STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 4 VERWERKTE GROENTEN EN FRUIT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 4 VERWERKTE GROENTEN EN FRUIT"

Transcriptie

1 STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW Deel 4 VERWERKTE GROENTEN EN FRUIT April 2013 Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

2 2

3 Voorwoord: Het Hageland: een streek met klasse! Zolang de Hagelanders het zich herinneren wordt er fruit gekweekt. Vroeger vooral aardbeien, perziken en pruimen, vandaag overheersen appels en peren. Maar ook lekker verse groenten en verrassend veelzijdige aardappelen zijn er in overvloed in het Hageland. Zowel vers als verwerkt zijn het stuk voor stuk kwaliteitsproducten, met liefde en passie gemaakt. En de consument weet dit meer en meer te waarderen. De voordelen van thuisverkoop liggen voor de hand: een eerlijke prijs, minder voedselkilometers en tevreden klanten die meer voeling krijgen met de land- en tuinbouw in hun streek. Niets dan voordelen dus. Of toch? Als landbouwer bent u reeds vertrouwd met een hele reeks wetgevingen. Met de opstart of uitbouw van een thuisverkoop komen er nog heel wat verplichtingen bij. Onoverkomelijk, denkt u misschien? Zeker niet. Voor alle land- en tuinbouwers die met een hoeveverkoop wensen te starten werd een volledige startersmap in vier delen uitgewerkt. Zo wordt u stap voor stap door het kluwen van administratieve verplichtingen en wetgeving geloodst. De fiches in dit document vormen het sluitstuk van deze startersmap en gaan specifiek over de verkoop en verwerking van aardappelen, groenten en fruit op de hoeve. Zo wordt onder andere ingegaan op de traceerbaarheid van de producten, de meldingsplicht, eisen voor de inrichting van het werkatelier en de winkel en de etikettering van de verwerkte producten. Blijft u nog met vragen zitten? Dan kan u steeds contact opnemen met het Steunpunt voor Hoeveproducten. Zij staan u graag met raad en daad bij. Wij hopen hiermee ons steentje bij te dragen om Hagelandse ondernemers te stimuleren en te ondersteunen naar een succesvolle thuisverkoop. Want onze Hagelandse boeren met klasse promoten we graag. En hoe kunnen we dat beter doen dan door al dat lekkers aan te bieden, rechtstreeks van de akker tot op het bord? Monique Swinnen, Gedeputeerde landbouw 3

4 4

5 Inhoudstabel INHOUDSTABEL... 5 WAAROM DEZE STARTERSMAP VERWERKTE GROENTEN EN FRUIT?... 9 FICHE 1: THUISVERKOOP VAN (VERWERKTE) GROENTEN EN FRUIT FICHE 2: WAT EN WAAR MAG JE VERKOPEN? FICHE 3: VERPLICHTINGEN T.O.V. HET FAVV FICHE 4: WAT MET DE HANDELSWETGEVING? FICHE 5: RUIMTELIJKE ORDENING FICHE 6: DE MILIEUVERGUNNING FICHE 7: ETIKETTERING VAN VERWERKTE GROENTEN, FRUIT EN AARDAPPELEN FICHE 8: WETGEVING M.B.T. TE KOELEN PRODUCTEN FICHE 9: INRICHTING VAN EEN WINKEL- EN VERWERKINGSRUIMTE FICHE 10: PRIJSREGLEMENTERING FICHE 11: HET GEBRUIK VAN MEETWERKTUIGEN FICHE 13: WETGEVING M.B.T. FISCALITEIT FICHE 14: VENNOOTSCHAP OF EENMANSZAAK FICHE 15: AUTOCONTROLE

6 FICHE 16: TRACEERBAARHEID FICHE 17: MELDINGSPLICHT BIJLAGEN Bijlage 1: Activiteitencodes BOOD FAVV Bijlage 2: Model aanvraagformulier FAVV registratie/toelating/erkenning 89 Bijlage 3: Handleiding e-id FOODWEB.. 93 Bijlage 4: Het FAVV in je buurt 97 Bijlage 5: Voorbeeld toelating FAVV 99 Bijlage 6: Lijst erkende OCI G-014 en G Bijlage 7: Coördinaten erkende OCI's. 103 Bijlage 8: Erkende ondernemingsloketten Bijlage 9: Aanvraagformulier van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat Bijlage 10: Aanstiplijst bij de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat. 111 Bijlage 11: Kwaliteits-, sorterings- en aanduidingsvoorwaarden primeur- en bewaaraardappelen Bijlage 12: Gewestelijke afdelingen Metrologische Dienst 125 Bijlage 13: Buitendiensten van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Land- en tuinbouw, Structuur en Investeringen 127 Bijlage 14: Aanvraag tussenkomst Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) Bijlage 15: Aanvraag van VLIF-gewestwaarborg Bijlage 16: Voorbeeld gevarenanalyse (extra) confituur Bijlage 17: Voorbeeld gevarenanalyse vruchtensap Bijlage 18: Voorbeeld gevarenanalyse verwerkte soepgroenten Bijlage 19: Voorbeeld traceerbaarheidsformulieren (IN en UIT) 171 6

7 Bijlage 20: Formulier voor de meldingsplicht. 173 HET STEUNPUNT HOEVEPRODUCTEN KEN JE REEDS VLAM HOEVEPRODUCTEN VOEDSELTEAMS ILVO PROVINCIE WEST-VLAANDEREN PROVINCIE OOST-VLAANDEREN PROVINCIE ANTWERPEN PROVINCIE LIMBURG PROVINCIE VLAAMS-BRABANT HET INNOVATIESTEUNPUNT

8 8

9 Waarom deze startersmap verwerkte groenten en fruit? Deze startersmap werd ontwikkeld door het Steunpunt Hoeveproducten om iedere landbouwer die eraan denkt groenten en/of fruit thuis te gaan verwerken en verkopen wegwijs te maken in het kluwen van wettelijke verplichtingen en regelgevingen. Het verwerken en thuis verkopen van groenten en/of fruit kan een bijkomend inkomen op het bedrijf genereren maar de opstart en de uitbouw moet doordacht gebeuren en de tuinbouwer mag zeker niet over één nacht ijs gaat bij zijn beslissing een dergelijke nevenactiviteit uit te bouwen. Deze startersmap wil tuinbouwers op een duurzame manier doen nadenken over de mogelijkheden op hun bedrijf. Bij de opstart van een thuisverwerking en -verkoop krijg je als ondernemer te maken met heel wat reglementeringen. Enerzijds moet je voldoen aan alle voorschriften van het FAVV, o.a. naar voedselveiligheid toe, inrichting van productielokalen, productetikettering, autocontrole, en anderzijds moet je ook voldoen aan alle verplichtingen van de handelswetgeving, de regelgeving rond ruimtelijke ordening, de milieuwetgeving, Als ondernemer zie je vaak het bos door de bomen niet meer. Met deze startersmap wil het Steunpunt Hoeveproducten dan ook een antwoord bieden op heel wat vragen. Bovendien kan er bij de opstart van een thuisverwerking en -verkoop ook een beroep gedaan worden op een aantal steunmaatregelen. Ook deze worden in deze startersmap behandeld. Blijf je na het doornemen van de startersmap toch nog met vragen zitten, dan kan je steeds contact opnemen met het Steunpunt Hoeveproducten. En heb je interesse om op de hoogte te blijven van actualiteiten over thuisverkoop, dan kan je op aanvraag de gratis nieuwsbrief ontvangen. Deze verschijnt 4 keer per jaar. De contactgegevens van het Steunpunt Hoeveproducten vind je achteraan deze map. Tot wie richt deze startersmap zich? Deze startersmap richt zich in de eerste plaats tot tuinbouwers die eigen groenten en/of fruit op hun bedrijf willen verwerken en thuis verkopen. Daarnaast vind je ook heel wat informatie terug over de verkoop van producten van collega land- en tuinbouwers, de verkoop op (boeren)markten, de verkoop via automaten, Algemene wetgeving thuisverkoop, hoevezuivel en hoevevlees Deze startersmap is het 4 e deel in een reeks van 4 uitgaven en gaat dieper in op het thuis verwerken en verkopen van groenten en fruit. Het eerste deel bevat alle basisinformatie die je als thuisverkoper nodig hebt/zal hebben om je verkoop op te starten en uit te bouwen, of het nu gaat over de verkoop van groenten, fruit, zuivelproducten of vleeswaren. Deel 2 en 3 richten zich specifiek op de verwerking en de verkoop van respectievelijke zuivelproducten en vlees. 9

10 Opbouw van deze startersmap Deze startersmap is opgebouwd uit 17 fiches die elk een ander onderwerp behandelen. Elke fiche staat onafhankelijk van elkaar. Voor meer uitgebreide informatie m.b.t. het onderwerp wordt soms verwezen naar de bijlagen achteraan in de startersmap. Deze bijlagen geven wat meer achtergrondinformatie of geven aan hoe je praktisch iets kunt aanvragen bij de bevoegde diensten. Voor bijkomende informatie kan je ook steeds terecht op de website van het Steunpunt Hoeveproducten: Deze startersmap is ook integraal op bovenstaande website te raadplegen. Jaarlijks zullen alle fiches indien nodig geactualiseerd worden. Deze geactualiseerde fiches zal je via de website kunnen downloaden en afprinten zodat je je startersmap altijd actueel kunt houden. Tenslotte vind je in het laatste deel van deze startersmap ook nog een korte voorstelling van de regionale en Vlaamse organisaties die hoeveproducenten kunnen bijstaan bij de vermarkting van hun producten. Je kan rechtstreeks contact opnemen met hen voor meer informatie. 10

11 Fiche 1: Thuisverkoop van (verwerkte) groenten en fruit Door het FAVV en de handelswetgeving worden de begrippen primair en verwerkt op een andere manier geïnterpreteerd. Interpretatie FAVV Het is heel belangrijk om te weten of je te doen hebt met primaire of verwerkte producten omdat voor deze laatste de wetgeving m.b.t. voedselveiligheid veel uitgebreider is. Met primaire producten bedoelt het FAVV land- en tuinbouwproducten die geen verwerking hebben ondergaan. Meestal gaat het om verse, niet-bewerkte producten uit de tuin- en/of de akkerbouw. Bewerkingen zoals wassen, spoelen, snijden, verpakken, sorteren, drogen, op het bedrijf vallen hieronder voor zover deze handelingen de aard van de producten niet wezenlijk veranderen. Voorbeelden van primaire producten: Aardappelen Hardfruit: appelen, peren, Kleinfruit: aardbeien, frambozen, bessen, Vollegrond groenten: prei, bloemkool, witloof, asperges Groenten uit de tuinbouw: tomaten, paprika s, komkommers, Met verwerkte producten bedoelt het FAVV land- en tuinbouwproducten die wel een verwerking hebben ondergaan. Voorbeelden van verwerkte producten: Geschilde aardappelen Verwerkte fruitproducten: fruitsla, fruitsappen, confituren, Verwerkte groenteproducten: versneden groenten, soepen, Val je voor het FAVV onder de sector verwerking, dan betekent dit dat je een autocontroleplan zal moeten opstellen op basis van HACCP. Doe je volgens het FAVV niet aan verwerking, dan volstaan de GHP (goede hygiënepraktijken). Meer info hierover vind je in fiche

12 Interpretatie handelswetgeving Voor de wetgeving op de handelspraktijken wordt de term verwerking iets anders geïnterpreteerd. Meer hierover vind je terug in fiche 4. 12

13 Fiche 2: Wat en waar mag je verkopen? Wat mag je verkopen? Een echte definitie van hoeveproducent en/of hoeveproduct bestaat niet. Een aantal zaken komen voort uit de handelswetgeving: je mag als land- of tuinbouwer eigen primaire en/of verwerkte producten verkopen. Je mag daarnaast ook producten van collega-landbouwers aanbieden. Deze collega s blijven verantwoordelijk voor de kwaliteit en de voedselveiligheid van hun producten terwijl jij erop moet toezien dat deze producten in goede omstandigheden bij jou bewaard en verkocht worden. In het geval dat je producten van collega s in- en doorverkoopt, moet je je bijkomend laten registreren als handelaar (zie fiche 4). Waar mag je verkopen? In je hoevewinkel op je bedrijf. Verkoop op de boerderij heeft altijd bestaan. Het begrip hoevewinkel heeft geen wettelijke definitie. De hoevewinkel wordt meestal geassocieerd met een winkel op een actief landbouwbedrijf waar voornamelijk producten van de hoeve worden verkocht door boer of boerin. Deze winkels kunnen minimaal uitgerust worden maar moeten wel beantwoorden aan de eisen van voedselhygiëne en bewaring van verse producten. Voor de aanpassing van een bedrijfsgebouw naar hoevewinkel verleent de overheid (ruimtelijke ordening) een vergunning als het de verkoop betreft van eigen producten. In de praktijk blijkt echter dat de meeste hoeveproducenten ook hoeveproducten verkopen die ze niet zelf hebben vervaardigd en in uitzonderlijke gevallen worden ook niet-hoeveproducten verkocht. De adviesverlenende (en controlerende) administratie ruimtelijke ordening laat echter de verkoop van andere dan de zelf geproduceerde hoeveproducten wel stilzwijgend toe en interpreteert eigen productie als minstens 50 % van de hoeveproducten die van het eigen bedrijf afkomstig zijn (zie ook fiche 5). 13

14 Daarnaast kan je je producten ook verkopen op een (boeren)markt, via buurtwinkels, restaurants, internet,, of je kan er voor opteren je producten te verkopen via een automaat die al dan niet op je eigen bedrijf staat. Indien je je producten gewoonlijk op je eigen bedrijf te koop aanbiedt, mag je op eenmalige basis ook je producten op een evenement (bv. een jaarlijks buurtfeest) aanbieden zonder dat je hiervoor een leurkaart nodig hebt. Doe je dit regelmatig(er), dan heb je wel zo n leurkaart nodig (zie fiche 4B). Aan wie mag je verkopen? In de eerste plaats rechtstreeks aan de consument maar ook aan derden die zelf rechtstreeks aan de consument verkopen. Zo kan je je producten aanbieden via een lokale buurtwinkel, via abonnementsformules, restaurants, 14

15 Fiche 3: Verplichtingen t.o.v. het FAVV Aanvragen van een registratie, toelating, erkenning Wat moet je doen? Je wenst te starten met een thuisverkoop. In dat geval zal je aan het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV) een registratie, toelating of erkenning moeten aanvragen. Ook al ben je reeds gekend bij het FAVV als land- of tuinbouwbedrijf en betaal je je jaarlijkse bijdrage, dan nog moet je de opstart van je nieuwe nevenactiviteit(en) melden. Zolang je je hoofdinkomen uit je reguliere land- of tuinbouwactiviteit haalt, zal je jaarlijkse FAVV bijdrage hierdoor niet verhogen. Afhankelijk van de soort activiteit die je doet zal je een registratie, toelating of erkenning moeten aanvragen. Dit kan je niet zelf kiezen. Een overzicht van de meest voorkomende activiteiten vind je terug in bijlage 1. Om een toelating als bereider of verpakker van aardappelen te kunnen krijgen, moet je als operator voldoen aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in het KB van 30 november 1999 betreffende de handel in primeur- en bewaaraardappelen (zie verder). Waarom moet je dit doen? Het FAVV heeft de opdracht ervoor te zorgen dat alle levensmiddelen die in België op de markt komen enerzijds aan de wettelijke verplichtingen voldoen én anderzijds voedselveilig zijn. Het FAVV heeft dus de opdracht controle uit te oefenen op de hele voedselketen in België. Land- en tuinbouwbedrijven behoren hiertoe. Het FAVV moet ook precies weten welke weg de voedingsmiddelen afleggen en via welke weg verkoop plaatsvindt. Vandaar dat je je thuisverkoop ook moet melden. Wanneer moet je dit doen? Voordat je de (neven)activiteit opstart moet je een aanvraag indienen. Hiervoor stelt het FAVV voorgedrukte formulieren ter beschikking. Dit formulier moet je versturen naar het hoofd van de PCE (provinciale controle-eenheid) van de provincie waar jouw bedrijf zich bevindt. Dit kan gebeuren per brief, fax of via elektronische weg. Zorg er wel steeds voor dat je een bewijs hebt van je aanvraag. 15

16 Waar vind je zo n formulier? Of je vult het aanvraagformulier in bijlage 2 in en stuurt dit naar het hoofd van je provinciale controle-eenheid (PCE). Of je downloadt het aanvraagformulier via Of je contacteert de provinciale controle-eenheid van het FAVV in jouw provincie en vraagt ze een formulier naar je door te sturen. Sinds oktober 2011 kan de registratie of aanvraag van een toelating/erkenning ook elektronisch gebeuren. Hiervoor dien je de applicatie Foodweb te gebruiken. Je komt er via de link Om dit te kunnen doen heb je een elektronisch identiteitskaart en kaartlezer nodig. Meer info over het gebruik vind je in bijlage 3 of via De contactgegevens per PCE Het FAVV is in elke provincie aanwezig met een Provinciale controle-eenheid die elke werkdag van 8.30 tot 12 uur en van 13 tot uur tot uw dienst staat. Hun contactgegevens vind je in bijlage 4. Hoe vul je het formulier in? Vul het formulier in met je persoonlijke en bedrijfsgegevens. In kader IV dien je de activiteitencode(s) van de activiteit(en) waarvoor je de aanvraag doet in te vullen. De voornaamste codes die overeenkomen met de door jou gekozen activiteit(en) vind je terug in bijlage 1. Deze lijst bevat de meest gebruikte codes voor thuisverkopers van (verwerkte) fruit en groenten. De volledige lijst met activiteitencodes voor de ganse voedingsindustrie vind je op Wat doet het FAVV met je aanvraag? Het FAVV onderzoekt je volledige aanvraag binnen de 30 werkdagen. Indien je gedurende deze periode niets van het FAVV hoort, dan wordt aangenomen dat je aanvraag stilzwijgend werd goedgekeurd. 16

17 1. Registratie De aanvraag van een registratie is een administratieve procedure en kan beschouwd worden als een eenvoudige melding. 2. Toelating De aanvraag van een toelating wordt gevolgd door een administratief onderzoek. Het FAVV kan de toelating weigeren wanneer de inrichting niet voldoet aan de wettelijke voorschriften m.b.t. de infrastructuur, de uitrusting en hygiënemaatregelen. Afhankelijk van het controleresultaat kan het FAVV een voorwaardelijke toelating afleveren. Deze is 3 maanden geldig. Binnen de 3 maanden zal een controlebezoek ter plaatse worden uitgevoerd. 3. Erkenning De aflevering van een erkenning wordt steeds voorafgegaan door een inspectiebezoek ter plaatse van een inspecteur van het Agentschap. Dit eerste inspectiebezoek heeft tot doel na te gaan of de inrichting op het vlak van infrastructuur en uitrusting beantwoordt aan de wettelijke vereisten. Indien dit het geval is, kan beslist worden tot het afleveren van een voorwaardelijke erkenning, waarna bij een tweede inspectie binnen een periode van 3 (of 6) maanden de naleving van de exploitatievoorwaarden (o.a. het autocontrolesysteem) wordt geverifieerd. De definitieve toelating/erkenning is van onbepaalde duur. Ze bevat een gedetailleerde opgave van de activiteiten, het nummer van de inrichting en de activiteitencode(s). Als erkende inrichting krijg je van het FAVV ook een EG-erkenningsnummer. Elke wijziging (adresgegevens, persoonlijke gegevens, bijkomende activiteiten, stopzetting activiteiten, ) moet doorgegeven worden aan het FAVV door hetzelfde aanvraagformulier (bijlage 2) terug in te vullen en op te sturen naar het hoofd van je PCE. Zichtbaar voor de consument Lever je als hoeveproducent aan de eindverbruiker dan moet je deze toelating/erkenning op een goed zichtbare plaats ophangen. Een model van zo n formulier vind je in bijlage 5. Intrekken van de toelating/erkenning Een erkenning/toelating kan in bepaalde gevallen worden ingetrokken, met als gevolg dat de activiteiten onmiddellijk moeten worden stopgezet wanneer de infrastructuur niet (langer) voldoet wanneer de uitrusting niet (langer) voldoet wanneer niet (langer) aan de exploitatievoorwaarden voldaan wordt. 17

18 wanneer andere activiteiten worden uitgevoerd dan deze vermeld op de toelating/erkenning wanneer keuringen of controles verhinderd of belemmerd worden wanneer inbreuken worden vastgesteld m.b.t. autocontrole, traceerbaarheid en meldingsplicht bij inbreuken m.b.t. de handelswetgeving bij een faillissement Het verwerken van groenten en fruit en de gevolgen op certificatie van mijn landbouwbedrijf Als land- of tuinbouwbedrijf kan je na een positieve audit door een OCI een certificaat bekomen. Dit certificaat geeft aan dat je de voor jou geldende sectorgids volgt en aan alle voorwaarden voldoet. Als op die manier ALLE bedrijfsactiviteiten op je bedrijf door een OCI kunnen gecontroleerd en gecertificeerd worden, kom je in aanmerking voor een bonus van het FAVV (een vermindering op je jaarlijkse FAVV-factuur) en zal je bedrijf minder frequent door het FAVV geïnspecteerd worden. Zijn niet alle bedrijfsactiviteiten gecertificeerd, dan zal je een malus krijgen van het FAVV, wat een hogere jaarlijkse factuur en controlefrequentie tot gevolg heeft. Wie enkel primaire plantaardige producten thuis verkoopt, valt onder de Sectorgids G-040 voor de primaire productie. Deze geldt wanneer er geen verwerking noch voorverpakking van deze producten binnen de exploitatie gebeuren. Bewerkingen zoals wassen, spoelen, snijden, verpakken, sorteren, drogen, zijn slechts toegelaten op het bedrijf voor zover deze handelingen de aard van het producten niet wezenlijk veranderen. Voorbeeld Bij controle door het FAVV gaat men er meestal vanuit dat het commercieel bijsnijden van groenten kan (bv. de koppen en staarten van prei snijden, venkel bijsnijden, ) aangezien je de producten niet wezenlijk verandert, je maakt ze enkel verkoopsklaar. Wanneer je echter prei zou versnijden tot kleine stukjes (bv. voor preisoep), dan verander je de aard van het product wel en zit je dus in de verwerking. De autocontrolegids G-040 is vrij te downloaden op de website van Vegaplan op volgende pagina: Wanneer je groenten of fruit effectief wilt gaan verwerken, val je dus niet meer onder de Sectorgids primaire productie maar dien je in principe een beroep te doen op de Sectorgids G-014 voor aardappelen-, groenten- en fruitverwerkende industrie en handel. Deze gids focust echter op industriële verwerkers en niet op kleinschalige artisanale verwerking en is ook relatief duur, nl BTW (350 + BTW voor leden Belgapom, Fresh Trade Belgium of Vegebe). 18

19 In de praktijk betekent dit dus dat wanneer je wilt starten met het verwerken van groenten en fruit, je deze tak niet zal kunnen certificeren en dat je bijgevolg automatisch in het malussysteem zal vallen aangezien niet alle bedrijfsactiviteiten op je bedrijf gecertificeerd kan worden. Je jaarlijkse FAVV-factuur zal dus sowieso hoger zijn (maar veelal niet in verhouding met de hoge aankoopprijs van de gids) en, in principe, mag je je ook aan een hogere controlefrequentie verwachten. In bijlage 6 vind je een lijst met erkende OCI s voor de autocontrolegidsen G-040 (primaire productie) en G-014 (aardappelen-, groenten- en fruitverwerkende industrie en handel) en in bijlage 7 hun contactgegevens. Meer informatie over de gids G-014 kan je opvragen via info@gidsac.be of via volgende federaties: BELGAPOM De Belgische aardappelhandel en verwerking E.B. Algemeen secretaris: Dhr. R. Cools Spastraat 8, 1000 Brussel (België) Tel: +32 (0) Fax: +32 (0) belgapom@fvphouse.be FRESH TRADE BELGIUM Nationale unie voor exporteurs van groenten en fruit in België Algemeen secretaris: Mevr. V. Van der Sypt Spastraat 8, 1000 Brussel (België) Tel: +32 (0) Fax: +32 (0) freshtradebelgium@fvphouse.be VEGEBE Verbond van groenteverwerkende bedrijven en industriegroenten - Groothandelaars en exporteurs Algemeen secretaris: Dhr. R. Cools Spastraat 8, 1000 Brussel (België) Tel: +32 (0) Fax: +32 (0) vegebe@fvphouse.be 19

20 Het bereiden en verpakken van (primeur)aardappelen op mijn bedrijf In principe moeten aardappelen, vooraleer verpakt te worden, bij een toegelaten bereider worden bereid. Om als bereider van aardappelen toegelaten te worden, moet je beschikken over een inrichting die aan de volgende voorwaarden voldoet: 1. Een magazijn, voorzien van een adequate isolatie, dat een minimale nuttige oppervlakte van 200 m² heeft en dat tegen vorst is beschut. 2. Dit magazijn moet net, droog en voldoende verlucht zijn en voldoende verlicht kunnen worden; het mag niet worden gebruikt als opslagplaats voor goederen die geen deel uitmaken van de aardappelhandel; het moet zodanig ingericht zijn dat de bereide partijen van de niet-bereide partijen streng gescheiden zijn. 3. De ruimte van het magazijn waar de aardappelen bereid en verpakt worden moet tijdens deze bewerkingen tot ten minste 12 C opgewarmd zijn; de knoltemperatuur dient bij het bereiden minimaal 8 C te bedragen. 4. In de inrichting moet ten minste één gebruiksklaar sorteer- en kalibreertoestel met gelede leesband aanwezig zijn, dat een bereiding van ten minste twee ton aardappelen per uur toelaat. 5. In de inrichting moet een geijkt weegtoestel aanwezig zijn. Als je inrichting door het FAVV wordt goedgekeurd, ontvang je een persoonlijk toelatingsnummer en mag je gebruik maken van de benaming toegelaten bereider van aardappelen. De regel dat uitsluitend bereide aardappelen kunnen worden verpakt, geldt niet voor thuisverkoop. Als je als teler aardappelen van de eigen oogst rechtstreeks aan de verbruiker levert, mag je niet-bereide aardappelen verpakken, op voorwaarde dat je als verpakker bent geregistreerd. Als kleinhandelaar kan je ook aardappelen zonder verpakking aanbieden, maar dan wel op voorwaarde dat de aardappelen voldoen aan alle wettelijke eisen en dat in het verkooppunt de wettelijke aanduidingen op een bordje worden meegedeeld. Het verpakken moet gebeuren hetzij bij een toegelaten bereider, hetzij bij een toegelaten verpakker van aardappelen. Om als verpakker van aardappelen toegelaten te worden, moet je beschikken over een inrichting die aan de volgende voorwaarden voldoet: 1. Een magazijn, voorzien van een adequate isolatie, dat een minimale nuttige oppervlakte van 100 m2 heeft en dat tegen vorst is beschut. 2. Dit magazijn moet net, droog en voldoende verlucht zijn en voldoende verlicht kunnen worden; het mag niet worden gebruikt als opslagplaats voor goederen die geen deel uitmaken van de aardappelhandel. 3. In het magazijn moet een geijkt weegtoestel aanwezig zijn. 4. De ruimte van het magazijn waar de aardappelen verpakt worden moet, tijdens deze bewerking, tot ten minste 12 C opgewarmd zijn; de knoltemperatuur dient bij het verpakken minimaal 8 C te bedragen. 20

21 Als je inrichting door het FAVV wordt goedgekeurd, ontvang je een persoonlijk toelatingsnummer en mag je gebruik maken van de benaming toegelaten verpakker van aardappelen. Schematische voorstelling Autocontrole voor de operatoren in een andere sector dan de Primaire productie 21

22 22

23 Fiche 4: Wat met de handelswetgeving? Ben je als hoeveverwerker van tuinbouwproducten een handelaar? Je bent een handelaar als je daden van koophandel verricht in hoofd- of nevenberoep. In het Wetboek van Koophandel staan o.a. volgende daden als daden van koophandel beschreven: Elke aankoop van voedingsmiddelen en koopwaren om die, al dan niet na bewerking of verwerking, weer te verkopen of om het gebruik ervan te verhuren. Alle verrichtingen van industriële ondernemingen, zelfs wanneer de ondernemer slechts de voortbrengsels van zijn eigen grond verwerkt en voor zover het geen verwerking betreft die normaal bij landbouwbedrijven behoort. In mensentaal: Een tuinbouwer is geen handelaar wanneer hij eigen tuinbouwproducten rechtstreeks verkoopt aan de consument, in de staat waarin ze zijn voortgebracht of na een primaire verwerking. De land- of tuinbouwer stelt hier geen daden van koophandel: hij koopt en verkoopt zijn producten niet, hij verkoopt ze enkel. Traditioneel blijft de landbouwer dus buiten het toepassingsgebied van het handelsrecht. Voorbeelden van primaire verwerkingen: het sorteren van groenten en fruit, het in potten verpakken van honing, het pasteuriseren en opleggen van zelfgekweekte zurkel, Een land- of tuinbouwer is wel een handelaar: wanneer hij producten verkoopt van een collega land- of tuinbouwer wanneer hij ingrediënten dient aan te kopen om bepaalde verwerkingen mogelijk te maken wanneer hij producten verkoopt die een secundaire verwerking hebben ondergaan. Voorbeelden van secundaire verwerkingen: het bereiden van wijn of vruchtensap uit druiven of andere vruchten, het maken van cider, het schillen van aardappelen, Welke verplichtingen heb je als landbouwer/handelaar? 1. Inschrijving in de KBO (zie fiche 4A) 2. Aanvragen van een leurkaart (zie fiche 4B) 23

24 24

25 Fiche 4A: Inschrijving in de KBO Iedere handelaar is verplicht zich in de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO) in te schrijven vooraleer hij met de exploitatie van zijn handelszaak begint. Het verzoek om inschrijving in de KBO gebeurt door de handelaar via een erkend ondernemingsloket. De handelaar wordt een uniek ondernemingsnummer toegekend en, per afzonderlijke vestiging, een vestigingseenheidsnummer. Hoe ga je te werk? Je moet je aanmelden bij een ondernemingsloket met de nodige documenten (zie hieronder) die je toelaten de gekozen handelsactiviteit uit te oefenen. De keuze van het ondernemingsloket is vrij, waar ook de vestigingsplaats van de onderneming is. In bijlage 8 vind je een lijst van erkende ondernemingsloketten. Het ondernemingsloket controleert dan de documenten en zal je als handelaar inschrijven in de KBO en je een uniek ondernemingsnummer en, per afzonderlijke vestiging, een vestigingseenheidsnummer toekennen. Het loket moet de inschrijving onmiddellijk uitvoeren, tenzij je niet beantwoordt aan de gestelde voorwaarden of de nodige documenten niet kan voorleggen. De kosten van de inschrijving bedragen 79 en 81,50 per bijkomende vestigingseenheid. Wat is je ondernemingsnummer? Het ondernemingsnummer is een uniek identificatienummer dat de overheid toekent aan ondernemingen. Dit nummer vervangt het handelsregisternummer, het BTW-nummer, het RRRP-nummer (voor rechtspersonen) en het RSZ-nummer. Om de administratieve lasten van de bestaande ondernemingen te beperken, heeft de overheid geen volledig nieuw nummer ingevoerd voor deze bestaande ondernemingen. Voor ondernemingen die werden opgericht voor 1 juli 2003 is het ondernemingsnummer het BTWnummer of het RRRP-nummer, voorafgegaan door een 0. Ondernemingen die zijn opgericht na 1 juli 2003 krijgen een nieuw ondernemingsnummer toegekend. Het ondernemingsnummer moet vermeld worden op alle akten, facturen, aankondigingen, mededelingen, brieven, orders en andere stukken van de handelsonderneming. Deze verplichting geldt ook voor s, faxberichten, kastickets,, maar niet voor folders, affiches en reclameboodschappen. Het nummer dient ook op een zichtbare plaats vermeld te worden op gebouwen en marktkramen die gebruikt worden voor de handelsactiviteit en op vervoermiddelen die hoofdzakelijk worden gebruikt in het kader van de uitoefening van een ambulante handel. 25

26 Hoe moet het ondernemingsnummer worden vermeld? Voor alle ondernemingen die BTW-plichtig zijn, moet het ondernemingsnummer worden voorafgegaan door de vermelding BTW BE. Ondernemingen onderworpen aan de vrijstellingsregeling van BTW mogen de letters BE niet vermelden. In dit geval wordt het ondernemingsnummer enkel voorafgegaan door de vermelding BTW. Ondernemingen die niet BTW-plichtig zijn, dienen enkel het ondernemingsnummer te vermelden. Welke documenten heb je nodig bij je inschrijving in de KBO? Je identiteitskaart. Een lijst met activiteiten die je wil gaan uitoefenen. Bewijs van kennis van bedrijfsbeheer van jezelf of één van je medewerkers. In dit laatste geval dien je ook de identiteitsgegevens van je medewerker mee te nemen (zie hieronder). Alle vergunningen die je reeds in het kader van je activiteit hebt aangevraagd. Een rekeningnummer. Als zelfstandig handelaar of vakman moet je een zichtrekening hebben bij een in België gevestigde bank, spaarkas of bij de Post. De rekening moet op jouw naam staan. Het nummer van deze rekening en de naam van de financiële instelling moet je vermelden op al uw facturen, brieven, bestelbons, enz. Doe je dat niet, dan kan je slechte betalers geen nalatigheidsintresten aanrekenen. Alle vestigingseenheidsadressen. Indien het gaat om een vennootschap: de oprichtingsakte. Hoe kan je de kennis bedrijfsbeheer bewijzen? Door een getuigschrift of een diploma, uitgereikt in of door: o o o o o o o De derde graad van het secundair onderwijs Het secundair volwassenenonderwijs De centra voor middenstandsopleiding Een examencommissie van een Gemeenschap of van de Federale Overheidsdienst Een diploma van het hoger onderwijs Een getuigschrift waaruit blijkt dat de betrokkene een versnelde cursus van ten minste 128 lesuren van bedrijfsbeheer met vrucht heeft gevolgd, gespreid over ten minste 3 maanden. Een akte die in overeenstemming met internationale verdragen als gelijkwaardig moet worden beschouwd met het bovenvermelde getuigschrift of het diploma van het hoger onderwijs, of ermee gelijkwaardig werd verklaard door de bevoegde overheid. 26

