Eindtermen en toelichtingen bij. Keuzedomein F: Criminaliteit en rechtsstaat

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eindtermen en toelichtingen bij. Keuzedomein F: Criminaliteit en rechtsstaat"

Transcriptie

1 Eindtermen en toelichtingen bij Keuzedomein F: Criminaliteit en rechtsstaat M.C. Visser, 28 februari 2005

2 Subdomein: Criminaliteit en samenleving 2.3; De kandidaat kan beschrijven wat regels en normen zijn en wat de meer specifieke betekenis is van rechtsregels voor de samenleving. 2.3; De kandidaat kan een onderscheid maken tussen rechtsregels en andere regels/normen en deze in voorbeelden herkennen. Er bestaan regels en normen waarnaar mensen zich (ten opzichte van elkaar) behoren te gedragen. Aan regels of normen ligt altijd een waarde ten grondslag. Een waarde is een oriëntatiepunt voor het gedrag van mensen: ze geven aan wat mensen nastrevenswaardig en waardevol vinden. 2.5 Kenmerken van rechtsregels: S rechtsregels worden gesteld en gehandhaafd door de overheid; S rechtsregels gelden in beginsel voor iedereen; S rechtsregels gaan in het algemeen voor andere regels en normen. Andere waarden en normen zijn bijvoorbeeld S religieuze waarden en normen, S morele waarden en normen, S fatsoensnormen De kandidaat kan uitleggen wat de betekenis van rechtsregels en normen is voor het samenleven van mensen en aan de hand van concrete voorbeelden aangeven dat recht en rechtspraak voortdurend in beweging zijn. Rechtsregels kunnen positieve en negatieve betekenissen/gevolgen hebben voor het samenleven van mensen. Positieve doelen en betekenissen van rechtsregels zijn: S Rechtsregels beogen (rechts)zekerheid te bieden. S Ze dragen bij aan de ordening van de samenleving. S Ze maken onafhankelijke rechtspraak mogelijk. S Ze zijn bedoeld om conflicten te voorkomen en/of op vreedzame wijze te beslechten (verbod op eigenrichting). S Ze behoren de rechtvaardigheid te bevorderen/verhelderen de scheidslijn tussen goed en kwaad. S Normen maken gedrag voorspelbaar. S Ze dragen bij aan het voortbestaan van de groep of samenleving. Negatieve gevolgen van rechtsregels waaronder wetten: S Rechtsregels kunnen ook conflicten oproepen. S Rechtsregels/wetten kunnen achterhaald zijn en een ontwikkeling afremmen. De ongeschreven regels (maatschappelijke normen) kunnen al veranderd zijn en hierdoor kan het voorkomen dat mensen zich niet meer willen houden aan de geschreven regels (voorbeeld: euthanasiediscussie). S Ook kunnen wetten op een bepaald terrein geheel ontbreken waardoor een deel van de samenleving (tijdelijk) niet geordend is. Dit zien we vooral bij een snelle technologische ontwikkeling bijv. internet. S Het geldende recht of positieve recht is niet altijd in overeenstemming met de opvattingen van brede lagen van de bevolking. Hierdoor ontstaat kan er verschil ontstaan tussen strafbaar en strafwaardig gedrag (zie eindterm 66.2). 52 De kandidaat kan de toename van criminaliteit en de verschillende vormen van misdaadbestrijding in verband brengen met maatschappelijke ontwikkelingen. Bedoeld zijn hier (min of meer elkaar overlappende) ontwikkelingen zoals: S werkloosheid, met name onder jongeren en etnische minderheden; Pag. 1 van 26

3 S sterk toegenomen welvaart, waardoor er meer gelegenheid is tot het plegen van diefstal e.d.; S toegenomen alcohol- en drugsgebruik; S afnemend gezag van de overheid, o.a. tot uiting komend in belasting- en uitkeringsfraude; minder vertrouwen in justitieel apparaat door gebruik van onrechtmatige opsporingsmethoden door de politie (denk aan de parlementaire enquête naar opsporingsmethoden in 1995); S afnemende betekenis van het zogenaamde maatschappelijke middenveld (o.a. gezin, school en verenigingen) als gevolg van het proces van individualisering (ook wel genoemd het zwakker worden van maatschappelijke bindingen); S veranderend norm- en waardenbesef als gevolg van de verminderde betekenis van levensbeschouwing/ontzuiling en ideologie. S Er bestaat een sterk verband tussen het ongestraft laten van overtredingen van regels en de toename van criminaliteit. De toename van het aantal overtredingen wordt onder andere ook veroorzaakt door de enorme hoeveelheid (fraudegevoelige) regelingen en regels en de beperkte omvang van het justitiële apparaat, waardoor de pak- en strafkans betrekkelijk gering is. S Het gedoogbeleid. S De informele sociale controle is sterk verzwakt door onder andere verdergaande verstedelijking, de ontzuiling en het verlies aan traditionele gezagsverhoudingen binnen bijvoorbeeld gezinnen, scholen, bedrijven. Daarnaast is ook de functionele controle (politie, controleurs en andere toezichthouders) in de laatste decennia afgenomen. S Marginalisering van bepaalde groepen allochtonen in een multiculturele/multi-etnische samenleving Kandidaten dienen in staat te zijn deze maatschappelijke oorzaken van de toename van criminaliteit in verband te brengen met door beleidsmakers voorgestelde vormen van misdaadbestrijding, zoals meer aandacht voor waarden en normen in het onderwijs, meer politie op straat, strengere straffen, zero-tolerance, bestraffen van belediging van politie, e.a. (zie ook eindterm 64) * Kandidaten zijn in staat de genoemde maatschappelijke ontwikkelingen in verband te brengen met de visies over verklaringen van crimineel gedrag, zie eindterm De kandidaat kan verschillende visies omschrijven op het verband tussen het verschijnsel criminaliteit en maatschappelijke ongelijkheid. Algemeen wordt de opvatting aanvaard dat de kans dat men met criminaliteit in aanraking komt (hetzij als dader, hetzij als slachtoffer) groter is als S de ongelijkheid de vorm aanneemt van segregatie, S er sprake is van uitsluiting van het economisch leven of S als sprake is van afwezigheid van perspectief op sociale mobiliteit en op maatschappelijk participatie. De grote oververtegenwoordiging van mensen met een lage sociaal-economische positie in de criminaliteitsstatistieken wil echter niet zeggen dat maatschappelijke ongelijkheid of een lage maatschappelijke positie 'automatisch' leidt tot criminaliteit. Vele andere, persoonlijke en maatschappelijke factoren spelen daarin een rol. Zie ook de eindtermen 52, 54 en 67. Naast de ongelijkheid in de maatschappij als geheel speelt ook de ongelijkheid binnen kleine groepen bij het geweld een rol. Geweld tegen vrouwen heeft onder meer te maken met de ongelijke verdeling van de macht binnen het gezin. Ook gewelds- en seksuele delicten als aanrandingen en verkrachtingen worden tegenwoordig gezien als een gevolg van de ongelijke macht van vrouwen en mannen in de maatschappij. Pag. 2 van 26

4 4.6; De kandidaat kan verklarende factoren geven voor de mate waarin maatschappelijke groepen in de samenleving zich onderscheiden in criminaliteit. Verschillen tussen maatschappelijke categorieën/groepen ten aanzien van criminaliteit op grond van: S Maatschappelijke positie. Zie ook eindterm 53. N Vormen van criminaliteit (zoals bijvoorbeeld belastingontduiking, verduistering en fraude) blijken vooral in de midden- en hogere milieus voor te komen. Men spreekt in dit verband wel van 'witte-boordencriminaliteit'. Deze vormen van criminaliteit zijn slecht 'zichtbaar' en daardoor niet eenvoudig op te sporen. Bovendien worden ze vaak niet-strafrechtelijk afgedaan (bijvoorbeeld boetes van de belastinginspectie; het gaat hier om administratieve boete uit het bestuursrecht). N Personen met een lagere maatschappelijke positie zijn volgens de meeste onderzoekingen oververtegenwoordigd in m.n. agressieve delicten en inbraak/diefstal en ondervertegenwoordigd in bijvoorbeeld witte-boordencriminaliteit. S Geslacht. Criminaliteit wordt vooral gepleegd door mannen. Vrouwen zijn bij alle vormen sterk ondervertegenwoordigd en de delicten die ze plegen zijn in het algemeen minder ernstig. Verklarende factoren zijn o.a. N verschillen in socialisatie, N ongelijke macht van vrouwen en mannen, N aangeboren verschil in agressiviteit tussen mannen en vrouwen. Er is overigens wel sprake van een lichte toename van crimineel gedrag van vrouwen niet alleen in absolute maar ook in relatieve zin. S Leeftijd. De categorie jongeren tussen de 16 en 23 jaar is sterk oververtegenwoordigd, met name in kleine criminaliteit, zoals vandalisme en winkeldiefstal. Jongeren maken zich ook in toenemende mate schuldig aan geweldsdelicten Er is een groep van problematische jongeren die verantwoordelijk is voor een groot deel van de kleine criminaliteit (in 1994 geschat op jongeren) De kenmerken van deze groep zijn o.a.: N tal van sociale problemen, veel gokken, drugsgebruik, N nauwelijks band met de conventionele samenleving; N gebrekkig perspectief op sociale mobiliteit; N gedeeltelijke/lagere opleidingen; ze komen nauwelijks in aanmerking voor (zinvol) werk; N slecht ontwikkeld besef van geldende normen door een slechte en vaak weinig liefdevolle opvoeding en problemen met en tussen ouders; N het ontbreken van sociale vaardigheden waarmee ze hun plaats in de samenleving kunnen veroveren; N etnische afkomst. Allochtone (etnische) groepen blijken relatief ondervertegenwoordigd te zijn in sommige delicten zoals witte-boorden-criminaliteit en discriminerend gedrag, maar oververtegenwoordigd in andere delicten, zoals diefstal en drugs-criminaliteit. Het tegendeel geldt overigens voor de eerste generatie van gastarbeiders : zij kennen juist een lagere criminaliteitsscore dan de autochtone Nederlanders. Rapporten van criminologen en van een overheidscommissie inzake criminaliteitsbeleid wijzen bovendien met nadruk op de slechte maatschappelijke positie waarin veel allochtone jongeren zich bevinden. Hun situatie met gering perspectief kan een voedingsbodem vormen voor criminaliteit. S Locatie. Inwoners van grote steden blijken relatief vaker crimineel gedrag te vertonen dan inwoners van kleinere steden en dorpen. In grote steden wonen meer kansarme jongeren en er is minder sociale controle. Pag. 3 van 26

