Handleiding Installatie Performance Scan. Uw helpende hand bij installatieoptimalisatie. in opdracht van

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handleiding Installatie Performance Scan. Uw helpende hand bij installatieoptimalisatie. in opdracht van"

Transcriptie

1 Handleiding Installatie Performance Scan Uw helpende hand bij installatieoptimalisatie in opdracht van

2

3 Handleiding Installatie Performance Scan Uw helpende hand bij installatieoptimalisatie

4

5 Inhoud 1 De Installatie Performance Scan 5 2 Gebruik van de scan 2.1 Voor welke installaties Wanneer uit te voeren Onderdelen van de scan Over de adviezen 7 3 Werking van de scan 3.1 Navigatie In te vullen onderdelen 8 4 Aan de slag 4.1 Steekproef Registratie van basisgegevens Opname ketel Ketelregeling Afstemming meerdere ketels Distributiesysteem warmte Afgiftesysteem warmte Basisgegevens koelinstallatie Opwekking koude, visuele inspectie Distributie koude Decentrale units koudeafgifte Centrale luchtbehandeling Afgifte woningen Tapwater Alternatieven Beoordeling onderhoudscontract 29 5 Meer informatie 30

6

7 Handleiding Installatie Performance Scan 1 De Installatie Performance Scan De Installatie Performance Scan is een nieuw gestandaardiseerd instrument om inzicht te krijgen in de verbetermogelijkheden van de klimaatinstallatie in gebouwen. Aanpak van de installatie op basis van de scan kan leiden tot een reductie van het energiegebruik en tot een reductie van de kans op storingen en comfortklachten. De Installatie Performance Scan geeft daarmee grip op de klimaatinstallatie. Dit instrument staat náást de al ontwikkelde EPA s voor de woningbouw en utiliteitsbouw. Het richt zich dan ook op de installatietechnische elementen en niet op de bouwkundige mogelijkheden voor energiebesparing. De scan kreeg vorm in Microsoft Excel. Deze handleiding licht de opbouw en het gebruik van deze scan toe. Met het instrument scant de installateur of adviseur de bestaande klimaatinstallatie, zowel verwarming als koeling, op energie-efficiëntie. Het instrument is uniek omdat het een integrale check van opwekker, regelingen, distributiesysteem en afgiftesysteem omvat. Het is een eenduidige methode ontwikkeld door SenterNovem in opdracht van VROM/DGW, en in samenspraak met marktpartijen. 5

8 2 Gebruik van de scan Dit hoofdstuk geeft een algemene toelichting op de Installatie Performance Scan. 2.1 Voor welke installaties De scan is bedoeld voor de optimalisatie van werktuigbouwkundige installaties voor klimatisering - dus verwarming en koeling. De scan is te gebruiken voor klimatiseringsinstallaties van utiliteitsgebouwen en collectieve installaties in de woningbouw. Als uitgangspunt geldt dat de warmte wordt opgewekt met aardgasgestookte ketels. De niet-aardgas gestookte ketels zijn hierbij uitgesloten. Voor de opwekking van koude wordt uitgegaan van conventionele (compressie)koelmachines. 2.2 Wanneer uit te voeren Bij toepassing van de scan wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van beschikbare gegevens, die bijvoorbeeld zijn of worden verkregen uit het periodieke onderhoud en de SCIOS-keuring 1). Wanneer dergelijke activiteiten zijn gepland, is het raadzaam deze gezamenlijk uit te voeren dan wel de optimalisatie als laatste toe te passen. Zo kunt u optimaal gebruik maken van de beschikbare gegevens. Daarnaast is het uit oogpunt van efficiency aan te bevelen de optimalisatie gecombineerd uit te voeren met onderhoud aan de verwarmingsinstallatie en/of koelinstallatie. Het instrument kent een modulaire opbouw. Hierdoor is het voor u mogelijk alleen de relevante modules te doorlopen. De scan wordt uitgevoerd op vrijwillige basis en leidt tot een vrijblijvend advies. Voor de grotere installaties (vanaf 50 kw th verwarmingsvermogen) is het nodig dat de scan wordt uitgevoerd in het stookseizoen, omdat er (rendements)metingen moeten worden uitgevoerd. 1) De SCIOS-keuring is nu opgenomen in de wet Milieubeheer voor ketels met een nominale belasting groter dan 130 kw. 6

9 Handleiding Installatie Performance Scan 2.3 Onderdelen van de scan De Installatie Performance Scan bestaat uit de volgende twee componenten: 1 De scan zelf. Dit is de elektronische versie van de Installatie Performance Scan voor gebruik op de pc. 2 Deze handleiding. Hierin leest u hoe de scan moet worden uitgevoerd. De verschillende stappen worden nader toegelicht. 2.4 Over de adviezen De scan en bijbehorende handleiding geven aanwijzingen over het invullen van de scan. Maar uitdrukkelijk geldt dat de vakkundigheid van de uitvoerder van de scan leidend is bij het aankruisen van de adviezen. De uitvoerder van de scan heeft na de opname inzicht in de specifieke situatie van het pand en de installaties. In de tabel met adviezen kunnen op verschillende plekken opmerkingen en toelichtingen worden gegeven op het gegeven advies. De scan besluit met het geven van één of meerdere adviezen. Het implementatietraject is hierbij niet meegenomen. Er worden dus geen adviezen gegeven over de volgorde waarin adviezen dienen te worden uitgevoerd of de mogelijkheid om bepaalde adviezen gecombineerd (met gepland onderhoud) uit te voeren. 7

10 3 Werking van de scan Dit hoofdstuk geeft een toelichting op de algemene werking van de elektronische versie van de Installatie Performance Scan. 3.1 Navigatie Openingsscherm De scan opent met het logo en twee buttons. Als u de scan al kent, kunt u direct naar het menu gaan. Als u de scan voor het eerst gebruikt, kunt u eerst naar het scherm met uitleg gaan. Menu De diverse aspecten van de scan kunt u vanuit het menu benaderen. Vanuit elk gekozen blad kunt u terugkeren naar dit menu. Basisgegevens Bij een inspectie start u altijd met het invullen van de basisgegevens. Op basis van de gegevens die u hier invoert, worden de overige buttons in het menu, voor zover noodzakelijk, geactiveerd. Overige buttons Vervolgens gaat u consequent alle geactiveerde buttons langs en vult u alle gevraagde gegevens in. Opstellen advies Nadat alle gegevens zijn ingevuld, wordt met de button OPSTELLEN ADVIES het advies uitgebracht. Op basis van uw bevindingen kunt u in dit scherm opmerkingen toevoegen aan het advies. Vervolgens kunt het advies afdrukken en is de Installatie Performance Scan beëindigd. 3.2 In te vullen onderdelen Menu Afhankelijk van de door u ingevulde gegevens in het blad BASISGEGEVENS worden meerdere buttons geactiveerd. U ziet dit aan het zwart worden van de letters in de buttons. Niet-relevante buttons worden weergegeven met lichtgrijze letters. Velden Wanneer u de scan in de genoemde volgorde doorloopt, vult u bij de verschillende bladen alleen de groene velden in. Op basis van uw eerdere input, zijn bepaalde vragen mogelijk niet meer van toepassing. Als dat het geval is, wordt de vraag lichtgrijs gemaakt en kunt u hem overslaan. Invoer U hebt de keuze uit drie soorten invoervormen: Vorm 1: Diverse keuzevelden waarbij u uit een lijst een optie kunt selecteren. Na selectie van een optie kan worden doorgegaan naar de volgende vraag. Vorm 2: Vragen waar een aantal opties onder elkaar zijn weergegeven, bijvoorbeeld JA en NEE. Hierbij dient u een van de opties te selecteren door de letter X in te vullen. Wanneer meerdere keuzes worden geboden, wordt dit aangegeven met tekst. Vorm 3: Vragen waarbij u meerdere opties tegelijkertijd kunt selecteren. Antwoorden die van toepassing zijn, selecteert u door de letter X in te vullen. Het selecteren van meerdere antwoorden leidt hier niet tot een foutmelding. Aan het einde van elk blad klikt u op OK. Hiermee geeft u aan dat alle invoer in het blad is gecontroleerd en akkoord is. 8

11 Handleiding Installatie Performance Scan startpagina menu basisgegvens adviesblad 9

12 4 Aan de slag Dit hoofdstuk belicht de vragen die in de scan worden gesteld. R2 Noteer in welk jaar het pand is gebouwd. Bij meerdere bouwfasen is het oudste deel leidend. 4.1 Steekproef Bij sommige vragen is sprake van het steekproefsgewijs controleren van de gegevens. De grootte van deze steekproef is afhankelijk van het aantal vertrekken. Om met voldoende zekerheid de uitkomsten uit de steekproef te kunnen interpreteren, dient een minimale steekproef te worden aangehouden volgens tabel 4.1. Deze grootte is bepaald volgens een formule uit het Polytechnisch Zakboek. tabel 4.1 Grootte van de steekproef Aantal vertrekken >500 Grootte steekproef Registratie van basisgegevens Onderstaande vragen zijn bedoeld voor een algemene inventarisatie. Deze gegevens bepalen onder andere in welke klasse de installatie wordt ingedeeld. Afhankelijk van deze klasse zijn een of meerdere vragen niet van toepassing. R3 Noteer het bruto vloeroppervlak van het gebouw in m 2. R4 Noteer de gebouwfunctie(s). Wanneer het gebouw meerdere gebouwfuncties heeft, noteert u van elke functie het bruto vloeroppervlak in m 2. R5 Geef per gebouwfunctie aan wat de bedrijfstijden zijn en hoeveel dagen per week het gebouw is geopend. R6 Geef aan of er (regelmatig) wordt overgewerkt en zo ja, of er een overwerkschakelaar aanwezig is. Geef ook aan of er een overwerkschakelaar per zone of sector is. Vraag aan de conciërge of beheerder van het gebouw of er regelmatig wordt overgewerkt. Onder regelmatig overwerken wordt verstaan: gemiddeld minimaal eenmaal per week. R7 Geef aan of de afgelopen tien jaar bouwkundige en/of installatietechnische wijzigingen zijn doorgevoerd die invloed hebben op de warmtevraag. Dit kan van invloed zijn op de beoordeling van de stooklijn. R1 Noteer de adresgegevens van de locatie waar de installatie zich bevindt. 10

13 Handleiding Installatie Performance Scan R8 Onderzoek of er comfortklachten zijn. De gebouwbeheerders, conciërge of technische dienst hebben vaak een goed beeld van de klachten. Als bij deze medewerkers geen klachten bekend zijn, of deze functies afwezig zijn, wordt een klachteninventarisatie uitgevoerd onder de gebruikers van het pand. Hierbij volstaat een opname bij wijze van steekproef. De uitvoerder van de scan zal altijd moeten onderzoeken of er comfor tklachten zijn. Dit in verband met de noodzakelijke onpar tijdigheid van de uitvoerder van de scan. Eventueel kan de uitvoerder van de scan hier advies geven op basis van zijn ervaring. R9 Noteer het aantal ketels en het vermogen van de ketels. Als het vermogen niet van het typeplaatje valt af te lezen, raadpleegt u de fabrikant of de productdocumentatie. Ketels die alleen worden ingezet voor het productieproces kunt u buiten beschouwing laten. Wanneer meer dan zes gelijke ketels zijn opgesteld in cascadeopstelling, dan clustert u deze zodanig dat het aantal clusters beperkt blijft tot maximaal zes. R10 Geef aan of er een SCIOS-keuring is uitgevoerd. Als het goed is, is deze aanwezig voor ketels met een nominale belasting van minimaal 130 kw. Als deze keuring niet ouder is dan twee jaar, hoeft de rendementsmeting niet te worden uitgevoerd. R11 Geef aan of het verwarmingssysteem wordt ingezet voor ruimteverwarming en/of warmtapwaterbereiding. R12 Geef aan of het gebouw is voorzien van een centrale luchtbehandelingsinstallatie. Alleen de installaties waarbij zowel sprake is van een toevoer- als afvoersysteem vallen onder deze categorie. Centrale afzuiging valt dus niet onder een LBK. R13 Geef aan of het gebouw is voorzien van (een) koelinstallatie(s). Wanneer er sprake is van veel individuele splitunits, dan dient u deze niet als koelmachine aan te merken en afzonderlijk te beoordelen. Wel moet de uitvoerder van de scan een afweging maken of vervanging door een koelmachine haalbaar is. Vanaf een koelvermogen van 50 kw kan dit rendabel zijn. 11