27 Door een examen De basiskennis van bedrijfsbeheer kan eveneens bewezen worden via een examen bij de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie. Door praktijkervaring: Beschikt men niet over de nodige akten of getuigschriften, dan kan de basiskennis van het bedrijfsbeheer ook bewezen worden door praktijkervaring tijdens de 15 jaar die voorafgaan aan de aanvraag: o Als zelfstandig ondernemingshoofd of zelfstandige belast met het dagelijks bestuur: - Zelfstandige in handel, ambacht of industrie of land- en tuinbouw gedurende 3 jaar in hoofdberoep of gedurende 5 jaar in bijberoep. - Als zelfstandig beheerder zonder arbeidsovereenkomst belast met het dagelijks bestuur als hoofdberoep gedurende 3 jaar of als bijberoep gedurende 5 jaar. o Als medewerker: - Als zelfstandig helper gedurende 5 jaar. - Als bediende in een leidende functie gedurende 5 jaar. Door de echtgeno(o)t(e) of de wettelijk samenwonende partner van de zelfstandige (voor niet-wettelijk samenwonenden geldt de voorwaarde dat men al minstens 6 maanden samenwoont), de zelfstandige helper (beperkt tot familieverband in de 3 e graad) of de werknemer die belast wordt met het dagelijks beheer. Volgende personen moeten de basiskennis bedrijfsbeheer niet aantonen: o De overlevende echtgenoot, de wettelijk samenwonende partner (gewone samenwonenden moeten minstens 6 maanden samenwonen) of meewerkende echtgeno(o)t(e) die de onderneming overneemt bij overlijden van het ondernemingshoofd. o De overnemer van een onderneming gedurende 1 jaar volgend op de overname. o De kinderen van een overleden overnemer zijn gedurende 3 jaar vrijgesteld. De beroepsbekwaamheid voor de gereglementeerde beroepen Deze is niet van toepassing op thuisverwerkers van groenten en fruit. De machtiging voor de uitoefening van ambulante activiteiten Wie van plan is om leurhandel te drijven, is onderworpen aan een voorafgaande machtiging tot het uitoefenen van die ambulante activiteit. Deze machtiging moet aangevraagd worden bij een erkend ondernemingsloket (zie fiche 4B). 27

28 28

29 Fiche 4B: Aanvragen van een leurkaart Wat is ambulante handel? Ambulante handel is elke verkoop of het te koop aanbieden of uitstallen van producten met het oog op verkoop aan de consument door een handelaar buiten de vestigingen vermeld in de KBO of door een persoon die niet over een dergelijke vestiging beschikt. De uitoefening van ambulante activiteiten is uitsluitend toegestaan op volgende plaatsen: Op de openbare en private markten Op de openbare weg (incl. parkingplaatsen gelegen op de openbare weg, winkelgalerijen, stations-, luchthaven- en metrohallen en de plaatsen waar kermissen doorgaan) Op de andere plaatsen van het openbaar domein Op de plaatsen grenzend aan de openbare weg Op commerciële parkingplaatsen Aan de ingang van en op de plaatsen waar culturele en sportieve manifestaties plaatsvinden, tijdens het verloop van de manifestatie. De verkoop moet bijkomstig blijven aan de manifestatie en de goederen moeten erop betrekking hebben. Ten huize van de consument, voor zover deze activiteiten betrekking hebben op producten voor een totale waarde van minder dan 250 per consument Wanneer heb je een machtiging nodig? Iedere persoon die een ambulante activiteit wenst uit te oefenen is onderworpen aan een machtiging tot het uitoefenen van die ambulante activiteit. Deze machtiging moet voorafgaand aan de ambulante activiteit aangevraagd worden bij een ondernemingsloket naar keuze (zie bijlage 8). 29

30 Voor sommige vormen van ambulante handel is geen machtiging nodig. Enkele voorbeelden hiervan zijn: De verkoop tijdens handels-, ambachts- of landbouwbeurzen en tentoonstellingen, op voorwaarde dat: o zij een promotioneel karakter heeft. o zij voorbehouden is aan handelaars, ambachtslui, landbouwers, producenten en kwekers van de activiteitssector of van de streek die door het thema van de manifestatie gedekt wordt, aan de vertegenwoordigers van verenigingen en private of publieke instellingen die sectoriële of geografische economische belangen verdedigen, alsook aan de professionele verkoper van goederen noodzakelijk voor het onthaal van de bezoekers. o de manifestatie een uitzonderlijk en tijdelijk karakter heeft. De verkoop tijdens occasionele manifestaties die tot doel hebben de lokale handel of het leven in de gemeente te bevorderen, op voorwaarde dat: o deze plaats heeft binnen het kader van een manifestatie toegestaan door de burgemeester of zijn afgevaardigde. o zij voorbehouden is aan plaatselijke handelaars, ambachtslui, landbouwers, kwekers of producenten of deze die uitgenodigd zijn door de burgemeester of zijn afgevaardigde. De verenigingen en instellingen die de belangen van deze professionele groepen verdedigen mogen eveneens toegelaten worden om aan deze manifestaties deel te nemen. De verkoop van producten met een promotioneel doel door een handelaar, een ambachtsman, een landbouwer, een kweker of een producent, buiten zijn vestigingen vermeld in de KBO en buiten het kader van de manifestaties voorzien in bovenvermelde punten, op voorwaarde dat: o zij uitzonderlijk en tijdelijk is. o zij voorafgaand kenbaar gemaakt wordt aan de Minister of aan de ambtenaar aan wie hij deze bevoegdheid heeft gedelegeerd. o de producten van dezelfde aard zijn aan deze aangeboden in de vestigingen van de verkoper vermeld in de KBO. De verkoop van levensmiddelen door handelaars of hun aangestelden die door middel van ambulante winkels geregeld een vast cliënteel bedienen. De verkoop uitgeoefend door een handelaar voor zijn winkel wanneer de aangeboden producten van dezelfde aard zijn aan deze die in de winkel worden verkocht. De verkoop van eigen land- of tuinbouwproducten, voor zover ze rechtstreeks door de producent op de plaats van de productie verkocht worden. De verkoop van producten door een handelaar in de lokalen van een andere handelaar, tijdens de normale openingsuren van de onthalende vestiging, indien de producten aangeboden door de uitgenodigde handelaar aanvullend zijn aan deze verkocht in de winkel die hem ontvangt. De verrichtingen van de uitgenodigde handelaar blijven periodiek of tijdelijk en bijkomstig aan deze van de onthalende handelaar. De verkoop via automaten. De occasionele verkoop door particulieren. 30

31 Welk machtiging heb ik nodig om een ambulante activiteit uit te oefenen? De machtiging als werkgever Wie voor eigen rekening of als verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon een ambulante activiteit wil uitoefenen, moet over een machtiging als werkgever beschikken. Deze machtiging is persoonlijk en onoverdraagbaar en is geldig voor de duur van de activiteit zolang de natuurlijke persoon of de rechtspersoon voldoet aan de voorwaarden tot uitoefening van deze activiteit. De machtiging als aangestelde Er bestaat een machtiging als aangestelde A en een machtiging als aangestelde B : o Wie een ambulante activiteit uitoefent voor rekening van of in dienst van een persoon die beschikt over een machtiging als werkgever, moet in het bezit zijn van een machtiging als aangestelde A. Deze machtiging wordt uitgereikt op naam van de natuurlijke persoon of de rechtspersoon voor wiens rekening of in wiens dienst de aangestelde werkzaam is. Haar geldigheidsduur komt overeen met deze van de machtiging als werkgever waaraan zij is verbonden. o Wanneer een ambulante activiteit uitgeoefend wordt ten huize van de consument moet de aangestelde over een machtiging als aangestelde B beschikken. Deze machtiging is persoonlijk en onoverdraagbaar. Zij wordt, afhankelijk van de noden van de onderneming in de ambulante activiteiten, hetzij voor een periode van onbepaalde duur, hetzij voor een periode van bepaalde duur uitgereikt. De machtiging blijft geldig voor de duur van de activiteit van de aangestelde zolang deze aan de voorwaarden tot uitoefening van de activiteit voldoet. Zij mag noch de duurtijd van de machtiging als werkgever, met dewelke zij verbonden is, noch de duurtijd waarvoor ze is uitgereikt, overschrijden. Bijzondere voorwaarden voor de uitoefening van ambulante activiteiten De uitoefening van ambulante activiteiten ten huize van de consument is niet toegelaten voor 8u en na 20u. Elke persoon die een ambulante activiteit moet in het bezit zijn van zijn machtiging. De machtiging is slechts geldig wanneer zij vergezeld is van het identiteitsbewijs. Elke persoon die een ambulante activiteit uitoefent ten huize van de consument, dient zijn machtiging aan de consument voor te leggen voorafgaand aan elk verkoopsaanbod. Elke persoon die een ambulante activiteit uitoefent op elke andere plaats dan ten huize van de consument, dient zich te identificeren hetzij aan de hand van een leesbaar uithangbord, zichtbaar geplaatst op het kraam of het voertuig (indien hij de activiteit hiervandaan uitoefent), hetzij door het voorleggen van zijn machtiging voorafgaand aan elk verkoopaanbod (indien hij de activiteit op een rondtrekkende wijze uitoefent). 31

32 Dit uithangbord dient volgende vermeldingen te bevatten: De naam en de voornaam van de persoon die een ambulante activiteit uitoefent als natuurlijk persoon voor eigen rekening of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend of de naam en de voornaam van de persoon die het dagelijks bestuur binnen een rechtspersoon waarneemt of voor wiens rekening of in wiens dienst de activiteit wordt uitgeoefend. De firmanaam en/of de benaming van de onderneming. De gemeente van de maatschappelijke zetel of de uitbatingszetel of, indien de onderneming niet in België gelegen is, het land en de gemeente waar deze zich bevindt. Het inschrijvingsnummer in de KBO. Kostprijs van de machtiging Bij de aanvraag tot verkrijging van een machtiging: Als werkgever: 150 Als aangestelde A: 100 Als aangestelde B voor onbepaalde duur: 100 Als aangestelde B voor bepaalde duur: 50 Bij de aanvraag tot wijziging of vervanging: Van een machtiging als werkgever: 50 Van een machtiging als aangestelde A: 100 Van een machtiging als aangestelde B: 50 32

33 Fiche 5: Ruimtelijke ordening Algemeen: Waarvoor heb je o.a. een stedenbouwkundige vergunning nodig? De eigenlijke bouwwerken Niemand mag zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning bouwen, op een grond één of meer vaste inrichtingen plaatsen, een bestaande vaste inrichting of bestaand bouwwerk afbreken, herbouwen, verbouwen of uitbreiden, met uitzondering van instandhoudings- of onderhoudswerken die geen betrekking hebben op de stabiliteit. Onder instandhoudings- of onderhoudswerken die geen betrekking hebben op de stabiliteit, worden werken verstaan die het gebruik van het gebouw voor de toekomst ongewijzigd veilig stellen door het bijwerken, herstellen of vervangen van geërodeerde of versleten materialen of onderdelen. Hieronder kunnen geen werken begrepen worden die betrekking hebben op de constructieve elementen van het gebouw, zoals: vervangen van dakgebinten of dragende balken van het dak, met uitzondering van plaatselijke herstellingen. geheel of gedeeltelijk herbouwen of vervangen van buitenmuren, zelfs met recuperatie van de bestaande stenen. Functiewijzigingen Een stedenbouwkundige vergunning is nodig voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van de hoofdfunctie van een onroerend bebouwd goed met het oog op een nieuwe functie, in o.a. volgende gevallen: Een stedenbouwkundige vergunning is nodig als een van de hierna vermelde hoofdfuncties van een onroerend bebouwd goed geheel of gedeeltelijk wordt gewijzigd in een andere hierna vermelde hoofdfunctie: o wonen o verblijfsrecreatie o dagrecreatie o landbouw in de ruime zin o handel, horeca, kantoorfunctie en diensten o industrie en ambacht 33

34 Een stedenbouwkundige vergunning is ook nodig als het onroerende bebouwde goed een exploitatiewoning bij een gebouw dat onder de functiecategorie landbouw in de ruime zin of industrie en ambacht valt, betreft en de nieuwe hoofdfunctie geen binding meer heeft met de al dan niet beëindigde exploitatie. Vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunning is het in een woongebouw uitoefenen van functies, complementair aan het wonen, zoals kantoorfunctie, vrij beroep, handel, horeca, dienstverlening en ambacht, mits aan alle van de volgende vereisten voldaan is: Het woongebouw is gelegen in een woongebied of in een daarmee vergelijkbaar gebied. De woonfunctie blijft behouden als hoofdfunctie. De complementaire functie beslaat een geringere oppervlakte dan de woonfunctie met een totale maximale vloeroppervlakte van 100 m 2. De complementaire functie is niet strijdig met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, bouw- en verkavelingsverordeningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, plannen van aanleg en verkavelingsvergunningen. Publiciteitsinrichtingen of uithangborden plaatsen of wijzigen Een stedenbouwkundige vergunning is nodig voor het plaatsen of wijzigen van publiciteitsinrichtingen of uithangborden. Het gaat hier over vaste reclameconstructies, bv. reclamezuilen of installaties aangebracht op blinde gevels voor het aanplakken van affiches. Voor verplaatsbare reclame-inrichtingen is geen stedenbouwkundige vergunning vereist, tenzij men een grond gewoonlijk gaat gebruiken voor het plaatsen van dergelijke inrichtingen. 34

35 Er is een vrijstelling van vergunning voor de plaatsing van o.a. volgende publiciteitsinrichtingen of uithangborden, voor zover dit niet strijdig is met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, bouw- en verkavelingsverordeningen, ruimtelijke uitvoeringsplannen, bijzondere plannen van aanleg, verkavelingsvergunningen, bouwvergunningen of stedenbouwkundige vergunningen: De bevestiging aan een vergund gebouw van niet-lichtgevende uithangborden, met een totale maximale oppervlakte van 4 m² Publiciteitsinrichtingen die voortvloeien uit wettelijke en reglementaire bepalingen Publiciteitsinrichtingen aangebracht op een onroerend goed, waarbij wordt bekendgemaakt dat dit goed te koop of te huur is, op voorwaarde dat de totale maximale oppervlakte niet meer bedraagt dan 4 m² en dat de publiciteitsinrichting ten laatste 14 dagen na de verhuring of de verkoping wordt verwijderd Plaatsen van een automaat Voor het plaatsen van bv. een aardappelautomaat op het bedrijf ( onder visuele controle ) heb je normaal geen vergunning van de dienst ruimtelijke ordening nodig. Plaats je een automaat op eigendom van derden dan is dit wel het geval. Let er wel op dat de automaat zo geplaatst is dat (zwakke) weggebruikers nooit in gevaar gebracht worden wanneer auto s bij je automaat halt houden. Specifiek: Heb je voor de uitbouw van een hoevewinkel met bijhorende verwerkingsruimte een stedenbouwkundige vergunning nodig? Voor het inrichten van een hoevewinkel en bijhorende verwerkingsruimte moet in principe altijd een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd worden, ook als het een functiewijziging betreft van een bestaand gebouw op een actief landbouwbedrijf. De vuistregel is dat hoeveverkoop in agrarisch gebied kan als het de verkoop betreft van hoeve-eigen producten. Uit de praktijk blijkt echter dat de meeste hoeveproducenten ook hoeveproducten verkopen die ze niet zelf hebben vervaardigd. De adviesverlenende (en controlerende) administratie laat de verkoop van andere dan zelf geproduceerde producten echter stilzwijgend toe en interpreteert eigen productie als meer dan 50% van de producten zijn afkomstig van het eigen bedrijf. Bij de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag worden de geplande werken getoetst aan de ruimtelijke draagkracht. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen beschrijft de ruimtelijke draagkracht als het vermogen om binnen het kader van duurzame ontwikkeling, functies en activiteiten op te nemen in een bepaalde ruimte. Enkel aanvragen met een kleinschalig karakter worden goedgekeurd. Met kleinschaligheid wordt bedoeld dat de concentratie van gebouwen of constructies beperkt wordt gehouden. De landbouwproductie moet een volwaardige activiteit blijven. 35

36 Is de medewerking van een architect altijd verplicht? Voor werken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig is, is in principe ook de medewerking van een architect verplicht. Een aantal ingrepen zijn hiervan echter wel vrijgesteld, op voorwaarde dat ze noch de oplossing van een constructieprobleem met zich meebrengen, noch de stabiliteit van het gebouw wijzigen: De verbouwings- en inrichtingswerkzaamheden of de werkzaamheden voor de geschiktmaking van lokalen Het aanbrengen van een gevelsteen, een bepleistering of een andere gevelbekleding, zonder dat een wijziging van de fundering noodzakelijk is Het aanbrengen, wijzigen en dichtmaken van raam- en deuropeningen Het aanbrengen van dakvlakvensters en/of fotovoltaïsche zonnepanelen en/of zonneboilers in het dakvlak of op een plat dak Het aanbrengen van dakuitbouwen over maximaal één vierde van de dakoppervlakte Plaatsen van verluchtings-, luchtbehandelings-, rook- of luchtafzuiginstallaties Of je al dan niet een beroep moet doen op een architect, zal dus afhangen van de voorziene verbouwings- en inrichtingswerkzaamheden. Samenstellen en indienen van een aanvraagdossier Als de medewerking van een architect vereist is, stelt de architect het aanvraagdossier samen. De aanvrager moet dan enkel de aanvraag ondertekenen. Als de medewerking van een architect niet vereist is, dan mag je als aanvrager zelf het aanvraagdossier samenstellen. De Vlaamse Overheid bepaalt wel hoe het dossier moet samengesteld worden. In de meeste gevallen zal je hiervoor het aanvraagformulier voor eenvoudige samenstelling moeten gebruiken. Dit formulier vind je, samen met de aanstiplijst voor eenvoudige samenstelling, terug als bijlage 9 en 10. Als je aanvraagdossier volledig is, moet je het, tegen ontvangstbewijs, bij je gemeente afgeven, aangetekend versturen of digitaal indienen volgens de procedures die je gemeente aanbiedt. 36

37 Advies over hoevewinkels, verwerkings- en consumptieruimten Voor advies bij stedenbouwkundige vergunningsaanvragen in agrarisch gebied, kan je een beroep doen op de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO) binnen het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse Overheid: Vlaamse Overheid Departement Landbouw en Visserij Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Afdelingshoofd: J. Verstrynge Ellips, 6e verdieping Koning Albert II-laan 35, bus Brussel Tel: 02/ en 02/ Fax: 02/ Koppeling stedenbouwkundige vergunning - milieuvergunning De stedenbouwkundige vergunning voor een inrichting waarvoor een milieuvergunning nodig is of die onderworpen is aan de meldingsplicht, wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief werd verleend of de melding niet is gebeurd. Wordt de milieuvergunning definitief geweigerd, dan vervalt ook de stedenbouwkundige vergunning. 37

38 38

39 Fiche 6: De milieuvergunning Wanneer heb ik een milieuvergunning nodig? Alle inrichtingen die als hinderlijk worden beschouwd voor het milieu of voor de mens zijn opgenomen in een lijst die als bijlage bij Vlarem I is gevoegd (de indelingslijst). Voorafgaand aan het uitbaten of het veranderen van een als hinderlijk beschouwde onderneming moet een melding gebeuren of een milieuvergunning aangevraagd worden. Het VLAREM deelt al deze als hinderlijk beschouwde inrichtingen op in drie klassen: Voor inrichtingen van klasse 1 en 2 is een milieuvergunning nodig Voor inrichtingen van klasse 3 volstaat een melding De meeste ondernemingen oefenen meer dan één hinderlijke activiteit uit. In dat geval geldt altijd de procedure van de hoogste klasse. Hoe verloopt de procedure? Klasse 3-vergunningen Wanneer een onderneming als een inrichting van klasse 3 wordt beschouwd, is er enkel meldingsplicht. Hiervoor moet een standaard meldingsformulier worden ingevuld en overgemaakt aan het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente waarin de exploitatie is gepland. De dag na de melding kan met de exploitatie of verandering worden begonnen. Klasse 2-vergunningen Een vergunningsaanvraag voor een klasse-2-inrichting moet ingediend worden bij het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente. Deze beslist binnen een termijn van 3 maanden na het volledig ontvankelijk verklaren van de aanvraag in eerste aanleg over de vergunningsaanvragen van inrichtingen van klasse 2. Bij gemotiveerd besluit kan het College van Burgemeester en Schepenen deze termijn éénmaal verlengen met 1,5 maand. Klasse 1-vergunningen Een milieuvergunning voor een inrichting van klasse 1 wordt aangevraagd bij de Bestendige Deputatie van de Provincieraad. Deze beslist binnen een termijn van 4 maanden na het volledig ontvankelijk verklaren van de aanvraag in eerste aanleg over de vergunningsaanvragen van inrichtingen van 1 e klasse. Bij gemotiveerd besluit kan de Bestendige Deputatie van de Provincieraad deze termijn éénmaal verlengen met 2 maanden. 39

40 De beroepsprocedure Beroep tegen een stilzwijgende weigering Indien binnen de vastgestelde of verlengde termijn geen uitspraak is gedaan over een milieuvergunning klasse 1 of klasse 2, wordt de vergunning geacht geweigerd te zijn. Tegen deze stilzwijgende weigering kan door de aanvrager beroep worden ingediend binnen een termijn van 1 maand, te rekenen vanaf de dag volgend op het verstrijken van de vastgestelde of verlengde termijn. Beroep tegen een beslissing in eerste aanleg Tegen een beslissing in eerste aanleg kan beroep worden ingediend binnen een termijn van dertig dagen na de bekendmaking van de bestreden beslissing. Het beroep moet worden ingediend bij aangetekend schrijven. Tegen de beslissing over vergunningsaanvragen in eerste aanleg genomen door het College van Burgemeester en Schepenen, kan beroep worden ingediend bij de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, die uitspraak doet binnen een termijn van vier maanden na ontvangst van het beroepsschrift. Tegen elke beslissing over vergunningsaanvragen in eerste aanleg genomen door de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, kan beroep worden ingediend bij de Vlaamse Regering, die uitspraak doet binnen een termijn van vijf maanden na ontvangst van het beroepsschrift. Bij gemotiveerd besluit kan de bevoegde overheid de termijn waarbinnen zij uitspraak moeten doen eenmaal verlengen met maximum één maand. Zij deelt deze beslissing mee aan de aanvrager en aan de indiener van het beroep voor het verstrijken van de vastgestelde termijn. Koppeling milieuvergunning stedenbouwkundige vergunning De stedenbouwkundige vergunning voor handelingen, werken en wijzigingen voor een inrichting waarvoor een milieuvergunning nodig is of die onderworpen is aan de meldingsplicht, wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief werd verleend of de melding niet is gebeurd. De milieuvergunning wordt beschouwd als definitief verleend na het verstrijken van de termijn voor het indienen van een administratief beroep of, indien een dergelijk beroep werd ingesteld, vanaf het verlenen van de milieuvergunning door de vergunningverlenende overheid in beroep. De milieuvergunning voor een inrichting waarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig, wordt geschorst zolang die stedenbouwkundige vergunning niet is verleend. 40

41 Heb je als hoeveverwerker van groenten en/of fruit een milieuvergunning nodig? De meeste land- of tuinbouwers hebben een milieuvergunning nodig voor verschillende activiteiten gekoppeld aan het uitbaten van hun land- of tuinbouwbedrijf. Met betrekking tot de verkoop en de verwerking van hoeveproducten vinden we in de indelingslijst onder rubriek 45 Voedings- en genotsmiddelenindustrie (opslag, bewerking of verwerking van dierlijke en plantaardige producten), volgende hinderlijke inrichtingen terug Inrichtingen voor het bereiden van confituren, suikerwaren, siropen, jam, gelei, enz. met een geïnstalleerde totale drijfkracht van: 1 b) 5 kw tot en met 100 kw, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een gebied ander dan industriegebied: klasse 3 2 b) meer dan 100 kw tot en met 500 kw, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een gebied ander dan industriegebied: klasse 2 3 b) meer dan 500 kw, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een gebied ander dan industriegebied: klasse Groenten en andere voedingsplanten, vruchten, granen of zaden: d) Inrichtingen voor het behandelen, bewerken of verwerken (uitgezonderd transportbanden en handelingen nodig voor het stockeren en bewaren van producten waarbij het product fysisch niet gewijzigd wordt) van groenten en van andere voedingsplanten, vruchten, granen, zaden of andere producten van plantaardige oorsprong met een geïnstalleerde totale drijfkracht van: 1 b) 5 kw tot en met 100 kw, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een gebied ander dan industriegebied: klasse 3 2 b) meer dan 100 kw tot en met 500 kw, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een gebied ander dan industriegebied: klasse 2 3 b) meer dan 500 kw, wanneer de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een gebied ander dan industriegebied: klasse 1 Welke milieuvergunning je nodig zal hebben, is dus afhankelijk van de geïnstalleerde drijfkracht op je bedrijf. 41

42 42

43 Fiche 7: Etikettering van verwerkte groenten, fruit en aardappelen Welke producten moeten een etiket dragen? Enkel voorverpakte voedingsmiddelen die in de handel worden gebracht en bestemd zijn om als zodanig aan de eindverbruiker of aan restaurants, ziekenhuizen, kantines, te worden afgeleverd, moeten voorzien worden van een etiket. Opmerking: Voor primeur- en consumptieaardappelen geldt een specifieke wetgeving en niet de hiernavolgende verplichtingen. De wetgeving voor primeur- en consumptieaardappelen wordt apart behandeld verderop in deze fiche. Wat verstaat men onder een voorverpakt voedingsmiddel? Een voorverpakt voedingsmiddel is een verkoopeenheid, bestaande uit een voedingsmiddel en het verpakkingsmiddel waarin dit is verpakt. Dit verpakkingsmiddel bedekt het voedingsmiddel geheel of gedeeltelijk, maar zodanig dat de inhoud niet kan worden veranderd zonder dat het verpakkingsmateriaal wordt geopend of aangetast. 43

44 Welke gegevens moeten mogelijks op het etiket vermeld worden? Een aantal gegevens moeten standaard op een etiket van een voedingsmiddel terug te vinden zijn. Zij zijn in de lijst hieronder in het vet gedrukt. Afhankelijk van het soort product worden dan nog bijkomende eisen gesteld, bv. m.b.t. de aanduiding van het alcoholgehalte, 1. De verkoopbenaming die aangeeft om welk product het gaat Dit is de wettelijke benaming die voor een voedingsmiddel is voorzien of, wanneer deze ontbreekt, de gebruikelijke benaming of een omschrijving van het voedingsmiddel die zo duidelijk is dat de verbruiker er de ware aard van het voedingsmiddel kan uit opmaken. Bv.: 44

45 2. De lijst met ingrediënten Ingrediënten zijn alle stoffen, met inbegrip van de toevoegsels en aroma s, die gebruikt worden bij de productie of de bereiding van een voedingsmiddel en die nog aanwezig zijn in het eindproduct, eventueel onder een gewijzigde vorm. Bv.: Deze moeten worden vermeld met hun specifieke naam, tenzij ze behoren tot een categorie van ingrediënten waarvan de naam van die categorie mag vermeld worden in de ingrediëntenlijst. Bv.: met suiker(s) en zoetstof(fen) voor alle voedingsmiddelen die zowel toegevoegde suiker(s) als één of meer zoetstoffen bevatten welke zijn toegestaan. Een lijst met ingrediënten is niet vereist voor - verse vruchten en groenten, met inbegrip van aardappelen, die niet zijn geschild, gesneden of een andere gelijkaardige behandeling hebben ondergaan. - voedingsmiddelen die bestaan uit één enkel ingrediënt, op voorwaarde dat de verkoopbenaming dezelfde is als de naam van het ingrediënt of dat de verkoopbenaming het mogelijk maakt de aard van het ingrediënt zonder risico op verwarring vast te stellen. - dranken met een alcoholgehalte van meer dan 1,2 vol.%. 45

46 3. De hoeveelheid van een ingrediënt De vermelding van de hoeveelheid van een ingrediënt is o.a. verplicht - wanneer het ingrediënt (of de categorie van ingrediënten) in de verkoopbenaming voorkomt of door de verbruiker gewoonlijk met de verkoopbenaming geassocieerd wordt. - wanneer het ingrediënt opvallend in woord of beeld in de etikettering is aangegeven. Bv.: rabarberconfituur, appelsap met aardbeien, 4. De houdbaarheidsdatum De vermelding van de datum van minimale houdbaarheid is niet vereist voor - vers fruit en verse groenten, daaronder inbegrepen aardappelen, die niet zijn geschild, gesneden of andere gelijkaardige bewerkingen hebben ondergaan. Deze afwijking is niet van toepassing op gekiemde zaden en soortgelijke voedingsmiddelen zoals scheuten van peulvruchten. - wijn, likeurwijn, mousserende wijn, gearomatiseerde wijn en soortgelijke uit ander vruchten dan druiven verkregen voedingsmiddelen, alsmede uit druiven of uit druivenmost vervaardigde dranken van de GN-codes , en dranken met een alcoholgehalte van 10 of meer vol.%. - alcoholvrije frisdranken, vruchtensappen, vruchtennectars en alcoholhoudende dranken in afzonderlijke recipiënten van meer dan 5 liter, bestemd voor levering aan collectiviteiten. 5. De bijzondere bewaarvoorschriften, als de wijze van bewaren een invloed heeft op de houdbaarheidsdatum 6. De gebruiksaanwijzing, indien het voedingsmiddel zonder gebruiksaanwijzing niet behoorlijk kan worden gebruikt. 46

47 7. Uw contactgegevens Bv.: 8. Het effectieve alcoholvolumegehalte voor dranken met een alcoholvolumegehalte van meer dan 1,2 %, bv. wijnen o.b.v. druiven of andere vruchten, ciders, 9. De nettohoeveelheid De nettohoeveelheid van een voedingsmiddel is de hoeveelheid van het product zonder de verpakking. Voor vloeibare voedingsmiddelen wordt deze hoeveelheid uitgedrukt in volumeeenheden (liters, centiliters of milliliters). De hoeveelheden voor andere voedingsmdiddelen worden uitgedrukt in massa-eenheden (kilogrammen of grammen). 10. De plaats van oorsprong of herkomst, indien de verbruiker zou kunnen misleid worden over de werkelijke oorsprong of herkomst. 11. Het lotnummer 12. De aanwijzing of de producten afkomstig zijn van genetisch gemodificeerde organismen (GGO s) 13. De voedingswaarde, wanneer in de etikettering, de aanbiedingsvorm of in de reclame een bewering hierover voorkomt. 14. Specifieke vermeldingen voor bepaalde voedingsmiddelen 47

48 15. Opgelet met voedings- en gezondheidsclaims op het etiket: je moet deze kunnen bewijzen Hoe moeten de verplichte vermeldingen aangebracht worden? De verplichte vermeldingen moeten zichtbaar, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar zijn aangebracht op de voorverpakking of op een etiket dat daaraan vast hangt en moeten minstens gesteld worden in de taal of de talen van het taalgebied waar het product op de markt wordt gebracht. De verkoopbenaming, de minimale houdbaarheidsdatum of uiterste consumptiedatum, het effectieve alcohol-volumegehalte en de nettohoeveelheid moeten (indien ze moeten vermeld worden) in hetzelfde gezichtsveld voorkomen. De etiketverplichtingen zijn heel verschillend naargelang het soort product dat verkocht wordt. Voor meer gedetailleerde info kan je steeds contact opnemen met het Steunpunt Hoeveproducten. 48

49 Specifieke wetgeving m.b.t. primeur- en bewaaraardappelen In fiche 3 zagen we reeds dat je als kleinhandelaar ook aardappelen zonder verpakking te koop mag aanbieden, op voorwaarde dat de aardappelen voldoen aan alle wettelijke eisen en dat in het verkooppunt de wettelijke aanduidingen op een bordje worden meegedeeld. Wil je aardappelen verpakken, dan moet je door het FAVV erkend zijn als bereider en/of verpakker van aardappelen en in dat geval moet je ook verschillende kwaliteits-, sorteringsen aanduidingsvoorwaarden naleven. Deze vind je terug in bijlage 11. Bovendien moet op de buitenkant van elke verpakkingseenheid in duidelijke en onuitwisbare letters onderstaande gegevens worden aangebracht. Dit is echter niet van toepassing op aardappelen van de eigen oogst die door de teler rechtstreeks aan de consument geleverd worden. A. Identificatie - Toegelaten bereider of verpakker: toelatingsnummer van het FAVV B. Aard van het product - Hetzij "primeuraardappelen" - Hetzij"bewaaraardappelen" of "consumptieaardappelen" - Naam van de variëteit C. Oorsprong van het product - Land - Teeltzone of nationale, gewestelijke of plaatselijke benaming (facultatief) D. Handelskenmerken - Sortering (indien gesorteerd): de minimum grootte, gevolgd door de woorden "en meer" (facultatief) - In voorkomend geval de vermelding "krielaardappelen" of een gelijkwaardige benaming voor de knollen met een grootte van 18 tot 35 mm (primeur) of tot 40 mm (bewaar) - Nettogewicht 49

50 50

51 Fiche 8: Wetgeving m.b.t. te koelen producten Algemeen Iedere gekoelde ruimte die gebruikt wordt voor de opslag, de bewaring of het vervoer van te koelen voedingsmiddelen, met het oog op de verkoop, moet een thermometer bevatten die nauwkeurig is tot op 1 C en waarop de temperatuur gemakkelijk kan worden gelezen. Thermometers moeten regelmatig worden geverifieerd en minimum eenmaal per jaar worden gekalibreerd. Te koelen voedingsmiddelen mogen slechts te koop worden gesteld of opgeslagen in een gekoelde ruimte waarvan de temperatuur 7 C niet overschrijdt. Een afwijking van de opgelegde temperatuur is toegelaten mits de temperatuur 10 C niet overschrijdt in de minst gunstig gelegen punten van de gekoelde ruimten. Te koelen voedingsmiddelen mogen slechts met het oog op het in de handel brengen worden vervoerd, mits de temperatuur van de producten in de gehele massa 7 C niet overschrijdt. Een afwijking van de opgelegde temperatuur is toegelaten mits de temperatuur 10 C niet overschrijdt in de te koelen voedingsmiddelen die zich in de minst gunstige voorwaarden in de laadruimte van het voertuig bevinden. Deze bepalingen zijn ook van toepassing op de ambulante handel. Deze bepalingen zijn niet van toepassing: Op leveringen thuis aan een vast cliënteel waarvan de behoeften juist of bij benadering op voorhand gekend zijn, mits aan alle volgende eisen voldaan is: o De te koelen voedingsmiddelen moeten zich, tot op het ogenblik van het laden van het voertuig, bevinden in een gekoelde ruimte. o De te koelen voedingsmiddelen moeten, onmiddellijk na de terugkeer van het voertuig bij de zetel van de detailhandel, in de gekoelde ruimte teruggeplaatst worden. o De temperatuurstijging tijdens het vervoer mag in geen geval tot gevolg hebben dat de te koelen voedingsmiddelen een ongewenste microbiële ontwikkeling of iedere andere schadelijke ontaarding vertonen. Op die voedingsmiddelen die een hittebehandeling hebben ondergaan in een voor gassen, voor vloeistoffen en voor micro-organismen ondoordringbare verpakking en die bij kamertemperatuur langer dan achttien maanden houdbaar zijn in microbiologische zin. Bv.: appelsap, confituren, Op die voedingsmiddelen, die onder de vorm van warme gerechten te koop aangeboden worden. 51

