Veilig in Staphorst. Evenementenbeleid. vastgesteld op 22 april door de Burgemeester en het College van B&W van de gemeente Staphorst

Transcriptie

1 Veilig in Staphorst Evenementenbeleid vastgesteld op 22 april 2008 door de Burgemeester en het College van B&W van de gemeente Staphorst

2 Inhoud Hoofdstuk 1: Inleiding Inleiding Doel evenementenbeleid Partners Definitie evenement 5 Hoofdstuk 2: Wet en Regelgeving Algemeen Plaatselijke Verordening Brandbeveiligingsverordening Drank- en Horecawet Wegenverkeerswet 8 Hoofdstuk 3: Evenementen in Staphorst Inventarisatie evenementen 2006/ Evenementen Evenementen A-, B-, C- evenementen Indeling in categorieën Indelingscriteria Jaarlijks terugkerende evenementen Overwegingen bij het stellen van voorschriften en bij weigering Weigeren vergunning Overwegingen Beleidsregels voor evenementen 16 Hoofdstuk 4: Vergunningverlening Aanvraag en verlening vergunning Proces aanvraag vergunning A-evenement Proces aanvraag vergunning B-evenement 21 Hoofdstuk 5: Toezicht en Handhaving Toezicht Handhaving 23 Bijlagen: 1 Overzicht evenementen Overzicht evenementen Voorschriften voor straat- of buurtbarbecue 28 2

3 1. Inleiding 1.1 Inleiding In de gemeente Staphorst worden elk jaar tal van evenementen georganiseerd. Dit zorgt voor veel activiteit en levendigheid in de gemeente. Bovendien zijn veel inwoners, ondernemers en verenigingen actief betrokken bij het organiseren van de evenementen. De evenementen zijn vaak gerelateerd aan sport, cultuur en ontspanning/vrije tijd. Om een aantal redenen is het belangrijk dat deze evenementen goed worden georganiseerd: 1. Aard, omvang en locatie van het evenement kunnen voor een deel van de inwoners van Staphorst overlast 1 met zich mee brengen. Hoewel een bepaalde mate van activiteit en levendigheid in de directe woonomgeving vanzelfsprekend is, moet de situatie voor zowel deelnemers als omwonenden van een evenement acceptabel zijn. Een goede organisatie kan hiertoe bijdragen. 2. Evenementen moeten voldoen aan verschillende wet- en regelgeving. Deze regels zijn er niet voor niets, ze hebben een bepaald doel: bescherming van gezondheid, veiligheid en milieu. 3. De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in de gemeente. Vanuit die verantwoordelijkheid ziet hij er op toe dat een evenement de openbare orde en veiligheid niet in gevaar brengt en dat bij een calamiteit de hulpdiensten hun werk goed kunnen doen en er geen onnodige risico s ontstaan. Uiteraard hebben de organisatoren van een evenement ook belang bij een goede voorbereiding en goed verloop van het evenement. De organisatie is gebaat bij het beperken van klachten in de omgeving en tevredenheid van de deelnemers of het publiek Doel evenementenbeleid Veel evenementen hebben al een jarenlange traditie en staan elk jaar weer op het programma. Over het algemeen verlopen de evenementen naar tevredenheid. Wel is door de gemeente, maar ook door betrokken partners, geconstateerd dat het proces van vergunningverlening en de voorschriften die daarbij worden gesteld niet altijd voorspelbaar, weloverwogen en nauwkeurig gebeurt. Er bestaat dus behoefte aan duidelijkheid voor alle betrokkenen bij het proces van vergunningverlening voor evenementen op het gebied van beleid, toezicht en handhaving. Dit in het belang van de gemeente, de partners (zie punt 1.3) en de deelnemers/bezoekers. Daarom is er sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Met het evenementenbeleid is een goede basis gelegd om in de komende jaren consequent beleid te voeren omtrent evenementen. Het is van belang te realiseren dat dit evenementenbeleid niet het sluitstuk, maar meer het beginpunt is van een (jaren)lang proces. Periodieke evaluatie van het beleid is dan ook van belang. Dit zal er toe bijdragen dat in de toekomst een evenwichtig evenementenbeleid tot stand komt. Doel In het evenementenbeleid staat omschreven welk beleid de gemeente hanteert bij het verlenen van vergunningen voor evenementen en hoe vergunningverlening, toezicht en handhaving is geregeld. Hiermee wordt gestreefd naar tevredenheid van deelnemers en omgeving over de evenementen en het beperken van risico s op het gebied van openbare orde, veiligheid, volksgezondheid en milieu. 1 Overlast is een subjectief begrip: de één ervaart meer en eerder overlast dan de ander. Door middel van dit beleidsplan wordt geprobeerd hieraan objectiveerbare criteria te verbinden. Het spreekt voor zich dat dit niet altijd mogelijk is. Het is daarom belangrijk om met elkaar hierover in gesprek te blijven. 3

4 1.3 Partners Hiervoor is al aangegeven dat verschillende partijen belang hebben bij een goede organisatie van evenementen. Toch zijn de achterliggende belangen verschillend. De gemeente De gemeente heeft een verantwoordelijkheid voor de uitvoering van en het toezicht op wet- en regelgeving. De burgemeester is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. Bij het opstellen van beleid moet de gemeente met verschillende groepen in de gemeenschap rekening houden. De organisatoren van evenementen De organisatoren willen, meestal met veel enthousiasme, een gezellig evenement organiseren, dat met name voor de deelnemers/het publiek goed verloopt. Zij behoren daarbij ook rekening te houden met de omgeving. De organisatoren zijn gebaat bij een snelle afhandeling van de vergunningverlening, maar ook bij een transparante en gelijke handelswijze in dat proces. De inwoners/omwonenden De omwonenden hebben belang bij een rustige woonomgeving. Een beperking van de geluidsoverlast, het tijdig stoppen van het evenement en het voorkomen van vernielingen zijn daarbij van belang. Het gedrag van het publiek speelt hierbij een rol. De politie De politie heeft als taak de openbare orde en veiligheid te bewaken. De politie heeft er belang bij dat er bijvoorbeeld geen geweld en andere incidenten plaats vinden en dat het verkeer en parkeren geen problemen oplevert. De politie is er bij gebaat dat er van tevoren duidelijkheid is over waar en wanneer het evenement plaats vindt, hoeveel personen er worden verwacht en wie het organiseert om zo bij een calamiteit snel ter plaatse te zijn en goed te kunnen optreden. Contact met de (beveiliging van de) organisatie is daarbij van belang. De brandweer/geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) Deze hulpdiensten hebben een preventieve en repressieve taak. Zij hebben belang bij een veilige locatie (terrein/tent) van het evenement die voldoet aan de eisen, zodat calamiteiten zoveel mogelijk worden voorkomen. Voor hen is het belangrijk om van te voren genoeg informatie te hebben om bij een calamiteit effectief te kunnen optreden. Hetzelfde geldt voor de GHOR: de ambulances moeten goed doorgang hebben naar het evenemententerrein/de locatie en daarom van te voren geïnformeerd worden. Tevens stelt de GHOR eisen ten aanzien van volksgezondheid en milieu. Partners Gemeente Organisatoren Inwoners/omwonenden Politie Brandweer en GHOR 4

