Hierbij ontvangt u het definitieve rapport van BSO Kids-Topia te Heemstede naar aanleiding van het inspectiebezoek d.d

Transcriptie

1 n GG Kenneerland Afdeling Algeene Gezondheidszorg Retouradres: Postbus 5514, 2000 G Haarle Geeente Heestede».. t.a.v. evr.. Hopan ' L j \ 2dll Postbus AJ Heestede atu : 21 juni 2011 Ons kenerk: agz/thz Contactpersoon: N. Cuppé oorkiesnuer: Kopie aan: Kids-Topia Bijlage(n): 1 rapport Onderwerp: definitief rapport BSO Kids-Topia Geachte evrouw Hopan, Hierbij ontvangt u het definitieve rapport van BSO Kids-Topia te Heestede naar aanleiding van het inspectiebezoek d.d Confor de Wet kinderopvang artikel 63 is de houder in de gelegenheid gesteld o over het ontwerprapport zijn zienswijze kenbaar te aken. Er was overeensteing over de inhoud van het ontwerprapport. Het rapport wordt uiterlijk drie weken na deze vaststelling openbaar geaakt. ocht u verder nog vragen hebben dan kunt u hierover contact et ij opneen via bovenstaand telefoonnuer. et vriendelijke groeten, evrouw N. Cuppé Toezichthouder kinderopvang GG Kenneerland GG Kenneerland aakt deel uit van deveiligheidsregio Kenneerland. eveiligheidsregio Kenneerland ovat de geeenten Beverwijk, Bloeendaal, Haarle, Haarleerliede en Spaarnwoude, Haarleereer, Heeskerk, Heestede, Uitgeest, Velsen en Zandvoort.

2 n GG Bijlage 6 Kenneerland Beleidsregels werkwijze toezichthouder kinderopvang (artikel 8, derde lid) Inspectierapport buitenschoolse opvang Inspectierapport Buitenschoolse opvang Kids-Topia HEESTEE Toezichthouder: Natasja Cuppé GG Kenneerland atu inspectiebezoek:

3 Inhoudsopgave Algeene gegevens Kindercentru 4 Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectie-doein 5 Zienswijze houder kindercentru 9 Beschouwing toezichthouder 10 Advies aan geeente 10 Algeene gegevens toezicht 11 Het inspectie-onderzoek: Uitwerking beoordeling toezichthouder per inspectie-ite 13 Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 2 van 33

4 Inleiding Waaro toezicht? e rijksoverheid stelt aan kindercentra kwaliteitseisen op het gebied van ouderinspraak, personeel, veiligheid en gezondheid, accoodatie en inrichting, groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk en klachten. Jonge kinderen zijn kwetsbaar. e kwaliteit van de eerste jaren van een kind heeft grote invloed op zijn latere ontwikkeling. Het aanbieden van verantwoorde kinderopvang in een gezonde en veilige ogeving is daaro belangrijk. Wie is waarvoor verantwoordelijk? Het kindercentru is verantwoordelijk voor het leveren van kwalitatief goede kinderopvang. e geeente is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op die kwaliteit. In opdracht van de geeente voert de GG inspecties uit, waarbij zij beoordeelt of kindercentra aan de gestelde eisen voldoen. Zo nodig adviseert de GG aan de geeente o aatregelen te neen. Waarop is het toezicht gebaseerd? O de kwaliteit te kunnen beoordelen heeft de rijksoverheid regels in de Wet kinderopvang en in de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang geforuleerd 1. O te kunnen beoordelen of aan deze regels wordt voldaan, is een toetsingskader opgesteld. Hierin slaan alle zaken waarover de toezichthouder inforatie verzaelt én een oordeel geeft. Alle toezichthouders in Nederland werken et dezelfde veldinstruenten, zoals vragenlijsten, o op een gestructureerde anier inforatie te verzaelen tijdens een inspectiebezoek. Wat is het doel van het inspectierapport? e bevindingen van het inspectiebezoek staan in dit inspectierapport. Het doel van dit rapport is: 1. Een oordeel geven over het al dan niet voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Hel kan gaan o de eisen die gesteld worden aan kindercentra o in het landelijk register opgenoen te worden dan wel o eisen die aan kindercentra gesteld worden die al in exploitatie zijn. 2. Aan de geeente rapporteren in hoeverre het kindercentru aan de kwaliteitseisen voldoet en een advies uitbrengen over eventuele vervolgstappen. 3. e (toekostige) ouders inforeren over de ate waarin het kindercentru aan de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector voldoet. Leeswijzer it rapport geeft een overzicht van alle eisen en geeft hierbij aan wat de toezichthouder heeft geconstateerd en wat zijn beoordeling is. In het "Overzicht bevindingen" staan de bevindingen van de toezichthouder heel kort per inspectie-doein saengevat en in "Het inspectie-onderzoek" staan ze per inspectie-ite uitgewerkt. Een toezichthouder oordeelt of er aan de gestelde voorwaarde is voldaan ("ja"), of dit niet het geval is ("nee"), of dat hij niet tol een oordeel kon koen ("niet beoordeeld"). O de geeente van de benodigde inforatie te voorzien o te kunnen bepalen of en in welke ate gehandhaafd dient te worden geeft de toezichthouder, indien op een doein niet aan alle voorwaarden is voldaan, een beschrijving van de context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is. Ook bevat het rapport de zienswijze van de houder van het kindercentru en het advies van de toezichthouder aan de geeente et belrekking tot de handhaving. aarnaast bevat het rapport een aantal basisgegevens van het kindercentru, geeente en toezichthouder. 1 Noren direct ontleend aan de Wel kinderopvang gelden als eis waarvan niet ag worden afgeweken. Noren ontleend aan de beleidsregel gelden als richtlijn. e houder ag daar eventueel van afwijken, its hij daarvoor een goede reden heeft en teninste een gelijkwaardig alternatief biedt voor hetgeen de betreffende nor in de beleidsregel beoogt. Is dat hel geval dan is de beleidsregel op dat onderdeel niet van toepassing. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 3 van 33

