Samenvatting Zakenrecht en Zakelijke Zekerheidsrechten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Zakenrecht en Zakelijke Zekerheidsrechten"

Transcriptie

1 Samenvatting Zakenrecht en Zakelijke Zekerheidsrechten Academiejaar Door Verschave Léonie

2 Inhoud Inleiding Het zakenrecht gesitueerd binnen het vermogensrecht... 4 Begrippen zaak-goed-vermogen... 4 Waarom indelingen maken?... 5 Afdeling 1: RG en OG Belang van deze indeling Onroerende goederen Roerende goederen... 7 Hoofdstuk 1 5 Afdeling 2: de goederen volgens de graad van toeëigeningsvatbaarheid Belang van deze indeling Goederen in de handel Goederen buiten de handel Gemene goederen ( res communes ) goederen zonder private eigenaar Verloren voorwerpen Schatten... 9 Afdeling 3: De goederen volgens hun aanwendingsmogelijkheden Vervangbare en niet- vervangbare goederen Soortgoederen ( genera ) en bepaalde goederen ( species ) Verbruikbare en niet-verbruikbare goederen Afdeling 4: De domeingoederen Situering Het openbaar domein Het privaat domein Beslag op domeingoederen Het numerus clausus beginsel inzake zakelijke rechten Afdeling 1: Het eigendomsrecht Definitie en kenmerken Het ontstaan van eigendom: de oorspronkelijke wijzen van eigendomsverkrijging Hoofdstuk De beperkingen van het eigendomsrecht Mede-eigendom Afdeling 2: Vruchtgebruik Begrip

3 2. Kenmerken Voor vruchtgebruik vatbare zaken Bronnen van vruchtgebruik Modaliteiten van vruchtgebruik De rechten van de vruchtgebruiker De plichten van de vruchtgebruiker Einde van het VG Afdeling 3: Recht van gebruik en bewoning Begrippen Gelijkenissen met vruchtgebruik Verschilpunten met vruchtgebruik Belang Verschil met een persoonlijk recht van gebruik of bewoning als vorderingsrecht Afdeling 4: Recht van opstal Begrip Belang Kenmerken Bronnen van een recht van opstal Rechten en plichten van de opstalhouder Einde van het recht op opstal Gevolgen van de beëindiging van het opstalrecht Afdeling 5: Erfpacht Begrip en belang Kenmerken Vestiging van het recht van erfpacht Rechten en plichten van de erfpachter einde van de erfpacht Gevolgen van de beëindiging van de erfpacht Afdeling 6: Erfdienstbaarheden Begrip Kenmerken Bronnen van erfdienstbaarheid De uitoefening van erfdienstbaarheden Tenietgaan van erfdienstbaarheden Hoofdstuk 3: 81 2

4 Begrip Belang van de zakelijke zekerheidsrechten Kenmerken Afdeling 1: Voorrechten Definitie en kenmerken Gewaarborgde schuldvordering Onderpand en rangorde Publiciteit Afdeling 2: Hypotheken Definitie en kenmerken De soorten hypotheken Gewaarborgde schuldvordering Onderpand Publiciteit Afdeling 3: Inpandgeving Definitie en kenmerken Soorten Gewaarborgde schuldvordering Onderpand Publiciteit Rechten van de pandhoudende schuldeiser Hoofdstuk 4: 93 Situering Afdeling 1: Roerende goederen Afdeling 2: Onroerende goederen Doel van het huidig publiciteitssysteem Overschrijving op het hypotheekkantoor Inschrijving op het hypotheekkantoor Kantmelding TOT SLOT..97 3

5 Inleiding Het zakenrecht gesitueerd binnen het vermogensrecht Het zakenrecht is een onderdeel van het vermogensrecht. Vermogensrecht = regeling van patrimoniale ( in geld waardeerbare zaken ) subjectieve rechten. Deze patrimoniale rechten worden ingedeeld in de zakelijke rechten, de vorderingsrechten en de intellectuele rechten: Vorderingsrechten: o Recht op een prestatie van een ander rechtssubject. Prestatie kan eruit bestaan iets te doen, iets niet te doen of iets te geven ( behoort tot verbintenissenrecht) Intellectuele rechten o Geven aan een auteur een tijdelijke en exclusief exploitatierecht op een originele creatie van de menselijke geest Bv. Auteursrecht, een octrooi, Zakelijke rechten o Geven aan een rechtssubject een rechtstreekse zeggenschap over een bepaalde zaak; o Het regelt de rechtstreekse verhouding tussen een rechtssubject en een zaak; o Het vormt een soort heerschappij over een zaak die kan variëren in draagwijdte in functie van de aard van het zakelijk recht waarover het gaat. Meest volkomen zakelijk recht is het eigendomsrecht. Het wordt dan ook als grondrecht beschermd, niet alleen in de grondwet zelf, maar ook in tal van internationale instrumenten. Het eigendomsrecht en de zakelijke genotsrechten zijn zakelijke hoofdrechten. Deze hebben betrekking op de zaak zelf. Zakelijke zekerheidsrechten zijn bijkomende rechten. Bv. Hypotheek, pand, voorrecht, waarborg bij schuldvordering, Begrippen zaak-goed-vermogen Er dient een onderscheidt gemaakte te worden tussen de titularis van een zakelijk recht en de zaak waarop het zakelijk recht betrekking heeft. Zaak = al wat bestaat, met uitzondering van de mens ( Belgische rechtsleer ). Zaak = enkel stoffelijke voorwerpen/ lichamelijke goederen ( BW ). Goederen = zowel lichamelijke ( zaken ) als onlichamelijke ( rechten ) dingen. Vermogen = Geheel van baten en lasten. --> elk rechtssubject die een verbintenis aangaat, verbindt zich met zijn volledige vermogen ( art. 7 Hyp.W. ), met andere woorden kan de SE in principe zich verhalen op alle goederen van de SA, ook op de toekomstige goederen die deze laatste zal verwerven nadat de SV opeisbaar is. 4

6 ( Het begrip vermogen speelt ook een belangrijke rol in het erfrecht art. 784 ev. + art. 793 ev. BW ) HOOFDSTUK 1: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN Waarom indelingen maken? In het zakenrecht maken we indelingen tussen onderscheiden soorten goederen, omdat deze categorieën van goederen een eigen rechtsstatuut hebben: in functie van de onderscheiden regels die er in ons rechtssysteem op van toepassing zijn, delen we de goederen in; of omgekeerd, in functie van de categorie van goederen waarover het gaat, passen we eigen rechtsregels toe, en hebben die goederen dus een onderscheiden rechtsstatuut. Afdeling 1: RG en OG 1. Belang van deze indeling Onderscheidend criterium volgens het Romeins recht de verplaatsbaarheid van een goed: verplaatsbaar = roerend goed onverplaatsbaar = onroerend goed In tal van rechtsregels en rechtstakken van het Belgisch privaatrecht speelt het onderscheid tussen roerende en onroerende goederen een heel belangrijke rol: op vlak van overdracht gelden totaal andere regels o bv. Registratie op hypotheekkantoor bij OG geldt niet voor RG zekerheidsrechten verschillen o bv. Hypotheek op een OG en pand op een RG beslagprocedures zijn verschillend bezitsbestemming en verjaring gelden verschillende regelingen in het schenkingsrecht zijn de regels ook uiteenlopend. 2. Onroerende goederen 2.1 Onroerende goederen uit hun aard Onroerend uit hun aard zijn: gronderven en gebouwen ( art. 518 BW ) windmolens of watermolens die op palen staan en van het gebouw deel uit maken ( art. 519 BW ) wortelvaste veldvruchten en onafgeplukte boomvruchten ( art. 520 BW ) 5

7 buizen die dienen voor de waterleiding in een huis of op een ander erf ( art. 523 BW ) Opm.: de grond omvat ook de ondergrond + eventuele minerale rijkdommen. Het woord gebouwen is door de tijd heen geëvolueerd in de rechtspraak naar alle mogelijke bouwwerken die geïncorporeerd zijn in de grond. Incorporatie is de noodzakelijke vereiste om een constructie als onroerend uit haar aard te beschouwen. Het gaat dus niet enkel om wat echt via een verbindend element vastzit aan de grond, maar meer algemeen voorwerpen die een duurzaam en gewoonlijk ermee verbonden zijn of erin vastzitten, en zelfs al gaat het om een beweeglijk voorwerp dat evenwel duurzaam en gewoonlijk verbonden is met de grond Bv. Rolkranen in de Antwerpse haven die reden op in de grond vastgemaakte sporen. De incorporatie is een voldoende voorwaarde om een goed onroerend uit zijn aard te maken: wie het goed met de grond verbonden heeft- eigenaar of geen eigenaar speelt geen rol. Dit in tegenstelling tot wat het geval is bij de goederen die onroerend zijn door bestemming Onroerende goederen door bestemming Dit zijn de goederen die, hoewel roerend uit hun aard, de eigenaar van een erf tot de dienst en de exploitatie van dat erf daar geplaatst heeft. Bv. Toonbank, inrichting van een winkel, machines in een fabriek, De koopwaar, de grondstoffen en dergelijke vallen hier niet onder: deze dienen om verhandeld te worden, niet om ten dienste van het onroerend goed te blijven. Het gaat dus in het algemeen over roerende goederen die de eigenaar ondergeschikt maakt aan een hem toebehorend roerend goed. Aan twee voorwaarden moet aldus voldaan zijn om een goed als een onroerend goed door bestemming te kwalificeren: het roerend en onroerend goed moet dezelfde eigenaar hebben ten dienste zijn van het onroerend goed ( art. 524 BW ) Bv. Een tractor bij een boerderij, meubels van een gemeubelde studentenkamer ( art. 525 BW ), een schilderij verwerkt in de muur, Deze vereisten dienen om het rechtmatig vertrouwen van derden te beschermen Onlichamelijke onroerende goederen ( of onroerende goederen door het voorwerp waarop ze betrekking hebben ) Onlichamelijke goederen ( vooral rechten ) zijn noch roerend noch onroerend. Ze nemen geen plaats in in de ruimte en kunnen als verplaatsbaar worden beschouwd. Om te weten of het roerend of onroerend is wordt het criterium aangewend met betrekking tot de aard van het voorwerp waarop het recht slaat, met andere woorden is het goed onroerend dan gaat het over een onroerend onlichamelijk goed of omgekeerd. De volgende zijn onroerend door het voorwerp waarop ze betrekking hebben: 6

