Zorg-geïnduceerde dwangtoepassing in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum: de externe en interne rechtspositie van de gedetineerde patiënt

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zorg-geïnduceerde dwangtoepassing in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum: de externe en interne rechtspositie van de gedetineerde patiënt"

Transcriptie

1 Zorg-geïnduceerde dwangtoepassing in een Penitentiair Psychiatrisch Centrum: de externe en interne rechtspositie van de gedetineerde patiënt Module: Scriptie Nederlands Recht; Open Universiteit (OU) Scriptiebegeleider: Drs. D.H. van Ekelenburg Examinator : Mr. dr. W.H.B. Dreissen Dr. E.D.M. Masthoff, LLB Studentnummer: Datum:

2 Inhoudsopgave Gebruikte afkortingen 3 Voorwoord 5 Inleiding 7 Hoofdstuk 1 Dwangtoepassing binnen een PPC De PPC context Achtergrond van de PPC s Wettelijke basis voor forensische zorgverlening aan gedetineerden De externe rechtspositie van de gedetineerde inzake plaatsing in een PPC De procedure van plaatsing in een PPC Bezwaar- en beroepsmogelijkheden tegen plaatsing in een PPC De interne rechtspositie van de in een PPC verblijvende gedetineerde Het recht van een gedetineerde op goede (medische) zorg Het individuele regime Dwangtoepassing in een PPC Beperking van bewegingsvrijheid Mechanische middelen Gedwongen geneeskundige (be)handeling Klachtrecht van PPC patiënten inzake (gedwongen) zorg Klachtrecht inzake directiebeslissingen Klachtrecht inzake medisch handelen Toekomstige wetgeving: de Wet Forensische Zorg 35 1

3 Hoofdstuk 2 Dwangtoepassing binnen een GGZ instelling Gedwongen opname Voorlopige machtiging Machtiging tot voortgezet verblijf Inbewaringstelling Dwangbehandeling binnen een GGZ instelling Dwangmiddelen en maatregelen Klachtrecht van onvrijwillig opgenomen patiënten Klachtrecht Wet BOPZ Klachtrecht WKCZ Toekomstige wetgeving: de Wet verplichte GGZ 50 Hoofdstuk 3 Kritische beschouwing, aanbevelingen en conclusie Gedwongen opname in een PPC versus GGZ-instelling Voorwaarden voor een gedwongen opname Invloed van belangenbehartigers van de patiënt Duur van de gedwongen opname Verschillen in bezwaar- en beroepsmogelijkheden Zorg-geïnduceerde dwangtoepassing in een PPC Beperking van de bewegingsvrijheid: afzondering Beperking van de bewegingsvrijheid: mechanische middelen Gedwongen geneeskundige (be)handeling Klachtrecht inzake zorg-geïnduceerde dwangtoepassing Toekomstige wetgeving en zorg-geïnduceerde dwang Conclusie 78 Literatuurlijst 80 2

4 Gebruikte afkortingen AWB AWBZ (B)IBA Bjj (Wet) BOPZ BSD Bvt BZA CIZ CPZ CvT DBBC DForZo DJI EZV FOBA GGZ GW HR HvB IBS IFZ IGZ ISD Iso JMC KWZ LH MA M&M MGW MvT NIFP NvT OM OvJ PBW PI PMO PPC PVP RN RSJ Rspog Rv Algemene Wet Bestuursrecht Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Beveiligde) Individuele Begeleidings Afdeling Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen (Wet) Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen Bureau Selectie en Detentiebegeleiding Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden Bijzondere Zorg Afdelingen Centrum Indicatiestelling Zorg Commissie Psychiatrische Zorg Commissie van Toezicht Diagnose behandel- en beveiligingscombinatie Directie Forensische Zorg Dienst Justitiële Inrichtingen Extra Zorg Voorziening Forensische Observatie- en Begeleidings Afdeling Geestelijke Gezondheidszorg (gedoeld wordt op de zorg als zodanig of op instellingen die deze zorg leveren) Gevangeniswezen Hoge Raad Huis van Bewaring Inbewaringstelling Indicatiestelling Forensische Zorg (onderdeel van het NIFP) Inspectie voor de Gezondheidszorg Inrichting voor Stelselmatige Daders Isolatiecel Justitieel Medisch Centrum Kwaliteitswet zorginstellingen Leger des Heils Medisch Adviseur bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie Middelen & Maatregelen Modernisering Gevangeniswezen Memorie van Toelichting Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en psychologie Nota van Toelichting Openbaar Ministerie Officier van Justitie Penitentiaire Beginselenwet Penitentiaire Inrichting Psycho Medisch Overleg Penitentiair Psychiatrisch Centrum Patiëntenvertrouwenspersoon Reclassering Nederland Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering 3

5 Sa Sr Stb. Stcrt. Sv SVG VenJ WFZ WGBO WKCZ WVGGZ VWS Zvw ZZP 3RO Sancties Wetboek van Strafrecht Staatsblad Staatscourant Wetboek van Strafvordering Stichting Verslavingsreclassering GGZ Nederland Veiligheid en Justitie Wet Forensische Zorg Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst Wet klachtregeling cliënten zorgsector Wet Verplichte GGZ Volksgezondheid, Welzijn en Sport Zorgverzekeringswet Zorgzwaartepakketten De drie reclasseringsorganisaties 4

6 Voorwoord Eind 2005 begon ik, destijds nog maar net werkzaam bij het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, aan de studie Nederlands Recht bij de Open Universiteit. Ofschoon het gedurende de vier jaren daarna bestuderen van allerhande rechtsgebieden zeer boeiend bleek, was en ben ik hoofdzakelijk geïnteresseerd in het snijvlak tussen psychiatrie en gezondheids-, straf- en detentierecht. Dat zal geen verbazing wekken gelet op mijn beroep van forensisch psychiater en inmiddels Directeur Zorg en Behandeling bij de PI Vught. In 2010 begon ik aan het slotakkoord van mijn studie: de scriptie. Het kiezen van een onderwerp was geen enorme opgave. Immers, met de kwestie dwang en drang hield ik mij al jaren binnen diverse reguliere en forensische psychiatrische zorgcontexten bezig en ook in de prille Penitentiair Psychiatrisch Centra was en is dit een belangrijk topic. Het genoemde slotakkoord de term suggereert min of meer een beperkte tijdsspanne werd een hele symfonie. Enerzijds kregen telkens allerhande zaken bij mij noodgedwongen voorrang. Anderzijds waren er doorlopend ontwikkelingen inzake de wetgeving en uitvoeringspraktijk gelieerd aan het scriptieonderwerp waardoor dat laatste akkoord telkens in het midden van het muziekstuk terecht leek te komen, hetgeen niet goed klonk. Mijn eerste scriptiebegeleider kreeg behoudens het onderzoeksvoorstel nooit een stuk van mij onder ogen. Zij informeerde af en toe heel vriendelijk en begrijpend of ik nog bestond en verliet na enige tijd de OU (een causaal verband is niet aangetoond). Het (nog nieuw ogende) stokje werd overgenomen door Dick van Ekelenburg. Op de een of andere manier wist hij kenner van het detentierecht en enthousiast over de zorggeïnduceerde dwang mijn schrijfproces aan te jagen zodat de eindstreep dan toch eindelijk gepasseerd werd (erg bedankt Dick!). Tevens was er door de jaren heen hulp van een drietal werk-buurvrouw juristen, die mij inhoudelijke input gaven en mij motipuleerden door telkens weer met een strenge glimlach te vragen of die scriptie nu onderhand een keer af was Zo was er tijdens de ouverture Ruth Molmans die mij onder andere betrok bij een van de Querido werkgroepen van waaruit de wetsvoorstellen Wet Forensische Zorg en Wet Verplichte GGZ becommentarieerd werden en die op mijn verzoek binnen de PI Vught een Middelen en Maatregelen commissie leven inblies. Tijdens de lange midden- 5

7 passage waren er de vele inspirerende gesprekken met Adrijana Simic die intussen op landelijke PPC niveau een (Argus look-a-like) registratiesysteem voor dwang en drang opzette en die zich samen met de VU bezighoudt met het uitdenken en implementeren van best practices teneinde de inzet van dwang en drang terug te dringen. Tot slot was er in de finale Denise Kremers die mij op de hoogte hield van de CvT en RSJ uitspraken ter zake dwangbehandeling. Ook helpend waren de discussies die in de Commissie Wet en Regelgeving (CWER) van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie gevoerd werden over eerder genoemde wetsvoorstellen en de workshops / symposia die wij vanuit deze CWER hierover gaven teneinde onze beroepsgenoot-psychiaters te informeren over de komende ontwikkelingen. Enfin, alea iacta est. Daarmee niet bedoelende dat met de scriptie alles klaar is. Immers, genoemde frase duidt op het onherroepelijk in gang zetten van iets. Het (hopelijk uiteindelijk DJI breed) registreren van (zorg-geïnduceerde) dwang en het (daar waar mogelijk) terugdringen van de toepassing ervan blijft de komende jaren een speerpunt. Sterker nog, de laatste hand aan deze scriptie legde ik in Bosnië waar ik met anderen bij een vrijwilligersproject betrokken ben teneinde de kwaliteit van zorg te verbeteren in een instelling voor verstandelijk gehandicapten (veelal kinderen) en psychiatrische patiënten. Tja, zolang daar vanuit onmacht nog veel patiënten aan de muur vastgebonden worden, valt er nog veel te doen. En als laatste: ook mijn student-zijn bij de OU houdt (gelukkig) niet op. Ik moet mijn master Managementwetenschappen nog afronden en dat is nog een hele kluif. Toen de bijbehorende faculteitsmedewerkers medio 2013 de PI Vught tijdens hun teamdag bezochten kreeg ik van een van mijn docenten een boek met de inhoud waarvan beoogd werd de studievoortgang te bevorderen (dank je wel Max). Sindsdien vernam hij niets meer van mij. Ach ja, NR is af en ik heb weer goede intenties, dus wie weet. Erik Masthoff, mei

