Regels voor de rangschikking van viertallen voor de districts- en bondscompetities

Transcriptie

1 Intern reglement En Regels voor de rangschikking van viertallen voor de districts- en bondscompetities Bridge Bond Nijmegen Uitgave augustus 2002

2 REGLEMENT Regels voor de interne competities (artikel 6 lid 1 sub c Huishoudelijk Reglement) en regels voor de rangschikking van viertallen voor bonds- en districtscompetities (art. 6 lid 2 Huishoudelijk Reglement) Het bestuur beoordeelt of er sprake is van belangenverstrengeling die van invloed zou kunnen zijn op advisering of besluitname. Indien zich een zodanig geval voordoet, neemt het bestuur passende maatregelen. 1 AANVANG CLUBWEDSTRIJDEN a) Wedstrijden op de clubavond beginnen om uur. b) Een paar dat te laat begint, kan bestraft worden met: een waarschuwing bij de eerste keer, 2 mp bij de tweede keer, 4 mp bij de derde keer en bij elke volgende keer telkens 2 mp meer. c) Voor elk spel dat door te laat komen niet gespeeld kan worden, ontvangt de overtredende partij 40% en de niet-overtredende partij het eigen gemiddelde van die avond met een minimum van 60%. 2 TIJDSCHEMA a) Per gespeeld spel geldt een tijd van 7½ minuut. Een en ander inclusief de tijd die nodig is voor wisselen. Het einde van een ronde wordt 5 minuten voor het wisselen aangekondigd. Wanneer de wedstrijdklok 5 minuten speeltijd aangeeft, geldt dat als zo'n aankondiging. Een nieuw spel mag hierna niet meer uit het board gehaald worden. b) Voor een (mede) door eigen schuld niet gespeeld spel krijgt een paar de eerste maal 50% van de maximum score, de tweede maal 40% en elke volgende keer 30%. Dit geldt per speelavond. c) Het tijdschema geldt ook voor de laatste ronde. d) Een spel waaraan tijdig begonnen is, moet gespeeld worden ook als men de maximale rondetijd overschrijdt. De arbiter kan voor een dergelijke tijdsoverschrijding strafpunten toekennen. e) Een paar, dat vindt dat de tegenpartij te langzaam speelt, wordt geadviseerd de wedstrijdleider te waarschuwen. f) Bij een butlertelling is een score van 50% gelijk aan 0, elke afwijking van 10% naar boven of beneden is gelijk aan + of - 3 imp's. g) Wie in een viertallencompetitie de toegestane speeltijd met 5 minuten overschrijdt, krijgt een straf van 1 vp, bij een tijdsoverschrijding van 10 minuten wordt de straf 2 vp s. Wanneer men 15 minuten over tijd is, wordt de straf 3 vp s en kan de arbiter de dan nog niet gespeelde spellen annuleren.

3 3 ORGANISATIE AAN TAFEL a) Systeemkaarten zijn voor iedereen verplicht. Wie geen systeemkaart heeft, moet er zo snel mogelijk een schrijven en tot die tijd de tegenstanders op de hoogte stellen van de belangrijkste elementen uit het systeem. Sancties op het niet beschikbaar hebben van een systeemkaart zijn ter beoordeling van de wedstrijdleider. b) Noord heeft de taak te zorgen dat: 1. De spellen in de juiste richting gespeeld worden; 2. De kaarten na het spel in de juiste vakjes teruggestoken worden; 3. De scorekaart correct wordt ingevuld 4. Het spelmateriaal aan het einde van de wedstrijd naar de wedstrijdtafel wordt teruggebracht. Uitzondering op deze regel zie art.7 WR. c) Oost en west moeten de punten 1 t/m 3 onder 3b controleren en hebben voor de juiste uitvoering dezelfde verantwoordelijkheid als noord. Als straf geldt 10% van de maximum score. 4 ARBITRAGE a) Voor elke groep wordt een eigen arbiter aangewezen. b) Bij onregelmatigheden in spelen of bieden moet u de arbiter roepen. Straf opleggen zonder tussenkomst van de arbiter is niet mogelijk. c) Bent u het met de oplossing van de arbiter niet eens, dan moet u zich daar voorlopig toch bij neerleggen. U hebt tot het begin van de volgende speelavond gelegenheid om een schriftelijk protest in te dienen bij het bestuur. Een protest kost 10 euro. Dit geld wordt teruggegeven als de commissie van beroep het protest redelijk vindt, ongeacht of het protest is toegewezen of niet. 5 MATERIAAL Aanschaf van nieuw materiaal is voor de vereniging een kostbare zaak. U kunt deze kosten verminderen door voorzichtig met boards, kaarten en ander materiaal om te gaan. 6 ROKEN In de speelzaal en aan de bar wordt niet gerookt. Roken kan in een rookruimte.

