Congresboek Leuvens Adolescenten- en Gezinnenonderzoek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Congresboek Leuvens Adolescenten- en Gezinnenonderzoek"

Transcriptie

1 Congresboek Leuvens Adolescenten- en Gezinnenonderzoek 22 september 2011 Centrum voor Sociologisch Onderzoek, K.U.Leuven Family and Population Studies Leuven (FaPOS) Sofie Vanassche (Red.) An Katrien Sodermans Sarah Botterman Martine Corijn Graziela Dekeyser Nele Havermans Koen Matthijs

2 Centrum voor Sociologisch Onderzoek (CeSO) Parkstraat 45 bus 3601 B 3000 Leuven All rights reserved. Except in those cases expressly determined by law, no part of this publication may be multiplied, saved in an automated datafile or made public in any way whatsoever without the express prior written consent of the author. Alle rechten voorbehouden. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets van deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISBN CeSO/GB/2011-2

3

4 Woord vooraf 1 Koen Matthijs Deze LAGO-congresbundel geeft een eerste inkijk in de leefwereld van hedendaagse Vlaamse jongeren. Het Leuvens Adolescenten- en Gezinnenonderzoek voedt een breed spectrum van maatschappelijke thema s met empirisch materiaal en biedt zo een forum waarop het debat over jongeren kan gevoerd worden. Vaak bevestigt het wat al was geweten en bouwt het verder op bestaande inzichten, maar het brengt ook andere feiten en nieuwe duiding aan. Dat levert een verrassend totaalbeeld op. LAGO is ook een incubator van nieuwe inzichten. Niet alleen over hoe de jeugdige leefwereld eruitziet, maar ook over hoe die zou moeten zijn. Het project voedt het denken over hoe de samenleving is georganiseerd en hoe ze het beste kan worden ingericht. LA- GO gaat over de jeugd als sociale structuur en als sociaal proces. Hoe vertaalden recente macrosociale processen als globalisering, flexibilisering en diversificatie zich in de private leefwereld van jongeren? Binnen het LAGO-onderzoek gaat veel aandacht naar achterliggende sociodemografische trends, zoals de gevolgen van de toename van het aantal (echt)scheidingen, van ongehuwd samenwonen en van nieuw samengestelde gezinnen. Hoe dat er zal uitzien over een tweetal decennia, wanneer de hedendaagse jongeren volwassen zijn, is moeilijk in te schatten. Oorzaken en gevolgen versterken elkaar maar werken elkaar ook tegen, telkens met wisselende en verschuivende ins en outs. Een schoenenfabriek mag dan in de eerste plaats een winstfabriek zijn, veel van die winstmachines sluiten omdat de eigenaars scheiden. Als er minder wordt gehuwd omdat het huwelijk gedateerd zou zijn (geen enkele jongere kent marriage kills love, het epitheton organs van mei 1968), wordt het voor sommigen juist weer een statussymbool, een middel om zich te onderscheiden van anderen. Het hangt dus allemaal samen. De wijziging van de echtscheidingswetgeving is het resultaat van maatschappelijke ontwikkelingen, maar zodra die wet er was, had ze effecten in alle richtingen, ook voor wie daar initieel niets mee te maken had, zoals grootouders, schooldirecties, werkgevers en therapeuten. Maar er is meer. Het resultaat van de lopende ontwikkelingen is een intense sociale dynamiek: gezinsproblemen worden schoolkwesties, schoolkwesties worden arbeidsconflicten, arbeidsconflicten worden gezinsproblemen. Maar het gaat om meer dan om dynamiek. Het gaat ook om verandering. Het is een feit dat hoogopgeleiden minder scheiden en laagopgeleiden meer, en dat opleiding dé sleutel is voor sociale mobiliteit. Dat maakt dat echtscheiding een motor is van de (re)productie van sociale ongelijkheid. Een kwart van de jongeren heeft gescheiden ouders. Na de scheiding komen zij vooral terecht in een eenoudergezin of in een nieuw samengesteld gezin. Aan het sociale en culturele script om daarmee om te gaan, wordt volop getimmerd. Juristen worstelen ermee, want sociale voordelen zijn fiscale nadelen. Ouders piekeren erover, want wat moeten ze doen om goed te doen? Trouwen of wettelijk samenleven? Of gewoon feitelijk samenwonen? Hertrouwen of niet? Is een samenleefcontract nuttig of volstaat de wettelijke regeling? En wat met de kinderen in wisselende gezinsconfiguraties? Hoe (on)gelijk worden stief- en zorgkinderen behandeld? Moet dat veranderen? Hoe denken de jongeren over kwesties die hen intens raken maar waarbij zelden hun stem wordt gehoord? Op geen van die vragen biedt het LAGO-onderzoek een antwoord, maar

5 het reikt wel cruciale bouwstenen aan om het debat te voeden. LAGO is een geïnformeerde gesprekstafel. Vandaag bevindt ongeveer een kwart van de Vlaamse scholieren met gescheiden ouders zich in een situatie van verblijfsco-ouderschap. Daar werden termen voor ontleend aan de sector van kunst en mobiliteit: mozaïekgezinnen en valieskinderen. LAGO leert dat veel kinderen zich daar prima bij voelen, althans als de ouders goed overeenkomen, met elkaar en met de kinderen. Dat voor elkaar krijgen is geen sinecure, het gaat per slot van rekening om een scheiding. In een aantal gevallen stimuleert de huidige wetgeving trouwens conflictueus verblijfsco-ouderschap, uiteraard onbedoeld. Bij afwezigheid van ouderlijk akkoord moeten rechters het gelijkmatig gedeeld verblijf immers als optie onderzoeken. Dat kan later een voedingsbodem zijn van conflicten tussen de partners. Een gedeeld verblijf vergemakkelijkt ook het ontstaan van complexe stiefrelaties, en ook dat heeft onvermoede neveneffecten. Zo leren de LAGO-resultaten dat jongeren gemakkelijker een goede relatie opbouwen met een deeltijdse stiefouder dan met een voltijdse stiefouder. Een bijkomend doordenkertje dus. De LAGO-steekproef bevestigt de grote verscheidenheid in Vlaanderen qua gezinskenmerken, gezinsstructuren en gezinsprocessen. Onder meer het land van herkomst, de migratiegeneratie en de thuistaal hangen samen met de leef- en belevingswereld van jongeren. Die diversiteit vertaalt zich ook in de diversiteit binnen en tussen gezinnen, hun samenstelling en hun kenmerken. Dat verschilt ook naargelang van klassieke maatschappelijke opdelingen, zoals opleidingsniveau en tewerkstellingssituatie. Op zijn beurt boetseert dat de gezinsrolopvattingen van jongeren, hun onderwijsaspiraties en hun arbeidsverwachtingen. De toekomst wordt dus nu gemaakt. In het LAGO-onderzoek ging veel aandacht naar het welzijn van jongeren. Dat werd op vijf manieren gemeten: schoolprestaties, middelengebruik, delinquent gedrag, en fysiek en psychisch (on)welbevinden. De resultaten leren dat dat allemaal onderling samenhangt, het is dus een multipele problematiek. Jongeren met problemen op school voelen zich vaak psychisch minder goed en vertonen meer probleemgedrag. Dat hangt dan weer samen met problematische gezinssituaties. Dat heeft een sociale prijs, maar ook een economische: het remediëren van schoolachterstand en formele hulpverlening zijn duur. Maar LAGO leert ook dat er een minder zichtbare prijs is in de vorm van vertwijfeling, onzekerheid en angst, en die wordt zelden door de media belicht. 2

6 Inhoud Woord vooraf Inleiding Situering van het LAGO-project Opzet van het LAGO-onderzoek Beschrijving van de LAGO-steekproef Operationalisatie van de concepten Nieuw samengestelde gezinnen Nieuw samengestelde gezinnen in cijfers Stiefrelaties: de uitdagingen van de stiefouderrol Co-ouderschap en de verblijfsregeling na scheiding De verblijfsregeling na scheiding in cijfers Hoe wordt verblijfsco-ouderschap concreet ingevuld? Hoe voelen jongeren in verblijfsco-ouderschap zich? Interculturaliteit en diversiteit Diversiteit in cijfers Diversiteit in opvattingen Schoolloopbanen Schoolloopbanen in cijfers Invloeden op schoolloopbanen Fysiek en psychisch (on)welbevinden Fysiek en psychisch (on)welbevinden in cijfers Gezinsklimaat in cijfers (On)welbevinden en gezinsklimaat, gezinstype en sociaal klimaat Probleemgedrag Risico- versus probleemgedrag in cijfers Individuele en sociale invloeden Nuttige links Referenties

7 1. Inleiding Sofie Vanassche Wat ooit begon als een informele samenwerking tussen twee Leuvense sociologiestudenten en hun begeleiders in het kader van hun masterproef, groeide stapsgewijs uit tot een grootschalig onderzoek naar het gezinsleven van de Vlaamse jeugd. De rode draad doorheen de voorbije vier jaren was het idee dat er door samenwerking meer en betere data kunnen worden ingezameld dan alleen: meer kwantiteit en meer kwaliteit, zowel voor de betrokken studenten als voor de onderzoekers. In 2008 kreeg het project een eigen naam en logo: LAGO of het Leuvens Adolescenten- en Gezinnenonderzoek. Kort daarna werd een website gelanceerd ( waarop alle informatie omtrent het onderzoek, evenals de wetenschappelijke output van het project, kan worden gevonden. De onderzoeksrapporten van de eerste twee bevragingsrondes zijn inmiddels beschikbaar, er werden verschillende papers gepresenteerd op wetenschappelijke conferenties, en in de nabije toekomst verschijnen de eerste artikels in internationale tijdschriften. Ook in de nationale media werd uitgebreid aandacht besteed aan resultaten van het LAGO-onderzoek, waaronder de uitgebreide Knack-reportage Hoe het leven van uw kinderen is veranderd (december 2010). Ondertussen zijn er drie bevragingsrondes afgerond en kunnen met trots de resultaten van drie jaar intensief onderzoek worden voorgesteld. Dit congresboek bevat een samenvatting van de inhoud van de plenaire en parallelle sessies van de studiedag en een beknopte situering van het LAGO-project, het onderzoeksopzet en de kenmerken van de steekproef. Alle referenties van masterproeven, presentaties en papers waarin met het LAGO-bestand wordt gewerkt, werden opgenomen. Er wordt afgesloten met een overzicht van enkele nuttige links naar aanverwante onderzoeksprojecten en informatiebronnen voor wie werkt rond en voor het welzijn van jongeren en hun gezinnen. Informatieverzameling en -verwerking is slechts een beginpunt in het hele proces van begrijpen, reflecteren over en beleidsmatig ondersteunen van actuele maatschappelijke uitdagingen. Het vervolg op deze bundel zal bestaan uit een neerslag van de discussie en een reflectie op de resultaten die worden gepresenteerd, waarbij de kennis en expertise van ervaringsdeskundigen, mensen uit het veld, wetenschappers en beleidsmakers wordt samengebracht. Omdat het LAGO-project niet zou bestaan zonder de medewerking van ondertussen al een 20-tal enthousiaste sociologiestudenten, willen wij deze gelegenheid ook gebruiken om hen allen hartelijk te danken voor de fijne samenwerking! De gedrevenheid en nieuwsgierigheid van deze jonge onderzoekers was onmisbaar voor dit onderzoeksproject. Ten slotte ook een dank aan al onze sponsors! 4

