Publicatie JBPR 2012 afl. 1 Publicatiedatum 07 maart 2012 College. Gerechtshof Leeuwarden Uitspraakdatum 06 september 2011

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Publicatie JBPR 2012 afl. 1 Publicatiedatum 07 maart 2012 College. Gerechtshof Leeuwarden Uitspraakdatum 06 september 2011"

Transcriptie

1 JBPR 2012/12 Gerechtshof Leeuwarden, , /01, LJN BR6832 Eisvermeerdering in hoger beroep, Strijd met de goede procesorde, Ambtshalve weigeren eisvermeerdering, Gedeeltelijke onbevoegdheid Publicatie JBPR 2012 afl. 1 Publicatiedatum 07 maart 2012 College Gerechtshof Leeuwarden Uitspraakdatum 06 september 2011 Rolnummer Rechter(s) Partijen Noot Trefwoorden /01 LJN BR6832 mr. Kuiper mr. Janse mr. Groefsema Regelgeving Rv Samenvatting De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [appellante] te [plaats], appellante, tevens verweerster in het incident, in eerste aanleg: eiseres, hierna te noemen: [BV A], advocaat: mr. J.H.C. van den Akker, kantoorhoudende te Utrecht, tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid S&S Import & Export BV te Stadskanaal, geïntimeerde, tevens eiseres in het incident, in eerste aanleg: gedaagde, hierna te noemen: S&S, advocaat: mr. J.V. van Ophem, kantoorhoudende te Leeuwarden. mr. drs. A.W. van der Veen Eisvermeerdering in hoger beroep, Strijd met de goede procesorde, Ambtshalve weigeren eisvermeerdering, Gedeeltelijke onbevoegdheid, Eisvermeerdering bij memorie van grieven geweigerd wegens strijd met de goede procesorde. Nieuwe grond zou leiden tot gedeeltelijke onbevoegdheid van het hof en verwijzing.» Uitspraak Het geding in eerste instantie (...; red.) Het geding in hoger beroep (...; red.) De beoordeling 1. Het gaat in deze zaak in het kort om het volgende. [BV A] brengt sedert 2007 via meerdere tuincentra een vuurkorf (in drie verschillende maten) op de markt. De vuurkorf, die deel uitmaakt van de productlijn genaamd Fancy Flames, bestaat uit vijf losse onderdelen die op elkaar liggend zijn verpakt in een platte houten krat. 2. [BV A] stelt zich op het standpunt dat S&S onder de benaming Brazil een vuurkorf verkoopt die gelijkenis vertoont met de Fancy Flames-vuurkorf. [BV A] heeft daarop S&S in kort geding betrokken

2 en (samengevat) gevorderd dat S&S de verkoop van de vuurkorf Brazil dient te staken, dat S&S productie- en verkoopgegevens over de vuurkorf Brazil verstrekt, dat de handelsvoorraad vuurkorven Brazil wordt vernietigd en dat S&S ,= betaalt aan [BV A] als voorschot op de schadevergoeding. Aan deze vorderingen ligt beweerdelijke schending door S&S van het auteursrecht van [BV A] ten grondslag, dan wel slaafse nabootsing. 3. De voorzieningenrechter heeft bij het bestreden vonnis de vorderingen van [BV A] afgewezen en [BV A] in de proceskosten verwezen. 4. In hoger beroep heeft [BV A] aan haar vorderingen mede ten grondslag gelegd (memorie van grieven, randnrs. 20 e.v.) dat de vuurkorf Brazil onder het beschermingsregime valt van Verordening 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 (PbEG 2002, L 3/1; hierna: de Gemeenschapsmodellenverordening). Deze uitbreiding van de grondslag van de vordering is een eiswijziging in de zin van art. 130 Rv. 5. S&S heeft in appel de exceptie van onbevoegdheid opgeworpen voor zover de vorderingen van [BV A] in hoger beroep op de Gemeenschapsmodellenverordening zijn gebaseerd. Uit art. 80 lid 1 juncto art. 81 van de Gemeenschapsmodellenverordening juncto art. 3 van de Uitvoeringswet EGverordening betreffende Gemeenschapsmodellen (hierna: de Uitvoeringswet) behoren vorderingen gebaseerd op de Gemeenschapsmodellenverordening tot de exclusieve bevoegdheid van de rechtbank te Den Haag, en bijgevolg in hoger beroep tot de exclusieve bevoegdheid van het gerechtshof te Den Haag, aldus S&S. Met betrekking tot de eiswijziging 6. Op grond van art. 130 lid 1 juncto art. 353 lid 1 Rv komt aan [BV A] de bevoegdheid toe haar eis of de gronden daarvan te wijzigen, welke bevoegdheid in hoger beroep in die zin beperkt is dat de eiswijziging (behoudens hier niet ter zake doende uitzonderingen) niet later dan bij memorie van grieven of antwoord dient plaats te vinden (HR 20 juni 2008, LJN: BC4959). Niet in geding is dat de eiswijziging bij de eerste memorie en daarmee tijdig is gedaan. 7. De toelaatbaarheid van een eiswijziging moet mede worden beoordeeld in het licht van de herstelfunctie van het hoger beroep. De grenzen van het toelaatbare worden echter overschreden, indien de eiswijziging in strijd is met de eisen van een goede procesorde. 8. Uitbreiding van de grondslag van de vordering in hoger beroep met een nevengeschikt beroep op de Gemeenschapsmodellenverordening, leidt tot processuele complicaties. Voor zover gebaseerd op de Gemeenschapsmodellenverordening zou de zaak in hoger beroep wegens onbevoegdheid van dit hof om kennis te nemen van op de Gemeenschapsmodellenverordening gebaseerde vorderingen moeten worden verwezen naar het gerechtshof te s-gravenhage, terwijl de zaak voor het overige ter beoordeling blijft van dit hof. 9. De gedeeltelijke verwijzing naar het gerechtshof te s-gravenhage vloeit voort uit de aanwijzing in art. 3 van de Uitvoeringswet van de rechtbank te s-gravenhage als de exclusief bevoegde rechter in eerste aanleg, zowel in bodemzaken als in kort geding. Daarmee is het gerechtshof te s-gravenhage de exclusief bevoegde gemeenschapsmodellenrechter in tweede aanleg. In de memorie van toelichting van genoemde bepaling is dat ook uitdrukkelijk zo gesteld: (...) Uit artikel 60, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie (hierna: Wet RO) volgt dat in Nederland niet apart een rechtbank voor de tweede aanleg hoeft te worden aangewezen om te voldoen aan de eisen van de verordening. Ingevolge dat artikel is uitsluitend het gerechtshof te s- Gravenhage bevoegd voor de beslechting van geschillen inzake het Gemeenschapsmodel in tweede aanleg. Uit de aanwijzing van de rechtbank s-gravenhage tot rechtbank voor het Gemeenschapsmodel volgt dat de ingevolge artikel 50 van de Wet RO zitting hebbende voorzieningenrechter van de rechtbank te

