READER TRENDANALYSE

Transcriptie

1 READER TRENDANALYSE

2 Inhoudsopgave Programma week 1 t/m 5. 3 Programma week 6 t/m Beoordelingsformulier Trendanalyse Beoordeling en criteria Participatie... 6 Beoordeling en criteria Blogposts. 6 Beoordeling en criteria Presentatie.. 8 Beoordeling en criteria Adviesrapport...10 Format Adviesrapport.. 12 Debat- en discussievormen. 13 MLA standaard

3 Programma week 1 t/m 5 3

4 Programma week 6 t/m 10 4

5 Opleiding CMDAmsterdam Beoordelingsformulier Trendanalyse 2012/13 Naam student: Studentnummer:.... Docent: Shirley Niemans / Laura van der Vlies Criteria: CIJFER/AVV Individueel: Participatie in de werkgroepen (10%) Duo: Blogposts [AVV] Ja / Nee Presentatie (40%) Adviesrapport (50%) Om een voldoende voor het vak te halen, dienen de onderdelen presentatie en adviesrapport met tenminste een 5,5 afgesloten te zijn. Alle opdrachten dienen op de blog te staan alvorens het adviesrapport mag worden ingediend ter beoordeling. Opmerkingen: DATUM: EINDCIJFER: 5

6 Beoordeling Participatie Actieve participatie in de vorm van zinvolle deelname aan groepsdiscussies, het stellen van vragen en het geven van kritische, opbouwende feedback aan medestudenten is een belangrijk onderdeel van het vak Trendanalyse. De beoordeling van het onderdeel participatie vormt daarom 10% van het individuele eindcijfer. In verband met deze beoordeling (O, V, RV of G) houdt de docent de volgende zaken bij: - Actieve participatie in de werkgroep - Serieuze peer review gegeven - Actieve en kritische deelname aan groepsdiscussies Beoordeling Blogposts Middels wekelijkse blog-opdrachten werk je als duo aan de analyse van je gekozen trend en de grove inhoud van het adviesrapport. Wanneer je wekelijks post, zul je na vier weken de basis van je adviesrapport op papier hebben staan. Let op: De docent geeft in de wekelijkse werkcolleges algemene feedback op de blogposts en biedt gelegenheid voor gerichte vragen en discussie over de stof. Beoordeling: AVV: Alle blogposts van een student dienen in correct en helder Nederlands online te staan alvorens het adviesrapport mag worden ingediend ter beoordeling. Opdrachtomschrijving: Blogpost 1 (Week 2) 1. Vaak zijn er vele verschillende definities (korte, samenvattende beschrijvingen) van een bepaalde trend in omloop. Breng deze in kaart en geef je eigen definitie van de trend, eventueel samengesteld vanuit verschillende bronnen. Onderbouw waarom je deze definitie het meest passend vindt. 2. Beschrijf in enkele alinea s wat de trend inhoudt en geef een aantal aansprekende voorbeelden. Bedenk en noteer tenminste drie plekken, personen of bedrijven in Amsterdam e.o. waar je nadere informatie over deze trend zou kunnen verzamelen. 3. Analyseer je trend middels de trendpiramide (zie kennisclips deze week en H22 van de Mediaexplosie). Omschrijf het micro, meso en macroniveau. NB: Voeg bovenaan deze blogpost een duidelijke foto van ieder teamlid toe. Blogpost 2 (Week 4) 1. Verzamel overtuigend bewijsmateriaal voor het bestaan van jouw trend. Gebruik hiervoor de databases en catalogus van de Mediatheek (zie kennisclips deze week), het web én interviews met lokale experts of stakeholders. Noem tenminste 5 bronnen en geef per bron aan hoe deze het punt dat je wilt maken ondersteunt. 6

