Jaarverslag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag 2013-2014"

Transcriptie

1 Jaarverslag

2 1

3 Inhoudstafel Voorwoord... 8 DEEL I - ORGANISATIESTRUCTUUR Overzicht en adressen van vestigingen van de hogeschool Bestuurlijke organen op centraal niveau Algemene Vergadering Raad van Bestuur Comités opgericht door de Raad van Bestuur Directiecomité UC-Raad Bestuurscollege Inspraak- en medezeggenschapsorganen Academische Raad Hogeschoolonderhandelingscomité (HOC) Studiegebiedonderhandelingscomité (SOC) Campusraad Studentenraad Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk Overleg op het niveau van het UC Algemeen Beheer Staf Academische Diensten Overlegfora AO en PO Overlegfora PO DEEL II - ONDERWIJS Beleidslijnen voor het hogeschoolonderwijs Krachtlijnen van het HUB-KAHO onderwijsbeleid Kwaliteitszorg Opleidingsaanbod Permanente vorming Opdrachtsverklaring Opleidingsaanbod academiejaar Kwaliteitszorg Onderwijs- en examenregeling

4 5. Studieloopbaanbegeleiding en ombudsdienst Instroombegeleiding Doorstroombegeleiding Uitstroombegeleiding Diversiteitsbeleid Taalbeleid Taalbeleid en taalondersteuning in HUB-KAHO Het gebruik van een andere onderwijstaal dan het Nederlands Internationalisering Visie en missie internationalisering HUB-KAHO Mobility offices Internationalisering in opleidingen en studiegebieden Basisprocessen internationalisering Internationaliseringsbeleid: doelen en resultaten Rapportering mobiliteit internationalisering PO HUB-KAHO Netwerken Samenwerkingsovereenkomsten met buitenlandse hogescholen of universiteiten (bilateraal en multilateraal) Intensieve programma s Kort Opleidingsinitiatief (VLIR-UOS-KOI) Andere internationaliseringsinitiatieven in samenwerkingsverband DEEL III - ONDERZOEK Onderzoeksbeleid en organisatie Algemeen beleid en visie Uitvoering Organisatie Kwaliteitszorg PWO-voorbereidingsprojecten PWO-projecten Besteding PWO-middelen, defiscalisatiemiddelen, extern verworven middelen voor onderzoek Aanwending van de interne middelen voor onderzoek (PWO-middelen, defiscalisatiemiddelen, ) Projecten gefinancierd door externe opdrachtgevers

5 5. Onderzoeks- en valorisatieresultaten Integratie onderzoek-onderwijs DEEL IV - PERSONEEL Personeelsbeleid en de effecten ervan Selectie en aanwerving Onthaal en introductie van nieuwe personeelsleden Bijscholing en professionalisering van het personeel Beloningssystemen en loopbaanmogelijkheden Taakinvulling Overleg met personeel i.v.m. taakinhoud, problemen en ontwikkeling Evaluatie van het personeel Personeelsverloop Personeelsbestand Opsplitsing naar studiegebied en dienstencluster (in FTE) op 1 februari Indeling personeel volgens financieringsbron (in FTE) op 1 februari Verdeling en benoemingspercentage van het personeel betaald ten laste van de werkingsuitkeringen Verdeling van het personeel ten laste van het Centraal Fonds en het Kinefonds (in FTE) op 1 februari Verdeling van het patrimoniumpersoneel (in FTE) op 1 februari Opsplitsing naar personeelsleden binnen en buiten formatie (in FTE) op 1 februari Opsplitsing personeel naar geslacht Aantal voltijdse en deeltijdse personeelsleden, exclusief gastprofessoren (in absolute cijfers) op 1 februari Leeftijdsstructuur van het personeel (in FTE) op 1 februari Ratio-analyse over de laatste drie boekjaren Staat van personeelskosten DEEL V - DIENSTVERLENING De beleidsdoelstellingen op het gebied van de maatschappelijke dienstverlening, deelname in spin-off bedrijven en relaties met vzw s en andere rechtspersonen Beleid inzake dienstverlening Beleidsdoelstellingen op korte en middellange termijn voor dienstverlening Resultaten Een overzicht van de afgesloten overeenkomsten Wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening Deelname in spin-off bedrijven Deelname in spin-off ondersteunende bedrijven

6 3. De besteding van de middelen Wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening Het personeelsbestand in de maatschappelijke dienstverlening, de deelname in spin-off bedrijven en de relaties met vzw s en andere rechtspersonen Wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening Deelname in spin-off bedrijven Deelname in spin-off ondersteunende bedrijven DEEL VI - STUDENTENVOORZIENINGEN HUB-KAHO Inleiding Strategische doelstellingen Samenwerkingsverbanden Samenwerking inzake catering Regionale Samenwerkingen Vlaamse Studentensportfederatie vzw KU Leuven Associatie KU Leuven JOSdatabank VLHORA De Lijn Code en Praxis P CEBUD (Centrum voor budgetadvies en onderzoek van Thomas More) Vzw CJP Werkvelden Studentenbegeleiding Sociale Dienstverlening Studentenwerking Voeding Huisvesting Vervoer Algemene Conclusie DEEL VII - FINANCIËN Inleiding De Balans De activa De passiva

7 3. De resultatenrekening De vergelijking met de begroting De investeringen De cashflows De ratio s Financiële ratio s Conclusies BIJLAGEN Bijlagen bij deel I Organisatiestructuur Bijlagen bij deel IV Personeel Bijlage 1 - Overzicht met het aantal uren gevolgde opleiding Bijlage 2 - Onderwerpen van de interne opleidingen in Bijlagen bij deel V Maatschappelijke dienstverlening Bijlage 1 - Intern reglement betreffende de deelname in en relaties met vzw s of andere rechtspersonen door HUB-KAHO Bijlage 2 - Intern reglement betreffende de maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening

8 7

9 Voorwoord Dit jaarverslag is een weergave van tal van realisaties op de diverse actieterreinen van de hogeschool in academiejaar Hoewel het neerleggen van een dergelijk activiteitenverslag een jaarlijkse traditie is, is het voorliggende jaarverslag uniek. Voor het eerst leggen de Hogeschool-Universiteit Brussel en de KAHO Sint-Lieven immers een geïntegreerd jaarverslag voor. Het academiejaar is voor beide instellingen zonder meer een mijlpaal, en wel om twee redenen: enerzijds omwille van de integratie van hun academische opleidingen in de KU Leuven en anderzijds omwille van de formele fusie van beide hogescholen op 1 januari Om voorbereid te zijn op de uitdagingen die deze twee belangrijke evoluties met zich meebrengen, maakte HUB-KAHO in werk van een nieuwe missie, visie en een set van gemeenschappelijke waarden. HUB-KAHO wil open staan, verbinden, emanciperen en grenzen verleggen. Die visieoefening, met een grote betrokkenheid van studenten en personeelsleden, was nodig om de identiteit van de nieuwe organisatie scherp te stellen. De inzichten die het participatieve visietraject opleverden, vormden de basis voor de zoektocht naar een nieuwe naam voor de fusiehogeschool. Hogeschool-Universiteit Brussel en KAHO Sint- Lieven hebben samen én apart vele jaren hun stempel gedrukt op het hoger onderwijs in Vlaanderen, en gaan voortaan samen verder onder de naam Odisee. De nieuwe visie, missie en waarden vormden daarenboven de voedingsbodem voor een nieuw Strategisch Plan Daarin vertaalt de hogeschool haar ambities in vijf strategische speerpunten. Dit zijn de bijzondere ambities waarop de instelling zich de eerstvolgende vijf jaar wil focussen. Hun strategisch karakter ontlenen ze aan de mate waarin ze aansluiten bij de grote beleidslijnen die internationaal worden voorgedragen als relevant voor het hoger onderwijs, alsook aan de mate waarmee ze de identiteit van de instelling verzekeren. Op die wijze garanderen ze én de continuïteit én de ontwikkeling van een eigen profiel van onze hogeschool. De hogeschool realiseert die ambities niet alleen, maar wil ze uitdrukkelijk waarmaken als een open, innovatieve en performante (onderwijs)gemeenschap. Daarom besteedde de hogeschool in uitdrukkelijke aandacht aan haar structurele verbindingen met het werkveld. Daarnaast vormde ook de plechtige ondertekening van een samenwerkingsakkoord met zeven onderwijsinstellingen van het hoger beroepsonderwijs in Brussel, Aalst, Gent en Sint-Niklaas op 23 juni 2014 het startpunt van een nieuw partnerschap. Het samenwerkingsverband zal zich inzetten om het hoger beroepsonderwijs (HBO5) meer bekendheid te geven en kwalitatief te versterken. In 2014 kregen lang voorbereide hervormingen hun beslag in de dagdagelijkse realiteit van de instelling. Een voorbeeld daarvan is de herschikking van de administratieve en onderwijsondersteunende diensten als gevolg van fusie en integratie. Ondanks die veranderrijke context werden in 2014 sterke resultaten neergezet, die wij met trots voorstellen in dit jaarverslag. Ze vormen een stevig fundament voor het waarmaken van de ambities die Odisee vooropstelt in haar strategische speerpunten en scheppen vertrouwen in de toekomst. Dirk De Ceulaer Algemeen directeur Jan Smets Voorzitter Raad van Bestuur 8

10 9

11 10

12 11

13 Deel I - ORGANISATIESTRUCTUUR 1. OVERZICHT EN ADRESSEN VAN VESTIGINGEN VAN DE HOGESCHOOL Campus Brussel Warmoesberg Brussel info@odisee.be Campus Brussel - Terranova Blekerijstraat bus Brussel info@odisee.be Campus Parnas Stationsstraat Dilbeek spp@odisee.be Campus Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Huart Hamoirlaan Brussel Tel.: Fax: info.hig@odisee.be Technologiecampus Gent Gebroeders De Smetstraat Gent info.gent@odisee.be Campus Dirk Martens Kwalestraat Aalst info.aalst@odisee.be Campus Waas Hospitaalstraat Sint-Niklaas info.waas@odisee.be 12

14 2. BESTUURLIJKE ORGANEN OP CENTRAAL NIVEAU Op 23 juni 2010 keurde de Raad van Bestuur tijdens zijn vergadering het Intern Reglement van de Raad van Bestuur goed. Het reglement moet de raad in staat stellen zijn bevoegdheid ten volle uit te oefenen en de doeltreffendheid van de raad te verhogen. Zoals in het intern reglement van de Raad van Bestuur werd opgenomen brengt de hogeschool jaarlijks verslag uit van de belangrijkste aspecten van haar corporate governance-beleid in het jaarverslag van de hogeschool. Naar aanleiding van de samenwerking van de HUB met KAHO Sint-Lieven onderging de Raad van Bestuur tijdens het academiejaar een volledige wijziging. Met het oog op een zo groot mogelijke bestuurlijke eenheid werden op 26 mei 2010 de Raden van Bestuur van de vzw HUB-EHSAL, de vzw HUB-KUBrussel en de vzw KAHO Sint-Lieven opnieuw samengesteld. Dezelfde bestuurders zetelen in de Raad van Bestuur van de drie vzw s. Op 1 januari 2014 is de juridische fusie van de vzw HUB-EHSAL en de vzw KAHO Sint-Lieven een feit en draagt de hogeschool de naam HUB-KAHO Algemene Vergadering Samenstelling De vereniging telt werkende (met stemrecht) en toegetreden leden (zonder stemrecht). De werkende leden behoren tot een van de volgende geledingen: een geleding die samengesteld is uit de hogescholen van de Associatie KU Leuven, een geleding die de KU Leuven vertegenwoordigt en een groep gecoöpteerde leden waaronder o.m. een groep onafhankelijke leden en de voorzitter van de associatie. Door de beslissing van de Bijzondere Algemene Vergadering van 28 november 2012 om de statuten van de vzw te wijziging conform de Modelstatuten Hogescholen Associatie KU Leuven is de samenstelling van de Algemene Vergadering voor elke instelling van de Associatie KU Leuven dezelfde. Per instelling kan er een andere voorzitter en ondervoorzitter zijn. In academiejaar was de Algemene Vergadering als volgt samengesteld: - KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN, vertegenwoordigd door Herman Daems, Herman Cousy, Jef Janssens, Ludo Melis, Pierre Verbaeten, Guido Verhoven - VZW GROEP T - HOGESCHOOL LEUVEN, vertegenwoordigd door Georges De Graeve, voorzitter Groep T en Johan De Graeve, plaatsvervanger - VZW HUB-EHSAL, vertegenwoordigd door Jan Smets, voorzitter HUB-EHSAL - VZW KAHO SINT-LIEVEN, vertegenwoordigd door Jan Smets, voorzitter KAHO Sint-Lieven 13

15 - VZW KATHOLIEKE HOGESCHOOL LEUVEN, vertegenwoordigd door Jos Clijsters, voorzitter KH Leuven en Roger Haest, plaatsvervanger - VZW KATHOLIEKE HOGESCHOOL LIMBURG, vertegenwoordigd door Norbert Van Broekhoven, voorzitter KH Limburg en Karel PEETERS, plaatsvervanger - VZW LUCA School of Arts, vertegenwoordigd door Jean-Pierre Rammant, voorzitter LUCA Brussel en Sabine DE BETHUNE, plaatsvervanger - VZW THOMAS MORE ANTWERPEN, vertegenwoordigd door Koen Geens, voorzitter Thomas More Antwerpen en Pieter Kerremans, plaatsvervanger - VZW THOMAS MORE Kempen, vertegenwoordigd door Koen Geens, voorzitter Thomas More Kempen en Pieter Kerremans, plaatsvervanger - VZW THOMAS MORE MECHELEN, vertegenwoordigd door Koen Geens, voorzitter Thomas More Mechelen en Pieter Kerremans, plaatsvervanger - VZW VIVES NOORD, vertegenwoordigd door William De Groote, voorzitter Vives Noord en Herman Vanlerberghe, plaatsvervanger - VZW VIVES ZUID vertegenwoordigd door Herman Vanlerberghe, voorzitter Vives Zuid en William De Groote, plaatsvervanger Zijn gecoöpteerd lid van de Algemene Vergadering: - VOORZITTER ASSOCIATIE KU LEUVEN André Oosterlinck - ONAFHANKELIJKEN: Luc Cortebeeck, Christine Dekkers, Frank Donck, Hugo Leroi, Jan Meyers, Marianne Thyssen, Piet Vanthemse, Caroline Ven Zijn toegetreden lid van de Algemene Vergadering van de KAHO Sint-Lieven: - AARTSBISSCHOP MECHELEN-BRUSSEL EN DE ANDERE DIOCESANE BISSCHOPPEN UIT HET NEDERLANDSE TAALGEBIED VAN BELGIË Monseigneur André-Joseph Leonard Monseigneur Johan Bonny Monseigneur Jozef De Kesel Monseigneur Patrick Hoogmartens 14

16 Monseigneur Luc Van Looy - RECTOR KU LEUVEN Rik Torfs - DIRECTEUR-GENERAAL VSKO Mieke Van Hecke Werking De Algemene Vergadering is bevoegd voor o.m. het opstellen en wijzigen van de statuten, het benoemen en afzetten van bestuurders, het goedkeuren van de begroting en de rekeningen, het aanstellen van de algemeen directeur en de algemeen beheerder, de goedkeuring van de algemene opdrachtsverklaring en de beleidsvisie inzake identiteit. De Algemene Vergadering komt ten minste twee keer per jaar samen. De voorzitter van de Algemene Vergadering wordt voorgedragen door de Raad van Bestuur. In academiejaar vergaderde de Algemene Vergadering op: - 25 oktober december april juli Raad van Bestuur Opdracht De Raad van Bestuur is het orgaan dat, in nauwe samenwerking met het Directiecomité en in overeenstemming met de decretale regels inzake interne besluitvorming, het algemeen beleid van de hogeschool bepaalt. Hij neemt alle maatregelen die de missie van de hogeschool realiseert en de continuïteit van de hogeschool garandeert. De bevoegdheden van de Raad van Bestuur zijn vastgelegd in de statuten van de vereniging. De Raad van Bestuur beslist over de structuur van het Directiecomité en bepaalt de bevoegdheden, de samenstelling en de taakverdeling ervan. Samenstelling De statuten bepalen dat de Raad van Bestuur samengesteld is uit tenminste drie bestuurders die door de Algemene Vergadering worden benoemd op voordracht van de Raad van Bestuur voor hernieuwbare termijnen van vijf jaar. Het bestuursmandaat neemt definitief een einde in het jaar dat volgt op het jaar waarin het lid de leeftijd van 70 jaar heeft bereikt, meer bepaald tijdens de Algemene Vergadering waar de jaarrekening van het voorbije jaar wordt behandeld en waar aan de bestuurders kwijting wordt verleend. 15

17 De Raad van Bestuur evolueerde tijdens het academiejaar als volgt: - EXTERNE BESTUURDERS: Filip Abraham (tot 25 oktober 2013), Mathieu Boone, Jean-Paul Bosteels, Herlinde De Corte (vanaf 1 januari 2014), Jean-Luc Demeere, Gilbert De Neve, Wouter De Ploey, Raphaël De Rycke, Julien De Wilde (tot 25 oktober 2013), Anita Dewispelaere, Sophie Dutordoir (tot 8 juli 2014), Georges Gielen (vanaf 1 januari 2014), Marc Justaert, Karen Maex (tot 25 oktober 2013), Danny Pieters (vanaf 1 januari 2014), Jan Smets, Francine Swiggers (tot 8 juli 2014), Johan Van Den Driessche, Karel Van Eetvelt, Kristien Vermoesen (vanaf 1 januari 2014) - INTERNE BESTUURDERS: Frank Baert (tot 11 april 2014), Dirk De Ceulaer, Frans Ingels (tot 25 oktober 2013), Denise Lanneau, Greet Raspoet (vanaf 1 januari 2014), Mia Sas en Luc Vanhooymissen (tot 25 oktober 2013) - STUDENT-BESTUURDERS: Simon Van Hijfte, Andreas Van Puyvelde (tot 11 april 2014), Thomas Eeman (vanaf 11 april 2014), Michaël Rosmane (vanaf 1 september 2014) Naam Geboortejaar Eerste benoeming Professionele activiteit Frank BAERT Academisch beheerder vanaf 1 juni 2012 Lid Directiecomité HUB-KAHO Mathieu BOONE (E) Voormalig CEO Lotus Bakeries Jean-Paul BOSTEELS (E) Bedrijfsleider Ondervoorzitter Raad van Bestuur vzw HUB-KAHO Dirk DE CEULAER Algemeen directeur HUB-KAHO Voorzitter Directiecomité HUB-KAHO Herlinde DE CORTE (E) Jean-Luc DEMEERE (E) Afgevaardigd bestuurder vzw HUB-KAHO Algemeen secretaris Beweging.net Hoofdanesthesist Ziekenhuis Sint-Jan Gilbert DE NEVE (E) Voormalig adviseur-generaal Regie der Gebouwen Wouter DE PLOEY (E) Raphaël DE RYCKE (E) Anita DEWISPELAERE (E) Sophie DUTORDOIR (E) Director Mc Kinsey Gedelegeerd bestuurder vzw Provincialaat der Broeders van Liefde Voormalig bestuurder Arcelor Mittal FCE Belgium Administrateur Directeur Generaal Electrabel Georges GIELEN (E) Vicerector Wetenschappen & Technologie KU Leuven Marc JUSTAERT (E) Voorzitter Christelijke Mutualiteit Denise LANNEAU Lid Directiecomité HUB-KAHO Personeelsdirecteur HUB-KAHO 16

18 Danny PIETERS (E) Vicerector Humane Wetenschappen KU Leuven Greet RASPOET Lid Directiecomité HUB-KAHO Algemeen beheerder HUB-KAHO Mia SAS Lid Directiecomité HUB-KAHO Groepsvoorzitter Professionele Opleidingen Jan SMETS (E) Voorzitter Raad van Bestuur en Algemene Vergadering vzw HUB-KAHO Directeur Nationale Bank van België Francine SWIGGERS (E) Johan VAN DEN DRIESSCHE (E) Karel VAN EETVELT (E) Voorzitter van het Directiecomité Groep ARCO Bestuurder van Vennootschappen Fractievoorzitter Brussels Parlement Gedelegeerd Bestuurder UNIZO Simon VAN HIJFTE Voorzitter Algemene Studentenraad HUB-KAHO Andreas VAN PUYVELDE Studentenvertegenwoordiger HUB-KAHO Kristien VERMOESEN Managing partner communicatie- en PR-bureau FINN Besluitvorming De raad kiest onder zijn leden een voorzitter, één of meer ondervoorzitters en een secretaris. De Raad van Bestuur heeft de mogelijkheid om hetzij de algemeen directeur, hetzij de algemeen directeur en de algemeen beheerder als afgevaardigd bestuurder(s) te benoemen. De Raad van Bestuur vergadert onder leiding van zijn voorzitter, of indien deze verhinderd is, van een door de voorzitter daartoe vooraf aangewezen ondervoorzitter. Zijn alle ondervoorzitters afwezig, dan wordt de vergadering voorgezeten door de oudste van de aanwezige bestuurders. De Raad van Bestuur vergadert slechts geldig als ten minste de gewone meerderheid van de bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. De beslissingen worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige of vertegenwoordigde leden. Onthoudingen worden niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. De leden van de Raad van Bestuur kunnen zich laten vertegenwoordigen door een andere bestuurder bij schriftelijke volmacht. Een bestuurder kan slechts één andere bestuurder vertegenwoordigen. Een blanco volmacht gegeven door een lid van de Raad van Bestuur wordt toegewezen door de voorzitter van de vergadering aan een aanwezig lid van de Raad van Bestuur. De vergadering kan alleen beraadslagen over punten die in de agenda opgenomen zijn, tenzij alle bestuurders aanwezig zijn en er unaniem mee instemmen dat het niet-geagendeerde onderwerp behandeld wordt. Niettemin kan bij hoogdringendheid een niet-geagendeerd onderwerp worden behandeld zonder voormelde unanimiteit, tenzij één derde der aanwezige en vertegenwoordigde bestuurders zich daartegen verzet. 17

19 Werkzaamheden De externe bestuurders stellen de strategie en de voornaamste beleidslijnen, zoals voorgesteld door het Directiecomité, op een kritische en constructieve wijze ter discussie, en helpen deze verder uitwerken. De externe bestuurders bekijken nauwkeurig de prestaties van het Directiecomité in het licht van de overeengekomen doelstellingen. Naast de uitoefening van zijn controlefuncties voor wat de decretale verplichtingen betreft, heeft de Raad van Bestuur de begroting 2014 en de meerjarenbegroting en de personeelsformatie 2014, de jaarrekening 2013 en het jaarverslag 2013 goedgekeurd, ter voorlegging aan de Algemene Vergadering. De andere belangrijke onderwerpen die tijdens het academiejaar werden behandeld en/of waarover de Raad van Bestuur heeft beraadslaagd, zijn: - Integratie HUB-KAHO Sint-Lieven: juridisch proces fusie HUB-KAHO Sint-Lieven - Fusie HUB-KAHO o Missie visie - speerpunten o Naamgeving - Werkingsreglement HUB-KAHO - Samenstelling STUVO-raad HUB-KAHO - Strategie- en werkingsplan Strategie- en werkingsrapport Financiële afspraken HUB-KAHO KU Leuven voor Werking Comité Interne Financiële Controle Associatie KU Leuven - Organisatie van de Diensten Onderwijsbeleid na integratie - Feedback Begeleidingscommissie (KU Leuven McKinsey) - Delegatiebesluit HUB-KAHO KU Leuven - Volmachtenregeling HUB-KAHO - HBO5 Goedkeuring samenwerkingsovereenkomst Periodiciteit van de vergaderingen en deelname De Raad van Bestuur kwam tijdens het academiejaar zeven maal samen en er waren geen schriftelijke procedures. De Raad van Bestuur kwam samen op 23 oktober 2013, 11 december 2013, 19 februari 2014, 20 maart 2014, 30 april 2014, 19 juni 2014 en 17 september Het globale aanwezigheidsniveau op de vergaderingen van de Raad van Bestuur voor het academiejaar bedraagt 68,6 %. Het individuele deelnameniveau van de bestuurders op de vergaderingen van de Raad van Bestuur ziet er als volgt uit: - Frank Baert, Jean-Paul Bosteels, Dirk De Ceulaer, Herlinde De Corte, Wouter De Ploey, Raphaël De Rijcke, Thomas Eeman, Georges Gielen, Denise Lanneau, Michaël Rosmane, Jan Smets, Johan Van Den Driessche, Simon Van Hijfte en Kristien Vermoesen hebben alle vergaderingen van de Raad van Bestuur tijdens hun mandaatsperiode bijgewoond; - Mia Sas en Greet Raspoet woonden zes vergaderingen van de Raad van Bestuur bij; - Johan Van Den Driessche woonde vijf vergaderingen van de Raad van Bestuur bij; 18

20 - Jean-Luc Demeere en Anita Dewispelaere woonden vier vergaderingen van de Raad van Bestuur bij: - Matthieu Boone woonde 3 vergaderingen van de Raad van Bestuur bij; - Gilbert De Neve, Sophie Dutordoir, Marc Justaert, Danny Pieters, Francine Swiggers, Karel Van Eetvelt en Andreas Van Puyvelde woonden twee of minder vergaderingen van de Raad van Bestuur bij. In het academiejaar zijn er acht vergaderingen van de Raad van Bestuur gepland Comités opgericht door de Raad van Bestuur Auditcomité Opdracht De opdracht van het Auditcomité, dat een comité is van de Raad van Bestuur, bestaat er in de Raad van Bestuur bij te staan in haar toezichtsfunctie. Het Auditcomité vervult hiertoe de volgende taken: - monitoring van het financiële verslaggevingsproces; - monitoring van de doeltreffendheid van de systemen voor interne controle en risicobeheer; - monitoring van de interne audit en van zijn doeltreffendheid; - monitoring van de wettelijke controle van de jaarrekening inclusief de opvolging van de vragen en aanbevelingen geformuleerd door de revisor; - beoordeling en monitoring van de onafhankelijkheid van de revisor die instaat voor de controle van de jaarrekening, waarbij met name gelet wordt op de verlening van bijkomende diensten aan de hogeschool; - voordracht van benoeming en verlenging van het mandaat van de revisor aan de Raad van Bestuur. De opdracht, werking en bevoegdheden van het auditcomité en de interne auditor staan beschreven in het auditcharter dat door het auditcomité werd goedgekeurd op 15 april Samenstelling De Raad van Bestuur stelt de voorzitter en de leden van het auditcomité aan. Zij zijn allen externe leden van de Raad van Bestuur. De afgevaardigd bestuurder wordt altijd uitgenodigd om de vergaderingen van het auditcomité als waarnemer bij te wonen. Het auditcomité is samengesteld als volgt: Anita Dewispelaere (voorzitter), Francine Swiggers (tot 30 april 2014), Wouter De Ploey en Raphaël De Rycke. Werking Het auditcomité vergadert minstens driemaal per jaar waarvan eenmaal ter bespreking van de jaarrekening en eenmaal ter bespreking van de begroting. Het auditcomité kwam tijdens het academiejaar samen op: 10 september 2013, 15 oktober 2013, 11 februari 2014, 17 maart 2014, 27 mei

21 Benoemings- en evaluatiecomité Opdracht Het Benoemingscomité formuleert aanbevelingen aan de Raad van Bestuur in verband met de benoeming van bestuurders (cf. punt 8 en 9 van het Interne Reglement van de Raad van Bestuur) en heeft in het bijzonder de volgende taken: - het stelt benoemingsprocedures op voor de leden van de Raad van Bestuur - het draagt de gepaste kandidaten voor voor openstaande bestuursmandaten en het legt deze ter goedkeuring voor aan de Raad van Bestuur - het voert een periodieke evaluatie uit van de omvang en de samenstelling van de Raad van Bestuur en zijn comités, indien nodig, formuleert het aanbevelingen om die te wijzigen. Samenstelling Het Benoemingscomité bestaat uit ten minste drie bestuurders. De meerderheid van de leden zijn onafhankelijke bestuurders. De duur van een lid van de Benoemingscommissie kan de duur van zijn bestuursmandaat niet overschrijden. Het Benoemingscomité is als volgt samengesteld: Jan Smets (voorzitter) Jean-Paul Bosteels, Dirk De Ceulaer, Mia Sas, Johan Van den Driessche. Werking Het Benoemingscomité vergadert minstens eenmaal per jaar op uitnodiging van de voorzitter. Een vergadering kan altijd worden bijeengeroepen op verzoek van één van zijn leden. Wanneer de omstandigheden dit vereisen, kan de voorzitter van het Benoemingscomité bij hoogdringendheid een vergadering bijeenroepen of kan een schriftelijke (m.i.v. ) vergaderprocedure worden georganiseerd. Het Benoemingscomité kwam tijdens het academiejaar samen op 16 september 2013, 14 oktober 2013 en 6 december Remuneratiecomité Opdracht Het Remuneratiecomité doet aanbevelingen aan de Raad van Bestuur inzake de waardering, verloning en mandaatsvergoedingen van directieleden. Samenstelling Het Remuneratiecomité bestaat uit ten minste drie bestuurders. De leden zijn externe bestuurders. De voorzitter van de Raad van Bestuur zit het comité voor. De duur van een lid van het Remuneratiecomité kan de duur van zijn bestuursmandaat niet overschrijden. Het Remuneratiecomité is samengesteld als volgt: Jan Smets (voorzitter), Sophie Dutordoir en Johan Van Den Driessche. 20

22 Werking Het Remuneratiecomité vergadert op uitnodiging van de voorzitter. Het Remuneratiecomité kwam in het academiejaar niet samen Toekomstraad Opdracht De Toekomstraad komt samen om belangrijke strategische opties van de betrokken vzw s te bespreken en de Raad van Bestuur daarover te adviseren. De Toekomstraad biedt de Raad van Bestuur de mogelijkheid om over een breed netwerk van personen te beschikken die, in beleidsmatig opzicht, nauwe banden onderhoudt met de betrokken instellingen. Samenstelling De Toekomstraad bestaat uit ten minste 10 leden, is samengesteld uit voormalige bestuurders, vergadert minstens 1 keer per jaar en wordt voorgezeten door de voorzitter (of ondervoorzitter). De Toekomstraad is als volgt samengesteld: Frank Baert, Dirk Bruneel, André Chiau, Simonne Creyfs, Guido Deblaere, Dirk De Ceulaer, Frank Demuynck, Romain Eeckhout, Guido Fonteyn, Brigitte Grouwels, Emmanuel Keirse, Stefaan Lievens, Peter Pelgrims, Bob Ruys, Jan Smets, Luk Temmerman, Guy Tordeur, Tony Vandeputte, Georges Van Der Perre, Jan Van Doren en Karel Van Oostvelt. Werking De Toekomstraad kwam in het academiejaar samen op 27 november Directiecomité Opdracht Het Directiecomité: - neemt alle nodige maatregelen om de uitbouw van de HUB-KAHO als University College te verwezenlijken en de kwaliteit van het onderwijs, het wetenschappelijk onderzoek en de maatschappelijke dienstverlening te bevorderen (cfr. opdracht UC-raad); - bereidt de vergaderingen van de Raad van Bestuur voor en voert de beslissingen van de Raad uit; - is verantwoordelijk voor het dagelijks beleid van het UC, waaronder de zakelijke aspecten als de personeelsaangelegenheden, het logistieke, het financiële en het juridische beheer; - is verantwoordelijk voor de opmaak en de uitvoering van de begroting; - sluit overeenkomsten af met derden. Voor overeenkomsten met een strategisch belang doet het Directiecomité een voorstel van beslissing aan de Raad van Bestuur; - geeft uitvoering aan de personeelsbegroting, bekrachtigt de samenstelling van de selectiecommissies en hun adviezen en legt de voorstellen m.b.t. aanstellingen, benoemingen en bevorderingen ter goedkeuring voor aan de Raad van Bestuur; - handhaaft de academische orde en overlegt desgevallend over tuchtmaatregelen in overeenstemming met de vigerende tuchtreglementen. 21

23 Samenstelling In academiejaar was het Directiecomité als volgt samengesteld: - Frank Baert (academisch beheerder) - Dirk De Ceulaer (algemeen directeur voorzitter Directiecomité) - Gertjan De Smet (directeur studiegebied Onderwijs en Campusdirecteur campus Waas) - Gunter Elebaut (financieel directeur) - Denise Lanneau (personeelsdirecteur) - Luc Maes (directeur Permanente vorming) - Greet Raspoet (algemeen beheerder) - Mia Sas (groepsvoorzitter) - Luk Schoofs (directeur studiegebied IWT en Biotechniek en Campusdirecteur campus Dirk Martens) - Véronique Slagmulders (opdrachthouder Directiecomité en verslaggever Directiecomité) Werking Het Directiecomité treedt op als een college. Het beslist bij consensus. Bij gebrek aan consensus beslist de voorzitter van het Directiecomité, na overleg met de voorzitter van de Raad van Bestuur. Het Directiecomité vergadert wekelijks. De algemeen directeur zit de vergaderingen van het Directiecomité voor. De opdrachthouder Directiecomité is verslaggever van de vergaderingen van het comité. In academiejaar vergaderde het Directiecomité op: 5 september 2013, 12 september 2013, 19 september 2013, 26 september 2013, 3 oktober 2013, 17 oktober 2013, 24 oktober 2013, 7 november 2013, 14 november 2013, 28 november 2013, 5 december 2013, 12 december 2013, 9 januari 2014, 16 januari 2014, 6 februari 2014, 13 februari 2014, 20 februari 2014, 13 maart 2014, 20 maart 2014, 27 maart 2014, 3 april 2014, 24 april 2014, 8 mei 2014, 15 mei 2014, 22 mei 2014, 5 juni 2014, 10 en 11 juni 2014 (tweedaagse), 19 juni 2014, 26 juni UC-Raad Opdracht De UC-raad - stelt alle nodige maatregelen voor om de uitbouw van de HUB-KAHO als University College te verwezenlijken en de samenwerking tussen de diverse opleidingen te stimuleren en te coördineren; - bereidt de vergaderingen van de Academische Raad inhoudelijk voor, bepaalt daartoe het UC-standpunt en voert zijn beslissingen uit; - is verantwoordelijk voor het ontwerpen en monitoren van het onderwijskundige, het onderzoeks-, het studenten- en het kwaliteitsbeleid van het UC; - keurt de Onderwijsontwikkelingsplannen van de studiegebieden en de projecten m.b.t. het onderwijsontwikkelingsfonds goed; - monitort de onderwijskundige afspraken uit het Strategie- en Werkingsplan en keurt het Strategie-en Werkingsrapport goed; - coördineert de academische kalenders en het taakinvullingsbeleid; 22

24 - formuleert alle beleidsvoorstellen tot programmatie en rationalisatie, ter bespreking en bekrachtiging door de Academische Raad en Raad van Bestuur; - bereidt de wijzigingen aan de werkingsreglementen voor ter voorlegging aan de Raad van Bestuur; - bespreekt de beslissingen van het Directiecomité. Samenstelling In academiejaar was de UC-raad als volgt samengesteld: - Frank Baert- academisch beheerder, Dirk De Ceulaer - algemeen directeur voorzitter UC-Raad, Gertjan De Smet - directeur studiegebied Onderwijs - Campusdirecteur campus Waas - Candice De Windt - studiegebieddirecteur Gezondheidszorg - Johan Donné - directeur studiegebied IWT en Biotechniek - Gunter Elebaut - financieel directeur - Paul Garré - directeur Onderwijs en Kwaliteit - Denise Lanneau - personeelsdirecteur - Luc Maes - directeur Permanente vorming - Tanja Nuelant - directeur studiegebied Sociaal Agogisch Werk - Harry Parys - directeur studiegebied Sociaal Agogisch Werk - Jo Praet - directeur studiegebied Gezondheidszorg - Greet Raspoet - algemeen beheerder - Walter Roossens - directeur studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde - Mia Sas - groepsvoorzitter - Luk Schoofs - directeur studiegebied IWT en Biotechniek Campusdirecteur campus Dirk Martens) - Véronique Slagmulders - opdrachthouder Directiecomité - Verslaggever UC-Raad - Simon Van Hijfte - student HUB - André Verkens - directeur studiegebied Onderwijs Werking De UC-raad werkt beleidsvoorbereidend ten behoeve van de Academische Raad en de Raad van Bestuur. Hij neemt zijn beslissingen bij consensus. Bij gebrek aan consensus beslist het Directiecomité volgens de daar geldende beslissingsregels. De UC-raad vergadert in principe één keer in de maand. In academiejaar vergaderde de UC-raad op: 10 oktober 2013, 7 november 2013, 21 november 2013, 19 december 2013, 23 januari 2014, 27 februari 2014, 20 maart 2014, 24 april 2014, 22 mei 2014, 3 juli Bestuurscollege Opdracht Het Bestuurscollege fungeert als een beleidsvoorbereidend en coördinerend orgaan voor de professionele opleidingen. Het bereidt inhoudelijk de vergaderingen van de UC-raad voor, brengt agendapunten aan voor het Directiecomité van het UC, bevordert de samenwerking tussen professionele opleidingen onderling enerzijds en professionele opleidingen en academische opleidingen anderzijds en werkt concrete initiatieven op dit terrein uit. Het Bestuurscollege bekrachtigt alle beslissingen die door expertisecellen, door stuurgroepen en 23

25 door de onderzoeksraad voorbereid werden en die een impact hebben op de werking van de opleidingen/clusters en studiegebieden. Volgende thema s komen o.m. aan bod: - het optimaliseren van de onderwijsorganisatie, de onderwijsleersituatie en de onderwijsontwikkeling; - het ontwerpen van de academische kalender; - het stroomlijnen van het taakinvullingsbeleid; - het opvolgen en stimuleren van het kwaliteitsvol werken in de professionele opleidingen; - de positionering t.o.v. het academisch onderwijs, de partners van de associatie en de partners in de regio; - het inventariseren en verder uitbouwen van het aanbod van basisopleidingen, postgraduaatopleidingen en initiatieven van permanente vorming; - het opvolgen van het praktijkgericht onderzoek; - de uitbouw van de contacten met het werkveld; - de internationalisering; - de coördinatie van het HRM-beleid in de professionele opleidingen. Samenstelling - de groepsvoorzitter (voorzitter) - de studiegebieddirecteuren - de directeur Onderwijs en Kwaliteit Naargelang het agendapunt kunnen deskundigen uitgenodigd worden. In het academiejaar was het Bestuurscollege als volgt samengesteld: Mieke Beckers (verslaggever), Gertjan De Smet, Candice De Windt, Johan Donné, Paul Garré, Tanja Nuelant, Harry Parys, Jo Praet, Walter Roossens, Mia Sas, Luk Schoofs, André Verkens Werking Het Bestuurscollege vergadert onder het voorzitterschap van de groepsvoorzitter en in principe één maal per maand. In academiejaar vergaderde het Bestuurscollege op: 30 september 2013, 28 oktober 2013, 2 december 2013, 20 januari 2014, 24 februari 2014, 31 maart 2014, 5 mei 2014, 2 juni 2014, 2 juli 2014, 20 augustus

26 3. INSPRAAK- EN MEDEZEGGENSCHAPSORGANEN 3.1. Academische Raad Samenstelling De Academische Raad is op 1 oktober 2013 als volgt samengesteld: Vertegenwoordigers hogeschoolbestuur: Dirk De Ceulaer, Gertjan De Smet, Candice De Windt, Johan Donné, Paul Garré, Tanja Nuelant, Harry Parys, Jo Praet, Greet Raspoet, Ingrid Reniers, Walter Roossens, Mia Sas, Luk Schoofs, Martine Van Poucke, Tom Van Puyenbroeck, André Verkens Vertegenwoordigers personeel: Guido Andries, Annick Boeykens, Bart De Nul, Marijke Dierickx, Lieve Duthoy, Ghislaine Geerits, Marijke Goedemé, Monique Hendrickx, Martina Kaesteker, Marc Ophalvens, Erik Peeters, Anne-Marie Samuel, Jan Van Biervliet, Hans Van Crombrugge, Katrien Van Hauwermeiren, Marleen Vercauteren Plaatsvervanger: Luc de Clercq Vertegenwoordigers studenten: Paul De Letter, Joran De Luyck, Peter Lens, Jessica-Laure Martin, Igor Praet, Fréderique Vandermeeren, Simon Vandewalle, Charles Vanmarsenille, Carolien Van Meerbeek, Andreas Van Puyvelde, Elliot Verbeecke Bevoegdheden De bevoegdheden van de Academische Raad worden gedefinieerd in art. 294 en art. 295 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap: Informatierecht De Academische Raad heeft recht op informatie over alle aangelegenheden met betrekking tot de hogeschool. Adviesbevoegdheid Op vraag van het hogeschoolbestuur of op eigen initiatief kan de Academische Raad ten minste advies verlenen, voor wat de onderwijskundige aspecten betreft, met betrekking tot: - verandering van de doelstelling van de hogeschool; - uitbreiding, inkrimping of beëindiging van de werkzaamheden van de hogeschool of een belangrijk onderdeel ervan; - bouwprojecten; - de vaststelling en de wijziging van het beleid inzake interne kwaliteitszorg met betrekking tot de onderwijs- en onderzoeksprojecten; - het onderzoeksbeleid van de hogeschool, het plan tot verwezenlijking van dit beleid en zijn jaarlijkse aanpassingen, waarin hij het beleid van de verschillende departementen coördineert; - de programmatie van de hogeschool. 25

27 Overlegbevoegdheid Op vraag van het hogeschoolbestuur of zijn gemandateerde(n) of op eigen initiatief heeft de academische raad ten minste overlegbevoegdheid voor wat betreft de onderwijskundige aspecten met betrekking tot: - het beleid over de besteding en de verdeling van de middelen; - de vaststelling van de criteria voor de aanwending van de werkingsuitkering, de vaststelling van de begroting en de personeelsformatie; - de algemene organisatie van de werking van de hogeschool; - de vaststelling en de wijziging van het huishoudelijk reglement van de hogeschool; - de vaststelling en de wijziging van het globaal beleid inzake onderwijs- en examenregeling; - de concrete vaststelling en de wijziging van de onderwijs- en examenregeling; - de deelname aan of de beëindiging van het onderwijsexperiment; - de vaststelling of de wijziging van het globale nascholingsbeleid van de hogeschool; - de vaststelling en de wijziging van het beleid met betrekking tot de sociale voorzieningen ten behoeve van de studenten; - het toezicht op, de evaluatie van en de coördinatie van de opleidingsprogramma s en de studiebegeleiding; - de organisatie van het academiejaar met inbegrip van de vakantie- en verlofregeling; - overdracht of fusie van de hogeschool. De Academische Raad kan op vraag van het instellingsbestuur of op eigen initiatief adviezen verlenen met betrekking tot - de vaststelling van de pedagogische criteria met betrekking tot de besteding van de middelen; - de vaststelling van de pedagogische criteria voor de taakverdeling van het personeel; - de samenwerkingsakkoorden met derden; - de algemene organisatie en de werking; - de programmatie van de opleiding; - de programmatie, de organisatie en de evaluatie van het onderzoeksbeleid; - de goedkeuring van onderzoeksprojecten; - de evaluatie van de onderzoeksactiviteiten; - de vormgeving van de interne kwaliteitsbewaking met betrekking tot de onderwijs- en onderzoeksopdracht; - de indeling van elke opleiding in opleidingsonderdelen en studiejaren; - de uitdrukking van de studieomvang van elke opleiding in studiepunten; - de onderwijs- en examenregeling; - de vaststelling van de criteria voor het opstellen van de opleidingsprogramma's en de pedagogische methodes; - de evaluatie van het onderwijs; - de organisatie en de evaluatie van de studiebegeleiding; - de organisatie van en de controle op de examens en de evaluatie van de examenregeling; - het beleid inzake de permanente vorming; - de oprichting van vaste of tijdelijke commissies en werkgroepen; - de organisatie van de onderwijsactiviteiten. 26

28 Werking De Academische Raad beslist bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Indien geen eenparigheid van stemmen werd bereikt, kan de minderheid - binnen drie werkdagen na de vergadering - bij de voorzitter van de Academische Raad een gemotiveerde nota neerleggen die bij het uitgebrachte advies wordt gevoegd. Om geldig te vergaderen moet het effectieve aantal stemgerechtigde aanwezigen minstens gelijk zijn aan de helft van het stemmentotaal. Is dit quorum niet bereikt, roept de voorzitter de Academische Raad opnieuw samen, minstens een week en hoogstens drie weken na de eerste vergadering. Op deze tweede vergadering kan geldig worden beslist, ongeacht het aantal aanwezigen. Elke afvaardiging (studenten, personeel, instellingsbestuur) moet evenwel vertegenwoordigd zijn. In academiejaar vergaderde de Academische Raad op: 17 oktober 2013, 12 december 2013, 13 februari 2014, 24 april 2014, 15 mei 2014 en 12 juni Hogeschoolonderhandelingscomité (HOC) Samenstelling Op basis van artikel 303 van het hogescholendecreet bestaat het HOC uit maximaal negen leden. De werkgeversdelegatie mag niet meer leden omvatten dan de werknemersdelegatie. Na integratie van de academische opleidingen in de KU Leuven, zal de werknemersdelegatie van het HOC van HUB-EHSAL uit acht effectieve leden bestaan. Het HOC van KAHO zal na integratie eveneens acht effectieve leden omvatten. Na fusie zullen de vertegenwoordigers van de werknemersdelegatie van de beide instellingen worden samengevoegd tot aan de volgende verkiezingen in 2015 (artikel 303 van het hogescholendecreet). Het samengevoegde HOC zal bestaan uit elf vertegenwoordigers van het OP en vijf vertegenwoordigers van het ATP en het patrimoniumpersoneel. In academiejaar was het HOC als volgt samengesteld: WERKGEVERSVERTEGENWOORDIGING EFFECTIEF: Dirk De Ceulaer, Gertjan De Smet, Candice De Windt, Johan Donné, Denise Lanneau, Greet Raspoet, Mia Sas, Luk Schoofs PLAATSVERVANGERS: Walter Roossens, André Verkens, Jo Praet WERKNEMERSVERTEGENWOORDIGING EFFECTIEF: Guido Andries, Annemarie Bernaerts, Liesbet Butaye, Filip De Bal, Anthony De Proft, Francine Dreesen, Jan Goossens, Fernand Mesdom, Patrick Palmans, Ada Peters, Dirk Trachet, Leen Trommelmans, Els Tryssessoone, Marianne Van Beveren, Patrick Van Nieuwenhuyze, Eric Vekeman, Kurt Verhoeven TECHNICI: Inge V 27

29 Werking Het HOC vergadert ten minste één maal per maand, met uitzondering van de maanden juli en augustus. De bevoegdheden van het HOC worden geregeld door de artikelen 77, 85, 141, 157 en 302 van het decreet. Het HOC heeft: - onderhandelingsbevoegdheid betreffende de materies bepaald in: - artikel 77 van het decreet (evaluatie) - de artikelen 2 en 11 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en de artikelen 3, 4, 5, 6 en 7 van het Koninklijk Besluit van 29 augustus 1985, die een nadere omschrijving geven van de grondregelen, zoals bepaald in de wet van 19 december het opstellen en of wijzigen van het arbeidsreglement (artikel 302 1, eerste lid van het decreet) - instemmingsbevoegdheid over: - de criteria voor het toekennen van premies op basis van persoonlijke verdiensten (art. 141 en 157 van het decreet) - de samenstelling van de colleges van beroep inzake tucht en inzake evaluatie (art. 85 en 77 van het decreet) - informatierecht betreffende de materies bepaald in artikel 302 1, derde lid: - algemene informatie met betrekking tot de werking en de organisatie van het UC; - het organogram van het UC, met de interne organisatiestructuur, de bestuursstructuur, de verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden; - de statuten van het UC; - de begroting; - de meerjarenbegroting; - in voorkomend geval het financieringsplan bedoeld in artikel 232; - de jaarrekening; - het jaarverslag; - een overzicht van de inkomsten van welke aard dan ook; - de personeelsformatie; - de evolutie van het aantal personeelsleden en de vooruitzichten met betrekking tot de tewerkstelling; - de evolutie van de studentenaantallen en van de slaagcijfers per opleiding; - de samenwerkingsakkoorden en de samenwerkingsverbanden bedoeld in artikel 283; - de fysische inventaris van de onroerende goederen van het UC; - een toelichting bij het systeem van enveloppefinanciering en het resultaat hiervan op het UC; - de programmatieplannen en rationalisatieplannen met betrekking tot studiegebieden, opleidingen en opties; - de inlichtingen met betrekking tot het nascholingsbeleid, het projectmatig wetenschappelijk onderzoek en de maatschappelijke dienstverlening; - de sociale voorzieningen voor de studenten; - de prioriteiten inzake de uitrusting van het UC; - de accommodatiemogelijkheden; - de adviezen van de studentenraad, van de academische raad en in voorkomend geval van de departementale raden. 28

30 Op vraag van het hogeschoolonderhandelingscomité kan de bedrijfsrevisor verslag uitbrengen over alle financiële bescheiden. Na goedkeuring van de huishoudelijke reglementen van het HOC en de SOC s zal het HOC - al dan niet op uitdrukkelijk verzoek van een of meerdere studiegebieden - aan een of meerdere SOC s studiegebiedaangelegenheden kunnen delegeren, zodat hierover binnen een of meerdere SOC s kan onderhandeld worden. Het in voorkomend geval daaruit voortvloeiende ontwerp van protocol wordt door het SOC ter goedkeuring voorgelegd aan het HOC. In academiejaar vergaderde het HOC op: 5 september 2013, 10 oktober 2013, 21 oktober 2013, 7 november 2013, 5 december 2013, 9 januari 2014, 20 februari 2014, 13 maart 2014, 20 maart 2014, 3 april 2014, 8 mei 2014, 22 mei 2014, 5 juni 2014 en 3 juli Studiegebiedonderhandelingscomité (SOC) Samenstelling Ieder SOC bestaat uit gemandateerde vertegenwoordigers van het hogeschoolbestuur en ten minste evenveel afgevaardigden van het personeel. De afvaardiging van het personeel bestaat uit maximaal 6 effectieve vertegenwoordigers en 6 plaatsvervangers. Werking De SOC s hebben informatie-, overleg- en adviesrecht. In de schoot van het SOC kan worden onderhandeld over aangelegenheden waartoe het HOC het SOC mandateert (delegatie). Het SOC kan het HOC ook verzoeken om over bepaalde studiegebiedaangelegenheden te kunnen onderhandelen. Over de resultaten van die onderhandelingen kan het SOC ook een protocol afsluiten dat rechtsgeldig wordt mits een bekrachtiging door het HOC met een protocol van akkoord. Op die wijze wordt de coherentie gegarandeerd tussen de diverse protocols die in het UC worden afgesloten. Studiegebiedoverstijgende problemen worden steeds op het HOC-niveau behandeld, tenzij het HOC dat anders bepaalt. Overzicht per studiegebied: Studiegebied Gezondheidszorg Vergaderingen van het Studiegebiedonderhandelingscomité tijdens het academiejaar op: 9 december 2013, 17 februari 2014, 26 mei 2014 Samenstelling: Robin Decoster, Anne Devesse, Candice De Windt, Marijke Goedemé, Patrick Palmans, Jos Parmentier, Jo Praet, Helena Trommelmans, Marianne Van Beveren, Marleen Vercauteren Studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Vergaderingen van het Studiegebiedonderhandelingscomité tijdens het academiejaar op: 9 december 2013, 17 februari 2014, 26 mei

31 Samenstelling: Guido Andries, Katrijn Claes, Herman Drieghe, Leo Jansegers, Muriel Kesteleyn, Denise Lanneau, Chris Oelbrandt, Yvan Rooseleer, Walter Roossens, Mia Sas, Dirk Trachet, Els Tryssesoone Studiegebied Industriële Wetenschappen en Biotechniek Vergaderingen van het Studiegebiedonderhandelingscomité tijdens het academiejaar op: 22 augustus 2013, 7 oktober 2013, 17 februari 2014, 19 mei 2014 Samenstelling: Liesbet Butaye, Filip De Bal, Erik De Boodt, Guido Decorte, Patrick Demeyere, Anthony De Proft, Patrick Devoldere, Johan Donné, Simon Paepe, Luk Schoofs, Annemie Vermeyen, Jan Van Caudenberg Studiegebied Onderwijs Vergaderingen van het Studiegebiedonderhandelingscomité tijdens het academiejaar op: 9 december 2013, 17 februari 2014, 26 mei 2014 Samenstelling: Ward De Boe, Gertjan De Smet, Jan Goossens, Els Mertens, Fernand Mesdom, Ada Peters, Mia Sas, Sander Vanacker, Geert Van Buynder, Katrien Van Gerwen, Peter Vandereedt, Filip Van de Wielle, André Verkens, Marleen Vermeir Studiegebied Sociaal-Agogisch Werk Vergaderingen van het Studiegebiedonderhandelingscomité tijdens het academiejaar op: 9 december 2013, 17 februari 2014, 26 mei 2014 Samenstelling: Erik Claes, Steven Gibens, Frank Meys, Tanja Nuelant, Harry Parys, Goedele Slot 3.4. Campusraad Samenstelling Er zijn in de instelling vier campussen waar een campusdirecteur aangesteld wordt (Campus Dirk Martens, Campus Brussel, Technologiecampus Gent en Campus Waas) en er zijn twee campussen waar een campuscoördinator aangesteld wordt (Campus Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen en Campus Parnas). Voor de zes campussen wordt een campusraad opgericht. Op voorstel van de campusdirecteur stelt de Raad van Bestuur de campusraden samen. De campusraden zijn samengesteld als volgt: - de campusdirecteur/-coördinator (voorzitter) - een vertegenwoordiging van de STUVO en de dienst Facilitair management - de vertegenwoordigers van het onderwijzend personeel en van het administratief personeel m.i.v. de vertegenwoordiger van het personeel in HOC en CPB5 van de betrokken campus (één vertegenwoordiger per studiegebied) - de vertegenwoordiging van de studenten - voor campus Brussel: vertegenwoordiger van het expertisecentrum Brussel - naargelang van het agendapunt: deskundigen 30

32 Werking Op de vergaderingen van de campusraad wordt informatie verstrekt en overleg gestimuleerd. Er worden punten geagendeerd m.b.t. het kwaliteitsvol opleiden en het samenleven op de campus: - het dynamisch samenspel tussen studenten, docenten en medewerkers van onderwijsondersteunende diensten; - de organisatie van gezamenlijke evenementen zoals infodagen, openlesdagen, Kerstvieringen,...; - het vergroten van de cohesie tussen studenten, docenten en medewerkers van de verschillende opleidingen; - de uitrusting van de campus wat betreft facilitaire, logistieke en didactische aspecten; - de interactie met de omgeving (stad, betrokken werkveld,...); - De campusraad vergadert ten minste 3x per academiejaar onder het voorzitterschap van de campusdirecteur. Naar aanleiding van bepaalde agendapunten kunnen studiegebieddirecteuren en campusdecanen vragen om uitgenodigd te worden op de samenkomsten van de campusraden. In ieder geval krijgen zij steeds de agenda en het verslag van die vergaderingen. Overzicht per campus: Vergaderingen van de Campusraad Brussel tijdens het academiejaar op: 07 oktober 2013, 13 januari 2014, 05 mei 2014 In academiejaar was de Campusraad Brussel als volgt samengesteld: Marc Andries, Lieven Buysse, Leen De Fraine, Bea De Rooms, Dirk Ghysels, Jimmy Gorteman, Jimmy Gorteman, Elke Lievens, Lieve Nackom, Chris Oelbrandt, Jo Praet, Mieke Schrooten, Joëlle Theunis, Hilde Van Acker, Frederique Vandermeeren, Simon Van Hijfte, Martine Van Poucke, Sandra Verbruggen Vergaderingen van de Sociale Campusraad Aalst tijdens het academiejaar op: 10 december 2013, 18 februari 2014, 29 april 2014 In academiejaar was de Sociale Campusraad Aalst samengesteld als volgt: Kimberly Baetens, Kris Collijs, Jonas Crommelynck, Peter De Cooman, Leen Dellafaille, Sander D hondt, Nicole Janssens, Martina Kaesteker, Nathan Meyskens, Nathalie Minoodt, David Peters, Lana Renneboog, Luk Schoofs, Roos Steeman, Marianne Van Beveren, Xavier Van Steyvoort, Hilde Van Wesemael, Robin Volckaert, Katrien Wageman Vergaderingen van de Campusraad Sint-Niklaas tijdens het academiejaar op: 7 oktober 2013, 20 januari 2014, 28 april 2014, 20 oktober 2014 In academiejaar was de Campusraad Sint-Niklaas samengesteld als volgt: Stef Aerts, Wim Christiaens (secretaris), Cathérine Decraene, Erik De Boodt (vanaf 1 oktober 2013 vervangen door Caroline Sabbe), Gertjan De Smet (voorzitter), Katrien De Wilde, Luc Franck, Katrin Gillis, Yannick Goorickx (vanaf 1 oktober 2013 vervangen door Tina Burm), Monique Hendrickx (vanaf 1 oktober 2013 vervangen door Sara Van den Bulcke), Pascal 31

33 Lefever (vanaf 1 oktober), Ada Peters, Sander Van Acker, Geert Van Buynder, Paul Van Hoey, Daan Van Hooste, Andreas Van Puyvelde, Carine Verdickt (vanaf 1 oktober 2013). Vergaderingen van de Campusraad Technologiecampus tijdens het academiejaar op: 3 december 2013, 18 maart 2014 en 13 mei 2014 In academiejaar was de Campusraad Technologiecampus samengesteld als volgt: Pieter-Jan Beirnaert, Benjamin Braet, Dimitri Coppens, Geert De Lepeleer, Patrick Demeyere, Johan Donné, Sander Eylenbosch, Martin Meganck, Filip Thomaes, Bie Vandecasteele, Hilde Vanderper, Tobias Van der Pulst, Aagje Vandewalle, Heleen Vandromme, Frederik Van Ooteghem, Riemert Viaene Studentenraad Algemene studentenraad Samenstelling De Algemene Studentenraad is de studentenraad op instellingsniveau zoals bepaald in het decreet. De ASR wordt rechtstreeks verkozen in de maand mei van het academiejaar x-1. De mandaten zijn verdeeld per opleiding. De stemverdeling is gebaseerd op een zetel per beginnende schijf van 700 studenten. Deze schijf is bepaald op volgende principes: elke opleiding moet vertegenwoordigd zijn, het totaal aantal mandaten mag de 50 niet overschrijden en de grote opleidingen krijgen meer mandaten. In academiejaar was de Algemene Studentenraad als volgt samengesteld: Arno Abraham, Alexandre Bazelaire, Veronique Beyls, Nele Claerhout, Charlotte Declercq, Sylvia De Coninck, Paul De Letter, Joran De Luyck, Jure D Haese, Deborah D Hauwer, Naomi D hoe, Thomas Doms, Lisa Eyckmans, Arno Geunes, Simon Helleputte, Elishia Hellinx, Emily Hoornaert, Peter Lens, Jessica-Laura Martin, Aline Nyirahumure, Shirin Omar, Tom Op de Beeck, Stefan Patron, Steffi Petit, Kara Pirolo, Igor Praet, Kim Punie, Lara Rizo, Sven Roegiers, Jeroen Roelandt, Michaël Rosmane, Stefanie Rotthier, Nick Surmont, Nicolas Theunissen, Wan Ting Tram, Tom Trogh, Gilles Vandamme, Elsje Van den Steen, Fréderique Vandermeeren, Tobias Van der Pulst, Simon Vandewalle, Matthew Van Haver, Simon Van Hijfte, Charles Vanmarsenille, Carolien Vanmeerbeek, Femke Van Nuffel, Andreas Van Puyvelde, Elliott Verbeecke, Riemert Viane, Tessa Waterschoot Werking De ASR vergadert minimaal 5 keer per academiejaar: oktober, december, februari, maart en april. Beslissingen worden genomen bij een gewone meerderheid. Aanpassingen aan het werkingsreglement, het kiesreglement of het participatiereglement vereisen een ¾ meerderheid. De definitieve uitsluiting van een lid vereist ook een ¾ meerderheid Dagelijks Bestuur Samenstelling Het Dagelijks Bestuur van de studentenraad bestaat uit de voorzitter, de vicevoorzitter en de bestuursleden. 32

34 In academiejaar bestond het Dagelijks bestuur uit: - Voorzitter: Simon Van Hijfte (Business Administration) - Vice-voorzitter: Michaël Rosemane (Handelswetenschappen) - Liaison Officer voor de Academische Opleidingen: Véronique Beyls - (Handelsingenieur) - Secretaris: Bart De Kock (Office Management) - Communicatie: Carolien Vanmeerbeek (Secundair Onderwijs) - Coördinator Sociale Aangelegenheden: Frederique Vandermeeren (Bedrijfsmanagement) - OSR/CSR coördinator: Tobias Vander Pulst (Industrieel Ingenieur) - Extern Beleid: Andreas Van Puyvelde (Secundair Onderwijs) Werking Het Dagelijks Bestuur bereidt de vergaderingen van de Algemene Studentenraad voor en coördineert de studentenvertegenwoordiging. Het Dagelijks Bestuur kan beslissingen nemen bij hoogdringendheid, als de Algemene Studentenraad niet meer tijdig kan worden samengeroepen. Het Dagelijks Bestuur brengt hiervan op de eerstvolgende vergadering van de Algemene Studentenraad schriftelijk of mondeling verslag uit Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk Samenstelling Ten gevolge van de sociale verkiezingen in 2012 en het ontstaan van de fusiehogeschool op 1 januari 2014 zijn er in de hogeschool vier CPB s: één in Campus Dirk Martens, één in de campussen Brussel, HIG en Parnas, één in Technologiecampus Gent en één in Campus Waas. Bevoegdheden Het comité heeft als opdracht alle middelen te onderzoeken en voor te stellen en actief bij te dragen aan al wat ondernomen wordt om het fysieke en psychische welzijn van de werknemers te bevorderen bij de uitvoering van hun werk. Hiervoor brengt het comité adviezen uit en formuleert het voorstellen omtrent het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, omtrent het globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan opgesteld door de werkgever, de wijzigingen, de uitvoering en de resultaten ervan. Het comité moet de activiteiten van de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk stimuleren en de werking ervan opvolgen. Het comité moet samen met de bevoegde preventieadviseur en het bevoegde lid van de hiërarchische lijn periodiek en minstens eenmaal per jaar een grondig onderzoek instellen op al de werkplaatsen waar het comité bevoegd is. Overzicht per campus: CPB Aalst: Werknemersafvaardiging: Effectieven: Ward De Boe, Herman Drieghe, Kathleen Van Damme, Marianne Van Beveren, Jan Van der Straeten Werkgeversafvaardiging: Effectieven: Johan de Wilde, Leo Jansegers, Luk Schoofs (voorzitter), Plaatsvervangers: Patrick Matthys, Ellen Pierreux, Katrien Van Gerwen 33

35 In academiejaar vergaderde het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk op: 16 september 2013, 25 november 2013, 27 januari 2014, 24 maart 2014 en 19 mei 2014 CPB Brussel: Werknemersafvaardiging: Effectieven: Guido Andries, Karin Bultiauw, Jan Goossens, Patrick Van Nieuwenhuyze, Eric Vekeman, Kurt Verhoeven Plaatsvervangers: Patrick Palmans, Dirk Vermeir Werkgeversafvaardiging: Effectieven: Denise Lanneau, Tanja Nuelant, Greet Raspoet (voorzitter), Mia Sas, Joëlle Theunis, Hilde Van Campenhout Plaatsvervangend voorzitter: Walter Roossens In academiejaar vergaderde het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk op: 16 september 2013, 21 oktober 2013, 16 december 2013, 20 januari 2014, 17 februari 2014, 17 maart 2014, 28 april 2014, 19mei 2014, 16 juni CPB Gent: Werknemersafvaardiging: Effectieven: Dirk Claus, Colette Deroose, Anthony De Proft, Patrick De Voldere, Linda De Waele (KUL), Marc Juwt (KUL) Plaatsvervangers: Elisabeth Butaye, Hugo Coolens (KUL), Piet Coussens, Anneleen Van Nieuwenhuyse (KUL) Werkgeversafvaardiging: Effectieven: Luc De Cooman (KUL), Patrick Demeyere, Lieven De Strijcker (KUL), Jo Praet, Heleen Vandromme (voorzitter) Plaatsvervangers: Johan Donné (plaatsvervangend voorzitter), Peter Hanselaer (KUL) In academiejaar vergaderde het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk op: 17 september 2013, 22 oktober 2013, 3 december 2013, 21 januari 2014, 22 april 2014, 3 juni 2014, 1 juli 2014 CPB Sint-Niklaas: Werknemersafvaardiging: Effectieven: Ada Peeters, Leen Trommelmans Plaatsvervangers: geen Werkgeversafvaardiging: Effectieven: Gertjan De Smet, Katrien De Wilde Plaatsvervangers: geen In academiejaar vergaderde het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk op: 17 september 2013, 5 november 2013, 28 januari 2014, 18 maart 2014, 6 mei

36 4. OVERLEG OP HET NIVEAU VAN HET UC 4.1. Algemeen Beheer Staf Algemeen Beheer Samenstelling - de Algemeen beheerder (voorzitter) - de diensthoofden stafdiensten Algemeen Beheer (Technische diensten, Facilitair beheer, Gebouwen en projecten, ICT, Studentenadministratie, Bibliotheken, Personeel, Financiën). Werking De Staf Algemeen Beheer is het forum waarin strategische lijnen en visies over de diensten Algemeen Beheer heen worden uitgewerkt. Centraal staat de servicegedachte van de diensten algemeen beheer ten behoeve van de core-activiteiten van het UC, de gedelegeerde bevoegdheden aan het Bestuurscomité en de afspraken via de samenwerkingsakkoorden. De staf AB draagt zorg voor de coördinatie tussen de verschillende entiteiten op verschillende locaties en stemt haar werking af met het concern model van de Associatie (gezamenlijke dienstverlening). De afstemming tussen het UC en de KU Leuven wordt gewaarborgd via het Comité Algemeen Beheer. Zowel de directeuren van het algemeen beheer KU Leuven als de algemeen beheerder van het UC maken deel uit van dit comité. Op regelmatige tijdstippen vergaderen de Staf Algemeen Beheer en de Staf Academische Diensten samen voor de bespreking van overkoepelende thema s Coördinatiecomité Algemeen Beheer Samenstelling - de Algemeen beheerder (voorzitter) - de diensthoofden van de stafdiensten Algemeen Beheer - de campusdirecteuren en coördinatoren - de academische directeuren AO - de groepsvoorzitter PO Werking Het Coördinatiecomité Algemeen Beheer is een forum waar informatie wordt uitgewisseld tussen de opleidingen, de campusentiteiten en de diensten algemeen beheer. Van hieruit vloeien adviezen voort naar de staf algemeen beheer. Het Coördinatiecomité bewaakt een goede samenwerking tussen diensten en opleidingen en adviseert inzake knelpunten. 35

37 Overleg Campusdirecteuren/-coördinatoren Samenstelling - de verschillende Campusdirecteuren/- coördinatoren - een lid van het Directiecomité (voorzitter) Werking Het overleg Campusdirecteuren/-coördinatoren heeft een informatieverstrekkende, meningvormende, beleidsvoorbereidende en beleidsvoerende functie. Volgende thema s komen aan bod: - het opvolgen en implementeren van afspraken vanuit het directiecomité en de STUVO s; - het uitbouwen van een adequate samenwerking met de centrale diensten; - het afstemmen van de werking van de onderwijsondersteunende diensten; - het optimaliseren van de communicatie met de directeuren en de decanen; - het opstellen van de begroting voor campusgebonden thema s; - de voorbereiding en opvolging van de campusraden. Het overleg Campusdirecteuren/-coördinatoren vergadert 5x per academiejaar, het verslag wordt ter informatie voorgelegd op het Directiecomité Staf Academische Diensten Samenstelling - de algemeen directeur (voorzitter) - de diensthoofden academische diensten (Onderwijs & kwaliteit, Studentenbeleid, Permanente vorming, Marketing en communicatie, Onderzoekscoördinatie, Personeel, Financiën) - de coördinatoren diversiteit UCC, internationalisering UCC en taalbeleid UCC Werking De Staf Academische Diensten is het forum waarin strategische lijnen en visies over de academische diensten heen worden uitgewerkt. Centraal staat de servicegedachte van de academische diensten ten behoeve van de core-activiteiten van het UC, de gedelegeerde bevoegdheden aan het Bestuurscomité en de afspraken via de samenwerkingsakkoorden. De Staf Academische Diensten draagt ook zorg voor de coördinatie tussen de verschillende entiteiten op verschillende locaties. De afstemming tussen het UC en de KU Leuven wordt gewaarborgd via het Comité Academische Diensten. De academisch beheerder van de KU Leuven en de algemeen directeur van het UC zijn beide vertegenwoordigd in dit orgaan. Op regelmatige tijdstippen vergaderen de Staf Algemeen Beheer en de Staf Academische Diensten samen voor de bespreking van overkoepelende thema s. 36

38 4.3. Overlegfora AO en PO Expertisecel Internationalisering Samenstelling - een voorzitter, aangeduid door de UCC-raad - de coördinator Internationalisering UCC - twee vertegenwoordigers van de professionele opleidingen - één vertegenwoordiger per faculteit - de coördinatoren internationale projecten - één vertegenwoordiger van de algemene studentenraad Werking De expertengroep is er gezamenlijk voor verantwoordelijk dat een UCC-breed beleid op het vlak van internationalisering wordt opgezet en uitgevoerd. De leden ervan zijn er elk afzonderlijk voor verantwoordelijk dat het UC-beleid uitgevoerd wordt op de onderliggende niveaus (opleiding/cluster van opleidingen) en zorgen ook voor een professionele opvolging van de afspraken op die niveaus. De stuurgroepen internationalisering AO en PO zorgen voor input. De expertengroep behandelt ook beleidsdossiers die de opleidingen en studiegebieden overstijgen. De expertengroep biedt een platform voor uitwisseling van expertise. De groep vergadert zes keer per academiejaar Expertisecel Diversiteit Samenstelling - een voorzitter, aangeduid door de UCC-raad - de coördinator Diversiteit UCC - vertegenwoordigers van de studiegebieden en de faculteiten - vertegenwoordigers van de diensten (Personeel, Marketing en communicatie, Onderzoek en Studentenbeleid) - de Taalbeleidcoördinator UCC - één vertegenwoordiger van de algemene studentenraad Werking De expertengroep zorgt ervoor dat een UCC-breed beleid op het vlak van diversiteit wordt ontwikkeld en uitgevoerd. De vertegenwoordigers van de studiegebieden representeren hun opleidingen(-clusters) in de cel en zijn tegelijk verantwoordelijk voor de implementatie van de gemaakte afspraken op studiegebied- en opleidingsniveau. De expertengroep behandelt ook beleidsdossiers die de opleidingen en studiegebieden overstijgen. De expertengroep functioneert als een platform voor uitwisseling van expertise. De groep vergadert zes keer per academiejaar. 37

39 Expertisecel Taalbeleid Samenstelling - een voorzitter, aangeduid door de UCC-raad - de Taalbeleidcoördinator UCC - vertegenwoordigers van de studiegebieden en de faculteiten - een vertegenwoordiger van de algemene studentenraad Werking De expertengroep zorgt ervoor dat een UCC-breed beleid op het vlak van taalbeleid wordt ontwikkeld en uitgevoerd, conform de Visietekst taalbeleid. De vertegenwoordigers van de studiegebieden representeren hun opleidingen(-clusters) in de stuurgroep en zijn tegelijk verantwoordelijk voor de implementatie van de gemaakte afspraken op studiegebied- en opleidingsniveau. De expertengroep behandelt ook beleidsdossiers die de opleidingen en studiegebieden overstijgen. De expertengroep functioneert als een platform voor uitwisseling van expertise. De expertengroep vergadert vijf keer per academiejaar Overlegfora PO Onderwijsteams en kernteams Onderwijsteams: - het opleidingshoofd (voorzitter) - de directeur - alle docenten die verantwoordelijk zijn voor een onderwijsactiviteit in een opleiding zijn lid van een onderwijsteam, men kan lid zijn van verschillende onderwijsteams Kernteams: - het opleidingshoofd (voorzitter) - de directeur - een aantal (5 à 8) docenten die representatief genoemd kunnen worden voor het studieprogramma én de opleiding - de studenten afgevaardigd door de Algemene Studentenraad - de samenstelling van het kernteam wordt jaarlijks op de eerste vergadering van het onderwijsteam bekrachtigd Indien de schaalgrootte van de opleiding het toelaat, wordt enkel een onderwijsteam samengesteld. Werking De onderwijsteams en de kernteams hebben een informatieverstrekkende, meningvormende en beleidsvoorbereidende functie. De kernteams bereiden dossiers voor m.b.t. het onderwijscurriculum, die na bekrachtiging in het onderwijsteam in de Academische Raad behandeld worden. Daarenboven spelen de kernteams een belangrijke coördinerende rol in de 38

40 uitvoering van de vastgelegde beleidsprioriteiten. In overleg met de directeur, desgevallend met de groepsvoorzitter en waar nodig met de bevoegde ankerpersonen en deskundigen van beleids- en onderwijsondersteunende cellen en diensten, werken zij de beleidsprioriteiten uit in concrete taakstellingen en volgen die op. De kernteams en onderwijsteams ondersteunen binnen het kader van de afgesproken procedures de volgende kernfuncties: A. Curriculumontwikkeling - het profiel van een opleiding ontwikkelen en bewaken; - voorbereiding van de accreditatie; - extracurriculaire activiteiten ontwikkelen; - het profiel van een specialisatie, afstudeerrichting, keuzetraject, postgraduaatsopleiding of internationaal programma ontwikkelen en bewaken. B. Cursusontwikkeling en onderwijsuitvoering - opleidingsspecifieke leerresultaten formuleren en actualiseren (rekening houdend met niveau 6 van de Vlaamse kwalificatiestructuur) - concretiseren van leerresultaten in kerndoelen gekoppeld aan opleidingsonderdelen: horizontale en verticale coördinatie en integratie van opleidingsonderdelen; binnen één opleidingsfase en over verschillende opleidingsfasen heen; binnen het vakgebied en/of de afstudeerrichting en/of de opleiding en erbuiten, bijvoorbeeld: - opleidingsonderdelen die in verschillende afstudeerrichtingen of keuzetrajecten gedoceerd worden (zelfde invulling, specifieke klemtonen?); - opleidingsonderdelen die in verschillende opleidingen gedoceerd worden (zelfde invulling, specifieke klemtonen?). - de leermethoden optimaliseren, bijv. invoeren van alternatieve leerwegen zoals begeleide zelfstudie; - de kwaliteit van het studiemateriaal verzekeren, bijvoorbeeld: - beschikbaarheid en kwaliteit schriftelijk studiemateriaal; - andere media (CD-rom, video, projectiemateriaal, softwarepakketten, internet); - de kwaliteit van de evaluatie van studenten borgen, uitbouwen van een toetsbeleid waar rekening gehouden wordt met bijvoorbeeld: - doelstellingenvaliditeit; - evaluatietransparantie; - betrouwbaarheid, objectiviteit...; - afstemming m.b.t. de voormelde topics tussen verschillende opleidingsonderdelen in een opleidingsfase met het oog op de realisatie van een coherent en studeerbaar aanbod voor de student; - correcte en volledige informatie verstrekken over deze aspecten aan de studenten en het onderwijsbeleid/de onderwijsorganisatie, bijv. ECTSfiches met inhoudelijke studie-informatie; - diverse vragen van diensten bespreken en beantwoorden (Personeelsdienst, Studie- en studentenbegeleiding, Studentenadministratie, Planning, Cursusdienst, Bibliotheek, Externe samenwerking); - reflectie en ervaringsuitwisseling over ontwikkelingen in het vakgebied/de afstudeerrichting of het keuzetraject stimuleren; 39

41 - praktijkgericht onderzoek, permanente vorming en maatschappelijke dienstverlening in het verlengde van het onderwijsaanbod ontwikkelen. C. Personeelsbeleid Betrokken bij: - selectie en aanwerving van nieuwe docenten; - introductie en integratie van nieuwe docenten; - deskundigheidsbevordering en navorming; D. Informatiedoorstroming - in zoverre dit niet mogelijk is via andere, meer aangewezen kanalen. Een onderwijsteam en een kernteam worden voorgezeten door het opleidingshoofd, die hiertoe een mandaat krijgt van het instellingsbestuur. Bij afwezigheid van het opleidingshoofd wordt het voorzitterschap van het kernteam waargenomen door de directeur van het studiegebied/de opleiding, of bij diens afwezigheid, door de stagecoördinator. De onderwijsteams en kernteams beslissen bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Alle vaste leden zijn stemgerechtigd. De directeur van het studiegebied/de opleiding stemt enkel bij staking van stemmen; zijn stem is dan beslissend. De kernteams en onderwijsteams kunnen maar geldig stemmen en maar een geldig advies formuleren indien ten minste de helft van de leden aanwezig is. Wordt dat quorum niet bereikt dan roept het opleidingshoofd de betrokken groep opnieuw samen, minstens een week en hoogstens twee weken na de eerste vergadering. Op deze tweede vergadering kan geldig worden beslist, wat het aantal aanwezigen ook is. Agendapunten die voornamelijk het personeel aanbelangen en waarvan zowel het instellingsbestuur, de studenten als het personeel vinden dat zij zonder kwaliteitsverlies in afwezigheid van de studenten kunnen worden behandeld, kunnen apart worden geagendeerd. Dit gebeurt in alle openheid en na overleg met de studentenafvaardiging. De onderwijsteams vergaderen minstens 3x per academiejaar, de kernteams vergaderen maandelijks. De agenda wordt bepaald door de bevoegde voorzitter, steeds in overleg met de directeur van het studiegebied/de opleiding en de bevoegde ankerpersonen en/of deskundigen van beleids- en onderwijsondersteunende diensten of cellen. De vergaderdata worden bij de aanvang van het academiejaar vastgelegd en meegedeeld aan de leden. De oproeping bevat de agenda en wordt een week voor de vergadering verzonden. Bij de planning van de vergaderingen en de opmaak van de agenda wordt rekening gehouden met de specifieke context van de deeltijdse docenten in de instelling. Ter ondersteuning van de opdrachten van het kernteam kan de opleiding werkgroepen samenstellen om taakstellingen te delegeren (stages, bachelorproeven, onderwijsontwikkeling, uitbouw van leerlijnen, vakwerkgroepen, vaardigheidsonderwijs ). 40

42 Resonantieraden Professionele opleidingen Samenstelling Er zijn resonantieraden samengesteld voor - Studiegebied Biotechniek: Agro- en Biotechnologie (StN) - Studiegebied Gezondheidszorg: Ergotherapie (B), Medische Beeldvorming (B), Optiek en Optometrie (B), Verpleegkunde (B, A, StN), Vroedkunde (StN), BanaBa Palliatieve Zorg (B), BanaBa Intensieve Zorgen en Spoedgevallenzorg (A), Biomedische Laboratoriumtechnologie (G), Voedings- en Dieetkunde (G) - Studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde: Bedrijfsmanagement (B, A), Office Management (B, A) en Toegepaste Informatica (B) - Studiegebied Industriële Wetenschappen en Technologie: Bouw (A), Chemie (G), Elektromechanica (A), Elektronica-ICT (G), Energietechnologie (G), Facilitair Management (G), Ontwerp- en productietechnologie (G), Vastgoed (A) - Studiegebied Onderwijs: Kleuteronderwijs en Lager Onderwijs (B), Kleuteronderwijs (A), Lager Onderwijs (A) en Lager Onderwijs (StN), Secundair Onderwijs (Algemene Vakken en Plastische Opvoeding)(B), Secundair Onderwijs (Algemene Vakken en Lichamelijke Opvoeding)(StN), Secundair Onderwijs (Lichamelijke opvoeding)(d) en Schoolontwikkeling (B). - Studiegebied Sociaal-Agogisch Werk: Orthopedagogie (D), Sociaal Werk (B), Sociaal Werk voor Volwassenen (B), Gezinswetenschappen (S), BanaBa Psychosociale Gerontologie (S). De samenstelling is als volgt: - de directeur van het studiegebied/de opleiding (voorzitter) - het opleidingshoofd (plaatsvervangend voorzitter en verslaggever) - vertegenwoordigers van het kernteam of onderwijsteam (docenten en studenten) - vertegenwoordigers van ondernemingen, ziekenhuizen, scholen of andere organisaties die bedrijvig zijn in de arbeidssector(en) waarop de opleiding of afstudeerrichting voorbereidt en/of academici van wie de professionele bezigheden zich in de vakgebieden van de opleiding of afstudeerrichtingen situeren 1 en/of onderzoekers die zich verdiepen of verdiept hebben in voor de opleiding relevante materie Werking De resonantieraad waakt erover dat de opleiding aansluit bij de beroepspraktijk en geeft inspraak aan het werkveld. De resonantieraad is een adviesraad die tot taak heeft het curriculum van de opleiding te evalueren en voorstellen te doen ter optimalisering. De resonantieraad heeft in eerste instantie oog voor het algemeen profiel van de opleiding. Hij adviseert eveneens met betrekking tot de behaalde resultaten van de opleiding. 1. Externe kandidaten voor lidmaatschap worden aangezocht omwille van hun hoge deskundigheid en/of omwille van het belang van de organisatie die ze vertegenwoordigen. 41

43 Overleg directeur(en)-opleidingshoofden (DIR-OH) Samenstelling - de directeuren van de studiegebieden/de opleiding (voorzitter) - de opleidingshoofden - naargelang van het agendapunt kunnen deskundigen uitgenodigd worden Werking Het overleg directeur-opleidingshoofden heeft een informatieverstrekkende, meningvormende, beleidsvoorbereidende en beleidsvoerende functie. Volgende thema s worden opgenomen met een permanente aandacht voor aantrekkelijk onderwijs in het betrokken studiegebied: - de ontwikkeling en uitbouw van het onderwijs en het onderwijskundig beleid; coördinatie van de werking van de onderwijsteams (OT), de kernteams (KT) en de resonantieraden; - het stimuleren van onderwijsvernieuwing en ervoor zorgen dat ingespeeld wordt op evoluties in de samenleving en in het betrokken werkveld; - de uitvoering van de onderwijsregeling en het examenreglement; - het opvolgen en verder uitbouwen van de internationalisering; - het opvolgen en coördineren van samenwerkingsovereenkomsten; - het bewaken en implementeren van kwaliteitsafspraken; - het verzorgen van de communicatie met personeel en studenten; - de visitaties en accreditaties; - het opvolgen van het praktijkgericht onderzoek; - het opvolgen van het onderwijsaanbod van basisopleidingen, afstudeerrichtingen, keuzetrajecten, postgraduaatsopleidingen en de programma s permanente vorming; - het opvolgen van de ontwikkelingen m.b.t. het studiegebied/de opleiding binnen de Associatie KU Leuven; - de externe vertegenwoordiging van het studiegebied/de opleiding. Het overleg vergadert maandelijks onder het voorzitterschap van de directeur. 3x per academiejaar wordt vergaderd met alle directeuren en alle opleidingshoofden van het studiegebied onder het voorzitterschap van de directeur(en) Overleg groepsvoorzitter-directeuren-opleidingshoofden Samenstelling - de groepsvoorzitter (voorzitter) - de directeuren - de opleidingshoofden - medewerkers van de dienst Onderwijs en Kwaliteit - naargelang het agendapunt kunnen deskundigen uitgenodigd worden Werking Het overleg groepsvoorzitter Professionele Opleidingen-directeuren-opleidingshoofden heeft een informatieverstrekkende, meningvormende, beleidsvoorbereidende en beleidsvoerende functie. 42

44 Volgende studiegebiedoverschrijdende thema s komen aan bod: - het afstemmen van de ontwikkeling en uitbouw van het onderwijs en het onderwijskundig beleid; - de uitvoering van de onderwijsregeling en het examenreglement; - de afspraken m.b.t. de academische planning; - het bewaken en implementeren van kwaliteitsafspraken; - het verzorgen van de communicatie met personeel en studenten; - de visitaties en accreditaties; - het opvolgen van het onderwijsaanbod van basisopleidingen, afstudeerrichtingen, keuzetrajecten, postgraduaatsopleidingen en de programma s permanente vorming; - het opvolgen van het praktijkgericht onderzoek en de maatschappelijke dienstverlening. Het overleg vergadert 5x per academiejaar onder het voorzitterschap van de groepsvoorzitter Professionele Opleidingen Onderzoeksraad PO Samenstelling - het diensthoofd onderzoek (voorzitter) - de onderzoekscoördinator - de verantwoordelijken van de onderzoeksgroepen (1 per studiegebied) - verantwoordelijken van kernen (Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen kenniscentrum over en voor gezinnen en het Kenniscentrum Agro- en biotechnologie) Werking De onderzoeksraad heeft een adviserende functie t.a.v. de directie en het Bestuurscollege voor materies i.v.m. onderzoek in de professionele bacheloropleidingen. De onderzoeksraad functioneert autonoom binnen de krijtlijnen van de gemeenschappelijke afspraken gemaakt in het bureau onderzoeksbeleid. De onderzoeksraad tekent in samenwerking met het Bestuurscollege het onderzoeksbeleid in de professionele opleidingen uit, en stelt hiervoor ondermeer een visie op korte en lange termijn op. De onderzoeksraad vergadert hiertoe 5x per academiejaar. Dit om de stand van zaken te bespreken, de werking van de onderzoekers en onderzoeksgroepen te ondersteunen en te optimaliseren, het opleidingsoverstijgend samenwerken te bevorderen, de interne en externe communicatie te stroomlijnen, de relatie tussen onderwijs en onderzoek te stimuleren en te ondersteunen, de PWO-oproep te organiseren. Een belangrijke bevoegdheid is het stimuleren van de kwaliteit van het onderzoek, o.m. via het evalueren van de kernen en onderzoeksgroepen (o.m. relatie onderzoekstijd t.o.v. de gerealiseerde output), dit in samenwerking met de groepsvoorzitter en de directeuren van de betrokken studiegebieden. 43

45 Stuurgroep Onderwijs en Kwaliteit Samenstelling - de directeur Onderwijs en Kwaliteit (voorzitter) - de verantwoordelijken en medewerkers Onderwijs en Kwaliteit (onderwijsbeleid en - ontwikkeling, onderwijskundige professionalisering, interne en externe kwaliteitszorg, statistische analyse en metingen) - de beleidsmedewerker Professionele Opleidingen - een medewerker ICTO (onderwijsondersteuning op het vlak van ICT in het onderwijs); - een studentenvertegenwoordiger of 2 ankerpersonen van: Studiegebied Biotechniek Studiegebied Gezondheidszorg Studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Studiegebied Industriële Wetenschappen en Technologie Studiegebied Onderwijs Studiegebied Sociaal-Agogisch Werk Werking De directeur Onderwijs en Kwaliteit pleegt overleg met de vertegenwoordigers van de studiegebieden in de tweemaandelijkse vergaderingen van de stuurgroep Onderwijs en Kwaliteit (SGOK) die hij voorzit. De stuurgroep Onderwijs en Kwaliteit heeft een informatieverstrekkende, participatieve, meningvormende en beleidsontwikkelende functie. Ze reflecteert over het onderwijs- en kwaliteitsbeleid en formuleert voorstellen en adviezen voor de bevoegde besluitvormingsorganen. Op het niveau van de studiegebieden van de Professionele Opleidingen zijn dit de kernteams. Op het niveau van de instelling zijn dit de UC-raad, de Academische Raad en de Raad van Bestuur. Elk studiegebied vaardigt een of meerdere vertegenwoordigers af in de stuurgroep, rekening houdend met de grootte van het studiegebied. De studiegebieden beslissen zelf of hun vertegenwoordiger(s) in de stuurgroep de beide thema s onderwijsontwikkeling en kwaliteitszorg behartigen, dan wel of ze onderling een taakverdeling afspreken. Op die manier fungeren ze in de stuurgroep als klankbordgroep en dragen ze in hun studiegebied bij tot de implementatie van het onderwijs- en kwaliteitsbeleid. Deze stuurgroep delegeert een aantal opdrachten aan de werkgroepen HAO/Blended Learning en Instroom/doorstroom/uitstroom Stuurgroep Stages Samenstelling - de groepsvoorzitter Professionele Opleidingen (voorzitter) - de stagecoördinator per opleiding/afstudeerrichting - de beleidsmedewerker Professionele Opleidingen - de administratieve verantwoordelijken voor de stages per studiegebied kunnen uitgenodigd worden 44

46 Werking De stuurgroep heeft overleg en adviesbevoegdheid over de administratieve aspecten en over het verloop en de kwaliteit van het stageproces. De stuurgroep vergadert 4x per academiejaar onder het voorzitterschap van de groepsvoorzitter. Alle adviezen worden ter bespreking voorgelegd aan de verschillende onderwijsteams. Bij unanimiteit wordt een procedure, steundocument of formulier opgesteld dat na goedkeuring door het Bestuurscollege geregistreerd wordt in het kwaliteitsraamwerk Stuurgroep Bachelorproeven Samenstelling - een ankerpersoon Onderwijs & Kwaliteit (voorzitter) - de groepsvoorzitter Professionele Opleidingen - één coördinator Bachelorproeven per studiegebied/opleiding waar Bachelorproeven voorzien worden in het studieprogramma - jaarlijks wordt één keer de coördinator Bachelorproeven van elke opleiding uitgenodigd Werking De stuurgroep heeft overleg en adviesbevoegdheid over de administratieve aspecten van de Bachelorproef en over het verloop en de kwaliteit van het proces. De stuurgroep vergadert 3x per academiejaar onder het voorzitterschap van een docent, lid van de stuurgroep Onderwijs en Kwaliteit. Alle adviezen worden ter bespreking voorgelegd aan de verschillende onderwijsteams. Bij unanimiteit wordt een procedure, steundocument of formulier opgesteld dat na goedkeuring door het Bestuurscollege geregistreerd wordt in het kwaliteitsraamwerk Stuurgroep Internationalisering Samenstelling - de coördinatoren internationalisering voor de Professionele Opleidingen (voorzitter) - de ankerpersonen internationalisering van elke opleiding - de administratieve medewerkers verantwoordelijk voor de Professionele Opleidingen - de groepsvoorzitter Professionele Opleidingen Werking Het overleg met de ankerpersonen internationalisering heeft een informatieverstrekkende, meningvormende en beleidsvoorbereidende functie. Zowel de contacten met buitenlandse partners als de organisatie van de activiteiten en de impact van de internationalisering op het curriculum, de diplomasupplementen, de begeleiding van de studenten en de organisatie van het academiejaar, zijn voorwerp van bespreking. Alle adviezen worden ter bespreking voorgelegd op het Bestuurscollege. Bij goedkeuring wordt een document opgesteld dat geregistreerd wordt in het kwaliteitsraamwerk. De vergadering komt 6x per academiejaar samen onder het voorzitterschap van de coördinatoren internationalisering van de Professionele Opleidingen. 45

47 Stuurgroep Alumni Samenstelling - de groepsvoorzitter Professionele Opleidingen (voorzitter) - de coördinator(en) Alumni-werking - verschillende docenten vanuit diverse opleidingen, elk studiegebied is vertegenwoordigd Werking De stuurgroep - maakt een aantal bindende afspraken rond de inhoud van de Alumni-site - wordt geïnformeerd over de X-jaarlijkse bevraging van de Alumni - wisselt informatie uit over mogelijke activiteiten voor Alumni De stuurgroep vergadert 2x per academiejaar onder het voorzitterschap van de groepsvoorzitter Professionele Opleidingen en de werking wordt gecoördineerd door de coördinator(en) Alumni-werking. Alle adviezen worden ter bespreking voorgelegd op het Bestuurscollege Bij goedkeuring wordt een document opgesteld dat geregistreerd wordt in het kwaliteitsraamwerk. 46

48 47

49 48

50 49

51 DEEL II - ONDERWIJS 1. BELEIDSLIJNEN VOOR HET HOGESCHOOLONDERWIJS 1.1. Krachtlijnen van het HUB-KAHO onderwijsbeleid Onderwijsvisie In werd een nieuwe onderwijsvisie ontwikkeld voor HUB-KAHO. De centrale focus van die nieuwe onderwijsvisie kan als volgt omschreven worden: De centrale focus van onze onderwijsgemeenschap bestaat erin een maatschappelijkemancipatorische hefboomfunctie te vervullen door hoogopgeleide professionals en leergierige wereldburgers af te leveren met een superdiverse achtergrond. Daartoe (h)erkennen we de talenten van al onze studenten, waarderen hen in hun sterktes en dagen hen uit hun grenzen te verleggen. Onze opleidingen staan open voor de bredere stedelijke, regionale en internationale omgeving om dit gemeenschappelijke streven vorm te geven. Vanuit hun verbinding en interactie met het werkveld en het praktijkgericht onderzoek ontstaan authentieke, beklijvende en motiverende leerervaringen. Zo ontkiemt het nieuwsgierige, kritische, levenslange leren. Zo blijven we ook werken aan een state-of-the-art en publiek gevalideerd onderwijs De onderwijsvisie wil een uitdagend, maar tegelijk open kader bieden omdat diverse uitweringen in de studiegebieden een rijkdom zijn en kansen bieden tot wederzijds leren en vernieuwen. Omdat de studiegebieden finaal eigenaar zijn van en verantwoordelijk voor hun onderwijsbeleid, streeft de instellingsvisie geen volledigheid na: er is ruimte voor eigen accenten en inkleuringen. De centrale focus van de onderwijsvisie wordt verder uitgewerkt in een viertal specifieke rubrieken, geordend volgens een aangepaste versie van het creative classroom model (NMC Horizon Report: 2014 Higher Education edition2) en een vijfde, meer generieke en overkoepelende rubriek (zie schema). De vijf rubrieken van de onderwijsvisie verduidelijken in welke richting wij de kwaliteit van ons onderwijs willen verbeteren. Ze zullen in alle opleidingen van de instelling de volgende vijf jaar bijzondere beleidsaandacht krijgen. Het schema toont ook aan hoe de onderwijsvisie invulling geeft aan de vier kernwaarden van de instelling: openstaan, verbinden, grenzen verleggen en emanciperen. Onderstaand schema toont ook aan hoe de onderwijsvisie van de instelling invulling geeft aan de vier kernwaarden van de instelling (openstaan, verbinden, grenzen verleggen en emanciperen). 2 Raamwerk ontwikkeld door Stefania Bocconi, Panagiotis G. Kampylis and Yves Punie (IPTS 2012, Innovating Learning: Key Elements for Developing Creative Classrooms in Europe) 50

