Masterscriptie Rechtsgeleerdheid. Overnamerichtlijn Biedplicht & statutaire afwijking

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Masterscriptie Rechtsgeleerdheid. Overnamerichtlijn Biedplicht & statutaire afwijking"

Transcriptie

1 Masterscriptie Rechtsgeleerdheid Overnamerichtlijn Biedplicht & statutaire afwijking

2 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 H1 INLEIDING... 3 H2 DE OVERNAMERICHTLIJN TOTSTANDKOMING EN IMPLEMENTATIE BESCHERMING VAN MINDERHEIDSAANDEELHOUDERS HET TOEPASSINGSGEBIED VAN DE OVERNAMERICHTLIJN... 5 H3 HET VERPLICHT BOD HET VERPLICHT BOD BIEDDREMPEL EN ZEGGENSCHAP PERSONS ACTING IN CONCERT DE GRATIEPERIODE EEN BILLIJKE VERGOEDING H4 DE BIEDDREMPEL EEN VAST WETTELIJK PERCENTAGE WELK PERCENTAGE? Rechtsvergelijking H5 STATUTAIRE AFWIJKING INLEIDING VORMEN VAN STATUTAIRE AFWIJKING STATUTENWIJZIGING EXTRA VERPLICHTINGEN H6 STATUTAIRE AFWIJKING: BIEDDREMPEL EN BIEDPLICHT INLEIDING STATUTAIRE AFWIJKING Richtlijninterpretatie Kaderrichtlijn en minimumharmonisatie Richtlijnen en statutaire afwijking De memorie van toelichting Rechtsvergelijking Vereenvoudiging en flexibilisering van het vennootschapsrecht Een vast wettelijk percentage en zeggenschap STATUTAIRE VERZWARING, VERLICHTING EN UITSLUITING VAN DE BIEDPLICHT H7 IMPLEMENTATIE EN STATUTAIRE AFWIJKING STATUTAIRE AFWIJKING BIJ WET GEREGELD VORM EN UITERLIJK Een wettelijke regeling Keuzemogelijkheden Procentuele bandbreedte Motiveringsplicht en periodieke besluitvorming H8 CONCLUSIE LITERATUUR BOEKEN: ARTIKELEN: PARLEMENTAIRE STUKKEN: WETGEVING: ELEKTRONISCHE STUKKEN:

3 H1 Inleiding Op 21 april 2004 is de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het openbaar overnamebod tot stand gekomen 1. De overnamerichtlijn heeft veel stof doen opwaaien en de inkt van menig wetenschapper, wetgever en jurist rijkelijk doen vloeien. De kern van de richtlijn wordt gevormd door de in artikel 5 van de richtlijn neergelegde verplicht bod-regeling. Op grond van artikel 5 lid 1 van de richtlijn zijn personen die zelfstandig dan wel in onderling overleg zeggenschap verkrijgen binnen een ter beurze genoteerde vennootschap verplicht een openbaar bod uit te brengen op het gehele aandelenkapitaal van de vennootschap. In mijn scriptie zal ik mij beperken tot de bespreking van de in artikel 5 van de richtlijn neergelegde biedplicht vanuit Nederlands perspectief en voorbijgaan aan de overige bepalingen van de richtlijn. Hierbij zal de vraag centraal staan of en in hoeverre beursgenoteerde vennootschappen bij statuten kunnen afwijken van de wettelijke biedplicht van artikel 5 van de richtlijn. Allereerst zal ik ingaan op de totstandkomingsgeschiedenis ( 2.2), het doel ( 2.3) en het toepassingsgebied ( 2.4) van de richtlijn. Vervolgens zal ik uitvoerig aandacht besteden aan de verschillende elementen van de verplicht bod-regeling ( ) en zal ik dieper ingaan op de samenstelling en hoogte van de bieddrempel ( ). Nadat ik de werking van de verplicht bod-regeling inzichtelijk heb gemaakt door de verschillende elementen van de verplicht bod-regeling afzonderlijk te bespreken zal ik aandacht besteden aan de verschillende vormen van statutaire afwijking ( ) en onderzoeken of het voor beursgenoteerde vennootschappen mogelijk is om bij statuten af te wijken van de wettelijke biedplicht van artikel 5 van de richtlijn ( ). Tot slot zal ik onderzoeken of een eventuele statutaire afwijking van de bieddrempel respectievelijk de biedplicht bij wet geregeld dient te worden ( ). 1 Richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod, PbEU 2004 L 142/

4 H2 De Overnamerichtlijn 2.1 Totstandkoming en implementatie De bakermat van de verplicht bod-regeling bevindt zich in het Verenigd Koninkrijk. In 1967 besluiten de Engelsen een commissie genaamd het Panel on Takeovers and Mergers ( Panel ) in te stellen om toezicht te houden op openbare biedingen en de bestaande Engelse regelgeving inzake openbare biedingen te herzien. In 1968 publiceert het Panel geheel volgens opdracht een herziene versie van de bestaande Engelse regelgeving inzake openbare biedingen in de vorm van de City Code on Mergers and Takeovers ( City Code ). In de volgende jaren wordt de City Code verschillende malen herzien en in 1972 neemt het Verenigd Koninkrijk als een van de eerste landen in de wereld een verplicht bod-regeling op in zijn City Code 2. Kort na de invoering van de verplicht bod-regeling door de Engelsen in 1972 verzoekt de Europese Commissie in 1973 de Engelse hoogleraar Pennington een voorstel voor een Europese richtlijn inzake openbare biedingen op te stellen. Het in 1974 door Pennington uitgebrachte voorstel wordt door de Europese Commissie echter naast zich neergelegd en een werkgroep wordt ingesteld om de praktijk van de openbare biedingen en de daarop betrekking hebbende regelgeving van de lidstaten nader te onderzoeken 3. Op grond van de bevindingen van de werkgroep doet de Europese Commissie in 1977 aan de lidstaten de niet bindende aanbeveling een verplicht bod-regeling in te voeren en hervat zij in 1985 haar harmonisatieplannen om tot een Europese richtlijn inzake openbare biedingen te komen. Na een informele versie van de richtlijn in 1987 publiceert de Europese Commissie in 1989 haar eerste officiële voorstel betreffende een Europese richtlijn inzake openbare biedingen. Het voorstel bevat tevens een verplicht bod-regeling 4. Nadat het voorstel van 1989 vele malen is herzien en gewijzigd, aanvaardt het Europees Parlement en de Raad van Ministers uiteindelijk op 21 april 2004 de richtlijn betreffende openbare biedingen en is de overnamerichtlijn een Europees feit 5. 2 M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p. 69., G. van Solinge, M.P. Nieuwe Weme, Gedragsregels inzake een openbaar bod op aandelen, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 1999, p , V.P.G. de Serière, Invoering van het verplichte openbare bod in Nederland Ondernemingsrecht /5, p M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p. 51, L. Timmerman, De dertiende EG-richtlijn, Ondernemingsrecht /5, p M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p , G. van Solinge, M.P. Nieuwe Weme, Gedragsregels inzake een openbaar bod op aandelen, Deventer: WEJ Tjeenk Willink 1999 p , L.J. Hijmans van den Bergh, G. van Solinge, Implementatie van de Dertiende Richtlijn, Een terreinverkenning, Preadvies van de Vereeniging van Handelsrecht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 2000, p. 2. 4

5 Op Europees niveau is met de aanvaarding van de richtlijn in 2004 door het Europese Parlement en de Raad van Ministers de strijd gestreden, maar voor Nederland blijkt de wetgevingsstrijd tot dusver pas begonnen. Op grond van artikel 21 lid 1 van de richtlijn is Nederland verplicht de richtlijn op 20 mei 2006 te hebben geïmplementeerd en omgezet in nationale regelgeving. Maar door politieke weerstand, implementatieproblemen en een traag wetgevingsproces weet Nederland de implementatiedatum van 20 mei 2006 niet te halen. Thans is een groot deel van de implementatiewetgeving reeds door de Eerste Kamer en Tweede Kamer goedgekeurd en aanvaard. Onlangs is op 28 oktober 2007 het Besluit openbare biedingen in werking getreden. Nederland kan echter nog niet overgaan tot daadwerkelijke implementatie van de richtlijn, daar nog niet alle implementatiewetgeving door de Eerste Kamer en Tweede Kamer is goedgekeurd. De daadwerkelijke implementatie van de richtlijn zal dan ook hoogstwaarschijnlijk nog even op zich laten wachten. 2.2 Bescherming van minderheidsaandeelhouders Het doel van de richtlijn ligt besloten in de door de Europese Commissie in het begin van de richtlijn opgenomen overwegingen 6. Uit overweging twee en negen van de richtlijn blijkt dat de richtlijn streeft naar de bescherming van de minderheidsaandeelhouders binnen de vennootschap. De richtlijn beschermt minderheidsaandeelhouders tegen personen die zelfstandig dan wel samen in onderling overleg ten gevolge van de verwerving van aandelen zeggenschap verkrijgen binnen de beursgenoteerde vennootschap. Op grond van artikel 5 lid 1 van de richtlijn zijn de personen die zelfstandig dan wel samen in onderling overleg zeggenschap verkrijgen verplicht een openbaar bod uit te brengen op het gehele aandelenkapitaal van de vennootschap. De biedplicht van artikel 5 van de richtlijn biedt de minderheidsaandeelhouders een exit-mogelijkheid om de vennootschap in ruil voor een billijke vergoeding voor hun uitstaande aandelenkapitaal te verlaten wanneer personen de zeggenschap verkrijgen binnen de vennootschap Het toepassingsgebied van de overnamerichtlijn Het toepassingsgebied van de richtlijn is neergelegd in artikel 1 van de richtlijn. Uit artikel 1 van de richtlijn blijkt dat de richtlijn slechts van toepassing is op beursgenoteerde vennootschappen waarvan alle of een deel van de effecten in één of 6 Richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod, PbEU 2004 L 142/ M..P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p , L.J. Hijmans van den Bergh, G. van Solinge, Implementatie van de Dertiende Richtlijn, Een terreinverkenning, Preadvies van de Vereeniging van Handelsrecht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 2000, p , Verslag van de Vereeniging van Handelsrecht van 2 november 2005, Deventer: Kluwer 2006, p. 4., H.J. de Kluiver, De implementatie van het verplichte bod in Nederland in het licht van de dertiende EG-richtlijn, Ondernemingsrecht /5, p