5 Kandidaten kunnen de factoren zoals die in de verschillende theorieën over de oorzaken van criminaliteit genoemd worden (zie eindterm 67) toepassen op de maatschappelijke situatie van maatschappelijke categorieën/groepen De kandidaat kan aan de hand van voorbeelden uitleggen waardoor politie, openbaar ministerie en rechter selectief kunnen optreden tegen burgers en verdachten. Factoren die een mogelijk selectief optreden van politie en justitie in de hand kan werken zijn: S sociaal milieu of maatschappelijke positie van de verdachte, werkloosheid, S de opspoorbaarheid (bijvoorbeeld meer gericht op diefstal dan op belastingontduiking), S de strafwaardigheid S aanwijzing van de minister of eigen prioriteitsstelling. Indien sociaal milieu een rol speelt bij aanhouding, vervolging/afhandeling en veroordeling van verdachten, wordt wel gesproken van klassenjustitie. Er is sprake van ongelijke kansen in de rechtsgang. De term 'klassenjustitie ' verwijst ook naar één van de gevolgen van de maatschappelijke ongelijkheid (zie eindterm 53). Klassenjustitie is te beschouwen als een vorm van discriminatie. Bij de ongelijke behandeling van verdachten uit verschillende sociale milieus spelen twee factoren een rol: S door verschillen in inkomen, opleiding, scholing en cultuur hebben niet alle verdachten gelijke mogelijkheden om hun belangen te verdedigen; S politie, officieren van justitie en rechters verwachten vaak dat bepaald crimineel gedrag voorkomt bij bepaalde sociale milieus; er kan sprake zijn van vooroordelen en stereotypen. Dat kan van invloed zijn op hun manier van optreden: *self-fulfilling prophecy. Mogelijk gelden vergelijkbare factoren voor selectiviteit op grond van etniciteit, leeftijd en sekse. 56 De kandidaat kan aan de hand van voorbeelden uitleggen welke gevolgen criminaliteit heeft voor burger en samenleving. 6.3 Op materieel vlak: S criminaliteit berokkent financiële schade aan burgers, bedrijven en de overheid; S de bestrijding van criminaliteit kost de overheid, het bedrijfsleven en de burgers geld; S particuliere beveiliging brengt kosten met zich mee; S bedrijven rekenen schade als gevolg van criminaliteit door in de prijzen voor hun producten of diensten. De burger merkt dit als consument; S de prijzen van de producten zijn hoger S de burgers moeten meer belasting betalen S zie bij vetrouwen hieronder S verzekeringsbedrijven berekenen hogere premies; S er ontstaat een zwart geld circuit; de criminelen zullen (proberen) het door misdaad verkregen geld te gaan witwassen; als dit lukt (vaak) zal de overheid belastinggelden en sociale premies mislopen. 6.4 Op immaterieel vlak: S ontstaan van angst en optreden van geestelijke en emotionele schade vooral bij gewelddadige delicten; S er ontstaat morele verontwaardiging; S aantasting van het rechtsgevoel; S burgers voelen zich in hun bewegingsvrijheid beperkt (angst om 's avonds de straat op te gaan); S de rechtsstaat wordt bedreigd: gevaar voor eigenrichting; S veranderende opvattingen van goed en kwaad; S verlies aan vertrouwen in mensen en organisaties. Zo daalde het vertouwen in het Albert Heyn concern na het bekend worden van de belastingfraude. Dit was zeer in het nadeel van de aandeelhouders van AH. Veel consumenten waren door een spaarsysteem ook aandeelhouders geworden. Pag. 4 van 26

6 57 De kandidaat kan beschrijven op welke wijze burgers, bedrijven en maatschappelijke groeperingen of instellingen zijn betrokken bij het verschijnsel criminaliteit De kandidaat kan over de manieren waarop burgers en bedrijven proberen criminaliteit te voorkomen een gemotiveerd standpunt innemen. Particuliere initiatieven om criminaliteit te voorkomen zijn bijvoorbeeld: woningbeveiliging, maatregelen in winkels (technopreventie), inzet van particuliere bewakingsdiensten en (de discussie over) burgerwachten. De kandidaten zijn in staat hun mening hierover te beargumenteren, gebruikmakend van argumenten die verwijzen naar de beginselen van de rechtsstaat en de taak van politie en justitie De kandidaat kan van verschillende maatschappelijke organisaties die betrokken zijn bij criminaliteit en strafrechtspraak de doelen en achterban noemen. Bijvoorbeeld: 8.8 S reclassering: deze organisatie richt zich onder meer op hulp aan verdachten en ex-gedetineerden; 9.6 S Coornhert-liga: ijvert voor humanisering van het strafrecht; Vereniging voor strafrechthervorming, idem. 8.8 S organisaties van ex-gedetineerden en van relaties van (ex)-gedetineerden: onderlinge hulp, tegengaan van stigmatisering o.a. door voorlichting (aan scholen bijvoorbeeld); 8.9 S organisaties van slachtoffers: onderlinge hulp, belangenbehartiging (pleiten o.a. voor schadevergoedingen, preventieve maatregelen); S Bureaus voor Slachtofferhulp; S Schadefonds Geweldsmisdrijven: keert geld uit aan slachtoffers van geweldsmisdrijven als de schade niet anders wordt vergoed. 58 De kandidaat kan op basis van gegeven materiaal een beschrijving geven van de aard en de omvang van het verschijnsel criminaliteit en daarmee samenhangende vraagstukken. 3.3; De kandidaat kan uitleggen wat onder criminaliteit wordt verstaan. 7.9 Criminaliteit wordt doorgaans opgevat als door de overheid bij wet strafbaar gesteld gedrag. In het juridisch jargon heet strafbaar gedrag een delict. Het Wetboek van Strafrecht maakt een onderscheid tussen zware en lichtere delicten: S misdrijven zoals moord en diefstal en S overtredingen zoals veel verkeersovertredingen. In het spraakgebruik wordt vooral het plegen van misdrijven tot de criminaliteit gerekend. De opvatting dat criminaliteit bij wet strafbaar gesteld gedrag is, valt niet noodzakelijk samen met het gedrag waarvan mensen vinden dat het bestraft zou moeten worden: S Er zijn vormen van gedrag die door groepen in de samenleving strafwaardig worden gevonden, maar volgens de wet niet strafbaar zijn. S Er zijn vormen van strafbaar gedrag waarvan groepen in de samenleving vinden dat ze niet strafwaardig zijn bijvoorbeeld euthanasie, handel in soft drugs. In bovenstaande betekenissen van criminaliteit is criminaliteit een relatief begrip en cultuurbepaald. 'De' criminaliteit bestaat niet. In de literatuur, beleidsnota's en statistieken komen verschillende soorten criminaliteit voor. Zo komen o.a. in statistieken van het Centrale Bureau voor Statistiek de volgende delictgroepen voor: S geweldsdelicten (waaronder geweld tegen personen, seksuele delicten, diefstal door middel van geweld en afpersing), Pag. 5 van 26

7 S vermogensmisdrijven, S misdrijven tegen openbare orde en gezag, S vernieling, S economische delicten, S milieudelicten, S verkeersdelicten, S drugsdelicten (misdrijven opiumwet) en S verboden bezit van wapens. Andere veel gebruikte categorieën zijn: S kleine criminaliteit/veel voorkomende criminaliteit, S zware criminaliteit, S witte-boordencriminaliteit (zie ook eindterm 54)), S jeugdcriminaliteit, S drugsgebonden criminaliteit (drugs related crimes) en 10.7 S de georganiseerde misdaad. Veel voorbeelden van crimineel gedrag zijn onder verschillende categorieën onder te brengen. Zo is diefstal een voorbeeld van kleine criminaliteit maar hoort ook thuis bij vermogenscriminaliteit; vermogenscriminaliteit en seksuele criminaliteit hebben vaak ook agressieve componenten. Kandidaten dienen algemene uitspraken over criminaliteit te kunnen nuanceren op grond van het bovenstaande, de ernst en de frequentie van de delicten en de belangen die een rol spelen. 6.4; De kandidaat kan aantonen dat (diverse vormen van) criminaliteit als een sociaal en politiek (maatschappelijk) probleem wordt (worden) beschouwd. 6.4; 6.6 S Sociaal probleem: N het betreft een situatie die mensen onwenselijk vinden, N die in strijd is met en bedreigend voor heersende waarden en normen van de samenleving. N Het staat prominent op de publieke agenda, o.a. omdat velen vinden dat er actie moet worden ondernomen om die situatie te veranderen. N Er bestaan uiteenlopende opvattingen over de aanpak ervan. N De schade die de samenleving ondervindt van criminaliteit is zeer groot (zie ook eindterm 56). S Criminaliteit en de bestrijding daarvan is een politiek probleem omdat handhaving van de rechtsorde en het handhaven van de openbare orde tot de kerntaken van de overheid behoort. Het gaat hierbij om zaken als: N het bevorderen van de veiligheid van de burger N het bevorderen dat de burger van zijn rechten kan genieten. Om deze basisfuncties te realiseren moet de overheid de criminaliteit voortdurend bestrijden en staat die bestrijding voortdurend op de politieke agenda. Ten slotte is de overheid (het Openbaar Ministerie) de enige instantie die de opgespoorde strafbare feiten aan de rechter mag voorleggen De kandidaat kan uitleggen op welke manieren een beeld van de omvang van de criminaliteit kan worden verkregen en kanttekeningen plaatsen bij de verschillende statistieken en onderzoeksmethodes. In dit verband kunnen zij in grafieken en statistieken over criminaliteit het relatieve aandeel van de verschillende soorten criminaliteit in het totaal van de geregistreerde en niet-geregistreerde criminaliteit herkennen en de omvang en ontwikkeling van de geregistreerde criminaliteit beschrijven en hierbij kanttekeningen plaatsen. Pag. 6 van 26

8 Men kan een onderscheid maken tussen geregistreerde criminaliteit en niet-geregistreerde criminaliteit. De officieel geregistreerde criminaliteit staat in de politiestatistieken en de rechtbankstatistieken. De politiestatistieken van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bevatten de ter kennis van de politie gekomen misdrijven. Kanttekeningen: S veel strafbare feiten komen niet ter kennis van de politie, omdat ze nooit ontdekt worden (bijvoorbeeld computercriminaliteit) of omdat er geen slachtoffer is (bijvoorbeeld bij verkeersdelicten) of omdat ze niet worden aangegeven (bijvoorbeeld seksueel geweld); S de aangiftebereidheid kan per misdrijf verschillen; van sommige misdrijven (bijvoorbeeld van diefstal en inbraak) wordt meer aangifte gedaan dan van andere (bijvoorbeeld seksuele misdrijven of vernieling) waardoor het kan lijken of bepaalde misdrijven vaker worden gepleegd dan andere; fietsendiefstallen worden veel minder aangegeven dan ze voorkomen ('het helpt toch niet'); S zichtbare vormen van criminaliteit (bijvoorbeeld geweldsdelicten) komen gemakkelijker ter kennis van de politie dan minder zichtbare (bijvoorbeeld fraude); S de cijfers moeten worden gekoppeld aan de ontwikkeling van de bevolking (bijvoorbeeld bevolkingsgroei en leeftijdsopbouw); S het (selectief) opsporingsbeleid beïnvloedt de cijfers voor bepaalde vormen van criminaliteit; criminaliteit waar de politie veel aandacht aan besteedt zal ook eerder worden geconstateerd (bijvoorbeeld alcoholcontroles); S de politie komt lang niet aan alle aangiften toe: per jaar blijven er in Nederland een miljoen aangiften liggen, waarvan bij zeker een sterk vermoeden is over de dader(s). S toename van het aantal regels en groei van bepaalde activiteiten (bijvoorbeeld verkeer) brengen een toename van het aantal overtredingen met zich mee. 4.4 De rechtbankstatistieken zeggen weinig over de werkelijke criminaliteit. S Slechts een deel van de strafzaken komt voor de rechter en daarvan leidt een deel tot een veroordeling. Redenen waarom lang niet alle opgehelderde strafbare feiten voor de rechter komen: N er vindt transactie plaats; een schikkingsvoorstel van de politie of van de Officier van Justitie. Als dit betaald is blijft verdere strafvervolging achterwege en N er worden zaken door het Openbaar Ministerie geseponeerd d.w.z. niet (of niet verder) vervolgd, bijvoorbeeld R in geval van first offenders R de leeftijd van de dader, R geringe ernst van delict of R overbelasting justitiële apparaat. Opmerking: het probleem van de onbetrouwbaarheid van politiecijfers is minder ernstig indien men een beeld wil krijgen van de ontwikkeling van de (verschillende vormen) van criminaliteit. Longitudinaal onderzoek. Dit geldt niet wanneer er redenen zijn om aan te nemen dat de aangiftebereidheid van de bevolking en de opsporingsinzet van de politie in de tijd veranderd is. 4.5 Om een beeld te krijgen van de niet-geregistreerde criminaliteit, 'dark number', maakt men gebruik van: S Slachtofferenquêtes van het CBS (enquêtes onder mogelijke slachtoffers van een aantal veel voorkomende misdrijven). N Voordeel is dat ook niet-aangegeven misdrijven zo in de cijfers naar voren komen. N Bezwaren tegen de slachtoffer enquêtes: R ondanks de anonimiteit kan er een emotionele drempel bestaan voor het beantwoorden van vragenlijsten; Pag. 7 van 26