5 Algeene gegevens Kindercentru NAW-gegevens kindercentru Naa kindercentru (locatie) Adres Postcode en plaats Telefoon Naa contactpersoon E-ail Website Kwaliteilssyslee Lid brancheorganisatie Kids-Topia Sportparklaan VT HEESTEE hr. Roesier Opvanggegevens Type opvang Aantal groepen Aantal beroepskrachten Aantal kindplaatsen Openi ngsdagen/tijden Buitenschoolse opvang (aanvraag voor 40) a: uur, i: uur, Woe: uur on: uur Vrij: ,30 uur NAW-gegevens houder Naa houder Adres Postcode en plaats Telefoon Naa contactpersoon E-ail Website Registergegevens kindercentru atu aanvraag registeropnae Gegevens aanvraag confor de praktijk atu opnae landelijk register Gegevens register confor de praktijk Kids-Topia Kostverlorenstraat PE ZANVOORT hr.. Roesier info@kids-topia.nl Type inspectie Onderzoek na aanvraag registeropnae Onderzoek na aanvangsdatu exploitatie Regulier inspectie bezoek Nader onderzoek (reden nader onderzoek) Incidenteel onderzoek (reden incidenteel onderzoek) atu vorig inspectiebezoek Aangekondigd Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 4 van 33

6 Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedoein 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Onder de Wel kinderopvang gelden noren voor het starten van een kindercentru dal bedrijfsatig of anders dan o niet gedurende de opvang verzorging en opvoeding biedt aan kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de aand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. Beoordeling toezichthouder Van de 3 voorwaarden van dit doein: -is aan 3 voorwaarden voldaan 1. Ouders Onder de Wet kinderopvang gelden noren voor het instellen van een oudercoissie, het regleent, de saenstelling en werkwijze van de oudercoissie, het adviesrecht van de oudercoissie en de inforatieverstrekking aan ouders. Beoordeling toezichthouder Van de 20 voorwaarden van dit doein: -is aan 10 voorwaarden voldaan -is aan de volgende voorwaarde niet voldaan: 1.3 voorwaarde 1: e houder inforeert de ouders over het te voeren beleid. -zijn de volgende 9 voorwaarden niet beoordeeld: 1.2 voorwaarde voorwaarden 1, 2, 3 en voorwaarden 1, 2, 3 en 4 Beschrijving context van de voorwaarden waaraan niet voldaan is: e inforatie voor ouders is niet copleet. Inforatie over beleid veiligheid en gezondheid, uitgevoerde risico inventarisatie en de klachtenregling ontbreken. Beschrijving context van de voorwaarden die niet beoordeeld zijn: Houder heeft 6 aanden de tijd o een oudercoissie in te stellen. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia Ie HEESTEE 5 van 33

7 2. Personeel Onder de Wet kinderopvang gelden noren voor verklaringen otrent het gedrag, passende beroepskwalificatie, de inzet van pedagogisch edewerkers in ontwikkeling en het gebruik van de Nederlandse taal. Beoordeling toezichthouder Van de 8 voorwaarden van dit doein: -is aan I voorwaarden voldaan -is aan de volgende 2 voorwaarden niet voldaan: 2.1 Verklaring otrent het gedrag, voorwaarde I: Personen werkzaa bij het kindercentru zijn in het bezit van een verklaring otrent het gedrag. 2.2 Passende beroepskwalificatie, voorwaarde 1: Alle beroepskrachten beschikken over de voorde werkzaaheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang is opgenoen. -zijn de volgende 5 voorwaarden niet beoordeeld: 2.1 voorwaarden 2 en voorwaarden I, 2 en 3 Beschrijving context van de voorwaarden waaraan niet voldaan is: e verklaringen otrent het gedrag waren niet aanwezig (van houder zelf) of wel aangevraagd, aar nog niet afgegeven en aanwezig (van 2 personeelsleden). Het diploa van houder was niet aanwezig en onduidelijk is of het diploa van I edewerker kwalificeert voor het werken op de BSO. Houder is duidelijk geaakt dat docuenten voor in diensttreding inorde oeten zijn en inzichtelijk geaakt oeten worden tijdens een (onverwachte) inspectie. Beschrijving context van de voorwaarden die niet beoordeeld zijn: Ite 2.1: Aangezien niet alle VOG's aanwezig waren, kunnen voorwaarden 2 en 3 niet beoordeeld worden. Ite 2.3: Er worden geen PIO'ers ingezet. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia Ie HEESTEE 6 van 33