6 meer lidstaten zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt in de zin van de richtlijn 93/22/EEG 8. In artikel 2 lid 1 sub e van de richtlijn wordt een definitie gegeven van wat in artikel 1 van de richtlijn onder het begrip effecten moet worden verstaan. Op grond van artikel 2 lid 1 sub e van de richtlijn worden onder effecten in de zin van artikel 1 van de richtlijn verstaan alle overdraagbare effecten waaraan binnen de vennootschap stemrechten zijn verbonden. Indien een aandeel geen effect is in de zin van artikel 2 lid 1 sub e van de richtlijn dan valt de vennootschap niet binnen het toepassingsbereik van artikel 1 van de richtlijn en valt de vennootschap niet onder de richtlijn. In de literatuur is veel discussie ontstaan over het begrip effecten in de zin van artikel 2 lid 1 sub e van de richtlijn en de vraag of certificaten van aandelen, opties, warrants, convertibles en andere soortgelijke afgeleide producten die op termijn recht geven op een aandeel kunnen worden beschouwd als effecten in de zin van artikel 2 lid 1 sub e van de richtlijn. Nieuw Weme, de Kluiver en Van Olffen zijn van mening dat certificaten effecten zijn in de zin van artikel 2 lid 1 sub e van de richtlijn en vallen onder het toepassingsgebied van de richtlijn. Opties, warrants, convertibles en andere afgeleide producten kunnen volgens hen daarentegen niet worden beschouwd als effecten in de zin van artikel 2 lid 1 sub e van de richtlijn en vallen niet onder het toepassingsgebied van de richtlijn 9. De Nederlandse wetgever sluit zich aan bij de in de literatuur heersende mening van Nieuw Weme, De Kluiver en Van Olffen en heeft certificaten gelijkgesteld met aandelen, mits de certificaten met medewerking van de vennootschap zijn uitgegeven 10. Tot slot worden in artikel 1 lid 2 en lid 3 van de richtlijn een tweetal overnamebiedingen genoemd die niet vallen onder het toepassingsgebied van de richtlijn. Op grond van artikel 1 lid 2 en lid 3 van de richtlijn vallen overnamebiedingen op effecten uitgegeven door beleggingsmaatschappijen respectievelijk de centrale banken van de lidstaten niet onder het toepassingsgebied van de richtlijn Richtlijn 93/22/EEG van de Raad van 10 mei 1993 betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effecten, PbEU 1993 L 141/ Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad PbEU 2003 L 135/ 2-11., M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p , Verslag van de Vereeniging van Handelsrecht van 2 november 2005, Deventer: Kluwer 2006, p M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p , L.J. Hijmans van den Bergh, G. van Solinge, Implementatie van de Dertiende Richtlijn, Een terreinverkenning, Preadvies van de Vereeniging van Handelsrecht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 2000, p , M. van Olffen, Certificering van aandelen en de dertiende EG-richtlijn, Ondernemingsrecht , p Kamerstukken II, 2005/06, , nr. 3, p. 37, 38 (MvT)., Verslag van de Vereeniging van Handelsrecht van 2 november 2005, Deventer: Kluwer 2006, p Richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod, PbEU 2004 L 142/ , M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen) Deventer: Kluwer 2004, p , G. van Solinge, M.P. Nieuwe Weme, Gedragsregels inzake een openbaar bod op aandelen, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 1999, p. 413., V.P.G. de Serière, Het nieuwe voorstel voor de dertiende EG-richtlijn, Ondernemingsrecht /17, p. 504., G. van Solinge, M.P. Nieuwe Weme, Gedragsregels inzake een openbaar bod op aandelen, Deventer: WEJ Tjeenk Willink 1999 p

7 H3 Het verplicht bod 3.1 Het verplicht bod De verplicht bod-regeling van artikel 5 van de richtlijn vormt de kern van de richtlijn en biedt de minderheidsaandeelhouders bescherming tegen personen die de zeggenschap verkrijgen binnen de vennootschap. Artikel 5 lid 1 van de richtlijn verplicht natuurlijke personen of rechtspersonen die ten gevolge van eigen verwerving of verwerving door personen die in onderling overleg met hen handelen, effecten van een vennootschap, die valt onder het toepassingsbereik van de richtlijn, verkrijgt in voorkomend geval samen met de effecten die hij reeds bezit en de effecten die in het bezit zijn van in onderling overleg met hem handelende personen -, rechtstreeks of middellijk een bepaald percentage van de stemrechten in de vennootschap vertegenwoordigen waarmee de zeggenschap over de vennootschap wordt verkregen, tegen een billijke prijs een bod uit te brengen op het aandelenkapitaal van de minderheidsaandeelhouders van de vennootschap. Op grond van artikel 5 lid 1 van de richtlijn zijn natuurlijke personen dan wel rechtspersonen ( personen ) die zelfstandig dan wel samen in onderling overleg ten gevolge van de verwerving van aandelen een bepaald percentage van de stemrechten verkrijgen waarmee de zeggenschap over de ter beurze genoteerde vennootschap wordt verkregen, verplicht tegen een billijke prijs een openbaar bod uit te brengen op het aandelenkapitaal van de minderheidsaandeelhouders Bieddrempel en zeggenschap De vraag die rijst na het lezen van artikel 5 lid 1 van de richtlijn is, wanneer en bij welk percentage van de stemrechten men daadwerkelijk zeggenschap verkrijgt binnen de vennootschap en op grond van artikel 5 lid 1 van de richtlijn verplicht is een bod uit te brengen op het gehele aandelenkapitaal van de vennootschap 13. Van evident belang voor de beantwoording van de vraag wanneer en bij welk percentage van de stemrechten daadwerkelijk zeggenschap wordt verkregen, is de vraag wat het begrip zeggenschap in de zin van de richtlijn betekent 14. In de literatuur wordt door Van Otterloo onder zeggenschap verstaan het kunnen benoemen en ontslaan van een meerderheid van de leden van het bestuur en indien aanwezig de 12 Richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod, PbEU 2004 L 142/ H.J. de Kluiver, De implementatie van het verplicht bod in Nederland in het licht van de dertiende EG-richtlijn, Ondernemingsrecht /5, p V.P.G. de Serière, Invoering van het verplichte bod in Nederland, Ondernemingsrecht /5, p. 108., H.J. de Kluiver, De implementatie van het verplichte bod in Nederland in het licht van de dertiende EG-richtlijn, Ondernemingsrecht /5, p. 112., M.P. Nieuwe Weme, Het consultatiedocument verplicht bod, Ondernemingsrecht , p , V.P.G de Serière, Het nieuwe voorstel voor de dertiende EG-richtlijn, Ondernemingsrecht /17, p , H.M. de Mol van Otterloo, Het verplicht bod, Ondernemingsrecht , p M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p

8 raad van commissarissen 15. Nieuw Weme nuanceert en verruimt het begrip zeggenschap en legt het begrip zeggenschap uit als het hebben van doorslaggevende invloed op de binnen de vennootschap te nemen kernbeslissingen, waaronder het benoemen en ontslaan van een meerderheid van de leden van bestuurders en commissarissen én het hebben van beslissende invloed in de algemene vergadering van aandeelhouders gedurende een bepaalde periode 16. In de richtlijn wordt het hebben van zeggenschap afgeleid aan het bezit van een vast wettelijk percentage van de stemrechten. Op grond van artikel 5 lid 3 van de richtlijn zijn de lidstaten verplicht een vast wettelijk percentage van de stemrechten vast te stellen op grond waarvan wordt aangenomen dat de zeggenschap binnen de vennootschap wordt verkregen. Wanneer personen zelfstandig of in onderling overleg het door de lidstaat op grond van artikel 5 lid 3 van de richtlijn vastgestelde wettelijke percentage van de stemrechten binnen een vennootschap verkrijgen, wordt onweerlegbaar vermoed dat zij de zeggenschap hebben verkregen binnen de vennootschap en zijn zij op grond van artikel 5 lid 1 van de richtlijn verplicht een bod uit te brengen op het gehele aandelenkapitaal van de vennootschap. Het nadeel van een bieddrempel gebaseerd op een vast wettelijk percentage van de stemrechten is echter dat er geen rekening wordt gehouden met de omstandigheden van het geval. In de praktijk kan het dan ook voorkomen dat bij verkrijging van het door de lidstaat vastgestelde percentage van de stemrechten geen daadwerkelijke zeggenschap wordt verkregen binnen de vennootschap als gevolg van eventuele certificering van aandelen, toepasselijkheid van het structuurregime en andere aanwezige statutaire regelingen 17. In de literatuur wordt dan ook hevig gediscussieerd over de vraag of een bieddrempel gebaseerd op een vast wettelijk percentage van de stemrechten past binnen het Nederlandse vennootschapsrecht en eventuele mogelijke alternatieve bieddrempels H.M. de Mol van Otterloo, Het verplicht bod, Ondernemingsrecht , p M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p , M.P. Nieuwe Weme, Het consultatiedocument verplicht bod, Ondernemingsrecht , p , M.J.G.C. Raaijmakers, Openbare Overnamebiedingen; aanpassing Nederlandse wetgeving aan dertiende EU-richtlijn, Ondernemingsrecht , p C.B. de Jong, Het door Nederland vast te stellen percentage waarvan de overschrijding verplicht tot een openbaar overnamebod als bedoeld in artikel 5 lid 1 van de Dertiende EG-richtlijn, V&O , p , V.P.G. de Serière, Het nieuwe voorstel voor de dertiende EG-richtlijn, Ondernemingsrecht /17, p Voor een overzicht verwijs ik naar: M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p , , M.P. Nieuwe Weme, Het consultatiedocument verplicht bod, Ondernemingsrecht , p , H.J. de Kluiver, De implementatie van het verplichte bod in Nederland in het licht van de dertiende EG-richtlijn, Ondernemingsrecht /5, p. 113., M.J.G.C. Raaijmakers, Openbare Overnamebiedingen; aanpassing Nederlandse wetgeving aan dertiende EU-richtlijn, Ondernemingsrecht , p. 296., H.M. van Otterloo, Het verplicht bod, Ondernemingsrecht , p , H.M. de Mol van Otterloo, De biedplicht van artikel 5 van de dertiende EG-richtlijn, Ondernemingsrecht , p , V.P.G. de Serière, Het nieuwe voorstel voor de dertiende EG-richtlijn, Ondernemingsrecht /17, p , H.J.M.N. Honée, Het kabinet, beschermingsconstructies en de dertiende EGrichtlijn: wikken en wegen kan ook anders, Ondernemingsrecht , p , S.M. Bartman, Analysis and consequences of the EC Directive on takeover bids, ECL , p

