SAMENSTELLING VAN EEN STATUTAIRE WERVINGSRESERVE VOOR DE FUNCTIE VAN BRANDWEERMAN (M/V), GELDIG VOOR DRIE JAAR

Transcriptie

1 Leuven, 27 september 2008 SAMENSTELLING VAN EEN STATUTAIRE WERVINGSRESERVE VOOR DE FUNCTIE VAN BRANDWEERMAN (M/V), GELDIG VOOR DRIE JAAR A. AANWERVINGSVOORWAARDEN: 1. Onderdaan zijn van één der lidstaten van de Europese Unie; 2. De burgerlijke en politieke rechten genieten; 3. De functie is toegankelijk voor mannelijke en vrouwelijke kandidaten; 4. Ten minste 18 jaar oud zijn op de datum van het afsluiten van de kandidaatstellingen; 5. Een gestalte hebben van minstens 1.60 meter zonder schoeisel; 6. Van goed zedelijk gedrag zijn (een uittreksel uit het strafregister mag niet ouder zijn dan drie maanden en de kandidaat mag, zo er ongunstige vermeldingen op voorkomen, een verklarende nota voorleggen); 7. In het bezit zijn van een diploma of getuigschrift van hoger secundair onderwijs. Alle vereiste studiebewijzen moeten uitgereikt zijn door een door de overheid ingerichte, gesubsidieerde of erkende onderwijsinstelling. De studiebewijzen die in het buitenland zijn uitgereikt en die door de daartoe bevoegde instantie gelijkwaardig zijn verklaard met de voor de functie vereiste studiebewijzen, worden in aanmerking genomen. Het bewijs dat de kandidaten voldoen aan de diplomavereisten moet, op straf van uitsluiting van de selectieprocedure, geleverd worden op de uiterste datum gesteld voor het indienen van de kandidatuurstellingen. De overige bewijsstukken worden later opgevraagd en alleen van de geslaagde kandidaten. 8. De gecoördineerde wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken zijn van toepassing. 9. In het bezit zijn van een rijbewijs B bij de indiensttreding. Voor de benoeming in vast verband moeten de kandidaten in het bezit zijn van een rijbewijs C; 10.Geschikt bevonden zijn bij een geneeskundig onderzoek dat altijd voorafgaat aan de proeven inzake lichamelijke geschiktheid en selectie. Aan deze proeven kunnen alleen de voor de dienst geschikt bevonden kandidaten deelnemen. Het geneeskundig onderzoek wordt verricht door de officier-geneesheer van de dienst of, bij ontstentenis, door een door de gemeenteraad aangewezen geneesheer, onverminderd de bepalingen welke gelden inzake arbeidsgeneeskunde. Het geneeskundig onderzoek en de proeven inzake lichamelijke geschiktheid zijn eliminerend en gaan elke andere proef vooraf. De kandidaten : moeten een sterke lichaamsgesteldheid hebben, die hun toelaat vermoeiende en ononderbroken fysische inspanningen te leveren, de weersgesteldheden te trotseren, op elk soort van terreinen te gaan, te lopen, te kruipen, te klimmen, te springen, te zwemmen, zware lasten te dragen;

