Antroposofie en Economie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Antroposofie en Economie"

Transcriptie

1 Antroposofie en Economie Universiteit van Amsterdam, Faculteit Economie Afstudeerscriptie EC Bakker ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ INHOUDSOPGAVE INLEIDING 3 1 ANTROPOSOFIE EN DE SOCIOLOGISCHE BASISWET Rudolf Steiner 1.2 De Sociologische Basiswet Afsluiting 9 2 DE DRIEGELEDING VAN HET SOCIALE ORGANISME Inleiding 2.2 De noodzaak van inzicht in de driegeleding De drie geledingen nader gespecificeerd De relatieve zelfstandigheid van de drie geledingen Driegeledingsprincipes en hun consequenties voor iedere organisatie Afsluiting 20 3 WAT IS (EEN) WAAR? Inleiding 3.2 Waren en waardevorming De produktiefactoren Natuur, Arbeid en Kapitaal Waren en prestaties Afsluiting 39 4 ARBEIDSDELING EN WINSTSTREVEN 41 1

2 4.1 Inleiding 4.2 De Sociale Hoofdwet: het altruïstische karakter van de economie Het individu in de economie: winststreven en initiatief Afsluiting 50 5 HET FUNDAMENTELE ECONOMISCHE VRAAGSTUK: DE PRIJSVORMING Inleiding 5.2 Economie tussen natuur en recht Prijsvorming en het prestatieprincipe Consumptie en prijsvorming Prijsvorming en Geld Afsluiting 70 6 CONCLUSIES Beantwoording vraagstelling Beantwoording vraagstelling 2 76 LITERATUURLIJST 83 2

3 INLEIDING Het onderwerp van deze scriptie is gekozen vanuit de overtuiging dat betere afstemmingsprocessen noodzakelijk zijn in de economie. Inflatie, milieu, werkloosheid, armoede; het zijn allemaal chronische kwalen, die met name getuigen van een enorm gebrek aan wederzijdse afstemming in de economie. Het was mij bekend dat een, voor de economische wetenschap, onbekende bron hieromtrent zinnige dingen te zeggen te heeft: Rudolf Steiner, grondlegger van de Antroposofie. Steiner stelt dat afstemmingsprocessen tussen mensen een absolute voorwaarde zijn voor het functioneren van de economie. Hij plaatst dit echter in een brede context: de samenleving is een sociaal organisme, bestaande uit drie 'geledingen', die voortdurend op elkaar inwerken; geestesleven, rechtsleven en economisch leven. Ieder van deze drie heeft eigen, specifieke wetmatigheden, die om daarmee in overeenstemming zijnde maatregelen vragen. De aard van deze maatregelen dienen rekening te houden met een historische ontwikkelingswetmatigheid, die veel weg heeft van wat wij tegenwoordig het individualiseringsproces zouden noemen. Je zou kunnen zeggen dat dit laatste überhaupt ten grondslag ligt aan de Antroposofie als geheel. Het gedachtegoed van Steiner in dezen is dus nogal verstrekkend; uit deze korte beschrijving kan men al opmaken dat het om vergaande maatschappelijke veranderingen vraagt. Volgens Steiner kan men echter op ieder gewenst moment, vanuit iedere positie in een dergelijke richting werken. Het gedachtegoed is echter ook veelomvattend en derhalve niet zo gemakkelijk te 'vatten'. Deze scriptie kan daardoor hooguit een verkennend karakter hebben. De vraagstelling beperkt zich tot het volgende: 3

4 1. Welke afstemmingsprocessen tussen mensen staan Steiner voor ogen in de economie? 2. Hoe kan de afzonderlijke bedrijfsorganisatie in de richting van de uit vraag 1 resulterende afstemmingsprocessen werken? Deze vragen vereisen een diepgaande behandeling van de economische geleding. In deel I wordt in de hoofdstukken 1 en 2 de grondslag van Steiner s maatschappelijke visie onderzocht. Hoofdstuk 1 geeft een korte introductie in de Antroposofie en behandelt de 'sociologische basiswet'; uit de laatste blijkt dat Steiner het tijd vind om de samenleving fundamenteel op het belang van het afzonderlijke individu te baseren. Hoofdstuk 2 zet de kern van de 'driegeleding' uiteen, op grond waarvan men tot inzichten kan komen hoe men de consequenties van de Sociologische Basiswet in praktijk zou moeten brengen. Duidelijk wordt dat de mens zeer dynamische samenhangen moet leren hanteren om dit te bereiken. Rekening moet worden gehouden met het feit dat het individu tot ieder van de geledingen een andere verhouding heeft en dat de geledingen overal terug te vinden zijn. Deel II behandelt dan in drie hoofdstukken de 'economische geleding'. Het is daarbij gebleken dat het onmogelijk is om te begrijpen welke afstemmingsprocessen Steiner hier voor ogen staan, zonder op de door hem aangegeven specifieke kenmerken van de economische geleding diepgaand in te gaan. Hoofdstuk 3 zet zich uiteen met het warenbegrip en het prestatieprincipe. Hoofdstuk 4 plaatst dezen weer in het licht van de Sociale Hoofdwet en het winststreven. In hoofdstuk 5 kan pas de prijsvorming behandeld worden, waarin allerlei afstemmingsprocessen uiteindelijk dienen te resulteren. Deel III bestaat uit hoofdstuk 6, waar de finale beantwoording van de vraagstelling aan de orde komt: de conclusies. 4

5 1 ANTROPOSOFIE EN DE SOCIOLOGISCHE BASISWET 1.1 Rudolf Steiner Rudolf Steiner ( ), Oostenrijker, heeft gedurende zijn leven een geweldige activiteit ontplooid. Vooral in Duitsland en Zwitserland. Zijn schriftelijke nalatenschap omvat minstens 6000 voordrachten, 40 boeken en honderden artikelen. Hierin komt een zódanig scala aan onderwerpen aan de orde, dat men zich mag afvragen of er maatschappelijke onderwerpen te verzinnen zijn waar Steiner zich niét over uitgelaten heeft. Steiner was bepaald niet alleen een man van ideeën. In de praktijk heeft veel van het door hem verwoorde zijn beslag gekregen in het ontplooien van tal van initiatieven. Te denken valt aan gezondheidszorg, onderwijs, landbouw, architectuur, kunst, religie, economie en natuurwetenschappelijk onderzoek. Veel mensen geven vandaag de dag nog invulling aan het werk van Steiner. Soms neemt dit zelfs de vorm aan van volslagen nieuwe initiatieven, zoals in Nederland op het gebied van verslavingszorg en financiële dienstverlening. Gewoonlijk wordt aan dit alles gerefereerd als aan de 'antroposofie'. Steiner zelf hanteerde deze benaming. Vrij vertaald betekent het: 'bewustzijn omtrent het menszijn'. Daarmee raakt men aan de essentie van Steiner s werkzaamheid. Volgens hem moet de mens in deze tijd een bewuste houding ten opzichte van zichzelf en zijn omgeving leren ontwikkelen. Hier heeft hij een aanzet toe willen geven. Van het grootste belang daarbij is dat de mens zichzelf (weer) kan leren kennen als een geestelijk wezen dat deel uitmaakt van omvattende kosmische samenhangen. Bij al de activiteiten van Steiner staat de zelfstandigheid 5

6 van het individu centraal. Dat komt inhoudelijk tot uitdrukking in de aangereikte inzichten. Bijvoorbeeld in de visie op geneeskunde, waar het primair om het bevorderen van de genezende kracht in de mens zélf gaat. Echter óók in de wijze waarop de inzichten worden gebracht. Het is zijn streven geweest om altijd een appél te doen op het zelfstandige denken van zijn gehoor en lezers. Het lezen van Steiner is op zich niet gemakkelijk; het is bepaald géén lectuur. De lezer moet er echt met 'de kop bijblijven'. Daar komt dan nog bij dat hij heel vaak zaken vanuit een bepaald perspectief behandelt, en daar later weer vanuit andere perspectieven op terug komt. Bij het met elkaar verbinden van deze perspectieven is zelfstandig beoordelingsvermogen een absoluut vereiste. Het centraal stellen van het zelfstandige individu is in velerlei opzicht terug te vinden bij de ideeën van Steiner omtrent de inrichting van de huidige samenleving. 1.2 De Sociologische Basiswet De essentie van de Sociologische Basiswet Aan de basis van de antroposofie staat het uitgangspunt dat mensen in deze tijd een bewuste houding ten opzichte van zichzelf en hun omgeving moeten ontwikkelen. Deze gedachte ligt dan ook ten grondslag aan de ideeën van Steiner aangaande de inrichting van de huidige samenleving. In onze huidige samenleving spreekt men wel van het individualiseringsproces: mensen worden steeds bewuster, willen meer en meer zelf hun keuzes bepalen. Steiner ziet dit als een evolutionaire ontwikkeling die als een rode draad door de mensheidsgeschiedenis heen loopt. In antroposofenkringen refereert men hieraan als de Sociologische Basiswet. Steiner trekt er vergaande conclusies uit. 6

7 In twee artikelen, geschreven in 1898, staat de essentie van de sociologische basiswet. 1 Deze schuilt in de gedachte, dat in vroeger tijden het gemeenschapsbelang boven het individuele belang werd gesteld, omdat de individualiteit nog niet voldoende ontwikkeld was. De individualiteit had nu eenmaal de gemeenschap nodig om zijn krachten te kunnen ontwikkelen. In de loop der geschiedenis wordt het individu steeds sterker en kan het bevoogding door de gemeenschap steeds minder verdragen. Het belang van het individu komt steeds meer voorop te staan. De conclusie van Steiner is consequent: " Het doel van iedere staat of maatschappij moet zijn ervoor te zorgen dat de enkeling op de best mogelijke manier tot zijn recht komt. (..) Zijn ideaal zal het volledig ontbreken van machtsverhoudingen zijn. De staat zal tot een gemeenschap worden, die niets voor de staat zelf, maar alles voor de afzonderlijke mens nastreeft." De staat moet zichzelf als een middel beschouwen: " Iedere staat of maatschappij die zich als doel op zichzelf beschouwd, moet wel naar macht over het individu streven." Let wel; hier wordt gesproken van een ideaal, in welke richting gestreefd zou moeten worden. Weliswaar drukt zich in het volledig ontbreken van machtsverhoudingen een ideaal van anarchistisch individualisme uit, maar er wordt geen pleidooi gehouden voor het opheffen van de staat. Het ligt niet voor de hand om vanuit het tot nu toe geschetste het belang van de staat te onderschatten, het na te streven ideaal van het ontbreken van machtsverhoudingen betekent dat er voor de staat een zeer belangrijke rol is weggelegd bij het beschermen van de rechten van iedere afzonderlijke enkeling. Een eenvoudige praktische conclusie die men uit de sociologi- 1 Zie SB voor alle citaten in en