4 7 STOPREGEL Het gebruik van de stopregel is verplicht. Een speler, die opent met een bod hoger dan één of die een sprongbod doet, laat dit bod voorafgaan door het stopkaartje uit de biddingbox. De volgende speler is verplicht ongeveer 10 seconden te wachten met zijn bieding. Deze speler bepaalt zelf het tijdstip waarop hij kan bieden. Hij mag langer denken dan 10 seconden, maar dat kan een ongeoorloofde inlichting zijn voor zijn partner. 8 ALERTEREN Het is in alle groepen verplicht te alerteren, conform de daarvoor door de Nederlandse Bridge Bond vastgestelde wedstrijdregels. Het alerteren geschiedt door direct na het bod van de partner het kaartje "alert" op tafel te leggen. 9 BRUINE STICKER-CONVENTIES Onder " Bruine sticker-conventies " (voorheen Rode Conventies) worden verstaan die conventies, die door de NBB als zodanig zijn gedefinieerd. In de B-groep en lager zijn deze conventies verboden. Ook in wedstrijden of competities waarin spelers uit alle groepen elkaar kunnen ontmoeten zijn ze niet toegestaan; viertallen, top-integraal, enz. Een paar dat in de A-groep een dergelijke conventie speelt, moet voor aanvang van de competitie zorgen dat alle andere paren in die groep een uitgebreide samenvatting van de conventie ontvangen. Deze samenvatting moet aangeven: de afwijkende biedingen, veel voorkomende biedverlopen en conclusies die uit bepaalde biedseries getrokken kunnen worden. Het verdient aanbeveling ook aanwijzingen te geven aan de tegenpartij over een mogelijke wijze van verdediging. 10 JAARPROGRAMMA Tijdens een verenigingsjaar worden in elk geval gespeeld: een viertallencompetitie, een parenwedstrijd met butlertelling (niet voor alle groepen), twee "gewone" parenwedstrijden en een top-integraal-competitie.

5 11 CLUBKAMPIOENSCHAP Clubkampioen wordt het paar dat volgens onderstaande puntentelling het hoogste scoort. Voor een paar gelden uitsluitend de punten die het paar in die bepaalde samenstelling heeft gehaald. Bij tegelijk eindigen beslist het aantal malen dat men in de parencompetitie hoger is geëindigd. De behaalde punten gelden individueel in het geval dat een speler verschillende competities niet met dezelfde partner heeft gespeeld. Het is dus mogelijk dat één speler clubkampioen wordt. Parencompetities: plaats A-gr B-gr C-gr D-gr E-gr F-gr Viertallen en Patton: Het viertal dat als laatste eindigt, ontvangt per paar 2 punten, Het naast hogere viertal 4 punten per paar, en zo telkens 2 punten per paar meer. Top-integraal: Het paar dat als laatste eindigt, ontvangt 1 punt; het naast hogere 2 punten, en zo telkens 1 punt meer. 12 INVALLERS / WEGBLIJVERS a) Men dient zelf voor invallers te zorgen. Speelt men met een invaller, dan is een schriftelijke mededeling hiervan aan de wedstrijdleider verplicht. b) Is meer dan de helft van de competitie met dezelfde invaller gespeeld dan geldt deze invaller als reguliere partner, mits deze lid is van de vereniging en mits deze vóór aanvang van de betreffende competitie als vaste invaller is aangemeld. c) Voor invallersscores geldt, zowel bij één als bij twee invallers; de behaalde score binnen een bandbreedte van +5 of 5 % van de eigen gemiddelde score aan het eind van de competitie. Voor butlercompetities bedragen deze correcties maximaal +18 tot 18 imps. d) Als meer dan de helft van het aantal speelavonden met een invaller is gespeeld, vindt geen correctie op invallersscores plaats en kan het paar niet promoveren. e) Een paar dat niet verschijnt op een zitting van de clubcompetitie "krijgt" voor die avond een score van 40%. Dit geldt niet voor een paar dat naar oordeel van het bestuur aantoont, dat er sprake was van overmacht. De genoemde 40% wordt voor de butlerwedstrijden vertaald in -36 imp's voor 24 spellen. In viertallenwedstrijden bedraagt de strafscore het eigen gemiddelde minus 8 vp's per wedstrijd, waarbij in een zwitsers schema deze straf achteraf toegekend wordt en het viertal een voorlopige score van 15 vp's per wedstrijd krijgt f) Evenmin als een lid van een paar mag een lid van een driemanschap invallen bij een ander paar in dezelfde groep. Indien een driemanschap deelneemt aan de interne viertallencompetitie, is toestemming van de wedstrijdleider vereist voor een lid van het driemanschap om in te vallen bij een ander viertal.

