CASINO EEN GERANDOMISEERD DOELMATIGHEIDSONDERZOEK NAAR DE CHIRURGISCHE BEHANDELING VAN DE CERVICALE HNP

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CASINO EEN GERANDOMISEERD DOELMATIGHEIDSONDERZOEK NAAR DE CHIRURGISCHE BEHANDELING VAN DE CERVICALE HNP"

Transcriptie

1 CASINO CervicAl radiculopathy: SurgIcal or Nonsurgical Treatment EEN GERANDOMISEERD DOELMATIGHEIDSONDERZOEK NAAR DE CHIRURGISCHE BEHANDELING VAN DE CERVICALE HNP Chirurgie versus voortgezette conservatieve behandeling bij patiënten met een cervicaal radiculair syndroom als gevolg van een gehernieerde tussenwervelschijf: een prospectief gerandomiseerde trial Carmen Vleggeert-Lankamp Wilco Peul Afdeling Neurochirurgie Leids Universitair Medisch Centrum 1

2 2

3 Project Werkgroep Projectleiding: Dr. C.L.A. Vleggeert-Lankamp, neurochirurg en projectleider Prof. Dr. W.C. Peul, neurochirurg en epidemioloog Vakgroep neurochirurgie, Leids Universitair Medisch Centrum Drs. W. Jacobs, epidemioloog Vakgroep huisartsgeneeskunde, Erasmus MC Rotterdam Prof. Dr. B.W. Koes, epidemioloog Vakgroep MESIB, Leids Universitair Medisch Centrum Prof. dr. R. Brand, statisticus en Hoofd Datacenter Prof. Dr. T. Stijnen, statisticus Dr. W.B. van den Hout, econometrist, medisch besliskundige Prof. Dr. A. Stiggelbout, medisch besliskundige, epidemioloog Maasstad ziekenhuis Rotterdam Dr. B. Kuijper, neuroloog Vakgroep Huisartsgeneeskunde, Leids Universitair Medisch Centrum Prof. dr. P. van Assendelft, huisarts Afdeling Radiologie, Leids Universitair Medisch Centrum Drs. P. A. Brouwer, neuroradioloog Researchnurses M. de Raaf, J. Videler, M.J. Nuijten, J. Blom, L.M.J. Smakman Datamanager M. de Gooijer 3

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Doel van het onderzoek Inleiding... 5 Tijdstip van operatie... 8 Huidige studie Vraagstelling Samenvatting Onderzoeksopzet Uitvoering van het onderzoek Patiëntenselectie Inclusiecriteria Exclusiecriteria Intake en randomisatie Interventieprogramma Organisatie Groep A Groep B Techniek Groep A Groep B Variabelen en effectmaten Basaal demografische gegevens Klinische gegevens Primaire uitkomst maat VAS armpijn Secondaire uitkomst maten VAS nekpijn Neck Disability Index Perceived recovery SF EuroQol EQ-5D MRI bevindingen Operatie in de conservatieve groep en reoperatie Secundaire uitkomstparameters voor de pre-defined subgroep-analyse Steekproefgrootte Analyse Kosten-effectiviteiten-analyse Effectiviteiten analyse...error! Bookmark not defined Kosten analyse...error! Bookmark not defined. 7. Organisatie en fasering Referenties

5 1. Doel van het onderzoek 1.1 Inleiding Het cervicaal radiculair syndroom (CRS), veroorzaakt door een cervicale hernia nuclei pulposi (HNP), is een veelvoorkomend probleem. Het CRS geeft uitstralende pijn in de arm, vaak van dusdanige aard dat normaal functioneren ernstig wordt belemmerd. Daarnaast kan er uitval van sensibele en motore aard zijn. Bij het overgrote deel van de patiënten met dergelijke klachten vermindert het klachtenpatroon in het eerste half jaar na aanvang van de klachten dusdanig dat het oude leefpatroon kan worden voortgezet (1). Indien de klachten onvoldoende, of onvoldoende snel, afnemen, zal de patiënt terecht komen bij de neuroloog en vervolgens de neurochirurg ter beoordeling van chirurgische interventie. Deze chirurgische interventie is meestal de anterieure discectomie. Vanuit een anterieure benadering wordt de wervelkolom opgezocht waarna de discus van voren uit wordt weggenomen. Als de posterieure zijde van de discus is bereikt kan tenslotte ook dat deel van de discus dat de spinale zenuw comprimeert worden weggenomen en kan zo nodig ook een osteofytaire randwoekering die additionele zenuwcompressie geeft worden verwijderd. Het succespercentage van de anterieure discectomie, met of zonder achterlaten van een intercorporeel implantaat, ligt globaal tussen de 80 en 95% (2-6) Er bestaat dus een aandoening waarvan zowel de conservatieve als de operatieve behandeling een goed resultaat heeft. Het is echter niet bekend of vroege neurochirurgische interventie doelmatiger en kosteneffectiever is dan een voortgezet conservatief beleid. In deze studie zal de doelmatigheid van de timing van de anterieure discectomie worden bestudeerd. Het betreft onderzoek naar breed ingeburgerde zorg waarvan de doelmatigheid van de timing ter discussie staat. Er is weinig bekend over het natuurlijk beloop van het cervicaal radiculair syndroom (1, 7). De resultaten van de verschillende conservatieve behandelentiteiten zijn onvoldoende vergeleken (8) en de verschillende operatieve behandelmethoden zijn nauwelijks vergeleken (9). Het is niet eens echt duidelijk welke pathologie voornamelijk ten grondslag ligt aan de cervicale radiculaire prikkeling (10). Er zijn studies die zeggen dat de belangrijkste oorzaak van prikkeling van de cervicale spinale zenuw de spondylogene degeneratie van de cervicale wervelkolom is. Deze degeneratie zorgt dat het neuroforamen vernauwt waardoor er compressie komt op de afgang van de spinale zenuw (11). Het veelal acute karakter van het ontstaan van de cervicale radiculopathie pleit hiertegen. Er zijn dan ook studies waarin wordt beweerd dat het neuroforamen wijd genoeg is en dat de daarbij komende bulging van een discus juist wortelcompressie geeft waardoor het cervicaal radiculair syndroom ontstaat (10, 12). Doordat het materiaal dat vanuit de nucleus naar het spinaal kanaal is gemigreerd, veelal spontaan in regressie gaat (1) is het goed voorstelbaar dat de klachten van prikkeling van de spinale zenuw vanzelf kunnen verdwijnen. 5

6 Deze beperkte kennis zal er debet aan zijn dat er geen specifieke NHG standaard is gewijd aan het cervicaal radiculair syndroom in tegenstelling tot het lumbosacraal radiculair syndroom. Het CRS wordt geschaard onder de NHG standaard Schouderpijn. Hierin worden geen specifieke richtlijnen voor conservatieve en operatieve therapie aangereikt. Ook bestaat er geen advies van de Gezondheidsraad, noch een CBO-richtlijn gericht op het cervicaal radiculair syndroom. Er zijn slechts enkele studies gedaan die de effectiviteit van de operatieve behandeling van de cervicale HNP hebben bestudeerd (13-15). Een van deze studies is een gerandomiseerde prospectieve studie waarin 81 patiënten werden geincludeerd. Deze studies laten zien dat in de operatieve groep de pijn op korte termijn minder was, maar dat aan het einde van de follow-up periode (een jaar voor de prospectieve en gem. 5 jaar voor de retrospectieve studie) de resultaten in beide groepen vergelijkbaar waren. Er werd niet specifiek naar de timing van chirurgie gekeken en er werd derhalve geen kosteneffectiviteits analyse gedaan. Toch is de operatieve behandeling van het cervicaal radiculair syndroom een van de meest uitgevoerde ingrepen in de neurochirurgische praktijk. De ingreep wordt veelal uitgevoerd door neurochirurgen (en orthopaeden) die in niet academische medische centra werken, aangezien het een routine ingreep betreft. In deze perifere centra is het uurloon van de medisch specialist relatief hoog, waardoor de werkelijk gemaakte kosten voor wat betreft het uurtarief van de medisch specialist relatief hoog is. De kosten die gemoeid zijn met deze ingreep zijn dan ook significant. Belangrijk is ook dat deze kosten nog steeds stijgen omdat er een groeiende belangstelling is voor een geoptimaliseerde artificiele tussenwervelschijf die kan worden ingebracht nadat de oorspronkelijke tussenwervelschijf is weggenomen ten einde de spinale zenuw te decomprimeren. Momenteel bestaat er een groeiende belangstelling voor een beweeglijke artificiele tussenwervelschijf ( kunstdiscus ), waar hoge kosten mee gemoeid zijn. Bovendien is nek en armpijn een van de meest voorkomende klachten in de huisartsenpraktijk en zorgt deze klacht voor veel arbeidsverzuim. Het is dus maatschappelijk gezien zeer relevant om goed inzicht te hebben in de doelmatigheid van de timing van de operatieve behandeling. Bovendien is het zeer wenselijk om de economische impact van de (conservatieve) behandeling en het uit de klacht voortvloeiende ziekteverzuim te evalueren. Het is van belang om het resultaat van de conservatieve en de operatieve behandeling van het cervicaal radiculair syndroom tegen elkaar af te zetten voor de Nederlandse situatie en daar een economische evaluatie aan toe te voegen. Het is van belang om de effecten en kosten in beide behandelarmen vast te stellen en te vergelijken. Enerzijds is het zo dat een operatie kosten met zich mee brengt, maar dat de patiënt mogelijkerwijs snel weer aan het arbeidsproces deel kan nemen, anderszijds is het zo dat de behandeling in de conservatieve groep goedkoper lijkt, maar dat deze patiëntengroep misschien een langer ziekteverzuim heeft. Recent is er in Leiden een (ZonMW gefinancierde) studie gedaan naar de doelmatigheid van de timing van de operatieve behandeling van het lumbosacraal radiculair syndroom 6

