Zeg het voort. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers. Niveau 2. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zeg het voort. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers. Niveau 2. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers"

Transcriptie

1 Zeg het voort Handleiding mentortraining voor docenten en trainers Niveau 2 Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 1

2 2 Zeg het voort

3 Zeg het voort Handleiding mentortraining voor docenten en trainers Niveau 2 Zeg het voort Cursus voor Ambassadeurs Geletterdheid

4 Colofon Zeg het voort Handleiding mentortraining voor docenten en trainers. Cursus voor cursisten Basiseducatie die andere cursisten willen helpen Niveau 2 CINOP, s-hertogenbosch e druk 2011 Auteurs: Illustraties: Redactie: Vormgeving: Foto ambassadeurs: Jet Wijdeveld, Marijke van den Bos en Jose Keetelaar Pieter Hogenbirk (ComicHouse, Oosterbeek) CINOP, s-hertogenbosch Evert van de Biezen (CINOP, s-hertogenbosch) Stichting Lezen & Schrijven De ontwikkeling van deze mentortraining is tot stand gekomen met steun van de Europese Commissie. Door de Grundtvig subsidie is ROC Nijmegen in staat gesteld deel te nemen aan het internationale project Attract and Retain. ROC Nijmegen coördineerde Attract and Retain, een Grundtvigproject waarin ambassadeurs en mentoren werden ingezet om nieuwe cursisten te werven en te behouden. Ontwikkeling en testen van trainingen in Nederland, Zweden, Litouwen en Ierland. Voor meer informatie: Met dank aan de internationale samenwerkingspartners. zhv_mt-n2_ Zeg het voort

5 Inhoudsopgave Inleiding 7 Werving en intake 9 De cursus 11 Tips voor de trainer 13 1 Kennismaken Voorbereiding Uitvoering 15 Bijlage 1: Voorbeeld woordweb mentor 18 Bijlage 2: Mentor-/Cursistkaartjes 19 Bijlage 3: Mentorvaardigheden 20 2 Actief luisteren Voorbereiding Uitvoering 21 Bijlage 1: Tips voor goed luisteren 24 Bijlage 2: Theorie voor actief luisteren 25 Bijlage 3: Voorbeeld van goed luisteren 27 3 Open vragen stellen, doorvragen en samenvatten Voorbereiding Uitvoering 29 Bijlage 1: Theorie open-, gesloten- en suggestieve vragen stellen 32 Bijlage 2: Observatiekaartjes 34 Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 5

6 4 Complimenten geven en ontvangen Voorbereiding De uitvoering 35 Bijlage 1: Kwaliteiten 38 Bijlage 2: Theorie complimenten geven en ontvangen 39 Bijlage 3: Huiswerkopdracht 41 5 Grenzen aangeven Voorbereiding Uitvoering 43 Bijlage 1: Reageren vanuit een ik-boodschap 46 Bijlage 2: Theorie grenzen aangeven 47 6 Aantekeningen maken Voorbereiding Uitvoering 49 Bijlage 1: Fietsen door weer en wind 51 Bijlage 2: Hoofdzaken invulvel 52 Bijlage 3: Hoofdzaken antwoordvel 53 Bijlage 4: Aantekeningen maken 54 Bijlage 5: Interview Lees en schrijf op je werk 55 7 Instructie geven Voorbereiding Uitvoering 57 Bijlage 1: Voorbeeld recept 60 Bijlage 2: Tips voor het geven van instructie 61 Bijlage 3: Voorbeeld lucifer-opdracht 62 Bijlage 4: Antwoord lucifer-opdracht 63 Bijlage 5: Tips bij het stellen van activerende vragen 64 8 Telefoongesprek voorbereiden en voeren Voorbereiding Uitvoering 65 Bijlage 1: Telefoongesprekken 68 Bijlage 2: Telefoonscript situatie 1 69 Bijlage 3: Telefoonscript situatie 2 70 Bijlage 4: Regels voor feedback 71 Bijlage 5: Logboek mentor 72 6 Zeg het voort

7 Inleiding De bestrijding van laaggeletterdheid vraagt om een langdurige en structurele aanpak. Nog steeds beschikt een grote groep autochtone burgers over onvoldoende taalvaardigheid en/of rekenvaardigheid om zich zelfstandig in de maatschappij staande te houden. Bovendien blijkt het een structureel probleem gezien het feit dat er nog steeds 25% van de basisschool kinderen met een taalachterstand van twee jaar van school komen en er ook binnen het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs taalachterstanden voorkomen. Het blijft een moeizaam proces om individuele laaggeletterden te bereiken en te verleiden tot het volgen van onderwijs. De schaamte is vaak zo groot dat de drempel om weer naar school te gaan te hoog is. Inmiddels is er landelijk een grote groep ambassadeurs opgeleid. Dit zijn ervaringsdeskundigen op het gebied van laaggeletterdheid. Deze ambassadeurs worden enerzijds ingezet bij allerlei activiteiten om laaggeletterdheid onder de aandacht te brengen. Anderzijds zijn ambassadeurs als geen ander in staat om individuele laaggeletterden te benaderen, te stimuleren, te motiveren en te overtuigen om de stap naar school te nemen. Zij kunnen als ervaringsdeskundigen aansluiten bij de beleving van de laaggeletterden. Ambassadeurs kunnen over hun eigen ervaring vertellen, hoe het is om weer naar school te gaan en wat het volgen van onderwijs hen heeft opgeleverd. De drempel naar onderwijs is groot. Het opnieuw in de klas zitten is voor sommigen ook een enorme stap. De meeste van de cursisten kijken niet terug op een prettige schooltijd. Sommigen van hen hebben zeer negatieve schoolervaringen. Om de kans op uitval te verkleinen is het idee ontstaan om deze cursisten een mentor toe te wijzen. Een mentor die hen helpt wegwijs te raken in de groep, het materiaal en de werkwijze. Die hen stimuleert en motiveert als het moeilijk is en hen een luisterend oor biedt. Kortom iemand die, naast de docent, de nieuwe cursist in de groep op zijn gemak stelt en vertrouwen geeft om door te gaan. ROC Nijmegen heeft samen met de samenwerkingspartners uit Ierland, Litouwen en Zweden een ambassadeursmodel ontwikkeld. De mentortraining zoals die voor u ligt, is hier een onderdeel van. Dit product is gefinancierd met ondersteuning van de Europese Commissie. Mentortraining ook inzetbaar binnen het NT2-onderwijs ROC Nijmegen werkt volop met deze mentortraining. De training is gegeven aan een groep cursisten die nu in hun eigen lesgroep werken als mentor. Daarnaast is de training ingezet om mentoren als gesprekspartner in te kunnen zetten. De mentoren gaan, indien wenselijk, een gesprek aan met een potentiële cursist op verzoek van de sociale dienst van een gemeente. Het voordeel van deze training is dat hij zich niet alleen leent voor uitvoering onder NT1- cursisten maar ook binnen het NT2 toepasbaar is. Deze training is in ROC Nijmegen binnen het NT2-onderwijs uitgevoerd. Hieronder worden de specifieke meerwaarde van de cursus voor deelnemende allochtonen genoemd: Uitbreiden woordkennis In de mentorcursus komen heel specifieke woorden aan bod, die de cursisten anders niet tegen komen. Voorbeelden zijn: aanmoedigen, stimuleren, grenzen respecteren, complimenten ontvangen. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 7

8 De cursisten krijgen een schrift waar ze de moeilijke woorden in kunnen noteren. Bij de terugblik aan het begin van de les wordt gekeken Wat was voor jou het belangrijkste de vorige keer?, maar er wordt ook in het woordenschrift gekeken, welke nieuwe woorden heb je geleerd, leg ze uit. Oefenen van gesprekken en reflectie op gespreksvaardigheden In de mentorcursus worden bepaalde vaardigheden geoefend, zoals een compliment geven en ontvangen of een afspraak maken. Bij veel van deze oefeningen is de taal een belangrijk onderdeel. De cursisten leren bepaalde standaardzinnen en gebruiken deze in de oefengesprekken. Door het oefenen van vaardigheden wordt zo dus ook de taal geoefend. Door het herhalen van situaties en het gericht observeren van anderen wordt de taal ook verbeterd. In deze cursus wordt niet alleen gekeken of de communicatie voldoende is, maar ook hoe de communicatie is, wat effectief is en hoe het beter kan. Dit tilt de taalvaardigheid naar een hoger niveau. Begrip cultuur verschillen De cultuur verschillen komen op diverse momenten aan bod. Bijvoorbeeld het maken van een afspraak is een typisch Nederlands verschijnsel. Dit biedt aanknopingspunten om een gesprek hierover aan te gaan: hoe was dat in jouw land? Heb je daar erg aan moeten wennen in Nederland? Wat vind je hier goed of vervelend aan? Reeds ingeburgerde cursisten kunnen hier door hun eigen ervaringen een brug slaan tussen nieuwkomers en Nederlanders. Door de mentorcursus worden ze zich bewust van hun positie en hun eigen proces van verandering en aanpassing. Door dit te verwoorden, krijgen de cursisten meer inzicht in de cultuurverschillen waar ze mee te maken krijgen, hoe ze hier zelf in staan, en de (on)mogelijkheden van anderen. Door verkregen inzichten ontstaat er zelfinzicht en zelfbewust zijn, waardoor de training ook voorziet in een stuk empowerment. Mentortraining inzetbaar op andere vlakken ROC Nijmegen voert onderdelen van de training uit bij teams van instellingen/organisaties die behoefte hebben aan een aantal specifieke bijeenkomsten met betrekking communicatie en/of feedback geven. Afhankelijk van de behoeften kunnen de bijeenkomsten worden samengesteld zodat er een verkorte training ontstaat. Bovenstaande toont aan dat de mentortraining weliswaar ontwikkeld is voor het NT1-onderwijs maar op een veel breder vlak kan worden ingezet. De persoonlijke vaardigheden die mentoren zich eigen maken zijn in allerlei alledaagse- en werksituaties toepasbaar. Hier kunnen ook andere groepen mensen hun voordeel mee doen. 8 Zeg het voort