8 Inleiding In onderhavige scriptie wordt ingezoomd op het onderwerp zorg-geïnduceerde dwangtoepassing binnen een Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC), daarbij in acht nemende de kaders van zowel bestaande als veranderende wetgeving en de huidige, innovatieve uitvoeringspraktijk. Met de term zorg-geïnduceerde dwangtoepassing (binnen het kader van forensische zorg) doel ik hier zowel op het tegen hun wil plaatsen van gedetineerden in een PPC als op het jegens hen inzetten van dwangmiddelen en maatregelen, 1 zoals gedwongen toediening van medicatie en plaatsing in afzondering of isolatie. 2 Voorts (nadere beperking) richt ik mij met betrekking tot het onderdeel juridische aspecten op de externe en interne rechtspositie van de gedetineerde patiënt. Met de term extern doel ik hierbij op (gedwongen) opname (plaatsing) en met intern op eerdergenoemde inzet van dwangmiddelen en -maatregelen. Het onderzoeksdoel is om met betrekking tot genoemde dwangtoepassing de externe en interne rechtspositie van de gedetineerde patiënt integraal te evalueren. Hierbij wordt beoogd in beschouwende zin in te gaan op overeenkomsten en verschillen tussen de PPC setting en de reguliere Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) en voorts op het evolueren van de juridische kaders die hierbij van belang zijn. Ofschoon bij het benoemen en analyseren van genoemde overeenkomsten en verschillen de (veranderende) juridische kaders centraal staan, krijgt de daarmee verbonden uitvoeringspraktijk daar waar nodig aandacht, teneinde de context te schetsen waarbinnen een en ander zich afspeelt als ook om bij de evaluatie afdoende rekening te kunnen houden met praktische implicaties en dilemma s. De doelstelling wordt gecompleteerd door het mits van toepassing doen van aanbevelingen ter verbetering van de huidige en/of toekomstige wetgevingspraktijk. 1 Ofschoon de term dwangmiddelen en -maatregelen typisch hoort bij de wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ), wordt deze hier (en navolgend) ook gebruikt met betrekking tot de PPC setting omdat genoemde term ook aldaar in zwang is. Zo beschikt een PPC bijvoorbeeld ook over een middelen en maatregelen commissie waarin gepraktiseerde middelen en maatregelen zoals plaatsing in afzondering (ordemaatregel) en toediening van dwangmedicatie evaluatief getoetst worden aan de formele criteria daarvoor. 2 Andere beperkingen, zoals de media-, bezoek-, post- en telefoonbeperking laat ik behoudens een korte opmerking daaromtrent in paragraaf buiten beschouwing omdat het opleggen van dergelijke beperkingen in de detentiesetting veelal niet vanuit zorgoverwegingen plaatsvindt maar vanwege redenen met betrekking tot de veiligheid en/of het strafproces waarin de gedetineerde geïnvolveerd is. Voorts laat ik de interventie van het gedwongen toedienen van vocht en voeding buiten beschouwing omdat deze interventie binnen het gevangeniswezen solitair wordt uitgevoerd in het Justitieel Medisch Centrum (JMC) gesitueerd in PI Haaglanden te Scheveningen en niet in de PPC s. 7

9 Bij de eerder genoemde vergelijking tussen de PPC en de GGZ context en praktijk, is het equivalentiebeginsel van belang, waarmee er kort gezegd op gedoeld wordt dat gedetineerden recht hebben op zorg gelijkwaardig aan die welke voorhanden is in de vrije maatschappij, daarbij weliswaar rekening houdend met de beperkingen die de detentiesituatie nu eenmaal meebrengt. Dit recht vloeit voort uit een breed scala van internationale en regionale (mensenrechten)verdragen, resoluties van de Verenigde Naties (VN) en modelnormen en -richtlijnen voor de behandeling van gevangenen zoals aangenomen door de Algemene Vergadering van de VN. 3 Hoewel het principe van equivalentie 4 een brede consensus geniet, is het niet vanzelfsprekend dat dit bereikt wordt in de dagelijkse praktijk. 5 Ten behoeve van dit onderzoek heb ik een centrale onderzoeksvraag geformuleerd en die luidt als volgt: Is gelet op het equivalentiebeginsel en de veranderende juridische kaders de mogelijkheid om zorg-geïnduceerde dwangbehandeling toe te passen binnen een Penitentiair Psychiatrisch Centrum gelijk aan die in een (regulier) psychiatrisch ziekenhuis? Om een antwoord te kunnen geven op deze vraag, zal ik in hoofdstuk 1 het juridisch kader uiteen zetten met betrekking tot zorg-geïnduceerde dwangtoepassing binnen een PPC, waarbij ik de volgende deelvragen wil beantwoorden: - Hoe verloopt (dwang)opname van een gedetineerde in een PPC (juridisch) procedureel? - Welke vormen van zorg-geïnduceerde dwang (M&M) kunnen worden toegepast binnen een PPC? - Hoe is de rechtspositie van de gedetineerde patiënt met betrekking tot zorggeïnduceerde dwangtoepassing binnen een PPC wettelijk geregeld? - Welke wijzigingen in de rechtspositie van de gedetineerde patiënt met betrekking tot zorg-geïnduceerde dwangtoepassing zal toekomstige wetgeving (Wet Forensische Zorg) meebrengen? 3 Lines Vlach & Daniel, 2007; Birmingham, Wilson & Adshead, 2006; Wilson, Lines

10 In hoofdstuk 2 zal ik de rechtspositie van de psychiatrische patiënt met betrekking tot zorg-geïnduceerde dwangtoepassing binnen een reguliere GGZ instelling toelichten, waarbij ik een antwoord zal geven op de volgende vragen: - Hoe verloopt dwangopname van een psychiatrische patiënt in een reguliere GGZ instelling (juridisch) procedureel? - Welke vormen van zorg-geïnduceerde dwang (M&M) kunnen worden toegepast binnen een GGZ instelling? - Hoe is de rechtspositie van de psychiatrische patiënt met betrekking tot zorggeïnduceerde dwangtoepassing binnen een GGZ instelling wettelijk geregeld? - Welke wijzigingen in de rechtspositie van de psychiatrische patiënt met betrekking tot zorg-geïnduceerde dwangtoepassing in een GGZ setting zal toekomstige wetgeving (Wet Verplichte GGZ) meebrengen? In hoofdstuk 3 zal ik de (huidige en toekomstige) externe en interne rechtpositie van de in een PPC verblijvende gedetineerde patiënt inzake zorg-geïnduceerde dwangtoepassing kritisch beschouwen en deze vergelijken met die binnen de GGZ context en ik zal daarbij aanbevelingen formuleren. Tot slot zal ik de centrale onderzoeksvraag in concluderende zin beantwoorden. 9

11 Hoofdstuk 1 Dwangtoepassing binnen een PPC In het onderhavige hoofdstuk worden de externe (paragraaf 2) en interne (paragraaf 3) rechtspositie behandeld van gedetineerden die geplaatst worden dan wel verblijven in een PPC en jegens wie zorg-geïnduceerde dwang wordt toegepast. Daaraan voorafgaand wordt ter verduidelijking de context van de PPC setting beknopt uiteengezet (paragraaf 1). Besloten wordt met een blik op toekomstige wetgeving (WFZ) welke met betrekking tot het voorgaande van belang is (paragraaf 4). 1.1 De PPC context Hieronder zal ik kort schetsen hoe de PPC s een nieuw (zorg)regime binnen het gevangeniswezen (GW) sedert 2009 tot stand gekomen zijn (paragraaf 1.1.1) en wat de wettelijke grondslag is voor het bieden van zorg aan gedetineerden in alle regimes en dus ook in de PPC s (paragraaf 1.1.2) Achtergrond van de PPC s In 2004 constateerde het Eerste Kamerlid Van de Beeten in een motie dat er onvoldoende samenhang was tussen de curatieve en penitentiaire voorzieningen en verzocht hij de regering hiertoe maatregelen te nemen. 6 In 2005 stelde de werkgroep Houtman vast dat het verschil in werkwijze, sturing en financiering tussen het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) belangrijke overgangsproblemen gaf. 7 Als oplossing werd voorgesteld om de financiering van alle forensische zorg via het ministerie van VenJ te laten lopen, met gebruikmaking van begrippen en bekostigingssystematiek uit de GGZ. 8 In 2006 bevestigde de commissie Parlementair onderzoek tbs (commissie Visser) deze bevindingen, 9 waarna het kabinet de voorstellen overnam en een plan van aanpak opstelde. Vervolgens is het programma Vernieuwing Forensische Zorg ingericht, waarbinnen procedures zijn ontwikkeld voor de wijze van indicering, plaatsing, inkoop en bekostiging van zorg. 10 Het AWBZ 11 -budget met betrekking tot justitiabelen werd in 6 Kamerstukken I, , E 7 Kamerstukken II, , en , nr RSJ, Forensische zorg tijdens detentie, 27 september 2012, p. 21, 9 Kamerstukken II, , , nrs Deze procedures zijn inmiddels uitgewerkt in het Handboek Forensische Zorg, Ministerie van Veiligheid en Justitie Zie ook 10

