Voorpagina: Bjorn Kelders, oud- leerling REA College Nijmegen, momenteel werkzaam bij Vincent Willems Hoveniers.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorpagina: Bjorn Kelders, oud- leerling REA College Nijmegen, momenteel werkzaam bij Vincent Willems Hoveniers."

Transcriptie

1 HET VERSCHIL MAKEN

2 Voorpagina: Bjorn Kelders, oud- leerling REA College Nijmegen, momenteel werkzaam bij Vincent Willems Hoveniers.

3 HET VERSCHIL MAKEN Arbeidsperspectief voor jongeren met beperkingen Nijmegen, 1 mei 2014 Definitieve versie Drs. Selle L. van der Woude In opdracht van gemeente Nijmegen Namens gemeenten in de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen i.s.m. UWV

4 S.L. van der Woude Het gebruik van teksten, cijfers en/of figuren uit dit rapport als toelichting of ondersteuning in artikelen, rapporten of boeken of andere publicaties is toegestaan mits de bron duidelijk vermeld wordt.

5 Centraal in deze paper staan de jongeren en hun diep gevoelde wens om ook in werk mee te tellen. Een maatschappij die oog heeft voor de kwaliteiten van deze jongeren en deze ook weet in te zetten ter versterking van de economie, is wat ons drijft. Tegelijkertijd willen we niet blind zijn voor de impact van de aandoeningen van deze jongeren en de behoefte aan ondersteuning die daaruit voortvloeit. Inzet van gemeenten in de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen is te komen tot een krachtige aanpak, vanuit het perspectief van jongeren met een beperking, als onderdeel van een brede visie op de arbeidsparticipatie van àlle jongeren. Dit doen we graag samen met betrokken partijen uit deze regio. We zijn dan ook erg verheugd over de betrokkenheid, de energie en ideeën zoals we die in het kader van dit onderzoek mochten ontmoeten in de bijeenkomsten met beleidsmakers, professionals, werkgevers en de jongeren zelf. Dat biedt (arbeids)perspectief: samen kunnen we voor deze jongeren en werkgevers het verschil maken! Turgay Tankir Wethouder Werk & Inkomen Gemeente Nijmegen Namens alle gemeenten in de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen

6 INHOUD INLEIDING 11 DEEL I WIE ZIJN DIE JONGEREN MET BEPERKINGEN? 15 1 Wajong Wet Wajong Aantal Wajongers Aandoeningen & bijkomende problematiek Mogelijkheden: potentiële arbeidsparticipatie Mogelijkheden: feitelijke arbeidsparticipatie Ondersteuning bij werk Kosten- Baten analyse Samenvatting 33 2 Brede kijk op de doelgroep Werkzoekend (NWW) Regelingen werk & inkomen Verklaring scholingsbelemmering & sfb- indicatie WSW WIA & Ziektewet WWB WW Nug Samenvatting Onderwijs Voortgezet onderwijs Voortgezet speciaal onderwijs (vso) Praktijkonderwijs (pro) Vmbo, Havo, Vwo, Flex College Middelbaar beroepsonderwijs Hoger onderwijs Samenvatting Jeugdzorg Kwetsbare thuissituatie Europees onderzoek Samenvatting 55

7 DEEL II WAT WERKT? 57 3 Theoretisch perspectief Voorspellende factoren Gedrag als uitkomst van besluitvormingsproces Via gedragsverandering naar resultaat Samenvatting 66 4 Aandoeningen Prevalentie Licht verstandelijke beperking Autisme Spectrum Stoornis (ASS) ADHD Samenvatting 78 5 Persoonlijk Arbeidsethos Attitude tav werk Inschatting arbeids(on)mogelijkheden Zelfredzaamheid & Zelfsturing Competenties Gezondheid & Leefstijl Geslacht & Leeftijd Werkzoekgedrag Persoonlijke belemmeringen (niet zijnde aandoeningen) Samenvatting 87 6 Sociale Context Arbeidsethos Attitude tav werk Arbeidsparticipatie Inschatting arbeids(on)mogelijkheden Empoweren versus Beschermen Ondersteuning & Barrières Samenvatting 95 7 Werkgevers Attitude: bevorderende overtuigingen Attitude: belemmerende overtuigingen Draagvlak onder leidinggevenden en collega s Self- efficacy Ondersteuning & Barrières Samenvatting Professionals Attitude tav werk Inschatting arbeids(on)mogelijkheden Empoweren versus beschermen Aansluiten bij interesses en kwaliteiten Omgang Proactief versus reactief Integrale benadering Samenvatting 120

8 9 Economische en sociaal maatschappelijk Vraag naar arbeid Inclusieve versus exclusieve samenleving Samenvatting Jongeren - Besluitvormingsproces Jongeren Via gedragsverandering naar resultaat Jongeren Aanbevelingen kennisbijeenkomsten Werkgevers - Besluitvormingsproces Werkgevers Via gedragsverandering naar resultaat Werkgevers Aanbevelingen kennisbijeenkomsten 146 SAMENVATTING 149 BIJLAGEN 163 I Vraagstelling 164 II Met dank aan 166 III Literatuurverantwoording 168 IV Voorspellende factoren: inventarisatie beschikbaar onderzoek 173 V Casuïstiek opbrengsten en kosten inzet voorzieningen 178

9

10

11 INLEIDING Van Wajong naar Participatiewet - Gemeenten aan zet Gemeenten worden in het kader van de Participatiewet verantwoordelijk voor mensen met arbeidsvermogen die ondersteuning nodig hebben. Mensen beschikken over arbeidsvermogen wanneer zij eventueel met ondersteuning in staat zijn om arbeid te verrichten waarmee enig loon verdiend kan worden. Ook jonggehandicapten met arbeidsvermogen gaan tot de doelgroep van de Participatiewet behoren. Van jonggehandicapten spreken we wanneer mensen met een beperking van lichamelijke, verstandelijke, psychische en/of sociale aard geboren zijn dan wel deze op jonge leeftijd (vóór de 17e verjaardag) opgelopen hebben. 1 Deze jonggehandicapten kunnen nu nog een beroep doen op de Wajong, welke uitgevoerd wordt door UWV. We spreken daarom wel van Wajongers. Met ingang van 2015 gaat de verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van de nieuwe instroom jonggehandicapten die kunnen werken of dat vermogen wellicht in de toekomst nog zullen ontwikkelen over naar gemeenten. Dat vraagt van gemeenten om ambities te formuleren en een aanpak te ontwikkelen op de arbeidsparticipatie van deze jonggehandicapten. Geen eenvoudige opgave. Ook omdat het bij gemeenten aan een duidelijk beeld van deze groep ontbreekt. Want over wie hebben het nu eigenlijk? Wie zijn nu die jonggehandicapten met arbeidsvermogen in deze regio? Wat zijn hun mogelijkheden en wensen ten aanzien van werk? Welke beperkingen brengt hun aandoening met zich mee? En hoe kun je hen zo ondersteunen dat zij zoveel als mogelijk werk vinden en behouden? En wat hebben werkgevers nodig om deze jongeren in dienst te nemen en te houden? Wat kunnen we leren van de ervaringen en resultaten van partijen zoals UWV? DECENTRALISATIES BIEDEN KANSEN De verantwoordelijkheid voor de arbeidstoeleiding van jonggehandicapten is niet de enige taak die de gemeenten er de komende jaren in het sociale domein bij krijgen. Ook de jeugdzorg komt over naar gemeenten. Verder worden gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning en begeleiding van mensen met een beperking die zelfstandig in de thuissituatie wonen. Het gaat dan bijvoorbeeld over dagbesteding of over hulp bij het bijhouden van de administratie. Waar in eerste instantie ook de persoonlijke verzorging over zou gaan naar gemeenten, komt deze taak nu bij de zorgverzekeraars te liggen. Naast deze decentralisaties heeft ook de invoering van de wet passend onderwijs gevolgen voor gemeenten. Als we daarbij de bestaande taken van gemeenten in het kader van onder meer de WMO en de WWB in ogenschouw nemen worden gemeenten de komende jaren in belangrijke mate verantwoordelijk voor de ondersteuning van alle jongeren die vanwege hun beperking(en) op verschillende leefgebieden problemen ondervinden en die gedurende hun gehele leven ondersteuning nodig (kunnen) hebben om te participeren. Dat is een complexe opgave, zeker in combinatie met de noodzaak om te besparen. Tegelijkertijd bieden de transities kansen om tot een betere samenhang in beleid te komen en zo effectiever én efficiënter te zijn. Niet minder, maar beter. Het is echt mogelijk. Brede kijk op doelgroep Gemeenten worden dus verantwoordelijk voor de arbeidstoeleiding van de nieuwe instroom jonggehandicapten. Dit gaat in hoofdzaak om jonge mensen. Jonge mensen die vanwege hun handicap tegen beperkingen in werk aanlopen en om die reden ondersteuning nodig hebben. Echter, lang niet alle jongeren met beperkingen komen nu in aanmerking voor een Wajong. Zij ondervinden echter wel degelijk problemen op een of meerdere leefgebieden en ook zij hebben ondersteuning nodig bij het vinden en houden van werk. Van de jongeren die niet in aanmerking komen voor een Wajong, staat een deel al bij gemeenten (Jongerenloket) op de stoep. Het huidig aanbod vanuit de WWB is voor veel van deze jongeren echter ontoereikend. Ook zien we dat een deel van deze jongeren na enige omzwervingen thuis op de bank belandt. Kortom, Wajongers maken onderdeel uit van een grotere groep jongeren met een beperking die vaak ondersteuning nodig heeft. Maar ook jongeren die geen aandoening hebben, kunnen wel degelijk problemen op een of 1 Studenten die tijdens hun studie en vóór hun 30e verjaardag gehandicapt raken, worden ook beschouwd als jonggehandicapt in termen van de Wajong. 11