9 Werving en intake Voordat er kan worden begonnen met de werving en de selectie van geschikte kandidaten, moet het roc aan een aantal voorwaarden voldoen: Het roc stelt een trainer (docent) aan die tijd krijgt om de werving en selectie te realiseren en de mentortraining te geven. Het roc draagt zorg voor begeleiding/ondersteuning in de vorm van terugkomdagen. De trainer koppelt terug naar de docent van de mentor wanneer deze kan worden ingezet bij de begeleiding van nieuwe cursisten. De docent en de mentor maken hier afspraken over. De dagelijkse begeleiding valt dan onder de verantwoordelijkheid van de docent. De potentiële mentor: Is integer Heeft een stabiele persoonlijkheid Is betrouwbaar Heeft een bepaalde mate van zelfvertrouwen Kan anderen stimuleren en motiveren Heeft zijn eigen situatie verwerkt Heeft geschikte mondelinge taalvaardigheid Is bereid tot leren Kan zich inleven in een ander Kan zijn eigen grenzen aangeven, respecteert die van een ander Is bereid om 1 jaar mentor te zijn Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 9

10 10 Zeg het voort

11 De cursus Ook om te kunnen starten met de training moet het roc aan een aantal voorwaarden voldoen: Er wordt een groep gevormd van maximaal 8 mensen. Er worden 8 bijeenkomsten georganiseerd op een vast dagdeel en op een vaste plaats. Het roc regelt een ruimte en indien nodig apparatuur. De cursus wordt gratis door het roc aangeboden. De cursus omvat 8 bijeenkomsten van 2,5 uur. Na de cursus worden naar behoefte terugkomdagen georganiseerd. Na het volgen van de training kan de cursist: Open vragen stellen Actief luisteren Een compliment geven en ontvangen Zijn eigen grenzen aangeven en die van een ander respecteren Een telefoongesprek voeren Instructie geven Zijn eigen persoonlijke kwaliteiten inzetten als mentor Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 11

12 12 Zeg het voort

13 Tips voor de trainer In de training wordt veel samengewerkt. Zorg er voor dat er aandacht is voor deze samenwerking. Benoem het samenwerken, heb aandacht voor goede samenwerkingsvoorbeelden uit de groep en maak de link naar het mentorschap. In de rol van mentor zal samenwerking een belangrijke plek innemen. Bekijk per bijeenkomst welke oefeningen belangrijk voor deze groep zijn. Soms is het goed om wat langer bij één oefening stil te staan of juist wat sneller. Elke groep is anders. Pak onderdelen als luisteren en feedback regelmatig op als rode draad door de training. Maak regelmatig de koppeling van het thema van de bijeenkomst naar de praktijk van het mentorschap. Bronvermelding: Samenwerken en communiceren op de werkvloer. Uitgeverij Angerensteijn. Arks; sleutels tot leren project uitgevoerd binnen Socrates programma in Europa. Methodiek voor empowerment van allochtone vrouwen; Naar een grotere wereld. Zeg het voort cursus voor ambassadeurs Geletterdheid CINOP. Carrièretijger Tekst van Ysolde Bentvelsen. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 13

14 14 Zeg het voort

15 1 Kennismaken 1.1 Voorbereiding 1. Beginsituatie De cursist is na de werving en intake geschikt bevonden om tot mentor te worden opgeleid. 2. Doel: De cursist: Kan vertellen wie hij 1 is en waarom hij mentor wil worden. Kan zich inleven waarom zijn medecursisten mentor willen worden. Kan enkele mentortaken opnoemen. Kan aangeven wat hij van de cursus verwacht. Kan vertellen wat hem gemakkelijk en wat hem moeilijk lijkt in het mentorschap. 1.2 Uitvoering 1. Leeractiviteiten De cursisten vertellen wie ze zijn en waarom ze mentor willen worden. Ze maken door de opdrachten kennis met elkaar en met de verwachting die de medecursisten van de training hebben. 2. Onderwijs- en leermiddelen Bijlage 1: Voorbeeld webwoord mentor Bijlage 2: Mentorkaartjes Bijlage 3: Mentorvaardigheden Zelf verzorgen: Papier en stiften om naambordjes te maken. Ook nodig bij de opdracht kennismaken. Dobbelsteen voor het vraag en antwoordspel. 3. Didactische werkvormen Kennismaken met elkaar Namenrondje. Laat de cursisten een naambordje maken en laat deze zo plaatsen dat de namen voor iedereen zichtbaar zijn. Doe-opdracht: nader kennismaken Laat de cursisten hun hand op een vel papier tekenen en laat ze bij de pink: hun naam schrijven bij de ringvinger: burgerlijke stand bij de middelvinger: kinderen ja of nee bij de wijsvinger: hun adres bij de duim: hun hobby s Als iedereen klaar is, lopen de cursisten door de ruimte en zoeken iemand waarmee ze de gegevens uitwisselen. Aandachtspunt voor de docent: zorg dat de cursisten iemand uitzoeken die ze nog niet kennen. 1 In deze handleiding kiezen wij niet voor het gebruik van de dubbele vorm hij/zij, zijn/haar, cursist/cursiste enzovoort. Voor de leesbaarheid hanteren wij de algemene formuleringen de mannelijke vorm. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 15

16 De oefening wordt plenair afgesloten. De cursisten noemen de naam van hun samenwerkingspartner en één antwoord van de gegevens die zij hebben uitgewisseld. Doe-opdracht: vraag en antwoordspel Elke cursist krijgt een cijfer (van 0 tot 6). De docent gooit met een dobbelsteen en stelt een vraag. Degene die hetzelfde getal heeft als het aantal ogen dat gegooid is, geeft antwoord op de vraag en geeft daarna de beurt aan een ander. Wanneer alle cursisten een antwoord gegeven hebben, gooit de docent weer met de dobbelsteen en stelt dan de volgende vraag. Vragen: 1 Hoe lang woon je al in 2 Wat doe je in het dagelijkse leven? 3 Welke cursus volg je? Hoe lang? 4 Waar denk je aan als je het woord mentor hoort? 5 Waarom wil je mentor worden? 6 Waar ben je goed in? Zorg dat iedereen antwoord geeft op vraag 4. (Waar denk je aan als je het woord mentor hoort?) Schrijf deze antwoorden op het bord. Zo ontstaat er een beeld gezien door de ogen van de cursisten op het mentorschap. Bespreek dit plenair en vul waar nodig aan (zie ook bijlage 1: Voorbeeld woordweb mentor). Neem de verzamelde antwoorden over. Deze worden de volgende bijeenkomst uitgereikt. Uitleg over de taken van de mentor: Elke cursist krijgt een mentorkaartje (bijlage 2). Deze wordt gezamenlijk (voor)gelezen. Waar nodig legt docent woorden en/of begrippen uit. Denk-opdracht: gemakkelijk moeilijk Laat iedereen voor zichzelf opschrijven: Welke taken lijken me gemakkelijk en waarom? Welke taken lijken me moeilijk en waarom? Plenair uitwisselen en elkaar aanmoedigen om er achter te komen waar de individuele leerpunten liggen. Taken van een mentor: Cursisten die net zijn begonnen helpen. Uitleg geven hoe er gewerkt wordt in de groep. Anderen helpen om het goede materiaal of programma op de computer te vinden. Het motiveren en stimuleren van anderen. Hulp geven of informatie over: de cursus, het lesmateriaal, de computer, het huiswerk, de gang van zaken binnen de groep. Bespreekbaar maken hoe het vroeger was op school, hoe het voelt om nu weer te leren, hoe het is om nieuw te zijn in de groep, hoe ze het thuis vinden dat je weer naar school gaat. Uitleg over de inhoud van de cursus en het maken van afspraken: Aantal bijeenkomsten en de data. Alles kan gezegd en gevraagd worden; wat er in de training wordt besproken blijft binnen de groep. Er kunnen altijd vragen tussendoor worden gesteld als er iets niet duidelijk is. Benoem de thema s van de bijeenkomsten. Benoem het interactieve karakter; er wordt een actieve bijdrage van de cursist gevraagd. Spreek uit welke verwachtingen je van de cursisten hebt. 16 Zeg het voort

17 Benoem de afwisseling tussen theorie en praktische opdrachten. Benoem dat er met huiswerkopdrachten gewerkt wordt. Reflectie-opdracht Deel de mentorvaardigheden uit (bijlage 3). Hierop staat vermeld over welke vaardigheden en kwaliteiten een mentor zou moeten beschikken. Neem de checklist plenair door en geef uitleg waar nodig. Laat ieder voor zich zelf invullen wat hij al kan en wat hij wil leren. Benadruk dat iedereen wat kan en dat de training is bedoeld om nieuwe dingen te leren. Vraag of iedereen de checklist volgende week weer mee brengt. Afsluiting Omschrijf met welk gevoel je naar huis gaat. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 17

18 Bijlage 1: Voorbeeld woordweb mentor Begeleider Maatje Open Rustig zijn Zeker zijn Vriendelijk Mentor Kan goed luisteren Kan iets uitleggen Kan iemand helpen Kan iemand op zijn gemak stellen Kan ondersteunen Kan vertrouwenspersoon zijn Kan leiding geven Kan iemand uit laten praten 18 Zeg het voort

19 Bijlage 2: Mentor-/Cursistkaartjes Mentorkaartje Mijn naam is... Mentor Dat betekent dat ik hulp of informatie geef over de cursus het lesmateriaal de computer het huiswerk de gang van zaken binnen de groep hoe het vroeger was op school hoe het voelt om nu weer te leren hoe het is om nieuw te zijn in de groep hoe ze het thuis vinden dat ik weer naar school ga Cursistkaartje (Nieuwe) cursist Mijn naam is... Mijn mentor is... Dat betekent dat ik hulp of informatie vraag over de cursus het lesmateriaal de computer het huiswerk de gang van zaken binnen de groep hoe het vroeger was op school hoe het voelt om nu weer te leren hoe het is om nieuw te zijn in de groep hoe ze het thuis vinden dat ik weer naar school ga Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 19

20 Bijlage 3: Mentorvaardigheden Dit kan ik al Dit wil ik leren Iemand op zijn gemak stellen en aanmoedigen om zijn verhaal te vertellen. Iemand aanmoedigen zijn verhaal te vertellen. Iemand uit laten praten. Goed luisteren. Open en gesloten vragen kunnen stellen. Kunnen letten en gebruik maken van non verbaal gedrag. Door kunnen vragen en kunnen samenvatten. Eigen grenzen kunnen aangeven. Grenzen van een ander respecteren. Complimenten kunnen geven en ontvangen. Feedback kunnen geven en ontvangen. Iemand kunnen stimuleren en motiveren. Telefoongesprek kunnen voorbereiden en voeren. Aantekeningen kunnen maken. Kort verslag kunnen maken. Hoofd- en bijzaken onderscheiden. Iets duidelijk kunnen uitleggen. Niet teveel tegelijk. Controleren of de ander het begrijpt. Iets uit kunnen leggen zonder het over te nemen. Informatie kunnen geven over het materiaal, de computer en de lessen. Kunnen samenwerken, door steun en advies te geven. 20 Zeg het voort