8 onroerende zakelijke rechten onroerende schuldvordering onroerende rechtsverordering Sommige zakelijke rechten zijn altijd onroerend omdat ze alleen op een onroerend goed betrekking kunnen hebben. Bv. De hypotheek, de erfpacht, recht van opstal, Andere zoals het eigendomsrecht en het vruchtgebruik zijn onroerende zakelijke rechten indien ze betrekking hebben op een onroerend goed. Uitz.: schuldvordering zijn roerend, slechts in uitzondering zijn ze onroerend. Enkel de schuldvorderingen die een geven van een onroerend zakelijk recht inhouden zijn onroerend!! Onroerende rechtsvorderingen zijn alle rechtsvorderingen die betrekking hebben op een onroerend vermogensrecht. Bv. De eis tot revindicatie van een onroerend goed, de eis tot afstand van een gemeenheid van een scheidingsmuur ( art. 661 BW ). Ook rechtsvorderingen die strekken tot het opeisen van een onroerend goed zijn onroerende rechtsverhoudingen ( art. 526 BW ). 3. Roerende goederen Dit omvat de restcategorie. 3.1 Roerende goederen uit hun aard of lichamelijke roerende goederen Roerend uit hun aard zijn verplaatsbare zaken, hetzij die welke zich zelf bewegen ( dieren ), hetzij welke slechts van plaats kunnen veranderen door de werking van een vreemde kracht ( levenloze dingen ) ( art. 528 BW ). Bv. Schepen, gas, radiogolven, bouwmaterialen, Let op: een lift wordt niet als roerend maar als onroerend beschouwd aangezien ze zich enkel kan verplaatsen dankzij een ingebouwde installatie Roerende goederen door wetsbepaling of onlichamelijke roerende goederen Ook hier is het criterium de aard van het voorwerp waarop het recht slaat, is dit roerend dan gaat het over een roerend lichamelijk goed of omgekeerd. Het gaat hier dus over alle vorderingsrechten, behalve deze tot overdracht van een onroerend zakelijk recht, dus over alle zakelijke rechten met een roerend voorwerp en over rechtsvorderingen tot sanctionering van roerende zakelijke of persoonlijke rechten. Bv. Intellectuele rechten, aandelen of deelbewijzen (ook al behoren onroerende goederen tot vermogen venn., ) 7

9 3.3. Vervroegd roerende goederen of roerende goederen door incorporatie Roerende goederen door anticipatie zijn goederen die nog verbonden zijn met de grond ( dus onroerend zijn naar hun aard ) maar die door een rechtshandeling vanwege de eigenaar als reeds los van de grond worden beschouwd. Bv. Verkoop van een fruitoogst alvorens deze gerijpt en geplukt zijn. Dit is een belangrijk gegeven, namelijk de afzonderlijke verkoop van de geïncorporeerde goederen behelst een verkoop van roerende goederen, zodat er geen evenredige registratierechten die gelden voor de overdracht van onroerende zakelijke rechten op van toepassing zijn. Let op: de verkoop van roerende goederen door anticipaties zijn niet vatbaar voor nietigverklaring wegens benadeling! ( art BW ). Afdeling 2: de goederen volgens de graad van toeëigeningsvatbaarheid 1. Belang van deze indeling Goederen kunnen slecht het voorwerp uitmaken van zakelijke rechten indien het rechtssubject er een rechtmatig heerschappij kan en mag op uitoefenen. 2. Goederen in de handel Zijn goederen die het voorwerp kunnen zijn van vermogensrechten, dus van private toeeigening en verhandeling tussen de burgers. Ze maken deel uit van het rechtsverkeer. 3. Goederen buiten de handel Deze goederen komen in feite wel in aanmerking voor private toe-eigening en verhandeling, maar niet in rechte, er is namelijk een wettelijk beletsel. Daarom dat deze goederen niet vatbaar zijn voor een overeenkomst ( art BW, art BW ) of voor verjaring ( art BW). Bv. Drugs, goederen die deel uitmaken van het openbaar domein. 4. Gemene goederen ( res communes ) Deze behoren aan niemand toe, maar het gebruik ervan is gemeen aan alle burgers. Bv. De lucht, de zee,.. Deze zijn wegens hun aard en dus wegens een feitelijk beletsel niet vatbaar voor exclusieve private toe-eigening voor het geheel, maar wel voor een deel. Bv. Emmertje zeewater, ballon met lucht,.. Het genot en gebruik van de gemene goederen wordt geregeld door politiewetten ( art. 714 BW ). Bv. Reglementeringen 8

10 5. goederen zonder private eigenaar Art. 713 BW stelt dat deze goederen toebehoren aan de staat. Art. 539 BW bepaalt dan weer dat alle goederen die onbeheerd zijn en geen eigenaar hebben, alsook de goederen van personen die zonder erfgenamen overlijden of wiens erfenis verlaten is, tot het openbaar domein behoren ( dus eigenlijk ook aan de OH ). Dit blijkt echter alleen juist te zijn voor de onroerende goederen die door hun eigenaar verlaten werden of nooit een eigenaar gehad hebben ( = onbeheerde goederen ), evenals voor de goederen die deel uitmaken van nalatenschappen zonder erfgenamen. Voor de roerende goederen zonder eigenaar ( = res nullius) ligt de redenering anders. Deze goederen kunnen 2 aarden aannemen: de goederen die actueel geen eigenaar hebben maar wel voor private toe-eigening vatbaar zijn Bv. Wild, vissen in de zee de goederen die door hun eigenaar prijsgegevens werden ( = res derelictae ) Bv. Wat een eigenaar in de vuilnisbak gooit. Wie deze goederen als eerste in bezit neemt, wordt er eigenaar van. Bij de res derelictae is het wel zo dat men de wil van de eigenaar moet blijven respecteren: men mag zich het goed slechts toe-eigenen en het desgevallend verhandelen zoals het achtergelaten werd. Bv. Een gescheurd doek van een schilderij gevonden in een vuilnisbak mag men niet na herstel verkopen. 6. Verloren voorwerpen Verloren goederen kunnen niet als res nullius beschouwd worden: ze heben wel een eigenaar maar hij is momenteel onbekend. Degene die deze goederen op deze manier in zijn bezit neemt is TKT. Wat er met deze goederen moet gebeuren wanneer de eigenaar niet kan gevonden worden, wordt geregeld door bijzondere wetten ( art. 717, lid 2 BW ). 7. Schatten Schatten zijn goederen die verborgen werden en die dus een eigenaar gehad hebben die evenwel zijn eigendomsrecht niet ( meer ) kan aantonen. Wie een schat vindt in de grond waarvan hijzelf eigenaar is ( vinden = eigenaar ), dan wordt hij alleen eigenaar van de gehele schat. Als de vinder evenwel niet de eigenaar is van grond, dan verkrijgen de vinden en de eigenaar van de grond elk de helft van de schat ( art. 716 BW ). 9

11 Afdeling 3: De goederen volgens hun aanwendingsmogelijkheden 1. Vervangbare en niet- vervangbare goederen 1.1. Vervangbare goederen Dit zijn goederen die gelijksoortig zijn en onderling verwisselbaar Criterium voor het onderscheid met niet-vervangbare ( geïndividualiseerde ) goederen Het criterium om dit onderscheid te maken is de wil van de partijen, dus niet een intrinsiek kenmerk van de goederen zelf. 1.3 Belang van dit onderscheid Dit onderscheid is niet echt van belang voor het zakenrecht zelf ( het zakenrecht regelt de juridische verhouding tusseneen rechtssubject en een welbepaald goed, zodat de al dan nier vervangbaarheid hier geen rol speelt. ) 2. Soortgoederen ( genera ) en bepaalde goederen ( species ) 2.1. Begrippen Soortgoederen zijn goederen die slechts naar hun generieke eigenschappen bepaald zijn. Bv. Graan, koper, Deze goederen zijn dus niet individueel bepaald, wat wel het geval is bij bepaalde goederen ( species ) Belang van dit onderscheid Opnieuw speelt dit onderscheid geen rol voor het zakenrecht. Een zakelijk recht slaat steeds rechtstreeks op een bepaalde zaak waarover titularis van het recht een min of meer uitgebreide macht kan uitoefenen, in functie van de aard van zijn recht. 3. Verbruikbare en niet-verbruikbare goederen 3.1. Begrippen Verbruikbare goederen zijn goederen die verloren gaan bij het eerste gebruik dat men ervan maakt. Dit verloren gaan kan feitelijk zijn, bv. Etenswaren, of juridisch bv. Geld. Men kan deze goederen dus nier gebruiken zonder er tegelijk over te beschikken. Dit in tegenstelling tot een niet-verbruikbaar goed bv. Een boek. Na het gebruik kan men perfect hetzelfde goed teruggeven aan de eigenaar. 10

12 3.2. Belang van dit onderscheid Het onderscheid tussen verbruikbare en niet-verbruikbare goederen werkt door in het onderscheid tussen bruikleen en verbruikleen ( art BW ) waarvoor verschillende regels gelden. Het is ook belangrijk in het kader van het VG. De vruchtgebruiker heeft alleen de gebruiksbevoegdheid van een goed. Wanneer het VG betrekking heeft op verbruikbare goederen spreekt men van oneigenlijk VG. In dit geval heeft de vruchtgebruiker het recht de goederen te gebruiken en ze te verbruiken maar onder de verplichting om bij het einde van het VG een gelijke hoeveelheid goederen van dezelfde hoedanigheid en waarde, of de geschatte waarde, terug te geven ( art. 587 BW ). Afdeling 4: De domeingoederen 1. Situering Domeingoederen zijn goederen van publiekrechtelijke rechtspersonen. Deze goederen zijn nier vrij verhandelbaar en behoren toe tot de OH. Ze worden beheerd en kunnen enkel worden vervreemd met naleving van de vormen en regels die daarvoor in het bijzonder bepaald zijn ( art. 537 BW ). In het zakenrecht behandelen we wel de vraag welke goederen tot het openbaar domein behoren en volgens welke criteria we de domeingoederen opdelen in openbare en private domeingoederen. De domeingoederen kunnen zowel onroerende als roerende goederen zijn. De res communes behoren niet tot de domeingoederen. De overheid is er geen eigenaar van, de overheid regelt er wel het genot en gebruik van, in het algemeen belang. Bv. Regels inzake luchtverkeer, scheepsvaart, Ook de schuldvorderingen en gelden van de overheden die mogelijks het belangrijkste deel van hun vermogen uitmaken, worden klassiek niet als domeingoederen beschouwd. 2. Het openbaar domein 2.1. Begrip Openbare domeingoederen zijn goederen van een publieksrechtelijke rechtspersoon die door hun aard of door een beslissing van de bevoegde overheid tot het algemeen nut behoren of door de wet uitdrukkelijk in het openbaar domein zijn opgenomen. De goederen van het openbaar domein zijn noodzakelijk tot het vervullen van een openbare dienst of voor het behartigen van een openbare noodwendigheid. Volgende goederen behoren tot het openbaar domein: goederen door hun bijzondere aard bv. Waterlopen 11