7 (LSRS) (16, 17). Hieruit bleek, net als bij de twee studies die gedaan zijn bij het CRS, dat operatie de pijn verminderde op korte termijn, maar dat een jaar na inclusie de resultaten in beide groepen vergelijkbaar waren. Het bleek kosteneffectiever om de patiënten die langer dan 6 weken radiculaire pijn hadden te opereren. Het is echter niet zo dat deze resultaten zomaar kunnen worden doorgetrokken naar het cervicaal radiculair syndroom. Allereerst wordt algemeen aangenomen dat het spontaan herstel van het CRS hoger ligt dan bij het LSRS (18, 19). Verder is de relatie van klachtenpatroon en afwijking gesignaleerd op beeldvorming bij het CRS lang niet zo duidelijk als bij het LSRS; bij 80% van de uitgevoerde ingrepen correleren deze twee niet met elkaar (20). Bovendien is het complicatiepercentage bij de ingreep ter verlichting van de pijnklachten bij een cervicale HNP hoger dan bij de lumbale HNP (21, 22). Tenslotte zijn, door het achterlaten van een implantaat, de operatiekosten ter behandeling van een cervicaal radiculair syndroom hoger. Het zou dus zeer goed kunnen zijn dat bij het onderzoek naar de doelmatigheid van de operatieve behandeling van het CRS zal blijken dat de conservatieve behandeling in meer gevallen zou moeten worden toegepast dan momenteel het geval is. Voorts is het nuttig om onderzoek te doen naar de factoren die kunnen worden aangewezen als voorspellende factoren voor het al dan niet slagen van een conservatief beleid. Het blijft immers zaak om te streven naar een effectieve zoektocht naar die patiënten die er met conservatief beleid niet uit komen: een spontaan herstelpercentage van 90% betekent immers nog altijd dat er ook 10% van de mensen zijn die niet verbetert en die je dus uiteindelijk opereert. Het is effectief, doelmatig en kosteneffectief om deze groep zo vroeg mogelijk te onderscheiden. Het onderwerp is nu vooral interessant omdat de fabrikanten van de artificiele tussenwervelschijven hun (zeer dure) product zo agressief in de markt neerzetten dat er gemakkelijk een tendens zou kunnen ontstaan om zelfs vaker dan nu het geval is een operatieve behandeling voor het CRS te bewerkstelligen. Dit zou dan bovendien voor een veel hogere kostprijs zijn, gezien de prijs van het implantaat. De resultaten van de lumbale HNP studie zijn breed geaccepteerd en de uitkomsten worden door veel huisartsen en specialisten met de patiënten besproken. Wij verwachten dat een studie naar de cervicale HNP een zo mogelijk nog breder draagvlak zal hebben, aangezien er meer onduidelijkheid is over de behandeling van de nek, schouder en armklachten. De incidentie van CRS wordt beschreven van 0.8 per 1000 inwoners (leeftijd gecorrigeerd) 1 en een prevalentie van CRS wordt geschat op 3.5 per 1000 inwoners (12, 23). Dit komt neer op circa bijna nieuwe patiënten per jaar in Nederland. Momenteel worden per jaar in ons land ongeveer 2000 patiënten (getallen Prismant, 2006) geopereerd vanwege een cervicale discus hernia. De kosten voor de operatieve behandeling bedragen naar schatting 30 miljoen per jaar. Als de te verwachten verschuiving op gaat treden naar het vaker implanteren van een artificiele discusvervanger, zullen deze kosten exponentieel stijgen (kosten operatie zonder implantaat 6300 en met implantaat tot ). 7

8 Tijdstip van operatie Er is recent een gerandomiseerde studie uitgevoerd in Nederland waarbij de conservatieve behandeling van het cervicaal radiculair syndroom werd geëvalueerd (7). Er werden 205 patiënten geincludeerd die minder dan een maand klachten hadden bestaande uit armpijn met een VAS van meer of gelijk aan 40 mm en waarbij een van de volgende klachten aanwezig waren: 1) provocatie van arm pijn bij nekbewegingen, 2) sensibiliteits veranderingen in een of meer aangedane dermatomen, 3) verminderde reflex en de aangedane arm, en/of 4) motore zwakte in een of meer aangedane dermatomen. Deze patiënten werden verdeeld over 3 behandelarmen: wait-and-see beleid, het dragen van een goed passende semi-harde kraag (3 wkn kraag en 3 wkn afbouwen kraag) en intensieve fysiotherapie gedurende 6 weken. Gemiddeld bedroeg de VAS armpijn, 3 weken na het starten van de pijn, 70 mm. In de controle groep verminderde de VAS armpijn met 3 mm per week. Als deze therapie werd aangevuld met het dragen van een semi-harde kraag of intensieve fysiotherapie bedroeg de daling van de VAS armpijn 5 mm per week. Na 6 weken behandeling was de VAS armpijn dus gemiddeld gedaald tot 40 mm. Na 6 maanden was de VAS armpijn in alle drie de groepen gemiddeld 0. Gesteld kan dus worden dat het na de start van de armpijn ongeveer 2 maanden duurt voor de VAS is gedaald tot een waarde van 40 mm. Aan die groep bij wie dit niet het geval is zou chirurgische therapie aangeboden moeten worden. Operatie zou dan zo snel mogelijk plaats moeten vinden; er moet gestreefd worden naar een operatie binnen 2 weken na randomisatie en zeker binnen 4 weken. Als het inderdaad zo is dat de gemiddelde patiënt na 6 maanden geen pijn in de arm meer heeft, dan zou een operatie een tijdswinst van tenminste 3 maanden op moeten leveren. En dit zou dan kosteneffectief moeten zijn. Hierbij gaan we er dan van uit dat de armpijn de meest beperkende factor is voor de patiënt. Nevenverschijnselen als zwakte van de arm, afwijkende sensaties in de arm en/of nekpijn zouden dan in dezelfde tijd moeten verminderen. Van de nekpijn werd dat ook beschreven. In de studie van Kuijper was met name de Neck Disability Index na 6 weken follow up (gemiddeld 9 weken na aanvang van de klachten) gedaald tot tussen de 25 en 30. Het tijdstip van een electieve operatie is niet gebaseerd op wetenschappelijke kennis, maar de weerslag van de al vele jaren gangbare praktijk. Hoewel er dus consensus bestaat dat operatieve behandeling slechts aangeboden moet worden bij persisterende pijnklachten, lijkt het tijdstip waarop deze behandeling geëffectueerd wordt eerder af te hangen van de locale productiecapaciteit en voorkeuren dan van een wetenschappelijk onderbouwd regime. Mede door dit gebrek aan bewijs is het tijdstip van operatie na aanvang van de pijn aan grote variatie onderhevig. 8

9 Huidige studie De onderzoekers willen in een volgens de huidige internationaal geaccepteerde criteria gerandomiseerd kosteneffectiviteiten experiment de doelmatigheid van de hernia operatie voor CRS onderzoeken. Met behulp van deze studie willen we bij patiënten, met een langer dan 2 maanden persisterend CRS, onderzoeken of het relatief vroege tijdstip van operatieve discectomie effectiever is dan een voortgezet afwachtend beleid eventueel gevolgd door een later uitgevoerde operatie. Indien de vraagstelling ten gunste van het goedkopere en langere wait-and-see beleid wordt beantwoord zal in het bijzonder het huidige grote aantal chirurgisch ingrepen in frequentie dalen, indien implementatie van de onderzoeksresultaten goed plaats vindt. De nadelige effecten van chirurgie en van een langer voortgezet conservatief beleid zullen gemeten en vergeleken worden. De uiteindelijke analyse zal leiden tot een Trade-Off tussen het vroege herstel van armpijn in de operatieve groep enerzijds en het kosteneffectievere effect in de expectatieve groep anderzijds. Deze laatste groep mist de nadelige effecten van chirurgie maar heeft als risico de chroniciteit van armpijn. Tijdens de analyse zal uitgegaan worden van het Intent-to-Treat principe. Aangezien er maar zo beperkt wordt gepubliceerd over de uitkomst van de behandeling van het CRS is er maar zeer beperkte informatie beschikbaar over een geschikte uitkomstmaat. In deze aanvraag wordt uitgegaan van de primaire uitkomstmaat horizontale 100mm Visuele Analoge Schaal (VAS) voor pijn in de arm, die ook gebruikt is in de enige RCT over dit onderwerp die beschikbaar is (14) en in de bovengenoemde RCT mbt het conservatieve beleid van het CRS (7). Als aanhangende studie zal onderzoek worden verricht naar een betere schaal om de cervicale hernia follow up te scoren. Dit wordt de Leiden CRS Functioning scale (LCRSF), die armpijn, nekpijn, motore en gevoelsstoornissen combineert. Omdat er een groep patiënten is die de klachten in de arm niet zozeer classificeert als pijn, maar als tintelingen en/of hinderlijke sensaties zal ook deze VAS worden gescoord (VAS hinderlijke tintelingen in de arm). Bij de uiteindelijke evaluatie zal moeten blijken of deze VAS een verbetering in dezelfde richting als de VAS armpijn aangeeft. De secundaire effectmaten zijn: VAS nekpijn, het door de patiënt ervaren herstel gemeten op een 7-punts Likert schaal, de Neck Disability Index (NDI), SF-36, Quality-Adjusted- Lifeyears (QALY) gebaseerd op de gemeten EuroQol (EQ-5D), health state utility VAS, de MRI bevindingen en de re-operatie incidentie. Tevens zullen kostendagboeken worden bijgehouden (inclusief arbeid). Subgroepanalyses zullen uitwijzen of er voorspellende factoren aan te wijzen zijn die een grotere kans geven op het welslagen van de operatieve of conservatieve behandeling. Deze factoren zijn sekse, leeftijd, neurologische uitval (zowel motore als sensibele uitval), duur van de klachten voor randomisatie, de aanwezigheid van nekpijn, meer nekpijn dan armpijn, de Valsalva manoevre test, de Spurling test, de schouderabductie 9

10 test (24), de Quetelet index, het type persoonlijkheid (DS-14 en IPQ-K), anterieure of posterieure benadering en roken. 1.2 Vraagstelling Bovenstaande leidt tot de volgende vraagstellingen met betrekking tot patiënten met een cervicaal radiculair syndroom veroorzaakt door een hernia nuclei pulposi: 1) Is een voortgezet conservatief beleid eventueel gevolgd door operatie op een later tijdstip (kosten-)effectiever dan vroege operatieve interventie bij een minimaal twee maanden bestaand cervicaal radiculair syndroom? Ook zal de volgende onderzoeksvraag worden bestudeerd: 2) Bestaat er een relatie tussen de duur van de symptomen bij baseline en het relatieve effect van chirurgie ten opzicht van conservatieve behandeling op de uitkomst na 1 jaar follow up? Om dit te kunnen bestuderen zal de duur van de klachten voor randomisatie worden gecorreleerd aan de primaire uitkomstmaat (VAS armpijn) op het moment van 1 jaar follow up en het zal worden onderzocht of er een optimale timing van chirurgische interventie bestaat. Specifieker: in een regressie analyse met behandelings groep en duur van de klachten bij baseline zullen we de (vorm van) interactie bestuderen. 1.3 Samenvatting De anterieure discectomie is een effectieve manier om de pijn in de arm te verlichten bij patiënten die lijden aan een cervicaal radiculair syndroom (CRS). De conservatieve behandeling van het CRS geeft echter ook uitstekende resultaten. De chirurgische interventie is duur en de kosten ervan stijgen fors. Het is daarom relevant om de (kosten)effectiviteit van gecontinueerde conservatieve zorg te evalueren. De onderzoekers willen 400 patiënten met invaliderende radiculaire pijn in een arm die reeds minstens 2 maanden duurt (VAS armpijn of hinderlijke sensaties in de arm 40 mm) en waarbij op een MRI een hernierende discus te zien is die drukt op die spinale zenuw die correspondeert met het klinisch beeld van de patiënt, randomiseren voor in de ene arm een chirurgische ingreep en in de andere arm gecontinueerde conservatieve zorg. Zowel voor operatief als voortgezet conservatief beleid geldt dat de behandelaar kiest voor de usual care ; dwz dat er de vrijheid is om bij de conservatieve behandeling te kiezen voor bijvoorbeeld fysiotherapie of een halskraag en bij de operatieve behandeling voor bijvoorbeeld tussenplaatsen van een intercorporeel implantaat. De primaire onderzoeksvraag zal zijn of voortgezet conservatief beleid effectief is vergeleken met chirurgie. Secundair zal gekeken worden naar de timing van chirurgie door uitkomst te correleren aan de duur van de symptomen. De primaire uitkomstmaat is de VAS pijn in de arm die gemeten zal worden op het moment van randomisatie en op 10

