Bijlagen Aristoteles Prestatiemeting en -verantwoording in de Veiligheidsregio's

Transcriptie

1 Bijlagen Aristoteles Prestatiemeting en -verantwoording in de Veiligheidsregio's 23 november 2009 Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0

2

3 Bijlagen Aristoteles Prestatiemeting en -verantwoording in de Veiligheidsregio's Inhoud Pagina 1. Projectorganisatie 1 2. Brondocumenten 5 3. en Brandweer Risicobeheersing Bedrijfsvoeringsindicatoren en GHOR Operationele indicatoren Bedrijfsvoeringingsindicatoren en Meldkamer Operationele indicatoren Bedrijfsvoeringsindicatoren en Crisisbeheersing & Rampenbestrijding Operationele indicatoren Bedrijfsvoeringindicatoren en Bedrijfsvoering en Veiligheidsdirectie en Veiligheidsbestuur Veiligheidsdirectie Veiligheidsbestuur 103 Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0

4 Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0

5 1. Projectorganisatie De projectorganisatie zag er als volgt uit: Stuurgroep De stuurgroep gaf richting aan het project en was eindverantwoordelijk voor het succes van het project. Alle belangrijke projectdocumenten zijn door de stuurgroep bekrachtigd. Daarnaast werd door de stuurgroep beslist over belangrijke afwijkingen van het oorspronkelijke plan. De stuurgroep vergaderde elke 6 tot 8 weken. Discipline / organisatie Brandweer GHOR Ministerie van BZK Netwerk Finance & Control Veiligheidsberaad Programmamanager Aristoteles Programmamanager Cicero Projectleiding Berenschot Secretariaat Vertegenwoordiger Thomas Faber, namens portefeuille Bedrijfsvoering RRC (voorzitter) Aad Groos, vertegenwoordigd door Mariëlla Dreessen Maarten Schermer Voest Frans v.d. Bogaert Roelant Schenk / Marco van de Reep Rieks Schuinder Conny Schumacher Gert Jan Bosland Jacqueline Bouman Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0 1

6 Projectgroep De projectleider (Berenschot) gaf leiding aan de dagelijkse gang van zaken van het project. Dit gebeurde binnen de kaders zoals die door de stuurgroep zijn gegeven. De belangrijkste verantwoordelijkheid van de projectleider was zeker te stellen dat het project de afgesproken producten binnen de afgesproken tijd en kosten op zou leveren en dat deze zouden voldoen aan de kwaliteitseisen die daarvoor gesteld zijn. In de projectgroep werden de deelresultaten vanuit de verschillende domeinen besproken. Naast brandweer en GHOR waren zowel de inspectie OOV als adviserende partijen betrokken bij het project. De inspectie was vanuit haar toezichthoudende rol betrokken bij de wijze waarop de hulpverleningsdiensten prestatiemeting en monitoring implementeren. Ook de beleidsdirectie van BZK (DG Veiligheid, Politie en Veiligheidsregio s, bekostiging & monitoring) was betrokken bij het project, o.a. als subsidieverstrekker. De betrokkenheid van inspectie en beleidsdirectie was adviserend van karakter. De projectgroep vergaderde elke 3 à 4 weken. Discipline / organisatie Projectleider Programmamanager Aristoteles GHOR Netwerk Kwaliteit Inspectie OOV Ministerie van BZK Projectsecretaris Intern Berenschot Vertegenwoordiger Gert Jan Bosland Rieks Schuinder Mariëlla Dreessen Sietske Houkes Hans Foekens Paul Rutten Judith van Krieken Peter van Zanten Pilotregio s Aan het project Aristoteles deden 7 pilotregio s mee. De pilotregio s namen ook deel aan de projectgroepvergaderingen. Op deze manier is altijd de input vanuit de dagelijkse praktijk geborgd. Daarnaast speelden de pilotregio s een belangrijke rol in de beoordeling van de indicatoren, in de verschillende fasen van het project. De deelnemende pilotregio s en hun vertegenwoordiger in de projectgroep waren: Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0 2

7 Discipline Regio Contactpersoon / deelnemer Brandweer Gelderland-Midden Suzanne Roijakkers Limburg-Noord Cor Kierkels GHOR Zuid-Oost Brabant Bert Fievez Meldkamer Midden-West Brabant Pieterjan Vriens en Geert van der Vleuten Crisisbeheersing & Rampenbestrijding Amsterdam-Amstelland Barry van t Padje Bedrijfsvoering Haaglanden Leen de Zoete, Patrick Fritz, Ernie Gabel en Jack Ruibing Noord-Holland Noord Mark Besteman en Rikus Koeman Overige externe deskundigen: Bij de opzet van de selectiemethodiek, zoals beschreven in hoofdstuk 3, was prof. mr. dr. J.A. (Hans) de Bruijn betrokken. Hij is hoogleraar Bestuurskunde / Organisatie en Management aan de Technische Universiteit Delft. Bij de finale beoordeling van eindrapport en indicatorensets was prof. dr. I. (Ira) Helsloot betrokken. Hij is hoogleraar Crisisbeheersing en Fysieke Veiligheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0 3

8 Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0 4

9 2. Brondocumenten Op de volgende pagina s treft u een overzicht met alle brondocumenten die tijdens de desk-study gebruikt zijn. Op basis van deze documenten zijn prestatie-indicatoren opgesteld. Deze zijn terug te vinden in de database die aan het eind van het project wordt overgedragen. Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0 5

10 Document Brandweer Bedrijfsvoering GHOR Meldkamer C&R Aanbevelingen Taskforce Gemeentelijke Processen, Veiligheidsberaad v Algemeen doorlichtingsinstrument / provinciale toetsingskaders v Arbeidsomstandighedenwet v v v v Arbeidstijdenwet v Basisleerstof GHOR v Besluit Bedrijfsbrandweren v Besluit Begroting en Verantwoording v Besluit Brandweer Personeel v v v Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) v Besluit gebruik bouwwerken v Besluit informatie rampen en zware ongevallen (BIR) v v Besluit kwaliteitscriteria planvorming rampenbestrijding v v v v Besluit Rampenbestrijdingsplannen inrichtingen (BRI) v v Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO) (1999) v v v v Besluit Veiligheidsregio's v v v v Bouwbesluit v Brandweerwet (1985) v v v Brief bij beleidsnota Rampenbestrijding v BZK Circulaire Referentiekader Opschaling (GRIP) v v v v Gemeentelijke comptabiliteitsvoorschriften v Gemeentewet v v Handboek Rampenbestrijding v Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid, NVBR (2003) v Handleiding Brandweerzorg, BZK (1996) v Handleiding Prevap v Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0 6

