Actiehandboek mestverwerking Handleiding bij de beoordeling van een milieuaanvraag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Actiehandboek mestverwerking Handleiding bij de beoordeling van een milieuaanvraag"

Transcriptie

1 1 Actiehandboek mestverwerking Handleiding bij de beoordeling van een milieuaanvraag

2 2 Inhoud Hoofdstuk 1: Over mest 1.1. Het mestoverschot in Vlaanderen De impact van het mestoverschot op het milieu Het mestbeleid in Vlaanderen Wat is mestverwerking? Wat is vergisting? Stand van zaken mestverwerking in Vlaanderen... 6 Hoofdstuk 2: Leefmilieu 2.1. De milieuwetgeving- Vlarem Best Beschikbare technieken Duidelijkheid en volledigheid in de aanvraag De milieuvergunningsprocedure Hoofdstuk 3: Ruimtelijke ordening 3.1. De omzendbrief De goede ruimtelijke ordening Hoofdstuk 4: Energieopwekking 4.1. Energieopwekking door vergisting Ruimtegebruik van energieteelten Bijlagen: 1. Snelle checklist voor beoordelen van aanvragen 2. Voorbeeld bezwaarschrift 3. Overzicht toepasselijke wetgeving 4. Stand van zaken mestverwerking in Vlaanderen (per provincie) 5. Referenties Een uitgave van: Bond Beter Leefmilieu vzw Tweekerkenstraat Brussel Tel: Juni 2007 Redactie: Erik Grietens (BBL), Ilse Smitz (BBL), Saar Van Hauwermeiren (BBL), Dirk Knapen(BBL), Jan Turf (BBL), Liesbet Van Laer (Natuurpunt) Eindredactie: Ilse Smitz, Anaïs De Kocker en Jan Turf Lay-out: BBL - Foto s: solarcomplex.de, Nederland gaat biologisch, svenskbiogas.se Verantwoordelijke uitgever: Danny Jacobs, Tweekerkenstraat 47, 1000 Brussel

3 3 Inleiding Deze actiehandleiding mestverwerking is het antwoord van Bond Beter Leefmilieu op de vele vragen van burgers en verenigingen in Vlaanderen die geconfronteerd worden met de groeiende vraag naar semi-industriële mestverwerkingsinstallaties in landbouwgebied. Mestverwerking is het gevolg van de mestcrisis in de Vlaamse landbouw. Het is een end-of-the-pipe oplossing die de oorzaak van de mestcrisis niet wegneemt, maar er enkel de gevolgen van helpt beheersen. In die zin aanvaardt Bond Beter Leefmilieu mestverwerking als een tijdelijk noodzakelijk kwaad. Maar de mestverwerking moet dan wel correct gebeuren. Kleine, bedrijfsgebonden installaties en grote industriële installaties, ingeplant op industrieterrein, kunnen de meeste problemen beheersen mits de nodige zorg voor de milieuwetgeving, BBT-technieken, ruimtelijke ordening en mobiliteit. Maar de Vlaamse overheid wil nu ook middelgrote industriële installaties toelaten buiten industriegebieden en in landbouwgebied. Dat is een slechte keuze en in strijd met de principes van ruimtelijke ordening. Correcte mestverwerking betekent immers ook: met respect voor de omwonenden. Dit werkboek bestaat uit twee delen: een deel over mest dat uitlegt waar de mestcrisis vandaan komt en hoe ze kan worden opgelost. Het tweede deel gaat in op de wetgeving en geeft omwonenden instrumenten in handen om op te komen voor hun rechten tijdens openbaar onderzoek van een milieuvergunningsaanvraag. U leert er aan welke wettelijke vereisten mestverwerking moet voldoen en over welke instrumenten u beschikt om ongewenste installaties aan te vechten. Met deze publicatie doet Bond Beter Leefmilieu ook een bescheiden poging om het evenwicht wat te herstellen. De Vlaamse overheid promoot sterk de (nogal willekeurige) inplanting van mestverwerkingsinstallaties in landbouwgebied en behandelt daarbij de omwonenden vaak als onredelijk en hinderlijk. Dat is natuurlijk de wereld op zijn kop. Het mestoverschot is gecreëerd door de landbouw. De overheid is ernstig tekort geschoten in haar opdracht om het probleem in te perken. Vandaag grijpen landbouw en overheid naar een noodrem: mestverwerking. Het zou landbouw en overheid dan ook sieren om te luisteren naar de stem van diegenen die vandaag geconfronteerd worden met de gevolgen van hun falen. Jan Turf Beleidscoördinator Bond Beter Leefmilieu

4 4 1. Over mest 1.1 Het mestoverschot in Vlaanderen In Vlaanderen leven ruim tweeënhalf miljoen runderen, zes miljoen varkens en vijfendertig miljoen stuks pluimvee (1). Tel daarbij nog meer dan een half miljoen andere dieren en de Vlaamse veestapel overschrijdt de kaap van 45 miljoen. Samen produceren die dieren jaarlijks meer dan 35 miljoen ton mest. Een deel van die mest vormt een nuttige grondstof voor de landbouw. Een goed bemeste akker levert mooie oogsten. Maar de vraag naar mest is beduidend minder dan de totale mestproductie die de grote veestapel met zich meebrengt. Wat rest is het mestoverschot. Het mestoverschot is dus het bedrijfsafval van de intensieve veeteelt (2). De voorbije decennia is er weinig oordeelkundig omgesprongen met dat mestoverschot. Een groot deel ervan werd toch uitgereden op akkers en weilanden waar het verdween in de bodem, uitspoelde naar sloten, beken en rivieren of naar het grondwater doorsijpelde. Overmatige bemesting is hierdoor de belangrijkste bron van watervervuiling geworden. Grootschalige bemesting is bijzonder schadelijk voor het milieu. Ze is bovendien in strijd met de Europese richtlijn ter bescherming van het grond- en oppervlaktewater, de Nitraatrichtlijn uit Een nieuw mestdecreet, dat inging op 1 januari 2007 zou de overbemesting moeten tegengaan. Om daarin te slagen moet het mestoverschot worden weggewerkt. Dat kan door de vermindering van de veestapel (aanpak aan de bron) en/of door het zoeken van andere uitwegen. Mestverwerking vormt hierbij het hoofdinstrument. We komen hier verder op terug. 1.2 De impact van het mestoverschot op het milieu Het mestoverschot bezorgt Vlaanderen tal van problemen. Het leidt tot verzuring van bodem, water en lucht, eutrofiëring van waterlopen en draagt bij tot het broeikaseffect. Eutrofiëring betekent dat er te veel voedingsstoffen in waterlopen zitten, waardoor plantengroei explosief toeneemt (algenbloei) en er te weinig zuurstof in het water achterblijft. Dat kan op zijn beurt zorgen voor vissterfte, op warme dagen voor de toename van botulisme bij watervogels,... Door de verzuring gaat de biodiversiteit achteruit. De soortenrijkdom van de Vlaamse flora daalt: voedselarme soorten verdwijnen ten koste van dominante, voedselrijke soorten. Vooral kwetsbare ecosystemen zoals bossen, heiden en vennen gaan daardoor achteruit en verliezen veel van hun vitaliteit. Zure regen zorgt tevens voor een versnelde verwering van vooral historische gebouwen, maar ook voor een lagere productie van landbouwgewassen. Aanwezigheid van verzurende stoffen in de lucht en in grondwater kan verder

5 5 Sinds 1 januari 2007 is het nieuwe mestdecreet (MAP3) in werking. Mestverwerking wordt in MAP 3 naar voor geschoven als de belangrijkste oplossing voor het wegwerken van het mestoverschot. MAP 3 regelt eerst en vooral de rechten van de landbouwers om mest te produceren. Elk landbouwbedrijf kreeg een hoeveelheid nutriëntenemissierechten toegewezen (op basis van de vroegere nutriëntenhalte, maar we gaan hier niet verder op in). Deze nutriëntenemissierechten zijn verhandelbaar. Via het systeem van verhandelbare (nutriënten)emissierechten kunnen landbouwers die minder willen produceren dan toegestaan, het overschot aan rechten doorverkopen aan andere landbouwers. Individuele landbouwbedrijven kunnen dankzij dit systeem dus blijven groeien, terwijl de totale hoeveelheid nutriënten in Vlaanderen niet toeneemt. Meer nog: de Vlaamse overheid roomt bij elke transactie 25% van de rechten af zodat men op termijn tot een afbouw van het globale aantal rechten komt en dus tot een daling van de veestapel. Tot zover de theorie. In praktijk worden een aantal uitzonderingen op de afromingsregel voorzien. Sommige van deze uitzonderingen zijn sociaal verantwoord en zullen een beperkte impact hebben (bvb. overname van bedrijf door erfgenaam). Eén uitzondering zet echter de poort open voor een nieuwe groei van de veestapel: bedrijven kunnen onder bepaalde voorwaarden groeien zonder afroming, op voorwaarde dat ze de volledige bijkomende productie voor 125% verwerken. Ook moet de mestverwerking in Vlaanderen globaal groeien om hier gebruik van te kunnen maken. Het is wellicht te vroeg om in te schatten wat de impact van deze regels zal zijn op de groei of daling van de veestapel. Elk individueel landbouwbedrijf beschikt niet enkel over nutriëntenemissierechten, ze krijgt ook in MAP3 een mestverwerkingsplicht opgelegd. De mestverwerkingsplicht ligt vrij laag en bedraagt maximaal 60% van de stikstofoverschot. De decreetgever gaat er van uit dat de markt er voor zal zorgen dat ook de resterende mest zal worden verwerkt, zonder verplichting Aan de mestverwerkingsplicht kan dan ook voldaan worden door de aankoop van mestverwerkingscertificaten van andere installaties en door gedeeltelijke vervangingszorgen voor gezondheidsproblemen bij mensen. De grondwatervervuiling bemoeilijkt dan weer de productie van kwalitatief drinkwater. Op mondiaal vlak draagt overbemesting bij aan de uitstoot van lachgas, een broeikasgas dat mede verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde Het Mestbeleid De Nitraatrichtlijn als Europees kader Om de impact van overbemesting tegen te gaan, werd de zogenaamde Europese nitraatrichtlijn ingevoerd. Deze richtlijn legt vast dat er maximum 50 mg nitraat per liter water aanwezig mag zijn in onze waterlopen en in het grondwater. Binnen deze Europese context moet Vlaanderen een eigen decretaal kader maken. Dat zijn de mestdecreten, beter bekend onder de naam MAP of mestactieplan. Deze opeenvolgende Vlaamse mestactieplannen bepalen het regelgevend kader om de milieudoelstelling uit de nitraatrichtlijn te halen. Om na te gaan of Vlaanderen voldoet aan deze waterkwaliteitsnormen werd het MAP-meetnet uitgebouwd, met ongeveer 800 meetpunten specifiek voor de landbouw (3). Uit de metingen van blijkt dat er nog steeds op 42% van de meetpunten overschrijdingen worden vastgesteld van de Europese norm. Omdat men er ondanks de opeenvolgende mestactieplannen niet in geslaagd is de concentratie nitraat in ons water onder het peil van de Europese richtlijn te houden, besliste de Europese Unie in november 2005 om Vlaanderen als 100 % kwetsbaar gebied in te tekenen. Dat wil zeggen dat er in heel Vlaanderen strengere regels gelden voor bemesting. Maximaal mag 170 kg N/ha worden uitgereden. Dat werd later vastgelegd als één van de pijlers in het nieuwe mestdecreet (MAP3), naast strengere handhaving en het invoeren van mestverwerking als oplossing voor het mestoverschot. We gaan in het volgende hoofdstuk verder in op het decreet. Er kan met grote mate van zekerheid worden aangenomen dat het nieuwe mestdecreet de situatie zal verbeteren, echter zonder het probleem op te lossen. Sinds 1990 is de hoeveelheid stikstof met ca. 15 % of 30,6 miljoen kg N afgenomen. Die daling is voornamelijk te wijten aan de afbouw van de veestapel en aan een reductie van de nutriënteninhoud in veevoeders. Uit onderzoek van het VITO blijkt dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat de Europese norm gehaald kan worden met mestverwerking, er zijn immers te veel economische en technische problemen, zeker voor varkensmest (4). Er zullen daarom extra inspanningen nodig zijn voor een verdere afbouw van de veestapel. Neem op in uw bezwaarschrift: Intensieve veeteelt kent een mestoverschot en heeft negatieve effecten op bodem, water en lucht Het nieuwe mestdecreet