21 2 Actief luisteren 2.1 Voorbereiding 1. Beginsituatie De cursist: Kan vertellen wie hij is en waarom hij mentor wil worden. Kan zich inleven waarom zijn medecursisten mentor willen worden. Kan enkele mentortaken opnoemen. Kan aangeven wat hij van de cursus verwacht. Kan vertellen wat hem makkelijk en wat hem moeilijk lijkt in het mentorschap. 2. Doel De cursist: Kan actief luisteren. Kan het verschil tussen verbaal en non-verbaal omschrijven. Kan dit zelf in inzetten in een gesprek. 2.2 Uitvoering 1. Leer activiteiten De cursisten oefenen met actief luisteren. De cursisten ervaren het verschil tussen verschillende luisterhoudingen. De cursisten leren het verschil tussen verbale en non-verbale communicatie. 2. Onderwijs- en leermiddelen Bijlage 1: Tips voor goed luisteren (uit Zeg het voort ) Bijlage 2: Theorie voor actief luisteren Bijlage 3: Voorbeeld van goed luisteren 3. Didactische werkvormen Terugblik op de vorige keer Haal het onderwerp van de vorige keer terug en vraag aan de cursisten wat het belangrijkste voor hen was van deze bijeenkomst? Vraag de groep of ze de mentorvaardigheden erbij willen pakken. Tijdens de vorige bijeenkomst hebben de cursisten aangekruist wat ze willen leren. Vraag de cursisten een top 3 te maken van hun leerpunten. De docent noteert deze top 3 van de individuele cursisten. Hier kan de docent gedurende de training op een positieve manier op teruggekomen. Deel het woordweb Wat is een mentor uit. Deze is vorige bijeenkomst gezamenlijk gemaakt. Introductie op het thema luisteren. Laat de cursisten namen op schrijven van mensen die hen voor de geest komen bij de volgende vragen. Ken je mensen die zó luisteren dat het je gemakkelijk valt om te praten, te vertellen wat je hoog zit of onder woorden te brengen waar je zelf nog niet over uitgedacht bent. Ken je voorbeelden van gesprekken waarin mensen goed de toon weten te treffen. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 21

22 Denk-opdracht: Een goede luisteraar Bespreek deze opdracht in groepjes van drie. Om de beurt vertellen cursisten elkaar over één persoon uit het lijstje. Laat hen aan elkaar uitleggen waardoor de cursist merkt dat de ander goed luistert. Verzamel met de hele groep tips, over een goede luisteraar. De docent stelt indien nodig bij en vult aan. De docent deelt de Tips voor goed luisteren uit (bijlage 1). Cursisten kunnen hier op aanvullen wat zij hebben bedacht. Deel de theorie uit (bijlage 2). Neem de theorie gezamenlijk door en leg uit waar nodig. Bespreek het voorbeeld uit bijlage 3. Luister-opdracht: Zender en ontvanger Maak koppels die nog niet eerder hebben samengewerkt. A is de zender en B is de ontvanger. De zender vertelt aan de ontvanger wat hij gisteren heeft gedaan. De ontvanger probeert in eigen woorden terug te vertellen wat hij gehoord heeft. Na 5 minuten wisselen van rol. Nabespreken: Spreek deze oefening gezamenlijk door. Hoe ging het? Wat ging gemakkelijk? Wat ging er moeilijk? Denk-opdracht: Verbaal en non verbaal Deze oefening is plenair. Vraag aan de cursisten wat het verschil is tussen verbale en non-verbale communicatie? Maak twee rijen op het bord; één rij voor verbale communicatie en één rij voor non-verbale communicatie. Verzamel samen met de groep zoveel mogelijk omschrijvingen voor beide rijen. Hierbij kan terugworden gegrepen naar de theorie (zie bijlage 2). Doe-opdracht: Luisterhoudingen Laat de cursisten in tweetallen tegenover elkaar zitten, zo dicht tegenover elkaar dat de knieën elkaar net niet raken. Laat ze kiezen wie A is en wie B. B begint (verrassingseffect). Opdracht: B vertelt aan A wat belangrijk is in zijn leven, welke doelen hij heeft, wat wil hij bereiken, waar hij van droomt? De cursisten die luisteren (A) krijgen de volgende opdracht: A luistert heel geïnteresseerd, alles wat B zegt is geweldig. Na een paar minuten wordt het gesprek stilgezet en krijgt A de volgende opdracht: A heeft helemaal geen zin om te luisteren en vindt dat B onzin vertelt 2 : Het gesprek wordt nogmaals stilgelegd en dan krijgt A de volgende opdracht: A negeert B nadrukkelijk, kijkt weg en gaat iets anders doen. Daarna draaien de rollen om. A vertelt en B voert de luisteropdracht uit. B negeert A. B heeft geen zin om te luisteren naar de onzin van A. B toont veel interesse, wat A zegt is geweldig. 2 B gaat verder met zijn verhaal of begint over een ander onderwerp te vertellen. 22 Zeg het voort

23 Nabespreken Bespreek deze oefening plenair aan de hand van de verschillende opdrachten. Hoe was het om de verschillen in luisterstijl te ervaren? Welke situatie vond je niet prettig? Hoe kwam dat? Hoe voelde dat? Wat voelde wel goed? Waardoor kwam dat? Sta stil bij de gevoelens die deze opdracht hebben opgeroepen. Reflectie-opdracht Vraag de cursisten te kijken naar de mentorvaardigheden lijst. Welke vaardigheden op deze lijst hebben te maken met actief luisteren? De cursisten kunnen ieder voor zich bekijken of ze de vaardigheden (kunnen letten op verbaal en non verbaal gedrag en goed luisteren) hebben aangekruist als vaardigheid of als leerpunt. Afsluiting: Neem een houding aan die weergeeft hoe je deze bijeenkomst hebt ervaren. Huiswerkopdracht Hoe ziet voor jou een geïnteresseerde luisteraar eruit? Kijk eens op gezette tijden om je heen. Wie geeft jou het gevoel goed te luisteren? Let op zijn lichaamshouding en probeer dit uit als je zelf luistert. Ervaar je verandering in de manier waarop de prater praat. Kijk eens naar een praatprogramma op tv en let op het gebruik van stem en lichaamstaal van de sprekers. Wat spreekt je aan? Waardoor spreekt het je aan? Schrijf er kort iets over op voor jezelf. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 23

24 Bijlage 1: Tips voor goed luisteren Kijk de ander aan. Laat de ander zien dat je luistert. Moedig de ander aan om door te gaan. Neem de tijd. Vraag door als je iets niet begrijpt. Vat af en toe samen. Laat je eigen mening achterwege. Hou je emoties onder controle. Jaag de ander niet op. Wees niet bang voor stiltes Uit Zeg het voort, Handleiding Ambassadeurs Geletterdheid. 24 Zeg het voort

25 Bijlage 2: Theorie voor actief luisteren Luisteren is iets anders dan horen! Goed luisteren is een ingewikkeld proces. Minstens een kwart van je leven breng je luisterend door. In het algemeen luister je slecht. Niets voor niets is er een bekende uitdrukking: Het ene oor in, het andere oor uit. Bij het luisteren hoor je woorden en zinnen. Je onderscheidt belangrijke en onbelangrijke zaken, je legt verbanden met reeds in je hoofd opgeslagen gegevens en je vormt een eigen mening. Vaak is het moeilijk om de inhoud van wat je hoort objectief en kort weer te geven. Actief luisteren is daarbij noodzakelijk. boodschap zender ontvanger terugkoppeling De zender is degene die iets vertelt, de ontvanger is degene die naar het verhaal luistert. Bij actief luisteren gaat het erom dat: De ontvanger de zender laat weten wat hij ontvangt (zegt in eigen woorden wat hij gehoord heeft). Zo kan de zender controleren of de boodschap juist is overgekomen en deze eventueel verbeteren (zie bijlage 3). De ontvanger zowel de feitelijke boodschap als de ook de gevoelens die het oproept opnieuw formuleert. De ontvanger zich verplaatst in de positie van de zender om een indruk te krijgen van de gedachten en gevoelens van de zender. Het gaat om feiten en om de beleving van de feiten. De zender het gevoel krijgt dat er echt naar hem geluisterd wordt. Dat misverstanden worden voorkomen en wederzijds begrip bevorderd wordt. Wat moet je doen om actief te luisteren? Bij actief luisteren zijn er twee hindernissen die tot communicatie stoornissen kunnen leiden: a Je denkt sneller dan de ander spreekt. Op deze wijze verlies je een groot deel van wat de ander jou vertelt, omdat je helemaal opgaat in je eigen gedachten b Je onthoudt alleen dat wat jou interesseert. Je hoort niet volledig wat de ander vertelt. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 25

26 Om actief te luisteren zijn een aantal (gespreks)vaardigheden noodzakelijk: Open vragen stellen Concreet maken (zodat je het kunt zien) Samenvatten Letten op non-verbaal gedrag Non verbaal gedrag (lichaamstaal) Onder non verbaal gedrag wordt alle gedrag verstaan dat niet verbaal is: Lichaamshouding; Gebaren; Gezichtsuitdrukking; Stemgebruik. Alleen de inhoud van de taal is verbaal, alles wat je verder met je stem en de rest van je lichaam doet, is non verbaal. In communicatie is non verbaal gedrag heel essentieel. Bij een eerste indruk, dus tijdens een eerste ontmoeting wordt slechts 7% van de gevoelens voor de ander bepaald door wat letterlijk gezegd wordt 38% door de manier waarop gesproken wordt en 55% door datgene wat we oppikken van de lichaamstaal Dus het is goed om je bewust te zijn van je lichaamstaal. 26 Zeg het voort

27 Bijlage 3: Voorbeeld van goed luisteren Voorbeeld van actief luisteren De ontvanger laat de zender weten wat hij ontvangt. Hij zegt in eigen woorden wat hij gehoord heeft. Zo kan de zender controleren of de boodschap juist is overgekomen en deze eventueel verbeteren. De ontvanger De zender Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 27