9 R voor sommige vormen van criminaliteit zijn geen aanwijsbare slachtoffers of R is het moeilijk te bepalen wie slachtoffer is zoals bij het gebruik van verdovende middelen, illegaal wapenbezit, heling, fraude, etc.; R bij levensdelicten kan het directe slachtoffer vaak niet meer ondervraagd worden, maar dit is geen goed argument tegen de slachtofferenquête omdat ze na hun dood ook niet meer in de steekproef van het CBS zullen zitten; het probleem zou zich alleen voor kunnen doen in het hoogst uitzonderlijke geval dat iemand die reeds in de steekproef zit, vermoord wordt nog voordat de enquête wordt afgenomen; R bovendien blijven jongeren onder 15 jaar buiten beeld. (zitten niet in de steekproef). S Enquêtes onder mogelijke daders (Self report onderzoeken). Deze geven in theorie het meest complete beeld. Zo kunnen bijvoorbeeld ook niet-ontdekte fraudezaken in de cijfers komen. N Bezwaren tegen de self report onderzoeken: R Er bestaat een drempel voor oprechte beantwoording van vragen, zeker bij daders van zware misdrijven. R Sommige delicten komen zo weinig voor dat het puur toeval is dat een dader of slachtoffer in de onderzoeksgroep zit. R (Stoerheidsvertroebeling) De kandidaat kan uitleggen dat beeldvorming van criminaliteit en criminelen niet altijd in overeenstemming is met de werkelijkheid. S Het beeld dat men in het algemeen van criminaliteit en misdadigers heeft is generaliserend en stereotiep en wordt gevoed door de massamedia. S Bij het begrip criminaliteit wordt in eerste instantie aan de zware (agressieve) criminaliteit gedacht en in veel mindere mate aan vermogenscriminaliteit, terwijl dit laatste in werkelijkheid veel meer voorkomt (zie ook eindterm 58.1) S Het aandeel van de agressieve criminaliteit in het totaal van de criminaliteit wordt in het algemeen hoger ingeschat dan het werkelijk aandeel. De massamedia spelen in deze beeldvorming een belangrijke rol. Massamedia berichten relatief vaak over criminaliteit. Zij bepalen voor een belangrijk deel de beeldvorming over de omvang en de aard van de criminaliteit. Kandidaten dienen te weten dat niet alle massamedia op dezelfde wijze en in dezelfde mate aandacht hieraan schenken S (sensationele versus zakelijk berichtgeving, S veel versus weinig aandacht). Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat er een samenhang bestaat tussen de beleving van criminaliteit (mate van bezorgdheid) en het lezen van kranten met meer of minder (sensationeel) nieuws over misdaad. Media kunnen opvattingen over de oorzaken van criminaliteit en kenmerken van criminelen beïnvloeden. Media spelen een belangrijke rol in het totstandkomen van de publieke opinie. Met betrekking tot criminaliteit kan hierbij worden gedacht aan opvattingen van het publiek over de wijze waarop bepaalde misdrijven voorkómen of bestraft moeten worden. Pag. 8 van 26

10 Subdomein: De rechtsstaat De kandidaat kan strafbaarstelling en aanpak van criminaliteit door de staat in verband brengen met de uitgangspunten van de rechtsstaat De kandidaat kan de beginselen van de rechtsstaat omschrijven. Achtergrond van de rechtsstaatgedachte is de bescherming van burgers tegen de willekeur van de overheid. Dit doel wordt nagestreefd door: a. het geven van rechtszekerheid b. het handhaven van de rechtsorde Ad a. S De verhouding tussen overheid en burger en die tussen burgers onderling moet in overeenstemming met het recht S Het recht wordt vastgelegd in wetten of andere gezaghebbende geschriften. S De overheid is gebonden aan de wet (zie eindterm 60.4); dit noemen we het legaliteitsbeginsel S De grond- of vrijheidsrechten van burgers zijn goed omschreven en worden gewaarborgd. Ad b. S De overheid dient de rechtsorde te handhaven met de middelen die de wet de overheid geeft met in achtneming van de rechten van de burger; (zie ook 60.2 uitvoerende macht). S Legaliteit-beginsel: de overheid is gebonden aan de wet. S Er is enige scheiding van machten (zie eindterm 60.2). S Een onafhankelijke rechter (die zich ook aan de wet houdt) beslist in geschillen tussen burgers onderling en tussen burgers en de overheid; De beginselen van de rechtsstaat zijn verankerd in de Grondwet en in internationale verdragen zoals het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de mens (EVRM). De beginselen van de rechtsstaat zijn verder uitgewerkt in wetgeving en rechtspraak. Sinds 11 september 2001 staan de beginselen van de rechtsstaat en de handhaving van de mensenrechten nationaal en internationaal onder druk ten gevolge van de angst voor en de bestrijding van het terrorisme. 2.7 Onderscheiden worden publiek- en civielrecht. In het publiekrecht onderscheiden we staatsrecht, bestuursrecht, strafrecht. 3.4; De kandidaat kan aan de hand van het principe van de machten scheiding -trias politica- omschrijven op welke manier de staat is betrokken bij het voorkómen en bestrijden van criminaliteit. 8.4; 8.6 De machtenscheiding - trias politica - bestaat uit: 10.2 S De wetgevende macht Regering en parlement vormen samen de wetgevende macht. Zij stellen vast wat strafbaar is (overtredingen en misdrijven). Regering en parlement plaatsen criminaliteit als beleidsprobleem op de politieke agenda (zie eindterm 64). S De uitvoerende macht Politie en Openbaar Ministerie (OM) zijn belast met opsporing en vervolging van strafbaar gedrag; Het Openbaar Ministerie is belast met handhaving van de rechtsorde, vervolging van strafbare feiten en met de uitvoering van de straffen. De minister van Justitie is politiek verantwoordelijk voor het werk van het OM en kan algemene richtlijnen geven (zie ook 60.3 laatste alinea). Pag. 9 van 26

11 De burgemeester is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde; hij is bevoegd om opdrachten te geven aan de politie. De politieke controle voor het optreden van de politie inzake de openbare orde berust bij de gemeenteraad en gedeeltelijk ook bij de minister van Binnenlandse Zaken. S De rechterlijke macht De rechterlijke macht bestaat uit rechters en het OM. N Het rechtspreken is opgedragen aan de rechters. R De rechters zijn onafhankelijk en worden voor het leven benoemd. De onafhankelijkheid van de rechter is belangrijk om de volgende redenen: eerlijke toetsing en toepassing van de wetten, onpartijdige beslissingen (over geschillen tussen burgers en tussen burgers en overheid.) N Ook leden van het OM. behoren tot de rechterlijk macht R Deze zijn ondergeschikt aan de minister van Justitie. N Als organisatie behoren tot de rechterlijke macht: R de kantongerechten, (per 1 jan zijn de kantongerechten een onderdeel van de rechtbanken geworden; ze bestaan dus niet meer als afzonderlijke organisatie). R de arrondissementsrechtbanken, (elke rechtbank bestaat uit 4 sectoren: sector straf, sector civiel, sector bestuursrecht en sector kanton; deze laatste sector waren vroeger de kantongerechten) R de gerechtshoven en R de Hoge Raad. 6.9; * De kandidaat kan aangeven welke mogelijke spanningsverhoudingen er bestaan tussen de verschillende staatsorganen en deze spanningsverhoudingen in verband brengen met de uitgangspunten van de rechtsstaat Spanningsverhoudingen bestaan bijvoorbeeld tussen de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de diverse actoren bij de bestrijding van de criminaliteit. S De vraag is in welke mate bevoegdheden van politie wettelijk geregeld moeten worden. De werkwijze van het OM en de politie bij de bestrijding van de misdaad kan op gespannen voet staan met de uitgangspunten van de rechtsstaat. Er was bijvoorbeeld begin jaren negentig geen wettelijke basis voor opsporingsmethoden zoals het inzetten van infiltranten bij de bestrijding van de georganiseerde misdaad. Hoewel in een rechtsstaat taken en bevoegdheden wettelijk vastgelegd moeten zijn, vrezen sommigen dat daardoor politie en justitie te zeer zijn beperkt om de misdaad te bestrijden. S Een ander voorbeeld van spanningsverhoudingen tussen de staatsorganen is de discussie over de vraag tot hoever de politieke verantwoordelijkheid en zeggenschap van de minister van justitie reikt over het Openbaar Ministerie. Met andere woorden in hoeverre moet het OM gevolg geven aan aanwijzingen in individuele strafzaken van de minister. 3.3; De kandidaat kan de beginselen van de rechtsstaat in verband brengen met de bepalingen in het Nederlandse straf- en strafprocesrecht en deze beginselen en bepalingen herkennen in gegeven materiaal. 7.2 tot 7.4 In het Wetboek van Strafrecht staat wat strafbaar is en welke straffen er zijn: materieel strafrecht. 7.7; 8.2 In het Wetboek van Strafvordering hoe het strafprocesrecht gaat: formeel strafrecht. In het Wetboek van Strafrecht en in het Wetboek van Strafvordering zijn regels opgenomen, die de burger beschermen tegen willekeur van de overheid: S legaliteitsbeginsel: men kan alleen veroordeeld en bestraft worden voor handelingen die bij wet (vooraf) strafbaar zijn gesteld; ook de strafmaat en het strafproces zijn bij wet geregeld Pag. 10 van 26