5 1.4 Definitie Evenement Het is niet eenvoudig om te komen tot een eenduidige definitie van een evenement. De Algemeen Plaatselijke Verordening verschaft hierover duidelijkheid. Algemeen Plaatselijke Verordening In de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Staphorst is in artikel de volgende begripsomschrijving opgenomen: Onder een evenement wordt verstaan: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak. Hiervan uitgezonderd zijn: Bioscoopvoorstellingen; Markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel van de APV; Kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen; Het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen; Betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties; Ten behoeve van publiek als straatartiest/ straatmuzikant/ straatfotograaf/ tekenaar/ filmoperateur of gids optreden (art APV); Speelgelegenheden 2 (art APV). Onder evenement wordt mede verstaan: Een herdenkingsplechtigheid; Een braderie; Een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel , op de weg; Een feest, muziek of wedstrijd 3 op of aan de weg. In de toelichting van de APV wordt uitgelegd wat de ondergrens is van de gemeentelijke bevoegdheid: wanneer het gaat om de strikte privé-sfeer van burgers en er geen uitstraling vanuit de particuliere sfeer op het openbare leven is. Hier wordt gebruik gemaakt van de term uitstraling op het openbare leven. Dit betekent dat ook al vindt er een evenement plaats op particulier terrein, de gemeente toch een bevoegdheid heeft, wanneer er sprake is van uitstraling op het openbare leven. In de APV zelf wordt in artikel de zinsnede publiek toegankelijke verrichting gebruikt, wat eveneens duidt op het publieke karakter van een evenement. De belangrijkste basis voor het evenementenbeleid is vervat in de artikelen (begripsomschrijving) en (basis artikel) van de APV. Naast deze specifieke evenementenartikelen zijn vaak nog andere bepalingen uit de APV van belang. Ook andere regelingen zijn vaak van toepassing op het reguleren van evenementen, zoals de Drank- en Horecawet, de Wegenverkeerswet en de Brandbeveiligingsverordening. In hoofdstuk 2 Wet- en regelgeving worden de genoemde bepalingen nader uitgewerkt. 2 Een speelgelegenheid is een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren. 3 De reguliere wedstrijden van de voetbalverenigingen in de gemeente Staphorst zijn uitgezonderd van dit evenementenbeleid. 5

6 2. Wet- en regelgeving In dit hoofdstuk wordt de wet- en regelgeving omschreven die van toepassing is op evenementen. Hierin zijn de criteria opgenomen aan de hand waarvan de gemeente voorschriften opstelt. De gemeente is gebonden aan hogere wetgeving. Uit die wetgeving komen verschillende voorschriften voort. De gemeente maakt zelf ook wetgeving. Dit wordt vastgelegd in een Algemeen Plaatselijke Verordening (APV). De APV bevat voor evenementen de belangrijkste regels. De betreffende artikelen komen in dit hoofdstuk aan de orde. Ook is een korte beschrijving van andere relevante wet- en regelgeving opgenomen. 2.1 Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) De APV regelt de huishouding van de gemeente, zaken die gemeentelijk georganiseerd moeten worden. De gemeente bepaalt dus zelf de inhoud van de APV. De APV van Staphorst is voor het overgrote deel gebaseerd op de model-apv van de VNG 4. De APV bevat voor evenementen de belangrijkste regels. Hierna komen onderwerpen aan de orde die in de APV worden geregeld. Definitie evenement (artikel APV) Onder een evenement wordt verstaan: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van bioscoopvoorstellingen, bepaalde markten, betogingen en nog een aantal specifiek genoemde activiteiten. Onder een evenement wordt mede verstaan: een herdenkingsplechtigheid, een braderie, een optocht (niet zijnde betoging), een feest of wedstrijd op of aan de weg. Ondergrens van de gemeentelijke bevoegdheid: strikte privé-sfeer van burgers/geen uitstraling vanuit de particuliere sfeer op het openbare leven. In paragraaf 1.4 is de uitgebreide begripsomschrijving opgenomen. Vergunningplicht voor een evenement (artikel APV) Zonder vergunning van de burgemeester is het verboden een evenement te organiseren; De burgemeester kan vrijstelling verlenen voor door hem aan te wijzen categorieën evenementen; De vergunningplicht geldt niet voor een feest, muziek of wedstrijd op of aan de weg wanneer artikel 10 juncto 148 Wegenverkeerswet 1994 hierin voorziet. Ordeverstoring (artikel APV) Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren. Weigeringsgronden voor een evenement (artikel 1.8 APV) De vergunning of ontheffing kan worden geweigerd in het belang van: De openbare orde; De openbare veiligheid; De volksgezondheid; De bescherming van het milieu. Bepalingen met betrekking tot overlast Er zijn verschillende artikelen waarin verboden worden genoemd die te maken hebben met openbare orde: Betreden van plantsoenen; Rijden over bermen en dergelijke; Parkeren voertuigen in de woonwijk/ op- aan de openbare weg; 4 Vereniging van Nederlandse Gemeenten. 6

7 Hinderlijk gedrag op of aan de weg; Hinderlijk drankgebruik; Hinderlijk gedrag bij of in gebouwen; Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten; Neerzetten van fietsen en dergelijke. Bepalingen met betrekking tot geluid Het is verboden toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten op zodanige wijze dat voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt; De gemeente stelt regels ter voorkomen of beperken van geluidshinder. Zie voor het beleid in Staphorst paragraaf 3.4 Beleidsregels. Bepalingen met betrekking tot afval / verontreiniging Het is verboden afval buiten een daarvoor bestemde verzamelplaats te plaatsen, te storten, te werpen, uit te gieten, te laten vallen of lopen of te houden. Dit heeft bijvoorbeeld ook betrekking op het legen van sanitaire voorzieningen. Dat mag niet zomaar in de open ruimte; De houder of de beheerder van een inrichting waar eet- en/of drinkwaren worden verkocht, welke ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht te zorgen voor een afvalbak en het tijdig legen van die afvalbak; De houder van een dergelijke inrichting is verplicht een uur na sluitingstijd achtergebleven stoffen of voorwerpen, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, worden verwijderd; (grote) hoeveelheden afvalwater (bijvoorbeeld van sanitaire voorzieningen), die niet in het riool kunnen worden geloosd, moeten worden opgevangen en afgevoerd. 2.2 Brandbeveiligingsverordening Artikel van de Brandbeveiligingsverordening vermeldt wanneer er voor het brandveilig gebruik van een inrichting een gebruiksvergunning nodig is. Wanneer: Meer dan vijftig personen tegelijk aanwezig zullen zijn; Bedrijfsmatig de in artikel Brandbeveiligingsverordening bedoelde stoffen zullen worden opgeslagen (zie Regeling Bouwbesluit 2003); Aan meer dan vijf personen bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft; Aan meer dan vijf personen jonger dan twaalf jaar, of aan meer dan vijf lichamelijk en/of geestelijk gehandicapte personen dagverblijf zal worden verschaft. Het college kan aan de vergunning voorschriften verbinden in het belang van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar en het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand. Hieronder worden begrepen voorwaarden met betrekking tot: - stoffering en versiering; - uitgangen en vluchtwegen; - installaties; - standbouw, podia, kramen e.d.; - verbrandingsmotoren; - open vuur en vuurwerk; - bewaking en controle; - ventilatie en werkzaamheden; - brandbare, brandbevorderende en bij brand gevaar opleverende stoffen; - opstellingsplannen; - afval; - doorlopend toezicht; 7