28 28 Zeg het voort

29 3 Open vragen stellen, doorvragen en samenvatten 3.1 Voorbereiding 1. Beginsituatie De cursist: Kan actief luisteren. Kan het verschil tussen verbaal en non -verbaal omschrijven. Kan dit zelf in inzetten in een gesprek. 2. Doel De cursist: Kan open en gesloten vragen stellen. Kan doorvragen. Kan het gesprek samenvatten. 3.2 Uitvoering 1. Leeractiviteiten De cursisten oefenen met het stellen van open en gesloten vragen. De cursisten oefenen in het doorvragen in een gesprek. De cursisten oefenen met het samenvatten van een gesprek. 2. Onderwijs- en leermiddelen Bijlage 1: Theorie open-, gesloten- en suggestieve vragen stellen Bijlage 2: Observatiekaartjes 3. Didactische werkvormen Terugblik vorige keer Haal het onderwerp van vorige keer terug en vraag aan de cursisten wat hen van deze bijeenkomst is bijgebleven? Huiswerkopdracht: Wat is de cursisten opgevallen bij de praatprogramma s en in hun omgeving? Introductie op het thema open vragen stellen. Open en gesloten vragen stellen. Vraag aan de groep of iemand het verschil weet tussen open- en gesloten vragen. Vraag of iemand een voorbeeld van een open- of een gesloten vraag weet. De docent, stuurt bij, vult aan en herhaalt of geeft de definitie van open- en gesloten vragen: Gesloten vragen: Hier kan de ander met ja of nee op antwoorden. Voorbeelden: Ben je met de auto gekomen? Was het druk op de weg? Opdracht: Kun je zelf een voorbeeld geven? Opdracht open vragen: Bij open vragen nodig je de ander uit tot een uitgebreider antwoord. De vragen beginnen met: met wie, waar, wanneer, hoe, welke en wat. Voorbeeld: Hoe ben je hier gekomen? Waar kom jij vandaan? Deel de theorie uit (bijlage 1) en neem deze theorie samen door. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 29

30 Opdracht: Mijn geheim De docent bedenkt iets (een fictief geheim). De cursisten in de groep moeten het geheim raden door open vragen te stellen. Ze mogen 20 vragen stellen. Ze hebben 10 minuten tijd Ze mogen niet meer dan 3 gesloten vragen stellen. Daarna wordt de groep in groepjes van 4 verdeeld en bedenkt een persoon uit de groep een geheim (bedacht of werkelijk, wel realistisch en niet te zwaar) en wordt het spel nog een keer gespeeld. Nabespreken: Hoe was het om open vragen te bedenken? Opdracht: Open vragen stellen Laat de cursisten een aantal open vragen bedenken die zij aan elkaar willen stellen om elkaar beter te leren kennen. De vragen worden opgeschreven. Zorg dat iedereen voldoende vragen heeft om een gesprek mee te kunnen voeren. Vorm groepjes van 3 en laat de cursisten een gesprek van 5 minuten voeren; A is vraagsteller, B antwoordt en C observeert. A voert het gesprek en laat zien dat hij luistert. Als iemand heel korte antwoorden geeft, probeert hij een vraag te stellen die de ander uitlokt om meer te vertellen. C observeert. Luistert A goed? Waar aan kan hij dat zien? Welke tips kan hij nog geven? Ter ondersteuning kan C gebruik maken van de observatiekaartjes met onderstaande vragen (bijlage 2): Stelt A vragen als hij het niet begrijpt? Laat A zien dat hij goed luistert? Stelt A open vragen? Wie, wat, waar, wanneer en waarom. Controleert A of hij het goed heeft begrepen? Stelt A gesloten vragen? Met ja of nee te beantwoorden. Wat doet A non verbaal? Wissel zodat ieder aan de beurt komt. Nabespreken: Hoe was dit om te doen? Opdracht: Gesprek samenvatten In nieuwe tweetallen gaan de cursisten met elkaar een gesprek aan. Zorg dat iedereen iemand uitzoekt die ze nog niet zo goed kennen. Ieder krijgt 3 minuten om vragen stellen om elkaar nog beter te leren kennen en probeert aan het eind kort samen te vatten wat de ander heeft verteld. Dus in eigen woorden vertellen wat de ander vertelt heeft. Vertel de belangrijkste dingen (hoofdzaken). Hierna van rol wisselen. Nabespreking: Hoe lukte het om het gesprek samen te vatten? Kon de cursist alleen de hoofdzaken vertellen? Kon de cursist het in chronologische volgorde vertellen? 30 Zeg het voort

31 Reflectie-opdracht Kijk naar de lijst met mentorvaardigheden. Welke vaardigheden horen bij de bijeenkomst van vandaag? De cursisten kunnen ieder voor zich bekijken of ze de vaardigheden (Open en gesloten vragen kunnen stellen, door kunnen vragen en kunnen samenvatten) hebben aangekruist als vaardigheid of als leerpunt. Afsluiting: Geef in één woord aan wat voor jou deze bijeenkomst heeft betekend. Huiswerk Let op gesprekken in jouw omgeving. Welke vragen worden er gesteld en hoe wordt er geluisterd? Schrijf op wat je opvalt. Oefen in een voor jouw veilige situatie met nieuw luistergedrag. Toon aandacht voor de ander door de tips en het geleerde toe te passen in je luisterhouding. Probeer het eens uit tijdens een informeel moment. Hoe voelt dit voor jou? Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 31

32 Bijlage 1: Theorie open-, gesloten- en suggestieve vragen stellen Open vragen Open vragen beginnen vaak met woorden als: hoe, wie, wanneer, wat, waar, welke. Open vragen zijn vragen waarop veel verschillende antwoorden mogelijk zijn. De zender krijgt de ruimte om alles te zeggen wat hij van belang vindt en kan bepalen welke kant het gesprek opgaat. Het stellen van open vragen geeft diepgang aan het gesprek. Voorbeelden van open vragen zijn: Hoe bedoel je dat? Wat vind je van deze ring? Valkuil bij het stellen van open vragen: Stel je teveel open vragen dan is er kans dat er nooit een einde aan het gesprek komt. De ander kan dan maar doorgaan. Gesloten vragen Op een gesloten vraag wordt meestal alleen met ja of nee geantwoord. Je krijgt dan beperkte informatie. Voorbeelden van gesloten vragen: Heb je het naar je zin in de cursus? Vind je dit een gezellig lokaal? Valkuil bij het stellen van gesloten vragen: Het gevaar bij het stellen van veel gesloten vragen is dat degene aan wie je de vragen stelt, het gevoel krijgt dat je hem wilt uithoren of dat je niet in zijn mening geïnteresseerd bent. Doorvragen Open vragen stimuleren tot het geven van veel informatie. Daarom is het belangrijk om soms door te vragen naar verheldering en verduidelijking van datgene wat hij bedoelt. Dit doe je door korte open of gesloten vragen te stellen. Voorbeelden: Kun je daar een voorbeeld van geven? Hoe bedoel je dat precies? Suggestieve vragen Iemand kan ook suggestieve vragen stellen. Deze vragen zijn eigenlijk meningen, vermomd als vraag. Voorbeelden van suggestieve vragen: Veel vrouwen hebben moeite met het omgaan met computers. Wat is jouw mening hierover? Vind jij dat schilderij ook zo lelijk? Valkuil bij het stellen van gesloten vragen: Suggestieve vragen roepen vaak een reactie van verwarring of ontkenning. Samenvatten Dit is de vaardigheid om het gesprek te ordenen. Samenvatten laat zien dat je de ander wilt volgen en dat je luistert. 32 Zeg het voort

33 Een samenvatting moet kort en helder geformuleerd en regelmatig gegeven worden: zo voorkom je misverstanden (voorkomen dat je iets zegt dat door de ander verkeerd wordt begrepen. Ook verschaf je helderheid (er wordt niet langs elkaar heen gepraat). Voorbeelden: U meent dus dat Heb ik goed begrepen dat Als ik het zo aan de collega s doorgeef, komt jouw bedoeling dan op de juiste manier over? Samenvatten en actief luisteren Actief luisteren is een activiteit van de ontvanger. Waarbij hij in zijn eigen woorden de boodschap van de zender terugkoppelt. De zender kan de boodschap van de ontvanger verbeteren. Dit kan de zender doen door verdere bijzonderheden te vertellen ten aanzien van zijn persoonlijke gevoelens of gedachten. Actief luisteren voorkomt misverstanden en bevordert het dragen van eigen verantwoordelijkheid. Twee belangrijke vormen van actief luisteren volgens Gordon (psycholoog) a Uitnodigende opmerkingen die de ander uitnodigen om echt te communiceren, zoals: aha, oh, hmm, inderdaad, werkelijk? Zeg eens Vertel me eens daarover Hoe zit dat nou met die Jouw standpunt interesseert me Wil je daar iets over vertellen? b Het weergeven van de boodschap van de ander in eigen woorden en doorvragen. Dus in plaats van dat iemand de informatie die hij heeft gekregen op de een of andere manier beoordeelt, vraagt hij door. Voorbeeld: Hij: Weer zo n verschrikkelijke dag vandaag! Zij: Jij bent ook altijd aan het mopperen (oordeel). Actief luisteren: Hij: Weer zo n verschrikkelijke dag vandaag! Zij: Je klinkt geïrriteerd. Hij: Ten eerste heb ik de trein gemist. Ten tweede pikte iemand de taxi voor mijn neus in en ten derde deed de lift het weer eens niet. Zij: Ik hoop voor je dat de rest van de dag beter gaat. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 33

34 Bijlage 2: Observatiekaartjes Stelt A vragen als hij het niet begrijpt? Laat A zien dat hij actief luistert? Stelt A open vragen? Wie, wat, waar, wanneer en waarom. Controleert A of hij het goed heeft begrepen? Stelt A gesloten vragen? Met ja of nee te beantwoorden. Wat doet A non-verbaal? 34 Zeg het voort

