Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar XIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 1996 Nr. 1 VOORSTEL VAN WET 19 september 1995 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat in artikel 1 van de Comptabiliteitswet wordt bepaald welke begrotingen tot die van het Rijk behoren; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Artikel 1 De begroting van de uitgaven van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 1996 wordt vastgesteld, zoals blijkt uit de bij deze wet behorende begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen. Artikel 2 De begroting van de ontvangsten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 1996 wordt vastgesteld, zoals blijkt uit de bij deze wet behorende begrotingsstaat, onderdeel ontvangsten. Artikel 3 De begroting van baten en lasten en van kapitaaluitgaven en -ontvangsten van het agentschap Senter voor het jaar 1996 wordt vastgesteld, zoals blijkt uit de bij deze wet behorende begrotingsstaat inzake dat agentschap. Artikel 4 Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na de datum van 1 januari, treedt zij in 51U4130 ISSN Sdu Uitgeverij Plantijnstraat s-gravenhage 1995 Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 1 1

2 werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Economische Zaken, Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 1 2

3 Begrotingsstaat behorende bij de Wet van , Stb..... Begroting 1996, Ministerie van Economische Zaken (XIII) Onderdeel uitgaven en verplichtingen (bedragen x f 1 000) Art. Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) verplichtingen uitgaven TOTAAL Algemeen Loonbijstelling Prijsbijstelling 05 Onvoorzien Uitgaven post-actief personeel Bijdragen aan internationale organisaties Adviezen verstrekt door het Europees Octrooibureau Bijdrage aan het agentschap Senter Personeel en materieel EZ, exclusief CBS Personeel en materieel CBS Industrieel en Algemeen Technologiebeleid Onderzoek en voorlichting ten behoeve van technologiebeleid Specifieke bedrijfsgerichte technologiestimulering Internationale en algemene technologiestimulering Overheidsaanschaffingen en bevordering van bedrijfsgerichte samenwerking InnovatieCentra Subsidies in het belang van de industriële ontwikkeling Internationale ruimtevaartprogramma s Bevordering van de vliegtuigindustrie en ruimtevaart Speur- en ontwikkelingswerk Technologische infrastructuur Projecten gefinancierd uit het Fonds economische structuurversterking Gelden uit prioriteitencluster III Industrie- en Dienstenbeleid Crisisbeheersing Versterking economische structuur Industriële promotie Steun scheepsbouw Herstelfinanciering en steun aan individuele bedrijven Bijdrage auto-ontwikkeling Nedcar B.V Garantieregeling Particuliere Participatiemaatschappijen Bijdrage aan de Industriefaciliteit Regionaal Beleid Bijdragen ten behoeve van regionale ontwikkelingsmaatschappijen en overige Voorwaardenscheppend beleid Structuurversterkende projecten in het kader van de BRT-compensatie Bevordering regionale bedrijfsinvesteringen Regio-programma s Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 1 3

4 Art. Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) verplichtingen uitgaven 10 Stimulering Ruimte voor Economische Activiteit Diensten, Midden- en Kleinbedrijf en Ordening Midden- en Kleinbedrijf 01 Voorlichting en advisering MKB Onderzoek en onderwijs MKB Borgstellingsregelingen Tegemoetkomingen aan zelfstandigen Bedrijfsbeëindigingshulp Bijdrage aan technostartersfondsen Diensten 11 Brancheverbetering Toeristisch beleid Garanties in verband met toerisme Ordening 21 Marktwerking Bijdrage Nederlands Meetinstituut Buitenlandse Economische Betrekkingen en Exportbevordering Internationale organisaties Bevordering van de buitenlandse economische betrekkingen Stimulering exportactiviteiten Economische voorlichting en exportpromotie Economische hulp Oost-Europa Wet Investeringsrekening Investeringsbijdragen en investeringstoeslagen Energiebeleid Energiebeleid vanaf Energiebesparingstechnologie Duurzame energie Energievoorzieningsonderzoek Beleidsondersteuning en overige uitgaven Bijdragen ten behoeve van de mijnindustrie Garanties energiebeleid Doorsluisposten 21 Stichting Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieprodukten Uitkering aan houder certificaten Energie Beheer Nederland B.V Afwikkeling energiebeleid tot Adviesraden, normalisatiewerkzaamheden en overige uitgaven Toepassing energiebesparingstechnologie en duurzame energie Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 1 4

5 Art. Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) verplichtingen uitgaven 33 Onderzoek en ontwikkelingswerk op energiegebied Energieonderzoek-Centrum Nederland Investeringssubsidies energiebesparing Mij bekend, De Minister van Economische Zaken, Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 1 5

6 Begrotingsstaat behorende bij de Wet van , Stb.... Begroting 1996, Ministerie van Economische Zaken (XIII) Onderdeel ontvangsten (bedragen x f 1 000) Art. Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) ontvangsten TOTAAL Algemeen Diverse ontvangsten Ontvangsten Bureau voor de Industriële Eigendom Ontvangsten Centraal Planbureau Ontvangsten Centraal Bureau voor de Statistiek Ontvangsten Rijks Geologische Dienst Industrieel en Algemeen Technologiebeleid Ontvangsten in verband met internationale ruimtevaartprogramma s Ontvangsten technische ontwikkelingskredieten Diverse ontvangsten technologiebeleid Ontvangsten uit het Fonds economische structuurversterking Industriebeleid Ontvangsten staalindustrie Ontvangsten uit bijdragen aan de industrie Ontvangsten Garantieregeling Particuliere Participatiemaatschappijen Opbrengst aandelen DSM Regionaal Beleid Diverse ontvangsten regionaal beleid Diensten, Midden- en Kleinbedrijf en Ordening Ontvangsten uit borgstellingsregelingen Ontvangsten voor toezicht op examens Opbrengst van casino s Opbrengst afgifte exploitatievergunningen speelautomaten Ontvangsten Nederlands Meetinstituut Diverse ontvangsten DMO Buitenlandse Economische Betrekkingen en Exportbevordering Ontvangsten BEB Ontvangsten Exportbevorderings- en Voorlichtingsdienst Wet Investeringsrekening Ontvangsten WIR Energiebeleid Inkomsten uit aardgas Uitkering van Energie Beheer Nederland B.V Ontvangsten voorraadheffing in verband met financiering Stichting Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieprodukten Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 1 6

7 Art. Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting 04 Dividend Ultra-Centrifuge Nederland N.V Ontvangsten zoutwinning Diverse ontvangsten Energie (1) Mij bekend, De Minister van Economische Zaken, Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 1 7

8 Begrotingsstaat behorende bij de Wet van , Stb..... Begroting 1996, Ministerie van Economische Zaken (XIII) Agentschap Senter (bedragen xf1000) (1) Art. Omschrijving Oorspronkelijk vastgestelde begroting 1 Agentschap Senter Totale baten Totale lasten Saldo van baten en lasten 50 Totale kapitaalontvangsten Totale kapitaaluitgaven Mij bekend, De Minister van Economische Zaken, Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 1 8

