Versie d.d. 22 mei 2012 VOORSTEL COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NEDERLANDSE ORKESTEN. 1 augustus juli 2014.

Transcriptie

1 Versie d.d. 22 mei 2012 VOORSTEL COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NEDERLANDSE ORKESTEN 1 augustus juli 2014 NAPK FNV KIEM Ntb 1

2 Inhoudsopgave Preambule: Artikel 1: Artikel 2: Artikel 3: Artikel 4: Artikel 5: Artikel 6: Artikel 7: Artikel 8: Artikel 9: Artikel 10: Artikel 11: Artikel 12: Artikel 13: Artikel 14: Artikel 15: Artikel 16: Artikel 17: Artikel 18: Artikel 19: Artikel 20: Artikel 21: Artikel 22: Algemeen Verbetering salarisperspectief Werkkostenregeling Locale regelingen Definities Karakter cao Indienstneming Plichten van de werknemer Loopbaan- en ontwikkelingsbeleid Seizoentaak Arbeids- en rusttijden Minimum aantal te registreren uren per oproep Vakantie en (buitengewoon) verlof Salarisregeling Vergoedingen Verzekering instrumenten Eindejaarsuitkering Vakantietoeslag Beeld- en geluidsopnamen Inkomen bij arbeidsongeschiktheid Beëindiging dienstverband Uitkering bij overlijden Pensioen Overleg bij fusie en/of reorganisatie Geschillen Duur collectieve overeenkomst Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Functiebeschrijvingen Salarisschalen Bepalingen verzekering instrument Vergoeding kosten instrumentonderhoud Voorwaarden sabbatical Reglement vaste commissie Overzicht Wet Arbeid en Zorg 2

3 Tussen de ondertekende orkesten: Noord Nederlands Orkest Nederlands Symfonie Orkest (voormalig Orkest van het Oosten) Het Gelders Orkest Limburg Symfonie Orkest Holland Symfonia Nederlands Philharmonisch Orkest Residentie Orkest Te dezen vertegenwoordigd door De Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten (NAPK) als partijen ter ene zijde en FNV Kunsten Informatie En Media (FNV KIEM) en de Nederlandse Toonkunstenaarsbond (NTB) als partijen ter andere zijde is de volgende collectieve arbeidsovereenkomst aangegaan. 3

4 Preambule A) Algemeen: Cao partijen betrokken bij de cao voor de Nederlandse orkesten beogen met deze nieuwe cao voor de Nederlandse orkesten een adequaat arbeidsvoorwaardenpakket tot stand te brengen waarin een balans is gevonden tussen de belangen van musici en orkestwerkgevers. De basis voor de nieuwe cao vormen de uitgangspunten die cao partijen hebben geformuleerd in de visienota wij gaan het verdienen, wij zijn het waard : Werken bij een orkest is meer dan symfonische muziek maken. Het is in het belang van de musicus en van het orkest om tot een brede taakopvatting te komen; Aanwezige talenten moeten benut en ontwikkeld worden. Een professionalisering van het personeelsbeleid is noodzakelijk; Het werk moet slim georganiseerd worden. Er moet optimaal gebruik kunnen worden gemaakt van de beschikbare capaciteit waarbij een balans tussen belasting en belastbaarheid en een goede afstemming tussen werk en privé het uitgangspunt is; De prestaties van musici moeten beter worden beloond. Het salarisniveau en het salarisperspectief van musici moet worden verbeterd. B) Verbetering salarisperspectief De omstandigheden waarmee de Nederlandse orkesten de komende jaren worden geconfronteerd maken het helaas niet mogelijk om in de looptijd van deze cao tot concrete afspraken te komen over verbetering van het salarisperspectief van musici. Daarvoor ontbreken simpelweg de middelen. Dat neemt niet weg dat cao partijen van opvatting zijn dat een structurele verbetering van het salarisperspectief van musici gewenst en gerechtvaardigd is. Tijdens de looptijd van de cao zal een nieuw onderzoek worden uitgevoerd naar de inkomenspositie van musici in relatie tot andere vergelijkbare sectoren. Cao partijen zullen zich er gezamenlijk voor inspannen om de noodzakelijke middelen te vinden om te komen tot een verbetering van het salarisperspectief. C) Werkkostenregeling Cao partijen treden met elkaar in overleg om op basis van een door de werkgevers uit te voeren inventarisatie van de consequenties van de invoering van de werkkostenregeling per 1 januari 2014 tot afspraken te komen om de relevante regelingen in deze cao in overeenstemming te brengen met het fiscale kader van de werkkostenregeling. Cao partijen hebben de intentie om over de invoering van de werkkostenregeling uiterlijk medio 2013 overeenstemming te bereiken en indien nodig de relevante regelingen d.m.v. een tussentijdse wijziging van de cao tijdig aan te passen. D) Lokale regelingen Partijen treden op lokaal niveau met elkaar in overleg om uiterlijk per 1 januari 2013 de bestaande lokale regelingen in overeenstemming te brengen met de regelingen en intenties van deze cao. Opmerking [HS1]: Reikwijdte CAO. Omschrijving v/h toepassinggebied in de CAO= riekwijdte omschrijving. Wie is wederpartij in de CAO NAPK of individuele wgs? AVV als mogelijkheid opnemen i.c.m. met aangepaste reikwijdtebepaling. Opmerking [HS2]: Wgs erkennen dat er een salarisachterstand is en hebbejn een inspanningsverplichting deze te verbeteren. Op dit moment ontbreken de middelen voor concrete invulling van deze verbetering. Bestaand onderzoek actualiseren. Opmerking [HS3]: Werkostenr eg. Schrappen. Na afloop van deze CAO in 2014 nieuwe afspraken maken. 4

5 Artikel 1: Definities a. AAOP ABP Arbeidsongeschiktheidspensioen b. Arbeidsovereenkomst De met de individuele werknemer aangegane overeenkomst zoals bedoeld in BW 7 artikel 610 c. Forfaitaire uren Uren die beschikbaar zijn t.b.v. de voorbereiding van de collectieve podiumactiviteiten, instrumentonderhoud en het op peil houden van de vaardigheden. d. Functie-omschrijving De door de werkgever vastgestelde uitwerking van de in bijlage 1 genoemde kernfuncties e. Eindejaarsuitkering De uitkering ex artikel 13 van deze cao f. Hoofdinstrument Het instrument/instrumenten die de musicus conform het gestelde in de individuele arbeidsovereenkomst als hoofdinstrument(en ) bespeelt g. Bij-instrument Het instrument/instrumenten die de musicus incidenteel en conform het gestelde in de individuele arbeidsovereenkomst als bij-instrument(en) bespeelt h. IPAP IP Aanvullingsplan Loyalis i. Maandinkomen Het maandsalaris, vermeerderd met eentwaalfde van de eindejaarsuitkering en van de vakantietoeslag j. Relatiepartner Al of niet gehuwde personen, van verschillend of van gelijk geslacht, die duurzaam een gezamenlijke huishouding voeren k. Seizoen 1 augustus tot en met 31 juli l. Seizoentaak Het geheel aan taken met bijbehorende uren dat de individuele musicus gedurende een seizoen dient te verrichten m. Standplaats De statutaire standplaats van vestiging van het orkest waar de werknemer ingevolge zijn arbeidsovereenkomst gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht n. Uurloon 1/165 deel van het maandsalaris o. Werkgever Elk der partijen ter ene zijde p. Werknemer De musicus, deel uitmakend van het orkest van de werkgever die met de werkgever een arbeidsovereenkomst in de zin van het Burgerlijk Wetboek is aangegaan Artikel 2: Karakter van de cao 2.1: De cao heeft, tenzij in het betreffende artikel anders is bepaald een standaard karakter. 2.2.: De bepalingen in deze cao zijn, tenzij in het betreffende artikel anders is bepaald, naar rato van toepassing voor werknemers met een parttime dienstverband. Opmerking [HS4]: Status van de CAO Minimum CAO Artikel 3: Indienstneming 3.1: De werknemer ontvangt bij aanstelling een exemplaar van deze cao, alsmede een schriftelijke individuele arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst kan worden aangegaan voor bepaalde of voor onbepaalde tijd. Opmerking [HS5]: Alsnog een art. 3.2 opnemen met datum indiensttredeing, aantal dienstjaren, standplaats, functie en aard v/h dienstverband, aard van de arbeidsovereenkomst bepaalde of onbepaalde tijd. Bepaalde tijd voor max. 2 jr. 5