3 s-gravenhage kortgedingzaken behandelt. Duidelijkheidshalve wordt de bevoegdheid van die voorzieningenrechter in dit artikel geregeld. De rechtbank te s-gravenhage (en daarmee ook het gerechtshof te s-gravenhage) heeft al meerdere exclusieve bevoegdheden op het terrein van de intellectuele eigendom. (...) Bovendien hebben beide gerechten reeds kamers die gespecialiseerd zijn in het recht op de intellectuele eigendom en richten partijen die op basis van de regels voor relatieve competentie ook elders zouden kunnen procederen zich tot de rechtbank te s-gravenhage. (Kamerstukken II, 2003/04, , nr. 3, p.3) 10. De na gedeeltelijke verwijzing ontstane, onwenselijke situatie dat één en dezelfde zaak tegelijk voor twee hoven aanhangig is, zou vervolgens kunnen worden opgelost door een vordering tot verwijzing wegens verknochtheid van de bij het gerechtshof te Leeuwarden aanhangige appel naar het gerechtshof te s-gravenhage. Zulks leidt echter tot (verdere) vertraging van het geding, terwijl de zaak bij het gerechtshof te Leeuwarden zich reeds in een vergevorderd stadium bevindt. 11. Te meer daar het hier een kort geding betreft, leidt één en ander naar het oordeel van het hof hoe dan ook tot onredelijke vertraging, zodat de eiswijziging van [BV A] voor zover de grondslag van de vordering wordt uitgebreid tot de Gemeenschapsmodellenverordening wegens strijd met de eisen van een goede procesorde wordt geweigerd. 12. Het hof wijst er voor alle duidelijkheid op dat het voorgaande er niet aan afdoet dat recht zal worden gedaan op de eis zoals geformuleerd in het petitum van de memorie van grieven, aangezien de eiswijziging voor het overige niet in strijd is met de eisen van een goede procesorde. Met betrekking tot de exceptie van (gedeeltelijke) onbevoegdheid 13. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van de eiswijziging van [BV A], behoeft de incidentele vordering van S&S bij gebrek aan belang verder geen bespreking meer en zal worden afgewezen. 14. Partijen zijn, gelet op de samenhang tussen de eiswijziging en het bevoegdheidsincident, te beschouwen als over en weer in het ongelijk te stellen. Het hof zal de kosten van het incident daarom op na te melden wijze compenseren. De beslissing Het gerechtshof: in de hoofdzaak: weigert de eiswijziging voor zover aan de vordering van [BV A] in hoger beroep de Gemeenschapsmodellenverordening ten grondslag wordt gelegd; verwijst de (hoofd)zaak naar de rol van dinsdag 27 september 2011 voor uitlating voortprocederen (akte, pleidooi, arrest) door beide partijen. in het incident: wijst de incidentele vordering van S&S af; compenseert de kosten van dit incident zodanig dat partijen hun eigen kosten dragen.» Noot