14 R14 Geef aan of een onderhoudsplan voor de installaties aanwezig is. R15 Geef aan of er een STEK-logboek beschikbaar is voor installaties met meer dan 3 kg synthetisch koudemiddel. Deze installaties moeten volgens de Regeling lekdichtheidsvoorschriften koelinstallaties periodiek worden gecontroleerd. De frequentie van controle hangt af van de hoeveelheid koudemiddel, maar bedraagt minimaal één maal per jaar. De resultaten van de controle dienen in een logboek te worden vastgelegd. R16 Geef aan of een geldig energieprestatiecertificaatadvies voor het pand is opgesteld. Zo ja, geef de datum van het advies. 4.3 Opname ketel Wanneer meerdere ketels zijn aangesloten op het verwarmingssysteem, dient u de vragen K2 tot en met K11 per ketel in te vullen. K1 Bij de meeste grotere ketels worden in een logboek, gebouwbeheersysteem (GBS) of een klachtenregistratiesysteem de klachten bijgehouden. Wanneer dit het geval is, dient deze te worden gecontroleerd op de frequentie van klachten en storingen. Wanneer een ketel regelmatig in storing valt en de ketel nadert zijn technische levensduur, kan dit betekenen dat de ketel aan vervanging toe is. Wanneer een klacht regelmatig terugkeert, dient de de uitvoerder van de scan op basis van de klacht een advies te geven. R17 Ga na of het gasverbruik over een aaneengesloten periode van twaalf maanden bekend is. Het gasverbruik moet kunnen worden onderbouwd met facturen of overzichten van het energiebedrijf. De periode mag niet langer dan drie jaar geleden zijn. Ook moet het pand in deze periode normaal gefunctioneerd hebben. Dit houdt bijvoorbeeld in dat er geen verbouwing heeft plaatsgevonden of dat er leegstand was. Op basis van het gasverbruik kan de inspectieklasse worden vastgesteld. Het is expliciet niet de bedoeling een uitgebreid onderzoek uit te voeren naar de oorzaak van klachten. Wanneer de oorzaak eenvoudig is vast te stellen, dient hier een advies te worden gegeven om de klacht te verhelpen. Deze dient te worden opgenomen bij de opmerkingen in het adviesblad. Wanneer de oorzaak niet eenvoudig is vast te stellen, dient het advies te worden gegeven om de oorzaak van de klacht te onderzoeken. 12

15 Handleiding Installatie Performance Scan K2 De aanwezige ketels dienen te worden geïdentificeerd. Vastgelegd worden het merk, type (atmosferisch, overdruk), rendementsklasse, bouwjaar en of de ketel wordt ingezet voor de basislast of als piekketel. K3 Geef aan of en hoe het vermogen van de ketel wordt geregeld. K4 Geef aan bij de ketels die een bedrijfsurenteller hebben: - het aantal operationele uren (draaiuren) op vol vermogen van de ketel(s); - het aantal operationele uren (draaiuren) op deellast van de ketel(s), indien van toepassing. K5 Bepaal of de ketel regelmatig wordt onderhouden. U doet dit aan de hand van het logboek of de vignetten op de ketel. K6 Het rendement van de ketel bepaalt u op basis van de SCIOS-keuring, een onderhoudsrapport of een uitgevoerde rendementsmeting. Boven de kolommen staat welke bron u voor deze ketel moet aanhouden. Als het rendement onbekend is, selecteert u NIET MOGELIJK en gaat u verder met vraag K7. 13

16 Toelichting rendementsmeting A Rendementsbepaling met rendementsmeting Indien mogelijk wordt het rendement bepaald door middel van een rookgasmeting. Uitvoering hiervan gebeurt op hoog vermogen. De meetsonde wordt aangebracht in het rookgasafvoerkanaal, zo dicht mogelijk bij de ketel en in het midden van de pijp. Hier is de temperatuur over het algemeen het hoogst. Als de ketel is voorzien van een concentrische toe- en afvoer van verbrandingslucht en er geen voorziening is voor het uitvoeren van een rendementsmeting, moet het rendement anders worden bepaald. Tr e ko n d e r b r e ke r Bij rookgasafvoerkanalen met een trekonderbreker vindt de meting tussen de ketel en de trekonderbreker plaats. Meestal kan de sonde vanuit de trekonderbreker worden ingebracht. Bij ketels met een aangebouwde trekonderbreker kunt u het beste boven de warmtewisselaar meten. Het kan zijn dat meting boven de warmtewisselaar niet mogelijk is of er een te grote variatie in de gemeten waarden plaatsvindt wanneer u de sonde over het wisselaarsoppervlak beweegt. In dat geval verdient het de voorkeur na de trekonderbreker de meting uit te voeren. Kies een plaats op ongeveer een halve meter boven de trekonderbreker. Z o n d e r t r e ko n d e r b r e ke r Voor toestellen zonder trekonderbreker en met ventilator is in de afvoer veelal een aansluitpunt aanwezig om rookgassen te meten. Zo niet, breng deze dan aan en zorg ervoor dat de opening na gebruik weer wordt afgesloten. D u b b e l wa n d i g e ka n a l e n Bij een dubbelwandige kanaal voor rookgasafvoer en luchttoevoer zijn de kanalen bij de ketel vaak nog wel gescheiden. Ook heeft de ketel soms een aansluiting om de meting uit te voeren. Het rendement wordt door de apparatuur berekend op basis van CO 2 of O 2 en het temperatuurverschil tussen verbrandingslucht en het verbrandingsgas. Dus naast de verbrandingsgastemperatuur is ook de luchttemperatuur nodig. Het apparaat neemt als verbrandingsluchttemperatuur automatisch aan dat dit de ruimtetemperatuur is. Vaak wordt tijdens het opstarten van de meter automatisch de ruimtetemperatuur opgenomen. Bij open ketels is dat juist. 14

17 Handleiding Installatie Performance Scan Bij gesloten ketels komt per definitie de verbrandingslucht van buiten. Voor de rendementsbepaling van gesloten ketels dient vooral in de winter de buitenlucht te worden opgenomen door het apparaat. B Rendementsbepaling op basis van typeplaatje of productspecificatie In sommige gevallen is het rendement van de ketel opgenomen op het typeplaatje of in de productspecificatie. Deze waarde kan dan worden overgenomen. Wanneer het rendement weergegeven is op onderwaarde dient dit te worden vermenigvuldigd met 0,9. C Rendementsbepaling op basis van standaardwaarden Wanneer het rendement niet kan worden gemeten en ook niet kan worden bepaald aan de hand van een typeplaatje, worden de volgende standaardwaarden gehanteerd. HR-ketel: 86%. VR-ketel: 81%. CR-ketel: 75%. Wanneer het rendement niet is opgenomen op het typeplaatje, kan het rendement worden berekend door middel van de volgende formule. Nominaal vermogen (kw ) Rendement = x 100% Belasting op bovenwaarde (kw ) U neemt deze waarde over. 15

18 K7 Bepaal het ketelrendement op basis van het typeplaatje. Als dit niet mogelijk is, selecteert u NIET MOGELIJK. K8 Om een jaargebruiksrendement te bepalen, corrigeert u het vollastrendement met de stralingsen convectieverliezen. U kiest het antwoord dat van toepassing is. Een verwarmde ruimte is een ruimte die wordt verwarmd ten behoeve van het werkklimaat in die ruimte. K9 Om een jaargebruiksrendement te bepalen, corrigeert u het vollastrendement op het verlies van een eventueel aanwezige waakvlam. U kiest het antwoord dat van toepassing is. K10 Tot medio het jaar 1993 kunnen fabrikanten asbest hebben verwerkt in de ketels; daarna was dit vanwege het asbestverbod verboden. Wanneer u aan de hand van fabrikantgegevens, Kleintje Asbest (uitgave van Kenteq) of andere informatiebronnen vermoedt dat de ketel asbest bevat, open dan de ketel niet en geef aan dat de ketel vermoedelijk asbest bevat. Wanneer de ketel zeker geen asbest bevat, beoordeel vervolgens het isolatiemateriaal van de mantel van de ketel. K11 Beoordeel of de ketelisolatie is beschadigd of verouderd. 4.4 Ketelregeling KR1 Bepaal op basis waarvan de aanvoertemperatuur wordt geregeld. Dit kunt u zien aan de instellingen van de regeling. Wanneer het niet mogelijk is op deze wijze de manier van regeling te achterhalen, kan het principeschema worden geraadpleegd. Houdt u er rekening mee dat het principeschema niet met de werkelijkheid overeen hoeft te komen. KR2 Bepaal of de buitenvoeler aan de noordzijde (uit de zon) van het pand is aangebracht. Het noorden kunt u bepalen : 1 aan de hand van een kompas; 2 aan de hand van de zonnestand in relatie met het moment van waarneming. KR3 Controleer de gemeten temperatuur die door de buitenvoeler wordt doorgegeven aan de ketel. Vergelijk deze met de werkelijke waarde die aan de noordzijde van het gebouw met een eigen temperatuuropnemer wordt gemeten. Meet de buitenluchttemperatuur met een gekalibreerde meter in de wind en uit de zon. KR4 Lees de stooklijn af, zoals deze in de regeling is ingevoerd. 16

19 Handleiding Installatie Performance Scan KR5 Beoordeel of de ruimtevoeler in een ruimte is geplaatst die een goede indicatie geeft van de temperatuur binnen in het gebouw. Locaties die een slechte indicatie opleveren zijn: een gang met een buitendeur die regelmatig open gaat; een ruimte met een extreme interne warmtelast (bijvoorbeeld serverruimte); een ruimte met veel zoninstraling (kamer op het zuiden). KR6 Controleer de gemeten temperatuur die de ruimtevoeler doorgeeft aan de ketel. Vergelijk deze met de werkelijke waarde in de ruimte waar de ruimtevoeler zich bevindt op basis van eigen tempertuurmeting. U meet de ruimtetemperatuur met een gekalibreerde meter en uit de zon. KR8 Controleer de gemeten temperatuur die de externe temperatuuropnemer als aanvoertemperatuur afgeeft aan de ketel en vergelijk deze met de werkelijke gemeten waarde. Meet de aanvoertemperatuur met een gekalibreerde meter, door de temperatuuropnemer tegen de leiding te plaatsen in de buurt van de temperatuuropnemer van de cv-installatie. KR9 Geef aan of er een bedrijfstijdafhankelijke regeling is. Zo ja, of de regeling per sector of per pand werkt en of de regeling is voorzien van een optimiser. KR10 Wanneer een bedrijfstijdregeling aanwezig is, vul dan de ingestelde bedrijfstijden in. Let op of de ingestelde kloktijd overeenkomt met de werkelijke tijd. KR7 Bepaal of en zo ja, waar de externe (buiten de ketel) temperatuuropnemer voor de aanvoertemperatuur is geplaatst. 17