12 2008 overgeheveld van het ministerie van VWS naar het ministerie van VenJ, waarop de Directie Forensische Zorg (DForZo) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) een begin maakte met de inkoop van forensische zorg voor justitiabelen. Mede vanuit deze ontwikkelingen is in juni 2010 bij de Tweede Kamer het wetsvoorstel Wet forensische zorg (WFZ) 12 ingediend, inhoudende een brede stelselherziening ten aanzien van de forensische zorg. Zolang deze wet niet in werking is getreden, vormt het Interimbesluit forensische zorg 13 (Algemene Maatregel van Bestuur) de wettelijke basis voor het verlenen van dit type zorg (zie verder bij paragraaf 1.1.2). De commissie Visser verzocht tevens om ( ) te onderzoeken of een penitentiair psychiatrisch ziekenhuis een bijdrage kan leveren aan de huidige capaciteitsproblemen ( ). 14 Samenhangend met deze ontwikkelingen op het terrein van de forensische zorg heeft het ministerie van VenJ sinds 2007 grootschalige verandertrajecten in gang gezet in en rond het GW zoals het programma Modernisering Gevangeniswezen (MGW), 15 het programma nazorg en de inrichting van de veiligheidshuizen. 16 Ter bestrijding van capaciteitsproblemen ten aanzien van zorgbehoevende gedetineerden werd een concentratie en uitbreiding van zorgplaatsen aangekondigd, waarbij voormalige zorgafdelingen binnen het GW te weten de Bijzondere Zorg Afdelingen (BZA), de (Beveiligde) Individuele Begeleidingsafdelingen ([B]IBA), de Forensische Observatieen Begeleidings Afdeling (FOBA) voor crisisinterventie en de forensische schakelunits (FSU) omgevormd en vervangen werden door nieuwe zorgafdelingen, namelijk de Extra Zorg Voorzieningen (EZV; aanwezig in iedere penitentiaire inrichting [PI]) en een vijftal PPC s. Tevens startte DForZo met het jaarlijks inkopen van klinische capaciteit ( forensische bedden ) bij externe zorgaanbieders (onder andere GGZ, verslavingszorg, beschermde woonvormen) met de bedoeling om zorgbehoevende gedetineerden zo veel mogelijk nog tijdens (het laatste deel van) hun detentie onder te brengen bij (zorg)ketenpartners, daarmee beogend de continuïteit van zorg ( doorzorg ) te verbeteren en impliciet bij te dragen aan (delict)recidivevermindering. 11 Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. 12 Kamerstukken I, , , D. 13 Stb. 2010, 875, gewijzigd op 27 maart 2012, Stb. 2012, Kamerstukken II, , , nrs Kamerstukken II, , , nr

13 De genoemde EZV s lijken het meest op de voormalige BZA s en zijn bedoeld als tussenvoorziening tussen de reguliere regimes waar basiszorg wordt geboden en de PPC s waar wordt voorzien in tweedelijnsgezondheidszorg. Indien een gedetineerde genoemde tweedelijns (klinische) psychiatrische zorg behoeft en plaatsing op een ingekocht forensisch bed bij een externe zorgaanbieder niet mogelijk of (vanuit maatschappelijk oogpunt) niet gewenst is, wordt de gedetineerde in een PPC geplaatst. 17 De vijf PPC s, waarvan er vier in 2009 operationeel werden, zijn gevestigd in de PI s te Amsterdam, Den Haag, Maastricht, Vught en Zwolle, en hebben een cumulatieve capaciteit van 676 plaatsen. 18 Binnen de PPC s wordt gestreefd naar het bieden van verantwoorde en zo mogelijk (rekening houdende met de beperkingen van de detentiesetting) equivalente geestelijke gezondheidszorg aan gedetineerde patiënten, 19 waarbij naast het detentierecht tevens het gezondheidsrecht van toepassing is. Dit uitgangspunt komt tevens terug in de Gezondheidszorgvisie van DJI: DJI draagt in haar inrichtingen zorg voor een doeltreffende, doelmatige en op de patiënt gerichte gezondheidszorg, waarvan de kwaliteit gelijkwaardig is aan de gezondheidszorg in de vrije maatschappij, rekening houdend met de bijzondere situatie van de vrijheidsbeneming Wettelijke basis voor forensische zorgverlening aan gedetineerden De wettelijke basis voor het verlenen van de forensische zorg aan de gedetineerde is te vinden in het Interimbesluit forensische zorg (hierna Interimbesluit), dit zolang de WFZ niet in werking is getreden. 21 Binnen de vigerende praktijk is de bevoegdheid of 17 Forensische zorg tijdens detentie 2012, p Inmiddels is per 01 januari 2014 de capaciteit van de PPC s tot 620 plaatsen teruggebracht, hetgeen samenhangt met verminderde capaciteitsbehoefte en met de huidige bezuinigingen, zoals opgetekend in Masterplan DJI Dit heeft tevens tot gevolg gehad dat PPC locatie Maastricht per 1 juni 2013 is gesloten. 19 Binnen de PPC s wordt zorg verleend met als doelen het verantwoord (en zo mogelijk equivalent aan de mogelijkheden buiten de detentiesetting) behandelen en begeleiden van gedetineerden met (ernstige) psychische problemen en psychiatrische stoornissen (waaronder tevens verslavingsproblematiek en verstandelijke beperkingen), het realiseren van een adequaat nazorgtraject indien geïndiceerd (continuïteit van zorg) en het leveren van een bijdrage aan de vermindering van recidive (delictgedrag). 20 Gezondheidszorgvisie DJI 2006, p Ten tijde van het opmaken van onderhavige scriptie ligt het wetsvoorstel ter behandeling voor aan de Eerste Kamer. Tijdens genoemde behandeling op 01 april 2014 werd de eerste termijn van de zijde van de regering geschorst op verzoek van de Staatsecretaris van VenJ om hem de gelegenheid te geven om een brief naar de Eerste Kamer te sturen over de WFZ en een aantal punten die door de leden zijn opgeworpen. Voorts werd de behandeling op verzoek van de Staatssecretaris aangehouden tot de 12

14 verantwoordelijkheid tot plaatsing of zorgtoeleiding van gedetineerden naar intramurale zorg belegd bij verschillende autoriteiten, onder de verantwoordelijkheid van de Minister van VenJ, die de forensische zorg ook bekostigt. Indien de Minister van VenJ vermoedt dat een gedetineerde (art. 1 sub e Penitentiaire Beginselenwet [PBW]) forensische zorg behoeft, kan hij ten behoeve van de besluitvorming daaromtrent een indicatiestellingsadvies gelasten (art. 5 lid 3 Interimbesluit). De zorgtoeleiding van forensische patiënten naar een zorgaanbieder van forensische zorg geschiedt op grond van een daartoe strekkende beslissing die bij of krachtens de PBW is genomen (art. 6 lid 1 Interimbesluit). Art. 5 van het Interimbesluit regelt de aanspraak op forensische zorg. In het eerste lid is bepaald dat aan de forensische patiënt de forensische zorg wordt verleend, waarop hij blijkens de strafrechtelijke titel is aangewezen en die in de indicatie is opgenomen. De strafrechtelijke titel die in de regel zeer globaal in de aanduiding van de forensische zorg is opgenomen, vestigt de aanspraak op zorg. Art. 2 en 3 van het Interimbesluit bevatten de normering van de forensische zorg. Daarbij is aangesloten bij de zorg die krachtens de AWBZ en de Zorgverzekeringswet (Zvw) wordt verleend. De forensische zorg wordt verleend op grond van 21 strafrechtelijke titels, waaronder zijn begrepen plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD; art. 38m Sr jo. art. 44 b t/m 44 q PM), 22 een voorwaardelijke ISD-maatregel (art.38p Sr) en interne overplaatsing naar een PPC in het gevangeniswezen (art. 15 PBW). 1.2 De externe rechtspositie van de gedetineerde inzake plaatsing in een PPC Jaarlijks stromen in de PPC s circa 1800 gedetineerde patiënten in en uit. Iets meer dan de helft van hen is preventief gehecht, de rest afgestraft zit een opgelegde gevangenisstraf uit, dan wel wacht op plaatsing in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (TBS kliniek) of wordt voorbereid op de extramurale fase van een ISD traject. 23 Een deel van de gedetineerde patiënten is in- en/of extrinsiek gemotiveerd voor het verblijf in het PPC. Een ander (substantieel) deel is dat echter niet (het betreft hier veegwet Verzamelwet Veiligheid en Justitie (welke nog behandeld dient te worden in de Tweede Kamer) er is. 22 De PPC s zijn tevens aangewezen als een Inrichting voor Stelselmatige Daders (ISD). 23 Penitentiair Psychiatrische Centra, Facts & Figures

15 vooral de gedetineerden [meer dan 40% van de populatie] die lijden aan een psychotische stoornis). Dit laatste kan samenhangen met een gebrek aan ziektebesef en/of inzicht, zorgmijding op andere gronden en/of weerstand tegen de (subjectief ervaren) praktische beperkingen welke het PPC regime met zich meebrengt. Zodoende verblijven nogal wat gedetineerden gedwongen in een PPC. Navolgend zal in paragraaf uiteengezet worden hoe de plaatsing van een gedetineerde in een PPC procedureel verloopt. Vervolgens worden in paragraaf de bezwaar- en beroepsmogelijkheden van de gedetineerde tegen een dergelijke plaatsing behandeld De procedure van plaatsing in een PPC Conform het bepaalde in artikel 15 PBW wordt de beslissing tot plaatsing of overplaatsing naar een PPC door het Bureau Selectie Functionarissen (BSF, hierna selectiefunctionaris) bij DJI genomen. De selectiefunctionaris is bij zijn beslissingen tot plaatsing of overplaatsing gebonden aan de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (Rspog). 24 In deze Regeling staan de verschillende typen regimes opgesomd die passen bij bepaalde typen inrichtingen en afdelingen voor bijzondere opvang met de daarbij behorende criteria waaraan de gedetineerde moet voldoen om voor een betreffende PI geselecteerd te kunnen worden. De regimes worden onderscheiden naar hun mate van beveiliging en gemeenschap en naar hun bestemming van bijzondere opvang. 25 PPC s zijn inrichtingen met een individueel regime 26 en een normaal beveiligingsniveau. 27 In een individueel regime kunnen gedetineerden worden geplaatst die op grond van hun persoonlijkheid, gedrag of andere persoonlijke omstandigheden, een ernstig beheersrisico vormen voor zichzelf of anderen en ten gevolge daarvan niet in staat zijn in een regime van algehele of beperkte gemeenschap te functioneren of te verblijven. Door de aanwijzing van de PPC s als huis van bewaring (HvB) en gevangenis (art. 9 PBW), bestemd voor de onderbrenging van gedetineerden die forensische zorg behoeven (art. 14 PBW), is voorzien in de juridische basis van de 24 Stcrt. 2000, 176, laatstelijk gewijzigd bij Regeling van 13 december 2012, Stcrt. 2012, Kelk 2008, p. 85. Zie ook art. 11 lid 3 en art. 14 PBW. 26 In art. 19 PBW is bepaald dat de al dan niet onherroepelijk tot gevangenisstraf veroordeelde gedetineerde dient te worden geplaatst in een inrichting met een regime van algehele dan wel beperkte gemeenschap, tenzij plaatsing in een individueel regime noodzakelijk is. 27 Art. 13, lid 1, sub c PBW. 14