52 Welke plantaardige voedingsmiddelen moeten worden gekoeld? Salades van aardappelen, van tomaten en van andere groenten. Fresh cuts (versneden product) ligt wettelijk verplicht in de koeltoog bij maximaal 7 C. Schotels en gerechten samengesteld met één of meer van bovengenoemde voedingsmiddelen. Voor verse groenten en fruit bestaan er geen concrete aanduidingen van bewaartemperatuur en -duur maar met het oog op het respecteren van de hygiënevoorschriften moeten verse, onbewerkte groenten wel degelijk beschermd worden tegen verontreiniging, rekening houdend met elke verdere verwerking van de producten. Het respecteren van de hygiënevoorschriften heeft dus indirect wel gevolgen voor de bewaartemperatuur en tijd. Algemene richtlijn: Hoe lager de temperatuur, des te langer de houdbaarheid, zolang het vriespunt wordt gemeden. De meeste groenten en fruit vragen een gekoelde uitstalling. Hun kwaliteit gaat te sterk achteruit indien ze te lang ongekoeld uitgestald staan. Sommigen soorten kunnen beter tegen een stootje dan anderen. Zo zullen bijvoorbeeld appelen minder last hebben van een ongekoelde dag dan sla en zal bijvoorbeeld witloof veel minder snel groen kleuren wanneer het gekoeld ligt. Let wel op voor koudeschade! Een aantal producten zijn nl. zeer gevoelig aan lage temperaturen, bv. de vruchten van (sub)tropische oorsprong zoals tomaat, komkommer, paprika, mango, papaja, Zij lopen vaak al onomkeerbare schade op bij een temperatuur die ver boven hun vriespunt ligt (bv. bij 10 C). Een te hoge bewaartemperatuur voor deze koudegevoelige producten is echter ook niet goed omdat ze in dat geval te snel afrijpen. 52

53 Fiche 9: Inrichting van een winkel- en verwerkingsruimte Wanneer heb je een aparte winkel- en verwerkingsruimte nodig? Wanneer je primaire producten gaat verkopen, dan ben je strikt genomen niet verplicht een eigen winkelruimte te hebben. Verkoop je dus enkel appelen en peren, dan kan je dit doen vanuit een bestaande loods/ruimte. Zorg er wel altijd voor dat de verkoopsruimte netjes is. Wil je verwerkte producten verkopen dan is een aparte winkelruimte wel een vereiste en zal je winkel ook aan een aantal eisen moeten voldoen (zie verder). De tijd dat je producten kon bereiden in je eigen privé keuken ligt reeds lang achter ons. Wens je producten te verwerken (bv. het verwerken van fruit tot confituur, vruchtensap, ), dan zal je daar een aparte, speciaal ingerichte verwerkingsruimte moeten voor hebben. 53

54 Inrichting van de winkel- en verwerkingsruimte Materiaalkeuze Als algemene regel kun je stellen dat al het materiaal dat in de winkel- of verwerkingsruimte aanwezig is netjes, glad, afwasbaar, niet poreus, niet toxisch en corrosiebestendig moet zijn. In de wetgeving wordt geen melding gedaan van welke materiaalsoorten al dan niet toegelaten zijn, maar als het materiaal aan bovenstaande voorwaarden voldoet, is de kans heel groot dat je ze mag gebruiken. Bv.: Blank onbehandeld hout is niet afwasbaar en voldoet dus niet, in tegenstelling tot tegels of inox die dit wel zijn. Is echter na een aantal jaren het voegwerk tussen de tegels verweerd of losgekomen, dan zal het materiaal niet meer voldoen aan de hygiënische voorwaarden voor de inrichting van ruimtes waar voeding verwerkt/verkocht wordt. Hoe groot moet de ruimte zijn? Wettelijk bestaan geen echte voorschriften met betrekking tot de oppervlakte van het verwerkingslokaal van een hoevewinkel. Het lokaal moet voldoende groot zijn zodat je alle toestellen op een zodanige manier kunt opstellen dat je ze makkelijk en juist kunt gebruiken en -belangrijk- dat je de toestellen ook goed kunt reinigen (ook achter de toestellen). Moet je speciale kledij hebben in de verwerkingsruimte? Voor je je verwerkingsruimte binnengaat moet je propere kledij aantrekken of een propere schort over je kledij aandoen. Ook moet je andere schoenen aantrekken. Het is handig als je voor het betreden van je verwerkingslokaal een soort omkleedsas kunt inrichten. Voor het onderhoud van de verwerkings- en winkelruimte zal je apart reinigingsmateriaal moeten voorzien dat in een afgesloten kast of ruimte opgeborgen wordt. Reinigingsproducten moeten ook in een aparte kast of ruimte opgeslagen worden en mogen zeker niet samen met voedingsmiddelen, ingrediënten, bewaard worden. Verder moet je ook een ruimte voorzien voor de opslag van verpakkingsmaterialen. Meestal koop je die aan in grote hoeveelheden. Je dient ervoor te zorgen dat ze ten allen tijde droog en stofvrij bewaard worden. Je zal ook ongediertebestrijdingsproducten moeten voorzien. Ook deze moeten apart worden opgeslagen. 54

55 In je verwerkingsruimte mogen alleen producten, toestellen, werktuigen en instrumenten voor de verwerking en manipulatie van levensmiddelen die je zal verwerken en verkopen aanwezig zijn. Het spreekt voor zich dat de verwerkingsruimte niet in verbinding mag staan met een ongezonde ruimte (bv. een stal/loods). Je zal in je verwerkingsruimte (en winkelruimte) water moeten voorzien. Dit water moet van drinkwaterkwaliteit zijn. Met leidingwater zit je in principe veilig tenzij je dit water gaat behandelen (bv. chloreren). Gebruik je putwater, dan moet je te bewijzen dat ook dit water van drinkwaterkwaliteit is. De precieze inrichting van je verwerkings- en winkelruimte hangt af van een aantal factoren waaronder de aard van de producten die je zal verwerken/verkopen. Voor meer specifieke vragen mag je steeds contact opnemen met het Steunpunt Hoeveproducten. 55

56 56

57 Fiche 10: Prijsreglementering De prijsaanduiding algemeen Elke verkoper die aan de consument producten aanbiedt, moet de prijs hiervan schriftelijk en ondubbelzinnig aanduiden, minstens in euro. Indien de producten te koop uitgestald zijn, moet de prijs leesbaar en goed zichtbaar zijn aangeduid. De prijs van het product dat aan de consument te koop wordt aangeboden moet op het product zelf of op de verpakking ervan worden aangeduid. De prijs van het product mag in de onmiddellijke nabijheid ervan worden aangeduid wanneer er geen onzekerheid kan bestaan omtrent het product waarop de prijs betrekking heeft. Voor producten die tegen eenzelfde prijs te koop aangeboden en samen uitgestald worden, mag één enkele prijs worden aangeduid (ook al gaat het om niet identieke producten), op voorwaarde dat er geen onzekerheid kan bestaan omtrent de producten waarop de prijs betrekking heeft. Voor identieke producten die in eenzelfde verkooppunt te koop worden aangeboden mogen geen verschillende prijzen worden aangeduid, zoniet is de door de consument te betalen prijs de laagst aangegeven prijs. De aangeduide prijs moet de door de consument te betalen totale prijs zijn (incl. btw., taksen, ). Verkopers moeten bij een aanbieding ten huize van de consument, ten huize van een andere natuurlijke persoon dan de koper of op de arbeidsplaats van de consument de prijslijst van de producten die ze te koop aanbieden ter beschikking stellen van de consument. Praktisch betekent dit dat je een prijslijst moet kunnen voorleggen wanneer je 57

58 je producten van deur tot deur wilt verkopen of wanneer een bedrijf je uitnodigt je producten bij hen aan te bieden. De prijsaanduiding per meeteenheid Elke verkoper die aan de consument producten te koop aanbiedt moet, naast de verkoopprijs ook de prijs per meeteenheid aanduiden. De prijsaanduiding per meeteenheid is niet verplicht voor winkels met een verkoopoppervlakte van 150 m² of minder. De prijs per meeteenheid hoeft niet te worden aangeduid als deze identiek is aan de verkoopprijs. Voor los verkochte producten hoeft alleen de prijs per meeteenheid te worden aangeduid. In principe vallen alle voorverpakte voedingsmiddelen onder de verplichting van de aanduiding van de prijs per meeteenheid. Er zijn enkele uitzonderingen, o.a.: - voorverpakte producten die aan snel bederf onderhevig zijn, wanneer zij te koop aangeboden worden met een aankondiging van een prijsvermindering - een aantal producten die wettelijk vrijgesteld zijn van elke hoeveelheidsaanduiding (zie verder) - het assortiment van producten aangeboden in een fantasieverpakking, normaal bestemd om als geschenk aangeboden te worden Elke reclame, waarin de verkoopprijs van producten wordt vermeld, moet ook de prijs per meeteenheid aanduiden. De prijs per meeteenheid van de producten moet ondubbelzinnig, gemakkelijk herkenbaar en goed leesbaar worden aangeduid in de onmiddellijke nabijheid van de vermelding van de verkoopprijs. De prijs per meeteenheid van de los verkochte producten moet worden aangeduid in de onmiddellijke nabijheid van deze producten. De aanduiding van prijsverminderingen Elke aanduiding van een prijsvermindering, die wordt uitgedrukt door een bedrag of een kortingspercentage, moet gebeuren op één van volgende manieren: Door vermelding van de nieuwe prijs naast de oude doorgehaalde prijs. Door vermeldingen nieuwe prijs en oude prijs naast de overeenstemmende bedragen. Door de vermelding van een kortingspercentage en de nieuwe prijs naast de oude doorgehaalde prijs. Door de vermelding van het eenvormig kortingspercentage dat is verleend voor de producten waarop deze vermelding slaat. In dit geval moet de aankondiging vermelden of de prijsvermindering al dan niet werd toegepast. In geen geval mag een prijsvermindering van een product aan de consument worden voorgesteld als een gratis aanbod van een hoeveelheid van het product. 58

59 Producten die vrijgesteld zijn van elke hoeveelheidaanduiding bij de prijsaanduiding 1 (enkel de voor de hoeveproducent relevante producten worden hier vermeld) Fruit Fruit verkocht per eenheid: Pompoen Nectarine Fruit verkocht per schaaltje of kistje: Vilmorin-aardbeien Frambozen Bosbessen Blauwbessen (myrtilles) Moerbessen Korf van verschillende vruchten Groenten Groenten verkocht per eenheid: Artisjok Broccolikool Krulandijvie Andijvie Kropsla Witte, groene selder, raapselder Komkommer Rammenas (mierikwortel) Sluitsla Bloemkool Groene, rode, witte kool Sla (latuw) Look Maïskolf Kruiderijachtige en aromatische planten, moeskruiden, als plantjes verkocht. Spitskool Zwarte radijs (rammenas) Kardinaalsmuts (pompoen) Meikool Californische sla 1 Dit houdt NIET in dat er geen hoeveelheidsaanduiding op het etiket moet vermeld worden (zie fiche 7) 59

60 Groenten verkocht per bundel: Jonge wortelen Venkel Bieslook Rapen Jonge uien Jonge sjalotten Prei Waterkers Schorseneren Asperges Peterselie Radijzen Moeskruiden Rabarber Veronasla Snijbieten Verse look Rode bieten (jonge) Ijspegels (lange radijzen) Selderij Merg- en scheutkolen Tuincichorei Groenten verkocht per schaaltje: Pinksterbloem (kleine waterkers) Postelein Groenten verkocht per zakje: Moeskruiden Groenten verkocht per ris: Look 60

61 Fiche 11: Het gebruik van meetwerktuigen A) Weegschalen Afhankelijk van het soort product dat je wenst te verkopen/verwerken zal je in de verwerkingsruimte en/of winkelruimte een weegschaal nodig hebben. Wanneer je producten wil afwegen die je nadien wenst te verkopen dan dien je hiervoor een geijkte weegschaal (=goedgekeurde) te gebruiken. Om goedgekeurd te kunnen worden, moet je weegschaal enerzijds het meetresultaat weergeven in wettelijke meeteenheden (in België mag je bijvoorbeeld niet werken met een toestel dat het gewicht aanduidt in Britse pondmaten) en moet de weegschaal anderzijds het juiste gewicht weergeven. Niet-geijkte of niet-goedgekeurde weegschalen mogen niet verhuurd of verkocht worden! Let bij de aankoop van een nieuw of tweedehands weegschaal op het ijkmerk of het ijkattest of op het modelgoedkeuringsmerk (wanneer de weegschaal vrijgesteld is van de eerste ijk). De herijk van weegschalen Indien je metingen uitvoert voor handelstransacties (bv. gewichtsbepaling met het oog op de prijsbepaling), moet je in het kader van de herijk of de technische controle aangifte doen van de weegschalen die je hiervoor gebruikt. Die aangifte kan worden gedaan d.m.v. een aangifteformulier dat ter beschikking wordt gesteld door de Metrologische Dienst. In bijlage 12 vind je de adressen van de gewestelijke afdelingen van de Metrologische dienst. De herijk De herijk bestaat uit een onderzoek om na te gaan of een geijkte weegschaal nog aan de wettelijke eisen voldoet. De herijk heeft om de vier jaar plaats en wordt uitgevoerd op de door de Metrologische Dienst aangeduide locatie. De herijk wordt uitgevoerd in een ijkkantoor of op de plaats van opstelling van de weegschalen. De weegschalen moeten in zulke staat worden aangeboden dat de keuring en de stempeling zonder voorbereidend werk kan uitgevoerd worden (d.w.z. rein en in functionele staat). De herijk van meetwerktuigen in een ijkkantoor Heb je aangifte gedaan van een weegschaal die geijkt moet worden in een ijkkantoor (= kleinere weegschalen) dan zal je door de Metrologische Dienst opgeroepen worden om het toestel aan te bieden in een ijkkantoor. Je moet je, voorzien van je oproepingsdocument, je weegscha(a)l(en) die op het oproepingsdocument vermeld staan voor herijk aanbieden in het aangewezen ijkkantoor op de vastgestelde dag en uur. 61

62 De herijk van weegschalen op de plaats van hun gebruik De Metrologische Dienst plant ieder jaar de herijk en de technische controle van de weegschalen die moeten nagezien worden op de plaats van hun gebruik in de hoevewinkel of de verwerkingsruimte. Meestal gebeurt dit op afspraak. De technische controle De technische controle heeft plaats door steekproeven voor de geijkte meetwerktuigen die vrijgesteld zijn van de eerste ijk of van de herijk. De verrichtingen van de technische controle hebben plaats bij de fabrikant of zijn gemachtigde of op de plaats van installatie of gebruik van de meetwerktuigen. Het gebruik van niet-automatische weegschalen Onder niet-automatisch weegschalen wordt een weegwerktuig verstaan waarbij voor het wegen de tussenkomst van een operator noodzakelijk is, bv. een niet-digitale weegschaal. Voor het bepalen van de massa voor handelstransacties mogen alleen weegschalen in gebruik genomen worden ten aanzien waarvan de EG-overeenstemming is vastgesteld en die op grond daarvan voorzien zijn van een CE-markering. Deze CE-markering van overeenstemming en de vereiste aanvullende gegevens dienen duidelijk zichtbaar, gemakkelijk leesbaar en onuitwisbaar aangebracht te zijn. Het gebruik van automatische weeginstrumenten Een automatisch weegwerktuig is een instrument dat de massa van een product bepaalt zonder tussenkomst van een bedienaar en dat een vooraf bepaald programma van automatische processen volgt die kenmerkend zijn voor het instrument, bijvoorbeeld een digitale weegschaal. Het K.B. van 13 juni 2006 betreffende meetinstrumenten stelt de eisen vast waaraan de automatische weeginstrumenten moeten voldoen voordat zij in de handel worden gebracht en/of in gebruik worden genomen. De overeenstemming van een instrument met alle bepalingen van dat besluit wordt aangegeven door op het instrument de CE-markering en de aanvullende metrologische markering aan te brengen. 62

63 B) Ijken van thermometers Elke thermometer die je in de verwerkingsruimte en of winkelruimte gebruikt zal je jaarlijks moeten ijken. Losse thermometers kan je vrij eenvoudig zelf ijken terwijl je bij vaste thermometers (bv. in een koelcel) via een tussenstap zal moeten controleren of ze al dan niet nog goed werken. Meer informatie hier rond kun je bekomen met het Steunpunt Hoeveproducten. 63

64 64

65 Fiche 12: Financiële ondersteuning door het VLIF VLIF-steun algemeen Bron: SBB Het Vlaams landbouwinvesteringsfonds (VLIF) heeft twee hoofddoelen: 1) Boeren en tuinders te ondersteunen bij duurzame investeringen 2) Jonge boeren en tuinders financieel steunen om in de sector te stappen Vormen van steun Het VLIF verleent zowel steun voor investeringen gefinancierd met leningen aangegaan bij een erkende kredietinstelling als voor investeringen gefinancierd met eigen middelen. De vorm van steun is fundamenteel verschillend naargelang het een verrichting betreft waarvoor investeringssteun kan verkregen worden (modernisering gebouwen, machines, ) of een verrichting waarvoor vestigingssteun (overname bedrijfsbekleding of aandelen) wordt verleend. Investeringssteun wordt toegekend onder de vorm van een rentesubsidie als er voor de investeringen een krediet afgesloten wordt en wordt aangevuld met een kapitaalpremie. De kapitaalpremie staat rechtstreeks in verband met rentesubsidie zodat een vooropgesteld volume wordt verkregen. Wanneer de investeringen volledig gefinancierd worden met eigen middelen of voor groep 4 (8% voor o.a. aankoop machines en zonnepanelen), is er geen rentesubsidie en wordt de steun uitsluitend verleend onder de vorm van een kapitaalpremie. Op investeringssteun gaan we in deze brochure niet dieper in. Er zijn de laatste jaren talrijke hervormingen geweest, zodat het moeilijk is dit kort samen te vatten. Alleszins loont het de moeite om voor elke investering die je op een land- en tuinbouwbedrijf doet, te informeren of er VLIF-steun voor is. Voor meer informatie kun je terecht op de website of bij SBB. Vestigingssteun wordt op de eerste euro ( euro bij overname aandelen) vestigingskosten altijd toegekend onder de vorm van een vestigingspremie van euro ( euro bij overname van aandelen) en vervolgens onder vorm van een rentesubsidie voor zover er voor de bijkomende kosten een lening afgesloten wordt. Deze rentesubsidie (4%) is niet omzetbaar in een kapitaalpremie. Bij een eerste installatie op een bestaand bedrijf wordt VLIF-tussenkomst toegekend voor de aankoop van de roerende bedrijfsbekleding, voor het vervolledigen van de bedrijfsbekleding, voor de aankoop van bedrijfsgebouwen of voor de aankoop van aandelen. 65

66 Algemene voorwaarden Al wie een beroep wil doen op VLIF-steun, op een land- of tuinbouwbedrijf, moet: Ofwel een diploma kunnen voorleggen van een volledige cyclus land- of tuinbouwgericht onderwijs van minstens het niveau hoger secundair onderwijs. Ofwel een installatie-attest kunnen voorleggen. Dit installatie-attest kan behaald worden na het volgen van een bedrijfsleiderscursus (type A en B) bij Groene Kring. Daarnaast zijn er ook voorwaarden met betrekking tot de aanvrager van de steun en met betrekking tot het bedrijf. De aanvrager moet o.a. de kwalificatie landbouwer hebben, wat samengevat betekent: De aanvragende landbouwer moet in de personenbelasting minstens een netto beroepsinkomen uit de land- of tuinbouw hebben van euro per bedrijfsleider. De aanvragende landbouwer mag in de personenbelasting maximaal een netto beroepsinkomen van niet-landbouwactiviteiten hebben van euro per bedrijfsleider. Het bruto bedrijfsresultaat (saldo) moet minstens euro per bedrijfsleider zijn. Alle niet-landbouw activiteiten moeten (vanaf euro omzet) afgestoten worden. Vooral dit laatste is een praktisch probleem bij thuisverwerkers en thuisverkopers. Immers het gebeurt frequent dat men hoeveproducten van collega s ook verwerkt en/of verkoopt. Aankoop met doorverkoop beschouwt men echter als handel en niet als landbouw. Vandaar dat deze activiteit als ze een te grote omvang aanneemt- moet afgesplitst worden. Steun kan aangevraagd worden door natuurlijke personen of door vennootschappen. Indien de vennootschap steun aanvraagt, zijn er nog een aantal bijkomende voorwaarden. De aanvragen voor VLIF-tussenkomst moeten ingediend worden bij het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, door een door het VLIF-erkende kredietinstelling bij een financiering met een krediet. Bij financiering met eigen middelen wordt de aanvraag ingediend door de landbouwer zelf. In dit verband kan je contact opnemen met: Je bankinstelling. De bedrijfseconomische adviseurs van SBB. Een kantoor in je buurt vind je op De ingenieurs van de buitendiensten van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Administratie Land- en tuinbouw (zie bijlage 13). 66

67 Investeringssteun voor bedrijfsinvesteringen specifiek gericht op de verwerking en de commercialisering van hoeveproducten Het VLIF biedt maximaal 28% financiële steun aan landbouwers die bedrijfsinvesteringen specifiek richten op de verwerking en de commercialisering van hoeveproducten. Voor volgende investeringen bedraagt de steunintensiteit 28%: Bouwen, verbouwen en uitrusten van bedrijfsgebouwen die gebruikt worden voor de aanmaak van zuivelproducten (met melk van het eigen bedrijf) en het bewaren van die producten, evenals de aankoop van materieel dat specifiek noodzakelijk is voor die activiteit. Bouwen, verbouwen en uitrusten van bedrijfsgebouwen die gebruikt worden voor het versnijden, bereiden en verkoopsklaar maken van vlees (geproduceerd op het eigen bedrijf) en het bewaren van die producten, evenals de aankoop van materiaal dat specifiek noodzakelijk is voor die activiteit. Bouwen, verbouwen en uitrusten van bedrijfsgebouwen die gebruikt worden voor het artisanaal verwerken en verkoopsklaar maken van land- en tuinbouwproducten (andere dan melk en vlees en geproduceerd op het eigen bedrijf) en het bewaren van die producten, evenals de aankoop van materieel dat specifiek noodzakelijk is voor die activiteit. Bouwen, verbouwen en uitrusten van bedrijfsgebouwen die bestemd zijn voor de rechtstreekse verkoop van de eigen productie (al dan niet in verwerkte vorm) aan de consument of aan de detailhandel, met inbegrip van een opslag- of koelruimte die bestemd is voor de verkoopsklare voorraad van die producten, evenals de aankoop van materieel dat specifiek noodzakelijk is om die activiteit uit te oefenen. Om 28% steun te genieten dienen de investeringen betrekking te hebben op de vervaardiging en verkoop van hoeveproducten via een korte keten, d.w.z.: Op de hoeve zelf In de onmiddellijke omgeving van de hoeve zoals een buurtwinkel Op de lokale boerenmarkt door de producenten zelf Via voedselteams, groentenabonnementen of coöperaties van hoeveproducten Verkoop aan groot- en/of kleinhandel (behoudens buurtwinkel), horeca, wordt niet gerangschikt als rechtstreekse verkoop. Enkel specifieke investeringen gericht op de vervaardiging en de verkoop van hoeveproducten komen in aanmerking voor 28% steun. Voor gebouwen betreft dit een hoevewinkel, een verbruikslokaal en de opslag- of koelruimte bestemd voor het bewaren van de verkoopsklare voorraad aan hoeveproducten evenals de inrichtingsinvesteringen van gebouwen die door hun aard duidelijk bestemd zijn om de productie en verkoop van hoeveproducten mogelijk te maken (afwasbare wanden, antislipvloeren, noodzakelijke niveauverschillen, aangepaste riolering e.d.). Het gebouw zelf, dikwijls type gesloten loods met laad- en losplaats, voor het klaarmaken (sorteren, wassen, versnijden, bereiden, koken en/of verpakken) van de hoeveproducten wordt gesubsidieerd volgens de gangbare steunintensiteit van 18%. 67

68 Voor specifieke vaste uitrusting, machines en materieel voor de productie en de verkoop van hoeveproducten, inbegrepen een koel- en marktwagen, wordt 28% steun verleend. De investeringen, waaronder ook de gebouwen, dienen gedimensioneerd te zijn op basis van de verwerking van de landbouwproducten van het eigen bedrijf. Er wordt aanvaard dat verwerken en commercialiseren eigen productie om administratieve of fiscale redenen afgesplitst wordt van de landbouwactiviteit. Hierbij gelden volgende regels: Een administratieve of fiscale afsplitsing van de activiteit wordt aanvaard wanneer de persoon die de activiteit uitoefent, voldoet aan de VLIF-voorwaarden als kwalificatie landbouwer. Een juridische afsplitsing (veelal onder de vorm van een vennootschap) van deze activiteit wordt aanvaard wanneer volgende voorwaarden gelijktijdig vervuld zijn: o De bestuurders van de vennootschap zijn dezelfde als de exploitanten van het land- of tuinbouwbedrijf en bezitten 51 % van de aandelen. o De statuten vermelden het verwerken en verkopen van de productie van het eigen bedrijf als doelstelling. Aanvragen van VLIF-steun Het aanvragen van VLIF-steun verloopt als volgt: De aanvraag om investeringssteun wordt met een volledig ingevuld aanvraagformulier ingediend. De aanvraag moet ingediend worden vooraleer de investering aanvangt en vooraleer de finale investeringsbeslissing genomen is. De datum van aanvraag is de registratiedatum door het VLIF van het aanvraagformulier. De datum van de eerste factuur (ook voorschotfactuur) is de ultieme aanvangsdatum van de investeringen. Je mag maximaal 2 aanvragen per jaar doen en elke aanvraag moet minstens betrekking hebben op een subsidiabel investering van meer dan euro. Het aanvraagformulier is niet noodzakelijk gedocumenteerd maar documentatie bijvoegen mag. Na ontvangst deelt de VLIF-administratie mee welke documentatie en binnen welke termijn nog moet voorgelegd worden. Formulieren nodig voor de aanvraag van VLIF steun vind je in bijlage 14 en 15. Bijkomende informatie over de regelgeving kan verkregen worden bij de ambtenaars in de buitendiensten van het VLIF. Hun coördinaten vind je in bijlage

69 Fiche 13: Wetgeving m.b.t. fiscaliteit Bron: SBB Wanneer je je producten rechtstreeks aan de verbruiker verkoopt, heeft dit een aantal fiscale gevolgen. Zowel wat betreft de directe belastingen, als wat betreft de BTW moet je met enkele gegevens rekening houden. Moet de aangifte voor de directe belastingen op een andere manier gebeuren wanneer je je producten rechtstreeks verkoopt? In de landbouwsector bestaan twee verschillende systemen om de inkomstenbelasting te bepalen. 1) Belastingaangifte op basis van fiscale boekhouding Indien er voor de landbouwactiviteit belastingaangifte wordt gedaan op basis van de fiscale boekhouding verandert er niets. Alle uitgaven en inkomsten van de rechtstreekse verkoop moeten gewoon mee ingeschreven worden. 2) Belastingaangifte op basis van de forfaitaire land- en tuinbouwbarema s Indien een land- of tuinbouwbedrijf gebruik maakt van de forfaitaire barema s, moet een dagontvangstenboek worden bijgehouden en moet de extra winst van de rechtstreekse verkoop toegevoegd worden aan de semi-brutowinst. Sommige winsten zitten echter reeds in het barema vervat en dienen niet extra aangegeven te worden. Opgelet: Indien de rechtstreekse verkoop een belangrijke omvang aanneemt, kan de belastingadministratie de toepassing van het forfait verwerpen. Dit kan wanneer zij aantonen dat de werkelijke winst aanzienlijk hoger is dan de forfaitair bepaalde winst. Heb je speciale verplichtingen i.v.m. de BTW? Gezien de dalende prijzen in de landbouwsector, tracht de landbouwer andere bronnen van inkomsten te vinden om zijn basisinkomen op peil te houden. De verkoop van (thuisverwerkte) hoeveproducten kan daarbij een mogelijkheid zijn. Uiteraard is het belangrijk te weten welke gevolgen deze activiteitsuitbreiding met zich meebrengt en welke spelregels in acht moeten genomen worden. In de hierna volgende bijdrage zal stilgestaan worden bij de BTW-aspecten die komen kijken bij verkoop op de hoeve en dan in het bijzonder in hoofde van de forfaitaire landbouwer. Voor landbouwers onder de normale BTW-regeling zijn immers de gewone regels van toepassing. 69

70 De forfaitaire landbouwregeling voor BTW Bij de invoering van de BTW-wetgeving heeft de wetgever een bijzondere regeling voorzien voor de landbouwer met een minimum aan verplichtingen. Zo zal een forfaitaire landbouwer geen periodieke BTW-aangiften moeten indienen of BTW moeten aanrekenen. Keerzijde van de medaille is dat hij de BTW betaald op zijn aankopen niet kan aftrekken. Deze forfaitaire landbouwregeling voor BTW is van toepassing op de land- en tuinbouwer die de door hem voortgebrachte producten of geteelde dieren levert, eventueel na een primaire verwerking. diensten levert in het kader van contractteelt of contractmesterij. landbouwhulp verstrekt aan een collega. bedrijfsmiddelen verkoopt die hij in zijn landbouwbedrijf heeft ingezet. De betrokkene kan evenwel opteren voor de normale regeling (met BTW boekhouding) indien hij dat wenst. Deze overgang zal vooral aan de orde zijn indien belangrijke investeringen gepland zijn gezien de aftrekbare BTW dan aanzienlijk kan zijn. Indien de landbouwer bijkomend nog andere goederen of diensten levert verschillend van de activiteiten in de vorige paragraaf, kunnen deze niet verstrekt worden met toepassing van de landbouwregeling inzake BTW. Bijvoorbeeld (landbouw)producten aankopen en ze na eventuele verwerking verkopen staat niet in bovenstaande opsomming en kunnen in principe niet onder de forfaitaire BTW regeling vallen. De betrokken landbouwer zal dan verplicht zijn alle activiteiten te verrichten met toepassing van de normale BTW-regeling. Hierop is een uitzondering als een forfaitaire regeling of de kleine ondernemingsregeling kan ingeroepen worden voor deze bijkomende handelingen. De kleine ondernemingsregeling kan toegepast worden indien de omzet van de bijkomende activiteiten de grens van EUR niet overschrijdt. In een drietal situaties zal de forfaitaire landbouwer onderworpen zijn aan de normale regeling, met name indien het gaat om één van volgende handelingen: De leveringen van landbouwproducten op groothandelsmarkten. De leveringen in het klein, van deur tot deur of in een inrichting voor de verkoop in het klein. De leveringen en diensten m.b.t. producten en dieren die de landbouwer heeft voortgebracht, maar die niet onderworpen zijn aan 6%, bv. rijpaarden. Deze handelingen kunnen naar keuze uitgeoefend worden onder de normale regeling, de regeling van de kleine ondernemingen of een forfaitaire regeling. Indien de landbouwondernemer voor de leveringen en diensten in één van de drie hoger vermelde situaties geïdentificeerd is als normale BTW-plichtige, is hij onderworpen aan de normale BTW-regeling voor heel zijn activiteit, incl. deze van de landbouwondernemer. Enkel wanneer hij voor die activiteit geniet van de kleine ondernemersregeling of forfaitaire 70

71 regeling, zal hij de bijzondere landbouwregeling kunnen blijven genieten voor zijn activiteit als landbouwondernemer. Primaire verwerking De landbouwer dient er op te letten dat de producten die worden verkocht in het klein hoogstens een primaire verwerking hebben ondergaan, bijvoorbeeld het maken van boter, kaas of yoghurt, het pasteuriseren en opleggen van zurkel, het sorteren van fruit, het malen van koren tot bloem. Het maken van rijstpap, chocomousse, pudding of roomijs, het versnijden van vlees, het maken van fruitsap e.d. zijn echter geen primaire verwerkingen. Indien de landbouwer dergelijke producten verkoopt in het klein, zal hij daardoor zijn eigenlijke landbouwactiviteiten niet meer kunnen uitoefenen met toepassing van de forfaitaire landbouwregeling tenzij een forfaitaire regeling of de kleine ondernemingsregeling (omzet < euro) kan ingeroepen worden voor de hoeveverkoop. 71

72 72

73 Fiche 14: Vennootschap of eenmanszaak Bron: SBB Bij de opstart van een thuisverkoop kan de oprichting van een vennootschap ter sprake komen. De oprichting hiervan is maatwerk en voor elk bedrijf verschillend. We geven hieronder de voor- en nadelen weer van een vennootschap en van een eenmanszaak. Voor meer gedetailleerde informatie verwijst het Steunpunt Hoeveproducten u door naar de mensen van SBB in de regionale kantoren in uw buurt (te vinden op De eenmanszaak Definitie De eenmanszaak is een onderneming die wordt gevoerd door een natuurlijk persoon. Het belangrijkste verschil met een vennootschap is dat de goederen van de eenmanszaak geen afgescheiden deel vormen van het eigen vermogen van de ondernemer, zodat deze steeds met zijn volledige eigen vermogen instaat voor de eventuele schulden van de vennootschap. Het vermogen van de zaak is dan wel een geheel van productiemiddelen, maar blijft onderdeel vormen van het gehele vermogen, samen met het privé vermogen, dat als één geheel instaat voor alle mogelijke schulden. Voordelen De eenmanszaak heeft onmiskenbaar een aantal voordelen: Lage oprichtingskosten: doordat de eenmanszaak relatief eenvoudig opgericht kan worden, zijn hieraan weinig kosten verbonden. De oprichting gebeurt door een erkend ondernemingsloket en kost 79 euro + 79 euro per bijkomende vestigingseenheid. Weinig boekhoudkundige en administratieve verplichtingen: in tegenstelling tot een vennootschap dient de eenmanszaak geen jaarrekening neer te leggen en mag zij ook een vereenvoudigde boekhouding voeren indien de omzet van het laatste jaar in principe ten hoogste EUR (excl. BTW) bedroeg. Vlotte besluitvorming: daar waar in een vennootschap de beslissingen worden genomen binnen de algemene vergadering of door het bestuursorgaan, volstaat binnen de eenmanszaak de beslissing van de ondernemer. Nadelen Een eenmanszaak heeft ook nadelen: Onbeperkte aansprakelijkheid van de ondernemer: de ondernemer blijft met zijn ganse vermogen aansprakelijk voor de schulden van zijn onderneming. Schuldeisers kunnen bijgevolg ook beslag leggen op de bestanddelen van het vermogen die niet beroepsmatig gebruikt worden. 73