6 13 INDELING IN GROEPEN (bij het begin van het seizoen) a) De indeling in groepen geschiedt op basis van eerder behaalde resultaten op de clubcompetities. Ook resultaten in bonds- of districtscompetities kunnen een rol spelen. b) Paren, of twee leden van een driemanschap, die in dezelfde samenstelling spelen als in de laatste parencompetitie van het vorige seizoen, worden ingedeeld in de groep waarop ze volgens het resultaat in die vorige competitie recht hebben. c) Als een paar splitst en beide spelers komen met een nieuwe partner die acceptabel (representatief qua speelsterkte) is voor de betreffende groep dan worden beide paren in die groep ingedeeld. Of de speelsterkte van de nieuwe paren voldoende is, wordt beoordeeld door de TC. d) Als een driemanschap splitst en twee leden vormen samen een nieuw paar, geldt voor het nieuwe paar punt 13b. De derde speler van het driemanschap heeft 2/3 recht op een plaats in de groep waarin het driemanschap geëindigd is. e) Een nieuw paar op de vereniging waarvan beide spelers: 2e divisie of hoger spelen wordt tenminste geplaatst in de op één na hoogste groep districtshoofdklasse spelen wordt tenminste geplaatst in de op twee na hoogste groep. f) Uitbreiding van groepen om punten 13c, 13d, en 13e mogelijk te maken, vindt alleen plaats als dit organisatorisch verantwoord is. Indien geen uitbreiding plaatsvindt, geldt het volgende: In geval van punt 13c: wanneer beide leden van een paar met een nieuwe partner (die eerder geen competitie op de clubavond speelde) gaan spelen, beslist het lot; In geval van punt 13e betekent dit dat het paar in een andere groep wordt ingedeeld. g) In overige gevallen beslist het bestuur na advies van de TC. Het advies van de TC ten aanzien van de speelsterkte van de betrokken spelers is voor het bestuur bindend. h) Vinden er wijzigingen tijdens het speeljaar plaats, dan zal er in de geest van bovenstaande regels gehandeld worden. i) Alle regels voor paren gelden in elk geval voor een driemanschap. 14 RANGSCHIKKING VIERTALLEN VOOR BONDS- EN DISTRICTS-COMPETITIES Het bestuur rangschikt de viertallen in overleg met de TC. Viertallen moeten naar speelsterkte worden ingedeeld omdat het R(egelend) B(estuur) het recht en de plicht heeft de volgorde van de viertallen te veranderen als daar niet aan voldaan wordt. De viertallen stellen zichzelf samen. De TC bemiddelt hier eventueel bij. De sterkte van een viertal wordt mede bepaald aan de hand van de volgende regels: a) Het aantal spelers dat reeds in een bepaalde klasse heeft gespeeld of naar die klasse is gepromoveerd of gedegradeerd. Tussen die categorieën wordt geen onderscheid gemaakt. Een speler die "rechten" heeft op een hogere klasse dan die waarin hij gaat spelen, heeft in principe meer "rechten" dan een speler die in de betreffende klasse heeft gespeeld. Bijvoorbeeld wanneer een 2e divisie-speler besluit om hoofdklasse te gaan spelen met 3 hoofdklasse-spelers, dan heeft dit team in principe meer "rechten" dan een team dat bestaat uit 4 hoofdklasse-spelers. b) Als 1. geen uitsluitsel geeft over de indeling, hebben paren die de vorige viertallencompetitie in dezelfde samenstelling gespeeld hebben, meer rechten dan nieuw gevormde paren. c) Een team dat uit meer dan vier spelers bestaat, wordt beoordeeld naar de gemiddelde speelsterkte.