16 PPC s. Op grond van art. 20c Rspog kunnen in een PPC gedetineerden worden geplaatst ten aanzien van wie in verband met een psychiatrische stoornis, een persoonlijkheidsstoornis, psychosociale problematiek, verslavingsproblematiek of een verstandelijke beperking, forensische zorg is geïndiceerd (sub a), maar ook gedetineerden ten aanzien van wie, in verband met de vraag of forensische zorg is geïndiceerd, nadere observatie is vereist (sub b). Uitgangspunt bij alle plaatsingen in een PPC is het principe GGZ, tenzij. Dit principe houdt in dat gedetineerden met psychische of psychiatrische problematiek in de GGZ worden geplaatst, tenzij de GGZ de gevraagde zorg niet kan leveren of als plaatsing vanuit veiligheid niet wenselijk is of indien de betreffende gedetineerde niet wil meewerken en een rechterlijke machtiging een te zwaar middel is. 28 In dat geval dient die zorg en behandeling binnen het GW geboden te worden en wordt de gedetineerde in een PPC geplaatst. Toegeleiding naar een PPC kan geschieden vanuit een politiebureau, waarbij het gaat om de eerste plaatsing in een HvB van een voorlopig gehechte gedetineerde die verdacht wordt van het plegen van een delict 29 en in afwachting is van berechting in eerste aanleg. 30 Het betreft personen, die bijvoorbeeld in verwarde toestand worden aangehouden en bij wie in verband met de vraag of forensische zorg is geïndiceerd, nadere observatie is vereist en daartoe tot plaatsing in het PPC wordt overgegaan. Voorts kan toegeleiding naar een PPC geschieden vanuit de GGZ. Er zijn met het Openbaar Ministerie (OM), de politie en de GGZ afspraken gemaakt over het opnemen van patiënten die binnen de GGZ een delict plegen. 31 Tot slot kunnen gedetineerden vanuit een gevangenis of HvB, een ISD of een PPC in een andere regio in een PPC geplaatst worden. Deze overplaatsing wordt geïnduceerd door het Psycho Medisch Overleg (PMO). Het PMO is een multidisciplinair, wekelijks bij elkaar komend, team ten behoeve van specialistische hulpverlening aan individuele gedetineerden die aan een psychiatrische stoornis lijden. Aan dit overleg nemen deel de inrichtingsarts, de inrichtingspsycholoog, de justitieel verpleegkundige en de psychiater van het NIFP. 32 In 28 Penitentiair Psychiatrische Centra, Facts & Figures Waarvoor op grond van art. 67 en 67a SV voorlopige hechtenis is toegelaten. 30 Art. 24 van de Rspog. 31 Jaarbericht PPC , DJI, augustus 2012, p Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) is het kennisinstituut voor forensische psychiatrie en psychologie. Het is een landelijke dienst van het Ministerie van VenJ, 15

17 het PMO vormt het proces van individuele diagnostiek, indicatiestelling, advisering, behandeling en nazorg de rode draad. Zowel de overplaatsing naar interne als naar externe zorgvoorzieningen komt deels via het PMO tot stand. 33 Indien voor een gedetineerde klinische zorg nodig is, dan vraagt het PMO een indicatiestelling aan bij het indicatiestellingsorgaan (Indicatiestelling Forensische Zorg; IFZ) van het NIFP 34 voor plaatsing van de gedetineerde bij een externe zorgaanbieder. Wanneer er echter sprake is van een van de contra-indicaties voor plaatsing in een GGZ instelling (het tenzij van het GGZ tenzij principe), dan geeft het PMO zelf een indicatie af voor plaatsing van de betreffende gedetineerde in een PPC binnen het GW, 35 op grond waarvan de selectiefunctionaris (conform het bepaalde in artikel 15 PBW) tot de plaatsing besluit en deze realiseert. In het laatste geval geldt er geen extra toets. 36 De afdeling van de PI die zich administratief bezig houdt met de selectievoorstellen en - adviezen is het Bureau Selectie- en Detentiebegeleiding (BSD). De directeur van de PI is overigens verantwoordelijk voor een tijdig voorstel tot overplaatsing van een gedetineerde, indien zulks is geïndiceerd. 37 Overplaatsingen kunnen geschieden op voorstel van de PI, maar ook op verzoek van de gedetineerde zelf, waartoe laatstgenoemde een recht heeft ingevolge art. 18 PBW. Hiertoe dient de gedetineerde een met redenen omkleed verzoekschrift bij de selectiefunctionaris in te dienen. De selectiefunctionaris stelt de verzoeker in de gelegenheid om schriftelijk of mondeling zijn verzoekschrift toe te lichten. De gedetineerde wordt binnen zes weken op de hoogte gebracht van de met redenen omklede beslissing van de selectiefunctionaris (art. 18 lid 2 PBW). Indien het ondergebracht bij de DJI. Het NIFP biedt onafhankelijke psychiatrische en psychologische expertise (diagnostiek, zorg en advies) aan justitiële en maatschappelijke ketenpartners. 33 Kelk 2008, p Overplaatsingen kunnen geschieden op voorstel van de inrichting, maar ook van de gedetineerde. Zie art. 18 PBW. 34 Handboek Forensische Zorg, 2012, p. 20; Het IFZ indiceert voor de forensische, klinische zorg (op de titel TBS met dwangverpleging na) en de doorstroming van klinische zorg naar forensische beschermd wonen. Tevens voert zij de hieruit voortvloeiende plaatsingen uit, onder eindverantwoordelijkheid van DForZo ( 35 Ook kan binnen het gevangeniswezen ambulante zorg worden verleend, dit op indicatie van het PMO. Er kan sprake zijn van GGZ-zorg, verstandelijk gehandicaptenzorg of verslavingszorg, welke zorg wordt verleend door externe zorginstellingen (intramurale ambulante zorg). 36 Thans wordt overwogen om de indicatiestelling voor plaatsingen in een PPC ook te beleggen bij het NIFP. Hiertoe loopt momenteel een pilot. 37 Zie art. 15 PBW. 16

18 verzoekschrift wordt afgewezen, kan zes maanden na deze afwijzing opnieuw een dergelijk verzoekschrift worden ingediend (art. 18 lid 3 PBW). 38 Indien de selectiefunctionaris het voorstel tot overplaatsing van de inrichting 39 heeft ontvangen, maakt hij zijn besluit (beschikking) aan de gedetineerde bekend. Deze beslissing dient voldoende gemotiveerd te zijn en gebaseerd te zijn op voldoende feitelijk onderbouwde adviezen Bezwaar- en beroepsmogelijkheden tegen plaatsing in een PPC Inzake alle beslissingen van de selectiefunctionaris betreffende plaatsing en overplaatsing (waaronder die naar een PPC) heeft de betrokken gedetineerde het recht om een met redenen omkleed bezwaarschrift in te dienen. 41 Dit bezwaarschrift dient binnen zeven dagen, nadat de gedetineerde kennis heeft gekregen van de beslissing van de selectiefunctionaris, te worden ingediend. Een na afloop van deze termijn ingediend bezwaarschrift is niettemin ontvankelijk, indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest (art. 17 lid 2 jo. art. 61 lid 5 PBW). De selectiefunctionaris stelt de gedetineerde in de gelegenheid zijn bezwaarschrift schriftelijk of mondeling toe te lichten, tenzij hij het aanstonds kennelijk niet-ontvankelijk, kennelijk ongegrond of kennelijk gegrond acht (art. 17 lid 3 PBW). De selectiefunctionaris stelt de indiener van het bezwaarschrift binnen zes weken van zijn met redenen omklede beslissing schriftelijk en zoveel mogelijk in een voor deze begrijpelijke taal op de hoogte. Tevens wijst hij hem op de mogelijkheid van het instellen van beroep, alsmede de termijnen waarbinnen en de wijze waarop dit gedaan moet worden. 42 De gedetineerde heeft het recht tegen de beslissing van de selectiefunctionaris op het bezwaar- of verzoekschrift inzake plaatsing en overplaatsing, voor zover dit betreft een gehele of gedeeltelijke ongegrondverklaring, dan wel afwijzing zoals bedoeld in art. 38 Kelk 2008, p Het (her)selectievoorstel van de directeur van de PI is geen beslissing zoals bedoeld in art. 60 PBW en derhalve ook niet vatbaar voor beklag, aldus BC 7 februari 2000, A99/841/GA, Sa 2000, nr BC 20 april 2000, 00/120/GB, Sa 2000, nr. 43. Zie ook Kelk 2008, p De enige uitzondering hierop betreft de beslissing op grond van art. 15 lid 5 PBW, betreffende overplaatsing naar een psychiatrisch ziekenhuis, welke buiten het domein van dit onderzoek valt en verder buiten beschouwing zal worden gelaten. 42 Deze procedure is in overeenstemming met de eisen die de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) stelt, maar deze wet is niet van toepassing op het terrein van het penitentiaire recht, zie art. 1.6 AWB. Zie ook Kelk 2008, p

