasting op rente van spaargelden

Verslag van de Raad (ECOFIN) aan de Europese Raad over de belasting op rente van spaargelden RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 december 2001 (OR. en) 15325/01 LIMITE FISC 271 Verslag van de Raad (ECOFIN) aan de Europese Raad over de belasting op rente van spaargelden In zijn zitting van 13

Nadere informatie

Spaarrenterichtlijn. Spaarrenterichtlijn

Spaarrenterichtlijn. Spaarrenterichtlijn Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/98/EG van de Raad van 20

Nadere informatie

AUGZ ~ta;i. STATEN V AN CURA~AO. ZITTINGSJAAR 2014-2015 - ot2

AUGZ ~ta;i. STATEN V AN CURA~AO. ZITTINGSJAAR 2014-2015 - ot2 STATEN V AN CURA~AO ZITTINGSJAAR 2014-2015 - ot2 LANDSVERORDENING van de houdende regels inzake internationale bijstandsverlening bij heffing van belastingen (Landsverordening internationale bijstandsverlening

Nadere informatie

(2001/C 270 E/31) COM(2001) 400 def. 2001/0164(CNS) (Door de Commissie ingediend op 19 juli 2001)

(2001/C 270 E/31) COM(2001) 400 def. 2001/0164(CNS) (Door de Commissie ingediend op 19 juli 2001) 25.9.2001 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 270 E/259 Voorstel voor een richtlijn van de Raad strekkende tot het garanderen van een effectieve belastingheffing op inkomsten uit spaargelden

Nadere informatie

Artikel 8 Deze regeling kan worden aangehaald als: Gezamenlijke regeling als gevolg van de spaarrenterichtlijn.

Artikel 8 Deze regeling kan worden aangehaald als: Gezamenlijke regeling als gevolg van de spaarrenterichtlijn. Gezamenlijke regeling tussen de Staatssecretaris van Financiën van Nederland en de Minister van Financiën van de Nederlandse Antillen en de Minister van Financiën en Economische Zaken van Aruba van 20

Nadere informatie

2017 no. 74 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2017 no. 74 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2017 no. 74 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 13 december 2017 houdende bepalingen inzake de internationale bijstandsverlening bij internationale belastingaangelegenheden (Landsverordening

Nadere informatie

NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP de Groep belastingvraagstukken - directe belasting d.d.: 13 februari 2003 Betreft: Belasting op rente van spaargelden

NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP de Groep belastingvraagstukken - directe belasting d.d.: 13 februari 2003 Betreft: Belasting op rente van spaargelden Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 februari 2003 (12.03) (OR.en) PUBLIC 6054/03 LIMITE FISC 17 NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP aan: de Groep belastingvraagstukken - directe belasting d.d.: 13

Nadere informatie

RICHTLIJN 2014/48/EU VAN DE RAAD

RICHTLIJN 2014/48/EU VAN DE RAAD L 111/50 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2014/48/EU VAN DE RAAD van 24 maart 2014 tot wijziging van Richtlijn 2003/48/EG betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling DE

Nadere informatie

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN PT A. Brief van de Portugese Republiek Mevrouw/Mijnheer, Ik heb

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 276 Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Belastingwet BES in verband met de implementatie

Nadere informatie

OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN

OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN DE A. Brief van de Bondsrepubliek Duitsland Mijnheer, Ik heb de eer te verwijzen naar de teksten

Nadere informatie

Londen, 4 november 2004

Londen, 4 november 2004 Ref: lon-pa/031104/001 Londen, 4 november 2004 Mijnheer, Ik heb de eer te verwijzen naar de tekst van de voorgestelde Modelovereenkomst tussen de Regering van Anguilla en de Regering van het Koninkrijk

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET. Artikel I. De Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen wordt als volgt gewijzigd:

VOORSTEL VAN WET. Artikel I. De Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen in verband met de automatische uitwisseling van inlichtingen over grensoverschrijdende rulings en verrekenprijsafspraken

Nadere informatie

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN 809 der Beilagen XXII. GP - Beschluss NR - Niederländischer Vertragstext (Normativer Teil) 1 von 16 OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,

Nadere informatie

Wet financiële betrekkingen met het buitenland

Wet financiële betrekkingen met het buitenland Wfbb Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaand onder: a. Ingezetenen: 1. natuurlijke personen, die hun woonplaats in Nederland hebben en in de bevolkingsregisters zijn opgenomen;