8 2. Situering van het LAGO-project Sofie Vanassche Kenmerkend voor het LAGO-project is dat er wordt samengewerkt met masterstudenten sociologie in het kader van hun masterproef. Gedurende één academiejaar vormen zij samen met de medewerkers van de onderzoeksgroep een waar onderzoeksteam. In groep worden beslissingen genomen omtrent de verschillende stappen in het onderzoeksproces: het ontwikkelen van onderzoeksvragen en -hypothesen, de samenstelling van de steekproef, het opstellen van de vragenlijst, het veldwerk, Peer-learning staat dus heel centraal. Door samen te werken kunnen de masterstudenten een veel groter aantal jongeren bevragen dan op individuele basis mogelijk zou zijn. Een gezamenlijk project betekent ook een gezonde externe druk om het vooropgestelde tijdsschema te respecteren. Doordat de onderwerpen aansluiten bij de expertise van de leden van de onderzoeksgroep is ook een veel intensere begeleiding van deze masterproeven mogelijk. Inhoudelijk ligt de focus op de gezinssamenstelling, de relaties, de attitudes, het gedrag en het welzijn van Vlaamse adolescenten. Telkens gaat bijzondere aandacht naar het onderscheid tussen 1) jongeren uit tweeoudergezinnen, eenoudergezinnen en nieuw samengestelden gezinnen en 2) jongeren van autochtone en allochtone aankomst (met specifieke aandacht voor de Turkse en Marokkaanse migrantenpopulatie). De onderwijsverankering van LAGO beperkt zich echter niet tot de masterproef sociologie. Ook bachelorstudenten kunnen de LAGO-data gebruiken in het kader van hun bachelorpaper voor exploratieve analyses, het scherp formuleren van een onderzoeksvatbare hypothese, het inoefenen van statistische technieken, Daarnaast worden de data ook gebruikt in enkele opleidingsonderdelen: als empirische illustratie van gezinssociologische theorieën, voor het inoefenen van statistische vaardigheden, voor het reflecteren op voor- en nadelen van verschillende onderzoeksmethoden, als input voor een wetenschappelijke poster, In het najaar van 2011 is een vierde bevragingsronde gepland. Daarnaast worden ook enkele potentiële samenwerkingsverbanden met andere jeugonderzoeken en -platforms voorbereid en onderzocht. Om de kwaliteit van de data te optimaliseren wordt elke bevragingsronde grondig geëvalueerd en waar nodig worden aanpassingen doorgevoerd. 5

9 3. Opzet van het LAGO-onderzoek Sofie Vanassche In de onderzoeksrapporten van de verschillende bevragingsrondes en de methodologische documenten op de webstek worden de steekproefsamenstelling, de wijze van dataverzameling en de vragenlijstkenmerken uitgebreid toegelicht. 1 In dit congresboek wordt de informatie beperkt tot wat noodzakelijk is voor de interpretatie van de resultaten. Het LAGO-onderzoek bevraagt middelbare scholieren binnen hun schoolcontext. Er wordt gestreefd naar voldoende verscheidenheid inzake de geografische ligging van de school, de aangeboden onderwijsvormen, het onderwijsnet en de samenstelling van de leerlingenpopulatie naar herkomst. In totaal hebben reeds 35 scholen meegewerkt. Binnen elke school wordt er naar gestreefd om per aangeboden onderwijsvorm (ASO, TSO, BSO, KSO) en per graad twee klassen te bevragen. Dit resulteerde tot op heden in gegevens van 5778 leerlingen. De jongeren worden bevraagd via een gestandaardiseerde, schriftelijke vragenlijst met drie modules. De eerste module dient door alle jongeren te worden ingevuld. De tweede module is enkel bedoeld voor jongeren met gescheiden ouders en bevat vragen over de gezinssituatie vóór en na de scheiding. Verschillende vragen in deze module zijn ontdubbeld voor het huishouden van moeder en vader, om rekening te houden met het feit dat kinderen na een scheiding vaak in twee huishoudens leven. De derde module dient enkel te worden ingevuld door jongeren wiens ouders niet gescheiden zijn. In elke module is er een vaste kern met vragen die jaarlijks worden gesteld. Dit zijn vragen naar de gezinssamenstelling, de ouder-kindrelatie, de schoolloopbaan, de studiebetrokkenheid, het psychologisch welzijn, de verblijfsregeling na scheiding, de mate van ouderlijk conflict, en enkele sociodemografische en socio-economische kenmerken. Daarnaast worden ieder jaar een aantal specifieke thema s gekozen die uitgebreid worden bevraagd. Tijdens de eerste bevragingsronde was er een grote reeks vragen rond materieel welzijn, studieattitudes en genderrollen. In de tweede bevragingsronde werd informatie verzameld rond externaliserend probleem- en risicogedrag (delinquentie, agressie, middelengebruik, verslaving) en rond attitudes ten aanzien van het huwelijk, ongehuwd samenwonen en (echt)scheiding. De deelthema s van de derde bevragingsronde zijn culturele verschillen, grootouders, seksualiteitsbeleving en gezinsattitudes. Deze thema s werden gekozen omdat ze aansluiten bij de interesses van zowel de studenten als de begeleiders. 1 Vanassche, S., Sodermans, A.K. & Matthijs, K. (2010). Adolescenten en gezinnen : onderzoeksrapport. Leuven: K.U.Leuven, Centrum voor Sociologisch Onderzoek. Vanassche, S., Sodermans, A.K. & Matthijs, K. (2011). Het Leuvens Adolescenten- en Gezinnenonderzoek : onderzoeksrapport. Leuven: K.U.Leuven, Centrum voor Sociologisch Onderzoek. 6

10 4. Beschrijving van de LAGO-steekproef Sofie Vanassche De gezamenlijke verdeling van geslacht, graad en onderwijsvorm in de LAGO-steekproef benadert over het algemeen heel sterk die van de Vlaamse populatie (Tabel 4.1). In de LAGOonderzoeksgroep is er een lichte oververtegenwoordiging van meisjes versus jongens, van ASOleerlingen versus BSO-leerlingen en van leerlingen uit de tweede graad versus de eerste, derde en vierde graad. Tabel 4.1 De Vlaamse middelbare scholierenpopulatie en de LAGO-steekproef naar geslacht, studiegraad en onderwijsvorm (in %) Eerste graad Vlaanderen (N=425316) LAGO (N=5690) Jongens Meisjes Totaal Jongens Meisjes Totaal 1A & tweede leerjaar A B & beroepsvoorbereidend leerjaar Totaal eerste graad Tweede graad ASO TSO KSO BSO Totaal tweede graad Derde & vierde graad ASO TSO KSO BSO Totaal derde & vierde graad Totaal Bronnen: & LAGO Binnen de volledige steekproef heeft ongeveer één op vier jongeren al een ouderlijke scheiding meegemaakt (Tabel 4.2). Op basis van rijksregistergegevens uit 2004 schat Lodewijckx (2005) dat 26% van de Vlaamse jongeren tussen 12 en 17 jaar een ouderlijke scheiding heeft meegemaakt. 2 De cijfers voor de LAGO-steekproef en de Vlaamse populatie komen dus sterk overeen. De scheidingservaring ligt iets hoger in de tweede bevragingsronde, wat gedeeltelijk kan worden verklaard door het groter aandeel scholen uit het gemeenschapsonderwijs in die ronde. 2 Lodewijckx, E. (2005). Kinderen en scheiding bij hun ouders in het Vlaamse Gewest. Een analyse op basis van Rijksregistergegevens. Brussel, CBGS, Werkdocument 7. 7

11 Tabel 4.2 De leefsituatie van de ouders van de leerlingen per bevragingsronde (in %) LAGO 1 LAGO 2 LAGO 3 Totaal Getrouwd en wonen samen Wonen samen en niet getrouwd Vroeger getrouwd en nu uit elkaar Vroeger samengewoond en nu uit elkaar Getrouwd maar wonen niet meer samen Nooit samengewoond Niet van toepassing (minstens één ouder overleden) N Ten slotte worden nog enkele maten betreffende de variatie inzake nationaliteit en herkomst bekeken (Tabel 4.3). Voor de meeste indicatoren is slechts informatie beschikbaar vanaf de tweede bevragingsronde. 8% van de LAGO-jongeren heeft niet de Belgische nationaliteit. Bij de Vlaamse scholierenpopulatie is dit 5% (zie Vooral in de tweede bevragingsronde is er een groter aandeel niet-belgen en jongeren met ouders geboren in het buitenland. Het aandeel jongeren met een andere thuistaal dan het Nederlands komt sterk overeen met de GOK-indicator andere thuistaal voor de Vlaamse scholierenpopulatie in het secundair onderwijs in 2010 (8%, zonder het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zie onderwijsstatistieken). Tabel 4.3 Nationaliteit, thuistaal en herkomst van de leerlingen per bevragingsronde (in %) LAGO 1 LAGO 2 LAGO 3 Totaal Niet-Belgische nationaliteit Andere thuistaal Herkomst Jongere, ouders en grootouders in België geboren Jongere en ouders in België geboren, minstens één grootouder in ander land geboren (derde generatie) Jongere in België geboren, minstens één ouder in ander land geboren (tweede generatie) Jongere niet in België geboren (eerste generatie) N Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de steekproef, de steekproefkenmerken en vergelijkingen met de Vlaamse scholierenpopulatie, zie Vanassche, Sodermans & Matthijs, Vanassche, S., Sodermans, A.K. & Matthijs, K. (2011). Steekproefsamenstelling en -kenmerken van het Leuvens Adolescenten- en Gezinnenonderzoek. Leuven: K.U.Leuven. Centrum voor Sociologisch Onderzoek. 8