6 6 mogelijkheid met name in plaats van varkensmest pluimveemest te laten verwerken of exporteren. Stok achter de deur vormen de boetes. De administratieve geldboete bedraagt 2 euro per kg stikstof die niet is verwerkt overeenkomstig het decreet. Bij vaststelling van een tweede en volgende overtreding bedraagt de administratieve geldboete 4 euro per kg stikstof Wat is mestverwerking? Wat is vergisting? Mestverwerking en vergisting zijn twee verschillende procédés (verder trajecten genoemd) met twee verschillende doelen. Mestverwerking heeft als eindproduct een verhandelbaar nitraatproduct voor de export en draagt hierdoor bij aan het wegwerken van het nitraatoverschot. Vergisting heeft als eindproduct energie en verandert niets aan het nitraatoverschot. We gaan hier dieper op in. Mestverwerking Het belangrijkste doel van mestverwerking in Vlaanderen is het terugdringen van de overbemesting. Mestverwerking is het behandelen van mest op een dusdanige manier dat de nutriënten in de mest geneutraliseerd worden (bvb. omzetting van nitraat naar stikstofgas) of in een vorm gebracht worden dat ze makkelijk exporteerbaar zijn naar gebieden buiten Vlaanderen waar nog een nutriëntentekort is. In het nieuwe MAP3 wordt mestverwerking omschreven als de verwerking van mest, waarbij de eindproducten niet op Vlaamse cultuurgrond terechtkomen. Ruwweg betekent dit dat ook export van niet verwerkte mest door de decreetgever mestverwerking wordt genoemd. Er bestaan verschillende trajecten die mestverwerking kunnen worden genoemd. Zie verder meer uitleg over de mestverwerkingstrajecten bij hoofdstuk 2.2 Best beschikbare technieken Vergisting Vergisting heeft als doel organisch materiaal (bvb mest) met behulp van micro-organismen om te zetten in biogas. Via deze techniek kan er uit mest energie gewonnen worden.anderzijds kan vergisting worden ingezet als eerste stap voor het eigenlijke mestverwerkingtraject zodat uit de mest naast energie ook een verhandelbaar nitraatproduct te voorschijn komt. Vergisting vindt plaats in een zuurstofloze omgeving. In het algemeen zijn alle soorten mest en organische reststoffen geschikt voor vergisting: energiegewassen, oogstresten, organische afvalproducten,... Voor mest wordt in de meeste gevallen wel dunne mest van varkens en runderen gebruikt. Indien er naast mest ook andere organische stoffen aan worden toegevoegd spreekt men van co -vergisten. Co -vergisten is economisch en technisch rendabeler. Het eindproduct van vergisting is biogas. Daarnaast blijft er een zogenaamd residu achter, het digestaat. Biogas is een energierijk gas dat hoofdzakelijk is samengesteld uit methaan (55-65%) en koolstofdioxide (35-40%). Biogas kan gebruikt worden als brandstof voor de opwekking van warmte en elektriciteit in een warmtekrachtinstallatie. Het digestaat kan worden aangewend als compost en bodemverbeteraar en moet daartoe beantwoorden aan regels inzake hygiëne (VLACOcertificaat) Stand van zaken mestverwerking in Vlaanderen (5) Halfweg 2006 telde Vlaanderen 112 mestverwerkingsbedrijven. De helft van de installaties was verbonden aan een landbouwbedrijf. Vijftien installaties werkten los van een landbouwbedrijf (meestal ingeplant op een bedrijventerrein). In deze centrales wordt de mest van tientallen veehouders verwerkt. De overige 41 installaties waren mobiele mestverwerkingseenheden die tijdelijk kunnen worden ingezet op het landbouwbedrijf. In de loop van 2007 zitten minstens 73 nieuwe projecten in de pipeline (excl. mobiele verwerking) en is er een uitbreiding gepland van 7 bestaande installaties. Deze nieuwe installaties omvatten 35 mestverwerkingsbedrijven, hoofdzakelijk biologische verwerkingsinstallaties (zie verder), de overige 38 dienen voor co-vergisting van mest met nageschakelde verwerking. De mestverwerkingsprojecten zijn vooral gesitueerd in West- Vlaanderen, terwijl de co-vergistingsprojecten meer over Vlaanderen gespreid zijn. Zie Bijlage 4 voor een gedetailleerd overzicht per provincie. Neem op in uw bezwaarschrift: Het inzetten van mestverwerking voor groei is niet aanvaardbaar zolang het mestoverschot niet is weggewerkt en de kwaliteit van het water niet voldoet aan de normen uit de Nitraatrichtlijn. Dat staat ook zo in artikel 35 van het mestdecreet. Het inzetten van mestverwerking als bijkomend spoor naast brongerichte maatregelen om het mestoverschot weg te werken is aanvaardbaar. Er moet dan wel over gewaakt worden dat de milieudruk niet naar andere compartimenten wordt verplaatst en dat de industriële bewerking of verwerking op een daartoe geschikte lokatie plaats vindt.

7 7 Standpunt BBL over mestverwerking 1. Mestverwerking kan een bijdrage leveren tot het wegwerken van het mestoverschot. Het blijft wel een oplossing achteraf, die slechts aanvullend kan zijn bij maatregelen aan de bron. Deze laatste zorgen immers voor het structureel terugdringen van het probleem van het mestoverschot. 2. Mestverwerking heeft echter ook diverse nadelen, die haar niet tot een volwaardig alternatief voor bronmaatregelen kunnen maken. Er zijn zowel economische en ecologische nadelen: Economische problemen: Mestverwerking van varkensmest is duur en kan maar van de grond komen mits subsidiering. Dat is echter in strijd met het principe de vervuiler betaalt. Tot de economische nadelen moet ook de marktonzekerheid worden gerekend: mestverwerking is slechts leefbaar indien haar eindproduct concurrentieel is en blijft op de internationale markt. Elke fluctuatie in de vraag zal onvermijdelijk leiden tot problemen voor de landbouwbedrijven met mestoverschot. Verwerking van pluimveemest is eenvoudiger en goedkoper. Ecologische problemen: Hierbij zien we onder meer: de impact van zoutrijke resteffluenten op de bodem, op het oppervlakte- en grondwater en op gewassen. Ook de aanwezigheid van zware metalen en antibiotica in het restproduct kan problemen stellen. De problemen van lokale geluidsgeur en transporthinder kunnen worden vermeden door de juiste keuze van de locatie en de toepassing van de best beschikbare technieken. Het centrale probleem is echter het bekomen van een loosbaar effluent, conform Vlarem II. Het afzwakken van milieunormen kan nooit een optie zijn. 3. Meer mestverwerking is enkel aanvaardbaar als ze in functie staat van het wegwerken van het mestoverschot, niet in functie van een verdere groei van de veestapel. Het doel van het mestdecreet is het mestoverschot wegwerken en de waterkwaliteit in lijn brengen met de normen uit de nitraatrichtlijn, niet de groei van de productie bevorderen. 4. Mestverwerking wordt door de landbouwsector echter meer en meer gezien als een mogelijkheid om nog verder te groeien. Voor de integratoren is het een investering om hun productie en afzet van veevoeder niet in gevaar te brengen. Dat kan in het kleine Vlaanderen, dat nu volledig kwetsbaar gebied is, geen optie meer zijn.

8 8 2. Leefmilieu 2.1 De milieuwetgeving - Vlarem Als een landbouwer een mestverwerkingsinstallatie wil uitbaten, moet hij daarvoor een milieuvergunning aanvragen. Afhankelijk van de grootte van de verwerkingsinstallatie moet een klasse 1 of een klasse 2 vergunning worden aangevraagd. Verwerkingsinstallaties met een capaciteit tot ton/ jaar vallen onder klasse 2 en moeten aangevraagd worden bij het gemeentebestuur. Installaties met een capaciteit van meer dan ton/jaar vallen onder klasse 1 en moeten aangevraagd worden bij het provinciebestuur. Tijdens de aanvraag wordt een openbaar onderzoek ingesteld, waarbij iedereen zijn bezwaren kan indienen bij het bestuur. Tevens heeft iedere burger en vereniging de mogelijkheid om bij de hogere overheid beroep aan te tekenen tegen een afgeleverde milieuvergunning. Bij de aanvraag van een milieuvergunning voor een mestverwerkingsinstallatie moet in de eerste plaats nagegaan worden of de Vlaamse milieuwetgeving Vlarem (6) wordt toegepast en nageleefd. Het Vlarem legt zowel algemene milieumaatregelen op die gelden voor alle bedrijven (zoals het verplicht toepassen van de best beschikbare technieken, zie 2.2), als specifieke maatregelen die enkel gelden voor mestverwerkingsinstallaties. Deze specifieke maatregelen zijn opgenomen in Afdeling van Vlarem II, Bewerking en verwerking van dierlijke mest (7). Geurhinder De belangrijkste milieumaatregelen uit Vlarem die moeten toegepast worden om stankhinder bij mestverwerkingsinstallaties te voorkomen zijn de volgende: het laden en lossen van de mest gebeurt in afgesloten ruimten; de ontvangstruimte, de mengkelder en de voorraadtank zijn in gesloten uitvoering; de mestbewerking- en mestverwerkings operaties zijn maximaal overdekt en inge perkt om tot een efficiënte afzuiging en be handeling van luchtemissies te komen. Hiervan kan in de milieuvergunning afge weken worden voor nitrificatie- en denitrifi catiebekkens.; de afgezogen ventilatielucht wordt behan deld door middel van filtratie over een bio bed en zure wassers; Elke alternatieve methode met een gelijkwaardig of beter rendement om ammoniakemissie en hinder te voorkomen kan in de milieuvergunning worden

