Consultatiedocument Samenwerken aan de Transitie Sociaal Domein

Transcriptie

1 Consultatiedocument Samenwerken aan de Transitie Sociaal Domein Naam Functie Organisatie Op welke manier betrokken bij de Transitie Sociaal Domein? Peter Peters Sengers, Margot van der Wart Hoofd bedrijfsvoering, manager zorg GGzCentraal Fornhese Transitie jeugdzorg, deelname adviesgroep Jeugd, deelname ZAT, ontwikkeling Wijkteams, POH, AWBZ (Logeervoorziening), etc. Algemene vragen Uw eerste algemene reactie op het consultatiedocument Fornhese ziet het consultatiedocument als een goed basisdocument voor de verdere concretisering van de transitie. De nadere toelichting tijdens de informatiebijeenkomsten waren verhelderend. Fornhese heeft zich door de jaren heen bijzonder ingespannen om aandeel te hebben in het creëren van samenhang in de jeugdzorg en ziet de regio Almere als een belangrijke voorloper en voorbeeld in de ontwikkeling van de jeugdzorg. Fornhese hecht eraan dat deze positieve ontwikkeling onder de vlag van de transitie wordt voortgezet. Wij staan achter de visie van de gemeente dat het organiseren van wijkteams voor een goede basiszorg voor jeugd een essentiële eerste stap in de transitie is. De kinder en jeugdpsychiatrie als gespecialiseerde geneeskundige jeugd ggz, wil graag zijn specialistische expertise beschikbaar stellen om mee te helpen om deze stap tot een succes te maken. Zoals wellicht bekend zijn wij geen voorstander van de transitie van de gespecialiseerde geneeskundige jeugdggz met name uit oogpunt van het algemene recht op gezondheidszorg bij ziekten van alle organen bij alle leeftijden (het gevaar van dubbele discriminatie). Ook vinden wij dat er geen sprake kan zijn van het voorschrijven van psychofarmaca zonder psychiatrische stoornis. Hoe wij denken bij te kunnen dragen aan de ontwikkeling van de transitie van de jeugdzorg met betrekking tot een goede basiszorg voor de Almeerse jeugd zullen we hieronder nader toelichten. Specifieke vragen Wij vragen uw reactie op de volgende gemaakte keuzes zoals opgenomen in het document: 1. De samenstelling en aansturing van het team o Binnen convenantsamenwerking: manager wijkteam net als wijkwerkers in dienst van een van de organisaties, gemeentelijke 1

2 van wijkwerkers en team van gezinsbegeleiders. Hierover worden in het document drie scenario s aan u voorgelegd (p. 10). Wij vragen u uw voorkeur kenbaar te maken door deze aan te vinken. regisseur heeft controlerende en bewakende rol m.b.t. budgetten X Binnen convenantsamenwerking: manager wijkteam in dienst van gemeente, heeft ook controlerende en bewakende rol, gemeentelijke regisseur iets meer op afstand in monitoring o Binnen een ander samenwerkingsverband: manager wijkteam in dienst van bv. stichting of coöperatie, budgetverantwoordelijkheid ook daar leggen Belangrijk hierbij is: Te streven naar efficiënte samenwerkingsverbanden en zo beperkt mogelijk te institutionaliseren. Nieuwe instituten leiden tot een toename van overhead(kosten) en bureaucratie en het risico gebruikt te worden als instrument om andere doelen te bereiken dan oorspronkelijk is bedoeld. Efficiënte sturing en controle worden eerder bereikt vanuit consensus over de te bereiken doelen en door verantwoordelijkheden en bevoegdheden zo dicht mogelijk bij de uitvoering van activiteiten te leggen. Van belang hierbij is: Het stellen van budgettaire kaders: Dat de continuïteit gegarandeerd wordt d.m.v. meerjarenafspraken. (Jaarlijkse) aanbesteding is naar onze mening levensgevaarlijk. 2. Samenwerking van partners vindt (voorlopig) via een convenant plaats (p.11). Basiszorg voor jeugd vanuit kinder en jeugdpsychiatrisch perspectief is op het goede moment, op de juiste plek, de juiste zorg. Beoogde resultaten voor de basiszorg voor jeugd: Bevorderen van het welzijn van kind en gezin. Dat jeugdigen gezond en veilig opgroeien. Dat dit zo dicht mogelijk bij huis gebeurt. De zorg vraag gericht is. Dat er geen financiële systeem belemmeringen zijn om de juiste zorg uit te voeren. Dat het gezin en kind zoveel als mogelijk de regie, verantwoordelijkheid en betrokkenheid houden. Er sprake is van shared decision making: afspraken maken met de wettelijke vertegenwoordigers van het kind over de resultaten van de zorg en de inspanning die wordt geleverd (en dus ook de kosten). 2