8 3. Veiligheid en gezondheid Onder de Wet kinderopvang gelden noren voor de waarborging van de veiligheid en gezondheid van kinderen. e houder legt in eenrisico-inventarisatieschriftelijk vast welke risico's de opvang van kinderen et zich eebrengt. Verder gelden noren voor de inhoud en uitvoering van de risico-inventarisatie. Beoordeling toezichthouder Van de 23 voorwaarden van dit doein: -is aan 19 voorwaarden voldaan -is aan de volgende 4 voorwaarden niet voldaan: Beleid veiligheid, voorwaarde 2: Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke aatregelen op welk oent worden genoen in verband et de risico's, alsede de saenhang tussen de risico's en de aatregelen Uitvoering beleid veiligheid, voorwaarde I: e geïnventariseerde risico's zijn copleet en koen overeen et de risico's in de praktijk Beleid gezondheid, voorwaarde 2: Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke aatregelen op welk oent worden genoen in verband et de risico's, alsede de saenhang tussen de risico's en de aatregelen. 3.3 Protocol kinderishandeling, voorwaarde I: e houder heeft een protocol kinderishandeling welke voldoet aan de beschreven eisen. Beschrijving context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is: Houder is gestart et het aken van een risico inventarisatie veiligheid -en gezondheid en bijbehorend plannen van aanpak. eze dienen aangevuld te worden. Beleid veiligheid en gezondheid ontbraken. Het protocol kinderishandeling was niel volledig. 4. Accoodatie en inrichting Onder de Wet kinderopvang gelden noren voorde accoodatie en inrichting van de binnenruite en de buitenspeelruite. Beoordeling toezichthouder Van de 10 voorwaarden van dit doein: -is aan 7 voorwaarden voldaan -zijn de volgende 3 voorwaarden niet beoordeeld: 4.3 voorwaarden 1, 2 en 3 Beschrijving context van de voorwaarden die niet beoordeeld zijn: it ite is niet beoordeeld; er wordt gebruik geaakt van de aangrenzende buitenruites. 5. Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio Onder de Wet kinderopvang gelden noren voor de groepsgrootte en de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en aantal kinderen (de beroepskracht-kind-ratio). Beoordeling toezichthouder Van de 9 voorwaarden van dit doein: -is aan 9 voorwaarden voldaan Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 7 van 33

9 Onder de Wet kinderopvang gelden noren voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan et de praktijk. In de praktijk dienen voorwaarden te worden vervuld voor het waarborgen van de eotionele veiligheid van kinderen, de ontwikkeling van de persoonlijke- en de sociale copetentie van kinderen en de overdracht van noren en waarden. Beoordeling toezichthouder Van de 25 voorwaarden van dit doein: -is aan 17 voorwaarden voldaan -zijn de volgende 8 voorwaarden niet beoordeeld: 6.1 voorwaarde voorwaarden 1, 2, 3, 4 en voorwaarden 1 en 2 Beschrijving context van de voorwaarden die niet beoordeeld zijn: eze ites zijn niet beoordeeld. Houder heeft 6 aanden de tijd o een pedagogisch beleidsplan op te stellen. 7. Klachten e Wet klachtrecht cliënten zorgsector stelt eisen aan het kindercentru. Het gaat hier o een klachtenregeling et waarborgen voor een onafhankelijke afhandeling en het vastleggen in een openbaar verslag. e Wet kinderopvang stelt eisen aan het treffen van een klachtenregeling voor oudercoissies. Beoordeling toezichthouder Van de 12 voorwaarden van dit doein: -is aan 6 voorwaarden voldaan -zijn de volgende 6 voorwaarden niet beoordeeld: 7.1 voorwaarden 6 en voorwaarden 2, 3, 4 en 5 Beschrijving context van de voorwaarden die niet beoordeeld zijn: Houder heeft zich aangesloten bij een landelijke organisatie. e opvang is recent gestart; bovenstaande voorwaarden kunnen nog niet beoordeeld worden en er is nog geen oudercoissie aanwezig. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 8 van 33

10 Zienswijze houder kindercentru Zienswijze Kids Topia: Tijdens het onderzoek is gebleken dat er een aantal docuenten niet inorde of niet aanwezig waren. Het ging o de volgende docuenten; 1. er was geen klachtenregeling 2. inforatie over de risico inventarisatie veiligheid en gezondheid is onvolledig 3. verklaringen otrent het gedrag waren niet van alle edewerkers aanwezig 4. het pedagogisch beleidsplan oet afgeaakt worden 5. het protocol kinderishandeling was niet aanwezig 6. het diploa van de houder ontbrak 7. bij 1 edewerker die in het bezit is van een propedeuse en in het 3de jaar van Sport anageent en onderneen zit, is ons ter oren gekoen dat zijn opleiding niet wordt erkend als pedagogisch edewerker. 8. Op de website ontbreken een aantal docuenten. Onderstaand leest u ijn zienswijze op de bovengenoede punten; 1. Op onze website staat nu een verwijzing naar de klachtenregeling die bij ons op de opvang voor inzage beschikbaar is. 2. We zijn bezig o de risico inventarisatie voor veiligheid en gezondheid binnen 2 aanden af te hebben 3. de VOG's zijn heeft de GG iniddels ontvangen 4. Het pedagogisch beleidsplan staat binnen 3 aanden gereed op de website 5. Het protocol kinderishandeling hadden we nog niet af op het oent dat de GG kwa. Nu ligt het protocol kinderishandeling op onze vestiging. Inzage voor dit protocol is voor iedereen. 6. Het diploa van de houder ligt nu in de ap persoonsgegevens op de vestiging 7. e edewerker waarbij het diploa niet voldeed gaat een EVC traject in. 8. binnen 4 aanden zullen alle ontbrekende docuenten op de website staan. ichael Roesier Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 9 van 33

