Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten"

Transcriptie

1 Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten VERGADERING : Bestuur DATUM : 1 november 2007 AGENDAPUNT : 8 BIJLAGE : 14 MEERJARENVISIE GRASZAADTEELT De Werkgroep Graszaden heeft een concept-meerjarenvisie voor de graszaadteelt opgesteld (bijlage). Het document is op 11 oktober in de Beleidsadviescommissie Landbouwzaaizaden Dit resulteerde in enkele kleine wijzigingen. Nu wordt de meerjarenvisie ter vaststelling voorgelegd aan het bestuur. De Werkgroep Graszaden zal in november bespreken op welke wijze de meerjarenvisie naar buiten moet worden gebracht. Gedacht wordt aan toezending aan landelijke en provinciale overheden, onderzoeksinstellingen en organisaties van het bedrijfsleven. Een idee is ook om een themadag te organiseren, waarin de meerjarenvisie en andere actuele thema s rondom de graszaadteelt gepresenteerd worden.

2 - CONCEPT - MEERJARENVISIE GRASZAADTEELT Wie vooruitkijkt zal oogsten! Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten

3 Voorwoord Voor u ligt de Meerjarenvisie Graszaadteelt van het Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten. Deze is het resultaat van denkwerk van de Werkgroep Graszaden van het productschap en bedoeld om een visie te geven op de ontwikkelingen in de graszaadsector in de komende jaren. Deze sector wordt geconfronteerd met enorme veranderingen. Te denken valt aan het wegvallen van de EG-zaaizaadsteun en de schaalvergroting bij de kweek- en handelsbedrijven. Juist daarom is het van belang dat de bedrijfstak een gezamenlijke toekomstvisie presenteert. De leden van de Werkgroep Graszaden bedank ik voor alle inspanningen om te komen tot het voorliggende document. De werkgroep bestaat uit graszaadtelers die afgevaardigd zijn door LTO Nederland, de organisatie van land- en tuinbouwbedrijven en uit vertegenwoordigers van zaaizaadhandelsbedrijven, die op verzoek van Plantum NL, de brancheorganisatie voor bedrijven in de sector uitgangsmateriaal, hun inbreng leveren. De werkgroep was als volgt samengesteld: A. Horden, Innoseeds, voorzitter A.J.B.P. Bossers, graszaadteler J. Bouwkamp, Barenbrug Holland W. Geluk, Mommersteeg International H. A. Hamster, graszaadteler, later de heer W. van der Linde L. Wolters, Eurograss G. Borm, onderzoeker bij Praktijkonderzoek Plant en Omgeving Mevrouw J. van de Ven, later D. Kasse, secretaris Ik hoop dat de meerjarenvisie velen zal inspireren om zich in te zetten voor de toekomst van de graszaadsector, de sector die uitgangsmateriaal voortbrengt van een gewas, dat van grote betekenis is voor mens en dier. Th.A.M. Meijer voorzitter Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten 2 van 27

4 1 Inleiding Aanleiding Doelstelling Leeswijzer De Nederlandse Graszaadsector Areaal en productie Relatie teler en afnemer De plaats van graszaad op het landbouwbedrijf Ziekten en plagen, gewasbescherming De bijproducten Werkgelegenheid Internationale aspecten Internationale markt Het saldo van de graszaadteelt De afzetmarkt van de Nederlandse handelsbedrijven Internationalisering van Nederlandse handelsbedrijven Overheidsbeleid Het gemeenschappelijk landbouwbeleid Verkeersregelgeving en kwekersrecht Mestbeleid per 1 januari Gewasbeschermings(middelen)beleid Flora- en faunawet Onderzoek Onderzoek in de afgelopen jaren Onderzoekswensen Aansturing en organisatie Knelpunten en oplossingsrichtingen De SWOT-analyse Kansen Bedreigingen Sterke punten Zwakke punten Oplossingsrichtingen en actiepunten Optimalisatie van de keten (1) Versterking van onderzoek (2) Belangenbehartiging (3) van 27

5 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Gras vormt op wereldschaal gezien een van de belangrijkste cultuurgewassen. Nederland speelt op het terrein van de plantenveredeling in grassen en de productie van zaaizaad een belangrijke rol. Jaarlijks wordt tot ha voor de teelt van graszaad bestemd. In de graszaadsector hebben in de afgelopen jaren enkele belangrijke ontwikkelingen plaatsgevonden. Zo is er in de belangrijkste productiegebieden van graszaad in de Europese Unie geen sprake meer van een steun voor de productie van zaaizaden. Tot en met 2004 vormde die een onderdeel van de EG-marktordening voor deze producten. In plaats daarvan kan de landbouwer nu gebruik maken van het stelsel van directe bedrijfstoeslagen, die slechts indirect verband houden met de productie op het landbouwbedrijf. Een andere ontwikkeling is de overname van enkele belangrijke graszaadhandelsbedrijven door buitenlandse ondernemingen. Beslissingen over onderzoek en productie in Nederland worden, veel meer dan vroeger, in het buitenland genomen. Een laatste ontwikkeling zijn de veranderingen in het landbouwkundig onderzoek. De betrokkenheid van de overheid neemt af en structuren die in het verleden werden opgebouwd, zijn aan veranderingen onderhevig. De bovengenoemde ontwikkelingen zijn voor het Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten de aanleiding geweest om een meerjarenvisie op de graszaadteelt in Nederland te ontwikkelen. Hiervoor is een beroep gedaan op de expertise in de Werkgroep Graszaden. Deze werkgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Nederlandse graszaadsector. Die bestaat uit kwekers van nieuwe rassen, zaaizaadtelers en handelsbedrijven. 1.2 Doelstelling Het doel van de Meerjarenvisie Graszaadteelt is het definiëren van maatregelen die nodig zijn om de concurrentiekracht van de Nederlandse graszaadteelt op peil te houden en waar mogelijk te versterken. De meerjarenvisie richt zich op de graszaadsector zelf, maar ook op brancheverenigingen, onderzoeksinstellingen en nationale en regionale overheden. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van de Nederlandse graszaadsector. Hoofdstuk 3 belicht de internationale aspecten van de graszaadproductie. In hoofdstuk 4 komt het overheidsbeleid aan de orde. Daarbij gaat het om de regelgeving op het terrein van het zaaizaadverkeer, het EG-landbouwbeleid en ander overheidsbeleid dat de graszaadteelt raakt: de mestwetgeving en de regelgeving met betrekking tot gewasbescherming. Hoofdstuk 5 gaat over het landbouwkundig onderzoek. Daarbij wordt een verband gelegd met de informatie die in hoofdstuk 2 is gegeven over ziekten en plagen in de teelt. Tevens wordt een relatie gelegd met het gewasbeschermings- en het bemestingsbeleid van de overheid dat in hoofdstuk 4 is genoemd. Ten slotte wordt in hoofdstuk 6 een SWOT-analyse gepresenteerd, waarin sterke en zwakke punten en kansen en bedreigingen kort worden beschreven. Deze analyse is vervolgens de basis voor het vaststellen van knelpunten, oplossingsrichtingen en concrete actiepunten. 4 van 27

6 2 DE NEDERLANDSE GRASZAADSECTOR 2.1 Areaal en productie Graszaad wordt gebruik in de landbouw en daarbuiten. In de landbouw is de inzaai van grasland ten behoeve van de veehouderij de belangrijkste toepassing. Daarnaast wordt gras ingezaaid als groenbemester voor verbetering van de structuur van de bodem of als grondbedekker ter voorkoming van erosie of uitspoeling van mineralen. Buiten de landbouw wordt graszaad gebruikt voor de inzaai van dijken, wegbermen, recreatieterreinen, sportvelden en gazons. Bij het verbruik van graszaad uit Nederland neemt de landbouw ongeveer tweederde voor zijn rekening, de niet-landbouwkundige toepassingen eenderde. Areaalontwikkeling en factoren die de graszaadmarkt beïnvloeden In tabel 1 is de ontwikkeling van het Nederlandse graszaadareaal over de periode te zien. Tabel 1 Graszaadareaal in Nederland Jaar Areaal (ha) Jaar Areaal (ha) Jaar Areaal (ha) Bron: NAK Duidelijk zichtbaar is dat het graszaadareaal golfbewegingen te zien geeft. Perioden van 3 of 4 jaar van areaaltoename worden afgewisseld door perioden van afname die ook 3 of 4 jaar duren. De reden hiervan is dat graszaad een meerjarig gewas is. Tussen het moment dat over de uitzaai wordt beslist en de oogst zit 1 à 2 jaar. Bovendien blijft een deel van de graszaadpercelen 2 of 3 jaar in gebruik. Nederland heeft als voordeel dat om klimatologische redenen de raaigrassen later gezaaid kunnen worden dan in veel andere landen. Hierdoor hebben graszaadbedrijven een extra gelegenheid om op de ontwikkelingen van de markt te kunnen inspelen. Het aanbod van graszaad wordt behalve door het areaal ook sterk bepaald door de opbrengsten. Deze kunnen van jaar tot jaar een aanzienlijke variatie vertonen. Een complicerende factor bij de realisatie van het graszaadareaal is het weer gedurende de periode van uitzaai. Veel regen of grote droogte kan ertoe leiden dat het uitgezaaide areaal achterblijft. Ook kan in een strenge winter een deel van de percelen uitvriezen. Aan de vraagzijde is de toestand van het grasland bepalend. Als door droogte in de zomer of strenge vorst in de winter de conditie van het grasland achteruitgaat, zal gemakkelijk de beslissing tot herinzaai worden genomen. Voorwaarde is dan natuurlijk wel dat in de uitzaaiperiode de weersomstandigheden gunstig zijn. Voor grasvelden en gazons geldt hetzelfde. Naast het bovengenoemde spelen conjuncturele en structurele ontwikkelingen in de veehouderij en in de recreatieve sector ook hun rol op de graszaadmarkt. Ook zijn de 5 van 27