8 sche basiswet kan trekken is dat men zoveel mogelijk in iedere samenleving de eigen verantwoordelijkheid van individuen zou moeten bevorderen. Hiertoe moet men dan wél de mogelijkheden scheppen, onder andere door mensen daadwerkelijk de mogelijkheid te bieden tot participeren. Het is dan ook uitdrukkelijk niet zo dat de sociologische basiswet alleen consequenties heeft voor de rol van de staat. Inherent aan het evolutieproces van de sociologische basiswet is het evolueren van maatschappelijke structuren c.q. instellingen in de breedst mogelijke zin. Kenmerkend is het dat Steiner de samenleving typeert als een organisme: niet als mechanisme, niet als natuurlijk organisme, maar als een sociaal organisme De samenleving als sociaal organisme Een mechanisme evolueert niet, een organisme wel. Men kan echter de evolutie van de natuurrijken niet zonder meer met de evolutie van het 'mensenrijk' vergelijken. "In het rijk van de mensen moeten we naar wetmatigheden zoeken, die wel in Darwinistische geest zijn gedacht, die echter aan het menselijke gebied even specifiek eigen zijn, als de organische ontwikkelingswetten specifiek eigen aan de betreffende natuurrijken zijn." De sociologische basiswet is dus zijns inziens een dergelijke specifiek menselijke ontwikkelingswetmatigheid. Steiner spreekt doorgaans dan ook van de menselijke samenleving als van een sociaal organisme in tegenstelling tot een natuurlijk organisme. Het voert te ver om de motivaties van Steiner dienaangaande uit de doeken te doen. Volstaan moet worden met hier te zeggen dat het verschil hem er in schuilt dat de evolutie van het sociale organisme met het voortschrijden van de sociologische basiswet steeds meer van de mensheidsindividuen afhangt. Steeds minder zal er een zich automatisch voltrekkende ontwikkeling zijn zoals men die in de 8

9 natuur (met of zonder God) meent waar te nemen. De vraag is dan in hoeverre de sociologische basiswet is voortgeschreden en in welke vorm het sociale organisme derhalve in onze tijd het beste tot uitdrukking zou kunnen komen. Welnu, wederom zonder op de dieperliggende motivaties in te gaan; volgens Steiner is het hoog tijd om de samenleving daadwerkelijk in te richten op basis van het individu. 1.3 Afsluiting In Steiners' levenswerk, de antroposofie, staat het bevorderen van de zelfstandigheid van de menselijke individualiteit voorop, op grond van een toename van het zelfbewustzijn. Steiner blijkt dit in het licht te zien van een historische ontwikkelingswetmatigheid. Op grond daarvan acht hij het noodzakelijk dat de samenleving zich moet funderen op het belang van ieder afzonderlijk individu. In organisatiekundige termen zou men wel kunnen spreken van een pleidooi voor een zeer consequente 'bottom-up' benadering. Wat Steiner zich daar in grote lijnen bij voorstelde is het onderwerp van het volgende hoofdstuk. Pas dan kan meer specifiek de economie behandeld worden. Desalniettemin kan men op grond van dit hoofdstuk al concluderen, dat bij de economische afstemmingsprocessen die Steiner voor ogen staan, het belang van ieder individu ten zeerste in het oog zal worden gehouden. 9

10 2 DE DRIEGELEDING VAN HET SOCIALE ORGANISME 2.1 Inleiding Pas vanaf 1917 is Steiner naar buiten getreden met omvattende voorstellen in de richting van maatschappelijke structuren die op het individu gebaseerd zijn. De essentie van deze voorstellen is te vinden in 'Die Kernpunkte der Sozialen Frage', gepubliceerd in Centraal staat de visie op de samenleving als een sociaal organisme. Grondgedachte daarbij is dat dit sociaal organisme drie geledingen heeft met elk eigen wetmatigheden, die elkaar voortdurend wederzijds beïnvloeden, niet gescheiden van elkaar gezien kunnen worden, maar relatief zelfstandig in hun functioneren. Steiner noemt ze geestesleven, rechtsleven en economisch leven. Dit hoofdstuk doet de driegeleding in grote lijnen uit de doeken. Er wordt stilgestaan bij de noodzaak om inzicht te krijgen in de driegeleding in deze tijd, en de drie geledingen worden kort omschreven. Ook worden de samenhangen vanuit verschillende invalshoeken bekeken. 2.2 De noodzaak van inzicht in de driegeleding Steiner acht het in deze tijd noodzakelijk dat ieder van de drie geledingen expliciet op haar eigen grondslag gebaseerd wordt, tot uitdrukking komend in daarmee in overeenstemming zijnde afstemmingsprocessen. Op deze manier kan het individu de mogelijkheid worden geboden om in elk opzicht volwaardig en bewust deel te nemen aan de samenleving. De drie geledingen moeten op de een of andere manier in een 2 Bij de verwijzingen naar dit boek in de voetnoten wordt naast de originele Duitse versie ook naar de Nederlandse vertaling verwezen (aangegeven met NL). Dit is echter voor het gemak van de lezer gedaan. Ik heb zelf rechtstreeks vanuit het Duits vertaald. 10

11 evenwichtige verhouding tot elkaar staan. Wanneer één van de geledingen als het ware buiten haar boekje gaat, dan verstoort zij daarmee het functioneren van de andere twee geledingen en daarmee per definitie haar eigen functioneren. Dit probleem was er in vroeger tijden op zich ook wel, maar het geheel bereikte doorgaans nog een acceptabel evenwicht, enerzijds door algemeen geaccepteerde normen en waarden, anderzijds door bijsturen 'van bovenaf'. Voor het gros van de mensen is dit altijd een proces geweest dat zich voor hen onbewust voltrok. Met het voortschrijden van de sociologische basiswet verandert de problematiek; steeds meer individuen richten zich niet meer automatisch (onbewust) naar algemeen geldende normen en waarden, die daarmee hun bindende kracht verliezen. Zij accepteren ook steeds minder autoritaire besluitvorming, al mag deze claimen nog zo verstandig te zijn. In onze tijd is dit zó sterk geworden dat op de oude weg voortgaan continue evenwichtsverstoringen met zich mee zal brengen. Deze zullen de samenleving telkens in chaotische toestanden zal doen verkeren, met alle schadelijke gevolgen van dien. De enige oplossing schuilt er volgens Steiner in om de dynamische evenwichtsverhoudingen van het sociale organisme bewust te leren hanteren, en wel door een ieder de mogelijkheid te bieden hier op gelijkwaardige wijze aan deel te nemen. Hierdoor kan het individualiseringsproces gepaard gaan met een zeer noodzakelijk bewustzijnsproces. Het feit dat mensen een sterkere individualiteit ontwikkelen wil namelijk nog niet zeggen dat het zelfbewustzijn daarmee gelijke tred houdt. Zo zal het met het ontwikkelen van de sociologische basiswet steeds sterker wordende fundamentele verlangen om het eigen leven zelf te willen vormgeven, zich zeer makkelijk kunnen uiten in ongeremd egoïsme. Tot ieder van de drie geledingen heeft het individu telkens 11

12 een andere verhouding. Deze verhoudingen kan men als de grondslag beschouwen voor de specifieke afstemmingsprocessen die voor het functioneren van de afzonderlijke geledingen noodzakelijk zijn. Hiernaar de samenleving inrichten bevestigd de gelijkwaardigheid van individuen en bevorderd eigen verantwoordelijkheid. Volgt nu een korte beschrijving van deze drie geledingen en hun verhouding tot individu en samenleving. 2.3 De drie geledingen nader gespecificeerd Het geestesleven " Al hetgeen wat berust op de natuurlijke, zowel fysiek als geestelijke, begaafdheid van het afzonderlijk menselijk individu, wat binnen moet komen in het sociale organisme op grondslag van deze natuurlijke begaafdheid..(behoort tot het geestesleven)." 3 " Er is geen andere mogelijkheid, om deze opname (in het sociale organisme) op een gezonde wijze te bewerkstelligen, dan deze van de vrije ontvankelijkheid van de mensen en van de impulsen die uit de individuele capaciteiten zelf komen afhankelijk te laten zijn." 4 Het geestesleven is dus een gebied waar de individualiteit op zichzelf centraal staat. Men zou het ook het gebied van de individuele ontplooiing kunnen noemen, daar het er hier op aan komt dat er volledige vrijheid moet zijn voor ieder individu om zich te uiten, te ontwikkelen, zoals men dat voor zichzelf het beste acht. Steiner refereert op macroniveau met name aan onderwijsinstellingen als behorend tot het geestesleven. 3 Zie KP 44, NL 59 4 Zie KP 56, NL 73 12

13 2.3.2 Het rechtsleven Deze geleding, "kan het slechts van doen hebben met al hetgeen, wat zich vanuit puur menselijke basis betrekt op de verhouding van mens tot mens." 5 "Daar wordt op democratische wijze alles vormgegeven, wat ieder mens tot gelijke tegenover ieder ander mens maakt." 6 Het rechtsleven is een gebied waar de relatie van individu tot individu, puur op basis van hun menszijn centraal staat. Men kan het ook het gebied van de bescherming noemen, omdat het er hier om gaat dat ieder mens ruimte moet hebben waar het zich veilig kan voelen, opdat niet door machtsontplooiing de een 'meer mens' is dan de ander. Het individu moet inzake dergelijke onderwerpen deel kunnen nemen aan puur democratische besluitvorming. Op macroniveau vervult de 'staat' bij Steiner de rol van het rechtsleven Het economisch leven Dit gebied heeft van doen met "wat er zijn moet, opdat de mens zijn materiële verhouding tot de buitenwereld kan regelen." 7 En: " In het economisch leven bevindt de mens zich vanuit het oogpunt van zijn interessen; deze hebben hun grondslag in de behoeften van ziel en geest" 8 Materiële behoeften staan hier centraal, maar zijn natuurlijk al snel slechts een uitdrukking voor de meest uiteenlopende geestelijke behoeften. Wellicht is het verhelderend wanneer men het zo stelt dat het economisch leven draait om het rege- 5 Zie KP 43, NL Zie AS Zie KP 44, NL Zie KP 46, NL