11 Beschouwing toezichthouder Buitenschoolse opvang Kids-Topia heeft vanaf haar deuren geopend. e locatie is gevestigd op het sportcoplex van voetbalvereniging RCH in Heestede. e BSO biedt opvang aan 30 kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar. e kinderen worden opgevangen in een groepsruite (kantine van het sportcoplex) van ca aarnaast is de bestuurskaer (30 2) beschikbaar gesteld voor de opvang en kunnen kinderen hier bijvoorbeeld hun huiswerk aken. e BSO aakt gebruik van de aangrenzende sportvelden en het speeltuintje, behorende bij het sportcoplex. e opvang heeft het karakter hebben van bewegen en creatief bezig zijn. Na het tafeloent wordt beweging aangeboden op één van de sportvelden en is er tevens de ogelijkheid creatieve workshops te volgen. Er wordt niet et een vooraf vastgelegd prograa gewerkt. Buitenschoolse opvang Kids-Topia voldoet nog niet aan alle eisen. oein Ouders; e inforatie voor ouders (bron: website) is niet copleet. Inforatie over beleid veiligheid en gezondheid, de uitgevoerde risico inventarisatie en de klachtenregeling ontbreken. oein personeel: Ite 2.1 Verklaring otrent het gedrag Niet alle VOG's waren aanwezig Ite 2.2 Passende beroepskwalificatie Eén diploa ontbrak en van 1 "diploa" (3 e jaar sport anageent en onderneen) wordt uitgezocht of dit kwalificeert voor werken op een BSO. oein Veiligheid en gezondheid: Beleid veiligheid Uitvoering beleid veiligheid Beleid gezondheid 3.3 Protocol kinderishandeling e risico inventarisatie veiligheid is niet copleet. e plannen van aanpak.b.t. veiligheid en gezondheid dienen aangevuld te worden. Tevens dient beleid over veiligheid en gezondheid beschreven te worden. Het protocol kinderishandeling ist een aantal ites. e doeinen "ouders" en "pedagogisch beleid en praktijk" kunnen nog niet volledig beoordeeld worden, aangezien houder 6 aanden de tijd heeft een oudercoissie in te stellen en een pedagogisch beleid te schrijven en te ipleenteren. Houder heeft een aanvraag ingediend bij de geeente Heestede voor een uitbreiding naar 40 kindplaatsen (+ 10 kindplaatsen). In opdracht van geeente Heestede is deze aanvraag eegenoen bij dit onderzoek. Op basis van doein 4: Accoodatie en inrichting is uitbreiding ogelijk. Opgeerkt oet worden dat houder in het pedagogisch beleidsplan aan dient te geven hoe er et basisgroepen gewerkt wordt/gaat worden. In de praktijk was het werken et 2 basisgroepen zichtbaar, aar oet dit tevens beschreven staan. Houder heeft een week na de inspectie 2 VOG's gestuurd en een aanpassing van het protocol kindetishandeling en een actieplan veiligheid. it is inforatie voor een eventueel volgend nader onderzoek en is niet eegenoen in dit rapport Advies aan geeente Advies: O Wel O niet opneen in landelijk register niet handhaven [X] handhaven confor handhavingsbeleid, hierbij rekeninghoudend et de verzwarende en verzachtende ostandigheden zoals hiervoor aangegeven per doein. Ê3 eventuele operkingen toezichthouder: Houder is een beginnende onderneer, aar dient wel aan alle eisen te voldoen. Wij adviseren een nader onderzoek op korte terijn. Tevens adviseren we een toetsing van het pedagogisch beleid na 6 aanden. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 10 van 33

12 Algeene gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GG) Naa GG Adres Postcode en plaats Telefoon E-ail toezichthouder Website Gegevens opdrachtgever (geeente) Naa geeente Adres Postcode en plaats Telefoon E-ail Website Naa contactpersoon Telefoonnuer contactpersoon E-ail contactpersoon Overzicht gebruikte bronnen Vragenlijst locatieverantwoordelijke Vragenlijst oudercoissie Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen Observaties Andere bronnen GG Kenneerland Postbus G Haarle HEESTEE Postbus AJ HEESTEE w. Hopan Niet van toepassing. Interview pedagogisch edewerker.. Observatie tijdens het ophalen van kinderen van school, het vrij spelen en het tafeloent. (60 inuten). Regleent oudercoissie; iploa's beroepskrachten; Verklaringen otrent het gedrag; Website: Risico inventarisatie veiligheid; Ongevallenregistratie; Plan van aanpak Inventarisatie brandveiligheid; Ontruiingsplan; Risico inventarisatie gezondheid; Plan van aanpak Protocol kinderishandeling; ienstrooster april ei 2011 Kindplanningslijst april-ei 2011 Bezettingslijst april-ei 2011 Klachtenregeling cliënten zorgsector: Klachtenregeling oudercoissie; Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 11 van 33

13 Planning atu inspectiebezoek Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Opstellen definitief inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercoissie Verzenden inspectierapport naar geeente Openbaar aken inspectierapport Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 12 van 33

14 Het inspectie-onderzoek: Uitwerking beoordeling toezichthouder per inspectie-ite 0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang 0.1 Kinderopvang in de zin van de wet Wet kinderopvang (artikel I, eerste lid) Beleidsregels werkwijze toezichthouder (artikel 4, eerste lid) I e opvang vindt bedrijfsatig of anders dan o niet plaats. 2 Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden. 3 e opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de aand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 13 van 33

15 1. Ouders 1.1 Regleent oudercoissie 2, 3 Wet kinderopvang (artikel 59) Voorwaarde I e houder heeft een regleent oudercoissie vastgesteld Inhoud regleent oudercoissie 3 Wet kinderopvang (artikel 59) 1 Het regleent ovat regels otrent het aantal leden. 2 Het regleent ovat regels otrent de wijze van kiezen van de leden. 3 Het regleent ovat regels otrent de zittingsduur van de leden. 4 Het regleent ovat geen regels otrent werkwijze van de oudercoissie. 5 e houder wijzigt het regleent na insteing van de oudercoissie. K E S 1.2 Instellen oudercoissie 3 Wet kinderopvang (artikel 58) Voorwaarde 1 e houder heeft een oudercoissie ingesteld. K it ite is niet beoordeeld. Houder heeft 6 aanden de tijd o een oudercoissie in te stellen. Houder is bezig et het foreren van een oudercoissie en de eerste bijeenkost staat gepland. : it ite geldt niet voor kindercentra waar de opvang uitsluitend en onbezoldigd door ten inste een van de ouders wordt gedaan. 1 Confor art. 59 van de Wet kinderopvang geldt de verplichting voor het vaststellen van een regleent binnenzes aanden na aanvraag lot registeropnae. Het instellen van een oudercoissie op basis van dit regleent en het toepassen van het adviesrecht is eveneens aan deze terijn van zes aanden na aanvraag lot registeropnae gekoppeld. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 14 van 33