35 4 Complimenten geven en ontvangen 4.1 Voorbereiding 1. Beginsituatie De cursist: Kan open en gesloten vragen stellen. Kan doorvragen. Kan het gesprek samenvatten. 2. Doel De cursist: Kan complimenten geven en ontvangen. Kan vertellen op welke wijze je feedback aan een ander kunt geven. 4.2 De uitvoering 1. Leeractiviteiten De cursisten oefenen in het geven en ontvangen van complimenten. De cursisten oefenen op welke manier je feedback kunt geven. 2. Onderwijs- en leermiddelen Bijlage 1: Kwaliteiten Bijlage 2: Theorie geven en ontvangen van complimenten Bijlage 3: Huiswerkopdracht 3. Didactische werkvormen Terugblik Haal het onderwerp van vorige keer terug en vraag aan de cursisten wat hen van deze bijeenkomst is bijgebleven? Huiswerkopdracht bespreken Wat is de cursisten opgevallen naar aanleiding van de afgelopen bijeenkomst en bij de bekeken praatprogramma s? Is er iemand in de groep die heeft geoefend met nieuw luistergedrag? Introductie op het thema geven en ontvangen van complimenten Start plenair een gesprek over het geven en ontvangen van complimenten aan de hand van de volgende vragen: Wat is een compliment? Krijgen de cursisten wel eens complimenten? Waarvoor krijgen ze complimenten? Van wie krijgen ze complimenten? Hoe voelt het om een compliment te krijgen? Geven ze zelf wel eens een compliment? Waar zijn ze goed in? Vertel er eens iets over? Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 35

36 Doe-opdracht: Een compliment voor de eerste persoon die je tegenkomt De groep loopt willekeurig door het hele lokaal. Als cursisten elkaar tegenkomen stoppen zij en geven ze elkaar een compliment. Dit is een korte oefening, laat de oefening niet te lang duren. Nabespreking: Hoe voelde het om een compliment aan een medecursist te geven? Hoe reageerde de ander? Hoe voelde het voor jezelf? Opdracht: Complimenten geven en ontvangen Er liggen kaartjes met kwaliteiten (zie bijlage 1) op tafel 3. Neem de kaartjes gezamenlijk door, zodat iedereen begrijpt wat er op de kaartjes staat. Laat elke cursist één kaartje voor elke medecursist pakken 4. Bij het geven van het compliment aan de ander vertelt de cursist waarom hij het kaartje voor die persoon heeft gekozen. De cursisten moeten nadenken over wat ze echt waarderen of leuk vinden aan deze persoon. Door spanning of door de onwennigheid om complimenten te ontvangen, kunnen niet alle cursisten onthouden welke complimenten zij van de groep ontvangen. De docent (of misschien een cursist die gemakkelijk schrijft) kan de genoemde complimenten op een memobriefje schrijven. Op een zelfgekozen moment kan de cursist dan eens rustig terugkijken. Nabespreking: Hoe vind je het om complimenten te geven? Hoe vind je het om complimenten te ontvangen? Wat maakt complimenten ontvangen moeilijk? Theorie: Complimenten geven en ontvangen samen doornemen (zie bijlage 2). Opdracht: Leren ontvangen van complimenten Verdeel de groep in drietallen. De ene cursist geeft een compliment en de ander ontvangt het compliment. De derde cursist is een observator, die kijkt hoe degene die het compliment ontvangt reageert. Wijs de observator er op dat hij op de verbale en non-verbale communicatie moet letten. De cursist die observeert geeft terug wat hij gezien heeft door een top (wat er goed ging bij het ontvangen van het compliment) en een tip (waar kan degene opletten voor een volgende keer). Denkopdracht: Feedback geven en krijgen Start een groepsgesprek over feedback. Wat is feedback? Waarom is feedback belangrijk? Geven de cursisten wel eens feedback? Krijgen ze wel eens feedback op in een werk/vrijwilligerswerk situatie? Waar moet je opletten als je feedback geeft? Waar moet je opletten als je feedback ontvangt? Reflectie-opdracht: Kijk naar de lijst met mentorvaardigheden. Welke vaardigheden horen bij de bijeenkomst van vandaag? De cursisten kunnen ieder voor zich bekijken of ze de vaardigheden (complimenten kunnen geven en ontvangen) hebben aangekruist als vaardigheid of als leerpunt. 3 Het kwaliteitenspel leent zich ook prima voor deze oefening. 4 De docent kan er voor kiezen de kaartjes met kwaliteiten op tafel te leggen en daarnaast ieder een kwaliteiten-vel te geven. Hierop kunnen de cursisten de naam van hun medecursist bij het juiste compliment schrijven. Zo voorkom je dat kwaliteiten op zijn. 36 Zeg het voort

37 Afsluiting Wat neem je mee van deze les? Geef een top en een tip aan de docent over deze les. Deel het huiswerk uit (bijlage 3) en bespreek de huiswerkopdrachten. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 37

38 Bijlage 1: Kwaliteiten Je helpt een ander graag Je denkt altijd goed aan alles Je kunt goed overleggen Ik kan goed met je praten Je bent meestal vrolijk Je vindt altijd alles weer terug Je kunt goed samenwerken Je bent rustig Je kunt goed wachten op je beurt Je houdt je aan afspraken Je kunt goed een geheim bewaren Je houdt rekening met anderen Je bent vriendelijk Je neemt initiatief Je hebt geduld Je toont interesse Je kan goed luisteren Je hebt mensenkennis Je bent netjes Je kan iets overbrengen 38 Zeg het voort

39 Bijlage 2: Theorie Complimenten geven en ontvangen We willen allemaal erkenning en waardering voor dingen die we goed doen, voor onze kwaliteiten en ons harde werken. Zonder erkenning kunnen we ons ondergewaardeerd voelen. Ons tempo wordt lager en we voelen ons ongemotiveerd. Als we erkenning krijgen, voelen we ons gewaardeerd en gerespecteerd en waarderen we onszelf meer. Uit onderzoek blijkt dat mensen harder werken voor erkenning dan voor geld. Complimenten geven doe je zo: 1. Benoem wat de ander doet. Bijvoorbeeld: Ik vind het heel fijn dat je die cd zachter zet, als ik aan het bellen ben. 2. Geef een compliment meteen. Bijvoorbeeld: Wat leuk dat je de stoep voor me veegt. De ander voelt zich gezien en gehoord. Bovendien krijgt hij of zij meteen duidelijkheid. 3. Beschrijf helder wat de ander goed doet en welk effect dat op jou heeft. Waarom geven mensen geen complimenten? Sommige mensen prijzen bijna nooit; ze voelen zich misschien opgelaten, of hun eigen zelfrespect is te laag om hen in staat te stellen het zelfrespect van anderen te vergroten. Ze weten simpelweg niet hoe ze het moeten aanpakken. Hoe reageren mensen op complimenten? Veel mensen vinden het moeilijk om op een compliment te reageren. Ze voelen zich ongemakkelijk door het compliment of ze staan gewoon niet graag in de belangstelling. a op een agressieve manier Probeer niet zo te slijmen Doe niet zo raar Daar meen je niets van Wie probeer je voor de gek te houden Wat wil je van me b zichzelf kleinerend Ik vind dat niet Verlegen worden Piet verdient alle eer, ik heb hem geholpen Dat mag ook wel; ik heb er veel tijd in gestoken Vorige keer ging het beter c op een assertieve manier Dank je wel, ik ben blij dat je het zegt Bedankt, ik was er zelf ook tevreden over Bedankt, ik had niet zo in de gaten, dat het goed ging Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 39

40 Tips voor het uitspreken van waardering Zeg het als je vindt dat iemand iets goed gedaan heeft. Kies de juiste tijd en plaats. Maak oogcontact. Zeg duidelijk wat je goed vindt, overdrijf niet. Zeg niet: ik had niet gedacht dat ik dit nog mag meemaken. Tips voor het assertief reageren op complimenten Assertief reageren op complimenten kan op de volgende manier: Reageer niet te snel op complimenten. Denk na over de aard van het compliment. Reageer direct of indirect op complimenten via uw lichaamstaal, zoals glimlachen en oogcontact houden. Bij gebrek aan beter is een simpel dankjewel altijd afdoende. Zoals gezegd komt het compliment niet aan als je inkrimpingverschijnselen gaat vertonen. Zodra je merkt dat je lichaamshouding afwijkt van een open houding, duw dan je borst vooruit, houd je schouders laag, ontspan je gezichtsspieren, zit met een rechte rug met een lichte natuurlijke kromming en houd ondertussen de aandacht bij het ontvangen van de mooie woorden. Een open en ontspannen houding bevordert het ontvangen van complimenten. Voorbeelden van assertieve reacties Een chef zegt: Je hebt de winkel goed opgeruimd. Assertieve reacties: Dank je wel, ik had er echt zin in om de winkel op te ruimen. Bedankt, fijn dat je het opgemerkt hebt. Een collega zegt: Je levert echt goed werk. Gefeliciteerd dat je medewerker van de maand geworden bent. Assertieve reacties: Dank je wel, ik waardeer je compliment. Bedankt dat je dat zegt. Ik ben blij met jou als collega. Bedankt. Het betekent veel voor mij als iemand het echt belangrijk vindt. 40 Zeg het voort

41 Bijlage 3: Huiswerkopdracht Complimenten aan de kok Geef vanavond een compliment aan degene die het eten heeft klaargemaakt. Als je dat zelf bent, mag je een compliment aan jezelf geven. Voor zo n compliment moet je goed kijken naar het eten, ruiken en proeven. Het moet natuurlijk wel een echt compliment zijn en geen compliment omdat het moet. Een compliment over iemands woorden Opdracht: Geef vandaag een compliment over wat iemand vertelt. Zolang de ander aan het woord is, is het belangrijk dat je goed luistert. Laat ook merken dat je aandachtig luistert door af en toe te knikken en te hummen. Stel tussendoor vragen zodat de ander weet dat je aandacht hebt voor wat hij vertelt. Hiermee laat je al respect en waardering zien. Als de ander klaar is met praten, kun je hem een compliment geven voor zijn mening of idee. Gebruik dan woorden als: Dat heb je mooi gezegd Ik ben het helemaal met je eens Dat heb je goed samengevat enzovoort Reageer op wat de ander heeft gezegd. Zelfs als je het niet helemaal met de ander eens bent, kun je hem waarderen voor zijn woorden. Als je waardering laat blijken voor hoe iemand iets zegt, blijft het contact prettig. Jezelf complimenten geven Geef jezelf minimaal vier keer per dag een compliment. Je kunt er nu direct mee beginnen. Kijk eens in de spiegel, kijk jezelf recht in de ogen, glimlach naar jezelf en geef een compliment (terwijl je jezelf blijft aankijken) over iets dat je mooi vind aan jezelf, een goede eigenschap van jezelf, iets wat je voor anderen doet of iets wat je geleerd hebt of wat steeds beter gaat. Spreek je compliment hardop uit en geef jezelf een schouderklopje. Als je het niet gewend bent jezelf te complimenteren, dan zal dat in het begin wat raar voelen. Ga toch door! Het geeft je zelfvertrouwen en zelfwaardering. Complimenten ontvangen Vind je het moeilijk om een complimentje te ontvangen? Misschien ben je te bescheiden of te verlegen of ben je te streng voor jezelf. Doe de volgende oefening. Schrijf een week lang elke dag complimenten op die je krijgt en schrijf achter elke zin: dit verdien ik. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 41