4 1. In de hierboven afgedrukte uitspraak weigert het Hof Leeuwarden een eiswijziging wegens strijd met de goede procesorde. Die beslissing is interessant omdat de eiswijziging tijdig was gedaan bij memorie van grieven en het hof (kennelijk) ambtshalve de eiswijziging weigerde in plaats van zichzelf onbevoegd te verklaren en te verwijzen. De zaak betrof een geschil tussen twee verkopers van vuurkorven. Eiseres tevens appellante Esschert Design B.V. (hierna: Esschert) was van mening dat concurrent S&S Import & Export B.V. (hierna: S&S) haar Fancy Flames vuurkorven had gekopieerd en zelf verkocht onder de naam Brazil. In kort geding vorderde eiseres (onder meer) dat S&S de verkoop van de Brazil zou staken en een bedrag van zou betalen als voorschot op schadevergoeding. Zij voerde voor haar vordering twee grondslagen aan: schending van het auteursrecht en slaafse nabootsing. De voorzieningenrechter wees de vordering op beide gronden af, omdat kort gezegd de Fancy Flames onvoldoende onderscheidende elementen bevatte en onvoldoende was gebleken van op ontlening berustende gelijkenis. In hoger beroep baseerde Esschert haar vordering op een nieuwe, nevengeschikte, grondslag, namelijk dat haar vuurkorf onder het beschermingsregime van de Gemeenschapsmodellenverordening valt (Verordening 6/2002 van de Raad van 12 december 2001, PbEG 2002, L 3/1). Het hof stelt (terecht) vast dat deze uitbreiding van de grondslag van de vordering een eiswijziging in de zin van art. 130 (jo. 353 lid 1) Rv is. Het staat de eiser ook in hoger beroep vrij zijn eis te wijzigen. Dit beantwoordt aan de herstelfunctie van het hoger beroep. Die eiswijziging dient wel dadelijk in het eerste processtuk te gebeuren (de zgn. twee conclusie -regel, HR 6 april 1991, NJ 1992, 407 en HR 20 juni 2008, NJ 2009, 21). In casu was aan dit vereiste voldaan. Een tijdige eiswijziging garandeert echter niet dat deze ook toelaatbaar is. De eiswijziging kan worden geweigerd op grond dat die strijdig is met de goede procesorde. Uit de wetsgeschiedenis en jurisprudentie volgt dat er twee gronden kunnen zijn voor deze strijdigheid met de goede procesorde: de eiswijziging kan het verweer onredelijk bemoeilijken en/of de procedure onredelijk vertragen (Parl. Gesch. Burg. Procesrecht, Van Mierlo/Bart, p. 322, HR 12 oktober 1990, NJ 1991, 186). Van onredelijk bemoeilijken van het verweer lijkt in dit geval geen sprake. S&S had juist zelf bij de rechtbank aangevoerd dat eiseres haar vorderingen niet op het auteursrecht of op slaafse nabootsing kon gronden, maar dat veeleer het modellenrecht in aanmerking kwam. De nieuwe grondslag kon dus geen verrassing zijn. Bovendien had zij nog alle gelegenheid zich bij memorie van antwoord te verweren. 2. Het was dan ook vanwege onredelijke vertraging dat het hof strijd met de goede procesorde aannam. Die onredelijke vertraging school volgens het hof in de volgende processuele complicatie. De Gemeenschapsmodellenverordening (in combinatie met de uitvoeringswet) geeft exclusieve bevoegdheid aan de Rechtbank Den Haag voor op de verordening gebaseerde vorderingen. In reactie op de eiswijziging wierp geïntimeerde S&S daarom een bevoegdheidsincident op waarin zij stelde dat voor wat betreft de nieuwe grondslag de zaak zou moeten worden verwezen naar het Hof Den Haag, terwijl de initiële twee grondslagen ter beoordeling van het Hof Leeuwarden zouden dienen te blijven. Het hof deelde deze analyse, maar liet een kleine onduidelijkheid in de wetgeving onbesproken. Op grond van art. 80 lid 1 Gemeenschapsmodellenverordening dienen alle lidstaten een beperkt aantal rechtbanken in eerste en tweede aanleg aan te merken als exclusief bevoegd. Art. 3 van de uitvoeringswet bepaalt echter slechts dat in eerste aanleg de Rechtbank Den Haag (en de voorzieningenrechter van die rechtbank) exclusief bevoegd is. Blijkens de memorie van toelichting (in het hofarrest deels geciteerd in r.o. 9) heeft de wetgever het niet nodig geacht om ook een rechter in tweede aanleg te noemen, nu art. 60 lid 1 RO er al in voorziet dat het Hof Den Haag dan bevoegd is. Het lijkt er op dat de wetgever de zich hier voordoende complicatie, waarbij een op de Gemeenschapsmodellenverordening gebaseerde vordering pas bij een eiswijziging in hoger beroep (niet bij het Hof Den Haag) wordt ingesteld, niet goed onder ogen heeft gezien. Art. 60 RO bepaalt immers alleen dat zaken die beginnen bij de Rechtbank Den Haag in hoger beroep bij het Hof Den Haag uitkomen. Daarvan is hier nu juist geen sprake (en ook in de art RO staat de bijzondere competentie van het Hof Den Haag, anders dan bijvoorbeeld de competentie van de