12 S iemand wordt voor onschuldig gehouden totdat hij door de rechter schuldig is bevonden; S om het strafproces op een fatsoenlijke manier te laten verlopen, moet de hele strafprocedure -van vooronderzoek tot onderzoek ter terechtzitting- voldoen aan wettelijke voorschriften. Het niet correct naleven van deze voorschriften levert vormfouten op (ernstige vormfouten leiden tot nietigheid) S Men kan niet onbeperkt in voorlopige hechtenis worden gehouden. (In Groot-Brittannië en de Verenigde Staten voelt de overheid zich zo bedreigd door het terrorisme, dat dit principe niet geldt voor verdachten van terrorisme). S De wet beperkt de mogelijkheden van de overheid om te straffen, bijvoorbeeld N niemand mag tweemaal voor hetzelfde vergrijp vervolgd worden; N misdrijven en overtredingen kunnen verjaren. N elk delict kent een maximumstraf; S De wet biedt de mogelijkheid om rekening te houden met bijzondere kenmerken van een verdachte, 7.8 N. zo gelden er voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar bijzondere bepalingen; N ook wordt er rekening gehouden met de toerekenbaarheid. S De wet biedt de mogelijkheid om rekening te houden met de omstandigheden, waarin een overtreding of misdrijf is begaan, N bijvoorbeeld noodweer en overmacht. S Het Wetboek van Strafrecht maakt onderscheid tussen misdrijven en overtredingen (zie ook eindterm 61). S Het Wetboek van Strafrecht maakt onderscheid tussen straffen en maatregelen. Zie voor overige bepalingen uit het Wetboek van Strafvordering de eindtermen 61 en 62. Opmerking: kandidaten dienen te weten dat strafbare feiten ook in andere wetten staan dan alleen het Wetboek van Strafrecht, bijvoorbeeld in de Wegenverkeerswet, in verschillende milieuwetten, in de Opiumwet enz De kandidaat kan aangeven op welke wijze de politie, het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht betrokken zijn bij het voorkomen en bestrijden van criminaliteit en aan de hand van de principes van de rechtsstaat uitleggen welke dilemma's kunnen ontstaan bij de uitvoering van hun taken. De verschillende staatsorganen die betrokken zijn bij de criminaliteit zijn regering, parlement, ministers van Justitie en Binnenlandse zaken, de politie, het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht De kandidaat kan de drie hoofdtaken van de politie noemen. Hoofdtaken van de politie zijn S handhaving van de openbare orde; S hulpverlening; S opsporing van strafbare feiten (strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde) S preventie (proberen strafbare feiten te voorkomen) zie H De kandidaat kan uitleggen waarom bevoegdheden van politie bij de opsporing van strafbare feiten beperkt zijn en uitleggen welk dilemma daarbij kan ontstaan. De kandidaten kunnen in voorbeelden de volgende bevoegdheden van de politie herkennen: S opsporingshandelingen kunnen in beginsel alleen worden verricht indien er een verdenking bestaat. Iemand is een verdachte indien uit de omstandigheden of feiten blijkt dat er een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit bestaat. Vanaf 1 september 2002 is het mogelijk dat de driehoek (burgemeester, hoofdofficier van justitie en de hoofdcommissaris van politie) een zgn. veiligheidsrisico-gebied aanwijst. In zo n gebied mag de politie over te gaan tot preventief fouilleren. In dat geval is het redelijk vermoeden niet meer een vereiste. Pag. 11 van 26

13 Indien de belanghebbenden (bewoners) het niet eens zijn met de beslissing van de driehoek dan kunnen de betrokkenen daartegen in beroep gaan bij de rechter. Enige opsporingsmiddelen: N de politie mag een verdachte staande houden en vragen naar persoonlijke gegevens (naam en a- dres) iedere ingezetene van 14 jaar en ouder moet een bewijs van zijn identiteit bij zich hebben; N de politie mag een verdachte aanhouden en meenemen naar het bureau en daar ophouden voor verhoor voor maximaal 6 uur; daarna kan de verdachte met instemming van de Officier van Justitie ten hoogste nog 6 dagen op het politiebureau worden vastgehouden (in verzekeringstelling); N indien het onderzoek nog langer moet duren moet er voor de vrijheidsbeneming bevel komen van de rechter-commissaris (de rechter die zich bemoeit met de vervolging van de verdachte) we spreken dan niet meer van opsporingsmiddelen maar van vervolgingsmiddelen: voorlopige hechtenis. S de politie mag alleen onder bepaalde voorwaarden zaken in beslag nemen, fouilleren, huiszoeking doen, telefoonberichten aftappen. Zie ook de rechten van de burgers/verdachten in eindterm De bevoegdheden van de politie zijn nauw omschreven om willekeurig optreden van de politie te voorkomen. Zie ook de kenmerken van de rechtsstaat in eindterm Bij het opsporen van strafbare feiten kan een dilemma ontstaan: de keuze tussen enerzijds het belang van rechtsbescherming van de burger en anderzijds het belang van de handhaving van de rechtsorde waartoe de bestrijding van de criminaliteit behoort. Deze belangen kunnen onderling op gespannen voet met elkaar staan De kandidaat kan taken en werkwijze van het Openbaar Ministerie omschrijven en in (concrete) voorbeelden herkennen en uitleggen welke overwegingen een rol spelen bij het wel of niet vervolgen van strafbare feiten. Het OM wordt bij het kantongerecht en de arrondissementsrechtbank vertegenwoordigd door de Officier van Justitie; bij het gerechtshof en de Hoge Raad door de Procureur-Generaal. Taken van het OM: S leiden van opsporingsonderzoek; S vervolgen van strafbare feiten (dus: het voor de rechter brengen van verdachten); S tijdens het rechtszitting aangeven waarvan iemand wordt verdacht en het uitbrengen van de eis (requisitoir); S het doen van schikkingsvoorstellen; boete en lichte taakstraffen; (als de verdachte niet reageert moet de Officier de zaak voorleggen aan de (politie)rechter); S het opleggen van straffen op veelvuldig voorkomende lichte misdrijven; geen vrijheidsstraffen; (als de verdachte hiertegen niet binnen twee weken in verzet komt, erkent hij daarmee schuld aan het voorgevallene en staat de straf vast) Dit is nu 7 febr nog een wetsontwerp. S doen uitvoeren van opgelegde vonnissen. De Officier van Justitie kan besluiten om strafbare feiten niet te vervolgen (een zaak seponeren). Redenen kunnen zijn dat S onvoldoende bewijs voor het strafbare feit aanwezig is, S de schade die verdachten kunnen ondervinden van een rechtszaak en veroordeling niet opweegt tegen de noodzaak tot straffen of S op grond van het opportuniteitsbeginsel: vervolging is niet in het algemeen belang. Dit is bijvoorbeeld het geval indien vervolging niet kan leiden tot veroordeling; omdat N het feit maatschappelijk niet zo bezwaarlijk wordt gevonden; N omdat capaciteitsproblemen nopen tot prioriteitsstelling (door het grote aanbod seponeert hij de fietsendief omwille van vervolging van drugshandelaren). Pag. 12 van 26

14 De bevoegdheid van het O.M. om op grond van het opportuniteitsbeginsel af te zien van vervolging impliceert beleidskeuzes. Deze beleidskeuzes roepen de vraag op naar de democratische legitimering van het OM als strafrechtelijk beleidsorgaan (zie de spanningsverhouding in eindterm 60.3). 3.4; De kandidaat kan uitleggen op welke wijze (de organisatie van) de strafrechtspraak is geregeld. De organisatie van de strafrechtspraak is als volgt: S Overtredingen worden (in de regel) behandeld door de kantonrechter. S Misdrijven worden door de arrondissementsrechtbanken behandeld (de meer ingewikkelde zaken/zware misdrijven door de meervoudige kamer, de andere door de politierechter). S Het gerechtshof behandelt het hoger beroep tegen vonnissen van de arrondissementsrechtbank. S De Hoge Raad behandelt het beroep in cassatie. 7.8 S. Overtredingen en misdrijven door jongeren onder de 18 jaar vallen onder de kinderrechter Bij zware delicten gepleegd door jongeren tussen 16 tot 18 jarigen kan de kinderrechter het volwassenstrafrecht toepassen. Ook kan bij jongeren tussen de 18 en de 21 jaar het jeugdstrafrecht worden toegepast. Er is een tendens om jongeren ook in strafrechtelijk opzicht eerder volwassen te verklaren. Verdachten en/of de Officier van Justitie hebben meestal de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. De zaak wordt dan voorgelegd aan een hogere rechter. Van de in hoger beroep gewezen uitspraken kunnen partijen in cassatie gaan bij de Hoge Raad, het hoogste rechtscollege in ons land. Zijn taak is het toetsen van uitspraken van lagere rechters. Daarbij controleert de Hoge Raad of door de lagere rechters het recht juist is toegepast. Uitspraken (arresten) van de Hoge Raad hebben groot gewicht, omdat lagere rechters er rekening mee houden bij hun uitleg van de wet (jurisprudentie) De kandidaat kan een strafproces analyseren en de principes van het Wetboek van Strafrecht c.q. de rechtsstaat herkennen De kandidaat kan aan de hand van voorbeelden de functies en de onderlinge relatie van de verschillende actoren bij een strafproces herkennen en uitleggen op welke wijze de organisatie van het strafproces het recht van burgers op een eerlijk proces en een rechtvaardig oordeel bevordert. In de rechtszitting - onderdeel van het strafproces - spelen de volgende actoren een rol: S Officier van Justitie: dagvaarding, tenlastelegging, ondervraging (van getuigen, deskundigen en verdachte), requisitoir. S Advocaat (raadsman): ondervraging van getuigen, deskundigen en verdachte, pleidooi. S Rechter: zit het proces voor, ondervraging (van getuigen, deskundigen, verdachte), doen van een uitspraak. S Verdachte: (eventueel getuigen/deskundigen ondervragen), laatste woord. De verdachte mag zijn eigen verdediging voeren (behalve bij de HR), maar als hij rechtsbijstand wenst moet het de bijstand van een advocaat zijn. Als een verdachte niet is komen opdagen kan hij ondanks zijn afwezigheid (bij verstek) worden veroordeeld. S Getuigen en deskundigen. Getuigen zijn (behoudens verschoningsrecht) verplicht te getuigen nadat zij hebben gezworen of beloofd dat ze de volle waarheid en niets dan de waarheid zullen zeggen. Deze wettelijk vastgelegde rolverdeling tussen de actoren (en de in eindterm 55 en 61 rechten van verdachten) bevorderen een eerlijk en rechtvaardig proces. De Officier van Justitie is de openbare aanklager. De advocaat komt op voor de belangen van de verdachte. Het Wetboek van Strafvordering stelt hoge eisen aan het bewijs. Als het feit niet wettig en overtuigend bewezen is, mag geen veroordeling volgen. Pag. 13 van 26

15 De kandidaat kan in voorbeelden van opsporing en vervolging van strafbare feiten de rechten van een verdachte herkennen en uitleggen tot welke dilemma in de opsporing deze rechten kan leiden. Door de dreiging van het terrorisme staan de rechten van de verdachten aan dit misdrijf in veel landen onder druk (Guantanamo Bay). Ook in ons land kunnen binnenkort de rechten van personen van wie men (bijv. de AIVD) het vermoeden heeft dat ze bij terroristische activiteiten betrokken zouden kunnen zijn, beperkt worden. Zij kunnen enige jaren opgesloten worden zonder dat bekend hoeft te worden waarvan ze verdacht worden en zonder dat de rechter zich over de opsluiting uitspreekt. Ook zullen vele van de hieronder opgesomde rechten van de verdachte niet of in beperkte mate gelden. Op dit moment ( februari 2005) worden deze plannen verder uitgewerkt. Aanvankelijk was voor aanhouding nodig een redelijk vermoeden van een strafbaar feit en kon de rechter beoordelen of het vermoeden redelijk was. Door het preventief fouilleren, het preventief aanhouden (EK 2000) en onder invloed van terrorisme wordt dit principe steeds meer opgerekt en uitgehold. Bij het schoolexamen moet de kandidaat in staat zijn om hierover een genuanceerde mening te kunnen verdedigen. S De verdachte heeft het recht te weten waarvan hij verdacht wordt. S De verdachte heeft vanaf het moment van in-verzekering-stelling recht op bijstand van een advocaat (raadsman); ook als de verdachte een advocaat niet zelf kan betalen. Pro deo advocaat; toewijzing. S De verdachte heeft het recht om te zwijgen (wel identificatieplicht); hij hoeft op geen enkele wijze mee te werken aan zijn veroordeling. De politie moet de verdachte op dit recht wijzen. S De verdachte mag voor maar een beperkte tijd worden vastgehouden. Hoelang dat voor welke strafbare feiten mag, staat in de wet. In de wet zijn de rechten van de verdachten vastgelegd. De rechtspositie van de verdachte bemoeilijkt volgens sommigen het opsporen en vervolgen van strafbare feiten ook staan de rechten van de verdachte soms op gespannen voet met de belangen van het slachtoffer De kandidaat kan aan de hand van voorbeelden uitleggen hoe de positie van slachtoffers (binnen het strafrecht) is geregeld. Rechten, plichten van de Officier van Justitie, de rechter, advocaat, verdachte en reclassering zijn in het strafrecht geregeld. Voor slachtoffers geldt dit in mindere mate. De mogelijkheden om schadevergoeding in het kader van het strafproces te krijgen zijn de laatste jaren uitgebreid. Er is in 1995 een wettelijke regeling voor schadevergoeding geïntroduceerd. Deze maatregel houdt in dat de verdachte wordt verplicht om een bepaald bedrag te betalen aan de staat ten behoeve van het slachtoffer. Ook zonder deze wettelijke maatregel is de laatste jaren is in de strafrechtspleging meer aandacht voor de positie van het slachtoffer. In toenemende mate hebben rechters daders veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding. Zo is het steeds meer gebruik geworden dat het OM het slachtoffers op de hoogte houdt van de afhandeling van hun zaak De kandidaat kan voorbeelden geven en herkennen van de taken en werkwijze van de reclassering. De doelstelling van de reclassering is: 'De reclassering spant zich in voor de maatschappelijke (her)inpassing van mensen die met het strafrecht in aanraking komen. Daarmee wordt tegelijk beoogd herhaling van strafbaar gedrag te voorkomen en overlast te verminderen'. De taken van de reclassering zijn: S Hulpverlening aan mensen die met justitie in aanraking zijn gekomen. S Onderzoek en voorlichting over de persoon van de verdachte ten behoeve van Officier van Justitie en de rechter. Pag. 14 van 26