42 42 Zeg het voort

43 5 Grenzen aangeven 5.1 Voorbereiding 1. Beginsituatie De cursist: Kan complimenten geven en ontvangen. Kan vertellen op welke wijze je feedback aan een ander kunt geven. 2. Doel De cursist: Kan eigen grenzen stellen. Kan zijn grenzen aangeven door middel van een ik-boodschap. Kan de grenzen van een ander respecteren. 5.2 Uitvoering 1. Leeractiviteiten De cursisten oefenen met het aangeven van grenzen. De cursisten oefenen met de ik-boodschap. 2. Onderwijs- en leermiddelen Bijlage 1: Reageren vanuit een ik-boodschap Bijlage 2: Theorie grenzen aangeven 3. Didactische werkvormen Terugblik op de vorige keer Heeft iedereen kunnen werken aan zijn huiswerkopdracht? Welke complimenten heb je gegeven en ontvangen? Wat is je opgevallen? Kijk terug aan de hand van de huiswerkopdrachten. Introductie grenzen aangeven Bespreek gezamenlijk wat grenzen aangeven voor iedereen betekent. Kunnen cursisten hun grenzen aan geven? Op welke manier doen ze dat? Hoe voelen ze zich daar bij? Beschrijf als docent het verschil aan tussen verbale en non-verbale grenzen. Oefening: Eigen grenzen stellen en de grenzen van een ander respecteren Hoe dichtbij mag je komen? Wat is prettig en wat is te dichtbij? Dat is voor iedereen verschillend. 1 Ga in tweetallen tegenover elkaar staan op ongeveer 5 meter afstand. Kijk elkaar aan; Wat zie je bij de ander? De een loopt rustig naar de ander toe, tot ze dicht bij elkaar staan. Kijk elkaar aan: kijk goed of er iets in het gedrag van de ander verandert. Wat voel je? Bespreek dit even met z n tweeën en draai dan de rollen om. 2 Dezelfde opstelling: de cursist die stil blijft staan mag nu zelf aangeven hoe ver de ander mag lopen. Wat is een veilige vertrouwde afstand? Hoe zeg je dat als iemand te dicht bij komt, of wat doe je? Even nabespreken; het gaat om je eigen grens, er is geen goed of fout. Draai daarna de rollen weer om. 3 De ene cursist zit op de grond, de ander loopt er naar toe en blijft er vlak voor staan. Kijk elkaar aan. Wat ervaar je in deze situatie? Kort nabespreken en de rollen omdraaien. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 43

44 Nabespreken: Heeft iedereen zijn grenzen goed kunnen aangeven? Hoe was het om dat te zeggen? Hoe was het om te ervaren waar je eigen grenzen liggen? Bovenstaande oefeningen is gericht op het aangeven van fysieke (non-verbale) grenzen. De volgende oefening is gericht op het aangeven van grenzen door middel van verbale communicatie. Oefening: Hoe reageer jij? Schets de onderstaande situatie en laat ieder voor zich antwoord geven op de onderstaande vragen: Situatieschets: Stel je voor: Je baas vraagt of je morgen over wilt werken, terwijl je net met je man/vrouw hebt afgesproken om een avondje uit te gaan. Bovendien heb je deze week al twee keer overgewerkt. Welk antwoord zou jij geven? A Dat moet dan maar (en je voelt meteen al een knoop in je maag, omdat je dit ook weer tegen je partner moet gaan zeggen) B Bekijk het maar, het is al de derde keer deze week. Je zoekt het maar uit! C Nee, helaas, morgenavond lukt het me niet. Ik heb al een andere afspraak staan die ik niet af wil zeggen. Schrijf de antwoorden A, B en C eventueel op het bord. Vragen: 1. Hoe zou jij reageren? 2. Hoe zou je eigenlijk willen reageren? 3. Wat vind je de beste manier van reageren en waarom? De cursisten noteren hun antwoorden. Maak vervolgens koppels van twee en laat hen de antwoorden met elkaar uitwisselen. Bespreek gezamenlijk wat de beste manier van reageren is. Waarom is dat de beste manier van reageren? Deel bijlage 1 (reageren vanuit de ik-boodschap) uit en neem deze gezamenlijk door. Deel de theorie grenzen aangeven (bijlage 2) uit en neem deze met de groep door. Oefenen van de ik-boodschap Maak nieuwe tweetallen en schets de volgende situatie: Je bent mentor van een cursist, maar ze vraagt zoveel aandacht dat je niet meer aan je eigen werk/leerproces toe komt. Dit vind je lastig, je hebt besloten er wat van te zeggen. Je bent mentor van een cursist. Er is afgesproken dat ze aan de computer moet gaan werken maar een andere cursist is jullie altijd net voor. Dit is niet de eerste keer, dit is al een aantal weken zo. Je besluit er nu wat van te zeggen. Alternatief: De docent kan er ook voor kiezen om te starten met een alledaagse situatie, of om een alledaagse situatie plenair te oefenen waarna de cursisten twee aan twee de situaties gaan oefenen. De cursisten mogen de theorie (bijlage 2 over het samenstellen van een ik-boodschap) erbij houden. Nabespreken: Hoe ging deze opdracht? Is het gelukt om een goede ik-boodschap te maken? Hoe voelde het om het op deze manier te doen? 44 Zeg het voort

Zeg het voort. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers. Niveau 1. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers

Zeg het voort. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers. Niveau 1. Handleiding mentortraining voor docenten en trainers Zeg het voort Handleiding mentortraining voor docenten en trainers Niveau 1 Handleiding mentortraining voor docenten en trainers 1 2 Zeg het voort Zeg het voort Handleiding mentortraining voor docenten

Nadere informatie

Zeg het voort Portfolio ambassadeurs

Zeg het voort Portfolio ambassadeurs Zeg het voort Portfolio ambassadeurs Portfolio ambassadeurs 1 2 Zeg het voort Zeg het voort Portfolio ambassadeurs Zeg het voort Cursus voor Ambassadeurs Geletterdheid Colofon Zeg het voort Portfolio ambassadeurs

Nadere informatie

Luisteren en samenvatten

Luisteren en samenvatten Luisteren en samenvatten Goede communicatie, het voeren van een goed gesprek valt of staat met luisteren. Vaak denk je: Dat doe ik van nature. Maar schijn bedriegt: luisteren is meer dan horen. Vaak luister

Nadere informatie

Verbindingsactietraining

Verbindingsactietraining Verbindingsactietraining Vaardigheden Open vragen stellen Luisteren Samenvatten Doorvragen Herformuleren Lichaamstaal laten zien Afkoelen Stappen Werkafspraken Vertellen Voelen Willen Samen Oplossen Afspraken

Nadere informatie

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen. Bijlage 11 Voorbeeld informatie VHT: Bouwstenen voor geslaagd contact Informatie Video - hometraining Belangrijke begrippen initiatieven herkennen volgen ontvangstbevestiging beurt verdelen leidinggeven

Nadere informatie

Het verkoop-adviesgesprek. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Verkopen

Het verkoop-adviesgesprek. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Verkopen Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over verkopen aan en adviseren van gasten in horecabedrijven. Oftewel: het verkoopadviesgeprek. Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart

Nadere informatie

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent. OPDRACHTFORMULIER Gesprekken voeren 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent. 2 Kijk in de bronnen welke informatie

Nadere informatie

Communicatie op de werkvloer

Communicatie op de werkvloer Communicatie op de werkvloer Voor een goede communicatie op de werkvloer is het noodzakelijk dat we letterlijk dezelfde taal spreken. Een goede kennis van het vakjargon is dan ook erg belangrijk. Net zo

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de

Nadere informatie

Samen werken = samenwerken bij De Belvertshoeve

Samen werken = samenwerken bij De Belvertshoeve Themabundel Samen werken = samenwerken bij De Belvertshoeve Assistent medewerker Dit project is mede mogelijk gemaakt met een bijdrage uit het Europees Sociaal Fonds Voorwoord Deze themabundel is bedoeld

Nadere informatie

Zeg het voort. Werkboek

Zeg het voort. Werkboek Zeg het voort Werkboek In het werkboek Zeg het voort komen verschillende soorten oefeningen voor. De onderstaande plaatjes maken duidelijk om welke oefeningen het gaat. Deze les gaan we... Speel het spel

Nadere informatie

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport Sanne Gielen Inleiding Starten met een nieuwe sport is voor iedereen spannend; Hoe zal de training eruit zien? Zal de coach aardig zijn? Heb ik een klik met mijn teamgenoten? Kán ik het eigenlijk wel?

Nadere informatie

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel.

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel. 4 communicatie Communicatie is het uitwisselen van informatie. Hierbij gaat het om alle informatie die je doorgeeft aan anderen en alle informatie die je van anderen krijgt. Als de informatie aankomt,

Nadere informatie

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus Creatief en flexibel toepassen van Triplep Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus Programma Overzicht Kennismaking Persoonlijke werving van ouders Een goede relatie opbouwen met de ouders

Nadere informatie

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis Les 10: Hoe zeg ik nee Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten het verschil tussen prettige en onprettige situaties en kunnen deze herkennen. Kinderen weten dat ze onprettige aanrakingen mogen weigeren.

Nadere informatie

Wat het effect van een vraag is, hangt sterk af van het soort vraag. Hieronder volgen enkele soorten vragen, geïllustreerd met voorbeelden.

Wat het effect van een vraag is, hangt sterk af van het soort vraag. Hieronder volgen enkele soorten vragen, geïllustreerd met voorbeelden. Actief luisteren Om effectief te kunnen communiceren en de boodschap van een ander goed te begrijpen, is het belangrijk om de essentie te achterhalen. Je bent geneigd te denken dat je een ander wel begrijpt,

Nadere informatie

PeerEducatie Handboek voor Peers

PeerEducatie Handboek voor Peers PeerEducatie Handboek voor Peers Handboek voor Peers 1 Colofon PeerEducatie Handboek voor Peers december 2007 Work-Wise Dit is een uitgave van: Work-Wise info@work-wise.nl www.work-wise.nl Contactpersoon:

Nadere informatie

Reader Gespreksvoering

Reader Gespreksvoering Reader Gespreksvoering Achtergrondinformatie Soorten vragen Actief Luisteren Slecht nieuws Gesprek Fasen in het gesprek Soorten Vragen In een gesprek kun je verschillende soorten vragen stellen. Al je

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) week 11-12 maart 2012 - hardop-denktekst schrijven B Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet.