2 mogen niet onderhevig zijn aan duizeligheid; moeten bekwaam zijn in alle omstandigheden, zowel s nachts als overdag auto s van alle typen te besturen en mogen niet lijden aan kwalen die een plotselinge bezwijming tijdens het sturen kunnen veroorzaken (epilepsie, duizeligheid, neiging tot flauwvallen, aandoeningen van de hartvaten die plotselinge bewusteloosheid kunnen veroorzaken, suikerziekte die inspuitingen of inneming van hypoglycaemiërende geneesmiddelen noodzakelijk maakt); moeten voldoen aan de criteria die op het ogenblik van het onderzoek gelden voor het verkrijgen van een medische schifting voor het besturen van voertuigen; mogen op een tonaal liminair audiogram voor geen van beide oren een gemiddeld verlies hebben hoger dan 50 db. Er wordt rekening gehouden met het rekenkundig gemiddeld verlies in luchtgeleiding op 500 Hz, 1000 Hz en 2000 Hz; mogen geen afwijking of gebrek vertonen waardoor hun prestige ernstig in het gedrang kan komen bij het uitoefenen van hun functie en geen spraakstoornissen vertonen. Richtlijnen betreffende het medisch onderzoek: De anamnese dient te slaan op het beroep van de kandidaten, hun pathologische antecedenten, erfelijke en persoonlijke (ziekten, ongevallen, eventuele gevolgen), de uitslagen van eventuele vorige geneeskundige onderzoeken (verzekeringsmaatschappij, leger, invaliditeitspensioen, enz ). Het eigenlijke onderzoek zal omvatten: een algemeen somatisch onderzoek (algemeen uitzicht, littekens, verminkingen, misvormingen); een onderzoek van het voortbewegingsstelsel (skelet, gewrichten, spieren); een onderzoek van de hartvaten (hart, pols, bloeddruk, aderspat); een onderzoek van het abdomen (buik, organen, breuken); een neurologisch onderzoek (Romberg, pupilreflexen, peesreflexen, cremasterreflexen, tremor); een onderzoek van het psychisme (algemeen gedrag, emotiviteit); een onderzoek van de endocrine organen (schildklier); een urineonderzoek (eiwit, suiker); een onderzoek van de gezichtsscherpte (met en zonder bril); een onderzoek van het gehoor. Na het medisch onderzoek zal de onderzoekende geneesheer een formulier invullen, (model in bijlage 1 van het organiek reglement). De kandidaat die medisch ongeschikt wordt bevonden door de onderzoekende geneesheer, kan bij deze geneesheer en bij aangetekende brief beroep instellen tegen deze beslissing binnen de tien kalenderdagen na ontvangst van de beslissing. Als gevolg van dit beroep zal de geneesheer die het onderzoek heeft verricht een consult organiseren met de door de kandidaat aangewezen en in de aangetekende brief te vermelden geneesheer. Voorafgaand aan het consult wijzen de geneesheren in onderling overleg een derde geneesheer aan die als scheidsrechter een eindbeslissing neemt indien de twee geneesheren geen overeenstemming bereiken. Tegen deze scheidsrechterlijke beslissing is geen beroep meer mogelijk. 11. Slagen voor een vergelijkende lichamelijke geschiktheidsproef. Deze proef omvat 4 delen waaraan geen punten worden toegekend en 7 delen waaraan een totaal van 100 punten wordt toegekend. Om te slagen voor deze proef moeten de kandidaten slagen voor de delen waaraan geen punten worden toegekend en voor de overige delen ten minste 50% der punten behalen. De examencommissie is als volgt samengesteld: een regent (bachelor) of licentiaat (master) lichamelijke opvoeding als voorzitter een officier van een brandweerkorps van de categorie x of y de officier-geneesheer van de brandweer of zijn vervanger de officier-dienstchef of een door hem aangewezen officier die tevens als secretaris fungeert.

3 De examencommissie bepaalt de volgorde van de proeven en houdt hierbij rekening met de te leveren inspanningen. a) Voorligsteun Steunend op handen en voeten moet het lichaam een rechte lijn vormen, de armen moeten loodrecht zijn t.o.v. de vloer. Tijdens de oefening moet de borst de grond licht aanraken. Armen buigen/strekken: 10 maal b) Armbuiging Hangend aan een balk of brug de handen in pronatie dit wil zeggen de handpalm naar buiten (dus niet naar de kandidaat gericht). Het toestel wordt op zulke hoogte geplaatst dat de voeten de grond niet raken. Voor de goede uitvoering is vereist dat de kin 4 maal boven de brug uitkomt. c) Evenwicht Twee pogingen worden aan de kandidaat toegestaan. Op een balk van 7 tot 10 cm breedte, 3,50 m lang, op een hoogte van 1,20 m geplaatst. De manier van bestijgen en afdalen is vrij. De tijd gaat in bij het geven van het signaal, wanneer de kandidaat zich op de balk in evenwicht bevindt. De chronometer wordt stopgezet wanneer de kandidaat het einde van de in evenwicht af te leggen afstand heeft afgelegd, de voet voorwaarts gestrekt op het uiteinde van de balk. Deze proef moet in maximum 8 seconden worden afgelegd. d) Touwklimmen 4 meter Twee pogingen worden aan de kandidaat toegestaan met een tussentijd van 15 minuten. De start wordt gegeven wanneer de kandidaat bij het touw staat, de armen gesterkt langs het lichaam. Deze proef moet in maximum 15 seconden worden afgelegd. Tijd 15 s 5 14 s 6 13 s 7 12 s 8 11 s 9 10 s of minder 10 e) Beklimmen en afdalen van de luchtladder (20 m) Twee pogingen worden aan de kandidaat toegestaan met een tussentijd van 15 minuten. De start gebeurt aan de voet van de ladder. De kandidaat houdt de armen gestrekt langs het lichaam en raakt de ladder niet aan. De chronometer wordt gestopt als de kandidaat afgedaald is en de startpositie opnieuw heeft ingenomen. De ladder heeft een helling van 70, steunt nergens tegen en is niet gedraaid naar een muur of een gevel. Deze proef moet in maximum 1 minuut 45 seconden worden afgelegd. Tijd 1 min 45 s 10 1 min 41 s 12 1 min 37 s 14