9 9 toegelaten. Volgens Vlarem mag de normale aanvoer van dierlijke mest niet vóór 7 uur en na 19 uur plaatsvinden Gegevensregister De exploitant is verplicht om een register bij te houden met alle gegevens over de aangevoerde mest en de afgevoerde producten en meststoffen. Bovendien moet minstens wekelijks een analyse van de nutriënten in de aan- en afgevoerde meststoffen en producten worden uitgevoerd. Verder moet jaarlijks een zgn. nutriëntenbalans worden opgemaakt.daarin staan de hoeveelheden nutriënten die zijn opgenomen tijdens het beschouwde jaar en die in de inrichting werden aangevoerd en onder de vorm van afgewerkte producten werden afgevoerd, geloosd in oppervlaktewater of in de omgevingslucht. Goede praktijk Vlarem bevat verder enkele regels van goede praktijk voor verschillende methodes van mestverwerking. Zo moet de beluchting en/of omzetting bij composteren voldoende zijn om stankemissies te beperken. Bij een biologische behandeling van dunne mest moet de temperatuur in het beluchtingsbassin voldoende hoog worden gehouden (> 10 C), ook tijdens de winter. Meer hierover in het deel Best Beschikbare Technieken (zie 2.2) Normen De milieuwetgeving bevat uiteraard ook wettelijke normen waaraan mestverwerkingsinstallaties moeten voldoen. Er zijn zowel normen opgenomen voor emissies naar de lucht als normen voor lozing in water. Lucht Elke verbrandingsinstallatie (8) (verbranding, pyrolyse, thermolyse of een gelijkaardige techniek) voor dierlijke mest moet voldoen aan de wettelijke normen inzake uitstoot van dioxinen en furanen. Daarnaast moeten verbrandingsinstallaties voor dierlijke mest voldoen aan volgende emissiegrenswaarden: Emissiegrenswaarden in mg/nm3 (halfuurgemiddelden) NH3 50 H2S 5 NOx 200 met als richtwaarde 100 Om de zes maanden moeten metingen uitgevoerd worden. In een inrichting met een mestdrogings - of een gelijkaardige techniek (9), moet de afgezogen ventilatielucht voldoen aan de algemene emissiegrenswaarden voor lucht, aangevuld met de volgende voorwaarde voor ammoniak NH3 : 10 mg/nm3. Water In een inrichting met een biologische en/of fysicochemische behandeling van dierlijke mest of een gelijkaardige techniek, moet het geloosde afvalwater voldoen aan de volgende lozingsvoorwaarden: a) inrichtingen met een verbrandings-, pyrolise-, thermolise- of een gelijkaardige techniek: CZV (10) BZV (11) totaal stikstof totaal fosfor Chloriden Bij lozing in zoet oppervlaktewater Bij lozing in brak oppervlaktewater 125 mg/l 25 mg/l 15 mg/l 2 mg/l 1000 mg/l geen grenswaarde b) inrichtingen met een biologische en/of fysicochemische behandeling of een gelijkaardige techniek: CZV bij lozing in brak water en bij grote verdunning in de ontvangende waterloop in zoverre aan deze laatste geen bestemming als drinkwaterproductie, zwemwater, viswater of schelpdierwater is toegewezen in de overige gevallen BZV totale hoeveelheid gesuspendeerde stoffen totaal stikstof totaal fosfor mg/l 125 mg/l 25 mg/ 35 mg/l 15 mg/l 2 mg/l Het gebeurt soms dat een landbouwer in zijn milieuvergunningsaanvraag een afwijking vraagt van deze sectorale milieuvoorwaarden. In dat geval moet een alternatieve en evenwaardige methode worden aangevraagd. Teken echter altijd bezwaar aan tegen elke aanvraag die afwijkt van de normen voor water- of luchtkwaliteit. Aangezien heel Vlaanderen aange-

10 10 Neem op in uw bezwaarschrift: Het inzetten van mestverwerking voor groei is niet aanvaardbaar zolang het mestoverschot niet is weggewerkt en de kwaliteit van het water niet voldoet aan de normen uit de Nitraatrichtlijn. Dat staat ook zo in artikel 35 van het mestdecreet. Het inzetten van mestverwerking als bijkomend spoor naast brongerichte maatregelen om het mestoverschot weg te werken is aanvaardbaar. Er moet dan wel over gewaakt worden dat de milieudruk niet naar andere compartimenten wordt verplaatst en dat de industriële bewerking of verwerking op een daartoe geschikte lokatie plaats vindt. duid is als kwetsbaar gebied en er nog steeds een groot mestoverschot is in Vlaanderen, is het niet aanvaardbaar om de normen verder af te zwakken, ook niet in een individuele vergunning. 2.2 Best Beschikbare Technieken (12) Naast de specifieke voorwaarden voor mestverwerkingsinstallaties, legt Vlarem algemeen op dat elk bedrijf gebruik moet maken van de Best Beschikbare Technieken, afgekort BBT. Het gaat dan om technieken waardoor de milieubelasting zoveel mogelijk beperkt wordt, bijvoorbeeld een filterinstallatie om stankhinder tegen te gaan of een zuinige brander om energieverbruik te beperken. De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek VITO voert regelmatig BBT-studies uit waarbij verschillende technieken met mekaar worden vergeleken. De technieken die het best scoren op milieugebied en bovendien betaalbaar zijn, worden vastgelegd als BBT. Deze technieken moeten volgens Vlarem steeds gebruikt worden (13). Mestverwerking bestaat meestal uit een combinatie van verschillende technieken die na mekaar worden toegepast. Daarom spreekt men bij mestverwerking van BBT-trajecten. Voor varkensmest: Eerst en vooral dient het mestverwerkingstraject economisch haalbaar te zijn voor het bedrijf, wil het als best beschikbare techniek geklasseerd te kunnen worden. Volgens de BBT-studie is mestverwerking voor het gemiddelde vleesvar- kensbedrijf economisch niet haalbaar. Lokale en bedrijfsspecifieke condities kunnen er wel toe leiden dat mestverwerking voor het individuele bedrijf toch economisch haalbaar wordt. Dit wordt bepaald door volgende factoren: rendabiliteit, efficiëntie, ligging, grootte en landgebondenheid: In gebieden met een lage mestdruk dient het arbeidsinkomen minimaal 40 euro per GAVV (14) te bedragen om 20% van de totale mestproductie te kunnen verwerken. In gebieden met gemiddelde tot hoge mestdruk dient de landgebondenheid van bedrijven hoger te zijn dan 80% om haalbaar te zijn. Bij bedrijven die een arbeidsinkomen hebben dat hoger is dan 60 euro per GAVV is totale mestverwerking haalbaar. Indien het mestverwerkingstraject economisch haalbaar is voor het individuele bedrijf dan gelden volgende BBT-trajecten: Traject stalluchtdroging (enkel voor wa terige mest) De mest wordt integraal gedroogd met stallucht. De resterende dikke fractie wordt verder gecomposteerd, verbrand en/of heeft afzet buiten Vlaanderen of op niet-cultuurgrond binnen Vlaanderen. Voorwaarde om als BBT-traject erkend te worden is dat het kleinschalig en bedrijfsgebonden is. Traject biologie (enkel voor waterige mest) Scheiden van dunne en dikke fractie, zuiveren van dunne fractie door biologische zuivering, gezuiverde dunne fractie wordt uitgereden op het land, behandeling van de dikke fractie via compostering, verbranding, droging en/of heeft afzet buiten Vlaanderen of niet-cultuurgrond binnen Vlaanderen. Het spuislib wordt samen met de dikke fractie verwerkt. Voorwaarde om als BBT-traject erkend te worden is dat het een kleinschalige of middelgrote installatie is. (met maximaal 90% verwerking bij behandeling van alle bedrijfseigen mest) Traject loosbaar (enkel voor waterige mest) Scheiden van dunne en dikke fractie, zuiveren van dunne fractie tot Vlarem lozingsnormen (vb. biologie (+ membraanfiltratie) + indamping), gezuiverde dunne fractie wordt geloosd. Het con-

11 11 Tips voor uw bezwaarschrift: 1. Ga in het bezwaarschrift steeds na of de mestverwerkingsinstallatie voldoet aan één van de best beschikbare technieken. Indien dat niet het geval is, vraag dan dat de vergunning wordt geweigerd en een nieuwe aanvraag wordt ingediend die wel voldoet aan de BBT. 2. Ga in het bezwaarschrift steeds na of de mestverwerkingsinstallatie economisch haalbaar is voor het betrokken bedrijf. Indien dat niet zo is, neem het dan op in uw bezwaarschrift. 3. Ga na of de voorziene maatregelen en/of installaties in de milieuvergunningsaanvraag voldoende informatie bevatten over de mogelijke milieueffecten. Indien dat niet het geval is, vraag dan om de vergunning te weigeren omwille van onvolledigheid. centraat van de indamping wordt samen met de dikke fractie en spuislib gedroogd. Het eindproduct wordt uitgevoerd of verbrand. Voorwaarde om als BBT erkend te worden is dat het gaat om een grootschalige mestverwerking. Traject Covergisting : Covergisten van varkensmest met organisch biologische afvalstromen en energiegewassen. De producten worden voorafgaand aan de vergisting gepasteuriseerd. Het digestaat wordt op een droogtafel ingedroogd met verwarmde koellucht van de WKK en mogelijk gedeeltelijk met stallucht. Het eindproduct kan direct worden geëxporteerd, naar niet-cultuurgrond worden afgezet of kan worden verbrand. Voor pluimveemest: Composteren: De kippenmest wordt al dan niet samen met andere mest (dikke fractie van varkensmest) via compostering gestabiliseerd en gehygiëniseerd. Het product wordt geëxporteerd. Verbranding: De kippenmest wordt in een gespecialiseerde mestverbrandings- installatie verbrand met terugwinning van warmte en elektriciteit. 2.3 Duidelijke en volledige aanvraag Een landbouwer die een milieuvergunningsaanvraag indient, is verplicht een vaste lijst aan gegevens door te geven aan de bevoegde overheid zoals artikel 5 van het VLAREM I oplegt (15). Bij de start van de beslissingsprocedure toetst de bevoegde overheid dan op basis van voorwaarden uit afdeling I van VLAREM I of de aanvraag volledig en ontvankelijk is. Bij de beschrijving van de aan te wenden procédés en reagentia, de voorziene maatregelen en/of installaties, moet er voldoende informatie te zijn over de mogelijke milieu -effecten hiervan op lucht-, bodem- en waterverontreiniging. De Raad van State vernietigde reeds een milieuvergunning voor een mest- en afvalverwerkingsinstallatie omdat de aanvraag te onduidelijk en te vaag was (16). Meerbepaald waren er nogal wat onduidelijkheden over de effecten van de installatie op de luchtkwaliteit. Volgens de Raad van State gaat het ook niet op om dergelijke onzekerheden op te vangen door in de milieuvergunning bijkomende voorwaarden op te leggen. In de aanvraag zelf moet dus duidelijk beschreven worden wat effecten zullen zijn op lucht, water en bodem. 2.4 De procedure voor een milieuvergunning Bij de aanvraag van een milieuvergunning voor mestverwerkingsinstallaties moet nagegaan worden of de procedures die Vlarem I oplegt (17) worden toegepast. De belangrijkste proceduremaatregelen die moeten toegepast worden zijn: Aanvraagprocedure Als een landbouwer een mestverwerkingsinstallatie wil uitbaten moet hij hiervoor een schriftelijke milieuvergunning aanvragen bij de bevoegde overheid dmv een model aanvraagformulier dat opgenomen is in bijlage 8 van Vlarem I (18). Het openbaar onderzoek Bij elke milieuvergunningsaanvraag is de bevoegde burgemeester verplicht een openbaar onderzoek te organiseren waarbij burgers en verenigingen hun bezwaren kunnen indienen. Dit openbaar onderzoek duurt dertig kalenderdagen en omvat: Ter inzage leggen van de vergunnings aanvraag op het gemeentehuis