14 len van materiële voorzieningen, die men nodig acht voor het bevredigen van de menselijke behoeften. "Hoe aan de interessen op de doelmatigste wijze tegemoet kan worden gekomen binnen een sociaal organisme, opdat de afzonderlijke mens door dit organisme op de best mogelijke wijze tot de bevrediging van zijn interessen komt, en hij ook op de meest voordelige wijze zich in de economie kan voegen: deze vraag moet praktisch in de inrichtingen van het economisch lichaam opgelost zijn." 9 Het individu heeft in de economie een bij uitstek egoïstisch uitgangspunt: hoe voorzie ik op zo voordelig mogelijke wijze in de materiële voorzieningen die ik nodig acht voor mijn behoeftebevrediging? Het punt is dat we bij de economie altijd anderen nodig hebben. 10 Men stuit dan echter op het probleem dat behoeftes zeer uiteenlopend zijn evenals de persoonlijke bekwaamheden die nodig zijn voor de betreffende produktie. Wil men zijn specifieke behoeften kunnen bevredigen dan is men alleen al aangewezen op de specifieke produktievaardigheid van een ander, die op zijn beurt weer jou nodig heeft om bijvoorbeeld aan middelen te kunnen komen waardoor een ander hem ten dienste wil zijn etc.etc. Economie bedrijven vereist wederzijdse afstemming. Er moeten mogelijkheden zijn om zich met anderen te kunnen verbinden, te kunnen samenwerken. Het punt is hoe dit samenwerken het beste tot stand kan komen. Dat is het geval wanneer betrokken partijen er zo veel mogelijk voordeel bij hebben. Hier komt het doelmatigheidsprincipe om de hoek kijken: enerzijds betreft dit het zo efficiënt mogelijk omgaan met de materiële voorzieningen, anderzijds het creëren c.q. toesnijden van materiële 9 Zie KP 46, NL Deze stelling kan pas in hoofdstuk 3 hardgemaakt worden 14

15 voorzieningen op specifieke individuele behoeften. Dit zijn twee aspecten die elkaar kunnen bijten, maar ook versterken, of geheel overeen kunnen komen. Dit verschilt al naar gelang de situatie. In de economie moet de mogelijkheid zijn tot het zo flexibel mogelijk kunnen hanteren van verschillende situaties. Het functioneringsprincipe van de economie kan men dus definiëren als: flexibele wederzijdse afstemming met het oog op doelmatigheid. In de economie staat de relatie van individu tot individu centraal, op basis van het verlangen naar materiële voorzieningen die men nodig acht voor de bevrediging van de eigen behoeften. Je zou het van het individu uit gezien het gebied van de materiële verzorging kunnen noemen. Er moet ruimte zijn voor het individu om dit zo doelmatig c.q. voordelig mogelijk te kunnen bewerkstelligen. Hiertoe moet het deel kunnen uitmaken van de benodigde flexibele samenwerkingsverbanden. Deze geleding is al met al het lastigst te karakteriseren van de drie; in het volgende hoofdstuk zal het nog zeer uitgebreid aan de orde komen. 2.4 De relatieve zelfstandigheid van de drie geledingen Een idee van de afbakening van competenties Met de drie geledingen zijn nu drie wezenlijk verschillende gebieden omschreven, waarvan eigenlijk al duidelijk is dat ze per definitie steeds de neiging hebben om met elkaar in conflict te komen. Opdat ieder individu volwaardig aan iedere geleding deel kan nemen is het nodig dat iedere geleding voldoende ruimte gela- 15

16 ten wordt. Tot op zekere hoogte is het zelfs noodzakelijk dat iedere geleding een bepaalde mate van zelfbestuur dient te hebben met daaraan verbonden competenties. Ter illustratie: middels de staat kan op democratische wijze geregeld worden dat ieder kind recht op onderwijs heeft, maar wat de inhoud van het onderwijs zal zijn is een kwestie van het geestesleven. Het geestesleven komt dan dus niet in democratie tot uitdrukking, maar juist in het vrij laten van de ouders in de keuze van het onderwijs voor hun kind én in het vrij laten van een ieder die een school wil oprichten. Ouders en leraar moeten dit zelf met elkaar uit kunnen zoeken. De economie kan weliswaar verplicht worden tot het verzorgen van de benodigde gelden, maar moet zelf kunnen bepalen hoe deze gelden het beste gegenereerd worden. De staat is hier verder ook geen herverdeler, het verzorgen van de geldstroom kan het beste door overleg tussen de economische en geestelijke geledingen gerealiseerd worden. De economie kan op haar beurt weer geen eisen stellen aan het benodigde onderwijs voor de kinderen. Dit voorbeeld kan beperkt c.q. vaag overkomen, maar het wil alleen maar een idee geven hoe men zich de afbakening van competenties kan voorstellen Het overschrijden van de competenties Aan de hand van bovengenoemd voorbeeld kan men ook een voorstelling krijgen van wat er gebeurd wanneer een geleding zich gaat bemoeien met een gebied waartoe het niet competent is. Het rechtsleven is primair gericht op het creëren van gelijkheid, hetgeen zeer goed is bij het bepalen van en toezicht houden op een recht op onderwijs. Zou het zich echter bezig houden met de inhoud van het onderwijs, dan heeft het per definitie de neiging om hier een grote eenheidsworst van te 16

17 maken. Het principe van de vrije ontplooiing komt zo in de knel. Waar het nu op aan komt, is om in te zien, dat een dergelijke competentie-overschrijding het rechtsleven uiteindelijk zelf zal gaan ondermijnen. Bepaalde geestelijke stromingen zullen zodoende zich geroepen voelen om hún visie op onderwijs er via het rechtsleven door te drukken. Hierdoor wordt natuurlijk het gelijke recht op onderwijs een farce. Een dergelijk proces zal zich onherroepelijk afspelen, wanneer het rechtsleven meent vanwege het vastgestelde recht op onderwijs aan de economie te kunnen vertellen hoe deze nu de daartoe benodigde materiële voorzieningen moet treffen. Het rechtsleven heeft de neiging om zaken te regelen door ze expliciet vast te leggen in exacte normen, terwijl de economie behoefte heeft aan flexibele verbindingen, om middelen zo doelmatigheid mogelijk aan te wenden. De doelmatigheid zal zo onherroepelijk verminderen. Gevolg: economische belangengroepen gaan met zich met het rechtsleven bemoeien en economische motieven gaan een rol spelen op het rechtsgebied. Dit resulteert in een misplaatste rol van de economische geleding bij het vaststellen van het recht. Om bij het voorbeeld te blijven: dit ontaard al snel in meer recht op onderwijs voor degenen die van groter belang voor de economie lijken te zijn. Vanuit steeds wisselende perspectieven kan men de wederzijdse verstoringen aantonen die optreden wanneer één geleding zich gaat bemoeien met zaken waar het simpelweg niet geschikt voor is. Steeds weer resulteert dit uiteindelijk in een belemmering voor het functioneren van alle drie de geledingen. Men kan nu weliswaar enige notie hebben gekregen van de achtergrond van het standpunt van Steiner inzake de noodzaak van het afbakenen van de competenties van de drie geledingen. Het is echter belangrijk om ook in te zien dat deze afbakening op een bepaalde manier ten zeerste gerelativeerd moet worden. Hier kan men een gevoel voor krijgen wanneer men de werkzaamheid van de drie geledingen in de een of andere organisatie 17

18 gaat bekijken. 2.5 Driegeledingsprincipes en hun consequenties voor iedere organisatie De drie geledingen binnen een organisatie De crux van de driegeleding schuilt hem daarin, dat de drie geledingen altijd weer terug te vinden zijn in de samenleving. Neem nu de een of andere organisatie: men zal zich altijd moeten afvragen wanneer men democratische besluitvorming hanteert en wanneer men anderen de vrije hand laat. Net zoals de staat zich niet overal mee kan bemoeien, kan men niet overal democratische besluitvorming hanteren. Net zoals de staat inzake algemeen menselijke verhoudingen democratie dient te hanteren, dient men dat in een organisatie ook te doen. Zo kan de staat wel rechten garanderen die geen enkele organisatie kan negeren, maar dat wil nog niet zeggen dat men vervolgens maar autoritair te werk kan gaan. Zaken die alle betrokkenen direct aangaan lenen zich toch voor democratische besluitvorming. Wanneer men zich in dezen moet verlaten op mensen met specifieke kennis, dan nóg moet men op democratische wijze het vertrouwen in hen hebben uitgesproken. Zij het direct, zij het omtrent de te volgen procedure. Daarnaast brengt het serieus nemen van een vrij geestesleven met zich mee, dat in iedere organisatie in elk geval op de een of andere manier vrijheid van meningsuiting en openbaarheid van informatie hoort te zijn. En natuurlijk heeft iedere organisatie er belang bij dat er doelmatig met het hele spectrum van materiële voorzieningen wordt omgesprongen, hetgeen weer bevorderd wordt door structuren op basis van wederzijdse afstemming, zoals bijvoorbeeld het geval is bij het regelen van gezamenlijke inkoop van 18

19 verschillende afdelingen. Wanneer iedere afdeling voor zichzelf zou inkopen, creëren ze al snel allemaal hun eigen voorraad, dús is het doelmatig als men in de organisatie beter afstemt, hetgeen in dit verband niets met democratie of vrijheid heeft te maken, alleen maar met efficiëntie. Wederom kan men zo nog wel weer een tijdje doorgaan en dit specifieke perspectief op de driegeleding verder uitbouwen. Wederom moet het hier bij het geven van een idee blijven Invloed op organisatievorm De driegeleding is dus overal terug te vinden en derhalve moet men zich er voor hoeden deze op te vatten als een driedeling. Het is echter wél zo dat een bepaalde geleding een zeer sterk stempel drukt op het functioneren van een organisatie, waardoor een bepaalde organisatievorm op de voorgrond komt te staan. Een organisatie die primair met het rechtsleven verbonden is, heeft een tendens in zich naar een centralistisch georiënteerde structuur omdat deze nou eenmaal het meest geeigend is bij het behandelen van gelijke situaties. Bij het geestesleven is juist een tendens naar het tegenovergestelde. Economie zit er tussenin. Het probleem is dat men de driegeleding vanuit zeer veel invalshoeken kan, eigenlijk moét bekijken. Omgekeerd geredeneerd: het biedt juist de gelegenheid om maatschappelijke vraagstukken van verschillende kanten te bekijken, hetgeen het oplossen ervan pas mogelijk maakt (of op zijn minst vergemakkelijkt). 19