19 17 en 18 PBW, een met redenen omkleed beroepschrift in te dienen bij de Raad voor Strafrechttoepassing en Jeugdbescherming (RSJ). Het beroep wordt behandeld door een uit de sectie GW van de RSJ samengestelde beroepscommissie, genaamd Beroepscommissie plaatsing en overplaatsing. Ingevolge art. 72 lid 1 PBW kan het beroepschrift van de gedetineerde zich richten tegen de ongegrondverklaring door de selectiefunctionaris van zijn beroepschrift, of tegen diens afwijzing van het verzoekschrift tot overplaatsing. 43 Het beroepsschrift dient met redenen te zijn omkleed en dient uiterlijk op de zevende dag, na die waarop de betrokkene kennis heeft gekregen van de beslissing waartegen hij beroep instelt, ingediend te worden. Een na afloop van deze termijn ingediend beroepschrift zal niet-ontvankelijk worden verklaard door de beroepscommissie, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de gedetineerde in verzuim is geweest (art. 73 lid 2 PBW). 44 De beroepscommissie kan bepalen dat de betrokkene uitsluitend in de gelegenheid wordt gesteld het beroepschrift schriftelijk toe te lichten, dan wel dat mondelinge opmerkingen ten overstaan van een lid van de beroepscommissie kunnen worden gemaakt. In geval bij een ander persoon mondeling inlichtingen worden ingewonnen, wordt de betrokkene uitsluitend in de gelegenheid gesteld schriftelijk de vragen op te geven die zij aan die persoon gesteld wenst te zien (art. 73 lid 4 PBW). 45 Hangende de uitspraak, kan de voorzitter van de beroepscommissie, op verzoek van degene die het beroep heeft ingesteld, de tenuitvoerlegging van de gewraakte beslissing geheel of gedeeltelijk schorsen (art. 73 lid 4 jo. 66 PBW). Behalve een integrale toetsing aan wettelijke regels en aan de in de Rspog vastgelegde normen, 46 is er voor het overige sprake van een marginale toetsing. Vanwege de specifieke context, namelijk een gedwongen intramuraal verblijf, schroomt de beroepscommissie niet om, anders dan in de bestuursrechtspraak dogmatisch-gebruikelijk is, ook nieuwe feiten bij de beslissing te betrekken. De beroepscommissie verwacht van de gedetineerde enig inzicht in de verdeling van de formele bevoegdheden, ook als het gaat om selectiebeslissingen. Gebrek aan zulk inzicht wordt namelijk doorgaans niet in het 43 Kelk 2008, p Kelk 2008, p Kelk 2008, p De integrale toetsing van de geldende regels en normen betreffende differentiatie en selectie betreft ook de toetsing van de juistheid van de bestemmingen van de PI s. 18

20 voordeel van de gedetineerde in de beoordeling van de klacht meegenomen. 47 Voorts kent de beroepscommissie bij zijn beslissingen een relatief grote betekenis toe aan de persoonlijke omstandigheden van de gedetineerde en aan zijn persoonlijkheid in relatie tot het meest daarbij passende regime. Bovendien hecht de beroepscommissie veel waarde aan de zorgvuldigheid waarmee de benodigde informatie en advisering inzake de plaatsingsbeslissing tot stand zijn gekomen, maar ook de zorgvuldigheid bij de belangenafweging door de selectiefunctionaris, 48 wiens beslissingen voldoende en deugdelijk gemotiveerd dienen te zijn. 49 De beroepscommissie doet zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen een termijn van vier weken, te rekenen vanaf de datum waarop het beroepschrift is ontvangen, uitspraak. In bijzondere omstandigheden kan de beroepscommissie deze termijn met ten hoogste vier weken verlengen (art. 73 lid 4 jo. art. 67 PBW). 50 Naast de eerder genoemde optie tot niet-ontvankelijk verklaring van het ingestelde beroep, kan de beroepscommissie het beroep ongegrond of gegrond verklaren. Bij gegrondverklaring wordt de bestreden beslissing van de selectiefunctionaris vernietigd en wordt aan laatstgenoemde door de beroepscommissie opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van de uitspraak. 51 Indien de beroepscommissie beslist dat een gedetineerde ten onrechte in een bepaalde PI is geplaatst of juist niet geplaatst, dan kan aan de desbetreffende gedetineerde een beperkt compensatiebedrag per maand worden toegekend gedurende de periode waarin sprake is van het onterechte verblijf. 52 De RSJ heeft een richtlijn opgesteld met betrekking tot tegemoetkoming bij een aantal hoofdonderwerpen, welke bedoeld is als compensatie voor het geleden ongemak. 53 Een dergelijke financiële compensatie heeft niet de aard of hoogte van een schadevergoeding, hetgeen inhoudt dat men voor een volledige schadevergoeding is aangewezen is op de burgerlijke rechter Kelk 2008, p Zo werd een beroep gegrond verklaard, aangezien aan het tot de plaatsing strekkende advies van het Penitentiair Selectie Centrum geen doorslaggevende betekenis kon worden toegekend, aangezien de desbetreffende rapporteur de betrokkene noch gezien, noch gehoord had, aldus BC 3 juni 1991, B 23/ Kelk 2008, p Kelk 2008, p RSJ 12/3270/GB, 7 december ingen. 54 De Jonge & Cremers 2008, p. 277; Kelk 2008, p

21 1.3 De interne rechtspositie van de in een PPC verblijvende gedetineerde De (al dan niet tegen zijn zin) in een PPC verblijvende gedetineerde heeft (net als andere gedetineerden) recht op goede zorg en hij heeft patiëntenrechten, hetgeen wordt uitgewerkt in paragraaf In paragraaf wordt het (in paragraaf reeds aangestipte) individuele PPC regime toegelicht omdat dit een inperking van rechten van de PPC gedetineerde met zich mee kan brengen. Voorts kunnen binnen een PPC setting bij gedetineerde patiënten diverse dwangmiddelen en maatregelen (waaronder dwangbehandeling) worden ingezet. Deze interventiemogelijkheden worden beschreven in paragraaf 1.3.3, waarna in paragraaf de in het kader van het voorgaande relevant zijnde klachtregelingen voor gedetineerden worden behandeld Het recht van een gedetineerde op goede (medische) zorg In art. 42 van de PBW zijn de belangrijkste normen geformuleerd betreffende de medische verzorging van de gedetineerden. Wat het recht op verzorging van de gedetineerde minimaal moet inhouden, wordt uitgedrukt door het internationaal erkende equivalentiebeginsel. 55 Dit houdt in dat de medische zorg voor gedetineerden zoveel mogelijk gelijkwaardig is aan de zorg in de vrije samenleving, waarbij rekening wordt gehouden met de bijzondere omstandigheden van de detentie. 56 Aan deze maatstaf van equivalentie moet minstens zijn voldaan om te kunnen spreken van een goede medische verzorging van gedetineerden. 57 Op grond van art. 42 PBW is het de directeur die als verantwoordelijke voor het beheer van de inrichting ervoor zorg dient te dragen dat deze medische verzorging daadwerkelijk wordt geboden. In lid 3 en 4 wordt een opsomming gegeven van de zorgplichten van de directeur ter zake de medische verzorging. 58 Daarvoor is hij qualitate qua aansprakelijk. 59 Het recht op de psychiatrische of psychologische zorg valt eveneens onder het recht op een goede medische verzorging Internationaal is het recht op medische verzorging van gedetineerden onder andere verankerd in art Standard Minimum Rules for the Treatment of Prisoners en art European Prison Rules. 56 Indien noodzakelijke medische behandeling niet wordt gegeven, kan dat onmenselijke of vernederende behandeling in de zin van art. 3 EVRM opleveren. Zie Leenen, Dute & Kastelein 2008, p. 203, 57 Kelk 2008, p Zie ook Gezondheidszorgvisie DJI 2006 en Equivalente zorg in detentie (interne notitie), In de toekomst kan de grondslag voor zorg- en hulpverlening veranderen door de komst van de Wet forensische zorg, TK , nr Kelk 2008, p Met betrekking tot de verhouding tussen de verantwoordelijkheden van de inrichtingsarts, tandarts, psychiater en de medische staf en de inrichtingsdirecteur zie Kelk 2008, p Kelk 2008, p

22 De hulp van een, ook klinische, psycholoog is geen medische hulp in de zin van art. 42 PBW, maar valt onder de werking van art. 43 PBW: het recht op sociale verzorging en hulpverlening. 61 De aan de inrichting verbonden zorgprofessionals treden, hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de directeur adviserend, dan wel behandelend op. 62 Het spreekt voor zich dat de gedetineerde in de hoedanigheid van een patiënt tevens de patiëntenrechten kan uitoefenen. 63 De net als in reguliere zorginstellingen ook in de PI s geldende Wet inzake de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), 64 is krachtens art. 7:464 BW van overeenkomstige toepassing als geneeskundige handelingen worden verricht zonder dat een (expliciete) behandelingsovereenkomst is gesloten. 65 De directeur van een PI is primair verantwoordelijk voor de afstemming van patiëntenrechten. 66 Hieruit kan worden afgeleid dat er vanuit het oogpunt van zorg- en hulpverlening impliciet een overeenkomst gesloten wordt tussen de gedetineerde patiënt en de penitentiaire inrichting, ook als dat niet expliciet het geval zou zijn. 67 Omdat het al dan niet toepassen van dwang gelieerd is aan de kwaliteit van zorg is het tot slot vermeldenswaard dat de Kwaliteitswet zorginstellingen (KWZ) van toepassing is op alle instellingen die zorg verlenen zoals in de Zvw en de AWBZ is geregeld, ongeacht of die instellingen op grond van die wetten worden gefinancierd. Genoemde KWZ is dus ook van toepassing in de PI s, inbegrepen de PPC s. 68 Deze wet verplicht zorginstellingen om hun eigen kwaliteit te bewaken, te beheersen en te verbeteren. 61 Kelk 2008, p Zo zal een psychiater betrokken worden bij elke bevestiging van een mechanisch middel of plaatsing op het veiligheidsbed. 63 Zie de Nota van toelichting op de Penitentiaire maatregel, Hoofdstuk Wet van 17 november 1994 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten in verband met de opneming van bepalingen omtrent de overeenkomst tot het verrichten van handelingen op het gebied van de geneeskunst. 65 Kelk 2008, p. 271 en 303; Leenen, Dute & Kastelein 2008, p. 202; Engberts & Kalkman-Bogerd 2009, p Van Veen & Oltshoorn-Heim 2008, p. 12. Hoewel hierin de organisatie van een ziekenhuis als uitgangspunt is genomen, kan dit mijns inziens, mede gelet op het equivalentiebeginsel, tevens op de PI s van toepassing worden verklaard. Het is immers de directeur van een PI die op grond van de PBW primair verantwoordelijk is voor de te verlenen zorg aan gedetineerden. 67 De directeur is ingevolge art. 3 lid 3 PBW belast met het beheer van een inrichting en afdeling, terwijl het opperbeheer van de inrichtingen bij de Minister van Veiligheid en Justitie berust, zoals voortvloeit uit art. 3 lid 2 PBW. 68 Gezondheidszorgvisie DJI