16 1.2.1 oudercoissie 3 Wet kinderopvang ^^^^^ (artikel 58) 1 e houder is geen lid. 2 Het personeel is geen lid. 3 e leden worden gekozen uil en door de ouders. 4 e houder stelt de oudercoissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen. S E S it ite is niet beoordeeld; zie ite Adviesrecht oudercoissie 3 Wel kinderopvang (artikelen 60 en 60a) 1 e houder stelt de oudercoissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenoen besluit et betrekking tot de genoede onderwerpen. 4 2 e houder verstrekt de oudercoissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle inforatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. 3 Van een gevraagd advies van de oudercoissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en geotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. 4 e houder geeft de oudercoissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoede onderwerpen3. 4 H H it ite is niet beoordeeld; zie ite 1.2. A Het gaat hier o de volgende onderwerpen: het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; voedingsaangelegenheden van algeene aard; het algeene beleid op het gebied van opvoeding, veiligheid, gezondheid; de openingstijden; het beleid et betrekking tot spel- en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen; de vaststelling of wijziging van een regeling inzake de behandeling van klachten en het aanwijzen van personen die belast worden et de behandeling van klachten; wijziging van de prijs van kinderopvang. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie dalu Kids-Topia te HEESTEE 15 van 33

17 1.3 Inforatie 5 Wet kinderopvang (artikelen 54 en 63, vierde lid) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 3, tweede lid) 1 e houder inforeert de ouders over hel te voeren beleid. 6 2 e houder inforeert de ouders en de kinderen in welke basisgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. 3 e houder legt een afschrift van hel inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. 4 e inforatie is gedetailleerd genoeg o ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven. 5 e praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte inforatie. In de inforatie voor ouders ontbreekt een aantal ites: -Het beleid veiligheid/gezondheid -e uitgevoerde risico inventarisatie -e klachtenregeling K E H 5 Noren ontleend aan de beleidsregel gelden als richtlijn. e houder ag daar eventueel van afwijken, its hij daarvoor een goede reden heeft en ten inste een gelijkwaardig alternatief biedt voor hetgeen de betreffende nor in de beleidsregel beoogt. Is dat het geval dan is de beleidsregel op dat onderdeel niet van toepassing. ^ Het gaat hier o; het bieden van verantwoorde kinderopvang; het pedagogisch beleid; het aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal kinderen per leeftijdscategorie; de groepsgrootte; de opleidingseisen van de beroepskrachten; het beleid et betrekking tot de voorwaarden waaronder en de ale waarin beroepskrachten in opleiding kunnen worden belast et de verzorging en opvang van kinderen; het te voeren beleid inzake veiligheid en gezondheid, waaronder derisico-inventarisatie;het te voeren beleid inzake de te gebruiken voertaal, voor zover geen Nederlands. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 16 van 33

18 2. Personeel 2.1 Verklaring otrent het gedrag Wet kinderopvang (artikel 50. derde, vierde en vijfde lid) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10) 1 Personen werkzaa bij het kindercentru zijn in het bezit van een verklaring otrent het gedrag. 7 2 e verklaring otrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaaheden bij hel kindercentru overlegd. 3 e verklaring otrent hel gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee aanden. e verklaringen otrent gedrag van 2 personeelsleden zijn aangevraagd, aar nog niel afgegeven en op de locatie aanwezig. e verklaring otrent gedrag van de houder zelf was niet aanwezig op locatie. 2 en 3 zijn niet beoordeeld, odat 3 verklaringen otrent gedrag ontbraken. 2.2 Passende beroepskwalificatie Wel kinderopvang (artikel 50, eerste lid) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 9. eerste lid) Voorwaarde I Alle beroepskrachten beschikken over de voor de CAO kinderopvang is opgenoen. 8 werkzaaheden passende beroepskwalificatie zoals in de Het diploa van de houder was niet aanwezig op locatie. Eén personeelslid heeft propedeuse sport, anageent en onderneen. Hij zit nu in het 3e jaar. Onduidelijk is of dit voldoende kwalificeert voor het werken op de BSO. Houder zoekt dit uit. 7 eze verplichting geldt voor de houder, bestuurder of werkneer, et uitzondering van werkneers die niet op het kindercentru werkzaa zijn. Het gaat hierbij o alle bestuurders, dus ook o leden van een stichtingsbestuur of van een raad van toezicht. e verplichting tot overleggen van een verklaring otrent het gedrag geldt ook voor uitzendkrachten werkzaa op een kindercentru. Confor art. 10, lid 3, dienen zij alleen de eerste keer dat de werkzaaheden op een kindercentru aanvangen, een verklaring otrent hel gedrag te overleggen. Voor stagiaires die iniaal drie aanden worden ingezet geldt dat zij in het bezit zijn van een verklaring otrent het gedrag of dat bij aanvang van hun eerste stageperiode een VOG voor hen oet zijn aangevraagd. 8 Voor personen die vanaf een oent vóór ei 1991 in dienst zijn bij huidige werkgever geldt een overgangsbepaling. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 17 van 33