9 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar XIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 1996 Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN DEEL 1. Voortdurende verandering en vernieuwing Ambities voor een sterke en moderne economie Constante veranderingen Het concurrentievermogen van de Nederlandse economie Voortdurende beleidsinspanningen Economie en milieu Economische structuur Technologische structuur Ruimtelijk-economisch beleid Economisch speelveld Ruimte voor ondernemen Ondernemerschap en MKB Marktwerking en deregulering Europese Unie Energie Blijvend betaalbaar, betrouwbaar en schoon Energie en economie Energiebesparing en duurzame energie Overig energiebeleid Internationale economische betrekkingen Inleiding 41 blz. blz Handelspolitiek en investeringsbeleid Exportbeleid Regionale toespitsing Beheer en bestuur Personeel en organisatie Openingstijden publieke diensten Voorlichting Financieel beleid en beheer 52 ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Inleiding 54 Uitgavenbegroting (wetsartikel 1) 01 Algemeen Industrieel en algemeen technologiebeleid Industrie- en dienstenbeleid Regionaal beleid Diensten, midden- en kleinbedrijf en ordening Energiebeleid (oud) Buitenlandse economische betrekkingen en exportbevordering Wet Investeringsrekening Energiebeleid (nieuw) 177 Ontvangstenbegroting (wetsartikel 2) 206 Agentschapsbegroting (wetsartikel 3) 232 Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 2 1

10 1. VOORTDURENDE VERANDERING EN VERNIEUWING 1.1. Ambities voor een sterke en moderne economie Bij alle nieuwe ontwikkelingen in wereldeconomie en samenleving, blijft Nederland streven naar de verdere verbetering van het nu al zeker niet geringe prestatievermogen op het terrein van werk, welvaart en duurzaamheid. Dit is nodig, omdat in een sterk veranderende omgeving het behoud van nationale verworvenheden steeds minder vanzelfsprekend wordt. De globalisering van de economie maakt dat werk en welvaart met steeds grotere inspanning moet worden gerealiseerd, terwijl ook de gewenste duurzaamheid van economische groei hoge eisen aan onze economische activiteiten blijft stellen. Een hoofddoelstelling van het kabinet is om deze kabinetsperiode minimaal personen extra aan het werk te krijgen. Dit is een ambitieuze doelstelling, maar wel één met goede perspectieven op verwezenlijking. Nederland heeft ook hoge ambities op milieuterrein. Daarbij moeten en kunnen de doelstellingen van het milieu- en economische beleid zoveel mogelijk in elkaars verlengde worden gebracht. Doeltreffendheid en doelmatigheid dienen daarbij hand in hand te gaan. Concurrentievoordelen zijn geen lang leven beschoren indien zij niet permanent worden vernieuwd en versterkt 1. Onze economie moet zich dan ook in haar kostenontwikkeling, de kwaliteit van haar publieke aanbodstructuur en haar dynamiek blijvend kunnen meten met onze sterkste concurrenten. Voor het verwezenlijken van onze ambities inzake werk én inkomen de twee zijden van de welvaartsmedaille blijft een beheerste ontwikkeling van kosten, waaronder de loonkosten, ook in de komende jaren geboden. Kostenefficiency zal echter gepaard moeten gaan met afdoende aanpassings- en vernieuwingsvermogen van alle spelers in onze economie. Dit geldt voor de publieke sector evenzeer als voor de marktsector. Het kabinet houdt nadrukkelijk rekening met de basiseisen die vandaag de dag aan een sterke en moderne economie gesteld worden. Dit komt tot uiting in: het substantiële pakket aan lastenverlichting voor verlaging van de loonkosten met een accent op de onderkant van de arbeidsmarkt en meer financiële ruimte voor het ondernemen, de versterking van de fysieke, technologische, educatieve en informatie-infrastructuur, het beleid gericht op een betere werking van de diverse markten in onze economie. Dit laatste is ook essentieel voor een soepel verloop van de aanpassingen van onze economische activiteiten in een meer duurzame richting, de vergroting van de slagkracht van het buitenland beleid en versterking van de economische component daarvan Constante veranderingen 1 Zie ook Jobs Study, OESO. Technologische vernieuwing, ingrijpende veranderingen in de internationale economische orde en de liberalisatie van markten maken dat de omgeving van zowel ondernemingen, burgers als overheid voortdurend verandert. De successen van gisteren verzekeren de onderneming daarom nog niet het resultaat van heden of het overleven van morgen. Sterk lijkende posities staan voortdurend onder grote druk. Op de wereldmarkt had nog maar 25% van de bedrijven die in 1980 marktleider waren, eenzelfde positie in In eerdere decennia was er een «overlevingspercentage» van rond de 90%. De keuze van een groot aantal ontwikkelings- Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 2 2

11 landen in Oost-Azië en Latijns-Amerika en voormalig communistische landen in Oost-Europa voor het marktmodel hebben de wereldeconomie in een hogere versnelling gebracht. Aan de aanbodzijde nopen de scherpere concurrentieverhoudingen het bedrijfsleven naast kostenbeheersing tot het verbeteren van efficiency en kwaliteit en het leveren van technologische hoogwaardige produkten. Aan de vraagzijde wordt het bedrijfsleven geconfronteerd met veeleisende afnemers en een steeds gevarieerder, moeilijker voorspelbare vraag naar produkten. Emancipatie, individualisering en secularisatie hebben namelijk gezorgd voor een dynamische en heterogene samenleving, waarin consumenten steeds nieuwe, hoogwaardiger produkten vragen. Voor een alert bedrijfsleven biedt deze ontwikkeling ook grote kansen. Willen bedrijven hun marktpositie en winstgevendheid behouden en verbeteren, dan zullen zij moeten concurreren met kennis en meer toegevoegde waarde moeten «produceren» dan hun concurrenten. Daarnaast hebben de veranderingen in de samenleving geleid tot een vermindering van de klassieke beïnvloedingsmogelijkheden van de overheid op maatschappelijke processen en daarmee van haar directe sturingsmogelijkheden. Tegelijkertijd dwingt een globaliserende economie ook de overheid ertoe te concurreren met andere landen. Het gaat dan om een goede economische structuur en een klimaat waarin het aantrekkelijk vestigen en investeren is. Daarom moet de overheid de publieke aanbodzijde versterken ter vergroting van de concurrentiekracht van het bedrijfsleven. Dit betekent niet alleen het zorgen voor gezonde financieel-economische verhoudingen, een goede technologische en fysieke infrastructuur, maar ook het waarborgen van goede onderwijsvoorzieningen, een kwalitatief goede gezondheidszorg en een prettig leefklimaat. Wil de Nederlandse economie een competitieve vestigings- en investeringsplaats blijven, dan zullen deze voorzieningen een voortdurende verbetering in de prijskwaliteitsverhouding behoeven en aan moeten sluiten bij de private vraag. Over dit laatste bestaan thans zorgen. Dit betreft onder meer de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en de aansluiting van het qua omvang relatief omvangrijke onderzoek door publieke kennisinstellingen op de kennisvraag van bedrijven. Om verbeteringen tot stand te kunnen brengen zal derhalve óók de publieke sector het vermogen moeten hebben zich aan te passen aan gewijzigde omstandigheden. Meer marktwerking moet het de publieke én de marktsector waar veranderingen in aanbod- en vraagzijde grote kansen bieden mogelijk maken een goede economische structuur optimaal te benutten. Wanneer bedrijven en overheid gericht zijn op voortdurende vernieuwing en zich zodoende tijdig aanpassen aan de voortdurende veranderingen in de wereldeconomie en de samenleving, kan de Nederlandse economie een groeiniveau bereiken, waarmee zij zich kan meten met haar sterkste concurrenten en haar ambities op het gebied van welvaart, werkgelegenheid en duurzaamheid ten volle kan waarmaken Het concurrentievermogen van de Nederlandse economie De conclusies van het «Platform Globalisering» en van de «Toets op het Concurrentievermogen» geven aan dat Nederland de potentie heeft om een sterke, concurrerende economie te zijn, die de ambities ten aanzien van welvaart en werkgelegenheid kan waarmaken. Die potenties kunnen echter beter worden benut. Het kabinet zal mede in dit verband binnenkort de SER advies vragen over het te voeren sociaal-economische beleid op middellange termijn. Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 2 3