Nadere informatie

De Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen wordt als volgt

De Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen wordt als volgt Wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en de Algemene wet inzake rijksbelastingen in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/822 van de

Nadere informatie

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 32 622 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en het Burgerlijk Wetboek ter implementatie van richtlijn nr. 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009

Nadere informatie

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN

OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN 808 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Niederländischer Vertragstext (Normativer Teil) 1 von 14 OVEREENKOMST IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 453 Wet van 27 september 2012 tot wijziging van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen 0 Wij Beatrix,

Nadere informatie

6.4 WET IDENTIFICATIE BIJ DIENSTVERLENING BES (v/h Landsverordening identificatie bij financiële dienstverlening)

6.4 WET IDENTIFICATIE BIJ DIENSTVERLENING BES (v/h Landsverordening identificatie bij financiële dienstverlening) 6.4 WET IDENTIFICATIE BIJ DIENSTVERLENING BES (v/h Landsverordening identificatie bij financiële dienstverlening) Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. dienstverlener:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET

Nadere informatie

NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP aan: de Groep belastingvraagstukken (directe belasting)

NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP aan: de Groep belastingvraagstukken (directe belasting) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 december 2000 (19.12) (OR. fr) 14429/00 LIMITE FISC 218 NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP aan: de Groep belastingvraagstukken (directe belasting) Betreft: belasting op rente

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 533 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enkele andere belastingwetten in verband met de introductie van een regeling voor

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 november 2009 (27.11) (OR. en) 16473/1//09 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2008/0215 (CNS) LIMITE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 25 november 2009 (27.11) (OR. en) 16473/1//09 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2008/0215 (CNS) LIMITE Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 25 november 2009 (27.11) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2008/0215 (CNS) PUBLIC 16473/1//09 REV 1 LIMITE FISC 170 NOTA van: het voorzitterschap aan:

Nadere informatie

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao; A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 3 de juni 2014, no. 14/1188, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Sanctielandsverordening. De Gouverneur van Curaçao, Op de voordracht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 521 Introductie van een regeling die het mogelijk maakt oudere belastingplichtigen een tegemoetkoming te verstrekken met het oog op compensatie

Nadere informatie

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming (Wet op de loonvorming [Versie geldig vanaf: 17-02-1999]) Geschiedenis: Staatsblad 1997, 63;Staatsblad

Nadere informatie

Wet van 15 februari 1980, tot het treffen van sancties tegen bepaalde staten of gebieden

Wet van 15 februari 1980, tot het treffen van sancties tegen bepaalde staten of gebieden (Tekst geldend op: 28-09-2005) Wet van 15 februari 1980, tot het treffen van sancties tegen bepaalde staten of gebieden Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO 2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO 2- prijs elektriciteitsopwekking) VOORSTEL

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 399 Wet van 27 juni 2002, houdende de Wet op het BTW-compensatiefonds Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 33 129 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen) B GEWIJZIGD

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 108 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enkele andere wetten in verband met de implementatie van Verordening (EU) nr. 2017/1129

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 234 28 887 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de in beginsel tijdelijke invoering van een omzetbelastingregeling

Nadere informatie

Zorgverzekeringswet. Zorgverzekeringswet

Zorgverzekeringswet. Zorgverzekeringswet Wet van 16 juni 2005, houdende regeling van een sociale verzekering voor geneeskundige zorg ten behoeve van de gehele bevolking (), laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2009, 15178 (uittreksel) Zorgverzekering

Nadere informatie

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag Publicatieblad Nr. L 225 van 12/08/1998 blz. 0016-0021 DE RAAD VAN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 396 Wet van 13 juli 2002 tot wijziging van belastingwetten in verband met dividendstripping en het verlenen van optierechten aan werknemers Wij

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 312 Algemene bepalingen betreffende de toekenning, het beheer en het gebruik van het burgerservicenummer (Wet algemene bepalingen burgerservicenummer)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 98 Wet van 5 maart 2007 tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de invoering van bestuursrechtelijke handhaving

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET (CONSULTATIEVERSIE)

VOORSTEL VAN WET (CONSULTATIEVERSIE) Wijziging van de Handelsregisterwet 2007, de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en de Wet op de economische delicten in verband met de registratie van uiteindelijk belanghebbenden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 179 Wijziging van de Handelsregisterwet 2007, de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enkele andere wetten in verband

Nadere informatie

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27 ste juli 1998 houdende regels, ter uitvoering