52 OMGEVING Openstaan OPLEIDING Curriculum #work (cf. speerpunt 3) Intensief contact met het werkveld Authentieke leersituaties op de werkplek Interprofessionele samenwerking en internationale leerervaringen Continue, veelzijdige, structurele interactie tussen opleidingen, werkveld en onderzoek Flexibele trajecten voor voor een diverse instroom Keuzemogelijkheden en eigenaarschap Diverse inhoudelijke referentiekaders in de curricula Open, creatieve opdrachten Samenwerken in diverse context met respect voor elkaars eigenheid Opleidingen #superdiversiteit (cf. speerpunt 4) Verbinden Kwaliteit#publiekgevalideerd (cf. speerpunt 1) Emanciperen Onderwijsteams #multicampus (cf. speerpunt 5) Benutten van onderwijskundige opportuniteiten van de multicampusorganisatie Verdere afstemming van opleidingsvarianten op diverse campussen, gebruik makend van elkaars sterke punten Studenten ontdekken wie ze zijn en wat ze willen (worden) Inspirerende coaches stimuleren talenten Een doordacht talentontwikkelingstraject, met uitdagende componenten en ondersteuning Student #talent (cf. speerpunt 2) Grenzen verleggen ORGANISATIE MENS Kwaliteit#publiek gevalideerd - Onze onderwijsteams weten waar het in hun domein om gaat (onze docenten zijn vakbekwame experten die mee zijn met de huidige stand van het werkveld en de wetenschap) en waar ze voor staan (er is een gezamenlijk gedragen visie op de opleiding). - Onze opleidingen springen eruit: ze hebben een kleur, bijvoorbeeld door een van de strategische speerpunten van de instelling op voorbeeldige wijze in praktijk te brengen of nog, door een eigen specifieke benadering of invalshoek op een kwaliteitsvolle manier neer te zetten. - Relevantie en kwaliteit van ons onderwijs veronderstelt permanente aandacht voor validering door alle betrokken stakeholders, waaronder het personeel, de studenten, het werkveld. Op basis van de accreditatiebesluiten van de NVAO gaan we na in welke mate 51

53 onze opleidingen erin slagen in hun domein tot het topsegment in Vlaanderen te behoren. - We geven nieuwe experimenten een kans. Student#talent - Naast de te bereiken leerresultaten van een opleiding, zijn ook de eigenheid van onze studenten en hun docenten een belangrijk uitgangspunt. - Studenten ontdekken hun talenten in een vertrouwensvolle context: van alle instromende studenten wordt een talentenfoto gemaakt, ze worden zich bewust van wie ze zijn en wat hun ambities zijn. In heterogene groepen kunnen studenten ook elkaars talenten (helpen) ontdekken. - Onze docenten en trajectbegeleiders bevestigen studenten in hun talenten vanuit een waarderende benadering, ze vertrekken van hun sterktes en mogelijkheden (en minder vanuit hun beperkingen). Hun studenten ervaren hen als inspirerende coaches. - In die context dagen we studenten uit tot nieuwe ervaringen om het beste uit zichzelf te halen en ondersteunen we hen waar het moeilijk loopt. Iedere student doorloopt een doordacht talentontwikkelingstraject; betrokken actoren kunnen daarbij rekenen op digitale ondersteuning. - Onze studenten zijn betrokken en verantwoordelijk, gericht op het halen van de beoogde leerresultaten met een redelijke studie-efficiëntie. Curriculum#work - Studenten komen in alle fasen van de opleiding en steeds intensiever in contact met het werkveld. Vanuit de confrontatie met authentieke leersituaties op de werkplek krijgen ze vanaf de start prikkels om hun grenzen te verleggen. - Studenten en docenten verruimen hun blik door de kansen die ze krijgen om interprofessioneel samen te werken en internationale leerervaringen op te doen. - Onze opleidingen, het werkveld waarop zij voorbereiden en het praktijkgericht onderzoek bevruchten elkaar in een continue, structurele en veelzijdige interactie (mogelijke ijkpunten zijn verwoord in het zelfevaluatie-instrument interactie met het werkveld ) Opleidingen#superdiversiteit - Onze studenten kunnen gebruik maken van een ruim aanbod van geïntegreerde en flexibele opleidingswegen. - We stimuleren de inhoudelijke binding van de studenten met hun studies door hen eigenaar te maken van hun leerproces, onder andere door hen voldoende keuzemogelijkheden aan te bieden (zowel naar vorm als naar inhoud). - Onze docenten reiken diverse inhoudelijke referentiekaders aan, rekening houdend met de globaliserende wereld en de toenemende diversiteit van de studentenpopulatie. Ze stimuleren een ruimdenkende houding en een brede kijk op de wereld. - Studenten en docenten leren van en met elkaar, in een superdiverse context, met respect voor elkaars eigenheid. - Open en creatieve opdrachten activeren de domeinspecifieke kennis en vaardigheden. Onderwijsteams#multicampus - We stimuleren campusoverstijgende samenwerking door zoveel mogelijk onderwijskundige opportuniteiten van de multicampusorganisatie te benutten. - Daarbij gaat bijzondere aandacht uit naar gedragenheid van de initiatieven in de betrokken onderwijsteams. We vinden het belangrijk dat studenten en docenten voeling hebben met elkaar, hun opleiding en campus. 52

54 - We werken verder aan de afstemming van opleidingen met varianten op verschillende vestigingsplaatsen, maximaal gebruik makend van elkaars sterke punten, werkend vanuit een in gezamenlijk overleg tot stand gekomen visie en planmatige aanpak. Mate waarin de beleidsdoelen gehaald worden Jaarlijks formuleren de studiegebieden, opleidingen, diensten en campussen strategische taakstellingen en taakstellingen van dagelijkse werking die samen het strategie- en werkingsplan vormen. Strategische taakstellingen zijn toekomstgericht, proactief van aard: ze zijn gericht op de realisatie van het strategisch beleid. Taakstellingen in verband met de dagelijkse werking zijn eerder remediërend, reactief van aard: ze zijn gericht op de optimalisering van bestaande praktijken en de opvolging van meetresultaten, auditafspraken of aanbevelingen van visitatiecommissies. De taakstellingen vormen de concretisering van de negen strategische opties die door de Raad van Bestuur werden vooropgesteld voor HUB-KAHO (sinds ): (1) Studenten: staan centraal Adequate (her)oriëntering Persoonlijke begeleiding naar toenemende autonomie Uitstroombegeleiding naar vervolgopleiding en arbeidsmarkt (2) Onderwijs: aantrekkelijk profiel en erkende kwaliteit Vakbekwaamheid en engagement als leerresultaat Leren als (inter)actief en creatief proces Samenwerking tussen studenten, docenten en werkveld Praktijk als oriëntatie Wetenschap als fundering Innovatie en kwaliteit als ambitie Publiek gevalideerd (3) Onderzoek: voortrekkersrol binnen speerpuntenbeleid Realisatie onderzoeksoutput overeenkomstig internationale standaarden Waardering onderzoeksoutput (meetsleutels, realisatie onderzoeksruimte en faciliteiten ) Verwezenlijking wetenschappelijke cultuur (onderzoeksseminars ) (4) Maatschappelijke dienstverlening en permanente vorming: kennisvalorisatie en levenslang leren Maatschappelijk relevant en succesvol vormingsaanbod Uitbouw van expertisecentra Intensieve en ge(co)financierde projectwerking Interactie met partners uit andere kennisinstellingen, werkveld, alumni Interactie met de eigen basisopleidingen 53

55 (5) Personeel: competent en betrokken Competentiegericht professionaliseringsbeleid Engagement, verantwoordelijkheid en ondernemingszin Faciliteren van veranderingsprocessen en interne communicatie (6) University college: professionele organisatie en open netwerk Fusie HUB/KAHO Integratie academische opleidingen in K.U.Leuven Afgestemd beleid academische en professionele opleidingen Regionale verankering van de campi (samenwerking relevant werkveld en andere organisaties) Uitbouw van adequate voorzieningen (bv. project campusconsolidatie Brussel) (7) Internationalisering: kiezen voor Europa en de wereld Internationale kennis en ervaring voor studenten en personeel Internationale toetsing van curricula Internationaal netwerk (8) Diversiteit: samen anders zijn Valorisatie van talent Diversiteit in gemeenschap Interculturele dialoog (9) Duurzaamheid: waardenvol langetermijnbeleid Corporate governance Aandacht voor het welzijn van interne en externe actoren Aandacht voor duurzame ontwikkeling in onderwijs en onderzoek Ecologisch verantwoorde organisatie Elke taakstelling wordt in de loop van het academiejaar opgevolgd door de betrokken leidinggevende. De gerealiseerde strategische taakstellingen voor zijn op de volgende bladzijden samengevat weergegeven (stand van zaken op 2 juli 2014). 54

56 GROEP PROFESSIONELE OPLEIDINGEN (PO) (Mia Sas) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: werkveld Deadline: 31/05/2014 Taakstelling In kaart brengen van de structurele interactie van een opleiding met haar werkveld. Rapportering De toetsing van het zelfevaluatie-instrument in minstens vijf opleidingen zal afgerond zijn voor de zomervakantie. De resultaten worden voorgesteld op de tweedaagse voor opleidingshoofden in augustus Eventuele aanpassingen aan het instrument die voortvloeien uit de kritische evaluatie van de toetsfase worden tegelijkertijd voorgesteld en besproken. = afgerond, uitstekend Strategische optie: University College Concept Kernwoord: werkingsreglement Deadline: 31/05/2014 Taakstelling Op punt stellen van de nieuwe organisatiestructuur HUB-KAHO met als resultaat een gedragen en consistent werkingsreglement. Rapportering Het werkingsreglement werd besproken met vertegenwoordigers van het onderwijs, het onderzoek, de maatschappelijke dienstverlening en dit resulteerde in een aangepast werkingsreglement. De Academische Raad spreekt zich begin juni uit over het voorliggend ontwerp. = afgerond, goed DIENST ONDERZOEK (Dirk Smits) Strategische optie: onderzoek Taakstelling Kernwoord: visie, praktijkgericht Deadline: 30/06/2014 Uitwerken van algemene visietekst voor praktijkgericht onderzoek in HUB-KAHO. Rapportering De eerste versie van de visietekst in verband met praktijkgericht onderzoek werd in verschillende vergaderingen besproken. Het eerste luik van de tekst bevat de visie, het tweede luik de beleidsopties voor 5 jaar. Tussen de vergaderingen werd het voorstel teruggekoppeld, geamendeerd en gewijzigd door de vijf onderzoeksgroepen. Over de visie heerst bijna consensus, de beleidsopties worden verder besproken in In augustus 2014 wordt de tekst voorgelegd aan het Bestuurscomité PO. = vertraagd, aanvaardbaar Strategische optie: onderzoek Kernwoord: projectopvolging Deadline: Taakstelling 30/06/2014 Verbeteren financiële opvolging van projecten door projectleiders, verantwoordelijken onderzoek en coördinatorenkernen. 55

57 Rapportering Via de invoering van aparte kostenplaatsen voor elk PWO-project en voor elk extern gefinancierd project, en door de koppeling van onderzoekers (% VTE) aan deze kostenplaatsen (actief vanaf augustus 2014) werd de financiële opvolging van projecten verbeterd. Op langere termijn blijft het doel om projectleiders rechtstreeks inzage te geven in de financiële gegevens van hun project. Nu gebeurt dit via een omweg (uitdraaien in pdf van de kostenplaats). Projectaanvragen werden voor de ondertekening door de directeur eerst juridisch nagekeken door 1 persoon, en dan financieel door een andere. Beide taken zijn nu verenigd in 1 persoon met veel expertise op dit vlak. Dit zorgt voor een aanmerkelijk winst aan service voor de onderzoekers. = op schema, goed Strategische optie: onderzoek Kernwoord: borgen onderzoeksresultaten Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Werkwijze voor borgen van onderzoeksresultaten en documenten uitwerken per onderzoeksgroep. Rapportering Voor dit item zijn we afhankelijk van de netwerkfaciliteiten in de hogeschool. In september 2014 zou elke onderzoeker kunnen beschikken over een netwerkschijf en kan de onderzoeksinformatie veilig op het netwerk worden bewaard. Dit wordt mogelijk opnieuw opgenomen in = stopgezet, aanvaardbaar Strategische optie: onderzoek Taakstelling Stimuleren van extern gefinancierd onderzoek. Kernwoord: voorbereidingsproject Deadline: 30/09/2014 Rapportering Via een lijst op het intranet worden nieuwe externe projectoproepen gecommuniceerd. Geïnteresseerde docenten kunnen zich abonneren op wijzingen op die lijst en krijgen zo deze informatie. Ook worden bepaalde oproepen per mail doorgestuurd naar onderzoekers uit het domein van de oproep. Voorbereidingsprojecten: In het najaar werd een oproep voor voorbereidingsprojecten (beperkte financiering om dossiers uit te werken voor externe financiers) gelanceerd per studiegebied. Elk studiegebied beschikte over een budget van De selectie van de projecten was een verantwoordelijkheid van het studiegebied zelf. Uit de evaluatie van deze procedure bleek dat het onderzoekskarakter van de aanvragen niet overal even sterk gold als selectiecriterium. In het voorjaar werd werk gemaakt van een nieuwe oproep. De organisatie ligt volledig in handen van elk studiegebied: zij werken een procedure uit die ervoor moet zorgen dat er projecten geselecteerd worden die onderzoek betreffen, innovatief zijn, een goede return-on-investment ratio hebben, en passen in het beleid van het studiegebied en bij het vooropgestelde financieringskanaal. De procedures zullen in het najaar van 2014 gevalideerd kunnen worden door de onderzoeksraad PO, met het oog op een nieuwe oproep rond de jaarwisseling = op schema, goed 56

58 CEL INTERNATONALISERING PO (Bart Hempen) Geen strategische taakstellingen in STUDIEGEBIED HANDELSWETENSCHAPPEN EN BEDRIJFSKUNDE (Walter Roossens) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: HBO5 Deadline: 30/05/2014 Taakstelling Vormgeving van HBO5 in samenwerking met externe partners (CVO, VDAB, Syntra, ): - opstellen/aanpassen van een samenwerkingsovereenkomst; - opstellen van een gezamenlijk oriënterings- en heroriënteringsbeleid in het kader van de studieloopbaanbegeleiding. Rapportering - Samenwerking met externe partners: op campus Dirk Martens werd een samenwerking gerealiseerd tussen CVO VTI/VTH en VDAB waarbij VDAB werkzoekenden die aan bepaalde voorwaarden voldoen toeleidt tot een HBO5-traject meertalig secretariaat. - Samenwerkingsovereenkomst met CVO Lethas: HUB, studiegebied H&B ondertekende met CVO Lethas een samenwerkingsovereenkomst. - Heroriënteringsbeleid van bachelor naar HBO5: er wordt een actief heroriënteringsbeleid gevoerd waarbij bachelorstudenten op basis van de behaalde (tussentijdse) resultaten en in samenspraak met de trajectbegeleiders kunnen beslissen om te heroriënteren naar het graduaat/de HBO-opleiding Boekhouden of Informatica - Aanbod van modules van de HBO5-opleiding boekhouden op campus Brussel: in het kader van een actief heroriënteringsbeleid is het voortaan mogelijk om een aantal modules van de HBO5-opleiding Boekhouden van CVO Lethas op campus Brussel van HUB te volgen. - Samenwerkingsverband hogeschool een CVO s: er werd een samenwerkingsverband opgericht tussen HUB-KAHO enerzijds en een aantal CVO s anderzijds. = afgerond, goed Strategische optie: onderzoek Kernwoord: expertisecentrum Deadline: 30/05/2014 Taakstelling Uitbouwen van een expertisecentrum voor onderzoek in verband met entrepreneurship/ (duurzaam) ondernemen en management: - disseminatie van de informatie uit het gevoerde onderzoek/projecten; - binnenhalen van minimaal 1 project met externe financiering; - verstevigen van de relatie tussen praktijkgericht onderzoek en onderwijs. Rapportering - Uitbouwen van een expertisecentrum voor onderzoek in verband met entrepreneurship en management: de werking van de expertisecel werd versterkt doordat twee onderzoekers van het centrum het statuut van praktijkonderzoeker aan KU Leuven@HUB hebben verkregen. De werking van het centrum concentreerde zich in 2013 voornamelijk op het speerpunt ondernemen met een bijkomende focus op duurzaamheid. Zo werd voor de bedrijfsbezoeken in het kader van het project Go&Learn (zie verder) gekozen voor het thema duurzaamheid en worden in 2014 projectaanvragen ingediend i.v.m. duurzaamheid. 57

59 - Versterking van de relatie tussen onderzoek en onderwijs: * organiseren van sessies (Brussel) en een vak (Aalst) praktijkgericht onderzoek voor studenten in het kader van de bachelorproef; * organiseren van een intern professionaliseringstraject op campus Brussel en Campus Dirk Martens voor personeelsleden van het studiegebied i.v.m. onderzoeksvaardigheden; * betrekken van studenten en docenten onderzoek en dienstverlening (Belfa, Ondernemend Aalst, Go&Learn, Convert, LED Dienstverlening i.v.m. Logistiek); * inschakelen van onderzoekers in het onderwijs (bachelorproef, leerlijn onderzoeksvaardigheden en praktijkgericht onderzoeken). - Acties in de context van het speerpunt ondernemen aangaan van samenwerkingsverbanden: * met VOKA en UNIZO, onder andere in de projecten Go&Learn en Ondernemend Aalst ; * met het Studiecentrum voor Ondernemerschap (KU Leuven@HUB); binnenhalen en uitwerken van projecten al dan niet in samenwerking met derden: * het PWO project eigenaarschap van verandering in familiale ondernemingen ging van start; * er werd een extern Europees project binnengehaald genaamd Go&LearNET ; * nieuwe (PWO) projecten gingen van start waarin de dienst onderzoek van het studiegebied participeert ( Benchmarking van facilitaire kengetallen van steden en gemeenten in Vlaanderen, vervolgproject AstaGood, en Ondernemend Aalst ). - Disseminatie van de onderzoeksresultaten: * themadagen: de ondernemerschapsdag (project Belfa); * wetenschappelijke congressen (IFERA, ECIE, EIASM); * publicaties: N9 (LED en Go &Learn); * praktijkconferenties: (convert). = afgerond, goed BACHELOR OFFICE MANAGEMENT (Veronique Graind Orge en Leo Jansegers) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: bachelorproef Deadline: 30/01/2014 Taakstelling - Invoering van een bachelorproef in de opleidingen van het studiegebied op basis van de gezamenlijke visietekst i.v.m. de bachelorproef, de bespreking in de stuurgroep bachelorproeven HUB-KAHO en de uitkomsten van het professionaliseringstraject o.l.v. een extern deskundige. Hierbij worden de bevindingen uit het pilootproject in OM (Brussel) meegenomen. Nieuwe handleidingen en vademecums voor stage en bachelorproef (Aalst en Brussel). - Organiseren van een multidisciplinaire ervaring voor MMA-studenten (Aalst). - Introductie van nieuwe technologieën in de opleidingen (Aalst en Brussel). - Onderzoeken van de mogelijkheden van werkplekleren voor MMA-studenten (Aalst). Rapportering Aalst - MMA-studenten werkten mee aan interprofessioneel overleg met de opleiding Verpleegkunde HUB. - Tablets en smartphones werden in gebruik genomen in de lessen Task en timemanagement. - Onderzoek naar de mogelijkheden van werkplekleren is gestart, maar mot nog verdergezet worden. 58

60 Brussel - De bachelorproef is ingevoerd en de eerste vier werden ingediend in januari. De studenten en docenten werden grondig voorbereid in een professionaliseringstraject. Volgend jaar wordt een vak ingevoerd dat specifiek focust op onderzoeksvaardigheden. Er moet nog gewerkt worden aan time management zodat studenten op tijd indienen. Docenten ervaren de begeleiding als zeer tijdsintensief. Evaluatie van het proces volgt einde juni op basis van de bevindingen tijdens het jaar. = op schema Strategische optie: maatschappelijke dienstverlening en permanente vorming Taakstelling Kernwoord: verbinding SO- HO Deadline: 30/06/ Uitwerken van een programma Medische registratie voor Medical Management Assistent (Aalst). - Verbinding realiseren tussen secundair en hoger onderwijs (Aalst en Brussel). Rapportering - Het navormingsprogramma registratie is rond en wordt volgend academiejaar aangeboden via DVO. - De resonantieraad OM Aalst werd aangevuld met een vertegenwoordiger uit SO. - Er vinden infosessies in secundaire scholen plaats, o.a. 7 de jaar Medico-sociale administratie, Technisch Instituut Sint-Maarten, IMI Roosdaal, = op schema Strategische optie: personeel Kernwoord: professionalisering Deadline: 30/06/2014 Taakstelling - Communicatie met alle betrokkenen over criteria voor schriftelijk en mondeling rapporteren (informatievaardigheden) in de vorm van een kwaliteitshandboek (Aalst en Brussel). - Organisatie van werkbezoeken en korte bedrijfsstages voor docenten (Aalst). Rapportering - Voor de bachelorproef werd een gemeenschappelijk beoordelingskader uitgewerkt. De aanzet voor het kwaliteitshandboek is een visietekst criteria voor toetsing. Nog niet alle beoordelingsdocumenten zijn volledig identiek, hoewel ze inhoudelijk niet verschillen. - De website voor huisstijl is actief en wordt gebruikt als basisreferentie voor studenten OM Aalst. - Werkbezoek werd gerealiseerd op 27 mei 2014 (Scalda Zeeland). Een bedrijfsstage werd gerealiseerd in UZ Leuven. = op schema 59

61 BACHELOR BEDRIJFSMANAGEMENT (Katrijn Claes en Ellen Pierreux) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: kwaliteit Deadline: 31/12/2015 Taakstelling Toetsbeleid uitwerken - op niveau van de leerlijn: analyse van de niveaus van de verschillende opleidingsonderdelen binnen de leerlijnen en in het geheel van het studieprogramma; - op niveau van het opleidingsonderdeel: inventariseren van de toetsvormen, operationeel uitwerken van goede toetsvormen aansluitend bij de gehanteerde onderwijsvorm en kaderend in het toetsbeleid van de opleiding; - bepalen van cesuur en opstellen van beoordelingsschalen voor stage, projecten en bachelorproef; - introductie normenstandaard m.b.t. schriftelijke en mondelinge rapportering en informatievaardigheden ter bewaking van de eenvormigheid bij evaluatie van verslagen, rapporten en presentatie. Rapportering - Tijdens het eerste semester vindt een opfrissing professionaliseringstraject plaats in voorbereiding van de toetscommissies in Het toetsen binnen de opleiding Bedrijfsmanagement werd geëvalueerd door de resonantieraden van de verschillende afstudeerrichtingen. Voor 2015 zijn er ook toetscommissies gepland die de vier afstudeerrichtingen zullen doorlichten. - In 2014 werden beoordelingsschalen en cesuur uitgewerkt voor de bachelorproef en de stage. Deze zullen geëvalueerd worden na de eerste ingebruikname in juni Aalst - De huisstijl betreffende taal, ICT informatievaardigheden wordt als cesuur gehanteerd bij grote projecten, opdrachten en Ba-proef. - Richtlijnen tot eenvormigheid en eenduidigheid van evaluatie in de ECTS-fiches werden uitgewerkt. De oplijsting van toetsvormen dient verder te gebeuren. = op schema, goed Strategische optie: onderwijs Kernwoord: bachelorproef Deadline: 31/12/2014 Taakstelling Invoering van een bachelorproef in de opleidingen van het studiegebied op basis van de gezamenlijke visietekst i.v.m. de bachelorproef, de afspraken in de stuurgroep bachelorproeven HUB-KAHO en de uitkomsten van het professionaliseringstraject o.l.v. een extern deskundige. Rapportering De bachelorproef werd ingevoerd en wordt geëvalueerd einde juni. Op basis hiervan worden de nodige bijsturingen gedaan. De introductie van de bachelorproef in vroeg een enorme aanpassing van studenten en docenten. = op schema, goed 60

62 Strategische optie: maatschappelijke dienstverlening en permanente vorming Kernwoord: aanbod in de context van levenslang leren Taakstelling: Organisatie van kortlopende en langlopende programma s: Deadline: 31/12/ actualisering van de bestaande programma s; - uitwerking van nieuwe programma s: postgraduaat sales management (Aalst); - uitwerken van een vervolgprogramma op winkelmanagement (HBO5) voor marketing (Brussel). Rapportering - Aalst: het postgraduaat salesmanagement gaat van start in oktober Brussel: de indiening van het programma voor winkelmanagement is voorlopig on hold gezet tot na de grote vakantie. Het programma moet ingediend worden tegen 30/11/ Actualisering van de bestaande programma s is volop bezig. = op schema, goed Strategische optie: University College Concept Kernwoord: gemeenschappelijke opleidingen op twee campussen Deadline: 31/12/2015 Taakstelling Verdere afstemming van de opleidingen die op twee campussen worden aangeboden: - opstellen van een actieplan op basis van de visietekst De opleidingen BM en OM na ; - geleidelijke implementatie van de acties uit het actieplan. Rapportering De opleidingshoofden van Bedrijfsmanagement zitten op regelmatige basis samen om de programma s op elkaar af te stemmen. Elke keer bereiken zij meer overeenstemming. Ondertussen werd er zeer fundamenteel overleg gepleegd tussen de verschillende campussen over ICT, bachelorproeven en stage. In juni 2014 komen zij terug samen en proberen om voor het academiejaar het eerste jaar BM op elkaar af te stemmen. = op schema, aanvaardbaar Strategische optie: internationalisering Kernwoord: internationale dimensie Taakstelling Verhogen van de internationale dimensie van de opleidingen: - verhogen van het aandeel aan internationaal erkend studiemateriaal; - verhoging van de studentenmobiliteit (15% in 2015, 20% in 2020); Deadline: 31/12/ verhoging van de docentenmobiliteit op basis van streefcijfers (Aalst). Rapportering - Aalst: aanbod naar studenten wordt gewijzigd van louter study naar stage om zo de mobiliteit aantrekkelijker te maken (studenten wensen immers stage te lopen). - Brussel: het streefcijfer wordt gehaald (16% studentenmobiliteit). - Vanaf wordt één ankerpersoon aangeduid voor Brussel en Aalst. - Docentenmobiliteit koppelen aan stage (cf. Brussel) kan de mobiliteit verhogen. = op schema, aanvaardbaar 61

63 BACHELOR TOEGEPASTE INFORMATICA (Yvan Rooseleer) Strategische optie: University College Concept Taakstelling Kernwoord: instroom- en vervolgtrajecten Deadline: 30/05/2014 Meer opleidingskansen bieden aan kandidaten die IT-professional wensen te worden: - ontwikkelen van trajecten voor zij-instromers: vervolgtraject voor HBO5 Informatica; - ontwikkelen van trajecten voor alumni: postgraduaat in samenwerking met GPV en Syntra. Rapportering Er werd een vervolgtraject voor HBO5 uitstromers uitgewerkt en één student heeft daar in gebruik van gemaakt. Ook voor volgend jaar worden bijkomende kandidaten verwacht. In bieden we twee postgraduaten aan: ICT Infrastructuur en Network Management en ICT Organisatie en Management. Er heeft intensief en vruchtbaar overleg plaatsgevonden met Syntra. = op schema, goed STUDIEGEBIED GEZONDHEIDSZORG (Jo Praet en Candice De Windt) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: toetsbeleid Deadline: Taakstelling 01/02/2014 Ontwikkeling van een visie op toetsbeleid binnen het kader van niveau 6 van de Vlaamse kwalificatiestructuur (Jo Praet). Rapportering De visietekst Toetsbeleid Gezondheidszorg is sinds mei 2014 geregistreerd in het kwaliteitsraamwerk. Elke opleiding implementeert vanaf het toetsbeleid en operationaliseert het. = afgerond, goed Strategische optie: onderwijs Kernwoord: internationale opleiding Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Opstart van een meertalige variant verpleegkunde (internationale opleiding): uitwerking programma, aanduiding coördinator en opmaak aanvraagdossier (Candice De Windt). Rapportering De aanvraag voor de opstart van een meertalige variant werd ingediend. De officiële goedkeuring werd ontvangen. Het programma werd opgesteld en ingediend op de Academische Raad. = afgerond, uitstekend BACHELOR VERPLEEGKUNDE BRUSSEL (Kathy Pletinckx) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: internationale opleiding Deadline: 01/10/2014 Taakstelling Uitbouwen en opstarten van een internationale opleiding verpleegkunde. Overleg met coördinator Rapportering Het aanvraagdossier voor de internationale variant werd ingediend op 27/02/2014 en de opleiding ontving de officiële goedkeuring van de Commissie Hoger Onderwijs op 29/04/

64 In de eerste opleidingsfase wordt de helft van de studiepunten in het Nederlands gevolgd, de andere helft in het Frans. Voor deze vakken is er samenwerking met de Franstalige partner Haute Ecole Galillée. Vanaf de tweede opleidingsfase kan de student er ook voor kiezen om een aantal opleidingsonderdelen in het Engels te volgen. In de samenwerking wordt gestreefd naar een bidiplomering zodat de afgestudeerden een diploma ontvangen van beide hogescholen. Daarnaast zullen zij meteen ook het Selorattest ontvangen om in aanmerking te komen voor de taalpremie in Brussel. De opleidingsverantwoordelijken van beide hogescholen zijn de afgelopen maanden een 4-tal keer samengekomen om de concrete samenwerking op het vlak van ECTS-fiches, lesplanning, praktische organisatie, op elkaar af te stemmen. = afgerond, goed Strategische optie: onderwijs Kernwoord: studielast Deadline: 31/12/2014 Taakstelling De studielast wordt opgevolgd via output van het analyseteam gezondheidszorg en via gesprekken met studenten. Rapportering De studielast van opdrachten werd besproken ik het kernteam van 11 maart 2014 in aanwezigheid van de contactstudenten. Verslaggeving werd bezorgd aan alle docenten in het team en bijzondere aandachtspunten worden meegenomen bij de implementatie van het nieuwe curriculum. = op schema, aanvaardbaar BACHELOR VERPLEEGKUNDE AALST (Krista Ringoot) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: curriculum Deadline: 30/06/2014 Taakstelling: voorbereiden nieuw curriculum academiejaar Rapportering: De curriculumwerkdagen zijn voor afgerond en opleidingsfase 1 is klaar om te implementeren. De stuurgroep en leerlijntrekkers hebben de vergader- en rapporteringscyclus doorlopen (resonantieraad, internationale toetsing HAN Hogeschool Nijmegen, kernteam, onderwijsteam, ). Volgend academiejaar zal dit geëvalueerd worden. = op schema, goed Strategische optie: onderwijs Kernwoord: stageportfolio Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Invoeren van stageportfolio voor alle opleidingsfasen. Rapportering De verdere implementatie van het stageportfolio is vlot verlopen (opleidingsfase 2 en 3). Studenten en docenten werden geïnformeerd over het gebruik. Het portfolio wordt nog geëvalueerd bij studenten en docenten. = op schema, goed 63

65 BACHELOR VERPLEEGKUNDE SINT-NIKLAAS (Katrin Gillis) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: verbeterplan Deadline: 10/07/2014 Taakstelling Opstellen van een concreet verbeterplan voor de opleiding in Waas op basis van het visitatierapport van september Rapportering Het opstellen van een verbeterplan was een aandachtspunt tijdens de teambuilding in januari = op schema BACHELOR VROEDKUNDE (Katrien De Wilde) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: opvolging terugmeldingsrapport visitatie Deadline: 30/06/2015 Taakstelling Uitwerking van concrete doelstellingen naar aanleiding van het terugmeldingsrapport van de visitatie over een periode van 2 academiejaren. Rapportering Een deel van de aanbevelingen werden reeds opgevolgd: - ingebruikname van nieuwe skillslabs en uitbreiding van het didactisch materiaal; - uitwerking van een toetsbeleid. = op schema, goed Strategische optie: maatschappelijke dienstverlening en permanente vorming Kernwoord: adviesorganen Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Deelname aan adviesorganen uit het werkveld op basis van verworven expertise vanaf academiejaar (EFCNI, overlegplatform Vlaamse rookstopaanbieders en adviesgroep zorgmodule van het VIGez). Rapportering Een collega is gevraagd als actief lid van EFCNI (Europese adviesgroep rond preterme geboorte) naar aanleiding van het behalen van haar PhD-titel. Het opleidingshoofd wordt actief lid van het overlegplatform Vlaamse rookstopaanbieders en de adviesgroep zorgmodule van het VIGez naar aanleiding van het PWO Professionele hulp voor een rookvrije zwangerschap. Daarnaast is zij ook gevraagd als expert om de richtlijnen rond rookstop te updaten (onder leiding van Domus Medica). = op schema, goed BACHELOR NA BACHELOR PALLIATIEVE ZORG (Kathy Pletinckx) Strategische optie: maatschappelijke dienstverlening en permanente vorming Kernwoord: organisatie internationaal symposium Deadline: 30/06/2017 Taakstelling De drie partners willen kennis en expertise delen middels de organisatie van een internationaal congres. Streefdatum is 2017, dan bestaat de opleiding 10 jaar. 64

66 Rapportering Er werden twee subwerkgroepen opgericht binnen de stuurgroep: één werkgroep om de praktische organisatie voor te bereiden en één werkgroep om de inhoudelijk topics vorm te geven. Beide werkgroepen zijn al één keer samengekomen. = op schema, aanvaardbaar BACHELOR NA BACHELOR INTENSIEVE ZORGEN EN SPOEDGEVALLENZORG (Krista Ringoot) Strategische optie: internationalisering Taakstelling Kernwoord: internationalisering Minstens drie docentenmobiliteiten realiseren in academiejaar Studentenmobiliteit stimuleren vanaf : Deadline: 30/06/ prospectie doen voor het vinden van enkele kwalitatieve internationale stageplaatsen; - bij de erkenningscommissie, die de Bijzondere Beroepstitel toekent, het probleem aankaarten van de erkenning van buitenlandse stageplaatsen. Rapportering Er werden twee docentenmobiliteiten gerealiseerd in academiejaar De prospectie voor het vinden van enkele kwalitatieve internationale stageplaatsen heeft geen bruikbare resultaten opgeleverd. In dit verband wordt een overleg met de coördinator internationalisering gepland. Het aankaarten van het probleem van de erkenning van buitenlandse stageplaatsen bij de erkenningscommissie is nog niet gebeurd en wordt gepland voor volgend academiejaar. = vertraagd, aanvaardbaar Strategische optie: onderwijs Kernwoord: simulatie onderwijs Deadline: 30/06/2016 Taakstelling SiTCA verder implementeren in de multicampuscluster door elke student in de derde opleidingsfase een verplichte sessie te laten doorlopen. SiTCA meer naambekendheid geven in het werkveld via opstellen visietekst en doelgerichte communicatie met het werkveld. Rapportering Elke student in de derde opleidingsfase volgt vanaf een verplichte sessie SiTCA. Doelgerichte communicatie met het werkveld is lopende en leverde een beperkt aantal betalende sessies en verkennende gesprekken op. = op schema, aanvaardbaar BACHELOR MEDISCHE BEELDVORMING (Anne Devesse) Strategische optie: onderwijs Taakstelling Kernwoord: curriculumontwikkeling Deadline: 30/06/2014 Ontwikkelen van een rapport (met o.a. benchmarking ten opzichte van internationale opleidingen, actuele tendensen en evoluties voor de komende 10 jaar binnen het werkveld) ter voorbereiding van het uitschrijven van een curriculum waarin de brede basisvorming en specialisatie in evenwicht zijn. Rapportering Alle gegevens uit bevraging werkveld, benchmarking en literatuur zijn geïnventariseerd. Het eindrapport wordt eind juni voorgelegd aan het onderwijsteam. = op schema, goed 65

67 BACHELOR OPTIEK EN OPTOMETRIE (Marijke Dierickx) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: curriculum Deadline: 30/09/2015 Taakstelling Reflectie en concrete uitwerking tot curriculumaanpassing in functie van vergelijkende studie met buitenlandse opleidingen, input over de noden van het werkveld en bemerkingen van de studenten. Rapportering Alvorens over te gaan tot een curriculumaanpassing, moesten een aantal acties ondernomen worden. Er werden twee focusgroepen georganiseerd om te debatteren over het curriculum. De samenstelling van de focusgroepen gebeurde in samenspraak met de studentenvertegenwoordigers in het kernteam. Studietijdmetingen werden uitgevoerd in de drie opleidingsfasen. Zowel de verslagen van de focusgroepen als het resultaat van de studietijdmeting werden besproken op het kernteam en de vakwerkgroep. Grote veranderingen blijken er niet nodig te zijn, wel een aantal fundamentele verschuivingen. Deze werden besproken in de vakwerkgroep in maart-april Algemeen wordt opgemerkt dat veel studiepunten worden gegeven aan algemene opleidingsonderdelen en, in vergelijking met omringende landen, te weinig aan beroepsspecifieke opleidingsonderdelen. = op schema, goed BACHELOR ERGOTHERAPIE (Greet De Knop) Strategische optie: maatschappelijke dienstverlening en permanente vorming Kernwoord: netwerking Deadline: 01/10/2014 Taakstelling Kennis genereren en netwerking opzetten om mee te werken aan zorgprojecten voor de ergotherapeutische doelgroepen binnen de eerstelijnszorg in en rond de Brusselse context. Rapportering In de taakomschrijving van twee docenten werd ruimte voorzien om actief aan deze taakstelling te werken. Volgende initiatieven/zorgprojecten werden opgezet en/of aan geparticipeerd: - project Koning Boudewijnstichting Nu nadenken over later, focusgesprekken met Brusselse ouderen. Afsluitend ging een rondetafelnamiddag door in Terranova; - jaarproject: occupationele bezigheden voor asielzoekers in het Klein Kasteeltje. Dit project wordt volgend academiejaar verder gezet door studenten Ergotherapie en gecoacht vanuit de opleiding; - met het Huis voor Gezondheid en het dagcentrum Terranova werd een onderzoeksvoorstel ingediend om de ergotherapeutische dienstverlening binnen de Brusselse eerste lijn te optimaliseren en het bestaand assessment grondig te evalueren. In wordt taaklast voorzien om aan deze taakstelling verder te werken. = op schema, aanvaardbaar 66

68 BACHELOR BIOMEDISCHE LABORATORIUMTECHNOLOGIE (Jos Parmentier) Strategische optie: onderwijs Taakstelling Kernwoord: curriculumhervorming Deadline: 30/06/2014 Het curriculum wordt herwerkt in de lijn van de vooropgestelde leerresultaten en kerndoelen, rekening houdend met de adviezen van de vorige visitatie en de evoluties in het werkveld. Rapportering De curriculumgroep bestaat uit een aantal docenten van het kernteam, het opleidingshoofd, de studiegebiedsdirecteur, de ankerpersoon onderwijsontwikkeling van de cluster en een medewerker van de dienst Onderwijs en Kwaliteit. Er werd een voorstel van opbouw van leerlijnen doorheen de opleidingsfasen uitgewerkt. Een nieuwe cluster labo werd op punt gesteld. In het nieuwe curriculum krijgt labo nog meer aandacht. Uitgaande van de labocluster werd de cluster kennis en technologie uitgewerkt. Er gebeurde terugkoppeling naar het onderwijsteam, de resonantieraden en de opleidingsstudentenraad. Het curriculum voor de eerste opleidingsfase werd goedgekeurd tijdens de Academische Raad van februari Er werden twee werkgroepen Analysen en Bio geïnstalleerd voor de verdere inhoudelijke uitwerking van het curriculum. Tijdens de ECTS-dag in juni 2014 worden voor alle docenten de evaluatiemodaliteiten gefinaliseerd. Het curriculum van de tweede opleidingsfase wordt voorbereid in de curriculumgroep en gefinaliseerd tegen november = op schema, goed BACHELOR VOEDINGS- EN DIEETKUNDE (Karen Van Wassenhove) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: HAO concept Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Het didactisch en organisatorisch concept en de doorstroom van het HAO evalueren. Rapportering Volgende bevragingen en analyses vonden plaats: - BOLA afname bij HAO-studenten; - reflectie door docenten over het HAO-concept tijdens het ZER reflectieproces; - bevraging van twee HAO-studenten tijdens de kwaliteitsaudit op 2 mei 2014; - bespreking door het analyseteam tijdens het kernteam op 5 mei 2014 van de meetresultaten, o.a. studierendement HAO-traject; - focusgesprek met studenten 1 VDK HAO op 15 mei De studietrajectbegeleider en het opleidingshoofd hebben vanuit deze input alvast een visie op het afstandsonderwijs uitgewerkt die op infodagen en tijdens intakegesprekken gecommuniceerd wordt. = afgerond, goed STUDIEGEBIED SOCIAAL-AGOGISCH WERK (SAW) (Harry Parys en Tanja Nuelant) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: werkveld Deadline: 30/04/2014 Taakstelling De structurele verankering met het werkveld vorm geven door het aangaan van preferentiële partnerschappen. Rapportering / 67

69 Strategische optie: personeel Kernwoord: werkveldervaring Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Het verder vorm geven aan het professionaliseringsbeleid door het ontwikkelen van een beleidskader en het maken van afspraken met het werkveld zodat docenten gedurende een bepaalde periode een werkveldervaring kunnen opdoen. Rapportering Werkveld blijft een prioritair aandachtspunt binnen het studiegebied en vertaalt zich ook in het personeelsbeleid, o.a. door het aanwerven van docenten die in het werkveld staan. Werkveldervaring in concreto is echter nog niet gerealiseerd, o.a. door budgettaire beperkingen en prioriteiten. Tijdens de begrotingsronde zal de meerkost mee worden genomen in de begrotingsnota. = vertraagd, aanvaardbaar Strategische optie: internationalisering Kernwoord: Brussel Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Het vergroten van het aandeel buitenlandse studenten door het ontwikkelen van een internationale module, studiegebiedbreed, met focus op Brussel als grootstad en als Europese hoofdstad. Rapportering De internationale module werd ontwikkeld en opgenomen in het programma-aanbod van de instelling. Aan dit programma participeren docenten Sociaal Werk, Orthopedagogie en Gezinswetenschappen. = afgerond, goed Strategische optie: onderwijs Kernwoord: nieuwe opleiding Deadline: 31/12/2014 Taakstelling Vergroten van het opleidingsaanbod binnen het studiegebied door middel van het voorbereiden van een dossier macrodoelmatigheid met het oog op indiening bij de Associatie KU Leuven. Rapportering In januari 2014 werden drie werkgroepen met twee partners geïnstalleerd. Een projectplan werd opgesteld. De voortgang zal worden bewaakt door een stuurgroep. = op schema BACHELOR SOCIAAL WERK (Tinneke Timmermans) Strategische optie: onderwijs Taakstelling Kernwoord: onderwijsvernieuwing Maatschappelijk Werk Deadline: 30/06/2014 Opstarten en inhoudelijk uitwerken van een onderwijsvernieuwingsproces in het specifieke curriculum van de afstudeerrichting Maatschappelijk Werk. Hierbij zal gesteund worden op de gemaakte benchmarking ( ) en de ontwikkelde visietekst ( ). Een nieuw programma zal ingediend worden in oktober

70 Rapportering Een vernieuwd curriculum Maatschappelijk Werk (MW) werd ontwikkeld door het team MW in samenspraak met het werkveld (resonantieraad). Dit voorstel werd tevens voorgelegd aan de studenten op het kernteam en de leden van het onderwijsteam. Het vernieuwd curriculum werd tenslotte goedgekeurd op de Academische Raad in december 2013 en wordt ingevoerd vanaf academiejaar = afgerond, uitstekend Strategische optie: onderwijs Kernwoord: onderwijsvernieuwing Personeelwerk Deadline: 31/10/2014 Taakstelling Opstarten van een onderwijsvernieuwingsproces in het specifieke curriculum van de afstudeerrichting Personeelswerk. Hierbij zal gesteund worden op de gemaakte benchmarking ( ) en de ontwikkelde visietekst ( ). De doelstelling is om in november 2014 een nieuw programma in te dienen. Rapportering In januari 2014 werd gestart met een werkgroep die de mogelijkheden van een nieuwe opleiding (werktitel: Personeel en organisatie) zal onderzoeken. In dit kader wordt er tevens werk gemaakt van een nieuw programma voor personeelswerk. De verschillende opleidingsonderdelen werden in kaart gebracht, nieuwe leerresultaten werden ontwikkeld, evenals de competenties van een toekomstige personeelswerker. = op schema, goed BACHELOR ORTHOPEDAGOGIE (Inge Verhaegen) Strategische optie: onderzoek Kernwoord: onderzoekskern Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Het ontwikkelen van een stimulerend en ondersteunend klimaat voor praktijkgericht onderzoek in de opleiding. Dit door: - het ontwikkelen van een visie rond onderzoeksontwikkeling binnen de opleiding; - het investeren in zaaiprojecten die een aanzet zijn voor grotere en langdurige projecten die liggen binnen het speerpuntenbeleid onderzoek van het studiegebied. Rapportering In september 2013 startten twee onderzoekers binnen de opleiding rond (1) inclusiewijzer en (2) muzisch-agogisch werken in een proces van vraagverduidelijking. Een voorstel van visietekst onderzoek werd voorgelegd op het MIC-overleg in november 2013 en goedgekeurd door het onderwijsteam in januari Doorheen het jaar vonden er verschillende overlegmomenten plaats tussen de onderzoekscoördinator en de onderzoekers. In de loop van december 2013 tot april 2014 werd er gewerkt aan een OOF-aanvraag in samenwerking met de Banaba Buitengewoon Onderwijs KHLeuven en Lerarenopleiding KAHO. De aanvraag werd goedgekeurd en vanaf september 2014 start een OOF-onderzoek binnen de drie opleidingen omtrent inclusiestages binnen het onderwijs. De inclusiewijzer wordt in juni 2014 in een eerste proefversie neergelegd. Vervolgens moet er nog een eindredactie en valorisatie gebeuren. Op 17/2/2014 werd de inclusiewijzer voorgesteld op het symposium "Breedbeeld voor inclusie". 69

71 In januari werd een onderzoeksvoorstel ingediend en goedgekeurd voor PWO zaaigeld. Een onderzoek rond community building als nieuwe competentie binnen het studiegebied werd opgestart in maart Op 27/5/2014 vond op de denkdag van het studiegebied een focusgesprek plaats met de drie opleidingen. In het kader van het onderzoek muzisch-agogisch werken binnen het proces van vraagverduidelijking werd een samenwerking opgestart met het Huis de Gezinnen (Anderlecht). Ook werd de integratiestage AWI aangegrepen als testcase. In de loop van juni werd een vragenlijst afgenomen bij de studenten van het eerste jaar om het effect van de methodiek in kaart te brengen. = afgerond, goed BACHELOR GEZINSWETENSCHAPPEN (Tine Capellen) Strategische optie: studenten Kernwoord: communicatie Deadline: 28/02/2014 Taakstelling Verdere uitbouw van de communicatie naar verschillende doelgroepen, waaronder potentiële studenten en het werkveld, dit door een proactieve wijze van communicatie op te zetten. We zullen de opleiding linken aan de vernieuwde website van het Kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen, alsook inzetten op sociale media. Rapportering De zichtbaarheid van de opleiding is een constant aandachtspunt geweest, gelinkt met het Kenniscentrum Gezinswetenschappen. Via de website, facebook, twitter worden zowel activiteiten van de opleiding in het algemeen als van studenten in het bijzonder onder de aandacht gebracht. De link onderzoek, opleiding en maatschappelijk debat blijft zo gegarandeerd. = afgerond, uitstekend Strategische optie: maatschappelijke dienstverlening en permanente vorming Kernwoord: zichtbaarheid Deadline: 28/02/2014 Taakstelling We zetten in op valorisatie van onderzoeksresultaten met het Kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen en dit door te investeren in externe communicatie, o.a. door de ontwikkeling van een vernieuwde website, het actief inzetten op sociale media en de publicatie van onderzoeksresultaten in tijdschriften. Rapportering De nieuwe website was actief in januari 2014 samen met de facebookpagina en twitter account. Daarnaast is ook intern ingezet op bewustmaking bij medewerkers. Er werden redactionele verantwoordelijken aangeduid en ruimte gemaakt voor een medewerker die zich richt op communicatie. = afgerond, uitstekend 70

72 BACHELOR NA BACHELOR PSYCHOSOCIALE GERONTOLOGIE (Tine Capellen) Strategische optie: studenten Kernwoord: instroombeleid Deadline: 30/04/2014 Taakstelling Vergroten van de instroom in de opleiding door: - het gericht uitwerken van een promotiebeleid met focus op werkgevers van potentiële studenten; - het herdefiniëren van de toelatingsvoorwaarden, dit is mede afhankelijk van de beoordeling van dit element door de visitatiecommissie. Rapportering Beide aspecten zijn uitvoerig aan bod gekomen in het zelfevaluatierapport en tijdens de visitatie en nabesproken in het onderwijsteam en kernteam. Er wordt een inventaris opgemaakt van mogelijke partners in het werkveld. De toelatingsvoorwaarden zijn besproken, maar niet aangepast. = op schema, aanvaardbaar Strategische optie: onderwijs Kernwoord: uitstroombeleid Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Uitwerken van een gericht uitstroombeleid op verschillende niveaus, door: - het aanbieden van een traject loopbaanbegeleiding na afstuderen, gebruik makend van het vernieuwde systeem van loopbaancheques aangeboden door de overheid; - de opleiding promoten bij verschillende koepels in de ouderensector zodat bij hervormingen in het ouderenbeleid (n.a.v. de staatshervorming) de opleiding een plaats kan krijgen in de nieuwe regelgeving. Rapportering Het traject loopbaanbegeleiding wordt aangeboden en is voorgesteld aan de studenten Voor de ouderensectoren is een promotieplan opgemaakt en nu in uitvoering. = op schema, goed STUDIEGEBIED ONDERWIJS (André Verkens en Gertjan De Smet) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: onderwijsvisie Deadline: 30/05/2014 Taakstelling Redactie van een gemeenschappelijke onderwijsvisie voor het studiegebied Onderwijs dat een raamkader biedt voor curriculumontwikkeling (leerlijnen) in de drie opleidingen met hun opleidingsvarianten. Rapportering De redactie van een gemeenschappelijk gedragen visietekst is afgerond. Deze tekst werd op alle onderwijsteams van het studiegebied voorgesteld en toegelicht. Er volgt enkel nog een structurele aanpassing van de tekst. = op schema, uitstekend Strategische optie: duurzaamheid Kernwoord: expertisecentrum De Bono (cluster 2) Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Certificering voor de experten in de methodiek De Bono: creatief en lateraal denken. Oprichting van een expertisecentrum. 71

73 Rapportering De certificering De Bono Denkende Hoeden werd behaald in november In het voorjaar 2014 is een visietekst en opdrachtverklaring voor het expertisecentrum goedgekeurd door de stuurgroep Onderwijsontwikkeling. = op schema, goed BACHELOR KLEUTERONDERWIJS (BaKO) (Els Mertens en Johan De Wilde) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: onderwijsvisie Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Redactie van een gemeenschappelijk visietekst voor de opleiding Bachelor in het Onderwijs: Kleuteronderwijs binnen de visietekst van het studiegebied. Rapportering Deze taakstelling wordt volgend jaar terug opgenomen. De opleiding wacht op de goedkeuring van de visietekst van het studiegebied om hierop verder te werken. Verkennende gesprekken zijn gaande. = vertraagd, aanvaardbaar Strategische optie: onderwijs Kernwoord: stage Deadline: Taakstelling 30/06/2014 Een gezamenlijke leerlijn ontwikkelen voor stage vanuit de competenties en binnen deze leerlijn analoge overgangsmomenten creëren tussen de verschillende opleidingsfasen voor didactische stage. Rapportering Verkennende gesprekken zijn gaande. Dit wordt verder bekeken in de curriculumhervorming en na bekendmaking van de visitatierapporten. = vertraagd, aanvaardbaar Strategische optie: personeel Kernwoord: personeel Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Overleg tussen de vakgroepen van beide onderwijsteams faciliteren en ondersteunen door concrete agendapunten aan te reiken en lopende zaken op te volgen. Rapportering De groepen zijn samengekomen en houden contact waar wenselijk. = op schema, goed BACHELOR KLEUTERONDERWIJS (BaKO) AALST (Johan De Wilde) Strategische optie: internationalisering Kernwoord: internationalisation at home Deadline: 30/06/2017 Taakstelling Uitbouwen van een Engelstalige international class voor eigen en internationale studenten in samenwerking met verschillende partneropleidingen in het studiegebied en de cel internationalisering. Rapportering De evaluatie van de internationale module op campus Waas wordt afgewacht. Daarnaast nog een andere module opstarten in Aalst lijkt zinloos. = vertraagd, nog niets opgeleverd 72

74 Strategische optie: onderwijs Kernwoord: onderzoek Deadline: 30/06/2015 Taakstelling Het verder uitbouwen en expliciteren van de leerlijn onderzoekscompetenties in overeenstemming met de gezamenlijke visieontwikkeling BaKO HUB-KAHO. Rapportering Zowel op studiegebied- als op opleidingsniveau is al heel wat denkwerk verzet om na te curriculumhervorming tot een bachelorproef van studiepunten te komen en een leerlijn daar naartoe. De vorming is lopende. Afspraken worden geagendeerd op de komende evaluatie- en planningsvergaderingen. = op schema, goed Strategische optie: personeel Kernwoord: personeel Deadline: Taakstelling 30/06/2014 Afspreken hoe we als team, naast individueel ons vakgebied volgen, ook collectief nog beter op de hoogte blijven van internationale ontwikkelingen inzake kleuteronderwijs en lerarenopleiding. Rapportering Informeel worden er al heel wat wetenschappelijke publicaties gelezen en doorgegeven. Meer formele afspraken zullen gemaakt worden bij de lancering van de kleuterblog, een SoE-project dat in september 2014 start onder leiding van een lector van onze hogeschool. = op schema, goed BACHELOR KLEUTERONDERWIJS (BaKO) BRUSSEL (Els Mertens) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: digitaal portfolio Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Het digitaal portfolio optimaliseren en implementeren in de 3 de opleidingsfase zodat de student hier op het eind van zijn opleiding ook een instrument heeft om zich te presenteren op sollicitatiegesprekken. Rapportering Het digitaal portfolio is geïmplementeerd in 3 BaKO. De student gebruikt dit instrument nu zelfgestuurd. Na het stagetraject is er een overleg met het werkveld, de student en de opleiding waar de student zich voorstelt aan de hand van zijn competenties. Voor de andere opleidingsfasen werd het digitaal portfolio bijgesteld. Via de opleidingsraad en via de feedback van studenten wordt het instrument elk jaar bevraagd. = afgerond, aanvaardbaar Strategische optie: onderwijs Kernwoord: bachelorproef Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Uitwerking en implementatie van de weg naar een vernieuwde bachelorproef (opgestart in ) en opgemaakte cesuur. 73

75 Rapportering De weg naar een vernieuwde eindproef werd geïmplementeerd. De studenten van de 2 de opleidingsfase kregen in februari de toelichting en de promotoren worden voor het eind van het academiejaar toegewezen. Een eerste overleg tussen promotor en student vindt nu veel vroeger plaats waardoor de studenten de lat hoger kunnen leggen. De cesuur werd aan de studenten toegelicht in november en op basis van deze cesuur is een evaluatiedocument opgemaakt. Alle betrokken partijen werken vanuit eenzelfde document. = afgerond, goed Strategische optie: onderwijs Kernwoord: samenwerking met het werkveld Deadline: 30/11/2013 Taakstelling De visietekst structurele interactie met het werkveld introduceren in de opleiding en concretiseren vanuit de opleiding BaKO Brussel. Rapportering Een eerste invulling op basis van de visietekst samenwerking met het werkveld werd gemaakt in het onderwijsteam van december Dit resulteerde in een mindmap met alle gegevens. Verdere opvolging staat geagendeerd in juni = op schema, goed BACHELOR LAGER ONDERWIJS (BaLO) BRUSSEL (Mieke Van Camp) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: innovatieproject Deadline: Taakstelling 31/12/2013 De opleiding BaLO werkt samen met de opleiding Thomas More Kempen aan het project Mediawijsheid. Het project rondt af in december en zal o.a. in een leerlijn rond mediawijsheid voorzien. Rapportering Het project Mediawijsheid werkte een leerlijn rond mediawijsheid uit. De website vormt de outcome van het project. Het innovatieproject resulteerde ook in een nieuwe onderwijsleeractiviteit Mediawijs werken, opgenomen in het programma van de laatstejaarsstudenten in Ze zullen kennismaken met de outcome van het project. De verdere disseminatie van dit onderzoek in de opleiding staat op de vergaderagenda van de opleiding. = afgerond, uitstekend BACHELOR LAGER ONDERWIJS (BaLO) AALST (Katrien Van Gerwen) Strategische optie: duurzaamheid Kernwoord: duurzame ontwikkeling Deadline: 31/12/2014 Taakstelling Visieontwikkeling bij het docententeam rond duurzame ontwikkeling en EDO. Werken aan een duurzame opleiding met aandacht voor duurzaamheid in het curriculum en educatie voor duurzame ontwikkeling Rapportering / 74

76 BACHELOR LAGER ONDERWIJS (BaLO) SINT-NIKLAAS (Geert Van Buynder) Strategische optie: onderwijs Taakstelling Kernwoord: domeinspecifieke leerresultaten Deadline: 01/07/2014 Actualiseren en integreren van de onderwijsvisie in functie van de nieuwe domeinspecifieke leerresultaten (DLR) en de Vlaamse Kwalificatiestructuur (VKS) en deze in kaart brengen via leerlijnen. Rapportering: In het kader van de visitatie werd gewerkt vanuit een grondige inwerking in DLR, OLR en kerndoelen. De visitatiecommissie heeft opgemerkt dat de opleiding niveau 6 bereikt en kan aftoetsen. In functie van een nieuw curriculum met aandacht voor gemeenschappelijkheid werden de kerndoelen van alle BALO-opleidingen binnen de organisatie op elkaar afgestemd. Deze worden vanaf academiejaar geïmplementeerd in het curriculum en met behulp van het PACO-project geïmplementeerd binnen de ECTS-fiches. = afgerond, goed Strategische optie: onderwijs Kernwoord: stageplaats Deadline: 01/07/2014 Taakstelling Verder ontwikkelen van de wisselwerking tussen stageplaats en de opleiding (werkplekleren). Rapportering Afgerond en verder in proces: - differentiëren van stage-opdrachten rekening houdend met de verschillende instroom van studenten; - samen met het werkveld toewerken naar een stagecontext waarin de student zijn competenties als onderzoeker kan oefenen; - in de samenwerking en wisselwerking tussen stageplaats en opleiding verder aandacht besteden aan mentorenbijeenkomsten, informeren, mentorenvorming. Wordt ruimer opgenomen binnen het studiegebied: - verder ontwikkelen van en aandacht besteden aan de evaluatie van stage in functie van VKS6; - afstemmen van de stagecompetentieportfolio op VKS6. Voor stage zijn de taakstellingen ruimer uitgeschreven en worden deze besproken binnen de stuurgroep Stages. De stagebegeleiding voor HAO zal verder op elkaar worden afgestemd in functie van een gedragen begeleiding door de verschillende campussen. Hiervoor zullen de drie opleidingen BaLO frequenter samen komen. = op schema, goed BACHELOR SECUNDAIR ONDERWIJS BRUSSEL (Bart De Nul en Stephen Etordeu) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: samenwerking met werkveld en opleiders m.b.t. praktijkcomponent Deadline: 30/06/2014 Taakstelling BaSO-Brussel wil de praktijkcomponent afstemmen op niveau 6 VKS en zal daarom samenzitten met het werkveld om samen met hen te bekijken via welke (al dan niet les)opdrachten dit niveau kan worden bereikt. 75

77 Rapportering Initiatief dient nog te worden genomen. = op schema, aanvaardbaar Strategische optie: onderwijs Kernwoord: stages Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Structurele interactie met het werkveld: Brussel en de Rand. Dit wordt opgenomen door de stagegroep en kernteam, werkgroep bachelorproef, resonantieraad, focusgroepen, gastcolleges, (BaSO-Parnas). Rapportering De structurele band werd versterkt en is zichtbaar in gezamenlijke projecten met VGC en Buurtsport. Deze projecten hebben een langlopend karakter. Er werd een overzichtsdocument gemaakt van de structurele band met het werkveld. = afgerond, goed Strategische optie: onderwijs Taakstelling Kernwoord: bewegingsrecreatie Deadline: 30/06/2014 Opstellen van evaluatiecriteria om de basiscompetenties bewegingsrecreatie te evalueren. Rapportering De evaluatiecriteria werden opgesteld en vertaald in de evaluatiedocumenten. = afgerond, goed BACHELOR SECUNDAIR ONDERWIJS SINT-NIKLAAS (Sander Van Acker) Strategische optie: duurzaamheid Taakstelling Kernwoord: werkveld responsabiliseren Deadline: 01/10/2014 Het werkveld een grotere betrokkenheid en verantwoordelijkheid doen aannemen over de opleiding en de studenten. Rapportering Het werkveld wordt meer betrokken in de begeleiding, de evaluatie, de invulling van het curriculum en het beleid van de opleiding. Dit blijft evenwel een geleidelijk proces. Een grote verandering kan maar mits de reorganisatie van de instelling. = vertraagd, aanvaardbaar Strategische optie: internationalisering Taakstelling Kernwoord: internationalisering - Het eerste jaar Erasmus Mundus afwerken op een hoog niveau - Aanvraag van intensive programme - Samenwerken met Canterbury CCU voor Enhanced Studies Rapportering Deadline: 01/10/2014 Het eerste jaar Erasmus Mundus is gestart en kent een groot succes. Het tweede jaar van dit project wordt ondertussen ook opgestart. De samenwerking met Canterbury CCU over Enhanced Studies is vlot verlopen en wordt verlengd. De opstart van het IP is verdaagd met een jaar en heet nu KA2 van Erasmus. Dit zal gebeuren in samenwerking met secundair en hoger onderwijs in regio Waas en regio Caterbury. 76

78 = vertraagd, goed Strategische optie: onderzoek Kernwoord: onderzoek Deadline: 01/10/2014 Taakstelling - Onderzoek rond evaluatie in inclusieve setting opstarten - Disseminatie van onderzoeksresultaten van inclusieve competences Rapportering Het onderzoek rond evaluatie is opgestart in samenwerking met een school in Antwerpen rond masterly tracking. Het Engelstalig artikel rond inclusive competences is ingediend. Daarnaast is er nog veel onderzoeksarbeid rond dit thema. = op schema, aanvaardbaar BACHELOR NA BACHELOR SCHOOLONTWIKKELING (Ria De Sadeleer) Geen strategische taakstellingen in STUDIEGEBIED INDUSTRIËLE WETENSCHAPPEN BIOTECHNIEK (Luk Schoofs en Johan Donné) Strategische optie: onderzoek Kernwoord: onderzoeksraad Deadline: Taakstelling 01/05/2014 Om het onderzoek van het studiegebied IWT & BT te stroomlijnen en om het nodige beleidsvoorbereidend werk te verrichten, wordt op het niveau van het studiegebied een onderzoeksraad opgericht. Rapportering De onderzoeksraad van het studiegebied IWT & BT is opgericht en de werking is geformaliseerd en opgestart. De onderzoeksraad is drie keer samengekomen. = afgerond, goed BACHELOR ELEKTROMECHANICA (Patrick Matthys) Strategische optie: studenten Kernwoord: toetscommissie Deadline: Taakstelling 01/09/2014 Om het eindniveau en de toetskwaliteit te bewaken, installeert de opleiding een toetscommissie die minstens één keer samenkomt dit academiejaar. Onder de coördinatie van het opleidingshoofd ontwikkelt de opleiding een document waarin de werking van de toetscommissie beschreven wordt. Rapportering = op schema, goed Strategische optie: studenten Kernwoord: cesuurbepaling Deadline: Taakstelling 01/09/2015 De opleiding stelt een document op rond cesuurbepaling per opleidingsfase onder de verantwoordelijkheid van het opleidingshoofd. Hierin wordt opgenomen hoe de opleiding niveau 6 inbedt in het curriculum en een stijgend competentieniveau per fase implementeert. Ter ondersteuning van het document maakt de opleiding een schema over de competentieontwikkeling doorheen de verschillende fasen van de opleiding. 77

79 Rapportering Deze taakstelling is gelinkt aan de ontwikkeling van de kerndoelen en heeft samen met deze ontwikkeling vertraging opgelopen. De deadline komt evenwel niet in het gedrang. = vertraagd, aanvaardbaar Strategische optie: onderwijs Kernwoord: leerresultaten Deadline: 01/09/2015 Taakstelling Om het eindniveau van de opleiding te borgen, schrijft de opleiding haar OLR uit samen met de kerndoelen en de competentieniveaus. Rapportering = op schema, goed BACHELOR ELEKTRONICA-ICT (Peter Demeester) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: toetscommissie Deadline: 01/07/2014 Taakstelling Om het eindniveau en de toetskwaliteit te bewaken, installeert de opleiding een toetscommissie die minstens één keer samenkomt dit academiejaar. Onder de coördinatie van het opleidingshoofd ontwikkelt de opleiding een document waarin de werking van de toetscommissie beschreven wordt. Rapportering Er is een toetscommissie doorgegaan op de onderwijsdag in januari. Daar werd de leerlijn Programmeren geëvalueerd. Tijdens het onderwijsteam van juni zal nog een leerlijn worden geëvalueerd. = op schema, goed Strategische optie: onderwijs Kernwoord: stappenplan studiemateriaal Deadline: 01/07/2014 Taakstelling De opleiding onderzoekt de kwaliteit van het studiemateriaal conform niveau 6 VKS. Hiervoor worden binnen het studiegebied een aantal kwaliteitsindicatoren voor het schriftelijk studiemateriaal opgesteld. Om dit proces in goede banen te leiden, stelt de opleiding een stappenplan en een tijdspad op om de kwaliteit van het studiemateriaal te inventariseren en op niveau 6 te brengen. Rapportering Binnen het kernteam werd afgesproken om per semester een leerlijn te evalueren. = vertraagd, nog niets opgeleverd Strategische optie: onderwijs Kernwoord: leerresultaten Deadline: 01/03/2014 Taakstelling Om het eindniveau van de opleiding te borgen, schrijft de opleiding haar OLR uit samen met de kerndoelen en de competentieniveaus. Rapportering De OLR s en kerndoelen zijn uitgeschreven. = afgerond, goed 78

80 Strategische optie: onderwijs Kernwoord: nieuw curriculum Elektronica-ICT Deadline: 01/07/2014 Taakstelling Er is begin september 2013 beslist om de twee afstudeerrichtingen Elektronica en ICT te integreren tot één nieuwe sterke opleiding, die gebaseerd is op de afstudeerrichting ICT. Onder de leiding van het studiegebieddirecteur zal er een nieuwe curriculum worden uitgewerkt. Rapportering Er hebben overlegmomenten plaatsgevonden met de collega s uit de verschillende afstudeerrichtingen. Het eerste jaar is helemaal uitgewerkt. Op de tweedaagse van juli zal er nagedacht worden over het tweede en het derde jaar. = op schema, goed BACHELOR ENERGIETECHNOLOGIE (Sylvie De Muynck) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: toetscommissie Deadline: Taakstelling 30/06/2014 Steundocument rond interne toetscommissie. Als voorbereiding op de externe toetscommissies richten we binnen de opleiding een interne toetscommissie op. Een coherente set van examens met bijbehorende ECTS-fiches worden onder de loep genomen. Om deze interne toetscommissie op een zinvolle manier in te vullen werken wij nauw samen met de mensen van DOK. Rapportering Er is een interne toetscommissie doorgegaan op de onderwijsdag in januari Daar werden enkele leerlijnen van andere opleidingen geëvalueerd. Tijdens het onderwijsteam van juni 2014 zal de leerlijn Energie worden geëvalueerd. = op schema, aanvaardbaar Strategische optie: duurzaamheid Kernwoord: website opleiding Deadline: 30/06/2014 Taakstelling De opleiding laat een website maken als aanvulling op de algemene informatie op de website HUB-KAHO. Deze website heeft tot doel doelgericht en flexibel te kunnen werken, verhogen van PR met integratiemogelijkheden van digitale media (filmpjes, webinars, ). Rapportering Na ontvangst van een prijsofferte is gebleken dat het budget ontoereikend is. Er werd gezocht naar andere mogelijkheden. Intern (ICTO) werd intussen besloten dat met Drupal gewerkt zal worden. Vanuit de opleiding wordt verder gewerkt met Wordpress. Intussen is ook een nieuwe prijsofferte binnen van een externe partner. Er wordt nu verder bekeken of er ruimte is om dit op te nemen binnen de taakinvullingen. = vertraagd, nog niets opgeleverd 79

81 Strategische optie: onderwijs Kernwoord: studiemateriaal Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Iedere opleiding van het studiegebied IWT&BT onderzoekt de kwaliteit van het studiemateriaal conform niveau 6 van VKS - hiervoor worden binnen het studiegebied een aantal kwaliteitsindicatoren voor het schriftelijk studiemateriaal opgesteld. stappenplan en een tijdspad worden opgesteld. Fase 1: indicatoren op het niveau van het studiegebied worden eerst vastgelegd. Fase 2: Na goedkeuring in het KT zal het stappenplan en het tijdspad gepubliceerd worden op het kwaliteitsraamwerk van de opleiding. Rapportering Het tijdspad is opgesteld in het kernteam. We starten met FASE 3 en werken per acadeiejaar. In concreto zal tijdens academiejaar het schriftelijk studiemateriaal van FASE 3 onder de loep worden genomen. We werken binnen leerlijnen waarbij elke college verankerd aan de desbetreffende leerlijn de cursussen doorneemt (digitaal). Elke collega noteert aan de hand van een checklist zijn/haar opmerkingen/suggesties ter verbetering. Die opmerkingen worden gecentraliseerd en gaan naar het kernteam. Nadien wordt de Resonantieraad betrokken bij dit proces. Zij krijgen een lijst te zien met de inhoud van de cursus en de suggesties vanuit de opleiding. = op schema, nog niets opgeleverd Strategische optie: onderwijs Kernwoord: bachelorproef Deadline: 31/12/2014 Taakstelling Elke opleiding van het studiegebied IWT&BT integreert de bachelorproef in haar curriculum en werkt de nodige ondersteunende documenten uit ter verduidelijking en uitwerking van de opgestelde definitie van de bachelorproef. Dit gebeurt onder de verantwoordelijkheid van het opleidingshoofd en in overleg met het kernteam van de opleiding. Indien mogelijk, wordt samenwerking tussen verschillende gelijkaardige opleidingen gestimuleerd om dubbel werk te vermijden. Na goedkeuring door het kernteam worden de documenten opgeladen op het kwaliteitsraamwerk van de opleiding. Rapportering Binnen het kernteam wordt nog steeds overlegd over hoe de bachelorproef er moet uitzien. Er zijn ondertussen al enkele documenten uitgewerkt door de bachelorproefcoördinator. Samenwerking tussen de verschillende opleidingen is niet tot stand gekomen. Er wordt een volledig nieuwe handleiding uitgewerkt voor Energietechnologie. Nieuwe evaluatiefiches zijn noodzakelijk rekening houdend met de nieuwe uitdagingen die op ons afkomen. = op schema, aanvaardbaar Strategische optie: onderwijs Kernwoord: toetsbeleid Deadline: Taakstelling Fase 1: inventarisatie van evaluaties en evaluatievormen. Fase 2: opvolging en bijsturing. Rapportering = op schema, goed 30/06/

82 BACHELOR ONTWERP- EN PRODUCTIETECHNOLOGIE (Dirk Merckx) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: cesuurbepaling Deadline: 13/09/2014 Taakstelling Elke opleiding stelt een document op rond cesuurbepaling per opleidingsfase onder de verantwoordelijkheid van het opleidingshoofd. Hierin wordt opgenomen hoe de opleiding niveau 6 inbedt in het curriculum en een stijgend competentieniveau per fase implementeert. Ter ondersteuning van het document maakt elke opleiding een schema over de competentieontwikkeling doorheen de verschillende fasen van de opleiding. Er wordt regelmatig gerapporteerd in de DIROH van het studiegebied IWT&BT. Na goedkeuring van het document in het OT van de opleiding, wordt het document opgeladen op het kwaliteitsraamwerk van de opleiding. Rapportering / Strategische optie: onderwijs Kernwoord: bachelorproef Deadline: 13/06/2014 Taakstelling Elke opleiding van het studiegebied IWT&BT integreert de bachelorproef in haar curriculum en werkt de nodige ondersteunende documenten uit ter verduidelijking en uitwerking van de opgestelde definitie van de bachelorproef. Dit gebeurt onder de verantwoordelijkheid van het opleidingshoofd en in overleg met het kernteam van de opleiding. Indien mogelijk, wordt samenwerking tussen verschillende gelijkaardige opleidingen gestimuleerd om dubbel werk te vermijden. Na goedkeuring door het kernteam worden de documenten opgeladen op het kwaliteitsraamwerk van de opleiding. Rapportering De relevante documenten dienen nog te worden opgeladen op kwaliteitsraamwerk. De huidige versie van gemeenschappelijke documenten dreigt te ver weg te gaan van de doelstellingen en de visie van de opleiding. Een eigen versie voor de opleiding wordt overwogen. = op schema, goed Strategische optie: onderwijs Kernwoord: duurzaamheid Deadline: 11/07/2014 Taakstelling Om het eindniveau van de opleiding te borgen (niveau 6 van de VKS), schrijft de opleiding haar OLR uit samen met de kerndoelen en de competentieniveaus. Rapportering De leerresultaten en kerndoelen zijn uitgeschreven en de kerndoelen gekoppeld aan de opleidingsonderdelen met vermelding van het te bereiken niveau. Er is overleg lopende met de opleidingshoofden van de OPT-opleidingen in Vlaanderen. = op schema, goed 81

83 Strategische optie: onderwijs Kernwoord: toetscommissie Deadline: 25/04/2014 Taakstelling Om het eindniveau en de toetskwaliteit te bewaken, installeert de opleiding een toetscommissie die minstens één keer samenkomt dit academiejaar. Onder de coördinatie van het opleidingshoofd ontwikkelt de opleiding een steundocument waarin de werking van de toetscommissie beschreven wordt. Na goedkeuring van het document in het OT van de opleiding, wordt het document opgeladen op het kwaliteitsraamwerk van de opleiding. Rapportering / BACHELOR AGRO- EN BIOTECHNOLOGIE (Stef Aerts) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: leerresultaten Deadline: 01/02/2014 Taakstelling Om het eindniveau van de opleiding te borgen schrijft de opleiding haar OLR uit samen met de kerndoelen en de competentieniveaus. Rapportering De opleiding werkte een OLR, kerndoelen en een OPO-matrix uit in afwachting van de opmaak van DLR s in samenwerking met de andere hogescholen. = afgerond, goed BACHELOR BOUW (Jan Van Caudenberg) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: toetscommissie Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Om het eindniveau en de toetskwaliteit te bewaken, installeert de opleiding een toetscommissie die minstens één keer samenkomt dit acedemiejaar. Onder de coördinatie van het opleidingshoofd ontwikkelt de opleiding een steundocument waarin de werking van de toetscommissie beschreven wordt. Na goedkeuring van het document in het onderwijsteam van de opleiding, wordt het document opgeladen op het kwaliteitsraamwerk van de opleiding. Rapportering Op 4 juni 2014 heeft een interne toetscommissie plaatsgevonden. De leerlijn Gebouwen, het vaardigheidsblok Uitvoeringspraktijk en de leerlijn Uitvoering van Bouwwerken werden gescreend. = op schema, uitstekend Strategische optie: onderwijs Kernwoord: bachelorproef Deadline: 30/06/2014 Taakstelling De opleiding integreert de bachelorproef in haar curriculum en werkt de nodige ondersteunende documenten uit ter verduidelijking en uitwerking van de opgestelde definitie van de bachelorproef. Dit gebeurt onder de verantwoordelijkheid van het opleidingshoofd en in overleg met het kernteam van de opleiding. Indien mogelijk, wordt samenwerking tussen verschillende gelijkaardige opleidingen gestimuleerd om dubbel werk te vermijden. Na goedkeuring door het kernteeam worden de documenten opgeladen op het kwaliteitsraamwerk van de opleiding. 82

84 Rapportering De bachelorproef is geïntegreerd in het vernieuwde curriculum. De documenten worden jaarlijks bijgewerkt. De evaluatiedocumenten werden aangepast in functie van het te bereiken niveau 6. = op schema, goed Strategische optie: duurzaamheid Kernwoord: leerresultaten Deadline: Taakstelling 30/06/2014 Om het eindniveau van de opleiding te borgen (niveau 6 van de VKS), schrijft de opleiding BOUW haar OLR uit samen met de kerndoelen en de competentieniveaus. Rapportering De domeinspecifieke leerresultaten en kerndoelen werden uitgewerkt en worden verder geïmplementeerd in het academiejaar = op schema, goed BACHELOR CHEMIE (Patrick Demeyere) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: voorbereidende ZER analyses Deadline: 10/02/2014 Taakstelling Voorbereidende ZER-analyses uitvoeren (profielanalyse, outputanalyse, SWOT en confrontatieanalyse) met als doel een visie te krijgen op de eigenheid van de opleiding. Rapportering De voorbereidende ZER-analyses werden uitgevoerd. In juni 2014 is er nog een vergadering gepland om de voorbereidende werkzaamheden voor het ZER af te ronden. = afgerond, uitstekend Strategische optie: onderwijs Kernwoord: afname opleidingsevaluatie Deadline: 30/06/2014 Taakstelling In het kader van het volgende ZER wordt een opleidingsevaluatie afgenomen. De resultaten hiervan zullen worden besproken met het analyseteam. Rapportering De opleidingsevaluatie wordt afgenomen bij docenten en laatstejaarsstudenten. De resultaten zullen besproken worden door het analyseteam. = op schema, goed Strategische optie: onderwijs Kernwoord: toetscommissie Deadline: 05/09/2014 Taakstelling Om het eindniveau en de toetskwaliteit te bewaken, installeert de opleiding een interne toetscommissie die minstens één keer samenkomt dit academiejaar. Onder de coördinatie van het opleidingshoofd ontwikkelt de opleiding een document waarin de werking van de toetscommissie beschreven wordt. Rapportering Door de werkzaamheden te voorbereiding van het ZER is de interne toetscommissie nog niet bijeengekomen. Planning: najaar Planning externe toetscommissie: eerste helft = vertraagd, nog niets opgeleverd 83

85 BACHELOR FACILITAIR MANAGEMENT (Ann Coene) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: leerresultaten Deadline: 19/12/2013 Taakstelling Uitschrijven van de opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR) samen met de kerndoelen en de competentieniveaus, om het eindniveau van de opleiding te borgen. Na goedkeuring worden de documenten opgeladen in het kwaliteitsraamwerk van de opleiding. Rapportering = op schema, goed Strategische optie: onderwijs Kernwoord: toetscommissie Deadline: Taakstelling 10/01/2014 Om het eindniveau en de toetskwaliteit te bewaken, installeert de opleiding een toetscommissie die minstens één keer samenkomt dit academiejaar. Ontwikkelen van een steundocument waarin de werking van de toetscommissie beschreven wordt. Na goedkeuring wordt het document opgeladen in het kwaliteitsraamwerk van de opleiding. Rapportering = op schema, goed Strategische optie: studenten Kernwoord: PR instroom Deadline: Taakstelling 03/12/2013 De opleiding investeert in marketing opdat volgend academiejaar een stijging van de studenteninstroom wordt bereikt. De profilering en het netwerk van de opleiding wordt via een netwerksite kenbaar gemaakt aan de buitenwereld. Via workshops, events en infosessies op verplaatsving wordt Facilitair Management bij secundaire scholen in the picture gezet. Rapportering = afgerond, uitstekend BACHELOR VASTGOED (Laetitia Gremonprez) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: bachelorproef Deadline: 30/06/2014 Taakstelling De opleiding integreert de bachelorproef in haar curriculum en werkt de nodige ondersteunende documenten uit ter verduidelijking en uitwerking van de opgestelde definitie van de bachelorproef. Dit gebeurt onder de verantwoordelijkheid van het opleidingshoofd en in overleg met het kernteam van de opleiding. Indien mogelijk, wordt samenwerking tussen verschillende gelijkaardige opleidingen gestimuleerd om dubbel werk te vermijden. Na goedkeuring door het kernteam worden de documenten opgeladen op het kwaliteitsraamwerk van de opleiding. Rapportering Er werd binnen het kernteam een werkgroep bachelorproef opgericht. Deze werkgroep kwam op 6 juni 2014 een eerste keer samen. Daar werd beslist om de aanpak van de bachelorproef binnen de opleiding grondig te herzien. In de loop van academiejaar zal verder gewerkt worden aan deze taakstelling. = vertraagd, aanvaardbaar 84

86 Strategische optie: onderwijs Kernwoord: toetscommissie Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Om het eindniveau en de toetskwaliteit te bewaken, installeert de opleiding een toetscommissie die minstens één keer samenkomt dit academiejaar. Onder de coördinatie van het opleidingshoofd ontwikkelt de opleiding een steundocument waarin de werking van de toetscommissie beschreven wordt. Na goedkeuring van het document, wordt het opgeladen op het kwaliteitsraamwerk van de opleiding. Rapportering / PERMANENTE VORMING (Luc Maes) Gemeenschappelijke taakstellingen van Groepscentrum Permanente Vorming, Dienst Voortgezette Opleidingen, EHSAL Management School en EHSAL-FHS-Seminaries Strategische optie: maatschappelijke dienstverlening en permanente vorming Taakstelling Expliciteren visie en missie Permanente Vorming. Rapportering Afgerond, goed Kernwoord: missie Deadline: 01/12/2013 Strategische optie: maatschappelijke dienstverlening en permanente vorming Taakstelling Kernwoord: samenwerking Deadline: 01/02/2014 Onderzoeken en aftoetsen van de mogelijkheden tot intensere samenwerking tussen de centra Permanente Vorming (nota Limbourg). Rapportering Vertraagd, nog niets opgeleverd CAMPUS BRUSSEL (Greet Raspoet) Strategische optie: University College Concept Taakstelling Kernwoord: campusconsolidatie Deadline: 30/06/2014 Het opvolgen en implementeren van het campusconsolidatieproject Brussel. Rapportering De onderhandelingen met betrekking tot de verkoop van Koekelberg zijn lopende. Voor Meyboom werd een aangepast bouwaanvraagdossier ingediend (december 2013). De Wolvengracht werd verkocht. = op schema, goed Strategische optie: University College Concept Taakstelling Kernwoord: visibiliteit Deadline: 30/06/2014 De zichtbaarheid van de campus en haar opleidingen verhogen op het gebied van externe PR en communicatie. 85

87 Rapportering De investering in sponsoring van lokale initiatieven (eetfestijnen van scholen, fuiven ) om de zichtbaarheid van de campus en haar opleidingen te verhogen, loopt. Het bedrag voorzien op jaarbasis is euro. Over diverse campusgebonden initiatieven werden persberichten gemaakt die naar de lokale pers werden verstuurd. = op schema, goed TECHNOLOGIECAMPUS GENT (Heleen Vandromme) Strategische optie: University College Concept Taakstelling Kernwoord: algemeen beheer Deadline: 01/04/2014 De werking van technische en facilitaire diensten afstemmen op de nieuwe structuur voor algemeen beheer binnen de hogeschool. Rapportering Deze taakstelling wordt ten volle opgenomen in het najaar 2014 na inwerking in het dossier door de nieuwe campusdirecteur. = vertraagd, aanvaardbaar Strategische optie: University College Concept Taakstelling Kernwoord: parkeerbeleid Deadline: 01/04/2014 Een degelijk parkeerbeleid uitwerken en implementeren om de leefbaarheid van de campus te ondersteunen. Rapportering Het campusreglement is zichtbaar voor allen die de campus betreden aan de hand van borden aan elke ingang van het domein. In overleg met de mobiliteitscoördinator worden tijdens de zomervakantie 2014 nog enkele parkeerplaatsen gecreëerd. Bij de start van het nieuwe academiejaar zal het campusreglement uitgebreid worden toegelicht aan alle personeelsleden en studenten. In deze periode zullen ook systematisch controles worden uitgevoerd op foutparkeerders en wordt het reglement toegepast. = vertraagd, aanvaardbaar Strategische optie: University College Concept Kernwoord: PR & Communicatie Deadline: 01/10/2014 Taakstelling De zichtbaarheid van de campus en haar opleidingen verhogen op het gebied van externe PR en communicatie. Rapportering Met het oog op de naamswijziging van de hogeschool werden alle verwijzingen naar KAHO geïnventariseerd. Deze zullen na de zomervakantie systematisch worden vervangen door verwijzingen met het Odisee logo (gevel, spandoek, ). Bijzondere aandacht gaat hierbij naar het bewaken dat ook de zichtbaarheid van de KU Leuven op de Technologiecampus is gegarandeerd. = op schema, goed 86

88 Strategische optie: onderwijs Kernwoord: beleidsplan infrastructuur Deadline: 31/12/2014 Taakstelling Een beleidsplan opstellen met strategische opties rond de campusinfrastructuur en gebouwen betreffende onderwijs, onderzoek en administratie. Rapportering In samenwerking met de dienst Infrastructuur wordt in het kader van de toekomstige grote infrastructuurwerken (nieuwbouw administratie, uitbreiding cafetaria ) een inplantingsstudie voor de Technologiecampus Gent uitgevoerd. In deze studie worden alle mogelijkheden met betrekking tot structuurrenovatie en uitbreiding grondig onderzocht. Op basis van de resultaten van dit rapport zal in overleg met de dienst Infrastructuur een strategie worden bepaald met betrekking tot de toekomstige werken. = op schema, goed CAMPUS DIRK MARTENS AALST (Luk Schoofs) Strategische optie: diversiteit Kernwoord: levensbeschouwing Deadline: 01/05/2014 Taakstelling De werkgroep inspiratie organiseert in samenwerking met de opleidingen, de studenten en het Emaüshuis vier evenementen rond de thema s Allerheiligen, Advent, week van de liefde en de Goede Week. Hiermee wordt de levensbeschouwelijke identiteit van de campus onderstreept voor al haar bewoners en bezoekers. Rapportering De evenementen zijn allemaal georganiseerd en door de collega s erg geapprecieerd. = afgerond, uitstekend Strategische optie: duurzaamheid Kernwoord: preventie Deadline: 01/01/2014 Taakstelling Alle medewerkers van de campus volgen in een navorming rond veiligheid en preventie op de campus. De campusdirectie wil daarmee het personeel op de campus sensibiliseren voor de thematiek en er een cultuur vestigen waarbij het welzijn van de campusbewoners en -bezoekers centraal staat. Op deze manier kan iedereen op de gepaste manier handelen in noodsituaties. Rapportering De navorming is gebeurd en zal in het academiejaar een vervolg kennen. = afgerond, goed Strategische optie: duurzaamheid Kernwoord: veiligheid Deadline: 01/05/2014 Taakstelling De preventieadviseur van de campus documenteert een procedure over het noodplan van de campus. Er wordt minstens één crisisoefening uitgevoerd. Rapportering Er is overleg geweest met de crisisinstanties van de stad Aalst en de provincie Oost- Vlaanderen. Hieruit is gebleken dat een crisisoefening te hoog gegrepen is om met de campus alleen uit te voeren. Dit dient in de toekomst in overleg met alle betrokken diensten te worden opgenomen. 87

89 Er is een noodplan opgesteld waarin de voornaamste crisissituaties zijn opgenomen. Deze procedure is tijden een vormingsmoment aan alle personeelsleden van de campus uitgelegd. = afgerond, aanvaardbaar Strategische optie: University College Concept Kernwoord: lokale werking Deadline: 01/05/2014 Taakstelling De campusdirectie en studiegebiedsdirecteuren maken kennis met het stadsbestuur van Aalst met de bedoeling de lokale verankering van de campus verder te verstevigen. De voornaamste doelstelling van deze bijeenkomst is het uitwisselen van informatie over de werking van de campus in en voor de regio Aalst. Er wordt een overzicht opgemaakt van mogelijke (nieuwe) initiatieven in samenwerking met het stadsbestuur. Rapportering De bijeenkomst is georganiseerd: er is uitleg gegeven over de werking van de campus en de studiegebieden. Een nota is opgesteld en doorgestuurd aan alle aanwezigen. = afgerond, uitstekend CAMPUS WAAS SINT-NIKLAAS (Gertjan De Smet) Strategische optie:university College Concept Taakstelling Kernwoord: regionaal netwerk Deadline: 30/06/2014 Verder uitbouwen van het regionaal netwerk (stad en Waasland) o.a. door middel van de Erasmus Mundusopleiding Stettin. Rapportering - Samenwerking met Bevrijde Wereld voor steun aan slachtoffers van Tyfoon Haiyan - Samenwerking met Stad Sint-Niklaas en culturele diensten voor het organiseren van de Erasmus Mundusopleiding Stettin, vb. samenwerking voor bezoeken, rondleidingen, huisvesting, - Samenwerking m.b.t. diverse culturele en sportinfrastructuur voor Lerarenopleiding Secundair onderwijs - Verstevigen regionaal netwerk van Agro- en biotechnologie met de voedingsindustrie door onderzoek voor bedrijven in het kader van de bachelorproeven - Uitbreiden regionaal netwerk Agro- en biotechnologie, afstudeerrichting Groen door te zetelen in diverse comités = op schema, goed Strategische optie: University College Concept Taakstelling Kernwoord: locatie van de campus Deadline: 30/06/2015 In overleg met o.a. het stadsbestuur bekijken of een herlocatie van de campus relevant, opportuun en haalbaar is. Rapportering Overleg met stadsbestuur en AZ Nikolaas voor het onderzoeken van de verschillende pistes voor herlocatie van de campus: stationsbuurt, nieuwe ziekenhuissite, ter plaatse blijven. = op schema, goed 88

90 CAMPUS PARNAS DILBEEK (Ghislaine Geerits) Strategische optie: University College Concept Taakstelling Kernwoord: campus met uitstraling Deadline: 31/12/2014 Oprichten van een Look & Feel werkgroep met personeel en studenten. Deze werkgroep formuleert voorstellen om de campus een eigen uitstraling te geven, waarin de aangeboden opleidingen worden weerspiegeld. Daarbij moet zowel aandacht gaan naar tastbare elementen als naar niet-tastbare elementen. Het einddoel is de creatie van een campus die ook voor externen herkenbaar is en waar zowel studenten als personeel zich thuis voelen. Rapportering De werkgroep Look & Feel kwam in de loop van het academiejaar al zes keer samen en formuleerde een groot aantal voorstellen en ideeën. Door het invullen van een enquête konden ook de studenten hun mening ventileren en verbeterpunten aanreiken. Wat de tastbare elementen betreft werden al verschillende plannen gerealiseerd: kleur van het tapijt in fitness bepaald, zithoek voor studenten op de 3de verdieping, fotogalerij in de trappenhal en op een van de tribunes. De (her)inrichting van een methodieklokaal en supervisielokaal zijn ingepland. Wat de niet tastbare elementen betreft werd met succes aandacht besteed aan acties zoals Socks For Life, dag van de armoede, = op schema, goed Strategische optie: University College Concept Taakstelling Kernwoord: lokale verankering Deadline: 31/12/2014 De campuscoördinator en de opleidingshoofden nodigen vertegenwoordigers van de gemeente Dilbeek uit om de lokale verankering van de campus te versterken. Het is de bedoeling om zowel de formele als de informele contacten in kaart te brengen en indien gewenst uit te breiden. Daarnaast staan ook contacten met brandweer en politie over veiligheid op de campus op het programma. Rapportering Er is een inventaris opgemaakt van de contacten, initiatieven van de opleidingen en de campus in de regio. Met de gemeente Dilbeek werken we samen rond het gebruik van de sportinfrastructuur en duurzaam afvalbeleid en groenbeleid. We hebben de buurtbewoners en gemeente Dilbeek uitgenodigd op onze nieuwjaarsreceptie. We stellen ons op als aantrekkelijke onderneming ten opzichte van naburige scholen (kijkstages, talentendag voor jongeren) en sociale economie (werkplekleren, samenwerking met beschutte werkplaats voor onderhoud tuin). Met de schepen van Arbeid en tewerkstelling werkten we samen voor de promotie van de jobbeurs in Dilbeek. Een afspraak met burgemeester, brandweer en politie wordt gepland voor de start van het academiejaar. = op schema, aanvaardbaar CAMPUS HIG SCHAARBEEK (Tanja Nuelant) Strategische optie: University College Concept Kernwoord: netwerking Deadline: 28/02/2014 Taakstelling De campus blijven openstellen voor het ruime maatschappelijke middenveld: investeren in het zichtbaar maken van de campus als vergaderplaats in Brussel. Dit zorgt mee voor de regionale verankering van de campus. 89

91 Rapportering De resultaten voor het gebruik van het gebouw in zijn goed, de cijfers vergelijkbaar met de voorbije jaren. Er werd een publiciteitsplan uitgewerkt om nieuwe organisaties en verenigingen aan te trekken. Er zijn acties gepland voor september = op schema, goed FACILITAIR BEHEER (Wouter Ommeslag) Strategische optie: University College Concept Kernwoord: facilities Deadline: 01/09/2014 Taakstelling Het introduceren en implementeren van een HUB-KAHO breed facility management pakket. De prioritaire modules zijn centrale helpdesk (inclusief dispatching) en ruimtebeheer. Rapportering De beslissing werd genomen om het Facility Management Pakket PLANON HUB-KAHO breed te implementeren. De input van de nodige gegevens startte in februari De helpdesk functionaliteit is online voor de zomervakantie van De processen van de technische en facilitaire diensten volgen in september en oktober. = op schema, goed Strategische optie: University College Concept Kernwoord: professionele organisatie en open netwerk Taakstelling Het opstellen van een HUB-KAHO brede ruimte-inventaris. Rapportering Deze inventaris werd opgenomen in PLANON. = op schema, goed Deadline: 30/06/2014 ICT (Pascal Kieboom) Strategische optie: University College Concept Kernwoord: service Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Het uitbouwen van een Service Desk die ten dienste staat van de gebruiker (student, docent en werknemer). Tevredenheidsindex moet dit academiejaar boven 6 op 10 komen. Dit zal in nauwe samenwerking gebeuren met het Planon project. Rapportering = op schema, uitstekend Strategische optie: University College Concept Taakstelling Kernwoord: structuur Deadline: 31/12/2014 Het invoeren van ITIL (Information Technology Infrastructure Library) in onze ICT-processen. Volgende processen worden aangepakt: - aankoop; - service desk opvolging; - probleem afhandeling; - disaster recovery. Rapportering = op schema, goed 90