12 De sinds 1970 wat teleurstellende ontwikkelingen van de investeringen, inactiviteit en relatieve welvaart onderstrepen het beeld van verloren kansen op werk en welvaart. Gezien onze ambities op het terrein van werk, welvaart en duurzaamheid moet ons investeringspeil omhoog. Hoewel de bruto-investeringen van bedrijven in 1995 en 1996 naar verwachting met 9% resp. 2,5 à 3% toenemen, liggen in sommige sectoren, zoals de industrie, de investeringen slechts rond het vervangingsniveau. Zo zullen, volgens het CPB, de thans geprojecteerde investeringen onvoldoende capaciteitsgroei genereren om de groei in het arbeidsaanbod op te vangen en de bestaande inactiviteit substantieel te verlagen 1. Alhoewel ons land niet slecht scoort ten opzichte van het EU-gemiddelde, blijkt de investeringsquote van bedrijven (excl. woningen) ten opzichte van Duitsland en het totaal van de OESO-landen relatief laag te zijn. Wel moet worden bedacht dat de investeringsquote in Duitsland opwaarts wordt beïnvloed door de effecten als gevolg van de hereniging. Na een forse inhaalslag in de jaren tachtig zijn de investeringen in de jaren negentig weer achterop geraakt bij onze concurrenten (OESO-gemiddelde). De scherpe stijging van de arbeidsinkomensquote van 80,6% in 1990 naar 86,4% in 1993 speelt daarbij een rol. In 1994 en 1995 daalt de arbeidsinkomensquote weer. Zij zal in 1996 licht stijgen naar 84,1%. Een verdere daling is gelet op het bovenstaande echter noodzakelijk. Zelfs in de huidige gunstige conjunctuur blijkt de banengroei onvoldoende om het grote aantal mensen dat zich op de arbeidsmarkt meldt van werk te voorzien, laat staan om de hoge inactiviteit substantieel te verlagen. Met alle gevolgen van dien voor de hoogte van de collectieve lastendruk en daarmee voor ons concurrentievermogen. Grafiek 1: Bedrijfsinvesteringen in % BBP Grafiek 2: Economische groei en inactiviteit Bron: CPB Bron: CPB In termen van BBP per hoofd, dreigt de Nederlandse economie af te glijden naar de lagere regionen van de OESO. Waar in 1970 het BBP per hoofd in ons land nog boven het OESO-gemiddelde uitstak, bevond het zich een kleine kwart eeuw later al beduidend daaronder en zakte Nederland van een achtste plaats in 1970 naar een veertiende in Centraal Economische Plan (CEP) 1995, CPB, blz OESO-landen examen Nieuw-Zeeland 1993, Annex II, blz OESO-berekeningen zijn gebaseerd op R.J. Barro, May 1991, «Economic Growth in a Cross Section Of Countries», The Quarterly Journal of Economicx. Naast de ontwikkeling van bedrijfsinvesteringen, inschakeling van arbeid en relatieve welvaartspositie, maakt een OESO-onderzoek duidelijk dat de feitelijke groei van de Nederlandse economie significant achterblijft bij de, op basis van een aantal structurele factoren berekende, verwachte groei. Dit onderzoek suggereert zelfs dat Nederland van de OESO-landen het slechtst presteert 2. Uit onderstaande grafiek kan worden opgemaakt dat in de periode de economische groei in ons land jaarlijks Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 2 4

13 circa 0,5 % lager was dan mogelijk zou zijn geweest. Grafiek 3: BBP per hoofd Grafiek 4: verschil verwachte en feitelijke groei Bron: OESO Bron: op. cit. De ontwikkeling van bovengenoemde indicatoren suggereert dat er veel te winnen is. Voor een economie die voldoende concurrentiekracht ontwikkelt, lijken nieuwe consumentenvoorkeuren, nieuwe markten en nieuwe technologieën wel degelijk een keur aan mogelijkheden te bieden. Illustratief voor het potentieel aanwezige vermogen van onze economie om voor meer werk en welvaart te zorgen zijn de ontwikkeling van het aantal gewerkte uren en de ontwikkeling van de buitenlandse investeringen in Nederland. Daalde gedurende een lange periode het totaal aantal gewerkte uren en kon een stijging van de werkgelegenheid in banen en arbeidsjaren alleen worden gerealiseerd door verkorting van de arbeidstijd in combinatie met loonmatiging, van midden jaren tachtig tot begin jaren negentig steeg het aantal gewerkte uren zelfs weer. Grafiek 5: werkgelegenheid (uren, banen, jaren) Bron: CPB Het blijkt derhalve dat onze economie wel degelijk in staat is werkgelegenheid te scheppen, mede als gevolg van het kabinetsbeleid ter versterking van de marktsector. Op dit vlak moeten onze ambities echter hoger worden gesteld. Want zelfs bij de gunstige economische conjunctuur van de tweede helft van de jaren tachtig, nam het het aantal inactieven substantieel toe. Nu de economische groei opnieuw een conjunctureel hoogtepunt beleeft, daalt de werkloosheid en de totale inactiviteit ook nauwelijks. Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 2 5