7 Aandachtspunten: Spelling en grammatica, bronvermelding (MLA) en discussie. Blogpost 3 (Week 5) 1. Onderzoek de context van je opdrachtgever aan de hand van het Business Model Canvas (zie kennisclips en lesmateriaal van deze week) en 2. Maak een eerste aanzet voor je aanbeveling: Op welke manieren kan jouw trend aansluiten op, of bijdragen aan de bedrijfsvoering? Aandachtspunten: Spelling en grammatica, bronvermelding (MLA) en discussie. Blogpost 4 (Week 7) 1. Post de feedback die je hebt ontvangen vanuit de peer-review (eventueel in een privépost), en benoem duidelijk welke twee klasgenoten het adviesrapport beoordeeld hebben. Aandachtspunten: Spelling en grammatica, bronvermelding (MLA) en discussie. 7

8 Beoordelingsformulier Presentatie Elk duo geeft een presentatie over hun gekozen trend aan haar medestudenten, en organiseert in samenspraak met de andere duo s binnen het weekthema een prikkelende groepsdiscussie. De presentatie (incl. discussie) beslaat 40% van het eindcijfer voor het vak. O V RV/G Analyseren Trendpiramide is onvolledig en/of niet correct ingevuld Trendpiramide is volledig en correct ingevuld Trendpiramide is volledig, correct ingevuld en toont daarnaast kritisch vermogen Informeren De trend is onvolledig of met onvoldoende diepgang uitgewerkt De trend is volledig en met voldoende diepgang uitgewerkt De trend is volledig en met voldoende diepgang uitgewerkt, enthousiasmeert en verrast. Overtuigen Literatuurverwijzing is niet in orde en bewijs / argumentatie overtuigt niet Literatuurverwijzing is in orde en bewijs / argumentatie overtuigt voldoende. Literatuurverwijzing is in orde en bewijs / argumentatie overtuigt in hoge mate. Discussie (groep) De discussie heeft de ja-maar(s) vanen/of de samenhang tussen de trends niet (voldoende) boven water gehaald. De discussie heeft de ja-maar(s) van- en de samenhang tussen de trends voldoende boven water gehaald. De discussie heeft de ja-maars van- en de samenhang tussen de trends boven water gehaald en nieuwe inzichten opgeleverd. Doel van de presentatie: Het informeren van je medestudenten over je trend (intro, voorbeelden, werking), de werking ervan op alle niveaus van de piramide en de drijvende krachten achter de trend. Daarnaast toets je met deze presentatie je overtuigingskracht en bewijslast in voorbereiding op het adviesrapport. Lengte: minuten waarvan maximaal 2 minuten video- of geluidsmateriaal. Zorg er bovendien voor dat je medestudenten voldoende kennis en aanknopingspunten hebben om deel te nemen aan de groepsdiscussie. Doel van de groepsdiscussie: Iedere themaweek organiseren de presenterende groepen samen een levendig debat. Doel van dit debat is het boven water krijgen van de ja-maars ; 8

9 de tegenargumenten en de pijnpunten van de afzonderlijke trends, maar ook het ontdekken van de samenhang tussen de trends. Het debat zou ook ruimte moeten creëeren voor onverwachte invalshoeken van klasgenoten die interessant kunnen zijn voor het adviesrapport. De groepen dienen samen tenminste twee stellingen te bedenken waar de klas (onder hun leiding) over kan discussiëren. De discussie duurt +/- 20 minuten in totaal, debat- en discussievormen vind je verderop in de reader. 9