12 5. Operationalisatie van concepten In Tabel 5.1 wordt extra uitleg gegeven omtrent de operationalisatie van de concepten. Tabel 5.1 Operationalisatie van concepten Concept Schaal/operationalisering Categorieën Gezinstype Geconstrueerd op basis van ervaring ouderlijke scheiding en aanwezigheid nieuwe partner bij ouder(s) waarmee men minstens 33% van de tijd samenwoont Klassiek twee-oudergezin Eenoudergezin Nieuw samengesteld gezin Verblijfsregeling Migratiegeneratie Geconstrueerd op basis van verblijfskalender: een raster waarin jongeren voor elke dag en nacht aangeven bij welke ouder ze verblijven (voor een gewone maand, niet voor de vakantieperiode) Geconstrueerd op basis van de geboortelanden van de jongere, diens ouders en grootouders Opleidingsniveau Opleidingsniveau hoogst opgeleide, ouders biologische ouder Onderwijsvorm Directe vraag ASO Financiële situatie gezin Kwaliteit relatie met moeder/vader Frequentie financiële problemen in het huishouden van de ouders/moeder/vader (hoofdverblijf) Somschaal op basis van 13 items, gebaseerd op de Network of Relationship Inventory 4 Bij moeder (100%) Meestal bij moeder (67-99%), soms bij vader Afwisselend bij moeder en bij vader (33-66%) Meestal bij vader (67-99%), soms bij moeder Bij vader (100%) Eerste migratiegeneratie (jongere niet in België geboren) Tweede migratiegeneratie (jongere in België geboren, minstens één van de ouders niet in België geboren) Derde migratiegeneratie (jongere en ouders in België geboren, minstens één van de grootouders niet in België geboren) Belgische herkomst Lager of middelbaar onderwijs Hoger onderwijs TSO/KSO BSO Nooit of zelden Soms of vaak 0 (zeer slechte relatie) - 36 (zeer goede relatie) 4 Furman, W. & Buhrmester, D. (1985). Children s perception of the personal relationship in their social networks. Developmental Psychology, 21,

13 Kwaliteit relatie met moeder/vader en stiefmoeder/ stiefvader Ouderschapsstijl - mate van gezagsuitoefening - mate van betrokkenheid Ouderlijk conflict Perceptie verloop echtscheiding Direct vraag Geconstrueerd op basis van items uit de PSII 5, opgedeeld in 4 kwadranten Somschaal op basis van 3 items, gebaseerd op de Conflict Awareness Scale 6 Directe vraag Zeer slecht Slecht Niet goed, niet slecht Goed Zeer goed Weinig gezagsuitoefening, weinig betrokkenheid Weinig gezagsuitoefening, veel betrokkenheid Veel gezagsuitoefening, weinig betrokkenheid Veel gezagsuitoefening, veel betrokkenheid 0 (geen conflict) - 12 (veel conflict) Vriendschappelijk Neutraal Vechtscheiding Levenstevredenheid Directe vraag 1 (helemaal niet tevreden) - 10 (helemaal tevreden) Zeer tevreden: meer dan één standaardafwijking boven het groepsgemiddelde Innerlijk sterk Depressieve gevoelens Somschaal op basis van 8 items inzake autonomie, competentie en verwantschap, Selfdetermination scale 7 1 (helemaal niet akkoord) - 5 (helemaal akkoord) Zeer sterk: meer dan één standaardafwijking boven het groepsgemiddelde Somschaal op basis van 8 items, 0 (nooit depressieve gevoelens) - 24 gebaseerd op de CES-D 8 8 (altijd depressieve gevoelens) Problematisch: meer dan één standaardafwijking boven het groepsgemiddelde 5 See for example: Nijhof, K.S. & Engels, C.M.E. (2007). Parenting styles, coping strategies, and the expression of homesickness. Journal of Adolescence, 30, Grych, J.H. & Fincham, F.D. (1993). Children s appraisals of marital conflict: Initial investigations of the cognitive-contextual framework. Child Development, 64, Sheldon, K. M., Elliot, A. J., Kim, Y. & Kasser, T. (2001). What is satisfying about satisfying events? Testing 10 candidate psychological needs. Journal of Personality and Social Psychology, 80, Radloff, L. S. (1977). The CES-D scale: A self-report depression scale for research in the general population. Applied Psychological Measurement, 1,

14 Angstgevoelens Somschaal op basis van 9 items, gebaseerd op de SCARED-R 9 0 (geen angstgevoelens) - 36 (veel angstgevoelens) Problematisch: meer dan één standaardafwijking boven het groepsgemiddelde 1 (nooit) - 5 (heel vaak) Problematisch: score 3, 4, 5 Zelfdodingsgedachten Directe vraag Fysieke gezondheid Directe vraag 1 (zeer slecht) - 5 (zeer goed) Problematisch: score 1, 2, 3 Overgewicht en BMI, gebaseerd op vraag naar Geslacht- en leeftijdsspecifieke BMI - obesitas lengte en gewicht schaal 10 Alcoholgebruik Gebaseerd op de Alcohol, Smoking Nooit and Substance Involvement Sporadisch Screening Test (ASSIST) van de Vaak World Health Organisation 11 Tabakgebruik ASSIST Nooit Sporadisch Vaak Cannabisgebruik ASSIST Nooit Sporadisch Vaak Alcoholverslaving ASSIST Geen gebruik Gebruik, maar geen verslaving Verslaving Tabakverslaving ASSIST Geen gebruik Gebruik, maar geen verslaving Verslaving 9 Muris, P. & Steerneman, P. (2001). The revised version of the screen for child anxiety related emotional disorders (SCARED-R): First evidence for its reliability and validity in a clinical sample. The British Psychological Society, 40, WHO ASSIST Working Group (2002). The Alcohol, Smoking and Substance Involvement Screening Test (ASSIST): development, reliability and feasibility. Addiction, 97 (9):

15 Cannabisverslaving ASSIST Geen gebruik Gebruik, maar geen verslaving Verslaving Delinquent gedrag Genderrolattitude Schoolmoeheid Leergierigheid Studie-aversie Gebaseerd op Baerveldt, van Rossem & Vermande 12 Opvattingen omtrent genderrollen op basis van drie items (SCP 13 ) Somschaal op basis van 3 items rond studiebetrokkenheid, Brutsaert (1993) 14 Somschaal op basis van 5 items rond studiebetrokkenheid, Brutsaert (1993) Somschaal op basis van 4 items rond studiebetrokkenheid, Brutsaert (1993) Nooit Minder dan 5 daden Tussen 5 en 10 daden 10 of meer daden 3 (helemaal niet traditioneel) - 15 (heel traditioneel) 3 (niet schoolmoe) - 12 (heel schoolmoe) 5 (niet leergierig) - 25 (heel leergierig) 4 (geen studie-aversie) - 20 (grote studie-aversie) 12 Baerveldt, C., Rossem van, R. & Vermande, M. (2003). Pupils delinquency and their social networks: A test of some network assumptions of the ability and inability models of delinquency. The Netherlands Journal of Social Sciences, 39, Sociaal en Cultureel Planbureau: 14 Brutsaert, H. (1993). School, gezin en welbevinden: zesdeklassers en hun sociale omgeving. Leuven/Apeldoorn: Garant. 12

16 6. Nieuw samengestelde gezinnen Sofie Vanassche Veel gescheiden personen gaan relatief snel een nieuwe relatie aan. Indien daar kinderen bij betrokken zijn, leidt dit tot een nieuw samengestelde gezin. Vaak verschijnen er ook stiefbroers en/of -zussen op het toneel. Dit zijn kinderen uit één of meerdere vorige relaties van de nieuwe partner(s) van de ouders. Indien een ouder met de nieuwe partner kinderen op de wereld zet, krijgen kinderen er ook halfzussen en/of -broers bij. Heel wat nieuwe gezinsrelaties dus die elk hun eigen uitdagingen kennen. 6.1 Nieuw samengestelde gezinnen in cijfers Nieuw samengestelde gezinnen zijn niet terug te vinden in de officiële statistieken. De LAGOsteekproef geeft een idee van het aandeel jongeren met specifieke stiefrelaties na scheiding (Tabel 6.1). Hierbij wordt rekening gehouden met hun verblijfsregeling. Kinderen leven immers steeds vaker in twee huishoudens, waardoor de kans op samenleven met een stiefouder verdubbelt. 66% van de jongeren met gescheiden ouders woont samen met minstens één stiefouder en 19% woont deeltijds in twee nieuw samengestelde gezinnen. Dit is slechts een momentopname: het aandeel kinderen dat na een ouderlijke scheiding ooit in een nieuw samengesteld gezin leeft, leefde of zal leven is nog hoger. Nieuw samengestelde gezinnen zijn geen marginaal gegeven: 15% van alle jongeren (met en zonder gescheiden ouders) leefde op het moment van de bevraging samen met minstens één stiefouder. Dit doet vragen rijzen omtrent de houdbaarheid van het ontbreken van een normatieve en wettelijke omkadering van deze relaties. Indien een bijkomend criterium van minstens 33% van de tijd samenwonen met de nieuwe partner van de ouder wordt gehanteerd, leeft 56% van de jongeren met gescheiden ouders samen met minstens één stiefouder op het moment van bevraging. Vooral het aandeel jongeren dat samenleeft met een stiefmoeder is kleiner onder deze voorwaarde. Dit komt doordat het grootste deel van de jongeren nog steeds hoofdzakelijk bij de moeder woont na scheiding. Jongeren wonen vaak een groter deel van de tijd samen met een stiefvader dan met een stiefmoeder, wat de context waarin deze relaties zich ontwikkelen verschillend maakt. De stiefmoederrol is vaker een deeltijdse rol, de stiefvaderrol vaker een (bijna) voltijdse rol. Ook het aandeel jongeren dat na een ouderlijke scheiding samenleeft met broers en/of zussen waarmee ze niet beide ouders gemeenschappelijk hebben, is groot. Eén op drie jongeren met gescheiden ouders leeft samen met minstens één half- of stiefsibling. Ruim een kwart leeft meer dan een derde van de tijd samen met minstens één half- of stiefsibling. Dit worden vaak complexe nieuw samengestelde gezinnen genoemd omdat de kinderen variëren in biologische verwantschap ten opzichte van de (stief)ouders en van elkaar. Hierbij kan een spanning ontstaan tussen biologisch en sociologisch ouderschap en kinderschap. 13