20 2.6 Afsluiting Driegeleding en individu Het zojuist geschetste is bepaald niet alles omvattend. Geconcludeerd mag worden dat de driegeleding dus niet zo gemakkelijk en eenduidig te interpreteren is; telkens weer is het een kwestie van het tegen elkaar afwegen van de competenties van de drie geledingen. In deze scriptie zal deze problematiek op het economisch gebied concreter uitgewerkt worden. Ter afsluiting van deze algemene bespreking van de driegeleding is het echter op zijn plaats om nog even terug te keren bij de samenhang tussen individu en het driegelede sociale organisme. Volgens Steiner moeten in onze tijd alledrie de geledingen in zeker opzicht zelfstandig worden. Deze oproep komt voort vanuit het onderkennen van het in vergaande mate voortgeschreden zijn van de sociologische basiswet. Een centralistische eenheidsbesturing is niet (meer) mogelijk en een volledige driedeling ook niet; in wezen ontstaat een andere maatschappelijke 'organisatiestructuur', omdat de besturing van de samenleving plaats gaat vinden vanuit de menselijke individualiteit. Het onderzoeken van drie geledingen biedt de mogelijkheid om de juiste organisatievormen te vinden, opdat ieder individu gelijkwaardig kan participeren in iedere geleding. 11 In concreto betekent dit bijvoorbeeld bij onderwijs, dat een ieder democratisch deel kan nemen aan het vaststellen van een recht op onderwijs, maar dat een ieder vrij is in het geven van zijn of haar persoonlijke inhoud aan dit recht. In de economie heeft een ieder op een zo voordelig mogelijke wijze 11 Het vindt zijn eenheid daarin, dat ieder mens bij alledrie de gebieden behoort. De menselijke individualiteit, op wie toch alles aankomt, staat op zo'n manier in dit driegelede organisme, dat zij de drie geledingen weer met elkaar verbindt." Zie WO 63 ( ). 20

21 een bijdrage kunnen leveren aan het zo doelmatig mogelijk organiseren van de hiervoor benodigde materiële voorzieningen Driegeleding als richting Tot slot nog een zeer belangrijk aspect: de vraag hoe een samenleving die de driegeleding consequent doorvoert in de geschetste richting, er tot in detail uit komt te zien, valt niet te beantwoorden. Steiner presenteert niet zozeer een uitgewerkt plan, maar wil vooral een richting aangeven. 13 Wanneer men in deze richting werkt, zal ook de wisselwerking tussen de afzonderlijke geledingen duidelijker worden. Juist door de maatschappij in deze richting te vormen zal men ook flexibeler maatregelen kunnen nemen om verbeteringen door te voeren. En die zullen zeer zeker altijd weer nodig blijken te zijn. 14 Het is goed om te beseffen dat de tendens tot relatieve verzelfstandiging van de drie geledingen er ís. Men zou Steiner in de mond kunnen leggen: "Volgens mij ontstaat deze verzelfstandiging van de drie geledingen vanzelf, naar de mate waarin mensen gelijkwaardig gelegenheid krijgen hun eigen leven vorm te geven." 12 Deze laatste geleding komt op deze plaats nog wat onduidelijk over, maar het gaat er om hier de betrokkenheid weer te geven die een ieder bij de drie geledingen zal hebben. 13 "... dat dit boek (KP) niet wijst naar een utopie. Nergens wordt vanuit een bepaalde theorie gezegd dat dit of dat zo en zo moet." 14 "...noch kan het opgelost worden (...) om dan voor altijd opgelost te blijven. (...) Een universele remedie om sociale verhoudingen te ordenen, bestaat evenmin als een voedingsmiddel dat voor altijd de honger stilt. Maar mensen kunnen zodanige gemeenschappen vormen, dat hun 'levend' samenwerken het bestaan altijd zal terugvoeren op het sociale pad." 21

22 Bij Steiner hoeft men dan ook niet een stappenplan te verwachten. Het is niet mogelijk, het hangt van tijd en plaats af, maar bovenal van de mensen zelf. 15 Hoe nu de drie geledingen in detail met elkaar samen kunnen werken zal dus in de praktijk uitgevonden moeten worden en aan veranderingen onderhevig zijn, omdat het uiteindelijk op de mensen aankomt. Steiner denkt wél dat in de driegeleding mensen op een gezonde wijze worden aangemoedigd om de maatschappij zodanig gestalte te geven dat iedere enkeling zo goed mogelijk tot zijn recht kan komen. Hoe dit nu kan in de economie zal in de komende 3 hoofdstukken uit de doeken gedaan worden. 15 Het kan nog verhelderend zijn om er hier op te wijzen dat volgens Steiner natuurwetenschappen en sociale wetenschappen een wezenlijk verschil in benadering vergen. Bij natuurwetenschappen kan men van buitenaf waarnemen, maar bij sociale wetenschappen kan dit nooit daarbij blijven. "Alsof men tot pedagogie kan komen door alleen maar kinderen te bestuderen."(1922) Hieruit volgt ook dat het maken van programma's, mooie voorschriften e.d. niet al te veel zin heeft, omdat men te maken heeft met mensen. Het uitvoeren van bepaalde programma's hangt toch van de betrokken mensen af; hun capaciteiten, gedachten, gevoelens, etc. Bij sociale wetenschappen zal men zich dus uiteindelijk moeten baseren op de ervaringen van de betrokken mensen. "Bij dingen die deel uitmaken van de onevenwichtige werkelijkheid waar mensen aan deelnemen, moet men uitgaan van de ervaring, en niet van de logica van het verstand, omdat dan vanuit dit standpunt over elke zaak inderdaad net zo veel voor als tegen valt te zeggen." (1922) (Overigens: Bij natuurwetenschappen kan men ook simpelweg niet uitgaan van de ervaring: "Men kan nu eenmaal niet in een reageerbuis van 150 graden Celsius gaan zitten." (1922)) 22

23 3 WAT IS (EEN) WAAR? 3.1 Inleiding Met de in de gangbare economische theorieën gehanteerde begrippen kan men zich geen beeld vormen van de economische geleding. Wat Steiner betreft stond de economische wetenschap in zijn tijd nog maar net in de kinderschoenen. 16 Vandaag de dag zal zijn mening wel niet veel anders luiden. Wil men begrijpen wat Steiner voor afstemmingsprocessen voor ogen staan in de economie, dan zal men onvermijdelijk de economische begrippen en wetmatigheden die hij hanteert diepgaand moeten bestuderen. Dit hoofdstuk behandelt het warenbegrip. Dit is als hét sleutelbegrip voor het begrijpen van de economische geleding te beschouwen. Het valt echter alleen maar enigszins te begrijpen door tal van verschillende perspectieven te behandelen. Aan de orde komen de economische waardevormingsprocessen, de produktiefactoren en het prestatieprincipe. 3.2 Waren en waardevorming Een veelvuldig door Steiner gehanteerde omschrijving van de economische geleding luidt als volgt: "De economie vormt zich in deze tijd uit warenproduktie, warencirculatie en warenconsumptie." 17 Wat is dan een waar? De officiële definitie van Steiner luidt: " Iedere zaak, die door menselijke activiteit geworden is tot 16 "De economische wetenschap staat nog slechts in de kinderschoenen, is nog niet eens toegekomen aan het eerste ABC" NK 20 ( ) 17 Zie o.a. KP 10, NL

24 hetgeen dat, doordat het naar een bepaalde plaats door de mens wordt gebracht, naar haar verbruik geleid wordt." 18 Hier vallen drie kenmerken uit te halen: - Zonder menselijke activiteit is er geen sprake van een waar. - Een waar is verplaatsbaar. - Een waar moet verbruikt worden. Wat wordt hier bedoeld met menselijke activiteit? Hier stuit men meteen op twee fundamentele processen die in de economie plaats vinden. Steiner onderscheidt in de economie namelijk expliciet twee waardevormende processen. 19 Het ene proces is te karakteriseren als het transformeren van natuur tot waren. Hier komt arbeid aan te pas: " ieder menselijke activiteit die aangewend wordt om een natuurprodukt geschikt voor consumptie te maken." 20 Het andere proces karakteriseert hij als waardevormend door de 'geest' en wel in die zin, dat de geest op de arbeid inwerkt. Hieronder vallen organiserende activiteiten, waardoor arbeid doelmatiger aangewend kan worden. Beide processen zijn echter niet te vinden in pure vorm, men kan hooguit vaststellen dat het ene proces meer de boventoon voert boven de andere. Een leraar werkt eerder waardevormend vanuit de geest, maar moet toch met een krijt op een bord staan schrijven. Een plukker van wilde bramen verricht bij uitstek arbeid, maar moet toch een bepaalde route langs de struiken verzinnen. De bedoelde menselijke activiteit valt dus uiteen in twee componenten. Er zit echter een addertje onder het gras: "Dat wat nu als natuursubstantie door arbeid verandert en 18 Zie KP 49, NL Zie NK ( ). 20 Zie NS 50 ( ). 24

25 vervolgens zich in het economisch proces bevindt, is dan een waar." 21 Het lijkt er dus op dat de menselijke activiteit in de definitie van een waar primair op arbeid slaat en dat een waar als iets materieels opgevat moet worden. Maar tegelijkertijd weten we dat er in de economie altijd een geestelijke component aanwezig is, en dat die gigantisch produktief is. Het probleem dat hieruit volgt is of bijvoorbeeld het onderwijs wat de leraar geeft nu ook opgevat kan worden als een waar. Het derde kenmerk schept meer duidelijkheid: een waar moet verbruikt worden. Dat is duidelijk in het geval van een brood, een auto, een bank. Dat is duidelijk niet het geval bij een goede uitvinding, of een goed verhaal. De Odyssee wordt nog steeds gelezen, de differentiaalrekening van Leibniz wordt nog steeds gebruikt. Echter, wij hebben de zaken zo geregeld in de economie dat dergelijke 'geestelijke produkten' in zekere zin wél als verbruikt beschouwd worden. Wij hebben namelijk auteursrecht en patentrecht die op den duur komen te vervallen. Voor die tijd wordt doorgaans betaald voor het gebruik van deze rechten, na die tijd mag iedereen deze 'gratis' gebruiken. Een patent vervalt: de mogelijkheid houdt op dat het koopwaar kan zijn. Het is geen waar meer; de waar is verbruikt. In wezen is dat bij het onderwijs niet anders; dankzij de leraar hebben wij bepaalde kennis en vaardigheden leren ontwikkelen. Het is doorgaans niet de gewoonte dat wij hem later een percentage gaan geven voor alles wat wij later dankzij onze kennis en vaardigheden aan inkomen kunnen genereren. Wij hebben de zaken zó geregeld dat we hem betalen voor de lessen; zijn deze afgelopen, dan beschouwen we de waar die hij ons geboden heeft als verbruikt. Er is dus een groot verschil tussen natuurprodukten en geeste- 21 Zie NK 50 ( ). 25