92 STUDENTENADMINISTRATIE (Ingrid Reniers) Geen strategische taakstellingen in BIBLIOTHEKEN (Erika Meel) Strategische optie: University College Concept Kernwoord: integratie AO Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Het implementeren van de integratie AO en het afstemmen van de activiteiten met KU Leuven op het vlak van de samenwerkingsovereenkomsten en de operationele doelstellingen 2014 van CAB. Wij streven ernaar dit te doen op een studentvriendelijke manier, waarbij een gelijkwaardige behandeling AO-PO gebruikers gegarandeerd wordt. Rapportering Er zijn reeds heel wat afspraken gemaakt en goedgekeurd: governance nota, user charter, collectievorming, databanken en e-bronnen. Samenwerkingsovereenkomsten voor de dienstverlening door de diensten Algemeen Beheer moeten nog opgemaakt worden. Collectieprofielen opmaken voor de AO wordt uitgesteld omwille van de onduidelijkheid op vlak van budgetten vanaf Gelijkwaardige behandeling AO-PO blijft een permanente zorg. = vertraagd, aanvaardbaar GEBOUWEN EN PROJECTEN (Marnik De Vos) Strategische optie: University College Concept Kernwoord: beheer Taakstelling Het opmaken van een masterplan onroerend goed HUB-KAHO. Deadline: 31/03/2014 Rapportering De opdracht voor de aanmaak van een inplantingsstudie werd gegund aan het studiebureau Axis uit Hasselt. De deadline is 15/10/2014. = vertraagd Strategische optie: University College Concept Kernwoord: behoud Deadline: 30/09/2014 Taakstelling Het in stand houden, uitbouwen en verbeteren van de gebouwen op de bestaande campussen, cf. masterplannen, door het opnemen van projecten op de investeringsbegroting. Rapportering De begrotingsopmaak voor 2015 werd nog niet opgestart. = op schema, goed Strategische optie: University College Concept Taakstelling Kernwoord: beheer Deadline: 31/12/2013 Het inventariseren van het patrimonium HUB-KAHO: up-to-date stellen en aanpassen à rato van de wijzigingen. Rapportering De documenten werden verzameld. De definitieve tekst wordt nog aangepast. = vertraagd 91

93 TECHNISCHE DIENSTEN (Didier Galmart) Strategische optie: University College Concept Kernwoord: onderhoudsbeleid technieken Deadline: 30/09/2014 Taakstelling Het implementeren van een HUB-KAHO breed onderhoudsbeleid voor technische installaties, meer bepaald de opmaak van een meerjarig onderhoudsplan (inclusief begroting) voor alle technische installaties. Rapportering = op schema, goed Strategische optie: University College Concept Kernwoord: energieboekhouding Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Het invoeren van een energieboekhouding door middel van telemetrie ten behoeve van HUB- KAHO brede opvolging en interpretaties. Rapportering = op schema, nog niets opgeleverd STUDENTENDIENST (Martine Van Poucke en Inge Maes) Strategische optie: studenten Kernwoord: studentenbeleid Deadline: Taakstelling 30/06/2014 Het geleidelijk implementeren van een HUB-KAHO breed studentenbeleid, met het oog op een gelijke of gelijkwaardige behandeling van studenten, uiteraard rekening houdend met zowel de historiek als het campusgegeven. Rapportering In september 2013 werd een stuurgroep studentenbeleid geïnstalleerd volgens een matrixstructuur. Enerzijds werd onder leiding van een domeincoördinator thematisch samengewerkt in de domeinen studentenbegeleiding, ombudsdienst, student facilities, sociale dienst en studentenwerking, anderzijds bewaakt een campuscoördinator de coherente en aangepaste werking op elke campus. Op basis van de besprekingen in de domeinteams in het eerste semester werd de structuur aangepast. 'Relaties met Secundair Onderwijs en jobdienst' werd uit het domein studentenbegeleiding gehaald en als zesde domeinteam onder een eigen domeincoördinator geïnstalleerd. Een verdere structuuraanpassing die naar volgend jaar zal geïmplementeerd worden, is de toevoeging aan de stuurgroep van een (of meerdere) coördinator(en) studie-en trajectbegeleiding. Op deze manier zal de link en de complementariteit tussen de begeleiding verzorgd door de campusstudentendiensten en de begeleiding binnen de opleidingen geoptimaliseerd worden. Binnen de diverse domeinteams is al heel wat inhoudelijke afstemming gebeurd. Ook het fysiek bij mekaar brengen van de medewerkers van de studentendienst op de campussen waar dit nog niet het geval was, werd gerealiseerd. De eerste fase van deze takstelling is afgewerkt maar er blijft uiteraard inhoudelijk nog een weg af te leggen en ook de belangrijkste randvoorwaarde, gelijkwaardige omkadering op alle campussen, blijft een aandachtspunt voor volgend academiejaar. = op schema, 92

94 DIENST MARKETING EN COMMUNICATIE (Filip Clarisse) Strategische optie: University College Concept Taakstelling Kernwoord: nieuwe visuele identiteit Deadline: 31/12/2014 De nieuwe identiteit van HUB-KAHO vorm geven in alle communicatiedragers zodat door middel van een duidelijke huisstijl een coherent beeld ontstaat van de nieuwe organisatie. Rapportering De ontwikkeling van een nieuwe identiteit is bezig. = op schema, goed Strategische optie: University College Concept Taakstelling Kernwoord: identiteit vorm geven Deadline: 31/12/2014 De interne basis voor de identiteit van de nieuwe organisatie, zoals die in het strategische traject werd bepaald, ondersteunen door middel van communicatie-acties maar ook consolideren bij de interne doelgroepen. Rapportering Bij de bekendmaking van de naam Odisee speelde de missietekst een belangrijk rol. Het consolideerde het afgelegde parcours en moet de basis vormen voor verdere acties. = op schema, goed DIENST ONDERWIJS EN KWALITEIT (Paul Garré) Strategische optie: onderwijs Kernwoord: toetsbeleid Deadline: 30/06/2014 Taakstelling De installatie en werking van toetscommissies of een equivalent, zoals beschreven in het kwaliteitsraamwerk van de DOK, in zoveel mogelijk opleidingen van het UC actief ondersteunen. Rapportering - Organisatie van een ervaringsoefening rond toetscommissies op de tweedaagse PO in augustus 2013 waaraan alle opleidingshoofden hebben deelgenomen. - Organisatie van externe toetscommissies voor Office management Brussel (20/8/2013), Office management Aalst (29/8/2013 en 17/1/2014), Orthopedagogie (5/2/2014), Sociaal Werk (7/2/2014) en MIBEM/B (13/2/2014). Een tweede reeks van externe toetscommissies wordt uitgevoerd voor Orthopedagogie (30/6/2014), Sociaal Werk (23/6/2014) en MIBEM/B (2/7/2014). Ook Voedings- en dieetkunde (20/5/2015) en Gezinswetenschappen (24/6/2014) nemen deel. - Alle documenten rond toetscommissies werden op punt gesteld en er bestaat een qualtrix-versie van het screeningsformulier. = afgerond, uitstekend Strategische optie: onderwijs Kernwoord: kwaliteitsraamwerk Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Een gezamenlijk kwaliteitsraamwerk uitbouwen voor HUB-KAHO, in alle geledingen van de organisatie, conform de vereisten van het accreditatieprotocol voor instellingsreview. Inhoudelijke procesbegeleiding van de documentbeheerders door DOK, technische ontwikkeling van het sharepoint-instrumentarium. Voorbeeldfunctie aan de hand van de eigen kwaliteits- en onderwijsprocedures van de dienst. 93

95 Rapportering Het kwaliteitsraamwerk in Sharepoint werd geïmplementeerd en verder op punt gesteld. Tegelijkertijd werden met alle diensten en opleidingen afspraken gemaakt over de concrete invulling van de verschillende rubrieken van het kwaliteitsraamwerk en de daarbij horende deadlines. Alle concrete afspraken zijn opgenomen en worden systematisch aangevuld in een projectplan dat kan worden geraadpleegd in het kwaliteitsraamwerk van de dienst Onderwijs en Kwaliteit, rubriek Ontwikkeling. = vertraagd, aanvaardbaar Strategische optie: University College Concept Kernwoord: visie en beleid Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Coördinatie van een breed gedragen proces van identiteitsontwikkeling en visievorming voor de fusiehogeschool, resulterend in de keuze van een nieuwe naam, aangescherpte strategische opties, opgefriste visieteksten. Dit alles om te beantwoorden aan de belangrijkste maatschappelijke uitdagingen en ter voorbereiding van de instellingsreview. Rapportering De missie en de strategische speerpunten, zoals uitgewerkt in campusworkshops en diverse overlegorganen, zijn finaal goedgekeurd door de Academische Raad en de Raad van Bestuur. Hierop voortbouwend werd, met maximale participatie van studenten en personeel, de nieuwe onderwijsvisie opgesteld. De goedkeuring van deze onderwijsvisie is gepland voor de Raad van Bestuur van september Ook de visietekst personeelsbeleid is geactualiseerd. Medio mei werd de nieuwe naam van de fusieorganisatie intern gecommuniceerd. De publieke lancering van de nieuwe naam is gepland bij de start van het volgende academiejaar. = op schema, uitstekend PERSONEELSDIENST (Denise Lanneau) Strategische optie: University College Concept Kernwoord: instellingsaudit en personeelsbeleid Deadline: 30/06/2014 Taakstelling Reglementen, protocols, procedures en afspraken van HUB en KAHO op vlak van personeelsbeleid en beheer herbekijken en op elkaar afstemmen, aanbrengen in het kwaliteitsraamwerk en hiervoor een methode van kwaliteitsbewaking installeren. Rapportering Deze taakstelling wordt terug opgestart begin juli (zwangerschapsverlof collega). = vertraagd FINANCIËLE DIENST (Gunter Elebaut) Geen strategische taakstellingen in

96 Beleidslijnen voor de komende academiejaren In werden vijf strategische speerpunten geformuleerd en goedgekeurd die de krijtlijnen vormen voor de beleidsperiode Strategisch speerpunt 1 We bieden state-of-the-art onderwijs aan, publiek gevalideerd. Strategisch speerpunt 2 We worden dé Talenthogeschool in Vlaanderen HUB-KAHO wil tegen 2019 een integraal talentbeleid hebben ontwikkeld en uitgevoerd volgens de internationale aanbevelingen. Strategisch speerpunt 3 Curriculum#work! We verankeren onze opleidingen in het werkveld en omgekeerd. Strategisch speerpunt 4 We stomen onze opleidingen klaar voor superdiversiteit ons credo is inclusie. Strategisch speerpunt 5 We bouwen aan een open, innovatieve en performante (onderwijs)gemeenschap. 95

97 1.2. Kwaliteitszorg Omschrijving van het stelsel van interne kwaliteitszorg De instelling wil een actief kwaliteitsbeleid voeren om: - de kwaliteit van haar onderwijs en permanente vorming, onderzoek en maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening te garanderen; - de kwaliteit van haar onderwijs en permanente vorming, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening te verbeteren, waarbij de permanente deskundigheidsontwikkeling/ professionalisering van haar personeel en de continue aandacht voor externe en internationale ontwikkelingen een grote rol spelen; - rekenschap te kunnen geven aan interne en externe belanghebbenden. Hiertoe bouwt de instelling een gedocumenteerd en integraal kwaliteitszorgsysteem uit om de relevantie van de volgende doelstellingen te ondersteunen en op te volgen: - kwaliteitsvol onderwijs en permanente vorming, gericht op de competentieontwikkeling en het leren van de student/cursist, met gepaste begeleiding naar toenemende autonomie, met praktijk als oriëntatie en wetenschap en onderzoek als fundering; - kwaliteitsvol onderzoek en kwaliteitsvol en op wetenschap gebaseerde dienstverleningsactiviteiten die bijdragen tot de sociale vooruitgang, economische groei of culturele ontwikkeling van de externe opdrachtgevers in het bijzonder en van de lokale, regionale, nationale en internationale gemeenschap in het algemeen. De voortrekkersrol op het vlak van onderzoek en maatschappelijke dienstverlening blijven versterken; - onderwijskundig en vaktechnisch deskundige, onderzoeks- en praktijkgerichte, gemotiveerde en geëngageerde personeelsleden; - een autonome, profielgedreven en innovatieve werking, vertrekkend van een gedragen opdrachtverklaring, concrete visieteksten per beleidsdomein en geïnspireerd door externe (internationale) ontwikkelingen; - een professionele, participatieve, transparante en horizontale organisatie, met logische structuren, duidelijke relaties tussen die structuren en een beperkt aantal beleidsniveaus, opgebouwd volgens een multicampusmodel en geïntegreerd in de associatie KU Leuven; - een financieel gezonde, stabiele en duurzame organisatie waar beschikbare middelen optimaal worden aangewend; - maximale betrokkenheid en tevredenheid van alle belanghebbenden, rekening houdend met hun diverse achtergrond: de personeelsleden, de studenten, de abituriënten, de afgestudeerden en het werkveld; - naambekendheid en sterk imago; - stabiele of stijgende marktaandelen; - afstemming op diverse decretale verplichtingen (bama-structuur, academisering, flexibilisering, ); - permanente zelfevaluatie; - publieke validering. De instelling laat zich leiden door een aantal principes die de kwaliteitscultuur kenmerken: voorbeeldfunctie, samenwerking, gemeenschappelijke doelstellingen, feiten en cijfers, betrokkenheid, verantwoordelijkheid, ervaringsuitwisseling, open communicatie, klantgerichtheid, eenvoud, procesdenken, ondernemingszin, efficiëntie en effectiviteit. 96

98 Voor de operationalisering van het kwaliteitsbeleid in de periode werd een meerjarenplan opgesteld en goedgekeurd. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn: - bepalen welke externe evaluatiemechanismen in de verschillende studiegebieden en diensten zullen worden toegepast; - de rol van een goed uitgebouwd en deskundig team van kwaliteitsauditoren; - de vorm en de inhoud van de minimale kwaliteitsdocumentatie die in de toekomst zal worden bijgehouden; - de stapsgewijze uitrol van een nieuw informatieplatform voor het ter beschikking stellen van de kwaliteitsdocumentatie. De accreditatieprotocols van de NVAO en de European Standards and Guidelines waren de nieuwe externe referentienormen bij de uitbouw van het kwaliteitssysteem. In het kader hiervan werd een kwaliteitsraamwerk uitgewerkt dat bestaat uit vier rubrieken. (1) Beleid (PLAN): elk organisatieonderdeel beschrijft zijn profiel in termen van opdracht en ambities en kan in ontwikkelingsplannen verduidelijken welke concrete resultaten op middellange termijn moeten worden behaald. (2) Werking (DO): de operationele werking van de instelling wordt beschreven in procedures, handleidingen en formulieren. Daarnaast zijn er ook formele reglementen en protocollen die in de daartoe bevoegde participatie- en beslissingsorganen moeten worden goedgekeurd. De organisatiestructuur wordt aanschouwelijk voorgesteld in organigrammen waarin zowel de samenstellende organisatiegeledingen als de verschillende functies en rapporteringslijnen in kaart gebracht kunnen worden. (3) Evaluatie (CHECK): de periodiciteit van de metingen wordt vastgelegd in meetplannen. De resultaten van deze metingen worden opgenomen in rapporten en jaarlijks worden diverse kengetallen geregistreerd in indicatorenfiches. (4) Opvolging (ACT): strategische taakstellingen, taakstellingen van dagelijkse werking, auditafspraken en aanbevelingen van visitatiecommissies worden op regelmatige tijdstippen opgevolgd. De dienst Onderwijs en Kwaliteit (DOK) is een beleidsvoorbereidende en ondersteunende dienst die de directie, de opleidingen en de diensten ondersteunt op het vlak van kwaliteitszorg, statistische analyse en onderwijsontwikkeling. De opdracht van de dienst Onderwijs en Kwaliteit omvat op het vlak van kwaliteitszorg volgende aspecten: - fungeren als contactpunt voor het signaleren van afdelingsoverschrijdende of beleidsmatige problemen; - fungeren als katalysator voor het opstarten en tot een goed einde brengen van structurele verbeteringsprojecten; - opmaak, opvolging en bespreking van het strategie- en werkingsplan en strategie- en werkingsrapport van de instelling; - organisatie en coördinatie van kwaliteitsaudits en balansmomenten; - ontwerp van en ondersteuning bij het uitbouwen en op peil houden van het gedocumenteerde kwaliteitssysteem; - coördinatie en ondersteuning van diverse vormen van externe kwaliteitsbewaking; - overleg met en communicatie naar andere geledingen van de instelling over de invoering van bovengenoemde activiteiten; - samenwerking binnen de Associatie KU Leuven door vertegenwoordiging in verschillende stuur- en werkgroepen. 97

99 De directeur en medewerkers van de dienst Onderwijs en Kwaliteit plegen overleg met de vertegenwoordigers van de studiegebieden (ankerpersonen onderwijs en kwaliteit) in de tweemaandelijkse vergaderingen van de stuurgroep Onderwijs en Kwaliteit (SGOK). Deze stuurgroep heeft een informatieverstrekkende, participatieve, meningvormende en beleidsontwikkelende functie. Ze reflecteren over het kwaliteitsbeleid en formuleren voorstellen en adviezen voor de bevoegde besluitvormingsorganen Omschrijving van de huidige externe kwaliteitszorg en deze van het volgende academiejaar In overeenstemming met de decretale bepalingen laat de hogeschool haar onderwijsaanbod doorlichten door middel van opleidingsbeoordelingen. Een onderwijsvisitatie wordt voorbereid op basis van een zelfevaluatierapport dat wordt geschreven door de opleiding en is opgebouwd conform het visitatieprotocol van de VLUHR (Vlaamse universiteiten en hogescholenraad). Het doel van de onderwijsvisitatie is een sterkte-zwakteanalyse te maken van de opleiding en aanbevelingen ter verbetering te formuleren. Het visitatiebezoek resulteert in een openbaar en vergelijkend visitatierapport dat wordt geschreven door de visitatiecommissies en gepubliceerd door VLUHR. De visitatiecommissie verenigt als team een aantal competenties, o.a. evaluatiedeskundigheid, onderwijsdeskundigheid, domeinspecifieke deskundigheid in de discipline en deskundigheid over internationale ontwikkelingen van de discipline. De commissie brengt een bezoek aan de hogeschool waarbij volgens een vooraf bepaald schema verschillende groepen worden geïnterviewd, o.a. de opleidingsverantwoordelijken, docenten, studenten, vertegenwoordigers van het beroepenveld en afgestudeerden. In vonden negen visitatiebezoeken plaats: Opleiding PBA Aalst PBA Brussel Kleuteronderwijs Kleuteronderwijs BPA Lager Onderwijs Aalst en Sint-Niklaas PBA Lager Onderwijs Brussel PBA Psychosociale Gerontologie PBA Secundair Onderwijs Sint-Niklaas PBA Secundair Onderwijs Brussel PBA Office Management Aalst PBA Office Management Brussel Zelfevaluatierapport opsturen Visitatiebezoek Publicatie openbaar visitatierapport 30/06/ /10/ /06/ /12/ /06/ /12/ /06/ /10/ /06/ /10/ /03/ /12/ /05/ /12/ /04/ /12/ /05/ /12/ /05/

100 De opleiding Vastgoed werkte in aan de redactie van het zelfevaluatierapport (indiendatum 15/12/20014) De maatregelen die de hogeschool heeft genomen of van plan is te nemen als reactie op de in de visitatierapporten gedane suggesties en aanbevelingen In werden de visitatierapporten van de opleidingen Vroedkunde, Psychosociale Gerontologie, Verpleegkunde Brussel en Verpleegkunde Aalst/Sint-Niklaas overhandigd. Aanbevelingen ter verbetering visitatie Vroedkunde (visitatierapport dd. 22 januari 2014) - Kiezen voor één sturend en leidend competentieprofiel. - Profilering nog sterker in de verf zetten bij de stakeholders. - Het competentieprofiel meer bekend maken bij de studenten van het afstandsonderwijs. - De samenhang van het programma expliciteren en daarbij de verbinding tussen de vroedkundige rollen, de gedragsindicatoren en de drie pijlers van het programma verduidelijken. - Meer thematisch geïntegreerd onderwijs, gekoppeld aan een geïntegreerde toetsing van alle opleidingsonderdelen. - De eigen identiteit blijven behouden in de aankomende curriculumwijziging. - Evidence based midwifery nog meer in het programma aan bod laten komen. - Erover waken dat het opleidingsonderdeel Religie, Zingeving en Levensbeschouwing relevant is in elke opleidingsfase en dat in dit opleidingsonderdeel alle religies evenwaardig aan bod komen. - De onderzoekspistes van de docenten meer aan bod laten komen in het onderwijs. - De eenvormigheid en logica in het cursusmateriaal bewaken. - Heroverwegen van de vrijstelling voor de bachelorproef. - Erover waken dat het aantal uren zelfstudie na de les- en stage-uren een realistische verwachting blijft. - Na een buitenlandse stage, nog een stage in België voorzien. - Een intakegesprek ook standaard met alle reguliere studenten voeren als check van de motivatie en het beeld van het beroep bij de studenten. - Blijvende aandacht schenken aan de toenemende studentenaantallen die worden beoogd, in het licht van het verzekeren van de nodige stageplaatsen en tewerkstellingsmogelijkheden. - Garanderen dat de studenten van het afstandsonderwijs voldoende vaardigheden kunnen aanleren. - Heldere en duidelijke feedback voorzien op alle stage-reflecties. - Uitvoeren van de geplande bouw van een nieuw vaardigheidscentrum en aankoop van voldoende en nieuw oefenmateriaal. - Meer aandacht schenken aan de didactische scholing van de gastdocenten. - De werkdruk van het personeel van de opleiding is een blijvend aandachtspunt. Prioriteren en vastleggen in processen en procedures van resultaten van overleg, kan de werkdruk verlagen. - Verdere structurele uitbouw van de toetscommisie en het vastleggen van een toetsbeleid/plan. 99

101 - De toetsing in het algemeen competentiegericht maken, onder meer door de niveaus van gedragsindicatoren bij de toetsing van alle opleidingsonderdelen te expliciteren. - Blijvende aandacht hebben voor de examenspreiding en -organisatie in het afstandsonderwijs. - Verbetersleutels voor alle toetsen en alle docenten te hanteren. - De beoordeling van de bachelorproef bijsturen, met name in de beoordelingsformulieren en het voorzien van PICO-systematiek. - Instromende studenten blijvend op de hoogte brengen van de tewerkstellingskansen. Enkele voorbeelden van maatregelen die getroffen werden naar aanleiding van aanbevelingen van de visitatiecommissie: - Up-to-date houden van het cursusmateriaal en de referenties: zorgen dat de meest recente ontwikkelingen, vernieuwingen, in de cursussen opgenomen zijn en dat de referentielijsten systematisch worden opgesteld. - Verfijnen van het evaluatiedocument voor de bachelorproef, rekening houdend met niveau 6. - Meewerken aan de uitbouw van een interdisciplinair moeder-kindzorgproject in samenwerking met de opleidingen verpleegkunde, voedings-en dieetkunde en het werkveld. Aanbevelingen ter verbetering visitatie Psychosociale Gerontologie (visitatierapport dd. 17 maart 2014) - De reikwijdte en de inhoud van het domein psychosociale gerontologie verder verduidelijken. - Nog meer inzetten op de bekendmaking van de opleiding in het werkveld en bij potentiële studenten. - Invoeren van didactische vormen die de zelfstudie verder stimuleren. Experimenteren met werkvormen die innovatief werken stimuleren. - De doorwerking van het opleidingsonderdeel Evidence based practice in psychosociale gerontologie doorheen het programma versterken. - De internationalisering in zijn verschillende facetten verder uitwerken, o.a. werken rond thema interculturalisering, gebruik van anderstalige literatuur en invoeren van nieuwe werkvormen die grensoverschrijdend werken faciliteren. Daarnaast kan het gebruik van anderstalige literatuur het in contact komen met andere gezondheidszorgsystemen en andere culturen bevorderen. - Verder verduidelijken van de verwachtingen over de eindwerktoetsing met betrekking tot de inhoud, de deadline-afspraken en de evaluatie zowel naar studenten, promotoren als werkveldbegeleiders. - Voor de werkveldprojecten een samenwerking met het kenniscentrum uitbouwen. - Een plan van aanpak uitwerken voor het verhogen van de studenten instroom, de studentendoorstroom en het diplomarendement. Enkele voorbeelden van maatregelen die getroffen werden naar aanleiding van aanbevelingen van de visitatiecommissie: - Het informeren van het werkveld om de opleiding meer bekendheid te geven aan de hand van de erkenning door het RIZIV als reactiveringspersoneel en referentiepersoon dementie en dit door een flyer te maken waarin de meerwaarde van de opleiding voor het werkveld krachtig verwoord wordt. 100

102 - In kaart brengen van de spreiding van de studielast doorheen het academiejaar en daarbij aansluitend de formulering van een plan van aanpak om het doorstroomrendement te verhogen. - Het formuleren van adviezen om het opleidingsonderdeel Evidence based practice beter af te stemmen met de andere opleidingsonderdelen. - Het verder expliciteren van verwachtingen en doelstellingen met betrekking tot het werkveldproject naar studenten, promotoren en projectbegeleiders. - Het opzetten van structurele samenwerking tussen de opleiding en het Kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen. Aanbevelingen ter verbetering visitatie Verpleegkunde Brussel (visitatierapport dd. 12 juni 2014) - Het werken met de 14 domeinspecifieke leerresultaten in plaats van met de 13 opleidingsspecifieke opnieuw in overweging nemen om de communicatie met externen te faciliteren. - Een structurele aansluiting met de praktijk realiseren. Zowel voor wat betreft het overleg met het werkveld, het up-to-date houden van het cursusmateriaal als het professionaliseringsaanbod is er nog groeimarge. - Een toetscommissie oprichten om de kwaliteit en de validiteit van de evaluatie en de toetsing beter te bewaken. Ook de praktische organisatie van de examens en de rol van externe stagementoren in het evaluatieproces kunnen nog geoptimaliseerd worden. - Een alumniwerking oprichten om de uitstroom beter te kunnen opvolgen en alumni nauwer te betrekken bij de kwaliteit en actualiteit van de opleiding. Enkele voorbeelden van maatregelen die getroffen werden naar aanleiding van aanbevelingen van de visitatiecommissie: - Via een zelfevaluatie-instrument het werkveld bevragen en naar aanleiding van de resultaten concrete actiepunten formuleren. - Voorbereiding op de doorlichting van de toetspraktijk door een externe toetscommissie door middel van een screeningsformulier, intern professionaliseringsaanbod en door de planning van een interne screening van de examens. - De alumniwerking concreter uitbouwen door de organisatie van een jaarlijks terugkerende alumni-activiteit en door het betrekken van alumni via frequente berichtgeving over de actualiteit van de opleiding op een eigen facebookpagina van de opleiding. Aanbevelingen ter verbeteringen visitatie Verpleegkunde Aalst en Sint-Niklaas (visitatierapport dd. 12 juni 2014) - Het Vlaamse domeinspecifieke leerresultatenkader en de gemaakte keuzes inzake de doelstellingen en de profilering van de opleiding zichtbaarder integreren doorheen alle niveaus van de opleiding: van de doelstellingen en de communicatie over de ECTS-fiches tot in de evaluatiecriteria. - Internationalisering op een effectievere manier organiseren. De behaalde resultaten op dit vlak lijken niet in overeenstemming met de geleverde inspanningen. Zeker voor het studietraject voor werkstudenten zijn bijkomende inspanningen nodig. - Praktijkgericht onderzoek beter operationaliseren. Een expliciete leerlijn, een duidelijk referentiebeleid en een betere integratie van onderzoek in het cursusmateriaal zijn voorbeelden van elementen die de goede onderzoeksgerichtheid van de opleiding nog beter kunnen maken. 101

103 - De ongelijkheid tussen de campussen zoveel mogelijk beperken. De ongelijke budgetverdeling zorgt voor ongelijke voorzieningen voor studenten. - De personeelsomvang verhogen om de kwaliteit van het onderwijs niet in gevaar te brengen. Tussentijdse oplossingen dienen de balans tussen de kwaliteit van de leereffecten en de kwantiteit van de onderwijsactiviteiten goed te bewaken. Enkele voorbeelden van maatregelen die getroffen werden naar aanleiding van aanbevelingen van de visitatiecommissie: - De aanbevelingen van het visitatierapport worden omgezet in een verbeterplan dat als leidraad zal dienen voor de opvolging en de verdere uitbouw van de multicampuscluster Verpleegkunde Vroedkunde. - Meten van de effectiviteit van de studie(traject)begeleiding voor regulier en afstandsonderwijs, alsook de effectiviteit van de inspanningen voor internationalisering. Na de overhandiging van het openbaar visitatierapport worden alle aanbevelingen uit het rapport op het personeelsportaal ingevoerd in een speciaal ontwikkelde opvolgingstool. De aanbevelingen kunnen op die manier systematisch opgevolgd worden door de opleiding. Halverwege de visitatiecyclus wordt een balansmoment georganiseerd en wordt de stand van zaken toegelicht aan de Academische Raad Curriculumzorg en onderwijskundige professionalisering Activiteiten en projecten in verband met curriculumevaluatie Sinds beschikt HUB-KAHO over een gemeenschappelijk kader voor curriculumevaluatie met volgende instrumenten en methoden: - de KONDOR opleidingsevaluatie; - metingen en bevragingen zoals de werkveldbevraging en onderwijsrendement; - balansmomenten; - meetplan van de opleiding. Vernieuwing van bestaande opleidingen De vernieuwing van opleidingen binnen HUB-KAHO wordt ondersteund door vier onderwijsprocedures. Deze onderwijsprocedures betreffen: - opleidingsspecifieke leerresultaten; - opleidingsprogramma; - onderwijsleeromgeving en studiemateriaal; - evaluatie van studenten. In werd o.a. de curriculumvernieuwing van Verpleegkunde op drie campi (Brussel, Aalst en Sint-Niklaas) verder voorbereid. Alle opleidingen formuleerden opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR s) die: - afgestemd zijn op de domeinspecifieke leerresultaten (DLR s) van VLHORA; - in overeenstemming zijn met het HUB-KAHO competentieprofiel; - geconcretiseerd zijn in kerndoelen en gekoppeld aan opleidingsonderdelen. 102

104 Sinds legt HUB-KAHO de focus op de toetspraktijk van de opleidingen. Daartoe is het concept van externe toetscommissies ontwikkeld en geïmplementeerd. Een externe toetscommissie is samengesteld uit leden van het werkveld, onderwijskundigen, externe docenten en heeft als opdracht: - het screenen van de toetsen van een opleiding; - het adviseren van de opleiding rond de toetspraktijk; - feedback geven aan docenten over hun toetsen. In zijn er toetscommissies georganiseerd voor Office Management, Sociaal Werk, Orthopedagogie, Gezinswetenschappen en Voedings- en dieetkunde. Activiteiten in verband met onderwijskundige professionalisering Naar jaarlijkse traditie organiseerde HUB-KAHO ook in 2014 een centrale Onderwijsdag voor alle docenten en geïnteresseerde medewerkers. Het thema van de Onderwijsdag was Over- Bruggen, over reeds bestaande en evt. toekomstige samenwerkingsinitiatieven en - mogelijkheden tussen Professionele en Academische Opleidingen. Gezien het thema werd deze Onderwijsdag gerealiseerd in nauwe samenwerking met de Academische Opleidingen van HUB- KAHO/KULeuven. Docenten konden, via een keuzeprogramma, een individueel programma à la carte samenstellen. s Namiddags organiseerden de Studiegebieden en Faculteiten sessies op maat. Op instellingsniveau werd het ondersteuningstraject ICTO/Digitale Leeromgeving verder gezet, via een aanbod met TOLEDO-opstartsessies en ICTO-sessies op maat rond Toledo, Digitaal studiemateriaal, Digitaal Toetsen en Examineren en Media Technology. Voor Beginnende Docenten was er opnieuw een onthaaltraject met infosessies en een aanbod inzake intervisie en professionalisering rond de thema s Spreken en presenteren voor (grote) groepen, Examenvragen en opdrachten opstellen, Lesgeven: hoe moet dat nu precies? en Praktijkbegeleiding. Op niveau van de Studiegebieden werd er verder ingezet op beleidsgerichte professionalisering op maat, afgestemd op het onderwijsbeleid per Studiegebied en meestal uitgewerkt in de vorm van trajecten en/of op zich staande vormingsactiviteiten. Studiegebied IWT organiseerde, zoals alle studiegebieden van HUB-KAHO in 2014, één of meerdere vormingsactiviteiten rond het thema Toetsbeleid en Competentie-ontwikkelend Evalueren. IWT organiseerde ook vorming rond het Omgaan met functiebeperkingen. Studiegebied Gezondheidszorg organiseerde, naast de jaarlijkse vorming en ondersteuning voor POP-coaches, ook nog vorming rond de (begeleiding van de) Bachelorproef. De Opleidingen Verpleegkunde/Vroedkunde realiseerden de 3 eerste sessies van hun cursus Evidence Based Practice en focusten daarnaast vooral op de verderzetting van hun gezamenlijke curriculumvernieuwing. Binnen de Lerarenopleiding werd een vormingstraject Praktijkgericht Onderzoek opgestart op de verschillende campussen. De vervolgwerking rond de thema s Creatief Denken en Reflectievaardigheden werd verdergezet en ook het nieuwe M-decreet en het thema ICT-vaardigheden kregen de nodige aandacht. Studiegebied Sociaal-Agogisch besteedde naast het Toetsbeleid binnen de verschillende opleidingen vooral aandacht aan verdieping van het thema Supervisie binnen een Onderwijscontext. De teams van Handelswetenschappen en Bedrijfskunde organiseerden workshops rond het opstellen van examenvragen, onderzoeksgericht onderwijs en de nieuwe generatie van studenten en jongeren. In 2014 werd binnen HWBK ook de basis gelegd voor een nieuw ontwikkelingstraject Talentontwikkeling. 103

105 2. OPLEIDINGSAANBOD Het opleidingsaanbod is terug te vinden op de instellingswebsite ( en de website Hogeronderwijsregister ( 3. PERMANENTE VORMING 3.1. Opdrachtsverklaring Permanente vorming is een strategische optie in de beleidsverklaring van het University College HUB-KAHO. Permanente vorming (PV) wil de wisselwerking stimuleren tussen enerzijds de basisopleidingen en onderzoek, en anderzijds het werkveld. In het kader van het Levenslang Leren ontwikkelen de centra PV een ruim en gevarieerd aanbod aan praktijkgerichte en maatschappelijk relevante opleidingen. Hierbij stellen deze zich open voor samenwerking met en doen een beroep op expertise vanuit zowel de basisopleidingen, de onderzoekscentra als het werkveld. De centra PV stimuleren, realiseren en ondersteunen zo de bestaande en zich ontwikkelende expertise binnen de basisopleidingen naar bedrijven, overheden en andere stakeholders. Kerntaken 1. Ontwikkelen en aanbieden van permanente vorming a. De centra PV beogen met hun aanbod een verdere professionele vorming, een verbreding en/of verdieping van reeds verworven competenties tijdens de basisopleiding(en). b. De centra PV beogen het samenbrengen van expertise uit verschillende domeinen die resulteren in studiegebiedoverschrijdende en/of disciplineoverschrijdende opleidingen. c. De opleidingen spelen in op vormingsvragen en vernieuwingsbehoeften vanuit het werkveld. Deze opleidingen bieden een antwoord op de maatschappelijke vraag tot levenslang leren. d. De vormingen beantwoorden aan de eisen van de vormingsaanvrager (overheid, beroepsorganisatie, instellingen) m.b.t. de te verwerven competenties en kwaliteitseisen. 2. Netwerking De centra PV zoeken proactief naar externe partners om opleidingen uit te bouwen. De centra PV creëren een netwerk waarbinnen HUB-KAHO een maatschappelijke relevante bijdrage levert bij het levenslang leren van werkgevers en werknemers in verschillende sectoren en geniet hiervoor binnen dat netwerk erkenning. 3. Dienstverlening naar de basisopleidingen en haar expertisecellen door administratieve en organisatorische ondersteuning. 4. Kwaliteitsbewaking Permanente vorming wenst door een actieve politiek op het vlak van kwaliteitszorg- en borging bij te dragen tot de positieve uitstraling en het kwaliteitsvol imago van de instellingen. 104

106 3.2. Opleidingsaanbod academiejaar In dit jaarverslag worden de gegevens gerapporteerd m.b.t. het opleidingsaanbod permanente vorming van zowel het Groepscentrum Permanente Vorming (GPV) als de Dienst Voortgezette Opleidingen (DVO). Het vormingsaanbod van de centra Permanente Vorming (PV) bestaat uit twee luiken: Het open aanbod: deze opleidingen staan open voor iedereen die tot de doelgroep behoort en worden ruim bekend gemaakt. Alle opleidingen in het open aanbod vormen samen het vormingsprogramma, dat jaarlijks wordt opgemaakt. Teamgerichte of in-service opleidingen: deze opleidingen worden ingericht op vraag van een organisatie. Het kan gaan om een thema uit het open aanbod, een onderwerp dat daarbij aansluit of een thema waarrond een HUB-KAHO-docent expertise heeft opgebouwd. De teamgerichte/in-service opleiding vindt meestal plaats op de locatie van de organisatie en staat alleen open voor de betrokken medewerkers. Indicatoren a. Volume permanente vorming Op vraag van de Raad van Bestuur HUB-KAHO ontwikkelden de centra Permanente Vorming van HUB en KAHO (EMS FHS - CENTRA PV GPV) een indicator dat de omvang weerspiegelt van permanente vorming ingericht door de instelling. Onder permanente vorming (PV) wordt verstaan: het volledige opleidingsaanbod dat buiten de decretaal gedefinieerde basisopleidingen van de instelling valt. Het betreft de postgraduaten (PGO), de permanente vorming met getuigschrift (PVG) en de permanente vorming met attest van deelname (PVA). Als indicator werd bepaald: het volume ingerichte PV per academiejaar. Binnen een bepaald academiejaar wordt per opleiding het aantal betalende deelnemers vermenigvuldigd met het aantal ingerichte uren permanente vorming (studiebelastingsuren). De som hiervan is de waarde van de indicator voor dat academiejaar. In realiseerden de centra PV een totaal volume van uren permanente vorming (zie Tabel 1). Verder maken we een onderscheid tussen opleidingen in eigen beheer en opleidingen i.s.m. de basisopleiding(en). Opleidingen worden beschouwd als permanente vorming in eigen beheer indien het curriculum werd ontwikkeld door programmacoördinatoren van de centra PV al dan niet i.s.m. externe partners. Opleidingen worden beschouwd als permanente vormingen i.s.m. de basisopleiding indien het curriculum werd ontwikkeld i.s.m. docenten uit de basisopleiding. We zien we dat 44% van het volume PV gerealiseerd door de centra PV opleidingen betreft in eigen beheer i.s.m. (een) externe partner(s). De overige 56% van het gerealiseerd volume betrof opleidingen ingericht i.s.m. docenten uit de basisopleiding AO en/of PO. De permanente vormingen die voortvloeien uit academische opleidingen (Industriële ingenieurswetenschappen, Taal en Letteren en Universitaire Dinsdaglezingen) bedragen 32% van het gerealiseerde volume in AJ De permanente vormingen die voortvloeien uit de professionele opleidingen bedragen 68% van het gerealiseerde volume voor dit academiejaar. Voornamelijk de opleidingen binnen de studiegebieden Industriële wetenschappen en biotechniek en gezondheidszorg representeren een groot volume van het opleidingsaanbod in AJ

107 Een overzicht van het opleidingsaanbod AJ wordt gepresenteerd in Tabel 1. Tabel 1: Volume PV per inhoudsverantwoordelijke Opleidingen ingericht In eigen beheer (i.s.m. externe partners) I.s.m. basisopleiding (en i.s.m. externe partners) TOTAAL AO IIW PGO PVG PVA T&L PGO PVG PVA UDL Lezingen PO IWT-B PGO PVG PVA GZ PGO PVG PVA OND PGO PVG PVA HWBK PGO PVG PVA SAW PGO PVG PVA TOTAAL AO PO PGO PVG PVA Academische opleidingen Professionele opleidingen Postgraduaatopleiding Permanente vorming met getuigschrift Permanente vorming met attest van deelname 106

108 IIW T&L UDL IWT-B GZ OND HWBK SAW Faculteit Industriële ingenieurswetenschappen Faculteit Taal en Letteren Universitaire Dinsdaglezingen Studiegebied Industriële wetenschappen en biotechniek Studiegebied Gezondheidszorg Studiegebied Onderwijs Studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Studiegebied Sociaal-Agogisch Werk Tabel 2 geeft een overzicht van de verdeling van het aantal uren, het aantal deelnemers en het volume gevolgde uren permanente vorming per faculteit/studiegebied. Uren Aantal deelnemers Volume Volume % AO ,7% IIW ,3% T&L ,4% UDL ,0% PO ,3% IWT-B ,1% GZ ,8% OND ,1% HWBK ,3% SAW ,0% TOTAAL ,0% Hoewel voor IIW en T&L quasi evenveel uren werden ingericht, werd het grootste volume permanente vorming AO (19,3%) gerealiseerd door de opleidingen die voortvloeien uit de master Industriële ingenieurswetenschappen. Het aantal deelnemers is het grootst voor de Universitaire Dinsdaglezingen. Het grootste volume PV dat werd gerealiseerd door opleidingen die aansluiten bij de PO, zijn diegene binnen het studiegebied Industriële wetenschappen en biotechniek (22,1%; N = 695). Een aanzienlijk volume werd ook gerealiseerd voor permanente vorming binnen het studiegebied Gezondheidszorg (21,8%; N = 2.228). Het zijn echter de opleidingen binnen dit laatste studiegebied die de meeste deelnemers naar onze campussen brachten. 107

109 Figuur 1 geeft de verdeling in % t.o.v. het totaal volume gevolgde uren permanente vorming per faculteit/studiegebied weer. Volume PV per faculteit/studiegebied in % 8,0% 19,3% IIW T&L 22,1% 10,4% UDL OND GZ 6,3% 10,1% 2,0% HWBK IWT-B 21,8% SAW b. Aantal deelnemers In academiejaar schreven cursisten zich in voor een opleiding permanente vorming. Voor elk van deze cursisten verzorgden de centra PV de administratie (o.a.: inschrijving, facturatie en certificering) en de logistieke ondersteuning m.m.v. de dienst financiën en de facilitaire dienst. Tabel 3: Aantal deelnemers per faculteit/studiegebied AO IIW 767 T&L 580 UDL PO IWT-B 695 GZ OND HWBK 201 SAW Totaal Figuur 2 geeft het aantal deelnemers weer per faculteit/studiegebied. Iets meer dan een kwart van de deelnemers nam deel aan een opleiding binnen het studiegebied Gezondheidszorg. Het aanbod van T&L en HWBK buiten beschouwing gelaten, weten alle overige studiegebieden meer dan deelnemers per AJ naar de campussen te trekken. Dit geldt voor studiegebied 108

110 Industriële wetenschappen, Onderwijs en Sociaal-Agogisch Werk en voor de Universitaire Dinsdaglezingen. Figuur 2: Aantal deelnemers in per faculteit/studiegebied Aantal deelnemers per faculteit/studiegebied in % 14,0% 9,4% 7,1% IIW T&L 8,5% UDL 2,5% 18,3% OND GZ HWBK 27,2% 13,1% IWT-B SAW c. Aantal uren permanente vorming In werden uren opleiding gepland. Tabel 4 geeft een overzicht van de ingerichte uren PV in AJ verdeeld over de drie types permanente vorming (PGO, PVG en PVA). Voor de postgraduaten wordt per studiepunt een studiebelasting van 25u gerekend. PGO PVG PVA Lezingen Totaal Totaal % AO ,3% IIW ,4% T&L ,6% UDL ,2% PO ,7% B IWT ,7% GZ ,3% OND ,8% HWBK ,3% SAW ,7% Totaal ,0% 109

111 Twee derde van het aanbod PV bestaat uit opleidingsuren binnen de domeinen Gezondheidszorg en Industriële wetenschappen en biotechniek. Het aandeel uren voor de andere faculteiten/studiegebieden is vrij beperkt. Figuur 3 geeft een overzicht van de verdeling van het aantal ingerichte uren permanente vorming per studiegebied. Aantal uren permanente vorming 4,7% 8,4% 21,7% 6,3% 8,6% 0,2% 10,8% IIW T&L UDL OND GZ HWBK IWT-B 39,3% SAW Naast het open aanbod, boden de centra PV verscheidene opleidingen aan op maat (teamgericht). In Tabel 5 presenteren we het aantal ingerichte uren PV in open aanbod vs. het aantal ingerichte uren teamgerichte opleidingen. Open aanbod Teamgerichte opleidingen Totaal AO IIW T&L UDL PO IWT-B GZ OND HWBK SAW Totaal

112 Het aandeel teamgerichte opleidingen is het grootst voor het studiegebied Gezondheidszorg in vergelijking met de andere studiegebieden, maar over het geheel gezien bedraagt het aantal uren opleiding op maat slechts een beperkt deel van onze activiteiten (2,64% van het totaal aantal ingerichte uren). In totaal namen 906 cursisten deel aan een teamgerichte opleiding (11% van het totale aantal deelnemers); 7288 cursisten namen deel aan een opleiding in open aanbod (89% van het totale aantal deelnemers). d. Aantal opleidingen Binnen het opleidingsaanbod van de centra PV werden 17 postgraduaten (voor een equivalent van 584 studiepunten), 96 PV met getuigschrift, 222 studiedagen met attest van deelname ingericht en 20 lezingen ingericht. Wegens het niet behalen van het minimum aantal inschrijvingen werden 5 postgraduaten geannuleerd (voor een equivalent van 145 studiepunten). Daarnaast dienden ook 13 permanente vormingen met getuigschrift en 60 studie(namid)dagen te worden geannuleerd. Tabel 6 geeft een overzicht van het aantal opleidingen per studiegebied en per certificeringstype. Ingerich t PGO PVG PVA Lezingen Annul Ingerich t Annul Ingerich t Annul Ingerich t AO IIW T&L UDL PO IWT-B GZ OND HWBK SAW Totaal Annul - Besluit Het opleidingsaanbod van het GPV en de DVO situeert zich in twee grote domeinen: Industriële (ingenieurs)wetenschappen en Gezondheidszorg. Het profiel van het opleidingsaanbod van de verschillende domeinen is erg verschillend: met slechts 18% van deelnemers realiseren ze meer dan 40% van het totale volume PV. Op enkele uitzonderingen na bestaat het opleidingsaanbod hier uit erg omvangrijke programma s. In het studiegebied Gezondheidszorg daarentegen varieert de omvang van de programma s sterker en bestaat het aanbod zowel uit kortlopende als langlopende vormingen. Deze opleidingen bereiken over het geheel gezien meer deelnemers. 111

113 De Universitaire dinsdaglezingen zijn verantwoordelijk voor het tweede grootste aantal deelnemers, wat door het beperkt aantal en de korte duur van de lezingen resulteert in het kleinste volume PV. Wat betreft gerealiseerd volume PV in zien we een vrij gelijkaardig volume voor de studiegebieden Onderwijs en Sociaal-Agogisch werk en de Faculteit Taal en Letteren Kwaliteitszorg Werkgroep Permanente Vorming van Associatie KU Leuven De centra PV ontwikkelen en organiseren permanente vorming onder vorm van postgraduaten en andere trajecten permanente vorming conform de afspraken binnen de Associatie KU Leuven (permanente vorming met getuigschrift, met attest van deelname zoals gedefinieerd door de Raad van Bestuur van de Associatie KU Leuven op 17 juni 2011). Postgraduaten (PGO) PV met getuigschrift (PVG) PV met attest van deelname (PVA) PGO is Opleidingsonderdelen geformaliseerd onder de vorm van opleidingsonderdelen (OPO) en wordt d.m.v. bijhorende Niet van toepassing Niet van toepassing studiepunten (per OPO) uitgedrukt Omvang/studiebelasting Tenminste 20 studiepunten Ten minste 90 studie-uren (of equivalent aan minstens 3 studie- Onbepaald punten) Minimale toelatingsvoorwaarden Ja (zie onderwijs- en examenreglement) Vrij te bepalen Vrij te bepalen Formeel toetredingscontract via Contractformule diplomacontract, Niet van toepassing9 Niet van toepassing creditcontract of examencontract Examen Evaluatie van alle opleidingsonderdelen en globale evaluatie door een examencommissie Toetsing van leerresultaat Geen verplichte evaluatie 112

114 Jo Van den Bossche (EMS) en Heleen Vandromme (DVO) vertegenwoordigen de centra permanente vorming van HUB-KAHO in de werkgroep Permanente Vorming van Associatie KU Leuven. In deze werkgroep worden adviezen geformuleerd voor alle leden van de Associatie KU Leuven m.b.t. het inrichten van permanente vorming. Erkenningen De kwaliteit van de opleidingen PV blijkt onder andere uit hun erkenning door overheidsinstanties. a. Toetsing professionele, wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie De toetsing van de professionele, wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie van de opleidingen gebeurt onder andere via de erkenningscommissies van de verschillende voogdijoverheden (o.m. FOD WASO en departement leefmilieu van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap). Tijdens AJ dienden alle erkenningen van de hieronder vernoemde opleidingen ingericht door DVO en GPV te worden hernieuwd. Voor elk van deze opleidingen werd afgetoetst in welke mate wijzigingen aan de wettelijke vereisten voor een programma en/of nieuwe te behandelen inhouden wijzigingen aan het huidige programma noodzakelijk maakten. In overleg met elk van de opleidingscommissies werd een aanvraag tot erkenning ingediend bij de bevoegde overheidsinstantie. HUB-KAHO verkreeg van de Vlaamse overheid departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) een erkenning van onbepaalde duur voor de opleidingen Milieucoördinator. Ook de opleidingen Preventieadviseur en Veiligheidscoördinator werden erkend, en dit voor een termijn van vijf jaar 3. NAAM CURSUS ERKEND DOOR DATUM ERKENNING DUUR ERKENNING Milieucoördinator Niveau A Vlaamse overheid Departement LNE MB van 1 oktober 2012 Onbepaalde duur Niveau A via Overgangsniveau Vlaamse overheid Departement LNE MB van 1 oktober 2012 Onbepaalde duur Niveau B Vlaamse overheid Departement LNE MB van 1 oktober 2012 Onbepaalde duur Preventieadviseur Basismodule FOD WASO MB van 8 januari Einde vd cursussen Multidisciplinaire 2013 gestart vóór 30 juni Basisvorming 2017 Specialisatiemodule FOD WASO MB van 8 januari Einde vd cursussen Niveau gestart vóór 30 juni 2017 Specialisatiemodule Niveau 2 FOD WASO MB van 8 januari 2013 Einde vd cursussen gestart vóór 30 juni De opleiding Veiligheidscoördinator Niveau A werd erkend tot en met 30 juni

115 Veiligheidscoördinator Niveau A FOD WASO MB van 7 januari 2013 Niveau B FOD WASO MB van 7 januari 2013 Aanvulling tot coördinator FOD WASO MB van 7 januari 2013 Einde vd cursussen gestart vóór 30 juni 2014 Einde vd cursussen gestart vóór 30 juni 2017 Einde vd cursussen gestart vóór 30 juni 2017 Het toekennen van Betaald Educatief Verlof gebeurt door verschillende erkenningcommissies in de FOD WASO of het paritair comité specifiek bevoegd voor een welbepaalde sector. NAAM CURSUS DATUM ERKENNING DUUR INDUSTRIELE WETENSCHAPPEN Preventieadviseur Basismodule Multidisciplinaire Basisvorming 16/06/2005 Onbepaalde Duur Specialisatiemodule Niveau 1 16/06/2005 Onbepaalde Duur Specialisatiemodule Niveau 2 16/06/2005 Onbepaalde Duur Milieucoördinator Niveau A 16/06/2005 Onbepaalde Duur Niveau A via Overgangsniveau 18/09/2007 Onbepaalde Duur Niveau B 16/06/2005 Onbepaalde Duur Veiligheidscoördinator Niveau A 16/06/2005 Onbepaalde Duur Niveau B 16/06/2005 Onbepaalde Duur Aanvulling tot coördinator 16/06/2005 Onbepaalde Duur Energiedeskundige Type A 06/03/2009 Onbepaalde Duur Postgraduaat Energiecoördinator 09/06/2009 Onbepaalde Duur Praktische aspecten van vastgoed 25/04/2012 Onbepaalde Duur Postgraduaat Vleestechnologie 27/05/2009 Onbepaalde Duur Bio-ecologisch bouwen en wonen 30/08/2012 Onbepaalde Duur 114

116 GEZONDHEIDZORG HAO Verpleegkunde 17/10/ jaar Banaba IZ & Spoed 08/07/ jaar Gastro-Engineering 09/06/2009 Onbepaalde Duur Radioprotectie + nucleaire geneeskunde (promotie 19) 08/07/ jaar Radioprotectie + nucleaire geneeskunde (promotie 20) 26/11/ jaar Postgraduaat Pediatrie en neonatologie 08/07/ jaar PV Pediatrie en neonatologie 08/07/ jaar (3 modules) Referentieverpleegkundige pijn 08/07/ jaar Neurologische zorg 17/10/ jaar Postgraduaat in de radiotherapie 07/01/ jaar Postgraduaat in de wondzorg 14/10/ jaar Postgraduaat in de wondzorg en stomatherapie Postgraduaat in de wondzorg en stomatherapie en het weefselherstel 14/10/ jaar 14/10/ jaar Referentieverpleegkundige wondzorg 14/10/ jaar Infirmière relais en soins de plaie(s) 14/10/ jaar Referentieverpleegkundige stomazorg 14/10/ jaar Medische pedicure en podotherapie voor verpleegkundigen en paramedici 14/10/ jaar Postgraduaat palliatieve zorg 14/10/ jaar Postgraduaat Verpleegkundige in de palliatieve zorg 14/10/ jaar Basiscursus palliatieve zorg 14/10/ jaar Manuele lymfedrainage, compressietherapie en bandageren 14/10/ jaar Opleiding tot geheugentrainer 14/10/ jaar Referentiepersoon dementie 14/10/ jaar Postgraduaat ouderenzorg 14/10/ jaar Basismodule ouderenzorg 14/10/ jaar Postgraduaat reflexologie 14/10/ jaar Opleiding tot tilcoach 14/10/ jaar TOEGEPASTE INFORMATICA IT infrastructuur, netwerk maangement en internet (CCNA & CCNP) 01/10/2012 onbepaalde duur b. Erkenning als opleidingsverstrekker voor subsidiërende overheden De erkenning als opleidingsverstrekker bij de Vlaamse Overheid geeft cursisten de mogelijkheid te betalen met opleidingscheques van de VDAB of via de KMO-portefeuille voor KMO-bedrijven (erkenningsnummer DV.O voor de Dienst Voortgezette Opleidingen en DV voor het Groepscentrum Permanente Vorming ). 115

117 Evaluaties a. Evaluatie van de cursisten Voor alle postgraduaten (PGO) en permanente vormingen met getuigschrift (PVG) wordt slechts een getuigschrift uitgereikt na evaluatie van de cursisten. Deze evaluatie kan verschillende vormen aannemen al naar gelang de doelstelling van de opleiding: - kennistoetsing - meerkeuzevragen - open vragen (casuïstiek of oefeningen) - paper - paper met presentatie voor jury - eindwerk - of een combinatie van voorgaande b. Evaluatie van de docenten door de cursisten Voor opleidingen ingericht door DVO worden de docent geëvalueerd door de cursisten op de didactische kwaliteit van de leseenheid. In de website ondersteunde opleidingen gebeurt dit online. In de andere gebeurt dit d.m.v. een formulier. Er wordt een score gegeven volgens volgende schaal: 1: zeer slecht 2: slecht 3: middelmatig 4: goed 5: zeer goed Wanneer we het gemiddelde berekenen van de eindscores van de evaluaties, levert dit de volgend resultaat op: 4,11 op score van 5. Over het algemeen krijgen de opleidingen in het open aanbod een (zeer) positieve evaluatie. De feedback van de deelnemers wordt na de verwerking van de resultaten steeds via de betrokken programmacoördinator overgemaakt aan de docent. 4. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING De onderwijs- en examenregeling is terug te vinden op de instellingswebsite: 5. STUDIELOOPBAANBEGELEIDING EN OMBUDSDIENST De visietekst op studieloopbaanbegeleiding die ontworpen werd door de stuurgroep instroomdoorstroom-uitstroom in , werd in het academiejaar besproken en goedgekeurd door alle opleidingshoofden en studiegebieddirecteuren en werd op de Academische Raad bekrachtigd. Deze tekst vormt de basis van de werking en wordt door alle studiegebieden als leidraad gehanteerd. De definitie van instroom, doorstroom en uitstroom wordt scherp gesteld en vanaf het academiejaar door iedereen op dezelfde manier gebruikt. HUB-KAHO profileert zich in deze visie als een flexibele onderwijsorganisatie waar vrije keuzemogelijkheden en responsabilisering gekoppeld worden aan de studieloopbaan- 116

118 begeleiding die dit vereist. Student-gecentreerd onderwijs veronderstelt een dynamische, continue en geïntegreerde begeleiding op maat met aandacht voor 1) alle factoren die het studieproces kunnen beïnvloeden, 2) voor bijzondere begeleidingsbehoeften en 3) voor het wegwerken van drempels die van socio-culturele, medisch psychologische of financiële aard zijn. Deze begeleiding wordt vanuit een talentgerichte benadering vorm gegeven, rekening houdend zowel met voorkennis, capaciteiten, competenties en motivatie als met interesse, persoonlijkheid en welbevinden. HUB-KAHO streeft bovendien naar een effectieve studieloopbaanbegeleiding waarbij kwalitatieve (her)oriëntering en voldoende studie-efficiëntie duidelijke doelstellingen zijn. Actieve betrokkenheid en een duidelijk engagement van zowel studenten als andere betrokken actoren zijn hiertoe belangrijke voorwaarden. HUB-KAHO wil dan ook inzetten op responsabilisering van de student en blijvende professionalisering van studieloopbaan- en studiekeuzebegeleider Instroombegeleiding De instellingsbrede instroombegeleidingsactiviteiten werden georganiseerd door het STUVO+ domeinteam Relaties Secundair Onderwijs en Jobservice, met medewerking van de opleidingen/studiegebieden. Zij zijn enerzijds gericht naar secundaire scholen en CLB s, als belangrijke actoren en intermediairen in het studiekeuzeproces en anderzijds naar onderwijzoekenden en hun ouders. Educatief aanbod HUB-KAHO richtte voor leerlingen uit de derde graad secundair onderwijs diverse workshops in, die hen op een creatieve manier laten kennismaken met het hoger onderwijs en met de leerstof uit het secundair onderwijs. De brochure Educatief aanbod voor derde graad secundair onderwijs Academiejaar werd op 3000 exemplaren gedrukt en in de zomervakantie verspreid naar alle scholen derde graad aso en tso in Vlaanderen. De brochure richt zich voornamelijk naar leerkrachten die uit het aanbod een selectie kunnen maken. Zowel de workshops van de professionele als de academische opleidingen werden hierin vermeld. De workshops zijn onderverdeeld in vijf domeinen: Wetenschappen en technologie, Welzijn en maatschappij, Economie en maatschappij, Taal en cultuur en Studiekeuzebegeleiding. In totaal werden meer dan 45 workshops georganiseerd door docenten van de professionele bacheloropleidingen. Aantal leerlingen SO dat participeerde aan de workshops in : Campus Dirk Martens (Aalst): 725 Campus Brussel: 399 Technologiecampus Gent: 1347 Campus Waas: 108 Totaal: 2579 Ambassadeurschap Ambassadeurschap houdt in dat studenten naar hun vroegere secundaire school om er als ervaringsdeskundige hun opleiding en instelling voor te stellen. Voor studiekiezers is dit een belangrijke schakel in het studiekeuzeproces. Ze komen, wars van marketingpraatjes, te weten hoe generatiegenoten de overstap van secundair naar hoger onderwijs ervaren, hoe moeilijk de diverse vakken zijn, wat er verwacht wordt op examens of qua taken en op welke begeleiding en ondersteuning ze kunnen rekenen. 117

119 Dit alles wordt door de student-ambassadeur persoonlijk ingekleurd: hoe goed is het gelukt, wat liep er goed of fout, wat het verhaal voor de leerlingen zeer herkenbaar en toegankelijk maakt. Tot werd het ambassadeurschap op HUB-niveau op een structurele manier in kaart gebracht. In trokken 29 studenten van de professionele bacheloropleidingen als ambassadeur van hun opleiding naar hun vroegere secundaire school, hierbij met informatie en praktische hulp ondersteund door de medewerker relaties SO. In KAHO werd dit ad hoc aangepakt. Infosessies Studiekeuzebegeleiding De medewerkers relaties SO namen deel aan diverse infoavonden en -momenten in secundaire scholen over gans Vlaanderen. De sessies Succesvol kiezen of Studeren in het hoger onderwijs die ze er verzorgden hebben als doel leerlingen en/of hun ouders op een neutrale manier te informeren over de structuur van het hoger onderwijs, de flexibilisering, diverse aspecten van het studiekeuzeproces, het leerkrediet, de studievoortgangsmaatregelen en de studentenvoorzieningen. Er werd meestal op vraag van de school een specifiek programma uitgewerkt. In zijn er in totaal 30 sessies doorgegaan (waarvan 20 s avonds), met een publiek van gemiddeld 80 à 120 leerlingen en/of ouders. We namen op vraag van secundaire scholen ook deel aan afstudeermarkten en gaven op maat- infosessies aan leerkrachten (vb. pedagogische studiedag) over topics uit het hoger onderwijs. Specifiek ten behoeve van Turkse laatstejaarsstudenten secundair onderwijs van diverse instellingen in Gent en omstreken organiseerde HUB-KAHO in maart 2014 een infoavond over studeren in het hoger onderwijs in Gent, samen met KU Leuven, LUCA medewerking van FLUX. en met de Samen met de KU Leuven organiseerden we de Start to Study -avonden, eveneens bedoeld om leerlingen en hun ouders te informeren over alle aspecten van studeren in het hoger onderwijs. Op bepaalde avonden konden zij ook twee proeflessen volgen. Tussen oktober en februari gingen op verschillende locaties in Oost-Vlaanderen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Vlaams-Brabant 21 avonden door. Samenwerkingsverbanden Stuurgroep SID-in Een belangrijk informatiekanaal voor studiekiezers zijn de Studie- en Informatiedagen (SID-in), georganiseerd door de CLB-centra, met ondersteuning van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs. In nam HUB-KAHO deel aan alle SID-in-beurzen in Vlaanderen met telkens vertegenwoordigers van elke opleiding. HUB-KAHO is lid van de stuurgroep SID-in Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant en Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Binnen die stuurgroep wordt o.m. gewerkt aan de organisatie van een jaarlijkse (Oost-Vlaanderen) of tweejaarlijkse (Vlaams-Brabant en BHG) studiedag. Zo nam HUB-KAHO actief deel aan de studiedagen OnderwijsLoopbaanBegeleiding: Het profiel van de student (november 2013 SID-in Vlaams-Brabant en BHG) en Samenwerken aan een gekwalificeerde uitstroom (oktober SID-in Oost-Vlaanderen). Beide studiedagen worden georganiseerd voor CLB s, studiebegeleiders van secundaire scholen en geïnteresseerden uit het hoger onderwijs. 118

120 Informatie over studieresultaten Het verband tussen de gevolgde studierichting en de prestaties in het secundair onderwijs en slagen in het hoger onderwijs zijn een belangrijk thema bij studiekeuzebegeleiding. Daarom bezorgde HUB-KAHO in november 2014 aan alle secundaire scholen de studieresultaten van hun oud-leerlingen (die hiervoor hun toestemming hadden gegeven) in een opleiding aan de hogeschool. Communicatieacties naar onderwijszoekenden De laatstejaarsleerlingen van het secundair onderwijs en onderwijszoekers worden via verschillende kanalen geïnformeerd over de studiemogelijkheden aan HUB-KAHO: infobrochures, website, direct mailing (gedrukt en digitaal), affiches, advertenties/ baanaffiches. Ook via de sociale media Facebook en Twitter wordt informatie verspreid. In diverse folders wordt aandacht besteed aan studeren in bijzondere omstandigheden. Daarnaast krijgen onderwijszoekenden de gelegenheid om zich in een meer persoonlijk contact te informeren over wat hen te wachten staat tijdens infodagen en openlesdagen. Op twee mailadressen en kunnen studiezoekers terecht met vragen i.v.m. hun studiekeuze. Leerlingen die dit wensen, kunnen bij een studentenbegeleider van STUVO+ terecht voor een individueel studiekeuzegesprek Doorstroombegeleiding Studie- en trajectbegeleiding is in HUB-KAHO een dynamisch samenspel tussen de opleidingen en studiegebieden enerzijds en de Studentenadministratie en de Studentendienst HUB-KAHO/ STUVO+ 4 anderzijds. Alle actoren zijn nauw bij het proces betrokken, overleggen structureel, werken samen en ondersteunen elkaar. Voorbeeld hier zijn de vier vergaderingen voor alle trajectbegeleiders die werden georganiseerd en waar alle aspecten van studieloopbaanbegeleiding ook in verweven waren. Voor het eerst wordt in het studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde werk gemaakt van een actieve heroriëntering naar de HBO5-opleidingen graduaat Boekhouden en graduaat Informatica Studie- en trajectbegeleiding in de studiegebieden/opleidingen De studie- en trajectbegeleiding binnen de studiegebieden/opleidingen van HUB-KAHO ondersteunt studenten naar groeiende zelfstandigheid om het eigen ontwikkelingsproces te sturen. Dergelijke begeleiding is proactief en de intensiteit ervan neemt af naarmate de student vordert in het traject en gemotiveerd eigen keuzes kan maken op basis van een realistische zelfinschatting. Een vroege reality-check in de opleiding waarbij de verworven competenties geconfronteerd worden met de verwachte competenties, is noodzakelijk voor het verkrijgen van dergelijke zelfinschatting. Daarnaast wijzen voldoende strenge studievoortgangsmaatregelen studenten op de eigen verantwoordelijkheden voor studiesucces. 4 Bij de start van het academiejaar werd de naam van de Studentendienst gewijzigd in STUVO+ 119

121 De 38 opleidingen hebben geprobeerd om in de loop van een overzicht van al hun opleidingsspecifieke activiteiten in verband met studieloopbaanbegeleiding op papier te zetten, dit werd samengebracht in één document dat leeft en als inspiratiebron voor iedereen kan gehanteerd worden. De werking bestaat uit twee grote pijlers, enerzijds informatieverstrekking en anderzijds begeleiding. De informatieverstrekking omvat, onder andere, introductie- en informatie voor instromers tijdens de onthaaldagen, met onder meer onthaal en wegwijs op de Campus, kennismaking met HUB-KAHO en meer in het bijzonder met de opleiding, uitdelen en toelichten van belangrijke documenten, wegwijs in ECTS-fiches, competentieprofiel en evaluatie, introductie ICTO met digitaal leerplatform, intranet, Toledo, studentenportaal, rondleiding op de campus, pakketverkoop cursussen, meedelen van de verwachte extra kosten, verbonden aan de eerste opleidingsfase, introductie door de studentencoach over studentenparticipatie, introductie van de werking en contactpersoon studentendienst. Deze kennismakingssessie verloopt vaak in leergroepen. Ook de onderweggers en afstuderenden worden in veel opleidingen onthaald met onder meer infosessies over stage, opstart bachelorproef, infosessie projecten, keuzevakken en verdiepingssporen. Studenten die een flexibel traject volgen, krijgen tijdens de week voor de start van het academiejaar verschillende mogelijkheden om een workshop te volgen waarin de aanpak en procedure wordt uitgelegd. In een persoonlijk gesprek wordt het ISP van deze studenten in overleg opgesteld. Valkuilen en opties worden besproken. In veel studiegebieden controleert de studentenadministratie de dossiers. Indien er onregelmatigheden worden vastgesteld, wordt er contact opgenomen met de student. Informatie over keuzetrajecten, studentenmobiliteit, stagemogelijkheden, verder studeren e.d. wordt via collectieve infosessies in de loop van het academiejaar en info op Toledo doorgegeven. Alle studenten krijgen ook via de ects-fiches informatie over de onderwijsdoelstellingen, die elke docent bij aanvang van de eerste les toelicht. In de cursusomgeving op Toledo is er binnen elk opleidingsonderdeel een link te vinden naar de betrokken ects-fiche. De studenten worden uitgenodigd op informatiesessies over het OER en over de betekenis en mogelijke gevolgen van de behaalde resultaten (leerkrediet, inzetten van toleranties en FXmogelijkheid...). De begeleiding begint bij de aanvang van de opleiding. Tijdens de introductieweek (dus voor de start van het eigenlijke leerproces, maar na de inschrijving) worden een aantal screenings uitgevoerd. Sommige opleidingen bieden ter voorbereiding hiervoor sessies aan. Alle screenings willen startende studenten duidelijkheid geven over hun startpositie voor een aantal competenties of leergebieden. Geen enkele screening heeft als doel om studenten uit te sluiten van de opleiding. Sommige screenings zijn informatief, andere geven al de aanzet tot het bijwonen van specifieke monitoraten. Alle screenings hebben een adviserende functie (eventueel met externe doorverwijzing). Het divers instroomniveau voor taalbeheersing Nederlands bijvoorbeeld, vraagt een gedifferentieerde aanpak. Alle eerstejaarsstudenten in HUB-KAHO worden uitgenodigd om de screeningstest 'TaalVaST' (TaalVaardig aan de STart) in te vullen. Deze test werd ontwikkeld door KU Leuven en al vier jaar wordt hiermee het taalpeil van de eerstejaars in kaart gebracht. Veel studenten leggen de Lemotest af waardoor ze inzicht krijgen hun studiemethode en aangespoord worden om een haalbaar actieplan te formuleren voor zichzelf. 120

122 Vakinhoudelijke begeleiding wordt aangeboden; de student krijgt de kans om in een differentiatietraject te stappen of te werken met een Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP), teambuildingssessies worden georganiseerd. Individuele reflectiegesprekken en coachinggesprekken behoren tot het aanbod. Deze opsomming is slechts een greep uit de waaier die wordt aangeboden. In elke fase van de opleiding ontvangt de student regelmatig feedback over het eigen presteren. Na elke examenperiode worden de studenten aangemoedigd om individueel bij de docent hun examens in te kijken en constructief te bespreken. Vooral eerste en tweedejaars maken hier gebruik van. Ze kunnen tegelijkertijd ook langs gaan bij hun trajectbegeleider om het globale resultaat te bespreken met concreet advies en actieplan met stimulerende blik op toekomst en rekening houdend met studie-efficiëntie Studentenbegeleiding door STUVO+ De dienstverlening van STUVO+ inzake studie- en trajectbegeleiding is campusgebonden en opleidingsoverschrijdend. Het betreft gespecialiseerde 2 e lijns-begeleiding die complementair is aan het eerstelijnsbegeleidingsaanbod van de opleidingen en in nauwe samenhang met de dienstverlening inzake studentenvoorzieningen zie hoofdstuk VI van dit jaarverslag - wordt aangeboden. Om de structurele samenwerking te verankeren werd sinds academiejaar coördinatoren studie- en trajectbegeleiding opgenomen in de stuurgroep studentenbeleid die de dienstverlening van STUVO+ uittekent. (zie ook hoofdstuk VI). In samenspraak met de studie- en trajectbegeleiders van de opleidingen neemt een team van professionele studentenbegeleiders de meer opleidingsonafhankelijke aspecten van begeleiding voor haar rekening. Op de campussen van Aalst, Brussel en Gent organiseerden zij studievaardigheidsessies, waarin telkens een specifiek aspect van studeren in het hoger onderwijs behandeld werd. Deze sessies werden aangeboden aan zowel de HUB-KAHO (PO) als de KULeuven-studenten (AO) van de campus. De opleidingen van campus Waas organiseerden deze studievaardigheidsbegeleiding zelf. Overzicht sessies Periode Onderwerp aantal sessies Camp. Aalst Jan-juni Beter plannen 4 22 Actief studeren 4 20 Voorbereiden op examens 4 19 Sept-dec Beter plannen 5 31 Actief studeren 5 32 Voorbereiden op examens 6 41 aantal deeln. PO aantal deeln. AO 121

123 Jan-mei Plannen en actief studeren Planning (Eng) 1 / 13 Voorbereiding op examens Prepare yourself for the exams 1 / 19 Campus Sept-dec Plannen en actief studeren Brussel Planning (Eng) 1 / 8 Plannen en actief studeren (HIG) 4 93 / Plannen en actief studeren (Parnas) 1 5 / Voorbereiding op examens Prepare yourself for the exams 1 / 23 Camp. Gent Jan-mei Geen sessies Monitor. Sept-dec Planning en studeervaardigheden 2 73 Monitor. Daarnaast konden studenten van de professionele opleidingen bij de studentenbegeleider(s) van campus Aalst, Brussel en Gent individueel terecht voor advies en begeleiding bij studieproblemen en voor (her)oriëntering naar een meer geschikte studierichting, al dan niet op doorverwijzing door de studie- en trajectbegeleider van de opleiding. Op campus Waas nemen de studie- en trajectbegeleiders deze taak op zich. Op campus Brussel kunnen ook de KULeuven-studenten zich individueel laten begeleiden door de studentenbegeleiders inzake algemene studiemethode en planning. Een overzicht van het aantal begeleidingen: Campus Aalst Campus Brussel Campus Gent 5 Totaal Jan -jun Sept-dec PO AO Opgenomen door monitoraat PO AO PO AO Opgenomen door monitoraat Campus Waas PO Opgenomen door ST-begeleiders Conclusie: waar individuele begeleiding mogelijk is maken studenten er vaak gebruik van na het volgen van een collectieve studeervaardigheidssessie, die dus als een laagdrempelige instap naar meer doorgedreven begeleiding kan beschouwd worden. Op campus Brussel waar studie- en studentenbegeleiding van oudsher geïntegreerd waren voeren de studentenbegeleiders ook nog talrijke korte individuele gesprekken met studenten die informatie vragen over studievoortgangsmaatregelen, advies over hoe examens aan te pakken, korte (her)oriënteringsgsprekken, telefoongesprekken met ouders die advies vragen,. Deze kleinere interventies worden niet meegeteld in bovenstaande cijfers maar dragen ook in belangrijke mate bij aan de laagdrempeligheid van de meer doorgedreven psychosociale begeleidingen die ze tevens voor hun rekening nemen (zie deel VI, studentenvoorzieningen, psychologische en medische begeleiding). 5 Op vraag zijn bij STUVO+ ook cijfers per opleiding/studiegebied/faculteit beschikbaar. 122

124 Studievoortgangsbewaking Het Onderwijs- en Examenreglement voorziet adviserende en dwingende studievoortgangsmaatregelen (SVM) die er op gericht zijn studenten met een lage studie-efficiëntie tijdig te heroriënteren. In HUB-KAHO wordt herinschrijving aan studenten geweigerd wanneer zij - als starter 6 2 x na elkaar een jaarstudie-efficiëntie (SE) < 50% behaalden (starter) - 2x niet slaagden voor hetzelfde OPO in combinatie met 2x na elkaar een jaarstudieefficiëntie van< 50% SE (ter) - 3 x niet geslaagd voor hetzelfde OPO ongeacht hun studie-efficiëntie (quater) De weigeringen gelden steeds voor 1 jaar en voor alle opleidingen van het studiegebied. Na de septemberzittijd van AJ werden volgende aantallen studenten met een weigering tot herschrijving geconfronteerd. Soort blokkering Aantal geweigerde studenten Aantal aanvragen tot opheffing Aantal toegelaten via de procedure starter ter quater Totaal studenten, d.i. 18 % maken gebruik van de procedure om deze weigering op te heffen. Aan 145 onder hen (of 84%) werd dit ook toegestaan. Het betreft vooral studenten die het startersstadium voorbij zijn en voor wie de trajectbegeleider de kansen van de student om een diploma te behalen positief inschat. Daarnaast waren er nog 14 studenten die zich niet konden inschrijven omwille van geen of negatief leerkrediet en via dezelfde procedure vroegen om dit toch te mogen. De 4 studenten die nog aan de opleiding moesten beginnen werden geweigerd; de 10 studenten die al een eind in de opleiding gevorderd waren werden toegelaten Ombudsdienst De Ombudsdienst, één van de zes domeinteams van STUVO+, bemiddelt tussen de instelling en de student bij problemen i.v.m. onderwijsverstrekking, onderwijsorganisatie en examens. Studenten kunnen er terecht met allerlei klachten, opmerkingen en problemen i.v.m. het onderwijs- en examen gebeuren. Zij neemt deze functie waar voor de HUB-KAHO- studenten op alle campussen en voor de KULeuven-studenten van campus Brussel. Als gevolg van de fusie werden tijdens het kalenderjaar 2014 de ombudspersonen van de verschillende campussen door een centrale ombudscoördinator aangestuurd. Hiertoe werd een overlegplatform opgestart. In een eerste fase van aansturing werd vooral gewerkt naar een gemeenschappelijk kader voor de ombudswerking. Dit kader expliciteert houding en taken van de ombudsmedewerker en wordt opgenomen in het kwaliteitsraamwerk. De centrale 6 Een starter is een student die meer dan 120 SP verwijderd is van het bachelordiploma. 123

125 aansturing resulteerde verder in campusoverkoepelende basisinformatie m.b.t. ombudswerking op de nieuwe STUVO+ website voor studenten. Vooral tijdens de examenperiode is de Ombudsdienst het centrale aanspreekpunt voor alle problemen die kunnen rijzen. Zowel voor problemen van eerder administratieve aard als voor klachten of opvang wanneer zij overstuur zijn, kunnen studenten er in deze stresserende periode terecht. Naar jaarlijkse traditie maken studenten veelvuldig gebruik van deze vorm van dienstverlening. Een vertegenwoordiger van de Ombudsdienst neemt deel aan de samenkomsten van de examencommissies. De ombuds bereidt tevens de bijzondere examencommissies voor t.b.v. studenten in ernstige overmachtssituaties en voor studenten bij wie onregelmatigheden werden vastgesteld en zorgt voor het registreren en behandelen van examenklachten. Verder is één van de ombudsleden lid van de interne beroepscommissie voor examenklachten en is de ombudscoördinator als adviseur betrokken bij het opstellen van de onderwijs- en examenregeling. De Ombudsdienst heeft op HUB-KAHO krachtige bevoegdheden beschreven in het onderwijs-en examenreglement. De toekenning van deze bevoegdheid aan medewerkers van een dienst zorgt voor continuïteit en biedt kansen tot professionalisering van deze werking. Onder andere op deze wijze geeft HUB-KAHO gestalte aan haar student gecentreerde visie. Van de werking van de Ombudsdienst wordt een verslag opgemaakt dat wordt besproken met de opleidingsverantwoordelijken en waarin op basis van de gedetecteerde problemen suggesties voor verbetering worden gedaan die verder worden opgevolgd in de onderwijsteams Uitstroombegeleiding Jobservice De Jobservice op de verschillende campussen is een gratis dienstverlening voor alle laatstejaars om hen zo snel mogelijk op de arbeidsmarkt te lanceren. Bedrijven en/of organisaties uit de particuliere en openbare sector kunnen op verschillende manieren hun aanbod aan afstuderenden communiceren: - via de website worden interessante vacatures/events/stages... bekendgemaakt; - via de plaatsingsvalven op de campussen worden aanbiedingen en/of rekruteringsaffiches voor specifieke opleidingen verspreid; - via de jaarlijkse jobfairs waarvoor de Jobservice op campus Brussel elk jaar de mailinglist van bedrijven en/of organisaties aanlevert; - via de jaarlijkse campusrecruitment-dag in Brussel waar elk jaar een 90-tal bedrijven op aanwezig is; - via de jobbeurs op de Technologiecampus Gent (maart 2014) en campus Dirk Martens (februari 2014) in Aalst waarop meer dan 90 bedrijven/organisaties een standplaats hebben en met laatstejaarsstudenten in contact komen; - via de jobbeurs voor studenten Verpleegkunde en Vroedkunde in Sint-Niklaas (februari 2014) waarop 19 instellingen deelnamen; - via lijsten met contactgegevens van laatstejaars en alumni uit de professionele opleidingen, op voorwaarde dat de (oud-)studenten daarvoor hun toestemming 124

126 gegeven hebben (privacywetgeving). Tot gebeurde dit enkel op HUBniveau. Verder worden in een aantal opleidingen, samen met bedrijven, sessies georganiseerd over Hoe goed solliciteren. Studenten leren sollicitatiebrieven schrijven en leren via rollenspelen hoe ze een sollicitatiegesprek kunnen voeren. Op bepaalde campussen wordt dit aangevuld met de mogelijkheid om een traject van loopbaanbegeleiding te starten Verderstudeerbeurs In maart 2014 nam HUB-KAHO deel aan de Verderstudeerbeurs van de KU Leuven in Leuven. Op eigen initiatief organiseerde de KAHO in maart 2014 op de Technologiecampus Gent een Verderstudeerbeurs voor haar studenten in Gent, Aalst en Sint-Niklaas. Onze centra voor permanente vorming worden jaarlijks uitgenodigd om hun aanbod te komen toelichten aan de derdejaarsstudenten Afgestudeerd. Wat nu?! De sociale dienst van STUVO+ verspreide in mei/juni deze folder met informatie over de verschillende mogelijkheden na je studie (werken, verder studeren ).en sociaal-juridische informatie die er mee samenhangt Procedure rond afhaken Er zijn afhakers die definitief stoppen en dus uitschrijven; anderen blijven op de hogeschool ingeschreven maar verschijnen niet meer in de lessen en labo s. Deze laatste categorie studenten moeten in eerste instantie gewezen worden op de gevolgen van hun de facto afhaken op hun leerkrediet, en dus op hun verdere studiekansen. Dat is een taak voor de opleidingen Via die eerste categorie kunnen we zicht krijgen op het waarom van het afhaken op het moment dat ze zich effectief uitschrijven. Studenten die zich officieel uitschrijven op HUB-KAHO ontvangen een zogenaamd uitschrijfpakket. Dit pakket bestaat uit een informatiefolder ( Stoppen met je studies?, niet zomaar!), een vragenlijst die peilt naar hun motieven om uit te schrijven en het traditionele stopzettingsformulier. Bij uitschrijving worden de studenten trouwens ook voor een uitstapgesprek doorverwezen naar een traject- of studentenbegeleider. De student bezorgt het stopzettingsformulier en de vragenlijst ingevuld terug aan de studentenadministratie. Pas dan kan hij/zij officieel uitschrijven. 125

127 6. DIVERSITEITSBELEID Het diversiteitsbeleid kadert tot 2014 in het speerpuntenbeleid van het Aanmoedigingsfonds. De actielijnen die HUB-KAHO in de beheersovereenkomst voor het Aanmoedigingsfonds vastlegde zijn de volgende: Binnen de studiegebieden en opleidingen: 1. Er zijn aangepaste trajecten voor bijzondere doelgroepen. 2. Er is een gestructureerd assessment-, voorbereidings- en begeleidingsaanbod in functie van de (her)oriëntatie van studenten. 3. Er is aangepaste traject- en studiebegeleiding voorzien doorheen de opleiding van studenten (mentoring, tutoring, peer-education). 4. Er is een coherent taalbeleid dat onder meer voorziet in de Nederlandse taalbegeleiding voor alle taalzwakke studenten. 5. Binnen het curriculum verwerven alle studenten de competentie verantwoord omgaan met diversiteit. 6. Er is begeleide reflectie m.b.t. eigen competenties ingebouwd in de opleidingen. Actielijnen aangestuurd door de centrale diensten (en/of opleidingen en studiegebieden): 7. Het studentenbeleid is diversiteitsvriendelijk 8. Er is een hogeschoolbreed loopbaanbeleid: studenten worden actief voorbereid op de integratie in de arbeidsmarkt. 9. Het diversiteitsbeleid wordt door middel van onderzoek onderbouwd. 10. Er is een coherent intern en diversiteitsvriendelijk communicatiebeleid. 11. Alle personeelsleden gaan zorgzaam om met diversiteit. - Actielijnen 1-6 vormen de kerntaak van de studiegebieden en opleidingen met betrekking tot diversiteit. - Actelijnen 7-11 worden veeleer opgenomen door de centrale diensten (hoewel de actielijnen professionalisering van personeel en diversiteitsonderzoek ook door de studiegebieden ter harte worden genomen). - Wat communicatiebeleid betreft, worden er zo veel mogelijk aan diverse beeldvorming gedaan. - Wat diversiteitsonderzoek HUB-KAHO breed betreft, werd er de afgelopen jaren een grootscheeps diversiteitsonderzoek naar studie en motivatie uitgevoerd. Daartoe werden alle eerste jaarstudenten ondervraagd. - Wat studentenbeleid en personeelsbeleid betreft, onderschrijven de diensten de centrale visietekst diversiteit waarin het volgende gesteld wordt: studentenbeleid: doorgedreven aandacht voor diversiteit heeft een grote impact op één van de krachtlijnen van Odisee, met name de persoonlijke begeleiding van studenten, en zal een invloed hebben op processen als studiekeuzebegeleiding, studietrajectbegeleiding, studiebegeleiding (m.i.v. taalontwikkeling en remediëring). Ook bij het organiseren van de randvoorwaarden van het studeren (inrichting van de campus, catering, huisvesting, sociale en psychosociale dienstverlening en organisatie van socio-culturele activiteiten) is de diversiteit van het studentenpubliek een belangrijk aandachtspunt. 126

128 Personeelsbeleid: een competentiegericht diversiteitsbeleid veronderstelt een optimale fit tussen de talenten, competenties en aspiraties van enerzijds de organisatie en anderzijds de personeelsleden. In wat volgt gaan we uitgebreider in op de concretisering van actielijnen binnen de studiegebieden. Daarbij worden voornamelijk de actielijnen 1-6 als stramien gebruikt om het diversiteitsbeleid in kaart te brengen. Studiegebied Gezondheidszorg, C. De Windt en J. Praet In het studiegebied gezondheidszorg is er veel aandacht voor aangepaste trajecten en trajectbegeleiding. Er worden veel inspanningen geleverd voor werkstudenten en volwassen studenten. Ook het leren omgaan met diversiteit (in het bijzonder het interculturele en het leven met beperkingen) komt uitgebreid aan bod. Aangepaste trajecten voor bijzondere groepen 1. Afstandstraject voor verpleegkunde Dit traject is enerzijds bedoeld als een upgradingstraject voor personen die reeds in de zorgsector tewerkgesteld zijn, maar niet het bachelordiploma van verpleegkunde bezitten. Dit programma staat ook open voor alle volwassen (werk)studenten die zich willen (her)oriënteren naar verpleegkunde. Daartoe ontwikkelde de opleiding verpleegkunde een specifieke onderwijsmethodiek via afstandsonderwijs en een aangepaste begeleiding/coaching. 2. Traject voor studenten die zich wensen te heroriënteren Indien een eerste kennismaking in het eerste semester met het hoger onderwijs (universiteit of hogeschool) voor generatiestudenten of niet-generatiestudenten niet verloopt zoals verhoopt, hebben de studenten via het volgen van dit traject de mogelijkheid om in hetzelfde academiejaar een nieuwe studiekeuze te maken. Verder werd er in een meertalige variant van de opleiding verpleegkunde uitgebouwd. Deze opleiding is bedoeld voor anderstalige studenten, studenten uit internationale scholen, kinderen van expats, Nederlandstalige studenten die een extra uitdaging wensen op het vlak van taal en internationale competenties. Aangepaste traject- en studiebegeleiding doorheen de opleiding Binnen het studiegebied gezondheidszorg is er een grote aandacht voor de individuele trajectbegeleiding van studenten. Hiertoe zijn in alle opleidingen specifieke trajectbegeleiders aangeduid. Het aantal persoonlijke leertrajecten stijgt jaar na jaar. Naast trajectbegeleiding wordt er voor de zwakkere studenten een gericht aanbod m.b.t. studiebegeleiding voorzien vanuit de opleidingen. Deze activiteiten omvatten onder meer het inrichten van monitoraten en het organiseren van studievoortgangstoetsen. 127

129 Taalbeleid Binnen alle opleidingen van het studiegebied wordt er ruimte gemaakt om de studenten van de 1 ste opleidingsfase te screenen op taalvaardigheid. Op basis van deze resultaten krijgen de studenten een advies omtrent hun taalcompetenties. Studenten die minder goed scoren op de taalproef worden geadviseerd zich verder te laten begeleiden om hun taalcompetenties te verbeteren. Een docent participeert aan de stuurgroep taalbeleid binnen de hogeschool en fungeert als ankerpersoon taal voor het studiegebied. Competentie verantwoord omgaan met diversiteit in het curriculum Studenten gezondheidszorg worden tijdens hun opleiding veelvuldig geconfronteerd met de diversiteit binnen de maatschappij. Om hen voor te bereiden op de diverse patiënten- en cliëntengroepen waar ze later moeten mee werken worden er projecten tijdens de verschillende opleidingsfases georganiseerd waar deze thematiek centraal staat. Twee voorbeelden hiervan zijn: 1) Het Ervaringen Met Beperkingen project (EMB) (1 ste opleidingsfase) 2) Het Multiculturele en Internationale Project (MIP) (2 de opleidingsfase) Studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde, W. Roossens In het studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde was er de laatste jaren een sterk gewijzigde instroom van studenten. Docenten worden geconfronteerd met een toename van studenten met migratieachtergrond en van studenten uit het BSO. Vaak voldoet de kennis van de instromers niet aan het gewenste beginniveau. Om deze studenten optimaal te begeleiden, wordt er bijzondere aandacht besteed aan taalcompetenties. Aangepaste trajecten voor bijzondere groepen In het studiegebied handelswetenschappen en bedrijfskunde wil men een aangepaste didactiek ontwikkelen en aangepast studiemateriaal en/of strategische samenwerkingsverbanden aangaan met als doel bijzondere doelgroepen (werkstudenten, ouderen ) te bereiken. Hiertoe volgden een aantal docenten bijscholing over blended learning. Assessment-, voorbereidings- en begeleidingsaanbod in functie van (her)oriëntatie Leerlingen van de derde graad secundair onderwijs worden geïnformeerd in verband met verder studeren. Daarbij wordt er drempelverlagend gewerkt. Docenten van het studiegebied verzorgden educatieve sessies voor laatstejaarsstudenten secundair onderwijs. Taalbeleid De laatste jaren werd er door de docenten een strategisch taalbeleidsplan ontwikkeld. Op basis van de resultaten van een diagnostische toets kunnen de studenten genieten van extra begeleiding in een zogeheten B-uur. Wie zware problemen ondervindt, kan terecht in een C- uur waar het persoonlijk contact primeert. Aangepaste traject- en studiebegeleiding doorheen de opleiding Er worden introductiedagen voor eerstejaars georganiseerd. Aansluitend vindt een eerste contact plaats met de trajectbegeleiders. Naast trajectbegeleiders zijn er ook monitoren die inhoudelijke begeleiding verzorgen. 128

130 Competentie verantwoord omgaan met diversiteit in het curriculum. Studenten krijgen de kans op interactie in divers samengestelde klasgroepen: In principe hebben alle studenten in de tweede opleidingsfase deelgenomen aan een buitenlandse studiereis of aan een project met studenten van een buitenlandse partnerinstelling. Veel laatstejaarsstudenten HWBK kiezen voor één of meer keuzevakken van het Engelstalig programma. De interactie tussen de divers samengestelde groepen studenten wordt aangemoedigd door allerlei vormen van groepswerk. Begeleide zelfreflectie. Er is POP in projectwerk 1 en doorheen de opleiding Office Management, zelfevaluatie in het kader van de trajectbegeleiding, peerevaluatie in projectwerk 2 en seminaries, zelfevaluatie naar aanleiding van de stages, het portfolio). Het POP-programma voor Office Management werd de laatste jaren in de eerste opleidingsfase uitgebreid. Studiegebied Onderwijs, André Verkens In het studiegebied onderwijs Campus Brussel is er veel aandacht voor de interculturele context en voor kinderen die opgroeien in gezinnen met lage SES. De grootstedelijke context biedt een uitgelezen oefenkans. Vanaf werden de diversiteitsprojecten door de Vlaamse Overheid omgevormd tot innovatieprojecten. Een paar voorbeelden daarvan: het innovatieproject Jongens worden (ook) leerkracht (t.b.v. het aantrekken van meer jongens in de lerarenopleiding), het project Word onder-media-wijzer (over mediawijsheidscompetenties), het innovatieproject Investeren in early childhood education (over creëren van betere onderwijskansen voor kinderen met lage SES), een project taalontwikkeling tijdens de kleutertijd, Tutors na de bel (over coaching in een multiculturele context), SMART (huiswerkbegeleiding door studenten aan kansarme kinderen). BACHELOR IN HET ONDERWIJS: KLEUTERONDERWIJS (campus Brussel) De opleiding kleuteronderwijs kreeg als enige opleiding in Vlaanderen het bijzonder kwaliteitskenmerk diversiteit. Dit is de vrucht van jarenlang bezig zijn met diversiteit. Troeven die daartoe hebben bijgedragen zijn: aandacht voor meervoudige identiteit, breed evalueren, heterogene of homogene groepen, ouderbetrokkenheid, taalvaardigheid Wat zeer positief werd bevonden was dat diversiteit zowel impliciet als expliciet in heel het curriculum zit ( teach as you preach ). Brussel vormt daarenboven de uitgelezen oefenkans om te leren in en voor diversiteit. Aangepaste trajecten voor bijzondere groepen Deeltijds traject 1 ste jaar kleuteronderwijs: Studenten met een zwakker taalniveau kunnen via dit traject instromen in de opleiding. Na twee jaar deeltijdse opleiding stromen deze studenten door naar het voltijds traject in de tweede opleidingsfase. De studenten krijgen extra coaching op vlak van taal, op vlak van leervaardigheden en een algemene coaching. 129