12 meerdere leefgebieden ondervinden en om die reden ondersteuning nodig hebben. Zo kan het niet of onvoldoende beheersen van de Nederlandse taal of het opgroeien in een milieu waar niet werken de norm is een behoorlijk handicap zijn. In figuur 1 is een en ander schematisch weergegeven. JONGEREN JONGEREN DIE ONDERSTEUNING NODIG HEBBEN JONGEREN MET BEPERKINGEN WAJONGERS Fig. 1 Brede kijk op doelgroep Maatwerk is nodig binnen één regeling die voorziet in alle ondersteuning die nodig kan zijn om jongeren aan het werk te helpen en te houden. De Participatiewet biedt die mogelijkheid. Zo worden deze jongeren niet in een bijzondere positie geplaatst maar krijgen ze wel de specifieke ondersteuning die ze nodig hebben. Gemeenten kunnen zo echt invulling geven aan het streven naar een inclusieve samenleving. Daarmee anticiperen gemeenten ook op de implementatie van het VN- Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (meer over de inclusieve samenlevingen het VN- Verdrag in hoofdstuk 9). Doelstelling Inzet van de gemeenten in de arbeidsmarktregio Rijk van Nijmegen 2 is te komen tot een krachtige aanpak, vanuit het perspectief van jongeren met een beperking, als onderdeel van een brede visie op de arbeidsparticipatie van àlle jongeren. Een krachtige aanpak waarin niet de beperkingen en problemen van de jongeren centraal staan, maar juist hun mogelijkheden en talenten. Daarvoor is het nodig dat beleidsbepalers en beleidsmakers (meer) beeld en gevoel hebben bij wie die jongeren zijn en hoe de jongeren op een effectieve en efficiënte wijze ondersteund kunnen worden. 3 Een succesvolle aanpak is niet gestoeld op aannames (waar deze jongeren regelmatig tegenaan lopen) maar op kennis. Daarbij is de opdracht niet alleen gericht op het verwerven en overdragen van kennis, maar ook op het inspireren van betrokkenen om hiermee aan de slag te gaan. Het effect van deze opdracht moet zijn dat gemeenten in staat zullen zijn om ook in tijden van bezuinigingen een aansprekend resultaat te behalen als het gaat om de arbeidsparticipatie van deze jongeren. Deze opdracht moet dan ook tegenwicht bieden tegen de negatieve teneur dat het vanwege de bezuinigingen alleen maar minder wordt. Er liggen nadrukkelijk kansen om effectiever én efficiënter te zijn. De huidige context biedt gemeenten de mogelijkheid die kansen te verzilveren. 2 Gemeenten: Beuningen, Druten, Groesbeek, Heumen, Millingen a/d Rijn, Mook en Middelaar, Nijmegen, Ubbergen, Wijchen (in totaal circa inwoners). 3 Richten we ons in deze opdracht hoofdzakelijk op hen die verantwoordelijk zijn voor het bepalen van doelstellingen en aanpak, deze zal niet succesvol zijn als ook de uitvoering niet goed weet wie die jongeren zijn en wat zij wel en niet nodig hebben. Daarom zal na afronding van deze opdracht bekeken worden wat eventueel op dit vlak nog nodig is om het beleid met succes uit te voeren. 12

13 Vraagstelling 4 Wie zijn deze jongeren met beperkingen en hoe kunnen zij op een effectieve en efficiënte wijze ondersteund worden bij het vinden en behouden van werk? Aanpak Bij de inrichting van het onderzoek zijn een aantal uitgangspunten leidend geweest: Het perspectief van de jongeren en de werkgevers staat centraal, niet dat van de betrokken organisaties. Denken in mogelijkheden betekent dat we nadrukkelijk op zoek gaan naar wat deze jongeren in hun mars hebben. Tegelijkertijd is het niet respectvol noch realistisch geen oog te hebben voor de impact van aandoeningen van deze jongeren en de behoefte aan ondersteuning die daaruit voortvloeit. Het functioneren in werk kan niet los gezien worden van het functioneren in andere leefgebieden. En andersom. We onderzoeken die samenhang en de kansen die een integrale benadering biedt. Op grond van het belang van een integrale benadering worden de voor deze jongeren en werkgevers relevante partijen uitgenodigd om te participeren in het onderzoek. Dat komt niet alleen de kwaliteit van het onderzoek ten goede, opdrachtgever wil hiermee ook de integrale samenwerking stimuleren en faciliteren. Er is al veel kennis: bij de jongeren zelf, bij werkgevers, bij de professionals die met hen werken. Daarnaast is er de laatste jaren ook veel onderzoek gedaan. Met dit onderzoek willen we die kennis naar boven halen, inzichtelijk maken. Waar nodig doen we aanvullend onderzoek. Verantwoording Beantwoording van deze onderzoeksvraag heeft plaats gevonden langs vier lijnen (zie fig. 2): 1. Een uitgebreide literatuurstudie (zie bijlage 3); 2. Analyse van data vanuit onder meer de systemen van gemeenten, UWV en SVB; 3. Consultatie van betrokken professionals uit deze regio (zie bijlage 2); er heeft een vijftal kennisbijeenkomsten plaats gevonden waar in totaal circa 70 professionals aan deelgenomen hebben vanuit de leefgebieden wonen, zorg, onderwijs en werk & inkomen; daarnaast een groot aantal verdiepende interviews. 4. Consultatie van de jongeren en werkgevers uit deze regio (zie bijlage 2); er heeft een vijftal groepsinterviews plaats gevonden met in totaal circa 30 jongeren. Met een vijftal werkgevers zijn verdiepende gesprekken gevoerd, ook hebben zij deelgenomen aan de kennisbijeenkomsten met professionals; Overigens zijn de ervaringen van jongeren en werkgevers ook onderwerp van verschillende onderzoeken zoals die door ons geraadpleegd zijn (onderzoekslijn 1). De looptijd van het onderzoek was van april 2013 tot en met maart Fig. 2 Onderzoekslijnen 4 Voor de uitwerking van deze centrale onderzoeksvraag naar deelvragen zie bijlage I. 13

14 Leeswijzer De uitkomsten van het onderzoek staan beschreven in het rapport zoals dat nu voor u ligt. De eerste twee hoofdstukken geven ons meer beeld en gevoel bij wie deze jongeren zijn. In het eerste hoofdstuk gaan de spotlights op de Wajongers. Behalve dat we omvang en kenmerken van deze groep beschrijven, komt vooral het arbeidspotentieel alsmede de feitelijke arbeidsparticipatie aan de orde. In hoofdstuk 2 proberen we meer beeld en gevoel te krijgen bij de grotere groep jongeren met beperkingen die in meer of minder ondersteuning nodig heeft bij het vinden en behouden van werk. Vanaf het derde hoofdstuk staat de vraag centraal: wat werkt? We besteden allereerst aandacht aan het theoretisch fundament van het onderzoek. Noem het de theoretische denklijn waarlangs we uiteindelijk in hoofdstuk 10 tot aanknopingspunten en suggesties voor beleid zullen komen. In de hoofdstukken 4 tot en met 9 komen de verschillende factoren aan bod die de kans op werk vinden en/of behouden bepalen: de aandoeningen van de jongeren (hoofdstuk 4), persoonlijke factoren (hoofdstuk 5), factoren uit de sociale context (hoofdstuk 6), factoren ten aanzien van werkgevers (hoofdstuk 7), factoren ten aanzien van de ondersteuning door professionals (hoofdstuk 8) en als laatste een aantal economische en sociaal maatschappelijke factoren (hoofdstuk 9). Deze voorspellende factoren verklaren het verschil tussen het potentiële arbeidsvermogen en de feitelijke arbeidsparticipatie van deze jongeren. Vervolgens buigen we ons in hoofdstuk 10 over de vraag welke aanknopingspunten deze kennis gemeenten biedt om te komen tot een krachtig beleid gericht op het bevorderen van de arbeidsparticipatie van deze jongeren. Tot slot volgen een samenvatting en enkele bijlagen. Tijdens het lezen zult u ook op verschillende tekstblokken stuiten. De oranje tekstblokken bevatten citaten van betrokkenen of praktijkvoorbeelden die de bevindingen meer kleur geven. De blauwe blokken bieden de liefhebbers verdieping. 14

15 WIE ZIJN DIE JONGEREN MET BEPERKINGEN? 15

16 1 WAJONG In dit eerste hoofdstuk gaan de spotlights op de Wajongers: Om hoeveel Wajongers gaat het in deze regio? Wat zijn hun beperkingen? En wat zijn hun mogelijkheden? Hoeveel procent van de Wajongers wordt geacht te kunnen werken? En hoeveel van hen werkt ook daadwerkelijk? En wat voor werk doen ze dan? En hoeveel Wajongers en werkgevers krijgen ondersteuning? Wat voor dienstverband hebben Wajongers? En zijn ze in staat om voldoende inkomen te verwerven of hebben ze nog een aanvullende uitkering nodig? 1.1 WET WAJONG Wet Wajong staat voor Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten. 5 Personen die met een handicap geboren zijn of op jonge leeftijd een chronische ziekte of handicap opgelopen hebben, en om die reden niet in staat zijn om volledig of gedeeltelijk te werken, en/of problemen ondervinden bij het vinden en/of behouden van werk, kunnen een beroep doen op de Wajong voor ondersteuning bij werk en inkomen. Een Wajong- uitkering is mogelijk vanaf 18 jaar en eindigt wanneer de AOW- leeftijd wordt bereikt. 6 Veel Wajongers zijn dan ook al lang geen jongere meer. nwajong Met ingang van 2010 is er een nieuwe Wajong wet in werking getreden. 7 Met deze nieuwe Wajong wet (nwajong) heeft de wetgever meer recht willen doen aan de mogelijkheden van Wajongers. Onder de oude Wajong wet (owajong) werd namelijk nagenoeg iedereen die niet in staat was zelfstandig het wettelijke minimumloon (WML) in gangbare arbeid te verdienen volledig arbeidsongeschikt (80-100) beschouwd. Omdat veel Wajongers die wel kunnen werken echter niet in staat zijn (duurzaam) zelfstandig het WML te verdienen kreeg ook het gros van hen het stempel volledig arbeidsongeschikt. 8 Een dergelijk stempel ontneemt veel jongeren en hun omgeving perspectief en lijkt de jongere te ontslaan van enige verantwoordelijkheid om zichzelf productief te maken. Ook zet het werkgevers op het verkeerde been. In de nwajong wordt daarom als criterium gehanteerd of de persoon in kwestie in staat is tot het verrichten van elke vorm van arbeid waarmee enig loon verdiend kan worden [56]. Al in een vroeg stadium wordt een inschatting gemaakt welk perspectief voor de Wajongere haalbaar is. Omdat jongeren zich nog sterk kunnen ontwikkelen, wordt deze inschatting indien nodig bijgesteld. De definitieve beoordeling vindt pas in het 27 e levensjaar plaats. Daarbij wordt zoveel als mogelijk aansluiting gezocht bij de dromen en ambities van de Wajongere zelf. Dit betekent echter niet dat er sprake is van een deken van zelfontplooiing zonder plichten. Plichten zijn een element van empowerment en een onderdeel van volwassen worden. De nwajong is dan ook veel minder vrijblijvend dan de owajong. Zo zijn nwajongers verplicht om passende arbeid te accepteren. Uitkeringsregeling, werkregeling en studieregeling Binnen de nwajong worden drie regelingen onderscheiden: de uitkeringsregeling, de werkregeling en de studieregeling. De uitkeringsregeling is voor jonggehandicapten die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt (vda) verklaard zijn. Zij hebben geen perspectief op werk. Voor hen staat inkomensbescherming voorop. De werkregeling is er voor de jongeren met een 5 Ook studenten die tijdens hun studie en vóór hun 30e verjaardag gehandicapt raken, worden beschouwd als jonggehandicapt in termen van de Wajong. 6 Ondersteuning richting werk kan al eerder dan in het 18 e jaar ingezet worden, we spreken wel van pre- Wajong. 7 Een ieder die voor 1 januari 2010 een Wajonguitkering heeft aangevraagd, valt onder de oude Wajong (owajong), daarna vallen aanvragers onder de nieuwe Wajong (nwajong) [57]. 8 Van alle ruim Wajongers in 2010 had maar liefst 96,5 procent het stempel volledig ao (80-100%). 16