74 Beperkte optimalisatiemogelijkheden op het vlak van fiscaliteit en sociale zekerheidsbijdragen. De ondernemer die kiest voor een eenmanszaak wordt belast in de personenbelasting. De tarieven die worden toegepast stijgen naarmate het inkomen stijgt. De hoogste tarieven in de personenbelasting liggen hoger dan het tarief in de vennootschapsbelasting. Beperkte mogelijkheden op het vlak van opvolgings- en overnameregeling: daar waar de onderneming in een vennootschap een geheel vormt, vormt de eenmanszaak slechts een onderdeel van het gehele vermogen van de ondernemer en zal dit bij overlijden de gewone regels van vererving ondergaan, wat doorgaans zorgt voor een verdeling van het totale vermogen en dus ook van de eenmanszaak. Oprichtingsformaliteiten In principe kan iedere natuurlijke persoon een eenmanszaak oprichten. Hij zal hiervoor een handelsnaam moeten kiezen, zijnde een naam waarmee de onderneming in het openbaar bekend is, en een rekening moeten openen bij een Belgische kredietinstelling of bij De Post. Na het openen van de rekening moet de ondernemer via een erkend ondernemingsloket een ondernemingsnummer aanvragen (zie ook fiche 5A). Dit ondernemingsnummer is een uniek identificatienummer voor de onderneming, dat steeds op alle stukken uitgaande van de onderneming moet vermeld worden. Na aanvraag van het ondernemingsnummer moet eventueel het BTW-nummer geactiveerd worden. De vennootschap Definitie De vennootschap is een andere vorm die een onderneming kan aannemen. Een vennootschap wordt opgericht door een contract tussen de oprichters waarbij een of meer personen goederen of een bedrijvigheid bijeen brengen om beroepsactiviteiten te ontwikkelen en zo winst te maken. De volgende elementen zijn dan ook van cruciaal belang in het begrip vennootschap : Overeenkomst: de samenwerking in een vennootschap is gebaseerd op een overeenkomst. Deze overeenkomst noemen we de oprichtingsovereenkomst. Het reglement waaraan de partijen zich te houden hebben bij het functioneren van de vennootschap noemen we de statuten. In de meeste gevallen moet een notaris de oprichtingsovereenkomst met de statuten opmaken. Deze notariële akte wordt de oprichtingsakte genoemd. Twee of meerdere personen: een vennootschap veronderstelt meestal ten minste twee personen. Vennoten of aandeelhouders: dit zijn de leden van de vennootschap. Het zijn de personen die aan de basis liggen van het vennootschapscontract, de oprichters en/of de personen die later aandelen van de vennootschap hebben verkregen. Een andere naam van vennoten is aandeelhouders. Of men het ene of het andere woord gebruikt, hangt af van de vennootschapsvorm. 74

75 Rechtspersoonlijkheid: de meeste vennootschapsvormen hebben rechtspersoonlijk-heid. Dat wil zeggen dat de oprichters van de vennootschap als het ware een nieuwe persoon creëren, met een eigen vermogen, afgezonderd van het privévermogen van deze oprichters. Een vennootschap met rechtspersoonlijkheid kan verbintenissen aangaan, partij zijn bij contracten, vorderingen instellen, enz. De mandatarissen van de vennootschap met rechtspersoonlijkheid (bestuurders, zaakvoerders of beherende vennoten) treden op in haar naam: zij ondertekenen, met vermelding voor of na hun handtekening van hun hoedanigheid, zodat zij niet zichzelf verbinden, maar optreden als vertegenwoordiger van de vennootschap. Gemeenschap: in de oprichtingsakte vermelden de oprichters o.a. welke middelen zij aan de vennootschap ter beschikking stellen. Deze middelen zijn de inbreng in de vennootschap. Een inbreng kan bestaan uit geld, materieel, gronden, gebouwen, Alle inbrengen samen vormen het kapitaal van de vennootschap. Uitoefenen van een activiteit: een vennootschap moet altijd opgericht zijn met het oog op het uitoefenen van een bepaalde activiteit. Deze activiteiten moeten omschreven worden in het doel van de vennootschap, dat deel uitmaakt van de statuten. Winst: een vennootschap heeft tot doel winst te maken. Of de vennootschap dan ook daadwerkelijk winst maakt, is van ondergeschikt belang, het doel om winst te maken primeert. Dat is het verschil met een VZW (vereniging zonder winstoogmerk). Voordelen Een vennootschap als ondernemingsvorm brengt een aantal voordelen met zich mee: Continuïteit van de onderneming/- successieplanning: bij overlijden worden enkel de aandelen van de vennootschap vererfd terwijl de werking en het voortbestaan van de vennootschap niet in het gedrang worden gebracht. Bij leven laat het bestaan van aandelen gemakkelijker de overdracht van de onderneming toe. Beperkte aansprakelijkheid/ aparte rechtspersoonlijkheid: door toetreding tot bepaalde types van vennootschappen (NV, BVBA, CVBA, Comm. VA) kunnen de oprichters hun aansprakelijkheid beperken tot beloop van het gedeelte van hun vermogen dat zij in de vennootschap hebben ingebracht. Dit voordeel moet evenwel gezien de vele correcties (bankwaarborg, gerechtelijke doorbraak bij faillissement, ) gerelativeerd worden. Fiscale motieven: de winsten van de vennootschap zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting. De maximale tarieven in de vennootschapsbelasting liggen lager dan in de personenbelasting: het normale tarief bedraagt 33,99 %; onder bepaalde voorwaarden kan de vennootschap van het verlaagd tarief genieten, met name 24,98 % op de schijf van 0 tot EUR en 31,93 % op de schijf van tot EUR en 35,54 % op de schijf van tot EUR. De bezoldiging die de ondernemer als bestuurder of zaakvoerder ontvangt, is onderworpen aan de personenbelasting. Doordat de vennootschap zelf kan bepalen hoeveel ze uitkeert aan haar mandataris en op welke wijze ze dit doet, kan er wel voor gezorgd worden dat er op individuele basis gekozen wordt voor de beste samenstelling van het verloningspakket, rekening houdende met de bestaande wetgeving op het vlak van fiscaliteit en sociale zekerheidsbijdragen. 75

76 Sociale motieven: een vennootschap betaalt een jaarlijkse sociale bijdrage die wordt bepaald door de grootte van de vennootschap (naargelang het balanstotaal): 347,50 EUR of 852,50 EUR. Een natuurlijke persoon (zelfstandige) betaalt aan sociale bijdrage een evenredig percentage op zijn netto-inkomen. Organisatorische redenen: de meest voorkomende vennootschapsvormen zijn verplicht een boekhouding te voeren overeenkomstig de wet op de jaarrekening (dubbel boekhouden, rekeningenstelsel) en haar jaarrekening (volledig of verkort) ter publicatie aan te bieden. Een eenmanszaak mag een vereenvoudigde boekhouding (drie dagboeken: inkomen, verkopen en financieel boek) voeren als de omzet van het laatste jaar in principe ten hoogste EUR (excl. BTW) bedraagt. Een vereenvoudigde boekhouding heeft als voordeel de beperkte kostprijs, maar als nadeel dat het minder duidelijk en overzichtelijk is, hetgeen risico s met zich meebrengt ten aanzien van de directe belastingen: een vereenvoudigde boekhouding kan sneller verworpen worden zodat een taxatie bij vergelijking mogelijk is. Nadelen Scheiding vennootschapsvermogen en privévermogen: waar een afgescheiden vermogen een voordeel is op het vlak van de schulden, is het een nadeel op het vlak van de inkomsten. De inkomsten zijn namelijk eigendom van de vennootschap en niet van de privépersoon achter de vennootschap. Op de overdracht van de inkomsten van de vennootschap naar het vermogen van de privépersoon zal vaak een of andere vorm van belasting moeten betaald worden. Een evenwichtige samenstelling van diverse vergoedingen zorgt ervoor dat de inkomsten zo optimaal mogelijk kunnen overgedragen worden naar het privévermogen. Meer formaliteiten: er moeten algemene vergaderingen en bestuursvergaderingen gehouden worden, er moeten publicaties gebeuren in het Belgisch Staatsblad, de jaarrekening moet worden neergelegd, enz.... Kortom het runnen van een vennootschap vraagt meer discipline. Meer kosten: er zijn meer oprichtings-, werkings- en advieskosten verbonden aan een vennootschap. Er zijn verschillende vennootschappen mogelijk afhankelijk van de wensen van de bedrijfsleider(s) en de mogelijkheden van het bedrijf. Raadpleeg het SBB kantoor in uw buurt voor verdere info ( 76

77 Fiche 15: Autocontrole Autocontrole is het geheel van maatregelen die door de exploitanten van levensmiddelenbedrijven moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de producten in alle stadia van de productie, verwerking en distributie die onder hun beheer vallen: voldoen aan de wettelijke voorschriften inzake voedselveiligheid. voldoen aan de wettelijke voorschriften inzake kwaliteit van zijn producten, waarvoor het FAVV bevoegd is. voldoen aan de voorschriften inzake traceerbaarheid en het toezicht op de effectieve naleving van deze voorschriften. Afhankelijk van de aard van de producten die je verkoopt en de omvang van je bedrijf, moet je voldoen aan: - Goede Hygiënepraktijken (GHP) - Hazard Analysis of Critical Control Points (HACCP) - Light HACCP (versoepelingen voor kleine ondernemingen) Goede Hygiënepraktijken (GHP) In de primaire sector (zie fiche 1) is het invoeren van een autocontrolesysteem niet verplicht maar volstaat het om als bedrijfsleider de Goede Hygiënepraktijken (GHP) te eerbiedigen. Voor de plantaardige sector zijn deze terug te vinden in de Sectorgids voor Primaire productie (G-040) die je gratis kan downloaden via Land- en tuinbouwers binnen de primaire productie zijn enkel verplicht een regelmatige controle uit te voeren op de verplichte hygiënevoorschriften, een register bij te houden en, in bepaalde gevallen, een melding te doen bij het FAVV. Verkoop je dus enkel niet-verwerkte groenten en/of fruit, dan moet je GEEN autocontroleplan opstellen, TENZIJ de verkoop via een automaat gebeurt (bv. aardbeien, aardappelen, ). De sleutelelementen van de GHP zijn: Het ontwerp van infrastructuur en uitrusting. Het hanteren van levensmiddelen, met inbegrip van het verpakken, vervoeren en opslaan. De behandeling en het beheer van afval van levensmiddelen. De bestrijding van schadelijke dieren. De procedures voor reinigen en ontsmetten. De kwaliteit van het gebruikte water: het water moet voldoen aan de criteria voor drinkbaar water zoals vastgelegd in het koninklijk besluit van 14 januari 2002 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water dat in voedingsmiddeleninrichtingen verpakt wordt of dat voor de fabricage en/of het in de handel brengen van voedingsmiddelen wordt gebruikt. 77

78 De beheersing van de koudeketen en/of de warmteketen en het registeren en het beheer van non-conformiteiten. De gezondheid van het personeel voor zover die van invloed is op de veiligheid van de voedselketen. De lichaamshygiëne van elkeen die met de levensmiddelen in contact komt. De opleiding van het personeel. Hazard Analysis of Critical Control Points (HACCP) Val je voor het FAVV onder de sector Verwerking, dan volstaan de GHP niet en zal je dus wel een autocontroleplan moeten opstellen. Respect voor de Hazard Analysis of Critical Control Points (HACCP) houdt in dat je volgende principes respecteert: Het identificeren van elk gevaar dat voorkomen, geëlimineerd of tot een aanvaardbaar niveau gereduceerd moet worden. Het identificeren van de kritische controlepunten in het stadium of de stadia waarin controle essentieel is om een gevaar te voorkomen of te elimineren dan wel tot een aanvaardbaar niveau te reduceren. Het vaststellen van kritische grenswaarden voor de kritische controle punten teneinde te kunnen bepalen wat al dan niet aanvaardbaar is op het vlak van preventie, eliminatie of reductie van een onderkend gevaar. Het vaststellen en toepassen van efficiënte bewakingsprocedures voor de kritische controlepunten, het vaststellen van corrigerende maatregelen wanneer uit de bewaking blijkt dat een kritisch controlepunt niet volledig onder controle is. Het vaststellen van procedures om na te gaan of de maatregelen naar behoren functioneren. Het opstellen van documenten en registers, aangepast aan de aard en de omvang van het bedrijf, teneinde aan te tonen dat de maatregelen daadwerkelijk worden toegepast. Indien nodig het opstellen van bemonstering- en analyseplannen die toelaten zich te verzekeren van de geldigheid van het autocontrolesysteem (ACS). Iedereen die onverpakte en verwerkte voedingswaren hanteert moet verplicht een opleiding Hygiëne en autocontrole volgen. Contacteer het Steunpunt Hoeveproducten voor de opleidingen bij jou in de buurt. Als hoeveproducent kom je echter in de meeste gevallen, mits je voldoet aan een aantal voorwaarden, in aanmerking voor versoepelingen die toelaten de verplichtingen omtrent autocontrole en traceerbaarheid op een vereenvoudigde manier in de praktijk om te zetten (zie light HACCP). 78

79 Versoepelingen voor kleine bedrijven: light HACCP De consument heeft recht op een veilig product, om het even waar deze dat koopt: in een supermarkt of in een klein bedrijf. Zeer kleine bedrijven beschikken echter over onvoldoende middelen voor het uitvoeren van een risicoanalyse en de administratieve last betekent eveneens een grote druk. De Europese reglementering voorziet daarom voor de lidstaten expliciet de mogelijkheid om dergelijke versoepelingen toe te staan en biedt aldus voldoende ruimte voor respect voor de tradities en de authenticiteit van artisanale producten en voor de bijzonderheden van de kleine bedrijfjes. Wanneer kom je als bedrijf in aanmerking voor versoepelingen? Er wordt een eerste onderscheid gemaakt tussen : 1. De bedrijven die rechtstreeks aan de consument leveren (B2C of business to consumer ): deze bedrijven komen in aanmerking voor de versoepelingen indien ze met maximaal 5 voltijds equivalenten (FTE) werken en/of over een oppervlakte beschikken kleiner dan 400m². 2. De bedrijven die aan andere bedrijven leveren (B2B of business to business ): deze bedrijven komen uitsluitend in aanmerking voor de versoepelingen indien ze met maximaal 2 voltijds equivalenten (FTE) werken, ongeacht de oppervlakte. Een tweede onderscheid wordt gemaakt tussen : 1. De bedrijven die niet overgaan tot de verwerking van de producten: deze bedrijven genereren minder gevaar en moeten alleen voldoen aan de goede hygiënepraktijken (GHP) (zie boven). 2. De bedrijven die een verwerkingsactiviteit hebben, bv. producenten van confituren, vruchtensappen, : deze bedrijven moeten, bovenop de GHP, ook voldoen aan een reeks versoepelde HACCP-principes: De documentatie met betrekking tot het HACCP-systeem mag worden vervangen door een gids. De gevaren, de identificatie van kritische punten en de corrigerende acties mogen vooraf worden vastgelegd in het kader van een gids. De kritische grenzen mogen worden vastgelegd op basis van de betreffende reglementaire normen en/of in afwezigheid van normen, op basis van sensorische waarnemingen en/of van een gids. In verband met de bewakingsprocedures mag de verplichting op registratie van de uitgevoerde controles bij te houden worden beperkt tot de registraties van nonconformiteiten. Niettemin moet het geheel van de analyseresultaten bewaard worden. De registraties van de uitgevoerde controles moeten slechts worden bewaard tot 6 maanden na afloop van de minimale houdbaarheid of de uiterste consumptiedatum of, bij ontstentenis daarvan, gedurende ten miste 6 maanden. 79

80 Zoals reeds aan bod kwam in fiche 3, is er echter voor kleinschalige verwerkers van groenten en fruit nog geen gevalideerde sectorgids beschikbaar. Je hebt in principe dus niets om op terug te vallen om je autocontroleplan op te stellen. Doordat je aan verwerking doet, ben je echter wel verplicht dit uit te werken. Het Steunpunt Hoeveproducten organiseert regelmatig infoavonden om je te helpen met de uitwerking van eigen gevarenanalyses zodat je als thuisverwerker van groenten en fruit toch een eigen autocontroleplan kan opstellen dat bij controle door het FAVV aan alle eisen voldoet. Neem hierover gerust contact op met het Steunpunt Hoeveproducten. In de bijlages 16, 17 en 18 vind je voorbeelden van gevarenanalyses van resp. (extra) confituur, vruchtensap en gemengde soepgroenten terug, zowel een analyse van de kritische controlepunten, gevarenanalyses van de grondstoffen en het productieproces en het productieschema. Op de website van het Steunpunt Hoeveproducten kan je ook een stappenplan voor autocontrole downloaden. Let wel, je mag deze documenten niet zomaar kopiëren maar moet deze vertalen naar de concrete situatie op je eigen bedrijf! Voor meer informatie of hulp bij het opstellen van een autocontroleplan, kan je ook steeds contact opnemen met het Steunpunt Hoeveproducten. Op de website van het FAVV, kun je een ludieke test doen om te weten of je al dan niet onder de versoepelingen valt: Je bent dus hoeveproducent. Als hoeveproducent kan je hier normaal gezien ja op antwoorden (je mag een beperkt % van je producten leveren aan andere bedrijven). 80

81 De meeste hoeveproducenten zullen hier ook ja op kunnen antwoorden aangezien enkel die bedrijfsruimten in rekening gebracht worden die dienen voor de thuisverkoop (verwerkingsruimte, winkel, ev. verbruikszaaltje, ). Enkel het personeel dat arbeid verricht bij het maken en het verkopen van de producten wordt in rekening gebracht. Meestal zal je dus ook hier ja kunnen antwoorden. 81

82 Verkoop je gewoon primaire producten zoals groenten en fruit (zie fiche 1), dan antwoord je hier neen en volstaan de GHP. Maak je confituren, sappen, soepen,, dan moet je ja antwoorden en zal je dus HACCP light moeten volgen. 82

83 Fiche 16: Traceerbaarheid Eenvoudig uitgelegd wil traceerbaarheid zeggen dat van elk levensmiddel dat de consument koopt (bij de kruidenier, in de supermarkt, bij de hoeveproducent, ) zijn geschiedenis moet kunnen achterhaald worden. Er moet kunnen nagegaan worden wie het product gemaakt heeft, waar de verschillende ingrediënten vandaan komen, in welke stal het dier gestaan heeft, welke medicijnen het gekregen heeft, op welk perceel de tomaten gestaan hebben, welke besproeiingen ze gekregen hebben, enz Wellicht ben je van mening dat het bijhouden van traceerbaarheidsgegevens een zware bijkomende administratieve belasting is. Dat is ook zo en zolang er in de voedselketen niets misloopt heb je deze gegevens meestal ook niet nodig. Loopt er toch iets fout dan kan je aan de hand van al deze gegevens makkelijk de bron van het probleem aanpakken en de schade beperken. Het hele traceerbaarheidsverhaal is er eigenlijk gekomen na de dioxinecrisis van 1999 waar men weken gezocht heeft naar de oorzaak van de dioxinebesmetting. Of je nu primaire of verwerkte producten verkoopt, je traceerbaarheid zal in orde moeten zijn. Verkoop je enkel primaire producten dan volstaan voor het FAVV de gegevens die je reeds in het kader van een lastenboek/veiling moet bijhouden (perceelsregistratie, teeltfiches, spuittabellen, ). Let wel, dit geldt ook voor producten die je enkel thuis verkoopt en die je dus niet aan de veiling levert! Bv.: Je hebt een tomatenbedrijf, je levert het grootste deel van je tomaten aan de veiling en je verkoopt een klein deel van je tomaten thuis. Naast tomaten kweek je ook nog wat komkommers en paprika s om thuis te verkopen maar van deze laatste producten lever je niets aan de veiling aangezien het om een minimale hoeveelheid gaat. Zowel voor de tomaten als voor de komkommers en de paprika s die je thuis verkoopt, zal je dezelfde gegevens moeten bijhouden als wanneer je ze aan de veiling zou leveren. Bij verwerkte producten is het een ander verhaal. Voor elk lot producten die je maakt dien je alle lotnummers te vermelden van de ingrediënten die je toevoegt. Je moet een register In bijhouden en in sommige gevallen ook een register UIT. Een voorbeeld van een traceerbaarheidsformulier vind je in bijlage

84 84

85 Fiche 17: Meldingsplicht Elke exploitant moet het FAVV onmiddellijk inlichten wanneer hij van oordeel is of redenen heeft om te denken dat een product dat hij ingevoerd, geproduceerd, geteeld, gekweekt, bewerkt, gefabriceerd of verhandeld heeft, schadelijk kan zijn voor de gezondheid van mens, dier of plant. Verplichte melding: Indien u producten in de handel heeft gebracht die een gevaar opleveren voor de volksgezondheid (bv. Salmonella, Listeria, ). Indien u zulke producten heeft ontvangen van een leverancier die ook aan andere bedrijven kunnen zijn geleverd. De melding is niet verplicht indien het gevaar zich beperkt tot het bedrijf en op het bedrijf werd opgelost. De melding dient telefonisch en schriftelijk aan het PCE (zie bijlage 4) te gebeuren met een standaard Formulier voor de meldingsplicht dat je terugvindt als bijlage

86 86

87 BIJLAGE 1 Deze lijst geeft de FAVV-codes weer van de meest voorkomende activiteiten op groententeelt- en fruitbedrijven m.b.t. het thuis verkopen van primaire en/of plantaardige, eetbare tuinbouwproducten. Voor meer info neem je best contact met het Steunpunt Hoeveproducten. Omschrijving plaats Detailhandelaar Omschrijving activiteit Detailhandels als bijkomstige activiteit Productie en nietambulante kleinhandel Bereiden consumptieaardappelen Detailhandelaar Landbouwbedrijf Onmiddellijke verpakking consumptieaardappelen Landbouwbedrijf Plaatscode Activiteitencode Productcode ERK-vorm PL29 AC95 PR55 Toelating PL29 AC68 PR55 Toelating PL42 AC59 0 Toelating (Bereiders van aardappelen) PL42 AC20 0 Toelating (Verpakkers van aardappelen) 87

88 88

89 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) Model aanvraagformulier voor een registratie, een toelating en/of een erkenning I. AARD VAN DE AANVRAAG Deze aanvraag betreft: een registratie, een toelating of een erkenning nieuwe activiteit(en) een stopzetting van één of meerdere activiteiten een volledige stopzetting van de activiteiten een wijziging van administratieve gegevens BIJLAGE 2 II. IDENTIFICATIE OPERATOR (ONDERNEMING/NATUURLIJK PERSOON) Ondernemingsnummer/Rijksregisternummer/INSZ (1) : Maatschappelijke benaming (2) *: Naam (3à : Voornaam (3) : Afkorting (2 *): Juridische vorm (2 *): Adres *: Straat: Nr: Bus: Postcode: Gemeente: Land: Telefoon: Fax: (1) Ondernemingen reeds geregistreerd in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBP) in uitvoering van de wet van 16 januari 2003 of van haar uitvoeringsbesluiten vullen hier hun ondernemingsnummer in. - Natuurlijke personen vullen hier hun Rijksregisternummer of hun INSZ in (het nummer bevindt zich in de rechterbovenhoek van de SIS-kaart). - Indien één van deze nummers wordt ingevuld hoeven de identificatiegegevens, aangeduid met een *, noch latere wijzigingen worden ingevuld, voor zover deze gegevens reeds werden overgemaakt aan de KBO, aan uw gemeente of aan een Belgisch ziekenfonds voor de buitenlanders. - Rechtspersonen naar buitenlands of internationaal recht die in België beschikking over een zetel en die niet geregistreerd zijn in de KBO, vullen hier hun internationaal identificatienummer en het type van nummer in en vullen tevens onderstaande identificatiegegevens in. (2) Enkel in te vullen door ondernemingen (3) Enkel in te vullen door natuurlijke personen en ondernemingen natuurlijke personen. III. IDENTIFICATIE VAN DE VESTIGING Vestigingseenheidnummer (1) (3): Commerciële naam (3) *: Adres (2 )* : Straat: Nr : Bus: Postcode Gemeente: Land: Telefoon: Fax: Identificatiegegevens van de contactpersoon (3): Naam: Voornaam: Functie: Telefoon: Fax: GSM: 89

90 (1) Ondernemingen vullen hier het vestigingseenheidnummer in dat toegekend werd door de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) in uitvoering van de wet van 16 januari 2003 of haar uitvoeringsbesluiten. Indien het vestigingseenheidnummer wordt ingevuld hoeven de identificatiegegevens aangeduid met een *, noch latere wijzigingen ingevuld te worden voor zover deze gegevens reeds werden overgemaakt aan de KBO. (2) Natuurlijke personen die hun activiteiten elders wensen uit te oefenen dan op hun thuisadres, vullen hier de adresgegevens in waar de activiteit wordt uitgeoefend. (3) Enkel in te vullen door ondernemingen IV. ACTIVITEITEN Vermeld hier elke nieuwe activiteit of elke stopzetting van activiteiten onderworpen aan een registratie, een toelating of een erkenning bij het FAVV. Indien u meerdere activiteiten vermeldt, vul eerst uw hoofdactiviteit in (de economisch meest belangrijke activiteit). De lijst met de betrokken activiteiten, evenals de plaatscodes, de activiteitcodes en de productcodes zijn beschikbaar: - op de internetsite van het FAVV (zie Beroepssectoren > Erkenningen, toelatingen en registratie) - bij de provinciale controle-eenheden (PCE) Plaatscode Activiteitcode Productcode (indien beschikbaar) Nieuwe activiteit Stopzetting Datum Hoofdactiviteit.../.../...../.../...../.../...../.../...../.../...../.../...../.../...../.../...../.../...../.../.. Ik wens een schriftelijke bevestiging van mijn registratie: JA / NEEN V. IDENTIFICATIE EXPLOITANT U dient enkel deze rubriek in te vullen indien u een activiteit hebt opgegeven waarvoor er een erkenning of toelating is vereist. De lijst met deze activiteiten is beschikbaar: - op de internetsite van het FAVV (zie Beroepssectoren > Erkenningen, toelatingen en registratie) - bij de provinciale controle-eenheden (PCE) Bent u zelf exploitant (1) van de inrichting waarin u bovenstaande activiteiten wenst uit te oefenen? _ Ja. In dit geval wordt uw aanvraag van toelating en erkenning automatisch geregistreerd. _ Neen. In dit geval wenst u uw activiteiten uit te oefenen in een inrichting waarvoor reeds een toelating en/of erkenning aan een andere exploitant werd verleend. Geef het erkenningsof toelatingsnummer van de exploitant voor deze inrichting: (1) De exploitant is de operator aan wie de erkenning of de toelating wordt afgeleverd en die verantwoordelijk is voor de naleving van de reglementering in de inrichting. 90

91 VI. AANVULLENDE INFORMATIE Indien u andere relevante informatie wil communiceren, kan u dit hier doen: Aantal bijlagen bij de aanvraag: Bij een aanvraag van een erkenning of toelating kan het FAVV aanvullende gegevens opvragen. Deze aanvraag wordt pas als volledig beschouwd na ontvangst van deze gegevens. Een overzicht van deze aanvullende gegevens is beschikbaar op de internetsite van het FAVV (rubriek Beroepssectoren > Erkenningen, toelatingen en registratie > Erkennings-, toelatings- en registratievoorwaarden). VII. HANDTEKENING VAN DE AANVRAGER Naam: Voornaam: Functie (1) : Datum:./../. Volledig en naar waarheid ingevuld Handtekening: (1) Enkel in te vullen door ondernemingen als rechtspersoon. 91

92 92

93 Een operator kan online zijn eigen FAVV-dossier raadplegen, BIJLAGE 3 F odweb Een operator kan online zijn eigen FAVV-dossier raadplegen, zich registreren bij het FAVV of administratieve wijzigingen aanbrengen door middel van het invullen van het registratieformulier. l Wat heeft u nodig? Een PC met internetaansluiting. Belangrijk!!!! Om het dossier van uw bedrijf te kunnen inkijken dient u wel de wettelijke vertegenwoordiger of gedelegeerd te zijn door de wettelijke vertegenwoordiger van uw bedrijf te zijn! Uw bedrijf en alle functies moet ook correct ingegeven zijn bij de KruispuntBank voor Ondernemingen = KBO 1. Verifiëren hoe het zit met de delegaties in uw bedrijf -> 2. U informeren over delegaties -> 3. Wil u delegeren of wijzigingen aanbrengen in uw delegaties -> Nu nog uw Identiteitskaart bij de hand nemen en u kan starten! U hebt ook de PIN-code van uw identiteitskaart nodig! 93

94 De voorwaarde om met de elektronische identiteitskaart = eid te kunnen werken, is dat uw computer voorzien is van een kaartlezer: een speciaal apparaatje om de kaart met de PC te verbinden (die kan ook geïntegreerd zijn in het klavier). < PC met ingebouwde kaartlezer PC zonder ingebouwde kaartlezer > Hoe installeert u de eid op uw computer? Om uw eid te gebruiken, hebt u dus een kaartlezer nodig en moet u een eid-programma installeren op uw computer. Op de website vindt u alle nodige informatie over de verschillende types van kaartlezers. Is uw ID-kaart al geregistreerd? Werkt u al met Tax-onweb -> geen probleem uw eid is geregistreerd! U moet uw eid nog registreren -> of Hulp nodig -> Alle voorbereidend werk is gedaan, u kan aan de slag! U gaat naar U klikt op Daar klikt u op de link Foodweb onderaan U klikt op Toegang tot de toepassing de toepassing Kies dan Beveiligde toegang links in de menubalk Voer uw elektronische identiteitskaart in en klik vervolgens op de knop Authenticatie U kunt nu als operator online uw dossier raadplegen zoals het in de databanken van het FAVV gekend is! Op het ondernemingsnummer = ON-nummer Benaming Adres Verschillende vestigingen die bij dit ON-nummer behoren Contactpersonen Op het nummer van de Vestigingseenheden = VEN-nummer Activiteiten Erkenningen / toelatingen die voor de verschillende VEN s werden afgeleverd Inspecties die het FAVV uitgevoerd heeft met checklists die gebruikt werden Monsternames met resultaten 94

95 of u registreren bij het FAVV of administratieve wijzigingen aanbrengen aan uw registratie door middel van het invullen van het registratieformulier. Nieuwe activiteiten registreren Administratieve wijzigingen bijvoorbeeld ivm contactpersonen Hulp nodig -> Provinciale Controle-Eenheden 95

96 96

97 BIJLAGE 4 Het FAVV in uw buurt Hoofdbestuur AC-Kruidtuin Food Safety Center Kruidtuinlaan Brussel T 02/ F 02/ info@favv.be Provinciale controle-eenheden PCE Antwerpen Italiëlei 124 bus Antwerpen T 03/ F 03/ info.ant@favv.be -notifant@favv.be PCE Brussel AC-Kruidtuin Food Safety Center Kruidtuinlaan Brussel T 02/ F 02/ info.bru@favv.be notif.bru@favv.be PCE Henegouwen Avenue Thomas Edison Mons T 065/ F 065/ info.hai@afsca.be notif.hai@afsca.be PCE Limburg Kempische Steenweg 297 b Hasselt T 011/ F 011/ info.lim@favv.be notif.lim@favv.be PCE Luik Bd Frère-Orban Liège T 04/ F 04/ info.lie@afsca.be notif.lie@afsca.be PCE Luxemburg Rue du Vicinal 1 2 de verdieping 6800 Libramont T 061/ F 061/ info.lux@afsca.be notif.lux@afsca.be PCE Namen Chaussée de Hannut Bouge T 081/ F 081/ info.nam@afsca.be notifnam@afsca.be PCE Oost-Vlaanderen Zuiderpoort, Blok B, 10 de verdieping Gaston Crommenlaan 6/1000, 9050 Gent T 09/ F 09/ info.ovl@favv.be notif.ovl@favv.be PCE Vlaams-Brabant Greenhill campus, INterleuvenlaan 15 Blok E 3001 Leuven T 016/ F 016/ info.vbr@favv.be notif.vbr@favv.be PCE Waals-Brabant Espace Coeur de Ville, 1, 2 de verdieping 1340 Ottignies T 010/ F 010/ info.brw@afsca.be notif.brw@afsca.be PCE West-Vlaanderen Koning Albert I laan 122, 8200 Brugge T 050/ F 050/ info.wvl@favv.be notif.wvl@favv.be info.xxx@favv.be: adres voor inlichtingen notif.xxx@favv.be: adres voor meldingen in het kader van de meldingsplicht 97

98 98

99 BIJLAGE 5 99

100 100

101 BIJLAGE 6 G-014 Gids Autocontrole: aardappelen-, groenten- en fruitverwerkende industrie en handel - AIB-Vinçotte International NV - Lloyd s Register EMEA - Quality Partner s.a. - SGS Belgium NV - Tüv Nord Integra bvba G-040 Sectorgids voor de primaire productie - AIB-Vinçotte International NV - B&S Qualicert sprl - CARAH asbl - Certalent Bodemkundige Dienst van België - CKCert cvba - Comité du Lait - PROMAG sprl - Quality Partner s.a. - SGS Belgium NV - Tüv Nord Integra bvba 101

102 102

103 Coördinaten Keurings- en Certificeringsinstellingen BIJLAGE 7 Erkenning Naam Adres Telefoon URL Nummer Vervaldatum AIB-Vinçotte Int. NV Businessclass Kantorenpark Jan Olieslagerslaan Vilvoorde 02/ food@vincotte.be CI /12/2014 B&S Qualicert sprl Place de Pâturages Colfontaine CARAH asbl Rue Paul Pastur, Ath 065/ info@bsqualicert.be CI /03/ / oci@carah.be CI /03/2014 Certalent Bodemkundige Dienst van België W. De Croylaan Heverlee 016/ certalent@bdb.be CI-013 6/11/2013 CKCert bvba Ieperseweg Roeselare Comité du Lait Route de Herve Battice Foodcheck NV Veedijk Turnhout 051/ lieven.porreye@ckcert.eu CI /04/ / certification@comitedulait.be CI /08/ / info@foodcheck.be CI /11/2014 Instituut Quality Control CV Lloyd s Register EMEA Laarbeeklaan 79 b 7/ Asse Zellik Rijnkaai 37, 2 de verdieping 2000 Antwerpen 02/ quality.control@skynet.be CI /11/ / antwerp-qa@lr.org CI /07/