8 - brandveiligheidsinstructie en ontruimingsplan uitgaande van de bestaande interne organisatie; - het maximaal toelaatbare aantal personen in een gedeelte van een inrichting of in een inrichting met het oog op de brandveiligheid; - de plaats van, alsmede het aantal en het type draagbare blustoestellen. Bij een evenement is vaak sprake van het gebruik van een tent of gebouw. Zonder een vergunning brandveilig gebruik (gebruiksvergunning) van het college is het bijvoorbeeld verboden de tent of het gebouw in gebruik te hebben of te houden als er: Meer dan vijftig personen tegelijk aanwezig zullen zijn; Bedrijfsmatig de in artikel Brandbeveiligingsverordening bedoelde stoffen zullen worden opgeslagen (zie Regeling Bouwbesluit 2003). 2.3 Drank- en Horecawet Artikel 35 van de Drank- en Horecawet geeft de bevoegdheid aan de burgemeester om ten aanzien van het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard ontheffing te verlenen van het verbod om zonder vergunning een horecabedrijf uit te oefenen. Er is sprake van het uitoefenen van een horecabedrijf als de activiteiten in ieder geval bestaan uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse. De leidinggevende(n) moet(en) wel aan een aantal eisen voldoen. Men moet beschikken over voldoende kennis en inzicht over sociale hygiëne, 21 jaar of ouder zijn en geen slecht levensgedrag hebben. De burgemeester kan beperkingen en voorschriften verbinden aan een ontheffing. 2.4 Wegenverkeerswet Op grond van de bepalingen in de Wegenverkeerswet, het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 en het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer, is het mogelijk om (gedeelten) van wegen, straten en/ of pleinen, die in het beheer en eigendom van de gemeente zijn af te sluiten ten behoeve van een evenement. 8

9 3. Evenementen in Staphorst 3.1 Inventarisatie evenementen in 2006 en Evenementen 2006 In Bijlage 1 is een inventarisatie opgenomen van alle APV/evenementenvergunningen van Wat opvalt is het grote aantal evenementen. Ook is er een groot verschil in aard en omvang van de evenementen. Beoordeling van de verleende vergunningen van 2006 leert dat deze niet in alle gevallen compleet waren. Daarnaast was er voor zowel gemeente als brandweer en politie onvoldoende zicht op de gehele organisatie, bijvoorbeeld het parkeren, de beveiliging of verkeersmaatregelen. In september 2006 is door de horeca een groot evenement georganiseerd, waar 3000 bezoekers zijn gekomen. Vanwege het complexe karakter en het (voor Staphorst relatief grote) aantal bezoekers, is meer energie gestoken in de organisatie van het evenement. Dit resulteerde in een gezamenlijk opgesteld draaiboek met afspraken. Dit is als positief ervaren, met name voor de gemeente en hulpdiensten, maar ook voor de organisatie. Het evenement rond de viering van oud en nieuw is op gelijke wijze aangepakt. De gemeente en hulpdiensten hadden er behoefte aan ook andere (vooral de grotere) evenementen op een dergelijke wijze te organiseren en te controleren. De betreffende organisatoren hadden bovendien ongenoegen geuit dat aan hun evenement meer eisen werden gesteld dan bij vergelijkbare andere evenementen Evenementen 2007 In Bijlage 2 is ook een inventarisatie opgenomen van alle APV/evenementenvergunningen van In 2007 zijn aan de grotere, meer risicovolle evenementen extra eisen gesteld, in de vorm van een draaiboek. Organisatoren van deze evenementen hebben een brief gekregen met de toelichting waarom extra eisen werden gesteld. De informatievoorziening op internet is verbeterd en het aanvraagformulier is herzien en van internet te downloaden. Ook een format voor het draaiboek is van internet te halen. Hiermee is geprobeerd het voor de organisatoren van evenementen zo gemakkelijk mogelijk te maken. Op deze manier is een aantal cruciale zaken op snelle en eenvoudige manier geregeld: de contactgegevens van de organisatie, de aanpak van het verkeer en parkeren, de beveiliging en een aantal andere zaken. Dit is echter nog niet vastgelegd in beleid gold dus als een soort overgangsjaar. De organisatoren konden wennen aan het invullen van het draaiboek en de gemeente en de hulpdiensten konden beginnen met een nieuwe aanpak van de aanvragen. In het Evenementenbeleid (dat gedurende 2007 is ontwikkeld) moet alles goed zijn geregeld zodat er voor de evenementen in 2008 duidelijk beleid is. De evenementen in 2007 zijn voor zover mogelijk geëvalueerd, zodat verbeterpunten in het beleid konden worden meegenomen. Planning 2006 Geconstateerde tekorten en aanzet tot verbeteringen 2007 Overgangsjaar: inzetten van het draaiboek en ontwikkelen Evenementenbeleid 2008 Vaststellen evenementenbeleid, vergunningverlening, toezicht en handhaving volgens het nieuwe beleid 2009 Evaluatie van het nieuwe beleid 9