17 beperking die wel perspectief hebben op het verrichten van loonvormende arbeid en voor de jongeren voor wie perspectief op arbeid niet kan worden uitgesloten. Bij hen staat het recht op arbeidsondersteuning centraal. Wajongers die studeren of nog op school zitten en studiefinanciering krijgen vallen onder de zogeheten studieregeling [57, 81]. 1.2 AANTAL WAJONGERS In 2012 telde deze arbeidsmarktregio ruim Wajongers, van wie jonger dan 25 jaar. De instroom in 2012 bedroeg 331, in hoofdzaak jonge mensen: de meeste instromers waren 18 of 19 jaar oud Wajongers stroomden uit [76]. In tabel 1.2 hebben we de cijfers uitgesplitst naar gemeenten. Tabel 1.2 Wajong, in- en uitstroom en zittend bestand per gemeente (2012) Instroom (#) Uitstroom (#) Bestand* (#) Bestand* < 25 jr (#) Bestand/ Inwoners** (%) Beuningen ,4 Druten ,5 Groesbeek ,8 Heumen ,2 Millingen ad Rijn ,7 Mook en Middelaar ,9 Nijmegen ,7 Ubbergen ,1 Wijchen ,8 Totaal regio Totaal landelijk*** Bron: [76, 97] * Stand eind ** Bestand als percentage van het aantal inwoners van 15 t/m 64 jaar. *** Medio 2013 is het aantal mensen met een Wajonguitkering in Nederland gestegen naar personen [119]. UWV verwacht voor 2013 een instroom van en een uitstroom van [97, 119]. Instroom fors hoger dan uitstroom Het aantal Wajongers in Nederland nam in de periode met maar liefst 70 procent toe. 10 Deze toename is niet alleen het gevolg van de alsmaar stijgende instroom (welke in de box nader verklaard wordt), maar is ook te verklaren op grond van een relatief lage uitstroom. Ook ten aanzien van de Wajongers die werken, is beëindiging van de uitkering als gevolg van werk zelden het geval. Heel weinig Wajongers zijn gedurende langere tijd in staat om zonder ondersteuning in hun eigen inkomen te voorzien. Jaarlijks stroomt van alle Wajongers dan ook slechts 0,2 procent de Wajong uit met werk [56]. 11 Op dit moment is de meest voorkomende 9 Landelijke cijfers: de gemiddelde leeftijd is 21 jaar en de meeste van deze jongeren (62%) zijn 18 of 19 jaar oud. 84% is jonger dan 25 jaar, dat betekent 278 personen [6,7]. 10 Medio 2003 hadden circa personen een Wajong uitkering, medio 2013 waren dat er [UWV/CBS]. 11 Voor Wajongers die nog onder de owajong vallen, geldt dat het recht wordt beëindigd (dus dat zij uitstromen uit de Wajong) als zij gedurende vijf jaar 75% van het minimumloon hebben verdiend. In de nieuwe wet wordt het recht na 17

18 reden voor beëindiging van de Wajong uitkering detentie. Op gepaste afstand volgen overlijden en herstel/herbeoordeling. Pas vanaf 2025 wordt een meer substantiële uitstroom uit de Wajong verwacht, omdat dan de eerste grote groep de pensioengerechtigde leeftijd bereikt [57, 82]. 12 VERKLARINGEN GROEI INSTROOM WAJONG De samenleving is steeds complexer geworden, stelt steeds hogere eisen aan mensen met als gevolg dat steeds minder mensen met een beperking het zonder ondersteuning redden; Een stijging van de instroom vanuit het voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs, mede als gevolg van een toename van het aantal leerlingen in deze onderwijsvormen (20%) en het versterken van de samenwerking tussen UWV en het speciaal onderwijs en praktijkonderwijs en dientengevolge ook een grotere bekendheid van de Wajong; Een stijging van de instroom vanuit de bijstand, als gevolg van de invoering van een financiële prikkel voor gemeenten per 2004; Verbeterde diagnostiek; bepaalde ziektebeelden worden in het kader van de Wajong vaker als diagnose gesteld, in het bijzonder vormen van ADHD en autisme; Een wijziging in de registratiesystematiek; Een toename van het aantal jongeren met een beperking wonend in instellingen [54]. Zittend bestand Groesbeek scoort hoog Kijken we naar het percentage Wajongers afgezet tegen de populatie inwoners jaar, dan scoort Groesbeek het hoogst met bijna vier procent. Dit zou onder meer te maken hebben met de aanwezigheid van Werkenrode. 13 Overigens kent Groesbeek naar verhouding ook veel mensen in onder meer de WSW en WAO/WIA. Beuningen scoort het laagst, 1,4 procent. Nijmegen telt 2,7 procent Wajongers. Binnen gemeenten kunnen de percentages per wijk of straat sterk variëren. 1.3 AANDOENINGEN & BIJKOMENDE PROBLEMATIEK Hoofddiagnosen UWV hanteert de volgende diagnosegroepen: Ontwikkelingsstoornissen; Psychiatrische ziektebeelden; Somatische ziektebeelden [57]. Ontwikkelingsstoornissen zijn stoornissen die zich al op zeer vroege leeftijd uiten; soms al bij geboorte en in ieder geval voor het 17e jaar. De meest voorkomende ontwikkelingsstoornis is de verstandelijke beperking. Maar ook autisme en ADHD, wat op zichzelf psychiatrische ziektebeelden zijn, worden door UWV geschaard onder de ontwikkelingsstoornissen omdat deze zich vaak al op jonge leeftijd uiten. De verschijnselen van veel andere psychiatrische ziektebeelden zoals schizofrenie of borderline ontstaan doorgaans pas na het 17e jaar. Deze stoornissen vallen onder de categorie psychiatrische beperkingen. Bij somatische ziektebeelden (ook wel fysieke aandoeningen) gaat het vooral om aandoeningen van het zenuwstelsel (zoals MS en epilepsie) en aandoeningen van het bewegingsapparaat (zoals ontstekingen van gewrichten). Maar men kan bij somatische aandoeningen ook denken aan hart- en darmziekten. één jaar beëindigd als een Wajonger werkt en gedurende een jaar ten minste het WML verdient, of na vijf jaar als hij of zij werkt en minimaal 75% van het WML verdient. Het recht wordt daarentegen niet beëindigd als de Wajonger voorzieningen en instrumenten, zoals een jobcoach, nodig heeft om het werk te kunnen blijven doen. Ook Wajongers die in de SW werken, kunnen altijd terugvallen op de uitkering en blijven dus Wajong- gerechtigd [56]. 12 Hierbij is reeds rekening gehouden met de verhoging van de AOW- leeftijd naar 67 jaar in Voor UWV is de plaats van de instelling waar de Wajongers verblijven leidend voor de vraag in welke regio de Wajongere meetelt. Dit omdat de Wajongere ook vanuit die regio (de regio van de instelling) begeleid wordt. 18

19 Ook de zintuigelijke beperkingen (blind/slechtziend, doof/slechthorend) vallen onder de somatische ziektebeelden. 14 NIET ALLEMAAL AUTISME OF ADHD In de media is er veel aandacht voor aandoeningen als autisme of ADHD. Maar heeft u wel eens gehoord van het syndroom van Prader Willi 15, osteogenesis imperfecta 16, cystic fibrosis 17 of dysthymie 18? Er is een breed scala aan aandoeningen waarvan vele bij het publiek niet bekend zijn. Meer weten? Kijk eens op: In hoofdstuk vier worden de aard en vooral de impact van een aantal aandoeningen onder de loep genomen. Prevalentie 19 Onderstaande grafiek geeft voor de (landelijke) instroom in de nwajong weer in welke mate de belangrijkste aandoeningen als hoofddiagnose voorkomen Fig. 3 Landelijk beeld instroom nwajong 2012 Prevalentie aandoeningen als hoofddiagnose Duidelijk is dat verreweg de grootste groep de jongeren met een verstandelijke beperking betreft (39%). Binnen deze groep hebben de meeste jongeren een licht verstandelijke beperking. Daarnaast zijn er de nodige Wajongers met een vorm van autisme of ADHD. Onder overige ontwikkelingsstoornissen vallen onder meer gedrags-, leer- en hechtingsstoornissen. Al met al heeft twee derde van de Wajongers een ontwikkelingsstoornis. Daarnaast is er een grote groep Wajongers met psychiatrische ziektebeelden die zich op latere leeftijd openbaren. Van deze psychiatrische ziektebeelden zijn de meest voorkomende de persoonlijkheids-, de stemmings- en de psychotische stoornis (waaronder schizofrenie). Bij een betrekkelijk klein deel van de Wajongers is er sprake van somatische ziektebeelden [7, 57, 81, 119]. 14 Binnen de AWBZ wordt nog onderscheid gemaakt naar cliënten met lichamelijke handicaps en cliënten met somatische aandoeningen. Men spreekt van een lichamelijke handicap wanneer geen functionele verbetering meer mogelijk is en er geen sprake is van een terminale situatie. In overige situaties spreekt men van een somatische ziekte of aandoening. 15 Een verstandelijke beperking waarbij iemand erg gericht is op voedsel en zich ziek kan eten. 16 Broze bottenziekte. 17 Taaislijmziekte. 18 Kenmerkt zich onder meer door langdurige depressieve klachten. 19 Het aantal mensen met een bepaalde aandoening. 19

20 Uit nader onderzoek van UWV komt naar voren dat de regionale verdeling grotendeels overeen komt met de landelijke verdeling. Het grootste verschil betreft het voorkomen van de somatische aandoeningen: landelijk komen er meer somatische diagnoses voor. Daarentegen zien we in deze regio weer meer vormen van autisme. Maar nogmaals, deze verschillen zijn beperkt. Kijken we naar de prevalentie van de aandoeningen binnen de drie verschillende Wajong regelingen op moment van instroom (zie tabel 1.3.2) dan valt met name op dat Wajongers met een ontwikkelingsstoornis afgezet tegen het gemiddelde oververtegenwoordigd zijn in de studieregeling en ondervertegenwoordigd in de werkregeling. Het tegenovergestelde beeld zien we bij Wajongers met een psychiatrische beperking. Dit is te verklaren op grond van het gegeven dat jongeren met een ontwikkelingsstoornis op het moment dat ze instromen meestal nog op school zitten (en dus de studieregeling instromen) en dat jongeren met een psychiatrisch ziektebeeld vaak pas op latere leeftijd instromen en dan reeds hun opleiding beëindigd hebben (en dus in de werkregeling instromen). Veel psychiatrische ziektebeelden openbaren zich zoals eerder gezegd op latere leeftijd. Dit in tegenstelling tot ontwikkelingsstoornissen. Tabel 1.3 Prevalentie aandoeningen per regeling (2012) Uitkering Werk Studie Gemiddeld Ontwikkelingsstoornis Psychiatrische ziektebeelden Somatische ziektebeelden Bron: [119] Comorbiditeit & bijkomende problematiek Bij circa de helft van de Wajongers is er naast de hoofddiagnose nog sprake van een of meerdere andere aandoeningen. We spreken wel van comorbiditeit [7, 23]. Bij ruim één derde van de Wajongers is bovendien sprake van bijkomende problematiek. Vaak is er dan sprake van problemen in het gezin, zoals opvoedingsproblematiek, verwaarlozing, relatieproblemen van ouders, huiselijk geweld en/of schuldenproblematiek. Verder zien we bij een deel van de jongeren ook gedragsproblematiek (zoals zelfverwaarlozing of grensoverschrijdend gedrag), verslavingsproblematiek en/of leerproblemen [23]. Belangrijk kenmerk van de Wajong- populatie is dan ook dat de meerderheid van de Wajongers te maken heeft met complexe problematiek die het functioneren in werk beïnvloedt [23]. Daarvan is in het bijzonder sprake bij Wajongers met een licht verstandelijke beperking. Terwijl veruit de meesten van hen (94%) beschikken over arbeidsmogelijkheden is het voor hen vanwege de veelvoorkomende co- morbiditeit en bijkomende problematiek vaak lastig om deze arbeidsmogelijkheden ook te benutten [23]. 20