13 ingevolge de bijzondere aanpassingen bv. Havens, stations, geaffecteerd bv. Monumenten, openbare bibliotheken, ( Desaffectatie = uit het openbaar domein halen ) Positie in het rechtsverkeer De openbare domeingoederen zijn buiten de handel. Deze goederen kunnen niet verkregen worden. Zolang geen desaffectatie plaatsvond, kan de overheid over deze goederen niet beschikken en er in principe geen zakelijke rechten op vestigen ( VG, erfpacht, erfopstal, ). Ook het bestaan van privaatrechtelijke gebruiksrechten met persoonlijk karakter is uitgesloten ( bv. Een huur). Er kan echter wel een gebruiksrecht aan een particulier gegeven worden. Maar gelet op de contiuniteit en de veranderlijkheid van deze dienstverleningen zal dit gebruiksrecht steeds een tijdelijk karakter hebben. Deze publiekrechtelijke gebruiksrechten op het openbaar domein zijn van tweeërlei aard: concessie o behelst een bestuurlijk contract tussen de overheid en een particulier of privaatrechtelijke rechtspersoon als concessiehouder, waarbij deze laatste een openbaar domeingoed exclusief mag gebruiken volgens de bestemming en voor de duur die in de concessie wordt bepaald o de voortijdige beëindiging van de concessie kan tot schadevergoeding leiden bv. Concessie tot de bouw van windmolens domeinvergunning o is een beslissing van de bevoegde overheid waarbij deze aan een particulier of privaatrechtelijke rechtspersoon de toelating geeft om tijdelijk het exclusief genot te hebben van een deel van het openbaar domein bv. Een horecazaak om een terras op het openbaar plein te plaatsen ( deze beslissing is steeds precair ) Samenstelling Behoren onder andere tot het openbaar domein: de openbare wegen de spoorwegen de bevaarbare stromen en rivieren de kanalen de polders en wateringen 12

14 3. Het privaat domein 3.1. Begrip Dit omvat alle domeingoederen die door de overheid niet voor het gebruik door het publiek of voor de werking van een openbare dienst bestemd zijn. Het gaat dus om alle domeingoederen die niet tot het openbaar domein behoren Rechtstatuut Wanneer geen bijzondere administratiefrechtelijke bepaling van toepassing is, dan dient het ( gemeen ) privaatrecht op deze goederen toegepast te worden. Maar meestal gelden bijzondere regels inzake het beheer van deze goederen. De private domeingoederen zijn in de handel. Ze kunnen het voorwerp uitmaken van een overeenkomst en van verkrijgende verjaring. De overheid kan erover beschikken, er zakelijke rechten op toestaan en deze goederen verhuren. Ze is zoals elke eigenaar aansprakelijk voor de schade die door de private domeingoederen wordt veroorzaakt ( art BW ) Totstandkoming van het privaat domein Op meerdere wijzen kunnen goederen tot het privaat domein behoren: Krachtens een wet Bv. De nationalisatiedecreten na de Franse revolutie Ingevolge onteigening Ingevolge verkrijgen ten bezwarende title Ingevolge schenking Ingevolge verbeurdverklaring Nalatenschappen zonder erfgenamen 3.4. Samenstelling Enkele belangrijke domeingoederen: De duinen langs de kust Meubilair van de openbare besturen Bepaalde bossen, rivieren, 4. Beslag op domeingoederen Goederen van publiekrechtelijke rechtspersonen zijn in beginsel niet vatbaar voor beslag. Dit leidt tot een principiële uitvoeringsimmuniteit van de overheid. Met de wet van 30 juni 1994 is evenwel een uitzondering gecreëerd art. 1412bus Ger. W. De schuldeisers van publiekrechtelijke rechtspersonen kunnen vanaf dan beslag leggen op goederen die door de instanties als voor beslag vatbaar werden verklaard. Indien dit niet is 13

15 gebeurd, of wanneer de voor beslag aangewezen goederen niet voldoende zijn, mag de schuldeiser beslag leggen op de goederen die kennelijk niet nuttig zijn voor de uitoefening van zijn taak of voor de continuïteit van de openbare dienst. Voor deze regeling wordt geen onderscheidt gemaakt tussen openbare en private domeingoederen. 14

16 HOOFDSTUK 2: DE ZAKELIJKE HOOFDRECHTEN In dit hoofdstuk bestuderen we uitgebreid de zakelijke hoofdrechten ( eigendom, VG, recht van gebruik en bewoning, erfdienstbaarheid, erfpacht en opstalrecht ). De zakelijke zekerheidsrechten die geen zelfstandige rechten zijn maar bijkomende rechten als accessorium van een schuldvordering, behandelen we afzonderlijk. In het Belgisch recht zijn de zakelijke rechten beperkt tot degene die de wetgever als dusdanig erkent. Met andere woorden zakelijke rechten kunnen niet vrij bij-gecreëerd worden door de burger. Dit wordt verwoord als het numerus clausus-beginsel inzake zakelijke rechten. Het numerus clausus beginsel inzake zakelijke rechten Om vorderingsrechten in te vullen geniet een rechtssubject volle vrijheid zolang hij de regels van dwingend recht en openbare orde niet schendt. Tegenover dit open systeem van vorderingsrechten staat een gesloten systeem van zakelijke rechten: enkel de wetgever bepaalt welke rechten zakelijke werking hebben, de partijen zelf kunnen geen nieuwe zakelijke rechten in het leven roepen = numerus clausus beginsel inzake zakelijke rechten. Het kent geen duidelijke grondslag in de wet, maar is herhaaldelijk door het HvC bevestigd. Het heeft tot gevolg dat de rechtsverhouding die rechtssubjecten met betrekking tot een goed tussen hen geregeld hebben, moet teruggebracht worden tot de in de wet bepaalde zakelijke rechten, en als dit niet kan, dat hun juridische verhouding louter op vorderingsrechten gesteund is, zonder dat van zakelijke werking sprake kan zijn. Vele regels die de inhoud en de modaliteiten van zakelijke rechten regelen zijn echter wel van suppletief recht. Er zijn twee absolute regels die het zakenrecht doorkruisen: Het verbod om feodale lasten terug in te voeren. Deze regel werkt sterk door in her recht inzake erfdienstbaarheid Het verbod om via de toekenning van zakelijke genotsrechten een eeuwigdurende afsplitsing van het eigendomsrecht teweeg te brengen : de zakelijke rechten zijn essentieel tijdelijke rechten. Afdeling 1: Het eigendomsrecht 1. Definitie en kenmerken Eigendom = het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover te beschikken, mits de eigenaar de zaak maar niet gebruikt op een wijze die in strijd is met de wetten of met de verordeningen (art. 544 BW ). 15

17 Kenmerken van het eigendomsrecht: Meest volledige zakelijke recht dat een rechtssubject ten aanzien van een goed kan hebben. o De eigenaar heeft alle bevoegdheden die de heerschappij over een goed kan omvatten: Recht van gebruik Genot Beschikking o Hij heeft volheid van bevoegdheid o Toch zijn er door de wetgever en rechtspraak beperkingen aan verbonden, het is zeker geen absoluut recht want is het de eigenaar namelijk niet toegelaten om naar willekeur alles met het goed te doen zonder zich aan iemand te moeten storen. Hoe dan ook is het eigendomsrecht het enige zakelijke recht dat de titularis ervan de macht geeft om over het goed zelf te beschikken, feitelijk het goed te vernietigen, juridisch het goed te vervreemden ten kosteloze titel ( schenking) of ten bezwarende titel ( verkoop ruil ). Alle andere zakelijke rechten zijn beperkte zakelijke rechten. Het is een altijddurend recht o Zolang het goed zelf bestaat gaat het eigendomsrecht niet teniet. o Het kan wel overgedragen worden, maar het eindigt dus niet na het verstrijken van een zekere termijn; dit is wel het geval bij de andere zakelijke rechten. o Eigendom gaat ook niet verloren door langdurig niet-gebruik o Het is niet vatbaar voor bevrijdende verjaring Het is een exclusief recht o Het verleent de eigenaar de bevoegdheid om anderen uit te sluiten van de bevoegdheden die precies aan de eigenaar van een goed toekomen. o Meerdere personen kunnen niet tegelijk het volle eigendomsrecht over een goed hebben. Ze hebben dan elkaars medewerking nodig om daden van beschikking te stellen. 2. Het ontstaan van eigendom: de oorspronkelijke wijzen van eigendomsverkrijging 2.1. Oorspronkelijke eigendomsverkrijging versus afgeleide eigendomsverkrijging Oorspronkelijke wijzen van eigendomsverkrijging: o De wijzen waarop een rechtssubject eigendom verkrijgt zonder eigendomsoverdracht vanwege een ander rechtssubject. o Het gaat om feitelijke toestanden die leiden tot eigendom Verkrijgende verjaring Recht van natrekking Toeeigening Schatvinding --> leiden tot eigendom zonder tussenkomst van een rechtssubject 16

18 Afgeleide wijzen van eigendomsverkrijging o Dit is de overgang van eigendom tussen rechtssubjecten. Erfopvolging Schenking onder levenden of bij testament Krachtens een verbintenis ( koop-verkoop, ruil ) art. 711 BW 2.2. De verkrijgende verjaring ( usucapio ) Begrip Een middel om door het verstrijken van een zekere termijn en onder de voorwaarden die de wet bepaalt, eigendom of een ander zakelijk recht te verkrijgen. Daarnaast bestaat ook de bevrijdende verjaring dewelke een middel is om door het verstrijken van een zekere tijd en onder de voorwaarden door de wet bepaalt, van een verbintenis bevrijd te worden. Deze vorm van verjaring doet een schuldvordering of een zakelijk recht te niet. ( art BW ) Het maatschappelijk belang van de verkrijgende verjaring Het recht laat hier de rechtvaardigheid wijken voor andere maatschappelijke bekommernissen, en meer bepaald voor de rechtszekerheid. Verkrijgende verjaring brengt niet alleen wie ter goederen trouw is baat, maar ook degene die ter kwader trouw zijn Welke goederen kunnen al dan niet door verkrijgende verjaring verworven worden In principe zijn alle goederen vatbaar voor verkrijgende verjaring, behalve deze die van private toe-eigening uitgesloten zijn, met name de goederen die buiten de handel zijn, en de gemene goederen ( res communes ). Uitzonderingen op dit principe: Onlichamelijke roerende goederen zoals schuldvorderingen en intellectuele rechten omdat hun overdracht aan bepaalde formaliteiten onderworpen zijn Vliegtuigen, schepen om dezelfde reden Daden van louter vermogen of van eenvoudige gedogen ( art BW ): gevallen waarbij de eigenaar een beperkt gebruik van het goed toelaat aan een derde, of zich uit hoffelijkheid niet verzet tegen het beperkt gebruik door de derde. Bv. Gebruik van een weide voor een kermis. Niet-voortdurende en tegelijk niet-zichtbare erfdienstbaarheden Bv. Een ondergrondse waterput. 17