12 12 Aanplakking op de plaats waar de exploi tatie gepland Voor inrichtingen van klasse 1 (meer dan ton/jaar) dient het openbaar onderzoek uitgebreid te worden tot: Schriftelijke ter kennis brengen van alle eigenaars en gebruikers van gebouwen binnen een straal van 100 meter rond de inrichting Bekendmaking van het openbaar onder zoek in minimum twee dag- en/of week bladen Bij inrichtingen van klasse 1 die een verwerkingscapaciteit hebben van ton of meer dierlijke mest per jaar is een milieu -effectenrapport verplicht. Voor het openbaar onderzoek houdt dit in dat de bevoegde burgemeester tenminste één informatievergadering organiseert. Deze informatievergadering is openbaar. Bij milieuvergunningsaanvragen van klasse 1 beslist de bestendige députatie van de provincieraad. Klasse 2 aanvragen worden beslist door het college van burgemeester en schepenen. Elke belanghebbende burger en vereniging heeft beroepsmogelijkheid bij een hogere overheid. Voor een vergunning van klasse 1 kan een beroep ingediend worden bij de minister. Voor een vergunning van klasse 2 kan een beroep ingediend worden bij de bestendige deputatie van de provincieraad. Tip voor uw bezwaarschrift: Ga steeds na of de wettelijke procedures gevolgd worden naar aanvraagprocedure en openbaar onderzoek. Indien dat niet het geval is neem het dan op in het bezwaarschrift.

13 13 3. Ruimtelijke ordening Indien de aanvraag voor een mestverwerkingsinstallatie voldoet aan de wettelijke voorwaarden uit Vlarem en indien gebruik gemaakt wordt van de Best Beschikbare Technieken, moet vervolgens ook rekening gehouden worden met de ruimtelijke impact van de verwerkingsinstallatie. Daarbij moet in de eerste plaats nagegaan worden of de aanvraag in overeenstemming is met de omzendbrief over inplanting van mestbehandelingsinstallaties. Verder moet bekeken worden of de landschappelijke waarde niet geschonden wordt en of de inplantingsplaats geen te grote problemen geeft inzake bereikbaarheid. 3.1 Wettelijke bepalingen: de omzendbrief en het gewestplan Wat ruimtelijke ordening betreft, moet in de eerste plaats bekeken worden of de aanvraag in overeenstemming is met de omzendbrief RO/2006/01 Afwegingskader en randvoorwaarden voor de inplanting van installaties voor mestbehandeling en vergisting (19). Het spreekt voor zich dat vergunningsaanvragen in overeenstemming moeten zijn met de criteria uit deze omzendbrief. Het gaat meer bepaald over volgende voorwaarden: 1. Een absoluut totaal maximum tonnage van ton inputmateriaal per jaar voor inplanting in agrarisch gebied. Grootschalige installaties die meer verwerken horen thuis op bedrijventerreinen. Er moet bovendien naar gestreefd worden om deze in te planten aan bevaarbare waterwegen, wat zowel het transport als de lozingen ten goede moet komen. 2. Volgens deze omzendbrief kunnen mestverwerkingsinstallaties die voor meerdere landbouwbedrijven werken dus ook toegelaten worden in agrarisch gebied, zolang men onder de grens van ton blijft. 3. De omzendbrief stelt verder dat mestverwerkingsinstallaties niet toegelaten zijn in volgende gebieden: - ruimtelijk kwetsbare gebieden: groengebieden, natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde, parkgebieden, natuurontwikkelingsgebieden, bosgebieden, valleigebieden, brongebieden,agrarische gebieden met ecologische waarde of belang, grote éénheden natuur in ontwikkeling (20) -beschermde duingebieden

14 14 -habitatgebieden (21), beschermde landschappen en beschermde dorps- en stadsgezichten (22) 4. De omzendbrief stelt verder dat het ruimtebeslag zo beperkt mogelijk moet zijn, bijvoorbeeld door de mestbehandelingsinstallatie te bouwen aansluitend bij bestaande landbouwbedrijven. Zeker in landschappelijk waardevolle gebieden en in ankerplaatsen moet hier extra aandacht aan besteed worden. In dergelijke waardevolle landschappen kunnen tevens bijkomende voorwaarden opgelegd worden inzake landschappelijke inkleding (bv. aanplanten van een streekeigen haag rond de installatie). 5. Mobiliteit vormt volgens de omzendbrief een belangrijk aandachtspunt. Van belang zijn onder meer het aantal transportbewegingen versus schaal en type van de weg. Ga dus na of de installatie bereikbaar is, ook voor zwaar transport. Indien er veel zwaar vervoer door een dorpskom moet of als de installatie enkel bereikbaar is via kleine landbouwwegen die niet geschikt zijn voor vrachtwagens, is dit een belangrijk bezwaar. 6. De omzendbrief gaat tot slot ook in op de stoffen die verwerkt kunnen worden. Bij een vergistingsinstallatie worden naast mest immers ook andere stoffen vewerkt om de vergisting rendabel te maken. De omzendbrief stelt dat minstens 60% van de biomassastromen direct afkomstig moet zijn van land- en tuinbouw. Maximum 40% van de gebruikte biomassa mag afkomstig zijn van andere biologische stromen, zoals bv. afval van de voedingsindustrie. Als bijlage bij de omzendbrief is een lijst gevoegd van stoffen die mee kunnen verwerkt worden in een vergistingsinstallatie. Bedrijven die dus meer dan 40% van hun totale input buiten de landbouw halen, moeten ingeplant worden op een bedrijventerrein en niet in agrarisch gebied. Naast de voorwaarden uit de omzendbrief mestbehandeling, moet ook rekening gehouden worden met de bestemming op het gewestplan. Het merendeel van de aanvragen voor mestbehandelingsinstallaties hebben betrekking op landbouwgebieden. Volgens het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting van de gewestplannen, zijn agrarische gebieden bestemd voor de landbouw in ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 meter van een woongebied of op ten minste 100 meter van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 meter en 100 meter geldt evenwel niet in geval van woonuitbreiding van bestaande bedrijven. Aangezien mestbehandelingsinstallaties gebouwen zijn voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter, kan steeds de toepassing van deze afstandsregel gevraagd worden. 3.2 De goede ruimtelijke ordening Naast overeenstemming met de wettelijke bepaling, moet de overheid bij elke bouwaanvraag ook beoordelen of de aangevraagde bouwwerken passen in een goede plaatselijke ordening. Dat begrip is wettelijk niet duidelijk omschreven en vraagt om een inhoudelijke beoordeling van de overheid. Het gaat dan om zaken zoals de gebruikte bouwmaterialen, het volume, de bouwhoogte, uitzicht en esthetische aspecten,... Er moet dan steeds beoordeeld worden of de aangevraagde werken passen in de omgeving. In een gaaf, open landschap zullen strengere voorwaarden opgelegd kunnen worden dan in een gebied dat al sterk versnipperd is door bebouwing. Hoewel dat om een eerder subjectieve beoordeling gaat en de gemeente enige speelruimte heeft, is de overheid wel steeds verplicht om deze afweging te maken. Indien een overheid zich bij het afleveren van de bouwvergunning beperkt tot een beoordeling van de wettelijke aspecten en geen afweging maakt van de goede plaatselijke ordening, kan de vergunning vernietigd worden door de Raad van State. Voor mestverwerkingsinstallaties die gelegen zijn in de buurt van Natura 2000 gebieden, geldt het Natuurdecreet: Vergunningsplichtige activiteiten die, of een plan of programma dat, afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma s, een betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale bescher-

15 15 mingszone kan veroorzaken, dient onderworpen te worden aan een passende beoordeling wat betreft de betekenisvolle effecten voor de speciale beschermingszone Tips voor uw bezwaarschrift: 1.Ga steeds na in het bezwaarschrift of voldaan is aan de voorwaarden uit de omzendbrief mestbehandeling. 2. Ga na in het bezwaarschrift of de installatie opgericht wordt op ten minste 300 meter van een woongebied of op ten minste 100 meter van een woonuitbreidingsgebied. 3. Ga na in het bezwaarschrift of de installatie op deze plaats thuishoort inzake: Uitzicht, bouwvolume, bouwhoogte, gebruikte materialen,... Inpassing in de omgeving

16 16 4. Energie 4.1 Energieopwekking door vergisting Vergisting kan gebeuren als eerste stap voorafgaandelijk aan een BBT-mestverwerkingstraject (meer info hierover zie hoofdstuk 2.2.). Naast de omzetting van mest tot een verhandelbaar nitraatproduct kan er ook zo energie(biogas) gewonnen worden. Vanuit milieuoogpunt is het noodzakelijk dat vergisting gebeurt in combinatie met een BBT-mestverwerkingstraject omdat vergisting op zich de nutriënten N en P niet vermindert. Het gehalte aan N en P van het eindproduct is hetzelfde als bij het begin van het proces. Het biogas dat uit het vergistingsproces ontstaat kan dan benut worden voor het opwekken van groene elektriciteit of om warmte mee te produceren in een warmtekrachtinstallatie en zo wordt er milieuwinst geboekt. Via de opwekking van groene energie worden eindige voorraden aan fossiele brandstoffen bespaart en wordt dus een extra uitstoot van koolstofdioxide vermeden, wat positief is. Het bedrijf kan onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor groene stroomcertificaten (23). De warmtekrachtinstallatie waar het geproduceerde biogas van de vergistingsinstallatie verbrand wordt, moet wel kwalitatief zijn. Een kwaltitatieve warmtekrachtinstallatie heeft een (primaire) energiebesparing van minstens 5% vergeleken met een gescheiden opwekking van elektriciteit en/of warmte (24). Naast groene stroomcertificaten kan men ook een WKK-certificaat krijgen omwille van de besparing via warmtekracht Ruimtegebruik voor nieuwe energieteelten Bij covergisten van varkensmest zijn organisch -biologische afvalstromen en energiegewassen nodig. De extra biomassa die toegevoegd wordt bij het covergistingsproces dient in eerste instantie gehaald te worden uit afval van huishoudens en landbouw. Het is prioritair dat de aanwezige grondstoffen hergebruikt worden. De ruimte in Vlaanderen is immers te beperkt. Indien er specifieke energieteelten worden geteeld, moet dit gebeuren op bestaande landbouwarealen ter vervanging van akkerbouwgewassen en op braakgronden. Ruimtelijk kwetsbare gebieden, zoals natuur- en bosgebieden, mogen niet aangesneden worden. Tips voor uw bezwaarschrift: 1. Ga na of vergisting als eerste stap gebeurt voorafgaandelijk aan een BBTmestverwerkingstraject. Indien dat niet zo is vraag dan de milieuvergunning te weigeren. 2. Ga na in je bezwaarschrift of de installatie voldoet aan de referentierendementen voor een kwalitatieve WKK. Indien dat niet het geval is vraag dan om de milieuvergunning te weigeren.