10 3.2 A- B- en C-evenementen Eerder is al aangegeven dat er grote verscheidenheid is aan evenementen wat aard en omvang betreft. Niet elk evenement vraagt dezelfde voorbereiding en organisatie. Daarom is het noodzakelijk gebleken onderscheid te maken tussen evenementen en deze te verdelen in drie categorieën: A-, B- en C-evenementen Indeling in categorieën Voor de indeling van een evenement in een categorie, is niet alleen de omvang of de eindtijd van het evenement van belang, maar spelen meer factoren een rol, zoals de belasting voor de omgeving.. Daarom is niet gekozen voor de begrippen kleine en grote evenementen maar voor de aanduiding van evenementen in een A-, B- of C- categorie. De A-evenementen vragen meer aandacht en inzet dan B-evenementen. De C- evenementen zijn evenementen die de burgemeester op grond van de APV kan vrijstellen van de vergunningsplicht. Nadere aanduiding A-B-C categorie-evenementen: A. Een A-evenement is een risico-evenement en kan qua omvang, geluidsproductie of eindtijd voor overlast zorgen in de directe omgeving. Het is van groot belang de aanvragen voor een A-evenement zorgvuldig te behandelen. In veel gevallen is er extra inzet van hulpverleningsdiensten nodig om de openbare orde en veiligheid te handhaven. Het betreft hier bijvoorbeeld een groot concert of het evenement tijdens Oud en Nieuw. B. Een B-evenement is belastend voor haar omgeving en kan ook qua omvang, geluidsproductie of eindtijd voor overlast zorgen in de directe omgeving. De vooraf ingeschatte risico s bij een B-evenement zijn echter lager. Wel is het is van belang de aanvragen voor een B-evenement zorgvuldig te behandelen, waarbij rekening wordt gehouden met de belangen van de direct omwonenden. Het gaat bijvoorbeeld om sportwedstrijden en activiteiten op Koninginnedag. C. Een C-evenement is veelal gering van omvang, vindt overdag plaats en veroorzaakt een beperkte geluidsproductie. Het betreft bijvoorbeeld buurtfeesten en boekenmarkten. De organisatoren van A-evenementen zijn verplicht een draaiboek in te dienen, dat onderdeel uitmaakt van de voorschriften bij de vergunning Indelingscriteria Omdat C-evenementen niet vergunningplichtig zijn, zijn de criteria alleen van toepassing op de vraag of een evenement een A- of een B-evenement is. Dit wordt vastgesteld aan de hand van zes criteria: 1. Openbare orde en veiligheid; 2. Het aantal te verwachten bezoekers; 3. Geluidsbelasting; 4. Duur en tijdstip van het evenement; 5. De te treffen fysieke maatregelen; 6. Totale impact. 5 Er is een format voor een draaiboek gemaakt. Echter een draaiboek bevat afspraken op maat. Dus een draaiboek kan per evenement sterk verschillen. Wat er in het draaiboek moet worden geregeld wordt bepaald door de verschillende partijen: politie, brandweer, gemeente en de organisatoren. 10

11 1. Openbare orde en veiligheid Het criterium openbare orde en veiligheid wordt met name bepaald door politie en de brandweer op basis van hun ervaring en expertise met het inschatten van risico s. De aard van het evenement en de manier waarop het georganiseerd wordt, speelt daarbij een rol. Wanneer er veel bezoekers of een bepaald type bezoekers zijn, is er meer risico op verstoring van de openbare orde en overlast voor de (wijde) omgeving. Dat geldt ook voor evenementen waar alcohol wordt geschonken of waarbij een artiest optreedt (waarbij het ook nog van belang is om wat voor artiest het gaat). Bovendien is de aard van het publiek van belang. Er kunnen nog meer factoren van belang zijn voor de openbare orde (voorverkoop of verkoop aan de kassa, weersvoorspellingen, de locatie, gebeurtenissen voorafgaand aan het evenement, enz). Daarom wordt altijd advies ingewonnen van politie en brandweer en eventueel de GHOR. Ervaringen in het verleden kunnen een rol spelen bij de beoordeling, maar dat hoeft niet. Het gaat om een inschatting van de risico s vooraf. 2. Aantal bezoekers Door de organisator moet het aantal bezoekers worden geschat. Grote hoeveelheden mensen vergen extra maatregelen om allerlei vormen van overlast te voorkomen. Bovendien levert het meer risico s op voor de openbare orde. Daarnaast kan dit invloed hebben op de verkeersveiligheid, omdat er geparkeerd moet worden en er grotere verkeersstromen op gang komen. Er wordt niet een exacte grens gesteld voor het bepalen of er sprake is van een A- of B-evenement. Het gaat om de totale impact: de combinatie van factoren. Als richtlijn wordt het aantal van 500 bezoekers gebruikt. 3. Geluidsbelasting Geluidsbelasting ontstaat door geluidsversterkende apparatuur. Het gaat dan om een omroepinstallatie, mechanische versterkte muziek (bijvoorbeeld met een draaitafel en een DJ) of om livemuziek van een artiest of een band. Bij de aanvraag moet worden aangegeven of hiervan sprake is. Voor evenementen in de gemeente Staphorst zijn geluidsnormen vastgesteld. Deze komen in paragraaf 3.4 aan de orde. Niet alleen het geluidsniveau speelt een rol, maar ook de combinatie met de tijden waarop het geluid ten gehore wordt gebracht. 4. Eindtijden Evenementen kunnen overdag en s avonds plaats vinden en één of meerdere dagen. De combinatie van deze tijdstippen kunnen de afweging rechtvaardigen om van een A- of een B-evenement te spreken. Als eindtijden gelden voor B-evenementen uur en voor A-Evenementen uur. Voor een vastgesteld aantal A-evenementen kan de burgemeester van deze eindtijd van uur afwijken. Dit wordt verderop toegelicht. 5. Fysieke maatregelen Evenementen worden regelmatig in een tent of een gebouw georganiseerd. Dat betekent extra impact en extra risico s (brandveiligheid, veiligheid van de constructie, vluchtmogelijkheden). Het treffen van fysieke maatregelen kan natuurlijk ook een manier zijn om extra risico s te voorkomen en te beperken (het plaatsen van hekken, nood- en transparantverlichting, brandblussers et cetera). 6. Totale impact De optelsom van de bovenstaande criteria is grotendeels bepalend voor de categorie waarin het evenement wordt ingedeeld. Het is niet zo dat een evenement persé aan alle criteria moet voldoen om een A-evenement te zijn. Wanneer aan een deel van deze criteria wordt voldaan, kan besloten worden dat het een A-evenement is. Het definitieve besluit onder welke categorie een evenement valt, wordt bepaald door de burgemeester (waar nodig in overleg met politie en brandweer). 11