19 Bezit Begrip en betekenis Om eigendom ( of een ander zakelijk genotsrecht ) op een goed door verjaring te verkrijgen moet men het goed gedurende een bepaalde termijn in zijn bezit hebben. Bezitsleer ligt vervat in Titel XX BW. Het bezit s geen recht op zich, maar een feitelijke toestand waaruit rechten kunnen ontstaan ( art BW ). Rechtsleer en rechtspraak hebben de inhoud en betekenis van het begrip veel duidelijker bepaald. Het bezit omvat twee wezenlijke elementen: Materieel element ( corpus possessionis ) o Hiermee wordt de uitoefening van de feitelijke en exclusieve macht van een goed bedoeld. Bv. Brandverzekering als eigenaar aangaan. Intentioneel element ( animus possesionis ) o Hiermee wordt verwezen naar de intentie van degene die het goed onder zich heeft. Inden degene die de macht over het goed uitoefent, dit doet me de bedoeling die heerschappij voor zichzelf uit te oefenen, dan is hij bezitter. De animus-vereiste ontbreekt wanneer degene die het goed feitelijk onder zich heeft, niet de bedoeling heeft om eigenaar ( of titularis van een ander zakelijk recht ) van het goed te worden. Wie slechts materieel het goed onder zich heeft, maar niet voldoet aan de animus-vereiste, is geen bezitter, maar enkel houder ( detentor ). De houder is dus degene aan wie de eigenaar zijn goed tijdelijk heeft toevertrouwd, bv. Een huurder, bruiklener,. Of aan wie de wet of een contract toelaat het goed van iemand anders te gebruiken, bv. Een vruchtgebruiker, bewindvoerder,. De houder is krachtens de wet of een contract gehouden tot teruggave van het goed, dit in tegenstelling tot de bezitter. Art BW bevat het vermoeden dat het om een bezitter gaat bij eventuele twijfel. Het is een weerlegbaar vermoeden, dus wie dit betwist, moet het tegendeel bewijzen en derhalve aantonen dat degene wiens bezit hij aanvecht van bij de aanvang van de detentie niet voor zichzelf maar voor een ander goed onder zich houdt. Wanneer men van bij aanvang detentor is, wordt krachtens art BW vermoed dat dit zo blijft, tenzij men het tegendeel bewijst. De houder ( detentor )heeft dus louter feitelijk het goed onder zich, zonder da animus om te bezitten. Wel corpus, maar geen animus. Dat er loutere houders zijn, impliceert meteen dat er van bezit sprake moet zijn, zonder het corpus ( dat bij de houder is ), maar enkle met de animus om het goed voor zichzelf te behouden. Dit is het geval voor de bezitters van wie de houders het goed in handen kregen. Bv. De verhuurder, Blote eigenaar, de bewaargever, 18

20 Het uit handen geven van het goed stelt hier geen einde aan het bezit en doet het zeker niet overgaan. Dit bezit is volwaardig zonder dat men de feitelijk macht over het goed uitoefent. Dit is een bezit solo animo. De animus-vereiste heeft niets te maken met het onderscheid tussen de bezitter ter goeder trouw en de bezitter ter kwader trouw: De bezitter te goeder trouw: o Is de overtuiging toegedaan dat hij het goed van de echte eigenaar heeft verworven ( art. 550 BW ) o Omstandigheden die toch duidelijk argwaan moeten wekken omtrent het recht van de overdrager, sluiten de goede trouw van de verkrijger uit. Bv. Wanneer men een zeer kostbaar voorwerp, zoals een gegeerd schilderij, koopt tegen een zeer lage prijs of uit handen van een niet-gespecialiseerde verkoper o Het volstaat dat de goede trouw bestond op het ogenblik van de verkrijging ( art BW ). De bezitter ter kwader trouw: o Weet of behoort te weten dat hij het goed zonder recht noch titel heeft verkregen, en dus geen eigenaar kan zijn, maar heeft toch de intentie om eigenaar te zijn en aldus het goed te behouden. De animus-vereiste is bij hem vervuld. Het onderscheid tussen deze twee bezitters heeft zijn belang bij de rol die het tijdsverloop ( de termijn ) speelt in het kader van de verkrijgende verjaring Bezitsgebreken Om van bezit te kunnen spreken, is dus wezenlijk vereist dat iemand een goed houdt ( corpus ) met de intentie om voor zichzelf te houden ( animus ). Opdat rechtsgevolgen aan het bezit verbonden worden, moet een bezit deugdelijk zijn. Volgens art BW is een deugdelijk bezit een: voortdurend onafgebroken, ongestoord, openbaar en niet bubbelzinnig bezit. Wanneer een van deze vier karakteristieken ontbreekt, dan is het bezit behept met een wilsgebrek en kan dit gebrekkig bezit niet tot eigendom leiden. De gebrekkigheid van het bezit is een loutere feitenkwestie waarvan het bewijs mag geleverd worden door alle middelen van het recht. De gebrekkigheid slaat dus op het omgekeerde dan wat art BW begrepen acht in de notie deugdelijk bezit. Een ononderbroken bezit: o Het ontbreken van de eigenschap van een voortdurend en onafgebroken bezit 19

21 o o De bezitter heeft niet op voldoende geregelde tijdstippen bezitsdaden gesteld zoals een normaal en zorgvuldig bezitter zou doen en dit rekening houdend met de aard van het goed. Het is eerder een abnormale onderbreking in het bezit die als een bezitsgebrek zal worden gekwalificeerd. Dit is dan ook een feitenkwestie Geweld ( als tegenhanger van het ongestoord genot ) o Art BW bepaalt uitdrukkelijk dat daden van geweld niet als grondslag dienen van een bezit dat tot verkrijgende verjaring kan leiden. Een heimelijk bezit ( als tegenhanger van openbaar bezit ) o De heimelijkheid mag zich eerder niet voordoen ten overstaan van de personen die er belang bij hebben om een einde te maken aan het bezit. Op die manier kunnen deze laatsten er zich tegen verzetten dat dit bezit tot eigendom leidt. Dubbelzinnigheid ( als tegenhanger van niet dubbelzinnig bezit ) o Een bezit is dubbelzinnig wanneer de handelingen die het bezit uitmaken, de uiting kunnen zijn van een ander recht dan dat waarop de bezitter aanspraak maakt. ( zie voorbeeld pg cursus ) Het tijdsverloop Om eigendom door verkrijgende verjaring te verwerven, is niet alleen een deugdelijk bezit, maar ook het verloop van een bepaalde termijn vereist. De lengte van deze termijn varieert in functie van de belangen die de wetgever via de verkrijgende verjaring wil beschermen, en in functie van de goede dan wel kwade trouw van degene die zich op het deugdelijk bezit beroept om eigenaar te worden De nul-termijn voor de deugdelijke bezitter te goeder trouw van lichamelijke roerende goederen. De bijzondere regeling inzake de verkrijgende verjaring die geldt voor lichamelijke roerende ligt vervat in art BW. Het gekende adagium bezit geldt als titel dat in deze wettelijke bepaling verankerd ligt, wordt doorgaans opgevat in de betekenis: bezit te goeder trouw van lichamelijke roerende goederen staat gelijk met eigendom. Art BW bepaalt de verjaringstermijn die geldt voor de deugdelijke bezitter te goeder trouw van deze soort goederen. Het gaat om een nul-termijn: als de verwerver van dergelijk goed ( A ) zich vergist heeft omtrent het echte eigenaarschap van de beschikker ( B ), dan beschermt de wetgever de eerlijke verwerver ( A) tegen de vroegere eigenaar ( C) van zodra A in het bezit van het goed is. C kan het goed niet meer van A revindiceren. A is definitief eigenaar. Enkel de eerlijke verwerver wordt op die wijze beschermd. Het bezit is dus eigenlijk en uiteraard niet zelf de titel van het bezit dat de grondslag van de verkrijgende verjaring vormt. De eerlijke verwerver ( A ) moet dus aantonen dat het goed hem door een vorige bezitter ( B) vrijwillig werd afgestaan. Het wordt evenwel heel goed beschermd: zoals we tevoren al bespraken, geldt een vermoeden dat het bezit te goeder trouw ( art BW ) en deugdelijk is. Het omgekeerde moet bewezen worden, en wel door degene die het bezit betwist. 20

22 Zo heeft het adagium bezit geldt als titel niet alleen een materieelrechtelijke functie: het bezit is de grondslag van eigendomsrechten op lichamelijke roerende goederen. Het adagium heeft ook een procesrechtelijke functie: de bezitter die in rechte gedaagd wordt door een burger die stelt een zakelijk recht te hebben op het lichamelijk roerend goed dat de bezitter houdt, kan zich verweren door louter te wijzen op zijn bezit zelf; het is dan aan de eiser om aan te tonen dat hetzij de essentiële elementen van het bezit, hetzij het deugdelijk karakter van het bezit, hetzij te goeder trouw niet voorhanden is De termijn van 3 jaar voor de deugdelijke bezitter te goeder trouw van verloren of gestolen roerende goederen verlies: o het onvrijwillig teloorgaan van het goed in hoofde van de eigenaar, bezitter of houder door hun onachtzaamheid of die van hun aangestelden, of door overmacht. Diefstal: o Elke onvrijwillige beroving van het goed, ook al is het misdrijf ingevolge bepaalde omstandigheden niet strafbaar of is de dader niet te vinden. Als B het door C verloren of van C gestolen goed overdraagt aan A die te goeder trouw is, geldt er geen nul-termijn maar wel een verjaringstermijn van 3 jaar. Tijdens die periode behoudt de vorige eigenaar ( C ) zijn revindicatiemogelijkheid tegen al wie het goed in zijn bezit heeft, zelfs al is die een verkrijger te goeder trouw ( A ). De termijn loopt vanaf de dag van het verlies of de diefstal. Na het verstrijken van die termijn kan C het goed niet meer revindiceren, maar enkel nog schadevergoeding vragen aan de dief. Schadevergoeding wegens de wettelijke verplichte afgifte van het goed ingevolge de revindicatie door C, moet A dan verhalen op B. dit is het principe. Er zijn 2 uitzonderingen: Het terugvorderingsrecht geldt niet voor geld ( art. 2279, lid 3 BW ) Wanneer de actuele bezitter van de verloren of gestolen zaak deze heeft gekocht op een jaarmarkt, een andere markt, een openbare verkoop of van een handelaar die dergelijke zaken verkoopt, is de oorspronkelijke eigenaar maar gerechtigd op revindicatie indien hij aan de bezitter te goeder trouw ( bezitter TKT kan zich niet beroepen op de speciale regeling in art BW ) de prijs terugbetaalt die deze laatste betaald heeft ( art BW ) De termijn van 10 jaar of 20 jaar voor de deugdelijke bezitter te goeder trouw van onroerende goederen Wie te goeder trouw is en krachtens een wettige titel een onroerend goed verkrijgt, wordt daarvan definitief eigenaar na verloop van 10 jaar, indien de echte eigenaar woont binnen het rechtsgebied van het hof van beroep van de ligging van het onroerend goed. Is dit laatste niet het geval, dan bedraagt de verjaringstermijn 20 jaar ( art BW ). Tussensituatie: de echte eigenaar wijzigt zijn woonplaats en woont een deel van de tijd binnen hetzelfde rechtsgebied van de ligging van het goed, en de overige tijd daarbuiten. Art BW bepaalt hoe deze termijn wordt berekend: 21