10 Beoordeling Adviesrapport De beoordeling van het rapport vormt 50% van het eindcijfer voor het vak. Briefing: Bedrijf [ ] heeft de klok horen luiden over jouw gekozen trend en vraagt zich af hoe het deze ontwikkeling nuttig zou kunnen gebruiken om haar doelen te bereiken. Aan jullie de vraag om een helder en overtuigend adviesrapport te schrijven waaruit duidelijk blijkt op welke manier de trend al dan niet waardevol zou kunnen zijn voor het betreffende bedrijf in haar context. Aandachtspunten: Let erop dat het rapport voldoet aan de regels voor bronvermelding (MLA), zodat je opdrachtgever het onderzoek ook kan verifiëren. Richt het rapport aan je opdrachtgever en verwijs niet naar het vak Trendanalyse of begrippen zoals trendpiramide, DESTEP en mesoniveau. Houd rekening met de doelgroep van je rapport en gebruik begrijpelijke taal. Wanneer je onderzoeks-bureaus zoals Gartner noemt in je argumentatie, leg dan ook uit waarom dit een AVV Alle blogposts van een student dienen in correct en helder Nederlands online te staan alvorens het adviesrapport mag worden ingediend ter beoordeling In helder en correct Nederlands geschreven (maximaal 5 zware fouten, niet meer dan 10 fouten in totaal) Literatuurverwijzing volgens MLA-standaard Het rapport is binnen de deadline ingeleverd De opzet voor het rapport is door twee personen peer-reviewed O V RV/G Vorm Opmaak, structuur en/of tone of voice is niet conform doelgroep of leidt de aandacht af van de boodschap Opmaak, structuur en tone of voice zijn conform doelgroep, leiden de aandacht niet af van de boodschap Opmaak, structuur en tone of voice ondersteunen de inhoud / versterken de boodschap Aanleiding en context De context van de organisatie wordt slecht tot matig geschetst en/of vraag- en doelstelling zijn onvoldoende helder De context van de organisatie is voldoende helder, vraag- en doelstelling zijn duidelijk Student geeft helder tot diepgaand inzicht in de context van de organisatie, vraagen doelstelling zijn hierin verankerd 10

11 Onderzoek en resultaten Er zijn onvoldoende en/of onbetrouwbare bronnen gebruikt, onderzoek wekt geen vertrouwen Er zijn voldoende en betrouwbare bronnen gebruikt, onderzoek wekt voldoende vertrouwen Er zijn (ruim) voldoende, betrouwbare en originele bronnen gebruikt, onderzoek toont kritisch vermogen en/of verschaft nieuwe inzichten Conclusies en aanbevelingen De conclusies en aanbevelingen geven onvoldoende (overtuigend) antwoord op de vraag- en doelstelling binnen de bedrijfscontext De conclusies en aanbevelingen geven voldoende overtuigend antwoord op de vraag- en doelstelling binnen de bedrijfscontext De conclusies en aanbevelingen geven zeer overtuigend antwoord op de vraag- en doelstelling binnen de bedrijfscontext 11

12 Format Adviesrapport Voorpagina: Gegevens van beide studenten en de opdrachtgever. Verzin een pakkende titel, ondertitel, coverbeeld en eventueel een scherpe quote. Managementsamenvatting: Het management van een organisatie heeft doorgaans weinig tijd en leest deze samenvatting met als doel te bepalen of het het waard is om hier aandacht aan te besteden danwel geld in te steken. Zorg dus dat je kernachtig omschrijft wat de aanleiding van het advies is, wat de aanbevelingen zijn, hoe je daartoe bent gekomen en welke consequenties dat mogelijk heeft voor de bedrijfsvoering. Inhoudsopgave Voorwoord: Bedankt voor de opdracht, evt. dankwoorden aan afdelingen etc. Inleiding: Hier benoem je in het kort alle stappen die doorlopen zijn, van de aanleiding via je onderzoek en methodiek naar de conclusie en aanbevelingen. Hoofdstuk 1: Aanleiding en Context: In het eerste hoofdstuk van het adviesrapport wordt de context van de organisatie geschetst (naar aanleiding van het Business Model Canvas), de aanleiding voor het advies en de vraagstelling en doelstelling worden beschreven. Hoofdstuk 2: Onderzoek en resultaten: In het tweede hoofdstuk van het adviesrapport worden de onderzoeksmethode en de belangrijkste resultaten van het onderzoek weergegeven, met evt. verwijzing naar bijlagen. Je trendanalyse is hier onderdeel van. Hoofdstuk 3: Conclusies en Aanbevelingen: Het derde hoofdstuk bevat de eindconclusies met betrekking tot het onderzoek, een terugkoppeling naar vraag- en doelstelling, de aanbevelingen aan de opdrachtgever en handvatten voor de implementatie ervan. Begrippenlijst Literatuurlijst (MLA) Bijlagen 12