19 2.3 en inzet van pedagogisch edewerkers in ontwikkeling (PIO) Wet kinderopvang (artikel 50, eerste lid) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 9. tweede lid) la Alle PIO'ers beschikken over een diploa op iniaal BO-3 niveau; OF 1 b Een HAVO of VWO diploa; OF Ie Een voor de kinderopvang relevant, aar nog niet gelijkgesteld buitenlands diploa én relevante werkervaring. 2 Voor alle PIO'ers is binnen 2 aanden na aanvang van de arbeidsovereenkost een persoonlijk ontwikkelplan opgesteld. 3 Alle PIO'ers worden ingezet confor een actueel persoonlijk ontwikkelplan. a : it ite is niet beoordeeld; er worden geen PIO'ers ingezet. 2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal' Wet kinderopvang (artikel 55) Voorwaarde I a e voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. OF I b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, odat de herkost van de kinderen in deze specifieke ostandigheid daartoe noodzaakt, overeenkostig een door de houder vastgestelde gedragscode. I0 ' e Nederlandse taal is de voertaal. aar waar naast de Nederlandse taal, de Friese taal of een streektaal in levend gebruik is, kan de Friese of de streektaal ede als voertaal worden gebruikt. e in Nederland erkende streektalen zijn het Nedersaksisch en hel Liburgs. 10 Het gaal hier bijvoorbeeld o een kindercentru voor kinderen van internationale bedrijven of organisaties waar de voertaal bijvoorbeeld Engels is. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 18 van 33

20 3. Veiligheid en gezondheid 3.1 Risico-inventarisatie veiligheid Wet kinderopvang (artikel 51) 1 e houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van axiaal een jaar oud '' 2 e houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. G Beleid veiligheid Wet kinderopvang (artikel 51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8) 1 e risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico's die de opvang van de kinderen et zich eebrengt op de thea's: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. 2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke aatregelen op welk oent worden genoen in verband et de risico's, alsede de saenhang tussen de risico's en de aatregelen. 3 Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datu van het ongeval en een overzicht van te treffen aatregelen worden vereld. Er is een plan van aanpak geaakt voor een aantal risico's. Het plan van aanpak oet een beschrijving geven van alle risico's, al dan niet et verwijzing naar bestaand beleid, dan wel een actieplan inclusief een verantwoordelijke, tijdspad en afvinking. Beleid veiligheid is niet beschreven. 1 e risico-inventarisatie dient gereed te zijn bij aanvang van de opvang. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 19 van 33

21 3.1.2 Uitvoering beleid veiligheid Wet kinderopvang (artikel 51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8) 1 e geïnventariseerde risico's zijn copleet en koen overeen et de risico's in de praktijk. 2 Risico's worden gereduceerd door het neen van preventieve aatregelen die effectief en adequaat zijn. 3 e houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak. 4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico's en de aanpak daarvan. 5 Beroepskrachten handelen confor het plan van aanpak. Houder heeft een risico inventarisatie veiligheid geaakt van alle ruites, op de bestuurskaer na. eze ruite dient nog toegevoegd te worden. Aandachtspunt is het opneen van locatie specifieke risico's (bijv de aanwezigheid van een bar, in de kantine). 3.2 Risico-inventarisatie gezondheid Wet kinderopvang (artikel 51) I e houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van axiaal een jaar oud. '' 2 e houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 20 van 33

22 3.2.1 Beleid gezondheid Wet kinderopvang (artikel 51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8) I e risico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico's die de opvang van de kinderen et zich eebrengt op de thea's: ziektekieen, binnenilieu, buitenilieu en edisch handelen. 2 Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke aatregelen op welk oent worden genoen in verband et de risico's, alsede de saenhang tussen de risico's en de aatregelen. Houder heeft een risico inventarisatie gezondheid geaakt, waarbij de urgentie staat aangegeven, aar nergens zou een actie nodig zijn. Er is een plan van aanpak geaakt voor een aantal risico's. Het plan van aanpak oet een beschrijving geven van alle risico's, al dan niet et verwijzing naar bestaand beleid, dan wel een actieplan inclusief een verantwoordelijke, tijdspad en afvinking. Beleid gezondheid is niet beschreven Uitvoering beleid gezondheid Wet kinderopvang (artikel 51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 8) 1 e geïnventariseerde risico's zijn copleet en koen overeen et de risico's in de praktijk. 2 Risico's worden gereduceerd door het neen van preventieve aatregelen die effectief en adequaat zijn. 3 e houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak. 4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico's en de aanpak daarvan. 5 Beroepskrachten handelen confor het plan van aanpak. E Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 21 van 33