11 Document Brandweer Bedrijfsvoering GHOR Meldkamer C&R Handreiking brandpreventiebeleid bestaande bouw v Handreiking Kwaliteit Proactie en Preventie (2003), BZK v v HKZ v HKZ-ambulancezorg v Leidraad bestrijding waterongevallen door de brandweer BZK/Nibra (2004) v Leidraad Brandweercompagnie, Nibra (1996) v v Leidraad Inventarisatie veiligheidsaspecten bij repressief optreden, NVBR v v Leidraad Maatramp (2000) v v v Leidraad Nafase v Leidraad Oefenen BZK/Nibra (2006) v v Leidraad OGS BZK/Nibra (2001) v Leidraad ongevallen gevaarlijke stoffen v Leidraad Operationele prestaties (2001) v v v v v Leidraad organisatiestructuur opschaling rampenbestrijding v v Leidraad repressieve brandweerbasiszorg v Model APV v v Model brandbeveiligingsverordening v enboek Brandweer v v v Nota Met Zorg Verbonden, BZK/VWS (1997) v Ontwerpbesluit Personeel Veiligheidsregio's v v v v Productenboek GHOR Raamwerk Convenant Veiligheidsregio's v v v v v RADAR v v v v Referentiekader gemeenschappelijke meldkamer v Referentiekader PVB, Bedrijfsvoering en ondersteuning, BZK/KNBV (1996) v Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0 7

12 Document Brandweer Bedrijfsvoering GHOR Meldkamer C&R Referentiekaders gewenst zorgniveau, PVB, BZK/KNBV (1996) v v v Register Brandweerzorg, rampenbestrijding en bedrijfshulpverlening v v v v Vuurwerkbesluit v Wet Ambulancevervoer (WAR) v v Wet Ambulancezorg v Wet Geneeskundige Hulpverlening bij Rampen (WGHR) v Wet Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding v Wet Milieubeheer v Wet op de veiligheidsregio's v v v v Wet Zware Rampen en Ongevallen (1997) v v v v v Woningwet (1991) v Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0 8

13 3. en Brandweer 3.1 Risicobeheersing 1. Controle gebruiksvergunningen Huidig: Bij hoeveel procent van de geplande controles op afgegeven gebruiksvergunningen heeft controle plaatsgevonden? Toekomstig (na invoering Wabo): Bij hoeveel procent van de eerder afgegeven meldingen (Wabo) heeft controle plaatsgevonden? Bron Inbreng pilotregio Gebruiksvergunningen: dit betreffen de gebruiksvergunningen die voor de invoering van de Wabo zijn afgegeven Meldingen: bij de invoering van de Wabo zijn/worden de gebruiksvergunningen vervangen door meldingen Het aantal geplande controles van gebruiksvergunningen en eerder afgegeven meldingen Risicobeheersing Percentage (%) van het totaal aantal afgegeven gebruiksvergunningen Kwartaal <80% van de planning wordt gehaald 80% - 90% van de planning wordt gehaald 90% van de planning wordt gehaald Gegevensbron Gegevens over gebruiksvergunningen kunnen gehaald worden uit: Prebear (2009) Firstwatch Toekomstige gegevens over meldingen (Wabo) kunnen gehaald worden uit: BWT4all Bijzonderheden Deze indicator is alleen toepasbaar voor gemeenten/regio s waarin de Brandweer nog een taak vervult in de vergunningverlening en controle. Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0 9

14 2. Adviestermijn Bron indicator Hoeveel procent van de aangevraagde (preventie)adviezen is binnen de hiervoor gestelde termijn afgegeven? Inbreng pilotregio s Het betreffen adviezen voor vergunningen en meldingen De voor uw organisatie vastgestelde termijn voor afhandeling van adviezen. Risicobeheersing Percentage (%) van het totaal aantal aangevraagde (preventie)adviezen dat bij de Brandweer is binnengekomen Kwartaal < 80% wordt binnen de norm afgegeven 80% - 90% wordt binnen de norm afgegeven 90% wordt binnen de norm afgegeven Gegevensbron Gegevens kunnen gehaald worden uit: Firstwatch Bijzonderheden Welk soort afspraken u meet in deze indicator, is afhankelijk van de afspraken die hiervoor gelden in uw regio/gemeente/organisatie Bijlagenboek Aristoteles versie

15 3. Brandweeradvies bij evenementen Bron indicator In hoeveel procent van de relevante evenementen waarbij de brandweer moet adviseren, heeft de brandweer geadviseerd? enboek (2006) G_BZ_Prev020 Relevante evenementen: vast te stellen volgens het gemeentelijk/regionaal evenementenbeleid en/of de gemeentelijke/regionale evenementenkalender Adviesnorm: bij 90% van de relevante evenementen waarbij de brandweer moet adviseren, heeft de brandweer geadviseerd Risicobeheersing Percentage (%) van het totaal aantal relevante evenementen waarvan de Brandweer op de hoogte is gesteld. Jaarlijks Bij < 80% van de evenementen geadviseerd Bij 80% - 90% van de evenementen geadviseerd Bij 90% van de evenementen geadviseerd Bijzonderheden Om vast te stellen welke evenementen relevant zijn voor de Brandweer, is het van belang dat de regio/gemeente beschikt over een analysemethodiek om evenementen op zwaarte (relevantie voor Brandweeradvies) te wegen Bijlagenboek Aristoteles versie

16 Incidentbeheersing 4. Aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten Bron indicator Hoeveel procent van de daarvoor in aanmerking komende objecten beschikken over actuele aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten? Inbreng pilotregio s In aanmerking komende objecten: welke objecten in aanmerking komen voor aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten is afhankelijk van het gemeentelijk/regionaal beleid hiervoor. Dit kan bijvoorbeeld gekoppeld zijn aan OMS of gebruiksvergunningen Actueel: d.w.z. maximaal twee jaar geleden geëvalueerd en waar nodig aangepast. Adviesnorm: 90% van objecten die in aanmerking komen voor aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten (o.b.v. gemeentelijk/regionaal beleid) beschikken hierover en de aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten zijn actueel Incidentbeheersing Percentage (%) van het totaal aantal in aanmerking komende objecten Jaarlijks <80% van de objecten beschikt over een actueel aanvalsplan en/of actuele bereikbaarheidskaart 80% - 90% van de objecten beschikt over een actueel aanvalsplan en/of actuele bereikbaarheidskaart 90% van de objecten beschikt over een actueel aanvalsplan en/of actuele bereikbaarheidskaart Gegevensbron Gegevens kunnen gehaald worden uit: Firstwatch Bovenliggende indicatoren Deze indicator komt ook voor op het Directiedashboard Bijlagenboek Aristoteles versie

17 5. Controle brandpreparatieve voorzieningen Bron indicator Hoeveel procent van de brandpreparatieve voorzieningen waren bij controle op orde? Inbreng pilotregio s Brandpreparatieve voorzieningen: hiertoe dient de brandweer een limitatieve lijst op te stellen van de brandpreparatieve voorzieningen waarover zij beschikt. Voor de inventarisatie kunnen bijvoorbeeld preventieadviezen, bereikbaarheidskaarten en aanvalsplannen gebruikt worden. Brandpreparatieve voorzieningen zijn bijv. brandweerliften, sleutelkluizen, droge stijgleidingen e.d. 90% van de brandpreparatieve voorzieningen blijken bij de controle naar behoren te functioneren. Incidentbeheersingbeheersing Percentage (%) van alle brandpreparatieve voorzieningen Jaarlijks < 75% van de brandprep. voorzieningen bij controle op orde 75% - 90% van de brandprep. voorzieningen bij controle op orde 90% van de brandprep. voorzieningen bij controle op orde Bijlagenboek Aristoteles versie