11 het tijdstip van 6 weken, 3, 6, 9, 12 en 24 maanden na randomisatie. De secundaire effectmaten zijn: VAS nekpijn, door de patiënt ervaren herstel (7-punts Likert), Neck Disability Index, SF36, EQ-5D, health state utiliteit VAS, MRI bevindingen, de frequentie van reoperatie, en kostendagboeken. Omdat voor de secundaire vraagstelling meer patiënten nodig zijn dan voor de primaire vraagstelling is de steekproefgrootte gekozen met het oog op de secundaire vraagstelling. Het benodigd aantal patiënten voor een power van 80% en α = 0.05 is berekend met de correlatie tussen de duur van de klachten op het tijdstip van randomisatie en het effect van chirurgie vergeleken met conservatieve behandeling. Een toename in het verschil in helling van 4 mm per jaar pijnduur bij baseline wordt klinisch relevant geacht. In dat scenario zijn dan 200 patiënten per groep nodig. De economische evaluatie zal een kosten-utiliteitsanalyse zijn vanuit maatschappelijk perspectief, gebaseerd op dagboeken die zijn bijgehouden door de patiënt. Inclusie van patiënten zal ongeveer 18 tot 21 maanden in beslag nemen en de follow up van patiënten zal 2 jaar zijn (tweede jaar van follow up op eigen kosten). 2. Onderzoeksopzet 2.1 Uitvoering van het onderzoek Dit project is een gerandomiseerd multi-center onderzoek met parallelle groepen design en een longitudinale follow-up van 2 jaar met herhaalde metingen analyse. Participatie aan deze trial zal worden gevraagd aan alle patiënten (18-75 jr.), met een cervicaal radiculair syndroom, die zich melden bij de huisarts of direct bij de neuroloog of neurochirurg in één van de deelnemende ziekenhuizen. Het LUMC zal voornamelijk functioneren als datacoördinatie centrum. Hier worden de data centraal verzameld en geanalyseerd. De andere ziekenhuizen hebben ieder afzonderlijk de taak van behandelcoördinatie centra, alwaar per centrum randomisatie plaatsvindt en de research verpleegkundige de data verzamelt. De huisartsen in de desbetreffende verzorgingsgebieden zullen tevoren uitgebreid ingelicht worden omtrent de uitvoering van dit onderzoek, waarin zij direct betrokken raken bij met name de conservatief behandelde patiënten. Het geschatte aantal huisartsen bedraagt ongeveer Tevens zal deze huisartsen gevraagd worden om, vanwege deze trial, een patiënt met verdenking cervicaal radiculair syndroom vlot na begin van de klachten voor neurologische evaluatie in te sturen, tenzij evident is dat de patiënt in de vroege fase al duidelijk tekenen van herstel vertoont. Bij een op MRI vastgestelde cervicale HNP zal operatie, uitgevoerd na minimaal twee maanden (vroegste termijn van inclusie + 0 dagen wachttijd OK) vergeleken worden met voortgezet conservatief beleid. Dit is een non-operatief te voeren beleid vrij naar de keuze van de huisarts met als advies pijnstilling voor te schrijven zoals beschreven in de NHG-standaard schouderpijn. Indien mogelijk wordt de patiënt zoveel mogelijk gestimuleerd tot activering in het dagelijks functioneren eventueel met behulp fysiotherapeutische begeleiding. Belangrijk in deze begeleiding is angstreductie en herhaalde uitleg over de gunstige prognose. Voor de klachten passend bij een cervicale HNP wordt meestal geen fysiotherapeutische begeleiding voorgeschreven. Toch zullen de fysiotherapiepraktijken in bovenstaande 11

12 regio s eveneens ingelicht worden over deze trial. Indien de patiënt fysiotherapeutische begeleiding krijgt, dient de methode van begeleiding in het dagboek van de patiënt geregistreerd te worden. Indien de patiënt een zachte halskraag draagt, dient dit ook in het dagboek geregistreerd te worden. Van iedere patiënt worden basaal demografische- en klinische gegevens verzameld en worden in de loop van de follow-up meerdere effectparameters geëvalueerd ten aanzien van pijn in de arm en in de nek, kwaliteit van leven, ziekte gebonden beperkingen, persoonlijkheidstype, MRI-bevindingen, functie van de wervelkolom, spierkracht, sensibiliteit, reflexen, radiculaire provocatietesten. Tevens zullen direct- en indirect medische kosten gemeten worden. De belangrijkste effectmaat voor beantwoording van de hoofdvraagstelling of het resultaat van een voortgezet conservatief beleid bij patiënten met een cervicale hernia nuclei pulposus effectiever is dan operatieve interventie na minimaal 2 maanden klachten is de VAS armpijn. Met betrekking tot de MRI bevindingen dient te worden opgemerkt dat beeldvormende diagnostiek pas belangrijk is als operatie overwogen wordt. Dit ter vaststelling van het te opereren niveau en de op dit niveau te verwachten lokalisatie van de HNP ten opzichte van de wortel en de discus. De pretest kans en de Likelyhood Ratio op het aanwezig zijn van een HNP lijkt vrij hoog bij patiënten met een cervicaal radiculair syndroom, zodat beeldvormende diagnostiek ter bevestiging van de diagnose sec, zonder therapeutische consequenties, niet nodig is. Het is echter nog onbekend of er variabelen zijn binnen de waarnemingen op de beeldvorming die van prognostisch belang kunnen zijn voor een grotere slagingskans van ofwel het natuurlijke beloop dan wel een operatieve interventie. Bovendien is het mogelijk dat een dergelijke variabele juist binnen een subgroep een genoemde voorspellende waarde heeft. Mogelijke variabelen zijn de op MRI aangetoonde wortelcompressie, de grootte van de hernia ten opzichte van het spinale kanaal en het type herniatie. 2.2 Patiëntenselectie Alle patiënten met een minstens twee maanden bestaand cervicaal radiculair syndroom (CRS), die zich melden bij de neuroloog of direct bij de neurochirurg komen voor deelname aan de studie en randomisatie in aanmerking, mits zij aan de in- en exclusiecriteria voldoen. Vanwege het multi-centre design betreft het patiënten in en rondom Leiden, Den Haag, Alkmaar, Nijmegen, Utrecht, Rotterdam, Tilburg, Amsterdam en Groningen. Deze populatie is een weergave van de doorsnee populatie in eerste- en tweedelijns zorg. Inclusiecriteria Leeftijd jaar, minstens twee maanden bestaande invaliderende radiculaire sensaties in de arm (VAS armpijn of VAS hinderlijke sensaties in de arm minimaal 40 mm) met of zonder milde neurologische uitval (MRC groter dan 3 komt voor inclusie in aanmerking), 12

13 MRI volgens protocol (zie effectmaten) laat een cervicale HNP zien die de spinale zenuw compromitteert die de klinische symptomen van de patiënt kan verklaren. De patiënt moet volgens usual care in aanmerking komen voor neurochirurgische behandeling van de cervicale HNP. Tenslotte moet er een informed consent verklaring getekend zijn. Exclusiecriteria Op de voorgrond staande myelopathie klachten, ernstige parese (MRC kleiner of gelijk aan 3), operatieve ingreep aan de CWK in het verleden, dusdanige instabiliteit van de cervicale wervelkolom waarvoor posterieure spondylodese moet volgen, zwangerschap, onvoldoende kennis van de Nederlandse taal en geplande immigratie binnen twee jaar na randomisatie. Intake en randomisatie De huisartsen in de regio s die worden verzorgd door de deelnemende ziekenhuizen worden voor de start van de studie ingelicht over het doel van de studie en gevraagd om medewerking. Zij blijven de belangrijkste behandelaars die betrokken zullen blijven bij de behandeling van alle patiënten. De patiënten die in de conservatieve groep zitten zullen continue door hen worden begeleid, maar ook die groep die geopereerd zal worden zal van de zorg van de huisarts gebruik maken voor en na operatie. Bij voorkeur zullen patiënten binnen een periode van 6 weken klachten doorverwezen worden naar een participerende neuroloog. De werving start in de tweede lijn. De definitieve intake zal plaatsvinden op de polikliniek neurologie of neurochirurgie van het desbetreffende ziekenhuis. Op lokaal niveau kunnen afspraken worden gemaakt of de trial zal worden besproken tijdens het polibezoek bij de neuroloog en/of bij de neurochirurg. Indien de neuroloog of neurochirurg de klachten beoordeelt als passend bij een cervicaal radiculair syndroom dat veroorzaakt zou kunnen worden door een HNP (VAS armpijn of hinderlijke sensaties in de arm 40 mm), zal een MRI worden aangevraagd en de trial met de patiënt worden besproken. Indien de patiënt zich bereid toont eventueel mee te werken wordt een eerste CRF ingevuld. Dit betreft gegevens ten aanzien van anamnese en neurologisch/radiologisch onderzoek. Tevens worden enkele in- en exclusiecriteria voor zover mogelijk toegepast. De patiënt krijgt een patiënten informatieformulier mee. Dit kan de patiënt vervolgens in alle rust thuis doornemen zodat bij zijn/haar bezoek aan de researchverpleegkundige het informed consent ondertekend kan worden. Een afspraak met de research-verpleegkundige op de polikliniek van het betreffende ziekenhuis wordt op korte termijn gemaakt. Indien de trial door de neuroloog met de patiënt is besproken en de patiënt nog niet door de neurochirurg is beoordeeld, legt de researchverpleegkundige de gegevens van de anamnese, het CRF en de MRI voor aan de neurochirurg. Als deze daar aanleiding toe ziet, zal er eerst een afspraak worden gemaakt op de neurochirurgische polikliniek. Indien de neurochirurg op basis van de voorgelegde gegevens een operatieindicatie ziet kan patiënt direct een afspraak krijgen bij de research-verpleegkundige. 13