23 1.3.2 Het individuele regime In paragraaf is vermeld dat in de PPC s een individueel regime geldt. Het is van belang om hier bij dit gegeven nader stil te staan aangezien dit regime ten opzichte van het gemeenschappelijke regime verdergaande beperkingen kent. Het individuele regime, geregeld in art. 22 PBW, is te beschouwen als een vorm van detentie gelegen tussen een verblijf in afzondering en dat in beperkte gemeenschap in. Plaatsing in een individueel regime berust dan ook op overwegingen van noodzaak (art. 19 lid 1 PBW). Het kenmerk van het individuele regime is dat eventueel per dag kan worden bepaald of en in welke mate een gedetineerde aan gemeenschappelijke activiteiten kan deelnemen. Voor zover een (PPC) gedetineerde voor gemeenschappelijke activiteiten ongeschikt wordt geacht, heeft hij wel recht op een individuele deelname hieraan. Een zorgvuldige en regelmatige beoordeling van de noodzaak tot voortzetting van het verblijf in individueel regime is nodig, aangezien het gaat om een vergaande afwijking van de hoofdregel van plaatsing van gedetineerden in een gemeenschapsregime Dwangtoepassing in een PPC De directeur van een PPC is bevoegd tot vergaande ingrepen in de autonomie van de aldaar verblijvende gedetineerden. Zo is bepaald in art. 5 lid 1 PBW dat de directeur aan gedetineerden bevelen kan geven die noodzakelijk zijn voor de handhaving van de orde of veiligheid in de inrichting of de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming. 70 De directeur kan diverse (ingrijpende) (orde)maatregelen inzetten jegens gedetineerden, waaronder de beperking van de bewegingsvrijheid, het gebruik van mechanische middelen en dwang(be)handeling. De genoemde interventies worden in de volgende paragrafen behandeld voor zover zij zorg-geïnduceerd zijn Beperking van bewegingsvrijheid Een uitdrukkelijke wettelijke regeling is getroffen ten aanzien van twee soorten ordemaatregelen die regelmatig voorkomen: de uitsluiting van activiteiten ingevolge art. 23 PBW en de plaatsing in afzondering op grond van art. 24 PBW. De gronden waarop 69 Kamerstukken II , , nr. 3, p Kamerstukken II , , nr. 3. p

24 de twee maatregelen kunnen worden getroffen zijn uniform, waarbij het kan gaan om de volgende belangen, zoals vastgelegd in art. 23 lid 1: 71 a. de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming; b. de bescherming van de betrokken gedetineerde; c. in geval van ziekmelding of ziekte; d. op verzoek van de betrokkene. Met betrekking tot zorg-geïnduceerde dwang is naast sub a vooral sub b van belang. In de memorie van toelichting (MvT) bij de PBW wordt uitgelegd dat de maatregelen een beschermend karakter kunnen hebben, indien de gedetineerde tegen zichzelf, vanwege dreiging van automutilatie, dan wel het verkeren in een toestand van psychische decompensatie, dan wel tegen anderen moet worden beschermd. 72 De beslissing tot het nemen van een maatregel op de gronden onder a en b van artikel 23 lid 1 PBW is in beginsel voorbehouden aan de directeur (zie art. 5 lid 4 PBW). 73 Aan deze beslissingen zijn specifieke procedurele eisen verbonden. De gedetineerde dient tevoren te worden gehoord, dit ingevolge art. 57, lid 1, sub b en c PBW en op grond van art. 58 lid 1 PBW dient aan hem de beslissing schriftelijk te worden meegedeeld. 74 De afzondering onder a en b kan ten hoogste twee weken duren. 75 De directeur kan deze termijn telkens met ten hoogste twee weken verlengen, mits de noodzaak tot afzondering op dezelfde gronden nog onverkort bestaat (art. 24 lid 3 PBW), wat door de directeur dient te worden onderzocht. Het dient steeds een nieuwe en zorgvuldige afweging van de belangen en de omstandigheden van de gedetineerde te betreffen, wat 71 In art. 24 PBW wordt voor de gronden voor het in afzondering plaatsen van een gedetineerde verwezen naar de gronden zoals genoemd in art. 23 lid 1 PBW. 72 Kamerstukken II , , nr. 3. p Het treffen van maatregelen op de andere gronden kan door de directeur zijn overgelaten aan medewerkers. 74 Kamerstukken II , , nr. 3. p Afzondering is te onderscheiden van oplegging van een disciplinaire straf betreffende opsluiting in een strafcel. Genoemde afzondering is een ordemaatregel die duurt voor zolang zij noodzakelijk is en dient te worden beëindigd zodra dit mogelijk en verantwoord is, terwijl een disciplinaire straf qua duur tevoren is bepaald en vastligt. Ook de gronden voor oplegging verschillen. Voor plaatsing in afzondering is niet vereist dat een gedetineerde zich schuldig heeft gemaakt aan feiten die onverenigbaar zijn met de orde of de veiligheid in de inrichting dan wel met de ongestoorde tenuitvoerlegging van de vrijheidsbeneming, terwijl voor oplegging van een disciplinaire straf het vereist is dat de gedetineerde een strafbaar feit in penitentiair-rechtelijke zin heeft begaan, aldus MvT, p

Gezondheidszorgvisie DJI DJI

Gezondheidszorgvisie DJI DJI Gezondheidszorgvisie DJI DJI 2 / G E Z O N D H E I D S Z O R G V I S I E D J I Inleiding In het rapport Van Dinter (1995) [1] en het rapport Zorg achter tralies (augustus 1999) [2], zijn indertijd diverse

Nadere informatie

Perceel: Klinisch. : Annex Jeugdige justitiabelen in de GGZ

Perceel: Klinisch. : Annex Jeugdige justitiabelen in de GGZ Annex Jeugdige justitiabelen in de GGZ Perceel: Klinisch Bijlage Perceel : Annex Jeugdige justitiabelen in de GGZ : Klinische Zorg Deze Annex omvat de aanvullende bepalingen die van toepassing zijn bij

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Wet Verplichte GGZ. Ontwikkelplein informatie uitwisseling Personen met verward gedrag. 28 juni 2017

Wet Verplichte GGZ. Ontwikkelplein informatie uitwisseling Personen met verward gedrag. 28 juni 2017 Wet Verplichte GGZ Ontwikkelplein informatie uitwisseling Personen met verward gedrag 28 juni 2017 Onderwerpen 1. Historie en wetsbehandeling Wvggz 2. Wvggz en personen met verward gedrag 3. Huidige BOPZ

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 337 Wijziging van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Penitentiaire beginselenwet en de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen

Nadere informatie

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015

Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 Nummer: 15/1573/GB Betreft: [klager] datum: 25 augustus 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

betreft: [klager] datum: 8 september 2014 nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Beveiliging Forensisch Psychiatrische Afdelingen. Inspectiebericht Themaonderzoek

Beveiliging Forensisch Psychiatrische Afdelingen. Inspectiebericht Themaonderzoek Beveiliging Forensisch Psychiatrische Afdelingen Inspectiebericht Themaonderzoek Beveiliging Forensisch Psychiatrische Afdelingen Inspectiebericht Themaonderzoek September 2009 Inspectie voor de Sanctietoepassing

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015

betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 nummer: 14/3322/GA en 14/3394/GA betreft: [klager] datum: 2 februari 2015 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

Datum 27 juni 2016 Onderwerp Aanbieding onderzoeksrapport over forensische zorgtrajecten in het gevangeniswezen

Datum 27 juni 2016 Onderwerp Aanbieding onderzoeksrapport over forensische zorgtrajecten in het gevangeniswezen 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Toekomstige wetgeving; gevolgen voor Korsakov patiënt?

Toekomstige wetgeving; gevolgen voor Korsakov patiënt? 1 Agenda Toekomstige wetgeving; gevolgen voor Korsakov patiënt? Expertmeeting februari 2013 Korsakov Kenniscentrum (KKC) mr. drs. Susanne van den Hooff susanne.vandenhooff@inholland.nl 1. Huidige wetgeving

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 maart 2007 binnengekomen klacht van: A, verblijvende te B, k l a g e r,

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

Aan: Zorgaanbieders DB(B)C Afzender: Projectorganisatie DB(B)C

Aan: Zorgaanbieders DB(B)C Afzender: Projectorganisatie DB(B)C Aan: Zorgaanbieders DB(B)C Afzender: Projectorganisatie DB(B)C Betreft: Wijzigingen Spelregels DB(B)C per 1 nuari 2011 Datum: 17 augustus 2010 1. Inleiding De Spelregels DB(B)C-registratie voor de forensische

Nadere informatie

Frequently Asked Questions (FAQ) aan IFZ

Frequently Asked Questions (FAQ) aan IFZ Frequently Asked Questions (FAQ) aan IFZ Staat uw vraag er niet bij of heeft u aanvullende vragen? Neem dan contact met ons op. 1. Wie kan een indicatie aanvragen bij NIFP/IFZ? - De 3 Reclasseringsorganisaties

Nadere informatie

BIJLAGE E Definitielijst

BIJLAGE E Definitielijst BIJLAGE E Definitielijst Ter aanvulling op of in afwijking van de begrippen vermeld in de ARVODI (bijlage A), worden de belangrijkste begrippen uit de aanbesteding Forensische Zorg 2018 hieronder toegelicht.