17 Tabel 6.1 Stiefrelaties na ouderlijke scheiding naar twee criteria (in %) Samenwonen met kind Minstens 33% van de tijd samenwonen met kind Stiefouders Zonder stiefouders Met enkel stiefvader Met enkel stiefmoeder Met stiefvader en stiefmoeder N Stief- en halfbroers/zussen Met minstens één stiefbroer/zus Met minstens één halfbroer/zus Met minstens één stief- of halfbroer/zus N Een combinatie van de verblijfsregeling en de aanwezigheid van een stiefouder levert acht gezinstypes op (Tabel 6.2). Ook hier zijn er grote verschillen naargelang de wijze waarop een gedeeld verblijf wordt gedefinieerd. Als geen tijdsvoorwaarde wordt gesteld aan gedeeld verblijf, pendelt zes op tien jongeren tussen twee ouderlijke huishoudens. Bijna één op vijf jongeren leeft afwisselend samen met een stiefmoeder en een stiefvader. Dit betekent twee bijkomende ouders met elk hun eigen plaats en rol binnen het gezinssysteem van het kind. Meer dan één op vier jongeren pendelt tussen een eenoudergezin en een nieuw samengesteld gezin. Dit zijn twee verschillende gezinsconfiguraties met specifieke uitdagingen. Indien de tijdsvoorwaarde van minstens 33% voor gedeeld verblijf wordt gehanteerd, leeft een derde van de jongeren bij hun alleenstaande moeder en een ander derde bij hun moeder en stiefvader. Eén op vier jongeren pendelt tussen twee ouderlijke huishoudens, waarbij de vier mogelijke combinaties van ouderlijke gezinssamenstelling quasi evenredig verdeeld zijn. Bilocatie verhoogt de kans op samenleven met een stiefouder. Ongeveer een op twee jongeren met een hoofdverblijf bij één ouder leeft samen met een stiefouder; bij jongeren in bilocatie is dat drie op vier (Tabel 6.2). Het nastreven van ouderlijke eenheid na scheiding (in het belang van het kind) geeft dus als nevengevolg dat de complexiteit van de gezinssituatie na scheiding toeneemt. Daarenboven zijn er ook indicaties dat bilocatie fysieke en emotionele ruimte creëert voor ouders en vooral voor moeders om een nieuwe partnerrelatie aan te gaan. Dit versterkt de bestaande samenhang tussen bilocatie en complexiteit van de gezinssamenstelling. Bilocatie zorgt ten slotte ook voor een groter aandeel jongeren dat samenleeft met een stiefmoeder. Door de langdurige dominantie van het moederverblijf na scheiding zijn de normatieve voorschriften over de invulling van de stiefmoederrol minder duidelijk dan voor de stiefvaderrol. 14

18 Tabel 6.2 De gezinssituatie van kinderen na ouderlijke scheiding naar twee criteria (in %) Bilocatie* Strikte bilocatie** Voltijds bij alleenstaande moeder Voltijds bij alleenstaande vader Voltijds bij moeder en stiefvader Voltijds bij vader en stiefmoeder Afwisselend bij alleenstaande moeder en alleenstaande vader Afwisselend bij moeder en stiefvader, en alleenstaande vader Afwisselend bij alleenstaande moeder, en vader en stiefmoeder Afwisselend bij moeder en stiefvader, en vader en stiefmoeder N *Bilocatie: minstens enige tijd bij elke ouder wonen; **Strikte bilocatie: minstens 33% van de tijd bij elke ouder wonen 6.2 Stiefrelaties: de uitdagingen van de stiefouderrol In Tabel 6.3 wordt de ouderschapsstijl van ouders en stiefouders waarmee de jongeren samenwonen vergeleken. Bij de biologische ouders wordt een onderscheid gemaakt naargelang de gezinssamenstelling. De ouderschapsstijlen zijn opgedeeld in vier categorieën, naargelang de combinatie van betrokkenheid en gezagsuitoefening. In de literatuur wordt de autoritatieve ouderschapsstijl, die sterke betrokkenheid combineert met grote gezagsuitoefening, meestal als de betere ouderschapsstijl naar voren geschoven. Tabel 6.3 De ouderschapsstijl van (stief)ouders waarmee jongeren samenwonen (in %) Moeder Vader Stiefmoeder Stiefvader 2OG 1OG NSG 2OG 1OG NSG * ** *** * ** *** Weinig betrokken & weinig gezag (Niet-betrokken) Weinig betrokken & veel gezag (Autoritair) Sterk betrokken & weinig gezag (Permissief) Sterk betrokken en veel gezag(autoritatief) N *2OG : tweeoudergezin; **1OG: eenoudergezin; ***NSG: nieuw samengesteld gezin Binnen klassieke twee-oudergezinnen verschillen de ouderschapsstijlen van moeders en vaders nauwelijks. Na een scheiding is er wel duidelijk een impact van het dominante hoofdverblijf bij de moeder: gescheiden vaders hebben vaker een niet-betrokken ouderschapsstijl en hebben minder vaak een autoritatieve ouderschapsstijl. Het omgekeerde is te zien bij de stiefouders. Die zitten opmerkelijk vaker in de eerste categorie en minder in de vierde categorie dan de biologische ouders, maar het verschil is het grootst bij de stiefmoeders. Samen met de cijfers over de 15

19 deeltijdse aanwezigheid van stiefmoeders en -vaders suggereert dit dat de opvoedingsrol van stiefmoeders vaker in spanning staat met de moederrol dan de stiefvaderrol met de vaderrol. De beoordeling van de relatie met ouders en stiefouder verschilt bij jongens en meisjes (Tabel 6.4). Meisjes rapporteren na een scheiding vaker dan jongens een slechte relatie met hun vader én met hun stiefmoeder. De relatie met de stiefouders wordt over het algemeen minder goed beoordeeld dan de relatie met biologische ouders. De relatie met de stiefvader wordt beter beoordeeld dan die met de stiefmoeder. De belangrijkste determinanten van goede stiefrelaties zijn niet het geslacht of de duur van de nieuwe relatie van de ouder, maar wel de tijd verstreken sedert de scheiding en de verblijfsregeling. Hoe langer de scheiding geleden is, hoe gemakkelijker de jongeren een goede relatie opbouwen met hun stiefmoeder en/of stiefvader. Jongeren die voltijds samenwonen met één ouder hebben een minder goede relatie met de stiefouder waarmee ze niet samenwonen. Een opmerkelijke bevinding is wel dat net jongeren die deeltijds samenwonen met stiefmoeder of stiefvader de beste relatie rapporteren. Mogelijks zijn de verwachtingen ten aanzien van een deeltijdse of voltijdse stiefouder verschillend, waarbij de relatie met de andere biologische ouder als referentiecategorie kan werken. Er kan ook een positief effect zijn van het tijdelijk afstand nemen van het gezin tijdens het verblijf bij de andere ouder, waarbij letterlijk en figuurlijk de ruimte wordt gecreëerd voor het opbouwen van een goede stiefrelatie. De kwaliteit van de relatie met de ouders is daarentegen niet verschillend naargelang het deeltijds of voltijds samenwonen met de ouder, maar is wel slechter wanneer men niet met de ouder samenwoont. Tabel 6.4 Kwaliteit van de (stief)ouder-(stief)kindrelaties na ouderlijke scheiding naar geslacht (in %) Moeder Vader Stiefmoeder Stiefvader Jongens Meisjes Jongens Meisjes Jongens Meisjes Jongens Meisjes Zeer slecht Slecht Niet slecht, niet goed Goed Zeer goed N De kwaliteit van de relatie met de ouders is één van de belangrijkste voorspellers van de levenstevredenheid van de jongeren. Maar ook de relatie met de residentiële stiefouder(s) is belangrijk voor de levenstevredenheid van jongeren. Vooral een goede relatie met de stiefvader is belangrijk voor jongens. In lijn met de resultaten voor de relatiekwaliteit blijkt het voltijds samenleven met een stiefouder negatief af te kleuren op de levenstevredenheid, terwijl de aanwezigheid van een stiefouder geen verschil uitmaakt voor jongeren in gedeeld verblijf. Jongeren die voltijds bij één ouder wonen, zonder stiefouder, scoren het hoogst qua levenstevredenheid. 16

20 7. Co-ouderschap en de verblijfsregeling na scheiding An Katrien Sodermans Wanneer ouders uit elkaar gaan is de verblijfsregeling van de kinderen vaak één van de belangrijkste kwesties. Vroeger was dit meestal eenduidig: kinderen bleven na de scheiding bij de moeder wonen, de vader kreeg bezoekrecht. Door allerlei sociaal-maatschappelijke en juridische evoluties kwam daar de laatste decennia verandering in. Stilaan werden beide ouders gezien als gelijkwaardig in de opvoeding. Het belang van continuïteit in de ouder-kindrelatie na de scheiding werd wetenschappelijk aangetoond, en wetten werden genderneutraler. Terwijl de echtelijke band almaar brozer wordt en koppels steeds vaker en sneller een punt achter hun relatie zetten, blijft de ouderlijke band onvoorwaardelijk voortduren. Analoog aan deze maatschappelijke evoluties werden ook op juridisch vlak de nodige hervormingen doorgevoerd. In 1995 werd gezagsco-ouderschap ingevoerd in België, waardoor beide ouders voortaan verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kinderen, ongeacht of ze nog samen zijn of niet. In 2006 werd het verblijfsco-ouderschap ingevoerd. De wetgever stelt sindsdien gelijkmatig verdeelde huisvesting voor als de prioritair te onderzoeken verblijfsregeling. 7.1 De verblijfsregeling na scheiding in cijfers In totaal zijn gegevens beschikbaar over de verblijfsregeling van 1011 LAGO-jongeren met gescheiden ouders, waarvan 41% jongens en 59% meisjes. Een kwart van alle kinderen met gescheiden ouders bevindt zich in een regeling van verblijfsco-ouderschap. Tabel 7.1 laat zien dat jongens en jongeren onder de zestien jaar zich vaker in een situatie van verblijfsco-ouderschap bevinden dan meisjes en jongeren vanaf zestien jaar. Oudere kinderen verblijven vaker bij één ouder. Meisjes wonen vaker voltijds bij hun moeder, jongens iets vaker voltijds of in hoofdzaak bij hun vader. De meer traditionele weekendregeling (met het hoofdverblijf bij de moeder) komt nog steeds vaak voor, vooral bij de jongste leeftijdsgroep. De verblijfsregeling hangt samen met diverse sociodemografische kenmerken. Kinderen met een verblijfsco-ouderschap hebben vaker hoger opgeleide ouders. BSO-leerlingen bevinden zich vaker in een eenouderverblijf, terwijl ASO-leerlingen vaker een verblijfsco-ouderschaps- of een weekendregeling hebben. Kinderen die de scheiding van hun ouders als een vechtscheiding ervoeren, hebben slechts in 14% van de gevallen een verblijfsco-ouderschap. Wanneer de echtscheiding volgens de jongeren vriendschappelijk verliep, loopt dit op tot 33%. De mate van het huidige ouderlijke conflict is echter niet gerelateerd aan de verblijfsregeling. 17