12 Indicatief overzicht van criteria op basis waarvan een evenement in een bepaalde categorie wordt ingedeeld. Categorie A Categorie B Categorie C Openbare orde en veiligheid (OOV): - Schenken alcohol Ja, meestal in grote hoeveelheden. - Verkeersveiligheid Er zijn veel bezoekers per auto, beperkte parkeergelegenheid, verkeersregelaars nodig enz. - Type bezoekers Op basis van eerder opgedane kennis en ervaring inschatten dat het type bezoekers een verhoogd risico geeft tot verstoring van de OOV. - Type evenement Een evenement met bijvoorbeeld stevige muziek/ live optreden van een band/artiest, veel drank verkrijgbaar enz. Verhoogd risico op verstoring van de OOV. Aantal bezoekers Richtlijn: meer dan 500 bezoekers Geluidsbelasting Er is geluidsversterkende apparatuur aanwezig: Omroepinstallatie; Mechanisch versterkte muziek; Livemuziek van een artiest of band. Eindtijden Eindtijd van het evenement is na uur; Het evenement duurt meerdere dagen. Fysieke maatregelen Totale impact Het evenement wordt in een niet hiervoor ingerichte voorziening georganiseerd (tent, bedrijfspand, openlucht et cetera) waardoor extra veiligheidsmaatregelen nodig zijn om de risico s te beperken. De totaal te verwachten impact is groot (mede op basis van eerder opgedane ervaringen). Nee, of slechts in beperkte mate. De bezoekers per auto geven geen directe aanleiding tot verkeersonveilige situaties. Het type bezoekers geeft niet direct risico op verstoring van de OOV. Het type evenement/ de muziek/ de aard van het optreden enz. geven geen directe aanleiding tot verstoring van de OOV. Richtlijn: tot 500 bezoekers Er is beperkt geluidsversterkende apparatuur aanwezig, bijvoorbeeld een omroepinstallatie. Eindtijd van het evenement is voor uur; Het evenement duurt één dag. Het evenement wordt in een niet hiervoor ingerichte voorziening georganiseerd (tent, bedrijfspand, openlucht et cetera) waardoor extra veiligheidsmaatregel en nodig zijn om de risico s te beperken. De totaal te verwachten impact is gering. Nee Geen risico s Het type bezoekers geeft geen op verstoring van de OOV. Het type evenement geeft in zijn geheel geen aanleiding tot verstoring van de OOV. Richtlijn: tot 500 bezoekers Nauwelijks geluidsversterkende apparatuur aanwezig. Het evenement vindt overdag plaats; Het evenement duurt één dag. Er zijn slechts beperkte maatregelen nodig om de risico s te beperken (bijvoorbeeld een brandblusser). Er is geen sprake van extra impact. 12

13 3.2.3 Jaarlijks terugkerende evenementen Wanneer de inventarisatie van de evenementen van en de factoren uit het vorige schema naast elkaar worden gelegd kan de onderstaande indeling worden gemaakt. Categorie A 6 Categorie B Categorie C Tentfeest koninginnedag Tentfeest bevrijdingsdag AMBC evenementen. Munnikenweek Rieverster Zomerfeest Zomerspelen/pleinfeest IJhorst Staphorstdagen (tent e.d.) Herrie op t land Autorodeo Trekkerslep Trekkertrek Truckersdagen Staphorster Jaarmarkt Handelskeuring Rouveen Oud en Nieuw Overige grote muziek evenementen Rommelmarkten (openlucht)concerten Wandeltochten Kinderoptochten Activiteiten Staphorstdagen (overdag) Koninginnedagactiviteiten (overdag) Schaats/skeelerwedstrijden Overige sportwedstrijden Filmavonden Bijeenkomsten in een sporthal/bedrijfspand (kerstconcerten et cetera) Huttendorp Buurt-barbecues 7 Fietstochten Boekenmarkten A- of B-evenement De totale impact van een evenement is bepalend voor de categorie. Dit wordt onder meer bepaald door de volgende factoren: Implicaties voor openbare orde en veiligheid Het aantal te verwachten bezoekers Het type bezoekers Geluidsbelasting Duur en tijdstip van het evenement De te treffen fysieke maatregelen. 6 De evenementen die zijn onderstreept krijgen in elk geval de mogelijkheid om van de standaard eindtijd van uur af te wijken tot uiterlijk 2.00 uur. Dit geldt voor 2 evenementen per jaar van de AMBC. 7 Zie bijlage 3. Hierin zijn de voorschriften opgenomen waaraan een barbecue minimaal moet voldoen. 13

14 3.3 Overwegingen bij het stellen van voorschriften en bij weigering Weigeren vergunning De burgemeester is het bevoegd gezag om vergunningen voor evenementen te verlenen of te weigeren (artikel van de APV). Een vergunning voor het organiseren van een evenement kan worden geweigerd: 1. Op grond van de weigeringsgronden opgenomen in artikel 1.8 van de APV; 2. Als de vergunningaanvraag voor het organiseren van het evenement niet tijdig is ingediend; 3. Als het maximale aantal evenementen op een bepaalde locatie is bereikt (zie paragraaf 3.2); 4. Indien door het bevoegd gezag is geconstateerd dat de organisator van het evenement de vergunningvoorschriften van hetzelfde evenement in het jaar voorafgaand c.q. de jaren voorafgaand meerdere keren heeft overtreden. In de APV staan 4 weigeringsgronden - redenen waarom de burgemeester een evenement kan weigeren: a. In het belang van de openbare orde; b. In het belang van de openbare veiligheid; c. In het belang van de volksgezondheid; d. In het belang van de bescherming van het milieu. In de meeste gevallen kan door het verbinden van voorschriften aan de vergunning tegemoet worden gekomen aan deze belangen, zodat het evenement wel mag plaatsvinden. Als dit echt niet mogelijk is wordt de vergunning geweigerd. Bij het verbinden van voorschriften of het weigeren van een vergunning speelt een aantal aspecten mee in de overweging van de burgemeester Overwegingen Om meer duidelijkheid te verschaffen in de afweging van de burgemeester om voorschriften te verbinden of de vergunning te weigeren, wordt hieronder een aantal overwegingen genoemd. Deze zijn echter niet uitputtend. Er kunnen altijd andere redenen zijn voor de burgemeester om bepaalde voorschriften aan een evenementenvergunning te verbinden of een vergunning te weigeren. Aard van het evenement De aard van het evenement kan de burgemeester doen besluiten aan een vergunning voorschriften te verbinden of om de vergunning te weigeren. Dit kan te maken hebben met de activiteit die plaats vindt. Bij de paragraaf over beleidsregels wordt verder uitgelegd welke keuzes de gemeente Staphorst hierin heeft gemaakt. De burgemeester is gebonden aan hogere wetgeving voor bijvoorbeeld betogingen. Ook is het mogelijk dat een evenement te veel risico s voor de gezondheid oplevert (en daarmee een onevenredig hoog beroep doet op hulpdiensten). Een evenement kan veel publiek aantrekken. De burgemeester kan op basis hiervan bijvoorbeeld extra beveiliging eisen van de organisatie. Het drinken van alcoholhoudende drank brengt extra risico s voor de openbare orde en meer overlast met zich mee, doordat mensen agressief, luidruchtig of minder toerekeningsvatbaar zijn. Uiteraard zijn er ook gezondheidsrisico s. De burgemeester kan daarom voorschriften opleggen, bijvoorbeeld een controle op leeftijd door de organisatie (identificatie bij de ingang of het dragen van polsbandjes) of toezicht houden in de omgeving. De aard van een evenement kan ook juist een reden zijn om eenmalig af te wijken van bepaalde regels. Dit zal vooral gebeuren als er sprake is van een uitzonderlijke situatie. 14