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 24 november 2014

betreft: [klager] datum: 24 november 2014 nummer: 14/3363/GA en 14/3392/GA betreft: [klager] datum: 24 november 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van bij

Nadere informatie

Ons kenmerk z Onderwerp Advies concept besluit verplichte geestelijke gezondheidszorg

Ons kenmerk z Onderwerp Advies concept besluit verplichte geestelijke gezondheidszorg Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 - F 070 8888 501 autoriteitpersoonsgegevens.nl De Staatssecretaris van Volksgezondheid,

Nadere informatie

Tijdelijk verlaten van de inrichting

Tijdelijk verlaten van de inrichting Tijdelijk verlaten van de inrichting Conceptwetsvoorstel opheffen samenloop van regelingen met betrekking tot het tijdelijk verlaten van de inrichting advies d.d. 12 februari 2010 1 2 Samenvatting De Raad

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 309 Besluit van 14 mei 1998 tot wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Het detentieverloop van Michael P. Plan van aanpak

Het detentieverloop van Michael P. Plan van aanpak Het detentieverloop van Michael P. Plan van aanpak 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Afbakening 4 2 Doel- en vraagstelling 5 2.1 Doel van het onderzoek 5 2.2 Onderzoeksvraag 5 3 Onderzoeksaanpak 6 3.1

Nadere informatie

Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) / 31

Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) / 31 Verkorte inhoudsopgave: Algemene inhoudsopgave / V De Wet Bopz in kort bestek / 1 Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) / 31 Uitvoeringsregelingen Wet Bopz / 95 Voorstel Wet

Nadere informatie

GGZ NL 8 juni Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz)

GGZ NL 8 juni Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) GGZ NL 8 juni 2018 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) Inhoud presentatie 1. Aanleiding Wvggz 2. Doelstellingen Wvggz 3. Hoofdlijn Wvggz 4. Wat moeten we doen voor de implementatie? 5. Rol

Nadere informatie

Betreft: [klager] datum: 7 december gericht tegen een op 16 oktober 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

Betreft: [klager] datum: 7 december gericht tegen een op 16 oktober 2012 genomen beslissing van de selectiefunctionaris, Nummer: 12/3270/GB Betreft: [klager] datum: 7 december 2012 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

De overplaatsing van gedetineerden binnen een arrondissement

De overplaatsing van gedetineerden binnen een arrondissement De overplaatsing van gedetineerden binnen een arrondissement Advies 8 juni 2007 De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming draagt er door middel van rechtspraak en advies toe bij dat overheid

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 2 april 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 2 april 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 13/3550/GA (tussenbeslissing) betreft: [klager] datum: 2 april 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een

Nadere informatie

De vernieuwing van de forensische zorg in een strafrechtelijk kader Uitgangspunten, uitwerking en invoering

De vernieuwing van de forensische zorg in een strafrechtelijk kader Uitgangspunten, uitwerking en invoering De vernieuwing van de forensische zorg in een strafrechtelijk kader Uitgangspunten, uitwerking en invoering 1. Inleiding Dit document bevat in de eerste plaats een beschrijving van de wijze waarop de forensische

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Beleid 'onvrijwillige zorg' Vrijheidsbeperking binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding

Beleid 'onvrijwillige zorg' Vrijheidsbeperking binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding Beleid 'onvrijwillige zorg' Vrijheidsbeperking binnen Lang Verblijf woonzorg en dagbesteding 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Wanneer wordt onvrijwillige zorg toegepast? 4 3. De wetgeving 5 3.1 Wet bijzondere

Nadere informatie

Gelet op artikel 19, derde lid, van de Penitentiaire beginselenwet en artikel 3, vierde lid, van de Penitentiaire maatregel;

Gelet op artikel 19, derde lid, van de Penitentiaire beginselenwet en artikel 3, vierde lid, van de Penitentiaire maatregel; Wijziging van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden in verband met het meerpersoonscelgebruik en de flexibilisering van het dagprogramma Gelet op artikel 19, derde lid, van

Nadere informatie

Datum 30 juni 2017 Onderwerp Aanbesteding forensische zorg en rechtspositie tbs-gestelde in FPK

Datum 30 juni 2017 Onderwerp Aanbesteding forensische zorg en rechtspositie tbs-gestelde in FPK 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de regelingen inzake detentiefasering en voorwaardelijke invrijheidstelling

Nadere informatie

Wet forensische zorg vanaf

Wet forensische zorg vanaf Bij verdachten en veroordeelden kan sprake zijn van psychische aandoeningen en meervoudige problematiek. Door goede zorg te bieden als onderdeel van de sanctie wil het kabinet herhaling van strafbare feiten

Nadere informatie

De forensische zorgketen

De forensische zorgketen De forensische zorgketen Inkoop, Indicatiestelling, Plaatsing en Financiering 17 juni 2019 Forensische Zorg Forensische zorg is: geestelijke gezondheids-, verslavings- en verstandelijk gehandicaptenzorg

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Samenwerking SPV PI Zwolle en ACT

Samenwerking SPV PI Zwolle en ACT FORENSISCHE PSYCHIATRIE Samenwerking SPV PI Zwolle en ACT Even voorstellen Annemarie de Vries SPV bij het ACT team Dimence Zwolle Elles van der Hoeven SPV bij de PI Zwolle locatie Penitentiair Psychiatrisch

Nadere informatie

Overeenkomst Verdiepingsdiagnostiek. Contractduur : 1 januari december 2014 Onderwerp : Overeenkomst Verdiepingsdiagnostiek

Overeenkomst Verdiepingsdiagnostiek. Contractduur : 1 januari december 2014 Onderwerp : Overeenkomst Verdiepingsdiagnostiek Overeenkomst Verdiepingsdiagnostiek Contractduur : 1 januari 2013-31 december 2014 Onderwerp : Overeenkomst Verdiepingsdiagnostiek De ondergetekenden: 1. De Staat der Nederlanden, Ministerie van Veiligheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 31 996 Regels ten aanzien van zorg en dwang voor personen met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke handicap (Wet zorg en dwang

Nadere informatie

AANWIJZING CONTROLEPROTOCOL PRODUCTIEVERANTWOORDINGEN FORENSISCHE ZORG 2011

AANWIJZING CONTROLEPROTOCOL PRODUCTIEVERANTWOORDINGEN FORENSISCHE ZORG 2011 1 AANWIJZING CONTROLEPROTOCOL PRODUCTIEVERANTWOORDINGEN FORENSISCHE ZORG 2011 Inhoud 1. Algemeen 2. Inhoud van het accountantsonderzoek 3. Controleverklaring 4. Forensische Zorgtitels (Strafrechtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 398 Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg) Nr. 2

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 999 Wijziging van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen en enige andere wetten in verband met de aanpassing van de in

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 402 Wet cliëntenrechten zorg Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

13 juli 2018, versie 2.0 TBS Dwang

13 juli 2018, versie 2.0 TBS Dwang Paragraaf 1 Inleiding De aanleiding voor het schrijven van een nieuw plaatsingskader is zowel gelegen in de naderende inwerkingtreding van de Wet forensische zorg (Wfz), als in de in 2016 gewijzigde Aanbestedingswet

Nadere informatie

DERDE NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

DERDE NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 32 399 Wijziging van het voorstel van wet, houdende regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg) DERDE NOTA

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 15 december 2010

betreft: [klager] datum: 15 december 2010 nummer: betreft: [klager] datum: 15 december 2010 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Ons kenmerk Datum 30 augustus 2013 Uw kenmerk Onderwerp Forensische Zorg tijdens detentie

Ons kenmerk Datum 30 augustus 2013 Uw kenmerk Onderwerp Forensische Zorg tijdens detentie .4 1 RSJ lo~ t 1 E Ministerie van Veiligheid en Justitie Re~& Jummer > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Raad voor de Strafrechtstoepassing en jeuguuesci ierming Postbus

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 60365 25 oktober 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 17 oktober 2017, kenmerk

Nadere informatie

WvGGZ - Situatie per 1 januari Inleiding Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg

WvGGZ - Situatie per 1 januari Inleiding Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg WvGGZ - Situatie per 1 januari 2020 Inleiding Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg In november 2018 heeft de VNG een aantal informatiesessies georganiseerd om gemeenten te informeren over de Wet

Nadere informatie

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg Sanctietoepassing voor volwassenen Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg Oktober 2008 / F&A 8880 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 No. 43 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelende de samenwerking tussen Nederland, Aruba,

Nadere informatie

De NZa gebruikt de genoemde gegevens om tijdens de transitieperiode het transitiebedrag per zorgaanbieder vast te stellen.

De NZa gebruikt de genoemde gegevens om tijdens de transitieperiode het transitiebedrag per zorgaanbieder vast te stellen. REGELING Regeling Verplichte aanlevering budget- en DBBC omzet Ingevolge artikel 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de navolgende regeling

Nadere informatie

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Uw rechten en behandeling

Uw rechten en behandeling Uw rechten en behandeling als wij gedwongen moeten ingrijpen in noodsituaties Behandeling onder dwang Als u tijdens uw opname te maken krijgt met gedwongen behandeling, hebt u als patiënt van GGZ ingeest

Nadere informatie

Tussenuitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 10 november 2011, 11/512 (aangevallen uitspraak)

Tussenuitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 10 november 2011, 11/512 (aangevallen uitspraak) LJN: BZ9358, Centrale Raad van Beroep, 11/7248 AWBZ-T Datum uitspraak: 01-05-2013 Datum publicatie: 03-05-2013 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Tussenuitspraak.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal erste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 28 980 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Penitentiaire beginselenwet (plaatsing in een inrichting voor

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A te B, tegen C te D en E te F Zaak : Geestelijke gezondheidszorg Zaaknummer : 2009.02144 Zittingsdatum : 23 juni 2010 1/6 Geschillencommissie Zorgverzekeringen (prof.

