Inspectierapport. KDV Mirakel Merckenburg (KDV) Merckenburg BT AMSTERDAM Registratienummer:

Transcriptie

1 Inspectierapport KDV Mirakel Merckenburg (KDV) Merckenburg BT AMSTERDAM Registratienummer: Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: concept Datum vaststellen inspectierapport: KDV Mirakel Merckenburg - Jaarlijks onderzoek /13

2 Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Accommodatie en inrichting Ouderrecht Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht KDV Mirakel Merckenburg - Jaarlijks onderzoek /13

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 12 december 2014 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek zijn op grond van het risicoprofiel slechts een aantal kwaliteitseisen onderzocht, te weten de kwaliteitseisen op het gebied van de pedagogische kwaliteit, de eisen aan het personeel, de beroepskracht-kindratio, het beleid veiligheid en gezondheid, de accommodatie en inrichting en het ouderrecht. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht, staan achter in het rapport vermeld. Beschouwing Algemeen Kinderdagverblijf Mirakel is een locatie van de organisatie Mirakel B.V. die in Amsterdam en Amstelveen drie kinderdagverblijven en vijf buitenschoolse-opvanglocaties exploiteert. Iedere locatie heeft een (assistent- )leidinggevende. De (assistent-)leidinggevende is verantwoordelijk voor de dagelijks gang van zaken in het kindercentrum en onderhoudt het contact met de ouders en de beroepskrachten. Op de meeste locaties is er naast de beroepskrachten een huishoudelijk medewerker werkzaam. Bij de organisatie zijn ook twee onderhoudsmonteurs in dienst voor het (technisch) onderhoud van de locaties. Voor de dagverblijven en de buitenschoolse opvang zijn twee coördinatoren aangesteld die leiding geven aan de (assistent-)leidinggevenden en die verantwoordelijk zijn voor een eenduidige werkwijze op de verschillende locaties. Om de eenduidigheid in werkwijze te bereiken, zorgen zij onder andere voor het implementeren van het beleid en het uitvoeren van interne kwaliteitscontroles. Vanuit het hoofdkantoor worden de coördinatoren en de (assistent- )leidinggevenden ondersteund door de afdelingen Plaatsing & planning en Personeelszaken. De dagelijkse leiding van het bedrijf is in handen van de pedagogisch beleidsmedewerker, die verantwoording aflegt aan de directeur. Het pedagogisch beleid van Mirakel is vastgelegd in een algemeen pedagogisch beleid voor de dagopvang; voor de buitenschoolse opvang is per locatie een pedagogisch werkplan opgesteld. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid is neergelegd in centraal opgestelde protocollen en in huisregels die per locatie zijn opgesteld. De beroepskrachten worden door middel van werkoverleg, studiedagen en groepsmappen op de hoogte gesteld van het beleid. Mirakel heeft twee aandachtsfunctionarissen kindermishandeling, een vertrouwenspersoon en een klachtencoördinator aangesteld. Locatiespecifiek Kinderdagverblijf Mirakel Merckenburg bestaat uit vier stamgroepen: twee babygroepen en twee peutergroepen. Bij dit kinderdagverblijf heeft de houder naast de coördinator een assistent-leidinggevende aangesteld. De assistent-leidinggevende is drie dagen per week aanwezig. De coördinator is in ieder geval één keer per week aanwezig, meestal op woensdag. Op vrijdag is er geen leidinggevende aanwezig. De beleidsmedewerker is als achterwacht aangesteld op vrijdag en de leidinggevende van KDV Mirakel Radboud kan worden ingeschakeld bij calamiteiten. Bij deze locatie zijn twee huishoudelijke medewerkers. Tot 1 januari 2015 is één van de twee huishoudelijke medewerkers twee dagen per week aanwezig. Tijdens het inspectieonderzoek is geconstateerd dat de beroepskracht-kind-ratio bij afwijking van de beroepskracht-kind-ratio is overschreden. De directie heeft binnen de periode van het onderzoek aanpassingen gedaan in het beleid, waardoor de geconstateerde overtredingen worden opgeheven. Vertrouwenspersoon Er is een vertrouwenspersoon aangesteld voor personeel. Tevens is de organisatie bezig met het aanstellen van een vertrouwenspersoon voor ouders. Klachtencoördinator De toezichthouder heeft op 8 juli 2014 telefonisch contact gehad met de klachtencoördinator. De beleidsmedewerker is de coördinator voor klachten. Op de website van Mirakel is informatie opgenomen over de klachtenprocedure. De klachtencoördinator verklaart dat klachten door de vestigingsmanager worden behandeld en waar nodig wordt de klachtencoördinator ingeschakeld. Te allen tijde wordt de klacht (geanonimiseerd) opgenomen in een jaarverslag. Dit jaarverslag wordt met de oudercommissie van de betreffende vestiging besproken. Oudercommissie De toezichthouder heeft op 5 januari 2015 telefonisch contact gehad met één van de leden van de oudercommissie. De oudercommissie bestaat uit vier leden en is op de hoogte van het adviesrecht. De oudercommissie verklaart tevreden te zijn met de kwaliteit van het personeel en het pedagogisch beleid dat gevoerd wordt. Men is tevens tevreden over de inrichting van de binnen- en buitenruimte en het veiligheids- en gezondheidsbeleid. Advies aan college van B&W Er zijn geen overtredingen geconstateerd. De toezichthouder adviseert om dit rapport ter kennisname in ontvangst te nemen. KDV Mirakel Merckenburg - Jaarlijks onderzoek /13