23 Elk jaar aanwezigheid geldt dan voor 2 jaar afwezigheid. Men neemt de langste termijn van 20jaar en men trekt er de jaren aanwezigheid van af, vermits die dubbel tellen. Enkel de deugdelijke bezitter te goeder trouw kan zich beroepen op deze bijzondere termijnen die korter zijn dan wanneer men te kwader trouw bezit. Het deugdelijk bezit te goeder trouw is niet de enige vereiste opdat de bezitter zich op de verjaringstermijn van 10 of 20 jaar kan beroepen, om als definitieve eigenaar door te gaan. Ook een wettige titel tot verkrijging van het onroerend goed in hoofde van de bezitter is een wettelijke vereiste om met succes de verkrijgende verjaring te kunnen inroepen. De wetgever bepaalt in art BW dat een titel die nietig is naar de vorm, niet als grondslag kan dienden voor een 10 of 20 jarige verkrijgende verjaring. De rechtsleer nuanceert deze strenge bepaling en stelt dat enkel wanneer de titel van de verkrijger door een absolute nietigheid is aangetast, de verkorte verjaringstermijn niet kan gelden. Bv. Het geval wanneer plechtige rechtshandelingen zonder authentieke akte plaatsgevonden hebben De termijn van 30 jaar als basistermijn voor de verkrijgende verjaring Alle hiervoor behandelde verkrijgende verjaringstermijnen zijn uitzonderingen op de basistermijn van 30 jaar die geldt voor de verkrijging van roerende en onroerende goederen, waarbij de bezitter niet om een van de voormelde redenen van een kortere termijn kan genieten. Elkeen die een roerend of onroerend goed bezit, zelfs zonder wettige titel, zelfs te kwader trouw, wordt definitief eigenaar na 30 jaar ( pas op: schorsing en stuiting ) Berekening van de verjaringstermijn: bezitsvoeging, schorsing en stuiting Per dag art BW. De dag waarop de verjaring start ( dies a quo ), telt NIET mee men telt vanaf de volgende dag. Voor de verkrijgende verjaring is het vertrekpunt de eerste bezitsdaad. De verjaringstermijn loopt af wanneer de laatste dag afgelopen is art BW Maanden en jaren worden volgens de gregoriaanse kalender gerekend, ook al zijn ze ongelijk in aantal dagen. Zon-en feestdagen zijn in de termijn begrepen. De wet staat bezitsvoeging toe ( art BW ): o wanneer opeenvolgende bezitters aan de vereisten voldoen van een bezit dat tot grondslag van verkrijgende verjaring strekt, kan de termijn van het bezit van deze opeenvolgende personen samengevoegd worden om de verkrijgende verjaringstermijn te vervolledigen, op voorwaarde dat er tussen hen een rechtsovergang plaatsgevonden heeft: ten bijzondere titel ten bezwarende titel of om niet. Stuiting van de verjaringstermijn: 22

24 o De verjaringstermijn stopt en gaat verloren. Er begint eventueel na de stuiting een nieuwe verjaringstermijn te lopen. Natuurlijke stuiting: Vindt plaats wanneer de bezitter voor langer dan 1 jaar van het genot van het onroerend goed beroofd is, door de eigenaar of door een derde ( art BW ). Begint eventueel een nieuwe verjaringstermijn te lopen van zodra de vroegere bezitter opnieuw bezit verkrijgt Burgerlijke stuiting: Bestaat in een dagvaarding voor het gerecht, een bevel tot betaling of een beslag, betekend aan degene die men wil beletten te verkrijgen door verjaring (art BW ) Vindt ook plaats wanneer de bezitter het recht erkend van degene tegen wie de verjaring loopt. Een erkenning is een daad van beschikking. Schorsing van de verjaringstermijn: o Betekent dat de verjaringstermijn tijdelijk blijft stilstaan en pas verder loopt wanneer de oorzaak van de schorsing verdwenen is Onder andere bij minderjarigen of onbekwaam verklaarden ( art BW ) 2.3. De toe-eigening ( occupatio ) Begrip Is een oorspronkelijke wijze van eigendomsverkrijging waarbij men zich in het bezit stelt van een zaak die aan niemand toebehoort Voorwerp Twee soorten goederen zijn voor private toe-eigening vatbaar: De roerende goederen die nooit een eigenaar gehad hebben ( res nullius) o Bv. Wild, vissen in de zee, schelpen,. o Voor onroerende goederen geldt dit niet! ( art. 713 bepaalt dat deze toebehoren aan de staat ) Goederen die door hun eigenaar weggeworpen werden ( res derelictae ) 2.4. De schatvinding Begrip Is een oorspronkelijke wijze van eigendomsverkrijging die stoelt op de ontdekking van een roerend verborgen voorwerp waarvan men de eigenaar niet kent. 23

25 Voorwerp Enkel roerende goederen. Het gaat om roerende goederen die zich normaal niet in de grond bevinden, maar daar verborgen zijn door iemand die dat wellicht niet meer weet en die zijn eigendomsrecht daarop niet kan bewijzen. Het hoeft niet noodzakelijk om goederen te gaan die in de grond verborgen werden ( in tegenstelling tot art. 716 BW ). Bv. Bankbrief in een boek, juwelen in een geheime lade, De eigenaar mag niet gekend zijn. Als dit wel het geval is, dient men hem de goederen terug te bezorgen. Zo niet is men bezitter te kwader trouw en geen vinder van een schat Toekenning van het eigendomsrecht Wie de schat vindt en zelf eigenaar is van het erf waarin deze gevonden wordt, is voor 100% eigenaar. Wie de schat vindt in andermans erf, wordt voor 50% eigenaar en de andere 50% is voor de eigenaar van het erf Natrekking Begrip en belang Art. 546 BW: het recht van de eigenaar van roerende of onroerende goederen op al wat deze goederen voortbrengen en op al wat er zich hetzij natuurlijk, hetzij kunstmatig als bijzaak mee verenigt. De natrekking is niet alleen een grondslag van eigendom, dus een oorspronkelijke wijze van eigendomsverkrijging ( materieelrechtelijke functie), maar behelst ook een vermoeden van eigendom ( bewijsrechtelijke functie ) Vereisten Drie vereisten: Twee onderscheiden lichamelijke roerende of onroerende goederen die zich uit hun aard op een bijzondere wijze tot elkaar verhouden. Ze moeten dus elk een zelfstandige entiteit vormen. Deze goederen staan zich ten opzichte van elkaar in een verhouding van hoofdzaal tot bijzaak. o De hoofdzaak trekt de bijzaak naar zich toe ( accessorium sequitur principale: de hoofdzaak volgt de bijzaak ) Uitzonderingen: In de appartementsmede-eigendom is de privatieve kavel ( het app zelf dus als constructie ) de hoofdzaak en vormt de grond, samen met de constructies die als gemene delen beschouwd worden, de bijzaak. 24

26 Er moet en materiële band bestaan tussen de hoofdzaak en de bijzaak: o Tussen het goed en wat dit goed voortbrengt, is die band evident. In de andere gevallen wordt die band door incorporatie tot stand gebracht Kenmerken Werkt onmiddellijk: o Eigenaar van de hoofdzaak wordt automatisch eigenaar van de bijzaak Is niet van openbare orde: o Men kan afstand doen van het recht van natrekking Doet een definitief eigendomsrecht ontstaan: o De eigenaar van de hoofdzaak blijft eigenaar van de bijzaak, ook wanneer de materiële band tussen hoofd- en bijzaak verbroken wordt. Bv. De eigenaar van de grond wordt eigenaar van het gebouw dat op de grond opgetrokken wordt, en blijft na afbraak eigenaar van de afbraakmaterialen De dubbele functie van het recht van natrekking Materieelrechtelijke functie: o Natrekking doet een rechtssubject eigendom verkrijgen, zonder tussenkomst van een ander rechtssubject. Bewijsrechtelijke functie: o Vermoeden van eigendom: men mag ervan uitgaan dat de eigenaar van de hoofdzaak ook eigenaar is van de bijzaak die met de hoofdzaak verbonden is. o Art. 553 BW stelt een dubbel vermoeden in: Vooreerst dat de grondeigenaar ook eigenaar is van de gebouwen, beplantingen en werken op of onder de grond Bovendien dat hij deze constructies, beplantingen en werken op eigen kosten heeft gerealiseerd. Het is een weerlegbaar vermoeden: Wanneer het tegenbewijs steunt op een rechtshandeling, dan moet het met en schriftelijke akte geleverd worden Wanneer het tegenbewijs op materiële feiten steunt, dan mag het bewijs geleverd worden met alle wettelijke middelen Natrekking bij onroerende goederen Natuurlijke natrekking Door de kracht van de natuur kan een onroerend goed verrijkt worden. Dan is er sprake van natuurlijke natrekking. Zie art. 556 tot 564 BW! 25

27 Kunstmatige natrekking Veelal vindt natrekking niet door de kracht van de natuur plaats, maar eerder door de verbindingen tussen goederen die de mens zelf tot stand brengt. Dit bedoelt men met kunstmatige natrekking. Ook hier geldt als regel: de bijzaak volgt de hoofdzaak. Iemand bouwt met andermans materiaal of plant op zijn eigen grond: o Indien de planter of bouwer te goeder trouw in het bezit gekomen is van de materialen die hij verwerkt in zijn grond, wordt hij krachtens art onmiddellijk eigenaar. o Wanneer de materialen evenwel verloren of gestolen zijn, dan speelt het recht van natrekking: de grondeigenaar wordt ook eigenaar van de constructies of beplantingen. Krachtens art. 554 BW moet de eigenaar van de grond de waarde van de materialen betalen aan hun eignaar. Deze laatste kan ook aanspraak maken op schadevergoeding, indien de eigenaar van de grond een fout heeft begaan en indien daartoe redenen zijn. Bv. Omdat de benadeelde eigenaar de materialen nu zelf aan een hogeren prijs moet aankopen. Iemand die met eigen materiaal bouwt of plant op andermans grond ( art. 555 BW ): o Eigenaar van de grond heeft de keuze: Ofwel verplicht hij de bouwer de werken op zijn kosten te verwijderen Met de mogelijkheid om ook schadevergoeding te eisen indien de grondeigenaar schade lijdt. Ofwel laat hij het werk staan en dan wordt hij door natrekking eigenaar o Deze geldt niet wanneer de bouwer of planter te goeder trouw is en dus denkt te bouwen of planten op zijn eigen grond. In dit geval van goede trouw kan de grondeigenaar niet tot afbraak verplichten Hij moet de bouwer of beplanter vergoeden en heeft daarbij de keuze: Ofwel de vergoeding van de waarde van de materialen en het arbeidsloon Ofwel de betaling van een bedrag gelijk aan de door de grond verkregen meerwaarde ( ze kunnen altijd in onderling akkoord een andere regeling treffen!) Er treedt geen natrekking in: Wanneer de bouwer of planter een opstalrecht heeft verkregen, zolang dit recht geldt Wanneer bouwwerken die tot het openbaar domein behoren, op een private grond aangebracht worden. o Bv. Een dijk tot versteviging van de oevers van een rivier. Wanneer de titularis ven een mijnvergunning bovengronds werken ten behoeve van de mijnonteigening opricht op andermans grond. De grondeigenaar mag die niet laten afbreken. 26

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00

HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 VII Inhoudsopgave VOORWOORD 00 INLEIDING 00 HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 Afdeling 1 Roerende en onroerende goederen 00 1/ Belang van deze indeling 00 2/ Onroerende goederen 00

Nadere informatie

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten

Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten INLEIDING...1 HET ZAKENRECHT GESITUEERD BINNEN HET VERMOGENSRECHT...1 HET BELANG VAN HET ZAKENRECHT...2 BEGRIPPEN ZAAK GOED VERMOGEN...3 HOOFDSTUK 1: DE LEER VAN

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN... 3. Inleiding... 3

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN... 3. Inleiding... 3 INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT.... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN.... 3 Inleiding.... 3 Hoofdstuk I. Onderscheid der goederen.... 4 Afdeling I. Belangrijkste indelingen.... 4 Afdeling II. Roerende en

Nadere informatie

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN BENOEMDE OVEREENKOMSTEN 1. Koop De koop is een overeenkomst waarbij een partij (de verkoper) zich ertoe verbindt dat de eigendom van een zaak over te dragen aan een andere partij (de koper), die zich op

Nadere informatie

Aanloop tot wetswijziging

Aanloop tot wetswijziging De nieuwe Opstalwet FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Wet van 10 januari 1824 over het recht

Nadere informatie

Wijzen waarop goederen (zaken en vermogensrechten) worden verkregen:

Wijzen waarop goederen (zaken en vermogensrechten) worden verkregen: Korte handleiding bijeenkomst 4. Wijzen waarop goederen (zaken en vermogensrechten) worden verkregen: Onder algemene titel (opvolging in een geheel vermogen of een deel hiervan): erfopvolging, boedelmenging

Nadere informatie

Subjectieve rechten vloeien voort uit het objectieve recht. Subjectieve rechten kunnen worden onderverdeeld in de volgende subcategorieën 1.