6 Artikel 4: Plichten van de werknemer 4.1: De werknemer verricht de hem opgedragen taken volgens de aanwijzingen van de werkgever, de dirigent, concertmeester of de groepsaanvoerder. 4.2: De werknemer is verplicht mee te werken aan detachering voor zover het totaal aantal te werken uren op seizoenbasis niet wordt overschreden. 4.3: Voor een goede vervulling van zijn taken dient de werknemer, behoudens schriftelijk door de werkgever verleende ontheffing, voor eigen rekening te zijn voorzien van (een) kwalitatief goed(e) en in goede staat verkerend(e) instrument(en) met toebehoren. De werknemer maakt aanspraak op een vergoeding in de kosten voor instrumentonderhoud conform bijlage 4 van deze cao. 4.4: De werkgever kan een of meer instrumenten ter beschikking stellen van de werknemer. De werknemer doet alles wat redelijkerwijs van hem verwacht mag worden om het ter beschikking gestelde instrument in optimale staat te houden. De kosten van onderhoud zijn voor rekening werkgever, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. Opmerking [HS6]: De wn zal in beginsel verplicht meewerken aan detachering zoals omschreven in de detacheringsreg. Ex. Bijlage..v/d CAO. De wn is niet verplicht mee te werken aan detachering als daarmee de individueel vastgestelde seizoenjaartaak, in de collectieve en individuele portefeuille in uren wordt overschreden. 4.5: Indien aan instrumenten of muziekmateriaal, welke door de werkgever aan de werknemer ter beschikking zijn gesteld, schade wordt toegebracht welke te wijten is aan grove schuld of nalatigheid van de werknemer kan de schade geheel of gedeeltelijk worden verhaald op de desbetreffende werknemer. 4.6: Het is de werknemer verboden een eigen instrument dat niet verzekerd is tegen beschadiging of verlies te gebruiken in het kader van het dienstverband met de werkgever. De werkgever draagt conform de regeling in bijlage 3 bij in de kosten van deze verzekering. 4.7: De werknemer is verplicht om bij uitvoerende werkzaamheden de door de werkgever vastgestelde kledingvoorschriften na te leven. 4.8: De werknemer mag zonder schriftelijke toestemming van de werkgever geen nevenbetrekkingen en/of betaalde nevenwerkzaamheden verrichten. Toestemming zal alleen worden onthouden indien de nevenactiviteiten de belangen van de werkgever zouden kunnen schaden of wanneer de nevenactiviteiten de werknemer zouden kunnen beletten de uit zijn arbeidsovereenkomst voortvloeiende verplichtingen tegenover de werkgever na te komen. De werkgever kan hiertoe de werknemer vragen om een jaarlijkse opgave te verstrekken van nevenbetrekkingen. Artikel 5: Loopbaan- en ontwikkelingsbeleid 5.1: In overleg met de ondernemingsraad komt de werkgever op lokaal niveau een loopbaan- en ontwikkelingsbeleid overeen dat voldoet aan de uitgangspunten zoals opgenomen in 5.2 t/m : De werknemer wordt tweejaarlijks in de gelegenheid gesteld om zijn/haar ambities, opleidingswensen, loopbaanwensen en mogelijkheden en beperkingen t.a.v. de belastbaarheid in kaart te brengen. 5.3: De werkgever brengt tweejaarlijks in beeld wat de belangrijkste ontwikkelingen zijn t.a.v. de positie en profilering van het orkest, de gevolgen daarvan voor de bezetting en de daarmee samenhangende ontwikkeling van taken en competenties en bespreekt dit met de OR. 5.4: Tenminste eenmaal in de twee jaar vindt een loopbaan- en ontwikkelingsgesprek plaats waarin wensen en ambities van de werknemer worden besproken in relatie tot de organisatie ontwikkelingen en verwachtingen in het orkest. Opmerking [HS7]: Deeltijders treden in overleg met de wg voor het treffen van een voor beiden billijke oplossing i.g.v. samenlopende werkzaamheden elders. Geen 24/7 inzetbaarheid door afspraak over beschikbaarheid in de CAO opnemen. Voor 1 mei van enig jaar periodes van werk vaststellen en afspraak over tussentijds wijzigen of annuleren van werkzaamheid voor wg en wn opnemen. Opmerking [HS8]: Adviesrech t v/d OR 6