14 Onze beleidsinspanningen op het vlak van kosten, aanbodstructuur en dynamiek moeten dus worden versterkt. Van groot belang voor economie en werkgelegenheid zijn de directe buitenlandse investeringen. Op wereldschaal zijn deze mede door de globalisering fors toegenomen: in de periode vanaf 1960 vier maal zo snel als het mondiale BNP en drie maal zo hard als de wereldhandel. Het aantal multinationale ondernemingen steeg in twintig jaar van ca tot begin jaren negentig. OESO-ramingen laten zien dat tenminste 40% van de wereldhandel tussen de vestigingen van één concern loopt 1. Het bestendigen van de sterke Nederlandse investeringspositie in het buitenland is van cruciaal belang voor de positionering van het Nederlandse bedrijfsleven en biedt tevens in belangrijke mate ondersteuning aan ontwikkelingslanden, «emerging economies» en landen in Midden- en Oost-Europa. Ook voor de werkgelegenheid in Nederland blijken deze effecten van de globalisering van het grootste belang. Van de nieuwe banen, die verbonden waren aan de directe buitenlandse investeringen in NW-Europa in de periode , nam Nederland er (d.i. 12%) voor haar rekening (zie tabel 1). Voor veel vormen van buitenlandse investeringen is ons land relatief aantrekkelijk 2. Tabel 1: acquisitie investeringsprojecten NW-Europa Aantal projecten Aantal banen totaal aandeel totaal aandeel NW-Europa Nederland NL in % NW-Europa Nederland NL in % Produktie , ,8 Distributie , ,2 Hoofdkantoren , ,2 R&D , ,7 Call Center** , ,7 Totaal , ,0 Bron: Buck Consultants International, * NW-Europa: België, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Luxemburg, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. ** Call Center: kantoorvestiging met als hoofdactiviteit het verlenen van diensten aan klanten of onderdelen van het moederbedrijf via de telefoon. 1 Buck Consultants International, Buitenlandse Investeringen in West Europa (marktanalyse), maart Dit blijkt wanneer we de bovenstaande scores afzetten tegen onze relatieve economische omvang, gemeten aan de hand van ons aandeel in het gezamenlijke BNP of ons aandeel in de gezamenlijke werkgelegenheid van de onderzochte landen van 6 á 7%. Uit achterliggende cijfers blijkt verder dat naar herkomstland bekeken de VS zowel in absolute als in relatieve zin voor de meeste binnengehaalde banen zorgt. Van de ruim banen nemen de VS er ruim (64%) voor hun rekening. Ook het aandeel van Nederland in het totaal aantal door Amerikaanse investeerders gerealiseerde banen in NW-Europa is bevredigend, namelijk krap 13% (bijna het dubbele van onze relatieve economische omvang). De tabel laat verder zien dat de aantrekkingskracht van onze economie voor produktievestigingen en vooral voor R&D-vestigingen duidelijk minder is dan die voor andere type vestigingen. Blijkbaar is dus onze economie onvoldoende in staat om voor álle vormen van buitenlandse investeringen relatief aantrekkelijk te zijn én gelet op de totale investeringsquote van bedrijven voldoende binnenlandse investeringen te genereren. Ondernemingen moeten dus meer worden geprikkeld tot het doen van investeringen hièr. Het inzicht op basis van de genoemde macro-indicatoren dat Nederland niet goed genoeg presteert wanneer het gaat om de creatie van werk en welvaart, komt ook naar voren in de «Toets op het concurrentievermogen», die een internationale vergelijking maakt van de prestaties van de Nederlandse economie. Daarbij gaat de Toets in op belangrijke determinanten van het concurrentievermogen, als monetaire en budgettaire stabiliteit, de technologische kennisinfrastructuur, het onderwijs, de fysieke infrastructuur, het milieu, de werking van de diverse markten in Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 2 6

15 onze economie en de fiscale infrastructuur. In dit verband worden steeds drie onderscheiden aspecten genoemd: kosten, aanbodstructuur en dynamiek. Uit de toets blijkt dat ons land een aantal relatief sterke uitgangspunten heeft, zoals: op het monetaire en budgettaire terrein presteert Nederland goed, een punt van zorg blijft wel de schuldpositie van de overheid; er wordt relatief veel kennis bij de publieke kennisinstituten ontwikkeld; de kwaliteit van onze mainports is goed; in het licht van de hoge milieudruk, zijn de prestaties op het gebied van het milieu redelijk; ons land kent een relatief grote arbeidsrust en een hoge arbeidsproduktiviteit op macro-niveau. Een tweede hoofdconclusie uit de toets is dat vele mogelijkheden onbenut blijven en er dus veel ruimte voor verbetering is. Gelukkig maar, aangezien onze prestaties op het gebied van inactiviteit en welvaart pas écht zorgwekkend kunnen worden genoemd indien deze ruimte er niet zou zijn. Het samengaan van kostenefficiency en het vergroten van het aanpassings- en vernieuwingsvermogen in de marktsector en de publieke sector biedt aldus de «Toets op het concurrentievermogen» de beste garanties voor welvaart en werkgelegenheid. Enkele punten voor verbetering: er blijft nog te veel «kennis op de plank liggen», de wisselwerking tussen publieke kennisinstellingen en bedrijven is niet optimaal; R&D-inspanningen van bedrijven blijven achter; op de arbeidsmarkt gaan een hoge wig, een uitgebreid stelsel van sociale zekerheid, loonvorming op bedrijfstakniveau en relatief veel regels samen met een lage benutting van het arbeidspotentieel en een hoge langdurige werkloosheid, de keerzijde van de hoge arbeidsprodukiviteit; de werking van onze goederen- en dienstenmarkten is niet optimaal: de dynamiek in het bedrijfsleven is niet hoog en gaat niet met veel nieuwe werkgelegenheid gepaard. De Nederlandse export richt zich nog te weinig op de snelgroeiende high-tech sectoren; de huidige «fiscale infrastructuur» weerspiegelt de hiervoor gememoreerde prestaties van de Nederlandse economie. Dit komt tot uitdrukking in hoge collectieve lasten op inkomsten uit arbeid én kapitaal. Die tasten vervolgens ons concurrentievermogen verder aan. Bovendien blijkt het fiscale stelsel in Nederland risicomijdend gedrag te bevoordelen; de congestieproblematiek in de Randstad zorgt voor steeds grotere mobiliteitsproblemen, ook met het oog op de ontwikkeling van de mainports. Ook lijken niet alle achterlandverbindingen voldoende berekend op de sterk groeiende vervoersstromen. De resultaten van de «Toets op het concurrentievermogen» bevestigen dat in het regeerakkoord de goede beleidsaccenten zijn gelegd. Het kabinet heeft zich voorgenomen in vervolg op deze toets beleidsvergelijkend onderzoek door verschillende departementen op hun eigen beleidsterrein te laten verrichten. Bij dit internationaal beleidsvergelijkend onderzoek komen onder andere aan de orde: de invloed van elementen van de verzorgingsstaat en de kwaliteit van het openbaar bestuur op het concurrentievermogen; het beter in kaart brengen van financieringsstromen tussen bedrijven en publieke kennisinfrastructuur en tussen de R&D-sector en het buitenland; de kapitaalkosten van bedrijven bij interne en externe financiering en de beschikbaarheid van risicodragend kapitaal voor startende en doorgroeiende ondernemingen; marktwerking in de energievoorziening; Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 2 7