23 3.3 Protocol kinderishandeling Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10a) Voorwaarde I e houder heeft een protocol kinderishandeling welke voldoet aan de beschreven eisen. I2 Het protocol kinderishandeling voldoet niet aan alle eisen. e volgende ites ontbreken: -Tijdspad vanaf de persoon et een veroeden van kinderishandeling tot en et de nazorg. -Regionale sociale kaart -Inforatie en afspraken over als een edewerker een dader is. -Inforatie over de ogang et de Wet beschering persoonsgegevens (zorgvuldig handelen, inzagerecht ouders, contact andere instellingen en ogaan et schriftelijke inforatie) Beleid protocol kinderishandeling Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10a) Voorwaarde I e houder draagt er zorg voor dat beroepskrachten op de hoogte zijn van de inhoud van het protocol kinderishandeling. K 12 Het protocol hanteert de definitie van kinderishandeling confor de Wet op de Jeugdzorg (2005), welke als volgt luidt: "Kinderishandeling is elke vor van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de inderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de inderjarige in de vor van fysiek of psychisch letsel. Hieronder vallen ook verwaarlozing en onthouden van essentiële hulp, edische zorg en onderwijs en het getuige zijn van huiselijk geweld." In het protocol zijn verantwoordelijkheden per organisatielaag uitgesplitst in taken en bevoegdheden. Het protocol bevat een stappenplan waarin iniaal de volgende fases aan bod koen; veroeden, overleg, plan van aanpak, beslissen, handelen, evaluatie en nazorg. Het stappenplan bevat een tijdslijn vanaf de persoon et een veroeden van kinderishandeling tot en et de nazorg. Het stappenplan is voorzien van een heldere toelichting, hulpiddelen voor het doorlopen ervan en aandachtspunten voor de gespreksvoering et verschillende partijen. Het protocol bevat een lijst van signalen per ontwikkelingsgebied, uitgesplitst voor de groep van 0-4 jaar en de groep van 4-12 jaar, o kinderishandeling zo vroeg ogelijk te signaleren. e ontwikkelingsgebieden per leeftijdscategorie ( 0-4 jarigen dan wel 4-12 jarigen) die in de lijst aan bod dienen te koen zijn; psycho-sociale signalen, edische signalen, kenerken verzorgers/gezin, signalen specifiek voor seksueel isbruik, signalen die specifiek zijn voor kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld. Het protocol besteedt aandacht aan de ogang et de Wet beschering persoonsgegevens. In het protocol dienen de volgende punten et betrekking hierop behandeld te worden; zorgvuldig handelen, inzagerecht ouders/wettelijk vertegenwoordigers, contact et andere instellingen, ogaan et schriftelijke inforatie. Het protocol besteedt aandacht aan de ogelijke situatie dat een beroepskracht de veroedelijke dader is. Het protocol bevat praktische inforatie over de Bureaus Jeugdzorg en het Advies&eldpunt Kindetishandeling (AK). Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 22 van 33

24 3.3.2 Uitvoering beleid protocol kinderishandeling Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 10a) 1 1 e beroepskrachten kennen de inhoud van het protocol. 2 2 e beroepskrachten handelen aantoonbaar naar het protocol kinderishandeling. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 23 van 33

25 4. Accoodatie en inrichting 4.1 Binnenspeelruite Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 5) 1 Er is ten inste 3,5 2 bruto oppervlakte voor spelactiviteiten ingerichte ruites beschikbaar per kind. 2 e binnenspeelruite is ingericht in overeensteing et het aantal op te vangen kinderen. 3 e binnenspeelruite is passend ingericht in overeensteing et de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. S e buitenschoolse opvang is gevestigd in de kantine van voetbalvereniging RCH. In deze groepsruite (ca 180 2) worden axiaal 30 kinderen in de leeftijd van 4 tot 13 jaar opgevangen. aarnaast wordt gebruik geaakt van de bestuurskaer (30 2). Het kantine gedeelte wordt iddels een rood-wit lint afgebakend. 4.2 Buitenspeelruite Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 7, eerste lid) 1 Er is ten inste 3 2 bruto buitenspeelruite beschikbaar per aanwezig kind. 2 e buitenspeelruite is voor kinderen toegankelijk. 3 e buitenspeelruite is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. 4 e buitenspeelruite is passend ingericht in overeensteing et de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. e buitenschoolse opvang is voor een groot deel gericht zijn op bewegen (sporten). e buitenruite bestaat uit de sportvelden van RCH en het speeltuintje op het terrein. Er wordt gebruik geaakt van losse aterialen. Er wordt nog geen gebruik geaakt van de gyzaal. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 24 van 33

26 4.3 Aanvullende eisen indien de buitenspeelruite niet-aangrenzend is Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 7, tweede lid) 1 e niet-aangrenzende buitenspeelruite is in de directe nabijheid van het kindercentru. 2 e niet-aangrenzende buitenspeelruite is voor kinderen goed bereikbaar. 3 e niet-aangrenzende buitenspeelruite is voor kinderen veilig bereikbaar. I4 S E it ite is niet beoordeeld. Buitenschoolse opvang Kids-Topia aakt gebruik van de aangrenzende buitenruite. " Goed bereikbaar betekent dat de buitenspeelruite in een kort tijdsbestek lopend te bereiken is zonder dat natuurlijke obstakels zoals rivieren of verkeerstechnische obstakels zoals snelwegen of treinrails de route beoeilijken. 14 e risico's van de route van de bso naar de buitenspeelplaats dienen op verantwoorde wijze te zijn vastgelegd in de risico-inventarisatie veiligheid en het plan van aanpak, zodat ook de veiligheid gewaarborgd wordt. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 25 van 33

27 5. Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio 5.1 Opvang in groepen Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 4, eerste, tweede, vijfde en zesde lid) 1 Ieder kind behoort bij een basisgroep. 2a e basisgroep bestaat uit axiaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. OF 2b e basisgroep bestaat uit axiaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. 5.2 Beroepskracht-kind-ratio Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 4, derde, vierde, en negende lid) I e verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten inste: la - I beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - I beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar OF. 1 b - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. 15, 16 2 Indien confor de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentru aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calaiteiten geregeld. " Als bij (spel)activiteiten de kinderen de basisgroep verlaten, kan de beroepskracht-kind-ratio op kindercentruniveau worden vastgesteld volgens dezelfde sleutel. e op locatie aanwezige beroepskrachten houden zich bezig et taken die direct et de kinderen te aken hebben. 16 Tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 26 van 33