Nadere informatie

Gemeenschappelijke regeling samenwerking belastingen Amstelland- Meerlanden

Gemeenschappelijke regeling samenwerking belastingen Amstelland- Meerlanden Gemeenschappelijke regeling samenwerking belastingen Amstelland- Meerlanden De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn, ieder voor

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 339 Wijziging van de Waterleidingwet (eigendom waterleidingbedrijven) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 9 december 2003 Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving

Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Juridisch kader: mededelingenbrieven financiële verslaggeving Hieronder vindt u een overzicht van enige relevante wetsartikelen (januari 2016). Voor de meest actuele informatie zie www.wetten.overheid.nl

Nadere informatie

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt. 33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie

Nadere informatie

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:

De Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Wet waardering onroerende zaken en enige andere wetten in verband met de invoering van een basisregistratie inkomen en een basisregistratie waarde

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 232 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en B. M. de Vries houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten om

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 397 27 844 Regels inzake de veiligheid en kwaliteit van lichaamsmateriaal dat kan worden gebruikt bij een geneeskundige behandeling (Wet veiligheid

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. http://wetten.overheid.nl/bwbr00069/07-06-7/0/afdrukken De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Wet toezicht financiële verslaggeving Geldend van 7-06-07 t/m heden Wet van 8 september

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 247 Regels ter bevordering van de totstandkoming en realisatie van maatschappelijke initiatieven gericht op duurzame ontwikkeling door na een

Nadere informatie

Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale

Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale gebruik, daartoe noopt, wordt vrijstelling van belasting

Nadere informatie

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag. Algemene wet bestuursrecht Titel 4.1. Beschikkingen Afdeling 4.1.1. De aanvraag Artikel 4:1 Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 01-12-2014) Wet van 22 januari 2014, houdende regels omtrent de uitvoering van Europese verordeningen inzake financiële bijdragen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (Uitvoeringswet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 33 121 Invoering van een bankenbelasting (Wet bankenbelasting) A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 22 mei 2012 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 429 Wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen en de Geneesmiddelenwet in verband met de uitvoering van verordening

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 De Minister van Financiën, Handelende wat betreft de artikelen 8, 8a, 11, tweede lid, 12, 13 en 31 van de Wet op de loonbelasting

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 48 Wet van 22 januari 2014, houdende regels omtrent de uitvoering van Europese verordeningen inzake financiële bijdragen uit het Europees Fonds

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 199 Wet van 8 mei 2003 tot aanpassing van Boek 3 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten

Nadere informatie

Provinciewet. Provinciewet

Provinciewet. Provinciewet Wet van 10 september 1992, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot provincies, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2009, 609 1 Algemene bepalingen Titel IV De financiën van de provincie HOOFDSTUK XV DE

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 269 Wet van 21 juli 2007, houdende wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enkele andere belastingwetten in verband met de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 506 Voorstel van wet van het lid Van Laar houdende de invoering van een zorgplicht ter voorkoming van de levering van goederen en diensten die

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 606 Wet van 6 december 1995 tot wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van enige andere wetten in verband met de invoering

Nadere informatie

ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1 WET van 5 september 2002, houdende vaststelling van regelingen inzake de identificatieplicht van dienstverleners (Wet Identificatieplicht Dienstverleners) (S.B. 2002 no. 66). ALGEMENE BEPALINGEN Artikel

Nadere informatie

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_/afdrukken Page 1 of 5 Wet financiering decentrale overheden (Tekst geldend op: ) Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 887 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de in beginsel tijdelijke invoering van een omzetbelastingregeling voor elektronische

Nadere informatie

Directe belastingen, Internationale inlichtingenuitwisseling; Spanje. De Staatssecretaris van Financiën maakt het volgende bekend.

Directe belastingen, Internationale inlichtingenuitwisseling; Spanje. De Staatssecretaris van Financiën maakt het volgende bekend. Directe belastingen, Internationale inlichtingenuitwisseling; Spanje 10 maart 2017 Nr. 2017-0000047568 Directoraat-generaal Belastingdienst, Cluster Fiscaliteit De Staatssecretaris van Financiën maakt

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 231 Wet van 21 april 2011, houdende introductie van een regeling die het mogelijk maakt oudere belastingplichtigen een tegemoetkoming te verstrekken

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 788 Wijziging van de Wet op de dividendbelasting 1965, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met de introductie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 380 Regels inzake het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij

Nadere informatie

Concept wettekst implementatie Richtlijn (EU) 2018/822 t.b.v. internetconsultatie