3 Wat is hiervoor nodig: Breng de huidige 0 de lijn en eerste lijn beleidsmatig onder in één basis zorg voor jeugd onder regie van de gemeente. Streef naar gezamenlijke probleem verantwoordelijkheid en signalering. Ga uit van wat nu al goed werkt, zoals het op en afschalingsmodel, het Oké punt en de behaalde resultaten in de samenwerking. Faciliteer regelruimte voor professionals. Faciliteer communicatie (virtueel / flex plekken/ platform) door het invoeren van een goede ICT infrastructuur, e zorg en Het Nieuwe Werken. Ondersteun kind en wettelijk vertegenwoordiger in het behouden van de regie. Borg consultatie en triage ondersteund door specialisten. Evalueer systematisch en methodisch zowel op zorginhoudelijk als beleidsmatig en bestuurlijk niveau. Vertaald naar de zorgpiramide: Hoe hoger in de zorgpiramide, hoe meer zorgvolume binnen die piramide nodig is. 3

4 Samenwerking tussen sectoren vertaald naar zorgpiramides binnen de sectoren: De rode lijn geeft weer dat dit cliëntsysteem behoefte is aan middelzware inzet Jeugdzorg en onderwijs, geen inzet bij LVB/VB, somatische zorg bij de eerste lijn, enkelvoudige 2 e lijns JGGZ en forse justitiële inzet. Het betreft hier b.v. een lichamelijk gezond, normaal begaafd kind met gedragsstoornissen in een multiproblem gezin met behandeling ADHD in de kinder en jeugdpsychiatrie en een forse justitiële inzet. 3. Inzet van het team van gezinsbegeleiders op stadsdeelniveau (p.12). Bij het coördineren van zorg gaat het ook om het inzetten van de juiste expertise. Bijvoorbeeld: het coördineren van zorg bij sociale problemen door de maatschappelijk werker of jeugdwerker, bij het coördineren van zorg bij gezondheidszorgproblemen door de jeugdarts en de gz psycholoog. Van belang is een deskundige triage (vaststellen aard, ernst en urgentie van de problematiek). Dit kan bereikt worden door gebruik te maken van de deskundigen in de verschillende sectoren. Het beleid van Fornhese is erop gericht dat behandelaars (zoals gz psychologen en SPV ers) in de nabije toekomst voor een deel werkzaam zijn buiten Fornhese. Het is dan mogelijk om behandelaars met een bepaalde expertise voor een deel (25 50%) als triagist werkzaam te laten zijn in de basiszorg. Anderzijds kan de jeugdarts voor een deel bij de kinder en jeugdpsychiatrie werkzaam zijn. Belangrijk is dat de gezinsbegeleiders empowered worden d.m.v. begeleiding en supervisie, zodat zij niet opbranden. Het is te verwachten dat de gezinsbegeleiders die regelmatig (positieve) feedback ontvangen over hun handelen, dit ook gemakkelijker doen naar de wijkteams en de wijkwerkers naar de burgers. 4