7 factoren die de internationale handel beïnvloeden, van invloed op de graszaadmarkt. Te denken valt hierbij aan de koers van de dollar of de kosten van transport. Het bovengenoemde betekent dat de afzet van graszaad een vrij grillig verloop kent. Het is vooral de voorraadsituatie die een sturende invloed heeft op de planning van de productie. Een grote voorraad betekent minder productie. Aan inkrimping is evenwel direct het nadeel verbonden dat de capaciteit in de schoningsbedrijven niet maximaal wordt benut, waardoor de kosten per eenheid product omhoog gaan. Arealen per grassoort Tabel 2 toont voor de periode de arealen van de grassoorten die in Nederland vermeerderd worden. De laatste jaren is het graszaadareaal gedaald. Opvallend is ook de toename van het aandeel Engels raaigras in het totaal van de graszaadproductie. Hierbij gaat het vooral om de teelt van laat afrijpende rassen. Het areaal van veldbeemdgras is dalende. Dit komt o.a. doordat de Nederlandse teler niet kan beschikken over een voldoende breed pakket aan bestrijdingsmiddelen om de teelt tot een goed einde te brengen. Tabel 2 Areaal per grassoort over de jaren (ha) Engels raaigras Roodzwenkgras Rietzwenkgras Westerwolds raaigras Veldbeemdgras Italiaans raaigras Gewoon struisgras Gekruist raaigras Hardzwenkgras Bosbeemdgras Ruwe smele Timothee Fakkelgras Beemdlangbloem Schapegras Kropaar Fijnbladig schapegras Wit struisgras Festulolium Totaal Bron: NAK Spreiding van de teelt De graszaadteelt is te vinden op de betere landbouwgronden, waar een goede vochtvoorziening een ongestoorde groei van het gewas mogelijk maakt. In figuur 1 is te zien dat de Nederlandse teelt voor ruim 60% in het Zuidwestelijk zeekleigebied is te vinden. Zeeland neemt ruim een derde van de Nederlandse teelt voor zijn rekening. Om het weersrisico te beperken sluiten de afnemers contracten af in meerdere teeltgebieden. 6 van 27

8 Figuur 1 Ontwikkeling areaal per provincie over de jaren Ontwikkeling graszaadareaal per provincie ha Zeeland Noord Brabant Noord Holland Groningen Zuid Holland Friesland Flevoland Drenthe Overijssel Gelderland Limburg Utrecht provincie Bron: CBS landbouwtelling Biologische graszaadteelt Biologisch graszaad wordt door de biologische veehouder gebruikt. In Nederland zijn biologisch Italiaans en Engels raaigras en ook raaigrasmengsels beschikbaar. Vanaf 2004 dienen biologische landbouwers biologisch geteeld graszaad te gebruiken. De vraag naar biologisch graszaad is beperkt van omvang, maar vertoont een stijgende lijn. Het areaal biologisch grasland in Nederland steeg van ha in 2003 naar ha in Dit laatste cijfer komt overeen met bijna 3% van het Nederlandse graslandareaal. Zwarte roest en onkruiden zijn de grootste problemen is de biologische graszaadteelt. Ook is grasopslag in de volgteelten soms een probleem. De biologische teelt van graszaad blijkt hierdoor in de praktijk risicovol en niet zo gemakkelijk in te passen op het biologische landbouwbedrijf. Bovendien levert de teelt van andere biologische gewassen dikwijls een hoger saldo op dan de teelt van biologisch graszaad. Daar komt bij dat de productie van biologisch graszaad in Denemarken goedkoper kan plaatsvinden dat in Nederland. Dit alles heeft tot gevolg dat de biologische graszaadteelt in Nederland nauwelijks van de grond is gekomen. 7 van 27

9 2.2 De relatie tussen teler en afnemer De graszaadteelt in Nederland vindt uitsluitend op contractbasis plaats. Dit houdt in dat een handelsbedrijf met een teler een overeenkomst sluit, voordat de uitzaai plaatsvindt. Afname is hiermee verzekerd. In Nederland worden twee soorten van overeenkomsten gehanteerd: de participatie-overeenkomst Bij deze overeenkomst krijgen zowel de teler als het handelsbedrijf een deel van de opbrengst van de verkoop, die door het handelsbedrijf is gerealiseerd. Als bodemprijs geldt een minimumprijs, die in het contract wordt genoemd. De teler draagt in deze contractvorm het teeltrisico en participeert in zekere mate ook in het prijsrisico. vaste prijsovereenkomst: De teelt vindt plaats tegen een vaste prijs per 100 kg. De teler heeft het teeltrisico, de afnemer het prijsrisico. De contracten die in Nederland gehanteerd worden, zijn gebaseerd op de algemene modelvoorwaarden van de ATV-L (Algemene voorwaarden voor de teelt van in voorkoop gekochte zaaizaden van landbouwgewassen). Deze zijn opgesteld door Plantum NL, de branche-organisatie van de zaaizaadhandel en LTO-Nederland, de organisatie van boeren en tuinders. 2.3 De plaats van graszaad op het landbouwbedrijf In tabel 3 is het aantal graszaadtelers weergegeven over de periode Het gemiddelde areaal per teler en de perceelgrootte vertonen een stijgende lijn. Dit beeld past bij de tendens van schaalvergroting die in de gehele land- en tuinbouw zichtbaar is. Tabel 3 Aantal graszaadtelers en perceelsomvang in Nederland in de periode aantal telers totaal oppervlakte gemid. graszaadareaal gemiddelde oppervlakte oogstjaar in ha per teler in ha per perceel in ha 1995* ,5 2000* , ,1 4, ,2 4, ,0 4, ,5 4, ,5 4,8 bron: NAK * bron CBS landbouwtelling redenen om voor de graszaadteelt te kiezen Bij de keuze van gewassen speelt het te verwachten financiële resultaat een belangrijke rol. Voor de graszaadteelt is wat dat betreft de graanteelt de belangrijkste referentie. Is de graanprijs laag, dan zal de boer geneigd zijn om alternatieven voor deze teelt te zoeken. Is het omgekeerde het geval dan kiest hij gemakkelijk voor graanteelt. De financiële resultaten van de verschillende graszaadteelten liggen dicht bij elkaar. In hoofdstuk 3 wordt meer 8 van 27

10 informatie gegeven over de financiële kant van de teelt. Tevens wordt daar een vergelijking gemaakt met Denemarken, het belangrijkste Europese graszaadproductieland. Behalve het directe financiële resultaat kunnen er ook andere redenen zijn om voor graszaad te kiezen. Deze redenen kunnen van bedrijf tot bedrijf verschillen. De graszaadteelt levert in een bouwplan met veel hakvruchten een belangrijke bijdrage aan de hoeveelheid organische stof in de bodem. Organische stof is belangrijk voor de vruchtbaarheid, het bevordert de bewerkbaarheid van de bodem en het vermogen om vocht vast te houden. Daarnaast levert de teelt een bijdrage aan de vruchtwisseling, dat wil zeggen aan het gezond houden van de bodem. Dat alles leidt ertoe dat de opbrengsten van de gewassen die na het graszaad worden geteeld, positief worden beïnvloed. Ook belangrijk is dat de graszaadteelt kan leiden tot een betere benutting van de aanwezige arbeidskrachten. De opname van graszaad in het bouwplan leidt tot een spreiding in de arbeidsbehoefte. Tevens kunnen machines, bijvoorbeeld de maaidorser, beter worden benut. Een ander voordeel van graszaad is dat het in de meeste gevallen al een jaar voor de oogst wordt uitgezaaid. Dat betekent dat in de winter de bodem bedekt is waardoor de uitspoeling van voedingsstoffen uit de bodem wordt voorkomen. Tevens kan een kerende grondbewerking achterwege blijven. Dit betekent een kostenbesparing. Soms is het mogelijk om het graszaadperceel in het jaar dat de graszaadoogst plaatsvindt, ook nog te gebruiken voor beweiding of het winnen van een snede gras. Graszaadteelt heeft ten opzichte van granen ook enkele nadelen. Het oogstrisico is groter, de financiële resultaten vertonen grotere schommelingen en in de volggewassen wordt de boer vaak geconfronteerd met opslag van gras. 2.4 Ziekten en plagen, gewasbescherming Hieronder worden de ziekten, plagen en onkruiden die in de graszaadteelt problemen opleveren, kort beschreven. ziekten Zwarte roest is een schimmel die vooral voorkomt in raaigrassen en zeer grote schade kan toebrengen aan het gewas. De blinde zadenziekte komt vooral voor in Italiaans- en Westerwolds raaigras en de vroegbloeiende selecties van Engels raaigras. In april 2002 is in opdracht van het Hoofdproductschap Akkerbouw een literatuurstudie naar de blinde-zadenziekte uitgevoerd. plagen Muizen zijn een toenemend probleem. Per 1 april 2006 mogen bos- en veldmuizen in het veld bestreden worden. Echter op het moment is er maar één middel tegen muizen in het veld toegestaan. De indruk is dat dit middel niet optimaal werkt. Ganzen brengen zowel in de zomer als winter schade aan het graszaadgewas toe. In de winter wordt het jonge graszaadgewas gegeten en ook vertrapt. In de zomer wordt het gewas platgetrapt in de periode voor de oogst. De laatste jaren worden de groepen ganzen steeds groter waardoor de schade in zowel foerageergebieden als de gebieden daaromheen toeneemt. De schadevergoeding die een teler ontvangt, weegt niet altijd op tegen het opbrengstverlies. 9 van 27

11 Emelten veroorzaken vooral schade in meerjarige graszaadgewassen. Op het moment zijn geen chemische middelen toelaten om emelten te bestrijden in de graszaadteelt. De larven van de fritvlieg komen in bepaalde jaren vooral voor in raaigrassen, roodzwenkgras en beemdlangbloem. Er zijn geen middelen toegelaten waarmee de fritvlieg chemisch bestreden kan worden. Slakken doen schade aan jonge, net ontkiemde raaigrassen. Chemische bestrijding is mogelijk. onkruiden Onkruiden hebben een negatieve invloed op het graszaadgewas doordat ze het beconcurreren om licht, water en voedingsstoffen. Tevens zorgen sommige onkruidzaden voor onzuiverheid van het geoogste product. Dit leidt tot een verhoging van de schoningskosten. Grasachtige onkruiden zijn moeilijk uit te schonen als het zaad van het onkruid ongeveer even groot is als het graszaad. Voorbeelden van dergelijke onkruiden zijn duist, ruwbeemd, straatgras, Vulpia-soorten (eekhoornzwenkgras, langbaardgras), kweek en windhalm. In het onderzoeksproject Onkruidbestrijding in de graszaadteelt, dat collectief wordt gefinancierd, worden herbiciden op hun effectiviteit en selectiviteit op grasachtige onkruiden in verschillende graszaadsoorten (Engels raaigras, roodzwenkgras, veldbeemd en rietzwenk) onderzocht. De volgende (grasachtige) onkruiden hebben de aandacht in deze proef: straatgras, ruwbeemd, Vulpia, duist en graan- en raaigrasopslag. Vanwege de mogelijke wettelijke beperking van het gebruik van de stof ethofumesaat in 2007 wordt verwacht dat (resistente) duist een steeds groter probleem zal worden in de graszaadteelt. 2.5 De bijproducten Het belangrijkste bijproduct van graszaad is het hooi. Dit wordt meestal aangewend als diervoeder. De afzetmogelijkheden hangen sterk af van de ruwvoedervoorziening in het algemeen. Het ene jaar is er veel vraag naar graszaadhooi, bijvoorbeeld in situaties van droogte, in een ander jaar veel minder. Een andere mogelijkheid is om het hooi te hakselen en onder te ploegen. Dan draagt het bij aan de verhoging van het organische stofgehalte in de bodem. Een probleem bij sommige rassen is het voorkomen van endofyten. Dit kan een rol spelen het gebruik van het hooi als diervoeder en ook bij het beweiden van een graszaadperceel. Endofyten zijn schimmels die in de plant van nature aanwezig zijn en een positieve bijdrage leveren aan de concurrentiekracht van een gewas. Soms worden grassen bewust met endofyten geïnoculeerd om dit effect te bewerkstelligen. Het nadeel van endofyten is dat ze kunnen leiden tot de vorming van gifstoffen die schadelijk zijn voor het vee. Als endofythoudend hooi wordt vervoederd in combinatie met ander ruwvoer, dan treden er geen problemen bij het vee op. De in het algemeen lage financiële opbrengst van graszaadhooi is aanleiding om te kijken naar alternatieve afzetmogelijkheden. Te denken valt aan het gebruik voor energiewinning. Dat kan gaan om verbranding of de toepassing voor de winning van bio-ethanol. Bij dat laatste gaat de toepassing van technieken die op dit moment nog in ontwikkeling zijn en die het mogelijk maken om bio-ethanol te winnen uit organisch materiaal dat veel cellulose bevat zoals hout, hooi of stro. 10 van 27