9 Naast de discussie die is ontstaan over de samenstelling van de bieddrempel als vast wettelijk percentage van de stemrechten is er in de literatuur veel discussie ontstaan over de hoogte van het door de lidstaten op grond van artikel 5 lid 3 van de richtlijn vast te stellen percentage van de stemrechten. Zo opteren Hijmans van den Bergh/Van Solinge en Van Olffen voor een bieddrempel gebaseerd op 50 procent van de stemrechten en geven Nieuwe Weme, De Kluiver en De Mol van Otterloo de voorkeur aan een bieddrempel gebaseerd op 30 procent van de stemrechten. In hoofdstuk vier zal ik aan de hand van rechtsvergelijking dieper ingaan op deze discussie 19. De Nederlandse wetgever heeft na kennis te hebben genomen van de discussie over de hoogte van het vast te stellen percentage van de stemrechten uiteindelijk gekozen voor een bieddrempel gebaseerd op 30 procent van de stemrechten Persons acting in concert De biedplicht van artikel 5 lid 1 van de richtlijn ontstaat niet alleen wanneer aandeelhouders zelfstandig de zeggenschap binnen de vennootschap verkrijgen, maar ook wanneer aandeelhouders in onderling overleg de zeggenschap binnen de vennootschap verwerven 21. De vraag is natuurlijk wanneer er sprake is van personen die in onderling overleg handelen. Artikel 2 lid 1 sub d van de richtlijn tracht duidelijkheid te verschaffen door een definitie te geven van het begrip personen die in onderling overleg handelen. Volgens de definitie van artikel 2 lid 1 sub d van de richtlijn zijn personen die in onderling overleg handelen natuurlijke personen of rechtspersonen die met de bieder of met de doelvennootschap samenwerken op grond van een uitdrukkelijke of stilzwijgende, mondelinge of schriftelijke overeenkomst die ertoe strekt de 19 Voor een overzicht verwijs ik naar: M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p. 132., L.J. Hijmans van den Bergh, G. van Solinge, Implementatie van de Dertiende Richtlijn, Een terreinverkenning, Preadvies van de Vereeniging van Handelsrecht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 2000, p. 62., H.J.M.N. Honée, Het kabinet, beschermingsconstructies en de dertiende EG-richtlijn: wikken en wegen kan ook anders, Ondernemingsrecht , p , L. Timmerman, De dertiende EG-richtlijn en het Wetsvoorstel doorbreking beschermingsconstructies, Ondernemingsrecht /5, p , H.M. de Mol van Otterloo, Het verplichte bod, Ondernemingsrecht , p. 207., H.J. de Kluiver, De implementatie van het verplichte bod in Nederland in het licht van de dertiende EG-richtlijn, Ondernemingsrecht /5, p. 113., M.J.G.C. Raaijmakers, Openbare overnamebiedingen: aanpassing Nederlandse wetgeving aan dertiende EU-richtlijn, Ondernemingsrecht , p. 295., S.M. Bartman, Analysis and consequences of the EC Directive on takeover bids, ECL , p. 5-8., V.P.G. de Serière, Invoering van het verplichte openbare bod in Nederland, Ondernemingsrecht /5, p. 107., M. van Olffen, Beschermingsmaatregelen in de 21 e eeuw (oratie Nijmegen), Serie Monografieën van het Van der Heijden-Instituut nr. 64, Deventer: Kluwer 2000, p Kamerstukken II, 2005/06, , nr. 3 (MvT) p. 5, 23., Verslag van de Vereeniging van Handelsrecht van 2 november 2005, Deventer: Kluwer 2006, p L.J. Hijmans van den Bergh, G. van Solinge, Implementatie van de Dertiende Richtlijn, Een terreinverkenning, Preadvies van de Vereeniging van Handelsrecht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 2000, p. 55., M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p , G. van Solinge, M.P. Nieuwe Weme, Gedragsregels inzake een openbaar bod op aandelen, Deventer: WEJ Tjeenk Willink 1999 p. 411., Verslag van de Vereeniging van Handelsrecht van 2 november 2005, Deventer: Kluwer 2006, p , A.M. Helstone, C.Y. van Megchelen, Wetsvoorstel tot uitvoering van de overnamerichtlijn, V&O , p , H.M. van Otterloo, Het veplicht bod, Ondernemingsrecht , p

10 zeggenschap over de doelvennootschap te verkrijgen of het welslagen van het bod te dwarsbomen. Op grond van artikel 2 lid 1 sub d van de richtlijn worden personen die samenwerken op grond van een overeenkomst met het doel om de zeggenschap binnen de vennootschap te verkrijgen, vermoed met elkaar in onderling overleg te handelen. In artikel 2 lid 2 van de richtlijn wordt de definitie van lid 1 sub d van de richtlijn uitgebreid met een wettelijk vermoeden. Op grond van artikel 2 lid 2 van de richtlijn worden personen over wie een andere persoon de zeggenschap heeft in de zin van artikel 87 Richtlijn 2001/34/EG 22 inzake het emissieprospectus vermoed met elkaar in onderling overleg te handelen 23. De definitie van artikel 2 lid 1 sub d van de richtlijn verschaft echter geen duidelijkheid over wat voor soort samenwerking aan de basis moet liggen van de gesloten overeenkomst en gaat tevens voorbij aan de mogelijkheid van aandeelhouders om via op elkaar afgestemde feitelijke gedragingen een vennootschap te controleren zonder dat op grond van artikel 5 lid 1 van de richtlijn een biedplicht ontstaat. De Nederlandse wetgever heeft in de memorie van toelichting duidelijkheid verschaft over het soort samenwerking dat aan de basis moet liggen van de in de definitie van artikel 2 lid 1 sub d van de richtlijn genoemde overeenkomst. Volgens de memorie van toelichting maakt het niet uit welk soort samenwerking aan de basis ligt van de overeenkomst. De samenwerking behoeft niet noodzakelijkerwijs duurzaam te zijn. Incidentele eenmalige samenwerking volstaat volgens de Nederlandse wetgever ook 24. Verder heeft de Nederlandse wetgever in de memorie van toelichting en het voorontwerp het begrip in onderling overleg handelende personen uitgebreid tot personen die via op elkaar afgestemde feitelijke gedragingen de zeggenschap binnen de vennootschap verkrijgen, zonder dat op grond van artikel 5 lid 1 van de richtlijn een biedplicht ontstaat. De wetgever sluit hierbij aan bij het mededingingsrecht. Verder heeft de wetgever een opsomming gegeven van gevallen waarvan onweerlegbaar wordt vermoed dat personen handelen in onderling overleg De gratieperiode De in artikel 5 van de richtlijn opgenomen biedplicht is gebaseerd op het verkrijgen van de zeggenschap binnen de vennootschap ten gevolge van het zelfstandig dan wel 22 Richtlijn 2001/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 mei 2001 betreffende de toelating van effecten tot officiele notering aan een effectenbeurs en de informatie die over deze effecten moet worden gepubliceerd PbEG, 2001 L 184/ 7-6. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/71/EG, PbEG, 2003 L 345/ M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p Kamerstukken II 2005/06, , nr. 3, p. 24 (MvT)., A.M. Helstone, C.Y. van Megchelen, Wetsvoorstel tot uitvoering van de overnamerichtlijn, V&O , p , H.M. van Otterloo, Het veplicht bod, Ondernemingsrecht , p Kamerstukken II 2005/06, , nr. 3, p (MvT)., Verslag van de Vereeniging van Handelsrecht van 2 november 2005, Deventer: Kluwer 2006, p. 11., V.P.G. de Serière, Invoering van het verplichte openbare bod in Nederland, Ondernemingsrecht /5, p , 10

11 in onderling overleg verkrijgen van het door de lidstaten op grond van artikel 5 lid 3 van de richtlijn wettelijk vastgesteld percentage van de stemrechten binnen de vennootschap. Artikel 5 van de richtlijn gaat uit van de aandeelhouder die doelbewust zelfstandig dan wel in onderling overleg de bieddrempel overschrijdt en de zeggenschap verkrijgt binnen de vennootschap. In de praktijk kan het in bepaalde gevallen voorkomen dat de aandeelhouder als gevolg van ondoordachte of geautomatiseerde aankopen of door onverwachte verwervingen zonder dat de aandeelhouder de intentie heeft om de biedgrens te overschrijden en de zeggenschap binnen de vennootschap te verkrijgen, de zeggenschap verkrijgt binnen de vennootschap 26. In deze gevallen biedt de richtlijn de aandeelhouder die onbewust binnen de vennootschap de zeggenschap heeft verkregen gedurende een door de lidstaten vast te stellen gratieperiode de mogelijkheid om zijn belang af te bouwen tot onder de bieddrempel, zodat hij niet op grond van artikel 5 lid 1 van de richtlijn verplicht wordt tot het uitbrengen van een bod op het gehele aandelenkapitaal van de vennootschap, mits hij zijn stemrecht niet heeft uitgeoefend. De Nederlandse wetgever heeft in aansluiting met artikel 3 lid 1 sub d van de richtlijn gekozen voor een gratieperiode van 30 dagen Een billijke vergoeding Op grond van artikel 5 lid 1 van de richtlijn heeft de minderheidsaandeelhouder recht op een billijke vergoeding voor zijn aandelenbezit en is de verkrijger van de zeggenschap binnen de vennootschap verplicht een billijke prijs te bieden voor het aandelenkapitaal van de minderheidsaandeelhouder. De hoogte van de vergoeding is sterk afhankelijk van de manier waarop de te bieden prijs wordt berekend. Enerzijds kan worden bepaald dat de vergoeding wordt vastgesteld door de markt, anderzijds kan de vergoeding vastgesteld worden door de rechter, de toezichthouder of een deskundige 28. In de literatuur wordt onder andere door Nieuwe Weme, Hijmans van den Bergh en Van Solinge de voorkeur gegeven aan een systeem op grond waarvan de vergoeding wordt vastgesteld door de markt. In de literatuur worden drie alternatieven genoemd; 26 L.J. Hijmans van den Bergh, G. van Solinge, Implementatie van de Dertiende Richtlijn, Een terreinverkenning, Preadvies van de Vereeniging van Handelsrecht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 2000, p. 52., M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p , Verslag van de Vereeniging van Handelsrecht van 2 november 2005, Deventer: Kluwer 2006, p H.M. de Mol van Otterloo, Het verplicht bod, Ondernemingsrecht , p. 209., Kamerstukken II, 2005/06, , nr. 3, p. 31 (MvT). 28 M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p , M.P. Nieuwe Weme, Het consultatiedocument verplicht bod, Ondernemingsrecht , p

12 the highest price rule, the average price rule en een combinatie van beide alternatieven 29. Artikel 5 lid 4 van de richtlijn sluit aan bij de hoogste prijs-regel, volgens welke de billijke vergoeding gelijk is aan de hoogste prijs die in de afgelopen 12 maanden voor de aandelen is betaald aan de bieder. De gemiddelde prijs-regel gaat voor de vaststelling van de billijke vergoeding uit van de gemiddelde prijs van de aandelen in de periode voorafgaand aan het uitbrengen van het bod. Bij de combinatie van beide prijs-regels volgt de billijke vergoeding uit de toepassing van beide systemen 30. In de literatuur wordt door Hijmans van den Bergh en Van Solinge de voorkeur gegeven aan de hoogste-prijsregel die naar hun mening het beste aansluit bij het doel van de Richtlijn, de bescherming van minderheidsaandeelhouders 31. Nieuwe Weme vindt daarentegen een hoogste prijs-regel ter vaststelling van de billijke vergoeding principieel onjuist en geeft de voorkeur aan een gemiddelde prijs-regel 32. De Nederlandse wetgever heeft in zijn Besluit openbare biedingen beide prijs-regels opgenomen. Op grond van artikel 25 lid 1 van het Besluit openbare biedingen is de billijke prijs ten minste gelijk aan de hoogste prijs die tijdens de periode na aankondiging van het verplicht bod en voor het einde van de aanmeldingstermijn als bedoeld in artikel 14 van het Besluit openbare biedingen, of, voor zover van toepassing voor het einde van de verlengde aanmeldingstermijn als bedoeld in artikel 15 van het Besluit openbare biedingen, van het verplicht bod door de bieder of door de personen waarmee in onderling overleg wordt gehandeld voor de effecten waarop het verplicht bod betrekking heeft, is betaald. Indien de bieder in de periode van een jaar voorafgaand aan de aankondiging van het verplichte bod geen effecten heeft verworven van dezelfde categorie of klasse als waarop het verplicht bod betrekking heeft, is op grond van artikel 25 lid 2 van het Besluit openbare biedingen de billijke prijs gelijk aan de prijs van de gemiddelde beurskoers van de effecten op de markten in financiële instrumenten waarop de effecten in die periode zijn toegelaten tot de handel. Op grond van artikel 5 lid 5 van de richtlijn dient de vergoeding voldaan te worden in effecten, contanten of een combinatie van beide. De effecten dienen liquide van aard 29 M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p , L.J. Hijmans van den Bergh, G. van Solinge, Implementatie van de Dertiende Richtlijn, Een terreinverkenning, Preadvies van de Vereeniging van Handelsrecht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 2000, p , M.P. Nieuwe Weme, Het consultatiedocument verplicht bod, Ondernemingsrecht , p M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten, Deventer: Kluwer 2004, p , , Verslag van de Vereeniging van Handelsrecht van 2 november 2005, Deventer: Kluwer 2006, p , L.J. Hijmans van den Bergh, G. van Solinge, Implementatie van de Dertiende Richtlijn, Een terreinverkenning, Preadvies van de Vereeniging van Handelsrecht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 2000, p , G. van Solinge, M.P. Nieuwe Weme, De dertiende EG-richtlijn inzake het openbaar bod op aandelen (I), WPNR , p. 174., M.P. Nieuwe Weme, Het consultatiedocument verplicht bod, Ondernemingsrecht , p , H.M. de Mol van Otterloo, Het verplicht bod, Ondernemingsrecht , p L.J. Hijmans van den Bergh, G. van Solinge, Implementatie van de Dertiende Richtlijn, Een terreinverkenning, Preadvies van de Vereeniging van Handelsrecht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 2000, p. 65., M.P. Nieuwe Weme, Het consultatiedocument verplicht bod, Ondernemingsrecht , p M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p

13 te zijn en zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt. Wanneer het bod niet bestaat uit liquide effecten die tot de handel op een gereglementeerde markt toegelaten zijn, moet de bieder op grond van artikel 5 lid 5 van de richtlijn naast de effecten tevens als alternatief contanten aanbieden 33. De Nederlandse wetgever heeft artikel 5 lid 5 van de richtlijn rechtstreeks geïmplementeerd in artikel 26 van het Besluit openbare biedingen. 33 M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p , L.J. Hijmans van den Bergh, G. van Solinge, Implementatie van de Dertiende Richtlijn, Een terreinverkenning, Preadvies van de Vereeniging van Handelsrecht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 2000, p , G. van Solinge, M.P. Nieuwe Weme, Gedragsregels inzake een openbaar bod op aandelen, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 1999, p , Verslag van de Vereeniging van Handelsrecht van 2 november 2005, Deventer: Kluwer 2006, p

14 H4 De bieddrempel 4.1 Een vast wettelijk percentage In hoofdstuk drie zijn de verschillende elementen van de verplicht bod-regeling van artikel 5 lid 1 van de richtlijn uitvoerig aan bod gekomen waaronder de elementen bieddrempel en zeggenschap. Op grond van artikel 5 lid 3 van de richtlijn zijn lidstaten verplicht een vast wettelijk percentage van de stemrechten als bieddrempel vast te stellen en te hanteren op grond waarvan onweerlegbaar wordt vermoed dat de zeggenschap binnen een vennootschap wordt verkregen. Het nadeel van een bieddrempel gebaseerd op een vast wettelijk percentage van de stemrechten is echter dat er geen rekening wordt gehouden met de omstandigheden van het geval. In de praktijk kan het dan ook voorkomen dat personen bij de verkrijging van het door de lidstaat wettelijk vastgesteld percentage van de stemrechten geen zeggenschap verkrijgen binnen de vennootschap ten gevolge van certificering van aandelen, toepasselijkheid van het structuurregime en andere aanwezige statutaire regelingen. De rechtspersoon is derhalve wegens het verkrijgen van het door de lidstaat wettelijk vastgesteld percentage van de stemrechten op grond van artikel 5 lid 1 van de richtlijn verplicht een openbaar bod uit te brengen op het gehele aandelenkapitaal van de vennootschap 34. Ook kan het voorkomen dat rechtspersonen bij het verkrijgen van een percentage van de stemrechten dat lager ligt dan het door de lidstaat op grond van artikel 5 lid 3 van de richtlijn vastgestelde percentage ten gevolge van certificering van aandelen, toepasselijkheid van het structuurregime en andere aanwezige statutaire regelingen de zeggenschap verkrijgt binnen de vennootschap maar wegens het niet verkrijgen van het wettelijk vastgesteld percentage van de stemrechten niet verplicht is op grond van artikel 5 lid 1 van de richtlijn een openbaar bod uit te brengen op het gehele aandelenkapitaal van de vennootschap. Beide situaties komen mijns inziens niet overeen met de strekking van artikel 5 lid 1 juncto artikel 5 lid 3 van de richtlijn. Op grond van artikel 5 lid 1 van de richtlijn zijn personen bij verkrijging van de zeggenschap binnen de vennootschap verplicht een openbaar bod uit te brengen op het aandelenkapitaal van de minderheidsaandeelhouders. Doorslaggevend voor het ontstaan van deze biedplicht is het verkrijgen van de zeggenschap binnen de vennootschap, welke op grond van artikel 5 lid 3 van de richtlijn gelijkgesteld wordt met een vast wettelijk percentage van de stemrechten. Het is mijns inziens dan ook niet gewenst wanneer personen op grond van artikel 5 lid 3 van de richtlijn vermoed worden de zeggenschap binnen de vennootschap te hebben 34 C.B. de Jong, Het door Nederland vast te stellen percentage waarvan de overschrijding verplicht tot een openbaar overnamebod als bedoeld in artikel 5 lid 1 van de Dertiende EG-richtlijn, V&O , p , V.P.G. de Serière, Het nieuwe voorstel voor de dertiende EG-richtlijn, Ondernemingsrecht /17, p

15 verkregen zonder daadwerkelijk de zeggenschap binnen de vennootschap te verkrijgen en op grond van artikel 5 lid 1 van de richtlijn een verplicht bod moeten uitbrengen op het gehele aandelenkapitaal van de vennootschap. De Kluiver sluit zich hierbij aan, maar merkt op dat het op grond van artikel 5 lid 1 van de richtlijn aan lidstaten is toegestaan verdergaande bescherming te bieden aan minderheidsaandeelhouders dan artikel 5 lid 1 van de richtlijn in beginsel voorschrijft. Derhalve is het volgens De Kluiver voor lidstaten mogelijk om personen een biedplicht op te leggen zonder dat zij daadwerkelijk de zeggenschap hebben verkregen binnen de vennootschap en is bovengenoemde situatie derhalve niet in strijd met de richtlijn 35. De situatie dat vennootschappen bij verkrijging van een lager percentage van de stemrechten dan het door de lidstaat op grond van artikel 5 lid 3 van de richtlijn vastgestelde percentage zeggenschap verkrijgen, maar op grond van artikel 5 lid 1 juncto artikel 5 lid 3 van de richtlijn niet verplicht zijn een openbaar bod uit te brengen op het gehele aandelenkapitaal van de vennootschap is volgens mij geheel in strijd met artikel 5 lid 1 juncto artikel 5 lid 3 van de richtlijn op grond waarvan personen die overwegende zeggenschap verkrijgen binnen de vennootschap verplicht zijn een openbaar bod uit te brengen op het gehele aandelenkapitaal van de vennootschap. Een dergelijke situatie kan mijns inziens voorkomen worden door een wettelijke regeling in te voeren op grond waarvan beursgenoteerde vennootschappen binnen een procentuele bandbreedte bij statuten kunnen afwijken van de biedplicht van artikel 5 lid 1 van de richtlijn. In hoofdstuk 7 zal ik dieper ingaan op deze wettelijke regeling. Een bieddrempel gebaseerd op een vast wettelijk percentage van de stemrechten kan onder bepaalde omstandigheden ongewenste situaties opleveren en is naar mijn mening verre van ideaal. In de literatuur is dan ook veel discussie ontstaan over de vraag of een bieddrempel gebaseerd op een vast wettelijk percentage van de stemrechten past binnen het huidige Nederlandse vennootschapsrecht en eventuele mogelijke alternatieve bieddrempels. 4.2 Welk percentage? Naast de discussie over de vraag of een bieddrempel gebaseerd op een vast wettelijk percentage van de stemrechten past in het Nederlandse vennootschapsrecht is tevens veel discussie ontstaan over de hoogte van de bieddrempel. Zoals reeds bovengenoemd zijn de lidstaten op grond van artikel 5 lid 3 van de richtlijn verplicht een vast percentage van de stemrechten als bieddrempel vast te stellen. Hierbij staat het de lidstaten niet vrij om een willekeurig percentage te kiezen. 35 C.B. de Jong, Het door Nederland vast te stellen percentage waarvan de overschrijding verplicht tot een openbaar overnamebod als bedoeld in artikel 5 lid 1 van de Dertiende EG-richtlijn, V&O , p , H.J. de Kluiver, De implementatie van het verplichte bod in Nederland in het licht van de dertiende EG-richtlijn, Ondernemingsrecht /5, p. 112., V.P.G. de Serière, Het nieuwe voorstel voor de dertiende EG-richtlijn, Ondernemingsrecht /17, p

16 De bieddrempel moet aansluiten bij het percentage waarboven in de lidstaat sprake is van zeggenschap Rechtsvergelijking Het Verenigd Koninkrijk Het Verenigd Koninkrijk kent sinds 1972 een verplicht bod-regeling. De verplicht bod-regeling van het Verenigd Koninkrijk is neergelegd in Rule 9 of the City Code on Mergers and Takeovers 37. Op grond van Rule 9 of the City Code ontstaat een biedplicht bij verwerving van 30 procent van de stemrechten van een in het Verenigd Koninkrijk genoteerde of niet-genoteerde vennootschap welke is opgericht naar het recht van een land uit het Verenigd Koninkrijk en tevens binnen het Verenigd Koninkrijk haar centrale bestuur heeft. Verder ontstaat een biedplicht wanneer personen meer dan 30 procent van de stemrechten en minder dan 50 procent van de stemrechten houden en binnen een periode van twaalf maanden aandelen in dezelfde vennootschap verwerven en hun deelneming uitbreiden Frankrijk De verplicht bod-regeling van Frankrijk is gebaseerd op de biedplicht van het Verenigd Koninkrijk en is neergelegd in de artikel e.v. Règlement Général du CMF. Op grond van artikel e.v. van het Règlement Général du CMF ontstaat een biedplicht bij verwerving van 33 1/3 procent van het aandelenkapitaal of de stemrechten van een vennootschap wier zetel is gelegen in Frankrijk en waarvan de aandelen genoteerd zijn aan een Franse Beurs. Verder ontstaat een biedplicht wanneer personen meer dan 33 1/3 procent en minder dan 50 procent van het aandelenkapitaal houden en de deelneming binnen twaalf maanden met meer dan 2 procent wordt uitgebreid C.B. de Jong, Het door Nederland vast te stellen percentage waarvan de overschrijding verplicht tot een openbaar overnamebod als bedoeld in artikel 5 lid 1 van de Dertiende EG-richtlijn, V&O , p M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p. 69., G. van Solinge, M.P. Nieuwe Weme, Gedragsregels inzake een openbaar bod op aandelen, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 1999, p , V.P.G. de Serrière, Invoering van het verplichte openbare bod in Nederland Ondernemingsrecht /5, p G. van Solinge, M.P. Nieuwe Weme, Gedragsregels inzake een openbaar bod op aandelen, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 1999, p , L.J. Hijmans van den Bergh, G. van Solinge, Implementatie van de Dertiende Richtlijn, Een terreinverkenning, Preadvies van de Vereeniging van Handelsrecht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 2000, p. 60., M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p , M.P. Nieuwe Weme, Het consultatiedocument verplicht bod, Ondernemingsrecht , p. 208., R.P. Pennington, National reports: United Kingdom, in: Corporate Takeovers through the public markets (XIVth International Congress of Comparative Law, Kluwer Law International, 1994, p a. 39 G. van Solinge, M.P. Nieuwe Weme, Gedragsregels inzake een openbaar bod op aandelen, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 1999, p , L.J. Hijmans van den Bergh, G. van Solinge, Implementatie van de Dertiende Richtlijn, Een terreinverkenning, Preadvies van de Vereeniging van Handelsrecht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 2000, p. 60., M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p

17 Duitsland De verplicht bod-regeling van Duitsland is geregeld in paragraaf 35 e.v. van het Wertpapiererwerbs- und Ubernahme-gesetz (WpÜG) en paragraaf 3 e.v. Wertpapiererwerbs- und Ubernahme-gesetz Angebotsverordnung (WpÜG- Angebotsverordnung). In Duitsland onstaat een biedplicht bij verwerving van 30 procent van de stemrechten van een in Duitsland of elders in de EER ter beurze genoteerde vennootschap wier zetel zich in Duitsland bevindt Italië Italië kent een vergelijkbare verplicht bod-regeling als het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. De verplicht bod-regeling van Italië is geregeld in artikel Decreto Legislativo 58/1998 en artikel Consob Regolamento 11971/1999. In Italië ontstaat de biedplicht bij verwerving van 30 procent van de aandelen binnen een vennootschap welke aan een Italiaanse beurs is genoteerd en waarvan de zetel zich in Italië bevindt. Verder ontstaat een biedplicht wanneer personen die meer dan 30 procent en minder dan 50 procent van de aandelen binnen een vennootschap houden en de deelneming binnen twaalf maanden met drie procent wordt uitgebreid Spanje Spanje kent een vierledige biedplicht. De verplicht bod-regeling van Spanje is geregeld in artikel 1-7 Real Decreto 1197/1991. In Spanje ontstaat bij de verwerving van 25 procent van de aandelen van een vennootschap naar Spaans recht die genoteerd is aan de Spaanse beurs een gedeeltelijke biedplicht op 10 procent van de effecten. Verder ontstaat bij verwerving van 50 procent van de aandelen of de feitelijke controle binnen de vennootschap een biedplicht op het gehele aandelenkapitaal van de vennootschap. Tot slot ontstaat in Spanje een biedplicht wanneer een houder van meer dan 25 procent en minder dan 50 procent van de aandelen binnen 12 maanden zijn deelneming uitbreidt met meer dan zes procent of voornemens is de statuten te wijzigen M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p , M.P. Nieuwe Weme, Het consultatiedocument verplicht bod, Ondernemingsrecht , p. 208., W. Zöllner, Ulrich Noack, Kölner Kommentar zum WpÜG, Carl Heymans Verlag KG 2003, p M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p , D. Allegretti, Country Reports: Report from Italy, ECL , p , M.P. Nieuwe Weme, Het consultatiedocument verplicht bod, Ondernemingsrecht , p G. van Solinge, M.P. Nieuwe Weme, Gedragsregels inzake een openbaar bod op aandelen, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 1999, p. 580., L.J. Hijmans van den Bergh, G. van Solinge, Implementatie van de Dertiende Richtlijn, Een terreinverkenning, Preadvies van de Vereeniging van Handelsrecht, Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 2000, p. 60., M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p

18 H5 Statutaire afwijking 5.1 Inleiding De richtlijn en de verplicht bod-regeling van artikel 5 van de richtlijn zijn van toepassing op beursgenoteerde vennootschappen. In de praktijk kan het voorkomen dat de in artikel 5 lid 1 van de richtlijn opgenomen biedplicht niet aansluit bij de aard en de individuele behoeften van de vennootschap. Vennootschappen kunnen derhalve de behoefte hebben om hun aandeelhouders meer bescherming te bieden door bij statuten de wettelijke bieddrempel te verlagen, de definitie van in onderling overleg handelende personen te verruimen of een hogere vergoeding te bieden aan hun aandeelhouders. Het kan dan ook voor vennootschappen wenselijk zijn om bij statuten af te kunnen wijken van de wettelijke biedplicht van artikel 5 lid 1 van de richtlijn. In dit hoofdstuk zullen de verschillende vormen van statutaire afwijking behandeld worden. Verder zal aandacht worden besteed aan de wijze waarop een dergelijke statutaire afwijking van de biedplicht van artikel 5 lid 1 van de richtlijn in de statuten van de vennootschap wordt opgenomen en in hoeverre de aandeelhouders aan een dergelijke statutaire afwijking gebonden zijn. 5.2 Vormen van statutaire afwijking Beursgenoteerde vennootschappen kunnen op drie manieren bij statuten afwijken van de biedplicht van artikel 5 lid 1 van de richtlijn. Ten eerste kunnen vennootschappen de behoefte hebben om hun aandeelhouders meer bescherming te bieden tegen machtsmisbruik van grootaandeelhouders binnen de vennootschap en de biedplicht van artikel 5 lid 1 van de richtlijn statutair versterken door de bieddrempel te verlagen, de definitie van in onderling overleg handelende personen te verruimen, de billijke vergoeding te verhogen en het soort effecten waarop een bod moet worden gedaan uit te breiden. Vice versa kunnen vennootschappen de bescherming die de biedplicht van artikel 5 lid 1 van de richtlijn biedt aan de minderheidsaandeelhouders binnen de vennootschap te vergaand vinden en de biedplicht statutair verlichten door de bieddrempel te verhogen, de billijke vergoeding te verlagen en het aantal effecten waarop het verplichte bod gericht is te beperken. Verder is het mogelijk dat vennootschappen zich totaal niet kunnen vinden in de biedplicht van artikel 5 lid 1 van de richtlijn en de wettelijke biedplicht geheel bij statuten uitsluiten dan wel uitsluiten en voor een zelf ontworpen statutaire verplicht bod-regeling kiezen M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p , M.P. Nieuwe Weme, Statutaire afwijking van de wettelijke biedplicht, Ondernemingsrecht , p

19 5.3 Statutenwijziging De statuten van een vennootschap vormen het fundament van de vennootschap en bepalen de interne rechtsverhoudingen binnen de vennootschap. De statuten regelen de rechten, bevoegdheden en verplichtingen van de leden van en de organen binnen de vennootschap 44. Op grond van artikel 2:121 BW is de algemene vergadering van aandeelhouders bevoegd de statuten van de vennootschap te wijzigen. De statuten kunnen de wijziging echter beperken en uitsluiten. De wijziging kan in een dergelijke situatie niettemin tot stand worden gebracht met algemene stemmen in een vergadering waarin het gehele geplaatste kapitaal is vertegenwoordigd. Voor een besluit tot statutenwijziging eist de wet geen bijzondere meerderheid van de stemmen. Meestal vereisen de statuten echter dat voor een besluit tot statutenwijziging door de algemene vergadering van aandeelhouders een versterkte meerderheid en een quorum is vereist. Voor de daadwerkelijke wijziging van de statuten is een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders, een notariële akte en een verklaring van geen bezwaar van de Minister van Justitie benodigd 45. Wanneer een vennootschap bij statuten wil afwijken van de biedplicht van artikel 5 lid 1 van de richtlijn moeten de statuten middels een statutenwijziging gewijzigd worden alvorens de statutaire afwijking in de statuten van de vennootschap kan worden opgenomen. De algemene vergadering van aandeelhouders dient derhalve afhankelijk van de statuten met een meerderheid of versterkte meerderheid een besluit te nemen ten aanzien van het voornemen om de statuten te wijzigen. Verder is een notariële akte en een verklaring van geen bezwaar van de Minister van Justitie benodigd om de statutaire afwijking van de biedplicht uiteindelijk op te nemen in de statuten van de vennootschap. 5.4 Extra verplichtingen Vennootschappen kunnen op grond van artikel 2:81 BW niet zondermeer via de statuten extra verplichtingen opleggen aan hun aandeelhouders. Artikel 2:81 BW beschermt de aandeelhouders tegen door hem ongewenste verplichtingen. A contrario kan iedere extra verplichting echter aan de aandeelhouders worden opgelegd, mits zij uitdrukkelijk met de extra verplichting instemmen 46. De vraag die rijst is of een statutaire afwijking van de biedplicht van artikel 5 lid 1 van de richtlijn als een extra verplichting in de zin van artikel 2:81 BW kan worden beschouwd. Volgens Rensen is elke nieuwe verplichting een extra verplichting in de zin van artikel 2:81 BW en moet elke verzwaring van een reeds bestaande verplichting gelijkgesteld worden met het opleggen van een nieuwe extra verplichting 44 B.C.M. Waaijer, Statuten en statutenwijziging (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 1993, p. 3., P. van Schilfgaarde, Van de BV en de NV, Deventer: Kluwer 2006 p P. van Schilfgaarde, Van de BV en de NV, Deventer: Kluwer 2006 p. 345., W.J. Slagter, Compendium ondernemingsrecht, Deventer: Kluwer 2005, p , P. Sanders, W. Westbroek, BV en NV, Deventer: Kluwer 2005, p J.H. Nieuwenhuis, Ondernemingsrecht: Tekst & Commentaar, Deventer: Kluwer 2004, p

20 in de zin van artikel 2:81 BW 47. Derhalve kan een statutaire versterking van de biedplicht van artikel 5 lid 1 van de richtlijn beschouwd worden als een extra verplichting welke op grond van artikel 2:81 BW niet zondermeer aan de aandeelhouders van de vennootschap kan worden opgelegd. In de literatuur bestaat veel verdeeldheid ten aanzien van het instemmingsvereiste van artikel 2:81 BW op grond waarvan een extra verplichting in de statuten kan worden opgenomen. Volgens sommige auteurs dienen alle aandeelhouders in te stemmen met de extra verplichting alvorens de extra verplichting kan worden opgenomen in de statuten van de vennootschap. Andere auteurs menen dat in beginsel alle aandeelhouders gebonden zijn aan de extra verplichting, tenzij de aandeelhouders tegenstemmen 48. Binnen deze laatstgenoemde instemmingsvariant is volgens Dortmond 49, Van Olffen, Rensen 50 en Nieuwe Weme 51 een meer genuanceerde variant te vinden op grond waarvan een tegenstemmende aandeelhouder niet aan de extra verplichting is gebonden indien de verplichting ten aanzien van de aandeelhouder direct na de statutenwijziging intreedt 52. Volgens de hoofdregel kunnen vennootschappen echter op grond van artikel 2:81 BW geen extra verplichtingen aan hun aandeelhouders opleggen, tenzij de aandeelhouders uitdrukkelijk met de extra verplichtingen instemmen. Een statutaire versterking van de biedplicht van artikel 5 lid 1 van de richtlijn geldt derhalve slechts voor de aandeelhouders die uitdrukkelijk met de statutaire afwijking hebben ingestemd. 47 G.J.C. Rensen, Extra-verplichtingen van leden en aandeelhouders, (diss. Nijmegen), Deventer: Kluwer 2005, p G.J.C. Rensen, Extra-verplichtingen van leden en aandeelhouders (diss. Nijmegen), Deventer: Kluwer 2005, p. 126., M. van Olffen, G.J.C. Rensen, Actualiteiten: Statutaire biedplicht Numico, Ondernemingsrecht , p P.J. Dortmond, Extra verplichtingen voor aandeelhouders, Ondernemingsrecht , p G.J.C. Rensen, Extra-verplichtingen van leden en aandeelhouders (diss. Nijmegen), Deventer: Kluwer 2005, p M.P. Nieuwe Weme, Het verplicht bod op effecten (oratie Nijmegen), Deventer: Kluwer 2004, p. 34, 35., M.P. Nieuwe Weme, Statutaire afwijking van de wettelijke biedplicht, Ondernemingsrecht , p G.J.C. Rensen, Extra-verplichtingen van leden en aandeelhouders (diss. Nijmegen), Deventer: Kluwer 2005, p. 132., M. van Olffen, G.J.C. Rensen, Actualiteiten: Statutaire biedplicht Numico, Ondernemingsrecht , p

Vennootschap. Onderneming. 80 V&O mei 2001, nr. 5

Vennootschap. Onderneming. 80 V&O mei 2001, nr. 5 Het door Nederland vast te stellen percentage waarvan de overschrijding verplicht tot een openbaar overnamebod als bedoeld in artikel 5 lid 1 van de Dertiende EG-richtlijn Inleiding Op grond van artikel

Nadere informatie

Op 21 april 2004 is de dertiende EG-richtlijn

Op 21 april 2004 is de dertiende EG-richtlijn MR. P.W.A. GOES Het verplichte bod en beschermingsmaatregelen 10 Op 21 april 2004 is de dertiende EG-richtlijn betreffende het openbaar overnamebod tot stand gekomen ( Richtlijn ). 1 Volgens de Richtlijn

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Zijne Excellentie de Minister van Justitie Mr J.P.H. Donner Postbus 20301 2500 EH Den Haag Nijmegen, 23 december 2004 Inzake: Adviesaanvraag commissie vennootschapsrecht over

Nadere informatie

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht.

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht. Besluit van [datum] houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 5:81, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht (Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen Wft) Op voordracht van Onze Minister van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 419 Uitvoering van richtlijn nr. 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 betreffende het openbaar

Nadere informatie

9 september 2010. secretaris - mr. C. Heck-Vink - Postbus 16020-2500 BA Den Haag - tel. 070-3307139 - fax. 070-3624568 - c.heck@knb.

9 september 2010. secretaris - mr. C. Heck-Vink - Postbus 16020-2500 BA Den Haag - tel. 070-3307139 - fax. 070-3624568 - c.heck@knb. Reactie inzake de consultatie d.d. 9 augustus 2010 over het ontwerpvoorstel van wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten (Wijzigingswet financiële markten 2012) Deel

Nadere informatie

Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie.

Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie inzake het wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2012 (32781) (het

Nadere informatie

De uitkoopregeling ex artikel 2:359c BW, iets nieuws onder de zon?

De uitkoopregeling ex artikel 2:359c BW, iets nieuws onder de zon? MR. J.W.J. DANTUMA De uitkoopregeling ex artikel 2:359c BW, iets nieuws onder de zon? Inleiding Het afgelopen halfjaar is voor Nederland ongekend druk geweest met openbare overnamebiedingen op de aandelen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 202 Wet van 24 mei 2007 tot uitvoering van richtlijn nr. 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004

Nadere informatie

NEDERLANDS ONDERNEMINGSRECHT IN GRENSOVERSCHRIJDEND PERSPECTIEF

NEDERLANDS ONDERNEMINGSRECHT IN GRENSOVERSCHRIJDEND PERSPECTIEF NEDERLANDS ONDERNEMINGSRECHT IN GRENSOVERSCHRIJDEND PERSPECTIEF Mr. L.J. Hìjmans van den Bergh Prof. mr. Gerard van Solinge Mr. T. de Waard Prof. mr. Jaap Winter Prof. mr. L. Timmerman Prof. mr. H.J. de

Nadere informatie

Gepubliceerd in Ondernemingsrecht 2009/9, p. 415-418. Wijziging Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen Wft. 1. Inleiding

Gepubliceerd in Ondernemingsrecht 2009/9, p. 415-418. Wijziging Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen Wft. 1. Inleiding Wijziging Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen Wft 1. Inleiding Op grond van art. 5:81 Wft kan bij algemene maatregel van bestuur vrijstelling worden verleend van de verplichting om bij verwerving van

Nadere informatie

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: A Artikel I wordt als volgt gewijzigd: 32014 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet giraal effectenverkeer en het Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van het advies van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code van 30

Nadere informatie

REGLEMENT BELEGGINGEN VAN BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN VAN Ctac N.V.

REGLEMENT BELEGGINGEN VAN BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN VAN Ctac N.V. REGLEMENT BELEGGINGEN VAN BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN VAN Ctac N.V. De Raad van Commissarissen heeft in overleg met de Raad van Bestuur het volgende Reglement vastgesteld I INLEIDING 1.1 Dit reglement

Nadere informatie

Betreft: concept wetsvoorstel implementatie 13 e richtlijn Ons kenmerk: Ministerie van Financiën t.a.v. de Minister van Financiën

Betreft: concept wetsvoorstel implementatie 13 e richtlijn Ons kenmerk: Ministerie van Financiën t.a.v. de Minister van Financiën Betreft: concept wetsvoorstel implementatie 13 e richtlijn Ons kenmerk: Ministerie van Financiën 2005.031 t.a.v. de Minister van Financiën Heerlen, Korte Voorhout 7 28 april 2005 Postbus 20201 2500 EE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 900 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek alsmede enige andere wetten in verband met de openbaarmaking van de bezoldiging en het aandelenbezit

Nadere informatie

RJ-Uiting 2014-2 ontwerp-richtlijn Verwerking en toelichting van aanpassing en terugvordering van bonussen en winstdelingen

RJ-Uiting 2014-2 ontwerp-richtlijn Verwerking en toelichting van aanpassing en terugvordering van bonussen en winstdelingen RJ-Uiting 2014-2 ontwerp-richtlijn Verwerking en toelichting van aanpassing en terugvordering van bonussen en winstdelingen Algemeen Op 1 januari 2014 is de Wet tot wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk

Nadere informatie

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT

COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT COMMISSIE VENNOOTSCHAPSRECHT Datum: Kenmerk: De Minister van Justitie, mr A.H. Korthals Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Excellentie, inzake: Adviesaanvraag commissie vennootschapsrecht over het wetsvoorstel

Nadere informatie

Aantal en soort aandelen

Aantal en soort aandelen STANDPUNTBEPALING RAAD VAN COMMISSARISSEN SNOWWORLD NV Deze standpuntbepaling geschiedt in het kader artikel 24.2 van het Besluit Openbare Bieding en heeft betrekking op het verplicht openbaar bod in contanten

Nadere informatie

Hoe verloopt het proces van openbare biedingen?

Hoe verloopt het proces van openbare biedingen? Hoe verloopt het proces van openbare biedingen? onderneming (doelvennootschap) die wordt overgenomen, moeten zich aan deze regels houden. Hieronder wordt het biedingsproces eerst samengevat. Vervolgens

Nadere informatie

8/3/ Memorie van toelichting. 1. Algemeen

8/3/ Memorie van toelichting. 1. Algemeen Wet tot uitvoering van richtlijn nr. 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod Memorie van toelichting 1. Algemeen Richtlijn

Nadere informatie

1. Decertificering en dematerialisatie van aandelen

1. Decertificering en dematerialisatie van aandelen 1 TOELICHTING BEHORENDE BIJ HET VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN VAN ALANHERI N.V. ("ALANHERI" OF "DE VENNOOTSCHAP") Behorende bij agendapunt 8 van de op 27 mei 2011 te houden algemene vergadering

Nadere informatie

De uitstootregeling van artikel 2:359c BW nader beschouwd

De uitstootregeling van artikel 2:359c BW nader beschouwd De uitstootregeling van artikel 2:359c BW nader beschouwd M r. R. M. T a m m i n g a * Inleiding De Dertiende Richtlijn 1 verplichtte lidstaten tot implementatie van diverse regelingen met betrekking tot

Nadere informatie

- Vaststelling van de jaarrekening 2014 van ABN AMRO Group N.V.

- Vaststelling van de jaarrekening 2014 van ABN AMRO Group N.V. Verantwoording stemgedrag eerste half jaar 2015 Stemgedrag op vergaderingen van aandeelhouders en genomen aandeelhoudersbesluiten buiten vergadering 1. Inleiding NLFI onderschrijft het belang van de Nederlandse

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 260 Wet van 27 juni 2008 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2005/56/EG van

Nadere informatie

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wet tot uitvoering van richtlijn nr. 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 419 Uitvoering van richtlijn nr. 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 betreffende het openbaar

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 257 Wet van 30 juni 2010 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van richtlijn

Nadere informatie

Met ingang van 5 september 2001 zijn de

Met ingang van 5 september 2001 zijn de HENK ARNOLD SIJNJA De nieuwe biedingsregels met betrekking tot het openbaar bod Nr. 70 / mei 2006 O & F 32 Met ingang van 5 september 2001 zijn de regels over het openbaar bod neergelegd in de Wet toezicht

Nadere informatie

Verklaring betreffende de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van een vennootschap of vereniging

Verklaring betreffende de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van een vennootschap of vereniging Verklaring betreffende de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van een vennootschap of vereniging De wet ter voorkoming van witwassen van geld en terrorismefinanciering verplicht de banken tot

Nadere informatie

Fusie is op grond van artikel 2:309 van het Burgerlijk Wetboek (BW) de rechtshandeling van

Fusie is op grond van artikel 2:309 van het Burgerlijk Wetboek (BW) de rechtshandeling van 32 458 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van richtlijn nr. 2009/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 september 2009 tot wijziging van de

Nadere informatie

AANVULLING OP HET PROSPECTUS INZAKE HET VERPLICHT OPENBAAR OVERNAMEBOD IN CONTANTEN. Eventueel gevolgd door een uitkoopbod ( squeeze-out ) DOOR

AANVULLING OP HET PROSPECTUS INZAKE HET VERPLICHT OPENBAAR OVERNAMEBOD IN CONTANTEN. Eventueel gevolgd door een uitkoopbod ( squeeze-out ) DOOR AANVULLING OP HET PROSPECTUS INZAKE HET VERPLICHT OPENBAAR OVERNAMEBOD IN CONTANTEN Eventueel gevolgd door een uitkoopbod ( squeeze-out ) DOOR BOREALIS AG een Aktiengesellschaft naar Oostenrijks recht

Nadere informatie

In het opschrift komt de zinsnede en deskundigheidstoetsing van commissarissen te vervallen.

In het opschrift komt de zinsnede en deskundigheidstoetsing van commissarissen te vervallen. 32 512 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht in verband met de bevoegdheid tot aanpassing en terugvordering van bonussen van bestuurders en dagelijks beleidsbepalers

Nadere informatie

VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN VAN WERELDHAVE N.V., gevestigd in de gemeente Haarlemmermeer (Schiphol),

VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN VAN WERELDHAVE N.V., gevestigd in de gemeente Haarlemmermeer (Schiphol), VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE STATUTEN VAN WERELDHAVE N.V., gevestigd in de gemeente Haarlemmermeer (Schiphol), zoals ter besluitvorming voor te leggen aan de algemene vergadering van aandeelhouders te

Nadere informatie

Certificering in Wetsvoorstel Flex-BV gevolgen voor de praktijk

Certificering in Wetsvoorstel Flex-BV gevolgen voor de praktijk Certificering in Wetsvoorstel Flex-BV gevolgen voor de praktijk S.C. van Gendt 1 Inleiding Het voorstel voor de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht 1 (hierna: Wetsvoorstel Flex-BV) is op 15

Nadere informatie

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995

Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Tekst geldend op: 13-01-2004) Vrijstellingsregeling Wet toezicht effectenverkeer 1995 De Minister van Financiën; Gelet op de artikelen 4, eerste lid, 5, tweede lid, 10, eerste lid, en 22, vijfde lid,

Nadere informatie

KAPITAALSTRUCTUUR EN BESCHERMINGSMAATREGEL

KAPITAALSTRUCTUUR EN BESCHERMINGSMAATREGEL JAARVERSLAG 2015 FORWARD-LOOKING STATEMENT In dit jaarverslag worden bepaalde toekomstverwachtingen weergegeven met betrekking tot de financiële situatie en de resultaten van USG People N.V. alsook een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 058 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van de regeling voor besloten vennootschappen met beperkte

Nadere informatie

Identiteit van de uiteindelijk begunstigden van een vennootschap

Identiteit van de uiteindelijk begunstigden van een vennootschap Identiteit van de uiteindelijk begunstigden van een vennootschap Argenta Spaarbank nv Dienst Personenbeheer Belgiëlei 49-53, 2018 ANTWERPEN FSMA 27316 RPR Antwerpen btw BE 0404.453.574 Kenmerk: PBUBOA

Nadere informatie

SPECIALE EDITIE NIEUWSBRIEF EMISSIES EN OPENBARE BIEDINGEN NIEUWE BIEDINGSREGELS PER 1 JULI 2012. 2 augustus 2012

SPECIALE EDITIE NIEUWSBRIEF EMISSIES EN OPENBARE BIEDINGEN NIEUWE BIEDINGSREGELS PER 1 JULI 2012. 2 augustus 2012 SPECIALE EDITIE NIEUWSBRIEF EMISSIES EN OPENBARE BIEDINGEN NIEUWE BIEDINGSREGELS PER 1 JULI 2012 2 augustus 2012 De Nederlandse biedingsregels zijn gewijzigd. De wijzigingen betreffen de Wet op het financieel

Nadere informatie

(On)gelijkheid van aandeelhouders. Updates

(On)gelijkheid van aandeelhouders. Updates (On)gelijkheid van aandeelhouders Updates TvOB- symposium 13 maart 2015 mr. dr. R.A. (Rogier) Wolf Steins Bisschop & Schepel Universiteit Leiden Universiteit Maastricht (ICGI) Wat gaan we doen? 1. Update

Nadere informatie

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT:

DE MINISTER VAN FINANCIËN; BESLUIT: Ministeriële regeling Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.minfin.nl Inlichtingen Staatscourant nr. 51 Datum 5 maart 2009 Betreft Wijziging Vrijstellingsregeling Wft Uw

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 985 Regels betreffende de melding van zeggenschap en kapitaalbelang in, alsmede de melding van het geplaatste kapitaal van ter beurze genoteerde

Nadere informatie

De naamloze en besloten vennootschap. Hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen Advocaat te Amsterdam. Mr. M.P. Nieuwe Weme

De naamloze en besloten vennootschap. Hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen Advocaat te Amsterdam. Mr. M.P. Nieuwe Weme Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht Rechtspersonenrecht Deel II De naamloze en besloten vennootschap Derde druk Bewerkt door: Mr. G. van Solinge Hoogleraar aan

Nadere informatie

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting

AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting AMBTELIJK VOORONTWERP Memorie van Toelichting 1. Inleiding Dit wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid voor coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen om te kiezen voor een monistisch bestuursmodel.

Nadere informatie

VEREENIGING PREADVIEZEN. Europa! Europa? De invloed van het Europese vennootschaps- en effectenrecht nu en in de toekomst. Prof. mr. M.L.

VEREENIGING PREADVIEZEN. Europa! Europa? De invloed van het Europese vennootschaps- en effectenrecht nu en in de toekomst. Prof. mr. M.L. VEREENIGING PREADVIEZEN Europa! Europa? De invloed van het Europese vennootschaps- en effectenrecht nu en in de toekomst Prof. mr. M.L. Lennarts Mr. J. Roest Mr. S.F.G. Rammeloo Mr. E. Prof. mr. R.P. Raas

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Nummer 2995 / 11 Betreft

Nadere informatie

De positie van de bestuurder is reeds sinds

De positie van de bestuurder is reeds sinds MR. INGEBORG WAGENAAR De vereenvoudigde procedure voor benoeming en ontslag van bestuurders en commissarissen van een BV O & F De positie van de bestuurder is reeds sinds lange tijd onderwerp van vele

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 283 Wet van 22 juni 2000 tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de herziening van het preventief toezicht bij oprichting

Nadere informatie

Wet op het financieel toezicht. Leidraad voor Uitgevende instellingen, bestuurders en commissarissen

Wet op het financieel toezicht. Leidraad voor Uitgevende instellingen, bestuurders en commissarissen Wet op het financieel toezicht Leidraad voor Uitgevende instellingen, bestuurders en commissarissen Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van 12 september 2007, houdende implementatie van richtlijn nr. 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod (PbEU

Nadere informatie

houdende wijziging van het Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen Wft

houdende wijziging van het Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen Wft Besluit van nr. houdende wijziging van het Vrijstellingsbesluit overnamebiedingen Wft Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van, FM/jaar/, Generale Thesaurie, directie Financiële Markten, Afdeling

Nadere informatie

Enkele aspecten van multi-jurisdictionele noteringen onder de Wft

Enkele aspecten van multi-jurisdictionele noteringen onder de Wft Enkele aspecten van multi-jurisdictionele noteringen onder de Wft Mr. F.J.E. Foppes De regelgeving omtrent grensoverschrijdende beursnoteringen is complex. Onlangs werd in de media nog geklaagd over de

Nadere informatie

Oproeping buitengewone algemene vergadering van Arseus

Oproeping buitengewone algemene vergadering van Arseus Oproeping buitengewone algemene vergadering van Arseus Naamloze vennootschap die een openbaar beroep doet of heeft gedaan op het spaarwezen Textielstraat 24, 8790 Waregem Btw BE 0890.535.026 RPR Kortrijk

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Inleiding 1.2 Onderzoeksvraag 1.3 Deelvragen 1.4 Onderzoeksopbouw 1.5 Onderzoeksmethode

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Inleiding 1.2 Onderzoeksvraag 1.3 Deelvragen 1.4 Onderzoeksopbouw 1.5 Onderzoeksmethode Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Inleiding 1.2 Onderzoeksvraag 1.3 Deelvragen 1.4 Onderzoeksopbouw 1.5 Onderzoeksmethode Hoofdstuk 2 Juridische achtergrond acting in concert 2.1 Inleiding 2.2 Wetsgeschiedenis

Nadere informatie

New rules New choices New opportunities. Flex BV Joint Ventures

New rules New choices New opportunities. Flex BV Joint Ventures New rules New choices New opportunities Flex BV Joint Ventures Geen noodzaak tot wijzigingen wel kansen voor nieuwe joint ventures New rules New choices New opportunities Inleiding Per 1 oktober 2012 wordt

Nadere informatie

STAND VAN ZAKEN MODERNISERING VAN HET NEDERLANDSE ONDERNEMINGSRECHT

STAND VAN ZAKEN MODERNISERING VAN HET NEDERLANDSE ONDERNEMINGSRECHT STAND VAN ZAKEN MODERNISERING VAN HET NEDERLANDSE ONDERNEMINGSRECHT Door: Ellen Timmer Iedereen weet dat er wetsvoorstellen aanhangig of zelfs aangenomen zijn inzake de modernisering van het Nederlandse

Nadere informatie

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014)

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014) De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, handelend in overeenstemming

Nadere informatie

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Op 12 juni 2012 heeft de Eerste Kamer de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht en de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

Verklaring m.b.t. de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van rechtspersonen en andere juridische constructies

Verklaring m.b.t. de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van rechtspersonen en andere juridische constructies Verklaring m.b.t. de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van rechtspersonen en andere juridische constructies De wet ter voorkoming van witwassen van geld en terrorismefinanciering, verplicht

Nadere informatie

FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011

FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011 Mededeling FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011 Mededeling inzake de wet van 20 december 2010 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders van genoteerde vennootschappen Toepassingsveld:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 746 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het financieel toezicht ter uitvoering van richtlijn nr. 2007/36/EG van het

Nadere informatie

Wet op het financieel toezicht. Voorlichtingsbrochure Uitgevende instellingen, bestuurders en commissarissen

Wet op het financieel toezicht. Voorlichtingsbrochure Uitgevende instellingen, bestuurders en commissarissen Wet op het financieel toezicht Voorlichtingsbrochure Uitgevende instellingen, bestuurders en commissarissen Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij

Nadere informatie

Nieuwe aanpassing regels openbaar bod

Nieuwe aanpassing regels openbaar bod Nieuwe aanpassing regels openbaar bod 1. Inleiding Het op 24 mei 2011 aanhangig gemaakte wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2012 1 bevat wijzigingen in de Wft en enkele andere wetten met betrekking

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 277 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de herziening van het preventief toezicht bij oprichting en wijzigingen van

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/65336

Nadere informatie

Voordracht P. van Schilfgaarde, Congres Spigt Dutch Caribbean, 22 oktober 2012. Boek 2 Curaçao per 1-1-2012. Overzicht belangrijkste wijzigingen

Voordracht P. van Schilfgaarde, Congres Spigt Dutch Caribbean, 22 oktober 2012. Boek 2 Curaçao per 1-1-2012. Overzicht belangrijkste wijzigingen Voordracht P. van Schilfgaarde, Congres Spigt Dutch Caribbean, 22 oktober 2012 Boek 2 Curaçao per 1-1-2012. Overzicht belangrijkste wijzigingen 1. Redenen voor wijziging tekst 2004: vooral Nederlandse

Nadere informatie

Besluit artikel 10 overname- richtlijn

Besluit artikel 10 overname- richtlijn Besluit artikel 10 overname- richtlijn R.E. Batten, januari 2018 1 Verwerkte publicaties Staatsblad Naam Stb. 2006, nr. 191 Besluit van 5 april 2006 tot uitvoering van artikel 10 van Richtlijn 2004/25/EG

Nadere informatie

Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie.

Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht. van de. Nederlandse Orde van Advocaten. en de. Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie inzake het voorstel van wet Herziening van de regels over toegelaten instellingen

Nadere informatie

Essentie. 1.1 Inleiding en achtergrond

Essentie. 1.1 Inleiding en achtergrond HOOFDSTUK 1 Essentie 1.1 Inleiding en achtergrond In dit onderzoek staat de arbitrabiliteit van vennootschappelijke besluiten centraal. Vennootschappelijke besluiten zijn de beslissingen genomen door organen

Nadere informatie

CMS_LawTax_Negative_28-10 CONSULTATIE UITVOERINGSBESLUIT WWFT 2018

CMS_LawTax_Negative_28-10 CONSULTATIE UITVOERINGSBESLUIT WWFT 2018 CMS_LawTax_Negative_28-10 CONSULTATIE UITVOERINGSBESLUIT WWFT 2018 februari 2018 CONSULTATIE UITVOERINGSBESLUIT WWFT 2018 1. ALGEMEEN Met grote belangstelling hebben wij kennis genomen van de consultatieversie

Nadere informatie

NAAMLOZE VENNOOTSCHAP SEPTESTRAAT 27 2640 MORTSEL ONDERNEMINGSNUMMER 0404 021 727 OPROEPING TOT DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING

NAAMLOZE VENNOOTSCHAP SEPTESTRAAT 27 2640 MORTSEL ONDERNEMINGSNUMMER 0404 021 727 OPROEPING TOT DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING AGFA-GEVAERT NAAMLOZE VENNOOTSCHAP SEPTESTRAAT 27 2640 MORTSEL ONDERNEMINGSNUMMER 0404 021 727 OPROEPING TOT DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING Op de Buitengewone Algemene Vergadering van 26 april 2005

Nadere informatie

Buitengewone algemene vergadering van Aandeelhouders

Buitengewone algemene vergadering van Aandeelhouders Dit is een gezamenlijk persbericht van Univar N.V. en Ulixes B.V. die is vereist op grond van artikel 9b lid 1 van het Besluit toezicht effectenverkeer 1995. Niet voor vrijgave, publicatie of distributie,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 483 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met kwijting aan bestuurders en commissarissen Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 985 Wet houdende regels betreffende de melding van zeggenschap en kapitaalbelang in, alsmede de melding van het geplaatste kapitaal van ter

Nadere informatie

Aankondiging claimemissie. 4 juli 2013

Aankondiging claimemissie. 4 juli 2013 Aankondiging claimemissie 4 juli 2013 Disclaimers Deze materialen zijn niet bestemd om te worden vrijgegeven, verspreid of gepubliceerd, direct of indirect, geheel of ten dele, in de Verenigde Staten,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 220 Uitvoering van richtlijn 2006/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 6 september 2006 (PbEU L 264) tot wijziging

Nadere informatie

Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven'

Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven' Update ' toezicht op bestuur in relatie tot de rol van participatiemaatschappijen in hun portefeuillebedrijven' 1 Toezicht op bestuur Op 31 mei 2011 is het wetsvoorstel bestuur en toezicht (het "Wetsvoorstel")

Nadere informatie

Reactie NVP op de concept corporate governance code

Reactie NVP op de concept corporate governance code Reactie NVP op de concept corporate governance code 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen ( NVP ) maakt langs deze weg graag gebruik van de uitnodiging om te reageren op

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 023 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Wet toezicht financiële verslaggeving in verband met de herziene richtlijn prospectus

Nadere informatie

overname- biedingen Vob

overname- biedingen Vob Vrijstellingsbesluit overname- biedingen Vob R.E. Batten, januari 2018 1 Verwerkte publicaties Staatsblad Stb. 2008, nr. 27 Stb. 2012, nr. 197 Stb. 2012, nr. 196 Stb. 2012, nr. 242 Naam Vrijstellingsbesluit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 929 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2005/56/EG van het Europese Parlement

Nadere informatie

Corporate Governance Charter

Corporate Governance Charter Corporate Governance Charter Dealing Code Hoofdstuk Twee Euronav Corporate Governance Charter December 2005 13 1. Inleiding Op 9 december 2004 werd de Belgische Corporate Governance Code door de Belgische

Nadere informatie

HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN: Besluit tot uitvoering van artikel 41 van Richtlijn nr. 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 mei 2006 betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde

Nadere informatie

F L U X Y S Naamloze Vennootschap. Kunstlaan Brussel BTW BE RPR Brussel

F L U X Y S Naamloze Vennootschap. Kunstlaan Brussel BTW BE RPR Brussel F L U X Y S Naamloze Vennootschap Kunstlaan 31-1040 Brussel BTW BE 0402 954 628 RPR Brussel UITTREKSEL VAN DE BIJEENROEPING VAN DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 9 MEI 2006 Voorstel om de statuten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 200 20 32 783 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met introductie van een meldingsplicht voor bepaalde cash settled instrumenten Nr.

Nadere informatie

Aan de voorzitter en de leden. van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie. van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Aan de voorzitter en de leden. van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie. van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Veiligheid en Justitie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam, 14 oktober 2011 Referentie: B2011.51 Betreft:

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening I. Inleiding Advies van 4 maart 2013 1. Zowel het volledig

Nadere informatie

32783 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met introductie van een meldingsplicht voor bepaalde cash settled instrumenten

32783 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met introductie van een meldingsplicht voor bepaalde cash settled instrumenten 32783 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met introductie van een meldingsplicht voor bepaalde cash settled instrumenten NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Met belangstelling heeft

Nadere informatie

AEGON STELT WIJZGINGEN IN CORPORATE GOVERNANCE VOOR OM ZEGGENSCHAP AANDEELHOUDERS TE VERSTERKEN

AEGON STELT WIJZGINGEN IN CORPORATE GOVERNANCE VOOR OM ZEGGENSCHAP AANDEELHOUDERS TE VERSTERKEN 205722 PERSBERICHT AEGON STELT WIJZGINGEN IN CORPORATE GOVERNANCE VOOR OM ZEGGENSCHAP AANDEELHOUDERS TE VERSTERKEN STRUCTUURREGIME VERLATEN; STEMRECHT VERENIGING AEGON TERUGGEBRACHT AEGON N.V. is van plan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 473 Beschikking van de Minister van Justitie van 21 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet zeggenschap in ter

Nadere informatie

Corporate Governance Verklaring Alumexx N.V. 2017

Corporate Governance Verklaring Alumexx N.V. 2017 Corporate Governance Verklaring Alumexx N.V. 2017 Inleiding De vigerende Nederlandse Corporate Governance Code d.d. 8 december 2016 (de Code) richt zich op de governance van beursgenoteerde vennootschappen

Nadere informatie

De claw back en de redelijkheidstoets bij variabele beloningen

De claw back en de redelijkheidstoets bij variabele beloningen De claw back en de redelijkheidstoets bij variabele beloningen M r. B. Q u i s p e l e n m r. S. N. H o o g h i e m s t r a * Inleiding De afgelopen jaren hebben bonussen geleid tot grote maatschappelijke

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/64906

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 332 Besluit van 29 augustus 2017 tot wijziging van het Besluit van 23 december 2004 tot vaststelling van nadere voorschriften omtrent de inhoud

Nadere informatie

Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen

Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen Wijzigingsregeling in verband met de implementatie van de richtlijn beheerders van alternatieve belegginginstellingen Regeling van de Minister van Financiën van kenmerk: nr. FM 2013/507 M, tot wijziging

Nadere informatie

Dit is een geanonimiseerde versie van de op 18 december 2014 in zaak uitgebrachte informele zienswijze.

Dit is een geanonimiseerde versie van de op 18 december 2014 in zaak uitgebrachte informele zienswijze. [ ] Den Haag, Aantal bijlage(n): Uw kenmerk: Ons kenmerk: ACM/DM/2014/206876_OV Contactpersoon: [ ] Onderwerp: 14.0918.15 / Informele Zienswijze [ ] [ ] Dit is een geanonimiseerde versie van de op 18 december

Nadere informatie