18 6. Geoefendheid Personeel Hoeveel procent van de medewerkers is opgeleid en geoefend conform de gestelde eisen? Bron indicator Herziene Leidraad Oefenen (2007) Medewerkers: het betreft hier zowel beroeps- als vrijwillig brandweerpersoneel met een repressieve functie Opleiden en oefenen: conform het regionaal/gemeentelijk bestuurlijk vastgestelde opleidings- en oefenplan. Het gaat om zowel mono- als multidisciplinaire oefeningen Adviesnorm: 80% van het brandweerpersoneel voldoet aan de in de regio geldende eisen voor opleiden en oefenen (zowel monoals multidisciplinair oefenen) Incidentbeheersing Percentage (%) van het totaal aantal medewerkers dat moet voldoen aan de eisen voor opleiden en oefenen. Kwartaal < 70% voldoet aan de eisen 70% - 80% voldoet aan de eisen 80% voldoet aan de eisen Gegevensbron Gegevens kunnen gehaald worden uit: Safety Portal Eigen Excel-bestanden Veiligheidspaspoort KSD Bovenliggende indicatoren Bijzonderheden Deze indicator komt ook voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard Indien gewenst kan deze indicator in een toelichting worden opgesplitst naar onderdelen/specialismen Bijlagenboek Aristoteles versie

19 7. Opkomsttijd sleutelfunctionarissen In hoeveel procent van de gevallen was/waren de Commandant van Dienst / Hoofd-Officier van Dienst / Officier van Dienst binnen de afgesproken tijd na alarmering ter plaatse? Bron indicator Besluit Veiligheidsregio s (2009) Opkomsttijden monodisciplinaire inzet: de in uw regio geldende opkomsttijden voor monodisciplinair optreden Opkomsttijden multidisciplinaire inzet: CvD: 60 minuten na alarmering in het ROT HOvD: 45 minuten na alarmering In het (R)BT OvD: 30 minuten na alarmering in het CoPI Adviesnorm: in 90% van de gevallen voldoet een sleutelfunctionaris aan de vastgestelde cq. wettelijk verplichte opkomsttijd Incidentbeheersing Percentage (%) van het totaal aantal inzetten van een sleutelfunctionaris Jaarlijks >1 sleutelfunctionaris voldoet niet aan de norm 1 sleutelfunctionaris voldoet niet aan de norm Alle sleutelfunctionarissen voldoen aan de norm Gegevensbron Gegevens kunnen gehaald worden uit: Safety Portal GMS Bovenliggende indicatoren Deze indicator komt ook voor op het Directiedashboard Bijlagenboek Aristoteles versie

20 8. Uitrukken die voldoen aan normtijd In hoeveel procent van de uitrukken wordt de vastgestelde normtijd behaald? Bron Besluit Veiligheidsregio s (2009) De opkomsttijd bestaat uit verschillende componenten. De aan de brandweer toerekenbare onderdelen zijn: Uitruktijd (tijd van alarmering tot vertrek voertuig) Aanrijdtijd (tijd van vertrekvoertuig tot aankomst) Deze twee onderdelen moeten apart worden gemeten alvorens de indicator als geheel te kunnen scoren. Uitrukken: prio-1 uitrukken De in uw regio bestuurlijk vastgestelde zorgnormtijd De wettelijk vastgestelde zorgnormtijd Incidentbeheersing Percentage (%) van het totaal aantal uitrukken (prio-1) Halfjaarlijks <80% van de uitrukken voldoet aan de norm 80% - 90% van de uitrukken voldoet aan de norm 90% van de uitrukken voldoet aan de norm Gegevensbron Gegevens kunnen gehaald worden uit: Safety Portal GMS CARE (AvD-ICT) Mapinfo Bovenliggende indicatoren Deze indicator is onderdeel van de samengestelde indicator opkomsttijd op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard. Voor het bepalen van de opkomsttijd wordt de verwerkingstijd van de meldkamer bij bovenstaande onderdelen opgeteld. Bijlagenboek Aristoteles versie

21 9. Terechte uitrukken Bron indicator Het aantal terechte uitrukken als gevolg van automatisch brandalarm ten opzichte van het totaal aantal automatische brandalarmen. Inbreng pilotregio s Terechte uitrukken als gevolg van automatische brandalarmen Er vinden zo min mogelijk onechte en onnodige uitrukken als gevolg van automatisch brandalarm plaats Incidentbeheersing Percentage (%) van het totaal aantal automatische brandalarmen Halfjaarlijks < 10% van de uitrukken is terecht 10% - 40% van de uitrukken is terecht 50% van de uitrukken is terecht Gegevensbron Gegevens kunnen gehaald worden uit: GMS Bovenliggende indicatoren Deze indicator komt ook voor op het Directiedashboard Bijlagenboek Aristoteles versie

22 Herstel 10. Monodisciplinaire evaluaties brandweer Bron indicator Hoeveel procent van de branweerinzetten is binnen de brandweer geëvalueerd? Inbreng pilotregio s Evalueren: volgens de hiervoor in de organisatie vastgestelde en gehanteerde evaluatiemethodiek Brandweerinzetten: het gaat om monodisciplinaire brandweerinzetten De in de organisatie geldende norm ten aanzien van monodisciplinaire evaluaties Herstel Percentage (%) van alle monodisciplinaire brandweerinzetten Halfjaarlijks < 80% voldoet aan de norm 80% - 90% voldoet aan de norm 90% voldoet aan de norm Bijlagenboek Aristoteles versie

23 3.2 Bedrijfsvoeringsindicatoren Personeel 10. Personeelsbezetting Bovenliggende indicator Wat is de personeelsbezetting (beroeps) van uw organisatie? Personeelsbezetting: toegestane formatie versus ingevulde formatie Personeel Percentage van de toegestane personeelsformatie Maandelijks Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard Bijlagenboek Aristoteles versie

24 11. Ziekteverzuimpercentage Ziekteverzuimpercentage Ziekteverzuimpercentage: het aantal verzuimde kalenderdagen (inclusief weekenden) in de observatieperiode, gedeeld door de personeelsomvang (in voltijdequivalenten), vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen in de observatieperiode. (definitie CBS) Ziekteverzuimpercentage is inclusief verzuim langer dan één jaar Ziekteverzuimpercentage is exclusief zwangerschaps- en bevallingverlof Bij de berekening van het ziekteverzuimpercentage bij deeltijdwerk dient in de teller het aantal verzuimde kalenderdagen per persoon vermenigvuldigd te worden met de deeltijdfactor. Dit wordt vervolgens uitgedrukt als percentage. De personeelssterkte is het aantal fulltime-equivalenten (fte) : De norm hangt af van het ziekteverzuimbeleid dat in de organisatie wordt uitgevoerd Personeel Percentage (%) Gegevensbron Maandelijks Gegevens kunnen gehaald worden uit: Beaufort Bovenliggende indicatoren Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard Bijlagenboek Aristoteles versie