21 Rachel (18) gaat ondanks haar tengere postuur (lichtgewicht van een meter zestig) voor niemand aan de kant. Ook niet voor die gozer die haar op straat dreigde te verkrachten. Ze hoekte hem neer, werd gearresteerd, niet geloofd en veroordeeld voor openlijke geweldpleging. Rachel knokt zich letterlijk en figuurlijk een weg door het leven. Ook verbaal staat ze haar mannetje. Ze scheldt en vloekt wat af. Zit onder de tattoos en ijzerwerk. Nee, Rachel is geen lieverdje. In haar kinderjaren werd ADHD en ADD gediagnosticeerd. Dat geldt overigens ook voor haar ouders, met wie ze een zeer problematische relatie heeft. Al vroeg kreeg het gezin ondersteuning (jeugdhulpverlening/ggz) maar het hielp weinig. Ze ging al vroeg het huis uit, woonde bij de kraakbeweging. Ook haar vmbo opleiding werd geen succes. Ze viel uit, zonder diploma. Via UWV kwam ze terecht bij een re- integratiebedrijf dat ervaring heeft met jongeren met complexe problematiek. Duidelijk was dat alleen een integrale benadering van leren en werken, zorg en wonen kans van slagen had. Ron, casemanager van re- integratiebedrijf, zocht de samenwerking met de GGZ voor een plan van aanpak en met de woningbouwvereniging om een goed onderdak te regelen. Zelf ging Ron met Rachel aan de slag om een baan en bijpassende opleiding te organiseren. Uit de gesprekken kwam naar voren dat de catering het meest aansloot op haar wensen en ook de beste kansen bood. En het lukte om voor haar een baan in de catering te vinden. Voor Rachel, die eigenlijk nog nooit een echte baan gehad had, en eigenlijk überhaupt nog nooit echt succesvol was geweest in leren of werken, was dat toch wel een heel bijzondere ervaring. Niet dat ze dat makkelijk toegaf, maar je kon het wel aan haar zien. Ze kreeg een jaarcontract. Van groot belang daarbij bleek het van tevoren informeren van de leidinggevende en haar collega s over alle ins en outs. Daarnaast werd afgesproken dat Ron haar wekelijks zou bezoeken en dat hij haar elke werkdag aan einde van de dienst zou bellen. Ron: Ik heb haar op de rails gekregen door haar consequent aan te spreken op haar uiterlijke kenmerken en gedrag. En er voor haar te zijn als zij dat nodig had. Rachel ging aan de slag. Maar niet voor lang. Omdat de cateraar werkte voor het ministerie moest Rachel een Verklaring van Goed Gedrag kunnen overleggen. Die werd geweigerd vanwege haar veroordeling. En van de integrale aanpak kwam weinig terecht. De GGZ stelde zich terughoudend op, aangezien Rachel zelf niet te kennen gaf behoefte aan hun ondersteuning te hebben. Ook de woningbouw kwam niet met woonruimte op de proppen. Ron: Hun oordeel: moeilijk en complex geval. Niets mee te beginnen. Rijp voor opname in een psychiatrische kliniek. Het maakt Rachel cynisch. Ze heeft al zoveel hulpverleners voorbij zien komen. En ze zo vaak zien afhaken. Inmiddels heeft ze ook een nieuwe vriend. Een verkeerde vriend, zoals ze dan in de hulpverlening zeggen. Drugsverslaafd en zonder werk. Van hem raakt Rachel ook zwanger. Er werd nog wel een nieuwe baan bij een andere cateraar voor haar gevonden, maar dat gaat zeer moeizaam. Ron: Voor ons wordt het heel lastig om haar op de rails te houden. Teveel negatieve input van mensen die buiten onze invloedsfeer liggen. Rachel is weer terug bij af [71] 21

22 1.4 MOGELIJKHEDEN: POTENTIELE ARBEIDSPARTICIPATIE Percentage Wajongers met arbeidsvermogen - instroom Een deel van de Wajongers kan werken, een deel ook niet. Het is aan UWV om bij de aanvraag Wajong vast te stellen of er sprake is van arbeidsvermogen, dan wel of niet uitgesloten kan worden dat er op termijn nog arbeidsvermogen ontstaat. Op grond van verschillende analyses van UWV komen we tot de inschatting dat uiteindelijk 25 procent van de instroom in de nwajong direct dan wel na enige jaren terecht komt in de uitkeringsregeling, en dus volledig en duurzaam geen arbeidsmogelijkheden heeft. 75 procent van de instroom zal uiteindelijk wel arbeidsmogelijkheden blijken te hebben. Tabel maakt duidelijk hoe we tot deze verhouding gekomen zijn [7, 23, 57, 79, 82]. Tabel Arbeidsvermogen instroom nwajong in % ( ) [1] 2010 [2] 2011 [3] 2012 [4] gemiddeld [5] wel AV [6] geen AV Uitkeringsregeling (vda) , Werkregeling ,5 10,5 Beschut werk Regulier werk 26 25? Studie/opleiding 5 3? 4?? Tijdelijk geen mogelijkheden ,5 10,5 Studieregeling ,5 1,5 Totaal Bron: UWV [7,57,79, 82] Toelichting: In de kolommen 1 t/m 3 staat aangegeven voor de jaren 2010 t/m 2012 welk percentage van de instroom in de nwajong in welke regeling terecht gekomen is. In kolom 4 staat het gemiddelde percentage voor deze drie jaren vermeld. In de kolommen 5 en 6 staat vermeld hoeveel procentpunten van deze instroom wel of niet arbeidsvermogen (AV) heeft. Daar waar vraagtekens staan, zijn er geen cijfers beschikbaar. Uitkeringsregeling: Van de Wajongers die direct in de uitkeringsregeling terecht komen weten we dat ze volledig en duurzaam geen arbeidsmogelijkheden hebben. Dit lage percentage (10% gemiddeld) heeft naar alle waarschijnlijkheid te maken met het feit dat in geval van twijfel Wajongers naar de werkregeling gaan. Het percentage Wajongers dat uiteindelijk in de uitkeringsregeling beland zal hoger zijn [7]. Werkregeling: o Studie/opleiding : In de werkregeling zit onder andere een groep Wajongers die een opleiding volgt die niet onder de studiefinanciering valt, noch onder de wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage. Hieronder vallen bijvoorbeeld Wajongers die een deeltijdopleiding volgen o [7]. Er is geen informatie beschikbaar over het arbeidsvermogen van deze groep Wajongers. Tijdelijk geen mogelijkheden : Van de Wajongers in de werkregeling geldt dat twee op de vijf op moment van instroom vooralsnog geen arbeidsmogelijkheden hebben maar dat er wel perspectief op arbeid op termijn bestaat, dan wel dat nog niet vastgesteld kan worden of er perspectief op arbeid bestaat [57]. Van deze groep is de raming dat ongeveer de helft uiteindelijk geen arbeidsmogelijkheden heeft [79]. Studieregeling: Ongeveer 35 procent van de nieuwe instroom in de Wajong zit op school of volgt een bedrijfsopleiding en heeft recht op studiefinanciering of tegemoetkoming onderwijsbijdrage. Het merendeel van hen heeft arbeidsmogelijkheden maar een deel uiteindelijk niet. Diegenen zonder arbeidsmogelijkheden gaan als zij de studie beëindigd hebben over naar de uitkeringsregeling. Het ging in de eerste helft van 2010 om ongeveer 1,5 procent van de totale instroom [7]. 22

23 ARBEIDSVERMOGEN: WAT VINDEN DE WAJONGERS ZELF? Lang niet alle Wajongers in de werkregeling delen het oordeel van UWV. UWV constateert dat een op de vijf Wajongers in de werkregeling vindt dat hij of zij eigenlijk niet kan werken door de eigen aandoening; het gaat dan vooral om 25- plussers, vrouwen, hoger opgeleiden en mensen met een psychiatrische stoornis [7]. Uit onderzoek van de Universiteit Groningen komt zelfs naar voren dat vier op de tien Wajongers in de werkregeling denkt niet in staat te zijn om loonvormende arbeid te verrichten. Er is dus een grote groep Wajongers in de werkregeling met een duidelijk negatief zelfbeeld die voor zichzelf geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie ziet. Andersom vindt een kleiner deel (17%) van de Wajongers in de uitkeringsregeling dat zij wel over arbeidsmogelijkheden beschikt [23]. Meer Wajongers kunnen beroep doen op gemeenten De arbeidskundige werkelijkheid is dus dat naar schatting 75 procent van de instroom in de Wajong arbeidsmogelijkheden heeft. De vraag hoeveel procent van de instroom mogelijk een beroep op gemeenten zal doen is een andere. Met ingang van 2015 blijven alleen die Wajongers bij UWV van wie op moment van de claimbeoordeling al zeker is dat zij duurzaam niet over arbeidsmogelijkheden beschikken. Dat is zoals het er nu naar uitziet circa 10 procent. Alle andere Wajongers, de Wajongers bij wie direct duidelijk is dat zij over arbeidsvermogen beschikken alsmede de Wajongers die dat vermogen wellicht in de toekomst nog zullen ontwikkelen, kunnen een beroep doen op gemeenten in deze regio in het kader van de Participatiewet. Van een deel van hen zal na verloop van tijd blijken dat ze (toch) niet over arbeidsvermogen beschikken. Zij moeten dan alsnog een beroep doen op UWV. Wat betekent dit voor deze regio? Als we de landelijke percentages uit de vorige paragraaf loslaten op het aantal Wajongers in deze regio komen we tot de volgende aantallen. Tabel Instroom met arbeidsvermogen (2012) Instroom nwajong (2012) [1] Beroep op gemeenten (90%) [2] Van wie met AV (75%) [3] Beuningen Druten Groesbeek Heumen Millingen ad Rijn Mook en Middelaar Nijmegen Ubbergen Wijchen Totaal Bron: [76] Toelichting: Kolom 2: Verwachte aantal Wajongers dat na de claimbeoordeling mogelijk een beroep op gemeenten zal doen voor ondersteuning (90%). Kolom 3: Uiteindelijke aantal Wajongers met arbeidsvermogen voor wie gemeenten verantwoordelijk zijn (75%). 23