13 Debat- en discussievormen Hieronder zijn een aantal verschillende discussievormen te vinden die jullie kunnen inzetten. Het kiezen van een vorm is verplicht, omdat dit ervoor zorgt dat de discussie gestructureerd verloopt en bovendien levendig blijft. Zorg ervoor dat je de discussie samen goed voorbereidt en dat je voldoende prikkelende vragen bedenkt om de discussie op gang te houden. Leg voordat je begint de regels even kort aan de klas uit, en houd de tijd bij. Tijdens de discussie is de leiding in jullie handen. Hou het straks, de docent grijpt in principe niet in. Aan het einde van de discussie geven twee van de 6 organisatoren een samenvatting van wat er besproken is. NB: Bij sommige discussievormen wordt bepaald wie de winnaar is door een jury van enkele klasgenoten. Bepaal vooraf wie de jury is/zijn, deze klasgenoten nemen geen deel aan het debat maar maken aantekeningen en beargumenteren na kort overleg wie de winnaar is. 1. Lagerhuis debat - Zet twee rijen stoelen tegenover elkaar neer. Poneer een stelling. Eén kant is voor de stelling en één kant is tegen de stelling. Wie het woord wil staat op. Maar spreken mag pas als de debatleider [één van de presentatoren van die week] je het woord geeft. Als je een lastige stelling poneert, kun je er ook voor kiezen om de studenten eerst 2 tot 3 minuten een aantal standpunten te laten voorbereiden. [variatie; overloopdebat: Waarom zou je niet van mening mogen veranderen tijdens een debat? Bij een overloopdebat mag dat! Na het voorlezen van de stelling, vraag je de debaters die voor zijn om aan één kant te zitten; tegenstanders aan de andere kant. Maar tijdens het debat mogen mensen van mening veranderen. Bijvoorbeeld als ze een argument horen van de andere kant dat ze overtuigend vinden. Of als ze juist afgestoten worden door argumenten van hun medestanders. En extra leuk: ook mensen die normaal niks zeggen hebben een mening. Want door te blijven zitten, neem je ook een standpunt in. De debatleider kan hen dus ook vragen waarom ze blijven zitten.] 2. Freeze & Co Verdeel de klas in tweeën. Poneer de stelling en laat één groep vóór en een andere groep tegen zijn. Laat de groepen 3 minuten hun argumenten voorbereiden. Het debat zelf bestaat uit 3 stadia. Het debat begint met een opzetbeurt, waarin de aanvoerders van elk team 1 minuut spreektijd hebben, waarin zij aangeven wat de argumenten van hun team tijdens het debat zullen zijn. Daarna vindt, onder leiding van de debatleider, een vrij debat plaats van vier minuten waar alle debaters aan mee doen. Tijdens dit vrije debat kunnen de teams hun argumenten uitwerken en vooral reageren op elkaar. Na de reactiefase roept de debatleider "FREEZE"! Terwijl de leerlingen stilstaan vat de debatleider in 30 seconden kort samen wat er in het debat zoal is genoemd. Na deze 30 seconden roept de debatleider weer GO, waarna de studenten 1,5 minuut met elkaar mogen overleggen hoe ze dit debat goed gaan samenvatten voor de jury. De samenvattingen (over en weer) duren samen nog twee minuten. Jury: de presentatoren kiezen van tevoren een jury van max 3 personen. Deze vatten aan het eind samen wie de winnaar is en waarom. 3. Stellingenspel - In het lokaal worden drie plekken aangegeven voor verschillende keuzes; eens/oneens/weet niet. De presentatoren poneren een stelling en de overige studenten geven hun mening daarover door naar een van de keuzes toe te lopen. Na het poneren van een keuze en stellingname door de studenten, is het aan de presentatoren om 13