21 Tabel 7.1 De verblijfsregeling na ouderlijke scheiding naar geslacht en leeftijd (in %) Jongens Meisjes < 16 jaar 16 jaar Totaal < 16 jaar 16 jaar Totaal Altijd bij moeder (100%) In hoofdzaak bij moeder (66-99%)* Weekendregeling, hoofdverblijf bij moeder Altijd bij vader (100%) In hoofdzaak bij vader (66-99%)* Weekendregeling, hoofdverblijf bij vader Verblijfsco-ouderschap (33-66%) N *Uitgezonderd weekendregeling 7.2 Hoe wordt verblijfsco-ouderschap concreet ingevuld? Er zijn 238 LAGO-jongeren met een verblijfsco-ouderschap. Ongeveer 62% van de kinderen had inspraak in deze verblijfsregeling. Indien het kind twaalf jaar of ouder was op het moment van de scheiding, stijgt dit cijfer tot 76%. Ongeveer zeven op tien kinderen in verblijfsco-ouderschap woont precies even vaak bij moeder als bij vader. Doorgaans hebben zij een week-weekregeling, waarbij ze één keer per week verhuizen van moeder naar vader (en omgekeerd). Dit suggereert dat er weinig variatie bestaat in de manier waarop de betrokken actoren (ouders, advocaten, bemiddelaars, rechters, ) een gelijkmatig verdeelde huisvesting vastleggen. Bij de resterende 30% van de co-ouderschapskinderen wordt voor een niet-gelijkmatig verdeeld verblijf gekozen, met meestal een groter aandeel in de tijd bij de moeder. Noch de werksituatie van de ouders (voltijds, deeltijds of niet werken), noch de mate van ouderlijk conflict hangt samen met de keuze voor de strikte dan wel de niet-strikte variant van verblijfsco-ouderschap. Bij de meeste gezinnen met een kind in verblijfsco-ouderschap gebeurt de wissel op maandag (via de school) of vrijdagavond, gevolgd door woensdagavond. Bij de helft van de kinderen brengt de ouders hen over en weer, 20% verhuist via de schoolpoort (bijvoorbeeld s morgens door moeder gebracht en na schooltijd door vader gehaald) en 27% maakt de verplaatsing alleen. Deze laatste groep zijn vooral oudere kinderen. Wanneer er veel conflict is tussen de ouders verhuist het kind vaker alleen dan wanneer de ouders goed overeen komen. Co-ouders blijven meestal relatief dicht in elkaars buurt wonen. Ongeveer 80% van de kinderen doet minder dan een half uur over de verplaatsing (iets minder dan de helft slechts een kwartier of minder), 12% doet er een half uur tot een uur over, en slechts een minderheid (8%) langer. Ruim de helft van de co-ouders ziet elkaar wekelijks. Dit zijn vooral ouders die nog niet zo lang uit elkaar zijn of (nog) geen nieuwe partner hebben. Kennelijk nemen gescheiden ouders na verloop van tijd meer afstand van elkaar. Een kwart van alle co-ouders ziet elkaar nooit of zelden. 18

22 7.3 Hoe voelen jongeren in verblijfsco-ouderschap zich? Een meerderheid (83%) van de jongeren met een verblijfsco-ouderschap is tevreden met deze verblijfsregeling. Slechts 15% van de meisjes en 6% van de jongens vindt dat ze hun moeder te weinig zien; 15% van de meisjes en 9% van de jongens vindt dat ze hun vader te weinig zien. De helft van alle kinderen in verblijfsco-ouderschap vindt het over en weer verhuizen niet leuk. Dit hangt niet samen met de leeftijd, de manier van verplaatsing of de duurtijd van verplaatsing. Meisjes zeggen vaker dat ze het verhuizen vervelend vinden dan jongens (64% versus 39%). Ongeveer een derde van de meisjes in verblijfsco-ouderschap ervaart te weinig ruimte in de woning van de moeder, bij jongens is dit slechts half zo veel. Bij de vader wordt dit subjectieve ruimtegebrek veel minder ervaren. Eén op vijf kinderen voelt zich geregeld gevangen tussen beide ouders en een vierde voelt zich vaak geremd om te praten over de ene ouder in het bijzijn van de andere ouder. Om de impact van verblijfsco-ouderschap na scheiding op de levenstevredenheid van jongeren na te gaan, worden drie groepen vergeleken: kinderen in verblijfsco-ouderschap (24%), kinderen die overwegend bij moeder wonen, inclusief weekendregelingen en voltijdse moederverblijven (68%) en kinderen die overwegend bij vader wonen, inclusief weekendregelingen en voltijdse vaderverblijven (9%). Deze drie verblijfsregelingen variëren bovendien naargelang de mate van het ouderlijke conflict en de kwaliteit van de ouder-kindrelatie (Tabel 7.2). Jongeren die overwegend bij hun moeder verblijven na de scheiding verschillen amper inzake levenstevredenheid van jongeren in co-ouderschap, wanneer andere factoren constant gehouden worden. Dit gaat echter niet op voor meisjes die veel ouderlijk conflict ervaren. Bij deze groep daalt de gemiddelde levenstevredenheid relatief sterk in een situatie van verblijfsco-ouderschap. Een conflictueus verblijfsco-ouderschap kleurt dus negatiever af op de levenstevredenheid van meisjes dan op die van jongens. Eerder was al te zien dat meisjes het verhuizen minder aangenaam vinden dan jongens en dat ze gevoeliger zijn voor subjectief ruimtegebrek. Dat jongens zich beter voelen bij verblijfsco-ouderschap dan meisjes, in geval van veel ouderlijk conflict, komt mogelijks doordat een goed contact met de vaderfiguur voor jongens doorslaggevend is. De eventuele negatieve gevolgen die co-ouderschap met zich meebrengt (zoals een complexere gezinssituatie, het veelvuldig verhuizen of verhoogde blootstelling aan conflicten) kunnen op die manier gebufferd worden. Kinderen die voltijds bij hun vader wonen, voelen zich over het algemeen het minst tevreden met hun leven. Dit is zeker zo wanneer er bijkomend sprake is van veel ouderlijk conflict en een slechte relatie met beide ouders (wat ook vaker het geval blijkt te zijn in deze verblijfsregeling). Indien er weinig ouderlijk conflict is na de scheiding verschillen jongens in vadergezinnen nochtans niet van jongens in moedergezinnen, terwijl meisjes in deze situatie meer tevreden zijn met hun leven in een moedergezin dan in een vadergezin. Bovenstaande bevindingen wijzen er op dat niet zozeer de verblijfsregeling, dan wel de mate van ouderlijk conflict en een goede relatie met de ouders belangrijk is opdat jongeren zich goed in hun vel zouden voelen. De resultaten wijzen ook op het belang van een goede relatie met de ouder van hetzelfde geslacht. 19

23 Tabel 7.2 Levenstevredenheid naar geslacht, verblijfsregeling, ouderlijk conflict en relatie met ouders (gemiddelde score) Jongens Meisjes Moederverblijf Gedeeld verblijf Vaderverblijf Moederverblijf Gedeeld verblijf Vaderverblijf Ouderlijk conflict Weinig ouderlijk conflict Veel ouderlijk conflict Kwaliteit relatie met ouders Met minstens één ouder een goede relatie Met beide ouders geen goede relatie N Onder controle van leeftijd, financiële problemen en opleidingsniveau ouders 20

24 8. Interculturaliteit en diversiteit 21 Graziela Dekeyser De Vlaamse jeugd is divers. In dit onderdeel wordt deze diversiteit in beeld gebracht aan de hand van de herkomst van de jongere, de migratiegeneratie en de levensbeschouwing. 8.1 Diversiteit in cijfers We hebben gegevens over de herkomst van 3808 bevraagde jongeren uit ronde twee en drie. 83% is van Belgische herkomst of heeft wortels in een buurland van België (Nederland, Duitsland en/of Frankrijk). 6% van de jongeren heeft Marokkaanse roots en 4% is van Turkse origine. 5% van de jongeren heeft een andere herkomst. Deze groep is te klein en te divers om verder op te splitsen naar specifieke landen of gebieden. De eerste migratiegeneratie bestaat uit jongeren die niet in België geboren zijn. Tot de tweede migratiegeneratie behoren jongeren die in België geboren zijn maar van wie minstens één van de ouders niet in België geboren is. De derde migratiegeneratie zijn jongeren die in België geboren zijn maar van wie minstens één van de grootouders niet in België geboren is. Turkse (81%) en Marokkaanse (84%) jongeren behoren voornamelijk tot de tweede migratiegeneratie (Tabel 8.1). 73% van de jongeren met een andere herkomst behoort tot de eerste migratiegeneratie. Tabel 8.1 Migratiegeneratie naar herkomst (in %) Belg of buurland Marokkaans Turks Andere Totaal Eerste Tweede Derde Belgische herkomst N Herkomst en levensbeschouwing hangen nauw samen. 96% van de Marokkaanse jongeren definieert zichzelf als moslim, van de Turkse is dat 82%. Dit lagere percentage Turkse moslims is te wijten aan een groep christelijke Assyrische Turken bevraagd in een school te Mechelen. 61% van de Belgische jongeren of buurlanders zijn katholiek en 35% is ongelovig. Jongeren met een andere herkomst zijn onregelmatiger verdeeld inzake levensbeschouwing. Dit heeft te maken met de diversiteit van hun herkomstlanden. Een derde noemt zichzelf katholiek, een derde is moslim en 16% is ongelovig. 22% zegt andersgelovig te zijn. Diversiteit onder jongeren betekent ook diversiteit in hun gezinnen. Meer dan de helft van de moeders van de Turkse en Marokkaanse jongeren is huisvrouw (Tabel 8.2). Dit is aanzienlijk hoger dan de moeders van Belgen of buurlanders (12%) en de moeders van jongeren met een andere herkomst (27%). De migratiegeneratie van de jongere nuanceert deze cijfers. 37% van de tweedegeneratiejongeren heeft een moeder die huisvrouw is. Dit aandeel wordt meer dan gehalveerd voor de derde migratiegeneratie (16%): een aandeel vergelijkbaar met de 12% Belgische huismoeders in LAGO. 26% van de moeders van de eerstegeneratiejongeren is huisvrouw. Dit percentage is lager dan dat voor de tweede migratiegeneratie. Het geboorteland van de jongere verklaart hier veel. Een groot aantal eerstegeneratiejongeren is geboren in Nederland en dus