4 1 min 33 s 16 1 min 29 s 18 1 min 25 s of minder 20 f) Dragen, over 50 m Twee pogingen worden aan de kandidaat toegestaan met een tussentijd van 30 minuten. De proef bestaat in het dragen van een oefenpop van ± 70 kg. Hulpgreep bij een arm en een been. De start wordt gegeven als de kandidaat de oefenpop heeft opgetild. Deze proef moet in maximum 22 seconden worden afgelegd. Tijd 22 s 5 19 s 6 18 s 7 17 s 8 16 s 9 15 s of minder 10 g) Verspringen, zonder aanloop Twee pogingen worden aan de kandidaat toegestaan met een tussentijd van 5 minuten. Starten met voeten gesloten achter de lijn. De afstand wordt bepaald door het dichtst bij de startlijn achtergelaten spoor, ongeacht met welk lichaamsdeel de grond wordt geraakt. De kandidaat moet minstens 2 m verspringen. Volgende tabel geeft het aantal punten weer in functie van de lengte van de sprong: Lengte 2 m 5 2,10 m 7,5 2,20 m of meer 10 h) Dieptesprong De kandidaat springt rechtstaande en mag geen tussensteun hebben. Het neerkomen gebeurt op een tapijt. De kandidaat moet 2 m diep springen. i) Zwemmen 50 m in maximum 2 minuten Tijd 2 min 5 1 min 58 s 6 1 min 56 s 7 1 min 54 s 8 1 min 52 s 9 1 min 50 s of minder 10 j) Lopen m in maximum 12 minuten (Coopertest).

5 Tijd 12 min min 30 s 17,5 11 min min 30 s of minder min of minder 30 k) Steptest: 22 maal in maximum 1 minuut (trede van 40 cm hoog) Tijd 1 min 5 58 s 6 56 s 7 54 s 8 52 s 9 50 s of minder Slagen voor een selectieprocedure die afgenomen wordt door een extern selectiekantoor met volgend programma: Deel 1: schriftelijke proef Tijdens deze proef zal het bevattings- en redeneervermogen van de kandidaten geëvalueerd worden, evenals de gebruikelijke kennis van de moedertaal en de rekenkundige bewerkingen, en het opmerkings- en concentratievermogen. Het bevattings- en redeneervermogen evenals het opmerkings- en concentratievermogen worden aan de hand van tijdsgebonden testen gemeten. Naar de gebruikelijke kennis van de moedertaal en van de rekenkundige bewerkingen wordt gepeild aan de hand van een korte gevalstudie en toepassingsgerichte vragen. Om te slagen dienen de kandidaten minstens 60 punten op 100 te behalen. Deel 2: mondelinge proef 1. Computergestuurde test Evaluatie van de voor de functie vereiste geschiktheid aan de hand van één of meerdere persoonlijkheidsvragenlijsten. Dit gedeelte geldt enkel als informatie bij de mondelinge test. Voor de functie van brandweerman (M/V) kunnen volgende persoonlijkheidskenmerken geëvalueerd worden: contactuele vaardigheden: het vermogen om anderen op een passende manier te benaderen sociale vaardigheden: vaardig in de omgang met anderen. Zich gemakkelijk integreren in groep. In staat zijn in diverse situaties sociale contacten te onderhouden met verschillende soorten mensen samenwerken: in overleg met anderen effectief bijdragen tot een gezamenlijk resultaat, ook wanneer dit niet volledig met de eigen visie strookt emotionele stabiliteit: getuigen van standvastigheid en emotionele draagkracht flexibiliteit: vlotte aanpassing aan wisselende situaties en gemakkelijk loskomen van bestaande structuren zelfstandigheid: in staat zijn op effectieve wijze en zonder steun van anderen beschikbare tijd en middelen aan te wenden voor eigen taakuitvoering initiatief: kansen signaleren en ernaar handelen. Liever uit zichzelf beginnen dan passief af te wachten.