16 de dynamiek van bedrijven. Volgend voorjaar wordt hierover gerapporteerd. Tabel 2 Overzicht Toets op het concurrentievermogen STERK GEMIDDELD ZWAK Monetaire/budgettaire stabiliteit Wisselkoersstabiliteit Lange rente Inflatie Tekort overheid Kredietwaardigheid Schuld overheid Technologische kennisinfrastructuur Primair/secundair onderwijs R&D publieke sector Aantrekkelijkheid kennisinfra voor High-tech R&D (internationale) bedrijven Publikatie activiteiten Patenten R&D bedrijven Toegevoegde waarde leerplichtig onderwijs Scores internationale science tests Afgestudeerden hoger secundair onderwijs Aansluiting arbeidsmarktsecundair onderwijs Tertiair onderwijs Rendement universitair Afgestudeerde bachelors Afgestudeerde masters Aansluiting arbeidsmarkt academici Rendement HBO Verkeer en vervoer Kwaliteit zeehavens Dichtheid wegen/spoornet Kwaliteit wegen/spoor Kwaliteit luchthavens Congestiekans Telecom Tarieven zakelijk gebruik Kwaliteit Aantal aansluitingen Milieu Afvalwaterzuivering NO x -emissie Milieukosten/Oordeel internationaal bedrijfsleven Recycling Afvalproduktie Verspreiding milieubelastende stoffen Transparantie wet- en regelgeving Milieubeslag autoverkeer SO x -emissie Vermesting Kapitaalmarkt Bedrijfsbesparingen Investeringsquote Risicodragend kapitaalaanbod Kapitaalkosten Arbeidsmarkt Arbeidsproduktiviteit Loonkosten Loondifferentiatie Stakingsdagen Dynamiek Langdurige werkloosheid Benutting arbeidspotentieel Goederen-, en dienstenmarkten Toename high-tech-export Dynamiek bedrijven Niveau high-tech export Prijsrigiditeit Toename kennisintensieve werkgelegenheid Groei exportmarkten Fiscale infrastructuur Belasting koerswinst Belastingdruk winstinkomen Kapitaalbelasting Tarief pensioenbesparingen Successierechten Marginaal tarief kapitaalinkomen Internationale oriëntatie winstbelastingstructuur Indirecte belastingen Vermogensbelasting Toptarieven 1.4. Voortdurende beleidsinspanningen Ervan uitgaand dat globalisering vele mogelijkheden biedt om extra werk te creëren, is het kabinet er alles aan gelegen om door verbeteringen op het vlak van kosten, aanbodstructuur en dynamiek de concurrentiekracht van Nederland te vergroten en de investeringen aan te moedigen: kosten: een gezond macro-economisch klimaat door verdere gematigde Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 2 8

17 en gedifferentieerde loonkostenontwikkeling, verlaging van met name de op arbeid drukkende collectieve lasten, budgettaire consolidatie en een monetair beleid gericht op inflatiebeheersing; aanbodstructuur: versterking van de publieke aanbodzijde door investeren in fysieke, technologische en fiscale structuur van de economie en een toegankelijke informatie-infrastructuur; dynamiek: meer ruimte creëren voor ondernemen door meer marktwerking op de goederen-, diensten- en arbeidsmarkt en verbetering van het ondernemingsklimaat en een op de nieuwe internationale verhoudingen toegesneden instrumentarium voor internationale investeringen, exportbevordering en -financiering. Kosten Een gezond macro-economisch klimaat door verdere gematigde en gedifferentieerde loonkostenontwikkeling, verlaging van met name de op arbeid drukkende collectieve lasten, budgettaire consolidatie en een monetair beleid gericht op inflatiebeheersing blijft van wezenlijk belang voor de vitaliteit van onze economie. Handhaving van het stringente uitgavenkader biedt de ruimte voor de noodzakelijke verlaging van het financieringstekort en de schuldquote, de voor de werkgelegenheid zo relevante lastenverlichting en voor middelen voor de economische structuurversterking. Het kabinet richt zich daarom op een voortgaande gezondmaking van de overheidsfinanciën, mede om een lagere druk van belastingen en premies mogelijk te maken («wig-verkleining»). Zo heeft het kabinet uitgaande van een behoedzaam economisch groeiscenario voor deze periode ruim f 9 mld vrijgemaakt voor lastenverlichting. Het accent hierbij ligt op vermindering van de belastingen en premies voor werkgevers. Voor verlaging van werkgeverslasten is gekozen omdat dit een directer effect heeft op de arbeidskosten dan verlaging van werknemerslasten. Verlaging van de werkgeverslasten is daarenboven robuuster, omdat de effectiviteit daarvan niet afhankelijk is van extra nominale loonmatiging. Zeker wanneer het totale beleidspakket andere maatregelen bevat ter versterking van de aanbodzijde van de arbeidsmarkt verdient verlaging van de werkgeverslasten de voorkeur 1. Berekeningen van het Centraal Planbureau geven een indruk van de omvang van het werkgelegenheidseffect dat vermindering van werkgeverslasten kan hebben. Elke miljard vermindering van werkgeverslasten betekent op langere termijn een toename van de werkgelegenheid met circa personen 2. Daarbij geldt voor wat betreft de vermindering van de werkgeverslasten dat de effectiviteit hiervan hoger is indien een accent wordt gelegd op verlaging van de loonkosten aan de onderkant. Een stevige budgettaire lijn blijft dus ook voor de komende jaren noodzakelijk. Ook wanneer de economische groei meevalt, blijft het zaak de budgettaire discipline te handhaven en ten aanzien van de vrijkomende middelen, conform de uitgangspunten van het regeerakkoord, een afweging te maken tussen verdere reductie van het financieringstekort, verdergaande lastenverlichting en maatregelen ten behoeve van de economische structuur. Budgettaire consolidatie is een noodzakelijke, maar niet voldoende voorwaarde voor duurzaam economisch herstel. Een economie waarvan de boekhouding klopt, maar waarvan «apparatuur» en «programmatuur» niet voldoen, zal onvoldoende presteren in het creëren van werkgelegenheid. 1 Macro Economische Verkenning 1995, CPB, blz. 20/21 werkgevers lasten. 2 Centraal Economisch Plan 1995, CPB, blz. 20. Aanbodstructuur Voor een stevige economische aanbodstructuur is ten eerste nodig een technologie- en industriebeleid dat zich richt op het verhogen van de kennisproduktie en het verbeteren van het rendement ervan. Dit houdt in Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 2 9