12 Na het schonen van graszaad blijft graszaadafval (kaf, stof en zand) over. Het afvoeren van graszaadafval wordt steeds duurder. Deels vindt het zijn weg in de diervoedersector. Een andere afzetmogelijkheid is levering aan energiecentrales of decentrale benutting voor energiewinning. 2.6 Werkgelegenheid De graszaadteelt levert een brede waaier aan werkgelegenheid op. Naast de werkgelegenheid op de bedrijven van de circa telers, is de graszaadproductie bij de handelsbedrijven ook goed voor enkele honderden arbeidsplaatsen. Te denken valt aan teeltadviseurs, medewerkers bij de schoning en verpakking, commerciële en administratieve medewerkers. Voor de uitvoering van de veredelingsprogramma s zijn wetenschappelijk geschoolde kwekers actief. Zij worden ondersteund door een staf van technisch personeel. Naast de bovengenoemde bedrijven biedt de graszaadteelt ook werkgelegenheid aan transportbedrijven, certificerings- en keuringsinstellingen, onderzoeksinstellingen en toeleverende bedrijven. 3 INTERNATIONALE ASPECTEN 3.1 Internationale markt De jaarlijkse wereldproductie van graszaden ligt tussen en ton. De Verenigde Staten nemen daarvan de helft voor hun rekening, de Europese Unie ongeveer 20%. Andere belangrijke productielanden zijn Canada en Nieuw Zeeland. De belangrijkste grassoorten zijn Engels raaigras en Italiaans raaigras. Andere belangrijke soorten zijn rietzwenk-, roodzwenk-, en veldbeemdgras. areaalontwikkeling in de Europese Unie (EU) In tabel 5 wordt het areaal van verschillende graszaadsoorten in verschillende landen over de jaren weergegeven. Uit de tabel komt naar voren dat Denemarken het belangrijkste productieland in Europa is. Ook Duitsland en Frankrijk zijn van belang. De graszaadopbrengsten per ha liggen in Nederland in het algemeen hoger dan in de andere landen. De redenen hiervoor zijn: de goede kwaliteit van de grond, het gematigde zeeklimaat en de vakbekwaamheid van de teler. Tabel 6 geeft enkele cijfers over de productie van graszaden in enkele landen van de EU 11 van 27

13 Tabel 5 Graszaadareaal van enkele belangrijke productielanden in de EU Grassoort Jaar België Duitsland Denemarken Frankrijk Nederland U.K Rietzwenkgras Roodzwenkgras Italiaans raaigras Engels raaigras Veldbeemd Bron: Europese Commissie Tabel 6 Productie van graszaad per land (ton) Grassoort Jaar Duitsland Denemarken Frankrijk Nederland Rietzwenkgras Roodzwenkgras Italiaans Raaigras Engels raaigras Veldbeemd Bron: Europese Commissie Het saldo van de graszaadteelt Om te beslissen over het al of niet opnemen van graszaad in het bouwplan maakt de boer in veel gevallen een vergelijking tussen het financiële resultaat dat hij verwacht van de graszaadteelt en het resultaat van wintertarwe. Hierbij moet worden aangetekend dat er tussen landbouwbedrijven, afhankelijk van de mate van eigen mechanisatie en het bouwplan, aanzienlijke verschillen bestaan. In het navolgende wordt een en ander verder toegelicht. Ook wordt een vergelijking gemaakt met de situatie in Denemarken. Kosten In Nederland liggen de direct aan de teelt toe te rekenen kosten bij graszaad gemiddeld genomen hoger dan bij wintertarwe. In de praktijk wordt vaak gerekend met een verschil in 12 van 27

14 teelt- en oogstkosten van 200 per ha. Ook vraagt een ha graszaad meer arbeidsuren dan een ha wintertarwe. Het dorsen kost meer tijd, bovendien wordt het gewas meestal eerst gemaaid en pas na enkele dagen gedorst. Daarnaast moet er in een graszaadgewas in veel gevallen enig selectiewerk plaatsvinden. Ook na de oogst moeten kosten worden gemaakt voor schonen en, als het weer in de oogstperiode tegenzit, drogen. Met andere woorden: het brutosaldo berekend op basis van opbrengsten en verminderd met de belangrijkste direct toe te rekenen kosten, moet duidelijk hoger zijn dan bij granen. Zo niet, dan kiest de boer voor granen of een gewas met een vergelijkbaar saldo. In Nederland is de graszaadteelt vaak te vinden op bedrijven met een gevarieerd bouwplan. In Denemarken is dat anders. Daar vindt de teelt veelal plaats op bedrijven waar graan de belangrijkste teelt is. De keuze voor graszaad betekent dan dat er een betere spreiding van werkzaamheden ontstaat, waardoor machines, zoals de maaidorser, beter benut kunnen worden. Bovendien betekent de graszaadteelt een verbetering van de vruchtwisseling waardoor de graanopbrengsten omhoog gaan. In Nederland treffen we in het Noordoosten bedrijven aan met een bouwplan dat vergelijkbaar is met Denemarken. In de overige teeltgebieden in Nederland ligt dat anders. Het accent ligt daar op gewassen die gemiddeld een hoger saldo opleveren dan granen. Te denken valt aan aardappelen, bieten en groentegewassen, die arbeidsintensiever zijn dan granen, meer kosten met zich meebrengen, maar ook gemiddeld een hoger financieel rendement opleveren. De graszaadteelt kan in een dergelijke situatie alleen in het bouwplan handhaven als het financiële resultaat beter is dan dat van granen. Bij een vergelijking met Denemarken valt op dat daar minder kosten voor gewasbescherming worden gemaakt. Ook andere kosten, te denken valt aan grondbewerking, pakken in Denemarken dikwijls lager uit, omdat een perceel graszaad in Denemarken dikwijls meerdere jaren voor de oogst van graszaad wordt gebruikt, terwijl dat in Nederland bij de belangrijkste soort Engels raaigras, dikwijls niet het geval is. Daarnaast is er een verschil op het punt van de uitzaai. In Denemarken wordt meestal onder een dekvrucht uitgezaaid, waardoor de grondbewerkingskosten lager zijn. In Nederland wordt de belangrijkste soort, Engels raaigras, vaak in de nazomer uitgezaaid, volgend op de teelt van granen of aardappelen. Dan vindt voor de uitzaai een grondbewerking plaats. Tegenover deze extra kosten staat in veel gevallen een hogere kg-opbrengst. opbrengsten De financiële opbrengst van de graszaadteelt zal hoger moeten liggen dan bij de graanteelt, omdat de graszaadteelt meer kost. Een verschil van 200 per ha is wat dit betreft het minimum. In 2006 en 2007 leidden de sterk gestegen graanprijzen tot een teruggang van het graszaadareaal. Als we de vergelijking met Denemarken maken, dan moeten we enerzijds rekening houden met het gegeven dat de graanprijs in Nederland, dat als duidelijk tekortgebied kan worden aangemerkt, hoger zal liggen dan in Denemarken. Dit verschil ligt rond de 10 per ton graan. Anderzijds is Nederland voor Engels raaigras en rietzwenkgras op het punt van de kgopbrengsten in het voordeel. De uitbetalingsprijzen aan de teler in Denemarken liggen gemiddeld iets hoger dan in Nederland. De reden hiervoor is dat de kosten die de handelsbedrijven moeten maken voor transport, (tussen)opslag en teeltbegeleiding in Denemarken lager zijn dan in Nederland. In Denemarken kunnen vrijwel alle telers het graszaad zelf drogen, als dat nodig is. Bovendien slaat de teler het product dikwijls zelf op na de oogst en levert hij op afroep. In Nederland verlaat het geoogste product onmiddellijk na de oogst het landbouwbedrijf. 13 van 27

15 rendement Uit het bovenstaande komt het beeld naar voren, dat de saldo s van graszaad en graan nauw met elkaar verbonden zijn. De vergelijking tussen Nederland en Denemarken laat zien dat de graszaadteelt in Nederland het moet hebben van hoge opbrengsten en een goede kwaliteit. Als Nederland zich op dat punt onvoldoende kan onderscheiden van Denemarken, dan is de graszaadteelt in Denemarken in het voordeel. De Deense graszaadteelt is voor Nederland een geduchte concurrent is die alleen effectief tegemoet te treden is door het terugdringen van de kosten, door specialisatie op de vermeerdering van soorten of rassen die in Denemarken om klimatologische redenen minder goed passen en door de productie van zaaizaad van zeer goede kwaliteit. 3.3 De afzetmarkt van de Nederlandse handelsbedrijven Om een globaal beeld te geven van de Nederlandse handel in graszaden volgen hier enkele hoeveelheidgegevens met daarbij de kanttekening dat de cijfers van jaar tot jaar aanzienlijk kunnen schommelen. De Nederlandse graszaadproductie ligt rond de ton per jaar. Er is een invoer van ongeveer ton, de afzet in Nederland ligt rond ton. Dat betekent dat de export jaarlijks ruim ton is. Ongeveer 70% van de hoeveelheid die wordt verkocht, betreft voedergrassen, 30% is bestemd voor de recreatieve sector. Belangrijke bestemmingslanden voor de afzet zijn het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, België, Frankrijk en Italië. Ongeveer 80% van de afzet is in Europa. Midden en Oost-Europese landen zijn in opkomst als afzetmarkt. De groeimogelijkheden in de afzet liggen vooral in het recreatieve gebruik. In dat marktsegment is voor de handelsbedrijven ook de meeste toegevoegde waarde te creëren. Dit gebeurt door het graszaad aan te bieden in consumentenverpakkingen en door het zaad te voorzien van een coating, die kan bestaan uit meststoffen, chemische middelen tegen schimmels of stoffen die de kieming van het zaad bevorderen. De afzet voor landbouwkundig gebruik vertoont geen groei. Gras als groenbemester is op veel akkerbouwbedrijven vervangen door andere groenbemesters, zoals bladrammenas en gele mosterd. De afzet naar de veehouderij is vrij stabiel. Omdat de veestapel in Europa eerder inkrimpt dan uitbreid is geen groei van de afzet van graszaad te verwachten, hoewel er nog vele gebieden in Europa zijn waar door een verbeterd graslandmanagement en gebruik van nieuwe grasrassen het financiële resultaat van de veehouderij is te verbeteren. Het Nederlandse graszaad weet zich in de markt te onderscheiden op het punt van zuiverheid. De Nederlandse teler is in staat graszaad te produceren dat zeer weinig onkruidzaad bevat. Bovendien beschikt Nederland over een zeer goed rassenpakket, het resultaat van jarenlang kweekwerk op meerdere veredelingsstations. Nederland beschikt over een efficiënt keuringssysteem dat zijn basis vindt in de EU-regelgeving voor de registratie van rassen en de keuring van zaaizaad. 3.4 Internationalisering van Nederlandse handelsbedrijven Sinds het einde van de jaren 90 zijn de eigendomsverhoudingen van graszaadhandelsbedrijven in Nederland grondig gewijzigd. Dit kwam doordat enkele grote coöperatieve ondernemingen de keuze maakten om zaaizaadactiviteiten af te stoten en te investeren in andere agro-industriële activiteiten. Dit resulteerde erin dat enkele belangrijke spelers in de Nederlandse landbouwzaaizadenbranche, te weten Cebeco Seeds, Advanta en Zelder werden opgedeeld en in buitenlandse handen kwamen. De grassenonderdelen van 14 van 27