26 lijke produkten. De eerstgenoemde worden als het ware vanzelf verbruikt, de anderen kunnen eigenlijk niet verbruikt worden, maar op een gegeven moment wel als verbruikt beschouwd worden. En wel in die zin, dat men niet meer door koop er beschikkingsrechten over kan uitoefenen. Daarmee is dan een typische eigenschap van een waar aangeduid: een waar kan men kopen; door ruil er beschikkingsmacht over verwerven. Hier sluit het tweede kenmerk van de definitie bij aan: een waar is verplaatsbaar (door menselijke activiteit). In principe betekent dit dat een waar ook overdraagbaar moet kunnen zijn omdat er geruild moet kunnen worden. Hiermee is komt men tot dé cruciale conclusie die uit de warendefinitie volgt: in de economie mogen volgens Steiner alleen maar waren voor ruil c.q. koop in aanmerking komen. 22 Het punt is nu dat wij in de economie niet alleen waren uitruilen, maar ook andere zaken die geen waar zijn. Dit leidt tot verstoringen van de economie; in wezen doordat voorrechten ontstaan en dientengevolge scheve machtsverhoudingen. Dit is het geval bij wat men doorgaans in de economie de drie produktiefactoren noemt: natuur, arbeid en kapitaal. 3.3 De produktiefactoren Natuur, Arbeid en Kapitaal Toelichting Er is zojuist al duidelijk gemaakt dat wij in de economie regelingen in het leven hebben geroepen die zaken voor de economie als verbruikt beschouwen in de zin dat men niet meer door koop c.q. ruil er beschikkingsrecht aan kan ontlenen. Hierdoor geven wij in wezen bepaalde zaken een warenkarakter vergelijkbaar met die van 'echte' waren; natuurprodukten die 22 In hoofdstuk 4 zal overigens blijken dat er ook geen sprake is van een waar zolang iets geen ruilobject is. Dit sluit bij de stelling aan dat economie überhaupt altijd een ruilkwestie is.(zie ook par. 3.4) 26

27 op den duur vanzelf verbruikt worden. De kerngedachte die men achter dergelijke regelingen kan vermoeden moet volgens Steiner veel consequenter doorgedacht en doorgevoerd worden. Het verwerven van beschikkingsrecht door ruil is een essentieel kenmerk van de economie. Volgens Steiner is dit alleen op zijn plaats voor waren. Beschikkingsrecht is namelijk beschikkingsmacht; dit kan tot verreikende machtsuitoefening over anderen leiden. Een en ander wordt het meest aanschouwelijk bij de drie produktiefactoren; deze hebben namelijk een aantal eigenschappen die strijdig zijn met de warendefinitie. Kapitaal wordt hierbij in twee delen behandeld: (technische) produktiemiddelen en geld Natuur De krachten die in de natuur werken zijn voor de economie een gegeven, zijn op zich geen waar; er komt geen menselijke activiteit te pas bij de totstandkoming van een regenbui, een aardbeving, een zonnige zomer. Rivieren, zeeën, bergen, vissen; het is allemaal door de natuur geregeld. Op basis van deze gegevenheden kunnen mensen wél waren creëren door natuur te transformeren. Het kan dan aantrekkelijk zijn om een stuk grond te beheren waar de natuurkrachten een zeer vruchtbare invloed uitoefenen, of eventueel een rivier in gebruik te nemen voor stuwdammen en visvijvers. De natuur kan derhalve zeer aantrekkelijke economische voordelen met zich meebrengen. De kwestie is; waaraan ontleend iemand of een groep het recht om de beschikkingsmacht over de natuur uit te oefenen, en hoever zou dit recht eventueel mogen gaan? Dit is per definitie een rechtsvraag en bij uitstek een zaak voor de rechtsgeleding. 27

28 Er zijn al heel wat oorlogen gevoerd om, in zoverre het überhaupt mogelijk is, beschikkingsmacht over natuurkrachten te verwerven; door militaire kracht. Dit gebeurt nog steeds, maar een ander middel is in de loop der tijden meer in zwang geraakt: koopkracht. Men koopt dan iets, wat geen waar is. Vervolgens creëert men inderdaad op die basis waren die men weer kan verkopen. Wat betekent dit puur economisch gezien? Dit is het makkelijkst te zien in het geval van 'grond'. Wanneer je dit koopt, koop je eigenlijk een stuk ruimte met alle natuurkrachten die daarop van invloed zijn. Nu zijn hier twee kanten aan de zaak: je kan met alle macht proberen dit stuk ruimte zo goed mogelijk te verbruiken met alle economische voordelen van dien, totdat het geen economische waarde meer kan hebben, óf je kan proberen de ruimte zó te behandelen, dat deze jou en je nakomelingen in principe tot het einde der tijden van een inkomen kan voorzien. In beide gevallen kan je het ook nog zo trachten te regelen dat anderen voor je werken terwijl jij op je rug ligt. Economisch gezien kan het vooral in het eerste geval zo zijn dat er alleen op de korte termijn is geproduceerd; produktiemogelijkheden voor de langere termijn zijn geëlimineerd. In het tweede geval kan het zijn dat juist op korte termijn te weinig mogelijkheden worden benut. In beide gevallen wordt de doelmatigheid voor de economie bepaald door de eigenaar van het stuk grond: hij heeft hier een machtspositie. Het fundamenteelst is echter dat de eigenaar van een stuk grond anderen de eigenlijke waren kan laten produceren en zelf een gedeelte van de opbrengst kan claimen puur vanwege zijn eigenaar zijn. Stel, hij steekt zelf geen vinger uit; hij produceert geen waar, maar verkrijgt toch inkomen. Hierdoor veroorzaakt hij in wezen een prijsopdrijving op basis van een machtspositie. Het gaat er helemaal niet om of deze eigenaar nu wel of niet iets kwalijk moet worden genomen: het is het koopbaar zijn van grond, dus iets wat geen waar is, wat überhaupt inflationair 28

29 werkt. Niettegenstaande de gedachte dat alle economische mogelijkheden van een stuk grond verbruikt zouden kunnen worden weten we nu eenmaal dat zoiets doorgaans niet vanzelf gaat. Natuurkrachten zijn op zich niet onderhevig aan verbruik zoals een waar. Maak je grond koopbaar, dan heb je iets interessants om in te beleggen, want het kan over 40 jaar nog dezelfde waarde hebben. Dit kan van een zak aardappelen niet gezegd worden. Bovendien gebeurt het nogal eens dat grond korte tijd later al het dubbele waard kan zijn, zonder dat er in de tussentijd ook maar een kip wat op heeft gedaan. Let wel: Dat is op zich niet zo erg, want waarden zijn in de economie nou eenmaal zeer dynamisch van karakter. Het zijn echter de waren die middels die grond geproduceerd kunnen worden, die zich ertoe lenen om de koopwaarde uit te drukken en niet de grond zelf. Door de grond koopbaar te maken, heeft men een alternatief om iets met geld te doen wat niet aan warenverbruik onderhevig is. Daarmee creëert men een aantrekkelijke zekerheid en speculatiemogelijkheid. Men hoeft zich in principe niet meer in te spannen geld haar waarde te doen behouden, kan het zelfs zonder inspanning laten toenemen. Hoe meer mensen deze optie wel wat lijkt, hoe meer geld er in de grond gaat zitten; hoe hoger het algemene prijspeil stijgt. Tot zover een schets van de consequentie van het behandelen van de produktiefactor natuur als koopwaar. Veel van het besprokene zal ook van toepassing blijken te zijn op de andere produktiefactoren Arbeid Er is al besproken wat Steiner onder arbeid verstaat; het is de ene vorm van menselijke activiteit die waardevormend werkt in de economie. Arbeid treedt primair boven de andere, geeste- 29

30 lijke vorm, op de voorgrond bij de transformatie van natuur in de eigenlijke waren. Steiner hanteerde voor zijn gehoor echter vaak voor het gemak de termen geestelijke en fysieke arbeid, al vond hij dat het onderscheid economisch wetenschappelijk gezien zo niet goed weergegeven werd. 23 Onder arbeid zal dan ook voortaan gemakshalve beide vormen van menselijke activiteit worden verstaan, tenzij anders aangegeven. Iets wordt alleen maar een waar door arbeid. Een waar is dus nauw met arbeid verbonden. Arbeid is nauw verbonden met de mens. Hier moet een belangrijke scheiding aangebracht worden. De menselijke capaciteiten zijn in dezelfde zin als de natuurkrachten gegeven en niet verbruikbaar. Men kan hier wat dat betreft tot analoge betrachtingen komen als hierboven, met dien verstande dat menselijke capaciteiten niet zoals een regenbui er per definitie er zomaar zijn, maar dat de mens mogelijkheden moet hebben om zijn capaciteiten te kunnen ontwikkelen. Vervolgens moet men nog in aanmerking nemen, onder welke omstandigheden de capaciteiten zich in de economie vruchtbaar c.q. waardevormend in kunnen voegen. De basis bij arbeid ligt in het menselijke individu, dat zich in vrijheid moet kunnen ontwikkelen en uiten. Zou men de arbeid op zich als koopbaar beschouwen, dan beschouwen we dus de menselijke capaciteit als koopbaar en derhalve de mens. Het betekent dan dat de koper alles te vertellen heeft over wat de gekochte moet doen en laten. We hebben dan met slavernij van doen. De koper kan dus ook hier weer prijsopdrijvend werken door zelf op zijn rug te liggen, én de economische doelmatigheid bepalen van degenen die voor hem werken. Het is zeer wel mogelijk dat de gekochte mensen vrijwel volledig verbruikt kunnen worden. Dit heeft net als bij de natuur ook de mogelijke betekenis van het verloren gaan van toekomstige produktiemogelijkheden. Een simpel voorbeeld: 23 Zie NS ( ). 30

31 er hebben heel wat goede potentiële uitvinders in de Goelag gezeten. 24 De arbeidskracht is überhaupt niet hetgeen wat men in werkelijkheid koopt, maar de waren die erdoor ontstaan. Door arbeid te 'kopen' bepaald men alleen maar een verdelingsverdrag van de uit die arbeid resulterende waren. Maar ook hier komt men niet zonder meer uit, daar het helemaal niet te definiëren is wat nu precies als het resultaat van de arbeid aangemerkt kan worden. Het voorbeeld van de onderwijzer (3.2.1) heeft dit al duidelijk gemaakt bij geestelijke produkten. Bij natuurprodukten ligt de zaak eigenlijk niet anders; de bakker verzorgt voor ons het brood, hierdoor kunnen wij beter functioneren, met als gevolg..., etcetera. Wij hanteren echter veelal wel een bepaalde grens, die samenhangt met verbruik; het is een afsprakenkwestie. Het wordt nog ingewikkelder wanneer men serieus de consequenties van arbeidsdeling in aanmerking gaat nemen ( zie volgende paragraaf en hoofdstuk 4). Wij betalen niet voor arbeidskracht, en slechts tot een zekere grens voor het arbeidsresultaat: wij maken in wezen verdelingsafspraken over geproduceerde waren Kapitaal I : (technische) produktiemiddelen Kapitaal is een zeer lastig begrip, daar men daaronder ook natuur en arbeid kan verstaan. Hier is het van belang onderscheid te maken tussen geldkapitaal en kapitaal dat tot uitdrukking komt in de overige (met name technische) produktie- 24 In onze huidige samenleving hebben we op zich geen slavernij. De manier waarop onze arbeidsmarkt functioneert is echter nog een afspiegeling hiervan. In hoofdstuk 4 zal vanuit een geheel andere invalshoek nog betoogd worden dat de huidige loonvorm niet in overeenstemming is met de economische werkelijkheid. 25 "In de structuur van een gezonde samenleving moet zichtbaar worden dat arbeid niet betaald kan worden. (..) In werkelijkheid neemt de werkgever van de werknemer waren in ontvangst, die slechts kunnen ontstaan dankzij de arbeidskracht van de laatste. De arbeider krijgt één deel, de ondernemer het andere deel van de tegenwaarde van de produkten." Zie KP 49, NL

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden.