18 de vergroting van de basis voor innovatie, het substantieel verbeteren van de aansluiting tussen aanbod van en vraag naar kennis en het schenken van meer aandacht aan de zogeheten signalerende en initiërende rol van de overheid. Zowel in binnen- en buitenland bestaat de laatste jaren een grote belangstelling voor de relatie tussen technologie en economische groei en werkgelegenheid. De resultaten in dit opkomende onderzoekveld wijzen uit dat technologische vernieuwing positieve werkgelegenheidseffecten heeft. Globale berekeningen van de macro-economische effecten van een technologische impuls geven aan dat verhoging van de industriële bedrijfs-r&d (als indicator voor technologische ontwikkeling) op termijn leidt tot een verhoging van de industriële werkgelegenheid 1. Hoewel deze uitkomsten slechts indicatief zijn, geven zij aan dat een structurele verhoging van de R&D-intensiteit van de Nederlandse industrie van de huidige circa 0,9% BBP naar 1,0% BBP, dus met ruim tien procent, kan leiden tot een structureel hoger niveau van industriële werkgelegenheid van circa extra banen. Daar bovenop komen de, hier niet berekende, effecten van verbetering van de marktgerichtheid van de kennisinfrastructuur, die zeer gunstig zijn voor het rendement van de geproduceerde kennis. Bovendien concludeert het genoemde onderzoek dat flexibilisering van de economie het werkgelegenheidseffect van een technologische impuls zal versterken 2. Het kabinet heeft in de nota «Kennis in beweging» maatregelen gepresenteerd voor een hoogwaardige en marktgerichte kennisinfrastructuur en méér kennisintensieve produktieprocessen en produkten. De komende vier jaar wordt f 1,5 mld uitgetrokken ter vergroting van de kennisintensiteit van de Nederlandse economie. Er worden structureel extra uitgaven voor technologiebeleid gedaan, in principe oplopend tot f 185 mln per jaar in 1999, en er wordt f 280 mln per jaar extra uitgetrokken in de vorm van fiscale faciliteiten. Ook zal het kabinet de bestaande middelen voor technologiebeleid anders inzetten om een hoger rendement van die uitgaven te realiseren. Daarnaast draagt het EZ-beleid bij aan een goede fysieke infrastructuur. Zo richt het ruimtelijke economische beleid zich op goede ruimtelijke voorwaarden voor economische activiteiten, zoals voldoende en kwalitatief goede bedrijfslokaties en een goede bereikbaarheid. Zonder bedrijfslokaties immers geen investeringen en geen werk. Bij een groei van de werkgelegenheid met «slechts» personen per jaar uit het Europese Renaissance-scenario van het CPB, dreigen in de meeste economische concentratiegebieden tekorten aan geschikte bedrijfslokaties. De nota «Ruimte voor Regio s» schetst een ruimtelijk-economisch beleid, gericht op verbetering van de bedrijfslokatieplanning en vergroting van de aandacht voor de ruimteproblematiek voor bedrijvigheid en maakt zo de ambities van dit kabinet voor voortgezette werkgelegenheidsgroei mede mogelijk. Onder andere treedt hiertoe vanaf 1 januari 1996 de Stimuleringsregeling REA (StiREA) in werking. 1 Technologie en werkgelegenheid, Butter, F.A.G. den, en R.W. van Zijp, Beleidsstudies Technologie Economie, nr. 28, maart 1995, Den Haag, blz idem, blz McKinsey Global Institute, Employment Performance, Dynamiek Door de regeldichtheid te verminderen en door meer, ook financiële, ruimte te scheppen voor het persoonlijk initiatief wil het kabinet een sterke groei van het aantal ondernemingen en werkgelegenheid mogelijk maken. In een dergelijk vrij en open economisch speelveld krijgen bedrijven immers de noodzakelijke ruimte om te starten en door te groeien. Een opener bestel geeft ook de nodige prikkels om te investeren en zich voortdurend aan te passen aan de economische en maatschappelijke veranderingen. De McKinsey-studie «Employment Performance» 3 concludeert dat de regulering die de marktwerking op de goederen- en dienstenmarkten Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 2 10

19 verstoort, in belangrijke mate heeft bijgedragen aan de Europese achterstand op het gebied van werkgelegenheidsprestaties t.o.v. de Verenigde Staten. Deze vorm van regulering zou een belangrijker belemmering zijn voor banengroei in Europa dan de arbeidsmarktregulering. Andere verkennende berekeningen laten zien dat opheffen van verstarringen op de Nederlandse goederen-, diensten- en arbeidsmarkt op jaarbasis kan leiden tot 1/2 % à 1% extra groei van de werkgelegenheid, d.i. in de Nederlandse verhoudingen 35 à personen extra per jaar. Tabel 3: Effecten flexibilisering van produktmarkten produktie werkgelegenheid Duitsland *) jaarlijks + 0,3 + 0,6 Nederland jaarlijks + 0,5 + 0,1 Nederland *) jaarlijks + 1,1 + 1,1 Australië gecumuleerd + 4,7 + 0,5 *) incl. flexibilisering van de arbeidsmarkt (proc. afwijking van het basispad) Bron: ESB, , L.A. Geelhoed, 1995: conjunctuurherstel of economisch herstel?; zie voor gebruikte achtergrondstudies de noot onder tabel 2, blz. 7 van dit artikel. Uit dit onderzoek blijkt ook dat verbetering van de werking van de genoemde markten bijdraagt aan vergroting van de effectiviteit van structuurversterkende maatregelen als verlaging van de collectieve lastendruk of verhoging van de overheidsinvesteringen. De resultaten van dit onderzoek suggereren dat de werkgelegenheidswinst met name is te boeken indien de arbeidsmarkt mede wordt gedereguleerd 1. Gelet op de aard van het onderzoek, moeten de precieze resultaten van de verschillende studies met de nodige voorzichtigheid worden gehanteerd. Zij geven echter wel duidelijk aan dat vergroting van de dynamiek op de goederen-, diensten en arbeidsmarkt positieve werkgelegenheidseffecten heeft. 1 De kosten van economische verstarring op macro-niveau, Sinderen, J. van, P.A.G. van Bergeijk, R.C.G. Haffner en P.M. Waasdorp, ESB, De bevordering van een open economisch speelveld om het reactievermogen van de Nederlandse economie te vergroten en te prikkelen tot innovatie loopt langs de volgende lijnen. De nota «Werk door Ondernemen» bevat de uitgewerkte voorstellen voor: verbetering van het fiscale klimaat; versterking van de kwaliteit van het ondernemerschap; verlaging van de kosten en vergroting van de flexibiliteit en kwaliteit van arbeid; vergroting van financieringsmogelijkheden voor starters en doorgroeiers; terugdringing van de regeldruk. Het kabinet trekt hiervoor extra middelen uit, vooral in de vorm van extra lastenverlichting voor kleinere bedrijven. Daarbij gaat het zowel om de invulling van de f 500 mln aan specifieke lastenverlichting zoals aangekondigd in het regeerakkoord als om enkele aanvullende maatregelen in het kader van de terugsluis van het reparatievoorstel BTW. Daarnaast is er de intensivering van het beleid op het gebied van de marktwerking en deregulering. Allereerst heeft het kabinet met het project «Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit» de versterking van de economische dynamiek ter hand genomen: regelgeving en administratieve lastendruk worden tot het minimaal noodzakelijke teruggebracht, onnodige concurrentiebeperkende regels weggenomen en de kwaliteit van de wetgeving verbeterd. Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 2 11