24 Op basis van de instroom in de Wajong in 2012 gaat het in deze regio om circa 300 personen die jaarlijks mogelijk een beroep zullen doen op gemeenten (instroom). De verwachting is dat van deze 300 personen uiteindelijk 250 ook echt in staat zullen zijn om te werken. De 50 personen die na verloop van tijd toch niet over arbeidsvermogen zullen blijken te beschikken, kunnen dan alsnog een beroep doen op de Wajong (UWV). In de tussentijd zijn gemeenten wel verantwoordelijk voor de begeleiding van deze Wajongers. Percentage Wajongers met arbeidsvermogen zittend bestand Op grond van de plannen tot herkeuring van alle Wajongers en de overheveling naar gemeenten van die Wajongers met arbeidsvermogen, zijn we tot een schatting gekomen dat het (maximaal) om 60% van het zittend bestand Wajong zou gaan. Dit komt neer op ruim personen (van de in totaal circa Wajongers in deze regio). Recent is echter bekend geworden dat de huidige Wajongers met arbeidsvermogen die door UWV begeleid worden (toch) niet overkomen naar gemeenten. Daarom gaan we hier niet verder op zittend bestand Wajong in. HOE BEPAALT UWV OF ER SPRAKE IS VAN ARBEIDSVERMOGEN? De (sociaal-)medische beoordeling door de verzekeringsarts De verzekeringsarts (va) brengt in kaart wat iemands gezondheidsklachten en beperkingen zijn en wat dit betekent voor werk. De va kijkt onder meer naar hoe iemand persoonlijk en sociaal functioneert. Mogelijke vragen die gesteld worden zijn: Hoe laat sta je op, Door wie wordt je gewekt, je ouders of de wekker? en Reis je wel eens met de bus? Dergelijke vragen moeten inzicht geven in het dagelijks leven van een cliënt en diens zelfstandigheid. De va beoordeelt vervolgens of iemand dynamische beperkingen heeft (zoals slecht kunnen lopen), statische beperkingen heeft (zoals moeite met zitten of staan) en/of er aanpassingen in de werkomgeving en werktijden nodig zijn (zoals weinig prikkels of toegankelijk voor een rolstoel). Per onderdeel geeft de va aan wat deze persoon nog kan in vergelijking met personen zonder beperkingen. Daarbij kijkt de va ook naar de kans op herstel. Zo vormt de va zich een onafhankelijk oordeel over de (on)mogelijkheden van deze persoon. De va toetst die eigen indruk aan de gegevens zoals die vaak, veelal door behandelaars, voorafgaand aan het gesprek aangeleverd zijn. Uiteraard stelt de va ook de vraag: Wat vind je zelf dat je mankeert? Soms zijn mensen geneigd hun situatie rooskleuriger voor te doen. Maar ook het omgekeerde komt voor, mensen die hun klachten erger maken dan ze zijn. Wanneer de va dat nodig vindt, wordt aanvullend (medische) informatie ingewonnen. De informatie die zodoende vergaard wordt, wordt vastgelegd in een medisch dossier, dat strikt vertrouwelijk is, en een werkdossier, dat door arbeidsdeskundigen wordt gebruikt. Wanneer de va concludeert dat iemand nog arbeidsmogelijkheden heeft, dan wel dat niet uitgesloten kan worden dat er in de toekomst nog arbeidsvermogen ontstaat, dan krijgt hij of zij ook een gesprek met de arbeidsdeskundige. Vertaalslag naar de arbeidsmarkt door de arbeidsdeskundige De arbeidsdeskundige (ad) beoordeelt welke werkzaamheden iemand kan verrichten. De ad houdt daarbij rekening met de beperkingen die de va heeft aangegeven. De ad zoekt banen met een zo hoog mogelijk loon. Hij gebruikt daarvoor een computersysteem met daarin circa banen. Uiteindelijk kiest de ad de drie banen uit met het hoogste loon. De ad gebruikt het middelste loon om te berekenen wat iemands arbeidsongeschiktheidspercentage wordt. Daarvoor vergelijkt hij wat iemand kan verdienen met zijn of haar maatmanloon. Bij de Wajong is dat meestal het minimumloon. Een voorbeeld: Mira heeft een spierziekte. Volgens de berekening van de arbeidsdeskundige zou ze 500 euro kunnen verdienen. Mira heeft nog nooit gewerkt, daarom geldt het minimumloon als maatmanloon. Het minimumloon bedraagt voor Mira ongeveer 1300 euro. Haar arbeidsongeschiktheidspercentage is: / 1300 x 100 = 62 procent. Personen die minder dan 25 procent arbeidsongeschikt zijn, hebben geen recht op een Wajong- uitkering. Daarboven is de uitkering afhankelijk van de hoogte van het arbeidsongeschiktheidspercentage. 24

25 Direct beschikbaar voor werk Het aantal Wajongers dat bij instroom binnen vier weken beschikbaar is voor werk ligt beduidend lager dan het aantal Wajongers met arbeidsvermogen. 20 Een deel van de Wajongers met arbeidsvermogen zit nog op school en moet eerst de opleiding nog afronden. Zij stromen eerst de studieregeling in. Daarnaast zijn er in de werkregeling jongeren niet direct beschikbaar voor werk omdat zij bijvoorbeeld nog onder behandeling zijn [79]. Deze groep kan, mits de therapie of zorg hiervoor ruimte biedt, overigens al wel gestimuleerd worden om gedeeltelijk te werken of een opleiding te volgen naast de behandeling. Daarnaast is er een groep jongeren bij wie pas na afronding van de behandeling vastgesteld kan worden of zij daadwerkelijk arbeidsmogelijkheden hebben [79]. Ook zien we dat een deel van de Wajongers vanwege het doorlopen van een re- integratietraject niet direct beschikbaar is voor werk. Constateerden we hiervoor dat circa 75 procent van de instromers in de Wajong arbeidsvermogen heeft, bij instroom is slechts 29 procent van de totale instroom direct beschikbaar voor werk. 1.5 MOGELIJKHEDEN: FEITELIJKE ARBEIDSPARTICIPATIE In de vorige paragraaf constateerden we dat circa 75 procent van de instroom en 60 procent van het zittend bestand arbeidsvermogen heeft. Maar hoeveel van hen werken er ook daadwerkelijk? In deze paragraaf brengen we de feitelijke arbeidsparticipatie in kaart. Vier op de tien heeft betaald werk (regulier of SW) Het aandeel Wajongers dat betaald werk verricht als percentage van het totaal aantal Wajongers schommelt al jaren rond de 25 procent [57] Als we het aandeel werkende Wajongers afzetten tegen het totaal aantal Wajongers met arbeidsvermogen dan is ruim vier op de tien aan het werk. 23 Dat is nog steeds fors lager dan de arbeidsdeelname van alle 15- tot 65- jarigen in Nederland, in casu 67 procent [CBS, 2012] Veelal eenvoudige werkzaamheden De meeste Wajongers functioneren op het niveau van elementaire taken. We zien de laatste jaren wel een groeiend aantal Wajongers met een hoger opleidingsniveau. Jeroen (22, moeilijk lerend/adhd) werkt nu al bijna vijf jaar bij een supermarkt in zijn buurt. Zijn werkzaamheden bestaan uit: vakken vullen, emballage, klanten helpen, de voorraad raadplegen op de computer, de papierpers legen, magazijn, winkelwagens ophalen. Hij zit niet achter de kassa. Arno (33, ADHD), werkzaam als psycholoog, gespecialiseerd in het naar boven halen van de talenten van mensen met ADHD. 20 UWV Werkbedrijf hanteert als richtlijn dat Wajongers beschikbaar zijn voor werk wanneer zij binnen vier weken te introduceren zijn bij een werkgever. 21 Hierin zijn de Wajongers die werken in de arbeidsmatige dagbesteding en hiervoor enige vergoeding ontvangen niet meegerekend. 22 Belangrijke kanttekening is dat dit cijfer alleen betrekking heeft op het werken in dienstverband (incl. uitzendwerk). Werken als zelfstandige blijft buiten beschouwing. De inschatting is dat maar weinig Wajongers als zelfstandige werken. Exacte cijfers ontbreken. 23 Eind 2012 was 25 procent van alle Wajongers aan het werk, dat is Wanneer we deze afzetten tegen het aantal Wajongers met arbeidsvermogen (60% van ) komen we uit op 42 procent. 24 Het betreft hier de netto- arbeidsparticipatie, deze wordt uitgedrukt in hoeveel procent van de potentiële beroepsbevolking een baan heeft van meer dan twaalf uur in de week. 25 Ook elders in Europa zien we de arbeidsparticipatie van mensen met een arbeidsbeperking fors lager liggen dan die van mensen zonder arbeidsbeperking, namelijk 50 om 68 procent [108]. 25

26 Redelijk tevreden De tevredenheid over het betaalde werk is redelijk groot. Wel levert werken voor ruim de helft van de mensen in de werkregeling veel spanning op. Ook houden zij weinig energie over voor andere dingen. Wajongers met een psychiatrische stoornis, met een hogere opleiding of ouder dan 25 jaar zijn wat minder vaak tevreden over hun werk. Jongeren met een psychiatrische aandoening hebben het moeilijk Kijken we naar de kenmerken van de Wajongers die betaald werken (regulier of SW) dan valt op dat relatief meer mannen werk hebben dan vrouwen [7]. Verder zien we dat Wajongers met een verstandelijke beperking het beste scoren, van hen is 30% aan het werk. Wajongers met een psychiatrisch ziektebeeld (niet zijnde een ontwikkelingsstoornis) doen het beduidend slechter, van hen is slechts 13% aan het werk [7, 78]. Dat de arbeidsparticipatie onder mensen met een psychiatrische beperking achterblijft zien we in verschillende rapporten, ook internationaal, bevestigd. 26 Werk houden grootste uitdaging Is op enig moment ongeveer vier op de tien Wajongers met arbeidsvermogen aan het werk, over een periode van drie jaar hebben meer dan zeven van de tien gewerkt [57]. 27 Dit is een bevestiging dat meer Wajongers in staat zijn om te werken. Tegelijkertijd is het ook een aanwijzing dat er veelvuldig sprake is van baanverlies. Van alle Wajongers die in 2010 aan het werk zijn gekomen, zijn zes op de tien niet aaneengesloten aan het werk geweest en heeft iets minder dan de helft een jaar later geen werk [57]. Als Wajongers er eenmaal in zijn geslaagd langere tijd aan het werk te blijven, houden ze dat meestal ook vol. Van alle Wajongers die eind 2010 werkten, was 87% een jaar later nog (of weer) aan het werk. UWV constateert dat de grootste uitdaging dan ook ligt in het aan het werk houden van Wajongers [7]. Steeds vaker werkzaam bij een reguliere werkgever Wajongers zijn steeds vaker werkzaam bij reguliere werkgevers. Momenteel is iets meer dan de helft van de Wajongers die betaald werk heeft in dienst van een reguliere werkgever. Ook binnen de arbeidsmatige dagbesteding zien we Wajongers steeds vaker werkzaam zijn bij reguliere werkgevers. Kijken we naar het aantal Wajongers als percentage van het totaal aantal werknemers in branches en sectoren dan komt UWV recent tot de conclusie dat er geen sprake is van significante verschillen. Datzelfde geldt voor de factor personeelsomvang. Wajongers hebben aldus UWV redelijke gelijke kansen binnen het mkb als binnen grotere ondernemingen [114]. Kijken we naar de SW, dan zien we dat het met name de oudere Wajongers zijn die in of via de SW werkzaam zijn. Bij Breed werken momenteel 90 jongeren < 27 jaar uit deze regio, nagenoeg allemaal beschut. Veelal parttime en tijdelijk dienstverband Wajongers die bij reguliere werkgevers werken, hebben veelal een tijdelijk contract [57, 23]. 28 Ook werken twee op de drie niet fulltime [23]. Wajongers werkzaam in of via de SW hebben vaak wel een vast contract en werken ook vaker fulltime (>80%) [80]. 26 Zo weten we uit onderzoek onder mensen kwetsbaar voor psychoses dat 70 procent een jaar na een psychose zijn of haar baan kwijt is dan wel met de opleiding gestopt is. Na drie jaar is dat 90 procent [Pro Persona Nijmegen]. 27 Cijfers van UWV wijzen uit dat in een periode van drie jaar 45 procent van alle Wajongers gewerkt heeft. Eind 2012 ging het dan om Als we dit afzetten tegen het totaal aantal Wajongers met arbeidsvermogen (60% x ) komen we uit op 75 procent. 28 Dat geldt in het bijzonder voor de jongere Wajongers. Ter relativering: Ook veel jongeren zonder beperking hebben een tijdelijk contract. Dit is eigen aan het feit dat het starters op de arbeidsmarkt zijn of dat het om bijbaantjes naast de studie gaat [80]. 26

Informatie over de Wajong

Informatie over de Wajong Informatie over de Wajong Inleiding Het kabinet heeft het voornemen om per 1 januari 2014 de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wet Wajong

Nadere informatie

Factsheet Wajong: Informatie over Wajonginstroom in 2010

Factsheet Wajong: Informatie over Wajonginstroom in 2010 Regelingen en voorzieningen CODE 1.3.3.23 Factsheet Wajong: Informatie over Wajonginstroom in 2010 bronnen www.uwv.nl/zakelijk/gemeenten, d.d. oktober 2011 In 2013 gaat waarschijnlijk de Wet werken naar

Nadere informatie

Feiten en cijfers Wajong

Feiten en cijfers Wajong Feiten en cijfers Wajong Deze notitie bestaat uit drie hoofdstukken: 1. De wettelijke regeling en de kabinetsplannen 2. Cijfers over de doelgroep 3. Belangrijke rapporten over de Wajong 1. De wettelijke

Nadere informatie

De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio?