Nadere informatie

Luisteren, doorvragen en feedback geven

Luisteren, doorvragen en feedback geven Luisteren, doorvragen en feedback geven Rogier Guns P-GIS 23 April 2007 Doelstelling presentatie LSD methode Actief Luisteren Doorvragen Feedback geven Let op: Sommige technieken lijken (theoretisch) heel

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling 8 tips voor een goed gesprek met je leerling Edith Geurts voor Tijdschrift Kindermishandeling Het kan zijn dat je als leerkracht vermoedt dat een kind thuis in de knel zit. Bijvoorbeeld doordat je signalen

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Feedback geven en ontvangen

Feedback geven en ontvangen Feedback geven en ontvangen 1 Inleiding In het begeleiden van studenten zul je regelmatig feedback moeten geven en ontvangen: feedback is onmisbaar in de samenwerking. Je moet zo nu en dan kunnen zeggen

Nadere informatie

In gesprek gaan met ouders in verband met een vermoeden van kindermishandeling

In gesprek gaan met ouders in verband met een vermoeden van kindermishandeling In gesprek gaan met ouders in verband met een vermoeden van kindermishandeling 1. Aandachtspunten voor een gesprek met ouders i.v.m. een vermoeden van kindermishandeling: Als je je zorgen maakt over een

Nadere informatie

TACTIEKEN BIJ DE STRIJDGEEST

TACTIEKEN BIJ DE STRIJDGEEST TACTIEKEN BIJ DE STRIJDGEEST Het werkmateriaal is een onderdeel van de website Krachtenspel.nl. Werkmateriaal Sociaal Emotionele Educatie (SEE) Alle informatie is te vinden op de website Jan Ausum en Mieke

Nadere informatie

Accuraat communiceren

Accuraat communiceren Accuraat communiceren Erna Pluym Senior Trainer Consultant/ Business Development Manager erna.pluym@acerta.be 0472 92 11 66 Communicatie, waarom zo belangrijk? Communicatie, waarom zo belangrijk? Had ik

Nadere informatie

Communicatie. ontvanger. zender. boodschap. kanaal. feedback

Communicatie. ontvanger. zender. boodschap. kanaal. feedback FEEDBACK GEVEN EN ONTVANGEN Communicatie coderen decoderen zender boodschap kanaal ontvanger feedback - interpretatiekader Communicatie LSD Techniek - Luisteren - Samenvatten - Doorvragen LSD Techniek

Nadere informatie

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Inleiding De checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die moeten leren schrijven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

Begeleide interne stage

Begeleide interne stage Ik, leren en werken Begeleide interne stage Deel 2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Marian van der Meijs Inhoudelijke redactie: Titel: Ik, leren

Nadere informatie

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten

Tot een geloofsgesprek komen. I Ontmoeten Tot een geloofsgesprek komen I Ontmoeten Het geloofsgesprek vindt plaats in een ontmoeting. Allerlei soorten ontmoetingen. Soms kort en eenmalig, soms met mensen met wie je meer omgaat. Bij de ontmoeting

Nadere informatie

Werk aan je winkel. Jongeren leren communiceren en zichzelf presenteren. Kirsten Barkmeijer & Johan Brokken

Werk aan je winkel. Jongeren leren communiceren en zichzelf presenteren. Kirsten Barkmeijer & Johan Brokken Werk aan je winkel Jongeren leren communiceren en zichzelf presenteren Kirsten Barkmeijer & Johan Brokken Voorwoord Dit boek is geschreven voor jou als trainer, docent of hulpverlener om aan te bieden

Nadere informatie

Inhoud Voor de leerling Voor de leraar Algemeen

Inhoud Voor de leerling Voor de leraar Algemeen Vogel ABC Inhoud Voor de leerling... 2 Inleiding... 2 Aanpak... 2 Opdracht... 3 Evaluatie-formulier (groep 3-4)... 4 Voor de leraar... 5 Instructie en feedback... 5 Verbinding met hele groep... 5 Beoordeling...

Nadere informatie

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Blok 3 Blok 3: We hebben oor voor elkaar Blok 3: Algemeen: In dit blok stimuleren we de kinderen om oor voor elkaar te hebben. De lessen gaan over communicatie, over praten

Nadere informatie

Omgaan met klachten volgens de BOOS-formule

Omgaan met klachten volgens de BOOS-formule Omgaan met klachten volgens de BOOS-formule Een klacht is een kans. Wanneer een klant de moeite neemt om zijn onvrede te laten blijken, biedt dat je de mogelijkheid de klant alsnog tevreden te stellen

Nadere informatie

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid Meten van mediawijsheid Bijlage 6 Interview terug naar meten van mediawijsheid Bijlage 6: Het interview Individueel interview Uitleg interview Ik zal je uitleggen wat de bedoeling is vandaag. Ik ben heel

Nadere informatie

lesmateriaal Taalkrant

lesmateriaal Taalkrant lesmateriaal Taalkrant Toelichting Navolgend vindt u een plan van aanpak en 12 werkbladen voor het maken van de Taalkrant in de klas, behorende bij het project Taalplezier van Stichting Wereldleren. De

Nadere informatie

Seksualiteit: Grenzen en Wensen

Seksualiteit: Grenzen en Wensen IJBURGCOLLEGE.NL Seksualiteit: Grenzen en Wensen Leerlingen handleiding Michiel Kroon Lieve leerling, Het is belangrijk om op een open en goede manier over seks te kunnen praten. De lessenserie die in

Nadere informatie

Trainershandleiding Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

Trainershandleiding Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar Trainershandleiding Brugklas Bikkels versie 2014 Inhoudsopgave Introductie Organiseer je training Praktische tips De werkmap Powerpoint presentatie Ouderbrieven Draaiboek Bijeenkomst 1 Bijeenkomst 2 Bijeenkomst

Nadere informatie

Basistraining Voorlichting geven Hand-out

Basistraining Voorlichting geven Hand-out Basistraining Voorlichting geven Hand-out Welkom bij de basistraining Voorlichting geven. Leuk dat je je hebt opgegeven om meer te weten te komen over voorlichting geven, voorlichtingen voorbereiden en

Nadere informatie

Theorie Ondernemend werken Hoofdstuk 3 Samenwerken en Netwerken

Theorie Ondernemend werken Hoofdstuk 3 Samenwerken en Netwerken Theorie Ondernemend werken Hoofdstuk 3 Samenwerken en Netwerken Samenvatting 2 3.1 Netwerken 3 3.2 Samenwerken 6 3.3 Liftpitch 7 Ruimte voor notities 8 1 SAMENVATTING 3.1 Netwerken Wat is netwerken? Waarom

Nadere informatie

Jezelf voorstellen en een gesprek beginnen

Jezelf voorstellen en een gesprek beginnen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 Opdrachtformulier Jezelf voorstellen

Nadere informatie

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens

Inleiding. OMGANGSKUNDE OEFENINGEN Isa Goossens Inleiding Omgangskunde draait om contact maken. Met deze oefeningen hoop ik dat u echt contact kan maken met leerlingen. We willen allemaal gezien en gehoord worden. We zijn allemaal mensen en iedereen

Nadere informatie

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de afgelopen weken hebben we veel teksten gelezen. Deze teksten hebben we samengevat, we hebben vragen erbij gesteld, gekeken

Nadere informatie

Van huidige situatie ------------ naar --------------------------------- gewenste situatie

Van huidige situatie ------------ naar --------------------------------- gewenste situatie Doelen stellen NLP is een doelgerichte, praktische en mensvriendelijke techniek. NLP = ervaren, ervaren in denken, voelen en doen. Middels een praktisch toepasbaar model leren we om de eigen hulpmiddelen,

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren.

- Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt geschreven. - Je hebt aanmoediging nodig om je huiswerk te noteren. Schoolse competenties Competentie 1: Agendagebruik - Je schrijft je huiswerk in je agenda als dit wordt opgegeven. - Je agenda ziet er verzorgd uit. - Een docent controleert of jij je huiswerk op hebt

Nadere informatie

Reflectie #Zo dus! Hieronder vind je een aantal oefeningen om te leren reflecteren waar je zelf mee aan de slag kunt.

Reflectie #Zo dus! Hieronder vind je een aantal oefeningen om te leren reflecteren waar je zelf mee aan de slag kunt. Reflectie #Zo dus! Hieronder vind je een aantal oefeningen om te leren reflecteren waar je zelf mee aan de slag kunt. In je eentje Time-out reflectie Time-out reflectie is een snelle manier om in je eentje

Nadere informatie

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar 4 t/m 6 jaar 4 t/m 6 jaar 4 t/m 6 jaar Hoe vraag je aan iemand om met je te spelen? Wat speel je graag op het schoolplein? Jij kan al goed helpen hè. Wie help jij graag? Wat doe je dan? van 4 t/m 6 jaar

Nadere informatie

Tuesday, February 8, 2011. Opleiding Interactieve Media

Tuesday, February 8, 2011. Opleiding Interactieve Media Opleiding Interactieve Media Inhoud Inleiding presenteren 1. Voorwerk 2. Middenstuk 3. Begin presentatie 4. Einde presentatie 5. Visuele middelen 6. Non-verbale communicatie 7. Opdracht 8. Criteria 1.

Nadere informatie

Werkboek Het is mijn leven

Werkboek Het is mijn leven Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er

Nadere informatie

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo WERKVORMEN MAGAZIJN Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo Voorwoord Voor u heeft u Thema boekje 1 Wat is netwerken? Dit themaboekje is een onderdeel van de lessenserie Netwerken.

Nadere informatie

Mijn collega (of leidinggevende) hoort mij niet. En de werksfeer zou ook beter kunnen

Mijn collega (of leidinggevende) hoort mij niet. En de werksfeer zou ook beter kunnen Mijn collega (of leidinggevende) hoort mij niet. En de werksfeer zou ook beter kunnen Uitnodiging: focus op het webinar en leer hoe je met goede communicatie bereikt wat je graag wilt. Hoe doe je dat?.

