Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de Veiligheidsinformatie leest voordat u het apparaat gebruikt. Gebruiksaanwijzing

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de Veiligheidsinformatie leest voordat u het apparaat gebruikt. Gebruiksaanwijzing"

Transcriptie

1 Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de Veiligheidsinformatie leest voordat u het apparaat gebruikt. Gebruiksaanwijzing

2

3 INHOUDSOPGAVE Hoe werkt deze handleiding?... 7 Inleiding...7 Wettelijk verbod... 7 Disclaimer...7 Verschillen in functie tussen verschillende modellen...8 Opmerking voor de beheerder...8 Het IP-adres... 9 Lijst met opties... 9 Modelspecifieke informatie...10 Belangrijke veiligheidsvoorschriften...11 Gebruikersinformatie over elektrische en elektronische apparaten Advies met betrekking tot het milieu Opmerking m.b.t. het batterij-/accusymbool (alleen voor EU-landen)...12 Belangrijke veiligheidsvoorschriften Opmerkingen voor gebruikers van de staat Californië ENERGY STAR-programma Energie besparen Snel aan de slag Overzicht van alle apparaatonderdelen Buitenkant: vooraanzicht...17 Buitenkant: achteraanzicht...19 Binnenkant Bedieningspaneel Het apparaat installeren...23 Waar moet ik het apparaat plaatsen?...23 Opties installeren...26 De papierinvoereenheid bevestigen De bedieningstoepassingen Netwerkinstellingen configureren De IP-adresinstellingen configureren...30 De printer op een netwerk delen Draadloze LAN-installatie...36 Apparaatfuncties beperken voor gebruikers

4 Gebruikersbeperkingen instellen en activeren Als apparaatfuncties zijn beperkt Papier plaatsen Ondersteund papier...45 Specificaties van papiertypes Niet aanbevolen papiertypen...55 Afdrukgebied...56 Papier plaatsen...58 Papier plaatsen in lade 1 en Papier in de handinvoer plaatsen...62 Enveloppen plaatsen Het papierformaat en -type opgeven via het bedieningspaneel Documenten afdrukken Basisbewerking Een afdruktaak annuleren Als papier niet overeenkomt...71 Doorgaan met afdrukken met papier dat niet overeenkomt De afdruktaak resetten Vertrouwelijke documenten afdrukken Een beveiligd afdrukbestand opslaan Een beveiligd afdrukbestand afdrukken Een Beveiligd afdrukken-bestand verwijderen...75 Controleren welke beveiligde afdruktaken geannuleerd zijn...75 Rechtstreeks vanaf een digitale camera afdrukken (PictBridge) Wat is PictBridge?...77 Met PictBridge afdrukken...77 Wat u met dit apparaat kunt doen PictBridge afsluiten...79 Als afdrukken met PictBridge niet werkt De verschillende afdrukfuncties gebruiken...81 Afdrukkwaliteitfuncties...81 Afdrukuitvoerfuncties

5 4. Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Basisbewerkingen Menuoverzicht...86 MenuPapierinvoer...87 Menu Lijst/Proefafdruk...90 De configuratiepagina afdrukken...90 Soorten lijsten/rapporten...90 MenuOnderhoud Het menu Systeem...93 Menu Host-interface PCL Menu PS Menu Het menu Taal Het taalmenu wijzigen Het apparaat configureren met Web Image Monitor Web Image Monitor gebruiken Bovenste pagina weergeven De taal van de interface wijzigen De systeeminformatie controleren Het tabblad Status Tabblad Teller Tabblad Apparaatinformatie De systeeminstellingen configureren Tabblad Papierlade-instellingen Tabblad I/O Time-out Het tabblad Z/W-afdruk prioriteit Apparaatfuncties beperken voor gebruikers De netwerkinstellingen configureren Network Tabblad Netwerkstatus Tabblad IPv6-configuratie Het tabblad Netwerkapplicatie Tabblad DNS Tabblad Automatische meldingen

6 Tabblad SNMP Tabblad SMTP Tabblad POP Tabblad Draadloos De IPsec-instellingen configureren Tabblad Algemene IPsec-instellingen Tabblad IPsec-beleidslijst Lijsten/rapporten afdrukken De beheerderinstellingen configureren Tabblad Beheerder Tabblad Instellingen resetten Tabblad Instellingen back-uppen Tabblad Instellingen herstellen Tabblad Energiespaarstand PCL6-modus Het apparaat onderhouden De printcartridge vervangen De tonerafvalfles vervangen Een onderdeel vervangen Tussenliggende transfereenheid vervangen De fuseereenheid en transferrol vervangen Aandachtspunten bij het schoonmaken De tonerdichtheidsensor schoonmaken De wrijvingsstrip en de papierinvoerrol schoonmaken De registratierol en papierlade schoonmaken Problemen oplossen Vastgelopen papier verwijderen Een papierstoring verwijderen Algemene problemen Problemen met papierinvoer Problemen met afdrukkwaliteit De toestand van het apparaat controleren De instellingen van het printerstuurprogramma controleren

7 Printerproblemen Als het afdrukken niet goed gaat Als u niet duidelijk kunt afdrukken Als papier niet juist wordt ingevoerd Overige afdrukproblemen Fout- en statusmeldingen op het bedieningspaneel De indicatielampjes op het bedieningspaneel Bijlage Beschikbare functies en netwerkinstellingen in een IPv6-omgeving Beschikbare functies Verzending met IPsec Codering en verificatie door IPsec Security Association Configuratieproces voor instellingen van uitwisseling van coderingssleutel De instellingen opgeven voor de uitwisseling van de coderingssleutel Opgeven van de IPsec-instellingen op de computer IPsec in- en uitschakelen met behulp van het bedieningspaneel Opmerkingen over de toner Het apparaat verplaatsen en vervoeren Het apparaat weggooien Waar kan ik meer informatie krijgen? Verbruiksartikelen Inktcartridge Tonerafvalfles Specificaties van het apparaat Algemene functie Specificaties Specificaties van de printerfunctie Specificaties van opties Papierinvoereenheid TK Copyright-informatie met betrekking tot geïnstalleerde toepassingen expat Iperf WPA Supplicant

8 Handelsmerken INDEX

9 Hoe werkt deze handleiding? Inleiding Deze handleiding bevat gedetailleerde instructies en opmerkingen over de bediening en het gebruik van dit apparaat. Lees voor uw eigen veiligheid deze handleiding zorgvuldig door voordat u het apparaat gaat gebruiken. Bewaar deze handleiding op een handige plaats binnen handbereik. Wettelijk verbod Kopieer of druk geen documenten af waarvan de reproductie verboden is door de wet. Het kopiëren of afdrukken van de volgende documenten is over het algemeen verboden door plaatselijke wetgeving: bankbiljetten, belastingzegels, obligaties, aandeelcertificaten, bankcheques, cheques, paspoorten, rijbewijzen. De bovenstaande lijst is alleen bedoeld als richtlijn en is zeker niet volledig. Wij accepteren geen aansprakelijkheid voor de volledigheid of nauwkeurigheid ervan. Als u vragen heeft betreffende de wettelijkheid van het kopiëren of afdrukken van sommige documenten, neem dan contact op met uw wettelijk adviseur. Disclaimer De inhoud van deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. In geen enkel geval kan het bedrijf aansprakelijk worden gesteld voor directe, indirecte, speciale of toevallige schade of gevolgschade voortvloeiend uit het hanteren of het bedienen van het apparaat. Tot de maximale mate die is omschreven in de betreffende wetten, is de fabrikant in geen enkel geval aansprakelijk voor enige schade die voortvloeit uit storingen van dit product, verlies van opgeslagen gegevens of het gebruik of het niet gebruiken van dit product en de gebruikershandleidingen die zijn meegeleverd. Zorg ervoor dat u altijd een kopie heeft of back-ups maakt van de gegevens die op dit apparaat staan opgeslagen. Documenten of gegevens kunnen mogelijk gewist worden vanwege bedieningsfouten of apparaatstoringen. De fabrikant is in geen enkel geval aansprakelijk voor documenten die door u zijn gemaakt met behulp van dit apparaat of voor de resultaten die voortvloeien uit het gebruik van gegevens door u. Voor een goede afdrukkwaliteit adviseert de fabrikant u om de originele toner van de fabrikant te gebruiken. 7

10 De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade of kosten die kunnen voortvloeien uit het gebruik van onderdelen die geen originele onderdelen van de fabrikant zijn bij uw kantoorapparatuur. In deze handleiding gebruiken we twee soorten vermeldingen voor de afmetingen. Sommige illustraties of toelichtingen in deze handleiding verschillen mogelijk van uw product wegens verbetering of verandering van het product. Verschillen in functie tussen verschillende modellen De verschillen in functie van de verschillende modellen zijn als volgt: SP C250DN SP C252DN Type Type 1 Type 2 Beperkingen op beschikbare functies Niet beschikbaar Beschikbaar Gebruikersbeperking Niet beschikbaar Beschikbaar Beveiligde afdruk Niet beschikbaar Beschikbaar Melding voor de vervanging van een onderdeel (Fuseereenheid, transferroller, tussenliggende transferriem) Niet beschikbaar Beschikbaar Opmerking voor de beheerder Wachtwoord Bepaalde configuraties van dit apparaat zijn mogelijk met een wachtwoord beveiligd om onbevoegde aanpassingen door anderen te voorkomen. We raden u ten zeerste aan meteen uw eigen wachtwoord te maken. De volgende bewerkingen zijn mogelijk met een wachtwoord beveiligd: De menu's [Systeeminstellingen], [Beschikbare functies beperken], [Netwerkinstellingen], [IPsecinstellingen] of [Beheerderstoepassingen] configureren met Web Image Monitor Standaard is de toegang tot het apparaat via Web Image Monitor niet beveiligd met een wachtwoord. De instelling voor het configureren van het wachtwoord vindt u in [Beheerdersinstellingen]. Voor meer informatie over het instellen van een wachtwoord, zie Pag. 133 "De beheerderinstellingen configureren". 8

11 Gebruikersbeperking U kunt het gebruik van bepaalde functies van dit apparaat beperken tot gebruikers met de juiste bevoegdheid. Met behulp van Web Image Monitor kunt u de functies selecteren die u wilt beperken en de gebruikers registreren die de functie na verificatie kunnen gebruiken. Zie voor meer informatie over het aanmaken van wachtwoorden en het configureren van de gebruikersbeperkingen Pag. 39 "Apparaatfuncties beperken voor gebruikers". Het IP-adres In deze handleiding verwijst 'IP-adres' naar zowel de IPv4- als de IPv6-omgeving. Lees de instructies door die betrekking hebben op de omgeving die u gebruikt. Lijst met opties Optielijst Paper Feed Unit TK1010 Papierinvoereenheid Verwezen naar als Als de papierinvoereenheid is bevestigd, wordt "Lade 2" op het bedieningspaneel van het apparaat weergegeven. 9

12 Modelspecifieke informatie In dit gedeelte wordt uitgelegd tot welke regio uw apparaat behoort. Op de achterkant van het apparaat bevindt zich een sticker op de plaats die hieronder wordt weergegeven. De sticker bevat gegevens waarmee de regio van uw apparaat wordt geïdentificeerd. Lees wat er op de sticker staat. DAC029 De volgende informatie is regiospecifiek. Lees de informatie onder het symbool dat overeenkomt met de regio van uw apparaat. (voornamelijk in Europa en Azië) Als de sticker de volgende informatie bevat, is uw apparaat een Regio A-model: CODE XXXX V (voornamelijk in Noord-Amerika) Als de sticker de volgende informatie bevat, is uw apparaat een Regio B-model: CODE XXXX V De afmetingen in deze handleiding worden gegeven in twee meeteenheden: metrisch en in inches. Als uw apparaat een model uit regio A is, raadpleegt u de metrische meeteenheid. Als uw apparaat een model uit regio B is, raadpleegt u de meeteenheid in inch. 10

13 Belangrijke veiligheidsvoorschriften Gebruikersinformatie over elektrische en elektronische apparaten Voor gebruikers in landen waar het symbool zoals hier is afgebeeld is gespecificeerd in de nationale wetgeving aangaande de verwerking van elektronisch afval Onze producten bevatten hoogwaardige componenten en zijn ontworpen om het recyclen te vergemakkelijken. Onze producten of productverpakkingen zijn gemarkeerd met het onderstaande symbool. Het symbool geeft aan dat het product niet mag worden behandeld als huishoudelijk afval. Als u het apparaat wilt afdanken, doe dit dan via de aangewezen afvalverzamelingsystemen die hiervoor ter beschikking gesteld zijn. Door deze instructies na te leven, bent u zeker dat dit product op de juiste manier wordt verwerkt en helpt u de mogelijke nadelige gevolgen voor het milieu en de openbare gezondheid, die het resultaat kunnen zijn van een foutieve verwerking van het product, te beperken. Het recyclen van producten is ten behoeve van het behoud van de natuurlijke grondstoffen en ter bescherming van het milieu. Voor meer informatie over inzamelsystemen en de recycling van dit product neemt u contact op met de winkel waar u het product gekocht heeft, of met uw plaatselijke dealer of leverancier. Alle overige gebruikers Als u dit product wilt afvoeren, neem dan contact op met uw gemeente of provincie, de winkel waar u dit product gekocht heeft, uw plaatselijke dealer of uw leverancier. Advies met betrekking tot het milieu Gebruikers in de EU, Zwitserland en Noorwegen Rendement van verbruiksartikelen Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor deze informatie of de verpakking van het verbruiksartikel. 11

14 Gerecycled papier Het apparaat kan gerecycled papier verwerken dat is geproduceerd volgens de Europese norm EN 12281:2002 of DIN Voor producten die gebruik maken van de EP-printtechnologie, kan het apparaat afdrukken op papier van 64 g/m 2. Dit papier bevat minder ruwe materialen en is gemaakt met een lagere hoeveelheid nieuw gewonnen grondstoffen. Dubbelzijdig afdrukken (indien van toepassing) Met dubbelzijdig afdrukken maakt u gebruik van beide zijden van het papier. Dit bespaart papier en vermindert het aantal vellen per afgedrukt document. We raden u aan om dubbelzijdig afdrukken standaard in te schakelen, zodat u altijd dubbelzijdig afdrukt. Recycleprogramma voor toner- en inktcartridges U kunt toner- en inktcartridges gratis inleveren, zodat deze gerecycled worden. Dit gebeurt in overeenstemming met de milieuvoorschriften van uw gemeente. Voor meer informatie over het recycleprogramma, zie onze website of raadpleeg uw servicevertegenwoordiger. Energiezuinig De hoeveelheid elektriciteit die een apparaat verbruikt is zowel afhankelijk van zijn specificaties als van de manier waarop u er gebruik van maakt. Het apparaat is speciaal ontworpen om uw elektriciteitskosten te verminderen door over te schakelen naar de modus 'Gereed' nadat de laatste pagina is afgedrukt. Indien nodig kan het apparaat vanuit deze modus direct afdrukken. Als u geen extra afdrukken meer hoeft te maken en de opgegeven tijdsperiode verstrijkt, schakelt het apparaat over naar de energiespaarstand. In deze modi verbruikt het apparaat minder elektriciteit (Watt). Als het apparaat weer moet afdrukken, heeft het iets langer nodig om te herstellen uit de energiespaarstand dan uit de modus 'Gereed'. Als u een maximale energiebesparing wilt behalen, adviseren wij u om de standaardinstelling voor elektriciteitsbeheer te gebruiken. Producten die voldoen aan de Energy Star-vereisten zijn altijd energiezuinig. Opmerking m.b.t. het batterij-/accusymbool (alleen voor EU-landen) Overeenkomstig de Batterijrichtlijn 2006/66/EC artikel 20, Informatie voor eindgebruikers, bijlage II, wordt het hierboven weergegeven symbool weergegeven op batterijen en accu's. 12

15 Dit symbool geeft aan dat in de Europese Unie gebruikte batterijen en accu's gescheiden van uw huishoudelijke afval afgevoerd moeten worden. In de EU bestaan aparte inzamelingssystemen voor elektrische en elektronische apparaten, maar ook voor batterijen en accu's. Zorg ervoor dat u deze op de juiste wijze inlevert bij uw lokale afvalinzamelings-/recyclingcentrum. 13

16 Belangrijke veiligheidsvoorschriften Opmerkingen voor gebruikers van de staat Californië Perchloormaterialen - speciale behandeling is mogelijk van toepassing. Zie: hazardouswaste/perchlorate 14

17 ENERGY STAR-programma ENERGY STAR -programmavereisten voor beeldmateriaal De ENERGY STAR -programmavereisten voor beeldmateriaal moedigen milieubehoud aan via het promoten van energiebesparende computers en andere kantooruitrustingen. Het programma ondersteunt de ontwikkeling en verdeling van producten met energiebesparende functies. Het is een open programma waaraan fabrikanten op vrijwillige basis kunnen deelnemen. Beoogde producten zijn computers, beeldschermen, printers, faxapparaten, kopieerapparaten, scanners, en multifunctionele apparaten. De Energy Star-maatstaven en -logo's zijn internationaal uniform. Energie besparen Dit apparaat is uitgerust met de volgende energiespaarstanden: Energiespaarstand 1 en Energiespaarstand 2. Als het apparaat een bepaalde periode niet gebruikt is, gaat het apparaat automatisch over op de energiespaarstand. Het apparaat keert terug uit de energiespaarstand wanneer een afdruktaak wordt ontvangen of een willekeurige toets wordt ingedrukt. Energiespaarstand 1 Het apparaat gaat over naar Energiespaarstandmodus 1 als het apparaat 30 seconden niet is gebruikt. Het kost minder tijd om terug te keren uit Energiespaarstand 1 dan uit de uitgeschakelde status of uit Energiespaarstand 2, maar het stroomverbruik in Energiespaarstand 1 is hoger in dan in Energiespaarstand 2. Energiespaarstand 2 Het apparaat gaat over naar Energiespaarstandmodus 2 als de opgegeven tijd voor deze instelling is verstreken. De printer verbruikt in Energiespaarstand 2 minder stroom dan in Energiespaarstand 1, maar het duurt langer om terug te keren uit Energiespaarstand 2. 15

18 Specificaties Energiespaarstand 1 Energieverbruik *1 80 W of minder Standaardtijd Hersteltijd *1 30 seconden 10 seconden of minder Energiespaarstand 2 Energieverbruik *1 (voornamelijk in Europa en Azië) 3,8 W of minder (voornamelijk in Noord-Amerika) 2,7 W of minder Standaardtijd Hersteltijd *1 1 minuut 30 seconden Duplexfunctie *2 Standaard * De hersteltijd en het energieverbruik kunnen variëren afhankelijk van de staat en de omgeving van het apparaat. *2 Behaalt ENERGY STAR-energiebesparingen; product is volledig gekwalificeerd als het geleverd (of gebruikt) wordt met een duplexlade en de duplexfunctie als optie ingeschakeld is. Voor meer informatie over de energiespaarstanden, zie Pag. 93 "Het menu Systeem". Als het apparaat 24 uur achter elkaar in Energiespaarstand 2 staat, zal het apparaat automatisch naar de normale status terugkeren en zelf onderhoud uitvoeren. 16

19 1. Snel aan de slag Overzicht van alle apparaatonderdelen In dit deel staan de namen van de verschillende onderdelen van de voor- en achterkant van het apparaat samen met een beschrijving van hun functie. Buitenkant: vooraanzicht DAC Bovenklep Open deze klep wanneer u de inktcartridge wilt vervangen. 2. Bedieningspaneel Bevat plastic knoppen voor de bediening van de printer en indicatielampjes die de status van het apparaat weergegeven. 3. Aan-/uitschakelaar Gebruik deze schakelaar om de printer in en uit te schakelen. 4. Papierstopper Haal de papierstopper omhoog om te voorkomen dat papier uit de lade valt als u veel papier gaat afdrukken. De papierstopper kan worden aangepast aan de positie van het A4/Letter- of Legal-formaat. 17

20 1. Snel aan de slag 5. Standaardlade Bedrukte vellen worden hier gestapeld met de bedrukte zijde naar beneden. 6. Standaard ladeverlengstuk Gebruik dit om vellen te ondersteunen die gekruld uit de printer komen. Klap het verlengstuk open door het uiteinde naar beneden te duwen dat zich tegen de achterkant van het apparaat bevindt. 7. Openingshendel bovendeksel U kunt via deze opening ook de printcartridges vervangen. 8. Voorpaneel Open dit paneel wanneer u een tonerafvalfles moet vervangen of vastgelopen papier moet verwijderen. 9. Lade 1 Deze lade kan maximaal 250 vellen normaal papier bevatten. 10. Handinvoer Voer het papier hier vel voor vel in. Trek de papierstopper omhoog zoals hieronder is weergegeven om te voorkomen dat afdrukken van A4- of Letter-formaat uit de lade vallen. DAC034 Trek de papierstopper omhoog zoals hieronder is weergegeven om te voorkomen dat afdrukken van Legal-formaat uit de lade vallen DAC035 18

21 Overzicht van alle apparaatonderdelen Buitenkant: achteraanzicht DAC Openingshendel voorpaneel Om het voorpaneel te openen, trekt u aan deze hendel aan de rechterkant van het apparaat. 2. Klep voor kabels Verwijder dit paneel als u kabels op het apparaat aansluit. 3. Ethernetpoort Voor het aansluiten van het apparaat op een netwerk met een netwerkinterface-kabel. 4. USB-hostinterface Gebruik een USB-kabel voor het aansluiten van een digitale camera op het apparaat. U kunt afbeeldingen rechtstreeks afdrukken vanaf een digitale camera, zonder deze op een computer aan te sluiten. 5. USB-poort Voor het aansluiten van het apparaat op een computer met een USB-kabel. 6. Stroomaansluiting Voor het aansluiten van de stroomkabel op het apparaat. 7. Achterklep Verwijder dit paneel als u papier in lade 1 plaatst dat groter is dan A4. 19

22 1. Snel aan de slag Binnenkant DAC Printcartridges Plaats de printcartridges via de achterkant van de printer in de volgorde cyaan (C), magenta (M), geel (Y) en zwart (K). Er worden berichten op het scherm weergegeven als printcartridges vervangen dienen te worden of als nieuwe dienen te worden voorbereid. 2. Hendel van fuseereenheid Trek de linker- en rechterhendel naar beneden als u op enveloppen wilt afdrukken. 3. Fuseereenheid Hecht (fuseert) toner op het papier. Mogelijk moet u deze eenheid controleren op vastgelopen papier en dit verwijderen. 4. Tonerafvalfles Hierin wordt toner verzameld die tijdens het printen vrijkomt. 5. Transfereenheid U moet deze eenheid verwijderen als u de tonerafvalfles vervangt. 20

23 Overzicht van alle apparaatonderdelen Voor meer informatie over de berichten die op het scherm worden weergegeven als verbruiksartikelen dienen te worden vervangen, zie Pag. 184 "Fout- en statusmeldingen op het bedieningspaneel". Bedieningspaneel DAC [Stop/Start]-knop Druk op deze knop om de ontvangst van inkomende gegevens van de computer te stoppen. 2. [Job reset]-knop Druk op deze knop om een taak te annuleren die wordt afgedrukt of ontvangen. 3. [Menu]-knop Druk op deze knop om de apparaatinstellingen te configureren of controleren. Druk nogmaals op de [Menu]-knop om naar het beginscherm terug te keren. 4. Display Geeft huidige status en meldingen weer. 5. [Escape]-knop Druk op deze knop om een handeling te annuleren of terug te gaan naar het vorige scherm. 6. [OK]-knop Druk op deze knop om instellingen en instellingswaarden te bevestigen of om naar het volgende menuniveau te gaan. 7. Scrolltoetsen Druk hierop om over het scherm te scrollen of de waarden aan te passen. 8. Indicatielampje Inkomende gegevens Dit lampje knippert wanneer het apparaat gegevens van een computer ontvangt. Het indicatielampje Inkomende gegevens brandt als er gegevens zijn om af te drukken. 21

24 1. Snel aan de slag 9. Waarschuwingsindicatielampje Gaat rood branden als er foutmeldingen zijn. Controleer de weergegeven foutmelding. Knippert geel als de toner bijna op is. 10. Indicatielampje apparaat aan/uit Dit indicatielampje brandt wanneer het apparaat is ingeschakeld. Het brandt niet als het apparaat uit staat. De kleur van het bedieningspaneel verschilt per model. 22

25 Het apparaat installeren Het apparaat installeren Waar moet ik het apparaat plaatsen? Let op waar u het apparaat plaatst, want de omgevingsomstandigheden kunnen de prestaties van het apparaat heel erg beïnvloeden. Gebruik geen brandbare sprays of oplosmiddelen in de buurt van dit apparaat. Plaats deze items ook niet in de buurt van dit apparaat. Doet u dit wel, dan kan dit resulteren in brand of een elektrische schok. Plaats geen vazen, plantenpotten, kopjes, toiletartikelen, medicijnen, kleine metalen voorwerpen of voorwerpen gevuld met water of een andere vloeistof op of vlak bij het apparaat. Als er vloeistof of andere materie in het apparaat komt, kan dit brand of elektrische schokken tot gevolg hebben. Houd het apparaat vocht- en stofvrij. Anders kan er brand ontstaan of kunnen zich elektrische schokken voordoen. Plaats het apparaat niet op een wankele of schuine ondergrond. U kunt immers lichamelijk letsel oplopen als het apparaat omvalt. Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat. Als u dat toch doet, kan het apparaat omkiepen, met mogelijk lichamelijk letsel als gevolg. Plaats het apparaat in een ruimte waarin optimale omgevingscondities heersen. Als u het apparaat bedient in een omgeving die niet voldoet aan de toegestane vochtigheids- en temperatuurwaarden, kan elektrisch brandgevaar het gevolg zijn. Houd de ruimte rondom het stopcontact stofvrij. Een grote hoeveelheid stof kan een elektrisch brandgevaar vormen. Zorg ervoor dat de kamer waar u het apparaat gebruikt goed geventileerd wordt en ruim genoeg is. Een goede ventilatie is vooral van belang wanneer het apparaat veel wordt gebruikt. De ventilatieopeningen van het apparaat mogen niet geblokkeerd zijn. Als dit toch gebeurt, bestaat er kans op brand als gevolg van oververhitte interne elementen. 23

26 1. Snel aan de slag Stel het apparaat niet bloot aan zoutige (zee)lucht en bijtende gassen. Plaats het apparaat ook niet in ruimtes waar chemische reacties plaatsvinden (zoals in laboratoria, etc.). Doet u dit wel, dan zal het apparaat niet naar behoren werken en mogelijk defect raken. Benodigde ruimte De aanbevolen (minimaal vereiste) ruimte is: 33 cm (13 inch) 20 cm (7,9 inch) 10 cm (4 inch) 70 cm (27,6 inch) 10 cm (4 inch) DAC021 Optimale omgeving Het toegestane en aanbevolen temperatuur- en vochtigheidsbereik is: DAC581 Wit gebied: toegestane bereik Grijs gebied: aanbevolen bereik Om een hoge ozonconcentratie te voorkomen, moet u dit apparaat in een grote, goed geventileerde ruimte plaatsen met een luchtdoorvoer van meer dan 30 m 3 /uur/persoon. 24

27 Het apparaat installeren Ruimten waarin de printer niet geplaatst moet worden Ruimten die worden blootgesteld aan direct zonlicht of sterk licht Stoffige ruimten Ruimten met agressieve gassen Zeer koude, warme of vochtige ruimten Ruimten die blootgesteld zijn aan luchtstromen (warm, koud of kamertemperatuur) afkomstig uit airconditioners Ruimten die rechtstreeks zijn blootgesteld aan warmte afkomstig van radiatoren Ruimten in de buurt van airconditioners of luchtbevochtigers Ruimten in de buurt van andere elektrische apparatuur Ruimten waar vaak sterke trillingen voorkomen Ventilatie Als u dit apparaat langdurig of veelvoudig in een gesloten ruimte gebruikt zonder goede ventilatie, bespeurt u misschien een rare lucht. Hierdoor kan het uitgevoerde papier mogelijk ook raar gaan ruiken. Als u een rare geur ruikt, dient u regelmatig te ventileren om de werkplek aangenaam te houden. Stel het apparaat zo in dat het de lucht niet direct richting mensen blaast. Ventilatie moet meer dan 30 m 3 /u/persoon zijn. Geur van nieuw apparaat Een nieuw apparaat ruikt mogelijk apart. Deze geur zal in ongeveer een week afnemen. Als u een rare lucht bespeurt, dient u de ruimte te ventileren. Stroomvereisten (voornamelijk Europa en Azië) V, 6 A, 50/60 Hz (voornamelijk Noord-Amerika) V, 11 A, 60 Hz Sluit het netsnoer aan op een elektriciteitsnetwerk met de hierboven vermelde specificaties. 25

28 1. Snel aan de slag Opties installeren Dit hoofdstuk bevat meer informatie over het installeren van opties. De papierinvoereenheid bevestigen Het aanraken van de punten van de stekker met een metalen voorwerp kan resulteren in brand en/of elektrische schokken. Het is gevaarlijk om de stekker van het netsnoer vast te pakken met natte handen. Als u het wel aanraakt, kunt u een elektrische schok krijgen. Haal, vóórdat u opties installeert of verwijdert, altijd eerst de stekker uit het stopcontact en geef de hoofdeenheid voldoende tijd om volledig af te koelen. Doet u dit niet, dan kan dit leiden tot brandwonden. Het apparaat weegt ongeveer 23,8 kg (52,5 lb.). Als u het apparaat optilt, moet u deze bij de grepen aan beide zijden vastpakken en dan langzaam optillen. De printer kan beschadigd raken of lichamelijk letsel veroorzaken als u deze laat vallen. Wanneer u de papierinvoereenheid onzorgvuldig optilt of laat vallen, kan dit letsel veroorzaken. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u het apparaat verplaatst. Als het snoer plotseling wordt losgetrokken, kan het beschadigd raken. Beschadigde stekkers of snoeren kunnen elektrische schokken of brandgevaar veroorzaken. Lade 1 is nodig voor het afdrukken met behulp van de optionele papierinvoereenheid. Zonder lade 1 loopt het papier vast. U moet met twee personen het apparaat optillen. Til het apparaat niet aan de lade op. 26

29 Opties installeren 1. Controleer of het pakket de papierinvoereenheid bevat. DAC Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. 3. Verwijder het plakband van de optionele papierinvoereenheid. 4. Til het apparaat op aan de handgrepen aan beide zijden van het apparaat. DAC048 DAC020 27

30 1. Snel aan de slag 5. Er bevinden zich drie staande pennen op de optionele papierinvoereenheid. Plaats deze in de openingen aan de onderzijde van het apparaat en laat het apparaat voorzichtig zakken. DAC Druk na het installeren van de optionele papierinvoereenheid de configuratiepagina af om de configuratie van het apparaat te controleren. Indien de papierinvoereenheid juist geïnstalleerd is, verschijnt "Lade 2" voor "Papierinvoer" op de configuratiepagina. Na installatie van de optionele papierinvoereenheid, selecteert u lade 2 in het printerstuurprogramma. Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie. Als het nieuwe apparaat genoemd staat in de kolom met configuratieopties, dan is het op de juiste wijze geïnstalleerd. Als de optionele papierinvoereenheid niet juist geïnstalleerd is, probeer hem dan opnieuw te installeren door de procedure nogmaals uit te voeren. Blijft het probleem aanhouden, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger. Voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina, zie Pag. 90 "Menu Lijst/ Proefafdruk". 28

31 De bedieningstoepassingen De bedieningstoepassingen In dit hoofdstuk worden de bedieningstoepassingen van dit apparaat uitgelegd. Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat een scherm en toetsen om het apparaat mee te bedienen. Met behulp van het bedieningspaneel kunt u de verschillende instellingen van het apparaat configureren. Voor meer informatie over het gebruik van het bedieningspaneel, zie Pag. 85 "Het apparaat configureren met het bedieningspaneel". Web Image Monitor U kunt de status van het apparaat controleren en zijn instellingen configureren door rechtstreeks toegang tot het apparaat te krijgen via Web Image Monitor. Voor meer informatie over het gebruik van Web Image Monitor, zie Pag. 105 "Het apparaat configureren met Web Image Monitor". 29

32 1. Snel aan de slag Netwerkinstellingen configureren In dit onderdeel wordt beschreven hoe de vereiste instellingen dienen te worden geconfigureerd als u het apparaat op een netwerk wilt gebruiken. De IP-adresinstellingen configureren De procedure om de netwerkinstellingen te configureren varieert afhankelijk van of het IP-adres automatisch door het netwerk (DHCP) wordt toegewezen of dat dit handmatig gebeurt. U kunt op de [Escape]-knop drukken om terug te gaan naar het vorige niveau in de menustructuur. Als uw netwerkomgeving een bepaalde verzendsnelheid nodig heeft die niet automatisch wordt gedetecteerd, stel de verzendsnelheid dan in via [Ethernetsnelheid] onder [Netwerkinstellingen]. Configureer eerst de IP-adresinstelling en installeer vervolgens het stuurprogramma. Zie de Installatiehandleiding stuurprogramma voor meer informatie over het installeren van het stuurprogramma. Voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina, zie Pag. 90 "Menu Lijst/ Proefafdruk". Automatisch een IPv4-adres laten ophalen Alleen met een DHCP-server op het netwerk kan het apparaat automatisch een IPv4-adres ophalen. 1. Zet het apparaat aan. 2. Druk op de [Menu]-knop. CER Druk op [ ] of [ ] om [Host-interface] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 30

33 Netwerkinstellingen configureren 4. Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop. 5. Druk op [ ] of [ ] om [IPv4-config. ] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 6. Druk op [ ] of [ ] om [DHCP] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 7. Druk op [ ] of [ ] om [Actief] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 8. Druk op de [Menu]-knop om naar het beginscherm terug te keren. 9. Als u gevraagd wordt het apparaat opnieuw te starten, zet de printer dan uit en daarna weer aan. 10. Druk de configuratiepagina af om de instellingen te controleren. De IPv4-adresinstelling wordt weergegeven onder "TCP/IP" op de configuratiepagina. Het IPv4-adres van het apparaat handmatig toewijzen Het IPv4-adres dat het apparaat toegewezen krijgt, mag niet door een ander apparaat op hetzelfde netwerk gebruikt worden. 1. Zet het apparaat aan. 2. Druk op de [Menu]-knop. CER Druk op [ ] of [ ] om [Host-interface] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop. 5. Druk op [ ] of [ ] om [IPv4-config. ] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 6. Druk op [ ] of [ ] om [DHCP] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 7. Druk op [ ] of [ ] om [Inactief] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 8. Druk op [ ] of [ ] om [IP-adres] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Het huidige IPv4-adres wordt weergegeven. 31

34 1. Snel aan de slag 9. Voer het IP-adres van het apparaat in met behulp van [ ] of [ ]. Druk op [OK] om verder te gaan naar het volgende veld. Druk op [Escape] om terug te gaan naar het voorgaande veld. 10. Druk op de [OK]-knop. 11. Druk op [ ] of [ ] om [Subnetmasker] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Het huidige subnetmasker wordt weergegeven. 12. Voer het subnetmasker van het apparaat in met behulp van [ ] of [ ]. Druk op [OK] om verder te gaan naar het volgende veld. Druk op [Escape] om terug te gaan naar het voorgaande veld. 13. Druk op de [OK]-knop. 14. Druk op [ ] of [ ] om [Gateway-adres] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Het huidige gateway-adres wordt weergegeven. 15. Voer het gateway-adres in met behulp van [ ] of [ ]. Druk op [OK] om verder te gaan naar het volgende veld. Druk op [Escape] om terug te gaan naar het voorgaande veld. 16. Druk op de [OK]-knop. 17. Druk op de [Menu]-knop om naar het beginscherm terug te keren. 18. Als u gevraagd wordt het apparaat opnieuw te starten, zet de printer dan uit en daarna weer aan. 19. Druk de configuratiepagina af om de instellingen te controleren. De IPv4-adresinstelling wordt weergegeven onder "TCP/IP" op de configuratiepagina. Als [DHCP] geactiveerd is, worden handmatig ingestelde instellingen voor het IPv4-adres niet gebruikt. Automatisch een IPv6-adres ophalen Alleen met een DHCP-server op het netwerk kan het apparaat automatisch een IPv6-adres krijgen. 1. Zet het apparaat aan. 32

35 Netwerkinstellingen configureren 2. Druk op de [Menu]-knop. CER Druk op [ ] of [ ] om [Host-interface] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop. 5. Druk op [ ] of [ ] om [IPv6-config. ] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 6. Druk op [ ] of [ ] om [IPv6] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 7. Druk op [ ] of [ ] om [Actief] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 8. Druk op [ ] of [ ] om [DHCP] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 9. Druk op [ ] of [ ] om [Actief] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 10. Druk op de [Menu]-knop om naar het beginscherm terug te keren. 11. Als u gevraagd wordt het apparaat opnieuw te starten, zet de printer dan uit en daarna weer aan. 12. Druk de configuratiepagina af om de instellingen te controleren. De IPv6-adresinstelling wordt weergegeven onder "IPv6-configuratie" op de configuratiepagina. Het IPv6-adres van het apparaat handmatig toewijzen Het IPv6-adres dat het apparaat toegewezen krijgt, mag niet door een ander apparaat op hetzelfde netwerk gebruikt worden. 1. Zet het apparaat aan. 33

36 1. Snel aan de slag 2. Druk op de [Menu]-knop. CER Druk op [ ] of [ ] om [Host-interface] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop. 5. Druk op [ ] of [ ] om [IPv6-config. ] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 6. Druk op [ ] of [ ] om [IPv6] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 7. Druk op [ ] of [ ] om [Actief] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 8. Druk op [ ] of [ ] om [DHCP] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 9. Druk op [ ] of [ ] om [Inactief] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 10. Druk op [ ] of [ ] om [Handm. adres] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 11. Druk op [ ] of [ ] om [Handm. adres] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 12. Voer het IPv6-adres van het apparaat in met behulp van [ ] of [ ]. Druk op [OK] om verder te gaan naar het volgende veld. Druk op [Escape] om terug te gaan naar het voorgaande veld. 13. Druk op de [OK]-knop. 14. Druk op [ ] of [ ] om [Lengte prefix] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 15. Voer de lengte van de prefix in met behulp van [ ] of [ ]. Druk vervolgens op de [OK]- knop. 16. Druk op [ ] of [ ] om [Gateway-adres] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 17. Voer het gateway-adres in met behulp van [ ] of [ ]. Druk op [OK] om verder te gaan naar het volgende veld. Druk op [Escape] om terug te gaan naar het voorgaande veld. 18. Druk op de [OK]-knop. 19. Druk op de [Menu]-knop om naar het beginscherm terug te keren. 20. Als u gevraagd wordt het apparaat opnieuw te starten, zet het apparaat dan uit en daarna weer aan. 34

37 Netwerkinstellingen configureren 21. Druk de configuratiepagina af om de instellingen te controleren. De IPv6-adresinstelling wordt weergegeven onder "IPv6-configuratie" op de configuratiepagina. De printer op een netwerk delen In dit gedeelte vindt u informatie over hoe u dit apparaat configureert als Windows-netwerkprinter. De netwerkprinterinstelling kan geconfigureerd worden, zodat netwerkclients het apparaat kunnen gebruiken. Om de printereigenschappen te wijzigen, hebt u rechten nodig voor Printerbeheer. Meld u aan als beheerder. De volgende procedure is gebaseerd op Windows 7. Als u een ander besturingssysteem gebruikt, kan de procedure enigszins afwijken. 1. Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers]. Als u een computer gebruikt waarop Windows 8 of Windows Server 2012 draait, klik op [Zoeken] op de taakbalk en vervolgens op [Configuratiescherm]. Als het dialoogvenster [Configuratiescherm] verschijnt, klik op [Apparaten en printers weergeven]. 2. Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik vervolgens op [Printereigenschappen]. Het dialoogvenster Printereigenschappen wordt weergegeven. 3. Klik op het tabblad [Delen] op [Deze printer delen]. Als u deze printer wilt delen met gebruikers die een andere versie van Windows gebruiken, gaat u verder met deze procedure. Ga verder met stap 8 als u een ander stuurprogramma heeft geïnstalleerd door het selecteren van [Deze printer delen] tijdens de installatie van het printerstuurprogramma. 4. Klik op [Extra stuurprogramma's...]. 5. Selecteer de versie van Windows waarmee u de printer wilt delen en klik op [OK]. 6. Klik op [Bladeren...], selecteer het bestand van het stuurprogramma en klik vervolgens op [Openen]. 7. Klik op [OK]. 8. Klik op het tabblad [Geavanceerd] op de [Standaardinstellingen]-knop. Geef de standaardwaarden op voor het printerstuurprogramma dat gebruikt wordt door clientcomputers en klik dan op [OK]. 9. Klik op [Toepassen]. 10. Klik op [OK]. 35

38 1. Snel aan de slag Draadloze LAN-installatie In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de instellingen van draadloos LAN via het bedieningspaneel handmatig configureert. Zie de handleiding voor WiFi-instellingen voor het eenvoudig instellen met behulp van WPS (Wi-Fi Protected Setup). Als [Inactief] is opgegeven voor de instelling [Wi-Fi], dan kunt u de [Install.wizard] niet gebruiken. Selecteer eerst [Actief] voor de instelling [Wi-Fi]. Als u de instelling [Wi-Fi] wijzigt, moet u het apparaat opnieuw opstarten. Zorg ervoor dat de router, het toegangspunt of het apparaat met draadloos LAN is ingeschakeld. Controleer eerst de verificatiemethode en de naam van de router, het toegangspunt of het apparaat met draadloos LAN (SSID/IBSS). Configureer eerst de draadloze LAN-instelling en installeer dan het stuurprogramma. Zie de Installatiehandleiding stuurprogramma voor meer informatie over het installeren van het stuurprogramma. Infrastructuurmodus Gebruik de volgende procedure om handmatig verbinding te maken met de draadloze LAN-router of het toegangspunt. 1. Zet het apparaat aan. 2. Druk op de [Menu]-knop. 3. Druk op [ ] of [ ] om [Host-interface] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop. 5. Druk op [ ] of [ ] om [Wi-Fi config.] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 6. Druk op [ ] of [ ] om [Install.wizard] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 7. Druk op[ ] of [ ] om [Infrastructuur] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 8. Druk op [ ] of [ ] om de bestemmings-ssid te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. Als u de betreffende SSID niet kunt vinden, controleer dan of het apparaat is ingeschakeld. Wanneer u de SSID wilt invoeren, selecteert u [SSID invoeren]. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Het SSID-invoerscherm wordt weergegeven. Voer de SSID in met behulp van [ ] of [ ]. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op de [OK]-knop om verder te gaan met het volgende teken. Druk op de [Escape]-knop om terug te gaan naar het vorige teken. 36

39 Netwerkinstellingen configureren 9. Druk op [ ] of [ ] om de verificatiemethode te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. Selecteer dezelfde methode als die door de router of het toegangspunt wordt gebruikt. Als u [WPA2-PSK] of [Gemengde modus] geselecteerd hebt, gaat u verder met stap Druk op [ ] of [ ] om de coderingsmethode te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop. Selecteer dezelfde methode als die door de router of het toegangspunt wordt gebruikt. 11. Voer het coderingswachtwoord in en druk op [OK]. Druk op de [OK]-knop om verder te gaan met het volgende teken. Druk op de [Escape]-knop om terug te gaan naar het vorige teken. Als u [Ged. sleutel] of [Open systeem] geselecteerd hebt in stap 9, moet u een ID invullen. Voer het ID in met behulp van [ ] of [ ]. Druk vervolgens op de [OK]-knop. De ID wordt gebruikt om de coderingssleutel te identificeren. U kunt vier coderingssleutels (ID 1 t/m 4) registreren. 12. Druk op de [OK]-knop. Nadat verbinding met het netwerk gemaakt is, wordt het Wi-Fi scherm weergegeven. 13. Druk op [ ] of [ ] om [Wi-Fi status] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Als "Verbonden" wordt weergegeven, is de verbinding tot stand gebracht. Als "Niet verbonden" wordt weergegeven, is er geen verbinding tot stand gebracht. Begin opnieuw vanaf het begin. Ad hoc modus In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe u een rechtstreekse verbinding kunt maken met apparaten die zijn uitgerust met draadloos LAN, zoals een computer op een peer-to-peer netwerk. In een ad-hocnetwerk moet aan elk apparaat handmatig een IP-adres voor TCP/IP worden toegewezen als er geen DHCP-server is. In de ad-hocmodus worden alleen Open systeem of WEP-codering ondersteund. De verificatiemethoden WPA2-PSK en Gemengde modus WPA2/WPA worden niet ondersteund. 1. Zet het apparaat aan. 2. Druk op de [Menu]-knop. 3. Druk op [ ] of [ ] om [Host-interface] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om [Netwerkinstellingen] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop. 5. Druk op [ ] of [ ] om [Wi-Fi config.] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 37

40 1. Snel aan de slag 6. Druk op [ ] of [ ] om [Install.wizard] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 7. Druk op [ ] of [ ] om [Ad-hoc] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 8. Druk op [ ] of [ ] om een communicatiekanaal te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Selecteer een kanaal dat overeenkomt met het apparaat waarmee u het gaat verbinden. 9. Druk op [ ] of [ ] om de apparaatnaam van de bestemming (IBSS) te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Als u het apparaat niet kunt vinden, controleer dan of het apparaat is ingeschakeld. Wanneer u de apparaatnaam wilt invoeren, selecteert u [SSID invoeren]. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Het SSID-invoerscherm wordt weergegeven. Voer de apparaatnaam in met behulp van [ ] of [ ]. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op de [OK]-knop om verder te gaan met het volgende teken. Druk op de [Escape]-knop om terug te gaan naar het vorige teken. 10. Druk op [ ] of [ ] om de verificatiemethode te selecteren en druk vervolgens op de [OK]- knop. 11. Druk op [ ] of [ ] om de coderingsmethode te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]- knop. 12. Voer de coderingscode in met behulp van [ ] of [ ]. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Druk op de [OK]-knop om verder te gaan met het volgende teken. Druk op de [Escape]-knop om terug te gaan naar het vorige teken. 13. Voer het ID in met behulp van [ ] of [ ]. Druk vervolgens op de [OK]-knop. De ID wordt gebruikt om de coderingssleutel te identificeren. U kunt vier coderingssleutels (ID 1 t/m 4) registreren. 14. Druk op de [OK]-knop. Nadat verbinding met het netwerk gemaakt is, wordt het Wi-Fi scherm weergegeven. 15. Druk op [ ] of [ ] om [Wi-Fi status] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. Als "Verbonden" wordt weergegeven, is de verbinding tot stand gebracht. Als "Niet verbonden" wordt weergegeven, is er geen verbinding tot stand gebracht. Begin opnieuw vanaf het begin. 38

41 Apparaatfuncties beperken voor gebruikers Apparaatfuncties beperken voor gebruikers U kunt instellen dat er een gebruikerscode moet worden ingevoerd als iemand bepaalde apparaatfuncties wil gebruiken. Om deze instelling in te schakelen, dient u eerst het apparaat te configureren via Web Image Monitor. Deze functie is alleen beschikbaar op het type 2 model. Om de taak die geverifieerd moet worden af te drukken, kunt u alleen het PCLprinterstuurprogramma gebruiken. Het afdrukken van dergelijke taken vanuit het PostScript 3- stuurprogramma is niet mogelijk. Voor meer informatie over Web Image Monitor, zie Pag. 105 "Web Image Monitor gebruiken". Gebruikersbeperkingen instellen en activeren In dit gedeelte wordt beschreven hoe u kunt instellen dat alleen bevoegde gebruikers toegang hebben tot bepaalde apparaatfuncties. Via Web Image Monitor kunt u gebruikersbeperkingen voor alle of een aantal van de onderstaande functies inschakelen. Vervolgens kunt u gebruikers registreren die deze functies kunnen gebruiken. PictBridge-afdrukken Afdrukken (zowel kleur als zwart-wit) Kleurenafdrukken U kunt instellen dat functies beschikbaar zijn voor gebruikers na verificatie. Er kunnen maximaal 30 gebruikers geregistreerd worden. 1. Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres in te vullen. 2. Klik op [Beschikbare functies beperken]. 3. Voer indien nodig het beheerderswachtwoord in. 4. Klik op [Toepassen]. 39

42 1. Snel aan de slag 5. Selecteer onder "Beschikbare functies" [Beperken] voor de functies die u wilt beperken. Klik vervolgens op [Toepassen]. Selecteer [Niet beperken] voor de functies die u niet wilt beperken. De instelling gebruikersbeperking wordt ingeschakeld voor de geselecteerde functie. Ga verder met de volgende stappen om gebruikers te registreren. 6. Klik op [Beschikbare functies per gebr.]. Er wordt een overzicht weergegeven van gebruikers die nu geregistreerd zijn. 7. Selecteer een gebruiker en klik vervolgens op [Wijzigen]. Het volgende venster wordt weergegeven. 8. Voer bij [Gebr.naam] een gebruikersnaam in met maximaal 16 tekens (letters of cijfers). 9. Voer bij [Gebr.code] de gebruikerscode in met maximaal 8 cijfers. De gebruikerscode wordt gebruikt om gebruikers te verifiëren als zij een beperkte functie proberen te gebruiken. 40

43 Apparaatfuncties beperken voor gebruikers 10. Selecteer de functies die u beschikbaar wilt maken voor de gebruiker als hij/zij zich verifieert. Niet geselecteerde functies worden niet beschikbaar voor gebruikers die onder deze gebruikerscode worden geverifieerd. 11. Klik op [Toepassen]. 12. Sluit de internetbrowser. U moet zowel een gebruikersnaam als een gebruikerscode invoeren om een gebruiker te registreren. Zorg dat de verschillende gebruikers niet dezelfde gebruikersnaam of gebruikerscode delen. Gebruikers wijzigen In dit onderdeel wordt beschreven hoe u gebruikers kunt wijzigen. 1. Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres in te vullen. 2. Klik op [Beschikbare functies beperken]. 3. Voer indien nodig het beheerderswachtwoord in. 4. Klik op [Toepassen]. 5. Klik op [Beschikbare functies per gebr.]. Er wordt een overzicht weergegeven van gebruikers die nu geregistreerd zijn. 6. Selecteer de gebruiker die u wilt wijzigen en klik vervolgens op [Wijzigen]. 7. Wijzig de instellingen indien nodig. 8. Klik op [Toepassen]. 9. Sluit de internetbrowser. Gebruikers verwijderen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een gebruiker verwijdert. 1. Open de internetbrowser en verkrijg toegang tot het apparaat door het IP-adres in te vullen. 2. Klik op [Beschikbare functies beperken]. 3. Voer indien nodig het beheerderswachtwoord in. 4. Klik op [Toepassen]. 41

44 1. Snel aan de slag 5. Klik op [Beschikbare functies per gebr.]. Er wordt een overzicht weergegeven van gebruikers die nu geregistreerd zijn. 6. Selecteer de gebruiker die u wilt verwijderen en klik vervolgens op [Verwijderen]. 7. Bevestig dat u de geselecteerde gebruiker wilt verwijderen. 8. Klik op [Toepassen]. 9. Sluit de internetbrowser. 42

45 Als apparaatfuncties zijn beperkt Als apparaatfuncties zijn beperkt Bepaalde functies kunnen alleen door bevoegde gebruikers gebruikt worden. Afhankelijk van de beperkte functie worden gebruikers geverifieerd via het bedieningspaneel van het apparaat of via het printerstuurprogramma. Deze functie is alleen beschikbaar op het type 2 model. Om de taak die geverifieerd moet worden af te drukken, kunt u alleen het PCLprinterstuurprogramma gebruiken. Het afdrukken van dergelijke taken vanuit het PostScript 3- stuurprogramma is niet mogelijk. De procedure in dit onderdeel is een voorbeeld dat is gebaseerd op Windows 7. De tabel hieronder laat de functies zien die beperkt kunnen worden en hoe gebruikers geverifieerd kunnen worden om die functies te gebruiken. Functie PictBridge-afdrukken Afdrukken (zowel kleur als zwart-wit) Kleurenafdrukken Verificatiemethode Het apparaat vraagt om een gebruikerscode als er een digitale camera op de printer wordt aangesloten. De gebruiker moet een geldige gebruikerscode invoeren op het bedieningspaneel. De gebruiker moet een geldige gebruikerscode invoeren in het printerstuurprogramma voordat hij/zij een afdrukopdracht kan uitvoeren. Verificatie via het bedieningspaneel 1. Als de printer om een gebruikerscode vraagt, voer dan een gebruikerscode in met [ ] of [ ]. Als u een verkeerde gebruikerscode invoert, kunt u het niet meer opnieuw proberen. 2. Druk op de [OK]-knop. Verificatie via het printerstuurprogramma 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken op uw computer. 2. Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukken...]. 3. Selecteer onder [Printer selecteren] de naam van dit apparaat en klik vervolgens op [Voorkeuren]. 4. Klik op het tabblad [Geldige toegang]. 5. Voer de gebruikerscode in met de cijfers van 1-8 en klik vervolgens op [OK]. 43

46 1. Snel aan de slag 6. Voer de afdrukopdracht uit. Als er een onjuiste gebruikerscode is ingevoerd, zal de taak onmiddellijk worden geannuleerd (zonder foutmelding). 44

47 2. Papier plaatsen Ondersteund papier Lade 1 Type Formaat Gewicht Capaciteit Dun papier A4 60 tot 160 g/m Normaal papier B5 JIS (16 tot 43 lb.) (80 g/m 2, 20 lb.) Middeldik papier A5 Dik papier 1, 2 B6 JIS Gerecycled papier A6 Gekleurd papier Legal (8 1 / 2 14 inch) Voorbedrukt papier Letter (8 1 / 2 11 inch) Geperforeerd papier Half Letter (5 1 / / 2 inch) Briefpapier Executive (7 1 / / 2 inch) Bankpost 8 13 inch Karton 8 1 / 2 13 inch Etikettenpapier Folio (8 1 / 4 13 inch) Envelop 16K ( mm) Com 10 (4 1 / / 2 inch) Monarch (3 7 / / 2 inch) C5 Env ( mm) C6 Env ( mm) DL Env ( mm) Aangepast formaat: 90 tot 216 mm breed, 148 tot 356 mm lang (3,54 tot 8,50 inch breed, 5,83 tot 14,0 inch lang) 45

48 2. Papier plaatsen Lade 2 (optie) Type Formaat Gewicht Capaciteit Dun papier A4 60 tot 105 g/m Normaal papier Letter (8 1 / 2 11 inch) (16 tot 28 lb.) (80 g/m 2, 20 lb.) Middeldik papier Dik papier 1 Gerecycled papier Gekleurd papier Voorbedrukt papier Geperforeerd papier Briefpapier 46

49 Ondersteund papier Handinvoer Type Formaat Gewicht Capaciteit Dun papier A4 60 tot 160 g/m 2 1 Normaal papier B5 JIS (16 tot 43 lb.) Middeldik papier A5 Dik papier 1, 2 B6 JIS Gerecycled papier A6 Gekleurd papier Legal (8 1 / 2 14 inch) Geperforeerd papier Letter (8 1 / 2 11 inch) Briefpapier Half Letter (5 1 / / 2 inch) Bankpost Executive (7 1 / / 2 inch) Karton 8 13 Etikettenpapier 8 1 / 2 13 Envelop Folio (8 1 / 4 13 inch) 16K (195 mm 267 mm) Com 10 (4 1 / / 2 inch) Monarch (3 7 / / 2 inch) C5 Env ( mm) C6 Env ( mm) DL Env ( mm) Aangepast formaat: 90 tot 216 mm breed, 148 tot 356 mm lang (3,54 tot 8,50 inch breed, 5,83 tot 14,0 inch lang) In de volgende gevallen kunt u niet afdrukken op papier van Legal-formaat: PCL-printerstuurprogramma Wanneer [Gradatie:] in [Afdrkwal.] is ingesteld op [Fijn] PostScript 3-printerstuurprogramma Als [Afdrkwal.] in [Printereigenschappen] is ingesteld op [Best Quality] 47

50 2. Papier plaatsen Specificaties van papiertypes De volgende tabellen beschrijven de soorten papier die voor dit apparaat gebruikt kunnen worden. Afhankelijk van de papiersoort kan het even duren voordat de toner droog is. Controleer of de afdrukken goed droog zijn voordat u ze vastpakt. Anders kan de toner uitlopen. De afdrukkwaliteit kan alleen gegarandeerd worden als het aanbevolen papier gebruikt wordt. Neem contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger voor meer informatie over aanbevolen papier. Middeldik papier Item Beschrijving Papierdikte Ondersteunde papierlade Formaat dubbelzijdig ondersteunt dat 75 tot 90 g/m 2 (20 tot 24 lb.) Kan gebruikt worden met alle papierlades. A4, B5 JIS, Legal (8 1 / 2 14 inch), Letter (8 1 / 2 11 inch), Executive (7 1 / / 2 inches ), 8 13, 8 1 / 2 13, Folio (8 1 / 4 13 inch), 16K ( mm) Dik papier 1 Papierdikte Item Ondersteunde papierlade Formaat dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen dat 91 tot 105 g/m 2 (24 tot 28 lb.) Beschrijving Kan gebruikt worden met alle papierlades. Geen Het aantal vellen dat afgedrukt kan worden per minuut is ongeveer de helft van dat van medium dik papier. Dik papier 2 Papierdikte Item 106 tot 160 g/m 2 (28 tot 43 lb.) Beschrijving 48

51 Ondersteund papier Item Beschrijving Ondersteunde papierlade Formaat dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen dat Lade 1 en handinvoer Geen Het aantal vellen dat afgedrukt kan worden per minuut is ongeveer de helft van dat van medium dik papier. Dun papier Papierdikte Item Ondersteunde papierlade Formaat dubbelzijdig ondersteunt dat 60 tot 65g/m2 (16 tot 17 lb.) Beschrijving Kan gebruikt worden met alle papierlades. A4, B5 JIS, Legal (8 1 / 2 14 inch), Letter (8 1 / 2 11 inch), Executive (7 1 / / 2 inches), 8 13, 8 1 / 2 13, Folio (8 1 / 4 13 inch), 16K ( mm) Normaal papier Papierdikte Item Ondersteunde papierlade Formaat dubbelzijdig ondersteunt dat 66 tot 74 g/m2 (18 tot 20 lb.) Beschrijving Kan gebruikt worden met alle papierlades. A4, B5 JIS, Legal (8 1 / 2 14 inch), Letter (8 1 / 2 11 inch), Executive (7 1 / / 2 inches), 8 13, 8 1 / 2 13, Folio (8 1 / 4 13 inch), 16K ( mm) Gerecycled papier Papierdikte Item Ondersteunde papierlade 75 tot 90 g/m 2 (20 tot 24 lb.) Beschrijving Kan gebruikt worden met alle papierlades. 49

52 2. Papier plaatsen Item Formaat dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen dat Beschrijving A4, B5 JIS, Legal (8 1 / 2 14 inch), Letter (8 1 / 2 11 inch), Executive (7 1 / / 2 inches), 8 13, 8 1 / 2 13, Folio (8 1 / 4 13 inch), 16K ( mm) Als de papierdikte buiten het aangegeven bereik valt, selecteert u [Dun papier], [Normaal papier], [Dik papier 1] of [Dik papier 2]. Gekleurd papier Papierdikte Item Ondersteunde papierlade Formaat dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen dat 75 tot 90 g/m 2 (20 tot 24 lb.) Beschrijving Kan gebruikt worden met alle papierlades. A4, B5 JIS, Legal (8 1 / 2 14 inch), Letter (8 1 / 2 11 inch), Executive (7 1 / / 2 inches), 8 13, 8 1 / 2 13, Folio (8 1 / 4 13 inch), 16K ( mm) Als de papierdikte buiten het aangegeven bereik valt, selecteert u [Dun papier], [Normaal papier], [Dik papier 1] of [Dik papier 2]. Voorbedrukt papier Item Beschrijving Papierdikte Ondersteunde papierlade Formaat dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen dat 75 tot 90 g/m 2 (20 tot 24 lb.) Lade 1 en lade 2 A4, B5 JIS, Legal (8 1 / 2 14 inch), Letter (8 1 / 2 11 inch), Executive (7 1 / / 2 inches), 8 13, 8 1 / 2 13 inch, Folio (8 1 / 4 13 inch), 16K ( mm) Als de papierdikte buiten het aangegeven bereik valt, selecteert u [Dun papier], [Normaal papier], [Dik papier 1] of [Dik papier 2]. Geperforeerd papier Item Beschrijving Papierdikte 75 tot 90 g/m 2 (20 tot 24 lb.) 50

53 Ondersteund papier Item Ondersteunde papierlade Formaat dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen dat Beschrijving Kan gebruikt worden met alle papierlades. A4, B5 JIS, Legal (8 1 / 2 14 inch), Letter (8 1 / 2 11 inch), Executive (7 1 / / 2 inches), 8 13, 8 1 / 2 13, Folio (8 1 / 4 13 inch), 16K ( mm) Als de papierdikte buiten het aangegeven bereik valt, selecteert u [Dun papier], [Normaal papier], [Dik papier 1] of [Dik papier 2]. Briefpapier Papierdikte Item Ondersteunde papierlade Formaat dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen dat 75 tot 90 g/m 2 (20 tot 24 lb.) Beschrijving Kan gebruikt worden met alle papierlades. A4, B5 JIS, Legal (8 1 / 2 14 inch), Letter (8 1 / 2 11 inch), Executive (7 1 / / 2 inches), 8 13, 8 1 / 2 13, Folio (8 1 / 4 13 inch), 16K ( mm) Papier met een dikte dat buiten het aangegeven bereik valt kan niet bedrukt worden. Bankpost Papierdikte Item Ondersteunde papierlade Formaat dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen dat 106 tot 160 g/m 2 (28 tot 43 lb.) Lade 1 en handinvoer Geen Beschrijving Het aantal vellen dat afgedrukt kan worden binnen één minuut is ongeveer de helft van dat van medium dik papier. Als de papierdikte buiten het aangegeven bereik valt selecteert u [Dun papier 1]. 51

54 2. Papier plaatsen Karton Item Beschrijving Papierdikte Ondersteunde papierlade Formaat dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen dat 106 tot 160 g/m 2 (28 tot 43 lb.) Lade 1 en handinvoer Geen Het aantal vellen dat afgedrukt kan worden binnen één minuut is ongeveer de helft van dat van medium dik papier. Papier dikker dan 160 g/m 2 kan niet bedrukt worden. Etikettenpapier Item Ondersteunde papierlade Formaat dubbelzijdig ondersteunt Opmerkingen dat Lade 1 en handinvoer Geen Beschrijving Het aantal vellen dat afgedrukt kan worden per minuut is ongeveer de helft van dat van medium dik papier. Vermijd het gebruik van etikettenpapier waarop de lijm zichtbaar is. Lijm kan aan onderdelen aan de binnenkant van de printer blijven plakken, waardoor papierinvoerproblemen kunnen ontstaan, de adrukkwaliteit kan verslechteren of vroegtijdige slijtage van de fotogeleidereenheid van de printercartridge kan optreden. Envelop Item Beschrijving Ondersteunde papierlade Formaat dubbelzijdig ondersteunt dat Lade 1 en handinvoer Geen 52

55 Ondersteund papier Opmerkingen Vermijd het gebruik van zelfklevende enveloppen. Deze kunnen storingen aan het apparaat veroorzaken. Het aantal enveloppen dat afgedrukt kan worden per minuut is ongeveer de helft van dat van medium dik papier. Het papier kan alleen geplaatst worden tot aan de onderste limietmarkering van de twee limietmarkeringen in de lade. Als gedrukte enveloppen sterk gekreukeld uit de printer komen, plaatst u de enveloppen in omgekeerde richting. Configureer het printerstuurprogramma ook zodanig dat het afdrukobject 180 graden wordt geroteerd. Voor meer informatie over het wijzigen van de afdrukrichting, zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma. Omgevingsfactoren kunnen de afdrukkwaliteit van zowel aanbevolen als niet-aanbevolen enveloppen verminderen. Als enveloppen ernstig krullen na het bedrukken, maak ze dan plat door ze tegen de krul in op te rollen. Na het afdrukken kunnen enveloppen soms vouwen aan de lange zijden hebben en kunnen de onbedrukte zijkanten met toner besmeurd zijn. De afgedrukte afbeelding kan ook vaag zijn. Bij het afdrukken van grote, zwarte gebieden kunnen strepen voorkomen als de enveloppen elkaar overlappen. Om de lengte van een envelop waarvan de flap aan de korte zijde opent, goed te kunnen opgeven, moet u de open flap in de meting meenemen. CER112 Waaier de enveloppen uit en leg de randen gelijk voordat u ze plaatst. DAC573 53

56 2. Papier plaatsen Zorg er bij het loswaaieren van enveloppen voor dat ze niet aan elkaar plakken. Als ze tegen elkaar aan plakken, haal ze dan los. Zorg er bij het waaieren van enveloppen voor dat de flappen niet aan elkaar plakken. Als ze tegen elkaar aan plakken, haal ze dan los. Maak de enveloppen voor het plaatsen plat, zodat de krul niet boven datgene uitkomt wat in de illustratie hieronder is weergegeven. 5 mm (0,2 inch) 0 mm (0 inch) DAC574 Als de krul hardnekkig is, maak de enveloppen dan met uw vingers plat zoals hieronder wordt getoond. DAC575 Dubbelzijdig afdrukken is wellicht niet mogelijk op 8 13, 8 1 / 2 13, Folio (8 1 / 4 13 inch) of 16K ( mm) formaat papier in de volgende gevallen: PCL-printerstuurprogramma Wanneer [Gradatie:] in [Afdrkwal.] is ingesteld op [Fijn] PostScript 3-printerstuurprogramma Als [Afdrkwal.] in [Printereigenschappen] is ingesteld op [Best Quality] 54

57 Niet aanbevolen papiertypen Niet aanbevolen papiertypen Gebruik de volgende papiertypen niet: Papier voor inkjetprinters Gegolfd, gevouwen of gekreukeld papier Opgekruld of verdraaid papier Gescheurd papier Gekreukt papier Vochtig papier Vuil of beschadigd papier Papier dat droog genoeg is om statische elektriciteit te veroorzaken Papier waarop al is afgedrukt, met uitzondering van een voorgedrukt briefhoofd. Storingen kunnen in het bijzonder worden verwacht, indien papier wordt gebruikt dat reeds door een andere dan een laserprinter is bedrukt (bijvoorbeeld door zwart/wit of kleurenkopieerapparaten, inkjetprinters, enz.) Speciaal papier, zoals thermisch papier of carbonpapier Papier dat zwaarder of lichter dan de limiet is Papier met vensters, gaatjes, perforaties, uitsparingen of reliëf Zelfklevende etikettenvellen waarvan de lijm of de onderlaag zichtbaar is Papier dat met paperclips of nietjes bijeen wordt gehouden Raak tijdens het plaatsen van papier het oppervlak van het papier niet aan. Zelfs als papier geschikt is voor het apparaat, kan papier dat niet juist wordt opgeslagen, leiden tot papierstoringen, een slechte afdrukkwaliteit of defecten. 55

58 2. Papier plaatsen Afdrukgebied De volgende illustratie laat het gedeelte van het papier zien waarop het apparaat kan adrukken. Papier DAC Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) 4. Ongeveer 4,2 mm (0,2 inch) Envelop DAC Afdrukgebied 2. Invoerrichting 3. Ongeveer 10 mm (0,4 inch) 4. Ongeveer 15 mm (0,6 inch) 56

59 Afdrukgebied Afdrukken zonder marges wordt niet ondersteund. Het afdrukgebied kan variëren, afhankelijk van papierformaat, printertaal en printerinstellingen. Voor het beter adrukken van enveloppen raden wij u aan de rechter-, linker-, boven- en ondermarges minimaal op 15 mm (0,6 inch) in te stellen. 57

60 2. Papier plaatsen Papier plaatsen Papier plaatsen in lade 1 en 2 In het volgende voorbeeld wordt uitgelegd hoe u papier in de standaard papierlade (lade 1) plaatst. Dezelfde procedure geldt voor het plaatsen van papier in lade 2. Voordat u op ander papier dan enveloppen afdrukt, moet u de hendels aan de achterkant van het apparaat, binnenin het achterpaneel, omhoog trekken. Gekruld papier kan vast komen te zitten. Strijk gekruld papier plat voordat u het papier plaatst. Geef, nadat u het papier in de lade hebt geplaatst, de papiersoort op via het bedieningspaneel om afdrukproblemen te vermijden. Dit apparaat herkent niet automatisch het papierformaat. 1. Trek de papierlade er voorzichtig met beide handen uit. DAC070 Plaats de lade op een vlak oppervlak. 2. Duw de metalen plaat naar beneden totdat deze vastklikt. DAC050 58

61 Papier plaatsen 3. Knijp in de klem van de zijgeleider en schuif deze tot het gewenste papierformaat. DAC051 Zet bij het plaatsen van een aangepast papierformaat de papiergeleider iets breder dan het werkelijke formaat. 4. Knijp in de eindgeleider en schuif deze naar binnen tot deze overeenkomt met het papierformaat. DAC053 Zet bij het plaatsen van een aangepast papierformaat de papiergeleider iets breder dan het werkelijke formaat. 5. Plaats nieuwe vellen papier met de afdrukzijde naar beneden. Zorg dat het papier niet hoger wordt gestapeld dan de bovenste limietmarkering binnenin de lade. De markering voor bovenste grens in lade 2 is anders dan de geïllustreerde markering. DAC052 59

62 2. Papier plaatsen Schuif de geleiders naar binnen totdat ze vlak tegen de zijkant van het papier staan. Zorg dat het papier niet hoger wordt gestapeld dan de markering op de zijgeleiders. Als u lade 2 gebruikt, zorg er dan voor dat u het papier niet hoger stapelt dan de hoogste markering aan de binnenkant van de lade. DAC Controleer of er geen openingen tussen het papier en de papiergeleiders zijn; zowel bij de papiergeleiders aan de zijkant als aan de achterkant. DAC Duw de lade voorzichtig recht in het apparaat. Zorg om papierstoringen te voorkomen, dat de lade stevig is geplaatst. De bovenste limiet verschilt afhankelijk van het soort papier (dun of dik papier). Controleer de sticker aan de binnenkant van de lade om de bovengrens te bepalen. Het indicatielampje voor overgebleven papier aan de rechter voorkant van de papierlade laat zien hoeveel papier er ongeveer over is. Lade 1 verlengen om papier te plaatsen Dit onderdeel legt uit hoe u papier in het apparaat kunt plaatsen dat langer is dan A4 (297 mm). 60

63 Papier plaatsen 1. Verwijder de achterklep met een munt. DAC Trek lade 1 er voorzichtig met beide handen uit. Plaats de lade op een vlak oppervlak. 3. Duw de metalen plaat naar beneden totdat deze vastklikt. DAC Knijp het verlengstuk in de richting 'PUSH' in en trek het verlengstuk er dan uit tot hij klikt. DAC055 Zorg er na het verlengen voor dat de pijlen op het verlengstuk en de lade met elkaar overeenkomen. 61

64 2. Papier plaatsen DAC Volg stap 3 t/m 7 in 'Papier in lade 1 en 2 plaatsen'. Om het verlengstuk opnieuw te plaatsen, moet u het met enige kracht erin duwen. Papier in de handinvoer plaatsen Voordat u op ander papier dan enveloppen afdrukt, moet u de hendels aan de achterkant van het apparaat, binnenin het achterpaneel, omhoog trekken. Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden en in de invoerrichting naar de korte zijde. Plaats geen papier terwijl het apparaat bezig is met afdrukken. Gekruld papier kan vast komen te zitten. Strijk gekruld papier plat voordat u het papier plaatst. Dubbelzijdig afdrukken is niet mogelijk. Lade 1 en 2 zijn niet beschikbaar als er papier geplaatst wordt in de handinvoer. U kunt geen papier in de handinvoerlade plaatsen terwijl het apparaat in de energiespaarstand staat. 1. Voer de bovenrand van het papier in het apparaat. DAC067 62

65 Papier plaatsen 2. Stel de zijgeleiders af op het papierformaat. DAC Ondersteun het papier met uw handen en voer het voorzichtig in totdat het stopt. DAC065 Enveloppen plaatsen Zorg dat u voor het bedrukken van enveloppen de hendels van de fuseereenheid achter de achterklep laat zakken om te voorkomen dat de enveloppen verkreukeld naar buiten komen. Zet de hendels ook weer terug in hun oorspronkelijke positie na het afdrukken (omhoog). Vermijd het gebruik van zelfklevende enveloppen. Deze kunnen storingen aan het apparaat veroorzaken. Controleer voordat u de enveloppen plaatst of er geen lucht in zit. Plaats alleen enveloppen van hetzelfde formaat en soort. Strijk de voorste randen (de randen die het apparaat ingaan) van de enveloppen met een potlood of liniaal glad voordat u de enveloppen laadt. Sommige envelopsoorten kunnen vastlopen of rimpelen, en kan de afdruk erop slecht zijn. De afdrukkwaliteit van enveloppen kan onregelmatig zijn als delen van de enveloppen verschillende diktes hebben. Druk een of twee enveloppen af om vooraf de afdrukkwaliteit te controleren. 63

66 2. Papier plaatsen In een warme en vochtige omgeving kunnen enveloppen verkreukeld of onjuist bedrukt uit de printer komen. De hendels van de fuseereenheid laten zakken 1. Trek de hendel van het voorpaneel naar voren en laat het voorpaneel dan voorzichtig zakken. 2 1 DAC Laat de hendels van de fuseereenheid zakken. 3. Duw met beide handen het voorpaneel voorzichtig omhoog totdat deze sluit. DAC340 DAC062 64

67 Papier plaatsen Zie voor meer informatie over het plaatsen van een envelop Pag. 58 "Papier plaatsen in lade 1 en 2" en Pag. 62 "Papier in de handinvoer plaatsen". Let erop dat u geen enveloppen kunt plaatsen in lade 2. Zorg dat u de enveloppen zo plaatst dat de flappen aan de rechterkant zitten. Als u dit niet doet, raken de enveloppen gekreukeld. Als enveloppen tijdens het afdrukken verkreukelen, plaatst u de enveloppen in omgekeerde richting en draait u het afdrukobject 180 graden met behulp van het printerstuurprogramma voordat u afdrukt. Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie. Bij gebruik van lade 1 Als de envelopflap aan de korte zijde zit, plaats de envelop dan met de flapzijde in de inkeping in de lade. Als de envelopflap aan de lange zijde zit, plaats de envelop dan met de flapzijde naar rechts. DAC576 Bij gebruik van de handinvoer Als de envelopflap aan de korte zijde zit, plaats de envelop dan met de flapzijde in het voorste deel van de lade. Als de envelopflap aan de lange zijde zit, plaats de envelop dan met de flapzijde naar rechts. DAC473 65

68 2. Papier plaatsen Het papierformaat en -type opgeven via het bedieningspaneel In dit onderdeel wordt uitgelegd hoe u het papierformaat en -type kunt opgeven met het bedieningspaneel. De instelling voor het papiertype en -formaat kan ook worden ingesteld met behulp van het printerstuurprogramma. Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie. Voor afdrukken vanuit de handinvoer, kunt u kiezen om volgens de instellingen van het printerstuurprogramma of het bedieningspaneel af te drukken met [Handinvoer prioriteit] of [Lade 1 prioriteit] onder [Papierinvoer]. Voor meer informatie over [Handinvoer prioriteit] of [Lade1 prioriteit], zie Pag. 87 "MenuPapierinvoer". Als [Autom. doorgaan] onder Systeem is ingeschakeld, zal het afdrukken tijdelijk stoppen als er een fout in het papiertype/-formaat wordt gedetecteerd. Na ongeveer tien seconden herstart het afdrukken automatisch met de instellingen die zijn maakt op het bedieningspaneel. Als de afmetingen van het papier die zijn opgegeven in het bedieningspaneel, die van het papier dat in de papierlade geplaatst is of het papier dat is opgegeven voor de afdruktaak niet overeenkomen als het afdrukken opnieuw gestart wordt, kan dit tot een papierstoring leiden. Voor meer informatie over [Autom. doorgaan], zie Pag. 93 "Het menu Systeem". Het papiertype opgeven Dit onderdeel beschrijft hoe u het papiertype opgeeft. 1. Druk op de [Menu]-knop. CER Druk op [ ] of [ ] om [Papierinvoer] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 3. Druk op [ ] of [ ] om [Papiersoort] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om de instelling voor het papierformaat voor de gewenste lade te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 5. Druk op [ ] of [ ] om de gewenste papiersoort te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 66

69 Papier plaatsen 6. Druk op de [Menu]-knop om naar het beginscherm terug te keren. De standaardpapiergrootte opgeven Dit onderdeel beschrijft hoe u het standaard papierformaat opgeeft. 1. Druk op de [Menu]-knop. CER Druk op [ ] of [ ] om [Papierinvoer] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 3. Druk op [ ] of [ ] om [Papierformaat] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om de instelling voor het papierformaat voor de gewenste lade te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 5. Druk op [ ] of [ ] om het gewenste papierformaat te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 6. Druk op de [Menu]-knop om naar het beginscherm terug te keren. Een aangepast papierformaat opgeven Dit onderdeel beschrijft hoe u een aangepast papierformaat opgeeft. Papier met een aangepast formaat kan niet in lade 2 worden geplaatst. Zorg er tijdens het afdrukken voor dat het papierformaat dat is opgegeven in het printerstuurprogramma overeenkomt met het papierformaat dat is opgegeven met het bedieningspaneel. Als het papierformaat niet overeenkomt, wordt er een foutmelding op het display weergegeven. Als u de fout wilt negeren en wilt afdrukken op papier dat niet overeenkomt, raadpleegt u Pag. 71 "Als papier niet overeenkomt". 67

70 2. Papier plaatsen 1. Druk op de [Menu]-knop. CER Druk op [ ] of [ ] om [Papierinvoer] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 3. Druk op [ ] of [ ] om [Papierformaat] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 4. Druk op [ ] of [ ] om de instelling voor het papierformaat voor de gewenste lade te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop. 5. Druk op [ ] of [ ] om [Ang. fr] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 6. Druk op [ ] of [ ] om [mm] of [inch] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop. 7. Voer de breedte in met behulp van [ ] of [ ] en druk vervolgens op de [OK]-knop. 8. Voer de lengte in met behulp van [ ] of [ ] en druk vervolgens op de [OK]-knop. 9. Druk op de [Menu]-knop om naar het beginscherm terug te keren. 68

71 3. Documenten afdrukken Basisbewerking In deze paragraaf wordt de algemene afdrukprocedure uitgelegd. 1. Open het dialoogvenster [Printereigenschappen] in de toepassing van uw document. Voor meer informatie over de instellingsitems klikt u op [Help]. U kunt op de informatiepictogrammen klikken voor informatie over de configuratie. 2. Configureer de benodigde instellingen en klik op [OK]. Het dialoogvenster Printereigenschappen wordt gesloten. 3. Klik op [OK]. Als er een papierstoring optreedt, stopt het afdrukken nadat de huidige pagina is afgedrukt. Nadat de papierstoring is verholpen, zal het afdrukken automatisch hervat worden vanaf de pagina die vastliep. Voor meer informatie over het verwijderen van vastgelopen papier, raadpleegt u Pag. 159 "Een papierstoring verwijderen". Als u op enveloppen hebt afgedrukt, zorg er dan voor dat u daarna de hendels terugzet in hun oorspronkelijke posities. Voor meer informatie over de hendels voor het afdrukken op enveloppen, raadpleegt u Pag. 63 "Enveloppen plaatsen". Een afdruktaak annuleren U kunt afdruktaken annuleren door het bedieningspaneel van het apparaat of uw computer te gebruiken, afhankelijk van de status van de taak. 69

Software-installatiehandleiding

Software-installatiehandleiding Software-installatiehandleiding In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u de software via een USB- of netwerkverbinding installeert. Netwerkverbinding is niet beschikbaar voor de modellen SP 200/200S/203S/203SF/204SF.

Nadere informatie

Handleiding Wi-Fi Direct

Handleiding Wi-Fi Direct Handleiding Wi-Fi Direct Eenvoudige installatie via Wi-Fi Direct Problemen oplossen Inhoudsopgave Hoe werken deze handleidingen?... 2 Symbolen in de handleidingen... 2 Disclaimer... 2 1. Eenvoudige installatie

Nadere informatie

Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de Veiligheidsinformatie leest voordat u het apparaat gebruikt. Gebruiksaanwijzing

Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de Veiligheidsinformatie leest voordat u het apparaat gebruikt. Gebruiksaanwijzing Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de Veiligheidsinformatie leest voordat u het apparaat gebruikt. Gebruiksaanwijzing INHOUDSOPGAVE Hoe werkt deze handleiding?...10 Inleiding... 10 Wettelijk

Nadere informatie

Handleiding Wi-Fi Direct

Handleiding Wi-Fi Direct Handleiding Wi-Fi Direct Eenvoudige installatie via Wi-Fi Direct Problemen oplossen Appendix Inhoud Hoe werken deze handleidingen?... 2 Symbolen in de handleidingen... 2 Disclaimer... 2 1. Eenvoudige

Nadere informatie

Handleiding WiFi-instellingen

Handleiding WiFi-instellingen Handleiding WiFi-instellingen Modelnummer SP 212/SP 213 serie Inleiding Er zijn twee draadloze LAN-modi: infrastructuurmodus voor verbinding via een toegangspunt en ad-hoc-modus voor het maken van een

Nadere informatie

Verkorte Handleiding DX-C200. Namen en locaties. De kopieerfunctie gebruiken. De scannerfunctie gebruiken. De faxfunctie gebruiken. Problemen oplossen

Verkorte Handleiding DX-C200. Namen en locaties. De kopieerfunctie gebruiken. De scannerfunctie gebruiken. De faxfunctie gebruiken. Problemen oplossen DX-C200 Verkorte Handleiding Namen en locaties De kopieerfunctie gebruiken De scannerfunctie gebruiken De faxfunctie gebruiken Problemen oplossen Papierstoringen oplossen Inktcartridges Lees deze handleiding

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Overzicht van het apparaat Papier plaatsen Documenten afdrukken Originelen kopiëren Originelen scannen Een fax verzenden en ontvangen Het apparaat configureren met het bedieningspaneel

Nadere informatie

DX-C200P. Hardwarehandleiding. Gebruiksaanwijzing

DX-C200P. Hardwarehandleiding. Gebruiksaanwijzing DX-C200P Gebruiksaanwijzing Hardwarehandleiding 1 Overzicht van de printer 2 De printer en zijn opties installeren 3 De printer aansluiten 4 Configuratie 5 Papier en overige media 6 Verbruiksartikelen

Nadere informatie

Installatiehandleiding software

Installatiehandleiding software Installatiehandleiding software In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u de software via een USB- of netwerkverbinding installeert. Netwerkverbinding is niet beschikbaar voor de modellen SP 200/200S/203S/203SF/204SF.

Nadere informatie

Handleiding AirPrint. Informatie over AirPrint. Instelprocedure. Afdrukken. Appendix

Handleiding AirPrint. Informatie over AirPrint. Instelprocedure. Afdrukken. Appendix Handleiding AirPrint Informatie over AirPrint Instelprocedure Afdrukken Appendix Inhoud Hoe werken deze handleidingen?... 2 Symbolen in de handleidingen... 2 Disclaimer... 2 1. Informatie over AirPrint

Nadere informatie

Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN

Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u dit apparaat gebruikt en bewaar deze voor toekomstige raadpleging. Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN In

Nadere informatie

Naslagkaart voor de 5210n / 5310n

Naslagkaart voor de 5210n / 5310n Naslagkaart voor de 5210n / 5310n 1 2 3 4 VOORZICHTIG: Neem zorgvuldig de veiligheidsvoorschriften in de Handleiding voor eigenaren door voordat u de Dell-printer gaat instellen en gebruiken. 5 6 7 8 1

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Overzicht van het apparaat Papier plaatsen Documenten afdrukken Het apparaat configureren met hulpprogramma's Het apparaat onderhouden Problemen oplossen Bijlage Voor een veilig en

Nadere informatie

Voor gebruikers van de Ricoh Smart Device Connector: Het apparaat configureren

Voor gebruikers van de Ricoh Smart Device Connector: Het apparaat configureren Voor gebruikers van de Ricoh Smart Device Connector: Het apparaat configureren INHOUDSOPGAVE 1. Voor alle gebruikers Inleiding...3 Hoe werkt deze handleiding?...3 Handelsmerken...4 Wat is Ricoh Smart

Nadere informatie

DX-C200P. Softwarehandleiding. Gebruiksaanwijzing

DX-C200P. Softwarehandleiding. Gebruiksaanwijzing DX-C200P Gebruiksaanwijzing Softwarehandleiding 1 Voorbereiden voor afdrukken 2 Het printerstuurprogramma instellen 3 Andere afdrukbewerkingen 4 Rechtstreeks afdrukken vanaf een digitale camera (PictBridge)

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel

Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel Naslagkaart Papier en speciaal afdrukmateriaal plaatsen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u papier plaatst in de laden voor 250 en 550 vel en de handmatige invoer. Het bevat tevens informatie over het

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen

Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u dit apparaat gebruikt en bewaar deze voor toekomstige raadpleging. Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen INHOUDSOPGAVE Hoe werkt deze handleiding?... 2

Nadere informatie

Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN

Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u dit apparaat gebruikt en bewaar deze voor toekomstige raadpleging. Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN In

Nadere informatie

Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN

Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN Opmerkingen voor gebruikers van wireless LAN Français Deutsch English Português Español Italiano Lees deze handleiding zorgvuldig voordat u dit apparaat gebruikt en bewaar deze voor toekomstige raadpleging.

Nadere informatie

Downloaded from www.vandenborre.be PIXMA MG5500. series. Installatiehandleiding

Downloaded from www.vandenborre.be PIXMA MG5500. series. Installatiehandleiding PIXMA MG5500 series Installatiehandleiding CANON INC. 2013 Installatiehandleiding In deze handleiding leest u hoe u een netwerkverbinding voor de printer instelt. Netwerkverbinding Draadloze verbinding

Nadere informatie

Speciale afdrukmethoden en - materialen

Speciale afdrukmethoden en - materialen Speciale afdrukmethoden en - materialen In deze sectie komen de volgende onderwerpen aan de orde: Automatisch dubbelzijdig afdrukken zie pagina 16. Handmatig dubbelzijdig afdrukken zie pagina 19. Transparanten

Nadere informatie

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma Nederlands Installatiehandleiding MF-stuurprogramma Cd met gebruikerssoftware.............................................................. 1 Informatie over de stuurprogramma s en de software.............................................

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Overzicht van het apparaat Papier plaatsen Documenten afdrukken Het apparaat configureren met hulpprogramma's Het apparaat onderhouden Problemen oplossen Bijlage Voor een veilig en

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

N300 Wi-Fi-router (N300R)

N300 Wi-Fi-router (N300R) Easy, Reliable & Secure Installatiehandleiding N300 Wi-Fi-router (N300R) Handelsmerken Merk- en productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars. Informatie kan

Nadere informatie

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom Windows NT 4.x In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Voorbereidende stappen" op pagina 3-24 "Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom" op pagina 3-24 "Andere installatiemethoden" op pagina

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de "Veiligheidsinformatie" leest voordat u het apparaat gebruikt. Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding INHOUDSOPGAVE Hoe werkt deze handleiding?...

Nadere informatie

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken INHOUDSOPGAVE OVER DEZE HANDLEIDING............................................................................. 2 FUNCTIE AFDRUKVRIJGAVE...........................................................................

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. OV-BaseCore7(Z)

Gebruiksaanwijzing. OV-BaseCore7(Z) Gebruiksaanwijzing NL OV-BaseCore7(Z) Belangrijke veiligheidsinstructies Waarschuwing: Om het risico op elektrische schokken te beperken, mag u de behuizing of de achterkant niet verwijderen. Alle onderdelen

Nadere informatie

DX-C200. Gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing

DX-C200. Gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing DX-C200 Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding 1 Overzicht van het apparaat 2 Snel aan de slag 3 De printerfunctie gebruiken 4 De kopieerfunctie gebruiken 5 De scanfunctie gebruiken 6 De faxfunctie gebruiken

Nadere informatie

Afdrukproblemen. Afdrukkwaliteit

Afdrukproblemen. Afdrukkwaliteit Printerproblemen Een aantal printerproblemen is eenvoudig te verhelpen. Als de printer niet reageert, controleer dan eerst of: de printer is ingeschakeld; het netsnoer is aangesloten op het stopcontact;

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Overzicht van het apparaat Papierspecificaties en papier bijvullen Documenten afdrukken Het apparaat configureren met het bedieningspaneel Het apparaat configureren met hulpprogramma's

Nadere informatie

Handleiding Google Cloud Print

Handleiding Google Cloud Print Handleiding Google Cloud Print Informatie over Google Cloud Print Afdrukken met Google Cloud Print Appendix Inhoud Hoe werken deze handleidingen?... 2 Symbolen in de handleidingen... 2 Disclaimer... 2

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Overzicht van het apparaat Papier plaatsen Documenten afdrukken Originelen kopiëren Originelen scannen Een fax verzenden en ontvangen Het apparaat configureren met het bedieningspaneel

Nadere informatie

2 mei 2014. Remote Scan

2 mei 2014. Remote Scan 2 mei 2014 Remote Scan 2014 Electronics For Imaging. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product. Inhoudsopgave 3 Inhoudsopgave...5 openen...5 Postvakken...5

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Website met toepassingen

Gebruiksaanwijzing. Website met toepassingen Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen INHOUDSOPGAVE Hoe werkt deze handleiding?... 2 Symbolen in de handleidingen... 2 Disclaimer...3 Opmerkingen...3 Taken die u kunt uitvoeren op de Website met

Nadere informatie

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken

Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken Handleiding instellingen vrijgave van afdrukken INHOUDSOPGAVE OVER DEZE HANDLEIDING............................................................................. 2 FUNCTIE AFDRUKVRIJGAVE...........................................................................

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de "Veiligheidsinformatie" leest voordat u het apparaat gebruikt. Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding INHOUDSOPGAVE Hoe werkt deze handleiding?...

Nadere informatie

Hier beginnen. Inktcartridges uitlijnen zonder een computer

Hier beginnen. Inktcartridges uitlijnen zonder een computer Hier beginnen Inktcartridges uitlijnen zonder een computer Volg de stappen in de installatiehandleiding om de installatie van de hardware te voltooien. Ga door met de volgende stappen om de afdrukkwaliteit

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de "Veiligheidsinformatie" leest voordat u het apparaat gebruikt. Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding INHOUDSOPGAVE Hoe werkt deze handleiding?...

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Overzicht van het apparaat Papier plaatsen Documenten afdrukken Het apparaat configureren met behulp van Smart Organizing Monitor Het apparaat onderhouden Problemen oplossen Bijlage

Nadere informatie

Kopiëren > Instellingen > Pagina's per zijde. Voor printermodellen zonder touchscreen drukt u op om door de instellingen te navigeren.

Kopiëren > Instellingen > Pagina's per zijde. Voor printermodellen zonder touchscreen drukt u op om door de instellingen te navigeren. Naslagkaart Bezig met kopiëren Een kopie maken 1 Plaats een origineel document in de ADF-lade of op de glasplaat. Opmerking: Zorg ervoor dat het papierformaat van het origineel en de uitvoer hetzelfde

Nadere informatie

Handleiding voor printersoftware

Handleiding voor printersoftware Handleiding voor printersoftware (Voor Canon Compact Photo Printer Solution Disk versie 6) Windows 1 Inhoud Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen...3 Lees dit eerst...4 Handleidingen...4 Stappen van het afdrukken...5

Nadere informatie

Inhoud van de verpakking

Inhoud van de verpakking Handelsmerken NETGEAR, het NETGEAR-logo en Connect with Innovation zijn handelsmerken en/of gedeponeerde handelsmerken van NETGEAR, Inc. en/of diens dochterondernemingen in de Verenigde Staten en/of andere

Nadere informatie

Eenvoudige afdruktaken

Eenvoudige afdruktaken Eenvoudige afdruktaken In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Papier plaatsen in Lade 1 (MPT) voor enkelzijdig afdrukken" op pagina 2-9 "Papier plaatsen in laden 2-5 voor enkelzijdig afdrukken"

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Overzicht van het apparaat Papier plaatsen Documenten afdrukken Originelen kopiëren Scannen vanaf een computer Een fax verzenden en ontvangen Het apparaat configureren met het bedieningspaneel

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HP LASERJET 4050 http://nl.yourpdfguides.com/dref/901693

Uw gebruiksaanwijzing. HP LASERJET 4050 http://nl.yourpdfguides.com/dref/901693 U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA MOBILE PHONES Ltd. verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat de producten DTN-10 en DTN-11 conform zijn aan de

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing. Gebruikershandleiding Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding INHOUDSOPGAVE 1. Introductie Overzicht van RemoteConnect Support... 3 Hoe werkt deze handleiding?... 5 Symbolen... 5 Disclaimer...5 Opmerkingen...5 Terminologie...

Nadere informatie

Referentie gids Korte uitleg van routine handelingen

Referentie gids Korte uitleg van routine handelingen Referentie gids Korte uitleg van routine handelingen HL-L2310D HL-L2350DW HL-L2357DW HL-L2370DN HL-L2375DW Brother adviseert u deze gids bij uw apparaat te houden voor een snelle referentie. Online Gebruikershandleiding

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING FS-C1020MFP+

GEBRUIKERSHANDLEIDING FS-C1020MFP+ GEBRUIKERSHANDLEIDING FS-C1020MFP+ INHOUDSOPGAVE 1. Overzicht van het apparaat Inleiding...11 Handelsmerken...11 Disclaimer...13 Handleidingen voor dit apparaat...14 Modelspecifieke informatie...16 Lijst

Nadere informatie

Handleiding WiFi-instellingen

Handleiding WiFi-instellingen Handleiding WiFi-instellingen uu Inleiding Er zijn twee draadloze LAN-modi: infrastructuurmodus voor verbinding via een toegangspunt en adhoc-modus voor het maken van een directe verbinding met een draadloos

Nadere informatie

Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel

Xerox WorkCentre 6655 multifunctionele kleurenprinter Bedieningspaneel Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen. 3 4 5 Aanraakscherm

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Snel aan de slag Papier plaatsen Problemen oplossen Informatie die niet in deze handleiding staat, kunt u terugvinden in de HTML-/PDF-bestanden op de meegeleverde cd-rom. Lees deze

Nadere informatie

Breedformaatprinter Teriostar LP-2050-serie. Multifunctioneel model LP-2050-MF. Printermodel LP-2050. Snelle referentiegids U00123351603

Breedformaatprinter Teriostar LP-2050-serie. Multifunctioneel model LP-2050-MF. Printermodel LP-2050. Snelle referentiegids U00123351603 Breedformaatprinter Teriostar LP-2050-serie Multifunctioneel model LP-2050-MF Printermodel LP-2050 Snelle referentiegids U00123351603 Inleiding Uw printer is een Teriostar LP-2050-serie breedformaatprinter.

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de "Veiligheidsinformatie" leest voordat u het apparaat gebruikt. Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding INHOUDSOPGAVE Hoe werkt deze handleiding?...

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Snel aan de slag Papier plaatsen Problemen oplossen Informatie die niet in deze handleiding staat, kunt u terugvinden in de HTML-/PDF-bestanden op de meegeleverde cd-rom. Voor een

Nadere informatie

HIER BEGINNEN. Draadloos USB Bedraad. Wilt u de printer aansluiten op een draadloos netwerk? Ga naar Draadloze installatie en verbinding.

HIER BEGINNEN. Draadloos USB Bedraad. Wilt u de printer aansluiten op een draadloos netwerk? Ga naar Draadloze installatie en verbinding. HIER BEGINNEN Als u een van de volgende vragen bevestigend beantwoordt, gaat u naar het aangegeven gedeelte voor aanwijzingen over installatie en verbindingen. Wilt u de printer aansluiten op een draadloos

Nadere informatie

Wi-Fi Direct handleiding

Wi-Fi Direct handleiding Wi-Fi Direct handleiding Versie 0 DUT Relevante modellen Deze gebruikershandleiding is van toepassing op de volgende modellen: MFC-J4510DW Definities van opmerkingen Overal in deze gebruikershandleiding

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Overzicht van het apparaat Papier plaatsen Documenten afdrukken Originelen kopiëren Scannen vanaf een computer Het apparaat configureren met behulp van Smart Organizing Monitor Het

Nadere informatie

HP Photosmart 6220. Dock voor digitale camera's Nederlands. Verwijdering van afgedankte apparatuur door privé-gebruikers in de Europese Unie

HP Photosmart 6220. Dock voor digitale camera's Nederlands. Verwijdering van afgedankte apparatuur door privé-gebruikers in de Europese Unie HP Photosmart 6220 Dock voor digitale camera's Nederlands Verwijdering van afgedankte apparatuur door privé-gebruikers in de Europese Unie Dit symbool op het product of de verpakking geeft aan dat dit

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. WorkCentre C2424 copier-printer

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. WorkCentre C2424 copier-printer Gebruikersveiligheid Het systeem en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik Fiery Remote Scan Met Fiery Remote Scan kunt u scantaken beheren op de Fiery server en de printer vanaf een externe computer. Met Fiery Remote Scan kunt u het volgende doen: Scans starten vanaf de glasplaat

Nadere informatie

Wi-Fi Direct handleiding

Wi-Fi Direct handleiding Wi-Fi Direct handleiding Versie B DUT Relevante modellen Deze gebruikershandleiding is van toepassing op de volgende modellen: DCP-J4110DW, MFC-J4310DW/J4410DW/J4510DW/J4610DW/J4710DW Definities van opmerkingen

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de "Veiligheidsinformatie" leest voordat u het apparaat gebruikt. Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding INHOUDSOPGAVE 1. Overzicht van het apparaat

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG SCX-3205W

Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG SCX-3205W U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen,

Nadere informatie

Nederlandse versie. Inleiding. Installatie Windows 2000 en XP. LW058 Sweex Wireless LAN USB 2.0 Adapter 54 Mbps

Nederlandse versie. Inleiding. Installatie Windows 2000 en XP. LW058 Sweex Wireless LAN USB 2.0 Adapter 54 Mbps LW058 Sweex Wireless LAN USB 2.0 Adapter 54 Mbps Inleiding Stel de Sweex Wireless LAN USB 2.0 Adapter 54 Mbps niet bloot aan extreme temperaturen. Plaats het apparaat niet in direct zonlicht of in de dichte

Nadere informatie

Naslaggids ZT210/ZT220/ZT230

Naslaggids ZT210/ZT220/ZT230 Naslaggids ZT210/ZT220/ZT230 Gebruik deze gids bij het dagelijks gebruik van uw printer. Voor gedetailleerde informatie raadpleegt u de Gebruikershandleiding. Printeronderdelen Op Afbeelding 1 worden de

Nadere informatie

NETWERKHANDLEIDING. Afdruklogboek op netwerk opslaan. Versie 0 DUT

NETWERKHANDLEIDING. Afdruklogboek op netwerk opslaan. Versie 0 DUT NETWERKHANDLEIDING Afdruklogboek op netwerk opslaan Versie 0 DUT Definities van opmerkingen Overal in deze handleiding gebruiken we de volgende aanduiding: Opmerkingen vertellen u hoe u op een bepaalde

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Firmware-updatehandleiding

Gebruiksaanwijzing Firmware-updatehandleiding Gebruiksaanwijzing Firmware-updatehandleiding Voor een veilig en correct gebruik, dient u de Veiligheidsinformatie in "Lees dit eerst" te lezen voordat u het apparaat gebruikt. INHOUDSOPGAVE 1. Firmware-updatehandleiding

Nadere informatie

EW-7416APn v2 & EW-7415PDn Macintosh Installatiegids

EW-7416APn v2 & EW-7415PDn Macintosh Installatiegids EW-7416APn v2 & EW-7415PDn Macintosh Installatiegids 09-2012 / v2.0 0 Voordat u begint Voordat u dit access point in gebruik neemt dient u eerst te controleren of alle onderdelen in de verpakking aanwezig

Nadere informatie

Windows 98 en Windows ME

Windows 98 en Windows ME Windows 98 en Windows ME In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Voorbereidende stappen op pagina 3-29 Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom op pagina 3-30 Andere installatiemethoden op pagina

Nadere informatie

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken Fiery Remote Scan Met Fiery Remote Scan kunt u scantaken op de Fiery-server en de printer beheren vanaf een externe computer. Met Fiery Remote Scan kunt u het volgende doen: Scans starten vanaf de glasplaat

Nadere informatie

Het afdrukken van de opstartpagina in-/uitschakelen

Het afdrukken van de opstartpagina in-/uitschakelen Printerinstellingen In dit onderwerp wordt het volgende besproken: Het afdrukken van de opstartpagina in-/uitschakelen op pagina 1-14 Energiebesparing activeren op pagina 1-15 Bestandsbeveiligingssysteem

Nadere informatie

Gebruikers van een USB-kabel: Sluit de USB-kabel pas aan in stap A2. Alle tape verwijderen en het scherm omhoog klappen

Gebruikers van een USB-kabel: Sluit de USB-kabel pas aan in stap A2. Alle tape verwijderen en het scherm omhoog klappen Begin hier 1 Belangrijke installatie-informatie Gebruikers van een draadloos of bedraad netwerk: Volg de instructies in deze installatiehandleiding op als u met succes de HP All-in-One wilt toevoegen aan

Nadere informatie

Technische Informatie

Technische Informatie Handmatige installatie van de Belkin draadloze Printserver Als de automatische installatie van de Printserver niet is gelukt, kunt u proberen hem handmatig te installeren. De Printserver heeft geen driver

Nadere informatie

Brother GEBRUIKERSHANDLEIDING

Brother GEBRUIKERSHANDLEIDING Brother Kleurenkalibratie via het web GEBRUIKERSHANDLEIDING 1 VEREISTEN 2 WERKING 3 ALGEMENE 4 HET 5 DE 6 FABRIEKSINSTELLINGEN Inhoudsopgave INLEIDING 2 3 Aanbevollen papiier voor gebruiik tiijjdens de

Nadere informatie

N150 Wi-Fi-router (N150R)

N150 Wi-Fi-router (N150R) Easy, Reliable & Secure Installatiehandleiding N150 Wi-Fi-router (N150R) Handelsmerken Merk- en productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars. Informatie kan

Nadere informatie

Bedankt voor de aanschaf van de Mobile WiFi. Deze Mobile WiFi biedt u een draadloze netwerkverbinding met een hoge snelheid.

Bedankt voor de aanschaf van de Mobile WiFi. Deze Mobile WiFi biedt u een draadloze netwerkverbinding met een hoge snelheid. Snelstartgids Snelstartgids 97 Bedankt voor de aanschaf van de Mobile WiFi. Deze Mobile WiFi biedt u een draadloze netwerkverbinding met een hoge snelheid. Dit document geeft u inzicht in uw Mobile WiFi,

Nadere informatie

Gebruikershandleiding MFP kleur systemen. Aanteken vel. infotec kenniscentrum. Infotec gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding MFP kleur systemen. Aanteken vel. infotec kenniscentrum. Infotec gebruikershandleiding Gebruikershandleiding MFP kleur systemen Aanteken vel Het Bedieningspaneel Functie paneel Functietoetsen Geeft de keuze om te wisselen tussen de functies: Kopiëren - Doc. Server Faxen - Printen - Scannen

Nadere informatie

Doe het zelf installatiehandleiding

Doe het zelf installatiehandleiding Doe het zelf installatiehandleiding Inleiding Deze handleiding helpt u bij het installeren van KSYOS TeleDermatologie. De installatie duurt maximaal 30 minuten, als u alle onderdelen van het systeem gereed

Nadere informatie

USB 2.0 ETHERNET PRINTSERVER

USB 2.0 ETHERNET PRINTSERVER USB 2.0 ETHERNET PRINTSERVER DN-13014-3 DN-13003-1 Snel installatiegids DN-13014-3 & DN-13003-1 Voordat u begint, moet u de volgende items voorbereiden: Windows 2000/XP/2003/Vista/7 computer met printserver

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding Voor een veilig en juist gebruik, zorg ervoor dat u de "Veiligheidsinformatie" leest voordat u het apparaat gebruikt. Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding INHOUDSOPGAVE Hoe werkt deze handleiding?...

Nadere informatie

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel Bedieningspaneel Beschikbare services kunnen variëren afhankelijk van uw printerinstellingen. Zie de Handleiding voor de gebruiker voor meer informatie over functies en instellingen. 3 5 Ontgrendeling

Nadere informatie

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken Naslagkaart Bezig met kopiëren Kopieën maken 1 Plaats een origineel document in de ADF-lade of op de Opmerking: Zorg ervoor dat het papierformaat van het origineel en de uitvoer hetzelfde zijn. Zo voorkomt

Nadere informatie

Aansluitingengids. Ondersteunde besturingssystemen. Aansluitingengids. Pagina 1 van 5

Aansluitingengids. Ondersteunde besturingssystemen. Aansluitingengids. Pagina 1 van 5 Pagina 1 van 5 Aansluitingengids Ondersteunde besturingssystemen U kunt de cd Software en documentatie gebruiken om de printersoftware te installeren voor de volgende besturingssystemen: Windows 8 Windows

Nadere informatie

Nederlandse versie. Installatie Windows XP en Vista. LW311 Sweex Wireless LAN Cardbus Adapter 300 Mbps

Nederlandse versie. Installatie Windows XP en Vista. LW311 Sweex Wireless LAN Cardbus Adapter 300 Mbps LW311 Sweex Wireless LAN Cardbus Adapter 300 Mbps Stel de Sweex Wireless LAN Cardbus Adapter 300 Mbps niet bloot aan extreme temperaturen. Plaats het apparaat niet in direct zonlicht of in de dichte nabijheid

Nadere informatie

Fax Connection Unit Type C Gebruiksaanwijzing

Fax Connection Unit Type C Gebruiksaanwijzing Fax Connection Unit Type C Gebruiksaanwijzing Voor een veilig en correct gebruikt, dient u de Veiligheidsinformatie in "Lees dit eerst" te lezen voordat u het apparaat gebruikt. INHOUDSOPGAVE Hoe werkt

Nadere informatie

Gebruikershandleiding voor gegevensoverdracht van camera naar camera

Gebruikershandleiding voor gegevensoverdracht van camera naar camera Canon Digitale Camera Gebruikershandleiding voor gegevensoverdracht van camera naar camera Inhoudsopgave Inleiding....................................... Beelden overbrengen via een draadloze verbinding.....

Nadere informatie

Printerinstellingen wijzigen 1

Printerinstellingen wijzigen 1 Printerinstellingen wijzigen 1 U kunt de instellingen van de printer wijzigen met de toepassingssoftware, het Lexmark printerstuurprogramma, het bedieningspaneel of het bedieningspaneel op afstand van

Nadere informatie

Wifi-instellingengids

Wifi-instellingengids Wifi-instellingengids Wifi-verbindingen met de printer Verbinding met een computer maken via een wifi-router Direct verbinding maken met een computer Verbinding met een smartapparaat maken via een wifi-router

Nadere informatie

Nederlandse versie. Inleiding. Installatie Windows 2000, XP en Vista. LW303 Sweex Wireless LAN USB 2.0 adapter 300 Mbps

Nederlandse versie. Inleiding. Installatie Windows 2000, XP en Vista. LW303 Sweex Wireless LAN USB 2.0 adapter 300 Mbps LW303 Sweex Wireless LAN USB 2.0 adapter 300 Mbps Inleiding Stel de Sweex Wireless LAN USB 2.0 adapter 300 Mbps 802.11n niet bloot aan extreme temperaturen. Plaats het apparaat niet in direct zonlicht

Nadere informatie

AirPrint handleiding DCP-J562DW MFC-J480DW MFC-J680DW MFC-J880DW

AirPrint handleiding DCP-J562DW MFC-J480DW MFC-J680DW MFC-J880DW AirPrint handleiding DCP-J562DW MFC-J480DW MFC-J680DW MFC-J880DW Voordat u uw Brother-machine gebruikt Definities van opmerkingen Handelsmerken Belangrijke opmerking Definities van opmerkingen In deze

Nadere informatie

R6200v2 Smart Wi-Fi-router Installatiehandleiding

R6200v2 Smart Wi-Fi-router Installatiehandleiding Handelsmerken NETGEAR, het NETGEAR-logo en Connect with Innovation zijn handelsmerken en/of gedeponeerde handelsmerken van NETGEAR, Inc. en/of diens dochterondernemingen in de Verenigde Staten en/of andere

Nadere informatie

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista BEKNOPTE HANDLEIDING voor Windows Vista INHOUD Hoofdstuk 1: SYSTEEMVEREISTEN...1 Hoofdstuk 2: PRINTERSOFTWARE INSTALLEREN ONDER WINDOWS...2 Software installeren om af te drukken op een lokale printer...

Nadere informatie

Wifi-repeater INSTALLATIEHANDLEIDING

Wifi-repeater INSTALLATIEHANDLEIDING Wifi-repeater INSTALLATIEHANDLEIDING INHOUDSOPGAVE BELANGRIJKE OPMERKING... 3 BELANGRIJKSTE KENMERKEN... 6 IMPLEMENTATIE... 6 OPRICHTING VAN EEN DRAADLOOS INFRASTRUCTUURNETWERK.... 6 REPEATER:... 7 TOEGANGSPUNT:...

Nadere informatie

Berichten op het voorpaneel

Berichten op het voorpaneel en op het voorpaneel In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Statusberichten" op pagina 4-61 "Foutberichten en waarschuwingen" op pagina 4-62 Het voorpaneel van de printer biedt informatie en hulp

Nadere informatie