5 Ondernemingskamer van het Hof Amsterdam, niet genoemd). Het Hof Leeuwarden las in de memorie van toelichting kennelijk dat de wetgever heeft bedoeld het Hof Den Haag exclusief bevoegd te maken voor alle in tweede aanleg te beoordelen vorderingen met de Gemeenschapsmodellenverordening als grondslag. Dat lijkt mij juist en in lijn met de bedoeling van de wetgever. Overigens volgt het ook uit de door art. 80 lid 2 Gemeenschapsmodellenverordening vereiste opgaaf door Nederland aan de Europese Commissie van zowel Rechtbank als Hof Den Haag als uitsluitend bevoegde instanties. Dit maakte het Hof Leeuwarden dus relatief onbevoegd, zodat het omdat het een hoger beroep betrof zonodig ambtshalve (HR 27 januari 1984, NJ 1984, 399) moest verwijzen naar de juiste rechter (art. 110 lid 2 jo. 74 Rv). Het gedeeltelijk verwijzen bestempelde het Hof Leeuwarden vervolgens als een onwenselijke processuele complicatie. Het hof overwoog nog dat de situatie zou kunnen worden geheeld door de hele zaak dan maar wegens verknochtheid naar het Haagse Hof te verwijzen, maar het wees die oplossing van de hand: dit zou tot verdere (onredelijke) vertraging leiden. Het hof oordeelde vanwege deze complicaties de eiswijziging strijdig met de goede procesorde en wees daarbij op de omstandigheid dat het een kort geding betrof en dat de zaak zich bovendien al in een vergevorderd stadium bevond. Het afwijzen van de eiswijziging is kennelijk een ambtshalve beslissing geweest, nu uit het arrest niet blijkt dat S&S in haar incident meer heeft gesteld dan dat het hof (gedeeltelijk) onbevoegd was. Die incidentele vordering werd (vanzelfsprekend) eveneens afgewezen, bij gebrek aan belang. 3. Het arrest roept, naast de hiervoor aangeduide onvolmaaktheid in de wetgeving, de vraag op of het hof voldoende terughoudendheid heeft betracht bij het ambtshalve afwijzen van de eiswijziging. Daarnaast speelt de vraag welke waarde moet worden toegekend aan de omstandigheid dat het een kort geding betrof. In de literatuur wordt gepleit voor terughoudendheid bij het afwijzen van eiswijzigingen (zie B.T.M. van der Wiel, De rechtsverhouding tussen procespartijen, (diss.), Deventer: Kluwer 2004, p. 231). Voor die terughoudendheid pleit dat een afwijzen kan leiden tot het entameren van een nieuwe procedure, waarbij in het algemeen geen van beide partijen gebaat is net zo min als het rechterlijk apparaat. Los daarvan verzet het beginsel van partijautonomie zich tegen een ambtshalve ingrijpen in de procedure waar dat niet nodig is. Uit het arrest blijkt niet dat geïntimeerde bezwaar heeft gemaakt tegen de eiswijziging zelf of tegen een gedeeltelijke verwijzing, terwijl zij gezien het bevoegdheidsincident besefte dat mogelijk ook bij het Haagse Hof geprocedeerd zou moeten worden. Evenmin blijkt dat partijen zich hebben uitgelaten over de door het hof aangestipte oplossing van algehele verwijzing naar het Hof Den Haag. Het is dus onduidelijk hoe partijen tegenover deze scenario s en de daarmee gepaard gaande vertraging stonden. Daarbij is van belang dat het hof niet ambtshalve tot verwijzing wegens verknochtheid kon overgaan. De wettekst van art. 220 Rv spreekt immers duidelijk over verwijzing op vordering van een partij (zie ook de Losbladige rechtsvordering art. 220 Rv, aant. 7, bewerkt door G. Snijders). Lindijer wijst er in zijn dissertatie op dat de bevoegdheid tot ambtshalve weigeren van een eiswijziging voortkomt uit de omstandigheid dat art. 130 Rv, anders dan het oude art. 134 Rv, ook geldt voor kantonzaken en (jo. art. 283 Rv) voor verzoekschriftprocedures en dat voordien voor dergelijke zaken een toestemmingsvereiste bestond. Middels dat toestemmingsvereiste voor het wijzigen van eis kon de rechter de belangen van partijen die in persoon procedeerden beschermen (V.C.A. Lindijer, De goede procesorde, (diss.) Deventer: Kluwer 2006, nr. 26). Van een dergelijke beschermingsnoodzaak is bij een zaak tussen professionele partijen dunkt mij geen sprake. Voor het overige vindt de bevoegdheid tot ambtshalve weigeren zijn grond in art. 20 Rv, dat rechter (en partijen) opdraagt te waken tegen onredelijke vertraging. Het hof zag zich dus geplaatst voor de vraag of het zich gedeeltelijk onbevoegd diende te verklaren en de zaak, voor wat betreft de nieuwe grondslag, moest verwijzen of dat het de eiswijziging moest weigeren. In zijn noot onder HR 9 juli 2010, NJ 2010, 418, «JBPr» 2010/57 (Leemkuil/Smit) stelt Hovens dat bij inhoudelijke koerswijzigingen partijen ruim baan krijgen in lijn met de herstelfunctie