17 17 Bijlage 1. SNELLE CHECKLIST VOOR BEOOR- DELEN VERGUNNINGAANVRAGEN 1. Ga na waarom de mestverwerkingsinstallatie wordt aangevraagd. Indien de milieuvergunningsaanvraag voor deze installatie samengaat met een aanvraag voor uitbreiding van de veestapel op het bedrijf, is dat niet aanvaardbaar. De reden hiervoor is dat het mestoverschot in Vlaanderen nog niet weggewerkt is en de kwaliteit van het water nog niet voldoet aan de normen uit de Nitraatrichtlijn. Indien de mestverwerkinginstallatie wordt ingezet voor de bestaande veestapel als bijkomend spoor naast brongerichte maatregelen is dat wel aanvaardbaar. 2. Ga steeds na of de voorwaarden uit de milieuwetgeving Vlarem - ook zijn opgenomen in de vergunningsaanvraag. De belangrijkste milieumaatregelen zijn: het laden en lossen van de mest gebeurt in afgesloten ruimten; de ontvangstruimte, de mengkelder en de voorraadtank zijn in gesloten uitvoering; de mestbe- en verwerkingsoperaties zijn maximaal overkapt en ingeperkt om tot een efficiën te afzuiging en behandeling van luchtemissies te komen; Hiervan kan in de milieuvergunning afgeweken worden voor nitrificatie- en denitrificatiebekkens.; de afgezogen ventilatielucht wordt behandeld door middel van filtratie over een biobed en zure wassers; Indien dat niet het geval is en geen evenwaardige maatregel wordt voorgesteld, eis dan dat dat alsnog wordt opgelegd of dat de vergunning wordt geweigerd. Teken altijd bezwaar aan tegen een aanvraag om de lozingsvoorwaarden af te zwakken. 3. Ga na of het mestverwerkingstraject voor varkensmest economisch haalbaar is voor het individuele bedrijf: De vergunning is gelegen in een gebied met een lage mestdruk en het arbeidsinkomen is minimaal 40 euro per gemiddeld aanwezig vleesvarken om 20% van de totale mestproductie te kunnen verwerken. In gebieden met een gemiddelde tot hoge mestdruk dient de landgebondenheid van de bedrijven hoger te zijn dan 80% om economisch haalbaar te zijn. Voor bedrijven waar het arbeidsinkomen hoger is dan 60 euro pergemiddeld aanwezig vleesvarken is totale mestverwerking haalbaar. 4. Indien het mestverwerkingstraject economisch haalbaar is voor het individuele bedrijf, ga dan na of volgende Best Beschikbare Technieken (BBT) gelden : - voor varkensmest: traject covergisting, traject stalluchtdroging (enkel voor waterige mest), traject biologie (enkel voor waterige mest), en traject loosbaar - voor pluimveemest: traject composteren en traject verbranding

18 18 Bijlage 1. Checklist (vervolg) Indien dat niet het geval is, eis dan dat de vergunning wordt geweigerd en een nieuwe aanvraag wordt ingediend die wel voldoet aan de BBT. 5. Ga na in het bezwaarschrift of de voorziene maatregelen en/of installaties in de milieuvergunningsaanvraag voldoende informatie bevatten over de mogelijke milieu-effecten. 6. Indien de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorwaarden uit Vlarem en gebruikt gemaakt wordt van de Best Beschikbare Technieken, moet vervolgens rekening gehouden worden met de ruimtelijke impact van de verwerkingsinstallatie. Ga in de eerste plaats na of rekening wordt gehouden met de criteria uit de omzendbrief RO/2006/01. De belangrijkste voorwaarden zijn: - maximum ton inputmateriaal per jaar voor inplanting in agrarisch gebied - Installatie voor meerdere bedrijven niet toegelaten in ruimtelijk kwetsbare gebieden, duinge bieden, habitatgebieden en beschermde landschappen - Ruimtegebruik beperken, installatie moet aansluiten bij bestaande gebouwen - Bedrijfsgebondenheid - De toegelaten biomassastromen: 60% direct afkomstig van land- en tuinbouw, maximum 40% andere biologische stromen - lijst in bijlage omzendbrief 7. Beoordeel zelf of de installatie op deze plaats thuishoort inzake: - landschapswaarde - natuurwaarde - mobiliteit

19 19 Bijlage 2. Voorbeeld bezwaarschrift [Van toepassing voor klasse 1] Aan de Bestendige députatie van de provincie Straat + nr Postcode + Gemeente [Van toepassing voor klasse 2] Aan het College Van Burgemeester en Schepenen Straat + nr Postcode + Gemeente Betreft: Bezwaarschrift voor milieuvergunningsaanvraag van mestverwerkingsinstallatie [voeg hier naam en het adres van de aanvrager bij ] Uw bezwaarschrift Vul deze brief aan met de gegevens van het lokale dossier, op te vragen op het gemeentehuis. Maak daarvoor gebruik van de tips uit de actiehandleiding. Download deze brief op [Van toepassing voor klasse 1] Geachte Députatie, [Van toepassing voor klasse 2] Geachte burgemeester, geachte schepenen, Omtrent volgende mestverwerkingsinstallatie wensen we volgende bezwaren in te dienen: 1. Intensieve veeteelt kent een mestoverschot en heeft negatieve effecten op bodem, water en lucht De Vlaamse landbouw kent een intensieve en sterk ontwikkelde veeteelt met een totaal van 45 miljoen stuks dieren. Door deze grote veestapel wordt er meer mest geproduceerd dan de bodem kan verwerken, wat leidt tot een aanzienlijk mestoverschot. Dat te veel aan mest draagt bij aan de verzuring van de bodem, water en lucht in Vlaanderen, aan de eutrofiëring van de waterlopen en aan het broeikaseffect. In werd op 42% van de meetpunten in Vlaanderen een overschrijding vastgesteld van de Europese nitraatnorm (>50 mg nitraat per liter water). [Indien van toepassing] 2. Het opzet van de mestverwerking beantwoordt niet aan de doelstellingen van het mestdecreet. Het doel van mestverwerking volgens het mestdecreet is om het mestoverschot in Vlaanderen weg te werken zodat de waterkwaliteit verder kan verbeteren in lijn met de normen van de Europese

20 20 nitraatrichtlijn. Mestverwerking dient niet om de veestapel verdere te laten groeien (en zo ook het mestoverschot).dat staat ook zo in artikel 35 van het mestdecreet. Deze milieuvergunningsaanvraag is vergezeld van een aanvraag voor uitbreiding van de veestapel [Geef hier aan met hoeveel dieren men het bedrijf wenst uit te breiden] en strookt dus niet met de doelstelling van mestverwerking uit het mestdecreet. [Indien van toepassing] 3. De mestverwerkingsinstallatie voldoet niet aan de voorwaarden van VLAREM [Indien van toepassing] De mestverwerkingsinstallatie voldoet niet aan één van de algemene of specifieke voorwaarden van VLAREM. Er zijn ook geen evenwaardige maatregelen voorgesteld. [Kopieer hier de Vlarem -voorwaarden die niet in de vergunning zijn opgenomen] [Indien van toepassing] De mestverwerkingsinstallatie maakt geen gebruik van één van de Best Beschikbare Technieken. VLAREM legt op dat elk bedrijf moet gebruik maken van de best beschikbare technieken. Het gaat om technieken waardoor de milieubelasting zoveel mogelijk beperkt wordt en die economisch en technisch haalbaar zijn. De mestverwerkingsinstallatie maakt geen gebruik van één van de best beschikbare technieken die het VITO voorschrijft in de BBT -studie van december [Indien van toepassing] Voor varkensmest dient de installatie uit één van volgende technieken te bestaan: covergisting, stalluchtdroging, biologie of loosbaar. [Indien van toepassing] Voor pluimveemest dient de installatie uit één van volgende technieken te bestaan: compostering of verbranding [Indien van toepassing] De voorziene maatregelen en of installaties in de milieuvergunningsaanvraag bevatten onvoldoende informatie over de mogelijke milieu effecten. Deze aanvraag is niet volledig [Vermeld hier de voorziene maatregelen en of installaties] [Indien van toepassing] De wettelijke procedures naar aanvraagprocedure en openbaar onderzoek worden niet gevolgd. [Vermeld hier welke procedures niet gevolgd worden] [Indien van toepassing] 4.De mestverwerkingsinstallatie voldoet niet aan één van de voorwaarden uit de omzendbrief RO/2006/01 [Indien van toepassing] Het bedrijf(al dan niet ten dienste voor meerdere landbouwbedrijven) is ingepland in agrarisch gebied en overschrijdt het maximum tonnage van ton inputmateriaal per jaar wat vanuit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening niet aanvaardbaar is. [Indien van toepassing] De mestverwerkingsinstallatie is ingepland in een ruimtelijke kwetsbare bestemming[indien van toepassing], in beschermd duingebied[indien van toepassing], in habitatgebied[indien van toepassing] of in een beschermd landschapen/of beschermd dorps- of stadsgezicht. [Indien van toepassing] De mestverwerkingsinstallatie heeft sterke impact op ruimtebeslag. De mestverwerkingsinstallatie sluit niet aan bij het bestaande landbouwbedrijf. [Indien van toepassing] De mestverwerkingsinstallatie is gelegen in een landschappelijk waardevol gebied en/of in een ankerplaats en er worden geen specifieke voorwaarden opgelegd naar landschappelijke inkleding. [Indien van toepassing]

TOESPRAAK DOOR MINISTER KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR AGRIFLANDERS 11 JANUARI 2007

TOESPRAAK DOOR MINISTER KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR AGRIFLANDERS 11 JANUARI 2007 TOESPRAAK DOOR MINISTER KRIS PEETERS VLAAMS MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR AGRIFLANDERS 11 JANUARI 2007 Mevrouw de Voorzitter, Dames en Heren, Zoals iedereen weet, is het nieuwe

Nadere informatie

Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed

Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 19 MEI 2006. Omzendbrief RO/2006/01 betreffende het afwegingskader en de randvoorwaardenvoor de inplanting van installaties voor mestbehandeling en

Nadere informatie

VCM ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN

VCM ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN VCM ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN 2011 Juli 2012 i ii Inhoudsopgave SAMENVATTING... 1 INLEIDING... 2 1. RESPONS... 3 2. OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN (PERIODE VAN 1 JANUARI

Nadere informatie

GroenLinks Bronckhorst. Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015

GroenLinks Bronckhorst. Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015 GroenLinks Bronckhorst Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015 Waarom co-vergisten Omdat de meststoffenwet veehouders verplicht de overtollige (mineralen in de) mest te ver(be)werken

Nadere informatie

VLAAMSE OVERHEID Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed

VLAAMSE OVERHEID Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed VLAAMSE OVERHEID Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed [C 2006/36684] 19 MEI 2006. Omzendbrief RO/2006/01 betreffende het afwegingskader en de randvoorwaarden voor de inplanting van installaties

Nadere informatie

Mest, mestverwerking en wetgeving

Mest, mestverwerking en wetgeving Mest, mestverwerking en wetgeving Harm Smit Beleidsmedewerker Economische Zaken, DG AGRO Inhoud Feiten en cijfers. Huidig instrumentarium. Visie op mestverwerking en hoogwaardige meststoffen Toekomstig

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum verzoek 2 april 2010

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum verzoek 2 april 2010 Aan het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten Afdeling Ruimtelijk Ordening T.a.v. de heer S. Olschewsky Postbus 290 5720 AG Asten Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 100486-002-verzoek

Nadere informatie

Nota: Randvoorwaarden voor de inplanting van installaties voor mestbehandeling en vergisting

Nota: Randvoorwaarden voor de inplanting van installaties voor mestbehandeling en vergisting Nota: Randvoorwaarden voor de inplanting van installaties voor mestbehandeling en vergisting Deze nota is gebaseerd op de omzendbrief RO/2006/01 van 19 mei 2006 en bevat een aantal aandachtspunten bij

Nadere informatie

In dit hoofdstuk gaan wij op zoek naar de verschillende vergunningen die nodig zijn voor de opstart van een kapsalon.