6 stressbestendigheid: effectief blijven presteren onder tijdsdruk, bij tegenslag, teleurstelling of tegenspel. De testresultaten zijn adviserend, niet eliminerend. 2. Jurygesprek Evaluatie van de overeenstemming van het profiel van de kandidaat met de specifieke vereisten van de functie evenals van zijn/haar motivatie en belangstelling voor het werkterrein. Om te slagen dienen de kandidaten minstens 60 punten op 100 te behalen. Om te slagen voor de selectieprocedure van brandweerman moeten de kandidaten: - minstens 50 punten op 100 behalen in de lichamelijke geschiktheidsproef - minstens 60 punten op 100 behalen in elk van de twee gedeelten van de selectieprocedure - minstens 60 % der punten behalen die voor de lichamelijke geschiktheidsproef en de selectieprocedure samen te bekomen zijn. B. WEDDENSCHAAL: Thans minimum ,95 en maximum ,51 per jaar + vergoeding voor nacht-, zaterdag- en zondagprestaties + eventueel haardgeld: 1069,68 of standplaatstoelage: 534,85 per jaar + kledijvergoeding C. FUNCTIEBESCHRIJVING: Deelnemen aan interventies die tot de specifieke opdrachten van de brandweer behoren zoals wettelijk voorzien: brandbestrijding ongevallen met geknelden dringende medische hulpverlening bevrijden van personen opgesloten in een lift vrijmaken van rijwegen pompwerken ontsnappen van gassen interventies bij overstromingen en/of rampen neutralisatie van zuren, koolwaterstofverbindingen, wespenverdelging bevrijden van dieren interventies waarbij radioactieve bronnen betrokken zijn ontploffingen, instortingen, brandwachten Kan ingeschakeld worden bij taken zoals: brandweercentrale (telefoon, fax, rampenplanning, ) onderhoud en herstelling van voertuigen onderhoud en herstelling van gebouwen magazijnbeheer administratie beheer van waterwinningspunten (controle, aanduiding, )

7 Regelmatig volgen van opleiding en training zoals: materieelkennis praktische oefeningen oefeningen LO dringende medische hulpverlening D. FUNCTIE -EISEN: Algemeen: bereid zijn tot het volgen van bijkomende opleiding over een goede communicatieve uitdrukkingsvaardigheid beschikken (onder meer aan de telefoon) kunnen omgaan met mensen (verzorgd, hoffelijk) sociale ingesteldheid zin voor samenwerking beschikken over de nodige handvaardigheid Specifiek: voldoen aan het profiel van de functiebeschrijving bereid zijn prestaties te leveren op zaterdag, zondag en feestdagen en gedurende de nacht bereid zijn overuren te presteren zelfstandig kunnen werken kunnen werken onder druk, in gevaarlijke situaties en/of traumatische omstandigheden vaktechnische kennis bezitten inzet initiatief nemen medisch en lichamelijk geschikt zijn. E. INDIENSTTREDING 1. Voor de bezetting van de vacature(s) wordt rekening gehouden met de resultaten van de selectieprocedure en met het gemotiveerd advies van de officier-dienstchef en/of zijn plaatsvervanger. 2. De geslaagde voor een aanwervingsexamen mag niet tot de stage worden toegelaten vóór zijn lichamelijke geschiktheid is vastgesteld door de arbeidsgeneeskundige dienst waarbij de stad Leuven aangesloten is. 3. De tot de stage toegelaten kandidaat die niet in dienst treedt op de datum in het besluit bepaald of, wanneer die niet is bepaald, binnen de drie maanden vanaf de datum waarop het benoemingsbesluit hem werd betekend, wordt geacht aan zijn benoeming definitief te verzaken. Een nieuwe indiensttredingsdatum kan bij gemotiveerd besluit van de benoemende overheid worden bepaald wanneer de betrokkene een gegronde reden inroept die hem belet op de gestelde datum of binnen de gestelde termijn zijn ambt op te nemen. F. EVALUATIE VAN DE STAGE Onverminderd de bepalingen in verband met het einde-stageverslag wordt de stagiair tijdens de stageperiode geëvalueerd volgens de regels bepaald in het reglement inzake de evaluatie en het functioneringsgesprek. Tijdens de stage staat het personeelslid onder de leiding van de hiërarchische chef en wordt het begeleid door een door de officier-dienstchef aangewezen stagemeester.