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Er is een algemeen pedagogisch beleidsplan opgesteld voor de hele organisatie. Daarnaast is er een voor deze locatie specifiek aanvullend plan opgesteld. Dit is een conceptversie. Deze zal in januari 2015 definitief worden vastgesteld. In het algemeen pedagogisch beleid is beleid opgenomen omtrent het vierogenprincipe. Dit is echter niet afdoende en niet geheel conform de praktijk. Er is niet omschreven hoe het vierogenprincipe tussen en uur is vormgegeven wanneer er één beroepskracht voor de twee babygroepen en één beroepskracht voor de twee peutergroepen aanwezig is, tijdens pauzetijden en als de tweede beroepskracht naar huis gaat. Tevens is er in het beleidsplan opgenomen dat de deuren van de toiletten altijd geopend zijn en dat ze tussen twee peutergroepen gesitueerd zijn. Op deze vestiging zijn de toiletten echter alleen te bereiken via de gang. De toezichthouder heeft de houder in de gelegenheid gesteld om dit beleid aan te passen. De directie heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt en op 15 januari 2015 een herziene versie van het algemeen pedagogisch beleid toegestuurd en een extra aanvullend pedagogisch werkplan. Er is in beide beleidsstukken opgenomen dat als een beroepskracht alleen op een groep aanwezig is zoals bij de vroege diensten en pauzetijden er gebruikgemaakt wordt van een babyfoon waarvan de ontvanger op een andere groep staat. Pedagogische praktijk Het inspectiebezoek heeft plaatsgevonden op een vrijdagmiddag tussen en uur. De toezichthouder heeft op iedere groep een korte observatie uitgevoerd. Uit de observaties blijkt dat de beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan. Emotionele veiligheid Tijdens het inspectiebezoek communiceren de beroepskrachten voortdurend met de kinderen en verwoorden hun gedrag. Zo hebben de beroepskrachten bij het verschonen van een kind volledig de aandacht voor het kind en sluiten de handelingen aan op de interactie met de kinderen. Zo zegt een beroepskracht tegen een kind dat net uit bed is: 'Ik ga eerst nog even in de slaapkamer kijken en dan ga ik je verschonen'. Als de beroepskracht terug is op de groep roept zij het kind bij zich. Tijdens het verschonen benoemt de beroepskrachten de handelingen zoals 'Ik ga nu je billen schoonmaken' en 'Zo, jij hebt ook weer schone billen'. Op één van de peutergroepen vraagt een kind aan de beroepskracht wie de toezichthouder is. De beroepskracht zegt dat het kind dit mag vragen aan de toezichthouder en geeft het kind een compliment als het de vraag heeft gesteld. Vervolgens legt de beroepskracht nog uit dat de toezichthouder kort komt kijken hoe het op de groepen gaat. Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat de beroepskrachten zorg dragen voor emotionele veiligheid. Persoonlijke competentie Er zijn tijdens het inspectiebezoek zowel gestructureerde activiteiten als vrije speelmomenten. De beroepskrachten sluiten tijdens deze momenten aan bij het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Zo zet een beroepskracht van de babygroep een kind dat zij heeft opgetild na een paar minuten op de grond. De beroepskracht benoemt hierbij dat de moeder van het kind had verteld dat het kind los kon staan. De beroepskracht helpt het kind bij een poging om los te staan, klapt in haar handen en geeft een compliment als dit gelukt is. Op één van de peutergroepen vraagt een kind voorafgaand aan het eetmoment of het mag helpen bij het uitdelen van de bekers. De beroepskracht laat het kind één voor één een beker naar een kind brengen en vraagt hierbij welke kleuren de bekers hebben. Een ander voorbeeld is dat een beroepskracht een kind zelfstandig de trap van de commode laat opklimmen. De beroepskracht geeft het kind een compliment als het gelukt is. Bovenstaande voorbeelden illustreren dat de beroepskrachten er zorg voor dragen dat de persoonlijke competentie van de kinderen wordt gestimuleerd. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Pedagogisch beleidsplan, versie 12 december Aangepast pedagogisch beleidsplan, versie 15 januari 2015 (ontvangen per op 15 januari 2015) - Concept van het pedagogisch werkplan, versie Observatie: op een vrijdagmiddag op alle groepen tussen en uur - Gesprek met de coördinator - bericht van de directie (ontvangen op 15 januari 2015) - Gesprek met de coördinator van het kinderdagverblijf (op 20 januari 2015) KDV Mirakel Merckenburg - Jaarlijks onderzoek /13