Workshop Gedeeld ouderschap na scheiding Inzichten uit het onderzoek Scheiding in Vlaanderen. 20 maart 2013 Raadzaal Faculteit Sociale Wetenschappen

Workshop Gedeeld ouderschap na scheiding Inzichten uit het onderzoek Scheiding in Vlaanderen. 20 maart 2013 Raadzaal Faculteit Sociale Wetenschappen Workshop Gedeeld ouderschap na scheiding Inzichten uit het onderzoek Scheiding in Vlaanderen 20 maart 2013 Raadzaal Faculteit Sociale Wetenschappen Inleiding Scheiding in Vlaanderen onderzoek Team van

Nadere informatie

Gezinsenquête. 1. Situering

Gezinsenquête. 1. Situering Gezinsenquête 1. Situering De gezinsenquête is een schriftelijke enquête (postenquête) Bij gezinnen met kinderen tussen 0 en 25 jaar in het Vlaamse Gewest en Brussels Hoofdstedelijk Gewest Met vragen over

Nadere informatie

ONDERZOCHT. Welke gevolgen kan een (echt)scheiding hebben voor kinderen?

ONDERZOCHT. Welke gevolgen kan een (echt)scheiding hebben voor kinderen? ONDERZOCHT Welke gevolgen kan een (echt)scheiding hebben voor kinderen? Welke gevolgen kan een (echt)scheiding hebben voor kinderen? Ik ben ervan overtuigd dat het echt de moeite loont om dieper in te

Nadere informatie

Jongeren en diversiteit in gezinsvormen. Kim Bastaits, Universiteit Antwerpen

Jongeren en diversiteit in gezinsvormen. Kim Bastaits, Universiteit Antwerpen Jongeren en diversiteit in gezinsvormen Kim Bastaits, Universiteit Antwerpen In welke gezinnen groeien kinderen op? Kinderen geboren buiten huwelijk Bron: FOD Economie 4 Scheiding: belangrijke transitie

Nadere informatie

Demografische evoluties in Vlaamse gezinnen vanaf 1970

Demografische evoluties in Vlaamse gezinnen vanaf 1970 Demografische evoluties in Vlaamse gezinnen vanaf 197 Edith Lodewijckx Departement Kanselarij en Bestuur, Studiedienst Vlaamse Regering 1 Vijftig jaar evolutie van huishoudens in Vlaanderen: 197-22. Edith

Nadere informatie

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf Artikelen Een terugblik op het ouderlijk gezin Arie de Graaf Driekwart van de kinderen die in de jaren zeventig zijn geboren, is opgegroeid bij twee ouders. Een op de zeven heeft een scheiding van de ouders

Nadere informatie

Kinderen en de gezinsvorm waarin ze opgroeien: een schets van de veranderingen tussen 1990 en 2008

Kinderen en de gezinsvorm waarin ze opgroeien: een schets van de veranderingen tussen 1990 en 2008 2/14 Kinderen en de gezinsvorm waarin ze opgroeien: een schets van de veranderingen tussen 199 en 28 Edith Lodewijckx D/2/3241/326 Vraagstelling Maatschappelijke en culturele ontwikkelingen hebben ingrijpende

Nadere informatie

ONDERZOCHT. Hoe pak jij het (co-)ouderen aan en welke invloed heeft dat op het welbevinden van je kind?

ONDERZOCHT. Hoe pak jij het (co-)ouderen aan en welke invloed heeft dat op het welbevinden van je kind? ONDERZOCHT Hoe pak jij het (co-)ouderen aan en welke invloed heeft dat op het welbevinden van je kind? Hoe pak jij het (co-)ouderen aan en welke invloed heeft dat op het welbevinden van je kind? Je opvoedingsstijl

Nadere informatie

Het gezin van morgen. Rood of blauw?

Het gezin van morgen. Rood of blauw? Het gezin van morgen. Rood of blauw? OUTLINE Lessen voor de 21 ste eeuw Maandag 16 november 2015 Koen Matthys & Sofie Vanassche Family and Population Studies Structuur Historische aanloop Van standaardgezin

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2

Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 Grootouders en het welzijn van kleinkinderen na echtscheiding Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Grootouders kunnen een belangrijke rol spelen in het leven van

Nadere informatie

ACHTERGRONDINFORMATIE GEZINSDIVERSITEIT

ACHTERGRONDINFORMATIE GEZINSDIVERSITEIT ACHTERGRONDINFORMATIE GEZINSDIVERSITEIT INHOUD Families in transitie, transities in families Facts & Figures: Wat weten we? Maatschappelijke context FiTTiF Goed Gezin(d) Projectdoelstellingen Toolbox Voorbeeld

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 2010 bestaat uit 10772 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het

Nadere informatie

Echtscheiding en contactbreuk tussen kleinkinderen en grootouders

Echtscheiding en contactbreuk tussen kleinkinderen en grootouders Echtscheiding en contactbreuk tussen kleinkinderen en grootouders Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Grootouders spelen vaak een belangrijke rol in het leven

Nadere informatie

Als ouders scheiden: kinderen en hun grootouders Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2

Als ouders scheiden: kinderen en hun grootouders Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 Als ouders scheiden: kinderen en hun grootouders Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1 Vrije Universiteit Brussel, 2 Katholieke Universiteit Leuven Wanneer ouders scheiden, gaan grootouders mogelijk een

Nadere informatie

Ouders en hun partnerrelaties

Ouders en hun partnerrelaties Ouders en hun partnerrelaties Inge Pasteels Studiedag 15 mei 2018 Partners in tijden van ouderschap Ouders en relaties in gezinnen vandaag Gezinsenquête Surveyjaar 2016 Schriftelijke enquête (postenquête)

Nadere informatie

Methodologische documenten. Leuvens Adolescenten- en Gezinnenonderzoek. Versie 2.0

Methodologische documenten. Leuvens Adolescenten- en Gezinnenonderzoek. Versie 2.0 Methodologische documenten Leuvens Adolescenten- en Gezinnenonderzoek Versie 2.0 Sofie Vanassche - An Katrien Sodermans Graziela Dekeyser Koen Matthijs Onderzoeksverslag Centrum voor Sociologisch Onderzoek

Nadere informatie

Codeboek Lago-project: wave 2009-2010

Codeboek Lago-project: wave 2009-2010 Codeboek Lago-project: wave 2009-2010 Opmerkingen: 1. Moeder, vader, ouders = biologische of adoptief. 2. De namen van de schalen worden in het codeboek met 3 karakters aangeduid en cursief. Deze zijn

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 KINDEREN IN HUN GEZINSCONTEXT: EEN BLIK OP DE DIVERSITEIT

Hoofdstuk 2 KINDEREN IN HUN GEZINSCONTEXT: EEN BLIK OP DE DIVERSITEIT Hoofdstuk 2 KINDEREN IN HUN GEZINSCONTEXT: EEN BLIK OP DE DIVERSITEIT In dit hoofdstuk schetsen we de diversiteit aan gezinskenmerken in Vlaanderen op het niveau van de kinderen (met kinderen als teleenheid).

Nadere informatie

Methodologische document. Leuvens Adolescenten- en Gezinnenonderzoek. Versie 2.0

Methodologische document. Leuvens Adolescenten- en Gezinnenonderzoek. Versie 2.0 Methodologische document Leuvens Adolescenten- en Gezinnenonderzoek Versie 2.0 Sofie Vanassche - An Katrien Sodermans Graziela Dekeyser Koen Matthijs Onderzoeksverslag Centrum voor Sociologisch Onderzoek

Nadere informatie

Ontwikkelingen van gezinsdiversiteit in Nederland. KNAW-seminar Wie is de familie doorsnee? 10 september Ruben van Gaalen

Ontwikkelingen van gezinsdiversiteit in Nederland. KNAW-seminar Wie is de familie doorsnee? 10 september Ruben van Gaalen Ontwikkelingen van gezinsdiversiteit in Nederland KNAW-seminar Wie is de familie doorsnee? 10 september 2015 Ruben van Gaalen Vooraf (1) Wat is een gezin? Definitie Rijksoverheid (1996) Elk leefverband

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. In het onderhavige onderzoek staan de volgende vragen centraal:

Samenvatting. Vraagstelling. In het onderhavige onderzoek staan de volgende vragen centraal: Samenvatting Naar schatting hebben jaarlijks ongeveer 50 à 60 duizend minderjarige kinderen te maken met een scheiding. Deze kinderen hebben gemiddeld vaker problemen dan kinderen van gehuwde of samenwonende

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

ONDERZOCHT. (wanneer) Is een verblijfsco-ouderschap goed voor je kind?

ONDERZOCHT. (wanneer) Is een verblijfsco-ouderschap goed voor je kind? ONDERZOCHT (wanneer) Is een verblijfsco-ouderschap goed voor je kind? (wanneer) Is een verblijfsco-ouderschap goed voor je kind? 1 Ik ben ervan overtuigd dat men niet over één nacht ijs is gegaan om de

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID Jeugd 2010 4 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

Echtscheiding en nieuw samengestelde gezinnen. Invloeden op ouderschap en kinderontwikkeling

Echtscheiding en nieuw samengestelde gezinnen. Invloeden op ouderschap en kinderontwikkeling Echtscheiding en nieuw samengestelde gezinnen Invloeden op ouderschap en kinderontwikkeling Cruciale vragen Verschillen in psychisch welbevinden ts. personen uit gescheiden en nietgescheiden gezinnen?

Nadere informatie

Trefdag workshop/focusgroep Ouderschap na relatiebreuk

Trefdag workshop/focusgroep Ouderschap na relatiebreuk Trefdag workshop/focusgroep Ouderschap na relatiebreuk Enkele trends Bij 2 op 3 echtscheidingen zijn kinderen betrokken Bijna 1 op 4 kinderen heeft gescheiden ouders Gescheiden ouders gaan sneller een

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N.