6 van het hoger beroep en dat het aantal keren dat de Hoge Raad het afwijzen van een eiswijziging toeliet op één hand te tellen is, waarbij het steeds ging om processuele complicaties. Anders dan in de door Hovens genoemde uitspraken, lijkt in de onderhavige kwestie echter geen sprake te zijn geweest van een situatie waarin appellante door processueel gedrag in eerste aanleg haar recht had verspeeld om in hoger beroep de nieuwe grondslag aan te voeren. In een dergelijk geval zou naar mijn mening zonder tegengeluid van de wederpartij de eiswijziging toegelaten dienen te worden. Overigens hield in HR 24 december 2010 (besproken in «JBPr» 2011/29, met kritische noot van A.M. van Aerde) een weigering door de appelrechter van een inhoudelijke eiswijziging in cassatie wel stand. Dat geval week echter af van het onderhavige omdat het een eiswijziging van geïntimeerde (bij memorie van antwoord) betrof en vertraging geen kenbare rol speelde. Indien het hof met zijn oordeel uitvoering heeft willen geven aan art. 20 Rv en zich proactief heeft willen opstellen, had het bijvoorbeeld partijen de gelegenheid kunnen geven zich uit te laten over de complicatie van een gelijktijdige procedure voor twee hoven en over een algehele verwijzing naar het Hof Den Haag. Afhankelijk van het antwoord van geïntimeerde, en het concrete nadeel dat zij als gevolg van de vertraging zou menen te ondervinden, had het hof dan alsnog de eiswijziging kunnen weigeren. Met deze aanpak zou een betere balans hebben bestaan tussen de eisen van een efficiënte procesvoering en de herstelfunctie van het hoger beroep. Tegenover de roep om terughoudendheid bij een ambtshalve weigering staat mogelijk de omstandigheid dat deze procedure een kort geding betrof. Ook in kort geding geldt in beginsel de twee conclusie -regel (HR 20 juni 2008, RvdW 2008, 649 en Gerechtshof Arnhem 16 december 2008, LJN BH4736). Echter, het door spoed gekenmerkte karakter kan tot afwijking nopen aldus F.B. Bakels, A. Hammerstein & E.M. Wesseling-van Gent in: Hoger beroep (Asser Procesrecht 4), Deventer: Kluwer 2009, nr Of dat karakter een eiswijziging van eiser in de weg zal staan, zal in het algemeen van de specifieke omstandigheden van de zaak afhangen. Vaak zal het echter alleen of vooral eiser zijn die belang heeft bij een spoedige uitspraak, zodat vertraging als gevolg van zijn eiswijziging alleen hemzelf in de weg zal zitten en dus geen reden zal vormen om die eiswijziging af te wijzen. Bij een appel tegen een kortgedingvonnis komt daar nog bij dat in veel gevallen de druk al van de ketel is en partijen wel doorprocederen maar het tijdselement een minder grote rol speelt (in de onderhavige zaak ligt er bijna een jaar tussen het eindvonnis en het tussenarrest). Er lijkt mij weinig tegen op een dergelijk verloop. Indien partijen in hoger beroep minder haast maken, waarom zou het hof dan ambtshalve het kortgedingkarakter moeten afdwingen? 4. Hoe dan ook, een eiswijziging die tot processuele complicaties leidt, loopt het risico geweigerd te worden. Dat geldt ook wanneer de eiswijziging correspondeert met de herstelfunctie van het hoger beroep en het procesgedrag van de eiser daartoe aanleiding gevend, aan deze niet kan worden tegengeworpen. Tot slot merk ik op dat het voor de partij die haar eiswijziging geweigerd ziet, weinig zin heeft om hierover in hoger beroep of cassatie te klagen. Art. 130 lid 2 (jo. 353 lid 1) Rv bepaalt immers dat tegen een degelijke beslissing geen rechtsmiddel openstaat. Indien appellante dus alsnog wil ageren op basis van haar nieuwe grondslag, zal zij een nieuwe zaak bij de Rechtbank Den Haag moeten aanspannen. Partijen krijgen dan een extra instantie en ook de eerste twee grondslagen kunnen wederom aan bod komen, nu aan het kortgedingvonnis geen gezag van gewijsde toekomt. Weliswaar is het geding waarin de eiswijziging werd gesteld dan niet onnodig vertraagd, maar het krijgen van een beslissing in het geschil op die grondslag wel. mr. drs. A.W. van der Veen, advocaat bij Houthoff Buruma te Den Haag

ECLI:NL:GHARL:2017:707

ECLI:NL:GHARL:2017:707 ECLI:NL:GHARL:2017:707 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 02-02-2017 Zaaknummer 200.186.790/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr...

http://legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=8305225& sr... pagina 1 van 5 JOR 2013/87 Gerechtshof Arnhem, 18-12-2012, 200.099.939, LJN BY7149 Processuele gevolgen faillietverklaring voor aanhangige rechtsvorderingen, Schorsing van geding in conventie ex art. 29

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in incident van in de zaak van 1. de vennootschap naar buitenlands recht SAMSUNG ELECTRONICS CO. LTD, gevestigd te Gyeonggi-do,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 31-07-2007 Zaaknummer 0600466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: Vonnis in kort geding van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX B.V., gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:10207

ECLI:NL:GHARL:2014:10207 ECLI:NL:GHARL:2014:10207 Instantie Datum uitspraak 30-12-2014 Datum publicatie 07-01-2015 Zaaknummer 200.154.059-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823 JIN 2013/174 JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6823, 200.090.368, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Personenvennootschappen, Ontvankelijkheid maatschap GA DIRECT NAAR GEGEVENS

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht. arrest GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE Sector handel Zaaknummer Rolnummer rechtbank : 370789lKG ZA 10-877 arrest van de vijfde civiele kamer d.d. 22 februari 2011 inzake Paul Burger, kantoorhoudende te Amsterdam,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2012:BY7476 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHLEE:2012:BY7476 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHLEE:2012:BY7476 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 11-12-2012 Datum publicatie 28-12-2012 Zaaknummer 200.115.609/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2013:4437 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 25-06-2013 Datum publicatie 23-07-2013 Zaaknummer 200.115.689 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

Overheidsaanbesteding. Referentie-eis. Incident in hoger beroep, strekkende tot verbod opdrachtverlening totdat in appel is beslist. Belangenafweging.

Overheidsaanbesteding. Referentie-eis. Incident in hoger beroep, strekkende tot verbod opdrachtverlening totdat in appel is beslist. Belangenafweging. EJEA 16-105 ECLI:NL:GHDHA:2016:1024 Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak19-04-2016 Datum publicatie14-07-2016 Zaaknummer200.186.709/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013 SECOND OPINION REGLEMENT Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg april 2013 1 INHOUDSOPGAVE Considerans... 3 I. Algemene bepalingen... 4 II. Het verzoek om een second opinion-procedure

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3549 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:3549 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:3549 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 26-08-2014 Datum publicatie 11-12-2014 Zaaknummer 200.125.414-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2015:5534 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 21-07-2015 Datum publicatie 23-07-2015 Zaaknummer 200.128.839-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer : /0 1