7 d) Bij een speler die ten hoogste 2 jaar niet aan de viertallencompetitie heeft deelgenomen, wordt de speelsterkte beoordeeld op grond van zijn laatste viertallencompetitie. e) Alleen spelers die tenminste 50% van het aantal spellen in een competitie gespeeld hebben, kunnen de "rechten" op een bepaalde klasse doen gelden. f) Bij gelijke sterkte en rechten (zoals gedefinieerd in punt 1 t/m 5) van viertallen wordt voorrang gegeven aan spelers die het afgelopen jaar (de afgelopen jaren) voor de club in de viertallencompetities zijn uitgekomen. Voor de club uitkomende viertallen, die in protest gaan tegen een arbitrale beslissing, dienen zelf het protestgeld te betalen. Indien het protestgeld niet of slechts gedeeltelijk terugbetaald wordt, kunnen zij bij het bestuur een verzoek tot (gedeeltelijke) terugbetaling indienen na inlevering van een kopie van het protestformulier met een argumentatie voor de terugbetaling door de club. Het bestuur beslist na advies van de TC. In zaken waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur na advies van de TC. 15 TOELATING NIEUWE LEDEN Iemand die lid wil worden van onze vereniging meldt dit schriftelijk bij de secretaris. a) Het bestuur laat een nieuw lid toe als aspirantlid of, als hij al voldoende bekend is bij de vereniging, direct als lid. Het bestuur houdt bij de toelating van nieuwe leden rekening met de accommodatie voor de clubavond, anders gezegd: er worden niet meer leden toegelaten dan er in deze accommodatie kunnen spelen. Bij het toelaten van nieuwe leden kunnen voorrang hebben: 1) zij die eerder lid van de vereniging waren. Het bestuur beoordeelt of een oud-lid op grond van de duur van dit eerdere lidmaatschap en de reden om dat te beëindigen, in aanmerking komt voor deze voorrang. 2) zij die gaan spelen met een lid van de vereniging. Het aspirantlidmaatschap duurt maximaal een jaar. Het bestuur kan aspirantleden eerder als lid toelaten. Na een jaar wordt een aspirantlid toegelaten of geweigerd als lid. Ziet het bestuur redenen om een aspirantlid niet toe te laten als lid, dan wordt het aspirantlid hiervan tijdig in kennis gesteld, dat wil zeggen binnen redelijke tijd nadat het bestuur van de desbetreffende reden(en) kennis heeft genomen. b) Zij die wegens plaatsgebrek niet toegelaten worden als lid of als aspirantlid, worden als zij daar prijs op stellen op de wachtlijst geplaatst. Zodra er plaats is worden zij, in volgorde van plaatsing op de wachtlijst, toegelaten. Eind juni ontvangen de mensen van de wachtlijst bericht hoe hun kansen zijn voor toelating bij de aanvang van het nieuwe seizoen. Maakt men van een aanbod dan geen gebruik, dan volgt plaatsing onderaan de lijst.