In dit hoofdstuk gaan wij op zoek naar de verschillende vergunningen die nodig zijn voor de opstart van een kapsalon. 12. Vergunningen. In dit hoofdstuk gaan wij op zoek naar de verschillende vergunningen die nodig zijn voor de opstart van een kapsalon. Er zijn 3 type vergunningen : 1. Stedebouwkundige vergunning (bouwvergunning)

Nadere informatie

Mestverwerking in De Peel

Mestverwerking in De Peel Mestverwerking in De Peel Mestverwerking Jan van Hoof, Jeanne Stoks, Wim Verbruggen Maart 2012 Agenda Doel van de avond Wat is mest? Wat is het mestprobleem? Waar komt mest vandaan? Hoeveel mest is er?

Nadere informatie

Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018

Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018 Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018 10.1 Ruimtelijke situering Het bedrijf is gelegen aan de Statiestraat 56 te Dentergem. Volgens het kadastraal plan bevindt het bedrijf zich op volgende

Nadere informatie

Quickscan energie uit champost

Quickscan energie uit champost Quickscan energie uit champost Paddenstoelenpact 27 juni 2018 Stijn Schlatmann en Erik Kosse Achtergrond Wekelijks 16.000 ton champost Strengere regelgeving in Duitsland Kosten voor afvoer ca 15 per ton

Nadere informatie

Biowkk in de glastuinbouw Praktijkvoorbeeld BioEnergieBergerden. 10 september 2009 Zevenhuizen Presentatie; Jan Willemsen

Biowkk in de glastuinbouw Praktijkvoorbeeld BioEnergieBergerden. 10 september 2009 Zevenhuizen Presentatie; Jan Willemsen Biowkk in de glastuinbouw Praktijkvoorbeeld BioEnergieBergerden 10 september 2009 Zevenhuizen Presentatie; Jan Willemsen 2004 Doelstelling Initiatiefnemers 2004 Doelstelling Initiatiefnemers Rendement

Nadere informatie

Voor het eerste deel van de studie (Rapport I) werd met behulp van een enquête informatie en data verkregen van mestexperts uit de Europese Unie.

Voor het eerste deel van de studie (Rapport I) werd met behulp van een enquête informatie en data verkregen van mestexperts uit de Europese Unie. Rapport I: Inventarisatie van de mestverwerkingactiviteiten in Europa Voor het eerste deel van de studie (Rapport I) werd met behulp van een enquête informatie en data verkregen van mestexperts uit de

Nadere informatie

Be- en verwerken van mest: een zegen voor water en milieu?

Be- en verwerken van mest: een zegen voor water en milieu? Kennisdag emissies, vergroening en verduurzaming in de landbouw Be- en verwerken van mest: een zegen voor water en milieu? Mark Heijmans 2 december 2014 Het speelveld: schaken op meerdere borden Opzet

Nadere informatie

Nieuwsbrief 1 - Voorjaar 2003

Nieuwsbrief 1 - Voorjaar 2003 Nieuwsbrief 1 - Voorjaar 2003 Voorwoord Beste, Voor u ligt onze eerste nieuwsbrief Mestverwerking. Het is de bedoeling om u via deze weg op regelmatige basis te informeren over nieuwe realisaties en evoluties

Nadere informatie

Biobased economy in het Groene Hart

Biobased economy in het Groene Hart Biobased economy in het Groene Hart Energie & Bio/Groen Gas 27 juni 2013, Langeraar, Michiel van Galen Inhoud Landelijke doelen energie en beleid Stimuleringsbeleid Groen Gas Het proces Stand van zaken

Nadere informatie

VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN

VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN 2013 Juli 2014 i Copyright/Disclaimer Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van VCM vzw verveelvoudigd

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

Innoveren doe je Samen

Innoveren doe je Samen Innoveren doe je Samen Deep in the shit Ervaringen van een innovatieve ondernemer in een hooggereguleerde sector Ir Roger A.B.C. Rammers CMC 1 Agenda 1. Introductie AquaPurga 2. Mestmarkt: mestproblematiek

Nadere informatie

5-3-2012. Mestverwerking in Nederland. Wat doet de afdeling Milieu: Kunstmestvervanging door stikstof uit mest. Waarom mestverwerken?

5-3-2012. Mestverwerking in Nederland. Wat doet de afdeling Milieu: Kunstmestvervanging door stikstof uit mest. Waarom mestverwerken? Mestverwerking in Nederland Wat doet de afdeling Milieu: Wageningen, 6 maart 2012 Fridtjof de Buisonjé, Afdeling Milieu gasvormige emissies, fijnstof, emissiearme huisvestingssystemen; bodemkwaliteit,

Nadere informatie

Resultaten VCM-enquête 2009: Stand van zaken mestverwerking in Vlaanderen periode 1 juli juni Persconferentie 14 januari 2010

Resultaten VCM-enquête 2009: Stand van zaken mestverwerking in Vlaanderen periode 1 juli juni Persconferentie 14 januari 2010 Resultaten VCM-enquête 2009: Stand van zaken mestverwerking in Vlaanderen periode 1 juli 2008-30 juni 2009 Persconferentie 14 januari 2010 Operationele verwerkingscapaciteit (hoeveelheid verwerkte N en

Nadere informatie

VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN

VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN juli 2009 juni 2010 Januari 2011 i Inhoudsopgave SAMENVATTING... 1 INLEIDING... 2 1. RESPONS... 3 2. OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN (PERIODE

Nadere informatie

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

AMV/ /1001/B. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking ^\ Vlaamse Regering AMV/00015605/1001/B Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.9.4.4 van titel II van het VLAREM, ingediend door de bvba DGST, Waterstraat

Nadere informatie

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht; 2/MLAV1/9200000667/KB/ian. Milieuvergunningen HOUDENDE VERGUNNING AAN PELKMANS-VAN BOUWEL JOZEF VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2323 HOOGSTRATEN (WORTEL), LANGENBERG 52A. De bestendige

Nadere informatie

1. INLEIDING Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCMvzw)

1. INLEIDING Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCMvzw) 1. INLEIDING In Vlaanderen geldt de mestverwerkingsplicht. Ieder veeteeltbedrijf met ofwel een productie van meer dan 10.000 kg fosfaat op jaarbasis ofwel een productie hoger dan 7.500 kg fosfaat op jaarbasis

Nadere informatie

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning Brussel, 24 juni 2008 082406_Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning Advies Uniek loket bouw- en milieuvergunning 1. Inleiding De SERV werd op 29 mei door de Vlaamse minister van Openbare werken,

Nadere informatie

WOONGEBIEDEN AANVULLENDE AANDUIDINGEN

WOONGEBIEDEN AANVULLENDE AANDUIDINGEN Gewestplan : legende en voorschriften. Daar waar nog geen ruimtelijk uitvoeringsplan of bijzonder plan van aanleg van kracht is, gelden de voorschriften uit de gewestplannen. Hier vindt u de legende bij

Nadere informatie

Milieuvergunningsaanvraag 1 ste klasse VLAREM

Milieuvergunningsaanvraag 1 ste klasse VLAREM Milieuvergunningsaanvraag 1 ste klasse VLAREM COGEN ENERGY / VAMO BVBA Ter Poperenweg 7 8560 MOORSELE Informatievergadering OC De Stekke Moorsele 5 januari 2010 Voorwerp van de aanvraag volgens VLAREM-definities

Nadere informatie

MestBEwerking en VERwerking in Vlaanderen Emilie Snauwaert, VCM

MestBEwerking en VERwerking in Vlaanderen Emilie Snauwaert, VCM MestBEwerking en VERwerking in Vlaanderen Emilie Snauwaert, VCM 16/05/2017, Kinrooi Inhoud Wat doet het VCM? Wetgeving mestverwerking Mestverwerkingstechnieken en eindproducten Evolutie mestbe- en verwerking

Nadere informatie

Méér uit mest halen Stand van zaken anno 2017

Méér uit mest halen Stand van zaken anno 2017 Méér uit mest halen Stand van zaken anno 2017 Jaap Uenk DOFCO BV, Twello VAB, 5 oktober 2017 Inhoud Introductie Opties op bedrijfsniveau Mestmarkt in Nederland Export van onbehandelde mest Stand van zaken

Nadere informatie

Geen mestfabrieken op het platteland!

Geen mestfabrieken op het platteland! Geen mestfabrieken op het platteland! Momenteel ontbreekt het aan een actueel Vlaams en provinciaal ruimtelijk kader voor mestbehandeling met duidelijk onderscheid tussen kleinschalige en industriële installatie.

Nadere informatie

VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN

VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN 2014 Juni 2015 i Copyright/Disclaimer Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van VCM vzw verveelvoudigd

Nadere informatie

De business case: Mest verwaarden. Hans van den Boom Sectormanager Food & Agri Rabobank Nederland

De business case: Mest verwaarden. Hans van den Boom Sectormanager Food & Agri Rabobank Nederland De business case: Mest verwaarden Hans van den Boom Sectormanager Food & Agri Rabobank Nederland Hengelo 28 maart 2014 mln. kg fosfaat Export van fosfaat moet met 50% stijgen 200 175 150 125 100 75 50

Nadere informatie

Omzetting Energie-efficiëntie Richtlijn in VLAREM. Vicky Demeyer Afdeling Milieuvergunningen

Omzetting Energie-efficiëntie Richtlijn in VLAREM. Vicky Demeyer Afdeling Milieuvergunningen Omzetting Energie-efficiëntie Richtlijn in VLAREM Afdeling Milieuvergunningen Energie-efficiëntie Richtlijn Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie,

Nadere informatie

TITRE 00/00/2015 DE LA PRESENTATION ( MENU "INSERTION / 1 EN-TETE ET PIED DE PAGE") Groen Gas Burgum. 25 maart 2017

TITRE 00/00/2015 DE LA PRESENTATION ( MENU INSERTION / 1 EN-TETE ET PIED DE PAGE) Groen Gas Burgum. 25 maart 2017 TITRE 00/00/2015 DE LA PRESENTATION ( MENU "INSERTION / 1 EN-TETE ET PIED DE PAGE") Groen Gas Burgum 25 maart 2017 Centrale Bergum: zonnepanelen park Realisatie medio 2017 5 MW Ontwikkeling drijvende zonnepanelen

Nadere informatie

Mogelijkheden van vergisting voor de productie van biogas. Bruno Mattheeuws 09 juni 2007

Mogelijkheden van vergisting voor de productie van biogas. Bruno Mattheeuws 09 juni 2007 Mogelijkheden van vergisting voor de productie van biogas Bruno Mattheeuws 09 juni 2007 AGENDA Biogas-E vzw Biomassa Anaerobe vergisting Digestaat Biogas en de toepassingen Anaerobe vergisting en het milieu

Nadere informatie

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking Mestbeleid Verplichte mestverwerking Eind december 2013 zijn de details van de verplichte mestverwerking bekend geworden. Dit betekent onder andere dat de verwerkingspercentages en de definitie van verwerken

Nadere informatie

VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN. juli 2008 juni 2009

VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN. juli 2008 juni 2009 VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN juli 2008 2009 Januari 2010 INHOUDSTAFEL Samenvatting... 1 Inleiding... 2 1. Respons... 3 2. Realisaties op vandaag: operationele

Nadere informatie

U neemt een vergunde mestopslag in gebruik die hoort bij een bestaande (leegstaande) exploitatie.