104 PROMAG sprl Parc d activités économique d Aye Rue Féher, Marche-en-Famenne 084/ pierre.deceuninck@promag.be CI-007 6/06/2013 Quality Partner a.s. Rue Hayeneux Herstal 04/ info@quality-partner.be CI /11/2012 Schouten Certification BV Postbus 1 NL 428 CA Andel info@schoutencertification.nl CI /09/2013 SGS Belgium NV Noorderlaan Antwerpen 03/ pieter.weterings@sgs.com geert.laerte@sgs.com CI-003 5/02/2015 Tüv Nord Integra BVBA Statiestraat Berchem 03/ cfranck@tuv-nordintegra.com bmaes@tuv-nord.com CI /12/

105 BIJLAGE 8 Naam Acerta ondernemingsloket vzw Adres maatschappelijke zetel Buro & Design Center Heizel Esplanade Postbus Brussel Xerius Ondernemingsloket vzw Koningsstraat Brussel Eunomia vzw Kolonel Bourgstraat Brussel Administratieve zetel Oudenaardsesteenweg Gent Formalis vzw Lombardstraat Brussel Securex ondernemingsloket - Go-Start vzw Genèvestraat Brussel HDP ondernemingsloket vzw Kruidtuinstraat Brussel Partena ondernemingsloket vzw Anspachlaan Brussel Zenito Ondernemingsloket vzw Spastraat Brussel UCM ondernemingsloket vzw Adolphe Lacomblélaan Brussel 105

106 106

107 BIJLAGE 9 Aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat GEMEENTE.. Onderwerp van de aanvraag 1. Beschrijf hieronder bondig voor welke werken of handelingen u een vergunning aanvraagt. Bijvoorbeeld: - het bouwen van een veranda van x m²; - het bouwen van een openluchtzwembad van y m²; - het aanleggen van een kleine siervijver. Ik vraag een stedenbouwkundige vergunning aan voor... Persoonlijke gegevens 2. Vul hieronder uw persoonlijke gegevens in. Indien er meerdere aanvragers zijn, vul dan uiteraard de namen van alle aanvragers in. uw voornaam en familienaam Ondertekent u deze aanvraag in naam van bijvoorbeeld een firma of organisatie? Zo ja, vul dan hier de naam van de firma of organisatie in. firma of organisatie Vul hieronder het adres in waarop u bereikbaar bent. Naar dit adres sturen wij de beslissing. straat en nummer... postnummer en gemeente... telefoonnummer

108 Gegevens van het goed 5. Vul hieronder de gegevens in over het goed. Dit is de plaats waar u de werken of handelingen zult uitvoeren. De kadastrale gegevens kunt u terugvinden in uw aankoopakte van het goed, of op het aanslagbiljet van de onroerende voorheffing. Bijvoorbeeld 3 de afdeling, sectie C, nr. 123b2. straat en nummer... postnummer en gemeente... kadastrale gegevens :... afdeling, sectie..., nr(s) Is er reeds begonnen met de uitvoering van de werken of handelingen waarvoor u nu een vergunning aanvraagt? Nee. Ja, de werken of handelingen waarvoor ik nu een vergunning aanvraag zijn reeds begonnen. Er werd hierover geen proces-verbaal opgesteld. Ja, de werken of handelingen waarvoor ik nu een vergunning aanvraag zijn reeds begonnen. Er werd hierover een proces-verbaal opgesteld op.../.../... door... Ja, de werken of handelingen waarvoor ik nu een vergunning aanvraag zijn reeds begonnen. Er bestaat hierover een rechterlijke uitspraak op.../.../... door... Dossierstukken 7. Bij deze aanvraag moet u een aantal documenten voegen. Op de bevoegde dienst van de gemeente waar U de aanvraag indient kunt u een aanstiplijst krijgen, waar U de bijgevoegde documenten kunt op aankruisen. De aldus ingevulde lijst kunt U aan de aanvraag toevoegen. Energieprestatieregelgeving 8. Voor werken waarvoor een aanvraag met een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat, gelden er eisen met betrekking tot de energieprestatie en het binnenklimaat, als deze werken gebeuren aan een gebouw met een beschermd volume groter dan of gelijk aan 3.000m³ en als energie verbruikt wordt om voor mensen een specifieke binnentemperatuur te creëren. Die eisen zijn vastgelegd in de energieprestatieregelgeving en hebben het doel het energiezuinig (ver)bouwen te stimuleren. Kruis aan of er energieprestatie- en binnenklimaateisen gelden voor de aanvraag. Ja. Nee. 108

109 Ondertekening 9. Vul de onderstaande verklaring in. Ik verklaar dat deze gegevens correct zijn. Als er energieprestatie- en binnenklimaateisen gelden, bevestig ik op de hoogte te zijn van de maatregelen die vereist zijn om aan de Vlaamse energieprestatieregelgeving te voldoen. datum : dag.. maand.. jaar... handtekening aanvrager(s) De gegevens die u meedeelt, kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Deze bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag indient, bij de provincie waarin de grond is gelegen waarop de aanvraag betrekking heeft, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de ruimtelijke ordening. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om kennis te nemen van uw gegevens in deze bestanden en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen. Behalve in het in artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bedoelde geval wordt de aanvraag op het gemeentehuis ingediend. De aanvraag kan ook met een aangetekende brief worden ingediend. Indien de gemeente daarvoor klaar is, kan de aanvraag eventueel ook (semi-)elektronisch worden ingediend ; de gemeente bepaalt de nadere voorwaarden ter zake. De overheid kan, zonder dat dit invloed heeft op de volledigheid van het dossier van de aanvraag, de aanvrager vragen om, bovenop de voorgeschreven exemplaren, grotere aantallen van de dossierstukken aan het dossier van de aanvraag toe te voegen. Het college van burgemeester en schepenen neemt over een vergunningsaanvraag een beslissing binnen een vervaltermijn van: a) 75 dagen, indien het aangevraagde gelegen is in een ontvoogde gemeente, over de aanvraag geen openbaar onderzoek moet worden gevoerd, en de aanvraag niet is samengevoegd met een milieuvergunningsaanvraag op de wijze, vermeld in artikel 133/32; b) 105 dagen, in alle andere gevallen. De vervaltermijnen gaan in de dag na deze waarop het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek aan de aanvrager wordt verstuurd. Zij gaan echter steeds ten laatste in op de dertigste dag na deze waarop de aanvraag werd ingediend. Indien geen beslissing wordt genomen binnen de vervaltermijn, wordt de aanvraag geacht afgewezen te zijn. Hiertegen kan u beroep instellen. Meer informatie hierover vindt u in artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. 109

110 110

111 Aanstiplijst bij de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat RWO BIJLAGE Waarvoor dient deze aanstiplijst? Met deze aanstiplijst geeft u aan welke documenten u bij het aanvraagdossier voegt. Meer informatie over die documenten vindt u in het besluit van de Vlaamse Regering van 28 mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning. 1 Kruis aan welke documenten u opneemt in uw aanvraagdossier. De documenten die vetgedrukt staan, moet u altijd toevoegen. De andere documenten hoeft u alleen in bepaalde gevallen bij de aanvraag te voegen. Voeg alle documenten toe in vier exemplaren. Voor decretaal voorgeschreven adviezen moet u van bepaalde documenten extra exemplaren indienen. Daarnaast kan de gemeentelijke overheid of de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar extra exemplaren van bepaalde documenten vragen. Voor meer informatie daarover kunt u (vooraf) terecht bij het gemeentebestuur vergunningsaanvraagformulier tekeningen van de geplande werken inplantingsplan tekeningen op grotere schaal van de geplande werken of handelingen plattegronden gevelaanzichten minstens drie kleurenfoto s vragenlijst (formulier met statistische gegevens) 2 Hieronder vindt u de artikelen uit het besluit van de Vlaamse Regering die van toepassing zijn voor uw aanvraag. "Hoofdstuk II. - Dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat ART. 2. Dit hoofdstuk is van toepassing op handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van een architect overeenkomstig artikel 1, artikel 2 en artikel 4, 5, 6 of 7, van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect, in zoverre zij niet zijn vrijgesteld van de vergunningsplicht. ART. 3. Het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning voor de in artikel 2 bedoelde werken, bevat minstens de volgende stukken in viervoud: 1 een ingevuld aanvraagformulier, waarvan het model opgenomen is als bijlage 1 bij dit besluit; 2 de tekeningen van de geplande werken, ondertekend door de aanvrager, voorzien van de legende van de gebruikte symbolen en aanduidingen, gevouwen tot A4-formaat (21 cm x 29,7 cm), en met minstens: a) een inplantingsplan op een gebruikelijke schaal groter dan of gelijk aan 1/1000 met minstens: 1) de schaal en de noordpijl; 111

112 2) de weg waaraan het goed paalt of vanwaar het goed bereikt kan worden met vermelding van de naam van die weg; 3) de belangrijkste afmetingen van het goed zelf; 4) het bovenaanzicht van de geplande werken, met vermelding van de belangrijkste afmetingen en de afstanden tot de perceelsgrenzen, en met de aanduiding van de bestaande, te behouden of te slopen of te verwijderen bebouwing, constructies, hoogstammige bomen of verhardingen; 5) als ze voorkomen, de weergave of vermelding van de bestaande erfdienstbaarheden; 6) de aanduiding van de opnamepunten en de kijkrichting van de foto's; b) de tekeningen van de geplande werken op een gebruikelijke schaal, groter dan of gelijk aan 1/100 met minstens: 1) de gebruikte schaal; 2) de plattegronden van de geplande werken, met vermelding van de belangrijkste afmetingen; 3) de gevelaanzichten met vermelding van de belangrijkste hoogtematen en de te gebruiken materialen en met, als ze voorkomt, de aanzet van de gevelaanzichten van bebouwing waar tegenaan wordt gebouwd, weer te geven tot op minstens twee meter met vermelding van de gebruikte uitwendige materialen van die bebouwing; 4) de vermelding welke werken, handelingen of wijzigingen eventueel werden uitgevoerd, verricht of voortgezet zonder vergunning en voor welke van die werken, handelingen of wijzigingen een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd; 3 minstens drie verschillende, genummerde foto's van de plaats waar de geplande werken zullen worden uitgevoerd; 4 als ze vereist is, de ingevulde vragenlijst van het Nationaal Instituut voor de Statistiek. ART. 4. Als de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning alleen strekt tot het slopen, dan geeft het in artikel 3, 2, a), bedoelde plan bovendien de wijze van afwerking van het terrein en de toestand na het slopen weer. De in artikel 3, 2, b), bedoelde tekeningen zijn niet vereist voor dergelijke aanvragen. De aanvrager vermeldt op de plannen of in een nota de redenen waarom tot het slopen wordt overgegaan. Als de aanvraag strekt tot het slopen van een constructie die opgenomen is in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed, worden de foto's, vermeld in artikel 3, 3, in aantal en qua beeld dusdanig aangevuld dat ze de actuele staat van elke zijde van de te slopen constructie, alsook het grotere geheel waartoe het bouwkundig erfgoed behoort, visualiseren. De foto's geven in elk geval een actueel beeld van de onderdelen beschreven in de inventaris. Onder het grotere geheel waartoe het bouwkundig erfgoed behoort, bedoeld in het vorige lid, worden onder meer de volgende elementen verstaan : 1 al dan niet aansluitende gebouwen; 2 de omgevende gronden; 3 het straatbeeld. Op het plan, vermeld in artikel 3, 2, a) worden de opnamepunten en de kijkrichting van de foto's aangegeven. Als het plan dat niet toelaat, wordt daarvoor een aanvullend plan bij de aanvraag gevoegd. ART. 5. Als de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning het verbouwen van een bestaand gebouw inhoudt, dan geven de in artikel 3, 2, b), bedoelde tekeningen duidelijk het onderscheid weer tussen de te behouden onderdelen en constructie-elementen, die welke te slopen of te verwijderen zijn, en de nieuwe onderdelen en constructie-elementen. 112

113 ( ) Hoofdstuk VII. - Extra in te dienen dossierstukken ART. 20. Om volledig te zijn, moet het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning in elk van de hierna vermelde gevallen een extra exemplaar van de in hoofdstuk II, III, IV en V eventueel gevraagde nota, de tekeningen en de foto's bevatten, als: 1 het goed geheel of gedeeltelijk in een agrarisch gebied in de ruime zin is gelegen; 2 het goed aan een bestaande of aan te leggen provincie- of gewestweg ligt; 3 het goed als monument is beschermd of als het binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht of binnen een beschermd landschap ligt, ofwel als een dergelijk ontwerp van lijst van voor bescherming vatbare goederen bestaat; 4 de werken plaatsvinden aan of binnen een voorlopig of definitief beschermd archeologisch goed; 5 de aanvraag strekt tot het ontbossen van een goed, zoals bedoeld in artikel 90 van het Bosdecreet; 6 de aanvraag strekt tot het slopen van een constructie die opgenomen is in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. ART. 21. Als de aanvraag wordt ingediend met toepassing van de bijzondere procedure in de zin van artikel van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, moet, om volledig te zijn, het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning per gemeente en provincie waarin de aanvraag is gelegen een extra exemplaar van de in hoofdstuk II, III, IV en V gevraagde nota, de tekeningen en de foto's bevatten. ART. 22. Het bepaalde in artikel 20 en 21 belet niet dat de vergunningverlenende overheid, in het kader van de inhoudelijke behandeling van het dossier, bij het indienen van de aanvraag of daarna, kan eisen om extra aantallen van welbepaalde dossierstukken of andere dan de in de bovenstaande hoofdstukken vermelde documenten of dossierstukken, toe te voegen aan het dossier. De vraag naar de toevoeging ervan heeft evenwel geen invloed op de volledigheid van het dossier van de aanvraag voor een stedenbouwkundige vergunning. De vraag naar extra aantallen van dossierstukken of extra documenten of stukken moet gemotiveerd worden. De gemeentelijke overheid houdt, ter inzage van de aanvrager van een stedenbouwkundige vergunning, een lijst bij van de gevallen waar in de regel extra aantallen of extra documenten of dossierstukken worden gevraagd, met de vermelding van welke documenten moeten worden toegevoegd. Voor de motivering van de vraag naar extra aantallen van dossierstukken of extra documenten of stukken kan worden volstaan met de verwijzing naar de door de gemeentelijke overheid bijgehouden lijst. Hoofdstuk VII/1. - Overgang naar elektronische dossierindiening ART. 22/1. Gemeenten kunnen bepalen dat op hun grondgebied volstaan kan worden met het indienen van een elektronisch of semi-elektronisch dossier. In dat geval bezorgt de aanvrager aan de gemeente een elektronische versie van de documenten in PDF-formaat (Portable Document Formaat)(Adobe Systems Incorporated, goedgekeurd door ISO als ISO en ISO 19005). Alle bestanden die via elektronische weg worden ingediend, moeten virusvrij en kopieerbaar zijn en geopend en gelezen kunnen worden. De resolutie voor de bestanden moet zo zijn dat afdrukken op het overeenkomstige papierformaat voldoende scherp zijn. De indiening gebeurt naar keuze van de gemeente via een niet overschrijfbare CD-ROM, een elektronisch postbericht of een internettoepassing. Bij een semi-elektronische indiening moet de aanvrager daarenboven nog twee papieren dossiers indienen, die volledig overeenstemmen met het digitale exemplaar. Eén papieren exemplaar is bestemd voor het archief van de gemeente. Het tweede exemplaar wordt gebruikt voor de notificatie van de beslissing aan de aanvrager. Het dossier wordt slechts beschouwd als ontvangen op het ogenblik dat de aanvrager zowel de papieren als de 113

114 elektronische versies aan de gemeente heeft betekend. Indien gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid, vermeld in het eerste lid, bepaalt de gemeente de afwijkingen op de in dit besluit gestipuleerde vormen die noodzakelijk zijn om een elektronische of semi-elektronische indiening toe te laten. Alleszins geldt dat telkens wanneer dit besluit of zijn bijlagen een handtekening vereisen, het betrokken document ofwel een gewone handtekening omvat en vervolgens ingescand wordt, ofwel een elektronische handtekening omvat. 114

115 BIJLAGE NOVEMBER Koninklijk besluit betreffende de handel in primeur- en bewaaraardappelen. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf en tekstbijwerking tot ) Bron : MIDDENSTAND.LANDBOUW Publicatie : nummer : bladzijde : BEELD Dossiernummer : /32 Inwerkingtreding : Inhoudstafel Tekst Begin Art BIJLAGEN. Art. N1-N2 Tekst Inhoudstafel Begin Artikel 1. Voor toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1. Primeuraardappelen: niet rijpgeoogste aardappelen waarvan de schil over het algemeen gemakkelijk door wrijven kan worden verwijderd en die bestemd zijn om in verse toestand aan de verbruiker te worden geleverd. 2. Bewaaraardappelen: rijpgeoogste aardappelen met vaste schil die bestemd zijn om in verse toestand aan de verbruiker te worden geleverd. 3. Aardappelen: primeur- en bewaaraardappelen. 4. Verbruiker: ieder persoon die, voor eigen verbruik, aardappelen verwerft, en ze in hun natuurlijke staat niet verder verhandelt. 5. Uitvoer: het uitvoeren van aardappelen naar landen die geen deel uitmaken van de Europese Unie. 6. Invoer: het in vrije verkeer brengen van aardappelen, van oorsprong uit niet-lid- Staten van de Europese Unie, alsmede de opslag in een particulier entrepôt van het type D. 7. Verhandelen: het in de handel brengen, verwerven, te koop aanbieden of ten toon stellen, in bezit houden, vervoeren, verkopen, leveren, onder kosteloze of bezwarende titel afstaan, invoeren of uitvoeren. 8. (Agentschap : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;) <KB /46, art. 83, 002 ; Inwerkingtreding : > 9. Lange variëteit: aardappelvariëteit waarvan de knollen gemiddeld een lengte hebben die ten minste gelijk is aan tweemaal de grootste breedte. Art. 2. Dit besluit bepaalt de voorwaarden waaronder aardappelen moeten worden bereid, verpakt en verhandeld. 115

116 Art. 3. Vooraleer verpakt te worden moeten aardappelen bij een, (...), erkende bereider worden bereid. <KB /46, art. 84, 002; Inwerkingtreding: > Art (Om als bereider van aardappelen erkend te worden dient de betrokkene persoonlijk te beschikken) over een inrichting die aan de volgende voorwaarden voldoet: <KB /46, art. 85, 002 ; Inwerkingtreding : > 1. een magazijn, voorzien van een adequate isolatie, dat een minimale nuttige oppervlakte van 200 m2 heeft en dat tegen vorst is beschut; 2. dit magazijn moet net, droog en voldoende verlucht zijn en voldoende verlicht kunnen worden; het mag niet worden gebruikt als opslagplaats voor goederen die geen deel uitmaken van de aardappelhandel; het moet zodanig ingericht zijn dat de bereide partijen van de niet-bereide partijen streng gescheiden zijn; 3. de ruimte van het magazijn waar de aardappelen bereid en verpakt worden moet tijdens deze bewerkingen tot ten minste 12 C opgewarmd zijn; de knoltemperatuur dient bij het bereiden minimaal 8 C te bedragen; 4. in de inrichting moet ten minste één gebruiksklaar sorteer- en calibreertoestel met gelede leesband aanwezig zijn, dat een bereiding van ten minste twee ton aardappelen per uur toelaat; 5. in de inrichting moet een geijkt weegtoestel aanwezig zijn. 2. De persoon wiens inrichting door (het Agentschap) werd goedgekeurd ontvangt een persoonlijk (toelatingsnummer) en mag gebruik maken van de benaming "erkend bereider" van aardappelen. <KB /35, art. 39 en 40, 003; Inwerkingtreding : > Art. 5. Alleen reeds bereide aardappelen mogen verpakt worden. Art Het verpakken bedoeld in artikel 5 dient te geschieden hetzij bij een (...) erkend bereider hetzij bij een (...) erkend verpakker van aardappelen. <KB /46, art. 86, 002 ; Inwerkingtreding : > (Om als verpakker van aardappelen erkend te worden dient de betrokkene persoonlijk te beschikken) over een inrichting die aan de volgende voorwaarden voldoet: 1. een magazijn, voorzien van een adéquate isolatie, dat een minimale nuttige oppervlakte van 100 m2 heeft en dat tegen vorst is beschut; <KB /46, art. 86, 002 ; Inwerkingtreding : > 2. dit magazijn moet net, droog en voldoende verlucht zijn en voldoende verlicht kunnen worden; het mag niet worden gebruikt als opslagplaats voor goederen die geen deel uitmaken van de aardappelhandel; 3. in het magazijn moet een geijkt weegtoestel aanwezig zijn; 4. de ruimte van het magazijn waar de aardappelen verpakt worden moet, tijdens deze bewerking, tot ten minste 12 C opgewarmd zijn; de knoltemperatuur dient bij het verpakken minimaal 8 C te bedragen. 2. De persoon wiens inrichting door (het Agentschap) werd goedgekeurd ontvangt een persoonlijk (toelatingsnummer) en mag gebruik maken van de benaming "erkend verpakker". <KB /35, art. 39 en 40, 003; Inwerkingtreding : > Art. 7. Zowel bereide als verpakte primeur- en bewaaraardappelen mogen slechts verhandeld worden indien zij aan de in de bijlagen I en II van dit besluit bepaalde 116

117 respectievelijke kwaliteitsnormen voldoen. Art. 8. De artikelen 3 en 5 en hoofdstuk VI van de bijlage I en II zijn niet van toepassing op aardappelen van de eigen oogst die door de teler rechtstreeks aan de verbruiker worden geleverd. De artikelen 3 en 5 zijn tot en met 14 augustus niet van toepassing van primeuraardappelen die via veiligen en telersmarkten verhandeld worden, op voorwaarde dat ze verpakt zijn in kisten van minimum 10 kg en maximum 20 kg. De aangeboden hoeveelheid per telerslid en per verkoopdag mag niet meer dan kg bedragen behalve voor de handgeraapte primeuraardappelen waarvan de schil over ten minste 80 % van de knoloppervlakte intact gebleven is en die praktisch vrij zijn van mechanische beschadigingen. De artikelen 3 en 5 zijn eveneens niet van toepassing op aardappelen van de lange variëteiten die, verpakt in kisten van minimum 10 kg en maximum 20 kg, via veilingen en telersmarkten verhandeld worden. Art. 9. In het stadium van de kleinhandel moeten bij verpakte aardappelen de voorgeschreven gegevens betreffende de aanduiding van het product op zichtbare wijze zijn aangebracht. De aardappelen mogen evenwel uit de verpakking aangeboden worden mits: - zij aan de bepalingen van dit besluit voldoen; - op een bordje de in de normen voorziene aanduidingen, met uitzondering van het bereidersnummer en het nettogewicht, in duidelijk leesbare letters worden vermeld. Art (Het Agentschap) controleert de invoer en de uitvoer van aardappelen, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in het koninklijk besluit van 31 december 1992 tot regeling van de kwaliteitscontrole van tuinbouwproducten en aardappelen bij de invoer en de uitvoer. <KB /46, art. 87, 002 ; Inwerkingtreding : > De met controle belaste ambtenaar ziet de aardappelen steekproefsgewijs na; daartoe controleert hij een hoeveelheid die voldoende groot is om de kwaliteit van de gehele partij te beoordelen. Wanneer bij uitvoer het definitieve vervoermiddel niet op de plaats van bereiding geladen wordt, kan de uitvoerder een voorcontrole in het magazijn van bereiding aanvragen. Bij de uitvoer van primeuraardappelen tot en met 15 september van het jaar van de oogst, is evenwel een voorcontrole, ten minste drie dagen voor de definitieve controle, verplicht. 2. (Het Agentschap) controleert steekproefsgewijs in alle stadia van de commercialisatie de naleving van dit besluit. <KB /46, art. 87, 002 ; Inwerkingtreding : > Art. 11. Ingevoerde primeur- en bewaaraardappelen moeten voldoen aan de in de bijlagen van dit besluit bepaalde respectievelijke kwaliteitsnormen met uitzondering van de aanduiding van net bereidersnummer. Indien de ingevoerde aardappelen in België verpakt worden moeten ze voldoen aan alle bepalingen van dit besluit. 117

118 Art. 12. De bepalingen van dit besluit zijn niet van toepassing op aardappelen die, mits het bewijs van bestemming van deze aardappelen wordt geleverd: - worden verhandeld, hetzij tussen het bedrijf van productie en een inrichting voor opslag of voor bereiding, hetzij tussen een inrichting voor opslag en een inrichting voor bereiding; - bestemd zijn voor industriële verwerking. Art. 13. Op aanvraag van de uitvoerder kan de controle volgens strengere normen worden verricht om te voldoen aan de bij de transactie afgesloten handelseisen of om de in de invoerlanden geldende reglementering na te leven. Art. 14. De Minister van Landbouw en Middenstand of de door hem gemachtigde ambtenaar kan afwijkingen verlenen op de bepalingen voorzien in dit besluit. Art. 15. Overtreding van de bepalingen van dit besluit wordt opgespoord, vastgesteld en gestraft, overeenkomstig de wet van 28 maart 1975, betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw,- en zeevisserijproducten. Art. 16. Het koninklijk besluit van 20 september 1993 betreffende de handel in primeur- en consumptieaardappelen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 mei 19 % wordt opgeheven. Art. 17. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september Art. 18. Onze Minister van Landbouw en Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 30 november ALBERT Van Koningswege: De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS BIJLAGEN. Art. N1. Bijlage I. - Kwaliteitsnorm voor primeuraardappelen. I. DEFINITIE VAN HET PRODUKT Deze norm heeft betrekking op primeuraardappelen van de variëteiten (cultivars) afgeleid van Solanum tuberosum L. en van zijn hybriden. II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN Deze norm heeft tot doel de minimumkwaliteitseisen te omschrijven waaraan primeuraardappelen, na bereiding en verpakking, moeten beantwoorden. Minimumeisen. Behoudens de toegestane toleranties moeten primeuraardappelen als volgt zijn: - voor het ras de normale vorm en het normale uiterlijk hebben; - intact; d.w.z. zonder enig gebrek of enige aantasting die de integriteit van de knol wijzigt; het gedeeltelijk ontbreken van de schil wordt niet als een tekort aanzien; - gezond; de knollen mogen niet aangetast zijn door rot of zodanige afwijkingen vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie; 118

119 - bijna zuiver; - vast; - bijna niet gekiemd; - vrij van abnormale uitwendige vochtigheid; - vrij van vreemde geur en/of smaak; - vrij van uit- of inwendige gebreken die de presentatie, het algemeen uitzicht, de kwaliteit en/of de bewaarbaarheid van het produkt in de verpakking schaden, zoals: - barsten (met inbegrip van groeischeuren), insnijdingen, insektenbeten, kneuzingen of ruwheid van de schil met een diepte van meer dan 3,5 mm; - groenverkleuring; een lichte bleekgroene verkleuring die niet meer dan één achtste deel van het oppervlak bedekt en die bij het normaal schillen van de aardappel wordt verwijderd, wordt niet als een tekort aanzien; - zware misvormingen; - onderhuidse grijze, blauwe of zwarte vlekken die dieper reiken dan 3,5 mm; - roestvlekken, holle harten, inwendige zwartverkleuring en andere inwendige gebreken; - bruine vlekken door zonnebrand; - vorstschade. De primeuraardappelen moeten voldoende ontwikkeld zijn en zich in een zodanige toestand bevinden: - dat ze bestand zijn tegen vervoer en behandeling, en - dat ze in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. De partijen moeten vrij zijn van afval zoals grond of vreemde bestand delen. III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN De controle van de sortering gebeurt aan de hand van een vierkante malie. Na sortering mag de grootte van de knollen niet kleiner zijn dan 35 mm. Tot en met 30 juni wordt deze minimumgrootte evenwel tot 30 mm teruggebracht. In afwijking van het voorgaande lid mag de grootte van de knollen van lange variëteiten (o.m. de variëteiten Charlotte, Nicola) niet kleiner zijn dan 30 mm. Knollen groter dan 18 mm en kleiner dan 35 mm mogen nochtans in de handel gebracht worden onder de benaming "krielaardappelen". De vereisten inzake sortering zijn niet van toepassing op lange variëteiten met een, aan de variëteit eigen, onregelmatige vorm (o.m. de variëteiten Corne de Gatte, Ratte). IV. TOLERANTIES In iedere verpakkingseenheid zijn t.a.v. de voorschriften, afwijkingen in kwaliteit, in grootte en in variëteiten toegestaan. A. Tolerantie in kwaliteit. Er wordt maximaal 4 % van het gewicht aan knollen, die niet beantwoorden aan de minimumkwaliteitseisen, toegestaan. In ieder geval, en binnen de perken van deze afwijking, worden hoogstens toegestaan: - knollen aangetast door droogrot of phytophthora: 1 %; - knollen aangetast door ernstige uitwendige of inwendige gebreken waardoor ze ongeschikt zijn voor consumptie: 1 %. De aardappelen moeten praktisch vrij zijn van natrot. In elk geval wordt geen enkel afwijking toegestaan voor knollen die zijn aangetast door wratziekte (Synchytrium endobioticum), door ringrot (Clavibacter michiganensis) en door bruinrot (Ralstonia solanacearum). Bovendien wordt 2 % van het gewicht aan afval toegestaan, waarvan ten hoogste 0,5 119

120 % vreemde bestanddelen. B. Tolerantie in grootte. Bij primeuraardappelen, krielaardappelen uitgezonderd, wordt per verpakkingseenheid hoogstens 5 % van het gewicht aan knollen toegestaan die kleiner zijn dan de voorgeschreven minimumgrootte of die afwijken van de op de verpakking aangeduide grootte. Geen enkele knol kleiner dan 28 mm wordt toegestaan. De partijen krielaardappelen mogen hoogstens 2 % van het gewicht aan knollen bevatten, waarvan de grootte kleiner is dan 18 mm of groter is dan 35 mm. C. Tolerantie in variëteiten. Er wordt 2 % van het gewicht aan aardappelen van andere variëteiten toegestaan. V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN A. Uniformiteit. De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit aardappelen van dezelfde kwaliteit, groottesortering (indien gesorteerd) en variëteit. De aardappelen moeten, binnen eenzelfde verpakking, homogeen zijn inzake kleur van de schil en van het vruchtvlees. B. Verpakking. De aardappelen moeten, gelet op het vervoer en de bestemming van het produkt, in daartoe geschikte verpakkingen (zakken, netten, kisten, enz.) worden gedaan. Wanneer papieren of plastieken zakken als verpakking gebruikt worden, moeten deze een voldoende verluchting van het produkt te verzekeren. De gebruikte verpakkingen moeten zuiver zijn, in goede staat en mogen noch een vreemde geur afgeven, noch de kwaliteit van de ingesloten aardappelen veranderen. Op de buitenkant van de verpakking mag geen enkele aanduiding zijn aangebracht met een produkt dat de kwaliteit van de aardappelen nadelig beïnvloedt. Alle verpakkingen van eenzelfde partij moeten hetzelfde gewicht hebben. VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN Op de buitenzijde van elke verpakkingseenheid moeten, hetzij door directe druk, hetzij op een aan het sluitsysteem vastgehecht etiket, in duidelijk leesbare en onuitwisbare letters de volgende gegevens aangebracht zijn: A. Identificatie. - erkend bereider of verpakker: (toelatingsnummer) van (het Agentschap). <KB /35, art. 39 en 40, 003; Inwerkingtreding : > B. Aard van het product. - "primeuraardappelen"; - naam van de variëteit. C. Oorsprong van het product. - land; - teeltzone of nationale, gewestelijke of plaatselijke benaming (facultatief). D. Handelskenmerken. - sortering (indien gesorteerd): de minimum grootte, gevolgd door de woorden "en meer" (facultatief). - in voorkomend geval de vermelding "krielaardappelen" of een gelijkwaardige benaming voor de knollen met een grootte van 18 tot 35 mm; - nettogewicht. Gezien om te worden gevoegd bij Ons bosluit van 30 november 1999 betreffende de handel in primeur- en bewaaraardappelen. 120

121 ALBERT Van Koningswege: De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS Art. N2. Bijlage II. - Kwaliteitsnorm voor bewaaraardappelen. I. DEFINITIE VAN HET PRODUKT Deze norm heeft betrekking op bewaaraardappelen van variëteiten (cultivars) afgeleid van Solanum tuberosum L. en van zijn hybriden. II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN Deze norm heeft tot doel de minimumkwaliteitseisen te omschrijven waaraan bewaaraardappelen, na bereiding en verpakking, moeten beantwoorden. Minimumeisen. Behoudens de toegestane toleranties moeten bewaaraardappelen als volgt zijn: - voor het ras de normale vorm en het normale uiterlijk hebben; - intact; d.w.z. zonder enig gebrek of enige aantasting die de integriteit van de knol wijzigt; - gezond; de knollen mogen niet aangetast zijn door rot of zodanige afwijkingen vertonen dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie; - een goed gevormde schil hebben; - bijna zuiver; - vast; - bijna niet gekiemd; de kiemen mogen niet langer dan 3 mm zijn; - vrij van abnormale uitwendige vochtigheid; d.w.z. voldoende gedroogd indien gewassen; - vrij van vreemde geur en/of smaak; - vrij van uit- of inwendige gebreken die de presentatie, het algemeen uitzicht, de kwaliteit en/of de bewaarbaarheid in de verpakking schaden, zoals: - barsten (met inbegrip van groeischeuren), spleten, insnijdingen, insektenbeten, kneuzingen of ruwheid van de schil (enkel voor de variëteiten waarvan de schil normaal niet ruw is) met een diepte van meer dan 5 mm; - groenverkleuring; een bleekgroene verkleuring die niet meer dan één achtste deel van het oppervlak bedekt en die bij het normaal schillen van de aardappel wordt verwijderd, wordt niet als een tekort aanzien - zware misvormingen; - onderhuidse grijze, blauwe of zwarte vlekken die dieper reiken dan 5 mm; - roestvlekken, holle harten, inwendige zwartverkleuring en andere inwendige gebreken; - diepe schurft en poederschurft met een diepte van 2 mm of meer; - vorstschade. De bewaaraardappelen moeten voldoende ontwikkeld zijn en zich in een zodanige toestand bevinden: - dat ze bestand zijn tegen vervoer en behandeling, en - dat ze in goede staat op de plaats van bestemming aankomen. De partijen moeten vrij zijn van afval zoals grond of vreemde bestanddelen. III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN De controle van de sortering gebeurt met een vierkante malie. Na sortering mag de grootte van de knollen niet kleiner zijn dan 40 mm. 121