131 Begeleide zelfreflectie Er wordt veel aandacht besteedt aan het portfolio. Vanaf het academiejaar werd het digitale portfolio geïmplementeerd in de opleiding. Dit digitale portfolio werd sindsdien verder verfijnd. Assessment-, voorbereidings- en begeleidingsaanbod in functie van (her)oriëntatie. Er wordt een startassessment georganiseerd bestaande uit een mondelinge en schriftelijke taalproef, een muziek- en stemtest, een test rond studievaardigheden en motivatie en een praktijkproef. Dit assessment resulteert in een advies voor het reguliere of deeltijds traject. Taalbeleid Studenten, die minder scoorden op de taalproef, worden geadviseerd zich verder te laten begeleiden door een taaldocent binnen de opleiding. Aangepaste traject- en studiebegeleiding doorheen de opleiding. Er wordt een practicum georganiseerd voor studenten die minder scoren op de competentie muzische grondhouding. BACHELOR IN HET LAGER ONDERWIJS, campus Brussel Aangepaste trajecten voor bijzondere groepen Er is een traject van zij-instroom in de opleiding. Er zijn heel wat specifieke trajecten voor bijzondere doelgroepen. Begeleide zelfreflectie Het portfolio evolueerde de laatste jaren naar een presentatieportfolio in het derde jaar waarmee studenten zichzelf kunnen profileren in het werkveld. Evaluatiewijzer bachelorproeven: de evaluatiewijzer die door alle collega's gehanteerd zal worden om uniformiteit in beoordeling te bevorderen, werd verfijnd. Assessment-, voorbereidings- en begeleidingsaanbod in functie van (her)oriëntatie. Tijdens de onthaaldagen worden de studenten gescreend voor taal, wiskunde en Frans. Ook de LEMO test werd afgenomen. Op basis van de resultaten worden studenten aangesproken door de leergroepbegeleiders. Deze nodigden de studenten uit om deel te nemen aan de studiebegeleidingssessies door de studentendienst. Taalbeleid Tijdens werd een taalbeleidsplan uitgewerkt. De samenwerking met het Huis van het Nederlands stopte eind academiejaar Studenten worden binnen het studiegebied nu opgevolgd door een taalcoach. Aangepaste traject- en studiebegeleiding doorheen de opleiding. Er zijn doorlopend tutorprojecten. Er is veel aandacht voor differentiatie: voor zij-instromers wordt een specifiek traject uitgewerkt. Recent is er de mogelijkheid voor studenten die niet slaagden voor de praktijk om hun traject met 1 semester te verlengen. Er zijn bijzondere trajecten op vraag van trajectstudenten en hun leerbegeleiders. Studenten kunnen zelf differentiëren in de opleiding. Zo is er een gedifferentieerde stage. In 3 BaLO kunnen studenten op basis van eigen interesses en talenten, een keuzestage invullen. 130

132 Trajectbegeleiders houden de vinger aan de pols: studenten kunnen 2 à 3 keer afspreken in groep met de trajectbegeleider. BACHELOR IN HET ONDERWIJS: SECUNDAIR ONDERWIJS. Campus Brussel. Aangepaste trajecten voor bijzondere groepen. Er zijn flexibele en geïndividualiseerde trajecten voor studenten die op basis van hun vooropleiding achterstand hebben opgelopen, voor werkstudenten, voor zij-instromers, voor studenten met het statuut van topsporter of kunstenaar. Qua mobiliteit (binnen en buiten Europa) en stage kunnen studenten ook zelf vorm geven aan een persoonlijk traject, dit op basis van eigen voorkeuren, sterktes en zwaktes. Ieder traject kan worden besproken met de trajectbegeleider. Voor studenten met een flexibel traject zal ook vaak een flexibel stagetraject worden uitgetekend. Begeleide zelfreflectie Er werden leerlijnen uitgewerkt voor reflectievaardigheden, informatie- en onderzoeksvaardigheden en taalvaardigheden, geïntegreerd in de verschillende OPO s. Voorts werd er werk gemaakt van een leerlijn reflectie. Tijdens de Didactische practica wordt bewust gewerkt aan de basisattitudes van een goede leerkracht. Via reflectie en intervisie worden studenten met zichzelf geconfronteerd. Een ander voorbeeld hiervan is de Praktijkcomponent supervisie die werd opgenomen in het OPO Agogische vaardigheden II. Taalbeleid Alle studenten stellen voor het OPO Taalvaardigheid I een digitaal taalvaardigheidsportfolio samen. Dit bestaat uit een taaltoets en een checklist voor de vier vaardigheden (spreken, luisteren, schrijven en lezen). Het taalvaardigheidsportfolio bevat alle bewijsmateriaal dat aantoont dat de student bezig is met taal. Dat bewijsmateriaal omvat ook een aantal evaluatiefiches, die door de medestudenten, de taaldocent en andere docenten werden ingevuld. Studenten ervaren ook dat taalvaardigheid niet alleen bij de opleidingsonderdelen Taalvaardigheid I en II hoort, maar een basiscompetentie van een goede leraar is. Alle docenten geven studenten feedback over hun talige prestaties. In alle opleidingsonderdelen worden dezelfde Kijkwijzers en evaluatieformulieren voor het geven van presentaties en het schrijven van essays gebruikt. Daarnaast wordt taalvaardigheid via de inhoud van de workshop Taalgericht vakonderwijs (binnen Onderwijskunde A-II ) gekoppeld aan de Didactische stage II en, omgekeerd, wordt in Taalvaardigheid II ook gewerkt aan informatieen onderzoeksvaardigheden. Assessment-, voorbereidings- en begeleidingsaanbod in functie van (her)oriëntatie. Tijdens de onthaaldagen vindt de screening Taalvast plaats: een digitale taaltest. De resultaten daarvan worden meteen doorgegeven aan de docenten zodat zij er rekening kunnen mee houden. Studenten die willen instromen, maar niet over een Vlaams of Nederlands diploma secundair of hoger onderwijs beschikken, worden aan een toelatingsassessment onderworpen. Voor de studenten met zwakkere resultaten op het vlak van taalvaardigheid worden groepslessen georganiseerd door een taalcoach. Studenten die niet ingaan op dit remediëringsaanbod kunnen niet slagen voor het OPO Didactische Stage I. 131

133 Aangepaste traject- en studiebegeleiding doorheen de opleiding. In BaSO-B is het opleidingshoofd eveneens de trajectbegeleider. Hij geeft enkel gefundeerd advies, de uiteindelijke beslissing dient te worden genomen door de student wanneer deze zijn ISP registreert. BACHELOR IN HET ONDERWIJS: SECUNDAIR ONDERWIJS. Campus Parnas Assessment-, voorbereidings- en begeleidingsaanbod in functie van (her)oriëntatie. Fysieke en psychomotorische competenties: Tijdens de onthaaldagen worden de studenten onderworpen aan een testbatterij. Nadien krijgen ze feedback over hun persoonlijke situatie en wordt er een begeleidingstraject opgezet waarbij het monitoraat als centraal orgaan fungeert. Daarenboven krijgen de studenten individuele fitnessbegeleiding om hun tekorten bij te schaven. Begeleide zelfreflectie Studievoortgangstoetsen: Om studenten vertrouwd te maken met de manier van evalueren alsook om hun niveau op de theoretische vakken in te schatten wordt er op geregelde tijdstippen permanent geëvalueerd. Indien docenten problemen vaststellen, wordt de student doorverwezen naar de studiebegeleiding en/of naar het monitoraat wetenschappen. Taalbeleid Tijdens de onthaaldagen worden de studenten gescreend via Taalvast. Wie hier niet goed op scoort, wordt uitgenodigd door de taalcoach om individuele of groepssessies te volgen. Verder is er een mondelinge toets: een gefilmde spreekoefening. De student beoordeelt zichzelf kritisch en neemt deze zelfevaluatie op in zijn/haar digitaal taalportfolio. Studenten verbinden werkpunten aan deze screeningstesten. Het taalportfolio bepaalt het cijfer van de studenten voor hun mondeling examen. De taalbegeleiding is verplicht. Het taalportfolio is een digitale map waarin ze alles bewaren wat aantoont dat ze bezig zijn met taal. Daarnaast houdt elke student een taalblog bij. Om een zekere homogenisering te creëren in het evalueren bestaan er evaluatiefiches. De studenten ontvangen deze fiches bij het begin van het academiejaar en leren er meteen mee werken. Extra aandachtspunten: Verder dient opgemerkt te worden dat de opleiding extra aandacht besteedt aan correct stemgebruik. Studiegebied Onderwijs, Gertjan De Smet ALGEMEEN CAMPUSBREED VOOR STUDIEGEBIED ONDERWIJS: Aangepaste faciliteiten voor bijzondere groepen Er zijn aangepaste faciliteiten voor studenten met functiebeperking, leerstoornissen, sportstatuut, kunststatuut en mandaat medezeggenschapsorgaan. Aangepaste traject- en studiebegeleiding doorheen de opleiding. Begeleiding van studenten Hoger Afstandsonderwijs ( HAO) Binnen de opleiding wordt getracht de doorstroom van de HAO-studenten zo groot mogelijk te maken door een zo sterk mogelijke begeleiding. Elke student krijgt een persoonlijk leertraject uitgestippeld. Wekelijks zijn er verschillende begeleidingssessies voorzien. Daarnaast gebeurt een groot deel van de mentoring via de elektronische weg: de elektronische leeromgeving en 132

134 vormen hierbij de belangrijkste kanalen. Op de elektronische leeromgeving worden tal van zaken aangeboden: opdrachten, extra ondersteunend materiaal, voorbeeldlessen,... Daarnaast is er per opleidingsonderdeel een discussieforum aanwezig waardoor de HAOstudenten contact kunnen opnemen met elkaar. Ook de docent zelf is op deze fora een actieve partner. Competentie verantwoord omgaan met diversiteit in het curriculum. De E-course entercultureel ( met oefeningen over interculturele gevoeligheid kwam tot stand vanuit een project van School of Education in samenwerking met Hogeschool Mechelen en Hogeschool Limburg. De studenten kunnen volledig zelfstandig de cursus volgen en komen tweemaal samen op de hogeschool om leerervaringen uit te wisselen. De E-course wordt zelfstandig uitgevoerd door HAO-studenten van de opleiding in het kader van de Module Diversiteit, studenten internationalisering binnen en buiten de eigen opleiding. Verder komt diversiteit. Verder komt diversiteit in heel wat opleidingsonderdelen aan bod. Diversiteitscompetentie buiten het curriculum Er zijn campusbrede acties van Broederlijk delen waardoor studenten maar ook personeelsleden bewust gemaakt worden van de derde en vierde wereld-armoede. BACHELOR IN HET KLEUTERONDERWIJS Campus Dirk Martens Begeleide zelfreflectie Levenslang leren persoonlijke traject: Wij willen onze toekomstige leerkrachten vertrouwd maken met levenslang leren door ze meer zicht en greep te doen krijgen op hun persoonlijk leerproces. Dit wordt uitgebouwd over de drie opleidingsjaren: leergroep (1 BAKO); individueel begeleidingsgesprek (2 BAKO); portfolio (3BAKO). Steunend op deze zelfreflectie legt elke student een persoonlijk traject af. Daarenboven kan de student in het derde bachelorjaar op basis van interesses, persoonlijke sterktes/noden kiezen voor bepaalde opleidingsonderdelen. Assessment-, voorbereidings- en begeleidingsaanbod in functie van (her)oriëntatie en Taalbeleid Screeningstesten tijdens de introductieweek (1 e bachelor) Tijdens de introductieweek worden de studenten gescreend op hun taalvaardigheid. Op basis van deze gegevens worden zij al dan niet verder opgevolgd tijdens het eerste bachelorjaar. De taaldocenten hebben een taalvolgsysteem opgesteld waarbij taalvaardigheid van de betrokken student in kaart wordt gebracht. Na deze testen krijgen de studenten de nodige feedback waarbij aangegeven wordt of zij zich zelfstandig dienen bij te werken. Aangepaste traject- en studiebegeleiding doorheen de opleiding. Studiebegeleiding (1 e bachelor) De studenten krijgen de mogelijkheid om deel te nemen aan de sessies studiebegeleiding. Na een examenperiode krijgen de studenten inzage in hun examen. Hierbij communiceren student en docent in functie van studievordering 133

135 Competentie verantwoord omgaan met diversiteit in het curriculum. Het geïntegreerd meersporencurriculum biedt studenten met verschillende levensbeschouwelijke achtergronden de kans om voor het vak godsdienst alternatieve levensbeschouwelijke lessen te volgen, dit in functie van de eigen geloofsovertuiging en de latere opdracht in het onderwijs. Met de leerlijn diversiteit wordt diversiteit centraal geplaatst binnen de opleiding. De observatieopdrachten omvatten onder meer het observeren van diversiteitskenmerken en diverse achtergronden in een klasgroep. Op basis van die vaststellingen dienen studenten hun aanbod tijdens de stage aan te passen aan de diverse groepen. Er is in het bijzonder aandacht voor taalzwakke kleuters en voor het anders zijn van sommige kleuters. Verder is er bijzondere aandacht voor verscheidenheid aan gezinsvormen, kansarmoede Tenslotte is er ook veel aandacht voor de ontwikkeling van de student aan de hand van een portfolio. Binnen de module Zorgzame school wordt er heel wat aandacht bestaat aan diversiteit in zijn brede vorm: de verschillende types binnen het Buitengewoon Onderwijs, hoogbegaafdheid, taalzwakke kleuters,. Studenten brengen een bezoek aan een zeer gekleurde school in Brussel Voor de Keuzestage in de derde bachelor werken de studenten in een context die anders is. Het gaat hierbij om de volgende onderwijscontexten: buitengewoon onderwijs of een mengklas met verschillende leeftijden, een concentratieschool, ziekenhuis, In het derde bachelorjaar gaan een aantal studenten op stage naar het buitenland. Daar worden ze met diversiteit op vele vlakken geconfronteerd. Verder is er de mogelijkheid om op ontwikkelingsstage te gaan (in landen als Senegal, Peru, Tanzania en recent ook Suriname en Nepal), op erasmusstage (naar een ander Europees land), of de student ervaart buitenlandervaring door Dit gebeurt via verschillende opleidingsonderdelen. Taalbeleid Binnen het opleidingsonderdeel Taal wordt er heel wat aandacht besteed aan diversiteit: de relatie tussen kansarmoede en taalarmoede, het belang van taalvaardigheid voor een succesvolle schoolloopbaan, het belang van boekpromotie voor de stimulering van de geletterdheid, algemeen denkkader taalstimulering (taalaanbod, taalruimte, taalfeedback), vertelcyclus (met daarin aandacht voor differentiatie, woordenschatuitbreiding, verhaalbegrip). Ook is er aandacht voor meertaligheid en taalstimulering: getuigenissen van meertalige gezinnen, de meertalige taalverwerving, tips voor ouders, taalstimulering heel-de-dag, boeken voor kinderen met migratie-achtergrond, kringgesprekken met meertalige kleuters, tips voor de begeleiding van anderstalige nieuwkomers in de klas. Personeel en diversiteit Er is aandacht voor bijscholing met de focus op diversiteit. Staff Mobility: binnen de opleiding worden de personeelsleden ook gemotiveerd en ondersteund om een buitenlandse ervaring op te doen: het bezoeken en begeleiden van studenten in het buitenland; een lesopdracht binnen de buitenlandse instelling. 134

136 BACHELOR LAGER ONDERWIJS. Campus Dirk Martens. Assessment-, voorbereidings- en begeleidingsaanbod in functie van (her)oriëntatie en Taalbeleid Screeningstesten tijdens de introductieweek: Tijdens de introductiedagen van het eerste bachelor vinden er een aantal testen plaats waarna studenten feedback krijgen en waarbij aangegeven wordt of het zinvol is dat zij zich zelfstandig verder gaan bijwerken of remediëren. Het gaat om een test voor Wiskunde, Frans (StERKtesten), Taalvast. Er is ook extra ondersteuning tijdens de lesmomenten van het opleidingsonderdeel Wiskunde (1 e bachelor) en Extra ondersteuning binnen het opleidingsonderdeel Taal (alle bachelorjaren). Aangepaste traject- en studiebegeleiding doorheen de opleiding Studiebegeleiding (1 e bachelorjaar): Binnen de opleiding is er een personeelslid dat groepssessies organiseert over studievaardigheden. Op vraag van de student is er ook individuele begeleiding op maat. Competentie verantwoord omgaan met diversiteit in het curriculum Diversiteit krijgt binnen elke opleidingsfase bijzondere aandacht: zowel binnen opleidingsonderdelen als tijdens de stages. De Module zorgzame school richt zich op heel wat diversiteitsaspecten: zorgverbreding, leerlingvolgsystemen, signalen en symptonen herkennen van ADHD/ASS/hoogbegaafdheid, Binnen de Module diversiteit (3 e bachelor) wordt zoveel mogelijk getracht om de interculturaliteit te benaderen vanuit het dagdagelijkse leven van de student. Ook wordt er gebruik gemaakt van het online leertraject entercultureel. Verder is er Studieondersteuning aan huis (SOS) (2 e kansarmoede. bachelor), met aandacht voor De Kennismaking met Leerpunt en OKAN (Onthaalklas voor Anderstalige Nieuwkomers) zorgt ervoor dat studenten inzicht verwerven in het creëren van leerkansen voor laaggeschoolde volwassenen met precaire achtergronden. Internationalisering: In het derde bachelorjaar gaan een aantal studenten op Eramus (Europa) of op stage naar een ontwikkelingsland, of de student ervaart buitenlandervaring door internationalisering@home. Dit gebeurt via verschillende opleidingsonderdelen. Binnen het vak Frans maken alle studenten van de tweede bachelor lager onderwijs een driedaagse studiereis naar Parijs. Studenten worden er ondergedompeld in de cultuur, kunst en geschiedenis van de Franse hoofdstad. Bachelorproeven: vele bachelorproeven hebben als thema diversiteit: differentiatie, autisme, overgangsproblematiek van lager naar secundair onderwijs, 135

137 Personeel en diversiteit Alle docenten krijgen de kans tot bijscholing. Zij worden hiertoe sterk gestimuleerd. Staff mobility: Binnen de opleiding worden de personeelsleden gemotiveerd en ondersteund om een buitenlandse ervaring op te doen: het bezoeken en begeleiden van studenten in het buitenland; een lesopdracht aan een buitenlandse partnerhogeschool of universiteit; BACHELOR LAGER ONDERWIJS. Campus Waas Aangepaste faciliteiten/trajecten voor bijzondere doelgroepen Er is een gebalanceerd vierjarig traject voor studenten met een-vooropleiding binnen het beroepssecundair onderwijs ( BSO) waarbij zij een beperkt studieprogramma krijgen aangeboden dat gespreid wordt over 4 jaar. Assessment-, voorbereidings- en begeleidingsaanbod in functie van (her)oriëntatie en Taalbeleid Tijdens de introductieweek vinden screeningstesten plaats voor Frans: project Sterk in Frans, wiskunde, dictie, muziek, taalvast. Na deze testen krijgen de studenten feedback waarbij aangegeven wordt of het zinvol is dat zij zich zelfstandig verder gaan bijwerken of remediëren. Aangepaste traject- en studiebegeleiding doorheen de opleiding. Monitoraten voor verschillende opleidingsonderdelen (1 e bachelor): De opleiding biedt in navolging van de screeningtesten tijdens de introductieweek elke dinsdagmiddag monitoraten aan waarvoor de studenten vrij kunnen intekenen. Het gaat voornamelijk over Frans, Nederlands, wiskunde en Nederlandse taalvaardigheid. Studiebegeleiding (1 e bachelor): De opleiding biedt in navolging van de screeningtesten ook vrijblijvende studiebegeleiding aan. Deze begeleiding krijgt concreet vorm door een algemene startsessie en individuele begeleiding op maat. Competentie verantwoord omgaan met diversiteit in het curriculum. Een leerlijn diversiteit: Verschillende personeelsleden binnen de opleiding zijn betrokken bij de uitwerking van een leerlijn omtrent diversiteit. Op deze manier wil men diversiteit binnen alle fases van de opleiding een plaats geven. De Module zorgzame school (3 e bachelor) werkt vooral sterk praktijkgericht: handelingsgericht en inclusief. De Module Diversiteit (3 e bachelor) heeft als doel de ontwikkeling van interculturele competenties. Studieondersteuning aan huis (SAH) (3 e bachelor): dit vindt plaats binnen de Onderwijspraktijk van het derde jaar. Deze studie-ondersteuning is gericht op kansarme gezinnen. In de Module explorerende school 5 (3 e bachelorjaar Brussel. bachelor) verkennen de studenten van het derde Binnen de module Zorgzame School maken studenten kennis met Okan (Onthaalklas voor Anderstalige Nieuwkomers). 136

138 BKO-stage (3 e bachelor): gericht op begeleiding van een klas met een bepaalde ondersteuningsnood. Het traject internationalisering (3 e bachelor): In het derde bachelorjaar gaan een aantal studenten op stage naar het buitenland. Deze stage wordt in samenwerking met het studiegebied onderwijs georganiseerd. Studenten kunnen kiezen uit drie trajecten: OS (Stage in het Zuiden), Erasmus (Studieprogramma binnen Europa) en Erasmus Belgica (Studieprogramma in Wallonië). Dag van de Diversiteit (campusbreed) Elk academiejaar wordt tijdens de tweede semester (veelal de maand februari) een Dag van de Diversiteit georganiseerd door de werkgroep diversiteit. Tijdens deze dag worden er verschillende sessies georganiseerd waar studenten kunnen voor intekenen. Bachelorproeven (3e bachelor): Studenten werken vaak onderwerpen uit waarbij diversiteit centraal staat. Platform Solidaire Scholen: Sinds 2009 zijn we met de opleiding BALO WAAS lid van het platform Solidaire Scholen en schreven we actief mee aan de visie en missie. Solidaire Scholen is een platform van organisaties die samen nadenken over en werken aan een Solidaire School voor elk kind. Belangrijke uitgangspunten is het garanderen van goed onderwijs voor elk kind. Personeel en diversiteit Alle docenten krijgen de kans tot bijscholing. Zij worden hiertoe sterk gestimuleerd. Staff mobility: Binnen de opleiding worden de personeelsleden gemotiveerd en ondersteund om een buitenlandse ervaring op te doen. Diversiteitsonderzoek Binnen de opleiding werd een project praktijkgericht onderwijsonderzoek (PGO) uitgevoerd omtrent de communicatie tussen de leerkracht en een divers ouderpubliek. Vervolgens werd er gefocust op het integreren van de onderzoeksresultaten binnen het curriculum. Zo wordt binnen de module Zorgzame School onder andere een dag rond Communicatie met ouders gewerkt waar studenten kunnen oefenen in het communiceren met een diverse oudergroep. In die lijn worden binnen de module Diversiteit ook tafelgroepen georganiseerd waar studenten de kans krijgen in gesprek te treden met ouders rond het brede thema onderwijs. Bachelor Secundair Onderwijs, Campus Waas Aangepaste faciliteiten/trajecten voor bijzondere doelgroepen Er is een gebalanceerd vierjarig traject voor studenten Hoger Afstandsonderwijs (HAO) en studenten met beroepssecundair onderwijs (BSO) als vooropleiding. Assessment-, voorbereidings- en begeleidingsaanbod in functie van (her)oriëntatie en Taalbeleid Screeningtesten tijdens de introductieweek (1e bachelor): Tijdens de introductieweek van het eerste bachelor vinden er testen plaats voor Lichamelijke Opvoeding, taal (taalvast). Studiebegeleiding (1 e bachelor): Binnen de opleiding is er een personeelslid verantwoordelijk voor het ondersteunen van de studenten op het vlak van studievaardigheden. 137

139 Competentiegericht evaluatiebeleid: Vanaf het academiejaar verschuift de evaluatiemethodiek naar een meer permanente evaluatie die aansluit bij de nieuwe assessmentgedachte. Dit houdt in dat een student (zowel campusstudenten als HAOstudenten) geëvalueerd wordt vanuit verschillende perspectieven en a.d.h.v. tal van hulpmiddelen. Niet alleen de docent, maar ook de student zelf en de medestudenten krijgen a.d.h.v. aangepaste assessmentvormen meer inbreng in het evalueren. Competentie verantwoord omgaan met diversiteit in het curriculum. Diversiteit krijgt binnen elke opleidingsfase bijzondere aandacht: zowel binnen opleidingsonderdelen als tijdens de stages van alle opleidingsonderdelen. BSO-project (2e bachelor): Om studenten reeds zo vroeg mogelijk in contact te brengen met een sterk verscheiden leerlingenpopulatie wordt er in de eerste twee bachelorjaren gebruik gemaakt van het BSO-project dat inzicht verschaft in verschillende werkvormen in verschillende klassen. Binnen het opleidingsonderdeel Alternatieve Stageactiviteiten (ASA) voeren studenten huiswerkbegeleidingsactiviteiten uit ter ondersteuning van de OKAN klas, het schoolopbouwerk, de vzw Poorten en Bruggen. Het doel hiervan is de student in contact te laten komen met een variëteit aan begeleidingsactiveiten, met bijzondere aandacht voor kansarme gezinnen. In de Module Diversiteit (3e bachelor) wordt er een bezoek gebracht aan de OKAN- klas. Module Diversiteit (3 e bachelor): hier is er aandacht voor de volgende onderwerpen: het belang van diversiteit in de huidige maatschappij; stereotypen in het onderwijs herkennen; diversiteit in zijn totaliteit; intercultureel onderwijs; de CLIM-methodiek (coöperatief leren in multiculturele groepen); ongelijkheden in het onderwijs; brede school; schooltaal; GOKdecreet; De focus ligt binnen dit opleidingsonderdeel sterk op de multidiversiteit of interactieve diversiteit. Binnen de module wordt het belang van een individugerichte benadering (i.p.v. een groepsbenadering) benadrukt. Module Zorg (3 e bachelor): De Module Zorg benadert de diversiteit meer vanuit een zorgperspectief. In het bijzonder wordt de aandacht gericht op: de structuur van het buitengewoon onderwijs en inclusief onderwijs, dyslexie, ADHD, autisme, hoogbegaafdheid,. Peer tutoring: Binnen het opleidingsonderdeel Alternatieve Stageactiviteiten vestigt de opleiding aandacht op peer education. Studenten ontwikkelen hierdoor de nodige coachingsvaardigheden, en bovendien leren ze respect hebben voor elkaars verscheidenheid. Internationalisering (3 e bachelor): In de derde bachelor krijgt diversiteit heel wat aandacht. Elke student komt tijdens de laatste fase in contact met een internationale en gediversifieerde context. Elk jaar kiezen verschillende studenten voor een stageperiode van 3 of 4 maanden in landen buiten Europa (Suriname, Bolivië, China, ). Studenten die op Erasmus gaan, of op Erasmus Belgica krijgen eveneens een onderdompeling in de plaatselijke cultuur, zij het dan, resp. binnen Europa en binnen België. Internationalisation@home: Binnen de opleiding worden er heel wat inspanningen ondernomen om elke student in contact te brengen met een diverse/internationale context. 138

140 Socioculturele stage (3e bachelor): Binnen het 3 e bachelorjaar zijn er heel wat studenten die geen internationale stage doen. Om ook deze studenten een internationale en ervaring aan te bieden volgen zij de Socio-Culturele Stage in scholen in België waar interculturaliteit sterk aanwezig is. Complementaire stage (3 e bachelor): Tijdens deze complementaire stage geven de studenten 22 tot 44 uur les binnen een bijzondere onderwijscontext. Dag van de Diversiteit: Elk academiejaar wordt een Dag van de Diversiteit georganiseerd door de werkgroep diversiteit. Tijdens deze dag worden er verschillende sessies georganiseerd waar studenten kunnen voor intekenen. Bachelorproeven (3 e bachelor): De laatste twee academiejaren is er in een aantal projecten de nodige aandacht geweest voor diversiteit, met name: inclusief onderwijs en projecten rond dyslexie, vreemde talen, autisme Personeel en diversiteit Alle docenten krijgen de kans tot bijscholing. Zij worden hiertoe sterk gestimuleerd. Staff mobility: Binnen de opleiding worden de personeelsleden gemotiveerd en ondersteund om een buitenlandse ervaring op te doen. Sociaal-Agogisch Werk, H. Parys en T. Nuelant In de opleiding gezinswetenschappen is er een grote instroom van studenten met diversiteitskenmerken, in het bijzonder werkstudenten, volwassen studenten en studenten met migratieachtergronden. Hier wordt op ingespeeld met de gepaste begeleiding. In de opleiding sociaal werk is er veel aandacht voor interculturele diversiteit en diverse sociaal-economische contexten. Er is bijzondere aandacht voor de grootstedelijke context van Brussel als labo voor diversiteit. In de opleiding orthopedagogie is er bijzondere aandacht voor het omgaan met personen met een functiebeperking. Assessment-, voorbereidings- en begeleidingsaanbod in functie van (her)oriëntatie en Taalbeleid Elke instromende student wordt op zijn taalvaardigheid gescreend d.m.v. de Taalvast-test. Aangepaste trajecten/faciliteiten voor bijzondere doelgroepen en traject- en studiebegeleiding doorheen de opleiding. Er is extra ondersteuning voor laaggeschoolde studenten in de opleiding Gezinswetenschappen. De specificiteit van de studentengroep Gezinswetenschappen vraagt een specifieke studiebegeleiding. Het aanbod bestaat uit: 1. Leren leren : Hier gaat het over verschillende leestechnieken, het structureren en begrijpen van tekstinhouden, leren toepassen van theorie en tenslotte leren memoriseren. 2. Samenvatten en taalhantering: hierbij kan de student thuis oefenen in het samenvatten en vervolgens worden deze samenvattingen in de les van schriftelijke feedback voorzien. 139

141 Indien de samenvatting ernstige tekortkomingen vertoont, wordt de studenten aangespoord om contact op te nemen met de studiebegeleider. 3. Lezen, begrijpen en beantwoorden van vragen: Hier wordt verder ingegaan op het werken met vragen. Het stellen en beantwoorden van vragen is immers een belangrijk middel om te weten of studenten de cursus voldoende beheersen. In aanvulling op dit groepsaanbod, zijn er ook individuele contacten met de studiebegeleider mogelijk. Om de studenten optimaal individueel te begeleiden, kan de studiebegeleider zich niet alleen beroepen op een jarenlange ervaring, maar ook op het individuele feedbackrapport naar aanleiding van het leerstijlenonderzoek, dat de basis kan vormen van een individueel gesprek. Specifieke Trajectbegeleiding in de opleiding Sociaal Werk en Orthopedagogie: er is een steeds hogere instroom van studenten die niet voldoen aan de geldende toelatingsvoorwaarden. Om deze studenten te begeleiden in hun studietraject investeert de opleiding extra in trajectbegeleiding. Tutor-project in de opleiding Sociaal Werk: Het tutor-project is een aanvulling bij de formele ondersteuning. Hier worden eerstejaars op een gemoedelijke en informele manier ondersteund door studenten van het tweede of het derde jaar. Diversiteitsonderzoek Onderzoeksopdracht Brussel Stroomt Door: Dit project beoogt de instroom en doorstroom van studenten met migratie-achtergrond uit het Brussels Nederlandstalig secundair onderwijs naar het hoger onderwijs te verbeteren. Leonardo Project Vision 2020 in de opleiding Gezinswetenschappen: De opleiding Gezinswetenschappen is coördinator van een Leonardoproject in de periode en Het project werkt onder de titel: VISION 2020 identifying methods of improving a 2-way participation between established and new communities and improving inclusion in life long learning and employment. Het doel van dit project is professionelen in Live Long Learning te ondersteunen in het begeleiden van kwetsbare groepen. Competentie verantwoord omgaan met diversiteit binnen en buiten het curriculum. De opleiding Gezinswetenschappen wil door het opnemen van inhoudelijke vraagstukken en de organisatie van bijscholingen en studiedagen duidelijk maken dat er binnen de opleiding nagedacht wordt over diversiteit in de hulpverlening. Kamp Herentals: In de opleiding Orthopedagogie wordt jaarlijks een sportkamp georganiseerd voor mensen met een functiebeperking. Het gaat om een opleidingsoverschrijdend initiatief waar ook het studiegebied Onderwijs bij betrokken is. 140

142 Studiegebied Industriële Wetenschappen en Technologie + Biotechniek J. Donné - L. Schoofs Personeel en diversiteit Deelname overkoepelende expertisecel diversiteit HUB-KAHO. Deelname stuurgroep taalbeleid van de groep PO van HUB-KAHO. Diversiteitsonderzoek Bevraging bij nieuwe studenten rond mobiliteit en thuisomgeving: de inschrijvingsprocedure voorziet bij eerste inschrijving aan de hogeschool (of andere instelling van de associatie Leuven) een online bevraging met betrekking tot mobiliteit en de thuisomgeving. Competentie verantwoord omgaan met diversiteit binnen en buiten het curriculum. In het kader van het opleidingsonderdeel Filosofie-ethiek-RZL1 worden de studenten gestimuleerd om hun sociale stage/projectopdracht uit te voeren bij een vereniging die werkt rond personen met migratie-achtergrond, kansarmen De studenten worden zo ambassadeur van hun opleiding bij groepen in de maatschappij waarvan er weinig instroom is naar het hoger onderwijs. Studenten ontwikkelen (interculturele) diversiteitscompetenties en de opleidingen/hogeschool krijgen naambekendheid bij de kansengroepen en hun organisaties die werken met mensen uit kansengroepen. Het studiegebied is actief deelnemer in het Torrekens project waarin gewerkt wordt aan de ontwikkeling en ondersteuning van een alternatieve munt, voor gebruik in de Rabotwijk rond de technologiecampus in Gent. Deze munt en de buurtwerking er rond heeft expliciet tot doel een betere integratie en interactie te krijgen tussen de verschillende bevolkingsgroepen uit de wijk. Uitbouw van partnerships en een netwerk met diverse organisaties uit de regio Sint-Niklaas (campus Waas). Uitbouw van samenwerking met de dienst internationalisering van de Stad Sint-Niklaas (campus Waas) Organiseren van een reis naar Indië voor studenten waarbij die ter plaatse meehelpen in projecten om de leefomstandigheden van de lokale bevolking te verbeteren. (campus Dirk Martens) Assessment-, voorbereidings- en begeleidingsaanbod in functie van (her)oriëntatie en aangepaste traject- en studiebegeleiding Informeren van studenten en belanghebbenden: aanbod van brochures met informatie voor specifieke groepen: centen voor studenten, studeren op eigen tempo, studeren met een functiebeperking, eerstejaarsbegeleiding aan de KAHO Sint-Lieven. Vanwege de StuVo is er voorlichting en ondersteuning (zowel financieel als inhoudelijk) voor studenten die op de één of andere manier een belemmering zouden ondervinden om de opleiding te starten of met succes af te werken. Er wordt extra aandacht besteed aan studenten die inschrijven in januari: individueel intakegesprek, opstellen van een individueel traject dat toelaat af te studeren op de normale termijn van 3 jaar, waar nodig extra monitoraat en opvolging. 141

143 Hoger Afstandsonderwijs (HAO): Er worden individuele intakegesprekken voorzien voor studenten die de opleidingen willen starten via HAO. Voor deze studenten worden ook een afzonderlijke onthaalactiviteit voorzien op een aangepast tijdstip. Verder kunnen zij het aangekocht studiemateriaal per post laten bezorgen. Acties voor werkstudenten: Voor studenten die de opleiding volgen in HAO, worden alternatieve sessies ingericht voor praktijkoefeningen en wordt afzonderlijke en individuele opvolging voorzien. Voor studenten met een ernstige functiebeperking is er bij de start van het academiejaar steeds een individueel overleg met de student, de ouders, een medewerker van de StuVo, eventueel GON-begeleiding en het opleidingshoofd of trajectbegeleider. Acties gericht naar studenten met functiebeperkingen: Aanbieden van faciliteiten i.s.m. BSH, GON-begeleiders, psychosociale begeleiders, aanbieden van digitale cursussen voor studenten met specifieke leerstoornissen, brugfiguur spelen tussen studenten en het departement onderwijs voor het aanvragen van tegemoetkomingen. Optimaliseren instroom van studenten met een minder geschikte vooropleiding: Dit gebeurt door het inrichten van summer courses, workshops en instapcursussen of sessies voor enkele specifieke vakken: wiskunde, chemie Acties voor studenten met een specifieke vooropleiding of een profiel dat minder afgestemd is op de opleiding: Mogelijkheden exploreren tot ontwikkeling van HBO5-opleidingen. Verder wordt er samengewerkt met CVO, VDAB en de bedrijfswereld. Verder uitbouwen van studentenbegeleiding, studiebegeleiding (monitoraat) om studenten beter te laten doorstromen: In een groot deel van de opleidingen worden structureel monitoraatssessies ingericht voor het vak Wiskunde ter ondersteuning van studenten met een zwakkere vooropleiding. Er wordt de laatste jaren steeds meer tijd en energie besteed aan de trajectbegeleiding van de studenten die het modeltraject niet kunnen aanhouden: In een aantal opleidingen (OPT, ET, ELO, ICT) worden specifieke keuzetrajecten voorzien op basis van het profiel van de student om bijvoorbeeld de wiskundige of technische competenties te versterken. In één opleiding (ICT) wordt als pilootproject in de laatste fase een keuzetraject uitgewerkt dat studenten beter voorbereidt op een overstap naar een masteropleiding via een schakeljaar. 7. TAALBELEID 7.1. Taalbeleid en taalondersteuning in HUB-KAHO Implementeren en borgen van een visie op taalbeleid Na een consultatieronde in alle gremia van de hogeronderwijsinstelling keurt het Directiecomité HUB-KAHO op 28 juni 2012 de Visietekst taalbeleid goed. Daarin wordt de visie omschreven dat taalbeleid en diversiteitsbeleid met elkaar gemeen hebben dat ze erop moeten gericht zijn om de talenten van álle studenten te ontwikkelen. Een one size fits all aanpak werkt namelijk niet. Er wordt wel uitgegaan van een design for all aanpak, met specifieke ondersteuning van studenten uit kansengroepen, m.a.w. voor iedereen 142

144 maar tegelijkertijd ook gedifferentieerd (waarbij bij de differentiatie keuzes moeten gemaakt worden). Het taalbeleid in HUB-KAHO beoogt daarom in de eerste plaats om alle studenten in staat te stellen de curriculumdoelstellingen te halen van de opleiding die ze volgen. Taalzwakke en anderstalige leerlingen die de schooltaal in casu het Nederlands onvoldoende beheersen, moeten de mogelijkheid hebben om taalondersteuning te krijgen om een voldoende kennis daarvan te verwerven. Het taalbeleid wil dat studenten in staat gesteld worden om de curriculumdoelstellingen van de opleiding die ze volgen te halen en te beantwoorden aan de verwachtingen en de eisen van het werkveld. Dit laatste blijft toch de maatstaf voor elke opleiding. Met het oog op het implementeren van een breed taalbeleid voor iedereen in HUB-KAHO, zijn er een aantal doelen op korte en op lange termijn. De doelen op studentniveau bestaan uit het vergroten van de schooltaalcompetentie (of de academische taalcompetentie) en de professionele taalcompetentie. De doelen op docentenniveau bestaan uit het ontwikkelen van competenties bij docenten om de taalvaardigheid van studenten te verhogen in onder meer de lessen en de cursussen. De doelen op HUB-KAHO- en opleidingsniveau bestaan uit het scheppen van voorwaarden en het ontwikkelen van strategieën voor de implementatie van acties en het nakomen van afspraken, de evaluatie en de opvolging van het taalbeleid, de bijsturing en de facilitering van nieuwe acties. De ultieme doelstelling moet daarbij zijn dat iedere opleiding een taalbeleid heeft, min of meer uitgewerkt afhankelijk van het programma of de instroom en met het oog op betere studieresultaten en een beter studierendement. De strategische en operationele doelstellingen formuleren veel concreter de pijlers waarop het taalbeleid moet gestoeld zijn evenals de doelgroepen waarop het taalbeleid zich moet richten. Strategische doelstelling 1: Het taalbeleid moet zorgen voor het verhogen van de slaagkansen van de studenten door het realiseren van de volgende operationele doelstellingen: het bepalen van de starttaalcompetentie, het opsporen van lacunes en sterktes op het vlak van taalvaardigheid en het in de mate van het mogelijke (aan)bieden van remediëring, ondersteuning en verdieping. Strategische doelstelling 2: Het taalbeleid moet de academische taalvaardigheid voor studie en beroep bevorderen door het realiseren van volgende operationele doelstellingen: het uittekenen van leerlijnen en het implementeren van taalontwikkelend lesgeven. Strategische doelstelling 3: Elke opleiding moet een (coherent) personeelsbeleid met aandacht voor taalcompetenties uittekenen DOOR het realiseren van volgende operationele doelstellingen: de aanwerving van taalvaardige docenten en het bewust maken en professionaliseren van docenten. De hoofdactoren die moeten toezien op de uitvoering van het taalbeleid in alle opleidingen in HUB-KAHO zijn de ankerpersonen taalbeleid die op regelmatige basis vergaderen in een Expertisecel Taalbeleid met de taalbeleidcoördinator als voorzitter. Deze ankerpersonen 143

145 taalbeleid zijn vertegenwoordigers van alle opleidingen/studiegebieden die zorgen voor de nodige feedback en het noodzakelijke draagvlak. Deze expertisecel ondersteunt de HUB-KAHO overkoepelende taalbeleidprojecten en wisselt good practices uit de opleidingen uit. Voor meer uitleg: zie Daarnaast hebben alle vakdocenten de verantwoordelijkheid om in hun onderwijsaanbod aandacht te hebben voor technieken en strategieën om de studenten taalvaardiger te maken en te helpen vermijden dat taal als een struikelblok in het leerproces wordt ervaren. HUB-KAHO implementeert een taalbeleid dat nauw aansluit bij de noden van de student en dat ondersteund wordt door moderne, didactische ontwikkelingen zoals taalscreening, taalondersteuning en taalontwikkelend lesgeven. Taken van de taalbeleidcoördinator HUB-KAHO 1) Coördinatie taalbeleid (Nederlands) Ontwikkelen en implementeren van een instellingsbreed taalbeleid Voorzitten, aansturen en opvolgen van de Expertisecel taalbeleid Ondersteunen bij de organisatie van de digitale instaptoets TaalVaST De taalbeleidcoördinator schetst elk academiejaar op de laatste vergadering van de UC-raad bevindingen en mogelijke evoluties en formuleert aanbevelingen. Deze aanbevelingen kunnen door studiegebieddirecteuren omgezet worden in taakstellingen, professionaliseringstrajecten, werkpunten tijdens overlegmomenten of aandachtspunten bij ECTS-werkzaamheden of bij ontwikkelingen van het toetsbeleid. 2) Bijdragen tot professionalisering van docenten Ontwikkelen van een digitale leeromgeving met ondersteunend materiaal Communiceren over vormingsinitiatieven en studiedagen (intern en extern) Geven van taalprikkels (maandelijks gepost op intranet of verstuurd via een digitale nieuwsbrief) Geven van taalworkshops, met onder meer de keuze uit: 1) Hoe geef ik taalondersteuning? 2) Hoe geef ik feedback bij schriftelijke taken? 3) Hoe kan ik taalontwikkelend lesgeven? 4) Studenten talig sterk maken voor de bachelor- en masterproef (leerlijn en mogelijkheden rond taalcoaching). Dit kan gekoppeld worden aan a) een voorafgaande bevraging van het werkveld i.v.m. de communicatieopdrachten die onze studenten moeten kennen/kunnen, en b) opdrachten in de faculteit/opleiding enerzijds en in het secundair onderwijs anderzijds als aanloop naar de oplijsting van voor het werkveld & de faculteit/opleiding noodzakelijke taalcompetenties. 5) De mogelijkheden van writing to learn (WTL) voor kennisverankering van kernbegrippen voor de opleiding academisch schrijven 6) Een workshop Bachelor-/masterproef schrijven voor docenten of/en taalmonitoraat voor studenten. 144

146 3) Ondersteunen van het taalbeleid in elke opleiding/faculteit Ondersteuning bij het uittekenen van een leerlijn Taalsterk naar de bachelor- en masterproef Ondersteuning bij de ontwikkeling van een kijkwijzer (checklist) bij onder meer verslagen, bachelor- en masterproef, papers, opdrachten, projecten en mondelinge presentaties Ondersteuning bij het voorbereiden van een agendapunt taalbeleid bij de eigen overlegorganen met het oog op professionalisering en sensibilisering rond taalbeleid & taalondersteuning. 4) Aanbieden taalbegeleiding voor studenten Elke faculteit/opleiding mag rekenen op de volgende ondersteuning: Digitale ondersteuning via de Community HUB-KAHO Taalondersteuning via het digitale leerplatform Toledo. Feedback naar de studenten toe: de taalbeleidcoördinator stuurt begin november een naar alle studenten met een sensibiliserende uitnodiging om taalondersteuningsoefeningen op deze Community te maken. Hierin wordt ook verwezen naar de ankerpersonen taalbeleid, een aantal kijkwijzers en de digitale schrijfhulp Na de taalscreening kunnen de eerstejaarsstudenten per opleiding een taalmonitoraat op maat krijgen waarin de taalbeleidcoördinator onder meer aantoont waar ze extra ondersteuning en hulp kunnen vinden. 5) Aanspreekpunt zijn voor alle stakeholders Ankerpersonen taalbeleid Alle studiegebieddirecteuren Huis van het Nederlands in Brussel CVO s in de buurt van de verschillende campussen Studenten NT2-studenten 6) Expertise-uitbouw en vertegenwoordiging van HUB-KAHO Nederlands/Vlaams platform Taalbeleid Hoger Onderwijs Vlaams forum voor taalbeleid en taalbegeleiding Werkgroep Nederlands in het Hoger Onderwijs (NiHO) van de Associatie KU Leuven Conferentie Het Schoolvak Nederlands (in het HO) Netwerk Didactiek Nederlands Taken ankerpersoon taalbeleid - Bijwonen van de vergaderingen van de Expertisecel taalbeleid. - Ervoor zorgen dat afspraken gemaakt in de Expertisecel taalbeleid in de eigen opleiding en/of het eigen studiegebied worden uitgevoerd. - In overleg met de taalbeleidcoördinator concrete afspraken maken met andere betrokken partijen (CVO s, Huis van het Nederlands, ). - Stimuleren en sensibiliseren van docenten en studenten van het eigen team (door onder meer een agendapunt Taalbeleid op elke vergadering van de eigen overlegorganen te agenderen). 145

147 - Implementeren van het taalbeleid in de eigen opleiding en/of studiegebied 7. - Organiseren en opvolgen van de taalondersteuning in de eigen opleiding en/of het eigen studiegebied: planning van de taalscreening, ECTS-fiches, taalaandachtscontract/taalportfolio/pop, indien van toepassing. - Aanspreekpunt zijn voor taalbeleids- en taalondersteuningsaspecten in de eigen opleiding en/of studiegebied. In elke opleiding is er een ankerpersoon taalbeleid. Voor de taakinvulling van de ankerpersonen taalbeleid wordt in de meeste opleidingen 5 % toegekend; voor de betrokken taaldocenten 1 % Taalondersteuning voor studenten ontwikkelen en aanbieden Meten is weten. Alle professionele opleidingen van HUB-KAHO nemen daarom vanaf het academiejaar de digitale taalscreening TaalVaST af van de instromende studenten. De belangrijkste functie van de taalscreening in het begin van het eerste bachelorjaar is studenten een signaal geven in verband met hun taalvaardigheidsniveau. De test heeft geen diagnosticerende functie, maar is enkel bedoeld om een beeld te geven van de algemene taalvaardigheid van de student: heeft de student voldoende taalcompetenties verworven om aan hogere studies te beginnen? Onderstaand staafdiagram toont dat de gemiddelde score in HUB 71,34% (het academiejaar ervoor 70,59%) en in KAHO 74,75% (het academiejaar ervoor 72,75%) bedraagt, i.e. iets hoger dus dan vorig academiejaar. De iets lagere score voor HUB-studenten is te verklaren door de grotere instroom van NT2-studenten. De scores liggen net boven de cesuur van 70 %. Bovendien blijkt dat de drie probleemgebieden te maken hebben met taal- en denkstrategieën. Daarom wordt er vanaf dit academiejaar sterker ingezet op de professionalisering van vakdocenten op het vlak van taalontwikkelend lesgeven. 7 Voor de lerarenopleidingen is elke ankerpersoon taal per opleiding hiervoor verantwoordelijk. 146

148 In het academiejaar werd door de KU Leuven één gemeenschappelijk digitaal taalplatform ontwikkeld. Daarvoor werd gecontextualiseerd taalondersteuningsmateriaal voor de PO samengesteld ter ondersteuning (o.a. via begeleid zelfstandig leren ) en remediëring (o.a. via taalportfolio s) van studenten die problemen hebben op het vlak van lezen, schrijven, luisteren, spreken en/of wetenschappelijke woorden. Het Directiecomité van HUB-KAHO besliste toen om dit platform aan te kopen en ter beschikking te stellen van alle studenten en docenten via de nieuwe Community HUB-KAHO Taalondersteuning op Toledo. Dit werkt kostenbesparend, zowel in ontwikkeling, in implementatie als in onderhoud. Dit is bovendien conform aan de twee belangrijkste strategische doelstellingen van het taalbeleidsplan van HUB-KAHO dat niet alleen wil fungeren als hefboom voor een verhoging van de slaagkansen van de studenten maar ook de taalvaardigheid voor studie en beroep wil helpen bevorderen. Om taalbegeleiding en het taalbeleid - conform de Visietekst taalbeleid - te behouden en verder te ontwikkelen vanaf werd op de vergadering van de Projectgroep Diversiteit van de HUB van 27 juni 2011 het volgende beslist: Het taalbeleid wordt verder centraal georganiseerd (0,25 VTE). De taalbegeleiding gebeurt decentraal: d.w.z. door de opleidingen zelf georganiseerd. De opleidingen bepalen dus zelf op welke manier de continuïteit en verdere ontwikkeling van de taalbegeleiding in de opleiding gebeurt. 147

149 Daarnaast gaf de taalbeleidcoördinator in het studiegebied Gezondheidszorg aan eerstejaarsstudenten taalmonitoraten reflectieverslagen schrijven en aan laatstejaarsstudenten een taalmonitoraat academisch schrijven met concrete tips ter voorbereiding van de bachelorproef. Bovendien werd er samen met de ankerpersonen een kijkwijzer voor de bachelorproef ontwikkeld Professionalisering van docenten De HUB-KAHO-onderwijsdag voor de professionele opleidingen op 10 januari 2014 stond in het teken van Dwarsverbanden tussen de AO en PO. De taalbeleidcoördinator verzorgde een workshop Instructies bij instructies die door een tachtigtal docenten werd bijgewoond. Kort daarvoor was het format al toegepast in het studiegebied Handelswetenschappen en bedrijfskunde waar de docententeams hun opdrachten al in team bijgestuurd hadden aan de hand van een nieuwe kijkwijzer. Daarnaast gaf de taalbeleidcoördinator een workshop Hoe krijg je Bachelor- en Masterstudenten op een juist academisch en professioneel taalniveau? Daarin werd toegelicht hoe Bachelorstudenten van het studiegebied HWBK met succes peer to peer -taalcoaching krijgen van Masterstudenten uit de faculteit Taal&Letteren n.a.v. hun keuzevak OPO Taalmonitoring. Bovendien kregen de aanwezige docenten nog uitleg over bijkomende mogelijkheden om de taalvaardigheid van studenten te ondersteunen en op te krikken. De PowerPointpresentaties daarvan staan ter beschikking op intranet. Omdat docenten graag concrete voorbeelden rond taalontwikkelend lesgeven willen zien, sloeg de taalbeleidcoördinator de handen in elkaar met collega s van de Arteveldehogeschool en met het cultureel genootschap de Orde van den Prince (dat voor de financiering zorgde). De ontwikkeling van een eerste didactisch pakket in 2012 met een reeks van 5 filmpjes Taalontwikkelend lesgeven: hoe doe je dat in de lerarenopleidingen?, gevolgd door een intensief professionaliseringstraject, bleek een schot in de roos. Omdat een aantal vakdocenten in het hoger onderwijs sceptisch bleek over de vertaling naar studenten, werkten dezelfde initiatiefnemers tijdens het academiejaar het project Taalontwikkelend lesgeven: hoe doe je dat in het hoger onderwijs? uit en brachten met een filmpje opgenomen tijdens een les Voedings- en dieetkunde en een les Accountancy de didactiek op een toegankelijke en authentieke manier in beeld. Het is de bedoeling om in de loop van het academiejaar hierrond een professionaliseringstraject uit te bouwen. Tijdens een vergadering van de Expertisecel bachelorproeven, de Expertisecel taalbeleid en een aantal OT s gaf de taalbeleidcoördinator aan de hand van een nieuwe Memo Taalsterk naar de bachelorproef uitleg bij de stappen die kunnen gezet worden bij de uitbouw van een leerlijn schrijfvaardigheid ter voorbereiding van de bachelorproef. Voor zover bekend is het OT in het SG Gezondheidszorg en HWBK daarmee aan de slag. De taalbeleidcoötdinator ontwikkelde twee standaardkwaliteitsdocumenten, nl. 1) hoe een C1-taalcertificaat halen (met een stappenplan, achtergrondinformatie,...) voor Frans en Engels, gekoppeld aan de organisatie van een lessenreeks ter voorbereiding van het C1-taalexamen en 2) een memo met een stand van zaken en het bestaande aanbod rond taalbeleid in alle opleidingen (met taalondersteuning op basis van een taalscreening van alle 148

150 eerstejaarsstudenten en hoe de stop gezette ondersteuning van het Huis van het Nederlands is opgevangen) Via een maandelijkse Taalprikkel en de agendering van taalbeleidsaspecten tijdens de OT s (opleidingsteams) worden alle docenten op regelmatige basis gesensibiliseerd rond taalbeleid en taalondersteuning Onderzoek de resultaten van de taalscreenings van alle eerstejaarsstudenten worden bijgehouden in een databank, jaarlijks vergeleken en kaderen in een groter onderzoek naar de taalvaardigheid van studenten gekoppeld aan een aantal diversiteitsfactoren Taalondersteuning voor arbeiders in HUB-KAHO campus Brussel De onderhoudsmedewerkers van de HUB-KAHO campus Brussel die het Nederlands nog niet voldoende beheersen, werken sinds november 2011 volop aan hun taalvaardigheid. Nieuwe medewerkers starten in eerste instantie met een vorming Starten met Proper Nederlands georganiseerd door het Huis van het Nederlands. Klik hier voor meer info. Sommigen volgen bovendien lessen met een lesgever van het Centrum voor Basiseducatie. Indien ze over een voldoende basis Nederlands beschikken, kunnen ze vervolgens deelnemen aan conversatietafels die van einde augustus tot einde november georganiseerd worden door de personeelsdienst. Deze werkt hiervoor samen met het Huis van het Nederlands voor de niveaubepaling. De begeleiding gebeurt door twee docenten van de bachelor Sociaal Werk. In het academiejaar vond dit initiatief voor de derde keer plaats. Er waren 8 deelnemers waardoor de groep in twee moest gesplitst worden. Het initiatief trok ook heel wat media-aandacht. Lees hier een selectie artikels over de conversatietafels: krantenknipsel uit De Metro 7.2. Het gebruik van een andere onderwijstaal dan het Nederlands In toepassing van: Besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 betreffende de regeling van de wijze van verantwoording voor het gebruik van een andere onderwijstaal dan het Nederlands Decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, art. 91 Decreet van 13 juli 2012 betreffende de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteiten 149

151 Doelstellingen en rechtsgrond De instelling beschrijft summier de doelstellingen en resultaten die worden beoogd met het taalbeleid van de instelling. De instelling geeft voornamelijk weer welke specifieke accenten zij als instelling stellen. De instelling geeft een overzicht van de aard van de gemotiveerde beslissingen van de anderstalige opleidingsonderdelen waaruit de meerwaarde voor de studenten en het afnemend veld en de functionaliteit voor de opleiding blijkt. De opsomming van de anderstalige opleidingsonderdelen is niet nodig, enkel een overzicht van de aard van de motiveringen. Beleid/doelstellingen Beslissingen m.b.t. de onderwijstaal worden genomen in functie van het internationaliseringsbeleid van de hogeschool en worden altijd getoetst aan de regelgeving terzake (Structuurdecreet taalregeling). M.b.t. het gebruik van een andere onderwijstaal dan het Nederlands zijn de volgende overwegingen van doorslaggevend belang: Om overeind te blijven in de Europese hogeronderwijsruimte is internationalisering van de opleidingen noodzakelijk. Dat betekent allereerst de plaatselijke studenten adequaat voorbereiden op de mondiale samenleving, onder andere door de deuren open te zetten voor buitenlands talent (studenten en docenten). Op die manier kunnen ook Vlaamse studenten delen in de rijkdom van andere taal- en cultuurgemeenschappen (en omgekeerd!) en de interculturele competentie verwerven. Daarvoor volstaat het Nederlands als enige onderwijstaal niet. HUB-KAHO stimuleert alle studenten om een sterke internationale ambitie te koesteren, met een voldoende grote kennis van het Engels en andere vreemde talen, en voortbouwend op een hoogstaande beheersing van het Nederlands. Het bevorderen van meertaligheid is bovendien een fundamenteel onderdeel van het Europees beleid voor Hoger Onderwijs. In de opleidingsprofielen van HUB-KAHO is de competentie internationale gerichtheid opgenomen. Deze competentie bevat in een aantal professionele opleidingen ook taalvaardigheid in andere talen dan de moedertaal. Daarnaast wordt de internationale gerichtheid (incl. de kennis van andere talen) gestimuleerd door bijvoorbeeld uitwisselingen met buitenlandse instellingen, stages in het buitenland, buitenlandse studiebezoeken, volgen van colleges in een andere taal dan het Nederlands, interactie met anderstalige studenten/docenten, anderstalig studie- en referentiemateriaal. Het Engels is niet alleen de lingua franca in de wetenschap en het wetenschappelijk onderzoek maar ook in vele economische, bedrijfstechnische en politieke relaties. Kennis van het Engels, naast kennis van de moedertaal, is daarom voor afgestudeerden haast een voorwaarde voor tewerkstelbaarheid. Onder meer de volgende internationaliseringsdoelstellingen zijn in dit verband relevant: De Engelstalige programma s in Brussel zijn specifiek ontwikkeld ten behoeve van een internationaal publiek (expat community in Brussel en buitenlandse studenten die in Europa/Brussel willen studeren). De onderwijsleeromgeving en dienstverlening worden optimaal afgestemd op meertalige en anderstalige doelgroepen. De integratie van buitenlandse en Vlaamse 150

152 studenten is een prioriteit, onder meer i.v.m. Tegelijk wordt werk gemaakt van het inzetten van anderstalig personeel en het verhogen van de vreemde taalcompetentie van Vlaamse lesgevers. Buitenlandse studenten kunnen in HUB-KAHO overal rekenen op professionele, klantgerichte én meertalige dienstverlening. Er is tegelijkertijd aandacht voor de ontwikkeling van de kennis van de Nederlandse taal van inkomende/anderstalige studenten om hen ook in de Nederlandstalige studieprogramma s maximale kansen te geven. Anderzijds krijgen Nederlandstalige studenten ruime kansen om hun kennis van andere talen te vergroten. Resultaten Er is een professionaliseringstraject voor docenten voor het behalen van het taalcertificaat C1-niveau Engels en C1 Frans ontwikkeld. Binnen de professionele opleidingen wordt een aantal Engelstalige modules aangeboden aan inkomende uitwisselingsstudenten. Het studiegebied Onderwijs organiseert i.s.m. Vlaamse partners de opleidingsoverschrijdende module Keys for teachers van 20 of 30 studiepunten, die ook door Vlaamse studenten als keuzepakket gevolgd kan worden. Het studiegebied Handelswetenschappen en bedrijfskunde biedt eveneens een pakket van 20 of 30 credits in het Engels aan via het opleidingsonderdeel International business programme dat ook door Vlaamse studenten afzonderlijk gekozen kan worden. De opleiding Medische Beeldvorming heeft een Engelstalig aanbod van 20 studiepunten: Management in health care. Ook de inkomende studenten van de opleiding Verpleegkunde kunnen via een samenwerking met Vlaamse partners een module van 20 studiepunten volgen: International nursing-midwifery education program on diversity and unity Voorwaarde inzake kwaliteit en democratisering 1) Onderwijzend personeel Duiding over de voorzieningen die de instelling voorziet voor de leden van het onderwijzend personeel en van het academisch personeel, waaronder een toegankelijk en behoeftedekkend aanbod van Nederlandstalige en anderstalige taalcursussen en taalbegeleidingsmaatregelen. In het kader van het Decreet op de taalregeling in het HO werd door de talenbeleidcoördinator een handleiding voor het behalen van het taalcertificaat C1-niveau Engels en een handleiding voor C1 Frans ontwikkeld en voor raadpleging beschikbaar gesteld op het intranet. Daaraan gekoppeld werd een professionaliseringstraject georganiseerd voor enerzijds Frans en anderzijds Engels om docenten klaar te stomen voor het C1-taalexamen bij l Académie Française/de British Council. Adequate taalbeheersing vormt een onderdeel van de docentenevaluatie (evaluatie van het didactisch handelen) en ook de bijsturing op dat vlak gebeurt conform deze procedure. Tijdens het academiejaar werden de docenten in anderstalige opleidingsonderdelen uitgenodigd om een opfrissings/vervolmakingscursus te volgen, met aandacht voor de specificiteit van lesgeven in het Engels en in het Frans. 151

153 2) Studenten De instelling voorziet in de mogelijkheid dat studenten die een initiële bachelor- of masteropleiding volgen met anderstalige opleidingsonderdelen of een anderstalige initiële bachelor- of masteropleiding, hun taalkennis van deze andere taal kunnen testen: op welke wijze gebeurt dit binnen de instelling? De instelling staat niet zelf in voor de afname van taalkennistoetsen. De student moet zijn taalkennis bewijzen aan de hand van originele bewijzen van voldoende taalkennis, uitgereikt door de gespecialiseerde en officieel erkende instanties zoals bijvoorbeeld de British Council. Welke taalbegeleidingsmaatregelen voorziet de instelling in het opleidingsprogramma van initiële bachelor- of masteropleidingen met anderstalige opleidingsonderdelen of van anderstalige initiële bachelor- of masteropleidingen? Op welke wijze voorziet de instelling voor studenten in aangepaste voorzieningen, waaronder een kosteloos toegankelijk en behoeftedekkend aanbod van Nederlandstalige en anderstalige taalcursussen en taalbegeleidingsmaatregelen? In het academiejaar is er nog geen aanbod van anderstalige opleidingsonderdelen. De studenten hebben het recht om over een AOO het examen in het Nederlands af te leggen indien er binnen de opleiding geen Nl OO equivalent is binnen een initiële Nederlandstalige opleiding - Hoeveel studenten maken hiervan gebruik? - Voorziet de instelling in een specifieke procedure om dit aan te vragen? Studenten beslissen op het examen of ze een anderstalig vak in een Nederlandstalige opleiding in het Nederlands wensen af te leggen. Dit recht is verwoord in het OER in artikel 49. Hierover worden geen cijfers bijgehouden. Er is ook geen procedure om dit aan te vragen omdat er tot hiertoe geen vraag naar was Gedragscode De gedragscode zoals omschreven in artikel II.272 wordt ter beschikking gesteld op de website van de instelling: webadres gedragscode: (blzn ). 8. INTERNATIONALISERING In werd de werking van HUB-KAHO op het vlak van internationalisering verder uitgebouwd, zowel qua organisatiestructuur, missie en beleid, indicatoren, processen voor inkomende- en uitgaande mobiliteit. 152

154 8.1. Visie en missie internationalisering HUB-KAHO We kiezen voor Europa en de wereld vanuit een Vlaamse verankering De samenleving is meer en meer internationaal gericht. Als hogeronderwijsinstelling stimuleren we studenten om met een open blik naar de wereld te kijken, hun individuele leef- en denkwereld te verruimen (onder meer door op een bewuste maar ontvankelijke manier om te gaan met culturele verschillen) en hun verantwoordelijkheid op te nemen in de uitdagingen waar de wereld voor staat. Daarom werken we aan internationale curricula, een internationale leer- en leefomgeving met internationale studenten en personeel, en kansen om kennis van de wereld uit de eerste hand op te doen. Onze afgestudeerden zijn de internationaal competente burgers waar het werkveld behoefte aan heeft. HUB-KAHO draagt op die manier actief bij tot de realisatie van de doelstellingen van de Europese Hoger Onderwijs- en Onderzoeksruimte: internationalisering staat er in het teken van de creatie van een Europese dimensie in onderwijs en onderzoek en van Europese samenwerking met het oog op de verhoging van de onderwijs- en onderzoekskwaliteit. Die Europese dimensie en kwaliteitsgedachte, evenals de ons kenmerkende innovatiekracht, zin voor ondernemerschap, competitiviteit en meertaligheid wil HUB-KAHO bovendien uitdragen buiten Europa: HUB-KAHO werkt intercontinentaal samen, verwelkomt studenten en docenten uit alle werelddelen en hecht belang aan internationale solidariteit. Bij deze acties, die uitgaan van onze Vlaamse en Brusselse verankering, hebben we aandacht voor de noden van een interculturele samenleving. We werken samen met kwaliteitsvolle buitenlandse partners, in een geest van wederzijds respect. Doelstelling HUB-KAHO wil een internationale leer-, onderzoeks- en leefomgeving creëren, waarin 1 alle studenten (gelijke) kansen krijgen om zich te ontwikkelen tot internationaal competente werknemers en burgers; 2 alle personeelsleden internationale kennis en ervaring kunnen opdoen en daarbij ook ondersteund en gewaardeerd worden; 3 curricula internationaal getoetst zijn en afgestemd op de ontwikkeling van internationale competenties; 4 onderzoek en onderzoeksoutput aan internationale standaarden voldoen en gecommuniceerd worden in internationale media en op internationale fora; 5 mensen uit alle werelddelen werken, studeren en samenleven in een sfeer van respect en met gelijke toegang tot informatie en faciliteiten; 6 gereputeerde lokale, regionale en internationale organisaties een partner voor duurzame samenwerking zijn. Voorwaarden Om dit te realiseren, is het van belang dat in alle kernprocessen van de organisatie rekening gehouden wordt met internationalisering. Onderwijsbeleid: - aandacht voor internationale competenties in de curricula; - aandacht voor de kwaliteit en kwantiteit van internationale mobiliteit en deelname aan internationale projecten; - laagdrempelig onderwijsaanbod voor buitenlandse studenten; - aandacht voor de specifieke begeleidingsbehoeften van buitenlandse studenten. 153

155 Studentenbeleid: - aandacht voor de sociale dimensie van internationale mobiliteit, bv. taalondersteuning, integratie; - aandacht voor de financiële aspecten van internationalisering, bv. financiële ondersteuning minder kapitaalkrachtige studenten, partners; - aantrekken van meer buitenlandse studenten; - aandacht voor een meertalige studentvriendelijke dienstverlening. Personeelsbeleid: - waarderen van de internationale competentie en activiteiten van personeel; - internationale rekrutering; - klantvriendelijke en meertalige communicatie en dienstverlening. Het internationaliseringsbeleid wordt uitgewerkt en opgevolgd door de expertisecel internationalisering waarin de faculteiten en studiegebieden vertegenwoordigd zijn. Werking internationalisering in HUB-KAHO Vertrekkend vanuit de visie internationalisering (cf. document Visietekst internationalisering") wil HUB-KAHO gestalte geven aan de concrete werking internationalisering. Het adviserend orgaan m.b.t. internationalisering is de expertisecel internationalisering. De expertisecel internationalisering bestaat uit: - De coördinator internationalisering HUB (voorzitter) - De coördinator internationalisering KAHO - De coördinator internationale projecten - 1 vertegenwoordiger per faculteit voor de academische hogeronderwijsopleidingen van de vzw HUB-KAHO. Werking van de expertisecel internationalisering - De werking is gebaseerd op de input vanuit de stuurgroepen internationalisering (de stuurgroep internationalisering PO in HUB-KAHO, de stuurgroep internationalisering in de faculteit E&M van HUB, de stuurgroep internationalisering T&L van HUB en de stuurgroep IIW van KAHO) en de noden en uitdagingen van de ankerpersonen internationalisering. - De expertisecel is er gezamenlijk voor verantwoordelijk dat er een UC-breed beleid op het vlak van internationalisering is en dat het wordt opgevolgd. - De leden zijn er elk apart voor verantwoordelijk dat het HUB-KAHO-beleid zijn uitvoering vindt in de onderliggende niveaus (hetzij één opleiding, hetzij één cluster van opleidingen) en dat de centrale beleidsopties en afspraken worden opgevolgd in de opleiding(en) die ze vertegenwoordigen. - De leden spreken onderling expertise-thema s af zoals studentenmobiliteit, stafmobiliteit, samenwerking met het Zuiden, internationale projecten, regiowerking,. - De expertisecel behandelt thema s m.b.t. internationalisering die de individuele opleiding (en cluster) overstijgen. 154

156 - De expertisecel wisselt expertise uit over succeservaringen van de opleidingen(cluster). - De expertisecel vergadert zes maal per academiejaar; jaarlijks wordt de centrale coördinator internationalisering uitgenodigd op het overleg groepsvoorzitter-directeurenopleidingshoofden om de taakstellingen te bespreken en de voortgang van de werkzaamheden toe te lichten. Stuurgroepen internationalisering en mobility offices Actoren - Stuurgroepen internationalisering PO: 1 voor PO HUB en 1 voor PO KAHO, - Medewerkers internationalisering in de mobility offices Samenstelling stuurgroepen Onder meer: - de ankerpersonen internationalisering van elke opleiding. - de coördinator(en) internationalisering voor de Professionele Opleidingen - administratieve medewerkers verantwoordelijk voor de onderwijsgroep Professionele Opleidingen - de groepsvoorzitter Professionele Opleidingen voor de groep PO Werking van de stuurgroepen - Informatiedoorstroming (in twee richtingen) - Beleidsvoorbereiding en -opvolging Zowel de contacten met buitenlandse partners als de organisatie van de activiteiten, bijvoorbeeld de impact van de internationalisering op het curriculum, de diplomasupplementen, de begeleiding van de studenten, beheer internationale projecten en de organisatie van het academiejaar zijn voorwerp van bespreking. De stuurgroep komt minstens 4 keer per academiejaar samen onder het voorzitterschap van de coördinator(en) internationalisering van de professionele opleidingen. Opdracht voor coördinatoren internationalisering (PO-HUB, PO-KAHO) - voorzitten van de resp. stuurgroep internationalisering; - vertegenwoordigen van de stuurgroep en betrokken opleidingen in de expertisecel internationalisering UC; - bijdragen tot de ontwikkeling, implementatie, monitoring en evaluatie van HUB-KAHObeleid inzake internationalisering; - concretiseren van het centrale beleid voor de betrokken opleidingen in overleg met de betrokken leidinggevenden; - optreden als aanspreekpunt voor internationalisering in de betrokken opleidingen; - uitwerken van strategieën en instrumenten (met inbegrip van kwaliteitsdocumenten) om de betrokken opleidingen te helpen bij de realisatie van de doelstellingen; - beheren van budget (incl. goedkeuren budgetten, financiële rapportering, uitbetalingen) in het kader van internationale activiteiten zoals studenten- en personeelsmobiliteit, projecten; - voorstellen formuleren voor mobiliteitsopties in studieprogramma s; 155

157 - ondersteunen (initiëren, adviseren, coachen bij het uitwerken) van opleidingen bij indienen van mobiliteitsprojecten internationalisering bij externe subsidiërende instanties; - vertegenwoordigen van de betrokken opleidingen bij activiteiten van relevante internationale netwerken; - vertegenwoordigen van de betrokken opleidingen in relevante organen m.b.t. internationalisering; - verzorgen van communicatie i.v.m. voor ankerpersonen relevante informatie Mobility offices Werking van de mobility offices Tot de taken behoren onder meer: - administratie van Erasmus studentenmobiliteit (inkomende en uitgaande studenten) - administratie van Erasmus docentenmobiliteit (inkomende en uitgaande docenten) - onthaal van inkomende studenten - praktische ondersteuning projectwerking en projectaanvragen voor internationale projecten - beheer website, intranet, portaal en toledo voor internationalisering - budgetbewaking Internationalisering in opleidingen en studiegebieden Actoren Ankerpersonen internationalisering in de opleidingen en/of studiegebieden. Werking van de ankerpersonen De taken van de ankerpersonen internationalisering omvatten onder meer: - aanspreekpunt zijn voor internationale projectwerking in de opleiding en/of studiegebied - stimuleren en sensibiliseren docenten en studenten van het eigen team voor het internationaliseringsbeleid van de instelling; - internationale bewegingen in de opleiding in kaart brengen, stimuleren en ze kritisch opvolgen; - het thema internationalisering op de agenda van opleidingen zetten; - ervoor zorgen dat afspraken gemaakt in de stuurgroepen internationalisering en in de expertisecel internationalisering UC in de eigen opleiding worden uitgevoerd; - aanspreekpunt zijn voor docenten en studenten m.b.t. internationalisering; - uitwerken van het inhoudelijke programma van inkomende studenten; - uitwerken van het inhoudelijke programma voor uitgaande studenten (equivalentiedossier); - in sommige opleidingen mentor voor uitgaande studenten zijn; - in sommige opleidingen lid van een internationaal netwerk zijn; - en lid zijn van een stuurgroep internationalisering. 156

158 8.4. Basisprocessen internationalisering Om de internationale werking in HUB-KAHO efficiënt te laten verlopen, werden een aantal maatregelen genomen en een aantal basisprocessen afgesproken: - een centraal SharePoint werd aangemaakt waarop alle documenten van belang gemakkelijk toegankelijk werden gemaakt aan de leden van de community. - Voor een aantal basisprocessen in HUB-KAHO werden procedures uitgewerkt en afgesloten waarbij de taken van de verschillende actoren werden afgelijnd. Deze basisprocessen omvatten: beheer van instellingscontracten centraal beleid internationalisering inkomende studentenmobiliteit uitgaande studentenmobiliteit mobiliteit naar het Zuiden personeelsmobiliteit bi- en multiple diplomering 8.5. Internationaliseringsbeleid: doelen en resultaten Gevoerd beleid De specifieke langere termijndoelstellingen m.b.t. Erasmus zijn dezelfde gebleven: Transnationale uitgaande studentenmobiliteit structureel inbouwen in de curricula van alle opleidingen, waarbij de equivalentie van binnen- en buitenlandse studiepakketten op een zo hoog mogelijk niveau bekeken wordt om het hoofd te bieden aan de toenemende complexiteit (en werklast) om in flexibiliseringscontext geïndividualiseerde equivalente studiepakketten samen te stellen, om de internationale competentie de plaats te geven die onze beleidsopties ze toekennen, om de student met het oog op tewerkstelling/in het kader van LLP bijkomende kansen te geven voor hem relevante opleidingsonderdelen in het buitenland te kiezen, om de aantrekkelijkheid van horizontale mobiliteit (ten voordele van verticale!) te verhogen en dus het aantal mobiele studenten te maximaliseren. Selectie- en evaluatieprocedure van transnationale partners herzien in functie van bovenstaande actielijn en in functie van de accrediteringsvereisten m.b.t. internationalisering. Uitbreiden van het gebruik van andere onderwijstalen dan het Nederlands/het aanbod van anderstalige opleidingsonderdelen in de professionele opleidingen ten behoeve van (inkomende) studenten. Vanuit onze professionele oriëntatie maximaal gebruik maken van de kansen tot transnationale university-enterprise co-operation die het Erasmusprogramma biedt. De doelstellingen van HUB-KAHO werden vertaald in een Meerjarenplan internationalisering en in een aantal nieuwe kwaliteitsdocumenten, nl. in een Memo Financiële afspraken (voor studiegebieden, opleidingen en docenten), een Memo Indicatoren internationalisering PO, een Memo Internationale competenties, een Memo partnercriteria, een Memo internationale reflectie van de opleiding bij personeelsmobiliteit en een Memo Structurele Inbedding van internationalisering in de curricula van de PO. 157

159 Resultaten M.b.t. bovengenoemde centraal opgevolgde operationele doelstellingen werden de volgende resultaten geboekt: Alle kwaliteitsdocumenten/memo s werden in alle gremia (Expertisecel internationalisering, Bestuurscollege, DIR-OH, Stuurgroepvergaderingen HUB en KAHO) binnen de PO besproken en goedgekeurd. In samenspraak met de opleidingen werden 10 criteria voor duurzame samenwerking vastgelegd om te gebruiken bij de evaluatie van bestaande en toekomstige partners en de samenwerking met hen. Het uitgangspunt daarbij is het streven naar een kwalitatief waardevol stabiel studie-/stageaanbod in de 5 continenten met een concentratie in een beperkt aantal partnerinstellingen waar een aanbod is voor bijna alle opleidingen. De aanvraag voor een anderstalige variant van de opleiding Verpleegkunde werd voorbereid. De indicatoren internationalisering werden geoperationaliseerd, centraal bijgehouden en grafische weergegeven (per opleiding en per studiegebied). Dit geeft op een transparante wijze weer waarin de opleiding goed is en waar de werkpunten liggen. Er werd een kader opgezet dat door de opleidingen kan gebruikt worden om in hun studieprogramma s mobiliteitsopties in te bouwen. Daarnaast werd er een overzicht van mogelijke internationale competenties per opleiding opgesteld en werd er nagegaan waar in het curriculum van de opleidingen aandacht is voor het werken aan het ontwikkelen van internationale competenties. De bestaande procedure en documenten rond studenten- en personeelsmobiliteit van HUB- KAHO werd via het digitale portaal ter beschikking gesteld van de opleidingen. Daarvoor werd ook een nieuw digitale community op het studentenportaal ontwikkeld. De rol die Europass kan spelen als portfolio om learning outcomes van stagemobiliteit zichtbaar te maken, wordt onderzocht en aan de opleidingen voorgesteld als good practice. Uitgaand PO HUB-KAHO personeel werd optimaal ondersteund om een internationale ervaring op te kunnen doen. Er werd een gezamelijke Erasmus University Charter for HEI aangevraagd voor HUB-KAHO. Operationele doelstellingen opleidingen Elk jaar wordt de beleidsverklaring internationalisering en het meerjarenplan internationalisering binnen de opleidingen besproken en geconcretiseerd in operationele doelstellingen per opleiding. Als basisprincipe hanteren de opleidingen in de afgelopen beleidsperiode de doelstelling dat zowel studenten als docenten internationale competenties moeten ontwikkelen en valoriseren. De benchmark tegen 2020 heeft 20 procent van de afgestudeerden een substantiële ervaring is door alle opleidingen aangenomen. 158

160 8.6. Rapportering mobiliteit internationalisering PO HUB-KAHO Partners Binnen Europa werkt HUB-KAHO in samen met 117 partners waarmee het een Inter-Institutioneel Akkoord (IIA) heeft afgesloten in het kader van het LLP-Erasmus programma. Een IIA regelt het aantal studenten en personeelsleden dat de instellingen onderling willen uitwisselen. Het beleid is er op gericht om met de bestaande partners de samenwerking te optimaliseren, eerder dan nog nieuwe partners aan te trekken. A GRAZ04 A GRAZ09 A SALZBURG08 A WIEN09 A WIEN63 B BRUXEL81 B BRUXEL82 B BRUXEL84 B LIEGE38 B LIEGE43 B MONS22 B NAMUR15 BG ROUSSE01 BG VELIKO01 CH BERN12 D AALEN01 D BERLIN05 D BERLIN06 D BRANDEN01 D DORTMUN02 D KASSEL01 D KOLN04 D MAINZ08 D MERSEB02 D REGENSB01 DK ESBJERG19 DK KOBENHA56 DK ODENSE21 DK RISSKOV06 DK VEJLE06 E BARCELO01 E BARCELO03 E BARCELO03 E BILBAO01 Pädagogische Hochschule Steiermark FH Joanneum Fachhochschule Salzburg GmbH Pädagogische Hochschule Wien FH Campus Wien Haute Ecole de Bruxelles Haute Ecole EPHEC (Ecole Pratique des hautes Etudes Commerciales) Institut Supérieur de Pédagogie Galilée Haute Ecole de la Province de Liège Haute Ecole Charlemagne Haute Ecole Louvain en Hainaut Haute Ecole de Namur-Liège-Luxembourg (HENALLUX) The University of Rousse St. Cyril and St Metodius University of Veliko Turnovo Pädagogische Hochschule Bern Hochschule Aalen Alice-Salomon-Fachhochschule Hochschule für Wirtschaft und Recht Berlin Fachhochschule Brandenburg Fachhochschule Dortmund Universität Kassel Fachhochschule Köln Fachhochschule Mainz - un. Of Applied Sciences Hochschule Merseburg Universität Regensburg University College South Denmark University College UCC Lillebaelt Academy VIA University College University College Lillebaelt Universitat de Barcelona Universitat Politècnica de Catalunya (UPC) Universitat Politècnica de Catalunya (UPC) Universidad del Pais Vasco 159

161 E BURGOS01 Universidad de Burgos E CADIZ01 University of Cadiz E CUIDADR01 Universidad de Castilla-la Mancha E GIRONA02 Universitat de Girona E MONDRAGON01 Mondragon University E PAMPLON01 ISSA (University of Navarra) E TARRAGO01 Universitat Rovira I Virgili E VALENCI02 Universidad Politechnica de Valencia E VALLADO01 Universidad de Valladolid E VIGO01 ESEI, Universidade de Vigo E ZARAGOZ01 Universidad de Zaragoza EE TALINN12 Tallina Tervishoiu Kõrgkool F CHAMBER06 Lycée Saint-Ambroise F LILLE01 USTL Université des Sciences et Technologies de Lille F LYON01 Université Claude Bernard Lyon 1 F MARSEIL84 Aix-Marseille University (AMU) F PARIS012 UPEC F PARIS236 Advancia (Negocia) F POINT-P05 Universite des Antilles et de la Guyane F POITIER01 IUT de Poitièrs F TOULOUS41 Institut Limayrac, Toulouse F TOULOUSE02 IUFM Midi-Pyrenees F VALENCI01 Université de Valenciennes et du Hainaut-Cambresis G KRITIS 04 Technological Educational Institute of Crete HR ZAGREB01 University of Zagreb HU BUDAPES08 Semmelweis University HU MISKOLC01 University of Miskolc I BOLOGNA01 Università di Bologna I BOLOGNA01 Università di Bologna I UDINE01 Università Degli Studi di Udine IRL DUBLIN02 University College Dublin IRL MAYNOOT01 National University of Ireland Maynooth IRL SLIGO01 Institute of Technology Sligo IRL TALLAGH02 Institute of Technology Tallagh MT MALTA01 University of Malta N BERGEN05 Hogskolen i Bergen N ELVERUM01 Hogskolen i Hedmark N KONSBER02 Hogskolen VESTFOLD N LILLEHA01 Høgskolen I Lillehammer N OSLO56 Norges Informajonsteknologiske Hogskole NL AMSTERD05 Hogeschool van Amsterdam NL ARNHEM27 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen NL EDE01 Christelijke Hogeschool Ede 160

162 NL ENSCHED03 NL GOUDA03 NL GRONING03 NL ROTTERD03 NL S-GRAVE37 NL UTRECHT24 NL UTRECHT27 NL ZWOLLE06 P BEJA01 P COIMBRA02 P FARO02 P VIANAD01 PL KATOWIC02 PL OPOLE02 PL WARSZAWA02 PL WROCLAW08 RO CLUJNAP04 RO SUCEAVA01 S JONKOPI01 S KARLSKR01 S LUND01 S UMEA01 SF HAMEENL09 SF HELSINK41 SF JOENSUU09 SF KOTKA06 SF LAHTI11 SF SEINAJO06 SF TAMPERE06 SF TURKU05 SI LJUBLJA01 TR ANKARA15 TR BURSA01 TR ISTANBU03 TR KOCAELI02 UK CARDIFF UK COLCHES02 UK COLERAI01 UK DEESIDE01 UK DERBY01 Saxion Driestar educatief Hanzehogeschool Groningen Hogeschool Rotterdam Hogeschool Inholland Hogeschool Utrecht Marnix Academie Training Institute Katholieke Pabo Zwolle Instituto Politechnico De Beja Instituto Politecnico de Coimbra Universidade do Algarve Instituto Politécnico de Viana do Castelo The Karol Adamiecki University of Economics in Katowice University of Opole Politechnika Warszawska University School of Physical Education Wroclaw University of Agricultural Sciences and Veterinary Medicine Cluj Napoca Stefan cel Mare University Halsshogskolan I Jonkoping Blekinge Institute of Technology Lund University, Department of Health Sciences Umea Universitet HAMK University of Applied Sciences Helsinki Metropolia University Karelia University of Applied Sciences Kymenlaakso University of Applied Sciences Lahti University of Applied Sciences Seinäjoki University Tampere University of Applied Sciences Turku University of Applied Sciences University of Ljubljana Yildirim Beyazit University Uludag University Florence Nightingale school of nursing Koceali University Cardiff University Colchester Institute University Of Ulster Glyndwr University University of Derby 161

163 Studentenuitwisselingen De studenten worden aangemoedigd om deel te nemen aan de Europese of VLIR-UOS uitwisselingsprogramma s. Per campus worden een paar informatiesessies verzorgd door het international office, aangevuld met opleidingsgebonden informatie door de lokale ankerpersoon internationalisering voor die betrokken opleiding. De cel internationalisering van de professionele opleidingen (CIPPO) / het mobility office zorgt voor de verwerking van de dossiers en de begeleiding van kandidaat-uitgaande studenten. De minimumduur van een Europese uitwisseling bedraagt 3 maanden. In functie van de Europese uitwisselingsmogelijkheden wordt er binnen de bestaande curricula naar gestreefd om de periode van praktische stages of bachelorproeven zoveel mogelijk te globaliseren in periodes van minimum 3 maanden. HUB-KAHO verzekert de academische erkenning van de uitwisseling via de toepassing van het European Credit accumulation Transfer System (ECTS). Alle studentenuitwisselingen verlopen via ECTS documenten: student application form, learning agreement, transcript of records. Zowel voor uitgaande als inkomende studenten werden handleidingen en informatiebrochures ontwikkeld, die zowel op papier als elektronisch verspreid worden (intranet en Toledo): Verleg je grenzen studentenmobiliteit : informatiebrochure voor tweedejaarstudenten met alle opties, voorwaarden en procedures Verleg je grenzen personeelsmobiliteit : handleiding voor personeel Vertrekkersgids voor studenten : informatie voor laatstejaarsstudenten over onder meer alle documenten, procedures, verzekeringsmodaliteiten, visaformaliteiten CIPPO organiseert in het najaar een Vertrekkersdag voor alle vertrekkende studenten uit de Onderwijsgroep Professionele Opleidingen waarin voor Erasmus het mobiliteitscontract ondertekend wordt, de laatste praktische afspraken gemaakt worden, verzekeringsinfo meegedeeld wordt en studenten voorbereid worden op de cultuurschok. Uitgaande mobiliteit in campus Brussel campus Gent (incl. Aalst en Sint Niklaas) TOTAAL 1. Erasmus Belgica Stage binnen EU - Comenius Stage binnen EU - Erasmus Placement Stage binnen EU - kort Stage buiten EU Studie binnen EU Studie buiten EU Intercommunautaire Uitwisseling TOTAAL

164 Toelichting bij de 8 verschillende mobiliteitsprogramma s: In totaal waren er in HUB-KAHO 252 uitgaande studenten in , die deelnamen aan verschillende programma s: 1. Erasmus Belgica (= uitwisseling met de Frans- en Duitstalige gemeenschap van België, beurzen vanuit het Prins Filipsfonds): 7 studenten 2. Comenius stage (stage lopen in een school, beurzen vanuit het LifeLong Learning (LLP)- Comenius programma van de EU) en placement (stage): 2 studenten 3. Erasmus placement (stage lopen in Europa, beurzen vanuit het LLP-Erasmus programma van de EU): 28 studenten 4. Stage binnen EU kort (stage lopen in Europa (minder dan 3 maanden), zonder beurs): 18 studenten 5. Stage buiten Europe (Stage lopen in een land in ontwikkeling): 85 studenten. Hiervan kregen 22 studenten een VLIR-UOS-beurs. 6. Erasmus study (studeren aan hogeschool of universiteit in Europa, beurzen vanuit het LLP-Erasmus programma van de EU): 108 studenten 7. Studie buiten Europa (studeren in de VS, zonder beurs): 3 studenten 8. Intercommunautaire uitwisseling (studeren in een hogeschool en stage lopen in een school in de Franstalige gemeenschap, beurs vanuit het Departement Onderwijs, uitwisseling van 1 maand): 1 student HUB-KAHO studenten bevonden zich in de volgende landen: Argentinië Benin China Denemarken Duitsland Finland Frankrijk Franstalig België Ghana Griekenland Hongarije Ierland Indië Malawi Marokko Nederland Nepal Noorwegen Oostenrijk Panama Peru Polen 163

165 Portugal Senegal Spanje Suriname Tanzania Thailand Tunesië UK VS Zimbabwe Zuid-Afrika Zweden Inkomende mobiliteit in In kwamen in totaal 69 studenten aan HUB-KAHO studeren voor een periode van 3 maanden of meer via het Erasmusprogramma. De onderstaande lijst geeft de verdeling per studiegebied en de landen van oorsprong van de inkomende studenten weer. AANTAL STUDENTEN GZHZ HWBK/SAW IWT OND Austria AT Bulgaria BG Croatia HR Cyprus CY Czech CZ 1 Republic Denmark DK Estonia EE 1 Finland FI 2 1 France FR Germany DE 3 Greece GR Hungary HU 2 Iceland IS Ireland IE 3 3 Italy IT 1 Latvia LV Liechtenstein LI Lithuania LT Luxembourg LU Malta MT Netherlands NL 3 1 Norway NO

166 Poland PL Portugal PT 5 1 Romania Slovak Republic Slovenia RO SL SI Spain ES Sweden SE 1 2 Switzerland CH Turkey TR 2 United Kingdom UK TOTAAL Peroneelsmobiliteit in In waren 63 personeelsleden van HUB-KAHO mobiel in het kader van het LLP- Erasmus programma. De onderstaande tabel geeft per studiegebied hun bestemming weer. Gezondheidszorg Beckers An Zweden Uppsala Universitet De Koker Reninka Spanje Universidad de Burgos De Mil Ives Denemarken Professionshoejskolen Lillebaelt De Mil Ives Turkije Istanbul Kultur Universitesi De Mol Gwen Portugal Polytecnico do Porto De Wilde Katrien Zweden Goteborgs Universitet Dumez Filip Noorwegen H Gskolen I Vestfold Hennekam Stephanie UK University Of East Anglia Jansens Astrid UK University Of East Anglia Muylaert Stijn Spanje Universidad de Zaragoza Van Laer Philippe Portugal Polytecnico do Porto Vercruysse Luc Spanje Universidad de Burgos Vergote Geert Nederland Hogeschool Rotterdam HWBK Claes Ingrid Polen Polen, Karol Adamiewski Univeristy University Katowize Damman Caroline Denemarken University College Copenhagen Kadaplackal Francis Frankrijk Lycee Saint-Ambroise Kadaplackal Francis Portugal Instituto Politecnico Do Porto Meylaerts Goedele UK ColchesterInsitute 165

167 Ophalvens Steven UK ColchesterInsitute Pauwels Laura Spanje Spanje, ISSA Rooseleer Yvan Noorwegen The Norwegian School of IT Rooseleer Yvan Oostenrijk Fachochschule Salzburg Teerlinck Chantal Finland Karelia University of Applied Sciences Thys Paul Finland Tampere University Vanderperre Patrick Finland Karelia University of Applied Sciences Vanwyck Jacques Duitsland Hochschule für Wirtschaft und Technik IWT Buyst David Oostenrijk Fh Joanneum Gesellschaft Mbh De Meyer Berlinde UK Canterbury Christ Church University De Muynck Sylvie UK University Of Abertay Dundee De Winne Davy Oostenrijk Fh Joanneum Gesellschaft Mbh De Winne Davy Portugal Escola Superior De Educacao De Paula Frassinetti Debbaut Patrick Griekenland Polytechnio Kritis Deprez koen Spanje Universitat De Girona Dierick Jan Oostenrijk Fh Joanneum Gesellschaft Mbh Goeminne Joachim UK University Of Abertay Dundee Merckx Dirk Frankrijk Universite Claude Bernard - Lyon 1 Peters David Oostenrijk Fh Joanneum Gesellschaft Mbh Picalausa Kevin Oostenrijk Fh Joanneum Gesellschaft Mbh Stifkens Kathleen Turkije Istanbul Kultur Universitesi Tency Inge Zweden Goteborgs Universitet Thomas Dirk Nederland Christelijke Hogeschool Ede Timmermans Saskia Nederland Hogeschool Ipabo Amsterdam Van Assche Kristien Portugal Escola Superior De Educacao De Paula Frassinetti Van Assche Kristien Oostenrijk Fh Joanneum Gesellschaft 166

168 Mbh Van der Aa Chris Turkije Istanbul Kultur Universitesi Vanderper Hilde UK University Of Abertay Dundee Verstraete Leen Turkije Istanbul Kultur Universitesi Onderwijs Callebaut Ine Nederland Hogeschool Ipabo Amsterdam Callebaut Geert Turkije Kocaeli Universitesi Sociaal-Agogisch Werk De Wilde Johan Frankrijk Ecole Normale Superieure De Lyon Hempen Bart Turkije Uludağ Universitesi Sondervorst Raf Polen Politechnika Radomska Van Cauwenberghe Lieve Ierland Saint-Nicholas Montessori College Vanleke Michèle Turkije Uludağ Universitesi Vrancken Bie Ierland Saint-Nicholas Montessori College Dierickx Emke Denemarken University College Copenhagen Gulinck Nele Finland Humak University of Applied Sciences Meys Frank Nederland Hogeschool Arnhem- Nijmegen Stevens Raf Noorwegen Oslo and Akershus University College Van de Velde Kristien Nederland Hogeschool Arnhem- Nijmegen ATP Debrabandere Stefaan Ierland IT Sligo Debrabandere Stefaan Oostenrijk Fachochschule Salzburg De Ridder Anneleen Duitsland University of Hildesheim Derks Stefanie Duitsland University of Hildesheim 8.7. Netwerken In het kader van deze netwerken worden tal van activiteiten ontwikkeld: uitwisseling van studenten en lesgevers, projecten, werkgroepen en conferenties. De hogeschool is lid van professionele organisaties en netwerken met internationale activiteit, bv. de European Association for International Education (EAIE) en National Association of Foreign Student Advisers (NAFSA). De Onderwijsgroep Professionele Opleidingen maakt deel uit van internationale organisaties: 167

169 Studiegebied Gezondheidszorg Biomedische Laboratoriumtechnieken De opleiding Biomedische Laboratoriumtechnieken is lid van het European Academic Network of Biomedical Sciences ( Ergotherapie De opleiding ergotherapie is lid van ENOTHE. Hier zijn we vooral bezig met het tunen van de noodzakelijke competenties voor de ergotherapeut op bachelor, master en phd niveau. Verder ontstaan heel wat initiatieven zoals oa ons Grundtvig project ELSITO ( ) in de schoot van dit netwerk. Het ENOTHE netwerk organiseert elke jaar opnieuw een meeting waar de ERASMUS partners op aanwezig zijn. Overleg met de Erasmus partners is hier aan de orde maar ook nieuwe potentiële partners zijn hier steeds in vivo te contacteren. Medische Beeldvorming Sinds september 2007 lid van ERG, the Erasmus Radiography Group. Leden van de ERG verzorgen Engelstalige modules voor inkomende Erasmusstudenten. De opleiding MB van HUB neemt het voorzitterschap op in EFRS: Binnen de European Federation of radiographers societies is HUB lid van de educatieve vleugel (HENRE) Tot maart 2014 zit de HUB in het managementteam. Optiek & Optometrie Lid van AEUSCO (Association of European Universities, Schools and Colleges of Optometry) die alle Europese opleidingscentra van het hoger niveau verenigt; De AEUSCO werd opgericht in 1979 met als doelstelling in heel Europa de Optometrieopleidingen te harmoniseren, te verbeteren en te promoten. Verpleegkunde Lid van het FLORENCE netwerk ( dat een groepering is van 37 hogescholen en universiteiten in 18 Europese landen op het gebied van verpleegkunde. Sedert 2004 neemt HUB-KAHO het voorzitterschap van het netwerk waar. Candice De Windt is de contactpersoon. Voedings- en dieetkunde De opleiding Voedings- en dieetkunde is lid van het thematisch netwerk DIETS2 (Dietians Improving Education Training Standards across Europe). Studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Het studiegebied is lid van het netwerk Space. Het is de bedoeling om via dit netwerk nieuwe partners voor de opleiding te ontdekken en zo betrokken te worden bij kortlopende of langlopende projecten die andere partners al hebben. 168

170 Studiegebied Onderwijs Lid van INTERACTUM Vlaams-Nederlandse werkgroepen rond bestuurlijke samenwerking, mentoren opleiding, rechtspositie van leraren, curriculumontwikkeling en profiel van lerarenopleiders. Binnen dit netwerk kwam de International Class tot stand; Lid van ETEN, European Teacher Education Network. ETEN werkt aan een strategisch plan waarin zowel de kwantiteit als de kwaliteit van uitwisseling, onderzoek en ontwikkeling beoogd wordt. Binnen dit netwerk kwam het IP Einstein tot stand; Lid van Kastalia. Europees netwerk van 16 partners in 10 landen die de uitwisseling van studenten en personeel wil faciliteren. Studiegebied Sociaal-Agogisch Werk Orthopedagogie Lid van FESET (European Association of training Centres for Socio-Educational Care - Work/Association Européenne des Centres de Formation au Travail Socio-Educatifs). Meer dan 100 hogescholen uit vijftien verschillende Europese landen zijn lid. Tijdens de congressen en seminars die beide tweejaarlijks georganiseerd worden, ontstaan netwerken die dan minstens één keer per jaar een netwerkmeeting hebben. Sociaal Werk Lid van EASSW (European Association Schools Social Work) en IASSW (International Association Schools Social Work) Samenwerkingsovereenkomsten met buitenlandse hogescholen of universiteiten (bilateraal en multilateraal) Bij het afsluiten van een inter-institutioneel akkoord (IIA) wordt eerst nagegaan of de instelling beschikt over een European Charter for Higher Education (ECHE) en de ECTS-principes toepast. Bovendien is de gelijkwaardigheid (niveau) en compatibiliteit van de buitenlandse opleidingen met de onze belangrijk. Er moet een voldoende onderwijsaanbod voor onze studenten zijn en de onderwijsfilosofie dient voor een minimum in dezelfde lijn te liggen (onder meer i.v.m. ondernemend leren, projectgericht en activerende werkvormen). Op regelmatige basis worden de partnerinstellingen geëvalueerd, maar in de loop van het laatste jaar van het IIA wordt grondig geëvalueerd, met het oog op een eventuele verlenging van het contract. Specifieke criteria bij de evaluatie van de partnerinstellingen zijn: de kwaliteit van het onderwijs, de compatibiliteit van de opleiding (onderwijsaanbod en vormen) en de kwalitatieve dienstverlening aan onze uitgaande studenten en docenten. Voor de opvang van onze studenten en docenten hechten wij - behalve aan het studieprogramma - belang aan: onthaal, huisvesting, informatie vooraf, informatie ter plaatse, organisatie colleges, organisatie nevenactiviteiten. Ook belangrijk is dat de partnerinstellingen hun eigen studenten voldoende op de hoogte brengen van het onderwijssysteem in Vlaanderen, dat ze infopakketten doorgeven aan de studenten en hen begeleiden bij het invullen van application forms en de bijbehorende documenten. 169

171 8.9. Intensieve programma s Intensieve programma s zijn Europese cursussen van 2 à 3 weken georganiseerd binnen het LLP-Erasmus programma van de EU. In lopen er zeven dergelijke programma s binnen de professionele bachelorsopleidingen van de HUB-KAHO. 27 HUB-KAHO studenten namen in deel aan een Intensief Programma: Naam IP Opleiding Studenten Locatie ICEME (Innovative, Creative and Entrepreneurial Methods in Education) BASO 4 Izmir, Turkije Sustainable Development BASO 4 Zagreb, Kroatië Images of Citizenship (The meaning of Citizenship education in a globalizing World) Sports for Tourist Animation at a Seaside Resorts Urban Sports Events as a Tourism Product Multilateral roles Of Teachers in International Vocational Education BASO 4 Leeuwarden, Nederland BASO LO 3 Kiten, Bulgarije BASO LO 4 Tryavna, Bulgarije BASO 1 Praag, Tsjechië BASO-LO 3 Praag, Tsjechië ICHCI VP 4 Lissabon, Portugal Kort Opleidingsinitiatief (VLIR-UOS-KOI) In werd er binnen de professionele opleidingen van de HUB-KAHO één KOI project uitgevoerd door de opleiding medische beeldvorming in maart deelnemers uit 12 landen in ontwikkeling volgen aan HUB-KAHO een in-service cursus rond stralingsbescherming. Deelnemer Land Instelling 1 Ethiopië Addis Ababa University 2 Filipijnen Philippine Childrens Medical Center 3 Ghana KORLE-BU TEACHING HOSPITAL 4 India SMS Medical College & Hospitals 5 Kenya Kenyatta National Hospital 6 Malawi Kamuzu Central Hospital 7 Nepal T.U. Teaching Hospital, Department of Radiology, 8 Rwanda Kigali Health Institute 9 Rwanda Kigali Health Institute 10 Tanzania Muhimbili orthopaedic institute (MOI) 11 Togo Centre Hospitalier Universitaire (CHU) CAMPUS 12 Uganda Makerere University 13 Uganda Mulago national referral and teaching hospital 14 Zimbabwe Parirenyatwa Group of Hospitals 15 Zimbabwe Ministry of Health-University of Zimbabwe 170

172 8.11. Andere internationaliseringsinitiatieven in samenwerkingsverband Erasmus Mundus STETTIN Project Het Erasmus Mundus STETTIN Project is een samenwerkingsverband bestaande uit Europese instellingen en de ACS-landen (Afrika, de Caraïben en landen uit de Stille Oceaan). Het is gericht inter-institutionele samenwerking voor lerarenopleidingen in wetenschappelijke richtingen. Dit project wordt gefinancierd door de Europese Commissie via het Erasmus Mundus Actie 2-programma, een programma dat de samenwerking tussen de Europese Unie en derde wereld landen bevordert. De specifieke doelstellingen van het programma zijn: - Een bijdrage leveren aan de wederzijdse verrijking van samenlevingen en het opdoen van vaardigheden om een betere positie op de arbeidsmarkt te verwerven; - Het bevorderen van de mobiliteit van studenten uit derde wereld landen naar Europa om meer kwalificaties en/of ervaring te verkrijgen;bijdragen aan de ontwikkeling van menselijke capaciteit voor internationale samenwerking van het hoger onderwijsinstellingen in Europa en in derde wereld landen. Meer info: 171

173 172

174 173

175 Deel III - ONDERZOEK 1. ONDERZOEKSBELEID EN ORGANISATIE 1.1. Algemeen beleid en visie De visie op onderzoek in de professionele bacheloropleidingen van Odisee stemt overeen met deze zoals uitgewerkt in de visietekst praktijkgericht onderzoek in het professioneel hoger onderwijs: een bijdrage tot innovatie en beroepsbewustzijn (2006), en het raamreglement praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek (2012) van de associatie KU Leuven. Belangrijke kenmerken van praktijkgericht onderzoek zijn: a. het dient relevant te zijn voor één of meerdere opleidingen van de hogeschool, b. het dient in te gaan op een vraag die relevant is voor het werkveld, en c. er dient een wetenschappelijk verantwoorde methodologie gevolgd te worden bij het beantwoorden van deze vraag. In volgende paragrafen wordt stil gestaan bij 4 actiepunten uit 2014: 1. Uitwerken van een gemeenschappelijke visie op Praktijkgericht Onderzoek in de hogeschool Op basis van gesprekken met de directeurs van de studiegebieden en besprekingen in de onderzoeksraad werd een eerste versie van een visietekst praktijkgericht onderzoek opgesteld. Deze werd in meerdere rondes aangevuld en aangepast door de studiegebieden en de onderzoekers, onder meer via hun vertegenwoordiging in de onderzoeksraad. In oktober 2014 werd de visietekst goedgekeurd door het bestuurscollege PO. Doel is om in 2015 deze tekst in elk studiegebied door te vertalen en aan te vullen met een concrete beschrijving van speerpunten. In tweede instantie werd er overleg gevoerd over een beperkt aantal beleidsopties voor de komende 5 jaar i.v.m. praktijkgericht onderzoek voor de volledige hogeschool. De bespreking daarvan zal in 2015 gefinaliseerd worden. 2. Verbetering van de administratieve en financiële projectopvolging. Via de invoering van aparte kostenplaatsen per PWO-project en per extern gefinancierd project, in combinatie met de koppeling van onderzoekers (% VTE onderzoek) aan deze kostenplaatsen in de personeelsdatabank (actief sinds augustus 2014) werd de financiële opvolging van projecten verbeterd. De koppeling tussen personeel en onderzoeksprojecten werd in 2014 veelvuldig besproken met de financiële dienst en de personeelsdienst. Dit om het mogelijk te maken om de loonkosten in 2015 of 2016 maandelijks per project te kunnen boeken. In 2014 gebeurde dit per trimester. In tweede instantie werd alle expertise rond administratief projectbeheer gebundeld in één dienst. Dit resulteerde in een nieuwe dienst die de onderzoeksprojecten en de onderwijskundige en dienstverlenende projecten administratief opvolgt. De dienst heet dienst onderzoek en projectbeheer en omvat de medewerkers uit de voormalige dienst onderzoek en 2 medewerkers uit de voormalige dienst cel voor internationalisering en projecten, CIPPO. 174

176 3. Stimuleren van extern gefinancierd onderzoek Via een lijst op het intranet worden nieuwe projectoproepen gecommuniceerd. Geïnteresseerde docenten kunnen zich abonneren op wijzingen op die lijst en krijgen zo deze info toegestuurd. Ook worden bepaalde oproepen gericht per mail doorgestuurd naar specifieke onderzoekers met een interesse aansluitend bij het domein van de oproep. Om lectoren te stimuleren dossiers op te stellen voor externe financieringskanalen werd een deel van de middelen verkregen door recuperatie van bedrijfsvoorheffing van onderzoekers aangewend ter financiering van voorbereidingsprojecten ( per studiegebied). Het gaat om 1-jarige projecten waarvan de finaliteit is een beperkt aantal onderzoekstappen te zetten zodat er een aanvraag kan worden opgemaakt voor een extern financieringskanaal. De modaliteiten worden later in deze tekst uitgelegd. In het najaar 2013 werd zo n oproep gelanceerd per studiegebied. De selectie van de projecten was een verantwoordelijkheid van het studiegebied zelf. Uit de evaluatie van deze werkwijze bleek dat het onderzoekskarakter van de aanvragen niet overal even sterk gold als selectiecriterium. In het voorjaar 2014 werd werk gemaakt van een nieuwe oproep. De organisatie van de selectie ligt opnieuw in handen van elk studiegebied, maar de procedures werden a priori gescreend door de onderzoeksraad: elk studiegebied werkte een procedure uit die ervoor zorgt dat er enkel projecten geselecteerd worden die onderzoek betreffen, innovatief zijn, een goede return-oninvestment ratio hebben, aansluiten bij het onderzoeksbeleid van het studiegebied en bij het vooropgestelde financieringskanaal. De procedures werden besproken op en bekrachtigd door de onderzoeksraad in sept De nieuwe oproep werd gelanceerd rond de jaarwisseling Het effect van de eerste ronde zal in 2015 geëvalueerd worden. 4. Opstarten van een nieuwe PWO-ronde, in samenwerking met LUCA In 2014 werd een nieuwe oproep voorbereid voor het selecteren en opstarten van PWOprojecten. De voorbereidingen verliepen in nauw overleg met de prof. Opleidingen van LUCA School of Arts. Doel was om onderzoekers te stimuleren projecten uit te werken waarin een samenwerking gerealiseerd wordt tussen Odisee en LUCA. De samenwerking met LUCA werd ook op vlak van het beheer van de PWO-middelen verder uitgediept door de aanwerving van een gemeenschappelijk personeelslid. In LUCA is zij verantwoordelijk voor de PWO-middelen, in Odisee voor het onderzoek en onderzoeksbeleid in het studiegebied IWT-BT. Doel is om expertise te delen en het beheer van de onderzoeksmiddelen zo efficiënt als mogelijk aan te pakken. De PWO-oproep werd gelanceerd op 1 september 2014, de eerste ronde werd gefinaliseerd op 16 december. In totaal werden 29 voorstellen ingediend. 16 hiervan stroomden door naar de 2de ronde. 175

177 2. UITVOERING 2.1. Organisatie Algemeen Odisee is opgedeeld in 5 onderzoeksgroepen. Per studiegebied in de PO is er één onderzoeksgroep: Gezondheidszorg, Bedrijfskunde, Industriële Wetenschappen en Technologie & Biotechniek (omvat 2 studiegebieden, daar we maar 1 opleiding hebben binnen het studiegebied Biotechniek, wordt dit intern behandeld als 1 onderzoeksgroep), Onderwijs en Sociaal Agogisch Werk. Elke onderzoeksgroep heeft een verantwoordelijke onderzoek, die het onderzoek stimuleert, ondersteunt en mee opvolgt. De directeurs van de studiegebieden zijn verantwoordelijk voor het onderzoeksbeleid in de onderzoeksgroep. Overkoepelend is er een onderzoeksraad. De onderzoeksraad PO heeft een adviserende functie t.a.v. het bestuurscollege PO en de directie voor alle materies met betrekking tot onderzoek in de professionele opleidingen van de Odisee. De onderzoeksraad PO is samengesteld uit de 5 verantwoordelijken van de onderzoeksgroepen, de coördinatoren van de kernen (onderzoekscentra), de stafmedewerker onderzoeksadministratie, een lid van de KU Leuven, campus Brussel, en een voorzitter (diensthoofd onderzoek en projectbeheer). De onderzoeksraad PO kwam in keer samen. Volgende onderwerpen werden besproken tijdens de bijeenkomsten van de onderzoeksraad PO: Visie en beleidsopties rond praktijkgericht onderzoek Uitwerken van PWO-oproep in samenwerking met LUCA (professionele opleidingen) Stimuleren van extern gefinancierd onderzoek: evaluatie van de eerste ronde van PWO-voorbereidingsprojecten en uitwerken en lanceren van de tweede ronde Praktische items over onderzoek: personeelsbeleid, rapportering, RBV-lijsten onderzoekers, financiële opvolging van projecten, Terugkoppeling uit andere vergaderingen (Associatieraad voor Onderzoek en Innovatie, commissie wetenschapsbeleid VRWI en Werkgroep Onderzoek van VLHORA) Onderzoeksbeleid per studiegebied Onderzoeksgroep SAW De onderzoeksgroep SAW omvat 4 opleidingen. Onderzoekers uit de opleidingen Bachelor in de Gezinswetenschappen en Bachelor in de psychosociale gerontologie werken erg nauw samen in de kern Kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen. Deze kern verricht onderzoek naar gezinsrelaties, opvoeding(sondersteuning) en ontwikkeling. Men bekijkt er hoe een betere ondersteuning van gezinnen en gezinsbeleid kan ontwikkeld worden. Familieparticipatie in het jeugdwerk, en expertisedeling rond noden van kinderen bij echtscheiding zijn recente voorbeelden. Een tweede focus is (super)diversiteit. Het HIG speelt een stimulerende rol om binnen en buiten de instelling de discussie hieromtrent inhoudelijk te stofferen. Het instituut legt in dit kader o.a. de link tussen opvoedingsidealen en levensbeschouwing. Een derde focus betreft de niet enkel kwetsbare, maar ook competente oudere. Narratieve methodiekontwikkeling en het ondersteunen van mantelzorgers waren twee voorbeeldthema s in dit verband. 176

178 Binnen de opleiding Bachelor in de orthopedagogie richt het onderzoek zich reeds enkele jaren op het thema inclusie en handicap, en krijgt het subthema ouderen met een handicap extra aandacht. Vanuit de aandacht voor inclusie is samenwerking gezocht met de lerarenopleiding en een gemeenschappelijk OOF-project opgestart rond inclusieve stages i.s.m. UCLL. Binnen de opleiding Sociaal Werk is de rode draad het actieve burgerschap in verschillende sociale contexten, en Brussel in de eerste plaats. Herstelrecht, digital storytelling, transmigratie en civic crowdfunding zijn thema s waar burgers rond geactiveerd worden. In 2014 werd een nieuwe kern opgericht gericht om Brussel en grootstedelijk beleid praktijk- en buurtgericht te benaderen. Onderzoeksgroep Onderwijs De onderzoeksgroep Onderwijs omvat ook 4 opleidingen: Bachelor kleuteronderwijs, Bachelor lager onderwijs, Bachelor secundair onderwijs en Bachelor na Bachelor schoolontwikkeling. In 2014 werd binnen de onderzoeksgroep onderwijs stilgestaan bij de rol van onderzoek in onderwijs en werd een professionaliseringstraject ingericht i.v.m. onderzoek begeleiden in de lerarenopleiding. De organisatie van onderzoeksnamiddagen (3 tot 4 per jaar) creëerden een onderzoek-leergemeenschap waarin beleid, netwerken en inhoudelijke verdieping centraal staan. De belangrijkste accenten binnen het studiegebied in verband met onderzoek werden verder geclusterd in 2 rubrieken: Wetenschap en techniek: Dit omvat thema s als inquirybased science education, reflectie over wetenschappen, conceptbuilding, de onderzoekende houding van de leraar en lerarenopleider. Talentontwikkeling, zowel bij leerkrachten als bij leerlingen: Hieronder vallen onderwerpen zoals de sociaal-emotionele ontwikkeling en welbevinden van leerlingen, diversiteit en inclusie, taalontwikkelend lesgeven, en aanvangsbegeleiding van startende leerkrachten. Binnen beide thema s werden nieuwe projecten opgestart. Onderzoeksgroep Gezondheidszorg Deze groep omvat 9 opleidingen (biomedische laboratoriumtechnieken, ergotherapie, medische beeldvorming, optiek & optometrie, verpleegkunde, voedings- en dieetkunde, vroedkunde, intensieve zorgen en spoedgevallen zorg (banaba) en palliatieve zorg (banaba)). Het onderzoek werd geclusterd in 2 thema s Onderwijsinnovatie en zorg. Hieronder vallen projecten die focussen op een versterking van het onderwijs aan onze bachelors uit het studiegebied gezondheidszorg. Optimalisatie van zorg. Hierbij focussen we op projecten die bepaalde handelingen en technieken evalueren en optimaliseren. Het kan zowel gaan om eerder technische of zorgverstrekkende handelingen als technologische elementen die de zorg voor patiënten verbeteren. Bijkomend was er extra aandacht voor de rol en de mogelijkheden van bachelorproeven voor het opstarten van nieuw praktijkgericht onderzoek. Hierbij werden onder meer samenwerking met preferentiële partners uit het werkveld en de wetenschappelijke wereld bestudeerd. 177

179 Onderzoeksgroep Bedrijfskunde Deze groep omvat opleidingen in bedrijfskunde, office management en toegepaste informatica. Zij vernauwden hun onderzoeksfocus tot het thema 'entrepreneurship & management in KMO's en familiale ondernemingen' en het te ontwikkelen thema 'duurzaamheid'. Vanuit dit thema werd samenwerking tot stand gebracht met het studiecentrum voor Ondernemerschap en familiebedrijven van de KU Leuven, Campus Brussel. De belangrijkste taakstelling voor 2014 blijft het verder uitbouwen van het onderzoek en het aantal projecten verhogen. Hiervoor werden meerdere projectaanvragen uitgewerkt met diverse partners uit het werkveld en de wetenschappelijke wereld. De focus ligt sterk op (Europese) projecten die een directe meerwaarde opleveren voor de betrokken opleidingen Onderzoeksgroep IWT & BT Deze groep omvat een 7 opleidingen uit het studiegebied IWT en 1 uit het studiegebied Biotechniek. Het onderzoek is voor een belangrijk deel gebundeld in 2 kernen: SALTO, met een focus op duurzame, ethisch verantwoorde omgang met de hulpbronnen in agro- en biotechnologie DUBIT, met een focus op energierationeel en duurzaam bouwen en het bouwteam. Dit is een nieuwe kern die in september 2013 opstartte en aan de opleidingen Bouw, Vastgoed en Elektromechanica op de campus Dirk Martens te Aalst gelieerd is. In dit studiegebied wordt het onderzoeksbeleid gesteund door een studiegebiedonderzoeksraad waarin alle opleidingen vertegenwoordigd zijn. Om samenwerkingen tussen onderzoekers van Odisee IWT&BT en de professionele opleidingen van LUCA School of Arts concreter vorm te geven, werd een verantwoordelijke onderzoek aangenomen die ook aangesteld is als PWO-coördinator bij LUCA School of Arts Personeel De onderzoeksopdracht van personeelsleden wordt jaarlijks in de taakinvulling vastgelegd. Alle onderzoekers binnen de professionele opleidingen van de Odisee zijn verbonden aan één onderzoeksgroep (Onderwijs, Sociaal-Agogisch Werk, Bedrijfskunde, IWT-BT of Gezondheidszorg), of aan een onderzoekskern (i.e. Kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen, SALTO, DUBIT of Sociaal Werk). In totaal waren er 74 personeelsleden in dienst op 31 december 2014 met een onderzoeksopdracht van minimaal 20%. Bij aanwervingen wordt gestreefd naar een gezonde mix tussen onderzoeks-georiënteerde medewerkers (bv. gedoctoreerden en masters) en professioneel georiënteerde medewerkers (ervaring in het werkveld). Dit laatste om de band met de wetenschappelijke wereld en de band met het werkveld maximaal te versterken. Op dit moment beschikt ongeveer 1/4de van de onderzoekers over een doctoraat (19), en 4% over enkel een bachelor-diploma, en de 70% over enkel een master-diploma. Qua leeftijd en ervaring variëren de medewerkers van pas afgestudeerd tot meer dan 20 jaar ervaring in het werkveld of het onderwijs. Ongeveer 70% (52) van de onderzoekers zijn docenten uit de professionele opleidingen, die hun onderwijsopdracht tijdelijk inruilen voor of uitbreiden met een onderzoeksopdracht. We kunnen op dit moment spreken van een divers samengesteld korps met daarbinnen een goed evenwicht tussen de onderzoeksoriëntatie en de oriëntatie op het werkveld. 178

180 In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het personeel met een onderzoeksopdracht of onderzoek-ondersteunende opdracht op 31/12/

181 Groep Naam (achternaam, voornaam) Geslacht Diplomaniveau Diploma(s) Doctoraat in voorbereiding Departement/ Onderzoekseenheid** Aanstelling onderzoek en ondersteuning in VTE Abeel Thomas m H1C 5 Adriaen Jurgen m U2C Bachelor in de agro- en biotechnologie, afstudeerrichting dierenzorg Licentiaat in de Motorische Revalidatie en Kinesitherapie + Master of Science in Aquaculture nvt BT 100% nvt BT 100% 1 Aerts Stefaan m Phd Doctor in de Bio-ingenieurswetenschappen nvt BT 20% 1 Algoet Marlies v U2C Licentiaat in de Germaanse Filologie nvt Onderwijs 50% 5 Ampe Stef m H1C Bachelor Maatschappelijk Werk nvt Sociaal-Agogisch Werk 95% 1 Baeten Koen m PhD Doctor in de wijsbegeerte en moraalwetenschappen nvt Sociaal-Agogisch werk - HIG 1 Balck Christel v U2C Licentiaat in de wetenschappen, groep natuurkunde nvt Onderwijs 20% 5 Beghein Stefanie v PhD Doctor in de geschiedenis nvt IWT 50% 1 Boeykens Annick v U2C Industrieel Ingenieur in de Chemie nvt IWT 20% 5 Brabant Karen v U2C Master in de psychologie + Master of Management nvt HWBK 50% 5 Broekaert Wouter m U2C Master of Science in Economics nvt 5 Claes Freya / Puissant Brigitte v U2C 1 Coenen, Stefaan m U2C Master in de Onderwijskunde / Licentiaat in de Pedagogische en Psychologische Wetenschappen Master of Science in de verpleegkunde en de vroedkunde Handelswetenschappen en Bedrijfskunde 20% 50% nvt Onderwijs 20% nvt Gezondheidszorg 20% 5 De Cuyper Ellen v U2C Master of Science in Verpleegkunde nvt Gezondheidszorg 60% 1 De Doncker Hadewijch v U2C Master in de Pedagogische wetenschappen nvt Onderwijs 20%

182 181 5 De Schrijver An m U2C Bio-ingenieur in de Cel- en Gentechnologie nvt IWT 100% 5 De Schrijver Jelle m PhD Doctor in de Wijsbegeerte nvt Onderwijs 25% 1 De Wilde Johan m U2C Licentiaat in de Pedagogische Wetenschappen nvt Onderwijs 20% 1 De Wilde Katrien v U2C Licentiaat in de Medisch-Sociale Wetenschappen Ja Gezondheidszorg 25% 1 Decoster Robin m U2C Master in het Management en het Beleid van de Gezondheidszorg Ja Gezondheidszorg 20% 5 Diels Valerie v U2C Master in de psychologie nvt Sociaal-Agogisch Werk 50% 5 Dumez Filip m U2C Licentiaat in de medisch-sociale wetenschappen nvt Gezondheidszorg 50% 1 Emmery Kathleen v U2C Master in de Criminologie nvt 5 Frère Griet v U2C Master in de geschiedenis + Master of Arts in de culturele studies 1 Geldof Dirk m PhD Doctor in de Sociale Wetenschappen nvt 1 Germonpré Sofie V U2C 1 Gillis Katrin v U2C Master Management en Beleid in de Gezondheidszorg Master of Science in de verpleegkunde en vroedkunde Sociaal-Agogisch werk - HIG 50% nvt Onderwijs 20% Sociaal-Agogisch werk - HIG 23% nvt Gezondheidszorg 50% nvt Gezondheidszorg 20% 5 Govaerts Wim m U2C Landbouwkundig Ingenieur nvt BT 30% 5 Gulinck Nele v H1C Bachelor Sociaal Assistente nvt Sociaal-Agogisch Werk 25% 1 Henssen Bart m PhD Doctor Economische Wetenschappen nvt Handelswetenschappen en Bedrijfskunde 5 Huysmans Minne m U2C Master Agogische Wetenschappen nvt Sociaal-Agogisch Werk 50% 1 Jans Lysbeth v U2C 5 Kenis Paul m U2C Licentiaat in de Taal-en Letterkunde: Germaanse Talen + Gediplomeerde in de Aanvullende Studies van Culturele Studies Master of Science in de industriële wetenschappen: landmeten + Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde 70% nvt Onderwijs 20% nvt IWT 100%

183 182 5 Lafrarchi Naima v U2C Master in de rechten, master opleidings- en onderwijswetenschappen, master onderwijskunde nvt Sociaal-Agogisch Werk - HIG 1 Lamote Frederik m PhD Doctor in de Sociale en Culturele Antropologie nvt Sociaal-Agogisch Werk 40% 5 Lechkar Iman v PhD Doctor in de sociale en Culturele Antropologie nvt Sociaal-Agogisch Werk 40% 5 Leenders Rien m U2C Master of Science in de industriële wetenschappen: energie 6 Luyten Dirk m PhD Doctor in de Sociale Wetenschappen nvt 5 Maarten Stul m U2C Master of Science in de industriële wetenschappen: energie 30% nvt IWT 100% Sociaal-Agogisch Werk - HIG 47,5% nvt IWT 100% 5 Malfliet Sofie v U2C Industrieel Ingenieur in de Chemie nvt Gezondheidszorg 20% 1 Meeus Steven m U2C Bio-ingenieur in het Land- en Bosbeheer nvt BT 20% 5 Meeus Wouter m U2C Licentiaat in de biologie + gediplomeerde in de aanvullende studies van aquacultuur + gediplomeerde in de gespecialiseerde studies van aquacultuur 5 Morreel Evelyn v U2C Master in de Pedagogische Wetenschappen nvt Ja BT 100% Sociaal-Agogisch Werk - HIG 1 Musch Liza v U2C Licentiaat in de Gerontologie nvt Gezondheidszorg 20% 1 Nys Kristien v PhD Doctor in de Pedagogische wetenschappen nvt Sociaal-Agogisch Werk - HIG 1 Peeters Marcus m U2C Burgerlijk ingenieur bouwkunde nvt IWT 20% 1 Reynders Alexandre m U2C Master in de sociologie, master in European integration and development 1 Rigo Adelheid v PhD Doctor in de Wijsbegeerte nvt ja Sociaal-Agogisch Werk - HIG Sociaal-Agogisch Werk - HIG 1 Roelant Ella v Phd Doctor in de wetenschappen: wiskunde nvt BT 20% 5 Rondelez Pieter m U2C Master of Conflict and development nvt Sociaal-Agogisch Werk - HIG 1 Ryckx Johan m U2C Industrieel ingenieur in de bouwkunde nvt IWT 20% 1 Schrooten Mieke v U2C Master in de Sociale en Culturele Antropologie nvt Sociaal-Agogisch Werk 25% 1 Smits Dirk m PhD Doctor in de Psychologische wetenschappen nvt Groep PO 100% 1 Taelman Helena v Phd Doctor in de Taal- en Letterkunde nvt Onderwijs 55% 100% 55% 25% 20% 80%

184 183 1 Tency Inge v PhD Doctor in de Medische Wetenschappen nvt Gezondheidszorg 30% 1 Tijtgat Pieter m Phd Doctor in de Lichamelijke Opvoeding nvt Onderwijs 50% 1 Van Crombrugge Hans m PhD Doctor in de Pedagogische wetenschappen nvt Sociaal-Agogisch Werk - HIG 5 Van Delsen Bart m U2C Bio-ingenieur in de milieutechnologie nvt IWT 30% Van der Veken Jozef Van Houcke Jannes Van Langenhove Filip Van Moorhem Marijke Van Puyenbroeck Joris Van Severen Lieve Vandermeersch Stijn m PhD Doctor in de genees-, heel- en verloskunde nvt Gezondheidszorg 25% m H1C Bachelor in de chemie Biochemie nvt IWT 30% m U2C Master in de Architectuur nvt IWT 50% v PhD Doctor in de Biomedische Wetenschappen nvt Gezondheidszorg 50% m PhD Doctor in de Pedagogische wetenschappen nvt Sociaal-Agogisch Werk 50% v Phd Doctor in de taalkunde nvt Onderwijs 55% m U2C Master of science in de industriële wetenschappen: bouwkunde 40% nvt IWT 100% 1 Verbeke Hugo m PhD Doctor in de wetenschappen nvt Groep PO 80% 4 Verhelst Lucas m U2C Licentiaat in de Politieke en Sociale Wetenschappen nvt Gezondheidszorg 20% 1 Verhertbrugge Danny m U2C Industrieel Ingenieur elektromechanica nvt IWT 20% 5 Verstappen Hilde v U2C Licentiaat in de Geschiedenis nvt Gezondheidszorg 50% 5 Verstichele Meggie v U2C Master in de Pedagogische wetenschappen, afstudeerrichting Orthopedagogiek nvt Onderwijs 50% 1 Vervaecke Hilde v Phd Doctor in de wetenschappen nvt BT 30% 1 Vicca Jo v Phd Doctor in de Diergeneeskundige wetenschappen nvt BT 20% 1 Wiewauters Claire v U2C Master in de Pedagogische wetenschappen nvt 5 Witaeckx Sophie v U2C Master in de Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen, Master in de Afrikaanse talen en culturen, Master na master in internationale politiek ja Sociaal-Agogisch Werk - HIG Sociaal-Agogisch Werk - HIG 5 Ysenbaert Joke v U2C Master Pedagogische Wetenschappen nvt Onderwijs 60% 30% 40%

185 Groep 5 5. contractueel personeel: verbonden aan departement/studiegebied of onderzoeksgroep en gefinancierd met onderzoeksmiddelen 184 Legende Gegevens van statutair personeel: Groep 1 Groep 4 1. Praktijklectoren/hoofdpraktijklectoren/lectoren/hoofdlectoren (ev. docenten/hoofddocenten/hoogleraren) belast met onderzoek in professionele bachelor en gefinancierd met onderzoeksmiddelen (PWO-gelden) of werkingsuitkeringen 4. ATP toegewezen aan departement/studiegebied of onderzoekseenheid of op overkoepelend niveau belast met ondersteunende taken m.b.t. onderzoek Gegevens van contractueel personeel: Groep 6 6. Gastprofessoren Diplomaniveau Doctoraat PhD Tweede cyclusdiploma universiteit Tweede cyclusdiploma hogeschool Eerste cyclusdiploma hogeschool U2C H2C H1C

186 3. KWALITEITSZORG Binnen de associatie KU Leuven werd in 2004 een raamreglement opgesteld i.v.m. Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek. In 2012 werd dit raamreglement aangepast. Op basis van besprekingen in de Associatieraad voor Onderzoek en Innovatie werd dit reglement in 2014 aangevuld met een nieuwe visietekst. Deze zal begin 2015 goedgekeurd worden door de raad van bestuur van de Associatie KU Leuven. Dit associatiereglement is binnen de hogeschool aangevuld met een eigen reglementair kader voor de besteding van de middelen voor Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek. Dit reglement omvat het hele proces van selectie van PWO-projecten over het monitoren van PWO-projecten en het afronden ervan (incl. rapportage). In het licht van de PWO-oproep , en de oproep voor PWO-voorbereidingstrajecten werd het interne PWO-reglement uitgebreid en aangepast PWO-voorbereidingsprojecten In 2013 werden PWO-voorbereidingsprojecten in het leven geroepen. PWO-voorbereidingsprojecten worden gefinancierd met de PWO-middelen en/of de centrale middelen verkregen via de recuperatie van de bedrijfsvoorheffing van PWO-onderzoekers. In een PWO-voorbereidingsproject kunnen diverse onderzoeksdaden ontplooid worden dewelke noodzakelijk zijn om een degelijk onderbouwd onderzoeksvoorstel voor een extern financieringskanaal uit te werken. Het project duurt maximaal 1 jaar, en wordt opgevolgd door de verantwoordelijke onderzoek van het betrokken studiegebied. Het leidt minimaal tot het indienen van een degelijk uitgewerkt projectvoorstel bij een extern financieringskanaal. De selectiecriteria voor een PWOvoorbereidingsproject, ronde zijn: 1. Onderzoeksthema is relevant voor de speerpunten (in wording) en kernen van de onderzoeksgroep, 2. Het voorgestelde onderzoek is innovatief van aard en past bij de voorgesteld financieringskana(a)l(en), 3. Het gaat om een voorstel tot het uitschrijven van een extern gefinancierd onderzoeksvoorstel (met onderzoeksvraag en methode). Erasmus+ aanvragen Key Actie 1, komen hierom a priori niet in aanmerking. 4. De verhouding tussen het aangevraagde budget voor voorbereidingsproject en het potentiële extern te verwerven budget voor de instelling is minimaal ½. Voor de tweede oproep werd het eerste en derde criterium aangepast: 1. Het projectvoorstel behelst een onderzoeksvoorstel (zie visietekst praktijkgericht onderzoek Odisee voor criteria) 3. Het onderzoeksthema is relevant i.f.v. het onderzoeksbeleid van de onderzoeksgroep, Voor beide oproepen werd telkens een budget van voorzien, exclusief overhead, per studiegebied. De aangevraagde personeelsmiddelen konden enkel binnen Odisee besteed worden. De selectie van deze projecten verloopt per studiegebied aan de hand van een procedure opgesteld door het studiegebied. De procedure is a priori voorgesteld en besproken op de onderzoeksraad. Elke procedure waarborgt dat geselecteerde voorstellen aan bovenstaande voorwaarden zullen voldoen. De onderzoeksraad gaat na of bij elke selectieronde de a priori opgestelde procedure gevolgd is en kan een positief of negatief advies overmaken aan het bestuurscollege. Het bestuurscollege beslist dan op basis van de budgettaire grenzen van de oproep en het advies van de onderzoeksraad (rangorde en voorstel van selectie per studiegebied) welke PWO-voorbereidingsprojecten vanaf februari 2014 of februari 2015 kunnen starten. 185

187 3.2. PWO-projecten De inhoudelijke voortgang van elk PWO-project wordt opgevolgd door een stuurgroep per project met leden uit de wetenschappelijke wereld en het werkveld. De stuurgroep van elk PWO-project kwam minimaal één keer samen in 2014 en formuleerde adviezen met betrekking tot het onderzoek (evaluatie van afgewerkt deel en adviezen i.v.m. gepland onderzoek). Bijkomend werd 2 keer per jaar door de dienst onderzoek PO een verslag van de vorderingen in het project opgevraagd en vergeleken met de planning uit het voorstel. Extern gefinancierde onderzoeksprojecten werden opgevolgd conform de overeenkomst met de financier. Voor onderzoekers gefinancierd via de werkingsuitkeringen of via de middelen verkregen via recuperatie van bedrijfsvoorheffing werd tegen oktober 2014 een verslag opgevraagd van de onderzoeksactiviteiten verricht in de periode september september Tevens werd hen gevraagd dit verslag te staven met onderzoeksoutput, en de in geplande onderzoeksactiviteiten te beschrijven in de vorm van een beknopt onderzoeksvoorstel. 4. BESTEDING PWO-MIDDELEN, DEFISCALISATIEMIDDELEN, EXTERN VERWORVEN MIDDELEN VOOR ONDERZOEK 4.1. Aanwending van de interne middelen voor onderzoek (PWOmiddelen, defiscalisatiemiddelen, ) In 2014 werd het saldo van verkregen PWO-middelen besteed aan onderzoek en onderzoekscoördinatie. Deze enveloppe werd aangevuld met een deel van de middelen verkregen via de recuperatie van bedrijfsvoorheffing (terugvordering van bedrijfsvoorheffing van onderzoekers tewerkgesteld op PWO-middelen). De resterende middelen verkregen via recuperatie van bedrijfsvoorheffing werden binnen de onderzoeksgroepen besteed. Er werd bijvoorbeeld een extra onderzoeker in het kenniscentrum Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen op tewerkgesteld. Aldus werden ook deze middelen geïnvesteerd in praktijkgericht onderzoek. Via de PWO-middelen werd een omkaderingsstructuur voor het praktijkgericht onderzoek gefinancierd: 1 overkoepelend diensthoofd voor het onderzoek in de professionele bachelor opleidingen van Odisee, 1 overkoepelende stafmedewerker, en voor de 5 verantwoordelijken onderzoek (1 per studiegebied). De loonmassa voor de verantwoordelijken wordt gedeeltelijk gefinancierd via de PWO-middelen en gedeeltelijk via de werkingsuitkeringen van de studiegebieden. In 2014 liepen er in totaal 14 PWO-projecten in Odisee. 1 project liep af eind juni 2014, 1 eind september 2014, en 1 eind december. Net zoals in 2013 werd een beperkt overschot gerealiseerd op de PWO-middelen. Dit wordt overgedragen naar werkingsjaar 2015 en dit resterend budget werd samen met dat van 2012 opgenomen in de begroting van de PWO-oproep Gegeven het huidige overschot werden er hier meer projecten goedgekeurd dan de voorgaande jaren. Eind jan 2014 werden 11 voorbereidingsprojecten goedgekeurd. Deze startten effectief op tussen feb 2014 en november Ze zullen afgerond zijn tegen september Doel is dat elk project minimaal in 1 projectaanvraag uitmond. De defiscalisatiemiddelen in de studiegebieden werden besteed als versterking van lopend onderzoek, om nieuw onderzoek op te starten en ook als overbrugging tussen onderzoeksprojecten. Per onderzoeksgroep waakt een commissie samengesteld uit de directeur(s) van het studiegebied, de verantwoordelijke onderzoek en het diensthoofd onderzoek en projectbeheer over de besteding. 186

188 Voor elk project (inclusief PWO-projecten) worden overheadkosten aangerekend: 17% van personeels- en werkingsmiddelen, of het percentage opgelegd wordt door de opdrachtgever). Deze worden aangewend om algemene kosten als bureauruimte, verwarming, elektriciteit, telefonie, ondersteuning door centrale diensten, etc. te dekken. In het studiegebied IWT-BT werd een bedrag van , in het studiegebied onderwijs , in het studiegebied Gezondheidszorg van , in het studiegebied Sociaal-Agogisch Werk en in het studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde afkomstig uit de werkingsuitkeringen en de middelen gegenereerd via recuperatie van bedrijfsvoorheffing van onderzoekers de hogeschool, geïnvesteerd in praktijkgericht onderzoek, samen een investering van Het saldo van de in 2014 beschikbare middelen wordt integraal over gedragen naar 2015, temeer daar enkele projecten later opstartten dan voorzien, en de onkosten dus ook nog later dan oorspronkelijk voorzien, zullen volgen 8. Tabel: Besteding PWO-middelen en middelen gegenereerd via recuperatie van bedrijfsvoorheffing (in ) Inkomsten: Totaal ,00 PWO-enveloppe ,48 RBV-middelen, gedeelte gegenereerd via PWO-projecten ,34 Overige Inkomsten studiedagen, 846,18 TOTAAL Bestedingen ,93 Personeelskosten Structureel Directe kosten ,48 Werking centrale onderzoekscoördinatie ,77 Projecten Directe kosten ,10 Werkingskosten en uitrustingskosten ,88 SUBTOTAAL ,23 Overhead (17/117 van PWO-middelen) ,70 De inkomsten verworven via externe financiers voor onderzoek voor het jaar 2014 worden per project besproken op de volgende bladzijden. Een overzicht van in 2014 afgewerkte en lopende PWO projecten staat hieronder, met het totale budget exclusief overhead. Voor een korte inhoud van de projecten: Zie website onderzoek van Odisee: 8 Bedragen onder voorbehoud van goedkeuring van jaarrekening door directiecomité en raad van bestuur 187

189 Studiegebied Gezondheidszorg Determinanten van toepassing positionerings- en insteltechnieken en optimalisatie gebruik. Medewerker: Sofie Germonpré, Harrie Mol Studiegebied: Gezondheidszorg Looptijd: September 2013 September 2015 Partner: UGent: onderzoekscentrum Health Care Management Werkveld: diverse radiologische diensten van ziekenhuizen PWO-project Odisee ( ) Effectieve methoden voor leiderschapstrainingen Medewerker: Katrin Gillis Studiegebied: Gezondheidszorg Looptijd: Oktober 2014 September 2015 PWO-voorbereidingsproject Odisee ( ) Therapeutische werkzaamheid van glucosaminepreparaten voor artrose Medewerker: Sofie Malfliet Studiegebied: Gezondheidszorg Looptijd: Mei 2014 April 2015 PWO-voorbereidingsproject Odisee ( ) Studiegebied Sociaal-Agogisch Werk Omgevings- & en procesanalyse van gastopvang voor ouderen als startende inclusieve woonzorgvorm Medewerker: Valerie Diels, Joris Van Puyenbroeck Looptijd: November 2011 Juni 2014 Studiegebied: Sociaal-Agogisch Werk, Gezondheidszorg Partners: Pleegzorg Vlaanderen, Thuishulp Oost-Vlaanderen, Thuishulp West-Vlaanderen, Landelijke Thuiszorg Leuven PWO-project Odisee ( ,79 ) Stedelijk sociaal-agogisch werk met transmigranten: een verkenning van welzijnsnoden, (methodische) uitdagingen en kansen Medewerker: Mieke Schrooten, Dirk Geldof, Sophie Witaeckx, Frederik Lamote Looptijd: September 2013 september 2015 Studiegebied: Sociaal-Agogisch Werk Partner: Universiteit Antwerpen, Master Sociaal Werk Werkveld: Regionaal Integratiecentrum Foyer, vzw Globe Aroma, Vrouwenopvangcentrum Het Zijhuis, deelwerking CAW Metropool Antwerpen PWO-project Odisee ( ) Herstelrecht en interculturele settings in Brussel Medewerker: Erik Claes, Iman Lechkar, Minne Huysmans Looptijd: November 2013 November 2015 Studiegebied: Sociaal-Agogisch Werk Partner: KU Leuven: Linc Werkveld: Samenlevingsopbouw Brussel, Vorming Plus Citizenne, Locaal dienstencentrum het Anker, Alba vzw, Suggnomè vzw PWO-project Odisee ( ) 188

190 Bruggenbouwen binnen het studiegebied Sociaal-Agogisch Werk Medewerkers: Joeri Van Den Brande, Inge Verhaegen Looptijd: Oktober 2014 September 2015 PWO-voorbereidingsproject Odisee ( ) Ouderbetrokkenheid in sportclubs: diversiteit en betrokkenheid Medewerker: Hans Van Crombrugge Looptijd: Oktober 2014 September 2015 PWO-voorbereidingsproject Odisee ( ) Studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Succesvol ondersteunen van verandering in familiebedrijven Medewerker: Bart Henssen, Wouter Broekaert Studiegebied: Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Looptijd: oktober 2013 september 2015 Partner: KU Leuven@HUB: SVO Werkveld: VOKA/Kamer van Koophandel Halle-Vilvoorde PWO-project Odisee ( ) GoLearn&Start Medewerkers: Bart Henssen, Karen Brabant Studiegebied: Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Looptijd: oktober 2014 september 2015 PWO-voorbereidingsproject Odisee ( ) Ondernemerschap ondersteunen vanuit het hoger onderwijs Medewerkers: Bart Henssen, Karen Brabant, Joris De Lee Studiegebied: Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Looptijd: oktober 2014 september 2015 PWO-voorbereidingsproject Odisee ( ) Socio-emotionele welvaart en gedragenheid bij veranderingsprocessen Medewerkers: Bart Henssen, Wouter Broeckaert Studiegebied: Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Looptijd: oktober 2014 september 2015 PWO-voorbereidingsproject Odisee ( ) Studiegebied IWT - Biotechniek ASTACUS: Teelt van de Europese rivierkreeft Medewerkers: Stef Aerts, Thomas Abeel, Wouter Meeus, Walter Himpe en Jacques Van Der Elst Studiegebied: Biotechniek en Handelswetenschappen en bedrijfskunde Looptijd: september 2011 september 2014 PWO-project Odisee ( ,99) De meerwaarde van een energiedeskundige in het bouwteam Medewerkers: Dany Verhertbrugge, Paul Kenis, Kathleen Maes, Karen Brabant Studiegebied: Industriële Wetenschappen en Technologie Looptijd: mei 2012 oktober 2014 PWO-project Odisee ( ,82) 189

191 Optimalisatie van het gebruik van actieve droge gist bij de hoofdgisting en de hergisting op fles Medewerkers: Annick Boeykens, Jannes Van Houcke Studiegebied: Industriële Wetenschappen en Technologie Looptijd: september 2011 mei 2015 PWO-project Odisee ( ,47) ASTAGOOD: Smaak, welzijn en teelt van rivierkreeft Medewerkers: Stef Aerts, Thomas Abeel, Wouter Meeus, Walter Himpe en Jacques Van Der Elst Studiegebied: Biotechniek en Handelswetenschappen en bedrijfskunde Looptijd: september 2013 september 2016 Partner: Aqua-ERF, Innovatiesteunpunt van de Boerenbond Betrokkenheid: uitvoeren rendabiliteitsstudie PWO-project Odisee ( ) Ontwikkeling en toepassing van een instrument voor welzijnsevaluatie op biologische melkgeitenbedrijven Medewerkers: Jo Vicca, Wim Govaerts Studiegebied: Biotechniek Looptijd: 1 oktober september 2015 PWO-project Odisee ( ) Energieprestatie van commerciële en industriële gebouwen Medewerkers: Marcus Peeters, An De Schryver Studiegebied: Industriële Wetenschappen en Technologie Looptijd: januari 2014 december 2015 PWO-project Odisee ( ) Benchmarking van facilitaire kengetallen bij steden en gemeenten in Vlaanderen Medewerkers: Johan Ryckx, Didier Huygen, Bart Henssen Studiegebied: Industriële Wetenschappen en Technologie en Handelswetenschappen en bedrijfskunde Looptijd: september 2013 september 2015 Partner: Fier.fm, PROCOS, Uitgeverij Vanden Broele Betrokkenheid: Methodiek bepalen kenmerken kostkengetallen PWO-project Odisee ( ) MÉT het mobiele energieteam Medewerkers: Bart Van Delsen, Paul Kenis Studiegebied: Industriële Wetenschappen en Technologie Looptijd: oktober 2014 september 2015 PWO-voorbereidingsproject Odisee ( ) WATTchers Medewerkers: Paul Kenis Studiegebied: Industriële Wetenschappen en Technologie Looptijd: oktober 2014 september 2015 PWO-voorbereidingsproject Odisee ( ) 190

192 Studiegebied Onderwijs Spreken verfijnen in de kleuterklas Medewerkers: Lieve Van Severen, Helena Taelman Studiegebied: Onderwijs Looptijd: september 2013 augustus 2015 PWO-project Odisee ( ) Anders evalueren om beter te leren Medewerkers: Sander Van Acker, Meggie Verstichelen Studiegebied: Onderwijs Looptijd: september 2014 augustus 2015 PWO-voorbereidingsproject Odisee ( ) Wetenschapsdialoog: reflecteren in de wetenschapsklas Medewerker: Jelle De Schrijver Studiegebied: Onderwijs Looptijd: september 2014 augustus 2015 PWO-voorbereidingsproject Odisee ( ) 4.2. Projecten gefinancierd door externe opdrachtgevers Een overzicht van in 2014 afgewerkte en lopende projecten voor externe opdrachtgevers (open oproepen, geen contractonderzoek) staat hieronder. Voor meer informatie over de inhoud van de projecten, zie website onderzoek van Odisee: Studiegebied Gezondheidszorg GERaware, digitale awarenesstool voor docenten verpleegkunde Medewerker(s): Ellen De Cuyper Studiegebied: Gezondheidszorg Looptijd: september 2014 augustus 2015 Partners: Vives Thomas More Groep T-KHLeuven-KHLim KU Leuven Financier: Onderwijsontwikkelingsfonds Associatie KU Leuven OOF 2014/24 ( ) Inhoud: zie Innovatief gebruik van medisch simulatie-onderwijs Medewerkers: Filip Dumez, Imgard Coppens Studiegebied: Gezondheidszorg Looptijd: Januari 2012 Januari 2014 Partners: KATHO Kortrijk (promotor), KHBO, KHK, KULAK Financier: Onderwijsontwikkelingsfonds Associatie KU Leuven OOF 2012/16 Inhoud: zie POZ: Integratief leertraject voor fundamenteel leren van Patiëntgerichte Organisatie van Zorg Medewerker: / Looptijd: Oktober 2014 September 2016 Partners: Groep T, KH Leuven, KH Lim (promotor), Odisee, KU Leuven, Thomas More Financier: Onderwijsontwikkelingsfonds Associatie KU Leuven OOF 2014/06 Inhoud: zie 191

193 Studiegebied Onderwijs Identiteit in diversiteit Medewerker: Jan Blancke Studiegebied: Onderwijs Looptijd: september 2010 augustus 2014 Partner: VVSKO/VVKHO, Thomas More Mechelen Financier: VSKO Onderzoeksgeïnformeerd studiemateriaal Medewerkster: Ria De Sadeleer Studiegebied: Onderwijs Looptijd: september 2012 augustus 2014 Partners: Groep T (Promotor), KHLeuven, Thomas More Kempen, CVO LimLo Financier: Expertisenetwerk School of Education ( ) Inhoud: zie Samen cultureel content Medewerkster: Lisbeth Jans Studiegebied: Onderwijs Looptijd: september augustus 2015 Partners: KHLeuven (Promotor), KHBO, Groep T Financier: Expertisenetwerk School of Education ( ) Inhoud: zie Omgang met bronnen in het onderwijs Medewerkster: Griet Frère, Olivier Locquet, Walter Smits Studiegebied: Onderwijs Looptijd: September Augustus 2015 Partners: KHLeuven, KU Leuven (Promotor) Financier: Expertisenetwerk School of Education ( ) Inhoud: zie Teacher design teams Medewerkster: Hadewijch De Doncker, Ria De Sadeleer Studiegebied: Onderwijs Looptijd: september september 2015 Partners: Groep T (Promotor), KHLeuven, UGent Financier: Expertisenetwerk School of Education ( ) Inhoud: zie De kloof een beetje dichten Medewerker: Els Mertens Studiegebied Onderwijs Looptijd: januari 2014 december 2014 Partners: Karel de Grote-Hogeschool, Arteveldehogeschool, UGent Financier: Departement Onderwijs en Vorming, Innovatiefonds voor de lerarenopleidingen ( ,30) 192

194 Kleuterblog Medewerker(s): Helena Taelman Studiegebied: Onderwijs Looptijd: oktober september 2016 Partners: KHLeuven, Thomas More Financier: School of Education ( ) Inhoud: zie Krachtig leren bekeken vanuit een neurowetenschappelijke bril Medewerker(s): Pieter Tijtgat Looptijd: april november 2014 Partners: KHLeuven, KULeuven Financier: Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) ( 6.870) The missing link: een LOOP Medewerker(s): Johan De Wilde, Ria De Sadeleer Looptijd: september september 2015 Studiegebied: Onderwijs Partners: KHLim (promotor), KHLeuven, Groep T, CVO Vivo, VUB Financier: School of Education ( ) Inhoud: zie Wetenschapsreflex Medewerker(s): Jelle De Schrijver Looptijd: oktober september 2016 Studiegebied: Onderwijs Partners: VIVES, KHLim Financier: School of Education SoE ( ) Inhoud: zie Inclusief Interdisciplinair Praktijkdesign (IIPraD)' (UCLL) Medewerker(s): Elke Emmers, Meggie Verstichele Looptijd: september augustus 2016 Studiegebied: SAW, Onderwijs Partners: Penvoerende instelling: University College Leuven-Limburg (UCLL), KULeuven CGOP, Thomas More Financier: Onderwijsontwikkelingsfonds Associatie KU Leuven OOF 2014/16 ( ,12) Inhoud : zie Rekenen op Taal Medewerker(s): Ine Callebaut, Saskia Timmermans Looptijd: september augustus 2016 Studiegebied: Onderwijs Partners: Thomas More, KHLim-KHLeuven-GROEPT Financiering: School of Education ( ) Inhoud: zie Woordenschatinterventie in de kleuterklas Medewerker(s): Helena Taelman, Lieve Van Severen Looptijd: december juni

195 Studiegebied: Onderwijs Financier: Provincie Oost-Vlaanderen ( ) Wereldwoorden in de kleuterklas Medewerker(s): Helena Taelman, Lieve Van Severen Looptijd: december juni 2015 Studiegebied: Onderwijs Financier: Vlaams Fonds voor de Letteren ( ) Studiegebied IWT-BT AQUAVLAN (Duurzame Aquacultuur in de Grensregio Vlaanderen-Nederland) Medewerker(s): Jurgen Adriaen, Stef Aerts, Thomas Abeel, Wouter Meeus Looptijd: september februari 2014 Studiegebied Biotechniek Partners: Inagro (promotor) PCG, Hogeschool Zeeland, Universiteit Gent, Katholieke Universiteit Leuven en (tot 2012) Wageningen IMARES en Plant Research International (beide uit NL) Financier: Interreg IVa, provenciale en Vlaamse cofinanciering ( ) Aquacultuur: Uitbreiding van de hatchery capaciteit in Vlaanderen voor fundamenteel en praktijkgericht onderzoek Medewerker(s): Jurgen Adriaen, Stef Aerts, Thomas Abeel, Wouter Meeus Studiegebied Biotechniek Partners: UGent Looptijd: september augustus 2015 Financier: Europees Visserijfonds ( ) Aquacultuur-plantaardige voeders Medewerker(s): Wouter Meeus Studiegebied Biotechniek Partners: AVEVE NV, KU Leuven, UGent Looptijd: juli 2012-juli 2017 Financier: Agentschap IWT, Baekeland-fonds ( ) LED Duurzaam Bouwen Medewerkers: Marcus Peeters, Bart Van Delsen Studiegebied: Industriële Wetenschappen en Technologie Partners: Innovatiecentrum Oost-Vlaanderen Looptijd: 1 oktober maart 2015 Financier: Agentschap Ondernemen, LED-netwerk Vlaanderen ( ) Inhoud: zie REPTAM - AWARE Medewerker(s): Adinda Sannen, Hilde Vervaecke Studiegebied Biotechniek Looptijd: november november 2015 Partners: Universiteit Antwerpen - Departement Biologie - Onderzoeksgroep Functionele Morfologie Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen (KMDA) - Centre for Research and Conservation (CRC) Financier: FOD Volksgezondheid, RT-project ( ) 194

196 Uitvoeringsleidraad voor EPB-aanvaarde bouwknopen II Medewerker(s): Filip Van Langenhove, Stijn Van der Meersch Looptijd: september augustus 2015 Studiegebied: IWT Partners: AVG Consulting, DDL Bouw, T-palm - Elbo nv, Vlaamse Confederatie Bouw, VDAB Vlaanderen, Soprema, Cit Blaton, De Clippel nv., VTI Brugge, Passiefhuis - Platform, WTCB, fvb-ffc constructiv, Foamglas Financier: Agentschap IWT, Tetra ( ) Studiegebied Sociaal-Agogisch Werk Wonen met ondersteuning Medewerkers: Mieke Schrooten en Joris Van Puyenbroeck Studiegebied: Sociaal-Agogisch Werk Looptijd: september 2011 tot augustus 2015 (met 1 jaar verlengd) Partners: Woonpunt Zennevalei, voorzieningen van VAPH en GGZ Opdrachtgever: Vlaamse Overheid, Departement WVG ( ) Brussel Stroomt door Medewerker(s): Iman Lechkar, Tine Van den Broeck Studiegebied: Sociaal-Agogisch Werk Looptijd: maart 2012 tot januari 2014 Partners: Sint-Guido Instituut Anderlecht, Sint-Niklaas Instituut Anderlecht, koninklijk Atheneum Koekelberg Opdrachtgever: Federaal Impulsfonds voor het Migrantenbeleid ( ) Voor de kunst XL Medewerker(s): Stef Ampe, Frederik Lamote Studiegebied: Sociaal-Agogisch Werk Looptijd: maart 2013 tot maart 2014 Opdrachtgever: ESF, oproep coöperatief ondernemen II ( ,02) Veldanalyse jeugdwerk- en sociaal-culturele praktijken Medewerker(s): Frederik Lamote Studiegebied: Sociaal-Agogisch Werk Looptijd: april 2013 tot juni 2014 Partner: HoGent (Promotor) Opdrachtgever: Socius en De Ambrassade ( ) Lokaal gezinsbeleid Medewerker: Kathleen Emmery Studiegebied: Sociaal-Agogisch Werk Looptijd: oktober 2013 juni 2014 Opdrachtgever: Gezinsbond ( ) Expoo - Begeleidingstraject voor 7 de Vlaams Congres Opvoedingsondersteuning Medewerker: Kathleen Emmery Studiegebied: Sociaal-Agogisch Werk Looptijd: juni 2014 tot december 2014 Financier: Expoo vzw ( 3.000) 195

197 Validiteit van IZIKA/IZIIK instrument voor doelgroep kinderen en jongeren met een handicap Medewerker(s): Joris Van Puyenbroeck, Valerie Diels Studiegebied: Sociaal-Agogisch Werk Looptijd: november 2014 tot juni 2015 Financier: Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) ( ) 2020 Vision Medewerker(s): Alexandre Reynders, Kathleen Emmery, Pieter Rondelez Studiegebied: Sociaal-Agogisch Werk Looptijd: augustus 2013 tot juli 2015 Partners: Blind Assistance Foundation (Polen) Greta Loire Morvan (Frankrijk) Financier: EU LLP ( ) Lokaal gezinsbeleid in Vlaanderen Medewerkers: Dirk Luyten, Kathleen Emmery, Pieter Rondelez Studiegebied: Sociaal-Agogisch Werk Looptijd: 1 oktober juni 2014 Partner: Gezinsbond Kind & Gezin SOLANGUE: professionele gespreksvaardigheden voor hulpverleners in het Frans Medewerkers: Tinneke Timmermans, Mieke Schrooten Studiegebied: Sociaal-Agogisch Werk Looptijd: 1 oktober september 2015 Partners: KHLeuven (promotor), KU Leuven, KATHO, Thomas More Antwerpen Financier: Onderwijsontwikkelingsfonds Associatie KU Leuven OOF 2013/16 Inhoud: zie Ouders en het jeugdwerk Medewerker(s): Kristien Nys, Evelyn Morreel Studiegebied: Sociaal-Agogisch Werk Looptijd: december 2013 tot april 2015 Partner: KU Leuven Financier: Vlaamse overheid, agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen, afdeling Jeugd ( ,40) Growfunding als hefboom voor stedelijke creativiteit Medewerker: Frederik Lamote, Stef Ampe Studiegebied: Sociaal-Agogisch Werk Looptijd: 16 januari maart 2014 Financier: Vlaamse overheid, Algemeen Regeringsbeleid, Coördinatie Brussel ( ) Growfunding/BXL Medewerker: Frederik Lamote, Stef Ampe Studiegebied: Sociaal-Agogisch Werk Looptijd: 1 juni november 2014 Financier: Vlaamse overheid, Algemeen Regeringsbeleid, Coördinatie Brussel ( ) Growfunding/BXL Medewerker: Frederik Lamote, Stef Ampe Studiegebied Sociaal-Agogisch Werk Looptijd: 1 september augustus 2015 Financier: Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Minister voor Werkgelegenheid ( ) 196

198 Studiegebied HWBK Go & LearNet Medewerkers: Bart Henssen, Karen Brabant Studiegebied: Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Looptijd: oktober september 2015 Partners: Italië: Regione Friuli Venezia Giulia, ENAIP FVG, Ufficio Scolastico Regionale, Regione Marche, Regione Umbria, Consorzio Futuro Umbria, ECIPAR, ASABo; België: Odisee; Slovenië: MCC; Hongarije: Uniflexys; Turkije: HA.OG.AK. DERNEGI Opdrachtgever: Leonardo Da Vinci Project, EU ( ,06) LED Logistieke Innovatie en Planning Medewerker: Carl Eeckelaerts Studiegebied: Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Periode: 1 dec maart 2015 Financier: Agentschap Ondernemen, Innovatienetwerk Vlaanderen ( ) Inhoud: zie Ondernemend Aalst (BELFA2) Medewerkers: Bart Henssen, Joris De Lee Studiegebied: Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Looptijd: oktober 2013 september 2015 Partners: Agentschap Ondernemen, Vlaanderen in Actie Pact 2020, Hogeschool Gent, Stad Aalst, Innovatiecentrum Oost-Vlaanderen, Streekoverleg Zuid-Oost Vlaanderen (RESOC/SERR), JCI (Junior Chamber International), UNIZO Financier: Agentschap Ondernemen, Brugproject Economie-Onderwijs 2013 HECOS for Ethics Medewerker: Bart Henssen Studiegebied: Handelswetenschappen en Bedrijfskunde Looptijd: oktober 2014 september 2017 Partners: AICCRE VE (IT); OIKOS Onlus (IT); VOKA (BE); Uniflexis (HU); TUK (SK); PRSCCI (SK); STOCKHOLMS UNIVERSITET (SE); ROSTO SOLIDÁRIO (PT) Financier: EU, Erasmus+ 5. ONDERZOEKS- EN VALORISATIERESULTATEN In onderstaande tabel wordt een kwantitatief overzicht gegeven van de onderzoeksoutput per outputcategorie en per studiegebied. Inhoudelijk kan deze output geraadpleegd worden via organisatie-eenheid Odisee. 197

199 OUTPUT 2014 PER STUDIEGEBIED DI WP ER 2 2 IR AMa-p AMa 6 1 IMa-p IMa AC-p AC 1 IC-p IC 1 AHb-p 2 AHb 2 IHb-p 1 IHb ABe-p 1 2 ABe IBe-p IBe 1 1 ABa-p 3 2 ABa IBa-p IBa AT-p AT IT-p IT Bedrijfskunde Gezondheidszorg Sociaal-Agogisch Werk Biotechniek Industriële Wetenschappen en Technologie Onderwijs Algemeen Afkortingen: IT (Articles in internationally reviewed academic journals) IT-p (Articles in internationally reviewed professionally oriented journals) AT (Articles in other academic journals) AT-p (Articles in other professionally oriented journals) IBa (Academic books, internationally recognised scientific publisher; as author) IBa-p (Professionally oriented books, internationally recognised publisher; as author) ABa (Other academic books; as author) ABa-p (Other professionally oriented books; as author) IBe (Academic books, internationally recognised scientific publisher; as editor) IBe-p (Professionally oriented books, internationally recognised publisher; as editor) ABe (Other academic books; as editor) ABe-p (Other professionally oriented books; as editor) 198

200 IHb (Article in academic book, internationally recognised scientific publisher) IHb-p (Article in professionally oriented book, internationally recognised publisher) AHb (Article in other academic book) AHb-p (Article in other professionally oriented book) IC (Papers at international scientific conferences and symposia, published in full in proceedings) IC-p (Papers at international professionally oriented conferences and symposia, published in full in proceedings) AC (Papers at other scientific conferences and symposia, published in full in proceedings) AC-p (Papers at other professionally oriented conferences and symposia, published in full in proceedings) IMa (Meeting abstracts, presented at international scientific conferences and symposia, published or not published in proceedings or journals) IMa-p (Meeting abstracts, presented at international professionally oriented conferences and symposia, published or not published in proceedings or journals) AMa (Meeting abstracts, presented at other scientific conferences and symposia, published or not published in proceedings or journals) AMa-p (Meeting abstracts, presented at other professionally oriented conferences and symposia, published or not published in proceedings or journals) IR (Internal report) ER (external reports: reports by order of - or published by - an external organisation) WP (Science popularisation) DI (Misc.) 6. INTEGRATIE ONDERZOEK-ONDERWIJS Een belangrijke doelstelling van praktijkgericht onderzoek is het bereiken van een vlotte doorstroming van de kennis opgedaan in het onderzoek naar het onderwijs. Dit wordt nagestreefd via het opbouwen van intensieve contacten met de verschillende opleidingen. We pogen ervoor te zorgen dat een ruim aandeel van de onderzoekers ingeschakeld wordt of blijft in het onderwijs. Om dezelfde reden wordt het personeel van het aan het onderzoek gerelateerde studiegebied regelmatig ingelicht over de voortgang van het lopend onderzoek. Dit via een algemeen seminarie, via gerichte informatie verstrekt op vergaderingen van docenten uit de bij het onderzoek betrokken opleiding(en), en via gastcolleges in de opleidingen. Indien mogelijk worden studenten, in het kader van hun opleiding, en docenten, op basis van hun expertise, betrokken bij het onderzoek. Dit om hen te laten kennis maken met wetenschappelijk onderzoek, en om de vaardigheid om praktijkgerelateerde problemen op een wetenschappelijk onderbouwde wijze op te lossen (innovatie-gedachte) te vergroten. Hieronder geven we enkele prototypische voorbeelden In het kader van het PWO-project naar Transmigranten werden studenten ingeschakeld worden (Gezinswetenschappen en Sociaal Werk) om de doelgroepen te interviewen. Dit in het kader van projectwerk. Meer dan 70% van de onderzoekers uit de professionele opleidingen van de Odisee hebben naast hun onderzoeksopdracht ook een lesopdracht. Kennis opgedaan in het onderzoek stroomt zo makkelijk door naar het onderzoek. De verantwoordelijken onderzoek van onderwijs, sociaal-agogisch werk en bedrijfskunde zijn nauw betrokken bij de uitbouw van de leerlijn i.v.m. wetenschappelijke vaardigheden en verzorgen lessen die hierbinnen kaderen. In het PWO-project 'psychologisch eigenaarschap van veranderingsprocessen bij familiebedrijven werden studenten bedrijfskunde ingeschakeld voor het afnemen van interviews en enquêtes bij familiebedrijven en werden studenten TI betrokken bij het 199

201 ontwikkelen van de enquêtetool op tablets en bij het ontwikkelen van een database en de projectwebsite. Binnen het kenniscentrum HIG werd het onderzoek via middagseminaries aan het personeel van de opleiding en de hogeschool voorgesteld. Het blijft voor de professionele bacheloropleidingen een uitdaging om het praktijkgericht onderzoek te stimuleren en te faciliteren voor alle medewerkers. Het geleverde onderzoekswerk inbedden in de praktijk en laten doorstromen naar het onderwijs is een conditio sine qua non. 200

202 201

203 202

204 203

205 Deel IV - PERSONEEL 1. PERSONEELSBELEID EN DE EFFECTEN ERVAN Naar aanleiding van de fusie werd in 2014 gewerkt aan een nieuwe visietekst personeelsbeleid. Het personeelsbeleid van vzw HUB-KAHO is geënt op de missie, visie en de strategische doelstellingen van de hogeschool. Om deze te realiseren bepaalt vzw HUB-KAHO jaarlijks de taakstellingen per strategische optie rond personeelsbeleid. HUB-KAHO streeft ernaar om door middel van haar personeelsbeleid een ploeg van nieuwsgierige en bevlogen medewerkers op te bouwen, die gedreven zijn om vanuit hun eigen kracht - maar zeker ook in samenwerking met en met respect voor anderen - een bijdrage te leveren tot het behalen van goede resultaten voor hun organisatie. Daarenboven wil HUB-KAHO zich via haar personeelsbeleid ook positioneren als een aantrekkelijke werkgever die personeel met een grote diversiteit aan kwaliteiten en competenties kan aantrekken en behouden. Om bovenstaande doelen te bereiken, inspireert het personeelsbeleid zich op de vier kernwaarden waarvoor de nieuwe fusie-organisatie staat: openstaan, verbinden, emanciperen en ervoor gaan. Deze vier kernwaarden komen tot uiting in de zeven essentiële uitgangspunten van het personeelsbeleid. Iedere beleidsbeslissing moet aan deze uitgangspunten getoetst kunnen worden: (i) competenties & talenten: werken bij HUB-KAHO moet garant staan voor het ontdekken, ontwikkelen en maximaal benutten van aanwezige competenties en talenten. Daartoe willen we uitdagende kaders aanreiken en medewerkers stimuleren om binnen deze kaders te experimenteren met inbegrip van fouten en mislukkingen, opdat ze permanent zouden leren en zich verder ontwikkelen. We hechten groot belang aan een kritisch-(zelf)reflectieve houding in dit proces van levenslang leren. (ii) Eigenaarschap: medewerkers krijgen bij HUB-KAHO volop kansen om de eigen competenties en talenten samen met anderen in te zetten en er samen voor te gaan. Competente en gedreven medewerkers weten zelf het best hoe hun werk te organiseren en nemen verantwoordelijkheid op voor keuzes in dat verband. We streven daarom ook naar een goede combinatie van autonomie en zelfsturing in het professionele handelen van iedere medewerker. We verwachten dat iedereen zich eigenaar voelt van zijn werk en wensen dit eigenaarschap te ondersteunen door verantwoordelijkheid te geven waar dat kan en moet. (iii) Zinvolheid en impact van het eigen werk: elke medewerker verricht taken die belangrijk en waardevol zijn voor collega s, studenten, externe belanghebbenden of de organisatie als geheel. Zo moet iedere medewerker een duidelijk zicht hebben op de eigen bijdrage en de betekenis daarvan voor anderen. Elke functie is een combinatie van opdrachten met voldoende eenheid en verscheidenheid. Medewerkers vullen hun functie in vanuit een duidelijke klantgerichtheid naar studenten, collega s en (interne) klanten. Om dit te realiseren verwachten we dat elke collega aandacht besteedt aan optimale informatiedoorstroming en wederzijdse (waarderende) feedback (iv) medezeggenschap & participatie maken een essentieel onderdeel uit van onze organisatiecultuur, en krijgen vorm in een participatieve organisatiestructuur. Daarom zetten we maximaal in op wederzijdse communicatie met medewerkers en wordt de werking van opleidingen, studiegebieden, diensten, campussen en de hogeschool als geheel zo gestructureerd dat elke medewerker loyaal mee vorm kan geven aan de organisatie en haar verdere ontwikkeling. Binnen de grenzen van bepaalde beleidslijnen en met een zorg voor efficiëntie wordt ruimte georganiseerd voor ieders mening. We verwachten dat collega s deze ruimte constructief invullen en dat het management helder is over hoe deze mening een rol speelt in de besluitvorming. (v) Inzetbaarheid: om de uitdagende, steeds veranderende omgeving meester te blijven, spreken we het aanwezige potentieel aan bij onze medewerkers. Inzetbaarheid zien we als een gedeelde verantwoordelijkheid van zowel de medewerker als de 204

206 (vi) (vii) hogeschool. Beide partijen engageren zich om het aanwezige menselijk kapitaal uit te bouwen, met oog voor veranderende factoren in de context, de organisatie en de individuele medewerker. Een open, optimistische attitude ten aanzien van veranderingen en uitdagingen is daarbij een must. We willen ook een hogeschool zijn die voor een belangrijk deel campusonafhankelijk denkt en werkt. Het begrip mobiliteit vullen we in vanuit een wederzijdse meerwaarde voor organisatie en personeel. verschillen omarmen: werken bij HUB-KAHO is samenwerken vanuit een wij-gevoel en zich in het werk verbonden voelen met collega s binnen en over de grenzen van de eigen opleiding of dienst. We bouwen bruggen tussen de verschillende opleidingen en diensten en staan tezelfdertijd open voor ieders eigenheid. Elkaars werk leren kennen en respecteren vormt de basis van een professionele samenwerking. Werken aan HUB- KAHO is tevens werken in een omgeving die de diversiteit binnen de maatschappelijke realiteit weerspiegelt. Principieel vertrekken we van de meerwaarde van verschillen tussen mensen, culturen en talen. We staan open voor ieders talenten, meningen en feedback. Het uitbouwen en onderhouden van een netwerk in de maatschappij waarin we ons bewegen, laat toe dat we ons laten inspireren en ons steeds opnieuw vernieuwen. billijke & motiverende arbeidsvoorwaarden: Onze arbeidsvoorwaarden sluiten zo goed als mogelijk aan bij de inspanningen en noden van onze medewerkers binnen de mogelijkheden die de overheid ons biedt. Dit realiseren we via een objectief, billijk en motiverend aanbod aan arbeidsvoorwaarden, dat inspeelt op de grote diversiteit aan mensen in onze organisatie. De nodige aandacht wordt besteed aan duidelijke communicatie rond deze arbeidsvoorwaarden. De zeven uitgangspunten krijgen vorm in alle domeinen van het personeelsbeleid van de hogeschool. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen vier inhoudelijke kernprocessen: (i) Omkaderen We streven ernaar HUB-KAHO neer te zetten als een aantrekkelijke werkgever teneinde personeel met een grote diversiteit aan kwaliteiten en competenties aan te trekken en te behouden. Hiertoe besteden we aandacht aan: een kwalitatief proces van werving en selectie waarin competenties en talenten centraal staan een warm en open onthaal van nieuwe collega s in een sfeer van verbondenheid functies die in samenspraak met medewerkers zo worden ontworpen dat ze eigenaarschap en inzetbaarheid stimuleren ze medewerkers toelaten zinvolle taken te verrichten in lijn met hun competenties motivatie, bereidheid tot leren en groei centraal kunnen staan in een loopbaan ze de structuur, cultuur en rolverdeling in de organisatie optimaliseren de feedback van collega s die uit dienst treden, om zo te leren uit hun positieve en minder positieve ervaringen tijdens de tewerkstelling (ii) Functioneren & ontwikkelen We streven naar een optimaal functioneren van elke medewerker. Iedere medewerker moet de kans krijgt om zijn/haar aanwezige talenten en competenties te ontdekken en maximaal te ontwikkelen. Hiertoe besteden we aandacht aan: het creëren van de juiste randvoorwaarden om op een efficiënte en effectieve manier uitstekende resultaten te halen een hoge jobtevredenheid regelmatige dialoog met de leidinggevende, zowel formeel als informeel uitgebreide mogelijkheden en kansen om verder te professionaliseren, ten gunste van de eigen talentontwikkeling en ten gunste van de organisatieontwikkeling; 205

207 een uitdagend kader van kerncompetenties waarbinnen elke medewerker kan bewegen en waar medewerkers elkaar op kunnen aanspreken een optimale dynamiek en diversiteit in teams (iii) (iv) Beoordelen We streven ernaar dat elke medewerker een duidelijk en correct beeld heeft over het eigen functioneren. Hiertoe besteden we aandacht aan: een duidelijke set van evaluatiecriteria waartoe elke medewerker zich kan verhouden regelmatige feedback van de direct leidinggevende, studenten of de (interne) klanten, en op sleutelmomenten feedback vanuit (externe) experten of het management Waarderen & belonen. We streven ernaar op een billijke en motiverende manier te waarderen en belonen. Hiertoe besteden we aandacht aan: een duidelijke, objectiveerbare en billijke verloning benoemingen en bevorderingen als inherent onderdeel van het beloningsbeleid. Deze zijn in eerste instantie het gevolg van een positieve loopbaan en passen in een toekomstperspectief. duidelijke en objectiveerbare criteria voor benoeming en bevordering een gezinsvriendelijke werkorganisatie appreciatie over resultaten leerrijke jobs preventie van psychosociale belasting op het werk Het geheel wordt ingebed in een omgeving waarin beleidsgericht werken, optimaal beheer, transparantie en een doorleefde kwaliteitscultuur tot de evidenties behoren. 206

208 Fig. 1: Visualisatie van de zeven essentiële uitgangspunten van het personeelsbeleid in relatie tot de vier inhoudelijke kernprocessen. In 2014 werden reeds stappen gezet om deze visie in de praktijk te brengen. Verdere uitwerking van het nieuwe personeelsbeleid in concrete beleidsinstrumenten en procedures is gepland in de loop van 2015 en Reeds aanwezige HRM-instrumenten binnen vzw HUB-KAHO Kernproces personeelsbeleid Omkaderen Functioneren en ontwikkelen HRM-instrument Online werving, selectie via gesprekken en testen, functiebeschrijvingen (generieke en specifieke), loopbaanbeleid (via functieclassificatie voor ATP), personeelsplanning, aanbieden van outplacement, exit gesprekken Onthaaldagen voor nieuwe medewerkers, peter-/meterschap, professionalisering, functioneringsgesprekken Beoordelen Evaluaties op resultaten via evaluatiegesprekken, didactische evaluaties en bottom-up evaluaties Belonen en waarderen Inschaling en verloning (via functieclassificatie voor ATP), prestatiegerelateerde beloning (premies, mandaten, persoonlijke vergoedingen, bevorderingen, benoemingen), leerrijke jobs, preventie van psychosociale belasting op het werk, balans werkprivé 207

209 In 1.1 t.e.m. 1.7 volgt een beschrijving van de manier waarop de belangrijkste HRM-tools zijn uitgewerkt. De drie rollen van de personeelsdienst De personeelsdienst van vzw HUB-KAHO heeft een drievoudige rol: een strategische-, een management- en een ondersteunende rol: Als strategische partner bouwt de personeelsdienst een geïntegreerd personeelsbeleid uit waarin we op zoek gaan naar een optimale fit tussen medewerker en organisatie. We zoeken dus naar een zo groot mogelijke overlap tussen individuele competenties, talenten en aspiraties enerzijds, en collectieve doelstellingen anderzijds. Hierbij streven we niet naar homogeniteit, maar vooral naar flexibiliteit. Het professionaliseringsbeleid moet dit mee ondersteunen door nauw aan te sluiten bij de vernieuwingsprocessen waarvoor de hogeschool zich engageert. Het professionaliseringsbeleid wordt op dit vlak dan ook vanuit het personeelsbeleid gestuurd. Op die manier willen we met het personeelsbeleid zorgen dat elke medewerker over de geschikte competenties beschikt om op een adequate manier aan het vooropgestelde resultaat te werken, zodat hij/zij op een passende manier erkend en beloond kan worden. Verantwoordelijkheidszin neemt hierbij een centrale plaats in. Hierop is het hele taakinvullingsbeleid in de hogeschool gestoeld. Motivatie op het werk is in die zin dan ook grotendeels zelfmotivatie. De hogeschool moet die zelfmotivatie maximaal ondersteunen. Zo behoort ook de individuele vakinhoudelijke of functiespecifieke groei tot de individuele verantwoordelijkheid van het personeelslid. Als managementpartner speelt de personeelsdienst een belangrijke rol voor de leidinggevenden in de organisatie. Het is duidelijk dat we kiezen voor een model waarin het effectief lijnmanagement sterk gedecentraliseerd is, met ondersteuning/aansturing vanuit een centrale HRM-dienst. De vertaling van het HRM-beleid naar de concrete HRM-praktijk door de leidinggevenden is de achillespees van HRM binnen vzw HUB-KAHO. Voldoende begeleiding, een aangepast wervingsbeleid en doelgerichte professionalisering voor leidinggevenden zijn noodzakelijke instrumenten. Als ondersteunende partner (administrator) streeft de personeelsdienst naar een kwaliteitsvolle dienstverlening ten aanzien van al onze stakeholders. De personeelsdienst beschouwt klantgerichtheid als een essentieel element van haar dienstverlening en staat steeds open voor verbetersuggesties van de personeelsleden. In haar dienstverlening en rapportering m.b.t. individuele personeelsdossiers primeert nauwkeurigheid, objectiviteit en discretie Selectie en aanwerving Zowel voor het Onderwijzend Personeel (OP), het Administratief en Technisch Personeel (ATP) als de bedienden en arbeiders is een selectieprocedure uitgewerkt. Basis van het geheel is het reglement vacantverklaring en toewijzing van betrekkingen. Dit reglement en de selectieprocedure is facultatief van toepassing voor aanstellingen van korte duur en interimaire vervangingen (niet-vacante betrekkingen). Het is tevens facultatief voor contractuele betrekkingen waarvan de functie niet in het protocol functieclassificatie voor het ATP is opgenomen (vb. projectmedewerker). In al deze gevallen kan een kortere procedure gevolgd worden. De procedure kan als volgt worden beschreven: Het vacaturebericht Bij externe vacatures bepaalt het reglement vacantverklaring en toewijzing van betrekkingen welke informatie in het vacaturebericht opgenomen moet worden. Externe vacatures worden minstens via de website van HUB-KAHO en van de VDAB bekend gemaakt. 208

210 Indien noodzakelijk wordt overgegaan tot publicatie in één of meerdere kranten of worden andere kanalen ingezet (vb. websites van andere instellingen voor hoger onderwijs, LinkedIn). Bij interne vacatures kan het bericht in verkorte vorm of onder de vorm van een oproep verschijnen. Interne vacatures worden via het intranet bekend gemaakt. Interne vacatures kunnen ook worden uitgeschreven met het oog op bevordering. Kandidaten kunnen reageren op het vacaturebericht via de online wervingstool. De selectiecommissie Voor externe wervingen en voor interne wervingen (uitgezonderd de promoties), bestaat de selectiecommissie minstens uit drie leden. In het professioneel onderwijs is deze commissie minstens samengesteld uit de directeur van het betrokken studiegebied (de voorzitter), het opleidingshoofd, het diensthoofd Onderzoek indien de opdracht onderzoek of dienstverlening bevat en facultatief de groepsvoorzitter. Vaak wordt de commissie aangevuld met een docent uit de betrokken opleiding. Voor het ATP en voor bedienden is deze commissie samengesteld uit het diensthoofd, een HR-medewerker van de personeelsdienst en een lid in functie van het te beoordelen profiel. Voor leidinggevende functies vanaf diensthoofd treedt het Directiecomité of een delegatie hiervan op als selectiecommissie. De selectie zelf Het is de selectiecommissie die voor externe en interne wervingen (uitgezonderd de bevorderingen) de taak- en profielbeschrijving 9 en selectiecriteria vastlegt, die de voorselectie op basis van het CV maakt en die een didactische proef (OP) of selectieproef (ATP en bedienden) inlast. Voor onderzoekers geldt de didactische proef enkel ingeval zij een lesopdracht waarnemen. De beste kandida(a)t(en) voor leidinggevende functies vanaf adjunct-diensthoofd/ opleidingshoofd nemen deel aan een extern assessment van hun leidinggevende vaardigheden als onderdeel van het selectieproces. De selectiecommissie bezorgt een gemotiveerde rangschikking van de geselecteerde kandidaten aan het Directiecomité. Het Directiecomité draagt de geselecteerde kandidaat voor aan de Raad van Bestuur die de aanstelling bekrachtigt. Ingeval het Directiecomité afwijkt van de rangschikking opgemaakt door de selectiecommissie, wordt overleg gepleegd met de voorzitter van de selectiecommissie vooraleer een definitieve beslissing te nemen Onthaal en introductie van nieuwe personeelsleden Bij indiensttreding ontvangen nieuwe personeelsleden een link naar de digitaal beschikbare informatie, specifiek voor startende personeelsleden. Op de personeelsdienst worden de administratieve formaliteiten in orde gebracht. Vervolgens krijgen zij van hun leidinggevende een rondleiding om kennis te maken met collega's. Voor alle nieuwe medewerkers duidt de voorzitter van de selectiecommissie een peter of meter aan in overleg met de gekozen peter of meter zelf. Een meter of peter is een collega die een nieuwe collega begeleidt om zijn/haar introductieproces zo kwalitatief mogelijk te laten verlopen. De begeleiding door een meter/peter is gericht op het (vak)inhoudelijk, functiegebonden en/of praktisch functioneren en het vakken- of functie-overstijgend functioneren in de dienst, het team, het studiegebied en in de hogeschool. Ook een warm onthaal en persoonsgerichte begeleiding worden verwacht van deze peter/meter. Aan het begin van elk semester (in oktober en in februari) organiseert de personeelsdienst onthaaldagen voor nieuwe personeelsleden. Centraal op deze onthaaldagen staan twee infosessies: 9 Voor het ATP en voor de bedienden wordt voorafgaandelijk met de personeelsdirecteur overlegd om de vacatureberichten af te stemmen op de generieke functies uit de classificatie. 209

211 In de eerste sessie geeft de Directeur Onderwijs en Kwaliteit toelichting bij de missie en strategische doelstellingen van de hogeschool, de organisatiestructuur, het onderwijsbeleid en het kwaliteitsbeleid. Tijdens de tweede sessie geeft het Diensthoofd Personeelsbeheer of de Personeelsdirecteur toelichting bij de belangrijkste personeelsreglementen en aspecten van het personeelsbeleid aan de hand van het intranet o.a. verlof, uurrooster, opleidingen, ziekte, evaluatie en functionering. Voor docenten en onderzoekers worden tevens volgende sessies voorzien: De groepsvoorzitter en het diensthoofd onderzoek verzorgen een sessie waarin het werkingsreglement, het onderwijs en het onderzoek worden uiteengezet. Het adjunct-diensthoofd ICTO situeert daarenboven de mogelijkheden en ondersteuning m.b.t. het gebruik van ICT in de onderwijspraktijk. Een ervaren docent begeleidt een eerste intervisiesessie voor beginnende docenten. In de loop van het academiejaar worden facultatieve opvolgingssessies voorzien. Deze collega verzorgt zo nodig ook een meer individuele pedagogisch-didactische begeleiding. In de maand februari vindt een terugkomsessie plaats voor de nieuwe docenten in een informeel kader (lunch) en in aanwezigheid van de algemeen directeur, om het introductieproces te evalueren. Voor beginnende docenten wordt vanuit HUB-KAHO en Associatie KULeuven tevens een open vormingsaanbod onderwijskundige professionalisering voorzien. Intern gaat dit bijvoorbeeld om een sessie Lesgeven: hoe moet dit nu precies? Bijscholing en professionalisering van het personeel Bijlage 1 geeft een overzicht van het aantal uren interne en externe opleiding per Studiegebied en voor de centrale Diensten van HUB-KAHO. Bijlage 2 geeft een exemplarisch overzicht van onderwerpen van de interne opleidingen in Gezien de veranderingen in de organisatorische context van HUB-KAHO (fusie, inkanteling) opteren we er voor om de gegevens van bijlage 1 als een nulmeting te beschouwen. Dit betekent dat er in dit jaarverslag 2014 geen vergelijking gemaakt wordt met de aantallen gevolgde uren opleiding in eerdere kalenderjaren. Vanaf jaarverslag 2015 is die vergelijking opnieuw mogelijk. De bijscholing van het personeel omvat twee luiken: de individuele professionalisering enerzijds en de beleidsgerichte professionalisering anderzijds Individuele professionalisering Medewerkers en docenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen functie- en vakinhoudelijke deskundigheidsbevordering. Deze omvat niet alleen de loutere bijscholing, maar ook het bijhouden van vakliteratuur en nevenactiviteiten die kunnen bijdragen tot de professionalisering (bv. het optreden als spreker). Al deze activiteiten kan het personeelslid laten opnemen in zijn/haar opleidingsportfolio. De gegevens in deze portfolio kunnen, in zoverre ze relevant zijn voor de functie binnen vzw HUB-KAHO, aan bod komen bij audits, visitaties (of andere vormen van externe beoordeling ter vervanging van de visitaties), functionerings- en evaluatiegesprekken of mee opgenomen worden in een eventueel bevorderings- of benoemingsdossier. In 2014 werden in het totaal 8281 uren externe opleiding gevolgd waarvan 2317 uren door medewerkers van de centrale en overkoepelende Diensten en 5964 uren door het onderwijzend personeel van de verschillende Studiegebieden. Bijlage 1 bevat naast het totaal aantal uren ook het gemiddelde aantal gevolgde en geregistreerde uren professionalisering per VTE binnen een Studiegebied. Bijlage 1 toont aan dat deze gemiddelden sterk verschillen per Studiegebied en dat er een duidelijk verschil is in deelname tussen Diensten en Studiegebieden. 210

212 Voor alle personeelscategorieën samen werd een bedrag van ,20 inclusief inschrijvings-, reis- en verblijfskosten aan externe professionalisering besteed Beleidsgerichte professionalisering Vzw HUB-KAHO wil zich intens inzetten op het vlak van onderwijs- en organisatieontwikkeling. Een dergelijk opzet kan enkel slagen wanneer dit gepaard gaat met permanente navorming van de personeelsleden. Het beleid dient dan ook navormingsprioriteiten te bepalen die de hogeschool essentieel acht voor de verdere ontwikkeling van de organisatie en haar onderwijs. Op basis van die navormingsprioriteiten organiseert vzw HUB-KAHO zelf een intern professionaliseringsaanbod dat gerealiseerd wordt via opleidingstrajecten, vormingssessies, studiedagen, opleidingen, met interne of externe sprekers. Daarnaast worden ook externe opleidingen, studiedagen en workshops, die binnen de prioriteiten vallen, speciaal gepromoot door de medewerkers professionalisering. Ook deelname aan beleidsgerichte professionalisering wordt geregistreerd in de persoonlijke opleidingsportfolio s van alle personeelsleden. In 2014 werden in het totaal 7571 uren interne opleiding gevolgd waarvan 1491 uren door medewerkers van de centrale Diensten en 6080 uren door het onderwijzend personeel van de verschillende Studiegebieden. De tabel in bijlage 1 toont aan dat ook voor interne professionalisering het gemiddelde aantal gevolgde en geregistreerde uren professionalisering per VTE sterk verschillend is per Studiegebied en dat er een duidelijk verschil is in deelname tussen Diensten en Studiegebieden. Voor alle personeelscategorieën samen werd ,27 aan organisatiekosten inzake interne professionalisering besteed. In 2014 werden in het totaal, voor interne en externe professionalisering samen, uren vorming en opleiding gevolgd binnen vzw HUB-KAHO. Dit komt overeen met een gemiddelde van 19,83 uren gevolgde en geregistreerde interne en externe professionalisering per VTE binnen HUB- KAHO. Het totaal van uren interne en externe opleiding komt overeen met 9,95 FTE. Aan een gemiddelde loonkost van geeft dit een bedrag van ,65 dat bovenop bovenvermelde bedragen moet worden in rekening gebracht Beloningssystemen en loopbaanmogelijkheden Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen het OP en het ATP (inclusief patrimoniumpersoneel). De hogeschool is gebonden door de decretale voorschriften met betrekking tot benoemingen en bevorderingen enerzijds en door de financiële mogelijkheden op langere termijn anderzijds. De beperkende maatregelen die van overheidswege worden opgelegd en die een automatische weerslag hebben op de bevorderings- en benoemingsmogelijkheden zijn de volgende: beperking van de loonkost (betaald met werkingsuitkeringen) tot 85% van de werkingsuitkeringen 10 ; beperking van het benoemingspercentage onder het Onderwijzend Personeel (OP) tot 72% 11 ; beperking van het aantal hoofdpraktijklectoren en hoofdlectoren tot 20% van het totale aantal praktijklectoren, hoofdpraktijklectoren, lectoren en hoofdlectoren. 10 In principe bedraagt de maximumgrens 80%, maar mits grondige motivatie kan hierop een afwijking worden toegestaan door de regeringscommissaris en voor zover het percentage van 85% niet wordt overschreden. Vzw HUB-KAHO benadert de 80% grens. 11 Intern hanteert vzw HUB-KAHO een benoemingspercentage in het OP van 67,4% per onderwijsgroep en in het ATP (incl. HOP/OHP) van 75% (In deze berekening wordt een correctie opgemaakt v oor de verlofstelsels). 211

213 Bevorderingen bij OP Bevorderingsprocedures starten met een interne vacantverklaring. Voor de interne vacatures gebeurt de selectie door het Directiecomité, na onderzoek van de ingediende kandidaturen en de adviezen van de selectie- en/of de beoordelingscommissie. De beslissing van het Directiecomité wordt bekrachtigd door de Raad van Bestuur. Bevorderingen worden toegekend op tijdelijke basis, ook aan vastbenoemden 12. Na twee jaar kan tot benoeming in de nieuwe functie worden overgegaan, tenzij een negatief advies of negatieve evaluatie wordt gegeven voor benoeming in de nieuwe functie 13. Minstens één van de ombudspersonen voor personeel woont de beraadslagingen i.v.m. bevorderingen van de selectiecommissies en van het Directiecomité bij als waarnemer. Bevordering tot hoofdpraktijklector of hoofdlector (PO) Om zich kandidaat te stellen voor een bevordering in het OP van het professioneel onderwijs moeten de vijf volgende voorwaarden vervuld zijn: lid zijn van het OP in het ambt van lector of praktijklector; minimum 50% verbonden zijn aan de hogeschool; minstens 10 jaar relevante ervaring kunnen voorleggen in het onderwijs en/of het werkveld; minstens 3 jaar tewerkgesteld zijn in de hogeschool; zich engageren om beleidsverantwoordelijkheid op te nemen. De kandidaten worden beoordeeld op basis van het dossier dat zij indienen bij hun kandidaatstelling en waarin zij kunnen aantonen dat hun deskundigheid en engagement een meerwaarde betekenen voor de hogeschool. Kandidaten dienen meer bepaald aan te tonen goed te scoren op volgende criteria voor de toekenning van de bevordering: 1. over uitstekende didactische kwaliteiten te beschikken, 2. een actieve bijdrage te leveren op vlak van onderwijsvernieuwing of kwaliteitszorg, 3. relevant onderzoek (inclusief publicaties) te voeren in de eigen expertise, waardevolle maatschappelijke dienstverlening te leveren en synergieën met het werkveld te realiseren in functie van het professioneel onderwijs en de hogeschool, 4. buitengewoon deskundig te zijn in hun vakgebied (ruime invulling: heeft betrekking op de volledige opdracht binnen het professioneel onderwijs) en zich hierin professioneel te ontwikkelen, 5. leiding en sturing te kunnen geven in diverse opdrachten, 6. loyaal (constructief-kritisch en geëngageerd) te zijn t.o.v. de hogeschool en haar missie, 7. een brede inzet binnen meer dan één vakgebied/opleiding/studiegebied en/of een onmisbare inzet binnen verschillende takenclusters van één vakgebied/opleiding/ studiegebied te realiseren. Het is evident dat bij de beoordeling van de ingediende dossiers het evaluatiedossier van het personeelslid in aanmerking wordt genomen. Het Directiecomité draagt de kandidaten voor bevordering voor aan de Raad van Bestuur na het advies te hebben ingewonnen van een selectiecommissie bestaande uit de groepsvoorzitter, de directeurs van de studiegebieden, het diensthoofd onderzoek en de algemeen directeur (voorzitter) over de ingediende kandidaturen. De opleidingshoofden geven hun advies betreffende de dossiers ingediend door de leden van hun onderwijsteam. Bij gelijke rangschikking wordt gestreefd naar een gelijkmatige verdeling van de bevorderingen over de studiegebieden. In 2014 werden 3 lectoren bevorderd tot hoofdlector. 12 De benoeming blijft uiteraard behouden voor de lagere functie. De bevordering wordt dus toegekend als een tijdelijke aanstelling in een hoger ambt. Uitzonderingen op deze regel voor personeelsleden van 55 jaar of ouder zijn opgenomen in het basisprotocol benoemingen en in het protocol functieclassificatie. 13 Deze periode wordt verlengd tot 8 jaar voor leidinggevende functies vanaf diensthoofd, in toepassing van de functieclassificatie. 212

214 Tevens is er een apart loopbaanverloop voor OP-leden die sinds minstens acht jaar de functie van opleidingshoofd opnemen. Zij verkrijgen na verloop van deze periode een bevordering tot hoofdlector of hoofdpraktijklector. Wie acht jaar de functie van directeur van een studiegebied opneemt, krijgt een bevordering naar graad A33 van het ATP Bevorderingen bij ATP (inclusief patrimoniumpersoneel) Functieclassificatie en schaal-, graad- en niveauverhogingen bij ATP en bedienden Het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de loopbaanstructuur en van de salarisschalen van het Administratief en Technisch Personeel (ATP) van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap van 21 februari 2003 stelt de hogeschool in staat om de voorwaarden voor schaal-, graad- en niveauverhogingen autonoom uit te werken. Daartoe heeft vzw HUB-KAHO een functieclassificatie en verloningssysteem uitgewerkt dat de toekenning van schaal-, graad en niveauverhogingen regelt. De details van het functieclassificatiesysteem zijn voor ATP en bedienden van voormalig vzw HUB-EHSAL geregeld via protocol 2007/10 en voor ATP en bedienden van voormalig vzw KAHO Sint-Lieven (excl. leidinggevenden) via protocol 2013/2. Naar aanleiding van de fusie werd een nieuw protocol geschreven voor ATP en bedienden van voormalig vzw HUB- EHSAL om de afspraken omtrent de functieclassificatie van beide hogescholen verder op mekaar af te stemmen m.n. protocol 2013/02. Beknopt weergegeven regelt het protocol op de functieclassificatie het loopbaanverloop van het ATP (inclusief patrimoniumpersoneel) volgens onderstaande principes: Binnen de grenzen van de loopbaanstructuur en de salarisschalen bepaald bij besluit wordt de verloning van de personeelsleden bepaald door de functieclassificatie. Personeelsleden moeten maximaal gestimuleerd worden om te groeien en zich verder te ontwikkelen. De hogeschool engageert zich om het personeel optimaal te ondersteunen in deze groei en ontwikkeling, en om de leidinggevenden maximaal te ondersteunen in hun taak als leidinggevende. Het systeem van functieclassificatie is voldoende dynamisch, zodat kan ingespeeld worden op nieuwe functies en wijzigingen van bestaande functies. Het protocol beschrijft 4 generieke functies voor niet-leidinggevende medewerkers: de ondersteunende medewerker, de gespecialiseerde medewerker, de coördinerende medewerker en de expert. Daarnaast zijn de leidinggevende functies beschreven. Met uitzondering van de leidinggevende functies, omvat elke generieke functie een instapniveau, een ervaren niveau en een senior niveau. Het protocol beschrijft duidelijk de voorwaarden om over te stappen naar een hogere graad binnen eenzelfde functie, of naar een andere generieke functie. Schaal-, graad-, en niveauverhogingen zijn volledig verwerkt binnen dit systeem, en worden toegekend desgevallend na publicatie van een interne of externe vacature, en na positief advies van direct leidinggevende en de personeelsdirecteur. Voor de toekenning van het laatste (senior) level aan coördinerende medewerkers resp. experten wordt een procedure gevolgd die gelijkaardig is aan de procedure voor bevordering tot hoofdpraktijklector resp. hoofdlector. De kandidaten worden beoordeeld op basis van het dossier dat zij indienen bij de bevorderingscommissie. In dit dossier tonen zij aan goed te scoren op volgende criteria voor de toekenning van de bevordering: 1. over uitstekende functiekennis te beschikken, 2. over uitstekende functiekunde te beschikken, 3. uitmuntende kwaliteit af te leveren, zowel in product als proces, 4. functioneel leiding en sturing te kunnen geven (indien van toepassing), 5. constructief teamgedrag te vertonen, evenals uitstekende communicatievaardigheden te laten zien, 6. loyaal (constructief-kritisch en geëngageerd) te zijn t.o.v. de hogeschool en haar missie, 7. breed ingezet te worden in de opdracht van de hogeschool, of de ondersteuning daarvan. 213

215 De selectiecommissie voor de promotie naar de hogere schaal van seniormedewerker oordeelt over alle kandidaten. Ze bestaat uit de personeelsdirecteur, de algemeen beheerder, de voorzitter professioneel onderwijs, de directeur onderwijs en kwaliteit en de algemeen directeur (voorzitter). De ombudspersonen voor personeel treden op als waarnemer tijdens de vergadering van de selectiecommissie. De Raad van Bestuur bekrachtigt de aanstelling. Volgens de loopbaanregels van de functieclassificatie en naar aanleiding van een interne of externe vacature werden in 2014: 6 schaalverhogingen toegekend, nl 4 van C11 naar C12 (3,5 FTE) en 2 van B11 naar B12 (1,8 FTE) 2 graadverhogingen, nl 1 van B1 naar B2 (0,8 FTE) en 1 van A1 naar A2 (1FTE) Functieclassificatie en weddeschaalverhogingen bij arbeiders De voormalige vzw HUB-Ehsal werkte een functieclassificatie uit voor specifieke functies die momenteel door arbeiders worden uitgeoefend. Daartoe heeft vzw HUB-Ehsal eigen weddeschalen uitgewerkt en een systeem dat de toekenning van schaalverhogingen regelt, met ingang van 1 januari 2008 voor de onderhoudsmedewerkers en 1 januari 2009 voor de (gespecialiseerd) technisch medewerkers. Voor arbeiders van de voormalige vzw KAHO Sint Lieven zal een dergelijk protocol worden uitgewerkt in Voor de details van deze functieclassificatie verwijzen we naar het protocol 2008/7. Beknopt weergegeven regelt het protocol op de functieclassificatie de bevorderingen van de arbeiders volgens onderstaande principes: De verloning en loopbaanontwikkeling van de arbeiders wordt bepaald door de functieclassificatie. Ze moeten maximaal gestimuleerd en ondersteund worden om te groeien en zich verder te ontwikkelen. Het systeem van functieclassificatie is voldoende dynamisch, zodat kan ingespeeld worden op nieuwe functies en wijzigingen van bestaande functies. Het protocol beschrijft 3 generieke functies voor de arbeiders: de onderhoudsmedewerker, met twee instap-, één ervaren en twee seniorlevels, de technisch medewerker, met telkens twee instap-, ervaren en seniorlevels, en de gespecialiseerd technisch medewerker met één ervaren en één seniorlevel. Het protocol beschrijft duidelijk de voorwaarden om over te stappen naar een hogere weddeschaal of naar een andere generieke functie. In 2014 kregen ten gevolge van de functieclassificatie 6 arbeiders een weddeschaalverhoging Persoonlijke vergoedingen en mandaatvergoedingen De relevante artikels uit het hogescholendecreet 162, 179 en 156 zijn door het hogeschoolbestuur van invulling voorzien door het protocol 2014/06. Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen: A. Persoonlijke vergoeding Een persoonlijke vergoeding wordt toegekend als voldaan is aan de volgende voorwaarden: de prestatie gebeurt op uitdrukkelijk verzoek van de hogeschool en voor zover het personeelslid de bijkomende opdracht heeft aanvaard ; de prestatie is niet vervat in de normale taakinhoud van het personeelslid en de normale taakinhoud kan niet worden herschikt, verminderd of uitgebreid met een tijdelijke aanstelling; de bijkomende prestatie duurt minstens één maand tenzij het gaat om een prestatie in de permanente vorming de prestatie gebeurt: 1. hetzij om te kunnen voorzien in de vervanging van een personeelslid dat tijdelijk afwezig is wegens ziekte, zwangerschapsverlof of een andere reden en waarvoor geen vervanging kan worden gevonden; 214

216 2. hetzij om een noodzakelijke opdracht te vervullen indien wegens uitzonderlijke omstandigheden een vacature niet kan worden ingevuld of een vacature niet kan worden uitgeschreven omdat het over een tijdelijke bijkomende opdracht gaat; 3. hetzij in de permanente vorming (hierna PHV). Met uitsluiting van de persoonlijke vergoeding voor een prestatie in de PHV, wordt de persoonlijke vergoeding procentueel uitgedrukt in functie van de bijkomende tijdsbesteding. Voor onderwijsopdrachten gebeurt de berekening volgens de forfaitaire percentages zoals bepaald in het protocol 2014/01 betreffende de taakinvulling van het onderwijzend personeel. Per kalenderjaar mag de persoonlijke vergoeding maximum 20% bedragen van het jaarloon van het personeelslid, exclusief vakantiegeld en eindejaarspremie. De vergoeding voor een prestatie in de PHV stemt overeen met de geldende tarieven voor dergelijke opdrachten in de PHV en bedraagt in principe maximaal EUR per kalenderjaar aan 100%. Om nodeloze administratieve overlast te vermijden, kan het grensbedrag in beperkte mate overschreden worden. Indien de bijkomende prestatie in de PHV aanleiding geeft tot een hogere vergoeding, wordt het verschil op de kredietlijn van het personeelslid geplaatst of opgenomen in zijn/haar taakinhoud. In afwijking hiervan kan het personeelslid ervoor kiezen om de vergoeding voor de bijkomende prestatie hetzij integraal hetzij gedeeltelijk op zijn/haar kredietlijn te laten plaatsen om ze als werkingskrediet aan te wenden volgens de richtlijnen van de financiële dienst. De aanwending van de middelen op de kredietlijn is enkel mogelijk voor uitgaven die rechtstreeks verband houden met de opdracht in de hogeschool. De persoonlijke vergoeding wordt enkel toegekend aan voltijdse personeelsleden tenzij het gaat om een prestatie in de PHV. Voor deeltijdse personeelsleden wordt de vergoeding voor een prestatie buiten de PHV geregeld met een tijdelijke aanstelling waarin de prestatie is opgenomen. B. Mandaatvergoeding en niet-verworven weddeschaal Mandaatvergoedingen voor opleidingshoofden waren in het verleden anders geregeld voor vzw HUB-EHSAL dan voor vzw KAHO Sint-Lieven. Een HUB-KAHO brede regeling werd in oktober 2014 uitgewerkt in protocol 2014/06. Dit protocol beschrijft de situatie voor voormalig HUB-EHSAL en voormalig KAHO Sint-Lieven alsook de overgangsbepalingen n.a.v. de fusie en heft alle voorgaande protocols op. In wat volgt wordt de algemene regel omschreven: Opleidingshoofden in het professioneel onderwijs die een volledig academiejaar dit mandaat opnemen en de weddeschaal van hoofdlector nog niet bereikten, ontvangen na afloop van het academiejaar en na gunstige evaluatie door het Directiecomité een mandaatvergoeding. Het bedrag van deze vergoeding wordt verhoogd voor opleidingshoofden die (hoofd)praktijklector zijn. De mandaatvergoeding wordt maandelijks betaald. De mandaatvergoeding wordt niet toegekend voor de maanden waarin het opleidingshoofd ad interim wordt vervangen. De opleidingshoofden die zijn aangesteld als praktijklector of lector, die gedurende acht opeenvolgende jaren het mandaat van opleidingshoofd hebben opgenomen en die hiervoor gunstig worden geëvalueerd, krijgen een definitieve aanstelling of benoeming in het ambt van respectievelijk hoofdpraktijklector of hoofdlector. Het mandaat van diensthoofd, directeur, decaan of groepsvoorzitter wordt de eerste acht jaar op tijdelijke basis toegekend. De eraan verbonden mandaatvergoeding wordt toegekend onder de vorm van een niet-verworven weddeschaal Benoemingen De hogeschool beschouwt de benoeming als een inherent onderdeel van haar waarderingsbeleid, waarbij de hogeschool t.a.v. kwaliteitsvolle medewerkers een expliciete appreciatie uitdrukt over 215

217 het verloop van een positieve loopbaan binnen de hogeschool. Door de toekenning van een vaste benoeming geeft de hogeschool te kennen zich ten aanzien van de medewerker op lange termijn te willen engageren. De benoeming heeft daardoor ook sterke raakvlakken met de inzetbaarheid van het personeelslid, waar beiden verantwoordelijk voor zijn. De hogeschool zal daarom haar personeel maximaal ondersteunen om hun competenties en talenten blijvend te ontwikkelen. Van het personeelslid verwacht de hogeschool engagement en enthousiasme om de geboden kansen te grijpen en op zelfstandige wijze de eigen inzetbaarheid te vergroten. Bij de jaarlijkse opmaak van de begroting beslist de Raad van Bestuur op voorstel van het Directiecomité, of en hoeveel personeelsleden benoemd kunnen worden. De Raad van Bestuur benoemt de personeelsleden op voordracht van het Directiecomité, en motiveert deze benoeming. In 2014 werden voor ex-hub 9 FTE en voor ex-kaho 8,4 FTE benoemingen in het OP voorzien. In het ATP werd het benoemingspercentage voor zowel ex-hub als ex-kaho bereikt, waardoor geen bijkomende benoemingen konden gebeuren. In protocol 2014/05 betreffende de basisprincipes bij de uitwerking van de vakantieregeling, aanwezigheid op de hogeschool, extra-prestaties en arbeidsduurvermindering, het evaluatiereglement en het benoemingsreglement, werden reeds enkele basisprincipes vastgelegd voor het protocol Benoeming dat verder in het HOC onderhandeld zal worden in Basisprincipes: 1. Het maximum benoemingspercentage bedraagt in principe 68% voor het OP en 75% voor het ATP, inclusief het HOP. Het HOC kan bij de jaarlijkse bespreking van de personeelsformatie een hoger maximumpercentage vastleggen voor het komende begrotingsjaar. Bij de berekening van de benoemingspercentages worden volgende verlofstelsels verrekend: - periodes van loopbaanonderbreking, m.u.v. ouderschapsverlof - periodes van TBSPA (voltijds en deeltijds) of verlof voor verminderde prestaties - periodes waarin het personeelslid tijdelijk belast is met een ander ambt. De benoemingspercentages worden apart berekend voor ex-hub en ex-kaho tot op het moment dat beide gewezen aparte entiteiten een gelijk benoemingspercentage bereiken. 2. Benoemingsvoorwaarden Het personeelslid moet minstens zes jaar anciënniteit in de hogeschool kunnen voorleggen op de datum die jaarlijks in het HOC wordt bepaald. Prestaties in een vervangingsovereenkomst of als contractueel medewerker komen in aanmerking voor de berekening van de zes jaar anciënniteit. Periodes van tewerkstelling met externe financiering waarin het personeelslid enkel met onderzoek was belast, worden niet in aanmerking genomen voor de berekening van de zes jaar. Het personeelslid moet minstens drie evaluaties met de eindconclusie voldoende gekregen hebben met een tussenperiode van minstens één jaar waarbij de laatste evaluatie vóór benoeming steeds de conclusie voldoende moet hebben. Effectieve tewerkstellingen van minder dan 50% komen niet in aanmerking voor benoeming, behalve indien het gaat om een combinatie met een onderwijsopdracht in een andere onderwijsinstelling;. Periodes van dienstonderbrekingen (inclusief detachering naar andere instellingen), met uitzondering van ouderschapsverlof, palliatief verlof, betaald ziekteverlof, bevallingsverlof en borstvoedingsverlof komen niet in aanmerking voor de berekening van de zes jaar anciënniteit. De nuttige anciënniteit van zes jaar kan verlaagd worden indien het personeelslid bijna de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Dossiers die aan de voorwaarden voldoen, worden ambtshalve onderzocht. Kandidatuurstelling is bijgevolg niet nodig. Een personeelslid dat aan de benoemingsvoorwaarden voldoet, komt in volgorde van zijn nuttige anciënniteit in aanmerking voor benoeming. 216

218 3. De benoeming staat in functie van inzetbaarheid en evaluatie: De inzetbaarheid van de docenten wordt berekend op basis van competentieclusters. Per competentiecluster wordt een benoemingspercentage berekend. Hierbij wordt een vork tussen 68% en 75% benoemden gehanteerd. Er wordt geen score qua inzetbaarheid voor de cluster meer toegekend eens het benoemingspercentage zich situeert tussen 68% en 75%. Er worden niet alleen scores toegekend binnen de competentiecluster(s) waartoe het personeelslid behoort, maar ook voor andere activiteiten die het personeelslid opneemt binnen de verschillende takenclusters. Dit betekent dat een personeelslid dat tot meerdere competentieclusters behoort, een hogere inzetbaarheid heeft en hiervoor extra punten krijgt. Onderzoek of andere structureel bijkomende opdrachten (bv. opleidingshoofd) worden als een bijkomende competentiecluster gerekend. Enkel geëvalueerde opdrachten kunnen als bijkomende inzetbaarheid worden beschouwd.(voor de berekening van het benoemingspercentage binnen een competentiecluster worden ook de contractuele personeelsleden belast met een onderwijsopdracht (gastprofessoren) meegeteld als tijdelijke personeelsleden. Interimarissen worden niet verrekend, aangezien de benoemingspercentages worden berekend op het bezettingsvolume en niet op het tewerkstellingsvolume.) Voor de personeelsleden van de diensten wordt de inzetbaarheid vastgesteld door de personeelsdienst. De inzetbaarheid van een personeelslid wordt berekend op het moment dat het op de benoemingslijst wordt opgenomen. Wie onvoldoende inzetbaar is, wordt niet in de lijst opgenomen. Indien een personeelslid drie jaar op rij niet in de lijst wordt opgenomen wegens onvoldoende inzetbaarheid, zal het dossier jaarlijks worden herbekeken. Het Directiecomité zal voorafgaandelijk aan elke jaarlijkse benoemingsronde het dossier onderzoeken en vervolgens beslissen om: o het personeelslid alsnog in de lijst op te nemen o de bestaande toestand te behouden o de tewerkstelling stop te zetten Taakinvulling Taakinvulling van personeelsleden belast met onderwijs en aanverwante opdrachten Het centrale uitgangspunt van de taakinvulling van de docenten blijft de maatschappelijke opdracht van de opleidingen. Er wordt uitgegaan van een arbeidscontext waarbij een docent goed op de hoogte is van wat een modern docentschap in het professioneel onderwijs inhoudelijk en didactisch betekent. Van hen wordt verwacht hieraan een maximale invulling te geven. Een kwalitatieve en outputgerichte jobinvulling staat dus centraal. Een voortdurende zorg voor de eigen professionalisering en deskundigheidsbevordering kan daarbij niet ontbreken. De taakinvulling van de docent is samengesteld uit vier takenclusters, m.n.: 1. Onderwijsverstrekking; 2. Wetenschappelijk onderzoek; 3. Maatschappelijke dienstverlening; 4. Onderwijs- en beleidsondersteunende opdrachten. Voor elk academiejaar moet het takenpakket worden samengesteld. De verdeling van de opdrachten gebeurt met coëfficiënten afgesproken in het protocol inzake de taakinvulling van het onderwijzend personeel (protocol 2014/01), en wordt vastgelegd in een taakinvullingsplan. De berekende percentages in de taakinvulling zijn evenwel geen absolute standaard voor een billijke invulling en verdeling van de opdrachten. In een open dialoog worden met het opleidingshoofd en de studiegebieddirecteur (eventueel met het hele onderwijsteam) afspraken gemaakt over het 217

219 individuele takenpakket. Er zal steeds gezocht worden naar een afstemming van het profiel en de competenties van het individuele personeelslid op de behoeften en vragen van de opleiding/cluster/studiegebied Taakinvulling van personeel van diensten Voor medewerkers van een dienst bepaalt het diensthoofd/de directeur de opdracht van de medewerker. De taakinhoud is beschreven in de beschrijvingen van de referentiefuncties en de functiekaarten. De algemeen directeur of het bevoegde lid van het Directiecomité bepaalt de opdracht van de leden van het Directiecomité en van de diensthoofden die onder zijn bevoegdheid vallen. 1.6 Overleg met personeel i.v.m. taakinhoud, problemen en ontwikkeling Functioneringsgesprekken Werken bij HUB-KAHO moet garant staan voor het ontdekken, ontwikkelen en maximaal benutten van aanwezige competenties en talenten. We hechten groot belang aan een kritisch- (zelf)reflectieve houding en wederzijdse (waarderende) feedback in dit proces van levenslang leren. In aansluiting op deze visie beschouwt de hogeschool het functioneringsgesprek als een essentieel onderdeel van haar personeelsbeleid. De finaliteit, de periodiciteit en de structuur van een functioneringsgesprek worden besproken in het steundocument Functioneringsgesprekken. Do s en don ts worden besproken in het steundocumenten Tips voor het voeren van een funtioneringsgesprek. Zo kunnen deze functioneringsgesprekken gestandaardiseerd en kwalitatief verlopen. De personeelsdienst ondersteunt leidinggevenden bovendien in het voeren van kwalitatief hoogstaande functioneringsgesprekken door jaarlijks vorming te organiseren rond dit thema. Een aantal concrete afspraken over de functioneringsgesprekken worden hieronder verduidelijkt. Gespreksvoerder? Docenten/personeelsleden uitsluitend belast met onderzoek of dienstverlening binnen het studiegebied TAAKINVULLING Onderwijsopdracht en/of begeleidingsopdracht binnen het studiegebied Onderzoeksopdracht of dienstverlening binnen het studiegebied Verantwoordelijke onderzoek Opleidingshoofd Studiegebieddirecteur Gespreksvoerder functioneringsgesprek opleidingshoofd verantwoordelijke onderzoek directeur onderzoek studiegebieddirecteur voorzitter PO 218

220 OP-leden, ATP-leden en het contractueel personeel tewerkgesteld in diensten FUNCTIE Medewerker dienst Teamcoördinator Diensthoofd Campuscoördinator/ -directeur Lid van het directiecomité (m.u.v. algemeen directeur) Algemeen directeur Gespreksvoerder functioneringsgesprek teamcoördinator, desgevallend bijgestaan door diensthoofd/directeur diensthoofd/directeur lid van directiecomité onder wiens bevoegdheid hij/zij valt algemeen directeur algemeen directeur voorzitter Raad van Bestuur Bij gecombineerde opdrachten kan door elk van de verantwoordelijke gespreksvoerders (afzonderlijk) een functioneringsgesprek gevoerd worden. Het functioneringsgesprek moet alleszins door minstens één van de verantwoordelijke gespreksvoerders gevoerd worden, bij voorkeur is dit de leidinggevende voor wie het personeelslid het grootste percentage van zijn/haar tewerkstelling uitoefent. Hoe? Het personeelslid en de leidinggevende delen vooraf hun te bespreken punten aan elkaar mee. Er wordt over gewaakt dat het gesprek een horizontaal gesprek is dat sterk gericht is op begeleiding van het personeelslid en geen verkapt evaluatiegesprek. Bij leidinggevenden wordt aandacht geschonken aan de begeleiding van hun team, de evaluatie van hun medewerkers en de communicatie naar hun medewerkers. Tevens wordt aandacht besteed aan de professionaliseringsnoden van het personeelslid. Wanneer? In principe wordt met elk personeelslid om de twee jaar een functioneringsgesprek gepland. Zowel opleidingshoofd/teamcoördinator/diensthoofd/directeur als personeelslid kunnen ten allen tijde een functioneringsgesprek vragen. Gedurende het eerste jaar van tewerkstelling wordt ten laatste na drie maanden of na bekendmaking van de resultaten van de didactische evaluatie na afloop van het eerste semester, een functioneringsgesprek gevoerd. In het tweede jaar van tewerkstelling wordt dit best gepland zes maanden na het eerste evaluatiegesprek of na kennisname van de resultaten van de tussentijdse didactische evaluatie Werkoverleg Het diensthoofd ziet erop toe dat op de dienst regelmatig werkoverleg plaatsvindt. De diensthoofden zelf vergaderen tweemaandelijks in een stafvergadering, samen met de algemeen directeur of de algemeen beheerder. Het werkoverleg van de docenten gebeurt hoofdzakelijk in de vergaderingen van de Overlegteams, Onderwijsteams en de Kernteams waarvan ze deel uitmaken. Uiteraard is de opdracht van deze vergaderingen veel omvattender dan louter werkoverleg. Hierop komen immers alle aspecten m.b.t. hun onderwijsopdracht aan bod en raadplegen de opleidingshoofden de leden van hun groep m.b.t. de materies die in het DIR-OH worden behandeld. De opleidingshoofden vergaderen regelmatig met de groepsvoorzitter en de studiegebieddirecteuren. 219

221 1.7. Evaluatie van het personeel De onderhandelingen voor een nieuw evaluatiereglement voor de fusiehogeschool werden opgestart in november 2014 en werden vlak na het jaareinde afgerond. De evaluatoren, de periodiciteit, de (beroeps)procedure, het evaluatiedossier en de evaluatiecriteria worden behandeld in het protocol 2015/01 betreffende het intern reglement betreffende de personeelsevaluatie en de evaluatiecriteria Evaluatoren Alle personeelsleden worden geëvalueerd door een eerste en een tweede evaluator, met uitzondering van de algemeen directeur. De eerste evaluator leidt het evaluatiegesprek en spreekt een advies uit over de evaluatie. De tweede evaluator spreekt de eindconclusie van de evaluatie uit. Tenzij in uitzonderlijke gevallen (bijvoorbeeld bij de evaluatie van de leden van het Directiecomité), betreft de tweede evaluator een evaluatiecollege bestaande uit meerdere personen. In onderstaande schema s wordt een overzicht gegeven van de eerste en tweede evaluator. Docenten/personeelsleden uitsluitend belast met onderzoek of dienstverlening binnen het studiegebied TAAKINVULLING 1ste evaluator 2de evaluator Onderwijsopdracht en/of begeleidingsopdracht binnen het studiegebied Onderzoeksopdracht of dienstverlening binnen het studiegebied Verantwoordelijke onderzoek Opleidingshoofd studiegebieddirecteur (opleidingshoofd bereidt het EG mee voor) studiegebieddirecteur (verantwoordelijke onderzoek bereidt het EG mee voor) directeur onderzoek studiegebieddirecteur evaluatiecollege (min. 4 studiegebieddirecteuren en directeur Onderzoek; voorgezeten door voorzitter PO), bijgewoond door ombuds personeel Studiegebieddirecteur voorzitter PO algemeen directeur Ook studenten worden betrokken bij de evaluatie van het didactisch handelen van docenten, promotoren bachelorproef, eindproefbegeleiders en stagebegeleiders. OP-leden, ATP-leden en het contractueel personeel tewerkgesteld in diensten FUNCTIE 1ste evaluator 2de evaluator Medewerker dienst Teamcoördinator Diensthoofd Campuscoördinator/ -directeur Lid van het directiecomité (m.u.v. algemeen directeur) Algemeen directeur diensthoofd/directeur, (teamcoördinator bereidt het EG mee voor) diensthoofd/directeur lid van directiecomité onder wiens bevoegdheid hij/zij valt algemeen directeur algemeen directeur voorzitter Raad van Bestuur evaluatiecollege (algemeen directeur, algemeen beheerder, voorzitter PO; voorgezeten door personeelsdirecteur), bijgewoond door ombuds personeel voorzitter Raad van Bestuur 220

222 Medewerkers die verschillende opdrachten/functies uit bovenstaande schema combineren, zullen voor elk opdracht/functie afzonderlijk geëvalueerd worden door de bevoegde eerste evaluator. De tweede evaluator spreekt dan een eindconclusie uit op basis van het geheel van de opdracht. Voor de personeelsleden die geheel of deels functioneel worden aangestuurd door een bepaalde leidinggevende en hiërarchisch rapporteren aan een andere leidinggevende, wordt het evaluatiedossier door beiden voorbereid. Het evaluatiegesprek wordt gevoerd door de hiërarchisch leidinggevende. De functioneel leidinggevende beslist of hij/zij al dan niet aansluit bij dit gesprek Evaluatiecriteria Er zijn evaluatiecriteria en indicatoren uitgewerkt voor de verschillende categorieën personeelsleden. Voor elke categorie bestaat een apart formulier met de desbetreffende criteria en indicatoren, m.n.: Evaluatiecriteria en indicatoren docenten en onderzoekers Evaluatiecriteria en indicatoren medewerkers dienst Evaluatiecriteria en indicatoren leidinggevenden (excl. opleidingshoofden) Evaluatiecriteria en indicatoren opleidingshoofden Voor docenten wordt ook rekening gehouden met een aantal meetgegevens, o.a. de BOLA s Evaluatieperiode Elke medewerker wordt minstens eenmaal geëvalueerd in een periode van vijf jaar. De evaluatieperiode kan echter om verschillende redenen ingekort worden. Tijdens de eerste twee jaar van tewerkstelling in de hogeschool of in een nieuwe functie (zoals bij verandering van dienst; bij overstap van OP naar ATP; ) zal er met de medewerker jaarlijks minstens één evaluatiegesprek worden gevoerd. Met het oog op een benoeming (toepassing benoemingsprotocol). Voor de toekenning van een definitieve aanstelling of benoeming in een nieuwe functie. Bij een evaluatie onvoldoende of voldoende met voorbehoud volgt een nieuwe evaluatie na één jaar. Bij terugkeer van een personeelslid na schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of volledige detachering gedurende een ononderbroken periode van minstens één jaar: evaluatie één jaar na terugkeer; behoudens andere beslissing van de tweede evaluator, begint hierna opnieuw een periode van vijf jaar te lopen. Bij aanduiding in het evaluatiebesluit van een tijdstip waarop de eerstvolgende evaluatie moet gebeuren: op het tijdstip aangeduid in het evaluatiebesluit. Op vraag van de tweede evaluator of het personeelslid. In dit laatste geval richt het personeelslid een gemotiveerde vraag aan de tweede evaluator. Schematische weergave van de cyclus functionerings- en evaluatiegesprekken (met EG= evaluatiegesprek en FG= functioneringsgesprek): 221

223 Verloop van de evaluatie Plannen van evaluatiegesprek De planning van de evaluatiegesprekken wordt door de personeelsdienst opgemaakt die de uiterste datum van het gesprek aangeeft. Deze informatie wordt via intranet aan de medewerker en de eerste evaluator meegedeeld. Voorbereiden van een evaluatiegesprek De eerste evaluator zal in overleg met mogelijke betrokken partijen(i.c. opleidingshoofd, onderzoeksverantwoordelijke, teamcoördinator, ) een ontwerpverslag voorbereiden aangaande het functioneren van de medewerker. Naast de toepasselijke evaluatiecriteria en gedragsindicatoren die als basis voor het ontwerpverslag fungeren, kan volgende informatie gebruikt worden als informatie: Verslagen van voorgaande functionerings- en evaluatiegesprekken en de concrete afspraken uit deze verslagen Het takenpakket (a.d.h.v. taakomschrijving, taakbeschrijvingen uit de werkingsreglementen, functiekaarten, referentiefunctiebeschrijvingen, ) Meetgegevens, indien deze van toepassing zijn (vb. BOLA s, ) Output (vb. eigen cursussen en presentaties, nota s, ) Bottom-up evaluaties van leidinggevenden 222

224 De medewerker kan als voorbereiding op het evaluatiegesprek door de eerste evaluator gevraagd worden een zelfevaluatie op te maken waarin de visie wordt weergegeven op het eigen functioneren tijdens de evaluatieperiode. Finaliseren van het evaluatieverslag door de eerste evaluator De eerste evaluator maakt steeds het evaluatieverslag. Dit verslag wordt ondertekend door de eerste evaluator; de medewerker tekent ter kennisname. Indien aanwezig, wordt het evaluatieverslag eveneens ondertekend ter kennisname door een derde betrokken partij. Het evaluatieverslag is een beschrijvend verslag dat de nodige nuances en motivatie toevoegt aan de advies van de eerste evaluator. Het verslag bevat opvallende positieve aspecten in het functioneren van de medewerker evenals bepaalde aandachts- of verbeterpunten. Het verslag wordt genotuleerd op het document Evaluatieverslag. Finaliseren van de procedure door het evaluatiecollege (tweede evaluator) Algemene richtlijnen: De eerste evaluator bezorgt binnen een termijn van 15 dagen het evaluatiedossier aan de tweede evaluator. De tweede evaluator, in de meeste gevallen een evaluatiecollege, onderzoekt het dossier en doet een uitspraak binnen een termijn van uiterlijk 45 kalenderdagen vanaf het moment van ontvangst. De schorsingsperiodes van deze termijn worden vermeld in artikel 33 van het evaluatiereglement. De tweede evaluator spreekt de eindconclusie van de evaluatie uit: voldoende, voldoende met voorbehoud, of onvoldoende. De conclusie voldoende met voorbehoud of onvoldoende wordt gemotiveerd. De tweede evaluator dient bij een onvoldoende of een voldoende met voorbehoud steeds overleg te plegen met de eerste evaluator en mogelijke andere betrokken partijen Bij een onvoldoende wordt steeds vooraf het personeelslid gehoord. In het evaluatiecollege worden de beslissingen genomen bij meerderheid van stemmen. Een onvoldoende kan enkel beslist worden bij unanimiteit. Specifieke werkwijze voor docenten/ personeelsleden uitsluitend belast met onderzoek of dienstverlening binnen het studiegebied Stap 1 Ten laatste vier dagen vóór de samenkomst van het evaluatiecollege wordt het evaluatieverslag digitaal bezorgd aan de voorzitter PO. Het evaluatieverslag: 1. kan verschillende bijlagen hebben zoals de schriftelijke zelfevaluatie, BOLA-resultaten, verslagen van functioneringsgesprekken,.. 2. is door de betrokken eerste evaluator en vervolgens door het betrokken personeelslid gedateerd en ondertekend. Stap 2 Op de dag van de vergadering van het evaluatiecollege brengt de verantwoordelijke studiegebieddirecteur het ondertekende evaluatieverslag samen met de bijlagen (in 1 exemplaar) mee. Stap 3 Het evaluatieverslag wordt door de leden van het evaluatiecollege gelezen; de voorzitter PO spreekt de evaluatie uit en noteert de beslissing van het evaluatiecollege op het evaluatieverslag. De voorzitter PO ondertekent de evaluatieverslagen in naam van het evaluatiecollege. Stap 4 Na afloop van het evaluatiecollege wordt door de voorzitter PO een verslag gemaakt van de bijeenkomst van het evaluatiecollege. Dit verslag wordt ondertekend door alle aanwezige leden van het evaluatiecollege, en bewaard op de personeelsdienst. 223

225 Stap 5 De voorzitter PO bezorgt het evaluatieverslag in tweevoud aan het personeelslid die 1 exemplaar ondertekent en terugstuurt naar de voorzitter PO. Stap 6 De voorzitter PO bezorgt het door het personeelslid ondertekende evaluatieverslag met alle bijlagen aan de personeelsdienst. Specifieke werkwijze voor OP-leden, ATP-leden en het contractueel personeel tewerkgesteld in diensten Stap 1 Ten laatste 4 dagen voor de samenkomst van het evaluatiecollege worden alle ondertekende evaluatieverslagen (papieren en digitale versie) aan de personeelsdienst (i.c. Greet D Haese) bezorgd. Het evaluatieverslag: 1. kan verschillende bijlagen hebben zoals de schriftelijke zelfevaluatie, verslagen van functioneringsgesprekken,.. 2. is door de betrokken eerste evaluator en vervolgens door het betrokken personeelslid gedateerd en ondertekend. Stap 2 Op de dag van de vergadering van het evaluatiecollege brengt de personeelsdienst het ondertekende evaluatieverslag samen met de bijlagen (in 1 exemplaar) mee. Stap 3 Het evaluatieverslag wordt door de leden van het evaluatiecollege gelezen; de personeelsdirecteur spreekt de evaluatie uit en noteert de beslissing van het evaluatiecollege op het evaluatieverslag. De personeelsdirecteur ondertekent de evaluatieverslagen in naam van het evaluatiecollege. Stap 4 Na afloop van het evaluatiecollege wordt door de personeelsdirecteur een verslag gemaakt van de bijeenkomst van het evaluatiecollege. Dit verslag wordt ondertekend door alle aanwezige leden van het evaluatiecollege, en bewaard op de personeelsdienst. Stap 5 De personeelsdienst bezorgt het evaluatieverslag in tweevoud aan het personeelslid die 1 exemplaar ondertekent en terugbezorgt aan de personeelsdienst. Stap 6 De personeelsdienst bewaart het door het personeelslid ondertekende exemplaar met alle bijlagen, in het betreffende evaluatiedossier. Voor verdere details omtrent de evaluatieprocedure en de procedures om in beroep te gaan, verwijzen we graag naar het desbetreffende protocol. 224

226 1.8. Personeelsverloop In- en uitdiensttredingen 2014 (*) Koppen In dienst Uit dienst OP ATP VZW TOT OP ATP VZW TOT jan/ feb/ mrt/ apr/ mei/ jun/ jul/ aug/ sep/ okt/ nov/ dec/ FTE In dienst Uit dienst OP ATP VZW TOT OP ATP VZW TOT jan/14 2,5 0 7,45 9,95 0 0,6 1,1 1,7 feb/14 0,4 0 8,04 8, ,5 9,5 mrt/14 0,5 0 7,63 8, ,3 6,3 apr/ , ,45 mei/ ,2 5,2 1,1 0 3,16 4,26 jun/ ,4 2,2 3,98 7,58 jul/ ,5 0,85 14,3 16,65 aug/ ,63 48,63 3,45 0,5 13,7 17,65 sep/14 3, ,37 40,52 11, ,92 59,45 okt/14 4, ,29 15,44 1,5 1 9,2 11,7 nov/ ,8 2,8 1,7 0,5 3 5,2 dec/ ,7 2,7 1,65 3 5,4 10,05 12, ,11 157,81 31,28 10,65 114,56 156,49 (*) Personeelsleden die veranderen van statuut worden niet behandeld als in- of uitdiensttreding. 2. PERSONEELSBESTAND De personeelsformatie (en daaraan gekoppeld de begroting van de personeelskosten) wordt jaarlijks opgemaakt. Uitgangspunt hierbij zijn de personeelsbehoeften die zijn vastgesteld: door het Directiecomité, door de directeurs van de verschillende studiegebieden en de opleidingshoofden. Zij bepalen de personeelsbehoeften in functie van de nodige omkadering voor de onderwijsactiviteiten en binnen de financiële ruimte die daarvoor ter beschikking is; door de directeurs en diensthoofden voor de verschillende diensten. Op basis van de vastgestelde behoeften worden de eerste voorstellen geformuleerd. Het Directiecomité onderzoekt de financiële haalbaarheid van die voorstellen en toetst ze aan het personeelsbeleid. Op het HOC wordt de formatie toegelicht en worden de besprekingen afgerond met een protocol. De Raad van Bestuur beslist over de definitieve personeelsformatie. 225

227 Meer gedetailleerde info m.b.t. de samenstelling van het personeelsbestand is te vinden in onderstaande figuren. De berekeningen zijn steeds gemaakt op basis van de effectieve tewerkstelling (inclusief a.i. en gedetacheerde personeelsleden naar andere instellingen). Onbetaalde verloven, terbeschikkingstellingen en verminderde prestaties werden niet meegeteld. Verklaringen van enkele afkortingen die in gebruikt zullen worden: ATP = Administratief en Technisch Personeel OP = Onderwijzend Personeel GP = Gastprofessoren betaald via het Departement Onderwijs GP vzw = Gastprofessoren betaald via de vzw HUB-KAHO HOP = Hulpopvoedend Personeel CF = Personeel ten laste van het Centraal Fonds KF = Personeel ten laste van het Kinefonds VZW = Personeel betaald via de vzw HUB-KAHO ( patrimoniumpersoneel ) (o.a. bedienden, arbeiders en gastprofessoren vzw) BT = studiegebied Biotechniek GEZ = studiegebied Gezondheidszorg HWBK = studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde OND = studiegebied Onderwijs SAW = studiegebied Sociaal Agogisch Werk IWT = studiegebied Industriële Wetenschappen en Technologie CD = Campusdiensten OD = Overkoepelende diensten O&P = dienst Onderzoek en Projecten PV = Permanente vorming 226

228 2.1. Opsplitsing naar studiegebied en dienstencluster (in FTE) op 1 februari 2015 BT GEZ HWBK OND SAW IWT CD OD O&P PV Totaal OP 10,35 83,12 52,35 132,47 45,17 82,04 4,90 0,50 4,85 3,15 428,50 ATP 0,00 3,67 2,95 5,40 7,10 6,88 47,50 13,30 0,30 20,15 184,40 HOP 0,00 0,55 0,00 0,00 0,00 0,25 3,15 2,00 0,00 0,00 6,15 GP 0,00 1,49 0,08 0,12 3,58 0,00 0,00 0,00 0,00 0,10 5,37 CF 0,00 0,20 0,00 1,60 0,00 0,00 1,50 0,00 0,00 0,00 3,30 GP vzw 2,85 14,91 4,00 13,40 5,54 13,86 0,00 0,00 0,00 0,10 54,66 Bediende 1,25 1,40 0,65 3,70 6,98 4,70 28,14 2,20 7,60 6,84 89,81 Arbeider 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 41,43 0,00 0,00 0,00 41,43 Totaal 14,45 105,34 60,03 156,69 68,37 107,73 126,62 18,00 12,75 30,34 813,62 Totaal % 1,78% 12,95% 7,38% 19,26% 8,40% 13,24% 15,56% 2,21% 1,57% 3,73% 100,00% Indeling personeel per studiegebeid en dienstencluster (in FTE) op 01/02/2015 Gezondheidszorg 12,95% Biotechniek 1,78% Handelswetenschappen en Bedrijfskunde 7,38% Onderwijs 19,26% Sociaal Agogisch Werk 8,40% Permanente vorming 3,73% Dienst Onderzoek en projecten 1,57% Overkoepelende diensten 16,14% Campus diensten 15,56% Industriële Wetenschappen en technologie 13,24% 227

229 Indeling personeel per studiegebied (in FTE) op 1 februari 2015 BT GEZ HWB OND SAW IWT Totaal OP 10,35 83,12 52,35 132,47 45,17 82,04 405,50 ATP 0,00 3,67 2,95 5,40 7,10 6,88 26,00 HOP 0,00 0,55 0,00 0,00 0,00 0,25 0,80 GP 0,00 1,49 0,08 0,12 3,58 0,00 5,27 CF 0,00 0,20 0,00 1,60 0,00 0,00 1,80 GP vzw 2,85 14,91 4,00 13,40 5,54 13,86 54,56 Bediende 1,25 1,40 0,65 3,70 6,98 4,70 18,68 Arbeider 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Totaal 14,45 105,34 60,03 156,69 68,37 107,73 512,61 Totaal % 2,82% 20,55% 11,71% 30,57% 13,34% 21,02% 100,00% Sociaal Agogisch Werk 13,34% Industriële wetenschappen en Technologie 21,02% Biothechniek 2,82% Gezondheidszorg 20,55% Onderwijs 30,57% Handelswetenschappen en Bedrijfskunde 11,71% 228

230 Indeling personeel per dienstencluster (in FTE) op 1 februari 2015 Campus diensten Overkoepelende diensten Dienst Onderzoek en projecten Permanente vorming Totaal OP 4,90 0,50 4,85 3,15 23,00 ATP 47,50 13,30 0,30 20,15 158,40 HOP 3,15 2,00 0,00 0,00 5,35 GP 0,00 0,00 0,00 0,10 0,10 CF 1,50 0,00 0,00 0,00 1,50 GP vzw 0,00 0,00 0,00 0,10 0,10 Bediende 28,14 2,20 7,60 6,84 71,13 Arbeider 41,43 0,00 0,00 0,00 41,43 Totaal 126,62 18,00 12,75 30,34 301,01 Totaal % 42,07% 5,98% 4,24% 10,08% 100,00% Indeling personeel per dienstencluster (in FTE) op 01/02/2015 Overkoepelende diensten 43,62% Dienst Onderzoek en projecten 4,24% Campus diensten 42,07% Permanente vorming 10,08% 229

231 2.2. Indeling personeel volgens financieringsbron (in FTE) op 1 februari 2015 Personeelsleden betaald met werkingsuitkeringen Personeelsleden betaald vanuit het patrimonium Centraal betaalde personeelsleden ATP 184,90 0,00 0,00 Gedetacheerde ATP 1,50 0,00 0,00 OP 422,50 0,00 0,00 Gedetacheerde OP 4,00 0,00 0,00 GP 5,37 0,00 0,00 HOP 6,15 0,00 0,00 CF 0,00 0,00 3,30 Arbeiders 0,00 41,43 0,00 Bedienden 0,00 78,08 0,00 GP vzw 0,00 54,66 0,00 Onderzoekers 0,00 11,73 0,00 Totaal Totaal 624,42 185,90 3,30 813,62 Totaal % 76,75% 22,85% 0,41% 100,00% OP 51,93% PATRIMONIUM 22,85% Gedetacheerden OP 0,49% Bedienden 9,60% GP VZW 6,72% Gedetacheerden ATP 0,18% ATP 22,73% GP HOP 0,66% 0,76% CF 0,41% Arbeiders 5,09% Onderzoekers 1,44% 230

232 2.3. Verdeling en benoemingspercentage van het personeel betaald ten laste van de werkingsuitkeringen Verdeling van het statutair ATP-kader (in FTE) op 1 februari 2015 A4 A3 A2 A1 B3 B2 B1 C2 C1 Totaal 3,00 23,90 43,90 12,65 4,80 36,20 27,65 6,60 27,70 186,40 1,61% 12,82% 23,55% 6,79% 2,58% 19,42% 14,83% 3,54% 14,86% 100,00% B1 14,83% C2 3,54% C1 14,86% B2 19,42% A4 1,61% B3 2,58% A3 12,82% A1 6,79% A2 23,55% 231

233 Verdeling van het statutair OP-kader (in FTE) op 1 februari 2015 Algemeen directeur Docent Werkleider Hoofdlector Lector Hoofdpraktijklector Hoofddocent Praktijklector H HD D W HL L HP PL Totaal 2,00 1,00 4,50 3,55 34,10 318,95 2,80 59,60 426,50 0,47% 0,23% 1,06% 0,83% 8,00% 74,78% 0,66% 13,97% 100,00% L 74,78% HP 0,66% PL 13,97% HL 8,00% W 0,83% H 0,47% HD 0,23% D 1,06% 232

234 Verdeling van het HOP (in FTE) op 1 februari 2015 Bibliothecaris Directiesecretaresse Opvoederhuismeester Studiemeester- Opvoeder Bib DS OH SMO Totaal 0,80 1,00 1,30 3,05 6,15 13,01% 16,26% 21,14% 49,59% 100,00% Bib 13,01% SMO 49,59% DS 16,26% OH 21,14% Benoemingspercentage van het statutair ATP-kader (in FTE) op 1 februari Benoemd Tijdelijk Totaal 149,55 64,85 214,40 Tijdelijk 30,25% 69,75% 30,25% 100,00% Benoemd 69,75% 14 Bij de interne berekening van het benoemingspercentage van het ATP wordt ook het HOP verrekend. Het benoemingspercentage bedraagt dan 74,50%. 233

235 Benoemingspercentage van het statutair OP-kader (in FTE) op 1 februari 2015 Benoemd Tijdelijk Totaal 276,90 173,75 450,65 Tijdelijk 38,56% 61,44% 38,56% 100,00% Benoemd 61,44% 2.4. Verdeling van het personeel ten laste van het Centraal Fonds en het Kinefonds (in FTE) op 1 februari 2015 Studiemeester Directiesecretaris Lector Praktijklector SM DS L PL Totaal 0,50 1,00 1,45 0,35 3,30 15,15% 30,30% 43,94% 10,61% 100,00% L 43,94% PL 10,61% DS 30,30% SM 15,15% 234

236 2.5. Verdeling van het patrimoniumpersoneel (in FTE) op 1 februari 2015 Bediende Gastprofessor Arbeider Totaal 89,81 54,66 41,43 185,90 48,31% 29,40% 22,29% 100,00% Arbeider 22,29% Bediende 48,31% Gastprofess or 29,40% 235

237 2.6. Opsplitsing naar personeelsleden binnen en buiten formatie (in FTE) op 1 februari 2015 Personeelsleden binnen formatie ( 2 ) % berekend op totaal Personeelsleden buiten formatie % berekend op totaal ATP 185,70 22,82% ATP (a.i.) 0,70 0,09% OP 409,20 50,29% OP (a.i.) 17,30 2,13% CF 3,30 0,41% HOP 6,15 0,76% GP 5,37 0,66% GP vzw 54,66 6,72% Bediende 89,81 11,04% Arbeider 41,43 5,09% 594,90 218,72 Totaal 813,62 73,12% 26,88% Binnen formatie OP 50,29% Buiten formatie 26,88% Binnen formatie ATP 22,82% GP WU 0,66% GP vzw 6,72% HOP 0,76% Bediende 11,04% CF 0,41% Arbeider 5,09% ATP (a.i) 0,09% OP (a.i.) 2,13% 236

238 2.7. Opsplitsing personeel naar geslacht Verdeling personeel volgens geslacht (in absolute cijfers) op 1 februari 2015 Man Vrouw Totaal ATP HOP Onderwijzend personeel (OP) CF GP (WU en VZW) Patrimoniumpersoneel (VZW) ,34% 61,66% 100,00% Vrouw 61,66% Man 38,34% Verdeling OP-kader volgens geslacht (in absolute cijfers) op 1 februari 2015 Man Vrouw Totaal Vrouw 60,16 % Man 39,84 % 39,84% 60,16% 100,00% 15 Personeelsleden uit meerdere categorieën worden in elke categorie (dubbel) geteld. 237

239 Verdeling ATP-kader volgens geslacht (in absolute cijfers) op 1 februari 2015 Man Vrouw Totaal Man 30,19% 30,19% 69,81% 100,00% Vrouw 69,81% Verdeling Gastprofessoren (ten laste van de werkingsuitkeringen èn patrimonium) volgens geslacht (in absolute cijfers) op 1 februari 2015 Man Vrouw Totaal Vrouw 57,32% Man 42,68% 42,68% 57,32% 100,00% Verdeling HOP volgens geslacht (in absolute cijfers) op 1 februari 2015 Man Vrouw Totaal Vrouw 75,00% Man 25,00% 25,00% 75,00% 100,00% 238

240 Verdeling personeel ten laste van het Centraal Fonds en Kinefonds volgens geslacht (in absolute cijfers) op 1 februari 2015 [CATEG ORIENA AM] [PERCE NTAGE] Man Vrouw Totaal ,67% 83,33% 100,00% Vrouw 83% Verdeling van het patrimoniumpersoneel (excl. Gastprofessoren) volgens geslacht (in absolute cijfers) op 1 februari 2015 Man Vrouw Totaal Vrouw 58,72% Man 41,28% 41,28% 58,72% 100,00% 2.8. Aantal voltijdse en deeltijdse personeelsleden, exclusief gastprofessoren (in absolute cijfers) op 1 februari FT PT Totaal ,50% 52,50% 100,00% PT 52,50% FT 47,50% 16 Voltijdse benoemde of aangestelde personeelsleden met verminderde prestaties worden als deeltijds beschouwd; personeelsleden uit meerdere personeelscategorieën worden telkens als deeltijds beschouwd. 239

241 2.9. Leeftijdsstructuur van het personeel (in FTE) op 1 februari Totaal 1,00 109,47 246,50 222,85 217,90 15,90 813,62 0,12% 13,45% 30,30% 27,39% 26,78% 1,95% 100,00% 30,30% 27,39% 26,78% 13,45% 0,12% 1,95% Leeftijdsstructuur van het ATP-kader (in FTE) Totaal 17,20 47,55 65,60 53,25 2,80 186,40 9,23% 25,51% 35,19% 28,57% 1,50% 100,00% 35,19% 25,51% 28,57% 9,23% 1,50%

242 Leeftijdsstructuur van het OP-kader (in FTE) Totaal 33,05 135,40 118,90 130,65 8,50 426,50 7,75% 31,75% 27,88% 30,63% 1,99% 100,00% 31,75% 27,88% 30,63% 7,75% 1,99% Leeftijdsstructuur van de gastprofessoren ten laste van de werkingsuitkeringen èn het patrimonium (in FTE) Totaal 23,00 23,36 7,60 4,44 1,60 60,00 38,33% 38,93% 12,67% 7,40% 2,67% 100,00% 38,33% 38,93% 12,67% 7,40% 2,67%

243 Leeftijdsstructuur van het HOP (in FTE) 91,87% Totaal 5,65 0,50 6,15 91,87% 8,13% 100,00% 8,13% Leeftijdsstructuur van het personeel ten laste van het Centraal Fonds en het Kinefonds (in FTE) 90,91% Totaal 0,30 3,00 3,30 9,09% 9,09% 90,91% 100,00% Leeftijdsstructuur van het patrimonium personeel (in FTE) Totaal 1,00 35,92 40,19 30,71 20,91 2,51 131,24 0,76% 27,37% 30,62% 23,40% 15,93% 1,91% 100,00% 27,37% 30,62% 23,40% 15,93% 0,76% 1,91%

244 3. RATIO-ANALYSE OVER DE LAATSTE DRIE BOEKJAREN Hiervoor verwijzen we naar hoofdstuk VII. Financiën. 4. STAAT VAN PERSONEELSKOSTEN Hiervoor verwijzen we naar hoofdstuk VII. Financiën. 243

245 244

246 245

247 Deel V - DIENSTVERLENING 1. DE BELEIDSDOELSTELLINGEN OP HET GEBIED VAN DE MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING, DEELNAME IN SPIN-OFF BEDRIJVEN EN RELATIES MET VZW S EN ANDERE RECHTSPERSONEN De hogeschool ontwikkelt knowhow (competenties) op diverse terreinen. Deze knowhow kan voor de lokale, regionale, internationale gemeenschap nuttig zijn. Organisaties uit de industrie, dienstensector of overheid kunnen er een beroep op doen en ons mits vergoeding met specifieke opdrachten belasten die aansluiten bij onze competenties. Deze vorm van transfer van knowhow noemen we maatschappelijke of wetenschappelijke dienstverlening. Dergelijke opdrachten leiden tot een resultaat dat in de eerste plaats aan de behoefte van de opdrachtgever voldoet, maar zorgt bij voorkeur ook voor een return naar onderzoek of onderwijs voor de hogeschool als uitvoerder (een vergroting van de knowhow). Voorbeelden zijn: uitvoeren van enquêtes, haalbaarheidsstudies, expertises, onderzoek, maatopleidingen (contractonderwijs), advies- of begeleidingsopdrachten. Onze hogeschool participeert ook op regelmatige basis in samenwerkingsprojecten die het gemeenschappelijk antwoord zijn van een consortium op een algemeen maatschappelijk probleem of behoefte. Meestal lanceert een overheid daarbij een oproep tot indienen van projectvoorstellen en financiert ze ook een gedeelte van de kosten van beloftevolle projecten (na selectieprocedure). In zulke projecten zetten de partners hun (complementaire) knowhow in voor de gecombineerde eigen doelgroepen of voor nieuwe doelgroepen. De externe vergoeding voor dit soort projecten kan variëren (bepaald percentage van de volledige projectkost). Hoe groter de gevraagde eigen inbreng van de projectpartners in de totale kost, hoe groter de toegevoegde waarde van het project(resultaat) voor de uitvoerende partners. Initiatieven m.b.t. transfer van knowhow (m.a.w. dienstverleningsprojecten) worden genomen door promotoren. Als promotor van een project van maatschappelijke of wetenschappelijke dienstverlening (transfer van knowhow) kan elk lid van het OP, elke directeur van een studiegebied, elke coördinator van een kern, elke verantwoordelijke onderzoek van een onderzoeksgroep optreden. Elk project ressorteert onder een kern, onderzoeksgroep of studiegebied waaraan de promotor op regelmatige basis verslag uitbrengt Beleid inzake dienstverlening Afspraken terzake: reglementen Een Algemeen Onderzoeks- en Samenwerkingsreglement Associatie K.U.Leuven (goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de Associatie K.U.Leuven, en laatst gewijzigd op 20 mei 2011) regelt het algemeen onderzoeksbeleid in de Associatie, de identiteit en taakomschrijving van de voor valorisatie bevoegde dienst, de algemene en minimale regels betreffende het beleid inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 169ter van het universiteitsdecreet en artikel 215bis van het hogescholendecreet, de algemene en minimale regels inzake de samenwerking van instellingen met derden in dienstverleningscontracten in de zin van het decreet van 22 februari 1995, de algemene en minimale regels inzake de deelname van partners in rechtspersonen. In 2014 startte binnen de associatie KU Leuven overleg om dit reglement aan te passen aan de situatie na de integratie van de academische opleiding in de universiteit. Dit zal afgerond worden in Een intern reglement regelt daarnaast voor HUB-KAHO de deelname in en relaties met vzw s of andere rechtspersonen (zie bijlage 1, eind dit hoofdstuk). 246

248 Het interne reglement betreffende de maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening, zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur van HUB-KAHO vzw op 27 april 2011, beschrijft de verantwoordelijkheden en wenselijke praktijken m.b.t. dienstverlening (zie bijlage 2). Beleid t.a.v. de selectie van de projecten Bij de ontwikkeling en uitvoering van dienstverleningsactiviteiten gelden met name (naast de specifieke doelstellingen) de volgende algemene principes. De hogeschool erkent maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening als een van haar kernfuncties en engageert zich om maatschappelijke dienstverlening zowel te promoten binnen de instelling als bekend te maken naar buiten toe. De opbrengsten van dienstverlening voor de hogeschool en de gemeenschap verantwoorden een motiverend erkennings- en beloningsbeleid voor dienstverleners én een investering in externe communicatie. HUB-KAHO vzw verleent diensten aan de gemeenschap op een manier die tegelijkertijd in overeenstemming is met haar missie, haar diverse beleidsverklaringen, haar strategie- en werkingsplan en de opdrachtverklaringen van de betrokken eenheden én tegemoet komt aan de redelijke verwachtingen van de betrokken gemeenschappen. HUB-KAHO vzw verbindt zich ertoe om actief op zoek te gaan naar projecten waarin ook studenten kansen krijgen om hun betrokkenheid op de gemeenschap te vergroten en om te leren in samenwerkingsverband. De behoeften van de doelgroepen, inclusief de HUB-KAHO-gemeenschap, worden ingelost met op maat gemaakte oplossingen die in overleg met de begunstigden en betrokken partners tot stand komen. Via een actieve aanwezigheidspolitiek in relevante organen en externe organisaties houdt HUB-KAHO die de vinger aan de pols van de doelgroepen. Bij de ontwikkeling van dienstverleningsprojecten gaat de hogeschool op een verantwoorde manier om met (gemeenschaps)middelen en ze organiseert haar dienstverleningsactiviteiten op een kostenefficiënte manier. HUB-KAHO vzw heeft een zicht op de expertise van potentiële dienstverleners en haar totale dienstverlenende capaciteit en stemt deze optimaal af op haar eigen dienstverleningsdoelstellingen en de externe vraag naar dienstverlening. Beleid t.a.v. de allocatie van personele middelen Op initiatief van en op voorstel van de promotor van het project zal, in samenwerking met de Personeelsdienst, worden overgegaan tot de aanwerving van personeel, ten laste van het beschikbare budget. De beslissing tot aanwerving wordt genomen door het Directiecomité en de arbeidsovereenkomst wordt ondertekend door de algemeen directeur, afgevaardigd bestuurder van de HUB-KAHO vzw. De met het oog op de uitvoering van een dienstverleningsovereenkomst aangeworven personeelsleden vallen onder de toepassing van de wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli Indien in de dienstverleningsovereenkomst door de opdrachtgever een beding inzake de geheimhouding van de uitgevoerde onderzoekingen en de verkregen resultaten wordt opgenomen, zal een analoge bepaling in de arbeidsovereenkomst met de aangestelde personeelsleden worden opgenomen. Beleid t.a.v. de samenwerking met universiteiten, hogescholen en derden in binnen- en buitenland Projectpartners worden zorgvuldig geselecteerd in functie van de doelstellingen van het project. Samenwerking kan bijvoorbeeld de expertise en competenties aanwezig in HUB-KAHO vzw aanvullen, het bereik van de hogeschool uitbreiden (disseminatie van projectresultaten) of het beschikbare budget vergroten. In elk geval streeft de hogeschool naar duurzame samenwerking, die ook op het vlak van onderwijs en onderzoek vruchten kan afwerpen. 247

249 1.2. Beleidsdoelstellingen op korte en middellange termijn voor dienstverlening In de volgende jaren zal er werk gemaakt worden van: Met het oprichten van de Dienst Onderzoek en Projectbeheer zetten we al de eerste stap in de richting van één centrale dienst die eenduidige afspraken/procedures uittekent m.b.t. financiële en inhoudelijke opvolging van dienstverlenende - en onderzoeksprojecten Duidelijke communicatie en sensibilisering m.b.t. dienstverleningsbeleid en daaruit vloeiende procedures naar alle geledingen van de hogeschool; Verdere disseminatie van knowhow/expertise die ontstaan is door de participatie in onderzoeksprojecten en projecten binnen maatschappelijke dienstverlening 1.3. Resultaten Hoofdstuk 1 van het decreet van 22 februari 1995 wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening Binnen HUB-KAHO waren er in 2014 verschillende mogelijke promotoren van dienstverleningsprojecten. De verschillende onderzoeksgroepen en kernen, de Cel Internationalisering en projecten voor professionele opleidingen (CIPPO), Dienst Onderzoek, Dienst Internationalisering,... Het afgelopen jaar is er vanaf september 2014 gewerkt naar één overkoepelende dienst die alle dienstverleningsprojecten en onderzoeksprojecten die gedragen worden binnen de studiegebieden, overziet en in goede banen leidt: Dienst Onderzoek en Projectbeheer (DOP). Over de activiteiten van de onderzoekscentra op het vlak van Wetenschappelijke Dienstverlening wordt in hoofdstuk het hoofdstuk Onderzoek gerapporteerd. Over de andere dienstverleningsprojecten wordt gerapporteerd in paragraaf 5.2. Hoofdstuk 2 van het decreet van 22 februari 1995 deelname in spin-off bedrijven HUB-KAHO vzw heeft deelnemingen in volgende rechtspersonen: - Debuut CVBA (sedert 2006) voor een bedrag van EUR - NV Actief (sedert 19 maart 2010) voor een bedrag van EUR - COCOM GROUP CVBASO (sedert 2012) voor een bedrag van EUR - REPRO PP CVBA (sedert 4 april 2006) voor een bedrag van 200 euro De NV Actief is opgericht op 19 maart 2010 en heeft tot doel, in samenwerking met de onderwijsinstellingen die deel uitmaken van het samenwerkingsverband Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB), nieuwe activiteiten en/of ondernemingen op te zetten of bestaande activiteiten en/of ondernemingen te bevorderen en te ondersteunen, met het oog op de mogelijke creatie of de begeleiding van spin-off bedrijven op alle mogelijke vlakken van economische activiteit zoals bv, en niet uitsluitend, nijverheid, handel en dienstverlening. De ondersteuning die de vennootschap biedt, bestaat uit de terbeschikkingstelling van kapitaal, financiële know how of managementy know how. Hoofdstuk 3 van het decreet van 22 februari 1995 deelname in spin-off ondersteunende bedrijven HUB-KAHO vzw participeert noch in spin-off ondersteunende bedrijven type 1 (vennootschappen met als maatschappelijk doel de uitbouw, de uitbating en het beheer van incubatie- en innovatiecentra of van researchparken), noch in type 2 (vennootschappen met als maatschappelijk doel kapitaal, financiële knowhow of management knowhow ter beschikking te stellen van spin-off bedrijven), noch in type 3 (vennootschappen die een afsplitsing zijn van de bedrijfsactiviteiten ontwikkeld binnen de hogeschool). 248

250 Deelname in vzw s HUB-KAHO vzw neemt deel in de instelling voor openbaar nut Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA), de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR) en de vzw Associatie K.U.Leuven. De jaarrekeningen werden door de hogeschool ontvangen en ter kennisgeving aan de Raad van Bestuur bezorgd. Sinds 8 september 2004 neemt HUB-KAHO vzw deel in de vzw Brussels Health and Education Centre Terranova, met als doel het oprichten en exploiteren van een lokaal gezondheids- en opleidingscentrum in Brussel, gericht op een diversiteit van doelgroepen, initiatieven om poliklinische activiteiten van preventieve en curatieve aard, onderwijsverstrekking, maatschappelijke dienstverlening en desgevallend toegepast wetenschappelijk onderzoek te organiseren. De statuten werden gewijzigd op 8 juni Het jaarverslag en de jaarrekeningen werden op de Raad van Bestuur gerapporteerd. Deelname in rechtspersonen: de binnen de associatie voor valorisatie bevoegde dienst Conform het Algemeen Onderzoeks- en Samenwerkingsreglement van de Associatie, goedgekeurd op de Raad van Bestuur van de Associatie van 30 september 2005, kan HUB-KAHO vzw een beroep doen op de dienstverlening van Leuven Research and Development, de binnen de associatie voor valorisatie bevoegde dienst. Deze dienstverlening omvat: beschermen van intellectuele eigendom, valorisatie van intellectuele eigendom, juridische ondersteuning bij contractonderzoek. 2. EEN OVERZICHT VAN DE AFGESLOTEN OVEREENKOMSTEN 2.1. Wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening Inhoudelijke informatie over deze projecten vindt u terug op Competency Based Curriculum Reform in Nursing and Caring in Western Balkan Universities (TEMPUS) Rol: Promotor Looptijd: 01/12/ /11/2016 Financiering: Tempus Partners: 3 public Universities in BIH: Zenica, East-Sarajevo en Mostar ; 3 public Universities in Albanië: Eqrem Cabej University of Gjirokastra, Fan s. Noli University Korca en University of Shkodra Luigi Gurakuqi ; 1 public University in Montenegro: Podgorica; Hanzehogeschool Groningen ( Nederland); University of Presov (Slovakije); 3 Ministeries van Onderwijs en 4 Ministeries van Gezondheidszorg in BIH, Albanië en Montenegro Waardigheid in de zorg Interreg IVA 2 Zeeën Rol: Promotor Looptijd: 01/07/ /09/2014 Financiering: Interreg IVA Partners: Stimul Zorg Ethisch lab; Université Catholique de Lille (Frankrijk); ZorgSaam Zeeuws- Vlaanderen (Nederland); Hogeschool Zeeland (Nederland); Partners in Care, East Dorset District Council (Verenigd Koninkrijk) HEALTH CLUSTER EUROPE Rol: Partner Looptijd: : 01/03/ /03/2015 Financiering: Interreg IVB North-West Europe (NWE) Coördinator: Brainport Development N.V. 249

251 EDECT Rol: Partner Looptijd: 1/02/ /07/2015 Financiering: Interreg IVA 2 Seas Coördinator: The Health and Europe Centre AQUA-VLAN Rol: Partner Looptijd: 01/09/ /02/2014 Financiering: Interreg IVA Vlaanderen-Nederland Coördinator: Imares Nederland Guidebook for patients' relatives Rol: Partner Looptijd: 01/09/ /06/2014 Financiering: : Leonardo Da Vinci: Partnerschappen Coördinator: Health Academy Association (TR) CUP Competence@University Prishtina Rol: Partner Looptijd: 15/10/ /02/2014 Financiering: Tempus Coördinator: Fachhochschule Joanneum Graz (Oostenrijk) Partners: FH Joanneum, AT (Contractor); University of Prishtina, KOS; Fundación General de la Universidad de Alicante; Katholieke Hogeschool Sint-Lieven; University of Girona; C.A.T.T.I.D. Università degli studi di Roma La Sapienza ; Kosovo Accreditation Agency; Ministry of Education Science and Technology PRAXIS: European Center for Project/internship Excellence (Erasmus-Multilateral Network) Rol: Partner Looptijd: 01/10/ /09/2014 Financiering: Netwerken Coördinator: IPP Porto Go&Learn: an international catalogue of study visits in SMEs (Leonardo Da Vinci- Multilateral Network) Rol: Partner Looptijd: 01/01/ /12/2014 Financiering: LLP Netwerken Coördinator: Regione Friuli Venezia Giulia in Trieste Go&Learn.net Rol: Partner Looptijd: 01/10/ /09/2015 Financiering: LLP Netwerken Coördinator: Regione Friuli Venezia Giulia SEGAN: Serious Games Network (Key Activity 3-Multilateral Network) Rol: Partner Looptijd: 01/11/ /10/2014 Financiering: Netwerken Coördinator: IPP Porto 250

252 WINGS: Elevating Women Entrepreneurship Initiatives for Generating Sustainable Impact and Networks (Key Activity 3-Multilateral Network) Rol: Partner Looptijd: 1/01/ /12/20116 Financiering: Netwerken Coördinator: FH JOANNEUM Project 3835: Je zorgjob, een blijver Rol: Partner Looptijd: 19/09/ /09/2014 Financiering: ESF Coördinator: VOKA-Kamer van Koophandel Oost-Vlaanderen STETTIN Rol: Partner Looptijd: 01/10/ /10/2015 Financiering: ERASMUS MUNDUS Coördinator: IUFM Aix Marseille Université Career Start (Leonardo Da Vinci mobiliteitsproject) Rol: Promotor Looptijd: 1 juni juni 2015 Financiering: LDV Partners: HUBrussel, KAHO Sint-Lieven en KU Leuven FIIW CONVERT Rol: Partner Looptijd: 01/08/ /07/2014 Financiering: Life Long Learning Leonardo Da Vinci Coördinator: Onze Lieve Vrouwziekenhuis Partners: Asociacion Provincial de Centros de Enseñanza Privada de Granada; Stichting ROC Westerschelde Correspondenten in het Zuiden Rol: Promotor Looptijd: 01/09/ /09/2014 Financiering: Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking Partners: Djapo vzw en Studio Globo Busbegeleidingscursus Rol: Promotor Looptijd: kalenderjaar 2014 Financiering: Departement Onderwijs en Vorming Dag van het Gezin Rol: Promotor Looptijd: 01/09/ /09/2015 Financiering: Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin EDGE (Education & Gender) Rol: Promotor Looptijd: 01/10/2011 tot 30/09/2014 Financiering: Lifelong Learning Programma, Comenius Multilaterale Projecten Partners: 1 binnenlandse en 11 buitenlandse partners 251

253 De kloof een beetje : sociale emancipatie via schoolleven Rol: Partner Looptijd: 01/01/14-31/12/2014 Financiering: Departement Onderwijs (Innovatieprojecten) Coördinator: Karel De Grote Hogeschool Partners: Artevelde Hogeschool Gent BELFA Rol: Partner Looptijd: 01/08/2011 tot 31/08/2014 Financiering: Agentschap Ondernemen Coördinator: Hogeschool Gent Partners: Stad Aalst, Streekoverleg Zuid-Oost-Vlaanderen, JCI Aalst, Innovatiecentrum Oost- Vlaanderen Dialoogtafels betreffende de communautarisering van de justitiehuizen en betoelaagde projecten. Rol: Promotor Looptijd: 01/10/20113 tot 30/05/2014 Financiering: Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Partners: Universiteit Gent, Vrije Universiteit Brussel, KULeuven en Karel de Grote Hogeschool Zorg zoekt Domotica Rol: Partner Looptijd: 01/10/2013 tot 01/12/2014 Financiering: Interreg Coördinator: Provincie oost-vlaanderen Partners: SERR-RESOC, RTC Oost-Vlaanderen, Teletask, Cretecs, Alfa Pro, Domotic Lounge, Creston Globonet Rol: Partner Looptijd: 01/12/2012 tot 01/12/2015 Financiering: Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking Coördinator: Studio Globo Workplace training in healtcare Rol : Partner Looptijd: september 2013 augustus 2015 Financiering: Leonardo Lifelong Learning Program Partners: OLV-Ziekenhuis Aalst; University of Vaasa (Finland); Telemark University College (Noorwegen); ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen (Nederland); University of Presov (Slowakije) Subsidie: Geen subsidie, enkel financiering van LLP Leonardo 2.2. Deelname in spin-off bedrijven Participatie cvba Debu(u)t Participatie NV Actief Participatie Cocom GROUP CVBASO Participatie cvba REPRO PP 252

254 2.3. Deelname in spin-off ondersteunende bedrijven Participatie instelling voor openbaar nut VLHORA/VLUHR Participatie vzw Associatie K.U.Leuven Participatie vzw Brussels Health and Education Center Terranova Participatie vzw HUB-Patrimonium Gebruiksrecht lokalen, infrastructuur, diensten of personeel door rechtspersonen waarin de hogeschool participeert 3. DE BESTEDING VAN DE MIDDELEN 3.1. Wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening Bij contractactiviteiten staat de opdrachtgever in de regel in voor de vergoeding van alle kosten gemaakt in het kader van de dienstverleningsactiviteit, met inbegrip van de personeelskost en het forfait voor centrale beheers- en exploitatiekosten. In cofinancieringsprojecten dragen alle partners een deel van de kosten, het overige gedeelte wordt extern gefinancierd (bron vermeld per project in 5.2). Onderstaande tabel geeft een overzicht van de totale projectkost in euro (wanneer HUB-KAHO promotor is van het project) of de projectkost voor HUB-KAHO in euro (wanneer HUB-KAHO vzw partner is in het project) over de duur van het project. Deze projectkost komt overeen met de begroting van het project in kwestie. De aanvraag van het project werd als uitgangsbasis genomen. Dienstverleningsprojecten via CIPPO of Dienst Internationalisering: STUDIEGEBIED SUBSIDIE In 2014 CCNURCA GEZONDHEIDSZORG , ,23 Waardigheid in de zorg GEZONDHEIDSZORG , ,21 HEALTH CLUSTER GEZONDHEIDSZORG , ,00 EUROPE EDECT GEZONDHEIDSZORG , ,67 AQUA-VLAN BIOTECHNIEK , ,00 Workplace training in healthcare Guidebook for patients' relatives CUP Prishtina PRAXIS GEZONDHEIDSZORG , ,00 GEZONDHEIDSZORG 8.000, ,82 INDUSTRIËLE WETENSCHAPPEN EN TECHNIEK INDUSTRIËLE WETENSCHAPPEN EN TECHNIEK , , , ,00 Go&Learn BEDRIJFSKUNDE , ,50 Go&LEARN.net BEDRIJFSKUNDE , ,00 SEGAN WINGS Project 3835: Je zorgjob, een blijver INDUSTRIËLE WETENSCHAPPEN EN TECHNIEK , ,67 INDUSTRIËLE WETENSCHAPPEN , ,50 EN TECHNIEK GEZONDHEIDSZORG , ,83 STETTIN ONDERWIJS , ,67 253

255 Career Start ALGEMEEN , ,00 CONVERT BEDRIJFSKUNDE , ,00 Correspondenten in het ONDERWIJS , ,50 Zuiden Busbegeleiding SOCIAAL-AGOGISCH WERK 4.000, ,00 Dag van het Gezin SOCIAAL-AGOGISCH WERK 5.000, EDGE ONDERWIJS , ,99 De kloof een beetje : ONDERWIJS , ,30 sociale emancipatie via schoolleven BELFA BEDRIJFSKUNDE 5414, ,59 Dialoogtafels SOCIAAL-AGOGISCH WERK 2.400, ,28 betreffende de communautarisering van de justitiehuizen en betoelaagde projecten. Zorg zoekt Domotica GEZONDHEIDSZORG , ,67 Globonet ONDERWIJS , Projecten via Fiscale Hogeschool : zie rapportering Fiscale Hogeschool Projecten via Ehsal Management School: zie rapportering Ehsal Management School Projecten via Permanente Vorming: zie rapportering Permanente Vorming Projecten via Dienst Onderzoek: zie hoofdstuk Onderzoek 4. HET PERSONEELSBESTAND IN DE MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING, DE DEELNAME IN SPIN-OFF BEDRIJVEN EN DE RELATIES MET VZW S EN ANDERE RECHTSPERSONEN Inzet van personele middelen, uitgedrukt in voltijdse eenheden voor de hele hogeschool: er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de groepen van personeelsleden zoals vermeld in artikel 101 van het decreet Wetenschappelijke of maatschappelijke dienstverlening Dienstverleningsprojecten via CIPPO of Dienst Internationalisering: CIPPO-projecten zijn cofinancieringsprojecten, geen contractactiviteiten (dienstverlening in decretale zin). Additionele personeelskost: 0.9 VTE. Voor dienst onderzoek en projectbeheer, na herstructurering: idem. Projecten via Fiscale Hogeschool : zie rapportering Fiscale Hogeschool Projecten via Ehsal Management School: zie rapportering Ehsal Management School Projecten via Permanente Vorming: zie rapportering Permanente Vorming Projecten via Dienst Onderzoek: zie hoofdstuk Onderzoek 4.2. Deelname in spin-off bedrijven Participatie cvba Prose: Nihil Participatie cvba Debu(u)t 0.1 VTE OP 254

256 4.3. Deelname in spin-off ondersteunende bedrijven Participatie instelling voor openbaar nut VLHORA: Nihil Participatie vzw Associatie K.U.Leuven: Nihil Participatie vzw Brussels Health and Education Centre Terranova: 2 x OP x 0.05 VTE 255

257 256

258 257

259 Deel VI - STUDENTENVOORZIENINGEN HUB-KAHO INLEIDING 2014: Samen consolideren in STUVO+ Op 01/01/2014 kreeg de fusie tussen HUB-EHSAL en KAHO Sint Lieven haar juridisch beslag stond voor de in deze instellingen geïntegreerde stuvo s dan ook in het teken van het uittekenen van hun gezamenlijke toekomst. Tegelijk was 2014 voor de kersverse STUVO HUB-KAHO een jaar van consolidatie van de diverse ingrijpende veranderingen die 2013 hadden gekenmerkt: de integratie van de v.z.w. in de hogeschool, de integratie van de academische opleidingen in de KULeuven en de herstructurering van de Studentendienst met het oog op de nakende fusie. De met de KULeuven afgesloten protocollen waarin de organisatie van de studentenvoorzieningen voor de KU Leuven-studenten die op de campussen van HUB-KAHO studeren aan de studentenvoorzieningen van HUB-KAHO werd toevertrouwd resulteerde bij het begin van het academiejaar reeds in de oprichting van een overkoepelende stuvoraad, bestaande uit de stuvoraad van HUB, de stuvoraad van de KAHO en de deelstuvoraden van de KU Leuvenstudenten die op de campussen van HUB en KAHO studeren. Begin 2014 werd deze 4-ledige structuur in samenspraak met de studentendelegatie, de directie van HUB-KAHO en de academisch beheerder vlot omgevormd naar een 2-ledige: een stuvoraad HUB-KAHO en een deelstuvoraad van de KU Leuven-studenten die op de campussen van HUB-KAHO studeren. In 2014 werd in dit kader bijzondere aandacht besteed aan de communicatie van de dienstverlening. Om te garanderen dat zowel de KU Leuven als de HUB-KAHO studenten hun weg naar de dienstverlening zouden vinden koos de Studentendienst van HUB-KAHO voor een nieuwe naam: STUVO+. Met deze instellingsneutrale naam en de eraan gekoppelde huisstijl, website en logo, communiceren we duidelijk dat we er zijn voor alle studenten die op onze campussen studeren: zowel de KU Leuven- als de HUB-KAHO- studenten. De + in STUVO+ wijst er op dat voormalige Studentendienst meer doet dan de traditionele studentenvoorzieningen behartigen. Ze neemt daarnaast ook een aantal hogeschooltaken voor haar rekening, taken waar dienstverlening aan studenten de belangrijkste insteek is. Zo staan we ook in voor de ombudsdienst, helpen (her)oriënterende studenten verder, verlenen studieadvies, bieden een jobservice aan voor afgestudeerden en begeleiden de studentenparticipatie. De matrixstructuur van de Studentendienst, later STUVO+, die bij de start van academiejaar geïmplementeerd werd, werd in 2014 verder uitgewerkt. De domeinteams startten met het documenteren van hun gestroomlijnde werking in het kwaliteitsraamwerk van de hogeschool. Er wordt een dienstverlening per campus uitgebouwd o.l.v. een campuscoördinator op campus Dirk Martens Aalst, Technologiecampus Gent, Campus Waas en Campus Brussel. Campus Brussel heeft nog 2 satelietcampussen, Parnas en HIG waar de dienstverlening met permanenties vanuit campus Brussel verzekerd wordt. Daarnaast werken de medewerkers van de Studentendienst samen in campus overschrijdende domeinteams, gebaseerd op de clustering van taken, rekening houdend met de ter zake vereiste competenties. Elk team wordt gecoördineerd door een domeincoördinator. Dit is een expert in de materie die het onderling afstemmen van de werkprocessen en het optimaliseren van de werking inhoudelijk aanstuurt. Het betreft volgende domeinen: 1. Studentenbegeleiding heeft het welzijn en de ontwikkeling van de student als persoon voor ogen en begeleidt hem bij persoonsgebonden aspecten van het studeren. Het omvat volgende stuvotaken: medische en psychologisch begeleiding, begeleiding van studenten 258

260 met een functiebeperking en interventies in het kader van de gezondheid van de student. Daarnaast verzorgen de leden van het studentenbegeleidingsteam ook instellingstaken zoals studenten begeleiden bij vakoverschrijdende studeervaardigheden, (her)oriëntering, interventies bij incidenten 2. De Sociale Dienst begeleidt studenten bij het financieren van hun studie, geeft advies over het sociaaljuridisch statuut van de student en ondersteunt de zoektocht naar een studentenjob. Het betreft uitsluitend stuvotaken. 3. Het domein studentenwerking omvat de stuvotaken: sport, cultuur, ondersteuning van de studentenverenigingen en het coachen van de studentendelegatie van sociale campusraden en neemt ook de instellingstaak, coaching van de Algemene studentenraad (ASR) op. 4. Student facilities omvat zowel de dienstverlening als de managementtaken verbonden met de stuvowerkvelden: vervoer, huisvesting en voeding. 5. De ombuds informeert studenten over hun rechten en plichten en bemiddelt tussen de student en de instelling/opleiding bij problemen i.v.m. onderwijsverstrekking, onderwijsorganisatie en examens. Het betreft uitsluitend de instellingstaken: examen- en onderwijsombuds. 6. Het domein externe relaties is gericht op contacten met secundaire scholen om hen te ondersteunen in het begeleiden van het studiekeuzeproces van hun leerlingen en verzorgt in contact met externe organisaties een jobdienst voor afgestudeerden. Het gaat hier uitsluitend om instellingstaken Medewerkers die gemengde instellings- en stuvotaken opnemen worden ook na de integratie in samenspraak tussen de Stuvoraad en de personeelsdienst, met instellings- of stuvomiddelen betaald, à rato van de taakbelasting voor hun respectievelijke taken. Over de niet-stuvo taken die opgenomen worden door STUVO+ wordt onder punt II.5 van dit jaarverslag Studie- en trajectbegeleiding en ombuds verslag uitgebracht. STUVO+ is verankerd zowel in de instelling als op de campus. Verankering in de campussen wordt voorzien door participatie van de stuvocampuscoördinatoren in de campusraden van de instelling en door de sociale campusraden. STUVO+ wordt aangestuurd door een Stuurgroep Studentenbeleid. De stuurgroep bestaat naast de algemeen directeur die voorzitter is, uit een zakelijk en inhoudelijk coördinator, de 4 campus- en de 6 domeincoördinatoren en een afgevaardigde van de Algemene Studentenraad. Deze groep vormt het dagelijks bestuur van STUVO+. Haar belangrijkste activiteit was de bij de start van 2014 aangekondigde uitwerking van een gemeenschappelijk beleidsplan voor de toekomst. 259

261 1. STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN Om de gezamenlijke toekomst van de stuvo s van de voormalige HUB en KAHO uit te tekenen, werkte de stuurgroep Studentenbeleid in 2014 een gezamenlijk beleidsplan voor STUVO+ uit evenals een gezamenlijk actieplan voor academiejaar , in de mate van het mogelijke gekoppeld aan de begroting Deze werden voorgelegd en goedgekeurd door de overkoepelende Stuvoraad op 23 september De bottom line van dit gezamenlijk beleidsplan blijft voor beide stuvo s ongewijzigd: STUVO+ wil bijdragen tot gelijkwaardige instroom- en doorstroomkansen voor alle (potentiële) studenten, ongeacht hun afkomst, financiële mogelijkheden of sociaal-cultureel milieu. Hiertoe bleven we een beleid voeren dat enerzijds gericht was op het wegnemen van financiële, psychosociale, medische of sociaal-culturele barrières die het studeren belemmeren en anderzijds op het creëren van mogelijkheden tot ontwikkeling, ontmoeting en netwerking als basis voor verdere maatschappelijke integratie en loopbaankansen. In een aantal strategische beleidsdoelstellingen werden volgende specifieke klemtonen gelegd: Vanuit het besef dat een sociaal studentenbeleid verder gaat dan de werkvelden van de studentenvoorzieningen en vanuit de overtuiging dat een wederzijdse optimale afstemming van het instellings- en het stuvobeleid de beste garanties biedt voor het effectief en efficiënt aanwenden van de beschikbare (personele) middelen en energie werden volgende werkveldoverkoepelende doelstellingen geformuleerd: - STUVO+ richt zich tot alle studenten van de campus, laat zich daarbij leiden door de visie, missie en waarden van Odisee en stemt er haar beleid op af - STUVO+ draagt actief bij tot het studenten- en diversiteitsbeleid op de campus door proactieve samenwerking met de opleidingen en andere actoren op de campus om de dienstverlening bekend te maken, om afstemming en complementariteit te bewerkstelligen en om interne doorverwijzing te faciliteren. Onze focus op kwalitatieve en professionele dienstverlening waarin de student centraal staat en participeert aan de besluitvorming, mag blijken uit volgende globale beleidsdoelstellingen: - STUVO+ voert een actief kwaliteitsbeleid en houdt de vinger aan de pols van de studentenpopulatie, o.a. door regelmatig de tevredenheid van studenten over de dienstverlening te bevragen. - STUVO+ gaat voor professionele dienstverlening en werking en zet hoog in op de professionalisering van de medewerkers Tot slot werd in volgende doelstelling communicatie met studenten centraal gesteld: - STUVO+ ontwikkelt initiatieven om de visibiliteit en herkenbaarheid van, en de participatie aan de dienstverlening van zowel de hogeschool als de KU Leuven-studenten op haar campussen te vergroten. Specifieke activiteiten die betrekking hebben op de realisatie van deze werkveldoverkoepelende doelstellingen worden hieronder vermeld. De doelstellingen die per werkveld geformuleerd werden in het beleidsplan worden in de beschrijving van het detail van de werking weergegeven. 260

262 STUVO+ richt zich tot alle studenten van de campus, laat zich daarbij leiden door de visie, missie en waarden van Odisee en stemt er haar beleid op af STUVO+ draagt actief bij tot het studenten- en diversiteitsbeleid op de campus De procedure Bewaking Studiekosten beoogt transparantie over de studiekosten in een opleiding. De studiekosten worden geïnventariseerd om de studenten correcte informatie te kunnen geven maar de procedure is tevens opgezet om de opleidingen ertoe aan te zetten de kosten voor het studiemateriaal te matigen. De tweejaarlijkse studiekosteninventarisatie voor alle opleidingen die op onze campussen worden georganiseerd, wordt in de loop van academiejaar verzorgt door de Sociale Dienst. Deze procedure bewaking studiekosten werd in 2014 voorgesteld aan de Brusselse Campusdecanen, de associatiemedewerker en aan de juridisch adviseur vicerector Studentenbeleid van de KULeuven. De KU Leuven zag de meerwaarde van een dergelijke inventarisatie en neemt dit mee op in het beleidsplan studentenbeleid van Verder is er ook de samenwerking met de dienst Studentenadministratie en de boekhouding met het oog op een snelle en efficiënte hulpverlening. Op campus Brussel staat STUVO+ in voor de organisatie van een Studeerruimte tijdens de bloken examenperiode, zodat studenten ongestoord en in groep kunnen studeren. Om erover te waken dat de stilte bewaard wordt, werden in 2014 vrijwilligers (14) aangeworven. Een medewerker van STUVO+ participeert aan de Stuurgroep Diversiteit van HUB-KAHO/Odisee. In 2014 participeerde de inhoudelijk beheerder aan het proces dat leidde tot de nieuwe visie, missie en waarden van Odisee en aan de talent-werkgroepen die deze ook in STUVO+ moeten implementeren. STUVO+ voert een actief kwaliteitsbeleid In 2014 werden een hele reeks kwaliteitsdocumenten opgeladen in het kwaliteitsraamwerk. Dit blijft natuurlijk nog work in progress, dat de integratie van de werking op de verschillende campussen op de voet volgt. In december 2014 vond er ook een interne audit van STUVO+ plaats. Het rapport van deze interne audit wordt verwacht in het voorjaar In het voorjaar 2014 werd een tevredenheidsenquête over de domeinen studentenbegeleiding en ombudsdienst afgenomen bij alle studenten van campus Brussel (centrum) en campus Parnas. De studenten van het HIG werden niet ondervraagd omdat er pas recent een nieuwe medewerker studentenbegeleiding in dienst werd genomen. De studenten waren overwegend tevreden tot zeer tevreden over de aangeboden dienstverlening. Ook het domein ombudsdienst, waar vaak een bemiddelende rol moet worden opgenomen die niet altijd strookt met de verwachtingen van sommige studenten, scoort goed. Uit de enquête blijkt wel dat een aantal studenten vragen om meer visibiliteit en kenbaarheid voor welke topics zij beroep kunnen doen op onze dienst. O.a. door de invoering van de nieuwe website en de hieraan gekoppelde modaliteiten trachten we hier op in te spelen. STUVO+ gaat voor professionele dienstverlening en werking en zet hoog in op de professionalisering van de medewerkers Door intern overleg in de domeinteamvergaderingen inspireren en leren de medewerkers van de diverse campussen (van) elkaar en wordt expertise uitgewisseld. 261

263 Hetzelfde gebeurde ook in de werkgroepen van de associatie KULeuven. Specifieke samenwerkingen is er in de sportraad en de werkgroep Studie- en studentenbegeleiding van de associatie KULeuven en de cel Studeren met een functiebeperking van de KULeuven, Verder houden de medewerkers de vinger aan de pols van evoluties in hun werkterrein door het volgen van vorming of studiedagen. Medewerkers studentenwerking, sociale dienst en studentenbegeleiders volgden in 2014 een aantal vormingen die aansloten bij hun werkterrein. Vooral studentenbegeleiders geven aan dat, door de toegenomen werkdruk het volgen van uitgebreidere studiedagen of vormingen niet vanzelfsprekend is. STUVO+ ontwikkelt initiatieven om de visibiliteit en herkenbaarheid van, en de participatie aan de dienstverlening van zowel de Odisee- als de KU Leuven-studenten op haar campussen te vergroten Om te verzekeren dat alle studenten van haar campussen de weg naar de dienstverlening zouden vinden ontwikkelde STUVO HUB-KAHO een eigen identiteit, gekoppeld aan een nieuwe naam, STUVO+, en een communicatieplan. Centraal hierin staat de eigen (onafhankelijk van het studentenportaal van Odisee) dynamische en interactieve website met informatie en contactgegevens over alle STUVO+ dienstverlening die conform het protocol voor zowel de professionele als de academische studenten wordt aangeboden. De website is opgebouwd per campus en bevat o.a. een kalender met de activiteiten die we organiseren, het menu in het studentenrestaurant en nieuwsberichten. Ook de mogelijkheid om online een afspraak te maken is voorzien als laagdrempelige instapmogelijkheid naar de dienstverlening. Vanuit de website worden linken gelegd naar andere sociale media zoals de STUVO+ Facebook pagina s per campus. Affiches, flyers, worden nog steeds ingezet om acties en initiatieven te promoten maar zijn nu herkenbaar aan de STUVO+ huisstijl en het STUVO+ logo. Het is de bedoeling om op de ingeslagen weg verder te gaan. Hiertoe volgde een medewerker een opleiding Facebook bij Publiek Centraal. Bij het begin van het academiejaar werden de campusraden, de Raad voor academische opleidingen en de opleidingen van HUB-KAHO op de hoogte gebracht van de geboden dienstverlening van STUVO+, zodat gericht kan doorverwezen worden. Naast de website wordt de dienstverlening van STUVO+ aan (toekomstige) studenten gecommuniceerd op SID- ins, infodagen en onthaaldagen via flyers/folders rond specifieke thema s: Kansrijk en betaalbaar studeren voor iedereen, Kansrijk en betaalbaar studeren als werknemer of werkzoekende, Afgestudeerd, wat nu?, Jobfolder 2014, jobfolder voor internationale studenten Housing in Brussels, Op kot in Brussel, Gids en flyer voor kotstudenten (Kot@Gent) Folder Functiebeperkingen Flyer fietsverhuur StudentENmobiliteit 2. SAMENWERKINGSVERBANDEN STUVO+ ziet samenwerking en overleg met andere onderwijsinstellingen, met andere studentenvoorzieningen binnen en buiten de Associatie, met de overheden, de regionale sociale sector en privéondernemingen, als een meerwaarde. Elke samenwerking staat in het teken van een zo efficiënt en effectief mogelijk aanwenden van de beschikbare middelen en het optimaliseren van de werking. In functie van een optimale besteding van de middelen worden de lopende samenwerkingsakkoorden en uitbatingcontracten aan een kritisch onderzoek onderworpen. Zo nodig worden stappen ondernomen om gunstiger voorwaarden te bekomen. 262

264 2.1. Samenwerking inzake catering Inzake catering werden volgende samenwerkingen en contracten afgesloten: Campus Aalst Op de campus in Aalst werd de situatie waarin de hogeschool de catering organiseert via een contract met Sodexo verder gezet. Campus Brussel-Centrum en Gent Januari-augustus 2014 Op Campus Brussel werd voor de uitbating van de Mineen (het studentenrestaurant in T Serclaesgebouw) het contract met Sodexo - in 2010 voor 4 jaar afgesloten - gecontinueerd, inclusief het addendum waarin STUVO zich engageerde om het verlies van Sodexo ingevolge een te lage consumptie te compenseren, en de loonkost van de kok. Voor de uitbating van de broodjesbar, inclusief café in het Hermesgebouw werd een contract afgesloten met NV Pegasus. Op de campus in Gent werd de concessie met Horeservi Catering NV, afgesloten in 2011 voor een periode van 3 jaar, verdergezet tot 15 augustus Het contract voorzag in een maandelijkse forfaitaire bijdrage. De huur van de eetruimtes zit vervat in een overeenkomst tussen vzw KIHO en vzw KAHO Sint-Lieven (cf. infra). Vanaf september 2014 STUVO+ maakte van het quasi gelijktijdig aflopen van bovenstaande overeenkomsten in augustus 2014, gebruik om een nieuwe overheidsopdracht uit te schrijven over de beide campussen heen. De opdracht werd voor de drie uitbatingen toegewezen aan Sodexo Belgium NV, waardoor een bijkomend kortingspercentage werd bekomen. Campus Parnas Voor de levering en verdeling van broodjes was er een overeenkomst met een externe leverancier, t Schafthuis, die haar broodjes op de campus levert en verdeelt. STUVO HUB subsidieert 0,5 per broodje en betaalt het personeelslid van t Schafthuis dat deze broodjes levert en verdeelt. Voor een warme maaltijd aan een studentvriendelijke prijs wordt samengewerkt met het nabije restaurant Fontana Di Trevi. STUVO HUB komt via een restaurantticketsysteem 2,5 per warme maaltijd tussen in de kostprijs. Voor de Campus Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen werd de bestaande levering door La Fermette van broodjes op de campus gecontinueerd. STUVO HUB subsidieert ook hier a rato van 0,5 per broodje en/of soep en betaalt een medewerkster van de cafetaria dat de broodjes verdeelt. Op Campus Waas werd de catering uitbesteed aan de vzw HIMM. STUVO betaalde in 2014 aan deze vzw als bijdrage in de kostprijs van maaltijden en soepen voor studenten en voor de huur van de verbruiksruimte. (cf. infra) Regionale Samenwerkingen Campus Brussel Partner in Br(ik, Brussel en ik Alles voor stadstudenten In continuïteit met het verleden werkte STUVO+ in Brussel in 2014 verder samen met de vzw Br(ik. Deze organisatie verenigt alle Nederlandstalige Brusselse instellingen voor hoger onderwijs en richt zich op het voorzien van degelijke en betaalbare huisvesting voor Vlaamse studenten in 263

265 Brussel en op het verbeteren van het eerder negatieve imago van deze stad. Het project wordt door diverse overheden ondersteund. STUVO levert jaarlijks een financiële bijdrage in functie van het aantal financierbare HUB-EHSAL en HUB-KUBrussel-studenten enerzijds en hun aandeel in de kamers in eigen beheer van Br(ik anderzijds. Campus Gent StudentENmobiliteit In samenwerking met de Stad Genten alle Studentenvoorzieningen van de Instellingen van Hoger Onderwijs in de regio Gent wil de vzw StudentENmobiliteit de mobiliteit van de studenten onderzoeken, ondersteunen en verbeteren. Concreet werd een fietsverhuurproject uitgewerkt waarbij de klemtoon ligt op het beschikbaar stellen van kwaliteitsvolle fietsen aan een betaalbare prijs voor studenten. Door het voorzien van fietsherstelplaatsen, waarvan 1 op Technologiecampus Gent, beoogt men de kwaliteit van het fietsaanbod zo hoog mogelijk te houden en bovendien de vaardigheid van de student om hun fiets te onderhouden te verhogen. Kot@gent Sinds academiejaar maakt STUVO+ deel uit van de werkgroep Kot@gent, een huisvestingsproject in samenwerking met de Stad Gent en de Gentse instellingen voor hoger onderwijs, met als doel de zoektocht naar een geschikte, veilige en aangepaste studentenkamer te optimaliseren. Concrete activiteiten zijn: het ter beschikking stellen en evalueren van een immodatabank voor studentenhuisvesting, het organiseren van informatiesessies voor eigenaarsverhuurders, het uitgeven en actualiseren van een modelhuurovereenkomst en het opstellen van een infobrochure voor studenten. Tumult.FM Om de cultuurparticipatie bij de studenten te verhogen, de financiële drempel te verlagen en studenten Gent als cultuurstad te leren kennen, werken de Universiteit Gent, de stuvo s van de Gentse hogescholen en de Stad Gent samen in het project Tumult.FM. Vzw KIHO Op afgesproken data stelt vzw KIHO de sportzaal en sanitaire accommodatie ter beschikking aan vzw KAHO Sint-Lieven voor de studenten. Hiervoor betaalt STUVO een maandelijkse huur van 250 gedurende tien maanden per jaar. Campus Waas vzw HIMM Naast de cafetaria en de keuken stelt de vzw HIMM bureelruimtes ter beschikking van STUVO+medewerkers Vlaamse Studentensportfederatie vzw STUVO+ is lid van de VSSF en neemt in dit kader deel aan verschillende studentenkampioenschappen KU Leuven In uitvoering van het decreet op de studentenvoorzieningen sloten HUB en KAHO met de KU Leuven een protocol af aangaande de organisatie van de studentenvoorzieningen van de KU 264

266 Leuven-studenten van de geacademiseerde opleidingen die op haar campussen studeren. Hierin wordt bepaald dat de studentenvoorzieningen voor laatstgenoemde studenten door de studentenvoorzieningen van de hogeschool georganiseerd wordt, samen met de studentenvoorzieningen voor de studenten van de hogeschool zelf. Daartoe worden de middelen die de KU Leuven van de overheid ontvangt voor studenten die op een campus van een hogeschool studeren, op een geringe consolidatiekost na, ter beschikking gesteld aan de (overkoepelende) Stuvoraad die georganiseerd wordt door de hogeschool, in samenspraak met de KU Leuven. Het betrof in 2014 een bedrag van Daarnaast stelde de KU Leuven in 2014 ook de sociale middelen van de ex HUB-KUB ter beschikking van deze Stuvoraad Associatie KU Leuven STUVO+ participeerde aan de, in de Associatie KU Leuven opgerichte, werkgroepen voor de diverse werkvelden van de studentenvoorzieningen en het overkoepelend STUVO-overleg. Deze werkgroepen zijn gericht op expertisedeling en de gelijkwaardige behandeling van studenten van de associatie, weliswaar rekening houdend met regionale verschillen en historiek. Er werden binnen de associatie geen samenwerkingen met financiële repercussies opgezet. STUVO+ deed in 2014 beroep op het budget dat, dankzij het sportdecreet hoger onderwijs, ter beschikking gesteld werd van de om de studenten meer aan het sporten te zetten. In 2014 werden na goedkeuring van de Associatie sportraad, waaraan alle instellingen van de associatie participeren, op alle campussen van STUVO+ met deze gelden sportprojecten gefinancierd: 2.6. JOSdatabank Sinds oktober 2007 participeren STUVO HUB en STUVO KAHO in het JOS-project, een JObStudentensysteem van de studentenvoorzieningen van de hogescholen en (de meeste) universiteiten i.s.m. de VDAB. Het biedt toegang tot alle specifieke vacatures voor jobstudenten en biedt ook sociaaljuridische informatie terzake VLHORA STUVO+ participeerde aan de werkgroep Sociaal beleid van VLHORA en adviseert de RVB van VLHORA. De adviezen betreffen het sociaal beleid in en van de hogescholen, de diverse werkvelden van de studentenvoorzieningen, een geïntegreerd diversiteits- en kansenbeleid en de voorstellen van de overheid terzake De Lijn De derde betalersovereenkomst die STUVO KAHO sinds met De Lijn had afgesloten werd ook in 2014 gecontinueerd voor de studenten ingeschreven op de campussen in Gent, Aalst en Sint-Niklaas. Tot juni 2014 kregen de studenten een tussenkomst van 50% in het jaarabonnement van De Lijn, sinds de start van het academiejaar is er een tussenkomst van 35%. Voor studenten van de Brusselse campussen werd een andere regeling uitgewerkt (cf. infra). 265

267 2.9. Code en Praxis P In afspraak met de cel functiebeperking van de KU Leuven werd in voor de attestering en (her) testing van de AO- studenten met functiebeperkingen, samengewerkt met Code voor wat de studenten van de ex-kaho betreft en met Praxis P voor wat de studenten van de ex-hub betreft. STUVO+ sloot in een analoge overeenkomst voor de PO-studenten. Vanaf wordt er met Praxis P samengewerkt voor alle studenten CEBUD (Centrum voor budgetadvies en onderzoek van Thomas More) Met CEBUD, Thomas More, werd een overeenkomst afgesloten die de sociale dienst van STUVO+ toelaat gebruik te maken van de budgetstandaard studiefinanciering hoger onderwijs. Het betreft software die gebruikt kan worden om de sociale toelagen toe te kennen op basis van een wetenschappelijk opgebouwd referentiekader. De overeenkomst houdt ook in dat de partners aanpassingen inzake gebruiksvriendelijkheid kunnen vragen Vzw CJP In 2014 continueerde campus Brussel en startten campussen Sint-Niklaas en Aalst de samenwerking met BILL (vzw CJP). Studenten hadden de mogelijkheid om een gratis BILL-Bundel te verkrijgen en daarnaast geniet ze ook internationale voordelen dankzij het EYCA-label. De focus ligt op cultuursensibilisering maar meer en meer ook op sensibilisering voor studeren in het buitenland. 3. WERKVELDEN 3.1. Studentenbegeleiding Op elke campus wordt professionele psychologische dienstverlening aangeboden binnen een laagdrempelige en veilige context Alle medewerkers zijn door opleiding en/of ervaring experts in de niet-inhoudelijke problemen die de studievoortgang of doorstroom kunnen hinderen. Ze houden de vinger aan de pols van evoluties in de kenmerken, behoeften en de leefwereld van de studenten. Studiegerelateerde problemen zoals problematisch uitstelgedrag, faalangst, concentratiestoornissen.vormen een bijzonder aandachtspunt voor studentenbegeleiders. De studentenbegeleiding is gericht op het bevorderen van het psychisch welzijn en de veerkracht van de student. In de systematische en methodische begeleiding wordt hij gestimuleerd om - met groeiende zelfstandigheid - zijn ontwikkelingsproces in handen te nemen. Door een oplossingsgerichte en gestructureerde aanpak kunnen de medewerkers begeleiding bieden bij psychosociale problematieken die op middellange termijn veranderingsperspectief inhouden. De laagdrempelige hulpverlening wordt gerealiseerd door nabijheid (op de campus zelf), de ruime praktische bereikbaarheid en de kosteloze dienstverlening. Op de campussen waar dit mogelijk is zijn de studentenbegeleiders in de dienstverlening aan studenten back-up voor elkaar. In noodgevallen is dat ook over de campussen heen het geval. Er wordt gewerkt met een aanspreekpersoon per studiegebied/campus. Dat laat de studentenbegeleider toe zich specialiseren in de problematieken die vaak voorkomend zijn binnen de toegewezen groep studenten. Ook de buitenlandse studenten kunnen bij de betrokken studentenbegeleiders terecht. Studenten kunnen zich op eigen initiatief aanmelden of worden 266

268 doorverwezen vanuit de opleidingen of door medestudenten. De studentenbegeleiders functioneren in hun begeleidingen onafhankelijk van de opleidingen en volgens een deontologische code waardoor een veilige context gegarandeerd is. Wanneer met een student een begeleiding wordt opgestart, wordt een dossier opgemaakt dat bij elke interventie wordt aangevuld zodat een nauwgezette opvolging mogelijk is. Waar dit nodig/belangrijk is, wordt-na toestemming van de student indien het om persoonlijke gegevens gaat- overleg gepleegd met collega s om via intervisie een adequate oplossing uit te werken. Op alle campussen met uitzondering van Brussel worden deze individuele gesprekken opgenomen in een intern digitaal registratiesysteem. In de toekomst zal een - eventueel aangepast - systeem ook op campus Brussel geïmplementeerd worden. Individuele begeleiding voor studiemethode- en studieplanning wordt opgevangen door de STUVO+ medewerkers die ook de studievaardigheidssessies verzorgen, vermeld in punt II,5 van dit jaarverslag: studie- en trajectbegeleiding. Zij worden voor deze hogeschoolbegeleidingstaak vergoed door de instelling(en) waarvoor zij werken. Hieronder vindt u een overzicht van het aantal individueel begeleide studenten, ingedeeld per problematiek en aanmeldingsperiode. Er is een overzicht voor de professionele en voor de academische opleidingen 17. Het aantal gesprekken wordt niet weergegeven maar het gemiddelde schommelt rond de 3 gesprekken per student. Professionele Opleidingen Campus Aalst Ind.Psych Probl. Relatie- Probl. Faal-angst Uitstelgedrag Totaal Jan-Jun Sep-Dec Totaal Campus Brussel Ind.Psych Probl. Relatie- Probl. Faal-angst Uitstelgedrag Totaal Jan-Jun Sep-Dec Totaal Campus Gent Ind.Psych Probl. Relatie- Probl. Faal-angst Uitstelgedrag Totaal Jan-Jun Sep-Dec Totaal Op vraag kan STUVO+ ook gegevens per opleiding/studiegebied/faculteit bezorgen. 267

269 Campus Waas Ind.Psy ch Probl. Relatie- Probl. Faalangst Uitstelgedrag Totaal Jan-Jun Sep-Dec Totaal Op de campussen van Aalst, Brussel en Waas hebben de begeleidingen meestal betrekking op een individuele psychologische problematiek, in tweede instantie op studiegerelateerde problemen (faalangst of uitstelgedrag). Op campus Brussel valt het relatief groot aantal aanmeldingen met psychologische problemen bij de opleidingen Gezinswetenschappen, Sociaal Werk en Bedrijfsmanagement op, wellicht niet toevallig de opleidingen met de meest diverse studentenpopulatie. Op (Technologie)campus Gent is uitstelgedrag de voornaamste problematiek, gevolgd door individuele psychologische problemen. We zien hetzelfde patroon bij de studenten Industrieel ingenieur (cf. infra). Academische opleidingen Campus Gent en Aalst Ind.Psych Probl. Relatie- Probl. Faal-angst Uitstelgedrag Totaal Jan-Jun Sep-Dec Totaal Campus Brussel Ind.Psych Relatie- Faal- Uitstelgedrag Totaal Probl. Probl. angst Jan-Jun Sep-Dec Totaal Op campus Gent blijkt dat de studenten industrieel ingenieur zich, net als de professionele bachelorstudenten uit technologische richtingen voornamelijk aanmelden met problemen rond uitstelgedrag. Op campus Brussel komen de KU Leuven-studenten voornamelijk in begeleiding voor individueel, psychische problemen, maar bijna even vaak met studiegerelateerde problemen (faalangst en uitstelgedrag). Deze laatste groep studenten meldt zich vaak aan na het volgen van een studeervaardigheidssessie (zie deel II, 5. Studie- en trajectbegeleiding door STUVO+) Doorverwijzingen 18 Op deze 1 student na betreft het hier allemaal studenten van campus Gent waar zich het overgroot deel van de studenten van de faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen bevinden. 19 Op vraag zijn ook gegevens per opleiding/studiegebied/opleiding bij STUVO+ beschikbaar. 268

270 Op alle campussen worden studenten voor gespecialiseerde psychologische behandeling op langere termijn doorverwezen naar externe hulpverleners. Bij doorverwijzing blijft de studentenbegeleider contact- en vertrouwenspersoon voor de student binnen de instelling. Op de campussen van Aalst, Gent en Waas wordt samengewerkt met een gekend netwerk (per regio) van gescreende therapeuten waarmee de studentenbegeleiders een persoonlijk contact onderhouden. Op campus Brussel wordt doorverwezen naar een privétherapeut of centrum voor geestelijke gezondheidszorg dicht bij de verblijfplaats (thuis of op kot) van de student. Bij doorverwijzing door de studentenbegeleider wordt financiële ondersteuning voor externe psychotherapie verleend voor maximaal 7 sessies à rato van de kostprijs - 5 euro remgeld (via facturatie aan STUVO+ als derde betaler). Indien meer sessies noodzakelijk worden geacht zowel door de student in kwestie als door de studentenbegeleider, kan bijkomende financiële ondersteuning via een sociaal dossier. Op campus Brussel is dit systeem van externe doorverwijzingen met terugbetalingsmodaliteiten pas vanaf oktober 2014 in voege. Het betrof in 2014 volgende aantallen doorverwijzingen naar individuele therapie. aantal doorverwezen studenten Campus Aalst PO 9 3 Campus Brussel AO 1 0 PO 2 0 AO 1 0 Campus Gent PO 10 6 Campus Waas AO 6 3 PO 9 3 aantal studenten die meer dan 7 sessies terugbetaald kregen Daarnaast is ook doorverwijzing mogelijk naar interne of externe psycho-educatieve sessies. Medische begeleiding op de campus wordt niet aangeboden. De nood hiertoe wordt ook niet aangevoeld. Wanneer er occasioneel toch een vraag komt worden studenten ad hoc doorverwezen naar het medisch aanbod in de regio. Enkel op campus Waas is er ten behoeve van de kotstudenten een regeling uitgewerkt met het wijkgezondheidscentrum De Vlier. Studenten kunnen tegen een derde betalerregeling van het RIZIV beroep doen op de huisartsen, verpleging en kinesitherapeuten van dit centrum, zonder dat ze zich hoeven in te schrijven. Er is op elke campus een aanbod van psycho-educatieve sessies, trainingen en workshops De sessies worden afgestemd op de behoefte en de vraag van studenten van de campus en betreffen topics als faalangst, uitstelgedrag, relaxatie, presenteren met zelfvertrouwen. Ze worden gegeven door de studentenbegeleiders of door externe trainers. Studenten kunnen ook doorverwezen worden naar een extern aanbod. Voor de trainingen (vanaf 3 sessies) betaalt de student een bijdrage van 5 per dagdeel. Deze bijdrage geldt als een betere garantie op aanwezigheid voor het geheel van de training. De rest van het aanbod (workshops en psycho-educatieve sessies) is gratis. In onderstaand overzicht betreft het steeds éénmalige sessies, tenzij vermeld wordt dat het om trainingen (= meerdere opeenvolgende sessies) gaat. 269

271 Campus Aalst Periode Naam/onderwerp Trainer aantal studenten Jan-Jun Piekeren en stress studentenbegeleider 2 e jaars BAKO Ken je kwaliteiten Extern: Mia Meutermans 8 Uitstelgedrag studentenbegeleider 3 Omgaan met piekeren en studentenbegeleider stress 3 Sep-Dec Ken je kwaliteiten Extern: Mia Meutermans 6 Uitstelgedrag studentenbegeleider 7 Omgaan met piekeren en stress studentenbegeleider 10 Twee workshops werden geannuleerd wegens onvoldoende inschrijvingen. Het ging om de workshops Uitstelgedrag in februari 2014 en Piekeren en stress in april Ook de voorziene vervolgsessies bij de workshop Ken je kwaliteiten gingen niet door wegens onvoldoende concrete belangstelling. Campus Brussel Alle sessies worden door de studentenbegeleiders van de campus verzorgd, zowel op de campus in het centrum als op campus HIG en Parnas. Periode Naam/onderwerp Trainer Jan-Jun Relaxatie (2 groepen) studentenbegeleider 21 Relaxation studentenbegeleider 4 Faalangst (3 groepen) studentenbegeleider 18 Fear of Failure studentenbegeleider 2 Voorbereiding op de examens studentenbegeleider 35 (2 groepen) Prepare yourself for the exams studentenbegeleider 19 Sep-Dec Faalangst (2 groepen) studentenbegeleider 12 Faalangst (HIG) (2 groepen) studentenbegeleider 38 Fear of Failure studentenbegeleider 9 Relaxatie (2 groepen) studentenbegeleider 18 Voorbereiding op de examens studentenbegeleider 44 (3 groepen) Prepare yourself for the exams studentenbegeleider 23 aantal studenten Op campus Brussel wordt zonder inschrijvingen gewerkt. Dezelfde Nederlandstalige sessie wordt op een verschillende tijdstippen aangeboden zodat de student kan kiezen welk moment hem het best uitkomt en niet overlapt met een college. Alle sessies worden ook minstens 1 maal in het Engels aangeboden zodat ook de studenten uit de Internationale programma s deze sessies kunnen bijwonen. We zien in 2014 een stijging van het aantal studenten dat deelneemt aan de sessies. Vooral de sessies faalangst (2 de jaarhelft 2014) die voor het eerst op het Hoger Instituut Gezinswetenschappen werden aangeboden kenden veel succes. 270

272 Campus Gent Sinds het najaar 2012 worden in Gent de trainingen aangeboden in samenwerking met LUCAhogeschool. Naast externe trainers verzorgen medewerkers uit zowel Odisee als LUCA het aanbod. Periode Naam/onderwerp sessie Trainer Jan-Jun Sep-Dec Kennismaking Mindfulness extern: Ginny Hillebrandt 12 Training van 3 sessies: Werken aan studiestress Training van 4 sessies: Zelfzeker presenteren Training van 4 sessies: Uitstelgedrag te lijf. Doe het nu! (2 groepen) Uitstelgedrag Stel je wel eens uit of heb je uitstelgedrag? Stress? Motivatiedip? Faalangst? Geloof niet wat je denkt! medewerker STUVO-LUCA 5 extern: Hilde Breda 9 extern: Delphine Dumortier studentenbegeleider studentenbegeleider 6 Aantal studenten 18 studentenbegeleider 10 Meer plezier in je studie medewerker STUVO-LUCA 14 niet doorgegaan Training van 5 sessies: Uitstelgedrag te lijf. Doe het nu! Training van 4 sessies: Zelfzeker presenteren extern: Annelies Coetsier 10 extern: Hilde Breda niet doorgegaan De sessies en trainingen gaan meestal s avonds door wanneer de talrijke kotstudenten die de campus telt, vrij zijn. Via de trainingen uitstelgedrag wordt de grote vraag naar begeleiding van dit probleem op campus Gent opgevangen. Meerdere studenten kunnen dan tegelijkertijd aan het probleem werken en bovendien heeft het groepsproces een positieve invloed op de motivatie om er effectief iets aan te doen. De drempel om aan deze training deel te nemen is minder groot dan voor de training rond studiestress. Campus Waas Periode Naam/onderwerp Trainer Jan-jun Training van 2 sessies: Presenteren met Zelfvertrouwen Training van 4 sessies: Aanpak van uitstelgedrag Extern: Hilde Breda Extern: D. Dumortier aantal studenten 12 (volzet) 8 (volzet) In de tweede jaarhelft werden wegens personeelsomstandigheden geen psycho-educatieve sessies georganiseerd. Om gelijke kansen te realiseren voor studenten met een functiebeperking, wordt een beleid uitgewerkt waarbij redelijke aanpassingen op maat worden verleend 271

273 De studentenbegeleiders staan ook in voor het begeleiden en ondersteunen van studenten met een functiebeperking en in de zorgcoördinatie van deze studenten. Daarnaast sensibiliseren ze docenten en de ganse organisatie voor de problematiek van studenten met een functiebeperking. Voor de KU Leuven- studenten worden de richtlijnen gevolgd van de KU Leuven- cel Studeren met een functiebeperking m.b.t. de erkenning, het assessment en de aanvraag van onderwijs- en/of examenfaciliteiten. Voor de HUB-KAHO studenten werd dit jaar een hogeschoolbrede gelijkwaardige behandeling van studenten met een functiebeperking gegarandeerd door de ontwikkeling van een gemeenschappelijke procedure m.b.t. de aanvraag van het statuut en de toekenning van de onderwijs- en examenfaciliteiten. Deze procedure werd ook verankerd binnen het Onderwijs- en examenreglement. Voor de validering van de verslagen en de eventuele (her)testing wordt samengewerkt met de diagnostische centra Code en PraxisP. STUVO betaalt de hiermee gepaard gaande kosten terug, voor een maximumbedrag van 250. Daarnaast omvat de zorgcoördinatie o.a. de contacten met de GON-begeleiding, overlegmomenten met de ouders en opleidingsverantwoordelijken, de inschakeling van schrijftolken via het departement onderwijs voor studenten met een auditieve beperking, ondersteuning bij de aanvraag van pedagogische hulp en het faciliteren van het gebruik van digitale cursussen en handboeken. Via de zorgcoördinatoren kan een student ook kosteloos (enkel waarborg te betalen) compenserende software (bv. Sprint of Kurzweill) ontlenen. In onderstaande tabellen wordt het aantal studenten met een functiebeperking per campus en per studiegebied weergegeven. Verder kan opgemerkt worden dat er bij de professionele opleidingen op alle campussen een toename is van het aantal GON-begeleidingen. Professionele opleidingen Campus Aalst HWBK dyslexie Jan- Jun* Leerstoornis Psychiatrisch Fysisch Meer voud. Studiegebied dyscal culie AD(H) D autis me overi ge chro nziek audit ief visue el moto risch Sep-Dec Lerarenopleiding Jan- Jun* Sep-Dec Technologie Jan- Jun* Sep-Dec Gezondheidszorg Jan- Jun* Sep-Dec Totaal Jan- 103 Jun* Totaal Sep Dec * Voor de periode januari-juni zijn enkel totalen beschikbaar, geen aantallen per categorie van functiebeperking 272

274 Campus Brussel Lerarenopleiding Leerstoornis Psychiatrisch Fysisch Meer dyslexie dyscal AD(H) autis overi chron audit visue motori voud culie D me ge ziek ief el sch Gezondheidszorg Soc.- agog. werk HWBK Totaal Studiegebied Jan-Jun Sep-Dec Jan-Jun Sep-Dec Jan-Jun Sep-Dec Jan-Jun Sep-Dec Totaal Jan-Jun Sep-Dec Campus Gent HWBK Totaal Leerstoornis Psychiatrisch Fysisch Meer voud. dyscal culie AD(H) D autis me overi ge chro nziek audit ief visue el moto risch Jan-Jun Sep-Dec Jan-Jun Sep-Dec Jan-Jun Sep-Dec Jan-Jun Sep-Dec Totaal Campus Waas Leerstoornis Psychiatrisch Fysisch Meer voud dyslexie -culie D me e nziek ief el dyscal AD(H) autis overig chro audit visue moto. risch Lerarenopleiding Gezondheidszorg Technolo gie Totaal Studiegebied dyslexie Gezondheidszorg Technologie Studiegebied Jan-Jun Sep-Dec Jan-Jun Sep-Dec Jan-Jun Sep-Dec Jan-Jun Totaal Sep-Dec

275 Academische opleidingen Faculteit Leerstoornis Psychiatrisch Fysisch Meer dyslexie dyscal AD(H) autis overig chro audit visue moto voud culie D me e nziek ief el risch Industr. Ingenieur Gent Industr. Ingenieur Aalst Jan-Jun Sep-Dec Jan-Jun Sep-Dec 0 Totaal FEB Talen Rechten Jan-Jun Sep-Dec Jan-Jun Sep-Dec Jan-Jun Sep-Dec Er is aandacht voor sensibilisering van studenten en medewerkers voor psychologische en medische problematieken en voor gezondheidsvoorlichting Examenactie Tijdens de examenacties op alle campussen georganiseerd door de medewerkers studentenwerking (zie voor meer info aldaar) vestigden de studentenbegeleiders de aandacht op het belang van een goeie planning en gaven ze studeer- en anti-stresstips. Door te wijzen op de interne en externe (Teleblok) ondersteunings- en begeleidingsmogelijkheden wilden we de studenten meegeven dat ze er in deze periode niet alleen voor stonden. Preventie van Alcohol en Drugsverslaving Op campus Waas worden studenten tijdens het middagfestival (eind sept begin okt) op de campus gesensibiliseerd rond de gevaren van alcohol- en druggebruik (i.s.m. de preventiedienst Alcohol en Drugs en het JAC.) Zelfmoordpreventie De werkgroep zelfmoordpreventie bestaande uit studentenbegeleiders van STUVO+ en LUCA ontwikkelde, i.s.m. een aantal experten inzake suïcide, een draaiboek om de instellingen een houvast te bieden bij het omgaan met het thema zelfmoord. Er wordt ingezoomd op het vroegtijdig herkennen van signalen en bevat een stappenplan voor crisismomenten (acute dreiging, een zelfmoordpoging, een de facto suïcide). Inhoudelijk is het draaiboek zo goed als af maar het dient nog afgestemd te worden op het draaiboek en de procedure crisiszorg van de KU Leuven en HUB-KAHO/Odisee Sociale Dienstverlening De sociale dienst ondersteunt studenten met financiële problemen, zodat elke student over voldoende financiële middelen beschikt om te kunnen studeren Doorheen het hele academiejaar konden studenten op alle campussen terecht op de Sociale Dienst, tijdens de spreekuren of op afspraak wanneer ze het moeilijk hadden om hun studies te 274

276 bekostigen. Dit kon resulteren in diverse vormen van financiële ondersteuning afhankelijk van de situatie en de vraag van de student: - voorschot op de studiefinanciering van de Vlaamse overheid - maandelijkse en/of éénmalige financiële stuvo-toelage - spreiding studiegeld - korte of lange termijnlening - lening voor aankoop duurzaam studiemateriaal N.a.v. de fusie tussen HUB en KAHO werden de criteria voor een financiële tegemoetkoming in de studiekosten voor aangepast. Er werd ook een stappenplan opgesteld m.b.t. de bespreking van een dossier op het Comité Studiefinanciering vanaf en een memo m.b.t. het laptopbeleid vanuit de Sociale Dienst vanaf Vanaf academiejaar is de Sociale Dienst van start gegaan met het gebruik van dezelfde software (De Budgetstandaard), eenzelfde aanpak en een gezamenlijk comité studiefinanciering dat uit minstens 3 leden van de Sociale Dienst bestaat. Aan de hand van De Budgetstandaard (een wetenschappelijke software van CEBUD) kan er nagegaan worden wat een student en/of gezin tekort heeft om menswaardig te leven en laat de Sociale Dienst toe de financiële ondersteuning te staven. Deze werkwijze is erop gericht de gelijkwaardige en billijke behandeling van elke student campusoverschrijdend te optimaliseren en te verantwoorden. Uiteraard blijven individuele afwijkingen van het systeem steeds mogelijk. Een stuvo-toelage wordt enkel verleend aan studenten die voldoen aan de nationaliteitsvoorwaarden van de dienst Studietoelagen van de Vlaamse gemeenschap of met een precair verblijf in België (tenzij het om noodhulp gaat), die minstens 27 SP hebben opgenomen in een diploma- of creditcontract (tenzij het om een afstudeerjaar gaat) en nog geen 2 bachelor- en 1 masterdiploma hebben behaald. Overzicht van de goedgekeurde financiële tussenkomsten in 2014, opgesplitst in Academische opleidingen en Professionele Opleidingen: AO PO Totaal Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag Voorschot STL Vl. Gem Toelage STUVO Geweigerde toelagen Spreiding studiegeld KT-lening LT-lening Lening aankoop duurz. Studiemat Overzicht van de goedgekeurde financiële tussenkomsten in 2014 per Campus: Voorschot STL Vl. Gem. Toegekende Toelage STUVO Geweigerde toelagen Aalst Sint-Niklaas Gent Brussel Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag Aantal Bedrag

277 Spreiding studiegeld KT-lening LT-lening Lening aankoop duurz. Studiemat In 2014 bereikte zowel het aantal voorschotten als het toegekend bedrag een hoogtepunt. De toegestane spreidingen van betalingen bleven bijna status quo ondanks het feit dat het inschrijvingsgeld voor de professionele opleidingen in 2 schijven werd geïnd (eerst het studiegeld op de rol en vervolgens conform het effectief aantal ingeschreven studiepunten). We merken dat er 3 keer meer voorschotten verleend werden aan studenten van de professionele opleidingen dan aan deze van de academische opleidingen. Dit is gelinkt aan het feit dat het %- beursgerechtigde studenten van de professionele opleidingen veel hoger ligt dan het percentage beursgerechtigde studenten van de academische opleidingen. Het aantal toekenningen van STUVOtoelages aan PO studenten ligt ook hoger dan dit aan AO-studenten. De sociale dienst informeert studenten over sociaaljuridische aspecten die samenhangen met studeren, verwijst gericht door en intermedieert bij externe instanties Op de Sociale Dienst kan men ook terecht voor sociaaljuridische informatie zoals kinderbijslag, studentenarbeid, onderhoudsplicht van de ouders, combinatie werken en studeren, aanvragen van leefloon bij het OCMW,. Alle aspecten van het sociaaljuridisch statuut van de student worden beknopt, maar zo volledig mogelijk, toegelicht in de brochure en op de website Centen voor Studenten. Voor de jaarlijkse realisatie van deze brochure en website wordt samengewerkt met alle studentenvoorzieningen van Vlaanderen. Het spreekt voor zich dat de studenten voor deze en eventueel aanvullende informatie kunnen aankloppen bij de Sociale Dienst van STUVO HUB-KAHO. Ten behoeve van de studenten die uitstromen naar de arbeidsmarkt wordt de brochure Afgestudeerd? Wat nu! jaarlijks geactualiseerd. Andere (sociale) problemen kunnen op de dienst eveneens gemeld worden. Indien de problematiek een specialistische aanpak vereist, wordt er samen gewerkt met of doorverwezen naar gespecialiseerde centra en/of diensten. Het kan zowel om een interne (bv. studentenbegeleider) als om een externe doorverwijzing gaan. Specifieke acties voor buitenlandse studenten op campus Brussel De sociale dienst participeert aan de inschrijvingssessies voor de buitenlandse studenten in Engelstalige programma s georganiseerd door de studentenadministratie. Ze informeren buitenlandse studenten over de Belgische ziekteverzekering, registratie bij de gemeente (indien van toepassing), procedure voor het openen van een bankrekening, mogelijkheden openbaar vervoer en indien nodig/gewenst bijkomende informatie over huisvesting. De sociale dienst draagt bij tot het vergroten van de sociale dimensie van de instelling Jaarlijks overlegt de sociale dienst met de studentenadministratie en de financiële dienst over een sociale inning en de berekening van de studiegelden (incl. aanvraag verminderd studiegeld). Vanaf konden we dit enkel nog realiseren voor de professionele opleidingen aangezien de inning van de inschrijvingsgelden voor de academische studenten door de KU Leuven werd aangestuurd. 276

278 Op de Associatievergadering Sociale Dienstverlening ijveren 2 medewerkers van de Sociale Dienst ervoor dezelfde sociaal geïnspireerde inningsprocedure ook voor de studenten van de Academische Opleidingen op onze campussen te kunnen toepassen. Verder werd de procedure over de bewaking van studiekosten toegelicht door een werknemer van de Sociale Dienst op de vergadering van de Associatie Sociale Dienstverlening als voorbeeld voor de andere hogescholen en KU Leuven. Studenten kunnen via de Sociale Dienst een laptop ontlenen van de instelling voor een semester of een volledig academiejaar. Er werden 18 gratis laptops ter beschikking gesteld in Brussel, 3 in Waas en 4 in Gent. In 2014 behandelde de Sociale Dienst 176 aanvraagdossiers voor Erasmusbeurzen voor uitgaande uitwisselingsstudenten op vraag van het International Office van de professionele opleidingen, met het oog op een billijke verdeling van de Erasmusbeurzen ter beschikking gesteld door EPOS. De sociale dienst ondersteunt studenten bij het zoeken naar een studentenjob STUVO+ participeert in het JOS-project: het JObStudentensysteem van de studentenvoorzieningen van de hogescholen en de universiteiten i.s.m. de VDAB. Het biedt toegang tot alle specifieke vacatures voor jobstudenten in de verschillende provincies en biedt ook sociaaljuridische informatie terzake. Vacatures en/of stageplaatsen die door de Jobservice worden ontvangen van bedrijven en instellingen, worden door de Jobservice gepubliceerd in de online vacaturedatabank Voor internationale studenten werd in 2014 een jobfolder opgesteld met als doelstelling de procedures te verduidelijken m.b.t. het aanvragen van een arbeidsvergunning, noodzakelijk om een studentenjob te kunnen vinden. De sociale dienst professionaliseert haar werking met het oog op de gelijkwaardige behandeling van alle studenten De domeincoördinator van de Sociale Dienst schoolde de medewerkers bij in het werken met de Budgetstandaard en met (het autorisatiepakket voor de sociale dienst in) SAP. De rechten van de sociale dienst in SAP verschillen: voor de professionele opleidingen heeft de sociale dienst in samenspraak met de studentenadministratie van HUB-KAHO, meer bevoegdheden dan voor de academische opleidingen. Dit heeft o.a. tot gevolg dat er een andere werkwijze gehanteerd wordt inzake spreiding van betaling. De medewerkers van de Sociale Dienst participeren aan de Technische Werkgroep van de Afdeling Studietoelagen, de overleggroep studentenstatuut, de associatiewerkgroepen Sociale Dienstverlening en Studiefinanciering, en de werkgroep Stufi web applicatie Budgetstandaard van de VLHORA. In 2014 engageert een medewerker van de Sociale Dienst zich voor het updaten van de website van Centen voor studenten en verschillende medewerkers helpen bij de update van de jaarlijkse brochure. Sinds wordt er gewerkt met een gemeenschappelijk Comité Studiefinanciering en wordt er een vijftal keer per jaar een domeingroep Sociale Dienst georganiseerd teneinde de expertisedeling te optimaliseren binnen de Sociale Dienst Studentenwerking Binnen het domein studentenwerking streven we zowel naar een aanbod en werking per campus, als naar overkoepelende initiatieven. Met een divers aanbod streven we naar een sociale cohesie op de campus en over de campussen heen, met aandacht voor laagdrempeligheid en aansluitend bij de interesses van de studenten. Met de activiteiten binnen studentenwerking willen we de interesses van studenten prikkelen, hen stimuleren in de ontplooiing van hun talenten, 277

279 ondersteunen in hun initiatieven en sensibiliseren voor maatschappelijke of persoonlijk relevante thema s. STUVO+ wil op elke campus de sportparticipatie van de studenten faciliteren door een gevarieerd, laagdrempelig aanbod van recreatieve sporten die aansluiten bij de interessesfeer van de betrokken studenten. Opmerking vooraf: De associatiesportraad Een deel van de sportactiviteiten worden gefinancierd met subsidies die STUVO HUB en STUVO KAHO ontvangen van de Associatie KU Leuven, die op haar beurt ingevolge het Sportdecreet subsidies krijgt van de Vlaamse overheid voor de uitbouw, de coördinatie en de promotie van sport in het Hoger Onderwijs. Beide stuvo s dienden in 2014 een sportbeleidsplan in dat werd goedgekeurd door de Associatiesportraad, een voorwaarde om subsidies te krijgen. Voor 2015 zal een gezamenlijk STUVO+ beleidsplan geschreven worden. Op Campus Aalst werden in 2014 volgende sportactiviteiten georganiseerd: Datum Wat Aantal deelnemers maartapril Deelnameprijs BBB-lessenreeks (4) voor 4 lessen 3 per les 26/02 Indoor ski en snowboard (Terneuzen) 26/03 Paintball Games (Merchtem) /10 STUVO+ Move, sport en cultuurnamiddag on campus Opmerkingen okt-dec BBB-lessenreeks 6 15 voor 8 lessen 3 per les 27/12 Karting (Sint- Niklaas) /12 STUVO+ On Ice (Gent) te weinig geannuleerd Daarnaast kunnen studenten gratis gebruik maken van de sporthal op de campus (mits reservatie via STUVO+) en van tafelvoetbal- en pingpongtafels in de ontspanningsruimtes. Het nodige materiaal kunnen ze ontlenen. Studentenclub A Gogo heeft een wekelijks sportaanbod uitgewerkt waarbij ze één avond gebruik maakt van de sporthal en het materiaal. Campus Brussel Brusselse studentensportkaart De Brussels studentensportkaart is een samenwerking tussen de diverse Brusselse Hoger onderwijsinstellingen en externe sportclubs waar studenten met een sportkaart 20% korting genieten. De samenwerking met externe sportclubs werd in 2014 uitgebreid met 5 clubs. Bij één van de nieuwe partners werd bedongen dat uitwisselingsstudenten die slechts één semester op campus Brussel studeren een korte-termijn abonnement kunnen verkrijgen voor 5 maanden. 27 internationale studenten gingen op dit aanbod in. Op Brussel Brost, het kick-off studentenfestival van Brussel, werd studentensportbrussel gepromoot. In 2014 werden 224 Brusselse studentensportkaarten verkocht aan 5. Bijdrage KU Leuven sportkaarten STUVO+ komt ook tussen in de aankoop van KU Leuven sportkaarten. In academiejaar werden er 247 sportkaarten verkocht, een aanzienlijke stijging t.a.v. vorig jaar. 278

280 Georganiseerde Sportactiviteiten Datum Wat Aantal deelnemers jan-dec Fitness Parnas 4000 passages feb-mei Sportlessenreeksen in sportzaal Saint Louis (Calory Crush, Zumba, boksen en kickboxing) feb-mei Futsal competitie (6 speeldagen) + Br(ik Futsal cup Deelnameprijs Aankoop Brusselse studentensportkaart Opmerkingen Begeleiding door vrijwilligers van de opleiding LO 182 2/uur Effectieve kostprijs 4 16 ploegen 2 e plaats bij Brusselse instellingen 03/04 Level-up, building run on 47 5 campus 07/05 Strong Student Run (Ossegempark) 18/05 20 km van Brussel Effectieve kostprijs: 20 okt-dec BBB-lessenreeks 6 15 voor 8 lessen 3 per les okt-dec Sportlessenreeks Fit For Free Zumba Dancehall, Body pump, Body combat 93 2 per les 27/11 Snow Event met initiatielessen 9-19 dec Pop-Up fitness Brusselcentrum met en 23 voor studenten zonder sportkaart, 28 voor externen 97 geen (i.s.m. studentenvereniging) Vrije sportbeoefening Daarnaast kunnen studenten van campus Brussel gratis gebruik maken van de sportzalen van campus Parnas, en van de pingpongtafels in het Hermesgebouw (Brussel centrum) en op Parnas, waar ze ook darts kunnen spelen. In 2014 speelden wekelijks een tal studenten zaalvoetbal op campus Parnas. De pingpongtafels worden dagelijks gebruikt door de studenten. Internationale studenten kunnen bij Fit For Free (de organisatie waarmee STUVO+ samenwerkt voor lessenreeksen) een korte termijn abonnement verkrijgen voor 5 maanden i.p.v. 12 mits voorleggen van de studentensportkaar en een bewijs uitgeschreven door de STUVO+ sportmedewerker. Financieel heeft dit geen implicaties. 279

281 Campus Gent Datum Wat Aantal deelnemers feb-mei Lessenreeks (BBB, Kick- en 10-tal/les Thai-boks) Deelname prijs 3/les en 20/sem. Opmerkingen BSK Schaken 17 gratis i.s.m. vssf Gemiddelde deelname per reeks. 11/03 Indoor ski/snowboard /04 Initiatie pisterijden 25 geen 27/04 Karting /03 Campusrun 95 2 Inkomsten gingen naar een goed doel. Studenten en personeel. sept-dec Lessenreeksen (BBB, badminton) 20-tal 3/les en 20/sem. 11/12 STUVO+ on ice Te weinig afgelast Gemiddelde deelname per reeks. Zwemkaarten In 2014 werden in Gent 160 zwemkaarten aan gereduceerd tarief verkocht. Een student betaalt voor een zwemkaart 12 in plaats van 17. Campus Waas Georganiseerde activiteiten Datum Wat Aantal deelnemers Deelname prijs 11-14/02 KAHO-run 45 gratis 24/02 Indoor ski/snowboard /04 Initiatie darts met beperking 60 gratis 04/04 03/11 Initiatie Boccia 81 gratis 7/11 08/12 Initiatie boogschieten 113 gratis 12/12 11/12 STUVO+ on ice 13 3 Opmerkingen Sport na school -pas Naar jaarlijkse gewoonte kunnen de studenten van campus Waas een sport na school -pas bestellen zowel voor een semester als voor een volledig academiejaar. Om alles nog vlotter te laten verlopen, kunnen de studenten de SNS-pas rechtstreeks bestellen bij SVS. Zwemkaarten De studenten kunnen zich voor de nettoprijs van 15 een 10-beurten zwemkaart aanschaffen. In 2014 werden er 6 zwemkaarten verkocht. Ten slotte kunnen studenten vrij gebruik maken van de tafeltennistafel in de binnentuin. Het materiaal kan gratis ontleend worden aan het onthaal. STUVO+ wil de rekrutering & promotie van studentenkampioenschappen optimaliseren. Ook in 2014 namen studenten deel aan VSSF-competities tussen de Vlaamse hogescholen en universiteiten, gericht op studenten die sporten op een hoger niveau. 280

282 STUVO+ kon ploegen samenstellen om te participeren aan volgende competities: Datum Sport Ploeg/deelnemers BSK atletiek indoor VSK Boulder BSK schermen BSK Schaken BSK badminton BSK judo individueel BSK atletiek outdoor VSK tennis VSK basketbal Ploeg heren VSK voetbal Ploeg dames + ploeg heren BSK boulder BSK tafeltennis BSK trailrunning VSK futsal Ploeg dames + ploeg heren VSK volleybal Ploeg dames Bij de frisbeeploeg van associatieploeg van KU Leuven speelden ook enkele van onze studenten mee. In het damesvoetbal kon de ploeg (samengesteld met speelsters van associatiepartner Thomas More) zich plaatsen voor het Groot Vlaams Studentenkampioenschap (GVSK). Ook de herenploeg futsal gaat door een fraudegeval bij een andere ploeg door naar het GVSK, dat doorgaat op 4 maart STUVO+ stimuleert ontmoeting, actieve en passieve cultuurbeleving bij studenten. Onthaal van (nieuwe) studenten Op elke campus werden onthaaldagen voor de nieuwe studenten georganiseerd bij de start van het academiejaar in september De eerstejaarsstudenten ontvingen een welkomstpakket met informatie over STUVO+ op hun campus, een STUVO+ drinkbus en balpen aangevuld met nuttig geachte informatie over de stad en de campuswerking. In samenspraak met de opleidingen op de campus stelde STUVO+ bij de start van het academiejaar haar dienstverlening voor in infosessies of in de klassen. Op Campus Aalst kregen studenten, naast het welkomstpakket, ook een soepbon voor in het studentenrestaurant. Op Campus Brussel stelde STUVO+ haar dienstverlening voor aan de hand van een filmpje. Ook werd aan alle nieuwe studenten in de Mineen een spaghetti met een drankje aangeboden. Daarnaast was er overal ook een ludiek welkom voor alle studenten al dan niet samen met andere hoger onderwijsinstellingen en de stad. Zie hiervoor de activiteitenkalender per campus. Voor nieuwe studenten organiseerde STUVO+ campus Brussel begin oktober een ontmoetingsweekend. Via allerlei activiteiten leerden 150 nieuwe studenten elkaar, de stad, de studentenverenigingen en de campus kennen BILL-bundel (vroegere CJP): op campussen Aalst, Brussel en Waas Bij de start van academiejaar bood STUVO+ op de campussen in Aalst, Brussel en Waas gratis BILL-bundels aan waarmee studenten exclusieve kortingen krijgen voor allerlei (semi)-culturele evenementen, kunnen deelnemen aan wedstrijden met prijzen zoals games, boeken, tickets, reizen, en genieten van het EYCA-label met tal van voordelen op vlak van transport, cultuur en catering in 38 landen. De focus van BILL ligt sinds de omvorming vanuit CJP meer op sensibilisering en internationalisering dan op de kortingen. 281

283 Campus Aalst en campus Waas boden voor hun eerste samenwerking bij wijze van test elk 300 gratis lidmaatschappen (normale kostprijs 10 euro) aan. Op beide campussen waren deze zeer snel uitgeput. Op campus Brussel werden net als vorig jaar 1300 gratis BILL-bundels aangeboden die ook hier snel uitgeput waren. Campus4U op campussen Aalst, Brussel Studenten krijgen de kans om diverse tijdschriften en kranten aan een goedkopere prijs aan te kopen. De medewerkers van Campus4U komen hun aanbod op de campus promoten. Peilen naar interesses van studenten: het welkomstformulier Studentenwerking Bij de start van het academiejaar peilen we naar de interesses van de eerstejaarsstudenten op gebied van sport, cultuur, Op het welkomstformulier worden de al geplande STUVO+ activiteiten vermeld. Studenten kunnen hun interesse in de geplande activiteiten aanduiden maar ook zelf voorstellen of suggesties noteren. Ze kunnen ook aangeven of ze binnen een bepaalde sport actief zijn, op welk niveau en of ze interesse hebben in de sportcompetities van de Vlaamse Studentensportfederatie. Campusspecifieke activiteiten Campus Aalst Datum Wat Aantal deelnemers 10/02 STUVO+ startactiviteit 2 e NVT semester Deelname prijs geen Opmerkingen 13/03 Broodje Cultuur NVT geen Braziliaanse ritmes in het studentenresto 03/04 Student Comedy Night: Han 46 7,5 i.s.m. CC De Werf Solo en Friends 30/04 Wim Helsen, Spijtig, spijtig, gratis 5 i.s.m. CC De Werf spijtig 25/09 Campus Kick Off NVT geen i.s.m. Hogent, Studentenkoepel Aalst en de stad 16/10 STUVO+ Move, sport- en cultuurnamiddag on campus 23/10 Polaroid BILL actie NVT NVT 25-27/11 Postersale NVT NVT Boekenbeurs Antwerpen Studenten die de Boekenbeurs in Antwerpen bezoeken kregen de prijs van een online ticket ( 6 door STUVO+ terugbetaald op vertoon van het ticket. 10 studenten gingen in op dit aanbod. Netto kost: 60 Uitleendienst Naast sportmateriaal kunnen studenten ook kaartspelen, een Kubb spel en enkele gezelschapspelen gratis ontlenen in ruil voor hun studentenkaart bij STUVO+. Netto kost: 77 voor aankoop nieuwe gezelschapsspelen Ticketverkoop voorstellingen CC De Werf Sinds de start van academiejaar krijgen studenten 50% terugbetaald van maximum 2 gepersonaliseerde tickets die ze zich aanschaften voor een voorstelling in CC De Werf. In het 1e semester van academiejaar kwamen 3 studenten langs met 2 tickets en 3 studenten met 1 ticket. 282

284 Campus Brussel Datum Wat Aantal deelnemers 12/03 Comedy Night (Thomas Smith, Erhan Demirci en Bas Birker) 20/03 Prijsuitreiking Poeziewedstrijd met als thema Brussel in je binnenzak met een optreden van Johan Verminnen 29/04 Politiek kopstukkendebat n.a.v. de verkiezingen, gevolgd door politiek cafe met de jongerenpartijen 29/04 Rockrace (muzikale talentenjacht) Finale in de AB Deelname prijs 90 5, gratis voor donoren Bloedserieu s 37 NVT ingezonden gedichten Opmerkingen Daling van het aantal inzendingen 600 gratis i.s.m. diverse opleidingen 5 bands (van de 18) gratis Onder de koepel van Br(ik 07/05 Swap Kledingruil De overgebleven kledij werd opgehaald door een Brusselse organisatie voor daklozen en asielzoekers 15/05 School s out BBQ en party /09 Brusselse Student Kick-off Brussel Brost m.i.v. préevent op de campus (studentenfanfare, gratis vat en stoet) 250 (préevent) 8000 (Brussel Brost) gratis Organisatie van Br(ik; pré-event i.s.m. de studenten-verenigingen van de campus 06/10 Jaarmarkt Dilbeek 45 gratis Gericht op buitenlandse studenten 23/10 Cocktailavond /11 Lezing: Homoseksualiteit in Brussel 26 gratis i.s.m. Polymnia 12/11 Toneel Ann, van en met Kristien Hemmerechts, in jeugdtheater Bronks 17/11 Kok op Kot 500 ontbijtpakketten 26/11 Global Village, internationale landenbeurs 06/12 Kerstmarkt Keulen 400 studenten + 68 externen 08-12/12 STUVO+ pop-up week met o.a. foto booth en examenactie 140 Aanbod van campus Brussel met participatie van opleidingen van diverse campussen. gratis 10 (stud) 20 (ext) Aanbod van CM Organisatie van het Mobility Office i.s.m. Honim en LUCA Kunst in Huis De samenwerking met Kunst in Huis werd verdergezet op de campussen Parnas, campus Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen en in het Terranova-gebouw. Doel was verfraaien, maar ook de bezoekers te ontroeren en tot denken aan te zetten. 283

285 Cultuur à la carte Samen met Luca Schoof of Arts biedt STUVO+ studenten tickets aan om, aan studentikoze tarieven, tentoonstellingen, optredens, opera- of theatervoorstellingen te bezoeken. In 2014 ging het om: - Een optreden van de Compact Disk Dummies in de AB: 10 tickets werden aangeboden waarvan 5 verkocht. - Augustus op de Planken, een theaterproductie van Olympique Dramatique in de KVS. 3 studenten gingen naar de voorstelling voor 5. Campus Gent Datum Wat Aantal deelnemers Deelname prijs Opmerkingen Valentijnsactie +/- 250 n.v.t. i.s.m. StuGent Solidariteitsdag 93 ontbijt 300 randanimo 2 (enkel voor het gezonde ontbijt) 30/09 Student Welcome on n.v.t. gratis campus 24/09 Gentse Student Kick off n.v.t. gratis 16/10 Student Campus Quiz 25 ploegen van 4 i.s.m. Hogeschoolpastoraal 5 Opbrengst voor goed doel 17/10 Dag van de jeugdbeweging 300 n.v.t. i.s.m. org. dag van de jeugdbew. 4,5,6/11 Poster Sales 500 n.v.t. 06/12 Sinterklaas n.v.t. n.v.t. i.s.m. ASR 18/12 Kersthappening student 15 personeel Elke Kookles +/- 15/les 3 dinsdag Elke 1 ste donderdag v.d. maand Opbrengst voor goed doel Stuvo Cine 52 3 i.s.m. Studioskoop Democrazy Door samenwerking van STUVO+ met Democrazy konden studenten aan een gereduceerd tarief tickets kopen voor optredens, showcases, pop quiz, Tumult FM Ook in 2014 werd onze steun aan het online media- en cultuurplatform Tumult.fm. De organisatie promoot aan studenten online en via radio een grote hoeveelheid aan exposities, voorstellingen, evenementen, in Gent. 284

286 Campus Waas Datum Wat Aantal deelnemers Deelname prijs 18/02 Dag van cultuur en diversiteit 630 gratis 28-29/04 Opmerkingen Straattheater op de campus NVT gratis Actie in het studentenresto 03/10 Student Welcome Festival NVT Gratis i.s.m. werkgroep pastoraal, Agropitalica studentenraad en studenten PKV 23/10 Odisee Quiz 46 ploegen XX 02-18/11 Workshops clownerie en (straat)theater 2 voor 3 workshops en 6 voor 2 0,50 per workshop 05/12 Sinterklaasontbijt /12 Rondgang Sinterklaas NVT Gratis i.s.m. Agropitalica 18/12 Kersthappening Gratis STUVO+ ondersteunt de persoonlijke ontplooiing van studenten met bijzondere sportieve of culturele talenten Topsport- en cultuurstatuut Studenten uit professionele opleidingen die hun studies combineren met sport of kunst op hoog niveau, kunnen via de medewerkers sport of cultuur het topsport- resp. cultuurstatuut aanvragen. Studenten uit de academische opleidingen doen dit via de procedure van de KU Leuven, maar zij kunnen ook terecht bij de medewerkers studentenwerking voor informatie en doorverwijzing. In 2014 werd de toekenning van deze statuten geoptimaliseerd om tegemoet te komen aan de noden en vragen van zowel de opleidingen als de student. Er werd een onderscheid gemaakt tussen een A-statuut en B-statuut (met elk specifieke criteria) om de criteria voor toekenning van de statuten binnen de Associatie KU Leuven op elkaar af te stemmen. Beide statuten verlenen de student een aantal faciliteiten om topsport/kunst op hoog niveau en studies te kunnen combineren. Het qua criteria veeleisender A-statuut biedt de student meer faciliteiten. Er werden toekenningscommissies samengesteld die de aanvragen voor een topsport- resp. cultuurstatuut behandelden. De leden van de commissie Topsport en studie hebben elk hun expertise binnen de sportsector. De commissie Cultuur en studie bestond uit de STUVO+ cultuurmedewerkers. Zo nodig doet deze laatste commissie beroep op externe experten om het artistieke niveau van de student te beoordelen. In 2015 willen we dit verder optimaliseren aangezien het niet altijd eenvoudig was om de commissies samen te brengen. Om de opleidingen duidelijk te informeren over deze statuten werd een Infodocument voor opleidingen opgesteld met informatie over de toekenningsprocedure, de faciliteiten en de begeleiding van studenten met een topsportstatuut/cultuurstatuut. Ook studenten die een statuut hebben aangevraagd krijgen een document waarop vermeld wordt welk statuut en welke faciliteiten hen werden toegekend, aangevuld met nuttige tips om studie en sport/kunstbeoefening te combineren. Voor academiejaar hebben 39 studenten het topsportstatuut verkregen in verschillende sportdisciplines en 4 studenten kregen een cultuurstatuut. 285

287 PO- Studenten met Topsportstatuut Campus Aalst 9 0 Campus Brussel 10 1 Campus Gent 12 2 Campus Waas 8 1 TOTAAL 39 4 PO- Studenten met Cultuurstatuut Met één student uit campus Gent werd een topsportconvenant afgesloten tussen Bloso en de instelling. STUVO+ activeert het studentenleven op de campus door voldoende brede en relevante sportieve, socio-culturele initiatieven van studenten, studentenverenigingen, (campus)- studentenraden en opleidingen, zowel logistiek als financieel te ondersteunen Financiële en logistieke ondersteuning van studentenverenigingen en studentenraden In academiejaar continueerde STUVO+ op de campussen van HUB-KAHO de samenwerking met de studentenclubs dat in het verleden was uitgetekend. Vanaf academiejaar gold het gemeenschappelijk erkennings- en subsidiereglement dat de diverse praktijken terzake campusoverschrijdend stroomlijnde. Studentenverenigingen dienen erkend te zijn om financiële tegemoetkoming van STUVO+ te kunnen ontvangen. De subsidieprocedure en het subsidiereglement gelden ook desgevallend ook voor losse studenteninitiatieven. Bij het begin van het academiejaar is er een contactmoment tussen de STUVO+ medewerker studentenwerking en de bestuursleden van de club om in de mate van het mogelijke STUVO+ activiteiten en clubactiviteiten op elkaar af te stemmen. De procedure voor erkenning en subsidiëring wordt dan ook toegelicht Op Campus Aalst is vooral studentenclub A Gogo actief. Studentenvereniging Ultima smolt in 2014 samen met 2 niet meer actieve studentenclubs (Nursaia en Norgy) die opnieuw wilden opstarten. Deze drie clubs vormen nu samen studentenclub Lorem Ipsum, actief sinds begin academiejaar Op Campus Brussel worden de 9 studentenverenigingen (Aloisiana, Honim, Pro Gaudio, Irioka, ESN, KUBA, Per Kilo en Aiesec ) en de studentenraad samengebracht in een Overkoepelende Kringraad (OK). STUVO+ voorziet een budget dat verdeeld wordt over de verschillende verenigingen volgens het subsidiereglement. Als tegenprestatie wordt van de studentenorganisaties elk semester twee cultuur- en twee sportactiviteiten organiseren, eventueel met ondersteuning van STUVO+. In het totaal werd er 5445 subsidie uitgekeerd, voor het huren van fuifzalen, drukkosten, transportkosten, securitykosten, voor sport- en cultuurtickets en inschrijfkosten voor buitenlandse congressen. De studentenclubs worden ook aangemoedigd om minstens één gemeenschappelijke activiteit te organiseren per academiejaar. Voor 2014 was dit het kerstdiner in de Mineen, waar 72 studenten kwamen genieten van een driegangenmenu voor 20. Naar jaarlijkse traditie hebben de studentenverenigingen Aloïsiana, Irioka, Honim en Pro Gaudio er ook dit jaar voor gezorgd dat Sinterklaas langskwam op de Campus Brussel (Stormstraat). Voor Parnas werd dit gedaan door de studentenvereniging Perkilo. STUVO+ ondersteunde in 2014 ook een groepje studenten die een online Studentenblad Stoemp!, dat het ter ziele gegane Tempus moest opvolgen. Te weinig studenten zagen dit engagement op langere termijn zitten zodat Stoemp! sinds de zomer niet meer actief is. 286

288 Op Campus Gent zijn 2 studentenraden actief: Strak Gent voor de professionele opleidingen en Ingenia voor de academische opleidingen. Beide studentenraden namen in 2014 het initiatief om voor campus gerelateerde zaken samen te smelten tot de Algemene studentenraad Gent. Ook zijn er op de campus 2 studentenclubs actief. Club Mega richt zich voornamelijk naar Odiseestudenten, Club Kila naar KU Leuven studenten. In de praktijk hebben beide clubs een steeds meer een gemengd publiek. Naast deze studentenverenigingen konden ook de werkgroep Hogeschool Pastoraal en Opleidingsstudentenraad Ontwikkelings- en Productietechnologie (OSR OPT) op financiële ondersteuning van STUVO+ rekenen. Januari-juni: STUVO+ subsidieerde drukwerk, verzekeringspolis, vervoersonkosten voor activiteiten, optredens en aangekochte goederen voor de Sinterklaasactiviteit. Daarnaast werden ook volgende losse studenteninitiatieven gefinancierd: bouwkundefuif & zaalvoetbaltoernooi. September- december: STUVO+ subsidieerde drukwerk en vervoerskosten voor het Dartstoernooi van MEGA, het Galabal en Brouwerijbezoek van KILA, en de paintball van OSR OPT. Ingenia en Strak Gent vormden samen ASR Gent. Ze kregen ondersteuning voor de Bowlingactiviteit en Sinterklaas. Op Campus Waas is studentenclub Agropitalica actief. Januari-juni: voor Agropitalaca werd de security voor het jaarlijkse galabal betaald. September-december: Agropitalica kreeg een tussenkomst voor busvervoer en tickets voor 20 studenten naar The Night of the Proms op en voor de drukkosten van een tijdschriftje. Doopcharter Een voorwaarde voor studentenclubs om erkend te worden door STUVO+ vanaf academiejaar en bijgevolg dus ook om subsidies te ontvangen is het ondertekenen van een doopcharter. Afhankelijk van de campus is er een doopcharter van de stad waarin de campus zich bevindt of werd er op de campus zelf een doopcharter opgesteld. - Campus Aalst: clubs ondertekenen het doopcharter opgesteld door de Studentenkoepel Aalst en de stad Aalst. - Campus Brussel: STUVO+ stelde samen met de studentenverenigingen een doopcharter op. - Campus Gent: de clubs ondertekenen het doopcharter van de stad Gent. - Campus Waas: de clubs ondertekenen het doopcharter van de stad Sint-Niklaas. STUVO+ wil studenten in het kader van hun ontwikkeling sensibiliseren voor maatschappelijk of persoonlijk relevante thema s Bloedinzameling op de campus i.s.m. Rode Kruis Campus Aalst: op 18 februari 2014 konden we rekenen op 104 bloeddonors (waarvan 57 nieuwe donors), een lichte stijging ten opzichte van de vorige editie. STUVO+ bedankte iedere donor met een consumptiebon t.w.v. 2 om te gebruiken in het studentenrenrestaurant. Campus Brussel: er werden 2 bloedinzamelacties georganiseerd onder de noemer Bloedserieus, een samenwerkingsverband van de verschillende Vlaamse hogescholen in Brussel. Voor de lente-editie daagden er 207 studenten op; in november waren er 189 studenten. De donoren werden bedankt met een goodiebag, gratis pannenkoeken en een gratis toegangsticket voor de Comedy Night. Daarnaast maakten ze kans op een reischeque van Connections. Op campus Gent kwamen op in totaal 111 studenten en personeelsleden bloed geven. Van deze 111 donors waren 46 nieuwe donors. Op campus Waas kwamen op in totaal 87 donors opdagen waarvan 59 nieuwe. Examenactie Op alle campussen wordt een examenactie georganiseerd om studenten te sensibiliseren rond het belang van gezonde voeding, beweging, studieplanning en omgaan met stress. Studenten krijgen gratis fruit, yoghurt, blokplanners, markeerstiften, STUVO+ balpennen en drinkbussen. 287

289 Ondersteuningsmogelijkheden van STUVO+ maar ook van Teleblok worden onder de aandacht van studenten gebracht. Daarnaast was er de Kras en win actie op de campussen Aalst en Brussel: studenten ontvingen een kraslotje met een handige studietip en mogelijk de boodschap dat er een prijs gewonnen was. Op campus Brussel kwam Br(ik kwam langs met glühwein en chocomelk om hun Study Spaces tijdens de blokperiode te promoten. Op campus Waas werd in de inkomhal een foute studentenkamer nagebouwd. De studenten kregen de kans om enkele goede tips door te geven en zo kans te maken op een mooie prijs. Gezonde voeding Op Campus HIG bood STUVO+ ook in februari 2014 fruitmanden aan. Op Campus Waas werd in de week van 17/03 de week van de duurzame en gezonde voeding georganiseerd. De studenten werden op de hoogte gebracht van de ecologische voetafdruk bij iedere maaltijd, er was een sappentrapper en een gezond ontbijt. Op de andere campussen werden acties rond gezonde voeding en duurzaamheid opgenomen in STUVO+ -activiteiten die meerdere werkvelden van STUVO+ in de kijker stellen. Soep op de Stoep Ten voordele van welzijnszorg, een organisatie werkzaam in het kader van armoedebestrijding, organiseerde STUVO+ op de diverse campussen in december 2014 een Soep op de Stoep-actie. Op campus Gent gebeurde dit in samenwerking met de werkgroep Hogeschoolpastoraal Voeding STUVO+ wil op al haar campussen een aangepast voedingsaanbod aanbieden aan studentvriendelijke prijzen en met inachtname van de principes van goed financieel beheer Gelet op de verschillende historiek en context zijn het voedingsaanbod, de cateringformule en de studentenprijzen op de verschillende campussen van HUB-KAHO ook verschillend. Op de grote campussen in Brussel en Gent maakte STUVO+ van het quasi gelijktijdig aflopen van de 2 overeenkomsten gebruik om een nieuwe overheidsopdracht uit te schrijven over de beide campussen heen om maximaal te profiteren van de vergrote schaal van HUB-KAHO. In het voorjaar van 2014 werd de nieuwe opdracht voorbereid, met ondersteuning van het externe adviesbureau MCS. De nieuwe opdracht loopt voor een termijn van 4 jaar en werd onderverdeeld in drie percelen: 1. Studentenrestaurant Technologiecampus (Gent) 2. Studentenrestaurant De Mineen (Brussel) 3. Broodjesbar en studentencafé De Club (Brussel) Om de schaalvoordelen te maximaliseren, werd een bijkomend kortingspercentage gevraagd in het geval de drie percelen aan dezelfde dienstverlener zouden gegund worden. De opdracht werd voor de drie percelen toegewezen aan Sodexo Belgium NV. Met de nieuwe opdracht wijzigde ook de wijze waarop STUVO+ financieel tussenkomt. Voorheen werkte men in De Mineen Brussel op een volledig variabel systeem (tussenkomst per verkocht item), gecombineerd met eigen investeringen in keukeninfrastructuur. Voor het studentencafé was er een vaste jaarlijkse huurprijs. In Gent was er een forfaitaire jaarlijkse tussenkomst en werden een aantal investeringen gedragen door de cateraar. In de nieuwe overeenkomst die loopt van september 2014 werd een gemengd systeem afgesproken: Een vaste forfait voor het personeel Een variabele verrekening van de foodcost Een percentage voor de beheerskosten Een commissie op de verkopen in het studentencafé in een concessieovereenkomst 288

290 STUVO+ staat op beide campussen in voor de investeringen in de keukeninfrastructuur. Het kassa- en registratiesysteem van de verkopen dat in de Mineen al geïmplementeerd was, werd ook in Gent en in het studentencafé geïnstalleerd. Gelijktijdig werd ook de no-cash policy van de instelling doorgetrokken naar het studentenrestaurant in Gent. Het kassa- en registratiesysteem wordt volledig door STUVO+ beheerd wat diverse voordelen oplevert: een grondig inzicht in het verbruik, de passages en de omzet van de verschillende uitbatingen en autonomie in het bepalen van de verkoopprijzen aan de eindgebruikers te bepalen. Dit laat STUVO+ toe te sturen, zowel naar het financiële als naar het voedingsbeleid (gezonde producten goedkoper prijzen dan de ongezonde). Prijzenpolitiek In de Mineen werden de prijzen in constant gehouden, maar om de zaak voor STUVO+ betaalbaar te houden dienden de bijzonder lage prijzen die de studenten in het Gentse studentenrestaurant tot nu toe betaalden, verhoogd te worden. Dit gebeurde gericht, in overleg met de studenten en werd verteerbaar gehouden. Basisproducten zoals een dagschotel en broodje werden slechts weinig duurder. De prijs van het meer luxueuze of minder gezonde aanbod werd wat meer verhoogd. Wellicht vooral door de substantiële toename van de kwaliteit van het aanbod, heeft de gevoerde prijzenpolitiek geen noemenswaardige problemen met studenten van Gent opgeleverd. Passages Passages Clubke Mineen Verschil Verschil semester ,54% ,67% semester ,66% ,40% In Brussel stellen we in de broodjeszaak het Clubke in vergelijking met 2013 dit jaar in de periode januari-juni, een daling van het aantal passages van 37,5 % vast. Bij het aantreden van de nieuwe uitbater in de periode september-december stijgt het aantal passages echter met 43 %. Dit beeld laat alleszins verhopen dat de uitbreiding van het aanbod, met onder meer wraps en variatie salades, gewaardeerd wordt door de studenten. In het studentenrestaurant De Mineen zien we hetzelfde beeld: een daling van een 14 % in het eerste semester van 2014 maar een duidelijke stijging van 10 % in het tweede semester. De cateraar bleef hier dezelfde maar bij de nieuwe opdracht werden, na een evaluatie van de verkoopcijfers van de aangeboden items in de periode , een aantal wijzigingen in het aanbod aangebracht. Deze nieuwe items krikken het aantal passages op. In het studentenrestaurant op campus Gent daalde het verbruik in de eerste helft van 2014 met 15%. Na de overstap naar de nieuwe cateraar die met de nodige aanpassingsproblemen gepaard ging, daalde het verbruik met 34% en het aantal verkochte producten met 21%. Passages Studentenrestaurant Gent Verschil semester % semester % Het is te vroeg om de effecten van de diverse wijzigingen (prijzen, aanbod, kwaliteit.) op het verbruik en de tevredenheid van studenten te evalueren. STUVO+ zal in de toekomst het verbruik blijven opvolgen en, in overleg met de cateraar en de studenten zo nodig bijsturen. Voor academiejaar wordt een tevredenheidsenquête voor het werkveld voeding gepland. 289

291 Campus Parnas en HIG Op de kleinere Brusselse campussen worden geen warme maaltijden aangeboden maar enkel broodjes en soep die door een externe cateraar op de campus geleverd worden. STUVO+ subsidieert 0,5 per broodje en/of soep en betaalt een personeelslid dat de broodjes verdeelt. Studenten van Parnas hebben bijkomend ook de mogelijkheid om via een restaurantticketsysteem een warme maaltijd te gebruiken in een naburig restaurant. STUVO+ komt 2,5 per warme maaltijd tussen in de kostprijs. Campus Aalst De overeenkomsten met de cateraar Sodexo werd verder gezet. STUVO+ komt financieel tussen in de prijs van soep ( 0,30), warme maaltijden ( 1,50), salade bar ( 0,50) en gezonde desserts (fruitsalade en yoghurt) ( 0,30) waardoor de prijs voor studenten lager ligt dan de werkelijke prijs. In 2015 zal bekeken worden welke synergiën er kunnen gezocht worden met Brussel en Gent. Campus Waas De overeenkomsten met de cateraar HIMM werden verder gezet. STUVO+ komt tussen voor 2 per warme maaltijd en 0,30 per soep. De aantallen worden berekend via een verdeelsleutel: STUVO+ komt tussen à rato van 75% van het totaal aantal verkochte maaltijden en 30% van het totaal aantal verkochte soepen. verkochte producten warme maaltijden soepen verschil verschil totaal semester % % totaal semester % % Voor Waas werd eind 2014 in de schoot van de Raad Van Bestuur van de HIMM VZW beslist om de catering op de campus extern te laten evalueren. STUVO+ houdt in haar voedingsaanbod rekening met de diversiteit van de studentenpopulatie, duurzaamheid en gezonde voeding Op alle campussen werd tegen eind 2014 gratis waterfonteinen geïnstalleerd. Daarnaast werd eveneens op alle campussen een sensibiliseringsacties opgezet rond gezonde voeding, in de vorm van een gezond ontbijt en/of het verdelen van gratis fruit. Het aanbod van de studentenrestaurants werd zo aangepast dat er op alle campussen dagelijks een vegetarische schotel te verkrijgen is. Op campus Brussel werd het donderdag veggiedag project, in samenwerking met EVA vzw, verder gezet. In dat kader werd ook een sensibiliseringsactie ondernomen door middel van permanente posters in het studentenrestaurant De Mineen. STUVO+ zorgt op al haar locaties, in samenspraak met het Algemeen Beheer van de instelling voor voldoende en aangename eet- en ontmoetingsruimtes voor studenten Alle campussen beschikken over één of meerdere eet- en ontmoetingsruimtes, hetzij in eigendom, hetzij gehuurd of ter beschikking gesteld door de hogeschool. STUVO+ neemt in principe de inrichting (meubilair) en zo nodig de verfraaiing van deze ruimten voor zijn rekening. Dit gebeurt in functie van een jaarplanning die uiteraard rekening houdt met de behoeften en de financiële draagkracht van STUVO+. De uitgaven worden in samenspraak met het Algemeen beheer gespreid over verschillende jaren. 290

292 Campus Brussel Na Parnas in 2013 werd in 2014 de cafetaria van Campus HIG onder handen genomen. Er werd geschilderd, de akoestiek werd aangepakt en er kwam een nieuwe, functionele bedieningstoog. Als kers op de taart kozen de studenten een naam voor hun vernieuwd cafetaria. De HIG-INN werd ingehuldigd op 14/10/14. Het studentencafé in Brussel werd opgefrist bij de start van academiejaar : het meubilair werd vervangen, het aanbod warme drank werd uitgebreid (verschillende soorten koffie en chocolademelk), er werden schilderwerken uitgevoerd en televisieschermen voorzien. Deze investeringen pasten in de concessieovereenkomst en werden gedragen door Sodexo. Campus Gent Omwille van capaciteitsproblemen werd in de lente van 2014 het project cateringinfrastructuur Gent opgestart bestaande uit het verbouwen van de cafetaria van de sporthal tot een sandwicherie/studentenlounge en het uitbreiden en vernieuwen van het studentenrestaurant. Dit project wordt begeleid door 2 bureaus: enerzijds architectenbureau Dirk Martens (ABDM) voor de algemene architectuur en technieken en anderzijds MCS voor wat betreft de keukeninfrastructuur en apparatuur. Eind 2014 was het aanbestedingsdossier voor de sandwicherie in de sporthal afgewerkt. De nieuwe sandwicherie wordt in gebruik genomen bij de start van academiejaar en zal een bijkomende capaciteit creëren van ongeveer 130 zitplaatsen. De renovatie en uitbreiding van het studentenrestaurant is een omvangrijker project, dat bovendien een stedenbouwkundige vergunning vereist. Eind 2014 was het voorontwerp klaar. In 2015 zal het project verder uitgewerkt worden met een vergunningsaanvraag en de aanbestedingsdossiers. Het is de doelstelling om de werken in 2015 aan te vatten, afhankelijk van de externe factoren. Campus Waas Op 13/1/2014 werd een nieuwe huurovereenkomst ondertekend tussen de vzw Himm en de vzw HUB-KAHO met betrekking tot de huur van de cafetaria, de keuken, een living en bureelruimte van de catering. De verhuurprijs is bepaald op 32,31 /m². De huurovereenkomst loopt tot 31/12/ Huisvesting STUVO+ investeert samen met het Algemeen Beheer in kwalitatieve en betaalbare huisvesting in eigen beheer, in de nabijheid van de campussen. Campus Brussel In 2014 werd verder gewerkt aan het project Meyboom, een gemengd project waarbij STUVO+ participeert voor de verbouwing van een voormalig kantoorgebouw naar 78 studentenkamers. Eind 2013 werd bij het Brussels gewest de aanvraag tot bouwvergunning ingediend. In mei werd het volledigheidsattest bekomen. In september werd het project voorgesteld aan de overlegcommissie, met vertegenwoordigers van de stedelijke en gewestelijke overheid. De bouwvergunning wordt verwacht in de eerste helft van 2015 en dan kunnen de werken ook in 2015 starten. Om het gebrek aan huisvesting in eigen beheer op te vangen neemt STUVO+ sinds academiejaar het studentenhuis in de Spaarstraat (1000 Brussel) in contingent af bij Br(ik. Het bevat 30 studentenkamers, al dan niet met een eigen douche, en 4 studio s. Kamerprijzen (inclusief kosten) variëren tussen 390 en 450, de studio s kosten tussen 490 tot 495. De communicatie en promotie van de kamers werd gedaan door STUVO+, de toewijzing en verhuur van de kamers gebeurde door de Br(ik-medewerkers op basis van de door STUVO+ vastgelegde toewijzingspolitiek. Dit huis is bedoeld voor studenten die zich voor het eerst inschreven aan de HUB-KAHO, om hen de mogelijkheid te bieden om te wennen aan de grootstad Brussel. Binnen deze doelgroep is het first come, first served principe van toepassing. We merken dat dit initiatief erg succesvol is en door betrokken studenten en ouders positief wordt geëvalueerd. 291

293 Campus Gent STUVO+ heeft in Gent een studentenhuis in eigen beheer in de nabijheid van de campus. Het studentenhuis in Wondelgemstraat telt 16 kamers (8 grote en 8 kleine) en 6 studio s, waarvan 2 aangepast aan studenten met functiebeperking. Bij de overgang van academiejaar naar werden de prijzen in de residentie aangepast om de stijgende kosten voor energie-, afvalverwerking en internet deels te recupereren. De huurprijs voor internationale short-stay studenten werd tevens aangepast om de leegstandkost die samengaat met het huisvesten van korte verblijvers zo veel mogelijk te beperken. Capaciteit Maandhuurprijs (All-in) Bezettingsgraad 8 gewone kamers regulier Jan-juli regulier Juli-Dec short-stay Jan-juli short-stay Juli-Dec % 8 grote kamers % 6 studio's % STUVO+ doet het nodige om dit studentenhuis optimaal te onderhouden en de stedelijke voorschriften wat betreft brandveiligheid en comfort voor studenten te realiseren. Bijzondere aandacht wordt dus ook voorzien voor renovatie van het gebouw. In 2014 werd gestart met een reeks verbeteringswerken in de studio s en gemeenschappelijke ruimtes. Ook alle gordijnen werden vervangen door nieuwe brandwerende gordijnen. Om de technische ondersteuning te verbeteren werd in 2014 ook een halftijdse technieker ingezet. STUVO+ beschikt ook nog over een gebouw aan de Bargiekaai. Dit gebouw is in de huidige staat niet geschikt om studenten te huisvesten en bijgevolg worden er geen kamers meer verhuurd sinds de tweede jaarhelft van Begin 2014 werd een overeenkomst afgesloten met Entrakt, een organisatie voor tijdelijke bewoning, zodat het pand toch bewoond wordt. Dit initiatief werd genomen om krakers en vandalisme te vermijden. De toekomstige bestemming van het gebouw wordt in 2015 bekeken in het kader van het globale masterplan voor de Technologiecampus Gent. STUVO+ leidt studenten naar het aanbod op de private studentenhuisvestingsmarkt Campus Aalst In Aalst worden er kamers op de privémarkt aangeboden. Volgens het Reglement op verhuur van kamerwoningen van de stad Aalst moet iedere eigenaar die kamers verhuurt dit melden en deze kamers laten controleren op veiligheid en gezondheid. Na deze controle ontvangt de eigenaar van de stad de toelating tot verhuur. Alleen de kamers waarvan de eigenaars beschikken over deze toelating tot verhuur, komen op de kamerlijst voor de geïnteresseerde studenten. Deze kamerlijst is ter beschikking vanaf de open dag in april; studenten kunnen op die dag ook intekenen om de updates van de kamerlijst per mail te ontvangen. De gemiddelde huurprijs van een studentekamer bedraagt in Er worden ook relatief veel studio s aangeboden waarvan de huurprijs gemiddeld 273 is. In deze gemiddelde huurprijzen zijn de verbruikskosten niet inbegrepen. We stellen vast dat de gemiddelde huurprijzen tegenover 2013 lichtjes gedaald zijn, wellicht ten gevolge van het feit dat het aanbod groter is dan de vraag. Het gevolg hiervan is dat vooral de eigenaars met verouderde kamers of kamers waarbij de huurprijs niet evenredig is met de kwaliteit, deze niet of pas laat tijdens het academiejaar verhuurd krijgen. Er is tijdens het academiejaar geen nieuw aanbod bijgekomen op de privémarkt. 292

294 Campus Brussel STUVO+ realiseert haar werking op het werkveld huisvesting hoofdzakelijk via de samenwerking met de VZW Brussel&ik, afgekort tot Br(ik. Br(ik beheert een kamerbestand van units binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waarvan 397 eenheden in eigen beheer, verspreid over 24 panden binnen de historische vijfhoek. De andere units zijn in privéhanden en worden samen met de kamers in eigen beheer via de online databank en smartphone applicatie ikot ter beschikking gesteld van de studenten van alle participerende instellingen. Studenten kunnen via de website van Br(ik een gratis login en paswoord aanvragen dat hen via wordt doorgestuurd. Nadien hebben de studenten onbeperkt toegang tot het online bestand. Daarnaast wordt in samenwerking met de privéeigenaars, via een kwaliteitslabel, een modelhuurcontract, kwaliteitscontroles, enz. gewerkt aan het optimaliseren van de huisvesting van de studenten in Brussel. Br(ik heeft ook 17 flats voor pas afgestudeerden die gehuurd kunnen worden tegen een budgetvriendelijk tarief. De maandelijkse huurprijzen bij Br(ik (inclusief kosten) variëren van 385 tot 430, afhankelijk van het comfort, de grootte en de ligging van de kamer. Voor een studio betaalt een student minimaal 425 en maximaal 495. Deze relatief hoge huurprijzen hebben te maken met de situering van de panden in het historisch centrum van Brussel, waar zich echter ook de meeste studenten bevinden. Aan de studenten, die via een sociaal dossier kunnen aantonen dat deze prijzen voor hen financieel moeilijk haalbaar zijn, wordt op individuele basis een financiële ondersteuning toegekend Br(ik biedt in haar kamers in eigen beheer twee formules aan. De Long Stay formule staat voor de verhuur op basis van een huurovereenkomst van 12 maanden en is gericht op Belgische of buitenlandse studenten in de reguliere programma s. De Short Stay formule richt zich specifiek tot uitwisselingsstudenten die in Brussel komen studeren voor een periode van 3 tot 6 maanden en beperkt zich tot de kamers in het internationaal studentenhuis Van Orley. In het eerste semester van 2014 maakten 194 studenten gebruik van de kamers in eigen beheer van Br(ik, dit is 48% van de totale verhuur van de Br(ik kamers, waarmee STUVO+ de belangrijkste afnemer is van de Br(ik kamers. In het tweede semester nam het aantal studenten nog toe tot 226, wat net iets meer dan de helft (50,6%) van het totaal aantal Br(ik kamers betekent ( inclusief het contingent cf. supra). Type Waar Eerste semester Contingent Spaarstraat Tweede semester Longstay Andere Br(ik kamers Shortstay Flats jong afgestudeerden Van Orley studentenhuis Totaal Ook dit jaar kunnen we stellen dat de inspanningen die geleverd worden om de kamers van Br(ik te promoten, er opnieuw toe hebben geleid dat er een aanzienlijk aantal studenten een kot in eigen beheer van Br(ik huren. Hierdoor is de doelstelling om de bezettingsgraad van studenten in Br(ik te consolideren dit jaar opnieuw gehaald. Campus Gent STUVO+ is partner in Kot@Gent, samen met de stad Gent en de andere Gentse universiteiten en hogescholen. Kot@gent vierde in 2014 haar 10 jarig bestaan met heel wat initiatieven: de 293

295 ondertekening van een vernieuwd samenwerkingsprotocol voor studentenhuisvesting, een nieuwe website, een nieuw logo, een reclamecampagne via affiches en de sociale media,... biedt een up-to-date databank van beschikbare studentenkamers en studio s uit de private sector. Eind 2014 zitten 7033 kamers en 2888 studio s in de databank, met een gemiddelde all-in huurprijs van 326 voor een kamer en 455 voor een studio. Uit de gegevens blijkt dat er geen acuut tekort meer is aan studentenkamers op de Gentse markt. Daarnaast zet Kot@gent zich in om de kwaliteit van de studentenwoningen hoog te houden, door het opnemen van een adviserende functie. Kot@gent voorziet in dat kader onder meer een modelcontract en een digitale bevraging onder de Gentse studenten. Campus Waas In Sint-Niklaas varieert de gemiddelde maandhuurprijs in Op de privé-markt kost een studentenkamer gemiddeld 260 (excl. huurlasten). Op de peda van partner HIMM vzw kost een studentenkamer 310 voor een korte periode en 245 bij een contract van 10 maanden. Deze prijzen zijn vast, verbruik van water, gas en elektriciteit zijn inbegrepen. In Sint-Niklaas nemen toekomstige of nieuwe eigenaars regelmatig contact op met de STUVO+medewerker huisvesting. Na goedkeuring van de kamers door de stad Sint-Niklaas worden deze kamers opgenomen op de kamerlijst van STUVO+ campus Waas. In 2014 werd 1 goedgekeurde verhuurder toegevoegd aan deze kamerlijst. Er staan momenteel 3 goedgekeurde verhuurders op de lijst, met een totaal aanbod van 19 kamers. STUVO+ adviseert studenten omtrent huisvesting en bemiddelt waar nodig tussen studenten en interne en/of externe betrokkenen. Studenten kunnen terecht bij de medewerkers huisvesting van STUVO+ voor advies, informatie, bemiddeling en opvolging van basisproblemen bij het huren van een studentenkamer. Indien nodig worden zij doorverwezen naar de regionale partners (Br(ik, Kot@Gent) of naar de Huurdersbond. Dankzij het lidmaatschap van STUVO+ bij de huurdersbond kunnen de studenten een beroep doen op de specialisten van de huurdersbond betreffende juridische problemen. STUVO+ ontwikkelt een beleid voor doelgroepen die moeilijk of niet in het reguliere huisvestingscircuit terecht kunnen. Minder vermogende studenten kunnen op alle campussen via een individueel sociaal dossier financiële ondersteuning krijgen voor huisvestingskosten. De regeling dat beurstariefstudenten die in de eigen studentenresidentie van de Wondelgemstraat te Gent huurden, so wie so een lager tarief betaalden, werd stopgezet bij aanvang van academiejaar en vervangen door het systeem van het individueel sociaal dossier. Studenten die zich in een crisissituatie bevinden, kunnen bij de huisvestingsmedewerkers terecht om een geschikt onderkomen te vinden. Op campus Waas werd de periode januari tot en met juni een crisiskamer gehuurd in de studentenresidentie van vzw HIMM. Deze kamer werd echter niet gebruikt, daarom werd bij de start van academiejaar beslist om deze crisiskamer niet langer te huren, maar naar analogie met de andere campussen te bekijken welke mogelijkheden er zijn op het moment dat een crisis zich voordoet. Op Technologiecampus Gent werden 5 studenten geholpen in hun zoektocht naar huisvesting naar aanleiding van een crisissituatie. Elke student die effectief de stap zette naar het huren van een eigen woning heeft huisvesting gevonden. Voor studenten met een functiebeperking beschikt de studentenresidentie in de Wondelgemstraat over 2 aangepaste kamers. Studenten met een functiebeperking hebben voorrang op een van deze aangepaste kamers. In 2014 werd één aangepaste studio gehuurd door een student met een fysieke beperking die in een rolwagen zit. Voor kort verblijf (short-stay) door (meestal) uitwisselingsstudenten worden op de campussen verschillende initiatieven genomen. 294

296 Campus Aalst Om ter beschikking te stellen aan buitenlandse studenten huurde STUVO+ in Aalst 2 standardkamers en 2 studio s met meer comfort voor 10 maanden, 2 standardkamers voor een periode van 6 maanden en 1 kamer voor 1 maand. verblijf + capaciteit gemiddelde maandhuurprijs bezettingsgraad 2 Standard % 2 Comfort % 1 Standard (1 maand) % 2 Standard (6 maanden) % De totale bezettingsgraad van deze kamers bedroeg slechts 50%. De lage bezettingsgraad werd veroorzaakt door het feit dat er minder buitenlandse studenten kwamen dan voorzien en door het vroegtijdig vertrek van 2 studenten wegens stageproblemen. Algemeen kunnen we stellen dat huren op de privémarkt op een moment dat er onvoldoende zicht is op het aantal en de verblijfsduur van de korte termijn verblijvers, voor STUVO+ een dure aangelegenheid is. Campus Brussel Short-stay studenten worden doorverwezen naar het internationale studentenhuis van Orley van Br(ik. In het eerste semester werden zo 30 studenten gehuisvest, in het tweede 49 studenten. Dit is respectievelijk 30% en 49% van de capaciteit van het internationale studentenhuis. Er werd in dit verband nauw samengewerkt met de verantwoordelijken internationalisering van de instelling, zodat deze short-stay studenten over een gepaste huisvesting konden beschikken. In 2014 is gebleken dat het voor STUVO+ kostelijke vooraf reserveren van kamers voor uitwisselingsstudenten in Van Orley, niet noodzakelijk is. Omwille van het opnieuw onderhandelen met Br(ik over een geschikte formule terzake was vooraf reserveren in academiejaar niet mogelijk. De uitwisselingsstudenten in Brussel bleken zonder problemen hun weg naar de short stay-formule van Br(ik of het private aanbod te vinden. We registreerden terzake geen klachten. Campus Gent In de studentenresidentie van de Wondelgemstraat worden steeds een aantal kamers vrijgehouden voor korte termijn verhuur aan uitwisselingsstudenten. Daarbovenop werden in academiekaar panden gehuurd op de privémarkt voor short-stay. In totaal waren in deze panden 23 plaatsen beschikbaar tijdens tot en met augustus en 14 plaatsen in 3 panden vanaf september. De capaciteit zakte van 23 naar 14 omdat eind augustus de samenwerking met 3 eigenaars werd stopgezet. Hun panden voldeden niet aan de meest recente regelgeving voor studentenkamers in Gent. Door een daling in het aantal inkomende uitwisselingsstudenten heeft dit niet voor problemen gezorgd. De prijspolitiek werd ook aangepast en vereenvoudigd: het onderscheid tussen de verschillende types werd afgeschaft. Capaciteit Prijs tem juli 2014 Prijs vanaf augustus 2014 Bezettingsgraad GDS: 5 kamers (economisch) GML: 5 kamers (standaard) TRI: 4 kamers (standaard) SCH: 5 kamers (standaard) MHS: 2 kamers (standaard+) % 69% % 338 gestopt in aug % 369 gestopt in aug % 295