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J., De Fraine B. & Van den Branden N. Promotor:

Nadere informatie

Samenvatting Inleiding Methode

Samenvatting Inleiding Methode Samenvatting Inleiding In de ene familie komt criminaliteit vaker voor dan in de andere. Uit eerder onderzoek blijkt dan ook dat kinderen van criminele ouders zelf een groter risico lopen op het plegen

Nadere informatie

De leefvorm van moeders bij de geboorte van een kind: evolutie in het Vlaamse Gewest tussen 1999 en 2007

De leefvorm van moeders bij de geboorte van een kind: evolutie in het Vlaamse Gewest tussen 1999 en 2007 2010/19 De leefvorm van bij de geboorte van een kind: evolutie in het Vlaamse Gewest tussen 1999 en 2007 Martine Corijn D/2010/3241/451 Samenvatting In het Vlaamse Gewest nam tussen 1999 en 2007 het aandeel

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

Familiecomplexiteit in Nederland

Familiecomplexiteit in Nederland Familiecomplexiteit in Nederland NVD/CBS Seminar Familiecomplexiteit: Over nieuwe gezinsstructuren en veranderde relaties 17 oktober 2018 Ruben van Gaalen Wat is een gezin? (1) Definitie Rijksoverheid

Nadere informatie

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017 PERSBERICHT - 8 mei 2018 Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017 Het Agentschap Binnenlands Bestuur en Statistiek Vlaanderen publiceren vandaag de

Nadere informatie

7.2. Boekverslag door J woorden 13 juni keer beoordeeld. Filosofie. Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen

7.2. Boekverslag door J woorden 13 juni keer beoordeeld. Filosofie. Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen Boekverslag door J. 1355 woorden 13 juni 2003 7.2 54 keer beoordeeld Vak Filosofie Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen Inleiding Het aantal jongeren dat bij een echtscheiding is betrokken

Nadere informatie

Inleiding op Divers jong. Diversiteit. What s in a name? Stefaan Pleysier. Leuvens Instituut voor Criminologie, KU Leuven

Inleiding op Divers jong. Diversiteit. What s in a name? Stefaan Pleysier. Leuvens Instituut voor Criminologie, KU Leuven Inleiding op Divers jong Diversiteit What s in a name? Stefaan Pleysier Leuvens Instituut voor Criminologie, KU Leuven Studiedag Divers jong, 11 april 2016, BIP Brussel Inhoud Aanleiding tot het boek Wat

Nadere informatie

Ouders, kinderen & scheiding. Mie Jacobs VCOK

Ouders, kinderen & scheiding. Mie Jacobs VCOK Ouders, kinderen & scheiding Mie Jacobs VCOK Deze workschop Juridische bril: ouders, kinderen & scheiding Hulp- en dienstverlening, informatie Conflictueuze scheiding: vaak voorkomende vragen Uw vragen

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk

Nadere informatie

KANS Kwetsbaarheid Aanpakken in de Samenleving

KANS Kwetsbaarheid Aanpakken in de Samenleving KANS Kwetsbaarheid Aanpakken in de Samenleving Evelyn Verlinde, Annelien Poppe, Dr. Sara Willems, Ann DeSmet, Dr. Koen Hermans, o.l.v. Prof. Dr. Chantal Van Audenhove Prof. Dr. Jan De Maeseneer Studiedag

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R THUISSITUATIE, KINDEROPVANG EN OPVOEDING K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 2 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied,

Nadere informatie

Gebruik van kinderopvang

Gebruik van kinderopvang Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

Bevolkingsstatistieken geven een eerste beeld van de levensloop en de levensomstandigheden van vrouwen en mannen in België.

Bevolkingsstatistieken geven een eerste beeld van de levensloop en de levensomstandigheden van vrouwen en mannen in België. 1 Bevolking Laatste update 2017 Inhoud 1.1 Leeftijdsverdeling... 1 1.2 Vruchtbaarheid... 2 1.3 Sterfte... 2 1.4 Levensverwachting... 3 1.5 Huwelijken en echtscheidingen... 4 1.6 Wettelijk samenwonen...

Nadere informatie

Referentie Vandercammen, M. (2009). Jongeren en kansspelen. Brussel: OIVO.

Referentie Vandercammen, M. (2009). Jongeren en kansspelen. Brussel: OIVO. 1. Referentie Referentie Vandercammen, M. (2009). Jongeren en kansspelen. Brussel: OIVO. Taal Nederlands ISBN - ISSN / Publicatievorm onderzoeksrapport 2. Abstract In dit onderzoek, uitgevoerd door het

Nadere informatie

Nog steeds liever samen

Nog steeds liever samen Nog steeds liever samen Steeds meer alleenstaanden 20 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder alleenstaand Momenteel zijn er 486 duizend eenoudergezinnen 16 Trouwen niet uit de gratie Ongeveer drie

Nadere informatie

Verslag werkgroepen Leuvens Adolescenten- en GezinnenOnderzoek

Verslag werkgroepen Leuvens Adolescenten- en GezinnenOnderzoek Verslag werkgroepen Leuvens Adolescenten- en GezinnenOnderzoek 22 september 2011 Centrum voor Sociologisch Onderzoek (CeSO) Family and Population Studies Leuven (FaPOS) Sofie Vanassche An Katrien Sodermans

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS De tijd die kinderen doorbrengen in en buiten het eigen gezin, o.a. in de kinderopvang, hangt nauw samen met de werksituatie van de ouders. Werk is

Nadere informatie

1 Inleiding: scheiden en de kinderen 11 2 Opzet van het boek 22 3 Cijfers en feiten over scheiden en kinderen 29

1 Inleiding: scheiden en de kinderen 11 2 Opzet van het boek 22 3 Cijfers en feiten over scheiden en kinderen 29 Inhoud 1 Inleiding: scheiden en de kinderen 11 1.1 Inleiding 11 1.2 Scheiden: een complex proces 1 2 Kader 1.2 Relatietherapie 13 1.3 Effecten in vele landen 1 4 1.4 Matige of ernstige problemen bij kinderen

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B.

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J.& De Fraine B. Promotor: B. De Fraine Research paper SONO/2018.OL1.1/09 Gent, januari 2018 Het Steunpunt

Nadere informatie

2011/4 Ze leefden lang (en gelukkig) en scheidden dan Echtscheiding op latere leeftijd en na langere huwelijksduur

2011/4 Ze leefden lang (en gelukkig) en scheidden dan Echtscheiding op latere leeftijd en na langere huwelijksduur 2011/4 Ze leefden lang (en gelukkig) en scheidden dan Echtscheiding op latere leeftijd en na langere huwelijksduur Martine Corijn D/2011/3241/019 Inleiding FOD ADSEI-cijfers leidden tot de krantenkop Aantal

Nadere informatie

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

UvA-DARE (Digital Academic Repository) UvA-DARE (Digital Academic Repository) Parenting and child adjustment after divorce: family relationship quality, parental stress, and child adjustment in post-divorce families Hakvoort, E.M. Link to publication

Nadere informatie

LANGE TERMIJN GEVOLGEN VAN FAMILIECOMPLEXITEIT IN DE JEUGD

LANGE TERMIJN GEVOLGEN VAN FAMILIECOMPLEXITEIT IN DE JEUGD LANGE TERMIJN GEVOLGEN VAN FAMILIECOMPLEXITEIT IN DE JEUGD Matthijs Kalmijn, Katya Ivanova, Ruben van Gaalen, Suzanne de Leeuw, Kirsten van Houdt, Maaike Hornstra NVD/CBS Seminar over Familiecomplexiteit,

Nadere informatie

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van

In de afgelopen decennia heeft ongehuwd samenwonen overal in Europa. toegenomen populariteit van het ongehuwd samenwonen is onderdeel van Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) De verschillende betekenissen van ongehuwd samenwonen in Europa: Een studie naar verschillen tussen samenwoners in hun opvattingen, plannen en gedrag. In de

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Handboek scheiden en de kinderen

Handboek scheiden en de kinderen Handboek scheiden en de kinderen Handboek scheiden en de kinderen Voor de beroepskracht die met scheidingskinderen te maken heeft Ed Spruijt Helga Kormos Houten 2010 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel

Nadere informatie

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling Families onder druk Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen Drs. Ibrahim Yerden Probleemstelling Hoe gaan Marokkaanse en Turkse gezinsleden, zowel slachtoffers als plegers om met huiselijk

Nadere informatie

Hoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven

Hoger onderwijs, lager onderwijs, schoolloopbaan, schoolse vertraging, secundair onderwijs, universitair onderwijs, watervalsysteem, zittenblijven 1. Referentie Referentie Duqué, H. (1998). Zittenblijven en schoolse vertraging in het Vlaams onderwijs. Een kwantitatieve analyse 1996-1997. Onuitgegeven onderzoeksrapport, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,

Nadere informatie

Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen

Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen Pagina 1 / 14 Gezinsmilieu en het vooruitzicht op een huwelijk voor kinderen Kinderen uit intacte gezinnen hebben vaker een positieve houden ten opzicht van het huwelijk en hogere verwachtingen van hun

Nadere informatie

scheiding Ouders blijven ouders Recht van spreken

scheiding Ouders blijven ouders Recht van spreken Het is niet niks als je ouders gaan scheiden. Misschien verschiet je er geweldig van. Misschien vind je de nieuwe duidelijkheid juist wel goed. Hoe dan ook, bij zo n scheiding moet er van alles worden

Nadere informatie

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001 Bijlage bij het persbericht dd. 08/06/15: 1 Vrouwen krijgen hun kinderen in toenemende mate na hun dertigste verjaardag 1. Het geboortecijfer volgens Kind en Gezin 67 875 geboorten in 2014, daling van

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research paper

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

Tabak, cannabis en harddrugs

Tabak, cannabis en harddrugs JONGERENPEILING 0 ZUID-HOLLAND NOORD De jongerenpeiling heeft als doel om periodiek op systematische wijze ontwikkelingen in gezondheid en gewoonten van jongeren in kaart te brengen. Dit is het eerste

Nadere informatie

Wat is co-ouderschap? 1. Wat is co-ouderschap wettelijk gezien. 2. Wat is belangrijk voor een goed co-ouderschap. 3. Co-ouderschap in de praktijk

Wat is co-ouderschap? 1. Wat is co-ouderschap wettelijk gezien. 2. Wat is belangrijk voor een goed co-ouderschap. 3. Co-ouderschap in de praktijk Wat is co-ouderschap? 1. Wat is co-ouderschap wettelijk gezien 2. Wat is belangrijk voor een goed co-ouderschap 3. Co-ouderschap in de praktijk 4. Voordelen bij co-ouderschap 5. Nadelen bij co-ouderschap

Nadere informatie

van Caroline Gennez en Rob Beenders

van Caroline Gennez en Rob Beenders ingediend op 1112 (2016-2017) Nr. 1 17 maart 2017 (2016-2017) Voorstel van decreet van Caroline Gennez en Rob Beenders houdende wijziging van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor

Nadere informatie

Het Leuvens Adolescenten- en Gezinnenonderzoek Onderzoeksrapport Sofie Vanassche - An Katrien Sodermans - Koen Matthijs

Het Leuvens Adolescenten- en Gezinnenonderzoek Onderzoeksrapport Sofie Vanassche - An Katrien Sodermans - Koen Matthijs Het Leuvens Adolescenten- en Gezinnenonderzoek 2009-2010 nderzoeksrapport Sofie Vanassche - An Katrien Sodermans - Koen Matthijs nderzoeksverslag Centrum voor Sociologisch nderzoek (CeS) nderzoeksdomein

Nadere informatie

2011/5 De (in)stabiliteit van huwelijken in België

2011/5 De (in)stabiliteit van huwelijken in België 2011/5 De (in)stabiliteit van huwelijken in België Martine Corijn D/2011/3241/020 Inleiding Het dalende aantal huwelijken en het stijgende aantal echtscheidingen maakt dat langdurende huwelijken soms minder

Nadere informatie

Zorgen voor kinderen in Vlaanderen: een dagelijkse evenwichtsoefening?