25 12. Ziekteverzuimfrequentie Gegevensbron Ziekteverzuimfrequentie Ziekteverzuimfrequentie: het gemiddeld aantal ziekmeldingen per werknemer in de verslagperiode binnen een werknemerspopulatie (definitie CBS) De norm hangt af van het ziekteverzuimbeleid dat in de organisatie wordt uitgevoerd Personeel Absoluut (gemiddelde frequentie) Maandelijks Gegevens kunnen gehaald worden uit: Beaufort Bovenliggende indicatoren Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard 13. Functioneringsgesprekken Hoeveel procent van de functioneringsgesprekken is conform de afgesproken frequentie gehouden en vastgelegd? Frequentie: de in uw organisatie vastgelegde frequentie voor functioneringsgesprekken Vastlegging: de vastlegging van de uitkomsten van functioneringsgesprekken conform de in uw organisatie vastgestelde wijze Personeel % van het totaal aantal geplande (volgens de afspraken in uw organisatie) functioneringsgesprekken Halfjaarlijks Bijlagenboek Aristoteles versie

26 14. Beoordelingsgesprekken Hoeveel procent van de beoordelingsgesprekken is conform de afgesproken frequentie gehouden en vastgelegd? Frequentie: de in uw organisatie vastgelegde frequentie voor beoordelingsgesprekken Vastlegging: de vastlegging van de uitkomsten van beoordelingsgesprekken conform de in uw organisatie vastgestelde wijze Personeel % van het totaal aantal geplande (volgens de afspraken in uw organisatie) beoordelingsgesprekken Halfjaarlijks 15. Uitstroom Hoeveel procent van de medewerkers verliet de afgelopen 12 maanden de organisatie? Personeel Percentage (%) Jaarlijks Bijlagenboek Aristoteles versie

27 16. Periodiek Preventief Medisch Onderzoek Bron indicator Wat is het slagingspercentage van het Periodiek Preventief Medisch Onderzoek? Inbreng pilotregio s Periodiek Preventief Medisch Onderzoek: vanaf 2010 wordt het PPMO waarschijnlijk ingevoerd. Adviesnorm: jaarlijks slaagt 90% van het brandweerpersoneel de eerste keer voor het Periodiek Preventief Medisch Onderzoek Personeel Percentage (%) van alle medewerkers die een Periodiek Preventief Medisch Onderzoek ondergingen en de eerste keer slagen. Jaarlijks < 80% slaagt bij de eerste keuring voor het PPMO 80% - 90% slaagt bij de eerste keuring voor het PPMO 90% slaagt bij de eerste keuring voor het PPMO 17. Letsel Het aantal ongevallen waarbij personeel tijdens de uitoefening van de functie letsel oploopt In de organisatie zelf te bepalen Personeel Absoluut (aantal ongevallen met letsel) Maandelijks Bijlagenboek Aristoteles versie

28 Financiën 18. Besteding totaalbudget Hoeveel procent van het totaalbudget (Year to Date) is besteed? Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag Financiën Percentage (%) van het in de begroting opgenomen totaalbudget Maandelijks >110% van het totaalbudget is besteed 100% - 110% van het totaalbudget is besteed 100% van het totaalbudget is besteed Bovenliggende indicatoren Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard 19. Besteding budget Opleiden en Oefenen Hoeveel procent van het budget voor Opleiden en Oefenen (Year to Date) is besteed? Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag Financiën Percentage (%) van het in de begroting opgenomen budget voor Opleiden en Oefenen Maandelijks >100% van het budget voor O&O is besteed 100% - 110% van het budget voor O&O is besteed 80% - 100% van het budget voor O&O is besteed 70% - 80% van het budget voor O&O is besteed <70% van het budget voor O&O is besteed Bovenliggende indicatoren Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard Bijlagenboek Aristoteles versie

29 20. Besteding Personeelsbudget Hoeveel procent van het (eigen) personeelsbudget (Year to Date) is besteed? Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag Financiën Percentage (%) van het in de begroting opgenomen (eigen) personeelsbudget Maandelijks >100% van het personeelsbudget is besteed 100% - 110% van het personeelsbudget is besteed 80% - 100% van het personeelsbudget is besteed 70% - 80% van het personeelsbudget is besteed <70% van het personeelsbudget is besteed Bovenliggende indicatoren Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard 21. Besteding inhuurbudget Hoeveel procent van het inhuurbudget (Year to Date) is besteed? Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag Financiën Percentage (%) van het in de begroting opgenomen inhuurbudget Maandelijks >110% van het inhuurbudget is besteed 100% - 110% van het inhuurbudget is besteed 100% van het inhuurbudget is besteed Bovenliggende indicatoren Bijzonderheden Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard Niet elke organisatie beschikt over een eigen inhuurbudget. Bijlagenboek Aristoteles versie

30 Bijlagenboek Aristoteles versie

31 4. en GHOR 4.1 Operationele indicatoren Risicobeheersing 1. Afspraken met ketenpartners Bron indicator Met hoeveel procent van de eerstelijns ketenpartners zijn actuele afspraken gemaakt? Tab. 10 Inspectie voor de gezondheidszorg; toetsingsinstrument algemeen IVDG ALF 13.3 Eerstelijns ketenpartners: huisartsen en overige ketenpartners waarmee regio s afspraken hebben gemaakt (bijv. psychologen, fysiotherapeuten en verloskundigen) Actuele afspraken: d.w.z. maximaal een jaar geleden geëvalueerd en waar nodig aangepast Adviesnorm: met 70% van de eerstelijns ketenpartners zijn afspraken gemaakt Risicobeheersing Percentage van de eerstelijns ketenpartners Jaarlijks <60% 60% - 70% 70% Bijzonderheden Om deze indicator te meten, moet elke regio een limitatieve lijst met de regionale eerstelijns ketenpartners opstellen. Bijlagenboek Aristoteles versie

32 2. GHOR-advies bij evenementen Bron indicator In hoeveel procent van de relevante evenementen waarbij de GHOR moet adviseren, heeft de GHOR geadviseerd? Inbreng pilotregio s Relevante evenementen: vast te stellen volgens het gemeentelijk/regionaal evenementenbeleid en/of de gemeentelijke/regionale evenementenkalender Adviesnorm: de GHOR adviseert in 90% van de relevante evenementen (waarbij de GHOR moet adviseren) Risicobeheersing Percentage (%) van het totaal aantal relevante evenementen waarvan de GHOR op de hoogte is gesteld. Jaarlijks Bij < 80% van de evenementen geadviseerd Bij 80% - 90% van de evenementen geadviseerd Bij 90% van de evenementen geadviseerd Bovenliggende indicatoren Om vast te stellen welke evenementen relevant zijn voor de GHOR, is het van belang dat de regio/gemeente beschikt over een analysemethodiek om evenementen op zwaarte (relevantie voor GHOR-advies) te wegen Bijlagenboek Aristoteles versie