8 Over het verloop van de stage en de bijhorende gesprekken die met het personeelslid worden gevoerd brengt de officier-dienstchef om de drie maanden verslag uit aan het college van burgemeester en schepenen. De evaluatie gebeurt onmiddellijk na de eerste helft van de proeftijd. Ten minste twee hiërarchische chefs waaronder de rechtstreekse chef van het personeelslid maken voor de stagiair, telkens na een beoordelingsgesprek, een beschrijvende kwalitatieve evaluatie. Indien de beoordeling van de proeftijd ongunstig is, kan het personeelslid bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen. Het beroep moet ingediend worden met een aangetekend schrijven binnen vijftien kalenderdagen nadat de ongunstige beoordeling aan de betrokkene tegen ontvangstbewijs werd overhandigd. Vooraleer de overheid uitspraak doet over het beroep, wordt het personeelslid gehoord. Van zijn verklaringen wordt proces-verbaal opgemaakt dat door hem en de overheid wordt ondertekend. Het personeelslid heeft het recht zich te laten bijstaan. Van de gemotiveerde beslissing over het beroep wordt aan het personeelslid onmiddellijk kennis gegeven. De beoordelingsverslagen en de beslissing na beroep worden in het persoonlijk dossier opgenomen. G. STAGE EN OPLEIDING Niemand wordt tot de stage toegelaten tenzij hij aan de aanwervingsvoorwaarden voldoet. De duur van de stage bedraagt één jaar en wordt geschorst voor iedere afwezigheid, al dan niet onderbroken, van meer dan vijftien werkdagen. Het jaarlijks vakantieverlof wordt buiten beschouwing gelaten.de stage wordt met de duur van de afwezigheden verlengd. De stagiairs dienen met gunstig gevolg de opleiding te volgen die te hunnen behoeve gegeven wordt in de provinciale centra voor de opleiding van de brandweerdiensten, waar hun het brevet van kandidaatbrandweerman wordt uitgereikt. De stagiair moet gedurende zijn stage het wettelijk brevet van ambulancier behalen, dat afgeleverd wordt na het volgen van een cursus die ingericht wordt door een opleidingscentrum dat daartoe erkend is door het Ministerie van Volksgezondheid. De officier-dienstchef en de leider van de operaties waken erover dat de stagiairs slechts aan de operaties deelnemen in de mate dat hun theoretische en praktische vorming zulks toelaat. De stagecommissie, samengesteld uit de officier-dienstchef, officieren en onderofficieren, maakt aan het einde van de stage, ten behoeve van de benoemende overheid, een verslag op voor ieder stagiair. Zij stelt voor : - hetzij de benoeming in vast verband; - hetzij de verlenging van de stagetermijn voor een duur van ten hoogste tweemaal zes maanden; - hetzij de afdanking. Dit kan eveneens tijdens de stage, en eventueel tijdens de verlengde stage, volgens dezelfde procedure worden voorgesteld wanneer de wijze van dienen van de stagiair te wensen overlaat. Zo het personeelslid na het verstrijken van de stageperiode wegens ongunstig verslag van de stagecommissie wordt afgedankt, wordt een opzeggingstermijn van drie maanden in acht genomen ingaande op de eerste van de maand volgend op de dag van de betekening van de opzeg bij aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs. De opzeggingstermijn wordt opgeschort ingeval van ziekte van het personeelslid of ingeval de opzeg wordt betekend tijdens de periode dat het personeelslid met verlof is. Tijdens de opzegperiode heeft het personeelslid het recht om met behoud van loon maximum een dag per week afwezig te blijven van het werk om een nieuwe betrekking te zoeken.