5 Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Deze steekproef is gehouden onder het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden; dit zijn twee vaste beroepskrachten en een stagiaire. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft van het personeel dat sinds het laatste reguliere inspectiebezoek in dienst is getreden, beoordeeld dat al deze beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Er zijn vier stamgroepen. De babygroepen Bambi en Disney bestaan ieder uit maximaal negen kinderen in de leeftijd van 0 tot 18 maanden. De peutergroepen Jip en Janneke en Tijgertjes bestaan ieder uit maximaal dertien kinderen in de leeftijd van 18 maanden tot 4 jaar. Ieder kind is geplaatst in één van de vaste stamgroepen. Alle kinderen worden dagelijks in deze stamgroepen opgevangen. Tijdens het eerste en het laatste half uur van de opvang worden de babygroepen en de peutergroepen samengevoegd. Kinderen worden niet opgevangen in een tweede stamgroep indien er extra opvangdagen worden aangeboden. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectiebezoek worden in babygroep Bambi zeven kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. In babygroep Disney worden acht kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. In beide peutergroepen worden twaalf kinderen opgevangen door twee beroepskrachten. Op de dag van het inspectiebezoek worden voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. De beroepskrachten hebben dagelijks de volgende werktijden: van tot uur, van tot uur en van tot uur. Zij pauzeren ieder 60 minuten tussen en uur. Van tot uur worden de babygroepen Bambi en Disney samengevoegd in de groepsruimte van Bambi en is er één beroepskracht aanwezig. Ook de peutergroepen worden tussen en uur samengevoegd met één beroepskracht van de peutergroepen. Om uur starten nog twee beroepskrachten en is van iedere groep één beroepskracht aanwezig en worden de kinderen op de eigen groep opgevangen. Om uur starten de tweede beroepskrachten van elke groep. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van week 47 en 48 in 2014, de planningslijsten van november 2014 en de bijbehorende werkroosters van het personeel constateert de toezichthouder dat er op meerdere dagen langer dan drie uur wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Op 20 november 2014 worden op de groep Disney zeven kinderen opgevangen in de leeftijd van 0 en 1 jaar oud. Om uur zijn er zes kinderen aanwezig. Om uur start de tweede beroepskracht. Hierdoor wordt er 40 minuten afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Om uur gaat één beroepskracht naar huis. Tot uur zijn er nog zes kinderen aanwezig. Hierdoor wordt er 45 minuten afgeweken van de beroepskracht-kindratio. Beide beroepskrachten pauzeren ieder een uur en de beroepskrachten voeren daarnaast een kwartier zware schoonmaakwerkzaamheden (waaronder stofzuigen en dweilen) uit. Hierdoor wordt er op Disney op 20 november 2014 drie uur en 40 minuten afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Op 20 november 2014 worden op de groep Jip en Janneke twaalf kinderen in de leeftijd van 2 en 3 jaar opgevangen. Om uur zijn er acht kinderen aanwezig. Om uur start de tweede beroepskracht. Hierdoor wordt er een uur afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Om uur zijn er nog acht kinderen. Om uur gaat één beroepskracht naar huis. Hierdoor wordt tevens een uur afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Beide beroepskrachten pauzeren ieder een uur en deze beroepskrachten voeren ook een kwartier zware schoonmaakwerkzaamheden (stofzuigen en dweilen) uit. Hierdoor wordt er op Jip en Janneke op 20 november 2014 vier uur en een kwartier afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Er mag echter maximaal drie uur van de beroepskracht-kind-ratio worden afgeweken. Op 24 november 2014 worden op de groep Bambi zeven kinderen in de leeftijd van 0 en 1 jaar opgevangen. Om uur zijn er zes kinderen aanwezig. Om uur start de tweede beroepskracht. Hierdoor wordt er 40 minuten afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Tot uur zijn er nog zes kinderen aanwezig. Om uur gaat één beroepskracht naar huis. Hierdoor wordt er een uur afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Beide beroepskrachten pauzeren ieder een uur en de beroepskrachten voeren een kwartier zware schoonmaakwerkzaamheden (stofzuigen en dweilen) uit. Hierdoor wordt op de groep Bambi 24 november 2014 drie uur en 55 minuten afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. De toezichthouder heeft tevens geconstateerd dat er op de groep Bambi op 25 november 2014 vier uur en tien minuten wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. KDV Mirakel Merckenburg - Jaarlijks onderzoek /13