33 Incidentbeheersing 3. Continuïteitsplannen Hoeveel procent van de eerstelijns zorginstellingen heeft een actueel continuïteitsplan? Bron indicator Certificatieschema HKZ-GHOR-bureau 2164 CERT HKZ Eerstelijns zorginstellingen: thuiszorg Actueel continuïteitsplan: d.w.z. maximaal twee jaar geleden geëvalueerd en waar nodig aangepast. Adviesnorm: 95% van de eerstelijns zorginstellingen heeft een actueel en geoefend continuïteitsplan. Incidentbeheersing Percentage (%) van het totaal aantal eerstelijns zorginstellingen Jaarlijks < 85% voldoet aan de norm 85% - 95% voldoet aan de norm 95% voldoet aan de norm Bijlagenboek Aristoteles versie

34 4. Zirop Bron indicator Hoeveel procent van de ziekenhuizen in de regio beschikt over een actueel en geoefend Ziekenhuis Rampen Opvangplan (Zirop)? Wet Geneeskundige Hulpverlening bij Rampen (WGHR) BLS GHOR 1.6 Actueel Zirop: d.w.z. maximaal twee jaar geleden geëvalueerd en waar nodig aangepast. Adviesnorm: alle ziekenhuizen beschikken over een actueel en geoefend Zirop Incidentbeheersing Percentage (%) van het totaal aantal ziekenhuizen Jaarlijks < 90% van de ziekenhuizen voldoet aan de norm 90% - 100% van de ziekenhuizen voldoet aan de norm 100% van de ziekenhuizen voldoet aan de norm Bijzonderheden Wanneer een ziekenhuis regio-overstijgend is, dan telt de score van dit ziekenhuis mee in alle van toepassing zijnde regio s Bijlagenboek Aristoteles versie

35 5. Geoefendheid 1 e lijns ketenpartners Bron indicator Hoeveel procent van de eerstelijns ketenpartners dat een convenant heeft is beoefend zoals afgesproken in het convenant? Inbreng pilotregio s Eerstelijns ketenpartners: huisartsen en overige ketenpartners waarmee regio s afspraken hebben gemaakt (bijv. psychologen, fysiotherapeuten en verloskundigen) Adviesnorm: 90% van de eerstelijns ketenpartners heeft geoefend zoals afgesproken in het convenant Incidentbeheersing Percentage van het totaal aantal eerstelijns ketenpartners dat een convenant heeft afgesloten Jaarlijks <80% voldoet aan de norm 80% - 90% voldoet aan de norm 90% voldoet aan de norm Bijzonderheden Om deze indicator te meten, moet elke regio een limitatieve lijst met de regionale eerstelijns ketenpartners opstellen. Bijlagenboek Aristoteles versie

36 6. Geoefendheid sleutelfunctionarissen GHOR Bron indicator Hoeveel procent van de sleutelfunctionarissen is opgeleid en geoefend conform de hiervoor gestelde eisen in het jaarplan GHOR OTO? Tab 4. Kwaliteitsindicatoren GHOR-keten IJsselland KWAL GHOR 1 Sleutelfunctionarissen: RGF HS GHOR OvD-G CvDG GAGS Adviesnorm: alle sleutelfunctionarissen zijn opgeleid en geoefend conform GHOR OTO Incidentbeheersing Percentage (%) van het aantal sleutelfunctionarissen dat moet voldoen aan de gestelde eisen Halfjaarlijks > 1 sleutelfunctionaris voldoet niet aan de norm 1 sleutelfunctionaris voldoet niet aan de norm Alle sleutelfunctionarissen voldoen aan de norm Gegevensbron Bovenliggende indicatoren De gegevens kunnen gehaald worden uit: functioneringsvolgsysteem Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard Bijlagenboek Aristoteles versie

37 7. Geoefendheid GHOR-teams Bron indicator Hoeveel procent van de GHOR-teams is opgeleid en geoefend conform de hiervoor afgestelde eisen in het jaarplan GHOR OTO? Tab 4. Kwaliteitsindicatoren GHOR-keten IJsselland KWAL GHOR 1 en inbreng pilotregio s GHOR-teams: MMT GNK-C Adviesnorm: alle teams voldoen aan de gestelde eisen Incidentbeheersing Percentage (%) van de GHOR-teams Halfjaarlijks Geen van de teams voldoet aan de norm 1 team voldoet niet aan de norm Alle teams voldoen aan de norm Bovenliggende indicatoren Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard Bijlagenboek Aristoteles versie

38 8. Profcheck SIGMA-medewerkers Bron indicator Hoeveel procent van de aangestelde SIGMA-medewerkers heeft de jaarlijkse bekwaamheidstest (profcheck) met positief gevolg afgelegd? Inbreng pilotregio s Profcheck: jaarlijkse bekwaamheidstest voor SIGMA-medewerkers Adviesnorm: 90% van de aangestelde SIGMA-medewerkers heeft de profcheck met positief gevolg afgelegd. Incidentbeheersing Percentage (%) van alle aangestelde SIGMA-medewerkers Jaarlijks <80% is geslaagd voor profcheck 80% - 90% is geslaagd voor profcheck 90% is geslaagd voor profcheck Gegevensbron De gegevens kunnen gehaald worden uit: Praktijktoetsen Bijlagenboek Aristoteles versie

39 9. Beschikbaarheid GHOR-functionarissen Bron indicator Hoeveel procent van de GHOR-functionarissen was na alarmering binnen de afgesproken tijd beschikbaar voor (telefonisch) overleg? Tab 4. Kwaliteitsindicatoren GHOR-keten Ijsselland KWAL GHOR 1; Tab 10. Inspectie voor de gezondheidszorg; toetsingsinstrument SMH GHOR-functionarissen: RGFvD HS-GHOR OvD-G GAGS Adviesnorm: in 90% van de gevallen voldoet een sleutelfunctionaris aan de vastgestelde cq. wettelijk verplichte reactietijd RGFvD: de RGFvD is in alle gevallen binnen 10 minuten beschikbaar voor telefonisch overleg met het HS-GHOR HS-GHOR: het HS-GHOR is in alle gevallen binnen 10 minuten beschikbaar voor telefonisch of persoonlijk overleg met degene die daarom heeft gevraagd OvDG: de OvDG is maximaal binnen 30 minuten na alarmering ter plaatse GAGS: De GAGS neemt in alle gevallen binnen 15 minuten na een alarmeringsverzoek bij de MKA contact op met de OvDG of het HS-GHOR Incidentbeheersing Percentage (%) van het totaal aantal alarmeringen van een sleutelfunctionaris Halfjaarlijks >1 functionaris voldoet niet aan de norm 1 functionaris voldoet niet aan de norm Alle functionarissen voldoen aan de norm Gegevensbron Bovenliggende indicatoren De gegevens kunnen uit GMS gehaald worden Deze indicator komt ook voor op het Directiedashboard Bijlagenboek Aristoteles versie