20 Inmiddels zijn de resultaten van de eerste tranche projecten bekend en wordt gewerkt aan de projecten in het kader van de tweede tranche. Tevens komt het kabinet met een nieuwe mededingingswet, die qua systematiek aansluit op het EG-mededingingsbeleid. Deze wet houdt een verbod in van verticale en horizontale mededingingsafspraken en van misbruik van economische machtsposities. Voorzien wordt in vrijstellingen waar de bijzondere positie van het midden- en kleinbedrijf dat vergt. Op het gebied van het buitenlands economisch beleid, beijvert het kabinet zich voor een open multilateraal wereldhandelsysteem en een Europese economische orde die ten principale marktgericht is. Daarnaast blijft ondersteuning van de transformatie van de Midden- en Oosteuropese economieën alsmede van een geleidelijke integratie van deze economieën in zowel de Europese als de wereldeconomie noodzakelijk. In de Nota over de herijking van het buitenlands beleid wordt opgemerkt dat Nederland zich onder andere door de beleidsconcurrentie in een globaliserende economie geen afwijkende positie kan veroorloven ten opzichte van onze naaste concurrenten. Met name op het gebied van de verzekering van de kapitaalgoederenexport, de rentesubsidies op commerciële kredieten, de exportgerelateerde hulpkredieten en de investeringsgaranties valt een achterstand ten opzichte van de overige OESO-landen te signaleren. Tevens wordt in de Nota over de herijking van het buitenlands beleid een model ontwikkeld voor de gefaseerde, aan het economische ontwikkelingsniveau van de partner gekoppelde, inzet van instrumenten. Grafiek 6 illustreert het in werkelijkheid waargenomen patroon. De voorgestane relatie tussen instrumentkeuze en ontwikkelingsniveau treedt thans niet op. Nederland zet onvoldoende middelen in om de overgang van landen van een gemiddeld naar een hoog ontwikkelingsniveau geleidelijk te laten verlopen: het estafettestokje van Ontwikkelingssamenwerking wordt niet overgenomen. Voorbeelden zijn Thailand, Maleisië, Brazilië en Roemenië. Grafiek 6: Feitelijke relatie tussen instrumentkeuze en ontwikkelingsniveau Bronnen: Jaarverslag ontwikkelingssamenwerking 1993 het Nederlandse beleid: feiten en achtergronden, Den Haag 1994; Human Development Report 1994, Verenigde Naties, New York 1994; ministerie van Economische Zaken Door de nieuwe aanpak zal het beëindigen van traditionele hulprelaties met «emerging markets» niet langer leiden tot een abrupte breuk in de samenwerking met die landen (zoals destijds in Chili, Colombia, Thailand en deels ook de Filipijnen). Juist in het overgangsgebied tussen hulpbehoevende en opkomende economieën kan de Nederlandse overheid door middel van intensivering van het desbetreffende instrumentarium een belangrijke rol spelen. Eén van de kernpunten van de herijking is dat het buitenlands beleid zich sterker zal moeten richten op de behartiging van de Nederlandse Tweede Kamer, vergaderjaar , hoofdstuk XIII, nr. 2 12

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1994 1995 24 191 Wijziging van de begroting van de uitgaven en de van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 1995 (wijziging samenhangende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 031 V Jaarverslag en slotwet ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 Nr. 3 VOORSTEL VAN WET 16 mei 2007 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 200 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2004 Nr. 1 VOORSTEL VAN WET 16 september

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 520 Wet van 14 september 1995 tot wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016 Nr. 1 VOORSTEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2009 Nr. 1 VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 137 Wet van 4 april 2008 tot vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 127 28 000 VI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2002 GEWIJZIGD

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 198 Wet van 13 april 2000, houdende vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 000 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2019 Nr. 1 VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 172 Wet van 28 januari 2011 tot wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2009 (slotwet)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 400 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2013 Nr. 1 VOORSTEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2009 Nr. 1 VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1995 1996 Nr. 158 24 400 XI Vaststelling van de van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en (XI) voor

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 487 Wet van 14 september 1995, houdende wijziging van de van de uitgaven en de van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 1995 (wijziging

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 106 Wet van 12 februari 2000 tot vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1999 2000 Nr. 141 26 800 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2000

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 550 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 550 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2017 Nr. 1 VOORSTEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2010 Nr. 1 VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 000 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2015 Nr. 1 VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2009 Nr. 1 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2011 Nr. 1 VOORSTEL VAN WET 21 september 2010 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 217 218 34 775 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 218 Nr. 1 VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2010 Nr. 1 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2006 Nr. 1 VOORSTEL VAN WET 20 september 2005 Wij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 434 Wet van 14 september 2001, houdende wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Algemene Zaken (III)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 112 Wet van 28 januari 1999 tot wijziging van de van de en de ontvangsten van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (XIV) voor

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 492 Wet van 12 september 2002 tot wijziging van de van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 7 Wet van 17 december 1998, houdende vaststelling van de van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 950 III Jaarverslag en slotwet Ministerie van Algemene Zaken, het Kabinet van de Koning en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen-

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 123 Wet van 4 maart 1999, houdende vaststelling van de van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 IXB Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2000 Nr. 1 VOORSTEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2008 Nr. 1 VOORSTEL VAN WET 18 september 2007 Wij

Nadere informatie

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2012 (Incidentele suppletoire begroting EIB)

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2012 (Incidentele suppletoire begroting EIB) Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2012 (Incidentele suppletoire begroting EIB) VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 600 XV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2009 Nr. 1 VOORSTEL VAN WET 16 september 2008 Wij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2008 Nr. 1 VOORSTEL VAN WET 18 september 2007

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 11 Wet van 23 december 1994, houdende vaststelling van de van de uitgaven en ontvangsten van het ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 135 Wet van 22 februari 2001, houdende vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Sociale Zaken en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 416 Wet inzake houdbare financiën van de collectieve sector (Wet houdbare overheidsfinanciën) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 1 VOORSTEL VAN WET 15