7 Tijdens dit gesprek wordt ook het functioneren van de werknemer besproken. Daarbij komen de volgende aspecten aan de orde: vakinhoudelijk functioneren, persoonlijke professionele ontwikkeling, fysieke en psychische belastbaarheid, arbeidsmotivatie, samenwerking en betrokkenheid bij de organisatie. Werkgever en werknemer leggen de afspraken uit het loopbaan- en ontwikkelingsgesprek vast in een verslag waarbij specifiek aandacht kan worden besteed aan een persoonlijk ontwikkelingsplan of opleiding. 5.5: De werkgever stelt faciliteiten beschikbaar voor de persoonlijke ontwikkeling. Deze faciliteiten kunnen betrekking hebben op het instroom-, het doorstoom- en het uitstroombeleid binnen het orkest. 5.6: Over de (gefaseerde) implementatie van het loopbaan- en ontwikkelingsbeleid worden in overleg met de ondernemingsraad afspraken gemaakt. 5.7: M.i.v. 1 augustus 2012 reserveert de werkgever jaarlijks een budget van tenminste 2% van de loonsom (SV loon) voor faciliteiten zoals genoemd onder : De regeling tegemoetkoming studiekosten en de regeling extra vrije uren oudere werknemers komen m.i.v. 1 augustus 2012 te vervallen. Het vrijkomende budget maakt onderdeel uit van de jaarlijkse reservering van tenminste 2% van de loonsom zoals bedoeld onder 5.7. De werkgever komt op lokaal niveau in overleg met de ondernemingsraad een regeling tegemoetkoming studiekosten overeen als onderdeel van het loopbaan- en ontwikkelingsbeleid. Artikel 6: Seizoentaak 6.1: De individuele seizoentaak is gebaseerd op een gemiddelde werkweek van 38 uur per week. 6.2: Na verrekening van 104 ATV uren bedraagt de bruto individuele seizoentaak 1976 uur op seizoensbasis. Na aftrek van vakantiedagen en compensatie voor het werken op feestdagen bedraagt de netto individuele seizoentaak 1725 uur. 6.3: Op de netto individuele seizoenjaartaak wordt 152 uur in mindering gebracht ter compensatie van het werken in de avond en tijdens het weekend. 6.4: Jaarlijks wordt op basis van de seizoenplanning en rekening houdend met individuele wensen en mogelijkheden van musici afspraken gemaakt over de concrete invulling van de individuele seizoentaak. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in een tweetal te onderscheiden rubrieken: collectieve podiumactiviteiten en een persoonlijke portefeuille. 6.5: Onder collectieve podiumactiviteiten worden een tweetal uursoorten onderscheiden: A) Collectieve uitvoeringen, repetities en het maken van beeld- en geluidopnamen B) Reisuren voor het maken van collectieve dienstreizen 6.6: Onder persoonlijke portefeuille worden een tweetal uursoorten onderscheiden: A) Het uitvoeren, voorbereiden en/of organiseren van muzikale activiteiten die niet gerangschikt kunnen worden onder collectieve uitvoeringen (bijvoorbeeld kleine ensembles, kleinschalige educatie) B) Overige activiteiten in het belang van het orkest (bijvoorbeeld vergaderingen, meet&greet, sponsoringactiviteiten, loopbaan- en ontwikkelingsgesprekken, opleiding) Opmerking [HS9]: De regeling tegemoetkoming studiekosten wordt met de vakorganisaties overeengekomen en is onderdeel v/d CAO Opmerking [HS10]: Persoonlij k budget voor wn van 2% van de loonsom SV. Ontwikkeling van tijd/geld sparen. Persoonlijk budget i.c.m. vitaliteitsregeling. Storting: meeuren seizoenjaartaak en ouderenuren en levensloop (0.3% v/h maandinkoment) Opname: scholing en opleiding, betaald buitengewoon verlof, afstemming werk en privé Planning: meenemen in jaarurenafspraak Opmerking [HS11]: Het overleg tussen wn en wg over de concrete invulling van de seizoenjaartaak in uren owrdt o.b.v. de in bijlage. Opgenomen procedure gevoerd. Wg en OR kunnen in overleg besluiten de seizoenjaartaak in uren en/of in diensten uit te drukken 7

8 6.7: Over het aantal uren dat is ingeroosterd voor collectieve uitvoeringen, repetities en het maken van beeld- en geluidopnamen worden forfaitaire uren toegekend in een verhouding van 2/3 collectieve podiumactiviteiten en 1/3 forfaitaire uren. Deze forfaitaire uren zijn bedoeld voor het individueel voorbereiden van uitvoeringen en voor het op peil houden van de spelkwaliteit. 6.8: De uren die niet worden besteed aan collectieve podiumactiviteiten zoals bedoeld in artikel 6.5 worden ondergebracht in de persoonlijke portefeuille. 6.9: Over de aanwending van de uren die onderdeel uitmaken van de persoonlijke portefeuille worden in overleg met de werknemer individuele afspraken gemaakt. 6.10: Uitgangspunt bij het maken van afspraken over de invulling van de seizoentaak is dat wordt gezocht naar een optimale balans tussen de belangen van de werknemer (o.a. balans in belasting en belastbaarheid en combinatie werk privé) en de belangen van de werkgever (o.a. verbreding maatschappelijk draagvlak, vergroten van eigen inkomsten, adequaat kunnen reageren op de vraag) 6.11: Over de procedure die in acht moet worden genomen t.a.v. de seizoenplanning worden in overleg met de ondernemingsraad afspraken gemaakt. Hetgeen is verwoord onder artikel 6.1 t/m 6.11 is samengevat in onderstaand schema: Bruto seizoenjaartaak op basis van 38-urige werkweek: 1976 uren(52 x 38) Netto seizoenjaartaak na aftrek 26 vakantie-, 7 feestdagen 1725 uren (33 x 7,6) 1) Podium activiteiten 2) Persoonlijke portefeuille Bruto arbeidsduur op jaarbasis: ATV uren i.v.m. 38-urige werkweek: Compensatie voor onregelmatig werken 1A 1B 2A 2B Collectieve concerten, repetities en beeld- en geluidopnamen Reisuren collectieve dienstreizen Uitvoering, voorbereiding en/of organisatie van muzikale uitvoeringen afwijkend van podiumactiviteiten Overige orkestactiviteiten zoals bijvoorbeeld vergaderingen, meet&greet, sponsoring etc uren(52 x 40) 104 uren(12 x 8)) 152 uren 2/3 uitvoering en 1/3 forfaitaire uren Één uur telt voor één uur (mogelijk om lokaal afwijkende afspraken te maken) Individuele afspraken over uren uitvoering, voorbereiding, organisatie Één uur telt voor één uur 6.12: Indien de werknemer op seizoenbasis meer gewerkt heeft dan 1573 uur wordt de overschrijding in geld vergoed danwel in mindering gebracht op het maximaal aan inzetbare uren van het volgende seizoen Artikel 7: (individuele) Arbeids- en rusttijden mogelijkheden concrete invulling seizoenjaartaakovereenkomen Jaarlijks op basis van seizoenplanning, individuele wensen en Opmerking [HS12]: Overschri jding is enerzijds een regeling voor te weinig gewerkte uren (max. 173) en anderzijds voor meer gewerkte uren. Voor meer gewerkte uren is de CAO bepaling versie ruimer want de wn kan deze ook op een later moment opnemen i.p.v. alleen in het volgende seizoen. Opmerking [HS13]: Week voorbereiding ( 5dg/38 uur) bij aanvang zeizoen is onderdeel v/d forfaitaire uren. Voorbereidingsweek moet wel in de seizoenplanning worden opgenomen. 8