40 10. Opkomsttijden sleutelfunctionarissen en teams GHOR bij GRIP In hoeveel procent van de GRIP-incidenten waren de sleutelfunctionarissen en teams binnen de daarvoor gestelde tijden na alarmering aanwezig? Bron indicator Besluit Veiligheidsregio s (2009), art Sleutelfunctionarissen: Tab 4. Kwaliteitsindicatoren GHOR-keten Ijsselland KWAL GHOR 1 Tab 10. Inspectie voor de gezondheidszorg; toetsingsinstrument SMH RGFvD HS GHOR OvD-G Teams MMT GNK-C Adviesnorm: in 90% van de gevallen voldoet een sleutelfunctionaris of team aan de vastgestelde cq. wettelijk verplichte opkomsttijd De RGFvD is binnen 60 minuten in het RBT of het BT in het gemeentehuis Het HS GHOR is binnen 45 minuten na alarmering aanwezig in het ROT De OvDG is binnen 30 minuten na alarmering aanwezig in het CoPI Het MMT is gemiddeld binnen 30 minuten na alarmering ter plaatse De GNK-C is binnen 60 minuten na alarmering ter plaatse Incidentbeheersing Percentage (%) van het totaal aantal alarmeringen van een sleutelfunctionaris of team Halfjaarlijks >1 voldoet niet aan de norm 1 voldoet niet aan de norm Allen voldoen aan de norm Gegevensbron Bovenliggende indicatoren De gegevens kunnen gehaald worden uit: GMS Deze indicator komt ook voor op het Directiedashboard Bijlagenboek Aristoteles versie

41 11. Materieel GHOR Bron indicator In hoeveel procent van de gevallen was het benodigde rampenbestrijdingsmateriaal tijdig ter plaatse? Tab. 10 Inspectie voor de gezondheidszorg: toetsingsinstrument algemeen ICDG ALG 9.4 Benodigde rampenbestrijdingsmateriaal: dit is afhankelijk van de aard en omvang van het incident en moet per incident bekeken worden Incidentbeheersing Percentage (%) van het totaal aantal inzetten (calamiteiten) Halfjaarlijks Gegevensbron Gegevens kunnen gehaald worden uit: GMS Evaluaties Bijlagenboek Aristoteles versie

42 Herstel 11. Evaluatie GHOR-inzetten Bron indicator Hoeveel procent van de GHOR-inzetten is binnen de GHOR geëvalueerd? Inbreng pilotregio s Evalueren: volgens de hiervoor in de organisatie vastgestelde en gehanteerde evaluatiemethodiek GHOR-inzetten: het gaat om mono-ghor inzetten Adviesnorm: 90% Herstel Percentage (%) van alle mono-ghor inzetten Halfjaarlijks <80%% van de GHOR-inzetten wordt geëvalueerd 80% - 90% van de GHOR-inzetten wordt geëvalueerd 90% van de GHOR-inzetten wordt geëvalueerd Bijlagenboek Aristoteles versie

43 12. Verbeteracties uit oefeningen Bron indicator Hoeveel procent van de verbeteracties uit oefeningen is gerealiseerd? Inbreng pilotregio s Oefeningen: monodisciplinaire en multidisciplinaire oefeningen Evalueren: volgens een vaste (in de organisatie vastgestelde en gehanteerde) evaluatiemethodiek Adviesnorm: 90% Herstel Percentage (%) van het totaal aantal oefeningen (mono- en multidisciplinair) Halfjaarlijks <80%% van de verbeteracties wordt gerealiseerd 80% - 90% van de verbeteracties wordt gerealiseerd 90% van de verbeteracties wordt gerealiseerd Bijlagenboek Aristoteles versie

44 4.2 Bedrijfsvoeringingsindicatoren Personeel 13. Personeelsbezetting Bovenliggende indicator Wat is de personeelsbezetting (beroeps) van uw organisatie? Personeelsbezetting: toegestane formatie versus ingevulde formatie Personeel Percentage van de toegestane personeelsformatie Maandelijks Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard Bijlagenboek Aristoteles versie

45 14. Ziekteverzuimpercentage Ziekteverzuimpercentage Ziekteverzuimpercentage: het aantal verzuimde kalenderdagen (inclusief weekenden) in de observatieperiode, gedeeld door de personeelsomvang (in voltijdequivalenten), vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen in de observatieperiode. (definitie CBS) Ziekteverzuimpercentage is inclusief verzuim langer dan één jaar Ziekteverzuimpercentage is exclusief zwangerschaps- en bevallingverlof Bij de berekening van het ziekteverzuimpercentage bij deeltijdwerk dient in de teller het aantal verzuimde kalenderdagen per persoon vermenigvuldigd te worden met de deeltijdfactor. Dit wordt vervolgens uitgedrukt als percentage. De personeelssterkte is het aantal fulltime-equivalenten (fte) : De norm hangt af van het ziekteverzuimbeleid dat in de organisatie wordt uitgevoerd Personeel Percentage (%) Gegevensbron Maandelijks Gegevens kunnen gehaald worden uit: Beaufort Bovenliggende indicatoren Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard Bijlagenboek Aristoteles versie

46 15. Ziekteverzuimfrequentie Gegevensbron Ziekteverzuimfrequentie Ziekteverzuimfrequentie: het gemiddeld aantal ziekmeldingen per werknemer in de verslagperiode binnen een werknemerspopulatie (definitie CBS) De norm hangt af van het ziekteverzuimbeleid dat in de organisatie wordt uitgevoerd Personeel Absoluut (gemiddelde frequentie) Maandelijks Gegevens kunnen gehaald worden uit: Beaufort Bovenliggende indicatoren Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard 16. Functioneringsgesprekken Hoeveel procent van de functioneringsgesprekken is conform de afgesproken frequentie gehouden en vastgelegd? Frequentie: de in uw organisatie vastgelegde frequentie voor functioneringsgesprekken Vastlegging: de vastlegging van de uitkomsten van functioneringsgesprekken conform de in uw organisatie vastgestelde wijze Personeel % van het totaal aantal geplande (volgens de afspraken in uw organisatie) functioneringsgesprekken Halfjaarlijks Bijlagenboek Aristoteles versie

47 17. Beoordelingsgesprekken Hoeveel procent van de beoordelingsgesprekken is conform de afgesproken frequentie gehouden en vastgelegd? Frequentie: de in uw organisatie vastgelegde frequentie voor beoordelingsgesprekken Vastlegging: de vastlegging van de uitkomsten van beoordelingsgesprekken conform de in uw organisatie vastgestelde wijze Personeel % van het totaal aantal geplande (volgens de afspraken in uw organisatie) beoordelingsgesprekken Halfjaarlijks 18. Uitstroom Hoeveel procent van de medewerkers verliet de afgelopen 12 maanden de organisatie? Personeel Percentage (%) Jaarlijks Bijlagenboek Aristoteles versie