122 In afwijking van het voorgaande lid mag de grootte van de lange variëteiten (o.m. de variëteiten Charlotte, Nicola) niet kleiner zijn dan 30 mm. Knollen, groter dan 18 mm en kleiner dan 40 mm, mogen evenwel in de handel gebracht worden onder de benaming "krielaardappelen". De vereisten inzake sortering zijn niet van toepassing op lange variëteiten met een, aan de variëteit eigen, onregelmatige vorm (o.m. de variëteiten Corne de Gatte, Ratte). IV. TOLERANTIES In elke verpakkingseenheid zijn, t.a.v. de voorschriften, afwijkingen in kwaliteit, in grootte en in variëteiten toegestaan. A. Tolerantie in kwaliteit. Er wordt maximaal 4 % van het gewicht aan knollen, die niet beantwoorden aan de minimumeisen, toegestaan. In elk geval, en binnen de perken van deze afwijking, worden hoogstens toegestaan: - knollen aangetast door droogrot of Phytophtora: 1 %; - knollen aangetast door ernstige uitwendige of inwendige gebreken waardoor ze ongeschikt zijn voor consumptie: 1 %. De aardappelen moeten praktisch vrij zijn van natrot. In elk geval wordt geen enkele afwijking toegestaan voor knollen die zijn aangetast door wratziekte (Synchytrium endobioticum), door ringrot (Clavibacter michiganensis) en door bruinrot (Ralstonia solanacearum). Bovendien wordt 2 % van het gewicht aan afval toegestaan, waarvan maximaal 0,5 % aan vreemde bestanddelen. B. Tolerantie in grootte. Er wordt hoogstens 5 % van het gewicht aan knollen met een grootte kleiner dan de aangenomen minimumgrootte toegestaan. C. Tolerantie in variëteiten. Er wordt 2 % van het gewicht aan aardappelen van andere variëteiten toegestaan. V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN A. Uniformiteit De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit aardappelen van dezelfde kwaliteit, groottesortering (indien gesorteerd) en variëteit. De aardappelen moeten, binnen eenzelfde verpakking, homogeen zijn inzake de kleur van de schil en van net vruchtvlees. B. Verpakking. De aardappelen moeten, met het oog op een goede bescherming van het produkt, in geschikte en voldoende stevige verpakkingen worden aangeboden. De gebruikte verpakkingen moeten zuiver zijn, in goede staat en mogen noch een vreemde geur afgeven, noch de kwaliteit van de ingesloten aardappelen veranderen. Op de buitenkant van de verpakking mag geen enkele aanduiding zijn aangebracht met een produkt dat de kwaliteit van de aardappelen nadelig beïnvloedt. VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN Op de buitenzijde van elke verpakkingseenheid moeten, hetzij door directe druk, hetzij op een aan het sluitsysteem vastgehecht etiket, in duidelijke leesbare en onuitwisbare letters de volgende gegevens aangebracht zijn: A. Identificatie. - erkend bereider of verpakker: (toelatingsnummer) van (het Agentschap). <KB /35, art. 39 en 40, 003; Inwerkingtreding : > B. Aard van het produkt. 122

123 - "bewaaraardappelen" of "consumptieaardappelen"; - naam van de variëteit. C. Oorsprong van het produkt. - land; - teeltzone of nationale, gewestelijke of plaatselijke benaming (facultatief). D. Handelskenmerken. - sortering (indien gesorteerd): de minimum grootte, gevolgd door de woorden "en meer" (facultatief); - in voorkomend geval de vermelding "krielaardappelen" of een gelijkwaardige benaming voor de knollen met een grootte van 18 tot 40 mm; - nettogewicht. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 30 november 1999 betreffende de handel in primeur- en bewaaraardappelen. ALBERT Van Koningswege: De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS Aanhef Tekst Inhoudstafel Begin ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw-, en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983,29 december 1990 en 5 februari 1999; Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1994 houdende oprichting, organisatie en vastlegging van de personeelsformatie van het Ministerie van Middenstand en Landbouw; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980,16 juni 1989 en 4 juli 1989; Gelet op het overleg met de Gewestregeringen; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat de noodzaak om onverwijld onze reglementering betreffende de handel in primeur- en bewaaraardappelen te wijzigen voortvloeit uit enerzijds de gewijzigde marktomstandigheden en anderzijds de wijziging van de UN/ECE-norm voor primeur- en bewaaraardappelen waarop onze norm is afgestemd; Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij: 123

124 Wijziging(en) Tekst Inhoudstafel Begin BEELD KONINKLIJK BESLUIT VAN GEPUBL. OP (GEWIJZIGDE ART. : 4; 6; N1; N2) BEELD KONINKLIJK BESLUIT VAN GEPUBL. OP (GEWIJZIGDE ART. : 1; 3; 4; 6; 10; F3; F4; F6; FN1; FN2) 124

125 BIJLAGE 12 Adressen gewestelijke afdelingen Metrologische Dienst BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST: Voor de Nederlandstaligen: Administratief Centrum Ter Plaeten Sint-Lievenslaan 25 te 9000 Gent Tel: 09/ Fax: 09/ Voor de Franstaligen : Rue Lucien Namèche 14 à 5000 Namur Tel: 081/ Fax: 081/ PROVINCIES VLAAMS-BRABANT, WEST-VLAANDEREN EN OOST- VLAANDEREN: Administratief Centrum Ter Plaeten Sint-Lievenslaan 25 te 9000 Gent Tel: 09/ Fax: 09/ PROVINCIES ANTWERPEN EN LIMBURG: Italiëlei 124 bus 72 te 2000 Antwerpen Tel: 03/ Fax: 03/ PROVINCIES LUIK EN LUXEMBURG: Rue Lucien Namèche 14 te 5000 Namur Tel: 081/ Fax: 081/ PROVINCIES HENEGOUWEN, NAMEN EN WAALS-BRABANT: Rue Lucien Namèche 14 te 5000 Namur Tel: 081/ Fax: 081/

126 126

127 BIJLAGE 13 Contactgegevens buitendiensten Structuur en Investeringen Structuur en Investeringen Vlaams-Brabant Diestsepoort 6, bus Leuven Tel Fax Veerle Blommaert, ingenieur veerle.blommaert@lv.vlaanderen.be Structuur en Investeringen Antwerpen Lange Kievitstraat , bus Antwerpen Tel Fax Andre De Rop, ingenieur andre.derop@lv.vlaanderen.be Structuur en Investeringen Limburg Koningin Astridlaan 50, bus Hasselt Tel Fax Koenraad Jespers, ingenieur koenraad.jespers@lv.vlaanderen.be Structuur en Investeringen Oost-Vlaanderen (arrondissementen Gent en Oudenaarde) Burgemeester Van Gansberghelaan Merelbeke Tel Fax Kim Torfs, ingenieur kim.torfs@lv.vlaanderen.be Structuur en Investeringen Oost-Vlaanderen (arrondissementen Aalst, Dendermonde, Sint-Niklaas en Eeklo) Burgemeester Van Gansberghelaan Merelbeke Tel Fax Jean De Neef, ingenieur jean.deneef@lv.vlaanderen.be Structuur en Investeringen West-Vlaanderen (arrondissementen Brugge, Diksmuide, Oostende en Veurne + de gemeenten Ruislede, Wingene, Hooglede en Lichtervelde) Koning Albert I-laan 1/2, bus Brugge Tel Fax Danny Persyn, ingenieur danny.persyn@lv.vlaanderen.be Structuur en Investeringen West-Vlaanderen (arrondissementen Ieper, Kortrijk, Roeselare en Tielt - zonder de gemeenten Ruislede, Wingene, Hooglede en Lichtervelde) Koning Albert I-laan 1/2, bus Brugge Tel Fax Willy Beghein, ingenieur willy.beghein@lv.vlaanderen.be 127

128 128

129 BIJLAGE 14 Aanvraag om tussenkomst van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) Agentschap voor Landbouw en Visserij Afdeling Structuur en Investeringen Ellipsgebouw (4 de verdieping) Koning Albert II-laan 35 bus 41, 1030 BRUSSEL Tel Fax AFDELINGSCODE-01-JJMMDD VLIF-dossiernummer (vak voor administratie) ontvangstdatum Wie vult dit formulier in? Landbouwers die in aanmerking willen komen voor een VLIF-subsidie voor een investering en/of vestiging. Wanneer en aan wie moet u dit formulier uiterlijk terugbezorgen Het aanvraagformulier moet ingediend worden voor de startdatum van de investering of vestiging. De datum van de eerste factuur (ook voorschotfactuur) is de ultieme startdatum van een investering, de datum waarop het bedrijf (gedeeltelijk) wordt overgenomen, is de startdatum van de vestiging. Stuur dit formulier volledig ingevuld op naar bovenstaand adres. Versie 1.0 mei 2011 Aanvrager 1 Bent u reeds geïdentificeerd als landbouwer bij de identificatiedatabank van het Agentschap voor Landbouw en Visserij? Ja. Ga naar vraag 2. Nee. Ga naar vraag 3. 2 Vul hieronder uw landbouwergegevens in of overkleef dit veld met uw sticker. landbouwernummer.. - benaming landbouwer straat en nummer postcode en gemeente 129

130 3 Doet u een aanvraag voor vestigingssteun? Ja. Ga naar vraag 4. Nee. Ga naar vraag 5. 4 Welke vestigingskosten doet u? U neemt de (volledige) bekleding van een eenmanszaak over. Vul dan vragen 6, 7, 8 en 9 in. Ga dan verder met vraag 11. U neemt een deel van de bekleding over en gaat een maatschap (samenuitbating) aan. Vul dan vragen 6, 7, 8, 9 en 10 in. Ga dan verder met vraag 11. U neemt aandelen over van een vennootschap. Vul dan vragen 6, 7, 8, 9 en 10 in. Ga dan verder met vraag U doet een aanvraag voor investeringssteun. U bent? De enige exploitant van een eenmanszaak. Vul dan vragen 6 en 7 in. Ga dan verder met vraag 11. Een natuurlijke persoon die lid is van een maatschap. Vul dan vragen 6, 7 en 10 in. Ga dan verder met vraag 11. Een maatschap (samenuitbating). Vul dan vragen 8 en 10 in. Ga dan verder met vraag 11. Een vennootschap. Vul dan vragen 8 en 10 in. Ga dan verder met vraag 11. Een sociale instelling met een landbouwbedrijf. Vul dan vragen 8 en 10 in. Ga dan verder met vraag 11. Een consumentencoöperatie met een landbouwbedrijf. Vul dan vragen 8 en 10 in. Ga dan verder met vraag 11. Een machinering. Vul dan vragen 8 en 10 in. Ga dan verder met vraag Vul hieronder de gegevens in van de aanvrager natuurlijke persoon. rijksregisternummer voornaam en achternaam straat en nummer postnummer en gemeente hoogste diploma datum vestiging als landbouwer jaren ervaring dag maand jaar zo ja, welk bijberoep? bijberoep? ja nee is de natuurlijke persoon ja ook mandataris van een vennootschap met landbouwactiviteiten? 7 Vul hieronder uw gegevens in van uw partner. Het betreft de partner van de aanvrager natuurlijke persoon. Gehuwd. rijksregisternummer voornaam en achternaam nee 130

131 statuut echtgeno(o)t(e) meewerkend loontrekkend ander huwelijksstelsel wettelijk stelsel scheiding van goederen ander Samenwonend. rijksregisternummer voornaam en achternaam statuut partner meewerkend loontrekkend ander samenlevingscontract ja nee samenlevingsvorm wettelijk feitelijk Niet gehuwd of samenwonend. 8 Vul hieronder uw gegevens in van de onderneming. Bij een aanvraag om vestigingssteun die het voorwerp uitmaakt van een volledige of gedeeltelijke overname van de bedrijfsbekleding, moeten hier de gegevens van de nieuwe onderneming of de onderneming in oprichting worden ingevoerd. Bij een overname van aandelen moeten hier de gegevens van de onderneming waarvan aandelen worden overgenomen, worden ingevoerd. In de andere gevallen vult u de gegevens in van de onderneming die de investeringen uitvoert. ondernemingsnummer naam van de onderneming straat en nummer postnummer en gemeente 9 Vul hieronder de exploitatienummer(s) in die u overneemt. exploitatienummer.. - exploitatienummer Vul hieronder de gegevens in van de mandataris(sen). Met mandataris bedoelen we bij een LV een beherend vennoot, bij een BVBA en CVBA een zaakvoerder, bij een NV een (gedelegeerd) bestuurder en bij een maatschap (samenuitbating) een vennoot. mandataris 1 rijksregisternummer voornaam en achternaam hoogste diploma 131

132 datum vestiging als landbouwer dag maand jaar jaren ervaring zo ja, welk bijberoep? bijberoep? ja nee mandataris 2 rijksregisternummer voornaam en achternaam hoogste diploma datum vestiging als landbouwer dag maand jaar jaren ervaring zo ja, welk bijberoep? bijberoep? ja nee mandataris 3 rijksregisternummer voornaam en achternaam hoogste diploma datum vestiging als landbouwer dag maand jaar jaren ervaring zo ja, welk bijberoep? bijberoep? ja nee Kredieten 11 Worden de investeringen gefinancierd met één of meerdere kredieten? Ja, ga naar vraag 12. Nee, ga onmiddellijk naar vraag Vul hieronder de referentiegegevens in van de kredietinstelling. kredietinstelling referentie kredietinstelling 132

133 13 Vul hieronder de gegevens in van de krediet(en). krediet bedrag duur in periode s duur 1 periode in maanden jaarlijkse rentevoet aantal periodes vrijstelling referentie krediet krediet 1 krediet 2 krediet 3 krediet 4 14 Doet u een aanvraag voor gewestwaarborg op één van bovenstaande kredieten? Ja. Gelieve het aanvraagformulier gewestwaarborg in te vullen. Nee Investeringen 15 Vul hieronder de gegevens in van de investeringen en vestiging. Wanneer de investering of vestiging gefinancierd wordt met een krediet, moeten ook de gegevens van het kredietnummer en het kredietgedeelte ingevuld worden. Het exploitatienummer is enkel verplicht wanneer de aanvrager meer dan 1 exploitatie bezit en de investering onroerend is. Gelieve voor elke investering de code in te vullen die vermeld wordt op de lijst in bijlage. investering 1 investeringscode (zie bijlage) omschrijving investering investeringsbedrag exclusief BTW (in ) gefinancierd met krediet? ja nee kredietnummer kredietgedeelte (in ) exploitatienummer investering 2 investeringscode (zie bijlage) omschrijving investering investeringsbedrag exclusief BTW (in ) gefinancierd met krediet? ja nee 133

134 kredietnummer kredietgedeelte (in ) exploitatienummer investering 3 investeringscode (zie bijlage) omschrijving investering investeringsbedrag exclusief BTW (in ) gefinancierd met krediet? ja nee kredietnummer kredietgedeelte (in ) exploitatienummer investering 4 investeringscode (zie bijlage) omschrijving investering investeringsbedrag exclusief BTW (in ) gefinancierd met krediet? ja nee kredietnummer kredietgedeelte (in ) exploitatienummer investering 5 investeringscode (zie bijlage) omschrijving investering investeringsbedrag exclusief BTW (in ) gefinancierd met krediet? ja nee kredietnummer kredietgedeelte (in ) exploitatienummer 134

135 Ondertekening 16 Vul hieronder de gegevens in en onderteken de aanvraag. Op basis van deze aanvraag zal het VLIF u zo spoedig mogelijk laten weten welke documenten ontbreken om het dossier ontvankelijk te kunnen verklaren. Door dit aanvraagformulier te ondertekenen, verklaart u geen andere subsidie ontvangen of aangevraagd te hebben voor de investeringen in dit aanvraagformulier. U verklaart ook uw volledige medewerking te verlenen aan de verdere dossierbehandeling van dit aanvraagformulier. datum dag maand jaar handtekening voornaam en achternaam 135

136 136

137 BIJLAGE 15 Aanvraag van VLIF-gewestwaarborg Agentschap voor Landbouw en Visserij Afdeling Structuur en Investeringen Ellipsgebouw (4 de verdieping) Koning Albert II-laan 35 bus 41, 1030 BRUSSEL Tel Fax ALV-SI-OO-VLIF-11.0 VLIF-dossiernummer (vak voor administratie) ontvangstdatum Waarvoor dient dit formulier? Met dit formulier vraagt u VLIF-gewestwaarborg aan. Wie vult dit formulier in? Dit formulier moet door de bank en de aanvrager ingevuld en ondertekend worden. Versie 11.0 januari 2011 Eigendommen 1 Vul hieronder de waarde en verpanding in van de onroerende eigendommen van de aanvrager. Omschrijving en waarde van de onroerende eigendommen Aard goederen Waarde bij Waarde bij vrijwillige gedwongen verkoop verkoop Bestaande hypotheken en volmachten Bank die zekerheid genomen heeft Aard (Hyp, Volm) Bedrag inschrij ving Krediet waarvoor de zekerheid genomen werd 2 Vul hieronder de waarde en verpanding in van de onroerende eigendommen van de mandataris van de rechtspersoon aanvrager. Omschrijving en waarde van de onroerende eigendommen Aard goederen Waarde bij Waarde bij vrijwillige gedwongen verkoop verkoop Bestaande hypotheken en volmachten Bank die zekerheid genomen heeft Aard (Hyp, Volm) Bedrag inschrij ving Krediet waarvoor de zekerheid genomen werd 137

138 3 Vul hieronder de waarde en verpanding in van de roerende eigendommen van de bedrijfsbekleding. Aard en waarde van de bedrijfsbekleding Bestaande inschrijvingen en volmachten van het landbouwvoorrecht, het handelsfonds en andere voorrechten Omschrijving goederen Dieren Inventariswaarde Bank die zekerheid genomen heeft Aard (LV, HF, ander) Bedrag inschrijvin g Krediet waarvoor de zekerheid genomen werd Materieel en machines Vruchten te velde en voorraden Zekerheden 4 Vul hieronder de gegevens in van de zekerheden gehecht aan het krediet waarvoor steun gevraagd wordt. kredietbedrag aard van de gevestigde zekerheden bedrag van de inschrijving 5 Toon aan de hand van een waardering van de eigen zekerheden aan dat die ontoereikend zijn voor het krediet of de kredieten. Geef hieronder een berekening van het waarborgtekort. 138

139 Documenten 6 Kruis aan welke documenten deze bijlage vergezellen. Kopie kredietakte of kredietbrief. Kopie akten hypothecaire inschrijvingen en notariële volmachten. Meest recente goedgekeurde jaarrekening (indien van toepassing). Businessplan (indien van toepassing). Andere: Ondertekening 7 Onderteken de aanvraag gedaan te handtekening datum dag maand jaar voornaam en achternaam vertegenwoordiger bank 139

140 140

141 BIJLAGE 16 PRODUCTIESCHEMA (EXTRA) CONFITUUR vruchten schoon water voorwassen drinkwaterkwaliteit wassen schillen en/of snijden additieven mengen andere ingrediënten koken kooktijd: afhankelijk van de hoeveelheid toegevoegde suikers en pectine afvullen afsluiten etiketteren opslag T 20C transport T 20C verkoop T 20C 141

142 GEVARENANALYSE GRONDSTOFFEN (EXTRA) CONFITUUR grondstof potentieel gevaar aard beheersmaatregelen K E GHP/PVA/KCP vruchten 1 aanwezigheid van microorganismen aanwezigheid van residu s van bestrijdingsmiddelen aanwezigheid van een te hoog gehalte aan zware metalen aanwezigheid van vreemde voorwerpen afkomstig van de primaire produktie en/of bewaring appelen/peren aanwezigheid van een te hoog gehalte aan patuline verpakkingsmateriaal aanwezigheid van microorganismen migratie van chemische componenten aanwezigheid van vreemde voorwerpen M GHP bij primaire productie visuele ingangscontrole geschikte bewaring C registratie gebruik en opslag van gewasbeschermingsmiddelen registratie oogstdata residuanalyse C teelt- en perseelsregistratie residuanalyse F GHP bij primaire productie visuele ingangscontrole geschikte bewaring overvloedig voorwassen 1 3 GHP 2 3 PVA PVA GHP C visuele ingangscontrole 1 3 PVA 3 M visuele ingangscontrole geschikte bewaring C verpakkingsmateriaal moet voedingsgeschikt zijn F visuele ingangscontrole geschikte bewaring 1 2 GHP 1 2 GHP 1 2 GHP 142

143 additieven 2 / andere M visuele ingangscontrole ingrediënten 3 microbiologische besmetting geschikte bewaring chemische besmetting C visuele ingangscontrole geschikte bewaring fysische besmetting F visuele ingangscontrole geschikte bewaring 1 2 GHP 1 2 GHP 1 2 GHP 1 minimale hoeveelheden vruchten voor het maken van confituur: - algemeen: 350g vruchten / 1.000g eindproduct - rode & zwarte bessen: 250g vruchten / 1.000g eindproduct voor het maken van extra confituur: - algemeen: 450g vruchten / 1.000g eindproduct - rode & zwarte bessen: 350g vruchten / 1.000g eindproduct Om extra confituur te maken mogen volgende vruchten niet gemengd worden met andere vruchten: appelen, peren, pruimen met vastzittende pit, meloenen, watermeloenen, druiven, pompoenen, komkommers en tomaten. 2 volgende additieven zijn toegelaten (K.B. van 01/03/1998): in confituur: - quantum satis: pectine melkzuur en calciumlactaat appelzuur en natriummalaat ascorbinezuur citroenzuur en citraten wijnsteenzuur en natiumtartraat mono- en diglyceriden van vetzuren calciumchloride natriumhydroxide kleurstoffen: E100, E140, E141, E150a-d, E160a, E160c, E162, E

144 - alginezuur en alginaten, agar-agar, carrageen, johannesbroodpitmeel, guarpitmeel, xanthaangom, gellangom: max. 10 g/kg - sulfiet en aanverwanten: max. 50 mg/kg - dimethylpolysiloxaan: max. 10 mg/kg - kleurstoffen: E104, E110, E120, E124, E142, E160d, E161b: gezamelijk max. 100 mg/kg) - In producten met verlaagd suikergehalte zijn ook sorbinezuur (max mg/kg), benzoëzuur (max. 500 mg/kg), of een mengsel van sorbinezuur en benzoëzuur (max mg/kg) toegelaten. in extra confituur: - quantum satis: pectine melkzuur en calciumlactaat appelzuur en natriummalaat ascorbinezuur citroenzuur en citraten wijnsteenzuur en natiumtartraat mono- en diglyceriden van vetzuren - In producten met verlaagd suikergehalte zijn ook sorbinezuur (max mg/kg), benzoëzuur (max. 500 mg/kg), of een mengsel van sorbinezuur en benzoëzuur (max mg/kg) toegelaten. 3 andere ingrediënten: suiker, water, citroensap,

145 GEVARENANALYSE PROCESSTAPPEN (EXTRA) CONFITUUR processtap potentieel gevaar aard beheersmaatregelen K E GHP/PVA/KCP voorwassen microbiologische besmetting via M gebruik van schoon water 2 2 PVA 4 waswater chemische besmetting via C gebruik van schoon water 2 2 PVA 4 waswater wassen microbiologische besmetting via M gebruik van water van drinkwaterkwaliteit 1 3 PVA 5 waswater chemische besmetting via C gebruik van water van drinkwaterkwaliteit 1 3 PVA 5 waswater uitgroei aanwezige microorganismen M beheersing temperatuur waswater 2 3 PVA 6 te hoge dosering additieven C dosering additieven strikt opvolgen 1 2 GHP uitgroei aanwezige microorganismen M respecteren van de koudeketen 2 3 PVA 7 schillen en/of microbiologische besmetting via M reinigings- en desinfectieplan 2 3 PVA 8 snijden omgeving en/of gebruikte materialen microbiologische besmetting via M hygiëneregels personeel 2 3 PVA 9 personeel uitgroei aanwezige microorganismen M respecteren van de koudeketen 2 3 PVA 10 microbiologische besmetting M ongediertebestrijdingsplan 1 2 GHP door aanwezigheid ongedierte fysische besmetting door aanwezigheid ongedierte F ongediertebestrijdingsplan 1 2 GHP 145

146 mengen uitgroei aanwezige microorganismen microbiologische besmetting via omgeving en/of gebruikte materialen microbiologische besmetting via personeel microbiologische besmetting door toevoeging andere ingrediënten fysische besmetting door toevoeging andere ingrediënten koken onvoldoende afdoding microorganismen door onvoldoende lange kooktijd afvullen microbiologische besmetting via omgeving en/of gebruikte materialen microbiologische besmetting via verpakkingsmateriaal fysische besmetting via verpakkingsmateriaal microbiologische besmetting via personeel M respecteren van de koudeketen 2 3 PVA 7 M reinigings- en desinfectieplan 2 3 PVA 8 M hygiëneregels personeel 2 3 PVA 9 M visuele controle geschikte bewaring 2 2 GHP F visuele controle 2 2 GHP geschikte bewaring M kooktijd respecteren 1 2 GHP M reinigings- en desinfectieplan 2 3 PVA 8 M geschikte bewaring verpakkingsmateriaal 1 2 GHP F geschikte bewaring verpakkingsmateriaal 1 2 GHP M hygiëneregels personeel 2 3 PVA 9 146

147 afsluiten microbiologische besmetting via M reinigings- en desinfectieplan 2 3 PVA 8 omgeving en/of gebruikte materialen microbiologische besmetting via M hygiëneregels personeel 2 3 PVA 9 personeel microbiologische nabesmetting M visuele controle 2 3 PVA 10 door slechte sluiting fysische besmetting via deksel F geschikte bewaring verpakkingsmateriaal 1 2 GHP etiketteren foutieve etiketinformatie M visuele controle etiketinformatie 2 3 PVA 11 opslag uitgroei aanwezige microorganismen M bewaren bij T 20 C 1 2 GHP transport uitgroei aanwezige microorganismen M transporteren bij T 20 C 1 2 GHP verkoop uitgroei aanwezige microorganismen M tentoonstellen bij T 20 C 1 2 GHP 147

148 OMSCHRIJVING PVA S EN KCP S (EXTRA) CONFITUUR PVA/KCP PVA 1 PVA 2 PVA 3 PVA 4 PVA 5 PVA 6 PVA 7 PVA 8 PVA 9 PVA 10 PVA 11 omschrijving PVA/KCP Aanwezigheid van residu s van bestrijdingsmiddelen (overschrijding MRL s of aanwezigheid residu s niet toegestane middelen). Aanwezigheid van een te hoog gehalte aan zware metalen (lood, cadmium). Aanwezigheid van een te hoog gehalte aan patuline (mycotoxine gevormd door de schimmel Penicillium expansum) op appelen en peren. Microbiologische/chemische besmetting via het waswater bij het voorwassen. Voor het voorwassen, met het oog op het verwijderen van visueel vuil, mag schoon water gebruikt worden. Daarna moet overgeschakeld worden op water van drinkwaterkwaliteit. Microbiologische/chemische besmetting via het waswater. Uitgroei aanwezige micro-organismen door te hoge temperatuur van het waswater. De temperatuur van het waswater moet voldoende laag zijn zodat de produkten inkoelen en er geen microbiologische groei kan optreden. Uitgroei van voedselinfectanten zoals Listeria monocytogenes, Salmonella spp. en Escherichia coli indien de producttemperatuur te hoog is (T > 7 C) tijdens productieproces. Microbiologische besmetting via de omgeving en/of via gebruikte materialen (Listeria monocytogenes). Microbiologische besmetting via personeel (Escherichia coli, Salmonella spp.). Onvoldoende afsluiting van het deksel op glazen confituurpot. Foutieve etiketinformatie (houdbaarheidsdatum). 148

149 ANALYSE PVA S & KCP S (EXTRA) CONFITUUR PVA/KCP controlemaatregelen kritische grenswaarden frequentie controle correctieve acties en corrigerende maatregelen PVA 1 residuanalyse primaire plantaardige producten MRL s Verordening (EEG) 396/2005 1x per jaar eindproduct blokkeren en behandelen als non-conform product PVA 2 residuanalyse primaire plantaardige producten maximumgehaltes Verordening (EG) 1881/2006 PVA 3 visuele ingangscontrole afwezigheid van bruine plekken en rot melding FAVV 1x per jaar eindproduct blokkeren en behandelen als non-conform product melding FAVV bij elke verwerking verwijderen van rottende appelen/peren en appelen/peren met bruine plekken PVA 4 controle kwaliteit schoon water E. coli: max kve/100ml 2x per jaar overschakelen naar een ander type water PVA 5 controle drinkwaterkwaliteit waswater parameters K.B. van 14/01/2002 2x per jaar overschakelen naar een ander type water (vb. leidingwater) PVA 6 controle temperatuur waswater richtwaarde temperatuur waswater 4 C bij elke wasbeurt overschakelen naar een ander type water (vb. leidingwater) PVA 7 temperatuurscontrole producttemperatuur <. 7 C bij elke processtap condities verwerkingslokaal aanpassen snellere doorlooptijd processtappen 149

150 PVA 8 microbiologische analyse eindproduct microbiologische richtwaarden Verordening (EG) 2073/2005 2x per jaar reinigings- en desinfectieplan aanpassen eindproduct blokkeren en behandelen als non-conform product melding FAVV PVA 9 microbiologische analyse eindproduct microbiologische richtwaarden Verordening (EG) 2073/2005 2x per jaar hygiëneregels personeel aanpassen eindproduct blokkeren en behandelen als non-conform product melding FAVV PVA 10 visuele controle afsluiting goede afsluiting bij elk productieproces product opnieuw afsluiten PVA 11 visuele controle houdbaarheidsdatum houdbaarheidsdatum op basis van houdbaarheidstesten bij elke etikettering houdbaarheidsdatum aanpassen op etiket 150

151 BIJLAGE 17 PRODUCTIESCHEMA VRUCHTENSAP vruchten schoon water voorwassen drinkwaterkwaliteit wassen schillen en/of snijden additieven mengen andere ingrediënten persen afvullen afsluiten pasteuriseren pasteurisatietijd: min. 15 bij 72 C etiketteren opslag T 20C transport T 20C verkoop T 20C 151

152 GEVARENANALYSE GRONDSTOFFEN VRUCHTENSAP grondstof potentieel gevaar aard beheersmaatregelen K E GHP/PVA/KCP vruchten 1 aanwezigheid van microorganismen aanwezigheid van residu s van bestrijdingsmiddelen aanwezigheid van een te hoog gehalte aan zware metalen aanwezigheid van vreemde voorwerpen afkomstig van de primaire produktie en/of bewaring appelen/peren aanwezigheid van een te hoog gehalte aan patuline verpakkingsmateriaal aanwezigheid van microorganismen migratie van chemische componenten aanwezigheid van vreemde voorwerpen M GHP bij primaire productie visuele ingangscontrole geschikte bewaring C registratie gebruik en opslag van gewasbeschermingsmiddelen registratie oogstdata residuanalyse C teelt- en perseelsregistratie residuanalyse F GHP bij primaire productie visuele ingangscontrole geschikte bewaring overvloedig voorwassen 1 3 GHP 2 3 PVA PVA GHP C visuele ingangscontrole 1 3 PVA 3 M visuele ingangscontrole geschikte bewaring C verpakkingsmateriaal moet voedingsgeschikt zijn F visuele ingangscontrole geschikte bewaring 1 2 GHP 1 2 GHP 1 2 GHP 152

153 additieven 1 / andere M visuele ingangscontrole ingrediënten 2 microbiologische besmetting geschikte bewaring chemische besmetting C visuele ingangscontrole geschikte bewaring fysische besmetting F visuele ingangscontrole geschikte bewaring 1 2 GHP 1 2 GHP 1 2 GHP 1 volgende additieven zijn toegelaten voor vruchtensap: - ascorbinezuur E300: quantum satis - citroenzuur E330: max. 3 g/l - melkzuur E270: max. 5 g/l - calciumcarbonaat E170: quantum satis (bij druivensap) - kaliumtartraat E336: quantum satis (bij druivensap) 2 andere ingrediënten: - suikers mogen toegevoegd worden, met volgende beperkingen: aan peren- en druivensap mag geen suiker worden toegevoegd als correctie van de zure smaak: max. 15 g/l om een zoete smaak te geven: max. 150 g/l - citroenzuur/-sap en suikers mogen niet samen aan hetzelfde sap worden toegevoegd - aan groentesap mogen zout, specerijen en aromaten worden toegevoegd 153

154 GEVARENANALYSE PROCESSTAPPEN VRUCHTENSAP processtap potentieel gevaar aard beheersmaatregelen K E GHP/PVA/KCP voorwassen microbiologische besmetting via M gebruik van schoon water 2 2 PVA 4 waswater chemische besmetting via C gebruik van schoon water 2 2 PVA 4 waswater wassen microbiologische besmetting via M gebruik van water van drinkwaterkwaliteit 1 3 PVA 5 waswater chemische besmetting via C gebruik van water van drinkwaterkwaliteit 1 3 PVA 5 waswater uitgroei aanwezige microorganismen M beheersing temperatuur waswater 2 3 PVA 6 te hoge dosering additieven C dosering additieven strikt opvolgen 1 2 GHP uitgroei aanwezige microorganismen M respecteren van de koudeketen 2 3 PVA 7 schillen en/of microbiologische besmetting via M reinigings- en desinfectieplan 2 3 PVA 8 snijden omgeving en/of gebruikte materialen microbiologische besmetting via M hygiëneregels personeel 2 3 PVA 9 personeel uitgroei aanwezige microorganismen M respecteren van de koudeketen 2 3 PVA 10 microbiologische besmetting M ongediertebestrijdingsplan 1 2 GHP door aanwezigheid ongedierte fysische besmetting door aanwezigheid ongedierte F ongediertebestrijdingsplan 1 2 GHP 154

155 mengen uitgroei aanwezige microorganismen microbiologische besmetting via omgeving en/of gebruikte materialen microbiologische besmetting via personeel microbiologische besmetting door toevoeging andere ingrediënten fysische besmetting door toevoeging andere ingrediënten persen microbiologische besmetting via omgeving en/of gebruikte materialen microbiologische besmetting via personeel uitgroei aanwezige microorganismen afvullen microbiologische besmetting via omgeving en/of gebruikte materialen microbiologische besmetting via verpakkingsmateriaal fysische besmetting via verpakkingsmateriaal microbiologische besmetting via personeel M respecteren van de koudeketen 2 3 PVA 7 M reinigings- en desinfectieplan 2 3 PVA 8 M hygiëneregels personeel 2 3 PVA 9 M visuele controle geschikte bewaring 2 2 GHP F visuele controle 2 2 GHP geschikte bewaring M reinigings- en desinfectieplan 2 3 PVA 8 M hygiëneregels personeel 2 3 PVA 9 M respecteren van de koudeketen 2 3 PVA 10 M reinigings- en desinfectieplan 2 3 PVA 8 M geschikte bewaring verpakkingsmateriaal 1 2 GHP F geschikte bewaring verpakkingsmateriaal 1 2 GHP M hygiëneregels personeel 2 3 PVA 9 155