Nadere informatie

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Les 17 Zo zeg je dat (niet) Blok 3 We hebben oor voor elkaar les 17 Les 17 Zo zeg je dat (niet) Doel blok 3: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren belangrijke communicatieve vaardigheden, zoals verplaatsen in het gezichtspunt

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet. Het voordoen (modelen) van het schrijven van

Nadere informatie

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent? Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer "Welkom:..." Introductiefase: 1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?" 3. Discussie:...

Nadere informatie

Feedback ontvangen. Feedback ontvangen is moeilijk. Hoe gaan we om met feedback?

Feedback ontvangen. Feedback ontvangen is moeilijk. Hoe gaan we om met feedback? 2 7 Feedback ontvangen Feedback kun je zien als een cadeau. Je kunt het aannemen, uitpakken en er je voordeel mee doen. Of je neemt het cadeau aan, bedankt de gever en legt het vervolgens in een kast om

Nadere informatie

Speak up! Wat is JA en wat NEE?

Speak up! Wat is JA en wat NEE? Les 3 Speak up! Wat is JA en wat NEE? Deze derde les gaat over het leren inzien en uitspreken van je wensen en grenzen bij intimiteit en seks. Hoe zorg je dat het leuk is en blijft? Het belangrijkste daarbij

Nadere informatie

Stap 6. Stap 6: Deel 1. Changes only take place through action Dalai Lama. Wat ga je doen?

Stap 6. Stap 6: Deel 1. Changes only take place through action Dalai Lama. Wat ga je doen? Stap 6. Changes only take place through action Dalai Lama Wat ga je doen? Jullie hebben een ACTiePlan voor het experiment gemaakt. Dat betekent dat je een nieuwe rol en andere ACTies gaat uitproberen dan

Nadere informatie

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk?

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk? Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk? Zodra er twee of meer mensen in 1 ruimte zijn is er sprake van communicatie, ook al wordt er niet gesproken. Het is

Nadere informatie

TRAINING 1. Tijd: Onderwerp: Waarom Resultaat Werkvorm Materiaal

TRAINING 1. Tijd: Onderwerp: Waarom Resultaat Werkvorm Materiaal DRAAIBOEK TRAINING 1, 2,3,4,5 REALISTEN ROADMOVIE De prezi presentatie voor de trainingsbijeenkomsten vindt u via de onderstaande link. https://prezi.com/0txqqdqmauta/training-realisten-roadmovie-5-bijeenkomsten/

Nadere informatie

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden. VOORBEELD DE KLAS ALS TEAM (LEERLINGENBOEK) INHOUDSOPGAVE Instructie voor leerlingen.. 5 Gebruik van de lesbrieven. 6 Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7 Wat wil je zijn en worden. 11 Wat wil je zijn

Nadere informatie

Praktische tips voor het voeren van een gesprek

Praktische tips voor het voeren van een gesprek Praktische tips voor het voeren van een gesprek David ter Avest Laura Hoekstra Mirjam Karsten Het waarachtige verhaal Vragen stellen en luisteren, we doen het de hele dag en toch staan we er zelden bij

Nadere informatie

Advies en verkoopvaardigheden

Advies en verkoopvaardigheden Advies en verkoopvaardigheden en 1/6 Voorbereidingsopdracht bijeenkomst 1 Wat versta jij onder verkoop? Bewust worden wat verkopen in de apotheek is. Voorafgaand aan de eerste bijeenkomst oriënteer je

Nadere informatie

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN Blijf kalm; Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt; Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is; Leg uit waarom je belt; Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

Training. Vergaderen

Training. Vergaderen Training Vergaderen Halide Temel 1-5-2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 Doelen 4 Deelnemers 4 Werkvormen 4 Programma 4 Voorstellen & introductie 5 Opdracht Luciferspel 6 Theorie 7 Opdracht - Vergaderen 12

Nadere informatie

ADHD en lessen sociale competentie

ADHD en lessen sociale competentie ADHD en lessen sociale competentie Geeft u lessen sociale competentie én heeft u een of meer kinderen met ADHD in de klas, dan kunt u hier lezen waar deze leerlingen tegen aan kunnen lopen en hoe u hier

Nadere informatie

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. - Schrijf je op een juiste manier in meervoud. - Gebruik je hoofdletters op een

Nadere informatie

Leerlijn Samenwerken SingaporeNext

Leerlijn Samenwerken SingaporeNext Leerlijn Samenwerken SingaporeNext Groep 1-2 Groep 3-4-5 Groep 6-7-8 1. Luisteren naar elkaar Elkaar aankijken tijdens het praten. Oogcontact maken. In mimiek en lichaamstaal je luisterende houding laten

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Johan Vosbergen Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Johan Vosbergen... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Johan,

Nadere informatie

Het voeren van een begeleidend gesprek met een zorgvrager

Het voeren van een begeleidend gesprek met een zorgvrager OPDRACHTFORMULIER Het voeren van een begeleidend gesprek met een zorgvrager Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier bij deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

Techniekkaart: Het houden van een interview

Techniekkaart: Het houden van een interview WAT IS EEN INTERVIEW? Een interview is een vraaggesprek. Wat een interview speciaal maakt, is dat je met een interview aan informatie kunt komen, die je niet uit boeken kunt halen. Als je de specifieke

Nadere informatie

JUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf - www.justbeyou.

JUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf - www.justbeyou. JUST BE YOU.NL Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen Marian Palsgraaf - www.justbeyou.nl Het mooiste wat je kunt worden is jezelf. Mijn passie is mensen te helpen

Nadere informatie

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Voor jezelf? Les 1 Welkom! Voor jezelf? Les 1 Welkom! Welkom! Dit is de cursus Voor jezelf? Wil je voor jezelf beginnen? Droom je ervan een eigen bedrijfje te starten? Zou je dit ook kunnen? In deze cursus ga je dit onderzoeken.

Nadere informatie

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken

Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Effectieve samenwerking: werken in driehoeken Werken in driehoeken is een wijze van samenwerking die in elke organisatie, projectteam en netwerk mogelijk is. Het maakt dat we kunnen werken vanuit een heldere

Nadere informatie

Onderhandelen en afspraken maken

Onderhandelen en afspraken maken OPDRACHTFORMULIER Onderhandelen en afspraken maken Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

Nadere informatie

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.

Nadere informatie

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij. Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.

Nadere informatie

Workshop Superusers Mondriaan

Workshop Superusers Mondriaan Workshop Superusers Mondriaan Gespreksvaardigheden John van der Baaren Marjo Stalmeier Iwan Wopereis Juli-augustus 2012 Onderwerpen Taken superuser Kwaliteiten superuser Gespreksvaardigheden een voorbeeld

Nadere informatie

voorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik

voorwoord VOORBEELDPAGINA S Bestelnr De ander en ik voorwoord Dit werkboek gaat over de omgang met andere mensen. We bespreken hoe jij met anderen kunt omgaan. Bijvoorbeeld hoe je problemen oplost, omgaat met pesten, gevoelens en vriendschappen en hoe je

Nadere informatie

Communiceren is teamwork

Communiceren is teamwork Communiceren is teamwork Je werkt vaak zelfstandig, maar blijft altijd onderdeel van je team. Samen met je collega s zorg je zo goed mogelijk voor jullie cliënten. Samenwerken vereist veel communicatie.

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

lieve, slimme, leuke, grappige, aardige mensen

lieve, slimme, leuke, grappige, aardige mensen Ik zou je meteen op mijn pizza leggen Welkom lieve, slimme, leuke, grappige, aardige mensen Bij de training: Het geven van complimenten op het werk Kennismaken Je hebt een leuke lach Kies een voorwerp;

Nadere informatie

Wees duidelijk tegen je klanten

Wees duidelijk tegen je klanten Ronald Dingerdis Wees duidelijk tegen je klanten 3 In onze training Klantgerichtheid en communicatie vroeg een cursist me onlangs of je tegen je klant kan zeggen dat hij extreem vervelend is. Dat hij onredelijk

Nadere informatie

Een helpend gesprek voeren

Een helpend gesprek voeren OPDRACHTFORMULIER Een helpend gesprek voeren Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent. 2 Kijk

Nadere informatie

Cursus werkbegeleiding

Cursus werkbegeleiding Cursus werkbegeleiding Naam: Joyce Stuijt Studentnr: 500635116 Klas: 3IKZ1 Opleiding: 3 e jaar HBO-V Studiedeelnummer: 3512TRWBOP Studieonderdeel: Cursus werkbegeleiding Aantal woorden: 1800 Docent: Y.

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Lisa Westerman Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Lisa Westerman... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Lisa,

Nadere informatie

Content in Motion. Interviewen & Communicatie

Content in Motion. Interviewen & Communicatie Content in Motion Interviewen & Communicatie Communicatie wat is dat eigenlijk? Communicatie is afgeleid van het Latijnse woord: communicatio dat verbinding betekent. Later werd dit doorgetrokken naar

Nadere informatie

En, wat hebben we deze les geleerd?

En, wat hebben we deze les geleerd? Feedback Evaluatie Team 5 En, wat hebben we deze les geleerd? FEED BACK in de klas En, wat hebben we deze les geleerd? Leerkracht Marnix wijst naar het doel op het bord. De leerlingen antwoorden in koor:

Nadere informatie

Luisteren Niet luisteren Belang van luisteren Luisterdoelen Luistervaardigheden

Luisteren Niet luisteren Belang van luisteren Luisterdoelen Luistervaardigheden Les 7 Luisteren Niet luisteren Belang van luisteren Luisterdoelen Luistervaardigheden Je kan verschillende soorten gesprekken hebben. Bijvoorbeeld: Formeel Gepland en met een bepaald doel; voorbereiding!

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg Stap 6: Deel 2 6.2.1 Dealen met afleiding onderweg In het tweede deel van jullie experiment ga je verder met het ondernemen van ACTies die je met de anderen hebt afgesproken te doen. Daarnaast krijg je

Nadere informatie

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING... maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING... 1 Gegevens leerling Naam Adres Postcode Woonplaats Geboortedatum Telefoon Afdeling/leerweg Gegevens school Naam Schoolbegeleider Adres Plaats Telefoon

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Oplossingsgericht taalgebruik Voorbeeld van communiceren 10 communicatie-tips

Thema. Kernelementen. Oplossingsgericht taalgebruik Voorbeeld van communiceren 10 communicatie-tips Thema Kernelementen Oplossingsgericht taalgebruik Voorbeeld van communiceren 10 communicatie-tips Tips voor de trainer: Doseer je informatie: less is more. Beoordeel wat je gymnasten doen, niet wie ze

Nadere informatie