48 Financiën 19. Besteding totaalbudget Hoeveel procent van het totaalbudget (Year to Date) is besteed? Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag Financiën Percentage (%) van het in de begroting opgenomen totaalbudget Maandelijks >110% van het totaalbudget is besteed 100% - 110% van het totaalbudget is besteed 100% van het totaalbudget is besteed Bovenliggende indicatoren Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard 20. Besteding budget Opleiden en Oefenen Hoeveel procent van het budget voor Opleiden en Oefenen (Year to Date) is besteed? Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag Financiën Percentage (%) van het in de begroting opgenomen budget voor Opleiden en Oefenen Maandelijks >100% van het budget voor O&O is besteed 100% - 110% van het budget voor O&O is besteed 80% - 100% van het budget voor O&O is besteed 70% - 80% van het budget voor O&O is besteed <70% van het budget voor O&O is besteed Bovenliggende indicatoren Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard Bijlagenboek Aristoteles versie

49 21. Besteding Personeelsbudget Hoeveel procent van het (eigen) personeelsbudget (Year to Date) is besteed? Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag Financiën Percentage (%) van het in de begroting opgenomen (eigen) personeelsbudget Maandelijks >100% van het personeelsbudget is besteed 100% - 110% van het personeelsbudget is besteed 80% - 100% van het personeelsbudget is besteed 70% - 80% van het personeelsbudget is besteed <70% van het personeelsbudget is besteed Bovenliggende indicatoren Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard 22. Besteding inhuurbudget Hoeveel procent van het inhuurbudget (Year to Date) is besteed? Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag Financiën Percentage (%) van het in de begroting opgenomen inhuurbudget Maandelijks >110% van het inhuurbudget is besteed 100% - 110% van het inhuurbudget is besteed 100% van het inhuurbudget is besteed Bovenliggende indicatoren Bijzonderheden Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard Niet elke organisatie beschikt over een eigen inhuurbudget. Bijlagenboek Aristoteles versie

50 Bijlagenboek Aristoteles versie

51 5. en Meldkamer 5.1 Operationele indicatoren Incidentbeheersing 1. Aannametijd 112-meldingen Welk percentage van de 112-meldingen wordt binnen 10 seconden door de 112-meldkamer aangenomen? Bron indicator Landelijk Kader Nederlandse Politie 2007 Aannametijd: de tijd die verstrijkt tussen de binnenkomst van een melding en het opnemen van de telefoon door de 112- centralist 112-meldingen Adviesnorm: 90 % van de 112-meldingen moet binnen 10 sec worden opgenomen Incidentbeheersing Percentage (%) van het totaal aangenomen 112-meldingen Tijdseenheid aannametijd: seconden Maandelijks / halfjaarlijks < 80% wordt binnen de normtijd opgenomen 80% - 90% wordt binnen de normtijd opgenomen 90% wordt binnen de normtijd opgenomen Gegevensbron Gegevens kunnen gehaald worden uit: KLPD exportbestand TB112 Bijlagenboek Aristoteles versie

52 2. Doorverbinden 112-meldingen Welk percentage van de 112-meldingen is binnen 15 seconden aangenomen door een van de disciplines? Bron indicator HKZ Evaluatie efficiency en effectiviteit Gemeenschappelijk Meldcentrum Brabant-Noord (2004). Par. 6.1 Doorverbindtijd: het aantal seconden dat verstrijkt tussen het doorverbinden van een 112-melding en het opnemen van de melding door een centralist van een van de disciplines (rood, wit, blauw) De 112-melding is binnen 15 seconden door een andere discipline aangenomen Incidentbeheersing Percentage (%) van het totaal aantal doorverbonden 112- meldingen Tijdseenheid doorverbinden: seconden Maandelijks < 80% voldoet aan de norm 80% - 90% voldoet aan de norm 90% voldoet aan de norm Gegevensbron Gegevens kunnen gehaald worden uit: KLPD exportbestand TB112 in Excel Bijlagenboek Aristoteles versie

53 3. Verwerkingstijd brandweermeldingen Bron indicator In welk percentage van de gevallen haalt de alarmcentrale de bestuurlijk vastgestelde verwerkingstijd (brandweer)? enboek (2006), R_BZ_Repr004 Verwerkingstijd: de tijd die verstrijkt tussen de binnenkomst van een melding en het moment dat een uitgifte gekoppeld wordt aan (een) eenheid/eenheden Brandweermeldingen: het betreft enkel prio-1 meldingen De in de regio bestuurlijk vastgelegde verwerkingstijd voor brandweermeldingen Incidentbeheersing Percentage (%) van het totaal aantal brandweermeldingen dat bij de meldkamer binnenkomt Tijdseenheid verwerkingstijd: seconden Maandelijks < 80% wordt verwerkt binnen normtijd 80% - 90% wordt verwerkt binnen normtijd 90% wordt verwerkt binnen normtijd Gegevensbron Gegevens kunnen gehaald worden uit: GMS Bovenliggende indicatoren Deze indicator komt geaggregeerd voor op het Directiedashboard en Bestuursdashboard Bijlagenboek Aristoteles versie

54 4. Verwerkingstijd politiemeldingen In welk percentage van de gevallen haalt de meldkamer de bestuurlijk vastgestelde verwerkingstijd (politie)? Bron indicator Landelijk Kader Nederlandse Politie 2007 Verwerkingstijd: de tijd die verstrijkt tussen de binnenkomst van een melding en het moment dat een uitgifte gekoppeld wordt aan (een) eenheid/eenheden Politiemeldingen: het betreft enkel prio-1 meldingen De in de regio vastgestelde verwerkingstijd voor politiemeldingen Incidentbeheersing Percentage (%) van het totaal aantal politiemeldingen dat bij de meldkamer binnenkomt Tijdseenheid verwerkingstijd: seconden Maandelijks < 80% wordt verwerkt binnen normtijd 80% - 90% wordt verwerkt binnen normtijd 90% wordt verwerkt binnen normtijd Gegevensbron Gegevens kunnen gehaald worden uit: GMS Bovenliggende indicatoren Bijzonderheden Deze indicator komt geaggregeerd voor op het Directiedashboard en Bestuursdashboard Hoewel de Veiligheidsregio niet verantwoordelijk is voor het politiedeel van de meldkamer, is het wel van belang om te weten wat de prestaties zijn. Deze prestaties kunnen immers van invloed zijn op overige prestaties binnen de Veiligheidsregio Bijlagenboek Aristoteles versie