Subjectieve rechten vloeien voort uit het objectieve recht. Subjectieve rechten kunnen worden onderverdeeld in de volgende subcategorieën 1. Introductie In dit document vind je onze uitwerking van probleem 1. Wij hopen met deze uitwerking te laten zien dat onze samenvattingen volledig en gestructureerd zijn. Daarnaast willen wij laten zien

Nadere informatie

Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE

Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE 77, Gulden Vlieslaan 1060 Brussel Tel 02 290 04 00 Fax 02 290 04 10 info@vdelegal.be 19 / 03 / 2009 Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE Inleiding - Uitgangspunt : o valorisatie

Nadere informatie

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 7 Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 1 ALGEMENE INLEIDING 15 1.1 Wat is recht? 15 1.2 Indelingen van het recht 16 A Privaatrecht publiekrecht 16 B Enkele andere indelingen 17 1.3 De bronnen van het recht 18 A Wetgeving

Nadere informatie

Auteur. Bernard Waûters. Onderwerp. Dit is een uittreksel uit het boek:

Auteur. Bernard Waûters. Onderwerp. Dit is een uittreksel uit het boek: Auteur Bernard Waûters Onderwerp Dit is een uittreksel uit het boek: "Aandelen en echtscheiding" Jaar: 2000 Auteur: B. Waûters ISBN: 90 6215 725 4 Volume: 588 p. Prijs: 3.950 BEF (97,92 EUR) Uitgeverij:

Nadere informatie

Inhoud WOORD VOORAF 3. Deel 1 INLEIDING TOT HET RECHT 13

Inhoud WOORD VOORAF 3. Deel 1 INLEIDING TOT HET RECHT 13 5 WOORD VOORAF 3 Deel 1 INLEIDING TOT HET RECHT 13 1 ALGEMENE INLEIDING 15 1.1 Verantwoording 15 1.2 Het begrip recht 16 1.2.1 Algemeen 16 1.2.2 Een geheel van algemeen geldende normatieve regels 17 1.2.3

Nadere informatie

Op grond van de heersende rechtspraak en rechtsleer kan het volgende onderscheid gemaakt worden.

Op grond van de heersende rechtspraak en rechtsleer kan het volgende onderscheid gemaakt worden. Het onderscheid tussen openbaar en privaat domein heeft geen wettelijke grondslag, vermits het uitsluitend voortvloeit uit de rechtsleer en de rechtspraak. De juridische afbakening van deze aangelegenheid

Nadere informatie

HET RECHT VAN ERFPACHT HEEFT DRIE ESSENTIELE KENMERKEN:

HET RECHT VAN ERFPACHT HEEFT DRIE ESSENTIELE KENMERKEN: RECHT VAN ERFPACHT BEGRIP Het recht van erfpacht is het recht om het volle genot te hebben van een onroerend goed, dat aan iemand anders toebehoort, gedurende een periode van minimaal 27 jaar tot maximaal

Nadere informatie

College 1: Algemene inleiding:

College 1: Algemene inleiding: College 1: Algemene inleiding: Het vak goederenrecht omvat veel stof; deze kan vanwege de beschikbare tijd niet uitvoerig in de lessen behandeld worden. Ook de jurisprudentie zal niet uitvoerig aan de

Nadere informatie

1. Bespreek: res nullius, onbeheerde goederen, verloren zaken en schatten

1. Bespreek: res nullius, onbeheerde goederen, verloren zaken en schatten Deel I 1. Bespreek: res nullius, onbeheerde goederen, verloren zaken en schatten Res nullius zijn roerende zaken die op een bepaald tijdstip aan niemand toebehoren, alhoewel ze het voorwerp kunnen zijn

Nadere informatie

H4 Verkrijging van goederen

H4 Verkrijging van goederen Samenvatting Vermogensrecht Sharon. D 15-10-17 H4 Verkrijging van goederen Er is een verschil in het verkrijgen van goederen, zo kun je goederen verkrijgen onder algemene titel en goederen verkrijgen onder

Nadere informatie

TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ONROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN

TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ONROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ONROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ON- ROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN N. VANDEBEEK Advocaat

Nadere informatie

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed. Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is

Nadere informatie

UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE

UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... v BEKNOPTE INHOUDSOPGAVE...vii AFKORTINGEN... xi EERSTE TRANCHE HET DOMEIN... 1 HOOFDSTUK 1 OPENBAAR DOMEIN... 3 Afdeling 1. Historiek... 3 Afdeling 2. Relevantie,

Nadere informatie

Goederenrecht en zekerheden

Goederenrecht en zekerheden Inleiding tot het economische recht Contactpersoon: joeri.vananroye@law.kuleuven.be Goederenrecht en zekerheden Goederenrecht en zekerheden Vermogen als verhaalobject Vermogen = geheel van goederen en

Nadere informatie

Recht van erfpacht Opstal Natrekking

Recht van erfpacht Opstal Natrekking Recht van erfpacht Opstal Natrekking Algemeen - 1 - Gaan samenwonen, een woning kopen, een eigen zaak starten of een erfenis voorbereiden? Belangrijke stappen in uw leven waar u best op voorhand goed over

Nadere informatie

REVINDICATIEBELEID Inleiding Revindicatie Verjaring Revindicatieprocedure

REVINDICATIEBELEID Inleiding Revindicatie Verjaring Revindicatieprocedure REVINDICATIEBELEID Inleiding Het komt regelmatig voor dat onrechtmatig gebruik wordt gemaakt van gemeentegrond. Onrechtmatig gebruik houdt in dat particulieren of bedrijven zonder toestemming van de gemeente

Nadere informatie

NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD

NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD pandrecht NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD De regels omtrent de zakelijke zekerheden* zijn lang achterhaald. Door het groot aantal voorrechten werd

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Voorwoord 13 Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15 Afdeling 1. Het privaatrecht, wat is dat? 15 1. Objectief recht vs. subjectief recht 15 I. Algemeen 15 II. Objectieve benadering het objectief recht 15 III.

Nadere informatie

1. Een geldige wil = om een rechtshandeling te stellen, moeten de partijen hun volwaardige wil uiten

1. Een geldige wil = om een rechtshandeling te stellen, moeten de partijen hun volwaardige wil uiten Inleiding tot het economische recht Contactpersoon: joeri.vananroye@law.kuleuven.be woensdag 10/10/2012 Overeenkomst mogelijk bij aanwezigheid: (Art. 1108 BW) - toestemming - handelingsbekwaamheid - bepaald

Nadere informatie

Erfpacht, recht van opstal en vruchtgebruik

Erfpacht, recht van opstal en vruchtgebruik Erfpacht, recht van opstal en vruchtgebruik Hoe maakt u optimaal gebruik van deze constructies? Kizzy WANDELAER Executive Director Familiebedrijven KPMG Belastingconsulenten Estate planning practice Belgium-Holland

Nadere informatie

Eigendomsrecht en verplichte identificatie van paarden 1

Eigendomsrecht en verplichte identificatie van paarden 1 Eigendomsrecht en verplichte identificatie van paarden 1 EIGENDOM EN VERPLICHTE IDENTIFICATIE VAN PAARDACHIGEN 1. VERPLICHTE IDENTIFICATIE... 3 2. DE EIGENDOM VAN EEN PAARD... 4 2.1. Principe... 4 2.2.

Nadere informatie

Burgerlijk recht. Leg volgende begrippen uit, die nodig zijn om bovenstaande artikels te begrijpen.

Burgerlijk recht. Leg volgende begrippen uit, die nodig zijn om bovenstaande artikels te begrijpen. 4. Erfrecht L E E R D O E L S T E L L I N G E N Je kan - de basisprincipes van de erfregeling opzoeken en illustreren met voorbeelden; - de successierechten berekenen voor een aantal erfenissen; - de schenking

Nadere informatie

ERFDIENSTBAARHEDEN. Het recht kan zowel ten kosteloze titel als tegen een vergoeding gevestigd worden.

ERFDIENSTBAARHEDEN. Het recht kan zowel ten kosteloze titel als tegen een vergoeding gevestigd worden. I DEFINITIE ERFDIENSTBAARHEDEN Artikel 637 van het burgerlijk wetboek bepaalt dat een erfdienstbaarheid een zakelijk recht is ten laste van een onroerend goed dat gevestigd wordt ten voordele van één of

Nadere informatie

Revindicatiebeleid. Er zijn een tweetal vormen van verjaring:

Revindicatiebeleid. Er zijn een tweetal vormen van verjaring: Revindicatiebeleid Inleiding Het is bekend dat er gemeentegrond, doorgaans groenstroken, in bezit/gebruik genomen zijn. Na een globale inventarisatie blijkt dat het gaat om een gemeentebrede problematiek.