15 Tijdstip Het tijdstip of de datum waarop een evenement plaats vindt kan een reden zijn voor de burgemeester om voorschriften te stellen of een vergunning te weigeren. Wanneer bijv. twee evenementen op hetzelfde tijdstip plaatsvinden, moet worden overwogen of dit geen problemen oplevert. In overleg met de organisatie kan worden gekeken of het programma kan worden aangepast. Hetzelfde geldt wanneer twee A- evenementen vlak achter elkaar op eenzelfde plaats worden gehouden, waardoor onevenredige overlast ontstaat voor de omwonenden of wanneer de belasting voor hulpdiensten te groot is. De locatie Net als bij het tijdstip kan ook de locatie problemen opleveren bij bepaalde combinaties van evenementen. Ook dan kan de burgemeester voorschriften stellen aan de vergunning of de vergunning weigeren. Wel wordt eerst met de organisatoren onderzocht of een ander programma, ander tijdstip of andere locatie mogelijk is. De locatie van een evenement is bepalend voor de voorschriften die worden opgelegd, bijvoorbeeld voor begin- en eindtijden, geluidsniveaus, verkeersmaatregelen en andere maatregelen. Op het evenemententerrein is meer mogelijk dan op een locatie midden in de wijk. Een locatie in het buitengebied is qua geluidsoverlast wellicht meer geschikt, maar levert misschien wat betreft het parkeren, bereikbaarheid voor hulpdiensten of milieu problemen op. Wet- en regelgeving De burgemeester heeft op basis van wetgeving een aantal bevoegdheden. Maar zijn bevoegdheden worden ook beperkt door wetgeving, vooral hogere wetgeving. Bij de paragraaf over wet- en regelgeving komt dit aan de orde. Niet alleen met de wetgeving dient de gemeente rekening te houden, maar ook met overeenkomsten, convenanten, afspraken met het rijk, de politie, de provincie of andere gemeenten. Overige overwegingen Er kunnen tal van andere overwegingen zijn die de burgemeester doen besluiten om extra voorschriften te verbinden, of zelfs een vergunning te weigeren. Er zijn specifieke situaties die extra aandacht vragen: een ingrijpende wereldwijde of nationale gebeurtenis (denk aan een aanslag), een crisis (bijvoorbeeld vogelgriep of mond-en klauwzeer) extreme weersomstandigheden of (inter)nationale belangen (het bezoek van een staatshoofd). Voor het weigeren van een vergunning geldt in het algemeen dat het gaat om zulke grote risico s dat de organisatie hiervoor geen maatregelen kan treffen, anders dan het hele evenement niet door te laten gaan. Wanneer risico s zijn te beperken met een aantal maatregelen, zal de burgemeester die in de voorschriften bij de vergunning opnemen. In veel gevallen gebeurt dit in overleg met de brandweer, de politie en de organisatie. 15

16 3.4 Beleidsregels voor evenementen Naast de criteria en weigeringsgronden die in de wet- en regelgeving zijn opgenomen, zijn er ook zaken die niet in wet- en regelgeving zijn opgenomen maar waarvan het gemeentebestuur vindt dat het voor de burgers en de gemeenschap belangrijk is dat die zaken zijn vastgelegd. Een gemeente als Staphorst verschilt namelijk nogal van bijvoorbeeld Zwolle of Amsterdam. Om hierover duidelijkheid te geven worden beleidsregels opgesteld. Ten aanzien van verschillende zaken zijn hieronder beleidsregels opgenomen. Ten aanzien van typen evenementen: Viering jaarwisseling Over de viering van de jaarwisseling worden afzonderlijke afspraken gemaakt tussen de burgemeester en de organisatoren. Viering Koninginnedag Het rijden op brommers zonder uitlaat is slechts toegestaan op Koninginnedag van 5.00 tot 7.30 uur. Per kern mag 1 dergelijk evenement worden georganiseerd. Dit moet per brief worden bekend gemaakt bij de gemeente, waarin wordt vermeld: het aantal deelnemers, de begin- en eindtijd en de route. Men dient zich te houden aan de bekende regels. Ten aanzien van tijdstip van evenementen: Voor B-evenementen geldt een uiterlijke eindtijd van uur. Voor A- evenementen geldt een uiterlijke eindtijd van uur. Voor een vastgesteld aantal A-evenementen op vastgestelde locaties kan worden afgeweken van deze standaard eindtijd. Voor die A-evenementen waarbij wordt afgeweken van de standaard eindtijd, zijn voor de volgende locaties eindtijden vastgesteld: Locatie uiterlijke eindtijd Evenemententerrein De Tippe Marktterrein Staphorst (uitsluitend t.b.v. Staphorstdagen Kern Rouveen Feestterrein IJhorst Voor A-evenementen waarbij wordt afgeweken van de eindtijd van uur geldt 8 : om uur stopt de muziek. Om stopt het schenken van alcohol. Om uur moet het evenemententerrein/de tent/de locatie leeg zijn. Voor de overige A-evenementen geldt deze cooling down niet. Deze evenementen moeten gewoon om uur stoppen. Ten aanzien van locaties: Per locatie is bepaald voor hoeveel A-evenementen wordt afgeweken van de standaard eindtijd: Locatie maximum aantal dagen per jaar Evenemententerrein Staphorst 5 Marktterrein Staphorst (uitsluitend t.b.v Staphorstdagen) 3 Kern Rouveen 5 Feestterrein IJhorst 3 Op andere dan bovengenoemde locaties mogen geen evenementen plaatsvinden die een eindtijd van na uur hebben. Deze aantallen zijn tot stand gekomen na een belangenafweging tussen enerzijds de organisatoren en bezoekers van de evenementen en anderzijds de omwonenden. 8 Voor de Staphorstdagen geldt geen cooling down. Het evenement moet om stoppen. 16