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden. 10 vaardigheden 3 Netwerken 7 Presenteren 1 Argumenteren 10 Verbinden Beïnvloeden 4 Onderhandelen Onderzoeken Oplossingen zoeken voor partijen wil betrekken bij het dat u over de juiste capaciteiten beschikt

Nadere informatie

Economie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op.

Economie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op. Economie module 1. Hoofdstuk 1: Voor niks gaat de zon op. Economie gaat in essentie over het maken van keuzes. De behoeften van mensen zijn onbegrensd, maar hun middelen zijn beperkt. Door dit spanningsveld

Nadere informatie

De terugkeer naar het ware zelf! Leven en werken vanuit innerlijke kracht en verantwoordelijkheid!

De terugkeer naar het ware zelf! Leven en werken vanuit innerlijke kracht en verantwoordelijkheid! De terugkeer naar het ware zelf! Leven en werken vanuit innerlijke kracht en verantwoordelijkheid! Door: Nathalie van Spall De onzichtbare werkelijkheid wacht om door onze geest binnengelaten te worden.

Nadere informatie

Kiezen voor coaching als managementstijl

Kiezen voor coaching als managementstijl Kiezen voor coaching als managementstijl Druk, druk druk! Bijna iedere manager kent wel dit gevoel. Beter leren delegeren dus! Om te kunnen delegeren heb je echter verantwoordelijke en zelfsturende medewerkers

Nadere informatie

Wat is realiteit? (interactie: vraagstelling wie er niet gelooft en wie wel)

Wat is realiteit? (interactie: vraagstelling wie er niet gelooft en wie wel) Wat is realiteit? De realiteit is de wereld waarin we verblijven met alles wat er is. Deze realiteit is perfect. Iedere mogelijkheid die we als mens hebben wordt door de realiteit bepaald. Is het er, dan

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman

Compassie leven. 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie. PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman Compassie leven 52 wekelijkse inspiraties vanuit Geweldloze Communicatie PuddleDancer Press Samengesteld door Monie Doodeman Inhoudsopgave Voorwoord Wekelijkse inspiraties 01 Geweld in de taal? Wie, ik?

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Systemische Benadering wat is dat eigenlijk?

Systemische Benadering wat is dat eigenlijk? Systemische Benadering wat is dat eigenlijk? Mens-zijn is in-relatie-zijn Ieder maakt deel uit van een groter geheel. We horen bij diverse gehelen. Een familie, wijk, organisatie, team, land, geloofsgemeenschap,

Nadere informatie

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen

Nadere informatie

IOD Crayenestersingel 59, 2101 AP Heemstede Tel: 023 5283678 Fax: 023 5474115 info@iod.nl www.iod.nl. Leiding geven aan verandering

IOD Crayenestersingel 59, 2101 AP Heemstede Tel: 023 5283678 Fax: 023 5474115 info@iod.nl www.iod.nl. Leiding geven aan verandering Leiding geven aan verandering Mijn moeder is 85 en rijdt nog auto. Afgelopen jaar kwam ze enkele keren om assistentie vragen, omdat haar auto in het verkeer wat krassen en deuken had opgelopen. Ik besefte

Nadere informatie

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980 Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980 Noot van de editor De beginselprogramma's zijn gescand, en zover nodig gecorrigeerd. Hierdoor is het mogelijk dat de tekst niet meer

Nadere informatie

Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn

Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn Naam patiënt:.. Geboortedatum patiënt:... Naam afnemer: Datum afname: Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn 1. Wilsbekwaamheid wordt altijd beoordeeld ter zake een bepaald onderzoek of bepaalde

Nadere informatie

Doel van Bijbelstudie

Doel van Bijbelstudie Bijbelstudie Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo I

Eindexamen Filosofie havo I Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan

Nadere informatie

Transformatie leer je niet in een cursus

Transformatie leer je niet in een cursus NIEUW VAKMANSCHAP Transformatie leer je niet in een cursus Door: Rieke Veurink Fotografie: Kees Winkelman Aansluiten bij de vraag uit de samenleving, regie voeren, werken in steeds veranderende omstandigheden:

Nadere informatie

Over een relatie met een (ex-)zorgvrager. Aanvulling bij Omgaan met aspecten van seksualiteit tijdens de beroepsuitoefening

Over een relatie met een (ex-)zorgvrager. Aanvulling bij Omgaan met aspecten van seksualiteit tijdens de beroepsuitoefening Over een relatie met een (ex-)zorgvrager Aanvulling bij Omgaan met aspecten van seksualiteit tijdens de beroepsuitoefening 1 Inleiding In 2011 heeft de V&VN Commissie Ethiek de notitie Omgaan met aspecten

Nadere informatie

Maandblad van het Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers) www.quakers.nu 85e jaargang nr. 7 Juli/Augustus 2014

Maandblad van het Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers) www.quakers.nu 85e jaargang nr. 7 Juli/Augustus 2014 Maandblad van het Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers) www.quakers.nu 85e jaargang nr. 7 Juli/Augustus 2014 Groepsfoto van de Nederlandse Jaarvergadering op zondag 18 mei 14 Kees Nieuwerth vertelt

Nadere informatie

Tolstoj als pedagoog CAHIER. Waarom Tolstoj onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis overbodig en zelfs schadelijk vond

Tolstoj als pedagoog CAHIER. Waarom Tolstoj onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis overbodig en zelfs schadelijk vond Tolstoj als pedagoog CAHIER 3h Waarom Tolstoj onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis overbodig en zelfs schadelijk vond Waarom Tolstoj onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis overbodig en zelfs

Nadere informatie

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 4

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 4 Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 4 Deel 1, Hoofdstuk 3 Dat de Natuur de oorzaak is. Rikus Koops 15 juni 2012 Versie 1.0 In de vorige toelichting heb ik de organisatie van de Natuur

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 3 Vreemder dan alles wat vreemd is 12 maximumscore 3 de twee manieren waarop je vanuit zingevingsvragen religies kunt analyseren: als waarden en als ervaring 2 een uitleg van de analyse van religie

Nadere informatie

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.'

' Zijn wie je bent. Dat is geluk.' identiteitsbewijs ' Zijn wie je bent. Dat is geluk.' Erasmus 4 Onderwijs draait om mensen Onderwijs draait om mensen. Als we met elkaar in het onderwijs iets willen bereiken, dan draait alles om passie,

Nadere informatie

Persoonlijk opleiding plan

Persoonlijk opleiding plan Persoonlijk opleiding plan Een opdrachtgever adviseren Hem vertellen wat jou de beste optie lijkt. Het klopt dat ik deze competenties zo had ingevuld. Ik heb hiermee ervaring doordat ik vaak op forums

Nadere informatie

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z

Samen doen. Zorgvisie. Zorg- en dienstverlening van A tot Z Samen doen Zorgvisie Zorg- en dienstverlening van A tot Z Wat en hoe? 3 W Samen met de cliënt bepalen we wát we gaan doen en hóe we het gaan doen. Mensen met een verstandelijke beperking kunnen op diverse

Nadere informatie

Van Waarde(n) HUB 28 november 2015, Miranda Meijerman

Van Waarde(n) HUB 28 november 2015, Miranda Meijerman Van Waarde(n) Al voor de oprichting van het Humanistisch Verbond in 1946 bestond er buitenkerkelijke uitvaartbegeleiding. vandaag staan we stil bij de HUB die nu 10 jaar als zelfstandige stichting functioneert.

Nadere informatie

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren

Visie Missie. De missie van onze stichting is de volgende: wie je morgen bent creëer je vandaag met de som van gisteren Visie Missie De Jan Ligthartscholen van de Jan Ligthartgroep Tilburg hebben een duidelijk doel voor ogen: het onderwijs dusdanig inrichten dat het de basis vormt van het levenslang leren dat een mens doet.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 Rapport Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 2 Klacht Op 26 juni 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw B. te Drachten, met een klacht over een gedraging van Gak Nederland

Nadere informatie

Tekststudio Schrijven en Schrappen 06-13 59 30 44 www.schrijven-en-schrappen.nl - lotty@schrijven-en-schrappen.nl -

Tekststudio Schrijven en Schrappen 06-13 59 30 44 www.schrijven-en-schrappen.nl - lotty@schrijven-en-schrappen.nl - Graag zou ik je bij dezen iets vertellen betreffende onnodig moeilijk taalgebruik dat geregeld wordt gebezigd. Alhoewel de meeste mensen weten dat ze gerust in spreektaal mogen schrijven, gebruiken ze

Nadere informatie

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans LEADERSHIP IN PROJECT-BASED ORGANIZATIONS Dealing with complex and paradoxical demands Leiderschap

Nadere informatie

De paradox van de burger als uitgangspunt

De paradox van de burger als uitgangspunt GEMEENTE WINTERSWIJK De paradox van de burger als uitgangspunt De dialoog als methodiek Rhea M. Vincent 1-11-2013 In het nieuwe zorgstelsel staat de vraag van de burger centraal. De professional en de

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76 Vergeten... 7 Filosofie... 9 Een goed begin... 11 Hoofdbreker... 13 Zintuigen... 15 De hersenen... 17 Zien... 19 Geloof... 21 Empirie... 23 Ervaring...

Nadere informatie

Ik als begeleider van de begeleiders. Keuzewerkwinkel inspiratiedag IJD Hasselt

Ik als begeleider van de begeleiders. Keuzewerkwinkel inspiratiedag IJD Hasselt Ik als begeleider van de begeleiders Keuzewerkwinkel inspiratiedag IJD Hasselt Ben ik de stuurder of de motivator van mijn begeleidingsploeg? Welke stijl van leiding geven, ligt in mijn natuur? Deze vragen

Nadere informatie

Je doel behalen met NLP.

Je doel behalen met NLP. Je doel behalen met NLP. NLP werkt het beste als al je neurologische niveaus congruent zijn. Met andere woorden: congruent zijn betekent wanneer je acties en woorden op 1 lijn zijn met je doelen, overtuigingen,

Nadere informatie

Spinoza - ook tafels hebben een ziel

Spinoza - ook tafels hebben een ziel Spinoza - ook tafels hebben een ziel In de zeventiende eeuw kwam de filosoof René Descartes met de beroemde stelling dat alles in de wereld tot twee substanties teruggeleid kan worden: lichaam of geest.