Nadere informatie

Inhoudsopgave DEEL 1 INLEIDENDE BEGRIPPEN DEEL 2 ASPECTEN UIT HET BURGERLIJK RECHT

Inhoudsopgave DEEL 1 INLEIDENDE BEGRIPPEN DEEL 2 ASPECTEN UIT HET BURGERLIJK RECHT Inhoudsopgave DEEL 1 INLEIDENDE BEGRIPPEN HOOFDSTUK 1: INDELING VAN HET RECHT 3 1.1. Het publiekrecht 4 1.1.1. Het staatsrecht 4 1.1.2. Het administratief recht 5 1.1.3. Het strafrecht 6 1.1.4. Het fiscaal

Nadere informatie

Belang van het onderscheid

Belang van het onderscheid privaatrecht publiekrecht Horizontale relaties in het recht = relaties tussen particuliere personen Verticale relaties in het recht = relaties tussen overheid en privé-personen Belang van het onderscheid

Nadere informatie

Beperkte absolute rechten(die op zaken en rechten kunnen rusten): - Vruchtgebruik art. 3:201 BW

Beperkte absolute rechten(die op zaken en rechten kunnen rusten): - Vruchtgebruik art. 3:201 BW Samenvatting Vermogensrecht Sharon 25-11-17 H8 Erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal en vruchtgebruik Het eigendomsrecht is het meest omvattende absolute recht dat een persoon op een zaak kan hebben. Nu

Nadere informatie

Commissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 2 : Opstalrecht

Commissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 2 : Opstalrecht Commissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 2 : Opstalrecht Prof. dr. Stijn Goeminne, Vakgroep Public Governance, Management & Finance, Universiteit Gent. De

Nadere informatie

Wanneer iemand door verjaring eigenaar wordt van een stuk grond, spreken we van verkrijgende verjaring.

Wanneer iemand door verjaring eigenaar wordt van een stuk grond, spreken we van verkrijgende verjaring. Bijlage 3 JURIDISCHE ASPECTEN VAN VERJARING Wanneer iemand door verjaring eigenaar wordt van een stuk grond, spreken we van verkrijgende verjaring. Het Burgerlijk Wetboek kent twee vormen van verkrijgende

Nadere informatie

INLEIDING: PATRIMONIUM, PATRIMONIALE RECHTEN EN ZAKEN: BEGRIPPEN...

INLEIDING: PATRIMONIUM, PATRIMONIALE RECHTEN EN ZAKEN: BEGRIPPEN... Synthese zakenrecht 1. INLEIDING: PATRIMONIUM, PATRIMONIALE RECHTEN EN ZAKEN: BEGRIPPEN... 3 A. HET VERMOGEN... 3 B. HET VERMOGENSRECHT OMVAT EEN REGELING VAN DE PATRIMONIALE SUBJECTIEVE RECHTEN... 3 C.

Nadere informatie

Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens Diplomalijn Examen Niveau Juridisch Vermogensrecht hbo Versie 1.0 Geldig vanaf 01-01-2013 Vastgesteld op 28-08-2012 Vastgesteld door Veronderstelde voorkennis Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Nadere informatie

De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest

De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest 1 De registratierechten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest Deel 6 3.1.8 Korting (abattement) op de heffingsgrondslag in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest A Algemeen Voor aankopen van onroerende

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten. Advies van 7 november 2012

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten. Advies van 7 november 2012 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten Advies van 7 november 2012 I. Onderwerp van het advies 1. In het artikel 31, 1 van de Vierde Europese Richtlijn

Nadere informatie

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1 Deel I. Privaatrechtelijke aspecten..... 1 Hoofdstuk 1. Wettelijk kader van het samenwonen.... 3 1. Wet inwerkingtreding......... 5 2. Civielrechtelijk begrip wettelijke samenwoning..... 5 3. Verklaring

Nadere informatie

2. Private initiatieven - gesystematiseerde informatie tegen betaling - advocaat: aansprakelijk indien deze niet de gewone informatiekanalen nakijkt

2. Private initiatieven - gesystematiseerde informatie tegen betaling - advocaat: aansprakelijk indien deze niet de gewone informatiekanalen nakijkt VERMOGENSINFORMATIE vermogen van de SA: evolueert (van moment van zekerheidsstelling tot verhaalsrecht) alleen verhalen op goederen die zich op moment van verhaal in vermogen bevinden DUS: informatie nodig

Nadere informatie

DE VERPLICHTING TOT REGISTRATIE...

DE VERPLICHTING TOT REGISTRATIE... Registratierechten 1. INLEIDING...2 A. OMSCHRIJVING...2 B. DRIE SOORTEN REGISTRATIERECHTEN...2 1 Het algemeen vast recht ( 25)...2 2 Specifieke vaste rechten...2 3 Evenredige rechten...2 2. DE VERPLICHTING

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE 1-1-2010 Bij deze algemene voorwaarden horen: - Koopovereenkomst Grond voor eengezinshuizen, versie 1-1-2010 Definities

Nadere informatie

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid Eenmanszaak Maatschap VOF (CV) Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid (2:3 BW) BV NV (vereniging, coöperatie, OWM, stichting)

Nadere informatie

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen 35 Enkele belangrijke begrippen en afkortingen De volgende lijst geeft een beknopte omschrijving 3 van enkele juridische termen die in dit boek aan bod komen, en dient enkel om die begrippen beter te kunnen

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( ) stuk ingediend op 367 (2009-2010) Nr. 1 9 februari 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159

Nadere informatie

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een

Nadere informatie

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Situaties: 1. Overdracht onder voorwaarde 2. Overdracht onder eigendomsvoorbehoud 3. Overdracht toekomstige goederen 4. Overdracht onder tijdsbepaling

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Faillissement, Faillissementsakkoord en gerechtelijk akkoord - Gevolgen (personen, goederen, verbintenissen) - Verbintenissen - Schuldvordering - Aangifte Gevolg -

Nadere informatie

DE REGIONALISERING VAN DE HUURWETGEVING INGEVOLGE DE ZESDE STAATSHERVORMING

DE REGIONALISERING VAN DE HUURWETGEVING INGEVOLGE DE ZESDE STAATSHERVORMING DE REGIONALISERING VAN DE HUURWETGEVING INGEVOLGE DE ZESDE STAATSHERVORMING Prof. DIRK MEULEMANS Mei 2014 1 1. DE ZESDE STAATSHERVORMING - De Zesde Staatshervorming is doorgevoerd. - Een grote en ingrijpende

Nadere informatie

Luc Saliën Collegelid dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken (DVB)

Luc Saliën Collegelid dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken (DVB) Luc Saliën Collegelid dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken (DVB) Transactie waarbij erfpachtrecht wordt overgedragen aan partij X, direct gevolgd door de verkoop van het bezwaarde eigendomsrecht

Nadere informatie

Het pand. Ovk waarbij een SA aan zijn SE een zaak afgeeft tot zekerheid van een schuld. Art. 2071 B.W.

Het pand. Ovk waarbij een SA aan zijn SE een zaak afgeeft tot zekerheid van een schuld. Art. 2071 B.W. Het pand Toekomstige wetswijziging: Wet Zakelijke Zekerheid RG (p. 1248 in Wetboek 2) Ovk waarbij een SA aan zijn SE een zaak afgeeft tot zekerheid van een schuld. Art. 2071 B.W. Soorten pandrecht: Vuistpand:

Nadere informatie

Voorrechten. p. 1254 e.v. Wetboek 2. 1. Algemene regels inzake voorrechten

Voorrechten. p. 1254 e.v. Wetboek 2. 1. Algemene regels inzake voorrechten Voorrechten p. 1254 e.v. Wetboek 2 1. Algemene regels inzake voorrechten Begrip: Een voorrecht is een recht dat door de wet wordt verleend aan een SE wegens de bijzondere aarde van zijn SV, waardoor die

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Hoofdstuk I.- Algemene inleiding 13 Afdeling 1.- Het privaatrecht, wat is dat? 13 1.- Objectief recht vs. subjectief recht 13 I.- Algemeen 13 II.- Objectieve benadering het

Nadere informatie

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning

Nadere informatie

Opleiding. Boekhouden. Code + officiële benaming van de module. C 3 Burgerlijk, handels- en economisch recht. Academiejaar 2015-2016.

Opleiding. Boekhouden. Code + officiële benaming van de module. C 3 Burgerlijk, handels- en economisch recht. Academiejaar 2015-2016. Opleiding Boekhouden Code + officiële benaming van de module C 3 Burgerlijk, handels- en economisch recht Academiejaar 2015-2016 Semester 1 Studieomvang 6 studiepunten Totale studietijd 120 Aantal lestijden

Nadere informatie

ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE

ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE Blad 1 INHOUD Art. 1. Art. 2. Art. 3. Art. 4. Art. 5. Art. 6. Art. 7. Art. 8. Art. 9. Art. 10. Art. 11. Art. 12. Art. 13. Art.

Nadere informatie

INHOUD. Enige afkortingen. Verkort aangehaalde literatuur. Hoofdstuk I - Inleidende opmerkingen / 1

INHOUD. Enige afkortingen. Verkort aangehaalde literatuur. Hoofdstuk I - Inleidende opmerkingen / 1 INHOUD Enige afkortingen Verkort aangehaalde literatuur Hoofdstuk I - Inleidende opmerkingen / 1 Hoofdstuk II - Onderverdeling van zakelijke rechten / 9 a. Algemene opmerkingen / 9 b. Opsomming van de

Nadere informatie

Leerplandoelstellingen (GO!-onderwijs: 2008/062, 2008/063, 2008/065) DEEL 1 Burgerlijk recht. Inleiding tot het burgerlijk recht

Leerplandoelstellingen (GO!-onderwijs: 2008/062, 2008/063, 2008/065) DEEL 1 Burgerlijk recht. Inleiding tot het burgerlijk recht Leerplandoelstellingen (GO!-onderwijs: 2008/062, 2008/063, 2008/065) DEEL 1 Burgerlijk recht Inleiding tot het burgerlijk recht Je kan het begrip recht (in eigen woorden) omschrijven. ( 1.1) Je kan de

Nadere informatie

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht

Landsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht Zoek regelingen op overheid.nl Nederlandse Antillen Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27ste april 2005 tot wijziging van de Boeken 5 en

Nadere informatie

De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht

De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be

Nadere informatie

Vak III. inkomsten van onroerende goederen. uitgangspunt bij de belastbare grondslag. België. Kadastraal Inkomen. Brutohuur. Buitenland.

Vak III. inkomsten van onroerende goederen. uitgangspunt bij de belastbare grondslag. België. Kadastraal Inkomen. Brutohuur. Buitenland. uitgangspunt bij de belastbare grondslag Vak III België Kadastraal Inkomen Brutohuur Buitenland inkomsten van onroerende goederen Brutohuur Brutohuurwaarde Hoe wordt het kadastraal inkomen betekend? Elk

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur FOD Financiën Onderwerp 19 vragen en antwoorden omtrent de fiscale aftrek voor de enige eigen woning Datum februari 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit

Nadere informatie

BTW. Academiejaar 2009-2010 samenvatting - Jeroen De Mets 1

BTW. Academiejaar 2009-2010 samenvatting - Jeroen De Mets 1 BTW 1. INLEIDING...2 A. DEFINITIE...2 B. OUD EN NIEUW STELSELSTELSEL...2 2. DE BTW-PLICHTIGE VAN RECHTSWEGE...2 3. DE TOEVALLIGE BTW-PLICHTIGE...3 4. DE BELASTBARE FEITEN...3 A. ALGEMEEN...3 B. OVERZICHT...4

Nadere informatie

Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008

Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008 Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008 Verkoopvoorwaarden bloot eigendom: Vastgesteld door burgemeester en wethouders van s-gravenhage

Nadere informatie

INHOUD. Property Law Series... v Woord vooraf... vii Dankwoord... ix

INHOUD. Property Law Series... v Woord vooraf... vii Dankwoord... ix INHOUD Property Law Series.................................................... v Woord vooraf......................................................... vii Dankwoord..........................................................