20 4.5 Afstemming meerdere ketels MK1 Bepaal of de hydraulische afsluitmogelijkheid aanwezig is. Hydraulische afsluitmogelijkheden zijn afsluiters of kleppen voor de ketel. Controleer hiervan ook de open-/dichtregeling. Hierbij is het van belang dat ketels die niet operationeel zijn, automatisch worden afgesloten van het verwarmingssysteem. MK2 Bepaal of er een volgordeschakeling is aangebracht tussen de ketels. Het verschil tussen volgordeschakeling en gelijkwaardige schakeling is te zien aan het inschakelmoment in de regeling van de ketels. Bij gelijktijdig inschakelen kennen de ketels ongeveer evenveel bedrijfsuren. Bij een volgordeschakeling wordt de ketel met de hoogste prioriteit standaard als eerste ingezet. Deze ketel levert de basislast. In de meeste gevallen krijgt de ketel met het hoogste opwekkingsrendement de hoogste prioriteit. 4.6 Distributiesysteem warmte D1 Advies op basis van frequentie klachten/ storingen: advisering zoals omschreven in de toelichting bij K1. D2 Vraag aan de beheerder van het pand of de ontwerp- of revisietekeningen overeenkomen met de huidige installatie. Zo ja, beoordeel of dit antwoord overeenstemt met de bevindingen tijdens de inspectie. Deze beoordeling ter plaatse houdt in: het bekijken van de technische ruimte en het nagaan of er indicaties zijn dat er wijzigingen zijn aangebracht. Bij wijzigingen van het ontwerp wordt geadviseerd de wijzigingen te documenteren en het ontwerp te laten nazien door een installateur. Een juist ontwerpschema maakt het mogelijk correct in te regelen en bij eventuele storingen de oorzaak te achterhalen. D3 Vraag aan de beheerder of de installatie na eventuele wijzigingen opnieuw is ingeregeld. MK3 Bepaal of de regeling zodanig is ingesteld dat de ketel die de basislast verzorgt eerst op vol vermogen draait, voordat de volgende ketel wordt ingeschakeld. De capaciteit van de basislast dient dus eerst volledig te worden aangesproken, voordat de capaciteit van de piekketel wordt gebruikt. D4 Bepaal in hoeveel zones of gebruiksgroepen het gebouw is opgedeeld. Dit doet u aan de hand van: óf het ontwerpschema, óf een opname van de hydraulische schakeling. Er is sprake van een zone wanneer een groep is voorzien van een eigen temperatuurregeling. 18

21 Handleiding Installatie Performance Scan Er kan sprake zijn van verschillende distributienetten, die niet op de gebruikelijke manier als zones kunnen worden behandeld. Dit probleem is op te lossen door een nieuwe, zelfstandige scan te genereren voor het distributienet dat niet past in de huidige opzet. In feite wordt er voor dit distributienet dan een apar t optimalisatietraject doorlopen. D5 Door het vergelijken van de opgemeten drukverschillen van de inregelafsluiters met de waarden uit het inregelrapport kan worden beoordeeld of er grote afwijkingen zijn opgetreden. Wanneer er grote afwijkingen ten opzichte van het inregelrapport worden vastgesteld, dan is het systeem niet meer correct ingeregeld. De situatie, zoals omschreven in het inregelrapport, is dan verstoord. Bij de controle van de inregelafsluiters wordt in eerste instantie gecontroleerd of de afsluiters in dezelfde stand staan als vermeld in het inregelrapport. Als de stand afwijkt of de stand niet te controleren is, wordt de drukval over de afsluiter gemeten en vergeleken met het inregelrapport. 19

22 Toelichting pompflow Inregelafsluiters hebben als doel de pompflow op een juiste manier over het systeem te verdelen. Hierdoor krijgt iedere groep voldoende flow voor correct functioneren. De flow mag echter niet te groot zijn, omdat anders de retourtemperatuur te veel oploopt en er daarmee onnodig energie wordt verbruikt. Het is dus belangrijk dat een installatie goed wordt ingeregeld en dat de stand van de afsluiters correct blijft. Als een inregelafsluiter niet correct meer functioneert, kan dat komen door: Wijziging van het systeem. Door bijvoorbeeld extra afnemers zal de verdeling van de flow over het hele systeem wijzigen. Opnieuw inregelen is dan noodzakelijk. Onjuist teruggebrachte stand. Wanneer een pomp of klep wel is voorzien van een inregelafsluiter, maar niet van een open- /dichtafsluiter, wordt de inregelafsluiter in de praktijk gebruikt als normale afsluiter. Bij vervanging van een pomp of klep zal de inregelafsluiter dan geheel worden gesloten. Bij het weer openen wordt de afsluiter dan vaak niet in de juiste stand teruggebracht maar geheel geopend. Deze punten dient u te controleren: U doet daarvoor navraag over aangebrachte wijzigingen. Bij grote installaties meet u de drukval over de afsluiter en vergelijkt deze met het inregelrapport. U verifieert door aanvoer- en retourtemperaturen (D8) te meten. U controleert de aanwezigheid van inregelafsluiters die in een geheel geopende stand staan. Dit is meestal een aanwijzing dat deze gebruikt zijn als open-/dichtafsluiter en niet correct zijn teruggeplaatst. 20

23 Handleiding Installatie Performance Scan D6 Inregelafsluiters dienen om de flow op een juiste wijze te verdelen door de installatie. Als één of meer inregelafsluiters per cluster helemaal geopend zijn, is de inregelafsluiter waarschijnlijk gebruikt als afsluiter en niet in oude stand teruggeplaatst. D7 Bij controle van de juiste aansluiting van wijzigingen in het ontwerp dient u, voor zover toegankelijk en haalbaar, na te gaan of de wijziging op een logische wijze in het distributiesysteem is ingepast.. D8 Raadpleeg het ontwerpschema om de ontwerptemperaturen te achterhalen. Wanneer het ontwerpschema niet beschikbaar is, mag worden uitgegaan van een 90-/70-systeem, tenzij er andere gegevens of aanwijzingen beschikbaar zijn. D9 Meet per groep de aanvoer- en retourtemperatuur, voor zover dit mogelijk is. D12 De beoordeling van de mate van isolatie van de distributieleidingen en appendages, voor zover de delen toegankelijk zijn, volstaat met een visuele inspectie. Leidingen dienen in principe altijd geïsoleerd te zijn. Voor appendages wordt soms een uitzondering gemaakt. In enkele uitzonderlijke gevallen mogen appendages niet geïsoleerd zijn om oververhitting te voorkomen. Raadpleeg bij twijfel de fabrikant of leverancier. D13 Beoordeel de waterdruk van het systeem. Een te lage waterdruk kan wijzen op lekkages of achterstallig onderhoud. Bij het achterhalen van waterlekkages kan, indien aanwezig, ook gebruik worden gemaakt van de gegevens op de watermeter van het verwarmingssysteem en in het logboek of gebouwbeheersysteem. Hieruit kan blijken dat de installatie regelmatig wordt bijgevuld. D10 Bepaal de instelling van de stooklijnen voor de distributiegroepen. D11 Bepaal of de distributiepomp is voorzien van een automatische toerenregeling. Bij een toerengeregelde pomp is het systeem beter regelbaar en wordt er niet meer water verpompt dan nodig is. 21

24 4.7 Afgiftesysteem warmte AS 1 Let er bij de afgifte van warmte bijvoorbeeld op of de inventaris een belemmering vormt. Ook hier geldt dat een visuele inspectie volstaat. De inspectie volstaat bij het steekproefsgewijs bezoeken van verschillende soorten verwarmde ruimten. AS 2 Bij het beoordelen van vervuiling van de afgifte-units, wordt alleen gekeken naar de luchtzijdige kant van de afgifte-unit. Het is dus niet de bedoeling het waterzijdige gedeelte van de unit te openen en te controleren op vervuiling. Een recent onderhoudsrapport kan ook zinvolle informatie bevatten over de conditie van het afgiftesysteem. AS 3 Wanneer een luchtgordijn geen warmte meer hoeft te leveren, mag in het algemeen de ventilator worden uitgeschakeld. opzichte van de afgiftepunten en de afscherming door inventaris. De controle volstaat met het steekproefsgewijs bezoeken van verschillende soorten verwarmde ruimten. 4.8 Basisgegevens koelinstallatie Deze module wordt voor elke koelinstallatie apart ingevuld. De definitie van een installatie is: de combinatie van componenten die aan elkaar zijn gekoppeld. De volgende componenten kunnen onderdeel uitmaken van een installatie: Compressor(en). Condensor(s). Verdamper(s). Koeltoren(s). Centrale luchtbehandelingskast(en). Luchtdistributie. Koude distributie. Luchtinblaas al dan niet met nabehandeling. Decentrale klimaatapparatuur. AS 4 De controle volstaat met het steekproefsgewijs bezoeken van verschillende verwarmde ruimten. Daarnaast kan de technisch beheerder hierover vaak uitsluitsel geven. AS 5 Bij de controle van de juiste plaatsing van ruimtethermostaten kan worden gelet op de zontoetreding tot het opnamepunt, de positie ten 22

25 Handleiding Installatie Performance Scan R1 Vul de gevraagde gegevens in. Neemt u kennis van de volgende opmerkingen: De gevraagde gegevens kunt u voor een groot deel aflezen van het typeplaatje van de compressor(en) of opzoeken in de documentatie of de Eurovent-website ( Ook kunt u gebruik maken van gegevens uit een STEK-keuring, mits deze niet ouder is dan twee jaar. Ontwerp koelvermogen (kw th ): dit betreft het totale koelvermogen van de installatie. Dit vermogen moet per installatie worden opgegeven. Het koelvermogen is opgegeven of moet worden berekend als de som van de koelvermogens van meerdere compressoren. Het is van belang dat het koelvermogen voor Eurovent respectievelijk EN condities wordt opgegeven, namelijk bij een verdampingstemperatuur van 5 C en een condensatietemperatuur van 50 C. De gevraagde temperaturen kunt u vaak aflezen op het display van de koelinstallatie. Zo niet, dan dient u deze te meten. Het is van cruciaal belang dat de uitvoerder van de scan het stroomverbruik zélf meet. Wanneer abusievelijk wordt uitgegaan van het nominale stroomverbruik op het typeplaatje wordt in plaats van het werkelijke rendement immers de fabrieksopgave gehanteerd en beoordeeld. Overigens mag hier wel gebruik worden gemaakt van historische meetgegevens uit een STEK- keuring, mits deze niet ouder is dan twee jaar. Na het invullen van de gegevens klikt u op BEREKEN INSTALLATIE. Op de achtergrond vindt een berekening plaats. R2 Ga per installatie na welke componenten aanwezig zijn en dus moeten worden meegenomen bij de scan. Dat zijn die componenten die van directe invloed zijn op het energieverbruik voor koeling. 4.9 Opwekking koude, visuele inspectie Bij elke vraag in dit blad wordt als eerste gevraagd of het betreffende element is opgenomen in het onderhoudsplan. Is dit niet het geval, dan moet het element beoordeeld worden. O1 Deze vraag is van toepassing als een gekoeldwatersysteem de koude distribueert. In dat geval wordt het temperatuurverschil tussen uitgaand en retour gekoeld water bepaald. Gebruik hiervoor bij voorkeur beschikbare historische gegevens uit het GBS. O8-O10 Deze punten gelden voor de koeltorens. Door het risico van legionellabesmetting mogen deze alleen door gekwalificeerd personeel, voorzien van de benodigde persoonlijke beschermingsmiddelen, worden geopend en beoordeeld. Deze scan gaat dan ook alleen na of uit onderhoudsplannen en/of rapporten blijkt dat deze aspecten periodiek worden uitgevoerd. 23

26 4.10 Distributie koude Deze module is vergelijkbaar met de module distributiesysteem warmte (zie hiervoor paragraaf 4.6) Decentrale units koudeafgifte Bij elke vraag in dit blad geldt wordt als eerste nagegaan of het betreffende element is opgenomen in het onderhoudsplan. Is dit niet het geval, dan dient u het element te beoordelen. DI 1 De module Registratie van basisgegevens bevat informatie over comfortklachten (zie vraag R8 uit paragraaf 4.2). De gebouwbeheerder of technische dienst heeft vaak een goed beeld van de klachten. U vraag ze of er comfortklachten bekend zijn. Wanneer u deze bronnen niet kunt raadplegen, voert u afhankelijk van de situatie een steekproef uit onder de gebruikers van het pand. Deze vraag zal altijd door de uitvoerder van de scan moeten worden gecheckt. Dit vanwege de noodzakelijke onpar tijdigheid van de uitvoerder van de scan. Eventueel kan de uitvoerder van de scan hier advies geven op basis van zijn ervaring. DI 2&3 Als een bedrijfstijdregeling aanwezig is, controleert u of de in- en uitschakeltijden van de klok samenvallen met de werktijden, zoals aangegeven in vraag R5. Controleer ook of de kloktijd van de installatie overeenkomt met de werkelijke tijd. Er is sprake van een grote afwijking wanneer de inschakeltijd meer dan 60 minuten afwijkt van de bedrijfstijd en de uitschakeltijd meer dan 30 minuten. DI 4 Controleer dit punt door middel van een representatieve steekproef (zie paragraaf 4.1). Bij de controle van de juiste plaatsing van ruimtethermostaten kunt u letten op de zontoetreding tot het opnamepunt, de positie ten opzichte van de afgiftepunten en de afscherming door inventaris. DI 5 Controleer de werking van de opnemers door middel van een representatieve steekproef (zie paragraaf 4.1). DI 6 Gelijktijdige verwarming en koeling van een vertrek kan voorkomen als de minimale koeltemperatuur lager is (bijvoorbeeld 20 C) dan de maximale verwarmingstemperatuur (bijvoorbeeld 22 C). Ga na of de regeling van verwarming en koeling dit uitsluit. Idealiter is de minimale koeltemperatuur minstens 2 C hoger dan de maximale verwarmingstemperatuur. 24

27 Handleiding Installatie Performance Scan DI 7 Let er bij de afgifte van koude bijvoorbeeld op of de inventaris een belemmering vormt. (interne) kloktijd overeenkomt met de werkelijke tijd. Bij het beoordelen van vervuiling van de afgifteunits, kijkt u alleen naar de luchtzijdige kant van de afgifte-unit. Het is dus niet de bedoeling het waterzijdige gedeelte van de unit te openen en te controleren op vervuiling. Een recent onderhoudsrapport kan zinvolle informatie bevatten over de conditie van het afgiftesysteem. Ook hier geldt dat een visuele inspectie volstaat. De inspectie volstaat bij het steekproefsgewijs bezoeken van verschillende soorten gekoelde ruimten Centrale luchtbehandeling Bij elke vraag in dit blad gaat u als eerste na of het betreffende element is opgenomen in het onderhoudsplan. Is dit niet het geval, dan dient u het element te beoordelen. CL 5 Controleer dit punt door middel van een representatieve steekproef (zie paragraaf 4.1). Het is mogelijk dat dit aspect door ontoegankelijkheid van het leidingsysteem niet kan worden gecontroleerd. Vul in dat geval in: onbekend, controle niet mogelijk. CL 6 Controleer dit punt door middel van een representatieve steekproef (zie paragraaf 4.1). Het is mogelijk dat dit aspect vanwege ontoegankelijkheid van het leidingsysteem niet kan worden gecontroleerd. Vul in dat geval in onbekend, controle niet mogelijk. CL 7 Controleer dit punt door een representatieve steekproef (zie paragraaf 4.1). CL 1 Bepaal of de klepstand overeenkomt met de aansturing. Bepaal daarnaast of de aansturing overeenkomt met de ontwerpspecificaties. CL 3&4 Als een bedrijfstijdregeling aanwezig is, controleert u of de in- en uitschakeltijden van de klok samenvallen met de werktijden, zoals aangegeven in vraag R5. Controleer ook of de 25

28 4.13 Afgifte woningen W2 Dit aspect is in het algemeen bekend bij de technisch beheerder. Is dit niet het geval, dan volstaat het steekproefsgewijs bezoeken van verschillende verwarmde ruimten. W3 Wanneer er geen klachten zijn, worden de woningen niet individueel bezocht en gecheckt. W4 Individuele controle van de woningen. Bij de controle van de juiste plaatsing van ruimtethermostaten kunt u letten op de zontoetreding tot het opnamepunt, de positie ten opzichte van de afgiftepunten en de afscherming door inventaris. Let er bij de warmteafgifte bijvoorbeeld op of de inventaris een belemmering vormt. Bij het beoordelen van vervuiling van de afgifteunits, kijkt u alleen naar de luchtzijdige kant van de afgifte-unit. Het is dus niet de bedoeling het waterzijdige gedeelte van de unit te openen en te controleren op vervuiling. Een recent onderhoudsrapport kan zinvolle informatie bevatten over de conditie van het afgiftesysteem. Ook hier geldt dat een visuele inspectie volstaat. Comfortklachten zullen altijd door de uitvoerder van de scan moeten worden gecheckt. Dit vanwege de noodzakelijke onpartijdigheid van de uitvoerder van de scan. Eventueel kan de uitvoerder van de scan hier advies geven op basis van zijn ervaring Tapwater T1 Controleer of de tapwatervragers zijn aangesloten op een zelfstandige afnemersgroep. T2 Controleer of de tapwatergroep bij iedere buitentemperatuur een minimale aanvoertemperatuur van 65 C kent. T3 Controleer of er een voorraadsysteem voor warm water wordt gebruikt. T4 Meet, indien mogelijk, het drukverschil over de inregelafsluiter. Zie voor een toelichting vraag D5 van paragraaf 4.6. T5 Controleer de stand van de inregelafsluiter. Zie voor een toelichting vraag D5&6 van paragraaf 4.6. T6 Meet, als er sprake is van een circulatienet, de uitkoeling van dit net, voor zover dit mogelijk is. T7 Voor de beoordeling van de mate van isolatie van de distributieleidingen en appendages, voor zover de delen toegankelijk zijn, volstaat een visuele inspectie. Leidingen dienen in principe altijd geïsoleerd te zijn. Voor appendages wordt soms een uitzondering gemaakt. In enkele uitzonderlijke gevallen mogen appendages niet geïsoleerd zijn om oververhitting te voorkomen. Raadpleeg bij twijfel de fabrikant of leverancier. 26

29 Handleiding Installatie Performance Scan 4.15 Alternatieven Voor de bepaling van alternatieven kan de beheerder of eigenaar van te voren de bouwtekeningen, EPC-berekeningen en dergelijke verzamelen. Op basis hiervan kan deze tabel snel en betrouwbaar worden ingevuld. AI 1 Vrije koeling is een optie als er ook bij lage buitentemperaturen veel gebouwkoeling gewenst is. Ga na of de huidige koelinstallatie veel in bedrijf is bij buitentemperaturen van 10 C of lager. AI 2 Absorptiekoeling is interessant wanneer voldoende restwarmte aanwezig is. Als er een WKK is, kan de warmte hiervan s zomers wellicht worden gebruikt voor absorptiekoeling. Van de gezondheidssector en zwembaden is bekend dat deze een relatief gunstige jaarbelasting hebben voor het verwarmingssysteem. Hierbij is de toepassing van een WKK een realistische optie. Dit is ook het geval wanneer er gedurende het grootste deel van het jaar een basislast is voor verwarming. AI 3 Bij adiabatische koeling wordt water in de ventilatielucht verneveld. Door verdamping van het water wordt warmte aan de lucht onttrokken. Deze wijze van koelen vergt minder energie dan koeling met een compressiekoelmachine. Bij een voldoende hoog ventilatiedebiet en bij de aanwezigheid van warmterugwinning uit de retourlucht is adiabatische koeling een optie. De warmteterugwinning maakt het namelijk mogelijk toevoerlucht te koelen met adiabatisch gekoelde retourlucht. Op deze wijze wordt geen bevochtigde lucht in het gebouw gebracht. Een alternatief is dauwpuntskoeling. Hierbij wordt een deel van de aangezogen buitenlucht bevochtigd en gebruikt om de inblaaslucht te koelen. Op deze manier is een lagere inblaastemperatuur haalbaar dan bij adiabatische koeling. AI 4 Door warmte- en koudeterugwinning uit de retourlucht bespaart u op energie voor verwarmen en koelen. Het rendement van gangbare warmtewisselaars varieert tussen circa 50% (twin coil) en 80% (warmtewiel). De optie is alleen haalbaar bij debieten > m 3 /u en indien aanvoer- en retourkanaal zich dicht bij elkaar bevinden. Of het aanvoer- en retourkanaal van het ventilatiesysteem bij elkaar komen, gaat u na middels een visuele inspectie, het raadplegen van de gebouwbeheerder of installatietekeningen. De aan- en afvoerkanalen komen dicht bij elkaar, als het aanvoerkanaal en afvoerkanaal niet van elkaar gescheiden zijn door een ruimte met een andere functie dan technische ruimte. De kanalen bevinden zich dus dicht bij elkaar wanneer ze in dezelfde ruimte of aangrenzende ruimte aanwezig zijn. Ook wanneer er zich tussen aanvoer- en afvoerkanaal een derde technische ruimte bevindt, worden de kanalen aangemerkt als dicht bij elkaar. 27

30 AI 5 Het realiseren van een warmte- en koudeopslagsysteem vergt grote investeringen. Daarom is deze optie alleen haalbaar als het gewenste koelvermogen minimaal 300 kw th is en als het aircosysteem toch moet worden gerenoveerd. AI 6 Bij condensatie van persgas komt warmte vrij. Door deze warmte met een warmtewisselaar terug te winnen, kan warm water worden gemaakt. Dit kan bijvoorbeeld als warm tapwater worden gebruikt. Daarom is deze optie zo interessant als in het gebouw ook s zomers veel behoefte is aan warm tapwater, bijvoorbeeld bij hotels en sportgebouwen. Ga na of het gewenste koelvermogen minimaal 300 kw th is en of er binnen het gebouw ook s zomers een redelijke warmtevraag is. Al 7 Zie Al 2. Externe reststromen zijn hier bedoeld in de vorm van warmte vanaf externe partijen. Al 8 Inventariseer of het gebouw is gesitueerd in de directe nabijheid van oppervlaktewater met een diepte van minimaal drie meter. Al 10 Inventariseer geschiktheid luchtbehandelings- en inblaassysteem. Al 11 Inventariseer geschiktheid luchtbehandelings- en inblaassysteem. Al 12 Zie Al 2. Al 13 Een voorwaarde voor de toepassing van een warmtepomp is de aanwezigheid van een laagtemperatuurafgiftesysteem. Het is van belang dat een aanzienlijk deel van het afgiftesysteem (voor het grootste deel van het jaar) voldoende heeft aan een temperatuur van maximaal 55 C. Al 14 Een dakoppervlak is geschikt voor zonnecollectoren: bij een plat dak of bij een schuin dak gericht op het zuidwesten, zuiden of het zuidoosten. Al 15 Nachtventilatie kan het energieverbruik voor koeling reduceren. Ga na of de installatie geschikt is voor nachtventilatie en of deze optie ook daadwerkelijk wordt gebruikt. Al 9 Inventariseer of er ruimte beschikbaar is voor koudebuffers en of de toepassing zinvol is op basis van het tariefverschil tussen piek- en dallevering. 28

31 Handleiding Installatie Performance Scan 3.16 Beoordeling onderhoudscontract Deze module beoordeelt het onderhoudscontract op volledigheid van de controlepunten. Vervolgens wordt aan de hand van de onderhoudsrapportage nagegaan of deze controlepunten daadwerkelijk zijn uitgevoerd. 29

32 5 Meer informatie Meer informatie vindt u op Ook kunt u bellen of mailen naar de Helpdesk Kompas. De Helpdesk is maandag tot en met vrijdag bereikbaar van 9.00 tot en van tot uur. Telefoonnummer: kompas@senternovem.nl. Ontwikkeling scan De elektronische Installatie Performance Scan is in opdracht van SenterNovem ontwikkeld door DWA in Bodegraven. Deze handleiding geeft toelichting op versie 1.0 (14 december 2006). Hoewel deze versie van de Installatie Performance Scan en de bijbehorende handleiding voor gasgestookte CV-ketels en airconditioninginstallaties voor de utiliteit en collectieve woningbouw met de grootst mogelijke zorg zijn opgezet, kunnen deze onvolkomenheden bevatten. SenterNovem noch DWA kunnen aansprakelijk gesteld worden voor (vermeende) schade voortvloeiend uit het gebruik van deze spreadsheet en deze handleiding, noch voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen op basis van deze spreadsheet en deze handleiding. 30

33 Handleiding Installatie Performance Scan 31

34 32

35 Handleiding Installatie Performance Scan 33

36 SenterNovem stimuleert duurzame ontwikkeling en innovatie door een brug te slaan tussen markt en overheid. Op professionele wijze voert SenterNovem overheidsbeleid uit rond innovatie, energie & klimaat en milieu & leefomgeving. Bedrijven, instellingen en overheden kunnen bij SenterNovem terecht voor het realiseren van maatschappelijke doelstellingen op deze terreinen, nationaal en internationaal. SenterNovem is een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken. Meer informatie: Juliana van Stolberglaan 3 Postbus AC Den Haag Telefoon Telefax Catharijnesingel 59 Postbus RE Utrecht Telefoon Telefax Swentiboldstraat 21 Postbus AA Sittard Telefoon Telefax Dokter van Deenweg 108 Postbus GB Zwolle Telefoon Telefax info@senternovem.nl Colofon Tekst Handleiding: DWA, Bodegraven Eindredactie: Rafaël Barnhard, Creative Affairs, Utrecht Beeldconcept en vormgeving Petra Dekker, Dens projecten, Amsterdam Fotografie Hans Pattist, Krimpen a/d IJssel Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld, kan SenterNovem geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Bij publicaties van SenterNovem die informeren over subsidieregelingen geldt dat de beoordeling van subsidieaanvragen uitsluitend plaatsvindt aan de hand van de officiële publicatie van het besluit in de Staatscourant.

Installatie Performance Scan (IPS) Handleiding 2.2

Installatie Performance Scan (IPS) Handleiding 2.2 Installatie Performance Scan (IPS) Handleiding 2.2 Inhoudsopgave 1 De Installatie Performance Scan 4 1.1 Voor welke installaties 4 1.2 Wanneer uit te voeren 4 1.3 Over de adviezen 4 1.4 Uitbreiding/verbetering

Nadere informatie

CHECKLIST VOOR OPDRACHTGEVERS INSTALLATIE PERFORMANCE SCAN

CHECKLIST VOOR OPDRACHTGEVERS INSTALLATIE PERFORMANCE SCAN CHECKLIST VOOR OPDRACHTGEVERS INSTALLATIE PERFORMANCE SCAN Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 1.1 Achtergrond 2 1.2 Leeswijzer 2 2 Vóór uitvoering 3 3 Gedurende de uitvoering 7 4 Na uitvoering 8 Tekstboxen Box

Nadere informatie

Wettelijk regeling EPBD t.a.v. aircosystemen en het gebruik van de IPS voor de EPBD aircokeuring. Ir. Bert Meijering

Wettelijk regeling EPBD t.a.v. aircosystemen en het gebruik van de IPS voor de EPBD aircokeuring. Ir. Bert Meijering Wettelijk regeling EPBD t.a.v. aircosystemen en het gebruik van de IPS voor de EPBD aircokeuring Ir. Bert Meijering Inhoud Wettelijke regelingen /EPBD Het gebruik van de IPS voor de keuring 2 PED Act Besl

Nadere informatie

Warmtepompen en warmtebronnen. Warmtepompen

Warmtepompen en warmtebronnen. Warmtepompen Warmtepompen en warmtebronnen (augustus 2006) Warmtepompen Wat is een warmtepomp? Warmtepompen zijn duurzame energiesystemen die energie uit de omgeving, zoals buitenlucht, bodem of grondwater, omzetten

Nadere informatie

Voorwaarden aansluiting appartementen en woningen op WKO bron DSKII

Voorwaarden aansluiting appartementen en woningen op WKO bron DSKII Voorwaarden aansluiting appartementen en woningen op WKO bron DSKII Stichting Spaarnesant 04 februari 2014 9X3803 Entrada 301 Postbus 94241 1090 GE Amsterdam +31 20 569 77 00 Telefoon 020-5697701 Fax info@amsterdam.royalhaskoning.com

Nadere informatie

Installatiescan Scholen

Installatiescan Scholen Installatiescan Scholen Rapportageformulier (in te vullen door de installateur) Januari 2016 School Installatiebedrijf Datum Naam school Adres school Telefoon school Naam contactpersoon Naam bedrijf Telefoon

Nadere informatie

Tips, handvatten en financieringsmogelijkheden

Tips, handvatten en financieringsmogelijkheden Tips, handvatten en financieringsmogelijkheden 26 Hans november Scherpenzeel 2009 Hans Scherpenzeel Introductie Adviseur in Utiliteitsbouw-team SenterNovem Innovatie, Agentschap energie, van het klimaat,

Nadere informatie

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0

Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding. Type 3.0 Techneco ELGA warmtepomp Gebruikershandleiding Type 3.0 April 2015 INHOUDSOPGAVE 1 Introductie 1 2 Bediening binnenunit 2 3 Thermostaat instellen 3 3.1 Instelling controleren 3 3.2 Koelen of verwarmen

Nadere informatie

Zonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager

Zonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager Zonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager Als facilitair manager bent u verantwoordelijk voor de huisvesting. Daarmee ook voor het energiegebruik van de huisvesting. In deze

Nadere informatie

Energiebesparing. Kantoren A-01

Energiebesparing. Kantoren A-01 Energiebesparing in Kantoren A-01 Meijer Energie- & Milieumanagement BV, Laan van N.O.I. 277, 2593 BS Den Haag. tel: 070-315 57 15 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd,

Nadere informatie

Collectieve kunststof rookgasafvoersystemen. Geen kunst met kunststof!

Collectieve kunststof rookgasafvoersystemen. Geen kunst met kunststof! Collectieve kunststof rookgasafvoersystemen Geen kunst met kunststof! COLLECTIEVE KUNSTSTOF ROOKGASAFVOERSYSTEMEN Ubbink is dé specialist in kunststof rookgasafvoersystemen. Wij bieden tal van oplossingen

Nadere informatie

Waar zijn we met het verduurzamen van onze woningen in Nederland?

Waar zijn we met het verduurzamen van onze woningen in Nederland? Waar zijn we met het verduurzamen van onze woningen in Nederland? We hebben veelal nog verouderde woningen waarbij ongeveer een kwart van de huiseigenaren een hypotheekschuld heeft boven de huidige marktwaarde.

Nadere informatie

Vaillant & rendement. Technisch Project Advies

Vaillant & rendement. Technisch Project Advies Vaillant & rendement Technisch Project Advies meer rendement van uw project? Begin bij Vaillant Technisch Project Advies tijdige inschakeling TPA Uw winst Hoe blijven we samen aan de voortdurend aangescherpte

Nadere informatie

Functionele omschrijving Verhulst Basic

Functionele omschrijving Verhulst Basic 1 Functionele omschrijving Verhulst Basic Verhulst klimaattechniek B.V. Albert Einsteinweg 10 5151 DL Drunen Nederland Tel.: 0416-672200 Fax: 0416-340785 www.verhulst.com 2 Inhoudsopgave FUNCTIONELE OMSCHRIJVING

Nadere informatie

Thema avond warmtepompen

Thema avond warmtepompen Thema avond warmtepompen Onderwerpen: Type warmtepompen; Principe van de warmtepomp; Regeling warmtepomp; Onderhoud warmtepomp. Type warmtepompen woningbouw: Bodem water warmtepomp (gesloten bron); Water

Nadere informatie

Klimaatinstallatie gemeentehuis Moerdijk: achtergronden en verbeteringen. 29 september 2011 Linda Deutz & Jaap de Knegt

Klimaatinstallatie gemeentehuis Moerdijk: achtergronden en verbeteringen. 29 september 2011 Linda Deutz & Jaap de Knegt : achtergronden en verbeteringen 1 Linda Deutz & Jaap de Knegt Onderwerpen van deze presentatie Aanleiding van het onderzoek Het gebouw: kenmerken en installaties Functionele inspectie & bevindingen Plan

Nadere informatie

Centrale verwarming. Sven Wuyts, Steunpunt DuBo dienst energiebegeleiding 24 oktober 2016

Centrale verwarming. Sven Wuyts, Steunpunt DuBo dienst energiebegeleiding 24 oktober 2016 Centrale verwarming Sven Wuyts, Steunpunt DuBo dienst energiebegeleiding 24 oktober 2016 Een school verwarmen Achtergrond: Energie Rendement Centrale verwarming: Onderdelen Aandachtspunten Energie Hoeveelheid

Nadere informatie

Verdyn & Verdyn Cool. Plug and play. Hoog rendement warmte terugwinning. Energiezuinige ventilatoren. Hoge COP. HR-balansventilatie units

Verdyn & Verdyn Cool. Plug and play. Hoog rendement warmte terugwinning. Energiezuinige ventilatoren. Hoge COP. HR-balansventilatie units Verdyn & Verdyn Cool HR-balansventilatie units Plug and play Hoog rendement warmte terugwinning Energiezuinige ventilatoren Hoge COP HR-balansventilatie units type Verdyn & Verdyn Cool Ventileren is noodzakelijk

Nadere informatie

Extra oefenopgaven bij hoofdstuk 5 en 6

Extra oefenopgaven bij hoofdstuk 5 en 6 Extra oefenopgaven bij hoofdstuk 5 en 6 1 Een splitunit werkt bij een verdampingsdruk van 10 bar en een condensatietemperatuur van 40 C. Zie het principeschema hieronder. Aan het eind van de verdamper

Nadere informatie

Tabel 5.5 Aangewezen erkende maatregelen voor energiebesparing voor onderwijs. Gebouwschil. Ruimteventilatie. Ruimteverwarming 7

Tabel 5.5 Aangewezen erkende maatregelen voor energiebesparing voor onderwijs. Gebouwschil. Ruimteventilatie. Ruimteverwarming 7 Onderwijs Instellingen waar onderwijs, opleidingen en cursussen worden aangeboden met of zonder praktijkonderwijs. De inrichting heeft overwegend een onderwijsfunctie zoals aangehaald in het Bouwbesluit

Nadere informatie

Bijeenkomst VVE-010 Datum: Spreker: Cornelis Swets Functie: adviseur Eagle Energy BV

Bijeenkomst VVE-010 Datum: Spreker: Cornelis Swets Functie: adviseur Eagle Energy BV Bijeenkomst VVE-010 Datum: 26-01-2017 Spreker: Cornelis Swets Functie: adviseur Eagle Energy BV Wie zijn wij? - Onafhankelijk adviesbedrijf - Ontstaan vanuit een installatiebedrijf - Wetenschappelijke

Nadere informatie

Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies

Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies 2013 Inleiding In het kader van de CO 2 prestatieladder is een ketenanalyse uitgevoerd naar de CO 2 productie door verwarming

Nadere informatie

Duurzaam verwarmen en koelen met gas

Duurzaam verwarmen en koelen met gas Duurzame gaswarmtepompen voor o.a.: Kantoorgebouwen Frisse Scholen Verzorgingstehuizen (P4) (P6) (P7) www.gasengineering.nl Duurzaam verwarmen en koelen met gas De voordelen van verwarmen en koelen met

Nadere informatie

Optimalisatie van de koeling voor uw datacenter. Martijn Kolk APAC Airconditioning

Optimalisatie van de koeling voor uw datacenter. Martijn Kolk APAC Airconditioning Optimalisatie van de koeling voor uw datacenter Martijn Kolk APAC Airconditioning Airconditioning - Services - Systeemvloeren De APAC Groep staat al bijna 30 jaar voor persoonlijke en betrouwbare dienstverlening.

Nadere informatie

Uitkomst controlebezoek Ontbreken energiegegevens (x facultatief indien geen energiegegevens zijn overlegd)

Uitkomst controlebezoek Ontbreken energiegegevens (x facultatief indien geen energiegegevens zijn overlegd) Op xxx controleerde de heer xx van de DCMR Milieudienst Rijnmond uw organisatie aan de xxx in xxxxx. Xx werd hierbij te woord gestaan door uw contactpersoon, de heer xx. Tijdens het controlebezoek is gecontroleerd

Nadere informatie

Nieuwe wetgeving koelinstallaties versnelt toepassing warmtepompen

Nieuwe wetgeving koelinstallaties versnelt toepassing warmtepompen Nieuwe wetgeving koelinstallaties versnelt toepassing warmtepompen Door: Robin Sommers en Erik Deliege, Van Beek DIT IS EEN PUBLICATIE VAN: VAN BEEK INGENIEURS B.V. UTRECHTSESTRAAT 59 6811 LW ARNHEM +31

Nadere informatie

Hydraulische aansluiting

Hydraulische aansluiting Inleiding Bijgaand informatieblad geeft uitleg over hoe in de meest voorkomende gevallen de, samen met de, hydraulisch aangesloten dient te worden met daarbij de minste kans op storingen. In dit informatieblad

Nadere informatie

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp Meer wooncomfort en minder energieverbruik door een warmtepomp voltalimburg.nl/warmtepomp Tip! Vraag subsidie aan bij de aanschaf van een warmtepomp. Het subsidiebedrag voor een warmtepomp van 5 kw is

Nadere informatie

Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement

Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement Verkorte opstart procedure water/water warmtepompen voor het voorverwarmen van de woning/gebouw met het elektrisch verwarmingselement Aan de totstandkoming van deze opstartgids is de uiterste zorg besteed.

Nadere informatie

Certificering van WKO is niet genoeg

Certificering van WKO is niet genoeg Certificering van WKO is niet genoeg Ed Rooijakkers Halmos Adviseurs 2 1 gebouwen ~30 % op TOTAAL 3 a 5% energiereductie landelijk! Voorkomen verspilling 10%~15% energiereductie 3 4 2 Waar is WKO mee begonnen

Nadere informatie

Invulinstructie Energie Prestatie Gebouwen (EPG) Scholen Concept Klimaatgroep Holland, type CP oktober 2016

Invulinstructie Energie Prestatie Gebouwen (EPG) Scholen Concept Klimaatgroep Holland, type CP oktober 2016 Invulinstructie Energie Prestatie Gebouwen (EPG) Klimaatgroep Holland, type CP15 32 Inhoud: - Inleiding pagina 1 - Invulinstructie pagina 2 en 3 Inleiding Klimaatgroep Holland brengt sinds kort de vernieuwde

Nadere informatie

EPG-norm (NEN 7120): Wijzigingen voor utiliteitsbouw

EPG-norm (NEN 7120): Wijzigingen voor utiliteitsbouw EPG-norm (NEN 7120): Wijzigingen voor utiliteitsbouw >> Als het gaat om energie en klimaat Met de aanwijzing van NEN 7120 in het Bouwbesluit 2012, voor de bepaling van de energieprestatie van gebouwen,

Nadere informatie

Functioneren van WKO installaties

Functioneren van WKO installaties Functioneren van WKO installaties Het belang van goed beheer Klaasjan van der Maas Unica Ecopower Arjan van Bon Royal HaskoningDHV Vragen 1. Hoe ziet de nieuwe wetgeving en certificering eruit? 2. Hoe

Nadere informatie

Advies Ontwerp Levering Installatiepartners Inbedrijfstelling

Advies Ontwerp Levering Installatiepartners Inbedrijfstelling Advies Ontwerp Levering Installatiepartners Inbedrijfstelling Een warmtepomp genereert op een efficiënte manier warmte om uw huis comfortabel te verwarmen of van warm water te voorzien. Warmtepompen hebben

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler. Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W

Gebruikershandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler. Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W Gebruikershandleiding Techneco Blomberg warmtepompboiler Typen: BL 160 BL 200 BL 250 BL 300 E,V,W Voorwoord Geachte klant, Met de Techneco warmtepompboiler heeft u een apparaat aangeschaft, waarmee u de

Nadere informatie

ThermaSkirt gebruiksaanwijzing

ThermaSkirt gebruiksaanwijzing ThermaSkirt gebruiksaanwijzing Stap 1 Teken de buitenste lijnen van de gehele kamer Klik op Start of ga naar Bestand en klik vervolgens op Nieuw of Openen om het programma te starten. Door op Start of

Nadere informatie

Warmte in de koudetechniek, een hot item

Warmte in de koudetechniek, een hot item Wijbenga info sheet 5: Warmte in de koudetechniek, een hot item In het ontwerp van een koelinstallatie wordt steeds meer aandacht besteed aan het energieverbruik. Dit kan bereikt worden door een zo hoog

Nadere informatie

Hoe kan ik de restwarmte van datacenters hergebruiken? APAC Airconditioning Martijn Kolk

Hoe kan ik de restwarmte van datacenters hergebruiken? APAC Airconditioning Martijn Kolk Hoe kan ik de restwarmte van datacenters hergebruiken? APAC Airconditioning Martijn Kolk De APAC groep staat voor persoonlijke en betrouwbare dienstverlening. Met meer dan 25 jaar ervaring zijn wij uitgegroeid

Nadere informatie

Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen

Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen Interactie tussen gevelisolatie, ventilatiesystemen en capaciteit warmtepompsystemen Per 1 januari 2015 worden de EPCeisen aangescherpt. Voor woningen

Nadere informatie

Systeem kenmerken. Bivalent gas Bivalent elektrisch Zonne bijdrage Circulatienet warm water Opmerkingen. Horizontaal Open met GWS direct op verdamper

Systeem kenmerken. Bivalent gas Bivalent elektrisch Zonne bijdrage Circulatienet warm water Opmerkingen. Horizontaal Open met GWS direct op verdamper Checklist Inspectie en Onderhoud Brine warmtepomp v2.0 Dit document in een handleiding om het eerstelijns onderhoud uit te kunnen voeren op STIEBEL ELTRON warmtepompen. Uitgaande van een vulgewicht

Nadere informatie

Kenniscentrum InfoMil Energiebesparing bij een sportclub

Kenniscentrum InfoMil Energiebesparing bij een sportclub Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Energiebesparing bij een sportclub 23 januari 2017 Inhoudsopgave Energiebesparing bij een sportclub 3 Energiezuinige sportveldverlichting 3 Opwekken

Nadere informatie

COMFORTVERBETERING ENERGIEBESPARING MEER DAN 15% EFFECTIEVE CO2-REDUCTIE TERUGVERDIENTIJD MINDER DAN 5 JAAR

COMFORTVERBETERING ENERGIEBESPARING MEER DAN 15% EFFECTIEVE CO2-REDUCTIE TERUGVERDIENTIJD MINDER DAN 5 JAAR COMFORTVERBETERING ENERGIEBESPARING MEER DAN 15% EFFECTIEVE CO2-REDUCTIE TERUGVERDIENTIJD MINDER DAN 5 JAAR METEOVIVA CLIMATE: MEER COMFORT VOOR MINDER GELD VLIEGVELD DÜSSELDORF 20% Naarmate gebouwen beter

Nadere informatie

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door optimaal onderhoud. voltalimburg.nl/onderhoud

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door optimaal onderhoud. voltalimburg.nl/onderhoud Meer wooncomfort en minder energieverbruik door optimaal onderhoud voltalimburg.nl/onderhoud Wist u dat......wij duizenden onderdelen op voorraad hebben en dus snel kunnen handelen en en onderhoud. Daarnaast

Nadere informatie

Hulpenergie in de EPW

Hulpenergie in de EPW VEA 1 Module 3.5 Hulpenergie in de EPW Versie 2.0 1 Hoofdstukkenoverzicht EPW 8 Controle oververhitting 10.5 Verbruik voor koeling 7.7 Transmissieverliezen 7.8 Ventilatie verliezen 7.9 Interne winsten

Nadere informatie

Hulpenergie in de EPW

Hulpenergie in de EPW Module 3.5 Hulpenergie in de EPW Versie 2.0 1 Hoofdstukkenoverzicht EPW 8 Controle oververhitting 10.5 Verbruik voor koeling 7.7 Transmissieverliezen 7.8 Ventilatie verliezen 7.9 Interne winsten 7.10 Zonnewinsten

Nadere informatie

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 -

aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010 - 1 - aanvullende gebruikers handleiding AQUA Plus Versie 131010-1 - AANVULLENDE HANDLEIDING AQUA PLUS Deze handleiding is uitsluitend ter aanvulling van de handleiding van de Altech Eclips (papieren of DVD

Nadere informatie

Hoog rendement voor vrijwel elke bestaande situatie. Gasabsorptiewarmtepompen. Logatherm GWPL 35

Hoog rendement voor vrijwel elke bestaande situatie. Gasabsorptiewarmtepompen. Logatherm GWPL 35 Hoog rendement voor vrijwel elke bestaande situatie Gasabsorptiewarmtepompen : energie besparen, juist in de bestaande bouw De is de nieuwste schakel op het gebied van intelligente systeemoplossingen voor

Nadere informatie

De natuurlijke combinatie

De natuurlijke combinatie Intergas Kombi Kompakt HRE EPC verlaging met 0.35 Informatie installateurs: Daikin Airconditioning Netherlands BV Fascinatio Boulevard 562 Postbus 8585 3009 AN Rotterdam t (088) 324 54 55 f (088) 324 54

Nadere informatie

Inregelen van cv-installaties met radiatoren of convectoren

Inregelen van cv-installaties met radiatoren of convectoren Selectiegids Inregelen van cv-installaties met radiatoren of convectoren In de utiliteit is het heel gebruikelijk om een klimaatinstallatie hydraulisch in te regelen. Logisch, want een niet ingeregelde

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 3.1 van het Besluit energieprestatie gebouwen;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 3.1 van het Besluit energieprestatie gebouwen; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 32499 29 november 2013 Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 20 november 2013, nr. 2013-0000714449, tot

Nadere informatie

H e t W A d u s E P C p a k k e t

H e t W A d u s E P C p a k k e t Uw partner in duurzame energie H e t W A d u s E P C p a k k e t De ultieme oplossing voor uw woning v1.0 april 2009 Voorwoord WAdus BV is een jong en dynamisch bedrijf. Het bedrijf is opgericht in 2008

Nadere informatie

Techneco Elga. Regeling en Extra s

Techneco Elga. Regeling en Extra s Techneco Elga Regeling en Extra s Versie D7.3 4 maart 2011 Inhoud 1 Regeling... 1 1.1 Algemeen... 1 1.2 Regelstrategie... 1 1.3 Opentherm en aan/uit... 1 1.4 Kamerthermostaat... 1 1.5 Elga of ketel...

Nadere informatie

100% Vastrecht bronenergie van Eteck. Comfortabel wonen en bouwen aan de toekomst. Duurzame energie van eigen bodem

100% Vastrecht bronenergie van Eteck. Comfortabel wonen en bouwen aan de toekomst. Duurzame energie van eigen bodem 100% Duurzame energie van eigen bodem Vastrecht bronenergie van Eteck Comfortabel wonen en bouwen aan de toekomst U gaat voor nul! Comfortabel wonen en bouwen aan de toekomst Vastrecht bronenergie van

Nadere informatie

Hoe word je een energiebewuste handelaar?

Hoe word je een energiebewuste handelaar? Hoe word je een energiebewuste handelaar? Verlichting die onnodig brandt, kantoorapparatuur die niet of nauwelijks uitgeschakeld wordt, verwarming, koeling en ventilatiesystemen die onnodig ingeschakeld

Nadere informatie

EXAMEN WARMTEPOMPEN Onderdeel Integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen

EXAMEN WARMTEPOMPEN Onderdeel Integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen EXMEN WRMTEPOMPEN Onderdeel Integraal ontwerpen van warmtepompinstallaties voor utiliteitsgebouwen Voorbeeldexamen Lees zorgvuldig onderstaande informatie Dit examen bestaat uit 40 meerkeuzevragen. Lees,

Nadere informatie

Installatiescan Scholen

Installatiescan Scholen Installatiescan Scholen Handleiding voor de installateur Januari 2016 In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Inleiding Voor u ligt de Handleiding Installatiescan Scholen

Nadere informatie

Vereiste voorkennis Naar inhoud en niveau gelijk aan MBO (niveau 4 volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs) of HBO.

Vereiste voorkennis Naar inhoud en niveau gelijk aan MBO (niveau 4 volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs) of HBO. LEERDOELEN EN EINDTERMEN VAN DE CURSUS GRONDGEBONDEN WARMTEPOMPEN IN DE UTILITEITSBOUW Datum: 8--009 Vereiste voorkennis Naar inhoud en niveau gelijk aan MBO (niveau 4 volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs)

Nadere informatie

Ja Nee Nvt Maatregel Foto. Installaties & regelingen. Zijn de binnen- en buitensensoren op een representatieve locatie geïnstalleerd?

Ja Nee Nvt Maatregel Foto. Installaties & regelingen. Zijn de binnen- en buitensensoren op een representatieve locatie geïnstalleerd? Checklist Energiebesparing bedrijven algemeen Met behulp van deze checklist kunt u energiebesparende maatregelen in uw bedrijf inventariseren. Toelichting per maatregel of meer maatregelen kunt u vinden

Nadere informatie

Productvoorwaarden service- en onderhoudsabonnement warmtepomp

Productvoorwaarden service- en onderhoudsabonnement warmtepomp Productvoorwaarden service- en onderhoudsabonnement warmtepomp Met een onderhoudsbeurt door een deskundige monteur van Energiewacht is uw toestel weer in topconditie! Veilig, schoon en energiezuinig ingesteld.

Nadere informatie

Informatieblad. Warmtepompen INLEIDING

Informatieblad. Warmtepompen INLEIDING INLEIDING Vanwege de oprakende fossiele brandstoffen worden we met zijn alle gedwongen op zoek te gaan naar verbeterde of alternatieve energieopwekkers. Van hout naar kolen naar olie naar gas en nu naar

Nadere informatie

DAIKIN-INTERGAS HYBRIDE WARMTEPOMP DAIKIN-INTERGAS HYBRIDE WARMTEPOMP

DAIKIN-INTERGAS HYBRIDE WARMTEPOMP DAIKIN-INTERGAS HYBRIDE WARMTEPOMP DAIKIN-INTERGAS WARMTEPOMP DAIKIN-INTERGAS WARMTEPOMP 890.327-04 WWW.INTERGASVERWARMING.NL Daikin en Intergas, het ultieme duurzame verwarmingskoppel Hoge energiekosten en nieuwe Europese wetgeving op

Nadere informatie

Betreft: onderhoud a.c. apparatuur aan installaties met een koelmiddelinhoud van 0-3 kg.

Betreft: onderhoud a.c. apparatuur aan installaties met een koelmiddelinhoud van 0-3 kg. Aan de bewoner(s) van dit pand Datum 1 januari 2014 Onze referentie 14001/SS/WT. Betreft: onderhoud a.c. apparatuur aan installaties met een koelmiddelinhoud van 0-3 kg. Geachte bewoner/gebruiker, Regelmatig

Nadere informatie

Verwarming in de herziene EPC-bepaling: wat gaat er veranderen?

Verwarming in de herziene EPC-bepaling: wat gaat er veranderen? Verwarming in de herziene EPC-bepaling: wat gaat er veranderen? >> Als het gaat om energie en klimaat Vanaf 1 juli wordt de EPC voor woningen en utiliteit bepaald volgens de nieuwe norm NEN 7120. Hieronder

Nadere informatie

Gelijkwaardigheidsberekening warmtenet Delft

Gelijkwaardigheidsberekening warmtenet Delft NOTITIE PROJECT ONDERWERP Gelijkwaardigheidsberekening warmtenet Delft Bepalingsmethode DATUM 20 april 2006 STATUS Definitief 1 Inleiding...2 2 Uitgangspunten...2 3 Bepalingsmethode...2 3.1 Principe...2

Nadere informatie

Een warmtepomp: interessant voor uw woning? Doe de test!

Een warmtepomp: interessant voor uw woning? Doe de test! Een warmtepomp: interessant voor uw woning? Doe de test! Een warmtepomp: interessant voor uw woning? Doe de test! Gratis warmte? 2 Een warmtepomp haalt gratis warmte uit de lucht en gebruikt om uw woning

Nadere informatie

Opleiding Duurzaam gebouw : Energie

Opleiding Duurzaam gebouw : Energie Opleiding Duurzaam gebouw : Energie Leefmilieu Brussel AUDIT VAN DE VENTILATIE- EN KLIMATISATIE-INSTALLATIES Jonathan MATTHEWS ICEDD Doelstellingen van de presentatie De belangrijkste mankementen in bestaande

Nadere informatie

TECHNECO INFORMATIE. Werkadres Klantnaam ... Adres. ... Plaats. Postcode Telefoonnummer. adres ... Gegevens installateur Bedrijfsnaam

TECHNECO INFORMATIE. Werkadres Klantnaam ... Adres. ... Plaats. Postcode Telefoonnummer.  adres ... Gegevens installateur Bedrijfsnaam LORIA OPLEVERINGSRAPPORT Dit document is opgesteld voor de inbedrijfstelling van de Loria of Loria Duo warmtepomp. Stuur dit document ingevuld op naar Kleveringweg 9, 2616LZ DELFT of per email naar service@techneco.nl.

Nadere informatie

Itho Daalderop Energiezuinig en comfortabel klimaatsysteem. uw nieuwe. woning

Itho Daalderop Energiezuinig en comfortabel klimaatsysteem. uw nieuwe. woning Itho Daalderop Energiezuinig en comfortabel klimaatsysteem uw nieuwe woning Water/water warmtepomp: - Verwarming in koude maanden door gebruik van bodemwarmte - Koeling in warme maanden door gebruik van

Nadere informatie

Installatie overzicht bij EPC-concepten

Installatie overzicht bij EPC-concepten Installatie overzicht bij EPC-concepten Dit boekje geeft een overzicht van de belangrijkste installaties zoals die nu op de markt aanwezig zijn. PelserHartman probeert u een zo volledig mogelijk overzicht

Nadere informatie

Hoofdstuk 6.0 ISSO 75.1 Aanvliegroute opnameprotocollen

Hoofdstuk 6.0 ISSO 75.1 Aanvliegroute opnameprotocollen Herziene versie 2013 ISSO-publicatie 75.1 Hoofdstuk 6.0 ISSO 75.1 Aanvliegroute opnameprotocollen Methode 2013, wettelijke aanwijzing per 1 Juli 2014 1 6 Opnameprotocollen 6.1 Inleiding In ISSO 75.1 worden

Nadere informatie

Cooling & Heating Innovations

Cooling & Heating Innovations Cooling & Heating Innovations W A R M T E P O M P E N D e w a r m t e p o m p a l s w a r m t e b r o n i s d é o p l o s s i n g v o o r onze dagelijkse behoefte aan verwarming met een zo hoog mogelijk

Nadere informatie

Kwaliteitsverklaringen combiketel, warmtepomp en warmterugwinning

Kwaliteitsverklaringen combiketel, warmtepomp en warmterugwinning EPN en Nieuwbouw Kwaliteitsverklaringen combiketel, warmtepomp en warmterugwinning Combiketel: warm tapwater In een EPC-berekening kan het opwekkingsrendement van warm tapwater op basis van een kwaliteitsverklaring

Nadere informatie

geotherm hybride systeem

geotherm hybride systeem geotherm hybride systeem Duurzaam comfort door slimme samenwerking 01-08 - 2015 Het goede gevoel, het juiste te doen. Volop comfort Verwarmen, koelen én heerlijk warm water Met het geotherm hybride systeem

Nadere informatie

Themabijeenkomst BodemenergieNL BEHEER & ONDERHOUD. Samenhang bovengrond en ondergrond. Themabijeenkomst BodemenergieNL 4 december 2014

Themabijeenkomst BodemenergieNL BEHEER & ONDERHOUD. Samenhang bovengrond en ondergrond. Themabijeenkomst BodemenergieNL 4 december 2014 Themabijeenkomst BodemenergieNL BHR & ONDRHOUD Samenhang bovengrond en ondergrond ven voorstellen Techniplan Adviseurs bv raadgevend ingenieursbureau; Installaties en nergie & Milieu ongeveer 40 fte focus

Nadere informatie

RI&E 3 ADVIES rapport: Energiemaatregelen. Van Elst Grafisch Afwerker BV

RI&E 3 ADVIES rapport: Energiemaatregelen. Van Elst Grafisch Afwerker BV PRAKTISCH MILIEUBELEIDIN DE GRAFIMEDIA RI&E 3 ADVIES rapport: Van Elst Grafisch Afwerker BV Uitgave van: : Dienstencentrum maandag 13 augustus 2012 Rapport van Van Elst Grafisch Afwerker BV te Apeldoorn

Nadere informatie

<1 jaar terugverdientijd

<1 jaar terugverdientijd MAKING MODERN LIVING POSSIBLE De natuurlijke combinatie van energiebesparing en een ingeregeld tweepijpssysteem Onze Renovation + Solution is bewezen techniek voor een perfecte hydraulische balans in collectieve

Nadere informatie

Techneco Elga warmtepomp. Gebruikershandleiding

Techneco Elga warmtepomp. Gebruikershandleiding Techneco Elga warmtepomp Gebruikershandleiding Versie 15.3 Behorende bij firmware versie 15.3 en hoger 28-7-2017 Inhoudsopgave 1 Introductie...1 2 Bediening binnenunit...2 3 Thermostaat instellen...3

Nadere informatie

Warmtepompen. Een introductie

Warmtepompen. Een introductie Warmtepompen Een introductie Inhoud presentatie Introductie 040energie Warmtepompen: Principe Varianten Financieel Is mijn huis geschikt? Vragen? Introductie 040Energie 040energie is een vereniging van

Nadere informatie

De natuurlijke combinatie

De natuurlijke combinatie Intergas Kombi Kompakt HRE EPC verlaging tot 0.35 De natuurlijke combinatie Daikin-Intergas hybride Betrouwbaar in warmte Uw voordelen EPC-verlaging tot 0.35 in nieuwbouw Forse verbetering van het energielabel

Nadere informatie

Regel omschrijving: Ventilatie regeling Kampmann

Regel omschrijving: Ventilatie regeling Kampmann Regel omschrijving: Ventilatie regeling Kampmann Doel: De regeling regelt de cv klep, lucht inlaat klep en de ventilator van de mengluchtheater(s) en geeft een recirculatie groep vrij. De mengluchtregeling

Nadere informatie

90% DOUBLE300. Voor een gezonder luchtklimaat. WarmeTerugWinning rendement (WTW)

90% DOUBLE300. Voor een gezonder luchtklimaat. WarmeTerugWinning rendement (WTW) DOUBLE300 Voor een gezonder luchtklimaat De Double300 bestaat uit 1 unit die werkt op basis van een Fancoil met WTW (WarmteTerugWinning). De unit kan ventileren, direct verwarmen en eventueel koelen op

Nadere informatie

Vereiste voorkennis Naar inhoud en niveau gelijk aan MBO (niveau 4 volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs).

Vereiste voorkennis Naar inhoud en niveau gelijk aan MBO (niveau 4 volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs). LEERDOELEN EN EINDTERMEN VAN DE CURSUS COLLECTIEVE WARMTEPOMPEN IN WONINGEN Datum: 8--009 Vereiste voorkennis Naar inhoud en niveau gelijk aan MBO (niveau 4 volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs).

Nadere informatie

Addicool. Leo Suiker directeur

Addicool. Leo Suiker directeur Addicool. Leo Suiker directeur Voorwoord. Addicool heeft zich door haar jarenlange ervaring en expertise ontwikkeld tot marktleider op het gebied van custom made luchtbehandelings kasten. En omdat we veel

Nadere informatie

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug CONCEPT Omgevingsdienst regio Utrecht Mei 2015 opgesteld door Erwin Mikkers Duurzame energie per Kern in gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

Fase I Plan de Ooi Huurdersinformatieavond 16 januari 2019 W O O N S E R V I C E I J S S E L L A N D 9 3 W O N I N G E N D O E S B U R G

Fase I Plan de Ooi Huurdersinformatieavond 16 januari 2019 W O O N S E R V I C E I J S S E L L A N D 9 3 W O N I N G E N D O E S B U R G Fase I Plan de Ooi Huurdersinformatieavond 16 januari 2019 Introductie Introductie Energieneutrale woning Woning bouwkundig Woning installatie WTW installatie Warmtepomp Woonpunten Planning Introductie

Nadere informatie

Robur 11.500,-- GASABSORPTIEWARMTEPOMPEN MET GAS VOOR HET HOOGSTE RENDEMENT. Nu nog sneller terugverdiend door subsidie tot.

Robur 11.500,-- GASABSORPTIEWARMTEPOMPEN MET GAS VOOR HET HOOGSTE RENDEMENT. Nu nog sneller terugverdiend door subsidie tot. Robur MET GAS VOOR HET HOOGSTE RENDEMENT GASABSORPTIEWARMTEPOMPEN Nu nog sneller terugverdiend door subsidie tot 11.500,-- per warmtepomp ASABS ROBUR EEN ENORME ENERGIEBESPARING EN TERUGVERDIENTIJDEN DIE

Nadere informatie

Oplossingenboek Energie besparen in de praktijk van het MKB metaal

Oplossingenboek Energie besparen in de praktijk van het MKB metaal Oplossingenboek Energie besparen in de praktijk van het MKB metaal De oplossingen Electromotoren Hergebruik van restwarmte Verwarming Verlichting Perslucht Toepassing PV Warmtepomp WKK installatie Isolatie

Nadere informatie

Economische beschouwing waterzijdig inregelen in de bebouwde omgeving

Economische beschouwing waterzijdig inregelen in de bebouwde omgeving Economische beschouwing waterzijdig inregelen in de bebouwde omgeving eneef BV West Kinderdijk 122G 2953 XW Alblasserdam I www.eneef.nl E info@eneef.nl T 085 27 36 324 KVK 58501258 BTW NL853066334B02 IBAN

Nadere informatie

Richtlijn. Klantinstallaties Voor aansluitingen op Warmte en/of Koude. 2014-01 Eerste uitgave N.V. Nuon Warmte

Richtlijn. Klantinstallaties Voor aansluitingen op Warmte en/of Koude. 2014-01 Eerste uitgave N.V. Nuon Warmte Richtlijn Klantinstallaties Voor aansluitingen op Warmte en/of Koude 2014-01 Eerste uitgave N.V. Nuon Warmte 1. Beschrijving Klantinstallaties die worden aangesloten op het distributienet van Nuon Warmte,

Nadere informatie

Duurzame energie. uitgestoten in vergelijking met een conventioneel verwarmingssysteem, bijvoorbeeld een CV ketel.

Duurzame energie. uitgestoten in vergelijking met een conventioneel verwarmingssysteem, bijvoorbeeld een CV ketel. Duurzame energie Er wordt tegenwoordig steeds meer gebruik gemaakt van duurzame energiesystemen in gebouwen. Hiermee wordt op een natuurlijke wijze duurzame energie gewonnen om de woningen te verwarmen

Nadere informatie

Gebruikshandleiding. Zonneboilers. 8X.52.71.01/09.12 Wijzigingen voorbehouden.

Gebruikshandleiding. Zonneboilers. 8X.52.71.01/09.12 Wijzigingen voorbehouden. Gebruikshandleiding Zonneboilers 8X.52.71.01/09.12 Wijzigingen voorbehouden. Inhoud Inhoud... 2 1 EcoNorm II en CBSolar II... 3 2 CBHotTop... 4 3 Uitlezing regelunit (onderdeel van het SolarStation)...

Nadere informatie

Handleiding OK CV: ESS. Handleiding. Gebruiker: ESS. Document versie: 2.1 Versiedatum: 2014-12-16 Status: concept Auteur: 2BA.

Handleiding OK CV: ESS. Handleiding. Gebruiker: ESS. Document versie: 2.1 Versiedatum: 2014-12-16 Status: concept Auteur: 2BA. Handleiding Gebruiker: ESS Document versie: 2.1 Versiedatum: 2014-12-16 Status: concept Auteur: 2BA Pagina 1 Inhoudsopgave Introductie 3 Terminologie 3 Stap 1. Inloggen op FGO+ website 4 Stap 2: Inloggen

Nadere informatie

Concepten EPC 0.4. Bouwkundige uitgangspunten

Concepten EPC 0.4. Bouwkundige uitgangspunten Concepten EPC 0.4 Om een EPC 0.4 te realiseren voor de referentiewoningen zijn er verschillende concepten ontwikkeld die onderling verschillen op de wijze van ventileren en verwarmen. Aan de basis van

Nadere informatie

100% Warmte, warm tapwater en koude. Comfortabel én milieuvriendelijk wonen. duurzame energie van eigen bodem

100% Warmte, warm tapwater en koude. Comfortabel én milieuvriendelijk wonen. duurzame energie van eigen bodem 100% duurzame energie van eigen bodem Warmte, warm tapwater en koude Comfortabel én milieuvriendelijk wonen U gaat voor nul! Comfortabel én milieuvriendelijk wonen Warmte, warm tapwater en koude van Eteck

Nadere informatie

WKO Installaties opbouw en beheer

WKO Installaties opbouw en beheer WKO Installaties opbouw en beheer Frank Cogels L&A Real Estate Solutions bv WKO aandachtspunten Installaties met WKO bestaan o.a. uit: - Bronnen - Warmtewisselaars (TSA s) - Opwekkers (tempverhogers) -

Nadere informatie

Service & Onderhoud abonnement CV ketel

Service & Onderhoud abonnement CV ketel Service & Onderhoud abonnement CV ketel Met een service & onderhoud abonnement van van der Bij bent u verzekerd van een optimaal comfort in uw woning. Onderhoud aan uw CVketel zorgt voor een perfect werkende

Nadere informatie

WJZ / De Minister van Economische Zaken,

WJZ / De Minister van Economische Zaken, WJZ / 9051042 Deze bijlage behoort als Bijlage 2 bij artikel 8 van de Regeling van de Minister van Economische Zaken van, nr. WJZ / 9051027, houdende aanwijzing van categorieën productie-installaties voor

Nadere informatie

Rapportage Energiebesparingsproject Matrix gebouw

Rapportage Energiebesparingsproject Matrix gebouw Rapportage Energiebesparingsproject Matrix gebouw Opgesteld door : Yvette de Weerd Afdeling : Dienst Huisvesting Functie : Adviseur Energiemanagement TU/e Datum : 15 maart 2006 VOORWOORD Deze rapportage

Nadere informatie

Gemeenschappelijke schoorstenen in bestaande appartementsgebouwen

Gemeenschappelijke schoorstenen in bestaande appartementsgebouwen Gemeenschappelijke schoorstenen in bestaande appartementsgebouwen 1 Inhoudsopgave Bestaande situatie Atmosferische ketels Gemeenschappelijk opbouwvoorbeeld Werkingsprincipe Verse luchttoevoer Rookgasafvoer

Nadere informatie

Voor het hoogste rendement op gas. Gasabsorptiewarmtepompen. Een enorme energiebesparing. terugverdientijden. tot 4 jaar

Voor het hoogste rendement op gas. Gasabsorptiewarmtepompen. Een enorme energiebesparing. terugverdientijden. tot 4 jaar Robur Voor het hoogste rendement op gas Gasabsorptiewarmtepompen Een enorme energiebesparing terugverdientijden tot 4 jaar GASA Robur Een enorme energiebesparing en terugverdientijden die kunnen WARM teruglopen

Nadere informatie