16 S Het voorbereiden en begeleiden van de uitvoering van taakstraffen (werk- en leerstraffen) * De kandidaat kan de Nederlandse rechtspraak becommentariëren en vergelijken met juryrechtspraak. Juryrechtspraak is rechtspraak waarin het oordeel over de schuld wordt gedaan door een college van nietjuristen. Deze komt onder andere voor in België, Frankrijk, Groot-Brittannië en de VS. Bij de juryrechtspraak beslist de jury geheel onafhankelijk van de beroepsrechter. De beraadslagingen van de jury zijn geheim en de beslissingen van de jury worden niet met redenen omkleed. Gewone jury's bestaan uit twaalf leden. (Kleinere jury's zijn in bepaalde categorieën toelaatbaar). Als voordeel van de juryrechtspraak wordt genoemd dat de jury de volksovertuiging beter kan weergeven en zich in de toestand van de verdachte en het slachtoffer beter kan verplaatsen. Het nadeel is evenwel, dat de jury zich dikwijls meer door hun gevoel laten leiden dan door rechtsbeginselen of door juist inzicht in het maatschappelijk belang. Een ander nadeel kan zijn dat de juryleden gemakkelijker te beïnvloeden zijn dan rechters. Subdomein: Overheidsbeleid 10.x 64 De kandidaat kan de voor- en nadelen noemen van verschillende soorten beleid en beleidsmaatregelen en deze in verband brengen met de uitgangspunten van de rechtsstaat. 9.7; De kandidaat kan bij de verschillende vormen van criminaliteit aangeven welke soorten beleid(smaatregelen) de overheid kan hanteren voor de bestrijding daarvan Voor verschillende vormen van criminaliteit is verschillend beleid en zijn verschillende beleidsinstrumenten nodig. Soorten beleid en beleidsmaatregelen: S opsporingsbeleid: daarbij gaat het om de vraag welke vormen van criminaliteit speciale aandacht verdienen bijvoorbeeld zware georganiseerde misdaad of veel voorkomende criminaliteit. 9.7 Hieronder vallen ook beleidsmaatregelen die zijn gericht op het verhogen van de pakkans. De pakkans wordt ook beïnvloed door S de bereidheid van het publiek om aangifte te doen; S de zichtbaarheid van het delict, bijvoorbeeld rijden onder invloed versus frauderen S het selectieve opsporingsbeleid van de politie; zie ook eindterm 55. Deze maatregelen kunnen een effect hebben op de omvang van (een bepaalde vorm van) de criminaliteit. Bovendien kunnen zij effect hebben op het wantrouwen of vertrouwen van het publiek in de regelgeving en in de werkzaamheden van politie en justitie. S vervolgingsbeleid: hoe kan worden bevorderd dat zaken zo effectief mogelijk worden afgehandeld, bijvoorbeeld door transacties en snelrecht. S gevangenisbeleid: bijvoorbeeld differentiatie in de regimes in de gevangenissen, het aantal cellen, hoeveel gedetineerden op één cel; S nieuwe wetgeving; S preventieve maatregelen (zie ook eindterm 64.3); 7.8 T.a.v. de aanpak jeugdcriminaliteit kunnen specifieke maatregelen op de genoemde terreinen worden onderscheiden, zoals S vergroten van de controle, Pag. 15 van 26

17 S het nemen van diverse maatschappelijke maatregelen (onderwijs, welzijnsvoorzieningen, scheppen van werkgelegenheid) en S het nemen van snelle en effectieve strafmaatregelen (werkprojecten, taakstraffen). 10.2; De kandidaat kan een onderscheid maken tussen repressief en preventief beleid bij het bestrijden van verschillende vormen van criminaliteit, waaronder de georganiseerde misdaad en veel voorkomende criminaliteit A Bij de aanpak van 'veel voorkomende criminaliteit' ligt de nadruk op preventie en B Bij de bestrijding van zware, georganiseerde misdaad ligt de nadruk op strafrechtelijke optreden (repressie). Ad A. Ad B Bij de veel voorkomende criminaliteit zou de strafrechtspraak sluitstuk moeten zijn; er wordt vooral veel aandacht besteed aan maatschappelijke en bestuurlijke activiteiten die gericht zijn op preventie (zie ook eindterm 64.3). Bij repressief beleid ligt de klemtoon op direct, duidelijk en fors optreden van justitie tegen overtreders. Repressief beleid komt tot uitdrukking in o.a. de versterking van politie en justitie, uitbreiding van cellen, uitbreiding van bevoegdheden van politie en justitie, zwaardere straffen eisen; dit is primair een taak voor politie en justitie De kandidaat kan voor een gegeven voorbeeld van criminaliteit uitleggen welke mogelijke preventieve maatregelen genomen kunnen worden door de overheid, maatschappelijke organisaties en de individuele burger. Preventieve maatregelen zijn onder andere: S Voorlichting geven (bijv. inbraakpreventie) S Het onderwijs wijzen op het nut van anti-spijbelbeleid. S Het handhaven van de leerplichtwet S Het nemen van structurele maatregelen bijvoorbeeld op het gebied van scholing/onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting, recreatie. S Vergroten van (sociale) controle bijvoorbeeld controleurs in tram en bus, bewakingsdiensten in winkelcentra, of door de gemeente benoemde stadswachten of hulppolitie, buurtpreventie-projecten, meer toezicht laten houden (conducteurs, conciërges, houders van fietsenstallingen, e.d.). S Aanpassing van de gebouwde omgeving; bevorderen van 'sociale veiligheid' (bijvoorbeeld kleinschalige woningbouw, geen dichte begroeiing langs fietspaden, andere bushokjes). S Veranderingen in de wetgeving of het vervolgingsbeleid kunnen een preventief effect hebben. Bijvoorbeeld: snelrecht ("Lik-op stuk-beleid"), pakkans vergroten, decriminaliseren. S Bij wetgeving en beleidsvoorbereiding aandacht schenken aan de onbedoelde criminaliteitbevorderende- effecten daarvan (fraudegevoeligheid). Uit bovenstaande voorbeelden blijkt dat de verantwoordelijkheid voor het criminaliteitsprobleem zowel ligt bij de overheid als bij de individuele burger en bij samenwerkingsverbanden zoals bijvoorbeeld verenigingen, scholen, wijkcomités's en bedrijven. In het algemeen wordt de preventieve waarde van zware of zwaardere straffen te hoog ingeschat. Uit onderzoek blijkt deze afschrikwekkende en daarmee preventieve functie niet. Pag. 16 van 26

18 64.4* De kandidaat kan voorbeelden geven van internationale invloed op het beleid- en regelgeving over criminaliteit. Voorbeelden kunnen betrekking hebben op afspraken die Nederland binnen EU-verband maakt over criminaliteitsbestrijding en op concrete druk van bepaalde landen op het binnenlands beleid bijvoorbeeld over het drugsbeleid. 10.x; De kandidaat kan (typerende) standpunten van politieke partijen over criminaliteitsbestrijding onderscheiden en in verband brengen met de ideologische stromingen, waartoe deze partijen behoren. Van oudsher leggen 'linkse' partijen meer nadruk op de maatschappelijke oorzaken van criminaliteit. Vanuit de rechterzijde van het politieke spectrum wordt criminaliteit meer toegeschreven aan individuen die de deugdzaamheid van de samenleving ondermijnen. De maatschappelijke kant van criminaliteit ziet men in deze kring in het uithollend normbesef en de afwezigheid van een publieke moraal. Binnen de sociaal-democratische en progressief-liberale stroming zien we tegenwoordig een derde opvatting: oorzaken van criminaliteit houden zowel verband met de structurele onrechtvaardigheid van de moderne samenleving als met het gedrag en de verantwoordelijkheid van individuen die misdaden plegen. In de visies op aanpak van criminaliteit zien we ook accentverschillen tussen de politieke stromingen. S PvdA en D66 gaan verder in het nemen van preventieve maatregelen en verbetering van maatschappelijke omstandigheden van mensen. S CDA en VVD benadrukken meer het handhaven van rechtsregels en het belang van waarden en normen. De roep om meer politie en meer cellen valt vaker te horen in de liberale en christen-democratische hoek. S De VVD is overtuigd van het belang van rechtsregels. Het nastreven van eigenbelang heeft in de liberale visie inderdaad heilzame effecten voor de samenleving, maar dient wel plaats te vinden binnen een juridisch kader dat de regels van het maatschappelijk spel duidelijk aangeeft. Het toezien op naleving van de wetten met inbegrip van opsporing en bestraffing van overtreders, vormt één van de kerntaken van de overheid. Men moet volgens de VVD evenwicht houden tussen vrijblijvendheid en paternalisme. Men moet stelling durven nemen tegen een asociale en onverantwoorde opstelling die anderen schade en overlast berokkent, zonder de principiële tolerantie ten aanzien van afwijkend, non-conformistisch gedrag prijs te geven. S De PvdA benadert de criminaliteitsbestrijding vanuit een pluralistisch, sociaal-liberaal compromis. De samenleving moet duidelijke grenzen stellen aan misdaad en bij overtreding sancties opleggen. Tegelijkertijd moet aan daders een alternatief geboden worden om opgenomen te worden in de samenleving. De PvdA pleit voor een soort pragmatisch moralisme. De normen moeten niet alleen duidelijk zijn, maar betrokkenen moeten het ook eens zijn over de waarde ervan, anders zijn ze niet te handhaven. Voor de PvdA blijft in het criminaliteitsbeleid de maatschappelijke context van crimineel gedrag van groot belang. S Het CDA benadrukt het belang van het gezin, de school en het maatschappelijke middenveld bij het voorkomen van criminaliteit. Zij moeten wijzen op waarden en normen, met name op het respect opbrengen voor anderen. Pag. 17 van 26