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2018 Nr. 1 VOORSTEL VAN WET 19 september 2017 Wij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 550 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2017 Nr. 1 VOORSTEL VAN WET 20 september 2016 Wij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 2013 2014 2 33 930 V Jaarverslag en slotwet Ministerie van Buitenlandse Zaken en van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2013 Nr. 2 VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2016 Nr. 1 VOORSTEL VAN WET 15 september 2015 Wij

Nadere informatie

van het Koninkrijk der Nederlanden

van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 62 Wet van 25 januari 2017 tot wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 552 Wet van 14 september 2001 tot wijziging van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2000

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 205 Wet van 28 januari 1999 tot wijziging van de van de en de ontvangsten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 1997 (Slotwet)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 XII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 2001

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2018 Nr. 1 VOORSTEL VAN WET 19

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 070 Wijziging van de wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de invoering van een nieuw stelsel voor bewaking en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012 Nr. 1 VOORSTEL VAN WET 20

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 202 203 33 605 XII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Infrastructuur en Milieu 202 Nr. 3 VOORSTEL VAN WET 5 mei 203 Wij Willem-Alexander, bij de gratie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 72 Wet van 28 januari 1999, houdende wijziging van de van de en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 1998 (wijziging

Nadere informatie

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 000 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2015 Nr. 1 VOORSTEL

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 30 391 XIV Wijziging van de sstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2005 (wijziging samenhangende

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1999 2000 Nr. 281 27 105 Wijziging van de van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2000 (wijziging samenhangende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2014 Nr. 1 VOORSTEL

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 2013 2014 33 930 XV Jaarverslag en slotwet Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2013 2 Nr. 2 VOORSTEL VAN WET 21 mei 2014 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 501 Wijziging van de Postwet 2009 ter invoering van ex ante toezicht op een postvervoerbedrijf met aanmerkelijke marktmacht Nr. 2 VOORSTEL VAN

Nadere informatie

XII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Infrastructuur en Milieu VOORSTEL VAN WET 18 mei 2016

XII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Infrastructuur en Milieu VOORSTEL VAN WET 18 mei 2016 34 475 XII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Infrastructuur en Milieu 2015 Nr. 3 VOORSTEL VAN WET 18 mei 2016 Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 2017 2018 34 950 XV Jaarverslag en slotwet Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2017 2 Nr. 3 VOORSTEL VAN WET Ontvangen 16 mei 2018 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken

http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_15-01-2015/afdrukken http://wetten.overheid.nl/bwbr0011987/geldigheidsdatum_/afdrukken Page 1 of 5 Wet financiering decentrale overheden (Tekst geldend op: ) Wet van 14 december 2000, houdende nieuwe bepalingen inzake het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 452 Wet van 14 september 2001, houdende wijziging van de van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 2013 2014 2 33 930 VIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2013 Nr. 2 VOORSTEL VAN WET 21 mei 2014 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 2016 2017 34 725 XV Jaarverslag en slotwet Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2016 2 Nr. 3 VOORSTEL VAN WET 17 mei 2017 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

van het Koninkrijk der Nederlanden

van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 363 Wet van 26 september 2014 tot wijziging van de sstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2013 (slotwet)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 552 Regels inzake de financiële verhouding tussen het Rijk en de gemeenten (Financiële-verhoudingswet) Nr. 27 VOORSTEL VAN WET ZOALS HET LUIDT

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 13 Wet van 22 december 1999, houdende wijziging van de van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1999 2000 Nr. 129 26 919 Wijziging van de van de en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 2015 2016 34 475 XV Jaarverslag en slotwet Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2015 2 Nr. 3 HERDRUK 1 VOORSTEL VAN WET 18 mei 2016 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 404 Besluit van 29 augustus 2011, houdende regels inzake doorberekening van kosten van de stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 660 Wet van 18 december 1995 tot wijziging van de Wet op de vermogensbelasting 1964, de Wet op de omzetbelasting 1968, de Wet op belastingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 56 Wet van 21 januari 2015 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het bevorderen van een arbeidsmarktrelevant

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 451 Wet van 14 september 2000 tot wijziging van de van de uitgaven en de ontvangsten van de Hoge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin (II)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 378 Wet van 3 juli 1996, houdende algemene regels over de advisering in zaken van algemeen verbindende voorschriften of te voeren beleid van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 660 Wijziging van de Comptabiliteitswet 2001 houdende bepalingen betreffende het toezicht op en de controle van derden die collectieve middelen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 2015 2016 34 475 X Jaarverslag en slotwet Ministerie van Defensie 2015 2 Nr. 3 VOORSTEL VAN WET 18 mei 2016 Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning

Nadere informatie

van het Koninkrijk der Nederlanden

van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 351 Wet van 11 september 2013, houdende wijziging van de sstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 2016 2017 2 34 725 VIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2016 Nr. 3 VOORSTEL VAN WET 17 mei 2017 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

Artikel I. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz, enz, enz.

Artikel I. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz, enz, enz. Besluit van 2008 tot wijziging van het Instellingsbesluit Adviescollege toetsing administratieve lasten 2006 in verband met de verlenging van de instellingsduur, de uitbreiding van de bezetting en de uitbreiding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 855 Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 159 Wet van 30 maart 1995 tot wijziging van de Huisvestingswet (voorziening in de huisvesting van bepaalde categorieën verblijfsgerechtigden)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 362 Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten, teneinde te voorkomen dat zorgverzekeraars zelf zorg verlenen

Nadere informatie

Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld

Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld VOORSTEL VAN WET Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 200 XVI Jaarverslag en slotwet Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2014 Nr. 3 VOORSTEL VAN WET 20 mei 2015 Wij Willem-Alexander,

Nadere informatie

33 777 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (volumecorrectie nettarieven voor de energie-intensieve industrie)

33 777 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (volumecorrectie nettarieven voor de energie-intensieve industrie) 33 777 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (volumecorrectie nettarieven voor de energie-intensieve industrie) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 705 Besluit van 20 september 2010 tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang in verband met

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1 RMC-wet 2001 636 Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1999 2000 Nr. 235 26 823 Wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van de euro GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 11 mei 2000 Wij

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET. Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

VOORSTEL VAN WET. Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. 34 534 Voorstel van wet van de leden Klaver en Samsom houdende een kader voor het ontwikkelen van beleid gericht op onomkeerbaar en stapsgewijs terugdringen van de Nederlandse emissies van broeikasgassen

Nadere informatie

van het Koninkrijk der Nederlanden

van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 364 Wet van 28 september 2016, houdende wijziging van de sstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 725 Wet van 22 december 2005 tot wijziging van de Gemeentewet in verband met het afschaffen van het gebruikersdeel van de onroerendezaakbelasting

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 416 Wet van 25 september 2008 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998, de Mijnbouwwet en de Gaswet in verband met toepassing van de rijkscoördinatieregeling

Nadere informatie