9 Het einde-stageverslag wordt aan de belanghebbende schriftelijk medegedeeld en door hem medeondertekend. Deze beschikt over een termijn van acht dagen, te rekenen vanaf de kennisneming, om een bezwaar in te dienen bij de overheid die de benoemingsmacht uitoefent. Zij hebben het recht zich, desgevallend, door een verdediger van hun keuze te laten bijstaan. De stagiair kan op grond van het einde-stageverslag in vast verband worden benoemd. H. HOE GEBEURT DE KANDIDATUURSTELLING? 1. De kandidaten richten hun kandidatuurstelling aan het college van burgemeester en schepenen, stadhuis van en te 3000 LEUVEN. Zij moeten hiervoor gebruik maken van het bijgevoegd formulier. De originele kandidatuurstelling moet uiterlijk op 13 oktober 2008 op het secretariaat toekomen om er geregistreerd te worden of ter post afgestempeld zijn, samen met een kopie van het vereiste diploma. Onvolledige kandidaturen worden niet aanvaard. 2. Na de selectieprocedure zullen de geslaagde kandidaten uitgenodigd worden de overige vereiste bewijsstukken over te leggen. I. Wanneer na het afnemen van de selectieprocedure zou blijken dat een kandidaat niet aan al de gestelde voorwaarden voldoet, zal deze kandidatuur in geen geval kunnen aanvaard worden. J. De kandidaten die slagen voor de selectieprocedure doch niet onmiddellijk worden benoemd, worden opgenomen in de wervingsreserve en gerangschikt volgens de in het examen behaalde punten. Zij komen in deze volgorde in aanmerking voor een benoeming in statutair verband in een vacante betrekking van de personeelsformatie voor zover zij aan de gestelde voorwaarden voldoen en onder voorbehoud van hun geneeskundige geschiktheid die moet blijken uit een medisch onderzoek voor de indiensttreding. De wervingsreserve is geldig voor de duur van drie jaar, te rekenen vanaf de eerste van de maand volgend op de dag waarop het proces-verbaal van het laatste examengedeelte is afgesloten. De kandidaat die in statutair verband wordt benoemd en weigert in dienst te treden, wordt definitief uit de wervingsreserve geschrapt, tenzij hij/zij om medische redenen verhinderd is (te bewijzen met een medisch attest). K. Ook bij de effectieve indiensttreding moeten de kandidaten aan alle aanwervingsvoorwaarden voldoen. L. Bijkomende inlichtingen kunnen bekomen worden op de personeelsdienst, Boekhandelstraat LEUVEN (1 e verdieping) - (telefoon: ). M. Eventuele adreswijzigingen na het indienen van de kandidatuur moeten onmiddellijk schriftelijk meegedeeld worden aan de personeelsdienst. Op last van het college: de adjunct-stadssecretaris, de burgemeester Katlijn Perneel bij delegatie Mohamed Ridouani schepen van personeelszaken, onderwijs, duurzame ontwikkeling en diversiteit

10 KANDIDATUURSTELLING., Aan het college van burgemeester en schepenen stadhuis van en te 3000 LEUVEN Geacht college Ik, ondergetekende.. (naam en voornaam) geboren te.. op. en wonende te. (straat en nummer).... (postnummer en gemeente) telefoonnummer:.. dien mijn kandidatuur in voor de betrekking van BRANDWEERMAN (M/V) bij de stad Leuven. Bijgevoegd: een kopie van het vereiste diploma. OPGELET: onvolledige kandidaturen worden niet aanvaard. Met hoogachting (handtekening van de kandidaat).