16 Cebeco Seeds en Advanta werden samengebracht in Innoseeds, dat deel uitmaakt van het Deense DLF Trifolium. De grassenactiviteiten van Zelder werden opgenomen in Euro Grass, dat eigendom is van het Duitse DSV en het Deense Hunsballe. Een en ander betekent dat beslissingen over kweekprogramma s en zaaizaadproductie nu voor een belangrijk deel buiten Nederland plaatsvinden. Tabel 7 bevat enkele gegevens over de Nederlandse graszaadbedrijven. Tabel 7. De Nederlandse graszaadbedrijven bedrijf vestigingsplaats activiteiten eigendom Innoseeds Vlijmen (N-B), Kapelle (Zld) kweken van rassen, zaaizaadproductie onderdeel van DLF Trifolium (Denemarken) Barenbrug Oosterhout (Gld) kweken van rassen, zelfstandig zaaizaadproductie Euro Grass Ven-Zelderheide (Lb) kweken van rassen, zaaizaadproductie onderdeel van Hunsballe (Denemarken)\DSV (Duitsland) Vandijke Semo Scheemda (Gr) zaaizaadproductie zelfstandig Joordens Kessel (Lb) kweken van rassen, zaaizaadproductie onderdeel van RAGT (Frankrijk) 4 OVERHEIDSBELEID 4.1 Het gemeenschappelijk landbouwbeleid In 2005 werd een grondige wijziging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de EU van kracht. De steun aan de landbouwer kreeg de vorm van bedrijfstoeslagen, die gebaseerd zijn op steun die in de referentiejaren 2000, 2001 en 2002 door de betrokken ondernemer werd ontvangen. Daardoor is de steun niet meer gekoppeld aan de productie, zoals dat in het verleden ondermeer voor de zaaizaadsector het geval was. invoering Lidstaten konden ervoor kiezen om voor zaaizaden een aan de productie gekoppelde steun te handhaven. Bij de graszaden hebben alleen de zuidelijke lidstaten van de EU, die slechts een zeer beperkte productie hebben, hiervoor gekozen. Finland handhaafde de zaaizaadsteun voor timothee. De lidstaten hebben de mogelijkheid om te kiezen voor een meer globaal systeem van steun aan de landbouw, het zogenaamde flat rate systeem. Daarbij is de toeslag niet gebaseerd op een historische referentie per landbouwbedrijf, maar ontvangt de landbouwer een steun per ha landbouwgrond die hij exploiteert. Nederland koos voor het systeem van historische referenties. Een andere keuzemogelijkheid is de optie om voor de granen, eiwithoudende gewassen, oliehoudende zaden, vlas en hennep 25% van de steun gekoppeld te houden aan de productie. Voor zaaizaad is deze mogelijkheid er niet. Alleen Frankrijk maakt van deze optie gebruik. effecten In zijn algemeenheid betekent de overgang naar het nieuwe steunstelsel dat de boer bij de beslissing over de invulling van zijn bouwplan zal afgaan op de saldo s van de gewassen zonder daarbij rekening te houden met de ontkoppelde steun. In het verleden maakte de 15 van 27

17 steun onderdeel van de saldoberekening. Soorten met een relatief hoog steunbedrag per 100 kg werden daardoor gemakkelijker in het bouwplan opgenomen. Het bekendste voorbeeld daarvan was rietzwenkgras. In de nieuwe situatie dat de graszaadsteun ontkoppeld is, zal de boer uitgaan van de te verwachten opbrengst en prijs. Dat betekent dat de teelt van een bepaalde zaadsoort zal plaatsvinden in de gebieden die hiervoor wat opbrengstpotentie en kostenniveau betreft het meest geschikt zijn. Voor Nederland betekent dit dat het accent meer dan in het verleden, is komen te liggen op Engels raaigras, omdat dit in Nederland een betere opbrengst geeft dan in andere landen. Ook rietzwenkgras zal zijn plaats behouden, omdat dit in Nederland hoge kg-opbrengsten geeft. Daarnaast zal Nederland een positie houden voor de productie van kwalitatief hoogwaardig materiaal van meerdere grassoorten. De oogstzekerheid in Nederland is groot in vergelijking met andere teeltgebieden. Een uitzondering op het punt van de ontkoppeling is Frankrijk, omdat daar de steun voor de granen nog voor 25% gekoppeld blijft. Dat betekent een nadeel voor graszaad waarvoor de steun wel volledig is ontkoppeld. Het gevolg is dat het graszaadareaal in Frankrijk onder druk staat. Het wegvallen van de zaaizaadsteun kan er ook toe leiden dat telers en handelshuizen iets voorzichtiger worden om contracten af te sluiten. Had de teler tot nu toe altijd de zekerheid dat een deel van de financiële opbrengst van zijn teelt gegarandeerd was door de EG-steun, nu is de zekerheid er niet meer en is de prijs het enige element dat bepalend is voor de financiële opbrengst van een partij graszaad. Het effect hiervan zou kunnen zijn dat het gemiddelde voorraadniveau iets lager komt te liggen dan in het verleden, waardoor de prijsdruk die van voorraden uitgaat, minder wordt. Ten slotte kan worden vastgesteld dat de Nederlandse graszaadsector de ontkoppeling van de EG-steun voor graszaad positief beoordeeld, ook al is de concurrentie van graanteelt ten opzichte van de teelt van graszaad de laatste jaren scherper geworden. 4.2 Verkeersregelgeving en kwekersrecht De EU kent wetgeving voor de handel in zaaizaden. Wat de graszaden betreft zijn 2 richtlijnen van belang: Richtlijn 66/401/EEG betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen en Richtlijn 2002/53/EEG betreffende de gemeenschappelijke lijst van landbouwgewassen. De eerstgenoemde richtlijn vormt de basis voor kwaliteitseisen die gesteld worden aan zaaizaad dat in de handel wordt gebracht. De nationale implementatie van deze richtlijn is te vinden in het Keuringsreglement van de NAK (Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Landbouwgewassen). De richtlijn die betrekking heeft op de rassenlijst, is de wettelijke basis voor het cultuur- en gebruikswaardeonderzoek (cgo) aan nieuwe rassen van landbouwgewassen. Grasrassen die uitsluitend worden gebruikt in de recreatieve sector, zijn niet aan een wettelijk verplicht cgo onderworpen. Het verplichte cgo leidt in het algemeen na 2 jaar tot de beslissing over opname op de nationale lijst. Deze opname leidt automatisch tot de opname op de EG-rassenlijst. Aanvullend hierop vindt een derde jaar van onderzoek plaats, gericht op de opname op de Aanbevelende Rassenlijst van Landbouwgewassen. De coördinatie van de uitgave van deze lijst ligt bij het Hoofdproductschap Akkerbouw. De plaatsing van een ras op deze aanbevelende lijst speelt een duidelijke rol bij de afzet in Nederland en België. De bedrijven die zorg dragen voor de distributie van zaaizaden, hechten er veel waarde aan dat in de graszaadmengsels die zij aan de veehouder aanbieden, in hoofdzaak rassen worden opgenomen die in het cultuur- en gebruikswaarde onderzoek goede resultaten te zien 16 van 27

18 hebben gegeven. Andere landen, zoals Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk kennen vergelijkbare beproevingssystemen. Het is duidelijk dat de bovengenoemde wettelijke regelingen voor het zaaizaadverkeer een duidelijke bijdrage leveren aan het kwaliteitsniveau van het zaaizaad dat aan de gebruikers wordt afgeleverd. Bovendien zorgen zij voor transparantie in de handel en bieden daarmee een duidelijk raamwerk waarbinnen de Europese graszaadhandel functioneert. Om die reden hecht de Nederlandse graszaadsector veel waarde aan de handhaving van het huidige wettelijke kader met daarbij de kanttekening dat bij de inrichting efficiency voorop moet staan. Voor de grassen voor recreatief gebruik, waarvoor het wettelijk verplichte cgo ontbreekt, vindt eveneens collectief cgo plaats. De resultaten hiervan worden gepubliceerd in de Grassengids. Plantum NL, de brancheorganisatie van de Nederlandse zaaizaadbedrijven, heeft hier de coördinatie. Er wordt gewerkt aan een samenwerking met andere landen. De achtergrond is beheersing van de kosten van de proeven. 4.3 Mestbeleid per 1 januari 2006 Per 1 januari 2006 is MINAS (Minerale Aangifte Systeem), een wettelijk systeem op basis van verliesnormen, vervangen door een stelsel van gebruiksnormen. Dit nieuwe stelsel stelt enerzijds een limiet aan het totale gebruik van meststoffen en anderzijds aan het gebruik van dierlijke mest, zowel voor stikstof als fosfaat. Voor de graszaadteelt zijn met name de stikstofgebruiksnormen van belang. De telers kunnen in zijn algemeenheid goed uit de voeten met de normen voor graszaad. 4.4 Gewasbeschermings(middelen)beleid De overheid heeft samen met ketenpartijen (waaronder het landbouwbedrijfsleven) en maatschappelijke organisaties het Convenant Gewasbescherming afgesloten. Het doel is duurzame gewasbescherming in Het beleid is gericht op het realiseren van de bestaande milieukwaliteitsdoelen (waaronder als inspanningsverplichting een reductie van de milieubelasting van 95% in 2010 ten opzichte van 1998). Dit dient te gebeuren op een wijze die bedrijfseconomisch verantwoord is en de concurrentiepositie van de Nederlandse land- en tuinbouw ten opzichte van omringende EU-landen niet onevenredig onder druk zet. Bij de invulling vormen relevante EG-richtlijnen (zoals de Bestrijdingsmiddelenrichtlijn) het uitgangspunt. Eén van de subdoelstellingen van het convenant, die in lijn ligt met de wensen van de graszaadsector, is zorgen dat de ontwikkeling naar duurzame gewasbescherming gepaard gaat met een effectief pakket aan middelen, dit met het oog op de concurrentiepositie van de land- en tuinbouw. Dit streven wordt door verschillende regelingen en projecten ondersteund. Sinds 2003 is er een vrijstellingsregeling, waarmee de land- en tuinbouw voor een zogenaamd erkend gewasbeschermingsknelpunt weer tijdelijk kan beschikken over een niet meer of nog niet regulier toegelaten gewasbeschermingsmiddel. De regeling heeft als achtergrond meer in de pas te lopen met de Europese beoordeling van middelen (Nederland liep voorop) en geldt daarom alleen voor oude stoffen die Europees nog niet zijn beoordeeld. De graszaadteelt heeft de afgelopen jaren voor enkele knelpunten (graanopslag, straatgras) gebruik gemaakt van de regeling en zal dat waar mogelijk en nodig blijven doen. Voor fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen is het niet altijd rendabel te investeren in toelatingen voor kleine gewassen. Overheid en bedrijfsleven hebben daarom het Fonds Kleine Toepassingen (FKT) in het leven geroepen. De financiers zijn het Ministerie van LNV en het Hoofdproductschap Akkerbouw (HPA). Het FKT verleent financiële ondersteuning bij 17 van 27