6 Naar aanleiding van het inspectieonderzoek heeft de toezichthouder per contact gehad met directie van Mirakel en telefonisch met de coördinator van het kinderdagverblijf om bovenstaande te bespreken. Op 15 januari 2015 heeft de directie per verklaard dat de pauzetijden worden aangepast per 16 januari 2015: de beroepskrachten pauzeren dertig minuten in plaats van een uur. Tevens is het beleid omtrent het schoonhouden van de groepen volgens de leidinggevende aangepast en worden de zware schoonmaakwerkzaamheden uitgevoerd door de huishoudelijke medewerkers. De leidinggevende verklaart dat er dagelijks minimaal één huishoudelijk medewerker aanwezig is en dat wanneer de huishoudelijk medewerkers de groepsruimte van de peutergroepen stofzuigen en dweilen, de kinderen die wakker blijven worden opgevangen in de peuterplusruimte. Hierdoor wordt er niet langer meer dan drie uur afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Het komt niet voor dat beroepskrachten alleen in het kindercentrum aanwezig zijn; er wordt dagelijks immers door twee beroepskrachten geopend en er wordt door vier beroepskrachten afgesloten. Er zijn twee personen als achterwacht aangesteld. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de achterwachtregeling. Samenvattend Tijdens het inspectieonderzoek heeft de toezichthouder geconstateerd dat er langer dan drie uur wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. De directie heeft binnen de periode van het onderzoek aanpassingen gedaan in het beleid om de geconstateerde overtredingen op te heffen. Gebruikte bronnen: - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag - Steekproef afschriften beroepskwalificaties - Overzicht inzet beroepskrachten in week 47 en 48 in Presentielijsten van de groepen Bambi, Disney en Jip en Janneke in week 47 en week 48 in Planningslijsten van de groepen Bambi, Disney en Jip en Janneke van november Pedagogisch beleidsplan, versie 12 december bericht van de directie (ontvangen op 15 januari 2015) - Brief aan de beroepskrachten over de aanpassing van de pauzetijden (toegestuurd aan de toezichthouder door de directie op 15 januari 2015) - Gesprek met de coördinator van het kinderdagverblijf (op 20 januari 2015) KDV Mirakel Merckenburg - Jaarlijks onderzoek /13