Zorgen voor kinderen in Vlaanderen: een dagelijkse evenwichtsoefening? Gender, gezin en arbeid Zorgen voor kinderen in Vlaanderen: een dagelijkse evenwichtsoefening? Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck en Universiteit Antwerpen. 6 september 2007. Studiedag. In de loop

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

uitgave januari 2015

uitgave januari 2015 uitgave januari 2015 Veel kinderen stellen vragen aan de Kinderrechtswinkel over wat er met hen gebeurt als hun ouders uit elkaar gaan. Bijvoorbeeld of zij kunnen beslissen bij welke ouder ze willen wonen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/53232 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hill, J.M. Title: On the road to adulthood. Delinquency and desistance in Dutch

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R VOEDING, BEWEGING EN GEWICHT K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 6 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD

Nadere informatie

Familiecomplexiteit Over nieuwe gezinsstructuren en veranderde relaties

Familiecomplexiteit Over nieuwe gezinsstructuren en veranderde relaties NVD/CBS Seminar Familiecomplexiteit Over nieuwe gezinsstructuren en veranderde relaties 17 oktober 2018 CBS, Den Haag 10-17 uur In Westerse samenlevingen lijkt familiecomplexiteit steeds normaler te worden.

Nadere informatie

Jonge mantelzorgers FACT MANTELZORG. Eén op de zes jongeren geeft mantelzorg SHEET. Gelderland-Zuid. verslaafd gezinslid E-MOVO

Jonge mantelzorgers FACT MANTELZORG. Eén op de zes jongeren geeft mantelzorg SHEET. Gelderland-Zuid. verslaafd gezinslid E-MOVO Gelderland-Zuid E-MOVO 2015-2016 De resultaten in deze factsheet zijn afkomstig uit het 4 e E-MOVO jongerenonderzoek. In 2015 werd dit onderzoek uitgevoerd onder ruim 10.000 leerlingen in het voortgezet

Nadere informatie

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011 De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Samenvatting rapport 2011 Hoe groot is de loonkloof? Daalt de loonkloof? De totale loonkloof Deeltijds werk Segregatie op de arbeidsmarkt Leeftijd Opleidingsniveau

Nadere informatie

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten)

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten) Tabel B2.1 Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten) autochtoon moslim 0,2 niet-gelovig 64,0 rooms-katholiek 16,9 protestants 18,0 ander geloof 0,9 Tabel B2.2 Aandeel dat zichzelf

Nadere informatie

(Groot)ouders en de scheiding van hun zoon/dochter. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2

(Groot)ouders en de scheiding van hun zoon/dochter. Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 (Groot)ouders en de scheiding van hun zoon/dochter Maaike Jappens 1 & Jan Van Bavel 1,2 1Vrije Universiteit Brussel, 2 KU Leuven Een echtscheiding is meestal een ingrijpende gebeurtenis voor de ex-partners

Nadere informatie

Sociaal kapitaal en gezondheid. Annelien Poppe Evelyn Verlinde Prof. dr. Sara Willems Prof. dr. Jan De Maeseneer

Sociaal kapitaal en gezondheid. Annelien Poppe Evelyn Verlinde Prof. dr. Sara Willems Prof. dr. Jan De Maeseneer Sociaal kapitaal en gezondheid Annelien Poppe Evelyn Verlinde Prof. dr. Sara Willems Prof. dr. Jan De Maeseneer Inhoudstafel Sociaal kapitaal: definitie Sociaal kapitaal bij financieel kwetsbare welzijnszorggebruikers

Nadere informatie

Facts & Figures: Ervaren discriminatie

Facts & Figures: Ervaren discriminatie Facts & Figures: Ervaren discriminatie 1. Inleiding De Vlaamse samenleving wordt steeds meer divers. Naast opportuniteiten brengt die evolutie ook grote uitdagingen met zich mee. Eén daarvan is dat ondanks

Nadere informatie

> VSK-PEILING OVER STRESS OP SCHOOL 5964 leerlingen over de oorzaken en gevolgen van schoolstress Scholierencongres (18 februari 2017)

> VSK-PEILING OVER STRESS OP SCHOOL 5964 leerlingen over de oorzaken en gevolgen van schoolstress Scholierencongres (18 februari 2017) > VSK-PEILING OVER STRESS OP SCHOOL 5964 leerlingen over de oorzaken en gevolgen van schoolstress Scholierencongres (18 februari 2017) < verwijder geen elementen boven deze lijn; ze bevatten sjabloon -instellingen

Nadere informatie

PROTOCOL. School en echtscheiding 2013-2017

PROTOCOL. School en echtscheiding 2013-2017 PROTOCOL School en echtscheiding 2013-2017 De Malelande Juttepeergaarde 2 3824 BE Amerfoort 033-4564410 malelande@kpoa.nl Inleiding Dit protocol is geschreven om ouders en leerkrachten een handreiking

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research

Nadere informatie

Man behoudt vaker huis na echtscheiding

Man behoudt vaker huis na echtscheiding rhonald Blommestijn Rhonald Blommestijn Wie van de twee verlaat de gezinswoning bij een echtscheiding? Net iets vaker de vrouw. Tenzij ze hoger opgeleid is of ouder

Nadere informatie

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas Artikelen Huishoudensprognose 2 25: belangrijkste uitkomsten Maarten Alders en Han Nicolaas Het aantal huishoudens neemt de komende jaren toe, van 7,1 miljoen in 25 tot 8,1 miljoen in 25. Dit blijkt uit

Nadere informatie

in opdracht van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming

in opdracht van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming 1. Referentie Referentie Janssen, R., Rymenans R. (2009). Beginsituatie van leerlingen in het eerste leerjaar B van het secundair onderwijs (OBPWO 06.00). Onderwijskundig Beleids- en Praktijkgericht Wetenschappelijk

Nadere informatie

Afscheid van je vertrouwde gezin: (vecht)scheiding en gevolgen voor kinderen

Afscheid van je vertrouwde gezin: (vecht)scheiding en gevolgen voor kinderen Afscheid van je vertrouwde gezin: (vecht)scheiding en gevolgen voor kinderen Ed Spruijt Scheidingsonderzoeker Universiteit Utrecht 32e symposium jeugd- en gezinsonderzoek Nijmegen 15 oktober 2015 Cijfers:

Nadere informatie

Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag

Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag a. Reactie discuttant (Erika Frans) De resultaten van Sexpert zijn gelijklopend met eerder onderzoek: o Meer vrouwen dan mannen zijn het slachtoffer

Nadere informatie

Welzijnsbarometer 2015

Welzijnsbarometer 2015 OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL "Cultuur aan de macht" de sociale rol van cultuur en kunst 26 november 2015 Welzijnsbarometer 2015 Marion

Nadere informatie

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

Gemengd Amsterdam * in cijfers* Gemengd Amsterdam * in cijfers* Tekst: Leen Sterckx voor LovingDay.NL Gegevens: O + S Amsterdam, bewerking Annika Smits Voor de viering van Loving Day 2014 op 12 juni a.s. in de Balie in Amsterdam, dat

Nadere informatie

KANS Kwetsbaarheid Aanpakken in de Samenleving

KANS Kwetsbaarheid Aanpakken in de Samenleving KANS Kwetsbaarheid Aanpakken in de Samenleving Evelyn Verlinde, Annelien Poppe, Dr. Sara Willems Ann DeSmet, Dr. Koen Hermans, o.l.v. Prof. Dr. Jan De Maeseneer Prof. Dr. Chantal Van Audenhove Studiedag

Nadere informatie

Oud maar niet out. Denken en doen met de Oudheid vandaag. 95180_Oud maar niet out_vw.indd 1 13/03/12 10:24

Oud maar niet out. Denken en doen met de Oudheid vandaag. 95180_Oud maar niet out_vw.indd 1 13/03/12 10:24 Oud maar niet out Denken en doen met de Oudheid vandaag 95180_Oud maar niet out_vw.indd 1 13/03/12 10:24 95180_Oud maar niet out_vw.indd 2 13/03/12 10:24 Oud maar niet out Denken en doen met de oudheid

Nadere informatie

Flanders ISSP 2002 Family and Changing Gender Roles III Questionnaire

Flanders ISSP 2002 Family and Changing Gender Roles III Questionnaire Flanders ISSP 2002 Family and Changing Gender Roles III Questionnaire 1 RESPONDENTNUMMER In te vullen door de interviewer. Dit nummer wordt alleen gebruikt om de gegevens uit deze vragenlijst samen te

Nadere informatie

2011/15 Zijn jongeren in Vlaanderen van plan om te huwen (en te scheiden)?

2011/15 Zijn jongeren in Vlaanderen van plan om te huwen (en te scheiden)? 11/15 Zijn jongeren in Vlaanderen van plan om te huwen (en te scheiden)? Martine Corijn 1, An Katrien Sodermans & Sofie Vanassche 2 D/11/3241/2 Samenvatting Vlaamse jongeren blijven dromen van een huwelijk

Nadere informatie