19 onderzoek of aanvraag- en beoordelingskosten voor een toelatingsaanvraag voor kleine toepassingen. De graszaadteelt heeft al enkele malen een beroep gedaan op het FKT, zoals voor een brugstudie waardoor extrapolatie van gegevens van granen naar graszaad mogelijk is geworden (en daarmee toelatingen voor graszaad eenvoudiger zijn te realiseren) en voor een derdentoelatingsaanvraag voor een fungicide in graszaad. Het FKT heeft eind 2004 een tweede ronde gekregen, tot en met Overigens heeft de graszaadsector zelf via het Productschap Granen Zaden en Peulvruchten de afgelopen jaren geïnvesteerd in onderzoek naar geschikte gewasbeschermingsmiddelen, met name voor onkruidbestrijding maar ook voor schimmelen slakkenbestrijding. Ook hierdoor is het gewasbeschermingsmiddelenpakket voor de graszaadteelt de laatste jaren uitgebreid. Dit laatste werd ook bewerkstelligd door het project Effectief middelen pakket dat zich richt op toelatingen van middelen voor kleine toepassingen. De hiervoor aangestelde coördinator wist, ook door samenwerking met coördinatoren voor andere sectoren, goede resultaten te boeken. Door de voortgaande Europese beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen komt er langzamerhand een vergelijkbaar pakket middelen in de diverse lidstaten. Door speciale regelingen blijft het soms toch mogelijk dat men in andere landen nog enkele jaren over een middel kan beschikken dat in Nederland niet meer is toegelaten (bijvoorbeeld Tribunil in Frankrijk). Ook blijft het mogelijk dat een stof weliswaar Europees geregistreerd is, maar uiteindelijk niet in Nederland voor de graszaadteelt wordt toegelaten, bijvoorbeeld omdat deze toepassing voor de fabrikant economisch niet interessant is. Verder kunnen stoffen ook verdwijnen of in hun toepassing beperkt worden door het doorvoeren van de Europese milieucriteria. Dit wordt bijvoorbeeld verwacht voor de voor de duist- en straatgrasbestrijding belangrijke stof ethofumesaat. Tot slot heeft Nederland per 1 januari 2006 de Nederlandse milieucriteria voor beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen eenzijdig aangescherpt ten opzichte van Europa. Dit kan ook consequenties hebben voor de middelen in de graszaadteelt. 4.5 Flora- en faunawet De Europese vogel- en habitatrichtlijn die in Nederland invulling krijgt in de Flora- en faunawet heeft ook raakvlakken met de graszaadteelt. Het meest in het oog springend is de problematiek van de ganzen, die in toenemende mate in de winter schade toebrengen aan het jonge gewas en de bodem dichttrappen en die in de periode van de afrijping neerstrijken in het graszaadgewas en dit plattrappen. Dit probleem zorgt ervoor dat op bepaalde landbouwbedrijven de graszaadteelt een zeer risicovolle activiteit is geworden. Een ander probleem dat zich voordoet, heeft te maken met de belending. Om kruisbestuiving tegen te gaan moeten bermen of slootkanten die grenzen aan een graszaadperceel tijdig gemaaid worden. Hierover zijn voorschriften in het Keuringsreglement van de NAK opgenomen. Deze kunnen een probleem opleveren in relatie tot de Flora- en faunawet. Vroeg maaien, dat wil zeggen in mei, kan ertoe leiden dat vogelnesten verstoord worden of dat beschermde planten geen gelegenheid krijgen zaad te vormen. Ook de ambities van lagere overheden (provincies, waterschappen, gemeenten) op het punt van akkerrandenbeheer of ecologisch bermbeheer leiden soms tot problemen voor de graszaadteelt. Alleen door vroegtijdig overleg tussen de graszaadteler en de beheerder van de bermen kunnen problemen voorkomen worden. 18 van 27

20 5 ONDERZOEK 5.1 Onderzoek in de periode Het landbouwkundig onderzoek, gericht op de graszaadteelt heeft een toegepast karakter. Fundamenteel onderzoek aan grassen richt zich op de genetica van grassen en op het beheer van graslanden en het grasland als leverancier van voeder voor het vee. Deze laatste onderwerpen vallen onder de noemer van de graslandkunde. fundamenteel onderzoek Binnen Wageningen Universiteit is de aandacht voor het vakgebied graslandkunde in de afgelopen 10 jaar sterk verminderd. Ook op moleculair niveau vormen de grassen geen speerpunt. rassenonderzoek Het cultuur- en gebruikswaarde-onderzoek (cgo) van nieuwe rassen van grassen wordt door de kwekers van groot belang geacht. De criteria die in dit onderzoek gehanteerd worden zijn richtinggevend voor het kweekwerk. Bovendien leidt het onderzoek tot een schifting van het rassenaanbod. Alleen de beste rassen komen in de handel, de minder goede rassen vallen af. Dit is een voordeel, zowel voor de zaaizaadhandel, die zich daardoor kan focussen op een relatief beperkt sortiment van goede rassen, als voor de gebruiker, die gemakkelijk toegang heeft tot objectieve gegevens over rassen. Onder 4.2. is al informatie gegeven over de wettelijke basis van het rassenonderzoek. praktijkonderzoek Het praktijkgericht teeltkundig onderzoek in de periode was gericht op bemesting en gewasbescherming. Bij bemesting ging het om de optimalisatie van de stikstofbemesting, de zwavelbemesting van Engels raaigras en de toepassing van dierlijke mest bij de teelt van dit gewas. Bij gewasbescherming lag de nadruk op onderzoek aan chemische middelen voor de bestrijding van onkruid. Daarnaast gebeurde er onderzoek aan de zaadbehandeling tegen slakken, de bestrijding van schimmelziektes en groeiregulatie. Ook werden de mogelijkheden onderzocht van de toepassing van gerst als dekvrucht voor veldbeemd. Tevens vond onderzoek naar de biologische teelt van graszaad plaats. Met name het onderzoek aan chemische middelen voor onkruidbestrijding en groeiregulatie leverde praktische toepassingen op. Voor het verkrijgen van toelatingen werd meerdere keren met succes een beroep gedaan op het Fonds Kleine Toepassingen. Het Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten trad enkele malen op als vertegenwoordiger van de graszaadsector bij de aanvraag van een derdenuitbreiding van de toelating van een gewasbeschermingsmiddel. 5.2 Onderzoekswensen Uit de analyse van de internationale positie van de Nederlandse graszaadsector, die te vinden is in hoofdstuk 3, komt het volgende beeld naar voren. Wil de Nederlandse graszaadsector in het internationale krachtenveld een rol van betekenis blijven spelen dan moet de sector zich richten op de productie van hoogwaardig zaaizaad. Dat betekent dat de 19 van 27

Agenda voor de bijeenkomst Toekomst van de gewasbescherming in graszaad en graszoden dd

Agenda voor de bijeenkomst Toekomst van de gewasbescherming in graszaad en graszoden dd Agenda voor de bijeenkomst Toekomst van de gewasbescherming in graszaad en graszoden dd 24-6-15 1. Opening door de voorzitter Wim Geluk (Innoseeds) 2. Ontwikkeling sectoren (areaal verleden, heden toekomst,

Nadere informatie

Handboek snijmaïs. 1 Inleiding 1.1 Herkomst en introductie maïs... 7 1.2 Arealen... 7 1.3 Rasontwikkelingen... 8 1.4 Gebruiksvormen van maïs...

Handboek snijmaïs. 1 Inleiding 1.1 Herkomst en introductie maïs... 7 1.2 Arealen... 7 1.3 Rasontwikkelingen... 8 1.4 Gebruiksvormen van maïs... 1 Inleiding 1.1 Herkomst en introductie maïs... 7 1.2 Arealen... 7 1.3 Rasontwikkelingen... 8 1.4 Gebruiksvormen van maïs... 10 6 1 Inleiding Na gras is snijmaïs het belangrijkste gewas voor de melkveehouderij.

Nadere informatie

toekomst van de onkruidbestrijding in graszaad en graszoden

toekomst van de onkruidbestrijding in graszaad en graszoden toekomst van de onkruidbestrijding in graszaad en graszoden Expertise centrum graszaad en graszoden bijeenkomst graszaadbedrijven en agrochemie, 25-06-2013 DLV Plant Agenda 1. Opening door de voorzitter

Nadere informatie

Rassenonderzoek grasland

Rassenonderzoek grasland Rassenonderzoek grasland (Cultuur- en gebruikswaarde onderzoek) Bijeenkomst NVWV 18 juni 2009 Jan Visscher ASG-WUR Rassenonderzoek van belang voor. Citaat: Wie meêhelpt onze kennis aangaande rassen te

Nadere informatie

Groenbemesters 2015-2016. Een vruchtbare investering

Groenbemesters 2015-2016. Een vruchtbare investering Groenbemesters 2015-2016 Een vruchtbare investering Beste akkerbouwer, Gezondheid, structuur en een goed bodemleven van de bodem verbeteren de opbrengst van teeltgewassen en hiermee ook uw bedrijfsresultaat.