14 random een aantal studenten te vragen naar hun mening. Waarom zijn ze bij eens of bij oneens gaan staan? Laat de studenten bij elke stelling ook op elkaar reageren. Studenten die bij Weet niet staan, moeten door argumenten van de voor- en tegenpartij worden overgehaald om alsnog stelling in te nemen. 4. Buzzen - Iedereen krijgt een handout met stelling. Studenten lezen deze voor zichzelf en denken hier in stilte over na. Daarna vier minuten met buurman/vrouw van gedachten wisselen. Vervolgens worden de stellingen plenair nog een keer besproken. De presentatoren geven random mensen een beurt om hun mening te geven, en zorgen hiermee dat er een discussie op gang komt. 5.??? Jullie mogen ook een eigen, of elders geleerde, debatvorm gebruiken. Zorg ervoor dat de regels duidelijk gecommuniceerd worden en dat de doelen van het debat te behalen zijn. Belangrijk: Hou het levendig. 14

15 Bronvermelding conform MLA- standaard De lezer moet elk geciteerd werk kunnen terugvinden. Bij een citaat of parafrase geef je in de tekst aan wat de bron is. Dat doe je door verkort de vindplaats te vermelden. De volledige gegevens van je bron(nen) neem je op in de bronnenlijst. In de tekst Parafraseren (eerste werk van auteur): Parafraseren (tweede verwijzing): Letterlijk (eerste werk): Letterlijk (tweede werk): Aan het eind van de zin (achternaam, paginanummer) Aan het eind van de zin (paginanummer) Citaat tussen aanhalingsteken, eind van de zin (achternaam, paginanummer) Citaat tussen aanhalingsteken, eind van de zin (paginanummer) Bronnenlijst Begin op een nieuwe pagina aan het eind van je document (titel=bronnenlijst). Lijst op alfabetische volgorde. Als de auteur niet bekend is, gebruik je de titel (nog steeds in alfabetische volgorde). Web: Artikel (tijdschrift): Boek: Auteur. "Titel van artikel" Website. Redacteur. Website uitgever of n.p., Publicatiedatum of n.d., bezoekdatum. <URL>. Auteur. "Titel van artikel" Titel tijdschrift. (Redacteur.) Editie. Plaats van publicatie: Uitgever, datum (pagina's). Medium. Auteur. Titel. (Redacteur.) Editie. Deel. Plaats van publicatie: Uitgever, datum: (pagina's). Medium. Bronvermelding voorbeelden In de tekst Parafraseren (eerste verwijzing): Parafraseren (tweede verwijzing): Letterlijk (eerste werk): Letterlijk (tweede werk): It is stated that personas, like any models, must be based on real observation (Cooper, Reimann en Cronin 80) Cooper argues that personas, like any models, must be based on real observation (80) Cooper says that personas, like any models, must be based on real observation" (Cooper, Reimann en Cronin 80) Cooper says that personas, like any models, must be based on real observation" (80) Bij auteurs met meerdere werken in de bronvermelding (Jones, Computers 102) Bij werken t/m drie auteurs (Levitt en Boscombe 75) of (Haroldson, Waverly en Duckford 654) Bij werken met meer dan drie auteurs (Stevenson et al. 12) Bronnenlijst Web: Artikel (tijdschrift): Boek: Mottaz, Andrew. "An Example: How Good UX Practices Can Keep You from Wasting Resources." Johnny Holland, It's About Interaction. N.p., 21 Aug Web. 27 Aug < example- how- good- ux- practices- can- keep- you- from- wasting- resources/>. Wolfert, Reinout. "Fysieke Retailers Vanuit Achterstand Op Voorsprong." Twinkle, Concreet over E- commerce May 2011: Print. Cooper, Alan, Robert Reimann, and David Cronin. About face 3: The esssentials of interaction design. 3. Indianapolis: Wiley, Print. 15