De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio? De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio? Transities sociale domein Gemeenten staan zoals bekend aan de vooravond van drie grote transities: de decentralisatie

Nadere informatie

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1 Werk, inkomen & sociale zekerheid versie 2013 www.departicipatieformule.nl, versie 2 2013 1 Inleiding... 3 Participatiewet, geplande invoerdatum 1 januari 2014... 4 Wet Wajong (sinds 2010)... 6 Wet Werk

Nadere informatie

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, 2011 1

Werk, inkomen. sociale zekerheid. www.departicipatieformule.nl, 2011 1 Werk, inkomen & sociale zekerheid www.departicipatieformule.nl, 2011 1 Inhoudsopgave Wet Wajong (sinds 2010)... 3 Wet Werk en Bijstand (WWB)... 5 Wet investeren in jongeren (Wij)... 6 Wet Sociale Werkvoorziening

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Participatiewet Doelgroepregister, Banenafspraak

Participatiewet Doelgroepregister, Banenafspraak Participatiewet Doelgroepregister, Banenafspraak 19 november 2015 Rob Schwillens Districtsmanager Zeeland & West Brabant Wat is er per 1.1.2015 gewijzigd? De Participatiewet voegt de Wet werk en bijstand

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 817 Sociale werkvoorziening Nr. 131 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Beschut werk in Aanleiding

Beschut werk in Aanleiding Beschut werk in 2015 1. Aanleiding Op 1 januari jl. is de Participatiewet in werking getreden. Een nieuwe voorziening onder deze wet is beschut werk nieuwe stijl 1. Gemeenten zijn onder deze wet verplicht

Nadere informatie

Wajongers op de arbeidsmarkt. Driebergen, 26 januari Erik Voerman Businessadviseur, UWV WERKbedrijf

Wajongers op de arbeidsmarkt. Driebergen, 26 januari Erik Voerman Businessadviseur, UWV WERKbedrijf Wajongers op de arbeidsmarkt Driebergen, 26 januari 2011 Erik Voerman Businessadviseur, UWV WERKbedrijf 1 Drie congressen Medilex: Wajongers op de arbeidsmarkt, En hoe snel het kan veranderen.. Geschikt

Nadere informatie

College Overdracht Wajong aan gemeenten COLLEGE OVERDRACHT WAJONG AAN GEMEENTEN

College Overdracht Wajong aan gemeenten COLLEGE OVERDRACHT WAJONG AAN GEMEENTEN College Overdracht Wajong aan gemeenten COLLEGE OVERDRACHT WAJONG AAN GEMEENTEN Inleiding Cijfers Wajong Overgang en herbeoordeling Kennis en expertise Samenwerking Afsluiting COLLEGE OVERDRACHT WAJONG

Nadere informatie

Het eerste jaar nieuwe Wajong

Het eerste jaar nieuwe Wajong Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Rapport Het eerste jaar nieuwe Wajong Kwantitatief

Nadere informatie

Geschikt werk voor geschikte mensen

Geschikt werk voor geschikte mensen Geschikt werk voor geschikte mensen Divosa vrijdag Utrecht, 14 maart 2014 Erik Voerman UWV WERKbedrijf 2 Ontwikkelingen Wajong Afname groei aantal Wajongers sinds 2010 Na instroom gaan jongeren sneller

Nadere informatie

Anja Holwerda Wetenschapper UMCG, Sociale Geneeskunde/Arbeid en Gezondheid

Anja Holwerda Wetenschapper UMCG, Sociale Geneeskunde/Arbeid en Gezondheid 5/15/2014 Lezing Jongeren aan de Onderkant van de Arbeidsmarkt Anja Holwerda Wetenschapper UMCG, Sociale Geneeskunde/Arbeid en Gezondheid A.holwerda01@umcg.nl 050-3638274 1 ParticipatieWet Gemeenten integrale

Nadere informatie

Doel bijeenkomst. Informeren over de stand van zaken. Beeld schetsen van de beoogde aanpak UWV. Ophalen vragen, opmerkingen, tips en zorgen

Doel bijeenkomst. Informeren over de stand van zaken. Beeld schetsen van de beoogde aanpak UWV. Ophalen vragen, opmerkingen, tips en zorgen Doel bijeenkomst Informeren over de stand van zaken Beeld schetsen van de beoogde aanpak UWV Ophalen vragen, opmerkingen, tips en zorgen INFORMATIEBIJEENKOMST PARTICIPATIEWET 2 Inleiding Kenmerken van

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Participatiewet (Wajong) Nieuwe wet: de Participatiewet

Informatiebijeenkomst Participatiewet (Wajong) Nieuwe wet: de Participatiewet Informatiebijeenkomst Participatiewet (Wajong) Nieuwe wet: de Participatiewet Op 1 januari 2015 komt er een nieuwe wet: de Participatiewet. Met de Participatiewet wil het kabinet bereiken dat zoveel mogelijk

Nadere informatie

Participatiewet en Quotumheffing White Paper

Participatiewet en Quotumheffing White Paper Participatiewet en Quotumheffing White Paper 6 oktober 2015 Participatiewet Wat is de Participatiewet? Heeft uw onderneming meer dan 25 werknemers, dan moet u aan de slag met de Participatiewet. Deze wet

Nadere informatie

Arbeidsparticipatie van jonggehandicapten

Arbeidsparticipatie van jonggehandicapten Arbeidsparticipatie van jonggehandicapten Presentatie Brugconferentie Regionaal Competentiemanagement Katinka van Brakel senior kennisadviseur bij UWV; Strategie, Beleid en Kenniscentrum Inhoud presentatie

Nadere informatie

Ontwikkelingen wet- en regelgeving bij arbeidsintegratie. November 2013 Neeltje Huvenaars

Ontwikkelingen wet- en regelgeving bij arbeidsintegratie. November 2013 Neeltje Huvenaars Ontwikkelingen wet- en regelgeving bij arbeidsintegratie November 2013 Neeltje Huvenaars Uitstroommogelijkheden 2013/2014 Vervolgopleiding Werk Voorzieningen UWV Aangepast werk via Wsw Evt tijdelijk inkomen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 817 Sociale werkvoorziening Nr. 99 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017. Bijlage 2 Cijfers uitvoering Participatiewet Bijstandsvolume stabiliseert Er zijn duidelijke signalen dat de economie en de arbeidsmarkt zich aan het herstellen zijn van de crisis. Het aantal mensen met

Nadere informatie

Een nieuwe taak voor gemeenten

Een nieuwe taak voor gemeenten Een nieuwe taak voor gemeenten Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. Het doel van de wet is om meer mensen, ook mensen met een arbeidsbeperking, aan de slag te krijgen. De gemeente

Nadere informatie

Mensen met een arbeidsbeperking

Mensen met een arbeidsbeperking Mensen met een arbeidsbeperking Wat verandert er door de participatiewet vanaf 2015 INLEIDING Vanaf 1 januari is er een nieuwe wet: de Participatiewet. Deze wet moet er voor zorgen dat mensen met een arbeidsbeperking

Nadere informatie

Wajongmonitor: tweede rapportage

Wajongmonitor: tweede rapportage Wajongmonitor: tweede rapportage Een analyse van de nieuwe Wajong in 2010 Auteur Ed Berendsen Margreet Stoutjesdijk Ingrid van den Ende Harriët Havinga Britt Spaan Jolanda van Rijssen UWV Uitvoeringsinstituut

Nadere informatie

Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u?

Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u? Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u? Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u? Vanaf 2015 is er veel veranderd rondom werk en inkomen. Zo is de Participatiewet ingevoerd, zijn

Nadere informatie

KPC groep Den Bosch 5 10 2011

KPC groep Den Bosch 5 10 2011 PAG 1 KPC groep Den Bosch 5 10 2011 De rol van de Wajong netwerken; arbeidstoeleiding nu en in de toekomst Erik Voerman Businessadviseur UWV WERKbedrijf PAG 2 Inhoud Doelstelling samenwerking PrO/VSO scholen

Nadere informatie

Actualisering en aanvullingen onderzoek Waar is de doelgroep

Actualisering en aanvullingen onderzoek Waar is de doelgroep Actualisering en aanvullingen onderzoek Waar is de doelgroep Onderzoeksregio oostelijk Noord-Brabant Boukje Cuelenaere 13 juli 2017 Actualisering gegevens realisatie LKS banen in de regio t/m december

Nadere informatie

Nieuwe wetten voor zorg en ondersteuning bij wonen en werken

Nieuwe wetten voor zorg en ondersteuning bij wonen en werken (in)formatieblad - eenvoudig verteld Nieuwe wetten voor zorg en ondersteuning bij wonen en werken november 2014 3 De Participatiewet 23 Heb je een beperking en heb je begeleiding nodig bij het werk? Dan

Nadere informatie

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20% Participatiewet Sinds 1 januari 215 is de Participatiewet van kracht. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak - 2017 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding... 3 1: Werkzaam zijn en blijven... 4 1a: Werkzaam zijn en blijven

Nadere informatie

Wajongers aan het werk met loondispensatie

Wajongers aan het werk met loondispensatie Wajongers aan het werk met loondispensatie UWV, Directie Strategie, Beleid en Kenniscentrum Dit memo gaat in op de inzet van loondispensatie bij Wajongers en op werkbehoud en loonontwikkeling. De belangrijkste

Nadere informatie

Mats Werkt! WWW.MATSWERKT.NL DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

Mats Werkt! WWW.MATSWERKT.NL DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER. Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER. WWW.MATSWERKT.NL Mats werkt: Dé cursus voor het begeleiden van mensen met een arbeidsbeperking op de werkvloer.