U neemt een vergunde mestopslag in gebruik die hoort bij een bestaande (leegstaande) exploitatie. FAQ s opslag van vaste dierlijke op landbouwgrond 1. Wat is vaste dierlijke mest? Onder vaste dierlijke mest wordt verstaan: champost stalmest vaste fractie na het scheiden van dierlijke mest dierlijke

Nadere informatie

Ecologie: Excursie naar milieuvriendelijke landbouwbedrijven

Ecologie: Excursie naar milieuvriendelijke landbouwbedrijven Ecologie: Excursie naar milieuvriendelijke landbouwbedrijven Oplossingenbundel 2 1 Korte uitleg In deze bundel staat kort uitgeschreven wat de mogelijke oplossingen kunnen zijn voor een vraag. Bij sommige

Nadere informatie

Landelijke inventarisatie export en verwerking dierlijke mest 2018

Landelijke inventarisatie export en verwerking dierlijke mest 2018 Landelijke inventarisatie export en verwerking dierlijke mest 2018 Fosfaat: overschot, export en verwerking 2017 Stikstof: overschot, export en verwerking 2017 Mestbewerkingsinstallaties Ontwikkelingen

Nadere informatie

Aanvraag van een vergunning voor het wijzigen van vegetatie of van kleine landschapselementen

Aanvraag van een vergunning voor het wijzigen van vegetatie of van kleine landschapselementen Aanvraag van een vergunning voor het wijzigen van vegetatie of van kleine landschapselementen ANB-47-20131016 In te vullen door de behandelende afdeling ontvangstdatum registratienummer Waarvoor dient

Nadere informatie

Bestaand regionaal bedrijf

Bestaand regionaal bedrijf Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaand regionaal bedrijf N.V. Wijckmans te Ham Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79) Roeselare - Tielt 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79) 0180 De gebieden die als "reservegebied voor woonwijken" zijn aangeduid, kunnen op initiatief van de gemeente of de vereniging van gemeenten

Nadere informatie

Geur en mestverwerking

Geur en mestverwerking Geur en mestverwerking Frederik Accoe, Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking Toon Van Elst, PRG Odournet nv Studiedag Geurhinder, 28 januari 2011 Inhoud Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCMvzw)

Nadere informatie

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur

afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur Gebied 1 Bakels Broek / Galgenbeemd Art. 3 N Art. 1 Achtergrond: Gescande kadastrale plans - Toestand 01.01.01 - Bron KADSCAN (OC GIS Vlaanderen-AKRED) GEWESTELIJK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN Onderdelen

Nadere informatie

POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST

POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST Bijlage III Model III POSITIEF PLANOLOGISCH ATTEST Het college van burgemeester en schepenen heeft de aanvraag, ingediend door Verhoogen Geert, b.v.b.a. Verhoogen Geert, met als adres Rechtestraat 38,

Nadere informatie

Compact Plus biogasinstallatie, Lierop, 600 kw

Compact Plus biogasinstallatie, Lierop, 600 kw Hoe maak je biogas? Inhoud presentatie Wie en wat is Biogas Plus? Hoe werkt een biogasinstallatie? Voor wie is een biogasinstallatie interessant? Is een biogasinstallatie duurzaam? Zijn subsidies nodig?

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (1995=100) 120 100 80 60 40 P landbouw N landbouw N huishoudens P huishoudens CZV huishoudens N

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 2 MAART 1999. - Omzendbrief RO 99/01 over de advisering m.b.t. de verenigbaarheid van ' omlopen voor wedstrijden, test- en oefenritten met motorvoertuigen ' zoals

Nadere informatie

Sint-Truiden - Tongeren

Sint-Truiden - Tongeren Sint-Truiden - Tongeren 1. Reservegebieden voor industriële uitbreiding (KB 5/04/77) 1080 De gebieden die als reservegebieden voor industriële uitbreiding zijn aangeduid, kunnen op initiatief van de Staat,

Nadere informatie

Aanvraag van een planologisch attest

Aanvraag van een planologisch attest Bijlage I Model I Aanvraag van een planologisch attest AFDELINGSCODE- (Vul hier het adres in van de gedelegeerd planologisch ambtenaar) In te vullen door de behandelende afdeling ontvangstdatum Bezorg

Nadere informatie

Innovatieve mestverwerking op de boerderij

Innovatieve mestverwerking op de boerderij Innovatieve mestverwerking op de boerderij Groen gas productie en nutriëntenterugwinning René Cornelissen (CCS) 7 juni 2017 Inhoudsopgave CCS Mest Kleinschalige mono-mestvergisting Bio-Up, Groen Gas op

Nadere informatie

Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest

Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest Bezwaarschrift aanvraag pluimveehouderij Yvan Moonen, Kriekelswarande zn Diest Middels dit bezwaarschrift wens ik bezwaar in te dienen tegen de voormelde milieuvergunningsaanvraag op gronde van volgende

Nadere informatie

Nitraatgehalte in de meetplaatsen van het MAP-meetnet

Nitraatgehalte in de meetplaatsen van het MAP-meetnet Nitraatgehalte in de meetplaatsen van het MAP-meetnet Indicatorgegevens Naam Definitie Meeteenheid Nitraatgehalte in de meetplaatsen van het MAP-meetnet (MAP = mest-actie-plan) Percentage meetplaatsen

Nadere informatie

Composterings en vergistingssector combineren materiaal en energierecuperatie

Composterings en vergistingssector combineren materiaal en energierecuperatie Composterings en vergistingssector combineren materiaal en energierecuperatie Kristel Vandenbroek Kristel Vandenbroek Industrie en Milieu 2011 31.03.2011 Verwerking in Vlaanderen Input onder Vlaco controlecontrole

Nadere informatie

MLAV1/ /RP/si

MLAV1/ /RP/si /RP/si OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV SEPPIC BELGIE MET BETREKKING TOT EEN ALKOXYLATIEFABIEK, GELEGEN TE 2070 ZWIJNDRECHT, SCHELDEDIJK 50, EN OVER DE MELDING VAN INRICHTINGEN VAN DE DERDE KLASSE.

Nadere informatie

Workshop mestvergisting. Jan Willem Bijnagte CCS Energie advies

Workshop mestvergisting. Jan Willem Bijnagte CCS Energie advies Workshop mestvergisting Jan Willem Bijnagte CCS Energie advies Bijnagte@cocos.nl BioEnergy Farm 2 Project beschrijving Europees project Markt ontwikkeling mono-mestvergisting Verspreiden onafhankelijke

Nadere informatie

Gelet op het koninklijk besluit van 6 oktober 1977 betreffende de handel in meststoffen en bodemverbeterende middelen;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 oktober 1977 betreffende de handel in meststoffen en bodemverbeterende middelen; MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 16 DECEMBER 1997. Besluit van de Vlaamse regering houdende het toestaan van afwijkingen op de uitrijregeling voor bepaalde cultuurgronden in toepassing van artikel

Nadere informatie

Workshop. Mestverwerking: een bron van emissies of een kans voor emissie reductie? Ellen van Voorthuizen Wim van der Hulst Gerard Rijs

Workshop. Mestverwerking: een bron van emissies of een kans voor emissie reductie? Ellen van Voorthuizen Wim van der Hulst Gerard Rijs Workshop Mestverwerking: een bron van emissies of een kans voor emissie reductie? Ellen van Voorthuizen Wim van der Hulst Gerard Rijs Programma Welkom en opening Introductie mestverwerking MVI s Achtergronddocument:

Nadere informatie

Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers

Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers Presentatie Ing. Jaap Uenk MAB LTO Noord afdeling De Liemers, 3 november 2010 Inhoud presentatie Ontwikkeling mestsituatie in Nederland Ontwikkeling

Nadere informatie

GRUP Vanpeteghem Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden Juni 2013

GRUP Vanpeteghem Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden Juni 2013 Gemeente Staden Juni 2013 Opdracht: Opdrachtgever: Opdrachthouder: Gemeentebestuur Staden Marktplaats 2 8840 Staden Adoplan bvba Vaartlaan 28/1 9800 Deinze Tel: 09/241.53.70 Fax: 09/241.53.79 office@adoplan.be

Nadere informatie

Ontheffing tot het opstellen van een MER

Ontheffing tot het opstellen van een MER Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 fax: 02/553.80.75 Ontheffing

Nadere informatie

Statenmededeling. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van Actuele ontwikkelingen rondom mestbeleid in Noord-Brabant

Statenmededeling. Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van Actuele ontwikkelingen rondom mestbeleid in Noord-Brabant Statenmededeling Onderwerp Mestbewerking in Noord-Brabant Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant, Kennisnemen van Actuele ontwikkelingen rondom mestbeleid in Noord-Brabant Aanleiding In maart 2014 hebben

Nadere informatie

1. Vergunningsplicht. 2. Vergunningsaanvraag: - procedure - indiening. 3. Vergunbaarheid

1. Vergunningsplicht. 2. Vergunningsaanvraag: - procedure - indiening. 3. Vergunbaarheid 1. Vergunningsplicht 2. Vergunningsaanvraag: - procedure - indiening 3. Vergunbaarheid 1. Vergunningsplicht 2. Vergunningsaanvraag: - procedure - indiening 3. Vergunbaarheid 1. VERGUNNINGSPLICHT VCRO:

Nadere informatie

Markt voor Mest. Geert Boosten Seminar Mest d.d. 19 juni 2015

Markt voor Mest. Geert Boosten Seminar Mest d.d. 19 juni 2015 Markt voor Mest Geert Boosten Seminar Mest d.d. 19 juni 2015 Toenemende vraag hergebruik grondstoffen Biobrandstof: 10% alternatieve brandstoffen in wegverkeer in 2020 Groen gas: 14% bijdrage in 2020 Reductie

Nadere informatie

Technische fiche activiteit TRA ACT 125 versie n 2 11/06/2015

Technische fiche activiteit TRA ACT 125 versie n 2 11/06/2015 Korte omschrijving Fabrikant meststoffen dierlijke bijproducten Beschrijving Code Plaats Fabrikant PL43 Activiteit Vervaardiging AC39 Product Meststoffen, bodemverbeterende middelen, teeltsubstraten PR128

Nadere informatie

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Aan het college van burgemeester en schepenen VLAREM-03-140917 In te vullen door de behandelende afdeling dossiernummer