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 11/1144/GA betreft: [klager] datum: 17 augustus 2011 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Doorkiesnummer Ons kenmerk /2019

Doorkiesnummer Ons kenmerk /2019 Aan de Vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum 19 juni 2019 Contactpersoon J. Hogervorst Onderwerp Algemeen overleg Tbs

Nadere informatie

3 Beroep bij de rechtbank

3 Beroep bij de rechtbank Beroep bij de rechtbank A8/3.1.3 3 Beroep bij de rechtbank 3.1 Algemeen De rechtbank te Den Haag is bevoegd kennis te nemen van beroepen op grond van de artt. 33a en 34a Vw. De rechtbank te Den Haag heeft

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT

BELEIDSREGEL CA-BR Experiment regelarme instellingen Wlz CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT BELEIDSREGEL CONCEPT / PUBLICATIE VOORGENOMEN BESLUIT Experiment regelarme instellingen Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de

Nadere informatie

KENNISMAKING Een paar vragen ter introductie (JURIDISCHE) INTRODUCTIE: WET BOPZ EN WET ZORG EN DWANG. Programma

KENNISMAKING Een paar vragen ter introductie (JURIDISCHE) INTRODUCTIE: WET BOPZ EN WET ZORG EN DWANG. Programma (JURIDISCHE) INTRODUCTIE: WET BOPZ EN WET ZORG EN DWANG mr. dr. Brenda Frederiks (VUmc/APH) / b.frederiks@vumc.nl mr. Sofie Steen (KBS Advocaten) / sm.steen@kbsadvocaten.nl MEDILEX, OPLEIDING BOPZ OUDERENZORG,

Nadere informatie

De Crisismaatregel (CM) in de Wet Verplichte GGZ

De Crisismaatregel (CM) in de Wet Verplichte GGZ De Crisismaatregel (CM) in de Wet Verplichte GGZ Werkproces, rollen en aandachtspunten Ketenconferentie 14 maart Welke partijen in de keten zijn primair betrokken bij de CM? Waar gaan we het over hebben?

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258

ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 ECLI:NL:CRVB:2001:AB2258 Instantie Datum uitspraak 05-04-2001 Datum publicatie 02-08-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 99/3213 AW Bestuursrecht

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 no. 20 Onderlinge regeling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden van 8 januari 2014, regelende de samenwerking

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 juli 2005 Rapportnummer: 2005/209

Rapport. Datum: 21 juli 2005 Rapportnummer: 2005/209 Rapport Datum: 21 juli 2005 Rapportnummer: 2005/209 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn verzoek om vergoeding van de door hem omstreeks oktober

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Gedwongen opname met een inbewaringstelling (IBS)

Gedwongen opname met een inbewaringstelling (IBS) Gedwongen opname met een inbewaringstelling (IBS) Inhoud 1. Inleiding 4 2. Samenvatting 4 3. Verschillende soorten gedwongen opnamen 5 4. IBS en criteria 5 5. Procedure 6 6. Duur 7 7. Gevolgen 7 8. Beschikken

Nadere informatie

Brochure crisismaatregel

Brochure crisismaatregel Voorliggende tekst is een concept waarin nog inhoudelijke en/of redactionele wijzigingen in kunnen worden aangebracht. Deze concept tekst is uitsluitend bedoeld t.b.v. de Oefensessies t.b.v. de Implementatie

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling

Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling Hoofdstuk 9 Awb: Klachtbehandeling Titel 9.1. Klachtbehandeling door een bestuursorgaan Afdeling 9.1.1. Algemene bepalingen Art. 9:1. 1. Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan

Nadere informatie

BOPZ Klachtenregeling patiënten OLVG definitieve versie 15 juni 2017

BOPZ Klachtenregeling patiënten OLVG definitieve versie 15 juni 2017 BOPZ Klachtenregeling patiënten OLVG definitieve versie 15 juni 2017 Voorwoord Als u niet tevreden bent over onze zorgverlening op de psychiatrische afdeling van OLVG op locatie West, heeft u het recht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 Rapport Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/277 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) te Leeuwarden ten aanzien van de zelfmeldprocedure en elektronische

Nadere informatie

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 Rapport Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148 2 Klacht Op 1 februari 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer Y. te Zwolle, ingediend door de Stichting Rechtsbijstand Asiel

Nadere informatie

Dwangbehandeling binnen de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen

Dwangbehandeling binnen de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen Dwangbehandeling binnen de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen Advies over het voorstel tot wijziging van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden, de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen

Nadere informatie

OFZ Klachtenreglement

OFZ Klachtenreglement OFZ Klachtenreglement Inhoud 1. DEFINITIES... 3 Artikel 1... 3 2. KLACHTENCOMMISSIE... 4 Artikel 2... 4 Artikel 3... 4 3. HET INDIENEN VAN EEN KLACHT... 4 Artikel 4... 4 4. BEMIDDELING... 6 Artikel 5...

Nadere informatie

Protocol. Klachtencommissie. Autimaat B.V.

Protocol. Klachtencommissie. Autimaat B.V. Protocol Klachtencommissie Autimaat B.V. Doetinchem December 2011 Protocol van de klachtencommissie van Autimaat B.V. Inhoudsopgave Toepassingsgebied 3 Begripsbepaling 3 Doelstelling van de klachtenregeling

Nadere informatie

Wet Zorg & Dwang FACTSHEET. April 2014

Wet Zorg & Dwang FACTSHEET. April 2014 Wet Zorg & Dwang Dit factsheet beschrijft het wetsvoorstel Zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna afgekort als: wetsvoorstel Zorg & Dwang). In 15 vragen en antwoorden

Nadere informatie

ADVIES Voorstel Besluiten zorg en dwang, verplichte ggz en forensische zorg

ADVIES Voorstel Besluiten zorg en dwang, verplichte ggz en forensische zorg ADVIES Voorstel Besluiten zorg en dwang, verplichte ggz en forensische zorg aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Rechtsbescherming naar aanleiding van de internetconsultatie

Nadere informatie

Introductie Wet BOPZ Helga Saez, 24 september 2014

Introductie Wet BOPZ Helga Saez, 24 september 2014 Introductie Wet BOPZ Helga Saez, 24 september 2014 Wet BOPZ In werking getreden in 1994 Doel: rechtsbescherming van onvrijwillig opgenomen cliënten 1 Onderdelen Wet BOPZ (1) 1. Definities/begrippen 2.

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BW4490, Meerdere afhandelingswijzen

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BW4490, Meerdere afhandelingswijzen ECLI:NL:RVS:2013:432 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-07-2013 Datum publicatie 24-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206123/1/A2 Eerste

Nadere informatie

De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) De Wet zorg en dwang (Wzd) Ketenconferentie 14 maart 2019

De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) De Wet zorg en dwang (Wzd) Ketenconferentie 14 maart 2019 De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) & De Wet zorg en dwang (Wzd) Ketenconferentie 14 maart 2019 Inhoud 1.Waarom twee regelingen? 2.Gemeenschappelijke uitgangspunten 3.Hoofdlijnen 4.Harmonisatie

Nadere informatie

Van Bopz naar Wet verplichte GGZ

Van Bopz naar Wet verplichte GGZ Van naar Wet verplichte GGZ Op 1 januari 2020 treedt de in werking. De nieuwe wetten brengen een aantal veranderingen met zich mee, al blijft er ook veel hetzelfde. Dit document geeft daar inzicht in.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de leden van de Vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport DATUM

Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de leden van de Vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport DATUM Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de leden van de Vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport DATUM 7 juni 2019 KENMERK B20190607MD BETREFT plenaire behandeling wetsvoorstel 35 087 Geachte

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 augustus 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 augustus 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 14 juli 2014

betreft: [klager] datum: 14 juli 2014 nummer: 14/1140/GA betreft: [klager] datum: 14 juli 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140

ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140 ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 01-02-2010 Datum publicatie 17-06-2010 Zaaknummer 449782 / KG ZA 10-209 en 449790 / FA RK 10-696 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K. Advies

B E L A N G E N B E H A R T I G I N G L E D E N O M / Z M K W A L I T E I T R E C H T S P R A A K. Advies Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak Advies inzake Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de maatregel van terbeschikkingstelling

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 2, vierde lid, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 2, vierde lid, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26775 21 december 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 december 2012, Z-3145524,

Nadere informatie

Nieuwsbrief forensische zorg Nr 4, oktober 2012

Nieuwsbrief forensische zorg Nr 4, oktober 2012 Nr 4, oktober 2012 Nieuwsbrief forensische zorg Nr 4, oktober 2012 Inhoud Voorwoord Convenant Ambulant fpt tussen GGZ Nederland en 3RO Festival Forensische Zorg Inkoop 2013 Voorwoord In deze editie van

Nadere informatie

KLACHTENREGLEMENT RECLASSERING

KLACHTENREGLEMENT RECLASSERING KLACHTENREGLEMENT RECLASSERING Reglement van orde van de landelijke Klachtencommissie Reclassering (Definitief vastgesteld op 20 december 2012) De Klachtencommissie Reclassering, gelet op hoofdstuk 5 van

Nadere informatie

Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland. informatie voor verwijzers

Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland. informatie voor verwijzers Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland informatie voor verwijzers Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland Informatie voor verwijzers Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland biedt in een open setting

Nadere informatie

Toepassing van Middelen en Maatregelen

Toepassing van Middelen en Maatregelen Toepassing van Middelen en Maatregelen 1. Inleiding 3 2. Wat zijn Middelen en Maatregelen? 3 3. Wanneer worden Middelen en Maatregelen 5 toegepast? 4. Wat is dwangbehandeling? 5 5. Wie is verantwoordelijk?

Nadere informatie

Voorstellen om de administratieve lasten te verminderen en de uitvoerbaarheid van de Wet zorg en dwang te verbeteren

Voorstellen om de administratieve lasten te verminderen en de uitvoerbaarheid van de Wet zorg en dwang te verbeteren Bijlage 2 len om de administratieve lasten te verminderen en de uitvoerbaarheid van de Wet zorg en dwang te verbeteren Voorkom dat bij vrijwillige beperking van bewegingsvrijheid vijf deskundigen geraadpleegd

Nadere informatie