19 Subdomein: Functies van straffen 9.7; De kandidaat kan aan de hand van gegeven materiaal een visie geven over de zin en de mogelijke effecten van (bepaalde) straffen. Kandidaten kunnen de voor- en nadelen van de verschillende straffen noemen en zijn in staat deze te bezien vanuit: S de relatie met het strafrecht (wat mag volgens de principes van het strafrecht?); S de handhaving van de rechtsstaat (wat is nodig om de rechtsstaat zo goed mogelijk te laten functioneren?); S hoe groot is de kans op herhaling (recidive), is de kans op herhaling bij sommige straffen ook kleiner dan bij andere straffen? S is de straf voldoende in de ogen van de omgeving; voldoende vergelding? S besteedt de straf en het strafproces voldoende aandacht aan het belang van het slachtoffer: voeging en spreekrecht? S geeft de straf voldoende afschrikking, (generale- en speciale preventie)? S zorgt de straf voor voldoende beveiliging van de maatschappij? S zijn er voldoende resocialisatie-mogelijkheden? S wat zijn de kosten en de efficiëntie van de straffen die de rechter opleg? Zou de gewenste gedragsverandering ook goedkoper bereikt kunnen worden? Hierin ook betrekken de afdoening door de Officier van Justitie. Bijvoorbeeld de taakstraf is uit het oogpunt van voorkoming van recidive en kosten te verkiezen boven een vrijheidsstraf maar een taakstraf wordt niet altijd als een straf ervaren. S wat is de invloed van een eventueel cellentekort zowel op de veroordeelde, de gestraften en de maatschappij? De kandidaat kan kenmerken van de verschillende soorten straffen en de voor- en nadelen ervan noemen. Sancties waarbij vergelding centraal staat worden aangeduid als 'straffen'. Straffen kunnen worden onderscheiden in hoofdstraffen en bijkomende straffen. Het onderscheid is niet meer van belang. Hoofdstraffen die het Wetboek van Strafrecht onderscheidt zijn: S gevangenisstraf (bij misdrijven), hechtenis (bij overtredingen) S taakstraf ( 'onbetaalde arbeid ten algemene nutte' in het verleden sprak men van alternatieve straf) en S geldboete. Een taakstraf N is mogelijk in de gevallen waarin de rechter overweegt een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden op te leggen. N Taakstraf kan alleen met instemming van de verdachte worden opgelegd. N Het aantal uren dienstverlening dat de rechter kan opleggen is maximaal 240 uur. Een andere vorm van taakstraf is de leerstraf. Hierbij gaat om het volgen van een door de rechter goedgekeurde cursus of training bijvoorbeeld de Alcohol Verkeer Cursus. 7.8 Ook in het strafrecht voor jeugdigen N is de taakstraf tegenwoordig geregeld. N Verder is er voor strafrechtelijk minderjarigen het HALT-project (Het ALTernatief). Dit is bedoeld voor gedragingen van een te geringe ernst om aan justitie voor te leggen, maar die wel vragen om een gepaste reactie. N 12-minners kunnen strafrechtelijk niet vervolgd worden. Voor overtredingen en lichtere misdrijven (meestal) is in samenwerking met de ouders een STOP-behandeling mogelijk. Deze behandeling wil in een aantal uren (maximaal 10) de kinderen iets leren en enig inzicht geven. Pag. 18 van 26

20 Voor zwaardere overtredingen wordt de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld. Via de Kinderrechter kan er privaatrechtelijk ingegrepen worden. Als het enigszins mogelijk is worden de ouders ondersteund in hun opvoedingstaak en wordt met hun instemming tot een maatregel (bijv. onder toezichtstelling of tijdlijk uithuisplaatsing) over gegaan. (zie stencil). Bijkomende straffen worden al dan niet in combinatie met hoofdstraffen opgelegd. Zij hebben meestal een relatie met het gepleegde delict (bijvoorbeeld rijbewijs intrekken na rijden onder invloed; verbeurd verklaren van voorwerpen). Er zijn twee soorten maatregelen: S onttrekking aan het verkeer, ontneming van het wederrechterlijk verkregen voordeel (pluk ze) en schadevergoeding geven aan het slachtoffer. S plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis en terbeschikkingstelling. Voor de tweede groep maatregelen geldt S dat ze niet in de eerste plaats bedoeld zijn om iemand te bestraffen, maar om de samenleving tegen de dader of de dader tegen zichzelf te beschermen. S Deze laatste soort maatregelen kunnen o.a. worden opgelegd in geval van ontoerekenbaarheid, zoals terbeschikkingstelling (TBS), plaatsing in een inrichting. Maatregelen kunnen ook worden opgelegd in combinatie met een straf. De rechter kan straffen voorwaardelijk opleggen (voorbeelden van voorwaarden die de rechter kan opleggen zijn een proeftijd of een schadevergoeding).een voorwaardelijke straf met een proeftijd komt vrij vaak voor. Dit betekent dat de Officier van Justitie de voorwaardelijke straf kan vorderen indien de veroordeelde binnen de gestelde termijn (de proeftijd) opnieuw een strafbaar feit pleegt. Deze vordering wordt dan meestal toegekend. En dus krijgt de verdachte dan alsnog de eerder vastgestelde straf, die bovenop de eventuele straf komt die de verdachte voor het nieuwe feit krijgt De kandidaat kan in voorbeelden uitleggen of er sprake is van strafbaarheid van gedrag. 7.6 S Het feit moet bewezen (wettig en overtuigend) en strafbaar zijn; N daarvoor o.a. noodzakelijk dat alle bestanddelen uit de delictomschrijving bewezen zijn. Bij gebrek aan bewijs volgt vrijspraak. S Het gedrag moet wederrechtelijk zijn. Dat is niet het geval als er sprake is van een rechtvaardigheidsgrond: dan volgt ontslag van rechtsvervolging (bijvoorbeeld bij noodweer of overmacht).het is wel bewezen dat de dader het feit gedaan heeft maar onder die omstandigheid is het feit niet strafbaar; in andere omstandigheid zou het feit wel strafbaar zijn. S Het feit moet aan de schuld van de dader te wijten zijn. Dat is niet het geval als hij een beroep kan doen op schulduitsluitingsgronden. Ook dan volgt ontslag van rechtsvervolging (bijvoorbeeld ontoerekenbaarheid, noodweerexces). Hier is het feit gepleegd door de dader, het feit is strafbaar maar de dader is onder deze omstandigheid niet strafbaar. In een andere situatie zou de dader wel strafbaar zijn. S Het moet gaan om een menselijke gedraging 9.3 tot * De kandidaat kan verschillende theorieën en opvattingen over straffen onderscheiden en deze toepassen in discussies over doel en zin van straffen. Verschillende theorieën/opvattingen over straffen spelen mee in de discussie over het strafrecht: S Het abolitionisme: streven om het strafrechtelijk systeem af te schaffen. Aanhangers van het abolitionisme wijzen er op dat het strafrecht de doelstellingen van criminaliteitsbestrijding en rechtsbescherming in de praktijk Pag. 19 van 26

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1, Criminaliteit en rechtstaat (Via Delta)

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1, Criminaliteit en rechtstaat (Via Delta) Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1, Criminaliteit en rechtstaat (Via Delta) Samenvatting door een scholier 2803 woorden 12 april 2007 6,7 30 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer ViaDELTA

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld 24 maximumscore 2 Ministerie van Binnenlandse Zaken (en Koninkrijksrelaties) heeft als taak (één van de volgende): 1 het bevorderen van de openbare orde en veiligheid

Nadere informatie

6,4. Samenvatting door een scholier 2327 woorden 3 december keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

6,4. Samenvatting door een scholier 2327 woorden 3 december keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting door een scholier 2327 woorden 3 december 2017 6,4 4 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting maatschappijkunde Inhoudsopgave: 1.1: blz. 1 1.2: blz.2

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Criminaliteit en Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Criminaliteit en Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijwetenschappen Criminaliteit en Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 1255 woorden 2 mei 2018 0 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 1: Wat is criminaliteit?

Nadere informatie

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VAK : : Maatschappijleer 2 METHODE : Essener Criminaliteit druk 4 KLAS: : 3 NIVEAU : BASIS CONTACTUREN PER WEEK 3 X MINUTEN PER WEEK UDIEJAAR : 205-206 EINDCIJFER KLAS

Nadere informatie

Criminaliteit. Examenkatern KGT

Criminaliteit. Examenkatern KGT Criminaliteit Examenkatern KGT Wat is criminaliteit? Hoofdstuk 1 KGT (blz. 6) 1.1 Wat is crimineel gedrag? ONGESCHREVEN REGELS Wanneer vinden we iets een delict i.p.v. iets abnormaals? Heeft te maken met:

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk Criminaliteit en Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk Criminaliteit en Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 6 + 7 Criminaliteit en Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 1300 woorden 3 november 2010 2,3 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk

Nadere informatie

Vak Maatschappijwetenschappen Klas Havo 5 Thema Criminaliteit en rechtsstaat Onderwerp Hoofdstuk 1 Wat is criminaliteit?

Vak Maatschappijwetenschappen Klas Havo 5 Thema Criminaliteit en rechtsstaat Onderwerp Hoofdstuk 1 Wat is criminaliteit? Vak Maatschappijwetenschappen Klas Havo 5 Thema Criminaliteit en rechtsstaat Onderwerp Hoofdstuk 1 Wat is criminaliteit? A 1. Aandachtspunten en belangrijke begrippen Criminaliteit als maatschappelijk

Nadere informatie

8,6. Samenvatting door een scholier 1173 woorden 3 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 4. CRIMINALITEIT. 1. Criminaliteit.

8,6. Samenvatting door een scholier 1173 woorden 3 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 4. CRIMINALITEIT. 1. Criminaliteit. Samenvatting door een scholier 1173 woorden 3 april 2003 8,6 31 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 4. CRIMINALITEIT 1. Criminaliteit. Onmaatschappelijk = Afwijkend gedrag. Bv. met handen eten,

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 1842 woorden 10 november 2010 5,4 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 2: Geen willekeur,

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 2881 woorden 6 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 2 Waarden en normen

Samenvatting door een scholier 2881 woorden 6 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 2 Waarden en normen Samenvatting door een scholier 2881 woorden 6 maart 2004 6 48 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Waarden en normen Normen: geven concreet aan hoe je je in bepaalde situaties moet gedragen.

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit, Strafrecht en de Samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit, Strafrecht en de Samenleving Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit, Strafrecht en de Samenleving Samenvatting door een scholier 1819 woorden 7 juni 2004 7,8 28 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer samenvatting.

Nadere informatie

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen II

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen II Opgave 1 Vertrouwen in de rechtspraak 1 maximumscore 2 Taken van de Raad van State zijn: De Raad van State adviseert regering en parlement over wetsvoorstellen (en over Algemene Maatregelen van Bestuur).