Nadere informatie

Eiwitgewassen. Voordelen luzerne. Nadelen luzerne 1/14/2016. Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja. Eiwitrijke gewassen

Eiwitgewassen. Voordelen luzerne. Nadelen luzerne 1/14/2016. Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja. Eiwitrijke gewassen Eiwitgewassen Eiwitrijke gewassen Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja Voordelen luzerne Nadelen luzerne Positief effect op bodemstructuur Droogteresistent door diepe beworteling Nalevering N: 60

Nadere informatie

Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt

Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt Hervorming Gemeenschappelijk Europees Landbouwbeleid Toeslagrechten 2014 Betalingsrechten 2015 Nationale invulling

Nadere informatie

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN! MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN! In deze editie aandacht voor: Vernietigen en verkleinen vanggewas ph Organische stof: compost Kali bemesting Onderzaai Raskeuze Organisatie maisteelt Een plant groeit

Nadere informatie

Weidemengsels 2016 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2016 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels 2016 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels Mengselwijzer Kies het juiste weidemengsel Na de afschaffing van het melkquotum is het voor de veehouder nog belangrijker geworden om goed

Nadere informatie

Grasgids voor. Belgisch Witblauw. Méér vlees uit gras. Groot in Gras. Waar koopt u? Voor verkoopadressen kijk op www.barenbrug.be of bel 03 219 19 47

Grasgids voor. Belgisch Witblauw. Méér vlees uit gras. Groot in Gras. Waar koopt u? Voor verkoopadressen kijk op www.barenbrug.be of bel 03 219 19 47 BB-082011 Grasgids voor Waar koopt u? Voor verkoopadressen kijk op www.barenbrug.be of bel 03 219 19 47 Belgisch Witblauw Groot in Gras Barenbrug Belgium NV Hogenakkerhoekstraat 19 9150 Kruibeke E-mail:

Nadere informatie

Vanggewas. na maïs. Informatie en productenoverzicht. Lid van :

Vanggewas. na maïs. Informatie en productenoverzicht. Lid van : Vanggewas na maïs Informatie en productenoverzicht Lid van : 2 Vanggewas na maïs Een vanggewas is een groenbemestingsgewas dat na een hoofdgewas geteeld wordt met de bedoeling uitspoeling van meststoffen,

Nadere informatie

Weidemengsels 2016 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2016 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels 2016 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels Na de afschaffing van het melkquotum is het voor de veehouder nog belangrijker geworden om goed op de voerkosten te letten. Er zijn meer

Nadere informatie

Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels Mengselwijzer Kies het juiste weidemengsel De fosfaatrechten zijn een feit, daardoor komen er minder melkkoeien per ha. Het belang voor

Nadere informatie

DairyGrass mengsels. Hoge grasopbrengst

DairyGrass mengsels. Hoge grasopbrengst DairyGrass mengsels Hoge grasopbrengst oktober 2016 Onderzoek Agrifirm Met de komst van de KringloopWijzer is een efficiënte benutting van voer en mineralen belangrijker dan ooit. Gedegen, wetenschappelijk

Nadere informatie

Reken af met duist in stappen

Reken af met duist in stappen Reken af met duist in stappen Zo blijft resistente duist beheersbaar Duist is een lastig onkruid in wintertarwe. Dat komt met name doordat het een directe concurrent is voor het gewas. Het ontneemt voedsel

Nadere informatie

Weidemengsels Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels Informatie en productenoverzicht Weidemengsels 2019 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels Het wordt voor de veehouder steeds belangrijker om zo veel mogelijk ruwvoer zelf te telen. Lagere voerkosten zorgen voor een beter rendement.

Nadere informatie

Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels 2018 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels De fosfaatrechten zijn een feit, daardoor komen er minder melkkoeien per ha. Het belang voor een maximaal rendement wordt steeds belangrijker

Nadere informatie

maïszaden CATALOGUS 2019 Maïszaden Graszaden Sorghum Groenbemesters

maïszaden CATALOGUS 2019 Maïszaden Graszaden Sorghum Groenbemesters maïszaden CATALOGUS 2019 Maïszaden Graszaden Sorghum Groenbemesters COUNTRY grasmengsels COUNTRY grasmengsels Maaien 3 jaar + zeer hoge opbrengst + zware snedes mogelijk Maaien 3 jaar + soortenrijk met

Nadere informatie

Weidemengsels 2017 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2017 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels 2017 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels Voor de veehouder wordt het steeds belangrijker om zo veel mogelijk ruwvoer zelf te telen. De lagere melkprijs van het afgelopen jaar heeft

Nadere informatie

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters

BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 2009 nateelt groenbemesters BODEMBREED INTERREG Resultaten veldonderzoek 29 nateelt groenbemesters Nederlands Limburg Onderdeel: Werkgroep 3 Document: Rapport Tijdstip: januari 21 Versie: 1 Status: definitief Opgesteld door: Praktijkonderzoek

Nadere informatie

van harte welkom Koolstof Kringlopen

van harte welkom Koolstof Kringlopen van harte welkom Koolstof Kringlopen 1 Programma 13:30 Opening met lezing 14:00 Instructie geleide rondgang 14:15 Geleide rondgang 16:45 Actieve demonstratie machines Afsluiting met drankje & snack Koolstof

Nadere informatie

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw Grond

Nadere informatie

Gewasbeschermingsplan 2011

Gewasbeschermingsplan 2011 Preventie Gewas: Logboek 1. Grondgebonden ziekten / plagen. 2. Goed uitgangsmateriaal. 3. Rassenkeuze. 4. Bedrijfshygiëne Afdekken afvalhopen Reinigen machines 5. Aaltjes beheersstrategie. 6. Vrucht- en

Nadere informatie

Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen

Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen In PPL het (Programma PrecisieLandbouw) (PPL) investeren investeren landbouwbedrijfsleven en en ministerie van van LNV LNV in in hulpmiddelen

Nadere informatie

EAG COVERMENGSELS TIJDELIJKE WEIDEMENGSELS

EAG COVERMENGSELS TIJDELIJKE WEIDEMENGSELS EAG COVERMENGSELS EN TIJDELIJKE WEIDEMENGSELS 2015 VOORDELEN COVERMENGSELS Principe : Het samenvoegen van soorten groenbedekkers met de bedoeling er landbouwkundige voordelen uit te halen zoals : Voldoen

Nadere informatie

DairyGrass mengsels. Hoge grasopbrengst

DairyGrass mengsels. Hoge grasopbrengst DairyGrass mengsels Hoge grasopbrengst oktober 2016 DairyGrass : de beste rassen in een mengsel De top van de CSAR-lijst van meerdere kwekers, gemengd in één zak. Dát is DairyGrass. Op basis van onderzoek

Nadere informatie

Bemestingsstrategie voor de teeltcombinatie gras-maïs

Bemestingsstrategie voor de teeltcombinatie gras-maïs Bemestingsstrategie voor de teeltcombinatie gras-maïs Auteurs Gert Van de Ven, An Schellekens Wendy Odeurs Joos Latré 14/03/2014 www.lcvvzw.be 2 / 8 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 4 Adviezen...

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 landbouw-breed CSPE KB minitoets bij opdracht 17

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 landbouw-breed CSPE KB minitoets bij opdracht 17 landbouw en natuurlijke omgeving 2010 landbouw-breed SPE KB minitoets bij opdracht 17 variant a Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen

Nadere informatie

AQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water

AQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water AQUATISCHE LANDBOUW haal meer uit land én water AQUATISCHE LANDBOUW Waarom wel het land, maar niet de sloot benutten in de veenweiden? Dat is de vraag waar het om draait in het icoon Aquatische landbouw

Nadere informatie

Bijlage A. Stikstofgebruiksnormen behorende bij artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Bijlage A. Stikstofgebruiksnormen behorende bij artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Bijlage A. Stikstofgebruiksnormen behorende bij artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Gewas Klei Zand/löss en Veen 2006 2007 2008 2009 2006 2007 2008 2009 Grasland (kg N per ha per jaar)

Nadere informatie

Vergroening van de landbouw: hoe maken we stappen/ hoe maken we sprongen? Jolanda Wijsmuller, BCS

Vergroening van de landbouw: hoe maken we stappen/ hoe maken we sprongen? Jolanda Wijsmuller, BCS Vergroening van de landbouw: hoe maken we stappen/ hoe maken we sprongen? Jolanda Wijsmuller, BCS Markt trends Vraag naar veilig en duurzaam geteeld voedsel Sterkere focus op voedselkwaliteit en gezonde

Nadere informatie

Groenbemesters 2015-2016. Een vruchtbare investering

Groenbemesters 2015-2016. Een vruchtbare investering Groenbemesters 2015-2016 Een vruchtbare investering Beste akkerbouwer, Gezondheid, structuur en een goed bodemleven van de bodem verbeteren de opbrengst van teeltgewassen en hiermee ook uw bedrijfsresultaat.

Nadere informatie

SKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014

SKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014 Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl SKB-Showcase Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw Romke Postma

Nadere informatie

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers Marleen Plomp en Gerjan Hilhorst (Wageningen Livestock Research) Maart 217 Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Dataset...

Nadere informatie

Onderzoek oogstmethode graszaad. Verslag bezoek Denemarken

Onderzoek oogstmethode graszaad. Verslag bezoek Denemarken Onderzoek oogstmethode graszaad Verslag bezoek Denemarken Sam de Vlieger Juli 2009 Inhoudsopgave. 1. Rapportage bezoek Denemarken blz. 3 - Opdracht blz. 3 - Doel blz. 3 - Inleiding blz. 3 2. Stand van

Nadere informatie

Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017

Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017 Beheerpakketten akkerfaunabeheer Collectief Midden Groningen 2017 11 Rietzoom en klein rietperceel Met een rietzoom kunnen verbindingen worden gelegd tussen (beheerde) elementen of percelen. Tevens kan

Nadere informatie

Opdrachten. Organische bemesting opdrachten 1

Opdrachten. Organische bemesting opdrachten 1 Opdrachten Organische bemesting opdrachten 1 Inleiding Je weet dat je melk moet drinken om voldoende calcium binnen te krijgen voor de opbouw van je botten. Calcium is dus een belangrijk element voor de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 174 17 september 18 Ontwerpregeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van..., nr. WJZ/186786, tot

Nadere informatie

Paarden 6 mnd., 250 450 kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal 204 645 303

Paarden 6 mnd., 250 450 kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal 204 645 303 Paardenhouderij in het nieuwe mestbeleid Oosterwolde, 13 januari 2006 Vanaf 1 januari 2006 vallen paarden en pony s onder de Meststoffenwet. Dit levert veel (nieuwe) problemen op. In dit bericht worden

Nadere informatie

Proterra Maize. 226,- hoger saldo per ha

Proterra Maize. 226,- hoger saldo per ha Proterra Maize 226,- hoger saldo per ha Proterra Maize biedt vele voordelen De groenbemester Proterra Maize meezaaien met de mais heeft vele voordelen en levert uiteindelijk een hoger saldo van 226,- per

Nadere informatie

Themadag granen CGO: rassenonderzoek in nieuw perspectief. Wintertarwe-areaal 2016 in hectare. Gemiddelde tarweopbrengst ton/hectare

Themadag granen CGO: rassenonderzoek in nieuw perspectief. Wintertarwe-areaal 2016 in hectare. Gemiddelde tarweopbrengst ton/hectare Themadag granen 2016 CGO: rassenonderzoek in nieuw perspectief Ton Wouda commercieel manager akkerbouw Limagrain Nederland Wintertarwe-areaal 2016 in hectare Gemiddelde tarweopbrengst ton/hectare 1 Tarwe-oogst

Nadere informatie

Mengsel B 3 Low Bar Roadside BTK 1100 D 1 D 2 maintenance B&T

Mengsel B 3 Low Bar Roadside BTK 1100 D 1 D 2 maintenance B&T BERMEN EN DIjKEN Mengsel B 3 Low Bar Roadside BTK 1100 D 1 D 2 maintenance B&T Engels raaigras - 10% 35% - 40% 10% Veldbeemd - 10% 5% 20% 25% 30% Rood zwenkgras 50% 30% 60% 60% 25% 60% Hardzwenkgras 45%

Nadere informatie

Biologische landbouw: arealen en veestapels,

Biologische landbouw: arealen en veestapels, Indicator 11 juni 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2018 telt Nederland 58 duizend

Nadere informatie

Gallant 2000TM. voor een betrouwbare bestrijding van grassen.