28 5.3 Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 4, derde, vierde, en negende lid) 1 Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag inder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. I7 2 Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag inder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. eze inzet betreft de tijd voor 9.30 en na uur en tijdens de voor dat kindercentru gebruikelijke iddagpauze e afwijking betreft axiaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na uur en tijdens de voor dat kindercentru gebruikelijke iddagpauze gedurende axiaal twee uur aaneengesloten. 4 instens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. 5 Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskrachtkind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentru ingezet wordt, dan is er ten inste één andere volwassene in het kindercentru aanwezig. K Toelichting toezicl ithouder 17 Schooldagen: voor en na de dagelijkse schooltijd op korte en lange dagen. 18 Vrije dagen: volledig schoolvrije dagen en vakantiedagen waarbij het kindercentru 10 uur of langer per dag geopend is. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 27 van 33

29 6. Pedagogisch beleid en praktijk 6.1 Pedagogisch beleidsplan 19 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2) Voorwaarde 1 e houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentru kenerkende visie op de ogang et kinderen is beschreven. E it ite is niet beoordeeld. Houder heeft 6 aanden de tijd voor het opstellen van een pedagogisch beleidsplan Inhoud pedagogisch beleidsplan Wet kinderopvang (artikel 50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2) 1 In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare teren het volgende beschreven: de wijze waarop de eotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de ogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale copetentie, en de wijze waarop de overdracht van noren en waarden aan kinderen plaatsvindt. 2 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare teren de werkwijze, de axiale ovang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep. 3 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare teren bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten. 4 Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de ogang et de basisgroep. 5 Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare teren hoe beroepskrachten bij hun werkzaaheden worden ondersteund door andere volwassenen. 20 El it ite is niet beoordeeld. Houder heeft 6 aanden de tijd voor het opstellen van een pedaj ;ogisch be leidsplan. " Confor art. 2, lid 5 van de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang wordt het Pedagogisch beleidsplan voor de eerste aal binnen zes aanden na aanvraag tot registeropnae door de houder vastgesteld. -" Het betreft volwassenen die ingezet worden als achterwacht in het geval van calaiteiten en de derde volwassene die ingezet wordt bij een groep 8-12 jarigen. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 28 van 33

30 6.1.2 Pedagogische praktijk Wet kinderopvang (artikel 50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2) 1 e beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan. 2 e beroepskrachten handelen confor het pedagogisch beleidsplan. it ite is niet beoordeeld. Houder heeft 6 aanden de tijd voor het opstellen van een pedagogisch beleidsplan. 6.2 Eotionele veiligheid Wet kinderopvang (artikelen 49 en 50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2) 1 e beroepskracht couniceert et de kinderen. 2 e beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen. 3 Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. 4 e kinderen worden uitgenodigd tot participatie. 5 Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes o zich heen. 6 Er is inforatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht. K K 6.3 Persoonlijke copetentie Wet kinderopvang (artikelen 49 en 50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2) I e beroepskracht ondersteunt en stiuleert individuele kinderen. 2 Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen. 3 Kinderen hebben de ogelijkheid o eigen ervaringen op te doen iddels spelateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. 4 Er is aandacht voor leeroenten. Hierbij is taal en otorisch spel van jonge kinderen belangrijk. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 29 van 33

31 6.4 Sociale copetentie Wet kinderopvang (artikelen 49 en 50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2) Toelichting toezichthou 1 e beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling. 2 e beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkóen en oplossen van conflicten. 3 e kinderen aken deel uit van het groepsgebeuren. 6.5 Overdracht van noren en waarden Wet kinderopvang (artikelen 49 en 50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang (artikel 2) 1 Afspraken, regels en ogangsvoren zijn aanwezig. 2 Afspraken, regels en ogangsvoren zijn duidelijk. 3 Afspraken, regels en ogangsvoren worden aan de kinderen uitgelegd. 4 Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld. E Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 30 van 33

32 7. Klachten 7.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector Wet klachtrecht cliënten zorgsector (artikelen 1, 2, 2a en 3c) 1 e houder treft een regeling voor de behandeling van klachten die voldoet aan de beschreven eisen e houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van ouders. 3 e houder ziet erop toe dat de klachtencoissie werkt et een regleent. 4 e houder hanteert de terijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencoissie e houder leeft geheihoudingsplicht na. 6 e houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten inste een aantal vaste onderdelen worden aangegeven e houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GG. E E KI Houder heeft een klachtenregeling bij SKK. Voorwaarde 6 en 7 zijn niet beoordeeld; de BSO is recent gestart. 21 oor of naens een cliënt kan bij de klachtencoissie een klacht legen een zorgaanbieder worden ingediend over een gedraging van he of van voor he werkzae personen jegens de cliënt. Klachten van cliënten worden behandeld door een klachtencoissie (in. 3 leden, voorzitter klachtencoissie niet in dienst bij de organisatie, persoon waarover geklaagd wordt, ag niet in de coissie zitten). Binnen een afgesproken terijn oeten klager, degene over wie geklaagd is en houder schriftelijk en et redenen okleed in kennis worden gesteld van het oordeel (gegrondheid en evt. aanbevelingen). Als de terijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (et reden). Klager en degene over wie geklaagd is worden in de gelegenheid gesteld o gehoord te worden (schriftelijk of ondeling). Klager en beklaagde ogen zich laten bijstaan. 22 e houder deelt de klager en de klachtencoissie, binnen een aand na ontvangst van het oordeel van de klachtencoissie schriftelijk ede of hij naar aanleiding van dat oordeel aatregelen zal neen en zo ja, welke. Als de terijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (et reden) en wordt er een nieuwe terijn afgesproken. 23 Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de saenstelling van de klachtencoissie, in welke ate de klachtencoissie haar werkzaaheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencoissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de aatregelen. Inspectierapport buitenschoolse opvang onderzoek na aanvangsdatu exploitatie datu Kids-Topia te HEESTEE 31 van 33