8 16 SAMENVATTING SPELREGELS VOOR BRIDGE Deze samenvatting is slechts opgenomen als handreiking voor de leden. De spelregels zoals vastgelegd door de NBB gaan te allen tijde voor De gang van zaken bij een onregelmatigheid Elke speler mag de aandacht vestigen op een onregelmatigheid. Voor de dummy bestaan er uitzonderingen, die vindt u bij de rechten van de dummy. Nadat de wedstrijdleider geroepen is, mag er niet meer worden geboden of gespeeld. Ook overleg over de straf voor de overtreding is niet toegestaan als er een keuze tussen verschillende straffen is. De arbiter zal zich het voorgevallene laten vertellen en vastleggen wat er gebeurd is. Belangrijk daarbij is dat ieder op zijn beurt praat. Ook als de tegenpartij een volgens u totaal verkeerde voorstelling van zaken geeft, krijgt u zeker de gelegenheid om uw visie te geven. Vervolgens zal de arbiter u vertellen en/of voorlezen wat de spelregels in dit geval voorschrijven en eventueel straf opleggen, of een keuze uit straffen laten maken. Wanneer men het zelf al geregeld heeft, kan de wedstrijdleider deze regeling ongedaan maken. Als de overtreder de onregelmatigheid zonder toestemming van de wedstrijdleider tracht te herstellen, kan dit herstel weer een nieuwe overtreding van de spelregels opleveren. Wanneer er een keuze is tussen de verschillende straffen, maakt de leider die keuze zonder overleg met de dummy. Tegenspelers mogen in zo'n geval ook niet overleggen Wanneer vervalt het recht om straf te eisen? Wanneer de niet-overtredende partij iets onderneemt, voordat de wedstrijdleider straf heeft opgelegd, vervalt het recht om straf te eisen. Dit recht vervalt in elk geval als men na een overtreding van de rechter tegenstander biedt of speelt. Als het recht om straf te eisen is vervallen, kan de wedstrijdleider, als hij dat nodig vindt, toch straf opleggen aan de overtreders Wanneer is een kaart gespeeld? Door de leider: Als hij de kaart uit zijn hand neemt met de bedoeling om die kaart te spelen en die kaart de tafel raakt of bijna raakt. Als hij een kaart uit de dummy aanraakt met de bedoeling die kaart te spelen, eveneens wanneer hij een kaart uit de dummy noemt of aanwijst om te spelen. door een tegenspeler: Als hij de kaart uit de hand neemt en die kaart zodanig houdt dat zijn partner zou hebben kunnen zien welke kaart het is.

9 16.4 Uitleg van biedingen en uitkomen Tijdens het bieden heeft elke speler het recht op uitleg van een bieding van de tegenpartij, ook kan men verlangen dat het bieden herhaald wordt. Men mag hier alleen om vragen als men zelf aan de beurt is om te bieden. Het bieden eindigt als alle vier de spelers passen of als, nadat er drie keer in volgorde is gepast na een bieding, de uitkomst met de beeldzijde naar boven op tafel is gelegd. Daarna volgt het spelen. Tijdens het spelen mag wel gevraagd worden naar de betekenis van een gebruikte bieding of tegenspeelconventie, maar mag geen herhaling van de bieding gevraagd worden (behalve in de eerste slag). Ook tijdens het spelen zijn vragen alleen toegestaan als men aan de beurt is om te spelen. Inzien van de systeemkaart van de tegenpartij is eigenlijk ook slechts toegestaan als men zelf aan de beurt is om te bieden. De speler die moet uitkomen, doet dit door de kaart, waarmee hij wil starten, met de beeldzijde naar de tafel voor zich neer te leggen (indien hij niet moest uitkomen kan dit nu zonder consequenties hersteld worden). Op dat moment is zijn gelegenheid om vragen te stellen voorbij. Zijn partner heeft nu kans om te vragen. De kaart, die gesloten op tafel ligt moet, daarna voorgespeeld worden Slagen inzien Zolang men de kaart van een slag nog niet heeft omgedraaid en de partner nog niet heeft voorgespeeld voor de volgende slag, mag men eisen dat de vier kaarten van de betreffende slag open op tafel gelegd worden Bijspelen Bijspelen dient in een normaal tempo te geschieden. Aarzelen kan hierbij een ongeoorloofde inlichting aan de partner betekenen. Het aarzelen met het bijspelen van een singleton is onethisch en de wedstrijdleider kan hiervoor een straf toekennen. Onhoffelijk is het om een te spelen kaart uit de hand nemen voor men aan de beurt is om te spelen.