55 5. Verwerkingstijd MKA-meldingen (Meldkamer Ambulancezorg) Bron In welk percentage van de gevallen haalt de meldkamer de bestuurlijk vastgestelde verwerkingstijd (MKA) Inbreng pilotregio s HKZ Verwerkingstijd: de tijd die verstrijkt tussen de binnenkomst van een melding en het moment dat een uitgifte gekoppeld wordt aan (een) eenheid/eenheden MKA-meldingen: het betreft enkel A-ritten / prio-1 meldingen De in de regio bestuurlijk vastgestelde verwerkingstijd voor MKAmeldingen Incidentbeheersing Percentage (%) van het totaal aantal MKA-meldingen dat bij de meldkamer binnenkomt Tijdseenheid verwerkingstijd: seconden Maandelijks < 80% wordt verwerkt binnen normtijd 80% - 90% wordt verwerkt binnen normtijd 90% wordt verwerkt binnen normtijd Gegevensbron Gegevens kunnen gehaald worden uit: GMS Bovenliggende indicatoren Deze indicator komt geaggregeerd voor op het Directiedashboard en Bestuursdashboard Bijlagenboek Aristoteles versie

56 6. Terechte meldingen OMS Bron indicator Welk percentage van de direct aan de meldkamer gekoppelde OMS-systemen heeft terechte meldingen gegenereerd in de rapportageperiode? Inbreng pilotregio s OMS: Openbaar Meld Systeem Terechte melding is geen loze melding die voortkomt uit een storing of verkeerd gebruik van het Openbaar Meld Systeem Adviesnorm: 50% van de meldingen is terecht Incidentbeheersing Percentage (%) van de direct aan de meldkamer gekoppelde OMSsystemen Maandelijks < 10% van de meldingen is terecht 10% - 40% van de meldingen is terecht 50% van de meldingen is terecht Gegevensbron Gegevens kunnen gehaald worden uit: GMS Bijzonderheden Het betreft hier verplichte brandmeldinstallaties en inbraakinstallaties Hoewel de meldkamer geen invloed kan uitoefenen op het aantal loze OMS-meldingen, is het voor de meldkamer wel belangrijke informatie. Bijlagenboek Aristoteles versie

57 7. Multidisciplinaire start incident Bron indicator Welk percentage van de incidenten is primair multidisciplinair gestart t.o.v. het totaal aantal multidisciplinaire incidenten? Inbreng pilotregio s Multidisciplinaire start: vanuit de meldkamer is een melding multidisciplinair uitgegeven, d.w.z. dat er bij de uitgifte direct sprake is van een multidisciplinaire inzet Adviesnorm: 90% van de multidisciplinaire incidenten is primair door de meldkamer multidisciplinair gestart Incidentbeheersing Percentage (%) van het totaal aantal incidenten waarbij (uiteindelijk) sprake was van een multidisciplinaire inzet Jaarlijks < 80% is primair multidisciplinair gestart 80% - 90% is primair multidisciplinair gestart 90% is primair multidisciplinair gestart Gegevensbron Gegevens kunnen gehaald worden uit: GMS Bijlagenboek Aristoteles versie

58 8. Start alarmering sleutelfunctionarissen In hoeveel procent van de GRIP-incidenten is de meldkamer binnen twee minuten na alarmering gestart met de alarmering van sleutelfunctionarissen? Bron indicator Besluit Veiligheidsregio s (2009), art Welke sleutelfunctionarissen gealarmeerd moeten worden hangt af van de aard van het incident en het afgegeven GRIPniveau Alarmering sleutelfunctionarissen: d.m.v. paging of communicator De meldkamer start binnen 2 minuten na opschaling naar het betreffende GRIP-niveau met de alarmering Incidentbeheersing Percentage (%) van alle GRIP-incidenten De tijd tot aan de start van de alarmering van sleutelfunctionarissen wordt gemeten in seconden Jaarlijks < 80% van de alarmeringen start binnen 2 minuten 80% - 90% van de alarmeringen start binnen 2 minuten 90% van de alarmeringen start binnen 2 minuten Gegevensbron Gegevens kunnen gehaald worden uit: Alarmeringscomputer GMS Bijzonderheden Het betreft hier de tijd die verstrijkt tot aan de start van de alarmering vanuit de meldkamer, niet de tijd die verstrijkt tot dat alle betrokken sleutelfunctionarissen zijn gealarmeerd Bijlagenboek Aristoteles versie

59 9. Bekwaamheidstest Meldkamer Bron indicator Hoeveel procent van de centralisten is geslaagd voor de periodieke bekwaamheidstest? Inbreng pilotregio s Bekwaamheidstest: bij een bekwaamheidstest (profcheck) wordt gekeken naar vaardigheden en kennis maar ook naar gedrag en handelen van een centralis Alle centralisten zijn geslaagd voor de periodieke bekwaamheidstest Incidentbeheersing Percentage (%) van alle centralisten (per discipline) die aan een periodieke bekwaamheidstest hebben deelgenomen. Jaarlijks < 90% van de centralisten in geslaagd 90% - 100% van de centralisten is geslaagd 100% van de centralisten is geslaagd Bijzonderheden Er bestaat nog geen uniforme bekwaamheidstest binnen de meldkamer. Alleen de RAV kent momenteel en bekwaamheidstest. Het is nastrevenswaardig als alle disciplines een meldkamer bekwaamheidstest krijgen. Momenteel alleen van toepassing op de MKA Bijlagenboek Aristoteles versie

60 10. Inzet politie op verzoek MKA of brandweer Bron indicator Op hoeveel procent van de incidenten wordt door de politie op verzoek van MKA of brandweer inzet gepleegd? Inbreng pilotregio s Adviesnorm: in 5% van de gevallen wordt door de politie geen inzet gepleegd vanwege een gebrek aan beschikbaarheid Incidentbeheersing Percentage (%) van de meldingen waarbij politie-inzet gevraagd is door MKA of brandweer Halfjaarlijks 95% van de gevallen levert politie assistentie In 95% - 100% van de gevallen levert politie assistentie In 100% van de gevallen levert politie assistentie Gegevensbron Gegevens kunnen gehaald worden uit: GMS (karakteristiek geen inzet ) Bijzonderheden Geen inzet politie: om deze indicator te kunnen meten, dient eerst in elke regio vastgesteld te worden waarvoor de politie wel en niet ingeschakeld kan worden door MKA of brandweer. Bijlagenboek Aristoteles versie

61 Informatiemanagement 11. Totaal aantal binnengekomen incidenten Het totaal aantal binnengekomen meldingen Totaal aantal binnengekomen meldingen: het aantal meldingen dat per discipline binnenkomst Informatiemanagement Absoluut (aantallen meldingen) Maandelijks / halfjaarlijks Tabel of grafiek Kwaliteitsmanagement 12. Klachten Hoeveel klachten heeft de meldkamer ontvangen per 1000 meldingen? Het betreft hier alle soorten klachten die zijn binnengekomen Kwaliteitsmanagement Absoluut: het aantal klachten per 1000 meldingen Maandelijks / halfjaarlijks Tabel of grafiek Bijlagenboek Aristoteles versie