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer : /0 1 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer : 200.097.924/0 1 zaaknummer rechtbank Amsterdam : 434569/HA ZA 09-2443 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 25-09-2014 Zaaknummer 200.133.088/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744 Instantie Rechtbank Middelburg Datum uitspraak 09-02-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 75196 / HA ZA 10-466 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:317

ECLI:NL:GHSHE:2017:317 ECLI:NL:GHSHE:2017:317 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 02-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.172.307_01

Nadere informatie

actualiteiten hoger beroep

actualiteiten hoger beroep actualiteiten hoger beroep 1 april 2015 mr. F.J.P. (Pieter Frans) Lock programma appeltermijn financiële appelgrens hoger beroep van tussenuitspraken doorbreking van het rechtsmiddelenverbod omvang van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BN8776 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHLEE:2010:BN8776 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHLEE:2010:BN8776 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 28-09-2010 Datum publicatie 30-09-2010 Zaaknummer 200.065.899/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

ECLI:NL:RBROT:2017:3565 ECLI:NL:RBROT:2017:3565 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 19-04-2017 Datum publicatie 10-05-2017 Zaaknummer C/10/507047 / HA ZA 16-758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING.

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING. Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-10-2012 Datum publicatie 31-01-2013 Zaaknummer 200.107.628/01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie Géén appelverbod

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:6585

ECLI:NL:GHARL:2015:6585 ECLI:NL:GHARL:2015:6585 Instantie Datum uitspraak 08-09-2015 Datum publicatie 26-10-2015 Zaaknummer 200.134.402 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 15-07-2010 Zaaknummer 268738 / HA ZA 09-1343 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2009:BG2238 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 30-01-2009 Datum publicatie 30-01-2009 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/181HR

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0395 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-01-2013 Datum publicatie 01-02-2013 Zaaknummer HD 200.054.815 KG Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken

Rechtspraak.nl - Zoeken in uitspraken Page 1 of 5 LJN: BD7584, Hoge Raad, 07/12596 Datum uitspraak: 07-11-2008 Datum publicatie: 07-11-2008 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Internationaal privaatrecht.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS in een geschil tussen. de besloten vennootschap A., hierna te noemen leverancier,

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS in een geschil tussen. de besloten vennootschap A., hierna te noemen leverancier, Essentie: Twee sets algemene voorwaarden cumulatief van toepassing, één met en één zonder arbitraal beding. Voor geen van beide is een duidelijke voorrang. De wederpartij wil beslechting door de rechter.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:GHDHA:2017:647 ECLI:NL:GHDHA:2017:647 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Zaaknummer 200.207.571/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie

LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523. Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011. Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie LJN: BP4803, Hoge Raad, 10/04523 Datum uitspraak: 20-05-2011 Datum publicatie: 20-05-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Onteigening. Verzuim tot betekening cassatieverklaring

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:7471

ECLI:NL:RBLIM:2017:7471 ECLI:NL:RBLIM:2017:7471 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 31072017 Datum publicatie 01082017 Zaaknummer C/03/238623 / KG ZA 17393 Rechtsgebieden Burgerlijk procesrecht Bijzondere kenmerken Kort

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392

ECLI:NL:HR:2014:156. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/00392 ECLI:NL:HR:2014:156 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-01-2014 Datum publicatie 24-01-2014 Zaaknummer 13/00392 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:1257,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:350

ECLI:NL:GHARL:2015:350 ECLI:NL:GHARL:2015:350 Instantie Datum uitspraak 20-01-2015 Datum publicatie 26-01-2015 Zaaknummer 200.145.738-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, Print uitspraak

LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, Print uitspraak LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, 107309 Print uitspraak Datum uitspraak: 17-03-2004 Datum publicatie: 13-05-2004 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Eerste aanleg - enkelvoudig Inhoudsindicatie: In

Nadere informatie

Knowledge Portal JBPR 2011/55

Knowledge Portal JBPR 2011/55 Knowledge Portal JBPR 2011/55 Aflevering JBPR 2011, afl. 5 Publicatiedatum 16-12-2011 Rolnummer 200.017.080/01 Instantie Gerechtshof Leeuwarden 3 mei 2011 (mr. Mollema, mr. Rowel-van der Linde, mr. De

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:147 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 23-03-2017 Zaaknummer 200.189.286/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:7784

ECLI:NL:GHARL:2016:7784 ECLI:NL:GHARL:2016:7784 Instantie Datum uitspraak 27-09-2016 Datum publicatie 28-09-2016 Zaaknummer 200.137.907/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01

LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, /01 LJN: BY3633, Gerechtshof Leeuwarden, 200.092.893/01 Datum uitspraak: 20-11-2012 Datum publicatie: 20-11-2012 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Ziektekostenverzekering

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FUTURECARE WORLDWIDE B.V., tevens handelend onder de naam PG WORLDWIDE,

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FUTURECARE WORLDWIDE B.V., tevens handelend onder de naam PG WORLDWIDE, Citeerwijze: Rechtbank Den Haag, IEF 14982 (Hygro tegen Futurecare) www.ie-forum.nl vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel Zittingsplaats Den Haag zaaknummer / rolnummer: Vonnis in incident van in de zaak

Nadere informatie

Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/

Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 94/3/12 Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/3 --------------------------- Inzake : LESLEE SPORTS IMPORTING LIMITED tegen SNAUWAERT N.V. Procestaal

Nadere informatie

Civiele Procespraktijk

Civiele Procespraktijk Civiele Procespraktijk Nr. 11 maart 2010 De volgende onderwerpen worden behandeld: Schorsing na faillissement en terugverwijzing naar een lagere rechter Alternatieve causaliteit Lastgeving Tussentijds