17 Ten aanzien van geluid: Voor A-evenementen gelden de volgende geluidsnormen: uur 70 db(a) uur 65 db(a) uur 60 db(a) Voor B-evenementen gelden de volgende geluidsnormen: uur 55 db(a) uur 50 db(a) uur 45 db(a) Deze normen zijn gebaseerd op geluiden die de woning binnendringen. Het geluidsniveau in veel woningen varieert overdag van 25 tot 35 db(a). Als maximaal geluidsniveau in de woning wordt de grens van 50 db(a) gehanteerd. Bij de geluidsnormen voor evenementen wordt rekening gehouden met een gemiddelde gevelisolatie van 20 db(a). Deze benadering leidt tot de geluidsnormen die hierboven genoemd zijn (geluidsnorm overdag: = 70 db(a)). Het geluid wordt gemeten op de dichtstbijzijnde gevel. Een uitzondering hierop geldt voor evenementen op het Marktterrein. Daar gelden de volgende normen: uur 75 db(a) uur 70 db(a) uur 60 db(a). De geluidsnorm tot uur is hier 5 db(a) hoger ten opzichte van de gebruikelijke geluidsnorm, vanwege de korte afstand tot de dichtstbijzijnde gevel. Ten aanzien van verstrekking van zwak-alcoholhoudende drank: De organisatie is verplicht maatregelen te nemen om verkoop van zwakalcoholhoudende drank aan jongeren onder de 16 jaar tegen te gaan. Dit wordt als voorschrift opgenomen in de benodigde ontheffing op grond van artikel 35 van de Drank- en Horecawet en nader uitgewerkt in het draaiboek. Het nog op te stellen Alcoholmatigingsbeleid en Horecabeleid dient als beleid bij de verstrekking van ontheffingen ex artikel 35 Drank- en Horecawet. Ten aanzien van openbare orde: De organisatie is verantwoordelijk voor de beveiliging in/op het terrein/de locatie waar het evenement plaats vindt en de directe omgeving daarvan. Zij maakt afspraken met de politie. Als het bevoegd gezag dit nodig acht, is de organisatie van een A-evenement verplicht om gecertificeerde beveiligers aan te stellen. Daarnaast kunnen vrijwilligers toezicht houden. De organisatie van een A-evenement is verplicht toezicht te houden op het komen en gaan van bezoekers in de omgeving van het evenemententerrein om overlast en vernielingen te voorkomen. Ten aanzien van verkeersveiligheid: De verkeersdeskundige van de politie geeft advies over alle verkeersmaatregelen. Dit advies wordt over het algemeen door de burgemeester overgenomen. De organisatie van een A-evenement levert een plattegrond aan van de omgeving van het evenemententerrein/locatie en geeft daarop aan op welke plaatsen wordt geparkeerd en welke route de bezoekers (op fiets, met auto, in taxi, met de bus, lopend) volgen. De organisatie zorgt bij verkeersomleiding voor goede bewegwijzering en onderhoudt zonodig contact met de openbaar vervoersonderneming. Als de politie dit adviseert, zorgt de organisatie voor voldoende opgeleide verkeersregelaars (verkeersregelaars moeten jaarlijks een training volgen). Verkeersregelaars moeten bovendien verzekerd en herkenbaar zijn (bijvoorbeeld een geel of oranje hesje dragen). 17

18 De organisatie zorgt er in elk geval voor dat de bereikbaarheid voor de hulpdiensten gegarandeerd wordt. De Oude Rijksweg wordt in ieder geval 2 maal per jaar gedeeltelijk afgesloten bij de volgende evenementen: o Paardenkeuring Kerkplein Rouveen; o Muziekoptreden Kerkplein Rouveen. De Gemeenteweg wordt in ieder geval 1 keer per jaar gedeeltelijk afgesloten vanwege de Jaarmarkt. De Ebbinge Wubbenlaan en de Bergerslag worden in ieder geval 3 keer per jaar gedeeltelijk afgesloten vanwege de jaarmarkt, wielerronde of braderie. De afsluiting van andere wegen kan plaatsvinden indien er geschikte, duidelijk aangegeven, omleidingsroutes zijn. Ten aanzien van brand- en bouwveiligheid: De organisatie van een A-evenement levert bij het draaiboek een plattegrond van het evenemententerrein/de locatie aan waarop wordt aangegeven: o Het bouwwerk/de bouwwerken; o Indeling van het terrein / de locatie / de tent; o De uitgangen; o De verlichting: nood-, transparant- en buitenverlichting; o Eventueel stoelenplan met maximaal aantal zitplaatsen; o Draagbare blustoestellen. Evenementen mogen niet plaats vinden in (bedrijfs)panden die qua brandveiligheid niet voor dergelijk gebruik geschikt zijn. Er moet voldoende brandblusmateriaal aanwezig zijn. De vuistregel voor brandblussers is: 1 brandblusser per 200 m2. Bij een tentfeest moeten er minimaal 2 brandblussers in de tent en 2 op het terrein aanwezig zijn. Ten aanzien van sanitaire voorzieningen: Toiletten dienen aangesloten te zijn op waterleiding en riolering. Mocht aansluiting op het riool niet mogelijk zijn dan dient het afvalwater opgevangen te worden en te worden afgevoerd. Richtlijn is 1 toilet per 150 gelijktijdig aanwezige bezoekers, en 1 urinoir voor 600 gelijktijdig aanwezige (mannelijke) bezoekers. Het toilet moet goed verlicht zijn. Tijdens het evenement moeten de sanitaire voorzieningen regelmatig worden gereinigd. Ten aanzien van hulpverlening: Door de GHOR IJssel-Vecht zijn normen ontwikkeld voor het aantal hulpverleners dat aanwezig moet zijn bij een evenement. Dat aantal is afhankelijk van de aard van het evenement, samenstelling van het publiek (aantal, leeftijd, wel/geen alcohol) en plaats en tijdstip van het evenement. Ten aanzien van afval: De organisatie is verantwoordelijk voor het schoonhouden/schoonmaken van het evenemententerrein/de locatie. De omgeving moeten in elk geval de dag na het evenement vóór uur schoon zijn, om overlast voor omwonenden en verkeerdeelnemers te beperken. De organisatie mag urinoirs e.d. niet lozen in het oppervlaktewater of laten wegstromen. De organisatie moet het afvalwater opvangen en vervolgens laten afvoeren door een afvalinzamelaar. De afgiftebewijzen hiervan moeten door de organisatie aan de gemeente worden toegezonden. 18

19 4. Vergunningverlening 4.1 Aanvraag en verlening vergunning De organisator van een evenement is verantwoordelijk voor het tijdig aanvragen van de vergunning. Tevens moet hij daarbij alle voorgeschreven en noodzakelijke informatie verstrekken aan de vergunningverlener, de gemeente Staphorst. Hierna wordt omschreven hoe het proces van vergunningverlening voor een A- of B-evenement verloopt. Het C-evenement wordt in dit hoofdstuk niet genoemd, omdat hiervoor geen vergunning behoeft te worden aangevraagd. 1. Invullen en verzenden aanvraagformulier (eventueel na gesprek met of advies van gemeente). De organisator vult het aanvraagformulier voor een evenementenvergunning in, eventueel met een begeleidende brief. Het doel van het aanvraagformulier is om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van het evenement. De (complete) aanvraag moet uiterlijk 10 weken van te voren binnen zijn. De organisator van een evenement is verantwoordelijk voor het aanvragen van alle benodigde vergunningen en ontheffingen voor het evenement. Wanneer een vergunning of ontheffing nodig is van een andere organisatie dan de gemeente, is de organisator hiervoor zelf verantwoordelijk. In principe geeft de burgemeester geen vergunning, wanneer andere benodigde vergunningen en ontheffingen ontbreken of de aanvraag te laat is ingediend. 2. Beoordeling van het aanvraagformulier De behandelend ambtenaar beoordeelt bij ontvangst of het aanvraagformulier voldoende informatie geeft over het te houden evenement. Als meer informatie nodig is, dient de organisator die te leveren. De organisator is er voor verantwoordelijk een zo duidelijk mogelijk beeld te geven aan de gemeente van het evenement, zodat de evenementencoördinator kan beoordelen welke vergunningen en ontheffingen noodzakelijk zijn. Bovendien moet de evenementcoördinator op basis van de aanvraag kunnen beoordelen of het gaat om een A- of een B-evenement. 3. Eerste toetsing door de burgemeester Op basis van het aanvraagformulier en eventueel aanvullende informatie beoordeeld de burgemeester, op basis van de voorgaande overwegingen, of er afgezien van de organisatie en bijhorende voorschriften, al reden is om de vergunning te weigeren. Als dit het geval is krijgt de organisator hiervan bericht. Als bepaald is dat sprake is van een A- evenement of een B-evenement, dan wordt het volgend proces doorlopen. 19

20 4.2 proces aanvraag vergunning A-evenement 1. Invullen draaiboek De organisator van een A-evenement moet een draaiboek inleveren bij de gemeente. In dit draaiboek worden alle zaken geregeld die de organisatie, de gemeente, de politie en de brandweer van belang vinden. De organisator kan een format voor het draaiboek zowel digitaal als op papier van de gemeente ontvangen. 2, Toetsing door gemeente, politie, brandweer en GHOR Het draaiboek wordt door de gemeente (w.o. brandweer, afdeling Bouwen en Milieu, Bestuursondersteuning (evenementencoördinator) en Openbare Werken), politie, GHOR en mogelijke andere organisaties getoetst. In het ene geval zal dit vrij eenvoudig gaan, in een ander, meer complex geval, zal dit wat meer tijd vergen. 3. Overleg Afhankelijk van het advies van de verschillende partners (ook op initiatief van de organisator zelf), wordt een overleg georganiseerd. Dit kan met of zonder de organisator plaats vinden. In het overleg wordt multidisciplinair afgestemd over het evenement en te nemen maatregelen. 4. Aanpassen draaiboek Op basis van het advies van de verschillende partners kan van de organisator worden verlangd dat het draaiboek wordt aangepast. 5. Conflict over het draaiboek Het is mogelijk dat tussen de organisator en de gemeente een conflict ontstaat over de inhoud van het draaiboek. De organisator is verantwoordelijk voor het aanleveren van het draaiboek. Wanneer de gemeente meent dat dit draaiboek onvoldoende of onvolledig is, worden nadere voorschriften opgenomen in de vergunning. Derhalve heeft de gemeente altijd het laatste woord voor wat betreft de voorschriften waaraan de organisatie moet voldoen. 6. Verlening vergunning Wanneer de burgemeester akkoord is gegaan met het draaiboek, wordt de vergunning verleend. Het draaiboek is onderdeel van de overige, algemene voorschriften, behorend bij de vergunning. De vergunning wordt verzonden aan de organisator en aan de betrokken partners en wordt gepubliceerd in De Staphorster. 7. Weigering vergunning In hoofdstuk 3 wordt uitgelegd op welke gronden de burgemeester de vergunning kan weigeren. 20

21 4.3 proces aanvraag vergunning B-evenement 1. Overleg Op basis van het aanvraagformulier wordt eventueel nader overleg gepleegd, intern of met bijvoorbeeld de politie. Op basis daarvan kan nog nadere informatie worden gevraagd aan de aanvrager/organisator, of nadere eisen worden gesteld. 2. Verlening vergunning De vergunning wordt door de burgemeester verleend en verzonden aan de aanvrager met een afschrift aan andere betrokkenen. De vergunning wordt gepubliceerd in De Staphorster. 3. Weigering vergunning De kans is klein dat een B-evenement in dit stadium nog wordt geweigerd, maar de mogelijkheid bestaat wel (bijvoorbeeld doordat er een ander evenement plaats vindt op het zelfde tijdstip en/of locatie). De aanvrager krijgt hiervan bericht. 21

22 5. Toezicht en Handhaving 5.1 Toezicht Verantwoordelijkheden Het toezicht op de beleidsregels en wetgeving ligt (voor het grootste deel) bij de gemeente, brandweer en politie. De politie richt zich voornamelijk op de openbare orde en veiligheid buiten het evenemententerrein. De brandweer houdt toezicht op het gebied van de brandveiligheid. Dit omvat bijvoorbeeld de (brand) veiligheid van het terrein/de locatie en de bereikbaarheid van de hulpdiensten. Op de aspecten die niet de openbare orde en de brandveiligheid betreffen houdt de gemeente toezicht. 9 De gemeente heeft bij het (integraal) toezicht de regie. Integraal toezicht Het is de bedoeling het toezicht op de voorschriften en eisen voor de organisatoren van evenementen zo prettig mogelijk te laten verlopen. Daarom wordt zo veel mogelijk integraal toezicht gehouden. Dat betekent dat gemeente, brandweer en politie gezamenlijk (zoveel mogelijk tegelijkertijd, maar in elk geval na afstemming) toezicht houden. Indien mogelijk gebeurt dit in overleg met de organisatie. Door middel van integraal toezicht wordt ook de kwaliteit verbeterd, omdat de verschillende partijen hun acties ook inhoudelijk op elkaar kunnen afstemmen en (ter plaatse) afspraken kunnen maken met elkaar en met de organisatie. Toezicht vooraf Wanneer de controle voorafgaand aan het evenement plaats vindt, zijn er nog mogelijkheden om de situatie aan te passen, zodat wel aan de criteria wordt voldaan 10 : er kan een extra ingang worden gecreëerd, de indeling van het terrein kan worden gewijzigd, verlichting aangebracht, hekken geplaatst, enz. De toezichthouder(s) kunnen hierover met de organisatie afspraken maken, waarna eventueel hercontrole volgt. Toezicht tijdens het evenement Een aantal zaken is logischerwijs niet van te voren te toetsen, bijvoorbeeld het geluidsniveau, de begin en eindtijd of het aantal aanwezige bezoekers. Deze zaken worden alleen tijdens het evenement gecontroleerd. Daarnaast kan het zijn dat na de toetsing vooraf de maatregelen om de situatie in overeenstemming met de toetsingscriteria wordt gecontroleerd. In beide gevallen wordt dus tijdens het evenement toezicht gehouden. Tijdens het evenement zelf kunnen toezichthouders/handhavers ook opdracht geven een aantal maatregelen te nemen, bijvoorbeeld het verwijderen van een aantal bezoekers, het verminderen van het geluidsniveau, het sluiten van de tap, het vrijmaken van een nooduitgang of het openen van een deur. 9 Hiervoor is de afdeling Bouwen en Milieu van de Gemeente Staphorst verantwoordelijk. 10 Het gaat dan om het moment enkele uren of enkele dagen voor het evenement, het draaiboek is dan dus al vastgesteld. 22