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 regels en rechten

Hoofdstuk 1 regels en rechten Samenvatting door een scholier 2765 woorden 13 augustus 2008 6,7 190 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1 regels en rechten NORMEN EN WAARDEN Gedragsregels (normen) = afspraken over hoe mensen

Nadere informatie

Aantal misdrijven blijft dalen

Aantal misdrijven blijft dalen Aantal misdrijven blijft dalen Vorig jaar zijn er minder strafbare feiten gepleegd. Daarmee zet de daling, die al zeven jaar te zien is, door. Het aantal geregistreerde aangiftes van een misdrijf (processen

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht

Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht Samenvatting Maatschappijleer Inleiding recht Samenvatting door M. 714 woorden 27 oktober 2016 0 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Inleiding Recht Wat is recht Recht geheel van overheidsregels Komen

Nadere informatie

Proeftoets E2 vwo4 2016

Proeftoets E2 vwo4 2016 Proeftoets E2 vwo4 2016 1. Wat zijn de twee belangrijkste redenen om rechtsregels op te stellen? A. Ze zijn een afspiegeling van wat het volk goed en slecht vindt en zorgen voor duidelijke afspraken om

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer

Nadere informatie

5,7. Begrippenlijst door F. 972 woorden 17 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Paragraaf 1:

5,7. Begrippenlijst door F. 972 woorden 17 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Paragraaf 1: Begrippenlijst door F. 972 woorden 17 maart 2013 5,7 9 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Paragraaf 1: Recht: iets kunnen of mogen volgens de wet Maatschappelijke gedragsregel:

Nadere informatie

let op: lees de tekst nog een keer goed door, ik heb alleen de woorden uit de begrippenlijst genoteerd!

let op: lees de tekst nog een keer goed door, ik heb alleen de woorden uit de begrippenlijst genoteerd! Samenvatting door een scholier 1951 woorden 10 juni 2002 7 155 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer let op: lees de tekst nog een keer goed door, ik heb alleen de woorden uit de begrippenlijst genoteerd!

Nadere informatie

Criminaliteit. en rechtsspraak

Criminaliteit. en rechtsspraak Criminaliteit en rechtsspraak Praktisch: Leerboek blz. 128 t/m 143 Start 18 oktober 2018 Klaar 6 december 2018 Voortgangstoets (weging 2,5%) 13 december Leerstof en toetsen WEEK 42: 15-19 okt Thema Criminaliteit

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit Samenvatting door een scholier 1873 woorden 18 juni 2007 3,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer : Criminaliteit

Nadere informatie

8,7. Samenvatting door een scholier 1406 woorden 29 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

8,7. Samenvatting door een scholier 1406 woorden 29 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting door een scholier 1406 woorden 29 november 2011 8,7 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer 1. Recht en Rechtvaardigheid Maatschappelijke normen: Rechtvaardigheid

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit, strafrecht en samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit, strafrecht en samenleving Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit, strafrecht en samenleving Samenvatting door een scholier 3887 woorden 27 november 2004 7 33 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 2: Waarden en normen

Nadere informatie

Criminaliteit en Rechtsstaat

Criminaliteit en Rechtsstaat Criminaliteit en Rechtsstaat Leertekst Maatschappijkunde.nl voor leerlingen en docenten Inhoudsopgave Leerdoelen Checklist 2 1 Criminaliteit in de Maatschappij 1.1 Criminaliteit als begrip 3 1.2 Criminaliteit

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk rechtsstaat &4-6-7

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk rechtsstaat &4-6-7 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk rechtsstaat &4-6-7 Samenvatting door Aylin 1392 woorden 7 maart 2018 8,5 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer 4 Strafrecht: de

Nadere informatie

Witteboordencriminaliteit Criminaliteit die vanachter bureau s wordt gepleegd door met papieren en cijfers te rommelen, fraude.

Witteboordencriminaliteit Criminaliteit die vanachter bureau s wordt gepleegd door met papieren en cijfers te rommelen, fraude. Samenvatting door een scholier 2097 woorden 24 oktober 2006 8 7 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Waarden = opvattingen van mensen over wat in het leven belangrijk gevonden wordt. Normen

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer vwo I

Eindexamen maatschappijleer vwo I Vraag Antwoord Opgave 2 Strafrecht en volkswil Scores 14 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: kenmerk 1 Het zich afzetten tegen het politieke establishment / het gevestigde politieke

Nadere informatie

Criminaliteit en Rechtsstaat

Criminaliteit en Rechtsstaat Criminaliteit en Rechtsstaat Leertekst Maatschappijkunde.nl voor leerlingen en docenten Inhoudsopgave Leerdoelen Checklist 2 1 Criminaliteit in de Maatschappij 1.1 Criminaliteit als begrip 3 1.2 Criminaliteit

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit Samenvatting door een scholier 1393 woorden 5 april 2004 7,3 21 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Paragraaf 1 Criminaliteit

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 1488 woorden 1 mei 2009 8,3 31 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1 Waarom maatschappijleer?

Nadere informatie

ProDemos Huis voor democratie en rechtsstaat

ProDemos Huis voor democratie en rechtsstaat Wat is rechtspraak? Nederland is een rechtsstaat. Een belangrijk onderdeel van een rechtsstaat is onafhankelijke rechtspraak. Iedereen heeft wel eens ruzie met een ander. Stel je hebt een conflict met

Nadere informatie

1.21 Verkeer: dood/zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW 1994)

1.21 Verkeer: dood/zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW 1994) Titelpagina Copyright Pagina Voorwoord HOOFDSTUK 1 Delicten 1.1 Afpersing 1.2 Bedreiging 1.3 Belaging 1.4 Belediging 1.5 Deelname aan een criminele organisatie 1.6 Diefstal 1.7 Heling 1.8 Huisvredebreuk

Nadere informatie

HET WERK VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE

HET WERK VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE HET WERK VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE Opsporen en vervolgen Wie doet dat eigenlijk? De ene moord is nog niet gepleegd of je ziet alweer de volgende ontvoering. Politieseries en misdaadfilms zijn populair

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4 Criminaliteit

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4 Criminaliteit Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 4 Criminaliteit Samenvatting door een scholier 1095 woorden 22 juni 2004 5,5 4 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer H4 Criminaliteit 1 Criminaliteit Onmaatschappelijk

Nadere informatie

Recht en bijstand bij juridische procedures

Recht en bijstand bij juridische procedures Recht en bijstand bij juridische procedures In deze folder leest u meer 0900-0101 (lokaal tarief) over de juridische bijstand door Slachtofferhulp Nederland en de rechten van slachtoffers. Een wirwar van

Nadere informatie

Sommige normen zijn zo belangrijk > vastgelegd in de wet: rechtsbronnen. Als je deze overtreed vertoon je crimineel gedrag.

Sommige normen zijn zo belangrijk > vastgelegd in de wet: rechtsbronnen. Als je deze overtreed vertoon je crimineel gedrag. Samenvatting door een scholier 1892 woorden 7 juni 2013 6,1 6 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijwetenschappen Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1 Criminaliteit (=alles waarbij mensen rechtsregels

Nadere informatie

Nederland is een rechtsstaat. Een belangrijk onderdeel van een rechtsstaat is onafhankelijke rechtspraak. Iedereen heeft wel eens ruzie met een

Nederland is een rechtsstaat. Een belangrijk onderdeel van een rechtsstaat is onafhankelijke rechtspraak. Iedereen heeft wel eens ruzie met een Wat is rechtspraak? 2 Nederland is een rechtsstaat. Een belangrijk onderdeel van een rechtsstaat is onafhankelijke rechtspraak. Iedereen heeft wel eens ruzie met een ander. Stel je hebt een conflict met

Nadere informatie

Rechtsstaat Hfdst. 1. Idee een oorsprong van de rechtsstaat 1. Wat verstaan we onder een rechtsstaat?(par. 1.1)

Rechtsstaat Hfdst. 1. Idee een oorsprong van de rechtsstaat 1. Wat verstaan we onder een rechtsstaat?(par. 1.1) Samenvatting door een scholier 2132 woorden 10 november 2011 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Rechtsstaat Hfdst. 1. Idee een oorsprong van de rechtsstaat 1. Wat

Nadere informatie

Eindexamen vmbo gl/tl maatschappijleer 2 2011 - II

Eindexamen vmbo gl/tl maatschappijleer 2 2011 - II Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. Criminaliteit en rechtsstaat tekst 1 Werkstraf voor officier van justitie wegens corruptie De rechtbank in Den Bosch heeft een officier

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 1954 woorden 19 november 2009 8,1 55 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit Samenvatting door een scholier 2074 woorden 26 juni 2004 7,7 254 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Criminaliteit Hoofdstuk

Nadere informatie

Recht is het geheel van gedragsregels, samengesteld door de overheid, die betrekking hebben tot het handelen van de mens als lid van de samenleving

Recht is het geheel van gedragsregels, samengesteld door de overheid, die betrekking hebben tot het handelen van de mens als lid van de samenleving Samenvatting door een scholier 1807 woorden 29 maart 2006 4,3 7 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Ma Par. 1 Recht is het geheel van gedragsregels, samengesteld door

Nadere informatie

9,5. Criminaliteit en rechtsstaat. Samenvatting door Manon 2259 woorden 10 mei keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen

9,5. Criminaliteit en rechtsstaat. Samenvatting door Manon 2259 woorden 10 mei keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen Samenvatting door Manon 2259 woorden 10 mei 2016 9,5 1 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen Criminaliteit en rechtsstaat -Bevat alleen belangrijkste/ meest voorkomende onderdelen van het examen

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijleer Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 1816 woorden 26 oktober 2010 6,1 7 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Rechtsstaat 1 Recht en rechtvaardigheid Er zijn talloze

Nadere informatie

Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat?

Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat? Scheiding der machten De rechters zijn gescheiden www.rechtvoorjou.nl Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat? Maak de volgende oefeningen met behulp van de informatie op de website*. Naam Leerling:...Klas:...

Nadere informatie

7,7. Samenvatting door een scholier 1909 woorden 22 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer

7,7. Samenvatting door een scholier 1909 woorden 22 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Samenvatting door een scholier 1909 woorden 22 oktober 2009 7,7 37 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi 1.1 Een rechtsstaat heft speciale kenmerken. Een staat is gekenmerkt door het hoogste

Nadere informatie

8.1. Boekverslag door L woorden 25 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

8.1. Boekverslag door L woorden 25 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Boekverslag door L. 1574 woorden 25 februari 2003 8.1 219 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1. criminaliteit. - Criminaliteit: ernstige vorm van onmaatschappelijk gedrag. - Bij onmaatschappelijk gedrag

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijleer

Eindexamen maatschappijleer Opgave 3 Criminaliteit in Nederland tekst 1 2 30 3 40 4 In Nederland worden per jaar zo n vijf en een half miljoen misdrijven gepleegd. Ruim anderhalf miljoen daarvan komt ter kennis van de politie. Uiteindelijk

Nadere informatie

DE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN

DE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN DE RECHTERS ZIJN GESCHEIDEN www.rechtvoorjou.nl Hoofdstuk 3.0 Wat is een democratische rechtsstaat? Maak de volgende oefeningen met behulp van de informatie op de website. Naam Leerling: Klas:. 3.0 a.

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel)

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel) Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel) Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Criminaliteit

Samenvatting Geschiedenis Criminaliteit Samenvatting Geschiedenis Criminaliteit Samenvatting door D. 1061 woorden 31 mei 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Asociaal: je houdt geen rekening met anderen. Er staat niets over

Nadere informatie

Proeftoets E2 havo

Proeftoets E2 havo Proeftoets E2 havo 5 2016 1. Een verdachte kan te maken krijgen met een aantal personen en instanties. Wat is de juiste volgorde? A. 1. de politie 2. de rechter 3. de officier van justitie. B. 1. de officier

Nadere informatie

6. Opsporen, vervolgen en berechten

6. Opsporen, vervolgen en berechten vak Maatschappijwetenschappen Klas Havo 5 Thema Criminaliteit en samenleving Onderwerp Hoofdstuk 6 Opsporen, vervolgen en berechten 6. Opsporen, vervolgen en berechten Procedure in vogelvlucht Wanneer

Nadere informatie

7,1. Paragraaf 1.1 Rechtsregels. Samenvatting door een scholier 3191 woorden 13 maart keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen

7,1. Paragraaf 1.1 Rechtsregels. Samenvatting door een scholier 3191 woorden 13 maart keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen Samenvatting door een scholier 3191 woorden 13 maart 2010 7,1 202 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen Samenvatting Maatschappijleer criminaliteit en rechtsstaat Havo 5 Hoofdstuk 1: Wat is criminaliteit?