Nadere informatie

Mestsituatie en de verwerkingsplicht Gelderse Vallei en Utrechts zandgebied

Mestsituatie en de verwerkingsplicht Gelderse Vallei en Utrechts zandgebied Mestsituatie en de verwerkingsplicht Gelderse Vallei en Utrechts zandgebied Jaap Uenk DOFCO Beheer BV, Ruurlo, 27 februari 2014, Barneveld j.uenk@dofco.nl INHOUD Introductie Mest- en mineralensituatie

Nadere informatie

Handelingen. Commissievergadering. Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed VOORLOPIGE VERSIE

Handelingen. Commissievergadering. Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed VOORLOPIGE VERSIE vergadering C140 LEE20 zittingsjaar 2010-2011 Handelingen Commissievergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed van 15 februari 2011 VOORLOPIGE VERSIE Niet citeren

Nadere informatie

Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen

Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen Mogelijkheden van windenergie op bedrijventerreinen 7 juni 2007 inhoud energie waarom windenergie voor- en nadelen van windenergie windaanbod vergunningen en regelgeving aspecten van belang: windplan Vlaanderen

Nadere informatie

ISP. Studiedag leraars van land- en tuinbouwscholen. 20 december 2016

ISP. Studiedag leraars van land- en tuinbouwscholen. 20 december 2016 Emissies @ ISP Studiedag leraars van land- en tuinbouwscholen 20 december 2016 Wat is ISP? Projectwerking Advieswerking The big four Fijn stof Geur Ammoniak Broeikasgas Fijn stof Geur Ammoniak Broeikasgas

Nadere informatie

Mestverwerking MACE in Landhorst. Henk Jans, arts MG, MMK 3 juli 2014

Mestverwerking MACE in Landhorst. Henk Jans, arts MG, MMK 3 juli 2014 Mestverwerking MACE in Landhorst Henk Jans, arts MG, MMK Introductie Rol van de GGD: toelichting op risico s mestverwerkingsbedrijf MACE nav vragen van werkgroep MACE en andere betrokkenen, besproken tijdens

Nadere informatie

Mest als basis voor energie en grondstoffen

Mest als basis voor energie en grondstoffen Mest als basis voor energie en grondstoffen Nico Verdoes Wageningen UR Livestock Research Bio-energiedag Oost-Nederland, 1 november 2012 Livestock Research ca. 200 fte Genomics Animal Nutrition Animal

Nadere informatie

MLAV1/ /MV/lydr.

MLAV1/ /MV/lydr. /MV/lydr. OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE N.V. BASF ANTWERPEN MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF (SUPER ABSORBER POLYMEER - SAP), GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, SCHELDELAAN 600 - HAVEN 725. De bestendige

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR LEEFMILIEU, NATUURBEHOUD EN RUIMTELIJKE ORDENING

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR LEEFMILIEU, NATUURBEHOUD EN RUIMTELIJKE ORDENING C99 LEE13 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2002-2003 16 januari 2003 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR LEEFMILIEU, NATUURBEHOUD EN RUIMTELIJKE ORDENING Vraag om uitleg van mevrouw Marleen Van den

Nadere informatie

THEMADAG VAN DE VAKGROEP LANDBOUW EUREGIO SCHELDEMOND VERGUNNINGEN VAN GRENSBOEREN, WELKE MANIER VAN AANPAK?

THEMADAG VAN DE VAKGROEP LANDBOUW EUREGIO SCHELDEMOND VERGUNNINGEN VAN GRENSBOEREN, WELKE MANIER VAN AANPAK? THEMADAG VAN DE VAKGROEP LANDBOUW EUREGIO SCHELDEMOND WORKSHOP: VERGUNNINGEN VAN GRENSBOEREN, WELKE MANIER VAN AANPAK? RAF BARZEELE PROVINCIE OOST-VLAANDEREN 10 JUNI 2016 Dieren - criteria Indeling volgens

Nadere informatie

Biomassa Energie Centrales - biogas

Biomassa Energie Centrales - biogas Biomassa Energie Centrales - biogas Anaërobe verwerking/toepassing van Biomassa als Duurzame oplossing voor hedendaagse Energiebehoeften Hammestraat 87 9220 Moerzeke abde@abde.be +32 473 813 183 Reeds

Nadere informatie

VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN

VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN juli 2006 juni 2007 1 JULI 2005-30 JUNI 2006 December 2007 INHOUDSTAFEL Samenvatting... 1 Inleiding... 2 1. Respons... 4 2. Realisaties

Nadere informatie

TRAJECTEN MESTVERWERKINGSTECHNIEKEN

TRAJECTEN MESTVERWERKINGSTECHNIEKEN TRAJECTEN MESTVERWERKINGSTECHNIEKEN Juni 2008 INHOUDSTAFEL Inleiding... 1 1. Aantal operationele installaties... 3 2. Operationele mestverwerkingscapaciteiten... 6 I INLEIDING Het VCM schetst jaarlijks

Nadere informatie

HR WKK met CO 2 winning

HR WKK met CO 2 winning HR WKK met CO 2 winning Door: Herman Klein Teeselink HoSt Sheet 1 of 22 Inhoud HoSt HoSt ImtechVonkV.O.F. - Reinigen van rookgassen - Rookgascondensor / Scrubber - Nat elektrostatisch filter - Waterbehandeling

Nadere informatie

Synergie energie hergebruik overheden, agrarische sector en industrie

Synergie energie hergebruik overheden, agrarische sector en industrie Synergie energie hergebruik overheden, agrarische sector en industrie Doelstelling thema bijeenkomst: Inzicht in ontwikkelingen bij overheid, industrie en agrarische sector Inzicht in kansen voor synergie

Nadere informatie

Vlaams Kenniscentrum water

Vlaams Kenniscentrum water Vlaams Kenniscentrum water IBA s in de praktijk 1 Niet vaak meer ingezet, eerder polishingstap oa landbouw (mestverwerking, verwijdering nitraat) 2 2/ Horizontaal doorstroomd bed (geen direct contact met

Nadere informatie

Doel van het formulier

Doel van het formulier TOELICHTING BIJ HET INVULLEN VAN HET FORMULIER VOOR HET VERZOEK TOT BIJSTELLING OF DE VRAAG TOT AFWIJKING VAN DE MILIEUVOORWAARDEN DIE GELDEN VOOR EEN INGEDEELDE INRICHTING OF ACTIVITEIT Dit document geeft

Nadere informatie

Workshop Innovatie in mestverwerking en vermarkting Bert Bohnen en Frederik Accoe

Workshop Innovatie in mestverwerking en vermarkting Bert Bohnen en Frederik Accoe Workshop Innovatie in mestverwerking en vermarkting Bert Bohnen en Frederik Accoe Elzenveld, Antwerpen, 20 maart 2012 Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking Organisatie Onafhankelijk samenwerkingsverband

Nadere informatie

Overwegende dat de emissies op basis van fossiele brandstoffen op korte of lange termijn de buffercapaciteit van de biosfeer kunnen overschrijden;

Overwegende dat de emissies op basis van fossiele brandstoffen op korte of lange termijn de buffercapaciteit van de biosfeer kunnen overschrijden; Gelet op de bepalingen van gemeentedecreet inzonderheid op artikel 42; Gelet op de ondertekende samenwerkingsovereenkomst Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling waarbij de stad Landen zich ertoe

Nadere informatie

VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN

VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN VCM-ENQUETE OPERATIONELE STAND VAN ZAKEN MESTVERWERKING IN VLAANDEREN 2017 i Copyright/Disclaimer Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van VCM vzw verveelvoudigd en/of

Nadere informatie

Project-m.e.r.-screening

Project-m.e.r.-screening Project-m.e.r.-screening Aan het college van burgemeester en schepenen de deputatie van de provincieraad straat en nummer postnummer en gemeente LNE-MER-01-120913 In te vullen door de behandelende afdeling

Nadere informatie

Mestscheiding Annelies Gorissen

Mestscheiding Annelies Gorissen Mestscheiding Annelies Gorissen 16/05/2017, Kinrooi Dunne fractie Rijk aan N & K Drijfmest Rijk aan N, P en K Mestscheider Dikke fractie Rijk aan P Waarom scheiden? Beperken mestafvoer: concentreren van

Nadere informatie

Het milieu is rechtstreeks verantwoordelijk voor onze gezondheid (zuivere lucht, zuiver water zijn nodig om te overleven.)

Het milieu is rechtstreeks verantwoordelijk voor onze gezondheid (zuivere lucht, zuiver water zijn nodig om te overleven.) Samenvatting door een scholier 988 woorden 20 mei 2015 0 keer beoordeeld Vak Biologie Welke soorten verontreiniging van het milieu kennen we? Lucht verontreiniging Water verontreiniging Bodem verontreiniging

Nadere informatie

De wind in de zeilen voor Dilbeek

De wind in de zeilen voor Dilbeek De wind in de zeilen voor Dilbeek Op zoek naar geschikte locaties voor windturbines in Dilbeek aan de hand van het Windplan Vlaanderen en de Vlaamse Omzendbrief Windenergie Waarom windenergie? Op zoek

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement. 37020/53/4/W/1 Besluit van de deputatie van de Provincieraad, in verband met de aanvraag van tot het wijzigen/aanvullen van de vergunningsvoorwaarden van N.V. ARDO / ARDO E. HASPESLAGH gelegen te Wezestraat

Nadere informatie

Emissie van NH 3 door de veeteelt

Emissie van NH 3 door de veeteelt Emissie van NH 3 door de veeteelt Indicatorgegevens Naam Definitie Meeteenheid Situering Beleidsdomein Bekommernis Emissie van ammoniak door de veeteelt Ammoniak is een gas dat op natuurlijke wijze ontstaat

Nadere informatie

Boeren met energie. 11 November 2010

Boeren met energie. 11 November 2010 Boeren met energie 11 November 2010 Wat doen wij? Ontwikkelen projecten energie uit biomassa Opzetten expertisecentrum energie uit hout droogtechnieken stookgedrag rookgasmetingen rookgasreiniging Ontwikkelen

Nadere informatie

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Aan het college van burgemeester en schepenen VLAREM-03-03022009 In te vullen door de behandelende afdeling dossiernummer

Nadere informatie

BELANG RUIMTELIJK ASPECT IN MESTPROBLEMATIEK EN DE IMPACT HIERVAN OP VRAAG NAAR MESTVERWERKING

BELANG RUIMTELIJK ASPECT IN MESTPROBLEMATIEK EN DE IMPACT HIERVAN OP VRAAG NAAR MESTVERWERKING BELANG RUIMTELIJK ASPECT IN MESTPROBLEMATIEK EN DE IMPACT HIERVAN OP VRAAG NAAR MESTVERWERKING Bart Van der Straeten Departement Landbouw & Visserij, Afdeling Monitoring en Studie (AMS) Context IWT-landbouwproject

Nadere informatie

MLAV1/ /MV/bd

MLAV1/ /MV/bd MLAV1/9900000064/MV/bd HOUDENDE VERGUNNING AAN DE N.V. BAYER ANTWERPEN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN CHEMISCH BEDRIJF (XIV-KRACHTCENTRALE MIDDEN), GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, HAVEN 507- SCHELDELAAN 420. De

Nadere informatie