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799 ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 03-06-2009 Datum publicatie 05-06-2009 Zaaknummer 256615 / HA ZA 08-21443 juni 2009 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

LJN: AP7705, Rechtbank 's-hertogenbosch, / HA ZA Print uitspraak

LJN: AP7705, Rechtbank 's-hertogenbosch, / HA ZA Print uitspraak LJN: AP7705, Rechtbank 's-hertogenbosch, 90360 / HA ZA 03-161 Print uitspraak Datum uitspraak: 12-05-2004 Datum publicatie: 24-08-2004 Rechtsgebied: Handelszaak Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2010:BN9921

ECLI:NL:GHARN:2010:BN9921 ECLI:NL:GHARN:2010:BN9921 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 24-08-2010 Datum publicatie 08-10-2010 Zaaknummer 107.002.474/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2017:3403

ECLI:NL:RBGEL:2017:3403 ECLI:NL:RBGEL:2017:3403 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 30-06-2017 Datum publicatie 27-07-2017 Zaaknummer AWB - 15 _ 7758 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119

ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119 ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119 Instantie Datum uitspraak 27-01-2004 Datum publicatie 20-02-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch C0201298-RO Civiel

Nadere informatie

JAAN 2013/169 27-08-2013, 200.124.231, ECLI:NL:GHARL:2013:6549

JAAN 2013/169 27-08-2013, 200.124.231, ECLI:NL:GHARL:2013:6549 JAAN 2013/169 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (locatie Arnhem), 27-08-2013, 200.124.231, ECLI:NL:GHARL:2013:6549 Hoger beroep kort geding, Appellant wel belang bij hoger beroep, maar geen belang bij vorderingen

Nadere informatie

allen gevestigd te [vestigingsplaats], Eiseressen tot cassatie, verweersters in het voorwaardelijk incidenteel incidenteel cassatieberoep.

allen gevestigd te [vestigingsplaats], Eiseressen tot cassatie, verweersters in het voorwaardelijk incidenteel incidenteel cassatieberoep. 15 Civiel recht «JIN» Jurisprudentie in Nederland januari 2014, afl. 1 76 15 Hoge Raad 15 november 2013, nr. 12/04150 ECLI:NL:HR:2013:1245 (mr. Numann, mr. Loth, mr. Drion, mr. De Groot, mr. Polak) (concl.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 ECLI:NL:RBLIM:2017:4418 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 04052017 Datum publicatie 15052017 Zaaknummer C/03/232895 / KG ZA 17112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

1. DE REGERING IN BALLINGSCHAP VAN DE REPUBLIEK DER ZUID-MOLUKKEN (RMS), gevestigd te Amsterdam, hierna: RMS,

1. DE REGERING IN BALLINGSCHAP VAN DE REPUBLIEK DER ZUID-MOLUKKEN (RMS), gevestigd te Amsterdam, hierna: RMS, LJN: BU5105, Gerechtshof 's-gravenhage, 200.077.445/01 Datum uitspraak: 22-11-2011 Datum publicatie: 22-11-2011 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: Kort geding Republiek

Nadere informatie

De procedure wordt voor RITM mede behandeld door mr. M.D.R. Joppe, eveneens advocaat te Amsterdam.

De procedure wordt voor RITM mede behandeld door mr. M.D.R. Joppe, eveneens advocaat te Amsterdam. vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel Zittingsplaats Den Haag zaaknummer / rolnummer: C/09/458213 / HA ZA 14-90 Vonnis in incident van in de zaak van: de rechtspersoon naar vreemd recht RITM OKB ZOA, gevestigd

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522 Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2009 Datum publicatie 24-09-2009 Zaaknummer 99339 / KG ZA 09-274 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:1290

ECLI:NL:RBDHA:2017:1290 ECLI:NL:RBDHA:2017:1290 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 14-02-2017 Zaaknummer C/09/520447 / FT RK 16/2286 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Insolventierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2061

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2061 ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2061 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 29-04-2009 Datum publicatie 09-07-2009 Zaaknummer 321455 / HA ZA 08-3164 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

JBPR 2016/24, Gerechtshof Amsterdam, , , (annotatie)

JBPR 2016/24, Gerechtshof Amsterdam, , , (annotatie) Page 1 of 6 JBPR 2016/24, Gerechtshof Amsterdam, 04-08-2015, 200.162.629-01, (annotatie) Gegevens Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-08-2015 Publicatie Annotator ECLI JBPR 2016/24 (Sdu

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Datum van inontvangstneming : 18/09/2017 Vertaling C-478/17-1 Zaak C-478/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 9 augustus 2017 Verwijzende rechter: Tribunalul Cluj (Roemenië) Datum

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden. vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 320582 / HA ZA 08-3222 Vonnis van in de zaak van [Eiser], wonende te [woonplaats], eiser, advocaat mr. M.A. Koot, tegen [Gedaagde],

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: C/09/428013 / HA ZA 12-1153 Partijen zullen hierna Stichting de Thuiskopie en [X] genoemd worden.

zaaknummer / rolnummer: C/09/428013 / HA ZA 12-1153 Partijen zullen hierna Stichting de Thuiskopie en [X] genoemd worden. vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel Zittingsplaats Den Haag zaaknummer / rolnummer: C/09/428013 / HA ZA 12-1153 Vonnis in incident van in de zaak van de stichting STICHTING DE THUISKOPIE, gevestigd te