297 RT: 3 studio s (comfort) 391 gestopt in aug % In totaal werden in Gent in de periode januari-juni 2014, 28 buitenlandse studenten gehuisvest en in de periode augustus-december 2014 waren dit er 24. Campus Waas De Erasmus studenten werden in 2014 ondergebracht op de peda en tekenen rechtstreeks hun contract met vzw HIMM. Voor de Erasmus Mundus studenten sloot STUVO+ een huurovereenkomst af: - voor de periode januari augustus met privéeigenaars: 9 kamers - voor de periode september-december met de vzw HIMM: 7 kamers. In beide gevallen werd de huur rechtstreeks van de beurs van deze studenten afgehouden. Voor studenten vroedkunde van campus Waas die in Aalst stage lopen huurt STUVO+ Waas op jaarbasis 2 studentenkamers in Aalst. De bezettingsgraad van deze kamers was zeer laag: 35% in de periode januari-juni, 52% in de periode september-december. Conclusie m.b.t. korte verblijvers Waar STUVO+ zich engageert voor het huren van kamers voor studenten die minder dan een academiejaar op een kamer wensen te verblijven, brengt dit een aanzienlijke kost mee, omwille van de leegstand en de onvoorspelbaarheid van zowel het aantal noodzakelijke kamers als de verblijfsduur van deze studenten. Ter voorbereiding van het academiejaar onderzoekt STUVO+ in overleg met de diensten Internationalisering en desgevallend de betrokken opleidingen hoe deze kosten op een sociaal verantwoorde manier kunnen gereduceerd worden Vervoer Het gebruik van het openbaar vervoer wordt gestimuleerd en gefaciliteerd Op alle campussen geeft STUVO+ informatie over de bereikbaarheid van de campus met het Openbaar Vervoer. Er wordt ook een tussenkomst voorzien in een jaarabonnement van De Lijn. Sinds september 2014 is dit voor studenten van alle campussen een financiële tussenkomst van 35%. Voor campus Aalst, Gent en Waas was dit tot september 2014, 50%, op campus Brussel daarentegen was tot september 2014 geen tussenkomst voorzien. De manier waarop tussenkomst geregeld werd verschilt echter. In Aalst, Gent en Waas werd het bestaande derdebetalerssyteem gecontinueerd, waarbij de student rechtstreeks een abonnement met korting aankoopt in een verkooppunt van De Lijn. In Brussel wenste men deze nieuwe maatregel in eerste instantie te evalueren op zijn meerwaarde. Daarom werd gewerkt met aanvraagformulier van STUVO+, dat de studenten ontvingen bij hun inschrijving. Het stelde de medewerkers in staat de reden van het gebruik van een De Lijn-abonnement te bevragen (zie verder). Daarnaast kunnen alle studenten ingeschreven aan een Brusselse onderwijsinstelling een jaarabonnement aankopen van de MIVB- tegen het voor studententarief van max. 120 EUR. Buzzy Pazz Omnipas Totaal Bedrag tussenkomst STUVO Aalst Gent Sint-Niklaas Totaal (35% tussenkomst) Totaal (50% tussenkomst) Verschil -18% -30% -19% -40% 296

298 We stellen vast dat op campus Aalst, Gent en Waas het gebruik van de tussenkomst bij De Lijnabonnementen met 19% is gedaald. Samen met de verlaging van de tussenkomst heeft dit een besparing van 40% opgeleverd, of netto Dit bleek ruim voldoende om de meeruitgave in Brussel te compenseren. Bij de start van academiejaar werden daar 379 aanvragen voor terugbetaling ingediend, voor een bedrag van (133 aanvragen vanuit AO-opleidingen voor EUR en 246 aanvragen vanuit POopleidingen voor een bedrag van EUR). Uit de bevraging die in Brussel georganiseerd werd bleken de voornaamste reden om de bus te nemen dat het gemakkelijk is (175) omdat er een rechtstreekse verbinding is, er een bushalte dichtbij huis en/of de campus is, er veel bussen zijn. 54 studenten geven aan dat ze geen andere mogelijkheid hebben en 62 studenten gebruiken de bus gewoon als transfer naar de trein. De terugbetaling wordt het meest aangevraagd door de studenten van Parnas enerzijds en de studenten van Bedrijfsmanagement en Gezondheidszorg aangezien. Dit laat ons vermoeden dat de ligging ( en bereikbaarheid) van de campus enerzijds en de thuisbasis van de studenten anderzijds (studenten Bedrijfsmanagement en Gezondheidszorg komen vaak uit de Vlaamse Rand ) de belangrijkste redenen zijn om voor dit vervoersmiddel te kiezen. Opvallend is dat slechts 13 studenten aangeven dat ze de bus gebruiken omdat het goedkoper is. STUVO+ zal in het eerste semester van 2015 een uitgebreide mobiliteitsenquête bij de studenten van alle campussen houden. Dit zal ons moeten toelaten zowel de impact als de sociale dimensie van deze tussenkomst te evalueren. Op alle campussen kunnen studenten die een extra tussenkomst wensen in het openbaar vervoer dit aanvragen op basis van een sociaal dossier. Indien het Comité Studiefinanciering beslist dat een financiële tegemoetkoming sociaal en financieel verantwoord is, wordt hierin tussengekomen via de middelen van de Sociale Dienst. Het gebruik van de fiets wordt gestimuleerd en gefaciliteerd STUVO+ stimuleert op alle campussen het gebruik van de fiets, ofwel door de verhuur van eigen fietsen of door samen te werken met een lokale partner. Op Campus Aalst beschikt STUVO+ over 41 eigen fietsen die aan studenten verhuurd worden per semester of op jaarbasis à 30 per semester en met een waarborg van 60. Voor het jaarlijkse nazicht en onderhoud van de fietsen wordt samengewerkt met het sociaal tewerkstellingsproject De Fietserij. Slijtage wordt hersteld voor rekening van STUVO+. Verkeerd gebruik of vandalisme zijn ten koste van de huurder. In 2014 is er 1 fiets gestolen en voor 2 fietsen blijkt herstellen niet meer opportuun wegens te veel gebreken. Op Campus Parnas beschikt STUVO+ over 5 fietsen die de studenten gratis kunnen ontlenen aan het onthaal, tegen afgifte van hun studentenkaart (als waarborg). In 2014 werden de fietsen (inclusief de 5 extra reservefietsen) hersteld door een lokale fietsenwinkel, voor een totaalbedrag van Om de veiligheid van de fietsers te verhogen werden fietshelmen ter beschikking gesteld ( 250). We merken echter dat deze niet standaard door de studenten gebruikt worden. Op de Campus Brussel Centrum kunnen de studenten gebruik maken van de Villo!-fietsen. Er is een Villo!-parkeermogelijkheid naast de studenteningang Campus Brussel, T Serclaes en daarnaast liggen de stations op 400m van elkaar verspreid over het hele Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. Br(ik sensibiliseerde de studenten ingeschreven aan Brusselse onderwijsinstellingen om te fietsen door hen 6-maand gratis gebruik van de Villo!- fietsen (indien je niet langer dan een half uur fietst per rit) aan te bieden. In 2014 maakten 39 -studenten van campus Brussel gebruik van dit aanbod. Op Campus Gent biedt het mobiliteitsproject van vzw StudentENmobiliteit aan alle Gentse studenten de mogelijkheid om een fiets te huren aan een democratische prijs. Er is keuze tussen verschillende huurtermijnen en verschillende types fietsen en je kan vrijblijvend een verzekering afsluiten tegen diefstal & vandalisme. In 2014 waren net geen 7000 fietsen in verhuur. 214 van onze studenten huurden een fiets bij StudentENmobiliteit. 297

299 Daarnaast voorziet vzw StudentENmobiliteit ook fietsherstelplaatsen. Sinds september 2014 is er op de Technologiecampus wekelijks een mobiele fietsherstelplaats. Fietsonderdelen kunnen aangekocht worden aan een studentvriendelijke prijs. We zien een stijgend gebruik van de fietsverhuur sinds oktober. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de grotere zichtbaarheid op de campus. Op Campus Waas beschikt STUVO+ over 28 eigen fietsen die voor een semester (à 30) of een academiejaar(à 50) kunnen gehuurd worden. De waarborg bedraagt 100. Studenten die een fiets huren, krijgen daarbovenop een 25-beurtenkaart om hun fiets te stallen in de beveiligde fietsenstalling van het nieuwe Fietspunt aan het station. Ze kunnen hun fiets ook veilig stallen op de campus. Uitwisselingsstudenten betalen enkel de waarborg van 100. Voor herstellingen kunnen ze terecht bij het Fietsherstelpunt aan het station en tegenover de campus vinden ze een openbare fietspomp. Jaarlijks krijgen de fietsen een groot onderhoud door de medewerkers van de vzw Azalee. In de periode van januari-juni 2014 werden 20 fietsen verhuurd, waarvan 6 aan uitwisselingsstudenten en in periode september december 2014 werden 27 fietsen verhuurd, waarvan 13 aan uitwisselingsstudenten. In het kader van duurzame mobiliteit wordt het gebruik van de wagen in principe afgeraden. Op campussen die een parking ter beschikking stellen van studenten, wordt ingezet op carpooling Op Campus Aalst kunnen studenten die samen met de auto naar de campus komen kunnen zich inschrijven in het carpoolproject. Ze ontvangen een parkeerkaart voor de carpoolparking met 37 voorbehouden parkeerplaatsen. Eind 2014 tellen we nog 141 carpoolers. De dalende trend, ingezet sinds de installatie van de slagboom aan de ingang van de parking in 2011, zet zich in 2014 door. Op Campus Brussel is er geen parkeergelegenheid voor studenten. Op Campus Gent kunnen studenten wel op de campus parkeren. STUVO+ speelt in samenspraak met de campusdirecteur zijn rol in het sensibiliseren van de studenten voor de parkeerproblematiek op de campus, neemt een deel van de opvolging van het parkeerreglement op zich te nemen en verkende de mogelijkheden om carpool te stimuleren. Daarnaast werd via gerichte acties op de Dag van de Mobiliteit en de Student Welcome aandacht gevraagd voor verkeersveiligheid, correct rijgedrag en de bereikbaarheid van de campus met duurzame alternatieven: het openbaar vervoer of de fiets. Campus Waas is er geen parkeergelegenheid voor dagstudenten. Studenten in het afstandsonderwijs kunnen na 18u wel gebruik maken van een parking. ALGEMENE CONCLUSIE Stuvo HUB en Stuvo KAHO hebben in 2014 met het schrijven van een gemeenschappelijk werk- en beleidsplan STUVO+ hun gezamenlijk toekomst uitgetekend. In tegenstelling tot wat in beide stuvo s gebruikelijk was, hebben we er voor gekozen om in dit eerste gemeenschappelijk jaarverslag de vergelijking met het verleden niet te maken, met als gevolg dat we dit jaar niet in staat zijn tendensen en evoluties te schetsen. 2014, het jaar waarin we hard gewerkt hebben aan het afstemmen van de werking in de diverse werkvelden, beschouwen we als het referentiejaar. De enige relevante conclusie die hier past, is dat elk domeinteam door expertisedeling belangrijke stappen gezet heeft in het bouwen aan een gezamenlijke toekomst die rekening houdt met historische (lopende contracten bv.) en lokale (regionale samenwerkingsverbanden bv.) contouren. Het optimaliseren van de dienstverlening aan studenten, op welke campus ze ook studeren, is daarbij voor elk team het kompas geweest. Overleg met, en tevredenheid van studenten enerzijds en een efficiënte aanwending van de steeds schaarser wordende middelen bij een groeiende vraag naar ondersteuning, waren een belangrijke insteek bij het nemen van soms moeilijke beslissingen om te breken met tradities die ons dierbaar waren. 298

300 299

301 300

302 301

303 Deel VII - Financiën 1. INLEIDING Het financieel jaarverslag beoogt om naast de opmaak van de officiële jaarrekening, waarvan de opmaak wettelijk is geregeld, een aantal relevante boekhoudkundige en financiële kengetallen wat meer uitgebreid toe te lichten. Tevens wordt m.b.t. de balans en resultatenrekening van 2014 een vergelijking gemaakt met de begroting van 2014 en worden de onderscheiden rubrieken meer in detail besproken. Boekjaar 2014 wordt bovendien gekenmerkt door een aantal gebeurtenissen die een significante impact hebben op de balans en resultaten van Odisee vzw: - De inbreng, om niet, van een algemeenheid van goederen tussen de KaHo Sint- Lieven vzw en de HUB-EHSAL vzw, met ingang van 1 januari Het boekjaar 2014 is bijgevolg het eerste boekjaar van de nieuwe fusie-instelling Odisee vzw. - De integratie van de academische opleidingen op 01/10/2013 naar KU Leuven betekent dat het boekjaar 2014 het eerste volledige boekjaar is waarbij de resultaten en de balans van de hogeschool de financiële vertaalslag van de activiteiten zijn van de professionele opleidingen en de daaraan verbonden ondersteunende diensten. Deze specifieke elementen maken dat vergelijking en financiële analyse, alvast voor wat de resultatenrekening betreft, ten opzichte van boekjaar 2013 weinig toegevoegde waarde heeft. In het financieel jaarverslag 2014 wordt dan ook enkel de vergelijking gemaakt met de begroting In het financieel jaarverslag wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan de balans, de resultatenrekening, de investeringen, de cashflows, en een aantal financiële ratio s. 2. DE BALANS 2.1. De activa In Tabel 1 aan het einde van dit hoofdstuk worden de activa bestanddelen van de balans weergegeven per 31/12/14 met de vergelijkende cijfers van de beginbalans op 01/01/2014 en met de overeenkomstige begrotingscijfers. A.1. De vergelijking met de beginbalans 01/01/2014 Van de totale activa vormen de vaste activa het grootste gedeelte (77 %). De boekwaarde van de immateriële vaste activa neemt toe met , dit ten gevolge de investeringen in de nieuwe personeelsdatabank Persona. De netto boekwaarde van de materiële vaste activa vormt het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de gecumuleerde afschrijvingen. 302

304 De voornaamste rubriek van de materiële vaste activa heeft betrekking op Terreinen en gebouwen. Deze netto boekwaarde is met ongeveer 2,8 miljoen afgenomen t.o.v. de beginbalans, dit als gevolg van de afschrijvingen op gebouwen die hoger waren dan de nieuwe investeringen in Met uitzondering van de gebouwen in erfpacht wordt er afgeschreven over 33 jaar. De gebouwen in erfpacht worden afgeschreven over de duur van de erfpachtperiode. De netto-boekwaarde van de rubriek installaties, machines en uitrusting is met ongeveer toegenomen, o.a. door investeringsuitgaven in installaties voor meer dan 1 miljoen. Een volgende belangrijke rubriek onder de materiële vaste activa wordt gevormd door Meubilair en Rollend Materieel. 20 De stijging van de netto boekwaarde met is hier het gevolg van belangrijke ICTinvesteringen. De toename van de rubriek vaste activa in aanbouw betreft de activering van consultancy-kosten met betrekking tot de implementatie van het nieuw data center. De ingebruikstelling in voorzien voor Onder de rubriek Financiële vaste activa werd de deelnemingen in Fugeia NV, Indurium Engineering Services NV en en IFast NV overgedragen naar KU Leuven. De investeringsuitgaven worden verder in de financieel jaarverslag in detail toegelicht. De vlottende activa vormden in 2014 ongeveer 23 % van de totale activa, waarbij de liquide middelen en geldbeleggingen ongeveer 75% vertegenwoordigen van deze vlottende activa. De vorderingen op meer dan één jaar zijn gedaald met , dit ten gevolge een afwaardering van een vordering op IWT-projecten voor een bedrag van en de vervroegde aflossing lening Br(ik voor een bedrag van De handelsvorderingen op ten hoogste één jaar zijn gedaald met ongeveer 4,9 miljoen, voornamelijk als gevolg van lagere openstaande vordering op de werkingsuitkering eind 2014 voor een bedrag van 4,4 miljoen. De overige vorderingen eind 2014 hebben betrekking op diverse klanten waarop vorderingen werden geboekt ingevolge diverse overeenkomsten en projecten ( ), op openstaande vorderingen aan derden ( ), de terug te ontvangen kosten van openbaar vervoer ( ) en diverse overige vorderingen. De daling van de rubriek overige vorderingen t.o.v. van de beginbalans wordt mede verklaard door geen openstaande tegoeden te hebben ten aanzien van Agion eind De geldbeleggingen en liquiditeiten waren eind 2014 ongeveer 2,3 miljoen lager dan het saldo begin De cashflowtabel verder in dit verslag geeft nadere toelichting omtrent de kasstromen in De overlopende rekeningen zijn op het zelfde niveau gebleven t.o.v. van de beginbalans. De overlopende rekening omvat o.a. kosten van diverse facturen en afrekeningen die reeds ontvangen werden in 2014 maar de welke (gedeeltelijk) betrekking hebben op prestaties of diensten te leveren in Tenslotte omvat de rekening de geactiveerde interesten m.b.t. de financiering van de aankoop van EHSAL 3. Dit laatste bedrag wordt elk jaar verminderd met de toegerekende financiële kosten die via de resultatenrekening ten laste worden genomen. 20 Onder deze rubriek worden ook investeringsuitgaven geboekt voor aankopen van materieel en computers. 303

305 A.2. De vergelijking met de begroting De netto boekwaarde van de materiële vaste activa is ongeveer 7,4 miljoen lager dan initieel begroot. Dit is vooral het gevolg van het nog niet opstarten van het bouwproject voor het Meyboomgebouw, waar in de initiële begroting een uitgave voorzien was voor een bedrag van 3 miljoen. Daarnaast is de investering in het nieuwe studentenrestaurant te Gent pas opgestart in Hiervoor was 2 miljoen voorzien in de begroting. Daarnaast waren de investeringen in gebouwen een lager dan begroot, net zoals de investeringen in installaties, machines en uitrusting. De financiële vaste activa waren eind lager dan begroot in 2014 door de overdracht van financiële participaties aan de KU Leuven die niet voorzien was in de begroting. De vorderingen op ten hoogste één jaar waren 6,3 miljoen lager dan initieel begroot. Prognoses met betrekking tot de inning van openstaande vorderingen zijn bij de begrotingsopmaak te negatief ingeschat. We verwijzen hiervoor ook naar de hogere kaspositie eind 2014 dan begroot. Na de fusie-operatie in 2014 en een eerste boekjaar na de integratie van de academische opleidingen beschikken we over duidelijk inzicht aangaande de betalings- en inningspolitiek om bij een volgend meerjarenplan een juiste inschatting te maken van de openstaande vorderingen. De liquide middelen waren eind 2014 ongeveer 12,6 miljoen hoger dan voorzien in de begroting,o.m. als gevolg van niet uitgevoerde investeringsuitgaven. Bij de bespreking van de kasstromen wordt dit nog verder toegelicht. De overlopende rekeningen eind 2014 zijn in lijn met de begroting De passiva In Tabel 2 aan het einde van dit hoofdstuk worden de passiva-bestanddelen van de balans weergegeven per 31/12/2014, met de vergelijkende cijfers van de beginbalans op 01/01/2014. De overeenstemmende cijfers van de begroting zijn eveneens weergegeven. B.1. De vergelijking met de beginbalans op 01/01/2014 De eigen middelen vormden in 2014 ongeveer 57,9 % van het balanstotaal, tegenover 53,9 % op de beginbalans. Het eigen vermogen is in absolute waarde gedaald ten opzichte van de beginbalans met naar 90,2 miljoen. Dit wordt verklaard door: - toewijzing van het positief resultaat van STUVO van 2014 aan het bestemd fonds STUVO voor een bedrag van ; - een daling van het gecumuleerd resultaat als gevolg van een overgedragen verlies van het boekjaar 2014 voor een bedrag van ; - toevoeging van bestemde fondsen voor resulterend uit positieve saldi van afgesloten projecten van maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening. - terugname van bestemde fondsen voor een bedrag van als gevolg van besteding van aangelegde onderzoeksfondsen in het verleden; - Bijkomende overdrachten 2014 naar KU Leuven ten gevolge finale afrekening projecten en fondsen van ; 304

306 - regularisaties op het eigen vermogen ten opzichte van 2013 van ; - een netto-toename van de kapitaalsubsidies voor een bedrag van Het netto bedrag van de kapitaalsubsidies was lager dan begin Enerzijds werd een bijkomend bedrag van aan kapitaalsubsidies geboekt, dat volledig in resultaat werd genomen via de boekhoudkundige verwerking in financiële opbrengsten en uitzonderlijke opbrengsten. Daarnaast zijn bijkomende investeringssubsidies ontvangen voor een bedrag van 1,6 miljoen. Bovendien werd à rato van de geboekte afschrijvingen ook nog een bedrag van ongeveer 1,2 miljoen in mindering gebracht via resultaatsverwerking onder de rubriek lidgelden, schenkingen, subsidies. De voorzieningen vormden eind 2014 ongeveer 1,5 % van het totale vermogen en omvatten uitsluitend een voorziening voor groot onderhoud en herstellingswerken voor een bedrag van 2,3 miljoen. De langlopende schulden namen af met ongeveer 3,5 miljoen. Er werden geen nieuwe investeringskredieten opgenomen, terwijl anderzijds de langlopende schuld werd verminderd met het gedeelte dat op korte termijn (in 2015) dient te worden terugbetaald. De financiële schulden op korte termijn bedroegen eind ,5 miljoen en zijn ongeveer hoger dan begin Het betreft het kapitaalgedeelte van de lange termijn investeringskredieten die worden afgelost in De lening voor het HERMES-gebouw loopt in 2015 ten einde met een laatste kapitaalaflossing van 1,1 miljoen. De handelsschulden waren eind 2014 ongeveer 2 miljoen lager dan begin Dit is vooral het gevolg van een hoge openstaande handelsschuld van de KaHo Sint-Lieven vzw eind 2013, dewelke werd afgebouwd in de loop van Eind 2014 bedroeg het totaal aan ontvangen vooruitbetalingen op projecten ongeveer 1 miljoen tegenover begin De totale schulden inzake belastingen en bezoldigingen waren eind 2014 ongeveer 5,1 miljoen lager dan begin 2014 en omvatten de netto wedden, de verschuldigde bedrijfsvoorheffing en RSZ van de maand december en het vakantiegeld te betalen in De daling t.o.v. de beginbalans in het gevolg van een sterke daling van het openstaand vakantiegeld en openstaande nettobezoldigingen van het dep. Onderwijs. Onder de belastingsschulden is naast de nog verschuldigde bedrijfsvoorheffing m.b.t. de lonen ook nog een bedrag opgenomen m.b.t. te betalen BTW 21 (ongeveer ) en een geboekte schuld inzake onroerende voorheffing m.b.t. het gebouw T Serclaes. 22 De overige schulden bedragen eind ,3 miljoen en zijn gedaald ten opzichte van de beginbalans met 1,1 miljoen. Het openstaand saldo betreft hoofdzakelijk een openstaande schuld aan KU Leuven voor een bedrag van 1,9 miljoen met betrekking tot de overdracht van fondsen en onderzoeksprojecten. Hiervoor werd begin 2014 een aflossingsplan vastgelegd. Eind 2015 zullen alle schulden in het kader van de overdracht vereffend zijn. De overlopende rekeningen vertegenwoordigen ongeveer 3,2 % van het balanstotaal, en hebben betrekking op over te dragen werkingsopbrengsten en op het gedeelte van de ontvangen 21 De verschuldigde BTW is het resultaat van BTW op uitgaande facturen in december 2014 en op inkomende facturen met toepassing van het systeem van medecontractant. 22 Het gaat om geboekte schulden van onroerende voorheffing van de jaren 2010 en 2011 waarvoor een bezwaarschrift werd ingediend (gebruik voor onderwijsdoeleinden) maar waarvoor de vrijstelling nog niet werd bekomen. 305

307 studiegelden en inschrijvingsgelden ( 3,9 miljoen) van het academiejaar die worden toegerekend aan het boekjaar Daarnaast wordt vanaf boekjaar 2014 het saldo op de recuperatie bedrijfsvoorheffing overgedragen naar 2015 via overlopende rekening in plaats van opname in een bestemd fonds. Voor 2014 bedroeg dit DE RESULTATENREKENING In Tabel 3 aan het einde van dit hoofdstuk wordt in de kolom Odisee vzw TOTAAL de resultatenrekening van de VZW weergegeven m.b.t Het resultaat 2014 is de het totaal van enerzijds het resultaat van STUVO en het resultaat van de hogeschool excl. STUVO. Alhoewel volledig geïntegreerd in de hogeschool sinds 2013, dienen de activiteiten van de STUVO nog steeds afzonderlijk te worden gerapporteerd en meer in het bijzonder de besteding van de sociale toelage. Het resultaat van STUVO dient bovendien toegewezen te worden aan een specifiek bestemd fonds De vergelijking met de begroting 2014 DE BEDRIJFSOPBRENGSTEN In 2014 waren de globale bedrijfsopbrengsten 1,5 miljoen hoger dan begroot. De werkingsuitkering, inclusief bijdrage gemengd van KU Leuven, is ongeveer 1 miljoen hoger dan begroot. Daarnaast zijn de opbrengsten uit dienstverlening en onderzoek hoger dan voorzien. De globale werkingsuitkeringen (rubriek 700) bedragen 58,2 miljoen, waarvan de effectieve werkingsmiddelen 79% vertegenwoordigen ( 45,8 miljoen) en het Brusselfonds 2,9% ( 1,7 miljoen). De bijdrage gemengd, ter financiering van de het aandeel van de academische opleidingen in de gemengde kosten en opbrengsten bedraagt voor ,6 miljoen of een aandeel van 18% in de totale werkingsuitkeringen. De studiegelden (rubriek 701) bedragen in totaal 7,9 miljoen, wat in lijn ligt met de begroting. De inschrijvingen uit de reguliere opleidingen bedragen 4,4 miljoen. De inschrijvingsgelden van permanente vorming (seminaries, FHS, DVO en EMS) bedragen 3,5 miljoen. 23 Er wordt 8/12 van de studiegelden overgedragen naar het boekjaar

308 De opbrengsten van onderwijsactiviteiten (rubriek 702) bedragen in totaal 2,1 miljoen, ongeveer hoger dan begroot. Het betreft hier voornamelijk facturatie aan studenten van verbruik van materialen en producten in het kader van de opleidingen en extra-muros activiteiten. De hogere opbrengst dan begroot resulteert tevens in een hogere aankoopkost (rubriek 60) dan begroot. De sociale toelagen voor de studentenvoorzieningen (rubriek 703) bedroegen in ,1 miljoen. De opbrengsten van dienstverlening en onderzoek (rubriek 704), in totaal 2,6 miljoen, zijn een hoger dan begroot. Dit omvat o.a. opbrengsten uit maatschappelijke dienstverlening ( 1 miljoen) en de PWO-middelen ( 1,4 miljoen) Onder de rubriek 73 lidgelden, schenkingen en subsidies worden niet alleen diverse (overheids)subsidies opgenomen voor een totaal van 1,9 miljoen, maar ook het gedeelte van de investeringssubsidies (voornamelijk AGION subsidies) dat effectief aangewend werd voor investeringsuitgaven en dat in resultaat wordt genomen à rato van de afschrijvingen op de betreffende investeringsuitgaven. Het gedeelte van deze laatste opbrengsten bedroeg in 2014 ongeveer 1,2 miljoen. De recuperatie inzake bedrijfsvoorheffing van onderzoekers wordt ook geboekt als een overheidssubsidie onder de rubriek lidgelden, schenkingen en subsidies. Deze totale opbrengsten bedroegen in 2014 ongeveer waarvan werd overgedragen naar Wat de andere bedrijfsopbrengsten (rubriek 74) betreft werden in 2014 onder deze rubriek opgenomen: recuperaties van kosten van openbaar vervoer ( ), van loonkosten van gedetacheerd personeel ( ) en van kosten van het ter beschikking stellen van infrastructuur ( ). De verdeling van de globale bedrijfsopbrengsten in 2014 in relatieve termen wordt in onderstaande figuur geïllustreerd. 307

309 In 2014 vormden de werkingsuitkeringen 74 % van de totale bedrijfsopbrengsten. De studiegelden vertegenwoordigden ongeveer 10 % van de bedrijfsopbrengsten. DE BEDRIJFSKOSTEN Tegenover een stijging van de globale bedrijfsopbrengsten met 1,5 miljoen, zijn ook de totale bedrijfskosten gestegen met in vergelijking met de begroting, waardoor per saldo het bedrijfsresultaat hoger was dan begroot. De voornaamste rubrieken van de bedrijfskosten zijn: personeelskosten, kosten van diensten en diverse goederen en afschrijvingen. De kosten van diensten en diverse goederen, in totaal ongeveer 16,7 miljoen, waren hoger dan voorzien in de begroting. Het aandeel van STUVO in deze werkingskosten bedraagt De voornaamste rubrieken binnen deze diensten en diverse goederen hebben betrekking op kosten van onderhoud/huur/nutsvoorzieningen, marketing, diverse erelonen m.b.t. academische activiteiten en consulting, kosten van diverse projecten van maatschappelijke dienstverlening en van permanente vorming, informaticakosten, port- en telefoonkosten, representatiekosten, administratiekosten, bijdragen en lidgelden. De belangrijkste werkingskosten voor 2014 zijn: - Onderhoud/huur en nutsvoorzieningen onroerende goederen 5 miljoen - Presentiegelden, erelonen en diensten door derden 2,7 miljoen - Werkingskosten informatica 1,8 miljoen - Terugbetaling kosten aan derden/personeel 1,8 miljoen - Bijdragen en lidgelden 1 miljoen - Administratiekosten Relatie- en representatiekosten Marketingkosten

310 - Kosten opleidingen en sociale toelagen Kosten roerende goederen Kosten bibliotheek De personeelskosten bedroegen in miljoen, waarvan het aandeel AHOVOS 41,1 miljoen bedraagt of 80,3% van de totale loonkost. De afschrijvingen bedragen 7,3 miljoen. In 2014 zijn nog geen afschrijvingen geboekt op het gebouw Meyboom en de investeringen in het data center. Dit zal pas van toepassing zijn na de renovatiewerken en de ingebruikname van het gebouw en de ingebruikstelling van het data center. De voornaamste afschrijvingskost heeft betrekking op meubilair en rollend materieel voor een totaal van 2,6 miljoen. De afschrijvingen op ICT-materiaal bedragen 1,2 miljoen. De kosten van voorzieningen waren in 2014 ongeveer lager dan begroot als gevolg van de besteding voor een bedrag van en de terugname van de voorziening aangelegd voor een juridisch geschil voor een bedrag van De andere bedrijfskosten waren in Dit omvat o.a. roerende voorheffing voor bedrag van en diverse belasting, waaronder gewestbelasting, voor een totaal van De personeelskosten vertegenwoordigden in 2014 ongeveer 67 % van de totale bedrijfskosten. 24 De kosten van diensten en diverse goederen bedroegen 21,7 % van de totale bedrijfskosten in De afschrijvingen waren goed voor 9,5 % van de bedrijfskosten in Het gemiddeld ratio over alle hogescholen in 2012 bedroeg 75,1 %. 25 Het gemiddeld percentage over alle hogescholen in 2012 bedroeg 16,9 %. 26 Over alle hogescholen was het percentage in 2012 gelijk aan 6,5 %. 309

311 HET BEDRIJFSRESULTAAT Het bedrijfsresultaat over 2014 bedroeg 1,7 miljoen en is hoger dan begroot, als gevolg van de hierboven vermelde stijging in de bedrijfsopbrengsten die hoger was dan de toename van de bedrijfskosten. DE FINANCIELE RESULTATEN De financiële opbrengsten waren in lager dan voorzien in de begroting, het gevolg van de lagere toerekening van AGIOn subsidies m.b.t. de interesten op vroeger afgesloten leningen. Wat de financiële kosten betreft, deze liggen in lijn met de begroting en bedroegen in totaal 2,32 miljoen, waarvan 2,3 miljoen intrestlasten. Per saldo bedroeg het financieel resultaat ongeveer meer dan begroot in DE WINST UIT DE GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING Het eerder besproken bedrijfsresultaat dient nu te worden aangevuld met de financiële resultaten, om te komen tot de winst uit de gewone bedrijfsuitoefening. Het saldo bedroeg in 2014 ongeveer DE UITZONDERLIJKE RESULTATEN De uitzonderlijke opbrengsten hadden betrekking op het gedeelte van de AGIOn kapitaalsubsidies ( ) dat werd aangewend voor het terugbetalen van kapitalen op vroegere leningen. Daarnaast zijn er andere uitzonderlijke opbrengsten voor een bedrag van Het betreft hier voornamelijk de recuperatie van juridische kosten van het dossier VLEKHO ( ) en regularisatie van transacties en projecten van voorgaande jaren ( ). De uitzonderlijke kosten bedragen en omvat voornamelijk de afwaardering van IWTprojecten voor een bedrag van , regularisatie van transacties en projecten van voorgaande jaren voor een totaal van Per saldo was het uitzonderlijk resultaat gelijk aan DE WINST/VERLIES VAN HET BOEKJAAR Per saldo bedroeg de winst van het boekjaar t.o.v. een begroot resultaat van Er wordt een bedrag van , zijnde het positief resultaat van STUVO, toegevoegd aan het bestemd fonds STUVO en toegevoegd aan de bestemde fondsen voor onderzoeksprojecten. Daarnaast wordt er teruggenomen. Per saldo nemen de bestemde fondsen toe met Het gecumuleerd resultaat daalt met De deelrubrieken van de winst/verlies van het boekjaar worden geïllustreerd in onderstaande figuur. 310

312 3. DE INVESTERINGEN In Tabel 4 aan het einde van dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de investeringen in 2014 t.o.v. de investeringsuitgaven in 2013 en t.o.v. wat in de begroting was voorzien. De totale aanrekening aan het budget 2014 wordt weergegeven in de kolom Totaal. De totale besteding is de som van enerzijds de investeringen die uitgevoerd werden in 2014 en anderzijds de bestellingen (openstaande orders) die nog geplaatst zijn in 2014 maar waarvan de levering of uitvoering pas in volgend boekjaar, zijnde 2015, gebeurt. De vergelijking met 2013 Inzake immateriële vaste activa werd in meer geïnvesteerd. De sterke toename betreft de investeringen in de ontwikkeling van de nieuwe personeelsdatabank Persona. In 2014 werd hier nog bijkomend geïnvesteerd. De totale investeringskost voor Persona eind 2014 bedraagt 1,07 miljoen. Wat de investeringsuitgaven in gebouwen betreft werden in nieuwe investeringen gerealiseerd. Het betreft grote renovatie- of herstelwerken. In 2014 werden geen nieuwbouwprojecten opgestart. Daarnaast zijn er eind 2014 voor een bedrag van openstaande orders. In totaal werd dus 1, 4 miljoen aangerekend op het budget De investeringen in gebouwen per campus in 2014 is als volgt: - Campus Gent Campus Sint-Niklaas Campus Brussel-centrum Campus Aalst

313 Onder de rubriek Installaties/machines/uitrusting werd 1,1 miljoen geïnvesteerd over de verschillende campussen, naast openstaande orders eind In totaal werd dus 1,6 miljoen aangerekend op het budget De rubriek meubilair en rollend materieel kan opsplitst worden in enerzijds investeringen in meubilair, materiaal en rollend materieel en anderzijds de investeringen in ICT-hardware. De investeringen in meubilair, materialen en rollend materieel bedragen in De ICT-investeringen in hardware bedroegen in miljoen, bijkomend zijn er nog de openstaande orders eind 2014 voor een totaal van De totale investering in ICThardware die aangerekend worden aan het budget 2014 bedraagt bijgevolg 2,67 miljoen. Rekening houdend met de ICT-investeringen in immateriële vaste activa bedraagt de totale investeringsuitgave voor ICT in 2014 ongeveer 4 miljoen. De investeringen in overige materiële vaste activa bedragen voor Het betreft hier voornamelijk investeringen in ons gebouw op de campus te Schaarbeek. De investeringen in vaste activa in aanbouw betreffen investeringen in activa waarvan de oplevering of in gebruik name pas in een later boekjaar is voorzien. De toename in 2014 met een bedrag van betreft de consultancy-investeringen ten gevolge de implementatie van het nieuw data center dat pas in 2015 in gebruik wordt genomen. Per saldo bedragen investeringsuitgaven 7,9 miljoen in 2014 tegenover 5,6 miljoen. De vergelijking met de begroting Wat de immateriële vaste activa betreft werd uitgegeven t.o.v voorzien in de begroting. De meeruitgaven zijn het gevolg van bijkomende ontwikkelingskosten in Persona. De in de begroting geraamde investeringsuitgaven voor terreinen en gebouwen bedroegen Ten opzichte van de begroting werd minder besteed, voornamelijk ten gevolge minder dan voorziene investeringen op de campus te Brussel. Daarnaast was er een investeringsuitgave voorzien in de begroting voor van het gebouw Meyboom voor een totaalbedrag van 3 miljoen. De bouwvergunning voor dit project werd nog niet toegekend en bijgevolg is dit project nog niet opgestart. Inzake installaties/machines/uitrusting werd ongeveer minder uitgegeven (excl. desinvesteringen) dan begroot. Er werd voor meer geïnvesteerd in meubilair en materieel, als gevolg van noodzakelijke bijkomende investeringen in ICT. Tegenover een globaal bedrag van 13,8 miljoen dat werd voorzien bij de opmaak van de begroting werden in 2014 voor 7,9 miljoen investeringsuitgaven geboekt. 4. DE CASHFLOWS De cashflow geeft aan welke geldbewegingen in het voorbije jaar hebben plaatsgevonden. Aangezien niet alle kosten aanleiding geven tot uitgaande geldbewegingen en niet alle opbrengsten resulteren in ontvangen geldbewegingen, is het aangewezen om op een bijkomende wijze een inzicht te verwerven in de wijze waarop geld werd ontvangen en besteed. Bovendien stelt het ons 312

314 in staat om de resultaten te beoordelen onafhankelijk van bijvoorbeeld de waarderingsmethoden inzake afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen. Het biedt dan ook de mogelijkheid om meer zinvolle vergelijkingen te maken met andere hogescholen. Algemeen kan worden gesteld dat de globale cashflow kan worden verdeeld in vier componenten: - een operationele kasstroom die verband houdt met de courante werking gedurende het jaar; - een kasstroom die ontstaat als gevolg van investeringen, die moeten worden gefinancierd; - een kasstroom die het gevolg is van financiële activiteiten (opname en aflossing van leningen); - een kasstroom die het gevolg is van wijzigingen in het werkkapitaal, waarbij in principe toenames in passiva geld vrijmaken, dat kan worden besteed aan toenames in activabestanddelen. De samenstelling van de diverse soorten cashflows wordt weergegeven in Tabel 5 aan het einde van dit hoofdstuk. Bij het bepalen van de cashflow 2014 diende rekening te worden gehouden met een aantal bijzonderheden, zijnde de fusie van de KaHo Sint-lieven vzw op 1 januari 2014 en de specifieke transacties en vermogensoverdrachten in 2014 ten gevolge de integratie van de academische opleidingen in de universiteit. Over 2014 werd een operationele cashflow 27 bekomen van ongeveer 6,17 miljoen. De in de begroting 2014 geraamde cashflow bedroeg 5,6 miljoen. De uitgaande kasstroom m.b.t. de investeringen bedroeg 6,2 miljoen, tegenover een begrote cashflow van 13,8 miljoen. Inzake financiële kasstroom kan worden vastgesteld dat dat 2,89 miljoen werd terugbetaald op vroeger afgesloten leningen. In 2014 werd een bedrag van geboekt m.b.t. de cashflow van diverse oorsprong. Dit had enerzijds te maken met bijkomende fondsoverdrachten naar de KU Leuven (negatieve kasstroom van 1 miljoen) en anderzijds een positieve kasstroom ten gevolge ontvangen investeringssubsidies voor een bedrag van 1,6 miljoen. De begroting voorzag enkel de positieve cashflow van de investeringssubsidies. De evolutie van het netto werkkapitaal resulteerde in een inkomende kasstroom van ongeveer 6.966, voornamelijk als gevolg van de combinatie van de daling van de vordering inzake werkingsuitkeringen en de vermindering van de overige vorderingen o.a ten gevolge de inning van de openstaande vordering van Agion in Tenslotte was er een daling van de overige schulden, o.a. ten gevolge afbetalingsplan met KU Leuven en een daling van de schulden met betrekking tot belastingen en bezoldigingen. De combinatie van bovenvermelde deelrubrieken van de kasstromen resulteert uiteindelijk in een negatieve netto kasstroom van ongeveer - 2,2 miljoen. De begroting voorzag een negatieve kasstroom van 12,2 miljoen, voornamelijk ten gevolge de voorziene investeringsuitgaven met eigen middelen voor een bedrag van 13,8 miljoen. 27 In de schema s van het regeringscommissariaat wordt deze cashflow de cashflow van het boekjaar genoemd. 313

315 5. DE RATIO S 5.1. Financiële ratio s Absolute waarden van financiële cijfers zijn moeilijk vergelijkbaar, zowel in de tijd (horizontale analyse) als binnen de sector (verticale analyse). Ratio s kunnen worden aangewend om met betrekking tot een aantal financiële indicatoren de evolutie van relatieve kengetallen over de tijd te beoordelen en tevens om binnen de sector van de hogescholen de positie van Odisee vzw te evalueren. Vaak ligt de moeilijkheid erin dat er zelden overeenstemming kan worden bereikt over de ideale grootte van de meeste ratio s. Veelal dient immers een keuze te worden gemaakt tussen verschillende ratio s die soms tegenstrijdig zijn, waardoor aan optimalisatie dient te worden gedaan. Anderzijds kan worden gesteld dat ratio s onder verschillende hogescholen niet altijd vergelijkbaar zijn, omdat sommige componenten ervan niet altijd in dezelfde mate relevant zijn, of omdat de boekhoudkundige waardering van sommige elementen sterk kan verschillen. 28 Om echt significante besluiten te trekken bij de horizontale analyse, waarbij ratio s van een zelfde hogeschool in de tijd worden vergeleken, is uiteraard een voldoende lange periode nodig. Uit de veelheid van mogelijke ratio s werd een beperkt aantal ratio s weerhouden 29, waarvan de waarde is weergegeven in Tabel 6 op blz. 29. A.1. DE LIQUIDITEIT In absolute waarde waren de beschikbare netto werkingsmiddelen 30 ruim voldoende op het einde van het boekjaar De quick ratio geeft ons een idee over de relatieve grootte van de liquiditeit, door de verhouding te maken tussen de kortlopende activa t.o.v. de schulden op korte termijn. De quick ratio voor 2014 was gelijk aan 2,4 wat kan worden beschouwd als een vrij hoge waarde. 31 Het aantal dagen leverancierskrediet of de gemiddelde betalingsperiode geeft een indicatie van de liquiditeit van de werkingsschulden. Het aantal dagen was eind 2014 gelijk aan 74, tegenover 76 dagen in 2013 en 78 dagen in A.2. DE SOLVABILITEIT De solvabiliteit voegt de lange termijn component toe aan de liquiditeit, aangezien er wordt uitgedrukt in welke mate kan worden voldaan aan alle financiële verplichtingen verbonden aan alle schulden, inclusief de voorzieningen. 28 Zo bijvoorbeeld de onroerende goederen. 29 Uit de ratio s die door het regeringscommissariaat voor alle hogescholen worden berekend, worden de meest interessante ratio s hierna besproken. 30 Eenvoudig gesteld zijn de netto werkingsmiddelen gelijk aan het verschil tussen de vlottende activa en de schulden op korte termijn. Bij de hogescholen vormen de netto werkingsmiddelen een variante van het meer gebruikelijke werkkapitaal, waarbij met sommige schulden op korte termijn geen rekening wordt gehouden. 31 In 2012 was het gemiddelde over alle hogescholen gelijk aan 2, Over het geheel van de hogescholen in 2012 bedroeg het aantal dagen leverancierskrediet 81 dagen. 314

316 De graad van financiële onafhankelijkheid, gemeten door de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal der passiva, geeft weer in welke mate de hogeschool afhankelijk is van vreemd vermogen. Die ratio bedroeg in 2014 ongeveer 57,9 % t.o.v. 48,8 % in Wat de algemene schuldgraad betreft (verhouding schulden t.o.v. eigen vermogen), kan uiteraard ook hier worden vastgesteld dat deze is gedaald in 2014 tot 72,8%. A.3. RESULTAATSRATIO S Voor de resultatenratio s wordt voor de ratio bedrijfswinst t.o.v. bedrijfsopbrengsten een positieve waarde bekomen van 2,3%. Een zelfde vaststelling kan worden gemaakt m.b.t. de ratio bedrijfswinst t.o.v. de werkingsuitkeringen, waarde deze ratio -3,1% bedraagt in De winst van het boekjaar t.o.v. de bedrijfsopbrengsten bedraagt 0,4 % in 2014, t.o.v. -1,2 % in 2013 en -0,6 % in Wanneer de operationele cashflow wordt gerelateerd tot de werkingsuitkeringen, dan wordt hier een ratio bekomen die gelijk is aan 10,6 % tegenover 7,3 % in 2013 en 7,4 % in CONCLUSIES Het boekjaar 2014 wordt, net als in 2013, gekenmerkt door een aantal bijzonderheden, zijnde de fusie met de KaHo Sint-Lieven vzw en anderzijds het eerste volledige boekjaar dat de financiële vertaalslag is van de professionele onderwijsactiviteiten en zijn ondersteunende diensten. Beide factoren maken dat vergelijking met voorgaande boekjaar geen meerwaarde biedt. Wat resultaten betreft, sluit Odisee vzw af met een winst van , wat beter is dan wat voorzien was in de begroting, zijnde een verlies van Abstractie makend van de resultaten van STUVO is het verlies We stellen vast dat de bewustwording bij het personeel van efficiënt beheer van de beschikbare middelen en de kritische rol van de centrale aankoopcel resulteren in een beheersing van de werkingskosten, ondanks belangrijke noodzakelijke ICT-uitgaven. Daarnaast stellen we ook een stijgende omzet vast in opbrengsten uit dienstverlening en onderzoek. Wel blijft de VZW een hoge intrestlast dragen en dit de komende jaren. De beheersing van deze werkingskosten resulteert in een positief bedrijfsresultaat van 1,8 miljoen. Het groeipad dat de komende jaren was voorzien voor de professionele opleidingen wordt sterk afgeremd ten gevolge de besparingsmaatregelen in 2015 en volgende jaren. Vandaar het belang om ook de komende jaren de focus te leggen op het verder uitbouwen van de rendabele activiteiten van maatschappelijk- en wetenschappelijk onderzoek. Het opstarten van nieuwe initiatieven of projecten binnen de opleidingen of vanuit de centrale diensten moet gepaard gaan met een kosten-baten analyse alvorens deze te implementeren. Daarnaast moet het lopende proces van schaalvoordelen ten gevolge de fusie verder worden geoptimaliseerd. De financiële gezondheid van de VZW kan uitgedrukt worden in 2 evenwichten, zijnde een kasevenwicht op korte termijn en een lange termijn structureel evenwicht. Het kasevenwicht wordt bepaald door de netto-werkingsmiddelen (netto-werkkapitaal) waarover de VZW beschikt. Deze bedroegen eind ,5 miljoen. De liquide middelen eind 2017 bedroegen in totaal 27,2 miljoen. Dit is een ruime financiële buffer maar hier dient rekening te worden gehouden met de aangelegde bestemde fondsen van 9,5 miljoen waaronder bijna 7 33 De gemiddelde ratio van de hogescholen in 2011 bedroeg 64,66 %. 315

317 miljoen gekleurde STUVO-middelen en de aanwending van financiële buffer voor reguliere investeringsuitgaven, zoals hierna beschreven. Het structureel evenwicht gaat na of de VZW op lange termijn een gezond financieel beleid voert. Hier wordt o.a. abstractie gemaakt van de financiële reserves uit het verleden. Het financieel draagvlak, of de financiële middelen waarvan de hogeschool op jaarbasis netto beschikt om zijn financiële verplichtingen na te komen, blijft positief met een saldo van 7,6 miljoen. Dit saldo dient in eerste fase aangewend te worden voor het betalen van de rente- en kapitaalaflossingen op bestaande financieringen voor een totaalbedrag van 5,1 miljoen. Het resterend bedrag van 2,5 miljoen kan vervolgens aangewend worden voor investeringen en/of bijkomende financieringen. Een investeringsuitgave van 6,1 miljoen in 2013 maakt dat financiële reserves zijn aangewend voor reguliere uitgaven met een daling van de liquide middelen tot gevolg. Het bewaken van dit financieel draagvlak is de komende jaren dan ook noodzakelijk teneinde het aanwenden van deze reserves te beperken. De meerjarenbegroting voorziet in een financieel draagvlak van 2 miljoen in 2016 naar 4,8 miljoen in Onder deze hypotheses kunnen de financiële reserves behouden worden voor toekomstige nieuwbouwprojecten en is de VZW de komende jaren structureel financieel gezond. 316

318 Tabel 1 : BALANS- ACTIVA Code verschil verschil beginbalans begroting realisaties in % tov BB begroting Odisee vzw Odisee vzw Odisee vzw VASTE ACTIVA 20/ ,0% ,8% I. Oprichtingskosten 2 II. Immateriële vaste activa ,2% ,6% III. Materiële vaste activa 22/ ,7% ,1% A. Terrreinen en gebouw en ,6% ,8% B. Installaties,machines en uitrusting ,7% ,9% C. Meubilair en rollend materieel ,9% ,5% D. Leasing en soortgelijke rechten 25 E. Overige materiële vaste activa ,1% ,2% F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen ,5% ,8% IV. Financiële vaste activa ,1% ,1% A. Deelnemingen 280/ ,1% ,0% B. Vorderingen 282/ C. Overige 284/ ,0% ,0% VLOTTENDE ACTIVA 29/ ,0% ,2% V. Vorderingen op meer dan 1 jaar ,6% ,3% VI. Voorraden en bestellingen in uitvoering ,2% ,1% A. Voorraden ,0% B. Bestellingen in uitvoering ,2% VII. Vorderingen op ten hoogste 1 jaar 40/ ,2% ,0% A. Handelsvorderingen < 1 Jaar ,8% ,1% B. Overige vorderingen < 1 jaar ,5% ,9% VIII. Geldbeleggingen 50/ ,1% ,3% IX. Liquide middelen 54/ ,5% ,2% X. Overlopende rekeningen 490/ ,3% ,3% Totaal activa 20/ ,0% %

319 Tabel 2 : BALANS - PASSIVA EIGEN VERMOGEN 10/ ,9% ,9% I. Fondsen van de vereniging ,4% ,2% IV. Bestemde Fondsen ,3% V. Overgedragen resultaat ,7% ,5% VI. Kapitaalsubsidies ,6% ,0% VII. Voorzieningen risico's en kosten ,5% ,5% A. Pensioenen en soortgelijke 160 B. Groot onderhoud en herstellingen ,5% ,5% C. Overige risico's en kosten 163/ ,1% SCHULDEN 17/ ,5% ,6% VIII. Schulden > 1 jaar ,2% ,1% A. Financiële schulden > 1 jaar 170/ ,2% ,1% Kredietinstellingen > 1 jaar ,9% ,8% Overige leningen > 1 jaar ,4% ,3% IX. Schulden op ten hoogste 1 jaar 42/ ,2% ,3% A. Schulden > 1 j. vervallend binnen het j ,7% ,2% B. Financiële schulden < 1 jaar 43 C. Handelsschulden < 1 Jaar ,5% ,4% D. Ontvangen vooruitbetalingen ,6% ,6% E. Schulden bezold belast en soc lasten ,3% ,5% a. Belastingen 450/ ,0% ,1% B. Bezoldigingen en sociale lasten 454/ ,4% ,4% F. Overige schulden < 1 jaar ,1% ,5% X. Overlopende rekeningen 492/ ,1% ,2% Totaal passiva 10/ ,0% %

320 Tabel 3 : Resultatenrekeningen code realisaties in % begroting prognose STUVO Odisee vzw Odisee vzw HUB-EHSAL VZW Odisee vzw Odisee vzw excl. STUVO TOTAAL I. Bedrijfsopbrengsten 70/ % A.1. Werkingsuitkeringen ,6% A.2. Studiegelden en inschrijvingsgelden 701/ ,2% A.3. Opbrengsten onderw ijsactiviteiten ,2% A.4. Sociale toelagen A.5 Dienstverlening en onderzoek ,1% B. Voorraadw ijzig en bestellingen in uitvoering D. Lidgelden, schenkingen, subsidies ,8% E. Andere bedrijfsopbrengsten ,2% II. Bedrijfskosten 60/ % A. Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen ,7% B. Diensten en diverse goederen ,1% C. Bezoldigingen, soc lasten, pensioenen ,4% D. Afschrijvingen en w aardeverminderingen ,4% E. Waardevermind op vlottende activa 631/4 F. Voorzieningen voor risico's en kosten 635/ ,1% G. Andere bedrijfskosten 640/ ,3% III. Bedrijfsresultaat 70/ IV. Financiële Opbrengsten A. Opbrengsten uit Financiële Vaste Activa B. Opbrengsten uit Vlottende activa C. Andere financiële opbrengsten 752/ V. Financiële kosten A. Kosten van Schulden B. Waardevermind op vl.act.andere dan IIE C. Andere financiële kosten 652/ VI. Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening 70/ VII. Uitzonderlijke Opbrengsten VIII. Uitzonderlijke kosten IX. Winst van het boekjaar 70/ resultaatsverwerking Toevoeging bestemde fondsen Terugname bestemde fondsen Over te dragen resultaat

321 320

322 Tabel 5 : Cashflows begroting 1. Operationele cashflow Nettoresultaat boekjaar Niet-kaskosten Bedrijfs Niet-kaskosten Financiële Niet-Kaskosten Uitzonderlijke niet-kaskosten Niet Kasopbrengsten Investeringssubsidies aangerekend aan het resultaat Overige niet kasopbrengsten 2. Cash flow uit investerings/desinvesterings-activiteiten Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Terreinen en gebouwen Installaties Uitrusting en machines Meubilair en rollend materieel Activa in Leasing Overige Materiële vaste activa Vaste activa in aanbouw Financiële vaste activa Cash flow uit financiële activiteiten Opname van Leningen Aflossing van leningen Cash flow van diverse oorsprong Wijziging nettobehoeften bedrijfskapitaal Voorraadw ijzigingen Werkingsvorderingen > 1 jaar Werkingsvorderingen < 1 jaar Overige vorderingen < 1 jaar Overlopende actiefrekeningen Handelsschulden < 1 jaar Ontvangen vooruitbetalingen Schulden belastingen en bezoldigingen Overige schulden < 1 jaar Overlopende passiefrekeningen TOTALE CASH FLOW

323 322

JAARVERSLAG HUB-KUBrussel 2013

JAARVERSLAG HUB-KUBrussel 2013 JAARVERSLAG HUB-KUBrussel 2013 ALGEMENE VERGADERING 11 april 2014 In de Hogeschool Universiteit Brussel staan studenten centraal. Zij richt zich op de ontwikkeling van hun talenten, hun persoonlijke groei

Nadere informatie

JAARVERSLAG HUB-KUBrussel 2012

JAARVERSLAG HUB-KUBrussel 2012 JAARVERSLAG HUB-KUBrussel 2012 ALGEMENE VERGADERING 27 mei 2013 In de Hogeschool Universiteit Brussel staan studenten centraal. Zij richt zich op de ontwikkeling van hun talenten, hun persoonlijke groei

Nadere informatie

ORGANIEK REGLEMENT VAN DE STUDENTENRAAD VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL

ORGANIEK REGLEMENT VAN DE STUDENTENRAAD VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL ORGANIEK REGLEMENT VAN DE STUDENTENRAAD VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen en bevoegdheden Artikel 1 De Studentenraad verdedigt de belangen van de studenten en verstrekt

Nadere informatie

Statuten HoGent Studentenraad

Statuten HoGent Studentenraad Statuten HoGent Studentenraad (Zoals goedgekeurd op de algemene vergadering van 5 oktober 2017) TITEL I Inleidende bepalingen Artikel 1. De HoGent Studentenraad (hierna genoemd HGSR) is de officiële rechtstreeks

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2013 Academiejaar 2012-2013

JAARVERSLAG 2013 Academiejaar 2012-2013 JAARVERSLAG 2013 Academiejaar 2012-2013 2 Inhoudsopgave DEEL I 11 ORGANISATIESTRUCTUUR 12 1 Overzicht en adressen vestigingen hogeschool... 12 2 Bestuurlijke organen op centraal niveau... 13 2.1 Raad van

Nadere informatie

Academiejaar Jaarverslag.

Academiejaar Jaarverslag. Academiejaar 2014-2015 Jaarverslag www.odisee.be Inhoud Voorwoord... 7 DEEL I - ORGANISATIESTRUCTUUR... 11 1. OVERZICHT EN ADRESSEN VAN VESTIGINGEN VAN DE HOGESCHOOL... 11 2. BESTUURLIJKE ORGANEN OP CENTRAAL

Nadere informatie

Statuten HoGent Studentenraad (Zoals goedgekeurd op de algemene vergadering van 8 mei 2014)

Statuten HoGent Studentenraad (Zoals goedgekeurd op de algemene vergadering van 8 mei 2014) Statuten HoGent Studentenraad (Zoals goedgekeurd op de algemene vergadering van 8 mei 2014) TITEL I Inleidende bepalingen Artikel 1. De HoGent Studentenraad (hierna genoemd HGSR) is de officiële rechtstreeks

Nadere informatie

Academiejaar Jaarverslag.

Academiejaar Jaarverslag. Academiejaar 2015-2016 Jaarverslag www.odisee.be INHOUD Voorwoord... 9 DEEL I - ORGANISATIESTRUCTUUR... 13 1. OVERZICHT EN ADRESSEN VAN VESTIGINGEN VAN DE HOGESCHOOL... 13 2. BESTUURLIJKE ORGANEN OP CENTRAAL

Nadere informatie

ORGANIEK REGLEMENT BEHEERSORGAAN BIBLIOTHEEK ALKEN

ORGANIEK REGLEMENT BEHEERSORGAAN BIBLIOTHEEK ALKEN ORGANIEK REGLEMENT BEHEERSORGAAN BIBLIOTHEEK ALKEN Titel I: Opdracht Artikel 1. Er wordt een beheersorgaan opgericht dat als opdracht krijgt de inrichtende overheid (gemeenteraad en college van burgemeester

Nadere informatie

ACADEMIEJAAR

ACADEMIEJAAR ACADEMIEJAAR 2016-2017 INHOUD VOORWOORD...6 DEEL I - ORGANISATIESTRUCTUUR...8 1 OVERZICHT EN ADRESSEN VAN VESTIGINGEN VAN DE HOGESCHOOL...8 2 BESTUURLIJKE ORGANEN OP CENTRAAL NIVEAU...8 3 INSPRAAK EN MEDEZEGGENSCHAPORGANEN...

Nadere informatie

INTERN REGLEMENT VAN HET DIRECTIECOMITÉ

INTERN REGLEMENT VAN HET DIRECTIECOMITÉ BIJLAGE 4 BIJ HET CORPORATE GOVERNANCE CHARTER INTERN REGLEMENT VAN HET DIRECTIECOMITÉ OPGESTELD DOOR DE RAAD VAN BESTUUR INHOUDSOPGAVE Algemeen... 3 1. Samenstelling... 3 2. Benoeming... 3 3. Bevoegdheden

Nadere informatie

VLAAMS SECRETARIAAT VAN HET KATHOLIEK ONDERWIJS vzw Dienst Besturen

VLAAMS SECRETARIAAT VAN HET KATHOLIEK ONDERWIJS vzw Dienst Besturen VLAAMS SECRETARIAAT VAN HET KATHOLIEK ONDERWIJS vzw Dienst Besturen OPDRACHT, SAMENSTELLING EN WERKING VAN HET BUREAU BESTUREN EN OVERLEGFORUM BESTUREN Intern reglement OPDRACHT Art. 1, 1 Art. 1, 2 Het

Nadere informatie

REGLEMENT VAN DE OPLEIDINGSCOMMISSIES VAN RITS SCHOOL OF ARTS d.d. 3 februari 2015

REGLEMENT VAN DE OPLEIDINGSCOMMISSIES VAN RITS SCHOOL OF ARTS d.d. 3 februari 2015 REGLEMENT VAN DE OPLEIDINGSCOMMISSIES VAN RITS SCHOOL OF ARTS d.d. 3 februari 2015 Hoofdstuk I. Algemeen reglement van de opleidingscommissies aan de Erasmushogeschool Brussel (goedgekeurd door het College

Nadere informatie

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie en tot omvorming van het auditcomité van de Vlaamse Gemeenschap tot het

Nadere informatie

Het Symfonisch Orkest van de Vrije Universiteit Brussel

Het Symfonisch Orkest van de Vrije Universiteit Brussel Het Symfonisch Orkest van de Vrije Universiteit Brussel STATUTEN Goedgekeurd op de Algemene Vergadering van 8 maart 2014 1. Omschrijving en zetel 1.1. Het Symfonisch Orkest van de Vrije Universiteit Brussel,

Nadere informatie

ACADEMIEJAAR

ACADEMIEJAAR ACADEMIEJAAR 2017-2018 INHOUD VOORWOORD... 7 DEEL I - ORGANISATIESTRUCTUUR... 9 1 OVERZICHT EN ADRESSEN VAN VESTIGINGEN VAN DE HOGESCHOOL... 9 2 BESTUURLIJKE ORGANEN OP CENTRAAL NIVEAU... 9 3 INSPRAAK

Nadere informatie

RAAD VOOR HET VERBRUIK HUISHOUDELIJK REGLEMENT

RAAD VOOR HET VERBRUIK HUISHOUDELIJK REGLEMENT RAAD VOOR HET VERBRUIK HUISHOUDELIJK REGLEMENT Gelet op het koninklijk besluit van 20 februari 1964 houdende instelling van de Raad voor het Verbruik gewijzigd bij de K.B. van 2 juli 1964, 27 maart 1969,

Nadere informatie

Organiek reglement in uitvoering van het Bijzonder Decreet voor de Erasmushogeschool Brussel

Organiek reglement in uitvoering van het Bijzonder Decreet voor de Erasmushogeschool Brussel Organiek reglement in uitvoering van het Bijzonder Decreet voor de Erasmushogeschool Brussel 1 INHOUDSTAFEL Hoofdstuk 1 - Inleiding... 4 Hoofdstuk 2 - Bestuursorganen... 4 2.1. Raad van Toezicht... 4 2.1.1.

Nadere informatie

NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 03 MEI 2018 OPENBARE ZITTING

NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 03 MEI 2018 OPENBARE ZITTING NOTULEN VAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN 03 MEI 2018 OPENBARE ZITTING Aanwezig: Omer Mievis, Ursula Bervoets, Xavier Lesenne, Johan Everaerts, Jerry Janssens, Patrick Vansweevelt: raadsleden;

Nadere informatie

Artikel 4 Het maatschappelijk jaar valt samen met het kalenderjaar.

Artikel 4 Het maatschappelijk jaar valt samen met het kalenderjaar. Benaming: Rechtsvorm: Zetel : Ondernemingsnr.: Voorwerp akte: Vlaams Genootschap van Santiago de Compostela Verening zonder winstoogmerk Varkensstraat 6 2800 Mechelen 430.947.739 NIEUWE STATUTEN - RAAD

Nadere informatie

GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-JANS-MOLENBEEK

GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-JANS-MOLENBEEK GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-JANS-MOLENBEEK HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE OUDERRAAD (deelraad van de schoolraad) BINNEN HET NEDERLANDSTALIG GEMEENTELIJK ONDERWIJS GOEDGEKEURD BIJ BESLISSING VAN DE GEMEENTERAAD

Nadere informatie

Gemeente Rijkevorsel HUISHOUDELIJK REGLEMENT CULTUURRAAD

Gemeente Rijkevorsel HUISHOUDELIJK REGLEMENT CULTUURRAAD p/a Molenstraat 5 2310 Rijkevorsel Gemeente Rijkevorsel HUISHOUDELIJK REGLEMENT CULTUURRAAD Goedgekeurd door de cultuurraad op 26 november 2008. Goedgekeurd op de Gemeenteraad van 17 december 2008 Hoofdstuk

Nadere informatie

SCHOOLRAAD HUISHOUDELIJK REGLEMENT

SCHOOLRAAD HUISHOUDELIJK REGLEMENT BIJLAGE Bijlage nr. 2 Huishoudelijke reglementen voor de schoolraden van Kasterlinden, secundair onderwijs voor jongeren met gehoor- of gezichtsproblemen (Dilbeekstraat 1, 1082 Brussel); Kasterlinden,

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement voor de schoolraad BO

Huishoudelijk reglement voor de schoolraad BO Huishoudelijk reglement voor de schoolraad BO 1 Oprichting 1.1 In uitvoering van het Decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, B.S. 6 augustus 2004, zoals

Nadere informatie

VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL HUISHOUDELIJK REGLEMENT ONDERWIJSRAAD

VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL HUISHOUDELIJK REGLEMENT ONDERWIJSRAAD VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL HUISHOUDELIJK REGLEMENT ONDERWIJSRAAD Hoofdstuk I: Samenstelling van de Onderwijsraad. Art. 1: Dit reglement werd opgesteld in uitvoering van en rekening houdend met de bepalingen

Nadere informatie

STATUTEN VAN DE VZW ASSOCIATIE UNIVERSITEIT GENT

STATUTEN VAN DE VZW ASSOCIATIE UNIVERSITEIT GENT STATUTEN VAN DE VZW ASSOCIATIE UNIVERSITEIT GENT Titel 1 naam, zetel Artikel 1. De vereniging zonder winstoogmerk draagt de naam Associatie Universiteit Gent, hierna genoemd de AUGent. Artikel 2. De zetel

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement gemeentelijke jeugdraad gemeente Alken

Huishoudelijk reglement gemeentelijke jeugdraad gemeente Alken Huishoudelijk reglement gemeentelijke jeugdraad gemeente Alken Hoofdstuk 1: Doel Artikel 1: In de gemeente Alken is een gemeentelijke jeugdraad opgericht in uitvoering van het decreet van 9 juni 1993,

Nadere informatie

STATUTEN VZW VLAAMSE ONAFHANKELIJKE RUITERS

STATUTEN VZW VLAAMSE ONAFHANKELIJKE RUITERS STATUTEN VZW VLAAMSE ONAFHANKELIJKE RUITERS 1. Naam, zetel, doel en duur van de vereniging. Artikel 1: De vereniging draagt de naam VZW VLAAMSE ONAFHANKELIJKE RUITERS, afgekort VOR. Artikel 2: De zetel

Nadere informatie

SENIORENADVIESRAAD SINT- NIKLAAS STATUTEN

SENIORENADVIESRAAD SINT- NIKLAAS STATUTEN SENIORENADVIESRAAD SINT- NIKLAAS STATUTEN ARTIKEL 1: oprichting Op datum van 27 juni 1968 werd de Stedelijke Raad voor de Derde Leeftijd te Sint-Niklaas opgericht. Er is een hernieuwing van de statuten

Nadere informatie

1.2 De zetel van de schoolraad is gevestigd op het volgende adres:

1.2 De zetel van de schoolraad is gevestigd op het volgende adres: 1 Huishoudelijk reglement voor de schoolraad 1 Oprichting 1.1 In uitvoering van het Decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, B.S. 6 augustus 2004, zoals

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE KONINKLIJKE BELGISCHE WIELRIJDERSBOND

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE KONINKLIJKE BELGISCHE WIELRIJDERSBOND v.z.w. KONINKLIJKE BELGISCHE WIELRIJDERSBOND, Globelaan 49, 1190 Brussel HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE KONINKLIJKE BELGISCHE WIELRIJDERSBOND Het huishoudelijk reglement van de v.z.w. Koninklijke Belgische

Nadere informatie

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest.

De ADOMA wordt in ieder geval om advies gevraagd over de verplichtingen in het kader van de samenwerkingsovereenkomst milieu met het Vlaams gewest. Statuten ADOMA Artikel 1 Er wordt een adviesraad voor milieu en natuur opgericht, hierna Adviesraad voor Duurzame Ontwikkeling en Milieu van de stad Antwerpen (afgekort ADOMA) genoemd. De ADOMA is tevens

Nadere informatie

STOS, vzw STATUTEN. Oprichting en zetel.

STOS, vzw STATUTEN. Oprichting en zetel. STOS, vzw STATUTEN Oprichting en zetel. Artikel 1. De sinds 1956 opgerichte Soc. Turnrkirng Ontwikkeling Schoten is op 22 september 1998 omgevormd in een vereniging zonder winstoogmerk onder de benaming

Nadere informatie

Art.4: De Vereniging is opgericht voor onbepaalde duur. Zij kan te allen tijde worden ontbonden.

Art.4: De Vereniging is opgericht voor onbepaalde duur. Zij kan te allen tijde worden ontbonden. Vlaamse Technische Kring Gent, v.z.w. STATUTEN 12/02/2017 Titel I: Naam, zetel, duur en doel van de Vereniging Art.1: De Vereniging draagt de naam Vlaamse Technische Kring Gent, Vereniging zonder winstoogmerk,

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

HUISHOUDELIJK REGLEMENT HUISHOUDELIJK REGLEMENT Artikel 1 Dit huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur zijn bevoegdheden uitoefent overeenkomstig zijn statuten. Algemene

Nadere informatie

GEMEENTE DE PINTE GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR

GEMEENTE DE PINTE GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR GEMEENTE DE PINTE GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR HUISHOUDELIJK REGLEMENT - Gelet op de overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Gemeente De Pinte over het gemeentelijk milieu- en

Nadere informatie

Statuten Stedelijke Seniorenraad Gent

Statuten Stedelijke Seniorenraad Gent Statuten Stedelijke Seniorenraad Gent Artikel 1 - Doelstellingen De stedelijke Ouderenadviesraad van Gent, hierna kortweg Seniorenraad genoemd en opgericht door de Gemeenteraad op 20 oktober 1992, is als

Nadere informatie

STATUTEN. De vereniging zonder winstoogmerk (vzw) wordt genoemd: Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen, afgekort VAD.

STATUTEN. De vereniging zonder winstoogmerk (vzw) wordt genoemd: Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen, afgekort VAD. STATUTEN TITEL I Naam Zetel Doel Artikel 1 De vereniging zonder winstoogmerk (vzw) wordt genoemd: Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen, afgekort VAD. Artikel 2 De zetel van de vereniging is

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 23 januari 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Peter Bellens Telefoon: 03 240 52 40 Agenda nr. 9/1 Welzijn. Ouderen. Vernieuwing van de statuten,

Nadere informatie

Statuten Lubko vzw. 1 De vereniging heeft tot doel de beoefening en bevordering van korfbal.

Statuten Lubko vzw. 1 De vereniging heeft tot doel de beoefening en bevordering van korfbal. Statuten Lubko vzw Titel I NAAM - ZETEL - DOEL DUUR Artikel 1 1 De vereniging wordt genoemd Korfbalclub Lubko, afgekort Lubko. 2 Deze naam moet voorkomen in alle akten, facturen, aankondigingen, bekendmakingen,

Nadere informatie

MerkatorLeuven vzw. Merkator is opgebouwd uit drie afdelingen, elk met een eigen doelstelling.

MerkatorLeuven vzw. Merkator is opgebouwd uit drie afdelingen, elk met een eigen doelstelling. MerkatorLeuven vzw HOOFDSTUK I. Naam, zetel, doelstelling, duur Artikel 1:Naam De officiële naam van de vereniging is MerkatorLeuven vzw, afgekort Merkator. Deze naam moet voorkomen in alle akten, facturen,

Nadere informatie

Intern reglement van de raad van bestuur van Enabel

Intern reglement van de raad van bestuur van Enabel Intern reglement van de raad van bestuur van Enabel Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Opdracht 3. Taken en verantwoordelijkheden 4. Werking van de raad van bestuur 5. Rol van de voorzit(s)ter 6. Taken van

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR Artikel 1 Dit huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur zijn bevoegdheden

Nadere informatie

I. ALGEMENE VERGADERING. Artikel 1

I. ALGEMENE VERGADERING. Artikel 1 Email: info@habitareplus.be Hoofdkantoor: Tel: 09/386.37.01 Stationsstraat 29-9800 Deinze Bijkantoor: Tel: 09/362.22.26 Gaversesteenweg 510 9820 Merelbeke HUISHOUDELIJK REGLEMENT ALGEMENE VERGADERING I.

Nadere informatie

INTERN REGLEMENT VAN DE RAAD VAN BESTUUR

INTERN REGLEMENT VAN DE RAAD VAN BESTUUR BIJLAGE 1 BIJ HET CORPORATE GOVERNANCE CHARTER INTERN REGLEMENT VAN DE RAAD VAN BESTUUR OPGESTELD DOOR DE RAAD VAN BESTUUR INHOUDSOPGAVE Algemeen... 3 1. Samenstelling... 3 2. Benoeming... 3 3. Bevoegdheden

Nadere informatie

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten

Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE. Statuten Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING NEVELE Statuten Provincie Oost-Vlaanderen Gemeente Nevele GEMEENTELIJKE RAAD VOOR PERSONEN MET EEN BEPERKING

Nadere informatie

S T A T U T E N TITEL I: DE VERENIGING. 1 De feitelijke vereniging draagt de naam Alumni Gentse Filosofen en Moraalwetenschappers (AGFM).

S T A T U T E N TITEL I: DE VERENIGING. 1 De feitelijke vereniging draagt de naam Alumni Gentse Filosofen en Moraalwetenschappers (AGFM). S T A T U T E N TITEL I: DE VERENIGING ARTIKEL 1: naam 1 De feitelijke vereniging draagt de naam Alumni Gentse Filosofen en Moraalwetenschappers (AGFM). ARTIKEL 2: zetel 1 De zetel van de vereniging is

Nadere informatie

Model van huishoudelijk reglement voor de schoolraad

Model van huishoudelijk reglement voor de schoolraad Model van huishoudelijk reglement voor de schoolraad Hoofdstuk 1 Oprichting Art. 1. In uitvoering van het Decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, B.S. 6

Nadere informatie

Participatiereglement Studentenraad KU Leuven

Participatiereglement Studentenraad KU Leuven Participatiereglement Studentenraad KU Leuven I Algemeen Artikel 1 Codex Hoger Onderwijs Dit reglement voert de bepalingen uit van de artikelen II.314 tot II.335 van de Codex Hoger Onderwijs versie 4 en

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement

Huishoudelijk reglement 19/12/2010 Orchideeënlaan 17-1820 Steenokkerzee1 http://www.milieuraad.be/steenokkerzeel milieuraad1820@skynet.be Tel 02/254. 19.50 (secr. Milieudienst) Huishoudelijk reglement Artikel 1 Dit huishoudelijk

Nadere informatie

Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde.

Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde. STATUTEN Projectvereniging Wijk-werkorganisatie Leie en Schelde. 1. BENAMING, ZETEL, DOEL, DUUR Artikel 1 De voornoemde stads- en gemeentebesturen sluiten een intergemeentelijke samenwerkingsovereenkomst

Nadere informatie

Onze-Lieve-Vrouwinstituut lagere school, Kloosterweg 1, 1640 Sint-Genesius-Rode inst. nr. 4853

Onze-Lieve-Vrouwinstituut lagere school, Kloosterweg 1, 1640 Sint-Genesius-Rode inst. nr. 4853 BASISSCHOOL 5 oktober 2017 BETREFT: Huishoudelijk reglement van de schoolraad 1 Oprichting 1.1 In uitvoering van het Decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad,

Nadere informatie

Statuten cultureel adviesorgaan Sint-Laureins

Statuten cultureel adviesorgaan Sint-Laureins Gemeente Sint-Laureins cultureel adviesorgaan Sint-Laureins Inhoud ERKENNING...3 OPDRACHT EN DOELSTELLINGEN...3 AFSPRAKEN GEMEENTEBESTUUR...4 INFORMATIE-UITWISSELING EN OVERLEG...4 ADVIES VRAGEN...4 ADVIES

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

Koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling INHOUD 1. Definities... 2 2. De Raad... 2 3. Het Bureau... 3 4. Algemene Vergaderingen... 4 5. Werkgroepen... 5 6. Het Permanent Secretariaat... 6 7. Taalgebruik... 6 8. Forumfunctie en openbaarheid van

Nadere informatie

Artikel 1. In de gemeente Destelbergen wordt een gemeentelijke Adviesraad voor Lokale Economie (ALE) opgericht.

Artikel 1. In de gemeente Destelbergen wordt een gemeentelijke Adviesraad voor Lokale Economie (ALE) opgericht. 23 mei 2013 DE GEMEENTERAAD, Overeenkomstig artikel 28 van het Gemeentedecreet in openbare zitting vergaderd; Overwegende dat de gemeenteraad in uitvoering van de artikelen 199 en 200 van het Gemeentedecreet

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de samenstelling en de werking van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de samenstelling en de werking van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de samenstelling en de werking van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming

Nadere informatie

De algemene vergadering van heeft in haar zitting besloten nieuwe statuten aan te nemen als volgt:

De algemene vergadering van heeft in haar zitting besloten nieuwe statuten aan te nemen als volgt: Adventure Diving vzw H. Theresialaan 79, bus 3 1700 Dilbeek NIEUWE STATUTEN De algemene vergadering van heeft in haar zitting besloten nieuwe statuten aan te nemen als volgt: HOOFDSTUK I Naam, zetel, doel

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VLAAMSE TOEZICHTCOMMISSIE VOOR HET ELEKTRONISCHE BESTUURLIJKE GEGEVENSVERKEER

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VLAAMSE TOEZICHTCOMMISSIE VOOR HET ELEKTRONISCHE BESTUURLIJKE GEGEVENSVERKEER HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VLAAMSE TOEZICHTCOMMISSIE VOOR HET ELEKTRONISCHE BESTUURLIJKE GEGEVENSVERKEER Titel I. ALGEMENE BEPALINGEN Art. 1. De Vlaamse toezichtcommissie voor het elektronische bestuurlijke

Nadere informatie

Art.1: Doelstelling van de Stedelijke Raad voor Cultuurbeleid

Art.1: Doelstelling van de Stedelijke Raad voor Cultuurbeleid ONTWERP Statuten Stedelijke Raad voor Cultuurbeleid (Gemeenteraad 6 mei 2019) Art.1: Doelstelling van de Stedelijke Raad voor Cultuurbeleid De doelstelling van De Stedelijke Raad voor Cultuurbeleid, afgekort

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel

Nadere informatie

Huishoudelijk Reglement

Huishoudelijk Reglement Schoolraad van De Dageraad Lange Altaarstraat 4-20, 2018 Antwerpen Huishoudelijk Reglement Art. 1. Art. 2. Hoofdstuk 1 Oprichting In uitvoering van het Decreet van 2 april 2004 betreffende participatie

Nadere informatie

Statuten van het gemeentelijk adviesorgaan voor kinderopvang (LOK)

Statuten van het gemeentelijk adviesorgaan voor kinderopvang (LOK) Statuten van het gemeentelijk adviesorgaan voor kinderopvang (LOK) 1 Erkenning Artikel 1: in de gemeente Kaprijke wordt het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) opgericht conform de richtlijnen van het Besluit

Nadere informatie

FLORILEGIUM. Vereniging zonder Winstoogmerk. Adres: Sneppenstraat Leuven Gerechtelijke arrondissement Leuven. ondernemingsnr: BE

FLORILEGIUM. Vereniging zonder Winstoogmerk. Adres: Sneppenstraat Leuven Gerechtelijke arrondissement Leuven. ondernemingsnr: BE FLORILEGIUM Vereniging zonder Winstoogmerk Adres: Sneppenstraat 63 3010 Leuven Gerechtelijke arrondissement Leuven ondernemingsnr: BE 0454 097 580 Betreft: Gecoördineerde statuten V.Z.W. FLORILEGIUM KESSEL-LO

Nadere informatie

Statuten jeugdraad Glabbeek

Statuten jeugdraad Glabbeek Statuten jeugdraad Glabbeek 2018-2025 Algemeen Art 1. In de gemeente Glabbeek wordt een gemeentelijke jeugdraad opgericht in uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en

Nadere informatie

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ VAN DE FEDERALE PARTICIPATIE- EN INVESTERINGSMAATSCHAPPIJ ( FPIM )

INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ VAN DE FEDERALE PARTICIPATIE- EN INVESTERINGSMAATSCHAPPIJ ( FPIM ) INTERN REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITÉ VAN DE FEDERALE PARTICIPATIE- EN INVESTERINGSMAATSCHAPPIJ ( FPIM ) Artikel 1 - Comité Krachtens artikel 3bis, 17 van de wet van 2 april 1962 betreffende de Federale

Nadere informatie

VZW SPEELPLEINWERKING SPROET De Bergen 25 2460 Lichtaart Ondernemingsnummer : 460572430

VZW SPEELPLEINWERKING SPROET De Bergen 25 2460 Lichtaart Ondernemingsnummer : 460572430 VZW SPEELPLEINWERKING SPROET De Bergen 25 2460 Lichtaart Ondernemingsnummer : 460572430 Onderwerp : TITEL I. Naam, zetel, doel, duur Artikel 1. De vereniging draagt de naam : Speelpleinwerking Sproet,

Nadere informatie

Vereniging zonder winstoogmerk. Statuten

Vereniging zonder winstoogmerk. Statuten Fédération Mondiale du Berger Belge. Vereniging zonder winstoogmerk Statuten TITEL I - BENAMING, ZETEL, DUUR Artikel 1: Benaming De vereniging zonder winstoogmerk Fédération Mondiale du Berger Belge afgekort

Nadere informatie

Art.4: De Vereniging is opgericht voor onbepaalde duur. Zij kan te allen tijde worden ontbonden.

Art.4: De Vereniging is opgericht voor onbepaalde duur. Zij kan te allen tijde worden ontbonden. Vlaamse Technische Kring Gent, v.z.w. STATUTEN 13/07/2016 Titel I: Naam, zetel, duur en doel van de Vereniging Art.1: De Vereniging draagt de naam Vlaamse Technische Kring Gent, Vereniging zonder winstoogmerk,

Nadere informatie

STATUTEN CULTUURRAAD

STATUTEN CULTUURRAAD STATUTEN CULTUURRAAD 1. DOELSTELLING Art.1 Het Decreet op het lokaal en geïntegreerd Cultuurbeleid van 12 juli 2001 bepaalt dat de organisatie van advies en inspraak voor het cultuurbeleid een bevoegdheid

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VOOR DE SCHOOLRAAD

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VOOR DE SCHOOLRAAD HUISHOUDELIJK REGLEMENT VOOR DE SCHOOLRAAD Hoofdstuk 1 - Oprichting Art.1 In uitvoering van het Decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, B.S. 6 augustus

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT

HUISHOUDELIJK REGLEMENT Samenwerkingsovereenkomst - bijlage 10A CENTRUMRAAD VAN VCLB 2 ANTWERPEN MIDDENGEBIED Sint Benedictusstraat 14b HUISHOUDELIJK REGLEMENT 2640 Mortsel VAN DE CENTRUMRAAD Tel. 03/443.90.20 Fax 03/443.90.21

Nadere informatie

Vlaamse regering. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie

Vlaamse regering. Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie Vlaamse regering Besluit van de Vlaamse regering betreffende de bevoegdheid, de samenstelling en de werking van de Vlaamse Havencommissie DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 27 juni 1985 op de

Nadere informatie

Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening Huishoudelijk reglement

Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening Huishoudelijk reglement Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening Huishoudelijk reglement Goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 januari 2008 Bekendgemaakt op 31 januari 2008 Artikel 1 Hoofdstuk I Algemene bepaling Onverminderd

Nadere informatie

DIENSTVERLENENDE VERENIGING PELT STATUTAIRE ALGEMENE VERGADERING

DIENSTVERLENENDE VERENIGING PELT STATUTAIRE ALGEMENE VERGADERING DIENSTVERLENENDE VERENIGING PELT STATUTAIRE ALGEMENE VERGADERING Verslag van de statutaire algemene vergadering van donderdag 20 juni 2013, 20.15 uur, gehouden te Overpelt. Volgende stemgerechtigde leden

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement schoolraad basisscholen Sint-Victor

Huishoudelijk reglement schoolraad basisscholen Sint-Victor 1 Huishoudelijk reglement schoolraad basisscholen Sint-Victor 1 Oprichting 1.1 In uitvoering van het Decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, B.S. 6 augustus

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 : benaming, zetel, doel, duur

Hoofdstuk 1 : benaming, zetel, doel, duur Statuten FNIP vzw Hoofdstuk 1 : benaming, zetel, doel, duur Artikel 1 - De vereniging wordt genoemd "Federatie van Nationale en Internationale Postzegelhandelaren" vzw, afgekort, FNIP vzw. Artikel 2 -

Nadere informatie

INTERN REGLEMENT VAN DE RAAD VAN BESTUUR

INTERN REGLEMENT VAN DE RAAD VAN BESTUUR BIJLAGE 1. INTERN REGLEMENT VAN DE RAAD VAN BESTUUR Dit intern reglement maakt integraal deel uit van het Corporate Governance Charter van de Vennootschap. Deze bijlage is een aanvulling op de toepasselijke

Nadere informatie

Industria VZW - STATUTEN

Industria VZW - STATUTEN Industria VZW - STATUTEN VOORAFGAANDE TITEL DEFINITIES Fakbar: Eender welke fakbar te Leuven die een geldige samenwerkingsovereenkomst heeft lopen met Industria VZW. TITEL I NAAM, ZETEL, DOEL, DUUR Art.

Nadere informatie

VLAAMS ONDERHANDELINGSCOMITE VOOR HET HOGER ONDERWIJS EN HET UNIVERSITAIR ZIEKENHUIS GENT

VLAAMS ONDERHANDELINGSCOMITE VOOR HET HOGER ONDERWIJS EN HET UNIVERSITAIR ZIEKENHUIS GENT VLAAMS ONDERHANDELINGSCOMITE VOOR HET HOGER ONDERWIJS EN HET UNIVERSITAIR ZIEKENHUIS GENT Brussel, 28 september 2018 PROTOCOL NR. 90 HOUDENDE DE CONCLUSIES VAN DE ONDERHANDELINGEN DIE GEVOERD WERDEN IN

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement feestcomité Meerdonk

Huishoudelijk reglement feestcomité Meerdonk Huishoudelijk reglement feestcomité Meerdonk Artikel 1 - Verwijzing naar wettelijke basis De gemeenteraadbeslissing van 7 maart 2013 tot de delegatie van budgethouderschap aan wijkcomités en burgerinitiatieven.

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERSECTORAAL REGIONAAL OVERLEG JEUGDHULP WEST-VLAANDEREN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERSECTORAAL REGIONAAL OVERLEG JEUGDHULP WEST-VLAANDEREN HUISHOUDELIJK REGLEMENT INTERSECTORAAL REGIONAAL OVERLEG JEUGDHULP WEST-VLAANDEREN Inleidende bepaling Gebruikersparticipatie vormt een rode draad doorheen Integrale Jeugdhulp en de werking van het IROJ.

Nadere informatie

SOLVAY NV HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITE. De leden van het Auditcomité worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van twee jaar.

SOLVAY NV HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITE. De leden van het Auditcomité worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van twee jaar. SOLVAY NV HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET AUDITCOMITE I. SAMENSTELLING VAN HET AUDITCOMITÉ 1. Aantal leden - Duur van de mandaten Het Auditcomité telt minstens vier leden. De leden van het Auditcomité

Nadere informatie

HOOFDSTUK I: BENAMING - ZETEL - DOEL - DUUR

HOOFDSTUK I: BENAMING - ZETEL - DOEL - DUUR STATUTEN Verbond der clubs van Golfbiljart van Tienen en Omstreken VZW Oude Leuvensestraat 93 te 3300 Tienen Arrondissement Leuven Ondernemingsnummer: 0410770056 HOOFDSTUK I: BENAMING - ZETEL - DOEL -

Nadere informatie

Functie en bevoegdheden dorpsraad

Functie en bevoegdheden dorpsraad Functie en bevoegdheden dorpsraad Sterrebeek OPDRACHT EN BEVOEGDHEID Artikel 1 : De Dorpsraad van Sterrebeek, als vertegenwoordigend orgaan van de verenigingen die in de deelgemeente werkzaam zijn, heeft

Nadere informatie

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN D E G E M E E N T E R A A D. Zitting van 1 maart 2007

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN D E G E M E E N T E R A A D. Zitting van 1 maart 2007 Aanwezig: VAN DESSEL Vital, Burgemeester; Paul Dams, Koen De Vadder, Marie-Louise Maes, Bert De Wit en Monique Goris, Schepenen;, Voorzitter; Wouters André, Van Espen Rosa, Van Beughem Nadia, Wuyts Katleen,

Nadere informatie

Gecoördineerde statuten per 12 juni Hoofdstuk I - Naam, zetel, doel. Naam

Gecoördineerde statuten per 12 juni Hoofdstuk I - Naam, zetel, doel. Naam Europese Vereniging voor het Bank- en Financieel Recht Belgium, verkort : E.V.B.F.R.-Belgium, internationale vereniging AEDBF-EVBFR B E U M Identificatienummer : 14916/91 Gecoördineerde statuten per 12

Nadere informatie

C O N F E R E N T I E V A N V L A A M S E G E R E C H T S D E U R W A A R D E R S

C O N F E R E N T I E V A N V L A A M S E G E R E C H T S D E U R W A A R D E R S CONFERENTIE VAN VLAAMSE GERECHTSDEURWAARDERS, vereniging zonder winstgevend doel, te 2000 Antwerpen, Drukkerijstraat 16. ----------------------------------------- GECOORDINEERDE TEKST DER STATUTEN ---------------------------------------

Nadere informatie

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5,

Nadere informatie

CENTRUM voor BEELDEXPRESSIE vzw (Ondernemingsnummer: 475631481)

CENTRUM voor BEELDEXPRESSIE vzw (Ondernemingsnummer: 475631481) NIEUWE STATUTEN CENTRUM voor BEELDEXPRESSIE vzw (Ondernemingsnummer: 475631481) TITEL I : Benaming, zetel, doel, duur. Artikel 1 : Artikel 2 : De vereniging draagt als naam : Centrum voor Beeldexpressie,

Nadere informatie

Stedelijke adviesraad toegankelijkheid statuten

Stedelijke adviesraad toegankelijkheid statuten Stedelijke adviesraad toegankelijkheid statuten Artikel 1 : Oprichting adviesraad Er wordt een stedelijke adviesraad toegankelijkheid opgericht. Deze adviesraad is bevoegd alle materies te behandelen m.b.t.

Nadere informatie

NATUURVRIENDENSPORTFEDERATIE vzw Boomgaardstraat 22 Bus ANTWERPEN

NATUURVRIENDENSPORTFEDERATIE vzw Boomgaardstraat 22 Bus ANTWERPEN NATUURVRIENDENSPORTFEDERATIE vzw Boomgaardstraat 22 Bus 33 2600 ANTWERPEN GECOÖRDINEERDE VERSIE VAN DE STATUTEN HOOFDSTUK I - Benaming, zetel, doel, duur Artikel 1: De vereniging draagt de naam : NatuurvriendenSportfederatie

Nadere informatie

SINT-JOZEFSCOLLEGE vzw Pontstraat AALST. Huishoudelijk reglement voor de schoolraad (basisonderwijs)

SINT-JOZEFSCOLLEGE vzw Pontstraat AALST. Huishoudelijk reglement voor de schoolraad (basisonderwijs) 1 SINT-JOZEFSCOLLEGE vzw Pontstraat 7 9300 AALST Huishoudelijk reglement voor de schoolraad (basisonderwijs) 1 Oprichting 1.1 In uitvoering van het Decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd

Nadere informatie

Student Information Networking

Student Information Networking I Algemene bepalingen Student Information Networking Huishoudelijk reglement Art. 1 : Voor de toepassingen van dit huishoudelijke reglement wordt begrepen onder: SIN : Student Information Networking, zoals

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd VLAAMSE OVERHEID [C 2016/35806] 22 APRIL 2016. Besluit van de Vlaamse Regering houdende de goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Vlaamse Hoge Handhavingsraad voor Ruimte en Milieu, vermeld

Nadere informatie

GECOÖRDINEERDE STATUTEN

GECOÖRDINEERDE STATUTEN GECOÖRDINEERDE STATUTEN Statuten van de vzw Interdiocesane Dienst voor het Katholiek Godsdienstonderwijs zoals gewijzigd door de algemene vergadering op 11 september 2003. N. 4999 [S-C 46030] Interdiocesane

Nadere informatie

PRIVACY TRAINING CENTER Oprichtingsakte

PRIVACY TRAINING CENTER Oprichtingsakte PRIVACY TRAINING CENTER Oprichtingsakte De ondergetekenden: zijn samengekomen op 8 juni 2016 en overeengekomen een vereniging zonder winstoogmerk op te richten, overeenkomstig de Wet van 27 juni 1921 zoals

Nadere informatie

Organisatie Algemene Vergadering samenstelling

Organisatie Algemene Vergadering samenstelling STATUTEN VAN DE SENIORENRAAD Artikel 1 De statuten van de gemeentelijke seniorenraad worden als volgt goedgekeurd : Oprichting zetel - status Artikel 1 Er wordt een gemeentelijke seniorenraad opgericht.

Nadere informatie

Huishoudelijk Reglement Departement

Huishoudelijk Reglement Departement Gewoon reglement betreffende de structuur van de universiteit (GRS) Goedgekeurd door de Raad van bestuur K.U.Leuven d.d. 21 februari 2006 en gewijzigd op 27 november 2007 en op 27 mei 2008 Versie van toepassing

Nadere informatie