7 Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid Er is door de leidinggevende een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd met behulp van de digitale risicomonitor. Naar aanleiding hiervan is een actieplan opgesteld met behulp van de digitale risicomonitor waarin is opgenomen welke eenmalige acties moeten worden uitgevoerd, namelijk het schriftelijk vastleggen van een aantal maatregelen. Het veiligheids- en gezondheidsbeleid is beschreven in diverse werkinstructies en protocollen, die zijn opgenomen in de 'protocollenmap' en in werkafspraken voor de beroepskrachten. Op iedere groep en in de keuken is de protocollenmap aanwezig. De beroepskrachten worden op de hoogte gesteld van de protocollen en werkinstructies doordat iedere maand een protocol tijdens een groepsbespreking wordt besproken. Tijdens het inspectiebezoek handelen de beroepskrachten conform het vastgestelde gezondheidsbeleid. Na iedere verschoning wordt het verschoonkussen schoongemaakt en de beroepskrachten wassen na iedere verschoning de handen. De richtlijnen van de handhygiëne zijn aanwezig bij het verschoonkussen. Meldcode kindermishandeling De organisatie heeft een eigen meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld vastgesteld in juli Er is hiervoor gebruikgemaakt van het model dat is opgesteld door de Brancheorganisatie Kinderopvang. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode door deze één keer per jaar in een teamvergadering te bespreken. De assistent-leidinggevende en drie beroepskrachten hebben een cursus gevolgd over het onderwerp kindermishandeling. Elke groep beschikt over een protocollenmap; de meldcode is hierin opgenomen. Tevens is het stappenplan bij een vermoeden van kindermishandeling aanwezig op de groepen, zodat de beroepskrachten deze gemakkelijk kunnen raadplegen. Tijdens het inspectiebezoek zijn de vaste beroepskrachten en ook de invalkracht op de hoogte van de eerste stappen van de meldcode. Vierogenprincipe Op het kinderdagverblijf zijn de deuren van de groepsruimtes voorzien van glas en zijn ze tevens zichtbaar vanaf de gang. In de slaapkamers wordt gebruikgemaakt van babyfoons. 's Ochtends is er tussen en uur één beroepskracht aanwezig voor twee babygroepen en twee peutergroepen. Tussen en uur worden de kinderen op hun eigen groep opgevangen door één beroepskracht. Op twee groepen gaat om uur één beroepskracht naar huis en op de andere twee groepen gaat één beroepskracht om uur naar huis. De beroepskrachten kunnen te alle tijde gezien of gehoord worden, maar tijdens het inspectiebezoek is niet in het beleid vastgelegd hoe dit op deze vestiging wordt vormgegeven. De directie heeft het beleid binnen de periode van het onderzoek aangepast. Er wordt gebruikgemaakt van babyfoons op de momenten dat er één beroepskracht op een groep wordt ingezet. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprek met de beroepskrachten - Gesprek met de beleidsmedewerker (op 19 december 2014) - Gesprek met de coördinator van het kinderdagverblijf (op 22 december 2014) - Actieplan voor veiligheid en gezondheid (per toegestuurd op 18 december Protocollenmap (geraadpleegd tijdens het inspectieonderzoek) - Ongevallenregistratieverslag 2014 (per toegestuurd op 18 december 2014) - Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld van Mirakel vastgesteld in juli Pedagogisch beleidsplan, versie 12 december bericht van de directie (ontvangen op 15 januari 2015) - Aangepast pedagogisch beleidsplan, versie 15 januari 2015 (toegestuurd op 15 januari 2015) KDV Mirakel Merckenburg - Jaarlijks onderzoek /13