156 afsluiten microbiologische besmetting via M reinigings- en desinfectieplan 2 3 PVA 8 omgeving en/of gebruikte materialen microbiologische besmetting via M hygiëneregels personeel 2 3 PVA 9 personeel microbiologische nabesmetting M visuele controle 2 3 PVA 10 door slechte sluiting fysische besmetting via deksel F geschikte bewaring verpakkingsmateriaal 1 2 GHP pasteuriseren onvoldoende afdoding microorganismen M controle tijd en temperatuur bij pasteurisatie 4 4 KCP 1 etiketteren foutieve etiketinformatie M visuele controle etiketinformatie 2 3 PVA 11 opslag uitgroei aanwezige microorganismen M bewaren bij T 20 C 1 2 GHP transport uitgroei aanwezige microorganismen M transporteren bij T 20 C 1 2 GHP verkoop uitgroei aanwezige microorganismen M tentoonstellen bij T 20 C 1 2 GHP 156

157 OMSCHRIJVING PVA S EN KCP S VRUCHTENSAP PVA/KCP PVA 1 PVA 2 PVA 3 PVA 4 PVA 5 PVA 6 PVA 7 PVA 8 PVA 9 PVA 10 PVA 11 KCP 1 omschrijving PVA/KCP Aanwezigheid van residu s van bestrijdingsmiddelen (overschrijding MRL s of aanwezigheid residu s niet toegestane middelen). Aanwezigheid van een te hoog gehalte aan zware metalen (lood, cadmium). Aanwezigheid van een te hoog gehalte aan patuline (mycotoxine gevormd door de schimmel Penicillium expansum) op appelen en peren. Microbiologische/chemische besmetting via het waswater bij het voorwassen. Voor het voorwassen, met het oog op het verwijderen van visueel vuil, mag schoon water gebruikt worden. Daarna moet overgeschakeld worden op water van drinkwaterkwaliteit. Microbiologische/chemische besmetting via het waswater. Uitgroei aanwezige micro-organismen door te hoge temperatuur van het waswater. De temperatuur van het waswater moet voldoende laag zijn zodat de produkten inkoelen en er geen microbiologische groei kan optreden. Uitgroei van voedselinfectanten zoals Listeria monocytogenes, Salmonella spp. en Escherichia coli indien de producttemperatuur te hoog is (T > 7 C) tijdens productieproces. Microbiologische besmetting via de omgeving en/of via gebruikte materialen (Listeria monocytogenes). Microbiologische besmetting via personeel (Escherichia coli, Salmonella spp.). Onvoldoende afsluiting van het deksel op glazen confituurpot. Foutieve etiketinformatie (houdbaarheidsdatum). Onderpasteurisatie door onvoldoende lang pasteuriseren of pasteuriseren bij te lage temperatuur. 157

158 ANALYSE PVA S & KCP S VRUCHTENSAP PVA/KCP controlemaatregelen kritische grenswaarden frequentie controle correctieve acties en corrigerende maatregelen PVA 1 residuanalyse primaire plantaardige producten MRL s Verordening (EEG) 396/2005 1x per jaar eindproduct blokkeren en behandelen als non-conform product PVA 2 residuanalyse primaire plantaardige producten maximumgehaltes Verordening (EG) 1881/2006 PVA 3 visuele ingangscontrole afwezigheid van bruine plekken en rot melding FAVV 1x per jaar eindproduct blokkeren en behandelen als non-conform product melding FAVV bij elke verwerking verwijderen van rottende appelen/peren en appelen/peren met bruine plekken PVA 4 controle kwaliteit schoon water E. coli: max kve/100ml 2x per jaar overschakelen naar een ander type water PVA 5 controle drinkwaterkwaliteit waswater parameters K.B. van 14/01/2002 2x per jaar overschakelen naar een ander type water (vb. leidingwater) PVA 6 controle temperatuur waswater richtwaarde temperatuur waswater 4 C bij elke wasbeurt overschakelen naar een ander type water (vb. leidingwater) PVA 7 temperatuurscontrole producttemperatuur <. 7 C bij elke processtap condities verwerkingslokaal aanpassen snellere doorlooptijd processtappen 158

159 PVA 8 microbiologische analyse eindproduct microbiologische richtwaarden Verordening (EG) 2073/2005 2x per jaar reinigings- en desinfectieplan aanpassen eindproduct blokkeren en behandelen als non-conform product melding FAVV PVA 9 microbiologische analyse eindproduct microbiologische richtwaarden Verordening (EG) 2073/2005 2x per jaar hygiëneregels personeel aanpassen eindproduct blokkeren en behandelen als non-conform product melding FAVV PVA 10 visuele controle afsluiting goede afsluiting bij elk productieproces product opnieuw afsluiten PVA 11 visuele controle houdbaarheidsdatum houdbaarheidsdatum op basis van houdbaarheidstesten bij elke etikettering houdbaarheidsdatum aanpassen op etiket KCP 1 controle tijd en temperatuur min. 15 bij 72 tot 80 C bij elke pasteurisatie herpasteuriseren 159

160 160

161 BIJLAGE 18 PRODUCTIESCHEMA GEMENGDE SOEPGROENTEN groenten Niet-drinkbaar water voor knol-, bol- en wortelgewassen en prei. Schoon water voor andere groenten voorwassen voorsnijden/ontbladeren snijden drinkwaterkwaliteit wassen additieven mengen andere ingrediënten afwegen verpakken etiketteren opslag gekoelde opslag bij T < 7 C transport gekoeld transport bij T < 7 C verkoop temperatuur koeltoog < 7 C 161

162 GEVARENANALYSE GRONDSTOFFEN GEMENGDE SOEPGROENTEN grondstof potentieel gevaar aard beheersmaatregelen K E GHP/PVA/KCP groenten aanwezigheid van microorganismen aanwezigheid van residu s van bestrijdingsmiddelen aanwezigheid van een te hoog gehalte aan zware metalen aanwezigheid van vreemde voorwerpen afkomstig van de primaire produktie en/of bewaring bladgroenten aanwezigheid van een te hoog gehalte aan nitraten verpakkingsmateriaal aanwezigheid van microorganismen migratie van chemische componenten aanwezigheid van vreemde voorwerpen M GHP bij primaire productie visuele ingangscontrole geschikte bewaring C registratie gebruik en opslag van gewasbeschermingsmiddelen registratie oogstdata residuanalyse C teelt- en perseelsregistratie residuanalyse F GHP bij primaire productie visuele ingangscontrole geschikte bewaring overvloedig voorwassen 1 3 GHP 2 3 PVA PVA GHP C vooroogstcontrole (nitraatanalyse) 2 3 PVA 3 M visuele ingangscontrole geschikte bewaring C verpakkingsmateriaal moet voedingsgeschikt zijn F visuele ingangscontrole geschikte bewaring 1 2 GHP 1 2 GHP 1 2 GHP 162

163 additieven 1 / andere ingrediënten microbiologische M visuele ingangscontrole besmetting geschikte bewaring chemische besmetting C visuele ingangscontrole geschikte bewaring fysische besmetting F visuele ingangscontrole geschikte bewaring 1 2 GHP 1 2 GHP 1 2 GHP 1 additieven: citroenzuur, ascorbinezuur,... gebruikt om bruinverkleuring tegen te gaan 163

164 GEVARENANALYSE PROCESSTAPPEN GEMENGDE SOEPGROENTEN processtap potentieel gevaar aard beheersmaatregelen K E GHP/PVA/KCP voorwassen microbiologische besmetting via waswater chemische besmetting via waswater voorsnijden / microbiologische besmetting via ontbladeren omgeving en/of gebruikte materialen microbiologische besmetting via personeel uitgroei aanwezige microorganismen microbiologische besmetting door aanwezigheid ongedierte of afval fysische besmetting door aanwezigheid ongedierte of afval snijden microbiologische besmetting via omgeving en/of gebruikte materialen microbiologische besmetting via personeel uitgroei aanwezige microorganismen M gebruik van schoon water 2 2 PVA 4 C gebruik van schoon water 2 2 PVA 4 M reinigings- en desinfectieplan 2 3 PVA 5 M hygiëneregels personeel 2 3 PVA 6 M respecteren van de koudeketen 2 3 PVA 7 M ongediertebestrijdingsplan verwijdering afval 1 2 GHP F ongediertebestrijdingsplan 1 2 GHP verwijdering afval M reinigings- en desinfectieplan 2 3 PVA 5 M hygiëneregels personeel 2 3 PVA 6 M respecteren van de koudeketen 2 3 PVA 7 microbiële besmetting door M ongediertebestrijdingsplan 1 2 GHP 164

165 aanwezigheid ongedierte fysische besmetting door F ongediertebestrijdingsplan 1 2 GHP aanwezigheid ongedierte wassen microbiologische besmetting via M gebruik van water van drinkwaterkwaliteit 1 3 PVA 8 waswater chemische besmetting via C gebruik van water van drinkwaterkwaliteit 1 3 PVA 8 waswater uitgroei aanwezige microorganismen M beheersing temperatuur waswater 2 3 PVA 9 te hoge dosering additieven C dosering additieven strikt opvolgen 1 2 GHP mengen uitgroei aanwezige microorganismen M respecteren van de koudeketen 2 3 PVA 7 microbiologische besmetting via M reinigings- en desinfectieplan 2 3 PVA 5 omgeving en/of gebruikte materialen microbiologische besmetting via M hygiëneregels personeel 2 3 PVA 6 personeel microbiologische besmetting M visuele controle 2 2 GHP door toevoeging andere ingrediënten geschikte bewaring fysische besmetting door F visuele controle 2 2 GHP toevoeging andere ingrediënten afwegen microbiële besmetting via omgeving en/of gebruikte materialen microbiologische besmetting via personeel uitgroei aanwezige microorganismen geschikte bewaring M reinigings- en desinfectieplan 2 3 PVA 5 M hygiëneregels personeel 2 3 PVA 6 M respecteren van de koudeketen 2 3 PVA 7 165

166 verpakken microbiële besmetting via M geschikte bewaring verpakkingsmateriaal 1 2 GHP vervuild verpakkingsmateriaal fysische besmetting via vervuild F geschikte bewaring verpakkingsmateriaal 1 2 GHP verpakkingsmateriaal microbiologische besmetting via M hygiëneregels personeel 2 3 PVA 6 personeel uitgroei aanwezige microorganismen M respecteren van de koudeketen 2 3 PVA 7 etiketteren foutieve etiketinformatie M visuele controle etiketinformatie 2 3 PVA 10 opslag uitgroei aanwezige microorganismen M gekoelde opslag 2 3 PVA 11 microbiologische besmetting M ongediertebestrijdingsplan 1 2 GHP door aanwezigheid ongedierte fysische besmetting door F ongediertebestrijdingsplan 1 2 GHP aanwezigheid ongedierte transport uitgroei aanwezige microorganismen M gekoeld transport 2 3 PVA 11 verkoop uitgroei aanwezige microorganismen M koeltoog 2 3 PVA

167 OMSCHRIJVING PVA S EN KCP S GEMENGDE SOEPGROENTEN PVA/KCP PVA 1 PVA 2 PVA 3 PVA 4 PVA 5 PVA 6 PVA 7 PVA 8 PVA 9 PVA 10 PVA 11 omschrijving PVA/KCP Aanwezigheid van residu s van bestrijdingsmiddelen (overschrijding MRL s of aanwezigheid residu s niet toegestane middelen). Aanwezigheid van een te hoog gehalte aan zware metalen (lood, cadmium). Aanwezigheid van een te hoog gehalte aan nitraten in vooral bladgroenten. Microbiologische/chemische besmetting via het waswater bij het voorwassen. Voor het voorwassen van groenten, met het oog op het verwijderen van visueel vuil, mag niet-drinkbaar water (voor knol-, bol-, wortelgewassen en prei) of schoon water (voor andere groenten) gebruikt worden. Daarna moet overgeschakeld worden op water van drinkwaterkwaliteit. Microbiologische besmetting via de omgeving of via gebruikte materialen (Listeria monocytogenes). Microbiologische besmetting via personeel (Escherichia. coli, Salmonella spp.). Uitgroei van voedselinfectanten zoals Listeria monocytogenes, Salmonella spp. en Escherichia coli indien de producttemperatuur te hoog is (T > 7 C) tijdens het productieproces. Microbiologische/chemische besmetting via het waswater. Uitgroei aanwezige micro-organismen door te hoge temperatuur van het waswater. De temperatuur van het waswater moet voldoende laag zijn zodat de produkten inkoelen en er geen microbiologische groei kan optreden. Foutieve etiketinformatie (bewaartemperatuur en houdbaarheidsdatum). Uitgroei van voedselinfectanten zoals Listeria monocytogenes, Salmonella spp. en Escherichia coli indien de producttemperatuur te hoog is (T > 7 C) tijdens opslag, transport of verkoop. 167

168 ANALYSE PVA S & KCP S GEMENGDE SOEPGROENTEN PVA/KCP controlemaatregelen kritische grenswaarden frequentie controle correctieve acties en corrigerende maatregelen PVA 1 residuanalyse primaire plantaardige producten MRL s Verordening (EEG) 396/2005 1x per jaar eindproduct blokkeren en behandelen als non-conform product PVA 2 residuanalyse primaire plantaardige producten maximumgehaltes Verordening (EG) 1881/2006 PVA 3 nitraatanalyse parameters Verordening (EG) 1881/2006 PVA 4 controle kwaliteit schoon water PVA 5 microbiologische analyse eindproduct melding FAVV 1x per jaar eindproduct blokkeren en behandelen als non-conform product melding FAVV voor oogst groenten mogen niet geoogst worden en kunnen bijgevolg niet gebruikt worden voor verwerking eindproduct blokkeren en behandelen als non-conform product melding FAVV E. coli: max kve/100ml 2x per jaar overschakelen naar een ander type water microbiologische richtwaarden 2x per jaar reinigings- en Verordening (EG) 2073/2005 desinfectieplan aanpassen eindproduct blokkeren en behandelen als non-conform product melding FAVV 168

169 PVA 6 microbiologische analyse eindproduct microbiologische richtwaarden Verordening (EG) 2073/2005 2x per jaar hygiëneregels personeel aanpassen eindproduct blokkeren en behandelen als non-conform product melding FAVV PVA 7 temperatuurscontrole producttemperatuur <. 7 C bij elke processtap condities verwerkingslokaal aanpassen snellere doorlooptijd processtappen PVA 8 controle drinkwaterkwaliteit parameters K.B. van 14/01/2002 2x per jaar overschakelen naar een ander type water (vb. leidingwater) PVA 9 temperatuurscontrole waswater richtwaarde temperatuur waswater: 4 C bij elke wasbeurt overschakelen naar een ander type water (vb. leidingwater) PVA 10 visuele controle houdbaarheidsdatum houdbaarheidsdatum op basis van houdbaarheidstesten bij elke etikettering houdbaarheidsdatum aanpassen op etiket visuele controle bewaarteperatuur bewaren bij max. 7 C bij elke etikettering bewaartemperatuur aanpassen op etiket PVA 11 temperatuurscontrole producttemperatuur <. 7 C dagelijks bewaarcondities aanpassen transportcondities aanpassen verkoopcondities aanpassen eindproduct blokkeren en behandelen als non-conform product 169

170 170

171 BIJLAGE 19 Register in - ingangscontrole grondstoffen Datum: Versie: Ontvangst -datum Leverancier Product Hoeveelheid Identificatie Vervaldatum Hoe bewaren Ingangs- of ontvangstcontrole Actie bij afwijking Controle door 171

172 Register uit Datum: Versie: Datum Klant Product Identificatie Hoeveelheid 172

173 BIJLAGE 20 FORMULIER VOOR DE MELDINGSPLICHT zoals voorzien bijlage I van het ministerieel besluit van 22 januari 2004 betreffende de modaliteiten voor de meldingsplicht in de voedselketen ALGEMENE INFORMATIE 01 *: BEDRIJF DAT DE MELDING DOET: ERKENNING N GEGEVENS VAN DE CONTACTPERSOON (TEL., FAX, , GSM) IDEM BUITEN KANTOORTIJD 02 *: BEDRIJF PRODUCTVERANTWOORDELIJKE: ERKENNING N 03 : GEGEVENS VAN DE CONTACTPERSOON (TEL., FAX, , GSM) IDEM BUITEN KANTOORTIJD 04 *: DATUM EN UUR VAN DE INITIËLE MELDING: PRODUCT 05 : PRODUCTCATEGORIE: 06 *: PRODUCTNAAM/ HANDELSBENAMING: MERK 07*: IDENTIFICATIE VAN DE BETREFFENDE PARTIJEN: 08 *: DATUM VAN MINIMALE HOUDBAARHEID OF UITERSTE GEBRUIKSDATUM EN/OF FABRICAGEDATUM : 173

174 09 : VERKOOPPERIODE 10: BETROKKEN HOEVEELHEID OF VOLUME 11: UIT DE MARKT TE NEMEN OF TERUG TE ROEPEN HOEVEELHEID OF VOLUME 12*: PRODUCTBESCHRIJVING ( (directe) verpakking, staat, foto of afbeelding ): 13 WAAR BEVINDT ZICH HET PRODUCT 14: IDENTIFICATIE EN HOEVEELHEID OF VOLUME VAN IN VERGELIJKBARE OMSTANDIGHEDEN VERKREGEN PRODUCTPARTIJEN WAARBIJ HET PROBLEEM ZICH EVENTUEEL KAN VOORDOEN HERKOMST VAN HET PRODUCT 15* Indien andere dan de productverantwoordelijke : NAAM EN ADRES VAN DE FABRIKANT/OF PRODUCENT/OF VERPAKKER/OF BEZITTER VAN DE ERKENNING: ERKENNINGSNUMMER : GEGEVENS VAN DE CONTACTPERSOON (TEL., FAX, , GSM) 16: NAAM EN ADRES VAN DE TRANSPORTEUR: GEGEVENS VAN DE CONTACTPERSOON (TEL., FAX, , GSM) 17*: NAAM EN ADRES VAN DE IMPORTEUR OF DISTRIBUTEUR OF BEZITTER VAN DE ERKENNING: GEGEVENS VAN DE CONTACTPERSOON (TEL., FAX, , GSM) 18: LAND VAN HERKOMST VAN HET PRODUCT 19: REFERENTIE VAN HET GEZONDHEIDCERTIFICAAT BIJ DE INVOER 174

175 DISTRIBUTIE (OF LOKALISATIE) VAN HET PRODUCT 20: DISTRIBUTIE IN BELGIË INDIEN JA : LIJST BESTEMMINGEN (naam en adres) EN KWANTITEIT 21: BIJ DE GEBRUIKER OF CONSUMENT INDIEN JA : KWANTITEIT 22: DISTRIBUTIE IN DE ANDERE LIDSTATEN INDIEN JA : LIJST (landen en naam en adres geadresseerden) EN KWANTITEIT JA-NEEN JA-NEEN JA-NEEN 23: UITVOER NAAR DERDE LANDEN INDIEN JA : LIJST (landen en naam en adres geadresseerden) EN KWANTITEIT EN BIJHORENDE GEZONDHEIDSCERTIFICATEN JA-NEEN AARD VAN HET PROBLEEM 24*: AARD VAN HET GEVAAR: 25: AANLEIDING TOT HET INCIDENT 26*: RESULTATEN VAN DE ANALYSES: 27*: DATUM BEMONSTERING : 28: GEGEVENS VAN HET LABORATORIUM DAT DE ANALYSES UITVOERDE: 29: GEBRUIKTE ANALYSEMETHODE: 30: AARD VAN HET RISICO (uitwerking op de gezondheid van mens, dier of plant): 31: AANTAL PATIENTEN (leeftijd, gezondheidstoestand, enz.) OF OMVANG VAN DE SCHADE (DIEREN PLANTEN.) 175

176 GETROFFEN MAATREGELEN: 32*: VOORZIENE MAATREGELEN: 33* REEDS ONDERNOMEN MAATREGELEN: ADVIEZEN AAN CONSUMENTEN OF GEBRUIKERS 34: WAT DOEN MET HET PRODUCT: 35: ADVIEZEN AAN CONSUMENTEN OF GEBRUIKERS 36: PLAATS VAN TERUGNAME VAN HET PRODUCT EN GEGEVENS 37: VOORWAARDEN INZAKE TERUGNAME VAN HET PRODUCT 38: TEL.NR. VAN HET BEDRIJF DAT VERANTWOORDELIJK IS VOOR PRAKTISCHE AANGELEGENHEDEN ANDERE INFORMATIE 39*: BIJ FAVV GECONTACTEERD PERSOON : 40*: ANDERE INFORMATIE 41: DATUM VAN DE AFSLUITING VAN DE MELDING Handtekening melder: 176

177 INFO 1 Verkoop jij ook aardappelen, eieren, appelen, prei, melk, yoghurt, ijs, vlees, Neem mij dan mee! Steunpunt Hoeveproducten Remylaan 4b 3018 Wijgmaal Leuven Tel. 016/ GSM 0473/ steunpunthoeveproducten@ons.be Het Steunpunt Hoeveproducten is een initiatief van KVLV vzw met steun van het departement Landbouw en Visserij en de Europese Unie 177

178 178

179 INFO 2 Ken je reeds Wist je dat Fermweb al meer dan bezoekers over de vloer gehad heeft. Allemaal mensen en consumenten die op zoek waren naar een hoeveproducent in hun buurt. Hopelijk hebben ze jou op die manier gevonden! Misschien ben jij wel één van de 350 bedrijven die sinds een aantal jaren op staan. Gelijk heb je! Deze website aan jou voorstellen hoeft dus niet meer. Verschillenden onder jullie lieten ons inmiddels weten dat ze via inderdaad groepen als klant kregen. Daar zijn veel goede redenen voor: Verkopen van producten op de hoeve is werken aan het imago van land- en tuinbouw: o Klanten die bij jou kopen leren je bedrijf kennen. Zeker voor mensen uit de stad zou het wel eens de eerste keer kunnen zijn dat ze op een land- of tuinbouwbedrijf komen o Zij zien waar het voedsel vandaan komt en maken kennis met de manier waarop het geproduceerd wordt. o Jonge mensen kennis laten maken met het uitgebreide gamma hoeveproducten kan hun aankoopgedrag als volwassene beïnvloeden. Rechtstreeks kopen bij de boer levert automatisch ook heel wat milieuwinst op via verpakking, korte keten en seizoengebonden producten. o Jullie gebruiken weinig of geen verpakking, waardoor verpakkingsafval beperkt wordt. o De afstanden zijn veel kleiner en de milieuhinder veroorzaakt door transport is daardoor ook beperkter. o Bij jullie koopt men voornamelijk seizoensgebonden producten, wat energiewinst betekent. Kopen bij hoeveproducenten is er tenslotte ook voor zorgen dat de boeren een rechtvaardige prijs krijgen voor hun producten. Fermweb werkt eenvoudig. Door een eenvoudige klik kunnen consumenten het assortiment, de leveringsvoorwaarden en alle andere nuttige informatie van elke producent in de buurt van hun verblijfplaats terugvinden. Ga zelf maar eens kijken op Waarom zou jij ook niet deelnemen! Het kost je niets. En het werkt! Heb je zin om ook op onze website te verschijnen? Dat kan heel eenvoudig en je kan kiezen tussen 2 manieren: Vul het intekenformulier in dat je terugvindt in bijlage en stuur het terug naar KVLV Steunpunt Hoeveproducten, Remylaan 4b, 3018 Wijgmaal. Je kunt de vragenlijst ook downloaden van de website Je vult het intekenformulier in en mailt dit terug naar steunpunthoeveproducten@ons.be Wil je nog extra info? Of heb je nog vragen? Contacteer ons dan: Steunpunt Hoeveproducten, tel. 016/ , steunpunthoeveproducten@ons.be. 179

180 180

181 INFO 3 VLAM Hoeveproducten De werking van VLAM Hoeveproducten richt zich vooral op het label Erkend Verkooppunt Hoeveproducten. Het doel van het label is de plaats waar hoeveproducten worden verkocht aan te duiden. Enerzijds kunnen potentiële klanten via het gevelbord herkennen waar hoeveproducten worden verkocht. Anderzijds kunnen consumenten zoeken naar een hoeve in hun buurt op Op dit ogenblik zijn er reeds 230 Erkende Verkooppunten Hoeveproducten in Vlaanderen. Elke landbouwer die producten van eigen kweek/teelt rechtstreeks aan de consument aanbiedt, kan het label aanvragen. Het verkooppunt kan een hoevewinkel zijn, maar ook een winkel op een afstand van de hoeve, een marktkraam, een bestelwagen voor huis-aan-huisrondes of een afhaalpunt. Zolang het de plaats is waar er rechtstreeks contact is tussen boer en klant. De voorwaarden om een erkenning te krijgen zijn: landbouwer zijn in hoofd- of bijberoep hoofdzakelijk eigen geteelde/gekweekte of verwerkte producten aanbieden voldoen aan de wettelijke eisen rond autocontrole, traceerbaarheid en voedselveiligheid (is wettelijk verplicht). Voor een jaarlijkse bijdrage van 50 (+ éénmalige instapkost van 25) krijgt de hoeveproducent: jaarlijks een pakket promotiemateriaal met posters, waardebons, draagtassen enz dat de hoeveproducent in zijn verkooppunt kan gebruiken aandacht voor het label in zowel vak- als consumentenpers de voordelen van een overkoepelend Vlaams netwerk van hoeveproducenten een fiche op de website gratis deelname aan het project Lokale Marketing voor Hoeveproducenten waarbij een SWOT-analyse van de huidige hoeveverkoop wordt gemaakt met als doel de zwakke punten te verbeteren. Meer info op Contact: Sara De Preter Koning Albert II-laan 35 bus Brussel Tel.: 02/ of sara.depreter@vlam.be 181

182 182

183 INFO 4 Voedselteams Een Voedselteam is een groep van een vijftiental huishoudens die bij elkaar in de buurt wonen en die samen een rechtstreekse overeenkomst sluiten met boeren of tuinders over de afname van groenten, zuivel, brood, fruit, Voedselteams zijn ontstaan als antwoord op de toenemende twijfel van heel wat consumenten over de kwaliteit van voedsel. Het doel is om de vertrouwensband tussen producenten en consumenten te herstellen, bij te dragen tot duurzame landbouw en om een regionale economie te bevorderen. Voedselteams opteert voor rechtstreekse verkoop van producenten aan consumenten om verschillende redenen: De belangrijkste doelstelling van Voedselteams is om het vertrouwen van de consumenten in het voedsel en in de landbouw te herstellen. Hiervoor is een direct contact met de producent erg belangrijk. Consumenten weten van wie de producten komen, kennen die persoon, kunnen ermee praten, het bedrijf bezoeken. Hierdoor ontstaat een vertrouwensband. Voor de producent is het motiverend om te weten waar de producten naartoe gaan en om af en toe reacties te krijgen van de consumenten. Het directe contact met de consument stimuleert producenten ook tot het verbeteren van de kwaliteit en tot investeren in duurzame productiewijzen. De tweede reden is dat de boer of tuinder een hogere prijs krijgt bij rechtstreekse verkoop. voedselteams heeft bovendien geopteerd voor een vaste prijs die niet mee schommelt met de marktprijzen. Voor de producenten is dit een belangrijk voordeel, en voor de consument maakt het weinig verschil uit, omdat de prijzen in de winkels ook niet mee evolueren met de prijzen die de producenten krijgen. Voedselteams werkt met overeenkomsten van lange duur: de teams engageren zich om gedurende minstens één jaar producten af te nemen van die producent en we gaan ervan uit dat die overeenkomst daarna verlengd wordt (wat in de praktijk ook bijna overal gebeurt). Voor de producenten is dit van belang omdat ze zeker zijn van de afzet en van het inkomen dat daaraan verbonden is. Die vastheid van afzet is niet onbelangrijk voor producenten die willen investeren in duurzame productietechnieken. Contact: Hilde Delbecque, Tiensesteenweg 63, 3010 Leuven Tel.: 016/ info@voedselteams.be 183

184 184

185 INFO 5 ILVO De TAD Zuivel of Technologische Adviseerdienst Zuivel is een belangrijk aanspreekpunt voor melkveehouders, hoevezuivelproducenten en KMO s in de zuivelsector en werd in 2005 opgericht aan het ILVO Eenheid Technologie en Voeding met steun van het IWT. Niettegenstaande de verlenging van het project bij het IWT niet werd goedgekeurd, wordt de dienstverlening van de TAD Zuivel intern opgevangen en voortgezet. Je bent hoevezuivelproducent en zit met een vraag? Je zoekt hulp bij de ontwikkeling van een nieuw product of het bijsturen van een huidig product of proces? Je hebt een technologisch probleem of een productieprobleem? Je hebt een vraag over hygiëne of microbiologie? Je wilt een product laten analyseren (samenstelling, microbiologie, chemie)? U kan hiervoor terecht bij TAD Zuivel: Barbara Duquenne, Katleen Coudijzer Algemeen nummer ILVO-Eenheid Technologie & Voeding: 09/ (fax: 09/ te vermelden t.a.v. persoon) 185

186 186

187 INFO 6 Wat zijn onze specialiteiten? Onderzoek, opleiding en dienstverlening voor hoeveproducenten Goede hygiëne en HACCP, kwaliteitssystemen Productieprocessen en houdbaarheid van hoeveproducten Etikettering en wetgeving van levensmiddelen Verpakking Hoe pakken wij het aan? Individuele begeleiding en advies Opleidingen in groep Onderzoekswerk op vraag NIEUW: testkits om zelf mee aan de slag te gaan Bepaling van de houdbaarheid van zuivelproducten, vlees en verwerkte groenten en fruit Hygiënescreening van personeel en productieomgeving Temperatuurscontrole in oa koeling, diepvriezers, Contact: Peggy Maes KU Leuven, Campus Thomas More (voorheen Katholieke Hogeschool Kempen) Kleinhoefstraat Geel Tel. 014/ Peggy.Maes@khk.be Lab4Food 187

188 188

189 INFO 7 Provincie West-Vlaanderen De Provincie West-Vlaanderen ondersteunt land- en tuinbouwers die rond verbreding het verwerken en verkopen van hoeveproducten en het uitbouwen van een toeristisch, recreatief of educatief aanbod werken. Door de nauwe samenwerking met andere organisaties kan steeds de gepaste raad gegeven worden of doorverwezen worden naar deskundige partners. In de Provincie West-Vlaanderen worden hoeveproducenten ondersteunt door het: Samenbrengen van hoeveproducenten in de vereniging West-Vlaamse Hoeveproducten vzw. Een 70-tal hoeveproducenten uit de 3 sectoren (zuivel, vlees, groenten en fruit) verenigen zich en werken samen op het vlak van promotie, innovatie en kwaliteit. Netwerking en uitwisseling wordt ondersteund. Organiseren van promotionele acties om de hoeveproducenten en hun producten in de kijker te plaatsen. Aanbieden van vormingen. Adviseren, informeren en begeleiden van starters en professionelen. De West-Vlaamse hoevewinkels, de hoeves die hun deuren voor het grote publiek openstellen en een overzicht van de activiteiten zijn terug te vinden op Contact: Anneleen Dedeyne en Katrien Grauwet POVLT dienst landbouwverbreding Ieperseweg 87 B-8800 Rumbeke-Beitem Tel.: 051/ Fax: 051/ onthaalopdeboerderij@west-vlaanderen.be of 189

190 190

191 INFO 8 Provincie Oost-Vlaanderen Het Meetjesland telt vele hoeve- en streekproducenten. Allen geven ze mee vorm aan de idee dat het Meetjesland, naast enkele grotere voedingsbedrijven, veel kleinere voedingsbedrijven heeft die mee het begrip voedingsregio helpen waarmaken. Om die reden nam het Plattelandscentrum Meetjesland in 2004 het initiatief tot het Leader+ project: promotie van Meetjeslandse hoeve- en streekproducten. Na afloop van dit project groeide dan ook de idee om een meer structurele en duurzame samenwerkingsvorm op te richten. In 2006 resulteerde dit in de start van de coöperatieve vennootschap mmm eetjesland.. De intussen meer dan dertig aangesloten Meetjeslandse hoeve- en streekproducenten creëren door de gezamenlijke promotie en gemeenschappelijk acties een meerwaarde voor de producent. Mmm eetjesland staat voor verse producten die nog op ambachtelijke wijze en met veel zorg gemaakt worden binnen de duurzaamheidgedachte dat alles op korte afstand en binnen een korte keten geproduceerd wordt. Naast hoeve- en streekproductenmarkten, recepties, geschenkpakketten, nieuwe productcombinaties, start de cvba in 2013 ook met een eigen distributiesysteem. Uitgangspunt bij dit alles is de consument laten kennismaken met het herkomstlabel mmm eetjesland, dat vorm geeft aan de identiteit, de authenticiteit en de herkomst van het product. De Meetjeslandse hoeve- en streekproducten zijn op die wijze een volwaardige ambassadeur van het Meetjesland als plattelandsregio. Contact: Mmm...eetjesland Leemweg 24, 9980 Sint-Laureins Tel.: 09/

STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 1 HOE BEGIN JE ERAAN?

STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 1 HOE BEGIN JE ERAAN? STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW Deel 1 HOE BEGIN JE ERAAN? Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland 2 Voorwoord: Land- en tuinbouw zijn

Nadere informatie

STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 2 HOEVEZUIVEL VERKOOP EN VERWERKING

STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 2 HOEVEZUIVEL VERKOOP EN VERWERKING STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW Deel 2 HOEVEZUIVEL VERKOOP EN VERWERKING 2 Voorwoord: Hoevezuivel: booming business? Hoeve- en zuivelproducten : twee begrippen die aanspreken. Daarom is

Nadere informatie

STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 1 HOE BEGIN JE ERAAN?

STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 1 HOE BEGIN JE ERAAN? STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW Deel 1 HOE BEGIN JE ERAAN? November 2011 Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland 2 Voorwoord: Land- en

Nadere informatie

Goedkeuren reglement betreffende de ambulante activiteiten op het openbaar terrein

Goedkeuren reglement betreffende de ambulante activiteiten op het openbaar terrein Goedkeuren reglement betreffende de ambulante activiteiten op het openbaar terrein De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2008, meer bepaald artikel 42; Gelet op de wet van 25 juni 1993

Nadere informatie

Kruispuntbank van ondernemingen : het ondernemingsnummer

Kruispuntbank van ondernemingen : het ondernemingsnummer Kruispuntbank van ondernemingen : het ondernemingsnummer 1. Wat is het ondernemingsnummer? Het ondernemingsnummer, dat sedert 1 juli 2003 werd ingevoerd, is een uniek identificatienummer (bestaande uit

Nadere informatie

Thuisverkoop in de L&T Wat komt er bij kijken? Van Alle Markten Thuis Zemst 27 oktober 2016 Ann Detelder

Thuisverkoop in de L&T Wat komt er bij kijken? Van Alle Markten Thuis Zemst 27 oktober 2016 Ann Detelder Thuisverkoop in de L&T Wat komt er bij kijken? Van Alle Markten Thuis Zemst 27 oktober 2016 Ann Detelder Inhoud Voorstelling van het SH KK verkoop in Vlaanderen: enkele cijfers Waarmee rekening houden

Nadere informatie

U moet zich eveneens registreren bij het FAVV met opgave van alle FAVVactiviteiten per vestigingseenheid. Voor meer uitleg, zie p. 5 of 7.