Gallant 2000TM. voor een betrouwbare bestrijding van grassen. Gallant 2000TM voor een betrouwbare bestrijding van grassen www.dowagro.nl INHOUD 1 - DE WERKINGSWIJZE VAN GALLANT Een sterk systemisch bladherbicide 2 - TOELATING VAN GALLANT Bij bieten, uien, wortelen,

Nadere informatie

Paardengras versus koeiengras

Paardengras versus koeiengras Paardengras versus koeiengras Stichting De Paardenkamp Soest 6 december 2016 Mark Jan Vink Waarom dit onderwerp? Omdat in de dagelijkse praktijk blijkt dat veel paarden worden gehouden op koeiengras Dat

Nadere informatie

Mengselkeuzeschema Bermen en Dijken. Intensief Extensief Extensief beheer beheer beheer

Mengselkeuzeschema Bermen en Dijken. Intensief Extensief Extensief beheer beheer beheer GRASZADEN BERMEN EN DIJKEN Mengsel B 3 Low maintenance Bermen BTK 1100 D 1 D2 Engels raaigras - 10% 20% - 40% 10% Veldbeemdgras - 10% - 20% 25% 30% Roodzwenkgras 50% 50% 70% 60% 25% 60% Hardzwenkgras 45%

Nadere informatie

De organische stof balans: nuttig instrument voor bouw- èn grasland. NMI, Marjoleine Hanegraaf. Opstellen van een balans. Principe van een OS- balans

De organische stof balans: nuttig instrument voor bouw- èn grasland. NMI, Marjoleine Hanegraaf. Opstellen van een balans. Principe van een OS- balans De organische stof balans: nuttig instrument voor bouw- èn grasland. NMI, Marjoleine Hanegraaf Principe van een OS- balans Het doel van een OS-balans is handhaven van het organische stofgehalte. Aanvoerbronnen

Nadere informatie

Weidemengsels 2015 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2015 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels 2015 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels De weidemengsels van GP zijn al vele jaren de beste weidemengsels van Nederland. Het brede assortiment kwaliteitsmengsels wordt samengesteld

Nadere informatie

VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED GROENBEDEKKING

VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED GROENBEDEKKING DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ VERGROENING ECOLOGISCH AANDACHTSGEBIED GROENBEDEKKING Campagne //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

gespecialiseerde bedrijven overige bedrijven aantal varkens per bedrijf

gespecialiseerde bedrijven overige bedrijven aantal varkens per bedrijf De markt voor de varkenshouderij in Nederland Structuur In Nederland worden op ongeveer 1. bedrijven varkens gehouden. Het aantal bedrijven met varkens is de afgelopen jaren duidelijk afgenomen (figuur

Nadere informatie

Jaarplan Gewasbescherming

Jaarplan Gewasbescherming Jaarplan Gewasbescherming Branchevereniging Sport en Cultuurtechniek Branchevereniging Sport en Cultuurtechniek Jaarplan Gewasbescherming De Branchevereniging Sport en Cultuurtechniek (BSNC) presenteerde

Nadere informatie

Weidemengsels 2015 Informatie en productenoverzicht

Weidemengsels 2015 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels 2015 Informatie en productenoverzicht Weidemengsels Mengselwijzer Kies het juiste weidemengsel De weidemengsels van GP zijn al vele jaren de beste weidemengsels van Nederland. Het brede assortiment

Nadere informatie

Memorandum of Understanding inzake de totstandkoming binnen Nederland van een Expert Centre voor Speciality Crops

Memorandum of Understanding inzake de totstandkoming binnen Nederland van een Expert Centre voor Speciality Crops Memorandum of Understanding inzake de totstandkoming binnen Nederland van een Expert Centre voor Speciality Crops Met dit Memorandum geven de genoemde partijen aan een Expert Centre voor Speciality Crops

Nadere informatie

Van optimale bodem naar optimaal voer!

Van optimale bodem naar optimaal voer! Van optimale bodem naar optimaal voer! Veehouderij en loonwerker informatiebijeenkomst 2016 www.tenbrinkebv.nl Van optimale bodem naar optimaal voer. Inleiding De beste wensen voor een gezond en gelukking

Nadere informatie

Hieronder volgen schematisch enkele gegevens omtrent gewassen die op de wildakker thuishoren: gewas zaaitijd overige aspecten

Hieronder volgen schematisch enkele gegevens omtrent gewassen die op de wildakker thuishoren: gewas zaaitijd overige aspecten WILDWEIDE- WILDAKKERMENGSEL Het is wildbeheerders niet onbekend dat door het treffen van biotoopverbeterende maatregelen een structurele verbetering van het leefgebied van wild verkregen kan worden. Bij

Nadere informatie

Mestbeleid. Stelsel van verplichte mestverwerking. 13 januari 2014. Joke Noordsij. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Mestbeleid. Stelsel van verplichte mestverwerking. 13 januari 2014. Joke Noordsij. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Mestbeleid Stelsel van verplichte mestverwerking 13 januari 2014 Joke Noordsij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 1 Inhoud Wat hebben we nu aan mestbeleid Wat gaat er veranderen Stelsel verplichte

Nadere informatie

CONSERVERENDE AKKERBOUW. Saalland. Mts Klein Swormink - Stegeman BIOBEURS

CONSERVERENDE AKKERBOUW. Saalland. Mts Klein Swormink - Stegeman BIOBEURS CONSERVERENDE AKKERBOUW Saalland Mts Klein Swormink - Stegeman WIE BEN IK? Wim Stegeman Tot 2009 werkzaam bij R&D DuPont Vanaf 2005 boer samen met Marga Klein Swormink Vanaf 2009 eigen adviesburo Saalland

Nadere informatie

Heeft de lage melkprijs invloed op het grasbeheer?

Heeft de lage melkprijs invloed op het grasbeheer? Heeft de lage melkprijs invloed op het grasbeheer? DMS Hans Dirksen Edward Ensing Bouwen aan een betere balans een analyse van bedrijfststijlen in de melkveehouderij Saldo per kg meetmelk Bedrijfsstijl

Nadere informatie

Rapport enquête en workshop (Bio Vak Zwolle 2012) Locale rassen; het juiste ras locatie teler concept Bertus Buizer & Kitty de Jager, december 2012

Rapport enquête en workshop (Bio Vak Zwolle 2012) Locale rassen; het juiste ras locatie teler concept Bertus Buizer & Kitty de Jager, december 2012 Rapport enquête en workshop (Bio Vak Zwolle 2012) Locale rassen; het juiste ras locatie teler concept Bertus Buizer & Kitty de Jager, december 2012 Inleiding: De veredeling van gewassen heeft onder andere

Nadere informatie

Dirksen Management Support John Baars

Dirksen Management Support John Baars Dirksen Management Support John Baars Inhoud Voorstellen Huidige wetgeving Kringloop denken Bedrijfsefficiëntie fosfaat en stikstof Veestapel efficiëntie (BEX) Evenwichtsbemesting (BEP) Conclusies Vragen

Nadere informatie

Duurzaam en helder naar de toekomst

Duurzaam en helder naar de toekomst Duurzaam en helder naar de toekomst De visie en ambitie van Nefyto Visie Voor een productieve en duurzame landen tuinbouw is geïntegreerde gewasbescherming een belangrijke voorwaarde. Deze land- en tuinbouw

Nadere informatie

Nieuw assortiment SUPERSTAR graslandmengsels

Nieuw assortiment SUPERSTAR graslandmengsels 26 Nieuw assortiment SUPERSTAR graslandmengsels AVEVE introduceert dit najaar het nieuwe assortiment SUPERSTAR graslandmengsels. Met een compleet en sterk aanbod graslandmengsels, en ook een ruim aanbod

Nadere informatie

Afzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen,

Afzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen, Indicator 6 november 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De afzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen

Nadere informatie

Inkomensvergelijking vezelgewassen versus graan. Auteur(s): Pieter de Wolf, Lubbert van den Brink en Joanneke Spruijt

Inkomensvergelijking vezelgewassen versus graan. Auteur(s): Pieter de Wolf, Lubbert van den Brink en Joanneke Spruijt Inkomensvergelijking vezelgewassen versus graan Auteur(s): Pieter de Wolf, Lubbert van den Brink en Joanneke Spruijt Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Akkerbouw,

Nadere informatie

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 De vruchtbaarheid en de biologische activiteit van de bodem worden behouden en verbeterd - Door de teelt van vlinderbloemigen, groenbemesters

Nadere informatie

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Natuur en Landschap Pleasure green Milieu Tonnis van Dijk Nutriënten Management Instituut NMI 3 november 2011 Beperkingen in bemesting Europese regelgeving:

Nadere informatie

Kan stimuleren van agrobiodiversiteit zonder externe gelden?

Kan stimuleren van agrobiodiversiteit zonder externe gelden? Resultaten met functionele agrobiodiversiteitsmaatregelen vanuit project Boeren en Agrobiodiversiteit.. Kan stimuleren van agrobiodiversiteit zonder externe gelden? Jan de Wit Louis Bolk Instituut 1 Biodiversiteit?

Nadere informatie

Graszoden en Big Slabs

Graszoden en Big Slabs Graszoden en Big Slabs De periode van inzaai tot graszode neemt ongeveer anderhalf jaar in beslag. Dan is de zode sterk genoeg om geoogst te worden.. Welke periode van het jaar is de beste zaaitijd? Gedurende

Nadere informatie

ONTWERP DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN. Gelet op de artikelen 10, eerste lid, en 12, derde lid, van de Meststoffenwet; BESLUIT:

ONTWERP DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN. Gelet op de artikelen 10, eerste lid, en 12, derde lid, van de Meststoffenwet; BESLUIT: MINISTERIE VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT ONTWERP Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 2008 TRCJZ/2008/2149 houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Nadere informatie

2018

2018 2018 www.tenhaveseeds.nl VEETEELT FIELD STAR BG 3 FIELD STAR BG 4 Ten Have Seeds heeft een breed assortiment weidemengsels voor maaien en beweiden. Naast de vier BG mengsels bevat het Field Star assortiment

Nadere informatie

Wintertarwe Zuid-Nederland

Wintertarwe Zuid-Nederland Rassenadvies Wintertarwe Zuid-Nederland 2013 Rasadvies Raseigenschappen Opbrengstgegevens Teeltmaatregelen groei door kennis Rassenkeuze Om een goede financiële opbrengst te realiseren is het goed om een

Nadere informatie

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Huib Silvis en Martien Voskuilen Grotere bedrijven zijn bij uitbreiding van het areaal landbouwgrond in het voordeel omdat zij over het algemeen hogere

Nadere informatie

Workshop: Overig ruwvoer en eigen krachtvoerteelt. Zijn er alternatieven? Huidige situatie voerteelt

Workshop: Overig ruwvoer en eigen krachtvoerteelt. Zijn er alternatieven? Huidige situatie voerteelt Overig ruwvoer en eigen krachtvoerteelt Huidige situatie voerteelt Zijn er alternatieven? Gras eiwit Mais energie zetmeel Aankoop krachtvoer om rantsoen compleet te maken. Voederbieten Soja Lupine Veldbonen

Nadere informatie

Verigal D TEGEN ONKRUIDEN. inhoud: 5 L e. Batch nr:

Verigal D TEGEN ONKRUIDEN. inhoud: 5 L e. Batch nr: Verigal D TEGEN ONKRUIDEN werkzame stoffen: 308 g/l Mecoprop-p 250 g/l Bifenox formulering: suspensie concentraat (SC) toelatingsnummer: 10194 N W.3 nooit de verpakking open laten staan goed schudden voor

Nadere informatie

Vanggewas na maïs. Verplichting Aandachtspunten. VAB Maarsbergen, 4 april Bert Knegtering

Vanggewas na maïs. Verplichting Aandachtspunten. VAB Maarsbergen, 4 april Bert Knegtering Vanggewas na maïs Verplichting 2019 Aandachtspunten VAB Maarsbergen, 4 april 2019 Bert Knegtering Vanggewas na maïs Vanaf 2019 is er een verschil in de inzaaidatum voor vanggewassen die direct na de oogst

Nadere informatie

Rogge telen voor vergisting?

Rogge telen voor vergisting? Rogge telen voor vergisting? Inagro bundelde 6 jaar positieve ervaring: snijrogge leverde onder proefveldomstandigheden op zandleembodem meer dan 8 ton DS/ha op en is combineerbaar met een volgteelt als

Nadere informatie

Groenbemester als vervanging vals zaaibed

Groenbemester als vervanging vals zaaibed Groenbemester als vervanging vals zaaibed Onkruidonderdrukking door groenbemesters 24 januari 2019, Wiepie Haagsma Onkruidbeheersing in de praktijk Vruchtwisseling en gewaskeuze Hoofdgrondbewerking Teeltwijze

Nadere informatie

Voorsprong met mineralen

Voorsprong met mineralen Voorsprong met mineralen Samen staan de sectoren sterker Deze bijeenkomst werd mogelijk gemaakt door LTO Gelderland, Overijssel en de Rabobank. Circulaire Economie Nieuwe toverwoord of kansrijke uitdaging

Nadere informatie

Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen

Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen Het beste tijdstip om grasland te vernieuwen Auteur Alex De Vliegher 16/04/2014 www.lcvvzw.be 2 / 7 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Wanneer grasland vernieuwen in het najaar? Wanneer in het voorjaar?...

Nadere informatie

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen Sectorrapport Bos- en haagplantsoen Najaar 2014 Inhoudsopgave Terugblik op najaar 2014...3 Najaar 2014 in cijfers...4 Verwachtingen voorjaar 2015...7 Van Oers Agro Hofdreef 24 4881 DR Zundert Postbus 88

Nadere informatie

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn Resultaten Systeemonderzoek Vredepeel geven aan: Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn BAVB workshop 11 februari 2014 Janjo de Haan Nieuw mestbeleid heeft

Nadere informatie

( BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw. Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE

( BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw. Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE Een krop sla zonder gif Biologische aardappelen, granen en groenten

Nadere informatie

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt

Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe biologische teelt Interprovinciaal Proefcentrum voor de Biologische Teelt (P.C.B.T.) v.z.w. Ieperseweg 87 8800 RUMBEKE Tel. : 051/26 14 00, Fax. : 051/24 00 20 Verslag BT03ZTA_RAS01 Topopbrengsten in rassenproef zomertarwe

Nadere informatie

Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw. Gerjan Hilhorst WUR De Marke

Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw. Gerjan Hilhorst WUR De Marke Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw Gerjan Hilhorst WUR De Marke Kringlooplandbouw Kringlooplandbouw begint met het verminderen van de verliezen => sluiten van de kringloop => minder aanvoer

Nadere informatie

Bijlage 1. Stimulanspremie op het vaste beheersdeel van 20%

Bijlage 1. Stimulanspremie op het vaste beheersdeel van 20% Bijlage 1 Het SAN-beheerspakket voor ganzen en smienten Grasland De opbouw van de bijdrage is als volgt: Component Vergoeding Stimulanspremie op het vaste beheersdeel van 20% 17 ha/jr (20% van 85) Gederfde

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 18. Nr. 6494 11 maart 2013 Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, van 4 maart 2013, nr. 13032890, houdende tijdelijke

Nadere informatie

Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven

Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven Persbericht Auteur: Bertus Buizer, Buizer Advies Structurele groei in areaal biologische landbouw in Europa mooie uitdaging voor Nederlandse kweek- en handelsbedrijven Veredeling en kweek van granen en

Nadere informatie

Teelthandleiding wettelijke regels

Teelthandleiding wettelijke regels Teelthandleiding 4.14 wettelijke regels 4.14 Wettelijke regels... 1 2 4.14 Wettelijke regels Versie: april 2016 De belangrijkste wettelijke regels over het gebruik van meststoffen staan in de Meststoffenwet,

Nadere informatie

Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016. SCAN versie 1.5d. FAC versie 1.2

Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016. SCAN versie 1.5d. FAC versie 1.2 Bijlage 2. Overzicht Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 SCAN versie 1.5d 1 december 2015 FAC versie 1.2 14 december 2015 ANLb Opbouw van de beheerpakketten De pakketten zijn opgebouwd

Nadere informatie

Potatoes goes wild Marktvooruitzichten

Potatoes goes wild Marktvooruitzichten Potatoes goes wild Marktvooruitzichten 22 juni 2018 Inhoudsopgave 01 Introductie Agrico 02 De wereld 03 Buitenlandse concurrentie 04 Leveranciers 05 Afnemers 06 Marktverkenning 07 Toekomst / Trends 01

Nadere informatie

Kansrijke teelt van vlas voor een gezonde bodem

Kansrijke teelt van vlas voor een gezonde bodem Kansrijke teelt van vlas voor een gezonde bodem www.vandebiltzadenvlas.com Langeweg 26 4541 PC Sluiskil info@vandebiltzadenvlas.com The Netherlands Tel. +31 115 471922 Fax. +31 115 472229 1. Introductie

Nadere informatie

Mesdag Zuivelfonds NLTO

Mesdag Zuivelfonds NLTO Onderwerpen Mesdagfonds Actuele thema s die keuze vragen Onderzoek uitspoeling stikstof (WUR) Onderzoek vastlegging CO2 (AEQUATOR) Conclusie en aanbevelingen Mesdag Zuivelfonds NLTO Ontstaan: fonds kwaliteit

Nadere informatie

Mengselkeuzeschema Bermen en Dijken. Intensief Extensief Extensief beheer beheer beheer

Mengselkeuzeschema Bermen en Dijken. Intensief Extensief Extensief beheer beheer beheer GRASZADEN BERMEN EN DIJKEN Mengsel B 3 Low maintenance Bermen BTK 1100 D 1 D2 Engels raaigras - 10% 20% - 40% 10% Veldbeemd - 20% 40% 20% 25% 30% Rood zwenkgras 50% 30% 40% 60% 25% 60% Hardzwenkgras 45%

Nadere informatie

Vanggewas na mais ook goed voor de boer

Vanggewas na mais ook goed voor de boer Vanggewas na mais ook goed voor de boer Gaat u meer aandacht aan uw groenbemester besteden? Janjo de Haan 12 februari 2015 Verschil tussen vanggewas en groenbemester (Stikstof)vanggewas Onbemest 1e doel

Nadere informatie

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven,

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, 2000-2015 Indicator 5 december 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Herkauwers & Akkerbouw

Herkauwers & Akkerbouw Herkauwers & Akkerbouw -project Teelttechniek van kruiden in grasland Annelies Beeckman (Inagro), Luk Sobry (Wim Govaerts & co.) Project: Teelttechniek kruiden voor gezond vee Doelstelling: Teelttechniek

Nadere informatie

maïszaden CATALOGUS 2018 Maïszaden Graszaden Groenbemesters Eiwitgewassen en GLB

maïszaden CATALOGUS 2018 Maïszaden Graszaden Groenbemesters Eiwitgewassen en GLB maïszaden CATALOGUS 2018 Maïszaden Graszaden Groenbemesters Eiwitgewassen en GLB COUNTRY grasmengsels Maaien 3 jaar zeer hoge opbrengst COUNTRY Silage 3 zware snedes mogelijk Maaien 5-7 jaar hoge eiwitopbrengst

Nadere informatie

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 5

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 5 Meander Samenvatting groep 5 Thema 4 Platteland Samenvatting Landbouw Bijna alles wat je eet, komt van de landbouw. De akkerbouwer verbouwt bijvoorbeeld aardappelen, tarwe of mais. Hij strooit eerst mest

Nadere informatie

Dilemma s biodiversiteit en gewasbescherming landbouwbedrijf.

Dilemma s biodiversiteit en gewasbescherming landbouwbedrijf. Dilemma s biodiversiteit en gewasbescherming landbouwbedrijf. Gewasbescherming en FAB: Functionele Agro Biodiversiteit: Conflicterend of aanvullend? Gewasbescherming en FAB: De akkerrand als oplossing?

Nadere informatie

maïszaden CATALOGUS 2017 Maïszaden Graszaden Groenbemesters Eiwitgewassen en GLB

maïszaden CATALOGUS 2017 Maïszaden Graszaden Groenbemesters Eiwitgewassen en GLB maïszaden CATALOGUS 2017 Maïszaden Graszaden Eiwitgewassen en GLB COUNTRY grasmengsels graszaden Maaien 3 jaar zeer hoge opbrengst COUNTRY Silage 3 zware snedes mogelijk Maaien 5-7 jaar hoge eiwitopbrengst

Nadere informatie