8 Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte Er zijn vier stamgroepsruimtes en er is een ruimte voor peuterplusactiviteiten. De ruimtes zijn passend ingericht voor de leeftijd van de kinderen. De ruimtes van de peutergroepen beschikken ieder over een extra speelverdieping waar maximaal vier kinderen tegelijk mogen spelen. Er zijn twee slaapkamers. Babygroep Bambi en peutergroep Jip en Janneke delen een slaapkamer en babygroep Disney en peutergroep Tijgertjes delen een slaapkamer. In totaal zijn er 46 bedden beschikbaar voor de kinderen: tien bedden voor babygroep Disney en twaalf bedden voor de overige groepen. Dit aantal is voldoende afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte grenst aan de twee peutergroepen en is passend ingericht. Er is gebruikgemaakt van natuurlijke materialen. Er is, afgeschermd met een hek, een apart gedeelte voor de baby's. Er is een zandbak en er is divers los speelmateriaal aanwezig zoals: zandspullen, fietsen, ballen, hoepels, kegels en een kruiwagen. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprek met de beroepskrachten KDV Mirakel Merckenburg - Jaarlijks onderzoek /13

9 Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders door middel van de website het pedagogisch beleidsplan, een informatieboekje, nieuwsbrieven die één keer per twee maanden verschijnen en per bij wijzigingen. De houder informeert de ouders in welke stamgroep en door welke beroepskrachten de kinderen worden opgevangen doordat de beroepskrachten volgens een vast rooster werken. Daarnaast wordt op het bord naast de deur van de groepsruimtes de naam van de aanwezige beroepskrachten geschreven. Tevens heeft de houder een link op de website geplaatst die uitkomt op de locatiespecifieke pagina van het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen waar de inspectierapporten ingezien kunnen worden. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld, waarin vier leden zitting hebben. Het reglement voor de oudercommissie is door de houder vastgesteld in juni De houder heeft in het afgelopen jaar het prijsbeleid (met ingang van januari 2015) gewijzigd. Deze voorgenomen beleidswijziging is ter advies aan de oudercommissie voorgelegd. Tevens zijn wijzigingen in het voedingsbeleid en wijzigingen in het beleid omtrent spel-en ontwikkelingsactiviteiten (peuterplusactiviteiten) tijdens vergaderingen met de oudercommissie besproken. Gebruikte bronnen: - Inspectieonderzoek - Gesprek met de coördinator (op 22 december 2014) - Website (geraadpleegd op 19 december 2014) - Reglement oudercommissie van Mirakel Merckenburg, vastgesteld in juni Overzicht leden van de oudercommissie (toegestuurd per op 18 december 2014) - Gesprek met een lid van de oudercommissie, op 5 januari Notulen oudercommissie, 17 februari 2014 en 20 november Adviesaanvraag omtrent tariefswijziging (van 15 oktober 2014, toegestuurd per op 18 december 2014) - Reactie van de oudercommissie op de adviesaanvraag ( bericht van de oudercommissie van donderdag 13 november 2014) KDV Mirakel Merckenburg - Jaarlijks onderzoek /13

10 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleidsplan Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. KDV Mirakel Merckenburg - Jaarlijks onderzoek /13

11 De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Accommodatie en inrichting Binnenspeelruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen. Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. KDV Mirakel Merckenburg - Jaarlijks onderzoek /13

12 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : KDV Mirakel Merckenburg Vestigingsnummer : Website : Aantal kindplaatsen : 45 Gesubsidieerde voorschoolse opvang : Nee Gegevens houder Naam houder : Mirakel Adres houder : Rooswijck 5 Postcde en plaats : 1081 AJ AMSTERDAM KvK nummer : Website : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postadres : Postbus 2200 Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Mw. M. Hollander Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam : Gemeente Amsterdam Postadres : Amstel 1 Postcode en plaats : 1011 PN AMSTERDAM Planning Datum inspectiebezoek : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststellen inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente : Openbaar maken inspectierapport : KDV Mirakel Merckenburg - Jaarlijks onderzoek /13

13 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. p.m. KDV Mirakel Merckenburg - Jaarlijks onderzoek /13