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2018-9 Peter Rijnsburger DE NO-RISKPOLIS IN KAART GEBRACHT Het gebruik van de no-riskpolis door werkgevers voor werknemers met een arbeidsongeschiktheidsuitkering en minder dan 35% arbeidsongeschikten

Nadere informatie

Veranderingen rond werk en zorg. Informatie voor ouders van kinderen in het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs

Veranderingen rond werk en zorg. Informatie voor ouders van kinderen in het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs Veranderingen rond werk en zorg Informatie voor ouders van kinderen in het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs Veranderingen rond werk en zorg Jongeren in het praktijkonderwijs (pro) en

Nadere informatie

Wet Werken naar Vermogen

Wet Werken naar Vermogen Wet Werken naar Vermogen Werk? en Inkomen? Branko Hagen, Else Roetering. LCR-congres 2011 Agenda De Wet Werken naar vermogen Wat is bekend, wat zijn vragen? 2 hoofdvragen 1. De werking van de Wet Werken

Nadere informatie

Mensen met een arbeidsbeperking

Mensen met een arbeidsbeperking informatieblad - eenvoudig verteld Mensen met een arbeidsbeperking Wat verandert er door de participatiewet vanaf 2015 2 Dit boekje gaat over mensen met een arbeidsbeperking. Soms kun je voor een deel

Nadere informatie

De Participatiewet. In een politiek krachtenveld. 25 september Twitter mee! hashtag: #VGNparticipatie

De Participatiewet. In een politiek krachtenveld. 25 september Twitter mee! hashtag: #VGNparticipatie De Participatiewet In een politiek krachtenveld 25 september 2013 Twitter mee! hashtag: #VGNparticipatie Wajongers in de zorg Doel en Inspiratie Programma 13:00 13.15 13:15 13.45 13:45 14:15 Opening Hoofdlijn

Nadere informatie

André Oosterlee. Regioconsulent Zuidwest Sien. Trainer Wajongproject Ikkan.. (voorheen PhiladelphiaSupport)

André Oosterlee. Regioconsulent Zuidwest Sien. Trainer Wajongproject Ikkan.. (voorheen PhiladelphiaSupport) Wajong André Oosterlee Regioconsulent Zuidwest Sien (voorheen PhiladelphiaSupport) Trainer Wajongproject Ikkan.. PROGRAMMA Kennismaking Wat brengt u hier? Wat zou u daarover willen weten/zeggen? Wajong

Nadere informatie

Wie ben ik? Turgut Hefti Arbeidsdeskundige en jurist UWV, Achmea DossierMeester

Wie ben ik? Turgut Hefti Arbeidsdeskundige en jurist UWV, Achmea DossierMeester De Participatiewet Wie ben ik? Turgut Hefti Arbeidsdeskundige en jurist UWV, Achmea DossierMeester Wat komt aan bod? Ontwikkelingen Participatiewet Rol arbeidsdeskundige Ontwikkelingen Van verzorgingsstaat

Nadere informatie

UWV Monitor Arbeidsparticipatie 2014

UWV Monitor Arbeidsparticipatie 2014 Opdrachtgever UWV Onderzoek Einddatum 16 februari 2015 Categorie Arbeidsparticipatie UWV Monitor Arbeidsparticipatie 2014 Aan het werk zijn, komen en blijven van mensen met een arbeidsbeperking Conclusie

Nadere informatie

Agenda. Wajong Onafhankelijk arbeidsadviseur. Nieuwe wet Nieuwenaam. Aanleiding. Oude Wajong. Nieuwe Wajong

Agenda. Wajong Onafhankelijk arbeidsadviseur. Nieuwe wet Nieuwenaam. Aanleiding. Oude Wajong. Nieuwe Wajong Wajong Onafhankelijk arbeidsadviseur Ronde tafel gesprek Agenda Aanleiding De wet De uitvoering Rol onafhankelijk arbeidsadviseur 2010 Nieuwe wet Nieuwenaam Oud Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

Nadere informatie

Jack Kerkhofs Onderwijsgroep Buitengewoon / TECA

Jack Kerkhofs Onderwijsgroep Buitengewoon / TECA Jack Kerkhofs Onderwijsgroep Buitengewoon / TECA MEEDOEN WERKT! Participatiewet / informatie Project participatiewet Lecso en LWvP: MEEDOEN WERKT! Producten en materialen die ontwikkeld zijn Participatiewet

Nadere informatie

nwajong Harm Rademaekers NvA, 22 november 2013 Senior Beleidsontwikkelaar / register arbeidsdeskundige

nwajong Harm Rademaekers NvA, 22 november 2013 Senior Beleidsontwikkelaar / register arbeidsdeskundige . 2 nwajong NvA, 22 november 2013 Harm Rademaekers Senior Beleidsontwikkelaar / register arbeidsdeskundige Programma Wajong algemeen Beoordeling door verzekeringsarts en arbeidsdeskundige Re-integratie

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

WERK EN INKOMEN VOOR JONGGEHANDICAPTEN Signalen uit de praktijk in vraag en antwoord. Breed Platform Verzekerden en Werk NUMMER 1, november 2006

WERK EN INKOMEN VOOR JONGGEHANDICAPTEN Signalen uit de praktijk in vraag en antwoord. Breed Platform Verzekerden en Werk NUMMER 1, november 2006 WERK EN INKOMEN VOOR JONGGEHANDICAPTEN Signalen uit de praktijk in vraag en antwoord Breed Platform Verzekerden en Werk NUMMER 1, november 2006 Het komend jaar werkt het BPV&W samen met NIZW aan het project

Nadere informatie

Beleidsplan Participatiewet

Beleidsplan Participatiewet Beleidsplan Participatiewet M.b.t. dit beleidsplan maakt de Cliëntenraad Wwb Purmerend de volgende opmerkingen en stelt hierbij de volgende vragen. Bladzijde 1; De Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale

Nadere informatie

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG Juli 2016 1 INHUDSOPGAVE Pagina 1. Samenvatting 3 2. Inleiding 4 3. Beschut werk nieuw 5 4. (Regionale) visie op beschut werk nieuw 5 5. Contouren beschut

Nadere informatie

arbeid / dagbesteding Participatiewet

arbeid / dagbesteding Participatiewet arbeid / dagbesteding Participatiewet Wat is de overheid van plan met de Participatiewet? Met de Participatiewet wil de overheid meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk krijgen. Gemeenten zijn

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 161 Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening, de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en enige andere

Nadere informatie

Visie en uitgangspunten (1)

Visie en uitgangspunten (1) Visie en uitgangspunten (1) Iedereen moet kunnen meedoen als volwaardig burger en bijdragen aan de samenleving. Participatiewet streeft naar een inclusieve arbeidsmarkt, voor jong en oud, en voor mensen

Nadere informatie

Wajong en Participatiewet

Wajong en Participatiewet Inovat 5 maart 2015 Wajong en Participatiewet Harm Rademaekers Centraal Expertise Centrum UWV Inovat 5 maart 2015 2 Waarom Participatiewet? Meer kansen creëren om mensen aan werk te helpen Minder regelingen

Nadere informatie

Bouwstenen voor effectieve reintegratie

Bouwstenen voor effectieve reintegratie Bouwstenen voor effectieve reintegratie voor mensen met een beperking Luuk Mallee - Regioplan Michiel Sebel Werkse! Delft Robert Nijmands Werkse! Delft Het onderzoek Effectiviteit re-integratie arbeidsbeperkten.

Nadere informatie

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG

VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG VISIE BESCHUT WERK (nieuw) REGIO MIDDEN-LIMBURG Juli 2016 1 INHUDSOPGAVE Pagina 1. Samenvatting 4 2. Inleiding 5 3. Beschut werk nieuw 6 4. (Regionale) visie op beschut werk nieuw 7 5. Contouren beschut

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Verzoek Voorziening beroepsonderwijs bij arbeidsongeschiktheid of bijzondere omstandigheden

Verzoek Voorziening beroepsonderwijs bij arbeidsongeschiktheid of bijzondere omstandigheden Verzoek Voorziening beroepsonderwijs bij arbeidsongeschiktheid of bijzondere omstandigheden Dit formulier Heb je door arbeidsongeschiktheid of bijzondere omstandigheden studievertraging opgelopen en kun

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 206 207 33 98 Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met een heffing bij het niet voldoen aan de quotumdoelstelling (Wet banenafspraak

Nadere informatie

Factsheet. Participatiewet. Informatie voor de werkgever, juli 2014

Factsheet. Participatiewet. Informatie voor de werkgever, juli 2014 Factsheet Participatiewet Informatie voor de werkgever, juli 2014 In deze factsheet voor de UMC s over de Participatiewet wordt op een rij gezet waar deze wetgeving over gaat, over wie het gaat en wat

Nadere informatie

De Participatiewet. Raad op Zaterdag Den Haag, 21 september 2013. Edith van Ruijven

De Participatiewet. Raad op Zaterdag Den Haag, 21 september 2013. Edith van Ruijven De Participatiewet Raad op Zaterdag Den Haag, 21 september 2013 Edith van Ruijven De participatiewet Naar een inclusieve arbeidsmarkt jobcoach No risk polis Compensatie lagere productiviteit (loonkostensubsidie)

Nadere informatie

Informerende bijeenkomst Participatiewet. voor gemeenteraadsleden West-Friesland. Woensdag 14 mei 2014 Maandag 26 mei 2014

Informerende bijeenkomst Participatiewet. voor gemeenteraadsleden West-Friesland. Woensdag 14 mei 2014 Maandag 26 mei 2014 Informerende bijeenkomst Participatiewet voor gemeenteraadsleden West-Friesland Woensdag 14 mei 2014 Maandag 26 mei 2014 Inleiding 3 decentralisaties Voorgeschiedenis participatiewet Stand van zaken wetgeving

Nadere informatie

UWV Monitor Arbeidsparticipatie 2014. Aan het werk zijn, komen en blijven van mensen met een arbeidsbeperking

UWV Monitor Arbeidsparticipatie 2014. Aan het werk zijn, komen en blijven van mensen met een arbeidsbeperking UWV Monitor Arbeidsparticipatie 2014 Aan het werk zijn, komen en blijven van mensen met een arbeidsbeperking Inhoud 1. Essentie van de monitor 2014 2 2. Volumeontwikkelingen Wajong 6 2.1 Inleiding 6 2.2

Nadere informatie

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Oegstgeest 2015 Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Oegstgeest 2015 De raad van de gemeente Oegstgeest, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Oegstgeest d.d., gelet op artikel

Nadere informatie

BELEIDSREGELS INDIVIDUELE STUDIETOESLAG

BELEIDSREGELS INDIVIDUELE STUDIETOESLAG Gemeente Achtkarspelen BELEIDSREGELS INDIVIDUELE STUDIETOESLAG 2015 Gemeente Achtkarspelen September 2015 1 INLEIDING Met de inwerkingtreding van de Participatiewet is ook een Individuele Studietoeslag

Nadere informatie

De 7 belangrijkste vragen:

De 7 belangrijkste vragen: De Participatiewet en Wsw ers: Mensen die bij een Sociale Werkvoorziening werken hebben te maken met de Participatiewet. Misschien heeft u vragen over de wet. Hier kunt u de antwoorden vinden op vragen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet Nr. 111 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2016 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2016 UWV Kwantitatieve informatie Eerste vier maanden 2016 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 INDICATIES BANENAFSPRAAK... 12 WAO... 13 WIA... 14 WAZ...

Nadere informatie

Wet werken naar vermogen. perspectieven voor cliënten en gemeente?