Nadere informatie

Recht is het geheel van gedragsregels, vastgesteld door de overheid, die betrekking hebben op het handelen van mensen als leden van een samenleving

Recht is het geheel van gedragsregels, vastgesteld door de overheid, die betrekking hebben op het handelen van mensen als leden van een samenleving Samenvatting door een scholier 1977 woorden 28 juni 2007 7 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer criminaliteit Hoofdstuk 1 1.1 wat is recht? Onmaatschappelijk gedrag: niet volgens de

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door een scholier 1543 woorden 5 augustus keer beoordeeld. Maatschappijleer

6,9. Samenvatting door een scholier 1543 woorden 5 augustus keer beoordeeld. Maatschappijleer Samenvatting door een scholier 1543 woorden 5 augustus 2010 6,9 232 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer P1: Recht en rechtvaardigheid. Soorten regels. Maatschappelijke normen: ongeschreven regels, dingen

Nadere informatie

Samenvatting door Hieke 1817 woorden 11 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk Rechtsstaat

Samenvatting door Hieke 1817 woorden 11 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk Rechtsstaat Samenvatting door Hieke 1817 woorden 11 maart 2018 7 1 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk Rechtsstaat Paragraaf 1: Idee en oorsprong van de rechtsstaat 1 Wat

Nadere informatie

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 2854 woorden 16 april keer beoordeeld. Maatschappijleer

6,9. Praktische-opdracht door een scholier 2854 woorden 16 april keer beoordeeld. Maatschappijleer Praktische-opdracht door een scholier 2854 woorden 16 april 2012 6,9 14 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer CRIMINALITEIT Inleiding: Deze praktische opdracht is een onderzoek naar een onderwerp dat gaat

Nadere informatie

I RECHT EN RECHTVAARDIGHEID

I RECHT EN RECHTVAARDIGHEID Boekverslag door A. 1979 woorden 28 oktober 2007 7.1 202 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer - Rechtsstaat I RECHT EN RECHTVAARDIGHEID Maatschappelijke normen: Wat de maatschappijleer

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Politieke besluitvorming, massamedia, criminaliteit en rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Politieke besluitvorming, massamedia, criminaliteit en rechtsstaat Samenvatting Maatschappijwetenschappen Politieke besluitvorming, massamedia, criminaliteit en rechtsstaat Samenvatting door K. 1992 woorden 18 juni 2016 7,1 7 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijwetenschappen

Nadere informatie

U wordt verdacht. Inhoud

U wordt verdacht. Inhoud Inhoud Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 3 Uw advocaat 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 5 Voorgeleiding bij de officier

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen vwo 2018-I

maatschappijwetenschappen vwo 2018-I Opgave 2 Juridische aanpak jihadi s Bij deze opgave horen de teksten 2 en 3. Inleiding In januari 2016 gaf strafrechter Jan van der Groen een interview aan NRC Handelsblad, waarin hij zijn twijfel uitte

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Rechtsstaat

Nadere informatie

1 Inleiding recht. 1.1 Inleiding. 1.2 Omschrijving en doel

1 Inleiding recht. 1.1 Inleiding. 1.2 Omschrijving en doel 1 Inleiding recht 1.1 Inleiding Wie het jeugdrecht wil leren kennen, moet iets weten over het recht in het algemeen. Daarom in dit hoofdstuk een korte introductie in het recht met een definitie van recht,

Nadere informatie

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische-opdracht door een scholier 1950 woorden 16 april 2002 6,3 166 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding: Nederland is de afgelopen

Nadere informatie

Wat is een rechtsstaat?

Wat is een rechtsstaat? Wat is een rechtsstaat? Nederlanders hebben veel vrijheid. We hebben bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting: we mogen zeggen en schrijven wat we willen. Toch heeft deze vrijheid grenzen. Zo staat er in

Nadere informatie

Inleiding. Recht en rechtspraak. Rechterlijke organisatie. Rechtbank. Strafproces

Inleiding. Recht en rechtspraak. Rechterlijke organisatie. Rechtbank. Strafproces 1 Trias Politica; staatsmacht verdeeld over drie machten: Wetgevende macht (maken van wetten) Uitvoerende macht (bestuur en uitvoer van wetten) Rechtsprekende macht (beslissen van geschillen) 2 Vrouwe

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijwetenschappen vwo

Examenprogramma maatschappijwetenschappen vwo Examenprogramma maatschappijwetenschappen vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

De rechtsstaat is een soort sociaal contract tussen burgers en bestuurders. Beiden hebben plichten.

De rechtsstaat is een soort sociaal contract tussen burgers en bestuurders. Beiden hebben plichten. Samenvatting door Sara 1620 woorden 12 mei 2015 6,5 58 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Par 1. Idee en oorsprong van de rechtsstaat. De overheid moet optreden als burgers

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit Samenvatting door een scholier 1882 woorden 9 juni 2013 7,6 46 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting Maatschappijleer

Nadere informatie

Scriptie Maatschappijleer Criminaliteit, samenleving en strafrecht

Scriptie Maatschappijleer Criminaliteit, samenleving en strafrecht Scriptie Maatschappijleer Criminaliteit, samenleving en strafrecht Scriptie door een scholier 2547 woorden 17 januari 2002 7,2 118 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Samenvatting: Criminaliteit, strafrecht

Nadere informatie

De overheid voert een tweesporenbeleid: preventie en repressie van criminaliteit.

De overheid voert een tweesporenbeleid: preventie en repressie van criminaliteit. Vak Maatschappijwetenschappen Klas Havo 5 Thema Criminaliteit en samenleving Onderwerp Hoofdstuk 5 Overheidsbeleid 5. Overheidsbeleid 5.1 Integraal veiligheidsbeleid De huidige samenleving wordt wel een

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld Hieronder staan drie tekstfragmenten en één figuur uit het rapport Sociale veiligheid ontsleuteld, veronderstelde en werkelijke effecten van veiligheidsbeleid; Lonneke

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Criminaliteit, H1 t/m H9

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Criminaliteit, H1 t/m H9 Samenvatting Maatschappijwetenschappen Criminaliteit, H1 t/m H9 Samenvatting door R. 3258 woorden 7 november 2012 6,4 4 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen Hoofdstuk 1 1. 1. Je kunt uitleggen

Nadere informatie

Normen, gedragsregels. (religieuze, morele, fatsoensnormen en rechtsnormen, zoals wetten.)

Normen, gedragsregels. (religieuze, morele, fatsoensnormen en rechtsnormen, zoals wetten.) Samenvatting door een scholier 4904 woorden 21 mei 2013 7,5 18 keer beoordeeld Vak Maatschappijwetenschappen 1. Wat is criminaliteit? 1.1 Rechtsregels Waarde, een principe dat mensen belangrijk vinden

Nadere informatie

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 U WORDT VERDACHT INHOUD Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 6 Voorgeleiding bij de

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit Samenvatting door een scholier 2398 woorden 22 januari 2006 4,5 8 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Criminaliteit Hoofdstuk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting Criminaliteit en rechtshandhaving Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting In de jaarlijkse publicatie Criminaliteit en rechtshandhaving bundelen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Wetenschappelijk

Nadere informatie

Begrippenlijst Maatschappijleer Criminaliteit en Politiek

Begrippenlijst Maatschappijleer Criminaliteit en Politiek Begrippenlijst Maatschappijleer Criminaliteit en Politiek Begrippenlijst door N. 2565 woorden 5 april 2013 8 22 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Normen zijn afspraken

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1913 woorden 23 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting door een scholier 1913 woorden 23 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting door een scholier 1913 woorden 23 mei 2007 6 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer $1.1 Rechtsregels zijn om - Ongewenst gedrag tegen te gaan - Orde te brengen

Nadere informatie

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen In de eindtermen (juni 2005) voor de opleiding BOA wordt verwezen naar een aantal artikelen van wetten. Deze wetten zijn: de Algemene wet op het Binnentreden (Awob) Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat Samenvatting door een scholier 2860 woorden 17 mei 2009 7 205 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Samenvatting maatschappijleer Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door een scholier 2405 woorden 29 oktober 2013 1 1 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi HOOFDSTUK 1 De maatschappijàhet samenleven

Nadere informatie

Vervolging. N.E. de Heer-de Lange

Vervolging. N.E. de Heer-de Lange 6 Vervolging N.E. de Heer-de Lange Dit hoofdstuk beschrijft de fase van vervolging. Hierbij gaat het om de verdachten die worden vervolgd, de strafbare feiten die de basis vormen voor hun strafzaken, en

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit

Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit Samenvatting Maatschappijleer Criminaliteit Samenvatting door een scholier 1494 woorden 25 januari 2005 6,7 53 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Criminaliteit 1 1.1. Waarden, normen en

Nadere informatie

Bij maatschappijleer onderzoek je maatschappelijke problemen. (verslaving, samenleving etc.)

Bij maatschappijleer onderzoek je maatschappelijke problemen. (verslaving, samenleving etc.) Samenvatting door een scholier 1409 woorden 17 november 2014 6,6 10 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Verslag Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + Hoofdstuk 2 HAVO 4 Hoofdstuk

Nadere informatie

6, Wat is recht? 1.2 Wat is criminaliteit? Spreekbeurt door een scholier 2401 woorden 27 juni keer beoordeeld

6, Wat is recht? 1.2 Wat is criminaliteit? Spreekbeurt door een scholier 2401 woorden 27 juni keer beoordeeld Spreekbeurt door een scholier 2401 woorden 27 juni 2005 6,6 117 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Maatschappijleer, Criminaliteit. 1. Criminaliteit Normen en waarden

Nadere informatie

MAATSCHAPPIJLEER PERIODE 1. Gerard

MAATSCHAPPIJLEER PERIODE 1. Gerard MAATSCHAPPIJLEER PERIODE 1 Gerard Wat gaan we vandaag doen? Uitleg van het vak Oefenen Vragen Het vak maatschappijleer Verplicht voor elke scholier ongeacht niveau 1 jarig examenvak (schoolexamen) Essentieel

Nadere informatie

Syllabus maatschappijwetenschappen havo 2014

Syllabus maatschappijwetenschappen havo 2014 examenprogramma maatschappijwetenschappen Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e), Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben

Nadere informatie

In Beeld: Misdaadcijfers

In Beeld: Misdaadcijfers In Beeld: Misdaadcijfers Korte omschrijving werkvorm Leerlingen analyseren grafieken en tabellen die inzicht geven in misdaadcijfers met betrekking tot minderjarigen. Leerlingen leren bijvoorbeeld hoe

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo

Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45 Inhoudsopgave 1 Algemene inleiding: wat is strafrecht? 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Strafrecht: begripsvorming 16 1.2.1 Materieel en formeel strafrecht 16 1.2.2 Commuun en bijzonder strafrecht 17 1.2.3 Wat

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 4 Verklaringen voor daling van de criminaliteit 15 maximumscore 2 a de sociaal-economische benaderingswijze Voorbeelden van verklarende vragen (één van de volgende): 1 Is er een verband tussen verkleinen

Nadere informatie

Vervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris

Vervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris Als u in de strafzaak door een advocaat wordt bijgestaan, is het van belang dat u de advocaat op de hoogte houdt van de voortgang in het onderzoek. Na aangifte zal het politieonderzoek waarschijnlijk nog

Nadere informatie

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5.

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5. U MOET TERECHTSTAAN INHOUD Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek

Nadere informatie