Nadere informatie

BESCHERMING VAN SCHULDEISERS

BESCHERMING VAN SCHULDEISERS BESCHERMING VAN SCHULDEISERS 1. Verhaalsrecht = recht van de SE om de goederen waarop het zekerheidsrecht ligt, ten gelde te maken en met de opbrengst de schuldvordering te voldoen - wijze: via uitvoerend

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord...v

INHOUD. Voorwoord...v INHOUD Voorwoord...v Ondergrondse constructies in het Belgische goederenrecht Vincent Sagaert...1 1. Inleiding...1 2. Veelheid aan wettelijke regelingen in de ondergrond...2 2.1. Regelgeving in verband

Nadere informatie

Juridische begrippen in begrijpelijke taal

Juridische begrippen in begrijpelijke taal Juridische begrippen in begrijpelijke taal Aanverwanten De (groot)ouders, ooms, tantes, broers en zussen van uw partner zijn uw aanverwanten, ofwel de aangetrouwden, ook wel de koude kant. Akte Een akte

Nadere informatie

Geschiedenis, systematiek en begrippen

Geschiedenis, systematiek en begrippen I Geschiedenis, systematiek en begrippen 1 Wet op belastingen van rechtsverkeer Belastingheffing over transacties met onroerende zaken kent een lange geschiedenis. Een voorloper van de overdrachtsbelasting

Nadere informatie

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK WETTELIJKE SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK BOEK III TITEL Vbis WETTELIJKE SAMENWONING Artikel 1475 Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van samenleven

Nadere informatie

DOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN. GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN

DOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN. GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN DOSSIER : VRAGENLIJST INZAKE EVENTUELE VERMINDERINGEN VAN REGISTRATIERECHTEN GELIEVE STEEDS MET JA of NEEN TE ANTWOORDEN A) Verminderd registratierecht (bescheiden woning klein beschrijf ) Dit betekent

Nadere informatie

Artikel 140/1 tot 140/6 van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten

Artikel 140/1 tot 140/6 van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten Artikel 140/1 tot 140/6 van het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten (van toepassing vanaf 01.01.2017) Artikel 140/1 1. In afwijking van artikel 131, wordt van het schenkingsrecht vrijgesteld:

Nadere informatie

De meerwaarden. Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten).

De meerwaarden. Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten). De meerwaarden Met meerwaarden bedoelt men het positieve verschil tussen de verkoopprijs van een goed en de aankoopprijs ervan (inclusief kosten). Als het onroerend goed voor beroepsactiviteiten wordt

Nadere informatie

Bureau M.F.J Bockstael - 2016. Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten:

Bureau M.F.J Bockstael - 2016. Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten: Het auteursrecht is het recht dat een auteur heeft op zijn werk. De auteur beschikt over twee soorten rechten: - vermogensrechten - morele rechten De vermogensrechten (economische rechten) geven de auteur

Nadere informatie

Omzendbrief 2014/2 ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Omzendbrief 2014/2 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Omzendbrief 2014/2 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Omzendbrief betreffende art. 3.17.0.0.2 van de Vlaamse Codex

Nadere informatie

Saxionstudent.nl Blok1

Saxionstudent.nl Blok1 Wat is recht? Het geheel van rechtsregels gericht op het voorkomen, beheersen en oplossen van conflicten; geven van een rechtsverhouding tussen partijen. Deze regels zijn vastgesteld en afdwingbaar. Indelingen

Nadere informatie

HET ENE VRUCHTGEBRUIK IS HET ANDERE NIET.

HET ENE VRUCHTGEBRUIK IS HET ANDERE NIET. HET ENE VRUCHTGEBRUIK IS HET ANDERE NIET. R. KUMPEN Wanneer in erfrechtelijke dossiers het woord vruchtgebruik (VG) opduikt ontstaat vaak de grootste verwarring, vandaar deze nota voor enige toelichting.

Nadere informatie

MODEL VAN TIJDELIJKE EN PRECAIRE GEBRUIKSOVEREENKOMST WAARSCHUWING

MODEL VAN TIJDELIJKE EN PRECAIRE GEBRUIKSOVEREENKOMST WAARSCHUWING MODEL VAN TIJDELIJKE EN PRECAIRE GEBRUIKSOVEREENKOMST WAARSCHUWING Dit model houdt geenszins een vrijstelling in van de verplichting om een deskundige te raadplegen om, indien nodig, de regels per geval

Nadere informatie

Rolnummer 4790. Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T

Rolnummer 4790. Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T Rolnummer 4790 Arrest nr. 10/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 73 van de programmawet (I) van 27 december 2006, gesteld door de Vrederechter van het

Nadere informatie

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten

Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten Artikel 60bis tot 60bis/3 van het Wetboek der Successierechten (van toepassing vanaf 01.01.2017) Artikel 60bis 1. In afwijking van de artikelen 48 en 48², worden het successierecht en het recht van overgang

Nadere informatie

VLAAMS GEWEST REGISTRATIERECHTEN BIJ ONDERHANDSE AANKOOP

VLAAMS GEWEST REGISTRATIERECHTEN BIJ ONDERHANDSE AANKOOP VLAAMS GEWEST REGISTRATIERECHTEN BIJ ONDERHANDSE AANKOOP 1. ALGEMEEN Bij het kopen van een onroerend goed moet rekening gehouden worden met de beschrijfkosten die bovenop de aankoopsom komen. De beschrijfkosten

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel INLEIDING RECHT MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 10

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel INLEIDING RECHT MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 10 SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel INLEIDING RECHT MAANDAG 5 OKTOBER 2015 09.00-11.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 10 2015 NGO-ENS B / 10 Opgave 1 (19 punten) Vraag 1 Nee Vader van een kind

Nadere informatie

2009 -- Overdrachtsbelasting -- Deel 1

2009 -- Overdrachtsbelasting -- Deel 1 Overdrachtsbelasting les 1 programma Inleiding overdrachtsbelasting Verkrijgingen Maatstaf van heffing Verandering in beperkt recht Hoe bij gezamenlijk eigendom Vrijstellingen Heffing en teruggaaf Object

Nadere informatie

Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen. Luc Maes 24/11/2016

Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen. Luc Maes 24/11/2016 Relatie Vennootschap Bedrijfsleider Recente fiscale ontwikkelingen Luc Maes 24/11/2016 1 1. Afbakening van het onderwerp Inkomstenbelastingen bedrijfsleiders van een handelsvennootschap recente rechtspraak:

Nadere informatie

2. Wat is de duur van een handelshuurovereenkomst?

2. Wat is de duur van een handelshuurovereenkomst? A C C O U N T A N T S B E L A S T I N G C O N S U L E N T E N De handelshuurovereenkomst Wie een pand huurt om er handel te drijven, heeft behoefte aan een zekere duurzaamheid, zekerheid, stabiliteit.

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen Artikel 750 1. Aanneming van werk is de overeenkomst waarbij de ene partij, de aannemer, zich jegens

Nadere informatie

Hypothecair Planner (LHP)

Hypothecair Planner (LHP) OPLEIDING Hypothecair Planner (LHP) LEERGANG HYPOTHECAIRE PLANNING - 1 - RECHT IFK, september 2011 Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,

Nadere informatie

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. Inleiding... 1

Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. Inleiding... 1 iii Inhoudstafel Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. i Inleiding............................................... 1 Hoofdstuk I. Wanneer bestaat een dienstbaarheid ten

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting -- Deel 1

Overdrachtsbelasting -- Deel 1 Overdrachtsbelasting les 1 programma Inleiding overdrachtsbelasting Verkrijgingen Maatstaf van heffing Verandering in beperkt recht Hoe bij gezamenlijk eigendom Vrijstellingen Heffing en teruggaaf Object

Nadere informatie

HANDELSHUUR. FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.

HANDELSHUUR. FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten. HANDELSHUUR FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be Vervreemding van het verhuurde pand Vervreemding van verhuurde

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v

INHOUD. Voorwoord... v INHOUD Voorwoord............................................................ v Openbare erfdienstbaarheden en privaatrechtelijke erfdienstbaarheden: afbakening, wisselwerking en co-existentie Vincent Sagaert..................................................

Nadere informatie

Andere kenmerken: (in principe) voortdurende uitoefening, elasticiteit.

Andere kenmerken: (in principe) voortdurende uitoefening, elasticiteit. Korte handleiding bijeenkomst 3. Eigendom en overig toebehoren. Eigendom. Eigendom is in tijd, ideologie en naar streek bepaald, zowel qua periode als qua betekenis. (vergelijk eigendom nutsbedrijven/spoorwegen

Nadere informatie

Deel II. Grondlijnen van het Belgisch belastingstelsel met betrekking tot de onroerende goederen... 7

Deel II. Grondlijnen van het Belgisch belastingstelsel met betrekking tot de onroerende goederen... 7 Deel I. Inleiding.... 1 Deel II. Grondlijnen van het Belgisch belastingstelsel met betrekking tot de onroerende goederen..... 7 Hoofdstuk 1. Inleiding.... 9 Hoofdstuk 2. Categoriee n dubbele belasting.........

Nadere informatie

Afdeling 2. Overeenkomst van gecombineerd goederenvervoer

Afdeling 2. Overeenkomst van gecombineerd goederenvervoer Afdeling 2. Overeenkomst van gecombineerd goederenvervoer BW. Artikel 8:40 De overeenkomst van gecombineerd goederenvervoer is de overeenkomst van goederenvervoer, waarbij de vervoerder (gecombineerd vervoerder)

Nadere informatie

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober 2002 - Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996 Relevante feiten Als kaderlid van M heeft eerste eiser in 1993 aandelenopties verkregen op aandelen

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Examen Vermogensrecht niveau 5 Niveau.

EXAMENPROGRAMMA. Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Examen Vermogensrecht niveau 5 Niveau. EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Eamen Vermogensrecht niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 3-0 Geldig vanaf 01-09-17

Nadere informatie

30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek.

30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek. 30 DECEMBER 1961. - Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek. Publicatie : 18-05-1962 Inwerkingtreding : 28-05-1962 Dossiernummer : 1961-12-30/31 HOOFDSTUK VI : WEDERZIJDSE

Nadere informatie

Artikel 7:942 BW Verzekering en verjaring. Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak

Artikel 7:942 BW Verzekering en verjaring. Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak Artikel 7:942 BW Verzekering en verjaring Marine Insurance Amsterdam 21 juni 2010 Wilbert ten Braak Inleiding Nieuw verzekeringsrecht per 1 januari 2006 met nieuwe regeling voor verjaring Voor 1 januari

Nadere informatie

Praktische gids handelshuur

Praktische gids handelshuur PGHAHU_VB_12001.book Page I Thursday, April 5, 2012 2:20 PM Praktische gids handelshuur Luc LINDERS Advocaat Kirsten KOENIGSMANN Advocaat PGHAHU_VB_12001.book Page II Thursday, April 5, 2012 2:20 PM ISBN

Nadere informatie