Concept wettekst implementatie Richtlijn (EU) 2018/822 t.b.v. internetconsultatie Concept wettekst implementatie Richtlijn (EU) 2018/822 t.b.v. internetconsultatie ARTIKEL I De Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel

Nadere informatie

Wet op de dividendbelasting 1965

Wet op de dividendbelasting 1965 Wet op de dividendbelasting 1965 Wet van 23 december 1965, houdende vervanging van het Besluit op de Dividendbelasting 1941 door een nieuwe wettelijke regeling, laatstelijk gewijzigd bij Stb. 2009, 611

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet handhaving consumentenbescherming ter uitvoering van Verordening (EU) 2017/2394 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende samenwerking tussen de nationale

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht ter implementatie van richtlijn nr. 2013/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Richtlijn 2004/109/EG van het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 276 Wijziging van de Mededingingswet en van enige andere wetten in verband met de implementatie van EG-verordening 1/2003 Nr. 1 KONINKLIJKE

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 215 Wet van 10 april 1997 tot wijziging van de Wet inzake bloedtransfusie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

Memorandum van Overeenstemming tussen Tsjechië en Nederland inzake de stroomlijning en intensivering van wederzijdse bijstand in belastingzaken

Memorandum van Overeenstemming tussen Tsjechië en Nederland inzake de stroomlijning en intensivering van wederzijdse bijstand in belastingzaken Memorandum van Overeenstemming tussen Tsjechië en Nederland inzake de stroomlijning en intensivering van wederzijdse bijstand in belastingzaken 1 Memorandum van Overeenstemming tussen Tsjechië en Nederland

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13 5.11.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13 VERORDENING (EG) Nr. 1925/2004 VAN DE COMMISSIE van 29 oktober 2004 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 129 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen) Nr. 2 VOORSTEL

Nadere informatie

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

P r o v i n c i e F l e v o l a n d P r o v i n c i e F l e v o l a n d S t a t e n v o o r s t e l Aan: Provinciale Staten Onderwerp: Wijziging Grondwaterheffingsverordening Flevoland. Statenvergadering: 6 december 2001 Agendapunt: 11 1.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN FINANCIEN

MINISTERIE VAN FINANCIEN MINISTERIE VAN FINANCIEN 25 SEPTEMBER 1997. Regeling van 25 september 1997 tussen de bevoegde autoriteiten van Nederland en België inzake uitwisseling van inlichtingen. - Bericht Regeling van 25 september

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 333 Wijziging van de Zorgverzekeringswet, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met grensoverschrijdende

Nadere informatie

Wet arbeid Vreemdelingen

Wet arbeid Vreemdelingen Wav C22 C22 Wet arbeid Vreemdelingen Wet van 21 december 1994 tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen, Stb. 1994,959. Inwerkingtreding 1 september 1995. PARAGRAAF I Begripsbepalingen Artikel 1

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2378 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2378 VAN DE COMMISSIE 18.12.2015 L 332/19 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2378 VAN DE COMMISSIE van 15 december 2015 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Richtlijn 2011/16/EU

Nadere informatie

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale onderhoudswet 2010)

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale onderhoudswet 2010) Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale onderhoudswet 2010) VOORSTEL VAN WET Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 034 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met de implementatie van Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni

Nadere informatie

Uitvoering artikel 11 Belastingregeling voor het Koninkrijk (Aruba)

Uitvoering artikel 11 Belastingregeling voor het Koninkrijk (Aruba) FI Uitvoering artikel 11 Koninkrijk (Aruba) 20 december 2001/Nr. IFZ 01/1208.2 Directie Internationale Fiscale Zaken Afdelingen Bilaterale en Multilaterale Zaken Besluit: Vast te stellen de navolgende

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële markten 2019) VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 354 Wijziging van de Mededingingswet ter invoering van regels inzake ondernemingen die deel uitmaken van een publiekrechtelijke rechtspersoon

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7347 18 mei 2010 Internationaal belastingrecht. Nederlandse uitvoeringsvoorschriften; Belastingverdrag Nederland VS 28

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Tuincentrumbranche Sociaal Fonds 2000/2004 Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 9363 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 26-04-2000, nr. 81 ALGEMEEN

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21101 29 december 2010 Vaststelling van de Uitvoeringsregeling investeringsaftrek Aruba, Curaçao, Sint Maarten en de BES

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Breda Nr. 25478 4 februari 2019 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda Bekendmaking Burgemeester

Nadere informatie