Nadere informatie

Spiritueel dagboek. Met teksten en inzichten van MORYA zoals opgetekend door Geert Crevits

Spiritueel dagboek. Met teksten en inzichten van MORYA zoals opgetekend door Geert Crevits Spiritueel dagboek Met teksten en inzichten van MORYA zoals opgetekend door Geert Crevits Voorwoord: Een spiritueel dagboek 5 Waarom een spiritueel dagboek? 7 Om bewuster te leven en te handelen Aandachtspunten

Nadere informatie

Samenvatting Economie H 6

Samenvatting Economie H 6 Samenvatting Economie H 6 Samenvatting door een scholier 977 woorden 10 mei 2002 5,8 40 keer beoordeeld Vak Economie Hfst. 6 6.1 - Ideaaltypische omschrijving: omschrijving van het volmaakte model * Vrije

Nadere informatie

Passend Onderwijs voor de kinderen op school: samen met ouders en leerkracht

Passend Onderwijs voor de kinderen op school: samen met ouders en leerkracht Passend Onderwijs voor de kinderen op school: samen met ouders en leerkracht Vanaf 1 augustus is de Wet passend onderwijs van kracht. De school van uw kind/uw school is aangesloten bij het samenwerkingsverband

Nadere informatie

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Werken in driehoeken is een wijze van samenwerking die in elke organisatie, projectteam en netwerk mogelijk is. Het maakt dat we kunnen werken vanuit een heldere

Nadere informatie

VOORBEELD / CASUS. Een socratisch gesprek volledig uitgeschreven

VOORBEELD / CASUS. Een socratisch gesprek volledig uitgeschreven Maakt geld gelukkig? VOORBEELD / CASUS Een socratisch gesprek volledig uitgeschreven Hieronder tref je een beschrijving van een socratisch gesprek van ca. 2 ½ uur. Voor de volledigheid hieronder eerst

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken? >> Inhoudsopgave Inleiding 4 Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10 Les 2. Denken Kunnen dieren denken? 14 Les 3. Geluk Wat is het verschil tussen blij zijn en gelukkig zijn?

Nadere informatie

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1

Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1 Toelichting bij de Korte Verhandeling van Spinoza Nummer 1 Deel 1, Hoofdstuk 1 - Dat er iets buiten ons bestaat. Rikus Koops 8 juni 2012 Versie 1.1 In de inleidende toelichting nummer 0 heb ik gesproken

Nadere informatie

4D organisatieontwikkeling & opleiding presenteert. Alumnidagen 2014. datum thema leiding

4D organisatieontwikkeling & opleiding presenteert. Alumnidagen 2014. datum thema leiding 4D organisatieontwikkeling & opleiding presenteert Alumnidagen 2014 TGI-verdieping aan de hand van vijf thema s De alumnidagen zijn bedoeld voor iedereen die in de afgelopen jaren een TGI-basisopleiding

Nadere informatie

LETSELPREVENTIE-ONDERZOEK: SYMPTOOMBESTRIJDING OF NOODZAAK?

LETSELPREVENTIE-ONDERZOEK: SYMPTOOMBESTRIJDING OF NOODZAAK? LETSELPREVENTIE-ONDERZOEK: SYMPTOOMBESTRIJDING OF NOODZAAK? Inleiding ter gelegenheid van het bezoek van Staatsecretaris Drs. J. F. Scherpenhuizen aan het Instituut voor Wegtransportmiddelen TNO op 25

Nadere informatie

I n l e i d i n g. 1 He t b e g r i p a r m o e d e

I n l e i d i n g. 1 He t b e g r i p a r m o e d e DEEL C ARMOEDE 1 Het b e g r i p a r m o e d e I n l e i d i n g Dit deel is enigszins afwijkend van de voorgaande twee, in die zin dat het intellectuele debat over armoede en de oorzaken daarvan niet

Nadere informatie

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven ecourse Moeiteloos leren leidinggeven Leer hoe je met minder moeite en tijd uitmuntende prestaties met je team bereikt 2012 Marjan Haselhoff Ik zou het waarderen als je niets van de inhoud overneemt zonder

Nadere informatie

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? Thuis en op school heb je allerlei waarden meegekregen. Sommigen passen bij je, anderen misschien helemaal niet. Iedereen heeft waarden. Ken

Nadere informatie

Hoe gelukkig ben je? Opdracht 1

Hoe gelukkig ben je? Opdracht 1 Hoe gelukkig ben je? Geluk is een veranderlijk iets. Het ene moment kun je jezelf diep gelukkig voelen, maar het andere moment lijkt het leven soms maar een zware last. Toch is voor geluk ook een soort

Nadere informatie

Doel is om voor deelnemers een beeld te schetsen van hoe het pensioen in elkaar steekt en hoe hun eigen pensioen er voorstaat.

Doel is om voor deelnemers een beeld te schetsen van hoe het pensioen in elkaar steekt en hoe hun eigen pensioen er voorstaat. Majesteit, dames en heren. Hartelijk welkom! En, Majesteit, ik weet zeker dat ik hier namens alle aanwezigen spreek als ik zeg dat wij buitengewoon vereerd zijn dat U bij een deel van dit programma aanwezig

Nadere informatie

Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014)

Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014) Leren in contact met paarden Communicatie die is gebaseerd op gelijkwaardigheid (Door Ingrid Claassen, juni 2014) Inleiding De kern van (autisme)vriendelijke communicatie is echt contact, gebaseerd op

Nadere informatie

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst. Hallo, Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst. Dat is namelijk helemaal niet zo makkelijk. Veel studenten weten nog niet precies wat ze willen en hoe ze dat

Nadere informatie

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1

B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1 B a s S m e e t s w w w. b s m e e t s. c o m p a g e 1 JE ONBEWUSTE PROGRAMMEREN VOOR EEN GEWELDIGE TOEKOMST De meeste mensen weten heel goed wat ze niet willen in hun leven, maar hebben vrijwel geen

Nadere informatie

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom Den Haag Ons kenmerk 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Onderwerp Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon Bijlage(n) geen Geachte heer Van

Nadere informatie

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis

' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis IDENTITEITS- BEWIJS ' Dit is de tijd die niet verloren gaat: iedre minuut zet zich in toekomst om.' M. Vasalis 2 Onderwijs draait om mensen Als wij in onze onderwijsinstelling iets willen bereiken, dan

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo APQ-vragenlijst 30 januari 2019 Daan Demo Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid en wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

VERORDENING PARTICIPATIE SCHOOLGAANDE KINDEREN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE BORSELE 2012

VERORDENING PARTICIPATIE SCHOOLGAANDE KINDEREN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE BORSELE 2012 VERORDENING PARTICIPATIE SCHOOLGAANDE KINDEREN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE BORSELE 2012 De raad van de gemeente Borsele; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Borsele d.d. 21 mei 2012;

Nadere informatie

Mantelzorg, waar ligt de grens?

Mantelzorg, waar ligt de grens? Mantelzorg, waar ligt de grens? CDA Talentacademie 2014-2015 Anita Relou Wat is volgens het christendemocratisch gedachtengoed de grens van mantelzorg. Inleiding 2015. Een jaar met veel veranderingen in

Nadere informatie

Gedragsregels voor de MfN-registermediator

Gedragsregels voor de MfN-registermediator Gedragsregels voor de MfN-registermediator Deze gedragsregels zijn een richtlijn voor het gedrag van de MfN-registermediator. Zij dienen tevens als informatievoorziening voor betrokkenen en als maatstaf

Nadere informatie

Het gedragmodel. 1. Inleiding

Het gedragmodel. 1. Inleiding Het gedragmodel 1. Inleiding Het gedragmodel is een NLP-techiek, ontwikkeld door Peter Dalmeijer (zie www.vidarte.nl) en Paul Lenferink. Het model leert ons feedback te geven waarbij we anderen op hun

Nadere informatie

netwerk Op weg naar floreren

netwerk Op weg naar floreren Op weg naar floreren door Marja de Vries Als iets in lijn is met de universele wetmatigheden, functioneert het optimaal, komt het meer overeen met wie we in essentie zijn, is het in balans en harmonie

Nadere informatie

Hoe word je succesvol in sales

Hoe word je succesvol in sales Hoe word je succesvol in sales Verkopen gaat niet vanzelf. Zeker niet in deze tijd. Toch zijn nog steeds veel verkopers erg succesvol. Dat komt niet door het product of de dienst die ze aanbieden, maar

Nadere informatie

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen. Samenvatting door A. 1576 woorden 4 december 2014 1,3 2 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Paragraaf 2 De ethische optiek 1 inleiding Ethiek gaat over goed en kwaad in het menselijk handelen. Onderscheid

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

tientallen miljoenen euro s per jaar. Ook een vrijwilliger heeft zo een economische waarde.

tientallen miljoenen euro s per jaar. Ook een vrijwilliger heeft zo een economische waarde. Mt.5:16 De Week van gebed voor de eenheid van alle kerken. Ieder jaar is dit gebed in dezelfde week in januari. Het zal puur toeval zijn, maar ieder jaar valt ook de actie Kerkbalans in deze periode. Met

Nadere informatie

Dit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

Dit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker Sanne Taekema (Tilburg) Sanne Taekema, The concept of ideals in legal theory (diss. Tilburg), Tilburg: Schoordijk Instituut 2000, vii + 226 p.; Den Haag: Kluwer Law International 2002, ix + 249 p. Idealen

Nadere informatie

Minicursus Verbindend Communiceren. Geschreven door: Jan van Koert

Minicursus Verbindend Communiceren. Geschreven door: Jan van Koert Minicursus Verbindend Communiceren Geschreven door: Jan van Koert Geweldloze communicatie is een wijze van communiceren die leidt tot gehoord en verstaan worden. Met helderheid, zonder beschuldigen en

Nadere informatie

Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode?

Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode? Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode? 1. Inleiding In de media was de afgelopen weken uitgebreid aandacht voor de casus van de studente verpleegkunde die geacht werd

Nadere informatie

1 Aanbevolen artikel

1 Aanbevolen artikel Aanbevolen artikel: 25 november 2013 1 Aanbevolen artikel Ik kan het, ik kan het zélf, ik hoor erbij Over de basisingrediënten voor het (psychologisch) welzijn Een klassieke motivatietheorie toegelicht

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Belbin Teamrollen Vragenlijst

Belbin Teamrollen Vragenlijst Belbin Teamrollen Vragenlijst Lindecollege 2009 1/ 5 Bepaal uw eigen teamrol. Wat zijn uw eigen teamrollen, en die van uw collega s? Deze vragenlijst kan u daarbij behulpzaam zijn. Zeven halve zinnen dienen

Nadere informatie

MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding

MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN 1 Inleiding 1.1 In Nederland wordt in de praktijk door ondernemingen veel gebruik gemaakt van algemene voorwaarden ( AV ). Hoewel het gebruik van AV over het algemeen als

Nadere informatie

Toetsingsvragen Basispakket

Toetsingsvragen Basispakket Toetsingsvragen Basispakket I. De vier wezensdelen van de mens (Rudolf Steiner/antroposofie) 1) B) Welke wezensdelen vinden we volgens Rudolf Steiner terug bij: mineralen, planten, dieren en mensen. 2)

Nadere informatie

Schooluniformen. Ledenpeiling 22 september tot en met 3 oktober

Schooluniformen. Ledenpeiling 22 september tot en met 3 oktober Schooluniformen Ledenpeiling 22 september tot en met 3 oktober Aanleiding Schooluniformen zijn terugkerend onderwerp in het nieuws. Ook recent weer, een particuliere school Almere heeft besloten om schooluniformen

Nadere informatie

De schepping van de mens Studieblad 6

De schepping van de mens Studieblad 6 -1- GODS PLAN MET MENSEN Dit is een uitgave van de Volle Evangelie Gemeente Immanuël Breda Auteur: Cees Visser (voorganger) De schepping van de mens Studieblad 6 Inleiding Mensbeeld Uitgangspunt Stof In

Nadere informatie

onderwijsgroep noord identiteitsbewijs

onderwijsgroep noord identiteitsbewijs onderwijsgroep noord identiteitsbewijs 'Zijn wie je bent. Dat is geluk.' Erasmus 4 Onderwijs draait om mensen Als we met elkaar in het onderwijs iets willen bereiken, dan draait alles om passie, energie

Nadere informatie

MEDIACONTACT SITUATIE

MEDIACONTACT SITUATIE MEDIACONTACT Wilco Bontenbal SITUATIE U, als manager, krijgt ongetwijfeld wel eens te maken met de. Daarom is het belangrijk om inzicht te krijgen in uw natuurlijke stijl van optreden in de en uw voorkeur

Nadere informatie

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord

De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord Categorie Vraag & Antwoord De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN Er zijn te weinig middelen om in alle behoeften te kunnen voorzien. Hoe heet dit verschijnsel?

Nadere informatie

Inhoudsopgave Voorwoord 1. Inleiding en leeswijzer 2. Energie Psychologie 3. Gedachten jouw jouw 4. Verantwoordelijkheid

Inhoudsopgave Voorwoord 1. Inleiding en leeswijzer 2. Energie Psychologie 3. Gedachten jouw jouw 4. Verantwoordelijkheid Inhoudsopgave Voorwoord 2 1. Inleiding en leeswijzer 3 2. Energie Psychologie 7 3. Gedachten 10 Het zijn jouw gedachten die jouw wereld creëren 11 4. Verantwoordelijkheid 13 5. Persoonlijk Plan, jouw blauwdruk

Nadere informatie

identiteitsbewijs identiteitsbewijs onderwijsgroep noord

identiteitsbewijs identiteitsbewijs onderwijsgroep noord 1 identiteitsbewijs identiteitsbewijs onderwijsgroep noord identiteitsbewijs onderwijsgroep noord I Zijn wie je bent. Dat is geluk. I Erasmus 2 Onderwijs draait om mensen Als we met elkaar in het onderwijs

Nadere informatie

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email:

Rapportage Competenties. Bea het Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 16.06.2015. Email: Rapportage Competenties Naam: Bea het Voorbeeld Datum: 16.06.2015 Email: support@meurshrm.nl Bea het Voorbeeld / 16.06.2015 / Competenties (QPN) 2 Inleiding In dit rapport wordt ingegaan op de competenties

Nadere informatie

VOORBEELD / CASUS. Een socratisch gesprek volledig uitgeschreven. Moet je je aan een afspraak houden?

VOORBEELD / CASUS. Een socratisch gesprek volledig uitgeschreven. Moet je je aan een afspraak houden? VOORBEELD / CASUS Een socratisch gesprek volledig uitgeschreven Moet je je aan een afspraak houden? Hieronder treft u een beschrijving van een socratisch gesprek dat ik onlangs begeleidde. Voor de volledigheid

Nadere informatie

Filosofie 3 Postmoderne mediaconsumptie. Kind of minivolwassene?

Filosofie 3 Postmoderne mediaconsumptie. Kind of minivolwassene? Filosofie 3 Postmoderne mediaconsumptie Kind of minivolwassene? Marlou Kemperman Klas Com3b S1007734 Juni 2009 Mark Eckhart Korte samenvatting Kinderen worden steeds meer blootgesteld aan reclame en marketing

Nadere informatie

WERKBLAD LEIDERSCHAPSSTIJL

WERKBLAD LEIDERSCHAPSSTIJL WERKBLAD LEIDERSCHAPSSTIJL In dit document vind je 12 situaties waarop je verschillend kunt reageren. Omcirkel de aanpak die voor jou het meest voor de hand ligt. Situaties 1. De laatste tijd gaat het

Nadere informatie

Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven

Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven Situatie John volgt een opleiding coaching. Hij wil dat vak dolgraag leren. Beschikt ook over de nodige bagage in het begeleiden van mensen, maar

Nadere informatie

Zondag 8 november 2015 Sint Maarten de oogst van ons leven

Zondag 8 november 2015 Sint Maarten de oogst van ons leven Zondag 8 november 2015 Sint Maarten de oogst van ons leven Lezing: Marcus 12 : 28 34 De herfst brengt voor veel mensen een zekere weemoedigheid.: de bladeren vallen, de zomer is echt voorbij. In de herfst

Nadere informatie

Geachte collega's, beste studenten,

Geachte collega's, beste studenten, College van Bestuur Geachte collega's, beste studenten, Na de hectische weken met de bezetting van het Bungehuis en het Maagdenhuis, hebben we een moment van bezinning ingelast. Wij hebben tijd genomen

Nadere informatie

Hybride werken bij diagnose en advies. Inleiding

Hybride werken bij diagnose en advies. Inleiding Hybride werken bij diagnose en advies Inleiding Hybride werken is het combineren van 2 krachtbronnen. Al eerder werd aangegeven dat dit bij de reclassering gaat over het combineren van risicobeheersing

Nadere informatie

Neurowetenschap en Onderwijs W O E N S D A G 2 9 A P R I L B R U S S E L

Neurowetenschap en Onderwijs W O E N S D A G 2 9 A P R I L B R U S S E L Neurowetenschap en Onderwijs W O E N S D A G 2 9 A P R I L 2 0 1 5 B R U S S E L Stelling Stelling: Goed onderwijs betrekt de resultaten van cognitieve neurowetenschappen en de neuropedagogiek in de besluitvorming

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2

Samenvatting (Summary in Dutch) Het proefschrift. Hoofdstuk 2 (Summary in Dutch) Het proefschrift Dit proefschrift is geschreven rondom de vraag hoeveel uur per week werkende mensen willen werken. Hierbij schenken we aandacht aan twee aspecten. 1 Het eerste aspect

Nadere informatie

Het belangrijkste verhaal is eigenlijk een samenvatting van alles wat Hij gedaan heeft

Het belangrijkste verhaal is eigenlijk een samenvatting van alles wat Hij gedaan heeft Kunt u mij een (voor u) belangrijk verhaal over Jezus vertellen? Het belangrijkste verhaal is eigenlijk een samenvatting van alles wat Hij gedaan heeft Zijn twee belangrijkste geboden: Heb je God lief

Nadere informatie

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen 3 Voorwoord Goed onderwijs is een belangrijke voorwaarde voor jonge mensen om uiteindelijk een betekenisvolle en passende plek in de maatschappij te krijgen. Voor studenten met een autismespectrumstoornis

Nadere informatie

Professioneel facility management. Competenties en veranderstrategieën om waarde toe te voegen aan het primaire proces

Professioneel facility management. Competenties en veranderstrategieën om waarde toe te voegen aan het primaire proces Professioneel facility management Competenties en veranderstrategieën om waarde toe te voegen aan het primaire proces Inhoud Voorwoord Professionele frontliners 1. Theoretisch kader 2. Competenties en

Nadere informatie

Eindexamen vwo filosofie II

Eindexamen vwo filosofie II Opgave 2 Leven vanuit vrije wil 7 maximumscore 3 een weergave van een overeenkomst tussen de Avatar-training en Sartre wat betreft de opvatting over vrijheid als zelfverwerkelijking: beiden lijken uit

Nadere informatie

Coöperatie en communicatie:

Coöperatie en communicatie: Nederlandse Samenvatting (summary in Dutch) 135 Coöperatie en communicatie: Veranderlijke doelen en sociale rollen Waarom werken mensen samen? Op het eerste gezicht lijkt het antwoord op deze vraag vrij

Nadere informatie

360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels

360 feedback 3.1 M. Camp Opereren als lid van een team Omgaan met conflicten Omgaan met regels 360 feedback 3.1 Student: M. camp Studentnummer: 11099003 Klas: WDH31 Datum: 2-02-2014 Personen welke de formulieren hebben ingevuld: - M. Camp - Menno Lageweg - Ir. S.W.L. van Herk - D.J. Jager M. Camp

Nadere informatie

Ilta van der Mast Naar een nieuw systeem van sociale volkshuisvesting

Ilta van der Mast Naar een nieuw systeem van sociale volkshuisvesting Ilta van der Mast Naar een nieuw systeem van sociale volkshuisvesting De wijze waarop de woningmarkt nu georganiseerd is met 2,4 miljoen sociale huurwoningen is niet meer houdbaar. We zullen naar een systeemverandering

Nadere informatie

TRIPARTITE VERHOUDING

TRIPARTITE VERHOUDING ThvG/NR Mij is gevraagd om vandaag 1 mei 1988 een korte toespraak te houden via A.T.V.. Ik heb gedacht om op deze dag te praten over de TRIPARTITE VERHOUDING. Maar alvorens dit te doen is het misschien

Nadere informatie

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht [Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel

Nadere informatie

Inhoud. Wenken voor een evenwichtig leven 7. Over Epictetus 69. Nawoord De filosofie van de stoa 73. Bibliografische notitie 83 [5]

Inhoud. Wenken voor een evenwichtig leven 7. Over Epictetus 69. Nawoord De filosofie van de stoa 73. Bibliografische notitie 83 [5] Inhoud Wenken voor een evenwichtig leven 7 Over Epictetus 69 Nawoord De filosofie van de stoa 73 Bibliografische notitie 83 [5] 1 Al wat bestaat is in twee categorieën te verdelen: de ene valt binnen ons

Nadere informatie

1. Met andere ogen. Wetenschap en levensbeschouwing. De wereld achter de feiten

1. Met andere ogen. Wetenschap en levensbeschouwing. De wereld achter de feiten 1. Met andere ogen Wetenschap en levensbeschouwing De wereld achter de feiten Dit boek gaat over economie. Dat is de wetenschap die mensen bestudeert in hun streven naar welvaart. Het lijkt wel of economie

Nadere informatie