U moet zich eveneens registreren bij het FAVV met opgave van alle FAVVactiviteiten per vestigingseenheid. Voor meer uitleg, zie p. 5 of 7. Sinds 30.06.2009 zijn de niet handelsondernemingen naar privaat recht wettelijk verplicht zich in te schrijven in de KBO. Landbouwers (zowel als natuurlijk persoon, rechtspersoon of als leden van een feitelijke

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) Model aanvraagformulier voor een registratie, een toelating en/of een erkenning

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) Model aanvraagformulier voor een registratie, een toelating en/of een erkenning Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) Model aanvraagformulier voor een registratie, een toelating en/of een erkenning I. AARD VAN DE AANVRAAG Deze aanvraag betreft: een registratie,

Nadere informatie

STAD RONSE - Reglement betreffende de uitbating van nachtwinkels, privaat bureaus voor telecommunicatie, club-vzw s en automatenshops

STAD RONSE - Reglement betreffende de uitbating van nachtwinkels, privaat bureaus voor telecommunicatie, club-vzw s en automatenshops STAD RONSE - Reglement betreffende de uitbating van nachtwinkels, privaat bureaus voor telecommunicatie, club-vzw s en automatenshops Artikel 1 Begripsomschrijving Voor de toepassing van dit reglement

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/EME/1136184

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/NDZ/1136184

Nadere informatie

VR DOC.1146/5

VR DOC.1146/5 VR 2016 2110 DOC.1146/5 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante

Nadere informatie

Aangeboden door Wouter Devloo tel 0484 187434 www.boekhouder.be B&A Advies bvba

Aangeboden door Wouter Devloo tel 0484 187434 www.boekhouder.be B&A Advies bvba cic Starten van een zaak : hoe zit het nu met kennis bedrijfsbeheer? Als u in België een eigen zaak willen opstarten, moet u over de nodige ondernemersvaardigheden beschikken. Sinds 1 januari 1999 moet

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/EME/1136184

Nadere informatie

VR DOC.0360/2

VR DOC.0360/2 VR 2017 2104 DOC.0360/2 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de wijziging van diverse bepalingen van het koninklijk besluit van 24 september 2006 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/EME/1136184

Nadere informatie

REGLEMENT INZAKE VESTIGINGS- EN UITBATINGVERGUNNING VOOR NACHTWINKELS

REGLEMENT INZAKE VESTIGINGS- EN UITBATINGVERGUNNING VOOR NACHTWINKELS dienst ruimtelijke ordening R E G L E M E N T Gemeenteraad van 28-11-2013 REGLEMENT INZAKE VESTIGINGS- EN UITBATINGVERGUNNING VOOR NACHTWINKELS HOOFDSTUK 1: BEGRIPPENKADER Artikel 1: defintities Voor de

Nadere informatie

Administrative bron. KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen. Algemene informatie

Administrative bron. KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen. Algemene informatie FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Administrative bron KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen Algemene informatie De Kruispuntbank van Ondernemingen is een register dat binnen de Federale Overheidsdienst

Nadere informatie

ONDERNEMINGSLOKET WIJZIGING RECHTSPERSOON

ONDERNEMINGSLOKET WIJZIGING RECHTSPERSOON ONDERNEMINGSLOKET WIJZIGING RECHTSPERSOON (IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN) VOORAFGAANDE INFORMATIE De aanvraag wordt ingevuld door: (het vakje aankruisen) het orgaan van de vennootschap (gedelegeerd

Nadere informatie

Reglement voor het bekomen van een horeca-attest bij de uitbating van horecazaken

Reglement voor het bekomen van een horeca-attest bij de uitbating van horecazaken Reglement voor het bekomen van een horeca-attest bij de uitbating van horecazaken Goedgekeurd in de gemeenteraad van 25 juni 2018 Bekendgemaakt op 28 juni 2018 Inhoudstafel Hoofdstuk I. Algemene bepalingen...

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/NDZ/1136184

Nadere informatie

Korte Keten verkoop in de land- en tuinbouw in Vlaanderen. Gits 24 oktober 2017 Bart Thoelen

Korte Keten verkoop in de land- en tuinbouw in Vlaanderen. Gits 24 oktober 2017 Bart Thoelen Korte Keten verkoop in de land- en tuinbouw in Vlaanderen Gits 24 oktober 2017 Bart Thoelen Inhoud 1. Wat is het Steunpunt Hoeveproducten? 2. Wat is korte keten in Vlaanderen? cijfers & trends 3. Hoe start

Nadere informatie

4. DE VEREISTE MACHTIGING OM EEN AMBULANTE HANDELSAC- TIVITEIT UIT TE OEFENEN: DE LEURKAART

4. DE VEREISTE MACHTIGING OM EEN AMBULANTE HANDELSAC- TIVITEIT UIT TE OEFENEN: DE LEURKAART Hierbij dient opgemerkt te worden dat ook andere wetgevingen met betrekking tot specifieke producten of diensten de verkoop van deze producten of diensten via ambulante handel kunnen verbieden. 4. DE VEREISTE

Nadere informatie

STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 3 HOEVEVLEES VERKOOP EN VERWERKING

STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW. Deel 3 HOEVEVLEES VERKOOP EN VERWERKING STARTERSMAP THUISVERKOOP IN DE LAND- EN TUINBOUW Deel 3 HOEVEVLEES VERKOOP EN VERWERKING November 2012 2 Voorwoord: Je kan als vleesveehouder een bijkomend inkomen verwerven door te starten met de rechtstreekse

Nadere informatie

Aanvraag om toegang tot de gegevens van de Kruispuntbank van Ondernemingen en tot de applicatie «Ambulante en kermisactiviteiten»

Aanvraag om toegang tot de gegevens van de Kruispuntbank van Ondernemingen en tot de applicatie «Ambulante en kermisactiviteiten» Formulier ingevuld terug te sturen naar de Beheersdienst van de Kruispuntbank van Ondernemingen, Koning Albert IIlaan 16, 1000 Brussel of helpdesk.kbo@economie.fgov.be Helpdesk Tel. : 02/277 64 00 E-mail

Nadere informatie

FAQ Bijdrages FAVV voor landbouwers

FAQ Bijdrages FAVV voor landbouwers FAQ Bijdrages FAVV voor landbouwers 1. Wat zijn de heffingen van het FAVV? De heffingen worden jaarlijks geïnd in de sectoren die actief zijn binnen de voedselketen of waarbij het FAVV controleopdrachten

Nadere informatie

Gemeentelijk reglement op de ambulante activiteiten op het openbaar domein buiten de openbare markten: vaststelling

Gemeentelijk reglement op de ambulante activiteiten op het openbaar domein buiten de openbare markten: vaststelling Gemeentelijk reglement op de ambulante activiteiten op het openbaar domein buiten de openbare markten: vaststelling DE RAAD, Overwegende dat het aangewezen is om organisatie van de ambulante activiteiten

Nadere informatie

meldings- en vergunningsplicht

meldings- en vergunningsplicht meldings- en vergunningsplicht gemeentelijke stedenbouwkundige verordening de panne juni 2014 definitief ontwerp 2 Verwijderd: maart Inhoud Doel van deze verordening... - 3 - Leeswijzer... - 4 - DEEL I

Nadere informatie

Ambulante en kermisactiviteiten: de nieuwe regelgeving 1

Ambulante en kermisactiviteiten: de nieuwe regelgeving 1 INFOSESSIE OVER DE ONDERNEMINGSLOKETTEN Ambulante en kermisactiviteiten: de nieuwe regelgeving 1 Vincent Ramelot, Adviseur bij de VSGB I. Wat schrijft de wet voor? Wettelijke en reglementaire bepalingen:

Nadere informatie

In dit hoofdstuk gaan wij op zoek naar de verschillende vergunningen die nodig zijn voor de opstart van een kapsalon.

In dit hoofdstuk gaan wij op zoek naar de verschillende vergunningen die nodig zijn voor de opstart van een kapsalon. 12. Vergunningen. In dit hoofdstuk gaan wij op zoek naar de verschillende vergunningen die nodig zijn voor de opstart van een kapsalon. Er zijn 3 type vergunningen : 1. Stedebouwkundige vergunning (bouwvergunning)

Nadere informatie

Een sociaaleconomische vergunning aanvragen

Een sociaaleconomische vergunning aanvragen Een sociaaleconomische vergunning aanvragen EDITIE: september 2015 Bedrijvenloket stad Antwerpen 2 Inhoud 1 Wetgeving... 3 2 Aanvraagprocedure... 3 2.1. Het aanvraagdossier... 3 2.2. De behandeling...

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid artikel 15; SCSZ/06/025 1 BERAADSLAGING NR. 06/010 VAN 14 FEBRUARI 2006 MET BETREKKING TOT DE RAADPLEGING VAN HET PERSONEELSBESTAND DOOR DE DIENST ONDERNEMINGSLOKETTEN VAN DE ALGEMENE DIRECTIE KMO-BELEID VAN DE FEDERALE

Nadere informatie

N Versoepeling A2 Brussel, 29 april 2015 MH/EDJ/AS ADVIES. over

N Versoepeling A2 Brussel, 29 april 2015 MH/EDJ/AS ADVIES. over N Versoepeling A2 Brussel, 29 april 2015 MH/EDJ/AS 726-2015 ADVIES over ARTIKEL 4 VAN HET MINISTERIEEL BESLUIT VAN 22 MAART 2013 BETREFFENDE DE VERSOEPELING VAN DE TOEPASSINGSMODALITEITEN VAN DE AUTOCONTROLE

Nadere informatie

Onderstaande overgangsmaatregelen gelden voor personen werkzaam in de landbouwsector (incl. loonwerk/loonsproeien).

Onderstaande overgangsmaatregelen gelden voor personen werkzaam in de landbouwsector (incl. loonwerk/loonsproeien). Onderstaande overgangsmaatregelen gelden voor personen werkzaam in de landbouwsector (incl. loonwerk/loonsproeien). De aanvrager moet de overgangsmaatregel van toepassing selecteren in stap 2 van het online/schriftelijk

Nadere informatie

INSCHRIJVING RECHTSPERSOON

INSCHRIJVING RECHTSPERSOON ONDERNEMINGSLOKET INSCHRIJVING RECHTSPERSOON (IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN) VOORAFGAANDE INFORMATIE De aanvraag wordt ingevuld door: (het vakje aankruisen) het orgaan van de vennootschap (gedelegeerd

Nadere informatie

INSCHRIJVING IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN HANDELSONDERNEMING

INSCHRIJVING IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN HANDELSONDERNEMING INSCHRIJVING IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN HANDELSONDERNEMING 1. ALGEMENE INFORMATIE ONDERNEMINGSTYPE: NATUURLIJK PERSOON RECHTSPERSOON BEGINDATUM VAN DE ACTIVITEIT:... /... /... 2. GEGEVENS VAN

Nadere informatie

FAVV activiteiten. Valérie Van Roy Cel Erkenningen AER DG Controle. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

FAVV activiteiten. Valérie Van Roy Cel Erkenningen AER DG Controle. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAVV activiteiten Valérie Van Roy Cel Erkenningen AER DG Controle Agenda Cel «AER» Registratie operatoren Nomenclatuur NACE-BEL Nomenclatuur FAVV

Nadere informatie

WIJZIGING IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN HANDELSONDERNEMING

WIJZIGING IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN HANDELSONDERNEMING WIJZIGING IN DE KRUISPUNTBANK VAN ONDERNEMINGEN HANDELSONDERNEMING 1. ALGEMENE INFORMATIE ONDERNEMINGSTYPE: NATUURLIJK PERSOON RECHTSPERSOON 2. GEGEVENS VAN DE KLANT ONDERNEMINGSNUMMER:... NATUURLIJK PERSOON

Nadere informatie

FAQ FAVV - bijdragen voor landbouwers

FAQ FAVV - bijdragen voor landbouwers FAQ FAVV - bijdragen voor landbouwers 1. Wat zijn de heffingen van het FAVV? De heffingen worden jaarlijks geïnd in de sectoren die actief zijn binnen de voedselketen of waarbij het FAVV controleopdrachten

Nadere informatie

Teneinde de diversiteit van het aanbod te waarborgen is het aantal standplaatsen per onderneming beperkt tot één per artikel.

Teneinde de diversiteit van het aanbod te waarborgen is het aantal standplaatsen per onderneming beperkt tot één per artikel. Markreglement Afdeling 1: Organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten Artikel 1 Gegevens van openbare markten (wet art. 8 2) De gemeente richt op het openbaar domein volgende openbare

Nadere informatie

Zijn kermisattracties met voortbeweging van personen aangedreven door een nietmenselijke

Zijn kermisattracties met voortbeweging van personen aangedreven door een nietmenselijke Kermisattracties 1. Definitie Een kermisactiviteit heeft betrekking op de verkoop, te koop aanbieding of uitstalling met het oog op de verkoop van diensten in het kader van een uitbating van kermisattracties

Nadere informatie

KBO - PUBLIC SEARCH OP ACTIEVE ONDERNEMINGEN

KBO - PUBLIC SEARCH OP ACTIEVE ONDERNEMINGEN KBO-PUB-NL006-060327 Pagina 1 van 13 KBO - PUBLIC SEARCH OP ACTIEVE ONDERNEMINGEN Aanvraag voor de invoering van gegevens van een ontbrekende onderneming en vestigingseenheid rechtspersoon KBO-PUB-NL006

Nadere informatie

DEPARTEMENT RUIMTELIJKE PLANNING, MOBILITEIT EN OPENBAAR DOMEIN. Bouwen of verbouwen met een stedenbouwkundige vergunning. Een handig stappenplan

DEPARTEMENT RUIMTELIJKE PLANNING, MOBILITEIT EN OPENBAAR DOMEIN. Bouwen of verbouwen met een stedenbouwkundige vergunning. Een handig stappenplan DEPARTEMENT RUIMTELIJKE PLANNING, MOBILITEIT EN OPENBAAR DOMEIN Bouwen of verbouwen met een stedenbouwkundige vergunning Een handig stappenplan U GAAT (VER)BOUWEN Als u gaat (ver)bouwen, moet u met heel

Nadere informatie

HERWAARDERINGSPLAN BESCHERMD DORPSGEZICHT MARKT MARKT/AALTERSTRAAT/ A. RODENBACHSTRAAT/KASTEELSTRAAT

HERWAARDERINGSPLAN BESCHERMD DORPSGEZICHT MARKT MARKT/AALTERSTRAAT/ A. RODENBACHSTRAAT/KASTEELSTRAAT HERWAARDERINGSPLAN BESCHERMD DORPSGEZICHT MARKT MARKT/AALTERSTRAAT/ A. RODENBACHSTRAAT/KASTEELSTRAAT WOORD VOORAF Op 7 juni 2013 keurde Vlaams Minister van Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois het herwaarderingsplan

Nadere informatie

Markten en kermissen Een feest voor de lokale gemeenschap, maar hoe orde op zaken houden? Mechelen, 26 mei 2016 Saskia Baele

Markten en kermissen Een feest voor de lokale gemeenschap, maar hoe orde op zaken houden? Mechelen, 26 mei 2016 Saskia Baele Markten en kermissen Een feest voor de lokale gemeenschap, maar hoe orde op zaken houden? Mechelen, 26 mei 2016 Saskia Baele Handhaving Doen naleven van wetten en regels Controle door politie, justitie

Nadere informatie

Aanvraagformulier tot certificatie van een kassasysteem als onderdeel van een geregistreerd kassasysteem

Aanvraagformulier tot certificatie van een kassasysteem als onderdeel van een geregistreerd kassasysteem Via dit aanvraagformulier verzamelt de Federale Overheidsdienst Financiën (FOD Financiën) de gegevens die noodzakelijk zijn om de certificatieprocedure uit te voeren van een kassasysteem als onderdeel

Nadere informatie

Aanvraag om tussenkomst van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF)

Aanvraag om tussenkomst van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) Aanvraag om tussenkomst van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) Agentschap voor Landbouw en Visserij Afdeling Structuur en Investeringen Ellipsgebouw (4 de verdieping) Koning Albert II-laan 35

Nadere informatie

STEUNPUNT HOEVEPRODUCTEN

STEUNPUNT HOEVEPRODUCTEN QUICK-WIN-PROJECT: HANDLEIDING INRICHTING VAN EEN VERWERKINGS- EN WINKELRUIMTE VOOR HOEVEPRODUCENTEN STEUNPUNT HOEVEPRODUCTEN 1 JAN 2012 31 DEC 2012 Aanvrager: KVLV vzw Steunpunt Hoeveproducten Remylaan

Nadere informatie

Korte Keten verkoop van vlees Regels en mogelijkheden. Ann Detelder Coördinator Steunpunt Hoeveproducten

Korte Keten verkoop van vlees Regels en mogelijkheden. Ann Detelder Coördinator Steunpunt Hoeveproducten Korte Keten verkoop van vlees Regels en mogelijkheden Ann Detelder Coördinator Steunpunt Hoeveproducten adetelder@ons.be Inhoud I. Voorstelling van het Steunpunt Hoeveproducten II. KK in Vlaanderen III.Starten

Nadere informatie

Reglement Starterscontract

Reglement Starterscontract 1 Reglement Starterscontract Artikel 1 - Situering De Stad Geraardsbergen, zijnde het College van Burgemeester en Schepenen, kan onder de voorwaarden bepaald in dit reglement, een ondersteuning toekennen

Nadere informatie

Subsidiereglement Bedrijf en buurt

Subsidiereglement Bedrijf en buurt Subsidiereglement Bedrijf en buurt Goedgekeurd in de gemeenteraad van 26 oktober 2009 Bekendgemaakt op 29 oktober 2009 Artikel 1 - Doel van de subsidie De Stad Gent wil als lokale overheid een impuls geven

Nadere informatie

ONGESCHIKTHEID ONBEWOONBAARHEID

ONGESCHIKTHEID ONBEWOONBAARHEID ONGESCHIKTHEID ONBEWOONBAARHEID V.U.: Agentschap Wonen-Vlaanderen, Koning Albert II-laan 20 bus 7, 1000 Brussel Vormgeving: Lien Van Cromphaut D/2009/3241/318 4 Inhoud Wat is een woning? 6 Wanneer is een

Nadere informatie

OFFICIEUS GECOORDINEERDE VERSIE

OFFICIEUS GECOORDINEERDE VERSIE OFFICIEUS GECOORDINEERDE VERSIE DOOR HET AGENTSCHAP INNOVEREN & ONDERNEMEN 24 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante activiteiten Inhoudstafel Tekst

Nadere informatie

Aanvraagformulier tot certificatie van een Fiscale Data Module als onderdeel van een geregistreerd kassasysteem

Aanvraagformulier tot certificatie van een Fiscale Data Module als onderdeel van een geregistreerd kassasysteem Via dit aanvraagformulier verzamelt de Federale Overheidsdienst Financiën (FOD Financiën) de gegevens die noodzakelijk zijn om de certificatieprocedure uit te voeren van een Fiscale Data Module, zoals

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW 27 NOVEMBER 1998. - Koninklijk besluit betreffende normen voor de energie-efficiëntie van huishoudelijke

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15; SCSZ/07/043 1 BERAADSLAGING NR. 07/015 VAN 27 MAART 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE GEDETACHEERDE WERKNEMERS, ZELFSTANDIGEN EN STAGIAIRS AAN DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE

Nadere informatie

REGELMENT MET BETREKKING TOT AMBULANTE HANDEL

REGELMENT MET BETREKKING TOT AMBULANTE HANDEL REGELMENT MET BETREKKING TOT AMBULANTE HANDEL INHOUD A. ALGEMENE BEPALINGEN 3 B. AANVRAAG VOOR STANDPLAATSEN 3 C. TOEWIJZINGSREGELS VOOR STANDPLAATSEN 3 D. UITBATING TIJDENS DE AMBULANTE HANDEL 4 E. SLOTBEPALINGEN

Nadere informatie

Starten met een zelfstandige activiteit in bijberoep

Starten met een zelfstandige activiteit in bijberoep Starten met een zelfstandige activiteit in bijberoep - CARBOFISC BVBA BOEKHOUD- EN FISCAAL ADVIESKANTOOR Starten met een zelfstandige activiteit in bijberoep Oftewel loontrekkende Oftewel zelfstandige

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N BEROEPSREGL - Onthaalouders A08 Brussel, 25.06.2009 MH/BL/LC A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE UITSLUITING VAN DE BEROEPSACTIVITEIT

Nadere informatie

Reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein

Reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein Reglement Reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein Vastgesteld door de gemeenteraad op 19 december 2007 AFDELING 1 : Organisatie van ambulante

Nadere informatie

FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel

FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel PB 07 FAQ (G-014) REV 1 2009-1/8 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids Autocontrole: aardappelen, groenten, fruit verwerkende industrie en handel Van toepassing vanaf: 15-04-2011

Nadere informatie

Naam: Nationaal Nummer: Adres / Maatschappelijke zetel: Kantoor Securex: Boekhoudkantoor:

Naam: Nationaal Nummer: Adres / Maatschappelijke zetel: Kantoor Securex: Boekhoudkantoor: Naam: Nationaal Nummer: Adres / Maatschappelijke zetel: Tel: Fax: E-mail: Exploitatiezetel(s): Activiteit: Kantoor Securex: Boekhoudkantoor: Starten Volmacht Securex Ondernemingsloket go-start Indien boekhoudkantoor:

Nadere informatie

U vindt hieronder een algemene herhaling van de bovenvermelde reglementering :

U vindt hieronder een algemene herhaling van de bovenvermelde reglementering : , 28 februari 2014 E5 Reglementering betreffende ambulante en kermisactiviteiten Mevrouw de burgemeester, Mijnheer de burgemeester, E5/2014/000952 Ik werd gecontacteerd door verschillende Beroepsfederaties

Nadere informatie

Vak bestemd voor administratie. 1. Welke toelage wenst u aan te vragen? 2. Gegevens indien aanvrager natuurlijk persoon

Vak bestemd voor administratie. 1. Welke toelage wenst u aan te vragen? 2. Gegevens indien aanvrager natuurlijk persoon Vak bestemd voor administratie Dossiernummer:... Aanvraag:... Aanvraagformulier toelage renovatie handelspanden Met dit formulier dient u een aanvraag in voor het verkrijgen van een toelage voor de renovatie

Nadere informatie

Hoe kan ik een melding indienen?

Hoe kan ik een melding indienen? Waarom een stedenbouwkundige vergunning? Hoe kan ik een eenvoudig dossier indienen? Hoe kan ik een melding indienen? Wat is de procedure van een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning? Met welke termijnen

Nadere informatie

Informatiepakket. over het gebruik van de kmo-portefeuille. door uw Vlaamse kmo-klanten

Informatiepakket. over het gebruik van de kmo-portefeuille. door uw Vlaamse kmo-klanten Informatiepakket over het gebruik van de kmo-portefeuille door uw Vlaamse kmo-klanten 1. INLEIDING 3 1.1. WAARTOE DIENT DEZE GIDS? 3 1.2. WAT IS DE KMO-PORTEFEUILLE? 4 1.3. WIE KOMT IN AANMERKING? 4 1.4.

Nadere informatie

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking?

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking? FAQ 1. Waaruit bestaat de Europese Verordening 183/2005? Deze nieuwe Verordening bepaalt de voorschriften voor diervoederhygiëne. Alle verschillende activiteiten in de diervoederketen worden onderverdeeld

Nadere informatie

Aanvraag VERGUNNING. Mobiliteitsbedrijf Sint-Michielsplein 9 9000 Gent Tel.: 09/266.28.00 Fax: 09/266.28.99

Aanvraag VERGUNNING. Mobiliteitsbedrijf Sint-Michielsplein 9 9000 Gent Tel.: 09/266.28.00 Fax: 09/266.28.99 Mobiliteitsbedrijf Sint-Michielsplein 9 9000 Gent Tel.: 09/266.28.00 Fax: 09/266.28.99 De Bruyne Lenore (09/266.28.66) Vanhauwaert Annika (09/266.28.33) Aanvraag VERGUNNING Oktober 2014 1 2 Afsprakenregeling

Nadere informatie

Artikel 3. Sluitingsuren van nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie

Artikel 3. Sluitingsuren van nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie Artikel 1. Begripsomschrijving Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: uitbater: de natuurlijke persoon of personen, de feitelijke vereniging of de rechtspersoon ongeacht hun eventuele

Nadere informatie

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 VLAREM-03-140917 In te vullen door de behandelende afdeling dossiernummer indieningsdatum Waarvoor dient dit formulier?

Nadere informatie

VR 2016 DOC.0943/1BIS

VR 2016 DOC.0943/1BIS VR 2016 DOC.0943/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling Vlaamse Regering over het ontwerp

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZG/16/063 BERAADSLAGING NR 11/057 VAN 6 SEPTEMBER 2011, GEWIJZIGD OP 5 APRIL 2016, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING

Nadere informatie

QUICK-WIN-PROJECT: STARTERSMAP HOEVEVLEES STEUNPUNT HOEVEPRODUCTEN

QUICK-WIN-PROJECT: STARTERSMAP HOEVEVLEES STEUNPUNT HOEVEPRODUCTEN Positief: - methodiek (trechtergerichte methode is goed) - tijdsgebonden - goede begeleiding - met mensen uit verschillende organisaties samenzitten Negatief: - methodiek van werken met fiches nuttig?

Nadere informatie

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3

Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Melding van de exploitatie of verandering van een inrichting van uitsluitend klasse 3 Aan het college van burgemeester en schepenen VLAREM-03-140917 In te vullen door de behandelende afdeling dossiernummer

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 - Organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten

HOOFDSTUK 1 - Organisatie van ambulante activiteiten op de openbare markten Reglement met betrekking tot ambulante activiteiten op de openbare markten en op het openbaar domein gemeenteraad van 20 februari 2017 HOOFDSTUK 1 - Organisatie van ambulante activiteiten op de openbare

Nadere informatie

GEMEENTE SINT-JANS-MOLENBEEK REGLEMENT BETREFFENDE DE PRIVATE TELECOMMUNICATIEBUREAUS EN DE NACHTWINKELS

GEMEENTE SINT-JANS-MOLENBEEK REGLEMENT BETREFFENDE DE PRIVATE TELECOMMUNICATIEBUREAUS EN DE NACHTWINKELS GEMEENTE SINT-JANS-MOLENBEEK REGLEMENT BETREFFENDE DE PRIVATE TELECOMMUNICATIEBUREAUS EN DE NACHTWINKELS Hoofdstuk I. De vestiging van een nachtwinkel of een privaat bureau voor telecommunicatie Art. 1.

Nadere informatie

FAQ Feestvuurwerk Het pyrotechnisch artikel De handelaar De consument

FAQ Feestvuurwerk Het pyrotechnisch artikel De handelaar De consument FAQ Feestvuurwerk Het pyrotechnisch artikel... 2 1. Wat is een pyrotechnisch artikel?... 2 2. Welke pyrotechnische artikelen vallen niet onder het koninklijk besluit van 20 oktober 2015?... 2 De handelaar...

Nadere informatie

Melding van handelingen in of aan gebouwen met toepassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening

Melding van handelingen in of aan gebouwen met toepassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Bijlage I Formulier I Melding van handelingen in of aan gebouwen met toepassing van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Vlaams Ministerie van Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed RWO-01-100330

Nadere informatie

1. Eenmanszaak versus vennootschap

1. Eenmanszaak versus vennootschap 1. Eenmanszaak versus vennootschap L E E R D O E L S T E L L I N G E N Je kan - enkele belangrijke voor- en nadelen van zelfstandig ondernemen versus ondernemen via vennootschappen opzoeken en toelichten

Nadere informatie

Persoonlijke gegevens. In te vullen door de behandelende afdeling

Persoonlijke gegevens. In te vullen door de behandelende afdeling In te vullen door de behandelende afdeling Wie komt in aanmerking voor een tegemoetkoming? U kunt in aanmerking komen voor een tegemoetkoming als u en uw eventuele partner meerderjarig zijn en voor eigen

Nadere informatie

Aanvraag van een planologisch attest

Aanvraag van een planologisch attest Bijlage I Model I Aanvraag van een planologisch attest AFDELINGSCODE- (Vul hier het adres in van de gedelegeerd planologisch ambtenaar) In te vullen door de behandelende afdeling ontvangstdatum Bezorg

Nadere informatie

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen.

Wet van 2 oktober 2017 vergunning voor het exploiteren van een onderneming voor camerasystemen. Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Veiligheid en Preventie Directie Private Veiligheid Aan de ondernemingen voor camerasystemen Uw contactpersoon T Uw referentie Bijlagen 02

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 15 februari 2005 betreffende de uitoefening van het beroep van erkend boekhouder en erkend boekhouder-fiscalist in het kader van een rechtspersoon Bron : Koninklijk besluit van 15

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de erkenning in het kader van de handelsnormen groenten en fruit

Omzendbrief met betrekking tot de erkenning in het kader van de handelsnormen groenten en fruit Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de erkenning in het kader van de handelsnormen groenten en fruit Referentie PCCB/S1/LSW/1352788 Datum 03/03/2016

Nadere informatie

U NI Z O E - C O M M E R C E L A B E L

U NI Z O E - C O M M E R C E L A B E L R EGLEMENT U NI Z O E - C O M M E R C E L A B E L Teneinde handelaars te stimuleren een veilige en klantvriendelijke webwinkel te ontwikkelen, heeft UNIZO het e-commerce label ontwikkeld (het UNIZO e-commerce

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen AANGIFTE PRODUCTIE HOEVEPOOTGOED (Indienen bij de Provinciale controle-eenheid vóór 31 mei, latere wijzigingen vóór 15 februari) I.A. Naam: (van de vestigingseenheid): Adres: VAK I. Identificatie vermeerderaar

Nadere informatie

Aanvraagformulier tot tegemoetkoming voor de loonkosten en/of voor kosten voor diensten voor de individuele huisarts

Aanvraagformulier tot tegemoetkoming voor de loonkosten en/of voor kosten voor diensten voor de individuele huisarts Aanvraagformulier tot tegemoetkoming voor de loonkosten en/of voor kosten voor diensten voor de individuele huisarts Dit formulier moet opgestuurd worden naar het Participatiefonds en dat uiterlijk op

Nadere informatie

FAQ - veel gestelde vragen

FAQ - veel gestelde vragen FAQ - veel gestelde vragen 1. Wanneer is de wetgeving van toepassing? Kan het ruilen van goederen een ambulante activiteit zijn? Is het uitdelen van folders een ambulante activiteit? Is de levering van

Nadere informatie

KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen

KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Administrative bron : Kruispuntbank van Ondernemingen Algemene informatie De Kruispuntbank van Ondernemingen is een register dat binnen de Federale Overheidsdienst

Nadere informatie

Registratie buitenlandse onderneming in KBO. Infosessie Vlaamse Overheid 29 november 2016

Registratie buitenlandse onderneming in KBO. Infosessie Vlaamse Overheid 29 november 2016 Registratie buitenlandse onderneming in KBO Infosessie Vlaamse Overheid 29 november 2016 KBO (Kruispuntbank van Ondernemingen) 1. Inhoud 2. Procedure registratie BO (en VVZRL) 3. Toelatingsaanvraag KBO

Nadere informatie

Mijn assistent is een zelfstandige. Persoonlijke assistenten die werken als zelfstandige in het kader van PAB.

Mijn assistent is een zelfstandige. Persoonlijke assistenten die werken als zelfstandige in het kader van PAB. Mijn assistent is een zelfstandige Persoonlijke assistenten die werken als zelfstandige in het kader van PAB. Laatste wijziging 25 oktober 2012 1. Welke overeenkomst? Aannemingsovereenkomst met een zelfstandig

Nadere informatie

Administrative bron. KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen. Algemene informatie

Administrative bron. KBO : Kruispuntbank van Ondernemingen. Algemene informatie Metadata Administrative bron : Kruispuntbank van Ondernemingen Algemene informatie De Kruispuntbank van Ondernemingen is een register dat binnen de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand

Nadere informatie

Hoofdstuk I : Toepassingsgebied en definities

Hoofdstuk I : Toepassingsgebied en definities Reglement tot vaststelling van de openingsuren voor nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie en tot het bekomen van een vestigingsen uitbatingsvergunning Inhoud Hoofdstuk I : Toepassingsgebied

Nadere informatie

7.6 Bereiding en verpakking van aardappelen

7.6 Bereiding en verpakking van aardappelen 7.6 Bereiding en verpakking van aardappelen A. Eisen in verband met de installaties waarover aardappelenbereiders (en verpakkers) moeten beschikken De bereider van aardappelen dient persoonlijk te beschikken

Nadere informatie

We hopen hiermee uw vertrouwen te bevestigen en onze samenwerking ook in 2009 te bestendigen!

We hopen hiermee uw vertrouwen te bevestigen en onze samenwerking ook in 2009 te bestendigen! InfoFlash januari 2009 Acerta Ondernemingsloket krijgt als enige Ondernemingsloket het 5-sterren kwaliteitslabel vanwege de overheid! Acerta draagt kwaliteit hoog in het vaandel. Het is één van de strategische

Nadere informatie

I. IDENTITEIT. 1. IDENTITEIT VAN DE AANVRAGER (groepering) A. RECHTSPERSOON B. FEITELIJKE VERENIGING

I. IDENTITEIT. 1. IDENTITEIT VAN DE AANVRAGER (groepering) A. RECHTSPERSOON B. FEITELIJKE VERENIGING Aanvraagformulier voor tegemoetkoming voor de loonkosten en/of voor de kosten voor diensten voor twee of meerdere artsen die deel uitmaken van een groepering Dit formulier moet opgestuurd worden naar het

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2010/0033 van 20 oktober 2010 in de zaak 2010/0309/A/3/0291 In zake:... bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert AMPE kantoor houdende te 8400

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen.

Omzendbrief met betrekking tot materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen. Referentie PCCB/S3/CDP/5200333 Datum

Nadere informatie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. 23.06.2017 16 MAART 2009 Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de toelating tot het luchtverkeer aan bepaalde luchtvaartuigen die niet beschikken over een bewijs van luchtwaardigheid

Nadere informatie

Procedure voor de afwijkingen - Vaak gestelde vragen over de afwijkingen

Procedure voor de afwijkingen - Vaak gestelde vragen over de afwijkingen Procedure voor de afwijkingen - Vaak gestelde vragen over de afwijkingen Inleiding De federale overheid is onder meer bevoegd voor de voorschriften van het Koninklijk besluit van van 7 juli 1994 (tot vaststelling

Nadere informatie