Wet werken naar vermogen. perspectieven voor cliënten en gemeente? Wet werken naar vermogen perspectieven voor cliënten en gemeente? Branko Hagen/Else Roetering, LCR, 29-03-2012 Agenda Wwnv onder de loep Gevolg cliënten en gemeenten Wat / Hoe dan wel? Wwnv Kern: Ieder

Nadere informatie

Datum 29 maart 2017 Versie 3.1 Pagina 1 Duurzaamheid van banen binnen de Banenafspraak

Datum 29 maart 2017 Versie 3.1 Pagina 1 Duurzaamheid van banen binnen de Banenafspraak Pagina 1 Duurzaamheid van banen binnen de Banenafspraak Analyse op basis van het en de polisadministratie Pagina 2 Inhoud Korte samenvatting Inleiding p3 p4 Grafiek 1. In- en uitstroom werkzame in P5 Grafiek

Nadere informatie

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Januari 2015 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 1.1 Opzet... 5 1.2 Leeswijzer... 6 2. Inventarisatie medewerkers arbeidsbeperking...

Nadere informatie

Signalen uit de praktijk in vraag en antwoord Nummer 2, december 2006

Signalen uit de praktijk in vraag en antwoord Nummer 2, december 2006 WERK EN INKOMEN VOOR JONGGEHANDICAPTEN Signalen uit de praktijk in vraag en antwoord Nummer 2, december 2006 Het komend jaar werkt het BPV&W samen met NIZW aan het project Bouwen aan actieve informatievoorziening

Nadere informatie

Nieuwsbrief Sociaal Domein Kop van Noord-Holland

Nieuwsbrief Sociaal Domein Kop van Noord-Holland Nieuwsbrief Sociaal Domein Kop van Noord-Holland Maandag 28 juli 2014 Nieuwsbrief nummer 3 Colleges Den Helder, Schagen en Hollands Kroon wijzigen samenwerking Sociaal Domein De colleges van Den Helder,

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2016 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2016 UWV Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2016 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 INDICATIES BANENAFSPRAAK... 12 WAO... 13 WIA... 14 WAZ...

Nadere informatie

Op eigen kracht maar niet alleen

Op eigen kracht maar niet alleen uwv.nl/wajong werk.nl Op eigen kracht maar niet alleen Wat u moet weten als u Wajong aanvraagt Meer informatie Deze brochure geeft algemene informatie. Heeft u na het lezen nog vragen? Kijk dan op uwv.nl/wajong.

Nadere informatie

Vastgestelde verordening - Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015

Vastgestelde verordening - Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zoeterwoude Publicatiedatum: 19-12-2014 Nummer gemeenteblad: 0355 Vastgestelde verordening - Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente

Nadere informatie

De Participatiewet en het dienstenportfolio UWV

De Participatiewet en het dienstenportfolio UWV De Participatiewet en het dienstenportfolio UWV 1 Aanleiding voor huidige ontwikkelingen Te veel mensen met arbeidsbeperkingen staan aan de zijlijn. Instroom WAJONG is (te) groot WWB populatie bestaat

Nadere informatie

UWV Monitor Arbeidsparticipatie Aan het werk zijn, komen en blijven van mensen met een arbeidsbeperking

UWV Monitor Arbeidsparticipatie Aan het werk zijn, komen en blijven van mensen met een arbeidsbeperking Opdrachtgever UWV Opdrachtnemer UWV / Directie Strategie, Beleid en Kenniscentrum Onderzoek UWV Monitor Arbeidsparticipatie 2012. Aan het werk zijn, komen en blijven van mensen met een arbeidsbeperking

Nadere informatie

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen?

Programma. Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen? Programma Wat is de Participatiewet? Hoe kunnen wij u helpen? De Participatiewet Op 1 januari 2015 is de Participatiewet van kracht Van werkgevers wordt nu verwacht om werkzoekenden met een arbeidsbeperking

Nadere informatie

Een actueel politiek vraagstuk Wat zou u als werkgever prettiger vinden: loonkostensubsidie of loondispensatie?

Een actueel politiek vraagstuk Wat zou u als werkgever prettiger vinden: loonkostensubsidie of loondispensatie? Een actueel politiek vraagstuk Wat zou u als werkgever prettiger vinden: loonkostensubsidie of loondispensatie? Programma Wie zijn de no-riskers Financiële compensatie werkgevers UWV Kennisverslag De no-riskpolis

Nadere informatie

Samenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd.

Samenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd. Samenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd. 30-1- 2013 Uitgangspunten Iedereen die in een uitkering zit en die

Nadere informatie

Wajongmonitor: tweede rapportage Een analyse van de nieuwe Wajong in 2010

Wajongmonitor: tweede rapportage Een analyse van de nieuwe Wajong in 2010 Wajongmonitor: tweede rapportage Een analyse van de nieuwe Wajong in 2010 Status Definitief Auteur Ed Berendsen T (020) 687 16 25 Ed.Berendsen@uwv.nl Margreet Stoutjesdijk T (020) 687 31 94 Margreet.Stoutjesdijk@uwv.nl

Nadere informatie

één werkbedrijf voor het Rijk van Nijmegen

één werkbedrijf voor het Rijk van Nijmegen deze brochure is een verkorte versie van het Werkboek Sterke werkwoorden november 2013 één werkbedrijf voor het Rijk van Nijmegen De ambities voor regionale samenwerking op het domein Werk tussen de gemeenten

Nadere informatie

Participatiewet. Werk training - coaching

Participatiewet. Werk training - coaching Werk training - coaching Met WERK meer MANS Wie zijn wij: 15 jaar ervaring Zuid- / midden Nederland Breed & groot netwerk Consulenten Arbeidsdeskundigen Loopbaanadviseurs (Job)coaches Werkmans stelt zich

Nadere informatie

Bijlage 1 : Beschut werk

Bijlage 1 : Beschut werk Bijlage 1 : Beschut werk Inleiding Met de inwerkingtreding van de Participatiewet vanaf 1 januari 2015 is instroom in Wet sociale werkvoorziening (Wsw) niet meer mogelijk. Doordat er geen nieuwe instroom

Nadere informatie

Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER.

Mats Werkt!   DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER. Mats Werkt! DÉ CURSUS VOOR HET BEGELEIDEN VAN MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING OP DE WERKVLOER. WWW.MATSWERKT.NL Mats Werkt: Dé cursus voor het begeleiden van mensen met een arbeidsbeperking op de werkvloer.

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak 2017-2018 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding...3 Aanleiding...3 Aanpak, perioden en meetmomenten...3 Samenvatting...4

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder

Het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Noordoostpolder Nr. 11290 18 januari 2018 Beleidsregels Participatie Noordoostpolder 2018 Het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder overwegende

Nadere informatie

Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding

Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding Het is de vraag of het in alle gevallen reëel is om van werkgevers en de desbetreffende werknemers te verwachten dat zij (in het

Nadere informatie

Werknemers 1 ZIEK. werknemer en verzekerd voor ZW en WIA is degene die een ww-uitkering geniet

Werknemers 1 ZIEK. werknemer en verzekerd voor ZW en WIA is degene die een ww-uitkering geniet Werknemers 1 ZIEK Recht op doorbetaling van loon: - gedurende maximaal 2 jaar - gedurende looptijd contract - na afloop contract binnen twee jaar overname loonbetaling door UWV (vangnet) tot max. 2 jaar

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Voorstel om te besluiten>> Wij stellen voor de Verordening individuele studietoeslag gemeente Mook en Middelaar 2015 vast te stellen.

Raadsvoorstel. Voorstel om te besluiten>> Wij stellen voor de Verordening individuele studietoeslag gemeente Mook en Middelaar 2015 vast te stellen. Agendapuntnummer: 5 Documentnummer: 2015/2079 Raadsvergadering d.d.: 2 juli 2015 Raadscommissie: Samenleving Commissie d.d.: 18 juni 2015 Programma: Onderwerp: Verordening individuele studietoeslag gemeente

Nadere informatie

Toelichting. Algemeen. Verbeteren positie arbeidsmarkt arbeidsgehandicapten

Toelichting. Algemeen. Verbeteren positie arbeidsmarkt arbeidsgehandicapten Toelichting Algemeen De invoeringswet Participatiewet introduceert een studieregeling in de Participatiewet: de individuele studietoeslag. Hiermee krijgt het college de mogelijkheid mensen, van wie is

Nadere informatie

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2018 UWV

Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2018 UWV Kwantitatieve informatie Eerste acht maanden 2018 UWV Inhoud ZIEKTEWET... 4 WET ARBEID EN ZORG... 6 POORTWACHTER AG... 7 CLAIMBEOORDELING AG... 8 INDICATIES BANENAFSPRAAK... 10 WAO... 11 WIA... 12 WAZ...

Nadere informatie

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE

2513AA22. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T

Nadere informatie

Wajongmonitor: eerste rapportage

Wajongmonitor: eerste rapportage Wajongmonitor: eerste rapportage Auteurs Ed Berendsen T (020) 687 16 25 Ed.Berendsen@uwv.nl Ingrid van den Ende T (020) 687 51 13 Ingrid.vandenEnde@uwv.nl Harriët Havinga T (020) 687 19 62 Harriet.Havinga@uwv.nl

Nadere informatie

Samenstelling tekst Beppie Brood (teamleider ATC s Amstelduin) Monique van Kollenburg (trainer ATC Amstelduin)

Samenstelling tekst Beppie Brood (teamleider ATC s Amstelduin) Monique van Kollenburg (trainer ATC Amstelduin) Samenstelling tekst Beppie Brood (teamleider ATC s Amstelduin) Monique van Kollenburg (trainer ATC Amstelduin) Lay-out Bob Snel (trainer ATC Amstelduin) Document Versie maart 2007 Meer informatie E-mail:

Nadere informatie

College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z Datum: 26 oktober 2017 Participatievoorziening beschut werk

College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z Datum: 26 oktober 2017 Participatievoorziening beschut werk Van: Aan: College van burgemeester en wethouders de gemeenteraad Documentnummer: z170052070 Datum: 26 oktober 2017 Onderwerp: Participatievoorziening beschut werk Memo Zeewolde Dit memo geeft een toelichting

Nadere informatie

Doelgroep banenafspraak

Doelgroep banenafspraak Doelgroep banenafspraak Fred Paling Lid Raad van Bestuur UWV Presentatie Doelgroep banenafspraak Doelgroepregister Indicatie banenafspraak Hoe kan de banenafspraak slagen? Banenafspraak Doelgroep banenafspraak:

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.:

RAADSVOORSTEL. Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.: RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: 9-12-2014 B en W-besluit nr.: 14.1115 Naam programma: Werk en inkomen Onderwerp: Verordening Individuele studietoeslag Participatiewet 2015 Aanleiding: Bij de

Nadere informatie

Participatiewet. 9 september 2014. raadscommissie EM - 1 -

Participatiewet. 9 september 2014. raadscommissie EM - 1 - Participatiewet raadscommissie EM 9 september 2014-1 - Inhoud achtergrond wijzigingen sociale zekerheid hoofdlijnen Participatiewet 1 januari 2015 financiering Rijk wetswijzigingen WWB 1 januari 2015 voorbereidingen

Nadere informatie

MEEDOEN WERKT! PRESENTATIE participatiewet. in opdracht van Min. SZW

MEEDOEN WERKT! PRESENTATIE participatiewet. in opdracht van Min. SZW MEEDOEN WERKT! PRESENTATIE participatiewet in opdracht van Min. SZW van centraal naar decentraal er zijn 3 grote decentralisaties gaande [ het zijn 3 landelijke regelingen die nu via de gemeenten geregeld

Nadere informatie