9 7.1: Ten aanzien van de invulling van de seizoentaak zoals verwoord in artikel 6 gelden de volgende regels m.b.t. arbeids- en rusttijden: Maximum aantal te werken uren per dag Maximum aantal te werken uren per week Maximum aantal te werken uren in een periode van 13 weken Maximum aantal te werken dagen per jaar Minimaal aaneengesloten rusttijd per dag Maximum aaneengesloten werkdagen (Alternatief) weekend 14 uur per dag exclusief reistijd woon-werk-verkeer) waarvan maximaal 6 uur t.b.v. (collectieve) podiumactiviteiten 48 uur (exclusief dienstreizen) waarvan maximaal 30 uur t.b.v. (collectieve) podiumactiviteiten 494 uur (exclusief dienstreizen) waarvan maximaal 390 uur t.b.v. (collectieve) podiumactiviteiten 223 dagen per jaar 10 uur 8 dagen daarna tenminste een vrije dag Eenmaal per 4 weken Opmerking [HS14]: Uitgangs punt voor planning en rooster zijn de normen van de ATW. Afspraak over annuleren van de werkzaamheid/heden. Er is sprake van 2 oproepen op een dag bij een onderbreking van 1 uur i.p.v. 2 uren. Opmerking [HS15]: Inclusief dienstreizen!! Opmerking [HS16]: Idem als 15. Artikel 8: Minimum aantal te registreren uren per oproep 8.1: Voor een oproep voor een (collectieve) podiumactiviteit worden de feitelijke uren met een minimum van 3 uren geregistreerd. 8.2: Een oproep bevat maximaal 5 uur effectieve repetitietijd (excl. middagpauze). 8.3: Er is sprake van twee oproepen op een dag als de oproepen worden onderbroken door tenminste twee uren. 8.4: Indien sprake is van uitvoeringen in een nieuwe formule voor collectieve podiumactiviteiten waarbij de uitvoering minder dan 2 uur duurt kan worden afgeweken van artikel 8.1 en worden afgesproken dat alleen de feitelijke podiumuren worden geregistreerd. Daarop is dan aanvullend het forfait (zie 6.7) van toepassing. Artikel 9: Vakantie en (buitengewoon) verlof 9.1: De werknemer heeft recht op 26 vakantiedagen plus 7 dagen feestdagencompensatie per kalenderjaar, verdeeld over een of meerdere door de werkgever bepaalde periode(n) van aaneengesloten dagen. De werknemer heeft recht op 4 aaneengesloten weken vakantie waarvan drie aaneengesloten weken samenvallen met de zomervakantie van de basisscholen in de regio van de standplaats. Over een splitsing van deze vakantie wordt tussen de werkgever en de ondernemingsraad op basis van overeenstemming besloten. Indien dit aan de orde is raadpleegt de OR de werknemers. 9.2: De werknemer kan in overleg met de werkgever afspraken maken over het opnemen van een periode van onbetaald verlof. In overleg worden de condities overeengekomen waaronder onbetaald verlof wordt opgenomen. 9.3: De werknemer heeft recht op buitengewoon verlof met behoud van salaris in de volgende situaties: Bij overlijden van zijn/haar relatiepartner of kind(eren): Vanaf de dag van 9

10 Bij overlijden van een (schoon)ouder, grootouder, broer of zus van de werknemer of van zijn/haar relatiepartner: Na bevalling van de relatiepartner: Bij in huwelijk treden of het aangaan van een geregistreerd partnerschap: Bij huwelijk van bloed- en aanverwanten in de eerste graad Bij 25- en 40-jarig huwelijksfeest van de werknemer: Voor het proefspelen, voor zover dit niet in eigen tijd kan plaatsvinden: Bij verhuizing op verzoek van de werkgever overlijden tot en met de dag na de uitvaart 2 dagen 5 dagen 3 dagen 1 dag 1 dag Maximaal 3 dagen per seizoen 2 dagen Opmerking [HS17]: Ook adoptie toevoegen alsmede mogelijkheid om 1 keer per seizoen verlofmogelijkheid o.g.v. de werkelijke vervangingskosten. 9.4: De werkgever zal op verzoek van de vakvereniging waarvan betrokkene lid is aan een werknemer verlof met behoud van salaris toekennen in de volgende gevallen: het als officieel afgevaardigde deelnemen aan bijeenkomsten van bondscongres, bondsraad, districtsvergaderingen, bedrijfsconferenties of andere daarmee vergelijkbare in de statuten van de vakvereniging ter beschikking van de werkgever te stellen lijst van activiteiten en vergaderingen en/of het deelnemen aan een door de vakvereniging georganiseerde vormings- of scholingsactiviteit met een maximum van 8 dagen per jaar. Het verzoek om vrijaf voor een van in dit artikel genoemde activiteiten zal door de vakvereniging schriftelijk en tijdig bij de werkgever worden ingediend. De werkgever zal geen toestemming voor dit verlof geven indien de betreffende werknemer moet deelnemen aan een concert, beeld- of geluidopname en/of generale repetitie. 9.5: De werknemer die zes jaar onafgebroken in dienst is bij de werkgever kan een verzoek indienen voor een sabbatical met een duur van maximaal 12 maanden. De voorwaarden voor het opnemen van een sabbatical zijn verwoord in bijlage 6 van deze cao. 9.6: Voor andere vormen van verlof is de Wet Arbeid en Zorg van toepassing waarvan een overzicht is opgenomen in bijlage 7 van deze cao. Artikel 10: Salarisregeling 10.1: De werknemer wordt ingedeeld in de salarisschaal die van toepassing is voor de functie waarvoor hij/zij is aangesteld. De salarisschalen zijn opgenomen in bijlage 2 van deze cao. 10.2: Bij indiensttreding ontvangt de werknemer in beginsel het salaris behorend bij de nulperiodiek van de van toepassing zijnde salarisschaal. 10.3: Bij goed functioneren wordt het salaris van de werknemer jaarlijks verhoogd tot het eerstvolgende in de salarisschaal vermelde bedrag tot het moment dat het maximum salaris in de betreffende salarisschaal is bereikt. Opmerking [HS18]: Het salaris moet onderhandelbaar zijn maar mag niet minder zijn dan bij de vorige wg. 10.4: Het salaris wordt uiterlijk op de laatste dag van elke maand beschikbaar gesteld. 10.5: De tuttimusicus die bereid is op verzoek van de dirigent of de werkgever tijdelijk de functie van aanvoerder te vervullen ontvangt, gerekend vanaf de eerste dag van de vervanging, voor het aantal uren dat de aanvoerderfunctie vervuld wordt een toeslag overeenkomstig het verschil tussen zijn salaris en het salaris behorend bij dezelfde periodiek in schaal 3. 10

11 10.6: Indien de werknemer naar het oordeel van de werkgever een bijzondere prestatie heeft geleverd kan aan de werknemer een eenmalig bedrag als gratificatie worden toegekend. 10.7: De werknemer die, al dan niet met onderbreking in dienst is geweest van dezelfde werkgever, heeft bij het volbrengen van een diensttijd van 12,5 respectievelijk 25 jaar recht op een jubileumgratificatie van een kwart (bruto) respectievelijk een netto maandinkomen. 10.8: Met ingang van 1 augustus 2012 komt de bijdrage levensloopsparen te vervallen. De bijdrage van de werkgever (0,3% van het maandinkomen) is met ingang van 1 augustus 2012 verwerkt in het salaris. 10.9: De functietoeslag A komt m.i.v. 1 augustus 2012 te vervallen en is m.i.v. deze datum opgenomen in de salarisschalen van salarisschaal 2. De functietoeslag B komt m.i.v. 1 augustus 2012 te vervallen en is m.i.v. deze datum opgenomen in de salarisschalen van salarisschaal : Aan de werknemer, die gedurende tien jaren het voor hem geldende maximumsalaris heeft genoten, zal, wanneer zijn trouw en toewijding daartoe aanleiding geven, boven dit maximum een salarisverhoging worden toegekend ter grootte van het verschil tussen de eerste twee in de schaal aangegeven salarissen. Vijf jaren nadien zal, onder dezelfde voorwaarden, eenzelfde verhoging worden toegekend. Deze verhogingen kunnen alleen worden toegekend, indien de periode van tien, respectievelijk vijftien jaren is doorgebracht bij dezelfde werkgever, bij wie de werknemer in dienst was voordat deze periode inging Artikel 11: Vergoedingen 11.1: De werknemer die gaat verhuizen naar een woning op minder dan 10 kilometer van de standplaats komt in aanmerking voor een verhuiskostenvergoeding. De vergoeding bedraagt 12% van het jaarsalaris van de werknemer met een maximum van 5.445,00 euro plus de werkelijke kosten van het overbrengen van de boedel met een maximum van 3.403,00 euro. Opmerking [HS19]: (derhalve vermeerderd met de vakantietoeslag) over een kwart, respectievelijk 1 maand. De wn die op 26 jaar of langer in dienst is van dezelfde wg, heeft bij wijze van overgangsmaatregel recht op een gratificatie bij het volbrengen van een diensttijd van 40 jaar van anderhalf maandinkomen (netto). Opmerking [HS20]: Terugtre den in functie: Indien de wg en wn, die gedurende ten minste 10 jaren met bepaalde werkzaamheden is belast, wegens buiten zijn/haar schuld onstane ongeschiktheid voor dei werkzaamheden in een lager gehonoreerde functie plaatst, behoudt de wn zijn/haar titel en zijn/haar maandinkomen. 11.2: De werknemer ontvangt, ongeacht de omvang van zijn/haar dienstverband, voor de bestrijding van de kosten van kleding bij overlegging van de nota(s) een tegemoetkoming van 200,00 euro netto per jaar, tenzij de kleding door het orkest wordt aangeschaft en aan de werknemers wordt verstrekt. 11.3: Voor de werknemer die deel uitmaakt van de blazersgroep zal de werkgever in de kosten van tandheelkundige verzorging een tegemoetkoming toekennen op basis van de volgende bepalingen: a) de werknemer draagt een eigen risico van 113,00 euro per seizoen b) indien de kosten in een seizoen hoger zijn dan het bedrag van het eigen risico ontvangt de betreffende werknemer een netto tegemoetkoming van 90% van de meerkosten. c) het maximum bedrag van de tegemoetkoming omschreven onder b) bedraagt 1.361,00 per seizoen d) de werknemer is verplicht om een aanvullende tandheelkundige verzekering af te sluiten. De werkgever zal een 50% tegemoetkoming verstrekken in de aanvullende premie. Per 1 januari 2012: 9,63 euro bruto per maand (op basis van de verlaagde - aangepaste premie per 1 januari 2012 TandVerzorgd 3 in de FNV Menzis polis van 19,26 euro p/mnd). De tegemoetkoming wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd op basis van de premie TandVerzorgd 3 in de FNV Menzis polis. Deze tegemoetkoming wordt verrekend met de eventueel lokaal afgesproken tegemoetkoming. Opmerking [HS21]: Kan vervallen. 11

12 11.4: Ter compensatie van de kosten voor het onderhoud van instrumenten ontvangt de werknemer een vergoeding overeenkomst de bepalingen zoals opgenomen in bijlage 4 van deze cao. 11.5: De werknemer heef ten laste van het Fonds Vergoedingen Orkestmusici (FVO) per kalenderjaar aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten voor vakliteratuur en andere soortgelijke beroepskosten van 130 euro netto (peil 2012). De werknemer met een parttime dienstverband en de werknemer die een deel van het kalenderjaar in dienst is ontvangt een vergoeding naar rato. De vergoeding wordt jaarlijks vastgesteld door het bestuur van het FVO. 11.6: De sejourregling komt met ingang van 1 augustus 2012 te vervallen. De werkgever komt op lokaal niveau in overleg met de ondernemingsraad een nieuwe sejourregeling overeen. 11.7: De werknemer die op een afstand van meer dan 10 kilometer van de standplaats woont komt in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten van woon-werk-verkeer conform onderstaande tabel: Opmerking [HS22]: Onderzoe k entameren naar kosten aanschaf instrumentarium. Opmerking [HS23]: In de CAO wordt een standaard sejourregeling opgenomen waar in overleg met de OR in voor de wn gunstige zin van kan worden afgeweken. (minimumregeling) Afstand woonplaats standplaats in kilometers 0 tot 10 kilometer 0 euro 10 tot 15 kilometer 33 euro 15 tot 20 kilometer 67 euro 20 tot 25 kilometer 100 euro 25 tot 30 kilometer 134 euro 30 tot 35 kilometer 167 euro 35 kilometer of meer 200 euro Vergoeding per maand bij fulltime dienstverband per : Indien door de werkgever geen collectief vervoer is geregeld voor het verrichten van werkzaamheden buiten de standplaats ontvangt de werknemer een tegemoetkoming in de daadwerkelijk gemaakte reiskosten van 0,19 eurocent per kilometer of de kosten van openbaar vervoer 2 e klas. In overleg tussen medewerker en werkgever wordt vooraf afgesproken of de kosten voor openbaar vervoer of een kilometervergoeding zal worden toegekend. 11.9: De vergoeding voor de tegemoetkoming van de kosten in de zorgverzekering komt met ingang 1 augustus 2012 te vervallen en is vanaf deze datum structureel verwerkt in het maandsalaris : De toeslag voor het bespelen van bij-instrumenten komt m.i.v. 1 augustus 2012 te vervallen. Ter compensatie zijn de salarisschalen m.i.v. 1 augustus 2012 met 1% verhoogd. In onderling overleg wordt beoordeeld of in bijzondere gevallen voor het bespelen van bij-instrumenten extra uren worden toegekend uit de persoonlijke portefeuille : De kleine ensembletoeslag en de toeslag voor gekostumeerd optreden komen m.i.v. 1 augustus 2012 te vervallen Artikel 12: Verzekering instrumenten 12.1: Voor rekening van de werkgever zijn maximaal twee hoofdinstrumenten en maximaal twee gecontracteerde bij-instrumenten die de werknemer voor zijn/haar werkzaamheden in het orkest nodig heeft verzekerd. Het betreft een all risk verzekering met werelddekking volgens clausule G 13 Opmerking [HS24]: Regeling Bij-instrumenetne: Een vaste toeslag voor gecontracteerde bijinstrumenten en mogelijk een toeslag voor incidenteel bespelen van bij-instrumenten. Het bespelen van bij-instrumenten is NIET automatisch onderdeel van de taak van de musicus. Opmerking [HS25]: Regeling tournees: Deze wordt in overleg met de OR afgesproken en biedt tenminste afspraken over: werk/rusttijden, accomodaties, sejours, wijze van reizen en reisschema s. 12

13 van de vereniging van transportassuradeuren. Op dit artikel zijn voorts de bepalingen van toepassing zoals verwoord in bijlage 3 van deze cao. Artikel 13: Eindejaarsuitkering 13.1: De werknemer die het gehele kalenderjaar fulltime in dienst is geweest ontvangt in december een eindejaarsuitkering van 917,00 euro bruto. De werknemer met een parttime dienstverband ontvangt een eindejaarsuitkering naar rato van zijn/haar deeltijdfactor. De werknemer die een deel van het kalenderjaar in dienst is geweest ontvangt een eindejaarsuitkering naar rato van het aantal maanden dat hij/zij in het betreffende kalenderjaar in dienst is geweest. De werknemer die in de loop van het kalenderjaar uit dienst gaat ontvangt een naar rato berekende eindejaarsuitkering bij het einde van het dienstverband. Artikel 14: Vakantietoeslag 14.1: De werknemer ontvangt in mei van het kalenderjaar een vakantietoeslag van 8% over de vanaf 1 mei van het voorafgaande jaar tot en met 30 april van het aansluitende jaar genoten maandsalarissen. Artikel 15: Beeld- en geluidsopnamen 15.1: De werkgever beslist over het (doen) opnemen van beeld- en/of geluidsopnamen en het gebruik daarvan. 15.2: De werknemer is verplicht medewerking te verlenen aan de in 15.1 bedoelde beeld- en/of geluidsopnamen. 15.3: Een vergoeding als bedoeld in artikel 3 van de Wet Naburige Rechten voor de vermenigvuldiging en openbaarmaking van beeld- en geluidsopnamen waaraan de werknemer heeft meegewerkt is m.i.v. 1 augustus 2012 verwerkt in het salaris Artikel 16: Inkomen bij arbeidsongeschiktheid 16.1: De werknemer die arbeidsongeschikt is ontvangt een doorbetaling van het maandinkomen gedurende de volgende perioden: Eerste 6 maanden van arbeidsongeschiktheid Maand 7 t/m 12 van arbeidsongeschiktheid Maand 13 t/m 18 van arbeidsongeschiktheid Maand 19 t/m 24 van arbeidsongeschiktheid 100% doorbetaling maandinkomen 90% doorbetaling maandinkomen 80% doorbetaling maandinkomen 70% doorbetaling maandinkomen 16.2: In afwijking van artikel 16.1 ontvangt de werknemer gedurende 24 maanden 100% van het maandinkomen indien in het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid door het UWV is vastgesteld dat de ziekte leidt tot volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid als bedoeld in de WIA. Opmerking [HS26]: Overgang sregeling opnemen t.b.v. vakantietoeslag o.g.v. een andere opbouwsystematiek dan de reguliere. Opmerking [HS27]: Opnamen in overleg met OR en AC Opmerking [HS28]: Geen afkoop in salaris maar billijke vergoeding overeenkomen met de OR. Opmerking [HS29]: De wg treft o.b.v. het overeenstemmingsvereiste met de OR een regeling betreffende de intellectuele eigendomsrechten van de musici waarbij de OR tenminste bij de inzet en het principe akkoord aangaande dit onderwerp de orkestleden zal raadplegen. Opmerking [HS30]: De keuzemogelijkheid om varianten op de 170% over 2 jaar op te nemen alsnog toevoegen. 16.3: Indien de werknemer voordat de termijn van twee jaar als bedoeld in BW 7 artikel 670 lid 1 is verstreken, de vervulling van zijn/haar functie gedeeltelijk hervat ontvangt hij/zij vanaf het moment van de gedeeltelijke hervatting voor het deel waarvoor hij/zij de functie vervult 100% salaris. Voor het deel dat de werknemer arbeidsongeschikt blijft ontvangt hij/zij de loondoorbetaling overeenkomstig het bepaalde in artikel

14 16.4: Indien de werknemer wordt herplaatst in een andere functie voordat de termijn van twee jaar als bedoeld in BW 7 artikel 670 lid 1 is verstreken en zijn salaris door de herplaatsing vermindering ondergaat, heeft hij/zij tot het einde van die termijn recht op een aanvullende uitkering. De aanvullende uitkering is gelijk aan het verschil tussen het bedrag waarop de werknemer volgens artikel 16.1 recht zou hebben als hij/zij niet was herplaatst en zijn/haar salaris na herplaatsing. 16.5: Met ingang van de maand volgend op de eerste volledige kalendermaand van een periode waarin de werknemer zijn/haar functie wegens arbeidsongeschiktheid niet daadwerkelijk uitoefent bestaat, tot het moment dat de functie wordt hervat, geen aanspraak op de volgende vergoedingen: * tegemoetkoming kosten kleding * tegemoetkoming kosten woon-werk-verkeer 16.6: Met ingang van de kalendermaand volgend op de maand waarin de werkgever en de werknemer gezamenlijk tot de conclusie zijn gekomen dat de werknemer zijn/haar eigen functie niet meer zal kunnen uitoefenen bestaat geen aanspraak op de volgende vergoedingen: * verzekering instrument * tegemoetkoming premie aanvullende tandheelkundige verzekering blazers * vergoeding kosten instrumentenonderhoud 16.7: De werknemer die minder dan 35% arbeidsongeschikt is en die herplaatst is in zijn/haar functie onder andere voorwaarden of in een andere functie heeft na 24 maanden na aanvang van de arbeidsongeschiktheid aanspraak op loon overeenkomstig de verrichte werkzaamheden alsmede op een IPAP-uitkering indien de werknemer zich daarvoor verzekerd heeft en voldaan wordt aan de daaraan gestelde voorwaarden. 16.8: De werknemer die meer dan 35% doch minder dan 80% arbeidsongeschikt is en die herplaatst is in zijn/haar functie onder andere voorwaarden of in een andere functie heeft na 24 maanden na aanvang van de arbeidsongeschiktheid aanspraak op loon overeenkomstig de verrichte werkzaamheden en op een WGA-uitkering op grond van de WIA. Daarnaast bestaat, indien voldaan wordt aan de daaraan gestelde voorwaarden aanspraak op een AAOP-uitkering alsmede een IPAPuitkering indien de werknemer zich daarvoor heeft verzekerd en voldaan wordt aan de daaraan gestelde voorwaarden. 16.9: De arbeidsongeschikte werknemer heeft na beëindiging van het dienstverband afhankelijk van de mate en duurzaamheid van zijn arbeidsongeschiktheid en zijn eventuele inkomen uit arbeid aanspraak op een uitkering op grond van de WIA en een AAOP-uitkering indien voldaan wordt aan de daaraan gestelde voorwaarden. Daarnaast heeft de werknemer aanspraak op een IPAP-uitkering indien de werknemer zich daarvoor verzekerd heeft en voldaan wordt aan de daaraan gestelde voorwaarden. Artikel 17: Beëindiging dienstverband 17.1: Voor het opzeggen van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geldt voor de werkgever en voor de werknemer een opzegtermijn van twee maanden. 17.2: Voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zal de arbeidsovereenkomst van rechtswege worden beëindigd zonder opzegging op de laatste dag van het tijdvak genoemd in de individuele arbeidsovereenkomst. Opmerking [HS31]: Opzegter mijn arbeidsovereenkomst bepaalde tijd alsnog opnemen. 17.3: Het dienstverband tussen de werkgever en de werknemer eindigt van rechtswege op de dag waarop de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd in de zin van het in artikel 7.3 lid 1 van het 14

15 Pensioenreglement ABP heeft bereikt zonder dat hiertoe opzegging is vereist, doch niet eerder dan de dag waarop de werknemer de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt. Artikel 18: Uitkering bij overlijden 18.1: Indien de werknemer overlijdt zal aan zijn erfgenamen een overlijdensuitkering worden verstrekt gelijk aan driemaal het bedrag van het de werknemer laatstelijk rechtens toekomend maandinkomen. Artikel 19: Pensioen 19.1: Het pensioenreglement van de Stichting Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds is van toepassing op de werkgever en de werknemer. Artikel 20: Overleg bij fusie en/of reorganisatie 20.1: Indien er sprake is van een fusie of reorganisatie worden de vakverenigingen tijdig uitgenodigd voor overleg. Dit overleg heeft tot doel om tot afspraken te komen over de wijze waarop zal worden omgegaan met de personele consequenties die verbonden zijn aan de fusie of reorganisatie. Artikel 21: Geschillen 21.1: De uitleg van deze collectieve arbeidsovereenkomst berust bij partijen. 21.2: Indien een der partijen bij deze collectieve arbeidsovereenkomst dan wel een individuele werknemer of werkgever van mening is dat er een geschil bestaat omtrent interpretatie of toepassing van deze overeenkomst zal deze zaak worden voorgelegd aan de Vaste Commissie die daarover een bindend advies zal uitbrengen. Het reglement voor de Vaste Commissie is opgenomen in bijlage 5. Opmerking [HS32]: In de CAO een sociaal beleidskader opnemen. Opnemen: regeling ontslag bij reorganisatie/liquidatie als gevolg van subsidievermindering of beëindiging door rijks- en/of lagere overheden. Toepasselijke bovenwettelijke uittkeringsregelingen in relatie tot reorganisatie en/of liquidatie o.g.v. de BWU Rijk bliljven van toepassing. Artikel 22: Duur collectieve arbeidsovereenkomst 22.1: Deze cao treedt in werking per 1 augustus 2012 en eindigt van rechtswege, derhalve zonder dat opzegging is vereist op 31 juli Aldus op.. overeengekomen en getekend door: Partij ter ene zijde: Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten. Partijen ter andere zijde: FNV Kunsten Informatie En Media 15

16 .. Nederlandse Toonkunstenaarsbond. 16

17 Bijlage 1: Functiebeschrijvingen Ad A. Tutti-musicus De tutti-musicus levert een actieve en betrokken bijdrage aan het realiseren van de missie en doelstellingen en daaruit voortvloeiende activiteiten van de organisatie. Daartoe behoren: * Het uitvoeren van orkest- en klein ensemble-werkzaamheden, zoals: a. het bespelen van zijn hoofdinstrument en, indien dat in zijn arbeidsovereenkomst is opgenomen, bij-instrument(en) in het orkest; b. het overeenkomstig de functie deelnemen aan (groeps)repetities en concerten/uitvoeringen, inclusief optredens in het kader van bijvoorbeeld educatieve, maatschappelijke of cultuurparticipatieactiviteiten; c. het in bijzondere omstandigheden tijdelijk vervullen van een andere functie, indien de werkgever redelijkerwijs geen voorziening heeft kunnen treffen en indien dit van de werknemer in redelijkheid kan worden verlangd; d. het meewerken aan registraties en live-uitzendingen van concerten/uitvoeringen; e. het gekostumeerd optreden. * Het voorbereiden op orkest- en klein ensemble-werkzaamheden, zoals: a. zelfstudie ter bevordering van de spelkwaliteit op het hoofdinstrument en eventueel bijinstrument(en); b. voorbereiden van partijen; c. instrumentonderhoud. * Het verrichten van overige werkzaamheden, zoals: a. aanwezig zijn bij proefspelen indien het proefspelreglement zulks voorschrijft; b. niet-spelende taken in het kader van de voorbereiding of uitvoering van bijvoorbeeld een educatieve, maatschappelijke of cultuurparticipatie-activiteit; c. niet-spelende taken in het kader van de voorbereiding of uitvoering van een promotie-, pr-, marketing- of sponsorwervingsactiviteit; d. het deelnemen aan orkestvergaderingen, werkoverleg, functioneringsgesprekken, cursussen etcetera. Ad B. 1 e harpist, tubaist, paukenist (solomusici die geen groep leiden) a. het spelen van obligaatsolopartijen; b. Het leveren van een actieve bijdrage aan het orkestmanagement, ondermeer door: i. het bevorderen van een goede collegiale samenwerking ii. het fungeren als gesprekspartner voor het management ten aanzien van artistieke of personele vraagstukken aangaande het orkest. c. de taken van de tutti-musicus. Ad C. Assistent-aanvoerder a. het ondersteunen van de aanvoerder bij de uitvoering van zijn werkzaamheden; b. het op verzoek van de werkgever waarnemen van de aanvoerder bij diens afwezigheid; c. de taken van de tutti-musici. Ad D. Aanvoerder a. het spelen van obligaatsolopartijen; b. het leveren van een actieve bijdrage aan het orkestmanagement, ondermeer door: 17

18 - het coachen en begeleiden van de leden van de groep; - het bevorderen van een goede collegiale samenwerking; - het fungeren als gesprekspartner voor het management ten aanzien van artistieke of personele vraagstukken aangaande de eigen groep of het orkest. c. het leiding geven aan de groep door onder meer: - het geven van aanwijzingen van speeltechnische aard met inachtneming van de door de dirigent geuite wensen; - het bevorderen van de stemming van de instrumenten onderling en het bevorderen van de speelcultuur in de groep; - het desgevraagd organiseren en op zich nemen van de leiding van groepsrepetities; - het adviseren over de indeling van de groep, indien de werkgever dat vraagt; - het zorgen voor de juiste betekening van het te spelen muziekmateriaal ruim voor aanvang van de eerste repetitie van het te spelen werk en het, in overleg met de dirigent, geven van aanwijzingen voor het betekenen van partijen in de groep. d. de taken van de tutti-musicus. Ad E. Concertmeester a. draagt medeverantwoordelijkheid voor de realisatie van de artistieke ambities van het orkest, onder meer door collega s te motiveren en te inspireren, en is in dat kader gesprekspartner voor de directie, chef dirigent, artistieke leiding en aanvoerders; b. is tijdens repetities en concerten/uitvoeringen verantwoordelijk voor het bereiken van de gewenste speeldiscipline en orde, ondersteunt daarin de dirigent en zoekt daarbij samenwerking met de aanvoerders; c. is verantwoordelijk voor de instrumentale stemming van het hele orkest; d. neemt desgewenst de leiding op zich van repetities van de gehele strijkersgroep; e. de taken van de aanvoerder; f. de taken van de tutti-musicus. 18

19 Bijlage 2: Salarisschalen De cao kent drie salarisschalen: - schaal 1 is van toepassing op de tutti-musicus; - schaal 2 is van toepassing op de assistent-aanvoerder; - schaal 3 is van toepassing op de aanvoerder, alsmede 1 e harpist, tubaist. Er zijn twee categorieën salarisschalen, aangeduid met 100% en 110%. De 110%-salarisschaal wordt gehanteerd door het Residentie Orkest en het Nederlands Philharmonisch Orkest/Nederlands Kamer Orkest. De 100%-salarisschaal wordt gehanteerd door de overige orkesten, partij bij deze CAO. Schaal 1 schaal 2 schaal 3 Bruto maandsalaris Bruto maandsalaris Bruto maandsalaris periodiek % 110% 100% 110% 100% 110% Toelichting: In bovenstaande loontabel zijn de lonen uit de cao van 1/1/2009 t/m 31/12/2009 met de volgende bedragen of percentages verhoogd: met 1% verhoogd ter compensatie vervallen toeslag bij-instrumenten met 0,3% verhoogd zijnde de bijdrage werkgever levensloopsparen met 17,50 verhoogd zijnde de vergoeding zorgverzekering met 12,50 verhoogd ter compensatie vergoeding radio en TV schaal 2 extra verhoogd met functietoeslag A ( 156,00 in 100% schaal) schaal 3 extra verhoogd met functietoeslag B ( 327,00 in 100% schaal) 19

20 Bijlage 3: Bepalingen verzekering instrumenten a. Tot de in artikel 12.1 genoemde instrumenten worden tevens geacht te behoren: de foudraals c.q. instrumentenkisten, alsmede de losse onderdelen van de instrumenten. b. De verzekering geldt voor de volgende maximale taxatiewaarden: 1e hoofdinstrument: maximaal de taxatiewaarde; 2e hoofdinstrument: maximaal ; 1e bij-instrument: maximaal de taxatiewaarde; 2e bij-instrument: maximaal c. Per strijker kunnen maximaal twee strijkstokken worden verzekerd: 1 e strijkstok: maximaal de taxatiewaarde 2 e strijkstok: maximaal d. Tot de verzekering als bedoeld in de voorgaande leden wordt niet overgegaan zolang niet door de betrokken werknemer is overgelegd: een taxatierapport van een door de werkgever erkend taxateur; de taxatiekosten zijn voor ten hoogste eenmaal per jaar voor rekening van de werkgever; een verklaring of en zo ja, tot welk bedrag, tegen welk risico en bij welke maatschappij hij zijn instrument heeft verzekerd. e. Kosten gemaakt wegens hertaxatie komen ten hoogste eenmaal per twee jaar, dan wel eenmaal per jaar voor 50% voor rekening van de werkgever, indien deze hertaxatie althans geschiedt door een door de werkgever erkend taxateur. f. Indien een werknemer zijn instrument zelf reeds all risk heeft verzekerd en hij deze verzekering wil aanhouden, wordt hem een vergoeding verleend tot een bedrag dat de werkgever zou hebben betaald, mits door de werknemer de ad e genoemde bescheiden zijn overgelegd. De werknemer heeft het recht de in lid a t/m d genoemde verzekering op eigen kosten aan te vullen. g. De werkgever aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade voortvloeiende uit beschadiging of verlies van instrumenten van werknemers, indien deze onverzekerd is en voor zover deze het verzekerde bedrag, genoemd in lid c en lid d mocht te boven gaan. h. Tenzij de polis anders voorschrijft, dient binnen drie dagen na het ontstaan van de schade, de schademelding schriftelijk aan de werkgever te worden doorgegeven met overlegging van de nodige bewijsstukken; noodzakelijke reparaties worden eerst uitgevoerd na verkregen toestemming van de werkgever. i. In bijzondere omstandigheden, zoals bij privé-gebruik of ongunstig schadeverloop, kan een verzekering met een eigen risico voor de werknemer worden afgesloten. j. Andere door de werknemer te gebruiken instrumenten voor zover niet vallend onder lid a t/m d van dit artikel kunnen - zulks ter beoordeling van de werkgever - voor rekening van de werknemer door de werkgever worden verzekerd. De hieraan verbonden taxatiekosten zijn voor rekening van de werknemer. De werknemer zal tweejaarlijks op kosten van de werkgever de verzekerde instrumenten laten taxeren, tenzij de verzekeringsvoorwaarden anders bepalen. 20

21 Bijlage 4: Tegemoetkoming kosten instrumentonderhoud a. Ter compensatie van de onderhoudskosten van het instrument dat wordt ingezet voor een verplichting hoofdinstrument, ontvangt de werknemer met een volledig dienstverband de hieronder vermelde toepasselijke vergoeding: per jaar per maand per jaar per maand per jaar per mnd viool 707,55 58,96 710,39 59,20 736,99 61,42 altviool 707,55 58,96 710,39 59,20 736,99 61,42 Cello 1.019,70 84, ,80 85, ,13 88,51 contrabas 780,38 65,03 783,52 65,29 812,85 67,74 Fluit 475,51 39,63 477,42 39,79 495,30 41,27 piccolo (garantie) 348,17 29,01 348,17 29,01 348,17 29,01 piccolo (nieuw) 343,37 28,61 344,75 28,73 357,66 29,80 Hobo 963,51 80,29 967,38 80, ,60 83,63 alt-hobo 1.356,82 113, ,28 113, ,28 117,77 klarinet (a- en bes-) 1.538,91 128, ,10 128, ,95 133,58 c-klarinet (garantie) 894,53 74,54 894,53 74,54 894,53 74,54 c-klarinet (nieuw) 769,98 64,16 773,07 64,42 802,02 66,83 basklarinet 1.670,02 139, ,73 139, ,51 144,96 fagot 1.352,66 112, ,10 113, ,95 117,41 contrafagot 1.799,04 149, ,27 150, ,90 156,16 hoorn 541,06 45,09 543,24 45,27 563,58 46,96 f-hoorn (garantie) 297,80 24,82 297,80 24,82 297,80 24,82 f-hoorn (nieuw) 108,21 9,02 108,65 9,05 112,72 9,39 trompet (bes- en c-) 1.019,70 84, ,80 85, ,13 88,51 piccolotrompet 509,85 42,49 511,90 42,66 531,06 44,26 trombone 551,47 45,96 553,69 46,14 574,42 47,87 alttrombone 551,47 45,96 553,69 46,14 574,42 47,87 bastrombone 556,67 46,39 558,91 46,58 579,84 48,32 c-tuba 593,09 49,42 595,47 49,62 617,77 51,48 f-tuba 593,09 49,42 595,47 49,62 617,77 51,48 Harp (garantie) 794,89 66,24 794,89 66,24 794,89 66,24 Harp (nieuw) 706,51 58,88 709,34 59,11 735,90 61,33 De bedragen voor vergoeding van onderhoudskosten worden jaarlijks per januari geïndexeerd op basis van het consumentenprijsindexcijfer (alle huishoudens afgeleid) van de maand oktober van dat jaar ten opzichte van de maand oktober van het voorafgaande jaar. b. Voor het instrument, dat de werknemer op grond van zijn arbeidsovereenkomst als bij-instrument bespeelt, ontvangt de werknemer een vergoeding van 60% van het op het hoofdinstrument toepasselijke bedrag genoemd in sub. A. c. De werknemer met een parttime dienstverband ontvangt de vergoedingen naar rato. 21