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA vonnis RECHTBANK S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 325461 / HA ZA 08-3967 Vonnis in het incident van in de zaak van de rechtspersoon naar publiek recht UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM

Nadere informatie

Memorie van Toelichting. Algemeen

Memorie van Toelichting. Algemeen Memorie van Toelichting Algemeen Op 12 december 2008 is de Verordening (EG) nr. 1896/2006 tot invoering van een Europese betalingsbevelprocedure (hierna ook EBB-verordening) van toepassing geworden. De

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 25-09-2006 Datum publicatie 26-09-2006 Zaaknummer 58445 - KG ZA 06-182 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden JOR 2015/186 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-04-2015, 200.132.380/01, ECLI:NL:GHARL:2015:2874 Schorsing van rechtswege ex art. 29 Fw indien op moment van faillietverklaring reeds afwijzend vonnis is

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186

ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 ECLI:NL:RBARN:2010:BN2186 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 06-07-2010 Datum publicatie 23-07-2010 Zaaknummer AWB 10/180, 10/181, 10/508, 10/513, 10/684 en 10/685 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Heeft op 11 april 2012 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van: De partijen worden hierna aangeduid als het ziekenhuis en verweerder.

Heeft op 11 april 2012 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van: De partijen worden hierna aangeduid als het ziekenhuis en verweerder. SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 11/47 Het scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem bijgestaan door mr M. Middeldorp, griffier, Heeft op 11 april 2012 het navolgende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053 ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 01-07-2009 Datum publicatie 09-07-2009 Zaaknummer 316131 / HA ZA 08-2408 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TAF B.V., gevestigd te Eindhoven, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TAF B.V., gevestigd te Eindhoven, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-344 d.d. 26 november 2013 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. M. van Pelt, secretaris)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2015:457

ECLI:NL:GHDHA:2015:457 ECLI:NL:GHDHA:2015:457 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 13-01-2015 Datum publicatie 18-03-2015 Zaaknummer 200.130.751-01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer 12-00035 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Belastingrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7402 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 31-05-2011 Datum publicatie 08-06-2011 Zaaknummer 200.070.709/01 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZLY:2010:BN3723, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

De zaak is voor Majestic behandeld door mrs. M.H.L. Hemmer en R.T. Tjemkes, advocaten te Breda.

De zaak is voor Majestic behandeld door mrs. M.H.L. Hemmer en R.T. Tjemkes, advocaten te Breda. vonnis RECHTBANK DEN HAAG Team handel zaaknummer / rolnummer: C/09/435163 / HA ZA 13-76 Vonnis van in de zaak van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MAJESTIC PRODUCTS B.V., gevestigd

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

De positie van de interveniërende partij bij aanbestedingsgeschillen

De positie van de interveniërende partij bij aanbestedingsgeschillen De positie van de interveniërende partij bij aanbestedingsgeschillen Aanbestedingsrecht De positie van de interveniërende partij bij aanbestedingsgeschillen Babette Blaisse-Verkooyen 1 Voegen en tussenkomen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

JAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure

JAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure JAR 2011/76 Kantonrechter Amsterdam, 15-12-2010, 1189978 EA VERZ 10-1717, LJN BO8932 Arbitragebeding, Kantonrechter onbevoegd in ontbindingsprocedure Aflevering 2011 afl. 5 College Kantonrechter Amsterdam

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-03-2010 Datum publicatie 05-01-2016 Zaaknummer 200.015.254-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba

Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba Het hoger beroep en het cassatieberoep in burgerlijke zaken in de Nederlandse Antillen en Aruba Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen op gezag

Nadere informatie

Hoger beroep, verdieping.

Hoger beroep, verdieping. Hoger beroep, verdieping www.avdr.nl 1 Twee functies: controle herstel van fouten en verzuimen: i) binnen de grenzen van de rechtsstrijd, ii) nieuwe behandeling en beslissing, iii) naar de toestand die

Nadere informatie

ECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL 2015 09:00-11:15 WWW.AVDRWEBINARS.NL

ECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL 2015 09:00-11:15 WWW.AVDRWEBINARS.NL ECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL 2015 09:00-11:15 WWW.AVDRWEBINARS.NL Inhoudsopgave Mr. H.A. Gerritse Jurisprudentie Hoge Raad 4 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1402, met betrekking

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHARL:2016:7955 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 04-10-2016 Datum publicatie 28-10-2016 Zaaknummer 200.177.389 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

zaaknummer / rolnummer: 420586 / HA ZA 12-682

zaaknummer / rolnummer: 420586 / HA ZA 12-682 vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 420586 / HA ZA 12-682 Vonnis in incident van in de zaak van de stichting STICHTING BESCHERMING RECHTEN ENTERTAINMENT INDUSTRIE

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:gharl...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:gharl... 1 of 5 31-01-16 21:27 Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:GHARL:2013:5729 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Datum uitspraak 30-07-2013 Datum publicatie 01-08-2013

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05 ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 14-12-2007 Zaaknummer 1659/05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB

LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB LJN: BH1764, Centrale Raad van Beroep, 07/2959 WWB + 07/2960 WWB + 08/6263 WWB + 08/6264 WWB + 08/6265 WWB Datum uitspraak: 20-01-2009 Datum publicatie: 04-02-2009 Rechtsgebied: Bijstandszaken Soort procedure:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2014:7155

ECLI:NL:GHARL:2014:7155 ECLI:NL:GHARL:2014:7155 Instantie Datum uitspraak 16-09-2014 Datum publicatie 18-09-2014 Zaaknummer 200.150.181-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHARL:2015:9831 ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie