GEBRUIKERSHANDLEIDING. h j. Modellen 6100 en 6101 Ambulante Infusiepomp

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEBRUIKERSHANDLEIDING. h j. Modellen 6100 en 6101 Ambulante Infusiepomp"

Transcriptie

1 GEBRUIKERSHANDLEIDING h j Modellen 6100 en 6101 Ambulante Infusiepomp i

2 Deze handleiding betreft alleen de ambulante infusiepompen Model 6100 en Model 6101 van CADD-Prizm VIP (Variabel infusieprofiel). De pomp heeft twee toedieningsmodi: PCA PCA 6210 (alle revisieletters) Continu CONTIN 6220 (alle revisieletters) TPN TPN 6230 (alle revisieletters) Intermitterend INTERMT 6240 (alle revisieletters) Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor gebruik door de arts. Sta niet toe dat patiënten toegang hebben tot deze handleiding. De pomp heeft drie beveiligingsniveaus om toegang van de patiënten te beperken. Geef de veiligheidscodes van de pomp en andere informatie waardoor toegang tot programmerings- en bedieningsfuncties verkregen kan worden niet vrij. Een uitgavedatum van deze gebruikershandleiding wordt vermeld ter informatie van de arts. Indien er een jaar is verlopen tussen de datum van uitgave en het gebruik van het product, dient de arts contact op te nemen met Smiths Medical MD, Inc. om te zien of er een recentere versie van deze handleiding verkrijgbaar is. Technische ondersteuning Indien u opmerkingen of vragen heeft met betrekking tot het gebruik van de CADD- Prizm pomp, kunt u contact opnemen via het onderstaande nummer. Geef a.u.b. de softwaremodule van de pomp op wanneer u contact opneemt. Deze informatie vindt u op het opstartscherm. Ons personeel bij Smiths Medical MD is vierentwintig uur per dag beschikbaar om artsen te helpen bij het programmeren en gebruiken van het CADD-Prizm infusiesysteem. Distributie in de V.S.: Europese distributie: Smiths Medical MD, Inc Smiths Medical International Ltd Grey Fox Road WD24 4LG, U.K. St. Paul, Minnesota U.S.A. +44 (0) ii

3 Lees deze gehele Gebruikershandleiding door voordat u de CADD-Prizm VIP ambulante infusiepomp gaat gebruiken. Indien de waarschuwingen en aanwijzingen niet op de juiste wijze worden opgevolgd, kan dit ernstig of dodelijk letsel voor de patiënt tot gevolg hebben. Waarschuwingen Deze gebruikershandleiding mag uitsluitend door artsen worden gebruikt. Zorg dat de patiënten geen toegang tot deze handleiding krijgen, aangezien de patiënten met de hierin verkregen informatie volledige toegang tot alle programmerings- en bedieningsfuncties zouden hebben. Onjuiste programmering kan de dood of ernstig letsel van de patiënt tot gevolg hebben. Patiënten op wie ongewenste werkingen en defecten, met inbegrip van onderbreking van medicatie of vloeistoftoediening van de pomp, mogelijk een nadelige invloed hebben, moeten onder nauwlettend toezicht worden gehouden en er moet een mogelijkheid zijn om onmiddellijk corrigerend op te treden. Als de pomp wordt gebruikt om levensondersteunende medicijnen toe te dienen, moet er een extra pomp beschikbaar zijn. De pomp mag niet gebruikt worden voor toediening van bloed of cellulaire bloedproducten. Indien men de pomp laat vallen of ertegen stoot, moet hij op beschadiging worden geïnspecteerd. Gebruik geen pomp die beschadigd is of niet goed werkt. Neem contact op met de klantendienst om de pomp terug te sturen voor onderhoud. Bij gebruik van een injectiespuit bij de CADD -toedieningsset kan er TE WEINIG geneesmiddel worden toegediend. De werking van de injectiespuit kan negatief beïnvloed worden door veranderingen in de maten van de zuiger en in de beweeglijkheid ervan, waardoor er meer kracht nodig is om de zuiger te bewegen. Een zuiger van een injectiespuit glijdt met de tijd minder goed. Hierdoor wordt de hoeveelheid die te weinig toegediend wordt steeds groter, en dit kan na verloop van tijd beduidend worden. Daarom dient er rekening gehouden te worden met het soort medicatie en de vereiste precisie van de toediening bij gebruik van een injectiespuit met de CADD - -pomp. Clinici dienen het resterende volume in de injectiespuit regelmatig te iii

4 vergelijken met de waarden die de pomp weergeeft zoals RES VOL en TOEGEDIEND om te bepalen of er niet te weinig medicatie wordt toegediend zodat er zo nodig ingegrepen kan worden. Onnauwkeurige toediening kan optreden als gevolg van tegendruk of vloeistofweerstand, die afhangt van de viscositeit van de medicatie, de kathetermaat en de verlenglijn van de extensieset (bijvoorbeeld een lijn met zeer kleine doorsnee). Dien geen geneesmiddelen toe in de epidurale of subarachnoïdale ruimte tenzij het geneesmiddel hiervoor aangewezen is. Om de infusie van geneesmiddelen die niet geïndiceerd zijn voor infusie in de epidurale of subarachnoïdale ruimte te voorkomen, mogen geen toedieningssets worden gebruikt die injectieplaatsen bevatten. Als er een Medication Cassette Reservoir, CADD -uitbreidingsset of CADD -toedieningsset wordt gebruikt voor toediening in de epidurale of subarachnoïdale ruimte, is het sterk aan te bevelen dat deze duidelijk te onderscheiden zijn van andere toedieningsmethoden, door bijvoorbeeld een kleurencode, of andere identificatiemethoden. Als er geen luchtdetector aangesloten is, of deze is aangesloten, maar uitgeschakeld, zal de pomp geen lucht detecteren in de slangen. Het verdient aanbeveling om de slangen regelmatig te controleren en eventuele lucht te verwijderen om luchtembolie te voorkomen. Volg de gebruiksaanwijzing die bij het Medicatiecassettereservoir en de CADD -Extensieset, of de CADD -Toedieningsset geleverd is, waarbij in het bijzonder aandacht besteed moet worden aan alle waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen die met het gebruik samenhangen. Wanneer de opwaartse occlusiesensor is uitgeschakeld, neemt de pomp geen opwaartse occlusies (tussen de pomp en het reservoir) waar. De slangen moeten regelmatig geïnspecteerd worden op het knikken, een gesloten klem of andere opwaartse obstructies. Opwaartse occlusies kunnen leiden tot onvoldoende of geen toediening van medicatie. De veiligheidscodes van de pomp en andere informatie waardoor de patiënt toegang tot alle programmerings- en bedieningsfuncties zou krijgen, mogen niet aan de patiënt kenbaar worden gemaakt. Gebruik geen oplaadbare NiCad- of NiMH-batterijen (nikkel-metaalhydride). Gebruik geen heavy duty koolzinkbatterijen. Zij leveren niet voldoende stroom om de pomp correct te laten werken. iv

5 Zorg dat er altijd nieuwe reservebatterijen binnen bereik zijn. Als de stroom uitvalt, wordt er niets toegediend. Er is geen alarmsignaal om te laten weten dat de batterij niet juist werd ingebracht of verkeerd zit. Bij een verkeerd geïnstalleerde batterij kan er stroomuitval optreden en wordt er bijgevolg geen geneesmiddel toegediend. Indien men de pomp laat vallen of ertegen stoot, kan de batterijklep breken of beschadigd worden. Gebruik de pomp niet als de batterijklep beschadigd is, want de batterij kan dan niet goed vast zitten; dit kan leiden tot een stroomonderbreking en dan wordt er geen geneesmiddel toegediend. Hou rekening met het nauwkeurigheidspercentage (± 6%) van het toedieningssysteem bij het programmeren van de pomp en/of het vullen van het Medicatiecassettereservoir. Doet u dit niet, dan kan de medicatie in het reservoir sneller leeg zijn dan verwacht. Wanneer u een nieuwe tijd voor de lockout Dos. op Aanvr invoert, wordt iedere geldende lockout-tijd gewist. Onmiddellijk na het starten van de pomp zou er een Dosis op Aanvraag kunnen worden, en dit kan leiden tot de toediening van te veel geneesmiddel. Wanneer u een nieuwe waarde voor max dosis per uur invoert, wordt iedere geldende lockout-tijd gewist. Onmiddellijk na het starten van de pomp zou er een Dosis op Aanvraag kunnen worden, en dit kan leiden tot de toediening van te veel geneesmiddel. Wees voorzichtig bij gebruik van de klinische bolusfunctie. Aangezien de frequentie van het toedienen van een bolus onbeperkt is, en de hoeveelheid van de bolus tot 20 ml (of het equivalent in mg of mcg) kan bedragen, mag u de patiënt niet vertrouwd maken met de procedure voor het geven van een klinische bolus. Om te voorkomen dat de patiënt toegang krijgt tot de functie klinische bolus, mag de patiënt deze code niet kennen. Klem de slangen altijd af voordat u de cassette van de pomp verwijdert om ongecontroleerde infusie door zwaartekracht te voorkomen. Sluit de cassette goed aan. Een losgekomen of onjuist aangesloten cassette kan leiden tot een ongecontroleerde infusie door zwaartekracht van medicatie uit het vloeistofreservoir of tot de terugstroom van bloed, wat ernstig letsel van de patiënt kan veroorzaken. v

6 Indien u een CADD Toedieningsset of Medicatiecassettereservoir gebruikt die niet de stroomstopfunctie heeft (het nabestelnummer begint niet met 21-73xx): U moet een CADD -extensieset met antisifonklep of een CADD -toedieningsset met hetzij een geïntegreerde, hetzij een afzonderlijke antisifonklep gebruiken als bescherming tegen ongecontroleerde zwaartekrachtinfusie die een onjuist bevestigd reservoir kan veroorzaken. Nooit de slangen primen als ze aangesloten zijn op de patiënt aangezien dit kan leiden tot toediening van te veel geneesmiddel of luchtembolie. Controleer of de slangen helemaal vrij zijn van luchtbellen alvorens ze op de patiënt aan te sluiten om luchtembolie te voorkomen. Als de Dosis op Aanvraag momenteel afgesloten is, wordt de lockout-tijd door een verandering van datum en uur gewist. Onmiddellijk na het starten van de pomp zou er een Dosis op Aanvraag kunnen worden, en dit kan leiden tot de toediening van te veel geneesmiddel. Opgelet Gebruik de pomp niet bij temperaturen onder +2 C (36 F) of boven 40 C (104 F). Bewaar de pomp niet bij temperaturen onder -20 C (-4 F) of boven 60 C (140 F). Bewaar de pomp niet met een Medication Cassette-reservoir of CADD -toedieningsset erop aangesloten. Stel de pomp niet bloot aan een luchtvochtigheidsgraad onder 10% of boven 90% relatieve vochtigheid. Bewaar de pomp niet gedurende lange tijd met de batterijen erin. De pomp kan beschadigd worden door lekkende batterijen. Als u een Medication Cassette-reservoir gebruikt waarin de medicatie bevroren is, mag u dit alleen bij kamertemperatuur laten ontdooien. Niet in de microgolfoven verwarmen: het product kan hierdoor beschadigd worden en gaan lekken. Dompel de pomp niet onder in reinigingsvloeistof of water. Laat geen vloeistof in de pomp trekken, of op het toetsenbord verzamelen of binnendringen in het compartiment van de batterij, het contact voor gegevens, stroombron of luchtdetector. Vochtophoping in de pomp kan de pomp beschadigen. vi

7 Maak de pomp niet schoon met aceton, andere kunststofoplosmiddelen of schuurmiddelen, aangezien deze de pomp kunnen beschadigen. Stel de pomp niet bloot aan therapeutische niveaus van ioniserende straling, aangezien het elektronische circuit van de pomp hierdoor permanente schade kan oplopen. De beste handelwijze is de pomp tijdens therapeutische bestraling van de patiënt te verwijderen. Indien de pomp tijdens een therapeutische sessie in de nabijheid van de patiënt moet blijven, moet hij afgeschermd worden, en na de behandeling dient er gecontroleerd te worden of hij nog goed functioneert. Stel de pomp niet rechtstreeks bloot aan ultrageluid, aangezien het elektronische circuit van de pomp hierdoor permanent beschadigd kan worden. Gebruik de pomp niet in de nabijheid van MRI-apparatuur (magnetic resonance imaging), aangezien magnetische velden de werking van de pomp ongunstig kunnen beïnvloeden. Verwijder de pomp tijdens MRIprocedures van de patiënt en houd hem op veilige afstand van magnetische energie. Gebruik de pomp niet in de nabijheid van ECG-apparatuur, aangezien de pomp de werking van de apparatuur kan beïnvloeden. Let goed op de ECG-apparatuur wanneer deze pomp wordt gebruikt. Steriliseer de pomp niet. Gebruik de pomp niet in aanwezigheid van ontvlambare anaesthetica of explosieve gassen. Gebruik uitsluitend hulstukken van Smiths Medical MD, aangezien het gebruik van andere merken de werking van de pomp ongunstig kan beïnvloeden. Controleer de stabiliteit van het geneesmiddelen wat betreft tijd en temperatuur om de stabiliteit bij de toegepaste toedieningomstandigheden te kunnen garanderen. vii

8 Inhoudsopgave Waarschuwingen Voorzorgen iii vi Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving en bediening 1 Inleiding... 1 Indicaties... 1 Toediening in epidurale/subarachnoïdale ruimte... 1 Symbolen... 3 Pompschema... 4 Beschrijving van toetsen, display en functies... 5 Het hoofdscherm Hulp vragen met de Å-toets Slotniveaus Autoslot Veiligheidscodes De beveiligingscodes aanpassen Tabel van slotniveaus Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp 15 De batterij plaatsen Het opstarten bekijken Overgaan op slotniveau 0 (LL0) PCA-toediening Programmeringschermen voor de PCA toedienmodus PCA programmeervoorbeeld PCA: Programmeren met bovengrenzen, doses in slotniveau 1 bijstellen PCA: Starten van een klinische bolus PCA: Starten van een Dosis op aanvraag PCA: Een Dosis op aanvraag of een klinische bolus stoppen Continue toediening Programmeerschermen voor de continue toedienmodus Voorbeeld voor continu programmeren CONTINU: Programmeren met bovengrenzen, snelheid in slotniveau 1 bijstellen viii

9 Algemene beschrijving Instellen en programmeren Bediening van de pomp Opties Biomed Toolbox Referenties en probleemoplossen TPN-toediening Programmeerschermen voor de TPN-toediening TPN-programmeervoorbeeld TPN: Dagelijkse infusie starten Intermitterende toediening Programmeerschermen voor intermitterende toedieningsmodus Voorbeeld van intermitterende programmatie INTERMT: De pomp stoppen tijdens de cyclus Hoofdstuk 3: Bediening van de pomp 61 Een cassette veranderen Een cassette bevestigen De slangen primen en op de patiënt aansluiten De slang in de luchtdetector plaatsen Het slotniveau voor de patiënt instellen De pomp starten De pomp stoppen Opnieuw instellen van het reservoirvolume Hoofdstuk 4: Opties 71 Overzicht: Toegang tot opties Onmiddellijk Taper omlaag: TPN Primen Resterende tijd: Intermitterend Uitgebreide historie, bekijken: PCA Toedieningsmodus veranderen Autoslot Tijd Datum Logboek doornemen Hoofdstuk 5: Biomed Toolbox 83 Overzicht: Toegang tot de Biomed Toolbox Microgram aan/uit (alleen PCA) Aangepaste concentraties (alleen PCA) Uitgebreide historie aan/uit (alleen PCA) PO (Preventief Onderhoud) herinnering Aangepaste code voor het slotniveau Formaat voor de datum Weergave van stroombronstatus ix

10 Opwaartse sensor aan/uit (alleen Model 6101) Luchtdetector vereist Hoofdstuk 6: Referenties en probleemoplossen 91 Probleemoplossen Berichten en alarmsignalen, in alfabetische volgorde Reinigen van de pomp en accessoires De contactpunten van de batterij reinigen Blootstelling aan straling of magnetische resonantie (MRI) PCA-toedieningsmodus: Instellingsbereik van continu snelheid PCA-toedieningsmodus: Instellingsbereik van Dosis op aanvraag, klinische bolus: Milliliter PCA-toedieningsmodus: Instellingsbereik van Dosis op aanvraag, klinische bolus: Milligram PCA-toedieningsmodus: Instellingsbereik van Dosis op aanvraag, klinische bolus: Microgram Conversietabel voor uren Technische beschrijving Normen toegepast bij de ontwikkeling van de pomp Specificaties (nominaal) Rapporten afdrukken Resultaten van nauwkeurigheidstests Veiligheidskenmerken en foutdetectie Veiligheidskenmerken van de software Veiligheidskenmerken van gegevensverwerkende software Inspectieprocedures Proceduretesten Tests voor occlusiedrukbereik Nauwkeurigheidstests Index Beperkte garantie x

11 Algemene beschrijving Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving en bediening Inleiding De CADD-Prizm ambulante infusiepomp verstrekt gedoseerde medicatie aan intramuraal of poliklinisch behandelde patiënten. De therapie dient altijd onder toezicht van een arts of een persoon uit de gezondheidszorg te worden uitgevoerd. Zo nodig, moet de patiënt opgeleid worden in het gebruik van de pomp. Indicaties De CADD-Prizm -pomp is geïndiceerd voor intraveneuze, intra-arteriële, subcutane en intraperitoneale infusie en infusie in de epidurale en subarachnoïdale ruimte. PCA (Patient-Controlled Analgesia) - toediening wordt gebruikt bij behandelingen die een continue infusie of dosissen op aanvraag van de patiënt of beide vereisen, zoals patiëntgecontroleerde analgesie. Continue toediening maakt infusie van geneesmiddelen met een constante geprogrammeerde hoeveelheid mogelijk. TPN (Total Parenteral Nutrition) - toediening maakt de infusie mogelijk van voedingsoplossingen of andere vochten, met eventueel een geleidelijke opstart en beëindigingsfase. Intermitterende toediening betekent infusie van een bepaald volume aan geneesmiddel op regelmatige, voorgeprogrammeerde tijdstippen. Toediening in epidurale/subarachnoïdale ruimte Het gekozen geneesmiddel moet gebruikt worden in overeenstemming met de indicaties genoemd op de bijsluiter van de medicatie. De toediening van medicatie door deze pomp is onderhevig aan eventuele op het etiket van de medicatie vermelde waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en contra-indicaties. 1

12 Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Algemene beschrijving Analgetica Toedienen van analgetica in de epidurale ruimte mag alleen plaatsvinden met verblijfkatheters die specifiek bestemd zijn voor toediening van medicatie gedurende korte of lange termijn. Toedienen van analgetica in de subarachnoïdale ruimte mag alleen plaatsvinden met verblijfkatheters die specifiek bestemd zijn voor toediening van medicatie gedurende korte termijn. Anaesthetica Toedienen van anaesthetica in de epidurale ruimte mag alleen plaatsvinden met verblijfkatheters die specifiek bestemd zijn voor toediening van medicatie gedurende korte termijn. WAARSCHUWINGEN: Dien geen geneesmiddelen toe in de epidurale of subarachnoïdale ruimte, tenzij deze speciaal daarvoor geïndiceerd zijn. Medicatie die niet bedoeld zijn voor infusie in de epidurale of subarachnoïdale ruimte kunnen de dood of ernstig letsel van de patiënt tot gevolg hebben. Om de infusie van geneesmiddelen die niet geïndiceerd zijn voor infusie in de epidurale of subarachnoïdale ruimte te voorkomen, mogen geen toedieningssets worden gebruikt die injectieplaatsen bevatten. Het onopzettelijk gebruik van injectieplaatsen voor de infusie van deze geneesmiddelen kan de dood of ernstig letsel van de patiënt tot gevolg hebben. Als er een Medication Cassette Reservoir, CADD -extensieset of CADD - toedieningsset wordt gebruikt voor toediening in de epidurale of subarachnoïdale ruimte, is het sterk aan te bevelen dat deze duidelijk te onderscheiden zijn van andere toedieningsmethoden, door bijvoorbeeld een kleurencode, of andere identificatiemethoden. Medicatie die niet bedoeld zijn voor infusie in de epidurale of subarachnoïdale ruimte kunnen de dood of ernstig letsel van de patiënt tot gevolg hebben. 2

13 Algemene beschrijving Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Symbolen ~ Wisselstroom O Aansluiting voor hulpstukken! Opgelet, raadpleeg begeleidende documenten (lees de gebruiksaanwijzing) K J E D REF SN Uitrusting klasse II Uitrusting type CF Spatbestendig water dat op de pompbehuizing spat heeft geen schadelijk effect (zie Pomp en hulpstukken reinigen, Hoofdstuk 6, voor aanvullende belangrijke informatie) Fabricagedatum Catalogusnummer (voor nabestelling) Serienummer Werp gebruikte batterijen weg op een milieuvriendelijke manier, en volgens de mogelijk geldende regels 3

14 Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Algemene beschrijving Pompschema Display Indicatielampjes Geel Groen Toetsenbord Stroomaansluiting Voorzijde Data In/Out aansluiting Luchtdetector STOP START SLOT? ENTER OPTIES VOLGENDE DOSIS J N Uitsparing voor de infusiestandaardklem D. Zurn «Prizm Rear 3/4 w/ad (dark BW)» Achterzijde Batterijhouder Cassettevergrendelingsslot Knop voor vergrendelen van cassette Cassette (het deel van de Medication Cassette Reservoir of CADD -toedieningsset dat aangesloten wordt op de onderkant van de pomp) 4

15 Algemene beschrijving Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Beschrijving van toetsen, display en functies Indicatielampjes Groen: Het groene lichtje knippert ongeveer om de 3 seconden als de pomp loopt en vloeistof toedient volgens het programma. Geel: Het gele lichtje knippert als de pomp gestopt is of als er een alarmtoestand heerst. Het blijft continu aan als de pomp niet te bedienen is. Op het display wordt de toestand kort beschreven. Als beide lichten knipperen, gaat de toediening door, maar is er een probleem dat uw aandacht vraagt (als de batterij bijvoorbeeld bijna leeg is). Het display geeft een korte beschrijving van het probleem. Display met verlichting Het LCD-display (vloeibare kristallen) geeft programmeringsinformatie en berichten weer. Bij weinig licht kan het display oplichten. Als er een tijd geen toetsen worden ingedrukt, gaat dit licht uit en het display wordt gewist om de batterijen te sparen (tenzij er een alarmtoestand heerst of een externe stroombron gebruikt wordt). Druk op een toets om het display opnieuw aan te schakelen. OPMERKING: Als u op drukt, geeft het display een bericht weer dat vraagt of u de pomp wilt starten of stoppen; druk op of Î. Gebruik de toets Í niet om het display aan te schakelen; hierdoor zou u onopzettelijk een dosis kunnen toedienen. Toetsenbord De toetsen van het toetsenbord worden hieronder beschreven. Er klinkt een pieptoon als op een toets wordt gedrukt die bij het huidige slotniveau werkzaam is. Œ Å om toediening te starten en te stoppen. wordt gebruikt om het huidige slotniveau van de pomp te bekijken of te wijzigen. Slotniveaus worden toegepast om de toegang van de patiënt tot bepaalde programmerings- en bedieningsfuncties te beperken. (Zie Slotniveaus in dit hoofdstuk.) Deze toets wordt ook gebruikt om toegang te krijgen tot de klinische bolusfunctie in PCA toedienmodus. is de Helptoets. Deze wordt gebruikt om de helpfunctie weer te 5

16 Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Algemene beschrijving Í Î geven voor een display of een alarmbericht. (Zie Hulp vragen, dit hoofdstuk.) wordt bij het programmeren van nieuwe pompinstellingen gebruikt voor het invoeren, wissen of opslaan van een nieuwe waarde in het geheugen van de pomp. Deze wordt ook gebruikt om een item te selecteren in het Optiemenu (Hoofdstuk 4) of het Biomed-Toolbox menu (Hoofdstuk 5). wordt gebruikt om het programmeringscherm te doorlopen zonder de weergegeven instelling of waarde te wijzigen. Deze wordt ook gebruikt om terug te gaan van het Biomed-Toolbox menu naar het Optiemenu, of van het Optiemenu naar het hoofdscherm. (Zie hoofdstukken 4 en 5.) wordt allen in PCA-toedieningsmodus gebruikt. Hiermee kan de patiënt zichzelf op verzoek een geprogrammeerde hoeveelheid medicatie toedienen. wordt gebruikt voor toegang tot het Optiemenu, voor functies als uur, datum, en Logboek. (Zie hoofdstuk 4.) hiermee kunt u ja antwoorden op een vraag op het display, verder omhooggaan of een waarde verhogen (een dosis bijvoorbeeld), of de items van een menu doornemen. hiermee kunt u nee antwoorden op een vraag op het display, verder doorgaan of een waarde verlagen, of de items van een menu doornemen of afdrukken annuleren. Stroomaansluiting U kunt een CADD externe stroombron (EPS), Power Pack of een netadapter aansluiten als alternatieve stroombron. Data in/out-aansluiting De gegevensaansluiting wordt gebruikt om de volgende hulpstukken aan te sluiten: Interfacekabel om rapporten af te drukken Aansluitsnoer handset voor de afstandbediening van de dosistoets Modemkabel voor communicatie Voor verdere informatie over de handset, afdrukken of communicatie kunt u de gebruiksaanwijzingen raadplegen die bij deze producten geleverd worden. 6

17 Algemene beschrijving Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Kap voor de luchtdetectorpoort Hiermee wordt de poort van de luchtdetector afgesloten als deze niet aangesloten is. Luchtdetector De luchtdetector wordt op de pomp aangesloten op de in het schema aangegeven plaats. Als lucht wordt aangetroffen in het gedeelte van de slang dat door de luchtdetector loopt, klinkt een alarmsignaal en stopt de toediening. (Zie hoofdstuk 6 voor de specificaties van de luchtdetector.) De pomp kan aangepast worden zodat er een luchtdetector op aangesloten moet worden. (Zie hoofdstuk 5, Biomed Toolbox.) Als er geen luchtdetector gewenst is, kan hij worden uitgezet. WAARSCHUWING: Als er geen luchtdetector aangesloten is, of deze is aangesloten, maar uitgeschakeld, zal de pomp geen lucht detecteren in de slangen. Het verdient aanbeveling om de slangen regelmatig te controleren en eventuele lucht te verwijderen om luchtembolie te voorkomen. Luchtembolie kan de dood of ernstig letsel van de patiënt tot gevolg hebben. Cassette De cassette is het deel van de Medication Cassette Reservoir of CADD - toedieningsset dat aangesloten wordt op de onderkant van de pomp. De volgende producten voor eenmalig gebruik zijn verenigbaar met de CADD-Prizm - pomp: Medication Cassette -reservoir (50 of 100 ml), gebruikt met de CADD - extensieset. CADD -toedieningsset, voor hoeveelheden tot 125 ml/u CADD-Prizm Hoog Volume toedieningsset, voor hoeveelheden tot 350 ml/u (niet gebruiken in PCA-modus) WAARSCHUWING: Volg de gebruiksaanwijzing die bij het Medicatiecassettereservoir en de CADD -Extensieset, of de CADD -Toedieningsset geleverd is, waarbij in het bijzonder aandacht besteed moet worden aan alle waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen die met het gebruik samenhangen. Incorrecte bereiding en/of gebruik van deze producten kan ernstig letsel of dedood van de patiënt veroorzaken. 7

18 Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Algemene beschrijving Uitsparing voor de infusiestandaardklem De optionele klem voor bevestiging op een infusiestandaard kan in de sleuf aan de achterkant van de pomp gegleden worden, zodat u de pomp aan een standaard kan hangen. Batterijhouder In dit compartiment past een 9 volt batterij. Deze 9 volt batterij dient als primaire stroombron, of als reserve als er een EPS -systeem Power Pack of netadapter gebruikt wordt. Knop voor vergrendelen van cassette Ga als volgt te werk om de cassette (het deel van het Medication Cassettereservoir of de CADD -toedieningsset dat aangesloten wordt op de pomp) aan de pomp te bevestigen De pomp detecteert of de cassette correct bevestigd is. De toediening stopt en er klinkt een alarmsignaal als de cassette zou loskomen. Cassettevergrenelingsslot Zo kunt u de cassette met de bijgeleverde sleutel aan de pomp vastzetten. De cassette moet bevestigd zijn voordat hij vastgezet kan worden. In PCA-toedienmodus moet de cassette op de pomp vastgemaakt zijn, anders werkt de pomp niet. Andere, niet afgebeelde functies Neerwaartse occlusiesensor : De pomp bevat een neerwaartse occlusiesensor. Wanneer een neerwaartse occlusie (tussen de pomp en de aanprikplaats van de patiënt) wordt waargenomen, klinkt een alarm, stopt de toediening en staat Hoge druk op het scherm. Opwaartse occlusiesensor : (Alleen Model 6101) De pomp bevat een opwaartse occlusiesensor. Deze functie kan aan- en uitgezet worden (zie hoofdstuk 5, Biomed Toolbox). Wanneer de sensor is ingeschakeld en deze een opwaartse occlusie (tussen de pomp en het reservoir) waarneemt, klinkt een alarmsignaal, stopt de toediening geeft het scherm Opwaartse occlusie weer. WAARSCHUWING: Wanneer de Opwaartse occlusiesensor is uitgeschakeld, neemt de pomp geen opwaartse occlusies (tussen de pomp en het reservoir) waar. De slangen moeten regelmatig geïnspecteerd worden op knikken, een gesloten klem of andere opwaartse obstructies. Opwaartse occlusies kunnen leiden tot onvoldoende of geen toediening van geneesmiddel. Indien deze occlusies onopgemerkt blijven, kunnen ze de dood of ernstig letsel van de patiënt tot gevolg hebben. 8

19 Algemene beschrijving Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Alarmsignaal voor het reservoirvolume: Reservoirvolume is een functie die aangeeft dat de vloeistof in het reservoir bijna of helemaal op is. Telkens wanneer u het reservoir vervangt, kunt u het reservoirvolume weer op het oorspronkelijk geprogrammeerde volume instellen. Naarmate medicatie worden toegediend, wordt het reservoirvolume automatisch minder. Medication Cassette-reservoir of CADD -toedieningsset: Als de pomp berekent dat er nog 5 ml in het reservoir zit en een Reservoirvolume bijna leeg bericht verschijnt. Deze waarschuwing wordt steeds herhaald als er 1 ml minder is, tot het reservoirvolume 0 ml bereikt. Op dat ogenblik stopt de pomp. CADD-Prizm Hoog volume toedieningsset: Als de pomp berekent dat er nog 25 ml overblijven in de vloeistofreservoir, piept het toestel en verschijnt het bericht Reservoirvolume bijna leeg. Deze waarschuwing wordt steeds herhaald als er 5 ml minder is, tot het reservoirvolume 0 ml bereikt. Op dat ogenblik stopt de pomp. 9

20 Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Algemene beschrijving Het hoofdscherm Het hoofdscherm is het beginpunt waar de instellingen van de pomp worden geprogrammeerd of bekeken. Als er geen toetsen ingedrukt worden, verschijnt na zekere tijd het hoofdscherm opnieuw. Het hoofdscherm geeft in elke toedienmodus informatie over de toedieningsstatus, zoals hieronder getoond. PCA-toedieningsmodus Stroombronstatus *** PCA 6210X *** Batt ± Leeg LOOPT Res.vol ml VOLGENDE = doorgaan Toedieningsmodus LOOPT als de pomp loopt DOSERING als er een Dosis op aanvraag afgeleverd wordt GESTOPT als de pomp is gestopt Continue toedieningsmodus *** CONTIN 6220X *** Batt ± Leeg LOOPT Res.vol ml VOLGENDE = doorgaan LOOPT als de pomp loopt GESTOPT als de pomp is gestopt Huidig reservoirvolume Onthoud dat de toets het volgende programmeerscherm weergeeft. TPN-toedieningsmodus *** TPN 6230X *** Batt ± Leeg LOOPT Res.vol ml VOLGENDE = doorgaan Intermitterende toedieningsmodus LOOPT als de toediening wordt verhoogd (Taper omhoog) LOOPT als de toediening het plateausnelheid plaatsvindt LOOPT als de toediening wordt verlaagd (Taper omlaag) LOOPT K als de KVO toegediend wordt LOOPT I als de toediening onmiddellijk Taper omlaag GESTOPT als de pomp is gestopt *** INTERMT 6240X *** Batt ± Leeg DOSERING Res.vol ml VOLGENDE = doorgaan DOSERING als er een dosis afgeleverd wordt KVO als de KVO snelheid werkt KVO = 0 als de pomp loopt maar er geen KVO geprogrammeerd is GESTOPT als de pomp stilstaat UITSEL als de dosis uitgesteld wordt door de starttijd voor de volgende dosis (er is wel KVO-toediening) 10

21 Algemene beschrijving Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving De stroombronstatus wordt alleen getoond als de 9 volt batterij bijna leeg is, tenzij de pomp zo ingesteld werd dat de gebruikte stroombron altijd getoond wordt. (Zie Biomed Toolbox, Hoofdstuk 5.) Hulp vragen met de Å- toets Als u een vraag heeft over een scherm, drukt u op Å voor hulp. Er verschijnt een beschrijving van het scherm samen met de aanwijzingen voor de handeling die u probeert uit te voeren. Hier volgt een voorbeeld voor hulp over het scherm voor het reservoirvolume: Dit is de berekende hoeveelheid vloeistof die nog in het reservoir zit.? Het symbool in de rechter benedenhoek betekent dat er nog meer helpschermen zijn. Druk nogmaals op Å om het volgende hulpscherm te zien. Om alle helpschermen door te nemen, drukt u herhaaldelijk op Å. Het eerste scherm verschijnt opnieuw als er geen verdere hulp beschikbaar is. Om de helpfunctie te verlaten, drukt u op om het even welke toets (behalve Å). Hiermee gaat u terug naar het oorspronkelijke scherm. Als een scherm zegt dat u een bepaalde toets moet indrukken, verlaat u eerst help, en dan drukt u op die toets. Helpschermen zijn afhankelijk van het slotniveau. Als het ingestelde slotniveau de toegang verbiedt tot een bepaalde functie, zal deze niet beschreven worden in de helpschermen. 11

22 Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Algemene beschrijving Slotniveaus Slotniveaus worden toegepast om de toegang van de patiënt tot bepaalde programmerings- en bedieningsfuncties te beperken. In de tabel op de volgende pagina staan de functies die werkzaam zijn op slotniveau 0 (LL0), niveau 1 (LL1) en niveau 2 (LL2). Wanneer een functie werkzaam is, klinkt een pieptoon wanneer op de betreffende toets wordt gedrukt. Wanneer een functie niet toegankelijk is, reageert de pomp niet en klinkt er geen pieptoon als op de toets wordt gedrukt. In hoofdstuk 2, Instellen en programmeren van de pomp, wordt beschreven hoe een slotniveau kan worden gewijzigd. Autoslot Autoslot is één van de opties. Hiermee verandert het slotniveau automatisch van LL0 naar LL1 of LL2 als de pomp gestart wordt (in plaats van u te vragen om handmatig het slotniveau te veranderen voordat u de pomp aan de patiënt geeft). Zie hoofdstuk 4 voor verdere informatie over het gebruik van autoslot. Veiligheidscodes De volgende veiligheidscodes zijn door de fabrikant ingesteld voor gebruik door de arts: Met de Slotniveaucode, 061 (de eerste twee cijfers van het modelnummer van de pomp) kunt u het slotniveau van de pomp wijzigen. Met de Toegangscode 071 (Slotniveaucode + 10) kunt u de toedienmodus veranderen en toegang krijgen tot Communicatie. Met de code voor de klinische bolus, 997, kunt u een door de arts geactiveerde bolus toedienen. (Zie hoofdstuk 3.) De Biomed Toolbox code, 161 (Slotniveaucode + 100), geeft toegang tot de Biomed Toolbox. (Zie hoofdstuk 5.) WAARSCHUWING: De veiligheidscodes van de pomp en andere informatie waardoor de patiënt toegang tot alle programmerings- en bedieningsfuncties zou krijgen, mogen niet aan de patiënt kenbaar worden gemaakt. Onjuiste programmering kan de dood of ernstig letsel van de patiënt tot gevolg hebben. 12

23 Algemene beschrijving Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving De beveiligingscodes aanpassen Als het nodig wordt de code voor het slotniveau, de toegangscode en de Biomed Toolbox aan te passen om te zorgen dat een patiënt geen toegang heeft tot deze functies, kunt u de code aanpassen in de Biomed Toolbox. (Zie hoofdstuk 5.) Als de code voor het slotniveau aangepast wordt, heeft dit geen invloed op de code voor de klinische bolus. 13

24 Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving Algemene beschrijving Tabel van slotniveaus Deze tabel geeft weer welke functies op elk slotniveau toegankelijk zijn. LL0 geeft volledige toegang tot alle programmerings- en bedieningsfuncties. LL1 laat beperkte programmering en toegang toe, en LL2 alleen een minimale toegang. Bediening en programmering Gestopt van de pomp LL0 LL1 LL2 Pomp stoppen/starten Ja Ja Ja Helpschermen zien Ja Ja Ja Afdrukken Ja Ja Ja Reservoirvolume opnieuw instellen Ja Ja Ja Infusieprofiel opnieuw instellen (TPN) Ja Ja Ja Slotniveau wijzigen Ja, met code Ja, met code Ja, met code Programma wijzigen Ja Binnen LL0 limieten Nee Begintijd Volgende Dosis Ja Nee Nee wijzigen (INT) Toegediende hoeveelheid wissen Ja Ja Nee Dosistellers wissen (PCA) Ja Ja Nee Opties Onmiddellijk Taper omlaag Ja, program- Ja, program- Ja, niet program- (TPN) meerbaar meerbaar meerbaar Primen Ja Ja Nee Resterende tijd zien (INT) Ja Ja Ja Uitgebreide Historie zien (PCA) Ja Ja Ja Toedieningsmodi wijzigen Ja, met code Nee Nee Autoslot Ja Alleen bekijken Alleen bekijken Tijd Ja Alleen bekijken Alleen bekijken Datum Ja Alleen bekijken Alleen bekijken Logboek zien Ja Ja Ja Biomed Toolbox Ja, met code Nee Nee In PCA en CONTIN toedieningsmodi 14

25 Instellen en programmeren Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pump Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp De batterij plaatsen Gebruik een nieuwe 9 volt alkaline of lithiumbatterij zoals DURACELL Alkaline MN 1604, EVEREADY ENERGIZER Alkaline #522 of ULTRA- LIFE Lithium U9VL. De pomp behoudt alle geprogrammeerde waarden terwijl de batterij verwijderd is. Als de pomp loopt, kunt u een externe stroombron aansluiten om de pomp nog 3 minuten te laten lopen terwijl u de batterij verandert. Werp de gebruikte batterijen weg op een milieuvriendelijke manier, volgens de mogelijk geldende regels. WAARSCHUWINGEN: Gebruik geen oplaadbare NiCad- of NiMH-batterijen (nikkel-metaalhydride). Gebruik geen heavy duty koolzinkbatterijen. Deze hebben niet voldoende energie om de pomp goed te doen werken, hetgeen de dood of ernstig letsel van de patiënt tot gevolg kan hebben voor de patiënt. Zorg dat er altijd nieuwe reservebatterijen binnen bereik zijn. Als de stroom onderbroken wordt, wordt er geen medicatie toegediend, wat afhankelijk van het toegediende middel de dood of ernstig letsel tot gevolg kan hebben voor de patiënt. Er is geen alarmsignaal om te laten weten dat de batterij niet juist werd ingebracht of verkeerd zit. Als de batterij niet correct geïnstalleerd is of losgekomen is, kan de stroom onderbroken worden. Daardoor kan de toediening van het geneesmiddel stoppen, wat afhankelijk van het toegediende middel de dood of ernstig letsel tot gevolg kan hebben voor de patiënt. Als de pomp valt of tegen een hard oppervlakte stoot, kan de klep van de batterij breken of beschadigd worden. GEBRUIK de pomp NIET als de pomp op deze wijze beschadigd is, aangezien de batterijen dan niet goed vastzitten. Hierdoor kan de stroom uitvallen, waardoor er geen medicatie wordt toegediend; afhankelijk van het type medicatie kan dit de dood of ernstig letsel van de patiënt tot gevolg hebben. 15

26 Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pump Een batterij plaatsen 1. Zorg dat de pomp stilstaat. Druk op de knop op de klep van het batterijcompartiment en schuif deze vooruit. Verwijder de oude batterij. Ope w/button» Instellen en programmeren 2. Zorg dat + en op de nieuwe batterij overeenkomen met de merktekens op de pomp. Breng de batterij in. De pomp laat een pieptoon horen wanneer de batterij goed geplaatst is. Match tery» 3. Schuif de batterijklep terug. De pomp begint op te starten. OPMERKING: Als u de batterijen verkeerd plaatst, blijft het scherm leeg. Plaats de batterijen opnieuw en let op dat de tekens + en tegenover elkaar staan. VOORZORGEN : Bewaar de pomp niet gedurende lange tijd met de batterijen erin. De pomp kan beschadigd worden door lekkende batterijen. OPMERKING: De levensduur van de batterij hangt af van de toegediende medicatie, toedieningssnelheid ouderdom van de batterij, temperatuur, frequentie van het oproepen van schermen van het aanschakelen van de belichting en van het afdrukken. De batterijen raken snel op bij temperaturen onder +10 C (50 F). 16

27 Instellen en programmeren Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pump Het opstarten bekijken Wanneer u de batterijen plaatst, begint de pomp met de opstartsequentie, waarbij zelftests worden uitgevoerd en geprogrammeerde waarden worden weergegeven. Let op het volgende: Nummer van het pompmodel, eventuele laatste foutcode ( lec ), en serienummer ( sn ) verschijnen. De toedieningsmodus die de pomp bevat en de softwareversie verschijnen. Zorg dat de gewenste toedieningsmodi aangegeven worden. Het display schakelt volledig aan. Let op eventuele lege gebieden; deze duiden op een defect van het display. Als er geen luchtdetector aangesloten is, verschijnt er Geen luchtdetector aangesloten. De programmeerschermen van de pomp worden weergegeven, gevolgd door de schermen met de instelling van het slotniveau, autoslot (als dit gebruikt wordt), status van de luchtdetector (als er één aangesloten is), uur en datum. Bepaalde instellingen moeten bevestigd worden voordat het opstarten wordt voortgezet. Als er berichten verschijnen, vindt u verdere uitleg en instructies in de tabel met berichten en alarmsignalen in hoofdstuk 6 van deze handleiding. Als de pomp volledig opgestart is, verschijnt Opstarten geslaagd, er klinken zes pieptonen, en de pomp wordt gestopt. Controleer of de pomp op de gewenste toedieningsmodus staat. Zoniet, dient u de toedieningsmodus te veranderen voordat u begint te programmeren (Deel 4, Opties). OPMERKING: Als de pomp opgestart wordt in slotniveau 0 met een luchtdetector aangesloten, zal de pomp de luchtdetector automatisch aanschakelen (de instelling ervan in opties zal veranderen naar Staat aan. ) Om de opstartschermen snel te doorlopen, drukt u herhaaldelijk op. Om het automatische overzicht helemaal over te slaan, drukt u op Î. 17

28 Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pump Overgaan op slotniveau 0 (LL0) Voordat u de pomp programmeert, moet u ervoor zorgen dat de pomp is ingesteld op LL0. In LL0 heeft de arts toegang tot alle programmerings- en bedieningsfuncties. Instellen en programmeren Het slotniveau wordt als volgt gewijzigd: 1. Zorg dat de pomp stilstaat. Druk op Œ. Het huidige slotniveau verschijnt. (Als de pomp al op het gewenste slotniveau staat, drukt u om af te sluiten.) 2. Druk op of Î tot het gewenste slotniveau verschijnt. Slotniveau LL2 Slotniveau LL0 3. Druk nogmaals op Œ. 000 verschijnt. OPMERKING: Als het scherm <Aangepast> weergeeft, werd het slotniveau aangepast. Voer bij de volgende stap de aangepaste code voor het slotniveau. 4. Druk op of Î tot de slotniveaucode 061 (of de aangepaste code) verschijnt. WAARSCHUWING: De veiligheidscodes van de pomp en andere informatie waardoor de patiënt toegang tot alle programmerings- en bedieningsfuncties zou krijgen, mogen niet aan de patiënt kenbaar worden gemaakt. Onjuiste programmering kan de dood of ernstig letsel van de patiënt tot gevolg hebben. 5. Druk nogmaals op Œ om het nieuwe slotniveau te controleren. Ga op het scherm na of het juiste slotniveau ingevoerd wordt. Als u dit bericht niet ziet, is het slotniveau onveranderd. Herhaal de stappen Slotniveaucode 000 Slotniveaucode 061 Slotniveau LL0 <Bezig met wijzigen...> 18

29 Instellen en programmeren Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pump hierboven. OPMERKING: Om het slotniveau te controleren, drukt u op Œ. Het huidige slotniveau verschijnt. Om terug te keren naar het scherm waar u was, drukt u op. WAARSCHUWING: Hou rekening met het nauwkeurigheidspercentage (± 6%) van het toedieningssysteem bij het programmeren van de pomp en/of het vullen van het Medicatiecassettereservoir. Doet u dit niet, dan kan de medicatie in het reservoir sneller leeg zijn dan verwacht. Als de pomp gebruikt wordt voor toediening van essentiële of levensondersteunende medicatie, dan kan een onderbreking van de toediening van medicatie leiden tot letsel van de patiënt. PCA-toediening De PCA-toediening verschaft de volgende toedieningsmethoden: Continue snelheid Dosis op Aanvraag van de patiënt Klinische bolus, geactiveerd door de arts. U kunt elke methode individueel of gecombineerd programmeren. In het onderstaande schema worden de gecombineerde toedienmodi geïllustreerd. De bereiken en de programmeringsstappen staan onder Specificaties in hoofdstuk 6. Klinische Bolus (hier als aanvangsdosis gebruikt) Continue Snelheid Dosering Dosis op Aanvraag Tijd 19

30 Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pump Programmeringschermen voor de PCA toedienmodus De volgende figuur toont de programmeerschermen die beschikbaar zijn in de PCA-toedienmodus: PCA Hoofdscherm *** PCA 6210X *** GESTOPT Instellen en programmeren Reservoirvolume VOLGENDE = doorgaan Reservoirvolume ml <Bereik: > Eenheden (ml, mg of mcg) Eenheden Milligram <Bereik: mg of ml> Concentratie (mg/ml of mcg/ml) Concentratie 1.0 mg/ml <Bereik: > Continue snelheid Continue snelheid 5.00 mg/hr <Bereik: > Dosis op Aanvraag Dosis op Aanvraag 2.50 mg <Bereich: > Lockout tijd voor Dosis op Aanvaag Lockout Dos. op Aanvr 15 Min <Bereich: 5 min-24 u> 20

31 Instellen en programmeren Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pump Max. doses per uur Max Doses per uur 2 <Bereik: 1-4> Dosistellers Dosistellers Toeged/Poging: 0/ 0 sinds 06/08/00 10:35 Wissen: druk ENTER (Eenheden) Toegediend Milligram toegediend 0.00 mg sinds 06/08/00 10:35 Wissen: druk ENTER Luchtdetector (overzicht) Luchtdetector Vereist <Alleen bekijken> Nieuwe Patiënt Marker (optioneel) Voor invoegen Nieuwe Pat. Marker & wissen Uitgebreide Historie druk op ENTER Reservoirvolume Geef het volume op in het reservoir. De waarde van het reservoirvolume daalt naarmate de pomp vloeistof toedient of naarmate u de slangen vult. Als u het reservoir verwisselt en het reservoirvolume instelt, wordt de waarde teruggezet naar de waarde ingesteld op dit scherm. Als u de functie Reservoirvolume niet wilt gebruiken, gaat u naar Niet in gebruik (vóór 1 en na 9999 in het waardebereik). Eenheden (ml, mg of mcg) Voer de te programmeren eenheden in. Mogelijke instellingen zijn milliliter en milligram. Microgram is ook één van de keuzen als deze instelling in de Biomed Toolbox aan staat. Wanneer u de eenheden wijzigt, moet u de continue snelheid en de Dosis op Aanvraag van de pomp invoeren of controleren. Als de eenheid mg of mcg is, moet u ook de concentratie invoeren. Als de eenheden 21

32 Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pump veranderd worden, worden de hoeveelheid toegediend en de uitgebreide historie gewist. Concentratie (mg/ml of mcg/ml) Als de eenheid mg of mcg is, moet de concentratie van de medicatie in mg/ml of mcg/ml worden opgegeven. Wanneer u een nieuwe concentratie invoert, moet u een nieuwe Continue Snelheid en Dosis op Aanvraag voor de pomp invoeren. Instellen en programmeren Continue snelheid Voer de continue toedieningssnelheid van de medicatie in (in mg/uur, ml/uur of mcg/uur, afhankelijk van de maateenheid). De maximale snelheid is 30 ml/uur of het equivalent daarvan in mg of mcg. Als het voorschrift geen continue snelheid aangeeft, voert u nul in. OPMERKING: Als u van plan bent de pomp met slotniveau 1 te laten werken zodat de Continue snelheid gevarieerd kan worden, moet u bij het programmeren in slotniveau 0 de maximaal toelaatbare snelheid invoeren. Na het programmeren kunt u dan overgaan op slotniveau 1 en de snelheid verminderen tot de beginwaarde. Zie Programmeren met bovengrenzen, Doses in LL1 bijstellen aan het einde van dit hoofdstuk. Dosis op aanvraag Voer de hoeveelheid medicatie in die moet worden toegediend wanneer de patiënt op Í drukt (of de knop op de handset indien aangesloten) indrukt. Als het voorschrift geen Dosis op Aanvraag aangeeft, voert u nul in. OPMERKING: Als u van plan bent de pomp met slotniveau 1 te laten werken zodat de Dosis op Aanvraag gevarieerd kan worden, moet u bij het programmeren in slotniveau 0 de maximaal toelaatbare dosis invoeren. Na het programmeren kunt u dan overgaan op slotniveau 1 en de dosis verminderen tot de beginwaarde. Zie Programmeren met bovengrenzen, Doses in LL1 bijstellen aan het einde van dit hoofdstuk. Lockout voor dosis op aanvraag Als u een Dosis op Aanvraag heeft geprogrammeerd, dient u de tijd in te voeren die minstens moet verstrijken tussen het begin van de ene Dosis op Aanvraag en het begin van de volgende dosis op aanvraag. Deze lockout-tijd wordt niet beïnvloed als de batterij verwijderd wordt of als de pomp stopt. Max. doses per uur Als u een Dosis op Aanvraag heeft geprogrammeerd, dient u het maximale aantal Doses op Aanvraag in te voeren dat binnen één uur is toegestaan. Welke 22

33 Instellen en programmeren Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pump waarden mogelijk zijn, kan worden beperkt door de tijd van de dosis-lockout die u heeft ingevoerd. Als de lockout-tijd een uur of meer bedraagt, verschijnt dit scherm niet. De werkelijke lockout-tijd wordt bepaald door hetzij de dosislockout, hetzij de doses per uur, volgens welke hiervan het meest beperkend is. De grens voor Max doses per uur wordt niet beïnvloed als de batterij verwijderd of de pomp gestopt wordt. OPMERKING: Het op dit scherm weergegeven getal kan buiten het bereik vallen; dit kan gebeuren wanneer de lockout-tijd van de Dosis op Aanvraag is gewijzigd maar het aantal doses per uur niet is bijgesteld. Als u de getallen doorloopt, worden alleen getallen binnen het bereik weergegeven. Dosistellers Dit scherm verschijnt wanneer u een Dosis op Aanvraag heeft geprogrammeerd. Het toont het aantal toegediende Dosis op Aanvraag, alsook de pogingen sinds aangegeven uur en datum, wat hetzelfde is als de laatste keer dat deze waarden gewist werden. (Als de tellers op 999 staan, gaan ze automatisch terug naar nul en gaan ze verder met tellen.) Zelfs als de tellers op nul staan, dient u dit scherm te wissen om uur- en datummerkers bij te stellen. Toegediend toont het aantal doses op aanvraag dat inderdaad aan de patiënt is toegediend, met inbegrip van tijdens de toediening gestopte doses. Poging toont het totale aantal pogingen van de patiënt om een dosis op aanvraag toe te dienen terwijl de pomp werkte; dit omvat doses die toegediend, geblokkeerd en tijdens de toediening gestopt zijn. (Eenheden) toegediend Dit scherm geeft de totale hoeveelheid toegediend geneesmiddel sinds een aangegeven datum en uur, wat ook de laatste keer voorstelt dat deze waarde gewist werd. De weergegeven waarde is afgerond op 0,01 mg, ml of mcg. (Als deze waarde 99999,99 bereikt, keert de teller automatisch terug naar 0 en telt hij verder). Voor concentraties van 0,5, 0,4, 0,3, 0,2 en 0,1 mg/ml, verandert de waarde op respectievelijk 49999,99, 39999,99, 29999,99, 19999,99, en 9999,99 mg.) De Toegediende hoeveelheid houdt geen rekening met geneesmiddel dat werd gebruikt voor het primen van de lijn. Zelfs als dit scherm op nul staat, dient u het te wissen vóór het programmeren om uur- en datum bij te stellen. 23

34 Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pump Status van luchtdetector Dit scherm verschijnt alleen als er een luchtdetector op de pomp aangesloten is. Het geeft aan of de luchtdetector nodig is en aan of uit staat. Instellen en programmeren Nieuwe Patiënt Marker Dit scherm verschijnt alleen als de uitgebreide historie Aan staat in de Biomed Toolbox. Als u een nieuwe patiënt marker toevoegt, wordt er een gebeurtenis toegevoegd aan het logboek om aan te geven dat de pomp geprogrammeerd werd voor een nieuwe patiënt, en alle eerder informatie in de uitgebreide historie wordt gewist. Specifieke opties voor de PCA-toedienmodus In PCA-toedienmodus is de optie Uitgebreide Historie beschikbaar, waarmee u informatie kunt zien over de dosering gedurende een vastgelegde periode of per uur (zie Hoofdstuk 4, Opties). 24

PATIËNTINFORMATIE CONTIN Continue Toedieningsmodus. CADDUPrizm VIP Modellen 6100 en 6101 Ambulante Infusiepomp

PATIËNTINFORMATIE CONTIN Continue Toedieningsmodus. CADDUPrizm VIP Modellen 6100 en 6101 Ambulante Infusiepomp u PATIËNTINFORMATIE CONTIN Continue Toedieningsmodus CADDUPrizm VIP Modellen 6100 en 6101 Ambulante Infusiepomp t Inhoudsopgave Inleiding... 1 Waarschuwingen... 2 Voorzorgen... 5 CADD-Prizm -pomp (Figuur)...

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING

GEBRUIKERSHANDLEIDING GEBRUIKERSHANDLEIDING CADD-Legacy PCA Ambulante infusiepomp Model 6300 PATIËNTGECONTROLEERDE PIJNBESTRIJDING TOEDIENINGSMODE Deze gebruikershandleiding is uitsluitend door de arts te gebruiken. Lees de

Nadere informatie

Informatie voor de patiënt Gebruik van de Pijn-pomp

Informatie voor de patiënt Gebruik van de Pijn-pomp Informatie voor de patiënt Gebruik van de Pijn-pomp Richtlijnen voor het gebruik van de PCA-pomp INLEIDING: Als onderdeel van Uw behandeling wordt gebruik gemaakt van een PCA-pomp. Deze pomp wordt gebruikt

Nadere informatie

PATIËNTINFORMATIE PCA Door de Patiënt Gecontroleerd Pijnbestrijding. CADDUPrizm VIP. Modellen 6100 en 6101 Ambulante Infusiepomp

PATIËNTINFORMATIE PCA Door de Patiënt Gecontroleerd Pijnbestrijding. CADDUPrizm VIP. Modellen 6100 en 6101 Ambulante Infusiepomp f PATIËNTINFORMATIE PCA Door de Patiënt Gecontroleerd Pijnbestrijding CADDUPrizm VIP CADDUPrizm VIP Modellen 6100 en 6101 Ambulante Infusiepomp t Inhoudsopgave Inleiding... 1 Waarschuwingen... 2 Voorzorgen...

Nadere informatie

PATIËNTINFORMATIE TPN Totale Parenterale Voeding. CADDUPrizm VIP Modellen 6100 en 6101 Ambulante Infusiepomp

PATIËNTINFORMATIE TPN Totale Parenterale Voeding. CADDUPrizm VIP Modellen 6100 en 6101 Ambulante Infusiepomp a PATIËNTINFORMATIE TPN Totale Parenterale Voeding CADDUPrizm VIP CADDUPrizm VIP Modellen 6100 en 6101 Ambulante Infusiepomp t Inhoudsopgave Inleiding... 1 Waarschuwingen... 2 Voorzorgen... 5 CADD-Prizm

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING - CADD Legacy PCA

GEBRUIKERSHANDLEIDING - CADD Legacy PCA CADD Legacy PCA 0348-49 57 77 ma-vr 8.15-17.30 uur TELEFONISCH CONTACT Ons telefoonnummer is : 0348-49 57 77 Kantoor uren : Maandag t/m Vrijdag van 8.15 tot 17.30 uur Bij een gesprek is het vaak handig

Nadere informatie

INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Ambulante infusiepomp Model 6500 CONTINUE & INTERMITTERENDE TOEDIENINGSMODI

INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Ambulante infusiepomp Model 6500 CONTINUE & INTERMITTERENDE TOEDIENINGSMODI INFORMATIE VOOR DE PATIËNT CADD-Legacy PLUS Ambulante infusiepomp Model 6500 CONTINUE & INTERMITTERENDE TOEDIENINGSMODI Deze gids dient als aanvulling bij de door uw arts verstrekte instructies voor de

Nadere informatie

INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Ambulante infusiepomp Model 6300 PATIËNTGECONTROLEERDE PIJNBESTRIJDING TOEDIENINGSMODE

INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. Ambulante infusiepomp Model 6300 PATIËNTGECONTROLEERDE PIJNBESTRIJDING TOEDIENINGSMODE INFORMATIE VOOR DE PATIËNT CADD-Legacy PCA Ambulante infusiepomp Model 6300 PATIËNTGECONTROLEERDE PIJNBESTRIJDING TOEDIENINGSMODE Deze gids dient als aanvulling bij de door uw arts verstrekte instructies

Nadere informatie

Ambulante infusiepomp Model 6500 CONTINUE EN INTERMITTERENDE TOEDIENINGSMODI. Snelheid is in ml/uur

Ambulante infusiepomp Model 6500 CONTINUE EN INTERMITTERENDE TOEDIENINGSMODI. Snelheid is in ml/uur Legacy PLUS Informatie voor de patiënt CADD-Legacy PLUS Ambulante infusiepomp Model 6500 CONTINUE EN INTERMITTERENDE TOEDIENINGSMODI Snelheid is in ml/uur Deze gids dient als aanvulling bij de door uw

Nadere informatie

CADD-Legacy PCA. Ambulante Infusiepomp Model 6300 PATIËNTGECONTROLEERDE PIJNBESTRIJDING TOEDIENINGSMODE

CADD-Legacy PCA. Ambulante Infusiepomp Model 6300 PATIËNTGECONTROLEERDE PIJNBESTRIJDING TOEDIENINGSMODE Legacy PCA Informatie voor de patiënt CADD-Legacy PCA Ambulante Infusiepomp Model 6300 PATIËNTGECONTROLEERDE PIJNBESTRIJDING TOEDIENINGSMODE Deze gids dient als aanvulling bij de door uw arts verstrekte

Nadere informatie

CADD-Legacy 1. Ambulante infusiepomp Model 6400 CONTINUE TOEDIENINGSMODUS. Snelheid is in ml/24 uur

CADD-Legacy 1. Ambulante infusiepomp Model 6400 CONTINUE TOEDIENINGSMODUS. Snelheid is in ml/24 uur Legacy 1 Gebruikershandleiding CADD-Legacy 1 Ambulante infusiepomp Model 6400 CONTINUE TOEDIENINGSMODUS Snelheid is in ml/24 uur Deze gebruikershandleiding is uitsluitend door de arts te gebruiken. Lees

Nadere informatie

CADD-Legacy PCA. Ambulante Infusiepomp Model 6300 PATIËNTGECONTROLEERDE PIJNBESTRIJDING TOEDIENINGSMODE

CADD-Legacy PCA. Ambulante Infusiepomp Model 6300 PATIËNTGECONTROLEERDE PIJNBESTRIJDING TOEDIENINGSMODE Legacy PCA Gebruikershandleiding CADD-Legacy PCA Ambulante Infusiepomp Model 6300 PATIËNTGECONTROLEERDE PIJNBESTRIJDING TOEDIENINGSMODE Deze gebruikershandleiding is uitsluitend door de arts te gebruiken.

Nadere informatie

CADD-Legacy PLUS. Ambulante Infusiepomp Model 6500 CONTINUE EN INTERMITTERENDE TOEDIENINGSMODI. Snelheid is in ml/uur

CADD-Legacy PLUS. Ambulante Infusiepomp Model 6500 CONTINUE EN INTERMITTERENDE TOEDIENINGSMODI. Snelheid is in ml/uur Legacy PLUS Gebruikershandleiding CADD-Legacy PLUS Ambulante Infusiepomp Model 6500 CONTINUE EN INTERMITTERENDE TOEDIENINGSMODI Snelheid is in ml/uur Deze gebruikershandleiding is uitsluitend door de arts

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING. Ambulante infusiepomp Model 6500 CONTINUE EN INTERMITTERENDE TOEDIENMODI

GEBRUIKERSHANDLEIDING. Ambulante infusiepomp Model 6500 CONTINUE EN INTERMITTERENDE TOEDIENMODI GEBRUIKERSHANDLEIDING CADD-Legacy PLUS Ambulante infusiepomp Model 6500 CONTINUE EN INTERMITTERENDE TOEDIENMODI Deze gebruikershandleiding is uitsluitend door de arts te gebruiken. Lees de gehele bedieningshandleiding

Nadere informatie

CADD Solis VIP pomp. uw behandeling thuis

CADD Solis VIP pomp. uw behandeling thuis CADD Solis VIP pomp uw behandeling thuis Bij uw behandeling is het mogelijk om (een deel van) de medicijnen thuis te krijgen via de CADD SOLIS VIP pomp. Via deze pomp krijgt u via het bloed het medicijn

Nadere informatie

CADD -Solis VIP ambulante infuuspomp. Gebruikershandleiding Model 2120

CADD -Solis VIP ambulante infuuspomp. Gebruikershandleiding Model 2120 X CADD -Solis VIP ambulante infuuspomp Gebruikershandleiding Model 2120 s De CADD -Solis VIP (variabel infusieprofiel) ambulante infuuspomp is ontworpen om jonge en volwassen patiënten zorg en veiligheid

Nadere informatie

Een goed begin is het halve werk. Kent u Compat Ella al?

Een goed begin is het halve werk. Kent u Compat Ella al? Een goed begin is het halve werk Kent u Compat Ella al? De gebruiksaanwijzing is bijgesloten bij de originele pompset en kan worden gedownload via www.compatella.com. Kijk ook eens op het interactieve

Nadere informatie

AR280P Clockradio handleiding

AR280P Clockradio handleiding AR280P Clockradio handleiding Index 1. Beoogd gebruik 2. Veiligheid o 2.1. Pictogrammen in deze handleiding o 2.2. Algemene veiligheidsvoorschriften 3. Voorbereidingen voor gebruik o 3.1. Uitpakken o 3.2.

Nadere informatie

Bedieningen Dutch - 1

Bedieningen Dutch - 1 Bedieningen 1. Functieschakelaar Cassette/ Radio/ CD 2. Golfband schakelaar 3. FM antenne 4. CD deur 5. Schakelaar om zender af te stemmen 6. Bass Boost toets 7. CD skip/ voorwaarts toets 8. CD skip/ achterwaarts

Nadere informatie

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard Informatie over de bediening: Mauer GmbH Technologie voor beveiliging Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer 82131 - standaard Bedieningsinstructies Lees deze instructies aandachtig door voordat u het slot

Nadere informatie

Oncologiecentrum. Thuisbehandeling. www.catharinaziekenhuis.nl

Oncologiecentrum. Thuisbehandeling. www.catharinaziekenhuis.nl Oncologiecentrum Thuisbehandeling www.catharinaziekenhuis.nl Naam patiënt: Geboortedatum: U heeft de volgende pomp (omcirkelen wat van toepassing is): CADD-1 Informatie over deze pomp vindt u vanaf bladzijde

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7 GEBRUIKSAANWIJZING 1 3 2 1 4 11 NOT AVAILABLE 12 6 5 5 7 8 14 9 10 19 17 18 21 13 20 15 16 1 ONZE WELGEMEENDE DANK VOOR UW AANKOOP VAN DEZE AFSTANDS- BEDIENING. LEES DE HANDLEIDING AANDACHTIG ALVORENS

Nadere informatie

HENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D 9 5222 AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus 2117 5202 AE s-hertogenbosch Nederland

HENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D 9 5222 AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus 2117 5202 AE s-hertogenbosch Nederland HANDLEIDING VOOR DE DEALER DIGITAAL BEDIENINGSPANEEL JUMBO-SERIE 0,6 0,4 VACUUM 0,8-1 0 0,2 SEAL HENKELMAN BV Adres Veemarktkade 8 / D 9 5222 AE s-hertogenbosch Nederland Postadres Postbus 2117 5202 AE

Nadere informatie

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display

Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display Bedieningshandleiding voor de Exocompact Display Copyright RETEG b.v. Bedieningshandleiding voor de Display s 1 Rev 2.0, 06-07-2006 1 Inhoudsopgave 1 INHOUDSOPGAVE... 2 2 INTRODUCTIE... 3 2.1 BEVEILIGING...

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Polycom IP321 en IP331

Gebruikershandleiding Polycom IP321 en IP331 Gebruikershandleiding Polycom IP321 en IP331 1 Inhoudsopgave 1. 2. 3. Installatie Gebruik van uw toestel Problemen oplossen Basis IP321 en IP331 telefoon Voeding (24Volt, 500mA) Ethernet kabel Telefoonhoorn

Nadere informatie

Afstandsbediening Telis 16 RTS

Afstandsbediening Telis 16 RTS Afstandsbediening Telis 16 RTS Bedieningshandleiding Telis 16 RTS Pure Art.nr. 1811020 Telis 16 RTS Silver Art.nr. 1811021 Afstandsbediening Telis 16 RTS 16 Kanaals zender met display Telis 16 RTS Pure

Nadere informatie

Bedieningshandleiding voor het extern Regin Display

Bedieningshandleiding voor het extern Regin Display Bedieningshandleiding voor het extern Regin Display Copyright RETEG b.v. 1 Inhoudsopgave 1 INHOUDSOPGAVE... 2 2 INTRODUCTIE... 3 2.1 BEVEILIGING... 3 2.2 MEER INFORMATIE... 3 3 MENU STRUCTUUR VAN HET DISPLAY...

Nadere informatie

Infuuspaalklemadapter

Infuuspaalklemadapter x Infuuspaalklemadapter Voor gebruik in combinatie met CADD -Solis infusiepompen Gebruiksaanwijzing Opmerkingen Lees de aanwijzingen geheel alvorens de infuuspaalklemadapter aan te sluiten of los te maken.

Nadere informatie

Gebruik van een spuitaandrijver voor continue subcutane toediening. Graseby MS 26

Gebruik van een spuitaandrijver voor continue subcutane toediening. Graseby MS 26 Gebruik van een spuitaandrijver voor continue subcutane toediening. Graseby MS 26 1. Indicatie 2. Gebruiksaanwijzing a. Benodigdheden b. Aansluiten van de spuitaandrijver c. Plaatsen van een S.C.-naaldje

Nadere informatie

InteGra Gebruikershandleiding 1

InteGra Gebruikershandleiding 1 InteGra Gebruikershandleiding 1 Algemeen Met dank voor de keuze van dit product aangeboden door SATEL. Hoge kwaliteit en vele functies met een simpele bediening zijn de voordelen van deze inbraak alarmcentrale.

Nadere informatie

GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding

GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding Rho-Delta b.v. Escudostraat 2 2991 XV Barendrecht Tel. +03110-4795755 Fax. +03110-2927461 www.rhodelta.nl info@rhodelta.nl - OMSCHRIJVING De GT-912 /GT-913/GT-914

Nadere informatie

LCD scherm va LCD scherm

LCD scherm va LCD scherm scherm 1. Gebruik scherm Met het in Uw scooter ingebouwde scherm kunt U alle rij-, stuuracties, remmen en bedienen van het voertuig bepalen. De elektrische installatie van de scooter en de elektronica

Nadere informatie

Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat

Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat Techneco Energiesystemen BV Kleveringweg 9 2616 LZ Delft T. 015 21 91 000 Symbolen Beschrijving Menu selecteren, wisselen bedrijfsmodus Verstellen waarde

Nadere informatie

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT

HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT HANDLEIDING QUICKHEAT-FLOOR THERMOSTAAT Technische gegevens: Spanning: 230-240VAC + aarde Frequentie: 50-60Hz Weerstandsbelasting: 16A (3600W-230VAC) Inductieve belasting: 1A IP Waarde: IP21 Aanpassing:

Nadere informatie

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN START-LINE GEBRUIKERSHANDLEIDING Op www.klikaanklikuit.nl vindt u altijd de meest recente gebruiksaanwijzingen Lees deze eenvoudige instructies. Bij onjuiste installatie vervalt de garantie op dit product.

Nadere informatie

Duurzame energie. Aan de slag met de energiemeter van LEGO

Duurzame energie. Aan de slag met de energiemeter van LEGO Duurzame energie Aan de slag met de energiemeter van LEGO LEGO, het LEGO logo, MINDSTORMS en het MINDSTORMS logo zijn handelsmerken van de LEGO Group. 2010 The LEGO Group. 1 Inhoudsopgave 1. Overzicht

Nadere informatie

Vooraleer het toestel in gebruik te nemen moet men controleren of hij correct functioneert. Het toestel niet gebruiken wanneer het beschadigd is

Vooraleer het toestel in gebruik te nemen moet men controleren of hij correct functioneert. Het toestel niet gebruiken wanneer het beschadigd is ALGEMENE OPMERKINGEN Lees aandachtig de aanwijzingen in dit handboek. Vooraleer het toestel in gebruik te nemen moet men controleren of hij correct functioneert. Het toestel niet gebruiken wanneer het

Nadere informatie

Verwarming en ventilatie

Verwarming en ventilatie Verwarming en ventilatie BEDIENINGSELEMENTEN 1. Temperatuurregeling. Afzonderlijk instelbaar voor de bestuurder en de passagier voorin. 2. Programma voor maximaal ontdooien. 3. Luchtverdeling. In de geselecteerde

Nadere informatie

ICR-200. www.ices-electronics.com

ICR-200. www.ices-electronics.com ICR-200 www.ices-electronics.com FM WEKKERRADIO MET BATTERIJ BACK-UP 1. SNOOZE/SLEEP OFF-KNOP 2. ALARM INSTELLEN-KNOP 3. TIJD INSTELLEN-KNOP 4. SLAAP INSTELLEN-KNOP 5. UREN INSTELLEN-KNOP 6. MINUTEN INSTELLEN-KNOP

Nadere informatie

BLUETOOTH-AUDIO-ONTVANGER/Z ENDER

BLUETOOTH-AUDIO-ONTVANGER/Z ENDER BLUETOOTH-AUDIO-ONTVANGER/Z ENDER Snel installatiegids DA-30501 Inhoud Vóór gebruik... 2 1. Informatie over de DA-30501... 2 2. Systeemeisen... 2 3. Overzicht... 2 Aan de slag... 3 1. De batterij van de

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HONEYWELL CM901 http://nl.yourpdfguides.com/dref/2938339

Uw gebruiksaanwijzing. HONEYWELL CM901 http://nl.yourpdfguides.com/dref/2938339 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Lagarde BV - Voorthuizerstraat 69c - 3881 SC Putten - Tel : 0341-375757 www.lagarde.nl - info@lagarde.nl

Lagarde BV - Voorthuizerstraat 69c - 3881 SC Putten - Tel : 0341-375757 www.lagarde.nl - info@lagarde.nl Lagarde BV - Voorthuizerstraat 69c - 3881 SC Putten - Tel : 0341-375757 www.lagarde.nl - info@lagarde.nl Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Het Bedieningspaneel 3 PIN-code voor toegang tot het systeem 4 Het

Nadere informatie

Inleiding. Inhoudsopgave: Omschrijving. 1.1 Het toetsenbord 1. 1.2 De displays 1. 1.3 Lampjes 1. 2.0 Vaste programma's 2. 3.0 Vrije programma's 3.

Inleiding. Inhoudsopgave: Omschrijving. 1.1 Het toetsenbord 1. 1.2 De displays 1. 1.3 Lampjes 1. 2.0 Vaste programma's 2. 3.0 Vrije programma's 3. Inleiding. Deze regelaar is in samenwerking met een Nederlands elektronica bedrijf door TOMA ontwikkeld. Daarbij is gebruik gemaakt van de nieuwste technieken, en gedacht aan bedieningsgemak en mogelijkheden.

Nadere informatie

Montagevoorschriften

Montagevoorschriften Montagevoorschriften BCU Mont_BCU1_NL.Doc 1/9 Inhoudsopgave 1. Montage van de onderdelen... 3 2. Aansluitingen van de 8 polige stekker... 3 3. Aansluitingen van de 10 polige stekker... 4 4. Opstarten...

Nadere informatie

GIDS VOOR DE GEBRUIKER

GIDS VOOR DE GEBRUIKER GIDS VOOR DE GEBRUIKER Aangekoppelde Afstandsbediening MWR-TH00 MWR-TH01 Airconditioner Ne DB98-26319A(1) Veiligheidsvoorschriften Voordat u de aangekoppelde afstandsbediening gebruikt, leest u best deze

Nadere informatie

Handleiding Rolgordijn/Eclips met radiografische accumotor

Handleiding Rolgordijn/Eclips met radiografische accumotor Handleiding Rolgordijn/Eclips met radiografische accumotor Installeer het Rolgordijn/Eclips volgens onderstaande tekeningen Type 416B (steunen) alleen voor Rolgordijnen Type 426B (montageprofiel) Rolgordijn/Eclips

Nadere informatie

3 Breng de punt van de kabel in het plastik onderdeel zoals wordt getoond in figuur 4.

3 Breng de punt van de kabel in het plastik onderdeel zoals wordt getoond in figuur 4. Iridium G243 1 Haal het apparaat uit de verpakking en controleer of alle onderdelen aanwezig zijn: (A) Centraal gedeelte, (B) stuur, (C) elektronische monitor, (D) schroeven, (E) schroeven, (F) ringen,

Nadere informatie

Module nr. 3319 3319-1

Module nr. 3319 3319-1 Module nr. 3319 3319-1 OVER DEZE GEBRUIKSAANWIJZING Knopbedieningen worden aangegeven door gebruikmaking van de letters zoals in de illustratie getoond. Alle displays in deze gebruiksaanwijzing worden

Nadere informatie

VibraLITE 3. Digitale aanduiding ( naar keuze 12 of 24 uren). De 2de aanduiding kan gebruikt worden voor reizen in verschillende tijdzones.

VibraLITE 3. Digitale aanduiding ( naar keuze 12 of 24 uren). De 2de aanduiding kan gebruikt worden voor reizen in verschillende tijdzones. VibraLITE 3 Horlogefuncties Dubbele uuraanduiding. Digitale aanduiding ( naar keuze 12 of 24 uren). De 2de aanduiding kan gebruikt worden voor reizen in verschillende tijdzones. 2 Alarmfuncties Wekker

Nadere informatie

Handleiding M532 HD-recorder

Handleiding M532 HD-recorder Handleiding M532 HD-recorder Als de M532 HD-recorder voor de eerste maal in gebruik genomen wordt zal de benodigde software op de M532 geïnstalleerd worden De Harde schijf wordt na het laden van de software

Nadere informatie

Multi Level Software Sloten

Multi Level Software Sloten Multi Level Software Sloten EM2050 EM3050 EM3550 Gebruikershandleiding V01 NE M LOCKS BV Vlijtstraat 40 7005 BN Doetinchem Nederland www.m-locks.com 2 www.m-locks.com Multi Level Software Locks V01 NE

Nadere informatie

Elektrische muurbeugel

Elektrische muurbeugel E HANDLEIDING Elektrische muurbeugel IR ontvanger programmeren: (AB = afkorting voor afstandsbediening) STAP 1: Druk en houd voor 5 seconden ingedrukt totdat de LED gaat knipperen en aan blijft, dan druk

Nadere informatie

CA2010 Handleiding Digitale Alcoholmeter

CA2010 Handleiding Digitale Alcoholmeter CA2010 Handleiding Digitale Alcoholmeter Onderdelen Mondstuk Uitgang adem (Niet afdekken) LCD Scherm Aan/Uit Schakelaar Lichtnet Aansluiting Batterij Compartiment (Achterkant) Deze meter is bestemd om

Nadere informatie

VERKORTE GEBRUIKSAANWIJZING TMC 212. Toro Modulaire Controller REGENAUTOMAAT

VERKORTE GEBRUIKSAANWIJZING TMC 212. Toro Modulaire Controller REGENAUTOMAAT VERKORTE GEBRUIKSAANWIJZING TMC 212 Toro Modulaire Controller REGENAUTOMAAT INHOUD Pagina Instellen van tijd en datum. 2. Bekijken of wijzigen beregeningsschema. 3. Bekijken of wijzigen programma starttijden.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen. Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen. Introductie: Bedankt voor het aanschaffen van deze UHF- PLL 40 kanaals rondleidingsysteem en draadloze

Nadere informatie

NutropinAq Pen. instructies voor gebruik samen met NutropinAq

NutropinAq Pen. instructies voor gebruik samen met NutropinAq NutropinAq Pen instructies voor gebruik samen met NutropinAq INJECTEER HET GENEESMIDDEL UITSLUITEND NADAT U MET UW ARTS OF VERPLEEGKUNDIGE DE JUISTE TECHNIEK GOED HEEFT GEOEFEND. Let op: Lees de onderstaande

Nadere informatie

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties TAG-IN-A-BAG Stand alone proximity toegangscontrolesysteem Gebruikershandleiding 1. Introductie De TIAB is ontworpen om de toegang voor onbevoegden tot beschermde gebieden te beperken. De unit maakt gebruik

Nadere informatie

Electronische loep "One"

Electronische loep One Electronische loep "One" Eenvoudige, betaalbare, elektronische loep voor mensen met visuele beperkingen Deze draagbare elektronische loep geeft een scherp beeld en hoog contrast met een vergroting van

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing van Digitale Alarmklok NIKKEI NR05WE

Gebruiksaanwijzing van Digitale Alarmklok NIKKEI NR05WE Gebruiksaanwijzing van Digitale Alarmklok NIKKEI NR05WE Gefeliciteerd met de aanschaf van uw NR05WE Digitale Alarmklok. De kenmerken van het model NR05WE bevatten: - LED-display-verlichting voor nachtverlichting

Nadere informatie

Bedieningshandleiding. ExaControl E7R S

Bedieningshandleiding. ExaControl E7R S Bedieningshandleiding ExaControl E7R S UW APPARAAT GEBRUIKEN UW APPARAAT GEBRUIKEN 1 Het apparaat wordt geleverd met: Snelstartgids voor de gebruiker, Snelstartgids voor de installateur, Garantieverklaring

Nadere informatie

Maverick ET 732 Handleiding

Maverick ET 732 Handleiding Handleiding Maverick ET-732 Redi Chek Gefeliciteerd met de aankoop van uw Redi Chek thermometer. Vanaf nu kunt u op afstand de temperatuur in de gaten houden van uw oven/bbq en tegelijkertijd de kerntemperatuur

Nadere informatie

Timersymbool Wordt tijdens aftellen weergegeven. Batterijsymbool Geeft energieniveau batterij aan. symbool Geeft aan dat knoppengeluid AAN staat.

Timersymbool Wordt tijdens aftellen weergegeven. Batterijsymbool Geeft energieniveau batterij aan. symbool Geeft aan dat knoppengeluid AAN staat. KNOPPEN SYMBOLEN & BESCHRIJVINGEN MODUS AUTOMatisch ACHTERGRONDLICHT Alarmtest AR01 : WJ10 AR02 : WJ11 AR03 : WJ12 AR04 : WJ13 GARANTIEBEWIJS MODUS/INSTELLING LICHT Tijdzonesymbool Geeft in TIJDmodus tijdzone

Nadere informatie

R-99 COMPUTER INSTRUCTIONS

R-99 COMPUTER INSTRUCTIONS R-99 COMPUTER INSTRUCTIONS LCD Display Liquid Crystal Display SPM Weergave Functie Identificatie 1. STOP Display = STOP status 2. Manueel Display = 1~16 Weerstand levels 3. Program Display = P1~P12 4.

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing NL Unox Line Miss Elena & Rosella ELENA ROSELLA

Gebruiksaanwijzing NL Unox Line Miss Elena & Rosella ELENA ROSELLA Gebruiksaanwijzing NL Unox Line Miss Elena & Rosella ELENA ROSELLA AAN EN UITSCHAKELEN Het bedieningspaneel van de oven kan in twee standen werken, de handmatige stand, en de geprogrammeerde stand. In

Nadere informatie

PINEARTS HOLLAND BV

PINEARTS HOLLAND BV Veiligheidsmaatregelen Platformweegschaal Alle Endel SWS-Series Gebruikershandleiding PINEARTS HOLLAND BV WWW.PINEARTS.NL Veiligheidsmaatregelen Alle veiligheidsberichten zijn aangegeven met het woord

Nadere informatie

Het NESS H200 Wireless-systeem bedienen

Het NESS H200 Wireless-systeem bedienen Hoofdstuk Het NESS H200 Wireless-systeem bedienen 9 Vereisten voor RF-communicatie De besturingseenheid en orthese moeten zich binnen het RF-communicatiebereik bevinden om draadloos te kunnen communiceren.

Nadere informatie

HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011

HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011 HANDLEIDING SCOREBORDEN OPTIE 7 Versie 2.0 / augustus 2011 1.0 Inleiding Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van een scorebord optie 7 van Data Display. We hopen dat er veel plezier aan beleefd zal

Nadere informatie

Handleiding Medicijn automaat met carrousel en 6 alarmen

Handleiding Medicijn automaat met carrousel en 6 alarmen www.geheugenhulp.nl, Info@geheugenhulp.nl Spoorbaan 42, 5051EV Goirle, t: 013-2201115 KvK: 17285396 Handleiding Medicijn automaat met carrousel en 6 alarmen Bedankt dat u hebt gekozen voor een alarm van

Nadere informatie

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren De BeauHeat digitale thermostaat is een digitale klokthermostaat voor automatische bediening van elektrische handdoekradiatoren. Een externe

Nadere informatie

SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding

SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding SenseAir psense-ii: Gebruikshandleiding NETVOEDING/BATTERIJEN De psense-ii gebruikt vier oplaadbare penlite (AA) batterijen. Om de batterijen te plaatsen of te vervangen moet je met een schroevendraaier

Nadere informatie

Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: Instructies voor gebruik en verwijdering

Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: Instructies voor gebruik en verwijdering Informatie voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: Instructies voor gebruik en verwijdering Lichtje Doseerknop Scherm met aantal toegediende doses IONSYS (fentanyl 40 microgram per dosis, systeem

Nadere informatie

Uitschakelen in noodgevallen Doe de touch-key kort in de opening op het bedieningspaneel. Het alarm zal uitgaan.

Uitschakelen in noodgevallen Doe de touch-key kort in de opening op het bedieningspaneel. Het alarm zal uitgaan. Basis handeling Het systeem inschakelen Kort op de grote (in-/uitschakelen) knop drukken. Alarm klinkt eenmaal kort. Voortentlamp gaat 30 seconden aan. Het duurt 15 seconden voordat het alarm op beweging

Nadere informatie

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening.

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening. Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening. Wordt gebruikt om unit te starten en te stoppen. Let Op!!: Bij alleen koeling units is warmte mode niet

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding EXCLUSIV COMPACT THERMOSTAAT Dit product heeft de volgende eigenschappen: 1) Regeling van de verwarming 2) Eenvoudig te programmeren 3) Twee programma's: programma ingesteld af fabriek

Nadere informatie

COPYRIGHT GARANTIEBEPERKINGEN

COPYRIGHT GARANTIEBEPERKINGEN COPYRIGHT SLC BV 1996. All rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, overgebracht, opgeslagen in een opslagsysteem of doorgegeven in welke vorm of op welke manier ook - elektronisch,

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding 353000 Module Toetsenbord Sfera Installatiehandleiding 06/12-01 PC 2 Module Toetsenbord Sfera Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Mededelingen en tips 4 Installatiehandleiding 2 Beschrijving 5 2.1 Hoofdfuncties

Nadere informatie

Handleiding Brel Bi-directionele Radio motor met Lithium-ion batterij Type BLE

Handleiding Brel Bi-directionele Radio motor met Lithium-ion batterij Type BLE Pagina 1 BREL motors is onderdeel van: Handleiding Brel Bi-directionele Radio motor met Lithium-ion batterij Type BLE Lees de handleiding alvorens u begint met de installatie. Als deze instructie niet

Nadere informatie

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje. MODELLEN 1221 AANSLUITINGEN 1 kanaal 2 kanalen VEILIGHEIDSINSTRUCTIES In verband met brandgevaar of het risico op een elektrische schok dient inbouw en montage uitsluitend door een elektro vakman te geschieden.

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Ruimtebedienapparaat Webbased regelaar

Gebruikershandleiding Ruimtebedienapparaat Webbased regelaar Gebruikershandleiding Ruimtebedienapparaat Webbased regelaar Land: NL Ned Air bv Mei 2016 Ver. 0.06 Pagina 2 van 16 Inhoudsopgave: 1 Introductie... 5 1.1 Beveiliging... 5 1.2 Technische gegevens... 5 2

Nadere informatie

BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN Veiligheidswaarschuwingen

BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN Veiligheidswaarschuwingen BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN Veiligheidswaarschuwingen Gevaar! Veronachtzaming kan of zal de oorzaak zijn van elektrische schokken met gevaar voor het leven. - Gebruik het verwarmingselement niet in de nabijheid

Nadere informatie

CAL. Y182, 7T32 ALARM CHRONOGRAAF

CAL. Y182, 7T32 ALARM CHRONOGRAAF NEDERLANDS CAL. Y182, 7T32 ALARM CHRONOGRAAF TIJD/KALENDER Uur- en minuutwijzer met kleine secondewijzer. Datum wordt in getallen weergegeven. ALARM Kan worden ingesteld op basis van 12uurs-instelling

Nadere informatie

WS 9006 instructiehandleiding. Gebruikershandleiding 1. Functies

WS 9006 instructiehandleiding. Gebruikershandleiding 1. Functies WS 9006 instructiehandleiding Gebruikershandleiding 1. Functies 1.1 Regenmeter - Controle van de Actuele, 1 H, 24 H en Totale Regenval - Controle Dagelijkse, Wekelijkse en Maandelijkse Regenval in Staafdiagrammen

Nadere informatie

INSTALLATIE INSTRUCTIES

INSTALLATIE INSTRUCTIES 1 INSTALLATIE INSTRUCTIES 01-2016 VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK Om veiligheid en een lange levensduur van dit product te garanderen, zal u de bijgesloten instructies strikt in acht moeten nemen. Uw garantie

Nadere informatie

Handleiding R.E.D. Remote Echo Depthsounder:

Handleiding R.E.D. Remote Echo Depthsounder: Handleiding R.E.D. Remote Echo Depthsounder: Montage van de R.E.D. in uw voerboot: Zoek eerst een geschikte vlakke plek op in de boot voor het monteren van de sensor, deze plek goed afschuren met schuurpapier

Nadere informatie

Handleiding Filtron. De reeks bewerkbare velden: Spoelduur (A) Spoelmodus (B) Handmatigeaccumulaties. De gewenste spoelduur per station

Handleiding Filtron. De reeks bewerkbare velden: Spoelduur (A) Spoelmodus (B) Handmatigeaccumulaties. De gewenste spoelduur per station Filtron Algemene instructies: De spoelcontroller is gemaakt en ontworpen voor het spoelen van semi-automatische filters. Na installatie van de Filtron kan het filter spoelen op een ingestelde tijd, drukverschil

Nadere informatie

Handleiding LifeGuard

Handleiding LifeGuard Handleiding LifeGuard I Introductie De LifeGuard bestaat uit een basisstation en een armband, die gebruikt kunnen worden als alarm bij onderdompeling in water en bij verdwalen. Ga naar www.manual-guide.com

Nadere informatie

WWW.TECHGROW.NL. TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00

WWW.TECHGROW.NL. TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00 WWW.TECHGROW.NL TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER software versie: 1.00 HANDLEIDING TechGrow HS-1 handleiding GEFELICITEERD! U heeft de TechGrow HS-1 Portable CO 2 Meter aangeschaft. De HS-1 CO 2 Meter

Nadere informatie

24 Vac TBOS 9V Latching Solenoid

24 Vac TBOS 9V Latching Solenoid WP 1 28/11/03 17:33 Page 1 OF Zie bedradingsschema 24 Vac TBOS 9V Latching Solenoid 1-Stations automaat werkt met 1 Rain Bird TBOS latching solenoid. Verzeker u ervan dat alle bedrading van de automaat

Nadere informatie

Bedienerhandleiding. Digital Compressor Controller.

Bedienerhandleiding. Digital Compressor Controller. Bedienerhandleiding Digital Compressor Controller. FHT Perslucht B.V. www.fhtperslucht.nl info@fhtperslucht.nl +31(0)493-354633 Handleiding versie 1.0 M.Knaapen 21-5-2012 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding:...

Nadere informatie

Handleiding afstandsbediening voor mobiele airconditioning

Handleiding afstandsbediening voor mobiele airconditioning Handleiding afstandsbediening voor mobiele airconditioning Lees deze handleiding aandachtig door voor een veilig en correct gebruik van de mobiele airconditioner. Bewaar de handleiding zorgvuldig, zodat

Nadere informatie

Handleiding M532 PVR maart 2011

Handleiding M532 PVR maart 2011 Handleiding M532 PVR maart 2011 Als de M532 Personal Video Recorder voor de eerste maal in gebruik genomen wordt zal de benodigde software op de M532 geïnstalleerd worden. De Harde schijf wordt na het

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING PCE-AC 4000

GEBRUIKSAANWIJZING PCE-AC 4000 PCE Brookhuis B.V. Institutenweg 15 7521 PH Enschede The Netherlands Telefoon: +31 (0)900 1200 003 Fax: +31 53 430 36 46 info@pcebenelux.nl www.pce-instruments.com/dutch Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

TOMA. De TOMA regelaar is gebouwd volgens de strenge Europese veiligheidseisen en voorzien van een CE keurmerk.

TOMA. De TOMA regelaar is gebouwd volgens de strenge Europese veiligheidseisen en voorzien van een CE keurmerk. Inleiding. Deze regelaar is in samenwerking met een Nederlands elektronica bedrijf door TOMA ontwikkeld. Daarbij is gebruik gemaakt van de nieuwste technieken, en gedacht aan bedieningsgemak en mogelijkheden.

Nadere informatie

Handleiding Brel Radio motor Type MLE

Handleiding Brel Radio motor Type MLE BREL motors is onderdeel van: Pagina 1 Handleiding Brel Radio motor Type MLE Lees de handleiding alvorens u begint met de installatie. Als deze instructie niet wordt gevolgd, kan dit leiden tot schade

Nadere informatie

1103/2 Sinthesi lezermodule Proximity

1103/2 Sinthesi lezermodule Proximity 1103/2 Sinthesi lezermodule Proximity Installatiehandleiding Versie 1.2 - januari 2007 Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Wijzigingen voorbehouden. Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Technische

Nadere informatie

All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260

All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260 All-in-one warmtepomp water verwarming BOI-200/260 Installatie & Instructie Handleiding Editie 2008 15.07.2008 Rev. 1.0 Inhoudstafel 1. Handleiding voor de installatie...3 1.1 Aansluiting...3 1.2 Installatie

Nadere informatie

Infusomat Space P: Aanzetten pomp en plaatsen van een IV set. Instellen van het VTBI (Volume To Be Infused) moet het VTBI niet ingesteld worden.

Infusomat Space P: Aanzetten pomp en plaatsen van een IV set. Instellen van het VTBI (Volume To Be Infused) moet het VTBI niet ingesteld worden. Infusomat Space P: Aanzetten pomp en plaatsen van een IV set 1. Druk op om het toestel aan te zetten. 3. Plaats de IV set van rechts naar links in de pomp Plaats de lijn van rechts naar links in de pomp.

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Altijd tot uw dienst SRP6011. Vragen? Vraag het Philips

Gebruiksaanwijzing. Altijd tot uw dienst SRP6011. Vragen? Vraag het Philips Altijd tot uw dienst Ga voor registratie van uw product en ondersteuning naar www.philips.com/support Vragen? Vraag het Philips SRP6011 Gebruiksaanwijzing Inhoudsopgave 1 Uw universele afstandsbediening

Nadere informatie

Speedy. Handleiding. BRICON nv Europark Oost 15C, 9100 Sint-Niklaas, Belgium * Tel: +32 3 777 39 74 * Fax +32 3 778 07 35

Speedy. Handleiding. BRICON nv Europark Oost 15C, 9100 Sint-Niklaas, Belgium * Tel: +32 3 777 39 74 * Fax +32 3 778 07 35 Speedy Handleiding Index: - Installatie 2-3 - Bediening 3 - Speedy is menu gestuurd 4 - Speedy, een snelle start. 4 - Koppellijst 5 - Blader in duiven 5 - Invoer liefhebber 5 - Constateren 6 - Inkorven

Nadere informatie

Afzuigkap Gebruiksaanwijzing

Afzuigkap Gebruiksaanwijzing Afzuigkap Gebruiksaanwijzing Inhoudsopgave 1.Opmerkingen 2.Functies 3..Installatie 4..Opmerkingen over installatie 5..Veiligheidswaarschuwingen 6 Gebruik 7 Onderhoud 1 Opmerkingen 1. Bedankt voor het kiezen

Nadere informatie