5 4. Jeugdgezondheidszorg is integraal onderdeel van de nieuwe sociale infrastructuur (p. 13). Wij denken dat er altijd een regievoerder moet zijn binnen de basiszorg voor jeugd met multi sectorale problematiek, b.v. vanuit de sector van waaruit de meest intensieve zorg aan het gezinssysteem wordt geboden. Jeugdgezondheidszorg heeft een preventieve functie. Dat onderschrijven wij. Kinder en jeugdpsychiatrie is daarbij in feite ontwikkelingspsychiatrie. De opdracht is om tijdige, proportionele en effectieve geneeskundige interventies in te zetten. Vroege geneeskundige interventies hebben een grote impact op het ontwikkelingsniveau, de executieve functies op latere leeftijd en daarmee het niveau van functioneren als burger. Onderstaande grafiek illustreert dit: 5. De toegang tot ondersteuning vindt plaats via het stadhuis (telefonisch, via internet of balie) en/ of via het team van Behoud van de deskundigheid om tijdig deze interventies te kunnen doen is daarom van groot belang. De inzet van de gespecialiseerde zorginstellingen in de vorm van consultatie, advies en deskundigheidsbevordering t.b.v. de JGZ teams en dus de samenwerking tussen JGZ (GGD, Zorggroep en BJZ) en de gespecialiseerde zorg en onderwijsinstellingen zoals Vitree, Triade, LSG Rentree, Fornhese en het speciaal onderwijs zijn hierbij volgens ons van groot belang. Wij denken dat het verstandig is om uit te gaan van de lokale context en infrastructuur. De maatschappelijke veiligheid en de patiëntveiligheid kan volgens ons het beste geborgd worden door altijd de huisarts te informeren en/of poortwachter te laten zijn in verband met gezondheidsrisico s. Het lijkt ons een belangrijke voorwaarde om de beschikbaarheid en de toegang tot 7x24 uur crisisdiensten gezamenlijk en/of per sector goed te regelen. 5

6 wijkwerkers (p. 15). 6. In de wijken is een basisinfrastructuur voor eenvoudige, collectieve ondersteuning aanwezig (p.17). 7. Een bekostigingssystematiek waarbij sprake is van keuzevrijheid voor inwoners (p.19). Maak goed gebruik van ervaringsdeskundigheid met de professionele als regie. Als voorbeeld: Naar aanleiding van een onderzoek van C. Stern rond de eeuwwisseling naar tiener zwangerschappen, koppelde men ervaren ouders uit Suriname via de verloskundige aan zwangere alleenstaande tieners. Deze ervaren moeders begeleidde de tieners tegen een geringe vergoeding. Dit bleek zeer effectief. Fornhese heeft geen monopolie positie, heeft geen belang bij een monopolie positie en staat achter zoveel mogelijk vrijwilligheid en keuzevrijheid voor de burger. Van groot belang vinden wij het maken van meerjarenafspraken in de basiszorg. Jaarlijks aanbesteden is in het perspectief van gezondheidsrisico s levensgevaarlijk. 8. Kwaliteit en verantwoording vindt mede plaats op basis van de tien beleidsprincipes (p. 21). 9. Er worden 18 wijkteams ingesteld, op basis van de bijgevoegde wijkclustering (bijlage II). Het stellen van kwalitatieve kaders: Alle zorgmedewerkers zijn gecertificeerd of in opleiding Elke gecertificeerde basiszorgaanbieder heeft een consultatieovereenkomst waardoor een specialist aanwezig is in de eerste lijn. De specialistische geneeskundige JGGZ levert professionals (klinisch psycholoog en/of psychiater) aan de basiszorg voor consultatie, advies en hulp bij triage. Nulmeting en periodieke evaluatie volgens (landelijk) vastgesteld protocol van interventies en nieuwe initiatieven. Voldoende schaalgrootte per wijkteam (b.v inwoners), zodat er teams van voldoende omvang ontstaan (b.v. minimaal 8, maximaal 12 teamleden)vanuit het oogpunt van veiligheid en continuïteit voor burgers en medewerkers. Overige vraag: 6

7 Heeft u nog andere opmerkingen en suggesties die u ons wilt meegeven? 1. Ten aanzien van de rol van de brandfunctionaris: 2x per jaar een bijeenkomst organiseren met bestuurders en professionals aan de hand van incidentmeldingen. Doel: terugdringen van risico situaties door preventie, beleidsverbetering en terugdringen van handelingsverlegenheid. Actuele (complexe) casussen doornemen met betrokken instellingen en daarop het beleid toesen. Opbouwen van best practises. 2. Borg opleiding en wetenschappelijk onderzoek ook in de basiszorg. 3. Door het monitoren van het functioneren van kinderen in gezin (1 e ), op school (2 e ) en vrije tijd (3 e milieu), is beter inzicht te verkrijgen in de mate van functioneren en in hoeverre er sprake is van een gezondheidsrisico of een maatschappelijk risico. Wij adviseren om de regie voor medische zaken in de medische kolom te borgen (b.v. huisarts, jeugdarts, spv) en de regie voor maatschappelijke zaken door een agoog (b.v. gedragsdeskundige, gz psycholoog) Bedankt voor uw inbreng en medewerking, wij houden u op de hoogte van het vervolg. 7