14 Tijdens het bezoek aan de research-verpleegkundige wordt de patiënt uitgebreid ingelicht over de achtergronden en het doel van de studie. De researchverpleegkundige onderzoekt de patiënt op gestandaardiseerde wijze. De in- en exclusiecriteria zullen worden doorgenomen. Aan de patiënt zal worden gevraagd of deze wil deelnemen aan het gerandomiseerde onderzoek en het informed consent kan worden getekend. Vervolgens zal de researchverpleegkundige de patiënt randomiseren (minimaal 2 maanden klachten). Indien tussen de polikliniekbezoeken aan de researchverpleegkundige gemeld wordt dat er een evidente verbetering van de pijnklachten is opgetreden is zullen deze patiënten tot 6 maanden gevolgd worden en wordt de randomisatie uitgesteld. Indien de verbetering van de pijnklachten niet doorzet en de gemeten pijnintensiteit vergelijkbaar is met eerder, zullen deze patiënten alsnog gerandomiseerd worden. De overige patiënten komen door het ontbreken van een operatie indicatie na 6 maanden niet meer voor randomisatie in aanmerking. De voorkeur van de patiënten, huisartsen, neurologen en neurochirurgen zal geregistreerd worden op een 5-punts schaal variërend van sterke voorkeur voor operatie tot sterke voorkeur voor conservatieve behandeling. De MRI is door de (neuro-)radioloog beschreven volgens de voor hem of haar gebruikelijke methode van beschrijving voor het aan- of afwezig zijn van een HNP. De lokalisatie en de grootte van de hernia zullen apart worden beschreven. Ook wordt aangegeven hoe waarschijnlijk de beoordelaar het vindt dat de hernia het radiculair syndroom veroorzaakt. Tenslotte zal worden aangegeven in welke mate er myelumcompressie bestaat. Het aan- of afwezig zijn van wortelcompressie wordt apart beschreven evenals de grootte van de hernia. De MRI data worden onafhankelijk van elkaar door radioloog en chirurg ingevuld. Dit geldt voor alle patiënten, dus bij voorkeur zal de chirurg ook de MRI s van de patiënten uit de conservatieve arm beoordelen. Indien de chirurg dit wenst kan dit ook worden gedaan door de projectleider op een later tijdstip. Na de verrichte MRI, de beoordeling van MRI en gegevens door de neurochirurg en nogmaals toepassen van de in- en exclusiecriteria wordt vervolgens per ziekenhuis gepermuteerd gerandomiseerd in twee onderzoeksgroepen A en B. Deze randomisatie wordt verricht door de researchverpleegkundige in bijzijn van de patiënt. De verpleegkundige opent tijdens het tweede bezoek na ontvangen informed consent een gesloten enveloppe waarna de uitslag groep A of B wordt meegedeeld: Groep A wordt binnen 2 en maximaal 4 weken na randomisatie opgenomen en geopereerd. Groep B wordt met name door de huisarts begeleid volgens de NHG-standaard Schouderpijn. De huisarts kan pijnmedicatie (zoals paracetamol, NSAID's en eventueel opiaten) voorschrijven. Gedurende deze begeleiding ligt de nadruk op een, indien mogelijk, zo normaal mogelijk functioneren ondanks de pijn. De patiënt kan, indien de huisarts dit noodzakelijk acht, worden doorverwezen naar een fysiotherapeut. De huisarts hoeft met betrekking tot de behandeling niet volgens een bepaald protocol te werken en is vrij in zijn/ haar keuze en kan in overleg treden met de research verpleegkundige of neurochirurg-projectleider. De neuroloog kan eveneens worden geraadpleegd. De huisarts blijft de behandelend geneeskundige. 14

15 De mogelijkheid dat een patiënt in groep B later alsnog geopereerd wil worden, bij persisteren van de klachten, blijft aanwezig. Vooral als uit de functionele- en pijnscores blijkt dat er herstel aanwezig is zal gepoogd worden de patiënt te overtuigen dat een verder non-operatief beleid zinvol is. Na een ½ jaar persisterende of recidiverende klachten wordt de patiënt operatie aangeboden. Indien de patiënt binnen het half jaar toch geopereerd wil worden volgt eerst nog een gesprek en onderzoek van de neurochirurgprojectleider. Bij afwezigheid van de laatste zal dit een vervangende neurochirurg zijn die volledig op de hoogte is van het onderzoek. Indien het niet lukt de patiënt op andere gedachten te brengen, of bij progressie van de pijnklachten in de tijd of indien in het zeldzame geval tekenen van ernstige neurologische uitval ontstaan, zal de patiënt geopereerd worden. Deze mogelijkheid om eerder dan na zes maanden geopereerd te willen worden zal tijdens de intake door de researchverpleegkundige geboden worden en wordt ook vermeld in het patiënten informatie formulier. Hij/zij blijft dan volgens het Intent to Treat principe in de oorspronkelijke conservatieve groep B. Vice versa is er ook een kans dat een klein aantal patiënten in groep A in de periode na randomisatie wachtend op operatie (deze periode is maximaal vier weken) spontaan herstel vertonen zodat dit een operatieve interventie voorlopig overbodig maakt en zelfs om ethische redenen niet uitgevoerd mag worden. Operatie zal dan worden uitgesteld en bij compleet herstel definitief worden geannuleerd. Deze patiënten blijven ook volgens dit Intent-to-Treat principe in de oorspronkelijke operatieve groep A. 3. Interventieprogramma 3.1 Organisatie Groep A Direct na randomisatie per centrum zullen de patiënten in deze groep zo snel mogelijk, d.w.z. binnen 2 weken en maximaal binnen 4 weken na randomisatie geopereerd worden. De planning van de ingreep wordt gecoördineerd door de researchverpleegkundige in overleg met polikliniek, verpleegafdeling en de organisatie van de operatiekamer. Dit gebeurt in nauwe samenspraak met het management van het de operatieplanning van het desbetreffende ziekenhuis en neurochirurg. De patiënt wordt in principe dus opgenomen en geopereerd in het ziekenhuis waar hij/zij zich heeft gemeld met het cervicaal radiculair syndroom. Door capaciteits problemen kan een enkele maal een ander deelnemend ziekenhuis geraadpleegd worden. De planning van de ingreep kan, gezien het strakke en volle operatieschema dat in veel ziekenhuizen aanwezig is, voor problemen zorgen. Voor het goed verlopen van deze studie en het bereiken van het doel is het echter van het grootste belang dat de patiënten zo snel mogelijk na de randomisatie geopereerd worden. Dit laatste betekent waarschijnlijk in een gering aantal gevallen dat extra operatietijd beschikbaar moet komen of na interventie van de projectleider de ingreep in een ander participerend ziekenhuis plaats vindt. Hetzelfde geldt indien er een volle verpleegafdeling is. Vanwege deze laatste punten is coördinatie vanuit het onderzoekscentrum nodig, waarin de projectleider, voor overleg tussen de verschillende disciplines, een belangrijke 15

16 rol heeft. De projectleider is gedurende de studie continue bereikbaar voor overleg. Bij afwezigheid van de projectleider is dit het afdelingshoofd van de neurochirurgie in het LUMC. Indien het toch mocht voorkomen dat een patiënt (groep A) zijn of haar klachten voor de geplande operatieve ingreep kwijt is of aanzienlijk verbeterd zijn, zodat de operatie-indicatie vervalt, dan wordt deze patiënt beschouwd als een cross-over. Gezien het Intent-to-Treat principe blijft de patiënt in de operatieve arm. Groep B Deze patiënten worden direct na randomisatie begeleid in hun dagelijks functioneren door de huisarts, die over de uitslag van de loting bericht ontvangt van de research verpleegkundige. De nadruk van de begeleiding zal liggen op voorlichting aan de patiënt met betrekking tot de gunstige prognose van het cervicaal radiculair syndroom, het stimuleren van hervatten van oude activiteiten en goede pijnmedicatie, waarbij de NHGstandaard Schouderpijn als leidraad kan dienen. Dit wil zeggen dat het advies in eerste instantie een vaste dosering paracetamol zal zijn. Indien onvoldoende effectief een NSAID, zoals ibuprofen, diclofenac of naproxen en als laatste stap bij ernstige pijn een opiaat zoals MS-Contin of opiaat-achtige zoals tramadol. Bij het stimuleren van hervatten van oude activiteiten zoals arbeid kan de hulp van een fysiotherapeut gevraagd worden. Registratie van de gebruikte fysiotherapeutische modaliteiten zal door de fysiotherapeut verricht worden in het dagboek van de patiënt. Bij niet vorderen van het herstel of bij twijfel van de huisarts omtrent het verdere beloop kan altijd contact opgenomen worden met de research verpleegkundige of neurochirurgprojectleider in Leiden. In principe wordt patiënten na zes maanden persisterende klachten zonder uitzicht op herstel operatie aangeboden. Indien de klachten dusdanig ernstig zijn dat dit tot wanhopige situaties leidt zal eerdere operatieve interventie aangeboden worden in samenspraak met de huisarts. 3.2 Techniek Groep A In Nederland worden meerdere technieken gebruikt om de cervicale HNP te opereren. Allereerst bestaat er een verschil tussen de anterieure en de posterieure benadering. De anterieure benadering is de meest gangbare voor de gewone HNP. De posterieure benadering wordt in de regel toegepast bij een zeer laterale HNP en bij de combinatie van spondylarthrose van het uncovertebrale en het facet-gewricht op het aangedane niveau. De anterieure benadering kent een standaard benadering van de cervicale wervelkolom. Door de platysma, mediaal van de m. sternocleidomastoideusvia wordt via het spatium prevertebrale de wervelkolom bereikt. Het niveau wordt geverifieerd mbv rontgendoorlichting. Er zijn globaal twee manieren om de belendende corpora te distraheren, wat nodig is om de HNP adequaat te kunnen decomprimeren. Er kan een wervelspreider worden gebruikt die in de belendende corpora wordt geschroefd en er kan 16

17 een wervelspreider worden gebruikt die tussen de corpora wordt gebracht. Het staat de operateur vrij welke techniek hij gebruikt, maar hij dient de gebruikte operatietechniek op een gestandaardiseerd formulier in te vullen. De discectomie is een standaard procedure waarbij wordt gestreefd naar het zo maximaal mogelijk verwijderen van discusmateriaal. Het ligamentum longitudinale posterior moet geopend worden en de te decomprimeren spinale zenuw moet goed te vervolgen zijn nadat het discusweefsel zo goed mogelijk is verwijderd. Zo nodig worden eventuele osteofytaire randwoekeringen weggenomen. Het verschil tussen de verschillende neurochirurgen bestaat doorgaans in het materiaal dat in de leeggeruimde discusruimte wordt achtergelaten. Dat kan zijn: niets, een blokje cement, een cage, die gevuld kan zijn met niets, hydroxyapatiet, lichaamseigen bot of een blokje cristabot (autoloog). Er is tot nog toe nooit afdoende aangetoond welke van deze methoden de voorkeur geniet. Van al deze methoden zijn bevredigende resultaten beschreven. In deze studie wordt ervoor gekozen om het vrij te laten aan de chirurg of en zo ja, welk, materiaal hij achter wil laten in de leeggeruimde discusruimte. Omwille van de generaliseerbaarheid van de uitkomsten is besloten die patiënten die een artificiële discus geïmplanteerd willen/gaan krijgen te excluderen. Indien de neurochirurg het noodzakelijk acht dat op twee niveaux wordt geopereerd omdat hij niet goed kan voorspellen welke van twee HNPs het radiculair syndroom verklaart, is hij vrij om dit te doen. De operatietechniek is dan als volgt: Algehele anaesthesie. Rugligging met steun in de nek en enige retroflexie van het hoofd. Eventueel tractiesysteem aan de armen. Mbv rontgendoorlichting niveau van incisie bepalen. Incisie rechts paramediaan. Mobiliseren subcutis. In vezelverloop splijten m. platysma. Voor de m. sternocleidomastoideus opzoeken spatium prevertebrale. Identificatie a. carotis. Mediaal daarvan en meer naar dorsaal identificatie wervelkolom. Bepalen te opereren niveau mbv rontgendoorlichting. Plaatsen dwarse spreider. Plaatsen wervelspreider. Discectomie. Openen ligamentum longitudinale posterior. Indien nodig verder decomprimeren aangedane spinale zenuw. Indien gewenst achterlaten cage of autoloog bot. Sluiten wond in lagen over epiduraal geplaatste vacuum drain. In alle deelnemende klinieken wordt met de microscoop gewerkt. In een enkel geval kan de operateur beoordelen dat de operatie beter vanuit links kan geschieden. Dit is geen bezwaar mits het wordt ingevuld op het standaardformulier. De posterieure benadering kan geschieden middels een open benadering of een microtube benadering. Bij een open benadering wordt aan de posterieure zijde de musculatuur unilateraal losgemaakt van de processi spinosus. Dan wordt overzicht verkregen over het betreffende facetgewricht. De microtube benadering geschiedt door een buisje door de spier aan te brengen tot op het betreffende facetgewricht en door de microscoop goed overzicht te krijgen over het operatiegebied. Bij beide benaderingen wordt mbv een frees een opening gefreesd in het facetgewricht zodat de spinale zenuw vanuit posterieur wordt gedecomprimeerd. Of er al dan niet daadwerkelijk discusweefsel moet worden verwijderd is aan het oordeel van de chirurg. 17

18 De operatie zal worden uitgevoerd door een gekwalificeerd neurochirurg. Het postoperatieve beleid op de afdelingen en de duur van opname zal per ziekenhuis en regio verschillen. De opnameduur is in de regel 2 tot 3 dagen. Gestreefd zal worden naar een zo snel mogelijk ontslag naar huis. In principe wordt geen fysiotherapie voorgeschreven. Strikte regels zullen hieraan ook niet gegeven worden om de zogenaamde usual care te laten zoals die is. De patiënten kunnen hun dagelijkse werkzaamheden gaan hervatten indien hiervoor geen beperkingen meer bestaan. Dit moment van werkhervatting ligt meestal rond de 4 weken postoperatief maar is niet vastgelegd. Groep B Zoals boven beschreven ligt de nadruk op adequate voorlichting en begeleiding en zal niet een bepaalde techniek protocollair uitgevoerd worden. Belangrijk in de behandeling van patiënten met een langer dan 6 weken persisterend CRS is pijnbestrijding en behoud of herstel van dagelijks functioneren. Gezien de discrepantie tussen de veelal als verontrustend ervaren klachten en het doorgaans gunstige natuurlijke beloop is voorlichting van groot belang. Goed onderzoek naar het effect van voorlichting en begeleiding bij patiënten met CRS is nooit verricht. De onderzoekers menen echter dat resultaten van dergelijk onderzoek bij andere pijnsyndromen ook hier geldigheid hebben. Uit dat onderzoek blijkt dat adequate en ondubbelzinnige informatie over wat er aan de hand is (de aard van de klachten) en wat de patiënt kan verwachten (de prognose), alsmede vertrouwen in de begeleiding, angst en onzekerheid van de patiënt kunnen wegnemen en de pijnbeleving doen verminderen. Er is aangetoond dat angst en onzekerheid een belangrijke oorzaak zijn van het chronisch worden van klachten: hoe groter de angst, des te groter het risico. Dit betekent dat het terugdringen van angst en onzekerheid in deze fase een belangrijk middel is om chronische klachten te voorkomen. Het gaat om beïnvloeden van de overtuigingen en ideeën (cognities) van de patiënt. Wanneer angst en onzekerheid het gedrag bepalen, kan de patiënt pijnvermijdend gedrag ontwikkelen met als mogelijk gevolg dat de klachten persisteren. Hier heeft de begeleidende arts de taak de onzekerheden weg te nemen, zodat de patiënt normaal durft te bewegen. Het bewegingspatroon en de belasting daarbij dienen niet op geleide van de pijn, maar volgens een vooraf overeengekomen tijdschema te worden genormaliseerd. Dit wordt het principe van graded activity genoemd. De voorlichting en begeleiding dienen zoveel mogelijk aan te sluiten bij de belevingswereld van de patiënt. Allereerst is begrip voor het alarmerende karakter van de pijn belangrijk. De arts gaat vervolgens na of bij de patiënt negatieve cognities bestaan (zoals: het is een hernia dus ik zal wel geopereerd moeten worden of als ik maar niet in de WAO kom, of in een rolstoel ) en corrigeert deze. De arts legt de patiënt uit hoe de pijnklachten en eventuele uitvalsverschijnselen ontstaan en dat deze in de meeste gevallen weer zullen verdwijnen. Het is van groot belang dat de arts de patiënt informeert over het doorgaans gunstige natuurlijk beloop. Voor de tussentijd zegt hij adequate begeleiding en pijnbestrijding toe. Pijnbestrijding wordt voorgeschreven volgens de NHG-standaard (paracetamol gevolgd door NSAID s gevolgd door opiaten). Deze getrapte voorschrijving is niet gericht op het effectiviteitprofiel maar op die van de bijwerkingen. De patiënt wordt gemotiveerd om zoveel mogelijk door te gaan met de normale dagelijkse activiteiten. In het beginstadium kan op geleide van de klachten 18

19 enkele uren per dag rust genomen worden. In de meeste gevallen is het echter voldoende om bewegingen die de pijn provoceren tijdelijk te vermijden. Arts en patiënt spreken af bij welke klachten (duidend op cervicale myelumcompressie, toenemende parese) de patiënt, buiten de vaste controles om, direct contact met de arts moet opnemen. Dit geldt in mindere mate voor invaliderende pijn. De mondelinge informatie wordt vergezeld van schriftelijke patiënten informatie. In een vervolgconsult een week later gaan arts en patiënt na in hoeverre de pijn en de bevindingen bij lichamelijk onderzoek veranderd zijn en in hoeverre de patiënt hierdoor in zijn/haar dagelijks doen belemmerd wordt. De arts gaat het effect van de pijnbestrijding na; zonodig wordt de pijnbestrijding aangepast. Bij bewegingsangst (kinesiophobie) en bewegingsarmoede kan overwogen worden de fysiotherapeut in te schakelen. Hierbij moet als doel gesteld worden dat de informatievoorziening en de behandelingplannen eensluidend zijn. Tegenstrijdige informatie en behandeling met apparaten kunnen negatieve cognities bevestigen en somatische fixatie in de hand werken. Begeleid door huisarts en/of fysiotherapeut breidt de patiënt volgens een vooraf overeengekomen tijdschema zijn activiteiten uit. De leidraad is hierbij de tijd en niet de pijn. Patiënten mogen dus ook hun gewone loondienst werkzaamheden uitvoeren, waarbij een enkele keer de bedrijfsarts op de hoogte dient te worden gesteld dat dit niet schadelijk is. Indien onverhoopt de pijnklachten toenemen of 6 maanden na randomisatie niet afnemen zal operatie op korte termijn aangeboden worden. Geopereerde patiënten uit groep B blijven voor de analyse in groep B. 4. Variabelen en effectmaten Er is geen gevalideerde parameter beschikbaar die de uitkomst van het CRS op de juiste manier beoordeelt. In deze studie zal de VAS armpijn worden genomen als primaire uitkomstparameter, aangezien de pijn in de arm de meest invaliderende is van de symptomen die de patiënt met het CRS heeft en dit ook de parameter is waarop de meeste winst voor de patiënt te behalen is bij operatie. Deze parameter is ook gebruikt in de enige RCT die voorhanden is over dit onderwerp 15 en in de RCT over de conservatieve behandeling van het CRS 26. Tevens zal de VAS hinderlijke tintelingen in de arm worden gescoord. Aangezien de overige symptomen van het CRS de dagelijkse activiteiten ook in hoge mate beinvloeden zullen ook secundaire uitkomstparameters worden gescoord op 6 weken, 3, 6, 9, 12 en 24 maanden na randomisatie. De Neck Disability Index (NDI) is een score die ontwikkeld is om klachten te graderen die eigenlijk meer passen bij myelopathische klachten. Toch kan deze score de functionaliteit van nek en arm met betrekking tot de dagelijkse activiteiten goed weergeven, en wordt daarom ook gescoord. Andere parameters die zullen worden gescoord zijn de VAS hinderlijke sensaties inde arm, de Leiden CRS Functioning scale (LCRSF), de VAS nekpijn, het ervaren herstel (Likert), SF36, EuroQol (EQ-5D), health state utility VAS, MRI bevindingen, incidentie van re-operatie en kostendagboeken. 19

20 4.1 Basaal demografische gegevens Van alle patiënten worden de gegevens genoteerd ten aanzien van leeftijd, geslacht, nationaliteit, opleiding, beroep, huwelijkse staat, hobby s, sport, roken en eerdere nekklachten. Tevens wordt de verdere voorgeschiedenis genoteerd, evenals gewicht en lengte voor de Quetelet index (1,2,3). Tevens zal na voorlichting, tijdens het eerste bezoek aan de researchverpleegkundige, gevraagd worden naar de voorkeur van de patiënt en artsen met betrekking tot operatie of een langer afwachtend beleid. Dit wordt geregistreerd op een 5-punts schaal variërend van sterke voorkeur voor operatie nu via geen voorkeur tot sterke voorkeur voor een voortgezet conservatief beleid. 4.2 Klinische gegevens Behoudens de hieronder genoemde aandoening specifieke vragen en klinische onderzoeks gegevens, zullen nog een aantal tractus anamnese gegevens genoteerd worden. Ook zal er een basaal lichamelijk onderzoek (tensie, longen, hart en buik) worden uitgevoerd, tenzij de anamnese een nog uitgebreider onderzoek noodzaakt. Dit wordt gedaan omdat de patiënten vooralsnog 50 % kans maken een ingreep te ondergaan. Anamnese: Duur klachten in weken (voor randomisatie) Plotseling ontstaan (ja/nee) Paroxysmaal klachten (ja/nee) Dermatoom uitstralende pijn (C5, C6, C7, C8),(rechts/links) Invloed drukverhogende momenten (ja/nee) Armpijn t.o.v nekpijn, ( >, =, of <) Trauma (ja/nee), Krachtsverlies (ja/nee), Gevoelsverlies per dermatoom (C5, C6, C7, C8) Neurologisch Onderzoek: Schouderabductie sign (ja/nee) Valsalva manoevre Spurling test Bicepspeesreflex (16) (+4/+3/+2/+1/0/-1/-2/-3/-4) Tricepspeesreflex (16) (idem) Kracht M.Deltoideus MRC gradering (17) M.Biceps idem M.Triceps idem vingerspreiders idem Sensibiliteit middels watje (C5 dermatoom ja/nee) en scherp stokje (C6 dermatoom ja/nee) (C7 dermatoom ja/nee) (C8 dermatoom ja/nee). 20

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 154 NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 155 SAMENVATTING Achtergrond Hoewel het lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS) zo lang bestaat als de geschiedenis van onze

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22739 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22739 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22739 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Barzouhi, Abdelilah el Title: Paradigm shift in MRI for sciatica Issue Date: 2013-12-03

Nadere informatie

Sciatica MED Trial resultaten na 1 jaar

Sciatica MED Trial resultaten na 1 jaar Sciatica MED Trial resultaten na 1 jaar Micro endoscopische operatie (buisjesmethode) voor lage rughernia minder effectief U doet mee aan de Sciatica MED Trial, het doelmatigheidsonderzoek naar de behandeling

Nadere informatie

Chapter 12. Samenvatting

Chapter 12. Samenvatting Salkantay Trek, Peru Chapter 12 Samenvatting 182 I Chapter 12 Radiculaire beenpijn veroorzaakt door een lumbale hernia komt wereldwijd vaak voor en bij de meeste patienten is het natuurlijke beloop gunstig.

Nadere informatie

Wat is een hernia. Bouw van de wervelkolom. Onderstaande afspraken zijn voor u gemaakt op: locatie Delfzicht/locatie Lucas. Polikliniek neurologie:

Wat is een hernia. Bouw van de wervelkolom. Onderstaande afspraken zijn voor u gemaakt op: locatie Delfzicht/locatie Lucas. Polikliniek neurologie: Herniastraat Onderstaande afspraken zijn voor u gemaakt op: locatie Delfzicht/locatie Lucas MRI-onderzoek: Polikliniek neurologie: Route Neuroloog: datum Tijd. datum Tijd Telefoon: 088-066 1000 Wat is

Nadere informatie

Hernia. Neurologie. alle aandacht

Hernia. Neurologie. alle aandacht Hernia Neurologie alle aandacht Hernia Een hernia is een ander woord voor een uitstulping. Een uitstulping van de tussenwervelschijf wordt ook wel een Hernia Nuclei Pulposi (HNP) genoemd. De tussenwervelschijf

Nadere informatie

Hernia. Neurologie. Locatie Hoorn/Enkhuizen

Hernia. Neurologie. Locatie Hoorn/Enkhuizen Hernia Neurologie Locatie Hoorn/Enkhuizen Hernia Een hernia is een ander woord voor een uitstulping. Een uitstulping van de tussenwervelschijf wordt ook wel een Hernia Nuclei Pulposi (HNP) genoemd. De

Nadere informatie

Chapter 7. Nederlandse samenvatting

Chapter 7. Nederlandse samenvatting Chapter 7 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Lumbosacraal radiculair syndroom Het lumbosacraal radiculair syndroom is de aandoening die in de Nederlandse volksmond bekend staat als een

Nadere informatie

CHAPTER 8. Samenvatting

CHAPTER 8. Samenvatting CHAPTER 8 Samenvatting Samenvatting 8. Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene introductie. Doel van dit proefschrift is om de kosten en effectiviteit van magnetische resonantie (MR) te evalueren indien

Nadere informatie

Rughernia (behandeling door de huisarts)

Rughernia (behandeling door de huisarts) Rughernia (behandeling door de huisarts) Wat is hernia? Hernia betekent letterlijk breuk. Een hernia nuclei pulposi (kortweg HNP) komt voor in de wervelkolom en bestaat uit een scheur in de achterkant

Nadere informatie

Lage rugklachten en de hernia

Lage rugklachten en de hernia Lage rugklachten en de hernia Inhoudsopgave De hernia... 1 Wat is een hernia?... 1 Een hernia verdwijnt vaak vanzelf... 1 Specialistisch onderzoek... 2 Behandeling van de hernia... 2 Wat kan de patiënt

Nadere informatie

Dutch Spine Surgery Registry DSSR

Dutch Spine Surgery Registry DSSR pagina 1 Dutch Spine Surgery Registry DSSR Vetgedrukte items zijn verplicht Lumbale wervelkolom - Ongeïnstrumenteerd, versie: 2015-6-1 - v3.0.0 Identificatie Het BSN-nummer bestaat uit 9 cijfers, inclusief

Nadere informatie

ACDF ANTERIEURE CERVICALE DISCECTOMIE & FUSIE

ACDF ANTERIEURE CERVICALE DISCECTOMIE & FUSIE EEN INTRODUCTIE ACDF ANTERIEURE CERVICALE DISCECTOMIE & FUSIE Deze brochure is louter informatief. Deze vervangt geenszins het gesprek met uw arts. Niet alle informatie, hierin beschreven, is van toepassing

Nadere informatie

Rugpoli in Enschede. Lucille Dorresteijn, Neuroloog Marleen Wijnstra, Physician assistant

Rugpoli in Enschede. Lucille Dorresteijn, Neuroloog Marleen Wijnstra, Physician assistant Rugpoli in Enschede Lucille Dorresteijn, Neuroloog Marleen Wijnstra, Physician assistant Stellingen Bij een langer bestaand LRS is een MRI van de LWK aangewezen Ik (huisarts) verwijs nu zelf voor een MRI

Nadere informatie

Patiënteninformatie CASINO

Patiënteninformatie CASINO Patiënteninformatie CASINO CervicAl SurgIcal NOnsurgical Een wetenschappelijk onderzoek naar de (kosten) effectiviteit van de chirurgische versus de voortgezette conservatieve behandeling van de cervicale

Nadere informatie

EEN GERANDOMISEERD DOELMATIGHEIDSONDERZOEK NAAR DE CHIRURGISCHE BEHANDELING VAN DE HERNIA NUCLEI PULPOSI LUMBALIS

EEN GERANDOMISEERD DOELMATIGHEIDSONDERZOEK NAAR DE CHIRURGISCHE BEHANDELING VAN DE HERNIA NUCLEI PULPOSI LUMBALIS EEN GERANDOMISEERD DOELMATIGHEIDSONDERZOEK NAAR DE CHIRURGISCHE BEHANDELING VAN DE HERNIA NUCLEI PULPOSI LUMBALIS Afdeling Neurochirurgie Leids Universitair Medisch Centrum 1 Project Werkgroep: Projectleiding

Nadere informatie

Nekhernia. Neurologische behandeling. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl

Nekhernia. Neurologische behandeling. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl Nekhernia Neurologische behandeling Informatie voor patiënten F0998-3111 maart 2012 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam

Nadere informatie

Nekhernia (neurologische behandeling)

Nekhernia (neurologische behandeling) Nekhernia (neurologische behandeling) U bent door uw huisarts of door een andere arts verwezen naar de afdeling Neurologie van HMC (Haaglanden Medisch Centrum) voor een afspraak bij een neuroloog. Er is

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

Samenvatting studieprotocol en richtlijn behandeling huisarts

Samenvatting studieprotocol en richtlijn behandeling huisarts Samenvatting studieprotocol en richtlijn behandeling huisarts Een wetenschappelijk onderzoek naar de (kosten) effectiviteit van operatie vergeleken met een voortgezet conservatief beleid bij de behandeling

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae

Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 9 SAMENVATTING Hoofdstuk 1 bevat een korte inleiding over het diagnostische proces en er worden twee van de meest gebruikte diagnostische beeldvormende

Nadere informatie

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Hernia in de onderrug. rkz.nl

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Hernia in de onderrug. rkz.nl Patiënteninformatie Hernia in de onderrug rkz.nl Wat is het? Een hernia nuclei pulposi (HNP, kortweg hernia) is een uitstulping van een tussenwervelschijf die een zenuw beknelt die naar het been loopt.

Nadere informatie

Zorginnovatie voor pijnlijke diabetische polyneuropathie. Margot Geerts Verpleegkundig Specialist

Zorginnovatie voor pijnlijke diabetische polyneuropathie. Margot Geerts Verpleegkundig Specialist Zorginnovatie voor pijnlijke diabetische polyneuropathie Margot Geerts Verpleegkundig Specialist Diabetische polyneuropathie 1. Distale symmetrische polyneuropathie Uitval van een combinatie van sensore,

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29800 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Moojen, Wouter Anton Title: Introducing new implants and imaging techniques for

Nadere informatie

Rughernia. (Hernia nuclei pulposi)

Rughernia. (Hernia nuclei pulposi) Rughernia (Hernia nuclei pulposi) Wat is een hernia? Hernia betekent letterlijk breuk. Een hernia nuclei pulposi (kortweg HNP) komt voor in de wervelkolom en bestaat uit een scheur in de achterkant van

Nadere informatie

Nekhernia. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Nekhernia. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden Nekhernia Neurochirurgische behandeling Informatie voor patiënten F0801-3510 december 2012 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260

Nadere informatie

CERVICALE HERNIA 17962

CERVICALE HERNIA 17962 CERVICALE HERNIA 17962 Inleiding Om een goed begrip te krijgen van wat een hernia is, is het belangrijk u eerst iets te vertellen over de bouw van een wervelkolom. De menselijke wervelkolom (zie afbeelding)

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Een prospectief gerandomiseerd onderzoek. Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Patiënteninformatie. Een prospectief gerandomiseerd onderzoek. Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Patiënteninformatie Een wetenschappelijk onderzoek naar de (kosten) effectiviteit van operatie vergeleken met een voortgezet conservatief beleid bij de behandeling van patiënten met een lumbale kanaalstenose

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/51105 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Korse, N.S. Title: A multi-perspective approach to cauda equina syndrome dedicated

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren DSSR 2017 Geïnstrumenteerd (A) en ongeïnstrumenteerd (B)

Factsheet Indicatoren DSSR 2017 Geïnstrumenteerd (A) en ongeïnstrumenteerd (B) Factsheet en DSSR 2017 Geïnstrumenteerd (A) en ongeïnstrumenteerd (B) DSSR 2017.4 Registratie gestart: 2014 Datum Versie Mutatie Eigenaar 06-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen 1 juli

Nadere informatie

Nekhernia Neurochirurgische behandeling

Nekhernia Neurochirurgische behandeling Nekhernia Neurochirurgische behandeling Er is bij u een nekhernia geconstateerd. De arts heeft met u afgesproken dat u hieraan geopereerd wordt. In deze folder vindt u informatie over de aandoening en

Nadere informatie

LAGE RUGKLACHTEN / HERNIA Oorzaak en behandeling, wel of niet opereren?

LAGE RUGKLACHTEN / HERNIA Oorzaak en behandeling, wel of niet opereren? LAGE RUGKLACHTEN / HERNIA Oorzaak en behandeling, wel of niet opereren? Dokter op dinsdag, 28 februari 2012 Marcel Garssen Neuroloog Jeroen Bosch Ziekenhuis Inleiding Er is nog een boel recht te zetten.

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Lage Rug Hernia (DSSR) A. Beschrijving Indicator

Factsheet Indicatoren Lage Rug Hernia (DSSR) A. Beschrijving Indicator Factsheet en Lage Rug Hernia (DSSR) A. Beschrijving DSSR 2014 [2.5; 14-11- 2014] Registratie gestart: 01-01- 2014 Gestart met Spinaalchirurgie Lumbaal geïnstrumenteerd; Januari 2015 start met Lumbale hernia

Nadere informatie

Acuut Lumbosacraal Radiculair Syndroom

Acuut Lumbosacraal Radiculair Syndroom Neurologie Kies rechts op de pagina het onderwerp. Acuut Lumbosacraal Radiculair Syndroom Uitgangspunt Huisarts Patiënt NHG standaard M55 De diagnose acuut lumbosacraal radiculair syndroom wordt gesteld

Nadere informatie

Cervicaal Radiculair Syndroom (Nekklachten)

Cervicaal Radiculair Syndroom (Nekklachten) Cervicaal Radiculair Syndroom (Nekklachten) U wordt binnenkort onderzocht/behandeld in Meander Medisch Centrum. Uw arts of specialist heeft u ongetwijfeld al de nodige informatie gegeven. In deze brochure

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43013 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hofstede, S.N. Title: Optimization of care in orthopaedics and neurosurgery Issue

Nadere informatie

Whiplash en duizeligheid: een paar apart Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp

Whiplash en duizeligheid: een paar apart Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Whiplash en duizeligheid: een paar apart Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Wat te vewachten? 1. Praktijkervaring en registratie 2. Whiplash-trial 3. Prognostische factoren 1. Patiëntgegevens 1998 2003 Praktijk

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016

Factsheet Indicatoren Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016 Factsheet en Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016 Registratie gestart: 2014 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Alle patienten met een degeneratieve lumbale wervelkolomaandoening die een

Nadere informatie

Herniastraat Een versneld onderzoeks- en behandeltraject bij verdenking op een rughernia

Herniastraat Een versneld onderzoeks- en behandeltraject bij verdenking op een rughernia Het MCL biedt patiënten met rugklachten en uitstralende pijn een verkort onderzoeks- en behandeltraject: de herniastraat. Dit houdt in dat er binnen één dag een diagnose gesteld wordt en u een behandeling

Nadere informatie

TRANSMURAAL PROTOCOL LUMBAAL RADICULAIR SYNDROOM

TRANSMURAAL PROTOCOL LUMBAAL RADICULAIR SYNDROOM TRANSMURAAL PROTOCOL LUMBAAL RADICULAIR SYNDROOM WERKAFSPRAKEN Anamnese en onderzoek: Radiculair syndroom (1) Stop Kracht < graad 4: Mictiestoornissen (2) Binnen 1 dag verwijzen naar neuroloog Uitvalsverschijnselen

Nadere informatie

Samenvatting*en*conclusies* *

Samenvatting*en*conclusies* * Samenvatting*en*conclusies* * Kwaliteitscontrole-in-vaatchirurgie.-Samenvattinginhetnederlands. Inditproefschriftstaankwaliteitvanzorgenkwaliteitscontrolebinnende vaatchirurgie zowel vanuit het perspectief

Nadere informatie

LUMBAAL RADICULAIR SYNDROOM

LUMBAAL RADICULAIR SYNDROOM INTERLINE LUMBAAL RADICULAIR SYNDROOM maart 2017 Inleiding Zie de werkafspraak Lumbaal radiculair syndroom De huidige werkgroep bestaat uit: Huisartsen: Annemiek Meutstege Martin Olieman Bonne Rik Wesseler

Nadere informatie

Beleid na een whiplashletsel. Informatie voor hulpverleners

Beleid na een whiplashletsel. Informatie voor hulpverleners Beleid na een whiplashletsel Informatie voor hulpverleners Inleiding Hierbij treft u een samenvatting aan van de regionale richtlijn met betrekking tot de diagnostiek en behandeling van patiënten met een

Nadere informatie

Hernia in de onderrug

Hernia in de onderrug Hernia in de onderrug Een hernia (hernia nuclei pulposi, HNP) is een uitstulping van de tussenwervelschijf. Als deze uitstulping zich in een tussenwervelschijf in de onderrug bevindt, bij de lumbale wervels,

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in

Nadere informatie

Subacromiaal Impingement Syndroom Studie

Subacromiaal Impingement Syndroom Studie Subacromiaal Impingement Syndroom Studie Geachte heer/mevrouw, In aansluiting op het gesprek met uw behandelend arts ontvangt u hierbij de schriftelijke informatie met betrekking tot een wetenschappelijk

Nadere informatie

Lumbaal radiculair syndroom ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Lumbaal radiculair syndroom ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN INTERLINE Lumbaal radiculair syndroom Inleiding maart 2017 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Zie de werkafspraak Lumbaal radiculair syndroom De huidige werkgroep bestaat

Nadere informatie

Tenniselleboog (Epicondylitis Lateralis)

Tenniselleboog (Epicondylitis Lateralis) Tenniselleboog (Epicondylitis Lateralis) TENNISELLEBOOG (EPICONDYLITIS LATERALIS) WAT IS EEN TENNISELLEBOOG? Een tenniselleboog is een veel voorkomende aandoening. Een tenniselleboog is een degeneratieve

Nadere informatie

Nekhernia. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Nekhernia. Ziekenhuis Gelderse Vallei Nekhernia Ziekenhuis Gelderse Vallei In overleg met uw behandelend specialist, heeft u besloten tot een operatie aan een nekhernia. In deze folder vindt u informatie over de behandeling. Hernia De wervelkolom

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma

Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma. Fysiotherapie na acceleratie deceleratie trauma Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Hans Allaart Fysiotherapeut Sport Fysiotherapeut Orthopedische Manueel Th. Dryneedling Fysiotherapie na acceleratie

Nadere informatie

Cervicale Spondylodese

Cervicale Spondylodese 6073p ORT.038/1209.CV Zorgcommunicatie www.amphia.nl Cervicale Spondylodese Halswervelkolom Orthopedie Inleiding U wordt binnenkort in het Amphia Ziekenhuis verwacht voor een operatie aan de halswervelkolom.

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren DSSR 2018 Geïnstrumenteerd (A) DSSR 2018 Registratie gestart: 2014

Factsheet Indicatoren DSSR 2018 Geïnstrumenteerd (A) DSSR 2018 Registratie gestart: 2014 Factsheet en DSSR 2018 Geïnstrumenteerd (A) DSSR 2018 Registratie gestart: 2014 Inclusie- en exclusiecriteria geïnstrumenteerd (A) Inclusie Alle patiënten die operatief behandeld worden aan de lumbale

Nadere informatie

Lage rughernia Neurochirurgische behandeling

Lage rughernia Neurochirurgische behandeling Lage rughernia Neurochirurgische behandeling Er is bij u een hernia in de onderrug geconstateerd. Dit wordt ook wel een lage rughernia genoemd. In deze folder vindt u informatie over de aandoening en de

Nadere informatie

Lage rug hernia. Poli Neurochirurgie

Lage rug hernia. Poli Neurochirurgie Lage rug hernia Poli Neurochirurgie De wervelkolomchirurg (neurochirurg) heeft bij u een hernia vastgesteld. In dit informatieboekje leest u meer over deze diagnose en over de mogelijke chirurgische behandeling.

Nadere informatie

ITDD intake. Algemeen Patientcode. Patientgegevens Patiëntnummer kliniek (bijv. ZIS-code) Behandelaars Naam anesthesiolo(o)g(en)

ITDD intake. Algemeen Patientcode. Patientgegevens Patiëntnummer kliniek (bijv. ZIS-code) Behandelaars Naam anesthesiolo(o)g(en) ITDD intake Patientcode Patientgegevens Patiëntnummer kliniek (bijv. ZIS-code) Geslacht (1) man (2) vrouw Geboortedatum Behandelaars Naam anesthesiolo(o)g(en) Naam revalidatiearts(en) ziekenhuis Naam revalidatiearts(en)

Nadere informatie

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Informatie & behandeling. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis

Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Informatie & behandeling. Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Hernia met een radiculair syndroom in de lage rug Informatie & behandeling Afdeling Fysiotherapie IJsselland Ziekenhuis Inleiding U bent patiënt op de afdeling neurologie van het IJsselland Ziekenhuis

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Patient gegevens. Patiënt gegevens. Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153

Patient gegevens. Patiënt gegevens. Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153 Patient gegevens Patiënt gegevens Naam: Bakker, Sanne Adres: Spaarne 153 Postcode: 2011CG Haarlem Geboortedatum: 5-6-1996 Leeftijd: 20 Geslacht: V Telefoon: 0616287075 Telefoon mobiel: Telefoon werk: Email:

Nadere informatie

DISTRICTS. Case Record Form Baseline meting arts VERTROUWELIJK. Versie 1.7. Contactinformatie: Wijnand Palmbergen, uitvoerend onderzoeker

DISTRICTS. Case Record Form Baseline meting arts VERTROUWELIJK. Versie 1.7. Contactinformatie: Wijnand Palmbergen, uitvoerend onderzoeker Studienummer: Pagina 1 van 10 DISTRICTS Case Record Form Baseline meting arts Versie 1.7 VERTROUWELIJK DISTRICTS studienummer: (wordt gegenereerd) Contactinformatie: Wijnand Palmbergen, uitvoerend onderzoeker

Nadere informatie

CERVICALE HERNIA. Franciscus Gasthuis

CERVICALE HERNIA. Franciscus Gasthuis CERVICALE HERNIA Franciscus Gasthuis Inleiding Om een goed begrip te krijgen van wat een hernia is, is het belangrijk om u eerst iets te vertellen over de bouw van een wervelkolom. De menselijke wervelkolom

Nadere informatie

Rughernia. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Rughernia. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee! Rughernia U heeft klachten die mogelijk duiden op een rughernia. Daarom bent u naar de neuroloog verwezen. In deze folder kunt u meer lezen over een hernia, de mogelijke behandeling, het behandelteam en

Nadere informatie

Informatieblad voor deelnemers gedurende opvolging. De CENTER-TBI studie

Informatieblad voor deelnemers gedurende opvolging. De CENTER-TBI studie Informatieblad voor deelnemers gedurende opvolging De CENTER-TBI studie Tijdens de acute fase na uw ongeval, heeft u deelgenomen aan een multicenter onderzoek, gefinancierd door de Europese unie (The Collaborative

Nadere informatie

Rotator cuff scheur. De meeste scheuren treden op in de supraspinatus maar andere delen van de pees kunnen ook zijn aangedaan.

Rotator cuff scheur. De meeste scheuren treden op in de supraspinatus maar andere delen van de pees kunnen ook zijn aangedaan. Rotator Cuff Scheur Rotator cuff scheur Inleiding Een rotator cuff scheur is een vaak voorkomende oorzaak van pijn en ongemak in de schouder bij een volwassene. De rotator cuff bestaat uit 4 spieren en

Nadere informatie

Lage rughernia. Neurologische behandeling. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Lage rughernia. Neurologische behandeling. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden Lage rughernia Neurologische behandeling Informatie voor patiënten F0984-1051 februari 2012 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260

Nadere informatie

Informatiebrief GRAFITI-studie

Informatiebrief GRAFITI-studie Informatiebrief GRAFITI-studie Titel van het onderzoek GRAFITI-studie: onderzoek naar de groei van agressieve fibromatose. Geachte heer/mevrouw, Wij vragen u vriendelijk om mee te doen aan een medisch-wetenschappelijk

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Lage Rug Hernia of Stenose Chirurgie (DSSR 2) 2016

Factsheet Indicatoren Lage Rug Hernia of Stenose Chirurgie (DSSR 2) 2016 Factsheet en Lage Rug Hernia of Stenose Chirurgie (DSSR 2) 2016 Registratie gestart: 2014 Inclusie en Exclusie criteria - Lage Rug Hernia of Stenose Chirurgie Inclusie: Alle patiënten met een lumbale wervelkolomaandoening

Nadere informatie

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog

Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten. Ton Kuijpers, Epidemioloog Evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) training voor patiënten Ton Kuijpers, Epidemioloog Guru based medicine Inhoud Voorbeeld van een wetenschappelijk onderzoeksdesign (RCT) Mate van bewijs Conclusies

Nadere informatie

Cervikale discus hernia (nekhernia) en cervikale discarthrose (nekarthrose) Pagina 1 van 5

Cervikale discus hernia (nekhernia) en cervikale discarthrose (nekarthrose) Pagina 1 van 5 Pagina 1 van 5 Pagina 2 van 5 Overzicht cervikale discus hernia/discarthrose. uitstulping van de discus die op een zenuw drukt (discus hernia) slijtage van één of meerdere discussen (discarthrose) veroorzaakt

Nadere informatie

Chapter 10 Samenvatting

Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke

Nadere informatie

Nekhernia. Neurochirurgie. mca.nl

Nekhernia. Neurochirurgie. mca.nl Nekhernia Neurochirurgie mca.nl Inhoudsopgave Wat is een hernia 3 Hoe is de wervelkolom gebouwd? 4 Hoe ontstaat een hernia? 5 Hoe weet de arts dat u een hernia heeft? 5 De behandeling van een hernia en

Nadere informatie

Samenvatting hoofdstuk 1

Samenvatting hoofdstuk 1 Samenvatting In de inleiding (hoofdstuk 1) wordt de voorgeschiedenis van de hoofdhalsoncologie beschreven. De eerste publicatie over de radicale halsklierdissectie werd beschreven door Crile in 1906. Crile

Nadere informatie

Hernia. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Hernia. Ziekenhuis Gelderse Vallei Hernia Ziekenhuis Gelderse Vallei De rug bestaat uit een dynamische keten van wervels, die bestaan uit bot met tussenwervelschijven. Een tussenwervelschijf, ook wel discus genaamd, bestaat uit een kraakbeenachtige

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren DSSR 2018 Ongeïnstrumenteerd (B)

Factsheet Indicatoren DSSR 2018 Ongeïnstrumenteerd (B) Factsheet en DSSR 2018 Ongeïnstrumenteerd (B) DSSR 2018 Registratie gestart: 2014 Datum Versie Mutatie Eigenaar 30-08-2018 2018.5 Aanpassing verplicht naar vrijwillig voor alle indicatoren DICA Inclusie-

Nadere informatie

De waarde van echografisch diagnostisch onderzoek. Marc Weyts, huisarts-echografist April 2018

De waarde van echografisch diagnostisch onderzoek. Marc Weyts, huisarts-echografist April 2018 De waarde van echografisch diagnostisch onderzoek Marc Weyts, huisarts-echografist April 2018 Geen Geen Geen Geen NHG standaard schouderklachten (2 e heriene versie 2008) Eenvoudig, pragmatisch en stapsgewijs

Nadere informatie

TRANSMURAAL PROTOCOL LUMBAAL RADICULAIR SYNDROOM

TRANSMURAAL PROTOCOL LUMBAAL RADICULAIR SYNDROOM TRANSMURAAL PROTOCOL LUMBAAL RADICULAIR SYNDROOM WERKAFSPRAKEN Anamnese + onderzoek: Radiculair syndroom (1) Stop Kracht < graad 4 (2), Mictiestoornissen binnen 1 dag verwijzen naar neuroloog Uitvalsverschijnselen

Nadere informatie

Cervicale hernia (nekhernia)

Cervicale hernia (nekhernia) Operatie aan de nek De halswervelkolom bestaat uit zeven wervels (C1 tot en met C7). Tussen de wervels zit vanaf de tweede nekwervel (C2) steeds een tussenwervelschijf (discus). Cervicale hernia (nekhernia)

Nadere informatie

Informatie betreffende wetenschappelijk onderzoek getiteld:

Informatie betreffende wetenschappelijk onderzoek getiteld: Informatie betreffende wetenschappelijk onderzoek getiteld: Kunststof matje versus geen matje voor navelbreuken: een dubbel blind, prospectief gerandomiseerd onderzoek Engelse titel: Mesh versus suture

Nadere informatie

NRC-Studie. Nederlandse Vereniging voor Arthroscopie Rotator Cuff Studie

NRC-Studie. Nederlandse Vereniging voor Arthroscopie Rotator Cuff Studie Nederlandse Vereniging voor Arthroscopie Rotator Cuff Studie Patiënt Informatie Brief Afdeling Orthopaedie Medisch Centrum Haaglanden Januari 2008 Geachte heer, mevrouw, Inleiding U heeft een rotator cuff

Nadere informatie

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek

Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Proefpersoneninformatie voor deelname aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Titel van het onderzoek Fysiotherapie na een totale knie of heup prothese, de PATIO studie Inleiding Geachte heer/mevrouw, Wij

Nadere informatie

Cervicaal radiculair syndroom: een algemene beschouwing op de hedendaagse behandeling

Cervicaal radiculair syndroom: een algemene beschouwing op de hedendaagse behandeling Cervicaal radiculair syndroom: een algemene beschouwing op de hedendaagse behandeling Cervical radicular syndrome: a general reflection on contemporary treatment C.L.A. Vleggeert-Lankamp, B. Kuijper Samenvatting

Nadere informatie

Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje. Geachte heer/mevrouw, Zwolle, april 2010

Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje. Geachte heer/mevrouw, Zwolle, april 2010 Patiënteninformatie Prevent trial Isala kliniek ABR nummer: 22695 Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje. Originele titel: Preventie van parastomale hernia

Nadere informatie

Factsheet indicatoren DSSR/Wervelkolomregistratie 2019 Geïnstrumenteerd (A)

Factsheet indicatoren DSSR/Wervelkolomregistratie 2019 Geïnstrumenteerd (A) Factsheet indicatoren DSSR/Wervelkolomregistratie 2019 Geïnstrumenteerd (A) DSSR 2019.1 Registratie gestart: 2014 Datum Versie Mutatie Eigenaar 29-03-2018 2019.1 Concept indicatorengids registratiejaar

Nadere informatie

hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Om de herkenning van patiënten met depressieve stoornis in de eerste lijn te verbeteren wordt wel screening aanbevolen. Voorts worden pakketinterventies aanbevolen om de kwaliteit van zorg en de resultaten

Nadere informatie

Het werkt! Helpt het ook?

Het werkt! Helpt het ook? Verklarend, pragmatisch en economisch onderzoek Wilbert van den Hout Medische Besliskunde, LUMC Het werkt! Helpt het ook? Spectrum van onderzoek Verklarend pathofysiologisch Pragmatisch & Economisch Pre-klinisch

Nadere informatie

Vernauwing van het wervelkanaal

Vernauwing van het wervelkanaal Vernauwing van het wervelkanaal in de onderrug Neurochirurgische behandeling Informatie voor patiënten F0849-3510 februari 2014 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester

Nadere informatie

Onze behandelresultaten

Onze behandelresultaten Onze behandelresultaten NedSpine streeft er naar op alle fronten de hoogst mogelijke kwaliteit van zorg aan te bieden. Centraal daarbij staan de resultaten van onze operatieve behandelingen. Wij voeren

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Sinds enkele decennia is de acute zorg voor brandwondenpatiënten verbeterd, hetgeen heeft geresulteerd in een reductie van de mortaliteit na verbranding, met name van patiënten

Nadere informatie

Polikliniek Carpale Tunnelsyndroom (CTS)

Polikliniek Carpale Tunnelsyndroom (CTS) Polikliniek Carpale Tunnelsyndroom (CTS) U bent door uw huisarts verwezen naar de polikliniek Carpale Tunnel Syndroom (CTS) van de afdeling Neurologie. In deze brochure vindt u informatie over het CTS

Nadere informatie

Een operatie bij uitzaaiingen in de wervelkolom

Een operatie bij uitzaaiingen in de wervelkolom Een operatie bij uitzaaiingen in de wervelkolom Informatie voor patiënten F1087-3510 november 2013 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411,

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje.

Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje. Patiënteninformatie Prevent Trial ABR Nummer: 22695 Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje. Originele titel: Preventie van parastomale hernia door versterking

Nadere informatie

Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje

Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje Patiënteninformatie Prevent Trial ABR Nummer: 22695 Voorkómen van een littekenbreuk naast het stoma door plaatsing van een kunststof matje Originele titel: Preventie van parastomale hernia door versterking

Nadere informatie

Ruggespraak. Ruggespraak. Presentatie Ariette Sanders - Netwerkbijeenkomst Platform Gedeelde Besluitvorming - Maart 2013 RUGPIJN? agenda.

Ruggespraak. Ruggespraak. Presentatie Ariette Sanders - Netwerkbijeenkomst Platform Gedeelde Besluitvorming - Maart 2013 RUGPIJN? agenda. agenda Ruggespraak Kennismaking Achtergrond van het onderzoek Methode Resultaten Discussie Conclusie A.R.J. Sanders1, W.Verheul2, T.Magneé2, H.M.Pieters, P. Verhaak2, N.J. de Wit1,, J.M. Bensing2 RUGPIJN?

Nadere informatie

RESULTATEN NATIONALE PIJNMETING: PIJNPATIENTEN SIGNALEREN ERNSTIG GEBREK AAN ERKENNING EN GOEDE ZORG

RESULTATEN NATIONALE PIJNMETING: PIJNPATIENTEN SIGNALEREN ERNSTIG GEBREK AAN ERKENNING EN GOEDE ZORG Verslag bijeenkomst 21 januari 2011 Erasmus MC RESULTATEN NATIONALE PIJNMETING: PIJNPATIENTEN SIGNALEREN ERNSTIG GEBREK AAN ERKENNING EN GOEDE ZORG Partners Mijnpijn.nl vinden dat chronische pijn prioriteit

Nadere informatie